Craeyennest Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht Pasen 2013
In dit Paasnummer blikken we nog even terug op onze herdenking van de overstromingsramp van 1953 in Zwijndrecht. Het was hartverwarmend om te ondervinden hoe door intense samenwerking van enkele mensen een mooie evocatie van een ingrijpende gebeurtenis in het leven van gewone mensen tot stand kon komen. Ook dàt is een aspect van heemkunde. Om tot een goede en vruchtbare werking van onze Heemkundige Kring te komen is echter meer nodig. Er dient ook gewerkt aan een degelijke materiële omkadering die de zorg voor de conservering en ontsluiting van het cultuurhistorisch patrimonium dat ons werd toevertrouwd middels enkele schenkingen, veilig stelt. Hiervoor hebben we de medewerking nodig van ons Gemeentebestuur. Daarom stelden we een Witboek samen dat al onze verzuchtingen bundelt en toelicht. We stelden het met enige toelichtingen voor aan onze Burgemeester. Ook de inhoud van dit
Witboek en de reactie van het Gemeentebestuur komen uitgebreid aan bod in dit nummer van Craeyennest. Bovendien willen we vanaf volgend jaar, wanneer het een eeuw geleden zal zijn dat de Eerste Wereldoorlog losbarstte, de gevolgen hiervan voor Burcht en Zwijndrecht onderzoeken. Hiervoor zullen we in de eerste plaats opnieuw een beroep doen op de geïnteresseerde leden. Uiteraard is er in dit nummer ook plaats voor algemene info en doen we nogmaals een oproep om het lidmaatschap bij de HKZB te hernieuwen. Alles bij elkaar werd het weer een gevarieerd nummer waarin u wellicht ook uw gading kunt vinden. Wij wensen u in ieder geval veel leesgenot en houden ons ter beschikking om bijkomende informatie te geven waar dit nodig mocht zijn. Robert Embrecht redactiesecretaris
1
Hernieuwing lidmaatschap Een nieuw jaar betekent ook hernieuwing van het lidmaatschap. Vorig jaar kreeg u voor uw lidgeld van 12€, naast de Nieuwsbrieven, ook de mogelijkheid om deel te nemen aan de Algemene Vergaderingen en aan de werkgroepen waarvan er een die dieper inging op de betekenis van de Laminoirs de l’Escaut voor onze gemeente en een andere die werkte rond de dijkbreuk van februari 1953. U leest verder meer over de resultaten van deze werkgroepen. Het lidmaatschap van de HKZB geeft u ook de mogelijkheid om in het archief van onze vereniging te duiken. Dit krijgt stilaan enige vorm door de openstelling van de archieven van Kockelberg, Stuyvaert en Van Tongerloo die ons werden geschonken en waar we nog steeds aan verder werken. Mogelijkheid tot participatie is er ook via onze website www.heemkundezb.be. Koken kost echter geld. Zelfs ‘eenvoudige’ aankoop van kantoormaterialen voor de inventarisatie van bovengenoemde giften
nemen een grote hap uit ons budget – van subsidiëring is in dit eerste werkingsjaar amper sprake. Kortom: een en ander noopte ons om het lidgeld voor 2013 op 15€ te brengen. We hopen dat deze kleine verhoging er niemand van zal weerhouden om lid te blijven. Meer nog: we vragen u om actief aan ledenwerving te doen, zodat een stijging van ons ledenbestand mee een soliede basis zou vormen voor de verdere werking van de HKZB. Méér leden, méér diversiteit zullen ons zeker helpen om van de HKZB een vereniging te maken die de band tussen de huidige en toekomstige generaties met het verleden zullen aanhalen. Daarom nodigen we u uit om zo vlug mogelijk uw lidgeld (15€) voor 2013 te storten op ons rekeningnr. BE 48 9730 4246 5927 van de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht met vermelding ‘lidgeld 2013 + naam en adres’. Wij danken u alvast voor uw steun!
Herdenking van de watersnood van 1953 Onze Heemkundige Kring heeft in de gemeentelijke bibliotheek, in het gebouw van het administratief centrum te Zwijndrecht, de voorbije maand februari 2013 een tentoonstelling gehouden ter evocatie van de watersnood, die onze gemeente teisterde gedurende de eerste helft van het jaar 1953.
het Bestuur, vond dat er minstens een academische zitting bij nodig was. Er werd een openingsprogramma uitgewerkt. Op vrijdag 1 februari 2013, dag op dag, zestig jaar nadien, werd de ramp in herinnering gebracht. Om 20 u leidde de voorzitter de opening in.
Het eerste grotere evenement van onze Kring mocht niet ongemerkt van start gaan. De projectgroep, bestaande uit uw voorzitter Ludo Van der Stock, Herman Vaessen en Vincent Deleu, gesteund door
Tijdens de 60 jarige huwelijksviering op het gemeentehuis, van Pol Claes en Yvonne Van de Perre (“Van Paar”), een nicht van de moeder van de voorzitter, 2
vertelde Yvonne spontaan aan de huidige burgemeester over de overstroming van 1953 toen zij slechts één jaar getrouwd waren en de familie bijna alles verloor. De voorzitter stelde in april 2012 aan het bestuur voor om een project rond de overstroming op te zetten. Pol woont nu op de Half Maan, maar is ziek en kon niet aanwezig zijn. Yvonne was één der eerste getuigen, de aanzet tot deze herdenking, maar ze stierf in mei 2012. We dragen de tentoonstelling aan haar op. Haar foto stond in de tentoonstelling.
door de kustverdediging en sloeg 37 bressen in de dijken van de Schelde en haar bijrivieren. In Zeeland verloren 1835 mensen het leven, in Vlaanderen 28. Honderdduizenden werden die nacht dakloos en verloren have en goed. 35.000 dieren verdronken. Een bres van, uiteindelijk, om en nabij de 120 meter, werd in de Scheldedijk geslagen nabij “Pijp Toebak”, een plaats aan de stroom, op het grondgebied van de gemeente Zwijndrecht, waar de inlands lopende Blokkersdijk aansloot op de Scheldedijk. De Blokkersdijk begaf onder het overweldigende water. Vele huizen en boerderijen in de Zwijndrechtse “Melselepolder” stonden in een mum van tijd onder water; sommigen tot aan de dakgoot. Gelukkig waren er hier geen dodelijke slachtoffers te betreuren. Het verlies aan dieren en goederen was
Vele gemeenten in het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Vlaanderen werden in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 getroffen door een plotse watersnood. Bij een springtij en een zware noordwesterstorm met windsnelheden van 100 tot 140 km/u beukte het opgestuwde Noordzee- en Scheldewater
3
enorm. Tot in de zomer van 1953 bleef de polder onderhevig aan eb en vloed, tweemaal per dag. Metershoog slib zette zich vast. In de Lage Landen was dit de grootste waterramp van de 20e eeuw.
gepensioneerd Adjudant-chef. Hij herinnert zich de omstandigheden, het gure weer, alsof het gisteren was. Zijn rug is versleten van het decennia lange paardrijden en hij kan niet aanwezig zijn bij de opening.
De projectgroep heeft voor de videofilm mensen gezocht die in 1953 nauw betrokken waren bij de ramp in onze gemeente: als hulpverlener en als slachtoffer. De film geeft een keuze weer uit de vele getuigenissen die konden opgetekend worden. In deze ongeveer 12 minuten durende, zelf opgenomen en gemonteerde videofilm, komen mensen aan het woord komen, die het zelf beleefden.
Jos De Rycke, een jongen uit Burcht, die zijn verloofde Irène Vermoesen en haar familie spontaan ter hulp snelde. De familie woonde aan de Scheldesluis van Pijp Toebak, ze baatten het café “De sluis” uit. Irène komt zelf aan het woord. De familie Vermoesen ging nooit meer terug naar hun huis met café, het was verwoest. Piet De Keulenaer, de broer van dokter Flor De Keulenaar uit Melsele, werd destijds als kind door grootvader Van der Stock uit het ondergelopen Kallo naar Burcht geëvacueerd. Uw voorzitter zat toen als vijfjarige naast zijn grootvader in het vrachtwagentje en zag bij de terugkeer het Scheldewater tot tegen de Melseledijk staan. Piet logeerde bij de familie Van der Stock en liep drie maanden school in de Burchtse St. Jozefschool
Wie waren zij? Vic Hoefkens, een toenmalige soldaat van het 11 Genie (Burcht), nu Adjudant-chef buiten dienst. Hij redde met zijn boot mensen uit het overstroomde gebied. Een hachelijk onderneming want het water stroomde op sommige plaatsen wild en zeer grillig in de polder. Vic was naderhand jarenlang instructeur duiker bij de Genie.
Tenslotte namen we nog een pakkende getuigenis op, deze van Lea Van Raemdonck, toen een meisje van 16. De familie woonde op de Smoutpot.
De tweede getuige is Gilbert Mortier, destijds een 25-jarige rijkswachter, ruiter bij de cavalerie van het Mobiel Legioen te Brussel. Het Legioen was een nationaal rijkswachtkorps dat ook in het Waasland hulp bood. Hij kwam de ochtend van 1 februari naar de polder en logeerde enkele weken in Kieldrecht. Zijn opdracht was dag- en nacht te voet patrouilleren op de dijken om mogelijke bressen op tijd te ontdekken. Daarbij kwam de bewaking van de verlaten huizen en hofstedes van de overstroomde polder. Nu is hij 85, 4
De hoeve staat er nog steeds. Ze beschrijft kleurrijk de verschrikkingen van de overstroming, zoals ze dit zelf meemaakte.
waarbij speciaal voor haar de film werd vertoond. Ons lid en tevens cultuurfunctionaris Dirk Verelst was zeer actief tijdens de voorbereiding en de opening. Na de receptie stonden leden van het bestuur en Dirk goedgezind een bilan op te maken …en de afwas te doen.
Het verhaal van de getuigen is geïllustreerd met beelden uit die tijd. De gemonteerde filmbeelden werden geleend van een documentaire, uitgezonden op de zender Canvas. Deze documentaire werd vertoond op de “Nacht van de geschiedenis” ingericht door het Davidsfonds, waaraan de Heemkundige Kring ook meewerkt. De oorsprong van de 60 jaar oude zwart-wit beelden konden we niet meer terugvinden.
Na de opening, door burgemeester André Van de Vyver, volgde een aangename receptie aangeboden door het gemeentebestuur. Bereidwillige leden hielpen met de bediening. We mochten bij de opening enkele schepen en gemeenteraadsleden, de korpscommandant van 11 Genie, de zonechef van de politie, slachtoffers en getuigen van toen, en vele leden begroeten.
Prof. dr. Tim Soens (Universiteit Antwerpen – Departement geschiedenis) hield een gesmaakte korte causerie “Storm op zee, water in de polder”. De professor wist ons een half uur te boeien door de overstroming in een geografische en historische context te plaatsen.
De tentoonstelling was op zaterdag 2 en zondag 3 februari open van 10 tot 17 u. Tijdens het weekend werd de film vertoond, naargelang het aantal aanwezigen. Er kwamen in totaal ongeveer 350 mensen de eerste dagen.
De tentoonstelling werd opgebouwd rond foto's, kaarten en allerlei parafernalia, bereidwillig geleend van slachtoffers, getuigen en vrijwilligers uit de eigen gemeente. Roland Van Mele en Jan Vaessen leverden voor de opbouw en de schikking van de tentoonstelling een onontbeerlijke bijdrage.
De hele maand februari was de tentoonstelling, zonder filmvertoning, toegankelijk tijdens de openingsuren van de bibliotheek. Volgens de schatting van het personeel waren er dagelijks tientallen mensen die de tentoonstelling bezochten.
Tijdens de opstelling, de decoratie van de tentoonstelling, waarvan zij de leiding had, kwam mevrouw Lieve Vaessen, echtgenote van teamlid Herman, ten val en brak haar schouder. Ze kon niet aanwezig zijn tijdens de opening, maar kreeg de eer om de tentoonstelling te mogen sluiten,
Ludo Van der Stock
5
Uit het fotoalbum van de familie Van Roeyen. Adrien Van Roeyen was burgemeester tijdens de ramp van 1953. Op de foto onderaan ziet u hem (uiterst links) in het gezelschap van Prinses Josephione Charlotte die namens de koning poolshoogte kwam nemen van de ramp.
6
Witboek 2013 De Heemkundige Kring Zwijndrecht - Burcht heeft er in 2012 zijn eerste volledige werkjaar op zitten. Na dit opstartjaar leek het ons nuttig en wenselijk om met de nodige realiteitszin naar de toekomst te kijken. Het mag duidelijk zijn dat de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht geen vereniging is als alle anderen. Het is niet alleen een lokale culturele vereniging maar verleent met zijn leden-vrijwilligers ook vakmanschap, expertise en wetenschappelijke steun aan gemeentelijke projecten en evenementen. Wij menen dat over de middelen, ter verwezenlijking van onze gezamenlijke doelstellingen, in een open dialoog, nauw met het College van Burgemeester en Schepenen dient overlegd te worden. Wij bezorgden het Schepencollege een samenvatting van onze bescheiden verwachtingen. Het is geen klaagzang of bedelgang, wij noemen het ‘Witboek 2013’. Op maandag 25 maart ll. werden wij ontvangen door de Burgemeester om ons Witboek toe te lichten. Allereerst bezorgen wij u hierbij de tekst van dit Witboek dat tot stand kwam mits intense samenwerking binnen onze bestuursploeg.
Werking en belang van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht in de context van de conservering en ontsluiting van het Gemeentelijk cultuurhistorisch erfgoed Op 27 september 2011 werd op initiatief en onder de auspiciën van de Gemeente, de Heemkundige Kring Zwijndrecht – Burcht (HKZB) opgericht. In de aanloop hiervan en tijdens de voorbereidende vergaderingen was het Gemeentebestuur actief aanwezig, hetzij door vertegenwoordigers van de Cultuurdienst, hetzij door de Schepen van Cultuur, actueel Burgemeester. Tijdens deze voorbereidende vergaderingen werd o.m. gewerkt aan het opstellen van statuten en een intern reglement waarin de doelstellingen van de Heemkundige Kring Zwijndrecht – Burcht duidelijk omschreven werden.
Art. 3: ‘De Heemkundige Kring Zwijndrecht – Burcht legt zich toe op de studie van de lokale geschiedenis en het erfgoed, met als doel alles op te zoeken, te inventariseren, te verzamelen, te bewaren, te bestuderen en kenbaar te maken. Het betreft zowel het materieel als immaterieel erfgoed van onze gemeente, zoals de plaatselijke geschiedenis, de gebeurtenissen, de gebruiken, de volkstaal, de oude ambachten, oude voorwerpen van landelijke, industriële en huishoudelijke aard, de monumenten, het funerair erfgoed, de gebouwen met historische en/of architecturale waarde, de kunsten en kunstenaars, de relicten van traditionele dorpslandschappen, de natuurlandschappen, de naamkunde, de familiekunde en de volkskunde.’
Art. 2: ‘De Heemkundige Kring Zwijndrecht – Burcht wil een belangrijke bijdrage leveren tot het behoud en de waardering van het Cultuurhistorisch erfgoed. Zij is een ambassadeur van de gemeente en geeft indien nodig het Gemeentebestuur of andere instanties advies over de genoemde materies.’
De Heemkundige Kring Zwijndrecht – Burcht beoogt:
7
– de volledige bevolking te betrekken bij zijn werking door het organiseren van publieke activiteiten,
Witboek 2013 1. Huisvesting De HKZB werd belast met de zorg voor een aanzienlijke collectie documenten, boeken, zeldzame foto’s e.d.m. Er dient verder gezorgd voor een degelijk onderkomen waarbij 3 sleutelbegrippen belangrijk zijn: bestendigheid, toegankelijkheid en zorgzaamheid.
