agendapunt H.14 1034052
Aan Verenigde Vergadering INVESTERINGSPLAN EN KREDIET INRICHTING KRAAIENNEST ALS WATERBERGING
Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 20-12-2012 - Het Investeringsplan voor het project Kraaiennest naar beneden bij te stellen tot € 610.000 - Het uitvoeringskrediet voor het project Kraaiennest ter hoogte van €610.000, beschikbaar te stellen. Besluit Verenigde Vergadering 20-12-2012
Voorstel Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit 04-12-2012 - Het Investeringsplan voor het project Kraaiennest naar beneden bij te stellen tot € 610.000 - Het uitvoeringskrediet voor het project Kraaiennest ter hoogte van €610.000, beschikbaar te stellen. Advies Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit 04-12-2012
Investeringsplan en krediet inrichting Kraaiennest als waterberging 1.
Probleemstelling - context
In 2007 heeft het college, na een afweging van de mogelijkheden voor bergen of baden in het Kraaiennest, besloten om de Zuidplas van het Kraaiennest te benutten voor berging en het zwemstrand te verplaatsen naar de Noordplas (664017, 27 november 2007). In navolging van dit collegebesluit zijn de benodigde maatregelen voor meer berging in de Dorppolder-Noord, Kralingerpolder en Oude Campspolder uitgewerkt. Voor de maatregelen die nodig zijn, om in genoemde drie polders de kans op overlast te verkleinen, is op de aspecten berging, bemaling en peil een schetsontwerp gemaakt (zie bijlage 1 voor een toelichting). Op 16 februari 2012 heeft de VV in dat kader: I. het investeringsplan Inrichting Kraaiennest als waterberging ter grootte van € 950.000,vastgesteld; II. het krediet Inrichting Kraaiennest als waterberging, voor het uitwerken tot DO-niveau van maatregelen om drie urgente polders te verbeteren op het gebied van waterberging, ter grootte van € 222.000,- beschikbaar gesteld. Onderliggend voorstel betreft de uitwerking van het schetsontwerp van het Kraaiennest tot DO-niveau en beschrijft de benodigde maatregelen die nodig zijn om jaarrond berging in het Kraaiennest te realiseren. Met de uitvoering van de voorgestelde maatregelen zal de kans op wateroverlast in de Dorppolder-Noord, Kralingerpolder en Oude Campspolder worden verkleind. De voorgestelde maatregelen staan hoog op de prioriteitenlijst van het programma Voldoende Water omdat de Dorppolder, Kralingerpolder en Oude Campspolder als urgente polders zijn aangemerkt en passen binnen het programma Voldoende Water, dat gaat over een goede waterhuishouding voor zowel grond- als oppervlaktewater. Door het watersysteem goed in te richten, te beheren en te onderhouden, verkleint Delfland de kans op wateroverlast en zorgt Delfland voor een goede aanvoer van water als daar behoefte aan is. Klimaatverandering en verstedelijking plaatsen Delfland voor nieuwe uitdagingen bij het waterkwantiteitsbeheer. 2.
Beoogd effect
De kans op overlast, in de Dorppolder-Noord, Kralingerpolder en Oude Campspolder, te verkleinen. 3.
Kernboodschap
Delfland heeft de voorgestelde maatregelen, zoals vastgesteld in de VV van 16 februari 2012, uitgewerkt tot DO niveau, dat jaarrond waterberging in het Kraaiennest mogelijk maakt en het watersysteem in drie urgente polders op orde brengt. 4.
Historie - eerdere besluitvorming
Over de berging in het Kraaiennest heeft het college van D&H in 2007, na een afweging van de mogelijkheden voor bergen of baden in het Kraaiennest, besloten om bergingscapaciteit te creëren in de Zuidplas en de zwemfunctie te verplaatsen. De Zuidplas ligt gunstiger om als berging te dienen dan de andere plassen van het Kraaiennest (664017, 27 november 2007).
