van Experiment naar Beroepservaring
GESLAAGDE START-UP VOOR JONGE ONTWERPERS
.
Evaluatie Het Experiment en De Beroepservaring 2003-2014
architectuur stedenbouwkunde landschapsarchitectuur interieurarchitectuur
Inhoud Voorwoord door Frits van Dongen, Rijksbouwmeester4 Samenvatting6 Inleiding en vraagstelling
7
Resultaten11 1. Populatie
12
2. Opleiding
14
3. Werkverband
16
4. Functie verschuiving van de ontwerpers
18
5. Functie verschuiving van de zelfstandigen
20
6. Overige statistieken
22
7. Aantal leveranciers van deelnemers en mentoren
24
Reflectie van de onderzoeker
26
Verantwoording bronnen27
Auteur: Dennis Wasch Opdrachtgever: Guus Enning Atelier Rijksbouwmeester
Mei 2014
3
Voorwoord De conclusies uit dit onderzoek zijn opmerkelijk. Maar liefst 95% van deelnemers aan Het Experiment en De Beroepservaring werkt nog steeds in de architectenbranche. Dat dat percentage zo hoog is had ik in deze crisisperiode absoluut niet verwacht. Al degenen die afgelopen jaren aan Het Experiment en De Beroepservaring hebben gewerkt verdienen dan ook een groot compliment, evenals alle deelnemers uiteraard. Piloten in opleiding moeten vlieguren maken, chirurgen moeten tijdens hun coschappen voldoende operaties ervaren om hun vak te leren. En studenten geneeskunde lopen al tijdens het eerste studiejaar stage bij een zorginstelling. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor ons vak. Wie geen kennis heeft gemaakt met de cultuur van de bouwplaats en ook nog nooit op een architectenbureau heeft gewerkt, heeft een achterstand. Dat er in de opleidingen aandacht is voor de beroepspraktijk spreekt voor mij voor zichzelf. In de tijd dat ik studeerde waren er nog vier verplichte stages in de studie opgenomen. De eerste stage bestond uit zes weken op de bouw plaats, daarna volgde een stage van zes weken bij de opzichter en daarna nog twee stages van drie maanden bij twee architecten bureaus. Eind jaren ‘90 verdween de verplichte stage uit de curricula van de TU’s. Maar de betekenis ervan als een eerste, korte kennismaking met het vak is er niet minder relevant om geworden, in tegendeel. De maatschappelijke condities zijn drastisch veranderd en zij leiden tot nieuwe opgaven. Herbestemming, duurzaamheid, kleinschalig heid worden belangrijke ingrediënten van het werk van de ontwerpers en zij vergen ook een aantal andere competenties van ontwerpers dan die bij de grote bouwstromen in de achter ons liggende jaren noodzakelijk waren. Het gaat nu meer dan voorheen om competenties zoals ondernemerschap, het vermogen direct te kunnen communiceren met gebruikers, bewoners en allerlei instanties, kennis en inzicht van de uitvoerende praktijk. Deze competenties vormen de rode draad in het curriculum van Het Experiment en De Beroepservaring. Zij zijn een aanvulling op de curricula van de reguliere opleidingen waarin het ontwerpen centraal staat. Natuurlijk vallen de positieve uitkomsten van dit onderzoek vooral te verklaren uit het talent en de motivatie van de individuele deelnemers. Maar de kennis en vaardigheden die de deelnemers gedurende twee jaar hebben opgedaan via de begelei ding door mentoren en het aanvullende programma zijn zeker een factor van betekenis geweest en hebben eraan bijgedragen dat het overgrote deel nog steeds in het vak werkzaam is. Toch wil ik twee kanttekeningen maken. Bij de 233 deelnemers aan Het Experiment en De Beroepservaring hebben we kennelijk te maken met een groep van getalenteerde en gedreven ontwerpers. Het gaat om een groep van bescheiden omvang want er zijn veel meer ontwerpers afgestudeerd. Wat is er gebeurd met degenen die niet hebben deelgenomen? In de afgelopen zeven jaar hebben de architectuur- en stedenbouw-opleidingen gemiddeld meer dan 550 ontwerpers per jaar afgeleverd. Hoe hebben zij hun weg gevonden en werken zij nog als ontwerper? Het zou behulpzaam zijn als de opleidingen een alumnibeleid voeren zodat zij een terugkoppeling krijgen over hun programma’s.
