E-
BRIEF
Brugs Ommeland KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE vzw
Jaargang 2009-2011 Verantwoordelijke Chris Weymeis Jaargang 2012 Verantwoordelijke Chris Weymeis en Yvette Kemel
E-
BRIEF
Jaargang 2009-2011
Brugs Ommeland vzw - KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE
Verantwoordelijke Chris Weymeis www.geschiedenisbrugge.be
[email protected]
E-BRIEF
NUMMER 1 ● 1 DECEMBER 2009
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] EEN BEGIN… Dat onze heemkundige kring al optimaal gebruik maakt van de hedendaagse communicatiemiddelen bewijst onze website www.heemkundebrugge.be. Die kan rekenen op heel wat belangstelling. Maar er is natuurlijk meer. Vaak zijn er berichtjes die geen plaats vinden in onze Heemkundige Mededelingen wegens plaatsgebrek of omdat de informatie ons te laat bereikt. Daarom deze E-brief. Het is een begin en dus vatbaar voor commentaar. We rekenen op uw reacties om de E-brief nog te verbeteren! ACTIVITEITEN Wandelen in en om Hoeke Op woensdag 2 december wandelen we onder leiding van Chris Weymeis in en om Hoeke. We vertrekken om 14 uur aan de brug over de Damse Vaart in Hoeke. Voor deze activiteit moet niet worden ingeschreven. Het middeleeuwse havenstadje Hoeke is grotendeels verdwenen. Zo lijkt het toch, maar de waarheid is anders wat onder andere een bezoek aan een privémuseum zal aantonen. Daarnaast is ook het landschap rond het dorpje met zijn circa 150 inwoners meer dan de moeite waard. En dan is er nog het historisch waardevolle kerkje toegewijd aan Sint-Antonius met zijn varkentje! BRUGS UURTJE Op zondag 13 december om 11 uur ontvangt Nico Blontrock Heman Cogghe in het Brugs Uurtje. Dat vindt traditiegetrouw plaats in het Oud-Handbogenhof, Baliestraat 6 in Brugge. Deze activiteit is gratis voor onze leden. Praatvaar Herman Cogghe zal het onder andere hebben over het leven in de Moerkerkestraat waar zijn moeder ooit... een skelet vond. Ook het Sint-Annakwartier komt aan bod, net als het petrolkot in de Vestingstraat. Herman legt uit waarom zijn vader negen maanden van de aardbol verdween, welke link hij heeft met het kermisleven en welk onverwacht werk hij ooit uitvoerde voor de Witte Brigade in de haven van Brugge. GENOTEERD Brugs vaandel van de Liberale Harmonie in Liberaal Archief Onze woordenschat bevestigt dat we een muzikaal volk zijn. We spelen de eerste viool, we hebben veel noten op onze zang, we raken een gevoelige snaar, we blazen hoog van de toren, we lopen voor de muziek uit, we steken de loftrompet, we roeren de trommel. De geschiedenis van Vlaanderen is ook een geschiedenis van fanfares en koren. Vaak hadden die een kleurtje, geel, rood of blauw. De
naam gaf niet altijd uitsluitsel, want veel muzikanten droegen Sint-Cecilia hoog in het vaandel, los van alle ideologische beschouwingen. In de loop der jaren verzamelde het Liberaal Archief heel wat documentatie over liberale muziekverengingen. Ons lijstje telt momenteel een veertigtal namen van maatschappijen, van de Koninklijke Liberale Harmonie De Vrede van Aartselaar tot Les Bons Vivants van Wetteren. Ook het archief van de Federatie der Liberale Muziekverenigingen (Felim) vond bij ons een onderkomen. Omdat fanfares en koren geregeld in het publiek optreden, hechten ze steeds veel belang aan het bezit van een mooie vlag. Het Liberaal Archief kon al een kleine collectie samenbrengen. Een van die vaandels betreft de Liberale Harmonie uit Brugge. KORT GENOTEERD ● Op elke eerste zaterdag van de maand (eerstvolgende: zaterdag 5 december en 2 januari) zet het Abdijmuseum Ten Duinen traditioneel zijn deuren wagenwijd open. Gratis toegang voor iedereen van 14 tot 18 uur. Je vindt het museum aan de Koninklijke Prinslaan 6-8 in Koksijde. Info: 058-53.39.50,
[email protected] en www.tenduinen.be. TENTOONSTELLINGEN Tentoonstelling 125 jaar Sint-Elooiskerk in Kortrijk Naar aanleiding van de 125ste verjaardag van de kerkwijding van de Sint-Elooiskerk aan de Overleiestraat in Kortrijk vindt van zondag 29 november tot zondag 20 december in de kerk een tentoonstelling plaats. Aan de hand van documenten, foto's en tekeningen wordt een beeld geschetst van de oorsprong van de Sint-Elooiskerk en van de wijzigingen die in de voorbije decennia aan het gebouw zijn aangebracht. Ook de kunstschatten in de kerk worden historisch geduid. De tentoonstelling kan worden bezocht tijdens de openingsuren van de kerk: maandag tot zaterdag van 8 tot 11 uur (behalve tijdens kerkdiensten), op zondag voor en na de mis van 9.45 uur en van 17 uur. Info: www.sintamandus.be/sintelooi/jubileum.htm Streuvels: ereburger, wereldburger Eind december 1959 zei Stijn Streuvels zich gelukkig te achten “van halve Kortrijkzaan een gehele Kortrijkzaan te zijn geworden”, omdat hij het ereburgerschap uitgereikt kreeg. Van zijn zéér talrijke artistieke vrienden in Kortrijk kreeg hij respect, aanmoediging, inspiratie en soms ook opdrachten. Zij introduceerden hem bij bekende schilders en maakten graag verre cultuurreizen in zijn gezelschap. Op zijn beurt waardeerde hij hun vriendschap en hun drang naar authenticiteit en vernieuwing: “Het mag wel wonderlijk heeten, in eene kleine provinciestad gelijk Kortrijk, tegen alle heerschende mode in, bij enkele mannen een drang naar echte kunst te zien ontstaan, een worstelen tegen stroom op.” En in die tegenstroom speelde Streuvels een belangrijke rol. Dit wordt herdacht op een colloquium op 9 december 2009 om 15 uur in het Erfgoedhuis in Kortrijk. Van 9 tot 19 december is er in datzelfde Erfgoedhuis een tentoonstelling. Info: www.streuvels.be.
PAS VERSCHENEN ● Jaarboek Ambacht Maldegem Bij de Heemkundige Kring Ambacht Maldegem verschijnt op 12 december het 15de jaarboek. Het is opnieuw een stevige kanjer van ca. 350 pagina’s en met ruim 250 illustraties. Uit de inhoud noteren we volgende artikels: De Eerste Wereldoorlog 1914-1918 met bijzonderheden over de 95 gesneuvelden uit Adegem, Maldegem en Middelburg; Maldegem 1904-1929. De Vlaamse Aktie in die periode; Kunstenaar Pol Verheylezoon; Eeuwfeest parochie Donk 1983; “Route Impériale MaldegemBreskens”; Toneelgroep Idee 82 (1982-1992) en Kroniek. Info: secretaris Marc Martens, Schorreweg 15, 9992 Middelburg, 050-71.57.65. ● Meetjesland Werkt 7: De geschiedenis van de sigarennijverheid in het Meetjesland In Knesselare werd de zevende editie van de boekenreeks “Erfgoed Leef” van de Erfgoedcel Meetjesland gepresenteerd. Het boekje “Meetjesland Werkt” behandelt de geschiedenis van de sigarennijverheid in het Meetjesland aan de hand van herinneringen, verhalen, de sociale problematiek en nog veel meer. Er is bijzondere aandacht voor de Cogétama-fabriek in Knesselare. In het begin van de 19de eeuw ontstonden in het Meetjesland verschillende kleinschalige, maar bloeiende sigarenmakerijen. Toen in Knesselare in het midden van de jaren 1800 een sigarenfabriek werd opgericht, was dat een welkome bron van werkgelegenheid. Ze was groter van opzet dan de andere Meetjeslandse sigarenmakerijen en kon dus meer werkgelegenheid creëren. De sigarenfabriek deed het goed en kon na verloop van tijd enkele honderden inwoners van Knesselare een job geven. Zelfs in tijden van oorlog kon de fabriek overleven en kwam ze sterk terug. Na de jaren 1950 was er een terugval in de verkoop van sigaren. Fusies, natuurlijke afvloeiingen, acties en zelfs stakingen konden het tij niet doen keren. Cogétama in Knesselare moest dicht. De al eerder verschenen deeltjes zijn: 1 – “Meetjesland Krulbolt” en handelt over de typisch Meetjeslandse volkssport krulbollen; 2 – “Meetjesland Schrijft” zet negentiende-eeuwse Nederlandstalige schrijvers in de kijker; 3 – “Meetjesland Graaft” handelt over archeologie in het Meetjesland; 4 – “Meetjesland Verbeeldt Zand erover!?” vertelt het verhaal van de verdwenen wijk Zandeken; 5 – “Meetjesland Smaakt” handelt over typische Meetjeslandse recepten en eetgewoonten; 6 – “Meetjesland Koerst” leert de lezer alles over de wielersport in het Meetjesland: de kampioenen, de velodrooms, de stroatekoersn en de laatste kermiskoers. Elk nummer van “Meetjesland Werkt” kost 4 euro. Vanaf 1 januari 2010 betaalt men 5 euro. De boekjes kunnen online besteld worden via www.erfgoedcelmeetjesland.be en zijn te koop in onder andere Toerisme Maldegem, Marktstraat 38 in Maldegem. ● Jaarboek Abdijmuseum Het achtste jaarboek van het abdijmuseum in Koksijde is verschenen. Drie van de vier bijdragen hebben de Eerste Wereldoorlog als thema. In de inleiding wordt de tocht van het Duitse leger door België gevolgd. De nadruk ligt op het wedervaren van de trappisten- en cisterciënzerabdijen en sites in ons land. Eindpunt is de Westhoek. In een tweede bijdrage beschrijven de archivarissen van het
bisdom de oorlogsgebeurtenissen in de cisterciënzersites in Brugge: het Grootseminarie en de abdijscholen van Spermalie en Hemelsdale. Het hoofdartikel is van Hermien Vanbeveren uit Westvleteren. Zij behandelt de impact die de oorlog had op de trappistenabdij van Sint-Sixtus. Eind 1914 werd hun monastieke rust verstoord, eerst door vluchtelingen en nadien door zowel Franse, Britse als Belgische soldaten. In de kroniek staat een bijdrage van Ronald Van Belle over het verloren gegane 17de-eeuwse schrijn van de Zalige Idesbald. Het jaarboek wordt automatisch bezorgd aan de leden van de Familiares de Dunis, de Vrienden van het Abdijmuseum. Andere geïnteresseerden kunnen het tijdens de gewone openingsuren kopen aan de balie van het Abdijmuseum. Het jaarboek telt 124 pagina’s en kost 15 euro. Het kan worden besteld via
[email protected].
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 2 ● 1 JANUARI 2010
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected]
De Koninklijke Heemkundige Kring Maurits van Coppenolle en de vzw Brugs Ommeland wensen al hun leden en hun familie een gezond en vreugdevol 2010 GENOTEERD ● Beeldbank West-Vlaanderen aangevuld In de Beeldbank West-Vlaanderen zijn voortaan ook foto’s terug te vinden uit de collectie van de Provinciale Archiefdienst. De foto’s en prentkaarten zijn afkomstig uit administratieve dossiers of uit schenkingen. Dit beeldmateriaal is in het archief doorzoekbaar via Probat, het archief- en documentenbeheerprogramma van de archiefdienst. Om die beelden nog toegankelijker te maken, wordt een selectie getoond op de Beeldbank West-Vlaanderen Toen. Ook partners buiten het Provinciebestuur zorgen ervoor dat er geregeld nieuw materiaal te bewonderen is. De gemeente Beernem liet onlangs een honderdtal beelden online plaatsen. Die eerste reeks beelden werd aangeleverd en beschreven door Edelhart Matthys, voorzitter van de heemkundige kring Bos en Beverveld. Geregeld zullen nieuwe foto’s toegevoegd worden. De foto’s kunnen worden bekeken via www.beeldbankwest-vlaanderen.be ● Archiefdienst in Oostkamp De Gemeente Oostkamp heeft concrete plannen om het zogenaamde Coca-Colagebouw aan de Siemenslaan in te richten als administratief centrum. Ook het archief en de archiefdienst zouden daar ondergebracht worden. Hoe bereidt archivaris Marc Senesael zich daarop voor? “De verhuis biedt een uitgesproken gelegenheid om meteen een grote stap te zetten op de weg naar een klantvriendelijke en modern uitgeruste archiefdienst. Het kwam er dus op aan om het bestuur (en de architect) tijdig de nodige informatie te bezorgen over en aandacht te vragen voor de verwachtingen van de archiefdienst en – niet onbelangrijk – om die aandacht ook levendig te houden. In overleg met de Provinciale archiefconsulente heb ik een uitgebreide nota gemaakt waarin alle technische vereisten (omvang, inrichting, gebruikte materialen, klimaatregeling, …) en praktische wenken (toegankelijkheid, faciliteiten in bureaus en leeszaal, …) voor een goed archiefbeheer werden opgesomd. Deze nota werd tijdens een bespreking met de architect aan hem overhandigd en als leidraad gebruikt bij de opmaak van het ontwerp en heeft zeker een invloed gehad op de situering
van het archiefmagazijn in het nieuw centrum (vooral de gegevens omtrent de vereiste draagkracht van de vloer en de toegankelijkheid speelden een cruciale rol). Inmiddels is het ontwerp klaar en het ziet er – rekening houdend met de beperkte budgettaire mogelijkheden en de noodzakelijke keuzes die gemaakt moesten worden – helemaal niet slecht uit voor de archiefdienst. Het is nu zaak om het verder verloop goed en van nabij te volgen en indien nodig tijdig te reageren. Naast het aspect van de toekomstige huisvesting wordt werk gemaakt van het herverpakken van de talrijke archiefstukken die momenteel nog los, in slecht samengebonden bundels of in kapotte archiefdozen gestapeld liggen. Dit werk moet echter gebeuren tussen de andere werkzaamheden (het inventariseren en de dienstverlening naar de burger toe) door. Toch hoop ik het tijdig te kunnen afronden zodat de verhuis – voorzien voor halfweg 2012 – vlot kan verlopen. Informatie:
Archivaris Marc Senesael, Brugsestraat 30, 8020 Oostkamp, 050-35 66 18
[email protected]
(Uit Archiefbrief Provincie West-Vlaanderen – 10 (2009) 4) KORT GENOTEERD ● In de Special van het tijdschrift “Zeeuws Erfgoed” (december 2009) verscheen een interessante bijdrage over de verdronken dorpen in Zeeland. Omwille van de interessante informatie, drukken wij de belangrijkste pagina’s men kaart als bijlage bij de deze E-brief af. (Zie onderaan!). PAS VERSCHENEN ● Maria door Vlaanderen gedragen Met het project “Maria door Vlaanderen gedragen” inventariseren de initiatiefnemers de historische gegevens en achtergrondinformatie over de Mariabeelden en die plechtigheden waarbij Maria door Vlaanderen gedragen wordt in gebedstochten, ommegangen, processies en stoeten. Auteur van het boek “Maria door Vlaanderen gedragen” dat onlangs verscheen, is van de hand van Carl Deckers en werd uitgegeven door de vereniging “Maria door Vlaanderen gedragen”, Kouwerheide 19 in 2610 Wilrijk. In het boek brengt de auteur dit cultureel (im)materieel religieus erfgoed onder de aandacht. Dit met fotomateriaal geïllustreerde naslagwerk biedt uitgebreide informatie over de nog bestaande Mariaverering, folklore en tradities in Vlaanderen. In de beschrijvingen van de Mariabeelden en de verslagen van plechtigheden bundelt de auteur de verzamelde historische gegevens en achtergrondinformatie van deze volksdevotie rond Maria. De bestaande lokale Mariagebeden en de kalender met plechtigheden, anno 2007-2008, zijn beiden in een afzonderlijke katern opgenomen. Bij het naslagwerk hoort ook een cd met Marialiederen, waarvan twee liederen speciaal voor dit project gecomponeerd werden. De provincie West-Vlaanderen komt uitgebreid aan bod in het werk. Zo zijn er bijdragen over OnzeLieve-Vrouw-van-Blindekens en de Brugse Belofte, de Mariale ommegang ter ere van Onze-LieveVrouw van Dadizele, de verering voor Onze-Lieve-Vrouw van Tuine in Ieper en de Blankenbergse vissersbedevaart naar Onze-Lieve-Vrouw van Meetkerke. In Poperinge belichten de auteurs behalve de Mariaommegang voor Onze-Lieve-Vrouw van Sint-Jan ook de minder bekende Donkere Ommegang en Pameltje Ommegang. Voorts zijn er nog vermeldingen voor De Panne, Leffinge, Heist, Lissewege, Zuienkerke, Westrozebeke en Wijnendale.
Het boek (A4-formaat) in vierkleurendruk telt 352 pagina’s en telt circa 1.300 afbeeldingen. De cd bevat 14 Marialiederen. Boek en cd kosten samen ongeveer 50 euro. In Brugge is het te vinden in De Evolutie, Gerard Davidstraat 50 in Brugge. ● Sylvère Declerck. Metaalconstructies - Sylver Birds In het Staf Versluyscentrum in Bredene vond in het najaar van 2009 een retrospectieve tentoonstelling plaats rond het werk van beeldend kunstenaar Sylvère Declerck. Bruggeling Sylvère Declerck, voormalig burgemeester van Blankenberge, vierde dit jaar zijn 75ste verjaardag en kan terugkijken op een artistieke loopbaan van 50 jaar. Behalve de expositie verscheen een monografie over de kunstenaar. Daarin doet Willy Dezutter, ereconservator van de Brugse musea, het artistieke groeiproces van Sylvère Declerck uit de doeken. Natuurlandschappen en zeezichten in een aanvankelijk expressionistische stijl evolueerden naar meer abstracte werken waarin de constructie steeds meer in het middelpunt komt. Het proces resulteert in niet-figuratieve, geometrische en uitgebalanceerde composities. Het kunstproject Sylver Birds, symbolisch de universele ambassadeurs van de gelijkwaardigheid onder de mensen, wordt in de monografie uitgebreid belicht. Deze Silver Birds begonnen hun vlucht in de tuin van het Guido Gezellemuseum in Brugge en streken ondertussen neer op de Brugse vesten, in het Koning Albertpark en op de Lange Rei en Potterierei in Brugge. De vogels volgden als het ware hun schepper naar Bredene voor zijn retrospectieve tentoonstelling en palmden er het evenementenplein van het Staf Versluyscentrum in. De monografie "Sylvère Declerck" door Willy Dezutter is uitgegeven in A4-formaat, harde kaft, 208 pagina’s en 120 illustraties. Het boek kost 30 euro en is verkrijgbaar bij Sylvère Declerck, 050/34 62 79 of via
[email protected].
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
Indicatieve kaart van de verdronken dorpen in Zeeland
1
Flr.midiu-nre {11rAtiromr.jr) I 1682. rerlgeen, 1A13.110
1luzsluntLerluerke glavelaimicdterlerl [E17111 emeri...honwo 11600 cm) 1.11RokInkrwei 111.wijiprrie, Oineksekr} 11%1 I} CaueLeke-ár {kotr6ckrár1{15513. %CID buiteryeedojb I
10
1 .11,11
IL/Idijirj115.341.1
k.'
F1 unrimrdc 113.1.140
2'‘ }lil
;Ed ui cri...4,1121 rt.e 1160] 1
SI
114, 1 , '5•11
I .41i4
1I
"iiilkerk2 LI 542 Lielreur411101 brinlule 11342: builrnirddLu
%.4 X Irscr-triserrnrialsrn
SX,rtd.eliti. bmk71 1 51)411
35 'IVA rif e
thenickcrke vinl . T04.1 %lu 1.h.olmirrir {luw 15111:0
5.6 111141-Weniardir i- Yryilk 11 36/155.15
43 Wei:m.1kt
11440 ril lam 1~1
iK
11 14E11Lernketke 160,2á L2 SI- moralscricr 11 9}i1 I I liogkeM mailes 1164'21
SIrri-NálhrrIpreekelse 1111Sn'I'r:1211 5 11 (kalk eir 11%.1011 557.1 411 Mijl tie iMP 532] P Wee1ierkeliIimalice61
5:irrre-1 111ali1rolindr 111311
Li
Moggeekka 15105 16 Sn-eennew I'Oulf-Seasnsuuel. r I'411,11
▪ Mraftrgwileri r153[Ii 43 Cnudorine
17 Welkt 11 5.301. 1111 Sceeckr 1 Hoela.
44 ▪
rklirdiciekr_ itlearenh~.er 1 19112)
We-elr 053n. Cluniprel 1 11-MIJ J 112,1 11 Srfflkisrria 1.3.riediriloirá011153011432.. 1.111KV-Wivenkc3te hrour 1.34121 T11141'.Ww•ilior ij:5300153D 2. 'Oucr-Geerkli111 ij 15,4E1 1 432} 25 '3144-140Fwrie 51113Z1/19321 Niim5-1-{+rnehbecel.EelekJesseP} OS») ▪ luvirlii~ I I i PIP 19311
arre
rwri3:52i
064-Ewninge 10keole. ikirr r 5`k ceum. Pasva-F...enrige 11 i 1.61 Ruk,rund ibt in 174' {4~ 1.
17 Likerniair 1 L 530-14701 4@
(Virinirgen) I kin Hu LLr1lNlurdlap Qolmxfe erela lp1arm~5
{I,LL .1 raf' 1'151t1 /1511 hwiengolijkii 51:1 gLirwrnri 03054123 i r/
41 E7h~c4113412153:1-1 '52 Ludijle 91 Re4i6eriumbi {10311
•
▪ Verdronken geschiedenis 54 Ninewkt•rke 115311'15311 '55 MaernansinorkiBrneckr) (153115 56 krek. 11534/15325
Dr Zeeuw-•i- vrodiunkrn dorpni /aio. naam ik Otourriniielderrpo [54nend.bevelarut eis de eindkim van Schouwen). nog te snrsden Fiere alldetr trion'•- ir -.torn ik %TW/ronken lauden van luid-Rr , Eland en Saefeinght Omer en 315seseenchdde) en hei woiretille deel sun
57 545.-kliet 15tecovlin) ([530/15321 52 Elinkelennurd 1 [5 .521 59 •
ik Wrtrortshrldrtrmnsfing. Er rein niák nrgidt waar Ihillul Eiren
Aggev L 1 5515 Ouderding 1.53Df1532i
verdronken dorpen bekend zijn_ -"-%
_Au
•
Erehwaaid 1133P1 62 Schouder 5.11Y 15311
5.I ...
(r3 Marc (15305 64 Nieuw Ion& r C 5,161 15331 'Oud'-Ktabláuldigit 11 5 315? 66 Tol:remde (1530/1512
.: ■ 1
ij ra, oren.' 68 ValkrJrjue [161.12 hunersgedilker1
. ii'l
.
4
.
fJ 'Clu,X-Pdiirrá 05301
......
'1:1 'Utid'itara 1 1 `.52l 50.cliinghe Crnleffinge. [vloed 1175. mit. mud_ L5245
r1 5841 .. , Lek r1520 'a
"r1 t1
geit (Salie-Manel Namen 1715i1.1 1 - 1
gym,. r.i..
Stres-i-kirdirki Lei 1550, (had' •Finmennse [1502, 1509, 15155 saundachlrwinalersfálk ~152145
•
0-01hem 1:Nmen5 115561 •nnueis (k 58.11%851 Eleiwatenliki.
•
Perrkzeah inrit noire 1012, 1493 "onmin:19.n
1,
u
I
Vele lkerL1A.k.411 slce...Len leixieeen Zeelami In de loop de; eeuwen. ir.resc ne nuanNarnir dr rek man cri 1 dacht:offers. Daal-vr:1M rijn er Dok erge warrelwinden. mala de Sim.
114 rtlitkedic (1393.14285 r; Sol:dam 11.4251 • Fli.g5.4*Inis 114921
FelixvIroll op i iiinrollOrr 15351 ;wak tatrnlit155. Temen 1131 en 1530 rijn er meer dan 45 ernuriFt rwerunwningsrampen. ✓ert er berieken Ober . k xtl eli 1 1 X1111 41 4d 4 1 1411 Jr ijio! ts5i1r dr
.29 Elenuipke 14.1i1-91 ind. moral 1411-5. inund. 15R41
bedii6n.gvn In 535 roeide reu fra-rue basschap een rampzalige 11141411-Allá-el J.J11144.11Ad knar. Ne een vloed e. 1134 vtl igru guit
92 Vre m ijlt 'rnirriLl rik 1 1 41b 1 rerr egt 14.10 111. 1102g..14.1 Fell 'WI 1 93 Pakinglse 15int-Laureinskerke) [1214/eind Ii1 3' roua0 • le'euelsonde ([375/1376, 1441.0
Eednkenstaelrenorru. In ik vormende cri vi1fueride eeuw is er ▪ grrsouclulige inpoldering aarivier.64. Loodvsrlit< 7..tekood.
95 De Irwt ITri Priem Fier., Pirin l 113751 ▪ likoirrzarstle [1.5754.1.3741 • F1' k-NON-dier 11404)
Lantkaanwtrining iinguldoring en Lindrerlier litunineden elkaar. ▪ igin:e ~home lamp mrip ervu•ir dat flor ...wier rntroder minne int. minder komhergin1. I-Lei in de ~we aeeven myesnoode wam. ~Lu rem orwrg. RevdliA ■ L; dilludetnittoliert ett
95 Gatemonc [ C 5701 49 'Oud. fixendlike 114371
4.eruniroing. Olie ramp nasporen Dos Iserwinning Via her verarm. ken gebied, ren Midi Veine. []6uuni I.1. !en mersinsok i. i r
1110 Elen.ire (1375) I01 Sens SinaLsas in Yam. 1
duwen nu misidt-nir Jr prat".
