Goedemiddag allemaal, Toen Marianne mij benaderde voor deze dag, gaat er in een korte flits alles weer door je heen, vandaar dat ik eerst kort iets over onze situatie wil vertellen. Op 8 oktober wordt er feest gevierd, ik word 38 jaar en alles is goed. We hebben een heerlijk gezin met twee gezonde kinderen. Een dag later, geeft Ruben aan dat er nu ook wat van die rare rode puntjes op zijn benen zitten. Na overleg met Esther, onze buurvrouw, die kinderverpleegkundige is, wordt de weekendarts gebeld (met het schaamrood op de kaken, want ja moet je die man nou wel storen, we komen nooit bij de dokter en nu zouden we ineens in het weekend moeten komen). Na telefonisch overleg wordt besloten dat we toch wel even langs moeten komen. Dus Ruben uit bed gehaald en op weg. De weekendarts bekijkt Ruben en wil toch graag dat we die avond nog even bloed laten prikken. Wij denken dat het dan nog wellicht wat bloedarmoede is. Echter we horen het woord “leukemie” in het gesprek dat de weekendarts voert met het ziekenhuis en kijken elkaar aan…. Een paar uur later stort onze wereld in, Ruben heeft leukemie, een HB van 2.7 en moet direct aan een bloedtransfusie. Is dit dezelfde Ruben die, die dag nog in een boom is geklommen? Ruben is dan 7 jaar. De volgende dag zijn er al afspraken gemaakt met het Radboud in Nijmegen en we gaan op weg. Ruben blijkt AML te hebben, de minder gewone “kinderleukemie”. Ook al is onze wereld ingestort we gaan er helemaal voor. Aangezien zowel Ed als ik redelijk praktisch zijn ingesteld, en we ons realiseren dat dit wel eens langer kan gaan duren, proberen we gelijk schema’s te maken. Wanneer is wie aanwezig bij Ruben en hoe kunnen we zorgen dat Calvin zijn leventje doorgang kan vinden. Wij gaan beiden 3 dagen per week werken, en kunnen zo al het een en ander invullen. Daarnaast zorgen de opa’s en oma’s een dag voor Ruben en in het weekend zorgen we ervoor dat Ed en ik in ieder geval een dag en een nacht samen zijn met Calvin. De afspraak is dat voor de kuren Ruben in het Radboud zal zijn, en het in en uitdippen kan gebeuren in Den Bosch. De samenwerking tussen de ziekenhuizen gaat heel goed, en Ruben heeft zelfs zijn “eigen kamer” in het Carolus. Aangezien het protocol van AML, zware chemokuren tot gevolg heeft, die zodra er uitgedipt is de volgende al weer te wachten staat, is Ruben nauwelijks tussendoor thuis. Gelukkig zijn er de olympische spelen, en sindsdien weten wij ook alles van de puntentelling bij het kunstschaatsen en kan ik met veel genoegen kijken naar het curling. De strijd wordt aangegaan en om de korte versie te geven, op 21 februari 2006 is de mooiste dag van mijn leven: Ruben wordt ontslagen uit het ziekenhuis en ook al weten we dat we er nog niet zijn, we gaan er weer voor. Ruben gaat per 1 april weer naar school en we vieren een verlaat nieuw jaar. Tot die zondag in mei, waar ik vast zit in mijn stoel en om maar net te doen of alles goed is. We zien een behoorlijke bult op Rubens oog, die we niet meer af kunnen doen als een muggebult. We bellen het ziekenhuis in Den Bosch en we mogen gelijk langs komen. Ook al zijn de bloedwaarden nog oke, ook zij geven aan dat zij ook vrezen dat de leukemie terug is. Opnieuw zitten we de volgende dag in Nijmegen en zijn verslagen. Opnieuw chemo’s om te komen tot een stamceltransplantatie. Maar dan blijkt dat de kankercellen als het ware resistent zijn voor de chemo’s. Er wordt nog een ander medicijn geprobeerd, maar helaas ook dat mag niet baten. Dan komt 8 juli, de dag voor Ruben zijn verjaardag. We moeten in het ziekenhuis komen en eigenlijk is dan de boodschap dat het beter is dat Calvin niet op vakantie moet gaan, en dat
