Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014
Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening Deel 1 Politieke Verantwoording Inleiding ........................................................................................................................... 7 Deel 2 Programmaverantwoording Inleiding ......................................................................................................................... 15 1. Leven en wonen in Groningen ................................................................................ 17 1.1
Wonen en leefbaarheid
18
2. Ondernemend Groningen ....................................................................................... 31 2.1
Bedrijvigheid
32
3. Bereikbaar Groningen ............................................................................................. 55 3.1
Mobiliteit en infrastructuur
56
4. Karakteristiek Groningen ......................................................................................... 85 4.1 4.2
Natuur en landschap Programma Landelijk Gebied (PLG)
86 92
5. Schoon/Veilig Groningen ...................................................................................... 109 5.1 5.2 5.3
Water Milieu Risicobeleid/Veiligheid
110 120 134
6. Energiek Groningen .............................................................................................. 139 6.1
Energie en klimaat
140
7. Gebiedsgericht ...................................................................................................... 155 7.1
POP/Gebiedsgericht
156
8. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur ................................................................... 173 8.1 8.2 8.3
Sociaal beleid Jeugd Cultuur en media
174 188 198
9. Bestuur.................................................................................................................. 207 9.1 9.2 9.3 9.4
Provinciale Staten Overige bestuursorganen Bestuurlijke samenwerking Communicatie
208 214 220 232
10. Bedrijfsvoering ...................................................................................................... 241 10.1
Bedrijfsvoering
241
11. Algemene middelen .............................................................................................. 245 11.1 11.2
Overzicht algemene dekkingsmiddelen Onvoorziene uitgaven
Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening
246 249
3
Deel 3 Paragrafen 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing ........................................................... 261 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit Beleidslijn en ontwikkelingen Risicoprofiel Toelichting risico’s en beheersmaatregelen
261 261 263 264 265
2. Financiering .......................................................................................................... 279 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Algemeen Ontwikkelingen Ontwikkeling rentetarieven Uitzettingen Verstrekte leningen in het kader van de publieke taak Toezicht liquiditeitspositie en renterisconorm
279 279 280 281 284 284
3. Bedrijfsvoering ...................................................................................................... 287 3.1 3.2. 3.3 3.4
Personeel & Organisatie Informatievoorziening en -technologie Facilitaire dienstverlening Financiën & Control
287 290 291 291
4. Lokale heffingen .................................................................................................... 293 4.1 4.2. 4.3 4.4
Inleiding Beleid ten aanzien van lokale heffingen Lokale lastendruk Overige heffingen
293 293 293 294
5. Onderhoud kapitaalgoederen ................................................................................ 297 5.1 5.2 5.3
Onderhoud kapitaalgoederen wegen en kanalen Huisvesting ICT
297 298 298
6. Grondbeleid .......................................................................................................... 299 6.1 6.2 6.3 6.4
Inleiding Doelstellingen producten Resultaten grondexploitaties en winstneming Reserves, voorzieningen en risico’s
299 299 300 300
7. Verbonden partijen ................................................................................................ 301 7.1 7.2 7.3 7.5 7.8 7.9
Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Schoon/Veilig Groningen Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur
301 302 308 309 310 310
8. Duurzaamheid ....................................................................................................... 313
4
Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening
Deel 4 Jaarrekening 1. Financieel beleid 2014 en rekeningresultaat 2014 ................................................ 319 1.1 1.2
Financieel beleid 2014 Rekeningresultaat
319 320
2. Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening ................................................. 321 3. Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening ..................... 323 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Analyse saldo van baten en lasten Analyse mutaties op reserves Verdeling en omvang apparaatskosten Kapitaallasten Overzicht aanwending onvoorzien Incidentele baten en lasten per programma Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
323 334 337 340 340 341 346
4. Balans ................................................................................................................... 349 5. Toelichting op de balans ....................................................................................... 353 Deel 5 Bijlagen Realisatie per productgroep......................................................................................... 381 Single Information Single Audit 2014 ........................................................................... 411 Overzicht Nieuw beleid 2014 ....................................................................................... 412 Voortgangsrapportage Provinciale Meefinanciering .................................................... 417 Verantwoording Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 2010-2014 over het jaar 2014...................................................................................................................... 423 Rapportage Blauwestad 2014 ..................................................................................... 425 Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014.................................................................. 429 Financieel toezicht gemeentebegrotingen 2015 .......................................................... 439 Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken ........................................................... 441 Overzicht inhuur personeel .......................................................................................... 447 Controleverklaring ....................................................................................................... 449 kapitaallasten en berekening rente-omslag ................................................................. 451 Kostenverdeelstaat ...................................................................................................... 453 Subsidiestaat ............................................................................................................... 455 Relaties tussen programma’s, thema’s en productgroepen ......................................... 467
Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening
5
6
Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening
Inleiding Voor u ligt de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 van de provincie Groningen. Via onze website www.provinciegroningen.nl is de rekening te downloaden. Voorschriften De rekening is opgesteld volgens comptabiliteitsvoorschriften, vervat in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten van 17 januari 2003, hierna aan te duiden als BBV. Het BBV bevat de regels voor de opzet en de inrichting van de begroting en de jaarstukken voor gemeenten en provincies. Deze voorschriften hangen voor een belangrijk deel samen met de invoering van het duale systeem in maart 2003. Integratie van twee losse documenten tot één rekening Met ingang van begrotingsjaar 2014 is de Programmabegroting en Productenbegroting geïntegreerd tot één Programma- en Productenbegroting. Dit is bij de behandeling van de Programma- en Productenbegroting 2013, waarin een pilot was opgenomen met een nieuw stramien voor het programma Leven en wonen in Groningen, besloten door uw Staten. Omdat de rekening volgend is op de begroting, is de integratie van de Programmarekening en de Productenrekening tot één Programma- en Productenrekening met ingang van 2014 een logisch vervolg. In onderstaande tabel is ter verduidelijking de relatie tussen de begroting 2014 en de rekening 2014 weergegeven. BEGROTING 2014 Geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014
REKENING 2014 Geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014
Inleiding deel 1. Begroting 2014 in één oogopslag deel 2. Programmaplan 2014-2017 deel 3. Paragrafen deel 4. Financiële begroting 2014 a. financieel beleid 2014-2017 op hoofdlijnen b. overzicht baten en lasten c. meerjarenramingen 2014-2017 per programma Bijlagen bij de geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014
Inleiding deel 1. Politieke Verantwoording deel 2. Programmaverantwoording deel 3. Paragrafen deel 4. Jaarrekening
deel 5. Bijlagen bij de geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014
De onderdelen van de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 zoals opgenomen in voorgaande tabel worden hierna verder toegelicht. Deel 1 Jaarverslag Normaliter wordt in deel 1 van dit boekwerk een Politieke Verantwoording opgenomen. Daar zien we nu van af. Ten eerste omdat wij onlangs een evaluatie van het afgelopen collegeprogramma aan de Staten hebben aangeboden. Ten tweede heeft de rekening in één oogopslag geen toegevoegde waarde meer, omdat in deel 4 de rekening al op een overzichtelijke wijze wordt gepresenteerd. Deel 2 Programmaverantwoording De programmaverantwoording is het onderdeel van de rekening voor de Staten dat is opgebouwd uit zogenoemde programma’s. In 2003 hebben uw Staten uitspraken gedaan over het in de Programmabegroting en -rekening te hanteren onderscheid naar programma's (9 stuks) en subprogramma's, ook wel thema's genoemd. Om een voorbeeld te geven. Het programma Bestuur is op te delen in de thema's Provinciale Staten, Overige bestuursorganen, Bestuurlijke samenwerking en Communicatie. Op themaniveau vindt de autorisatie door uw Staten plaats. De indeling naar programma's vindt plaats volgens de meest recente POP+-indeling. In de Programmaverantwoording zijn per thema de in de Programmabegroting 2014 vastgestelde onderwerpen inhoudelijk verantwoord. Daarnaast zijn eventueel onderwerpen toegevoegd uit de Integrale Bijstelling 2013, de
Inleiding
7
Voorjaarsnota 2014 en de Integrale Bijstelling 2014 in verband met actualiteit. Tevens zijn per programma, per thema en per productgroep de geraamde lasten en baten vergeleken met de realisatie. In het nieuwe stramien voor de programmaverantwoording wordt bij elk programma gestart met het vermelden van de maatschappelijke doelen. Daarbij wordt een relatie gelegd met het collegeprogramma 2011 2015. Vervolgens worden per thema op het niveau van Provinciale Staten de doelen en beleidskader beschreven en wordt op het niveau van Gedeputeerde Staten een opsomming gegeven van de bij het betreffende thema behorende productgroepen met een korte omschrijving. In het nieuwe stramien is op verschillende onderdelen gewerkt met twee verschillende kleuren. Deze kleuren geven de verschillende actoren aan (oranje = Provinciale Staten, geel= Gedeputeerde Staten). Een nieuw onderdeel, ten opzichte van 2013, is de toevoeging van een pagina met kengetallen (themaniveau) en prestatie-indicatoren (productgroepniveau). Dit om bij de Voorjaarsnota en Integrale Bijstelling te kunnen werken met een digitale monitor. Conform de werkwijze met de digitale monitor die bij de Integrale Bijstelling 2014 is gepresenteerd, zijn de beleidsdoelen en doelstellingen alsmede de daaraan gekoppelde kengetallen en prestatie-indicatoren overgenomen vanuit de Begroting 2015. In deze begroting is namelijk een forse verbeterslag gemaakt ten aanzien van het SMART formuleren van deze items. Na het overzicht met kengetallen en prestatie-indicatoren worden als eerste de belangrijkste prioriteiten van het begrotingsjaar vermeld. Wij geven daarbij aan wat de geplande en wat de gerealiseerde resultaten zijn. Ook geven wij aan wat de hiermee corresponderende middelen zijn. Vervolgens worden per productgroep de overige prioriteiten inzichtelijk gemaakt waarbij eveneens het onderscheid in gepland en gerealiseerd is gemaakt. Hier is vooral het onderscheid tussen de kaderstellende taak van Provinciale Staten en de uitvoerende taak van Gedeputeerde Staten van belang. De belangrijkste prioriteiten moeten worden gezien als kaderstellend en behoren dus tot het domein van uw Staten. De prioriteiten op productgroepniveau zijn vooral uitvoerend en daarmee dus voorbehouden aan ons college. Op deze wijze proberen wij te bewerkstelligen dat wij een rekening opstellen, waaruit duidelijk blijkt welke informatie voor welke actor is. Documenten dienen immers goed aan te sluiten bij de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren. De financiële tabel lasten en baten per thema is qua opzet vrijwel gelijk aan die in de Programmabegroting 2014. Deel 3 Paragrafen In de paragrafen worden de onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie van de provincie, conform de voorschriften van het BBV. Deel 3 bevat onder andere beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede de lokale heffingen. Via deze paragrafen kunnen de Staten ook hier nadrukkelijk zelf de beleidsuitgangspunten vaststellen. Het gaat bijvoorbeeld om het aangeven van het beleid over het weerstandsvermogen: daarbij geven wij inzicht in het huidige risicoprofiel, welke beheersmaatregelen er worden genomen om de risico’s zo beperkt mogelijk te houden en hoe de benodigde weerstandscapaciteit zich verhoudt tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Het BBV stelt een aantal paragrafen in zowel de begroting als het jaarverslag verplicht, waarbij de provincies een grote vrijheid hebben bij de invulling ervan. Het BBV schrijft voor, dat de rekening voor de Staten tenminste de volgende paragrafen bevat: weerstandsvermogen en risicobeheersing, financiering, bedrijfsvoering, lokale heffingen, onderhoud kapitaalgoederen, grondbeleid en verbonden partijen. Het te voeren grondbeleid is nader uitgewerkt in de Nota Grondbeleid. In de paragraaf Duurzaamheid wordt per thema (thema’s per programma) aangeven wat de belangrijke beleidsontwikkelingen, activiteiten en projecten zijn, waarin duurzaamheid een belangrijk onderdeel vormt. Deel 4 Jaarrekening In dit deel is het Financieel beleid 2014 en het rekeningsresultaat opgenomen. Daarnaast treft u in deel 4 het Overzicht van baten en lasten en de Balans en een toelichting op beide aan. Deel 5 Bijlagen In deel 5 is een aantal bijlagen opgenomen. Deels betreft dit verplicht voorgeschreven bijlagen op basis van de BBV en deel betreft dit bijlagen welke op verzoek van uw Staten zijn opgenomen in de jaarstukken.
8
Inleiding
Deel 1 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 Politieke Verantwoording
1
Inleiding
Normaliter wordt in deel 1 van dit boekwerk een Politieke Verantwoording opgenomen. Daar zien we nu van af. Ten eerste omdat wij onlangs een evaluatie van het afgelopen collegeprogramma aan de Staten hebben aangeboden. Ten tweede heeft de rekening in één oogopslag geen toegevoegde waarde meer, omdat in deel 4 de rekening al op een overzichtelijke wijze wordt gepresenteerd.
Politieke verantwoording
11
12
Politieke verantwoording
Deel 2 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 Programmaverantwoording Beschrijving en middeleninzet per programma
Inleiding In dit deel van de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 wordt bij elk programma en de daarbinnen te onderscheiden thema’s een beschrijving gegeven van het gevoerde beleid. Daarbij zullen drie vragen als leidraad dienen: Wat hebben wij bereikt?, Wat hebben we daarvoor gedaan? en Wat heeft het gekost? Dit deel van de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 is als volgt opgebouwd. Allereerst worden in de hoofdstukken 1 tot en met 10 de verschillende programma’s verantwoord. Dit geschiedt in de eerste plaats inhoudelijk. Telkens zal daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen voorgenomen beleid en uitgevoerde acties. Aan het slot van elk hoofdstuk staan de financiële consequenties van het uitgevoerde beleid. In hoofdstuk 11 worden de algemene middelen toegelicht.
Inleiding
15
16
Inleiding
1.
Leven en wonen in Groningen
Inleiding Het programma Leven en wonen in Groningen bestaat uit het thema Wonen en leefbaarheid. Wij werken aan een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving. Bij de ruimtelijke ordening en ontwikkeling van onze provincie streven wij naar een duurzame ruimtelijke kwaliteit. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: Wij willen de kwaliteit en bereikbaarheid van voorzieningen op peil brengen en houden. Duurzaamheid en leefbaarheid zijn gebaat bij de versterking van de groene en blauwe ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent voor ons bij gebiedsopgaven een integrale aanpak van landschap, landschapselementen, water, energie en landbouw. We willen een balans tussen enerzijds beschermen en anderzijds economische ontwikkeling. In de economische kerngebieden (Regio Groningen-Assen, in de Eemsdelta, in Hoogezand, Winschoten, Stadskanaal en Veendam) bieden we veel ruimte aan wonen en bedrijvigheid. In het landelijk gebied zijn we daarin terughoudend. De woningbouwprogrammering wordt kwantitatief en kwalitatief regionaal afgestemd.
Leven en wonen in Groningen
17
1.1
Wonen en leefbaarheid
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Het realiseren van een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving met een duurzame ruimtelijke kwaliteit.
PS
Beleidskader:
Provinciaal Omgevingsplan en Provinciale Omgevingsverordening Beleidskader Stedelijke Vernieuwing 2010-2014 Nota Ruimte voor daadkracht
GS Productgroep 9101 Ruimtelijke ontwikkeling
Ontwikkelen van strategisch ruimtelijk beleid Handhaven en versterken van kernkarakteristieken van de provincie
Productgroep 9102 Realisatie ruimtelijk beleid
Inzet van bestuurlijke en proactieve juridische sturingsinstrumenten ter realisering van ruimtelijk beleid Toezien dat provinciale ruimtelijke belangen worden geborgd in bestemmingsplannnen en andere ruimtelijke plannen en besluiten van gemeenten Voorbereiden en vaststellen provinciale inpassingsplannen
Productgroep 9201 Wonen
Doorslaggevende rol bij het opvangen van de gevolgen van de bevolkingsdaling Toezien dat gemeenten voldoen aan hun taakstellingen huisvesting vergunninghouders Activeren en ondersteunen plannen van inwoners voor de bijdrage aan de leefbaarheid Doorslaggevende rol bij totstandbrenging van samenwerking tussen partijen in het kader van leefbaarheid Waar nodig faciliteren dat woon- en leefbaarheidsplannen voor de krimpgebieden met urgentie worden uitgevoerd Initiëren en doorslag geven bij samenwerking tussen drie Topkrimpgebieden in Nederland en anticipeergebieden Initiëren dat krimpproblematiek bij Tweede Kamer en ministers volwaardig meegewogen wordt bij maatregelen en te ontwikkelen beleid
18
Leven en wonen in Groningen
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
Waardering van de Groningers van de kwaliteit van de leefomgeving 1)
Groninger Panel
2010
Gerealiseerd 2012
2011
2013
2014 gemiddeld 7,7
1)
De provincie Groningen heeft het Sociaal Planbureau Groningen gevraagd om jaarlijks het Groninger Panel te vragen naar hun oordeel over de kwaliteit van hun directe woonomgeving. Daaronder wordt het dorp of de buurt verstaan waarin de respondent woont. In november 2014 is deze vraag voor het eerst opgenomen in de vragenlijst "Trots op Groningen". In totaal hebben 1.452 (66%) panelleden verspreid over de provincie Groningen deze vraag beantwoord.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
9201
Alle 23 gemeenten halen hun halfjaarlijkse taakstelling huisvesting vergunninghouders
Bron
2010
2011
2012 e
Huisvestingswet artikel 60b
2e halfjaar: 20 gemeenten
Streefwaarden
2013
2014 e
2014 e
2015
1 halfjaar: 20 gemeenten
1 halfjaar: 22 gemeenten
1 halfjaar: 1 halfjaar: 23 23 gemeenten gemeenten
2e halfjaar: 22 gemeenten
2e halfjaar: 21 gemeenten
2e halfjaar: 2e halfjaar: 23 23 gemeenten gemeenten
Leven en wonen in Groningen
2016
2017
cf. 2015
cf. 2015
e
19
Actueel belangrijke onderwerpen Bezuiniging overheveling bouwblokken/maatmethode naar gemeenten Beleid en doelen op termijn In de agrarische sector is schaalvergroting aan de orde van de dag. Stallen worden vergroot en bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken worden toegevoegd. Wij hebben de zogenoemde bouwblokop-maatmethode ontwikkeld ten behoeve van een verantwoorde landschappelijke inpassing en om er tevens voor te zorgen dat bedrijven in de toekomst goed kunnen blijven functioneren. Recentelijk hebben wij twee randvoorwaarden toegevoegd aan de provinciale omgevingsverordening. De eerste ter voorkoming van nachtelijke lichtuitstraling en de tweede om ook het woon- en leefklimaat van direct omwonenden bij het planproces te betrekken. Wij handhaven de maatwerkbenadering. De verantwoordelijkheid voor de maatwerkbenadering tot 2 hectare blijft bij de gemeenten. Voor de ondersteuning door Libau hebben wij tot en met het jaar 2015 een bedrag gereserveerd van € 125.000 op jaarbasis. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland In beperktere mate financieel ondersteunen van Libau.
Wanneer gereed Gepland 2015
Gerealiseerd Begin 2015 zal de laatste subsidie van maximaal € 125.000 worden toegekend.
Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van € 250.000 per jaar beschikbaar gesteld ten laste van de algemene middelen. (Zie ook collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 zijn deze middelen met ingang van 2014 beperkt met 50% tot een bedrag van € 125.000.
20
Gerealiseerd Er is aan Libau conform de Voorjaarsnota 2013 een lager bedrag toegekend voor advisering bij de bouwblok-op-maatmethode, nl. € 125.000. Libau heeft de halvering voor eigen kosten intern opgelost waardoor de resultaten niet noemenswaardig minder zijn geworden.
Besteed De bezuinigingen zijn verwerkt, aan Libau is conform begroting een bedrag toegekend van € 125.000.
Leven en wonen in Groningen
Start uitvoering nota 'Ruimte voor daadkracht', provinciaal beleid bevolkingsdaling Beleid en doelen op termijn Uitvoering van de woon- en leefbaarheidsplannen. De provincie zet zich daarvoor in conform de nota 'Ruimte voor daadkracht' met als doel de gevolgen van de bevolkingsdaling zo goed mogelijk op te vangen. Daarbij hebben we de slag gemaakt van het opstellen van plannen naar (ondersteuning van) de concrete uitvoering. Wij vinden dat burgers en ondernemers daarbij een belangrijke rol vervullen, zodat er daadwerkelijk wordt bijgedragen aan hun eigen woon- en leefomgeving. We werken samen met de andere topkrimpprovincies - Zeeland en Limburg - onder andere om zoveel mogelijk steun voor het krimpbeleid te vinden bij het Rijk. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Implementatie van de woon- en Implementatie woon- en leefbaarheidsplannen is leefbaarheidsplannen waarmee wij een in uitvoering in de drie krimpregio's te weten bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de Eemsdelta, Oost-Groningen en De Marne vanaf krimpgebieden in onze provincie. Over de 2011 tot 2020. In de 2 krimpregio’s de Marne en voortgang hiervan zullen we rapporteren. Eemsdelta verloopt de uitvoering volgens plan en zijn programma’s en projecten volop in de uitvoering. In de krimpregio Oost-Groningen is men nog in de voorbereidende fase en moet een MKBA leiden tot een regionaal afgestemd woonen leefbaarheidsplan. We maken de stand op van de Samenwerking met het Rijk, zoals vastgelegd in samenwerking met het Rijk, zoals we die convenant 'Groningen op koers' is in uitvoering hebben vastgelegd in het convenant volgens plan. De tussenevaluatie is opgetekend 'Groningen op koers'. in een (digitale) overzichtskrant en vastgesteld in april 2014. In het najaar is de opdracht voor een gezamenlijke evaluatie van de convenanten Groningen, Zeeland en Limburg met het Rijk in gang gezet. De gezamenlijke evaluatie heeft plaatsgevonden eind december 2014 en wordt eind februari 2015 opgeleverd. We zetten de samenwerking met Zeeland, Samenwerking met Zeeland, Limburg en de Limburg en de noordelijke krimpprovincies noordelijke krimpprovincies verloopt volgens voort. plan. Zo heeft bestuurlijk afstemming plaatsgevonden met het Rijk over onder meer de beleidsdoorlichting op de inzet van het ministerie van BZK met betrekking tot het programma bevolkingsdaling. De gezamenlijke lobby met de andere Gezamenlijke lobby met andere topkrimpprovincies richting het Rijk wordt topkrimpprovincies verloopt volgens plan. voortgezet. Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Voor de periode 2011-2020 is jaarlijks beschikbaar: € 3.000.000 uit de reserve Leefbaarheid; € 425.000 uit ISV-3; € 1.355.000 uit aandeel rijksbudget krimpsloop.
Gerealiseerd 2014 en convenant februari 2015 Besteed We hebben het vierde achtereenvolgende jaar gehad waarin subsidies in het kader van de leefbaarheid zijn toegekend. Er zijn inmiddels meer dan 100 projecten gesubsidieerd. In de jaren 2011 tot en met 2014 is van die subsidies een totaalbedrag van ca. € 11,8 miljoen ten laste van de reserve Leefbaarheid gebracht en is ca. € 1,3 miljoen ten laste van aandeel ISV-3 gebracht en ca. € 9,9 miljoen ten laste van het aandeel Rijk krimpsloop. Voor het jaar 2014 hebben we uit de reserve Leefbaarheid Krimpgebieden bijna € 5 miljoen betaald; uit ISV-3 ca. € 0,6 miljoen en uit het aandeel Rijksbudget krimpsloop bijna € 8 miljoen betaald.
Leven en wonen in Groningen
21
De mate van betalingen van de subsidieregeling Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden is sterk afhankelijk van de omvang van de ingediende subsidieaanvragen en van de mate waarin de reeds gesubsidieerde middelen worden gedeclareerd.
22
Leven en wonen in Groningen
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Ruimtelijke ontwikkeling (productgroep 9101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Handhaven en versterken van de kernkarakteristieken van de provincie Groningen advisering over optimale inpassing van infrastructurele projecten (wegen, kanalen, kunstwerken, fietspaden, spoorwegen etc.) in het landschap of het stedelijk gebied zoals N361 en Zuidelijke Ringweg;
advisering over optimale ruimtelijke inpassing van de provinciale energieopgaven bijv. de windparken N33, Delfzijl en Eemshaven; ook worden vanuit ontwerpend onderzoek uitgangspunten geformuleerd voor landschappelijke inpassing van andere energiemodaliteiten (zon, biomassa); adviseren en beoordelen van ruimtelijke ontwikkelingen zoals bestemmingsplannen en structuurvisies.
Gerealiseerd Handhaven en versterken van de kernkarakteristieken van de provincie Groningen
Advisering over inpassing van infrastructurele projecten: - Zitting in het Qteam heeft ertoe geleid dat de Zuidelijke Ringweg als aantrekkelijke 'parkway' zal worden ingericht. De ambities en het kader voor de vormgeving bij de uitvoering zijn in het Esthetisch Programma van Eisen (EPVE) verbeeld. - Zitting in het Qteam Spoorzone heeft ertoe geleid dat de monumentale delen van het stationsgebied Groningen ook in de toekomst een volwaardige plaats krijgen. De ontwerpambities voor stationsgebied zijn in het boekje 'Mooi' in beeld gebracht, als hulpmiddel bij nadere besluitvorming. - De landschappelijke en stedenbouwkundige uitgangspunten voor de Blauwe Loper, Blauwestad-Winschoten zijn vastgesteld. - Voor het noordelijke deel van de N361 is een landschappelijke visie opgesteld en vastgesteld. Voor het zuidelijk deel is een maatregelenpakket opgesteld, dat begin 2015 de inspraak ingaat. Advisering over zonnepanelenpark Geefsweer heeft geleid tot een verantwoorde locatiekeuze en een aanvaardbare landschappelijke inpassing.
Adviseren en beoordelen van ruimtelijke ontwikkelingen: - Advisering over de ruimtelijke inpassing van het datahotel 'Google' in het deelgebied ZuidOost bij de Eemshaven heeft mede bijgedragen aan definitieve vestiging van dit bedrijf in de Eemshaven. De advisering heeft tevens geleid tot een zorgvuldig ruimtelijk ontwerp met een robuuste groen- en waterstructuur. - De Kwaliteitskaart 'kernkarakteristieken e landschap' is gereedgekomen, de 2 fase wordt in 2015 uitgevoerd. - Opdracht tot een 'kookboek' voor gemeenten voor kleinschalige ingrepen in het landelijk gebied is verleend aan Libau en wordt in 2015 uitgebracht. - De landschapsanalyse met betrekking tot uitbreiding melkfabriek Bedum heeft geleid tot
Leven en wonen in Groningen
23
-
werkbare opties. Masterplan Kust en Erfgoed is gereed gekomen. De opgedane kennis is reeds benut als input voor de Omgevingsvisie.
Realisatie ruimtelijk beleid (productgroep 9102) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Toezien dat bij ruimtelijke projecten in de provincie het provinciaal ruimtelijk belang wordt geborgd voorgenomen provinciale ruimtelijke ontwikkelingen planologisch mogelijk maken;
-
toezien dat bij bestemmingsplannen en andere ruimtelijk relevante besluiten het provinciaal ruimtelijk belang wordt geborgd, door middel van de volgende toetsing aan de Omgevingsverordening: voorkantsturing (kennisoverdracht, relatiebeheer en overleg): 1. samen met de VGG vier themabijeenkomsten houden waarin kennis wordt uitgewisseld over actuele onderwerpen;
2. bijdragen aan de actualisering van bestemmingsplannen voor de Eemshaven en voor het industriegebied Oosterhorn;
24
Er hebben voorbereidende werkzaamheden plaatsgevonden ten behoeve van een drietal inpassingsplannen die in 2015 de formele procedure zullen ingaan (vooroverleg en/of ontwerp- en/of vaststellingsprocedure). Het gaat om de volgende drie inpassingsplannen: 1. Realiseren Ecologische Hoofdstructuur (natuurnetwerk) bij Westerbroek. Planning: terinzagelegging ontwerp (zienswijzefase) in het voorjaar van 2015. 2. N366: verdubbeling weg Veendam-Nieuwe Pekela en verbreding weg Nieuwe PekelaStadskanaal. Planning: start inspraak en vooroverleg over voorontwerp in februari 2015. 3. Opstelterrein treinen Haren (De Vork Essen/Haren). Planning: start inspraak en vooroverleg over voorontwerp eind januari 2015. In het kader van door gemeenten opgestelde bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten wordt op de hierna te benoemen wijzen toegezien op de borging van het provinciaal ruimtelijk belang. - voorkantsturing: 1. In april 2014 vond een kennisuitwisselingsbijeenkomst Kwaliteitsgids Landschap plaats. De kwaliteitsgids betreft een project waarin de bij de provincie beschikbare informatie op het terrein van ‘landschap’, ‘ruimtelijke kwaliteit’ en ‘cultuurhistorie’ richting gemeenten en waterschappen wordt ontsloten, met als doel deze informatie door de betrokken partijen te laten gebruiken bij het tot stand brengen van ruimtelijke plannen. Op de kwaliteitskaart is de samenhangende landschappelijke hoofdstructuur van Groningen op inspirerende wijze verbeeld. 2. In samenwerking en in overleg met de gemeenten Delfzijl en Eemsmond is gewerkt aan het opstellen van: o een regieplan OosterhornEemshaven, vastgesteld door PS in november 2014;
Leven en wonen in Groningen
een provinciale structuurvisie Eemsmond-Delfzijl. De visie is leidend voor de uitwerking in de bestemmingsplannen voor de zeehaven-/industrieterreinen Eemshaven en Oosterhorn. Medio 2014 is een start gemaakt met het actualiseren van beide bestemmingsplannen inclusief het opstellen van een Plan-MER. 3. Er is aan vier keukentafelgesprekken voor agrarische schaalvergroting boven 2 ha deelgenomen. Het betrof gesprekken over de uitbreiding van drie melkrundveehouderijen en één varkenshouderij. Er zijn op de volgende aantallen uitvoeringsbesluiten op grond van de omgevingsverordening genomen: o ontheffingen: 23 o verklaring van geen bedenkingen: 1 o wijziging begrenzing buitengebied: 4 o principe-uitspraken: 14 o nadere regels: 0 Er is toegezien op de naleving van de Omgevingsverordening middels de volgende provinciale reacties: o
3. deelnemen aan keukentafelgesprekken voor agrarische schaalvergroting boven 2 ha;
-
op aanvraag nemen van uitvoeringsbesluiten op grond van de Omgevingsverordening (ontheffing, verklaring van geen bedenkingen, wijziging grens buitengebied, doen van principe-uitspraken, vaststellen nadere regels);
-
-
toezien op de naleving van de Omgevingsverordening (overleg en toetsing, zo nodig gevolgd door het indienen van een zienswijze, instellen van beroep, het geven van een reactieve aanwijzing, bestuursrechtelijke handhaving verzoeken aan gemeenten: o overleg over voorontwerpstructuurvisies van gemeenten: 4; o overleg over voorontwerp-ruimtelijke plannen en -besluiten: 120; o toetsen van ontwerp-ruimtelijke plannen en -besluiten: 170; o toetsen vastgesteld ruimtelijke plannen en -besluiten: 160.
-
schorsing en vernietiging en 'indeplaatstreding' bij taakverwaarlozing.
o
overleg over structuurvisies: 1
overleg over voorontwerp-ruimtelijke plannen en -besluiten: 76 o toetsen van ontwerp-ruimtelijke plannen en -besluiten: 153 o toetsen van vastgestelde ruimtelijke plannen en -besluiten: 122 NB. Van de bovengenoemde afgehandelde 395 zaken in 2014 zijn per 17 februari 2014 223 zaken door het Snelloket afgehandeld. Het Snelloket is als uitvloeisel van het project 'Minder regels, betere dienstverlening' en bij wijze van proef ingesteld om de afhandeltermijn van ruimtelijke plannen bij de provincie te versnellen, in het belang van een betere dienstverlening richting onder meer gemeenten, bedrijven en burgers. Het Snelloket is geen fysiek loket, maar een andere werkwijze bij de afhandeling van nietcomplexe ruimtelijke aangelegenheden. Wij hebben geen gebruik gemaakt van onze bevoegdheden op het gebied van ‘schorsing en vernietiging’ en op het gebied van ‘indeplaatstreding’ bij taakverwaarlozing. o
Leven en wonen in Groningen
25
Wonen (productgroep 9201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Monitoren woningbouw en transformatie woningvoorraad per regio en gemeente en de resultaten rapporteren.
Faciliteren dat gemeenten voor 1 januari 2015 beschikken over een goede woonvisie Ondersteunen en faciliteren van de regio's dan wel gemeenten bij het maken van woonvisies. Vanaf 2015 moeten alle gemeentelijke bestemmingsplannen namelijk passen binnen een regionale dan wel gemeentelijke woonvisie.
Toezien dat gemeenten voldoen aan hun taakstellingen huisvesting vergunninghouders Monitoring realisatiecijfers per gemeente van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA).
26
Ingeval taakstelling niet worden gerealiseerd, dan dienen wij wettelijk te voorzien in de uitvoering ten laste van de gemeente. Wij voeren bestuurlijk overleg over de te ondernemen stappen.
Gerealiseerd Gestart is met de nieuwe woningmarktmonitor Oost-Groningen. De ombouw van de oude monitor heeft meer tijd gekost dan voorzien. Hierdoor zal oplevering begin 2015 plaatsvinden. Woningmarktmonitor Eemsdelta is gerealiseerd. Met ingang van 2014 is de frequentie van Woningmarktmonitor Groningen-Assen verlaagd naar tweemaal per jaar. In de Regio Groningen-Assen steeg het aantal verkochte bestaande woningen in 2014 met 30%. Ook werden er meer bouwvergunningen afgegeven. Ook het aantal verkochte nieuwbouwwoningen nam fors toe van 315 in 2013 tot 707 in 2014, een stijging van ruim 100%.
Op 4 gemeenten in het Westerkwartier en de zeven Oost-Groninger gemeenten na, beschikten alle gemeenten op 31 december 2014 over een actuele woonvisie. De gemeenten Marum, Leek, Grootegast en Zuidhorn uit het Westerkwartier hebben samen een woonvisie opgesteld. Deze is in maart 2015 vastgesteld door de gemeenteraden van Marum, Leek en Zuidhorn. Grootegast stelt de visie op 21 april 2015 vast. De gemeenten in Oost-Groningen zijn te laat gestart om de woonvisies op tijd af te hebben. Vlagtwedde heeft sinds 23 maart 2015 een vastgestelde woonvisie.
Realisatiecijfers op het gebied van huisvesting vergunninghouders worden maandelijks gemonitord. Voor de toezichthouderstaak zijn echter alleen de cijfers op 1 januari en 1 juli van belang. Deze hebben extra aandacht gekregen en zijn in geval er sprake leek van een achterstand bij de betrokken gemeenten nagetrokken. Ondanks de fors hogere taakstelling in 2014 -167 extra te plaatsen vergunninghouders- zijn praktisch alle gemeenten er in geslaagd de taakstelling te realiseren. Voor de taakstelling 2014-1 is in de plaats getreden voor 1 gemeente en voor 2014-2 voor 2 gemeenten. De taakstelling 2014-1 is inmiddels uitgevoerd. Op provinciaal niveau hebben de gezamenlijke gemeenten in 2014 100 vergunninghouders meer geplaatst dan waartoe ze volgens de taakstelling wettelijk zijn gehouden. De provincie Groningen loopt daarmee samen met de provincies Friesland en Overijssel voorop bij de uitvoering van de taakstellingen.
Leven en wonen in Groningen
Lasten/baten en analyse thema Wonen en leefbaarheid Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013 Apparaatskosten
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 4.353.248 3.540.266 4.299.765
Kapitaallasten 9101 Ruimtelijke ontwikkeling 9102 Realisatie ruimtelijk beleid 9201 Wonen
118.392 8.177.715 -14.444 9.773.371
rekening 2014
verschil
3.713.691
586.074
32.580 43.680 43.940 2.325.344 8.905.166 16.422.894 19.668 19.668 12.237 7.310.683 21.529.237 15.110.631
-260 -7.517.728 7.432 6.418.606
Totaal lasten 22.408.283 13.228.541 34.797.516 35.303.392
-505.876
9101 Ruimtelijke ontwikkeling 9102 Realisatie ruimtelijk beleid 9201 Wonen Totaal baten
3.644.224 1.236 1.519.353 5.164.813
183.733 8.598.258 4.663.147 0 0 618 0 2.775.249 6.100.595 183.733 11.373.507 10.764.360
-3.935.111 618 3.325.346 -609.147
Totaal saldo lasten-baten 17.243.470 13.044.808 23.424.009 24.539.032
-1.115.023
LASTEN Apparaatskosten
586.074
Kapitaallasten
-260
Programmakosten Productgroep 9101 Ruimtelijke ontwikkeling De lasten voor Blauwestad zijn hoger dan geraamd, dit kan worden verklaard door de volgende oorzaken: - In het kader van de jaarrekening heeft een herwaardering van de -11.550.000 investering van Blauwestad plaatsgevonden. Jaarlijks wordt beoordeeld of er een herwaardering dient plaats te vinden. - De kosten voor de exploitatie van Blauwestad zijn lager dan begroot 3.734.872 en kan hoofdzakelijk worden verklaard door de volgende oorzaken. Voor het bouw- en woonrijp maken van gronden (€ 1.791.981), de kosten voor de aanleg van hoofdinfrastructuur (€ 657.148) en de kosten voor tijdelijke inrichting (€ 516.264) zijn de kosten lager dan begroot omdat gemeente Oldambt geen verzoeken heeft ingediend. De begrote stelpost voor inflatie (€ 618.000) is over de werkelijke kosten verdeeld. De aanspraak op de raming voor onvoorziene kosten is lager dan begroot (€ 236.047) er waren in 2014 nauwelijks onvoorziene kosten behoudens de sloop van een object. Daarnaast vielen de kosten voor beheer en onderhoud lager uit (€ 211.683). Voor het projectbureau en overige zaken werden meer kosten gemaakt dan begroot (€ 296.251). Deze overschrijding is grotendeels te verklaren door de inzet van extra middelen voor communicatie, pr en marketing en tevens door een hogere afdracht van onroerendezaakbelasting. - Lagere rentelasten door lagere uitgaven voor Blauwestad. 160.258 - De kosten voor Bouwheerschap en Actualisering gegevens RO 128.845 variëren jaarlijks. In 2014 zijn beide budgetten niet geheel nodig geweest voor de nodige uitgaven. - Overige afwijkingen 8.298
Leven en wonen in Groningen
-7.517.727
27
Productgroep 9201 Wonen - Uit het investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV) 3 is een bedrag van € 3.000.000 gereserveerd voor het fonds particuliere woningverbetering. In 2012 is in totaal € 1.000.000 in het provinciaal fonds particuliere woningverbetering (PWV) gestort en ten laste van de ISV3 middelen gebracht. Inmiddels zijn leningen verstrekt en is de looptijd van de regeling afgelopen (2014 laatste jaar). De administratieve verwerking van de leningen is de afgelopen jaren niet juist geweest. De middelen zijn overgemaakt op een provinciale rekening bij de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). SVn voert de regeling uit voor de provincie. Vanaf de rekening zijn leningen aan particulieren verstrekt met een looptijd van 15 jaar. De gehele mutatie met betrekking tot de uitbetaalde € 1.000.000 en de verstrekte leningen had via de balans van de provincie moeten worden verantwoord (langlopende leningen en rekening-courant) in plaats van ten laste van de ISV3-middelen. Dit is in 2014 alsnog gecorrigeerd en is € 1.000.000 weer ten gunste van de ISV3-middelen geboekt. In 2014 was nog een bedrag van € 2.001.000 geraamd voor het fonds. Per saldo een afwijking van € 3.001.000. Daarnaast is een bedrag van € 2.070.000 voor ISV3 wonen geraamd. In 2014 is hiervan € 692.803 daadwerkelijk uitbetaald. Van de al toegekende subsidies is minder dan het verwachte bedrag gedeclareerd. De niet benutte middelen blijven beschikbaar in de reserve Leefbaarheid. - Van de programma's Stads- en Dorpsvernieuwing (SDV), ISV1 en ISV2 zijn nog niet alle projecten afgerond. Verwachte financiële afrondingen in 2014 hebben niet plaatsgevonden en volgen later. De middelen daarvoor blijven beschikbaar. - De mate van bestedingen van de subsidieregeling Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden is sterk afhankelijk van de omvang van de ingediende subsidieaanvragen en van de mate waarin de reeds gesubsidieerde middelen worden gedeclareerd. In 2014 is minder gedeclareerd dan begroot. De middelen blijven beschikbaar in de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden. - Door drie gemeenten aangedragen projecten in het kader van de subsidieregeling Leefbaarheid niet Krimpgebieden vinden hoofdzakelijk in het jaar 2015 plaats. Daarom is het budget in 2014 niet volledig besteed. Om onze toezegging aan de gemeenten gestand te kunnen doen is bij de Integrale Bijstelling 2014 besloten de resterende middelen van € 142.200 over te boeken naar 2015. - De subsidieregeling voor het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap is in 2014 geëindigd. Er is geen gebruik gemaakt van het volledige budget. - Overige afwijkingen.
