GETEKEND VOOR HET LEVEN
Portretten van auteurs, kunstenaars, musici getekend door Frank-Ivo van Damme Edegem, 17 oktober 2010
2
Frank-Ivo van Damme Frank-Ivo van Damme (Merksem, 1932) studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten onder leiding van Gustaaf De Bruyne, René De Coninck, Mark F. Severin en Franck Mortelmans. Hij was stichter en uitgever van het jongerentijdschrift Pijpkruid (1948-1958). In 1971 richtte hij de Vrije Vesper Tekenschool Merksem op die uitgroeide tot de Stedelijke Academie voor Plastische Kunsten. Frank-Ivo van Damme, die meermaals in binnen- en buitenland exposeerde, geniet wereldwijd faam als grafisch kunstenaar. Hij maakte meer dan 800 ex-librissen. Als kunstenaar werd hij meermaals bekroond. Verschillende monografieën belichten zijn (grafisch) oeuvre. In november 2009 werd in het Fu Xian Zhai Museum in Shangai een tentoonstelling georganiseerd met zijn volledig ex-libris oeuvre. De catalogus van deze tentoonstelling toont alle afbeeldingen: 457 hout- (X2) en 340 kopergravures (C2). Hij illustreerde talrijke boeken en maakte tientallen portretten van auteurs, kunstenaars en musici. Hij is gehuwd met Joke van den Brandt. Samen ontvingen zij in 2010 de Nestorprijs van het tijdschrift Heibel als erkenning voor hun jarenlange inzet en hun globaal artistiek en cultureel oeuvre.
Davidsfonds Edegem organiseerde in het kader van zijn jaarlijkse boekenbeurs op 31 augustus en 1 september 1996 een tentoonstelling met ex-librissen van Frank-Ivo van Damme.
3
4
Joke van den Brandt Joke van den Brandt (Turnhout, 1937) studeerde aan het Heilig Grafinstituut in Turnhout en behaalde het diploma van geaggregeerde voor het middelbaar onderwijs in letterkundige vakken. Schreef gedichten die in 1981 bekroond werden in de VBVB-sonnetten wedstrijd. Verwierf internationaal faam als kalligrafe en nam deel aan tentoonstellingen in België, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Italië… Zij vervaardigt oorkonden voor het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, universiteiten (eredoctoraten), het Vlaamse Parlement en gemeentebesturen. Zij is mede-oprichter en voorzitter van Scriptores (1985-1987). Zij is Ridder in de Orde van de Vossenstaart 1998 en ontving een jaar later de ANV-Visser-Neerlandia prijs voor Cultuur. Joke van den Brandt is sedert 1987 oprichtster en voorzitster van Kalligrafia, de Vlaamse Vereniging ter bevordering van de kalligrafie.
Op 30 mei 1995 gaf Joke van den Brandt een lezing voor Davidsfonds Edegem over kalligrafie. Op de boekenkijkdag van zondag 19 oktober 1998 exposeerde zij op uitnodiging van Davidsfonds Edegem een selectie van haar werk en demonstreerde zij haar kalligrafisch talent.
5
6
Robin Hannelore Robin Hannelore (Gust Obbels, Pulle 1937) was gedurende 38 jaar leraar Germaanse talen in Herentals en Antwerpen. Richtte in 1965 samen met Frans Depeuter en Walter van den Broeck het satirischkritische tijdschrift Heibel op, dat hij in 2007 met Depeuter opnieuw tot leven riep. Van 1981 tot 1997 vast medewerker van De Standaard. De stukjes die hij voor deze krant schreef werden gebundeld in Dagboek van een natuurliefhebber (1984) en Dagboek van een groenridder (1988). Kreeg driemaal de Prijs voor de Letterkunde van de Provincie Antwerpen: in 1968 en 1977 voor de poëzie, in 1995 voor het proza. Keert in zijn werk steeds terug naar zijn geboortedorp Pulle. Zijn thema’s zijn zeer ruim, maar vaak neemt hij het op voor zwakkeren en onderdrukten, wat culmineerde in Een brief aan de koning (1979). Waagde zich ook wel eens aan magisch realisme, wat hem de vriendschap van Hubert Lampo opleverde. Bij het Davidsfonds verschenen volgende romans: Het 58ste facet (1969), Een merel met lange oren (1977), Requiem voor de geitenmelker (1979), Het naaigaren van de duivel (1980).