Ruben niet meer beter zal worden. Aangezien onze eigen arts er niet is, willen we hier eigenlijk niet aan. Ruben mag naar huis voor zijn verjaardag, en hij vraagt of dat nu een goed of juist slecht teken is. Zijn verjaardag wordt gevierd, maar zing je dan lang zal hij leven? S’avonds overlijdt mijn oma, en Ruben geeft s’avonds in het ziekenhuis aan, aan een van zijn favoriete verpleegkundigen, Dave, dat helaas niet iedereen het geluk heeft om zo lang te mogen leven. Het overlijden van mijn oma geeft ons de gelegenheid met Ruben over de dood te praten zonder dat hij het onderwerp is. Zo is Ruben geïnteresseerd in het fenomeen “reïncarnatie” en besluit dat als dat zo is, hij niet als mier terug te willen komen. Dan zit je of onder de grond, of je wordt doodgetrapt. Ook vraagt hij zich af of je een kopje thee kan drinken met oma in de hemel. Op 24 september 2006 overlijdt Ruben op 8 jarige leeftijd. En dan kan je je niet meer vast houden aan de hoop die je steeds tot het laatst toe hebt gehad. Onze kanjer is dood, We moeten verder maar hoe? Allereerst het afscheid dat we samen met Ellen van de Wending tot een geweldig eind weten te maken. Van het op de skelter naar de kerk brengen, gereden door Calvin, tot de ballonnen die in een strak blauwe hemel naar boven gaan en omarmd worden door twee wolken. Al snel komen we er achter dat iedereen verschillend is in de wijze van ermee omgaan, wat voor Ed goed is, kan voor mij totaal verkeerd uitpakken en andersom. Ik ga weer gauw aan het werk, terwijl Ed nog wat langer thuis blijft. Hoe ga je om met mensen die duiken in een supermarkt. Ga je uitgebreid je verhaal vertellen als er aan je gevraagd wordt hoe het met je gaat. Wat bij ons blijkt te werken is een paar versies van de waarheid klaar te hebben. Een paar korte zinnen voor iemand die het voor je gevoel uit beleefdheid vraagt, tot het wat meer diepergaand gevoel. En soms krijg je de neiging om te vragen of ze het echt willen weten hoe het met je gaat. We moeten daar dan samen soms later maar wat om lachen. We waren in die tijd heel erg op zoek naar tips en trucks en gingen dan ook al snel naar een bijeenkomst van de VOKK, maar daar bleek toch wel dat er niet een standaard lijst is, en dat je vooral ook moet zoeken naar datgene wat voor jou past. Toch heeft zeker in het begin de verhalen van lotgenoten bijgedragen aan het vorm geven van de wijze waarop we ons leven weer zouden oppakken. Met name de reflectie over wat wel bij ons zou passen en wat zeker niet, heeft een basis gegeven. Ook de verschillende boeken die er op de markt zijn over “hoe verder gaan na een verlies”, hielpen om het een en ander op een rijtje te krijgen. Ik ben namelijk iemand die graag veel ergens over leest en mijzelf daar dan een mening over vormt Natuurlijk is dat in theorie allemaal aardig, maar ook wij zijn natuurlijk geconfronteerd met allerlei lastige situaties. Ik wil er graag een aantal met jullie delen.