Met het Recreatieschap Midden-Delfland is dit voornemen gedeeld in een bestuurlijk overleg op 1 november 2007. Het recreatieschap heeft in die periode geen formeel besluit genomen over de verplaatsing. In augustus 2011 heeft het college van D&H een brief aan het dagelijks bestuur van het Recreatieschap Midden-Delfland gestuurd om Delflands voornemen ten aanzien van het Kraaiennest kenbaar te maken en te vragen of het recreatieschap medewerking aan deze plannen wil geven. Het recreatieschap heeft ingestemd met het benutten van de zuidelijke plas voor waterberging. In de briefwisseling tussen D&H en het DB van het recreatieschap (zie bijlage 2) geeft het recreatieschap een aantal voorwaarden. In de Verenigde Vergadering d.d. 16-02-2012, is het investeringsplan en krediet inrichting Kraaiennest als waterberging vastgesteld. 5.
Regelgeving en Beleid
Het bergingstekort en de mogelijkheid om het Kraaiennest meer te benutten voor berging komen voort uit ABC-studies en vervolgonderzoeken daarop. Het voorgestelde maatregelenpakket geeft invulling aan: - artikel 2.1 en 2.8 van de Waterwet; - artikel 2.3 van de Provinciale waterverordening; - de ambities voor Voldoende Water in het Waterbeheerplan 2010-2015; - twee doelen van het programma Voldoende Water, namelijk ‘voorkomen wateroverlast polders’ en ‘optimaal regulier beheer’.
6.
Financiën
Voor het nadere uitwerken van het DO en het overgaan naar de uitvoering van de werken is een uitvoeringskrediet nodig. Voorgesteld maatregelenpakket Het voorgestelde maatregelenpakket bestaat uit maatregelen voor jaarrond waterberging in het Kraaiennest met uitzondering van het verplaatsen van het zwemstrand. Onder punt 14 Toelichting en in bijlage 1 is meer informatie opgenomen over de maatregelen die in een schetsontwerp zijn uitgewerkt. Binnen de maatregelen voor de waterberging in het Kraaiennest wordt voorgesteld te kiezen voor vervanging van één duiker in plaats van zes duikers. Na uitwerking van het schetsontwerp is gebleken dat de duikers met een diameter van rond 800 voldoen aan de gestelde norm qua dimensie en afvoer voor de polder. Hiertoe is gekozen alleen de duiker met een diameter van rond 600 te vergroten tot een diameter van rond 1000. Bij deze aanvraag voor het uitvoeringskrediet worden de kosten voor de hiervoor benodigde maatregelen inzichtelijk gemaakt en opgenomen in het bijgestelde investeringsplan. Het verplaatsen van het zwemstrand is niet opgenomen in het investeringsplan. Met het Recreatieschap Midden-Delfland is afgesproken dat bezien wordt of de verplaatsing van het zwemstrand kan meeliften met de werkzaamheden van het recreatieschap om het recreatiegebied op te waarderen. Wanneer deze opwaardering plaats zal vinden, is nu nog niet bekend. Na de besluitvorming in de VV over het investeringsplan Inrichting Kraaiennest en het krediet ten behoeve van het ontwerp voor Inrichting Kraaiennest zullen nadere afspraken gemaakt worden door de programmamanager met het Recreatieschap over de verdeling van de kosten, de inrichting van het nieuwe zwemstrand en de uitvoering van de werkzaamheden. De uitkomsten van de onderhandelingen met het recreatieschap worden ter besluitvorming voorgelegd aan de VV. Uitgangspunt is dat Delfland de kosten voor de verplaatsing van het strand op zich neemt, maar dat meerkosten voor inrichtingswensen voor rekening van het recreatieschap zijn. Uitvoeringskrediet De raming van de kosten voor het maatregelenpakket voor het Inrichting Kraaiennest zijn opgenomen in bijgevoegde vertrouwelijke bijdrage. Op basis van een SSK raming wordt met dit voorstel een uitvoeringskrediet aangevraagd. Dit krediet is lager dan aanvankelijk op basis van het VO was geraamd. Voornaamste reden is dat een aantal eerder begrote risico’s beter zijn in te schatten en daarmee het risico percentage
2
naar beneden is bijgesteld. De aanvraag past binnen het budget van het programma Voldoende Water, programmalijn Voorkomen wateroverlast polders. De meerjarenraming wordt aangepast conform de ramingen zoals opgenomen in bijlage 3. Dit betekent een bijstelling naar beneden voor het jaar 2012, vanwege het wegvallen van het verplaatsen van het strand uit het investeringsplan en een latere start van de volgende fase als gevolg van vertraging in de besluitvorming. 7.