– het publiek in te schakelen bij enerzijds het collectioneren van gegevens en – anderzijds, via verschillende kanalen, relevante studies en informatie beschikbaar stellen aan het publiek, het Gemeentebestuur, de Gemeentelijke raden, de heemkundige organisaties (vb. heemkunde Vlaanderen) en aan de bestuurlijke wetenschappelijke (onroerend Erfgoed, FARO, … ) bovenstructuren.
a. Bestendigheid De Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht verdient voor zijn dagelijkse werking en voor het onderbrengen en het oordeelkundig conserveren van de steeds groeiende heemkundige collecties een degelijke permanente huisvesting. Door de aard van de vereniging en de collecties die ze verzorgt en bewaart is een tijdelijke of ‘voorlopige’ huisvesting nefast.
Deze ambitieuze doelstellingen treden ver buiten de eigen interne werking als lokale culturele vereniging. Het onderscheidt de Kring duidelijk van andere gemeentelijke verenigingen en ligt in het verlengde van analoge diensten van de gemeente zelf.
b. Toegankelijkheid De lokalen van de Heemkundige Kring zouden op een centrale plaats in de gemeente moeten ingepland zijn, zodat dat de vlotte toegankelijkheid voor alle inwoners, bezoekers van buiten de gemeente, heemkundigen, academici, gewone belangstellenden, oudere en anders-valide inwoners en nieuwelingen, gewaarborgd wordt.
We prijzen ons gelukkig dat we in de eerste maanden van ons prille bestaan een drietal belangrijke schenkingen kregen (Van Tongerloo, Kockelberg en Stuyvaert). Er werd afgesproken met het reeds eerder opgerichte Cultureel Archief, werkgroep van de Culturele Raad, dat het heemkundig georiënteerde gedeelte (vnl. Bettens) van zijn archief zal overgedragen worden aan de Heemkundige Kring Zwijndrecht – Burcht. Dergelijke schenkingen, met een heemkundig, historisch en cultureel belang, dwingen ons tot een vaderlijke zorg, een adequate inventarisatie en een conservatie op een veilige, eigentijdse en wetenschappelijk verantwoorde manier van de verworven heemkundige documentatie. Op dit ogenblik is dit materieel onmogelijk.
Vanzelfsprekend is hiervoor een afzonderlijke representatieve ruimte, voor het ontvangen van mensen, die de collecties willen raadplegen, waar vergaderd kan worden en waar informatieavonden voor beperkte groepen vb. van 10 à 20 personen kunnen georganiseerd worden, hard nodig.
8
c. Zorgzaamheid We mogen niet buiten de realiteit staan, we weten uit onze contacten met de buurtkringen, dat er na verloop van tijd, naast digitale en papieren documentatie ook interes-sante voorwerpen een onderkomen zullen moeten krijgen en waar onze Heemkundige Kring als een goede huisvader zal voor moeten zorgen.
De huidige locatie is absoluut niet representatief voor onze Gemeente en onze Kring en we kunnen in geen geval daar potentiële ere- of steunende leden of sponsors ontvangen om een uiteenzetting te geven over onze werking, met de documentatie bij de hand. Nog een voorbeeld: het was onmogelijk om de voorwerpen en documentatie voor de lopende tentoonstelling (Overstroming '53) en de opening ervan onder te brengen in ons lokaaltje, weer werd een noodoplossing gezocht en gevonden, maar dit kan niet blijven duren.
Deze zorg uit zich in de veiligheid: afgesloten, niet gedeeld met anderen, brandveilig,…, maar ook in de optimale en gezonde omstandigheden waarin de collecties bewaard worden, waarin onze leden werken en waarin de gasten ontvangen worden, nl. vrij van vocht, schimmel, ziektekiemen, stof en ongedierte.
Het behoort tot de privilegies van het Gemeentebestuur om een geschikte permanente ruimte voor de adequate werking van de Heemkundige Kring aan te wijzen, maar we willen aan de zoektocht actief participeren. Gezien de start van het project 'Dorp aan de Stroom' gegeven is, verwachten we op zeer korte termijn een definitieve oplossing. Gedeeltes van de collecties onderbrengen bij verschillende (bestuurs)leden kan en mag geen optie zijn!
De huidige locatie, in de Kerkstraat 50 te Burcht, is duidelijk een eerste voorlopig onderkomen. We zijn “onder dak” en daarvoor zijn we de Burgemeester en de cultuurdienst dankbaar. Echter, wanneer de gemeente haar plannen i.v.m. ‘Dorp aan de Stroom’ in de nabije toekomst wil realiseren moet de heemkundige kring verhuizen. Bovendien is in dit tot verdwijnen gedoemde gebouw slechts één kleine ruimte – zowat de kleinste kamer – voor ons beschikbaar. Deze locatie en te kleine ruimte is onvoldoende om de doelstellingen van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht, zoals onderschreven door de Gemeente, te realiseren. Het lokaal is niet voor iedereen toegankelijk, het ligt op de eerste verdieping en is slechts bereikbaar via een gevaarlijk steile, smalle houten trap.
Voorstel: In de deelgemeente Zwijndrecht zijn er sowieso reeds lokalen te kort voor het verenigingsleven. De oude pastorij in Burcht of een gedeelte van de villa Hortensia, tegenover de kerk in Burcht, lijken ons passende en interessante locaties voor het bestendig onderbrengen van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht en zijn collecties. Deze plaats is te voet en per fiets gemakkelijk te bereiken. Er is een bus9
halte, er is ruime parkeergelegenheid op het Kerkplein en op het Kaaiplein en het OC 't Waaigat is nabij.
gemeentelijke diensten on line beschikbaar zijn. - Vandaag maken we gebruik van een persoonlijke beamer, privé laptops, DVD-speler e.d., we nemen aan dat we deze toestellen in bruikleen kunnen nemen van de gemeentelijke diensten. - Een kleine stofzuiger met de nodige hulpstukken voor het stofvrij houden van de documentatie.
Het zou tevens een waardige bestemming zijn voor de genoemde gebouwen die tot het cultuur-historisch patrimonium van onze gemeente behoren. Het zou een pareltje kunnen worden waar de Gemeente trots op kan zijn. 2. Materiële ondersteuning Veilig en gezond werken door onze leden en gasten, het oordeelkundig conserveren van de collecties legt ons om een aantal materiële noodwendigheden op, zoals :
3. Financiële ondersteuning Op dit ogenblik kunnen de inkomsten van de Heemkundige Kring Zwijndrecht – Burcht onderverdeeld worden in twee luiken:
- Voldoende afsluitbare kasten, ladenkasten en rekken - Lees- en werktafels, goede verlichting, stoelen en ander klein meubilair. - Klasseermappen, – dozen en andere opbergmogelijkheden - Beschermingsmateriaal (plastic hoezen, zuurvrije mappen e.d.), inpakmateriaal - Classificatiemateriaal (goed leesbaar en ordelijk beletteringssysteem, type Dymo)… dit alles is slechts een summiere opsomming van duurzame opslag- en bewaringsmiddelen. - PC, scherm, drukker / copier en scanner (kan één toestel zijn). NOOT: De inventaris en classificatie van de collecties werd gerealiseerd via gedeeltelijk zelf ontwikkelde computerprogramma’s. Thans gebeurt de digitalisering van de registratie en de classificatie thuis bij bestuursleden en bereidwillige leden. - Een aansluiting voor de PC('s) op het internet mag niet ontbreken. De inventaris moet voor de leden en de
Inkomsten door lidgelden Thans hebben we een 40-tal leden en het ledenaantal groeit – zeker na de succesrijke evocatie van de overstroming van 1953 – snel aan. 2012: 12€ en 2013: 15€ lidgeld. De rekening is snel gemaakt: 600 Euro inkomsten. Inkomsten door subsidiëring gemeentelijke culturele verenigingen, voor het startjaar 2012 was dit uiteraard nihil, omdat dit gebaseerd is op de activiteiten van het jaar voordien. 2013: ?. Een ledenblad op papier (met betaalde reclame) wensen we om ecologische redenen op dit ogenblik niet uit te geven. Het nieuwsblad “Craeyennest” wordt in pdf-vorm digitaal verspreid, uitgezonderd voor de enkelen die niet over internet beschikken. We mikken wel op een jaarboek en op themapublicaties, die t.g.v door ons georganiseerde evenementen of 10
afgeronde studies, aan het publiek zullen worden aangeboden.
College samen met ons enkele van deze Heemkundige Kringen en eventueel de steunende Gemeentebesturen bezoeken, om daarna aan de hand van deze bevindingen conclusies te trekken voor een verdere stroomlijning van de samenwerking en de efficiënte ondersteuning van de Heemkundige Kring Zwijndrecht – Burcht.
In de beginfase kan er geen sprake zijn van steunende leden of van sponsoring van evenementen door derden. We willen onze neutraliteit behouden en bovendien moeten we voor het kunnen werven van steunende leden en sponsers meer van onze werking kunnen aantonen en meer leden kunnen werven. We worden hierbij door financiële en materiële beslommeringen afgeremd. We mogen met zekerheid stellen, dat de inkomsten van de Heemkundige Kring Zwijndrecht – Burcht in hoge mate ontoereikend zullen zijn om de materiële behoeften te dragen die voortvloeien uit de taken die we als Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht, onder impuls van de Gemeente, op ons hebben genomen.
25 maart: ontvangst door de Burgemeester Op 25 maart was het zover: we werden ontvangen door Burgemeester André Van de Vijver in aanwezigheid van Menno Claes (Gemeentelijke Cultuurdienst). Vooreerst dient gezegd dat de burgemeester ons Witboek vooraf goed gelezen had en dus vlug kon inpikken op de belangrijkste verzuchtingen. Algauw spitste de bespreking zich toe op het probleem van de huisvesting waarbij de bestendigheid en de zorg voor de collectie de boventoon voerden. Reeds vlug bleken onze suggesties voor huisvesting in hetzij de oude pastorij van Burcht of de Villa Hortensia recht tegenover de kerk van Burcht, geen haalbare kaart, omdat beide gebouwen op middellange termijn wellicht verkocht zouden worden. De burgemeester vestigde echter onze aandacht op het oud gemeentehuis van Zwijndrecht waarin nog een aantal ruimten , voornamelijk op de eerste verdieping, op een bestemming wachten. Hij maakte zich sterk om het College voor te stellen deze te bestemmen als permanente zetel voor de Heemkundige Kring. De nabijheid van de oude raadzaal, die af en toe wordt uitgeleend als tentoonstellingsruimte zou ook nog een pluspunt kunnen zijn. De eerste verdieping is bovendien ook
Eén en ander noopt ons om in nauwe samenwerking met het College te verzoeken om de financiële ondersteuning van de Heemkundige Kring ZwijndrechtBurcht te (her)bekijken. 4. Vergelijking met de Heemkundige Kringen uit de ons omringende gemeenten Ook al schromen wij ons om ons volledig te spiegelen aan reeds veel langer werkende Heemkundige Kringen uit de ons omringende gemeenten, toch lijkt het ons zinvol om de ondersteuning van deze HK door hun gemeentebesturen eens onder de loep te nemen. Het ware beleidsmatig voorzichtig en verstandig, dat aangewezen leden van het 11
toegankelijk voor minder-valide personen via de kleine traplift.
nog enige discussie. Maar we laten dit niet koud worden!
We spraken af om, na groen licht door het College, ter plaatse te gaan kijken wat de mogelijkheden zijn voor de HKZB.
We vroegen ook aandacht voor de kandidatuur van vrouwen, afkomstig uit de gemeente, voor de benaming van nieuwe straten. We denken o.a. aan de Burchtse schrijfsters Maria Verbraeken en Lieve Moenssens. Burgemeester Van de Vijver verwijst ons hiervoor naar de Cultuurraad waarin ook de HKZB sinds kort zitting heeft.
Men zou verder een oplijsting maken van onze andere materiële noodwendigheden en nagaan, in samenwerking met de Gemeentelijke Cultuurdienst, in welke mate hieraan kan tegemoet gekomen worden.
Hoe ging het verder?
In een verdere fase zou een bezoek kunnen gebracht worden aan de naburige HK.
Amper enkele dagen later vernamen we via informele contacten met de cultuurdienst dat er eerlang veranderingswerken uitgevoerd worden aan de gebouwen van de gemeentelijke diensten in de Laarstraat. Een gedeelte van de werknemers vindt dan een tijdlang onderdak in de vrijstaande ruimten van… het oude gemeentehuis. Voorlopig ziet het er dus naar uit dat van een vlugge verhuis van de HKZB naar een andere locatie geen sprake kan zijn. We krijgen een gevoel van ‘terug naar af…’
In de marge van ons gesprek vernamen we ook nog dat ook aan onze allereerste demarche ( schandpaal, molenstenen uit de vroege 18e eeuw en zonnewijzer in de vroegere portierswoning die nu in de tuin van Villa Hortensia te vinden zijn) aandacht wordt geschonken: de oude schandpaal van Burcht komt aan de achterzijde van de kerk van Burcht te staan – de sokkel is reeds gegoten – aan de nog aan te leggen fiets- en wandelroute langs de Schelde. Ook de molenstenen krijgen later een zichtbare plaats. Enkel over de zonnewijzer was er
Robert Embrecht
12
Erfgoeddag 2013 stopt de tijd Op zondag 21 april e.k. wordt opnieuw een Erfgoeddag georganiseerd. Dit jaar is het thema ‘Stop de Tijd’. Als er één plaats is waar de tijd gestopt is of waar hij op zijn minst als erg relatief wordt ervaren, dan is het wel op een kerkhof. In Zwijndrecht wil men daarom van de gelegenheid gebruik maken om de kerkhoven van de beide deelgemeenten in de kijker te plaatsen, en meer bepaald de aandacht te vestigen op enkele graven waar beroemde of soms minder-bekende medeburgers hun laatste rustplaats vonden. Daarom worden er op beide begraafplaatsen op zondag 21 april van 11 tot 17u rondleidingen gegeven (de laatste gids vertrekt om 16u30). Aan deze
rondleidingen zullen ook de bestuursleden van de Heemkundige Kring ZwijndrechtBurcht hun medewerking verlenen. Inschrijven is niet nodig en de rondleidingen zijn gratis. Voor de kinderen is er in de Bibliotheek van Zwijndrecht een workshop ‘Tijdscapsule’ in samenwerking met Kindertheater Van Nelle. Ze zullen er kunnen spelen, fotograferen, tekenen en ontdekken. Kortom: een leuke activiteit om van kleins af kennis te maken met ‘vroeger’ en ‘nu’. Voor deze activiteit is inschrijven wel verplicht: 03/252.49.52 of
[email protected]
Onze website www.heemkundezb.be
De grafiek toont het aantal bezoekers per dag. Onze website geniet dus een redelijke belangstelling.
De website is, naast een uithangbord, ook een communicatie-medium tussen onze leden. Van deze mogelijkheid wordt echter te weinig gebruik gemaakt. Met name in het Gebruikersforum zien we wel een redelijk aantal lezers, maar te weinig reacties. We nodigen ook onze leden uit om heemkundige stukken aan te brengen: kleine of grotere artikels over onze gemeente en gemeentenaren, merkwaardige beelden en andere interessante zaken. Die publiceren we zeker op onze site.
