De mooiste voorleesverhalen getekend en geschreven door Harmen van Straaten
8290NogeentjeHVS160pg DEF.indd 3
20-06-13 14:33
Naar bed
7
Naar bed, naar bed, zei Duimelot
Eerst nog wat eten, zei Likkepot Waar zal ik het halen? zei Langelot Uit Grootvaders kastje, zei Ringeling Dat zal ik verklappen, zei ‘t kleine ding
8290NogeentjeHVS160pg DEF.indd 7
20-06-13 14:33
8
Tim en de tsjoek-tsjoek tovertrein Het bed is warm en zacht.
De goudgele maan lacht door een spleet van het gordijn. Tim speelt met zijn trein. Het bed wordt een bergtop, en de trein klimt ertegenop. Hè, Tim, vertel eens even, wat gaan we vandaag beleven? Tim fluistert: ‘Hocus pocus pas, ik wou dat dit een tovertrein was.’
8290NogeentjeHVS160pg DEF.indd 8
De smalle spoorlijn loopt langs een diep ravijn. Maar dappere Tim stuurt vlug de trein over een ijzeren brug. Hij stopt bij een klein station. Daar staat een ijsbeer op het perron. Tim roept: ‘Toverbos, vertrek van spoor één, de trein rijdt daar over een paar minuten heen.’
20-06-13 14:33
9
‘Machinist, jongeheer,’ roept de spierwitte beer. ‘Wat is dat voor iets? Toverbos, het zegt me niets.’ Tim vraagt: ‘Houdt u van vis, de allermooiste die er is, in alle kleuren van een toverbal?’ ‘O,’ zegt de ijsbeer, ‘in dat geval vind ik het een goed idee. Weet je wat, ik ga met je mee. Jij bent de machinist? Dan ben ik de conducteur, en natuurlijk de kaartjescontroleur.’
8290NogeentjeHVS160pg DEF.indd 9
‘Tjsoek-tsjoek trein, tsjoek-tsjoek trein. Tim rijdt met de tovertrein,’ zingen Tim en de beer in koor. De trein ratelt over het spoor. Ze horen krak. Op het dak zit een giraf. ‘Hé,’ gilt Tim, ‘kom er onmiddellijk af. Dat is veel te gevaarlijk, hoor. We gaan zo een tunnel door.’ ‘Zeg,’ gromt de ijsbeer, ‘zou je me even je treinkaartje kunnen geven?’
20-06-13 14:33
10
Och,’ zegt de giraf, ‘ik had geen idee.’ ‘Zonder kaartje mag je helaas niet mee.’ ‘O nee,’ roept de giraf. ‘Niks daarvan! Doe maar een enkeltje Toverbos dan. Ik ga naar het sprookjesfeest. Mijn zus is er vorig jaar ook geweest.’
‘Tsjoek-tsjoek trein, tsjoek-tsjoek trein. Tim rijdt met de tovertrein,’ zingen ze gedrieën in koor. En de trein dendert alsmaar door. Opeens houdt de trein stil. ‘Help,’ roept Tim met een gil. Op het spoor staat een koe. ‘Boe,’ roept ze, ‘boe!’ ‘Schiet op,’ schreeuwt de giraf. ‘Stom beest, ik kom te laat voor het toverfeest.’
8290NogeentjeHVS160pg DEF.indd 10
20-06-13 14:33
‘Boe,’ roept de koe, ‘boe! Daar wil ik ook wel naartoe. Ik geef jullie elk een bekertje melk. Mag ik dan mee in de trein? Dat lijkt me hartstikke fijn.’
8290NogeentjeHVS160pg DEF.indd 11
11
20-06-13 14:33
12
‘Vooruit,’ zegt Tim, ‘jij je zin. Stap snel de trein maar in.’ ‘Hm,’ bromt de ijsbeer, ‘ik vind er niks aan, als iedereen maar gratis mee kan gaan.’ ‘Tsjoek-tsjoek trein, tsjoek-tsjoek trein. Tim rijdt met de tovertrein,’ zingen ze allemaal luid. En de trein rijdt recht vooruit. Ze naderen alweer een station. Er staan twee pinguïns op het perron. ‘Kunt u ons zeggen hoe laat de trein naar het Toverbos gaat?’ ‘Jazeker,’ zegt Tim, ‘om kwart over één gaat deze trein er weer heen.’ ‘Gelukkig,’ roepen de pinguïns, ‘dat is fijn, we moeten op tijd in het bos zijn. Omdat we jarig zijn geweest, gaan we naar het toverfeest.’
‘Tsjoek-tsjoek trein, tsjoek-tsjoek trein. Tim rijdt met de tovertrein,’ zingen alle reizigers in koor. En de trein tuft rustig door. Kijk, daar staat een dikke piraat. Hij vraagt waar de trein heen gaat. Tim zegt: ‘Dit is de Toverboslijn. Daar willen wij vanavond nog zijn, vanwege het grote toverfeest. Bent u daar wel eens geweest?’ ‘Hm,’ vraagt de piraat, ‘in dat toverwoud, is daar toevallig iets van goud?’
‘Goh,’ roept Tim, ‘wat een leuk idee. Jullie mogen gratis met ons mee.’ ‘Wel ja,’ bromt de ijsbeer, ‘gratis alweer! Voor mij hoeft het zo niet meer.’
8290NogeentjeHVS160pg DEF.indd 12
20-06-13 14:33
Tim vertelt: ‘Er groeien goudrenetten aan de bomen.’ ‘O la la, daar wil ik ook wel eens komen. Zo’n toverfeest vind ik een heel leuk idee,’ lacht de piraat. ‘Ik ga graag met jullie mee.’ Tim zegt: ‘We gaan wel allemaal verkleed. Het is maar even dat je het weet.’ ‘Dan heb ik een heel goed idee: ik ga als Roodstaart, de schrik van de zee.’ ‘Tsjoek-tsjoek trein, tsjoek-tsjoek trein. Tim rijdt met de tovertrein,’ zingen ze allemaal in koor. En de trein ratelt over het spoor. ‘Hallo,’ roept Tim, ‘we zijn er, hoor! De trein rijdt niet verder door.’ De reizigers stappen uit de trein
8290NogeentjeHVS160pg DEF.indd 13
en kijken vol spanning waar ze zijn. ‘Zeg, Tim,’ roepen ze in koor, ‘het Toverbos is ervandoor! We staan gewoon weer op je bed. Waarom wordt de reis niet voortgezet?’ De pinguïns knikken. Beloofd is beloofd. De piraat brult: ‘Ik voel me beroofd!’ ‘Bah,’ roepen de giraf en de ijsbeer, ‘voor ons hoeft het ook niet meer.’ ‘Boe,’ roept de koe, ‘boe! Ik wil naar het Toverbos toe.’ Tim vertelt: ‘Om in het Toverbos te komen, moet je er heel erg diep van dromen. Daarom,’ besluit hij met een gaap, ‘tover ik jullie allemaal in slaap. Dus droom nu maar zacht van de allermooiste tovernacht.’
13
20-06-13 14:33