Gezocht!
Het waterdraakje
1
Bladwijzer Inleiding…
2
3
Identiteitskaart
4-5
Een grote familie
6-11
Hoe kan je helpen?
13-17
Nuttige tips voor de ouders
18-19
Kam sala ma nd er –©
Het waterdraakje
ocx Will go Hu
Er was eens… ... in het midden van de poel, een glibberig diertje met een hoge kam op zijn rug en staart en met een geeloranje buik met zwarte vlekken. Het diertje lijkt een beetje op een draak en wordt daarom soms ook waterdraakje genoemd, maar zijn echte naam is kamsalamander. Net als een pad of een kikker is de kamsalamander een amfibie: hij kan zowel op het land als in het water overleven. Vroeger kwam het waterdraakje vaak in onze streken voor. Spijtig genoeg krijgt het diertje het de laatste tijd hard te verduren en is het zelfs met uitsterven bedreigd. De poelen met waterplanten waar het waterdraakje zo graag vertoeft zijn sterk vervuild of gewoon verdwenen en de schuilplaatsen op het land zoals hagen en houtkanten nemen nog steeds in aantal af. Ook bij het oversteken van de weg op zoek naar een verblijfplaats komen veel amfibieën en dus ook de kamsalamander onder de voorbijrazende auto’s terecht. De waterdraakjes kunnen jullie hulp dus zeker goed gebruiken!
Gezocht? Waarom zijn we op zoek naar het waterdraakje? Het heeft toch niets mispeuterd? Nee, wees gerust! Het waterdraakje is helemaal geen monster. We zijn op zoek naar kamsalamanders om hen beter te kunnen helpen. Als we weten waar de waterdraakjes nog voorkomen, kunnen we ervoor zorgen dat ze een beter leven krijgen. In dit boekje kom je te weten hoe we dit doen en ook jij kan een handje helpen! Op zijn paspoort vind je hoe de kamsalamander eruit ziet, wat hij graag eet, waar hij graag vertoeft en nog heel wat meer!
3
Identiteitskaart Nederlandse naam
Kamsalamander
Latijnse naam
Triturus cristatus
Volksnaam
Kamsalamander
Familie van
Echte salamanders (Salamandridae)
Opvallende kenmerken Donkerbruine tot blauwzwarte (gevlekte) rug witgespikkelde flanken donkere keel met spikkels oranjegele buik met zwarte vlekken Opvallende kenmerken bij mannetje tijdens de voortplantingsperiode
4
}
• staartkam • hoge, onregelmatige rugkam • witblauwe band (aan weerszijden van staart)
Grootte
Mannetje: 10 - 15 cm Vrouwtje: 11 - 19 cm Larve: tot 8,5 cm
Levensduur
tot 17 jaar in de vrije natuur
Verblijfplaats
Platteland en halfopen landschappen, weiden, heggen, bosranden, braakland of bosjes. Tijdens de voortplantingsperiode: bij voorkeur in stilstaande, diepe, grote en zonbeschenen wateren zonder vis en met voldoende watervegetatie. De soort komt ook voor in kleinere poelen, vijvers, sloten, vennen en groeven.
Winterverblijf
Meestal diep onder de grond, in losse grond of in holen van kleine zoogdieren. Soms in het water op de bodem van een poel.
Voedsel
Larven: kleine prooien zoals watervlooien, kreeftjes die in zoet water leven, plankton of larven van insecten en salamanders Volwassen dieren: larven van insecten, wormen, weekdieren, kikkervisjes, larven en eitjes van andere salamanders, kleine kreeftjes die in zoet water leven, …
Levenswijze
Van eind februari tot begin maart trekken de dieren van het land naar het water. Na de voortplantingsperiode (april-juni) gaan ze terug aan land en zijn ze terug te vinden op begroeide plaatsen of onder stenen. Kamsalamanders leggen tientallen of honderden meters af om zich naar hun voortplantingsplaats te begeven (vaak de plek waar ze geboren zijn). In de voortplantingstijd zijn kamsalamanders ‘s nachts actief, maar in de zomer worden ze vaak aan het wateroppervlak gezien.