4.378.197
1.584.740
287.008
142.200
19.678 6.783 6.418.606
Overige afwijkingen
7.431
Totaal afwijking programmakosten
-1.091.690
Totaal afwijking lasten
28
-505.876
Leven en wonen in Groningen
BATEN Programmabaten Productgroep 9101 Ruimtelijke ontwikkeling - De baten voor Blauwestad zijn lager dan geraamd, dit kan worden verklaard door de volgende oorzaken: - Omdat de kosten lager zijn uitgevallen, zijn ook de baten navenant lager (zijn immers voor de provinciale begroting aan elkaar gelijk). - De baten blijven achter omdat de verkoop van kavels achterblijft bij de prognose. Ook zijn minder herbestemmingsgronden verkocht dan begroot. - Overige afwijkingen.
-3.363.010
-264.120 -39.981 -3.935.111
Productgroep 9201 Wonen - Op de balans staan onder vooruitontvangen bedragen van het rijk nog de middelen voor SDV, ISV1 en 2. Per 1 januari 2011 zijn de ISV3middelen als decentralisatie-uitkering overgeheveld naar het Provinciefonds. Als gevolg daarvan is de Wet stedelijke vernieuwing ingetrokken en is er geen verantwoordingsplicht meer richting het Rijk. De SDV- en ISV1- en ISV2-middelen kunnen niet meer als schuld aan het Rijk worden opgenomen en zijn ten gunste van de exploitatie geboekt. Dit had al in 2011 op deze verwerkt moeten worden, maar is toen niet gebeurd. Wel zijn de middelen voor ISV3 aan de reserve Leefbaarheid toegevoegd. Voor zover er nog verplichtingen op drukken is het bedrag toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. Dit in lijn met ISV3. De vrij besteedbare middelen vallen vrij ten gunste van het rekeningresultaat 2014. In totaal is een bedrag van € 3.695.076 toegevoegd aan de reserve en € 1.148.364 vrijgevallen. Daarnaast is er in 2014 minder besteed dan begroot waardoor er ten opzichte van de raming een nadelig effect van € 1.584.740 is ontstaan. Resumerend € 3.695.076 + € 1.148.364 - € 1.584.740 = € 3.258.700. - Overige afwijkingen.
3.258.700
66.646 3.325.346
Overige afwijkingen
618
Totaal afwijking baten
-609.147
Saldo afwijking lasten-baten
-1.115.023
Leven en wonen in Groningen
29
30
Leven en wonen in Groningen
2.
Ondernemend Groningen
Inleiding Het programma Ondernemend Groningen bestaat uit het thema Bedrijvigheid. Dit programma richt zich op een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid in combinatie met behoud en versterking van de fysieke omgeving. Hierbij gaat het o.a. om een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven met een goede kennisinfrastructuur, innovatiemogelijkheden, een goed functionerende arbeidsmarkt en een goede bereikbaarheid. Centrale thema's hierbij zijn werk en energie. Tevens willen wij samen met andere partijen investeren in de arbeidsmarktkansen voor jongeren. Concreet is hierover in het collegeprogramma incl. addendum het volgende opgenomen: Naast het handhaven van de speerpuntsectoren in het provinciaal economisch beleid, zetten we in op de drie topgebieden Energie, Life Sciences/Healthy Ageing en Biobased Economy. We willen zowel voor bestaande bedrijven als voor nieuwe bedrijven aantrekkelijker voorwaarden creëren om zich hier te vestigen: een uitstekende ICT-, onderwijs- en verkeersinfrastructuur en een goed leefklimaat. Voor de versterking van de toeristische infrastructuur maken we extra middelen vrij. Het versterken van de kenniseconomie, door samenwerking tussen Groninger bedrijven en kennisinstellingen te stimuleren, vinden wij belangrijk. Wij zien kansen in een gemeenschappelijke promotie van Groningen als vestigingsplaats voor bedrijven. Meer Groningers moeten werk krijgen door arbeidsmarkt en opleiding nog beter op elkaar af te stemmen. We willen participatiemogelijkheden van jongeren op de arbeidsmarkt vergroten. We zien dit als een prioriteit in ons bestaande arbeidsmarktbeleid.
Ondernemend Groningen
31
2.1
Bedrijvigheid
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Ondanks de economische recessie waar we stevig mee geconfronteerd zijn, blijven we in noordelijk verband streven naar het samengaan van economie en omgeving. Dat wil zeggen een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid. Wij stellen ons tot doel om Groningen een nog stevigere plaats in het nationale topsectorenbeleid te laten verkrijgen op het terrein van energie. Deze aansluiting willen we ook verkrijgen op de terreinen Healthy Ageing en Biobased Economy/Agribusiness. Ons mkb zal meer gaan innoveren en duurzamer ondernemen. Het opleidingsniveau van de medewerkers mkb zal omhoog moeten en er zal meer geëxporteerd worden.
PS
Beleidskader:
Economisch Actieprogramma Groningen 2012-2015
GS Productgroep 6101 Toerisme en recreatie
Verbeteren en uitbreiden toeristisch-recreatieve voorzieningen
Productgroep 7001
In kaart brengen ondernemingen en werkgelegenheid via vestigingenregister
Algemeen economische zaken
Productgroep 7002 Promotie en acquisitie
Subsidiëren van (economische) projecten
Productgroep 7003 Toeristische promotie
Voorbereiding, opdrachtverlening en subsidiëring activiteiten ter versterking toeristisch imago provincie Groningen
Productgroep 7103
Bijdrage leveren aan goede werking arbeidsmarkt
Werkgelegenheid en arbeidsmarkt
Productgroep 7106 Regioprogramma's
Projecten genereren die in aanmerking komen voor Europese en nationale subsidies en subsidieprogramma's ontwikkelen en hiervoor ook de financiering organiseren
Productgroep 7107 Provinciale bedrijven
Behartigen provinciale inbreng in provinciale bedrijven NOM en GSP
Productgroep 7108 Fysieke bedrijfsomgeving
Beïnvloeden aanbod bedrijventerreinen en logistieke voorzieningen
Productgroep 7109 Marktsectoren
Voorlichting, verwerving projecten ter invulling innovatie- en speerpuntenbeleid
Productgroep 7201 Nutsvoorzieningen
Behartigen provinciale inbreng in Essent en Waterbedrijf Groningen
32
Ondernemend Groningen
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
Aantal werkzame personen in provincie Groningen t.o.v. heel Nederland
LISA
Percentage werkzame personen in provincie Groningen t.o.v. heel Nederland
LISA
1)
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
Gron.: 271.630
Gron.: 278.940
Gron.: 278.690
Gron.: 271.950
NL: 8.127.830
NL: 8.170.200
NL: 8.113.730
NL: 8.017.140
3,3%
3,4%
3,4%
3,4%
2014
n.n.b.1)
n.n.b.1)
De informatie over het jaar 2014 is vanaf mei 2015 beschikbaar.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
Bron
2010
Ontwikkeling aantal overnachtingen van Continu 6101 en Nederlanders in de Vakantie Onderzoek 7003 provincie Groningen, afgezet tegen het landelijke gemiddelde Totale omvang van 7106 Europese subsidies en diverse beschikkingen nationale subsidies Subsidies omgerekend in diverse 7106 geprognosticeerde beschikkingen aantal arbeidsplaatsen Voorraad IBIS 7108 bedrijventerreinen Uitgegeven hoeveelheid 7108 bedrijventerrein in hectares Voortgang 7108 revitaliseringsprogramma 2) in hectares 2)
2011
2012
2013
Gron.: -6,0%; NL: +0,7%
Streefwaarden 2014
2014
2015
n.n.b.
% Gron. = % NL
€ 18 mln.
€ 10 mln.
n.n.b.
100
518
n.n.b.
485
21
n.n.b.
33
2016
2017
n.n.b.
Het is het streven om in de periode 2013-2019 190 ha bedrijventerreinen te hebben geherstructureerd.
Ondernemend Groningen
33
Actueel belangrijke onderwerpen Bezuiniging Versterking toeristische infrastructuur Beleid en doelen op termijn Het budget Versterking toeristische infrastructuur wordt ingezet voor het realiseren van wandel-, fiets- en vaarvoorzieningen en dagrecreatieve terreinen. (Zie ook Economisch Actieprogramma Groningen 2012-2015.) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Cofinanciering van tenminste 4 projecten van derden (vnl. gemeenten en waterschappen) die bijdragen aan de versterking van de toeristische infrastructuur. Wanneer gereed Gepland 2015
Gerealiseerd Uit dit budget zijn in totaal ruim 20 projecten op het gebied van verbetering van de fysieke toeristische infrastructuur voorzien van cofinanciering.
Gerealiseerd De projecten zullen naar verwachting in 2016 zijn gerealiseerd.
Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de versterking van de toeristische infrastructuur voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van € 750.000 per jaar beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot een bedrag van € 375.000 per jaar.
Besteed De bezuiniging is doorgevoerd. Niet alles is besteed. Voor het resterende krediet aan het eind van het jaar (€ 87.484) is bij de IB2014 een overboekingsvoorstel ingediend zodat een aantal pijplijnprojecten in 2015 alsnog kan worden gehonoreerd.
Bezuiniging Promotie vestigingsklimaat Beleid en doelen op termijn Het budget Promotie vestigingsklimaat wordt onder andere ingezet op maatregelen gericht op de promotie van ons vestigingsklimaat. (Zie ook Economisch Actieprogramma Groningen 2012-2015.) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland organiseren van de jaarlijkse bijeenkomst voor gevestigde ondernemers en ondernemers van buiten de regio (bijvoorbeeld de mainports en brainport); ondersteunen van (bestaande) initiatieven op het gebied van regiopromotie van bijvoorbeeld KvK en NOM. Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de promotie van ons vestigingsklimaat voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van € 250.000 per jaar beschikbaar gesteld. 34
Gerealiseerd In samenwerking met gemeente Groningen en UVW zijn drie bijeenkomsten georganiseerd met ondernemers van binnen en buiten de regio.
In samenwerking met NOM is een bezoek georganiseerd aan de Hannover Messe.
Gerealiseerd 2015 Besteed De bezuiniging is doorgevoerd en het budget is volledig besteed.
Ondernemend Groningen
(Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot een bedrag van € 125.000 per jaar. Participatiemogelijkheden jongeren op de arbeidsmarkt (incl. VJN2014 en IB2014) Beleid en doelen op termijn We willen een nader onderzoek naar een werkgelegenheidsplan voor jongeren starten, waarbij de provincie samen met jeugdzorginstellingen en diverse andere partijen, zoals gemeenten, onderwijsinstellingen en werkgeversorganisaties investeert in de arbeidsmarktkansen voor kwetsbare jongeren. Deze jongeren willen en kunnen werken, maar werken niet en gaan door allerlei problemen niet meer naar school. Werkgevers die werkplekken bieden, ontvangen van de provincie onder voorwaarden een vergoeding voor de begeleiding van een jongere voor de duur van een jaar. Ook moet het bedrijf scholingsmogelijkheden bieden, die ervoor zorgen dat de jongere een beroepskwalificatie kan halen. Het doel is de mogelijkheden te onderzoeken en aan te sluiten bij bestaande initiatieven, die de participatiemogelijkheden van jongeren op de arbeidsmarkt vergroten. We zien dit als een prioriteit in ons bestaande arbeidsmarktbeleid. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland p.m. NB. Bij de Integrale Bijstelling 2013 volgt een nadere uitwerking van dit voorstel. Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Besteed Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze prioriteit te bekostigen vanuit de daarvoor beschikbare middelen binnen het programma Ondernemend Groningen. Bij de Voorjaarsnota 2014 zijn middelen beschikbaar gesteld: € 200.000 per jaar voor de jaren 2014 en 2015.
Gerealiseerd De projecten die inhoudelijk aansluiten op bovenvermelde actiepunten zijn: de Werkschool 2.0, GOA Publiek (Gemeenschappelijk Opleidingsactiviteit) en Vouchers. Gerealiseerd 2014 t/m 2016 Besteed Er is € 25.000 besteed aan De Werkschool 2.0. Vanwege enige vertraging in dit project is bij de Integrale Bijstelling 2014 een bedrag van € 175.000 overgeheveld naar 2015 (€ 37.500) en 2016 (€ 137.500).
Bezuiniging Arbeidsmarktbeleid (incl. VJN2014) Beleid en doelen op termijn Wij blijven streven naar groei van het aantal banen in onze provincie. Wij zetten zwaarder in op het beter bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Dit vraagt om het versterken van de samenwerking tussen bedrijven, brancheorganisaties, gemeenten, onderwijsinstellingen en overige partijen die zich bezighouden met de aansluiting tussen onderwijs en werk. Hierbij vragen wij extra aandacht voor de positie van jongeren. Wij zien hierbij een faciliterende rol voor de provincie waarbij de inzet is partijen bij elkaar te brengen en zoveel mogelijk in te spelen op bovengemeentelijke initiatieven. (Zie ook Economisch Actieprogramma Groningen 2012-2015.) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland De uitvoering van het arbeidsmarktbeleid zal zich als gevolg van de bezuiniging in beginsel beperken tot: Financieel ondersteunen van projecten die zijn opgenomen in de Versnellingsagenda 2.0 (looptijd 2013-2014) te weten:
Gerealiseerd
Dit is conform afspraak uitgevoerd. De looptijd van de Versnellingsagenda 2.0 is met een jaar verlengd.
Ondernemend Groningen
35
-
financieel ondersteunen van het SXC en GOA Publiek. - financieel ondersteunen van een verkenning en ontwikkeling van een Werkschool. - bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de bestaande actiegerichte projectstructuur van de drie arbeidsmarktregio's. Continueren financiële ondersteuning van projecten die in 2013 zijn gestart en doorlopen in 2014, te weten: BOTSS, NNTTM, Werkpro, Scholingsplatform ZorgpleinNoord en Voorlichtingsproject ZorgpleinNoord.
Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is structureel een bedrag van € 870.000 (in 2014) oplopend tot € 900.000 (in 2015) per jaar beschikbaar gesteld waardoor het totaal te besteden krediet voor arbeidsmarktbeleid uitkomt op een bedrag van € 1 miljoen per jaar structureel. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om de structurele middelen voor arbeidsmarktbeleid met ingang van 2014 te beperken met 50% tot € 435.000 in 2014 en € 450.000 per jaar met ingang van 2015. Inclusief de middelen aanvaard beleid resteert er dan voor arbeidsmarktbeleid een budget van € 565.000 in 2014 en € 550.000 per jaar met ingang van 2015. Bij de VJN2014 is het krediet 2014 aangevuld met € 450.000 waardoor in 2014 in totaal € 1.253.785 beschikbaar is. Bij de IB2014 wordt voorgesteld een bedrag van € 325.000 voor de IT Academy te substitueren naar de reserve RSP waardoor in 2014 voor arbeidsmarktbeleid een bedrag van € 928.785 resteert.
Dit is conform uitgevoerd.
Gerealiseerd 2015 Besteed Het begrote bedrag (€ 928.785) is vrijwel geheel besteed (€ 878.930) o.a. aan de hierboven genoemde projecten.
Bezuiniging Extra middelen provinciale meefinanciering Beleid en doelen op termijn Uit de middelen voor provinciale meefinanciering zullen in de komende jaren provinciale bijdragen voor onder meer projecten op het gebied van Energie, Healthy Ageing en Biobased Economy moeten worden bekostigd om daarmee de economie verder te kunnen versterken. (Zie ook Economisch Actieprogramma Groningen 2012-2015.) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Door de bezuinigingen op het fonds zullen minder middelen beschikbaar komen voor de (co)financiering van belangrijke economische projecten en programma's. Hoe dit concreet uitpakt, door bijvoorbeeld minder te doen met Waddenfonds-projecten, of minder met EFRO36
Gerealiseerd Bij de Integrale Bijstelling 2013 is aangegeven dat de bezuiniging volgens een zekere verdeling over de verschillende compartimenten binnen het fonds zal worden doorgevoerd. Het is van belang dat wij gaan meedenken met de Economic Board in de ontwikkeling van projecten,
Ondernemend Groningen
projecten of een kleiner financieringsfonds voor het mkb is nu nog niet in te vullen. Inschatting is dat de bezuinigingen over alle activiteiten verdeeld worden. Een nadere uitwerking vindt plaats bij de Integrale Bijstelling 2013.
Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is aanvullend een bedrag van structureel € 4 miljoen per jaar beschikbaar gesteld. Daarmee komt het budget voor provinciale meefinanciering met ingang van 2012 uit op € 8,5 miljoen per jaar. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten de aanvullende structurele middelen voor provinciale meefinanciering met ingang van 2014 te beperken met 25% tot € 3 miljoen per jaar. Inclusief de middelen aanvaard beleid resteert er dan voor provinciale meefinanciering een budget van € 7,5 miljoen per jaar vanaf 2014. Bij de Voorjaarsnota 2014 zijn de beschikbare middelen 2014 afgeraamd met een bedrag van in totaal € 2,5 miljoen, waarvan € 1,5 miljoen voor de Economic Board en € 1,0 miljoen voor ophoging van het weerstandsvermogen in het kader van risicoafdekking van het revolverend MKB-fonds. Na verrekening met de akp ten bedrage van € 273.951 resteert in 2014 een bedrag van € 4.726.049 voor provinciale meefinanciering.
waardoor bewerkstelligd wordt dat de koppeling tussen spoor 4 en het Waddenfonds en de Europese Programma's (EFRO/Interreg) vorm krijgt. Wij zijn voornemens dit proces na twee jaar te evalueren. Mocht dan blijken dat de aansluiting met het Waddenfonds en de Europese Programma's niet mogelijk is en we daardoor te weinig aanspraak kunnen doen op EFRO/Interreg- en Waddenfondsmiddelen, zal het krediet voor de jaren 2016-2020 aangevuld moeten worden. Dit kan dan geschieden via herprioritering. Gerealiseerd 2015 Besteed Bij de IB2014 is aangegeven dat de verwachte bestedingen ten laste van de reserve Provinciale Meefinanciering in 2014 € 14.499.111 bedragen. De projectuitvoerders hebben in 2014 in totaal een bedrag van € 4.945.158 opgevraagd. Het kasritme is blijkbaar te hoog ingeschat.
Investeringsfaciliteit mkb-bedrijven (revolving fund) (incl. VJN2014) Beleid en doelen op termijn Wij willen de komende jaren fors investeren in verbetering van het financieringsklimaat voor innovatieve Groninger mkb-ondernemingen. In dit verband zal vanuit het stamkapitaal van de provincie enkele tientallen miljoenen beschikbaar worden gesteld om de financiering van innovaties door het mkb makkelijker te maken. Wij kunnen en willen dit echter niet alleen doen, en zoeken in dit verband uitdrukkelijk naar partners om gezamenlijk te investeren in nieuwe financieringsinstrumenten en eventueel het verbeteren van bestaande financieringsinstrumenten waar innovatieve Groninger mkbbedrijven gebruik van kunnen maken. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland De investeringsfaciliteit voor mkb-bedrijven is begin 2014 gereed en van hieruit worden in 2014 de eerste financieringen gepleegd.
Gerealiseerd De voordracht voor het vaststellen van de uitgangspunten van een revolverend fonds is behandeld en vastgesteld door uw Staten op 12 maart 2014 (1/2014, zaaknr. 493228). Begin 2015 door uw Staten ingestemd met de oprichting van het fonds.
Ondernemend Groningen
37
Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten dat vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering middelen worden ingezet ter afdekking van risico’s en ter compensatie van de rentebaten. Wij zullen hiermee bij de eerstvolgende actualisering van de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (risicomatrix) rekening houden. Een eventuele noodzakelijke verhoging van ons minimaal benodigd weerstandsvermogen zou dan kunnen worden opgevangen door middelen uit de reserve Provinciale Meefinanciering over te hevelen naar de Algemene reserve. Bij de Voorjaarsnota is dit cf. voordracht 1/2014 bekrachtigd en is in totaal € 10 miljoen (€ 1 miljoen in 2014 en € 1,5 miljoen per jaar in de periode 2015-2020) beschikbaar gesteld vanuit het krediet Provinciale Meefinanciering en toegevoegd aan de Algemene reserve. Daarnaast is bij de Voorjaarsnota 2014 door middel van cofinanciering een bedrag van € 10 miljoen (jaarlijks € 2 miljoen vanaf het jaar 2014) beschikbaar gesteld voor spoor 4 gaswinning vanuit het revolverend fonds.
Gerealiseerd 2014 Besteed Vanuit het krediet Provinciale Meefinanciering is cf. voordracht 1/2014 een bedrag € 1 miljoen toegevoegd aan de Algemene reserve ter verhoging van het weerstandsvermogen.
TOEGEVOEGD: Innovatief en duurzaam MKB Groningen (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Het provinciale programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen, met een omvang van bijna € 3 miljoen, is - in de periode 2011-2013 - uiterst succesvol geplaatst en volledig benut. Planvoorstellen van geïnteresseerde ondernemers zijn beoordeeld op de bijdrage die geleverd wordt aan duurzame en innovatieve producten, productieprocessen en de economische ontwikkeling van Groningen, met als doel groei van bedrijven en werkgelegenheid. Inmiddels hebben 34 bedrijven met succes een beroep gedaan op het fonds. Het toetsingskader van het programma is in nauw overleg met VNO-NCW Noord, MKB-Noord en Groninger ondernemers tot stand gekomen, en ook Energy Valley, NOM en Kon. Metaalunie waren betrokken bij de ontwikkeling van het programma. Via een amendement op de IB2013 hebben uw Staten verzocht een vervolgprogramma te ontwikkelen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Wij achten het van belang dat innovatie en In april 2014 is het onderwerp in de duurzaamheid met kracht door onze Statencommissie besproken. Voorstellen die in provincie wordt geïnitieerd, gestimuleerd en het kader van het amendement zijn gedaan, zijn gefaciliteerd en dat binnen het bestaand overgenomen. toetsingskader en met behulp van het Uw Staten zijn via voordracht 70/2014 bestaand programmamanagement een geïnformeerd over het nieuwe programma. vervolg wordt gegeven aan het programma De nieuwe regeling gaat februari 2015 van start. Innovatief en Duurzaam MKB Groningen. Hierbij moet onderzocht worden hoe en op welke wijze vanuit de aanvullende middelen zgn. revolverende kredieten kunnen worden verstrekt. Uw Staten zullen hierover uiterlijk 1 mei 2014 worden geïnformeerd en daarnaast de betreffende passages of verwijzingen in de onderhavige voordracht, voor zover van toepassing, overeenkomstig worden gewijzigd. 38
Ondernemend Groningen
Wanneer gereed Gepland 2014-2015
Gerealiseerd Middelen zijn naar verwachting eind 2015 weggezet. De uitvoering van de gesubsidieerde projecten loopt naar verwachting tot eind 2017 waarna het programma kan worden afgerond.
Middelen Begroot Bij amendement op de Integrale Bijstelling 2013 is besloten dat voor 2014 en 2015 een bedrag van € 1.200.000 per jaar ter beschikking wordt gesteld (in totaal € 2.400.000) voor continuering van het Programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen.
Besteed Bij de Integrale Bijstelling 2014 is een overboekingsvoorstel ingediend om de resterende middelen 2014 (naar verwachting € 1.094.400) over te boeken naar 2015 omdat de intentie was om begin 2015 I&D MKB 2.0 open te stellen.
TOEGEVOEGD: Grensoverschrijdende werkgelegenheid (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Door het beschikbaar stellen van € 50.000 in 2014 en 2015 stimuleren we de werkgelegenheid en de intensivering van de samenwerking met Duitsland binnen de Eems Dollard Regio. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland We denken hierbij aan werkervaringsplaatsen over de grens voor mbo-scholieren. Wanneer gereed Gepland 2014-2015 Middelen Begroot Bij amendement op de Integrale Bijstelling 2013 is besloten dat voor de jaren 2014 en 2015 jaarlijks € 50.000 (in totaal € 100.000) wordt toegevoegd aan het stimuleren van grensoverschrijdende werkgelegenheid binnen de Eems Dollard regio en de betreffende passages of verwijzingen in de onderhavige voordracht, voor zover van toepassing, overeenkomstig worden gewijzigd.
Gerealiseerd Een concept koepelproject Arbeidsmarkt is opgezet en wordt in de komende periode nader uitgewerkt en voorgelegd. Gerealiseerd 2015 Besteed Er is enige vertraging opgetreden in de totstandkoming van het Interreg A-programma. Daarom is bij de Integrale Bijstelling 2014 het voorstel ingediend om de resterende middelen (€ 35.000) over te boeken naar 2015.
TOEGEVOEGD: Gaswinning (VJN2014: Spoor 4 en IB2014: Economic Board) Beleid en doelen op termijn Het kabinet, provincie en betrokken gemeenten en NAM hebben op hoofdlijnen overeenstemming bereikt over een programma dat bestaat uit de volgende sporen: Spoor 1. Vergroting van de veiligheid en preventief versterken van huizen en gebouwen; Spoor 2. Verbetering van de schadeafhandeling en waardevermeerdering; Spoor 3. Verbetering van de leefbaarheid; Spoor 4. Verbetering van het economisch perspectief. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd De uitvoering wordt verricht door de Er is in april een zienswijze op het dialoogtafel of de Economic Board (spoor 4). gaswinningsbesluit van de minister van Provinciale medewerkers werken aan het Economische Zaken ingediend. dossier gaswinning. In de loop van 2014 is een onderzoek naar het functioneren van de woningmarkt van start gegaan. Ondernemend Groningen
39
Wanneer gereed Gepland 2014-2018 (Spoor 4) Middelen Begroot Spoor 1 en spoor 2: geen provinciale bijdragen. Spoor 3: Uitgangspunt is dat de provincie € 12,5 miljoen beschikbaar stelt. Dit zijn bestaande middelen die reeds zijn begroot voor het Programma Leefbaarheid Krimpgebieden en het Actieprogramma WEL.
40
Spoor 4: Hiervoor is bij de Voorjaarsnota 2014 een bedrag van € 32,5 miljoen voor de periode 2014-2018 (€ 6,5 miljoen per jaar) beschikbaar gesteld. Daarnaast bedragen de jaarlijkse kosten voor de Dialoogtafel ca. € 620.000. Voor de periode 2014 tot en met 2018 kost dit de provincie € 207.000 per jaar. (Zie ook programma Bestuur, thema Overige bestuursorganen.) Daarnaast zijn de jaarlijkse kosten voor de provinciale organisatie (AKP) voor een periode van twee jaar begroot op € 188.000. Daarvoor zijn bij de Voorjaarsnota 2014 middelen beschikbaar gesteld. Bij de Integrale Bijstelling 2014 is voor ondersteuning Dialoogtafel en Economic Board nog eens € 25.000 beschikbaar gesteld voor 2014 (en € 50.000 voor 2015 en, vooruitlopend op de Voorjaarsnota 2015, voor 2015 tot en met 2017 € 80.000 per jaar voor extra capaciteit).
Eind 2014 zijn voorbereidingen getroffen om het pakket aanvullende maatregelen, van 9 februari 2015, vast te kunnen stellen. In het laatste kwartaal van 2014 is een brief aan de Staten verstuurd over de governance, bemensing en programmalijn van de Economic Board. Op basis daarvan hebben de Staten de middelen definitief beschikbaar gesteld (februari 2015). Voor verder informatie zie ook www.economicboardgroningen.nl. De activiteiten in spoor 1 en 2 worden gefinancierd door NAM en het ministerie van Economische Zaken. Met het oprichten van het Centrum voor Veilig Wonen is een kwaliteitsimpuls gegeven aan het afhandelen van schadegevallen. Voorts is een groot aantal subsidieaanvragen beschikt onder de interimregeling waardevermeerdering. De provincie heeft deze regeling formeel vastgesteld en SNN aangesteld om de regeling uit te voeren.
Gerealiseerd 2014-2018 (Spoor 4) Besteed
Spoor 3: Aan de Dialoogtafel is besloten het dossier leefbaarheid via drie sporen te benaderen: o herstructurering o regionale programma's o sociale cohesie Op alle drie de sporen zijn programma's vastgesteld. Het spoor sociale cohesie is reeds in uitvoering gebracht. Spoor 4 Omdat besluitvorming over voordracht 75/2014 door de Staten plaatsvindt in 2015, is voorgesteld de bijdrage van € 6,5 miljoen, over te boeken naar 2015 en dit voorstel bij de Rekening 2014 te verwerken. (Voor bestede kosten Dialoogtafel zie programma Bestuur, thema Overige bestuursorganen.)
De organisatie heeft in 2014 nog geen beroep hoeven doen op deze voor AKP beschikbaar gestelde middelen.
Deze middelen worden ingezet voor inhuur van externe expertise, algemene onderzoekskosten en proceskosten die worden gemaakt inzake onze inzet in het gaswinningsdossier. Omdat de minister het winningsbesluit heeft uitgesteld, zijn de juridische kosten gemoeid met het instellen van beroep, pas in 2015 gemaakt. Om die reden zijn de middelen slechts beperkt aangesproken.
Ondernemend Groningen
TOEGEVOEGD: Mobiliteitscentrum Aldel (VJN2014) Beleid en doelen op termijn De gemeente Delfzijl, het UWV WERKbedrijf, de provincie en het Rijk trekken gezamenlijk € 2,5 miljoen uit om de 600 ontslagen werknemers van Aldel en haar toeleveranciers zo snel en goed mogelijk aan nieuw werk te helpen. Zij hebben hiervoor het actieplan “Investeren in perspectief” opgesteld. Het Rijk draagt hier € 1 miljoen aan bij. Het faillissement van aluminiumproducent Aldel en het – vooralsnog – uitblijven van een doorstart heeft grote gevolgen voor de kwetsbare werkgelegenheidssituatie in Noordoost-Groningen en voor de getroffen werknemers. Er zullen aanzienlijke inspanningen moeten worden geleverd om de problemen voor de oud-werknemers van Aldel en toeleveranciers te lijf te gaan. Daartoe zullen concrete activiteiten worden ondernomen. Het plan valt uiteen in enerzijds een uitgebreid mobiliteitscentrum, waar de oudmedewerkers gerichte re-integratietrajecten en opleidingen kunnen volgen. Anderzijds worden regionale publieke en private partijen gemobiliseerd om expertise, denkkracht en creativiteit te bundelen en perspectief te scheppen voor oud-medewerkers van Aldel, medewerkers van getroffen toeleveranciers en de werkgelegenheid in de regio in brede zin. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Bijdragen in de kosten van het mobiliteitscentrum Aldel.
Gerealiseerd Wij hebben een financiële bijdrage in de kosten gedaan. Er zijn circa 124 oud-medewerkers herplaatst, ongeveer de helft via een uitzendbureau/ detacheringsbureau, de andere helft heeft een vast dienstverband. Activiteiten die in het mobiliteitscentrum plaatsvinden zijn onder andere trainingen, scholingen en voorlichtingsbijeenkomsten.
Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot De kosten van deze activiteiten worden geraamd op € 2,5 miljoen en zullen gezamenlijk door het Rijk, de gemeente Delfzijl en de provincie Groningen worden gedragen. Het Rijk draagt € 1 miljoen bij (€ 500.000 voor de personele bezetting van het mobiliteitscentrum en € 500.000 als bijdrage in de scholing van de ontslagen werknemers). Bij de Voorjaarsnota 2014 is besloten om maximaal € 750.000 in de kosten bij te dragen en dit te dekken ten laste van de algemene middelen 2014.
Gerealiseerd 2015 Besteed Wij hebben begin september een subsidie verleend van € 750.000 voor dit project dat uiterlijk eind 2015 moet zijn afgerond.
Ondernemend Groningen
41
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Toerisme en recreatie (productgroep 6101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland financiële ondersteuning van diverse toeristische infrastructurele projecten;
financiële ondersteuning van (cultuur)toeristische evenementen;
financiële ondersteuning van recreatieve routestructuren; organisatie (netwerk)bijeenkomsten 'Toeristisch Groningen' in samenwerking met partners.
Gerealiseerd Er zijn in totaal ruim 20 infrastructurele projecten voorzien van cofinanciering. Een voorbeeld hiervan is het fiets-/ wandelpad WinsumGarnwerd. Met de realisering hiervan wordt de fysieke toeristische infrastructuur verder versterkt. Drie toeristisch-recreatieve evenementen zijn financieel ondersteund. Deze evenementen dragen bij aan hogere bezoekersaantallen en meer bestedingen. Dit onderdeel is gerealiseerd onder productgroep 6102 Toerisme en recreatie (PLG). In samenwerking met RECRON, HISWA, KHN en MKB-Nederland (regio) Noord zijn twee netwerkbijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast zijn vier andere toeristische projecten gesubsidieerd: - NS-wandeling, Stichting Wandelnet - New Follies, Fraeylemaborg Slochteren - Bidbook, Hortus Haren - Opstellen BRTN (Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland) 2015-2020, Stichting Waterrecreatie Nederland.
Algemeen economische zaken (productgroep 7001) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren enquête ten behoeve van het vestigingenregister (aantal vestigingen, aantal werkzame personen). jaar
aantal vestigingen aantal werkzame personen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
32.207 34.528 39.761 41.157 44.453 44.041
42
Gerealiseerd 2013 43.996 2014 43.623
254.412 261.998 274.281 273.803 280.745 280.120
Ondernemend Groningen
274.533 271.033
Promotie en acquisitie (productgroep 7002) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland subsidiëren Stichting Groningen Congresbureau tot en met 2016; daarna moet ze op eigen benen staan; gezamenlijke promotie en acquisitie met gemeenten, bedrijfsleven en andere betrokkenen; optimalisering acquisitie-instrumenten en provinciaal ontvangst- en vestigingsklimaat in samenwerking met gemeenten en bedrijfsleven.
Gerealiseerd De subsidie is verleend.
Dit is niet gerealiseerd. Er zijn wel diverse mogelijkheden geïnventariseerd met gemeenten in Oost-Groningen. Er is gestart met het International Welcome Center North (IWCN). IWCN gaat internationale medewerkers en hun gezinnen vanuit de provincie Groningen, Friesland en Drenthe verwelkomen en helpen met formaliteiten en allerlei andere diensten. Het is een samenwerkingsverband van diverse gemeenten, provincies, Hanzehogeschool, RUG en UMCG.
Toeristische promotie (productgroep 7003) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland uitvoering derde jaar meerjarige opdracht toeristische promotie door Marketing Groningen; looptijd: 2012 t/m 2015: - exploitatie website www.toerisme.groningen.nl; - exploitatie Groninger Uitburo; - fungeren als aanspreekpunt en genereren van vrije publiciteit; - uitgave VVV-magazine; - coördinatie van activiteiten met regioVVV's en advisering aan bedrijfsleven. Marketing Groningen voert het project Marketing Cultuurtoerisme Groningen uit.
Gerealiseerd Marketing Groningen voert de opdracht naar wens uit. De uitvoering verloopt volgens planning.
2014 was het laatste uitvoeringsjaar van dit project. Uitvoering vond plaats samen met marktpartijen. De geplande onderdelen zijn gerealiseerd.
Werkgelegenheid en arbeidsmarkt (productgroep 7103) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Vraag- en aanbodafstemming: blijvend ondersteunen van grote projecten zoals o.a. het SXC, GOA Publiek; (beide zijn onderdeel van Versnellingsagenda 2.0);
Gerealiseerd Vraag- en aanbodafstemming: GOA Publiek is eind augustus 2010 formeel van start gegaan. Dit heeft tot nu toe geleid tot circa 180 leerwerkplekken bij onder meer gemeenten, de provincies Groningen en Drenthe, woningcorporaties, onderwijsinstellingen en hulpverleningsinstanties. Dat zijn banen in de administratie, ICT, archivering en dienstverlening.
Ondernemend Groningen
43
financieel ondersteunen van projecten gericht op het stimuleren van de instroom in de technische branches onder leerlingen van groepen 7 en 8 basisschool (BOTTS), 2013-2014; het (laten) organiseren van bijeenkomsten tussen bedrijfsleven, onderwijs, ouders en leerlingen uit de groepen 7 en 8 basisschool over mogelijke beroepen en beroepskeuzes, 2013-2014.
Bevorderen van participatie in het arbeidsproces van kwetsbare groepen: stimuleren van arrangementen voor kwetsbare groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt (Versnellingsagenda 2.0);
44
samen met de gemeente Groningen onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om te komen tot een werkschool (Versnellingsagenda 2.0).
De activiteiten van het SXC worden afgebouwd en worden ondergebracht bij met name de diverse samenwerkingspartners. Het project BOTTS is een project gericht op voorlichting aan ouders en leerlingen ten aanzien van de techniek. Dit project wordt geleidelijk uitgerold naar de rest van de provincie. Project Voorlichting van ZorgpleinNoord: Project richt zich op voorlichting aan leerlingen uit groep 7/8 van het basisonderwijs en klas 1 en 2 van het vmbo. Dit project is uitgebreid met gastlessen aan leerlingen uit het voortgezet onderwijs (havo/vwo klas 3). Wij hebben financiële bijdrage geleverd.
Bevorderen van participatie in het arbeidsproces van kwetsbare groepen door financiële bijdrage aan: Project StudiOwerk van Werkpro: Het project richt zich op de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt. StudiOwerk is een activerend werkleerconcept voor kwetsbare groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt zonder (start)kwalificatie en moet leiden tot een BBL-plek of reguliere baan in de zorg- of technieksector. Project Werken en leren Noord Nederlands Trein Tram Museum (NNTTM): voor de restauratie van een oorspronkelijk monumentaal stationsgebouw worden 10 leerlingen en 15 (oudere) deelnemers ingezet. Leerlingen kunnen een BBL-opleiding volgen en oudere deelnemers met een afstand tot de arbeidsmarkt krijgen de kans werkervaring op te doen om zodoende dichter bij de reguliere arbeidsmarkt te komen. Vanuit de Versnellingsagenda 2.0 dragen diverse projecten bij aan deze acties. Voorbeelden zijn: - project Begeleiding op school; - project Scholingsadvies; - project Trajecten voor kwetsbare jongeren; - project Jonge moeders; - project Uit de zijlijn; - project Trainings- en Diagnostisch Centrum Oost-Groningen. Er heeft een pilot plaatsgevonden. De pilot richtte zich op (ex-)leerlingen van praktijkonderwijs (pro) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) met het profiel arbeid en die tijdens of na uitstroom uit de pro of vso naar de arbeidsmarkt moeten worden toegeleid. Tijdens de pilotfase is gewerkt met een ontwikkelingsstructuur met een brede projectgroep (gemeenten, UWV, pro, vso en mbo), naast een breed overleg van uitvoerenden, beleidsmedewerkers/stafmedewerkers van genoemde organisaties. Dit brede draagvlak is meteen ook het succes van de pilot, waarop in het vervolg op voortgeborduurd wordt. Het vervolg van de Werkschool (looptijd 20152016) zal verder vorm moeten worden gegeven in een ontwikkel- en implementatietraject. In deze periode wordt de uitvoering structureel ingericht en vindt verdere (methodiek)ontwikkeling en
Ondernemend Groningen
professionalisering van de uitvoering plaats om het vanaf 2016 structureel te kunnen inbedden in de staande organisatie en in samenhang met het Werkbedrijf, dat nu nog volop in ontwikkeling is. Wij hebben financieel hieraan bijgedragen. Versterken samenwerkingsstructuur tussen de 3 O’s (onderwijs, overheid en ondernemingen): creëren van een duurzame overleg- en afstemmingsstructuur tussen de 3 O’s (BO Jeugd); bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de bestaande actiegerichte projectstructuur met de drie arbeidsmarktregio’s (Versnellingsagenda 2.0).
Versterken samenwerkingsstructuur tussen de 3 O’s (onderwijs, overheid en ondernemingen): Vanaf 2014 wordt dit overleg niet meer gecontinueerd vanwege te weinig bestuurlijk draagvlak. Continuering bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de bestaande actiegerichte projectstructuur.
Informatie en onderzoek: uitvoeren van het provinciaal werkgelegenheidsonderzoek (PWR).
Informatie en onderzoek: PWR: per april 2014 waren er 271.033 werkzame personen en 43.623 vestigingen in de provincie Groningen.
