Glasvezel Bedrijventerrein ‐ Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op een bedrijventerrein
Versie nummer: 2 Datum: 15 ‐ 10 ‐ 2014
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
Omgevingsbeschrijving Dit PvE betreft de aanleg van de passieve laag 1 van een NGA glasvezelnetwerk op een bedrijventerrein. Dit wordt ook wel Fiber to the Business genoemd. Een glasvezelnetwerk bestaat uit 3 lagen, t.w. een passieve laag 1, een ac‐ tieve laag 2 en een dienstenlaag 3. Dit staat uitgewerkt in bijlage C.2. De passieve laag is de onderste laag in het hiërarchische Tiermodel, Tier 4, dat verder wordt uitgewerkt in bijlage C.3. Deze passieve laag 1 kent de volgende elementen: backhaul; Point of Presence (PoP); backbone; distributiepunt (DP); acces en bedrijfsaansluiting. zoals weergegeven in onderstaande figuur. Deze opzet sluit aan bij de standaard geformuleerd door de ITU, G.959.1 en staat in detail toegelicht in bijlage 4.
Opzet van het document Dit document is opgedeeld in 3 delen: Deel A geeft de noodzakelijk informatie zoals de uitgangspunten van dit PvE‐NGA‐BT en de eisen die aan het NGA netwerk worden gesteld. o In hoofdstuk A.1 wordt aangegeven waarom er een specifiek bedrijventerrein PvE nodig is en wat de verschillen zijn tussen kernen en bedrijventerreinen. o In hoofdstuk A.2 wordt een generiek bedrijventerrein model en een hiërarchisch kostenmodel ge‐ introduceerd. o In hoofdstuk A.3 worden de eisen waaraan het netwerk moet voldoen beschreven. Deel B beschrijft wat de aanbieder zal aanleveren en welk format. o Hoofdstuk B.1 beschrijft de compliance lijsten die moeten worden ingevuld. o Hoofdstuk B.2 beschrijft de opbouw van het aan te leveren kostenoverzicht. o Hoofdstuk B.3 vraagt om een inzicht in de OPEX. o Hoofdstuk B.4 gaat in op de gevraagde garantieregeling. Deel C geeft aanvullende informatie in diverse bijlagen en referenties.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
-1–
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
Inhoud Omgevingsbeschrijving .................................................................................................................................. 1 Opzet van het document ............................................................................................................................... 1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 3 Universele Administratieve Voorwaarden ...................................................................................................... 4 A. Informatieverschaffing ........................................................................................................................... 6 A.1 Waarom een PvE specifiek voor het bedrijventerrein ........................................................................... 6 A.1.1
Het verschil tussen bedrijventerreinen en kernen ..................................................................................... 6
A.2 Introductie van het generieke buitengebied model en van het generieke kostenmodel ..................... 7 A.2.1
Het generieke bedrijventerrein model ....................................................................................................... 7
A.2.2
Het generieke kostenmodel ....................................................................................................................... 8
A.3 Het Eisenpakket voor een passief NGA netwerk ................................................................................. 10 A.3.1
I. Generieke eisen ..................................................................................................................................... 11
A.3.2
II‐A Specifieke eisen PoP domein ............................................................................................................. 15
A.3.3
II‐B Specifieke eisen Publiek domein ........................................................................................................ 18
A.3.4
II‐C Specifieke eisen Privaat domein ........................................................................................................ 20
A.3.5
III. Overige eisen ....................................................................................................................................... 22
A.4 Een afwijkend model ingebracht door de aanbieder .......................................................................... 23 B.
Gevraagde informatie .......................................................................................................................... 24 B.1 Compliance lijsten ............................................................................................................................... 25 B.1.1
Compliance lijsten eisen welke ingevuld moeten worden ....................................................................... 25
B.1.2
Compliance lijsten aanbieding ................................................................................................................. 34
B.2 Kostenoverzicht ................................................................................................................................... 35 B.2.1
Generiek kostenmodel ............................................................................................................................. 35
B.2.2
Detailuitwerking kostenmodel ................................................................................................................. 35
B.2.3
CAPEX overzicht ....................................................................................................................................... 39
B.3 OPEX .................................................................................................................................................... 40 B.4 Garantieregeling .................................................................................................................................. 40 C.
Bijlagen en referenties ......................................................................................................................... 41 C.1 Afkortingen en definities ..................................................................................................................... 42 C.2 Het 3‐lagen model ............................................................................................................................... 43 C.3 Tiernetwerken en de hiërarchische structuur van netwerken ............................................................ 44 C.4 Elementen van een NGA glasvezelnetwerk ......................................................................................... 46 C.5 Referenties .......................................................................................................................................... 47 C.6 Colofon ................................................................................................................................................ 48
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
-2–
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
Inleiding De belangrijkste intentie van het Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnet‐ werk op de bedrijventerreinen, het PvE‐NGA‐BT1, is een standaard neer te zetten voor de specifieke parameters en opzet van een NGA glasvezelnetwerk op de bedrijventerreinen, op basis waarvan de aanbieder zijn offerte zal indie‐ nen. Hiervoor wordt in dit PvE‐NGA‐BG een generiek bedrijventerreinen model en een hiërarchisch kostenmodel gedefinieerd. Deze standaard maakt een objectief vergelijk van technische oplossingen en kosten mogelijk. Deze informatie zal dienen als basis voor financieringsaanvragen bij banken, overheden et cetera. Expliciet wordt vermeld dat dit PvE gaat over de aanleg van laag 1, de passieve infrastructuur. Wanneer deze werk‐ zaamheden zijn voltooid is het netwerk nog niet operationeel. De actieve apparatuur van laag 2 zal nog in de PoP en in de meterkasten moeten worden geplaatst en de connectie naar de ISP van laag 3 zal moeten worden geactiveerd. Naast het aanbieden van een gestructureerd format wil dit PvE bevorderen dat er een kostenoptimalisatie plaats‐ vindt door een goede afweging te maken tussen de initiële en latere investeringen. Men kan kiezen voor een ont‐ werp waarbij de initiële aanleg goedkoop is maar die als consequentie heeft dat de kosten van het aansluiten na de initiële opstart, de zogenaamde na‐aansluitingen, relatief duur zijn, of vice versa. Daarom worden de aanbieders gevraagd creatieve en innovatieve oplossingen in te brengen die gericht zijn die een lange termijn kostenreductie voor het bedrijventerrein mogelijk maken, gericht op zowel de CAPEX als de OPEX. Om dit inzichtelijk te maken wordt de aanbieder gevraagd een kostencalculatie te maken voor een initiële aanleg met 100% Homes Connected, welke als referentie zal dienen. Daarnaast zal een calculatie op basis van 30% Homes Connected voor de initiële aanleg worden geleverd, aangevuld met een calculatie voor na‐aansluitingen tot 50%. De afweging tussen een betaalbare initiële aanleg en een betaalbare na‐aansluiting vergt een goed doordacht ont‐ werp. Om die reden is het PvE‐NGA‐BT veel meer gericht op functionele eisen dan op technische eisen. De aanbieder zal deze functionele eisen met zijn technische oplossingen binnen het in dit PVE beschreven generieke bedrijventer‐ rein model invullen, waarmee een objectieve, meetbare vergelijking van de verschillende technische oplossingen mogelijk wordt. Het PvE is hiërarchisch geschreven in de zin dat er vanuit het hoogste level een beschrijving wordt gevraagd die vervolgens inzoomt op specifieke onderdelen. De aan de aanbieders geboden vrijheid om hun eigen oplossingen te kunnen aanbieden, biedt de opdrachtgever de vrijheid bij het graderen een meerwaarde toe te kennen aan oplos‐ singen die verder gaan dan de gevraagde minimum functionaliteit. De opdrachtgever kan derhalve een afweging maken tussen de geboden kwaliteit en kwantiteit versus de benodigde investering (Value for Money). Ter illustratie een paar voorbeelden: In het FttH model voor de kernen liggen de vezels vanuit de PoP in de gemeenschappelijke backbone kabel naar het DP. In het DP worden een aantal access kabels afgesplitst en via horizontale en verticale access naar het pand gebracht. Vanwege de kleine omvang van het netwerk is er mogelijk, afhankelijk van het ge‐ kozen ontwerp, voordeel te behalen door het DP in de PoP te integreren met de ODF. Alle access kabels lo‐ pen dan via een gemeenschappelijke (backbone) geul naar de respectievelijke erfafscheidingen, waar de betreffende access kabel via de verticale access geul naar het pand wordt gebracht. Dit wordt verder toege‐ licht in paragraaf A.2.1. De aanbieder kan uitgaan van het voor de kernen gangbare model maar daarbij kiezen voor één of meerde‐ re vezels per aansluiting. De aanbieder dient zijn keuze met voor‐ en/of nadelen toe te lichten. Er kan een aanmerkelijke efficiëntie slag worden gemaakt door de graafploeg volledig gescheiden te hou‐ den van de glasploeg. Dit maakt de planning en projectvoering ook eenvoudiger. De aanbieder kan kiezen voor verschillende kabellegmethoden zoals direct buried, geblazen, retractable, Fiber Strike et cetera. Ook de breedte en de diepte van de geul is binnen grenzen vrij te kiezen. De gekozen 1 PvE‐NGA‐BG staat voor Pakket van Eisen – Next Generation Acces – BedrijvenTerrein. PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
-3–
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
methode heeft onder andere invloed op prijs, MTBF en beschikbaarheid, flexibiliteit bij toekomstige werk‐ zaamheden (zowel uitbreiding als onderhoud) et cetera. Voor het generieke kostenmodel is, om onderling vergelijk van de kosten mogelijk te maken, een eenduidig format voor de kostenopbouw gegeven. Als de aanbieder ervoor kiest een eigen model aan te bieden zal zijn kostenopbouw hierbij aansluiten. De opdrachtgever zal middels een dekbrief een Request for Proposal (RFP) laten uitgaan met daarbij gevoegd het document met kerncijfers en dit PvE. Zoals gesteld is het PvE generiek ge‐ schreven. De opdrachtgever kan in het RFP bepaalde beperkingen inbrengen. Voorbeelden hier‐ van zijn het verplicht stellen van een specifieke techniek zoals WPON of PtP, of het gebruik maken van juist één of juist 2 vezels per aansluiting, of het verplicht gebruik van een specifieke connec‐ tor type. Bij de kerncijfers kunnen bepaalde segmenten of sub‐segmenten worden beperkt of uitgesloten van het project. De opdrachtgever kan in het RFP ook eisen opnemen t.a.v. redundan‐ tie. Op de site van de opdrachtgever is dit PvE‐NGA‐BT te downloaden, inclusief de templates voor de compliance lijsten en het gedetailleerde kostenmodel. De verschillende referenties zoals ITU specificaties, de UAV 2012 (zie volgende paragraaf) en de Telecomwet zijn via de sites van de betreffende instanties te downloaden.