Het werk Ja dan komt het moment dat je weer aan het werk gaat. Bij ons was daar duidelijk een verschil in. Ik wilde zo snel mogelijk weer aan het werk, zodat ik net kon doen of alles weer een soort van normaal was. Wat bij mij werkt, wil echter niet zeggen dat dit voor iedereen goed is. Loopt alles dan weer als vanouds: nee. Je bent veranderd, hebt een stuk bagage meegekregen die je voor je leven moet meesjouwen. Soms ben je bewust onbekwaam, op het moment dat iemand zich ziek meldt waarbij de relatie van een half jaar is uitgegaan. Om daar dan in mee te voelen is erg lastig. Dus in zoverre ben ik harder geworden. Uiteraard is er ook meer compassie met wat mensen mee maken, je hebt zelf ook in de situatie gezeten. Voor mij was het heel erg goed, dat ik alles heel zuiver heb gedaan in de periode dat Ruben ziek was, geen extra privileges waardoor andere mensen zouden kunnen zeggen, ja toen in jouw situatie kon het allemaal wel, maar nu niet. Het is me een keer overkomen dat iemand vond dat de regeling die getroffen was voor het bezoeken van het ziekenhuis met zijn vrouw, in de nasleep van de ziekte, niet goed was. Ik kreeg de opmerking”ik zou toch beter moeten weten”.. Het lag op mijn tong om te zeggen, hoe blij hij moest zijn dat zijn vrouw leefde, maar ja…. Verder vertel ik altijd als ik nieuwe mensen ontmoet wat wij hebben meegemaakt, ook in de gevallen dat ik een sollicitatiegesprek heb gehad. Dit hoort bij mij en heeft mij gevormd tot wie ik ben. Natuurlijk laat je op dat moment wel even een indruk na bij je gesprekspartner, en ik ben mij ondertussen ervan bewust dat ik op dat moment het gesprek wel even terug moet leiden naar het eigenlijke onderwerp. Echter dit is iets wat ik graag vertel. Het feit dat ik het kanjerketting bandje om hebt, geeft vaak ook al aanleiding om het verhaal te vertellen.
Vakantie Vakantie, dat is natuurlijk nooit meer hetzelfde. Je wilt van de daken schreeuwen dat je eigenlijk met z’n vieren hoort te zijn, maar de buitenwereld ziet een gezinnetje dat met z’n drieën is. In 2007 had Calvin twee weken meivakantie en we wilden iets anders doen dan normaal. We zijn naar Amerika gegaan, op avontuur met z’n drieën. Niet om te vergeten, maar wel om nieuwe herinneringen op te doen. Dit ging heel erg goed, we waren continue onderweg en zagen heel veel mooie dingen. De emotie kwam met name op de lange stukken op de Amerikaanse wegen, met de CD op van “Tarzan”, en dan met name het nummer I will be there… Met deze goede ervaring zijn we ook op vakantie gegaan naar Italië, ons vakantieland. Hier werden we echter heel hard met de werkelijkheid geconfronteerd. Wij houden van kamperen, en normaal gesproken staan we altijd wel open voor een praatje, maar ja die praatjes houden vaak in dat je ook wat vertelt over de gezinssituatie, en moet je nu die mensen hun vakantie gaan bederven door zo’n zwaar verhaal als het overlijden van een kind? Wij vonden van niet, met als gevolg dat het toch wel wat krampachtig gesloten zitten was, met vooral niet een uitnodigend gezicht voor een praatje. Toen we ook nog op een camping kwamen te staan, met links en rechts van ons een familie met een zoon die Ruben heette, was dat toch wel de druppel. Dit konden we niet aan. Gelukkig konden Ed en ik er goed over praten en herkenden we dezelfde emoties. We zijn naar onze buurtjes verder in Italië gegaan en die hebben even de volle laag gekregen. Daar hebben we ook besloten dat we op deze wijze niet op vakantie kunnen gaan, en we het dus vanaf nu gewoon vertellen. Wat de ander ermee doet, is zijn of haar probleem. We hebben