De website drijft op de inzet van een klein aantal leden. Recente evenementen werden snel on-line gezet; elke maand wordt een "Foto van de maand" gepubliceerd, samen met een klein artikel rond het onderwerp op de foto. Achter de schermen is een verwoed gevecht gevoerd met spammers uit de hele wereld.
13
Ledenvergadering 25 april Al onze leden worden vriendelijk uitgenodigd op de volgende Algemene Ledenvergadering die zal plaatsvinden op donderdag 25 april om 19u30 in de Mouterij, Kerkstraat te Burcht Op de agenda o.m.:
-
- Witboek - Gebruik lokaal, archieven - Evaluatie Evocatie dijkbreuk 1953 Wereldoorlog I in Zwijndrecht en Burcht - Project ‘verhalen’ - Erfgoeddag 2013 - Website - Publicaties - Suggesties door de leden - …
Wij rekenen ook op uw aanwezigheid!
Deze nieuwsbrief van de HKZBN verschijnt eens per kwartaal. Redactiesecretaris: Robert Embrecht
Verantw. Uitgever: Ludo Van der Stock Volgend nummer: vakantie 2013
14
Craeyennest Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht Zomer 2013
Vakantie. Iedereen kijkt er naar uit, iedereen vult dit begrip anders in. Vakantie is een magisch woord, een vlag die vele ladingen dekt. Voor sommige verenigingen valt de werking stil, maar niet voor ons. Onze werking gaat verder – misschien op een lager pitje dan anders, maar de voorbereidingen voor een aantal projecten gaan gewoon door. Volgend jaar wordt immers het begin van de ‘Groote Oorlog’ – 1914-18 herdacht. Voor ons is dat het begin van een vier jaar durend project waarin we de impact van deze eerste grote wereldbrand op de beide dorpsgemeenschappen Zwijndrecht en Burcht proberen te duiden. We zullen een aantal invalshoeken hanteren waardoor we een duidelijker beeld zullen proberen te krijgen van het leven in de beide deelgemeenten. Helaas zijn er praktisch geen levende getuigen meer. Archieven en foto’s zullen ons hierbij behulpzaam zijn. Er werd alvast een werkgroep opgericht die hier zijn schouders onder zal zetten. In latere nieuwsbrieven van onze Heemkundige Kring zullen we u regelmatig op de hoogte houden van de vorderingen van deze werkgroep. In deze zomeruitgave van Craeyennest willen we echter ook even stilstaan bij de honderdste geboortedag van Maria De Vleeschouwer-Verbraeken, een Burchtse jeugdschrijfster die haar jeugd in het Burcht van tussen de beide wereldoorlogen in ‘Marieke’s Memoires’ heeft neergeschreven. Veel leesgenot!
Robert Embrecht redactiesecretaris
1
Maria De Vleeschouwer-Verbraeken Burcht 26.10.1913 – Kapellen 20.01.1995
Maria Verbraeken beschreef in het boek ‘Marieke’s memoires’ haar jeugd in Burcht tijdens het Interbellum. Meteen bewaarde ze een historisch beeld van deze dorpsgemeenschap, gezien door kinderogen – onnavolgbaar door zijn eenvoud en milde humor, gelardeerd met een vleugje tragiek. In kort bestek brengen we hier een hommage aan deze ‘vergeten’ Burchtse jeugdschrijfster. In ons jaarboek komen we uitgebreid op deze auteur van eigen bodem terug.
Maria Verbraeken werd geboren op 26 oktober 1913 te Burcht in een huis aan de kerk. (zie het grootste huis op de
Kerkstraat (Kerkendam) – later klom hij op tot onderwijzer en nog later werd hij schoolhoofd tot hij in 1935 op pensioen ging. Maria ging naar de kleuterschool bij de zusters Maricollen – bij de legendarische zuster Scholastique. Ze doorliep het lager onderwijs in de St. Wivinaschool en nam met volle overtuiging deel aan het rijke dorpsleven. Ze zou haar belevenissen tijdens haar lagere schooltijd met verve beschrijven in het eerste deel van haar ‘Mariekes trilogie’ – Marieke’s Memoires’. We kunnen haar fratsen mee beleven in de klas, we verheugen ons met haar op de kermis, we gaan mee St Pieter zingen, we gaan mijmeren aan de Schelde (waar ze een innige band mee had), we stappen mee achter de fanfare en verwelkomen een nieuwe burgemeester, ze neemt ons mee naar ‘de spagers’ (de grote buizen
foto).
Vader August was van Kemzeke, maar moeder Maria Buytaert was van Burcht. Ze huwden in 1912 en een jaar later zag Maria het levenslicht – 10 jaar later in 1923 werd zus Elvire geboren. August Verbraeken was in 1898 naar Burcht gekomen om hulponderwijzer te worden aan de Gemeenteschool in de 2
waarmee het Vlaams Hoofd opgespoten wordt tot wat later St Anneke zal worden), we wandelen naar het Kraaienhof, we kijken mee over haar schouders naar de kaarters in ‘De Klok’ en we voelen haar emoties wanneer ze getuige is van het kapseizen van de overzet ’t Augustje… Het boek vormt niet alleen interessante lectuur voor wie de roots van Maria wil leren kennen, maar is tevens verplichte
op, waarna ze gedesillusioneerd het onderwijs de rug toekeert en bediende wordt. Enkele maanden reeds vindt ze haar weg terug en wordt ze lerares in het eerste leerjaar in de St Wivinaschool in Burcht. Ze volgt tegelijkertijd ook cursussen aan de Volkshogeschool voor vrouwen. Na de moeilijke oorlogsjaren treedt ze in het huwelijk met Frans De Vleeschouwer, architect en talentvol kunstschilder. Maria was bevriend met de schrijfsters Maria Rosseels en Maria De Lannoy. Zij zetten haar aan boeken te schrijven. Onder de invloed van haar indrukken tijdens de oorlog handelde haar eerste (jeugd)boek ‘En Berkenhof bleef staan’ over de gevolgen van een atoombom in Vlaanderen. Het boek werd bijzonder goed onthaald en het duurde niet lang of ze werd door heel veel tieners gelezen. Ondertussen bleef ze les geven – aan de andere kant van de Schelde - in 1959 aan de gemeentelijke jongensschool van Kalmthout, in 1959 aan de lagere meisjesschool van Kalmthout en tussen 1960 en 1969 gaf ze Nederlands en Geschiedenis aan het Stella Marisinstituut te Kalmthout waar ze op 1 september 1969 benoemd werd als directricelesgeefster. Deze opdracht vervulde zij tot 30 september 1974 toen ze met ziekteverlof ging. Ze schreef talrijke jeugdboeken (27 in totaal), het ene al succesvoller dan het andere. Ze mocht haar boeken voorstellen aan koningin Elisabeth en ontving ook vele prijzen waaronder deze van het beste Vlaamse Jeugdboek in 1955 met ‘En een uil vloog over’. Voor hetzelfde boek ontving ze in 1957 de prijs van de
lectuur voor wie het Burcht van tussen de beide wereldoorlogen beter wil proeven. Toch is het bovenal een jeugdboek dat ook vandaag nog kan boeien. Na haar lagere schooltijd vat ze haar studies in de normaalschool in de Keizerstraat te Antwerpen aan. Ze wil immers in de voetsporen van haar vader treden. Elke dag steekt ze met de ‘St Annekesboot’ de Schelde over. In de Normaalschool krijgt ze door de houding van de Franstalige zusters een Vlaamse refleks die haar hele verdere leven zal bijblijven. Daar wordt ‘Marieke’ ook definitief ‘Maria’. Haar eerste leeropdracht krijgt ze in de Burchtse Gemeenteschool als tijdelijke vervangster van een zieke leraar. Helaas levert haar dat een negatieve beoordeling 3
voorlichtingsavonden voor jonge-ren. Haar gezin bleef kinderloos, maar ze nam wel 3 pleegkinderen aan. Over zichzelf zei Maria Verbraeken: ‘Vaak heb ik getwijfeld en angstige vragen gekend. Mijn leven was soms zwaar, maar altijd mooi: er waren bomen, bloemen, vogels, honden, wolken, sterren, boeken, heel Vlaanderen, maar er waren vooral mensen: kinderen, jonge mensen, oude mensen, goede mensen.’ Maria hield ook van reizen en ontdekte samen met haar echtgenoot een groot stuk van Europa. Ikzelf had het genoegen Maria , in de laatste jaren van haar leven te leren kennen – toen ik in 1984 het plan opvatte om voor de toenmalige St Wivinaschool een toneelstuk te schrijven (Jubilee), dat gebaseerd was op het eerste boek van de Marieke’s Trilogie ‘Marieke’s memoires’ dat de perfecte basis bood voor een evocatie van een jeugd tijdens het interbellum in Burcht. Ik vroeg (en kreeg!) de toestemming van Maria om haar boek als basis te nemen maar ze koppelde er meteen de voorwaarde aan vast om
Provincie Antwerpen en in 1959 de interprovinciale prijs voor het jeugdboek. In 1962 stelde zij haar boek ‘Marieke’s memoires’ voor – het eerste deel van een trilogie over haar jeugdjaren in Burcht. In 1963 ontving ze voor het 3e deel uit deze trilogie ‘Marieke over de stroom’ de referendumprijs voor het beste Vlaamse Jeugd- en Kinderboek. Vele meisjesgeneraties zullen zich haar ook herinneren van de ‘Veerle’-serie. In Kapellen woonde ze aan de Rozenlaan nr 24 in een prachtige woning die ontworpen werd door haar echtgenoot en die de naam ‘Ulenborgh’ meekreeg. Na 1969 publiceerde ze bijna niets meer – de 27 jeugdboeken vormen echter een zeer mooi oeuvre - haar taak als directrice slorpte heel veel van haar tijd op, maar toch verzorgde ze nog jarenlang een pedagogische rubriek in een bekend Vlaams weekblad. Ook hield ze lange tijd 4
regelmatig op de hoogte gehouden te worden van de vorderingen en vooral – om hier mee haar stempel op te drukken. Dàt was ook Maria Verbraeken ten voeten uit! Zo ging ik bij haar thuis op ‘Ulenborgh’ op bezoek. Het klikte meteen en ook nadat het toneelstuk was opgevoerd, bleven we contact houden. Ze schreef zelfs een exclusief Kerstverhaal voor het Schoolblad ‘Klimop’. Ze kwam trouwens ook naar de uitvoering van Jubilee en werd daar ook gehuldigd. Haar kaartjes en brieven én aantekeningen bij
jongvolwassenen waarderen.
kon
vatten
en
Maria Verbraeken die Burcht in de literatuur vereeuwigde werd tot op heden niet ‘bekend’ genoeg bevonden om een straat naar haar genoemd te krijgen in de (deel)gemeente Burcht – ze zal in afwachting, op suggestie van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht al wel een zaaltje krijgen in het nieuwe Woonzorgcentrum Craeyenhof. Misschien vindt het Zwijndrechts gemeentebestuur haar 100e verjaardag een aanleiding om die straatnaam alsnog toe te kennen. De figuur en het belang van Maria De Vleeschouwer-Verbraeken zal verder toegelicht en uitgediept worden in het Jaarboek van de HKZB dat eind dit jaar zal verschijnen. Het eerste deel van de Marieke’s Trilogie ‘Marieke’s Memoires ‘ kan alvast geraadpleegd worden in het archief van de HKZB. Bij de samenstelling van dit artikel maakte ik ook dankbaar gebruik van het opzoekingswerk dat Roger Balbaert, voorzitter van de HK Hoghescote van Kapellen, verrichtte voor het artikel over Maria De Vleeschouwer-Verbraeken dat hij publiceerde in hun tijdschrift ’t Bruggeske van 01.06.2007. Robert Embrecht
het originele manuscript van het toneelstuk blijven voor mij een memorabele herinnering aan een fantastische en fijngevoelige vrouw die als geen ander de wereld van kinderen en
5
Ledenvergadering 25 april Als inleiding tot de vergadering en als culturele activiteit van de avond werd de film “Dijkdoorbraak 1953” vertoont. De meerderheid van de aanwezige leden had immers de film nog niet kunnen zien.
de villa Hortensia (Burcht, vlak over de kerk) of de oude pastorij van Burcht voorgesteld. Helaas worden beide gebouwen binnen afzienbare tijd te koop aangeboden. De oude pastorij wordt ondertussen gebruikt door 3 klassen van de Sint Martinus-school tijdens hun verbouwingen en de villa Hortensia wordt nu gebruikt door het Rode Kruis. De burgemeester stelde voor dat de HKZB dan eventueel gebruik zou kunnen maken van of de vroegere bureau van de burgemeester of de raadzaal van het vroegere gemeentehuis. Dit is een standingsvol gebouw, makkelijk te bereiken, voldoende parkeerplaatsen in de omgeving en vlot toegankelijk voor onze minder mobiele medeburger. Afgesproken werd om zo gauw mogelijk de 2 plaatsen te bekijken en dan de keuze van het lokaal te bepalen. Tijdens hetzelfde onderhoud werd er gevraagd wat de verdere plannen zijn met de schandpaal van Burcht, de molenstenen en de zonnewijzer op de conciërgewoning (staan allemaal nog in de tuin van de villa Hortensia). Voor de nieuwe plaats van de schandpaal is er al een betonnen sokkel gegoten op het grasveld achter de kerk van Burcht. Het is namelijk de bedoeling om het fietspad van de Kaai verder achter de kerk door te trekken en zo parallel aan de Heirbaan, maar dan aan de Scheldekant (langs het gangpad), verder te laten lopen. Dit fietspad loopt dan langs de kaai, de vroegere jongensschool, de kerk en dan zo verder langs het nieuwbouwproject “Dorp aan de stroom”. Ook de nieuwbouw ter hoogte van de vroegere zaat V.F. Maes is hierbij inbegrepen. De erfgoedkundige overblijfselen van de oude scheepswerf zouden behouden blijven. De HKZB sprak z’n vrees uit over mogelijke
1. Externe relaties van onze kring Voorstelling “Witboek” gemeentebestuur
aan
het
Een “witboek” is een positieve benadering geven aan een bepaald probleem. Het probleem van de HKZB is het ontbreken van een gepast lokaal. In het “witboek” werd voor het gemeentebestuur een beeld geschetst van de werking, de doelstellingen en het belang van de HKZB. De vraag naar een gepast lokaal drong zich op. Er werd een afspraak gemaakt met de burgemeester André van de Vyver. Op deze ontmoeting bleek alvast dat de heer burgemeester het “witboek” goed gelezen had en zich niet onsympathiek opstelde tegenover de vraag van onze kring. Zoals u weet, vonden de eerste bestuursvergaderingen plaats bij de bestuursleden zelf. De drie grote en waardevolle schenkingen die de HKZB ontvangen hadden, stonden ook bij de bestuursleden en enkele andere leden in huis. Na enige tijd kregen wij een lokaaltje een Kerkstraat 50 ter beschikking. Dit is inderdaad een lokaaltje, veel te klein om ernstig te kunnen werken. De kasten die erin stonden, zijn nu al gevuld met alle documentatie die we al bijeen gekregen hebben. Het lokaal is niet voor iedereen toegankelijk omdat er eerst een steile trap beklommen moet worden. Het is ook niet direct de meest geschikte plaats om eventuele ereleden te ontvangen. In het “witboek” werden er voorstellen gedaan om een lokaal voor de HKZB. Zo werden 6
beschadigingen aan de schandpaal maar hier werd door de burgemeester aan voorbij gegaan.
interessante documentatie bijgehouden over z’n geboortedorp. De huidige groep die zich met het Cultureel Archief bezighoudt is bezig met de verdere inventarisatie van de schenking. De digitalisatie ervan is ook bezig. De inventarisatie van al deze documentatie volgt hetzelfde stramien als deze van de HKZB. Tot op vandaag wordt er nog steeds allerlei over onze gemeente verzamelt door deze groep. De HKZB en het Cultureel Archief Georges Bettens werkt samen op het vlak van documentatie en inventarisatie. Leden van het archief zijn ook lid van de HKZB.