Universele Administratieve Voorwaarden Bovenstaande opzet houdt in dat de aannemer zich voor realisatie verbindt tot ontwerp‐ en uitvoeringswerkzaam‐ heden. Een overeenkomst in deze vorm wordt door CROW beschreven in haar UAV‐GC, de Uniforme Administratie‐ ve Voorwaarden voor Geïntegreerde Contractvormen. In het onderstaande overzicht valt dit PvE in de kolom Design & construct, regel Programma van Eisen. Voor de Aanbestedingsfase is hierop het betreffende Reglement, UAR‐GC van toepassing. Zoals door CROW in onderstaand overzicht aangegeven maakt het PvE deel uit van de bouwfases binnen dit UAR‐GC kader en valt het PvE onder verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
-4–
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
Traditioneel samenwerkingsconcept
(meerjaren) Onderhouds‐ raamconcept
Bouwfasen
Regie
UAV/RAW Bouwteam
Raamcontract Design & construct
Initiatief
Onderzoek
Definitie
Verantwoordelijkheid opdrachtgever
Geïntegreerd samenwerkingsconcept
Turnkey
Programma van Eisen
PvE‐NGA‐BT
Voorlopig ontwerp
Definitief ontwerp
Uitvoeringsontwerp
Werkvoorbereiding
Uitvoeringsontwerp
Verantwoordelijkheid opdrachtnemer/aannemer
Onderhoud
Kaders
Aanbesteding
UAR
UAR
UARgc
Uitvoering/realisatie UAV
UAV
RVOI/UAV
UARgc
UARgc
UARgc
Toepassingsgebied UAVgc
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
-5–
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
A. Informatieverschaffing A.1 Waarom een PvE specifiek voor het bedrijventerrein De uitrol van glasvezel op de grotere bedrijventerreinen verloopt voorspoedig. Echter, de kleinere bedrijventerrei‐ nen worden in veel gevallen niet voorzien. Door de kleine aantallen drukt de overhead zwaarder door en wordt de vereiste uptake in de vraagbundeling niet gehaald. Een PvE om dit proces gestructureerd te ondersteunen ontbrak tot op heden, reden waarom de Provincies Overijssel en Noord‐Brabant hebben besloten hiervoor een PvE op te laten stellen. A.1.1 Het verschil tussen bedrijventerreinen en kernen Glasvezelnetwerken kennen verschillende definities afhankelijk van het gebied en/of de manier waar/waarop ze worden aangelegd. Een paar voorbeelden zijn: FttH, Fiber to the Home. Het model voor de verglazing van kernen, FttB, Fiber to the Business. Het model voor de verglazing van bedrijventerreinen. FttF, Fiber to the Business. Het model voor de verglazing van het buitengebied. FttS, Fiber through the sewer. Het model waarbij de glasvezelkabel door het riool wordt aangelegd. FttH kent in 2014 een 2 miljoen aansluitingen, FttB is te vinden op de meeste van de grote bedrijventerreinen, FttF kent veel initiatieven, maar geen gerealiseerde projecten en FttS kent een paar kleine pilots. Voor glasvezelnetwerken zit het grootste verschil tussen bedrijventerreinen, FttB, en kernen, FttH, in de hogere aanlegkosten van laag 1. Deze worden veroorzaakt door de kleine omvang van de bedrijventerreinen waarvoor dit PvE is geschreven, de beperkte uptake en de langere afstanden. Het PvE is geschreven voor bedrijventerrein van 50 tot 250 aansluitingen met één enkele PoP. Grofweg liggen de afstanden voor de backbone een 100% tot 150% hoger en voor de access 10% tot 50%. Een ander verschil zit in het feit dat het glasvezelnetwerk van een bedrijventerrein ook kan voorzien in aansluitingen voor de bediening van windmolens, camera’s, pompen, et cetera.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
-6–
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
A.2 Introductie van het generieke buitengebied model en van het generieke kostenmodel Er zijn vele typen netwerken op de markt. IBFN definieert in dit PvE een generiek model voor een NGA glasvezelnet‐ werk op het bedrijventerrein. Aangenomen wordt dat alle huidige netwerken binnen dit generieke model passen. Het generieke model definieert verschillende domeinen. Het model dient als kapstok voor de opzet van het generie‐ ke kostenmodel. Deze twee modellen worden in de volgende paragrafen behandeld. A.2.1 Het generieke bedrijventerrein model Het generieke model deelt de functionele structuur van het netwerk op in drie domeinen met duidelijk omschreven elementen. Het voordeel hiervan is dat het project langs duidelijke scheidslijnen kan worden opgedeeld. Een voor‐ beeld hiervan is de mogelijkheid om de aanleg van de PoP door een andere aanbieder te alten uitvoeren dan de kabel infrastructuur. Een tweede voordeel is dat deze opdeling een vaste structuur biedt om de kosten te rubriceren waardoor een objectief vergelijk van offertes mogelijk wordt. A.2.1.1 De drie domeinen van het generieke buitengebied model Laag 1 van NGA glasvezelnetwerk kent de volgende elementen: backhaul, PoP, backbone, distributiepunt (DP), acces en bedrijfsaansluiting. Afhankelijk van de gekozen opzet kan de access worden onderverdeeld in een horizontaal en een verticaal deel, zie onderstaande figuur.
Marktpartijen delen deze elementen op verschillende manieren in en sommeren daardoor de kosten ook verschil‐ lend. Zo definieert een marktpartij een Backbone Infrastructuur Structuur (BIS) waar zowel de backbone, het DP en de totale access in zitten. Anderen leggen een scheiding tussen backbone en access in het DP. Dit alles leidt snel tot misverstanden en verkeerde vergelijkingen. Om dit te voorkomen definieert het PvE‐NGA‐BT onderstaand generieke model waarin de passieve infrastructuur in drie domeinen wordt onderverdeeld.
Het PoP domein bestaat uit Point of Presence. Dit is het gebouw of street cabinet of de ruimte in een bestaand ge‐ bouw op het bedrijventerrein, waar de backhaul en backbone kabels binnenkomen. Gezien de beperkte omvang van de bedrijventerreinen waarvoor dit PvE is geschreven, wordt volstaan met één PoP. Het publieke domein bestaat uit de backbone kabel welke loopt tussen PoP en DP of tussen twee DP’s, het DP waar‐ in de backbone vezels overgaan in de access vezels en de horizontale access kabels in de backbone geul tussen het DP en de verticale acces vezel. Het private domein bestaat uit de verticale access kabel en het Netwerk Termination point (NT) in de meterkast als afsluiting van het passieve netwerk. De domeinen worden gescheiden door interfaces. Deze kunnen volledig transparant zijn, bijvoorbeeld in een door‐ gaande vezel, of een interface zijn met eigen functionaliteit. PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
-7–
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
Zoals in de Inleiding beschreven kan er mogelijk, afhankelijk van het ontwerp, voordeel worden behaald door het DP in de PoP te integreren met de ODF. Er ontstaat dan een volwaardige PtP structuur zoals in onderstaande figuur. Backbone geul PoP Verticale Access
A.2.1.2 De segmenten per domein In ieder domein worden één of meer segmenten gedefinieerd die ieder hun specifieke opzet, kostenposten en – indicatoren hebben. Omdat, zoals gesteld in de Inleiding, dit PvE het format biedt waarop de aanbieding als basis (bestek) kan dienen voor een financieringsaanvraag, is inzicht nodig in de kosten per segment. In het PoP domein worden één segment gedefinieerd: De PoP. Deze heeft een backhaul verbinding naar de hogere Tier. In het publieke domein wordt één segment gedefinieerd: Bedrijventerreinen. Het belangrijkste kenmerk van het segment bedrijventerreinen is dat deze een beperkt aantal zakelijke aansluitingen herbergt. Deze stellen specifieke eisen zoals een hogere QoS en een koppe‐ ling naar een zakelijk ISP. In het private domein wordt één segment gedefinieerd, conform het publieke domein: Bedrijventerreinen. Het belangrijkste kenmerk van het segment bedrijventerreinen is dat deze een beperkt aantal zakelijke aansluitingen herbergt. Deze stellen specifieke eisen zoals een hogere QoS en een koppe‐ ling naar een zakelijk ISP. Sub‐segmenten Omdat er in het PoP domein maar één PoP wordt geplaatst zijn er in het PoP segment geen sub‐segmenten. Zijn er meerdere bedrijventerreinen dan worden deze in het segment Bedrijventerreinen als sub‐segmenten benoemd naar hun lokale naam: Bedrijventerrein (lokale naam 1) tot met Bedrijventerrein (lokale naam N). De indeling in segmen‐ ten en sub‐segmenten staat per domein schematisch weergegeven in onderstaande figuur. Dit geldt zowel voor het Publieke domein als voor het Private domein. Schematische weergave van domeinen, segmenten en sub‐segmenten
A.2.2 Het generieke kostenmodel Voor een eenduidig vergelijk wordt in dit hoofdstuk een kostenmodel aangereikt dat door de aanbieder zal worden gebruikt teneinde een eenduidig vergelijk van de benodigde investeringen, Capital Expenses (CAPEX), mogelijk te maken. Het kostenmodel deelt de kosten op in 3 niveaus van detaillering, t.w.: Niveau A. Dit is het hoogste niveau dat inzicht geeft in de totale kosten van het project, gesplitst in: PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
-8–
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
o o o
Inhoudelijke kosten. Dit zijn kosten die direct verband houden met de daadwerkelijk aanleg van het netwerk. Beheerskosten. Dit zijn indirecte kosten die als overhead op het project drukken. Bijzondere kosten. Dit zijn niet reguliere kosten zoals een oversteek van water via een brug of via een dure boring.
Niveau B. Hierin worden: o de inhoudelijke kosten van niveau A naar de drie domeinen uitgesplitst. o de beheerskosten van niveau A uitgesplitst in Overall Projectmanagement en Overige Beheerskos‐ ten.
Niveau C. Hier worden: o de totale kosten van ieder domein gespecificeerd; o de overige beheerskosten gesplitst in administratieve kosten (leges en degeneratie, WION, etc.), communicatie (overleg met opdrachtgever, communicatie naar de eindgebruikers, omgevingsma‐ nagement, etc.), opstart en opleverkosten (netwerkdesign, metingen bij oplevering en na 1 jaar, etc.) en risicomanagement (verwerken vervuilde grond, etc.). Deze opsomming is niet per definitie uitputtend en kan naar behoefte door de aanbieder worden aangevuld.
Onderliggende detailberekeningen van de aanbieder om bovenstaande overzichten te kunnen maken hoeven niet te worden meegeleverd.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
-9–
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
A.3 Het Eisenpakket voor een passief NGA netwerk De aanbieder is vrij om zijn eigen criteria en oplossingen toe te passen bij het ontwerpen van het netwerk (techniek, topologie etc.). In hoofdstuk B wordt gevraagd om deze oplossingen en criteria te beschrijven en toe te lichten, zo‐ dat de opdrachtgever een duidelijk beeld krijgt welke motieven de aanbieder heeft gebruikt om tot zijn ontwerp te komen en welke consequenties dit heeft voor kosten, kwaliteit, et cetera. Dit hoofdstuk definieert de eisen voor de passieve laag van het netwerk op basis van de indeling in drie domeinen van het vorige hoofdstuk. Allereerst worden er Generieke eisen gedefinieerd die geldig zijn voor alle drie domeinen, dan volgen drie paragrafen met de Specifieke eisen per domein, en tot slot een paragraaf met Overige eisen. Schematische indeling van de eisen
Het Programma van Eisen (PvE) is functioneel opgesteld, zodanig dat naar verwachting alle nu bekende technische oplossingen erin passen. Daar waar de aanbieder beschikt over technische oplossingen waarin dit PvE niet voorziet, mag dit worden aangegeven. Iedere aanbieding moet passen in de volgende regelgevingen: ITU, IEC, Telecomwet, ACM, WION. De ITU G.959.1 van 2012 is leidend. De UAV 2012 systematiek is van toepassing voor het maken van het bestek.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 10 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
A.3.1 I. Generieke eisen In deze paragraaf staan de generieke eisen vermeld die betrekking hebben op alle domeinen. Deze zijn onderver‐ deeld in Algemene eisen, Projectvoering eisen en Oplever eisen. Tabel I. Generieke eisen Nr.
Titel
Beschrijving
I.1
Algemene eisen:
I.1.1
Doelstelling 1.
2. 3.
4.
5.
I.1.2
High Level Design 1.
I.1.3
Maxima 1.
I.1.4
Materialen 1. 2.
De doelstelling van dit PvE is het laten ontwerpen en aanleggen van de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk waarbij de kostenreductie van de benodigde investeringen (CAPEX) centraal staat. Voor alle panden waar een abonnement wordt afgesloten wordt laag 1 volledig aangelegd. Dit zijn de homes connected (HC). Voor alle panden waar (nog) geen abonnement wordt afgesloten worden voor‐ zieningen aangelegd die een latere aansluiting eenvoudig mogelijk maken. Dit zijn de homes passed (HP). Deze voorzieningen houden het volgende in: a. De PoP, de backbone en het DP worden v.w.b. de passieve infrastructuur volledig ingericht. b. In de horizontale acces: i. wordt bij direct buried kabel de kabel in de backbone geul gelegd. ii. wordt bij geblazen kabel de duct in de backbone geul gelegd. c. Voor de verticale access wordt een BOP aangelegd, zie eis II‐C.1.3. Daar waar reductie van de CAPEX leidt tot onevenredige OPEX zal de aanbieder een gemotiveerde afweging maken en deze vermelden in zijn aanbieding. Dit is met name van toepassing op de PoP. Het leveren en aanleggen/plaatsen van de elementen in deze PvE maakt deel uit van het werk van de opdrachtnemer. Er wordt een high‐level design opgeleverd worden dat inzicht geeft in: a. de kerncijfers per domein, t.w.: i. het aantal aansluitingen. ii. de totale en gemiddelde lengte van de backbone. iii. de totale en gemiddelde lengte van de access. b. de gekozen kabeltechniek. c. het aantal vezels per aansluiting. d. de gekozen netwerk topologie. e. het aantal panden op de PoP. f. het aantal panden op een DP. g. de locaties van de PoP’s. h. de locatie van de backhaul inkoppelpunten. i. de locatie van de hoofd tracés. De volgende maxima worden gehanteerd: a. Vezellengte tussen ODF en NT maximaal 40 kilometer. b. Maximaal 10 lassen tussen poorten en CPE. c. Maximaal 10 connectoren tussen poorten en CPE. Materialen zijn nieuw, zonder gebreken en voldoen, indien van toepassing, aan de KEMA kwaliteitseisen. De keuze van de materialen is zodanig dat: a. Ze voldoen aan de huidige standaarden (ITU, NEN, ISO, IEC, etc.). b. Het standaard leverbare materialen zijn. c. Materialen met dezelfde functionaliteit leverbaar tot 20 jaar na opdracht. d. Het aantal materiaalsoorten tot een minimum beperkt wordt. e. Het afgestemd is op gangbare handelsmaten / hoeveelheden. f. De materialen verwerkbaar zijn tot minimaal 30 jaar na initiële aanleg. g. De functionele werking gegarandeerd is voor de komende 25 jaar.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 11 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
h. i. I.1.5
Labellen 1.