ondertussen gemerkt hoeveel mooie gesprekken je hiermee oproept, want een dergelijk verhaal nodigt de ander ook uit om zijn verhaal te vertellen. En het blijkt opnieuw dat toch wel heel veel mensen het een en ander in hun omgeving hebben meegemaakt. Soms resulteert het ook wel in enige vorm van relativering aan de andere kant, want als ouders met een overleden kind scoor je hoog op de zieligheidsindex, waardoor de ander vaak zijn verdriet probeert te relativeren. Wij zijn van mening dat elk verdriet er mag zijn en niet gewogen mag worden. Dus is er zeker ruimte voor het verhaal van een ander. Dit alles was dus duidelijk een leermoment
Geboortedag Een ander lastig moment in het jaar is de geboortedag. Ik zeg bewust geboortedag, want voor ons was het lastig om zijn verjaardag te vieren. Hij wordt niet meer ouder, maar is nog steeds bij ons, en we zijn heel blij dat hij bij ons heeft mogen zijn. Daarom vieren we zijn geboortedag. We sturen geen uitnodigingen, maar iedereen weet dat hij welkom is. Wij hebben het geluk dat er nog steeds heel veel mensen zijn die denken aan zijn geboortedag en zelfs daar ook iets mee doen. Ed en ik hebben besloten om altijd vrij te nemen op Ruben zijn geboortedag en ook op zijn sterfdag. Gedurende de dag, nemen we even afstand van de wereld en zijn we even samen met onze herinneringen. Gaan ergens lekker lunchen en zien wel hoe de dag verder verloopt. Onze ouders en broers/zussen komen op bezoek en eten een hapje mee en uiteraard moet er Prosecco zijn om mee te toosten op het leven en op het leven wat Ruben heeft mogen leiden. De buurtkinderen zijn dan ondertussen wel een keer samengekomen want een andere traditie is dat we ballonnen oplaten. Dit kan een wensballon zijn, maar ook gewone ballonnen. Het zijn altijd 8 gele ballonnen (de lievelingskleur van Ruben en het aantal van het jaar dat hij heeft mogen leven) en daarnaast het aantal witte ballonnen dat hij helaas niet heeft mogen meemaken. Dit jaar zullen dat er alweer 5 worden. We drinken een borrel met alle mensen die binnen gedruppeld zijn. Kortom geen verplichtingen, wel een mooie herdenking om het leven van een kanjer
School Toen Ruben kwam te overlijden zat hij in groep 5, ja hij was overgegaan en was daar heel erg trots op, we hadden daar ook heel hard voor gewerkt en gelukkig had hij ook wel een deel intelligentie als bagage. Hoe ga je nu verder om met de school. Calvin zat ook nog op de lagere school in groep 8, maar willen de kinderen er wel bij betrokken worden, en dringen wij ons zelf niet te veel op? Wat denk ik wel heeft geholpen is dat direct na het overlijden van Ruben, Ellen in de klas is geweest om uitleg te geven over wat er gebeurt op een begrafenis, dat het niet alleen maar verdrietig hoeft te zijn, en dat zij zich mogen gedragen zoals ze zijn (dus geen zwarte kleren). Ook zijn de kinderen afscheid komen nemen, en hebben Ruben mogen voelen als ze dat wilden (net alsof hij te lang in de sneeuw heeft gespeeld). Ook werd duidelijk gemaakt dat hun ouders echt wel het verschil weten tussen slapen en dood, en anders kan je het zelf voelen met je vinger onder je neus. Er zijn toen heel veel tekeningen gemaakt, en de kinderen zijn ook bij de uitvaart geweest en bij de begrafenis.