Ei-afzetting
Het vrouwtje legt vooral in april-mei tussen 200 en 400 eitjes af. Ze vouwt de geelgroene eitjes elk afzonderlijk tussen bladeren van waterplanten.
Gedaanteverwisseling (metamorfose)
Na 2 tot 3 weken komen de 10 tot 15 mm lange larven uit de eitjes. Na 2 tot 4 maanden zijn de larven ongeveer 8 cm en klaar om een gedaanteverwisseling (metamorfose) te ondergaan. De jonge salamanders zijn 5 tot 8 cm lang en na 2 jaar zijn de mannetjes volwassen. De vrouwtjes zijn iets later volgroeid.
Vijanden
Vissen en watervogels (eenden, ganzen, reigers). De larven zijn meer kwetsbaar dan de volwassen dieren en worden opgegeten door waterinsecten, vissen en vogels (waterhoenen, futen...).
Andere problemen
• • • •
Watervervuiling of verlanding Verdwijnen van poelen, hagen en houtkanten Verkeersslachtoffers Vis in de poel
5
Een grote familie Wat is een amfibie? De naam ‘amfibie’ is afgeleid van het Griekse Amphi (dubbel) en bios (leven) en betekent letterlijk ‘dubbelleven’. Deze term verwijst naar de dubbele levenswijze van amfibieën: ze kunnen zowel in het water (de larven of kikkervisjes) als op het land (de jonge en volwassen dieren) leven. Toch blijven amfibieën hun leven lang nauw met het water verbonden, zelfs nadat ze als volwassen dier aan het landleven zijn aangepast. De huid van amfibieën is dun en gevoelig voor uitdrogen en wordt samen met de longen gebruikt om te ademen. Om te voorkomen dat de tere huid beschadigd wordt, raak je amfibieën best nooit aan met droge handen.
Met staart of zonder staart? Er zijn twee grote groepen amfibieën te onderscheiden: de kikkers en padden (Anura of ‘staartlozen’) en de salamanders (Caudata of ‘staartdragers’). De Anura dragen in volwassen toestand geen staart meer, terwijl de Caudata hun hele leven hun staart behouden zelfs na de gedaanteverwisseling (= overgang van larve naar volwassen dier).
6
Bruine Kikker - © Hugo Willocx
Anura (kikkers en padden) De Bruine kikker is een vrij algemene soort en is wijdverspreid in onze regio. Toch gaat de soort achteruit. De bruine kikker komt in veel biotopen voor, waaronder bossen, graslanden, parken en tuinen.
Groene Kikker - © Hugo Willocx
In tegenstelling tot de bruine kikkers zijn de Groene kikkers meestal in het water te vinden, bij voorkeur in zonnige poelen of vijvers. In West-Europa komen drie soorten groene kikkers voor: de poelkikker, de bastaardkikker en de meerkikker. In onze regio komt vooral de bastaardkikker (ook wel ‘middelste groene kikker’ ) voor, hoewel hij fors in aantal is afgenomen.
Gewone pad - © Hugo Willocx
De gewone pad leeft graag in bosrijke gebieden, maar we kunnen hem praktisch overal aantreffen. De gewone pad is aangepast aan drogere omstandigheden en komt ook vaak voor in parken en tuinen. Alleen voor de voortplanting heeft hij water nodig. Deze soort kan beter tegen de aanwezigheid van vis, troebel water en/of een gebrek aan waterplanten dan de andere soorten.
7
Groene kikker Pelophylax spec.
