t i jdschrif t va n de k u l eu v en
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 7 f e br ua r i 2 0 13 | nr 6 | 2 4 s t e j a a r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
Kulak-katern speciale bijl age
[pagina’s 9 tot 12]
“Ooit start ik een eigen bedrijf” le ven na Leuven: socioloog en groen-voorzit ter wouter van besien [14]
Getekend: Gbowee
(© KU Leuven | Rob Stevens)
Onder het goedkeurend oog van rector Mark Waer ondertekent de Liberiaanse Nobelprijswinnares Leymah Gbowee de oorkonde van de oprichting van het Leymah Gbowee Scholarship Fund for Leadership for African Women. De KU Leuven gaat met haar samenwerken om West-Afrikaanse meisjes op te leiden om een betekenisvolle rol te spelen in hun land. Met een symposium over female leadership werd het fonds op 21 februari officieel ingehuldigd. Bekijk een fotoverslag op http://nieuws.kuleuven.be/gbowee
Mobiel leren gaat studenten goed af Mobiel leren wordt steeds belangrijker voor de jongeren van vandaag. Maar zijn ze ook goed in ‘educatief multitasken’? “Leren via je iPod terwijl je jogt of fietst, gaat verrassend makkelijk”, stelt pedagoge Joke Coens vast. Wouter Verbeylen Vandaag de dag bevolkt de ‘homo zappiens’ de collegezalen: een generatie jongeren die opgegroeid is met laptop, tablet-pc, gsm en mp3-speler, en die moeiteloos van de ene mobiele informatiebron naar de andere surft. “Studenten zijn dus niet meer gebonden aan een vaste plaats of tijdstip om te leren”, vertelt Joke Coens. “Het gebruik van mobiele dragers en van weblectures via podcasting neemt met de dag toe, en heeft ook praktische en economische consequenties, nu de collegezalen steeds voller lopen. Maar kan de homo zappiens ook écht ‘educatief multitasken’? Of presteren studenten toch beter als ze rustig aan hun bureau zitten?” Coens onderzocht het voor haar doctoraat aan KU Leuven
Kulak: “Ik liet studenten fysieke bezigheden uitvoeren terwijl ze op hun mp3-speler een leertaak beluisterden of bekeken. In een verkennend testje moesten ze nog moeren en bouten in elkaar vijzen. Nadien testte ik combinaties met ‘echte’ alledaagse bezigheden: wandelen of joggen, autorijden, fietsen op een hometrainer.” Het mobiel leren bleek in eerste instantie niet veel problemen op te leveren: de studenten die multitaskend leerden, brachten het er niet echt slechter vanaf dan degenen die enkel moesten leren. “Dat verraste me enigszins”, zegt Coens. “Mensen zijn over het algemeen immers helemaal niet zo geweldig in multitasken als we soms denken. Een cognitieve taak succesvol combineren met een andere cognitieve taak – lezen en tv-kijken: dat lukt ons
Verschijningsdata Campuskrant jaarganG 24
gewoon niet. Onlangs toonde een onderzoek bijvoorbeeld nog aan dat studeren terwijl Facebook aanstaat, enorm drukt op de leerprestaties.”
Automatische piloot Maar leren combineren met simpele motorische taken lijkt dus al bij al makkelijk te gaan. “Dat wil zeggen: de léértaak – de focus van mijn onderzoek – lijdt er niet echt onder. Toch niet bij het vijzen, het wandelen of het joggen. Maar bij een volgende test bleek het uitvoeren van de motorische taak wel een probleem.” De studenten moesten van Coens tegelijk een cursus Spaans beluisteren en autorijden in een rijsimulator. Het Spaans ging er alweer vrij vlot in, maar – geen klein detail – de meeste studenten crashten. pagina 8
nr. 7 – 27 ma a 2013
Sporten was nog nooit zo populair boek bundelt veertig ja ar onderzoek na ar sportparticipatie in vl a anderen [3]
Is er een doctor in de zaak? doctor a athouders over hun carrière buiten de academische wereld [5]
Het brein achter ‘De Kloot’ alumna en scenariste Malin-Sar ah Gozin over he t succes van ‘cl an’ [15]
“Doping is een bliksemafleider” ‘de r a ad’ over topsport en doping: mogen de besten winnen? [17] nr. 8 – 2 mei 2013
nr. 9 – 29 mei 2013
nr. 10 – 26 jun 2013
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de KU Leuven
hoofdRedactie Sigrid Somers Reiner Van Hove
Redactie Anneleen Aerts (stagiaire), Tine Danschutter, Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Julia Nienaber, Rob Stevens, Jos Stroobants, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen, Inge Verbruggen
Redactieadres Oude Markt 13 – bus 5005 3000 Leuven T 016 32 40 13
[email protected]
Adreswijzigingen Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 – bus 5601 3000 Leuven
[email protected]
medewerkers Jaak Poot, Katrien Steyaert
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens, Patrick Holderbeke
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Inge Verbruggen T 016 32 40 15 Inge.Verbruggen@dcom. kuleuven.be
Oplage 39.000 ex.
Drukwerk Eco Print Center, Lokeren
campuskrant
Hersenen van muis en mens werken gelijkaardig in doolhof Muizen en mensen gebruiken hun hersenen op een gelijkaardige manier als ze hun weg moeten leren te vinden. Dat heeft een groep Leuvense onderzoekers onder leiding van professor Rudi D’Hooge (Biologische Psychologie) vastgesteld. In een recent artikel in het Amerikaanse tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) vergelijken de Leuvense onderzoekers voor het eerst welke delen van de hersenen precies actief zijn wanneer mensen en muizen hun weg zoeken in een doolhof. “Uiteraard leren mensen dergelijke taken veel sneller, maar we stelden vast dat muizen verschillende delen van de hersenen tijdens een dergelijk leerproces op dezelfde manier gebruiken als mensen. En dat ondanks hun veel kleinere prefrontale hersenschors”, zegt Rudi D’Hooge. Het onderzoek bewijst dat de evolutionaire verwantschap tussen
knaagdieren en mensen zich niet alleen toont in de anatomische bouw van hun hersenen: hun brein functioneert ook op een erg gelijkaardige manier.
Oefening baart kunst Bij het aanleren van een complexe taak is vooral het begin moeilijk. Als je blijft oefenen, gaat het steeds vlotter. “Iedereen heeft al wel eens de weg moeten zoeken in een vreemde stad”, zegt D’Hooge. “In het begin moet je geconcentreerd te werk gaan, terwijl je na enkele dagen schijnbaar zonder nadenken naar je bestemming zal lopen.” Het onderzoek van Rudi D’Hooge en zijn medewerkers toont hoe hogere
Evolutie gaf mens unieke hersendelen Mensen hebben minimaal twee functionele netwerken in hun hersenschors die niet terug te vinden zijn bij resusapen. Tijdens de evolutie van onze primaatvoorouders naar mens zijn er dus waarschijnlijk nieuwe hersennetwerken bijgekomen. Ongeveer 25 miljoen jaar geleden zijn onze voorouders evolutionair afgescheiden van resusapen. In die tijd zijn er hersengebieden bijgekomen, verloren gegaan of
veranderd van functie. Wetenschappers hadden al langer het idee dat bepaalde hersendelen uniek zijn bij de mens. Maar sluitend bewijs daarvoor ontbrak.
(© Shutterstock)
hersenregio’s in de mediale prefrontale cortex, vooraan in onze grote hersenen, tijdens die eerste leerfases samenwerken met het dieper gelegen dorsomediale striatum. Na verder oefenen neemt de activiteit in de hogere hersenregio’s geleidelijk aan af en begint het gedrag meer automatisch te verlopen.
Evolutionaire processen hebben ertoe geleid dat de prefrontale cortex van de mens veel groter is dan die van andere dieren, zelfs groter dan die van nauw verwante mensapen. Volgens professor D’Hooge verklaart dat waarom mensen complexe taken sneller en efficiënter leren dan andere dieren.
Een studie van neurofysioloog Wim Vanduffel van de KU Leuven en Harvard Medical School levert nu een eerste bewijsstuk. Hij werkte daarvoor samen met Italiaanse en Amerikaanse onderzoekers. “We hebben bij mensen en resusapen functionele hersenscans gemaakt. In rusttoestand en terwijl ze naar een film keken: dit om zowel de plaats als de functie van de hersendelen te vergelijken”, zegt professor Vanduffel. “In rusttoestand heb je altijd verschillende hersengebieden die gelijktijdig actief zijn en zo ‘netwerken’ vormen. Je hersenen vertonen dus activiteit, ook al doe je niks. Die rustnetwerken komen bij
mensen en apen verrassend goed overeen. Maar onze studie toont aan dat er twee uniek zijn bij de mens, en eentje bij de aap. Bij het kijken naar een film krijgen die netwerken in de hersenen enorm veel visuele en auditieve informatie te verwerken. De mensspecifieke rustnetwerken reageren hierop totaal anders. Dat betekent dat ze ook een andere functie hebben dan de netwerken bij de aap.” “Onze unieke hersengebieden zijn vooral hoog achteraan en aan de voorkant van de hersenschors gelegen. Vermoedelijk hebben ze te maken met mensspecifieke cognitieve capaciteiten: onze intelligentie.” (if)
Joris steekt de draak Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie.
Verantwoordelijke uitgever Pieter Knapen Oude Markt 13 – bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming.
Doctoraathouders bouwen carrière uit buiten de academische wereld. Lees het artikel op pagina 5.
27 februari 2013
Nieuws 3 Geciteerd
Werkvlam Het Belang van Limburg, 1.2.2013
In Duitsland eisen de bonden het ‘recht op onbereikbaarheid’ van werknemers op. (…) Onder meer Volkswagen heeft besloten om buiten de werkuren geen emails meer naar medewerkers te sturen. “Een prima idee”, vindt arbeidspsycholoog Hans De Witte. “Wie overdag werkt, heeft ‘s avonds nood aan een herstelperiode. Dat herstel kan er enkel komen door helemaal niets te doen wat met je werk te maken heeft. (…) Met hun smartphone binnen handbereik brandt er bij werknemers een constante waakvlam. Zodra ze een e-mail binnenkrijgen, schakelen ze weer helemaal over in werkmodus. Dat éne telefoontje of mailtje beantwoorden, is niet het grote probleem. Het draait net om het idee dat je constant bereikbaar moet zijn.” De populairste nieuwkomer onder de sporttakken is zumba, zowel bij meisjes uit het secundair onderwijs als bij volwassen vrouwen. (© KU Leuven | Rob Stevens)
Vlaming sport meer dan ooit Vandaag doen zes op de tien Vlaamse volwassenen aan sport, veertig jaar geleden was dat minder dan één op vijf. ‘Losse’ vormen van sportbeoefening blijken terrein te winnen op clubsport. In het boek Vlaanderen sport! verzamelde de Onderzoeksgroep Sport- & Bewegingsbeleid, onder leiding van professor Jeroen Scheerder, de resultaten van vijf grootschalige sportparticipatiestudies die sinds eind jaren zestig zijn uitgevoerd aan de KU Leuven. Enkele vaststellingen op een rijtje. Inhaalbeweging van vrouwen en 40-plussers De stijging van het aandeel sporters is het grootst bij de volwassenen boven de veertig jaar. Mensen blijven dus langer sporten dan vroeger. Bovendien zijn er heel wat volwassenen die vandaag aan sport doen en dat nog niet deden toen ze tien jaar jonger waren. Tijdens de twintigste eeuw was sporten vooral een mannenaangelegenheid, maar inmiddels hebben de vrouwen de mannen helemaal bijgebeend. Er zijn nu evenveel mannelijke als vrouwelijke sporters.
Populariteit clubs neemt af
Zumba en spinning zijn hot De populairste nieuwkomer onder de sporttakken is zumba, zowel bij meisjes uit het secundair onderwijs als bij volwassen vrouwen. Andere sterke nieuwkomers zijn spinning bij volwassen mannen, ropeskipping bij meisjes uit het lager onderwijs en circustechnieken bij jongens uit het lager onderwijs. Als we naar de meest beoefende sporten kijken, valt de opmars van solosporten op, zowel bij kinderen, jongeren als volwassenen. Bij de volwassenen staan van alle nietsolosporten alleen nog tennis en veldvoetbal in de top tien.
Steeds minder kinderen en jonge- Geen democratisering ren beoefenen hun sport in club- Jongeren uit het algemeen severband. Hoewel nog iets meer dan de helft van hen de weg naar de sportclub vindt, is het duidelijk dat meer en meer kinderen en jongeren hun sportplezier elders zoeken. Bij volwassenen neemt het aantal clubsporters iets toe, maar die stijging is relatief klein vergeleken met de algemene toename van de sportparticipatie. Sporten in licht georganiseerd verband – met een groepje vrienden bijvoorbeeld – zit bij volwassenen duidelijk in de lift. Vooral bij vrouwen, hoogopgeleiden en mensen met een hoog inkomen is sport light populair. De sociale-statuspiramide van sportend Vlaanderen. Golf, zeilen en windsurfen zijn de meest elitaire sporten. Oosterse vechtsporten kunnen als het meest gedemocratiseerd worden beschouwd, terwijl voetbal en hengelen zich eerder onderaan de statuspiramide bevinden. De sociale status van het wielertoerisme is toegenomen: vandaag is het een lower middle class sport.
cundair onderwijs scoren beduidend hoger voor sportdeelname dan hun leeftijdsgenoten uit het technisch, kunst- of beroepsonderwijs. Daar is de voorbije decennia geen verandering in gekomen. Ook de sociale achtergrond speelt een rol: hoe hoger de opleiding van de ouders en hoe hoger het gezinsinkomen, hoe groter de kans dat de kinderen sporten. Van een democratisering van de sportbeoefening is er dus vooralsnog geen sprake. Jeroen Scheerder, Hanne Vandermeerschen, Julie Borgers, Erik Thibaut en Steven Vos, ‘Vlaanderen sport! Vier decennia sportbeleid en sportparticipatie’, Academia Press, 2013
Sportend Vlaanderen in cijfers
• De sportdeelname evolu-
eerde bij volwassenen van 15% in 1969 naar 41% in 1989 en 60,5% in 2009. Bij jongeren tussen 12 en 18 was er een lichte terugval: van 91% in 1989 naar 86% in 2009.
• Het aantal volwassen dat in
clubverband aan sport doet, evolueerde van 5% in 1969 naar 18,5% in 1989 en naar 25% in 2009.
• Lopen is veruit de popu-
lairste sport: 30% van de sportieve volwassenen doet aan lopen. Sportief fietsen staat met 26% op de tweede plaats, zwemmen met 15,5% op de derde. Fitness (14,5%) en sportief wandelen (12%) vervolledigen de top vijf.
• 43% van de sportieve
volwassenen doet op een semi-formele, licht georganiseerde manier aan sport, samen met de kinderen of in loop- en fietsgroepjes bijvoorbeeld.
• Vlaamse gezinnen beste-
den gemiddeld 1.524 euro per jaar aan sport. Lid- en toegangsgelden nemen de grootste hap uit het budget, jaarlijks gemiddeld meer dan 400 euro.
Poedelshampoo Knack, 6.2.2013
Een huisdier is een deel van je gezin, zeggen ze. Maar waarom belanden er dan elk jaar duizenden honden en katten langs de kant van de weg? (…) “Eigenlijk is het in de grote meerderheid van de gevallen onethisch om een huisdier te houden, zegt theoloog en ethicus Johan De Tavernier. “Neem nu papegaaien: dat zijn sociale diertjes, die veel te vaak eenzaam in een kleine kooi belanden. En honden leven van nature in roedels, ze hebben een jachtinstinct en willen elke dag kilometers lopen. Terwijl ze vaak al blij mogen zijn als hun baasje elke dag honderd meter met hen gaat wandelen.” Maar ook hun integriteit wordt erg vaak geschonden: “Denk maar aan al die poedels die wekelijks bij de kapper een shampoobeurt krijgen, of de vele chihuahua’s met een roze pakje aan.”