I.1.6
Verbindingen 1.
I.1.7
Kwaliteit 1.
I.1.8
Europese richtlijnen 1.
I.2
Projectvoering eisen:
Het gekozen vezeltype toekomst vast is. Het netwerk toekomst vast is.
Het labelen van onderdelen voldoet aan onderstaande: a. De methode van labelen is eenduidig beschreven. b. Van het netwerk worden de volgende onderdelen uniek gelabeld: i. PoP, ii. 19” rekken per ruif, iii. kabels/ducts in de PoP, iv. kabels/ducts in de DP, v. DP, vi. kabels/ducts in de meterkast. c. Alle labels zijn logisch opgebouwd, zodat duidelijk is wat het met elkaar verbindt. d. De keuze van de labelnummering past in het beheersysteem voor het net‐ werk. Verbindingen in het netwerk zijn van het volgende type zijn: a. Fusielas: i. demping (1550nm) ≤ 0,1 dB. ii. reflectie beter dan ‐65 dB. b. Mechanische las: i. demping (1550nm) ≤ 0,5 dB. ii. reflectie beter dan ‐55 dB. c. Connector: i. demping (1550nm) ≤ 0,35 dB. ii. reflectie beter dan ‐65 dB. Werknemers zijn: a. werkzaam bij een ISO 9001, VCA en CKB gecertificeerd bedrijf. b. bekend met de regels omschreven in het V&G plan. c. door medewerkers en omwonenden te identificeren middels een door de opdrachtnemer aan te geven methodiek. De minimale eisen voor het iden‐ titeitsbewijs zijn: i. afgegeven door de opdrachtnemer. ii. te allen tijde zichtbaar gedragen. iii. voorzien van een begin‐ en einddatum. iv. voorzien zijn van de volgende gegevens: (1) Naam en overige gegevens van de werkgever. (2) Naam, pasfoto en functie van de werknemer. De volgende Europese richtlijnen zijn van toepassing: a. 39L0037; 91/386/EEG; 9398L0037 Machinerichtlijn 1‐1‐1995. b. 73/23/EEG; 93/68/EEG Laagspanningsrichtlijn 1‐1‐1995. c. 32004L0108; 92/31/EEG; 93/97/EEG Elektromagnetische Compatibiliteit 1‐ 1‐1996.
I.2.1
Onderaannemers 1.
I.2.2
Planning 1. 2.
De opdrachtnemer is bevoegd onderdelen van de werkzaamheden door zelf‐ standige hulppersonen te laten uitvoeren. Niettemin blijft de opdrachtnemer volledig verantwoordelijk jegens de opdrachtgever. De opdrachtnemer is verplicht om de aanbieding te voorzien van een realisti‐ sche planning. De planning wordt ter acceptatie aangeboden aan de opdrachtgever.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 12 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
I.2.3
Kwaliteitsplan 1.
I.2.4
2. Informatieplan 1.
I.2.5
Ontwerpwerkzaamheden 1. 2. Keuringsplan 1. 2. 3. Toetsing 1.
I.2.6
I.2.7
I.3
Oplever eisen: I.3.1
I.3.2 I.3.3
I.3.4
De opdrachtnemer stelt een informatieplan op waarin staat beschreven: a. wie aan wie rapporteert. b. hoe vaak er wordt gerapporteerd. c. wat er wordt gerapporteerd (zoals bijvoorbeeld stand van zaken, planning versus uitvoering). De opdrachtnemer stelt een plan op voor de ontwerpwerkzaamheden. Hierin worden de ontwerpkeuzes gemotiveerd vastgelegd. Het plan ontwerpwerkzaamheden zal ter acceptatie worden aangeboden aan de opdrachtgever. De opdrachtnemer stelt een keuringsplan uitvoeringswerkzaamheden op. De opdrachtnemer stelt keuringsplan onderhoudswerkzaamheden op. De keuringsplannen worden ter acceptatie aangeboden aan de opdrachtgever. Het is de opdrachtgever toegestaan om tijdens de werkzaamheden aangekon‐ digd en onaangekondigd toetsen uit te (laten) voeren.
Documentatie 1.
Geulen 1. Ducts 1. 2. Gebouwen 1. 2. 3.
I.3.5
De opdrachtnemer stelt een kwaliteitsplan op waarin hij vermeldt hoe hij de kwaliteit van de werkzaamheden en documenten zal beheersen. Het kwaliteitsplan zal ter acceptatie worden aangeboden aan de opdrachtgever.
Foto's 1. 2. 3. 4.
Er wordt een low level design van het netwerk opgeleverd dat: a. volledig digitaal opgeleverd is b. inleesbaar is in de gangbare systemen c. een volledig overzicht geeft van het netwerk. Het bevat ten minste: i. Netwerktekening, met daarop de geulen, DP’s en NT’s. ii. PoP opbouw. iii. Gebouw contouren. iv. Rek aanzichten. v. Ligging kabels inclusief diepte, ingemeten volgens RD‐stelsel. vi. Kabeltype. vii. Locatie van de PoP. viii. Locatie van de DP’s. ix. Locatie van de NT’s. x. Vezelbezetting. xi. Coderingsoverzicht. Geultekeningen worden opgeleverd volgens WION voorschriften. Als er gebruik wordt gemaakt van ducts, worden de reserve ducts vrij van vuil en water afgedicht met de juiste eindkoppeling opgeleverd. Als er glasvezelkoppeling in zit wordt een gasblok koppeling gebruikt. Van de gebouwen worden de contouren in de tekeningen aangegeven. De gebouwinvoer wordt door middel van maatvoering vanuit het gebouw aan‐ gegeven. Site surveys en gebouw documenten worden digitaal in Word‐formaat aangele‐ verd. Foto’s worden digitaal opgeleverd in JPEG formaat. Iedere JPEG file heeft een unieke naamgeving die correspondeert met het label van het onderwerp. De locatie van iedere DP is door middel van een foto vastgelegd. Deze foto laat zien:
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 13 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
a. b. I.3.6
Test en validatierapport 1.
I.3.7
Acceptatie 1.
Waar de DP ligt in de omgeving. Welk DP nummer het betreft.
Er wordt een rapport aangeleverd dat de volgende eisen bevestigt: a. De verbindingen zijn aantoonbaar getest, volgens genormeerde methode. b. De test kan reproduceerbaar uitgevoerd worden, waarbij de waarden het‐ zelfde zijn. c. Het optisch budget van iedere verbinding ligt tussen 0,99 dB tot 10,0 dB en is afgestemd op de apparatuur van laag 2. Het project is pas opgeleverd als de as‐built informatie en acceptatietest volle‐ dig door de opdrachtgever is goedgekeurd.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 14 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
A.3.2 II‐A Specifieke eisen PoP domein In deze paragraaf staan de eisen vermeld die specifiek betrekking hebben op het PoP domein. Dit PoP domein be‐ staat uit één PoP met daarin minimaal de volgende functionele elementen: een backhaul koppeling. apparatuur rekken laag 2. overige apparatuur rekken t.b.v. ISP. een spanningspunt waar de apparatuur op kan worden aangesloten. een ODF. een backbone entry point. Deze elementen staan weergegeven in onderstaande figuur:
Backhaul De backhaul koppeling behoort bij het PoP domein van het NGA netwerk. De backhaul kabel en de aansluiting op het inkoppelpunt behoort niet tot het NGA netwerk, maar is de koppeling van het NGA netwerk met de hogere Tier, zoals weergeven in bijlage C.3. Daarmee is de backhaul kabel de verantwoordelijkheid van de hogere Tier. Voor de aanleg worden zowel eenmalige als maandelijkse kosten in rekening gebracht. Daarbij voorziet de eigenaar van het netwerk in de aanleg van de geul, eventueel met duct, van de PoP naar het inkoppelpunt. Dit geldt wanneer het inkoppelpunt binnen het gebied van het netwerk ligt. Ligt het inkoppelpunt buiten het gebied dan verzorgt de net‐ werk eigenaar de geul tot aan de gebiedsgrens. OPEX Omdat de totale PoP kosten voor laag 1 relatief klein zijn ten opzichte van de totale projectkosten ligt bij het PoP domein de nadruk minder op het beperken van de CAPEX, maar veel meer op het beperken van de OPEX. Tabel II‐A Specifieke eisen PoP domein Nr. II‐A.1
Titel Afmetingen PoP
II‐A.2
Behuizing
Beschrijving 1. Zo effectief mogelijk, afgestemd op het aantal af te werken aansluitingen en de bijbehorende apparatuur voor laag 2. 2. Volgens het Besluit omgevingsrecht niet hoger dan 3 meter en een oppervlakte niet groter dan 15 m2. 3. Mag als huisje en als street cabinet of in een bestaande ruimte in een pand op het bedrijventerrein worden uitgevoerd. 1. Materiaalkeuze is vrij. 2. Wordt gekozen in overeenstemming met wet‐ en regelgeving. 3. Beschermt de vezels en apparatuur in de PoP tegen weersinvloeden, insecten en ongedierte. 4. De kabeldoorvoeren op de buitenwand zijn: a. voor 30 minuten brandwerend en gecertificeerd. b. gas‐ en vloeistofdicht tot een druk van 0,5 bar.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 15 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
5.
II‐A.3
Locatie
II‐A.4
Backhaul aansluiting
6. 1. 2. 1.
2. 3.
II‐A.5
II‐A.6
Laag 2 EQF
1.
Overige apparatuur EQF
2. 3. 4. 5. 6. 1. 2.
II‐A.7
Spanning
3. 4. 5. 6. 1.
2.
II‐A.8
II‐A.9
ODF
3. 4. 1.
Backbone aansluiting
2. 3. 4. 1. 2. 3. 4. 5.