3 lichte, overlangse rugstrepen
Kwaakblaas
Trommelvlies
Zwemvliezen
Kop
Poten
Huid
Grootte
Opvallende kenmerken
Anura (kikkers en padden)
6-9 cm (mannetje) 8-12 cm (vrouwtje)
glad
springpoten
smalle kop en scherpe snuit
volledig
meestal duidelijk zichtbaar
uitwendig
6-8 cm (mannetje) 9-10 cm (vrouwtje)
glad
springpoten
bredere kop en stompere snuit
goed ontwikkeld
duidelijk zichtbaar
inwendig
Tot 7 cm (mannetje) 8-10 cm (vrouwtje)
ruw en wrattig
korte kruippoten
gedrongen kop
iets groter dan helft van de tenen
onduidelijk
afwezig
springt goed
Bruine kikker Rana temporaria
donkere vlek achter het oog springt goed
Gewone pad Bufo bufo
opvallende gifklier achter het oog wrattige huid ‘huppelt’ of wandelt i.p.v. springen
8
Geslachtsrijp
Metamorfose (gedaanteverwisseling)
Dikkopjes
5000-10000 bruinzwarte eitjes in eiklompen tussen waterplanten
5-8 cm olijfkleurig met bruine vlekjes, lichte buik en scherp staarteinde
in augustus- 2-3 jaar september of overwinterend als larve
kleine landdiertjes (insecten, spinnen, pissebedden, wormen,…)
op vochtig land
750- 4500 zwarte eitjes in aan wateroppervlak drijvende eiklompen
4-5 cm donkerbruin met glanzende stippen en stomp staarteinde
in mei-juni
2-4 jaar
kleine landdiertjes (insecten, spinnen, pissebedden, wormen, slakken …)
op droog ingegraven, tot ondergronds vochtig land
in juni-juli, aan land
4-5 jaar
Paartijd
Eitjes
Levensduur
Winterverblijf
Zomerverblijf
water en onder 5-7 jaar april tot half oever water, soms mei ingegraven op land
Voedsel kleine land- en waterdiertjes, eitjes van vissen en bruine kikker
ingegraven in 6-9 jaar begin modder, soms februari tot op land half maart, opvallende massale trek
10-15 jaar of meer
half februari tot eind maart, opvallende massale trek
2000-7000 zwartbruine eitjes in lange snoeren tot 2m
2-3,5 cm zwarte rug en grijze buik
9
Caudata (salamanders) De Vinpootsalamander is de kleinste en minst algemene soort die in onze streken voorkomt. De soort verkiest waterpartijen in bosrijke gebieden. Vinpootsalamander - © Hugo Willocx
De Kleine watersalamander is een veelvoorkomende soort. De Kleine watersalamander is weinig kieskeurig wat betreft zijn water- en landbiotoop. Ondanks de wijde verspreiding in onze regio, gaat de soort toch fors achteruit. De achteruitgang vindt vooral plaats in landbouwgebied. In geschikte tuinvijvers zonder vis en in natuurreservaten houdt hij beter stand. Kleine watersalamander - © Hugo Willocx
Alpenwatersalamander - © Hugo Willocx
De Alpensalamander is de minst kieskeurige en meest voorkomende salamander in de regio. Toch neemt de soort nog steeds in aantal af. De Alpenwatersalamander verkiest kleine, ondiepe, beschaduwde poelen, maar komt ook voor in tijdelijke poeltjes in (de nabijheid van) bossen.
De Vuursalamander leeft in oude vochtige bossen. Ze is makkelijk te herkennen aan het zwart-met-gele kleurpatroon. De vuursalamander kan in tegenstelling tot de watersalamanders Vuursalamander - © Hugo Willocx niet zwemmen, maar de larven wel. Ze worden direct door de moeder afgezet in zuivere bron(beken) en bospoelen. De soort verdween in de jaren 1980 uit de West-Vlaamse heuvels, maar overleeft nog aan de Franse kant.