Blaasprobleem? De Standaard, 13.2.2013
De Australische gezondheidsraad legt nieuwe hygiënerichtlijnen op aan scholen en kinderdagverblijven. Kinderen moeten hun handen wassen telkens ze uit de zandbak komen en krijgen de raad om niet langer kaarsjes op een verjaardagstaart uit te blazen. Gaan die adviezen te ver? Docente microbiologie Sarah Lebeer: “Alsmaar meer studies tonen aan dat interactie met micro-organismen – zoals bij het spelen in het zand – nodig is voor de opleiding van ons immuunsysteem. Dat is noodzakelijk voor de verdediging tegen infecties, maar ook om op een gecontroleerde manier om te gaan met lichaamseigen eiwitten en bacteriën op onze lichaamsoppervlakken.” “Bij het uitblazen van kaarsjes op een verjaardagstaart worden er inderdaad verschillende bacteriën en virussen uit de mondholte en bovenste luchtwegen verspreid. Maar het grootste deel is onschadelijk, en als je een normale immuniteit hebt, lijkt het me absurd om deze leuke traditie overboord te gooien.”
4 Nieuws
campuskrant
Vroege intraveneuze voeding achterwege laten bij patiënten op de intensive care versnelt hun herstel. “De voeding kan het natuurlijke opruimen recycleersysteem van cellen namelijk verstoren”, zegt professor Greet Van den Berghe van het Laboratorium voor Intensieve Geneeskunde. Met een ERC advanced grant – Europees onderzoeksgeld – gaat ze nu onderzoeken welke mechanismen daarbij een rol spelen. Professor Greet Van den Berghe: “Kritieke ziekte laat ook een erfenis na op lange termijn. We moeten begrijpen of die erfenis louter verband houdt met de oorzaak van de kritieke toestand of dat er op intensive care iets gebeurt dat het opruimen van celschade belemmert.” (© KU Leuven | Rob Stevens)
Vasten op intensieve zorgen helpt, maar waarom? Ilse Frederickx Intensieve geneeskunde is een recente medische discipline, vertelt professor Greet Van den Berghe. “Op technisch vlak is er veel vooruitgang geboekt en kunnen vitale lichaamsfuncties op intensive care goed ondersteund worden. Daardoor sterven minder mensen aan levensbedreigende aandoeningen. Toch zijn er veel patiënten die niet snel herstellen en langdurig kritiek ziek blijven. Over waarom iemand al dan niet snel of volledig herstelt, is de kennis erg beperkt. Herstel komt neer op celschade opruimen: dat is dus een aanknopingspunt voor onderzoek.” Kritieke ziekte laat ook een erfenis na op lange termijn, legt Greet Van den Berghe uit: “Onze patiënten lijken sneller te verouderen. Bij kinderen zien we ook een flinke achterstand in de neurocognitieve ontwikkeling, bijvoorbeeld op het vlak van intelligentie, gedrag en geheugen. We moeten begrijpen of die erfenis louter verband houdt met de oorzaak van de kritieke toestand of dat er op intensive care iets gebeurt dat het opruimen van celschade belemmert – en dat met gevolgen op lange termijn. In dat laatste geval zijn er mogelijkheden voor preventie en therapie.”
Vasten Voeding speelt alvast een rol. “Schade aan cellen kan enkel worden opgeruimd door autofagie. Letterlijk betekent dat ’zelfopeten’. Het is het natuurlijke opruim- en recycleersysteem van cellen. Vasten activeert autofagie, voeding onderdrukt het. In experimenteel onderzoek toonden we
al aan dat voeding vroeg in het ziekteproces het opruimen van schade verstoort. Vasten helpt dus, maar uiteraard kan dat slechts voor een beperkte tijd.” Met het nieuwe onderzoeksproject wil Greet Van den Berghe nagaan hoe dat opruimproces langs andere wegen geactiveerd kan worden.
“Als we begrijpen hoe vasten tijdens kritieke ziekte dat proces gunstig beïnvloedt, dan kunnen we leren om via gerichte medicatie in te grijpen. We denken ook dat schade die in de cel achterblijft, permanente epigenetische veranderingen kan uitlokken. Dat zijn chemische wijzigingen aan het
DNA of de structurele eiwitten waarrond DNA is gewonden. Epigenetische veranderingen kunnen verklaren hoe de ‘erfenis’ van een kritieke ziekte ontstaat. Dat biedt therapeutische mogelijkheden. Want op die epigenetische veranderingen kunnen we ingrijpen met medicatie.”
DNA en RNA krijgen concurrentie Onderzoekers zijn al sinds 1987 bezig om een artificieel DNA of RNA te ontwikkelen. Met wisselend succes. Professor Piet Herdewyn van het Laboratorium voor Medicinale Chemie krijgt een ERC advanced grant om zijn onderzoek naar ‘XNA’ verder te zetten. Ilse Frederickx DNA is de belangrijkste chemische drager van erfelijke informatie in alle bekende organismen. RNA lijkt qua chemische structuur op DNA en dient om de genetische informatie die in het DNA opgeslagen is te kopiëren. DNA en RNA kunnen beschouwd worden als informatiesystemen. Onderzoekers zijn al sinds 1987 bezig om synthetische informatiesystemen – een artificieel DNA of RNA – te ontwikkelen. Tot nu toe probeerde men bepaalde functies in het natuurlijk DNA of RNA uit te schakelen, door middel van chemisch gewijzigde nucleïnezuren die natuurlijk DNA en RNA herkennen en hun functie blokkeren. Nu proberen onderzoekers een volledig
synthetisch informatiesysteem toe te voegen. Piet Herdewyn legt uit wat zijn onderzoeksproject beoogt: “Het uiteindelijke doel is te komen tot een ‘xeno-DNA’ dat we kunnen kopiëren en inbrengen naast het natuurlijk DNA en RNA. Dat XNA is gecodeerd met informatie die voor een organisme levensnoodzakelijk is om te overleven. Een bacterie, bijvoorbeeld, zou dan niet overleven zonder dit artificieel informatiesysteem. Het XNA is opgebouwd uit moleculen die in de natuur niet te vinden zijn en zou een ‘genetische enclave’ vormen. Met andere woorden: zo’n bacterie zou buiten het labo niet overleven.” Mogelijke toepassing? Een veilig genetisch gewijzigd organisme (ggo), al is dat nog
veraf. Piet Herdewyn: “De huidige ggo’s zijn genetisch gewijzigd met natuurlijk DNA: zij Piet Herdewyn kunnen in de natuur overleven en kruisen met andere organismen. Hier vertrekken wij van een synthetisch informatiesysteem dat niet kan communiceren met natuurlijk DNA of RNA en dat niet overleeft in de natuur. In die zin zou zo’n chemisch gewijzigde bacterie een ‘veilig’ ggo kunnen zijn, met dezelfde toepassingen als de huidige ggo’s: in geneesmiddelen, in de productie van chemicaliën of in energie.”
Meer ERC-beurzen De European Research Council (ERC) reikt jaarlijks beurzen uit aan beginnende (starting) en gevorderde (advanced) onderzoekers. Met de advanced grants – tot 2,5 miljoen euro elk – geeft de ERC onderzoeksleiders die tot de wereldtop behoren de kans om risicovol en innovatief onderzoek uit te voeren. Aan de KU Leuven ontvingen de professoren Greet Van den Berghe en Piet Herdewyn eind 2012 zo’n beurs. Professor Ann Heylighen (Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) kreeg in 2007 een starting grant voor het interdisciplinair onderzoeksproject AIDA – Architectural design In Dialogue with disAbility. Heylighen wil onderzoeken hoe de ruimtelijke ervaring van mensen met een handicap kan leiden tot innovatie in architectuur. Nu krijgt ze ook een proof of concept grant, een extra beurs om haar onderzoeksresultaten naar de markt te brengen. Onder de noemer Rent-a-Spatialist wil ze een consultancyservice opzetten met ervaringsdeskundigen die architecten adviseren bij het ontwerpproces. Professor Paul Heremans werkt voor Imec en is ook verbonden aan het Departement Elektrotechniek (ESAT). Hij krijgt een ERC advanced grant voor het onderzoeksproject Epos Crystalli, waarmee hij het prestatievermogen van plastic halfgeleiders wil verbeteren. Halfgeleiders zijn het basismateriaal van elke vorm van elektronica, van chips tot beeldschermen. Kenmerkend is dat de geleiding van elektrische stroom gecontroleerd aan- en uitgeschakeld kan worden. De zogeheten plastic halfgeleiders zijn opgebouwd uit moleculen. Een bekende toepassing is de OLED (organic light emitting diode), gebruikt in telefoon- en tv-schermen. Wanneer plastic halfgeleiders in een film over een groter oppervlak worden neergelegd, vertonen ze een meer wanordelijke structuur, waardoor ze meer moeite hebben met het transport van ladingdragers. Doel van het onderzoek is om methodes te ontwikkelen om de kristallijne structuur van zo’n film te maximaliseren en zo de performantie van toepassingen van plastic halfgeleiders substantieel te verhogen. www.kuleuven.be/eu/erc/
27 februari 2013
Maatschappij 5
Is er een doctor in de zaak? Don’t you think it’s time you saw a doctor? Met die vraag willen de Vlaamse universiteiten en de Vlaamse Interuniversitaire Raad werkgevers aansporen om doctoraatshouders aan te werven. “Want dat zijn helemaal niet de introverte, academische denkers waarvoor ze soms gehouden worden.” Naast een intensieve onderzoekstraining brengen de universiteiten doctorandi ook steeds meer vaardigheden bij die nuttig zijn op de niet-academische arbeidsmarkt. Drie knappe koppen getuigen over het pad dat zij aflegden na hun doctoraat. Katrien steyaert
Laura Nicolaï (28) Biomedisch wetenschapper en boomkweker
“Minder begeleiding nodig” “Ik voerde fundamenteel onderzoek naar hoe bepaalde circuits worden gevormd in de hersenen, in mijn geval bij fruitvliegen, en welke genen daarvoor nodig zijn. In vier jaar legde ik de grondslagen om deze vraag in de toekomst te beantwoorden, mede dankzij een technische tool die ik ontwikkelde. Ondanks de zeer verrijkende en positieve ervaring in het onderzoek zag ik mezelf op lange termijn niet in de academische wereld blijven.”
“In biomedische is een doctoraat absoluut een meerwaarde om werk te vinden. Toch vonden veel van mijn collega’s het niet evident om de stap te zetten naar de arbeidsmarkt. Ik denk dat er intussen aan gewerkt wordt, maar toen ik een jaar geleden stopte, werden mensen nog niet altijd voldoende voorbereid op het leven na een doctoraat, waarbij je toch in een cocon werkt. Het was voor mij een beetje shocktherapie: ik viel van de ene wereld in
Laura Nicolaï in het proefperceel, met een appel met rood vruchtvlees (© ingezonden)
kunnen inwerken in een totaal nieuwe sector heb ik ook te danken aan mijn doctoraat, denk ik. Ik las voortdurend Engelstalige artikels – nogal zware kost – waardoor ik nu snel kan bijleren over moeilijke materie en de hoofdvan bijzaken kan onderscheiden. Tijdens een doctoraat leer je ook enorm je plan trekken, je eigen deadlines zetten en jezelf daar-
voor motiveren. Dat helpt om het werk nu aan te kunnen. Ik begrijp dat de drempel voor werkgevers soms hoog is – wij zijn duurder dan iemand met een master – maar eens ze ervaring hebben met een doctorandus kiezen ze er sneller opnieuw voor. Wij hebben minder begeleiding nodig en vertrekken meteen van op een hoger niveau.”
Sofie Saerens (33) Bio-ingenieur en gistspecialist
Bart Hansen (35) Godsdienstwetenschapper en coördinator gezondheidsethiek
“Bijna alle collega’s hebben een doctoraat”
“Uit je cocon treden” “Ik heb geluk gehad: toen ik wist dat ik niet meer in aanmerking kwam voor een postdoc – en in afwachting van een Europees project bij Verfaillies stamcelinstituut – kwam er een vacature bij Emmaüs. Ik had een doctoraat in de medische ethiek gedaan, over de ethische en theologische aspecten van stamcelonderzoek en –therapie. Op dat vlak zijn er weinig jobs in Vlaanderen, maar bij zo’n grote organisatie als Emmaüs, die 6.000 medewerkers in de gezondheid- en welzijnssector overkoepelt, is er plaats voor.” “Ik werk er nu als coördinator gezondheidsethiek en buig me over een breed gamma aan thema’s, van fertiliteitbehandelingen tot euthanasie en beroepsgeheim. Heel boeiend. Ik had het voordeel dat ik al tijdens mijn doctoraat de kans heb gekregen om kennis te maken met de praktijk, met de klinische ethiek. Ik mocht deelnemen aan commissies ethiek en zelf lessen geven. Volgens mij is dat cruciaal: durven uit je cocon te treden, concrete casussen bekijken, snel op de bal spelen. Het vormt een welkome afwisseling op fundamenteel onderzoek, en vergemakkelijkt later de stap
de andere, en die waren compleet verschillend. Maar ik zocht die uitdaging ook.” “Ik kreeg de kans om te starten in de kmo van mijn vader en, als me dat ligt, op termijn de zaak te leiden. Wij produceren één miljoen fruitbomen per jaar, vooral appel- en perenbomen. Ik vind de veredeling van rassen enorm boeiend en het is een beetje een link met de genetica. De afgelopen maanden heb ik kruisingen uitgezet, verschillende appels beoordeeld en de beste gepresenteerd aan onze belangrijkste Europese klanten. We zijn heel optimistisch: tegen 2017 hopen we naar buiten te komen met één of twee nieuwe rassen.” “Dat ik mij redelijk vlot heb
(© KU Leuven | Rob Stevens)
naar de arbeidsmarkt.” “Ik werk nu nog deeltijds als docent bio-ethiek aan de KU Leuven en ook dat levert een goede kruisbestuiving tussen theorie en praktijk op. Ik word uitgedaagd om bij te blijven met de nieuwste ontwikkelingen, om onderzoek te doen, maar tegelijk om dat transparant voor te stellen en te doen aansluiten op de praktijk.” “Dat wil niet zeggen dat een doctoraat op zich geen meerwaarde heeft. Integendeel. Ik werk binnen Emmaüs heel zelfstandig en dat heb ik voor een groot stuk geleerd tijdens mijn doctoraat. Je leert alles uitpluizen en naar de juiste argumentatiemodellen zoeken. Het helpt me nu om kennis binnen te brengen in een organisatie of team. Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar ik denk dat dat zeker een positieve rol heeft gespeeld bij mijn sollicitatie. Bij Emmaüs bestaan er alleszins geen vooroordelen tegenover doctorandi.”
“In mijn doctoraat onderzocht ik de biochemische werking van aromavorming door gist in bier. Welke enzymen vormen welke aroma’s? Ik ben er trots op dat ik antwoorden vond op tot dan toe onbeantwoorde vragen. Tijdens mijn postdoc begon ik na te denken over de weg die ik wilde inslaan; professor worden lag niet meteen in mijn aard. Ik kwam toen steeds meer in contact met de industriële wereld, waarmee ik contracten afsloot voor het labo waar ik toen werkte. Het sprak me aan om niet alleen kennis te vergaren, maar ook effectief een product op de markt te brengen.” “Ik werk nu bij Christian Hansen, een Deens health and food ingredients-bedrijf, waar ik application manager ben voor de wijnafdeling. Ik ben betrokken bij de ontwikkeling en productie van gist en bacteriën waarmee wijnmakers hun fermentatie beter kunnen controleren en zelf innovatieve producten op de markt kunnen brengen. Het is fijn om die mensen te kunnen sturen in hun wijnproductieproces en zo heel concreet te kunnen helpen.”
“Ik ben hier begonnen als vervanger voor iemand met zwangerschapsverlof en ondertussen heb ik een vast contract. Het was wel een grote stap – naar het buitenland én weg uit de academische wereld – maar ik dacht: Het is nu of nooit. Ik had er altijd van gedroomd om minstens een paar jaar in het buitenland te werken.” “De internationale omgeving van mijn doctoraat en postdoc kwamen meteen goed van pas. In het labo in Leuven was de voertaal Engels en ik leerde omgaan met culturen uit alle hoeken van de wereld. Ik heb me natuurlijk moeten aanpassen aan het bedrijfsleven, maar dat ik als doctorandus ettelijke presentaties heb gemaakt en moest schrijven over mijn werk, helpt me hier nog elke dag. Je leert ook analytisch denken en je lange tijd op iets toespitsen. Het is niet toevallig dat in een bedrijf als dit, dat draait op research & development, bijna al mijn collega’s een doctoraat hebben. Mijn collega’s zijn allemaal heel geïnteresseerd in wetenschap, en dat is nog steeds onderwerp van boeiende discussies.”
