Vrijwilligers gezocht? Een onderzoek naar hoe ARC de inzet van vrijwilligers nu en in de toekomst kan organiseren
Onderzoeksrapportage Definitieve versie Mei 2015
Auteur: Rutger de Kwaasteniet
Voorwoord Voetbalvereniging ARC is met ruim 1600 leden een belangrijk instituut in Alphen aan den Rijn. ARC is een plek waar voetballiefhebbers samen komen om plezier te hebben en voor sociale ontmoeting, maar ook om te presteren en talent te ontplooien. Om dit iedere week te kunnen organiseren is een stevig fundament nodig. Dat fundament bestaat uit vrijwilligers. De vrijwilligers spannen zich voor de vereniging in door bijvoorbeeld wedstrijden te fluiten, maar ook door elftallen te trainen en coachen, eten en drinken te verkopen in de kantine en de veiligheid rond de wedstrijden van het eerste elftal te organiseren. Anno 2015 spelen er verschillende maatschappelijke ontwikkelingen die ook binnen de vereniging merkbaar zijn. Zo neemt bijvoorbeeld het aantal keuzemogelijkheden voor vrijetijdsbesteding toe. Daardoor is de vereniging lang niet altijd de enige voorziening meer waar mensen sporten en bewegen. Daarbij komt dat de overheid vaker verwacht dat het maatschappelijk middenveld - waaronder dus sportverenigingen - bijdraagt aan het verhelpen van maatschappelijke problemen. Een voorbeeld daarvan is een vereniging die zich inspant om kinderen met obesitas meer te laten sporten en bewegen. Veel verenigingen professionaliseren hierdoor. Daarnaast verschuiven meer verenigingen – zoals dat in de wetenschappelijke literatuur wordt genoemd – van een mutual support organization, met een ‘voor en door de leden’ principe, naar een service delivery organisatie. Bij de laatste variant wordt de vereniging gezien als een leverancier die haar klanten bedient.
Al met al komt er door deze trends en ontwikkelingen druk te staan op het vrijwillig organisatieprincipe van de vereniging. In dit onderzoeksrapport is daarom geïnventariseerd hoe ARC de vrijwillige inzet op dit moment heeft georganiseerd. Daarnaast wordt in kaart gebracht hoe ARC een situatie voor kan zijn waarin een tekort aan vrijwilligers dreigt.
Het rapport is primair bestemd voor het bestuur en de commissiecoördinatoren van ARC.
Graag bedank ik Peter Sneep, Arry Zwaan en Ton van Nassau dat zij mij de kans hebben gegeven dit onderzoek te doen. Het heeft mij erg geholpen om door de selectie van het masterprogramma Sportbeleid en Sportmanagement - dat ik nu volg - heen te komen. Ook wil ik Peter, Arry en Ton bedanken voor hun bijdragen voor het schrijven van dit onderzoeksrapport. Tot slot bedank ik Gert Jan Deben en Paul Disseldorp voor hun betrokkenheid en waardevolle input in de laatste fase van het onderzoek.
Rutger de Kwaasteniet Mei 2015
2
Inhoudsopgave Verklarende woordenlijst ........................................................................................................................................ 4
1. Inleiding ............................................................................................................................................................... 5
2. Methodologie ...................................................................................................................................................... 7
3. Onderzoeksresultaten ......................................................................................................................................... 9
4. Conclusies.......................................................................................................................................................... 36
5. Aanbevelingen ................................................................................................................................................... 38
6. Discussie ............................................................................................................................................................ 40
Literatuurlijst ......................................................................................................................................................... 41
Bijlagen .................................................................................................................................................................. 42
3
Verklarende woordenlijst Hieronder worden een aantal begrippen gedefinieerd die in het onderzoeksrapport belangrijk zijn.
Vrijwilligers: ·Leden of niet leden die onbetaald en uit vrije wil werkzaamheden voor ARC verrichten, buiten een betaald en vast dienstverband. Een trainer of commissiecoördinator is een voorbeeld van een vrijwilliger. Een ouder die een jeugdlid naar een uitwedstrijd rijdt wordt niet gezien als een vrijwilliger.
Vrijwilligersfunctie: ·Duidt aan wat voor vrijwilligerswerkzaamheden een vrijwilliger verricht. Jeugdcoördinator is bijvoorbeeld een vrijwilligersfunctie.
Vrijwilligerstaak: ·De vrijwilligerswerkzaamheden die gekoppeld zijn aan een vrijwilligersfunctie. De jeugdcoördinator heeft bijvoorbeeld als taak om ieder seizoen de jeugdspelers van ARC onder te verdelen in de verschillende jeugdteams.
Vrijwilligersbehoefte: ·De vraag die er binnen een commissie, het bestuur of een ander orgaan binnen ARC is naar vrijwilligers.
4
1. Inleiding De inleiding is het vertrekpunt van deze onderzoeksrapportage. Om te beginnen worden hieronder de aanleiding, probleemstelling en doelstelling van het onderzoek beschreven. Daarna wordt in het kort toegelicht wat de relevantie is van het onderzoek en volgt een leeswijzer.
Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is geen direct gegeven of feit. Daarentegen vangen het bestuur en de verschillende commissies binnen ARC signalen op dat er op (korte) termijn meer vraag naar vrijwilligers zal ontstaan. Ook wordt verwacht dat een deel van de huidige vrijwilligers door vergrijzing zal uittreden. Omdat ARC een vrijwillig organisatieprincipe heeft, is het essentieel dat er voldoende vrijwilligers zijn. Daarom wil het bestuur een proactief en ‘toekomstproof’ vrijwilligersbeleid voeren, waarin binnen de vereniging structureel voldoende vrijwilligersbezetting heeft om haar kerntaken succesvol uit te voeren en bekende en onbekende uitdagingen het hoofd te bieden. In de doelstelling is dit meer concreet geformuleerd.
Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek is hieronder geformuleerd. 1
Inzichtelijk maken of – en zo ja waar – er binnen ARC behoefte is aan (meer) vrijwilligers , en welke (beleids) middelen voor de vereniging bruikbaar zijn om het werven en behouden van vrijwilligers te borgen
Van belang is dat het onderzoek duurzaam is. Daarmee wordt bedoeld dat het onderzoek het bestuur en de commissie coördinatoren van input voorziet om in de toekomst bestendig te zijn tegen onvoldoende vrijwilligers of een tekort aan vrijwilligers. Om het doel van het onderzoek te realiseren is een doorvertaling gemaakt naar een probleemstelling en deelvragen.
Probleemstelling en deelvragen De onderstaande probleemstelling staat in dit onderzoeksrapport centraal. Hoe kan ARC effectief in haar vrijwilligersbehoefte voorzien en dit borgen? 2
De probleemstelling is door vertaald naar een aantal deelvragen . Deze deelvragen zijn de rode draad in het hoofdstuk waarin de onderzoeksresultaten worden beschreven. De deelvragen zijn: 1.
Hoe ziet het huidige vrijwilligersbestand van ARC eruit en wat is de structuur daarvan?
2.
Aan welke vrijwilligerstaken heeft ARC in de huidige en toekomstige situatie behoefte?
1
De behoefte aan vrijwilligers wordt in het onderzoeksrapport ook genoemd als vrijwilligersbehoefte.
2
Een aantal deelvragen zijn doorvertaald naar subdeelvragen. Dit is verder uitgewerkt in het hoofdstuk onderzoeksresultaten.
5
3.
Welk handvatten reikt de KNVB aan om vrijwilligers te werven en behouden?
4.
Welk beleid gebruiken andere voetbal- en sportverenigingen om vrijwilligers te werven en behouden?
5. Wat is de bereidheid en motivatie van ARC leden om vrijwilligerswerk te doen? Relevantie van het onderzoek Zoals al eerder is bestempeld, is het hebben van voldoende vrijwilligers essentieel voor een vereniging. Het bestuur van ARC wil een situatie voor zijn waarin er onvoldoende vrijwilligers zijn of er een tekort aan vrijwilligers is. Dit onderzoek heeft daarom een preventieve functie. Met het onderzoek wordt in kaart gebracht welke (beleids) middelen ARC in kan zetten om een vrijwilligersbestand te creëren dat structureel groot genoeg is.
Leeswijzer Het onderzoeksrapport is opgebouwd aan de hand van zes hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk, wordt in hoofdstuk twee beschreven waarom en hoe de onderzoeksmethoden literatuuronderzoek, interviews en een online survey onderzoek zijn gebruikt. Daarna worden – in het derde hoofdstuk – de onderzoeksresultaten beschreven. In hoofdstuk vier, vijf en zes volgen respectievelijk de conclusies, aanbevelingen en discussiepunten die uit het onderzoek voortvloeien.
6
2. Methodologie In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe en waarom de onderzoeksmethoden literatuuronderzoek, interviews en een online survey onderzoek zijn gebruikt. Daarnaast wordt uiteengezet hoe de validiteit en betrouwbaarheid zijn gewaarborgd.
Interviews De eerste en tweede deelvraag van dit onderzoek – die gaan over hoe het huidige vrijwilligerbestand van ARC eruit ziet en aan welke vrijwilligerstaken nu en in de toekomst behoefte is – zijn beantwoord aan de hand van gestructureerde interviews. Bij deze vorm van interview wordt er vooraf opgestelde lijst met open- en gesloten vragen afgenomen (Verhoeven, 2010).
Voor dit type onderzoek is gekozen omdat er voorafgaand de
interviews een specifieke feitelijke informatiebehoefte was. Een gestructureerde vragenlijst – die is terug te vinden in bijlagen A - is daarom de meest effectieve manier om de gewenste informatie in te winnen. Bovendien is een gestructureerd interview in deze context, qua veldwerk en data analyse, efficiënter dan een survey onderzoek. Omdat er een specifieke feitelijke informatiebehoefte is, zijn de interviews niet uitgewerkt aan de hand van een transcript. In plaats daarvan is de informatie per interview samengevat en gepresenteerd in het volgende hoofdstuk, waarin de onderzoeksresultaten centraal staan. De gestructureerde interviews zijn afgenomen met de vertegenwoordigers – veelal voorzitters of coördinatoren – van de verschillende commissies en organen binnen ARC. Deze vertegenwoordigers zijn geïnterviewd omdat zij als sleutelfiguur het reilen en zeilen kennen van een commissie of orgaan binnen de vereniging, en tevens weten welke ontwikkelingen er spelen. In de tabel in bijlagen B wordt weergegeven welke respondenten zijn geïnterviewd. Bij het afnemen van de interviews is geen opname apparatuur gebruikt. Ook is voorafgaand de interviews toestemming gevraagd om persoonsgegevens te gebruiken.
Literatuuronderzoek Literatuuronderzoek – ook wel deskresearch genoemd – is in dit onderzoek gebruikt om de derde en vierde deelvraag te beantwoorden. Bij het doen van literatuuronderzoek is gebruik gemaakt van secundaire literatuur. Dat wil zeggen dat het om literatuur gaat waarin door auteurs over al behandelde onderwerpen wordt gerapporteerd (Verhoeven, 2008). De literatuur is in dit onderzoek bestudeerd aan de hand van (online) publicaties. Omdat veldonderzoek – qua tijd – geen efficiënt alternatief is, is deze methode gebruikt. Bij het beantwoorden van de derde deelvraag – over welke handvatten de KNVB biedt om vrijwilligers te werven en behouden – is, waar behoefte is aan meer informatie, telefonisch of per mail contact gezocht met de KNVB.
7
Online survey onderzoek De vierde en vijfde deelvraag zijn beantwoord aan de hand van een online survey onderzoek. Dit is een vragenlijstonderzoek dat online wordt afgenomen (Verhoeven, 2008). Bij het ontwerpen en analyseren van de survey is gebruik gemaakt van het softwareprogramma Thesistools. Er zijn een aantal redenen om in deze context voor deze methode te kiezen. Ten eerste kan door middel van een online survey onderzoek in een korte tijd een groot bereik worden gegenereerd. Daarnaast kost het relatief weinig tijd om de enquête ontwerpen, afnemen en analyseren. Ten opzichte van interviews – in deze context een alternatieve onderzoeksmethode – zijn enquêtes daarom efficiënter. Met behulp van de data analyse tools van Excel en Thesistools zijn de enquêtes geanalyseerd. Bij de survey van deelvraag 5 is in overleg met het bestuur ingezet op een netto respons van n=250 (15% van het ledenbestand, bestaande uit circa 1600 leden). Voorafgaand aan het selecteren van de verenigingen waar de survey voor deelvraag 4 naar is verstuurd, is de Rapportage Sport 2006 geraadpleegd. Op basis van ledenaantallen zijn daarmee de populairste teamsporten geselecteerd. Naast voetbal, zijn dit hockey, basketbal en volleybal (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2006). Vervolgens is de online enquête - op basis van een selectie steeproef – verstuurd naar 5 hockey-, 5 basketbal-, 5 volleybal- en 78 voetbalverenigingen. De steekproef is select samengesteld, omdat de verenigingen door het bestuur van ARC zijn geselecteerd. Er wordt ingezet op een netto respons van n=35.
Validiteit en betrouwbaarheid Een valide onderzoek is zuiver en kent geen systematische fouten (Verhoeven, 2008). De validiteit in dit onderzoek is gewaarborgd omdat de interview- en surveyvragen zijn opgesteld – en na invullen – en geïnterpreteerd in overleg met het bestuur. Ook is de netto steekproefgrootte van beide enquête in overleg met het bestuur bepaald.