Regioprogramma's (productgroep 7106) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland voorbereiden en adviseren over (strategische) beleidsonderwerpen die spelen in relatie tot Brussel en Den Haag (vaak in SNN-verband); verwerven en subsidie gereed maken van projecten (intern/extern) voor de volgende subsidiebronnen: - EFRO; - Topsectorenbeleid, zie productgroep 7109; -
Waddenfonds;
-
REP-ZZL;
-
Innovatief Actieprogramma Groningen (IAG), zie productgroep 7109; Interreg: o voorbereiding en uitvoering Interreg 5A en 5B; o projectenvoorbereiding voor nieuwe periode 2014-2020.
-
Er zullen minder middelen uit de bekende programma's beschikbaar komen en het Rijk trekt zich terug uit het regionaal economisch beleid. Tegelijkertijd voorzien wij dat de stroom van belangrijke projecten - ook buiten de economische sfeer - die meefinanciering
Gerealiseerd Er is intensief overleg geweest met andere provincies over inregelen van nieuwe Europese programma's die in 2015 open gaan.
Er zijn diverse projecten in de pijplijn. Het overgrote deel van de EU-programma's gaat in de zomer van 2015 van start. We kunnen direct verschillende trajecten starten. Voor het Waddenfonds zijn diverse projecten ingediend en gehonoreerd, waaronder het project Marconi Delfzijl. - Diverse Waddenfondsprojecten zijn in voorbereiding bij verschillende partijen en/of ingediend bij het Waddenfonds. - Met PS is specifiek afgesproken dat de rapportage RSP (waarvan het REP-ZZL onderdeel uitmaakt) jaarlijks aan het eind van het jaar via een aparte brief wordt gedaan. - Zie productgroep 7109. -
Interreg A gaat in het voorjaar van 2015 van start. De projectvoorbereiding loopt voorspoedig.
We hebben vormgegeven aan het IFG (Investeringsfonds Groningen) om hiermee via het fund-to-fund principe te investeren in het Groninger mkb. Daarnaast hebben we twee kredietunies ondersteund in hun oprichting.
Ondernemend Groningen
45
behoeven om uitgevoerd te kunnen worden, niet minder wordt. Om die redenen zal fors geïnvesteerd worden in: onderzoeken van alternatieve projectfinancieringsmethodieken; contacten in Den Haag leggen en onderhouden met relevante departementen; contacten in Brussel intensiveren en onderhouden voor onder andere Horizon 2020 en nieuwe Europese programma’s 2014-2020 (EFRO, ESF, Interreg, POP, etc.) REP/Waddenfonds/etc.; betrekken van externe private financieringsinstanties als banken, beleggingsfondsen etc.
Samen met de NOM zijn we in overleg met diverse externe financieringspartijen om bedrijfsinvesteringen te bevorderen.
Provinciale bedrijven (productgroep 7107) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland
Gerealiseerd
N.V. NOM als aandeelhouder heeft de provincie als voornaamste taak de directie te controleren en te toetsen op het door haar te voeren beleid; als subsidiegever input leveren voor onderdelen van het werkplan van de NOM;
N.V. NOM Dit is gerealiseerd.
invulling geven en uitwerking van de rol en positie van de NOM in het regionaal economisch beleid en het speelveld met overige actoren;
voorbereiden van besluitvorming in de Algemene vergadering van Aandeelhouders en aanverwante bestuurlijke overleggen; gezamenlijk ontwikkelen van innovatieprojecten met de NOM.
Groningen Seaports desgevraagd en desgewenst standpunten voorbereiden ten behoeve van politieke commissarissen in verband met de gevraagde besluitvorming in de vergaderingen van de Raad van Commissarissen van de overheids-NV Groningen Seaports; 46
De jaarlijkse bijdrage in de apparaatskosten van de NOM is, op basis van de inhoud van het werkplan, verstrekt. Wij hebben diverse overleggen met de NOM en het ministerie van Economische Zaken hierover gevoerd. Daarnaast is de Noordelijke Innovatie Agenda vastgesteld waarin is aangegeven dat het innovatie-ecosysteem in Noord-Nederland moet worden vernieuwd en dat dit een taak is van overheden. De NOM maakt hier onderdeel vanuit. Met de vernieuwing is in 2014 een start gemaakt (zie zaaknr. 535334 inzake innovatie- en ondersteuningsstructuur). Verwachting is dat in 2015 dit proces wordt beëindigd. Dit is gerealiseerd. Er zijn samen met de NOM diverse projecten ontwikkeld.
Groningen Seaports Dit is gerealiseerd.
Ondernemend Groningen
standpunten voorbereiden van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur van de GR Groningen Seaports; leveren van verschillende bijdragen aan de ontwikkeling van de overheids-NV Groningen Seaports als investeringsvehikel in het economisch, energie- en duurzaamheidsbeleid van de provincie.
Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Fysieke bedrijvenstructuur (productgroep 7108) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland bij herstructureringsprojecten de resultaten van het pilotproject Verzakelijking (bijv. het mede mogelijk maken van Energy Park in Veendam) in praktijk brengen; uitvoeren convenant herstructureringsprogramma bedrijventerreinen (twee nieuwe herstructureringsprojecten beschikken);
actualiseren nieuwe subsidieregeling in kader van Programma Herstructurering Bedrijventerreinen (huidige regeling loopt in 2013 af); ondersteunen gemeenten bij het oplossen van diverse knelpunten op financieel en organisatorisch gebied met betrekking tot herstructurering bedrijventerreinen; advisering en financiële ondersteuning van diverse projecten die versterking van het vestigingsklimaat op bedrijventerreinen mogelijk maken; stimulering regionale samenwerking en afstemming van ontwikkeling en uitgifte bedrijventerreinen tussen gemeenten onderling in de regio’s Groningen-Assen, Oost-Groningen en Eemsdelta; zorgen voor een goede vraag- en aanbodsituatie die een gezonde en rendabele uitgifte van bedrijventerreinen mogelijk maakt.
Gerealiseerd Project is in volle gang. Mogelijk wordt Energy Park Veendam anders uitgevoerd (op het bedrijventerrein Dallen II).
Mercurius Business Park Stadskanaal heeft te maken gekregen met ernstige tegenvallers als gevolg van faillissement van de eigenaar. Hierdoor is ernstig verval en vervuiling van het terrein opgetreden. Nu wordt een nieuw masterplan opgesteld. Voorjaar 2015 wordt de huidige regeling geactualiseerd. Als gevolg van de financiële situatie van de gemeenten loopt deze activiteit minder soepel dan voorheen. Binnen de stad Groningen zijn nog wel de nodige initiatieven. Diverse projecten zijn in uitvoering en twee nieuwe projecten worden voorbereid.
Dit is een doorlopende activiteit.
Vraag-/aanbod-analyses Oost-Groningen en Eemsdelta zijn afgerond. Op basis van deze analyses wordt nu de planning en uitgifte begroot.
Ondernemend Groningen
47
Marktsectoren (productgroep 7109) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Voor de (top)sectoren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: subsidiegereed maken en doorgeleiden naar de subsidieprogramma's van 10-15 (innovatieve) projecten (excl. projecten Energy Valley); participeren in netwerkorganisaties; zoeken naar nieuwe fondsen en financieringsarrangementen; contacten leggen en onderhouden met Den Haag/Brussel; uitvoering Innovatief Actieprogramma 3 (looptijd 2010-2014);
ontwikkelen Innovatief Actieprogramma 4 of Innovatief en Duurzaam MKB Groningen.
Gerealiseerd Voor de (top)sectoren zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: We hebben in totaal 18 aanvragen begeleid/doorgeleid.
Dit is een doorlopende activiteit, zie ook 7106. Dit is een doorlopende activiteit, zie ook 7106.
Dit is een doorlopende activiteit, zie ook 7106.
Het IAG3-programma is gereed. Er zijn 21 innovatieprojecten ondersteund vanuit IAG3. Het programma moet nog afgerekend worden met SNN. Het IAG4-programma is in december 2014 van start gegaan. e Het 2 Innovatief en Duurzaam MKB-programma is gereed en start februari 2015.
Voor Agribusiness: zie productgroep 7303 Landbouw en landinrichting (PLG). Voor Energy Valley: zie productgroep 5004 Energie en klimaat.
Nutsbedrijven (productgroep 7201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Enexis/Attero deelnemen in de aandeelhouderscommissies en de aandeelhoudersvergaderingen van de twee operationele dochterbedrijven van de voormalige holding Essent die zijn verkocht, te weten netwerkbedrijf Enexis en milieubedrijf Attero; deelnemen in de aandeelhouderscommissies van de vijf zogenaamde 'special purpose'-vennootschappen die zijn opgericht in verband met de behartiging van bijzondere aandeelhoudersbelangen en risico's die verband houden met de verkoop van het productie- en leveringsbedrijf van Essent; deelnemen in de activiteiten van de stichting SESD; voorbereiden van besluitvorming in de algemene vergaderingen van aandeelhouders van de hiervoor genoemde operationele en bijzondere vennootschappen; in voorkomende gevallen uitvoeren van 48
Gerealiseerd Enexis/Attero Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Ondernemend Groningen
besluiten die in verband met de statutaire taken en bevoegdheden van de hiervoor genoemde aandeelhouderscommissies en aandeelhoudersvergaderingen zijn genomen. Waterbedrijf Groningen als aandeelhouder heeft de provincie als voornaamste taak de directie te controleren en te toetsen op het door haar te voeren beleid; voorbereiden van besluitvorming in de Algemene vergadering van Aandeelhouders en aanverwante bestuurlijke overleggen; advisering politieke leden GS in verband met de commissariaten bij het Waterbedrijf Groningen; ontwikkelen van projecten in samenwerking met het Waterbedrijf Groningen (onder andere gericht op doelstellingen uit onze energieagenda).
Waterbedrijf Groningen Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Samen met onder andere het Waterbedrijf Groningen subsidiëren wij de stichting Eemsdelta Green, met als doel om groene projecten bij bedrijven in de Eemsdelta aan te jagen en te ontwikkelen. Daarnaast zijn wij voortdurend met het Waterbedrijf in gesprek voor de uitvoering van (gesubsidieerde) projecten, waaronder in 2014 ontwikkeling van een industriewatervoorziening in de Eemshaven en een ondergrondstudie naar geothermie Zernike.
Ondernemend Groningen
49
Lasten/baten en analyse thema Bedrijvigheid Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 4.876.607 4.409.274 5.715.254
Apparaatskosten Kapitaallasten 6101 Toerisme en recreatie 7001 Algemeen economische zaken 7002 Promotie en acquisitie 7003 Toeristische promotie 7103 Arbeidsmarkt 7106 Regioprogramma's 7107 Provinciale bedrijven 7108 Fysieke bedrijfsomgeving 7109 Marktsectoren 7201 Nutsvoorzieningen
rekening 2014
verschil
4.975.420
739.834
6.937.570 5.684.600 5.528.620 5.561.719 -33.099 2.487.838 404.664 5.845.129 4.377.862 1.467.267 45.859 22.190 22.190 28.305 -6.115 171.287 189.451 412.236 326.916 85.320 379.143 379.200 415.221 415.221 0 12.039.312 420.383 4.140.511 3.228.829 911.682 15.094.399 19.971.021 30.943.215 14.959.842 15.983.373 218.500 212.600 212.600 212.600 0 1.071.917 3.263.250 1.810.000 97.500 1.712.500 4.804.288 910.806 15.235.656 3.203.764 12.031.892 0 0 0 0 0
Totaal lasten 48.126.719 35.867.439 70.280.632 37.387.978 32.892.654 6101 7001 7002 7003 7103 7106 7107 7108 7109 7201
Toerisme en recreatie Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Toeristische promotie Arbeidsmarkt Regioprogramma's Provinciale bedrijven Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren Nutsvoorzieningen
365.120 5.300 5.300 816.028 6.316 0 0 5.894 0 0 0 0 0 0 0 0 6.658.408 0 0 -64.465 2.363.021 0 1.062.342 -5.323.215 116.353 114.400 114.400 114.353 0 0 0 0 527.106 0 2.000.000 291.598 14.675.559 13.864.637 22.370.496 21.980.185
810.728 5.894 0 0 -64.465 -6.385.557 -47 0 -1.708.402 -390.311
Totaal baten 24.711.883 13.984.337 25.552.538 17.820.377
-7.732.161
Totaal saldo lasten-baten 23.414.836 21.883.102 44.728.094 19.567.601 25.160.493
LASTEN Apparaatskosten
739.834
Kapitaallasten
-33.099
Programmakosten Productgroep 6101 Toerisme en recreatie Vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering is in totaal een bedrag van € 3.665.583 begroot voor projecten op het gebied van toeristische infrastructuur. Door de projectuitvoerders is voor een bedrag van € 2.455.139 opgevraagd. Het restant (€ 1.210.444) blijft beschikbaar in de reserve. Als gevolg van een te hoog ingeschat kasritme van betalingen inzake subsidies voor diverse vaarrecreatieve projecten wordt er minder onttrokken aan de reserve ESFI. De restantmiddelen blijven beschikbaar binnen deze reserve. 50
Ondernemend Groningen
1.210.444
718.160
Vanuit het REP worden o.a. projecten gefinancierd met betrekking tot toeristische infrastructuur. In 2014 is in totaal voor een bedrag van € 1.574.327 tot besteding gekomen (begroot was € 1.002.801). Dit bedrag wordt gedekt uit de ontvangen en nog te ontvangen REP-bijdrage (zie ook inkomsten). Specifiek is de begrote bijdrage voor het project Havenkwartier Lauwersoog (€ 178.474) niet nodig gebleken en is voor het project Aansluiting Woldmeer € 750.000 meer besteed. Bij versterking toeristische infrastructuur is een overschot ontstaan omdat in 2014 rekening is gehouden met een reservering voor een aanbestedingsrisico dat eind 2014 is komen te vervallen omdat het project is goedgekeurd. Verder kon aan een aantal pijplijnprojecten geen subsidie meer worden toegekend. Wij hebben voorgesteld het restant in de reserve Overboeking kredieten te storten. Overige afwijkingen
Productgroep 7002 Promotie en acquisitie De middelen die voorheen voor de stichting Groninger Bedrijvenlocaties (in 2013 ontbonden) zijn gereserveerd en nu bedoeld zijn om gemeenten te ondersteunen bij hun acquisitieactiviteiten, worden ingezet op acquisitie van projecten voor het chemiecluster (Actieplan Commissie Willems). Aangezien nog niet bekend is hoe de acquisitie wordt vormgegeven, hebben we voorgesteld het bedrag van € 88.000 in de reserve Overboeking kredieten te storten. Overige afwijkingen
-571.526
87.484
22.705 1.467.267 88.000
-2.680 85.320
Productgroep 7103 Arbeidsmarktbeleid Vanuit het REP worden o.a. projecten gefinancierd met betrekking tot arbeidsmarkt en onderwijs. In 2014 is slechts voor een bedrag van € 465.000 (voor IT Academy Noord-Nederland, begroot was € 1.162.500) tot besteding gekomen. Dit bedrag wordt gedekt uit de ontvangen en nog te ontvangen REP-bijdrage (zie ook inkomsten). Daarnaast zijn de begrote REP-uitgaven voor Versterking techniek in de provincie Groningen (€ 750.000) en Versnellingsagenda 2.0 (€ 399.925) niet tot besteding gekomen. De middelen blijven beschikbaar binnen de reserve RSP en bij de in dit kader vooruitontvangen rijksmiddelen (zie baten). In het kader van de Versnellingsagenda 2.0 waren geen bijdragen aan projecten geraamd, terwijl er wel lasten zijn geboekt. De lasten worden gedekt door een nog op te vragen REP-bijdrage Versnellingsagenda 2.0 van € 999.812,50 (zie baten). Overige afwijkingen
1.847.425
-999.813
64.070 911.682
Productgroep 7106 Regioprogramma's De begrote REP-bestedingen voor 2014 inzake de projecten Grote Markt Forum en ERIBA (€ 11.115.000) zijn niet tot besteding gekomen. De middelen blijven beschikbaar binnen de reserve RSP en bij de in dit kader vooruitontvangen rijksmiddelen (zie baten). Het jaarbudget inzake de reserve Provinciale Meefinanciering wordt met ingang van 2013 als krediet opgevoerd in de lopende begroting. De gecommitteerde projecten komen meestal met een vertraging van één of meerdere jaren tot besteding. Het budget 2014 (€ 7,5 miljoen minus verrekening akp € 274.000 minus verrekening bijdrage Economic Board € 1,5 miljoen en dekking revolverend fonds mkb € 1,0 miljoen) is toegevoegd aan de reserve. Vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering is in totaal een bedrag van € 368.166 begroot voor proceskosten. Door de projectuitvoerders is voor een bedrag van € 251.225 opgevraagd. Het restant blijft beschikbaar in de reserve. Overige afwijkingen
11.115.000
4.726.049
116.941
25.383 15.983.373
Ondernemend Groningen
51
Productgroep 7108 Fysieke bedrijfsomgeving Eind 2009 hebben het Rijk, het IPO en de VNG overeenstemming bereikt over een nieuwe aanpak van het bedrijventerreinenbeleid en daarover afspraken gemaakt in het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020. Het Rijk heeft hiervoor € 4,6 miljoen beschikbaar gesteld. De provincie is gevraagd om tenminste een bijdrage in dezelfde orde van grootte als die van het Rijk bij te dragen. Hiervan is inmiddels een deel ingezet in de afgelopen jaren. Voor 2014 is een bedrag van € 1.380.000 begroot; De verplichtingen hebben echter betrekking op 2015 en verdere jaren waardoor in 2014 een overschot van € 1.380.000 resteert. De fasering van de middelen zal in de tijd worden aangepast. Wij hebben daarom voorgesteld het restant in de reserve Overboeking kredieten te storten. Vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering is een bijdrage begroot van € 250.000 voor het convenant bedrijventerreinen. Deze is echter niet geëffectueerd in 2014. Het restant blijft beschikbaar in de reserve. Mede door vertraging in de afhandeling van een subsidieverzoek is niet het volledige bedrag inzake revitalisering bedrijventerreinen besteed. Om verder voor 2015 voldoende ruimte te hebben voor nieuwe initiatieven hebben wij voorgesteld het restant in de reserve Overboeking kredieten te storten. Overige afwijkingen
1.380.000
250.000 62.500
20.000 1.712.500
Productgroep 7109 Marktsectoren Voor de cofinanciering van Spoor 4 'Economisch perspectief' uit het rapport Vertrouwen op Herstel en Herstel van Vertrouwen inzake gaswinning is een bedrag van € 6,5 miljoen per jaar beschikbaar gesteld voor de periode 2014 tot en met 2018. Deze jaarlijkse bijdrage wordt voor € 2,0 miljoen gedekt uit het revolverend mkb-fonds (zie baten). Uitgaven kunnen slechts geschieden vanuit de Economic Board. Aangezien deze Economic Board pas begin 2015 formeel zal aantreden is nog geen uitgave gedaan. Wij hebben daarom voorgesteld de middelen over te boeken naar 2015 via de reserve Overboeking kredieten. Vanuit de reserves Provinciale Meefinanciering en Cofinanciering Kompas is inzake projecten op het gebied van marktsectoren een bijdrage begroot van in totaal € 6.221.792. Door de projectuitvoerders is voor een bedrag van € 1.867.708 opgevraagd. Het restant blijft beschikbaar in de reserves. Het overschot is met name het gevolg van het feit dat de voor het programma Innovatie en Duurzaamheid 2 (IenD-2) geraamde € 1,2 miljoen nog niet zijn besteed. Het programma gaat begin 2015 van start. Verder is een deel van de binnen programma Innovatie en Duurzaamheid 1 (IenD-1, dat tot en met 2015 loopt) beschikbaar gestelde middelen voor Leren voor Duurzame Ontwikkeling nog niet besteed. Wij hebben daarom voorgesteld het restant in de reserve Overboeking kredieten te storten. De bestedingen ten laste van de EFRO-middelen zijn niet begroot (zie ook baten). De kosten IAG3 worden gedekt door de provinciale middelen uit de reserve Provinciale Meefinanciering en bijdragen van de Europese Commissie (EFRO). Het kasritme met betrekking tot de bevoorschotting uit de provinciale middelen is per saldo lager dan voorzien en leidt tot een lagere onttrekking aan de reserve. Overige afwijkingen
6.500.000
4.354.084
1.338.095
-291.598 110.168
21.144 12.031.893
Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten
-6.116 32.185.919
Totaal afwijking lasten
32.892.654
52
Ondernemend Groningen
BATEN Programmabaten Productgroep 6101 Toerisme en recreatie Er zijn EFRO-bijdragen en bijdragen van derden verantwoord ter dekking van de gemaakte kosten voor resp. de projecten STINAG en Routenetwerk Fietsknooppunten. Deze projecten worden medegefinancierd vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering. De REP-projecten worden naast een bijdrage uit de reserve RSP ook gedekt door een bijdrage uit de ontvangen middelen van het Rijk. Specifiek is de begrote rijksbijdrage voor het project Havenkwartier Lauwersoog (€ 101.817) niet nodig gebleken en is de rijksbijdrage voor het project Aansluiting Woldmeer € 432.066 hoger dan begroot. Overige afwijkingen
482.204
329.249
-725 810.728
Productgroep 7103 Arbeidsmarkt Er zijn beperkt kosten gemaakt inzake de REP-projecten op het gebied van arbeidsmarkt (zie lasten). De in dit kader begrote rijksmiddelen zijn dus ook niet gebruikt en daarom teruggeboekt naar de balans (vooruitontvangen rijksmiddelen). De gemaakte kosten inzake de Versnellingsagenda 2.0 (niet begroot) worden gedekt door een nog op te vragen REP-bijdrage Versnellingsagenda 2.0 van € 999.812,50.
-1.064.278
999.813 -64.465
Productgroep 7106 Regioprogramma's De begrote uitgaven inzake de REP-projecten Grote Markt Forum en ERIBA zijn niet tot besteding gekomen in 2014 (zie lasten). De in dit kader begrote rijksmiddelen zijn dus ook niet gebruikt en daarom teruggeboekt naar de balans (vooruitontvangen rijksmiddelen). Overige afwijkingen
-6.403.206
17.649 -6.385.557
Productgroep 7109 Marktsectoren De Economic Board (Spoor 4 Gaswinning) zal pas formeel aantreden begin 2015 derhalve is de bijdrage van € 6,5 miljoen in 2014 niet beschikbaar gesteld (zie lasten) en is de dekking vanuit het revolverend mkb-fonds (€ 2,0 miljoen) in 2014 ook niet nodig geweest. De middelen worden derhalve overgeboekt naar 2015 via de reserve Overboeking kredieten. De bijdragen van de Europese Commissie (EFRO) voor het Innovatief Actieprogramma Groningen 3 (IAG3) zijn niet begroot (zie lasten).
-2.000.000
291.598 -1.708.402
Productgroep 7201 Nutsvoorzieningen De dividendopbrengsten met betrekking tot deelnemingen in nutsbedrijven zijn lager uitgevallen dan begroot. In 2014 is geen dividendopbrengst ontvangen m.b.t. de Verkoop venootschap NV deze was abusievelijk nog in de raming opgenomen.
-390.311
-390.311 Overige afwijkingen
5.846
Totaal afwijking baten
-7.732.161
Saldo afwijking lasten-baten
25.160.493
Ondernemend Groningen
53
54
Ondernemend Groningen
3.
Bereikbaar Groningen
Inleiding Het programma Bereikbaar Groningen bestaat uit het thema Mobiliteit en infrastructuur. Dit programma richt zich op de verbetering van de bereikbaarheid van het platteland en de stad Groningen door middel van een samenhangend pakket van maatregelen, waarbij zowel openbaar vervoer als de verdere verbetering van de infrastructuur een belangrijke rol spelen. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: We willen de kwaliteit van onze infrastructuur, het openbaar vervoer en de verkeersveiligheid verder verbeteren. Vergroten van de duurzaamheid is daarin een belangrijke randvoorwaarde. Het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer stimuleren we. Het draagt bij aan het duurzaam ontlasten van het wegennet, het verbeteren van de verkeersdoorstroming en de bereikbaarheid van de voorzieningen in de stedelijke centra. Verder is ons streven gericht op het aanbrengen van meer samenhang in de verschillende verkeerssystemen. Wij kiezen voor samenhang en goede aansluiting van de verschillende systemen voor openbaar vervoer en het uitbreiden van de (capaciteit van) transferia.
Bereikbaar Groningen
55
3.1
Mobiliteit en infrastructuur
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Verbeteren van de bereikbaarheid door het verbeteren van de kwaliteit van infrastructuur en het openbaar vervoer.
Beleidskader:
Convenant RSP-ZZL Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) Meerjarenprogramma Beheer en Onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016 Actualisatie Beleidsnota Fiets Beleidsplan Verkeersveiligheid Provinciale Wegen 2012-2020
PS
GS Productgroep 3001 Mobiliteitsbeleid algemeen
Beleidsontwikkeling, planvorming en uitvoering van mobiliteitsbeleid
Productgroep 3101
Voorbereiding en uitvoering van constructie en verbetering van wegen en fietspaden
(Re)constructie wegen en fietspaden
Productgroep 3102
Duurzame instandhouding wegen, fietspaden en vaste kunstwerken
Onderhoud/beheer wegen en fietspaden
Productgroep 3103 Verkeersveiligheid
Uitvoering regiefunctie verkeersveiligheid en planning/uitvoering maatregelen eigen wegen
Productgroep 3104 Verkeersmanagement
Gladheidsbestrijding en instandhouding verkeersregelinstallaties
Productgroep 3301 (Re)constructie waterwegen
Voorbereiding en uitvoering werkzaamheden voor waterwegen onder provinciaal beheer
Productgroep 3303
Duurzame instandhouding vaarwegen
Onderhoud en beheer vaarwegen
Productgroep 3306 Kunstwerken vaarwegen
Duurzame instandhouding bruggen en sluizen
Productgroep 3401 Luchtvaartvervoer
Uitvoering Wet luchtvaart, aandeelhouder GAE
Productgroep 3402 Collectief personenvervoer
Ontwikkelen en versterken openbaar vervoer en concessiebeheer
56
Bereikbaar Groningen
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal 1)
Waardering OV-reizigers trein 1) Waardering OV-reizigers bus Aantal verkeersdoden 1) 2)
2)
Bron
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
KpVV
7,3
7,3
7,4
7,5
n.n.b.
KpVV
7,6
7,5
7,5
7,4
n.n.b.
Rijk/RWS VWL en politie
24
23
18
27
n.n.b.
Het rapportcijfer over 2013 is eind maart 2014 door het KpVV gepubliceerd. In het vigerende POP is aangegeven dat de provincie streeft naar een waardering van tenminste 7,0. De realisatiegegevens komen jaarlijks ongeveer in het tweede kwartaal van het daaropvolgende jaar beschikbaar. Deze gegevens zijn afkomstig van Dienst WVL. Overigens heeft deze indicator betrekking op het grondgebied van onze provincie en niet louter op de provinciale wegen. Dit betekent derhalve dat er veel meer actoren (bijv. gemeenten, OM/politie en maatschappelijke organisaties) in beeld zijn om bij te dragen aan het verminderen van het aantal verkeersdoden. In het provinciaal beleid is overeenkomstig landelijke afspraken als doelstelling geformuleerd maximaal 25 verkeersdoden in 2020. Inspanningen zijn erop gericht deze doelstelling ruim te halen.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
3001
3001 3401 3401 3402
3402
Percentage provinciale wegen met een intensiteit/capaciteitverhouding groter dan 0,8 moet dalen Aandeel verplaatsingen met de fiets moet toenemen Aantal passagiersbewegingen Aantal vliegbewegingen Het aantal reizigerskilometers met de bus (in miljoen km) Het aantal reizigerskilometers met de trein (in miljoen km)
Streefwaarden
Bron
2010
2011
2012
2013
2014
provincie Groningen
17%
18%
16%
15%
n.n.b.
CBS
30%
35%
33,5%
31,3%
n.n.b.
2014
2015
2016
2017
153.637 148.850 208.669 201.688 n.n.b.
GAE
64.066 52.774 46.418 43.836
n.n.b.
OV-bureau
448,6
453,6
470,2
466,4
n.n.b.
+2%
+2%
+2%
+2%
Arriva
260,9
277,9
255,8
260,6
n.n.b.
+2%
+2%
+2%
+2%
GAE
Bereikbaar Groningen
57
Actueel belangrijke onderwerpen Bezuiniging Verkeersonderzoek Beleid en doelen op termijn Met dit budget wordt in belangrijke mate voorzien in de jaarlijkse onderzoeksbehoefte. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten die samenhangen met evaluaties van projecten, reistijdmetingen en het uitbesteden van een deel van het reguliere onderzoekswerk. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Uitvoering activiteiten verkeersonderzoek in beperktere mate. Verwacht wordt dat de beperking vooral invloed zal hebben bij de volgende onderdelen: - evaluatie projecten; - bijdragen aan gezamenlijke onderzoeken met diverse partners (Rijk: N33/ZRG, gemeenten: fly-over/N361, organisaties: LTO); - onderzoek ten behoeve van verkeersmanagement; - bijdrage leveren aan verkeersmodellen (NRM); - onderzoek ten behoeve van Fietsroutes Plus. Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 t/m 2015 voor verkeersonderzoek een bedrag van € 175.500 in 2012 aflopend tot een bedrag van € 168.400 in 2015 beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, continueren nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 zijn de middelen voor verkeersonderzoek met ingang van 2014 beperkt met 50% tot € 85.500 in 2014 en € 84.200 per jaar met ingang van 2015.
Gerealiseerd De bezuiniging heeft in 2014 niet tot knelpunten geleid.
Gerealiseerd 2015 Besteed In 2014 is € 84.128 besteed aan diverse verkeersonderzoeken. Beschikbaar was de genoemde € 84.200 en de middelen die regulier in de begroting zijn opgenomen voor verkeersonderzoek te weten € 36.825. Na de verkiezingen van PS in 2015 zal een nieuw college zich buigen over de vraag of en zo ja in welke mate het incidenteel nieuw beleid voor verkeersonderzoek (2012-2015) na 2015 moet worden gecontinueerd.
Wijziging financiering Fietsbeleid, Internationale OV-verbindingen en Uitvoering MIT Beleid en doelen op termijn Fietsbeleid: Zie voordracht actualisatie beleidsnota Fiets (1/2012, zaaknr. 365926) Internationale OV-verbindingen: De provincie Groningen wil zich verder ontwikkelen en vanuit het gedachtegoed van de Europese eenwording, de samenwerking tussen regio Noordoost-Nederland en de regio Noordwest-Duitsland verder vormgeven. Het verbeteren van grensoverschrijdende verbindingen is daarin zeer belangrijk. (Zie motie 5 Voorjaarsnota 2011.) Uitvoering MIT: In het provinciale MIT staat opgenomen welke ambities wij hebben in ons mobiliteitsbeleid in de periode tot 2020. Projecten uit ons collegeprogramma en het convenant RSP-ZZL, voor zover deze betrekking hebben op mobiliteit, komen in dit provinciale MIT samen. Het MIT is tevens een 58
Bereikbaar Groningen
uitwerking van het ontwerp POP waar het gaat om de bereikbaarheid. Opgevoerd zijn ook de knelpunten uit ons beheer en onderhoud die om een oplossing vragen. Het provinciale MIT is een voortschrijdend programma dat jaarlijks, in de vorm van een bijlage bij de Voorjaarsnota, wordt geactualiseerd. Verder kan worden verwezen naar onze voordracht 23/2013 waarin een herbestemmingsvoorstel is opgenomen voor de ontstane vrijval in het RSP en het MIT. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland In het Bestedingsplan BDU 2014 opvoeren van BDU-spaarmiddelen voor de sobere nulplusvariant N360. Hiermee vallen de eerstkomende jaren MIT-middelen vrij die kunnen worden ingezet voor het continueren van het Fietsbeleid en het onverkort uitvoeren van het MIT ook na verlaging van de voeding ESFI ten behoeve van het MIT. In het Bestedingsplan 2014 zoveel als dat mogelijk is rekening houden met de uitgaven die verband houden met motie 5 uit de Voorjaarsnota 2011 en deze te dekken uit de extra BDU-middelen voor Openbaar Vervoer en voor intensivering van regionaal spoor die op basis van het Voorjaarsakkoord 2011 (Lenteakkoord) beschikbaar komen. Deze inzet is nodig voor de jaren 2014 en 2015. Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van € 250.000 voor fietsbeleid per jaar beschikbaar gesteld ten laste van de algemene middelen. Daarnaast is bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2011 motie 5 aanvaard waardoor voor de jaren 2012 t/m 2015 jaarlijks € 500.000 beschikbaar gesteld ten laste van de algemene middelen als initiatiefgeld ter verbetering van internationale OV-verbindingen van Groningen naar Duitsland. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld bovenstaande middelen met ingang van 2014 niet meer ten laste van de algemene middelen beschikbaar te stellen maar het te dekken uit de beschikbare BDU-middelen. Daarnaast wordt voorgesteld om met ingang van 2014 een bedrag van € 500.000 meer uit de BDU in te zetten bij de uitvoering van het MIT waarmee de jaarlijkse voeding vanuit de reserve ESFI met dit bedrag kan worden beperkt.
Gerealiseerd In de BDU is rekening gehouden met de gewijzigde financiering voor dit onderdeel van beleid.
In de BDU is rekening gehouden met de gewijzigde financiering voor dit onderdeel van beleid.
Gerealiseerd 2014 Besteed De bezuiniging is voor het jaar 2014 gerealiseerd. In het BDU-bestedingsplan 2014 hebben wij voor zover nodig rekening gehouden met de inzet van BDU-middelen teneinde de bezuiniging op de algemene middelen mogelijk te maken. Na de verkiezing van PS in 2015 zal een nieuw college zich buigen over de vraag of en zo ja in welke mate het incidenteel nieuw beleid voor fietsverkeer (2012-2015) na 2015 moet worden gecontinueerd.
Bereikbaar Groningen
59
N361 Winsum-Groningen en omlegging Bedum Beleid en doelen op termijn Voor wat betreft N361 en Winsum is het doel verbetering van leefbaarheid en verkeersveiligheid met behoud van bereikbaarheid. Voor wat betreft Bedum gaat het om verbetering van de verkeersleefbaarheid in relatie tot vrachtverkeer. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Uitvoering planuitwerkingsfase: In onze brief van 11 februari 2014 met het uitwerken van voorstellen in een open zaaknummer 503008 die handelt over de planproces met belanghebbenden en de voortgangsrapportage RSP hebben wij ook betrokken gemeenten. stilgestaan bij de projecten N361-Bedum. Wij zijn in die brief ook ingegaan op de planning van de onderscheiden deelprojecten. Verder zijn de projecten ondergebracht in het geactualiseerde MIT dat als bijlage 4.1 bij de Voorjaarsnota 2014 is gevoegd. Wanneer gereed Gepland Vooralsnog wordt er rekening mee gehouden dat de planuitwerking in 2015 kan worden afgerond.
Gerealiseerd Voor het deelproject Aanpak verkeersonveiligheid noordelijk deel N361 is de planuitwerking in 2015 afgerond. Voor de Fietsroute Plus WinsumGroningen en maatregelen op het zuidelijk weggedeelte van de N361 wordt ervan uitgegaan dat de planuitwerking in 2015 kan worden afgerond. Voor de overige deelprojecten kan op dit moment nog niet met zekerheid worden aangegeven of de planuitwerking in 2015 kan worden afgerond.
Middelen Begroot Voor dit project zijn middelen beschikbaar in het MIT-project A.18 Bereikbaarheid Lauwersmeergebied. Op basis van voordracht 23/2013, die betrekking heeft op de herbestemming van de vrijval RSP en MIT, is een extra bedrag van € 18 miljoen in beeld.
Besteed U heeft de besluittabel herbestemming vrijval RSP/MIT 2013, die ondergebracht was in onze voordracht 23/2013, vastgesteld. Dit betekent dat ten laste van de vrijval RSP een bedrag van € 18 miljoen extra beschikbaar is voor de uitvoering van de deelprojecten.
N33-midden Beleid en doelen op termijn De sterke economische ontwikkelingen in de Eemsdelta zorgen voor veel extra verkeersbewegingen. De huidige route heeft niet dezelfde hoogwaardige kwaliteit als het zuidelijk deel (Assen-Zuidbroek) over enkele jaren zal kennen. Dat gedeelte wordt de komende jaren verdubbeld. Doel is het verbeteren van de bereikbaarheid van de Eemsdelta en het verbeteren van de verkeersveiligheid door verdubbeling van het weggedeelte Zuidbroek-Appingedam (tot aan de aansluiting met de N362). Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland maken bestuurlijke afspraken met het Rijk om voor de verkenning de medewerking van het Rijk te verkrijgen;
60
Gerealiseerd Tijdens het BO-MIRT in oktober 2014 zijn de volgende afspraken gemaakt over de verdubbeling van de N33-midden: Het Rijk waardeert de bereidheid van de regio om te investeren in verdubbeling van de rijksweg N33-midden. Voor het Rijk staat de wettelijk verplichte btw niet ter discussie.
Bereikbaar Groningen
Het Rijk is bereid tot nader overleg met de regio over een oplossing voor het financiële gat. De verkenning is afgerond.
uitvoering verkenningsfase.
Wanneer gereed Gepland Ambitie is de verkenning af te ronden in 2015. Middelen Begroot Voor dit project, waarvoor in het eerste MIT reeds een opname- en acceptatiebesluit is genomen, is op basis van voordracht 23/2013 een bedrag in beeld van € 78 miljoen.
Gerealiseerd De verkenning is afgerond. Besteed In de Begroting 2014 komt in bijlage 3 de herbestemming van de vrijvallende middelen RSP en MIT per project tot uitdrukking. Hieruit komt naar voren € 42 miljoen ten laste van de vrijval RSP wordt gebracht en € 36 miljoen ten laste van de vrijval in het MIT.
Hoogwaardige fietsverbinding Leek-Groningen Beleid en doelen op termijn De hoofddoelstellingen uit de Beleidsnota Fiets zijn het realiseren van een toename in het fietsgebruik en het veiliger maken van het (brom)fietsverkeer. De Fietsroutes Plus zijn hierin een belangrijke maatregel. Bij de bespreking van het Actieplan Fiets door Provinciale Staten is bij motie aandacht gevraagd voor de fietsverbinding Leek-Groningen. Dit sluit aan bij de bevindingen uit de tussenrapportage fase 1 van de actualisatie van de Netwerkanalyse Groningen-Assen in 2013 dat de opkomst van de e-bike leidt tot een grotere actieradius van het fietsverkeer. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Uitvoering verkenningsfase.
Gerealiseerd De verkenningsfase is in uitvoering en zal doorlopen tot in 2016.
Wanneer gereed Gepland Ambitie is de verkenning af te ronden in 2015 Middelen Begroot Op basis van voordracht 23/2013 is voor dit project een bedrag van € 7 miljoen in beeld.
Gerealiseerd Met de verkenning is later gestart dan is ingeschat. Uitvoering van de verkenningsfase zal daarom doorlopen tot in 2016. Besteed De kosten die in de verkenningsfase zijn gemaakt voor dit project in 2014 zijn ten laste van het capaciteitskrediet Verkenningsfase gebracht.
Knoop Groningen Beleid en doelen op termijn In het Raamwerk RegioRail is de ambitie geformuleerd de regionale treindiensten door te koppen op het Hoofdstation Groningen. Hierdoor ontstaan er vanuit de spoorlijnen vanuit Roodeschool, Delfzijl, Veendam en Winschoten/Leer rechtstreekse verbindingen naar alle drie de stations in de stad Groningen. Hierdoor kunnen reizigers sneller en met minder overstappen hun bestemming bereiken. Daarnaast hebben de verschillende RSP-projecten, zoals de extra sneltrein Leeuwarden-Groningen ook hun effect op het Hoofdstation. De maatregelen op het Hoofdstation Groningen die voortkomen uit het Raamwerk RegioRail en het RSP-pakket zijn ondergebracht in het project Knoop Groningen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland In september 2012 is, met het nemen van een planuitwerkingsbesluit door uw Staten, een voorkeursvariant vastgesteld waarna gestart is met de planuitwerkingsfase. Deze voorkeurs-
Gerealiseerd Bij brief van 4 februari 2014 met zaaknummer 501844 hebben wij u o.a. geïnformeerd over de planning van het project Knoop Groningen. Vervolgens zijn wij in voordracht 39/2014, door uw
Bereikbaar Groningen
61
variant wordt nader uitgewerkt. Ook zal een keuze dienen te worden gemaakt tussen een passerelle en een tunnel. In 2014 kan naar verwachting een realisatiebesluit worden voorgelegd aan uw Staten waarna de aanbesteding kan starten. Wanneer gereed Gepland Afronding van het project Knoop Groningen is gepland in 2019. Middelen Begroot Voor dit project zijn middelen beschikbaar vanuit het Raamwerk RegioRail, het MIT, het RSP, de motie Koopmans en de Regio Groningen-Assen. In voordracht 23/2013 wordt aan Provinciale Staten voorgesteld extra middelen voor dit project beschikbaar te willen stellen.