Sofie Saerens neemt stalen van een wijnfermentatie (© ingezonden)
YouReCa De KU Leuven lanceerde vorig jaar het programma YouReCa (Young Researchers’ Careers), dat de carrièreperspectieven van jonge KU Leuvenonderzoekers wil verbeteren en verbreden, met een hele waaier aan vorming en activiteiten. Ook het versterken van de internationale oriëntatie van de loopbaan van jonge onderzoekers is een aandachtspunt. Info: www.kuleuven.be/ research/youreca/
6 Integratie
campuskrant
Wat is de integratie ook weer? Op 5 juli 2012 keurde de Vlaamse Regering het decreet goed dat bepaalt dat de academische hogeschoolopleidingen, met uitzondering van de kunstopleidingen, vanaf oktober 2013 in een universiteit integreren. Binnen de Associatie KU Leuven zijn er negen hogescholen met opleidingen die integreren. Daardoor zal de universiteit campussen hebben in 11 steden verspreid over heel Vlaanderen. Meer informatie: www.kuleuven.be/integratie
Hoe elektronische apparaten veilig samenwerken In een vliegtuig moeten uw gsm en laptop uitgeschakeld zijn tijdens de start- en landingsfase, uit veiligheidsoverwegingen. De ReMI-onderzoeksgroep van KHBO verhoogt onze veiligheid door de interferentie tussen elektronische apparaten in goede banen te leiden. Met tests op klant-en-klare apparatuur, maar ook met simulaties die de effecten al tijdens de ontwerpfase meten.
storingen die de veiligheid in het gedrang kunnen brengen. Het belang van EMC-tests neemt alsmaar toe omdat elektronica nu overal zit. Denk maar aan elektrische en hybride auto’s die u thuis op het elektriciteitsnet aansluit. Ze creëren grote magnetische velden die storend kunnen inspelen op andere apparaten in huis. Dat proberen we te vermijden.” “Dat voorafgaand testen is economisch heel belangrijk. Zo ont-
op landbouwvoertuigen. Daar zit de elektronica heel dicht bij de motor én staat ze bloot aan extreme omstandigheden, zoals schokken en hoge temperatuurschommelingen. In onze HALTmachine (Highly Accelerated Lifetime Testing – red.) laten we de temperatuur met 60 graden per minuut stijgen en dalen, en simuleren we de extreme trillingen van een tractor die over een hobbelig veld dondert. Gaat een onderdeel
“Elektrische auto’s creëren magnetische velden die de werking van andere apparaten kunnen verstoren. Dat proberen wij te vermijden.”
(© Joris Snaet)
Jaak Poot Dr. Davy Pissoort stuurt samen met zijn collega’s aan de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (KHBO) een reeks projecten met hetzelfde doel: betrouwbare elektronica en ICT. “Binnen de groep ReMI (Reliability in Mechatronics & ICT) werken wij samen met de fundamentele onderzoekers van zowel ESAT (Departement Elektrotechniek van KU Leuven – red.) als Computerwetenschappen, én met de onafhankelijke vzw Labo De Nayer, een spin-off van hogeschool Thomas More.” Doet uw radio soms raar als uw gsm afgaat in de auto? Dan voldoet een apparaat niet aan de technische normen voor Elek-
tromagnetische Compatibiliteit die in de EMC-richtlijn van de Europese Unie staan. U kunt die interferentie zelf controleren. Test uw toestel naast een radio op batterijen op een zwak FM- of AM-station. Neemt de ruis toe? Dan hebt u vermoedelijk EMCproblemen. Ongevaarlijk – maar dat is niet altijd zo. Herinnert u zich de problemen met Toyota’s die vanzelf begonnen te versnellen? Waarschijnlijk ligt ook daar EMC-storing aan de basis. Davy Pissoort: “Constructeurs die elektronische apparaten op de markt brengen, moeten bewijzen dat ze beantwoorden aan de EMC-richtlijn. En daar steken wij hen een handje toe. Vóór een ontwerp productierijp is, doen we
een rist preventieve tests op onderdelen. Wij meten ze daarvoor van heel dichtbij. Met virtuele simulatietechnieken doen we dat nog vroeger, in de ontwerpfase. Daarvoor zetten we projecten op met kleine bedrijven, maar ook met grote spelers zoals NVIDIA (Amerikaanse producent van computerhardware, vooral grafische kaarten en chips – red.). Voor die firma namen we hoogkwalitatieve grafische kaarten voor videospelletjes onder de loep.”
Economisch belang “Waarom mag u nu op de meeste plaatsen in het ziekenhuis uw gsm aan laten staan? Omdat bijna alle toestellen grondig getest zijn op, en beveiligd tegen
stuk? Dan verstevigen we dat en testen we opnieuw, om te zien of er nog andere problemen zijn.” Davy Pissoort heeft ook een onderwijsopdracht. “Ik geef de cursus EMC-ontwerp in het laatste jaar industriële wetenschappen elektronica-ICT. Daarvoor put ik voorbeelden uit onze onderzoekservaring. Elk jaar maken ook twee tot drie studenten hun thesis in onze laboratoria. De voorbije twee jaar gaf ik ook cursussen voor telkens veertig tot vijftig ontwerpers en ingenieurs uit vooral Vlaamse ondernemingen.” ReMI heeft regelmatig contractonderzoek lopen, zoals met NVIDIA. Er zijn ook projecten binnen het fonds voor technologietransfer van de Vlaamse overheid (TETRA). Zo onderzoekt het NEATH-project ‘NEAr-field meetTecHnieken’ voor het efficiënt oplossen van EMC-emissieproblemen. Op basis van hun ervaring stellen de onderzoekers ook richtlijnen op waarmee ontwerpers best rekening houden als ze nieuwe producten op de tekentaExtreem fel hebben. “We doen veel preventieve tests http://remi.khbo.be
dekken bedrijven de problemen vroeg in het ontwerpproces en vermijden ze dure aanpassingen vlak voor de productiestart. Rond dit thema werken we momenteel, samen met ESAT en het Labo De Nayer, aan de oprichting van het expertisecentrum EMC@Flanders. In september organiseren we in Brugge de jaarlijkse Europese EMC-conferentie, met zo’n 300 deelnemers.” “We hebben ook projecten rond embedded software: hoe schrijf je software die op functionaliteit is gevalideerd en tegelijk de veiligheidsnormen respecteert? Auto’s die enkele uren per dag rijden, maar ook treinen die 25 tot 30 jaar lang soms tot 20 uur per etmaal sporen, moeten dat gedurende de hele levensduur veilig doen, met zo weinig mogelijk uitval. Daarrond werk ik met collega Jeroen Boydens, die samen met industriële gebruikersconsortia verschillende projecten rond de ontwikkeling van embedded software uitwerkte.”
Advertentie
Ontdek jezelf. Begin bij de wereld.
kul22189_campuskrant_01.indd 1
22/02/13 16:15
27 februari 2013
Bio
De Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (KHBO) ontstond in 1995 door de groepering van vijf katholieke hogescholen in Noord-WestVlaanderen. Vanaf september 2013 vormen KHBO en KATHO samen de Katholieke Hogeschool Vives, met naast de huidige KHBO-vestigingen in Brugge en Oostende ook de KATHO-campussen in Kortrijk, Roeselare, Tielt en Torhout, samen goed voor 13.000 studenten in de basisopleidingen.
Campussen
• Brugge • Oostende • Vlaams Luchtvaartopleidingscentrum (VLOC) Oostende
Integratie 7
Integrerende opleidingen
Bachelor in de industriële wetenschappen: • Bouwkunde • Elektromechanica • Elektronica-ICT • Kunststofverwerking Bachelor in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie (eerste twee jaar) Master in de industriële wetenschappen: • Bouwkunde • Elektromechanica (elektromechanica / luchtvaarttechnologie) • Energie (automatisering / elektrotechniek-hernieuwbare energie) • Elektronica-ICT (elektronica / ICT) Master na master in de industriële wetenschappen: industriële kunststofverwerking
Schakelprogramma’s naar de masters industriële ingenieurswetenschappen
Aantal studenten
• Totaal: 4.050 • Integrerende opleidingen: 493, waarvan 386 in Industriële Wetenschappen & Technologie en 107 in Gezondheidszorg
Aantal personeelsleden
• Totaal: 425 • Integrerende opleidingen: 54
Academisch beheerder Professor Jan Beirlant
Slogan
talent@work
Website
www.khbo.be
Staalmeester Het ziekenhuislaboratorium van UZ Leuven heeft een ingenieus tracksysteem in gebruik genomen voor de analyse van bloed- en andere stalen. Stijn Wouters, adjunct-manager van het ziekenhuislab, gaf tijdens een opendeurdag begin februari uitleg bij het systeem. De weg en de volgorde die het staal moet volgen, zit vervat in een streepjescode op het buisje. Een transportband vervoert de stalen automatisch naar de juiste analysetoestellen, en robotarmen nemen de taken van de laboranten over. Die kunnen zich nu volledig concentreren op het controleren van de kwaliteit van de analyse. Het vernieuwde ziekenhuislab van UZ Leuven is één van de grootste van Europa en verwerkt elke dag gemiddeld 8.000 stalen. Op die stalen worden dagelijks meer dan 30.000 tests uitgevoerd. Voor de meeste tests is het resultaat binnen de drie uur beschikbaar. In de stalen zit meestal bloed of een afgeleide, maar er bestaan ook testen op urine, lumbaal vocht, wondvocht, gewrichtsvocht, uitwerpselen en zelfs op uitgeademde lucht. (© KU Leuven | Rob Stevens)
8 Onderzoek
campuskrant
Beeldige wetenschap Hart met mazelen? Romantisch pointillisme? Fotograaf: Bas Brouwers Een beeld met de fluorescentiemicroscoop van een stukje van de pancreas of alvleesklier van een muis. Het gaat meer bepaald om de eilandjes van Langerhans. Bas Brouwers doctoreert in de biomedische wetenschappen en frist onze bestofte biologiekennis weer op: “De eilandjes van Langerhans produceren hormonen, zoals insuline. Als we een stukje pancreas onder de microscoop bekijken, laten we bepaalde eiwitten kleuren om de eilandjes te vinden. Meestal zijn ze rond of ovaal. Je ziet ze zelden hartvormig, vandaar dat ik deze foto nam.” De foto kadert in het doctoraatsonderzoek van Brouwers over diabetes: “Diabetespatiënten hebben onder andere problemen met hun suikerhuis-
houding. Dat heeft te maken met een verstoorde insulineproductie door de eilandjes van Langerhans. Bij type 1-diabetes wordt er dan haast geen insuline meer aangemaakt. Bij type 2-diabetes wordt er nog wel insuline geproduceerd, maar het lichaam is er niet meer gevoelig voor. Zwangere vrouwen hebben dan weer beter werkende eilandjes: hun eilandjes van Langerhans zijn groter, delen sneller en maken meer insuline aan. Het is ons met een toevalstreffer gelukt om dat zwangerschapsvoordeel over te brengen naar een mannelijke muis: als we dat mechanisme goed begrijpen, hopen we de defecte werking van de eilandjes ook te kunnen ontrafelen. Ik vond de foto van een hartvormig eiland wel toepasselijk, omdat het met zwangerschap te maken heeft.” (if)
Mobiel leren gaat studenten goed af pagina 1
“Er was natuurlijk geen ‘echt’ crashgevaar: in realiteit zouden ze eerder het leren verwaarlozen dan zich te pletter te rijden. Maar de conclusie was duidelijk: het ‘educatief multitasken’ heeft zijn grenzen. Wandelen en joggen zijn eenvoudige geautomatiseerde bezigheden waarbij je nauwelijks moet nadenken, autorijden is dat meestal niet. Dat was al vaker gebleken bij gelijkaardig onderzoek naar multitasken: gsm- of gps-gebruik tijdens het autorijden leidt enorm af. In België is handsfree bellen dan wel toegestaan, maar eigenlijk is dat niet zoveel beter dan met de gsm in de hand. Zelfs als je alleen maar een telefoontje verwácht, dwalen je gedachten al af van de baan.” “Ik heb die voor de hand liggende verklaring – de mate van automatisering – ook apart getest. In een laatste experiment liet ik twee groepen studenten op een fitnessfiets plaatsnemen en tegelijk een weblecture bekijken. De ene groep moest gewoon rustig doorfietsen zonder verdere instructies, de andere werd geacht zijn hartslag steeds tussen bepaalde
waarden te houden. Die laatste den hele flarden van de les – een veel herhaling. Als je dan al eens scoorden meisjes beter dan jongroep bleek achteraf hele stukken klassiek hoorcollege – integraal afgeleid bent door het verkeer, gens in het multitasken? Coens: gemist. De studenten die Spaans heb je niets cruciaals gemist. Vol- “Die vraag heb ik véél gekregen. van de les gemist te hebben.” Mijn proefpersonen waren bijna Cliché uitsluitend meisjes, dus ik kan er “Mobiel leren kan dus vrij makkezelf niets over zeggen. Maar dat lijk – en veilig – als je combineert meisjes over het algemeen beter met een eenvoudige automatische zouden zijn in multitasken, is een bezigheid: je vertrouwde rondje cliché dat niet klopt. Onderzoek joggen bijvoorbeeld. Maar ik zou heeft het in elk geval nog nooit het niet aanraden als je voor die echt bevestigd.” extra taak ook je hersenen nodig hebt. En niet onbelangrijk: het Een overzicht van alle actuele lesmateriaal moet er ook geschikt leerden in de rijsimulator hadden doende herhaling is dus nodig als doctoraatsverdedigingen vindt u voor zijn: de studenten die hun het makkelijker: die cursus was op je optimaal mobiel wil leren.” op www.kuleuven.be/ hartslag moesten volgen, had- maat gemaakt voor de auto, met Wat we toch nog willen weten: doctoraatsverdediging
‘Educatief multitasken’ heeft zijn grenzen. Bij het joggen moet je niet echt nadenken, bij het autorijden wel.
Ontdek jezelf. Begin bij de Infodagen KU Leuven. Zaterdag 9, 16 en 23 maart 2013 Info en inschrijven: www.kuleuven.be/infodag
Kulak-katern SPECIALE bi jl age k ul a k | w w w. k ule u v e n - k ula k .be
w w w. f acebook .c om / KUL e u v e nK ula k
“ Moeder en vader zijn communicerende vaten” Zijn de kinderen in een gezin beter af als de moeder het meest verdient? Dat is niet het geval, zo blijkt uit onderzoek van Laurens Cherchye en Bram De Rock van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen aan KU Leuven Kulak. Samen met hun Leuvense collega Frederic Vermeulen ontwikkelden ze een model om te analyseren hoe huishoudens de beschikbare middelen en tijd besteden.
derd Nederlandse gezinnen met twee ouders op de arbeidsmarkt. De data zijn uniek omdat zij ook rapporteerden hoeveel middelen en tijd er naar de kinderen gaan. We ijveren ervoor om ook in ons land dergelijke gegevens te verzamelen.” Cherchye: “Dan kan je bijvoorbeeld nagaan hoe het inkomen binnen het gezin verdeeld is, aan wie het wordt gespendeerd, en wie die beslissing neemt. Uit onderzoek blijkt dat de partner met het hoogste loon het meest te zeggen heeft. Maar ook de lokale wetgeving inzake echtscheiding en de man/vrouw-ratio op de huwelijksmarkt spelen bijvoorbeeld een rol.” De Rock: “Voor beleidsmakers is dat nuttige informatie. Hoe kan je bijvoorbeeld in ontwikkelingslanden de positie van vrouwen verbeteren? Of stel dat de overheid mensen wil compenseren voor het verlies van een partner, dan brengt dit model in kaart wat er verloren is gegaan: een inkomen, maar ook tijd voor de kinderen of om klusjes te doen.”