Een betrouwbaar onderzoek is vrij van toevallige fouten en leidt tot dezelfde conclusies als het onderzoek wordt herhaald (Verhoeven, 2008). De betrouwbaarheid is in dit onderzoek is verhoogd door:
Het afnemen van een proefinterview;
De beoogde netto enquête respons ten behoeve van deelvraag 5 (n=250) is behaald. De enquête is in totaal door 251 respondenten ingevuld;
De beoogde netto enquête respons ten behoeve van deelvraag 4 (n=35) is behaald. De enquête is in totaal door 40 sportverenigingen ingevuld (respons 43%).
8
3. Onderzoeksresultaten In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten per deelvraag beschreven. De resultaten die minder relevant zijn, zijn opgenomen in bijlagen C.
Deelvraag 1: Hoe ziet het huidige vrijwilligersbestand van ARC eruit en wat is de structuur daarvan?
NB Het functioneringsprincipe van ARC is gebaseerd op dat van een vrijwillige organisatie. Louter de technische staf en spelers van het eerste senioren elftal worden betaald. Verder zijn de interviews zijn afgenomen tussen maart en oktober 2014.
Hieronder wordt per commissie of orgaan binnen ARC beschreven wat kenmerken zijn. Er wordt niet per commissie of orgaan een organigram gepresenteerd. Dat heeft in dit onderzoeksrapport geen toegevoegde waarde. De rode draad bij het uitwerken van deze deelvraag is de vragenlijst gestructureerde interview. Deze vragenlijst is terug te vinden in bijlagen A.
De jeugdcommissie
Grootte vrijwilligersbestand De coördinerende functies binnen de jeugdcommissie zijn:
Voorzitter;
Secretaris jeugd;
Wedstrijdsecretaris jeugd;
Jeugd coördinator;
Coördinator A en B junioren;
Coördinatoren C-, D-, E- en F pupillen (allen 2 functionarissen);
Coördinator G voetbal;
Coördinator F league;
Coördinatoren meisjes voetbal (2);
Technisch coördinator A-, B- en C junioren;
Technisch coördinator D-, E- en F pupillen;
Kleedkamermanager;
Organisator grote club actie;
Organisator thuistoernooi B en C jeugd;
Daarnaast zijn er ook nog meer uitvoerende functies, te weten: materiaalbeheerder, gastheer/ gastvrouw, ordehandhavers, trainers niet selectie teams en scheidsrechters.
9
Achtergrond vrijwilligersbestand Binnen de jeugdcommissie is 50% man en 50% vrouw. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers is 40 jaar of ouder. Alle vrijwilligers binnen de jeugdcommissie zijn lid van ARC. Het opleidingsniveau van de vrijwilligers varieert van MBO tot WO. Meer dan 50% van de huidige vrijwilligers binnen de jeugdcommissie is al 5 jaar of langer actief.
Werkzaamheden en de frequentie en intensiteit van het vrijwilligerswerk Belangrijke competenties voor een vrijwilliger in de jeugdcommissie zijn: communicatieve vaardigheden, representativiteit en over organisatorisch vermogen beschikken. De organisatiestructuur binnen de commissie is duidelijk afgebakend. De functionarissen hebben grotendeels specifieke taken. De intensiteit van de werkzaamheden is functie afhankelijk. Werkzaamheden vinden zowel in het weekend als doordeweeks plaats. Voor een groot deel gebeurt dat digitaal.
Commissie overige senioren
Grootte vrijwilligersbestand De commissie overige senioren bestaat uit 4 man, aangevoerd door één voorzitter.
Achtergrond vrijwilligersbestand De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers is 53 jaar. Allen zijn man, autochtoon en lid van ARC. De vrijwilligers zijn al meer dan 10 jaar actief. De commissieleden hebben allen een HBO opleiding genoten.
Werkzaamheden en de frequentie en intensiteit van het vrijwilligerswerk Één commissielid is wekelijks verantwoordelijk voor het mailverkeer met de KNVB, de aanvoerders van de seniorenteams van ARC en andere verenigingen. Een ander commissielid houdt zich bezig met het indelen van de clubscheidsrechters. Ook is er een commissielid afgevaardigde in het verenigingsbestuur. Dat zijn de belangrijkste coördinerende werkzaamheden binnen de commissie, die gemiddeld een half uur per dag (5 dagen per week) duren.
De belangrijkste uitvoerende taak binnen de commissie is dat één lid iedere zaterdagmiddag aanwezig is ter ondersteuning van het wedstrijdsecretariaat overige senioren. Daarnaast zijn er twee commissieleden zelf actief als scheidsrechter. Belangrijke competenties voor een vrijwilliger in de commissie overige senioren zijn: mensenkennis en tact, kennis van de vereniging, kennis van voetbal, logisch denken en snel kunnen anticiperen op ontstane situaties.
10
De club van 100
Grootte vrijwilligersbestand Het bestuur van de club van 100 bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De club van 100 telt in totaal 110 leden, waarvan het merendeel passief ARC lid is. De club van 100 is geen officieel orgaan binnen de vereniging, maar realiseert wel een jaarverslag en enkele notulen.
Achtergrond vrijwilligersbestand De bestuursleden van de club van 100 zijn allen man en 50 jaar of ouder. Tevens zijn de bestuursleden allen al 10 jaar of langer actief als vrijwilligers bij ARC.
Werkzaamheden en de frequentie en intensiteit van het vrijwilligerswerk De leden van de club van 100 betalen allen een contributie van €50 per jaar. Ook hebben zij stemrecht bij het vaststellen van de jaarlijkse projecten waarin de contributie wordt geïnvesteerd. De kerntaken van het bestuur zijn het opstellen van een wensenlijst voor de investeringen, en één keer per jaar een bestuursvergadering voorzitten. Het bestuur vertegenwoordigt tevens de club van 100 op wedstrijddagen en bij andere evenementen.
Bestuur
Grootte vrijwilligersbestand Het verenigingsbestuur bestaat uit een voorzitter, secretaris, vice voorzitter, penningmeester, bestuurslid overige senioren, bestuurslid jeugd, bestuurslid vrouwen, bestuurslid technische zaken, bestuurslid algemene zaken, bestuurslid commerciële zaken, bestuurslid recreatievoetbal en een bestuurslid PR & marketing en communicatie. Alle bestuursleden vertolken binnen de vereniging een coördinerende rol.
Achtergrond vrijwilligersbestand De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers in het bestuur is 50 jaar. Er is één vrouwelijk bestuurslid.
Werkzaamheden en de frequentie en intensiteit van het vrijwilligerswerk De kerntaken van het verenigingsbestuur zijn: het dagelijks bestuur van de vereniging, externe cont(r)acten creëren, onderhouden en benutten, de strategie en het verenigingsbeleid ontwikkelen en implementeren en het zijn van een linking pin binnen de vereniging. Dat houdt in dat de bestuursleden verbindend zijn richting de leden, maar ook richting de andere commissies. Naast deze taken is zichtbaarheid ook een belangrijke ‘werkzaamheid’. Het bestuur dient binnen de vereniging zichtbaar te zijn richting de commissies en leden, maar ook voor derden, sponsoren en andere stakeholders. De bestuursleden van ARC besteden gemiddeld 20 uur per week aan hun taak. Belangrijke competenties voor een bestuurslid bij ARC zijn: een bruggenbouwer zijn – die zich diplomatiek opstelt en doortastend is - en beleidsmatig denken.
11
De kantinecommissie
Grootte vrijwilligersbestand De kantinecommissie telt 4 vrijwilligers. Er zijn 2 commissieleden coördinerend actief. Één commissielid heeft alleen een uitvoerende taak. Daarnaast zijn een aantal jongeren van 16 tot en met 19 jaar uitvoerend actief. Zij behoren echter niet tot de kantinecommissie.
Achtergrond vrijwilligersbestand De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers die deel uitmaken van de kantinecommissie is 50 jaar. Het vrijwilligerswerk wordt reeds 15 jaar of langer gedaan.
Werkzaamheden en de frequentie en intensiteit van het vrijwilligerswerk Binnen de kantinecommissie is een taakverdeling. Één vrijwilliger is voorzitter en houdt zich bezig met het inkoopbeleid en de financiën. Daarnaast is één vrijwilliger verantwoordelijk voor verkoop en regelgeving/ voorschriften op het gebied van hygiëne. De commissieleden zijn werkzaam op maandagavond tot en met donderdagavond, en zaterdag. In de zomervakantie vinden extra werkzaamheden plaats in de vorm van schoonmaken en eventuele verbouwingen.
Sponsoring Drie mannen binnen ARC houden zich bezig met sponsoring. De werkzaamheden van dit driemanschap bestaan uit het werven van reclameborden voor langs het hoofdveld en de administratieve afwerking en incasso daarvan. Ook de facturering en incasso van de wedstrijd- en balsponsoring omtrent het eerste elftal behoort tot de taak van het driemanschap. Tot slot is men op adhoc basis betrokken bij de sponsoring van wedstrijdkleding van overige elftallen. De werving van de hoofdsponsor verloopt via het bestuur van ARC en ARC de Triomphe.
Sfeerteam Het ARC sfeerteam telt 7 vrijwilligers: zes mannen en één vrouw. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers is 41 jaar. Het sfeerteam houdt zich hoofdzakelijk bezig met het organiseren van een rad van avontuur en feesten voor leden na thuiswedstrijden van ARC 1. Het sfeerteam heeft een belangrijke taak op het gebied van ledenwerving en behoud. Werkzaamheden die op de achtergrond plaatsvinden zijn: vergaderen, opbrengstenbeheer, werven van artiesten en acts, overige administratieve taken en het beheren van social media en de sfeerteam pagina op de ARC website. Tijdens de activiteiten zelf zijn alle vrijwilligers toezichthoudend en verantwoordelijk voor de op- en afbouw. Gemiddeld gezien is iedere vrijwilliger in het sfeerteam 45 uur per jaar bezig met zijn/ haar taak.
12
De onderhoudscommissie
Grootte vrijwilligersbestand De kern van de onderhoudscommissie wordt gevormd door drie personen, te weten: de coördinator van de schoonmaak-unit, de coördinator van de groen-unit en iemand die zich bezig houdt met het onderhoud. De schoonmaak unit heeft 14 uitvoerende mensen, de groen unit 13. Daarnaast zijn er ook mensen op afroep beschikbaar om de onderhoudscommissie eventueel te hulp te schieten.
Achtergrond vrijwilligersbestand 95% van de vrijwilligers is ouder van 65 jaar. Alle vrijwilligers zijn mannen. 80% is daadwerkelijk lid van ARC. Het merendeel van de vrijwilligers is 25 jaar of langer actief binnen ARC.
Werkzaamheden en de frequentie en intensiteit van het vrijwilligerswerk De kerntaken van de onderhoudscommissie zijn: schoonmaak van de gebouwen, het vuilvrij maken van wanden en plafonds (schoonmaak-unit), de velden speelklaar maken, de belijning, het onkruid en vuil opruimen, zitting nemen in de beheerscommissie voetbalvelden (groen-unit), nieuwbouw, de reparatie aan en het onderhoud van bestaande gebouwen (onderhoud-unit). De uitvoerende werkzaamheden vinden iedere maandag en vrijdagochtend plaats en nemen zo’n 3 a 4 uur in beslag.
De Heitinga commissie
Grootte vrijwilligersbestand De Heitinga commissie bestaat uit 11 vrijwilligers. De Heitinga commissie is onderverdeeld in subcommissies. Deze subcommissies zijn: Sponsoring/ PR, Wedstrijd/ Materiaal, Catering/ Fun, Vrijwilligers en Financiën. Alle 11 vrijwilligers hebben binnen één of meer van deze subcommissies en coördinerende rol. Tijdens het Heitinga toernooi zelf zijn er daarnaast 90 tot 100 uitvoerende vrijwilligers. De uitvoerende vrijwilligers hebben als taak: EHBO, fun-park toezichthouder, teambegeleider, ontvangst deelnemende teams, scheidsrechter en catering.
Achtergrond vrijwilligersbestand De leeftijd van de vrijwilligers die deel uitmaken van de Heitinga commissie loopt uiteen van 26 tot 55. Allen zijn man. 80% van de vrijwilligers in de Heitinga commissie is al 10 jaar actief.
Werkzaamheden en de frequentie en intensiteit van het vrijwilligerswerk De Heitinga commissie organiseert ieder jaar voor de D, E en F pupillenvoetbalteams het Heitinga toernooi. 9 jaar geleden is de commissie opgericht. De taakverdeling is binnen de commissie specifiek afgebakend aan de hand van een organogram. De vrijwilligers zijn deels toegetreden tot de commissie op basis van specifieke competenties, bijvoorbeeld financieel inzicht. Gemiddeld wordt zo’n 4 uur per week besteedt aan de
13
werkzaamheden, dit verschilt echter per subcommissie. De werkzaamheden vinden hoofdzakelijk plaats tussen september en mei.
Algemeen en beveiliging
Grootte vrijwilligersbestand Binnen ARC is één persoon coördinerend actief bij de algemene zaken die de club aangaan en de beveiliging omtrent de thuiswedstrijden van het eerste elftal. Daarnaast zijn drie beveiligers en één EHBO’er uitvoerend verantwoordelijkheid voor de veiligheid bij thuiswedstrijden.