De school heeft het vervolgens opgepakt. Er is met de kinderen gesproken en wij werden nog steeds overal voor uitgenodigd. Dat was af en toe best lastig, maar voelde wel heel erg waardevol. Uiteindelijk is er een boom gepland voor Ruben, vlak voor de school: Een Goud Iep, omdat de zon op de blaadjes lijkt te schijnen zelfs als de zon niet schijnt, wij vonden dat wel toepasselijk (een boom met een blonde kuif). Ook is er een bordje in de school komen te hangen “vandaag is vandaag, morgen is morgen”, de lijfspreuk van Ruben in de laatste maanden, uiteraard met de letters in het geel uitgevoerd. Aan het eind van het jaar kwamen de kinderen bij ons op bezoek, en er is altijd een prachtig kunstwerk gemaakt rondom de sterfdag van Ruben. Dit klinkt allemaal geweldig, echter ook wij hebben ons verdriet gekend, op het moment dat je de klas binnen komt lopen en daar het lege plekje van Ruben ziet, met wel zijn foto aan de wand. Het moeilijkste was het afscheidsfeestje van Groep 8: hij had daar bij moeten zijn, wij hadden hem moeten uitzwaaien naar een nieuwe school, maar helaas….. Ed heeft hier wel een rol gevonden, heeft de kinderen een keer breuken uitgelegd, en is uiteindelijk ook meegegaan naar het groep 8-kamp, in het jaar dat Ruben van school af zou gaan. Dit gaf natuurlijk dubbele gevoelens, want kinderen zijn kinderen, en kunnen soms heerlijk ontevreden zijn. Uiteraard komen er dan gedachten los, van wees eens een beetje blij en tevreden en zit niet te zeuren dat alles saai is en het eten niet lekker. Ook vraag je je natuurlijk af hoe Ruben zou zijn, want voor ons blijft hij natuurlijk altijd die stoere bink die zo keihard gevochten heeft. We zeggen ook wel eens tegen Calvin dat we weten dat het soms niet eerlijk is, Ruben lijkt niets fout te kunnen doen, wat natuurlijk niet waar is, en wellicht zou hij opgegroeid zijn tot een heel vervelende puber. Maar hadden we het maar mee mogen maken….
Vrijwilligerswerk In de inleiding van dit praatje staat: Resultaat waardeloos, maar proces goed. Zo denken we er ook echt over, en kregen daardoor ook de behoefte om iets terug te doen. Iets wat er toe doet. En Ruben kan het niet meer dus zullen wij het moeten doen, of zoals Rob de Nijs in zijn lied “vanaf vandaag” zingt, ik zal twee levens leven…. Dan is de vraag wat je zou kunnen doen, en al snel was daar dan toch weer de VOKK, wellicht kunnen we een bijdrage leveren in hun doelen. De gedachte hierachter is ook wel dat ik hoop een klein steentje te kunnen bijdragen aan een goed proces, waar iemand ook goed op terug kan kijken. Het resultaat kan ik niet beïnvloeden, een bijdrage aan een goed proces wellicht wel. Vandaar dat ik met Mieke contact heb gezocht om te kijken wat de mogelijkheden waren. Allereerst kwamen we in contact over het “koesterkind boek”. Een boekwerk dat geschreven is voor het moment dat je kind niet meer beter kan worden. We hebben meegelezen en we voelden het als een enorm cadeau, toen Ruben zijn citaat van “vandaag is vandaag, morgen is morgen” opgenomen werd in het boekwerkje. Dit was de opstap naar wat andere werkzaamheden, van het handjes zijn tijdens het symposiumdag voor artsen/verpleegkundigen bij de aanbieding van het koesterkind boek
voor professionals, tot het mee willen werken aan de “hulp” lijn voor ouders die graag eens willen praten met een ervaringsdeskundige. En sinds een jaar begeleid ik met nog een paar vrijwilligers gespreksgroepen voor ouders met een overleden kind. We proberen aan de hand van een thema met elkaar in gesprek te komen, en het mooie is dan ook om dit te doen met ouders waar de tijdslijnen verschillend zijn. Voor sommige is het kort geleden en voor andere is het weer wat langer geleden. We kunnen leren van elkaar, en het is met recht een dag met een lach en een traan. We pakken thema’s op die voor ons allemaal