Belgische kredietmarkt is niet getekend door kredietschaarste De Belgische banken hebben sinds de financiële crisis in 2007 nooit méér kredieten verleend dan eind maart 2012. Zowel particulieren, ondernemingen als de overheden kunnen bij de financiële sector terecht voor de financiering van hun projecten. Van een kredietschaarste is geen sprake: voor een gezond kredietdossier, met een realistische terugbetalingscapaciteit, blijft er voldoende krediet voorhanden. Filip Dierckx, Vice-Voorzitter BNP Paribas Fortis en Voorzitter Febelfin
Het omzetten van deposito’s naar kredieten is één van de kerntaken van de financiële sector en vormt de motor van een sterke en goed draaiende economie. Eind 2011 kon de sector een uitstekend rapport voorleggen wat betreft de groei van deposito’s en kredietverlening.1
De Belg is traditioneel altijd al een spaarder geweest en heeft sinds het uitbreken van de financiële crisis meer aandacht gegeven aan de gereglementeerde spaarrekening. In december 2011 stond er een totaal van 218,7 miljard EUR op de Belgische spaarboekjes. Tegenover eind 2007 is dat een stijging van 51,1%. Net zoals de bedragen op de spaarrekeningen kende ook de kredietverlening een gestage groei sinds de financiële crisis. Dit was zowel het geval bij de hypothecaire kredieten, de kredieten aan ondernemingen als de kredieten aan overheden. Eind 2011 lag het bedrag aan kredieten aan ondernemingen 19,3% hoger dan eind 2007.
1
Bron: NBB
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11 0.6
2
Bij het hypothecair krediet is de groei nog meer uitgesproken: op een periode van 4 jaar (eind 2007-eind 2011) kon er een groei van 26,0% opgetekend worden. Bij de overheden tenslotte stonden er eind 2007 68,8 miljard EUR aan kredieten uit. Eind 2011 waren er dat 77,3 miljard EUR, goed voor een stijging met 27,0%. Zowel de kredietverlening aan ondernemingen als het hypothecair krediet groeiden nog verder in de eerste maanden van dit jaar en stonden in maart 2012 op een historisch hoogtepunt. De groei van zowel deposito’s als kredieten tonen aan dat de banken niet verzaken aan hun kerntaak om deposito’s op te halen en te transformeren tot kredieten , en op die manier bij te dragen aan de economische welvaart en groei. Zeker als we de evolutie van de kredietverlening op langere termijn bekijken, zien we dat de financiële instellingen de financiering van gezinnen en ondernemingen steeds opgetrokken hebben.
Financieel landschap Het financiële landschap is sinds de financiële crisis van 2007 grondig herschapen. De banken hebben hun internationale activiteiten afgebouwd en zo de blootstelling van de Belgische financiële sector aan buitenlandse risico’s sterk gereduceerd. Terwijl de financiering via de financiële markten werd afgebouwd, werd de funding via binnenlandse spaarboekjes opgetrokken. Deze evolutie heeft ervoor gezorgd dat de kredietverlening in België continu kon groeien.
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11
3
Financiering van ondernemingen Op één jaar tijd - tussen maart 2011 en maart 2012 - is de omloop van de kredieten aan ondernemingen met 4,1% gestegen tot 117,2 miljard EUR.2 Die groei werd vooral gerealiseerd in het segment van de leningen op lange termijn. Als we die groei over één jaar tijd bekijken droegen de kredieten op lange termijn voor ongeveer driekwart (74,3 % om precies te zijn) bij tot de groei van de totaal opgenomen kredietomloop. De kredieten op korte termijn waren goed voor 25,7 % van de stijging. De historisch lage rentestand van 3,21% (maart 2012) is ongetwijfeld een medeverklaring voor de voorkeur die ondernemingen tonen voor langetermijnfinanciering. In september 2008 stond die rentestand nog meer dan 2 % hoger, namelijk op 5,54%. Vooral de kleine ondernemingen doen een beroep op bancaire financiering, gevolgd door de middelgrote ondernemingen. Grote ondernemingen zijn minder afhankelijk van de financiering via financiële instellingen. In tegenstelling tot de KMO’s hebben zij gemakkelijker toegang tot alternatieve financieringsmogelijkheden, zoals via de financiële markten. Volgens de data van de Centrale voor de Kredieten aan Ondernemingen (CKO) nam het uitstaande volume van de kredieten aan KMO’s in het voorbije jaar (maart 2011 - maart 2012) toe met 6,8 %. Het volume van de totaal geopende kredietlijnen aan KMO’s steeg dan weer met 9,9 %.3 Vandaar dat de aanwendingsgraad van de geopende kredietlijnen (de mate waarin deze lijnen daadwerkelijk worden benut) bij de KMO’s kon verminderen van 83,1 % (maart 2011)
2 3
Bron: NBB, Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. Bron: NBB, Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen.
