Goedemiddag, allemaal. Een zaal vol zongebruinde gezichten. Ik zie het van bovenaf. Allemaal uitgerust terug van vakantie, bruisend van energie, trappelend van ongeduld om weer aan de studie te gaan. En dan mag ik bij aanvang van het hogeschooljaar iets zeggen over de toekomst van het hoger onderwijs in de regio; ik kreeg het onderwerp vooraf voorgeschreven door uw voorzitter. Het lijkt logisch; een bestuurder in Drenthe, laat die maar eens vertellen hoe het er voor staat in de Noordelijke provincies. Want dat wordt hier natuurlijk bedoeld met: `de regio’: Friesland, Groningen en Drenthe. Maar klopt dat wel, anno 2014? Of kijk je verder dan je neus lang is… De globalisering verloopt, aangejaagd door de technologische ontwikkeling, sneller dan ooit. En de eenwording van Europa – weliswaar met horten en stoten- maakt dat we anders moeten denken en ons anders moeten gaan organiseren. Want terwijl wij er hier, buiten iedere realiteit, nog niet eens in slagen om gemeente- en provinciegrensjes te slechten (ik kan er een boek over schrijven) gaat Europa al uit van het wegvallen van landsgrenzen. En van de inrichting van hele andere regio’s.
Dan heb je het niet over de schaal van Friesland, Groningen en Drenthe, op een hoopje gegooid. Maar –schrik niet- om een gebied tussen pak ‘m beet: het IJsselmeer en Polen. We moeten dus zo snel mogelijk onze definitie van `regio’ bijstellen. Met andere woorden: het Kabinet en het Parlement worden het middenbestuur. De centrale as wordt: lokale overheid – Den Haag – Europa. De wereld waar we door internationale ontwikkelingen daadwerkelijk in komen te staan, vraagt om `New Governance’. We doen er goed aan om opnieuw te overwegen met wie we nu werkelijk het beste kunnen samenwerken. Wat betekent het bijvoorbeeld voor Stenden? Wat betekent het voor jullie klantenbestand? Voor je relatie met het bedrijfsleven? Welke studenten wil je aantrekken? Het onderwijs in Nederland is volledig versnipperd. Blijven hogescholen praten over samenwerking en fusies op een postzegel? Het is allemaal voor de bühne. Hanzehogeschool, NHL, Van Hall Larenstein en Stenden; vier hogescholen en een universiteit in Noord-Nederland! Kortom, gebrabbel op de vierkante centimeter. Voor jongeren telt afstand al niet meer. Ik hoorde het vorige week nog van Richard van Zwol, secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken: Steeds meer studenten uit de regio slaan de scholen in eigen omgeving al gelijk over. Ze kiezen voor een opleiding in de Randstad. Of in het buitenland. Dat vinden ze heel normaal.
* Bepalend in de huidige situatie is het financieringssysteem van het onderwijs. Dat is gedreven langs het aantal studenten. Dus is er onderling sprake van een marketingstrijd: hoe kom ik aan zoveel mogelijk studenten. Terwijl het juist moet gaan over kwaliteit en aanbod. Hoe lang houden we het verschil tussen hbo en universiteit nog in stand? Wás het maar zo dat hbo beroepsgericht onderwijs aanbiedt. En wás het maar zo dat de universiteit zuiver academisch gericht bezig is. Nee, het hbo lonkt met studierichtingen waar een academisch sausje over is gegoten…, en de universiteit biedt studies aan met een beroepsgericht sausje. Verwatering, die ten koste gaat van de kwaliteit. En dan maak ik nog even de kanttekening dat het hbo er de afgelopen jaren natuurlijk niet best op staat: onzinstudies, waardeloze diploma’s, examenschandalen en graaien aan de top. Volgens mij moeten we niet langer om de kern van de zaak heen zingen. We moeten kiezen: Of we passen het financieringssysteem aan, waardoor het hbo écht hbo wordt. Of we komen tot een nieuw onderwijsmodel waarbinnen studenten zowel beroepsmatig als academisch worden gevormd.