van belang zijn, hoe vier je kerst, hoe ga je om met vakanties, hoe vind je troost, …. Daarnaast heb ik mij mogen aansluiten bij het inloopspreekuur van de VOKK in het ziekenhuis, in mijn geval het Radboud. Samen met nog twee andere vrijwilligers zitten we één keer in de vier weken in het Radboud, in de ochtend op de poli en in de middag op de kinderoncologie afdeling. Ouders of andere gezinsleden kunnen binnenlopen om even te praten, soms om even van de kamer af te zijn, andere keren met concrete vragen dan wel om eens even de eigen gedachten op een rijtje te krijgen. Uiteraard is dit ook best wel spannend, want ja tijdens elk gesprek kan er de vraag komen, en hoe gaat het nu met jouw kind. Waarbij ik ook alweer zaken aan het invullen was voor de ander, want ja ze willen toch niet horen dat jouw kind overleden is. Ik heb voor het moment dat die vraag komt een soort van standaard antwoord klaar: helaas is Ruben overleden, maar ik ben nu gelukkig zover dat ik er graag wil zijn voor jouw verhaal. En dan vervolgens het gesprek terugpakken naar waar we het overhadden. Ook heb ik gemerkt dat ik voor een aantal ouders een voorbeeld ben van dat er leven was na de dood: ik zit er nog, ademde en leef, het is dus mogelijk. Het is dan ook geweldig als je een bedankje krijgt, niet nodig maar het voelt wel heel goed. Is er een dag dat er niemand komt, is het ook goed. Wij zijn daar voor de ouders, de ouders niet voor ons. We hopen door daar te zijn, de mogelijkheid te geven om opnieuw het proces goed te beleven, zeker nu de verpleging het steeds drukker krijgt en het soms lastig is om even dat kletspraatje te maken. Leerpunt voor mij is: het is heel fijn om vrijwilligerswerk te doen, ook al zit er wel wat emotie bij.
Ons gezin Ons gezin is natuurlijk veranderd, en Calvin heeft geen levend broertje meer. Daarnaast heeft hij gedurende het jaar dat Ruben ziek was veel zelf moeten doen, en is daardoor versneld heel zelfstandig geworden, en zelf wat “volwassen”. We draaien dat niet meer terug, maar willen wel de goede punten er uit halen. Calvin kookt een dag in de week, en helpt mee in het reilen en zeilen van ons gezinnetje en huishouden. Ons grootste zorgpunt is natuurlijk dat het met hem goed gaat, en vlak na het overlijden was dat dan ook een door ons veel gestelde vraag: hoe gaat het met je, wil je er over praten, heb je het er op school over enzovoort. En dat zowel door Ed als mij. Gelukkig gaf Calvin op een bepaald moment zelf aan dat, dat toch wel wat veel was, en dat als er wat was hij het heus wel zou vertellen. In het eerste jaar bood de middelbare school de mogelijkheid aan om deel te nemen een “rouw begeleidings training”. Dit wilde Calvin wel, als het maar niet op een avond van de hockey was. Dit gaf ons een heel goed gevoel: hij ging door met zijn leven, maar was ook
bereid om te praten, met anderen dan met ons. Gedurende een aantal maanden heeft de groep zich bezig gehouden met teksten, liedjes, klei en meer van dat soort zaken. We vroegen hem niet wat hij allemaal gedaan had, maar hielden wel goed in de gaten hoe hij in zijn vel zat. Dit heeft hem heel erg goed gedaan. Op het moment dat hij moet vertellen over de gezinssamenstelling zal hij altijd zeggen dat hij een broertje heeft dat helaas is overleden, net zo als ik altijd zal vertellen dat ik twee kinderen heb, maar dat Ruben helaas op 8-jarige leeftijd is overleden. Voor mij is het heel belangrijk om zijn naam te blijven noemen. Hij heeft geleefd en dat mag niemand vergeten. Zoals ook al eerder is aangegeven beleeft iedereen het verdriet anders. Datzelfde geldt natuurlijk voor Ed en mijzelf. Wij gaan er verschillend mee om, maar checken toch wel regelmatig hoe het ervoor staat. Wij kunnen samen even goed het verdriet voelen indien “Rood” van Marco Borsato op de radio klinkt, aangezien dat Ruben