Geschied- en Heemkundige Kring vzw PEPIJN@LANDEN Secretariaat/Documentatiecentrum: Bezoekerscentrum Rufferdinge – Molenberg 4 – 3400 Landen Tel. 011 88 34 68 – Fax 011 83 27 62 –
[email protected] – www.ghklanden.be – BE10 0010 3670 7304
DE GROOTE OORLOG IN GROTE LIJNEN Tentoonstelling Bezoekerscentrum Rufferdinge sept-okt 215 VRAGENLIJST SECUNDAIR ONDERWIJS
PANEEL 1 INLEIDING. 1. Waar en wanneer werd het startschot gegeven voor de Eerste Wereldoorlog? 2. Het internationaal symbool van de Eerste Wereldoorlog is een …… ………………… PANEEL 2 EUROPA EEN KRUITVAT 3. Wie vermoordde en wie werd vermoord?
4. Na verloop van tijd ontstonden bondgenootschappen tussen de landen. Noem de landen van de Triple Entente en van de Triple Alliantie, aan de hand van de kaart op het paneel. Triple Entente:
Triple Alliantie:
5. Wat was het plan van de Duitse stafchef Alfred von Schlieffen?
PANEEL 3 ’T IS OORLOG. 6. Wat eisten de Duitsers van België? Wat was het antwoord van onze koning? Wie was onze koning?
7. Wat is een manifestatie? (foto boven)
8. Wat is mobilisatie?(foto beneden)
PANEEL 4 DE BEWEGINGSOORLOG IN BELGIË 1914. 9. Op dit paneel worden verschillende Belgische steden vermeld die zwaar werden getroffen in de beginperiode. Noem ze op. 1. 2. 3. 4. 10. Kies één foto uit. Beeld je in dat je oorlogsjournalist bent. Schrijf een kort verslag bij de foto.
PANEEL 5 4AUGUSTUS -31 OKTOBER 1914. 11. Beeld je in dat je op de vlucht bent. Schrijf hierover een stukje in je ‘oorlogsdagboek’.
12. Hoe heet het gevecht rond Halen? 13. Wie was Antoine Fonck? 14. Luik was de eerste stad die door een …………………………….(vul in) gebombardeerd werd.
PANEEL 6 1914 DE IJZERSLAG. 15. Op een foto zie je Duitse soldaten. Wat is er typisch aan hun helm? 16. Het laatste stukje België hield stand door een ingenieus plan. Leg uit.
PANEEL 7 HET LEVEN IN DE LOOPGRAVEN. 17. Het had een korte oorlog moeten zijn. Maar eind 1914 zit het front muurvast. Er volgen voor de soldaten vier jaar oorlog in loopgraven. Beschrijf de problemen in deze loopgraven.
18. Wat krijgen de soldaten te eten?
PANEEL 8 BEZET BELGIË. 19. Welke kuststad werd de officieuze hoofdplaats van het onbezette België? 20. België werd tijdens de bezetting door het Duitse bewind in drie gebieden verdeeld. Welke? 1. 2. 3. 21. Wat is een Passierschein? Van wie is de afgebeelde Passierschein? Van waar tot waar mag deze persoon reizen?
PANEEL 9 POOR LITTLE BELGIUM. 22. Leg met je eigen woorden uit wat er op dit paneel te zien is.
PANEEL 10 TECHNOLOGISCHE VOORUITGANG. 23. Door welke technologische ontwikkelingen probeerde men een doorbraak te forceren? 1. 2. 3. 4.
PANEEL 11 VERPLICHTE TEWERKSTELLING. 24. Duitsland had zelf werkkrachten tekort. Vanaf 1916 werden Belgen verplicht in Duitsland te gaan werken. Hoeveel Belgen werden gedeporteerd naar Duitsland en hoeveel daarvan kwamen om?
25. Als men weigerde om voor de Duitsers te werken kwam men terecht in het strafkamp van ………………… (vul in) PANEEL 12: ACTIVISME EN VERZET. 26. De foto boven is genomen aan (vul in)………………………………………………… 27. Je vindt op dit paneel twee belangrijke personen uit het verzet. Noem ze. 1. 2.
PANEEL 13 DE LAATSTE OFFENSIEVEN IN 1918. 28. De Duitsers hadden meer soldaten toen het Oostfront was weggevallen. Zij probeerden verschillende aanvallen. Hoeveel offensieven lees je op de kaart? ………………..
29. Vul in: Het grootste Duits bombardement noemde……………………………………………….en had plaats op………………………………………………. De geallieerden kregen hulp van…………………………………………
PANEEL 14 DE WAPENSTILSTAND. 29. Waar en wanneer werd de wapenstilstand getekend?
PANEEL 15 HET VERDRAG VAN VERSAILLES. 30. Na de oorlog volgden vredesonderhandelingen, echter zonder aanwezigheid van de Duitsers. Men maakte afspraken over het grondgebieden zonder hen. Dit verdrag heet:
Je ziet 4 vlaggen van de ‘winnende’ landen. Herken de vlaggen van links naar rechts: 1. 2. 3. 4. 31. Vergelijk beide kaarten onderaan. Noem drie landen die grondgebied bijkregen. 1. 2. 3. Noem drie nieuwe landen. 1. 2. 3.
PANEEL 16 HEROPBOUW EN HERDENKING. 32. De eerste wereldoorlog eiste naar schatting (vul in)…………………………………….slachtoffers. 33. Hoeveel Belgische soldaten sneuvelden? 34. Je ziet een foto van de Menenpoort in Ieper. Wat staat er op deze poort?
35. Nog steeds worden verdwaalde bommen gevonden. Hoe heet de dienst die zorgt voor ontmijning van deze bommen?