Kinderbijslag
(© Joris Snaet)
Ine Van Houdenhove Laurens Cherchye: “Enkele decennia terug zagen micro-economen een huishouden als een geheel dat beslissingen neemt over
de te besteden tijd en middelen. Het latere niet-unitaire model erkent dat er verschillende beslissingsnemers zijn in een gezin. Ons model is daar nog een verfijning van, want het houdt expli-
ciet rekening met het welzijn van de kinderen: het resultaat van de tijd en de middelen die de ouders aan hen spenderen.” Bram De Rock: “We gebruikten gegevens van meer dan tweehon-
Het onderzoek was voornamelijk methodologisch van opzet, maar leverde ook een aantal concrete resultaten op. De Rock: “Zo blijken mannen en vrouwen evenveel te werken, als je niet enkel een onderscheid maakt tussen betaald werk en vrije tijd maar huishoudelijke taken en voor de kinderen zorgen evengoed als werk beschouwt.” Cherchye: “We gingen ook na wat de impact is van de inkomensverdeling tussen partners op de mid-
“ Stage geeft zelfvertrouwen” Door de invoering van het nieuwe curriculum geneeskunde zullen studenten vroeger beginnen met stage lopen, uiteraard ook aan KU Leuven Kulak. Dat vergt enige reorganisatie. Een werkgroep met vertegenwoordigers van Kulak en KU Leuven (groep Biomedische Wetenschappen) en van het Kortrijkse AZ Groeninge (AZG) bereidt die voor. “AZG werkt enthousiast mee aan de vernieuwing”, zegt algemeen directeur Jan Deleu. “Ons ziekenhuis, met 1.100 bedden één van de grootste van Vlaanderen, vormt een omgeving die mooi zal aansluiten bij wat de studenten later in UZ Leuven zullen ervaren. We hopen dit jaar de JCI-accreditering te behalen, die UZ Leuven al enkele jaren heeft, zodat we voortaan parallelle kwaliteitscriteria hanteren. Daar hebben
ook de stagiairs baat bij. Jaarlijks krijgt het grondig hervormde AZG vijf- tot zeshonderd stagiairs over de vloer, uit allerlei opleidingen, en we zien het als een belangrijk deel van onze taak om substantieel tot hun vorming bij te dragen.” “AZG is een heel mooie stage-omgeving voor de Kortrijkse studenten”, bevestigt Jan Eggermont, vicedecaan van de Faculteit Geneeskunde. “De nieuwe campus en de
Stagestudente Lynn Manhaeghe op de Dienst Medische Beeldvorming van AZ Groeninge: “Een stage maakt de grote sprong van theorie naar praktijk wat eenvoudiger.” (© KU Leuven | Rob Stevens)
nieuwe structuur van het zieken- over verdere samenwerking, waar huis zorgen mee voor de hoogste decaan Jan Goffin veel toe heeft kwaliteit. De intentieverklaring bijgedragen, verstevigt de onder-
delen die aan de kinderen worden besteed: maakt het, bij een gelijk gezamenlijk inkomen, uit of het de man is of de vrouw die het meest verdient? Eerdere studies suggereerden dat vrouwen meer geneigd zijn aan de kinderen te spenderen. Dat is trouwens één van de redenen waarom de kinderbijslag in ons land aan de moeder wordt toegekend. Maar voor het welzijn van de kinderen in onze studie blijkt het geen
“Mannen en vrouwen werken evenveel.” verschil te maken welke ouder de meeste inkomsten heeft. Wellicht ligt dat in ontwikkelingslanden weer heel anders.” De Rock: “We zien dat binnen een gezin het beoogde welzijnsniveau van de kinderen vaststaat, en dat de partners de middelen en tijd spenderen die nodig zijn om dat te bereiken. Ofwel zorgt de man voor meer inkomsten en spendeert de vrouw veel tijd aan de kinderen, ofwel omgekeerd. Beleidsmakers kunnen op elk van die factoren trachten in te spelen, maar doordat ze bij wijze van spreken communicerende vaten zijn, krijg je misschien niet de uitkomst die je beoogt.”
linge band tussen AZG, Kulak en KU Leuven.” Mooi, maar hoe ervaart iemand van ‘de vloer’ een stage in AZG? We vroegen het aan Lynn Manhaeghe, studente in de derde bachelor geneeskunde. “Tot nu toe heb ik uitsluitend kijkstage gelopen. Dat betekent dat je bij gastro-enterologie, cardiologie, urologie en radiologie weliswaar zelf geen diagnose stelt of behandelingen uitvoert, maar dat je wel van heel nabij meemaakt hoe dat gebeurt.“ “Het artsenberoep kan eenvoudigweg niet zonder een stage. Die maakt de grote sprong van theorie naar praktijk wat eenvoudiger. Het belangrijkste is misschien wel het zelfvertrouwen dat je krijgt door effectief met patiënten en artsen om te gaan. De artsen betrekken ons heel goed bij hun dagelijkse taken. De eerste ervaringen met de praktijk in een ziekenhuis vallen dus prima mee.” (lm)
10 Kulak-katern
campuskrant
Creatief met biologisch afval De meeste kunststoffen zijn gemaakt van aardolie, een dure en niet-hernieuwbare grondstof. Daarom kijken onderzoekers nu naar alternatieven uit de natuur: de zogenaamde biopolymeren – cellulose, zetmeel of eiwitten bijvoorbeeld – die geproduceerd worden door levende organismen. Als die bruikbare stoffen uit biologisch afval komen, klinkt het helemaal veelbelovend. En dat is het ook, zegt professor Wim Thielemans. Hij start aan KU Leuven Kulak een onderzoeksgroep rond biopolymeren. Ilse Frederickx De synthetische polymeren die wij als plastic kennen, zijn moleculen die bestaan uit ketens identieke delen koolstof die aan elkaar gekoppeld zijn. Eigenlijk zijn het vereenvoudigde kopieën van de meer complexe tegenhangers in de natuur, zoals zetmeel, cellulose en eiwitten. Omdat de voorraad aardolie eindig is en de ecologische bezorgdheid steeds groter, is er veel interesse voor biopolymeren. Eind jaren 90 doctoreerde Wim Thielemans over het onderwerp: “Mijn doctoraat ging over biopolymeren op basis van plantaardige olie en natuurlijke vezels. Ik deed vooral onderzoek naar lignine – ook wel houtstof genoemd. Dat is een stof uit de celwand van planten. Het is een afvalproduct bij het maken van papier. Je kan
Wim Thielemans: “In de VS willen ze biopolymeren gebruiken om snel daken op huizen te leggen, bijvoorbeeld na de doortocht van een tornado.” (© KU Leuven | Rob Stevens)
zijn sensoren, batterijen en geneesmiddelen.” De uitdaging voor verder onderzoek is om de nanodeeltjes onder controle te krijgen: “Hoe ze zich tot een structuur vormen, kunnen we nog niet helemaal sturen. Wat soms op nanoschaal nog lukt, kunnen we nog niet bij ‘grotere’ structuren van enkele millimeters. De natuur geeft het goede voorbeeld: ze kan met dezelfde bouwstenen toch stoffen met totaal andere functies maken, enkel door de complexe structuur te veranderen. Het onBio op je dak derzoek daarnaar zal ik voortzet“In de VS willen ze biopolymeren ten in Kortrijk.” gebruiken om snel daken op huizen te leggen. Interessant in de Midwest, waar ze veel tornado’s krijgen. En tractorfabrikant John Deere onderzoekt of biopolymeren in panelen van tractoren gebruikt kunnen worden. Slim bekeken: de plantaardige olie kopen van de boeren, die verwerken in tractoren en ze dan weer verkopen aan de boeren (lacht).” Het huidige onderzoek naar biopolymeren speelt zich af op studenten: nanoschaal: een schaal van een jongens en meisjes miljardste van een meter. “Door opleidingen nanodeeltjes van cellulose en zetmeel aan het oppervlak chemisch te wijzigen kan je ze bijstudentenkamers, voorbeeld elektrisch geleidend verspreid over residenties of fluorescerend maken. Of je kan er 2D- en 3D-structuren mee op de campus maken. Mogelijke toepassingen lignine chemisch aanpassen en gebruiken om de biopolymeren te verbeteren.” Biopolymeren haal je uit biologisch materiaal, en dat zou ten koste kunnen gaan van de voedselproductie. Daarom richten wel meer onderzoekers zich momenteel op afval. “In Japan wordt veel onderzoek gedaan naar chitine, een bouwstof in het exoskelet of de huid van krabben, garnalen en spinnen. Nuttig, want het is een afvalproduct in de garnaalindustrie.”
Kulak in Cijfers
1.304
23
651
653
—
252
3
—
40.115 verkochte
Fabriek voor de Toekomst Wim Thielemans studeerde in 1999 af als burgerlijk ingenieur in Leuven, behaalde zijn doctoraat in Delaware (VS), deed postdoctoraal onderzoek in Grenoble (Frankrijk) en is momenteel docent aan de universiteit van Nottingham (VK). Hij keert terug naar België dankzij het Odysseus-programma van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO). Dat geeft toponderzoekers die in het buitenland een carrière hebben
opgebouwd middelen om een onderzoeksgroep te starten aan een Vlaamse universiteit. Met Thielemans krijgt het gloednieuwe onderzoeksgebouw van de Interdisciplinary Research Facility (IRF) Life Sciences aan KU Leuven Kulak een internationaal gerenommeerd onderzoeker in huis. Hij komt er terecht in een team van een zestigtal onderzoekers uit de life sciences of biowetenschappen. Met deze onderzoeksfaciliteit wil
Kulak hoogstaand onderzoek van internationaal niveau uitvoeren, in samenwerking met bedrijven en hogescholen uit de regio. Dat voornemen past perfect in het concept ‘Fabriek voor de Toekomst’ van de Vlaamse overheid. Om dat te vertalen naar de regio werkt Kulak samen met onder andere Centexbel, Flanders’ PlasticVision en de onderzoeksgroep Kunststofverwerking van KHBO Oostende. “We willen in West-Vlaanderen de sectoren van textiel, nieuwe materialen en kunststoffen verder uitbouwen”, zegt gedeputeerde Jean de
Bethune, bevoegd voor economie. “Wij hebben een textielverleden, maar veel bedrijven zijn ondertussen geëvolueerd van vlas naar textiel en dan naar kunststof, in heel diverse sectoren. In onze regio is er nog een tekort aan universitaire knowhow en onze bedrijven zijn veelal kmo’s die ondersteuning op maat nodig hebben. We zijn dan ook heel tevreden met deze nieuwe onderzoeksgroep rond biopolymeren aan Kulak.” Meer info over IRF Life Sciences: www.kuleuven-kulak.be/ irf-lifesciences
Studenten in de nieuwe Acco-shop Docente enthousiasmeert studenten Onderzoekers in de nieuwe IRF Life Sciences
maaltijden in studentenrestaurant Alma in 2012
—
197.074 boeken in de campusbibliotheek bibliotheekbezoeken in 2012
150.115
—
17 bedrijven / instellingen waar Kulak-studenten stage lopen
(© KU Leuven | Rob Stevens)
27 februari 2013
Kulak-katern 11
Junior College slaat brug tussen klas en aula De wiskunde achter Google ontdekken. Of de geheimen van de cryptografie ontrafelen. Dankzij het Junior College van de KU Leuven kunnen gemotiveerde laatstejaars secundair onderwijs een uitdagend projectvak volgen en in Leuven of Kortrijk al even proeven van de universiteit. “Leuk dat we na de theorie zo ook enkele nuttige toepassingen van wiskunde leren kennen”, zeggen de leerlingen van De Pleinschool in Kortrijk.
Junior College breidt uit Het programma Junior College loopt dit jaar in 69 scholen. Naast wiskunde zijn er ook Junior Colleges Taal en Geschiedenis. Vanaf volgend academiejaar komt er een module Life Sciences bij, voorlopig alleen in Kortrijk. Die zal onze bloedsomloop onder de loep nemen, in een reeks multidisciplinaire theoretische en praktische sessies die raakvlakken hebben met wiskunde, fysica, scheikunde en biologie. Info: www.juniorcollege.be De leerlingen van het Junior College Wiskunde in de Kortrijkse Pleinschool, met cursus en rekenmachine in de aanslag. Naast hen professor Paul Igodt en leerkracht Griet Esprit. (© Patrick Holderbeke)
Tim Vuylsteke In het Junior College volgen de leerlingen twee colleges aan de universiteit, de rest van de lessen krijgen ze van hun eigen leerkracht. “Het project is vier jaar geleden ontstaan vanuit het idee dat we als universiteit iets met de vrije ruimte in het middelbaar moesten doen”, zegt professor Paul Igodt, docent wiskunde aan Kulak. “Dat is het deel van de lessentabel dat scholen zelf mogen invullen. Met onze Junior Colleges (zie ook kadertje hierboven) bieden we de leerlingen materiaal aan dat uitdagend is én hen aanspreekt.” “De onderwerpen zijn inderdaad boeiend, omdat ze enkele concrete toepassingen van ons vak tonen – ook voor mij is dat
interessant”, zegt Griet Esprit, leerkracht wiskunde in De Pleinschool. “Daarnaast krijgen de leerlingen een realistisch beeld van het hoger onderwijs. Voor velen is de universiteit een andere wereld, maar nu volgen ze er enkele echte lessen.” Igodt: “De laatste jaren stellen we in de hele Groep Wetenschap & Technologie vast dat de meeste generatiestudenten wel een positieve studiekeuze maken, maar vaak toch niet zo goed weten wat hun richting inhoudt. Ook daaraan willen we met dit project iets doen.” Moet Junior College meer studenten naar de KU Leuven lokken? Igodt: “Het is in de eerste plaats een vorm van dienstverlening op het gebied van studieoriëntering. Uiteraard is het aspect zichtbaarheid niet onbe-
Kulak in Cijfers 53 residerende professoren, 169 professoren die
pendelen tussen Kortrijk en Leuven, doctorandi, residerende onderzoekers en projectmedewerkers, administratieve en technische personeelsleden
66
186
86
—
Postacademische vorming in 2011-2012: activiteiten, uren opleiding, gevolgd door deelnemers
1.530
137
8.821
—
18 gastlezingen per jaar
—
23 Kulakambassadeurs en -senatoren
—
1965
In ging het eerste academiejaar aan Kulak van start
langrijk, maar het is niet ons eer- hier constant moeten toepasste doel. Met het Junior College sen.” kan een leerling zijn grenzen ver- Ella: “Het normale pakket exkennen. Als hij besluit dat een tra wiskunde is vooral theorie, universitaire studie niets voor hem is, dan vind ik dat niet per se een slecht signaal.”
Niet rondkijken De leerlingen van De Pleinschool die het Junior College als keuzevak volgen, zijn vol lof over de sessies aan Kulak. Zo wist Eva wel dat je met velen in een aula zit, maar heeft ze er nu pas een idee van hoe het er echt aan toegaat in zo’n les. Ella heeft dan weer gemerkt dat je geen tijd hebt om rond te kijken als je wilt kunnen volgen. Hebben ze ook iets bijgeleerd? Lise: “Ik denk dat we vooral voordeel zullen halen uit de andere manier van denken die we
je doen met die wiskunde?” Zo leren ze hoe je priemgetallen kan gebruiken om gegevens te coderen en te beveiligen. Bij de meeste leerlingen heeft het Junior College de studiekeuze niet beïnvloed – ze zijn sowieso sterk in wiskunde als ze ervoor kiezen – maar voor sommigen is het wel een test. Laura: “Ik weet nu dat ik industrieel ingenieur wil worden. Het Junior College heeft me geleerd dat ik de wiskunde wel moet aankunnen.” De leerlingen kijken ook uit naar het slotevent, kort voor de paasvakantie. “Afsluitend organiseren we telkens een gastlezing met een hapje”, zegt professor Igodt. “Dit jaar komt iemand van Google langs, en maar nu leren we enkele nuttige hopelijk kunnen we nog een betoepassingen kennen: wat kun kende cryptograaf strikken.”
“Ik weet nu dat ik ingenieur wil worden.”
Het team van de vernieuwde Alma Het Kulak-presidium in de Spina (© MD) IMF-topvrouw Christine Lagarde krijgt eredoctoraat aan Kulak
(© KU Leuven | Rob Stevens)
12 Kulak-katern
campuskrant
Politicoloog Steven Van Hecke over Europa
“ De grootste stappen vooruit danken we aan een crisis” “We focussen te veel op landen als Italië en Griekenland, en te weinig op het nieuwe zorgenkind, Frankrijk.” Zo analyseert Steven Van Hecke de eurocrisis. Hij is het gezicht van de opleiding politieke wetenschappen aan Kulak.
(© Joris Snaet)
Tim Vuylsteke Van Hecke is Europaspecialist. Hij deed onderzoek naar de Europese politieke partijen, en wil nu de impact van de eurocrisis bestuderen. “Ik denk dat we de gevolgen van die crisis onderschatten. De Europese Commissie heeft een groot deel van het financiële beleid overgenomen, doordat ze de nationale
begrotingen controleert. Op die manier worden de nationale parlementen buitenspel gezet. Bovendien beseffen we nu meer dan ooit dat we afhankelijk zijn van elkaar. Vroeger was Berlusconi vooral amusant, vandaag zijn we echt bezorgd over de verkiezingsuitslag in Italië. Want wat daar beslist wordt, heeft consequenties voor de hele eurozone.”