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11
4
naar 80,8 % (maart 2012). Deze daling van de aanwendingsgraad werd vooral opgemerkt bij het subsegment van de middelgrote ondernemingen, waar de aanwendingsgraad daalde van 74,7 % tot 68,7 %. Bij de kleine ondernemingen hield de toename van het opgenomen kredietvolume ongeveer gelijke tred met de groei van de kredietlijnen. Daar bleef de aanwendingsgraad het voorbije jaar schommelen rond een stabiel niveau (86,9 % eind maart 2011 en 87,0 % eind maart 2012). Voor de grote ondernemingen nam de aanwendingsgraad van de geopende kredietlijnen over het voorbije jaar wel toe, van 56,5 % tot 60,9 %. De opgenomen kredietbedragen groeiden met 9,6 %, terwijl het volume van de kredietlijnen met 1,6 % steeg. De cijfers over de aanwendingsgraad tonen aan dat de beschikbare marge op de kredietlijnen, zeker voor grote ondernemingen, aanzienlijk blijft. De vraag daalt Sinds eind vorig jaar daalt het aantal kredietaanvragen. In het derde kwartaal van 2011 viel een daling te noteren van 3,4% t.o.v. het derde kwartaal van 2010.4 In het eerste kwartaal van 2011 daalde het aantal kredietaanvragen zelfs met 10,9% tegenover een jaar eerder. Het aangevraagde bedrag kende toen bovendien een daling van 14,2%. Concreet kan men stellen dat de markt voor ondernemersfinanciering zich stabiliseert. Nadat de vraag naar deze vorm van financiering lang op een hoog peil heeft gestaan, doen ondernemers nu in mindere mate een beroep op een bancair krediet. De huidige economische context zal hier waarschijnlijk niet vreemd aan zijn.
De perceptie bij sommigen Hoewel de financiële instellingen nog steeds voldoende kredieten kunnen bieden en die kredieten ook verlenen om volwaardige en gezonde kredietdossiers te financieren, heerst er in sommige delen van de ondernemingswereld de perceptie dat krediet schaars wordt en dat de banken hun voorwaarden verstrakken.
4
Bron: Kredietbarometer Febelfin
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11
5
Een vergelijking van de weigeringsgraad in België en in de andere Europese landen5 leert echter dat België één van de betere leerlingen van de klas is. Op Europees niveau staat België in 2010 op de vierde plaats. Slechts 5,7% van de kredietaanvragen wordt hier geweigerd, tegenover bijvoorbeeld 26,6% van de aanvragen in Ierland; of 22.5% bij onze noorderburen in Nederland.
Een studie van de Nationale Bank die elk kwartaal wordt uitgevoerd bij de ondernemingen wijst erop dat ondernemers in 2011 de evolutie van de kredietvoorwaarden die banken hanteren als ongunstig inschatten, vooral op het gebied van kosten en gevraagde garanties. In het eerste kwartaal van 2012 hebben zij echter hun visie bijgesteld. Dit kan erop wijzen dat de perceptie van de ondernemers over het kredietbeleid van de financiële instellingen verbetert.