123 0~11.114rrkt 11404) 003 Suhannikijire 1523,1 L 4891 104 Nie~ile 1 1570 di nul, inued. 15241 103 Serri-Caaharina tgerve.C.11.410.1 11 3 7 511376 en 1.553
1116
(: 0
di
{C..1410
11477. 15231
147 RannekeniMerre uienma en noLL t Nelawrliti 116 redW1
trsor 1660,1
109 Ormteridr [snor 1.5161
•
esiatkrt httradii aPv bilmTer vn dikken dir bijl Nivel} ~eh ikI onderlopen. mals her Verairmátn Lind van Sadringlor in 41:e Week-ex:hulde 'Nrvrr ivoicre tijm Isendijlig ni ii.j.yennmr.re oieirw polderland. Kult Noond•IirteLond.
54111-kaotievelk Psloerkerke (eind 15 56r, hepin 1.4* eesroo1
119 Knudekerke 113 7 51 91 9eilkenadierlee Luinerrnieed
Ui_-10).
ller 5.ersloriiiken. hord in de provinur er heel 1Wrirmign gebieden van helcona.al stordwee.m, mails brr 2'.1221.1.and Tin Ischituwen.
ridiiete OMA) 1.
rornv urn .0 -er hrotronkr.. a.rrir
Notrierrnde-rend.ir reken t mei dr ?rg,1..1 15,1
5.50-Ftlit ylrxle tactrikith 11 .5 391 winde in november 1533 p5raukd rumar een nieuwe r.unp_ Door deer rare vlamden blijde [gniord-Bevel e ryl ...krijtend 110[ 1515. Net Inrid bar, Flahrcle ten nii16 oei Sint-Phdipand om 1645. Dit &ede Warienrso. Bewaren 'VerseLit gaar grorenclet4 trim. dp.k-il verloren. Hier imiornm hei lirrininikrri Land Iran Zail - Beweland. Ook na 1 1.50R2 gaar 6er rrgdmirrig mr. nuk op 24 1ainueiri I iN22..
1]6 '',X.~dt razir 51161
In Zeeland ~mommen dan 151 pulder. Vakierriuw. ien tuiduciocrs vin Waarde. weirdo na d= raercp verbeen. De tel-nurk van Waarde
111 Rerrnenditrpe Momboeuiniorpei 1mar i 316) 112 %a:ere:oma [vuur 15161
IN .0.0.MyliLigp. 1 111 t, hrilfi • ..riSrarinn doen Rartrorsim Edik mikken dflarlreerl
113 4vendurkr [mor 1516] 114 SchanevIsial LIF:5?
OM. domdelfeCeptil min rem.r+rnrVn breitrn rrb hTer.rerre porde karn
115 Sita-l.arntirrt-Walpers 11x1 Schorijil.cw.m ",! ?) 11 7 Ilskrni-kaptilo [Ni.srdwelle 114631
rijk Keiig...rit ~dna': G ruw rromáromnagen drama vinden ander meer plaan in januari 1 21l1 41 4 "Kader 19151. NI-.at sn-rn perrnanrnre vrndrunken Landen marc
5
E-BRIEF
NUMMER 3 ● 15 JANUARI 2010
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] GENOTEERD ● Maandelijkse ontmoetingstonden Wanneer: Waar: Toegang:
Zondag 17 januari, 21 februari en 21 maart van 10 tot 12 uur De Zorge, Moerkerkse Steenweg 194 in Brugge Sint-Kruis Gratis voor leden en niet-leden
Elke derde zondag van de maand hebben in ons lokaal De Zorge, Moerkerkse Steenweg 194 in SintKruis, van 10 tot 12 uur ontmoetingsdagen plaats. Tijdens die gezellige bijeenkomsten kunnen onze leden, maar ook niet-leden, weetjes uitwisselen of in onze bibliotheek grasduinen. Bij Chris Lambert kan je boeken over heemkunde, geschiedenis en volkskunde inkijken en bestellen. ● Archief en documentatiecentrum Wanneer: Waar: Toegang:
Woensdag 20 januari van 19 tot 22 uur Donderdag 18 februari en 15 april van 14 tot 16.30 uur. De Zorge, Moerkerkse Steenweg 194 in Brugge Sint-Kruis Gratis voor leden en niet-leden
Om de twee maand is het documentatiecentrum van onze heemkring geopend voor zowel leden als niet-leden! Ons centrum bevat heel wat documentatie over diverse heem- en geschiedkundige onderwerpen. In het fotoarchief zitten meer dan 3.000 foto’s over Brugge, de randgemeenten en diverse andere gemeenten in de regio. Daarnaast bezit het centrum 120 verschillende tijdschriften uitgegeven door West-Vlaamse geschied-, heem- en volkskundige verenigingen. Een deel van die tijdschriften is op inhoud ontsloten. Zie hiervoor onze website www.heemkundebrugge.be. Daarnaast staan we ter we beschikking om allerlei heem-of geschiedkundige vragen te beantwoorden of om u op weg te helpen bij u opzoekingen. Ook voor het lezen van oude documenten kan u bij ons terecht. (yk) KORT GENOTEERD ● Tentoonstelling Bijzondere Beelden in het Tolhuis Tot 20 februari kan in het provinciaal informatiecentrum Tolhuis, Jan van Eyckplein, de tentoonstelling “Bijzondere Beelden”, met fotografisch werk van jongeren uit de instelling “De Kantel”, bezocht worden. ● Website Camera Obscura Op de website www.camob.be verneem je meer over de collectie van Noël Ryheul, eigenaar van het museum Camera Obscura in Maldegem. Het museum vol fotografica is gratis te bezoeken. Op de
website treft men ook allerlei filmpjes aan over van het leven in Maldegem, zowel uit de oude doos als zeer recente. ● Armand Heins, etser, lithograaf en drukker In het Museum voor Industriële Archeologie en Techniek (MIAT) in Gent, kan tot 25 april de tentoonstelling “Armand Heins, etser, lithograaf en drukker” bezocht worden. De tentoonstelling dompelt de bezoeker onder in de technische wereld van Armand Heins. Hij was een van de bekendste Gentse kunstenaars die een grote invloed had op het culturele gebeuren in Gent omstreeks 1900. Toch groeide hij niet uit tot de internationale top. Zeventig jaar na zijn overlijden plaatst het MIAT deze kunstenaar in de schijnwerpers. Tevens kan men van de gelegenheid gebruik maken om een kijkje te nemen in het actieve drukkersatelier van het MIAT. Iedere donderdag- en zaterdagmiddag van 14 tot 18 uur demonstreren de drukkers van de drukkerswerkgroep er aan de machines. MIAT, Minnemeers 9 in Gent, 09 269 42 20 LEUKE WEETJES ● Romeinen in Torhout De nieuwbouwwerken met ondergrondse parkeergarage die op de hoek van de Beerstraat en de Breidelstraat in Torhout zullen plaatsvinden, zijn de gelegenheid bij uitstek om meer te vernemen over het verleden van de stad. Raakvlak voert hier dan ook een uitgebreid archeologisch onderzoek uit, in nauwe samenwerking met de bouwheer bvba Hollevoet Bouw en Cultuurpunt Torhout. De provincie West-Vlaanderen subsidieert het onderzoek.
Foto Raakvlak
In een eerste fase voerde Raakvlak vorig jaar, na de afbraak van de panden, reeds een beperkt proefonderzoek uit. Het was de bedoeling om op voorhand zicht te krijgen op de eventuele aanwezigheid van vroege sporen en op de graad van verstoring. Dit is van belang om de opgravingsstrategie en de timing te bepalen. Bij het vooronderzoek werd vastgesteld dat het terrein plaatselijk tot 2 m diep verstoord is. Aan de kant van de kerk kwam in een laag een scherf uit de Romeinse tijd of de vroege middeleeuwen aan het licht. In het zelfde proefputje werd een bakstenen beerput met vulling uit de periode 2de helft 19de-begin 20ste eeuw aangetroffen. De beerput bevatte heel wat consumptieresten, waaronder aardewerk van het atelier van Petrus Regout uit Maastricht. Sedert 4 januari is Raakvlak gestart met de opgravingen. Momenteel gaat de aandacht naar het gedeelte van het terrein dat aansluit bij de kerk. Hier Foto Raakvlak werden de funderingen in veldstenen aangetroffen van een muur die zeer waarschijnlijk de kerkhofmuur is die het erf rond de kerk afsloot. Uit historische bronnen is bekend dat het kerkhof zich vanaf de 13de eeuw tot 1809 zich rond de kerk bevond. Wellicht is de aangetroffen veldstenen muur in de 13de eeuw te dateren. Binnen de muur kwamen een aantal graven aan het licht. Er zijn twee oriëntaties merkbaar, wellicht te koppelen aan twee verschillende periodes. Verder onderzoek kan hier wellicht meer duidelijkheid
verschaffen. In elk geval zijn de graven ruim te dateren in de middeleeuwen. Tot nu toe konden een drietal skeletten volledig ingetekend worden. Sporen van bakstenen graven werden niet aangetroffen, wel was de houten kist plaatselijk bewaard gebleven. Ondanks de vele verstoringen uit latere periodes, was het toch mogelijk om enkele vroege sporen te herkennen, waarvan de oudste teruggaan tot de Romeinse periode. Verder onderzoek zal vermoedelijk nog bijkomende informatie aan het licht brengen. Daarnaast kan gewezen worden op bewoningssporen (paalfunderingen en grachten) uit de 2de helft 12de – 13de eeuw, dus vermoedelijk ouder dan het kerkhof. In elk geval kan gesteld worden dat dankzij dit onderzoek van Raakvlak een tip van de sluier gelicht wordt in verband met de vroegste geschiedenis van Torhout, waarover de Torhoutse geschiedkundigen tot nu toe, wegens de schaarste aan geschreven bronnen, in het duister. Archeologisch onderzoek biedt een unieke kans om deze leemte op te vullen. (Jan Huyghe & Bieke Hillewaert in Nieuwsbrief Raakvlak – 11-1-2010) ● Maîtresse Hendrik II stierf aan overdosis goud Goudoplossingen drinken als verjongingselixir is nadelig voor de gezondheid. Diane de Poitiers, de maîtresse van de Franse koning Hendrik II die in 1566 op 66-jarige leeftijd stierf, werd mogelijk langzaam vergiftigd door het goud dat ze innam om jong te blijven. Dat schrijven Franse onderzoekers in het British Medical Journal. Volgens de onderzoekers was Diane de Poitiers een atletische vrouw die hield van zwemmen, jagen en paardrijden. In 2008 werden bij archeologische opgravingen in haar woonplaats Anet, in het noorden van Frankrijk, stoffelijke resten opgegraven die van haar bleken te zijn. Tijdgenoot Brantôme rapporteerde dat de hertogin van Valentinois - in haar laatste jaren "even fris en minzaam" als toen ze dertig jaar oud was - dagelijks goud dronk als verjongingselixir. Een studie door de dokters Philippe Charlier (wetsgeneeskunde), Joël Poupon (toxicoloog) en Isabelle HuynhCharlier (radioloog) lijkt dat te bevestigen. In resten van weefsel en haren werden hoge concentraties goud gevonden (vijfhonderd keer de referentiewaarde in een haarlok die op het kasteel van Anet werd bewaard). Het goud op de haren kan niet van een kroon komen, aangezien Diane de Poitiers geen koningin was. Ook juwelen kunnen niet de oorzaak zijn en goud werd ook niet gebruikt om te balsemen, merken de vorsers op. Volgens hen kan zo'n hoge concentratie wijzen op een chronisch vergiftigingssyndroom dat gepaard ging met anorexia, misselijkheid, dunner wordend haar (zoals dat van Diane), diarree en bloedarmoede. (Uit: De Standaard, 7 januari 2010) ● Huis van Alijn in Gent viert Lichtmis met vuurspektakel en pannenkoekenfeest Het Huis van Alijn, het vroegere museum voor Volkskunde, nodigt iedereen uit op dinsdag 2 februari voor het Lichtfeest in de binnentuin, Kraanlei 65 in Gent. Vanaf 17 u. 30 gaan de kaarsen en vuurtjes aan en zijn de pannenkoeken klaar. Om 18 uur brengt Cirque Del Mundo een spetterend vuurspektakel van 25 minuten. Voor, tijdens en na het optreden van de vuuracrobaten zijn er pannenkoeken met warme chocolademelk of glühwein te verkrijgen. Om 19 uur worden de lichten
gedoofd. Wie het feest wil bijwonen, betaalt 6 euro per persoon (vuurshow, twee pannenkoeken en een warm drankje inbegrepen). Inschrijven kan telefonisch (09 269 23 67), aan de balie van het museum of via e-mail
[email protected]. De inschrijving is definitief na ontvangst van de betaling. Dat kan via overschrijving op 441-2068061-72 (met vermelding van ‘Lichtfeest’, uw naam en het aantal personen) of cash aan de balie van het museum. Annuleren van de inschrijving kan kosteloos tot één week voor de activiteit. Nadien is het volledige inschrijvingsgeld verschuldigd. Uiterste datum van inschrijving: vrijdag 29 januari. Bij hevige regenval gaat de vuurshow niet door. Er is dan een alternatief schuilprogramma voorzien. De pannenkoeken worden sowieso gebakken en het museumcafé blijft open tot 19 uur. PAS VERSCHENEN ● Haremnavels, leeuwenmelk en aubergines – Culinair erfgoed uit het Ottomaanse Rijk Het boek “Haremnavels, leeuwenmelk en aubergines. Culinair erfgoed uit het Ottomaanse Rijk” is van de hand van Arif Bilgin, Suraiya Faroqhi, François Georgeon, Marc Jacobs, Özge Samanci en Amy Singer. De publicatie belicht de speerpunten van een rijke culinaire traditie, van een heterogene samenleving en een machtig – doch naar de nieuwste tijd toe kwijnend – rijk op het kruispunt tussen Oost en West. Internationale onderzoekers leverden hiertoe een bijdrage. De focus ligt op Istanbul, een van de meest vibrerende steden in Europa. In zes hoofdstukken wordt een verhaal opgediend over eten en drinken in het Ottomaanse tijdperk. Gebonden aan of gesteund op het beschikbare bronnenmateriaal en op het spanningsveld tussen sociale geschiedenis en culinair erfgoed tracht elke onderzoeker voor zich een antwoord te formuleren op de vraag hoe het verhaal van de Ottomaanse en daarna Turkse keuken tot ontwikkeling kwam. Prof. dr. Suraiya Faroqhi (emerita Ludwig-Maximilians-Universität, München) verkent de impact van eten en drinken op de sociale relaties binnen de Ottomaanse maatschappij. Prof. dr. Arif Bilgin (Sakarya University, Istanbul) analyseert de klassieke Ottomaanse paleiskeuken van de 15de tot de 17de eeuw. Prof. dr. Amy Singer (Tel Aviv University) onderzoekt de werking en de rol van de publieke gaarkeukens of imarets in het Ottomaanse Rijk. Historica en culinaire praktijkdeskundige dr. Özge Samanci belicht de veranderingen in de paleiskeuken op het einde van het Ottomaanse sultanaat. Prof. dr. François Georgeon (voorheen EHESS en CNRS, Parijs) brengt een boeiend relaas over de opkomst en neergang van de talrijke koffiehuizen in Istanbul op het einde van de 19de eeuw. Dr. Marc Jacobs verzorgt een inleidend hoofdstuk. Elk van deze bijdragen wordt vergezeld van een iconisch recept uit de Ottomaanse keuken. ISBN: 978-90-5487-655-7 Prijs: 15 euro Uitgegeven door ASP NV Academic & Scientific Publishers TE VERSCHIJNEN ● Edelen en leenmannen van Vlaanderen A° 1737 Van de hand van Pieter Donche verschijnt in maart het boek “Edelen en leenmannen van Vlaanderen A° 1437”.In dit nieuwe boek worden vele honderden edelen en grote leenmannen van Vlaanderen
uit de eerste helft van de 15de eeuw geïdentificeerd. Gegroepeerd volgens 21 steden of kasselrijen bestrijken zij het gebied dat thans gedekt wordt door de huidige provincies Oost- en West-Vlaanderen, Frans-Vlaanderen en ZeeuwsVlaanderen. Een lijst van ongeveer 670 namen, die rond 1437 opgemaakt werd was het uitgangspunt. Deze lijst werd oorspronkelijk opgemaakt in de Bourgondische Rekenkamer te Rijsel en registreerde welke edelen en leenmannen van Vlaanderen krachtens hun leentrouw aan de hertog van Bourgondië militaire dienst verschuldigd waren. Het origineel is allicht verloren, maar de lijst werd eeuwenlang overgeleverd in de middens van kroniekschrijvers, historiografen of genealogen. In de loop der eeuwen slopen in de kopieën die ervan gemaakt toch wel menige fout. Maar door onderlinge vergelijking van tal van versies, opgespoord in handschriftencollecties in Brussel, Gent, Brugge, Ieper, Rijsel, Douai en Parijs werd de lijst gezuiverd van deze fouten. De samenstellers van de kopieën werden ook zo nauwkeurig mogelijk geïdentificeerd en hun lijsten onderling vergeleken om oneigenlijke toevoegingen achteraf te elimineren. De betrouwbaarheid van de lijst op zich werd ook getoetst aan een waaier van 15 de-eeuwse archivalische bronnen of eigentijdse kronieken. De lijst doorstond deze toetsen zeer goed. En hoewel al erg vroeg (al in 16de eeuw of eerder) de lijst door enkele vroege kopiïsten geherinterpreteerd werd als een lijst van ‘metgezellen van Philips de Goede op zijn militaire expeditie van 1421 tegen de Franse dauphin om de moord op zijn vader Jan zonder Vrees te wreken’ - wat niet klopt want zij is opgemaakt in 1437 - blijkt de lijst voor de toestand in Vlaanderen in 1437 een zeer betrouwbare catalogus te zijn. Het tweede deel van dit werk is gewijd aan een repertorium waarin ruim twee derden van de personen vermeld in de lijst 1437 worden geïdentificeerd en vaak nog voorzien van een korte biografie en waarbij ook de verwantschapsrelaties tussen de personen in de lijst onderling (en die zijn zeer talrijk) gegeven worden. Hiermee beschikt men thans over een unieke “Who’s who” van de edelen en leenmannen in de Vlaamse samenleving in de eerste helft van de 15de eeuw, d.i. de tijd van de gebroeders van Eyck en de Honderdjarige Oorlog op zijn keerpunt onder Jeanne d’Arc. 400 blz., illustraties en tabellen, formaat 168 x 238 mm, kaft in kleur. Verschijnt in maart 2010. Bestelling bij voorintekening vóór 1 maart 2010 door overschrijving van € 37 (+ € 5 verzendingskosten België of € 8 andere landen van Europa), na voorintekendatum: € 44, op rekening KBC 411-8052581-31 (IBAN: BE04 4118 0525 8131; BIC: KREDBEBB) van Pieter Donche, Berchem met vermelding: '1437’. Bij voorintekening moet de betaling (of in geval van overheidsinstelling of gemeentelijke dienst een ondertekende bestelbon) ons toegekomen zijn vóór 1 maart 2010. (zie ook de internetpagina www.uncius.be/boek2010/)
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 5 ● 15 FEBRUARI 2010
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] GENOTEERD ● Voordracht over “Over vrybuters en quaetdoenders. Terreur op het Vlaamse platteland eind 16de eeuw” Wie: Wanneer: Afspraak: Toegangsprijs:
Drs. Tim Piceu, historicus Maandag 22 februari om 20 uur Lokaal De Zorge, Moerkerkse Steenweg 194 in Sint-Kruis Gratis voor de leden
Walmende brandstapels, fel bevochten veldslagen en bitter volgehouden belegeringen staan symbool voor de godsdienstoorlogen in de Lage Landen. Maar er was meer. Voor de gewone bevolking betekende de oorlog voortdurend leven met terreur en angst: hinderlagen en hongersnood, ontvoeringen en brandstichting, afpersing en ongewenst bezoek van muitende soldaten waren dagelijkse kost. De lezing over “Vrybuters en quaetdoenders” neemt de aanwezigen mee op strooptocht in het Vlaanderen van het einde van de 16de eeuw waar vrijbuiters ongestraft roofden, vee stalen, moordden, plunderden en verkrachtten. Hoe verdedigden de Vlamingen zich? Steunden overheid en gerecht hun onderdanen in het verweer tegen hun kwelduivels of gooide de bevolking het maar beter op een akkoordje met de vijand? Aan de hand van documenten uit Belgische en Nederlandse archieven, bibliotheken en musea brengt historicus Tim Piceu deze “kleine” oorlog in Vlaanderen tot leven. (yk) ● Openingsweekend RAM Oudenburg met Ben Hur en keizer Augustus Op zaterdag 13 maart vanaf 14 uur start in Oudenburg het openingsweekend van het Romeins Archeologisch Museum (RAM) dat vorig jaar zijn deuren voor het publiek opende. Bij de opening zijn de kinderen de baas. Er zijn verscheidene workshops waarvoor moet worden ingeschreven en daarnaast is er om 16 uur de vertoning van een animatiefilm over Ben Hur die door zijn beste vriend Messala wordt verraden en door de Romeinen wordt gevangen genomen. Ben Hur weet evenwel te ontsnappen waarna hij uitgroeit tot een ware held. Deze film staat open voor de hele familie. 's Avonds is het de beurt aan de volwassenen met de Nacht van de sandalenfilms, met een speciale vertoning van Ben Hur: de moeder aller sandalenfilms. Precies 50 jaar geleden werd de film met de beroemd geworden scene met de wagenrace op het Belgische publiek losgelaten. De film ging lopen met maar liefst 11 Oscars.
Op zondag 14 maart is er om 10 uur een aperitiefvoordracht over keizer Augustus en de Romeinen in de Lage Landen aan de Noordzee. Historicus Robert Nouwen, die recentelijk een lijvig boek over dit onderwerp schreef, laat de aanwezigen uitgebreid kennis maken met het leven en de zeer belangrijke realisatie van deze Romeinse keizer, ook voor onze gewesten. Inschrijven (2 euro) is noodzakelijk. Info en reservatie: 059 56 84 41,
[email protected], www.ram-oudenburg.be. KORT GENOTEERD ● Architect Axel Ghyssaert deponeert archief van André De Meulemeester in de Provinciale Bibliotheek en Documentatiecentrum André De Meulemeester werd in 1894 geboren in Brugge als zoon van Victor, eigenaar van brouwerij Aigle-Belgica en socialistisch senator. Op 20-jarige leeftijd meldt André zich als vrijwilliger bij de “Compagnie d’Aviateurs” van het Belgische leger. Hij behaalt zijn burgerlijk vliegbrevet aan de GrahameWhiteschool in Hendon (Groot-Brittannië). Na een militaire opleiding in Etampes (Frankrijk) werd hij op 8 april 1917 toegewezen aan het 1ère Escadrille de Chasse van het Belgisch leger. Hij voerde 511 vluchten uit en nam deel aan 185 luchtgevechten. Hij was een van de moedigste en gevaarlijkste Belgische gevechtspiloten. Hij behaalde elf overwinningen. In 1919 verliet hij het leger en wijdde zich aan de uitbouw van het familiebedrijf, brouwerij Aigle-Belgica. In 1973 overleed hij te Brugge. Het archief bevat correspondentie van en aan André De Meulemeester, zijn oorlogsdagboek (19151918), foto’s over zijn activiteiten als gevechtspiloot, documentatie over het vliegwezen, medailles. Het archief werd geschonken door architect Axel Ghyssaert uit Brugge. De opmaak van de inventaris is lopende. ● Voordracht over de landbouw in de 18de eeuw Op zondag 28 februari om 10 uur houdt dr. Thijs Lambrecht (UGent) in Heist een lezing over de landbouw in de 18de eeuw. De organisatie berust bij de Geschied- en Heemkundige Kring SintGuthago. Thijs Lambrecht (°1977) studeerde geschiedenis aan de Universiteit Gent en promoveerde tot doctor in de geschiedenis met een proefschrift over de rol van krediet op het platteland tijdens de 18de eeuw. Hij is nu postdoctoraal onderzoeker bij het Fond voor Wetenschappelijk Onderzoek met een project over arbeidsorganisatie op het Vlaamse platteland tijdens de 17de en 18de eeuw. De kustzone van West-Vlaanderen neemt een aparte plaats in binnen het agrarische landschap tijdens de 17de en 18de eeuw. In de polderzones voltrok zich tijdens de 15de en 16de eeuw een geleidelijke transformatie naar een landbouworganisatie die vooral gebaseerd was op grote bedrijven. In het noorden van de kasselrij het Brugse Vrije treft men – in tegenstelling tot binnenVlaanderen – vooral grote landbouwbedrijven aan. Deze specifieke bedrijfsstructuur had een aantal belangrijke gevolgen voor deze regio. In deze lezing wordt de werking van deze grote bedrijven in detail geanalyseerd en de maatschappelijke implicaties beschreven. De polderstreek van het Brugse Vrije goldt tijdens de 17de en 18de eeuw ontegensprekelijk als één van de meest welvarende landbouwregio's in de Zuidelijke Nederlanden. Tegelijkertijd werd deze regio ook gekenmerkt door een trage bevolkingsgroei en hoge lonen. De lezing belicht de achtergrond van de sociale en economische transformaties in het Brugse
Vrije vanuit het perspectief van de grote bedrijven. In de lezing komen vooral de organisatie van de agrarische productie en arbeid aan bod. De voordracht vindt plaats in Sincfala, Museum van de Zwinstreek, Pannenstraat 140, 8300 KnokkeHeist. Toegang: 3,50 euro, drankje na de lezing en bezoek aan het museum inbegrepen. ● “Den Appel” in Torhout beschermd De geschiedenis van de brouwerij “Bekaert” of “Den Appel” in Torhout gaat terug tot 1658. De gevel van de woning van de brouwerij is neoclassicistisch en maakt deel uit van het 18de-eeuwse centrum in de buurt van de Markt van Torhout. Het brouwershuis heeft heel wat gaaf bewaarde interieurelementen: de vloeren, de trap, schouwen, lijst- en stucwerk. Volgens minister Geert Bourgeois wordt de brouwerij niet enkel beschermd omwille van de architectuur maar ook omwille van de industrieelarcheologische waarden. Zo is er ondermeer een goed bewaarde mouterij met een moutast en originele 17 de-eeuwse vloeren. Ook het achtergelegen erf met de brouwerijgebouwen er omheen is mooi intact gebleven. Ook de twee blauwhardstenen pompen (voor het huis Bekaert en ter hoogte van de Nieuwstraat) worden beschermd. Het zijn met zekerheid de enige bewaarde monumentale stadspompen in Torhout en zijn de getuigen van de drinkwatervoorziening en -bevoorrading in de 19de eeuw.