“Daarnaast focussen we te veel op landen als Italië en Griekenland, en te weinig op het nieuwe zorgenkind, Frankrijk. De tweede grootste economie van de eurozone staat er slecht voor – denk maar aan de historische verliezen die nationale iconen Citroën en Peugeot vorig jaar leden. Op middellange termijn kan dat dramatische gevolgen hebben. De Frans-Duitse as is ook niet meer zo sterk als vroeger: beide landen zitten niet altijd meer op één lijn. Vandaar dat de Britse premier Cameron de grote overwinnaar was bij het akkoord over de Europese begroting.” Van Hecke heeft gelukkig ook positief nieuws voor Europa. “De grootste stappen vooruit danken we altijd aan een crisis. Mijn voorspelling is dat ook het laatste taboedomein, de sociale zekerheid, ooit van Europa wordt. Stel dat in de toekomst bepaalde landen hun pensioenen niet meer kunnen betalen. Ze zullen een beroep moeten doen op de solidariteit van de andere landen, maar wel onder Europese voorwaarden natuurlijk …”
Persoonlijker onderwijs De opleiding politieke wetenschappen aan Kulak bestaat al enkele jaren, maar Kortrijk heeft met Steven Van Hecke pas sinds kort zijn eigen politicoloog, die alle politieke vakken doceert en het gezicht van de opleiding is. “Aan Kulak combineer je politieke wetenschappen met rechten of geschiedenis. Zo krijgen studenten een bredere kijk, wat
Kulakkalender
MAART · 1 maart: Infoavond · 5 maart: Bezoek Franse ambassadeur Bernard Valero · 5 maart: Studentenquiz · 6 maart: Kulak Proms · 12 maart: Bloedinzameling · 12 maart: Lezing Arnoud Raskin, Mobile School – Streetwize · 14-15 maart: Studenten 24 uur · 20 maart: ‘Tweespraak’ met Wouter Beke en Rik Van Cauwelaert APRIL · 15-16-17 april: Kulaktoneel · 15 april: Opening tentoonstelling ‘Hartografie’ van Ruth Loos · 16 april: Lezing Eric Van Zele, Manager van het Jaar · 17 april: Lezing rechtsfilosoof en opiniemaker Paul Cliteur
Steven Van Hecke (© KU Leuven | RS)
zeker een meerwaarde biedt”, zegt professor Van Hecke. “Daarnaast hebben we het voordeel dat de kleine lesgroepen leiden tot persoonlijker onderwijs, en die kleine groepen kun je ook makkelijker warm maken voor extracurriculaire activiteiten: een onderzoekje naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen, een bezoek aan het Europees Parlement, onze lezingenreeks Tweespraak (zie hiernaast) …” Met deze aanpak wil de universiteit Kortrijk op de politicologische kaart zetten. “Het is de bedoeling dat we een actieve rol gaan spelen in het maatschappelijk debat, dat ik af en toe een opiniestuk schrijf, en dat we hier nieuwe initiatieven opzetten. Met onze discipline kunnen we de maatschappelijke uitstraling van Kulak verbreden.”
MEI · 2 mei: Students on Stage · 7 mei: ‘Tweespraak’ met Jean-Claude Trichet en Steven Vanackere · 8 mei: Voetbaltornooi · 16 mei: Cantina Cubana Meer info: www.kuleuven-kulak.be
Tweespraak
‘Tweespraak’ zet viermaal per jaar twee interessante sprekers tegenover elkaar die nog niet samen in de media optraden, en laat ze reflecteren over actuele thema’s en gemeenschappelijke interesses. Volgende data: · 20 maart 2013: Wouter Beke en Rik Van Cauwelaert – ‘De toekomst van de (Belgische) democratie’ · 7 mei 2013: Jean-Claude Trichet en Steven Vanackere – ‘De eurocrisis’ Info en inschrijvingen: www.kuleuven-kulak.be/ tweespraak
Onze fotograaf Rob Stevens richt zijn lens op de mens achter de actualiteit aan de universiteit, en vuurt vrank en vrij vragen af.
Uitgelicht
T
ijdens een bezoek aan Kulak loopt u bij het betreden van de grote hal het niet onaangename risico verrast te worden door klanken uit een andere, en ook wel mooiere wereld. Verborgen in een hoekje tref ik zo eerstejaarsstudente onderwijskunde Flore Van Dooren aan, in het gezelschap van haar harp. “Ik speel al tien jaar harp, solo en als duo, met mijn vriendin Birgit”, vertelt ze. “Maar omdat ik ‘te laat’ ben begonnen aan het conservatorium zit ik nu een jaar achter op schema. Aangezien er in mijn thuisstad Brugge geen les wordt gegeven op zaterdag, was ik verplicht mijn laatste jaar muziek in Kortrijk te doen. En moest de harp dus mee.” Een te klein kot, een vraag aan de universitaire overheden en een positief antwoord later mag Flore haar harp hier stockeren én bespelen, en nog wel aan de
voordeur van campusrector Jan Beirlant. “Het stoort niemand”, vertelt Flore, “het is dan ook een zacht instrument. Ik probeer elke dag te oefenen, maar dat lukt niet altijd.” Komen er wel eens medestudenten op de muziek af? “Af en toe komen er mensen even een kijkje nemen, ja. En mijn vriendinnen passeren geregeld. Ik doe ook mee aan de Kulak Proms in de stadsschouwburg. Dat is een festival voor podiumkunsten georganiseerd door ons Cultuurpresidium. Daar zal dus sowieso een groot publiek zijn.” En de toekomst? “Ik ga volgend jaar naar Leuven om klinische psychologie te studeren. Kinderpsychologe worden in een ziekenhuis zie ik momenteel wel als een fijn plan. De harp zal een hobby blijven, ik denk dat ik het spelplezier wat zou verliezen als ik me in de competitieve professionele wereld zou gooien.”
27 februari 2013
Personalia 13
Buiten de zone In deze rubriek jagen we de telefoonrekening van de KU Leuven schaamteloos de hoogte in. Maar wél met een achtenswaardig journalistiek doel: achterhalen waar onze professoren, onderzoekers en studenten in het buitenland zich zoal mee bezighouden. In deze aflevering Mariola Moeyaert (25) van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen aan KU Leuven Kulak. Ine Van houdenhove
ker Tampa is een heel levendige stad, met veel uitgaansmogelijkheden. Het is hier heerlijk weer Waar zit je ergens? natuurlijk, en de omgeving is “Ik doe sinds half november on- prachtig: palmbomen, stranden, derzoek aan de University of South Florida, in Tampa. Dankzij het Junior Mobility Program mag ik hier zeven maanden werken aan mijn doctoraatsonderzoek. Eén van mijn copromotoren is aan deze universiteit verbonden.” “We hebben een methode ontwikkeld om data te analyseren uit observaties van individuele ‘cases’. Ik ben pedagoge, en het gaat dan bijvoorbeeld om een leerling met dyslexie of autisme: hoe reageert die met en zonder begeleiding of therapie? De methode is intussen gevalideerd en de volgende stap is: kijken of de resultaten kunnen worden gegeneraliseerd.” In wat voor omgeving ben je terecht gekomen? moerassen, bossen … Aan alliga“Florida wordt vaak geassocieerd tors ben ik intussen ook gewend met gepensioneerden, maar ze- geraakt. Ze liggen soms gewoon
langs de kant van de weg, maar ze doen niets als je hen niet lastigvalt. De tuin van mijn gastgezin grenst aan een meer en daar zitten er ook. Zwemmen in dat meer is geen goed idee … Ik ben onlangs met een groepje studenten gaan kajakken tussen de alligators, dat doen ze bij volle maan. Ik ben nog nooit zo bang geweest. Achteraf hoorde ik ook dat dit helemaal niet zo’n gangbare activiteit is als ik dacht!” “De universiteit ligt op een grote campus met een hamburgerrestaurant, een wellnesscenter, winkeltjes … Wel grappig: de campus dateert van de jaren vijftig en in de ogen van de mensen hier is dat dus oud. De meeste gebouwen zijn veel jonger.” Zou je in Florida kunnen aarden? “Ik heb het hier heel erg naar mijn zin, maar ik heb me toch wat moeten aanpassen. Alles is amazing en er wordt voortdurend gehugd. (lacht) Op het eten ben ik ook niet zo dol. Er wordt weinig thuis ge-
benoemd of onderscheiden
21 februari hield professor Hooghe de inaugurale rede, met de titel: ‘Tussen wantrouwen en activisme: de plaats van de burger in de hedendaagse westerse democratieën’.
dragen. Bovendien is hij de enige Europese onderzoeker die zowel tijdens deze ISSCC als tijdens de vijftigste editie deze onderscheiding van top ISSCC contributor kreeg.
Onderzoekers Liesbeth Van Parys, Greet Van Dooren en professor Ludo Struyven (Onderzoeksgroep Arbeidsmarkt, HIVA) ontvangen de Prijs van de Stichting P&V voor Onderzoek naar Vroegtijdig Schoolverlaten en Jeugdwerkloosheid.
Doctoraatsstudent Koen Torremans (Departement Aard- en Omgevingswetenschappen) is bekroond met de Best Use of Move Student Structure Prize 2012 van Midland Valley, een bedrijf dat zich toelegt op het ontwikkelen van software voor structureelgeologische toepassingen. Hij won deze prijs voor zijn werk over ‘3D characterisation of fluid inclusion planes by optical sectioning and image processing methods’.
“Ik heb me toch wat moeten aanpassen. Alles is amazing en er wordt voortdurend gehugd.”
Professor Marc Hooghe (Centrum voor Politicologie) bekleedt dit academiejaar de Binnenlandse FrancquiLeerstoel aan de Vrije Universiteit Brussel, op voorstel van de Faculteit Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen (VUB) en Solvay Business School. In het kader van deze leerstoel zal hij de lezingenreeks ‘Burgers en de staat. Op zoek naar duurzame verhoudingen’ geven. Op
Professor Michiel Steyaert (Departement Elektrotechniek) ontving in San Francisco tijdens de zestigste editie van de International Solid-State Circuits Conference (ISSCC) een award voor zijn waardevolle onderzoeksbij-
Mariola Moeyaert deelt een bank met Goofy.
kookt, en het valt me vooral op dat niemand de tijd neemt om te eten. Als ik in een restaurant nog maar halfweg ben, zijn ze daar al met hun doggybag (lacht).” “Ik mis mijn vriend ook wel, gelukkig komt hij volgende maand naar hier. En sinds begin dit jaar
(© ingezonden)
ben ik gemeenteraadslid in Ieper – ik ben speciaal voor de installatievergadering van de gemeenteraad een paar dagen naar huis gegaan. Omdat de gemeenteraden sinds kort via livestream worden uitgezonden, kan ik ze van hieruit volgen!”
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Professor Luc Baert Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde Gewezen diensthoofd Urologie UZ Leuven geboren op 27 januari 1931 en overleden op 25 januari 2013 Professor Hans Verplancke Deeltijds docent aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen geboren op 12 januari 1970 en overleden op 29 januari 2013 De heer Pierre Dekeyser Technisch medewerker, Studentenvoorzieningen geboren op 25 maart 1948 en overleden op 3 februari 2013
Advertentie
10% korting
Voor alle studenten van de KU Leuven op al hun aankopen bij
Bakkerij Sint-Lambertus*
*Dieetbrood en chocolade inbegrepen. Waversebaan 69, 3001 Heverlee • tel. 016 22 14 05 •
[email protected] • www.sint-lambertus.be
14 Leven na Leuven
campuskrant
socioloog en voorzitter Groen
Wouter Van Besien Als student schrijft Wouter Van Besien geschiedenis: hij is bij de eerste jongens die in het Meisjescentrum op kot gaan. Als voorzitter van Groen komt hij nog eens in de annalen: sinds de laatste verkiezingen heeft Groen meer gemeenteraadsleden dan ooit. “Ik ga nog lang mee strijden om de macht. Zelfs al moet ik daar tegenwoordig soms kwaad voor worden.”
“We zullen de wereld eens verbazen” Katrien Steyaert “Ik beschouw mezelf als een genuanceerde mens, maar als iemand duidelijk over de schreef gaat, kan ik scherp zijn. Moet ik dat zelfs zijn, vind ik.” Wouter Van Besien (41) verklaart zijn boosheid, bijvoorbeeld recent tegen het nieuwe bestuur in Antwerpen. Dat bevroor de plannen voor het Moorkensplein in Borgerhout, waar Van Besien tot eind vorig jaar districtsburgemeester was. “Het was moeilijk, maar belangrijk om zeven gezinnen te overtuigen hun huis te verkopen zodat de stad er een buurtpark kon maken. Dat het nieuwe bestuur die plannen nu terugdraait, is niet alleen een kaakslag voor die gezinnen, het is dodelijk voor de geloofwaardigheid van de politiek.” Betrokken is hij altijd geweest, ook al deed hij volgens zijn moeder in de kleuterklas aanvankelijk zijn jas niet uit en praatte hij met niemand. Als tiener is hij een volwaardige participant: bij 11.11.11, de Wereldwinkel en de Chiro. “Dat heb ik zeker van thuis. Mijn ouders zijn nog altijd zeer geëngageerd. Voor mij heeft vooral de Chiro veel bepaald. Ik was al groepsleider op mijn zeventiende.” Op die leeftijd bereidt hij ook mee de lokale verkiezingen in Haacht voor. “Ik was als onafhankelijke aangesloten bij De Nieuwe Aanpak, een plaatselijke lijst. Ik heb die engagementen nooit als plicht ervaren. Het was voor het plezier.”
Escapades Een echt politiek profiel kristalliseert zich pas uit in Leuven. “Na eerste kan ben ik overgeschakeld van politicologie naar sociologie, vooral op basis van de proffen: Karel Dobbelaere, Rudi Laermans en Jaak Billiet. Die laatste heeft ervoor gezorgd dat ik nu overweg kan met opinieonderzoek en een poll kan relativeren. Ik ben heel tevreden met mijn opleiding, want ze heeft me leren nadenken over politieke macht en sociale processen.” “We zaten ook op een scharnierpunt in de geschiedenis. In mijn tweede jaar in Leuven viel de muur in Berlijn. Je voelde dat het politieke debat openbrak. Aan het einde van mijn studies, in 1992, was er de VN-top in Rio, waar de hele wereld het concept van duurzame ontwikkeling omarmde.” De verzoening van economie en ecologie is nog altijd één van zijn stokpaardjes. “Ik vond het heel
uitdagend en inspirerend. Neem daar mijn engagement bij Politika (de studentenkring – red.) bij en je begrijpt hoe die cocktail in mijn studententijd mijn politieke denken sterk heeft bepaald. Ik kon alleen maar besluiten: Eigenlijk ben ik een groene (lacht).” Voorbeeldig fietst hij elke dag de vijftien kilometer vanuit Haacht, althans in het eerste jaar. “In tweede kan zat ik op kot. Er waren geen gemeenschappelijke ruimtes, waardoor ik weinig contact had. Ik wilde een andere formule, en zo kwam ik in eerste lic terecht in het Meisjescentrum, voor kandidatuursmeisjes. In het bijgebouw had men een geschikte kamer gevonden voor Peter, een doctoraatsstudent die in een rolstoel zat, en er werd een groep gevormd om hem bij te staan. Ik was één van hen.” “We maakten zijn eten, hielpen hem in bed, maar gingen ook samen naar optredens en op café. Heel prettig, en nog zinvol ook. De jongens van de groep schreven geschiedenis als eerste in het Meisjescentrum. Maar voor je je allerlei seksuele escapades voorstelt: die zijn in mijn geval heel beschaafd gebleven.”
Deftig Zijn tijd bij Politika vond hij minstens even interessant. “We wilden een toonbeeld zijn van basisdemocratie. We hadden geen preses en presidium, maar een hoofdcoördinator – dat was ik in mijn laatste jaar – en een kring. Geen linten. Geen dopen, dat vonden we op het fascistoïde af. Iedereen was welkom, op de vergaderingen, in de fakbar, op de politieke debatten en activiteiten zoals ‘De Deftige Dagen’. Dan droegen we allemaal een kostuum en organiseerden we een galabal en een klassiek concert. Een beetje tegen het cliché dat alle sociale wetenschappers sjofel waren.” Vandaag draagt Van Besien een zwart hemd en zwarte vest. Dat hoort erbij als je niet langer achter de schermen werkt. Na zeven jaren bij de Chiro, waarvan de laatste drie als nationaal secretaris, wordt hij in 2001 medewerker bij Agalev Antwerpen. De partij maakt dan zowel deel uit van de Vlaamse als federale regering. Daarna taant de ster van Agalev, maar die van Van Besien niet. Hij leidt het Horizondebat over de inhoudelijke vernieuwing van de partij en haalt verrassend 42 procent van de stemmen bij de
voorzittersverkiezingen in 2007. Een jaar later wordt hij de eerste ondervoorzitter van het nieuwe Groen! en in oktober 2009 schiet hij de hoofdvogel af.