Achtergrond vrijwilligersbestand Zowel de coördinator als het uitvoerend personeel is mannelijk, autochtoon en lid van ARC. De beveiligers zijn allen gekwalificeerd.
Werkzaamheden en de frequentie en intensiteit van het vrijwilligerswerk De coördinator algemene zaken en beveiliging is ook bestuurlijk verantwoordelijk voor de velden en gebouwen van ARC en het ICT beheer. Gemiddeld wordt hier 50 tot 55 uur per week aan besteed. De bevoegdheid van de beveiligers is niet juridisch afgebakend. Wel zijn zij niet bevoegd tot fouilleren en het gebruik van geweld. Alle beveiligers zijn rondom thuiswedstrijden van het eerste elftal allround inzetbaar. De coördinator algemene zaken en beveiliging is eindverantwoordelijk.
Deelvraag 2: Aan welke vrijwilligerstaken heeft ARC in de huidige en toekomstige situatie behoefte?
Hieronder wordt per commissie beschreven wat de knelpunten zijn en hoe zich dat vertaald naar een behoefte aan vrijwilligers (taken). De rode draad daarbij is de vragenlijst die is gebruikt in het gestructureerde interview. Deze is terug te vinden in bijlagen A. In de tabel op pagina 17 wordt in één oogopslag weergegeven hoe deze behoefte eruitziet.
De jeugdcommissie
Knelpunten Een actueel knelpunt binnen de jeugdcommissie is een tekort aan vrijwilligers. Voor het seizoen 2014/ 2015 is behoefte aan een B coördinator, een materiaalbeheerder, een gastheer/ gastvrouw, ordehandhavers, een kleedkamermanager, een coördinator F league, een organisator Grote Clubactie, scheidsrechters, trainers nietselectie teams en een organisator voor het thuistoernooi voor de B en C jeugd.
Vrijwilligerswerving
14
De jeugdcommissie werft de benodigde vrijwilligers met behulp van een vacature advertentie. Deze vacature is zichtbaar binnen het clubgebouw, op de website van de vereniging en wordt via flyers verspreid. De acquisitie geschiedt ook via netwerken binnen de vereniging.
Commissie overige senioren
Knelpunten Een obstakel voor de commissie overige senioren is een tekort aan clubscheidsrechters voor thuiswedstrijden. Dit vertaalt zich direct in een behoefte naar vrijwilligers in de vorm van scheidsrechters. De verwachting is niet reëel dat er commissieleden zelf zullen gaan stoppen. Allen zijn slechts één seizoen in hun huidige rol actief.
Vrijwilligerswerving De commissie zet in op de aanwas van nieuwe scheidsrechters. Netwerken wordt hiervoor ingezet.
De club van 100 De Club van 100 verwacht geen obstakels. Er is nu geen behoefte aan vrijwilligers omdat het huidige bestuur intact blijft.
Bestuur
Knelpunten Knelpunten die het bestuur voor de middellange termijn (tot 5 jaar) voorziet zijn: de afstand van ARC 1 ten opzichte van de rest van de vereniging, een gebrek aan transparantie van het bestuur binnen de vereniging, minder inkomsten (vooral vanwege sponsoren die afhaken) en een tekort aan capaciteit binnen de vereniging, in termen van mankracht (vrijwilligers). Er zijn twee nieuwe bestuursfuncties gecreëerd, onder andere om deze knelpunten aan te pakken. Dit zijn: een bestuurslid commerciële zaken en een bestuurslid PR, Marketing & Communicatie. De termijn van een bestuurslid binnen ARC is minimaal 3 jaar. Binnen nu en 2 jaar zal geen van de huidige bestuursleden stoppen.
Vrijwilligerswerving Het bestuur gaat een vacature uitzetten voor een bestuurslid PR, Marketing & Communicatie.
De kantinecommissie
Knelpunten Binnen de kantinecommissie spelen geen relevante knelpunten op de korte en middellange termijn. Er is geen directe behoefte aan vrijwilligers.
15
Vrijwilligerswerving Er vindt geen acquisitie plaats.
Sponsoring Een relevant knelpunt waar het driemanschap sponsoring mee wordt geconfronteerd is de economische situatie bij bedrijven. Bedrijven en ondernemers zijn in lage mate bereid om ARC te sponsoren. Het driemanschap verwacht dat deze situatie op korte termijn (tot 2 jaar) niet veranderd. Mede als gevolg hiervan zal men intensiever samen gaan werken met de club van 100. Dit knelpunt vertaalt zich niet in een behoefte aan vrijwilligers. Tevens zal geen van de drie vrijwilligers gaan stoppen.
Sfeerteam
Knelpunten Op de middellange termijn (tot 5 jaar) verwacht het sfeerteam dat de terugloop van het aantal betaalde leden een knelpunt vormt. Dit vertaald zich niet in een vrijwilligersbehoefte. Ook zal geen van de vrijwilligers van het sfeerteam stoppen.
Vrijwilligerswerving Er is geen directe vrijwilligersbehoefte, toch zijn nieuwe vrijwilligers welkom. Vooral voor nieuwe ideeën. Netwerken wordt hiervoor gebruikt.
De onderhoudscommissie
Knelpunten Binnen de onderhoudscommissie is de vergrijzing van de vrijwilligers een actueel knelpunt. Niet op korte maar wel op middellange en lange termijn zullen de huidige vrijwilligers van de onderhoudscommissie stoppen. Dit zal zich gaan vertalen in een behoefte naar vervangende vrijwilligers. Vaktechnisch inzicht en bouwkundige kennis zijn van belang voor de vrijwilliger(s) die zich in de toekomst bezig gaat houden met het onderhoud van de gebouwen.
Vrijwilligerswerving Op dit moment vindt er geen acquisitie plaats omdat de vrijwilligersbehoefte nog niet actueel is. De Heitinga commissie
Knelpunten Er zijn binnen de Heitinga commissie geen knelpunten die zich direct vertalen naar een behoefte aan vrijwilligers. Vrijwilligers die deel (gaan) uitmaken van de commissie doen een commitment. Dit commitment
16
houdt in dat het vrijwilligerswerk minimaal twee jaar gedaan wordt. Tot en met de tiende editie zullen daarom geen vrijwilligers uit de Heitinga commissie stoppen. Op uitvoerend gebied, voor de dagorganisatie, is behoefte aan vrijwilligers. Per dag zijn 90 tot 100 vrijwilligers nodig. Dit is een adhoc vrijwilligersbehoefte.
Vrijwilligerswerving Om op operationeel gebied vrijwilligers te werven zet de Heitinga commissie in op netwerken en vacature advertenties (zichtbaar op de website van ARC en het Heitinga toernooi).
Algemeen en beveiliging
Knelpunten In de huidige situatie zijn er geen knelpunten gerelateerd aan algemene zaken en beveiliging binnen ARC. Op dit moment is er geen vraag naar vrijwilligers. Als het eerste elftal promoveert naar de hoofdklasse zijn wel meer beveiligers nodig.
Vrijwilligerswerving Door netwerken is en wordt een bestand gecreëerd met beveiligers die bij promotie eventueel kunnen worden ingezet.
De totale vrijwilligersbehoefte De totale vraag naar vrijwilligers is hieronder – per november 2014 – in absolute aantallen uitgedrukt.
Figuur 1: Vrijwilligersbehoefte van ARC in november 2014
17
Deelvraag 3: Welke handvatten reikt de KNVB aan om vrijwilligers te werven en behouden?
Deze deelvraag is beantwoord in twee stappen. Eerst is relevante KNVB documentatie, over het werven en behouden van vrijwilligers, geselecteerd. Daarna is beschreven welke handvatten deze documentatie ARC biedt om in haar vrijwilligersbehoefte te voorzien.
Selectie relevante literatuur De KNVB heeft geen blauwdruk om vrijwilligers te werven en behouden (I. Dekker, persoonlijke communicatie, 20 april 2014). Instrumenten die de KNVB verenigingen aanreikt zijn het inzetten van verenigingsondersteuners en procesbegeleiders (I. Dekker, persoonlijke communicatie, 20 oktober 2014). Zij kunnen verenigingen ondersteunen en adviseren bij het inrichten van een nieuw vrijwilligersbeleid. Ook heeft de KNVB een platform gelanceerd waar best-practices over onder andere vrijwilligers acquisitie worden geplaatst. Dat wordt op pagina 26 van deze rapportage uitgeweid. De KNVB heeft geen standaard oplossing om vrijwilligers te werven en behouden omdat dat per verenigingscontext anders ingevuld wordt. Het is – volgens I. Dekker – immers maatwerk (persoonlijke communicatie, 20 oktober 2014).
Wel heeft de KNVB een filosofie ontwikkeld over het vrijwillig functioneren van verenigingen. Deze filosofie wordt ‘Back 2 Basics’ genoemd. De KNVB probeert hierin handvatten naar voren te brengen die een vereniging kan gebruiken om – parallel aan de trends en ontwikkelingen in de maatschappij en sport in het bijzonder – als vrijwillige organisatie goed te functioneren (KNVB: Back 2 Basics, 2014). Het motto van de Back 2 Basics ondersteuningsfilosofie heeft de KNVB geformuleerd als: help het de vereniging zelf te doen (KNVB: Back 2 Basics, 2014). Veder staat in het KNVB beleidsplan, voetbal om van te houden, dat de bond clubs begeleidt om voldoende en kwalitatief goede vrijwilligers te werven, begeleiden en behouden (KNVB: beleidsplan, 2014). Deze doelstelling wordt in het beleidsplan verder niet concreet vertaald naar kritische succesfactoren (KNVB: beleidsplan, 2014).
Ondanks dat het managen van het vrijwilligerbestand door iedere vereniging anders ingevuld wordt, zijn er toch een aantal handvatten die ARC enige houvast kunnen bieden. Dit zijn:
‘Back 2 Basics’: sleutelrol voor verenigingen, de ondersteuningsfilosofie van de KNVB;
De KNVB publicatie ‘belangrijke aspecten bij vrijwilligersbeleid’;
De publicatie ‘hoe je social media inzet voor jouw club’, van Unit 4.
Op de volgende pagina wordt beschreven op welke manier deze bronnen voor ARC interessant zijn.
18
Concrete handvatten uit de literatuur Hieronder volgt een uitwerking per op de vorige pagina genoemde bron.
Back 2 Basics: sleutelrol voor verenigingen De KNVB is een vereniging die bestaat uit een verzameling van aaneengesloten voetbalverenigingen (KNVB: back 2 basics, 2014). Deze voetbalverenigingen zijn zelfstandige organisaties, die op eigen wijze voetbal aanbieden en organiseren (KNVB: back 2 basics, 2014). Sportiviteit en respect is daarom een gezamenlijk thema van de KNVB en voetbalverenigingen. Verenigingen stimuleren in hun eigen context sportief en respectvol gedrag. Zo zorgen zij dat voetbal leuk is én blijft. De KNVB kan en wil verenigingen daarbij graag ondersteunen en begeleiden. De KNVB vindt het leveren van kwalitatief goede ondersteuning belangrijk. Daarom doet de bond – onder de naam Back 2 Basics – onderzoek naar het functioneren van verenigingen. De centrale vraag daarbinnen is: hoe kunnen wij met de inzichten van dat onderzoek verenigingen helpen om zich zelfstandig en duurzaam te ontwikkelen? (KNVB: back 2 basics, 2014). Het antwoord op deze vraag is de rode draad in de back 2 basics ondersteuningsfilosofie. Deze filosofie is gecommuniceerd in twee video’s. Hieronder wordt voor beide video’s de kern beschreven.
Back 2 Basics I: Modern verenigingsbesturen
NB De tekstuitwerking van deze video is gebaseerd op dezelfde bron. Namelijk: (KNVB: Back 2 Basics I, 2011).
