Goed Gevoed 2015-5 In deze laatste Goed Gevoed van het jaar hebben we wat onderzoek over cognitief functioneren in relatie tot borstvoeding bij elkaar gezet en besproken. En natuurlijk zijn er weer organisaties te feliciteren die voor de eerste maal het certificaat hebben behaald. Ook is er nieuws over de verkrijgbaarheid van donor-moedermelk in Nederland, zetten we een prachtige video in de spotlight en tot slot publiceren we ‘veel gestelde vragen’.
Gecertificeerd Onderstaande instellingen feliciteren wij van harte met het voor de eerste maal behalen van het WHO-UNICEF certificaat Zorg voor Borstvoeding: Deelcertificaat 1 is behaald door Kraamzorg Een Mooi Begin uit Lelystad en door Kraamzorg LAVIDA uit Den Haag. Dit deelcertificaat is verstrekt op basis van het aangeleverde beleid. Aleida praktijk voor Verloskunde en Echoscopie te Schiedam heeft het certificaat behaald. Allen van harte gefeliciteerd! Vitras JGZ, provincie Utrecht, gaat over naar de GGD. De GGD heeft besloten niet te recertificeren. Dientengevolge is Vitras JGZ per 31 december 2015 niet meer gerechtigd het WHO-UNICEF certificaat te voeren.
Wetenschap Effecten van borstvoeding op cognitief functioneren, 3 onderzoeken Heeft borstvoeding effect op cognitief functioneren van kinderen? Dat is geen eenvoudige vraag om te beantwoorden. Een reden waarom deze vraag niet makkelijk is, is dat de meeste studies die hiernaar zijn gedaan, observationeel waren (zie voor een meta-analyse: Anderson et al., 1999)1. Dat wil zeggen dat het cognitief functioneren van kinderen die wel of langer borstvoeding kregen, werd vergeleken met het cognitief functioneren van kinderen die geen of korter borstvoeding kregen. lees verder 1
Anderson JW, Johnstone BM, Remley DT (1999). Breast-feeding and cognitive development: a metaanalysis. Am J Clin Nutr, 70(4), 525-535.
Goed Gevoed 2015-5
1
Een probleem met deze onderzoeksopzet is dat een verschil in cognitief functioneren tussen de groepen niet alleen toe te schrijven is aan het verschil in borstvoeding(duur) maar ook aan andere, gerelateerde, factoren zoals moeder-kind interactie, opleidingsniveau en gedrag van de moeder. Deze laatste factoren kunnen ook een effect hebben op het cognitief functioneren van het kind en samenhangen met de keuze om al dan niet borstvoeding te geven. Daarom weten we op basis van dergelijke observationele studies niet of beter cognitief functioneren in borstgevoede kinderen toe te schrijven is aan de borstvoeding, of aan (een van deze) andere factoren. Om het effect van andere factoren uit te sluiten is een voor de hand liggende oplossing het gebruik van een zogenaamde randomized controlled trial (RCT): een onderzoeksopzet waarin moeders willekeurig worden toegewezen aan een borstvoedings- dan wel kunstvoedingsconditie. Omdat de toewijzing op basis van willekeur wordt gedaan, zullen er in zulke onderzoeken geen verschillen zijn tussen de borstvoedings- en kunstvoedings-groepen op andere belangrijke factoren zoals opleidingsniveau en gedrag van de moeder, of moeder-kind interacties. Echter, zulke RCT’s zijn zowel ethisch als praktisch gezien niet haalbaar: Vraag een moeder die borstvoeding wil geven maar eens om kunstvoeding te geven, of vraag een moeder die kunstvoeding wil geven maar eens om borstvoeding te geven! Een van de eerste studies die met een oplossing voor dit probleem kwam, werd gepubliceerd door Kramer en collega’s in Archives of General Psychiatry (2008)2. Deze onderzoekers wezen