In het kader van de jaarlijkse boekenbeurs van Davidsfonds Edegem tijdens de jaarmarkt feesten hield Robin Hannelore een openings toespraak over zijn Kempische inspiratiebronnen (1 september 1984).
7
8
Willy de Bleser Willy de Bleser (1934-2010) werkte tot zijn pensioen in de diamantsector en was ereondervoorzitter van de Vereniging van Kempische Schrijvers. Schreef vooral verhalen, novellen en korte romans, boeken die nu eens in zuiders-erotische sfeer, dan weer in de ons omringende Westerse wereld gesitueerd zijn. Zijn stijl getuigt van een beheerst maar niet minder merkwaardig receptief inlevingsvermogen. Debuteerde bij uitgeverij De Roerdomp in 1975 met de verhalenbundel De adders. In 1977 verscheen bij dat fonds Het verhaal van Teraja en Werjonjo. Parijs-Tours (1983) is een roman die zich in de wielermilieu afspeelt en in Het concert (1981) staat een vioolspeler centraal. In 1989 verscheen zijn monografie over de Kalmthoutse schrijfster Jet Jorssen.
Bij het Davidsfonds verschenen volgende novellen: Gevecht met de els (1993) een beklemmend verhaal vol opgekropte passie en sensualiteit, Dodendans (1997) en De grote leegte (1998).
9
10
Max Wildiers Max Wildiers (1904-1996) was filosoof en theoloog uit een welstellend flamingantisch advocatengezin. Treedt in 1923 toe tot de kapucijner orde. In 1932 wordt hij leraar dogmatische theologie in het studiehuis van de kapucijnen in Izegem. Zijn interesse in de moderne theologie maakt hem in Izegem onpopulair. Hij wordt in 1940 naar Leuven gestuurd en gaat er biologie studeren. Daar leert hij de opvattingen van Teilhard de Chardin kennen. Hij organiseert de uitgave van diens volledig oeuvre. Bij Wildiers’ omvangrijke publicatie vinden we o.a. Wereldbeeld en theologie van de middeleeuwen tot vandaag dat in 1976 werd bekroond met de Staatsprijs voor essay. Was oprichter en eerste hoofdredacteur van De Standaard der Letteren. Hij was o.a. ook bekend van het WTK-complex, waarin hij de correlatie duidelijk maakt tussen wetenschap, techniek en kapitalisme. Max Wildiers ligt begraven op het kerkhof van Edegem.
Bij het Davidsfonds verschenen in 1955 Terreinverkenningen: opstellen over het geestesleven onze tijd en 33 jaar later het essay Het verborgen leven van de cultuur.
11
12
August Keersmaekers August Keersmaekers (1920-2009) was als wetenschapper verbonden aan de Facultés Universitaires Saint-Louis in Brussel, later aan de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius in Antwerpen, waar hij in 1986 emeritus werd. Zijn onderzoeksdomein betrof vooral de 17de eeuw. In 1968 ontdekte hij een 60-tal onbekende, uit het Frans vertaalde gedichten van Bredero. Ook de 19de en 20ste eeuw boeiden hem: Conscience, Gezelle, Multatuli, Couperus, Claes, Timmermans. Als eminent Timmermans-kenner publiceerde hij in 2000 in twee delen een studie en uitgave van handgeschreven teksten van Pallieter. Hij publiceerde bij het Davidsfonds het essay Felix Timmermans. Wonder van eenvoud (1990). Hij verzorgde in- en uitleidingen voor verschillende uitgaven van het Ernest Claesgenootschap die sinds 2003 bij het Davidsfonds werden uitgegeven.
Op 6 december 1991 hield Gust Keersmaekers een lezing voor Davidsfonds Edegem over Felix Timmermans. Wonder van eenvoud.