● Tempelierskapel in Ruiselede beschermd De kapel aan de Abeelstraat 37 in Ruiselede is door minister Geert Bourgeois beschermd. De kapel was ooit eigendom van de Tempelierorde. De kapel verkeert in een zeer slechte staat maar de privé-eigenaars willen het gebouwtje restaureren. Door de bescherming kunnen ze aanspraak maken op subsidie. De kapel is een uitzonderlijk voorbeeld van een veldkapel daterend uit het einde van de 17de eeuw met een 18de-eeuws retabel. Van een kapel op deze plaats is al sprake vanaf de 15de eeuw, de commanderij en de kapel worden al vermeld in 1373. De kapel hoort bij een hoeve waarvan de geschiedenis teruggaat tot in de 13de eeuw. De hoeve en de kapel waren oorspronkelijk eigendom van de tempelierorde (commanderij van Ruiselede). Na opheffing van de orde in 1312 werden de eigendommen overgenomen door de hospitaalridders van Malta. Daarna kwam de hoeve in privébezit. Ook de omgeving van de kapel met inbegrip van de lindeboom wordt beschermd.
● Digitale kranten regio Ieper-Poperinge De website www.historischekranten.be toont oude lokale en regionale kranten die handelen over de regio Ieper-Poperinge. Men kan de kranten virtueel doorbladeren of woordelijk doorzoeken. De krantenartikels kunnen worden vergroot, bewaard, afgedrukt of gemaild. Inzage in de digitale kranten tot en met 1940 kan op gelijk welke computer met internettoegang. Kranten jonger dan 70 jaar zijn beperkt openbaar toegankelijk. Alle digitaal beschikbare jaargangen zijn ter inzage in de bibliotheken, archieven en documentatiecentra van Heuvelland, Ieper, Langemark-Poelkapelle, Mesen, Poperinge, Vleteren en Zonnebeke. De kranten die nog niet gedigitaliseerd zijn kan men, mits enige beperkingen, inkijken in de stadsarchieven van Ieper en Poperinge.
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 6 ● 15 MAART 2010
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] GENOTEERD ● Maandelijkse ontmoetingsochtend Wanneer: Waar: Toegang:
Zondag 21 maart van 10 tot 12 uur De Zorge, Moerkerkse Steenweg 194 in Sint-Kruis Gratis voor leden en niet-leden
Elke derde zondag van de maand hebben in ons lokaal De Zorge, Moerkerkse Steenweg 194 in SintKruis, van 10 tot 12 uur ontmoetingsdagen plaats. Tijdens die gezellige bijeenkomsten kunnen onze leden, maar ook niet-leden, weetjes uitwisselen of in onze bibliotheek grasduinen. Bij Chris Lambert kan je boeken over heemkunde, geschiedenis en volkskunde inkijken en bestellen. ● Voordracht over ons dagelijks brood Wat: Wie: Wanneer: Waar: Toegangsprijs:
Voordracht over “Ons dagelijks brood” Paul Pas, voorzitter gidsenvereniging Gandante Maandag 29 maart om 20 uur Lokaal De Zorge, Moerkerkse Steenweg 194 in Sint-Kruis Gratis voor de leden, niet-leden betalen 2,50 euro
Het is al een paar jaar geleden dat Paul Pas, voorzitter van de gidsenvereniging Gandante, voor onze heemkring een lezing kwam geven. Na voordrachten over onder andere Opus Deo, de vrijmetselarij en de geschiedenis van de geneeskunde, komt hij dit keer spreken over “Ons dagelijks brood”. Brood, we kunnen niet zonder en we voelen ons pas veilig, tevreden en beschermd als er alle dagen brood in huis is. Brood is sinds mensenheugenis de uitdrukking van een bepaald beschavingspeil. Duizenden jaren lang hebben tal van beschavingen zich gevoed met brood, nog steeds ontbreekt brood in geen enkele hedendaagse beschaving. Waar de primitieve mens nog dagelijks op zoek ging naar eetbare granen om ze rauw te verorberen, bracht de ontdekking van het vuur een omwenteling teweeg. Het pletten van de granen, het kneden van het deeg en het bakken tot brood werden door de ontdekking van zuurdesem en later gist aanzienlijk verbeterd. De weg van het veld naar de broodtrommel verliep niet altijd zonder hindernissen, want brood kon ook leiden tot een spoedige dood of het bracht onschuldige dansers in extase. Er ontstond een echt ambacht waarbinnen tal van spreuken en verhalen gingen verwijzen naar de sociale en ook godsdienstige beladenheid van brood. Oud en Nieuw Testament staan er bol van, tal van heiligen voerden met ons dagelijks brood echte goocheltrucs uit. Zelfs aan seksuele connotaties is ons brood niet vreemd. Dit alles en nog veel meer kom je te weten tijdens de lezing. (cwb)
KORT GENOTEERD ● Portret Margaretha van Eyck gerestaureerd Het Portret van Margaretha van Eyck, geschilderd door de Vlaamse primitief Jan van Eyck, is een van de topstukken van het Groeningemuseum. Onlangs werd het in de National Gallery in Londen gerestaureerd. Het resultaat is verbluffend. Het schilderij was al sinds de 19de eeuw niet meer gerestaureerd. De vernis was vergeeld en oude retouches waren van kleur veranderd. Hierdoor was het schilderij niet meer goed leesbaar. Een deel van de schoonheid ging dus letterlijk achter een laag vuil schuil. Naar aanleiding van de tentoonstelling “Renaissance Faces” (National Gallery, Londen) werd het schilderij door restaurator Jill Dunkerton, in samenspraak met het Groeningemuseum, gerestaureerd. Nadat de vernis was verwijderd, werden ook de oude retouches weggenomen. Die bleken vaak groter dan het verfverlies dat zij camoufleerden. Het schilderij bleek dan ook in betere staat dan gedacht. Het is zelfs een van de best bewaarde schilderijen uit deze periode. Deze nagenoeg perfecte staat wijst erop dat er door de eeuwen heen altijd goed voor Margaretha is gezorgd. Het portret behoort tot de kern van het oeuvre van Jan van Eyck en is daarmee een van de topstukken van het Groeningemuseum. Margaretha heeft veelvuldig voor Jan van Eyck kunnen poseren. Dit is uitzonderlijk. Meestal schilderde Van Eyck hooggeplaatste personen die maar kort voor hem konden poseren. Dat was uiteraard anders in het geval van zijn echtgenote. Die bijzondere ontstaanssituatie blijkt uit tal van prachtige details in het portret. Wie meer informatie over de restauratie en de resultaten van het natuurwetenschappelijk onderzoek wil weten moet zeker surfen naar www.vlaamsekunstcollectie.be. Een aanrader! ● Zoektocht over de zuidergrens van Jabbeke Voor de 45ste keer wordt in Jabbeke tussen 22 mei en 19 september een fusieroute (circa 33 km) georganiseerd, dit is een zoektocht die fietsers en wandelaars de kans biedt om de regio beter te leren kennen. De start gebeurt aan de Sporthal in Jabbeke. De eerste stopplaats is Zerkegem met de Vedastuskerk. Dan gaat het naar Bekegem met de laatgotische Sint- Amanduskerk in de dorpskern. In Ettelgem treft men het bekende Vedastuskerk, Zerkegem romaanse kerkje aan. Veder langs het natuurdomein De Hoge Duinen naar Stalhille Brug. Van die brug naar Nieuwege Brug en dan naar Varsenare en Beisbroek om er rustig te genieten van een wandeling langs het planetenpad met kunstwerken van Jef Claerhout. Vervolgens wenkt Snellegem met zijn neogotische Sint-Eligiuskerk en ’t Oosthof of Riddershof. Vooraleer naar het eindpunt te rijden, komt men nog in de buurt van de Boerenmolen (1858). In Jabbeke wacht dan nog een ietwat langere wandeling zodat de streek van Permeke er ook nog iets aan de fusieroute 2010 heeft. Deelnemingsformulieren (7 euro) zijn verkrijgbaar in het Gemeentehuis Jabbeke, Dorpsstraat 3, Jabbeke; Gemeentehuis Varsenare, Oude Dorpsweg 58, Varsenare; G. Synaeve-Sevenhant, Oude
Stokerijstraat 2, Jabbeke; Taverne-smulkroeg De Velddreef, Gistelsteenweg 171, Varsenare; Restaurant-tearoom Ter Spinde, Stationsstraat 174, 8490 Jabbeke; Tearoom Koetsenhuis (domein Beisbroek bij de Sterrenwacht), Zeeweg 98, Sint-Andries; Café les Tzars, Vedastusstraat 65, Zerkegem en Bistro Nieuwege, Vaartdijk Noord 3, Varsenare. Info: Sportdienst Jabbeke, 050/810206 - 0496/595114 en www.jabbeke.be of http://users.telenet.be/jabbeke.fusieroute2010. ● Op stap met familie Gillès De Pélichy "Het Blauwhuis" en de adellijke familie "Gillès de Pélichy" speelde in de 19de en 20ste eeuw een toonaangevende rol in de ontwikkeling van Izegem. De familie is ook geen onbekende in het Brugse. In Izegem werd een wandelroute uitgewerkt waarbij de wandelaar zich kan laten meeslepen door de levensloop van de adellijke familie en men zich kan laten verrassen door hun impact op de stad. Samen met een gids kan men wandelen naar plaatsen die daar getuige van zijn en hoort men verhalen over boeiende persoonlijkheden, belangrijke gebeurtenissen en interessante anekdotes. Ongetwijfeld begrijp je het Izegem van vandaag hierdoor een stukje beter. De wandeling vindt plaats elke zondag van april en mei telkens om 17 uur. Start en aankomst aan de Sint-Tillokerk. De wandeling duurt 2 uur en kost 2 euro per persoon (ter plaatse betalen). Inschrijven kan tijdens de kantooruren via Stedelijke Izegemse Musea, Baron de Pélichystraat 5 in Izegem (051/31 64 46 of email
[email protected].) ● Bedevaart naar het kapelletje van de Zalige Idesbald in Koksijde De jaarlijkse bedevaart naar het kapelletje van de Zalige Idesbald van der Gracht, derde cisterciënzerabt van de Duinenabdij, vindt plaats op 19 april. De organisatie is in handen van het Genootschap van de Zalige Idesbaldus en de Federatie Ster der Zee. Start om 14 uur aan de OnzeLieve-Vrouw ter Duinenkerk in Koksijde. ● “De Vrouw” gedigitaliseerd “De Vrouw” is het blad van de Hollandsch-Vlaamsche Vrouwenbond, opgericht op 15 juni 1893 door Emilie Claeys, militante in de Gentse socialistische vrouwenbeweging, en Nellie van Kol, Nederlandse feministe en pedagoge. In het tijdschrift werden een aantal eisen geformuleerd: gelijk loon voor gelijke arbeid en de toelating van de vrouw tot alle beroepen, openbare betrekkingen en wetgevende lichamen, geen onderscheid in onderwijs voor jongens en meisjes, de afschaffing van alle wetsbepalingen die de vrouw als minderwaardig bestempelen ten opzichte van de man, onderzoek naar het vaderschap en bestrijding van de oorlog. Verder verdedigde en verspreidde het blad tips inzake geboorteregeling. Het blad verscheen om de twee weken van 15 juli 1893 tot 1 september 1900. De collectie is zo goed als volledig en werd met behulp van OCR full text doorzoekbaar gemaakt. Wie de site wil consulteren klikt Ctrl + linker muistoets op De Vrouw 1893-1900 (179 pdf's)
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 7 ● 1 MEI 2010
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] GENOTEERD ● Ivoor in Brugge In het museum Memling in Sint-Jan–Hospitaalmuseum (Mariastraat 38, Brugge) is tot 7 november de expositie “Ivoor in Brugge” te zien. Zij biedt een overzicht van ivoren kunstwerken in Brugs bezit. De samensteller, Stéphane Vandenberghe, verzamelde voorwerpen die dateren vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot en met de late achttiende eeuw. Het gaat om een sterk gevarieerde collectie ivoren, gaande van kerstwiegjes tot en haarpin en van gespen tot en met paxtafels, met als rode draad het materiaal waaruit ze werden gemaakt: ivoor. Naar aanleiding van de tentoonstelling verscheen een prachtige brochure. (cwb) ● Nieuwe fietsroute “Vensters op het landschap” in het Brugse Ommeland Het fietsaanbod in het Brugse Ommeland wordt uitgebreid met de nieuwe fietsroute “Vensters op het Landschap”. De route (49 km) brengt de recreatieve fietser naar het bosrijkste gebied van West-Vlaanderen en toont onderweg tien “vensters” op de meest typische landschappen. Elk “venster” bestaat uit een staalplaats waarin een rechthoek is uitgesneden en een kort gedicht is gebrand. Via de doorkijk wordt de aandacht op een bijzondere plek in het landschap gericht. De route start nabij het natuurcentrum Beisbroek in Sint-Andries en doet het bezoekerscentrum Bulskampveld in Beernem aan. Op de gratis routekaart staat het knooppuntentraject uitgestippeld, terwijl tips en weetjes zorgen voor informatie over de natuur op het platteland. Info: www.hetbrugseommeland.be ● Minister Bourgeois beschermt oorlogsgedenktekens in Brugse Ommeland Om de materiële herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog te vrijwaren legde het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE) in samenwerking met de provincie West-Vlaanderen een inventaris aan van de relicten langsheen de frontlijnen van het niet-bezette gebied in West-Vlaanderen. Volgens minister Geert Bourgeois zijn er in West-Vlaanderen 900 gedenktekens die herinneren aan de Eerste Wereldoorlog. 24 daarvan zijn nu beschermd en tegen de herdenkingen vanaf 2014 wil hij er zoveel mogelijk beschermen. De gedenktekens worden beschermd omwille van de - militair-historische waarde: een belangrijk deel ervan herinnert aan bepaalde belangrijke gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld grote slagen en kleinere gevechten; - historische context: het belang van de plaats of het maatschappelijke klimaat waar het gedenkteken is opgericht;
- architectuurhistorische waarde: hangt samen met de artistieke waarde, de gedenktekens zijn vaak het resultaat van de toen heersende stijlen en stromingen, uitvoering door lokale kunstenaars en steenhouwers soms in betekenisvolle materialen zoals bvb oorlogspuin; - artistieke waarde: de kwaliteit van het beeldhouwwerk, gebruikte symboliek, het concept, betekenis van de vormgeving; - artistiek landschappelijke waarde: landschappelijke inplanting; - sociaalculturele waarde: materialiseren van collectief trauma, vredesboodschap. Volgende gedenktekens in het Brugse Ommeland zijn beschermd: Ruiselede - Oorlogsgedenkteken voor de militairen en burgerlijke doden van Ruiselede met inbegrip van grafkelder. Dit gedenkteken is van de Gentse beeldhouwer Aloïs De Beule en fungeert als praalgraf. Het is geplaatst op een grafkelder opgetrokken op een centrale plaats van het voormalige kerkhof. Dergelijke praalgraven voor oorlogsslachtoffers zijn zeldzaam. Beernem - Oorlogsgedenkteken voor de militaire doden en “zegevierenden” van de Eerste Wereldoorlog van Beernem. Het is een ontwerp van Jozef Viérin, een van de belangrijkste wederopbouwarchitecten. Het gedenkteken heeft een bijzonder opmerkelijk silhouet met een hoge slanke vorm toegewijd aan de devotie van het Heilig Hart. - Gedenkkapel voor Onze-Lieve-Vrouw vanwege de bewoners van Bulskampveld en de familie Lippens. De gedenkkapel werd ontworpen door Alphonse De Pauw. Het is een mooie private kapel in neoclassicistische stijl en het ontwerp doet denken aan het Pantheon. Blankenberge - Ereperk met gedenkteken “Moedersmart” op de stedelijke begraafplaats. De artistieke waardevolle beeldengroep is van de Brusselse beeldhouwer Guillaume Charlier en is uitzonderlijk op begraafplaatsen. Torhout - Oorlogsgedenkteken voor de militaire doden van Torhout. Het is in oorsprong een Duits gedenkteken bedoeld voor de Duitse begraafplaats bij het Roggeveld bij Diksmuide. Het werd gerecupereerd en omgevormd tot een Belgisch gedenkteken. De Duitse adelaar werd een Belgisch wapenschild met leeuw, de Duitse helm een hoofdverband. Deze goedkope oplossing van het Torhoutse stadbestuur stuitte op fel verzet van de oud-strijders. Brugge - Beluik der gefusilleerden werd opgericht ter nagedachtenis van de dertien terechtstellingen die er tijdens de Eerste Wereldoorlog plaatsvonden. Het ommuurde perkje bestaat uit ingemetselde gedenkplaten en dertien zandstenen rechthoekige zuiltjes, bovenaan afgewerkt met een gestileerde vlam in de vorm van een acanthusblad. - Ruiterstandbeeld van Albert I. Dit indrukwekkend en artistiek waardevol bronzen ruiterstandbeeld van Koning Albert is een werk van Octave Rotsaert. - Canadabrug met bizons ter herinnering aan de Canadese bevrijding. De brug met beelden fungeert als geheel als gedenkteken en is van de hand van Octave Rotsaert. Het gedenkteken herinnert aan de bevrijding van de stad Brugge door Canadese eenheden in september 1944.
- Oorlogsgedenkteken voor de militaire en burgerlijke slachtoffers van Assebroek met omsluiting en omheining. Dit is het eerste gedenkteken dat in West-Vlaanderen werd onthuld na de Eerste Wereldoorlog en werd ontworpen door Gustaaf Pickery. - Gedenkteken voor de militaire en burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog uit Sint-Kruis. Dit gemeentelijk of parochiaal gedenkteken besteedt expliciete aandacht aan de terechtstelling van een van haar burgers door de Duitse bezetter. Ook dit ontwerp is van Gustaaf Pickery. Het is uitzonderlijk dat een burger heel herkenbaar op een gemeentelijk of parochiaal gedenkteken wordt afgebeeld. - Gedenksteen voor de militaire en burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog uit SintAndries. Dit oorlogsgedenkteken van de hand van Octave Rotsaert is atypisch voor zijn oeuvre. Ruddervoorde - Oorlogsgedenkteken voor de militairen doden van Ruddervoorde. Het gedenkteken is van de hand van Karel Laloo en de voorstelling van een burger met soldaat is eerder zeldzaam bij een oorlogsgedenkteken. KORT GENOTEERD ● Nieuw boekje van Erfgoedcel Meetjesland: “Vette Veemarkt” In Zomergem werd de publicatie “Vette Veemarkt” voorgesteld, het nieuwste boekje van de boekenreeks van Erfgoedcel Meetjesland. Deze achtste editie vertelt meer over het ontstaan van jaarmarkten en veemarkten, hoe het allemaal begon in Zomergem en welke ups en downs de Vette Veemarkt kende. Het is geïllustreerd met prachtig fotomateriaal. Het boekje kost, net als de andere edities, 5 euro. Het boekje van de Vette Veemarkt is de eerste editie in de nieuwe stijl van de boekenreeks van Erfgoedcel Meetjesland. De nieuwe stijl heeft meer kleur, meer foto's en meer pagina's. Ook de naam is veranderd: “Erfgoed Leeft” wordt “Erfgoed Meetjesland”. Dit is ook de naam van de nieuwe digitale erfgoeddatabank www.erfgoedmeetjesland.be. Op die manier leven de thema's uit de publicatiereeks digitaal verder, en omgekeerd. Dit boek behoort tot het jaarabonnement 2010. Met een abonnement ontvangt men de edities thuis zodra ze uitkomen. In het abonnement van 2010 behouden we de oude prijs van de boekjes. Je krijgt de twee edities dus voor 8 euro (excl. verzendingskosten) in plaats van 10 euro. EXTRA ● Romeinse amforen uit de Noordzee In het tijdschrift “De grote rede. Nieuws over ons kust en zee” verscheen een interessant artikel getiteld: “Zoektocht naar de oorsprong van enkele Romeinse amforen uit de Noordzee”. De tekst is integraal aangehecht aan deze E-brief.
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 8 ● 1 DECEMBER 2010
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] Na een serieuze zomerstilte is het moment aangebroken om in deze koude herfstdagen opnieuw te grasduinen in de vele erfgoedberichten die ons bereikten. GENOTEERD ● “Naar de vaantjes” In de Gregoriuszaal van de Sint-Andriesabdij (Zevenkerken) vindt op zaterdag 4 en zondag 5 december van 10 tot 18 uur de tentoonstelling “Naar de vaantjes” plaats. De toegang tot de expositie is gratis. Dit jaar is het honderd jaar geleden dat Maurits Van Coppenolle geboren werd (1910-1955). Om deze verjaardag in herinnering te brengen organiseert onze werkgroep Bewoningsgeschiedenis van SintAndries een mooie tentoonstelling over bedevaartvaantjes die hoofdzakelijk uit Maurits Van Coppenolles verzameling komen. Wij mochten de tentoonstelling aanvullen met vaantjes uit de verzameling van Hans Geybels. Hierdoor kunnen ongeveer zeventig procent van alle West-Vlaamse vaantjes getoond worden. Deze tentoonstelling is dan ook uniek. Een bedevaartvaantje is een afbeelding op papier of stof waarop een voorstelling van de verering van een heilige staat afgebeeld. Het kan allerlei vormen hebben, maar meestal is het driehoekig als een vlaggetje of een vaantje vastgemaakt aan een stokje. Het werd meegebracht als bewijs dat men op bedevaart was geweest. Het was ook een afweer- of behoedmiddel tegen ziekten en gevaar. Vandaar ook de naam “bedevaartvaantje”. Het werd op de hoed of ander hoofddeksel gezet of zelfs aan een boerenkar opgehangen. Het hoefde geen bedevaart naar Sint-Jacob de Compostella te zijn, ook lokale bedevaartsoorden in onder andere het Brugse trokken veel volk. Hier en daar overleven bedevaarten nog zelfs het derde millennium. Bij elke jaarlijkse bedevaart kreeg of kocht men een nieuw vaantje en het oude werd weggegooid; het was toch vuil, had in de stallingen of in de keuken gehangen. Zo bleven uiteraard weinig exemplaren van die vaantjes over. ● Brugs Uurtje met Margriet Blomme Margriet heeft meer dan acht jaar haar medewerking verleent aan het Brugs Woordenboek en haar inbreng was niet onbelangrijk wegens haar kennis van vele typische Brugse woorden en uitdrukkingen. “In onze school hebben wij nog de vernederde verplichting gekend dat Nederlands spreken op de koer verkeerd was en je kreeg een boete. Zelfs de kennis van de Nederlandse taal werd ons in het Frans bijgebracht,” aldus Margriet. Haar hobby’s zijn veelzijdig. Margriet was een actieve leerling op bijscholingen en avondcursussen. Haar liefste hobby is kaligrafie. Maar we vernemen meer daarover op 12 december om 11 uur in het Oud-Handbogenhof, Baliestraat 6 in Brugge. Gratis voor de leden van de heemkring; bijna-leden betalen 2,50 euro.