moeders die waren bevallen in een Baby-Friendly Hospital Initiative ziekenhuis (WHO, UNICEF) in Belarus en die al hadden besloten om borstvoeding te geven willekeurig toe aan een van de volgende twee condities: (1) het exclusief borstvoeden (dus zonder iets van bijvoeding te geven, zelfs geen water) werd aangemoedigd evenals (2) het lang doorgaan met borstvoeding; deze twee dingen werden bevorderd door de toepassing van de Tien Stappen voor het welslagen van borstvoeding, meer in het bijzonder vuistregels 5, 8 en 103. Bijna 15.000 moeder-kind paren deden mee aan dit prospectieve onderzoek. Toen de kinderen de leeftijd van 6.5 jaar hadden bereikt, werd onderzocht of de kinderen uit groep 1 betere cognitieve vaardigheden hadden dan de kinderen uit groep 2. De onderzoeksopzet was succesvol en dit was te 2
Kramer MS, Aboud F, Mironova E, Vanilovich I, Platt RW et al. (2008). Breastfeeding and child cognitive development. Archives of general Psychiatry, 65(5), 578-584. 3 Kramer et al. (2001) Promotion of Breastfeeding Intervention Trial (PROBIT) A Randomized Trial in the Republic of Belarus. JAMA. 2001;285:413-420
Goed Gevoed 2015-5
2
zien aan de bevinding dat de moeders van de twee groepen niet van elkaar verschilden op belangrijke factoren zoals opleidingsniveau van de moeder. De interventie was ook succesvol en dit was te zien aan het feit dat de moeders uit groep 1 langer borstvoeding gaven dan uit groep 2. Bovendien was het aantal moeders dat exclusief borstvoeding gaf zeven maal zo hoog in groep 1 vergeleken met groep 2. Kramer is zich er overigens van bewust dat er door borstvoeding te geven, verschillen kunnen ontstaan in de moeder-kind-interactie. Dit blijkt uit zijn commentaar): “it remains unclear whether the observed cognitive benefits of breastfeeding are due to some constituent of breast milk or are related to the physical and social interactions inherent in breastfeeding.” Maar door de onderzoeksopzet blijven vooraf bestaande verschillen in moeder-kind-interacties beneden de toevalsgrens. De hoofdresultaten van dit onderzoek lieten zien dat de kinderen uit groep 1 op de leeftijd van 6.5 jaar een gemiddeld totaal IQ hadden van 110 (gemiddeld populatie-IQ is 100), terwijl de kinderen uit groep 2 een gemiddeld IQ lieten zien van 102. Dit verschil was voornamelijk toe te schrijven aan verbale cognitieve vaardigheden (verbaal IQ groep 1: 109; verbaal IQ groep 2: 99) en minder aan visueel-ruimtelijke vaardigheden (non-verbaal IQ groep 1: 109; non-verbaal IQ groep 2: 105). Deze resultaten laten zien dat het exclusief en langer geven van borstvoeding een gunstig effect heeft op het cognitief functioneren van kinderen. Let op: in dit onderzoek was de borstvoedingsduur een jaar of korter. Vergeleken met andere zoogdieren is een jaar borstvoeding niet lang, maar kan gekwalificeerd worden als “premature weaning” ofwel vervroegd afbouwen. Een interessante vraag voor toekomstig onderzoek is dan ook wat de extra effecten zijn van “echt langdurig” borstvoeding geven, over een periode van meerdere jaren. In onze cultuur zal het niet gemakkelijk zijn om voldoende deelnemers voor dergelijk onderzoek te vinden, omdat de gemiddelde borstvoedingsduur in Westerse maatschappijen laag is (in Nederland geeft slechts 1 op de 20 moeders twee jaar borstvoeding). Eerder dit jaar werd er een nieuwe studie over dit onderwerp gepubliceerd4, waarin 6000 baby’s die in 1982 in Pelotas, Brazilië werden geboren werden gevolgd totdat ze 30 jaar oud waren. De onderzoeksvraag was of de gunstige effecten van borstvoeding nog aanwezig waren tijdens de volwassenheid. Informatie over borstvoeding werd verzameld tijdens de jonge kindertijd, en intelligentietests werden 4