10
Kleine watersalamander Lissotriton vulgaris
Alpenwatersalamander Ichthyosaura alpestris
Vinpootsalamander
Lissotriton helveticus
Grootte
6-11 cm vrouwtje iets kleiner dan mannetje
7-10 cm (mannetje) 8-12 cm (vrouwtje)
5- 8 cm (mannetje) 6,5-9 cm (vrouwtje, zonder staartdraad)
Rug
geelbruin met zwarte vlekken, kop gewoonlijk 3-5 groeven
mannetje: blauwachtig met zwarte vlekken
geel, groen tot donkerbruin met donkere ronde vlekken
mannetje in paarperiode: grote ononderbroken rug- en staartkam, huidzomen aan de tenen
mannetje in paarperiode: lage geelachtige kam met zwarte strepen, onderzijde van de vuilwitte band tussen rug en buik met lichtblauw afgezoomd
mannetje in paarperiode: lage rug- en iets hogere staartkam, staartpunt versmalt en eindigt draadvormig, sterk ontwikkelde vliezen tussen achtertenen
vrouwtje: bruingroen gemarmerd
> > Buik
vuilwit met brede, geeloranje lengtestreep en ronde bruine vlekken gevlekte keel
ongevlekt geel, oranje(rood) keel soms met kleine, donkere vlekjes
rozig met smalle gele lengtestreep en kleine vlekken op de zijden ongevlekte keel
3-5 cm lichtbruin staart versmalt geleidelijk in punt, niet te onderscheiden van larven van vinpootsalamander
4-6 cm donkerbruin met donkere vlekjes, hoge staart eindigt in stompe punt oranje rugstreep
3-5 cm lichtbruin staart versmalt geleidelijk in een punt, niet te onderscheiden van de larven van kleine watersalamander
> Larve
11
Beschermd?! Alle (inheemse) amfibieën (zowel eitjes, larves als volwassen dieren) zijn bij wet beschermd en mogen niet opzettelijk gevangen, gedood of verstoord worden. Ook het bezit, vervoeren, verhandelen en/ of ruilen van (inheemse) amfibieën is bij wet verboden. Een kikker, pad of salamander vangen om in je tuinvijver of aquarium te houden is dus strafbaar! Enkel voor inventarisaties of wetenschappelijk onderzoek kan een uitzondering worden gemaakt, maar daarvoor heb je hoe dan ook een vergunning nodig. De vergunning kan worden aangevraagd bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).
Amfibieën onder druk Ondanks de wettelijk bescherming, staan de amfibieën nog steeds onder druk. Veel poelen waar ze graag vertoeven zijn verdwenen, verwaarloosd of vervuild. Vaak werden de veedrinkpoelen vervangen door veedrinkbakken, pompen of badkuipen. Andere poelen werden gedempt of gebruikt als stortplaats, of verlandden door verwaarlozing. Daardoor kregen niet alleen de amfibieën het moeilijk, maar ook tal van watergebonden insecten en waterplanten. Ook het uitzetten van vis maakt een poel ongeschikt voor amfibieën. Als de amfibieën of hun prooien (zoals watervlooien) al niet opgegeten worden, dan wel de waterplanten waar ze hun eitjes moeten op afzetten of zich moeten kunnen verstoppen voor belagers. Salamanders jagen op zicht en hebben dus helder water nodig met veel waterplanten om zich te verschuilen. In troebel water kunnen ze niet jagen en gedijen waterplanten ook niet. Geen vis dus in een amfibieënpoel! Vaak zijn ook de omliggende schuilplaatsen, zoals hagen en houtkanten, verdwenen. Amfibieën zijn geregeld het slachtoffer van bestrijdingsmiddelen of meststoffen en ook het steeds drukker wordende verkeer zorgt voor ontelbare slachtoffers. Veel tuin- of parkvijvers hebben steile oevers of zijn afgeboord met betonnen of houten constructies, waardoor de amfibieën gevangen zitten in de poel. Bovendien hebben amfibieën tal van natuurlijke vijanden. Waterinsecten smullen van de eitjes en de larven en volwassen dieren vallen vaak ten prooi aan vossen, blauwe reigers of uilen. Ook door de mens uitgezette exoten, zoals waterschildpadden, eten maar al te graag eitjes, larven of volwassen amfibieën.
12
Veedrinkpoel in de Scheldemeersen – © Vildaphoto – Yves Adams
Hoe kan jij helpen?
Een poel in de tuin Poelen maken onlosmakelijk deel uit van ons landschap. Deze kleine landschapselementen werden veelal door de mens gegraven als veedrinkpoel of als rootput. Soms ontstaan ze ook natuurlijk, zoals (tijdelijk) in gaten van de wortelkluit van omgevallen grote bomen of als afgesloten beekmeanders. Allerlei vormen van stilstaand en stromend water kunnen veel betekenen voor natuur in onze dagelijkse omgeving. Een poel, gelegen in grasland, voldoende ver van autowegen, met hagen, houtkanten en/of hoger gras in de buurt, vormt een perfecte omgeving voor amfibieën.