Duurzaamheid
De keuze voor het voorgestelde maatregelenpakket is mede gebaseerd op duurzaamheid: de bestaande plas beter benutten voor waterberging betekent dat er geen ingrijpende werkzaamheden in het gebied hoeven te worden uitgevoerd om het waterbergingstekort op te lossen. Bij de verdere uitwerking van de maatregelen worden de geldende richtlijnen ten aanzien van duurzaamheid inkopen gehanteerd. 8.
Organisatorische en personele consequenties
Geen. 9.
OR/GO
Niet van toepassing. 10.
Risico- en beheersmaatregelen
Overleg recreatieschap Het recreatieschap heeft na het besluit van D&H in november 2007 geen formeel besluit genomen over het verplaatsen van het zwemstrand van de Zuidplas naar de Noordplas van het Kraaiennest. Het recreatieschap is wel betrokken geweest bij de uitwerking tot schetsontwerp en heeft inrichtingseisen voor het nieuwe zwemstrand opgesteld. Het verplaatsen van het zwemstrand is niet in de huidige opdracht meegenomen. Verdere afspraken worden door de programmamanager Voldoende Water met het recreatieschap gemaakt. Indien er geen overeenstemming bereikt wordt tussen Delfland en het recreatieschap kan dit voor vertraging zorgen in de uitvoeringsfase. Om dit te voorkomen zal er voldoende draagvlak moeten worden gecreëerd bij het recreatieschap.
3
Berging en bemaling niet 100% op orde De keuze om niet alle maatregelen op korte termijn uit te voeren (zie onder Toelichting) betekent dat het watersysteem in de Dorppolder-noord, Kralingerpolder en Oude Campspolder, na uitvoering van de voorgestelde maatregelen, nog niet 100% op orde zal zijn. Met het voorgestelde maatregelenpakket wordt een zeer groot deel van het bergingstekort opgelost, maar een tekort van 8.000 m3 resteert. Het Kraaiennest wordt hierdoor zwaarder belast met als mogelijk gevolg dat de nieuwe zwemplas vaker dan eens in de 25 jaar zal worden ingezet voor berging. Dit risico wordt beperkt door op een later tijdstip de Oude Campspolder op orde te brengen. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland zal nog besluiten op welk tijdstip de polders op orde moeten zijn.
11.
Communicatie (in- en extern)
Nadat de VV het uitvoeringskrediet Inrichting Kraaiennest beschikbaar heeft gesteld, kan Delfland hierover in- en extern communiceren via de nieuwsbrief en website. De gemeenten Midden-Delfland en Westland en de provincie Zuid-Holland worden geïnformeerd via ambtelijk en bestuurlijk overleg. 12.
Bekendmaking en vervolgprocedure
D&H 12 november 2012, commissie Waterstystemen, kwaliteit en kwantiteit 4 december 2012, VV 20 december. 13.
Bevoegd orgaan
De VV is bevoegd om investeringsplannen en kredieten vast te stellen op grond van artikel 99 van de Waterschapswet. 14.