Centraal in de eerste video staat de cultuur van de vereniging. De verenigingscultuur blijft onderbelicht in een tijd waarin de focus ligt op de strategie en structuur van de verenigingen, en waarin een vereniging wordt vergeleken met een bedrijf dat sportconsumenten bedient
De meeste verengingen zijn ontstaan in een andere tijd en samenleving. Een vereniging ontstond toen uit een aantal gelijkgestemden die onderling sterk waren verbonden. Vrijwilligerswerk doen voor de vereniging voelde niet verplicht, want de vereniging was een gemeenschappelijk bezit. Ook functioneerde verenigingen toen meer democratisch, het was vanzelfsprekend om bijvoorbeeld een stem uit te brengen in de algemene ledenvergadering. Nu komen leden meer losser bij een verenging. Door de individualisering hebben leden hele andere motieven om zich aan te sluiten bij een vereniging, zoals gezondheid en gezelligheid. Hierdoor is een vanzelfsprekende gelijkgestemdheid/verbondenheid verder te zoeken. Verenigingen moeten concurreren met andere vrijetijdsbestedingen. Door de waardevolle vrije tijd en lossere verbanden is het voor verenigingen lastiger om vrijwilligers te vinden. De vereniging rust daardoor op de schouders van enkele vrijwilligers en de democratie binnen de vereniging brokkelt af. Tegelijkertijd worden leden wel kritischer op de kwaliteit van de vereniging, zij gaan zich gedragen als klant. De vereniging komt daardoor onder druk te staan. Om de vereniging goed te laten functioneren moet het bestuur van de vereniging zich richten op: strategie, structuur en cultuur. Als deze aspecten goed op elkaar zijn afgetemd dan is de organisatie in balans. Veel verenigingen
19
hebben geïnvesteerd in structuur, mede door de professionalisering. Bijvoorbeeld door het opzetten van verenigingsondersteuning. Ook aan de verenigingsstrategie is de afgelopen jaren meer aandacht besteed. Het cultuuraspect is echter onderbelicht gebleven. De mensenkant is de meest kritische succesfactor. Een vereniging is geen bedrijf, maar een gemeenschap waar samen een doel wordt nagestreefd. Het is dus zaak extra aandacht te geven aan het de cultuurzijde van de driehoek. Succesvolle verenigingen doen dit door: aandacht te geven aan leden, waardering te geven aan leden en leden het gevoel te geven erbij te horen door het opbouwen van een band. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat leden mede daardoor vrijwilligerswerk willen doen. Maar dan moeten leden wel gevraagd worden door iemand die ze kennen. Als bestuur is het noodzaak om te bouwen aan het fundament van de vereniging, de mensen. Dit begint bij het maken van strategische keuzes: wie willen wij als vereniging zijn. Een verenigingsbestuur dient zichzelf te zien als inspirerend leider (contact maken, positiviteit uitstralen en waardering uitspreken). Het bestuur moet leden binnen de vereniging binden en verbinden, oftewel acteren als bruggenbouwer. Daar komen plezier en extra betrokkenheid van leden voor terug. Het is zaak om binnen de vereniging verbinders, enthousiastelingen, oplossers en regelaars te mobiliseren. Volgens de Back 2 Basics ondersteuningsfilosofie moet daar de aandacht aan worden besteed.
Back 2 Basics II: Sturen op verenigen (KNVB, 2013)
NB De tekstuitwerking van deze video is gebaseerd op dezelfde bron. Namelijk: (KNVB: Back 2 Basics II, 2013).
De tweede Back 2 Basics video is gericht op bestuurders die bewust willen sturen op het functioneren van hun vereniging en die gestructureerd willen werken aan het vergroten van betrokkenheid onder vrijwilligers en andere leden.
Voor sturen op verenigen is geen standaard aanpak. Wel is er een standaard aanpak om een proces op gang te brengen. In Back 2 Basics deel twee ligt de focus op dat proces. Iedere vereniging heeft een eigen functioneringsprincipe. Het oorspronkelijke verenigingsprincipe is dat van verenigen. De leden zetten samen de schouders eronder op basis van onderlinge solidariteit. Dit principe staat echter onder druk. Leden worden steeds meer gezien als klant, en gedragen zich ook zo. Tussen leden en de vereniging is een klant – leveranciersrelatie ontstaan. Veel verenigingen functioneren op basis van dit marktwerkingsprincipe. Besturen versterken bovendien deze wij/ zij relatie die in het marktwerkingsprincipe centraal staat.
Verenigingen zouden juist moeten redeneren vanuit het wij/ wij principe, we doen het binnen onze vereniging met elkaar want wij zijn samen de vereniging. Om een proces op gang te brengen dat de betrokkenheid en verbondenheid binnen de vereniging vergroot is het van belang om ruimte te bieden aan ontmoeting en nieuwe initiatieven. Om op betrokkenheid en verbondenheid actiever te kunnen sturen en ontwikkelen onderscheid de KNVB drie stappen. Dit zijn (1) Verhaal, de kracht van de vereniging, (2) Droom, de ideale
20
situatie en (3) Actie, het inzetten van de kracht van de vereniging om de dromen te realiseren. Een nadere uitwerking van dit proces ziet er als volgt uit: 1. Verhaal. Het bepalen van de kracht of sterke punten van de vereniging kan door het organiseren van een spiegelbijeenkomst. Dit is een bijeenkomst voor een diverse groep mensen binnen de vereniging. Het doel hiervan is op zoek te gaan naar de diepere laag binnen de vereniging. Relevante vragen die spelen zijn dan:
Wat zijn de unieke karakter eigenschappen van de vereniging?;
Wat is het onderscheidingsvermogen van de vereniging? Aandachtspunten voor een verenigingsbestuur in het verlengde hiervan zijn: o
Aansluiting zoeken bij de energie binnen de vereniging;
o
Aandacht geven aan wat goed gaat binnen de vereniging en dat gebruiken voor verdere ontwikkeling;
o
Benut wat goed gaat en je zult zien dat het enthousiasme mensen helpt dat wat niet goed gaat te verbeteren, waaronder vrijwilligers.
Wat zal er nooit veranderen binnen de vereniging? Voorbeelden zijn een logo en een bardienst die al jaren door dezelfde vrijwilligers wordt gedraaid. Deze vrijwilligers geven vaak weinig ruimte tot nieuwe initiatieven (gesloten huisjes), wat de ontwikkeling van en betrokkenheid binnen de vereniging in de weg staat. Het is juist zaak open huisjes te creëren.
2. Droom. Organiseer een workshop cocreatie. Dit houdt in dat een groep verenigingsleden bij elkaar komt en een ideale verenigingssituatie schetst: hoe willen wij zijn? Vervolgens moeten, om de ideale situatie te realiseren, de voorwaarden in gedrag worden geschetst. Voorbeelden zijn sportiviteit en samenwerken. Het is van belang om samen een toekomst perspectief te creëren. 3. Actie. Het samen beschrijven van het verhaal en het beleven van de droom levert automatisch een actielijst op. De enthousiastelingen in de vereniging gaan aan de slag met het maken van een taakverdeling: wie doet wat, wanneer en hoe. Deze groep enthousiastelingen kan snel resultaat bereiken en voorbeeldgedrag tonen. Dit voorbeeldgedrag heeft een verandering in gedrag van andere leden tot gevolg.
Als je, je als vereniging wilt ontwikkelen beslis dan als bestuur dit proces te gebruiken. Leg de nadruk op de continuïteit van de methode, zorg dat iedereen betrokken raakt en blijft, neem nieuwe aanwas van de vereniging mee in het proces, doe het niet alleen en biedt ruimte aan nieuwe initiatieven. Bepaal samen de kracht van de vereniging en leg daar de focus op.
21
Belangrijke aspecten bij vrijwilligersbeleid Op voetbal.nl zoomt de KNVB (2012) in op de invloed van maatschappelijke trends op het aantal vrijwilligers en hun bijdragen aan de voetbalvereniging. Er worden elf aandachtspunten beschreven over het werven en behouden van vrijwilligers (KNVB, 2012). Dit zijn: 1. Stel regels en voorwaarden: Ook voor vrijwilligers gelden simpele, heldere regels en normen en waarden. Vrijwillig betekent niet vrijblijvend; hij/zij draagt verantwoordelijkheid. Aanvaard daarom bijvoorbeeld een vrijwilligersfunctie voor een bepaalde termijn en neem deze functies ‘officieel’ op in het organogram. 2. Ken de potentiële doelgroepen: Doelgroepen om te benaderen voor een vrijwilligersfunctie zijn bijvoorbeeld: ouders, opa’s en oma’s, scholieren en studenten, WAO’ers, bijstandsmoeders en vaders, mensen met een lichamelijke functiebeperking en chronisch zieken, oudgedienden en reintegratie medewerkers. 3. Inventarisatie: Maak een inventarisatie van alle werkzaamheden die er zijn, dus ook die waarvoor inmiddels al vrijwilligers gevonden zijn. Soms is het verstandig om een functie die veel tijd kost, te splitsen in meerdere, kleinere werkzaamheden. Zo is de vereniging minder afhankelijk van een persoon. 4. Maak een planning:Voor een optimale bezetting is een planning noodzakelijk. Zorg voor een duidelijk overzicht van de benodigde (uitvoerende) vrijwilligers, hun taken en looptijden van de functies. Zorg onder meer ook voor een goed overzicht van potentiële vrijwilligers, voorzien van hun contactgegevens. 5. Begeleid bewust: Werk vrijwilligers in. Wijs een mentor of maatje aan en betrek ook anderen bij de opvang van de nieuwkomer. Overlaad deze niet met een enorme stroom informatie. Houd onder meer rekening met (interculturele of menselijke) verschillen, leg de taken goed uit en bespreek concrete situaties na. 6. Beloon en waardeer: Voor vrijwilligers is waardering het belangrijkst. Denk aan een vrijwilligersfeest, uitnodiging voor de nieuwjaarsreceptie, een attentie bij verjaardag, ziekte, jubileum of afscheid, of aan ‘de Vrijwilliger van de maand’. Bied voordeeltjes, zoals gratis frisdrank voor een barmedewerker. Mogelijkheden genoeg! 7. Betrek bij de club: Betrek vrijwilligers bij de club en maak van hen een ‘ambassadeur’. Wees transparant en geef ook deze leden de tijd en ruimte om mee te discussiëren over nieuwe ideeën. Bevorder hun deskundigheid en zelfontplooiing, laat hen hun ambities kenbaar maken en hun initiatieven in de praktijk toepassen. 8. Benader persoonlijk: De sleutel tot succes is een persoonlijke benadering. Toon bijvoorbeeld welgemeende interesse, denk na over op welke momenten u de persoon het best kunt aanspreken. Wees open in de communicatie en maak eventuele onzekerheden bespreekbaar. Bouw de betrokkenheid van vrijwilligers langzaam op. 9. Werf senioren én jeugd: Informeer senioren, bij aanvang van het voetbalseizoen, over vrijwilligerswerk dat zij in de ogen van de vereniging kunnen of zouden moeten doen. Geef hen, via de betreffende
22
trainer, een lijst met daarop de potentiële taken. Informeer ook spelers op jonge leeftijd. Hier is grote winst te behalen. 10. Stel een vrijwilligerscoördinator aan: Deze is voor vrijwilligers een aanspreekpunt. Bijvoorbeeld voor vragen
over
clubbeleid
en
(andere)
vrijwilligersfuncties.
Hij/zij
helpt
onder
meer
informatiebijeenkomsten organiseren, vraagt naar verwachtingen en ervaringen en zal actief netwerken. Sta als bestuur in direct contact met hem/haar. 11. Social media en andere wervingsmiddelen: Internet, twitter, facebook pagina, clubblad, posters, (team) nieuwsbrief en/of flyers.. Denk na over hoe u mensen het best kunt benaderen. Middels persoonlijke benadering wordt veelal meer bereikt dan enkel een oproep in bijvoorbeeld het clubblad. Welk middel en welk persoon spreekt welke doelgroep aan? Denk bijvoorbeeld aan social media door en voor de jeugd en wanneer zijn zij bereikbaar? Vermeld de taak-/functieomschrijving en, onder meer, wat de club te bieden heeft (KNVB, 2012).
Hoe je social media inzet voor jouw club Een groot percentage Nederlanders is lid van een sociaal netwerk als Facebook, Twitter of LinkedIn (Unit 4, 2013). De kans is groot dat een aanzienlijk deel van de leden van voetbalverenigingen ook lid is van een sociaal netwerk (Unit 4, 2013). Amateurverenigingen kunnen met behulp van social media profielen het web gebruiken als hun eigen publiciteitskanaal. Juist dit brengt grote mogelijkheden mee voor een voetbalverenigingen. Communicatie verloopt via het internet en social media sneller, frequenter en directer. Hierdoor kan een vereniging in korte tijd beter in contact komen met leden en vrijwilligers. Unit 4 heeft een aantal concrete tips ontwikkelt over hoe je als vereniging op social media vrijwilligers vindt. Relevant voor ARC zijn:
Waar vind je vrijwilligers? In sociale netwerken kun je makkelijk zoeken op de naam van leden, maar ook op de vereniging zelf. Vaak bestaat er al een specifieke pagina over de vereniging. Hier komen leden actief samen;
Een eigen profiel opzetten. Het voordeel van het opzetten van een persoonlijk profiel (verenigingsprofiel) is dat iemand binnen de vereniging de pagina kan beheren. Het is voor leden vertrouwd en bovendien duidelijk dat het een initiatief is vanuit de vereniging;
Vrijwilligers naar de pagina’s toetrekken. Zorg voor een continue stroom van berichten. Kom regelmatig met nieuwe updates, beeldmateriaal, verslagen en andere content. Geef leden een reden om terug te komen op de pagina. Zorg ervoor dat leden weten dat de social media pagina’s bestaan (Unit 4, 2013).
23
Deelvraag 4: Welk beleid gebruiken andere voetbal- en sportverenigingen om vrijwilligers te werven en behouden?
De vierde deelvraag is beantwoord in drie stappen. Ten eerste is een online survey onderzoek gedaan onder andere sportverenigingen. De methodologische inrichting daarvan is beschreven in hoofdstuk 2. Tevens is de vragenlijst terug te vinden in bijlagen C. Daarna is literatuuronderzoek gedaan naar succesverhalen van andere verenigingen omtrent het werven en behouden van vrijwilligers. Om dat in kaart te brengen is navraag gedaan bij de KNVB. Daaruit blijkt dat de KNVB een online platform heeft ingericht waarop, namens voetbalverenigingen, best-practices worden gedaan over knelpunten waar verenigingen in de praktijk tegenaan lopen
(I.
Dekker,
persoonlijke
communicatie,
20
oktober
2014).