Doorvoeringen van kabels en leidingen zijn zodanig afgewerkt dat er geen scherpe randen achterblijven en voorziet dat er geen stof/vuil vrijkomt. Wordt stofvrij en vrij van afval en restmateriaal opgeleverd. Is toegankelijk met een personen bus. Wordt gekozen in overeenstemming met het Besluit omgevingsrecht. Biedt voldoende ruimte om de vezels van de backhaul gescheiden van de vezels van de backbone af te werken en aan te sluiten op de apparatuur van laag 2. Voldoet aan de eisen vanuit laag 2. Biedt voorzieningen voor de aanleg van de backhaul kabel van de PoP naar het inkoppelpunt in de vorm van een geul, eventueel met duct, voor zover dit in‐ koppelpunt zich binnen het netwerkgebied bevindt. Bevindt het inkoppelpunt zich buiten het netwerkgebied dan worden de voorzieningen aangelegd van de PoP tot aan de gebiedsgrens. Biedt voldoende ruimte om de apparatuur van minimaal 2 actieve operators voor laag 2 te huisvesten. Biedt voldoende ruimte om de apparatuur voor laag 2 te scheiden van laan 1. Is gebaseerd op 19” rekken. Is geplaatst in een logische en effectieve opbouw. Biedt minimaal 10 cm ruimte tussen actieve apparatuur en wand. Is stevig verankerd op de vloer. Biedt de mogelijkheid om ISP diensten te kunnen aanbieden vanuit de PoP aan de eindgebruiker. Hoe hiermee vanuit een open netwerk gedachte wordt omgegaan, wordt door de aanbieder beschreven. Is gebaseerd op 19” rekken. Is geplaatst in een logische en effectieve opbouw. Biedt minimaal 10 cm ruimte tussen actieve apparatuur en achterwand. Is stevig verankerd op de vloer. Wordt aangesloten volgens: a. NEN1010 b. NEN3140. Is afgestemd op: a. 230V b. het te verwachten vermogen. Biedt voldoende groepen. Biedt één wandcontactdoos voor service doeleinden. Biedt voldoende ruimte om de vezels van de backbone af te werken en aan te sluiten op de apparatuur van laag 2, op basis van 100% Homes Passed. Biedt de mogelijkheid om alle vezels te voorzien van trekontlasting. Is geplaatst in een logische en effectieve opbouw. Is stevig verankerd op de vloer. De backbone vezels worden in de PoP afgewerkt op de koppelbussen met een pigtail. Per kabel wordt één las/patch lade gebruikt. Wordt uniek gelabeld in de PoP. Wordt voorzien van een deugdelijke trekontlasting in de PoP. Voorziet in voldoende capaciteit om de initiële aansluitingen en de te voorzie‐ ne aansluitingen voor de komende 20 jaar te kunnen afwerken.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 16 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
II‐A.10
Patchsnoeren
1. 2.
Het leveren en aanbrengen van de patchsnoeren tussen EQF en ODF patchladen behoort tot het werk van de opdrachtnemer. Het vezel type is hetzelfde als in de backbone
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 17 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
A.3.3 II‐B Specifieke eisen Publiek domein In deze paragraaf staan de eisen vermeld die specifiek betrekking hebben op het Publieke domein. Dit Publieke do‐ mein is opgebouwd uit de volgende functionele onderdelen: backbone, DP, horizontale access. Deze elementen staan weergegeven in onderstaande figuur:
Het publieke domein wordt 100% homes passed aangelegd, tenzij de RFP op dit punt andere eisen stelt. Dit geldt zowel voor de backbone, als het DP, als de horizontale access. Voor de DP kan gekozen worden tussen ondergrondse of een bovengrondse verdeelkast. Als gekozen wordt het DP in de PoP te integreren met de ODF, bestaat de backbone uit een verzameling horizontale acces in een backbone geul, van waaruit de verbinding per pand via de horizontale access kabel tussen erfscheiding en meterkast in het pand wordt gebracht.
Onder II‐B.1.1 gaan de eerste twee eisen over het verjongen van de kabels. De reden voor deze eisen is dat door het verjongen, c.q. het aantal vezels in een geul zo snel mogelijk te verkleinen, het benodigd aantal vezelkilometers in sterke mate wordt beperkt. Tabel II‐B Specifieke eisen Publieke domein Nr.
Titel
Opmerkingen
II‐B.1
Backbone
II‐B.1.1
Ontwerp 1. 2. 3. 4. 5.
II‐B.1.2
Locatie 1. 2.
Vanuit PoP wordt de backbone zo snel mogelijk in takken verjongd. Het aantal vezels in de geul wordt zo klein mogelijk gemaakt. Er wordt op basis van het bestemmingsplan, gemotiveerd rekening gehouden met uitbreidingen voor de komende 20 jaar. Biedt bij DP voldoende overlengte voor werkzaamheden in een beschermde ruimte. Redundante verbindingen mogen geen SPOF kennen met de hoofdverbindin‐ gen. De backbone wordt zoveel mogelijk in het telecom tracé aangebracht. De backbone wordt zoveel mogelijk op een diepte van 60 cm onder het maai‐
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 18 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
3. Type kabel of leiding 1.
II‐B.1.3
2. 3. 4. Degeneratie 1. 2.
II‐B.1.4
II‐B.2
Ontwerp 1. 2. 3. Locatie 1.
II‐B.2.2
2. 3.
II‐B.2.3
II‐B.3
Geboden faciliteiten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Horizontale access:
II‐B.3.1
Type kabel of leiding 1.
II‐B.3.2
2. Locatie 1. Aanleg 1.
II‐B.3.3
Keuze van type kabel of leiding, direct buried, geblazen, retractable, Fiber Strike, etc. is vrij. In een project mag slechts één type kabel of leiding gekozen worden. Het aantal vezels is afgestemd op het aantal te verwachten aansluitingen voor de komende 20 jaar. Alle vezels vallen onder een ITU norm voor NGA, zoals G.652, G.657, G.694, G.698 of G.984. Er wordt rekening gehouden met de lokale eisen op het gebied van degeneratie Herstel bedekking vindt plaats in overleg met de vergunningverlener en eige‐ naar van de bedekking.
Distributiepunten
II‐B.2.1
veld aangebracht. Is kwalitatief zodanig gelegd dat zij gedurende 25 jaar binnen de gestelde eisen blijft functioneren.
2.
Houdt gemotiveerd rekening met uitbreidingen voor de komende 20 jaar. Het aantal DP’s wordt zo gekozen dat het economisch zo voordelig mogelijk is. Locatie wordt zodanig gekozen dat het economisch optimum benut wordt. Biedt voldoende ruimte voor de servicewagen i.v.m. het afwerken van de aan‐ sluitingen in de buurt van het distributiepunt. Is van type: ondergronds of bovengronds. Aanbieder motiveert zijn keuze op basis van beheerkosten en vandalisme bestendigheid. Bij de keuze voor bovengronds wordt de kast na afwerking afgevuld met hydro korrels. Kunnen koppelen van backbone aan het accesnet. Vezels af kunnen werken. Kabels kunnen doorleiden naar volgende DP. Gelaste vezels kunnen opbergen. Biedt voldoende ruimte om werklengte in de kabel op te kunnen bergen. Stabiele doorkoppellingen kunnen maken gedurende 25 jaar. Dit is mogelijk zowel bij aanleg als op een later tijdstip.
Het type kabel of leiding, direct buried, geblazen, retractable, Fiber Strike, etc. is vrij. Het vezel type is hetzelfde als in de backbone. Wordt in backbone geul geplaatst. Diepte zoveel mogelijk op 60 cm onder het maaiveld, als het maaiveld geen verharding heeft. Biedt bij DP voldoende overlengte voor werkzaamheden in een beschermde ruimte.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 19 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
A.3.4 II‐C Specifieke eisen Privaat domein In deze paragraaf staan de eisen vermeld die specifiek betrekking hebben op het Private domein. Dit private domein is opgebouwd uit de verticale acces op particuliere grond en de NT. Er worden twee situaties onderscheiden: Het pand wordt direct aangesloten. Dit heet een Home Connected (HC); Het pand wordt niet (direct) aangesloten, omdat de gebruiker (nog) geen abonnement afneemt. Dit heet een Home Passed (HP). o Zoals gemeld in de Generieke eisen I.1.1, punt 3 worden voor alle HP’s voorzieningen in de PoP, de backbone, het DP en in de horizontale access aangelegd. o Daarnaast wordt bij de eerste aanleg voor alle HP’s een Buiten Oplever Punt (BOP) aangelegd. De aanbieder is vrij op welke wijze hij het BOP inricht. Het BOP kan bijvoorbeeld bestaan uit: voldoende materiaal voor de verticale access dat op een verticale rol wordt ingegraven, bij direct buried kabel access kabel en bij geblazen kabel duct. een kabeldoos met daarin een connector, stekker, etc. waarop later de verticale access kabel kan worden aangesloten. Voor een BOP met materiaal op rol is dit weergegeven in onderstaande figuur.
Tabel II‐C Specifieke eisen Privaat domein
Nr.
Titel
Opmerkingen
II‐C.1
Verticale access HC
II‐C.1.1
Type kabel of leiding 1. 2. Locatie 1. Aanleg 1. 2. 3.
II‐C.1.2 II‐C.1.3
II‐C.2
NT
4. 1. 2.
Het type kabel of leiding (direct buried, geblazen, retractable, Fiber Strike, etc.) is vrij. Het vezel type is hetzelfde als in de backbone. In of over private grond. Door aannemer of zelfwerkzaamheid (gecoördineerd) op basis van handleiding. Diepte 60 cm of functioneel beschermd. Aan de buitenzijde van de gevel wordt 1 meter overlengte in de kabel aange‐ bracht om zettingen van de bodem te kunnen opvangen. Bij aanleg middels zelfwerkzaamheid testen of deze aan de eisen voldoet. Is de afsluiting van het netwerk op laag 1. Bestaat uit een pigtail of connector: a. in montagehouder. b. wordt geplaatst in de meterkast zodanig dat de CPE met 15 cm vrije ruimte rondom kan worden gemonteerd.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 20 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
c. d. e. II‐C.3
biedt voldoende bescherming bieden aan de vezels. biedt voldoende bescherming tegen oogletsel door uittredend licht. wordt voorzien van een trekontlasting.
Verticale access HP
II‐C.3.1
Type kabel of leiding 1.
II‐C.3.2
2. Locatie 1.
II‐C.3.3
Aanleg 1.
Het type kabel of leiding (direct buried, geblazen, retractable, Fiber Strike, etc.) is vrij. Het vezel type is hetzelfde als in de backbone. Tegen de buitenmuur in de segmenten Kern, Bedrijventerrein en Recreatiege‐ bied , mits de eigenaar daar toestemming voor heeft gegeven, anders op de erf‐ grens. Voor het segment Buitengebied op de erfgrens. Buiten Oplever Punt (BOP). Type vrij te kiezen, maar kan bestaan uit: a. Kabel of duct met voldoende lengte: i. Op verticale rol in de grond. ii. Kabeluiteinde voldoende beschermd tegen water en vuil voor 25 jaar. iii. Diepte bovenkant rol 20 cm en functioneel beschermd. iv. Positie wordt duidelijk gemarkeerd. b. kabeldoos met daarin een connector, stekker, etc. i. Positie wordt duidelijk gemarkeerd.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 21 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
A.3.5 III. Overige eisen In deze paragraaf staan de eisen die gesteld worden aan de processen in de verschillende fases, zoals: Ontwerpfase Uitvoeringsfase De onderhoudsfase valt buiten het PVE. Tabel III. Overige eisen Nr. Titel Opmerkingen III.1
Voertaal
1.
III.2
Ontwerpfase
1. 2.
III.3
Uitvoeringsfase
1.
2.
3.
4.
5. 6. 7. 8.
9.