5
Bron: Access to finance studie, Eurostat
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11
6
De meest recente resultaten van de Bank Lending Survey (bevraging bij de financiële instellingen zelf) geven aan dat de Belgische financiële instellingen hun kredietvoorwaarden niet hebben verstrengd in het 1e kwartaal van 2012. De voorwaarden zijn bovendien al voor het 12e kwartaal op rij onveranderd gebleven, namelijk sinds het 2e kwartaal van 2009. Ook het jaarlijkse activiteitenverslag van de Kredietbemiddelaar toont aan dat niet de kredietvoorwaarden aan de basis liggen van een kredietweigering. Wel een ondernemer die zijn dossier onvoldoende stoffeert, of het feit dat ondernemer en bank niet communiceren over de kwaliteiten of gebreken van een kredietaanvraag. De financiële sector is zich bewust van deze problematiek en probeert de ondernemer reeds preventief alle kansen op succes te geven. Zo kan een ondernemer op de website www.financieringvanondernemingen.be lezen hoe hij een goed gestructureerd kredietdossier kan opmaken. De Kredietbemiddelaar wijst er in zijn verslag ook op dat banken beter moeten communiceren met de ondernemers over de redenen waarom een krediet wordt geweigerd. Zo kan de ondernemer beter opmaken of zijn zijn project of financiële situatie slecht bevonden wordt of dat hij toch een krediet kan bekomen wanneer hij zijn dossier aanpast. Een enquête van UWE die in juni 2012 werd bekendgemaakt toont aan dat de ondernemingen in Wallonië tevreden zijn over de communicatie die de financiële instellingen hierover voeren. Van alle ondernemingen waaraan een krediet werd geweigerd, zegt slechts 12% dat zij geen reden hebben gekregen voor die weigering. De voornaamste reden waarom een krediet al dan niet geweigerd wordt, is de terugbetalingscapaciteit van een onderneming. De moeilijke economische realiteit weegt op sommige sectoren waardoor ondernemingen actief binnen die sectoren geen gezond en levensvatbaar dossier kunnen voorleggen. Om de negatieve perceptie over kredietverlening bij te stellen is het voor de financiële instellingen cruciaal een goede communicatie te organiseren: meer transparantie in het kredietproces, een verhoogde snelheid bij het behandelen van het dossier en meer transparantie bij de risicobeoordeling van een dossier kunnen heel wat ongenoegen vermijden.
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11
7
Hypothecair krediet Binnen het krediet aan particulieren is het hypothecair krediet de belangrijkste pijler. Eind 2011 bereikte de omloop van het hypothecair krediet een historisch hoogtepunt van 175,6 miljard EUR. Vooral de renovatiekredieten hebben de markt voor hypothecair krediet sterk laten presteren: er werden 133.000 nieuwe contracten voor renovaties afgesloten, een groei van 54% tegenover een jaar eerder.6 Ook voor het aantal kredieten voor de aankoop van een woning werd een record opgetekend: 113.000 nieuwe contracten of een stijging van 3%.