De
bijhorende
website
is:
http://home.knvb.nl/succesverhalen. De website is in het kader van dit onderzoek geanalyseerd. Tot slot zijn op basis van verder literatuuronderzoek en eigen ideeën een aantal quick-wins geformuleerd, die niet door de KNVB zijn gepubliceerd.
Online survey onderzoek Hieronder volgt per cirkeldiagram sec een beschrijving van de meest gegeven antwoorden van sportverenigingen op het online survey onderzoek.
70% van de ondervraagde sportverenigingen heeft een tekort aan vrijwilligers. 62% van de verenigingen geeft aan dat er binnen de vereniging een commissie of groep mensen actief bezig is met het werven en behouden van vrijwilligers.
60% van de verenigingen heeft een vrijwilligersbeleid.
24
45% van de verenigingen heeft overwogen om een verhoging van het contributiegeld door te voeren voor leden die geen vrijwilligerswerk doen. Het merendeel (55%) heeft dat niet overwogen. Deze verhoging heeft bij 35% van de verenigingen die dit heeft overwogen tot meer vrijwilligers geleid. 65% zag deze (geplande) contributieverhoging niet resulteren in meer vrijwilligers. Welke middelen c.q. instrumenten zet de vereniging in om vrijwilligers te werven en behouden? 2% 2%
3%
2% 2% 2%
2%
2%
2% 2%
19%
2%
2% 2%
3%
11%
2% 2% 5%
5% 6%
2% 8%
16%
Direct contact/ Persoonlijk benaderen Borrels, vrijwilligersavond, vrijwilligersactiviteiten Voorlichting aan ouders van nieuwe jeugdleden Verplichten minimaal aantal uren vrijwilligerswerk per week Website Inventarisatie- en inschrijfformulier Vrijwilligersbijdrage van leden Verenigingsmanager Vrijwilligerscommissie/ Vrijwilligerscoördinator Clubliefde Oproepen in het plaatselijk nieuws Goede randvoorwaarden creëren Social media Afdwingen Vacatures Vrijwilligersbijeenkomsten Vrijwilligersvergoeding Nieuwsbrief Vrijwilliger van de week verkiezing Persoonlijke aandacht van de voorzitter voor jubilea Inwerkperiode Duidelijke taakomschrijving Algemene Leden Vergadering Elftallen actief benaderen
19% van de verenigingen gebruikt direct contact en/ of een persoonlijke benadering om vrijwilligers te werven en behouden. 16% van de verenigingen maakt gebruik van de verenigingswebsite. 11% van de verenigingen werft en behoud haar vrijwilligers door het organiseren van borrels, vrijwilligersavonden en vrijwilligersactiviteiten. Opvallend is verder dat 2% van de verenigingen aangeeft vrijwilligers te werven en behouden door hen te ‘dwingen’.
25
Succesverhalen andere sportverenigingen Hieronder volgt op een beschrijving van succesverhalen van andere voetbalverenigingen over het werven en behouden van vrijwilligers.
NB: De bron die bij alle succesverhalen is gebruikt is: (KNVB: succesverhalen, n.d.).
Vrijwilligersbeleid FC Uitgeest Het succesverhaal gaat over een vrijwilliger die, na het succesvol vormgeven van het scheidsrechtersbeleid, het algemene vrijwilligersbeleid van FC Uitgeest is gaan herinrichten. De vrijwilliger in kwestie refereert in het succesverhaal aan de leuke aspecten van vrijwilligerswerk. Hij geeft aan dat vrijwilligerswerk iets is wat niet moet worden gedaan omdat het voelt als een verplichting of omdat kinderen actief zijn binnen de vereniging, maar omdat iemand het leuk vindt. Dit impliceert dat intrinsieke motivatie, in dit succesverhaal deels voortkomend uit affiniteit met de betreffende vereniging, een belangrijke rol speelt. Vrijwilligerswerk wordt ‘leuk gevonden’ als aan vijf voorwaarden is voldaan, samengevat in de WOBOW formule: werven, opleiden, begeleiden, ontwikkelen en waarderen. In het succesverhaal wordt benadrukt dat deze aspecten vaak worden gerelateerd aan sporters zelf en niet aan vrijwilligers. Binnen FC Uitgeest is men ervan overtuigd dat dit de sleutel tot succes kan zijn.
Diversiteit in het verenigingsbestuur Dit succesverhaal gaat over het creëren van meer diversiteit binnen het verenigingsbestuur. Vrouwen, jongeren en allochtonen zijn nog vaak in de minderheid als het gaat om het bekleden van bestuursfuncties. De KNVB organiseerde in september 2014 een discussiedag waarbij verenigingen uit de districten Oost, Zuid I en Zuid II in gesprek gingen over het creëren van meer diversiteit binnen het bestuur. De Limburgse vereniging RKVVM verjongde heel het bestuur. Tegelijkertijd heeft men een ‘denktank’ opgericht, waarvan oud bestuurders de ambassadeur zijn. Hun taak is het leggen van verbindingen tussen oude en jonge leden, waardoor waardevolle leden betrokken raken bij de vereniging. RKVVM heeft verder een rubriek ouder-kind bedacht, waardoor men binnen de vereniging in contact is gekomen met leden die nog geen duidelijk gezicht hadden binnen de vereniging, zoals moeders en minderheidsgroepen. Door de gedeelde passie van voetbal is een opening ontstaan hen actiever te betrekken bij het clubbeleid, met mogelijk meer vrijwillige inzet als resultaat.
In het succesverhaal wordt verder ingegaan op de belronde die DEV-Arcen heeft gehouden. Men heeft het ledenbestand opgeschoond door middel van het nagaan van NAW gegevens van leden. Daarbij mocht gebruik worden gemaakt van de telefooncentrale van een sponsor. Tegelijkertijd is tijdens de belronde geïnventariseerd of men bereid was vrijwilligerswerk te verrichten. Het resultaat:70 nieuwe vrijwilligers. Doordat contact werd gezocht met alle leden van de vereniging, leverde dit ook vrijwilligers op voor alle geledingen binnen de vereniging. De projectleider diversiteit van de KNVB concludeert naar aanleiding van het succesverhaal dat direct vragen helpt. Uit onderzoek blijkt dat de meerderheid van de jongeren tot 35 jaar,
26
werkzaam in de sport, graag vrijwilligerswerk zou verrichten. Zij maken zichzelf echter niet zichtbaar, maar wachten tot ze gevraagd worden.
Voetbalclub als opstap naar de arbeidsmarkt Voetbalvereniging Quick’20 uit Oldenzaal heeft het project FC Noaber opgezet, waarmee het zich inzet voor mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Men werkt samen met de gemeente Oldenzaal en leerwerkbedrijf De Werkwijzer. Het doel van het project is om deelnemers aan het project weer een missie te geven. Men biedt deelnemers een kans om vrijwilligerswerkzaamheden op te pakken die anders niet gedaan worden. Dit gebeurt niet alleen bij Quick’20 maar ook bij andere sportverenigingen. Doel hiervan is dat men blijvend vrijwilligerswerk doet of doorstroomt naar een reguliere functie. In Oldenzaal spreekt men van een win-win situatie: (1) deelnemers krijgen de kans om toe te treden tot de arbeidsmarkt en (2) de clubs hebben baat bij het (tijdelijke) vrijwilligerswerk.
Social media voor meer betrokkenheid Voetbalvereniging de Bataven is met ingang van het huidige seizoen begonnen met het (efficiënter) inzetten van nieuwe media. Men is er bij de Bataven van overtuigd dat Twitter en Facebook tegenwoordig de platformen zijn om jeugdige leden te bereiken. Er wordt ingespeeld op het grootbezit van smartphones. De kracht van de social media is volgens het bestuurslid communicatie van de Bataven dat het gebruik in de toekomst alleen maar toe zal nemen. De Bataven erkennen dat een substantieel deel van de leden nog baat heeft bij het clubblad. Deze zal niet gaan verdwijnen, maar is juist een aanvulling op de social media. Nieuwe media wordt bij de Bataven ook ingezet voor ‘oude leden’, zo heeft men een facebook pagina opgericht met daarop foto’s van de vroegere verenigingssituatie.
De Bataven zet in het onderling versterken van verschillende communicatiemiddelen. Social media wordt daarbinnen vooral ingezet om een nieuwe generatie leden te mobiliseren actiever te zijn voor de club. Binnen de vereniging zijn enthousiastelingen bereid gevonden om de communicatie via de nieuwe kanalen te verzorgen. Om commitment binnen de vereniging te vergroten is bijvoorbeeld en poll opgezet over hoe de social media pagina’s moeten worden ingericht. Hiermee wordt de betrokkenheid van leden vergroot. Het allesomvattende doel is om jonge leden actiever te betrekken bij de Bataven. Dat kan volgens de vereniging tot in het beslissingstraject. Men wil er naartoe om leden online mee te laten denken en beslissen.
27
Quick-wins
Methode VV Berkum
NB: De bron die is gebruikt bij onderstaande tekst is: (Landstede servicebureau: de methode Berkum, 2003).
Voetbalvereniging Berkum is een middelgrote club met 600 leden. De 250 leden vormen de kracht achter de vereniging. De voetbalvereniging is betrokken bij een groot aantal activiteiten dat in de wijk wordt georganiseerd, die vaak een bredere insteek hebben dan alleen het bevorderen van voetbal. Hoewel de activiteiten geslaagd waren, bleek dat na het wegvallen van de ondersteuning er geen structureel vervolg kwam door een gebrek aan vrijwilligers of het niet beschikbaar zijn van vrijwilligers. De club is vervolgens gaan experimenteren met de juiste aanpak ten aanzien van de vrijwilligersproblematiek. In het rapport ‘de methode Berkum’ is dat als volgt (onderstaande alinea) beschreven: Zo is de bestuursstructuur aangepast. Het bestuurswerk en het vrijwilligerswerk zijn gedecentraliseerd en gedelegeerd naar zelfstandig werkende bestuursgroepen. Dit is een wezenlijk kenmerk van een goede vrijwilligersorganisatie. Veel taken worden verdeeld over meer vrijwilligers op bestuurlijk niveau, waardoor de belasting per vrijwilliger kleiner wordt. Dat is een van de 12 belangrijkste basisprincipes bij het werven van nieuwe vrijwilligers: de belasting van vrijwilligerswerk mag absoluut niet zwaar zijn. Het verzelfstandigen van het vrijwilligersbeleid in een aparte bestuursgroep, zodat werving, behoud en waardering van en voor vrijwilligers de aandacht krijgt van een aparte groep bestuurders, is een ander belangrijk basisprincipe. Het is deze Bestuursgroep Vrijwilligers die zich onder meer heeft bezig gehouden met het ontwikkelen van de Methode Berkum. Daarnaast is de beleidsnota ‘Kwaliteit in samenwerking’ geschreven en de uitvoering van het beleid heeft tot diverse activiteiten geleid. Ook is er ‘applausbeleid’ ontwikkeld om het de vele vrijwilligers zoveel mogelijk naar de zin te maken. Ten slotte is de werving op verschillende manieren opgepakt, onder andere met de wervingscampagne ‘Leden aan de lijn’. Een pilotproject van een dergelijk grote omvang als Vrijwillig Berkum was inhoudelijk en organisatorisch voor een middelgrote voetbalvereniging niet alleen op te zetten. Bovendien moesten de resultaten niet alleen voor VV Berkum te gebruiken zijn. Als zou blijken dat de Methode Berkum werkt, dan is het de taak van de betrokken partners om ervoor te zorgen dat ook andere (plaatselijke) verenigingen en organisaties die actief met vrijwilligers werken de beschikking krijgen over deze manier van aanpak. Daarom zijn er partners gezocht én gevonden. Naast VV Berkum zijn Landstede en de Gemeente Zwolle destijds bereid gevonden te participeren in dit project. In het rapport wordt de methode Berkum vervolgens uiteengezet. Op hoofdlijnen impliceert de methode het volgende: 1. De voorbereiding: Het opzetten van een wervingscampagne moet voldoen aan het basisprincipe van een verenigingsorganisatie, dat wil zeggen: het werk verdelen over meer vrijwilligers. De wervingscampagne is bij VV Berkum opgezet door een specifieke bestuursgroep/ commissie, met een eigen voorzitter, secretaris, penningmeester etc. 2. Een vliegende start: het is noodzakelijk om met de wervingscampagne de aandacht te trekken van leden. In het rapport valt te lezen dat een campagne plotseling, stevig en verrassend moet zijn. De
28
methode Berkum gebruikte in dit kader de onthulling van een nieuw standbeeld, waarbij de plaatselijke media uitgebreid stilstond. 3. Mailing: nadat de doelgroep, met andere woorden de leden, op de hoogte waren van de wervingscampagne is nadere informatie verspreid. Dit is gebeurt via de website en via mailing (huis aan huis, hard copy). VV Berkum heeft hier een erkend postbedrijf voor ingeschakeld, om het een en ander net wat professioneler over te laten komen. In de mailing heeft de vereniging het volgende opgenomen: de doelstelling van het project, het thema, de inhoud en de aankondiging van een persoonlijk telefoongesprek. Bij de mailing heeft men aandacht besteed aan de opvallendheid van de boodschap. 4. Belcampagne: nadat de leden op de hoogte waren van de campagne, door middel van het standbeeld, de media aandacht en mailing, is begonnen met de belcampagne. Via de ledenadministratie van de KNVB heeft men de juiste NAW gegevens achterhaalt. Vervolgens hebben bekende leden binnen de vereniging de belronde verzorgd. Ten aanzien van het bellen is gewerkt met een officiële vragenlijst.
