Gezond opgroeien in AMELAND 2012
Inhoudsopgave jaarrapportage JGG Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Medewerkers gemeentelijk JGZ team Ameland...................................................................................... 4 Monitor jeugdgezondheid ........................................................................................................................ 5 Gezond gewicht ................................................................................................................................... 5 Genotmiddelen..................................................................................................................................... 8 Opvoeden en opgroeien .................................................................................................................... 11 Depressieve gevoelens bij jongeren.................................................................................................. 15 Ontwikkeling....................................................................................................................................... 15 Risicogroepen opgroeien en opvoeden ............................................................................................. 17 Conclusies en aanbevelingen ............................................................................................................... 18 Overgewicht ....................................................................................................................................... 18 Alcoholgebruik jongeren .................................................................................................................... 18 Psychosociale problematiek en opvoedings- en opgroeiproblemen ................................................. 19 Algemeen ........................................................................................................................................... 19
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
2
Inleiding De zorg voor jeugd in Nederland is volop in beweging. De gemeenten hebben hierin een centrale rol met nieuwe taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Te denken valt aan de transitie/ transformatie van de jeugdzorg, het Passend Onderwijs en de wet Werken naar Vermogen. Ook de jeugdgezondheidszorg GGD Fryslân heeft de komende jaren – naast de opdracht tot bezuiniging – met deze veranderingen te maken. Centraal blijft staan: de gezonde en veilige ontwikkeling voor alle kinderen in hun eigen context. De koers van de jeugdgezondheidszorg bij deze veranderingen richt zich op: • Werken vanuit de Centra voor Jeugd en Gezin • Vraaggericht werken, waarbij het enerzijds gaat om de vraag van ouders en jongeren, en anderzijds op de vraag van de gemeenten • De eigen kracht en zelfredzaamheid van ouders/ jongeren • Regie op de samenwerking • Flexibiliteit van het aanbod, o.a. een meer flexibel aanbod van contactmomenten • Gebruik van sociale media • Informatievoorziening voor gemeenten Eén van de bronnen van informatie voor gemeenten zijn de gemeentelijke jaarrapportages jeugd. Hierin krijgt de gemeente cijfermatige informatie over: • Gezond gewicht, overgewicht en obesitas • Genotmiddelen gebruik (alcohol, roken, drugs) • Opvoeden en opgroeien • Ontwikkelingsachterstanden Voor u ligt de vijfde jaarrapportage over de gezondheid van de jeugd in uw gemeente. Naast de cijfermatige informatie leest u hierin ook de ervaringen van de JGZ-medewerkers rondom de vier genoemde thema’s en eventuele aanbevelingen. De informatie kunt u gebruiken voor het beleid ten aanzien van het CJG en voor het gezondheids- en jeugdbeleid in uw gemeente. Dat investeringen in de jeugdgezondheidszorg effectief zijn blijkt uit een onlangs verschenen rapport 1 ‘Kosteneffectiviteit van de jeugdgezondheidszorg’ : Iedere euro die jaarlijks in de jeugdgezondheidszorg wordt geïnvesteerd levert elf euro op! Ik wens u veel plezier bij het lezen van deze rapportage. Voor opmerkingen of vragen kunt u terecht bij uw regiomanager. Engelien Zeinstra Regiomanager jeugdgezondheidszorg GGD Fryslân Telefoon 088-22 99 517 E-mail:
[email protected]
1
Verdonck, Klooster & Associates in opdracht van Actiz: Kosteneffectiviteit van de jeugdgezondheidszorg; maart 2012
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
3
Medewerkers gemeentelijk JGZ team Ameland Het team jeugdgezondheidszorg dat werkt in de gemeente Ameland bestaat uit: • • • • • • •
Joke Beekema, verpleegkundige JGZ 0-12 jaar Marja Braaksma, assistente 4-19 jaar Veerle Heeren, arts JGZ 4-19 jaar Froukje Houtstra, arts JGZ 0-12 jaar Martina Hut, pedagoog Pietje Ruygh, cb-assistente Liesbeth Zandberg, verpleegkundige JGZ 4-19 jaar