4
De tweede kanttekening gaat over de financiering van de beroepservaringperiode. Tot nu toe hebben de deelnemers, de bureaus en een aantal subsidiënten de financiering voor hun rekening genomen en dat kon ook omdat we een aantal gouden jaren achter de rug hebben. Maar we zitten nu in totaal andere situatie. Ten eerste omdat de beroepservaring niet meer een vrijwillig traject is maar in 2015 verplicht wordt om ingeschreven te kunnen worden in het Architectenregister. En ten tweede zijn de salarissen voor jonge ontwerpers als gevolg van de economische crisis zo sterk gedaald dat de meesten de kosten voor de beroepservaringperiode niet zullen kunnen opbrengen. Daarom zou de beroepsgroep hiervoor als geheel een verantwoordelijkheid moeten nemen. Het wordt tijd dat wij daarover als beroepsgroep nu eens flink het debat aangaan. Voor de jonge generatie en daarmee voor het behoud van ons vak en de hoge kwaliteitsstandaard die wij in onze Nederlandse traditie hebben weten te bereiken. Laat deze voor de toekomst niet verloren gaan.
Frits van Dongen Rijksbouwmeester
5
Samenvatting In 2011 is de nieuwe Wet op de Architectentitel in werking getreden. Beroepservaring wordt verplicht vanaf 2015. Jaren van debat over de relatie tussen opleiding en praktijk gingen daaraan vooraf. Opeenvolgende Rijksbouwmeesters vonden dat een introductie in de praktijk noodzakelijk is. Zo startte in 2003 Het Experiment I, daarna volgden Het Experiment 2 en 3, ook voor architecten. Aan De Beroepservaring SLA deden naast architecten ook stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten mee. In de periode 2012 - 2014 werd De Beroepservaring ASLI aangeboden: een geïntegreerd programma voor architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten en interieurarchitecten. Bij Atelier Rijksbouwmeester bestond de behoefte om meer te weten over het loopbaanverloop van de deelnemers. Dit rapport geeft een beeld van de in totaal 233 jonge ontwerpers die in de periode 2003-2014 aan de vijf trajecten hebben deelgenomen. Het rapport is een weergave van de status quo van de alumni in april 2014. Welke zijn de belangrijkste conclusies: • Van de deelnemers komt 86% van de Nederlandse universiteiten (TUD, TUE en WUR). • Het overgrote deel van de deelnemers van Het Experiment 1, 2 en 3 werkte in loondienst (bijna 90%). Een klein deel begon als zelfstandige. Na 11 jaar Experiment en De Beroepservaring werkt 64% in loondienst. Bijna een derde is zelfstandig, waarvan 25% zelfstandig zonder personeel (ZZP) en 6% heeft een bureau met tenminste 1 werknemer in loondienst. 5% werkt in het vastgoed, of is naar een andere sector overgestapt, en 0,4% is werkloos. • Opmerkelijk is dat na ruim 10 jaar Het Experiment en de Beroepservaring nog zo’n 95 % werk heeft in de architectuursector. • Van de deelnemers werkt nu nog ruim 53% bij hetzelfde bureau als ten tijde van deelname aan het beroepservaringstraject. • Van de Nederlandse alumni zijn er 7 naar het buitenland gegaan, waarvan 3 naar buiten Europa (Dubai, Vietnam en de VS). • De vijf belangrijkste leveranciers van deelnemers en mentoren zijn: Benthem Crouwel Architekten, Atelier PRO, Octatube, de Architekten Cie en Geurst & Schulze.