13
14
Bert Peleman Bert Peleman (1915-1995) was dichter en schrijver. Studeerde aan de Universiteit van Leuven en werd journalist, later was hij werkzaam in de uitgeverswereld. Hij is vooral bekend om zijn uitbundige, soms beklemmende en hallucinante poëzie over het leven van boeren en vissers in de Scheldestreek. Mede onder invloed van de moeilijkheden die hij omwille van zijn oorlogsverleden ondervond na W.O. II, werd zijn poëzie later spiritueler en soberder. Hij schreef ook een roman, teksten voor openluchtspelen, essays en liederen en was ook schilder en boetseerder. Hij publiceerde ook onder de pseudoniemen Dirk Dijckmans, Geert Groenendijck, Mon Maerentack, Tijl, Herman Verwilghen en Walter van Weert. Hij was een groot promotor van het Scheldetoerisme. Frank-Ivo Van Damme illustreerde talrijke publicaties en dichtbundels van Bert Peleman zoals Volk van Bosch en Brueghel. Een bloemlezing balladen, fijnzinnige kronieken en lichtvoetige verzen (1974), 100 rozen voor Eros. Vlaamse liefdeslyriek van Hertog Jan van Brabant tot Hugo Claus (1980), Geboeid maar… ongebonden. Getuigenissen uit een beloken tijd (1983),Van vuur tot ijs. Middelheim- en Mariekerke gedichten (1980), Nog bloeit in mij de herfst. Gedichten (1990).
In het kader van de jaarlijkse herfstdinercauserie van Davidsfonds Edegem sprak Bert Peleman op 25 november 1987 over Tijl Uilenspiegel.
15
16
Antoon Vermeylen Antoon Vermeylen (Antwerpen, 1931) is graficus en glazenier. Hij volgde lessen aan de Tekenacademie in Berchem en in de stedelijke Vakschool voor kunstambachten in Antwerpen, daarna aan de Academie voor Schone Kunsten en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen o.l.v. Mark Severin en Jos Hendrickx. Hij was leerling in het atelier van glazenier Jan Wouters. Geaggregeerde aan het Hoger Instituut voor Drukkunst van het Plantijngenootschap. Studeerde ook muziek aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen onder Renaat Veremans en Emmanuel Durlet. Hij was leraar aan de Gemeentelijke Academie voor Plastische Kunst in Merksem en aan het Technicum in Antwerpen. Maakte tientallen ex-librissen, illustraties voor boeken, geboortekaartjes, huwelijksaankondigingen… Meermaals werd hij onderscheiden. Zijn eerste grafische werken publiceerde hij in het tijdschrift Pijpkruid van Frank-Ivo van Damme. Kalm en ietwat geheimzinnig liefkoost hij een stijl en techniek die aan oude Vlaamse en zelfs Europese folklore doet denken. Dat verklaart o.a. zijn voorliefde in zijn werk voor Reinaert de Vos, Lange Wapper…
17
18
Lambert Jageneau Lambert Jageneau (1925-1984) was dichter, kunstkenner, radioman en mystificator. Bezat een enorme kennis van Chinees porselein en antiek, van geschiedenis en literatuur. Publiceerde geregeld in tijdschriften zoals Spectator, Vlaamse Gids, Nieuw Vlaams Tijdschrift… In 1968 verscheen bij Manteau zijn dichtbundel Pest over Vlaanderen. Een gedicht, geïllustreerd door Roland Monteyne. Walter Soethoudt publiceerde in 1983 Verrezen verzen. Hij was ook vaste reporter voor het wekelijkse populaire BRTprogramma ‘Echo’ van Jan Van Rompaey. Zijn naam blijft onlosmakelijk verbonden met de geruchtmakende mystificatie rond de dichter Jan Berghmans. Acrostichons en woordspelingen moesten bewijzen dat gedichten verschenen onder Berghmans’ naam eigenlijk van Jageneau zijn. Henri Floris Jespers schreef met Artis amore (1994) een biografie over leven en werk van Lambert Jageneau. Joke van den Brandt kalligrafeerde volgende publicaties van Lambert Jageneau: Carmina Equestra (1980) en Vierentwintig Perziche Kwatrijnen. Naar Omar Khajjam (1986). Voor die laatste publicatie maakte Frank-Ivo van Damme 12 pentekeningen. Een map met zeven onuitgegeven sonnetten uit Het dagboek van Lilith werden gekalligrafeerd door Joke van den Brandt naar aanleiding van de publicatie Artis Amore.