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
4
Monitor jeugdgezondheid Voorheen informeerde de monitor jeugdgezondheid u over de gezondheid van de jeugd in uw gemeente in het voorgaande jaar. Vorig jaar heeft u al kennis gemaakt met het feit dat gegevens van een aantal schooljaren waren samengevoegd. Ook dit jaar is weer voor deze methodiek gekozen. U wordt geïnformeerd over gezondheid van schoolgaande kinderen en jongeren in de schooljaren 20082009, 2009-2010 en 2010-2011. Deze informatie is verzameld tijdens gezondheidsonderzoeken bij leerlingen van groep 2 en 7 van het basisonderwijs, klas 1 en 3 van het vmbo en klas 2 havo/vwo. Voor uw gemeente zijn in bovengenoemde periode helaas onvoldoende (bruikbare) gegevens voor klas 2 havo/vwo verzameld om resultaten op gemeenteniveau verantwoord te kunnen weergeven. De informatie over gezondheid van de jeugd in uw gemeente wordt gepresenteerd als het totaal van deze drie schooljaren en wordt vergeleken met provinciale percentages over dezelfde periode. Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes. Trends worden op provinciaal niveau gepresenteerd, waar mogelijk ook op het niveau van de JGZregio waar uw gemeente onder valt. Op gemeenteniveau zijn de aantallen kinderen/jongeren helaas veelal te klein om een trend te kunnen signaleren. Reden hiervoor is onder andere dat een deel van de ouders geen toestemming geeft om gegevens uit de contactmomenten te gebruiken voor ander onderzoek (varieert per contactmoment (3%-7%)). Ook is een deel van de vragenlijsten niet voldoende ingevuld en daardoor onbruikbaar voor verder onderzoek. In de monitor zijn ook gegevens opgenomen afkomstig van de tussen begin 2009 en eind 2011 afgenomen vragenlijsten Stevig Ouderschap. Deze vragenlijst wordt kort na de geboorte van een kind aan de ouders voorgelegd. Daarnaast is in oktober 2010 gestart met de bevindingenregistratie op het consultatiebureau bij kinderen van 27 en 36 maanden. Deze gegevens worden op provinciaal niveau weergegeven. Dit heeft, naast eerder genoemde redenen, te maken met aanloopproblemen en het feit dat sommige problematiek (bijvoorbeeld ontwikkelingsachterstand) op zo’n jonge leeftijd zeer weinig wordt geconstateerd. Gegevens uit de monitor jeugdgezondheid worden nogal eens gerelateerd aan een mogelijk effect van een bepaalde interventie. Het is goed te beseffen dat een 1 op 1 relatie tussen de interventie en het effect niet eenvoudig is aan te tonen. Als bijvoorbeeld gekeken wordt naar het effect van de alcoholvoorlichting tijdens het 5 minuten gesprek in groep 7, kan een eventuele daling in alcoholgebruik ook door andere interventies en maatregelen zijn veroorzaakt. Hierbij valt te denken aan de invloed van alcoholbeleid op school, beleid ten aanzien van drank/zuipketen in uw gemeente, de verkoop van alcohol aan kinderen onder de 16 jaar of het handhaafbeleid van uw gemeente. Resultaten die opvallen en significant (niet toevalsgerelateerd) zijn worden in de tekst beschreven.
Gezond gewicht Kinderen en jongeren met overgewicht hebben een grotere kans op overgewicht op volwassen leeftijd. Ook hebben ze een aanzienlijke kans om later suikerziekte, hoge bloeddruk, hartvaatziekten, kanker of gewrichtsproblemen te ontwikkelen. Dit geldt nog meer bij kinderen en jongeren met ernstig overgewicht (obesitas). Maar op jonge leeftijd kan het overgewicht ook al problemen geven: klachten van voeten, knieën, benen of rug, gepest worden, niet goed mee kunnen doen met gymnastiek, sporten spelactiviteiten en weinig zelfwaardering. In onderstaande figuren wordt het percentage kinderen en jongeren met overgewicht in uw gemeente vergeleken met de rest van Fryslân. De Body Mass Index (BMI) is als maat voor het gewicht gebruikt.
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
5
Overgew icht en ernstig overgew icht (obesitas) Gem eente Am eland 14% 12%
2%
10% 8% 6% 4%
6% 2% 10% 7%
6%
Groep 7
Klas 1 vmbo
2% 0% Groep 2 (matig) overgew icht
ernstig overgew icht (obesitas)
Overgew icht en ernstig overgew icht (obesitas) Provincie Fryslân 20% 3%
15% 3% 10% 5%
2%
2% 12%
15% 9%
8%
0% Groep 2
Groep 7 (matig) overgew icht
Klas 1 vmbo
Klas 2 havo/vw o
ernstig overgew icht (obesitas)
Overgew icht en ernstig overgew icht (obesitas) Provincie Fryslân 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
1%
1%
6%
7%
27 maanden
36 maanden
(matig) overgew icht
ernstig overgew icht (obesitas)
Bij vrijwel alle kinderen en jongeren met overgewicht wordt door de JGZ actie ondernomen in de vorm van advies, begeleiding of verwijzing naar huisarts, diëtist of kinderarts. De verpleegkundigen en artsen JGZ hebben een training motiverende gespreksvoering gevolgd om in de contacten met kind, ouder of jongere het onderwerp gezond gewicht bespreekbaar te maken.