Staten vastgesteld op 24 september 2014, uitgebreid ingegaan op de stand van zaken rond het project Knoop Groningen. Daarin hebben wij aangegeven te verwachten dat begin 2015 een voorstel tot het nemen van een realisatiebesluit aan Provinciale Staten zal worden voorgelegd. Gerealiseerd Op basis van de huidige inzichten is afronding van het project Knoop Groningen gepland in 2020. Besteed U heeft op basis van voordracht 23/2013 in uw vergadering van 26 juni 2013 besloten ten laste van het RSP een aanvullend reserveringsbesluit ten behoeve van dit project te nemen van € 35 miljoen Bij de besluitvorming over het aanvullende maatregelenpakket behorende bij de HOV-visie van de RGA (voordracht 54/2013) heeft u aan de gereserveerde € 184 miljoen nog eens € 10 miljoen aan RSP-middelen toegevoegd. In uw vergadering van 24 september 2014 heeft u besloten om € 4 miljoen beschikbaar te stellen voor het realiseren van een fietsstalling aan de zuidzijde van het stationsgebied en € 7 miljoen beschikbaar te stellen voor het realiseren van het opstelterrein te Haren.
Inzet vrijval middelen RSP-MIT Beleid en doelen op termijn In het Regiospecifiek Pakket gaan twee grote projecten niet door, de tram in de stad Groningen (RSP/MIT) en de treinverbinding Groningen-Heerenveen (RSP). De MIT-projecten Groningen-Delfzijl en hoofdontsluiting Leek-Roden kennen een beperktere scope. Wij zijn overeengekomen dat wij deze vrijval van RSP- en MIT-gelden op basis van een drietal thema’s: 'Bereikbaarheid stad en ommeland', 'Energy Port/duurzaamheid/Internationale verbindingen' en 'Overige knelpunten en reserveringen' gaan inzetten. Wij hebben in onze vergadering van 21 mei 2013 voordracht 23/2013 vastgesteld waarin de vrijval is door vertaald naar de afzonderlijke projecten. Voor zover het om nieuwe projecten gaat wordt in deze voordracht aan Provinciale Staten voorgesteld opname- en bijbehorende acceptatiebesluiten te nemen. Het MIT kent nog een taakstelling, die nog niet is weggewerkt. Besluitvorming door uw Staten heeft er in geresulteerd dat voor vier projecten is afgeweken van de in het kader van de eerdere bezuinigingen overeengekomen MIT-mediaan. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland uitwerking oplossing taakstelling MIT in het kader van de Voorjaarsnota 2014 voor te leggen aan uw Staten;
62
Gerealiseerd Wij hebben in de Voorjaarsnota 2014 (blz. 33) aangegeven op welke oplossing wij koersen voor de MIT-taakstelling. Een belangrijke rol hierin speelt de reservering voor de aansluiting A7/N33. Voor de zogeheten klaverblad-oplossing hebben uw Staten krediet beschikbaar gesteld. Voor het geval er onverhoopt een gat zou vallen in de dekking van dit krediet kan de genoemde reservering (€ 4,2 miljoen) worden aangesproken. Het ziet er naar uit dat dit niet nodig zal zijn, de gereserveerde middelen worden dan ingezet om een belangrijk deel van de taakstelling weg te werken.
Bereikbaar Groningen
waar mogelijk uitvoeren van de verkenningsfase voor de nieuwe projecten overeenkomstig de MIT-systematiek.
Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2013 is aangegeven dat de indicatie voor vrijval van RSP € 247 miljoen en voor vrijval MIT € 92 miljoen (totaal € 339 miljoen) is. In onze voordracht 23/2013 hebben wij, zoals aangekondigd in het addendum coalitieakkoord, een uitgewerkt voorstel voor herbestemming opgenomen. Bij de Voorjaarsnota 2013 is aangegeven dat in verband met de nog niet weggewerkte taakstelling in totaal € 5,4 miljoen (inclusief indexatie € 5,6 miljoen) is gemoeid. Wij stellen voor uiterlijk in het kader van de Voorjaarsnota 2014 met een oplossing voor dit probleem te komen.
De zogeheten opnamebesluiten die u in het kader van voordracht 23/2013 (herbestemming RSP/MIT) voor een zestal projecten heeft genomen hebben gemaakt dat wij met de verkenningsfase voor deze projecten zijn gestart.
Gerealiseerd 2014 Besteed
In het voorjaar van 2015 zal naar verwachting duidelijk worden hoe het project klaverblad A7/N33 in financiële zin uitpakt.
Grootverbruikersregeling OV voor vo- en mbo-instellingen Beleid en doelen op termijn De grootverbruikersregeling openbaar vervoer voor 12- tot en met 18-jarigen wordt verbeterd voor instellingen voor voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar onderwijs (mbo) in de provincie. Hiermee worden de reiskosten voor leerlingen van deze onderwijsinstellingen gereduceerd. Het betreft hier een op te stellen regeling die voortvloeit uit het addendum op het coalitieakkoord. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren grootverbuikersregeling ingaande schooljaar 2013/2014.
Gerealiseerd De regeling is gerealiseerd. Het OV-bureau Groningen Drenthe en Arriva bieden instellingen voor vo en mbo een extra korting van 2% op de via de grootgebruikersregeling ingekochte abonnementen. De instellingen ontvangen de korting rechtstreeks van OVbureau en Arriva. Met OV-bureau en Arriva is afgesproken dat zij van de provincie een vast bedrag ontvangen voor de uitvoering van de regeling. Hierdoor hoeft er geen ‘op = op’ te gelden.
Wanneer gereed Gepland 2013
Gerealiseerd 2014
Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2013 hebben wij voorgesteld om de kosten, die hiermee zijn gemoeid (circa € 80.000 per jaar, becijferd door het OV-bureau), te bekostigen binnen de daarvoor beschikbare
Besteed In het kader van het BDU bestedingsplan 2014 hebben wij rekening gehouden met de kosten die annex zijn met deze grootverbruikersregeling voor het schooljaar 2013/2014.
Bereikbaar Groningen
63
middelen binnen het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur. Wij zien binnen de BDU mogelijkheden deze kosten te dekken en zullen de genoemde grootverbruikersregeling ingaande het schooljaar 2013/2014 laten doorvoeren. Wij zullen hiermee in het kader van het BDU-bestedingsplan rekening houden.
De kosten van de grootverbruikersregeling ad. € 80.000 zijn ten laste gebracht van het bestedingsplan van de BDU.
TOEGEVOEGD: Onderzoek verduurzaming openbaar vervoer (VJN2014) Beleid en doelen op termijn Wij hebben u per brief van 25 maart 2014, met kenmerk 2014-12.021/A.11, VV, geïnformeerd over de door ons vastgestelde Nota Duurzame Mobiliteit. Uit deze nota komt onder meer naar voren dat wij ten aanzien van die duurzaamheid kansen zien liggen in het openbaar vervoer. Als directe opdrachtgever hebben we binnen het openbaar vervoer de meeste invloed op de regionale trein. Zoals de planning in de nota aangeeft, hebben we inmiddels verkennende studies afgerond naar duurzame alternatieven voor de huidige dieseltreinen. Onze voorlopige conclusie is dat elektrificatie, al dan niet partieel, en (bio-)LNG (Liquified Natural Gas, oftewel vloeibaar aardgas) het meest gunstig lijken voor onze noordelijke nevenlijnen. Aangezien het verkennende studies betreffen, zijn deze nog omringd door een grote mate van onzekerheid. Daarom vinden wij het noodzakelijk om in een volgende fase uitgebreider onderzoek te laten verrichten teneinde deze onzekerheden in omvang te beperken. Eerst dan kunnen met redelijke zekerheid uitspraken worden gedaan over welk alternatief op de huidige dieseltrein haalbaar en wenselijk is wat betreft people, planet en profit (een goede balans in het sociaal-culturele, economische, en ecologische). Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Uitvoeren theoretisch onderzoek: Uitvoeren theoretisch onderzoek: - uitwerken conclusies van Movares dat - Het theoretisch onderzoek heeft zich in elektrificeren en LNG gunstig lijken 2014 vooral gericht op de waterstofbus. De (bandbreedte flink verkleinen); conclusies van Movares en mogelijkheden - mogelijkheid onderzoeken van voor Groningen-Leeuwarden worden rond Groningen-Leeuwarden (partieel) de zomer van 2015 verwacht. elektrisch, overige noordelijke nevenlijnen (bio)-LNG (hoe (in)efficiënt is het hebben van twee materieelsoorten in 1 concessie nu echt?) en/of mogelijkheid tot het partieel elektrificeren van alle noordelijke nevenlijnen. - Europese/wijd geaccepteerde - Door het Rijk is een haalbaarheidsmaatschappelijke kosten-batenanalyse onderzoek gestart. Afhankelijk van de (mkba) op geheel en partieel elektrificeren resultaten wordt gekeken of hiermee verder (partieel met diesel en partieel met wordt gegaan. accu’s) en (bio)-LNG; - meenemen van risico accijns en - Zie hierboven. methaanslib LNG, meenemen kansrijkheid (risico) regionale productie bio-LNG. Opdoen praktijkervaring met één of twee De pilots naar het opdoen van praktijkervaring technieken middels pilots. Mogelijk zijn hier bevonden zich in het verslagjaar nog in de alternatieve vormen van (co)financiering voor studiefase. beschikbaar. Zo is de kans aanwezig dat de pilots mede worden georganiseerd door de provincies Gelderland en Fryslân en mogelijk het Rijk. De voorbereiding van deze pilots vraagt tijd. Wij zullen u, zodra hierover meer duidelijkheid gaat ontstaan, informeren.
64
Bereikbaar Groningen
Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2014 besloten om hiervoor in 2014 een bedrag van € 225.000 beschikbaar te stellen ten laste van de algemene middelen.
Gerealiseerd 2015 Besteed In 2014 is € 54.400 besteed. Wij hebben in het kader van de Integrale Bijstelling 2014 voorgesteld het resterende bedrag ad. € 170.600 voor 2014 over te boeken naar 2015 zodat in 2015 kan worden verder gegaan met dit onderzoek.
Bereikbaar Groningen
65
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Mobiliteitsbeleid algemeen (productgroep 3001) Groningen Bereikbaar Beleid en doelen op termijn In de periode tot en met 2020 tijdens de realisatie van veel grote infrastructuur- en bouwprojecten zorgen voor een aanvaardbaar en beheersbaar niveau van de bereikbaarheid. Dit wordt bereikt door de projecten onder een centrale regie te brengen als het gaat om planning, monitoring, flankerende maatregelen (op het gebied van mobiliteits- en verkeersmanagement) en communicatie (eenduidig en projectoverstijgend). De genoemde regie is in handen van de in 2012 opgerichte samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland voortgaan met afstemming en prioritering van planningen van de projecten die in 2014 en de navolgende jaren in uitvoering komen; realisatie van belangrijke onderdelen van het zgn. Basispakket verkeersmanagement. Wanneer gereed Gepland 2020
Dit is gerealiseerd.
Gerealiseerd De samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar blijft in elk geval tot en met 2020 actief (zie hieronder).
Middelen Begroot Onder voorbehoud van besluitvorming in de Staten worden in 2013 middelen uit het provinciaal MIT beschikbaar gesteld voor de Samenwerkingsorganisatie en het Basispakket Verkeersmanagement. Daarnaast zijn er bijdragen van het Rijk (Beter Benutten) en van de gemeente Groningen.
66
Gerealiseerd Dit is gerealiseerd.
Besteed Provincie (besluiten PS op basis van voordrachten 18/2013 en 51/2013), gemeente Groningen en Rijk (Beter Benutten) hebben middelen beschikbaar gesteld voor de Samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar en het Basispakket Verkeersmanagement. De investeringen uit het Basispakket Verkeersmanagement hebben voor een deel plaatsgevonden in 2014 en worden afgerond in 2015. De Samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar zorgt in elk geval tot en met 2020 voor planning, monitoring, mobiliteitsmanagement, verkeersmanagement en communicatie, om daarmee de extra verkeershinder tijdens de realisatie van grote infrastructuur- en bouwprojecten aanvaardbaar te houden. De huidige middelen, aangevuld met financiële bijdragen uit de vervolgaanvraag Beter Benutten en grote projecten zijn voldoende om de daarmee gemoeide kosten te dekken.
Bereikbaar Groningen
Fietsroutes Plus Winsum-Groningen en Ten Boer-Groningen Beleid en doelen op termijn De hoofddoelstellingen uit de Beleidsnota Fiets zijn het realiseren van een toename in het fietsgebruik en het veiliger maken van het (brom)fietsverkeer. De Fietsroutes Plus Winsum-Groningen en Ten Boer-Groningen zijn hierin een belangrijke maatregel. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Afronding planuitwerkingsfase beide fietsroutes.
Gerealiseerd Voor de Fietsroute Plus naar Winsum is vanwege raakvlakken met maatregelen op het zuidelijk deel van de N361 en spoorwegveiligheid enige vertraging opgetreden in de planuitwerkingsfase. Verwacht wordt de planuitwerking in 2015 af te kunnen ronden. De Fietsroute Plus naar Ten Boer heeft enige vertraging opgelopen, doordat de uitwerking van het voorkeursalternatief complexer is gebleken dan van te voren gedacht.
Wanneer gereed Gepland Planuitwerking: 2014 Realisatie: 2016-2017 Middelen Begroot Voor beide Fietsroutes Plus wordt gerekend op een bijdrage uit het regiofonds van de Regio Groningen-Assen. Voor de Fietsroute Plus Winsum-Groningen zijn verder RSP-middelen in beeld. Het nog nader te bepalen provinciale aandeel in de Fietsroute Plus Ten BoerGroningen, waar ook wordt gerekend op een bijdrage uit de BDU, komt ten laste van het provinciale MIT. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland (mede) uitvoering geven aan de diverse Groningse projecten uit het RSP-ZZL; uitvoering geven aan de overige projecten uit het provinciale MIT; uitvoering geven aan de projecten en activiteiten die zijn ondergebracht in het Actieplan Fiets 2012-2015; uitwerken en uitvoeren van mobiliteitsbeleid middels werkplan 2014; opstellen Bestedingsplan BDU 2015; bijdragen op visievorming en uitvoering bereikbaarheid maatregelen Regio Groningen-Assen, waaronder maatregelen ten aanzien van transferia, busstations, HOVlijnen.
Gerealiseerd Afronding van de planuitwerking voor beide Fietsroutes Plus is voorzien in 2015. Realisatie naar verwachting in 2016-2017. Besteed Binnen de Regio Groningen-Assen zijn op dit moment geen financiële middelen beschikbaar om bij te dragen in de aanleg van de Fietsroutes Plus. Voor de Fietsroute Plus naar Ten Boer is een BDUbijdrage beschikbaar. De kosten die in 2014 in deze fase voor beide projecten zijn gemaakt zijn ten laste gebracht van het capaciteitskrediet Planuitwerkingsfase.
Gerealiseerd Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd.
Bereikbaar Groningen
67
(Re)constructie wegen en fietspaden (productgroep 3101) N366 Verdubbeling Veendam-Pekela Beleid en doelen op termijn In het kader van het realiseren van het eindbeeld N366 dient het wegvak Veendam-Pekela te worden verdubbeld. Doel is het verbeteren van de verkeersafwikkeling en verkeersveiligheid waarbij rekening wordt gehouden met een goede landschappelijke inpassing. De huidige route Veendam - Stadskanaal - Emmen - N34 biedt onvoldoende kwaliteit om de rol als centrale ontsluitings- en ontwikkelingsas voor het veenkoloniale gebied te kunnen vervullen. In een studie uit 2004 naar het eindbeeld van de route N366 - N391 - rondweg Emmen - N34 is geconcludeerd dat de route moet worden opgewaardeerd. Het eindbeeld voor de N366 gaat uit van een hoogwaardige stroomweg waarbij de aansluitingen van de N366 met het onderliggende wegennet ongelijkvloers zijn uitgevoerd, de weg is verbreed naar 8,60 meter en het weggedeelte Veendam-Pekela is verdubbeld. Hierbij wordt uitgegaan van een integraal routeontwerp, waarbij de weg verkeerskundig en landschappelijk goed is ingepast. Het project eindbeeld N366 is tevens opgenomen in het Collegeprogramma 2011-2015 (rubriek A nummer 12). In 2007 is gestart met de realisatie van de maatregelen (kruispunten) die in de eindbeeldstudie uit 2004 zijn opgenomen. Een aantal van die maatregelen is inmiddels gerealiseerd. Het rapport 'Landschappelijk en verkeerskundig ontwerp N366' vormt de onderbouwing voor de aanpak voor met name de wegvakken van de N366, van Veendam naar de Duitse grens. Met dit rapport is in mei 2012 middels een voordracht ingestemd door de Staten. Hierin is ook verzocht om een planuitwerkingsbesluit te nemen voor de verdubbeling Veendam-Pekela. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Verdergaan met de in 2013 gestarte grondverwerving; De planologische inpassing zal plaatsvinden;
De planuitwerking zal worden afgerond en de contractvorming zal starten.
Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot In totaal € 9,1 miljoen, als volgt te dekken: € 4.550.000 uit BDU Sparen; € 4.025.000 uit reserve ESFI (MIT); € 525.000 uit meerjarenprogramma Beheer en Onderhoud. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland A7: planvorming ZRG 2e fase; N33: uitvoering verdubbeling N33-zuid; N33: verkenning N33-midden; N355: planuitwerking verbinding GroningenZuidhorn; 68
N355: uitvoering vervanging bruggen Aduard-
Gerealiseerd Met de grondverwerving is doorgegaan.
Dit is niet gerealiseerd: de planvorming heeft veel tijd gevraagd vanwege de complexe ruimtelijke opgaven. De procedure voor de planologische inpassing start in 2015. Dit is gerealiseerd.
Gerealiseerd 2016-2017 (door vertraging in de planvorming) Besteed Tot nu toe is ca.€ 1,4 miljoen besteed.
Gerealiseerd A7: Het Tracébesluit is in 2014 getekend. N33: De verdubbeling is gerealiseerd. N33: Deze is afgerond. N355: PS hebben in hun vergadering van 10 december 2014 een planuitwerkingsen reserveringsbesluit genomen. N355: De uitvoering is vanwege vertraging in
Bereikbaar Groningen
Dorkwerd (Vaarweg Lemmer-Delfzijl);
N355: uitvoering deelproject Dorkwerd (Vaarweg Lemmer-Delfzijl); N355: uitvoering wegomlegging Noordhorn/Zuidhorn (Vaarweg Lemmer-Delfzijl); N360: contractvoorbereiding planstudie N360 Groningen-Delfzijl; N360: planuitwerking Fietsroute Plus Ten Boer-Groningen; N361: contractvoorbereiding/uitvoering weg Mensingeweer-Ranum; N361: bestekvoorbereiding fietspad EenrumBaflo; N361: planvorming Fietsroute Plus WinsumGroningen; N361: planvorming zuidelijk deel (RanumGroningen); N361: planvorming noordelijk deel (Mensingeweer-Lauwersoog); N361: planvorming Winsum-Groningen + omlegging Bedum;
N362: uitvoering reconstructie aansluiting Familie Bronsweg te Wagenborgen; N366: uitvoering reconstructie aansluiting Avebe; N366: uitvoering reconstructie aansluiting Nulweg; N366: contractvoorbereiding Westerstraat; e N370: uitvoering ombouw ORG 2 deelproject reconstructie Kardinge; e N370: uitvoering ombouw ORG 3 deelproject reconstructie - aansluiting Beijum Noord/aansluiting Groningerweg; N370: uitvoering aansluiting Noordelijke Ringweg-Westelijke Ringweg Reitdiepplein 2e fase; N370: uitvoering vervanging Noordzeebrug (vaarweg Lemmer-Delfzijl); N969: uitvoering Bellingwolde – Duitse grens (Rhederweg); N980: planvorming reconstructie traverse Doezum; planstudie ontsluiting Leek-Roden.
de ruimtelijke procedures nog niet ter hand genomen. Dit is voor 2016 gepland. N355: De uitvoering is gestart.
N355: De wegomlegging c.a. is opengesteld voor het verkeer.
N360: De contractvoorbereiding zijn gestart en lopen in 2015 e.v. door. N360: Het plan is verder uitgewerkt.
N361: De contractvoorbereiding is afgerond.
N361: De besteksvoorbereiding is in het verslagjaar grotendeels afgerond. N361: Er is gewerkt aan verdere uitwerking van het voorkeursalternatief. N361: Er is gewerkt aan het ontwikkelen van het maatregelenpakket. N361: Er is gewerkt aan de planvorming.
N361: PS hebben in hun vergadering van 10 december een planuitwerkingsbesluit genomen. N362: Het project is afgerond.
N366: Uitvoering van het werk loopt door tot in 2015. N366: De uitvoering is gereed.
N366: Dit is ter hand genomen. N370: Er is verder gegaan met de uitvoering.
N370: Er is verder gegaan met de uitvoering.
N370: Het project is nog niet uitgevoerd, doch zit de uitwerkingsfase.
N370: Er is verder gegaan met de uitvoering.
N969: Het project is gereed.
N980: Er is verder gegaan met de planvorming. Voor dit project zijn geen werkzaamheden verricht.
Daarnaast worden nog diverse werkzaamheden in het kader van het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn uitgevoerd.
Bereikbaar Groningen
69
Onderhoud en beheer wegen en fietspaden (productgroep 3102) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016:
N366: van N391 tot Duitse grens hoofdrijbaanverharding;
N996: traverse Loppersum hoofdrijbaanverharding; N969: Bellingwolde - Duitse grens hoofdrijbaanverharding;
N362: rotonde Wagenborgen; N366: Adriaan Tripweg; N975: Onstwedde-Musselkanaal ongelijksvloers maken; N367: rotondes Nieuwe Pekela; N363: Oostende-Spijk; N995: Bedum-Onderdendam;
Gerealiseerd Meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016, jaarschijf 2014: N366: Groot onderhoud hoofdrijbaanverharding, onderhoud viaduct Barnflair en aanleg nieuwe faunapassage. N996: Groot onderhoud aan hoofdrijbaan en fietspadverharding en nieuwe inrichting. N969: Groot onderhoud aan hoofdrijbaanverh. en kunstwerk Rhederbrug en nieuwe inrichting. N362: Aanleg nieuwe rotonde. N366: Aanleg nieuwe rotonde. N975: Groot onderhoud N975.
N860: Haren-Waterhuizen; N362: Zuidtangent Appingedam stimuleringsproject; N997: Delfzijl-Holwierde stimuleringsproject; N865: Ten Post - Schildwolde stimuleringsproject; N388: Sebaldeburen-Grijpskerk; N980: Balktil-Kornhorn; N975: Musselkanaal fietspadverharding; N996: Loppersum-Garrelsweer fietspadverharding; N66: groot onderhoud brug Hondshalstermaar; N71: groot onderhoud brug Termunterzijldiep; W56: tunnel Winsumerweg; N975: brug A.G. Wildervanckkanaal; W56: brug Verhildersum; Z21: tunnel Borgercompagnie regulier onderhoud 450 halteplaatsen; vervangen geluidsschermen Barnflair; renovatie voegen viaduct Vleddermond; wegmetingen ten behoeve van wegbeheerprogramma.
N367: Aanleg drie nieuwe rotondes. N363: Groot onderhoud. N995: Uitgesteld in verband met rondweg Bedum. N860: Groot onderhoud. N362: Groot onderhoud.
N997: Groot onderhoud. N865: Groot onderhoud.
N388: Groot onderhoud. N980: Groot onderhoud. N975: Groot onderhoud. N996: Groot onderhoud.
N66: Groot onderhoud bovenzijde is uitgevoerd; onderzijde in 2015. N71: Groot onderhoud bovenzijde is uitgevoerd; onderzijde in 2015. W56: Doorgeschoven naar 2015 N975: Werkzaamheden zijn uitgevoerd. W56: =W32 Werkzaamheden zijn uitgevoerd Z21: Groot onderhoud Werkzaamheden zijn uitgevoerd Werkzaamheden zijn uitgevoerd Werkzaamheden zijn uitgevoerd Globale visuele inspectie wegen is uitgevoerd. Kwaliteit is nog discussie. Er is een FietspadComfortMeting uitgevoerd.
70
Bereikbaar Groningen
Verkeersveiligheid (productgroep 3103) Herinrichting stationsgebied Appingedam Beleid en doelen op termijn Het station in Appingedam is stedenbouwkundig gezien niet goed 'verbonden' met de stadskern. De drukke, doorgaande verkeersroute (N360) doorsnijdt de fiets/loopverbindingen tussen de stad en het stationsgebied en vormt een barrière. De nadruk ligt sterk op de afwikkeling van het verkeer en minder op verblijven, waarmee de leefbaarheid van het gebied onder druk staat. Ruimtelijk is er momenteel weinig ondersteuning van het station of stationsplein in de vorm van bebouwing of andere ruimtelijke elementen. Het brede, kale wegprofiel domineert het beeld. De gewenste herinrichting van het stationsgebied omvat de volgende elementen: betere aansluiting van het station bij de stad; versterking van het karakter van het stationsplein; versmalling van het wegprofiel en een asverlegging in noordelijke richting; herinrichting parallelweg gericht op een heldere parkeerstructuur, het voorkomen van sluipverkeer en het doortrekken van de beplantingsstructuur (bomen/groen); creëren van een duidelijke en veilige oversteek voor voetgangers en fietsers; betere organisatie van het parkeren voor trein- en busreizigers; in samenwerking met het project facelift stations verbetering van de stationsoutillage. Voor dit deel van de route wordt een eindbeeld ontworpen, waarbij dit wegvak een meer stedelijke inrichting krijgt en de omgeving van het station een betere aansluiting geeft bij de 'stad'. Dit ook in relatie met de ruimtelijke ontwikkelingen die al in gang zijn gezet en die nog voorzien worden. Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland In dit project werken de provincie Groningen en de gemeente Appingedam nauw samen aan de planvorming welke in 2013 zal zijn afgerond. In 2014 zal worden gestart met de uitvoering. Wanneer gereed Gepland De verwachting is dat de herinrichting na de zomer van 2014 zal zijn afgerond. Middelen Begroot De kosten van te treffen infrastructurele maatregelen op het provinciale deel worden ten laste gebracht van de middelen die jaarlijks beschikbaar komen voor de uitvoering van het meerjarig uitvoeringsprogramma 2012-2016 van het beleidsplan verkeersveiligheid provinciale wegen. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland voorbereiden en uitvoeren van projecten die zijn ondergebracht in het meerjarig uitvoeringsprogramma 2012-2016 van het beleidsplan verkeersveiligheid provinciale wegen; voorbereiden en uitvoeren infrastructurele maatregelen met behulp van het krediet Duurzaam Veilig slag beheer en onderhoud 2014;
Gerealiseerd Op verzoek van de gemeente Appingedam zal in 2015 met de uitvoering worden gestart.
Gerealiseerd De uitvoering zal naar verwachting in 2015 worden afgerond. Besteed In 2014 zijn geen uitvoeringskosten gemaakt.
Gerealiseerd Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Bereikbaar Groningen
71
voorbereiden en uitvoeren van het jaarwerkplan 2014 van het Verkeer- en Vervoerberaad Groningen. Voor het verbeteren van de verkeersveiligheid op de N361 wordt, voorafgaand aan infrastructurele aanpassingen, in 2014 gestart met de zogenaamde 3E-aanpak. Dit houdt in dat Engineering (aanpassingen in de infrastructuur), Education (educatie en voorlichting) en Enforcement (handhaving door de regiopolitie) in de oplossingsrichting worden betrokken. Voor het verbeteren van de verkeersveiligheid op de fietsroute Groningen-Hoogezand wordt in 2014 gestart met een experiment om door middel van de 3E-aanpak het aantal (brom)fietsongevallen terug te dringen. Op deze route ligt de nadruk op voorlichting en handhaving.
Dit is gerealiseerd.
Hiermee is gestart.
Mede op basis van een inventarisatie c.q. schouw is een projectplan opgesteld. In 2015 wordt gestart met de uitvoering.
Verkeersmanagement (productgroep 3104) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016: Ten behoeve van de verkeersveiligheid wordt preventief gestrooid. De wegen worden met een mengsel van zout en calciumchloride gestrooid met behulp van zogenaamde natzoutstrooiers. De fietspaden worden alleen met zout gestrooid. De provincie heeft het uitgangspunt dat alle strooiroutes binnen 2,5 uur gestrooid moeten kunnen worden. De verkeersregelinstallaties worden jaarlijks visueel en technisch geïnspecteerd, gevonden gebreken worden hersteld. Storingen en defecten worden direct verholpen. Na gemiddeld 17 jaar worden de belangrijkste delen (regelunit en armaturen) vervangen wegens technische en economische veroudering. Specifiek wordt in 2014 de VRI Ruischerbrug vervangen.
Gerealiseerd Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016: In strooiseizoen 2013-2014 is er 21 keer gestrooid, het gemiddelde aantal strooibeurten van de laatste 10 jaar ligt op 56 keer per strooiseizoen.
Dit is gerealiseerd.
VRI wordt vervangen in 2015, in combinatie met groot onderhoud wegvak GroningenRuischerbrug (N360).
(Re)constructie waterwegen (productgroep 3301) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland uitvoering en afronding vervanging Noordzeebrug; uitvoering en afronding wegomlegging Zuidhorn (N355); 72
Gerealiseerd De eerste fase (vervanging westelijk brugdeel) is afgerond. Dit is afgerond.
Bereikbaar Groningen
uitvoering Versnellingsagenda Winschoterdiep (vervangen beschoeiing); uitvoering Blauwe Passage Midwolda; voorbereiding en uitvoering vervangen Remmingswerken Winschoterdiep en A.G. Wildervanckkanaal; uitvoering aanpassingen kades NoordWillemskanaal; voorbereiding en uitvoering Kiek over Diek; uitvoering saneringsbaggerwerk Eemskanaal, inclusief onderhoudsbaggerwerk Oosterhornkanaal; uitvoering baggerwerk Winschoterdiep; voorbereiding en uitvoering bruggen Aduard en Dorkwerd; voorbereiding en uitvoering Oostelijke Ringweg: bruggen Kardinge, Groningerweg, Beijum en fietsbruggen; voorbereiding brug Nieuwklap; planvorming Gerrit Krolbruggen en Paddepoelsterbrug.
Circa 3 km houten damwand is vervangen door stalen damwand. Dit is afgerond. De uitvoering is uitgesteld in verband met financiering. Uitvoering is uitgesteld in verband met financiering. Werk is aanbesteed; uitvoering in 2015. Dit is afgerond. Tweede fase is circa 80% uitgevoerd. Uitvoering Aduard is uitgesteld in verband met financiering, uitvoering brug Dorkwerd vertraagd. Zie productgroep 3101. Planuitwerking is afgerond. Planstudie Paddepoelsterbrug is circa 80% gereed, planstudie Gerrit Krolbruggen circa 50%.
Onderhoud en beheer vaarwegen (productgroep 3303) Onderhoud hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl Beleid en doelen op termijn Het is het streven om de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl per 1 januari 2014 over te dragen aan het Rijk. Gedurende een overgangsperiode van vijf jaar voert de provincie vervolgens het vaste onderhoud aan de vaarweg uit voor het Rijk. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren van de met het Rijk overeengekomen vaste onderhoudswerkzaamheden. Wanneer gereed Gepland 2019 Middelen Begroot Volgens overeenkomst met het Rijk.
Gerealiseerd De werkzaamheden zijn in overeenstemming met het jaarplan onderhoud 2014 gerealiseerd. Gerealiseerd Jaarschijf 2014 volgens de overeenkomst onderhoud gerealiseerd. Besteed Volgens overeenkomst met het Rijk.
Bereikbaar Groningen
73
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016: vervangen boordvoorziening Oude Eemskanaal;
vervangen boordvoorziening NoordWillemskanaal (provinciegrens – Meerwegbrug); vervangen boordvoorziening Aduarderdiep (km 3.659 - km 5.123).
Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016: Werkzaamheden zijn niet gerealiseerd in verband met verplichte aardbevingbestendigheidstoets. Besteksvoorbereiding is in volle gang, werkzaamheden worden in 2015-2016 uitgevoerd. Werkzaamheden zijn gerealiseerd.
Kunstwerken vaarwegen (productgroep 3306) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016: herstel Reitdiepsluis;
renovatie sluis Lammerburen; Jan Bronssluis revisie hydraulische installatie; vervangen sluisdeuren (buiten ebdeuren) Lauwersoog;
groot onderhoud Centrale Post Lauwersoog; wachtplaatsen buitenhaven.
Gerealiseerd Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016: Fase 2 van de renovatie is ca. 80% gerealiseerd. Werkzaamheden zijn gerealiseerd. Werkzaamheden zijn gerealiseerd. Werkzaamheden zijn niet uitgevoerd, dit jaar worden de binnenvloeddeuren aangepakt, volgend jaar de binnenebdeuren en in 2017 de buitenebdeuren. Werkzaamheden zijn gerealiseerd. Werkzaamheden zijn in uitvoering, oplevering april 2015.
Luchtvaartvervoer (productgroep 3401) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Groningen Airport Eelde Als aandeelhouder heeft de provincie als voornaamste taak de directie te controleren en te toetsen op het door haar te voeren beleid. Voorbereiden van besluitvorming in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en aanverwante bestuurlijke overleggen. Uitvoering Wet luchtvaart voorbereiden, opstellen en handhaven van Luchthavenbesluiten of regelingen voor de luchthavens Oostwold, Veendam, Grootegast, Stadskanaal en UMCG;
74
Gerealiseerd Groningen Airport Eelde Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd. De reactie op het strategisch plan 'Werelden Verbinden' van de luchthaven is met Provinciale Staten besproken.
Uitvoering Wet luchtvaart Het beroep bij de Raad van State tegen het luchthavenbesluit Oostwold is gevoerd; uitspraak vindt plaats in 2015. De aanvraag van een luchthavenbesluit Stadskanaal is ontvangen en in behandeling; verwacht besluit voorjaar 2015. Er is overleg met UMCG gevoerd over verplaatsing helikopterdek vanwege omgevingshinder en veiligheid.
Bereikbaar Groningen
beoordelen overige initiatieven voor luchthavens, bijvoorbeeld permanente helikopterlandingsplaatsen;
verlenen ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) voor onder meer incidentele helikopterlandingen.
Het luchthavenbesluit voor een helihaven nabij de Eemshaven is voorbereid; de MERprocedure loopt en overleg met het Rijk over een barro-ontheffing (besluit algemene regeling ruimtelijke ordening) is ingezet. Het Rijk heeft een positieve principe uitspraak gedaan. Wij hebben 41 TUG-ontheffingen verleend. Er zijn geen overtredingen of incidenten geweest in het kader van de Wet luchtvaart.
Collectief personenvervoer (productgroep 3402) Marketing en communicatie OV-bureau Beleid en doelen op termijn Door middel van marketing en communicatieactiviteiten bijdragen aan verbetering van een positief imago van het OV, een hoge mate van reizigerstevredenheid en een stijging van het aantal betalende reizigers. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd grote campagnes ten aanzien van Er zijn verschillende tariefacties gerealiseerd dienstregeling 2015, sterke producten (bijv. zoals Zomerbroezz’n en de 40/4P+R), zakelijke markt, tarieven en OVactie.Daarnaast heeft in het kader van specials winter- en zomereditie; Groningen Bereikbaar een gebiedsgerichte aanpak ter versterking van P+R-gebieden en uitnutten van sterke lijnen plaatsgevonden incl. promotietour in het voor- en najaar. Dit heeft geleid tot veel nieuwe reizigers in de HOVlijnen. De dienstregeling 2015 is uitgebreid gecommuniceerd en heeft mede daardoor geleid tot relatief weinig klachten bij de overgang van de dienstregeling. digitaal reizigerspanel, klantenpanels en Onder de leden van het digitaal reizigerspanel consumentenplatform. heeft een aantal onderzoeken plaatsgevonden over o.a. de klanttevredenheid, de communicatie en de nieuwe dienstregeling. De resultaten zijn gebruikt ter verbetering van het product openbaar vervoer. Er heeft een verdere professionalisering plaats gevonden binnen de consumentenplatforms. Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Zie begroting 2014 OV-bureau.
Gerealiseerd 2014 Besteed Zie jaarverslag en jaarrekening 2014 OV-bureau.
Bereikbaar Groningen
75
Voorbereiding aanbestedingen busconcessies Beleid en doelen op termijn In 2013 is gestart met de voorbereiding van de aanbestedingen van de GD- en HOV-concessie. Dit proces neemt enige tijd in beslag en zal uiteindelijk moeten leiden tot een nieuw contract met een vervoerder per december 2017. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Vaststellen Nota van Uitgangspunten GD- en Begin 2014 is de Nota van Uitgangspunten HOV-concessie. door het dagelijks bestuur vastgesteld en is gestart met het opstellen van een Programma van Eisen. Afhankelijk van de besluitvorming van de Het openbaar vervoerdeel van de gemeenten zal een verlenging van de regioconcessies is verlengd tot eind 2017. De regioconcessies kunnen plaats vinden, dan gemeenten zijn gestart met visievorming op wel zal er een aanbesteding van het publiek vervoer waar het OV-bureau haar kleinschalig vervoer voor betreffende regio expertise inbrengt en de koppeling met het moeten worden georganiseerd. openbaar vervoer bewaakt. Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Zie begroting 2014 OV-bureau.
Gerealiseerd Besteed Zie jaarverslag en jaarrekening OV-bureau.
Treinverbinding Groningen-Bremen Beleid en doelen op termijn Uitwerken mogelijkheden verbeteren treinverbinding Groningen-Bremen (teneinde te komen tot een maximale reistijd van rond de 1 uur en 23 minuten overeenkomstig motie 8 vergadering Provinciale Staten van 27 juni 2012). Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Onderzoek doen naar welke maatregelen Dit is gerealiseerd. noodzakelijk zijn om een reistijd van 1.23 uur tussen Groningen en Bremen te realiseren; Tevens uitwerken van één of twee varianten is gerealiseerd. In overleg met betrokken waarbij nog steeds sprake is van een partners is een aanvullende studie gedaan om hoogwaardige (intercity)verbinding maar een het aantal varianten te reduceren. Dit reistijd van 1.23 uur niet wordt gehaald. Doel vervolgonderzoek zit in de eindfase en moet is om voor de besluitvorming over het vervolg medio maart 2015 leiden tot besluitvorming verschillende keuzes te hebben over mate over welke varianten naar de van investeren versus opbrengsten; planuitwerkingsfase gaan. Duurzaamheid in het openbaar vervoer wordt Leidt niet tot extra varianten. Wel wordt in een bij dit onderzoek als uitgangspunt genomen separaat onderzoek gekeken naar (zie ook deel 3. Paragrafen, hoofdstuk 8 mogelijkheden het OV (spoor) te Duurzaamheid, blz. 247). Dit zal vervolgens verduurzamen. per alternatief nog leiden tot één of meer varianten. Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Inzet is de hiermee gemoeide kosten ten laste te brengen van het capaciteitskrediet Verkenningsfase voor het project Maatregelen verkorting reistijd spoor Groningen-Bremen. 76
Gerealiseerd Ja Besteed De kosten zijn ten laste gekomen van het capaciteitskrediet Verkenningsfase Maatregelen verkorte reistijd Groningen-Bremen.