Cesar G Victora, Bernardo Lessa Horta, Christian Loret de Mola, Luciana Quevedo, Ricardo Tavares Pinheiro, Denise P Gigante, Helen Gonçalves, Fernando C Barros. Association between breastfeeding and intelligence, educational attainment, and income at 30 years of age : a prospective birth cohort study from Brazil. The Lancet Global Health, 2015; 3 (4): e199 DOI: 10.1016/S2214-109X(15)70002-1
Goed Gevoed 2015-5
3
afgenomen op de leeftijd van 30 jaar. Belangrijk is dat borstvoeding in deze steekproef niet samenhing met sociale klasse of niveau van inkomen, maar gelijkmatig was verdeeld over de verschillende sociale klassen. De groep werd verdeeld in 5 subgroepen op basis van hoe lang deze individuen als kind borstvoeding hadden gekregen. Verder is het belangrijk dat de onderzoekers controleerden voor tien factoren die ook van invloed zouden kunnen zijn op het intelligentieniveau, zoals opleidingsniveau van de ouders, geboortegewicht van het kind en leeftijd van de moeder. Van de 6.000 baby’s waren er 3.493 bij wie op 30-jarige leeftijd een intelligentietest werd afgenomen. De resultaten lieten zien dat borstvoeding vergeleken met geen borstvoeding samenhing met hogere intelligentie op 30-jarige leeftijd. Verder bleek dat het effect dosis afhankelijk was: hoe langer iemand borstvoeding had gehad, hoe hoger het intelligentieniveau. Bijvoorbeeld, diegenen die één jaar borstvoeding hadden gehad hadden een intelligentieniveau dat vier punten hoger was dan dat van diegenen die minder dan één maand borstvoeding hadden gehad. Verder hing langere borstvoedingsduur ook samen met een hoger inkomen op 30-jarige leeftijd. Dit is de eerste studie die laat zien dat positieve effecten van borstvoeding op cognitie aanhoudt in de volwassenheid, en dat de duur van borstvoeding bijdraagt aan grotere positieve effecten. Volgens de onderzoekers zijn deze effecten mogelijk toe te schrijven aan de aanwezigheid van lange-keten verzadigde vetzuren die in moedermelk voorkomen en die essentieel zijn voor de ontwikkeling van de hersenen. Deze bevindingen hebben implicaties voor het volksgezondheidsbeleid.
Spotlight Door het initiatief Global Health Media Project is in samenwerking met onder meer Jack Newman, de door hem getrainde Sherry Leeder en Jane Morton een prachtige videoserie ontwikkeld die ingaat op borstvoeding en aanleggen.
Goed Gevoed 2015-5
4
In de spotlight zetten we de video attachting your baby at the breast. De video is heel instructief en laat zien hoe moeders met hele jonge kinderen hulp krijgen om aan te leggen. We zien ook hoe kinderen zelf aanhappen.
Donor-moedermelk Vanaf dinsdag 3 november 2015 is het VUmc als eerste in Nederland begonnen moedermelk te geven aan alle zuigelingen op de afdeling neonatologie. Als de eigen moeder niet zelf deze voeding kan geven, kunnen de premature pasgeborenen moedermelk van een donor krijgen. Uit onderzoek is gebleken dat te vroeg geboren baby’s veel voordeel hebben van moedermelk. Wat een mooie mijlpaal voor Nederland dat er weer een Moedermelkbank actief is en dat bijvoeding in de vorm van donor-moedermelk een optie is geworden. In overleg en tegen kostprijs kan de donor-moedermelk ook beschikbaar worden gesteld aan andere ziekenhuizen.
Goed Gevoed 2015-5
5