13
In je eigen tuin een poel aanleggen is voor heel wat amfibieën van levensbelang. Ook een tuinvijver in landelijk gebied kan de amfibieën helpen op voorwaarde dat er geen vissen in de vijver zitten. De amfibieën moeten ook gemakkelijk in en uit de vijver kunnen. Dit kan door een zachte helling te voorzien en loodrechte randen uit beton of hout te vermijden. Aangezien amfibieën ook een groot deel van hun leven op het land doorbrengen, kan je ook de rest van de tuin amfibievriendelijk inrichten. Steenhopen, haagjes, houtstapels en voldoende planten zijn ideale schuilplaatsen en zorgen voor een gevarieerd terrein waar amfibieën ongestoord op zoek kunnen naar voedsel. In een ‘natuurrijke’ tuin waar geen gifstoffen worden gebruikt kunnen amfibieën zich het hele jaar door thuis voelen.
Meer informatie over de technische aspecten van aanleg en onderhoud van een poel in de tuin vind je in de praktijkgids ‘Werken aan de waterkant’. In deze brochure wordt informatie gegeven over allerlei vormen van stilstaand en stromend water uit onze dagelijkse omgeving, hoe ze bij ontwerp natuurvriendelijk kunnen aangelegd worden en hoe ze daarna natuurvriendelijk beheerd kunnen worden. De gids is digitaal beschikbaar op de website van de Provincie West-Vlaanderen.
14
Paddentr ek – ©
Hu go Wi llo cx
De grote trektocht Bruine kikkers, padden en salamanders gaan éénmaal per jaar op trektocht. In de periode februari-maart gaan de dieren bij zacht en vochtig weer na zonsondergang op zoek naar hun geboorteplaats om er zich voort te planten. Groene kikkers wachten meestal tot mei om aan hun trektocht te beginnen. Sommige goedgelegen poelen of grachten zijn zo populair dat de amfibieën er met duizenden tegelijk naartoe trekken. Vooral padden gaan op dezelfde dagen met gunstig (warm en vochtig) weer massaal op stap. Vaak kruipt het mannetje op de rug van een vrouwtje om haar te bewaken.
Elk jaar sterven duizenden trekkende dieren bij het oversteken van wegen. Vooral padden blijken vaak het slachtoffer te zijn van het voorbijrazend verkeer. Op heel wat plaatsen worden daarom door vrijwilligers of overheden in het voorjaar overzetacties georganiseerd.
15
Plaatsen van paddenschermen – © Mario Desloovere
Langs wegen die massaal worden overgestoken door amfibieën worden schermen geplaatst met op regelmatige afstanden een emmer die in de grond zit. De amfibieën worden langs de schermen naar de emmers geleid. Daarna worden ze door de vrijwilligers uit de emmer gehaald en veilig aan de overkant van de weg geplaatst.
Wil je zelf helpen om amfibieën een veilige overtocht te garanderen? Neem dan contact op met de (lokale) amfibieënwerkgroep van Natuurpunt (www.hylawerkgroep.be).
16
Paddentrek – Bron: Shutterstock
Veilig over de weg Door de inzet van vele vrijwilligers worden al veel verkeerslachtoffers vermeden, maar vaak is dit niet voldoende. De paddenoverzetacties zijn arbeidsintensief en vrijwilligers kunnen ook niet overal tegelijk aan de slag gaan. Een permanente, meer duurzame oplossing is de aanleg van zogeheten paddentunnels die een veilige oversteek garanderen. Aangezien de aanleg van paddentunnels nogal duur is, helpen ook andere maatregelen. Zo kan in je gemeente een belangrijke weg voor amfibieën (tijdelijk) worden afgesloten. Ook verkeersborden kunnen de autobestuurders aanmanen om hun snelheid aan te passen tijdens de paddentrek. De aanleg van nieuwe poelen aan beide zijden van de weg vermindert de noodzaak van de gevaarlijke oversteek en is veel goedkoper dan paddentunnels.
In de brochure ‘Amfibieën onderweg’ vind je alle informatie over de mogelijke maatregelen om amfibieën een veilige oversteek te garanderen! De brochure kan je downloaden op de website van de hylawerkgroep (www.hylawerkgroep.be).