Bereikbaar Groningen
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Provincie en/of OV-bureau: systematisch, structureel en proactief beheer van de verschillende concessies;
invulling geven aan bereikbaarheidsvisie stad Groningen per OV;
leggen van verbinding tussen investeringen in infrastructuur en exploitatie OV (versnelling OV);
ontwikkelen van de busdienstregeling 2015 passend binnen de financiële kaders en gericht op verdergaande netwerkintegratie bus en trein;
deelname aan Taskforce Mobiliteitsmanagement Ring Zuid; realiseren dynamische informatie in de bus en op haltes.
planuitwerking OV-voorziening Westerkwartier;
voorbereiden van een realisatiebesluit voor de Knoop Groningen (onder andere doorkoppeling, vierde perron en viersporigheid Europapark); uitwerken van de overige spoorse maatregelen uit het ZZL-convenant;
Gerealiseerd Provincie en/of OV-bureau: Het beheer van de concessies heeft zich o.a. toegespitst op stiptheid (voorkomen van te vroeg vertrekken), verbeteren van de toegankelijkheid en de klantvriendelijkheid van de chauffeurs. Op alle aspecten is een verbetering bij vrijwel alle vervoerders gerealiseerd. Begin 2014 zijn de Qlink-lijnen van start gegaan. Dit heeft geresulteerd in veel extra reizigers en als gevolg daarvan ook extra bussen. In augustus is Qlink uitgebreid met Qlink groen (HS via Zernike naar Zuidhorn). Tevens zijn nieuwe verlengde Qliners ingezet met meer capaciteit. Dit alles om de bereikbaarheid van de stad te verbeteren. In 2014 zijn ook reeds enkele infrastructurele maatregelen uit ambitieniveau 1 en 2 van de HOV-visie uitgevoerd. Vanuit het OV-bureau is bijgedragen aan voorbereiding van de realisatie van het laatste deel busbaan HOV-as Peizerweg. Met de provincie Groningen zijn plannen ontwikkeld voor de doorstroming op de N360. De studie HOV Roden en HOV Leek is afgerond, samen met gemeente en provincies, hetgeen geleid heeft tot voorkeursalternatieven in beide gemeenten. Tevens is een bijdrage geleverd aan infrastructurele maatregelen in de stad Groningen die de exploitatie versnellen (HOVas Peizerweg, tunnel Eemsgolaan, herinrichting Stationsweg en bustunnel onder het hoofdstation). In overleg met alle relevante partijen (reizigersorganisaties, gemeenten en vervoerders) is de dienstregeling 2015 gerealiseerd. De nieuwe dienstregeling betekent een ombuiging van ongeveer € 2 miljoen. Actieve betrokkenheid van het OV-bureau bij de beleidsprocessen van de gebiedspartners. De uitrol van de DRIS-panelen heeft plaatsgevonden. Planning om eind 2014 90% van het totaal aantal panelen geplaatst te hebben, is niet gerealiseerd vanwege technische problemen. Dit wordt voorjaar 2015. Afgelopen jaar gewerkt aan de planuitwerking. Het project is opgedeeld in twee delen: omgeving Hoogkerk en HOV Leek. 24 september 2014 hebben PS ingestemd met onze voordracht 39/2014. In vervolg daarop is e de 2 helft van 2014 benut om de verschillende onderdelen met elkaar te integreren. Er is verder gewerkt aan de uitwerking van de Boogverruiming bij Hoogeveen en het aanpassen van de sporen tussen Zwolle en Herfte.
Bereikbaar Groningen
77
voorbereiden van een realisatiebesluit voor het invoeren partiële snelheidsverhoging op de baanvakken Groningen-Nieuweschans en Groningen-Roodeschool ter verbetering van de robuustheid van het netwerk en ter verbetering van de punctualiteit van de treinen; voorbereiden van een realisatiebesluit voor de doortrekking van de spoorlijn van GroningenRoodeschool naar de Eemshaven voor personenvervoer;
Met onze voordracht van 33/2014 heeft PS ingestemd met het integreren van de partiële snelheidsverhoging in het project sneltrein Groningen-Winschoten als eerste fase in het project reistijdverkorting Groningen-Bremen.
planuitwerking reactivering van de spoorlijn Veendam-Stadskanaal;
contracteren realisatie van de (partiële) verdubbeling van de spoorlijn GroningenLeeuwarden; uitvoering toegankelijkheid bushaltevoorzieningen (op basis van halteplan);
starten met nader onderzoek naar verduurzaming openbaar vervoer.
Er is gewerkt aan de verdere planuitwerking ten behoeve van het nemen van een realisatiebesluit voor de doortrekking van de spoorlijn van Groningen-Roodeschool naar de Eemshaven voor personenvervoer. Er is verder gewerkt aan de planuitwerking voor de reactivering van de spoorlijn VeendamStadskanaal. Er is gewerkt aan de voorbereiding van de contractering. Daarnaast is de procedure voor het tracébesluit opgestart. De gemeenten en de provincie hebben inmiddels een groot aantal toegankelijke bushaltes gerealiseerd. Wij hebben wij de nota Duurzame Mobiliteit opgesteld. Hierin hebben wij ook onze visie gegeven ten aanzien van het verduurzamen van het openbaar vervoer. Daarnaast zijn we in 2014 gestart met de uitwerking van een pilot voor waterstofbussen.
78
Bereikbaar Groningen
Lasten/baten en analyse thema Mobiliteit en infrastructuur Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting 2014 21.650.839 21.998.242
begroting 2014 na wijziging 20.344.062
rekening 2014
verschil
19.734.845
609.217
6.283.240 7.186.382
6.098.470 2.756.297
7.510.820 12.583.572
7.545.202 9.191.623
-34.382 3.391.949
19.572.170
-72.162
28.714.044
16.651.212
12.062.832
9.659.485
7.379.498
8.613.882
8.138.344
475.538
2.250.788 1.076.948 2.478.762
1.095.741 988.040 0
1.728.404 970.625 2.140.694
1.208.553 771.157 4.637.501
519.851 199.468 -2.496.807
2.832.568
3.095.634
0
0
0
2.718.327
2.167.780
5.594.186
4.673.777
920.409
2.551.233 1.008.140 0 0 74.265.867 52.154.451
2.500.818 0 69.529.065
3.302.879 0 63.730.096
-802.061 0 5.798.969
Totaal lasten 152.526.608 98.670.131 160.230.172 139.585.189
20.644.983
Apparaatskosten Kapitaallasten 3001 Mobiliteitsbeleid algemeen 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden 3102 Onderhoud en beheer wegen en fietspaden 3103 Verkeersveiligheid 3104 Verkeersmanagement 3301 (Re)constructie waterwegen 3302 Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen 3306 Kunstwerken vaarwegen 3401 Luchtvaartvervoer 3402 Collectief personenvervoer
3001 Mobiliteitsbeleid algemeen 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden 3102 Onderhoud en beheer wegen en fietspaden 3103 Verkeersveiligheid 3104 Verkeersmanagement 3301 (Re)constructie waterwegen 3302 Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen 3306 Kunstwerken vaarwegen 3401 Luchtvaartvervoer 3402 Collectief personenvervoer
6.133.259
2.113.093
10.495.368
9.043.807
-1.451.561
13.265.167
866.098
4.177.407
10.198.600
6.021.193
632.284
145.560
145.560
342.083
196.523
40.000 7.544 0
0 65.220 0
0 65.220 0
40.000 313.312 0
40.000 248.092 0
6.596.709
7.355.300
0
0
0
594.907
497.500
508.420
790.109
281.689
511.062 515.890 0 0 68.504.417 51.298.362
515.890 0 62.783.258
763.807 0 57.217.199
247.917 0 -5.566.059
Totaal baten
96.285.348 62.857.023
78.691.123
78.708.917
17.794
Totaal saldo lasten-baten
56.241.260 35.813.108
81.539.049
60.876.272
20.662.777
Bereikbaar Groningen
79
LASTEN Apparaatskosten
609.217
Kapitaallasten
-34.382
Programmakosten Productgroep 3001 Mobiliteitsbeleid algemeen - Op basis van de H2i-besluitvorming in 2001 sparen wij samen met de gemeente Groningen en met behulp van de BDU jaarlijks in totaal circa € 2,6 miljoen voor de aanpak van de Ring Groningen. Ons eigen jaarlijks aandeel bedraagt € 953.300 en wordt ten laste van de reserve ESFI gebracht. In 2014 is ook weer € 953.300 vanuit de reserve ESFI opgenomen. Bij de jaarlijkse afsluiting van de onderscheiden deelprojecten van de Ring Groningen wordt het aandeel verantwoord. Dit loopt dan via de post mutaties reserves (ESFI). - Voor de uitvoering van het Actieplan Fiets 2012-2015 was in 2014, inclusief de overboeking naar 2014, een budget beschikbaar van € 1.095.000. Hiervan is in 2014 € 187.059 uitgegeven. Wij hebben het niet uitgegeven deel, ofwel € 907.941, als een categorie 1 overboekingsvoorstel en voorzien van een onderbouwing opgenomen in de IB2014. U heeft in dat verband ingestemd met overboeking van deze restantmiddelen naar het dienstjaar 2015. - Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om met ingang van 2014 € 500.000 per jaar meer uit de BDU in te zetten bij de uitvoering van het MIT. Concreet betekent dit dat een deel van de MIT-middelen voor GroningenDelfzijl (sober nulplusvariant) worden vervangen door BDU-middelen. Op deze wijze is een bezuiniging op de voeding van de reserve ESFI mogelijk. De geraamde middelen zijn in 2014 echter nog niet ingezet en blijven beschikbaar binnen de BDU. Zie ook de baten. - Voor de uitgaven en reserveringen in het kader van de infrastructurele projecten BDU en GDU is in 2014 meer uitgegeven dan begroot. Gemeenten zijn aangespoord lopende subsidies af te ronden, waardoor enkele grote subsidies zijn afgerekend. - In 2014 is er een budget van € 4.900.000 geraamd, hierop is in 2014 niets gerealiseerd. Dit betreft het jaarlijkse sparen voor dure regionale projecten in de BDU. Zodra dat aan de orde komt worden de in overleg met het VVB benoemde spaarprojecten van een BDU-subsidie uit deze gespaarde middelen voorzien. - De vrij besteedbare ruimte 2014 is in de begroting opgenomen maar hierop is geen beroep gedaan in 2014. Deze middelen blijven beschikbaar t.b.v. de BDU via het bestedingsplan 2015. - Overige afwijkingen
953.300
907.941
500.000
- 5.658.517
4.900.000
1.803.775 -14.551 3.391.948
Productgroep 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden - De grootste verschillen (circa € 8,5 miljoen) worden voornamelijk verklaard door een onjuiste opname van de financieringen in de financiele projectadminstratie en investeringsmodel van de deelprojecten van de Oostelijke Ringweg. Deze discrepantie is nu rechtgezet. Middels voordrachten 2009/7, 2010/15, 2011/29, 2012/10, 2013/20 en voordracht 58/2014 bent u geïnformeerd over deze projecten. Het restverschil van circa € 2,5 miljoen is verdeeld over 22 overige kredieten waarvan 21 andere infrastructurele projecten met een gezamelijk investeringsopgave van € 82,6 miljoen. De verklaring is onder te verdelen in een drietal factoren, te weten: 1. In het jaar 2014 is minder uitgegeven dan begroot wegens het naar achter schuiven van de planning van de realisatie van de projecten. 2. Projecten zijn onder de raming gerealiseerd. 3. Het niet naar rato op basis van de raming en realisatie boeken van ESFI naar de projecten toe in voorgaande jaren. - De lasten voor het RSP-project Bereikbaarheid Lauwersmeergebied zijn in 80
Bereikbaar Groningen
11.484.920
-531.441
-
2014 hoger uitgevallen dan begroot voor deze jaarschijf. Dit is het gevolg van het feit dat in 2014 de bijdrage aan het project Mensingeweer-Ranum beschikbaar is gesteld. De capaciteitskredieten laat ten opzichte van de begroting een onderbesteding zien. Dit overschot is meegenomen bij de overboeking kredieten 2014-2015. Overige afwijkingen
1.104.622 4.731 12.062.832
Productgroep 3102 Onderhoud en beheer wegen en fietspaden - Op hoofdrijbaanverhardingen is een batig saldo ontstaan, doordat een aantal projecten reeds in 2013 zijn uitgevoerd in het kader van de Versnellingsagenda. Het batig saldo is nodig om het tekort uit 2013 weer in te lopen. - In oktober 2013 heeft een najaarsstorm veel schade aan het bomenareaal toegebracht. Honderden bomen zijn omgewaaid of kapot gewaaid. De herstelwerkzaamheden zijn tot ver in 2014 uitgevoerd en hebben tot extra kosten geleid voor het onderdeel beplanting. - Het positieve saldo bij vaste kunstwerken is ontstaan door het doorschuiven van een aantal projecten rondom de ringweg Groningen naar 2015/2016 in het kader van Groningen Bereikbaar. - In 2014 is in het kader van de overdracht van de vaarweg Lemmer-Delfzijl naar het Rijk ook de Driebondsbrug overgedragen naar het Rijk. Deze afkoopsom was niet begroot en wordt via de bestemming van het rekeningresultaat gedekt uit de reserve afkoopsommen wegen en waterwegen. - Overige afwijkingen
1.507.284
-218.581
433.602 -1.097.000
-149.766 475.539
Productgroep 3103 Verkeersveiligheid - Voor de uitvoering van het meerjarig uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid provinciale wegen 2012-2016 resteerde in 2014 een bedrag ad € 491.946. Wij dit bedrag als een categorie 1 overboekingsvoorstel en voorzien van een onderbouwing opgenomen in de IB2014. Bij de overboeking hebben wij ook betrokken de niet geraamde bate ad € 40.000. Dit is de bijdrage van het Verkeers- en Vervoerberaad ten behoeve van educatie- en communicatieactiviteiten binnen het project N366 Veilig. Per saldo is er een voordeel ontstaan van € 531.946. U heeft ingestemd met overboeking van deze restantmiddelen naar het 2015. - Overige afwijkingen
491.946
27.905 519.851
Productgroep 3104 Verkeersmanagement - Door de relatief gunstige winterperiode zijn de kosten voor gladheidsbestrijding lager uitgevallen dan begroot. - Overige afwijkingen
239.234 -39.766 199.468
Productgroep 3301 (Re)constructie wegen en fietspaden - De mutaties reserves laat een overschrijding zien doordat in de begroting geen rekening is met het beroep op de reserves voor voor een drietal projecten in het kader van de opwaardering van de vaarweg LemmerDelfzijl.
-2.496.807
-2.496.807 Productgroep 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen - Het product Dijken, bermen en sloten laat een overschrijding zien als gevolg van de bijdrage aan de waterschappen in het kader van de afspraken B-AKWA. - Boordvoorzieningen overige vaarwegen laat een onderschrijding zien als gevolg van de volgende redenen: Vervangingen van boordvoorzieningen (270m1) langs de oostzijde van het Oude Eemskanaal is niet uitgevoerd in verband met discussie rondom ligplaatsen die een lokaal bedrijf in gebruik heeft. Daarnaast is er op dat traject een discussie rondom het verleggen van kabels en Bereikbaar Groningen
-115.902 1.124.000
81
leidingen. Vervangingen van boordvoorzieningen (1.517m1) langs de westzijde van het Oude Eemskanaal is niet uitgevoerd in verband met wachttijd op aardbevingstoets die door het waterschap Noorderzijlvest moet worden uitgevoerd. Overige afwijkingen -
-
-87.688 920.410
Productgroep 3306 Kunstwerken vaarwegen - Op het product sluizen is een overschrijding ontstaan door een grote renovatie van de Reitdiepsluis. Daarnaast is er onvoorzien groot onderhoud aan de sluis Lammerburen uitgevoerd. Het negatieve saldo wordt zoveel mogelijk in 2015 en 2016 ingelopen. - Het negatieve saldo is ontstaan door groot onderhoud aan de Beertsterbrug en de Renselbrug. Het negatieve saldo wordt zoveel mogelijk in 2015 en 2016 ingelopen. - Voor het project afstandsbediening bruggen zijn in de begroting 2014 de verwachte lasten voor het jaar 2014 te laag ingeschat. De kosten van het project worden (voor)gefinancierd uit de reserve afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep. - Overige afwijkingen.
-184.292
-487.607 -136.462
6.300 -802.061
Productgroep 3402 Collectief personenvervoer - De kosten voor de regionale treindiensten vallen in totaal lager uit, onder meer als gevolg van lagere kosten voor kaartautomaten door de verdere invoering van de OV-chipkaart en de compensatiemiddelen rode diesel die ten laste van een ander budget (reservering spoor, BDU) zijn gebracht. - Voor diverse projecten in het kader van RSP/MIT vallen de werkelijke lasten in 2014 lager uit dan begroot. Deze middelen blijven beschikbaar binnen de reserves. - Aan de gemeente Winsum is een subsidie verleend van € 382.600 voor de verbetering van de stationsomgeving. Deze middelen zullen worden terug ontvangen van de Regio Groningen-Assen. - Voor diverse projecten in het kader van de BDU vallen de werkelijke lasten in 2014 lager uit dan begroot. Dit is grotendeels het gevolg van de systematiek, waarbij de vrij beschikbare ruimte t.b.v. openbaar vervoer projecten wordt begroot, maar waarop in 2014 geen beroep is gedaan. Deze middelen blijven beschikbaar binnen de BDU. - Bij de Integrale Bijstelling 2014 is € 225.000 beschikbaar gesteld voor onderzoek verduurzaming OV. In 2014 is € 54.400 besteed. De restantmiddelen zijn betrokken bij de overboeking kredieten 2014-2015. - Overige afwijkingen
1.465.028
1.243.581 -382.600 3.315.106
170.600 -12.747 5.798.968
Totaal afwijking programmakosten
20.070.148
Totaal afwijking lasten
20.644.983
BATEN Programmabaten Productgroep 3001 Mobiliteitsbeleid - De baten binnen mobliteitsbeleid zijn lager uitgevallen, doordat een lager beroep is gedaan op de BDU-middelen t.b.v. infrastructurele projecten. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om met ingang van 2014 € 500.000 per jaar meer uit de BDU in te zetten bij de uitvoering van het MIT. Concreet betekent dit dat een deel van de MIT-middelen voor GroningenDelfzijl (sober nulplusvariant) worden vervangen door BDU-middelen. Op deze wijze is een bezuiniging op de voeding van de reserve ESFI mogelijk. De geraamde middelen zijn in 2014 echter nog niet ingezet en blijven beschikbaar binnen de BDU. Zie ook de lasten. 82
Bereikbaar Groningen
-1.045.258 -500.000
-
Overige afwijkingen
93.696 -1.451.561
Productgroep 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden - De meeropbrengsten van de baten hebben betrekking op de voeding van de capaciteitskredieten. De voeding is hoger, doordat in 2014 een aantal realisatiebesluiten zijn genomen en de bijdrage in de capaciteitskredieten direct zijn verwerkt. In de begroting was alleen rekening gehouden met voeding van de capaciteitskredieten van projecten die daadwerkelijk ook in uitvoering waren. - Doordat de lasten voor het RSP-project Bereikbaarheid Lauwersmeergebied hoger zijn uitgevallen dan begroot, is ter dekking een hogere bijdrage vanuit de RSP-middelen toegevoegd aan de exploitatie.
5.798.700
222.493 6.021.193
Productgroep 3102 Beheer en onderhoud wegen en fietspaden - Als gevolg van vergoedingen voor onder meer schades en hogere opbrengsten voor huren, pachten, recognities en leges is een positief saldo ontstaan aan de opbrengstenkant.
196.523 196.523
Productgroep 3103 Verkeersveiligheid - Vanuit de BDU is een niet begrote bijdrage ontvangen voor het project N366 Veilig.
40.000 40.000
Productgroep 3104 Verkeersmanagement - Vanuit Bereikbaar Groningen zijn bijdragen ontvangen voor incidentmanagement 2013 en 2014, die niet begroot waren. - Overige afwijkingen.
224.839 23.253 248.092
Productgroep 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen - Hogere opbrengsten van leges, recognities en haven- en kadegelden en hogere inkomsten Rijk en gemeenten zorgen voor meeropbrengsten ten opzichte van de begroting. Daarnaast is € 170.302 ontvangen voor het op afstand bedienen van bruggen derden. Deze baten zijn echter begroot bij productgroep 3306. - Overige afwijkingen
252.169
29.520 281.689
Productgroep 3306 Kunstwerken vaarwegen - Bijdragen van de provincie Fryslân voor de aanlegvoorzieningen Lauwersoog zorgen voor meeropbrengsten. - De baten voor het op afstand bedienen van bruggen valt € 247.917 lager uit dan begroot. Een deel van dit tekort (€ 170.302) is echter als bate verantwoord onder productgroep 3303. - Overige afwijkingen.
478.856 -262.137 31.199 247.917
Productgroep 3402 Collectief personenvervoer - Doordat de lasten bij de projecten BDU (Openbaar Vervoer) lager uitvielen dan begroot is een lager beroep gedaan op BDU-middelen ter dekking van deze kosten. - Aan de gemeente Winsum is een subsidie verstrekt voor de verbetering van het stationsgebied. Dit bedrag wordt weer terug ontvangen vanuit het regiofonds Regio Groningen-Assen. - Ten behoeve van de dekking van hogere lasten van RSP-projecten is een hogere bijdrage gerealiseerd vanuit de RSP-middelen. Dit is onder te verdelen in een hogere bijdrage van € 1.844.355 voor RSP CP (concrete projecten) en een lagere bijdrage (€ 682.603) voor projecten RMF (regionaal mobiliteitsfonds).
-4.732.907 382.600 -1.215.752
-5.566.059 Totaal afwijking baten
17.794
Saldo afwijking lasten-baten
20.662.777 Bereikbaar Groningen
83
84
Karakteristiek Groningen
4.
Karakteristiek Groningen
Inleiding Het programma Karakteristiek Groningen bestaat uit de thema's: 1. Natuur en landschap 2. Programma Landelijk Gebied (PLG) Het programma Karakteristiek Groningen richt zich op de uitvoering van het Programma Landelijk Gebied (PLG), het Waddenzeebeleid en het behouden en herstellen van het bijzondere karakter van het Groninger landschap. Het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur en de daarin gewenste natuurkwaliteit is een belangrijk onderdeel van dit beleid. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: We willen een duurzame provincie zijn en dat is meer dan milieu alleen. Duurzaamheid en leefbaarheid zijn gebaat bij de versterking van de groene en blauwe ruimtelijke kwaliteit. Dat betekent voor ons bij gebiedsopgaven een integrale aanpak van landschap, landschapselementen, water, energie en landbouw. We zullen voor de knelpunten in het landschap extra middelen reserveren. We willen biodiversiteit en natuurontwikkeling bevorderen. De relatie tussen bewoond gebied en natuurlijke omgeving verdient onze aandacht maar ook de borging van dierenwelzijn binnen ons domein.
Karakteristiek Groningen
85
4.1
Natuur en landschap
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Voor natuur is het speerpunt om te komen tot een stelsel van duurzaam in stand te houden natuurgebieden (Natuurnetwerk Nederland). Daarnaast stimuleren we de natuurwaarden in het landelijk gebied. Voor landschap is behoud en herstel van de regionale identiteit onze belangrijkste doelstelling: een kwalitatief goed ingericht en verzorgd landschap met als hoofddoel het duurzaam behouden van de identiteit van verschillende landschapstypen. Samen met andere regionale overheden en belangengroeperingen blijven we ons inzetten om de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied met de status van Werelderfgoed te realiseren.
PS
Beleidskader:
Beleidsnota Natuur 2013-2021 Visie agrarisch natuur- en landschapsbeheer (voorlopig) Beleidsnotitie landschap (voorlopig)
Beleidskader:
Productgroep 6205 en landschap Natuur
86
GS Behoud en verbetering van de natuurkwaliteit binnen en buiten het Natuurnetwerk Nederland (EHS) Versterking van het landschappelijk karakter
Karakteristiek Groningen
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
Toestand van natuur en landschap
rapportage Toestand van Natuur en Landschap
2011
Gerealiseerd 2012
2013
1)
2014 Toestand Natuur en Landschap Light uitgebracht 1)
1)
Dit wordt 1x in de vier jaar gemeten.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
6205 (doel 1)
6205 (doel 1)
Percentage verleende ontheffingen Flora- en Faunawet binnen de wettelijke termijn van 8 weken Percentage verleende Nb-wetvergunningen binnen de wettelijke termijn van 13 weken
Bron
2010
2011
2012
2013
Streefwaarden 2014
2014
2015
Flora- en Faunawet
n.v.t.
95%
Nb-wet
100%
95%
Karakteristiek Groningen
2016
2017
87
Actueel belangrijke ontwikkelingen Bezuiniging Invoeren streekrekeningen Beleid en doelen op termijn Wij onderzoeken de verdere mogelijkheden voor gebiedsfondsen in de provincie Groningen. Een eerste stap is al gezet door het op 28 maart 2011 tekenen van de intentieverklaring dat de provincie Groningen zich samen met de gemeenten Marum, Grootegast en Leek wil inzetten om een gebiedsfonds in het Zuidelijk Westerkwartier op te richten. Daarbij wordt als financieringsinstrument een Rabo Streekrekening gehanteerd. We gaan onderzoeken of ook in andere gebieden in onze provincie streekrekeningen kunnen worden ingevoerd. De streekrekeningen worden ingezet ter behoud van het Groninger landschap. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Oprichten twee gebiedsfondsen (Westerwolde Sinds de start in 2012 zijn er in Groningen twee en Hoogeland). gebiedsfondsen opgericht: Westerkwartier en Westerwolde. Pogingen om ook een gebiedsfonds in Hoogeland op te richten staan op een laag pitje. In 2014 is geen fonds opgericht. Wanneer gereed Gepland Gerealiseerd 2015 Continueren van ondersteuning (financieel en advies) aan de gebiedsfondsen Westerkwartier en Westerwolde. Middelen Begroot Besteed Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor het invoeren In 2014 is € 45.000 aan subsidies besteed aan drie van streekrekeningen voor de periode 2012 tot en gebiedsfondsen. . met 2015 een bedrag van € 200.000 beschikbaar gesteld ten laste van de algemene middelen. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld om deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot € 100.000 per jaar.
88
Karakteristiek Groningen
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Natuur en landschap (productgroep 6205) Integratie nieuwe natuurwet Beleid en doelen op termijn Eén integrale Natuurwet. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland implementeren nieuwe Natuurwet in provinciaal beleid; vergunningverlening op grond van nieuwe natuurbeschermingswet. Wanneer gereed Gepland Medio 2014, is afhankelijk van het tijdstip waarop het wetsontwerp wordt vastgesteld door Tweede en Eerste Kamer. Middelen Begroot Bestaande formatie. Extra personele inzet is afhankelijk van de gedecentraliseerde taken.
Gerealiseerd De Natuurwet treedt naar verwachting eind 2015 in werking. Er zijn 5 vergunningen verleend.
Gerealiseerd Implementatie staat nu gepland voor 2016.
Besteed N.v.t.
Waddenfonds Beleid en doelen op termijn Het verbeteren van de duurzame ontwikkelingen op het gebied van natuur, energie, landschap en economie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland vaststellen van Uitvoeringsplan Waddenfonds 2014-2017; vaststellen van Jaarprogramma Waddenfonds 2014-2015. Wanneer gereed Gepland 1 juli 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie.
Gerealiseerd Per 1 juli 2014 gerealiseerd. Besteed Bestaande formatie.
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland vergunningverlening op basis Natuurbeschermingswet (Natura 2000), onder meer aan nieuwe bedrijven die zich vestigen in regio Eemsdelta;
Gerealiseerd Het Uitvoeringsplan Waddenfonds 2014-2017 is vastgesteld. Het Jaarprogramma Waddenfonds 2014-2015 is vastgesteld.
herzien van de Beleidsnotitie Flora- en Faunawet; vaststellen van de 'Toestand van Natuur en Landschap 2014';
Gerealiseerd Er is een aantal vergunningen verleend op basis van onze wettelijke bevoegdheid, waaronder de (herstel)vergunning RWE. Daarnaast zijn bestuurlijke rechtsoordelen afgegeven voor activiteiten. Beleidsnota is niet herzien. Implementatie vindt plaats bij invoering Natuurwet. De Toestand Natuur en Landschap Light is vastgesteld in oktober 2014.
Karakteristiek Groningen
89
implementeren Waddenvisie in provinciaal beleid;
ontwikkelen investeringsprogramma verbinden grote laagveenmoerassen rond stad Groningen (Regiopark Groningen-Assen).
90
De interprovinciale Waddenkustvisie is vastgesteld. Diverse projecten zijn in uitvoering en nieuwe gestart (Terpen en Wierden, Eendenkooien, Marconi buitendijks). Door reorganisatie Regiopark staan ontwikkelingen nagenoeg stil.
Karakteristiek Groningen
Lasten/baten en analyse thema Natuur en landschap Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 1.867.592 1.476.737 1.888.669
rekening 2014 2.015.370
-126.701
634.062 1.295.775
519.540 1.230.693
0 1.527.586
0 1.127.194
0 400.392
3.797.430
3.226.970
3.416.255
3.142.563
273.692
260.813
280.000
0
29.854
29.854
Totaal baten
260.813
280.000
0
29.854
29.854
Totaal saldo lasten-baten
3.536.617
2.946.970
3.416.255
3.112.709
303.546
Apparaatskosten Kapitaallasten 6205 Natuur en Landschap Totaal lasten 6205 Natuur en Landschap
verschil
LASTEN Apparaatskosten
-126.701
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 6205 Natuur en landschap - Nog niet alle beoogde streekfondsen zijn gevormd. Daarom is bij de Integrale Bijstelling 2014 voorgesteld om de resterende middelen over te boeken naar 2015. - Vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering zijn middelen voor de uitvoering van natuur- en landschapsprojecten opgenomen in de raming. Er zijn echter in 2014 geen middelen opgevraagd. De middelen blijven beschikbaar binnen de reserve. - Overige afwijkingen.
210.227 183.384
6.782 400.393
Totaal afwijking programmakosten
400.393
Totaal afwijking lasten
273.692
BATEN Programmabaten Totaal afwijking programmabaten
29.854
Totaal afwijking baten
29.854
Saldo afwijking lasten-baten
303.546
Karakteristiek Groningen
91
4.2
Programma Landelijk Gebied (PLG)
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Het huidige Programma Landelijk Gebied 2 (PLG2) is een breed uitvoeringsprogramma voor de onderwerpen Natuur, Landschap en Cultuurhistorie, Landbouw, Sociaaleconomische vitalisering en Water. Het omvat de realisatie van doelen in het landelijk gebied door middel van fysieke inrichting en het beheer van natuur en landschap. Daarbij wordt gestreefd naar de realisatie van duurzame economische groei in combinatie met behoud en waar mogelijk verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
PS
Beleidskader:
Beleidsnota Natuur 2013-2021 Programma Landelijk Gebied Groningen 2 (PLG2) 2013-2016 Visie agrarisch natuur- en landschapsbeheer (voorlopig) Beleidsnotitie landschap (voorlopig)
GS
Productgroep 4002 Water (PLG)
Realiseren waterberging en verbetering waterkwaliteit in samenwerking met o.a. waterschappen
Productgroep 6102 Toerisme en recreatie (PLG)
Bijdragen aan recreatieve routestructuren
Productgroep 6206 Natuurontwikkeling (PLG)
Stimuleren natuurwaarden in het landelijk gebied
Productgroep 6207 Natuurbeheer (PLG)
Behoud en versterking biodiversiteit door realisering Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS)
Productgroep 6208 Landschap (PLG)
Behoud, versterking en ontwikkeling landschappelijke waarden
Productgroep 7303
Kavelvergroting en kavelverbetering via landinrichting en kavelruil en verduurzaming landbouw
Landbouw en landinrichting (PLG)
Productgroep 9105 Sociaal-economische vitalisering (PLG)
92
Bevorderen leefbaarheid en verbreding plattelandseconomie en stimuleren lokale ontwikkelingen
Karakteristiek Groningen
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
4002 6206
6207
6207
7303
Toename kilometers natuurvriendelijke oevers Afname aantal ha verdroogde natuur Toename areaal verworven gronden ten behoeve van EHS in ha Toename areaal ingerichte EHS in ha Kavelruil: aantal ha geruild
Bron
2010
2011
2012
2013
Streefwaarden 2014
2014
2015
2016
DLG
n.n.b.
5
5
5
DLG
465
250
DLG
89
202
261
42
62
100
100
100
DLG
534
1062
273
429
540
500
500
500
DLG
175
475
560
320
584
200
200
200
Karakteristiek Groningen
2017
93
Actueel belangrijke onderwerpen Vastlegging begrenzing herijkte EHS Beleid en doelen op termijn Herijking EHS; planologisch vastleggen van een herijkte Ecologische Hoofdstructuur die voldoende robuust is om in combinatie met recreatieve activiteiten bij te dragen aan biodiversiteitsdoelstellingen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Vaststelling begrenzing herijkte EHS. Wanneer gereed Gepland Eind 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie.
Gerealiseerd De begrenzing van de herijkte EHS is vastgesteld. Gerealiseerd 2014 Besteed Bestaande formatie.
Knelpunten landschap Beleid en doelen op termijn In de brief aan Provinciale Staten van 7 september 2010, nr. 2010-48.740 hebben wij aangegeven dat de PLG-middelen ten behoeve van landschap zijn uitgeput. Dit betekent dat per jaar circa € 1,5 tot 2,0 miljoen aan projecten gehonoreerd is. Op dat moment waren voldoende projecten voorhanden waarvan de uitvoering kon starten. Helaas moesten deze projecten worden afgewezen totdat financiering vanuit het PLG weer mogelijk is. Vanwege het enigszins verbeterde financieel perspectief hebben wij destijds besloten in de jaren 2012 tot en met 2015 jaarlijks € 1 miljoen extra beschikbaar te stellen ten behoeve van knelpunten landschap. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland projectontwikkeling en uitvoering diverse landschapsprojecten;
bevorderen samenwerking met en tussen maatschappelijke partners landschap en natuur;
planontwikkeling en planuitvoering diverse deelprojecten Ecologische Hoofdstructuur.
Wanneer gereed Gepland 2015
94
Gerealiseerd Net als voorgaande jaren was er ook in 2014 veel vraag naar middelen om landschapsprojecten uit te voeren. Met de beschikbare middelen zijn 11 projecten gehonoreerd. Enkele voorbeelden van deze succesvolle projecten zijn het Eendenkooienproject, Terpen en Wierdenproject, herstel van kolken in het Oldambt en versterking van groene linten in OostGroningen. De hoeveelheid ingediende projecten was zo groot dat de middelen voor 2014 al in de eerste helft van het jaar waren uitgeput en er de rest van het jaar geen projecten meer konden worden ingediend. Met betrekking tot het bevorderen van samenwerking is er vooral hard gewerkt aan het gezamenlijk met landschapspartners opstellen van een landschapsconvenant. Dit convenant wordt naar verwachting begin 2015 ondertekend door alle partijen. Diverse plannen zijn in ontwikkeling en uitvoering. Gerealiseerd Realisatie verwacht in 2015
Karakteristiek Groningen
Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 tot en met 2015 voor knelpunten landschap een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar gesteld ten laste de algemene middelen. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.)
Besteed Budget voor 2014 is inmiddels beschikt (€ 1.000.000).
Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om de middelen voor knelpunten landschap met ingang van 2014 (€ 1 miljoen per jaar) te beëindigen. Binnen het Programma Landelijk Gebied 2 20132016 (PLG2) is deze bezuiniging anders ingevuld en is het krediet van € 1 miljoen voor knelpunten landschap gehandhaafd (tot en met 2015, vanaf 2016 structureel € 875.000). Binnen het Programma Landelijk Gebied wordt de bezuiniging gerealiseerd door het budget voor verdrogingsbestrijding en voor Regio van de Smaak op nul te stellen en het budget flankerend beleid te beperken tot € 239.000 in 2015. Innovatieve kwaliteitssprong landbouw Beleid en doelen op termijn De kracht van de Groninger landbouw ligt in het innovatief en duurzaam produceren. Wij willen met name ruimte bieden voor het maken van een kwaliteitssprong, waarin gezonde bedrijfsvoering hand in hand gaan met dierenwelzijn, milieu, gezondheid, landschappelijke inpassing en grondgebondenheid. Ten aanzien van de intensieve veehouderij vinden we dat een kwaliteitssprong gemaakt moet worden en bieden we ruimte voor vernieuwende vormen voor het houden van dieren, die voldoen aan de hoogste milieu-, gezondheids- en dierenwelzijnseisen en mogen rekenen op draagvlak bij zowel de landbouwals de natuur- en milieuorganisaties. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd ondersteunen van projecten die uitwerking Wij hebben subsidie verstrekt aan diverse zijn van de AgroAgenda en die kunnen leiden projecten die een impuls geven aan de tot systeemsprongen richting een duurzame duurzame ontwikkeling van de landbouw. Denk landbouw; daarbij bijvoorbeeld aan het project Glutenvrije haverteelt en duurzame aaltjesbestrijding in de lelieteelt. ondersteunen van kennisnetwerken teneinde Wij hebben onder andere samen met de kennis beter te verspreiden; provincies Friesland en Drenthe opdracht gegeven voor een verkenning van de mogelijkheden om een EIP (Europees Innovatie Partnerschap) op te zetten rondom kringlooplandbouw. Deze partnerschappen gaan in het Plattelandsontwikkelingsprogramma POP3 een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen en verspreiden van kennis. Verder kwam het initiatief voor verschillende van de ondersteunde projecten uit bestaande kennisnetwerken. ondersteunen van innovatieve projecten om Wij hebben verschillende projecten de behaalde voorsprong op gebied van ondersteund die verband houden met en/of kennis en innovatie te behouden en uit te voortbouwen op de praktijknetwerken in de breiden; Veenkoloniën en op andere manieren innovaties verder ontwikkelen. ondersteunen van zogenaamde Er is geen expliciet onderscheid gemaakt, maar ‘sterprojecten’, die als boegbeeld kunnen met name de activiteiten op het gebied van dienen voor de verduurzaming; kringlooplandbouw, gelinkt aan de ontwikkeling
Karakteristiek Groningen
95
nader uitwerken en toepassen van het Groninger Verdienmodel.
Wanneer gereed Gepland 2015
van het Verdienmodel, kunnen als boegbeeld voor de verduurzaming worden gezien. Dat geldt ook voor een aantal projecten die betrekking hebben op bodemgezondheid en verhogen van de opbrengst in de akkerbouw. Samen met LTO en de Natuur en Milieufederatie Groningen is een Groninger Verdienmodel voor de melkveehouderij ontwikkeld. Dit model is sinds de zomer operationeel.
Gerealiseerd Nog lopend. Het beschikbare budget wordt de komende jaren weggezet in een groot aantal projecten, al dan niet onder de vlag van de AgroAgenda Noord-Nederland of het Innovatieprogramma Landbouw Veenkoloniën.
Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 tot en met 2015 voor innovatieo kwaliteitssprong landbouw een bedrag van € 250.000 beschikbaar gesteld ten laste de algemene middelen. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze middelen met ingang van 2014 met 50% te beperken tot een bedrag van € 125.000 per jaar.
Besteed In totaal was over 2014 een bedrag van € 515.000 beschikbaar, inclusief de overboeking uit 2013 en een restant van het eerder budget Regio van de Smaak (€ 180.000). Eind 2014 is hiervan € 474.900 uitgegeven.
De middelen voor de kwaliteitssprong zijn onderdeel van het Programma Landelijk Gebied 2 2013-2016 (PLG2) en zijn samengevoegd met de daarin reeds beschikbare middelen voor vernieuwing, versterking en verbreding van de landbouw. Dat betekent dat er structureel voor het thema kwaliteitssprongen € 200.000 beschikbaar is en aanvullend daarop in de jaren 2014 en 2015 € 125.000 per jaar. Vervallen Regio van de Smaak (incl. IB2013) Beleid en doelen op termijn In een samenhangend programma wordt de productie en omzet van duurzame streekproducten gestimuleerd. Regionale initiatieven krijgen hierdoor een provinciale opvolging. Tegelijkertijd kunnen de activiteiten een bijdrage leveren aan het verkleinen van de afstand tussen ‘boer en bord’. De activiteiten voor Regio van de Smaak krijgen niet langer prioriteit. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland De activiteiten worden afgebouwd. Aangegane verplichtingen worden nagekomen. Projecten in de pijplijn: per project advies geven hoe nu verder.
Wanneer gereed Gepland 2015
96
Gerealiseerd Er zijn geen projecten meer toegekend.
Er zijn geen nieuwe projecten meer toegekend. In een aantal gevallen is alsnog subsidie toegekend binnen het budget Innovatieve kwaliteitssprongen.
Gerealiseerd Project is gestopt.
Karakteristiek Groningen
Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is via de aanvaarde motie 20 voor de periode 2012 tot en met 2015 voor Regio van de Smaak een bedrag van € 250.000 beschikbaar gesteld ten laste de algemene middelen. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze middelen met ingang van 2014 te 50% beperken tot een bedrag van € 125.000 per jaar.
Besteed De meeste verplichtingen zijn al afgerond of worden op korte termijn afgerond. Verplichting voor Marketing Groningen loopt nog door tot eind 2015.