Gemiddeld ontlenen mensen 133.000 EUR voor de aankoop van een woning. Voor de aankoop van een woning mét renovatie stijgt dat bedrag tot ongeveer 155.000 EUR. Particuliere kredietnemers kiezen vaak voor zekerheid en opteren voor een vaste rentevoet. Naar het einde van 2011 toe kozen 9 op de 10 kredietnemers voor een dergelijke formule. De uitgesproken groei die 2011 kenmerkte, zet zich niet door in 2012. Het aantal verstrekte kredieten is in het eerste trimester van 2012 met 24% afgenomen tegenover een jaar eerder. Ook het onderliggende bedrag is met bijna 11% gedaald. De daling liet zich het meest voelen bij de renovatiekredieten: er zijn ongeveer de helft minder van dat type kredieten afgesloten. Het aantal bouwkredieten noteerde een derde lager, het aantal kredieten voor de aankoop van een woning deed het 6% minder goed. De vraag daalt
6
Bron: BVK, Beroepsvereniging van het Krediet
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11
8
De productie van het hypothecair krediet volgt uiteraard de vraag. Net zoals voor het aantal verstrekte kredieten stegen het aantal aanvragen voor een hypothecair krediet in 2011 en daalden de aanvragen in 2012.7 Ten opzichte van 2010 steeg het aantal kredietaanvragen in 2011 met 8,7%. Het onderliggende bedrag daalde wel licht met 1,2%. In het eerste trimester van 2012 zette de stijging van het aantal kredietaanvragen zich niet door: er werd een daling van 19% vastgesteld. Ook de onderliggende bedragen kenden een daling van 5%. De daling van zowel het aantal versterkte kredieten als kredietaanvragen in 2012 kan eerst en vooral toegeschreven worden aan de afschaffing van een aantal stimuli zoals de investeringsaftrek voor een groot aantal energiebesparende investeringen; aan het aflopen van de maatregel inzake het groen krediet met interestbonificatie en aan de invoering van BTW op notariskosten. Daardoor hebben heel wat consumenten hun projecten ofwel vervroegd uitgevoerd, zodat ze nog van de maatregelen konden genieten, ofwel opgeborgen. Wellicht spelen ook de onzekerheid over de toekomstige overheveling van de bestaande woonfiscaliteit naar de Gewesten mee, net zoals het gedaalde consumentenvertrouwen. De indicator van het consumentenvertrouwen van Belgostat daalt in 2012 sterk onder het niveau van 2011. De Belgische gezinnen zijn pessimistischer geworden over hun inschatting van de algemene economische situatie en over de verwachte evolutie van de werkloosheid. Ook over hun financiële situatie en hun spaarvermogen zijn de gezinnen somberder dan een jaar eerder.
Doordat 2011 een uitzonderlijk goed jaar is geweest voor hypothecair krediet, treedt nu een stabilisatie van de markt op.
7
Bron: BVK, Beroepsvereniging van het Krediet
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11
9
Krediet aan overheden Eind 2011 stonden er voor 87 miljard EUR kredieten uit aan overheden, een stijging van 27,0% tegenover eind 2007. Tegen eind maart 2012 liep dat bedrag nog op tot 87,4 miljard EUR. Dit cijfer lag enkele jaren geleden een stuk hoger maar werd in ongeveer 10 jaar tijd bijna gehalveerd: in 1999 stonden er nog voor 134 miljard EUR aan kredieten aan overheden uit, in 2007-2008 was dat bedrag geslonken tot minder dan 70 miljard EUR. 8 In de eerste tien levensjaren van de EMU en de euro, tot aan de financiële crisis, streefden zowel de Belgische overheden als de Belgische financiële instellingen naar een steeds sterkere diversificatie van de leningfinanciering en de wederbeleggingsportefeuille. Buitenlandse tegenpartijen namen zo steeds meer Belgische overheidsschuld op. De financiële instellingen maakten een groeiend deel van hun activa bovendien grensoverschrijdend. Door de financiële crisis en de acute problemen van overheidsfinanciering van sommige perifere eurolanden draaide die tendens echter om.
Toekomst Hoewel van kredietschaarste geen sprake is en de financiële instellingen voldoende middelen ter beschikking hebben om gezonde kredietdossiers te financieren, uit de financiële sector enkele bezorgdheden, zowel wat betreft het krediet aan particulieren als het krediet aan ondernemingen. De Bank Lending Survey van april 2012 geeft aan dat de financiële instellingen een lichte verstrakking verwachten van de toekenningsvoorwaarden om een krediet te bekomen. Ze wijzen onder meer de kosten die verband houden met hun eigen-vermogenspositie, de verwachtingen betreffende de algemene economische realiteit, de vooruitzichten voor sommige bedrijfstakken of ondernemingen, de vooruitzichten voor de woningmarkt, de ongunstiger geworden onderpanden en de druk op de marges. De nieuwe, bijkomende regelgeving zorgt ervoor dat het aanbod aan kredietfinanciering mogelijk geïmpacteerd zal worden. Onder meer Basel III zal mogelijks gevolgen hebben op het kredietbeleid van de financiële instellingen. Doordat de Basel III-regelgeving onder meer bepaalt dat de kapitaalsvereisten aan de banken opgelegd ongeveer zal verdubbelen tegen 2013, impliceert dit (mits het aanbrengen van de nodige nuances) dat om hetzelfde volume kredieten te kunnen verlenen, het eigen vermogen dat hier tegenover staat moet worden verdubbeld. In België is op dit moment nog geen onmiddellijk probleem vastgesteld, maar op termijn kan deze regelgeving zeker een impact hebben op de kredietverlening, meer bepaald op de middellange tot langetermijnkredieten, zowel t.a.v. KMO’s als t.a.v. de (semi-) publieke sector. Het laatste gaat over de financieringstermijn/termijn deposito’s die moet matchen.