Er werd ook aan het gemeentebestuur gevraagd om, indien er nieuwe straten getrokken worden in onze gemeente, aandacht te hebben voor lokale personaliteiten. Zo worden vooral de lokale sterke of gekende vrouwen niet voldoende onder de aandacht gebracht. De HKZB stelde onder andere voor ook eens aan Lieve Moenssens en/of Maria de Vleeschouwer-Verbraeken te denken. Een dag na dit onderhoud kreeg de HKZB een e-mail waarin er een minder verwachte mededeling stond. De technische diensten (Laarstraat 90) dienen verbouwd te worden. De gemeenteambtenaren zouden tijdens die werken naar de kantoren van het oude gemeentehuis gaan. Het ziet er dus naar uit dat de HKZB voor onbepaalde tijd nog in de Kloosterstraat 50 moeten blijven zitten.
Inzagerecht in archieven Zie de bijdrage voor een uitgebreid overzicht van de bezochte archieven en uitleg hierbij. In samenhang hiermee werden alle culturele maatschappijen en veel sportmaatschappijen aangeschreven. Tot hiertoe hebben we geen enkel resultaat van hen verkregen. Ook de inrichtende machten van de scholen werden aangeschreven. De archieven van de Broederschool liggen in het Kadoc te Leuven. Het HKZB verkreeg inzagerecht hierin. Volgende week gaat Chris Vander Straeten deze archieven inkijken. Er is de belofte vanwege de SintMartinusschool dat hun archieven, na de verhuis in hun nieuwe gebouwen, naar de HKZB zouden komen. De archieven van de Zwijndrechtse scholen liggen ook in het Kadoc. Hiertoe hebben wij geen inzagerecht verkregen. Twee historici zouden deze archieven nu aan het ontsluiten zijn.
Cultuurraad, cultureel archief Georges Bettens Onze voorzitter Ludo van der Stock had zich kandidaat gesteld voor het dagelijks bestuur van de cultuurraad en werd hierin verkozen. De cultuurraad is een raad samengesteld uit alle verenigingen van de gemeente. Ieder van deze verenigingen heeft natuurlijk z’n noden. De raad fungeert als adviesorgaan bij de gemeente over cultuur. Zo is er ook eer erfgoedcel aan deze raad verbonden. Het is ons niet zo duidelijk waar deze cel zich juist mee bezighoudt.
Er zijn dus al verschillende gekende archieven die bij de HKZB gekend. Maar, we zijn er van overtuigd dat er nog vele andere interessante archieven zijn die bij
Het Cultureel Archief Georges Bettens werd in 2008 geschonken aan de gemeente Zwijndrecht door de familie Bettens. Georges Bettens heeft allerlei 7
onze dorpsgenoten te vinden zijn. Zo zijn er:
Ontbrekende sportverenigingen: de lutteurs, de pierbollers, de duivenmelkers, … Wie weet waar deze archieven zitten en wie weet waar Oscar Segers nu woont (meermaals Belgisch kampioen freestyle worstelen, deelnemer aan de Olympische Spelen van 1984 van Moskou)? Weet u waar er nog andere archieven met betrekking tot de lokale geschiedenis van onze gemeente te vinden zijn? Laat het ons weten via de contactpagina van de website of via ons postadres Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht, p/a OC ’t Waaigat, Kerkplein 1, Zwijndrecht.
De archieven van de familie Vernimmen: deze familie behoorden bij de lokale Burchtse notabelen (leraars en leraressen, gemeentesecretarissen, lid van het plaatselijk hulp- en voedingscomiteit tijdens WO1, hulp in het verzet tijdens WO2 en nog veel meer). Mireille neemt contact op met deze familie De archieven Bernaers: Pieter Bernaers (vader van dokter Fideel Bernaers) kan men de Zwijndrechtse evenknie noemen van Georges Bettens
Theo Smet zal archieven, documentatie, foto’s en zo meer proberen te vinden via de Regenboogkrant of via het verspreiden van infofolders in het WZC De Regenboog. Er zal ook nog een oproep hiertoe komen in het gemeentelijk infoblad.
De films over allerlei evenementen in Zwijndrecht gemaakt door René Schrauwen: dit vroegere lid van het gemeentebestuur heeft heel veel films op Super8-formaat gemaakt. Ludo Van der Stock zal hem hierover contacteren. Het probleem van het afspelen, door gebrek aan apparatuur, kan opgelost worden door gebruik te maken van apparatuur die te vinden zou zijn bij de huidige eigenaar van cinema Flora te Burcht. Zo dit niet meer mogelijk zou zijn, kan de erfgoedcel Waasland te Sint-Niklaas ons vooruit helpen. De archieven Esser: deze familie hield vroeger feestzaal Flores en heeft ook heel veel over de gemeente Zwijndrecht. Roland Van Mele neemt contact met hen op.
Op de braderijen van Burcht en Zwijndrecht zal er promotie gevoerd worden via de HKZB en om aldus nog allerlei archieven, documentatie, foto’s enz. vanuit het grote publiek te bekomen. Theo Smet probeert Rudy Schippers mee te krijgen om een team te vormen voor de braderij van Burcht. Roland Van Mele doet dit voor de braderij van Zwijndrecht. Zwijndrecht en Burcht in Wikipedia Cynthia Owens heeft de bestaande Engelstalige pagina over Zwijndrecht in Wikipedia aangepast en aangevuld. De Engelstalige pagina over Burcht bestond nog niet dus die is geheel van haar hand. Zo u aanvullende informatie zou willen laten toevoegen, gelieve Cynthia dan te contacteren via de contactpagina van de website of via het bovenvermelde postadres. Josy Verryt heeft zich kandidaat gesteld om beide teksten in het Nederlands te vertalen. Zo kan dan ook de Nederlandstalige webpagina’s over
De archieven Minnebo: alles (of toch veel) over Albert en Willy Minnebo, de KP van Burcht, de Rode Valken, de communistische fanfare, … Mireille neemt contact op met de weduwe Minnebo. Fred Bervoets: alles over deze Burchtse kunstenaar is welkom
8
onze beide deelgemeentes aangevuld en verbeterd worden. Neem eens een kijkje naar dit mooie werk op en.wikipedia.org en schrijf “Zwijndrecht” of “Burcht” onder het rechterbalk (“Search”).
onmogelijk deze personaliteiten ontvangen in lokaal 5 van Kerkstraat 50. Patrimonium Vorig jaar mocht de kring 3 grote archieven (Stuyvaert, Van Tongerloo en Kockelbergh) ontvangen. Al deze stukken werden geregistreerd, geïnventariseerd en gearchiveerd. Er bestaat een systematische, thematische classificatie van 1124 stukken. Robert Embrecht is nu bezig met de foto’s; een groot werk. Chris Vander Straeten heeft het zoekprogramma verfijnd. Het is nu ook mogelijk om werken te sorteren en op te vragen per classificatienummer. De laatste 6 maanden heeft de kring nog kleine schenkingen verkregen.
Samenwerking met Davidsfonds Zwijndrecht en Davidsfonds Burcht De HKZB heeft samengewerkt met het Davidsfonds van onze gemeente voor de tentoonstelling “Dijkdoorbraak 1953” en voor de “Nacht van de geschiedenis”. Deze vlotte samenwerking zal verder gezet worden voor andere activiteiten. Zo zal er in 2013 en verder gewerkt worden rond het thema “Oorlog” en vooral WO1 bij ons (zie ook verder in dit verslag). 2. Interne werking van onze kring
Er werden al 2 open-deurdagen georganiseerd. Deze kregen weing respons ook al omdat tot 2 maal toe de voordeur op slot was gedraaid en dus eventuele geïnteresseerden voor de deur stonden. En dan was de bel nog stuk ook! Dus, derde keer, goede keer! U werd allen van harte uitgenodigd om de archieven te komen inkijken, bekijken, het zoekprogramma te testen en gewoon te worden, … op woensdag 08.05.2013 van 19.30 tot 21 uur.
Ledenadministratie Alle leden van 2012 kregen een verzoek om tijdig hun lidgeld voor 2013 te willen storten. Leden die dit vergeten waren, kregen een herinneringsmail. Na storting van het lidgeld kregen allen een bedankingsmail. Het spreekt voor zich dat leden die via de post op de hoogte gehouden worden, hun correspondentie onder omslag bezorgd kregen. De nieuwe leden kregen allen een bedankingsmail of –brief voor hun lidmaatschap, de laatste editie van het “Craeyennest” en een uitnodiging voor de ledenvergadering. De ledenadministratie wordt nu ook makkelijker gemaakt doordat de leden hun contactgegevens (anders dan hun email adres) ook aan de secretaris doorgeven. Er werd gedacht om te vragen aan Fred Bervoets (kunstenaar) en Leo Tindemans (politicus) of zij geen erelid wilden worden van onze kring. Gezien het lokaalprobleem is dit even uitgesteld. Men kan
Oproep kandidaten bestuur Het bestuur van de HKZB bestaat nu uit 4 leden. Deze hebben allen een mandaat dat beperkt is tot 2 of 3 jaar met een eenmalige mogelijke verlenging hiervan. Om een goede doorstroming van bestuursleden met frisse ideeën te verkrijgen doen wij hier een oproep naar kandidaat-bestuurders. Zo krijgen de geïnteresseerden een inzicht in de werking en de organisatie van de kring en wordt de continuïteit er van voorzien.
9
Er wordt 1 keer per maand een bestuursvergadering gehouden en de taken van elk bestuurslid zijn beschreven in het interne reglement en de staturen van onze vereniging. Bent u geïnteresseerd? Laat het ons gerust weten!
fabriek, de impact van het werk op het dagelijkse leven zowel persoonlijk als voor de dorpsgemeenschap van Burcht zelf. Al deze verhalen dienen samengevoegd en in elkaar gepast te worden tot één coherent verhaal. Er werd ook beelden verzameld, foto’s die de geïnterviewde personen ons lieten digitaliseren. Foto’s van de fabriek zelf of van de bedrijvigheid binnen de muren is onbestaande. De eerste directeur wou absoluut niet dat er foto's geraakt werden van hem of van binnen de fabriek. Eén persoon heeft het aangedurfd hem te fotograferen en is op staande voet ontslagen. Ook relevante bedrijfsinformatie (wat en hoeveel werd er geproduceerd, …) ontbreekt. Volgens 2 oud-werknemers werden de archieven van Sidal-Burcht en de Laminoirs verbrand. In de universiteitsbibliotheek van de Université Libre de Bruxelles bevindt er zich een eindwerk aan de hand van André Fonteyne met als titel “Histoire de la Société d’Aluminium (SIDAL) de 1945 à 1971, geschreven in 1996. Dit werk mocht niet gelezen worden door onze voorzitter toen hij daar was en ook de contactgegevens van de auteur werden niet verkregen. Dit maakt de zaak nogal raadselachtig… Het verhaal over deze grote fabriek in een klein dorp zal deel uitmaken van het jaarboek van de HKZB dat eind dit jaar (hopelijk) zal kunnen verschijnen.
3. Activiteiten Bijdrage aan Erfgoeddag Het thema van de Erfgoeddag 2013 was “Stop de tijd”. De cultuurambtenaren van de gemeente Zwijndrecht organiseerden, samen met de HKZB, rondleidingen langs markante graven over de kerkhoven van Zwijndrecht en Burcht. In totaal kwamen 70 personen hier op af. Er waren veel leuke verhalen en anekdotes en over het algemeen waren de mensen enthousiast. Lopende projecten Zoals u in het gemeentelijk infoblad van april 2013 en eerder kon lezen, heeft de HKZB meegedacht over de algemene naam van het nieuw te bouwen WZC te Burcht en de hierin liggende afdelingen. Het nieuwe WZC zal “Craeyenhof” noemen en er komen een cafetaria “De Lusthof”, een afdeling Embarcadère en nog meer fraaie namen die verbinding hebben met de geschiedenis van Burcht. Ook in het gemeentelijk infoblad van mei 2013 kan u meer hierover lezen.
Het project “Verhalen” is lopende maar kent zo z’n problemen. Het lijkt er op dat niet veel mensen nog volksverhalen, legendes, lokale spreekwoorden en dergelijke kennen. Maar ook de verhalen van de kleine mens in Zwijndrecht en Burcht zijn interessant genoeg om op te nemen. Zo geven zij een idee van hoe het leven vroeger was en ook hoe het leven in onze gemeente evolueerde.
Het project “Laminoirs/Sidal” is nog steeds lopende, werd verder uitgebreid met meer interviews en er komen er binnenkort nog 3 bij. Dat zal een resultaat geven van een 20-tal geïnterviewde oudwerknemers van de Laminoirs, de Sidal maar ook van Umal. Het aftoetsen van al deze verhalen aan elkaar geeft een mooi en interessant beeld van het werk in de 10
Veel van onze leden houden zich ook bezig met genealogie. Zo u hier vragen over heeft, kan de HKZB u met enige raad bijstaan. Maar, lees ook al eens het boek van Johan Roelstraete “Uw stamboom, uw familiegeschiedenis: stap voor stap”. Dit boek is zeer duidelijk en schematisch opgesteld en geeft u allerlei nuttige tips en adressen om u te helpen bij uw opzoekwerk. U kan het in beide filialen van de openbare bibliotheken van onze gemeente vinden. Voor uw opzoekwerken kan u ook gebruik maken van computer 1 in de openbare bibliotheek van Zwijndrecht (nog niet in Burcht). Via het programma ScanSearch kan u dan opzoekingen doen in de registers van de burgerlijke stand en de bevolking van Zwijndrecht en Burcht. En mocht u een interessant weetje of personage tegenkomen in uw stamboom met betrekking tot Burcht of Zwijndrecht, misschien wil u hierover dan een artikeltje schrijven voor ’t Craeyennest?
het publiek worden opgeroepen om meer en zo veel mogelijk gebruik te maken van dit forum. Het is een zeer vlot en makkelijk te hanteren communicatiemiddel. Promotiefolder Ter gelegenheid van een opendeurdag in Herleving heeft Robert Embrecht een promotiefolder voor de HKZB gemaakt. Deze folder werd ook gebruikt om uit te delen aan de bezoekers op Erfgoeddag en zal dus ook tijdens de komende braderijen verspreid worden onder het grote publiek. Craeyennest Dit is de nieuwe naam voor de nieuwsbrief van de HKZB. In totaal zijn er al 4 nieuwsbrieven verschenen en aan de leden verstuurd. Ook de scholen van onze gemeente en de bibliotheken kregen hiervan een exemplaar. De Hertogelijke kring Land van Beveren en de Biblioteca Wasiana krijgen ook een exemplaar. De leden worden opgeroepen om actief mee te werken aan deze publicatie door het schrijven van artikels over onze lokale geschiedenis.
Een nieuw project omtrent WO1 in onze gemeente werd voorgesteld. Herman Vaessen, Tina Verhaeghe, Robert Embrecht, Roland Van Mele en Mireille Schaekers zullen hieraan samenwerken. U kan natuurlijk ook nog altijd meehelpen! Laat het ons eens weten via de voorheen gemelde kanalen.