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
6
Trend overgewicht In onderstaande figuur is het percentage kinderen en jongeren met overgewicht in Fryslân gedurende de afgelopen drie schooljaren gepresenteerd. In het basisonderwijs stabiliseert het aantal kinderen met overgewicht. In het voortgezet onderwijs zijn de verschillen opmerkelijk tussen vmbo-leerlingen en havo/vwo-leerlingen. In Regio 4 valt vooral het verloop in groep 7 op. Overgew icht 2008-2011 groep 2, groep 7, klas 1 vm bo en klas 2 havo/vw o Provincie Fryslân
25% 20% 15% 10% 5% 0% 2008-2009 Groep 2
2009-2010 Groep 7
2010-2011
Klas 1 vmbo
Klas 2 havo/vw o
Overgew icht 2008-2011 groep 2, groep 7 en klas 1 vm bo Regio 4
25% 20% 15% 10% 5% 0% 2008-2009
2009-2010 Groep 2
Groep 7
2010-2011 Klas 1 vmbo
Lid van een sportclub Sporten in clubverband kan positieve effecten hebben op de (sociale) ontwikkeling en gezondheid (onder andere gewicht) van kinderen en jongeren. Door sport ontwikkelen kinderen ook andere talenten zoals de sociale omgang, organisatievermogen, verantwoordelijkheidsgevoel en leiderschap. In Fryslân is 78% van de leerlingen van groep 7 van het basisonderwijs lid van een sportclub. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs is dit iets minder (68%). De voorgaande drie schooljaren is voor heel Fryslân het percentage kinderen en jongeren dat lid is van een sportvereniging ongeveer gelijk gebleven. In onderstaande figuur is het percentage kinderen (groep 7 basisonderwijs) en jongeren (klas 1 en 2 voortgezet onderwijs) uit uw gemeente dat lid is van een sportvereniging, vergeleken met de rest van Fryslân.
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
7
Lid van sportclub groep 7 BaO en onderbouw VO 100% 80%
85%
78%
72%
60%
68%
40% 20% 0% Groep 7 BaO
Klas 1/2 VO Ameland
Fryslân
Voor kinderen en jongeren die opgroeien in een gezin met een ‘smalle beurs’ kunnen financiën een belemmering vormen om te sporten. Onderstaande figuur toont op Fries niveau voor specifieke risicogroepen het percentage kinderen en jongeren met een lidmaatschap van een sportvereniging in vergelijking met leeftijdsgenoten die niet tot een dergelijke risicogroep behoren. Lid van sportvereniging groep 7 BaO en onderbouw VO Friese percentages voor drie belangrijke doelgroepen 100% 80% 79%
60% 40%
69%
82%
80% 69%
69%
68% 59%
56%
75%
63%
53%
20% 0% éénouder
anders
gezinssamenstelling
Nederlands
Niet w esters
etniciteit Groep 7 BaO
laag
hoog
opleidingsniveau blauw =ouders/rood=leerling
Klas 1/2 VO
Genotmiddelen De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de jeugd in Fryslân veel alcohol drinkt. De gevolgen voor de openbare orde en veiligheid (agressie en vandalisme) en de gezondheidsrisico’s (o.a. vermindering van de hersenfuncties, aandacht en geheugen, onveilig vrijen en verslaving) zijn voor veel gemeenten reden om in te zetten op het terugdringen van het alcoholgebruik door jongeren. Zoals bekend verhoogt roken de kans op hart- en vaatziekten en longkanker. Jongeren die op jonge leeftijd al roken kunnen hier makkelijk aan verslaafd blijven. Om alcoholgebruik en roken in kaart te brengen zijn voorafgaand aan de gezondheidsonderzoeken de jongeren uit klas 1 vmbo en klas 2 havo/vwo schriftelijk bevraagd naar het alcoholgebruik in de afgelopen week, het drinken van minstens 5 glazen alcohol bij tenminste een gelegenheid in de afgelopen vier weken (het zogeheten bingedrinken) en het dagelijks of wekelijks roken. In onderstaande tabel worden het alcoholgebruik en het roken door de jongeren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs in uw gemeente vergeleken met hun leeftijdsgenoten elders in Fryslân.
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
8
Roken en drinken in klas 1 vm bo
14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
7% 5% 3%
3%
0% rookt w ekelijks/dagelijks
alcohol gedronken in afgelopen 4 w eken Ameland
4%
bingedrinken afgelopen 4 w eken
Fryslân
Trend alcoholgebruik en roken Onderstaande figuren laten op provinciaal en regionaal niveau de trend zien voor alcoholgebruik en roken. Alcoholgebruik lijkt in het algemeen te zijn afgenomen in de afgelopen drie schooljaren. Het percentage jongeren dat wekelijks/dagelijks rookt is laag, maar lijkt lichtelijk toe te nemen. De laatste inzichten over de risico’s op hersenbeschadiging door alcoholgebruik hebben geleid tot de volgende richtlijnen voor jongeren: beneden de 16 jaar drink géén alcohol 16 jaar of ouder drink alleen alcohol in het weekend en daarnaast maximaal nog twee dagen per week; jongens maximaal twee standaardglazen alcohol op die dagen; meisjes maximaal één standaardglas alcohol op die dagen.