Toelichting
Toelichting maatregelen Op basis van vervolgonderzoeken ABC zijn 14 maatregelen in schetsontwerp uitgewerkt. Deze maatregelen kunnen gezamenlijk de Dorppolder-noord, Kralingerpolder en Oude Campspolder 100% op orde maken voor wat betreft berging en bemaling. De Dorppolder-zuid heeft een eigen watersysteem en is niet gekoppeld aan het Kraaiennest. De Dorppolder-zuid is daarom in de schetsontwerpen niet meegenomen. Dit voorstel betreft acht maatregelen die nodig zijn om de waterberging in de Zuidplas van het Kraaiennest jaarrond beschikbaar te hebben en de aan- en afvoer naar het Kraaiennest te verbeteren. Bijlage 1 bevat een meer uitgebreide beschrijving en kaarten van de maatregelen. Waterberging Kraaiennest jaarrond beschikbaar Om jaarrond waterberging in de Zuidplas van het Kraaiennest te realiseren, wordt het peil in de Zuidplas permanent met 1 meter verlaagd. Hier zijn enkele stuwen en overlaten voor nodig die de aan- en afvoer van het water regelen en een pomp om het Kraaiennest na hevige regenval weer op peil te brengen. Door het permanent onderbemalen van de Zuidplas blijft er onvoldoende waterdiepte over om te kunnen zwemmen. Het zwemstrand zal daarom moeten worden verplaatst naar de Noordplas. Het verplaatsen van het zwemstrand van de Zuidplas naar de Noordplas heeft geen effect op het programma Schoon Water. Het hele recreatiegebied is door de provincie aangewezen als zwemwater, de Noordplas valt hier dus binnen. De uitwerking van de verplaatsing wordt in overleg met het Recreatieschap Midden-Delfland gedaan. Bij de keuze voor het verplaatsen van het zwemstrand in 2007 heeft D&H ook besloten dat de kosten voor het verplaatsen voor rekening van Delfland komen, omdat de permanente waterberging de directe aanleiding voor de verplaatsing is. Destijds is wel uitvoerig overleg gevoerd met het recreatieschap en de gemeente Midden-Delfland, maar formele besluitvorming heeft bij de twee organisaties niet plaatsgevonden. Het recreatieschap
4
heeft eisen en wensen voor het nieuwe strand opgegeven. Niet alle eisen zijn noodzakelijk voor het kunnen zwemmen in de Noordplas, een deel gaat om de inrichting van de omgeving. Het verplaatsen van het zwemstrand maakt geen onderdeel uit van het investeringsplan. Verbeteren aan- en afvoer bij het Kraaiennest Daarnaast moet de aan- en afvoer in de polders worden aangepast om het overtollige water naar het Kraaiennest te sturen en na de bui weer af te voeren. Eén van de keuzes bij deze maatregelen is om het vergroten van zes duikers te vervangen door het vergroten van slechts de kleinste van deze duikers. Deze variant op de maatregel betekent minder ongemak voor de glastuinbouwbedrijven waarvan de duikers onder de inritten liggen en kan tegen lagere kosten worden gerealiseerd. De kleinste duiker vervangen is een geen-spijt maatregel. Mocht in de toekomst de vervanging van de vijf andere duikers, bij nieuwe inzichten of weersomstandigheden, toch noodzakelijk blijken, dan kan dit altijd later nog worden gerealiseerd. Samenhang met resterende zes maatregelen Het Kraaiennest lost het overgrote deel van de bergingsproblemen op, maar niet alles. Er resteren nog knelpunten op het gebied van berging en bemaling (ca. 20 m3/min in de Dorppolder en ca. 8.000 m3 en 25 m3/min in de Oude Campspolder). Voor het bemalingstekort in de Dorppolder wordt een apart voorstel voor investeringsplan en krediet voorgelegd. De maatregelen om de Oude Campspolder 100% op orde te maken zijn meegenomen in de prioritering van maatregelen binnen het programma Voldoende Water. Ze hebben geen hoge prioriteit gekregen omdat er geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn. Kosten, baten (vermeden schade) en kansen in het gebied zijn in deze prioritering meegenomen. Om ook de Oude Campspolder 100% op orde te krijgen is een extra bedrag tussen € 500.000,en € 750.000,- nodig (op basis van schetsontwerp). Geadviseerd wordt de maatregelen voor de Oude Campspolder in een later stadium uit te voeren. Later uitvoeren betekent wel dat het organisatievoordeel van clustering tot één pakket wegvalt en dat er een risico blijft op inundatie in de Oude Campspolder. In de huidige situatie lopen bij hevige regenval enkele percelen, met name delen van tuinen, onder. Het Kraaiennest zal zwaarder belast worden door een waterbergingstekort in de Oude Campspolder, wat tot gevolg heeft dat de nieuwe zwemplas (de Noordplas) vaker dan eens in de 25 jaar als waterberging fungeert. De risico's die blijven bestaan door niet de aanvullende maatregelen in de Oude Campspolder te treffen zijn beschreven onder punt 10 Risico- en beheersmaatregelen.