Jaarboek Aan het einde van 2013 hoopt de HKZB een jaarboek te kunnen uitbrengen. Dit kost natuurlijk geld. De prijs voor eventuele drukkosten werd opgevraagd bij de drukker in Zwijndrecht. Er kan ook via het web een proefexemplaar gemaakt worden en dan per gevraagd aantal exemplaren afgedrukt worden. Hiervoor dient men dan te werken met voorinschrijvingen. Er zal later nog een rondvraag hierover gestuurd worden.
Publicaties Website HKZB Chris Vander Straeten is niet alleen ondervoorzitter van de HKZB maar ook de webmaster. Hij toonde een grafiek van het bezoek aan de website. Er zijn een geregeld aantal bezoekers, het aantal bekeken pagina’s per bezoek is ongeveer 6. Er is een ondergebruik van het forum. Dit forum staat open voor het grote publiek; leden en niet-leden. De leden en
Verslag: Mireille Schaekers
11
Duitse soldaten op de schipbrug over de Schelde te Burcht – Wereldoorlog I
Deze nieuwsbrief van de HKZBN verschijnt eens per kwartaal. Redactiesecretaris: Robert Embrecht
Verantw. Uitgever: Ludo Van der Stock Volgend nummer: herfst 2013
12
Craeyennest Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht herfst 2013
De vakantie is voorbij. De scholen zijn weer open – in Burcht hebben we zelfs een (ver)nieuw(d)e school. Voor het eerst in de geschiedenis zitten alle jongens en meisjes nu ook letterlijk onder één dak. Het straatbeeld in de Idsteinlaan is hiermee ingrijpend veranderd. De afgelopen weken was deze straat met stip de meest gefotografeerde straat in de gemeente. Binnenkort zal dit zwaartepunt zich wellicht verleggen naar de Kloosterstraat waar WZC Craeyenhof (nu nog Herleving) vanuit de bouwput stilaan naar boven zal stijgen en het aanschijn van de Kloosterstraat zal veranderen. Ik denk dat we weer enkele interessante ‘voor’ en ‘na’-foto’s zullen kunnen schieten. Op langere termijn zal ook de oude St. Wivinaschool tegen de vlakte gaan. Dit veranderend omgevingsbeeld zet er ons toe aan zoveel mogelijk te bewaren voor het nageslacht. – wat toch een van de opdrachten is van de HKZB. Maar nog urgenter is het ijveren voor het behoud van het bestaande (al dan niet beschermd) bouwkundig erfgoed . Reeds veel te veel is in het verleden onder de slopershamer terecht gekomen. Foto’s van hoe het vroeger was zijn weliswaar noodzakelijk, maar mogen geen lapje voor het bloeden worden. Al te dikwijls werd langdurige leegstand de voorbode van verkrotting en bleef er weinig anders over dan de sloop. Zo zagen we in Burcht het Gemeentehuis verdwijnen – achter de villa Hortensia zal ook de conciërgewoning er moeten aan geloven als WZC Craeyenhof in de eindfase zit en het oude WZC Herleving zal worden afgebroken. We houden ondertussen ons hart vast voor de oude Pastorij (wat een perfecte inplanting zou kunnen zijn voor onze HKZB lokalen), voor de villa Hortensia en noem maar op. Ook in de deelgemeente Zwijndrecht bestaan er zulke pijnpunten. Wij zijn echt wel vragende partij voor een goed doordachte lange termijnvisie van de gemeentelijke overheid voor het behoud van en de conservering van het gemeentelijk bouwkundig erfgoed. En alhoewel wij niet blind zijn voor het prijskaartje, zou het zonde zijn mocht de gemeentelijke overheid de ogen sluiten voor het belang van het behoud van het weinige tastbare historische erfgoed dat we nog rijk zijn. Het is inmiddels vijf voor twaalf!
Robert Embrecht redactiesecretaris
1
Archief BURCHT en ZWIJNDRECHT - 18de eeuw
Recent is een tot nog toe onbekend archief opgedoken. Het betreft voornamelijk de familie De Neuf, dus de laatste Heer van Burcht en zijn verwanten. De inhoud bestaat uit correspondentie, allerlei documenten, gerechtsverslagen, en nog veel meer. Er zitten stukken in vanaf 1600 tot 1850. Alles is opgeslagen in 5 bananendozen.
De andere helft vertelt iets over de andere belangen die de familie bezat. Ook Wommelgem was een heerlijkheid die aan de familie toebehoorde. Je vind het wapenschild van de familie De Neuf - 3 everzwijnenkoppen - terug in het schild van de gemeente en op een enorme prachtig gerestaureerde schandpaal (de "kaak"), die daar op het kerkplein staat.
Er zit een pak documenten in over het beheer van het veer tussen het Vlaams Hoofd en Antwerpen, waarvan De Neuf voor 3/8 eigenaar was. Ruwweg de helft van de papieren betreft Burcht, en in mindere mate Zwijndrecht. We vonden een ontwerptekening van onze schandpaal, die recent achter de kerk van Burcht terug opgesteld is. Nu weten we dus hoe die er in 1751 moet uitgezien hebben. Dit kan dienen voor een eventuele restauratie.
Bekijk bij gelegenheid eens de verwaarloosde grafzerken buiten, achter het koor van de kerk te Burcht. U vindt er hetzelfde symbool terug.
2
Vanuit geschiedkundig oogpunt is dit zeer waardevol materiaal. Het betreft een woelige periode met het einde van het ancien régime, de Franse revolutie en bezetting, de Nederlandse en vroegBelgische periode. Wegens de vele strubbelingen in onze contreien is hierover weinig bewaard. Ook voor onze lokale geschiedenis is deze vondst een zeer goede aanwinst.
voor ons belangrijke stukken digitaliseren en ter beschikking stellen. Chris Vander Straeten
PS. De eigenaar van de documenten is op ons spoor gekomen uit nieuwsgierigheid naar de tekening van de schandpaal. Hij is vervolgens op het internet gaan zoeken op Burcht en schandpaal of De Neuf en schandpaal. Zo kwam hij terecht op de eerste Foto-van-de-maand op onze website. Dan heeft hij een berichtje achtergelaten op onze Contactpagina. Dit illustreert het belang van onze aanwezigheid op het internet en het regelmatig uitbreiden van de informatie daarop. Ook uw bijdragen zijn zeer welkom!
Wegens de grote waarde van dit materiaal is een professionele aanpak vereist. De stukken moeten op een wetenschappelijke manier geïnventariseerd worden en opgeslagen in een verantwoorde omgeving. We hebben daarom een universiteitsprofessor aangesproken om dit in goede banen te leiden. Uiteraard wil onze Heemkundige Kring zelf betrokken zijn bij de verwerking van dit archief en
Ondertussen, de schandpaal van Burcht… Zoals U weet hadden wij vorig jaar reeds aangedrongen op de verplaatsing van de schandpaal van Burcht, die na ontdekking in de ondergrond, opgesteld stond in de tuin van de villa Hortensia naar een meer geschikte en openbare plaats. Ook in ons Witboek hadden we hierop aangedrongen,. Enkele weken geleden heeft het Gemeentebestuur de schandpaal laten verplaatsen op een plaats achter de kerk van Burcht langs de kant van de vroegere scheepswerf Maes. Door die recente verhuis kwam nu duidelijk aan het licht dat restauratie noodzakelijk is (zie foto’s). In het licht van voorgaand artikel over de ontdekking van een gedeelte van het archief van de familie De Neuf blijkt dat de restauratie van onze schandpaal ruimer zal dienen opgevat dan enkel het dichten van een 3
. aantal scheuren en voegen – ook de ontbrekende stukken dienen toegevoegd De HKZB wil samen met het
Gemeentebestuur en de gemeentelijke Cultuurdienst onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Ondertussen kan u de schandpaal van dichtbij bewonderen. Laten we hopen dat ook de baasjes van onze kwispelende viervoeters de nodige eerbied voor dit gemeentelijk historisch erfgoed aan de dag leggen : een schandpaal is nu eenmaal geen p...paal! Er verscheen ook een artikel in het Gemeentelijk infoblad. Blijkbaar is men vergeten dat de verplaatsing van de schandpaal in eerste instantie een vraag was van de HKZB. Objectiviteit heeft ook zijn rechten - pronken met andermans veren is niet zo fraai! Robert Embrecht
De St. Martinuskerk van Burcht kreeg het zwaar te verduren in Wereldoorlog II Ook al wordt meer en meer aandacht geschonken aan de herdenking van de Eerste Wereldoorlog, toch maken we in deze herfsteditie van Craeyennest wat plaats vrij voor de gebeurtenissen in de 2e, wereldbrand die een grote impact hadden op de Sint Martinuskerk van Burcht. In september 1940 werden Burcht en Zwijndrecht opgeschrikt door hevige luchtaanvallen. Met Antwerpen als doelwit werden de hele maand september luchtaanvallen uitgevoerd . De kerk van Burcht werd zwaar getroffen door brandbommen in de nacht van 17 op 18 september. Het dak en de kleine toren brandden grotendeels af. Doordat het laag tij was, kon geen bluswater uit de Schelde gepompt worden. De brandweer behielp zich met een waterput van de nabij gelegen scheepswerf Maes. De Zwijndrechtse brandweer kwam eveneens ter plaatse om de nodige hulp te bieden, maar de ravage was enorm. Dankzij de schenkingen G. Van Tongerloo
en G. Kockelberg beschikken we over enkele foto’s van de brand en de schade. Daar deze in de clandestiniteit gemaakt werden zijn ze niet zo scherp, maar geven toch wel een duidelijk beeld van de ravage die werd aangericht. Pastoor Baes, die nog maar een paar weken in functie was, kreeg meteen een zware klus – die slechts enkele jaren na de oorlog kon geklaard 4
worden na restauratie.
de
beëindiging
van
de
Daarmee was de lijdensweg van de kerk van Burcht nog niet ten einde. Op 23 oktober1943 werden de klokken uit de toren gehaald om omgesmolten te worden tot oorlogsmateriaal. Ook hiervan hebben we enkele foto’s – ook van de plaatsing van de nieuwe klok, na de oorlog (1951). Bovendien vereeuwigde ook (de jonge) Fred Bervoets het roven van de klokken in een van zijn werken
Bron: Geschiedenis van Burcht en Zwijndrecht, deel 3 (Gerda Raeymaekers) – fotos: schenkingen Van Tongerloo en Kockelberg, archief HKZB
Pastoor Baes op de achtergrond bij de plaatsing van de nieuwe klok 1951
5
Aanvulling foto’s weghalen klokken uit de kerktoren van Burcht Net voor het ter perse gaan van deze Craeyennest kregen we nog een aantal foto’s die clandestien gemaakt werden van de ‘klokkenroof’ door de Duitsers. Kwalitatief zijn ze zeker niet optimaal, maar ze zijn wel van grote archief-waarde. Daarom willen we ze u niet onthouden! Bemerk ook dat de klok met bloemen getooid werd, een waardig afscheid én een ultieme daad van passief verzet.
6
Den Bikaros : verzinsel, oud volksverhaal of realiteit “Den Bikaros” wordt in sommige boeken ook bloedkaros genoemd. In het achttiende-eeuwse Antwerpen was er een gerucht bekend. Ouders maakten daar hun kinderen bang met de “bloedkaros”. In een prachtige koets, getrokken door vier paarden, zit een rijke dame, die kinderen die laat buiten spelen, lokt met snoep en de belofte dat ze op haar kasteel met haar dochter mogen spelen. Als ze hen niet kan lokken, sleurt ze hen naar binnen. In haar kasteel worden hun grote tenen afgehakt en bloeden ze leeg in een bad voor een koning die aan een ernstige ziekte lijdt en alleen kan worden genezen met het bloed van kinderen onder de zeven (uit : Spiegeltje, spiegeltje aan de wand : over sprookjes, broodje-aap en andere volksverhalen – redactie : Olivier Rieter en Ineke Strouken)
Sinds het ontstaan van de Heemkundige Kring zijn we op zoek naar oude volksverhalen, sagen, legenden verteld en doorverteld in Burcht en Zwijndrecht. Onze fascinatie gaat uit al enige tijd uit naar “Den Bikaros”. Is het een persoon, een monster of iets anders ? Wie heeft dit verhaal ooit gehoord of zelf doorverteld ?
Wanneer ik mijn zoektocht verder zet vind ik een verwijzing van bloedkaros naar bloedkoets. Op Wikipedia schrijven ze het volgende : “De bloedkoets of bloedkaros is de naam van een spookachtig rijtuig dat voorkomt in volksverhalen en als kinderschrik in de Vlaamse folklore.
Tijdens mijn zoektocht in onze gemeentes heb ik nog steeds niemand kunnen vinden die hier meer over te vertellen heeft. En toch heeft “den Bikaros” bestaan want als je de Vlaamse Volksverhalenbank (www.volksverhalenbank.be) doorneemt dan ontdek je heel snel dat het hier een plaaggeest betreft. Eéntje die kleine meisjes meenam en opat. Maar ook dat hij rondreed in de buurt van de akkers om mensen de tenen af te snijden en er het bloed uit te zuigen. Echt gezellig kan je deze Bikaros dus niet noemen. Het begint dus meer en meer de vorm van een griezelverhaal aan te nemen.
Sagen van de bloedkoets zijn gesitueerd in en rond Antwerpen, Vlaams Brabant en Aalst. Naargelang de plaats en de tijd verschillen deze verhalen lichtjes. Maar meestal gaat het over een afgesloten zwarte koets die 's nachts door de stad rijdt. De koets ontvoert kinderen of de duivels die erin zitten bijten de kinderen hun tenen af. De geschiedkundige Petrus van Nuffel (1871-1939) tekende het volgende verhaal op over de bloedkoets, dat zich in Aalst zou hebben afgespeeld:
Ondertussen kan ik enkel op de eerste vraag al een antwoord bieden – wie of wat is deze “Bikaros”?
7
Tijdens de Franse tijd reed in Aalst elke avond de bloedkoets rond. Het voertuig was naar alle kanten gesloten, maar het de kinderen die ze ontmoetten ontvoerden en doodden. Het bloed werd naar Parijs gestuurd voor de "grote republikein".
bloed sijpelde door de luiken. Weerszijds de koets liepen gemaskerde mannen die *** Mogen we hieruit concluderen dat deze bloedkaros onze” Bikaros” is ? Ik neem aan van wel. Waarschijnlijk is dit verhaal vanuit Antwerpen Sint-Andrieskwartier langs de Schelde naar ons overgewaaid. Er moeten dus ongetwijfeld nog mensen hier in Burcht of Zwijndrecht zijn die dit verhaal in hun kinderjaren hebben horen vertellen door hun ouders en/of grootouders.
We kunnen de bloedkoets catalogiseren onder de verzameling kinderschrikken, griezelige figuren zoals de loekebeer, weerwolf of de korenpater. Deze kinderschrik werd verteld om er voor te zorgen dat de kinderen 's nachts niet te laat op straat liepen.” (http://nl.wikipedia.org/wiki/Bloedkoets) Vermits ze hier ook “Antwerpen” vermelden voelde ik me geroepen om ook hier een verhaal van te zoeken. Dit kon ik terugvinden in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in een boekje geschreven in 1927 door Edmond Van Offel (Antwerpen, 14 april 1897 – Schilde, 5 december 1959) dichter, etser, tekenaar, internationaal bekend boekverluchter en schilder. Dit boekje kreeg als titel “Boerke Slim” en hierin staat als tweede verhaal : “de bloedkaros”. Het verhaal speelt zich af in het decor van het Sint-Andrieskwartier van de 19e eeuw.