Trend roken en drinken in de onderbouw van het voortgezet onderw ijs Provincie Fryslân 14% Ro o kt wekelijks/dagelijks vmbo
12% Ro o kt wekelijks/dagelijks havo /vwo
10% 8%
A lco ho l gedro nken in afgelo pen 4 weken vmbo
6% 4%
A lco ho l gedro nken in afgelo pen 4 weken havo /vwo
2%
B ingedrinken afgelo pen 4 weken vmbo
0%
B ingedrinken afgelo pen 4 weken havo /vwo
2008-2009
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
2009-2010
2010-2011
9
Trend roken en drinken in de onderbouw van het voortgezet onderw ijs Regio 4 14% 12% 10%
Ro o kt wekelijks/dagelijks vmbo
8%
A lco ho l gedro nken in afgelo pen 4 weken vmbo
6%
B ingedrinken afgelo pen 4 weken vmbo
4% 2% 0% 2008-2009
2009-2010
2010-2011
Overmatig alcoholgebruik en ongewenst gedrag De jongeren uit klas 3 vmbo (14-16 jaar) die in de afgelopen vier weken minstens vijf glazen alcohol bij tenminste een gelegenheid hebben gedronken (bingedrinken) zijn vergeleken met leeftijdsgenoten van het vmbo die niet of weinig alcohol drinken. Bingedrinkende jongeren scoren in vergelijking met leeftijdsgenoten die niet of weinig alcohol drinken, bovenmatig op recent hasj/wiet gebruik, ooit gebruik van xtc, cocaïne of speed, het bekladden of vernielen van dingen en het pikken van dingen van anderen of uit winkels (zie onderstaande figuur). Ongew enst gedrag in relatie tot (binge)drinken klas 3 vm bo 30% 25%
28%
20% 15% 10% 5%
14%
12% 1%
2%
0%
6%
1%
0% Gebruikt hasj of w iet
Heeft w el eens xtc, Bekladt of vernielt w el Pikt w el eens dingen cocaïne of speed eens dingen van anderen of uit gebruikt w inkels Bingedrinker
Niet of w einig drinker
Alcoholgebruik en leeftijd Onderstaande figuur laat zien hoe alcohol- en drugsgebruik onder jongeren toeneemt met het stijgen van de leeftijd.
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
10
Alcohol en drugsgebruik naar leeftijd 100% 80%
A lco ho l gedro nken in afgelo pen 4 weken
60%
B ingedrinken afgelo pen vier weken
40%
Drinkt wel eens meer dan 20 glazen alco ho l per week Gebruikt hasj o f wiet
20%
Heeft wel eens xtc, co caïne o f speed gebruikt
0% 14 jaar (of jonger)
15 jaar
16 jaar en ouder
Opvoeden en opgroeien De meeste kinderen groeien op in goede omstandigheden. Vergeleken met andere Europese landen geven Nederlandse kinderen en jongeren relatief vaak aan gelukkig te zijn. En ook veel ouders zijn tevreden over het verloop van de opvoeding. Maar opgroeien en opvoeden gaat niet vanzelf. Ouders kunnen opvoedingsvragen hebben of het gevoel hebben de opvoeding niet goed aan te kunnen. Door voorlichting en advisering, ondersteuning en begeleiding kan voorkomen worden dat opvoedingsvragen tot opvoedingsproblemen of een opvoedingscrisis leiden. Ook jongeren kunnen worstelen met opgroeivragen, onzekerheden, faalervaringen, onzeker toekomstperspectief, sociaal isolement of de groepsdruk van leeftijdsgenoten. Ondersteuning en begeleiding dichtbij de jongere kunnen helpen opgroeiproblemen te voorkomen. Indicatie Stevig Ouderschap In de eerste weken na de geboorte wordt de ouders gevraagd een vragenlijst Stevig Ouderschap in te vullen. Met deze vragenlijst worden risicofactoren voor opvoedingsproblematiek in kaart gebracht. De verpleegkundige JGZ bepaalt met behulp van de vragenlijst of ouders de interventie Stevig Ouderschap krijgen aangeboden. Stevig Ouderschap is een programma voor opvoedingsondersteuning aan ouders met een verzwaarde belasting voor het ouderschap. De figuur toont het percentage gezinnen in uw gemeente en in Fryslân dat in de periode 2009-2011 in aanmerking kwam voor Stevig Ouderschap. Percentage ouders m et indicatie Stevig ouderschap 20%
15% 14% 10% 9% 5%
0% Ameland
Fryslân
Ouders die opvoedingsondersteuning krijgen aangeboden in de vorm van Stevig Ouderschap blijken relatief vaker (5 keer) in een onveilige buurt (onrustig, slecht onderhouden) te wonen of van allochtone afkomst te zijn (4 keer vaker). Ook heeft de moeder vaker gerookt tijdens de zwangerschap (3 keer) of verblijft het kind in ruimten waar regelmatig wordt gerookt (10 keer vaker). In de figuur staat in welke
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
11
mate een bepaalde risicofactor voorkomt in uw gemeente en in de rest van Fryslân onder ouders die een vragenlijst Stevig Ouderschap hebben ingevuld. Risicofactoren bij Stevig Ouderschap 20% 15% 10% 9%
11% 7%
5% 2%
4%
7%
1%
0% 0% Onveilige buurt/w oonsituatie