6
Inleiding en vraagstelling In 2011 is de nieuwe Wet op de Architectentitel in werking getreden. Beroepservaring wordt verplicht vanaf 2015. Jaren van debat over de relatie tussen opleiding en praktijk gingen daaraan vooraf. Opeenvolgende Rijksbouwmeesters vonden dat een introductie in de praktijk noodzakelijk is. Ook de beroepsorganisaties en de verantwoordelijke ministeries steunden het initiatief. Zo startte voormalig Rijksbouwmeester Jo Coenen vanuit Atelier Rijksbouwmeester in 2003 Het Experiment I (2003-2005). In 2005 werd de Stichting Beroepservaring Jonge Architecten en Stedenbouwkundigen opgericht en volgden Het Experiment 2 (2006-2008) en Het Experiment 3 (2008-2010), beide voor architecten. Aan De Beroepservaring SLA (2010-2012) deden naast architecten ook stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten mee. In 2012 werd De Beroepservaring ASLI (2012-2014) georganiseerd: een geïntegreerd programma voor architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten en interieurarchitecten. Bij Atelier Rijksbouwmeester bestond de behoefte om meer te weten over het loopbaanverloop van de deelnemers. In opdracht van het Atelier heeft Dennis Wasch onderzocht hoe de loopbanen van de deelnemers van Experiment 1, 2 en 3, Beroepservaring SLA en Beroepservaring ASLI zijn verlopen en of zij nog steeds als ontwerper werkzaam zijn. De volgende onderzoeksvragen zijn gesteld: • Bij welk bureau of dienst was de alumnus werkzaam tijdens deelname aan het traject? • Bij welk bureau of dienst is de alumnus op dit moment (april 2014) werkzaam en in welke functie? • Werkt de alumnus als zelfstandige? Zonder of met personeel? En zo ja, hoeveel mensen heeft hij / zij in dienst? • Werkt de alumnus in Nederland of buiten Nederland en zo ja, waar? • Wanneer de deelnemer niet meer werkzaam is op het gebied van de architectuur , in welke sector is de alumnus nu werkzaam? • Wat is het aantal deelnemers en mentoren dat de bureaus hebben geleverd die hebben deelgenomen aan het traject? • Wat is de verhouding van M/V, leeftijd, scholing van de onderzoeksgroep?
7
2003-2005: Het Experiment 1
2006-2008: Het Experiment 2
8
2008-2010: Het Experiment 3
Voormalig Minister van VROM, Jacqueline Cramer, ontvangt in januari 2010 het boek “ Van Experiment naar Beroepservaringperiode”
9
2010-2012: De Beroepservaring SLA
2012-2014: De Beroepservaring ASLI
10
RESULTATEN
11
1. Populatie
De onderzochte populatie bestaat uit 233 ontwerpers. De trajecten Experiment 1, 2 en 3 bestonden uit enkel architecten. De ronde Beroepservaring SLA had naast 25 architecten ook 17 landschapsarchitecten en 16 steden bouwers. In het traject Beroepservaring ASLI waren er 18 architecten, 7 land schapsarchitecten, 4 interieur architecten en 2 stedenbouwers. Experiment 3 was de grootste ronde waarbij er voor gekozen is om de groep te delen in noord en zuid. Beide groepen hadden hun eigen projectteam en bijeenkomsten.
Trajecten Experiment 1: 2003 - 2005 37 Experiment 2: 2006 - 2008 40 Experiment 3: (Noord 45 / Zuid 22): 2008 - 2010 67 Beroepservaring SLA: 2010 - 2012 58 Beroepservaring ASLI: 2012 - 2014 31 Totaal233
Leeftijd 2014 ouder dan 40 jaar 4 tussen de 40 en 35 jaar 77 tussen de 35 en 30 jaar 72 tussen de 30 en 25 jaar 73 onbekend7 Totaal233
12
Trajecten (totaal 233 deelnemers)
Experiment 1: 2003 - 2005 Beroepservaring ASLI: 2012 - 2014 Experiment 2: 2006 - 2008 Beroepservaring SLA: 2010 - 2012 Experiment 3: (Noord 45 / Zuid 22): 2008 - 2010
Leeftijd 2014
ouder dan 40 jaar
onbekend
tussen de 30 en 25 jaar
tussen de 35 en 30 jaar
tussen de 40 en 35 jaar
13
TU Delft Overig (onbekend 3 en 3 HBO) Academies Wageningen University and Research Centre Buitenlandse opleiding (waarvan 8 Du) TU Eindhoven
86% van de populatie komt van Nederlandse universiteiten
14
2. Opleiding
Van de populatie komt 79% van de TU Delft en TU Eindhoven. Met de komst van landschapsarchitectuur is ook Wageningen University and Research Centre (WUR) vertegenwoordigd (7%). Als we de WUR bij de twee andere universiteiten TUD en TUE voegen dan komt 86% van de Nederlandse universiteiten. Van de deelnemers met een TU-opleiding hebben 18 deelnemers een Hogere Technische School (HTS) achtergrond.