Hierbij dus nogmaals een warme oproep om eens diep in het geheugen te tasten op zoek naar de woorden “Bikaros”, “Bloedkaros” en “Bloedkoets”. Wie weet welke gruwelverhalen komen er nog naar boven en kunnen we aan ons verhalenerfgoed toevoegen. Ik ben in ieder geval benieuwd. Nadia Waumans – inwoonster van Zwijndrecht, verhalenvertelster en lid van HKZB
Misschien kennen jullie zelf nog andere verhalen die verteld werden in zwijndrecht of Burcht, of die zich afspelen in een van onze deelgemeenten. Neem dan vooral contact op met Nadia Waumans
[email protected] : elke bijdrage, hoe klein ook is waardevol en verdient te worden opgetekend!
*** Fragment
1
:
2
:
*** Fragment
8
Het Fort Sint-Marie Open Monumentendag “Grensgevallen” en de ligging van het bolwerk Zondag 8 september 2013 werd de 25ste editie van Open Monumentendag georganiseerd. In Zwijndrecht was het zilveren thema “Grensgevallen”. De gemeentelijke cultuurdienst, leden van de werkgroep monumentenzorg van de cultuurraad en onze heemkundige kring werkten samen in de voorbereiding en in de uitvoering. De westkant van onze gemeente werd in de kijker gezet. Van Zuid naar Noord kon men het Sleutelshof, het Bakkersveer, de Halve Maan, de Defensieve Dijk en het fort Sint Marie bezoeken. In het Fort Sint-Marie, werden de bezoekers verwelkomd en rondgeleid door gidsen van onze Heemkundige Kring. Sint-Marie, Scheldedijk 20 te Zwijndrecht, ligt op een boogscheut van Kallo dorp. Op Google Maps staat “Fort van Kallo” en op Google Earth vinden we: Fort van Kallo, 2070 Zwijndrecht
Het Fort ligt naast de ondertussen stilgelegde thermische centrale van “EBES”, nu Electrabel, trouwens ook geheel op het grondgebied van Zwijndrecht. Het adres, ingevoerd in een GPS, brengt ons niet aan de ingang van het Fort, maar langszij een bedrijf in het Zwijndrechtse industriegebied. De ingang van het fort ligt aan het kruispunt van de Kapeldijkstraat (Kallo) en de Smoutpot (Zwijndrecht), vijftig meter verder staat er een grensplaat: “Melsele – Beveren”. Vroeger werd er verwezen naar “Haven 1069”.
linker Scheldeoever gelegen, een rit van 8,5 km meer naar het Noorden, op het grondgebied van Kallo – Beveren-Waas. Er is een belangrijk historisch verschil: het oorspronkelijke fort Liefkenshoek werd gebouwd als vesting tegen de Spaanse Nederlanden, meer bepaald tegen de troepen van Alexander Farnese. Het eerste fort Sint-Marie werd gebouwd door de Spanjaarden. Waarom het fort Sint-Marie één van de “Grensgevallen” was? Het was een Liniefort, een grensfort van de StaatsSpaanse Linies in de Tachtigjarige
Het fort wordt al eens verward met zijn “tegenfort” Liefkenshoek, ook langs de 9
Oorlog, tot de Franse Tijd (1794)( 1 ). Deze Linie zal een grote rol zal spelen in het figuurlijk (internationale politiek) en letterlijk bepalen (er staan een 400tal palen op de grens) van de grens tussen Nederland en België in het Verdrag van Maastricht van 8 augustus 1843.
De drie forten: Sint-Marie, het fort van Zwijndrecht en het fort van Kruibeke, gelegen aan de Schelde tegenover Hoboken, allen binnen de actuele gemeente Zwijndrecht, behoren tot de grote fortengordel rond Antwerpen, die gebouwd werd in de 2de helft van de 19de eeuw.
Nog om een andere reden is ons grootste fort een “grensgeval”: de perikelen rond de provinciegrens. De wet van 19 maart 1923, gepubliceerd in het Staatsblad nr. 80 op 21 maart 1923, voorzag in een belangrijke grenscorrectie, die op 1 april van dat zelfde jaar effectief werd. De gemeenten Burcht en Zwijndrecht gingen die dag van Oost-Vlaanderen, district SintNiklaas, naar de provincie Antwerpen. Zwijndrecht stond hierbij aan de oostkant 1100 ha af aan de stad Antwerpen, waaronder de hele Borgerweertpolder en haar gehucht St.Anna, ook nog het Vlaams Hoofd genoemd. Burcht verloor 105 ha. De grens van beide gemeenten schoof op naar het Westen: een deel van de Melselepolder ging van Melsele naar Zwijndrecht.
Omdat de versterking aan de laatste bocht van de Schelde voor het stadscentrum van Antwerpen ligt, heeft het Fort Sint-Marie een zeer strategische ligging. Het Antwerpse militaire provincie-commando kreeg 150 jaar geleden de gehele versterkte verdedigingslinie, ook deze op de linkerscheldeoever, onder zijn bevel. Het strategische en tactische principe van: “Eenheid van terrein, eenheid van commando” voor de gehele fortengordel en de verdediging van de grootste en economisch belangrijkste Belgische stad en de haven werd hiermee gehuldigd. Het hoeft geen betoog dat deze verschuiving vooral uit economische redenen was ingegeven. De Scheldetunnels zouden begin van de 30er jaren geboord worden en Antwerpen stad kon zich verder ontplooien op de beide zijden van de stroom.
Aan de westgrens van deze gemeenten bevonden zich drie forten die deel uitmaakten van de grote verdedigingsgordel rond Antwerpen. Deze reeks van versterkingen, vaak onderling verbonden door dijken en militaire wegen, denk maar aan de Defensieve Dijk en de Krijgsbaan, was er in de tweede helft van de 19de eeuw gekomen, toen, voornamelijk door de grotere dracht van de artilleriekanonnen, de rol van de Schelde als natuurlijke verdediging van Antwerpen was uitgespeeld. Sinds het Verdrag van Verdun (843) was de rivier een scheidingslijn geweest tussen het Oostelijke en het Westelijke Frankische Rijk. Het hertogdom Brabant behoorde tot het Heilig Roomse Rijk en het graafschap Vlaanderen viel onder de Franse Kroon.
De eigenaar en het actueel gebruik van het fort Nog steeds is het Fort Sint-Marie eigendom van de federale overheidsdienst (FOD) Defensie, maar het wordt niet meer militair gebruikt, ook niet als opslagplaats of als getijdenhaven. Het domein beslaat 37 hectaren (37.000 m²). Heden ten dage is hier het Koninklijk Technisch Atheneum (KTA) "Cenflumarin" gevestigd. Voluit is dit het Centrum voor Fluvio-Maritieme Instructie, een school voor secundair onderwijs, gespecialiseerd in de scheepvaart- en binnenvaartopleiding. De school leidt op voor beroepen in de kleine handelsvaart (schepen tot 3.000
1 ) Website: http://www.staatsspaanselinies.eu/nl/delinies/lijstweergave/linie:sint-marie.htm
10
BRT), op baggerschepen en sleepboten (tot 200 mijl uit de kust), de nautische diensten van de Vlaamse overheid, e.a. . Met een diploma van deze school kan men aan de slag als wachtoverste (2e of 3e officier) en uiteindelijk doorgroeien tot kapitein of hoofdwerktuigkundige.
Farnese deze naam gegeven uit verering voor de Heilige Maagd. Niet toevallig heette zijn overleden echtgenote Maria. Alexander Farnese huwde op 11 november 1565 te Brussel Maria van Portugal. Maria was de moeder van hun drie kinderen en stierf in 1577 op 39 jarige leeftijd. In 1578 arriveert Farnese in de Spaanse Nederlanden als opvolger van zijn oom Don Juan van Oostenrijk.
De school heeft nog een specifieke bijkomende opleiding: binnenvaart en kustvaart. Met het BSO-diploma Rijnen Binnenvaart van het Cenflumarin kan men in de binnenvaart terecht als schipper. Er kan hier een zevende jaar aan worden toegevoegd, waardoor met het diploma een officiersfunctie kan worden uitgeoefend aan boord van binnenschepen, die ook voor estuaire vaart worden gebruikt. Anno 2013 telt de school 135 leerlingen, 25 leerkrachten en 20 medewerkers. Een aantal leerlingen komen uit een schippersfamilie, waarvan de ouders het hele jaar varen. Eén en ander sluit aan bij de traditie, vooral in Burcht waren er vorige eeuw schippers en binnenvaartschepen ingeschreven. De leerlingen beschikken over een internaat aan de Thonetlaan op de Antwerpse Linkeroever (in de omgeving Zeescouts), daar zal binnen onafzienbare tijd een nieuwe school verrijzen. Het KTA zal vertrekken uit onze gemeente naar een nieuwe nog te bouwen vestiging.
Op de rechteroever wordt de SintFilipsschans gebouwd, genoemd naar r Koning Filips II van Spanje. De oom van Farnese. Het eerste fort Sint-Marie dateert uit 1584.
Alexander Farnese – Schilderij van Veen (Otto Venius)
Het 2de fort, gebouwd op dezelfde plaats, maar veel groter, is een Brialmont-fort. Ondanks de vele aanpassingen en nieuwbouw bleef de basisstructuur van de vesting uit de 2de helft van de 19de eeuw behouden met dubbele gracht, centrale vijver, torpedolanceerinrichting en een versterkt gebouw voor zware kanonnen. Ook de defensieve dijk met gracht is bewaard gebleven, maar kent heden ten dage geen directe verbinding meer met het fort.
Het monument van de gesneuvelde zeelieden van beide wereldoorlogen, met de namen van de getroffen schepen en hun slachtoffers, vinden we aan de hoofdgebouwen. Het monument stond voordien in het gebouw van de CMB aan de Meir in Antwerpen. De gevallenen worden vermeld per schip. Ieder jaar is hier nog een plechtigheid. De naam, de erfgoedwaarde en enkele algemene kenmerken
Het domein staat op de inventaris van het bouwkundig erfgoed in Vlaanderen, maar is geen beschermd monument. Omwille van de hoge natuurwaarde is fort St.-Marie sinds 1979 op het gewestplan als natuurgebied ingekleurd.
De naamgeving van het fort wordt toegeschreven aan Alexander Farnese (16de eeuw). De eerste naam was : Mariaschans”. Naar verluid
Otto van
“Sintheeft 11
De geschiedenis en de lotgevallen van een fort.
Bij het begin van de oorlog was Don Fernando Álvarez de Toledo y Pimentel, de hertog van Alva, naar de Nederlanden gezonden om de opstand, ook de “Beeldenstorm” genoemd, in 1566 te onderdrukken. Margaretha was ontzet door zijn optreden en trad af. Alva werd Landvoogd (1567 – 1573). Eén van zijn gecontesteerde wapenfeiten om de opstand neer te slaan was de onthoofding op 5 juni 1568 van de graven Egmont en Horne te Brussel. Een ander vreselijke episode uit die tijd was de Spaanse Furie. Op 4 november 1576 wordt Antwerpen door het muitende Spaanse legioen geplunderd en in brand gestoken, worden vrouwen massaal verkracht en er vielen om en nabij de 7000 doden.
Om de bouw van het eerste Farnese fort te verklaren gaan we terug in de tijd, naar de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Deze lange oorlog was een aanslepend conflict van de calvinistische Nederlanden, tegen het Rooms-katholieke Spaanse Rijk. Men hoort wel eens vertellen over “de Spaanse overheersing”, of zelfs “de Spaanse bezetting”. De geschiedenis is iets ingewikkelder dan dat, een militaire bezetting was het niet, het was een huwelijkspolitiek. De zuidelijke Nederlanden waren sinds 1482 een parel aan de Habsburgse kroon. Filips de Schone zoon van Maximiliaan van Oostenrijk (Habsburger) en Maria van Bourgondië zag het levenslicht in Brugge en huwde op 20 oktober 1496 in Lier met Johanna van Castilië, dochter van het koningspaar Ferdinand van Aragón en Isabella van Castilië. De verbintenis tussen de Zuidelijke Nederlanden en Spanje zou meer dan 200 jaar duren.
Het eerste en kleinere fort Sint-Marie I werd in 1584, samen met Fort Sint-Filips, gebouwd door de veldheer markies van Roubaix, in opdracht van Alexander Farnese. Het lag waar nu bastion II oprijst, tussen de vijver en de Schelde. De eerste versterking of schans was vierkantig met een zijde van ongeveer 100 m. Het bruggenhoofd werd gebouwd om de vermaarde Parma-schipbrug over de stroom te verdedigen.
De koningskroon stond ten tijde van de opstand op het hoofd van Filips II van Spanje, de oudste zoon van keizer Karel. De streng katholieke koning heerste over het Iberisch schiereiland: Castilië, Aragón en Portugal Napels maar ook over Sicilië en de Habsburgse Nederlanden. Ter herinnering: Ferdinand, de jongere broer van Karel V, erfde de keizerstitel van Keizer Karel.
De pont “ El Puente” tussen de schansen Sint-Marie en Sint-Filips werd aangelegd om de scheepvaart over de Schelde te blokkeren en zo ook de bevoorrading van de stad door de watergeuzen uit het noorden te verhinderen. De Antwerpenaren vaarden tevergeefs brandende en bomschepen naar de brug.
Het opstandige en merendeel protestantse Antwerpen werd in 1584-1585 belegerd door Alexander Farnese, de Landvoogd der Nederlanden (1578 – 1592), aangesteld door koning Filips. Wie was Alexander Farnese? Hij was de zoon van Ottavio Farnese, hertog van Parma en Margaretha van Parma. Margaretha werd in 1559 aangesteld tot Landvoogdes der Nederlanden. Ze was de door keizer Karel V wettig erkende dochter (Akte van Barcelona 9 juli 1529) bij Johanna van der Gheynst, uit Nukerke bij Oudenaarde. Alexander Farnese was de wettige kleinzoon van keizer Karel V en een Vlaamse vrouw, een “liefdeskind”, nihil nova sub sole.
Op 17 augustus 1585 capituleerde de stad. Het was de aanzet tot een exodus naar het Noorden en het vroege begin van de uiteindelijke scheiding van Vlaanderen en Nederland. ( 2 ) Sint-Marie speelde ook een belangrijke rol in de Slag bij Kallo in 1638. Tijdens de negenjarige oorlog, die woedde van 1688 tot 1697, behoorde de versterking tot de
2 ) ASAERT, Gustaaf, 1585, De Val van Antwerpen en de uittocht van Vlamingen en Brabanders, Lannoo, Tielt, 2004.
12
Liniedijk ( 3 ). Het “Staatse Leger” (Holland) wou door een aanval de stad Antwerpen heroveren op de Spanjaarden. Maurits-Frederik, de enige zoon van Willem van Nassau, neef van Willem van Oranje, sneuvelde tijdens de veldslag.
later zorgden voor veranderend aanzicht. (5)
een
steeds
De Nederlanders houden de forten Liefkenshoek en Lillo tot 1839 in bezit. Zoals reeds vermeld werden de staatsgrenzen slechts in 1843 vastgelegd.
In 1785, met de Vrede van Fontainebleau, werden de forten Liefkenshoek en Lillo aan de zuidelijke Nederlanden afgestaan. Keizer Jozef II besluit om de versterkingen van de Scheldeforten te laten afbreken.
Vanaf 1850 werd het fort Sint-Marie II gebouwd, met een grote gekazematteerde kustbatterij in baksteenmetselwerk, om aanvallende schepen op de Schelde stroomafwaarts onder vuur te kunnen nemen. Er was een verschil qua strategische doelstelling en tactische inzet met de forten van de Brialmontgordel rond Antwerpen die vooral tegen grondtroepen werden gebouwd. Henri Brialmont (18211903) was militair ingenieur, gesproten uit de Koninklijke Militaire School, vestingbouwkundige en volksvertegenwoordiger. Zoon van de militair commandant van Antwerpen; in 1850 was zijn vader Min. van Oorlog.