Het onderzoeksrapport methode Berkum is gepubliceerd in 2003. De resultaten destijds waren onder andere: 70 nieuwe vrijwilligers en 25 nieuwe sponsorcontracten. 3
Hieronder volgt een opsomming van quick-wins die ARC zou gebruiken voor de aanwas van vrijwilligers. Het is daarbij niet bekend of de interventies daadwerkelijk effectief zullen zijn.
Verenigingen
die
de
contributieafdracht
voor
vrijwilligers
verlagen,
door
middel
van
vrijwilligerskortingen of contributieverhogingen bij het niet uitvoeren van een vrijwilligerstaak;
Het implementeren van een vrijwilligersbeleid.
Motivatiemanagement: vraag- in plaats van aanbodgericht denken. De intrinsieke motivatie van leden in kaart brengen en dat als vertrekpunt gebruiken bij het inrichten van vrijwilligerstaken.
De methode ouders graag gezien: een werkgroep van ouders samenstellen en hen betrekken bij het werven en behouden van vrijwilligers en het vastleggen van beleid. Dit is min of meer een equivalent van een vrijwilligerscommissie.
Het werven van maatschappelijke stagiaires die inzetbaar zijn als vrijwilligers.
Een digitale kaartenbak, waarin kennis en expertise van leden wordt gekoppeld aan vrijwilligerstaken. Onder de themanaam ‘vrijwilligers graag gezien’ is op diverse websites ook software te vinden aan de hand waarvan vrijwilligersprofielen en vacatures kunnen worden.
Zichtbaarheid van het bestuur. Actief ‘de boer op’: leden persoonlijk aanspreken en vrijwilligerswerk bespreekbaar maken.
3
Er zijn diverse bronnen gebruikt. Waar dat relevant is zijn deze genoemd.
29
Mond tot mond reclame, vrijwilligers werven vrijwilligers. Daaraan kan een target worden gekoppeld. Bijvoorbeeld: de vrijwilliger die het meest succesvol is in het werven van nieuwe vrijwilligers wint prijs x.
Het aanstellen van een vrijwilligerscoördinator. Iemand die zorgt dat er daadwerkelijk actief wordt gezocht naar nieuwe vrijwilligers.
Vrijwilligerstaken opsplitsen waardoor meer kortlopende projecten ontstaan en stagiaires en studenten op die wijze efficiënter inzetbaar zijn.
Organisatie open dagen, informatiebijeenkomsten e.a. activiteiten.
Zichtbaarheid en vindbaarheid van vrijwilligers en binnen de vereniging vergroten. Het doel daarvan is om de succesverhalen van vrijwilligers te verspreiden en daarmee anderen te enthousiasmeren. Online (social) media kanalen kunnen hier bijvoorbeeld worden benut. Gedacht kan worden aan een vrijwilliger van de maand rubriek op de website. De KNVB is hier recent ook mee begonnen, onder het mom van 'de supervrijwilliger'.
Het ‘activeren van sociaal kapitaal’. Verenigingen kennen een zeer divers ledenbestand, in allerlei opzichten. Zo zijn er binnen de vereniging ook mensen die knowhow hebben op een bepaald vlak en dat over kunnen brengen op anderen. Bijvoorbeeld de penningmeester. Voor potentiële vrijwilligers kan het een drempel zijn om zich met de financiële situatie van de vereniging te bemoeien, juist omdat zij denken niet over genoeg financiële kunde te beschikken. De penningmeester zou in dat kader bijvoorbeeld workshops kunnen organiseren, waarin kennisoverdracht centraal staat. Dit kan ook op het gebied van scheidsrechterscursussen, trainers- en coachvaardigheden.
Het vrijwilligerswerk opdelen in ‘partities’ en toewijzen aan teams. 10 uur vrijwilligerswerk per team klinkt minder tijdrovend dan 10 uur per persoon.
Het principe van de open vereniging. Een open club kenmerkt zich door een open houding bij de kartrekkers en betrokkenen bij de club. Een dergelijke club initieert nieuwe activiteiten, is ondernemend en biedt meerdere activiteiten aan dan alleen het reguliere aanbod (NOC*NSF: Open clubs, n.d.). Bij veel verenigingen is de capaciteit overdag onderbezet, omdat trainingsactiviteiten met name aan het einde van de middag en ’s avonds aanvangen. Nagedacht kan worden over alternatieve manieren om de capaciteit te benutten, zoals het inrichten van flexibele werkplekken, huiswerkbegeleiding, kinderopvang, koopworkshops en het inrichten van vergaderplekken.
De KNVB heeft verschillende voetbalvarianten. Met walking football krijgen 60 plussers die vanwege fysieke beperkingen niet kunnen deelnemen aan het traditionele voetbal, weer de kans om een balletje te trappen (Sport.nl: Oldstars spelen Walking Football, n.d.). Walking football biedt ARC de kans om nieuwe leden te werven met de mogelijke (her) intreding als vrijwilliger als bijkomstigheid. Ook 7 tegen 7 voetbal (35+ en 45+) en zomeravondvoetbal zijn interessant.
Vrijblijvend in gesprek gaan met teams. De centrale vraag daarbinnen zou kunnen zijn: wat vind je van het beleid van de club? Het is van belang om te weten wat de ervaringen zijn van verenigingsleden. Dit biedt inzicht in zaken die goed lopen, maar draagt ook verbeterpunten aan. Het wegnemen van
30
barrières of ‘oud zeer’ kan helpen om leden positiever tegen de vereniging aan te laten kijken, met de eventuele (her) intreding als vrijwilliger als gevolg.
De KNVB ziet meisjes- en vrouwenvoetbal als groeikans. Het daaraan gekoppelde beleid werpt zijn vruchten af: het meisjes- en vrouwenvoetbal ontwikkeld zich stormachtig (KNVB: vrouwen, n.d.). Meisjes en vrouwen maken het verenigingsleven rijker en spannender en geven het voetbal een nieuwe stimulans (KNVB: voetbal om van te houden, n.d.). Meisjes en vrouwen zorgen voor aanwas bij clubs (KNVB: voetbal om van te houden, n.d.). Het is de moeite waard om te kijken of er kansen liggen om het meisjes- en vrouwenvoetbal binnen de vereniging te versterken. Het primaire doel is uiteraard ledenaanwas. Het secundaire doel is het werven van nieuwe vrijwilligers. Opties zijn bijvoorbeeld het organiseren
van
een
vriendinnendag
en
het
vrouw
vriendelijker
inrichten
van
de
verenigingsaccommodatie. Wel zou dan een behoefte peiling moeten worden gedaan.
Het principe van de omni sportvereniging. Dit is een type vereniging waar meerdere takken van sport worden beoefend. In de zomer- en winterstop zijn er leden van de voetbalvereniging die hun conditie op pijl houden door andere sporten te beoefenen, waaronder hardlopen en fitness. Het open stellen van de verenigingsaccommodatie voor dergelijke sporten biedt kansen voor de aanwas van nieuwe leden. Gedacht kan worden aan het inrichten van een krachthonk, of het organiseren van hardloopgroepjes. Voor ouders is het mogelijk interessant om een sportaanbod te faciliteren dat tegelijkertijd plaatsvindt met de voetbalactiviteit van de kinderen. Wel vraagt dit concept om meerdere contributie constructies. Een financieel haalbaarheidsonderzoek is dan ook een vereiste.
De vereniging als kennisinstituut. Bij de bullit hierboven is gerefereerd aan sporten als hardlopen en fitness die tijdens de winter- en zomerstop, of gedurende het seizoen naast voetbal worden beoefend. Het doel daarvan is het op peil houden van de conditie c.q. fit blijven. Binnen de vereniging is op dit gebied veel kennis: denk aan trainers en coaches die veel weten van schema’s op onder andere het gebied van voeding, voetbaltechnische vaardigheden, uithoudingsvermogen en fysieke kracht. De vertaling van deze en andere kennis naar praktische handvatten kan voor (potentiële) leden interessant zijn. Hiermee biedt de vereniging haar leden een extra toegevoegde waarde, met in het verlengde daarvan wellicht meer nieuwe leden en vrijwilligers.
Dubbele vergrijzing betekent de groei van het aandeel 80 plussers onder de 65 plussers (BTSG: Dubbele vergrijzing, 2015). De verwachting is dat het aantal 65 plussers groeit van 2,7 miljoen in 2012 naar 4,7 miljoen in 2041. Daarnaast groeit het aantal 80-90 jarige in dezelfde periode met 104% en het aantal 90+ zelfs met 170% (BTSG: Dubbele vergrijzing, 2015). Een evidente maatschappelijke ontwikkeling. Voor de vereniging een mogelijke kans om op in te spelen. Dit kan door het faciliteren van een sportaanbod. Walking football is al eerder genoemd, maar ook jeu de boules en gymnastiek bieden bijvoorbeeld mogelijkheden. Vitale ouderen zijn daardoor wellicht ook bereid om de mouwen uit de handen de handen te steken voor de club.
De aanwas van nieuwe (jeugd) leden kan ook gestalte krijgen door het organiseren van een open dag. Voor de PR kunnen social media kanalen worden gebruikt. Een goedkoop marketing communicatie instrument met een groot bereik. Een open dag (of een soortgelijke activiteit, zoals een dag dat
31
vriendjes mee mogen komen) kan de vereniging in contact brengen met nieuwe leden. Het is dan van belang om aan de voorkant (dus bij aanmelding) een actieve en persoonlijke benadering te gebruiken bij het werven van vrijwilligers.
Deelvraag 5: Wat is de bereidheid en motivatie van ARC leden om vrijwilligerswerk te doen?
De bereidheid en motivatie van ARC leden om vrijwilligerswerk te doen is onderzocht door het uitzetten van een online enquête. Deze is afgenomen onder de ouders van ARC jeugdleden, en onder ARC leden van 14 jaar en ouder. De vragenlijsten zijn terug te vinden in bijlagen D.
Niet van alle enquête vragen wordt een onderzoeksresultaat beschreven of in een cirkeldiagram geprestneerd: de minder relevante onderzoeksresultaten zijn terug te vinden in bijlagen E.
Vrijwilligerswerk binnen ARC 44% van de ouders van jeugdleden doet vrijwilligerswerk binnen ARC. Bij de leden van 14 jaar en ouder is dat 48%.
Vrijwilligerstaak 66% van de ouders van jeugdleden is trainer, leider of betrokken bij een jeugdteam als vrijwilliger. Bij de leden van 14 jaar en ouder is 37% in een dergelijke hoedanigheid als vrijwilliger actief.
Duur vrijwilligerswerk De ouders zijn veelal reeds 2 tot 5 jaar als vrijwilliger binnen ARC actief (34%), onder leden van 14 jaar en oud is dat veelal 10 tot 20 jaar (30%).
Redenen vrijwilligerswerk 90% van de ouders van jeugdleden doet vrijwilligerswerk vanwege betrokkenheid, omdat het leuk is om te doen en voor de sociale contacten. 47% van de ouders van jeugdleden doet vrijwilligerswerk voor de gezelligheid en sociale contacten. 41% van hen doet vrijwilligerswerk omdat zij het belangrijk vinden wat voor de vereniging te doen of omdat zij vrijwilligerswerk zien als min of meer een verplichting bijhorend het lidmaatschap.
Leuke aspecten vrijwilligerswerk 32% van de ouders van jeugdleden doet vrijwilligerswerk voor het plezier en vanwege de positieve reacties van kinderen en andere ouders. Een andere belangrijke reden voor hen is het sociale tussen hen en andere vrijwilligers en ARC leden (24%). 20% van de leden van 14 jaar en ouder doet vrijwilligerswerk voor het sociale
32
contact met andere vrijwilligers en ARC leden. Een andere belangrijke reden die veelal wordt genoemd (20%) is het zien en stimuleren van de ontwikkeling binnen ARC en/ of het team van mijn kind.
Minst leuke aspecten vrijwilligerswerk Voor wat betreft de minst leuke aspecten die zijn gerelateerd aan het vrijwilligerswerk zegt 32% van de ouders van jeugdleden dat dit geen issue is, met andere woorden: er zijn geen minder leuke aspecten aan het vrijwilligerswerk. 27% van hen zegt verder dat bemoeizucht en negatieve reacties van anderen minder leuk zijn. Leden van 14 jaar en ouder noemen in dit kader: het vrijwilligerswerk wordt ondergewaardeerd (20%) en eveneens bemoeizucht en negatieve reacties van andere mensen (20%).
Bereidheid ten aanzien van vrijwilligerswerk 86% van de ouders van jeugdleden die reeds vrijwilliger is, is niet bereid om meer vrijwilligerswerk te doen. Bij de leden van 14 jaar en ouder is 83%.
Vrijwilligerstaak De ouders van jeugdleden die wel bereid zijn om nog meer vrijwilligerswerk te doen (14%, zie cirkeldiagram hierboven) geven een voorkeur aan een functie als trainer (50%, 3 in absolute aantallen) en scheidsrechter (33%, 2 in absolute aantallen). De leden van 14 jaar en ouder die bereid zijn om nog meer vrijwilligerswerk te doen (17%, zie cirkeldiagram hierboven) geven de voorkeur aan een functie binnen de sponsorcommissie (29%, 2), trainer (14%, 1), ‘wat nodig is binnen ARC’ (14%, 1) en geen voorkeur (29%, 2).