De voertaal op het project is Nederlands. a) Per ploeg beheerst de verantwoordelijke de Nederlandse taal en is te allen tijde op het project aanwezig. In de ontwerpfase wordt rekening gehouden met de aannames gedaan door de aanbieder in het High Level Design, o.a. op basis van de UAV 2012 regeling. De aanbieder levert voor uitvoering informatie aan over de toe te passen materi‐ alen aan de opdrachtgever. De As‐Built: a) wordt tijdens de uitvoering wekelijks aangeleverd aan de opdrachtgever dan wel aan zijn gedelegeerde ten behoeve van de WION afhandeling. b) wordt aangeleverd via een n.o.t.k. tool. De (gedelegeerde van de) opdracht‐ gever zal de opdrachtnemer ondersteunen bij de implementatie van het tool en de training voor de invoer verzorgen. c) bestaat uit een AutoCad tekening, een database bestand en overige docu‐ menten. d) is gelijk aan het gerealiseerde in de uitvoering. Bewoners, wegbeheerders, beheerders van de openbare ruimte en eigenaren van panden worden bijtijds en voldoende geïnformeerd over de werkzaamheden waar ze mogelijk mee te maken krijgen. Dit geldt voor: a) Planningen b) Toestemmingen c) Vergunningen d) Omleidingen e) Etc. Indien de opgebroken bestrating hinder of gevaar oplevert voor omwonenden worden de benodigde beveiligingsmaatregelen genomen waarbij de bereikbaar‐ heid van de bedrijven wordt gewaarborgd. Voor de op de bouwplaats aanwezige geluidsbronnen worden voorzieningen en/of organisatorische maatregelen getroffen waardoor het invallend geluid (LAr, LT) op de gevel van de meest geluidsgevoelige bestemmingen (woningen e.d.) de nationale en lokale regels niet overtreden. Brandkranen, afsluiters, regelkasten e.d. moeten te allen tijde bereikbaar zijn. Open sleuven mogen niet onbeheerd achtergelaten worden en worden afge‐ schermd volgens de geldende wet‐ en regelgeving. Opdrachtnemer is in de uitvoeringsfase verantwoordelijk voor het verstrekken van actuele WION informatie ten behoeve van de KLIC. Alle vrijgekomen materialen worden conform de geldende wet‐ en regelgeving afgevoerd. Eventuele kosten voor het afvoeren, storten of verwijderen zijn voor rekening van de opdrachtneer. De stortbewijzen worden op verzoek aan de op‐ drachtgever verstrekt. De opdrachtnemer draagt zorg voor de bestrating nadat de sleuf is verdicht volgens de lokale regelgeving van de vergunning verstrekker.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 22 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
A.4 Een afwijkend model ingebracht door de aanbieder Als er grote kostenbesparingen behaald kunnen worden of innovatieve stappen genomen kunnen worden is het de aanbieder toegestaan een model in te brengen dat afwijkt van het in dit PvE‐NGA‐BT aangegeven generieke model. Er zal dan een complete modelbeschrijving worden geleverd, waarin wordt aangegeven op welke punten het model afwijkt en waarom. Voor alle punten waarin het model niet afwijkt gelden de eisen uit dit PvE‐NGA‐BT. De opbouw en weergave van de kosten van het ingebrachte model worden maximaal afgestemd op het Kostenmodel zoals op‐ genomen in deel B. De aanbieder blijft verantwoordelijk voor het kunnen vergelijken met het generieke model.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 23 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
B. Gevraagde informatie In de offerte verwachten wij een aanbiedingsbrief met daarin: een compliance verklaring waarin gemotiveerd wordt vermeld op welke punten niet aan de eisen wordt voldaan; een eenduidige beschrijving van het te leveren netwerk, met daarin minimaal de gekozen techniek en topo‐ logie, het aantal opgenomen aansluitingen, en het te graven aantal kilometers voor backbone en access; de motieven en criteria voor de gemaakte keuzes in het ontwerp; de totale kosten voor het gehele project op basis van het gedefinieerde kostenmodel. Verder dienen minimaal de volgende documenten te worden ingediend2: de compliance lijsten op basis van hoofdstuk B.1. Een template wordt aangeleverd. een detailbeschrijving en motivatie van de gekozen techniek. een tekening van de netwerktopologie, geprojecteerd op een kaart van het gebied. Deze topologie is van het niveau high level design die minimaal de locaties en onderlinge verbanden in beeld brengt van alle bij het project behorende PoP’s, backbone geulen, DP’s, access geulen en NT’s. De gekozen topologie moet gemotiveerd worden. een beschrijving van de organisatie die werkzaamheden gaat uitvoeren, inclusief eventuele onderaan‐ nemers. een overall tijdplanning met hoofdaspecten per fase. een overzicht van de te leveren producten en materialen. het kostenoverzicht inclusief CAPEX overzicht op basis van hoofdstuk B.2. Een template wordt aangeleverd. Schematische voorstelling van de aan te leveren informatie
Aanbieding
Documenten:
Aanbiedingsbrief:
‐ Compliance lijsten
‐ Complianceverklaring ‐ Gekozen topologie en techniek, aantal aansluitingen, lengte backbone en lengte access
‐ Beschrijving en motivatie gekozen techniek ‐ Kaart met topologie ‐ Motivatie van de gekozen topologie
‐ Motieven voor de keuzes in het ontwerp
‐ Beschrijving van de organisatie
‐ Totale kosten
‐ Tijdplanning ‐ Beschrijving van de producten en materialen ‐ Kosten overzicht, inclusief CAPEX
2 In deze opsomming staan de documenten die bij de offerte moeten worden gevoegd. Deze moeten niet worden verward met de documenten die in de tabellen met eisen worden gevraagd om bij de daadwerkelijke implementatie door de opdrachtnemer moeten worden aangeleverd. PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 24 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
B.1 Compliance lijsten In dit hoofdstuk staan in tabelvorm twee soorten compliance lijsten opgenomen, voor de eisen van hoofdstuk A.3 en voor de aan te leveren documenten van de aanbieding. Deze lijsten zijn als template bijgevoegd om in te vullen. B.1.1 Compliance lijsten eisen welke ingevuld moeten worden De compliance lijsten hebben dezelfde indeling als de tabellen met de eisen uit hoofdstuk A.3, zoals in het linker vak van onderstaande tabel weergegeven. Deze eisen hebben veelal een sub‐nummering in de vorm zoals in het middel‐ ste vak weergegeven. Per eis worden vier aan te vinken vakjes aangeboden. De eerste drie worden gebruikt om aan te kunnen geven of er aan de eis wordt voldaan. De aanbieder wordt gevraagd per eis Ja, Nee of Nvt aan te vinken. Met Ja geeft de aanbieder aan dat aan alle sub‐nummers van die eis zal worden voldaan c.q. dat ze begrepen zijn en zullen worden uitgevoerd. Door het vierde vakje met Opm (Opmerking) aan te vinken geeft de aanbieder dat hij in een eigen bijlage een opmerking heeft ten aanzien van de betreffende eis dan wel een sub‐nummer van die eis. I. Generieke eisen. 1. Ja | Nee| Nvt | Opm II. Eisen per domein: a. A. PoP domein. i. B. Publiek domein. (1) C. Privaat domein III. Overige eisen. Deze vijf tabellen staan integraal opgenomen in dit PvE, maar zijn als apart template beschikbaar om in te vullen. I. Generieke eisen Nr.
Titel
Beschrijving
Ja | Nee | Nvt |Opm
I.1
Algemene eisen:
I.1.1
Doelstelling 1.
2.
3.
4.
5.
De doelstelling van dit PvE is het laten ontwerpen en aan‐ leggen van de passieve infrastructuur van een NGA glasve‐ zelnetwerk waarbij de kostenreductie van de benodigde investeringen (CAPEX) centraal staat. Voor alle panden waar een abonnement wordt afgesloten wordt laag 1 volledig aangelegd. Dit zijn de homes con‐ nected (HC). Voor alle panden waar (nog) geen abonnement wordt afgesloten worden voorzieningen aangelegd die een latere aansluiting eenvoudig mogelijk maken. Dit zijn de homes passed (HP). Deze voorzieningen houden het volgende in: a. De PoP, de backbone en het DP worden v.w.b. de passieve infrastructuur volledig ingericht. b. In de horizontale acces: i. wordt bij direct buried kabel de kabel in de backbone geul gelegd. ii. wordt bij geblazen kabel de duct in de backbone geul gelegd. c. Voor de verticale access wordt een BOP aangelegd, zie eis II‐C.1.3. Daar waar reductie van de CAPEX leidt tot onevenredige OPEX zal de aanbieder een gemotiveerde afweging maken en deze vermelden in zijn aanbieding. Dit is met name van toepassing op de PoP. Het leveren en aanleggen/plaatsen van de elementen in deze PvE maakt deel uit van het werk van de opdrachtne‐ mer.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 25 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
I.1.2
I.1.3
I.1.4
High Level Design 1.
Maxima 1.
Materialen 1. 2.
I.1.5
I.1.6
Labellen 1.
Verbindingen 1.
Er wordt een high‐level design opgeleverd worden dat inzicht geeft in: a. de kerncijfers per domein, t.w.: i. het aantal aansluitingen. ii. de totale en gemiddelde lengte van de backbo‐ ne. iii. de totale en gemiddelde lengte van de access. b. de gekozen kabeltechniek. c. het aantal vezels per aansluiting. d. de gekozen netwerk topologie. e. het aantal panden op de PoP. f. het aantal panden op een DP. g. de locaties van de PoP’s. h. de locatie van de backhaul inkoppelpunten. i. de locatie van de hoofd tracés.
Materialen zijn nieuw, zonder gebreken en voldoen, indien van toepassing, aan de KEMA kwaliteitseisen. De keuze van de materialen is zodanig dat: a. Ze voldoen aan de huidige standaarden (ITU, NEN, ISO, IEC, etc.). b. Het standaard leverbare materialen zijn. c. Materialen met dezelfde functionaliteit leverbaar tot 20 jaar na opdracht. d. Het aantal materiaalsoorten tot een minimum be‐ perkt wordt. e. Het afgestemd is op gangbare handelsmaten / hoe‐ veelheden. f. De materialen verwerkbaar zijn tot minimaal 30 jaar na initiële aanleg. g. De functionele werking gegarandeerd is voor de ko‐ mende 25 jaar. h. Het gekozen vezeltype toekomst vast is. i. Het netwerk toekomst vast is.
Het labelen van onderdelen voldoet aan onderstaande: a. De methode van labelen is eenduidig beschreven. b. Van het netwerk worden de volgende onderdelen uniek gelabeld: i. PoP, ii. 19” rekken in de PoP, iii. kabels/ducts in de PoP, iv. kabels/ducts in de DP, v. DP, vi. kabels/ducts in de meterkast. c. Alle labels zijn logisch opgebouwd, zodat duidelijk is wat het met elkaar verbindt. d. De keuze van de labelnummering past in het beheer‐ systeem voor het netwerk.
De volgende maxima worden gehanteerd: a. Vezellengte tussen ODF en NT maximaal 40 kilome‐ ter. b. Maximaal 10 lassen tussen poorten en CPE. c. Maximaal 10 connectoren tussen poorten en CPE.
Verbindingen in het netwerk zijn van het volgende type
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 26 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
zijn: a. Fusielas: i. demping (1550nm) ≤ 0,1 dB. ii. reflectie beter dan ‐65 dB. b. Mechanische las: i. demping (1550nm) ≤ 0,5 dB. ii. reflectie beter dan ‐55 dB. c. Connector: i. demping (1550nm) ≤ 0,35 dB. ii. reflectie beter dan ‐65 dB. Kwaliteit 1.
I.1.7
Europese richtlijnen 1.
I.1.8
I.2
Projectvoering eisen: I.2.1
I.2.2
Onderaannemers 1.
Planning 1.
Kwaliteitsplan 1.
2.
I.2.4
De volgende Europese richtlijnen zijn van toepassing: a. 39L0037; 91/386/EEG; 9398L0037 Machinerichtlijn 1‐ 1‐1995. b. 73/23/EEG; 93/68/EEG Laagspanningsrichtlijn 1‐1‐ 1995. c. 32004L0108; 92/31/EEG; 93/97/EEG Elektromagneti‐ sche Compatibiliteit 1‐1‐1996.
2.
I.2.3
Werknemers zijn: a. werkzaam bij een ISO 9001, VCA en CKB gecertifi‐ ceerd bedrijf. b. bekend met de regels omschreven in het V&G plan. c. door medewerkers en omwonenden te identificeren middels een door de opdrachtnemer aan te geven methodiek. De minimale eisen voor het identiteits‐ bewijs zijn: i. afgegeven door de opdrachtnemer. ii. te allen tijde zichtbaar gedragen. iii. voorzien van een begin‐ en einddatum. iv. voorzien zijn van de volgende gegevens: (1) Naam en overige gegevens van de werkge‐ ver. (2) Naam, pasfoto en functie van de werkne‐ mer.
Informatieplan 1.
De opdrachtnemer is bevoegd onderdelen van de werk‐ zaamheden door zelfstandige hulppersonen te laten uit‐ voeren. Niettemin blijft de opdrachtnemer volledig ver‐ antwoordelijk jegens de opdrachtgever. De opdrachtnemer is verplicht om de aanbieding te voor‐ zien van een realistische planning. De planning wordt ter acceptatie aangeboden aan de opdrachtgever. De opdrachtnemer stelt een kwaliteitsplan op waarin hij vermeldt hoe hij de kwaliteit van de werkzaamheden en documenten zal beheersen. Het kwaliteitsplan zal ter acceptatie worden aangeboden aan de opdrachtgever. De opdrachtnemer stelt een informatieplan op waarin staat beschreven: a. wie aan wie rapporteert. b. hoe vaak er wordt gerapporteerd.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 27 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
c. Ontwerpwerkzaamheden 1.
I.2.5
2. Keuringsplan 1.
I.2.6
2. 3. Toetsing 1.
I.2.7
I.3
Oplever eisen:
Het is de opdrachtgever toegestaan om tijdens de werk‐ zaamheden aangekondigd en onaangekondigd toetsen uit te (laten) voeren.