Roken tijdens zw angerschap
Meeroken kind
Ameland
Niet w esters
Fryslân
Opvoedingsadvies, opvoedingsondersteuning en gespecialiseerde hulpverlening vanwege gedrag of opgroeiomstandigheden Wanneer kinderen of jongeren door hun gedrag niet goed kunnen functioneren in sociale situaties thuis, op school of tussen leeftijdsgenoten, dan is sprake van een psychosociaal probleem. Deze problematiek hangt vaak samen met omgevingsfactoren als verwaarlozing, mishandeling, echtscheiding of gepest worden. Of het hangt samen met kindfactoren als ADHD, moeilijk temperament, contactstoornis of een ontwikkelingsstoornis. Psychosociale problemen bij kind of jongere verzwaren de opvoedingstaak van ouders. Vaak is dan ondersteuning bij de opvoeding en/of hulpverlening voor het kind nodig. Bij ongunstige opgroeiomstandigheden is meestal opvoedingsondersteuning of hulp nodig. De JGZ registreert tijdens de vaste contactmomenten het voorkomen van psychosociale problemen en ongunstige opgroeiomstandigheden. De arts of verpleegkundige bepaalt in deze situaties of er behoefte is aan opvoedingsadvies, opvoedingsondersteuning (door bijvoorbeeld pedagoog, verpleegkundige of maatschappelijk werk), of behoefte aan gespecialiseerde hulpverlening (door bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, AMK, GGZjeugd). Deze indeling sluit aan op functies die in het kader van de WMO bij gemeenten zijn belegd. Onderstaande figuren tonen het percentage kinderen en jongeren waarbij de arts of verpleegkundige JGZ tijdens een gezondheidsonderzoek opvoedingsadvies, opvoedingsondersteuning of gespecialiseerde hulpverlening nodig vond. De eerste drie figuren hebben betrekking op psychosociale problematiek, de volgende drie gaan over ongunstige opgroeiomstandigheden. Uw gemeente wordt hierbij vergeleken met de problematiek in de provincie Fryslân. Van de kinderen van 27 en 36 maanden worden alleen de provinciale percentages weergegeven. Oordeel JGZ over psychosociale problem atiek Gem eente Am eland
50% 3%
40%
gespecialiseerde hulpverlening
30% 20% 10%
0%
2%
17%
o pvo edingso ndersteuning o pvo edingsadvies
3%
10%
16%
12%
Groep 2
Groep 7
19%
0%
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
Klas 1 vmbo
12
Oordeel JGZ over psychosociale problem atiek Provincie Fryslân 50% 40% 30%
2% 7%
6%
5%
10%
9%
gespecialiseerde hulpverlening
20% 10%
26%
20%
20%
Groep 7
Klas 1 vmbo
2%
o pvo edingso ndersteuning
6%
o pvo edingsadvies
15%
0% Groep 2
Klas 2 havo/vw o
Oordeel JGZ over psychosociale problem atiek Provincie Fryslân 15%
0% 2%
1%
10% gespecialiseerde hulpverlening
3%
o pvo edingso ndersteuning o pvo edingsadvies
10%
5%
7% 0% 27maanden
36 maanden
Oordeel JGZ over ongunstige opgroeiom standigheden Gem eente Am eland 40% 30% 1% 3%
20% 1% 1% 10% 13%
0% 2%
gespecialiseerde hulpverlening o pvo edingso ndersteuning o pvo edingsadvies
20%
9%
0% Groep 2
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
Groep 7
Klas 1 vmbo
13
Oordeel JGZ over ongunstige opgroeiom standigheden Provincie Fryslân 40% 30% 1% 20% 10%
3% 6%
6%
gespecialiseerde hulpverlening
2% 6%
1% 4%
16%
15%
14%
11%
Groep 2
Groep 7
Klas 1 vmbo
Klas 2 havo/vw o
o pvo edingso ndersteuning o pvo edingsadvies
0%
Oordeel JGZ over ongunstige opgroeiom standigheden Provincie Fryslân 10%
0%
0% 2%
5%
2%
gespecialiseerde hulpverlening o pvo edingso ndersteuning o pvo edingsadvies
4%
5%
0% 27 maanden
36 maanden
Gebruik van vragenlijsten voor het signaleren van psychosociale problematiek Om psychosociale problematiek sneller te signaleren gebruikt de JGZ tijdens de vaste gezondheidsonderzoeken gevalideerde vragenlijsten over gedrag. Afhankelijk van de leeftijd vult óf de ouder óf de jongere zelf voorafgaand aan het gezondheidsonderzoek de vragenlijst in. In groep 7 van het basisonderwijs gebruikt de JGZ de schriftelijke SDQ-vragenlijst. De totaalscore op deze vragenlijst geeft een indicatie voor geen psychosociale problematiek, mogelijk psychosociale problematiek (borderline score) of grote kans (95%) op psychosociale problematiek (klinische score). In het gesprek met ouder en kind wordt nagegaan of er een psychosociaal probleem is en wordt advies gegeven of zo nodig verwezen. Onderstaande figuur toont het percentage kinderen uit groep 7 van het basisonderwijs met een borderline of klinische score op de SDQ-vragenlijst. De percentages in uw gemeente zijn vergeleken met de rest van Fryslân.