5
Consequenties andere programma's Het voorgestelde maatregelenpakket valt onder het programma Voldoende Water, maar heeft raakvlakken met andere programma's: Schoon Water: het Kraaiennest is een aangewezen zwemwaterlocatie. Het is voor Delfland geen prioritair zwemwater. In het Zwemwaterprofiel Kraaiennest (2007) is de aanname gedaan dat er per dag enkele tientallen tot honderden bezoekers zijn, met een maximum van 250 bezoekers op drukke dagen. Een kwalitatieve inschatting is dat de voorgestelde maatregelen geen effect hebben op de waterkwaliteit in de Zuidplas (stand still) en in beperkte mate gunstig zijn voor de zwemwaterkwaliteit in de Noordplas (nieuwe zwemplas). De verplaatsing van het strand van de zuid- naar de Noordplas is ten behoeve van het realiseren van waterberging en wordt daarom bekostigd uit het programma Voldoende Water. In overleg met de provincie en het recreatieschap moet een communicatielijn worden opgesteld om recreanten te informeren over de verandering in functies van de plassen. Stevige Dijken: Enkele maatregelen doorsnijden de kaden of liggen in de beschermingszone van een kade. In de kostenraming is rekening gehouden met extra voorzieningen om te kunnen voldoen aan de eisen die de Keur en de Nota Waterkeringvreemde elementen stellen aan werken in en rondom waterkeringen. Instrumenten: de werkzaamheden worden in een projectplan beschreven, dat ter inzage wordt gelegd en door D&H moet worden vastgesteld. Het opstellen van een projectplan valt onder de reguliere werkzaamheden in de ontwerpfase. Gezuiverd afvalwater: geen consequenties. Organisatie: geen consequenties. Samenvattend Voorgesteld wordt om acht maatregelen voor waterberging in het Kraaiennest verder uit te werken tot DO-niveau, waarbij gekozen wordt voor het vervangen van één in plaats van zes duikers en voor het maken van afspraken over de verplaatsing van het nieuwe zwemstrand met het recreatieschap. De maatregelen die voorzien in aanvullende berging en bemaling in de Oude Campspolder worden meegenomen in de prioritering binnen het programma Voldoende Water en worden op een later moment verder uitgewerkt. De maatregelen hebben op basis van een kwalitatieve inschatting geen negatieve effecten op de andere programma’s van Delfland en een beperkt positief effect op de zwemwaterfunctie (programma Schoon Water).
15. 1.
2.
Bijlagen Omschrijving van de maatregelen tbv jaarrond waterberging in het Kraaiennest (vanwege de omvang van deze bijlage ligt hij ter inzage in de leeskamer van het Gemeenlandshuis, kamer A.0.08 en is te raadplegen op de internetpagina van Delfland bij de vergaderstukken); Investeringsplan Inrichting Kraaiennest als waterberging (VERTROUWELIJK).
6
Investeringsplan en krediet inrichting Kraaiennest als waterberging
Kenmerk VV
:
1034052
Vergaderdatum
: 20 december 2012
Beleidsveld
:
Voldoende Water
Agendapunt
: H.14
De Verenigde Vergadering van Delfland, gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 12 november 2012, kenmerk 29315, gelezen het positieve advies van de commissie Watersystemen – kwaliteit en kwantiteit van 4 december 2012; overwegende dat: De verenigde vergadering op 16 februari 2012 een investeringsplan heeft vastgesteld voor de realisatie van het project Kraaiennest Het project nu verder is uitgewerkt en geraamd is dat het binnen de gestelde randvoorwaarden kan worden gerealiseerd. Gelet op: artikel 77 van de Waterschapswet; Besluit: - Het Investeringsplan voor het project Kraaiennest naar beneden bij te stellen tot € 610.000 - Het uitvoeringskrediet voor het project Kraaiennest ter hoogte van €610.000, beschikbaar te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 december 2012, De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris,
de Voorzitter,
mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart
mr. M.A.P. van Haersma Buma