In Programma Landelijk Gebied 2 (PLG2) (voordracht nr. 27/2013) is afgesproken het restbudget van € 125.000 voor landschap te reserveren (zie hierboven bij Knelpunten landschap). Bij de Integrale Bijstelling 2013 is aangekondigd dat de resterende middelen 2013 voor Regio van de Smaak (ca. naar verwachting ca. € 340.000) welk beleidsvoornemen m.i.v. 2014 is vervallen aan het eind van 2013 zouden vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat 2013. Daarbij is aangegeven dat in het kader van Voorbeslag Voorjaarsnota 2014 een voorstel zou worden ingediend om voor eenzelfde bedrag verdeeld over 2014 en 2015 middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de AgroAgenda en Agenda voor de Veenkoloniën (zie hieronder). TOEGEVOEGD: AgroAgenda en Agenda voor de Veenkoloniën (IB2013 en VJN2014) Beleid en doelen op termijn De provincie Groningen wil koploper worden in de duurzame ontwikkeling van de landbouwsector. In de landbouwbrief van 31 oktober 2013 hebben wij aangegeven welke onderwerpen/activiteiten de komende jaren worden uitgevoerd. In onderstaand schema geven wij aan welke middeleninzet daarvoor nodig is en in welk jaar deze plaatsvindt (inschatting). Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland De hoofdmoot van onze activiteiten ligt op het stimuleren van projecten langs drie lijnen: incidentele projecten gericht op verduurzaming en innovatie van de landbouwsector;
Gerealiseerd
projecten in het kader van de Agroagenda Noord-Nederland;
gebiedsgerichte projecten (waaronder in de Veenkoloniën).
We hebben diverse grote en kleinere projecten uitgevoerd in het kader van het budget Innovatieve kwaliteitssprongen in de landbouw (IKS). We hebben een bijdrage geleverd, zowel inhoudelijk als financieel aan diverse gezamenlijke projecten in het kader van de AgroAgenda; Kringlooplandbouw, bodem, sojateelt. In de Veenkoloniën zijn diverse projecten gestart, onder andere als aanvulling en vervolg op de praktijknetwerken. Onder andere Steenmeel, proeven met minder gebruik van bestrijdingsmiddelen, meerjarig bodemproject, etc. Voor andere regio's zijn gebiedsgerichte projecten nog in ontwikkeling.
Karakteristiek Groningen
97
Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2014 is besloten om voor de uitvoering van de AgroAgenda NoordNederland en de Agenda van de Veenkoloniën in 2014 € 180.000 en 2015 € 160.000 extra beschikbaar te stellen ten laste van de algemene middelen.
Gerealiseerd 2014 Besteed Uitvoering AgroAgenda: € 135.800; Agenda voor de Veenkoloniën: € 100.000 (exclusief subsidiebijdragen van in totaal circa € 65.000 voor projecten die gefinancierd zijn vanuit het budget IKS).
TOEGEVOEGD: Gemeenschappelijke Werkorganisatie (VJN2014) Beleid en doelen op termijn De decentralisatie van het natuurbeleid heeft er toe geleid dat er diverse uitvoerende taken naar de provincies zijn gegaan. Waar dat efficiënt is, is er voor gekozen deze in gezamenlijkheid op te pakken of te coördineren. Wij hebben in het IPO-bestuur van 9 oktober 2013 ingestemd met de oprichting van een Gemeenschappelijke Werkorganisatie (GWO). De GWO richt zich op de werkzaamheden rond SNL, gemeenschappelijke gegevens en informatie natuur, faunaschade en – in principe – het PAS-bureau. Het gaat hierbij om provincie overstijgende zaken. Wij blijven alert, opdat het ook echt blijft gaan om provincie overstijgende zaken. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland SNL: Voor het beheer van natuur en landschap is er een algemeen subsidiestelsel (SNL). De provincies moeten afspraken maken over uitvoering hiervan. De GWO zorgt voor de coördinatie van de uitvoering van het subsidiestelsel. Voor het onderdeel Agrarisch Natuurbeheer vindt een omvorming van het stelsel plaats. Dit wordt begeleid door de GWO. PAS-bureau: De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is er op gericht natuurbeschermingswetvergunningen te kunnen verlenen op een afgewogen wijze. Daarom is er een systeem opgezet voor de verdeling van (ontwikkel) ruimte voor nieuwe initiatieven op het gebied van infrastructuur, industrie en met name de landbouw, gelet op de stikstofproblematiek. Dit systeem moet beheerd worden en provincies moeten integraal en op uniforme wijze vergunningen kunnen verlenen. De GWO zorgt o.a. voor de monitoring, rapportage en advisering en ondersteuning hiervan. Faunaschade: verzorgen schade-uitkering bij erkende schades door beschermde diersoorten aan landbouw, bosbouw of visserij. Tevens afgeleide werkzaamheden ter preventie en beperking van schade zoals voorlichting, onderzoek en advisering. Gemeenschappelijke gegevens en informatievoorziening natuur: Provincies zijn verantwoordelijk voor het
98
Gerealiseerd SNL: Coördinatie vindt doorlopend plaats, onder andere voorbereidingen ten behoeve van stelselwijziging Agrarisch Natuurbeheer.
PAS-bureau: Coördinatie vindt doorlopend plaats. Rekeninstrument (Aerius) van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is gebouwd. Programmadocument PAS is vrijwel gereed.
Faunaschade: Coördinatie vindt doorlopend plaats.
Gemeenschappelijke gegevens en informatievoorziening natuur: Coördinatie vindt doorlopend plaats.
Karakteristiek Groningen
behalen van de natuurkwaliteitsdoelstellingen en de juiste inzet van beschikbare middelen. De GWO zorgt voor de (proces)coördinatie van monitoring, dataopslag, informatie, analyse en rapportages van natuurgegevens, met name voor verantwoording aan Rijk en EU. Het betreft ook zorgdragen voor protocollen, beheer van informatiesystemen, databases, standaarden, formats, etc. . Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot In de Voorjaarsnota 2014 is de begroting van de GWO en de provinciale bijdrage vastgesteld op € 1.290.759 per jaar voor zover deze ten laste komt van Natuur.
Gerealiseerd Realisatie verwacht in 2015 Besteed Besteed en verplicht: € 994.552. De facturatie door GWO loopt achter.
TOEGEVOEGD: Stichting werkgroep Grauwe Kiekendief (VJN2014 en IB2014) Beleid en doelen op termijn De stichting werkgroep Grauwe Kiekendief heeft een duurzaam meerjarenperspectief nodig, zodat de werkgroep met succes een beroep kan doen op steun van landelijke fondsen. De Stichting werkgroep Grauwe Kiekendief zal een aantal onderwerpen uitvoeren die een bijdrage leveren aan ons natuurbeleid. Wij zijn nog in overleg met de stichting om te bezien op welke wijze de continuïteit op de langere termijn beter kan worden gewaarborgd. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd lobby voor maatregelen en middelen ten De Werkgroep Grauwe Kiekendief heeft in dit gunste van akkervogelbeheer; traject ecologische input geleverd. pilot ontwikkeling voor akkernatuur op TBO Dit is in opstartfase en zal verder worden terreinen; uitgewerkt in 2015. scherpere begrenzing van akkervogelkern Dit is in opstartfase. De werkgroep heeft een gebieden; toekomstige rol een rol bij de beoordeling van gebiedsoffertes van agrarische collectieven inzake de kerngebieden. Toestand van de Natuur; Werkgroep heeft gegevens aangeleverd voor de Toestand van de Natuur. Inhoudelijke voortgang van het Meetnet Werkgroep heeft tellingen voor het meetnet Agrarische Soorten (MAS). uitgevoerd. Wanneer gereed Gepland 2014-2015 Middelen Begroot Na een eerste aankondiging bij de Voorjaarsnota 2014 is bij de Integrale Bijstelling 2014 besloten om zowel in 2014 als in 2015 € 90.000 beschikbaar te stellen en onze bijdragen voor 2014 en 2015 te dekken uit de algemene middelen. Deze bijdragen komen bovenop de middelen (€ 100.000 per jaar in 2014 en 2015), die al vanuit het PLG2 beschikbaar worden gesteld.
Gerealiseerd Realisatie verwacht in 2015. Besteed Besteding in 2014 heeft € 190.000 bedragen.
Karakteristiek Groningen
99
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Water (PLG) (productgroep 4002) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Inrichting van het bergingsgebied Benedenloop Westerwoldse Aa;
In nauwe samenwerking met waterschappen uitvoeren van KRW-maatregelen, waaronder uitvoering EHS / natuurvriendelijke oevers Westerwolde, Reitdiep.
Gerealiseerd inrichting waterbergingsgebieden Benedenloop Westerwoldse Aa is geheel afgerond (= 95% van de opgave); inrichting Dannemeer (fase 2) is gereed (totaal 500 ha nieuwe EHS) in combinatie met KRWmaatregelen langs Afwateringskanaal (aanleg natuurvriendelijke oevers in combinatie met kadeversterking).
Toerisme en recreatie (PLG) (productgroep 6102) Recreatieve routestructuren Beleid en doelen op termijn Instandhouding, verbetering, vernieuwing en uitbreiding van routenetwerken voor recreatief fietsen, varen en wandelen met het doel een bijdrage te leveren aan de toename van zowel de directe als de indirecte werkgelegenheid in de toeristische sector en aan de verbetering van het vestigingsklimaat. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland (Ondersteuning van een) ‘doorstart’ van landelijk functionerende routebureau’s die de volgende activiteiten zo efficiënt mogelijk oppakken: ontwikkeling en beheer van de landelijke routestructuren; landelijke coördinatie en krachtenbundeling op het gebied van voorlichting en promotie; landelijke coördinatie en krachtenbundeling op het gebied van kennis en expertise.
Wanneer gereed Gepland Eind 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie en krediet Recreatieve routestructuren.
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Ondersteuning van de instandhouding en kwaliteitsverbetering van (landelijke) recreatieve routes op het gebied van fietsen, wandelen en varen.
100
Gerealiseerd
Er is voor twee jaar (2014/2015) subsidie verleend aan de landelijke bureaus Fietsplatform en Wandelnet. De projecten zijn in uitvoering. Een tussenevaluatie volgt in 2015. Daarnaast wordt door subsidiëring van het Routebureau Groningen de kwaliteit van recreatieve routestructuren in Groningen verder verbeterd.
Gerealiseerd Gereed eind 2015. Besteed Bestaande formatie.
Gerealiseerd De landelijke bureaus Fietsplatform en Wandelnet en het Routebureau Groningen werken hieraan met financiële ondersteuning van onder andere de provincie Groningen.
Karakteristiek Groningen
Natuurontwikkeling (PLG) (productgroep 6206) Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) / Natura 2000 Beleid en doelen op termijn Op nationaal niveau oplossen van het stikstofprobleem in daarvoor gevoelige Europees waardevolle natuurgebieden; voldoen aan de Europese en nationale verplichtingen voor natuur en biodiversiteit; voldoende ruimte voor economische ontwikkeling. Dit beleid wordt met ingang van 2014 gedecentraliseerd vanuit het Rijk naar de provincies. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland vaststellen eind-concept PAS;
vaststellen provinciale spelregels ten aanzien van economische ontwikkelingsruimte; verlenen vergunningen op basis van de PAS.
Wanneer gereed Gepland Dit is een structurele activiteit. Middelen Begroot Decentralisatie-uitkering via het Provinciefonds.
Gerealiseerd Het ontwerp Programma Aanpak Stikstof ligt ter inzage, de vaststelling vindt plaats in april 2015. Dit is in voorbereiding.
Dit vindt plaats vanaf april 2015.
Gerealiseerd Dit is een structurele activiteit. Besteed Uitkering is ca. € 12 miljoen in 6 jaar, ca. € 2 miljoen per jaar. De meeste verplichtingen zijn al afgerond of worden op korte termijn afgerond. Verplichting voor Marketing Groningen loopt nog door tot eind 2015. Er is voor ruim € 1,5 miljoen toegezegd.
Natuurbeheer (PLG) (6207) Faunafonds Beleid en doelen op termijn Het beschermen van inheemse diersoorten. Dit beleid wordt met ingang van 2014 gedecentraliseerd vanuit het Rijk naar de provincies. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland bevorderen van maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schade door dieren behorende tot de beschermde inheemse diersoorten; verlenen van tegemoetkomingen in geleden schade, aangericht door dieren behorende tot de beschermde inheemse diersoorten. Wanneer gereed Gepland Dit is een structurele activiteit. Middelen Begroot Bestaande formatie en € 400.000 voor compensatie en organisatiekosten.
Gerealiseerd Vindt doorlopend plaats, hierbij moet o.a. gedacht worden aan de toepassing van technische innovaties zoals wildspiegels voor reeën langs provinciale wegen. Dit vindt doorlopend plaats, via de Gemeenschappelijke Werkorganisatie (GWO) provincies in Utrecht. Gerealiseerd Doorlopend Besteed Bestaande formatie en bijna € 700.000 voor compensatie en organisatiekosten. Bij de Integrale Bijstelling 2014 is het budget opgehoogd van € 400.000 naar € 691.800.
Karakteristiek Groningen
101
Agrarisch Natuurbeheer Beleid en doelen op termijn Kader en instrumentarium ontwikkelen voor het agrarisch natuurbeheer voor de looptijd van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) vanaf 2016. Ervoor zorgen dat samen met maatschappelijke organisaties agrarisch natuurbeheer op optimale wijze bijdraagt aan de vastgestelde natuurdoelen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland vaststellen visie samen met maatschappelijk relevante partners;
vertalen van de visie in kader, instrumentarium en rolverdeling tussen provincie en maatschappelijk relevante partners; vaststellen natuurbeheerplan.
Wanneer gereed Gepland Dit is een structurele activiteit. Middelen Begroot Bestaande formatie.
102
Dit wordt voorzien begin april 2015.
Gerealiseerd Doorlopend. Besteed Bestaande formatie
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland planuitvoering en afronding klassieke landinrichting Appingedam-Delfzijl, LutjegastDoezum, Oude Veenkoloniën;
Gerealiseerd Wij hebben de Visie Agrarisch natuur- en landschapsbeheer na 2016 (Visie ANLB 2016) is op 17 juni 2014 vastgesteld en een brief hierover vervolgens verstuurd ter behandeling in de commissievergadering van 26 november 2014 en de PS-vergadering op 10 december 2014. Het Ontwerp Natuurbeheerplan 2016 (met doorwerking Visie) hebben wij vastgesteld op 6 januari 2015.
uitvoeren maatregelen ter verbetering van de milieukwaliteit van natuurgebieden, met name verdrogingsbestrijding;
Gerealiseerd Appingedam-Delfzijl is gereed; afronding wacht op uitspraak rechtbank bezwaar omgevingsvergunning in 2015. Lutjegast-Doezum is afgerond. Bij Oude Veenkoloniën vindt afronding plaats in 2015. Maatregelen maken onderdeel uit van integrale natuurprojecten: - Ellersinghuizerveld: afgerond; - Ter Wupping: oplevering begin 2015; - Grootegastermolenpolder: afgerond; - Reitdiep: oplevering 134 ha in 2015 in verband met bezwaar omgevingsvergunning; - Westerwolde: 420 ha Ter Wupping oplevering begin 2015; - Meerweg: planvorming gereed, aanpassing bestemmingplan 2015; - Meerstad: 100 ha project Meerstad/ Westerbroek gereed; - Midden-Groningen:500 ha opgeleverd; - Herinrichting Haren: De kavelaanvaarding is zo goed als afgerond. Het inrichtingsplan voor de gebieden Westerlanden en Besloten Venen is nagenoeg klaar.
Karakteristiek Groningen
-
planvorming en uitvoering van diverse integrale natuurprojecten: Reitdiep, Westerwolde, Meerweg, Meerstad, MiddenGroningen, herinrichting Haren, Westerwolde en Dwarsdiep; besluitvorming over al dan niet doorzetten beheer LFA en akkervogels.
Zuidelijk Westerkwartier en Dwarsdiep: 75 ha bovenloop inrichtingszone (Marumerlage) ingericht, 1 ha robuuste verbindingszone Lettelbert gereed. In 2014 was het niet meer mogelijk een vergoeding te ontvangen voor de gekoppelde en ontkoppelde Probleemgebiedenvergoeding (PGV). De collectieve weide- en akkervogelbeheerplannen zijn uitgevoerd. Het resultaat hiervan is dat de effectiviteit van het beheer is toegenomen.
Landschap (PLG) (productgroep 6208) Kwaliteitsgids landschap Beleid en doelen op termijn Behoud, versterking en ontwikkeling landschappelijke waarden. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland vaststellen kwaliteitsgids in samenwerking met gemeenten;
faciliteren dialoog over landschap en ruimtelijke kwaliteit.
Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot € 100.000: 50% middelen landschap en 50% budget provinciaal bouwheerschap (programma Leven en wonen in Groningen, productgroep 9101).
Gerealiseerd Dit is gedeeltelijk gerealiseerd. Fase 1 van de kwaliteitsgids is vrijwel afgerond in de vorm van een werkkaart en bijbehorende beschrijvingen. Deze kaart is opgenomen in de beleidsnotitie landschap (2014). (In 2015 zal de tweede fase van start gaan waarin de kaart zal worden doorontwikkeld tot een digitale kwaliteitsgids.) Dit is gedeeltelijk gerealiseerd. In het kader van fase 1 van de kwaliteitsgids heeft een bijeenkomst met gemeenten en waterschappen over de kwaliteitskaart plaatsgevonden, gericht op de waarden van landschap, cultuurhistorie en het benutten van voor de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. Gerealiseerd Dit wordt 2015. Besteed Er is een bedrag van € 2.700 besteed. De begroting heeft betrekking op fase 1 en fase 2. De meeste kosten zitten in fase 2. Fase 2 is later gestart dan verwacht en door in 2015.
Karakteristiek Groningen
103
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland uitvoeren landschapsprojecten die leiden tot het beschermen en versterken van het karakteristiek landschap;
inbreng landschapsbeleid bij infrastructurele projecten;
slim combineren van natuur- en landschapsprojecten met cultuurhistorie, archeologie en recreatie en toerisme.
Gerealiseerd Middels de subsidie knelpunten landschap (onderdeel van PLG2) worden er projecten uitgevoerd die het karakteristiek landschap versterken. Zo zijn er in 2014 bijvoorbeeld subsidies toegekend aan projecten om groene linten, molenbiotopen en oude kolken te herstellen. Er is expliciet aandacht besteed aan landschappelijke waarden en inpassing bij onder meer de N361 Groningen-Winsum, de oostelijke rondweg Bedum, de verkenning N355, Fietsroute Plus Groningen-Winsum en Fietsroute Plus Groningen-Ten Boer. Landschap en cultuurhistorie zijn nauw met elkaar verbonden. In het kader van de subsidie knelpunten landschap worden regelmatig subsidies toegekend aan integrale projecten die landschap en cultuurhistorie combineren, zoals kerkterreinen, wierden en eendenkooien.
Landbouw en landinrichting (PLG) (productgroep 7303) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland
Gerealiseerd
Landbouw In de Landbouwagenda staan onze ambities voor de periode 2012-2015. De agenda is bedoeld om verschillende ontwikkelingslijnen voor verduurzaming bij elkaar te brengen. Een lijn die in de Landbouwagenda nader worden uitgewerkt, is: AgroAgenda Noord-Nederland: verkrijgen van Europese subsidies (POP3, EFRO, overig) en rijkssubsidies (topsectorenbudget).
Landbouw
Landinrichting procedures afronden klassieke landinrichting en afwikkeling lijst geldelijke regelingen; stimuleren en faciliteren projectontwikkeling.
Landinrichting Afronding van de herinrichting Oost-Groningen vindt naar verwachting in 2015; afronding overige klassieke projecten in 2015 en deels 2016 (inclusief lijst geldelijke regelingen).
104
Lijnen van POP3, Topsectoren en AgroAgenda zijn verder uitgewerkt en bij elkaar gebracht, ook op basis van evaluatie eind 2013. (POP3geld komt pas in 2015 beschikbaar).
Karakteristiek Groningen
Sociaal-economische vitalisering (PLG) (productgroep 9105) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland stimuleren en faciliteren van projecten ter: - vergroting van de leefbaarheid; - verbreding van de plattelandseconomie; - bevordering van lokale initiatieven.
uitvoering subsidieregeling Loket Levende Dorpen;
met de regio's afspraken maken over een vervolg van de aanpak Sociaal- economische vitalisering, al dan niet met inzet van de LEADER-systematiek.
Gerealiseerd Er zijn in totaal ca. 30 projecten daadwerkelijk beschikt, waaronder 'Samen actief in het groene Westerkwartier’, een project waarbij dorpsbewoners meewerken aan de vergroening van het dorp en 'Pilot toeristische routegids Appingedam'. Vrijwel alle aanvragen zijn ook formeel beschikt. Totaal zijn er provinciebreed het afgelopen jaar 93 projecten formeel beschikt in het kader van Loket Levende Dorpen. Het gaat hierbij om een grote diversiteit aan kleine projecten. Het kan hierbij gaan om festiviteiten, dorpsvoorzieningen, recreatieve toeristische activiteiten zoals streekpaden en culturele activiteiten. Er zijn in totaal drie bestuurlijke overleggen geweest tussen provincie en de voorzitters van de vier regionale Leader Actiegroepen over vervolg Sociaal-economische Vitalisering in het kader van voorstel ‘Zachte Landing leefbaarheid’. Drie regio’s stellen een Gebiedsagenda op, één regio stelt een Lokale Ontwikkelingsstrategie op voor aanwijzing als LEADER-regio in het kader van EU-Plattelandsontwikkelingsprogramma.
Karakteristiek Groningen
105
Lasten/baten en analyse thema Programma Landelijk Gebied (PLG) Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 3.258.332 3.175.013 4.068.990
Apparaatskosten Kapitaallasten 4002 Water (PLG) 6102 Toerisme en recreatie (PLG) 6203 Natuur (PLG) 6204 Landschap en cultuurhistorie (PLG) 6206 Natuurontwikkeling (PLG) 6207 Natuurbeheer (PLG) 6208 Landschap (PLG) 7303 Landbouw en landinrichting (PLG) 9105 Sociaal-economische vitalisering (PLG)
4002 6102 6203 6204 6206 6207 6208 7303 9105
rekening 2014
verschil
3.325.985
743.005
0 15.054 488.033 13.113.863
0 0 106.000 7.299.000
0 1.303.000 314.900 0
0 156.498 299.157 0
0 1.146.502 15.743 0
1.172.817
1.520.000
0
0
0
0 11.831.068 5.733.154 0 13.815.353 16.666.664 0 1.444.484 1.272.996
6.097.914 -2.851.311 171.488
0 0 0 2.488.179
525.000
1.889.576
1.383.692
505.884
1.420.719
750.000
1.645.000
1.635.309
9.691
Totaal lasten 21.956.997 13.375.013 36.312.371 30.473.455
5.838.916
Water (PLG) Toerisme en recreatie (PLG) Natuur (PLG) Landschap en cultuurhistorie (PLG) Natuurontwikkeling (PLG) Natuurbeheer (PLG) Landschap (PLG) Landbouw en landinrichting (PLG) Sociaal-economische vitalisering (PLG)
7.715 0 1.554.892
0 0 1.890.000
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
0
0
0
0
0 0 0
0 0 0
207.192 0 0
320.568 0 0
113.376 0 0
767.761
0
0
21.929
21.929
163.789
0
-30.402
-20.517
9.885
2.494.157
1.890.000
176.790
321.980
145.190
Totaal saldo lasten-baten 19.462.840 11.485.013 36.135.581 30.151.475
5.984.106
Totaal baten
LASTEN Apparaatskosten
743.005
Kapitaallasten
0
Programmakosten Op de programmakosten van het thema Programma Landelijk Gebied (PLG) zijn positieve afwijkingen ontstaan op alle productgroepen voor in totaal bijna € 10 miljoen. Dit is deels het gevolg van onze keus om 'ruim' te begroten om daarmee te voorkomen dat we niet aan alle mogelijke, gevraagde betalingen kunnen voldoen. In de praktijk is vaak sprake van vertraging van projecten
106
Karakteristiek Groningen
door bezwaren op vergunningen of door bijv. weersomstandigheden, waardoor ook de bestedingen later plaatsvinden. Daarnaast willen we met een ruim budget de mogelijkheid creëren om acuut te kunnen reageren op kansen die zich voordoen op met name de grondmarkt. De productgroepen zijn gekoppeld aan de reserves Programma Landelijk Gebied en Programma Landelijk Gebied 2. De onderschrijdingen worden toegevoegd aan deze reserves en blijven beschikbaar. Productgroep 4002 Water (PLG) - Het betreft veelal meerjarige projecten, waarvan de voortgang moeilijk in te schatten is. Er is onderbesteding op programma synergiegelden KRW omdat een aantal projecten in 2014 nog niet volledig is uitgefinancierd. Productgroep 6206 Natuurontwikkeling (PLG) - In de uitvoeringsprojecten ILG natuur is sprake van vertraging van projecten. Er wordt nog volop aan gewerkt. - Nog niet alle projecten op het gebied van realisatie EHS zijn voltooid. - Aan het project EHS Zuidlaardermeer - Midden-Groningen is minder uitgegeven. Grondaankopen zijn lastig te plannen. - De middelen voor Natura 2000 zijn beschikbaar gesteld voor de vastgestelde beheerplannen tot 2021. Op een aantal maatregelen zijn lagere uitgaven geweest. De uitgaven verschuiven naar de toekomst. - Het IPO heeft een gezamenlijke werkorganisatie ingericht waar elke provincie een deel aan bijdraagt. De facturatie door GWO loopt achter op de begroting. - De verwerving van gronden voor het Natuur Netwerk Nederland vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Er zijn minder gronden aangekocht dan gebudgetteerd. - Voor natuurprojecten is een aantal initiatieven ondersteund waarvan de besteding niet meer in 2014 plaatsvindt.
1.146.502 1.146.502 3.300.403 905.304 606.327 472.860 416.350 297.102 99.568 6.097.914
Productgroep 6207 Natuurbeheer (PLG) - Als gevolg van de afronding van het Investeringsbudget Landelijk Gebied en het aangaan van het bestuursakkoord Natuur zijn wij volledig verantwoordelijk geworden voor de uitfinanciering van de door RVO aangegane verplichtingen. Omdat wij het stelsel van lasten en baten volgen en het Rijk het kasstelsel volgt, heeft de commissie BBV aangegeven hoe de aangegane verplichtingen vanaf nu moeten worden verwerkt. Verplichtingen aangegaan vóór 2014 worden nog op kasbasis (moment van uitbetaling) verantwoord en de verplichtingen die met ingang van 2014 zijn aangegaan moeten als last in het jaar van toekenning worden verantwoord. Beheersvergoedingen in het kader van natuurbeheer worden toegekend voor een periode van 6 jaar en de toegekende bijdrage wordt over de jaren verdeeld omdat er een jaarlijkse prestatie tegenover staat. Dit besluit van de commissie heeft tot gevolg dat er in 2014 een eenmalige extra last met betrekking tot de beheersvergoeding is ontstaan van € 2.766.070. Dit betreft de bijdrage 2014 op basis van het stelsel van lasten en baten. Daarnaast is de uitbetaalde bijdrage 2013 op kasbasis verantwoord. Het budget 2014 is mede overschreden door de hogere lasten voor inrichting en functieverandering. - Bij de uitvoeringsprojecten ILG natuur en beheer is sprake van meerjarige projecten. De uitbetaalde bedragen zijn lager uitgevallen omdat partijen vanwege vertraging minder bij de provincie hebben gedeclareerd. - Ook de uitbetaalde bedragen voor de SNL-monitoring zijn lager uitgevallen omdat partijen vanwege vertraging minder bij de provincie hebben gedeclareerd.
Karakteristiek Groningen
-3.548.508
381.298
218.932
107
-
Op verschillende kleinere projecten is sprake van onderbesteding.
96.967 -2.851.311
Productgroep 6208 Landschap (PLG) - Bij de uitvoeringsprojecten landschap is sprake van meerjarige projecten. De uitbetaalde bedragen zijn afhankelijk van het declaratiegedrag van derden. Hierdoor lopen betalingen niet synchroon met de begroting. - Voor de afwikkeling ILG landschap PLG zijn hogere uitgaven gerealiseerd. Voor het tekort is dekking in de reserve PLG. - In Middag-Humsterland wordt nog bekeken hoe men een vervolg kan geven op het voormalige rijksbeleid voor nationale landschappen. Dit heeft ertoe geleid dat in 2014 geen gebruik is gemaakt van de beschikbare middelen. Productgroep 7303 Landbouw en landinrichting (PLG) - Het betreft veelal meerjarige projecten waarvan de voorgang moeilijk in te schatten is. De realisatie bestaat grotendeels uit de projectdeclaraties, waarbij we afhankelijk zijn van het declaratiegedrag van derden. Er is onderbesteding op de projecten t.b.v. Innovatieve kwaliteitsprong landbouw en Kavelruil.
548.003
-396.515 20.000 171.488 505.884 505.884 25.434
Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten
5.095.911
Totaal afwijking lasten
5.838.916
BATEN Programmabaten Productgroep 6206 Natuurontwikkeling (PLG) Voor het onderdeel Natuurontwikkeling zijn in de raming totaal € 207.192 aan baten opgenomen. Hierop is € 320.568 ontvangen. De afwijking bedraagt € 113.376. Overige afwijkingen
113.376 31.813
Totaal afwijking baten
145.190
Saldo afwijking
108
113.376
5.984.106
Karakteristiek Groningen
5.
Schoon/Veilig Groningen
Inleiding Het programma Schoon/Veilig Groningen bestaat uit de thema's: 1. Water 2. Milieu 3. Risicobeleid/Veiligheid Dit programma richt zich op een schone en veilige leefomgeving. Zo moet bijvoorbeeld het risico van calamiteiten, ontploffingen en overstromingen zo klein mogelijk zijn. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: We willen de kwantiteit en kwaliteit van het water combineren met de bescherming van natuur en landschap. We zetten in op veiligheid en duurzaamheid.
Schoon/Veilig Groningen
109
5.1
Water
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Een veilige en bewoonbare provincie die voorzien is van betrouwbare, duurzame, beheersbare en flexibel ingerichte watersystemen tegen de laagst mogelijke kosten. In het regionale waterdomein functioneren wij als gebiedsregisseur die proactief zorgt voor de afstemming en koppeling met het ruimtelijk beleid.
PS
Beleidskader:
Nationaal Waterplan Nationaal waterplan 2009-2015 Provinciaal Omgevingsplan (POP) POP 2009-2013 Kader toezicht op de waterschappen in de provincie Groningen http://www.provinciegroningen.nl Richtlijn Overstromingsrisico's (ROR) Richtlijn Overstromingsrisico's Kaderrichtlijn Water (KRW) http://www.rijksoverheid.nl Nota Drinkwater Beleidsnota Drinkwater Nota Water
GS Productgroep 4001 Water
Integrale aanpak waterveiligheid en zoetwatervoorziening
Klimaatadaptatie als onderdeel van de gebiedsopgaven
Verbeteren waterkwaliteit
Duurzaam gebruik grondwater
Productgroep 4101 Waterschapsaangelegenheden
110
Het financieel toezicht op de waterschappen
Schoon/Veilig Groningen
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
Veilige en gezonde 1) watersystemen
POV/KRW
1)
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
n.n.b.
afgemeten aan de prestatie-indicatoren
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
Bron
De regionale waterkeringen voldoen aan de norm 2) voor hoogte
POV
4001 (doel 1)
2)
3)
2010
2011
3)
2012
2013
Streefwaarden 2014
2014
2015
2016
2017
641 km n.n.b.
In het stedelijk gebied van het waterschap Hunze en Aa's op uiterlijk 1 januari 2019; In het landelijk gebied van het waterschap Hunze en Aa's op uiterlijk 1 januari 2020; Voor de Eemskanaal-Dollardboezem van het waterschap Noorderzijlvest op uiterlijk 1 januari 2019; Voor de overige boezems van het waterschap Noorderzijlvest op uiterlijk 1 januari 2020. In totaal moet 1015 km aan de norm voldoen. Er zijn geen jaarlijkse streefwaarden benoemd. Via jaarlijkse toezichtsgesprekken wordt de voortgang gemeten.
Schoon/Veilig Groningen
111
Actueel belangrijke onderwerpen Project droge Voeten 2050 Beleid en doelen op termijn Onderzoeken hoe de boezemsystemen in de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest in de toekomst kunnen blijven voldoen aan de vastgestelde veiligheidsnormen, rekening houdend met een veranderend klimaat en bodemdaling door aardgaswinning. Doel van het project is om te komen tot geactualiseerde veiligheidsnormen en de benodigde maatregelen te bepalen om in 2025 aan deze normen te kunnen voldoen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland aanwijzen regionale waterkeringen;
vaststellen geactualiseerde normen regionale waterkeringen en bijbehorende maatgevende hoogwaterstanden;
kennis nemen van het advies Droge Voeten 2050.
Wanneer gereed Gepland Eind 2014/begin 2015 Middelen Begroot Sectorale middelen.
112
Gerealiseerd In december 2014 hebben uw Staten de regionale waterkeringen in de provincie Groningen aangewezen. In december 2014 zijn de geactualiseerde veiligheidsnormen voor de aangewezen regionale waterkeringen in de provincie Groningen door uw Staten vastgesteld. Overeenkomstig de nieuwe Omgevingsverordening zullen wij de maatgevende hoogwaterstanden vaststellen. Advies Droge Voeten 2050 heeft ter inzage gelegen. De ontvangen zienswijzen zijn verwerkt. Uw Staten hebben hiervan kennis genomen.
Gerealiseerd December 2014 Besteed In de periode 2011-2014 is ca. € 290.000 besteed aan het project Droge Voeten 2050.
Schoon/Veilig Groningen
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Water (productgroep 4001) Project Droge Voeten 2050 Beleid en doelen op termijn Onderzoeken hoe de boezemsystemen in de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest in de toekomst kunnen blijven voldoen aan de vastgestelde veiligheidsnormen, rekening houdend met een veranderend klimaat en bodemdaling door aardgaswinning. Doel van het project is om te komen tot geactualiseerde veiligheidsnormen en de benodigde maatregelen te bepalen om in 2025 aan deze normen te kunnen voldoen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland opstellen en vaststellen advies Droge Voeten 2050;
keuze maken of en zo ja hoeveel cofinancieringsmiddelen worden ingezet voor uitvoering van maatregelen door de waterschappen.
Wanneer gereed Gepland e 2 helft 2014
Gerealiseerd Voor de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest zijn afzonderlijke adviezen Droge Voeten 2050 opgesteld en vastgesteld. Hierover wordt in 2015 beslist.
Gerealiseerd e 2 helft 2014 In 2015 nadere besluitvorming cofinanciering maatregelen waterschappen.
Middelen Begroot Sectorale middelen.
Besteed Sectorale middelen. In de periode 2011-2014 is ca. € 290.000 besteed aan het project Droge Voeten 2050.
Klimaatadaptatie Beleid en doelen op termijn Opstellen en uitvoeren van een jaarlijks actieplan voor klimaatadaptatie. Het doel is te bevorderen dat onze provincie klimaatbestendig wordt ingericht en gebruikt en dat daarbij de ruimtelijke kwaliteiten en sociaal-economische potenties behouden blijven of nog worden versterkt. Daarnaast bevorderen we dat de kansen, die de klimaatverandering biedt, zo goed mogelijk worden benut. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland voortgangsrapportage van de uitvoering van het Actieplan 2013; vastgesteld Actieplan 2014.
Wanneer gereed Gepland Eind 2014
Gerealiseerd In juni 2014 is over de voortgang van de uitvoering gerapporteerd. Vanwege het lagere budget voor 2014 is besloten om het Actieplan 2013 met extra maatregelen aan te vullen en geen Actieplan 2014 op te stellen. Er zijn 12 nieuwe projecten gestart en 6 projecten zijn voortgezet. Gerealiseerd e 1 kwartaal van 2015.
Schoon/Veilig Groningen
113
Middelen Begroot Bestaande formatie.
Besteed Bestaande formatie en sectorale middelen € 129.260.
Voorbereiding besluitvorming Deltaprogramma (Deltabeslissing) Beleid en doelen op termijn De provincie wordt gevraagd nadere invulling te geven aan de inhoud van het Deltaprogramma. In 2015 wordt de Deltabeslissing voorgelegd aan de Tweede Kamer. De kansrijke strategieën worden uitgewerkt naar voorkeurstrategieën in 2014. Het Deltaprogramma wordt grotendeels gevoed vanuit de regio's. Provincies en waterschappen zijn aan zet om de wateropgaven (veiligheid en zoetwater) binnen de regio in te vullen. Hiervoor wordt een besluit c.q. instemming gevraagd over de voorkeurstrategie op gebied van: zoetwateraanvoer: op welke wijze borgen wij in de provincie Groningen dat voldoende water in droge perioden beschikbaar is. Hoeveel water hebben we vanuit het IJsselmeer nodig, naast de eigen voorraad. voorstel nieuwe normering voor primaire keringen: naar verwachting wordt in de Deltabeslissing een nieuwe normering voorgesteld voor de primaire keringen. De 'vertaling' van deze nieuwe norm naar onze provincie zal in 2014 voorgelegd worden. invulling meerlaagsveiligheid (Eemsdelta): Voor gebieden die extra bescherming behoeven kunnen e e maatregelen in de gebieden (2 laag) en rampenbestrijding (3 laag) uitkomst bieden. In 2014 worden gebieden die hiervoor in aanmerking komen voorgelegd. buitendijkse gebieden (onder andere Eemshaven): hierbij gaat het om de verantwoordelijkheden en belangen. In hoeverre moeten wij als provincie aanvullend beleid opstellen voor waterveiligheid in buitendijkse gebieden. Dit kan wanneer hier grotere regionale belangen spelen. De voorkeurstrategieën dienen als bouwsteen voor de nieuwe Deltabeslissing die eind 2014/2015 aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland voorkeurstrategieën worden voorgelegd;
afstemming waterschappen en provincies noordelijke regio;
inbreng vormgeven richting landelijke besluitvorming.
Invulling van strategieën wordt gevoed door onderzoeken die met overige partijen in het Deltaprogramma zijn uitgevoerd en pilotstudies die voor specifieke thema's zijn uitgevoerd (pilot zoetwateraanvoer Eemshaven, meerlaagsveiligheid Eemsdelta). Wanneer gereed Gepland Voorkeurstrategieën worden rond mei 2014 voorgelegd. Middelen Begroot Bestaande formatie.
114
Gerealiseerd De voorkeurstrategie Deltaprogramma Waddengebied is voorgelegd en vastgesteld. Waterschappen, provincies, Rijk, gemeenten en natuur- en milieuorganisaties (NMO's) hebben hiermee gezamenlijk input gegeven aan het nationale Deltaprogramma en de wijze waarop hieraan in Noord-Nederland invulling gegeven wordt. Wij hebben deze voorkeurstrategie vertaald in het concept van de nieuwe Omgevingsvisie die in 2015 wordt vastgesteld.
Gerealiseerd Medio 2014. Besteed Bestaande formatie.
Schoon/Veilig Groningen
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Toezicht waterschappen: - opstellen voortgangsrapportage 2013 van het provinciaal toezicht op de waterschappen; - voeren bestuurlijk overleg over de voortgangsrapportage met de waterschappen Hunze en Aa's, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân.
Waterkeringen: - beoordelen rapportages waterschappen van de (visuele) inspecties van de regionale waterkeringen; bewaken voortgang van het beoordelen van de veiligheid van de regionale waterkeringen door waterschappen; In het kader van het Deltaprogramma geven we invulling aan de regionale mogelijkheden/wensen ten aanzien van de veiligheid tegen overstromingen vanuit zee en de regionale zoetwatervoorziening, o.a. - het verkennen en uitwerken van regionale oplossingsrichtingen voor de waterveiligheidsopgave, waaronder de uitwerking van innovatieve kustverdedigingsvormen in relatie tot meerlaagsveiligheid; - opstellen van een regionale strategie voor de zoetwatervoorziening inclusief een uitvoeringsprogramma voor de korte termijn. De Overstromingsrisicokaarten (RORkaarten) zijn eind 2013 gereed. Deze vormen samen met de Overstromingsrisicobeheerplannen (ORBP's) per stroomgebied het eindproduct voor de ROR. De ORBP's met bijbehorende kaarten worden in 2014 middels democratische besluitvorming vastgesteld. Adviseren over peilbesluiten van waterschappen in vooral EHS-/ natuurgebieden en die gebaseerd zijn op het GGOR (Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime). In het kader van onze rol als algemene kaderen normensteller voor het regionale waterbeheer leveren wij waar nodig als regisseur een bijdrage aan de voorgenomen optimalisatie in de waterketen. Grondwater: - stimuleren en ontwikkelen van beleid voor bodemenergiesystemen:
-
beleidsmatige beoordeling van aanvragen
Gerealiseerd Toezicht waterschappen: - voor de waterschappen Hunze en Aa's, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân is de voortgangsrapportage 2013 opgesteld; - met het waterschap Hunze en Aa's is bestuurlijk overleg over de voortgangsrapportage gevoerd. Vanwege capaciteitssproblemen vindt het bestuurlijk overleg met de beide andere waterschappen begin 2015 plaats. Waterkeringen: - De rapportages van de (visuele) inspecties van de regionale waterkeringen zijn ingediend. Op basis van deze inspecties kan worden geconcludeerd dat de regionale waterkeringen visueel in goede staat van onderhoud zijn. Deltaprogramma:
-
De regionale oplossingsrichtingen voor de waterveiligheid zijn verkend en uitgewerkt en vertaald in de concept-Omgevingsvisie.