De sites blijven in oorlogsomstandigheden dienst doen voor de opstelling van kanonnen, in dit geval zware kustbatterijen.( 4 ) Onder het Frans bewind (1794 - 1815) gebeurt op en langs het fort niet bijster veel. In 1809 wilden de Britten een raid op Antwerpen uitvoeren maar worden gestopt in Walcheren. Aanpassingen in 1832 en 3 ) VERELST, Dirk, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, Deel 2, Gemeentebestuur Zwijndrecht, 1993, p. 73 e.v. 4 ) DE VOS, Luc, Burchten en forten en andere versterkingen in Vlaanderen, Davidsfonds, Leuven, 2002, p. 207 e.v.
5 ) GILS, Robert, Vesting Antwerpen, deel 3, De Schelde en redeverdediging 1839-1944, voorontwerp boek, (HKZB)
13
Door de vergroting van de schootafstand van de artillerie (tot 12 km) werden de bastions vooruit geschoven en omgevormd tot op zich staande bolwerken om de stad te behoeden tegen vijandelijk geschut. Er werden twee fortengordels rond Antwerpen gelegd.
deed in de periode 1960-80 op het eilandje haar parades en de dagelijkse groet aan de vlag. In 1870, na de Frans-Duitse oorlog, voldeed de linkeroeververdediging niet meer en besloot men tot de oprichting van een Verschanst Kamp Linkeroever. In 1877 worden vijf kazematten gesloopt en vervangen door een pantserbatterij uit gegoten ijzer met zes 24 cm Krupp kanonnen, die gepantserde kruisers
Het nationale verdedigingsconcept van 1859 voorzag in een “Nationaal Reduit” voor regering en het veldleger te Antwerpen. De vesting Sint-Marie krijgt zes “punten”, bastions genoemd en een dubbele omgrachting, naar het aloude stervormige model van wiskundige en ingenieur Simon Stevin (°Brugge 1548). Deze versterkingen moesten de batterij beschermen tegen aanvallende grond- en marinetroepen. Aan de zijde van de stroom was ze bedekt met aarde en hardsteen. De gelijkvloerse verdieping was een kazerne voor de artilleristen en de logistiek, waaronder twee kruitmagazijnen. Op de eerste verdieping waren er 27 bomvrije kazematten voor zwaar geschut. Bovenop konden er nog een tiental zware kanonnen staan.
kunnen doorboren.
Er kwamen twee haventjes: één in het fort en één ten zuidoosten ervan. Om om aarde te winnen voor de wallen groef men middenin het fort een vijver. Er bleef een eiland, nu sterk overgroeid. De Marine
Tussen Sint-Marie II en het nieuwe fort Zwijndrecht werd de Defensieve Dijk aangelegd, als waterkering van het inundatiegebied van de Melselepolder. 14
In 1881 wordt het fort uitgerust met twee buitendijkse lanceerinrichtingen voor zware onderwatertorpedo's, die zowel stroom op- als stroomafwaarts konden vuren. De Whiteheadtorpedo's waren 5 m lang en bevatten 45 kg springstof. Ze hadden een reikwijdte: van 1600 m. Tijdens de WO I, wordt de Vesting Antwerpen, het “nationaal reduit”, slechts over land aangevallen. Gedurende enkele dagen is Sint-Marie het hoofdkwartier van de Vesting. Het leger voert een strategische terugtocht uit. De torpedisten blazen hun eigen lanceerinrichtingen op. Er zijn beneden de Scheldedijk nog overblijfselen van te zien. Het Duitse vrachtschip Gneisenau wordt op de Schelde gevaren en tot zinken gebracht.
werd een betonnen verdieping geplaatst. Het werd de “Blok Operaties” genoemd. Het was een militair controlecentrum voor de Schelde. Van 1961: “Marinebasis Antwerpen”, een thuishaven voor de riviermijnenvegers en de riviersnelboten tot achter in de jaren '70. Bij de aanleg van de getijdenhaven werden twee fronten (“punten”) afgebroken. Er is een eb en een vloedpoort naar de Schelde, de schepen konden binnen en buiten bij vloed. Het werd fort werd in 1989 na de “val van de muur”, het einde van de koude oorlog, als militair bolwerk en haventje afgeschaft en verlaten.
Tussen de twee wereldoorlogen deed het fort vooral dienst als depot. Het oude geschut werd vervangen door lichte en zware mitrailleurs. Plaatselijk verbeterde men de bepantsering door storting van gewapend beton en plaatsing van ventilatie en inrichting van gasdichte lokalen. In mei 1940, begin van WO II, wordt er op de Schelde (weer) geen schot gelost. Er is een defensielijn van de Landmacht o.m. de 15de en de 17de Infanteriedivisie en het 4de Regiment Lansiers, langs de Schelde tussen forten Sint-Marie en Kruibeke. Het fort zelf speelde toen geen belangrijke rol, het was slechts een “steunpunt” maar geen verdedigde vesting. Het fort kwam in Duitse handen terecht en werd een depot voor gerecupereerd materieel. De Duitse Scheldeverdediging en terzelfdertijd deze van Antwerpen gebeurde stroomafwaarts (Walcheren) en vanaf het westelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen. De pantserbatterij werd in 1944 opgeblazen door de vertrekkende Duitse Wehrmacht.
Een tijdje hebben ook de Marinecadetten hier een onderkomen gevonden. Er werden nieuwe gebouwen opgetrokken, die er nu nog staan en dienen voor de school Cenflumarin. De Heemkundige Kring hoopt dat in de toekomst het oude fort, met zijn waardevolle natuur, een groen rustpunt, midden de petro-industrie en de haven een nuttige bestemming zal krijgen. Het fort Liefkenshoek, van de buurgemeente Beveren, is een aangenaam en leerrijk bezoekerscentrum geworden, dat met open Monumentendag meer dan 700 bezoekers verwelkomde.
Na WO II bleef het fort een depot. In de vijftiger jaren wordt het verbouwd. De gekazematteerde batterij en een kruitmagazijn bleven bestaan. Bovenop
Ludo Van der Stock
Deze nieuwsbrief van de HKZBN verschijnt eens per kwartaal. Redactiesecretaris: Robert Embrecht
Verantw. Uitgever: Ludo Van der Stock
Volgend nummer: winter 2013
15
Craeyennest Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht-Burcht winter 2013 Opnieuw is er een jaar ten einde. Het is een volks gezegde dat hoe ouder men wordt hoe sneller de tijd lijkt te gaan -ook al is ‘tijd’ een relatief begrip. Toch is er iets van. 2013 is voorbij gevlogen. Voor de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht was het een ‘groei’jaar – een jaar ook waarbij de HKZB zich op de kaart plaatste – in het voorjaar met de zeer geslaagde evocatie van de overstromingsramp van 1953 die ook het gebied van Pijp Toebak wekenlang in haar greep had: de laatste getuigen tekenden een dramatisch portret waarbij de HKZB het geheel omkaderde met een prachtige tentoonstelling die heel wat belangstellenden trok. We werden lid van de Gemeentelijke Cultuurraad zodat onzer stem ook daar gehoord wordt. We stelden het Witboek voor aan het Gemeentebestuur waardoor het belang van o.m. een goede huisvesting duidelijk werd – we hopen dat in 2014 hiervoor knopen worden doorgehakt. Dankzij ons aandringen werd de schandpaal van Burcht naar een meer openbare plaats verhuisd. Bovendien kwamen we op het spoor van een gedeelte van de archieven van de Neuf de Burght, de laatste Heer van Zwijndrecht en Burcht. Mogelijk vormt dit een aanleiding tot verdere studie over een stukje geschiedenis van Burcht en Zwijndrecht. We gaven onze actieve medewerking aan de Open Monumentendag en de Erfgoeddag. Ook in het St Maertenscomité van de deelgemeente Burcht spelen wij een actieve rol. We legden ook reeds de basis voor een vierjarige zoektocht naar de impact van de Eerste Wereldoorlog op het leven van onze voorouders in beide deelgemeenten. Op het ogenblik dat we deze Craeyennest schrijven, zijn we ook volop bezig met de samenstelling van, het eerste Jaarboek – bekroning van een actief werkjaar in alle Heemkundige kringen die naam waardig. En dit is maar een kleine greep uit de activiteiten van onze nog jonge vereniging. Het bestuur, dat dit jaar ook versterking kreeg, wil gangmaker zijn van de vele activiteiten die ook volgend jaar op het getouw staan. Zij kan dit echter niet alleen en doet langs deze weg een oproep aan alle leden om waar mogelijk deel te nemen aan activiteiten en er hun steentje aan bij te dragen. Dan wordt 2014 ongetwijfeld opnieuw een interessant jaar, een nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van de HKZB. Ondertussen onze allerbeste wensen voor een voorspoedig en deugddoend 2014. Robert Embrecht redactiesecretaris IJs op de Schelde voor Burcht (Foto John Tulpinck)
John Tulpinck: Uitvinder op verzoekde Bij elke rechtgeaarde Burchtenaar gaat bij de naam John Tulpinck een belletje rinkelen. ‘Tulpinck’ staat voor het Burcht van voor de eerste wereldoorlog en ook nog een stuk daarna. ‘Tulpinck’ staat voor fotografie uit de beginperiode, voor een vrije geest, fantasie die in realiteit wordt omgezet, maecenas en rentier… of van alles een beetje? Feit is dat veel in het leven van Tulpinck in waas van geheimzinnigheid is gehuld. Hijzelf heeft er tijdens zijn leven zeker toe bijgedragen. Het feit dat hij 150 jaar geleden geboren werd vormt de aanleiding om op zoek te gaan naar de mens achter de mythe – voor zover de historische bronnen het ons toelaten.
Roots Johannes Petrus Franciscus Tulpinck werd geboren op 5 december 1863 aan boord van het binnenschip van zijn vader dat zich op dat ogenblik op de Nieuwpoortse vaart tussen Jabbeke en Oostende bevond. Zijn vader, Johannes Franciscus Fredericus Tulpinck was officieel woonachtig te Brugge, zijn geboortestad en was op dat ogenblik 34 jaar oud. Moeder Blondina Justina Traibaut was op dat ogenblik 29 en was afkomstig uit Gent. Over zijn jeugd is weinig geweten. Er zijn aanwijzingen dat het gezin enige tijd in Antwerpen woonde. Het gezin vestigde zich in 1876 in de Kerkstraat te Burcht. Moeder was ondertussen overleden en vader was nog steeds schipper. Jan Tulpinck vond werk als magazijnier en verzender in de Guanofabriek te Burcht. Ondertussen bleef hij naar alle waarschijnlijkheid ook actief als scheepsbevrachter. Vader Tulpinck zou overlijden op 23 februari 1900 en werd – eerder uitzonderlijk voor die tijd – burgerlijk begraven. Bij zijn overlijden werd hij beschouwd als een ‘burgerskind’ dat als ‘selfmade man’ zijn weg gevonden had. Een jaar later werd zijn grafsteen onthuld. Het was een speciaal ontwerp van C. Jonckheer en lijkt op een openstaand graf. Later zou het in de volksmond de bijnaam ‘muizenval’ krijgen. Op de binnenplaat van het graf werd de rouwbrief afgedrukt, samen met foto’s van de overledene, de grafrede, uitgesproken door een toezichter van de guanofabriek en een laatste groet van zijn zoon. De grafsteen bevond zich oorspronkelijk op het kerkhof rond de kerk langs de zijde van het kerkplein, maar zou later bij de opening van het nieuwe kerkhof, verhuisd worden. Daar kan het nog steeds bewonderd worden. Bij zijn dood liet vader Tulpinck 4 huizen, aan bakkerij, een magazijn en een tuin na. De waarde van deze eigendommen werden geschat op 20.074,25 fr. Al deze eigendommen waren gelegen in de Kerkstraat.
De jonge John Tulpinck John Tulpinck stond in de Burchtse bevolkingsregisters ingeschreven als elektricien (1891-1900) en als ‘electriekkundige’ (1901-1910), wat laat vermoeden dat hij een technische opleiding
genoot. Waar hij studeerde weten we echter niet. Sommige bronnen menen te weten dat hij in Wallonië schoolliep. Zelf verklaarde hij later dat hij als een der eersten in ons land een ingenieursopleiding genoten had in Parijs. Maar ook dit stuk van zijn leven is een mysterie.
Tulpinck de uitvinder Feit is dat hij zijn technische opleiding paarde aan een praktische geest. Dat resulteerde in een aantal experimenten die leidden tot verbeteringen aan bestaande toestellen tot echt innovatief denken met daar aan gekoppeld enkele ‘uitvindingen’. Een ‘elektrische’ wandelstok spreekt nog steeds tot de verbeelding. Hij bracht echter ook verbeteringen aan bij bestaan de werktuigen, waardoor deze beter konden gebruikt worden en soms ook de werklast verminderden – dit bracht hij onder meer tot stand bij werktuigen die gebruikt werden bij het kappen van wijmen of wilgetenen. Hij had echter ook interesse voor muziek. Zo had hij een nieuwe methode ontwikkeld om muziek te noteren. Getuigen vertellen dat hij als eerste een grammofoon had. Enkele 78 toeren platen en een speciaal daarvoor gemaakt koffertje overleefden Tulpinck. Er wordt verteld dat hij een grote fan was van de muziek van Händel. Al dan niet terecht prijkte aan zijn voordeur een bordje met ‘Inventeur sur demande’. Tulpinck, de fotograaf Een van de grootste verdiensten van Tulpinck, waarvoor vele generaties die na hem kwamen, hem dankbaar zijn is zijn hobby – de fotografie. John Tulpinck heeft zeer veel foto’s gemaakt. Een groot deel hiervan situeert zich in de periode 1906-1908. Hij maakte meerdere foto’s per dag en soms hele series. Zo bestaat er een hele reeks foto’s over het cementfabriek van Burcht waar hij zowel arbeiders als machines fotografeerde . Er zijn ook de beroemde foto’s van de brandende olietanks aan de overkant van de Schelde tijdens WOI. Een beperkt aantal foto’s dateert uit de periode 1929-1930. Tulpinck stelde, vermoedelijk bewust, een fotokroniek samen van Burcht in het begin van de 20 e eeuw. Getuige daarvan zijn de talrijke groepsportretten van arbeiders en kinderen, De arbeiders poseren met hun werktuigen, de kinderen op blote voeten staan in een bemodderde straat terwijl hun leraar streng toekijkt. Portretten van dames en heren uit de Burchtse burgerij in hun mooiste kleren etaleren hun welstand. Nauwkeurig legt hij ook de laatste momenten vast van herberg ‘De Engel’ op het huidige kerkplein, voor deze onder de slopershamer komt. Hij wordt als het ware een geschiedschrijver zonder woorden – de beelden spreken voor zich. Thans zijn er zo’n 600 glasnegatieven bekend. Het zijn vaak grote negatieven van 17,7x13 cm, maar ook glazen stereofoto’s die door middel van een stereokijker konden bekeken worden. Ze zijn meestal haarscherp en hebben een esthetisch karakter. In 1945 aanvaardde de gemeente een gift van 562 negatieven van Tulpinck.