8
Bron: NBB
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11
10
Algemeen kan wel gesteld worden dat het economisch herstel van België de laatste jaren steviger is dan in het geheel van de eurozone. Voor 2012 en 2013 wordt een groei verwacht van respectievelijk 0,4 en 1,3.
Om een relance van de economie te kunnen bewerkstelligen is het uiteraard vitaal dat hiervoor voldoende financiële middelen ter beschikking zijn. Net daarom is het van belang voor de overheid om het aspect kredietverlening nauwlettend in de gaten te houden wanneer nieuwe regulering voor de financiële sector wordt voorgesteld en in voege treedt. Volgens een studie van de KU Leuven uit 2012 zou de groei van het BBP in 2010 (+2,46%) bijna een half procent lager gelegen hebben - met andere woorden 2,00% bedragen hebben - indien de kredietverlening aan particulieren geen stijging zou gekend hebben. Het Financial Stability Review van de Nationale Bank van België van juni 2012 m.b.t. de hypothecaire kredietverlening verwijst naar het gezonde kredietklimaat in België maar roept wel op tot verdere waakzaamheid en tot aanscherping van de kredietverleningscriteria waar nodig. De Belgische financiële sector heeft enkele belangrijke troeven in handen als het aankomt op kredietverlening. Zo is de toegang tot krediet betaalbaar, zeker in vergelijking met andere landen. Zowel wat betreft krediet aan ondernemingen als het hypothecair krediet kan er in België relatief goedkoop ontleend worden. In vergelijking met Nederland bijvoorbeeld is het krediet hier significant goedkoper. De schuldgraad van de Belgische particulieren is bovendien laag. Binnen Europa neemt ons land de eerste plaats in. In 2010 bedroegen de financiële schulden van de gezinnen 54,2% van het BBP. In Denemarken bijvoorbeeld liep dat op tot 151,1%. Het Europese gemiddelde lag op 87,9%.
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11
11
Conclusie De kritiek dat er kredietschaarste is en dat banken hun kredietvoorwaarden alsmaar aanscherpen blijkt vooralsnog onterecht en komt niet in de cijfers naar voren. Deze tonen aan dat de banken hun rol blijven spelen en dat kredietverlening doorheen de jaren voor de meeste segmenten en in totaliteit steeds is toegenomen. Recent kan een vertraging aan de vraagzijde worden opgemerkt. Zowel in het aantal dossiers als in het totaal gevraagde bedrag zien we een daling. De huidige moeilijke economische omstandigheden en het beperkt ondernemersvertrouwen kan hier aan de basis liggen. De financiële sector wil echter zijn rol als motor van de economie ten volle blijven spelen. Voor gezonde kredietdossiers, met een realistische terugbetalingscapaciteit, zijn er nog steeds voldoende kredieten voorhanden. In het licht van nieuwe regelgeving, met onder meer Basel III, komt de sector de komende jaren voor nieuwe uitdagingen te staan. Een impact op de modaliteiten van de kredietverlening valt te verwachten. Het is echter in de eerste plaats aan de financiële sector om hierop een afdoend antwoord te bieden zodat ook in de toekomst de sector haar rol kan blijven spelen ter ondersteuning van de reële economie.
Belgische Federatie van de financiële sector Aarlenstraat 82 - 1040 Brussel | http://www.febelfin.be T + 32 2 507 68 11 | F + 32 2 888 68 11