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
14
Percentages SDQ scores van -door ouder(s) gesignaleerdepsychosociale problem atiek 20% 15% 3%
klinische sco re (waarschijnlijk pro bleem)
9%
10%
bo rderline sco re (mo gelijk pro bleem)
11%
5%
7%
0% Ameland
Fryslân
Depressieve gevoelens bij jongeren Een depressie houdt in dat iemand zich voor langere tijd neerslachtig voelt en zijn interesse en plezier in gewone dagelijkse dingen heeft verloren. Ongeveer 5% van de Nederlands jongeren tussen de 13 en 17 jaar heeft het voorgaande half jaar een depressieve stoornis gehad. Jongeren met uitgesproken depressieve gevoelens hebben een verhoogde kans op een depressie op volwassen leeftijd. Een depressie op jongere leeftijd kan de sociale omgang met leeftijdsgenoten en de schoolprestaties verminderen. In onderstaande figuur zijn de jongeren uit klas 3 vmbo die aangeven zich soms (7,7%) of vaak (1,4%) depressief of somber te voelen, vergeleken met de klasgenoten die aangeven geen problemen van depressieve aard te hebben. Indicatieve antw oorden van jongeren op vragen uit de KIVPA in relatie tot depressiviteit
50%
46% 42%
40%
35% 29%
30% 20%
22%
20% 10%
19%
16%
4%
7% 3%
3%
17%
14% 8%
7% 2%
1%
7%
5%
7% 4%
1%
4%
0% Eigen gezondheid niet (zo) goed
Thuis niet leuk
Niet goed kunnen praten met ouders
Weinig vrienden
Niet tevreden met uiterlijk
Wordt gepest
Onvrijwillige seksuele ervaring
Geen pro blemen van depressieve aard
M oe of lusteloos
Hoofdpijn vanwege spanningen
Problemen met et en
Onbestemd verdrietig
Eenzaam
So mber o f depressief
In Fryslân zetten veel gemeenten in het kader van gemeentelijk gezondheidsbeleid in op depressiepreventie. De JGZ ondersteunt dit beleid met extra zorg voor de jongeren met deze klachten door middel van een risicotaxatie, ondersteunen van zelfzorg van de jongere, en versterken van het eigen sociale netwerk van de jongere met leeftijdsgenoten. Daarnaast kan in samenwerking met het Zorg Advies Team van de school en schoolmaatschappelijk werk, de mentor de jongere extra ondersteunen. Zo nodig wordt verwezen naar gespecialiseerde hulpverlening.
Ontwikkeling Op jonge leeftijd hangt de ontwikkeling van een kind (psychosociaal, cognitief, sociaal, motorisch en spraak en taal) samen met de in aanleg aanwezige mogelijkheden van een kind, de opgroeisituatie, de lichamelijke groei en gezondheid en de zintuigen. Meisjes ontwikkelen zich op jonge leeftijd gemiddeld iets sneller dan jongens. Jonge kinderen kunnen een licht ongelijkmatig ontwikkelingsprofiel hebben waarbij lichte achterstanden later kunnen worden ingelopen. Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
15
Vanaf de geboorte wordt de ontwikkeling van een kind nauwkeurig gevolgd door de JGZ en vindt zo nodig advies of verwijzing naar bijvoorbeeld CB+ of VTO-team plaats. Tijdens het gezondheidsonderzoek in groep 2 van de basisschool wordt de ontwikkeling van een kind door de arts JGZ beoordeeld in samenhang met lichamelijke gezondheid, zintuigen en opgroeisituatie. In onderstaande figuur staat het percentage kinderen uit groep 2 van de basisschool bij wie de arts JGZ een achterstand in de motorische, de spraak- en taal en/of de algemene ontwikkeling signaleert. Motoriek:
ontwikkeling van grove motoriek tenminste zes maanden achter ten opzichte van de leeftijd en/of sterk afwijkende handmotoriek; Spraak en taal: taalontwikkeling tenminste zes maanden achter ten opzichte van de leeftijd en/of matig tot ernstige articulatieproblemen; Algemeen: achterstand van één jaar of meer op tenminste twee van de volgende gebieden: motoriek, spraak/taal, lichamelijke rijping, emotionele en psychosociale ontwikkeling of cognitief functioneren. Ontw ikkelingsachterstand groep 2 BaO 10% 10%
9% 9%
5% 5%
4% 2% 0% motoriek
spraak/taal Ameland
algemeen
Fryslân
De spraak/taal ontwikkelingsachterstand komt relatief minder vaak voor bij kinderen uit groep 2 op Ameland vergeleken met de rest van Fryslân. Naast ontwikkelingsachterstanden bij kinderen uit groep 2 van de basisschool, worden sinds oktober 2010 ook bij het contactmoment 27 maanden de ontwikkelingsachterstanden geregistreerd. Onderstaande figuur laat zien dat vooral de spraak/taal achterstand nog wel eens voorkomt. Ontw ikkelingsachterstand 27 m aanden Friese percentages 10% 9%
5%
2%
2%
0% motoriek
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
spraak/taal
algemeen
16