Opleiding verdeling TU Delft TU Eindhoven Buitenlandse opleiding (waarvan 8 Du) Wageningen University and Research Centre Academies Overig (onbekend 3 en 3 HBO) Totaal
134 57,5% 51 21,9% 16 6,9% 17 7,3% 93,9% 6 2,6% 233100,0%
15
3.
Werkverband
Bij Het Experiment 1, 2 en 3 werkt het overgrote deel in loondienst bij een bureau of dienst. Een klein deel begint als zelfstandige. Na 11 jaar Experiment en De Beroepservaring is bijna een derde zelfstandig, 24,5% is zelfstandig zonder personeel (ZZP) en 6% heeft een bureau met tenminste 1 werknemer in loon dienst. 2,5% werkt in het vastgoed. Slechts 0,4% is werkloos. Slechts 6 deelnemers zijn uit de sector architec tuur en vastgoed gestapt en werken in de zorg, retail of zijn beta docent op een middelbare school of zijn huismoeder. Opmerkelijk is dat op dit moment nog steeds 95% in de architectuursector betaald werk heeft. Dat percentage is erg hoog in het licht van de recente ontwikkelingen in de architectuur branche.
Werkverband tijdens deelname
Loondienst 20488% ZZP 1) 2912%% Totaal 233 1) ZZP: zelfstandig architect /ondernemer zonder personeel
Werkverband maart 2014 Loondienst ZZP Eigen bureau Vastgoed Andere sector (Docenten, zorg en retail) Werkloos Totaal
15064,2% 5724,5% 14 6,0% 62,5% 6 2,5% 10,4% 233100,0%
Verhouding sectoren maart 2014
Architectuur 221 94,8% Vastgoed 62,6% Andere sector 6 2,6% Werkloos 10,4% Totaal 233100,0%
Vastgoed Bedrijf Functie Kontek Account manager Balance - Advies, Projecten, Interim Assistant projectleider Woonconcept Beleidsadviseur VolkerInfra EMVI Redacteur (tender) Rijnhart Wonen Projectmanager Groot Molenbeek Advies Werknemer
16
na 11 jaar Experiment en De Beroeps ervaring heeft 95% op dit moment nog steeds betaald werk in de architectuur
17
ZZP Architecten Stedenbouwkundigen Landschapsarchitecten
De 204 ontwerpers zijn nu: Ontwerper Werkloos Andere sectoren Vastgoed Overig (o.a. Bouw kundig ontwerpers) Directie ZZP Ontwerper Senior ontwerper
18
4.
Functie verschuiving van de ontwerpers Van de 233 ontwerpers werken aan het begin van het traject 204 ontwerpers in loondienst. Dat zijn 167 architecten, 21 landschapsarchitecten en 17 stedenbou wers. Alle interieurarchitecten zijn ZZP’ers.
Overzicht ontwerpers in loondienst aan het begin van het traject. Nb. De ZZP’ers die startten met het traject waren 18 architecten, 3 landschapsarchitecten, 1 stedenbouwer en 4 interieurarchitecten. De personen met een eigen bureau waren alle architecten.
Architecten Landschapsarchitecten Stedenbouwkundigen sub totaal ontwerpers
16671% 219% 177% 204
ZZP 2912% Totaal 233
Nu, in april 2014, werken van deze 204 ontwerpers in loondienst nog ruim de helft (68,6%) in loondienst bij een archi tectenbureau. 9% heeft inmiddels een formele seniorfunctie. We kunnen ervan uitgaan dat van de 59,3% ontwerpers er veel senior ontwerpers tussen zitten. Dit komt omdat veel ontwerpbureaus geen hiërarchische titels gebruiken. Je start als - en blijft altijd - architect. Daarboven zit het management.
De 204 ontwerpers zijn nu: Ontwerper Senior ontwerper ZZP Ontwerper Directie Overig (o.a. Bouwkundig ontwerpers) Vastgoed Andere sectoren Werkloos Totaal
12159,3% 19 9,3% 40 19,6% 52,5% 6 2,9% 62,9% 6 2,9% 10,4% 204100,0%
19
5.