zijn lievelingslied was. Af en toe er bewust eens samen over praten is ook belangrijk. Waar sta je nu, hoe voel je je, wat doet pijn, waar merk je dat er zaken veranderen? We weten ook dat we een kwetsbaar punt hebben, dat niet meer over zal gaan. Bloedneuzen roepen een reactie op en blauwe plekken of rode puntjes moeten verklaard kunnen worden. Als dit soort zaken voorkomen, geeft dat altijd weer een week gevoel in mijn maag. Dat tijd daar het een en ander in doet, merken we ook. In het begin is de pijn en het verdriet zou verschrikkelijk rauw. Het overvalt je op elk moment van de dag en je kan het niet tegenhouden. Dit verandert met de tijd hebben wij gemerkt. Het is nu makkelijker om het aan en uit te zetten. Natuurlijk voel je altijd het verlies en ik neem aan dat dit ook niet meer over zal gaan, maar het is makkelijker om zonder al te veel emotie over Ruben te praten. Al kan het soms gedurende het gesprek toch nog wel eens emotioneel worden. Er zijn dagen dat ik even heerlijk in het verdriet ga hangen, een film op tv waarvan ik van te voren weet dat het een tranentrekker wordt, muziek die emotie oproept, het is dan heerlijk om eens even goed uit te huilen. Daarna is er dan ook wel weer het gevoel, en nu niet zeiken we gaan er weer voor. We hebben nog genoeg om voor te leven, en opnieuw Ruben kan het niet meer dus moeten wij dat extra stapje zetten. Natuurlijk zijn er nog veel meer situaties waar je geconfronteerd wordt met het verlies en de wijze waarop je dan reageert. Ik hoop dat ik met dit praatje heb duidelijk kunnen maken wat ik bedoelde met de titel: Er is leven na de dood! Al is het soms niet makkelijk.... Als je kind kanker krijgt blijf je tot het eind toe uitgaan van een goede afloop, maar helaas is dat niet altijd het resultaat. Terugkijkend op deze tijd gebruiken wij de term: resultaat waardeloos, maar een goed proces. Vanaf dat moment gaat het erom hoe houden we Ruben "levend", maar ook hoe gaan we als gezin verder. Wat je meemaakt valt niet te kiezen; hoe je ermee verder gaat wel. Ik wil iedereen bedanken voor de aandacht, en een ieder die het heeft moeten meemaken een hart onder de riem steken. Met stap voor stap kom je er uiteindelijk ook. En voor diegene die in het proces zitten: het resultaat kan je niet beïnvloeden, de weg ernaar toe wel en het helpt hoe dan ook om daar je best voor te doen, zodat je kan terug kijken om een goed proces.
Graag wil ik nu eindigen met de tekst die ons veel troost heeft gebracht en die ook wel staat voor de wijze waarop wij ons leven verder zijn gaan leven. Dit nummer is gespeeld op de begrafenis van Ruben Vandaag begraaf ik jou in mij; Niet in de aarde, niet in die kist; Niet bij de die bomen, in de ochtendmist; Daar ben jij niet, jij bent veilig in mij Vandaag begraaf ik jou in mijn; niet bij die steen daar in die lange rij; al die ouden namen, daar hoor jij niet bij. Nee, vanaf vandaag begraaf ik jou in mij Daar kan ik met je praten en antwoord geven; dan blijf jij leven in mijn leven; Hier neem mijn ogen en kijk met mij, neem mijn voeten en loop met mij, we gaan naar huis nu, wij allebei; vanaf vandaag leef jij in mij Vanaf vandaag begraaf ik jou in mij. Ik zal je niet zoeken waar je niet bent. Blijf maar bij ons hier waar je iedereen kent. Jouw plaats aan tafel hou ik voor je vrij We zullen lachen en weer plannen maken. Ik zal met je slapen en jou ontwaken. Hier neem mijn mond en lach met mij, neem mijn handen en voel met mij. Wat je nog doen wou, doe ik erbij, Vanaf vandaag leef jij in mij Haal weg dat kruis en al die witte bloemen. Verscheur de krant waar in ze jouw naam noemen. Hier neem mijn ogen en kijk met mij. Neem mijn hart en leef met mij. Want jouw dood is nu voorbij. Vanaf vandaag leef jij in mij; Ik zal twee levens leven, met jou in mij Bedankt dat ik dit aan jullie mocht vertellen.