Geschreven door: Eva Min en Leoni Meijer
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
Les 1 De kerstboom
3.
Les 2 Het versieren van de kerstboom
4.
Les 3 Het opzoeken van de vragen
5.
Les 4 Presentatie les
6.
Bijlage: Verhaal les 1 ‘De mooiste kerstboom’
7.
Bijlage: Verhaal les 2 ‘Paniek rond de kerstboom’
8.
Bijlage: werkblad ‘De kerstboom’
Inleiding Deze lessen serie is gemaakt voor het vak geestelijke stromingen. In de aanloop naar kerst kunnen je deze les gebruiken. In elke klas staat wel een versierde kerstboom, maar wat betekend dit eigenlijk? Doormiddel van deze vier lessen gaan de kinderen actief met elkaar opzoek naar het antwoord op deze vraag. Ze doen dit doormiddel van eigen vragen maken en informatie op te zoeken. De gevonden informatie wordt aan elkaar gepresenteerd doormiddel van een soort spreekbeurt. In deze lessenserie wordt gebruik gemaakt van een werkblad. Hierdoor kunnen de kinderen zelfstandig met behulp van het werkblad de vragen beantwoorden.
Les 1: De kerstboom Doel De kinderen denken na over wat de kerstboom met kerst te maken heeft. (Nederlands: De kinderen formuleren hun zelfbedachte vragen. De kinderen beschrijven kort hun ideeën/antwoorden over de kerstboom opschrijven) Benodigdheden - Het verhaal, De mooiste kerstboom (‘Het grote boek voor Kerstmis’ van Anne Takens) - 2 kleuren post-its voor elk groepje een stapeltje - Groot vel met een kerstboom De les Introductie Stel voor het voorlezen de volgende luister vraag: * Waarom kozen de kinderen juist deze boom? Lees het verhaal……… voor. Bespreek met de kinderen de luistervraag. De kinderen kozen de boom, omdat Marieke voelde alsof de boom haar had uitgekozen. De boom kietelde over haar hand en vroeg op die manier: Neem mij, ik ben de mooiste. De kern Stel de kinderen de volgende vraag: * Wie heeft er een kerstboom thuis? Hang het blad met de kerstboom op het bord. De groep wordt in kleine groepjes verdeelt en elk groepje krijgt een stapeltje post-its. In elk groepje is er één gespreksleider en een notulist. De kinderen krijgen de tijd om de volgende vragen te bespreken en hun antwoord op te schrijven op de post-its. * Waarom zetten we een kerstboom neer met kerst? * Wat heeft de kerstboom met kerst te maken? Als de kinderen nog vragen hebben bij de kerstboom (informatie die ze nog niet weten) schrijven zij dit op de andere kleur post-its. De kinderen mogen de post-its om de kerstboom heen plakken. De vragen mogen ze ook om de kertboom heen plakken.
Afsluiting Bespreek met de kinderen de post-its die rond de boom gehangen zijn. Waarom hebben de kinderen deze antwoorden gekozen? Welke vragen hebben de kinderen nog? Welke post-its hangen dubbel (die haal je weg)? Laat de kerstboom met post-its in de klas hangen zodat de kinderen deze kunnen zien. Als de kinderen heel veel vragen hebben gemaakt, laat de kinderen de belangrijkste 5 tot 10 vragen eruit kiezen. Als de kinderen het moeilijk vonden om vragen te verzinnen kun jij ze nog de volgende vragen voorleggen en vragen of ze hier al antwoorden op hebben: • Zijn er meer geloven die een boom in huis halen bij bepaalde feesten? • Waren er vroeger ook al kerstbomen? • Heeft de kerstboom iets met het kerstverhaal van Jezus te maken? Links http://verhalen.kerstmisonline.nl/index.php?id=3 http://wikikids.wiki.kennisnet.nl/kerstboom http://www.katholieknederland.nl/abc/detail_objectID19488.html
Les 2: Het versieren van de boom Doel De kinderen denken na over wat de versiering van de kerstboom met kerst te maken heeft. (Nederlands: De kinderen formuleren hun zelfbedachte vragen.) Benodigdheden - De plaat met de kerstboom en de post-its - Post-its - Extra gekleurde plaat (voor post-its van vorige les) - Het verhaal, Paniek rond de kerstboom (zie bijlage) De les Introductie Hang de boom met post-its op het bord. Bespreek met de kinderen de vragen die ze vorige keer bedacht hadden. De antwoorden/ideeën kunnen even op een ander vel geplakt worden, maar worden wel bewaard (bijvoorbeeld naast de boom hangen). Stel de volgende luistervraag: * Welke verschillen zijn er tussen nu en opa’s tijd als je kijkt naar het versieren van de kerstboom? Lees het verhaal, Paniek