● Tussen hemel en hel. Sterven in de middeleeuwen In het Jubelparkmuseum (Jubelpark 10, Brussel) is van 3 december tot 24 april een tentoonstelling over sterven in de middeleeuwen te zien. Het onderwerp mag dan al controversieel zijn, het laat ons niet onberoerd en was zeker in het verleden een gegeven met vele boeiende facetten. Hoe onze voorvaderen van de zesde tot de 16de eeuw omgingen met de dood wordt duidelijk gemaakt aan de hand van een uitgelezen selectie van een tweehonderdtal objecten en kunstwerken. De benadering is multidisciplinair en de neerslag van verschillende invalshoeken zoals de kunstgeschiedenis, de archeologie, de sociologie, de godsdienstwetenschap en het forensische onderzoek. Vier thema’s komen aan bod: 1. De oorzaken van de dood - In de middeleeuwen lag de levensverwachting veel lager dan nu. Ziekten, epidemieën, slechte hygiëne en oorlogen waren de boosdoeners en maakten van de dood een bijna dagelijkse ervaring. Veel meer dan nu waren ziekte en overlijden verstrengeld met het leven. 2. De stervensbegeleiding en de doodsrituelen - De vele rituelen aan het sterfbed, op de begrafenis en gedurende de rouw- en herdenkingsplechtigheden smeedden een band tussen het individu en de gemeenschap. Afhankelijk van de sociale status kreeg het stoffelijk overschot een verschillende behandeling. 3. De topografie van de dood - Achter elk graf gaat een man, een vrouw, een kind of een gemeenschap schuil. Kerkhoven en cultusplaats kregen een belangrijke, zij het wisselende plaats in de gemeenschap. Praalgraven en grafmonumenten contrasteerden met de gewone graven en de massagraven. 4. Van dood tot verrijzenis - Na de dood wachtte voor de overledene het laatste oordeel. Hemel, hel of vagevuur werden in het vooruitzicht gesteld. De dodendans, het rad van fortuin en de goede dood omschreven de relatie tot het eeuwige leven in het christelijk denken. Op de tentoonstelling wordt duizend jaar sterven, begraven, rouwen en herdenken voor het voetlicht gebracht. Als een rode draad door het concept loopt het streven van de mens om zijn sociale en geestelijke status over de dood heen te bewaren. Er zijn schilderijen, beeldhouwwerken en grafmonumenten te zien zijn, reliekhouders, manuscripten en memento mori, maar ook wapens en foltertuig, skeletten en grafgiften. Ongeveer de helft komt uit de rijke collecties van het Jubelparkmuseum, de ander helft uit musea, privéverzamelingen, bibliotheken, schatkamers en kerken uit België en het buitenland. KORT GENOTEERD ● “De vrouw gedigitaliseerd “De Vrouw” is het blad van de Hollandsch-Vlaamsche Vrouwenbond, opgericht op 15 juni 1893 door Emilie Claeys, militante in de Gentse socialistische vrouwenbeweging en Nellie van Kol, Nederlandse
feministe en pedagoge. In “De Vrouw” werden een aantal eisen geformuleerd: gelijk loon voor gelijke arbeid en de toelating van de vrouw tot alle beroepen, openbare betrekkingen en wetgevende lichamen, geen onderscheid in onderwijs voor jongens en meisjes, de afschaffing van alle wetsbepalingen die de vrouw als minderwaardig bestempelen ten opzichte van de man, onderzoek naar het vaderschap en bestrijding van de oorlog. Verder verdedigde en verspreidde het blad tips inzake geboorteregeling. Het blad verscheen om de twee weken van 15 juli 1893 tot 1 september 1900. De collectie is zo goed als volledig en werd met behulp van OCR full text doorzoekbaar gemaakt. Info: www.amsab.be. ● Beheerspremie voor de “Crangon”
Vlaams minister Geert Bourgeois, bevoegd voor Onroerend Erfgoed, kent een beheerspremie van 119.349 euro toe voor het onderhoud van het beschermde vissersschip de “Crangon”. Behalve hoogdringende herstellingswerken aan de houten romp en het dek, krijgt het schip ook een verfbeurt. Bovendien zal de oorspronkelijke dieselmotor worden gereviseerd. De “Crangon” (Latijnse benaming voor garnaal) is een van de laatste overblijvende operationele houten vissersschepen in Vlaanderen en het laatste dat nog is uitgerust met origineel vistuig voor de plankvisserij. Na onderzoek door het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) werd het schip in 2007 beschermd als varend erfgoed omwille van zijn historische, industrieelarcheologische, wetenschappelijke en sociaal-culturele waarde. Het schip, oorspronkelijk gedoopt onder de naam Z 582 “Asannat”, werd in 1964 gebouwd op de werf Degraeve in Zeebrugge. In 1998 stopte de “Crangon” met de commerciële visvangst. Nu heeft het schip vooral een publieke en educatieve functie: het wordt ingezet door de vzw Promotie Uitstraling Bredene (PUB) voor toeristische rondvaarten waarbij de garnalenvangst en behandeling aan boord nog steeds actief op zee gedemonstreerd wordt. Zo krijgt het publiek de kans om dit varend erfgoed, en zijn betekenis voor deze vorm van visvangst aan de Vlaamse kust, volop te beleven. De garnaalvisser is gelegen aan de oosteroever van de Oostendse havengeul.
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 12 ● 1 JUNI 2011
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] GENOTEERD ● Op wandel in Sint-Andries Onze voorzitter Ewald Vancoppenolle neemt op woensdag 8 juni onze leden op sleeptouw voor een wandeling in Sint-Andries. Afspraak om 14 uur aan het gemeentehuis van Sint-Andries. Inschrijven is niet nodig. De wandeling komt voorbij het gemeentelijke domein De Koude Keuken en de nieuwe wijk Blijmare. Het kasteel De Koude Keuken dateert uit de dertiende eeuw en diende als versterkte woonst voor de familie van Straeten. IN de loop van de geschiedenis werd het kasteel meermaals verwoest en heropgebouwd. Ook een bezoek aan de kapel van ’t Boompje staat op het programma en langs de hoeven van de Koestraat maken de deelnemers kennis met een van de rustigste plekken in de gemeente. KORT GENOTEERD ● Kortrijk, woelige stad (1580-1680) Naar aanleiding van de tentoonstelling “Roelandt Savery” tot 11 september 2012 in het Broelmuseum, belicht Kortrijk 1302 de tijd van deze schilder in de tijdelijke presentatie “Kortrijk, woelige stad. 1580-1680”. Brandstapels, heksenvervolging, bulderende kanonnen, pest en hongersnood... Betekende de 17de eeuw enkel kommer en kwel voor Kortrijk? Neen, want een flink deel van het historisch stadscentrum kreeg in die periode vorm. Kortrijkse wevers realiseerden de mooiste damasten. Wist je dat er op 30 april 1569 zes wederdopers de dood vonden op de brandstapel op de Grote Markt? Dat Joossynken Callens uit Ingelmunster in de Groeningeabdij bevrijd werd van de boze duivel? Dat Antoon Van Dyck als beloning voor zijn schilderij “De kruisoprichting” in de OnzeLieve-Vrouwekerk een dozijn wafeltjes toegestuurd kreeg? Die en nog meer leuke anekdotes worden samengebracht in “Kortrijk, woelige stad”. De levendige presentatie (met film, uitvergrote kaarten, spelelementen en kinderhoek) kan je combineren met een uitgeschreven stadswandeling aan de hand van een kaart uit... 1641. De tentoonstelling is te zien in Kortrijk 1302, Houtmarkt-Begijnhofpark in Kortrijk tot en met 3 juni 2012. Gratis toegang. De wandelkaart en het boekje kosten 2,50 euro. ● De occulte kring van Rudolf II In het Erfgoedhuis, Onze-Lieve-Vrouwestraat 45 in Kortrijk vindt op dinsdag 7 juni om 19 uur een lezing plaats over alchemie, magie en schilderkunst aan het Praagse hof van een Habsburgse keizer.
Aan het hof van Rudolf II in Praag werden alchemie, schilderkunst en occulte wetenschappen bedreven met authentieke wetenschappelijke doeleinden en spirituele aspiraties. Voor de hedendaagse mens lijkt dit een bont allegaartje van bizarrerieën. Het toenmalige Praagse hof – waar Roelandt Savery op het hoogtepunt van zijn kunnen, werkte en leefde – was een plaats waar religie en wetenschap zich met elkaar verzoenden en waar kunst een hogere, spirituele betekenis had, zoals dit ook aan het hof van de Medici in het Noorden gebeurde. Spreker Kevin D'heedene studeerde psychologie en wijsbegeerte. Daarna legde hij zich als onafhankelijk onderzoeker toe op de studie van de invloed van alchemie in de westerse geschiedenis (religie, wetenschappen en kunsten) en publiceerde en gaf lezingen in binnen- en buitenland hieromtrent. Voor meer info: www.al-chemia.com. ● Mammoet gevonden in Roeselare! In een oude kleigroeve in Oekene zijn de beenderen ontdekt van een mammoet en nog twee andere historische diersoorten. Het gaat om een van de oudste archeologische vondsten in de provincie West-Vlaanderen. Bijzonder is dat er ook sporen van menselijke activiteit zijn gevonden, voorwerpen in been of steen van jagers uit de streek. Twee jaar lang zijn archeologen aan het werk en nu pas zijn de resultaten bekendgemaakt, dit om illegale schattenjagers niet op ideeën te brengen. De vondsten zijn bijzonder: onder meer beenderen van een uitgestorven soort van bizon of van een wolharige mammoet, zo groot als een olifant. (foto Jozef Goderis) “Het is de eerste keer dat we zo ver in de tijd kunnen teruggaan”, zegt Jozef Goderis van de Vereniging Oudheidkundig Bodemonderzoek in West-Vlaanderen (VOBoW). “Dat gaat over meer dan 10.000 jaar geleden.” Van 4 tot 11 juni 2011 zijn de vondsten te bekijken op de VOBoW-tentoonstelling “Watertanden” in de Galerie Blomme, Ooststraat 84 in Roeselare. Maandag tot vrijdag van 14 tot 18 uur; zaterdag en zondag van 10 tot 12 uur en van 14 tot 18 uur. Info: 051 22 27 20. ● Nieuwe wandelroute door Middelburg (in Vlaanderen) Middelburg, een deelgemeente van Maldegem, is een wandelroute rijker. Het 6,5 km lange parcours komt niet enkel voorbij de kasteelsite van Pieter Bladelin, de kerk, de schandpaal en de andere middeleeuwse schatten van Middelburg, maar leidt de bezoeker ook langs de prachtige natuur van de kreken en de grensstreek. De wandelroute start en eindigt in het centrum van Middelburg. De kaart is verkrijgbaar in het bezoekerscentrum van Middelburg of in het toeristische kantoor van Maldegem. Meer over Middelburg op www.middelburginvlaanderen.be. ● De dood in kinderschoenen In het Liberaal Archief, Kramersplein 23 in Gent (vlakbij het Sint-Pietersplein) vindt van 29 mei tot 10 juni de historisch-didactische fototentoonstelling “De dood in kinderschoenen” plaats.
Er wordt wel eens gezegd dat graven spreken. Dat geldt zeker voor kindergraven. Ze vormen versteende brailletekens aan de hand waarvan een vergeten, steeds evoluerend verhaal van afscheid en rouw kan worden afgelezen. Gesacraliseerd en verwaarloosd, veronachtzaamd door onderzoekers en gekoesterd door ouders, bieden ze binnen de funeraire en maatschappelijke geschiedenis een uniek relaas. Ze zijn kleine getuigen van pijn en verdriet, verbondenheid en zingeving, troost en hoop, onverschilligheid en erkenning. Dit project wil dit erfgoed in de kijker plaatsen en het verlies van een kind als thema meer bespreekbaar maken. Woord, muziek en beeld gaan hand in hand om dit thema zowel krachtig als ontroerend mooi een podium te gunnen. Kunst met weerhaakjes waar u zeker iets van meedraagt… In het kielzog van dit project worden twee studienamiddagen georganiseerd. Deze zijn kosteloos toegankelijk na inschrijving. Bij Academia Press verschijnt het boek “De Dood in Kinderschoenen”. Zie voor meer info de volledige persmap in bijlage! ● “Over leven” in Amsab In opdracht van Curieus en sp.a maakte Amsab-ISG de tentoonstelling “Over leven. De strijd voor sociale zekerheid”. Daarin nemen de organisatoren de bezoeker mee door de 19de en 20ste eeuw en tonen ze hoe onze sociale zekerheid stap voor stap werd opgebouwd. Vandaag leven nog steeds miljoenen mensen onder de absolute armoedegrens, vooral in ontwikkelingslanden. In de rijkere landen is er ook nog armoede, maar die is meestal “relatief”. Hier ben je arm als je minder hebt dan een bepaalde levensstandaard. Hoewel de armoede in België de laatste jaren toeneemt, blijft het grootste deel van de bevolking beschermd tegen risico’s als werkloosheid, ziekte en ouderdom. Dit systeem van bescherming noemen we de sociale zekerheid. Die heeft al honderdduizenden mensen behoed tegen armoede en ervoor gezorgd dat ze een bepaalde welvaart konden behouden. De tentoonstelling is tot 31 augustus 2011 te zien in Amsab-ISG, Bagattenstraat 174 in Gent (dichtbij Sint-Pietersplein en cultuurcentrum De Vooruit). Open op maandag van 10 tot 17 uur, van dinsdag tot vrijdag van 9 tot 17 uur. Info: 09 224 00 79.
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 13 ● NOVEMBER 2011
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] ACTIVITEITEN HEEMKRING ● Tempeliers en Hospitaalridders in de Vlaamse opstand van 1302 Historicus Bernard Schotte komt op maandag 28 november om 20 uur in ons lokaal De Zorge, Moerkerkse Steenweg 194 in Sint-Kruis, spreken over “Tempelmiers en Hospitaalridders in de Vlaamse Opstand van 1302”. Op 11 juli 1302 verslaat een Vlaams volksleger op de Groeningekouter in Kortrijk een Frans ridderleger. In de roman “De Leeuw van Vlaenderen” van Hendrik Conscience wordt deze Guldensporenslag bloemrijk beschreven en de schrijver laat zelfs tempeliers aan de zijde van de Vlamingen meestrijden. Ofschoon het boek van Conscience geen historisch werk is, bevat het heel wat historisch correcte informatie want de schrijver ging om raad bij historici toen hij in 1838 zijn boek schreef. Of de monnikenridders in hun witte mantels met een rood kruis in werkelijkheid op de Groeningekouter bloed vergoten, wordt in de historische literatuur gewoonlijk in twijfel getrokken. Temeer omdat het volgens de tempelierregels verboden was ten oorlog te trekken tegen Christenen. Toch blijft het verhaal over de betrokkenheid van de Tempeliers in de Vlaamse opstand van 1302 her en der opduiken in publicaties. Zelfs de bekende Brugse historicus Adolf Duclos schreef in 1882 een roman, getiteld “Reivaart of de wraak van de Tempelier”, waarin Tempeliers op 11 juli 1302 hun zwaarden kruisen met de Fransen. In zijn bekend werk “Bruges. Histoire et souvenirs” van 1910 laat hij doorschemeren dat er hiervoor zelfs historisch bewijs zou bestaan. Uiteindelijk kun je alleen met eigentijdse archiefbronnen een klaardere kijk op dit verhaal krijgen. Misschien is niet elk tempeliersverhaal per definitie een sage. Bernard Schotte, historicus en tewerkgesteld bij de Dienst Monumentenzorg Stad Brugge, is stichtend lid en voorzitter van de Vereniging voor de Studie over de Tempeliers en de Hospitaalridders. Info: www.tempeliers.be. (bs) GENOTEERD ● Unieke zeekaart herontdekt in Blankenbergse school Een zeldzame maritieme kaart van de Vlaamse Banken bleek al decennia lang – onzichtbaar voor de buitenwereld – te hangen aan één van de muren van het Sint-Pieterscollege in Blankenberge. De mansgrote kaart, in 1890 op doek geschilderd ten behoeve van het Blankenbergse visserijonderwijs, verhuisde in 1951 bij de sluiting van de school naar het huidige Sint-Pieterscollege. De kaart is niet alleen esthetisch een pareltje, veertig procent van de erop voorkomende toponiemen van zandbanken en geulen blijken uniek te zijn. Eén naam van een zandbank, de Lodewijkbank, heeft
alvast zijn weg gevonden naar de moderne zeekaarten en zal vanaf 2012 de tot nu toe niet benoemde “Bank zonder naam” vervangen. Groot was de verwondering en bewondering toen het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) – na een tip – voor het eerst de “Zeekaart der Visscherij van Blankenberge” mocht aanschouwen. De op doek geschilderde kaart van de Vlaamse Banken is tussen 1890 en 1900 door E.H. G. Carlier aangemaakt ten behoeve van het plaatselijke visserijonderwijs. Carlier, tevens onderpastoor in de Blankenbergse Sint-Rochuskerk en eerste directeur van de visserijschool (1890-1951), baseerde zich voor de kaart op Engelse zeekaarten en op mondelinge overlevering vanuit de visserijwereld, onder meer via Joseph Ponjaert, leraar-visser. De kaart is niet alleen een historisch pronkstuk, maar heeft ook een hoge esthetische waarde met de circa negentig benoemde zandbanken en geulen ingekleurd in schakeringen van geel, bruin en grijs. Veertig procent van deze toponiemen blijken uniek en zijn en zijn noch op de huidige, noch op oudere zeekaarten terug te vinden. Vreemde namen als Blaregeule, Alteverrebank, Kwade grond of Plateput verwijzen ongetwijfeld naar ervaringen die de vissers destijds met de bank of geul hadden. ● Reizen en trafiek in de romantiek - De porseleinkaart als gids In het Liberaal Archief (Kramersplein 23 in Gent) is in de Blauwe Zaal van 20 november tot en met 29 februari de tentoonstelling “Reizen en trafiek in de romantiek” te zien. De tentoonstelling focust op reizen en trafiek van goederen, afgebeeld op porseleinkaarten. Porseleinkaarten (ca. 18251880) ontlenen hun naam aan hun uitzonderlijke glans en textuur. Het drukprocedé maakte gebruik van de lithografie of steendruk die begin 19de eeuw was ontwikkeld en van een heel specifieke ondergrond. Op fijn karton werd een dunne laag kaolien gemengd met loodwit aangebracht waardoor de kaart zijn specifiek karakter kreeg. Vervolgens werd dit voorbehandeld karton bedrukt met tekst, afbeeldingen en randornamenten. Ontwikkelt als een procedé om vooral luxueuze visitekaartjes te drukken, werd de porseleinkaart op korte tijd een ideaal medium voor de burgerij en voor de ambachtslui om publiciteit te maken. Ons land was het onbetwiste centrum van de porseleinkaartproductie en had een internationaal cliënteel. Als tweede luik in deze tentoonstelling wordt een origineel werk van de Zwitserse kunstenaar Jean Midolle voorgesteld. Deze 19de-eeuwse kalligraaf publiceerde in 1846 de “Recueil ou Alphabet de Lettres Initiales Historiques”, gedrukt door de Gentse lithograaf Gustave Jacqmain. Het betreft een prachtig verzorgde staalkaart van het artistiek kunnen van Midolle, een soort van “portfolio” voor toekomstige klanten. Het bevat een reeks korte historische biografieën, elk beginnend met een van de 24 letters die het alfabet toen rijk was (de “i” en de “w” ontbraken) en verenigt op schitterende wijze de kunst van de kalligrafie met middeleeuwse miniaturen en met sierelementen uit de mythologie. Slechts enkele exemplaren van dit werk bleven bewaard. De tentoonstelling is te zien van 20 november 2011 tot en met 29 februari 2012.
Openingsuren: dagelijks, van zondag tot en met vrijdag, van 13 tot 17 uur. - Toegang gratis (gesloten op zaterdag, op 25 en 26 december 2011 en op 1 en 2 januari 2012) BOEKENNIEUWS ● Leven en werk van de Aartrijkse beeldhouwer Leonard De Visch (1888-1930) door Johan Braet en Pol Denys Zedelgem, Gemeentebestuur, 2010 – (Zedelgemse Historische Uitgaven, nr. 1) – 120 blz., 10 euro De Aartrijkse beeldhouwer Leonard De Visch (1888-1930) is een ten onrechte vergeten kunstenaar. Hij realiseerde tijdens zijn korte leven een zeer persoonlijk en artistiek hoogstaand oeuvre, dat hoofdzakelijk oorlogsmonumenten, borstbeelden, bas-reliëfs en losstaande sculpturen omvat. De Visch was geen groot artistiek vernieuwer, maar zijn kunst gaat wel een boeiende dialoog aan met de artistieke en intellectuele stromingen van zijn tijd: het humanitaire drama van de Eerste Wereldoorlog, de radicaliserende Vlaamse beweging en het activistisch avontuur, de armoedeproblematiek op het Vlaamse platteland, de artistieke vernieuwing van het impressionisme en expressionisme, het katholieke reveil tijdens het Interbellum en de Pelgrimbeweging enz. Deze publicatie brengt een zo volledig mogelijk overzicht van leven en werk van Leonard De Visch. De nadruk ligt niet zozeer op kunsthistorische evaluatie, maar wel op kritisch historisch onderzoek en correct feitenmateriaal. Centraal in deze studie staat de reconstructie van een zo volledig mogelijke cataloog van kunstwerken van Leonard De Visch. De verzorgde fotografie van Pieter De corte, een kleinzoon van de kunstenaar, geeft aan dit boek een bijzondere meerwaarde. ● Keere weerom. Het verhaal van de Zedelgemse reuzen door Johan Braet Zedelgem, Gemeentebestuur, 2011 – (Zedelgemse Historische Uitgaven, nr. 2) – 130 blz., 7 euro
Zedelgem telt nu zes reuzen. Hun opvallende namen zijn Pier Pette, Dorten en Stella, Tijl, Stefke en Morris Majeur. De gemeente heeft blijkbaar iets met reuzen. Al sinds de jaren ’20 van de vorige eeuw bestaat er in Zedelgem een traditie om reuzen te laten meestappen in feeststoeten. Ze geven kleur aan allerlei volkse en officiële plechtigheden. Reuzen spreken aan bij jong en oud. Hun levensloop gelijkt trouwens treffend op die van mensen. Ze worden geboren en eventueel gedoopt, kunnen trouwen en kinderen krijgen, maar vroeg of laat kunnen ze ook aan hun einde komen. Ze worden op handen gedragen als ereburgers van de gemeente of als ambassadeurs van een vereniging, een bedrijf, een wijk, een dorpsgemeenschap. In dit boek brengt auteur en gemeentearchivaris Johan Braet het levensverhaal van de Zedelgemse reuzen, niet alleen van de nu nog bestaande reuzen, maar ook van de acht al langer verdwenen reuzen die Zedelgem in vroegere tijden hebben bevolkt. Achter de levensloop van elke reus gaat een boeiend stukje plaatselijke geschiedenis schuil. Danzij de reuzen verneemt de lezer allerlei grappige en boeiende anekdotes over het plaatselijk leven.
Dit boek vormt het tweede deel in de reeks Zedelgemse Historische Uitgaven. De gemeente Zedelgem wil met deze boekenreeks een aantrekkelijk platform bieden voor vernieuwende studies over de lokale geschiedenis en het erfgoed van de gemeente Zedelgem. Deze reeks is niet alleen bedoeld voor gemeentelijke publicaties, maar staat ook open voor uitgaven van individuele onderzoekers en lokale verenigingen. ● De Duitse begraafplaats in Langemark door Horst Howe, Robert Missinne en Roger Verbeke Brugge, De Klaproos, 2011 – 240 blz., 140 ill., 22,95 euro Met jaarlijks ruim 150.000 bezoekers is het Soldatenfriedhof van Langemark de meest bezochte Duitse militaire begraafplaats in België. Veel van de Duitsers die rond Ieper het leven verloren, liggen er begraven. De geschiedenis van deze dodenakker werd te boek gesteld door Horst Howe, Robert Missinne en Roger Verbeke. De Duitser Horst Howe werkte vanaf 1964 voor de Volksbund en stond zo in voor het beheer en het onderhoud van de militaire begraafplaats. Robert Missinne uit Sint-Juliaan is al ruim 30 jaar gids in de frontstreek en zette diverse schoolprojecten rond de Eerste Wereldoorlog op. Roger Verbeke uit Wervik, ook al jarenlang gids, adviseert bezoekers die opzoekingen doen in het Documentatiecentrum In Flanders Fields. In het boek “De Duitse begraafplaats in Langemark” brengen de auteurs de geschiedenis van het grafveld, beginnend met de gevechten in 1914 en de aanleg van de begraafplaats Langemarck-Nord. Tegen het einde van de oorlog lagen er 859 doden begraven, waaronder 630 Duitsers. Tijdens de jaren twintig en, in een tweede fase, tijdens de jaren vijftig, werden de doden van tientallen begraafplaatsen in de frontstreek naar Langemark overgebracht. Nu hebben ruim 44.000 Duitsers er een laatste rustplaats, waar ze beweend worden door de vier soldatenfiguren van de Münchense kunstenaar Emiel Krieger. Ongeveer 25.000 doden konden niet geïdentificeerd worden en liggen in een Kameradengrab. Ook nu nog worden Duitse militairen bijgezet van wie stoffelijke resten werden teruggevonden op de voormalige slagvelden. Het boek kan gebruikt worden als een gids. Het zet de belangrijkste bezienswaardigheden en allerlei opvallende kenmerken van het grafveld in de kijker. Veel aandacht gaat naar de mannen die hier begraven liggen. Zo leidt het boek ons naar enkele graven van Joodse militairen en leren we dat ook enkele (Britse, Russische, Italiaanse) krijgsgevangenen in Langemark liggen. In een uitgebreid hoofdstuk belichten de auteurs al de Duitse begraafplaatsen die zich ooit op het grondgebied van de huidige gemeente Langemark-Poelkapelle bevonden, nl. zeven in Bikschote, zeven in Langemark, zes op Koekuit-Madonna, elf in Poelkapelle en tien in Sint-Juliaan. Dit hoofdstuk is net als alle andere geïllustreerd met nog nooit verschenen historisch foto’s.
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
De Dood in Kinderschoenen Een artistiek en educatief project rond kindergraven Van 29 mei tot 10 juni 2011 te Gent
PERSMAP
1. 2.
Inleiding
Historisch-didactische fototentoonstelling Korte schets, toelichting
3.
Artistieke tentoonstelling Korte schets, toelichting
4. 5.
Opening & slotactiviteit Studienamiddag rouwzorg Korte schets, toelichting
6.
Studienamiddag erfgoed Korte schets, toelichting
7.
Meer informatie
1
Inleiding
Er wordt wel eens gezegd dat graven spreken. Dat geldt zeker voor kindergraven. Ze vormen versteende brailletekens aan de hand waarvan een vergeten, steeds evoluerend verhaal van afscheid en rouw kan afgelezen worden. Gesacraliseerd en verwaarloosd, veronachtzaamd door onderzoekers en gekoesterd door ouders, bieden ze binnen de funeraire en maatschappelijke geschiedenis een uniek relaas. Ze zijn kleine getuigen van pijn en verdriet, verbondenheid en zingeving, troost en hoop, onverschilligheid en erkenning. Dit project wil dit erfgoed in de kijker plaatsen en het verlies van een kind als thema meer bespreekbaar maken. Woord, muziek en beeld gaan hand in hand om dit thema zowel krachtig als ontroerend mooi een podium te gunnen. Kunst met weerhaakjes waar u zeker iets van meedraagt… In het kielzog van dit project worden twee studienamiddagen georganiseerd. Deze zijn kosteloos toegankelijk na inschrijving. Er verschijnt eveneens een boek ‘De Dood in Kinderschoenen’ bij Academia Press.
2
De Dood in Kinderschoenen: historisch-didactische fototentoonstelling
Een sobere, zwart-wit fototentoonstelling illustreert met thematisch gebundelde beelden enkele evoluties in onze rouwcultuur. Aan de hand van typische symbolen op kindergraven, grafschriften, portretten, e.d. worden tendensen als intimisering en secularisering bloot gelegd. Er is ook aandacht voor de groeiende erkenning van het belang van een waardig afscheid, zowel op juridisch als ritueel en funerair vlak. Deze kernachtige expositie geeft een beeld van een onderkend, steeds evoluerend verhaal van rouw en afscheid. Ze wil zowel appreciatie van erfgoed aanwakkeren, als het maatschappelijk bewustzijn voeden.