Kinderen afkomstig uit eenoudergezinnen, gezinnen met een laag opleidingsniveau van de moeder en kinderen uit allochtone gezinnen hebben een verhoogd risico op ontwikkelingsachterstanden. Onderstaande figuur laat zien dat een achterstand in de spraak- en taalontwikkeling relatief veel voorkomt bij vijfjarige kinderen van moeders met een laag opleidingsniveau (15%) en vijfjarigen met niet westerse allochtone ouders (19%). Ontw ikkelingsachterstand groep 2 BaO Friese percentages voor drie belangrijke doelgroepen 20% 19 %
15%
15 % mo to riek
10%
11%
12 %
12 % 9%
8% 9%
9%
9% 9%
5% 5%
spraak/taal 10 %
algemeen
8% 8%
8%
5%
4%
0% ééno uder
anders
gezinssamenstelling
Nederlands
Niet westers
etniciteit
laag
ho o g
o pleidingsniveau o uders
Risicogroepen opgroeien en opvoeden Sociaaleconomische status en gezondheid Een lagere sociaaleconomische status heeft effecten op de gezondheid, opgroeien en opvoeden. Een lage SES geeft op de kinderleeftijd meer risico op overgewicht, ongevallen, luchtwegklachten, behoefte aan opvoedingsondersteuning, onvoldoende tandzorg, alcoholgebruik, roken en gedragsproblemen. Meisjes vertonen vaker depressieve klachten terwijl jongens meer agressie laten zien. Kinderen kunnen geïsoleerd raken omdat ze niet kunnen meedoen met culturele en/of recreatieve activiteiten of niet de juiste kleding dragen en daardoor worden uitgesloten door een groep. Kinderen uit gezinnen met armoede blijken vaker de huisarts te bezoeken in verband met luchtwegklachten. Armoede komt vooral voor bij eenoudergezinnen, allochtonen en in gezinnen met ouders met een laag opleidingsniveau. Onderstaande figuur toont voor uw gemeente en de rest van Fryslân de percentages kinderen uit groep 2 van het basisonderwijs met een laag opgeleide moeder, niet westerse allochtone achtergrond of afkomstig uit een eenoudergezin. De cijfers zijn afkomstig van de eerder genoemde drie schooljaren. Belangrijke doelgroepen opgroeien en opvoeden 25% 20% 15% 10%
16% 12%
5% 4%
8%
Laag opleidingsniveau moeder
Eénoudergezin
Ameland
7% 3%
0%
Niet w esters
Fryslân
In groep 2 van het basisonderwijs op Ameland zitten relatief minder kinderen van niet westerse afkomst dan in de rest van Fryslân. Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
17
Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de observaties en signalen van de JGZ artsen, verpleegkundigen en pedagogen in relatie tot de jeugdmonitor gemeente Ameland meegenomen. Het gaat hier om observaties, signalen en ervaringen vanuit hun alledaagse praktijk; contacten met ouders en kinderen, jongeren, leerkrachten en zorgnetwerken. Een groot deel van de Friese jeugd ontwikkelt zich goed en groeit op in een goede gezondheid. Toch komen er bij de Friese jeugd gezondheidsproblemen voor die reden tot zorg geven en voor gemeentelijk beleid van belang zijn. Alcoholgebruik, overgewicht, psychosociale problematiek, opvoedings- en opgroeiproblemen en achterstand in spraak- en taalontwikkeling vragen extra aandacht. Kinderen afkomstig uit gezinnen met een lage sociaal economische status, eenoudergezinnen of uit gezinnen met een allochtone achtergrond lopen een verhoogd risico op genoemde problemen. Uitzondering hierop is echter het alcoholgebruik, dat zich niet beperkt tot risicogroepen, maar men verspreidt over alle jongeren in Friesland terug ziet.
Overgewicht Over het algemeen stabiliseert het percentage kinderen met overgewicht. Op Ameland zien we een lichte stijging van het percentage overgewicht bij kinderen uit groep 7. Aanbeveling Gelet op de gezondheidsrisico’s op volwassen leeftijd (o.a. hart- en vaatziekten) blijft extra inzet op preventie van overgewicht van groot belang. Hier wordt op de consultatiebureaus aandacht aan besteed. De JGZ signaleert vooral bij peuters slechte eetgewoonten. Advisering over goede eetgewoonten blijft noodzakelijk. Voor leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs geldt: het bespreekbaar maken tijdens de reguliere contactmomenten met de JGZ en het voortzetten van extra aandacht voor leerlingen van groep 7 en jongeren in het voortgezet onderwijs, waaronder en inzet van drie extra consulten met eventueel huisbezoek. De extra begeleidingsconsulten overgewicht vanuit de JGZ 4-12 leveren volgens medewerkers goede resultaten op. Daarnaast adviseert GGD Fryslân te kiezen voor effectieve interventies voor een gezond gewicht in het onderwijs. Voor een lokale aanpak kunnen gezondheidsprofessionals, onderwijs, zorg, bedrijfsleven, sport, bewegen, welzijn en media samenwerken om gezond leven de norm te maken. Jongeren, maar ook hun ouders en hun omgeving, staan bij deze activiteiten centraal (JOGG-aanpak).
