Orde voor de trouwdienst van
Gerard Hendrik van Doorn & Denise Pater
Maranathakerk te Lunteren Voorganger: Ds. Jaap Hansum Ouderling: Mw. Tiny de Koning Organist/pianist: Dhr. Jan-Hendrik van Schothorst
Bij betreding van de kerk: ‘You raise me up’ Welkom Zingen: NLB 136: 1,2 en 13 Loof de Heer, want Hij is goed, trouw in alles wat Hij doet. Want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid. Geef de God der goden eer, jubel voor der heren Heer. Hij doet wonderen, Hij alleen trouw door alle tijden heen. Aan de God des hemels zij eer en dank en heerschappij, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid. Stil gebed, bemoediging en groet Zingen: Opwekking 488 Heer ik kom tot U, neem mijn hart, verander mij. Als ik U ontmoet vind ik rust bij U. Want Heer ik heb ontdekt, dat als ik aan uw voeten ben, trots en twijfel wijken voor de kracht van uw liefde Houd mij vast, laat uw liefde stromen.
Houd mij vast, heel dicht bij uw hart. Ik voel uw kracht, en stijg op als een arend. Dan zweef ik op de wind, gedragen door Uw geest, en de kracht van Uw liefde Heer kom dichterbij, dan kan ik uw schoonheid zien en uw liefde voelen, diep in mij. En Heer, leer mij U wil zodat ik U steeds dienen kan en elke dag mag leven door de kracht van uw liefde. Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dicht bij uw hart. Ik voel uw kracht, en stijg op als een arend. Dan zweef ik op de wind, gedragen door Uw geest, en de kracht van Uw liefde oh Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dicht bij uw hart ja Ik voel uw kracht,
en stijg op als een arend. Dan zweef ik op de wind, gedragen door Uw geest, en de kracht van Uw liefde Gebed Schriftlezing: Prediker 3: 1-15 (Herziene Statenvertaling) 1 Voor alles is er een vastgestelde tijd, en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel. 2 Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven; een tijd om te planten en een tijd om het geplante uit te trekken; 3 een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen; 4 een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om rouw te bedrijven en een tijd om te huppelen; 5 een tijd om stenen weg te werpen en een tijd om stenen te verzamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om zich ver te houden van omhelzen; 6 een tijd om te zoeken en een tijd om verloren te laten gaan, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen; 7 een tijd om stuk te scheuren en een tijd om dicht te naaien, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken; 8 een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten
een tijd van oorlog en een tijd van vrede. 9 Welk voordeel heeft hij die werkt, van datgene waarvoor hij zwoegt? 10 Ik heb gezien welke bezigheid God de mensenkinderen gegeven heeft om zich daarmee te vermoeien. 11 Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt. Ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens het werk dat God gedaan heeft, van het begin tot het eind kan doorgronden. 12 Ik heb gemerkt dat er voor hen niets beter is dan zich te verblijden en het goede te doen in hun leven, 13 ja ook, dat ieder mens eet en drinkt en het goede geniet van al zijn zwoegen. Dat is een gave van God. 14 Ik weet dat alles wat God doet, voor eeuwig blijft; niets is eraan toe te voegen, niets ervan af te doen, en God doet het opdat men vreest voor Zijn aangezicht. 15 Wat er is, was er al, en wat er zijn zal, is er al geweest. God zoekt wat voorbijgegaan is. Prediker 4:7-12 (Herziene Statenvertaling) 7 Opnieuw zag ik iets vluchtigs onder de zon. 8 Er is er één, en geen tweede. Hij heeft ook geen kind of broer en toch komt er geen einde aan al zijn zwoegen. Ook wordt zijn oog niet verzadigd van rijkdom. Nooit is het: Voor wie tob ik mij af en laat ik mijzelf het goede ontbreken? Ook dat is vluchtig en een treurige bezigheid. 9 Twee zijn beter dan één, want samen krijgen zij een goede beloning voor hun zwoegen. 10 Want als zij vallen, helpt de één zijn metgezel overeind. Maar wee die ene die valt, terwijl er geen tweede is om hem overeind te helpen. 11 Ook als er twee bij elkaar liggen, hebben zij warmte, maar hoe moet één alleen warm worden? 12 En als iemand de één overweldigt, zullen die twee tegen hem standhouden. Een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken.
Zingen: Opwekking 194 U maakt ons een, U bracht ons tezamen. Wij eren en aanbidden U. U maakt ons een, U bracht ons tezamen. Wij eren en aanbidden U. Wordt Uw wil gedaan, dan bindt het ons saam, iedereen zal deel zijn van Uw gezin. Wordt Uw wil gedaan, dan bindt het ons saam, iedereen zal deel zijn van Uw gezin. Verkondiging ‘Onbreekbaar’ Luisterlied: ‘Ons moment’ (Gerald Troost) Dit is ons moment Dromen worden waar De toekomst onbekend Maar dat je bij me hoort is zonneklaar Jou liefde is mijn leven Jou glimlach geeft mijn hart En ik ben dankbaar dat ik vandaag jou trouwen mag Kom pak mijn hand en zeg ja tegen mijn liefde ga met me mee ik zal jou koesteren als een schat over bergen en door dalen ik wil met jou verdwalen. Ik laat jou nooit meer los Jij schijnt als de zon ik licht als de maan we hebben elkaar nodig Want we vullen elkaar aan Jou sterkte is mijn zwakte Mijn zwakte is jou kracht En ik ben dankbaar dat ik vandaag jou trouwen mag Kom pak mijn hand en zeg ja tegen mijn liefde Ga met me mee ik zal jou koesteren als een schat Over bergen en door dalen
Ik wil met jou verdwalen Ik laat jou nooit meer los 4x Laat jij mij nooit meer los? Gebed en zegen Onderwijzing Trouwbeloften Zegen Zingen: NLB 363 Dat 's Heeren zegen op u daal', Zijn gunst uit Sion u bestraal': Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer; Looft, looft dan aller heren Heer. Overhandiging van huwelijkskaars Overhandiging van de huwelijksbijbel Dankzegging en voorbeden – stil gebed – Onze Vader Inzameling van de gaven voor de kerk Slotlied: NLB 913 Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand; moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen; Vader, wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen met een rustig, kalme moed!
Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet. Zalig Hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet. Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom? Eenmaal zie ik al uw luister als ik in de hemel kom! Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht, ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet! Wil mij als een kind behand'len, dat alleen de weg niet vindt: neem mijn hand in uwe handen en geleid mij als een kind. Waar de weg mij brenge moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land. Zending en zegen (3x amen) Uitleidend pianospel bij het verlaten van de kerk: ‘You raise me up’