Liberaal Archief, Kramersplein 23, Gent. Van 29 mei tot en met 10 juni. Open van 9u tot 12u en van 13u tot 17u. Za, zo, brug -en feestdag: 14u tot 17u.
Parking P10 (Sint-Pietersplein). Bussen van De Lijn: 34, 35, 36, 42, 44, 55, 57, 58, 70, 71, 72, 73, 74, 76, 77, 78 tot aan halte Heuvelpoort of 5 aan halte op het Sint-Pietersplein
3
Toelichting thema’s De thema’s waarrond deze expositie zich opbouwt zijn: -
Anonimiteit De evolutie van anonieme of ontbrekende graven naar zeer persoonlijke graven voor kinderen. Vroeger werden kinderen vaak naamloos begraven. Zowel de heersende rouwcultuur als de wetgeving speelden daar een rol in. Soms werden ze zelfs zonder enig ritueel of gedenkplaats ter aarde besteld. De dood van een kind was dan misschien wel couranter en dus (misschien) minder onverwacht of tragisch, maar de aandacht voor de rouw was anderzijds zeer ondermaats. Men werd niet geacht er lang bij stil te staan. Nu is een tegengestelde beweging op gang gekomen die ook een inhaalmanoeuvre naar het verleden wil maken en collectieve gedenkstenen voorziet op plaatsen waar kinderen grafloos begraven zijn. Ook de wetgever krijgt aandacht voor de problematiek en heeft het mogelijk gemaakt dat doodgeboren kinderen een naam kunnen krijgen, en kinderen gestorven tijdens de zwangerschap een meer volwaardige vorm van lijkbezorging kunnen krijgen. Een nieuw fenomeen in deze context is de opkomst van foetusweides. In hun diverse uitvoeringen proberen zij een vorm te zoeken om onvoldragen kinderen een eigen plek te bieden.
-
Symboliek Waar woorden te kort schieten, spreken beelden soms des te krachtiger. Ze kunnen meerdere betekenislagen in zich dragen en putten vaak uit een rijke traditie. Typische symboliek op kindergraven: de hand, de vlinder, de ballon, het lam,… We zien hier een verschuiving van symbolen met een sterke religieuze inslag, naar meer neutrale symbolen, vooral natuurelementen. Binnen deze symboliek is er afzonderlijk aandacht voor de beeldvorming van de dood: sporadisch vindt men afbeeldingen van de dood op graven, ook op die van kinderen. Meestal betreft het een engel die het kind teder wegleidt, maar ook de iconografie van de dood als rover komt voor. Deze beelden geven zeer krachtig uitdrukking aan de verschillende belevingen van afscheid.
-
Portret Al eeuwenlang worden er portretten van allerlei aard gebruikt om de herinnering aan de dode levend te houden, en dit geldt zeker ook voor kindergraven. Enerzijds heb je het fotografisch portret, anderzijds (en in onze streken iets zeldzamer) de sculptuur. Typerend voor kindergraven zijn afbeeldingen van het kind in vol ornaat (zondagskledij, lievelingsspeelgoed) die tegelijk charmerend en hartverscheurend zijn. Een ander fenomeen dat vooral op kindergraven voorkomt is de post mortem foto. Fotografie van overledenen was vanaf 1840 zeer gebruikelijk en zeker bij kinderen was dit relevant want soms bestond er nog geen enkele andere afbeelding. Op graven van voor +/- 1970 tref je soms nog post mortemfoto’s aan, een verschijnsel dat ons nu eerder luguber voorkomt en een duidelijke kentering in opvattingen illustreert.
-
Graftekens De vormgeving van graven is aan vele modes en tradities onderhevig. We zien kindergraven opduiken als een miniaturisering van klassieke grafvormen voor volwassenen. Anderzijds zien we ook een eigen vormentaal ontstaan (typische biscuit beeldjes, eigen gamma aan gietijzeren modellen, typische graftuintjes,…). Ook de speelsheid van kindergraven (tekenfilmfiguren, speelgoed, …) neemt zienderogen toe. De erkenning van de kinderwereld heeft zich na lange tijd ook op de begraafplaats gemanifesteerd. Diverse begraafplaatsen hebben in dit kader ook een aangepaste aankleding van de kinderperken uitgewerkt
4
-
Grafschrift Hoe persoonlijker en nadrukkelijker kinderen een plaats krijgen op de begraafplaats, hoe meer grafschriften voorkomen. Ook hierin zie je uiteenlopende opvattingen weerspiegeld, van berusting over grote ontzetting tot poëtisch verdriet. De intimisering en secularisering zijn merkbaar in hun evolutie. Een analyse legt verhalen van betekenisgeving en zoektochten naar troost bloot.
-
Interactie Op de begraafplaats laten zich ook verschillende vormen van interactie met en tussen overledenen aflezen. Grafversiering illustreert hoe overleden kinderen nog bij feestdagen betrokken worden, hoe de geschiedenis zijn tol eist (oorlog, armoede,…), hoe kindersterfte nog steeds geen bezworen kwaad is.
5
De Dood in Kinderschoenen: Artistieke tentoonstelling
Gerenommeerd fotograaf Carl Uytterhaegen trok op zoek naar treffende en mooie beelden van kindergraven in de provincie. Het oeuvre van deze kunstenaar bestaat doorgaans uit zwart-wit fotografie, maar vanwege het thema brengt hij uitzonderlijk werken in kleur. Dat leverde 64 sprekende foto’s op die de spil uitmaken van dit kunstzinnige luik. Muzikant en componist Evan Roy presenteert een songscape Zylse in een luistermeubel ontworpen door mediakunstenaar Arjan Vanmeenen. Een poëtische bloemlezing rond het thema omkadert het geheel en slaat over de eeuwen heen een brug tussen getroffen nabestaanden. Zo vinden drie verschillende artistieke uitdrukkingsvormen elkaar om een moeilijk te benaderen thema, zowel krachtig als ontroerend mooi weer te geven. Van 29 mei tot 10 juni 2011 Geuzenhuis Zolderzaal. Kantienberg 9. 9000 Gent. Open op weekdagen van 09.00u tot 12.00u en van 13.00u tot 16.30u. Za, zo, brug -en feestdag: 14u tot 17u. Parking P10 (Sint-Pietersplein). Bussen van De Lijn: 34, 35, 36, 42, 44, 55, 57, 58, 70, 71, 72, 73, 74, 76, 77, 78 tot aan halte Heuvelpoort of 5 aan halte op het Sint-Pietersplein.
6
Toelichting bij kunstenaars Carl Uytterhaegen kan terug kijken op een rijk gevulde carrière als docent aan K.A.S.K waar hij als een van de ‘founding fathers’ van de afdeling fotografie geldt. Onder zijn gedreven maar veeleisend oog werden tal van hedendaagse grote namen gevormd (Carl De Keyser, Patrick De Spiegelaere, Lieve Blancquaert,…). Zelf staat hij te boek als een veelzijdig, authentiek en compromisloos fotograaf. Zijn werk getuigt van sociale bewogenheid en eruditie, van oog voor detail en symboliek; van een geest die nooit stil valt maar tegelijk ook niet te beroerd is om vroegere projecten op te zoeken en te ontdekken hoe zij geëvolueerd zijn. Door de vele betekenislagen is zijn werk tijdloos en inspirerend. Zijn technisch hoogstaande en overwegend documentaire fotografie vangt de realiteit, maar knoopt er door de keuze en beeldvorming betekenis en vraagstelling aan vast. Of het nu gaat om graffitihartjes, begraafplaatsen of mijnwerkersgezinnen, met een meester als Carl Uytterhaegen ga je geen plaatjes kijken; je gaat op reis door de wereld buiten ons, binnen hem en binnen jezelf. In het kader van ‘De Dood in Kinderschoenen’ brengt deze kunstenaar die bekend is om zijn zwart-wit oeuvre, uitzonderlijk werken in kleur. Dat levert sprekende en beklijvende beelden op. Kunst met een weerhaakje! www.mydream.be Evan Roy heeft er reeds een rijk en gediversifieerd muzikaal verleden op zitten met boeiende eigen projecten (Troissoeur, Hand Crafted…), gastoptredens en verschillende muziektheatervoorstellingen. Zijn meest recente werkvorm is TRIBE, de koepel waaronder hij zowel folkinvloeden, filmmuziek, ambient, postrock als elektronica verwerkt tot een hedendaagse performance. Hij werkte afgelopen jaren in alle stilte aan een soloproject dat zich muzikaal vertaalt in een reeks ‘improsities’, iets tussen compositie en improvisatie. De songscapes vormen een intieme ontmoeting, een klein verhaal van emoties maar zijn anderzijds ook rauw en doorleefd. Van singer-songwriting op viool tot klankexperimenten en poëtische Engelstalige songs… je wordt meegezogen in een muzikale roes. Voor ‘De Dood in Kinderschoenen’ brengt Evan Roy zijn meeslepende en ontroerende compositie Zylse. Gedurende een klein half uur neemt dit muziekstuk u op sleeptouw voor een wonderlijke reis doorheen diverse gevoelslagen en ervaringen. Het geluidsmeubel werd ontworpen door de beloftevolle mediakunstenaar Arjan Vanmeenen. http://www.thetribesite.com
7
De Dood in Kinderschoenen: Opening & Slotactiviteit
Vernissage van dubbele fototentoonstelling: Zaterdag 28 mei 2011 om 19u30 in het Liberaal Archief (Kramersplein 23, Gent). De avond zal bestaan uit een projecttoelichting en boekvoorstelling, gevolgd door een receptie. Aansluitend zal ook het artistieke luik van het project geopend worden in het Geuzenhuis (Kantienberg 9, Gent). Beide locaties liggen op wandelafstand van elkaar. Slotactiviteit van het project: Vrijdag 10 juni 2001 om 19u30 in het Liberaal Archief (Kramersplein 23, Gent). Dit slotevenement zal bestaan uit een muzikaal omkaderde poëzieavond rond het thema kinderdood, gebracht door woordkunstenares Mieke Felix. Ze neemt ons mee op reis langs o.m. Petrarca, Vondel, Elsschot en Enquist. De poëzie wekt (h)erkenning en slaat een brug tussen nabestaanden doorheen de eeuwen. Deelname kosteloos, inschrijving noodzakelijk. HuisvandeMens, Sint-Antoniuskaai 2, 9000 Gent, Tel.: 09/233 52 26 -
[email protected]
8
De Dood in Kinderschoenen: studienamiddag rouwzorg 6 juni 2011 - Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent 13u30 : Gerke Verthriest Rouwtherapeute en vormingswerker Rouwverwerking na de dood van een kind 15u: Christine Geerinck-Vercammen Auteur van ‘Stille baby’s’, moreel consulent Rouwverwerking na doodgeboorte of zwangerschapsafbreking Deelname kosteloos, inschrijving noodzakelijk. De studienamiddag staat zowel open voor professionelen als geïnteresseerden HuisvandeMens, Sint-Antoniuskaai 2, 9000 Gent, Tel.: 09/233 52 26 -
[email protected]
Toelichting sprekers Gerke Verthriest heeft een eigen praktijk in rouwtherapie te Dilbeek en publiceerde verschillende artikels rond het thema rouw. Ze is ook actief als vormingswerker bij verschillende organisaties en verzorgt op aanvraag diverse voordrachten of workshops. Ze brengt op de studienamiddag een algemene voordracht rond rouwen na het verlies van een kind. Daar bij komen verschillende perspectieven (ouders, broes/zus, grootouders,…), rouwstijlen en rouwreacties aan bod. http://users.skynet.be/gerke.verthriest Christine Geerinck-Vercammen studeerde medisch maatschappelijk werk aan de Sociale Hogeschool te Gent. Ze werkte bij het OCMW van Dendermonde en als maatschappelijk werker in het Leids Universitair Medisch Centrum (Nederland). In 1998 promoveerde zij aan de Universiteit Leiden op het proefschrift 'Met een goed gevoel', over het rouwproces en de hulpverlening bij doodgeboorte, zwangerschapsafbreking na prenatale diagnostiek en reductie in grote meerlingzwangerschappen. Zij is tevens auteur van het boek "Stille baby's" over hetzelfde onderwerp en bedoeld voor de ouders en hun omgeving die dit verlies meemaken. Zij is nu gepensioneerd en werkt als vrijwillig moreel consulent. Vanuit haar onderzoek en ervaring gaat zij tijdens de studienamiddag specifiek in op aandachtspunten, krachtbronnen en moeilijkheden die het rouwen na het verlies van een kind voor of tijdens de geboorte, omgeven.
9
De Dood in Kinderschoenen: studienamiddag erfgoed 10 juni 2011- Liberaal Archief, Kramersplein 23, Gent. 13u: Dr. Sophie Oosterwijk Kunsthistorica, auteur, projectmedewerker en docent aan diverse buitenlandse universiteiten. ‘Die in kintsceit comen ghinder ...’:het beeld van het kind op middeleeuwse grafmonumenten 14u45: Johan Deschieter Archeoloog & wetenschappelijk medewerker Provinciaal Archeologisch Museum Velzeke. Het middeleeuwse fenomeen van kinderbijzettingen in ‘kookpotten’ naar aanleiding van een bijzondere vondst in Zottegem. 16u: Anne-Mie Havermans Secretaris Epitaaf vzw, auteur en zelfstandig funerair deskundige Vormgeving van kindergraven tijdens de 20e en 21e eeuw en hun evoluties.
Deelname kosteloos, inschrijving noodzakelijk. De studienamiddag staat zowel open voor professionelen als geïnteresseerden HuisvandeMens, Sint-Antoniuskaai 2, 9000 Gent, Tel.: 09/233 52 26 -
[email protected]
10
Toelichting sprekers Sophie Oosterwijk is kunsthistorica, auteur, medewerker bij het MeMO (Medieval Memoria Online) project en het Onderzoeksinstituut voor geschiedenis en Cultuur Utrecht, en universitair docent. Heel lang is gedacht dat middeleeuwse ouders zich berustend neerlegden bij de gedachte dat tenminste een aantal van hun kinderen jong zouden sterven, en dat ze het daarom niet de moeite vonden om die overleden kinderen met monumenten te gedenken. Inmiddels zijn er vele voorbeelden van middeleeuwse monumenten bekend die óf aan kinderen zelf gewijd zijn óf aan ouders in combinatie met afbeeldingen van hun – zowel dode als levende – kinderen als pleurants. Hóe kinderen op grafmonumenten worden afgebeeld is echter weer een ander verhaal. Grafbeelden waren meestal geïdealiseerde weergaven en geen letterlijke “portretten” in de moderne zin van het woord. Bij kinderen is er zelfs vaak sprake van een misleidende voorstelling. Later in de Middeleeuwen kwamen grafmonumenten van zogenaamde bakerkinderen in zwang, waarop gestorven baby’s als wikkelkind zijn afgebeeld. Overigens werd niet vanzelfsprekend gedacht dat vroeg gestorven kinderen een naleven als engeltjes in de hemel te wachten stond, want de gedachte aan de erfzonde woog zwaar. Mits gedoopt werden baby’s nog als onschuldig beschouwd, maar zoals Jacob van Maerlant al waarschuwde in de Spiegel Historiael: Ende al wetewijt dat hi hemelrike Besitten, die clene kinder, Die in kintsceit comen ghinder, Nochtan kindere, die spreken mogen, Sijn vele diere niet toe dogen.
Johan Deschieter is werkzaam als archeoloog/wetenschappelijk medewerker in het Provinciaal Archeologisch Museum te Velzeke (Oost-Vlaanderen). Hij is gespecialiseerd in de provinciaal-Romeinse archeologie maar verdiept zich eveneens in ons middeleeuws erfgoed. Als veldwerker is hij actief geweest op tal archeologische sites in Zuid-OostVlaanderen. Tijdens noodonderzoek in de Hoogstraat te Zottegem (Oost-Vlaanderen) ontdekte de opgraversploeg van het Provinciaal Archeologisch Museum Velzeke in 2007 talrijke archeologische sporen uit de laat- en post-middeleeuwse tijd. De meest opmerkelijke vondst was een volledige kookpot in aardewerk waarin het lijkje van een baby was gestopt. De stratigrafische positie van dit bizarre graf en de typologische kenmerken van de pot laten toe deze bijzetting te dateren tussen 1450 en 1550. Gezien zijn geïsoleerde ligging, op grote afstand van het toenmalige, parochiale kerkhof, valt deze depositie te interpreteren als het graf van een ongedoopte baby. Dit babygraf vormt een unieke uiting en illustratie van laatmiddeleeuws volksgeloof in haar antwoord op de restricties die de toenmalige Kerk hanteerde in de omgang met ongedoopte, overleden kinderen. In de lezing wordt de Zottegemse vondst ook vanuit een ruimer kader belicht: doorheen christelijk Europa treft men immers gelijkaardige, maar tevens heel uiteenlopende, funeraire gebruiken aan die de (bij)gelovige, middeleeuwse mens toepaste met betrekking tot het zielenheil van te vroeg afgestorvenen.
11
Anne-Mie Havermans is secretaris van Epitaaf vzw, een vereniging die zicht inzet voor het funerair erfgoed en het Museum voor Grafkunst beheert, in de voormalige ateliers Salu te Laken (www.epitaaf.org). Als kunsthistorica deed ze het vooronderzoek en schreef teksten voor het omvangrijke boek “Schoonselhof Nu, een eigentijdse visie op de Antwerpse necropool” (2005). Als freelance onderzoekster maakt ze inventarissen van op van diverse Belgische begraafplaatsen. Tijdens de voordracht bespreekt ze graftekens voor kinderen tijdens de 20e en 21e eeuw. Of ze gegroepeerd zijn op een kinderperk of niet, kindergraven zijn gemakkelijk te herkennen omdat ze doorgaans miniatuuruitgaven zijn van die van volwassenen. Naast dergelijke miniboomkruisen, mini-sarcofagen en mini-stèles in natuursteen of kunststeen wordt er een grote variatie aan kleine gietijzeren kruisen aangetroffen. Daarbij zijn er een aantal types van graftekens en vormen van decoratie aan te duiden die kenmerkend zijn voor kindergraven. Uit de prijsvergelijking tussen de graftekens, de sculpturen en de decoraties blijkt dat er voor iedere beurs en smaak een aanbod was, en nog steeds is. Een begraafplaats is een spiegel van de gemeenschap waartoe ze behoort; kindergraven horen daar onlosmakelijk bij.
12
Meer weten? Informatie over het project vind je ook op www.plechtigheden.be Inschrijven of praktische inlichtingen bekomen: HuisvandeMens, Sint-Antoniuskaai 2, 9000 Gent Tel.: 09/233 52 26 -
[email protected] Inhoudelijke informatie over het project & toestemming voor gebruik foto’s: Anne-Flor Vanmeenen, curator en projectcoördinator, HuisvandeMens, Godshuislaan 94, 8800 Roeselare Tel.: 051/ 26 28 20 -
[email protected] Meer foto’s of tekstmateriaal kan u op aanvraag bezorg worden.
13
Een initiatief van huisvandeMens Gent en Feniks vzw. Met de steun van IMD Oost-Vlaanderen Vlaanderen en
14
E-
BRIEF
Jaargang 2012
Brugs Ommeland vzw - KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE
Verantwoordelijke Chris Weymeis & Yvette Kemel www.geschiedenisbrugge.be
[email protected]
E-BRIEF
NUMMER 14 ● JANUARI 2012
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] ACTIVITEITEN HEEMKRING ● Brugs Uurtje In het Oud-Handbogenhof, Baliestraat 6 in Brugge, organiseert de Werkgroep Brugs Dialect van de heemkring zijn eerste Brugs Uurtje van 2012. Nico Blontrock ontvangt dan Jules Verriest bekend als Cercle-speler. Hij wordt wel eens de laatste echte arbeider-voetballer van de eerste klasse genoemd. Waarom legde Jules alle lucratieve voetbalaanbiedingen naast zich neer? Wat hebben bananen met de carrière van Jules te maken? Kom luisteren en je weet het. Daarnaast heeft Jules het ook over het commerciële talent van vader Verriest, over het Sint-Andries van toen, over paarden, over de Brugs derby's, over.... Gratis voor de leden: niet-leden betalen 3 euro. GENOTEERD ● Over Permeke Naar aanleiding van het Permekejaar 1986 realiseerde filmmaker Henri Storck in samenwerking met Patrick Conrad de film “Permeke” die fictie en documentaire met elkaar verzoent. Via de constructie van een raamvertelling worden biografie en werk van Constant Permeke (1886 – 1952) in beeld gebracht. Het Permekemuseum (Gistelsteenweg 341 in Jabbeke) toont tot 6 mei 2012 een selectie schilderijen van Permeke, een biografisch verhaal in foto’s, fragmenten en unieke setfoto’s van de film “Permeke”. Toegang: 3 euro, 2,5 euro (55+). ● Collectie tekstaffiches uit de Eerste Wereldoorlog De collectie tekstaffiches uit de Eerste Wereldoorlog die in de Provinciale Bibliotheek worden bewaard zijn via Beeldbank West-Vlaanderen ontsloten. In de Provinciale Bibliotheek bevindt zich een uitgebreide collectie tekstaffiches uit de Eerste Wereldoorlog. Deze affiches vormen een uitzonderlijke bron van informatie voor onderzoekers, die het dagelijks leven tijdens de Groote Oorlog bestuderen.
De Duitse bezetter, de Belgische regering of tal van lokale stads- en gemeentebesturen vaardigden gedurende de vier jaar oorlog omzeggens dagelijks talrijke verordeningen uit. Bedoeling was het dagelijkse leven van de bevolking tot in het kleinste detail regelen. In deze collectie vindt men tal van affiches met voorschriften over de bevoorrading en de rantsoenering, de hulpverlening aan de bevolking en de veiligheid in de steden en gemeenten. Daarnaast zijn er bepalingen over prijzen en lonen of het houden van dieren. Via deze affiches en muurkranten werd ook melding gemaakt van opeisingen, censuur, veroordelingen voor spionage en sabotage, de krijgsontwikkelingen enz. Deze collectie zeer broze documenten uit het fonds Westflandrica van de Provinciale Bibliotheek werd onlangs gedigitaliseerd en ontsloten via de Beeldbank West-Vlaanderen. Om de verzameling in zijn geheel gemakkelijk te kunnen doorzoeken werd in de beeldbank een speciaal thema aangemaakt. Via de link hieronder kunt u deze waardevolle collectie nu online raadplegen. www.beeldbankwest-vlaanderen.be/alle-films-enfotos/weergave/search/layout/result/trefwoord/collectie/Provinciale%20Bibliotheek/trefwoord/mat eriaalsoort/Affiche NIEUWE PUBLICATIES ● Kant in Brugge 1911, een technische en sociale omwenteling Onder red. van Jan D’Hondt en Noël Geirnaert In het Stadsarchief van Brugge liep vorig jaar de tentoonstelling “Kant in Brugge 1911, een technische en sociale omwenteling”. Een van de “kapstokken” van deze voor Brugge unieke expositie was het feit dat het 100 jaar geleden was dat in de stad een Kantwerkstersvakbond werd opgericht. Het is ook net honderd jaar geleden dat in Brugge de wereldbekende “kleurencode” voor het kantklossen voor het eerst werd gebruikt. Basis voor de tentoonstelling is een belangrijk Brugs kantarchief, eigendom van Jan Van den Weghe van de winkel Scharlaeken in de Philiptockstraat. Samen met de tentoonstelling gaf het Comité voor Initiatief een boek uit. Daarin gaat aandacht naar de Kantnormaalschool in Brugge (een bijdrage van Nico Blontrock), naar de kantwerkstersvakbond (bijdrage van Jan Dhondt), het hedendaags kantonderwijs in Brugge (geschreven door Martine Bruggeman) en de kleurencode (auteur: Lieve Pollet). In het boek komen ook heel wat unieke foto’s van onder meer kantwerksters, de Kantnormaalschool en eraan gerelateerde items uit het Brugse stadsarchief. Het boek is een publicatie van het Comité voor Initiatief Brugge. ● DVD “Vesche vis en nieuwe liefde - Een eeuw vissersvrouwen” In 2011 lieten verschillende vissersvrouwen langs de Belgische kust hun verhaal op video vastleggen. Ze vertelden over werk, opvoeding, relatie, bijgeloof en tal van andere onderwerpen. Uit deze gesprekken werden op basis van diverse thema’s ontroerende, verrassende en grappige anekdoten gekozen. Deze fragmenten werden per thema aan elkaar geregen en afgewisseld met uniek
historisch beeldmateriaal. Het eindresultaat is een documentaire die een boeiend en veelzijdig beeld schetst van het leven als vissersvrouw. Bij de DVD zit ook een exclusief boekje met portretten van vissersvrouwen gemaakt door fotograaf Wouter Rawoens. De DVD is verkrijgbaar voor 7,50 euro in het Provinciaal Informatiecentrum Tolhuis, Jan van Eyckplein in Brugge. Info: www.west-vlaanderen.be/vissersvrouwen ● “Kwaliteitsvolle bedrijfsgebouwen West-Vlaanderen” De provincie West-Vlaanderen stelde de publicatie “Kwaliteitsvolle bedrijfsgebouwen West-Vlaanderen 2010-2011” voor. Voor de vijfde editie van deze publicatie selecteerde een comité negen bedrijfsgebouwen: Toonzaal Grando Keukens NV Lovanex (Brugge), Kantoorgebouw VOKA West-Vlaanderen (Kortrijk), Expo-site Kortrijk (Kortijk), Autotoonzaal met kantoren NV Vereenooghe (Roeselare), Kantoorgebouw met magazijn Infrax West (Torhout), Bedrijfsgebouw NV Bailleul (Veurne), Bedrijfsverzamelgebouw West-Vlaamse Intercommunale wvi (Waregem), Kantoren aRHITEC (Wevelgem) en Bedrijvencentrum Kortrijk (Wevelgem). De projecten zijn weerhouden op basis van de kwalitatieve aspecten van het bedrijfsgebouw binnen zijn context, het concept van het bedrijfsgebouw en de duurzaamheidsaspecten. In deze vijfde editie komen ook de ontwerpers aan het woord. De ontwerpteams waarvan doorheen de verschillende edities projecten werden geselecteerd, blikken terug op tien jaar ontwerpen en vertellen hoe ze het bedrijfsgebouw van de toekomst zien. Door de publicatie worden opdrachtgevers en ontwerpers geïnspireerd om de provincie West-Vlaanderen verder uit te bouwen met stimulerende werkomgevingen. De publicatie is gratis verkrijgbaar in het Provinciaal Informatiecentrum Tolhuis (Jan Van Eyckplein 2 in Brugge – 0800 20 021) of via het e-mailadres
[email protected]. Info: 050 40 71 88 of
[email protected].