Er wordt een low level design van het netwerk opgeleverd dat: a. volledig digitaal opgeleverd is b. inleesbaar is in de gangbare systemen c. een volledig overzicht geeft van het netwerk. Het be‐ vat ten minste: i. Netwerktekening, met daarop de geulen, DP’s en NT’s. ii. PoP opbouw. iii. Gebouw contouren. iv. Rek aanzichten. v. Ligging kabels inclusief diepte, ingemeten vol‐ gens RD‐stelsel. vi. Kabeltype. vii. Locatie van de PoP. viii. Locatie van de DP’s. ix. Locatie van de NT’s. x. Vezelbezetting. xi. Coderingsoverzicht.
Geultekeningen worden opgeleverd volgens WION voor‐ schriften.
De opdrachtnemer stelt een keuringsplan uitvoeringswerk‐ zaamheden op. De opdrachtnemer stelt keuringsplan onderhoudswerk‐ zaamheden op. De keuringsplannen worden ter acceptatie aangeboden aan de opdrachtgever.
Documentatie 1.
I.3.2
Geulen 1. Ducts 1.
2.
I.3.4
De opdrachtnemer stelt een plan op voor de ontwerp‐ werkzaamheden. Hierin worden de ontwerpkeuzes gemo‐ tiveerd vastgelegd. Het plan ontwerpwerkzaamheden zal ter acceptatie wor‐ den aangeboden aan de opdrachtgever.
I.3.1
I.3.3
wat er wordt gerapporteerd (zoals bijvoorbeeld stand van zaken, planning versus uitvoering).
Gebouwen 1. 2. 3.
Als er gebruik wordt gemaakt van ducts, worden de reser‐ ve ducts vrij van vuil en water afgedicht met de juiste eindkoppeling opgeleverd. Als er glasvezelkoppeling in zit wordt een gasblok koppe‐ ling gebruikt. Van de gebouwen worden de contouren in de tekeningen aangegeven. De gebouwinvoer wordt door middel van maatvoering vanuit het gebouw aangegeven. Site surveys en gebouw documenten worden digitaal in Word‐formaat aangeleverd.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 28 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
I.3.5
Foto's 1. 2. 3. 4.
I.3.6
Test en validatierapport 1.
I.3.7
Acceptatie 1.
Foto’s worden digitaal opgeleverd in JPEG formaat. Iedere JPEG file heeft een unieke naamgeving die corres‐ pondeert met het label van het onderwerp. De locatie van iedere DP is door middel van een foto vast‐ gelegd. Deze foto laat zien: a. Waar de DP ligt in de omgeving. b. Welk DP nummer het betreft.
Er wordt een rapport aangeleverd dat de volgende eisen bevestigt: a. De verbindingen zijn aantoonbaar getest, volgens ge‐ normeerde methode. b. De test kan reproduceerbaar uitgevoerd worden, waarbij de waarden hetzelfde zijn. c. Het optisch budget van iedere verbinding ligt tussen 0,99 dB tot 10,0 dB en is afgestemd op de apparatuur van laag 2.
Het project is pas opgeleverd als de as‐built informatie en acceptatietest volledig door de opdrachtgever is goedge‐ keurd.
II‐A Specifieke eisen PoP domein Nr.
Titel
Beschrijving
II‐A.1
Afmetingen PoP
1. 2. 3.
II‐A.2
Behuizing
1. 2. 3. 4.
5.
6.
II‐A.3
II‐A.4
Locatie
Backhaul aansluiting
1. 2. 1.
2. 3.
Ja | Nee | Nvt |Opm
Zo effectief mogelijk, afgestemd op het aantal af te werken aansluitingen en de bijbehorende apparatuur voor laag 2. Volgens het Besluit omgevingsrecht niet hoger dan 3 meter en een oppervlakte niet groter dan 15 m2. Mag als huisje en als street cabinet of in een bestaande ruimte in een pand op het bedrijventerrein worden uitge‐ voerd.
Materiaalkeuze is vrij. Wordt gekozen in overeenstemming met wet‐ en regelge‐ ving. Beschermt de vezels en apparatuur in de PoP tegen weers‐ invloeden, insecten en ongedierte. De kabeldoorvoeren op de buitenwand zijn: a. voor 30 minuten brandwerend en gecertificeerd. b. gas‐ en vloeistofdicht tot een druk van 0,5 bar. Doorvoeringen van kabels en leidingen zijn zodanig afge‐ werkt dat er geen scherpe randen achterblijven en voorziet dat er geen stof/vuil vrijkomt. Wordt stofvrij en vrij van afval en restmateriaal opgele‐ verd.
Biedt voldoende ruimte om de vezels van de backhaul gescheiden van de vezels van de backbone af te werken en aan te sluiten op de apparatuur van laag 2. Voldoet aan de eisen vanuit laag 2. Biedt voorzieningen voor de aanleg van de backhaul kabel
Is toegankelijk met een personen bus. Wordt gekozen in overeenstemming met het Besluit om‐ gevingsrecht.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 29 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
van de PoP naar het inkoppelpunt in de vorm van een geul, eventueel met duct, voor zover dit inkoppelpunt zich bin‐ nen het netwerkgebied bevindt. Bevindt het inkoppelpunt zich buiten het netwerkgebied dan worden de voorzienin‐ gen aangelegd van de PoP tot aan de gebiedsgrens. II‐A.5
Laag 2 EQF
1. 2. 3. 4. 5.
II‐A.6
Overige apparatuur EQF
6. 1. 2. 3. 4. 5.
II‐A.7
Spanning
6. 1.
2.
II‐A.8
ODF
3. 4. 1.
2.
II‐A.9
Backbone aansluiting
3. 4. 1. 2. 3. 4. 5.
II‐A.10
Patchsnoeren
1.
2.
Biedt voldoende ruimte om de apparatuur van minimaal 2 actieve operators voor laag 2 te huisvesten. Biedt voldoende ruimte om de apparatuur voor laag 2 te scheiden van laan 1. Is gebaseerd op 19” rekken. Is geplaatst in een logische en effectieve opbouw. Biedt minimaal 10 cm ruimte tussen actieve apparatuur en wand. Is stevig verankerd op de vloer. Biedt de mogelijkheid om ISP diensten te kunnen aanbie‐ den vanuit de PoP aan de eindgebruiker. Hoe hiermee vanuit een open netwerk gedachte wordt omgegaan, wordt door de aanbieder beschreven. Is gebaseerd op 19” rekken. Is geplaatst in een logische en effectieve opbouw. Biedt minimaal 10 cm ruimte tussen actieve apparatuur en achterwand. Is stevig verankerd op de vloer. Wordt aangesloten volgens: a. NEN1010 b. NEN3140. Is afgestemd op: a. 230V b. het te verwachten vermogen. Biedt voldoende groepen. Biedt één wandcontactdoos voor service doeleinden. Biedt voldoende ruimte om de vezels van de backbone af te werken en aan te sluiten op de apparatuur van laag 2, op basis van 100% Homes Passed. Biedt de mogelijkheid om alle vezels te voorzien van trek‐ ontlasting. Is geplaatst in een logische en effectieve opbouw. Is stevig verankerd op de vloer. De backbone vezels worden in de PoP afgewerkt op de koppelbussen met een pigtail. Per kabel wordt één las/patch lade gebruikt. Wordt uniek gelabeld in de PoP. Wordt voorzien van een deugdelijke trekontlasting in de PoP. Voorziet in voldoende capaciteit om de initiële aansluitin‐ gen en de te voorziene aansluitingen voor de komende 20 jaar te kunnen afwerken.
Het leveren en aanbrengen van de patchsnoeren tussen EQF en ODF patchladen behoort tot het werk van de op‐ drachtnemer. Het vezel type is hetzelfde als in de backbone.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 30 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
II‐B Specifieke eisen Publiek domein Nr.
Titel
Beschrijving
Ja | Nee | Nvt |Opm
II‐B.1
Backbone
II‐B.1.1
Ontwerp 1. 2. 3.
4. 5. Locatie 1.
II‐B.1.2
2. 3. Type kabel of leiding 1.
II‐B.1.3
2. 3. 4. Degeneratie 1.
II‐B.1.4
2.
II‐B.2
Distributiepunten
II‐B.2.1
De backbone wordt zoveel mogelijk in het telecom tracé aangebracht. De backbone wordt zoveel mogelijk op een diepte van 60 cm onder het maaiveld aangebracht. Is kwalitatief zodanig gelegd dat zij gedurende 25 jaar binnen de gestelde eisen blijft functioneren. Keuze van type kabel of leiding, direct buried, geblazen, retractable, Fiber Strike, etc. is vrij. In een project mag slechts één type kabel of leiding geko‐ zen worden. Het aantal vezels is afgestemd op het aantal te verwachten aansluitingen voor de komende 20 jaar. Alle vezels vallen onder een ITU norm voor NGA, zoals G.652, G.657, G.694, G.698 of G.984. Er wordt rekening gehouden met de lokale eisen op het gebied van degeneratie Herstel bedekking vindt plaats in overleg met de vergun‐ ningverlener en eigenaar van de bedekking.
Ontwerp 1. 2. 3.
II‐B.2.2
Vanuit PoP wordt de backbone zo snel mogelijk in takken verjongd. Het aantal vezels in de geul wordt zo klein mogelijk ge‐ maakt. Er wordt op basis van het bestemmingsplan, gemotiveerd rekening gehouden met uitbreidingen voor de komende 20 jaar. Biedt bij DP voldoende overlengte voor werkzaamheden in een beschermde ruimte. Redundante verbindingen mogen geen SPOF kennen met de hoofdverbindingen.
Locatie 1.
2.
3.
Houdt gemotiveerd rekening met uitbreidingen voor de komende 20 jaar. Het aantal DP’s wordt zo gekozen dat het economisch zo voordelig mogelijk is. Locatie wordt zodanig gekozen dat het economisch opti‐ mum benut wordt. Biedt voldoende ruimte voor de servicewagen i.v.m. het afwerken van de aansluitingen in de buurt van het distri‐ butiepunt. Is van type: ondergronds of bovengronds. Aanbieder moti‐ veert zijn keuze op basis van beheerkosten en vandalisme bestendigheid. Bij de keuze voor bovengronds wordt de kast na afwerking afgevuld met hydro korrels.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 31 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
II‐B.2.3
Geboden faciliteiten 1. 2. 3. 4. 5. 6.
II‐B.3
7.
Horizontale access:
II‐B.3.1
Type kabel of leiding 1. 2. Locatie 1. Aanleg 1.
II‐B.3.2 II‐B.3.3
2.
Kunnen koppelen van backbone aan het accesnet. Vezels af kunnen werken. Kabels kunnen doorleiden naar volgende DP. Gelaste vezels kunnen opbergen. Biedt voldoende ruimte om werklengte in de kabel op te kunnen bergen. Stabiele doorkoppellingen kunnen maken gedurende 25 jaar. Dit is mogelijk zowel bij aanleg als op een later tijdstip.
Diepte zoveel mogelijk op 60 cm onder het maaiveld, als het maaiveld geen verharding heeft. Biedt bij DP voldoende overlengte voor werkzaamheden in een beschermde ruimte.
Het type kabel of leiding, direct buried, geblazen, retracta‐ ble, Fiber Strike, etc. is vrij. Het vezel type is hetzelfde als in de backbone.
Wordt in backbone geul geplaatst.
II‐C Specifieke eisen Privaat domein Nr.
Titel
Beschrijving
Ja | Nee | Nvt |Opm
II‐C.1
Verticale access HC
II‐C.1.1
Type kabel of leiding 1. 2. Locatie 1. Aanleg 1.
II‐C.1.2 II‐C.1.3
2. 3.
4.
II‐C.2
II‐C.3
1. 2.
NT
Verticale access HP
II‐C.3.1
Het type kabel of leiding (direct buried, geblazen, re‐ tractable, Fiber Strike, etc.) is vrij. Het vezel type is hetzelfde als in de backbone.
In of over private grond. Door aannemer of zelfwerkzaamheid (gecoördineerd) op basis van handleiding. Diepte 60 cm of functioneel beschermd. Aan de buitenzijde van de gevel wordt 1 meter overlengte in de kabel aangebracht om zettingen van de bodem te kunnen opvangen. Bij aanleg middels zelfwerkzaamheid testen of deze aan de eisen voldoet. Is de afsluiting van het netwerk op laag 1. Bestaat uit een pixel of connector: a. in montagehouder. b. wordt geplaatst in de meterkast zodanig dat de CPE met 15 cm vrije ruimte rondom kan worden gemon‐ teerd. c. biedt voldoende bescherming aan de vezels. d. biedt voldoende bescherming tegen oogletsel door uittredend licht. e. wordt voorzien van een trekontlasting.