Functie verschuiving van de zelfstandigen Van de 233 ontwerpers werken aan het begin van het traject 29 zelfstandigen. Van de 29 ZZP’ers zijn dat 21 architecten, 4 interieurarchitecten, 3 landschapsarchitecten en 1 stedenbouwkundige.
Overzicht zelfstandigen aan het begin van het traject Ontwerper (in loondienst) 204 ZZP29 Totaal233
Nu, in april 2014, werken van deze 29 zelfstandigen 17 als ZZP ontwerper. 10% is weer terug gegaan in loondienst bij een bureau of dienst. Inmiddels hebben 9 alumni een eigen bureau met personeel. Van de ZZP’ers werken veel alumni samen in 1 bureau. Wanneer 2 alumni samen een bureau hebben zonder personeel dan zijn ze beide genoteerd als ZZP’er.
ZZP Ontwerper 17 Directie (meer dan 10 personeel) 5 Directie (minder dan 10 personeel) 4 Ontwerper in loondienst 3 Totaal29
De bureaus met personeel zijn: • Harald Schout architectuur • GAJ architecten • Aerde Borgert Architecten • Posad Spatial Strategies • Plein 06 • Studio Schaeffer Architecten.
20
begin van het traject
Ontwerper (in loondienst) ZZP
Nu, april 2014
ZZP Ontwerper Ontwerper in loondienst Directie (minder dan 10 personeel) Directie (meer dan 10 personeel)
21
3 van de 233 Nederlandse alumni werken buiten Europa (Dubai, Vietnam en de VS)
22
6. Overige statistieken
Van de 233 deelnemers werken na 11 jaar Experiment en De Beroepservaring nog meer dan de helft (53%) bij het zelfde bureau of dienst. Als je enkel kijkt naar de eerste ronde Experiment (2003 – 2005) dan is dat 47%.
Van de 233 deden 15 buitenlanders mee. Daarvan waren 8 Duits. In 2014 waren van deze 15 buitenlanders bijna de helft weer terug naar het land van herkomst. Zo ver dat te achter halen was, werken zij allen in de architectuur.
Van de Nederlandse alumni zijn er 7 naar het buitenland gegaan om te werken. 4 binnen Europa, 3 buiten Europa: Dubai, Vietnam en de VS.
Verandering van bureau Bij zelfde bureau gebleven 124 53% Bij ander bureau gaan werken 10947% 233 Nationaliteit populatie Nederlandse218 Binnen EU 15 Buiten EU 0 233 Land van herkomst en het aantal dat terug is gegaan Duitsland 85 Denemarken 20 Frankrijk 10 Italie (naar Duitsland) 1 1 Polen 10 Portugal 10 Spanje 11 Totaal 157 Nederlandse architecten in het buitenland Nickie van de Ven 1 (Exp 2) werkt in België Mireia Luna Alcaina 1 (Exp 2) werkt in Dubai Marijn Bokhorst 1 (Exp 1) werkt in Rusland Robert Gabriël 1 (Exp. 2) werkt in de VS Rolf van Valkenburg 1 (Exp. 1) werkt in Vietnam Katja Hogenboom 1 (Exp. 2) werkt in Zweden Danny Bovens 1 (Exp. 1) werkt in Zwitserland
Functie Architect bij Bose Corporation (retail) Architect bij onbekend bureau Architect bij Blank Architects Architect, ZZP Design director (vastgoed leisure & hotels) PHD aan de Umea School of Architecture Architect bij Calatrava
Totaal 7
23
7.
Aantal leveranciers van deelnemers en mentoren De laatste elf jaar hebben Benthem en Crouwel en Atelier Pro de meeste deel nemers geleverd en vrijwel constant over vijf trajecten. Sinds 2010 doen de stedenbouwkundigen en de landschaps architecten ook mee. De gemeenten zijn hierdoor een belangrijke leverancier geworden van deelnemers (D) en mentoren (M).