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 15 ● FEBRUARI 2012
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected] ACTIVITEITEN HEEMKRING ● Eet- en drankgewoonten bij een Brugse edelman rond 1850 Op maandag 27 februari om 20 uur komt Jan D’hondt, bestuurslid van onze heemkring en redactiesecretaris van ons tijdschrift Brugs Ommeland, in De Zorge (Moerkerkse Steenweg 194 in Sint-Kruis) spreken over eet- en drankgewoonten bij een Brugse edelman rond 1850. Jan D'hondt geeft een inkijk op de eetgewoonten van een Brugse edelman en zijn personeel. Het gaat om Pieter de Melgar (1772-1858), een rentenier die zich toelegde op het beheer van zijn goederen. Omstreeks 1850 was hij weduwnaar en woonde met zijn personeel in de Sint-Jorisstraat. Voor de reconstructie van zijn eet- en drinkgewoonten kon Jan D'hondt een beroep doen op het uitstekend bewaard persoonlijk archief van Pieter de Melgar. Dit vormt een onderdeel van het familiearchief Moentack-de Melgar dat sinds 1991 in het stadsarchief bewaard wordt. De belangrijkste bron zijn de huishoudboekjes van zijn keukenmeid Sophie Vandevelde. Zij stond in voor de aankopen van verse producten op de Brugse markten. Daarnaast bewaarde Pieter de Melgar elke factuur van de bakker, beenhouwer en brouwer. Er werden ook sporen gevonden van grote diners voor familie en vrienden. Op de feestdis stonden onder meer fricandon, crème à la polonaise, blanc mangé, galantines, enz. Bij patissier en chocolatier Moulaert bestelde hij conseille van ananas, glacés noisettes of bisquit russe. Het vermoeden bestaat dat ook het dienstpersoneel goed meeat met de heer des huizes, zij het niet aan dezelfde tafel en natuurlijk niet van dezelfde exquise gerechten. Gratis voor de leden: niet-leden betalen 3 euro. GENOTEERD ● De “man” achter Potvis Theofiel De Potvis die op woensdag 8 februari op het strand van Heist aanspoelde, kreeg de naam Theofiel. De naam verwijst naar Theophile De Groote, een naam die luidt als een klok in de Heistse vissersgemeenschap. Hij werd op 3 juli 1915 geboren en overleed op 19 augustus 2010 in de kustgemeente. Hij werd dus 95 jaar. Het vissersleven zat hem in het bloed. Theophiel komt uit een groot gezin met twaalf kinderen. Hij is de zoon van Medard De Groote en Stephanie Bonte. Als hij 11 jaar oud is (1926) schrijft Theophile zich in de Visserijschool IBIS
(Stamnummer 319) in. Drie jaar later verlaat hij de school en scheept meteen in als scheepsjongen op de Z.8. Het is het begin van zijn bestaan als visser en later als reder. Op 3 mei 1935 huwt hij met Simonne Debuck. Ze krijgen drie kinderen: Gerard (trouwt met Jeannine Baert), Marcel (trouwt met Rita Utterwulghe) en Georges (trouwt met Hedwige Van den Abeele). (Foto’s: Beeldbank Museum Sincfala – www.sincfale.be) Aan de Belgische kust spoelden de voorbije jaren verschillende potvissen aan. Valentijn van Sint-André, een 17 meter lang mannetje was in 1989 de eerste en wellicht ook de meest bekende. 1994 was een recordjaar. Toen spoelden er drie aan in Koksijde en een in Lombardsijde. In 2004 strandde Windekind, een tien meter lange potvis in Koksijde aan. Volgens sommige deskundigen werkt de Noordzee als een fuik voor de potvis. Onderweg van Scandinavië en IJsland naar de Azoren in de Atlantische Oceaan nemen sommige dieren een verkeerde afslag en komen dan in de Noordzee terecht. Als dieren die gewend zijn aan diep water kunnen ze niet omgaan met de zandbanken. Het is er veel te ondiep en ze missen er hun favoriete voedsel, de inktvis. Ze raken gedesoriënteerd, vinden geen eten en raken verzwakt. Uiteindelijk stranden ze of sterven ze op zee. Omdat reder Theofiel De Groote een van de weinige Heistse reders was die met zijn Z572 Tornado naar IJsland voer en bovendien woonachtig was in de Parkstraat, op een boogscheut van de Baai van Heist, werd de potvis van Knokke-Heist in de digitale annalen vereeuwigd met de prachtige en onvergetelijke voornaam “Theofiel”. (Info en foto ORO-nieuws Knokke-Heist) ● West-Vlaamse militieregisters (1813-1922) digitaal raadpleegbaar In de Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen had van 2004 tot 2011 een grootschalig digitaliseringsproject plaats waardoor de militieregisters van de periode 1813-1922 voortaan digitaal raadpleegbaar zijn. Geïnteresseerden kunnen digitaal 1.308 registers aan de hand van 317.555 scans bevragen. De militieregisters bevatten inschrijvingen van de kandidaat militaire dienstplichtigen uit de West-Vlaamse gemeenten uit de periode 1813-1922. Van elke dienstplichtige zijn allerlei gegevens opgenomen: geboortedatum en geboorteplaats, woonplaats, beroep, de namen en beroepen van de ouders, het opleidingsniveau of de graad van geletterdheid, gegevens over het uitstel en eventueel definitieve vrijstelling van militaire dienst of gegevens over de militaire carrière, en – tot 1871 – de fysieke kenmerken (lichaamsgrootte, vorm van het gezicht, het voorhoofd, de neus, de mond, de kin, het haar, de wenkbrauwen, kleur van de ogen en andere lichamelijke bijzonderheden). Voor genealogen of geïnteresseerden in familiegeschiedenis bevatten deze registers een schat aan informatie: ze leveren hen basismateriaal (geboortedata en -plaatsen, namen van de ouders, beroepen) voor de opmaak van stambomen en geven bovendien bijkomende gegevens bv. over het uiterlijk van mannelijke individuen uit de periode voor de ontwikkeling van de fotografie (laatste kwart van de 19de eeuw). De gescande militieregisters kunnen van maandag tot vrijdag van 9 tot 12 uur en van 13 tot 17 uur geraadpleegd worden in het leeszaal Fernand Peuteman van het Provinciaal Archiefgebouw (Gistelse Steenweg 528 in Sint-Andries). Info: Archiefdienst Provincie West-Vlaanderen, 050 40 72 70 of
[email protected].
● Uitbouw digitale collectie van 400.000 documenten rond Eerste Wereldoorlog Tien nationale bibliotheken hebben samen een consortium gevormd met als naam Europeana. Doel is om ongeveer 400.000 documenten uit de verzamelingen van de deelnemende bibliotheken die verband houden met de Eerste Wereldoorlog toegankelijk te maken. Het samen te stellen corpus zal een selectie van zeldzame en unieke stukken bevatten, naast documenten van uiteenlopende aard die zowel het grote publiek, wetenschappers als leerlingen en studenten zullen weten te boeien. De selectie van gedrukte werken en speciale verzamelingen (foto’s, kaarten, muziekdocumenten, munten) zal niet alleen de militaire en politieke geschiedenis beslaan, maar ook het dagelijkse leven, de sociale en culturele geschiedenis en de artistieke en literaire productie tijdens de beschouwde periode (fictiewerken, populaire literatuur, kinderboeken enzovoort). In het kader van dit project zal de Koninklijke Bibliotheek van België ongeveer 10.000 documenten digitaliseren die afkomstig zijn uit zijn verzamelingen. Meer informatie op www.europeana-collections-1914-1918.eu. Een al langer lopend Europees initiatief rond de Eerste Wereldoorlog is Europeana 1914-1918 (www.europeana1914-1918.eu). Dit project, gebaseerd op een initiatief van de University of Oxford, digitaliseert memorabilia (brieven, ansichtkaarten, souvenirs) en verhalen uit persoonlijke bron. ● Boeken Maurits Coornaert online Maurits Coornaert schreef in de jaren 1970-1980 een indrukwekkend driedelig boekwerk over de geschiedenis van Knokke-Heist. De drie boeken – samen meer dan 1500 pagina's – zijn via pdf online doorzoekbaar via de website www.zwinstreek.eu. Behalve de geschiedenis komt ook de topografie en toponimie aan bod. De boeken zijn raadpleegbaar via de volgende links: Knokke & het Zwin (1974) Heist & de Eiesluis (1976) Westkapelle & Ramskapelle (1981) Op de website vind je ook de uitgebreide geschiedenis van de gemeente Knokke-Heist, geschreven door Fons Theerens. Meer info
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 16 ● MEI 2012
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected]
● BOEKET VOOR BRUGGE In het decor van het Belfort vindt van donderdag 17 mei tot maandag 21 mei de tentoonstelling “Boeket voor Brugge” plaats. Na het succes van “Laurier op de Markt” in 2010 werkt de vzw Brugge Bloeit opnieuw samen met bloemenkunstenaar Daniël Ost en de stedelijke Groendienst. Ze doen dit naar aanleiding van het eeuwfeest van de Groendienst in Brugge. Na de groene laurieren wordt nu voluit gekozen voor een bloemenkunstwerk. Nieuw is dat Daniël Ost voor deze tentoonstelling met de Belgische modeontwerper Edouard Vermeulen van het modehuis Natan samenwerkt. De pure kunstvorm van Daniël Ost, gecreëerd met bladeren, bloemen, takken, stengels, wortels…, is wereldwijd bekend. Door zijn vernieuwde florale passie bouwde hij een bijzondere reputatie op in Japan, waar hij de unieke eer verdiende zijn werk te mogen presenteren in de keizerlijke tempel Ninnaji. Edouard Vermeulen is de Belgisch modeontwerper van het befaamde modehuis Natan. Hij ontwierp de bruidsjurk voor het huwelijk van Prinses Mathilde. Vandaag behoren heel wat Europese prinsessen, koninginnen, actrices en artiestes tot zijn clientèle. Edouard Vermeulen heeft een persoonlijke stijl van eigentijdse puurheid gecreëerd, een bron van vrouwelijkheid en raffinement. Voor het binnenplein van het Belfort ontwierp Daniël Ost een “zwevend” bloemenkunstwerk. Dit kunstwerk wordt omringd met laurieren van de Vlaamse Laurier Vereniging en het Lauretum uit Jabbeke. De Hallenzalen worden volledig aangekleed met de bloemsierkunst van Daniël Ost. Voor het eerst zullen nieuwe variëteiten van rozen en orchideeën gebruikt worden. In de Pickeryzaal lopen de florale creaties van Daniël Ost naadloos over in de ontwerpen van Edouard Vermeulen. Voor de tentoonstelling selecteert hij acht silhouetten uit de zomercollectie 2012. “Boeket voor Brugge” blikt ook terug op 100 jaar Groendienst. Het werkmateriaal van de groendienst vormt de basis voor de aankleding van de Rodenbachzaal: snoeihout, gras en perkplanten vormen het decor voor de fototentoonstelling over Brugs groen.
● WIJWATERVAT VAN ABDIJ IN ENAME Philippe Callant uit Wortegem-Petegem meldde zich recent in het Provinciaal Erfgoedcentrum in Ename aan met een verhaal over een wijwatervat. Zijn vader, een kinderarts uit Oudenaarde, zou het ooit hebben gekregen van een patiënt. Dit wijwatervat was naar verluidt in de jaren 1940 gevonden op de abdijsite. Callant bracht het wijwatervat nu binnen in het provinciaal depot om het te schenken aan het Provinciaal Archeologisch Museum (Pam) Ename. De depotconsulenten in het erfgoedcentrum keken verbaasd op: een 17de-eeuws barok wijwatervat in kalkzandsteen, met authentieke mortel uit kalk, steen- en keramiekgruis. Zonder twijfel een oud wijwatervat, wellicht afkomstig uit de abdij van Ename. Het object had in de tuin gelegen en dus moesten de depotconsulenten het mos verwijderen en het object behandelen. Het wijwatervat wordt geschonken aan Ename en binnenkort in de collectieinventaris opgenomen (zie www.museuminzicht.be). Het wordt voor de eerste tentoongesteld tijdens de tentoonstelling “Een archeologisch pionier uit de jaren 1940-1950 in Ename: prof. dr. A.L.J. Van De Walle”. De tentoonstelling in Ename is tot 31 juli te zien in het Provinciaal Erfgoedcentrum (zie: www.pam-ename.be). ● ABC VAN DE GENEALOGIE In samenwerking met Familiekunde Vlaanderen en auteur Johan Roelstraete verscheen bij Faro een handig naslagwerk voor al wie zijn familiale erfgoed via een familiegeschiedenis wil onderzoeken, documenteren en beschikbaar stellen. Johan Roelstraete is een eminentie in de wereld van de Vlaamse en internationale genealogie en heraldiek en heeft al diverse toonaangevende publicaties met betrekking tot familiegeschiedenis op zijn naam. Het pas verschenen boek “Abc van de genealogie” (286 blz.) is een alfabetisch compendium waarin hij de kennis, eruditie en ervaring met betrekking tot alle aspecten van de familiekunde die hij tijdens de voorbije decennia heeft opgedaan, nu in een overzichtelijk geheel voor iedereen toegankelijk maakt. De methodieken van familiegeschiedenis, genealogie en heraldiek komen van pas om sporen uit het familiale verleden op een gerichte en geordende manier te verzamelen, te documenteren, te bewaren en te delen. Met dit abc van de genealogie maakt Johan Roelstraete zijn opgebouwde kennis nu in een handig en tegelijk erg volledig compendium en naslagwerk beschikbaar voor iedereen. Zowel de beginnende leek als de gevorderde genealoog vinden in het boek op een toegankelijke en accurate wijze informatie over honderden termen (historische zoals “leendenombrement”, maar ook hedendaagse zoals “mitochondriaal DNA”), uitleg bij beschikbare bronnen en hun bewaarplaats, webadressen van genealogische organisaties over heel de wereld en zeer uitvoerige verwijzingen naar beschikbare literatuur en websites. Voor elke vraag die bij het werken aan een familiegeschiedenis kan opduiken, biedt dit abc van de genealogie een helder en accuraat antwoord en een praktische verwijzing naar achterliggende bronnen en verdiepende informatie. Het “Abc van de genealogie” kost 20 euro (excl. verzendkosten) en kan bij Familiekunde Vlaanderen (
[email protected]) worden besteld.
● AU COEUR DES CARREAUX – EEN HART VOOR TEGELS Onder de titel “Au coeur des carreaux - Een hart voor tegels” vindt in Godewaersvelde, een grensdorp in de Franse Westhoek, een interessante tentoonstelling over Vlaamse haardtegels plaats. De Vlaamse haardtegels – maar ook de middeleeuwse vloertegels – werden vervaardigd en gebruikt in het oude graafschap Vlaanderen. Anno 2012 bewijzen de initiatiefnemers op een originele manier de gemeenschappelijke cultuur van West-Vlaanderen en Frans-Vlaanderen. Bij de tentoonstelling hoort een tweetalige publicatie, verzorgd door drie tegelexperten. Zowel in het boek als in de tentoonstelling is er aandacht voor de middeleeuwse vloertegels als voorloper van de Vlaamse haardtegels. Sophie Barrere (Sint-Omaars) licht dit toe in een interessant artikel. Poperingenaars Mark Adriaen en Willy Tillie bespreken daarna de haardtegels met productietechniek, het aanbrengen van de tekening op de haardtegel, de haardtegel en zijn decoratie, alsook de voornaamste centra. In het derde deel van de catalogus worden alle tentoongestelde tegels in kleur afgebeeld, met herkomst en afmetingen. Ook de haardstenen krijgen er hun verdiende plaats. Op de tentoonstelling worden middeleeuwse vloertegels getoond uit Leuven, Fagnolles, Ieper, Terwaan, Koksijde, Sint-Omaars, Roesbrugge, Abbekerke, Kortrijk en Brugge. Vlaamse haardtegels zijn er uit Poperinge, Izegem, Kortrijk, Dottenijs, Roeselare, Hazebrouck, Tielt, Meulebeke, Rijsel, Kassel, Wormhout, Boeschepe, Rekspoede, Duinkerke, Sint-Omaars en Belle. Het initiatief “Een hart voor tegels” is in feite een drieluik. In de “Steenmeulen” in Terdeghem wordt oud gereedschap tentoongesteld: een Poperingse tegelpers met toebehoren, tegelvormen en haardtegels. Op 12 mei, 28 juli en 11 augustus zal Luc Adriaen er in de namiddag demonstraties geven over het ambachtelijk vervaardigen van Vlaamse haardtegels. De tentoonstelling loopt nog tot 30 september 2012 in het “Museum van het Leven op de Grens – Musée de la vie frontalière” (rue de Callicannes 98 in 59270 Godewaersvelde). Meer informatie op www.musee-godewaersvelde.fr. ● STADSPLANNEN VAN JACOB VAN DEVENTER In het jongste nummer van “Bladwijzer” (april 2012) van Heemkunde Vlaanderen verscheen een interessante bijdrage over de stadsplannen van Jacob van Deventer. Zo tekende hij onder andere plannen van Brugge en Damme. Omwille daarvan geven we het integrale artikel in bijlage mee.
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
De stadsplannen van Jacob van Deventer Een schitterende bron voor de stadsen dorpsgeschiedenis
| 3 | onderzoek - 04 2012
De zestiende-eeuwse stadsplannen van Jacob van Deventer zijn een mijlpaal in de geschiedenis van de cartografie in de Nederlanden. Dat is niet alleen te danken aan de hoge nauwkeurigheidsgraad van de plannen, maar ook aan het feit dat het de oudste topografische plannen zijn van vele steden en hun onmiddellijke omgeving. In deze bijdrage belichten we kort de levensloop van Jacob van Deventer en de ontstaanscontext en inhoud van zijn stadsplannen. Vervolgens overlopen we enkele onderzoeksmogelijkheden. In bijlage gieten we de stadsplannen van de ‘Belgische’ steden in een handig overzicht en bieden we een zo volledig mogelijke bibliografie aan1.
Jacob van Deventer, keizerlijk en koninklijk geograaf Dit is uiteraard niet de plaats om een uitgebreide biografie van Jacob van Deventer te schrijven. We beperken ons hier dus tot de belangrijkste biografische elementen. Jacob van Deventer werd omstreeks 1500-1505 geboren in Kampen en bracht daar zijn jeugd door (zie afbeelding 1). Tussen 1520 en 1530 studeerde hij samen met onder meer Gemma Frisius aan de universiteit van Leuven. Een nota bij de kaart van de stad Deventer in de Civitates Orbis Terrarum van Braun en Hogenberg (Keulen, 1581) wijst uit dat Jacob in Leuven eerst geneeskunde studeerde, om zich vervolgens toe te leggen op wiskunde en geografie. In de jaren 1530 liet hij zich ook reeds in met landmeetkundige en cartografische activiteiten. In 1536 schonk de Raad van Brabant hem namelijk een vergoeding voor een kaart van het hertogdom van Brabant, die hij aan deze instelling was komen aanbieden. Naar eigen zeggen had hij deze kaart zelf vervaardigd2. Het is de oudste expliciete getuigenis
Bram Vannieuwenhuyze was de lesgever van de cursusreeks ‘Hoe schrijf ik een historisch verantwoorde tekst?’ in Halle, waar de stadplannen van Jacob van Deventer onder de loep werden genomen. Er waren 15 deelnemers voor deze vierdelige cursusreeks in maart 2011. Bram Vannieuwenhuyze is postdoctoraal onderzoeker aan de KU Leuven, onderzoekeenheid Middeleeuwen. In het kader van deze cursusreeks schreef hij samen met Jelle Lisson dit artikel voor Bladwijzer.
over Jacob van Deventers cartografische activiteiten. In de jaren 1530 en 1540 bracht hij nog andere provincies in kaart, met name Holland (1537), Delfland (1541), Gelderland (1543), Friesland (1545) en ten slotte ook Zeeland (1547). Verschil-
viteiten was Jacob van Deventer vermoedelijk veel onderweg. Het centraal gelegen Mechelen vormde een ideale uitvalsbasis.
| 4 | onderzoek - 04 2012
Ook Jacob van Deventers levenseinde is in een waas van mysterie gehuld. De meeste historici zijn het erover eens dat de cartograaf in 1572 vanuit Mechelen naar Keulen vluchtte. Er bestaat echter discussie over zijn beweegredenen. Lange tijd werd aangenomen dat hij vluchtte voor de plunderende Spaanse troepen in Mechelen, maar recentelijk opperde Ahlers dat hij in de eerste plaats ‘voor zaken’ naar Keulen zou zijn vertrokken.6 Jacob van Deventer zou Mechelen in elk geval niet meer terugzien: hij overleed in Keulen in april of mei 1575. Hij is dus ongeveer 70 jaar oud geworden.
Afbeelding 1: Jacob van Deventer groeide op in Kampen. Op de plek van zijn vroegere woonplaats ligt nu een schoenmakerij (© foto Bram Vannieuwenhuyze). lende bronnen maken ook melding van overzichtskaarten van de Nederlanden: in 1552 bezorgde Jacob van Deventer de stad Antwerpen bijvoorbeeld een caerte van alle landen van herwaerts overe (de zestiende-eeuwse benaming voor de Nederlanden) en hij maakte een gelijkaardige kaart in opdracht van de gouverneur-generaal van de Nederlanden.3 Volgens Visser werd Jacob van Deventer omstreeks 1540 aangesteld tot keizerlijk geograaf. Ondertussen was de cartograaf ook gestart met de vervaardiging van stadsplattegronden, getuige daarvan de kaart van Dordrecht uit 1545, die werd vervaardigd in opdracht van het plaatselijke stadsbestuur.4 Hij was ruim 50 jaar oud toen hij in 1559 van Filips II een vrijgeleide kreeg om de steden van de Nederlanden in kaart te brengen. Hij bleef aan de stadsplannen werken tot aan zijn dood in 1575. Over de woonplaats van de cartograaf is niet zoveel bekend. Volgens sommigen woonde hij vóór 1542 enige tijd in Dordrecht.5 Rond die periode vestigde hij zich echter in Mechelen, waar hij een huis huurde en samenleefde met kaartenmaakster en –handelaarster Barbara Smets. Gezien zijn acti-
Afbeelding 2: Overzicht van het aantal bewaarde stadsplannen, met aanduiding van de vorm (losse kaart en/of atlaskaart) en de kenmerken van het papier (overgenomen uit Visser, Stadsplattegronden, bijlage).
strumenten overal ongehinderd te laten komen en hem daarenboven de nodige bijstand te verlenen.
Het staat vast dat Jacob van Deventer in 1559 een vrijgeleide kreeg van Filips II om de stadsplannen te vervaardigen. De officiële opdracht is echter niet bewaard. Er wordt traditioneel wel aangenomen dat de cartograaf kort voordien en door dezelfde vorst officieel werd opgedragen om de steden van de Nederlanden in kaart te brengen. Toch is het evenzeer mogelijk dat Filips II een vroeger vrijgeleide van zijn vader Karel V herbevestigde. Deys vond in één van de Madrileense atlasdelen overigens een vermelding terug waaruit zou blijken dat Jacob van Deventer de opdracht in 1545 van Karel V had gekregen. Desalniettemin bleef ook Deys sceptisch: ‘Deze volledig hypothetische stelling brengt ons echter weinig verder want het staat toch wel vast, dat Philips II en niet zijn vader Karel V de opdrachtgever is geweest.’ 7
Volgens van der Krogt karteerde Jacob van Deventer in totaal zo’n 250 à 260 steden, die zich nu in het huidige Nederland, België, Noord-Frankrijk, Luxemburg en uiterste westen van Duitsland bevinden.9 In totaal zijn slechts 221 stadsplannen bewaard, die in één, twee of drie exemplaren zijn overgeleverd (zie afbeelding 2). Eén reeks plannen wordt traditioneel bestempeld als de ‘netexemplaren’. Ze werden gecompileerd in drie registers, waarvan nog twee delen in de Biblioteca Nacional te Madrid worden bewaard (zie afbeelding 3). Beide atlasdelen werden pas ‘herontdekt’ in de jaren 1880. In een aantal gevallen zijn deze ‘netkaarten’ vergezeld van een ‘bijkaart’ – ook ‘carton’ genoemd –, waarop het dichtbebouwde stadscentrum wordt afgebeeld (zie afbeelding 4). Men vermoedt dat er ook een derde atlasdeel bestond, waarin de Brabantse, ‘Oost-Belgische’ en Luxemburgse steden waren opgenomen. Van dit deel is echter geen spoor te bekennen.10
Het vrijgeleide uit 1559 bevat wel enkele korte aanwijzingen over de taak van Jacob van Deventer. De cartograaf werd verzocht om alle steden van de ‘landen van herwaarts over’ te visiteren, te meten en te beschrijven, alsook de rivieren en ‘omliggende vlekken’, dorpen en grenspassages.8 Filips II droeg hem op om dit alles samen te brengen in één boek, waarin zich zowel een kaart van de gehele provincie als stadsplannen van de afzonderlijke steden zouden bevinden. Ten slotte beval de koning zijn onderdanen om de cartograaf, zijn helpers en in-
Afbeelding 3: Foto van de twee in Madrid bewaarde atlasdelen waarin Jacob van Deventers stadsplannen zijn gecompileerd (overgenomen uit Visser, Inleiding, s.p.).