Te soft, te radicaal “Ik moest echt wennen aan het publieke karakter van deze job”, bekent hij. “Mensen die mij aanspreken op de trein of in het zwembad vind ik geen probleem. Die zijn nooit agressief, in tegenstelling tot sommige scheldmails die ik krijg. Van zodra ik iets kritisch zeg over bijvoorbeeld de N-VA of een gevoelig onderwerp als multiculturaliteit is het zover. Ga dan in Marokko wonen, schrijven ze dan. Ik laat me er niet door meeslepen.” “De politieke polarisering is toegenomen, vooral sinds de onderhandelingen (rond BHV in 20102011 – red.) zijn afgesprongen.” Groen! waadt lang mee door het moeras, zoals ze het noemen, maar wordt uiteindelijk door Alexander De Croo overboord gegooid. “Ge moogt niet samenwerken met de Franstaligen. Ge zijt een volksverrader. Dat kreeg ik toen allemaal te horen, terwijl ik vind dat we meegewerkt hebben aan een evenwichtig akkoord met belangrijke punten voor de Vlamingen. Ach, Groen krijgt verwijten langs alle kanten: nu eens te soft, dan weer te radicaal. Als ik alleen nog kritiek uit één van beide hoeken zou krijgen zou ik me zorgen maken. Maar dat doe ik nu niet.”
(© KU Leuven | Rob Stevens)
geraken en mensen duidelijk maken dat we belangrijke punten waarmaken, daar waar we in de meerderheid zitten. In de Brusselse regering, bijvoorbeeld, waar zopas de stralingsnormen voor 4G goedgekeurd zijn. Dat is een belangrijke economische beslissing, die ook rekening houdt met de gezondheid. Dat debat wordt in Vlaanderen totaal niet gevoerd. Daaraan zie je dat Groen het verschil maakt.”
Bondgenoten Bij de laatste verkiezingen haalt Groen haar hoogste score ooit. Het aantal verkozenen gaat van 226 naar 307 en de partij is nu vertegenwoordigd in 158 steden en gemeenten, vijftien meer dan in 2006. “De kiezer geeft de voorkeur aan partijen die verandering beloven, of het nu is met een rechtser of linkser beleid. We moeten dat nu nog waarmaken, maar ik ben ervan overtuigd dat dat gaat luk-
“Vroeger stond ik in de boksring, nu zoek ik bondgenoten.” “Het enige dat me echt stoort is de inertie van het politieke systeem als geheel. Groen doet perfect haalbare voorstellen, waarvan de meeste mensen vinden dat ze moeten gebeuren. Denk aan de hervorming van het belastingsysteem: minder lasten op arbeid, zodat er meer mensen aan het werk kunnen. En meer lasten op vermogenswinst en op milieuvervuiling, zodat iedereen eerlijk bijdraagt en het milieu er beter van wordt. En toch realiseren de regeringspartijen dat niet. Ik heb nu geconcludeerd: dan moeten we het zelf doen.” “Groen wil echt in de regering
ken. Ook voor 2014 ben ik er nogal gerust in: we gaan winnen.” “Geslaagde verkiezingen zijn momenten van grote voldoening, maar die is er ook als ik eensgezindheid en enthousiasme voel binnen de partij. Die betrokkenheid van iedereen is nodig.” Van Besien profileert zich niet echt als baas, maar houdt wel van leiding nemen, zegt hij. “Ik heb altijd verantwoordelijkheid genomen, waar ik ook werkte.” Wat wel veranderd is, is de aanpak hier en daar. “Zo ging ik vroeger veel meer uit van het strijdmodel, in de boksring treden. Nu zoek ik bondgenoten, zelfs in het
bedrijfsleven. Vroeger vond ik dat de vijand, maar nu weet ik dat je met veel bedrijfsleiders het debat of zelfs allianties kunt aangaan. Niet dat het altijd simpel is. Maar zelfs als zo’n Didier Bellens in het stralingsdebat Fuck you! zegt, mag je je daar niet bij neerleggen. Je moet dan andere bondgenoten zoeken, want het is je verantwoordelijkheid om de gezondheid van mensen te garanderen en rekening te houden met wetenschappelijke inzichten.”
Ik word ondernemer Van Besien maakt over het algemeen een geruste indruk. Ook over zijn drie kinderen – die de ene week bij hem wonen, de andere week bij hun moeder – maakt hij zich weinig zorgen. “Ik maak tijd voor mijn gezin en geef ze ruimte om uit te zoeken wat ze echt willen doen. Mijn dochter van twaalf gaat nogal overtuigd naar de jeugdbeweging, terwijl de twee jongsten die neiging niet hebben. Dat hoeft ook niet. De oudste volgt de politiek al wat, terwijl mijn zonen van acht en tien wel supporter zijn van mij, maar niet om inhoudelijke redenen. Ze moeten hun leven zelf vormgeven. Al zouden ze het wel met mij aan de stok krijgen mochten ze racisten worden”, lacht hij. Er is duidelijk meer in zijn leven dan politiek. “Ik ga nog een hele tijd in de politiek blijven, maar ik ben er niet mee getrouwd. Ik weet zeker dat ik met plezier andere dingen ga doen.” Hij licht een tipje van de sluier op. “Ik ga ooit een bedrijf starten. Dat zal natuurlijk duurzaam zijn, maar waar ik concreet aan denk, verklap ik nog niet. Het wordt geen hernieuwbare energie, mocht je dat denken. Het lijkt me gewoon plezant om nog meer dan nu je eigen baas te kunnen zijn en samen met gelijkgezinden iets kleinschaligs uit de grond te stampen. En te zeggen: We zullen de wereld eens verbazen!”
27 februari 2013
Telex Alumni “Nadat ik gedineerd had met Bill Gates en Carlos Slim, vroegen ze mij of de maaltijd me had gesmaakt. Maar ik had er geen idee van wat we hadden gegeten, zo gefocust was ik op het gesprek met die twee.” Bio-ingenieur Bram Govaerts was, zo getuigde hij in De Standaard, behoorlijk van zijn melk na zijn ontmoeting met twee van ’s werelds bekendste miljardairs en filantropen. Die vond plaats ten noordoosten van Mexico-Stad, waar hij een onderzoeksproject leidt dat de maïsproductie tegen 2020 met 85 procent moet verhogen. De belangrijkste strategie van CIMMYT, het internationale onderzoeksinstituut waarbinnen de bio-ingenieur een topfunctie bekleedt, is plantenveredeling. Govaert gebruikt de kennis van de Mexicaanse boeren over wilde maïsrassen om granen te ontwikkelen die beter bestand zijn tegen droogte en ziektes. Toen hij Gates en Slim half februari een rondleiding gaf op de proefvelden, was het duo behoorlijk onder de indruk. “Dit is de toekomst van de landbouw”, zei Gates. Mooie woorden, maar belangrijker zijn ongetwijfeld de miljoenen euro’s die beide heren in het onderzoek investeren.
*** Op een slordige twaalfduizend kilometer van Mexico probeert germaniste en journaliste Els De Temmerman (foto) haar steentje bij te dragen tot een betere wereld. Eind januari opende ze een rehabilitatiecentrum voor kindsoldaten in het noordoosten van Congo. Het biedt psychologische begeleiding en onderwijs aan slachtoffers van het Verzetsleger van de Heer van rebellenleider Joseph Kony. Eerder leidde De Temmerman al een gelijkaardig centrum in Noord-Oeganda, dat ze na drie jaar stopzette, in 2006. “De wreedheden werden me te veel”, zegt ze daarover in Knack. Het nieuwe centrum in de stad Dungu kwam er op verzoek van de VN-missie in Congo. “Ik heb de vraag eerst nog afgewimpeld, maar toen ik de kinderen in Dungu zag, was ik weer zo geschokt dat ik er toch aan begonnen ben. We hebben al 68 kindsoldaten met hun familie herenigd, nu verblijven er 83 in het opvangcentrum.” De Temmerman, die ook een krant leidt in Zuid-Soedan, heeft zelf een anderhalf jaar oude tweeling: Lara en Maya. “Als moeder van een tweeling word ik hier op handen gedragen. Nalongo noemen ze mij nu, een eretitel. Ik heb intussen al veel projecten in mijn leven achter mij liggen. Maar mijn tweeling is mijn mooiste project.” (rvh)
Alumni 15 Clan-Scenariste Malin-Sarah Gozin
“Ik heb een crème van een schoonbroer” Ze is het brein achter Clan, de reeks die afgelopen najaar potten brak op VTM en de meeste nominaties binnenrijfde voor de Vlaamse Televisiesterren, die op 2 maart worden uitgereikt. “Ik ben wel een beetje fier, ja. Op de hele ploeg.” Ine Van Houdenhove In haar loft in Werchter hangen de post-it’jes met de plotlijnen van de zussen Goethals en van JeanClaude – aka De Kloot – nog aan de muur, samen met knipsels, foto’s en tekeningetjes: “Ik moet die muur dringend leegmaken, ik heb ‘m nodig voor mijn volgende projecten.” Waaronder Connie en Clyde, een lichtvoetig drama met net als Clan een aparte toon. Ook van die reeks, die ten vroegste dit najaar te zien zal zijn, is ze niet alleen medeauteur maar ook showrunner. “Dat houdt in dat ik alles begeleid, van scenario tot montage.” Tijdens het interview zal haar gsm verschillende keren rinkelen: de opnames zijn al even bezig, maar er moeten nog enkele rollen gecast. Het gaat hard voor Malin-Sarah Gozin (37), in 1998 afgestudeerd als germaniste en nadien zo’n zeven jaar creatief producer en eindredacteur, eerst bij productiehuis TV De Wereld, vervolgens bij Caviar. “Ik was eerst aan Romaanse begonnen omdat ik in mijn middelbareschooltijd al zoveel met Engelse literatuur bezig was geweest, maar na een jaar moest ik toch toegeven dat mijn hart elders lag. De leeslijst bij Germaanse, de lessen van professor Latré en Doyen, dat was thuiskomen voor mij. Nadien zocht ik bewust naar een meer praktische opleiding, ik wilde graag iets in de media of met verhalen gaan doen. Vanwege de schrijfoefeningen werd het de master cultuur en communicatie aan de KUB. Maar ook al hebben we die praktische training bij Germaanse nooit gehad, ik merk dat de studie me indirect wel heeft voorbereid op wat ik nu doe. Al die close reading: de basisprincipes van een verhaal, verteltechnieken, … sluipen on-
bewust binnen en hebben voor een voedingsbodem gezorgd.”
Frozen dead guy days Nog voor ze was afgestudeerd bij cultuur en communicatie, had ze een vrijwillige stage beet bij TV De Wereld. “Ik deed er research voor onder meer Zalm voor Corleone – die ligt nog steeds op mijn koelkast – en de productie voor programma’s als Kris Kras. En na afloop mocht ik blijven. Ik was er met mijn gat in de boter gevallen, reisde de halve wereld af voor Go 2, Gentse Waterzooi en De beste Belg. Je komt op plaatsen waar je anders nooit zou komen, ontmoet de meest bijzondere mensen ... Zo sprokkel je heel wat verhalen bij elkaar. Daar heb ik
(© KU Leuven | Rob Stevens)
formats bedenken en de productie doen voor uiteenlopende programma’s als De Olympische droom, Bedankt en merci, en Anneliezen.
Geloofwaardige moorden En vier jaar geleden was daar dan die slapeloze nacht waarna ze opstond met het idee ‘wat als vier
“De apotheker lichtte me enthousiast in over de mogelijkheden van Rohypnol. We hadden niet door dat er ondertussen andere klanten waren binnengekomen.” dankbaar uit geput toen ik voor Clan een stuk of acht moordpogingen moest verzinnen. In Colorado woonden we bijvoorbeeld de frozen dead guy days bij: iemand had daar ooit zijn dode grootvader ingevroren bewaard gehouden in het tuinhuisje en dat gaf elk jaar aanleiding tot een soort einde-van-de-winter-feest. Heel inspirerend (lacht).” TV De Wereld was intussen samengegaan met Caviar en ze mocht als freelancer nieuwe
zussen zouden besluiten om hun eikel van een schoonbroer uit de weg te ruimen?’ Van een idee kwamen gesprekken met Caviar en VTM, een dossier om steun aan te vragen bij het Vlaams Audiovisueel Fonds en heel veel opzoekwerk. “Ik wilde dat alles zou kloppen. Hoe absurd het verhaal ergens ook was, de moordpogingen moesten geloofwaardig zijn. Omdat ik daar evenmin als de zussen Goethals ervaring mee had, deed ik mijn huiswerk: zo
Agenda alumni Een overzicht van alle activiteiten van Alumni Lovanienses en de alumniverenigingen vindt u in de online alumni-agenda: www.kuleuven.be/agenda_alumni/ Alle informatie over de alumnireizen is te vinden op alum.kuleuven.be/reizen/
belde ik naar een vriesspecialist om te vragen hoelang het duurt om een groot stuk vlees in te vriezen. Toen ik preciseerde dat het ging om een stuk van ongeveer 1 meter 85 en 80 kilo, bleef het even stil aan de andere kant van de lijn. En de apotheker hier in het dorp lichtte me enthousiast in over de mogelijkheden van Rohypnol, zonder dat we door hadden dat er ondertussen andere klanten waren binnengekomen. Ik heb soms één en ander moeten uitleggen (lacht).” In de aanloop naar het draaien van Clan volgde ze in Los Angeles een workshop voor showrunners. “Daar bezochten we bijvoorbeeld de writers’ room van Desperate Housewives. Aan Clan hebben Bert Van Dael en ik met zijn tweeën geschreven maar op Connie en Clyde zit ook een heel team scenaristen: voor comedy werkt dat goed.” Sinds Clan heeft ze alleszins volledig de kaart van fictie getrokken. “Er zitten nog twee andere projecten in de pijplijn. Ik lig weer ’s nachts verhaallijnen en personages te bedenken, zoals ik als kind al deed. Er ligt altijd een notaboekje naast mijn bed.” Wie de reeks heeft gezien, moet het zich wel afvragen: hoe zit het met haar eigen familiebanden? “Ik heb een zus en een broer en we zijn onwaarschijnlijk close. Ik heb de generiek van Clan trouwens samen met Isaac ontworpen, hij is regisseur. Het bloedbandritueel uit Clan hebben we zelf ook ooit uitgevoerd, al beweren de andere twee dat het onder lichte dwang van mij was. En ik heb wel degelijk een schoonbroer, die ook nog eens van Paul Severs houdt, net als De Kloot. Maar daar houdt de vergelijking op, het is een crème van een gast. Al krijgt hij sinds Clan weleens vreemde vragen, ja (lacht).”
16 Cultuur
campuskrant
Fotografie, beeldende kunst, literatuur, cabaret, dans en muziek: net als vorig jaar vormen de Faculty STARs een bont gezelschap. Na een zoektocht van enkele maanden maakte de Dienst Cultuur onlangs de namen bekend van deze huiskunstenaars. De rest van het academiejaar zijn ze ‘Student Artist in Residence’ (STAR) aan hun faculteit. Een greep uit het nieuwe sterrenstof.