Alcoholgebruik jongeren Jongeren uit de onderbouw van het voortgezet onderwijs zijn minder alcohol gaan drinken. (Trend Fryslân 2008-2011). Dit is bemoedigend. Desondanks is het alcoholgebruik nog steeds reden tot zorg mede vanwege de sterke relatie met ongewenst gedrag, het gebruik van andere drugs en de risico’s op schade aan hersenfuncties en psychische problemen. Erkenning en bewustwording van deze problematiek in relatie tot het benoemen van zorg bij ouders en professionals heeft een relatie met de samenlevingscultuur. Het inzetten van een sterk sociaal netwerk en een integrale aanpak biedt dan ook kansen tot verandering. Aanbeveling Gelet op de risico’s van overmatig alcoholgebruik en ongewenst gedrag is extra aandacht vereist voor preventie, vroegsignalering en een integrale aanpak met pedagogische ondersteuning op het gebied van bewustwording en verandering. GGD Fryslân ondersteunt het beleid en een voortvarende aanpak van de bestaande inspanningen op het gebied van alcohol/suïcide (zorg), het versterken van het eigen sociale netwerk (moedergroepen, hoepakjijdataan.nl, vriendengroepen) en het advies om de extra voorlichting aan de kinderen in groep 7 (5-minuten-gesprek) en in klas 1 van het voortgezet onderwijs structureel inzetten waarbij het toepassen van een alcoholsjabloon in het kader van KIVPA (vroegsignalering alcoholproblematiek in VMBO klas 3). Ook is het advies om De Gezonde School en Genotmiddelen, in een doorgaande leerlijn in te zetten in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs.
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
18
Psychosociale problematiek en opvoedings- en opgroeiproblemen Op Ameland zijn veel opvoedings- en opgroeiproblemen die de nodige extra ondersteuning vragen van pedagoog en schoolmaatschappelijk werk. Tijdens de vaste contactmomenten registreert de jgz het voorkomen van psychosociale problemen en ongunstige opgroeiomstandigheden. De bevindingenregistratie is onvoldoende ingevuld, wat een aandachtpunt is voor het komende jaar. De GGD ondersteunt de goede gemeentelijke ketensamenwerking op het terrein van opvoeden en psychosociale problematiek. Aanbeveling De preventie van opvoedingsnood blijft een belangrijk aandachtspunt. Bij psychosociale problemen en ongunstige opgroeiomstandigheden is meestal opvoedingsondersteuning of hulp nodig. De GGD adviseert onder andere de inzet van pedagogische thuisbegeleiding ter voorkoming van grotere en vaak kostbaardere problemen op latere leeftijd bij de kinderen en het versterken van het eigen sociale netwerk. Het CJG kan zelfhulp via moedergroepen ondersteunen en het blijven aanbieden van pedagogische thuisbegeleiding, observaties en inloopspreekuren, wellicht zelfs een vergroting van het huidige aanbod gezien de problematiek op het eiland. Het geeft kennis van gedrag en ontwikkeling van kinderen en onder andere de ouders inzicht in hun eigen handelen wat betreft de opvoeding en ondersteuning van hun kinderen, deze worden omgezet in praktische bruikbare handelingen. Ontwikkelingsproblematiek (achterstanden dan wel stoornissen) etc. wordt meer herkend door o.a. peuterspeelzaal en kinderopvang al blijkt dit in de praktijk toch vaak nog lastig. Er is behoefte aan inzicht, kennis en verdieping. Observatie en coaching door de pedagoog is een waardevolle aanvulling. Het geeft men de kans bewust te worden van eigen handelen in contact met het kind en de ouders. Het advies is om ook leerkrachten te scholen op Triple-P niveau 2. Het advies is binnen het CJG de samenwerking tussen JGZ en Jeugdzorg en het sociaal team te versterken.
Algemeen Ook voor de gemeente Ameland zijn helaas onvoldoende (bruikbare) gegevens voor klas 2 verzameld om resultaten op gemeenteniveau verantwoord te kunnen weergeven. Aanvullend kunnen gegevens van logopedie en pedagoog (screening groep 2) worden beschreven. Om een gezonde leefstijl van kinderen en jongeren te bevorderen adviseert de GGD om het programma de Gezonde School Fryslân in te zetten in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. De GGD kan de gemeente adviseren bij de implementatie. Voor opvoedingsondersteuning is het programma Triple P uitermate geschikt. Veel vormen van psychosociale hulp aan ouders en kinderen brengen kosten met zich mee. De vragen naar opvoedingsondersteuning kunnen in nauwe samenwerking met het CJG worden opgepakt. En dan waar mogelijk ondersteuning zonder kosten voor de ouders. De rol en taken van het CJG kunnen duidelijker worden gecommuniceerd. Samenwerking met andere organisaties blijft belangrijk. De JGZ participeert in verschillende zorgnetwerken en waardeert dit positief.
Gezond opgroeien in Ameland juni 2012
19