-
In lijn met de landelijke strategie zijn regionale maatregelen in beeld gebracht voor de komende zes jaar en vertaald in de concept-Omgevingsvisie.
ORBP's liggen ter inzage en worden in 2015 op landelijk niveau vastgesteld. Wij hebben geen invloed op de planning. Regionale afstemming heeft plaatsgevonden via het RBO (Regionaal Bestuurlijk Overleg).
Voor waterschap Hunze en Aa's zijn vijf peilbesluiten vastgesteld en voor waterschap Noorderzijlvest drie peilbesluiten. Tevens is er een evaluatie van het GGOR-proces uitgevoerd.
We hebben een bijdrage geleverd door participatie aan de stuurgroep Waterketen (agendalid) en financiering van de gemeentelijke waterambassadeur.
Grondwater: - Ontwikkeling van bodemenergiesystemen is gestimuleerd door geen extra kosten in rekening te brengen (leges, en voor kleine Warmte Koude Opslagsystemen (WKO's) ook geen advertentiekosten). - Er is één WKO-vergunning en één
Schoon/Veilig Groningen
115
voor het onttrekken van grondwater voor industrie, drinkwater en bodemenergiesystemen (WKO); -
-
het beheren en onderhouden van het grondwaterkwaliteits- en grondwaterkwantiteitsmeetnet. Het meten van grondwaterstanden en het nemen van chloridemonsters en het opnemen van gegevens in de database; uitvoeren maatregelen uit de gebiedsdossiers van de grondwaterbeschermingsgebieden;
-
bekijken samenwerkingsmogelijkheden met waterschappen en provincie Drenthe op het terrein van monitoring. In concept opstellen van de regionale doelen voor KRW-oppervlaktewateren;
-
116
In concept vaststellen KRWgrondwaterdoelen en -maatregelen; Bijdragen aan de veiligheidsaspecten in het project Marconi;
Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden in oppervlaktewateren (Whvbz): in overleg met waterschappen aanwijzen van zwemwateren op grond van Whvbz;
-
onderzoeken mogelijkheden instandhouding locaties zwemwaterfunctie.
wijzigingsvergunning Industrie verleend en één aanvraag voor een WKO planMERprocedure doorlopen (aanvraag in december 2014 ingediend). Het beheer, onderhoud, opnemen en bemonsteren van de grondwatermeetnetten is volgens planning verlopen.
Uitvoeringsprogramma Onnen-De Punt: generieke en specifieke activiteiten en bedreigingen zijn uitgewerkt, bodemonderzoeken zijn uitgewerkt en afgerond. Uitvoeringsprogramma Drentse Aa is gestart (oppervlaktewaterwinning). - In overleg met de Provincie Drenthe worden monitoringsmedewerkers bekend gemaakt met elkaars meetnet. De regionale doelen voor KRWoppervlaktewateren zijn in concept door ons vastgesteld. Regionale afstemming heeft plaatsgevonden via het RBO. De regionale doelen worden in de Omgevingsvisie opgenomen. De KRW-grondwaterdoelen en -maatregelen zijn in concept door ons vastgesteld. In het project Marconi wordt het stadsstrand gecombineerd met de dijkversterking Eemshaven-Delfzijl. De aanleg van het kwelderland en de pionierskwelder wordt door RWS in uitvoering gebracht, zo mogelijk gecombineerd met vaargeulverruiming naar Eemshaven. Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden in oppervlakte-wateren (Whvbz): - 41 zwemgelegenheden en 3 potentiële zwemwateren in oppervlaktewater zijn aangewezen, na afstemming met waterschappen; - Controles op zwemwaterkwaliteit en mogelijke acties tot verbeteren van de kwaliteit zijn besproken met waterschappen.
Schoon/Veilig Groningen
Waterschapsaangelegenheden (productgroep 4101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland op hoofdlijnen beoordelen van de begrotingen 2015 en de jaarrekeningen 2013 van de waterschappen, teneinde inzicht te houden in de financiële ontwikkelingen bij de waterschappen.
Op grond van artikel 98a, lid 2b, 3 en 4 van de Waterschapswet hebben wij in bepaalde gevallen een aanwijzigingsbevoegdheid ten aanzien van door het dagelijks bestuur van een waterschap aan het CBS te verstrekken financiële informatie (Iv3). Jaarlijkse bijdrage aan de waterschappen in de kosten van de overgedragen nietwaterschapseigenobjecten en in de kosten van het vaarweg- en nautisch beheer op de waterschapskanalen (op grond van de met de waterschappen gesloten overeenkomsten in het kader van de 'Herschikking van taken in het waterbeheer', B-AKWA).
Gerealiseerd De jaarrekeningen 2013 en de begrotingen 2015 van de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest zijn op hoofdlijnen beoordeeld. Deze financiële beoordelingen hebben geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen. (Deze marginale toetsing is opgenomen in het in 2011 vastgestelde ‘Kader Toezicht op de waterschappen in de provincie Groningen’.) Het is in 2014 niet nodig gebleken van deze bevoegdheid gebruik te moeten maken.
De bijdragen in de kosten van de overgedragen niet-waterschapseigen objecten en de bijdragen in de kosten van het vaarweg- en nautisch beheer op de waterschapskanalen zijn conform de met de waterschappen gesloten overeenkomsten in het kader van de 'Herschikking van taken in het waterbeheer' aan de waterschappen uitbetaald.
Schoon/Veilig Groningen
117
Lasten/baten en analyse thema Water Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 1.346.055 1.456.659 1.861.637
Apparaatskosten
rekening 2014
verschil
1.097.826
763.811
198.908 276.068 407.504
182.880 428.788 391.200
180.820 752.086 425.853
180.815 700.503 420.672
5 51.583 5.181
2.228.535
2.459.527
3.220.396
2.399.816
820.580
667.412 0
542.880 0
540.820 0
665.410 0
124.590 0
Totaal baten
667.412
542.880
540.820
665.410
124.590
Totaal saldo lasten-baten
1.561.122
1.916.647
2.679.576
1.734.406
945.170
Kapitaallasten 4001 Water 4101 Waterschapsaangelegenheden Totaal lasten 4001 Water 4101 Waterschapsaangelegenheden
LASTEN Apparaatskosten
763.811
Kapitaallasten
5
Programmakosten Productgroep 4001 Water - Er zijn minder projecten geweest dan verwacht voor het Programma Klimaatadaptatie 'Groningen op klimaatkoers' en daardoor zijn de bestedingen ook lager geweest dan begroot. - Overige afwijkingen
64.028 -12.445 51.583
Overige afwijkingen.
5.181
Totaal afwijking programmakosten
56.764
Totaal afwijking lasten
820.580
BATEN Programmabaten Productgroep 4001 Water - Enkele externe partijen hebben meebetaald aan onderzoeken die in onze opdracht zijn uitgevoerd. - Meer grondwaterheffing gerealiseerd dan begroot, vermoedelijk als gevolg van meer industriële onttrekkingen. - Overige afwijkingen
55.186 52.839 16.565 124.590
Totaal afwijking baten
124.590
Saldo afwijking
945.170
118
Schoon/Veilig Groningen
Schoon/Veilig Groningen
119
5.2
Milieu
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Wij willen de kwaliteit van het milieu en landschap beschermen. Onze ambitie is erop gericht dat het in de provincie Groningen gezond en veilig leven is. Wij willen onze kernkwaliteiten beschermen of verbeteren. Wij dragen bij aan de ontwikkeling en borging van een leefomgeving waarin de kwaliteit van lucht, geur, geluid, gezondheid, veiligheid èn het duurzaam gebruik van grondstoffen en energie integraal zijn gewaarborgd. Op alle beleidsvelden streven wij na dat duurzaamheid wordt meegenomen in de afwegingen.
PS
Beleidskader:
Provinciale Strategie Gezondheid en Milieu december 2010 Wettelijke taken voortvloeiend uit de Wet milieubeheer en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 2010-2014 VTH-kader Bestuurlijke Visie Milieutaken Integraal Milieubeleidsplan 2013-2016
Productgroep 5003
GS
Milieubeleid en duurzame ontwikkeling
Handhaven of verbeteren milieukwaliteiten schoon, gezond, veilig, stil en duister en bevorderen van duurzaamheid
Productgroep 5201 Bodem(sanering)
Beheersen of saneren locaties voor 2015 conform afspraken Bodemconvenant
Productgroep 5202
Duurzaam en integraal bodemgebruik en veiligstellen gebruiksmogelijkheden bodem op langere termijn
Duurzaam bodembeheer en afval
Productgroep 5501 Vergunningverlening
Uitvoering wettelijke taak bescherming milieu en leefomgeving met name op grond van de Wabo en verbetering van kwaliteit ervan
Productgroep 5502 Toezicht en handhaving
Uitvoeren eerstelijns toezicht op grond van o.a. Wabo en verbetering van kwaliteit ervan
Productgroep 5601 Ontgrondingen
Bewust en duurzaam (her)gebruik grond en bagger waarbij huidige regionale winlocaties blijven bestaan
120
Schoon/Veilig Groningen
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
5201
5501
5501
Percentage gerealiseerde locaties van de lijst Aanpak Spoed Percentage verleende omgevingsvergunningen met uitgebreide procedure binnen wettelijke termijn van 26 weken Percentage verleende omgevingsvergunningen met reguliere procedure binnen 8 weken
Bron
2010
2011
2013
2014
20%
25%
60%
80%
54%
53%
26%
50%
80%
98%
100%
100%
85%
95%
provincie Groningen
ODG
ODG
73%
Streefwaarden
2012
Schoon/Veilig Groningen
2014
2015
2016
2017
121
Actueel belangrijke onderwerpen Vaststellen Meerjarenprogramma Wet Bodembescherming 2015-2019 Beleid en doelen op termijn De provincie is bevoegd gezag op grond van de Wet bodembescherming en voert de wettelijke taken op basis van deze wet uit. Het Bodemconvenant is dan in afronding. Mogelijk wordt er een nieuw Bodemconvenant gesloten. Dit wordt meegenomen in het nieuwe meerjarenprogramma Wet Bodembescherming. Met name zal aandacht worden besteed aan verbredingsthema's als bodembescherming en de ondergrond, dit uiteraard naast de bodemsaneringsactiviteiten. Afstemming en integratie van beleid en uitvoering wordt vormgegeven in het Meerjarenprogramma Wet Bodembescherming 2015-2019 (MJP) en vormt een belangrijke basis voor het nakomen van de verplichtingen uit het nieuwe Bodemconvenant. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland opstellen van meerjarenprogramma Wet Bodembescherming 2015-2019; deelname aan het landelijk op te stellen nieuwe Bodemconvenant.
Wanneer gereed Gepland Medio 2014 Middelen Begroot Eigen provinciale middelen en mogelijk rijksmiddelen (decentralisatie-uitkering Bodem (DUB)).
122
Gerealiseerd Het Meerjarenprogramma Bodem & Ondergrond 2015-2019 is op 18 november jl. vastgesteld. Landelijk wordt druk gewerkt aan een nieuw bodemconvenant dat ook begin 2015 zijn definitieve gestalte zal krijgen. Gerealiseerd Begin 2015 Besteed Voor het jaar 2014 is er een DUB-bijdrage vanuit het Rijk naar de Wbb bevoegde gezagen worden overgemaakt en de verwachting is dat dit ook aan de orde zal zijn voor de jaren 2016-2020.
Schoon/Veilig Groningen
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Milieubeleid en duurzame ontwikkeling (productgroep 5003) Borging duurzaamheid in provinciale beleid Beleid en doelen op termijn Wij gaan op basis van 4 pijlers het provinciale beleid op het gebied van duurzame ontwikkeling intensiveren. Hiermee geven wij inhoud aan een motie van staten die ons oproept om duurzaamheid in ons beleid te borgen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Borging van duurzame ontwikkeling vooraf: expliciete aandacht aan duurzame ontwikkelingen in beleidstukken, projectvoorstellen en voordrachten;
Ondersteuning: het ondersteunen bij de invulling van duurzame ontwikkeling binnen het ambtelijk apparaat;
Begroting en verantwoording: inventarisatie en verantwoording wat er aan duurzame ontwikkeling gedaan wordt (eerste stap in begroting 2014: inventarisatie van duurzaamheidsactiviteiten);
Impuls: organiseren van bijeenkomsten met overtuigende sprekers.
Wanneer gereed Gepland Dit is een continu proces.
Gerealiseerd Wij hebben de projectaanpak en de daarbij te gebruiken methodieken (duurzaamheidsmatrix, 1 ook wel de NSDO-matrix genoemd en de aanpak duurzaam GWW (grond-, weg- en waterbouw)) geïntroduceerd in alle lagen van de organisatie. Het projectplan is besproken in ons college. Er is een workshop gegeven aan de leden van Provinciale Staten. Medewerkers zijn bij projecten ondersteund bij het gebruiken van de duurzaamheidsmatrix en de aanpak duurzaam GWW. Deze beide methodieken hebben wij geëvalueerd. Wij hebben provinciale ambtenaren, gevraagd en ongevraagd geholpen om de afweging tussen aspecten van economische, ecologische en maatschappelijke te maken. Dit hebben wij gedaan in reguliere overleggen, bij specifieke trajecten en projecten. Daarnaast hebben wij een start gemaakt om een groene ambassade op te zetten. Om duurzame ontwikkeling beter zichtbaar te maken in de Planning & Control-cyclus werd als eerste stap in de geïntegreerde Programma en Productenbegroting 2014 een duurzaamheidsparagraaf opgenomen. Vervolgens is in de paragraaf Duurzaamheid van de begroting 2015 gewerkt met een matrix duurzame ontwikkeling waarbij per thema wordt aangegeven welke (maximaal drie per afdeling) beleidsonderdelen, activiteiten en/of projecten in 2015 een belangrijk onderdeel vormen. In samenwerking the Natural Step is één bijeenkomst gehouden om het proces van draagvlak verkrijgen en bewustwording rondom duurzaamheid te versterken binnen de organisatie. Gerealiseerd Het projectplan is geschreven voor 2 jaren. 2014 en 2015
1
In de Nationale Strategie voor Duurzame Ontwikkeling heeft de Nederlandse overheid een ‘afwegingsmatrix’ gepresenteerd. Deze matrix is bedoeld als hulpmiddel om ‘duurzame ontwikkeling’ in beleid te integreren. Ze kan dienen als checklist bij besluitvorming om afwegingen in beeld te brengen en om na te gaan of er geen ongewenste afwenteling plaatsvindt. Het gaat om het evenwichtig en in samenhang beheren van financieel-economische (profit), sociaal-culturele (people) en ecologische (planet) voorraadgrootheden, niet alleen in het ‘hier en nu’, maar ook met het oog op ‘daar’ (internationaal, met bijzondere aandacht voor ontwikkelingslanden) en ‘later’ (voor komende generaties).
Schoon/Veilig Groningen
123
Middelen Begroot Bestaande formatie.
Besteed Bestaande formatie
Integraal milieubeleid Beleid en doelen op termijn Wij leggen meer dan voorheen de nadruk op een integraal milieubeleid. Dat betekent dat wij alle beleidsonderwerpen onder meer op het gebied van lawaai, stank, lichthinder en gevaarlijke stoffen in elkaars verband zullen brengen, waardoor het milieudomein de juiste relaties krijgt met beleidsvelden als ruimtelijke ordening, verkeer en natuur. Dat vraagt onder meer om regionaal maatwerk, vastgelegd in milieukwaliteitsprofielen per gebied. Via aangescherpt vergunningenbeleid voor bedrijven stimuleren wij innovatie en de biobased economy. Daarbij willen wij naar bedrijven en burgers optreden als betrouwbaar bevoegd gezag. Om de integraliteit te benadrukken hebben wij een kadernota integraal milieubeleid vastgesteld. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Uitvoeren werkzaamheden conform kadernota Voor de omgang met de bedrijven voor wat integraal milieubeleid. betreft vergunningen Wet milieubeheer gebruiken we het kader VTH, zoals eind 2013 vastgesteld. We zijn gestart met het twee pilots voor het ontwikkelen van gebiedsgericht maatwerk voor milieubeleid (Westerkwartier en Eemsdelta). De relatie tussen milieu en omgevingskwaliteit hebben we vormgegeven in geactualiseerde kaarten voor externe veiligheid, duisternis, geluid- en geurhinder. We zijn in gesprek met de gemeenten over nadere afstemming van beleid op het snijvlak van RO en milieu. Wanneer gereed Gepland Gerealiseerd Dit is een continu proces. Conform planning Middelen Gepland Besteed Bestaande formatie en bestaande beleidskredieten. bestaande formatie; ter beschikking staande beleidskredieten zowel uit milieu- als andere beleidsthema’s. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland
Gerealiseerd
Noordelijke Ambitiestatement (rijksprogramma Duurzaam Door 2013-2016): opstellen van een programma 2014 met circa 5 (noordelijke) duurzaamheidsprojecten.
Noordelijke Ambitiestatement (rijksprogramma Duurzaam Door 2013-2016): Er zijn 5 (interprovinciale) projecten gehonoreerd waarbij op innovatieve wijze meerdere partijen samenwerken om duurzame ontwikkeling een stap verder te helpen.
Strategie Gezondheid en Milieu: provinciale beleid voor gezondheid en milieu op het gebied van geluid van weg- en railverkeer, geur van bedrijven en luchtverontreiniging verder actualiseren en eventueel ontwikkelen/uitvoeren van nieuwe projecten (bijvoorbeeld fijn stof);
Strategie Gezondheid en Milieu: Wij hebben de Strategie Gezondheid en Milieu van 2010 geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie hebben wij een nieuwe Strategie Gezondheid en Milieu 2014-2016 vastgesteld. Wij zijn gestart met het uitvoeren van deze nieuwe strategie.
124
Schoon/Veilig Groningen
verbeteren kwaliteit binnenmilieu alsmede verlagen energielasten en verminderen CO2uitstoot bij overige scholen en (zorg)gebouwen, daarbij gebruik makend van de ervaringen bij basisscholen (zie ook programma Energiek Groningen, productgroep 5004: Gebouwenplan 20132015).
Overige activiteiten: verlenen van budgetsubsidies aan de Stichting Natuur en Milieufederatie Groningen, het Consulentschap NME en aan de Stichting Noorderbreedte;
subsidiëren van activiteiten op het gebied van duurzame ontwikkeling, milieu, natuur en landschap; uitvoeren projecten ter bevordering van stilte en duisternis zoals bij lichtuitstoot melkveestallen;
leveren bijdragen aan IPO-milieuprojecten.
Wij hebben een opdracht verstrekt aan EnergieQ voor een energiebesparingsproject waarbij zowel de bewoners als het personeel energie gaan besparen.
Overige activiteiten: Wij zijn met het Consulentschap NME van het IVN een nieuwe vierjarensubsidie-periode aangegaan (2015 tot en met 2018). Verder hebben wij de genoemde organisaties hun jaarlijkse budgetsubsidie toegekend. Meerdere subsidies zijn verleend onder meer op het gebied van verduurzaming van schoolgebouwen. Uitvoering Provinciaal Lichtmastenplan. Bevat verschillende projecten ter bevordering van de duisternis, waaronder opstellen Hemelhelderheidskaart en tot stand brengen Dark Sky Park Lauwersmeer. De Milieufederatie en LTO Noord hebben mede op ons initiatief gewerkt aan het formuleren van een convenant op het gebied van lichtuitstoot melkveestallen; in 2015 zal naar verwachting het convenant zijn beslag krijgen. Reducering verlichting langs provinciale wegen en samenwerking met gemeenten. Inventarisatie en nadere uitwerking provinciaal duisternisbeleid. Op declaratiebasis dragen wij bij aan landelijk opgepakte project op het gebied van milieu.
Bodem(sanering) (productgroep 5201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland uitvoeren Meerjarenprogramma Bodemsanering 2010-2014; uitvoeren Bodemconvenant;
Gerealiseerd Eind 2014 is een evaluatie uitgevoerd van het MJP 2010-2014. Mede naar aanleiding van het rapport van de Noordelijke Rekenkamer, is de inzet om te komen tot de sanering van de spoedlocaties geïntensifieerd. De intensivering heeft het doel om bij alle bodemverontreinigingslocaties met onaanvaardbare risico’s minimaal de risico’s te hebben beheerst en te zijn gestart met de saneringen vóór 1 januari 2016, binnen handbereik gebracht. Ook leidt de gekozen aanpak ertoe dat probleemhebbers substantieel en naar vermogen bijdragen in de kosten. De evaluatie is input geweest voor het nieuw opgestelde MJP 2015-2019 dat op 18 november 2014 is vastgesteld. Wet bodembescherming: 87 afgehandelde Wbb meldingen; Schoon/Veilig Groningen
125
beheer bodeminformatie;
uitvoeren programma Gasfabrieksterreinen.
Besluit Bodemkwaliteit: 27 meldingen; Bodeminformatie: i.s.m. gemeenten is de kwaliteit en actualiteit van de bodeminformatie in Globis en op de bodeminformatiekaart verder verbeterd; Programma Gasfabrieksterreinen: - Pekela: Grondsanering afgerond, grondwatersanering afronding in 2017. - Appingedam: afgerond. - Winschoten: Fase 1, 2a+b en 3 is uitgevoerd in 2014. Fase 4-6 vindt plaats na vertrek van het ziekenhuis. - Bedum: Rechtszaak gewonnen over grondsanering. Grondwatersanering wordt in 2015 afgerond. - Stadskanaal: Aannemer in gebreke gesteld en gedaagd voor rechter. Uitspraak rechtzaak in 2015. Sanering moet opnieuw worden uitgevoerd. Het is niet bekend wanneer dit kan starten.
Duurzaam bodembeheer en afval (productgroep 5202) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Duurzaam bodembeheer: uitvoering duurzaam grondstromenbeleid (interne en externe overleggen);
in het kader van het Bodemconvenant samenwerken met Rijk, UvW en (noordelijke) provincies in het kader van duurzaam gebruik van de ondergrond, onder andere via totstandkoming van een zogenaamde Kennisagenda en een verdere uitwerking van Geef Bodem de Ruimte; hergebruik secundaire grondstoffen als aanjager van landschappelijke herinrichting.
Gerealiseerd Duurzaam bodembeheer: periodiek overleg met de gemeenten en waterschappen in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit; binnen eigen uitvoeringsprojecten en van externen, aangestuurd op hergebruik van grondstromen in het kader van de uitvoering ‘Van Last naar Lust’;
landschappelijke herinrichting: oprichten van een 'seaview'. Een seaview is een kunstmatige wierde aan de rand van de zeedijk met de toepassing van secundaire grondstoffen. Een initiatief van SGL en een initiatief van GSP zijn echter door andere keuzes van deze organisaties niet tot uitvoering gekomen.
Uitvoering nazorg stortplaatsen en baggerdepots: uitvoering van bestuurlijke, organisatorische en financiële taken in het kader van de nazorg van gesloten stortplaatsen; uitvoering nazorg op de afvalstortplaatsen Kloosterlaan, Woldjerspoor en Veendam en op de provinciale baggerspeciestortplaatsen Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending;
Uitvoering nazorg stortplaatsen en baggerdepots: De wettelijke nazorgtaken in het kader van de Wet milieubeheer zijn uitgevoerd.
126
(voorbereiding van de) overdracht aan de provincie in het kader van de nazorg van de stortplaats Veendam.
De nazorg van de afvalstortplaatsen Kloosterlaan en Woldjerspoor is conform het nazorgplan uitgevoerd, evenals de nazorg van de provinciale baggerspecie-stortplaatsen Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending. de overdracht van de afvalstortplaats Veendam is voorbereid en wordt in 2015 afgerond.
Schoon/Veilig Groningen
Vergunningverlening (productgroep 5501) Vergunningverlening binnen het Milieudomein (zie ook productgroep 5502) Beleid en doelen op termijn Uitvoering wettelijke taak bescherming milieu en leefomgeving met name op grond van de Wabo en verbetering van kwaliteit ervan. Gemeenten en provincies zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH-taken. De in 2012 vastgelegde VTH-kwaliteitscriteria 2.1 vormen de basis voor de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door een regionale uitvoeringsdienst, als voor de taken die wij in eigen beheer uitvoeren. De provincie voert de regie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd verder invulling geven aan de nieuwe rol van In het eerste jaar van opdrachtverlening aan opdrachtgever en eigenaar naar de de ODG heeft deze rol verder vorm gekregen Omgevingsdienst Groningen (voorheen RUD); (o.a. VTH-programma, opdrachtverstrekking, structurele afstemming). Extern wordt met de andere opdrachtgevers en met de ODG gezocht naar verdere betering van de samenwerking. Waar gewenst wordt met andere opdrachtgevers en ODG gestreefd naar harmonisatie. verder invulling geven aan de loketfunctie De loketfunctie inclusief de afstemming met de naar de Omgevingsdienst Groningen. ODG is verder ingevuld en functioneert als zodanig. Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie.
Gerealiseerd 2014 Besteed Bestaande formatie
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014. Gepland verlenen van omgevingsvergunningen, vergunningen op grond van de Ontgrondingenwet, de Waterwet, ontheffingen POV en het Vuurwerkbesluit;
termijn- en kwaliteitsbewaking ten aanzien van de verleende vergunningen;
Gerealiseerd Van de 65 verleende reguliere omgevingsvergunningen zijn er 55 binnen de wettelijke termijn van 8 weken verleend (85%). Van de 30 verleende omgevingsvergunningen uitgebreid, Wm en VVGB, zijn er 15 (50%) binnen de wettelijke termijn van 6 maanden verleend. Op grond van het Vuurwerkbesluit in totaal 38 meldingen ingediend en beoordeeld alsmede 10 ontbrandingstoestemmingen aangevraagd en verleend, allen binnen de wettelijke termijn. Op grond van de Waterwet zijn er drie vergunningen verleend, allen binnen de wettelijke termijn. Er zijn geen ontheffingen POV verleend. Er is regelmatig overleg met de ODG over de voortgang en inhoudelijke en juridische kwaliteit van de geleverde producten. Daarnaast rapporteert de ODG 3x per jaar. De overleggen en de rapportages geven inzicht in hoeverre de geleverde inspanningen van de ODG hebben bijgedragen aan het realiseren van de gestelde kwalitatieve en kwantitatieve doelen.
Schoon/Veilig Groningen
127
geluidsadviezen inzake ruimtelijke ontwikkelingen, verkeer, Nb-wet en ontwikkelingen in het kader van de Interimwet stad en milieubenadering;
hogere waarden vaststellen bij aanleg en reconstructie provinciale wegen; vormen van kernregistratie rijlijnen provinciale wegen, en koppelen van gegevens intensiteiten, snelheden en verhardingen hieraan (geodata).
Het loket Vergunningen vervult ook een rol in de termijnbewaking van de reguliere procedures. adviezen geluidsaspecten: - ruimtelijke ontwikkelingen: 61 bestemmingsplannen c.q. beheersverordeningen c.q omgevingsvergunningen c.q. MERprocedures c.q. Statenvragen; - MER windmolenpark N33; - vervanging brug Zuidhorn; - isolatie woningen N355; - rondweg Bedum, berekeningen ten behoeve van reconstructie en drie tracéalternatieven; - Fietsroute Plus; - vervanging asfalt K.J. de Vriezestraat; - reconstructie en sanering N366; - deelname IPO-mobiliteitsproject SWUNG-2; - N360 in relatie tot Sontbrug en sanering; - prognose basisnet spoor in relatie tot Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) en geluidsproductieplafonds (GPP); - berekeningen vervanging dunne geluidsreducerende deklaag (DGD) N360; - maatregelen N361-N370 Noorderhoogebrug; - onderzoek reconstructie Rijksstraatweg Zuidhorn. Besluit hogere waarden ten gevolge van reconstructie Reitdiepplein. Het project Geodata is in 2014 gestart en zal de provincie in het eerste kwartaal van 2015 in staat stellen Geodata direct toe te passen in modellen voor geluid- en luchtemissie.
Toezicht en handhaving (productgroep 5502) Toezicht en handhaving binnen het Milieudomein (zie ook productgroep 5501) Beleid en doelen op termijn Uitvoering wettelijke taak bescherming milieu en leefomgeving met name op grond van de Wabo en verbetering van kwaliteit ervan. Gemeenten en provincies zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH-taken. De in 2012 vastgelegde VTH-kwaliteitscriteria 2.1 vormen de basis voor de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door een regionale uitvoeringsdienst, als voor de taken die wij in eigen beheer uitvoeren. De provincie voert de regie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland verder invulling geven aan de nieuwe rol van opdrachtgever en eigenaar naar de Omgevingsdienst Groningen.
128
Gerealiseerd In het eerste jaar van opdrachtverlening aan de ODG heeft deze rol verder vorm gekregen (o.a. VTH-programma, opdrachtverstrekking, structurele afstemming). Extern wordt met de andere opdrachtgevers en met de ODG gezocht naar verdere betering van de samenwerking. Waar gewenst wordt met andere opdrachtgevers en ODG gestreefd naar harmonisatie.
Schoon/Veilig Groningen
verder invulling geven aan de loketfunctie naar de Omgevingsdienst Groningen.
Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie.
De loketfunctie inclusief de afstemming met de ODG is verder ingevuld en functioneert als zodanig.
Gerealiseerd 2014 Besteed Bestaande formatie
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Toezicht en handhaving: Uitvoering van het toezicht vindt plaats volgens het (jaarlijkse) handhavingsuitvoeringsprogramma. Wij kennen hiervoor 3 kleursporen: - Grijs: milieu (inrichtinggebonden en niet inrichtinggebonden); - Groen: natuur, flora en fauna; - Blauw: zwemwater, grondwater. Milieueffectrapportage (MER): Afhankelijk van het beleid van gemeenten, provincies, waterschappen en nieuwvestiging van bedrijven die MER-plichtige activiteiten willen uitvoeren zullen er ca. 25 procedures worden begeleid.
Gerealiseerd Toezicht en handhaving: Het groen, grijs en blauwe toezicht is uitgevoerd volgens het handhavingsuitvoeringsprogramma. Voor de inhoudelijke verantwoording verwijzen wij naar de bijlage 'Jaarverslag toezicht en handhaving 2014'.
Milieueffectrapportage (MER): De provincie was betrokken bij circa 14 (Plan) MER-procedures. Belangrijke projecten waren Droge Voeten 2050, Windpark Delfzijl, Windpark N33 Veendam-Menterwolde, de Buizenzone Eemsdelta, Oosterhorn Delfzijl Eemshaven en omgeving,en de Structuurvisie Buisleidingen. Daarnaast liepen er diverse Duitse MER-procedures, waarop is ingesproken in verband met de grensoverschrijdende milieueffecten. Er is veel tijd besteed aan het ontwerp, beschrijven en uitwerken van de werkafspraken over MER-zaken met de Omgevingsdienst Groningen. In landelijk verband is ook structureel overleg gevoerd met de overige MER-coördinatoren van de provincies en het ministerie van IenM. Er is een netwerkdag georganiseerd voor Duitse en Nederlandse grensoverheden in Wedde.
Ontgrondingen (productgroep 5601) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland beleidsmatig en technisch beoordelen van aanvragen om ontgrondingenvergunningen en het nemen van beschikkingen hierop (ca. 30 aanvragen per jaar);
Gerealiseerd Er zijn 20 initiatieven ingediend. In twee gevallen konden deze worden afgedaan als een melding. Twee keer moest worden opgetreden tegen een illegale ontgronding, waarvan één achteraf kon worden gelegaliseerd. Dertien initiatieven hebben daadwerkelijk geleid tot een
Schoon/Veilig Groningen
129
in interprovinciaal verband actief deelnemen aan de voorbereiding van de besluitvorming over de ontwikkelingen op rijksniveau, waaronder het door vertalen van eventuele wijzigingen in het rijksbeleid naar de Groninger situatie (de voorgenomen intrekking van de Ontgrondingenwet en het op een zorgvuldige wijze onderbrengen van de daaraan gekoppelde belangenafweging voor ontgrondingen in de Omgevingswet;
verdere uitwerking geven aan de beleidsaanbevelingen uit de beleidsnota 'Van Last naar Lust', zoals het zoeken naar alternatieven voor hergebruik in plaats van het storten van vrijkomende bouwgrondstoffen: streven naar meer toepassing van secundaire bouwgrondstoffen. Dit is een doorlopend proces;
jaarlijkse monitoring van de gewonnen hoeveelheden oppervlaktedelfstoffen (in Groningen gaat het daarbij om beton- en metselzand, ophoogzand en klei).
130
vergunningaanvraag of is er een vergunningaanvraag in voorbereiding. In de overige gevallen heeft het vooroverleg geleid tot het door de aanvrager afzien van een vergunningaanvraag of is deze nog in beraad. Er zijn vorderingen gemaakt met de Stelselherziening Omgevingsrecht. De Ontgrondingenwet zal worden geïntegreerd in de nieuwe Omgevingswet, waarvan inwerkingtreding wordt voorzien vanaf 2018. Via het IPO-vakberaad ontgrondingen is samen met het Rijk meegedacht over een zorgvuldige integratie van ontgrondingenbelangen in de Omgevingswet. Belangrijke zaken waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden zijn de bevoegdheidsverdeling tussen provincies en gemeenten en hoe het stelselherziening kan leiden tot meer collectieve vrijstellingen van vergunningplicht. Er is verder gewerkt aan het zoeken naar een passende en zo hoogwaardig mogelijke toepassing van bij werken vrijkomende (secundaire) bouwgrondstoffen. Daarom is opnieuw terughoudend omgegaan met vergunningen gericht op winning van oppervlaktedelfstoffen. Geconstateerd kan worden dat dit beleid steeds meer zijn vruchten af gaat werpen. In toenemende mate worden bij infrastructurele werken bouwgrondstoffen toegepast die vrijkomen bij andere maatschappelijk gewenste projecten. De inventarisatie in 2014 over het jaar 2013 bevestigt een voorzichtige verbetering van de economie. Dit heeft ook zijn weerslag op de winning van zand en klei. De cijfers over 2014 zijn nog niet aangeleverd.
Schoon/Veilig Groningen
Lasten/baten en analyse thema Milieu Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 13.055.432 13.144.368 6.617.592
Apparaatskosten
5003 5201 5202 5501 5502 5601
verschil
5.988.348
629.244
0 856.427 3.229.438 387.902 4.682.267 93.319 0
0 -136.117 -89.048 103.878 34.404 -3.902 15.000
Totaal lasten 18.662.921 18.169.589 15.791.160 15.237.702
553.458
Kapitaallasten 5003 5201 5202 5501 5502 5601
rekening 2014
Milieubeleid en duurzame ontw. Bodem(sanering) Duurzaam bodembeheer en afval Vergunningverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen
0 480.840 1.358.232 517.507 3.053.117 194.323 3.470
0 554.543 3.139.070 755.626 367.865 193.117 15.000
0 720.310 3.140.390 491.780 4.716.671 89.417 15.000
Milieubeleid en duurzame ontw. Bodem(sanering) Duurzaam bodembeheer en afval Vergunningverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen
34.090 43.544 188.016 320.071 32.479 1.100
0 0 543.900 212.986 0 10.000
100.000 0 271.900 558.660 0 10.000
270.080 90.907 193.508 1.187.062 114.835 2.500
170.080 90.907 -78.392 628.402 114.835 -7.500
Totaal baten
619.300
766.886
940.560
1.858.891
918.331
Totaal saldo lasten-baten 18.043.621 17.402.703 14.850.600 13.378.810
1.471.790
LASTEN Apparaatskosten
629.244
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 5003 Milieubeleid en duurzame ontwikkeling - De daadwerkelijke bestedingen voor het programma Duurzaam Door zijn in 2014 zijn uitgekomen op € 343.892 terwijl er in de begroting is uitgegaan van € 174.267. Het verschil wordt opgevangen door o.a. de inkomsten van het Rijk. (zie baten). - Overige afwijkingen
-169.625
33.508 -136.117
Productgroep 5201 Bodemsanering - De middelen in het kader van het meerjarenprogramma Bodemsanering 2010 t/m 2014 worden beschikbaar gesteld via de decentralisatie-uitkering Provinciefonds. De middelen worden jaarlijks toegevoegd aan de provinciale reserve Bodemsanering. Tegenover deze reserve staan uiteraard aangegane verplichtingen. - Overige afwijkingen
-152.450
63.402 -89.048
Productgroep 5202 Duurzaam bodembeheer en afval - De kosten voor de nazorg stortplaatsen en baggerdepots zijn vooraf moeilijk in te schatten. Het overschot wordt verrekend met de voorziening. Schoon/Veilig Groningen
65.567
131
-
De bijdrage aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen is lager vastgesteld Het budget ketenbeheer is een jaarlijks budget waar stimuleringsprojecten mee gerealiseerd kunnen worden in het kader van ketenbeheer grond. De onderbesteding op dit krediet is te verklaren door het niet doorgaan van projecten die uit dit krediet gefinancierd worden.
19.286 19.024
103.877
Overige afwijkingen
45.502
Totaal afwijking programmakosten
-75.785
Totaal afwijking lasten
553.458
BATEN Programmabaten Productgroep 5003 Milieubeleid en duurzame ontwikkeling - De inkomsten voor het programma Duurzaam Dooruur komen van het Rijk. Hier staan uitgaven tegenover. (zie lasten). - Overige afwijkingen
-169.625 -455 170.080
Productgroep 5201 Bodemsanering - De middelen in het kader van het meerjarenprogramma Bodemsanering 2010 t/m 2014 worden beschikbaar gesteld via de decentralisatie-uitkering provinciefonds. De middelen worden jaarlijks toegevoegd aan de provinciale reserve Bodemsanering. Hier staan uiteraard aangegane verplichtingen tegenover. (zie lasten)
-90.907
90.907 Productgroep 5202 Duurzaam bodembeheer en afval - De stortingen vanuit de voorziening voor de nazorg stortplaatsen en baggerdepots zijn vooraf moeilijk in te schatten. Het saldo wordt verrekend met de voorziening. Productgroep 5501 Vergunningverlening - In 2014 is ervan uitgegaan dat er € 497.300 aan leges zou worden ontvangen. Op basis van de vergunningaanvragen is in 2014 een bedrag van € 1.148.549 aan leges opgelegd. Dit leidt tot een extra bate van € 651.249 en dit is met name te verklaren door een aantal grote bouwaanvragen in de Eemshaven. - Overige afwijkingen
-78.392 -78.392 651.249
-22.847 628.402
Productgroep 5502 Toezicht en handhaving - Ingevorderde dwangsommen zijn nog niet daadwerkelijk geïnd, bijvoorbeeld omdat deze handhavingzaken zich nog in bezwaar/beroepsfase bevinden. Daarnaast zijn er een aantal vorderingen als oninbaar verklaard en zijn deze vorderingen in het lopende jaar afgeboekt. Er wordt overigens niet begroot op dwangsommen. - Overige afwijkingen
108.000
6.834 114.834
Productgroep 5601 Ontgrondingen
-7.500
Totaal afwijking baten
918.331
Saldo afwijking
132
1.471.789
Schoon/Veilig Groningen
Schoon/Veilig Groningen
133
5.3
Risicobeleid/Veiligheid
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: De commissaris van de Koning is belast met het bestuurlijk toezicht op de voorbereiding op de rampenbestrijding door veiligheidsregio's en het toetsen van de taakuitvoering van de diverse rampbestrijdingsorganen. Daarnaast kan hij - als Rijksheer onder verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie - in bepaalde omstandigheden tijdens een ramp aanwijzingen geven aan de veiligheidsregio. Ten aanzien van de externe veiligheid (de risico's van bulkhoeveelheden gevaarlijke stoffen voor de omgeving) versterkt onze provincie de uitvoering en de handhaving door de Groningse gemeenten, de regionale brandweer en de provincie.
PS
Beleidskader:
Wet veiligheidsregio's
GS Productgroep 2001 Openbare orde en veiligheid
134
Hieronder vallen het provinciaal veiligheidsbeleid, crisismanagement (o.a. PAC), risicokaart, toezicht en toetsing (Wet veiligheidsregio's) en extern veiligheidsbeleid.