Daarnaast bestaan de meeste stadsplannen ook als losse kaart, die men gewoonlijk de ‘minuut’ noemt (afbeelding 5). Volgens Visser mogen de ‘minuten’ doorgaan als ‘volledig afgewerkte kaarten, waarin de verschillende gegevens verkregen door meting en door schetsen ‘op het gezicht’ tot één geheel zijn verwerkt’.11 De meeste kaarthistorici volgden zijn visie. Enkel Deys bedacht een alternatieve theorie. Hij bestempelde deze losse plannen als ‘clandestiene’ kopieën die door Jacob van Deventers levensgezellin Barbara Smets werden achtergehou-
Afbeelding 4: De atlaskaart en bijkaart (links) van Haarlem (© Madrid, Biblioteca Nacional).
| 5 | onderzoek - 04 2012
De ‘stads’plannen van Jacob van Deventer
den na zijn overlijden. Volgens Deys werden de ‘echte’ minuten van de stadsplannen samen met de driedelige atlas naar Madrid gebracht, maar verdwenen ze samen met het zoekgeraakte derde atlasdeel.12 Wat er ook van zij, de reeks losse stadsplannen kwam in 1859 op een veiling terecht. Een deel van deze precieuze ‘minuten’ of ‘clandestiene kopieën’ werd aangekocht door de Koninklijke Bibliotheek van België. Het gaat om 40 stadsplannen van steden uit het huidige België, Noord-Frankrijk, Noord-Brabant en Duitsland. Deze stadsplannen kunnen online geraadpleegd worden via de website Belgica, de digitale bibliotheek van de Koninklijke Bibliotheek van België (www.belgica.kbr.be) (afbeelding 6). De stadsplannen van de Nederlandse steden zitten verspreid over de verschillende provinciale Rijksarchieven.
ontstaan. We wezen er hoger al op dat Jacob van Deventer reeds in de jaren 1540 stadsplannen tekende. Ook het gebruik van de term ‘stadsplannen’ is in wezen trouwens verkeerd. Niet alleen de zestiende-eeuwse stadscentra, maar ook het ommeland staat afgebeeld, en dit vaak met een zelfde graad van detaillering. Dat het hier zeker niet om ‘bladvulling’ gaat, wordt bewezen door het feit dat bij een aantal plattegronden extra stukjes papier werden toegevoegd om details te kunnen weergeven die normaal buiten de kaart zouden vallen (afbeelding 7).
| 6 | onderzoek - 04 2012
Hoewel de stadsplannen gewoonlijk als één collectie worden aanzien (en soms ‘stedenatlas’ worden genoemd), zijn ze waarschijnlijk niet als dusdanig
Afbeelding 5: De losse kaart van Oudenburg (© Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België).
Afbeelding 7: De losse kaart van Zoutleeuw, met bovenaan en links twee extra ‘flappen’, wellicht toegevoegd om twee watermolens te kunnen afbeelden (© Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België). Omdat Jacob Van Deventer zelf geen teksten heeft nagelaten over zijn karteermethode, kunnen we die enkel reconstrueren op basis van indirecte aanwijzingen. De meeste specialisten gaan er vanuit dat de kartering in verschillende fases is gebeurd. Tijdens zijn veldwerk heeft Jacob van Deventer ongetwijfeld werktekeningen gemaakt, met daarop het raamwerk van zijn plattegronden en tekstuele informatie over bijvoorbeeld het uitzicht van gebouwen, de plaatsnamen en eventueel een schets van de wapenschilden.
Afbeelding 6: Screenshot van de website Belgica, de digitale bibliotheek van de Koninklijke Bibliotheek van België, met de losse kaart van Aarschot (www.belgica.kbr.be).
De meeste Nederlandse kaarthistorici gaan ervan uit dat Jacob Van Deventer eerst een meetkundige
grondslag heeft uitgewerkt, die gebaseerd was op een combinatie van veelhoeksmeting en driehoeksmeting (of triangulatie).13 Wellicht heeft de cartograaf de rechte lijnen afgestapt met een boussole (kompas met vizier) in de hand, waarmee hij op de knikpunten de richting kon bepalen ten opzichte van het noorden. Die punten vindt men terug in de ‘minuten’ in de vorm van minuscule gaatjes (afbeelding 8). Vervolgens zou hij binnen dit kader de ligging van de belangrijkste plaatsen hebben bepaald op basis van de ‘voorwaartse snijding’, een onderdeel van de driehoeksmeting die werd uit-
ningen zijn geweest, aangezien er te weinig verbeteringen en externe invloeden (bijvoorbeeld van weersomstandigheden) zichtbaar zijn om van een work in progress te kunnen spreken.16 Desalniettemin bevinden er zich nog wel aanpassingen en correcties op de ‘minuten’. Visser interpreteerde deze op twee manieren. Ofwel wijzen ze op het feit dat de ‘minuten’ toch ter plaatse werden vervaardigd. Ofwel zijn de aanpassingen te wijten aan het gebruik van meerdere schetskaartjes (bijvoorbeeld voor de kartering van details).17 De versierde kaar-
Afbeelding 8: Minuscule prikgaatjes (aangeduid met rode stippen) op de losse kaart van Brussel (© Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België – bewerking Bram Vannieuwenhuyze). gewerkt en neergeschreven door Gemma Frisius. Soms wordt zelfs geïnsinueerd dat Jacob van Deventer de echte uitvinder van de driehoeksmeting is geweest.14 Recentelijk werd de toepassing van de triangulatie in vraag gesteld: enkele Nederlandse kaarthistorici stelden dat deze methode slecht toepasbaar was binnen een stedelijk gebied en dat Jacob van Deventer ze enkel gebruikte voor de realisatie van zijn provinciekaarten.15 Na het veldwerk heeft Jacob Van Deventer zijn resultaten ‘vertaald’ naar papier. Op basis van zijn werktekeningen heeft hij de zogenoemde ‘minuten’ vervaardigd. Dat kunnen onmogelijk de kladteke-
Afbeelding 10: De gestandaardiseerde weergave van groen, water en doorsnee bebouwing op de losse kaart van Gistel (© Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België – bewerking Jan Bogaert).
| 7 | onderzoek - 04 2012
Afbeelding 9: De markante bebouwing in en rondom de binnenstad van Oudenaarde weergegeven in vogelperspectief (© Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België – bewerking Cyril Carton).
ten uit de driedelige atlas zouden ten slotte als laatste zijn gerealiseerd.
| 8 | onderzoek - 04 2012
In het jargon van de Nederlandse kaarthistorici worden zijn stadsplannen omschreven als ‘plattegronden met opstallen in scheve parallelprojectie’.18 Om misverstanden te vermijden, verkiezen wij eerder ‘topografische plannen met driedimensionale weergave van de belangrijke gebouwen’. De belangrijkste gebouwen van de stad en haar omgeving werden afgebeeld vanuit een vogelperspectief (afbeelding 9). Andere topografische elementen zijn daarentegen gestandaardiseerd en vereenvoudigd weergegeven (afbeelding 10). Uiteraard verschilt de inhoud van kaart tot kaart, maar grosso modo komen steeds hetzelfde type elementen terug. Bij wijze van voorbeeld geven we hier een typologische ontleding van de inhoud van het stadsplan van Zoutleeuw (zie onderstaande tabel).
Onderzoekspotentieel Vaak wordt het uitzonderlijke karakter van Jacob van Deventers stadsplannen onderstreept. Binnen de Nederlanden springt de collectie in elk geval om meerdere redenen in het oog. Voor vele steden gaat het om de oudste stadsplattegrond en dus om een kaartbeeld dat het dichtst bij het middeleeuwse stadslandschap aansluit. De kaarten zijn dus niet alleen interessant voor de studie van de zestiendeeeuwse topografie van stad en omliggende platteland, maar vormen tevens een onmisbare bron voor regressief onderzoek naar het middeleeuwse landschap. De kaarten zijn immers een palimpsest: ze geven een verzameling van topografische elementen weer die in de loop der eeuwen zijn ontstaan. Zo kan men op Jacob van Deventers stadsplannen niet alleen bouwwerken uit de vijftiende of zestiende eeuw, maar ook relicten van Karolingische versterkingen of tracés van pre-stedelijke wegen terugvinden (afbeelding 11).
water
wegennet
omwallingen
doorsnee bebouwing
markante bebouwing
fysisch landschap
-waterlopen -stilstaand water
-straten -pleinen
-muren -torens -poorten -grachten
-huizen
-kerken -spuien -molens -torens -kruis -galg
-struiken -grasvelden -bosgebied -motte
Jacob van Deventer werkte ook met vaste kleurencombinaties (zie onderstaande tabel) en symbolen (bijvoorbeeld een voor doorsnee huizen, krullen voor bosjes).19 kaartelement doorsnee bebouwing markante bebouwing zandgronden en hoger gelegen gebieden bossen weilanden en lager gelegen gebieden water beplantingen langs de weg struikgewas
kleur rood witte gevels met blauwe daken beige donkergroen lichtgroen blauw donkergroene stroken donkergroene stippen op lichtgroene of beige achtergrond
Kijken we naar de collectie in haar geheel, dan springen vooral de uniformiteit van het kaartbeeld en de geometrische accuratesse in het oog. Jacob van Deventer maakte steeds gebruik van dezelfde codes en kleuren en tekende zijn stadsplannen namelijk in +/- dezelfde schaal. Een steekproef toonde dat de schaal van een derde van de stadsplannen tussen 1:7900 en 1:8100 ligt, waardoor het verdedigbaar is te stellen dat de cartograaf streefde naar een schaal van 1:8000.20 De collectie van 221 stadsplannen vormt dus een coherent corpus en is in die zin uiterst geschikt voor systematisch en comparatief onderzoek. Vooral in Nederland is daar reeds werk van gemaakt: historici hebben de kaartencollectie aangewend om de stedelijke topografie en de vorming van het laatmiddeleeuwse Nederlandse stedenlandschap te
bestuderen.21 De stadsplannen van de Zuidelijke Nederlanden werden bestudeerd bij de zoektocht naar de invloed van pre-stedelijke versterkingen op de laatmiddeleeuwse stadsontwikkeling.22 Er is dus reeds degelijk onderzoekswerk verricht, maar toch bestaan er nog heel wat onduidelijkheden, hiaten en pistes voor verder onderzoek, waarvan we er hier enkele opsommen. - De biografie die van ’t Hoff in 1953 schreef, is ondertussen sterk verouderd. De auteur was trouwens de eerste om de onvolledigheid van zijn studie te benadrukken.23 Sindsdien zijn er wel een reeks nieuwe gegevens over het leven van Jacob van Deventer aan het licht gekomen24, maar aan de andere kant zijn er nog heel wat hiaten. Eén van de belangrijkste hiaten is Jacob van Deventers aanwezigheid op de plaatsen die hij gekarteerd heeft. Er wordt vaak beweerd dat de cartograaf zich low profile gedroeg, maar desalniettemin lijkt het vrij onwaarschijnlijk dat zijn meet- en karteringsactiviteiten op het terrein in de zestiende eeuw geen belangstelling bij de plaatselijke bevolking en bestuurders zouden hebben opgewekt. Bovendien was de cartograaf een ‘vreemde’ in elke stad en moet hij er gelogeerd en geconsumeerd hebben. Dit moet sporen nagelaten hebben, misschien zelfs op de plannen zelf: het is namelijk mogelijk dat de cartograaf de naam van
zijn plaatselijke verblijfplaats heeft genoteerd op de losse stadsplannen (afbeelding 12).25 Indien we Jacob van Deventers aanwezigheid in de steden ‘in kaart kunnen brengen’ en zijn parcours door de Nederlanden kunnen reconstrueren, dan hebben we trouwens meteen een stevig element om de kaarten te dateren. - De datering van de individuele stadsplannen en van de kaartcollectie in haar geheel blijft een heikel punt. Aangezien de kaarten heel vaak als bron of illustratie worden gebruikt, is het van belang dat ze precies gedateerd kunnen worden. De stadsplannen van Jacob van Deventer dragen in de regel
Afbeelding 12: De aanduiding van St Cornelii op de losse kaart van Brussel, mogelijk een allusie op het feit dat de cartograaf in het Sint-Cornelisgasthuis logeerde tijdens zijn werkzaamheden in Brussel en omgeving (© Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België – bewerking Bram Vannieuwenhuyze).
| 9 | onderzoek - 04 2012
Afbeelding 11: Analyse van topografische patronen op basis van het stadsplan van Leiden (overgenomen uit Zweerink, Ruimtelijke volwassenwording, 157).
werd echter goed en wel in het hoenderhok geworpen door Vollenbronck in 2009, die het militaire karakter van de stadsplannen in twijfel trok.29 Zijn uitlatingen weekten reacties los bij geografen en (kaart)historici.30 In elk geval is het laatste woord in dit debat nog lang niet gezegd. Het is uiteraard niet de bedoeling om deze discussie hier verder te zetten, maar we willen er in elk geval wel op wijzen dat er een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen het initiële doel en de uiteindelijke functie(s) van de stadsplannen.
| 10 | onderzoek - 04 2012
Afbeelding 13: Het watermerk EDMON DENISE, dat voorkomt op diverse losse kaarten van Jacob van Deventer (onder meer op dat van Brussel). geen datum. De datering dient dus via interne of externe informatie te worden afgeleid. Interne elementen zijn gegevens die op de kaart te vinden zijn en die op één of andere manier uitwijzen wanneer het landschap werd opgemeten en/of wanneer de kaart werd gerealiseerd. Leenders stipte terecht aan dat dit immers niet noodzakelijk op hetzelfde moment gebeurde.26 Voorbeelden van interne elementen zijn onder meer de weergave van een gebouw dat op een bepaald moment werd gebouwd, aangepast of afgebroken of het watermerk van het papier waarop de kaarten zijn geketend (afbeelding 13). Externe informatie omvat de gegevens die toelaten om een kaart (of de gehele kaartcollectie) te dateren, maar niet op de kaart(en) zelf te vinden zijn. Hier verwijzen we bijvoorbeeld naar de briefwisseling van Viglius of naar de betalingsopdracht van Filips II. We kunnen alleen maar hopen dat er nog veel ongekende externe gegevens over Jacob van Deventer opduiken teneinde zoveel mogelijk stadsplannen te kunnen dateren. - De laatste jaren is er een debat losgebarsten over het doel van de stadsplannen. Men is er heel lang van overtuigd geweest dat Jacob van Deventers stadsplannen militaire kaarten waren, of dat ze in elk geval omwille van militaire motieven werden gerealiseerd.27 Koeman, een autoriteit op het vlak van de Nederlandse kaartgeschiedenis, zwakte die stelling al enigszins af door de stadsplannen als ‘semi-militaire kaarten’ te bestempelen.28 De knuppel
- De minutieuze ontleding van de stadsplannen kan ook nog heel wat nieuwigheden opleveren. De stadsplannen zijn immers niet alleen mooi om naar te kijken (en artikels en boeken te illustreren), maar bevatten een schat aan details over de stedelijke en rurale topografie en de landschappelijke patronen. Het is echter niet eenvoudig om deze gelaagde informatie uit de kaarten te distilleren. Wie de kaarten bekijkt, krijgt alle informatie tegelijk voorgeschoteld en bovendien wordt de blik onvermijdelijk ‘geleid’ naar de opvallende elementen (afbeelding 14). Om deze twee problemen uit te schakelen, werd een digitale onderzoeksmethode ontworpen, de ‘digitale thematische deconstructie’, die helpt om de stadsplannen diepgaand te analyseren en nieuwe onderzoekspistes te verkennen. De methode werd voor het eerst toegepast op het stadsplan van Brussel (afbeelding 15).31 Vervolgens hebben masterstudenten van de Universiteit Gent en de Katholieke Universiteit Leuven de fakkel overgenomen en de stadsplannen van diverse ‘kleine’ steden in Vlaanderen en Brabant geanalyseerd.32 Dit soort onderzoek toont niet alleen aan dat men met de analyse van één stadsplan gerust een masterscriptie kan vullen, maar tevens dat dergelijk onderzoek nog heel wat nieuwe inzichten over de rurale en stedelijke landschapspatronen kan opleveren. Zo kunnen we ondertussen de bebouwingsdichtheid en topografische differentiatie binnen die steden met elkaar vergelijken.33 - Ten slotte verdient ook de overleveringsgeschiedenis van de stadsplannen verder onderzoek. Er zit namelijk een heel groot ‘zwart gat’ in onze kennis over het parcours van de beide collecties tussen het laatste kwart van de zestiende en de tweede helft van de negentiende eeuw. Na het overlijden van Jacob van Deventer werd zijn inboedel door de Keulse stadsoverheid geïnventariseerd en verzegeld. In
Afbeelding 15: Toepassing van de Digitale Thematische Deconstructie op de losse kaart van Brussel (enkel het stadscentrum), met van links naar rechts de verdeling in open ruimte, infrastructuren en bebouwing (© Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België – bewerking Bram Vannieuwenhuyze).
Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat er nog heel wat onderzoek mogelijk is. Om geïnteresseerde lezers hierbij verder te helpen, voegen we hierna nog twee bijlagen toe: een lijst van de plannen van ‘Belgische’ steden (met aanduiding van hun bewaarplaats) en een zo volledig mogelijke bibliografie over Jacob van Deventers stadsplannen.
Bram Vannieuwenhuyze & Jelle Lisson Katholieke Universiteit Leuven
Afbeelding 14: De losse kaart van Damme: het oog wordt meteen geleid naar de opvallende waterpartijen, maar haast niemand heeft oog voor het feit dat er bijvoorbeeld kruis staat afgebeeld op de weg onderaan links (© Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België).
| 11 | onderzoek - 04 2012
oktober 1575 schreef Viglius van Aytta echter neer dat ‘de drie aardrijkskundige boeken van meester Jacob van Deventer aan hem waren toegezonden’.34 De stadsplannen zijn ten minste tot in 1577 in Brussel gebleven. Wanneer en hoe ze vervolgens naar Madrid werden overgebracht en wat er precies met het derde atlasdeel is gebeurd, is niet duidelijk. Men veronderstelt wel dat de atlas zich vanaf dat moment steeds in de archieven van de Spaanse kroon heeft bevonden. Welk parcours de losse stadsplannen hebben afgelegd, is voer voor speculatie. In elk geval doken ze opnieuw op in 1859 tijdens een veiling bij Martinus Nijhoff in Den Haag. Antiekhandelaar Frederik Muller kocht de verzameling van 152 stadsplannen op, maar verkocht ze op zijn beurt door aan Wopke Eekhof, archivaris van Leeuwarden en Friesland, die de kaarten toeschreef aan Jacob van Deventer.35 Via Eekhof kwamen de meeste minuten later terecht in de Rijksarchieven van de Nederlandse provincies en in de Koninklijke Bibliotheek van België.
Bijlage 1: Jacob van Deventers stadsplannen van ‘Belgische’ steden
| 12 | onderzoek - 04 2012
stad losse kaart 36 atlaskaart (incl. bijkaart) 37
Aalst X Aarschot X Arlon X Ath X Bastogne X Beaumont X Binche X Braine-le-Comte X Brugge X Brussel X Chièvres X Chimay X Chiny X Comines X Damme X Dendermonde X Diksmuide X Dinant – Bouvignes X Enghien X Gembloux X Gent X Geraardsbergen X Gistel X Halle X Harelbeke X Herentals X Herve X Kortrijk X Landen X Le Roeulx X Lessines X Leuven X Leuze-en-Hainaut X Lier X Marche-en-Famenne X Mariembourg X Mechelen X Menen (+ Halluin) X Mesen X Middelburg (in Vlaanderen) X Mons X Nieuwpoort X Ninove X Oostende X Oudenaarde X Oudenburg X Poperinge X Saint-Ghislain X Soignies X Tienen X Tournai X Veurne X Vilvoorde X Voeren X Warneton X Wavre X Wervik X Zichem X Zoutleeuw X
Facsimiles R. FRUIN, red., Nederlandsche steden in de 16e eeuw: plattegronden van Jacob van Deventer: 111 teekeningen en 97 cartons in facsimile uitgegeven, ’s-Gravenhage, 1916-1923. Ch. RUELENS, red., Atlas des Villes de la Belgique au XVIe siècle. Cent plans du Géographe Jacques de Deventer exécutés sur les ordres de Charles-Quint et de Philippe II réproduits en fac-similé chromographique, Brussel, 1894-1924. De stadsplattegronden van Jacob van Deventer, Weesp – Alphen aan den Rijn, 1992-2001, 8 delen: 1/ Zuid-Holland (1992) 2/ Utrecht (1995) 3/ Noord-Holland (1993) 4/ Friesland (1992) 5/ Overijssel, Drenthe en Groningen (1994) 6/ Gelderland (1998) 7/ Zeeland (1995) 8/ Noord-Brabant en Limburg (1998) 12/ Deutschland und Luxemburg (2001) G. Vande Winkel, red., ‘Gezicht op de steden Aalst, Ninove en Geraardsbergen. Verklarende teksten bij de uitgave van de originele stadsplattegronden van Jacob van Deventer (circa 1565) (Brussel KB; Madrid BN)’, in: Het Land van Aalst, 2008, jg. 40, nr. 4, p. 223-315.
P.C. MOLHUIJSEN, ‘Jacobus van Deventer of Daventriensis’, in : Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren, 1839, jg. 4, p. 55-61. B. VAN ’T HOFF, Jacob van Deventer, keizerlijk-koninklijk geograaf, ’s-Gravenhage, 1953. B. VAN DER HERTEN, ‘De connectie tussen Jacob van Deventer en Viglius van Aytta in de jaren 15301540: een hypothese’, in : Caert-Thresoor, 1995, jg. 14, nr. 3, p. 59-61. F. VAN DER JEUGHT en P. DE WIN, ‘De relatie tussen de landkaartenmaakster Barbara Smets (ca 1513-ca 1597) en geograaf Jacob van Deventer (ca 1505-1575)’, in : Handelingen Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, 2005, jg. 109, nr. 1, p. 245-255. F. VAN DER JEUGHT en P. DE WIN, ‘Ongepubliceerd materiaal uit het Mechelse Stadsarchief betreffende Jacob van Deventer’, in : Caert-Thresoor, 2006, jg. 25, nr. 4, p. 104-107. G. VANDE WINKEL, ‘Leven en werk van cartograaf Jacob van Deventer (1500/1505-1575) met bijzondere aandacht voor zijn stadsplattegronden van Aalst, Ninove en Geraardsbergen’, in : Land van Aalst, 2008, jg. 60, nr. 4, p. 225-242. J.C. VISSER, ‘Jacob van Deventer alias van Campen? De jonge jaren van een keizerlijk-koninklijk geograaf’, in : Caert-Thresoor, 1993, jg. 12, nr. 3, p. 63-67.
Leven van Jacob van Deventer A. De Smet, ‘Louvain et la cartographie scientifique dans la première moitié du XVIe siècle’, in : Janus, 1967, jg. 54, p. 220-223. A. De Smet, ‘De plaats van Jacob van Deventer in de cartografie van de 16e eeuw’, in : De Gulden Passer, 1980-1983, jg. 61-63, p. 461-482.
Stadsplannen van Jacob van Deventer W. AHLERS, ‘Jacob van Deventer, nieuwe ideeën en nieuwe vragen’, in : Caert-Thresoor, 2004, jg. 23, p. 59-64.
A. De Smet, ‘de Deventer’, in : Nouvelle Biographie Nationale, Brussel, 1988, jg. 1, p. 30-39.
J. BOGAERT, Jacob van Deventers Gistel. Een onderzoek naar de betrouwbaarheid van een zestiende-eeuwse stadsplattegrond, Gent, 2011 (onuitgegeven masterscriptie).
P.H. MEURER, ‘Jacob van Deventer (ca. 15001575) und die Frühzeit der zeichnerischen Triangulation’, in : Nachrichten aus dem karten- und Vermessungswesen, 1985, jg. I, p. 15-23.
W. BRACKE, ‘Jacob van Deventer e l’atlante di città dei Paesi Bassi’, in: C. DE SETA en B. MARIN, red., Le città dei cartografi. Studi e ricerche di storia urbana, Napoli, 2008, p. 38-48.
| 13 | onderzoek - 04 2012
Bijlage 2: Bibliografie
C. CARTON, Oudenaarde op de kaart. Een grondige analyse van de 16de-eeuwse kaart van Oudenaarde van Jacob van Deventer, Gent, 2010 (onuitgegeven masterscriptie; online raadpleegbaar via www.lib.ugent. be). M. COCK en G. VAN BOCKSTAELE, ‘Geraardsbergen (Geersberge, Geersberg, Grant mont)’, in : Het Land van Aalst, 2008, jg. 60, nr. 4, p. 287-315. A.P. DE KLERK, ‘Waterstaat bij Van Deventer. Uitwateringssluizen en -duikers op de Zeeuwse stadsplattegronden van Jacob van Deventer’, in : Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis, 2002, jg. 11, nr. 5, p. 1-5.
| 14 | onderzoek - 04 2012
J. DE MEULEMEESTER, ‘Burchten en stadsontwikkeling : archeologische beschouwingen bij de kaarten van Jacob van Deventer’, in : De Duinen, 1986, jg. 16, p. 73-91. J. DE MEULEMEESTER, ‘La fortification de terre et son influence sur le développement urbain de quelques villes des Pays-Bas méridionaux’, in : Revue du Nord, 1992, jg. 74, nr. 296, p. 13-28. J. DE MEULEMEESTER, ‘Karolingische castra en stadsontwikkeling: enkele archeo-topografische suggesties’, in : Ontstaan en vroegste geschiedenis van de middeleeuwse steden in de Zuidelijke Nederlanden. Een archeologisch en historisch probleem. 14de Internationaal Colloquium. Spa, 6-8 sept. 1988. Handelingen, Brussel, 1990, p. 117-149.