Bureau
Stad
D M Lichtingen
Benthem en Crouwel Architekten Gemeenten en Atelier Rijksbouwmeester Atelier PRO Octatube De Architecten Cie Geurts & Schulze LIAG 19 het Atelier Bakers Architecten Broekbakema Döll MVSA Meyer en Van Schooten Architecten Jo Coenen Tarra Van Herk & De Klein H+N+S Feddes Olthof DOK IAA Architecten Tarra Bierman Henket Architecten Rudy Uytenhaak Hans van Heeswijk Quist Wintermans EGM Mecanoo Arcadis
Amsterdam oa. A’dam & R’dam Den Haag Delft Amsterdam Den Haag Den Haag Zwolle Utrecht Rotterdam Rotterdam Amsterdam Amsterdam Den Bosch Amsterdam Utrecht Amersfoort Amsterdam A’dam & Ensch Den Bosch Esch Amsterdam Amsterdam Rotterdam Dordrecht Delft Amersfoort
15 12 11 6 5 6 5 4 4 4 4 4 3 3 3 3 2 3 3 3 2 2 2 2 2 1 1
A SLA A A A A A A A A A A A A A L L A A A A A A A A A A
6 8 3 2 5 1 3 1 1 2 1 2 3 1 2 2 1 1 1 1 2 2 2 1 2 1 1
Exp. 1, 2, 3 en BEP 10/12 en BEP 12/14 Exp. 3, BEP 10/12 en BEP 12/14 Exp. 1, 2 en 3 Exp. 2 en 3 en BEP 10/12 en BEP 12/14 Exp. 2, 3 en BEP 12/14 Exp. 1, 2, 3 en BEP 12/14 Exp. 2 en 3 Exp. 1 en 3 Exp. 1, 2 en 3 Exp. 1, 2 en BEP 10/12 en BEP 12/14 Exp. 1, 2 en 3 Exp. 2 en BEP 10/12 en BEP 12/14 Exp. 1 Exp. 1 en 3 Exp. 1 en 3 BEP 10/12 en BEP 12/14 BEP 10/12 Exp. 3 BEP 10/12 en BEP 12/14 Exp. 1 en 3 Exp. 3 en BEP 10/12 Exp. 3 Exp. 3 Exp. 1 en BEP 12/14 Exp. 2 en 3 Exp. 1 Exp. 3
24
Reflectie van de onderzoeker Het onderzoek geeft een beeld van de status quo van alumni. Uit de persoonlijke contacten en gesprekken van de onderzoeker is gebleken dat de deelnemers aan het traject Het Experiment en de Beroepservaring boven gemiddeld gemotiveerde en getalenteerde architecten (en stedenbouwers, landschapsarchitecten en interieurarchitecten) zijn. Zij hebben zich gecommitteerd om mee te doen aan een tweejarig traject na hun studie. Niet zelden hebben zij dat deels zelf gefinancierd. De alumni zijn ook boven gemiddeld getalenteerd omdat de directie van het bureau de potentie erkende van deze ontwerpers en goedkeuring heeft gegeven voor deelname aan het traject, vaak geheel of deels gefinancierd door het bureau. Het is niet mogelijk om te stellen dat deelname aan het traject de kansen op de arbeidsmarkt verzekerd. Er is geen nulmeting gehouden met een populatie ontwerpers met dezelfde talenten en motivatie die niet het programma heeft doorlopen. Echter, het feit dat 95% van de populatie nog steeds werkzaam is in de sector geeft wel aan dat deelname aan het traject op zijn minst de kansen op de arbeidsmarkt versterkt en een netwerk geeft van getalenteerde en gemotiveerde ontwerpers.
25
Verantwoording bronnen De volgende onderzoeksmethoden en bronnen zijn gebruikt: • Gegevens van het Experiment 1, 2, 3 en Beroepservaring SLA en Beroepservaring ASLI in het bezit van Stichting BEJAS en Stichting PAO in Delft. • E-mail en telefoongesprekken met deelnemers en bureaus. • Onderzoek op internet met behulp van sociale media, zoals Linked-In.
Dennis Wasch is in 2009 als architect afgestudeerd aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Hij was van 2009 tot 2014 projectmanager voor Het Experiment en De Beroepservaring bij het Atelier Rijksbouwmeester en de Stichting Beroepservaring Jonge Architecten en Stedenbouwkundigen. Nu is hij werkzaam als consultant bij Voluyt Interim & Consultancy in Amsterdam.
Guus Enning is adviseur Onderwijs en Regelgeving bij het Atelier Rijksbouwmeester. Sedert 2003 is bij betrokken bij Het Experiment en De Beroepservaring. Tot 2013 was hij zakelijk coördinator.
26
.
Evaluatie Het Experiment en De Beroepservaring 2003-2014