Nieuwe sterbezetting aan de faculteiten anneleen aerts en Jos Stroobants Foto’s Rob stevens
Bram Vaassen en Tom Swaak (Wijsbegeerte)
“De draak steken met de moderne intellectueel”
Tom en Bram, met tussen hen in het doek getiteld De Kakkende Zeeman
De wijsgerige Faculty STARs Bram en Tom combineren beeldende kunst en literatuur. De ‘emblemen’ die ze maken doen denken aan de 17de-eeuwse emblemataboekjes, waarin kleine prenten en verzen de lezer een moraliserende spiegel voorhouden. Tom: “We leerden die oude embleemkunst kennen in een cursus van professor Marc Van Vaeck. Ik maak er nu zelfs mijn masterproef over.”
cente datum. Bram: “Dat we allebei met filosofie bezig zijn helpt zeker. Tegelijkertijd biedt ons artistieke werk ook tegenwicht: we houden er nogal van om de draak te steken met de moderne intellectueel. Wat we overigens zelf ook zijn.” Tom: “Ironie en zelfrelativering zijn nooit ver weg in ons werk, maar ook dat is dubbel: er is aan de ene kant de weergave van de
Bram schrijft de poëzie, de monochrome doeken met acrylverf en lino’s die ernaast worden geplaatst, zijn van de hand van Tom. “We wisselen uit wat we maken”, zegt Tom. “Soms is er eerst een beeld, soms eerst een tekst. De bijdrage van de één verrijkt die van de ander.” Tom en Bram leerden elkaar via-via al vóór hun studie kennen, maar de samenwerking is van re-
werkelijkheid, anderzijds genieten we ervan om daar afstand van te nemen.” Bram: “Onze speelsironische aanpak sluipt vanzelf binnen, omdat hij deel uitmaakt van deze tijd. Al heb ik bijvoorbeeld in mijn laatste beeldgedicht – over een meisje met een boek – erg mijn best gedaan om anti-ironisch te zijn …” De verkiezing tot Faculty STAR zal deuren openen, hopen ze. Ze
Vincent Peeters (Wetenschappen)
Linde Declercq (Rechtsgeleerdheid)
Fotograaf en fysicastudent Vincent Peeters nam voor de tweede keer deel aan de wedstrijd, en deze keer met succes. Zijn artistieke peter is Rob Stevens, huisfotograaf van de KU Leuven en alomtegenwoordig op onze pagina’s. Nog voor hij zo’n zeven jaar geleden zijn eerste fototoestel kreeg, was Vincent al in de ban van de fotografie. “Mijn grootvader, die ook fotograaf is, leerde me verschillende toestellen en lenzen kennen. We gaan ook weleens op stap om samen foto’s te maken. Hij verwijt me soms dat ik te vaak met ‘dat ding’ rondloop, maar ik kan het mij niet anders voorstellen.” Het portfolio dat Vincent instuurde, bevatte onder meer foto’s die hij maakte tijdens een reis door India. “Zo heb ik een foto gemaakt aan de ingang van het Amber Fort nabij Jaipur. Ik heb een tijdje moeten wachten tot ik een moeder met haar kind de trappen zag oplopen. Dan moet je snel zijn, want zo’n beeld verdwijnt weer even snel als het gekomen is. Je hebt weinig tijd om de juiste compositie te zoeken, al lijkt het vaak alsof het moment zelf voor de compositie zorgt.” Andere beelden nam Vincent in het Groot Begijnhof. “Ik was er bij toeval beland en besloot terug te keren op een dag dat het licht mooi zou zijn. Het begijnhof heeft een heerlijk serene sfeer, en die probeerde ik in de foto’s te steken door steeds meer elementen uit beeld te halen en de compositie zo
Linde Declercq zingt en begeleidt zichzelf op piano. Vorig academiejaar oogstte ze veel succes met haar Loflied van de Gouden Valkjes. “De tekst van dat lied schreef ik – met wat hulp van mijn vader – op de melodie van Video Games van Lana Del Rey. Ik zong het bij de opening van het Gala van de Gouden Valkjes, de awardshow voor professoren die studentenkring VRG tweejaarlijks organiseert.” In maart vorig jaar vond een filmpje van het nummer, dat niet altijd even mals is voor de professoren, zijn weg naar het internet. “Ik was verbaasd dat het zo snel circuleerde. Zelfs mijn moeder werd erover aangesproken! En op een feest kwam een onbekende mevrouw naar mij toe en vroeg: ‘Ben jij dat van de Gouden Uiltjes?’” Dat ze met het lied in de problemen zou kunnen komen, was nooit een zorg. “Rechtenprofessoren hebben twee eigenschappen die ik zelf hoog in het vaandel draag: humor en zelfrelativering.” Op het eind van het lied wijdt ze uit over professor Jos Monballyu. “Hij zei me op het mondeling examen in juni dat hij dat best geestig vond. Maar of het invloed heeft gehad op mijn punten moet ik toch nog eens navragen …” Lindes meter is Sanne Clerinx van cultuurhuis 30CC. “Zij neemt me mee naar voorstellingen en events, en brengt me in contact met performers. Zo gingen we pas nog naar de nieuwe voorstelling van Wouter Deprez, Hier is wat ik denk.” Als ‘Artist in Residence’ hoopt Linde te mogen voordragen op speciale evenementen, zoals de proclamatie van de
“Ik loop altijd met ‘dat ding’ rond” simpel mogelijk te houden.” Vincent maakt elke week bewust een dag tijd om door de binnenstad te dwalen, op zoek naar het juiste licht en composities die hem aanspreken. “En binnenkort plan ik een nachtelijke uitstap in Keerbergen, waar ik woon. Ik wil er het licht van de lantaarns vastleggen, en de contrasten die daardoor ontstaan.” (aa)
Vincent Peeters
dromen al luidop over tentoonstellingen – er is al contact geweest met museum M – en over een publicatie. Tom: “Er staat een nieuwe reeks over meisjes met boeken op stapel. Tegelijk willen we ook komen tot drie reeksen van tien emblemen, om die dan te bundelen. Misschien vinden we wel een uitgever die geïnteresseerd is … Nu komt het erop aan om verder te doen.” (js)
“Steeds een positieve boodschap” laatstejaars. “Op zulke gelegenheden breng ik graag iets wat herkenbaar is voor iedereen. Als ik de harten van de aanwezigen kan verwarmen, ben ik tevreden. Van wat ik schrijf of op het podium breng, gaat altijd een positieve boodschap uit. (aa) Op www.facultystars.be kunt u kennismaken met alle Faculty STARs. Op donderdag 16 mei vindt een groot slotevenement plaats.
Linde Declercq
Maatschappij 17
DE RAAD een actueel vraagstuk belicht vanuit drie expertises
Sinds de biecht van Lance Armstrong en met het voortschrijden van het proces tegen dopingarts Fuentes blijven de namen van dopingzondaars binnendruppelen. Maar is het inmiddels beter gesteld in de topsport? En wat te denken van de achterliggende logica van Armstrong: “Iedereen pakt, de beste wint, dus wat is eigenlijk het probleem?”
Topsport en doping:
Mogen de besten winnen?
maken, een verhaal van spektakel, van extreme competitie. Het profiel van de topatleet is snel aan het veranderen: hij moet een eerlijke sporter zijn én tegelijk meedraaien in die spektakelindustrie. De spanning tussen die twee neemt hand over hand toe, en het is maar de vraag hoelang een individuele atleet die druk aankan. Doen topsporters niet gewoon wat wij met
z’n allen van hen verwachten, namelijk mateloos presteren? Zuiver zolang het kan, maar een stapje verder als het moet …” “In dat grotere geheel is doping voor mij een overroepen probleem, hooguit een bliksemafleider voor veel fundamentelere problemen in de spektakelsport. De dopingwetgeving bij ons is top, en we zetten de overheid daarvoor maximaal in. Maar dé oplossing
voor een eerlijke sport zal van binnenuit moeten komen. We moeten naar een soort ‘fair tradebenadering’ in de topsport, waarbij de atleten en organisatoren zichzelf reguleren, zich aan een aantal eerlijke ethische principes onderwerpen. Want er gaat véél mis. Om het met een boutade te zeggen: momenteel controleren we de invoer van fruit strenger dan de invoer van atleten. Of kijk naar de bouw van de infrastructuur voor de Olympische Winterspelen in Sotsji: dat is alweer een toonbeeld van gigantisme, het is een ecologische ramp, en ze wordt geleid door frauderende bouwheren. Iedereen ziet dat, en we laten begaan. Ik vind dat soort zaken veel erger dan individuele overtredingen van atleten.” “We worden momenteel meegesleurd in een negatief verhaal, de prachtige kanten van de sport raken ondergesneeuwd. Wat is topsport anders dan een aanhoudende poging om het menselijk tekort te overtreffen? We springen ocharme met veel moeite over twee meter. Maar áls dat lukt, dan is het pure schoonheid. Dat dreigen we vandaag uit het oog te verliezen.”
een race bijvoorbeeld nog altijd een narcoticum slikken, een zware pijnstiller dus? Het is dan ook gangbare praktijk om die te slikken op het moment dat de sporter door de pijngrens moet.” “Er moet ook dringend een ethisch charter komen dat de rol Johan Bellemans van ploegartsen vastlegt. Artsen zouden uitsluitend bij sport beOrthopedisch chirurg, trokken mogen zijn op het moOlympisch teamarts ment dat een sporter ziek of geen oud-olympisch zeiler kwetst is. Al de rest is uit den boze. Eenmaal je als arts preventief be“Als de zaak-Armstrong één ding gint voor te schrijven, zit je al op bewezen heeft, dan is het dit: dopingcontroles zijn absoluut ontoereikend. Hij fraudeerde over de hele lijn en is nooit gepakt. Wat mij daarbij vooral pijn aan het hart doet, is dat heel wat jonge carrières zijn gefnuikt door dat soort fraudeurs. Jonge, eerlijke sporters, die de verwachtingen niet inlossen, en niet begrijpen waarom. Ze ontgoochelen zichzelf en hun omgeving, en ze haken gedesillusioneerd af.” “Voor mij kan het WADA, het We- een hellend vlak. Betaalde ploegreld Anti Doping Agentschap, niet dokters vind ik sowieso een slecht streng genoeg zijn. Er moeten nog idee: als je betaald wordt door een betere controles komen, en we broodheer, kom je onder druk te moeten nog veel minder toestaan. staan. Ik ken veel Belgische ploegWaarom mag een sporter tijdens dokters: stuk voor stuk goede, be-
trouwbare mensen, maar ze vertellen me tegelijk dat ze vaak op een dunne lijn moeten balanceren: de druk van de ploegleiding om wat ‘extra’ te doen is soms groot.” “Voor onze Belgische sporters zouden strengere regels trouwens goed nieuws zijn. Onze sporters zijn over het algemeen brave mensen. We zitten hier aan de goede kant van de grens: hoe noordelijker je gaat, hoe strikter de cultuur. Hoe zuidelijker je gaat, hoe permissiever men is: de grootste dopingprocessen vandaag lopen niet toevallig in de mediterrane landen. De individuele sporters zijn trouwens de echte sukkelaars in dit verhaal. Ze zijn zo manipuleerbaar door hun team, en tegelijk zijn zij de enigen die aan de schandpaal genageld worden. In armere landen kunnen atleten zich letterlijk uit de armoede lopen. Kan je het hen dan kwalijk nemen dat ze frauderen?” “Ik geloof niet dat er vandaag spectaculair minder gepakt wordt, maar er is wel iéts veranderd. Het beste bewijs: onze brave atleten kunnen weer stilaan mee. De bonus die de fraudeurs hebben, is dus blijkbaar verminderd.”
(© KU Leuven | Rob Stevens)
27 februari 2013
Bart Vanreusel Sportsocioloog “Mijn vrienden vragen me weleens: kijk je nu nog altijd naar dat wielrennen? Ja, natuurlijk. Ik kijk naar een wielerwedstrijd zoals ik een boek lees. Zo’n wedstrijd heeft voor een kijker meerdere verhaallijnen, en doping is er daar slechts één van. Soms gooi je een boek in de hoek omdat je het slecht vindt, omdat het ongeloofwaardig is of wat dan ook, maar daarom geef je het lezen toch niet op. Waarom verwachten we toch van wielrennen en andere topsport dat het een ideale wereld is?” “Daarmee wil ik doping niet goedpraten, verre van. Ik ben sterk gekant tegen doping, maar ik ga niet zover om de individuele sporter te brandmerken. Die is slechts een schakel in een veel groter verhaal waar we allemaal deel van uit-
“doping is een overroepen probleem, een bliksemafleider”
Peter Hespel Inspanningsfysioloog “Bij topsport in een ethische context verwacht je dat de beste atleet wint. En de beste, dat is degene die de juiste erfelijke aanleg heeft, én juist traint, én op het juiste moment in topconditie is. Alles wat indruist tegen dat rechtvaardigheidsbeginsel moeten we bestrijden. Doping toelaten is binnen die context dus geen optie, dan raak je aan het wezen van topsport.” “Het argument van Lance Armstrong, dat iedereen gebruikt, en dat er een level playing field zou zijn, stuit me tegen de borst. Hij
“Ik zie de laatste vijf jaar minder ‘verrassingen’” heeft het recht niet dat te zeggen, hij kan dat niet weten. Dat is platte zelfverdediging. Je mag ook iedereen die vandaag een fantastische prestatie neerzet, niet zomaar verdacht maken. Vlaanderen heeft op het vlak van controle één van de meest strikte systemen. Wij doen bij de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen zelf al meer dan vijftien jaar inspanningstests bij topatleten. Vroeger keken we soms raar op, als iemand in competitie een prestatie neerzette die niet strookte met onze testresultaten. Welnu: de laatste vijf jaar hebben we dat soort ‘verrassingen’ niet meer gezien.”
“Men vraagt mij soms: waar begint doping en waar eindigt ‘verstandig trainen’? Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen een hoogtetent en epo? Allebei verhogen ze immers de aanmaak van rode bloedcellen. Is zo’n tent dan wel ‘natuurlijk’? Ja, want je pleegt geen inbreuk op het genetisch en fysiologisch potentieel van een atleet. Of je in zo’n hoogtetent traint, of écht op hoogte gaat trainen: daar zit geen verschil op. Het is een puur praktische oplossing. Met doping ga je wel door die natuurlijke grenzen heen. Met epo kan je voorbij de grens van een ‘gezonde’ hematocrietwaarde van 50, dan vervals je de boel en speel je bovendien met je gezondheid.” “Ik wil wel benadrukken dat doping zich niet beperkt tot het wielrennen, want vaak wekt men vandaag wel die indruk. In élke sport zitten valsspelers, en élke sport kan voordeel halen uit doping. We spreken hier over topsporters, bij wie elk half procentje extra kracht of uithouding het verschil maakt tussen winst en verlies, en in sommige ‘rijke’ sporten ook een enorme financiële impact heeft. Op de 100 meter sprint is het verschil tussen een meeloper en het uithangbord van Nike letterlijk een fractie van een seconde.” “Maar ik geloof dus wel dat er iets ten goede is veranderd. Lopers op de 800 en 1.500 meter, sleutelafstanden in de atletiek, gaan vandaag bijvoorbeeld niet zó veel sneller dan Ivo Van Damme en Sebastian Coe, meer dan 30 jaar geleden. In het recente verleden doken veel atleten probleemloos onder die tijden, vandaag niet meer. En het is niet zo dat het genetisch potentieel het laatste decennium plots verminderd is, hè?”