Type kabel of leiding 1.
Het type kabel of leiding (direct buried, geblazen, re‐ tractable, Fiber Strike, etc.) is vrij.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 32 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
2. Locatie 1.
II‐C.3.2
Aanleg 1.
II‐C.3.3
Het vezel type is hetzelfde als in de backbone.
Tegen de buitenmuur in de segmenten Kern, Bedrijventer‐ rein en Recreatiegebied , mits de eigenaar daar toestem‐ ming voor heeft gegeven, anders op de erfgrens. Voor het segment Buitengebied op de erfgrens. Buiten Oplever Punt (BOP). Type vrij te kiezen, maar kan bestaan uit: a. Kabel of duct met voldoende lengte: i. Op verticale rol in de grond. ii. Kabeluiteinde voldoende beschermd tegen wa‐ ter en vuil voor 25 jaar. iii. Diepte bovenkant rol 20 cm en functioneel be‐ schermd. iv. Positie wordt duidelijk gemarkeerd. b. kabeldoos met daarin een connector, stekker, etc. i. Positie wordt duidelijk gemarkeerd.
III Overige eisen Nr.
Titel
Beschrijving
III.1
Voertaal
1.
III.2
Ontwerpfase
1.
2.
III.3
Uitvoeringsfase
1.
2.
3.
De voertaal op het project is Nederlands. a) Per ploeg beheerst de verantwoordelijke de Neder‐ landse taal en is te allen tijde op het project aanwe‐ zig.
Ja | Nee | Nvt |Opm
In de ontwerpfase wordt rekening gehouden met de aan‐ names gedaan door de aanbieder in het High Level Design, o.a. op basis van de UAV 2012 regeling. De aanbieder levert voor uitvoering informatie aan over de toe te passen materialen aan de opdrachtgever.
De As‐Built: a) wordt tijdens de uitvoering wekelijks aangeleverd aan de opdrachtgever dan wel aan zijn gedelegeerde ten behoeve van de WION afhandeling. b) wordt aangeleverd via een n.o.t.k. tool. De (gedele‐ geerde van de) opdrachtgever zal de opdrachtnemer ondersteunen bij de implementatie van het tool en de training voor de invoer verzorgen. c) bestaat uit een AutoCad tekening, een database be‐ stand en overige documenten. d) is gelijk aan het gerealiseerde in de uitvoering. Bewoners, wegbeheerders, beheerders van de openbare ruimte en eigenaren van panden worden bijtijds en vol‐ doende geïnformeerd over de werkzaamheden waar ze mogelijk mee te maken krijgen. Dit geldt voor: a) Planningen b) Toestemmingen c) Vergunningen d) Omleidingen e) Etc. Indien de opgebroken bestrating hinder of gevaar oplevert voor omwonenden worden de benodigde beveiligings‐ maatregelen genomen waarbij de bereikbaarheid van de
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 33 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
4.
5. 6.
7.
8.
9.
bedrijven wordt gewaarborgd. Voor de op de bouwplaats aanwezige geluidsbronnen worden voorzieningen en/of organisatorische maatregelen getroffen waardoor het invallend geluid (LAr, LT) op de ge‐ vel van de meest geluidsgevoelige bestemmingen (wonin‐ gen e.d.) de nationale en lokale regels niet overtreden. Brandkranen, afsluiters, regelkasten e.d. moeten te allen tijde bereikbaar zijn. Open sleuven mogen niet onbeheerd achtergelaten wor‐ den en worden afgeschermd volgens de geldende wet‐ en regelgeving. Opdrachtnemer is in de uitvoeringsfase verantwoordelijk voor het verstrekken van actuele WION informatie ten be‐ hoeve van de KLIC. Alle vrijgekomen materialen worden conform de geldende wet‐ en regelgeving afgevoerd. Eventuele kosten voor het afvoeren, storten of verwijderen zijn voor rekening van de opdrachtnemer. De stortbewijzen worden op verzoek aan de opdrachtgever verstrekt. De opdrachtnemer draagt zorg voor de bestrating nadat de sleuf is verdicht volgens de lokale regelgeving van de vergunning verstrekker.
B.1.2 Compliance lijsten aanbieding De aanbieder wordt gevraagd per document Ja, Nee of Nvt. aan te vinken om aan te geven of het betreffende do‐ cument is toegevoegd bij de offerte. In de kolom Opmerkingen kan de aanbieder bijzonderheden vermelden ten aanzien van het betreffende document. Deze tabel is als apart template beschikbaar. Documenten Ja | Nee | Nvt Opmerkingen Titel Compliance lijsten
Techniek
Topologie kaart
Topologie motivering
PoP documentatie
Organisatie
Werkzaamheden
Tijdplanning
Producten en materialen
Kosten overzicht
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 34 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
B.2 Kostenoverzicht In dit hoofdstuk wordt de kostenstructuur gegeven zoals die door de aanbieder moet worden ingevuld en aangele‐ verd op basis van het eerder gegeven generieke kostenmodel. Zoals in de Inleiding aangegeven zal er onderscheid worden gemaakt voor de kosten bij de initiële aanleg en voor na‐aansluitingen. Er kunnen bij de keuze voor initiële aanleg kosten worden bespaard die leiden tot hogere kosten van de na‐aansluitingen, reden voor een zorgvuldige afweging bij het ontwerp op dit punt. De aanbieder zal op dit punt inzicht verschaffen door het kostenoverzicht op niveau A voor verschillend uitrolper‐ centages aan te leveren. Het betreffen kostenoverzichten voor: een initiële aanleg van 100% HC. Deze hypothetische uitrol zal dienen als referentie voor de werkelijke uit‐ rolscenario’s; een initiële aanleg van 30% HC; een initiële aanleg van 30% HC, uitgebreid met na‐aansluitingen tot 50% HC. Op de niveaus B en C kan worden volstaan het overzicht voor een initiële aanleg van 30% HC. De aanbieder zal aangeven of er minimum eisen zijn voor deze na‐aansluitingen. Uit efficiency overwegingen kan de aanbieder besluiten na‐aansluitingen alleen uit te rollen in groepen van een minimale omvang. B.2.1 Generiek kostenmodel In de figuur hieronder de indeling van de kosten, zoals gegeven in hoofdstuk A.2.2. Dit is de basis voor de gevraagde kostenopgave.
B.2.2 Detailuitwerking kostenmodel Bovenstaand model wordt in onderstaande paragrafen in detail uitgewerkt, gesplitst in kosten voor arbeid en kosten voor materiaal. De licht gearceerde vakken hebben geen betekenis en blijven leeg. B.2.2.1 Niveau A: Opdeling van de totale kosten In de tabel van niveau A worden de totalen van de inhoudelijke kosten en van de beheerskosten, alsmede het totale aantal aansluitingen, overgenomen uit niveau B. Verder kunnen hier de bijzondere kosten worden ingevuld. De aan‐ PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 35 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
bieder zal deze in een eigen tabel specificeren. Deze input van niveau A wordt gesommeerd op de Totaal regel tot de totalen van niveau A en daarmee van het project. Niveau A: Totale projectkosten voor het bedrijventerrein Bedrijventerrein Aantal Arbeid Materiaal Totaal Totaal
Inhoudelijke kosten
Beheerskosten
Bijzondere kosten
B.2.2.2 Niveau B: Opdeling van de inhoudelijke kosten Onderstaande tabel geeft inzicht in de opbouw van de inhoudelijke kosten per domein en totaliseert deze op de Totaal regel. Niveau B: Inhoudelijke kosten Inhoudelijke kosten Aantal Arbeid Materiaal Totaal Totaal
Pop domein
Publiek domein
Privaat domein
B.2.2.3 Niveau B: Opdeling van de beheerskosten In onderstaande tabel worden de overall projectmanagementkosten ingevuld en de totalen van de overige beheers‐ kosten overgenomen uit niveau C. Deze beide inputs worden gesommeerd op de Totaal regel tot de totalen van de Beheerskosten van niveau B. Niveau B: Beheerskosten Beheerskosten Aantal Arbeid Materiaal Totaal Totaal Projectmanagement Overige beheerskosten
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 36 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
Privaat domein
Publiek domein
PoP domein
B.2.2.4 Niveau C: Opdeling van de domeinkosten In de tabellen van de segmenten per domein worden de kosten voor arbeid en materiaal ingevuld, alsmede de aan‐ gegeven aantallen kilometers en DP’s. De kosten worden per tabel horizontaal en verticaal gesommeerd. De graaf‐ kosten voor backbone geul waarin de backbone kabel en de horizontale access kabel wordt gelegd worden opgeno‐ men in de post ‘Arbeid Backbone’. Bij de post ‘Arbeid Horizontale access worden de kosten voor het leggen uitsplit‐ sen etc. van de access opgenomen. Uiteraard worden de materiaalkosten van backbone en horizontale access ge‐ splitst opgevoerd. Niveau C: Segmentkosten PoP Aantal Arbeid Materiaal Totaal Totaal
Behuizing
Backhaul rek
Apparatuur rek
ODF
Aantal
Arbeid
Materiaal
Totaal
Aantal
Arbeid
Materiaal
Totaal
Bedrijventerrein Totaal Backbone DP Horizontale access
Bedrijventerrein Totaal Verticale access NT Op rol
B.2.2.5 Niveau C: Opdeling van de overige beheerskosten In niveau C worden de overige beheerskosten gesplitst in vier categorieën, te weten administratieve kosten (leges en degeneratie, WION, etc.), communicatie (overleg met opdrachtgever, communicatie naar de eindgebruikers, omgevingsmanagement, etc.), opstart en opleverkosten (netwerkdesign, metingen bij oplevering en na 1 jaar, etc.) en risicomanagement (verwerken vervuilde grond, etc.). Deze opsomming is niet per definitie uitputtend en kan naar behoefte door de opdrachtnemer worden aangevuld.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 37 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
Niveau C: Overige beheerskosten Overige Aantal Beheerskosten
Arbeid
Materiaal
Totaal
Administratief
Communicatie
Opstart/oplevering
Risicomanagement
Totaal
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 38 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
B.2.3 CAPEX overzicht De verschillende totalen van bovenstaande detailuitwerking zullen in onderstaand CAPEX overzicht worden opge‐ nomen. Dit CAPEX overzicht geeft inzicht in de aansluitkosten per aansluiting. Gebied :
Bedrijven‐ terrein
Capex passieve laag 1 Kerncijfers Aantal panden ( HP)
aantal
Totale Backbone lengte
meter
Totale Access lengte
meter
Gem. backbone lengte per HP
meter
Gem. access lengte per HP
meter
Aantal Distributie punten ( DP) PoP domein €
Kosten Hoofd POP
€
Kosten Sub POP Publieke domein
100% HP Materiaal
€
Arbeid
€
Totaal
€
Aanlegkosten per aansluiting Privaat domein
€ 100% HP
Materiaal
€
Arbeid
Totaal
€ € €
Aanlegkosten per aansluiting Beheerskosten Overige
€
Projectmanagement
€
Totaal Beheerskosten Totaal aanleg kosten
€
100% HC
100% HC
Publiek domein kosten
€
Privaat domein kosten
€
PoP Domein
€
Beheerskosten
€
Bijzondere kosten
€
Totaal aanleg kosten
€
Aansluitkosten per aansl
€
Totaal aanleg kosten
30% HC
Publiek domein kosten
30% HC
Privaat domein kosten
€ €
PoP Domein
€
Beheerskosten
€
Bijzondere kosten
€
Totaal aanleg kosten
€
Aansluitkosten per aansl
€
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 39 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
B.3 OPEX De aanbieder wordt gevraagd inzicht te geven op welke wijze Laag 1 van het NGA netwerk wordt beheerd en onder‐ houden en in de operationele kosten die hiermee gemoeid zijn. Deze zaken zullen in een latere fase in een SLA wor‐ den vastgelegd. Ten aanzien van het beheer en onderhoud wordt gevraagd minimaal inzicht te geven in opzet en omvang van een eventueel NOC, de inrichting van het preventieve en correctie onderhoudsproces, en de reactietij‐ den en MTTR’s voor alle elementen uit de drie domeinen. Ten aanzien van de kosten zal worden aangegeven of er kosten per activiteit in rekening worden gebracht, dan wel dat er een servicecontract wordt aangeboden voor een vaste prijs per maand of jaar. Wanneer een servicecontract wordt aangeboden zal de aanbieder aangeven welke activiteiten daarin inbegrepen zijn en wat de kosten zijn voor activiteiten die buiten het contract vallen.