17
Nuttige weetjes en tips voor de ouders Wist je dat? De kamsalamander één van de campagnesoorten is binnen het Europees project BiPS (Biodiversité/Biodiversiteit Périurbaine/in de Stadsrand)? Het project BiPS omvat een uniek samenwerkingsverband en verenigt 7 partners uit Vlaanderen (Provincie West-Vlaanderen, Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels), Wallonië (Provincie Henegouwen en de gemeentes Komen, Estaimpuis en Moeskroen) en Frankrijk (Espace Naturel Lille Métropole). Het grensoverschrijdend aspect is uniek en noodzakelijk, want natuur stopt niet aan de grenzen! We streven samen naar een betere bescherming en het verhogen van de biodiversiteit in verstedelijkt gebied.
Fuiken voor inventarisatie – © Mario Desloovere
Al gehoord dat…
18
…natuurverenigingen en vrijwilligers al heel wat ondernemen om de kamsalamander en andere amfibieën een betere toekomst te geven? In verschillende regio’s engageren natuurliefhebbers zich bij het zoeken naar geschikte plekken om nieuwe poelen te graven. Ze noteren ook meteen welke poelen dringend een onderhoudsbeurt nodig hebben. Bovendien gaan de vrijwilligers met vergunning vaak op stap om met behulp van fuiken te controleren hoeveel en welke amfibieën in de poelen zitten. Op basis van de resultaten van de inventarisaties worden verdere beschermingsmaatregelen uitgewerkt. Aan beheerders van natuur- en landbouwgebieden geeft de Provincie WestVlaanderen aanbevelingen mee om het behoud van de soort te stimuleren.
Tip! Heb je ergens een lapje grond dat vochtig genoeg is om er een poel op aan te leggen? Of dient je bestaande poel dringend geschoond te worden? Neem dan zeker contact op met de Provincie West-Vlaanderen (
[email protected]). Op jouw vraag brengen we een terreinbezoek, waarbij samen wordt bekeken of het terrein geschikt is voor de aanleg van een natuurrijke en natuurlijke poel. Indien het terrein geschikt is helpt de Provincie WestVlaanderen particulieren met advies, begeleiding en uitvoering! En de natuur … die doet de rest!
Zeker weten dat… …ook jouw waarnemingen van kamsalamander of andere amfibieën ons kunnen helpen! Om concrete beschermingsmaatregelen voor de kamsalamander uit te werken, verzamelen we best zoveel mogelijk gegevens over zijn voorkomen. Indien je zelf een kamsalamander ‘spot’, kan je je waarneming invoeren op www.waarnemingen.be. Ben je niet zeker om welke soort amfibie het precies gaat, geef dan meer uitleg over je waarneming op de website. Zo vind je op basis van een aantal kenmerken de soortnaam misschien toch nog terug. Foto’s van het dier zijn hierbij vaak een hulp!
Wens je meer bij te leren over de herkenning van amfibieën of ben je geïnteresseerd in excursies, inventarisaties of overzetacties voor amfibieën? Neem dan contact op met Hyla Zuid-West-Vlaanderen (www.hyla.natuurkoepel.be).
19
Meer informatie www.bipsweb.eu www.hylawerkgroep.be www.hyla.natuurkoepel.be
Interessante publicaties
Brochure ‘Kikker & Co’
http://www.west-vlaanderen.be/jahia_upload/leefomgeving/natuur/brochure_kikker_co.pdf
Brochure ‘Amfibieën onderweg’ http://www.hylawerkgroep.be/index.php?pdf=_documenten/Amf-onderweg-e.pdf
Praktijkgids ‘Werken aan de waterkant’
http://www.west-vlaanderen.be/kwaliteit/Leefomgeving/natuur/Documents/leefomgeving/
V.U.: Rik Samyn, dienst EEG, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41,8200 Sint-Andries
natuur/waterkant-LR.pdf
Cette brochure existe aussi en français Contact:
[email protected] (pour la Wallonie)
[email protected] (pour la France)
Foto’s: Hugo Willocx, Mario Desloovere, Vildaphoto, Shutterstock • Illustraties: Martine Le Comte
20