rond de kerstboom, voor. Bespreek de luistervraag na met de kinderen. In opa’s tijd werden de bomen pas opgezet een dag voor kerst. De boom werd versiert met echte kaarsjes. Kern In de vorige les hebben de kinderen vragen bedacht rondom het thema kerstboom. Je bent al met de kinderen in gesprek geweest over de kerstboom zelf, maar hoe zit het met de versiering? Vraag de kinderen wie thuis de boom zelf versiert? En bij wie wordt de boom versiert door iemand anders? De kinderen krijgen weer een stapeltje met post-its. Ze mogen in een groepje vragen gaan bedenken over de versieringen van de kerstboom. Deze post-its worden in de boom gehangen. Afsluiting Bespreek met de kinderen de post-its die in de boom gehangen zijn. Welke vragen hebben de kinderen kunnen bedenken rondom de versiering? Welke post-its hangen dubbel (die haal je weg)? Laat de kerstboom met post-its in de klas hangen zodat de kinderen deze kunnen zien. Links http://www.klap.net/verhalen/paniek.html
Les 3: Het opzoeken van de vragen Doel De kinderen gaan met behulp van het werkblad in groepjes van 2 of 3 vragen opzoeken in teksten op internet. (Ict: De kinderen zoeken informatie op internet met behulp van aangegeven zoekmachines) (Nederlands: De kinderen begrijpen de tekst en kunnen hierin hun antwoord zoeken en verwerken tot een verslag.) Benodigdheden - Computers - Werkbladen - De bedachte vragen De les Introductie Hang de boom met post-its op het bord. Bespreek met de kinderen de vragen die ze vorige keer bedacht hadden. Vertel dat de kinderen nu wel vragen hebben, maar ze zijn nog niet beantwoord. In groepjes van 2 of 3 gaan de kinderen straks informatie opzoeken rondom één van de vragen. Verdeel de groep in de subgroepjes (laat ze dat zelf doen, of doe dit zelf). Elk groepje kiest een vraag (of ze worden aangewezen door de leerkracht). Geef elk groepje een werkblad. Hiermee kunnen ze extra vragen stellen bij de hoofdvraag. Als voorbeeld kan je één vraag uitkiezen die niet verdeelt is en deze eerst in de klas behandelen aan de hand van het werkblad. De kern De kinderen gaan uiteen en aan het werk. Begeleid de kinderen bij het werken op de computer, het zoeken van informatie en het verwerken hiervan. Probeer zoveel mogelijk om de kinderen de problemen zelf op te laten lossen.
Afsluiting De kinderen verwerken de informatie tot een presentatie. Dit kan een collage zijn, een PowerPoint of een andere manier van presentatie. Links www.glogster.com
Les 4: Presentatie les Doel De kinderen presenteren de gevonden informatie aan elkaar. Benodigdheden - Hun presentatie spullen - Beamer - Computer De les Tijdens deze les presenteren de kinderen per groep hun gevonden antwoorden op de vragen via een PowerPoint of via een collage aan de rest van klas.
Uit: ‘Het grote boek voor Kerstmis’ van Anne Takens.
De mooiste kerstboom In het tuincentrum is het druk en warm. Uit de luidsprekers dansen kerstliedjes naar buiten: De herdertjes lagen bij nachte en Er is een kindeke geboren op aard. ‘Moet je kijken wat veel kerstbomen!’ roept Marieke. ‘Het zijn er wel honderdduizendmiljoen!’ Bij de ronde vijver staan zeker honderd kerstbomen: grote en kleintjes, dikke en magere, en baby-kerstboompjes in een pot, met rode strikjes om hun takken. Er is ook een kerstmarkt, en de kraampjes liggen vol met de allerallermooiste spullen: kerstballen, rode, groene, paarse, witte, en ballen van glas en van zilver. In mandjes liggen denneappels, paddestoelen, engeltjes en Kerstmannetjes, en natuurlijk zijn er kaarsen in alle soorten en maten. ‘Wat veel! Wat veel!’ juicht Marieke. ‘Hier zijn wel een miljoenhonderd kerstdingen. En ik wil alles kopen, alles!’ ‘Heb jij dan zo veel geld?’ vraagt pappa lachend. ‘Ik tover het gewoon,’ zegt Marieke. Ze lopen van het ene kraampje naar het anderen en mamma zegt: ‘Ik word gewoon tureluurs! Er zijn hier veel te veel kerstspullen. Ik koop niks. Alleen een kerstboom.’ ‘O, moet je kijken! Kerstbeestjes!’ roept Arjan. ‘En ze zijn helemaal niet duur: maar drie gulden!’ In een mand zitten kleine bruine beertjes knus tegen elkaar aan naar de mensen te lachen. Ze hebben een muts op en een das om en op hun rug zit een lusje zodat je ze ook in de kerstboom kunt hangen. ‘Mag ik zo’n beertje, pap?’ vraagt Marieke met haar liefste stemmetje. ‘Verder hoef ik echt niks.’ Pappa geeft mamma een knipoog en zegt: ‘Vooruit dan maar. Omdat het straks kerstfeest is.’ Arjan kiest een beertje met een rood dasje om, Marieke neemt er een met een wit mutsje en René wil er een met een strik om zijn nek. ‘Pappa is een verwen-pappa,’ zegt mamma. ‘Gelukkig wel,’ roept Marieke blij. ‘En nu… een kerstboom,’ zegt pappa. ‘Welke zullen we nemen? Die dikkerd daar? Of die blauwspar? Of dat kleintje met die kluit? Of die kunstboom?’ Mamma wil het liefst een kunst-kerstboom, maar Arjan en Marieke roepen: ‘Nee, niks aan! Een echte willen we!’ ‘Welke dan?’ vraagt pappa. Ze kunnen maar niet kiezen. Het is ook zo moeilijk. En toch staat vlakbij de mooiste boom van de wereld op Arjan en Marieke te wachten. Hij staat helemaal alleen aan de rand van de vijver, net of hij weggelopen is, net of hij bang is voor al die mensen op de kerstmarkt. Stil en verwonderd bekijkt de boom zichzelf in het spiegelende water en denkt: O, wat ben ik mooi! Wie neemt mij mee naar huis? Wie wil mijn takken versieren met slingers en lichtjes, zodat ik net zo prachtig zal stralen als een kerstster? Met zijn beertje in zijn armen drentelt kleine René een beetje rond. Kerstbomen? Daar vindt hij niets aan. De vijver is veel leuker. Het water glinstert en schittert
in het licht van de kerstverlichting en er komt een visje naar hem toe zwemmen, een kleine oranje vis met een lief zoenbekje. ‘René! Reneetje! Waar ben je?’ roept pappa en tegen Marieke zegt hij: ‘Kijk eens waar hij zit. Hij mag niet weglopen, want dan vinden we hem hier nooit meer terug!’ Marieke loopt om een dikke spar heen en opeens ziet ze de eenzame kerstboom aan de rand van de vijver. Ze rent er naar toe. Een lange tak kriebelt over haar hand, alsof de boom zegt: ‘Je moet mij nemen, ik ben de mooiste. Mag ik bij jullie in huis?’ ‘Pappa!’ roept Marieke. ‘Kom eens! Hier staat een goeie! Deze moeten we kopen, pap. En er zit ook een kluit aan.’ ‘O ja,’ zegt pappa blij. ‘Dat is een mooie.’ ‘En ook lekker groot,’ zegt Arjan. ‘En helemaal niet duur,’ zegt pappa tevreden. ‘Deze boom is van ons, jongens. Kom gauw mee naar de kassa. Hebben jullie René?’ Opeens horen ze vlakbij, achter een grote waterplant, mensen hard lachen. En ze horen PLONS PLONS PLONS SPETTER SPETTER! Reneetje zit op de rand van de vijver en plonst met zijn laarzen in het water. De druppels spatten in het rond. Het oranje visje duikt weg onder een waterlelieblad. ‘Jochie toch!’ roept mamma. ‘Je had er wel in kunnen kukelen!’ Als mamma René optilt en het water uit zijn laarsjes laat lopen, roept Marieke: ‘O mam, hij heeft ook wat gepikt!’ Behalve zijn beertje met de strik, houdt Reneetje ook nog een Kerstmannetje dicht tegen zich aan. ‘Sinneklaase poentje!’ juicht hij. ‘Ikke hebbe!’ Alle mensen lachen om René, maar mamma niet. Gauw zet ze de kerstman terug tussen de andere Kerstmannetjes op een plank en dan draagt ze natte Reneetje de winkel uit, de auto in. Arjan, Marieke en pappa gaan bij de kassa de boom en de kerstbeertjes betalen. ‘Willen jullie een verrassing?’ vraagt de kassière. Ze duikt onder de toonbank en haalt twee kaarsjes tevoorschijn. Kerstmannetjes, met een lont in hun rode muts. ‘Voor jullie allebei een.’ We hebben ook nog een broertje,’ zegt Arjan ‘Ja, en die heet René, en hij wil er ook eentje, anders gaat hij huilen,’ zegt Marieke. ‘Vooruit dan maar,’ zegt de kassière. ‘Ook een voor je broer.’ ‘Heeft René toch een Kerstmannetje,’ zegt Marieke lij. ‘Ik steek hem thuis nog niet aan,’ zegt Arjan, ‘want dan is hij zo vlug op. Ik bewaar hem voor als het kerstfeest is.’ ‘Ik ook,’ zegt Marieke. Pappa legt de kerstboom in de kofferbak in de auto. Hij past er niet helemaal in. De top bungelt buiten boord, maar dat vindt de voom niet erg. Het is toch maar voor een tijdje. Thuis zetten ze hem op het terras, voor de tuindeur, zodat de boom naar binnen kan kijken. Morgen gaan ze hem versieren. Wat zal hij mooi zijn, met al zijn lichtjes! Voor Arjan en Marieke naar bed gaan, kijken ze nog even naar de kerstboom en zingen een liedje.