Doorlopende leerlijnen, gericht op een integraal onderwijsaanbod en op een gezonde beroepsbevolking. By the way: Leg in het buitenland maar eens uit hoe het zit met onze diploma’s. Ze snappen er werkelijk niks van. En als je betoogt dat je internationale kennis wilt aantrekken, zorg dan ook dat buitenlandse studenten hier welkom zijn. Voorkom dat ze worden geconfronteerd met bureaucratische drempels. Dat ze bijna worden gecriminaliseerd langs de lijn van de Immigratiedienst: ,,Hoe lang denk je te blijven, en kun je dit zelf wel betalen?’’ * Ik kom nog even terug bij de rol van de overheid. Twee dingen daarover: -Op Prinsjesdag zult u horen dat het Kabinet zich met betrekking tot de economie gaat richten op een grootstedelijke aanpak: Amsterdam, Eindhoven. -Nederland wordt gezien als één grote stad. -Dit pleit voor samenhang tussen grootstedelijke aanpak en regionale initiatieven. Dan merk ik op dat het momenteel mode is om je af te zetten tegen politiek en openbaar bestuur. Het onderwijsveld en het bedrijfsleven doen er graag aan mee: ,,Met de overheid kun je maar beter niks te maken hebben.’’ Tót het eerste beste moment dat zich een probleempje voordoet. Hebben de komkommers of de aardappelen een te
natte of te droge zomer?: Dan moet ineens de overheid moet bijspringen. Is er ergens een importboycot?: Help ons! Dus zegt u het maar. Willen we een overheid die op zijn handen gaat zitten? Of doen we het samen. De uitdaging kennen we: doorschakelen naar een innovatieve kenniseconomie. Dat is onze economische motor en het wordt tijd daar naar te handelen. * Voor het Noorden is het zelfs een kwestie van `er op of er onder’. Delen van onze provincies kampen met vergrijzing en ontgroening; goed geschoolde jongeren –ik zei het al- trekken in toenemend tempo weg. Hier en daar is al sprake van krimp. Het is een ontwikkeling met enorme en –als we niets doen- desastreuze gevolgen voor de leefbaarheid. Waar is ons antwoord? In Noord-Nederland zijn we in gesprek over een Noordelijke Innovatie Agenda. Overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen. We werken aan een economische koers voor de komende jaren, die hoopvol stemt: Niet ieder voor zich en trekken in je eigen richting. Geen versnippering, maar krachtenbundeling. Niet gedreven door de overheid, maar met het bedrijfsleven in de lead. Ondernemers bepalen waarin ze investeren, de overheid ondersteunt waar mogelijk.
Met meer focus bij het inzetten van financiële middelen. We zetten in op innovatie in de sterke en kansrijke sectoren van Noord-Nederland: agrobusiness, watertechnologie, energie, gezondheid en midden- en kleinbedrijf. Versterking van innovatiekracht leidt tot rendement en tot kwalitatieve verbetering van de werkgelegenheid. Hier speelt het onderwijs een grote rol. Kennisinstellingen gaan meer vraaggestuurd werken. Ze leveren vakmanschap en expertise. Op zich is het niet eens nieuw onder de zon: vroeger moest de ambachtschool lokale timmerlieden afleveren, tegenwoordig zijn er technologen nodig voor de `booming’ zuivelindustrie, technische vakmensen voor het MKB en de gekwalificeerd personeel voor de zorg. Er zijn al mooie voorbeelden. Uw voorzitter noemde de Associate Degrees* van Stenden. Die sluiten goed aan bij de behoefte van werkgevers en er is grote belangstelling onder leerlingen. Ik noem ook het Centrum voor Chemische Innovatie in Emmen. Onderzoek naar duurzame kunststoffen: razend interessant. En praktisch van groot belang voor de chemische industrie daar. Van burgemeester Cees Bijl van Emmen begreep ik dat hij vindt dat juist Stenden goed aansluit op wat het bedrijfsleven nodig heeft. Hij zou alleen graag zien dat de Campusontwikkeling in Leeuwarden ook in Emmen wordt uitgebouwd.
Tot slot: Het begrotingsoverleg in Den Haag is afgerond. Wat mij stoort, is dat de departementale benadering nog altijd de boventoon voert. Op het ene beleidsterrein bezuinigen we nog een beetje meer, op het andere beleidsterrein doen we er een beetje bij. Een paar miljoen voor onderwijs, en een extraatje voor Defensie… …want ja, er zijn immers spanningen in Oekraïne. En als Nederland willen we natuurlijk ook onze spierballen tonen. Spierballetjes. Nu het economisch een fractie beter gaat, klinkt ook `bij Pavlov’ het toverwoord `lastenverlichting’! De hogere inkomens krijgen er een half miljard bij, dus moet er ook een half miljard naar de lagere inkomens. Ieder gezin een paar tientjes. Zo geef je toe aan de kortademige druk. Maar is dit wat Nederland echt nodig heeft? Schieten we iets op met minimale lastenverlichting voor ons allen? Mijn advies, ik geef het ongevraagd: steek alle overschotten in onderwijs, wetenschap, techniek en innovatie.. Dát brengt ons verder. Dáár ligt de toekomst van onze concurrentiepositie in de wereld, de toekomst van onze welvaart en daarmee van ons welzijn. Dames en heren, beste studenten, ik stop. jullie hebben lang genoeg geluisterd naar toespraken. Daar word je murw van en dan zijn de colleges nog niet eens begonnen. Dus ik zou zeggen: aan de studie, aan het werk. Veel succes!