Redenen op dit moment geen vrijwilligerswerk Ouders van jeugdleden en leden van 14 jaar en ouder doen op dit moment geen vrijwilligerswerk vanwege vooral tijdsgebrek: respectievelijk 49% en 68%. Een tweede belangrijke reden voor beide groepen is geen affiniteit/ band met ARC: respectievelijk 13% en 12%.
Bereidheid meer vrijwilligerswerk Ouders van jeugdleden die op dit moment geen vrijwilligerswerk doen voor ARC, zijn daar veelal niet bereid toe (68%). Dit geldt tevens voor leden van 14 jaar en ouder (70%).
33
Drempels geen vrijwilligerswerk 40% van de ouders van jeugdleden die nu (nog) geen vrijwilligerswerk doet, ziet het feit dat zij nooit gevraagd zijn als drempel om de handen uit de mouwen te steken. Een andere genoemde reden is tijdsgebrek (25%). Ook voor leden van 14 jaar en ouder zijn dit de meest genoemde redenen, respectievelijk 39% en 33%.
Voorkeur vrijwilligerstaak Ouders van jeugdleden die nog geen vrijwilligerswerk doen maar daar wel bereid toe zijn, geven veelal de voorkeur aan functies als: bardienst (18%), trainer (13%) en gastheer c.q. gastvrouw van de jeugdcommissie kamer (18%). Voor leden van 14 jaar en ouder zijn de geprefereerde functies trainer (37%) en bardienst (32%). In de cirkeldiagrammen op de volgende pagina zijn de overige voorkeursfuncties weergegeven.
Benadering oppakken extra vrijwilligerstaak 67% van de ouders van jeugdleden is niet benaderd om een (extra) vrijwilligerstaak op zich te nemen. 54% van de leden van 14 jaar en ouder is ook nooit gevraagd, 46% dus wel.
34
Benaderingsmethode verleden 33% van de ouders van jeugdleden die wel eens is benaderd om een (extra) vrijwilligerstaak op zich te nemen, is destijds benaderd via veelal persoonlijke toenadering (47%) en per mail of telefoon (29%). Leden van 14 jaar en ouder die in het verleden wel eens zijn benaderd (46%), zijn ook veelal persoonlijk aangesproken (67%) en per mail en telefoon benaderd (19%).
Benaderingsmethode heden Ouders van jeugdleden geven aan dat ARC het beste kan benaderen voor vrijwilligerswerk door middel van persoonlijke toenadering (35%), per mail of telefoon (23%) en via een vacature op de website (12%). Leden van 14 jaar en ouder prefereren dit ook als benaderingsmethoden, de percentages zijn dan respectievelijk 48%, 16% en 10%.
Verhoging contributiegeld 56% van de ouders van jeugdleden begrijpt het dat ARC het contributiegeld verhoogt als men geen vrijwilligerswerk doet. Onder leden van 14 jaar en ouder begrijpt 58% dit niet.
Motieven voor het doen van vrijwilligerswerk Ouders van jeugdleden geven veelal aan dat er geen expliciete redenen zijn waardoor zij (meer) vrijwilligerswerk zouden gaan doen (50%). Expliciete redenen zijn daarentegen: als zij kunnen meedenken in een commissie (13%), als de contributie door ARC wordt verhoogd in het geval er geen vrijwilligerswerk wordt gedaan (11%) en als men een financiële vergoeding ontvangt van ARC (8%). Leden van 14 jaar en ouder geven in dit kader als redenen op: geen expliciete redenen (41%), het ontvangen van een financiële vergoeding (26%) en het meedenken in een commissie (17%).
35
4. Conclusies De centrale vraag in deze onderzoeksrapportage is: Hoe kan ARC effectief in haar vrijwilligersbehoefte voorzien en dit borgen?. Aan de hand van vijf deelvragen is deze centrale vraag beantwoord. Alles bij elkaar levert het interpreteren van de onderzoeksresultaten van de verschillende deelvragen de volgende conclusies op:
De vrijwilligers van de kantinecommissie en onderhoudscommissie, en de vrijwilligers die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid rond het eerste elftal van ARC, verrichten de meeste hand- en spandiensten. Alhoewel de aard van de werkzaamheden van deze vrijwilligers vooral uitvoerend is, is het voor ARC van belang om zich bewust te zijn van de frequentie en intensiteit waarmee deze vrijwilligers zich inzetten voor de club. Het is dan ook van essentieel belang om deze hands-on vrijwilligerstaken structureel voldoende te bezetten.
Bij de coördinerende en besturende vrijwilligersfuncties komt het meeste verantwoordelijkheid kijken. Daarnaast richten de vrijwilligers die deze posities innemen zich meer op het lange termijn beleid van de vereniging. Het is daarom – zoals de resultaten aanduiden – van belang dat deze vrijwilligersfuncties worden ingevuld door mensen met voldoende ervaring en de nodige competenties. Voor de continuïteit van de vereniging is het daarom van belang dat ARC zich er bewust van is dat er op die vrijwilligersposities voldoende visie en knowhow wordt geborgd.
Wanneer het totaal aantal vrijwilligers binnen ARC als uitgangspunt wordt genomen, is de directe vraag naar vrijwilligers relatief klein. Dit blijkt uit de cirkeldiagram op pagina 17. Daarin komt tot uitdrukking dat de vraag naar vrijwilligers van de Heitinga commissie relatief groot is. Voor het Heitinga toernooi zijn echter alleen op adhoc basis uitvoerende vrijwilligers nodig. Uiteindelijk is het – met het oog op het voorkomen van een situatie waarin ARC in de toekomst onvoldoende of een tekort aan vrijwilligers heeft – wel van belang om met het volgende rekening te houden: o
De knelpunten die het verenigingsbestuur aankaart – waaronder de afstand van ARC 1 ten opzichte van de rest van de vereniging, minder inkomsten en een gebrek aan transparantie van het bestuur – zijn weliswaar op dit moment niet direct een bedreiging, maar kunnen binnen de vereniging wel subtiel van invloed zijn op de bereidheid van leden om vrijwilligerswerk te doen. Daarmee wordt bijvoorbeeld bedoelt dat leden de transparantie van het bestuur als een drempel kunnen ervaren om vrijwilligerswerk te doen. Het is daarom van belang om deze knelpunten zo goed als mogelijk weg te nemen.
o
Binnen de jeugdcommissie en het bestuur zijn de meeste vacatures als het gaat om coördinerende vrijwilligersfuncties. Gezien de verantwoordelijkheid die aan deze functies gekoppeld is, is het prioriteit om de invulling daarvan op een zo kort mogelijke termijn te borgen.
Bij de sportverenigingen die zijn geënquêteerd heeft het verhogen van de contributie niet direct geresulteerd in meer vrijwilligers. De effectiviteit van deze maatregel lijkt daarmee per context te verschillen. Dat geldt ook voor de andere handvatten die worden genoemd bij het beantwoorden van
36
deelvraag 4. Alles bij elkaar betekent dit dat de verenigingscontext van ARC, en dan met name de verenigingscultuur, straks sterk van invloed is op de effectiviteit die wordt gehaald met het inzetten van (beleids) middelen om vrijwilligers te werven en behouden.
Vrijwilligerswerk binnen ARC heeft een vrij duurzaam karakter: de meeste vrijwilligers zijn al 2 jaar of langer actief.
De belangrijkste reden voor veel leden om bij ARC vrijwilligerswerk te doen is de sociale dynamiek die daarvan uitgaan. Zo doen veel leden vrijwilligerswerk om sociale contacten op te doen of te onderhouden.
De bereidheid om binnen ARC vrijwilligerswerk te doen is laag.
Leden die bereid zijn om (extra) de handen uit de mouwen te steken, willen dat vooral doen vanuit een uitvoerende vrijwilligersfunctie. Dit betekent dus ook dat potentiële vrijwilligers minder enthousiast zijn over het oppakken van een coördinerende vrijwilligersfunctie.
Een persoonlijke benadering is belangrijk. Veel leden doen (nog) geen vrijwilligerswerk omdat ze niet persoonlijk benaderd zijn. Daarnaast bestempelen veel leden dit als een goede benaderingsmethode. Ook in het verleden heeft een persoonlijke benadering vruchten afgeworpen: veel leden zijn vrijwilligerswerk gaan doen doordat zij face to face zijn gevraagd.
37
5. Aanbevelingen Zoals bij de conclusies is beschreven, is de vrijwilligersbehoefte binnen ARC relatief klein. Toch (voor) zien de commissies binnen de vereniging – zoals bij deelvraag 2 is beschreven – een aantal knelpunten die de vraag naar vrijwilligers kunnen vergroten. Daarom worden in deze aanbevelingensectie - om te borgen dat er niet een situatie ontstaat waarin er onvoldoende vrijwilligers zijn, of daar zelfs een tekort aan is – een aantal (beleids) middelen genoemd die ARC (nader) uit kan werken om enerzijds vrijwilligers te werven, en anderzijds vrijwilligers langer te behouden. Hieronder volgt een uitwerking.
Om te beginnen worden vanaf pagina 28 een aantal quick-wins opgesomd. Het bestuur van ARC wordt geadviseerd om de essentie van deze quick-wins te bekijken en een inschatting te maken van de haalbaarheid van het al dan niet implementeren daarvan. Ook de succesverhalen die de KNVB heeft gepubliceerd zijn mogelijk interessant. Deze worden vanaf pagina 26 beschreven.
In de eerste Back 2 Basics video van de KNVB – over modern verenigingsbesturen - worden een aantal spanningsvelden genoemd die het voor een vereniging complex maken om vrijwilligers te werven en behouden. Zo gedragen leden zich meer als klant door kritischer naar de kwaliteit van het sportaanbod te kijken. Al met al zijn de handvatten die de KNVB in de video noemt ook voor ARC bruikbaar. Ten eerste lijkt het voor ARC relevant om vrijwilligers (extra) sociale eer toe te kennen. Een goede optie daarvoor is - zoals bij het beschrijven van de quick-wins vanaf pagina 28 is genoemd - het vergroten van de zichtbaarheid van de vrijwilligers. Concreet betekent dit dat vrijwilligers ‘in het zonnetje worden gezet’ door succesverhalen over hun inzet en enthousiasme binnen de vereniging te verspreiden. Daarvoor kan social media worden benut. Ten tweede wordt in de Back 2 Basics video genoemd dat een verenigingsbestuur zichzelf de rol van ‘inspirerend leider’ toe moet eigenen om leden te enthousiasmeren voor vrijwilligerswerk. Tevens kan het helpen om binnen de vereniging op zoek te gaan naar mensen die het leuk vinden om sociaal kapitaal te mobiliseren. Ook binnen ARC zou deze aanpak zijn vruchten af kunnen werpen. Al met al is een persoonlijke benadering belangrijk: bij uitstek omdat ARC leden aangeven dat zij het liefst persoonlijk benadert worden voor het doen van vrijwilligerswerk.
De tweede Back 2 Basics video van de KNVB gaat over hoe het vrijwillig functioneringsprincipe van een vereniging onder druk staat. De KNVB onderscheidt daarin drie stappen om de betrokkenheid en verbondenheid van leden binnen een vereniging te vergroten: verhaal, droom en actie. Aan ARC wordt geadviseerd om dit stappenplan uit te werken. Ten eerste omdat een spiegelbijeenkomst – of een alternatief daarvan – de vereniging kan helpen om de kernwaarden te herformuleren. De kernwaarden zijn belangrijk omdat het (nieuwe) leden een beeld geeft over wat voor type vereniging ARC is. Daarbij wordt geadviseerd om in de uitwerking van de kernwaarden ook te expliciteren dat van leden wordt verwacht dat zij vrijwilligerswerk verrichten waar dat nodig is. Verder is het stappenplan relevant omdat het bij kan dragen aan het mobiliseren van enthousiastelingen die invulling willen geven aan een nieuw vrijwilligersbeleid of actieplan.
38
De documenten ‘belangrijke aspecten bij vrijwilligersbeleid’ en ‘hoe je social media inzet voor jouw club’ zijn evident en het bestuur van ARC wordt geadviseerd om daar – naar gelang dat past binnen de verenigingscontext – invulling aan te geven.
Tot slot is het goed om te benadrukken dat dit onderzoeksrapport ansich, en de aanbevelingen in het bijzonder, niet moeten worden gezien als een heilige graal. Enerzijds omdat de vrijwilligersbehoefte in dit onderzoeksrapport op een rationele manier uitgedrukt. De praktijk kan weerbarstiger zijn, bijvoorbeeld omdat de vrijwilligersbehoefte is veranderd of omdat er nieuwe knelpunten zijn ontstaan. Anderzijds zijn de genoemde aanbevelingen niet klakkeloos te implementeren. Dat komt vooral omdat er weerstand kan ontstaan wanneer van leden wordt verwacht dat zij (meer) vrijwilligerswerk moeten gaan doen.
39
6. Discussie Naar aanleiding van deze onderzoeksrapportage kunnen de volgende discussiepunten naar voren worden gebracht:
Niet alle vertegenwoordigers van de commissies binnen ARC zijn geïnterviewd. Voor sommige was een interview niet relevant genoeg, andere hadden simpelweg geen tijd. De resultaten met betrekking tot de eerste en tweede deelvraag, over hoe het huidige vrijwilligersbestand van ARC eruit ziet en waar de vrijwilligersbehoefte ligt, zijn voor sommige commissies daardoor completer.