19
20
Jet Jorssen Jet Jorssen (1919-1990) studeerde voor onderwijzeres en kwam tijdens W.O. II in collaboratie terecht. In 1956 krijgt ze eerherstel en gaat opnieuw in het onderwijs. In 1985 werd zij ereburger van de gemeente Kalmthout dat ook ter ere van haar een Jet Jorssen-pad uitstippelde Haar eerste boek Vermist (1951) handelt over de tragische dood van haar broer tijdens de oorlog. Zij schreef daarna nog tientallen novellen, romans, kortverhalen, essays, biografieën. Haar liefde voor Antwerpen uitte zich in de zeer populaire trilogie Och, Siemeniskinderen (1978).
Bij het Davidsfonds verschenen o.a. Wat baat het Agnes (1960), een roman met als thematiek de oorlog en de rol van de vrouw daarin en De smalle weg (1967).
21
22
Maria Rosseels Maria Rosseels (1916-2005) gaf 4 jaar lang les maar gaat in 1947 werken voor De Standaard, waar zij de film- en de vrouwenrubriek verzorgt. In datzelfde jaar verschijnt haar eerste boek, Sterren in de poolnacht, onder het pseudoniem Emma Vervliet. Haar bekendste boek is Dood van een non uit 1961. Het werd in 1975 verfilmd door Paul Collet en Pierre Drouot, met als acteurs onder meer Janine Bischops, Jo De Meyere en Josine van Dalsum. In 1981 werd haar verzameld scheppend proza uitgegeven en ontving ze een eredoctoraat van de K.U.Leuven. In 1984 kreeg ze, als eerste vrouw, de driejaarlijkse Oeuvreprijs van de Vlaamse Gemeenschap (vroeger de Staatsprijs) voor haar gehele loopbaan. In 1985 werd ze in de adelstand verheven en kreeg de titel barones. Een terugkerend thema in haar romans zijn de problemen waarmee christenen kampen in de moderne wereld. Ze pleitte ook voor de emancipatie van de vrouw in het conservatieve Vlaanderen van de jaren 1950 en ‘60.
Volgende romans zijn bij het Davidsfonds uit- of heruitgegeven: Dood van een non, Elisabeth, Ik was een christen, Wacht niet op de morgen.
23
24
Jos Vandeloo Jos Vandeloo (1925) groeit op in een mijnwerkersgezin en gaat na de oorlog als steenkoolspecialist aan de slag. Studeerde Nederlandse en Franse letteren in Antwerpen. Hij werd directeur bij uitgeverij Manteau en was een tijdje sportcommentator bij de BRT. In 1955 debuteerde hij met de dichtbundel Speelse parade. Zijn bekendste romans zijn De Muur (1958) en Het gevaar (1960). Hij schreef ook scenario’s voor TV en toneelstukken. Zijn thematiek betreft meestal de nefaste gevolgen van de moderne maatschappij, zoals eenzaamheid en vervreemding, doorweven met een drang naar een irreële paradijselijke leefwereld.
Op zaterdag 4 en zondag 5 september 1993 organiseerde Davidsfonds Edegem een tentoonstelling over leven en werk van Jos Vandeloo.
25
26
Hubert Lampo Hubert Lampo (1920-2006) groeide op in een socialistisch milieu. Hij studeerde voor onderwijzer en werd na zijn militaire dienst journalist-kunstcriticus. Debuteerde met Don Juan en de laatste nimf (1942), gevolgd door Hélène Defraye (1945) en De ruiter op de wolken (1948), psychologische romans. In Triptiek van de onvervulde liefde (1947) ontpopt hij zich naast Johan Daisne tot grondlegger van het magisch-realisme in Vlaanderen. Vooral bekend door zijn roman De komst van Joachim Stiller (1960) die in 1976 werd verfilmd en waarvoor hij ook de driejaarlijkse Staatsprijs kreeg. Weerkerende thema’s zijn de (onbeantwoorde) liefde en de geïdealiseerde vrouw. Hij was redacteur van De Faun (1945-1946) en mede-oprichter van Het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Op vraag van het Davidsfonds schreef hij als bijdrage voor de omnibus Sociale Verhalen het verhaal De prins van Magonia (1976). In 1975 verscheen als 19de herdruk De komst van Joachim Stiller. In 1983 bundelde het Davidsfonds de romans De vingerafdrukken van Brahma, Kasper in de onderwereld, De goden moeten hun getal hebben en De dochters van Lemurië in een omnibus.