K.A.H.W. LEENDERS, ‘De datering van Van Deventer’s stedenkaarten’, in : Historisch-Geografisch Tijdschrift, 1992, jg. 10, p. 62 - 67. I. LEMPKE, ‘Een klooster, twee plattegronden. Wie heeft er gelijk? Het klooster Koningsveld bij Delft op Van Deventers plattegrond en op een geschilderde plattegrond van Delft’, in : Caert-Thresoor, 2006, jg. 25, nr. 4, p. 121-123. P.H. MEURER, ‘Pläne Rheinischer Städte bei Jacob van Deventer’, in : Burgen und Schlösser, 1979, jg. 20, nr. 1, p. 43-48. C. NEERVOORT, De vorming van een stad: Dendermonde (14de-16de eeuw). Een cartografische studie op basis van de kaarten van Jacob van Deventer, Sanderus en Alphons De Vlaminck, Gent, 2011 (onuitgegeven masterscriptie). H. RENES, ‘De stad in het landschap’, in : R. RUTTE en H. VAN ENGEN, Stadswording in de Nederlanden. Op zoek naar overzicht, Hilversum, 2005, p. 1546. R. RUTTE, Stedenpolitiek en stadsplanning in de Lage Landen (12de – 13de eeuw), Zutphen, 2002. R. RUTTE, ‘Stadslandschappen. Een overzicht van de stadswording in Nederland van de elfde tot de vijftiende eeuw’, in : R. RUTTE en H. VAN ENGEN, Stadswording in de Nederlanden. Op zoek naar overzicht, Hilversum, 2005, p. 143-169.
H.P. DEYS, ‘De stadsplattegronden van Jacob van Deventer. Resultaten van recent onderzoek te Madrid’, in : Caert-Thresoor, 1989, jg. 8, nr. 4, p. 81-95.
D. VAN DE PERRE en G. VANDE WINKEL, ‘Ninove (Nieneve)’, in : Het Land van Aalst, 2008, jg. 60, nr. 4, p. 267-286.
S. D’HAENE, Toponymie en stadscartografie als verklikkers voor de stadsontwikkeling van laatmiddeleeuws Kortrijk, Gent, 2010 (onuitgegeven masterscriptie; online raadpleegbaar via www.lib.ugent.be).
H.A.M. VAN DER HEIJDEN, ‘De minuutkaart van Middelburg in Vlaanderen van Jacob van Deventer teruggevonden’, in : Caert-Thresoor, 1996, jg. 15, nr. 4, p. 107-108.
H. ELKHADEM, ‘De stedenatlas van Jacob van Deventer’, in : Honderd schatten uit de Koninklijke Bibliotheek van België, Brussel, 2005, p. 38-39.
P. VAN DER KROGT, ‘Algemene beschrijving van de kaarten’, in : De stadsplattegronden van Jacob van Deventer, Weesp – Alphen aan den Rijn, 19922001, s.p.
E. HEERE, P. VAN DER KROGT, F. ORMELING en M. STORMS, ‘De functie van de stadsplattegronden van Van Deventer’, in : Historisch-Geografisch Tijdschrift, 2010, jg. 28, nr., 4, p. 140-145.
R. VAN DIJK, ‘Gorinchem gekarteerd door Jacob van Deventer en Pieter Sluyter’, in : Caert-Thresoor, 1990, jg. 9, nr. 3, p. 42-44. B. VANNIEUWENHUYZE, Brussel, de ontwikkeling van een middeleeuwse stedelijke ruimte, Gent, 2008 (onuitgegeven doctoraatsverhandeling; online raadpleegbaar via www.lib.ugent.be). B. VANNIEUWENHUYZE, ‘Speuren naar versterkingen op het Brusselse stadsplan van Jacob van Deventer’, in : M. DEWILDE, A. ERVYNCK en F. BECUWE, red., Cenulae recens factae. Een huldeboek voor John De Meulemeester, Koksijde – Gent, 2010, p. 367-385. B. VANNIEUWENHUYZE, ‘De stadsplannen van Jacob van Deventer: staatsgeheim, koffietafelboek, handelswaar of beleidsinstrument?’, in : HistorischGeografisch Tijdschrift, 2011, jg. 29, nr. 3, p. 130-135. B. VANNIEUWENHUYZE, ‘Le cartographe Jacques de Deventer à Bruxelles’, in : A. DIERKENS, C. LOIR, D. MORSA en G. VANTHEMSCHE, red., Villes et villages. Organisation et représentation de l’espace. Mélanges offerts à Jean-Marie Duvosquel à l’occasion de son 65e anniversaire, Brussel, 2011, p. 873-887. B. VANNIEUWENHUYZE, ‘Brussel, Halle en Vilvoorde: drie 16de-eeuwse Zennesteden op de kaart’, in : Archief- en Bibliotheekwezen van België (ter perse). B. VAN ‘T HOFF, ‘Bijdrage tot de dateering van de oudere Nederlandsche stadsplattegronden’, in: Nederlandsch Archievenblad, 1941-1942, jg. 49, p. 2968 en 97-150 (in 1942 ook afzonderlijk in boekvorm verschenen). W. VERNAEVE, W. MERTENS en L. ROBIJNS, ‘Aalst (Aelst)’, in : Het Land van Aalst, 2008, jg. 60, nr. 4, p. 243-266.
J.C. VISSER, ‘De stadsplattegronden van Jacob van Deventer’, in : Stad in kaart. Voordrachten gehouden op het congres ‘De historische stadsplattegrond - spiegel van wens en werkelijkheid’ Groningen 18-19 november 1983, Alphen aan den Rijn, 1984, p. 29-38. J.C. VISSER, ‘De waarde van de stedenatlas van Jacob van Deventer voor de topografie van de laatmiddeleeuwse stad’, in : H. AUBIN, E. ENNEN, H. KELLENBENZ, T. MAYER, F. METZ, M. MILLER en J. SCHMITHÜSEN, red., Beiträge zur Wirtschafts- und Stadtgeschichte. Festschrift für Hektor Ammann, Wiesbaden, 1965, p. 116-123. J.C. VISSER, ‘Inleiding’, in : De stadsplattegronden van Jacob van Deventer, Weesp – Alphen aan den Rijn, , 1992-2001, s.p. L. VOLLENBRONCK, ‘De stadsplattegronden van Jacob van Deventer. Geen militaire maar een territoriaal-politieke functie’, in : Historisch-Geografisch Tijdschrift, 2009, jg. 27, p. 73-83. K. ZWEERINK, ‘De ruimtelijke volwassenwording van de Hollandse stad (1200-1450). Een vergelijkende analyse van het ontstaan van de contouren van de Randstad aan de hand van stadsplattegronden’, in : OverHolland, 2011, nr. 10, p. 148-171.
| 15 | onderzoek - 04 2012
P. VAN DER KROGT, ‘Welke steden karteerde Van Deventer voor Filips II in diens ‘landen van herwerts overe’?’, in : Caert-Thresoor, 2006, jg. 25, nr. 4, p. 116-120.
| 16 | onderzoek - 04 2012
1 In de voetnoten maken we gebruik van verkorte referenties; in de bibliografie in bijlage volgen de volledige referenties. 2 Jacob van Deventer, die XX daighen in decembri, a° XVC XXXVI, heeft in den Raide van Brabant gepresenteert een cartte van den lande van Brabant, by hem, zoe hy zeegt, gemaect, dairvoer hem by den Raide es toegevueght ende geordineert: IIII liv. (passage overgenomen uit Pinchart, Archives des arts, sciences et lettres, II, 62). 3 Van ‘t Hoff, Jacob van Deventer, 11. 4 Van ‘t Hoff, Jacob van Deventer, 13. 5 Visser, Inleiding, s.p. 6 Ahlers, Jacob van Deventer, 63. 7 Deys, Stadsplattegronden, 85-86. 8 Van ‘t Hoff, Jacob van Deventer, 36; Visser, Waarde, 116. 9 Van der Krogte, Welke steden, 119. 10 Deys, Stadsplattegronden, 84; Visser, Stadsplattegronden, 30. 11 Visser, Stadsplattegronden, 31. 12 Deys, Stadsplattegronden, 87. 13 Visser, Stadsplattegronden, 32; Visser, Inleiding, s.p.; Vande Winkel, Leven en werk, 230-232; Ahlers, Jacob van Deventer, 59; Deys, Stadsplattegronden, 86. 14 Ahlers, Jacob van Deventer, 59-60. 15 Heere, Van der Krogt, Ormeling & Storms, Functie, 140. 16 Ahlers, Jacob van Deventer, 60; Vande Winkel, Leven en werk, 233. 17 Visser, Waarde, 120. 18 Visser, Inleiding, s.p. 19 Van der Krogt, Algemene beschrijving, s.p. 20 (Visser, Stadsplattegronden, 37). 21 Voor inspirerende voorbeelden, zie Renes, Stad in het landschap; Rutte, Stedenpolitiek en stadsplanning; Rutte, Stadslandschappen; Zweerink, Ruimtelijke volwassenwording. 22 Voor inspirerende voorbeelden, zie De Meulemeester, Burchten en stadsontwikkeling; De Meulemeester, Fortification de terre; Vannieuwenhuyze, Speuren naar versterkingen. 23 Van ‘t Hoff, Jacob van Deventer, 4. 24 Zie de titels vermeld onder Leven van Jacob van Deventer in de bibliografie. 25 Hypothese geformuleerd in Vannieuwenhuyze, Cartographe. 26 Leenders, Datering, 66. 27 Desmet, de Deventer, 37; Deys, Stadsplattegronden, 83 & 87; Van der Jeught & De Win, Relatie, 248-249; Vande Winkel, Leven en werk, 228; Visser, Waarde, 116. 28 Vermeld en overgenomen in Heere, Van der Krogt, Ormeling & Storms, Functie, 145. 29 Vollenbronck, Stadsplattegronden. 30 Heere, Van der Krogt, Ormeling & Storms, Functie; Vannieuwenhuyze, Stadsplannen. 31 Vannieuwenhuyze, Brussel. 32 Carton, Oudenaarde; D’haene, Toponymie en stadscartografie; Bogaert, Jacob van Deventers Gistel; Neervoort, Vorming. Er worden dit jaar nog masterscripties verwacht over de stadsplannen van Geraardsbergen, Damme en Middelburg, Leuven en Zoutleeuw. 33 Dit werd reeds op papier uitgewerkt voor de steden Brussel, Halle en Vilvoorde: Vannieuwenhuyze, Brussel, Halle en Vilvoorde. 34 Van ’t Hoff, Jacob van Deventer, bijlage, 46-47. 35 Hij deed dat op basis van de allereerste historische publicatie die over Jacob van Deventer verscheen: Molhuijsen, Jacobus van Deventer. 36 Bewaard in de Koninklijke Bibliotheek van België te Brussel (digitaal raadpleegbaar via www.kbr.belgica.be). 37 Bewaard in de Bibliotheca Nacional te Madrid.
E-BRIEF
NUMMER 17 ● JULI 2012
KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE / BRUGS OMMELAND CONTACT E-BRIEF: CHRIS WEYMEIS – DAMPOORTSTRAAT 153 – 8310 SINT-KRUIS –
[email protected]
● NIEUWTJES
Vermaarde Bruggelingen van Pieter Le Doulx online De Brugse kunstenaar en geschiedschrijver Pieter Le Doulx (1730-1807) schreef twee zeer interessante werken met levensbeschrijvingen van Brugse kunstenaars en prominenten. “Levens der konstschilders, konstenaers en konstenaeressen (...)” is bekend bij kunstwetenschappers in Brugge en daarbuiten. Zijn eveneens ongepubliceerde tweedelige “Levens der Geleerde ende Vermaerde Mannen der Stadt van Brugge” is breder van opzet en vooral bekend bij cultuurhistorici. Samen vormen deze drie delen een zo goed als volledig biografisch naslagwerk met alle namen van wie iets te betekenen had in het Brugse culturele leven tot circa 1800. Ze zijn bewaard in het Stadsarchief van Brugge. Nu kan men de drie boeken volledig online raadplegen op www.historischebronnenbrugge.be. Men krijgt er bovendien extra duiding over de figuur Le Doulx, zijn handschriften en prenten en de geschiedschrijving in Le Doulx' tijd.
Beiaardbrochure 2012 gratis beschikbaar De Provincie West-Vlaanderen heeft in de Sint-Amanduskerk in Wingene de “Beiaardbrochure 2012” voorgesteld. West-Vlaanderen speelt met zijn zestien torenbeiaarden een belangrijke rol in de beiaardkunst. Om die reden verschijnt jaarlijks een beiaardbrochure. Die geeft een overzicht van alle West-Vlaamse beiaardconcerten die plaatsvinden tijdens de zomer van 2012. Ook de concerten van zeven Noord-Franse beiaarden zijn er in opgenomen. De beiaardbrochure 2012 is gratis verkrijgbaar bij de toeristische diensten van alle gemeenten waar een beiaard aanwezig is en van alle kustgemeenten, bij de beiaardiers of de organisatoren van beiaardconcerten en in het Provinciaal Informatiecentrum Tolhuis (Jan Van Eyckplein 2 in Brugge), via
[email protected] of via 0800 20 021.
Koekenzondagmarkt in Bakkerijmuseum Veurne Dankzij de Vrienden van het Bakkerijmuseum (Albert I-laan 2, Veurne) wordt op zondag 5 augustus op het museumdomein voor het eerst een Koekenzondagmarkt georganiseerd. Iedereen is welkom vanaf 14 uur voor een paar uurtjes zoet amusement. Rond de feesttent staan standjes opgesteld waarin allerhande streekgebak te koop wordt aangeboden. Er vinden ook bakdemonstraties plaats. In de tent kan men bij een drankje genieten van vrolijke, muzikale animatie. Voor de gebruikelijke toegangsprijs (5 euro) krijgt men die dag geen gewoon
toegangskaartje, maar een kaart met één bonnetje voor een koffie en drie bonnetjes voor stukjes gebak die men zelf kan kiezen in de diverse standjes. De bezoekers kunnen dus hun eigen verwenkoffie samenstellen. Uiteraard is een bezoek aan het museum en de tentoonstelling “Onze BV’s: BakkersVrouwen” ook in de toegangsprijs inbegrepen.
Tentoonstellingen rond Sint-Godelieve Naar aanleiding van de Sint-Godelieveprocessie die op zondag 8 juli om 16 uur door de straten van Gistel trekt, worden enkele tentoonstellingen georganiseerd. * Godelieve van Gistel - Van 1 tot 31 juli In het kader van Open Kerk worden veertien linosneden die Jan Jaak de Grave in 1981 maakte over het leven van Godelieve van Gistel tentoongesteld. De kunstenaar vervaardigde de prenten om de Nederlandse vertaling van de Vita Godeliph van de monnik Drogo van Sint-Winoksbergen, het eerste levensverhaal van de heilige, te illustreren. Locatie: Onze-Lieve-Vrouwekerk – Dagelijks van 14 tot 17 uur * Door Godelieve van Gistel geïnspireerd - Van 1 tot 31 juli Sint-Godelieve was voor veel kunstenaars een bron van inspiratie. In de pandgang van de abdij kan men een twintigtal kunstwerken in verband met de Gistelse heilige bewonderen. Locatie: slotgedeelte Abdij Ten Putte – Dagelijks (behalve op vrijdag) van 16 tot 18 uur – Op zondag 8 juli enkel open van 18 tot 20 uur. – Toegangsprijs: 6 euro. * Mysterie Verbeeld - Van 1 juli tot 9 september De tentoonstelling Mysterie Verbeeld verzamelt, in een stimulerende verscheidenheid aan vormgeving, werken van kunstenaars die intuïtief en vanuit verschillende levensvisie dit mysterie uitdrukken en onze plaats in de wereld verbeelden. Locatie: tuinen Abdij Ten Putte – Curator Christian Wittebroodt organiseert een gratis rondleiding op zondag 29 juli om 15 u. 30. * Merkwaardige vrouwen. Twee Gistelse abdissen in de woelige 16de eeuw Van 1 juli tot 9 september De tentoonstelling belicht twee abdissen van de Gistelse abdij in de 16de eeuw, namelijk Godelieve Payers en Catharina de la Coste. Tijdens hun bestuur beleefde de abdij een bloeiperiode. In 1578 moesten de zusters echter vluchten voor de geuzen die de abdijgebouwen grotendeels verwoestten. De pronkstukken van de expositie zijn de grafsteen van Godelieve Payers uit 1553 en de Godelievetafel, een klein retabel, die in 1568 werd vervaardigd. Locatie: Sint-Godelievemuseum – Dagelijks van 10 tot 12 uur en van 14 tot 18 uur. Op zaterdag, zondag en maandag in de voormiddag gesloten. – Toegangsprijs: 1,50 euro. Informatie op www.gistel.be – Vraag een gratis brochure aan bij de Dienst voor Toerisme Gistel - 059 27 02 17 of
[email protected].
● OP DE LEESPLANK
Brugge. Van Burg tot Kruispoort
Het Willemsfonds op straat Hoeveel straten zijn niet genoemd naar een historische of maatschappelijk belangrijke figuur? Meestal staat op het straatnaambord een woordje uitleg over de persoon in kwestie. Die duiding is welkom want al te vaak zijn we vergeten waarom hij of zij destijds beloond werd met een straatnaam. De Willemsfonds Erfgoedkring Ernest Schepens ging op zoek naar straten en pleinen die genoemd zijn naar hun markante leden. In samenwerking met het Liberaal Archief werden veertien figuren geselecteerd. Ze kregen allen de eer dat een straat naar hen werd genoemd, of ze kregen een gedenkteken, soms zelfs in verschillende gemeenten. Ingo Luypaert schetste een portret van de veertien, en die werden gebundeld in de publicatie “Het Willemsfonds op straat. West-Vlaamse Willemsfondshelden”. Verplaatsen we ons bijvoorbeeld naar Harelbeke, naar de Peter Benoitlaan, genoemd naar de ongetwijfeld bekendste van de veertien Willemsfondsers. Componist Peter Benoit (1834 - 1901) wordt niet voor niets beschouwd als de man die zijn volk leerde zingen. Maar ondanks een indrukwekkend en veelzijdig oeuvre is het al veel moeilijker om spontaan een werk van hem te noemen, laat staan mee te neuriën. En overigens is van hem ook veel minder geweten dat hij zijn hele leven ijverde voor het Nederlandstalige muziekonderwijs. Benoit wordt in Harelbeke geboren. Al op zeer jonge leeftijd is duidelijk dat de jonge Peter over veel
muzikaal talent beschikt. Op zijn zevende speelt hij al vlot viool. Nochtans krijgt hij pas vanaf zijn dertiende echt muziekonderricht. Maar meer dan muziek uitvoeren, wil hij componeren en dirigeren. De man die zijn volk leerde zingen is vooral bekend van de Rubenscantate en de kindercantate De wereld in! Het zijn werken die de visie van Benoit perfect illustreren. Hij houdt van het bombastisch effect dat gecreëerd wordt door vele mensen te laten samen zingen in open lucht. In 1863 vestigt hij zich in Brussel. Hij ontmoet er de dichter Emanuel Hiel. De twee worden vrienden en Benoit zet heel wat teksten van Hiel op muziek. De liberaal Hiel zal Benoit ook de weg wijzen naar het cultuurnationalisme. Vanaf nu is hij overtuigd dat het gebruik van zijn eigen taal in zijn werk belangrijk is. Hij wordt de eerste voorzitter van het Comiteit ter bevordering van den Nederlandschen Zang, dat in de schoot van het Willemsfonds de bekende Nederlandse Zangstukken uitgeeft. Benoit wordt in 1867 directeur van de Antwerpse muziekschool, op dat ogenblik een erg bescheiden instelling met slechts een handvol leerlingen en leraren. Gedurende de rest van zijn leven zal hij, samen met zijn goede vriend Julius Sabbe, blijven ijveren voor Nederlandstalig muziekonderwijs. De Brugse journalist Julius Sabbe (1846 - 1910) is trouwens één van de veertien andere geportretteerde Willemsfondsers in het boek. Uiteindelijk zal de Antwerpse muziekschool in 1897 worden omgevormd tot het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium met een volledig Nederlandstalig leerplan. Antwerpen bedankt Benoit hiervoor met een monument in het Harmoniepark. Maar hoewel ontworpen door Henry Van de Velde ligt het er vandaag wat verwaarloosd bij. Verder zijn er in niet minder dan 62 steden en gemeenten straten, lanen en pleinen naar Peter Benoit genoemd, tot in het Nederlandse Bergen-Op-Zoom. Ook heel wat organisaties, gebouwen en muziekacademies dragen zijn naam. Ingo Luypaert, “Het Willemsfonds op straat. West-Vlaamse Willemsfondshelden”. Met verder portretten van Victor Desmet, Frans Desmidt, Pieter Deswarte, Maria Doolaeghe, Abraham Hans, Karel Jonckheere, Richard Maerten, Dr. Gustave Maertens, Jef Mennekens, Arthur Pauwels, Julius Sabbe, Jules Van Merris en prof. Jozef Vercoullie. Brugge / Gent, Willemsfonds Erfgoedkring Ernest Schepens / Liberaal Archief, 2012, 76 p. Prijs: 12 euro (+ 2 euro verzendkosten)
(uit: Nieuwsbrief Liberaal Archief, nr. 26 (15 juni 2012))
U ontvangt deze e-brief omdat u zich op onze verzendlijst hebt ingeschreven. Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, dan kan u zich uitschrijven op de
[email protected].
E-BRIEF
NUMMER 18 ● december 2012
Brugs Ommeland vzw - KONINKLIJKE HEEMKUNDIGE KRING MAURITS VAN COPPENOLLE CONTACT E-BRIEF: Yvette Kemel Vestingstraat 71/17 8310 Brugge
● NIEUWTJES Voordracht Geschiedenis van de Brugse Brouwerijen Van de middeleeuwen tot heden Op maandag 26 november om 20 uur De geschiedenis van het brouwproces en de Brugse brouwerijen in het bijzonder. Spreker Paul Vanneste, brouwer op rust. In het lokaal D Zorge Moerkerkse Steenweg 194 Sint-Kruis. In samenwerking met Familiekunde Brugge. Leden van de Heemkring en van Familiekunde Brugge gratis, niet leden € 3. Via het brouwen van het bier in de oudheid komen wij snel in de middeleeuwen van de Lage Landen en in Brugge. Uiteraard komen het Gruut, het Gruuthuse en het gruutrecht ter sprake. Hoe werd bier vroeger gebrouwen? Dat staat fijntjes beschreven in ‘Den Volmaeckten Bierbrouwer’ door de geneeskundige en brouwer Wouter van Lis. En weet je welke bieren er gebrouwen werden en waarom er bier en geen melk of water gedronken werd? Over dat water, vooral over het brouwwater is ook nog een en ander te zeggen, want Brugge had immers zijn waterhuis dat via de moerbuizen over de ganse stad zuiver water bedeelde. Verder zullen enkele vroegere Brugse brouwerijen besproken worden. Wie weet nog waar brouwerijen In Den Wulf, In den Cleenen Zwane, In den Breydel, In de Marminne, Le Boeuf en In den Gapaert lagen? Eenmaal het bier gebrouwen gegist en gelagerd was, moest het naar de verbruiker gevoerd worden. Daartoe had je in Brugge de corporatie van de “Biervoerders’ Ook over de kuipers moet iets gezegd worden en Sint Arnoldus, de patroon van de brouwers mag eveneens niet vergeten worden. Als deftige burger moet je ook het onderscheid kennen tussen een ‘Goed mans herberghe’ en een ‘Quader Herberge’ Uiteindelijk wordt iets over de Brugse brouwerijen verteld die in de 19e en 20e eeuw het industrieel tijdperk zijn ingegaan en wat er vandaag nog van overblijft. Velen kennen immers nog de brouwerijen Aigle Belgica, ’t Hamerken, De Halve Maan, De Lac en Het Zweerd. En tenslotte moet je ook weten hoe ook het laatste stukje beschermd industrieel erfgoed, in de Unesco stad van het werelderfgoed, zomaar moet plaats ruimen voor immobiliën.
De 32ste Contactdag Prehistorie wordt dit jaar gehouden in Brugge op zaterdag 8 december 2012. Dit vindt plaats in de “Hendrick Pickery” zaal van de Brugse Hallen zal plaatsvinden (Belfort/Hallengebouw, Markt 7, 8000 Brugge. Hubert De Witte, adjunct-directeur van de musea van de stad Brugge en medeoprichter van Raakvlak zal deze 32ste prehistorische dag inleiden. De gastsprekers die we jullie dit jaar kunnen voorstellen zijn in de eerste plaats, Andreas Maier (Institut für Ur- und Frühgeschichte, Universität zu Köln, DE), die ons een presentatie getiteld “Regional diversity and chronological variability during the Central European Magdalenian” zal brengen. De daaropvolgende presentaties zullen het steentijdonderzoek uitgevoerd in het kader van het enorm grootschalige “Canal Seine-Nord Europe” project behandelen. Met name Marc Talon en Gilles Prilaux (Inrap, FR) zullen een algemeen beeld schetsen: “Le programme archéologique du canal Seine-Nord Europe: une opportunité hors normes pour l’étude de la Préhistoire dans le nord de la France”. Pascal Depaepe (Inrap, FR) en Françoise Bostyn (Inrap, FR) zullen daarna respectievelijk in hun voetsporen treden met toelichtingen betreffende: “Le peuplement des hautes latitudes aux Paléolithiques ancien et moyen : réalités archéologiques ou biais taphonomiques?” en “Les enceintes du Néolithique moyen chasséen de Villers-Carbonnel (Somme)”… Indien je wenst deel te nemen aan de 32ste Prehistorische contactdag te Brugge 2012, gelieve voor dinsdag 27 november in te inschrijven. Het inschrijvingsformulier en meer informatie is te vinden op: http://www.naturalsciences.be/mars/groups/fnrs-contact-group/2012/Circ2_Brugge2012 De toegangsprijs (inclusief lunch) bedraagt 10 euro en dient op voorhand te worden betaald. Gelieve bij de overschrijving expliciet te vermelden of u een kopie van de Notae Praehistoricae 32 wenst te reserveren. Bieke Hillewaert Griet Lambrecht Hans Vandendriessche Organisatoren