Tulpinck een sociaal bewogen man Ondanks het feit dat John Tulpinck door zijn tijdgenoten beschouwd werd als een speciaal persoon, een eenzaat met aparte trekjes en eigenaardigheden, toch blijkt dat hij in de realiteit een en ander deed ten voordele van zijn dorpsgenoten of de gemeenschap in het algemeen. Enkele historische feiten op een rijtje. Op 3 juli 1898 is er kermis in Schelle. Elf Burchtenaars willen er naartoe met een kleine zeilboot. Ter hoogte van het Fort van Kruibeke kantelt de boot door een felle rukwind. 10 mensen verdrinken en slechts één kind – Jozef Camerieroverleefde de ramp. John Tulpinck zette samen met Gazet van Antwerpen een geldinzameling in gang. De intekenlijst zou afsluiten op 3.304,89 fr. Het geld werd verdeeld over 12 spaarboekjes ten voordele van de getroffen gezinnen. In januari 1900 stapte de scheepsbouwer Frans Maes uit de Katholieke Fanfare ‘Eendracht’ en stichtte prompt een nieuwe ‘ De Scheldezonen’ waartoe in de beginperiode vooral arbeiders van de scheepswerf toetraden. Vijf jaar later werd Tulpinck voorzitter van de fanfare die de naam had ‘liberaal gezind’ te zijn. Later werd de fanfare socialistisch (en dat is ze nog steeds). Waarom Tulpinck voorzitter werd van deze fanfare en hoe lang hij dit bleef is niet bekend. In 1908 kwamen Ernest Claes en August Borms over de vernederlandsing van de Gentse universtiteit spreken voor het Burchtse Davidsfonds. Tulpinck onderbrak de sprekers met de woorden ‘Mijnheer, ge krijgt duizend francs van mij om die propaganda voort te zetten’. Gust Borms dankte’ ingenieur Tulpinck’ en ging verder met zijn betoog. Nest Claes beschrijft dit voorval in zijn boek ‘Voordrachtgevers zijn avonturiers’ en besluit (terecht): een grote som in die tijd! In oktober 1914 werden de bruggen over de Schelde in Rupelmonde en Hemiksem door het Belgische leger opgeblazen om der oprukkende Duitsers op te houden. De petroleumtanks in Hoboken liet men leeglopen in de Schelde. Op donderdag 8 oktober vatte de petroleum vuur –
met een enorme vlammenzee tot gevolg. Vanuit zijn woning legde Tulpinck dit inferno vast op de gevoelige plaat, maar daar liet hij het niet bij! Op 12 oktober begon hij, met de hulp van 27 arbeiders, gezonken schepen boven te halen. De groep arbeiders groeide gestaag aan tot 535! Tulpinck betaalde het loon van de arbeiders. De waarde van de schepen schatte hij op 1 miljoen francs. Op hetzelfde moment schoot Tulpinck de echtgenoten van Burchtse soldaten, die aan het front streden, de soldij voor in de periode 16 tot 24 oktober 1914. In 1943 zou Tulpinck naar aanleiding van zijn 80e verjaardag aan alle Burchtenaren die 80 jaar waren 80 frank geschonken hebben – maar dit is opnieuw een stukje van de mythe rond Tulpinck.
De mens Tulpinck Na de dood van zijn vader (1900) woonde Tulpinck samen met een dienstmeid in zijn woning aan de Kerkstraat. Eind 1906 kwam Catharina Weyt – Kato in de volksmond – in dienst als nieuwe meid. Ze was toen 35 en zou bij hem in dienst blijven tot aan zijn dood in 1954. Ze was toen 83 jaar. Op zijn foto’s zijn dikwijls mooie dames te zien die voor hem poseerden en die aanleiding gaven tot vele verhalen over de verliefdheden van Tulpinck. Het is echter kenmerkend dat Tulpinck zijn ganse leven vrijgezel bleef. Op latere leeftijd liet hij zijn lange grijze haren in krullen leggen, wat zijn imago van zonderling mee voedde. Of hij ook werkte voor de kost, of leefde van de huuropbrengsten van zijn eigendommen, blijft voor ons een raadsel. Hij stond bekend als ‘rentenier’. In de ‘Gazet van Burght’ wordt hij de ene keer vermeld als reder, de ander keer als scheepseigenaar. In datzelfde blad maakt hij reclame voor zijn schepen (1905). Een eenvoudig telefoontje (!) volstond om een schip te huren voor een vracht. In diezelfde advertentie vernemen we dat hij een 6tal schepen bezat en dat de firma reeds 34 jaar bestond. Dat betekent dat de firma gesticht werd door zijn vader. Hoe het de firma later verging is ons niet bekend. Wel weten we dat Tulpinck zwaar getroffen werd door de inflatie na WOII. Deze situatie dwong hem tot de verkoop van enkele eigendommen, maar zijn financiële situatie bleef penibel. Ook over zijn opvattingen doen vele verhalen de ronde. Hij zou zeker niet katholiek geweest zijn, al maakte hij mooie foto’s van de kerk en de kruisweg binnen in de kerk. Anderzijds zou hij in zijn jonge jaren enkele documenten hebben geschreven die een licht
werpen op zijn opvattingen. Een eerste dateert uit 1899 en is geschreven in het Frans waarin enkele vragen en antwoorden uit de catechismus kritisch onder de loep worden genomen en is erg anti-klerikaal van opvatting. Een andere brochure dateert uit 1912 en werd gedrukt in Brugge. De tekst is een pleidooi tegen de Socialistische Partij. Deze partij zou de arbeiders bedriegen terwijl de Katholieke partij de beste garanties zou bieden aan de werkman. Helaas ontbreekt op beide boekjes de naam van de auteur. We zullen dus nooit weten of ‘onze’ John Tulpinck de echte auteur van deze werkjes was en of hij in de loop van zijn leven zijn opvattingen veranderde. Feit is dat hij – toen hij op 1 oktober 1954 overleed – kerkelijk begraven werd, dit in tegenstelling met zijn vader, 54 jaar eerder. Boze tongen beweren dat Pastoor Baes hem op zijn sterfbed ‘bekeerd’ heeft. Ook dit behoort tot het mysterie Tulpinck! De gemeente Zwijndrecht heeft reeds lang het belang van deze illustere inwoner van Burcht ingezien. Er kwam in 1996 een tentoonstelling rond zijn persoon en er werd ook een straat naar hem genoemd, op de Seefhoek, dicht bij de plaats waar hij woonde. Kortom: over Tulpinck – uitvinder, mens, mythe – valt nog veel te ontdekken. We nodigen iedereen uit die zijn steentje kan bijbrengen om het beeld rond Tulpinck te verduidelijken, hetzij in woord, inbeeld, of via voorwerpen, contact op te nemen met de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht. Robert Embrecht november 2013
Bronnen: Catalogus Tentoonstelling John Tulpinck, uitvinder en fotograaf (1996) ‘Voordrachtgevers zijn avonturiers’ (Ernest Claes) Diverse krantenknipsels en foto’s uit het archief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht
In het HKZB jaarboek 2014 willen we dieper ingaan op de figuur van John Tulpinck
Het Vlaams Hoofd in de Belle Epoque, het Kursaal en de Sint-Annekesboot
Het Kursaal en het clubhuis van de SNRA met op de voorgrond een jacht 1 Felixarchief AVA ( ) inventaris FOTO-OF # 4962 (*)
In de krant “Le Précurseur” van 1889, beschikbaar in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen, lezen we dat er een Kursaal is geweest op het Vlaamsch Hoofd – Tête de Flandre. Het Vlaams Hoofd, beter gekend onder de naam Sint-Anneke was in die tijd, een deel van Zwijndrecht. We vinden in de Antwerpse kranten aankondigingen met de programma's en de verslagen van reporters. Er werden tijdens de Belle Epoque regelmatig muziek- en andere feesten gegeven. Het Kursaal was hoofdzakelijk een restaurant en wat men nu een “praatcafé” zou noemen voor de gegoede burgerij van Antwerpen. Mogelijk was er korte tijd in de jaren 1890 ook een casino gevestigd. Het gebouw werd gemaakt naar het voorbeeld van de Trocadéro in Parijs. Het Kursaal vindt zijn oorsprong bij de Duitse Kurhauser, waar de mensen gingen “kuren”. Meestal dacht men hierbij aan zon, water en goede lucht. Het Kursaal staat links op de foto. Het ronde gebouw heeft een kleine toren. Het werd gebouwd in 1885. Er bevond zich een uitkijkplaats in de koepel. Het Kursaal werd in september/oktober 1914 bij de aanval op Antwerpen door Duits kanonvuur beschadigd. Het kleinere gebouw met de verticale strepen, rechts op de foto, is het clubhuis van de SRNA “Société Royale Nautique Anversoise”. Deze club bestaat nog steeds, onder dezelfde naam (zie http://www.srna.be ) langs de Beatrijslaan. De beide gebouwen en hun omgeving waren populair als bestemming voor wandelingen en andere, eerder selecte, vrijetijdsbesteding van de gegoede burgerij uit de metropool. Het was “zien en gezien worden”, gaan eten in één van de twee gereputeerde restaurants: in het Kursaal of de Belvédère, genietend van het Scheldezicht vanop het terras, terwijl de kinderen konden spelen op de speeltuigen in de tuin of kijken naar de vele regatawedstrijden en het toen nog drukke scheepvaartverkeer voor de rede … 1
) Tekst gepubliceerd met de toelating van de verantwoordelijke van het Felixarchief.
De Wandeldijk van het Kursaal naar de plage
De Sinjoren moesten voor hun promenade op de wandeldijk en naar de “plage” of voor het clubleven de overzetboot nemen naar Sint-Anna op de linkerscheldeoever. Het was een uitstapje naar Oost-Vlaanderen, wat een belevenis op zich was. Nieuwsgierigheid leidt de onderzoeker naar de overzetboot, te zien op de volgende foto die genomen werd aan de embarcadère, den barcadeir van Sint-Anna. Aan de overkant van de Schelde kan men in de verte vaag de toren van de O-L. Vrouwekathedraal zien.
Een overzetboot, een van het type “Ville de…” (Gand?) 1890-1910 Felixarchief AVA: inventaris GP # 8721
We zien op de voorgrond enkele voornaam geklede mensen, misschien terugkerend van het Kursaalrestaurant of van een wandeling op de dijk, maar ook een man met een dubbele brooddraagzak. Bracht de bakker 's zondags rozijnenbrood naar vaste klanten? We kunnen maar even fantaseren.
Een raderoverzetboot voor anker, merk de raderkasten.
In het archief van de familie de Neuf de Burght, dat actueel wordt bestudeerd, vonden we de reglementen en tarieven, etc. van de overzetdienst. In het ancien regime was er al elk half uur een overvaart. De tarieven lagen vast per persoon, koe, paard, koets, ... Er was een regeling om troepen en munitie over te zetten, etc. De uitbating van het veer werd verpacht. De heer van Burcht had een aandeel in de pacht. Eerst veel later werd het door de staat uitgebaat. Vanaf 1828 was er een “regelmatige” dienst van stoomboten tussen Antwerpen en het Vlaams Hoofd, maar die werd al kort na het opstarten onderbroken in 1830 tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Belgie, maar hernomen in 1834. Rond 1850 kwam er een tweede veerdienst over de stroom, die liep tussen het station op het Vlaams Hoofd en het station op de rechteroever en moet beschouwd worden als een bindstuk van de spoorweglijnen aan de twee oevers van de Schelde. De stoomvaartuigen werden vanaf 1925-26 vervangen door motorschepen. De overzet was begin vorige eeuw niet goedkoop. Zo moest een volwassene 30 centiem betalen voor een enkele reis in tweede klasse en 60 centiem wanneer in eerste klasse de Schelde werd overgestoken. Amper zeven jaar eerder lagen die prijzen merkelijk lager, respectievelijk 10 centiem voor een enkele reis in tweede klasse en 30 centiem in eerste klasse. In 1919 was er geen sprake van kosteloos vervoer noch van schoolabonnementen. Opmerkelijk is dat een arbeider of beambte voor een weekabonnement voor zes reizen (12 overvaarten) 2,6 frank moest neertellen terwijl een schoolabonnement in tweede klasse voor evenveel reizen toen 15 frank kostte! Voor het bekomen van de abonnementen moesten een aantal voorwaarden vervuld worden. Zo moest onder meer een getuigschrift van de burgemeester of de politiecommissaris voorgelegd worden. Het Zwijndrechtse dorpje Sint-Anna was vermaard om zijn kasserol mosselen en zijn paling, rijkelijk overgoten met het bier van – onder andere – de Burchtse en Zwijndrechtse brouwerijen. Steevast besloten met een druppel. Op Sint-Anneke was het altijd feest, zeker in de mosselstraat, met het een restaurant naast het cafe en de andere feestzaal.
De fotograaf gefotografeerd op het Sint-Annaplein
Op 1 april 1923 werd het dorpje een onderdeel van Antwerpen. Zo graag zagen de Antwerpenaars Sint-Anneke, dat ze het inpalmden … en lieten onderspuiten met metersdik Scheldeslib. In 2014 zal Kennedytunnel er 45 jaar liggen. Hij wordt met de dag moeilijker en smaller, figuurlijk dan. Onze Heemkundige Kring heeft een uitzonderlijk visueel archief geschonken gekregen over de bouw van de Kennedytunnel: een uitgebreidde diareeks, gemaakt door Louis Hofkens uit Burcht. Er zal daarrond volgend jaar een heemkundige activiteit georganiseerd worden. Ludo Van der Stock – Dit is slechts een deel, het volledige artikel wordt gepubliceerd in ons jaarboek 2014 *** Bij het vorige artikel werd de schrijver, vooral voor wat de overzetboten aangaat, bijgestaan door ons lid en scheepvaartspecialist Flor Van Otterdyk. Hij is coauteur van een pas verschenen boek:
Het prachtig geïllustreerde boek kost (nu nog) 37 € en kan besteld worden bij: De Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum, per e-mail:
[email protected]
Hernieuwing lidmaatschap Een nieuw jaar betekent ook hernieuwing van het lidmaatschap. Vorig jaar kreeg u voor uw lidgeld van 15€, naast de Nieuwsbrieven, ook de mogelijkheid om deel te nemen aan de Algemene Vergaderingen en aan de werkgroepen. In de inleiding schetsten we u een beknopt beeld van onze activiteiten in het afgelopen jaar. Het lidmaatschap van de HKZB geeft u ook de mogelijkheid om in het archief van onze vereniging te duiken. Dit is voor onze leden ook te raadplegen via onze website. Mogelijkheid tot participatie is er ook via diezelfde website www.heemkundezb.be Koken kost echter geld. Zelfs ‘eenvoudige’ aankoop van kantoormaterialen voor de inventarisatie van bovengenoemde giften nemen een grote hap uit ons budget. Het lidgeld voor 2014 blijft 15€ - hetzelfde als vorig werkjaar. We hopen dat u lid wil blijven. Meer nog: we vragen u om actief aan ledenwerving te doen, zodat een stijging van ons ledenbestand mee een soliede basis zou vormen voor de verdere werking van de HKZB. Méér leden, méér diversiteit zullen ons zeker helpen om van de HKZB een vereniging te maken die de band tussen de huidige en toekomstige generaties met het verleden zullen aanhalen. Wie lid werd in het 4e kwartaal (vanaf oktober 2013) hoeft voor 2014 niet opnieuw lidgeld te betalen. Daarom nodigen we u uit om voor 15 maart uw lidgeld (15€) voor 2014 te storten op ons rekeningnr. BE 48 9730 4246 5927 van de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht met vermelding ‘lidgeld 2013’. Wij danken u alvast voor uw steun!
Craeyennest, de Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht verschijnt 4x per jaar. Volgend nummer van Craeyennest verschijnt in de lente van 2014. Ludo Van der Stock Voorzitter
Robert Embrecht Redactiesecretaris