Zijn zoon Jan Lampo verzorgde samen met Henri Floris Jespers voor Davidsfonds Edegem op 21 januari 2002 een lezing over: De dichter en de muze. Paul Van Ostaijen en zijn Emmeke.
27
28
Jo Haazen Jo Haazen (1944) ligt aan de basis van de renaissance van de beiaardkunst in Vlaanderen na W.O. II. Meervoudig winnaar van het Internationaal Beiaardconcours in het kader van het Holland-festival. Was van 1968 tot 1981 stadsbeiaardier van Antwerpen, waar zijn legendarische concerten vanuit de Onze-Lieve-Vrouwetoren duizenden muziekliefhebbers op de been brachten. Van 1981 tot 2009 was hij stadsbeiaardier van Mechelen en directeur van de Koninklijke Beiaardschool Jef Denyn. Hij promootte de beiaardkunst in Japan en Rusland en werd in 2003 aangesteld als titularis-beiaardier van de Peter-en-Pauluskathedraal van Sint-Petersburg. Sedert 2006 hoogleraar aan de Staatsuniversiteit te Sint-Petersburg.
Jo Haazen luisterde met zijn mobiele beiaard de 11 juliviering van Davidsfonds Edegem op in 1998.
29
30
René Verbeeck René Verbeeck (1904-1979) was leraar Germaanse talen. In 1930 was hij medestichter van het tijdschrift De tijdstroom, in 1936 van Vormen. In 1937 richtte hij uitgeverij Eenhoorn op en lanceerde De Bladen voor de Poëzie. Debuteerde met romantische poëzie in Oriëntering, maar ging vrij vlug over naar het vitalisme, zoals in De minnaars (1935) en De dwaze bruid (1937). Later evolueerde hij naar meer soberheid en bezonkenheid. Hij schreef ook essays. Zijn werk werd meermaals bekroond, o.m. met de Prijs van de Provincie Antwerpen (driemaal), de Prijs van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (tweemaal), de Prijs van de Scriptores Catholici, de Prijs van Sabam, de Prijs van de Provincie Brabant, de Staatsprijs voor Vlaamse Poëzie. René Verbeeck stierf te Mortsel op 13 november 1979.
31
32
Karel Vertommen Karel Vertommen (Antwerpen, 1907- Kontich,1991) publiceerde meer dan 180 gedichten en balladen verdeeld over een 10-tal bundels. Hij schreef ook liedjesteksten o.a. voor de Vaganten. Zijn meest gekende lied is het Galgenlied Galgenlied Er stonden drie galgen op’t galgenveld, de kraaien hebben het voortverteld. En stom blauwden winterse bossen rondom, zij kaatsten ‘t gekrijs van de kraaien wederom. Het volk stond zwijgzaam opeengehoopt: drie mannen moesten opgeknoopt. Drie rechters lazen het vonnis voor: de bossen blauwden het na in koor. Eén had in eigen macht geloofd, hij moest het bekopen met zijn hoofd. Eén had gehoopt op een nieuwe tijd, dat was voor het heden een scherp verwijt. Eén had de waarheid te zeer bemind, daarvoor ging hij bengelen in de wind. De kraaien krijsten: kwaad is kwaad. De bossen echoden: haat is haat. De kring van het volk werd enger en enger. ‘t gelaat van de rechters werd strenger en strenger... Maar toen die koord in de hoogte ging, in elke lus een rechter hing. Het volk stond zwijgzaam opeengehoopt, drie rechters werden opgeknoopt. Eén had zijn eigen volk verraden. Eén had zijn geldkist volgeladen. Eén had de macht om haarzelf bemind. Drie rechters bengelden in de wind, de kraaien krijsten: kwaad is kwaad, de bossen echoden: inderdaad.