Het online survey onderzoek is ingevuld door 251 mensen. Deze respons kan echter in twijfel worden getrokken in relatie tot de representativiteit van de steekproef. Zo heeft 44% van de ouders van jeugdleden bijvoorbeeld aangegeven vrijwilligerswerk te doen. Als deze resultaten worden gegeneraliseerd naar het totaal aantal ouders van jeugdleden (circa 1000), dan betekent dit dat er 440 vrijwilligers zijn. Dat klopt niet. Kortom: de enquête is ingevuld door respondenten die meer dan gemiddeld betrokken zijn bij ARC. Hieruit volgt dat ook kan worden betwist of de enquêtes niet sociaal wenselijk zijn ingevuld.
40
Literatuurlijst BTSG: Dubbele vergrijzing. (2015). Verkregen op 21-2-2015 via http://www.btsg.nl/infobulletin/dubbele%20vergrijzing.html
KNVB: Back to Basics. (2014). Verkregen op 18-8-2014 via http://www.knvb.nl/watdoenwe/sportiviteitenrespect/sleutelrolvoorverenigingen
KNVB: Back to Basics I. (2011). Verkregen op 16-4-2015 via https://www.youtube.com/watch?v=Umomu_aDQ4w
KNVB: Back to Basics II. (2013). Verkregen op 16-4-2015 via https://www.youtube.com/watch?v=vrCHG-S0nyY
KNVB: Belangrijke aspecten bij vrijwilligersbeleid (2012). Verkregen op 26-8-2014 via http://bestuurders.voetbal.nl/article/kader/13171/belangrijke-aspecten-bij-vrijwilligersbeleid
KNVB: beleidsplan 2014-2018. Verkregen op 16-4-2015 via http://downloadcentrum.knvb.nl/sportlink/knvb/document/knvb%20beleidsplan%20knvb.nl.pdf?id=110366
KNVB: succesverhalen (2014), verkregen op 30-12-2014 via http://home.knvb.nl/succesverhalen
KNVB: vrouwen (n.d.), verkregen op 21-2-2015 via http://www.knvb.nl/nieuws/30390/knvb-en-ing-volle-inzetop-meisjes-en-vrouwenvoetbal
Landstede servicebureau: de methode Berkum. 2003. Verkregen op 20-4-2015 via http://www.burovrijwilligerswerk.nl/wp-content/uploads/2014/06/Vrijwilligers-Methode-vv-Berkum.pdf
NOC*NSF: Open clubs. (n.d.). Verkregen op 21-2-2015 via http://www.nocnsf.nl/openclubs
Sociaal Cultureel Planbureau, (2006), Rapportage Sport 2006, Sociaal en Cultureel Planbureau: den Haag.
Sport.nl: Oldstars spelen Walking Football. (n.d.). Verkregen op 21-2-2015 via http://sport.nl/sporten/voetbal/alle-voetbalproducten/walking-football
Unit 4: Hoe je social media inzet voor jouw club. (2013). Verkregen op 21-4-2015 via http://nbf.bowlen.nl/Portals/11/nbf/verenigingsondersteuning/UNIT4%20%20Hoe%20je%20social%20media%20inzet%20voor%20jouw%20club.pdf
41
Bijlagen
A Gestructureerde vragenlijst c.q. interviewprotocol ten behoeve van deelvraag 1 en 2
Onderwerp
Vraagrichting
Grootte vrijwilligersbestand
Hoeveel vrijwilligers telt de commissie in totaal? Hoeveel procent daarvan is daadwerkelijk wekelijks actief? Hoeveel procent daarvan is coördinerend bezig? Hoeveel procent daarvan is alleen operationeel bezig?
Achtergrond vrijwilligersbestand
Wat is de achtergrond van de vrijwilligers? Wat is de leeftijd van de vrijwilligers? Hoeveel procent is man/ vrouw? Hoeveel procent is autochtoon/ allochtoon? Hoeveel procent is ook daadwerkelijk lid van ARC? Hoe lang wordt het vrijwilligerswerk gemiddeld al gedaan? Welke opleiding hebben de vrijwilligers genoten?
Werkzaamheden
Wat zijn de werkzaamheden van de commissie? Zijn er specifieke kwaliteiten/ vakmanschap nodig om de werkzaamheden te kunnen verrichten? Is er sprake van een specifieke taakverdeling binnen de commissie? Zo ja, hoe ziet deze er in hoofdlijnen uit?
Frequentie en intensiteit vrijwilligerswerk
Hoeveel uur wordt er gemiddeld per week aan werkzaamheden verricht? Vinden deze werkzaamheden meer doordeweeks of in het weekend plaats? Vinden er in de zomervakantie extra werkzaamheden plaats ter voorbereiding op het nieuwe seizoen? Zo ja, wat zijn deze werkzaamheden?
Knelpunten
Verwacht u knelpunten voor de commissie op de korte (tot 2 jaar) en middellange (2-5 jaar) termijn? Zo ja, wat zijn deze knelpunten? Vertaalt dit zich in behoefte aan vrijwilligers?
42
Moeten deze vrijwilligers aan specifieke eisen gaan voldoen? Zo ja, welke? Verwacht u dat vrijwilligers van de commissie zullen gaan stoppen? Zo ja, waarom zullen zij stoppen? Om hoeveel procent gaat het dan ongeveer? Vrijwilligerswerving
Is de commissie actief bezig met het werven van nieuwe vrijwilligers? Zo ja, hoe krijgt dat vorm? Welke middelen zet u daarvoor actief in?
B Overzicht respondenten die zijn geïnterviewd
Respondenten
Commissie/ Orgaan
Datum interview
Bijzonderheid
binnen ARC Wim Deurloo
Onderhoudscommissie
10-03-2014
Sfeerteam
19-03-2014
Joop Timmer Hans Groenendijk William Plantfeber
Vragen beantwoord per mail.
Egbert Fakkel
Club van Honderd
27-03-2014
Rens Bons
Beveiliging
01-04-2014
Gerard van der Klaauw
Commissie sponsoring
11-04-2014
Vragen beantwoord per mail.
Irma Ligtvoet
Jeugdcommissie
24-04-2014
Kantinecommissie
16-07-2014
Bart van Leeuwen Cees Jan van Leeuwen Leen de Knegt
Vragen beantwoord per mail.
Klaas Verboom
Commissie overige senioren
17-10-2014
Vragen beantwoord per mail.
43
C Online survey onderzoek deelvraag 4 Beste mede bestuursleden,
Het bestuur van voetbalvereniging ARC uit Alphen a/d Rijn is bezig met het vormgeven van het vrijwilligersbeleid.
Ons lid Rutger de Kwaasteniet heeft in samenwerking met het bestuur van ARC onderstaande enquête opgesteld. Rutger werkt aan het onderzoek mee in het kader van zijn masterstudie Sportmanagement en Sportbeleid aan de Universiteit Utrecht. Het bestuur vraagt u/jou om de vragen in deze enquête te beantwoorden.
Wij willen de antwoorden gebruiken bij het ontwikkelen van een voorstel, dat wij in de voorjaarsvergadering 2015 aan onze leden zullen voorleggen.
Het invullen van de enquête kost ongeveer 5 minuten.
Het bestuur dankt u/jou bij voorbaat voor de medewerking.
Bestuur s.v. ARC www.svarc.nl
1.Hoe heet de vereniging?
*
2.Hoeveel leden heeft de vereniging?
*
3.Heeft de vereniging een tekort aan vrijwilligers?
*
Ja Nee
44
4.Is er binnen de vereniging een commissie of groep mensen actief bezig met het werven en behouden van vrijwilligers?
*
Ja Nee
5.Heeft de vereniging een vrijwilligersbeleid?
*
Ja Nee
6.Welke middelen c.q. instrumenten zet de verenging in om vrijwilligers te werven en behouden? De vereniging zet de volgende middelen c.q. instrumenten in:
7.Heeft de vereniging (overwogen) om een verhoging van contributiegeld door te voeren bij leden die geen vrijwilligerswerk doen?
*
Ja Nee
8. Heeft dit geleid tot vrijwilligers?
*
Ja Nee
Hartelijk dank voor het invullen van deze enquête.
Met vriendelijke groet, Bestuur s.v. ARC
45
D Online survey onderzoek deelvraag 5
NB De enquête die naar de leden van 16 jaar en ouder is verstuurd verschilt niet wezenlijk veel van de enquête die naar de ouders van jeugdleden is gestuurd. Alleen in de formulering van de vraagstelling zit enig verschil. Om deze reden is deze enquête niet in deze bijlage opgenomen.
Beste Heer/ Mevrouw,
Het bestuur van ARC is bezig met het vormgeven van het vrijwilligersbeleid.
Ons lid Rutger de Kwaasteniet heeft in samenwerking met het bestuur onderstaande enquête opgesteld. Het bestuur vraagt u/jou om de vragen in deze enquête te beantwoorden.
We willen de antwoorden gebruiken bij het ontwikkelen van een voorstel, dat we in de voorjaarsvergadering aan onze leden zullen voorleggen.
Het invullen van de enquête kost ongeveer 5 minuten.
Het bestuur dankt u/jou bij voorbaat voor de medewerking.
1.Bent u een man of een vrouw?
*
Man Vrouw
2.Wat voor werk of studie doet u?
*
3.Wat is de geboortedatum van uw kind(eren) dat ARC lid is?
*
46
4.Hoe lang is uw kind al lid van ARC?
*
5.Doet u vrijwilligerswerk binnen ARC?
*
Ja Nee
6.Wat voor vrijwilligerstaak heeft u?
*
7.Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk bij ARC?
8.Waarom doet u vrijwilligerswerk bij ARC?
*
*
9.Wat vindt u het leukste aan uw vrijwilligerstaak?
*
10.Wat vindt u het minst leuke aan uw vrijwilligerstaak?
*
11.Hoeveel uur besteedt u per week aan uw vrijwilligerstaak?
12. Bent u bereid om nog meer vrijwilligerswerk te doen?
*
*
Ja Nee
13.Naar wat voor vrijwilligerstaak gaat u voorkeur uit?
*
47
14.Bent u doordeweeks en/of op zaterdag beschikbaar?
*
Doordeweeks, op de volgende dagen: Op zaterdag Beide
15.Waarom doet u (nog) geen vrijwilligerswerk voor ARC? Meerdere antwoorden mogelijk. Tijdsgebrek Ik vind het niet nodig, ARC heeft toch al genoeg vrijwilligers Ik heb verder geen affiniteit/ band met ARC Anders, namelijk:
16.Bent u bereid om vrijwilligerswerk te doen voor ARC?
*
Ja Nee
17.Wat is voor u (nog) een drempel om geen vrijwilligerswerk te doen? Meerdere antwoorden mogelijk. Ik ben nooit gevraagd Ik heb geen tijd Er zijn geen interessante vrijwilligerstaken voor mij Ik wacht op het volgende seizoen (2015/ 2016) Anders, namelijk:
18.Wat voor vrijwilligerswerk zou u willen doen? Meerdere antwoorden mogelijk. Bardienst Keukendienst Scheidsrechter Onderhoud Trainer
48
Gastheer/ Gastvrouw jeugdcommissie kamer Ordehandhaver Anders, namelijk:
19.Wanneer bent u beschikbaar voor vrijwilligerswerk? Meerdere antwoorden mogelijk. Doordeweeks, op de volgende dagen: Op zaterdag Beide
20.Bent u wel eens benaderd om een (extra) vrijwilligerstaak op te pakken?
*
Ja Nee
21.Hoe bent u toen benaderd? Meerdere antwoorden mogelijk. Persoonlijk aangesproken Per mail of telefoon Via de website Via een poster op het clubgebouw Via een vrijwilligersavond of andere bijeenkomst Anders, namelijk:
22. Op welke manier kan ARC u het beste benaderen voor vrijwilligerswerk? Meerdere antwoorden mogelijk. Persoonlijk aangesproken worden Per mail of telefoon Via een vacature op de website Via een vacature die is opgehangen in het clubgebouw Via een vrijwilligersavond of een andere bijeenkomst
49
Anders, namelijk:
23.Wat zou u ervan vinden als ARC het contributiegeld verhoogd indien u geen vrijwilligerswerk doet?
*
Dat begrijp ik Dat begrijp ik niet
24. Door welk van onderstaande reden(en) zou u (meer) vrijwilligerswerk gaan doen? Meerdere antwoorden mogelijk. Ik ontvang een financiële vergoeding van ARC De contributie wordt door ARC verhoogd als ik geen vrijwilligerswerk doe Ik kan meedenken in een commissie Anders, namelijk: Geen van bovenstaande antwoorden
25.Kunt u met drie woorden beschrijven wat u van de vereniging ARC vindt (bijvoorbeeld over de sfeer)? (1) (2) (3)
26.Wilt u na het invullen van deze enquête graag (meer) vrijwilligerswerk gaan doen bij ARC?
*
Ja, mijn email adres of telefoonnummer is: Nee
27.Heeft u nog op-/ of aanmerkingen na het invullen van deze enquête?
*
Ja, namelijk: Nee
Hartelijk dank voor het invullen van de enquête.
50
E Overige resultaten deelvraag 5
Deze resultaten zijn opgenomen in een separate Excel sheet.
51