(© KU Leuven | Rob Stevens)
(© KU Leuven | Rob Stevens)
Wouter Verbeylen
“De individuele sporters zijn de echte sukkelaars in dit verhaal”
18 Personalia
campuskrant
Boek:delen “Ik koop graag boeken, maar leen ze ook graag uit: ik vind het leuk om de liefde voor een boek te delen”, zegt Sofie De Smyter, praktijkassistente Engels en monitor aan KU Leuven Kulak. Als wetenschappelijk medewerker is ze ook verbonden aan het project Junior College Taal, dat een brug wil vormen tussen secundair taalonderwijs en de universiteit (zie ook artikel p. 11). En ze leest veel. ludo meyvis “Dat klopt, ja, al van toen ik kind was. Ik was het type dat altijd het maximum aantal boeken ontleende uit de bibliotheek, ook strips. Ik denk dat ik op een bepaald punt de boeken in de bib uit het hoofd wist staan. Het is ook vooral door mijn liefde voor boeken dat ik Germaanse ben gaan studeren. Paradoxaal genoeg las ik in die periode juist minder dan ervoor – alleen de boeken die op de lijst stonden, al waren er dat natuurlijk nog een hoop.” “Tijdens mijn doctoraat las ik weinig buiten Michael Ondaatje, de Canadese auteur die ik in mijn dissertatie bestudeerd heb, en wetenschappelijke literatuur natuurlijk. Maar sindsdien heb ik mijn schade ruimschoots ingehaald. Ik kan weer in een boekenwinkel komen en het leuke gevoel van herkenning krijgen: dat heb ik gelezen, en dat ook. En in boekenwinkels kom ik nogal vaak. Dat verklaart ook mijn steeds groeiende boekenvoorraad. Toen we thuis de nieuwe kast plaatsten, dacht ik dat ik nog ruimte zou overhebben voor uitbreiding. Niet dus. Met als gevolg dat de boeken nu ook de buffetkast in onze woonkamer zijn gaan inpalmen.” “Ik koop graag boeken, maar leen ze ook graag uit – ik vind het altijd leuk om de liefde voor een boek te delen. En ik heb liever dat het er gelezen uitziet dan dat het er alleen mooi staat te wezen.” Welk boek heeft uw leven het meest beïnvloed? “Ik mag wel zeggen dat Anil’s
Ghost van Michael Ondaatje mijn leven echt heeft veranderd. Het is de roman die ik analyseerde in mijn licentiaatsverhandeling en die me het proza van de auteur van The English Patient ten volle leerde waarderen. Het jaar erop ben ik begonnen aan mijn docto-
beeld ook interviews. De bedoeling is verder uit te breiden, vaker nieuwe dingen te publiceren en ook een brug te maken met het secundair. Er wordt zo vaak gezegd dat jonge mensen niet meer lezen of schrijven, maar de studenten die op de site actief zijn, bewij-
“De boeken hebben nu ook de buffetkast in de woonkamer ingepalmd.” raatsverhandeling over zijn werk – vier mooie jaren die bijzonder fijne mensen in mijn leven hebben gebracht, me verliefd deden worden op zowat de volledige Engelstalige Canadese literatuur, en op Canada zelf. Alleen al daarvoor zal ik Ondaatje altijd dankbaar blijven. Het is ook dankzij zijn laatste boek dat ik bij de boekenbijlage van De Morgen ben terechtgekomen, waar ik nu af en toe een stuk voor schrijf.” U bent ook heel actief op de literatuursite www.leesmenu.be. Wat vind ik daar? “Het is een site die ik een aantal maanden geleden gestart ben met een aantal gepassioneerde lezers. Momenteel zijn we met acht. We belichten boeken die niet de aandacht krijgen die ze verdienen, ook recente werken. Het leuke is dat we allemaal een andere smaak en schrijfstijl hebben, en zo continu nieuwe dingen ontdekken. Op de site vind je niet alleen recensies, maar bijvoor-
zen het tegendeel. Het internet is meer en meer de plaats om informatie te vinden over boeken, en met gebundelde krachten kom je verder. Nu alleen nog een manier vinden om er meer tijd voor te maken, want we doen het allemaal bovenop onze dagtaken.” Welk boek ligt er momenteel op uw nachtkastje? “Ik denk dat er geen enkele kamer in huis is waar er geen boek ligt. Boeken reizen vaak het hele huis of het halve land door voor ik ze uit heb. Ik heb er ook altijd een bij me als ik onderweg ben – voor als ik ergens moet wachten. Ik ben nu bezig in Train Dreams van Denis Johnson, een korte, bijzonder krachtige novelle. Ook White Teeth van Zadie Smith ligt klaar. En op het toilet ligt steevast een hoop lectuur, met bovenaan The Funniest Thing You Never Said, een verzameling grappige citaten. En in de woonkamer staat een exemplaar van The Red Tree van Shaun Tan op de kast – magisch mooie
Advertentie
tekeningen en een kernachtige verwoording.” Welk boek kan ons een idee geven van uw vakgebied? “Iemand die graag iets uit de En(© KU Leuven | Rob Stevens) gelstalige Canadese literatuur wil lezen zou ik absoluut In the Skin of De Leeslijst van a Lion van Michael Ondaatje aansofie de smyter raden. Ik blijf het zijn mooiste vinden, omdat zowel de taal als • Anil’s Ghost, The English Patient en de beelden zo krachtig zijn en je er elke keer nieuwe dingen in ontIn the Skin of a Lion dekt. Ook Green Grass, Running van Michael Ondaatje Water van Thomas King is een • Train Dreams parel, en nog grappig ook. Meer van Denis Johnson theoretisch zou ik gaan voor Psychoanalysis and Storytelling van • White Teeth Peter Brooks, een boek dat duivan Zadie Smith delijk maakt hoe belangrijk verhalen zijn voor mensen. Verhalen • The Funniest Thing You vertellen is uiteindelijk wat we Never Said dag in dag uit doen. Brooks toont hoe we met dat besef ook boeken • The Red Tree beter kunnen begrijpen en analyvan Shaun Tan seren.” • Green Grass, Running Welk boek had u zelf geschreven Water van Thomas King willen hebben? “Een hele hoop. Beloved van Toni • Psychoanalysis and Morisson, bijvoorbeeld: zó’n sterStorytelling ke roman, en wat een taal. Meer van Peter Brooks recent ook The Art of Fielding van Chad Harbach. Hij heeft er tien • Beloved jaar over gedaan om het boek af van Toni Morisson te werken. Ik zou niet alleen het schrijftalent maar ook het geduld • The Art of Fielding willen.” van Chad Harbach Hebt u op boekenvlak ook een ‘guilty pleasure’? “Ik geloof niet echt in guilty pleasures als het op boeken aankomt. Als ik plezier beleef aan een boek, van een talig juweeltje waarvan ik of het nu belangrijk is of niet, is zinnen opnieuw lees omdat ze zo de missie geslaagd. Ik kan even- mooi zijn.” goed genieten van een pageturner Leesmenu – Boeken en schrijvers zonder veel karakterisering als à la carte: www.leesmenu.be
Advertentie Vernissage & receptie vrijdag 15 maart 18 > 22u Gastspreker Johan Van Cauwenberge (Klara) Iedereen van harte welkom!
Onze lentecatalogus 2013 is er!
Patrick Vertenten
amnesia
13 maart > 21 april 2013 Woensdag t/m zondag (van 13 tot 18u)
& galerie
WALRAVENS www.galeriewalravens.be
Tiensestraat 94 - 3000 Leuven
Surf naar www.upl.be en ontdek onze nieuwe en komende titels.
www.upl.be
[email protected] +32 (0)16 32 53 45
Leuven University Press Spring 2013
27 februari 2013
Personeel 19
De Collega’s Elke maand gaan we op bezoek bij één van de vele diensten van de unief. Om een idee te krijgen van het werk dat onze collega’s er verzetten. En om de sfeer op te snuiven. Een Twitterberichtje zette ons op het spoor van de Afdeling Plasma-astrofysica. Ine Van Houdenhove “Just worked out that in my research group of 36 ppl at @KU_Leuven there are 12 different native languages spoken ... pretty impressive” stuurde Kimberley Steed alias Kimmy Rocket de wereld in. Al die talen weerklinken in de Celestijnenlaan 200 B in Heverlee, waar de Afdeling Plasma-astrofysica (CmPA) één hele en twee halve verdiepingen bezet. “Onze afdeling barst een beetje uit zijn voegen”, zegt afdelingshoofd professor Rony Keppens. “Zelfs in ons koffielokaal huizen onderzoekers. De meesten komen inderdaad uit het buitenland. Ons domein is zeer internationaal, en mijn vier collega-professoren – Marcel Goossens, Giovanni Lapenta, Stefaan Poedts en Tom Van Doorsselaere – en ik hebben mettertijd een groot netwerk uitgebouwd.” “Onze doctorandi en postdocs zijn allemaal plasma-astrofysici – ze bestuderen zowel de fysica van plasma’s als de fysica van sterren – maar ze hebben een verschillende achtergrond: er zijn wiskundigen bij, maar ook fysici en ingenieurs. Het onderzoek gebeurt daardoor als vanzelf interdisciplinair.” En hoe bevalt het in Leuven? “Wonen en werken is hier bijzonder aangenaam, daar doet zelfs het slechte weer geen afbreuk aan”, zegt postdoc Jorge Amaya uit Colombia. “Ik simuleer complexe fysische fenomenen met zogenaamde supercomputers. Momenteel bestudeer ik de interactie van de zonnewind met het magnetisch veld van de aarde, met software die we hier hebben ontwikkeld. Op dit domein, ruimteweer, staat het CmPA aan de top, dus toen ik de kans kreeg hier te beginnen, heb ik die gegrepen.” Collega Sofia Paraskevi Moschou uit het Griekse Lamia is net begonnen aan haar doctoraat, over het modelleren van zonnewinden: “Waarom hier? De KU Leuven is één van de best betalende universiteiten in Europa en dit is een heel productieve groep. Het is hier alleen een beetje koud. Maar de sfeer in de groep is dan weer heel warm. Pas nog hebben we het Chinese nieuwjaar samen gevierd. En er wordt vaak gediscussieerd, over religie bijvoorbeeld. Ik heb het gevoel dat ik hier echt iets kan leren, en niet alleen op wetenschappelijk vlak.”
de afdeling plasma-astrofysica Informeel overleg op de afdeling; van links naar rechts: Veronika Reznikova, Jorge Amaya, Anastasiya Boiko, afdelingshoofd Rony Keppens, Alexander Vapirev en Alec Johnson (© KU Leuven | Rob Stevens)
“De zon is ons laboratorium” doet als postdoc onderzoek in het domein van de ruimteweersvoorspelling, en dat met groot enthousiasme: “I love this place!” Idem voor ingenieur Emanuele Cazzola uit Turijn, bezig met een doctoraat over de magnetische velden in ruimtefysica. “Als ik het eten thuis te hard mis, zijn er Italiaanse restaurants genoeg hier.” Voor postdoc Slavik Olshevskyi uit Kiev (Oekraïne) voelt Leuven erg comfortabel: “Ik hou alleen niet van de fietsendictatuur en van de smalle geplaveide straatjes. Ik kijk ook met verbazing naar van die huizen met brede ramen en kamers die volledig in het wit zijn geschilderd. En dan de lunchcultuur: een paar sneetjes brood met kaas of choco kan je
toch geen lunch noemen!” “Ik heb in het begin wat te vaak frieten gegeten”, zegt postdoc Chun Xia uit Nanjing (China). Hij houdt zich bezig met astrocomputing en astrofysica en onderzoekt een bepaald fenomeen – prominence – op het oppervlak van de zon. “De zon is zowat ons laboratorium, op die manier kan je inzichten opdoen over sterren in het algemeen.” Postdoc Patrick Antolin – half Frans, half Colombiaans – bestudeert de fysische impact van de zon op de aarde. Hij apprecieert de vele cafés en de biervariëteiten: “Ik heb wel moeten leren om het Belgische bier niet te snel achterover te slaan. Opmerkelijk is ook hoe laat het uitgaansleven
hier begint, terwijl iedereen de volgende ochtend toch weer vroeg aan de slag gaat.” “De goedkope voorzieningen hier – gezondheidszorg, sportfaciliteiten … – vind ik ook geweldig. En steden als Brussel, Parijs en Amsterdam zijn niet veraf. Leuven zelf is dan weer wat klein naar mijn smaak. Waar ik echt moeite mee heb, is de animositeit die je hier als niet-Vlaamssprekende soms ondervindt.”
Betaalbaar kajakken Op doctoranda Anastasiya Boiko uit Kharkiv (Oekraïne) hebben de chocolade, de wafels en de historische gebouwen een onuitwisbare indruk gemaakt. Ze bestudeert de radio-emissie van
“Het is een beetje koud hier in Leuven, maar de sfeer in de groep is dan weer heel warm.”
Fietsendictatuur “Leuven heeft precies het goede formaat”, vindt wiskundige Alec Johnson uit Wisconsin (VS). Hij
Begin februari organiseerde de afdeling de conferentie eHeroes. Tijdens de pauze poseerden enkele collega’s voor een foto: op de achterste rij (v.l.n.r.) Emanuele Cazzola, Francesco Zuccarello, Jens Pomoell, Katrien Bonte en Tom Van Doorsselaere; vooraan Kimberley Steed en Sofia Paraskevi Moschou. (© KU Leuven | Rob Stevens)
de zon, net als postdoctoraal onderzoekster Veronika Reznikova uit Nizhny Novgorod (Rusland): “Het wetenschappelijk niveau van deze groep is heel hoog. Wat mij aangenaam verrast heeft, zijn de sportfaciliteiten. Zwemmen, aerobics of eens gaan kajakken … In Rusland is dat onbetaalbaar.” “Deze onderzoeksgroep stond al lang op mijn lijstje. En ik hou van het gevoel van veiligheid hier”, zegt postdoc Mag Selwa. Ze keert volgende week terug naar Lublin in Polen, na twee jaar Leuven. “Het is me hier wel te koud in de zomer, en niet winters genoeg in de winter. Ik verbaas me er ook over hoeveel eten er gefrituurd wordt. En wat ik écht vreemd vind, is dat gasten niet steevast eten aangeboden krijgen. Dat is in Polen ondenkbaar.” Alexander Vapirev uit Bulgarije doet sinds twee jaar onderzoek naar ruimtefysica. Hij is fan van het bieraanbod, maar heeft moeite met de administratieve mallemolen: “Overal is wel een regeltje en een papierberg voor nodig. En probeer maar eens een geïmporteerde auto te registreren: je kan geen verzekering krijgen zonder registratie en je kan je auto pas laten registreren als die eerst verzekerd is.” Postdoc Mehmet Sarp Yalim woont al tien jaar in België. “Ik hou van de historische sites, de vriendelijkheid van de mensen en de rustige manier van leven hier.” Ook Francesco Zuccarello uit Sicilië is al even in Leuven: “Na mijn masterproef voltooide ik mijn doctoraatsonderzoek hier en sinds november doe ik een postdoc. Ik hou me bezig met het wiskundig modelleren van de fenomenen van de zon. Ik geniet enorm van de internationale atmosfeer in Leuven. Aan tafel zitten met mensen uit tien verschillende uithoeken van de wereld is heel bijzonder …” http://wis.kuleuven.be/CmPA
20 Buitenkant
campuskrant
(© KU Leuven | Rob Stevens)
Koppelbaas
Op Valentijnsavond dompelden de klokken van de Universiteitsbibliotheek de stad onder in een romantisch sfeertje. Een veertigtal koppels kreeg bovendien de kans om de toren te beklimmen en beiaardier Luc Rombouts live in actie te zien. Zij kregen de gespeelde liefdesklassiekers – van Ne me quitte pas tot Nights in white satin – dus extra krachtig te horen.
[evolutieleer]
De enige constante is verandering.
klare kijk op
cataract Mettertijd wordt de kristalheldere ooglens waarmee we worden geboren, troebel. Boven de tachtig is dat bij één op twee het geval. Tijdenlang was cataract of staar een belangrijke oorzaak van blindheid – en is dat nog steeds voor miljoenen mensen in ontwikkelingslanden. Al in de oudheid werd ingegrepen door de lens met een instrument achterover te duwen zodat ze onderin het oog kwam te liggen, waarna het zicht voldoende terugkeerde om zich te kunnen behelpen. De operatie was niet heel pijnlijk, maar de patiënt moest toch stevig worden vastgehouden. Een vierduizend jaar oude wettekst uit Babylon vermeldt een bedrag ter grootte van het jaarloon van een arbeider voor wie een edelman het zicht teruggeeft; de ingreep bij een gewone burger en een slaaf brachten heel wat minder op. In India reinigde men de naald voor de procedure met het binnenste blaadje van een pas ontloken roos – zowat het zuiverste ‘doekje’ dat men kon vinden.
Cataractoperatie in de zestiende eeuw: met een naald duwt de staarsteker de lens tot onderin de oogkas. (Ophthalmodouleia Das ist Augendienst, Georg Bartisch, 1583)
In de middeleeuwen haalden rondreizende staarstekers een slaagpercentage van één op twee, al zaten er ook bedriegers tussen. Zo belandden in beslag genomen instrumenten rond 1700 bij de zoon van de rechter, de Doornikse arts Michel Brisseau. Hij stelde vast dat het de lens zélf is die troebel wordt – tot dan meende men dat er een vlies voor de lens groeide. Pas na vier jaar vond zijn visie gehoor. Jacques Daviel was veertig jaar later in Parijs de eerste die het aandurfde een lens te verwijderen. Sinds halfweg de vorige eeuw wordt de lens met ultrasound verpulverd, en vervolgens uitgezogen en vervangen door een kunstlens. Patiënten wandelen vrijwel altijd diezelfde dag buiten met perfect zicht, al hoort men weleens een dame met spijt opmerken dat haar spiegelbeeld in één klap tien jaar ouder lijkt geworden … Tegenwoordig worden computergestuurde lasers gebruikt waardoor de ingreep nog sneller en accurater gebeurt. (ivh) Met dank aan emeritus professor Luc Missotten