33
34
Rose Gronon Rose Gronon (1901-1979), pseudoniem van de Vlaamse schrijfster Marthe Bellefroid, gebruikte ook het pseudoniem Bella Wildert, een verwijzing naar de Essense deelgemeente Wildert waar ze gedurende 40 jaar verbleef en waar ze ook ligt begraven. Ze was lerares in Antwerpen. Debuteerde in 1935 met een bundel novellen in het Frans. In 1949 verscheen haar eerste roman, Le Livre d’Arndt. Onder invloed van Filip De Pillecyn begon ze in het Nederlands te publiceren als Rose Gronon. Haar verhalen worden gekenmerkt door een romantisch magisch- realisme. Het huis aan de St.-Aldegondiskaai (1957) werd voor TV bewerkt. De ramkoning (1962) is haar bekendste roman.
Bij het Davidsfonds verscheen in 1982 een omnibus van Rose Gronon met drie romans: De heks, Ik zal leven en Iokaste.
35
36
Leopold Vermeiren Leopold Vermeiren (1914-2005) was een bekende Vlaamse jeugdschrijver vooral dankzij zijn Rode Ridder-boeken. De eerste avonturen verschenen na W.O. II in De kleine zondagsvriend, de toenmalige jeugdbijlage van Gazet van Antwerpen. In 1953 verscheen het eerste boek en eind jaren vijftig zag de eerste stripversie het licht bij Willy Vandersteen. Van 1949 tot 1973 was hij rijksinspecteur voor het basisonderwijs. Hij werkte ook mee aan Zonneland, Zonnestraal en Zonnekind, weekbladen voor kinderen van diverse leeftijdscategorieën uitgegeven bij Uitgeverij Averbode. Later schreef Vermeiren onder het pseudoniem Paul Ticher erotische verhalen.
37
38
Herman Vos Herman Vos (Meise, 1928) volgde na de lagere school in Meise de moderne humaniora aan het St.-Lievenscollege in Antwerpen. Hij moest die studies onderbreken wegens de naoorlogse omstandigheden. Hij volgde nog twee jaar de lessen aan het Provinciaal Handels- en Taal instituut te Gent. Na zijn legerdienst volgde hij in 1950 zijn broers en zusters naar Argentinië. Hier leerde hij een Oostends meisje kennen met wie hij huwde in 1955. Zij kwamen op huwelijksreis naar Vlaanderen en besloten te blijven. Herman Vos begon dan artikels te schrijven voor Goed Nieuws, Panorama en Libelle. In 1964 werd hij benoemd tot rijksinspecteur bij de openbare bibliotheken. Zijn eerste twee werken, het bekroonde De zonen van Pepe Giminez (1960) en Een man kwam van de Cerro (1961), spelen zich af in Argentinië. Het eerste werk van Vos is sterk vitalistisch gekleurd. Zijn werk is een illustratie van de eeuwige strijd tussen droom en werkelijkheid. Later toont hij meer belangstelling aan de dag gelegd voor eigen problemen die hij schrijvend probeert op te lossen. Frank-Ivo van Damme maakte de coverillustratie voor Senso unico: voettocht naar Assisi (1994). Bij het Davidsfonds verscheen in 1993 de verhalenbundel Zeg maar Napoleon.
Sinds 1988 woont hij in Edegem. Tijdens de herfstdinercauserie van 28 november 1988 sprak hij op vraag van Davidsfonds Edegem over zijn inspiratiebronnen. Tijdens de leeskringsessie van Davidsfonds Edegem op 17 april 1997 werd zijn novelle De zonen van Pepe Giminez besproken.
39
40
Marcel Leemans Marcel Leemans publiceerde in 1969 in opdracht van De bladen voor de poëzie de in oplage gelimiteerde dichtbundel Ontluistering. Frank-Ivo van Damme verzorgde de vormgeving en maakte voor die dichtbundel 12 originele houtsneden.
41
www.davidsfonds.be