B.4 Garantieregeling In de offerte zal de aanbieder zijn garantieregelingen opnemen op basis van het aan te leveren test en validatie rapport. Een specifieke garantie wordt gevraagd ten aanzien van de optische kwaliteit van het netwerk. Bij oplevering is ge‐ eist dat er een test en validatierapport wordt aangeleverd. Aanvullend daarop kan de opdrachtgever naar aanleiding van (kwaliteits)klachten eisen dat een jaar na oplevering de demping van een deel van of van alle vezels in het net‐ werk opnieuw door de opdrachtnemer worden gemeten. Wanneer er metingen significant afwijken ten aanzien van de waardes bij oplevering, zal de opdrachtnemer de oorzaak onderzoeken en daar waar nodig voor een goede wer‐ king van het netwerk reparaties uitvoeren. De kosten voor deze metingen en eventuele reparaties worden geacht integraal in de aanbieding te zijn opgenomen en worden derhalve niet apart gefactureerd.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 40 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
C.
Bijlagen en referenties
Hieronder zijn de volgende bijlages opgenomen: 1. Afkortingenlijst en definities 2. Het 3‐lagen model 3. Tiernetwerken en de hiërarchische structuur van netwerken 4. Elementen van een NGA glasvezelnetwerk 5. Referenties
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 41 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
C.1 Afkortingen en definities Afkorting
Verklaring
ACM
Autoriteit Consument & Markt
AOD
Adres Omgevings Dichtheid
Bor
Besluit Omgevings Recht, laatst bekende versie 26‐01‐2012
CAPEX
Capital Expenses
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
DP
Distributie Punt, overgangspunt tussen backbone en access netwerk.
EQF
Equipment Frame
HC
Homes Connected – aantal aangesloten panden
HP
Homes Passed – aantal panden waar de infrastructuur tot op erfgrens ligt.
IEC
International Electrotechnical Commission
ISP
Internet Service Provider
ITU
International Telecommunication Union
Laag 1
Passief netwerk
Laag 2
Actieve apparatuur
Laag 3
Diensten aanbieders
NGA
Next Generation Access
NT OPEX
Network Termination point om het private domein af te sluiten waarop de apparatuur van de dienstenaanbieder bij de klant wordt aangesloten, scheiding tussen laag 1 en laag 2. Operational Expenses
OPTA
Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit
OTDR
Optical Time‐Domain Reflectometer
PoP
Point of Presence
PtP
Point to Point
PvE
Programma van Eisen.
PvE‐NGA‐BT
Programma van Eisen ‐ Next Generation Access ‐ BuitenGebied
RFP
Request for Proposal
UAR‐GC
Uniform Administratief Reglement voor Geïntegreerde Contractvormen
UAV‐GC
Uniforme Administratieve Voorwaarden voor Geïntegreerde Contractvormen
WDM
Wavelength Division Multiplex
WION
Wet Informatie uitwisseling Ondergrondse Netten
WPON
WDM ‐ Passive Optical Network
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 42 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
C.2 Het 3‐lagen model Communicatienetwerken kennen 3 functionaliteiten die gelaagd worden voorgesteld, te weten de passieve laag 1, de actieve laag 2 en de diensten laag 3:
Diensten laag
3
Hier wordt de informatie door diensten bewerkt en als bits aan laag 2 aangeboden of ont‐ vangen. Deze diensten worden ook wel applicaties genoemd.
Actieve laag Op deze laag bevindt zich de apparatuur, vaak modems of zendontvangers genoemd, die de bits op het medium zetten en er weer af halen. 2 Passieve laag Dit is het medium waarover de bits worden verstuurd. Dit kan bijvoorbeeld de lucht zijn, zoals bij mobiele netwerken waar het signaal door de ether wordt verstuurd, of een kabel 1 van koper of glas. Voor glasvezelnetwerken wordt het 3 lagen model als volgt ingevuld:
Diensten laag
World Wide Web aangeboden. Voorbeelden: Internet acces (Cloud, surfen, email, social
networks, zorgapplicaties, Google, buienradar, e‐banking etc.), Internet telefonie en digitale
3
televisie (IP‐TV).
Actieve laag
Op deze laag bevindt zich de actieve apparatuur die de glasvezel belicht. De informatie bits worden als lichtpulsjes op de glasvezel gezet. De apparatuur bestaat uit centrale appara‐
Werkgebied van de Internet Service Provider (ISP). Hier worden de diensten van en via het
tuur: een switch en optische lijnkaarten in het Pont of Presence (PoP) en uit randappara‐
2
tuur bij de gebruiker: de Customer Premises Equipment (het CPE modem dat wordt aange‐
sloten op de glasvezel bij de abonnee in de meterkast).
Passieve laag
De geul in de grond met daarin de kabel, inclusief het huisje/kast waarin de centrale appa‐ ratuur wordt opgesteld (Point of Presence (PoP)). Hiertoe behoort ook het Optical Distribu‐
1
tion Frame in de PoP waarop de glasvezels één voor één worden afgemonteerd.
Per netwerk laag kent een glasvezelnetwerk verschillende elementen, netwerkonderdelen 1. De passieve laag 1 onderscheidt drie aparte onderdelen: a.
Het onderkomen voor de centrale apparatuur, Point of Presence of PoP genaamd;
b.
De backbone, het gemeenschappelijke deel van het netwerk bestaande uit geulen met daarin de buizen
c.
Het access netwerk bestaande uit de individuele glasvezel die vanuit het distributiepunt naar de meterkast
(ducts) met glasvezelkabel, manholes en distributiepunten en; loopt. 2.
De actieve laag 2 onderscheidt als elementen: a.
De centrale apparatuur in de PoP bestaande uit een switch die het netwerk verbindt met het Internet;
b.
De belichtingsapparatuur van de lijnkaarten die het datasignaal op de vezel zet en ervan af haalt en;
c.
De CPE (Customer Premises Equipment, het modem dat wordt aangesloten op de glasvezel bij de abonnee) in de meterkast.
3. Laag 3 kent niet zozeer vaste onderdelen, maar wel verschillende soorten diensten die vooral een scheiding kennen tussen zakelijke diensten en diensten van een consumenten‐ISP. PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 43 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
C.3 Tiernetwerken en de hiërarchische structuur van netwerken In deze bijlage wordt kort samengevat hoe de organisatiestructuur van telecomnetwerken eruit ziet. Men onder‐ scheidt verschillende hiërarchische niveaus, Tiers genaamd. Het onderste niveau, Tier 4 of access netwerk ge‐ naamd, is het onderste netwerk dat bij de gebruiker in de meterkast eindigt. Dit bestaat uit koperen telefoon‐ draadjes, koperen coaxkabel of glasvezel. Bij mobiele netwerken gaat de verbinding door de lucht. De hogere lagen van al deze netwerken zijn verglaasd en maken gebruik van WDM, een multiplextechniek die meerder kana‐ len in de vorm van kleuren over dezelfde verbinding transporteert, net als radio en tv. Telecommunicatienetwerken, hetzij telefonie, kabel of internet netwerken, zijn hiërarchisch opgebouwd. Dat wil zeggen dat zij meerdere niveaus, levels, kennen met ieder hun eigen functie en opzet. Deze niveaus worden Tiers genoemd. Er worden 4 niveaus onderscheiden: Tier 1 is het internationale netwerk, dat de toegang van en naar het internationale netwerk biedt; Tier 2 is het landelijke netwerk tussen de steden; Tier 3 is het netwerk in de steden; Tier 4 is de verbinding van de laatste switch naar de gebruiker. In onderstaande figuur is dat voor een glasvezelnetwerk, waarbij de laatste switch een PoP is, weergegeven.
Binnen iedere Tier zijn er meerdere centrales of switches die onderling verbonden zijn met zogenaamde horizontale verbindingen. De Tiers zijn onderling verbonden met verticale verbindingen. Alle verbindingen zijn tegenwoordig van glasvezel met uitzondering van de verticale verbindingen van de onderste Tier 4, het zogenaamde access netwerk. Daar is de verbinding naar de gebruiker, afhankelijk van het soort netwerk, op verschillende manieren gerealiseerd. Dit wordt ook vaak de ‘the last mile’ genoemd. Voorbeelden van verschillende soorten access netwerken zijn te vinden bij de verschillende typen netwerken: Bij mobiele netwerken wordt gebruik gemaakt van de draadloze verbinding tussen het mobieltje en het basis‐ station; PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 44 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
Bij de kabelnetwerken is Tier 4 deels glas tot de grijze kast op de hoek van de straat en van daar af van coax kabel naar het pand. Dit wordt ook wel HFC, hybrid‐fiber‐coax, genoemd; In het telefonienetwerk bestaat het uit de twee koperdraadjes vanuit de laatste centrale naar de meterkast, waarover ADSL of VDSL wordt geleverd. KPN/Reggefiber heeft nu 2 miljoen woningen van glasvezel tot in de meterkast voorzien en is daarmee het enige 100% glasvezelnetwerk. KPN heeft medio 2014 besloten om ook een hybride vorm te introduceren dat HFT ge‐ noemd zou kunnen worden, hybrid‐fiber‐twowire. Daarin wordt glas gelegd tot aan een verdeelkast op de hoek van de straat. Vanuit deze verdeelkast gaat het ADSL of VDSAL signaal over de twee koperdraadjes naar de wo‐ ning.
De combinatie van het tiermodel en het 3‐lagen model is wat ingewikkelder. Elke tier kent een laag 1 en een laag 2. De diensten laag 3 kan door de gebruiker vanuit tier 4 via meerdere hogere tiernetwerken worden bereikt, afhanke‐ lijk van het feit of de betreffende dienst via een lokale, nationale of een internationale server is te bereiken. Het glasvezel netwerk voor het buitengebied is een Tier 4 Next Generation Acces netwerk (NGA).
Figuur 1. Tiernetwerken en de 3 ‐lagen structuur
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 45 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
C.4 Elementen van een NGA glasvezelnetwerk Deze laag 1 kent de volgende elementen: backhaul, PoP, backbone, distributiepunt (DP), acces en bedrijfsaanslui‐ ting. Afhankelijk van de gekozen opzet kan de access worden onderverdeeld in een horizontaal en een verticaal deel, zie onderstaande figuur. Deze opzet staat in detail toegelicht in bijlage C.4.
In de PoP komen de kabels binnen met daarin de vezels die doorlopen tot in de meterkast van het pand. Ook de kabel met de zogenaamde backhaul verbinding naar de dienstenaanbieder, ook wel Internet Service Provider (ISP) genaamd, kan in de PoP binnenkomen. Bij de aanleg wordt de locatie van de PoP gekozen en worden de backbone geulen naar de DP’s gegraven. Hierin worden de backbone kabels gelegd. De kabels kennen verschillende maten en technieken kunnen tot enkele hon‐ derden vezels bevatten. De vezels kunnen van meerdere types zijn, ieder met hun specifieke kenmerken. Het DP kan ingegraven worden of als een bovengrondse verdeelkast worden neergezet. In het DP worden de back‐ bone vezels doorgezet op de access vezels. Vanuit het DP gaan de horizontale access kabels via de backbone geul naar de erfgrens. Hier worden de verticale access kabels afgesplitst die via de access geul over private grond naar het pand gaan, waarna de vezels worden afgemonteerd in de meterkast.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 46 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
C.5 Referenties Telecomwet ITU G.959.1 UAV 2012
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 47 –
Programma van Eisen voor de passieve infrastructuur van een NGA glasvezelnetwerk op het bedrijventerrein
C.6 Colofon Opdrachtgever(s): Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Provincie Overijssel Auteurs: Ing. Hans Brons – IBFN B.V. Ir. Erik Kwak – IBFN B.V. Datum: 15 oktober 2014 Versienr: 2.0 Voor vragen over deze publicatie kunt u zich wenden tot: Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Postbus 3240 5003 DE Tilburg T +31 (0)88 83 111 20 F +31 (0)88 83 111 21 E [email protected] Deze publicatie dient uitsluitend ter informatie. De inhoud is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand ge‐ komen. De opdrachtgevers en auteurs aanvaarden echter geen enkele verantwoordelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden in deze publicatie.
PvE-NGA-BT
Versie: 2.0
- 48 –