Paniek rond de kerstboom! Oma nam het eerste wat zij zag om het vuur te doven en gooide dat over de brandende kerstboom heen. Het vuur ging uit. Maar het stonk behoorlijk. Want wat had zij in haar opwinding over de kerstboom heen gegooid?.....Lees maar.
Nog niet naar huis. Het is half vier. De school is uit. Het wordt al donker. Meestal gaat Elianne nu meteen naar huis. Zoals gisteren. Toen vierden ze thuis sinterklaas. Ze heeft wel zes cadeaus gekregen. Een barbiepop, een cd-rom, een zak knikkers, een nieuwe trui, skeelers en een zak snoep. Maar vandaag gaat ze niet meteen naar huis. Vandaag loopt ze zo snel als ze kan naar het huis van haar opa. Gisteren heeft hij haar beloofd dat ze mag helpen met het opzetten van de kerstboom en de kerststal. Gelukkig woont haar opa dicht bij de school. Snel loopt ze door de achterdeur naar binnen.
Meteen beginnen "Hoi meid", roept opa vanuit de huiskamer. "Daag", zegt Elianne. "We kunnen meteen beginnen, ik heb de dozen met de spullen al van de zolder afgehaald", zegt opa. "Of wil je eerst een glas limonade met een zakje chips?" "Graag!", antwoordt Elianne. Terwijl Elianne de chips eet is opa al bezig de kunst-kerstboom op te zetten. Hij haalt een emmer grond uit de tuin en zet daar de boom in. "Zo, die staat weer stevig. Kom, dan gaan we nu samen de lampjes er in hangen." Elianne pakt de lampjes uit de doos en ze hangen ze van boven naar beneden in de boom.
Paniek! Terwijl ze zo bezig zijn vraagt Elianne opeens: "Opa, hebt U vroeger uw opa ook mogen helpen met het opzetten van de kerstboom?" "Ach", zegt opa, "soms wel. Maar het was vroeger wel heel anders dan nu. Toen ik zo oud was als jij nu bent, was het oorlog. De Tweede Wereldoorlog was toen bezig. De dag voor Kerstmis zetten we de kerstboom en de kerststal op. De meeste mensen hadden niet veel in de oorlog. Lampjes voor in de boom waren bijna niet te krijgen. Dus hadden wij echte
kaarsjes in onze echte kerstboom. Maar ja, je moest wel goed uitkijken dat de boom niet helemaal in brand vloog. Zo weet ik nog dat mijn oma een keer alleen thuis was. Ze was niet goed ter been. Terwijl zij zo naast de kerstboom zat, vatte opeens de boom vlam. Paniek, wat nu? In de opwinding nam zij het eerste wat zij zag om het vuur te doven en gooide dat over de brandende boom heen. Het vuur ging uit. Maar het stonk behoorlijk. Want wat had zij over de boom heen gegooid? Haar pispot die onder haar stoel stond!
Morgen door mij Terwijl opa zo aan het vertellen was, was Elianne verder gegaan met het versieren van de kerstboom. Nu de piek nog. Dat moet opa doen. Hij zet de piek op de boom. Elianne maakt de lampjes aan. Samen kijken ze naar hun eigen kerstboom. Hij is heel mooi geworden. Elianne moet nu naar huis. Morgen komt ze terug om te helpen met het opzetten van de kerststal. De kerststal die de opa van haar opa heeft gemaakt en die al zo lang elk jaar weer van zolder wordt gehaald. "Er is toch veel veranderd", denkt ze, "maar Jezus wordt nog steeds elk jaar in de kribbe gelegd. En morgen door mij."
De kerstboom
De vraag die wij gaan onderzoeken: ………………………………………………………………………………………………………………………… Maak een woordveld bij jullie vraag:
Maak van de woorden die je gevonden hebt nieuwe vragen: ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… Ga op de volgende sites op zoek naar de antwoorden op de nieuwe vragen. (zoek met behulp van de woorden uit je woordveld) www.google.nl www.wikipedia.nl www.wikikids.nl www.meestersipke.nl www.kennisnet.nl
Schrijf een kort verhaaltje over de gevonden antwoorden. Eén van jullie presenteert de gevonden antwoorden voor de groep.