Schoon/Veilig Groningen
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
2011
Gerealiseerd 2011
2012
2013
In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
Bron
2010
2011
2012
Streefwaarden 2013
2014
2014
2015
2016
2017
In de begroting waren geen prestatie-indicatoren opgenomen. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Schoon/Veilig Groningen
135
Actueel belangrijke onderwerpen Uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2015-2016 Beleid en doelen op termijn De verschillende rijksbesluiten voor externe veiligheid, de paragrafen externe veiligheid van het POP, het provinciaal basisnet gevaarlijke stoffen en de gemeentelijke visies externe veiligheid laten doorwerken in de RO- en milieubesluiten. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Afronding van het Uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2011-2014;
Opstellen van het Uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2015-2016 en dit programma door uw Staten laten vaststellen.
Wanneer gereed Gepland 31 december 2014 Middelen Begroot Vanuit het Provinciefonds is voor de periode 2011-2014 jaarlijks € 896.000 beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het programma externe veiligheid. Het is nog niet bekend of deze middelen ook voor de jaren 2015 en verder vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld.
136
Gerealiseerd Het Uitvoeringsprogramma externe veiligheid nadert zijn afronding. De medewerkers zijn hierbij geschoold. De samenwerking met de gemeenten is tot stand gekomen. Een voorstel voor de voortzetting van de professionele advisering over externe veiligheid is verkend. Het Rijk stuurt op een programma 2015-2018 met vier landelijke neergezette deelprogramma's. Hierbij komt er waarschijnlijk geen programma voor Groningen. De verkenning voor het programma 20152018 is gaande. Gerealiseerd 2015 Besteed Er resteert op 1 januari 2015 circa € 361.830. Volgens het jaarprogramma zullen wij in 2015 de onderbesteding vaststellen en de Groninger gemeenten een voorstel doen voor de besteding van de overgebleven programmamiddelen. In totaal verzoeken wij daarom ca. € 361.830 op te nemen in de overboekingsvoorstellen van 2014.
Schoon/Veilig Groningen
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Openbare orde en veiligheid (productgroep 2001) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014: bijhouden van het register risicosituatie gevaarlijke stoffen;
toezicht houden op bedrijfssituaties met externe veiligheid; incorporeren van externe veiligheid in omgevingsvergunningen en ruimtelijke plannen; implementeren van werkstandaarden bij de Omgevingsdienst Groningen (voorheen RUD), het steunpunt externe veiligheid en de provinciale afdeling Omgeving & Milieu.
Risicokaart: beschikbaar en actueel houden van de Risicokaart;
bijeenhouden van de expertise voor externe veiligheid en de Risicokaart;
evalueren van de inzet voor externe veiligheid en de Risicokaart.
Provinciaal Actiecentrum (PAC): het houden van een inrichtingsoefening van de PAC-ruimte; actualiseren van de bereikbaarheidslijst crisisbeheersing provinciale organisatie; controle van de beschikbare informatie/documentatie en de administratieve middelen in het PAC;
toezien op het updaten van de technisch/digitale infrastructuur PAC (pc's telefonie).
Gerealiseerd Uitvoeren Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014: De medewerkers van het Steunpunt externe veiligheid Groningen hebben het register bijgehouden. De Omgevingsdienst Groningen heeft conform onze opdracht daarop toezicht gehouden. Wij hebben omgevingsvergunningen met een paragraaf externe veiligheid vastgesteld en gemeentelijke ruimtelijke plannen beoordeeld op de aanwezigheid van een paragraaf externe veiligheid. De werkstandaarden zijn nog niet geïmplementeerd bij het Steunpunt externe veiligheid Groningen, de Omgevingsdienst Groningen en de provinciale afdeling Omgeving & Milieu. Risicokaart De medewerkers van BIJ12 (onderdeel van het IPO) hebben de Risicokaart beschikbaar gehouden. Zij hebben ook samen de medewerkers van het Steunpunt externe veiligheid Groningen de Risicokaart actueel gehouden. Het Steunpunt externe veiligheid is bijeen gebleven. Daarmee is de expertise voor externe veiligheid en de Risicokaart bijeen gehouden. In de voorbereiding van de Groninger programma Impuls lokaal omgevingsveiligheid 2015-2018 is de personele inzet voor externe veiligheid en de Rsicokaart geëvalueerd. Provinciaal Actiecentrum (PAC): Op 27 oktober 2014 heeft een inrichtingsoefening van de PAC-ruimte plaatsgevonden. In juli en december 2014 is de lijst geactualiseerd. 2x per jaar wordt de administratieve middelen gecontroleerd en voor zover noodzakelijk c.q. gewenst wordt tussentijds de informatie up-todate gehouden. Het updaten van de infrastructuur van het PAC wordt gevolgd en er vindt regelmatig afstemming plaats over eventuele aanpassing van de infrastructuur.
Schoon/Veilig Groningen
137
Lasten/baten en analyse thema Risicobeleid/Veiligheid Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
Apparaatskosten
776.968
1.153.166
742.344
291.314
451.030
Kapitaallasten
0 608.721
0 674.607
0 897.768
0 497.547
0 400.221
1.385.689
1.827.773
1.640.112
788.861
851.251
0
0
0
16.411
16.411
Totaal baten
0
0
0
16.411
16.411
Totaal saldo lasten-baten
1.385.689
1.827.773
1.640.112
772.450
867.662
2001 Openbare orde en veiligheid Totaal lasten 2001 Openbare orde en veiligheid
LASTEN Apparaatskosten
451.030
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 2001 Openbare orde en veiligheid - Wij hebben het jaarprogramma 2014 van het uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014 vastgesteld. In 2014 zijn de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio gevormd en daardoor zijn minder nieuwe programma-activiteiten ontwikkeld. Daarnaast heeft de Omgevingsdienst enkele structurele programma-activiteiten met gesloten beurs uitgevoerd. Mede hierdoor is een onderbesteding ontstaan. Met de Groninger gemeenten zal worden afgesproken hoe de middelen in 2015 zullen worden besteed. Het bedrag wordt via een overboekingsvoorstel meegenomen naar 2015. - Overige afwijkingen
361.830
38.391 400.221
Totaal afwijking programmakosten
400.221
Totale afwijking lasten
851.251
BATEN Programmabaten Productgroep 2001 Openbare orde en veiligheid
16.411 16.411
Totaal afwijking baten
16.411
Saldo afwijking
138
867.662
Schoon/Veilig Groningen
6.
Energiek Groningen
Inleiding Het programma Energiek Groningen bestaat uit het thema Energie en klimaat. In dit programma komen verschillende beleidsthema's (economie-, milieu- en klimaatbeleid) samen. Daarmee loopt energie dwars door verschillende beleidsvelden van de provincie, maar in de begroting worden ze gezamenlijk beschreven, in dit hoofdstuk. Vanuit klimaatperspectief bekeken betreft dit dus in hoofdzaak het mitigatiebeleid (voorkomen van klimaatverandering). Het adaptatiebeleid (aanpassen aan klimaatverandering) komt aan de orde bij het programma Schoon/Veilig Groningen (thema's Water en Milieu) en het programma Gebiedsgericht. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: Wij willen de provincie Groningen de komende periode nog nadrukkelijker op de kaart zetten als de energieregio van Nederland en Europa. Enerzijds zien we energie als ons belangrijkste topgebied, maar we willen ook koploper zijn als het gaat om energietransitie. We zetten in op een duurzamere energieproductie en energiebesparing, die een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van de milieu- en klimaatproblematiek. In overleg met Duitse partners willen we kijken waar kansen liggen op het gebied van samenwerking. Ons doel is verduurzaming en innovatie te stimuleren. We zien kansen voor nieuwe duurzame economische activiteiten, (groene) banen en kennis.
Energiek Groningen
139
6.1
Energie en klimaat
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Het leveren van een bijdrage aan de energietransitie en economische structuurversterking door de uitbouw van het (duurzame) energiecluster en het versnellen van decentrale en duurzame energieopwekking.
PS
Beleidskader:
Provinciaal Energie Programma 2012-2015
GS Productgroep 5004 Energie en klimaat
Toename van duurzame energieproductie
Versterking van bedrijvigheid in het energiecluster
Stimuleren innovatie en kennis
Het leveren van een bijdrage aan de energiebesparing
Het leveren van een bijdrage aan de CO2-emissiereductie
Productgroep 9103 Technische infrastructuur
Ruimtelijk beleid ontwikkelen en uitvoeren voor technische infrastructuur Uiterlijk 2020 855,5 MW aan windenergie op land realiseren
140
Energiek Groningen
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema
*)
Omschrijving kengetal
Bron
2010
Aandeel hernieuwbare energie *) Energy Valley-regio
Energie-monitor Noord-Nederland 3e editie
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
20,6
21,5%
21,6%
n.n.b.
Dit wordt niet ieder jaar gemeten.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
Aantal gerealiseerde projecten door bewonersgroepen in 5004 buurten en dorpen (doel 1, 4) om duurzame energie te produceren en/of energie te besparen Aantal gerealiseerde energiegerelateerde economische 5004 projecten die (doel 2) gecofinancierd worden uit eigen en andere fondsen De taakstelling van 9103 855,5 MW is uiterlijk (doel 2) 2020 gerealiseerd In procedure brengen 9103 windprojecten (doel 2) op land
Bron
2010
2011
2012
Streefwaarden 2013
2014
2014
2015
Eindrapportage Programma Energie 20122015
4
>= 4
Eindrapportage Programma Energie 20122015
60
>= 40
380,3
446,3
Akkoord IPORijk 6000 MW wind op land Beleidskader sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie
2016
2017
267 MW
Energiek Groningen
141
Actueel belangrijke onderwerpen Bezuiniging 100.000 woningen- en voertuigenplan Beleid en doelen op termijn In het Programma Energie 2012-2015, dat begin 2012 door uw Staten is vastgesteld, zijn het 100.000 woningenplan en het 100.000 voertuigenplan opgenomen. Vervolgens hebben wij ter concretisering van het 100.000 woningenplan in april 2013 het Provinciaal Gebouwenplan 2013-2015 vastgesteld waarvan de uitvoering binnen het Programma Energie plaatsvindt. In het kader van de bezuinigingen is er voor gekozen om niet op alle de drie projectplannen: Woningenplan, Voertuigenplan en Lichtmastenplan te bezuinigingen maar juist de bezuinigingen volledig ten laste te brengen van het Voertuigenplan. Dit betekent dat de projecten vanuit het voertuigenplan nog slechts op een beperkt niveau worden uitgevoerd. De ambitie van de provincie Groningen is om de verlichting langs de provinciale wegen te minimaliseren zonder dat dit ten koste gaat van de verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Hiermee koesteren wij onze duisternis en sparen wij energie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd De bezuinigingen zijn doorgevoerd. Uitvoering voertuigenplan op een beperkter Het Brandstoftransitieplan (2014-2015) niveau. 'Schone, niet fossiele energie voor het vervoer in de provincie Groningen', is hebben wij in maart 2014 vastgesteld en vervolgens ter informatie naar uw Staten gestuurd (brief d.d. 25 maart 2014, zaaknr. 510113). Verder wordt uitvoering gegeven aan de Zie Voornaamste reguliere activiteiten overige activiteiten welke zijn benoemd onder (gebouwenplan, lichtmastenplan) onder productgroep 5004. productgroep 5004 voor overige activiteiten. Wanneer gereed 2015 Gepland 2015
Gerealiseerd Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd.
Middelen Begroot Voor het continueren van het nieuw beleid uit de vorige collegeperiode met betrekking tot het 100.000 woningenplan is voor de periode 2012 t/m 2016 een bedrag van € 125.000 per jaar beschikbaar gesteld. Bij de Voorjaarsnota 2011 is in het kader van nieuw beleid voor de periode 2012 t/m 2016 een bedrag van € 100.000 per jaar beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.)
Besteed Het provinciaal gebouwenplan en brandstoftransitieplan zijn volop in uitvoering. In 2014 is voor beide programma's ca. € 172.000 besteed. Het overige wordt in 2015 besteed.
Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten de middelen voor nieuw beleid 100.000 woningen- en voertuigenplan met ingang van 2014 te beperken met 50% tot € 112.500. Samen met de beschikbare middelen in het kader van aanvaard beleid is er vanaf 2014 een budget van € 212.500 per jaar beschikbaar, waarvan € 175.000 ten behoeve van het Woningenplan en € 37.500 ten behoeve van het Voertuigenplan. Effectief wordt de bezuiniging dus volledig ten laste van het Voertuigenplan gebracht.
142
Energiek Groningen
Beperking inzet middelen Revolving fund Energie Beleid en doelen op termijn In het Programma Energie 2012-2015, dat begin 2012 door uw Staten is vastgesteld, is het Revolving fund (ook wel genoemd revolverend fonds) Energie opgenomen met een omvang van € 3 miljoen waarmee energie-initiatieven van lokale overheden en bewonersgroepen ondersteund kunnen worden. De afgelopen twee jaar is gebleken dat er weinig behoefte is aan het revolving fund Energie in de voorgestelde vorm. Door de bezuinigingen is de helft van het revolving fund vervallen. Daarnaast is ervoor gekozen om het restant van de middelen van het fund in te zetten om de bezuinigingen op onze speerpunten op te vangen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Een aantal activiteiten dat mogelijk wel aanspraak zou maken op het revolving fund zal worden opgenomen in het projectplan Lokale Energie (voorheen LDEB's: Lokale Duurzame Energiebedrijven) en voor zover mogelijk gefinancierd vanuit het krediet Initiatieven vergroenen energievoorziening dorpen/ buurten. Zie Voornaamste reguliere activiteiten Lokale Energie onder productgroep 5004. Wanneer gereed 2015 Gepland 2015
Gerealiseerd De bezuinigingen zijn doorgevoerd. Gedurende dit jaar wordt uitvoering gegeven aan de overige activiteiten welke zijn benoemd onder productgroep 5004.
Gerealiseerd Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd.
Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor 2011 voor een Revolving fund Energie een bedrag van € 3.000.000 beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Omdat hier nog geen verplichting op rust, is bij de Voorjaarsnota 2013 besloten om middels een alternatieve invulling van het Programma Energie 50% op dit budget te bezuinigen en de rest te laten vrijvallen ter beperking van de voorgenomen bezuinigingen in 2014 en 2015 op de volgende budgetten: Energy Valley; Initiatieven vergroening energievoorzieningen dorpen/buurten; Versterking energiesector.
Besteed Ter beperking van de voorgenomen bezuinigingen in 2014 en 2015 zijn de volgende budgetten aangevuld: Energy Valley; Initiatieven vergroening energievoorzieningen dorpen/buurten; Versterking energiesector. Zie voor verdere besteding de onderwerpen hierna.
Zie voor verdere uitwerking ook de onderwerpen hierna. Compensatie bezuiniging Energy Valley Beleid en doelen op termijn Onder de naam Energy Valley wordt door een flink aantal partijen (kennisinstellingen, bedrijven en overheden, inclusief de provincie Groningen) het Noorden als 'energieregio' geprofileerd op basis van vijf thema's (‘power production and balancing’, ‘biobased energy’, ‘smart energy systems’, (groene) gasrotonde en Energy Academy/Hansa Energy Corridor (onderwijs en onderzoek)). Wij faciliteren en versterken het werk van de stichting Energy Valley met een eigen financieringsinstrument. (Zie ook Programma Energie 2012-2015.)
Energiek Groningen
143
Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland In het Programma Energie 2012-2015 wordt ervan uitgegaan dat jaarlijks tenminste 10 energiegerelateerde economische projecten worden gerealiseerd die gecofinancierd worden uit eigen en andere fondsen. Door de (beperkte) bezuiniging is de doelstelling van het aantal te ondersteunen projecten in 2014 verlaagd van 10 naar 8. Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is in het kader van continueren nieuw beleid voor 2012 een bedrag van € 190.000 beschikbaar gesteld en voor de jaren 2013 t/m 2015 resp. € 180.000, € 65.000 en € 150.000. (Zie ook Collegeprogramma 20112015, bijlage 4.)
Gerealiseerd De bezuinigingen zijn doorgevoerd. Gedurende dit jaar wordt uitvoering gegeven aan de overige activiteiten welke zijn benoemd onder productgroep 5004.
Gerealiseerd Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd. Besteed Van het totale budget van 2014 € 120.000 is totaal € 105.000 besteed.
Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten de bezuinigingen op dit budget (50% met ingang van 2014) in 2014 te beperken met € 25.000 tot een bedrag van € 140.000 en in 2015 met € 30.000 tot een bedrag van € 120.000 doordat compensatie plaatsvindt vanuit de vrijvallende middelen van het Revolving fund Energie. Compensatie bezuiniging en aanvulling budget Versterking energiesector vanuit Revolving fund Energie Beleid en doelen op termijn De energiesector, en dan met name de verduurzaming daarvan, biedt geweldige kansen voor NoordNederland in het algemeen, en de provincie Groningen in het bijzonder. Daarom willen wij in deze collegeperiode hier extra middelen voor beschikbaar stellen. Deze middelen zullen in hoofdzaak worden ingezet op de strategische onderdelen van ons energiebeleid, de thema's waarop NoordNederland onderscheidend is op (inter)nationaal niveau. (Zie ook Programma Energie 2012-2015.) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Zie Voornaamste reguliere activiteiten De bezuinigingen zijn doorgevoerd. (BBE/GG, EAE, HER) onder productgroep Gedurende dit jaar wordt uitvoering gegeven 5004 en (offshore en onshore wind) onder aan de overige activiteiten welke zijn productgroep 9103. benoemd onder productgroep 5004 en 9103 (Biobased Energy/Groen Gas , Energy College en Energy Academy Europe, Onshore en Offshore Wind en Hansa Energy Region). Wanneer gereed 2015 Gepland Gerealiseerd 2015 Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd. Middelen Begroot Besteed Bij de Voorjaarsnota 2011 is in het kader van Er is in 2014 ca. € 300.000 besteed uit dit krediet. nieuw beleid voor de periode 2012 t/m 2015 een Dit ten behoeve van de loonkosten, Hansa Energy bedrag van € 750.000 per jaar beschikbaar Region, Biobased Energy/Groen Gas, Energy gesteld. Academy Europe en Offshore Energy.
144
Energiek Groningen
(Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld de bezuinigingen op dit budget (50% met ingang van 2014) in 2014 en 2015 volledig te compenseren vanuit de vrijvallende middelen van het Revolving fund Energie. Omdat de loonkosten die ten laste van het programma Energie worden gebracht door de jaarlijkse indexering hoger uitvallen dan was voorzien is eveneens bij de Voorjaarsnota 2013 voorgesteld in 2014 en 2015 het budget vanuit de vrijvallende middelen Revolving fund Energie aan te vullen met een bedrag van € 32.800 per jaar. Compensatie bezuiniging en verhoging budget Initiatieven vergroenen energievoorziening dorpen/buurten vanuit Revolving fund Energie Beleid en doelen op termijn Wij willen lokale energie-initiatieven stimuleren omdat deze bijdragen aan de energietransitie en de lokale economie stimuleren en daarnaast inspelen op de trend van burgerinitiatieven die rond lokale energieopwekking ontstaan. (Zie Programma Energie 2012-2015 bij beleid en doelen Lokale Energie.) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Zie Voornaamste reguliere activiteiten Lokale Energie onder productgroep 5004.
Wanneer gereed 2015 Gepland 2015
Gerealiseerd De bezuinigingen zijn doorgevoerd. Gedurende dit jaar wordt uitvoering gegeven aan de overige activiteiten welke zijn benoemd onder productgroep 5004. Gerealiseerd Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd.
Middelen Gepland Bij de Voorjaarsnota 2011 is in het kader van nieuw beleid voor de periode 2012 t/m 2015 een bedrag van € 250.000 per jaar beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.)
Besteed In 2014 is ca. € 250.000 besteed aan het project Lokale Energie.
Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld de bezuinigingen op dit budget (50% met ingang van 2014) in 2014 en 2015 volledig te compenseren vanuit de vrijvallende middelen van het Revolving fund Energie. Bij de Voorjaarsnota 2013 is eveneens voorgesteld om dit budget (exclusief personeelskosten) in 2014 en 2015 te verhogen met € 166.000 per jaar door de inzet van een deel van de vrijvallende middelen Revolving fund Energie. Dit betreft procesgeld dat wordt ingezet voor onder andere burgerinitiatieven, kwaliteitsverbetering LDEB’s en cofinanciering lokale energieprojecten.
Energiek Groningen
145
TOEGEVOEGD: Stimuleren rijden op groen gas (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Vanwege de van rijkswege afgeschafte regeling in de motorrijtuigenbelasting voor zeer zuinige auto’s en de daarmee te verwachten negatieve effecten op het gebruik van klimaatvriendelijke brandstoffen en zuinige auto’s, is het gewenst het gebruik van klimaatvriendelijke brandstoffen in voertuigen van particulieren, gemeentelijke overheden, overheidsinstellingen en ondernemingen te stimuleren. CNG (compressed natural gas) geeft in vergelijking met benzine een reductie in CO 2-uitstoot van 20 tot 25%. Ten opzichte van diesel is de reductie 9%. Het is de bedoeling dit voorstel te betrekken bij de voor komend voorjaar aangekondigde nota duurzame mobiliteit. Zowel de ombouw van een motor als de aanschaf van een nieuw voertuig dient gestimuleerd te worden. In nauwe samenwerking met en bij voorkeur met een financiële bijdrage uit de autobranche en de bedrijven die verenigd zijn via Energy Valley. Het stimuleringsbedrag is voor een personenauto € 2.000 voor een bestelbus € 2.500 en voor een vrachtauto/bus € 3.000. Voor een actieradius vergrotende tank dient een extra provinciale bijdrage van € 500 per voertuig te worden verstrekt. De voertuigen dienen geregistreerd te zijn in de provincie Groningen of eigendom van een leasemaatschappij. De leasemaatschappij kan alleen voor subsidie in aanmerking komen als de begunstigde een natuurlijk persoon is die een woonadres heeft in de provincie Groningen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Starten invulling te geven aan het stimuleren De middelen worden ingezet voor de van het gebruik van groen gas in voertuigen subsidieregeling rijden op groen gas en extra van particulieren, gemeentelijke overheden, stimulering vulpunten groen gas. overheidsinstellingen en ondernemingen. De inzet van deze middelen staan beschreven in het Uitvoeringsprogramma brandstoftransitieplan 2014-2015 (zie zaaknr. 510113). Concrete resultaten: - De subsidieregeling 'Doorrijden op Groen Gas' is op 17 maart 2014 opengesteld (totaal € 575.000). - Er is besloten om de subsidieregeling 'Tankstations met alternatieve brandstoffen' aan te passen en hierin het financieel stimuleren van de aanleg van vulpunten Groen Gas (totaal € 200.000) op te nemen. Wanneer gereed 2015 Gepland
Gerealiseerd
Middelen Gepland Bij dit amendement op de Integrale Bijstelling 2013 is besloten om vanuit de beschikbare begrotingsruimte voor de jaren 2014 en 2015 jaarlijks € 400.000 (in totaal € 800.000) hiervoor beschikbaar te stellen.
Besteed In 2014 is ca. € 285.000 besteed van de € 400.000 die voor 2014 beschikbaar is gesteld ten behoeve van de subsidieregeling Groen Gas.
TOEGEVOEGD: Verduurzamen gebouwde omgeving - 100.000 woningenplan (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Met dit amendement worden de bezuinigingen op het 100.000 woningenplan opgeheven met de opdracht om een nieuwe invulling te geven aan dit programmaonderdeel om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te bevorderen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Starten om invulling te geven aan dit programmaonderdeel om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te bevorderen.
146
Gerealiseerd De besteding van de middelen van het amendement zijn opgenomen in een apart hoofdstuk van het Uitvoeringsprogramma Gebouwenplan 2014.
Energiek Groningen
De middelen worden ingezet voor de energiebesparingspremie. De subsidieregeling Groninger Energiepremie is opengesteld per april 2014. Wanneer gereed Gepland 2014-2015 Middelen Gepland Bij dit amendement op de Integrale Bijstelling 2013 is besloten om vanuit de beschikbare begrotingsruimte voor de jaren 2014 en 2015 jaarlijks € 125.000 (in totaal € 250.000) hiervoor beschikbaar te stellen.
Gerealiseerd Besteed In 2014 is het totale budget van € 125.000 besteed.
TOEGEVOEGD: Wind op land (IB2013 en IB2014) Beleid en doelen op termijn Op 29 mei 2013 heeft u ons bij amendement opgedragen om uiterlijk bij de aanbieding van de Statenvoordracht tot wijziging van de POV in verband met de uitbreiding van de concentratiegebieden, een stappenplan te presenteren. In het stappenplan dienen wij aan te geven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de volgende opdracht: financiële participatie mogelijk te maken voor (groepen) omwonenden/particulieren zowel bij de uitbreiding van bestaande concentratiegebieden als bij nieuw op te richten windparken; afspraken te maken over de sloop en opwaardering van bestaande solitaire windturbines (repowering) en een regeling te presenteren tussen betrokken overheden, ontwikkelaars en eventueel andere organisaties, waarbij via een in te stellen gebiedsfonds wordt bijgedragen aan bijvoorbeeld collectieve voorzieningen, realisatie van duurzaamheidsdoelstellingen en aan maatregelen die bijdragen aan de leefbaarheid in de betreffende gebieden. De keuze om via onder meer een gebiedsfonds invulling te geven aan het amendement, de provinciale coördinatie van de procedures voor windparken en het opstellen van inpassingsplannen, betekent in de komende jaren een forse extra belasting van de provinciale organisatie. Zo dienen er kosten gemaakt te worden voor het opstellen van inpassingsplannen, zullen MER-studies nodig zijn en zal er aanvullend behoefte zijn aan onder meer externe expertise. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Instellen gebiedsfonds; In beleidskader 'Sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie' is de komst van Coördineren procedures windparken; een Gebiedsfonds vastgelegd. Gebiedsfonds Opstellen inpassingsplannen. zelf is nog niet ingesteld. Verwachting is dat deze in 2015 wordt afgerond. Voor Windpark Oosterhorn is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de ontwikkelaar Millenergy. Daarin zijn afspraken gemaakt over o.a. gebiedsfonds en saneren. Bij besluit van 29 januari 2014 is de provinciale coördinatieregeling (PCR) en het opstellen van inpassingsplannen voor bepaalde gebieden vastgelegd. Er is nog geen PCR gestart en ook geen inpassingsplan vastgesteld. Wanneer gereed Middelen Gepland Bij de Integrale Bijstelling 2013 is besloten om voor de jaren de jaren 2014 tot en met 2018 een bedrag van in totaal € 1.800.700 beschikbaar te
Besteed Er is afgerond € 408.000 besteed.
Energiek Groningen
147
stellen waarvan € 510.000 voor 2014. Dit bedrag is incl. AKP-budget van € 166.000 en excl. het reeds bestaande budget van € 50.000binnen Programma Energie 2012-2015. Voor programmakosten en kosten externe inhuur is dus in 2014 per saldo € 394.000 beschikbaar. Omdat in 2014 het budget ook is aangewend voor de onderzoeken naar de 6e variant van Windpark N33 is bij de Integrale Bijstelling 2014 besloten om het budget voor 2014 op te hogen door € 30.000 van hetzelfde krediet van het begrotingsjaar 2015 over te hevelen naar 2014. Hierdoor is het besteedbaar budget 2014 uitgekomen op een bedrag van € 424.000.
TOEGEVOEGD: Ecologie & Economie in balans (VJN2014) Beleid en doelen op termijn Een aantrekkelijker vestigingsklimaat, meer groei van de economische activiteiten, een gezondere leefomgeving en een rijk Eems-Dollard estuarium: dat is het streefbeeld voor de Eemsdelta. Dit streefbeeld kan alleen bereikt worden als de partijen in de regio intensief met elkaar samenwerken. Het programma Ecologie & Economie in balans biedt hiervoor het platform. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland financiering Marconi Buitendijks;
uitwerking gebiedsgericht milieubeleid;
uitwerking slib als economisch product.
Wanneer gereed Gepland 2014-2015 Middelen Gepland Voor het uitvoeren van het programma Ecologie & Economie in balans is procesgeld nodig. In het jaar 2014 hebben wij de benodigde middelen voor dat jaar, via herschikking van middelen, incidenteel weten op te lossen. Bij de Voorjaarsnota 2014 is besloten om voor het jaar 2014 aanvullend een bedrag van € 50.000 beschikbaar te stellen, en voor de jaren 2015 tot en met 2018 jaarlijks een bedrag van € 150.000.
148
Gerealiseerd bijdrage Waddenfonds toegekend; versnelling uitvoeringsprojecten Marconi en Griesberg; icoonproject Vitale kust Eems-Dollard opgeleverd; opzetten monitoringsysteem Eems-Dollard: pilot voor WaLTER (Wadden Sea Long-Term Ecosystem Research); gebiedsgerichte uitwerking milieubeleid in steigers; uitvoeren eerste pilot Slib als grondstof. Gerealiseerd 2014-2015 Besteed Voor E&E in balans is ca. € 50.000 besteed vanuit het budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP, regio Eemsdelta. Het ter beschikking gestelde bedrag voor E&E vanuit de VJN2014 is overgeheveld naar 2015.
Energiek Groningen
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Energie en klimaat (productgroep 5004) Voortgangsrapportage Programma Energie 2012-2015 Beleid en doelen op termijn Het leveren van een bijdrage aan de energietransitie en economische structuurversterking door de uitbouw van het (duurzame) energiecluster en het versnellen van decentrale en duurzame energieopwekking. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd De voortgangsrapportage is begin mei 2014 Opstellen van een voortgangsrapportage, aangeboden aan uw Staten. waarin gekeken zal worden naar het Programmamanagement en naar de resultaten van het programma in 2012 en 2013; deze rapportage zal worden aangeboden aan uw Staten. Wanneer gereed Gepland Begin 2014
Gerealiseerd De voortgangsrapportage is begin mei 2014 aangeboden aan uw Staten.
Middelen Begroot Bestaande formatie.
Besteed Bestaande formatie.
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren Programma Energie 2012-2015 Uitvoeren projectplan Bio Based Energy/(Groen) Gas (BBE/GG): - Uitvoering Masterplan LNG; - Uitvoering Masterplan Power 2 Gas. e Financiering Energy Valley 4, 2 periode (2014 en 2015). Uitvoeren projectplan Lokale Energie (voorheen LDEB's): - In de periode 2012-2015 wordt € 1 miljoen ingezet voor het realiseren van projecten van bewonersgroepen om duurzame energie te produceren en/of energie te besparen. -
In 2015 hebben bewonersgroepen in buurten en dorpen minimaal 4 projecten gerealiseerd om duurzame energie te produceren en/of energie te besparen. Bijdragen aan vervolg implementatiefase Energy Academy Europe (EAE): - meewerken aan de totstandkoming en realisatie van het businessplan EAE 2013-2022; - inzet voor het verkrijgen van de benodigde financiering voor het businessplan (zoals Green Deal en REPmiddelen) voor de implementatiefase van
Gerealiseerd Uitvoeren Programma Energie 2012-2015 Uitvoeren projectplan Bio Based Energy/(Groen) Gas (BBE/GG): - Er wordt uitvoering gegeven aan de opgestelde masterplannen. e Financiering Energy Valley 4, 2 periode is geregeld Uitvoeren projectplan Lokale Energie (voorheen LDEB's): - In de periode 2012-2015 wordt € 1 miljoen ingezet voor het realiseren van projecten van bewonersgroepen om duurzame energie te produceren en/of energie te besparen doormiddel van o.a. het Service Loket Lokale Energie. - De 4 projecten zijn inmiddels gerealiseerd.
Bijdragen aan vervolg implementatiefase Energy Academy Europe (EAE): businessplan EAE vastgesteld; benodigde financiering geregeld.
Energiek Groningen
149
de Energy Academy Europe (2013 tot en met 2016); - betrekken van alle relevante stakeholders in de implementatiefase; - inbrengen van kennis en netwerk in de implementatiefase; - zorgen voor de aansluiting van de noordelijke strategische focus (4 programmalijnen). Uitvoering projectplan Hansa Energy Region (HER); Uitvoering Gebouwenplan 2013-2015; Uitvoering Provinciaal Lichtmastenplan 20132015.
Uitvoering conform projectplan;
Uitvoering conform projectplan; Uitvoering conform projectplan.
Technische infrastructuur (productgroep 9103) Onshore Wind Beleid en doelen op termijn Realiseren van 855,5 MW aan wind op land binnen de drie door de provincie aangewezen zoekgebieden (Eemshaven, Delfzijl en N33). Zie Programma Energie 2012-2015. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Planologisch reserveren van 855,5 MW aan windenergie op land;
Vormgeven participatie en repoweringsbeleid;
Vormgeven beleid saneren solitaire turbines.
Wanneer gereed Gepland 2020
Gerealiseerd Wordt naar verwachting conform afspraken uitgevoerd.
Middelen Begroot Binnen het Programma Energie 2012-2015 is voor 2014 € 50.000 opgenomen voor het onderwerp Onshore Wind (krediet Versterking energiesector, productgroep 5004). NB. Bij de Integrale Bijstelling 2013 (IB2013) is deze € 50.000 overgeheveld naar productgroep 9103. Bij de Integrale Bijstelling 2013 is bovendien besloten om voor de jaren de jaren 2014 tot en met 2018 een bedrag van in totaal € 1.800.700 beschikbaar te stellen waarvan € 510.000 voor 2014. Dit bedrag is incl. AKP-budget van € 166.000 zodat 344.000 beschikbaar is voor programmakosten en kosten externe inhuur.
150
Gerealiseerd Op 29 januari 2014 is door PS de voordracht vastgesteld waarin de windgebieden Eemshaven en Delfzijl zijn uitgebreid. Daarmee is de ruimte voor de taakstelling van 855,5 MW planologisch gereserveerd. In vastgesteld beleidskader 'Sanering en opschaling,gebiedsfonds en participatie' is beleid ten aanzien van participatie en repowering vastgesteld. In vastgesteld beleidskader 'Sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie' is beleid ten aanzien van het saneren van solitaire turbines vastgesteld.
Besteed Er is afgerond € 408.000 besteed.
Energiek Groningen
Omdat in 2014 het budget ook is aangewend voor de onderzoeken naar de 6e variant van Windpark N33 is bij de Integrale Bijstelling 2014 besloten om het budget voor 2014 op te hogen door € 30.000 van hetzelfde krediet van het begrotingsjaar 2015 over te hevelen naar 2014. Per saldo is voor 2014 dus een budget beschikbaar van € 424.000 (excl. AKP).
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren Programma Energie 2012-2015 Uitvoering projectplan Offshore Wind 20122015: - maximale inzet voor concentratiebeleid voor offshore wind voor de kust van Noord-Nederland via het ruimtelijk spoor en de lobby;
-
afspraken over gesocialiseerd elektriciteitsnetwerk op zee.
Gerealiseerd Uitvoeren Programma Energie 2012-2015 Uitvoeren projectplan Offshore Wind 20122015: - Er is door ons maximale inzet gestopt in het aanwijzen van extra gebieden voor windenergie bij de Noord-Nederlandse kust. In de in 2014 verschenen structuurvisie Wind op Zee is een extra gebied aangewezen ten westen van de Geminiparken. - Gesprekken zijn gaande over gesocialiseerd elektriciteitsnetwerk op zee.
Energiek Groningen
151
Lasten/baten en analyse thema Energie en klimaat Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013 Apparaatskosten Kapitaallasten 5004 Energie en klimaat 9103 Technische infrastructuur Totaal lasten 5004 Energie en klimaat 9103 Technische infrastructuur
3.155.515 0 2.910.925 0 6.066.440
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 3.206.478 2.958.394 0 0 1.125.785 7.260.210 0 424.000
rekening 2014
verschil
2.678.789 0 7.066.825 408.213
279.605 0 193.385 15.787
4.332.263 10.642.604 10.153.828
488.776
347.450 0
0 0
0 0
3.673.043 0
3.673.043 0
Totaal baten
347.450
0
0
3.673.043
3.673.043
Totaal saldo lasten-baten
5.718.990
4.332.263 10.642.604
6.480.785
4.161.819
LASTEN Apparaatskosten
279.605
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 5004 Energie en klimaat De middelen (van de NAM) die met de interim waardevermeerderingsregeling gemoeid zijn, worden via de provincie Groningen ter beschikking van het SNN gesteld, omdat het SNN de uitvoering zal verzorgen. De bijdrage van de NAM voor de uitvoering van de regeling en de bestedingen daarvoor door het SNN zijn daarom opgenomen in de provinciale begroting. Zie baten. Voor de jaarrekening wordt inzake provinciale meefinanciering begroot en verantwoord op projectniveau. De onderbestedingen leiden tot een lagere onttrekking aan de reserve Provinciale Meefinanciering. De uitvoering en de daarmee gepaard gaande voorschotverzoeken hebben enige vertraging opgelopen. Projectindieners moeten hiervoor initiatief nemen. Van de stimuleringsmaatregel Asbest/Zonnepanelen is lopende 2014 gebleken dat er te weinig beroep op werd gedaan. Hierdoor is een onderbesteding op dit krediet ontstaan. In 2014 is reeds een versoepeling van de voorwaarden doorgevoerd om aanspraak te kunnen maken op subsidie uit dit krediet. Na evaluatie bleek dat deze versoepeling nog niet het gewenste resultaat opleverde, waarna een tweede aanpassing is doorgevoerd. De verwachting is dat met deze aanpassingen het subsidiepotje wel volledig gebruikt zal gaan worden. De middelen worden overgeboekt naar 2015. Er is bij de IB2014 besloten om de middelen voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving ook in 2015 beschikbaar te houden. De € 125.000 is per 1 januari 2015 volledig verplicht en zal dus in 2015 gerealiseerd worden. 152
Energiek Groningen
- 3.622.543
2.766.487
284.115
125.000
Het krediet Stimuleren rijden op groen gas betreft een meerjarig krediet voor de jaren 2014 en 2015. De totale € 400.000 is in 2014 voor 70% besteed en zal voor de overige 30% in 2015 worden besteed. De middelen voor het Programma Energie worden meerjarig ingezet over de jaren 2012 tot en met 2015. Het krediet Versterking Energiesector is onderverdeeld in vijf projecten en formatiemiddelen, van vijf onderdelen is de afwijking minder van 10%. Alleen bij het project Hansa Energy Region wordt een groter bedrag overgeboekt. Dit heeft te maken met een late start van het project die deels is ingehaald in 2014. Het krediet Provinciaal brandstoftransitieplan is een meerjarig krediet voor de jaren 2014 en 2015. Het restant van dit krediet wordt overgeboekt naar 2015 en zal naar verwachting in 2015 geheel besteed worden. De subsidieaanvragen voor het project Lokale Energie bleef achter bij de verwachting. Het restant van het betreffende krediet Initiatieven vergroenen energievoorziening dorpen/buurten wordt overgeboekt naar 2015 en zal voor hetzelfde doel worden ingezet. Het Provinciaal gebouwenplan is een meerjarig programma (20132015), waarvan enkele projecten die voor 2014 begroot stonden in 2015 gerealiseerd zullen worden. Het restant is meegenomen met de overboekingsvoorstellen 2014-2015. De middelen voor het Programma Energie worden meerjarig ingezet over de jaren 2012 t/m 2015. Het krediet Vergunningverlening grootschalige energieprojecten is voor 2015 te klein voor de geplande uitgaven in 2015, de resterende middelen vanuit 2014 kunnen hieraan bijdragen. De middelen voor het Programma Energie worden meerjarig ingezet over de jaren 2012 t/m 2015. Het restant van het krediet Ecologie en Economie in Balans is meegenomen met de overboekingsvoorstellen 2014-2015. Overige afwijkingen
Productgroep 9103 Technische infrastructuur - Overige afwijkingen
114.964
114.697
111.749
92.550
81.860
54.822
50.000
19.684 193.385 15.787 15.787
Totaal afwijking programmakosten
209.172
Totale afwijking lasten
488.776
BATEN Programmabaten Productgroep 5004 Energie en klimaat - Interim waardevermeerderingsregeling. (Zie lasten.) - Overige
3.662.543 10.500
Totaal afwijking baten
3.673.043
Saldo afwijking lasten-baten
4.161.819
Energiek Groningen
153
154
Energiek Groningen
7.
Gebiedsgericht
Inleiding Het programma Gebiedsgericht bestaat uit het thema POP/Gebiedsgericht. Het Provinciaal Omgevingsplan (POP) bevat het voorgenomen provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving in de provincie Groningen en geldt tot en met 2013. De hoofddoelstelling is: duurzame ontwikkeling, dat wil zeggen voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien. Via gebiedsgericht werken wordt op regionale schaal in het algemeen en in de prioritaire POP-gebieden in het bijzonder een bijdrage geleverd aan de uitvoering van het POP. Het programma Gebiedsgericht kent om die reden geen afzonderlijke resultaten. Deze zijn per definitie gelijk aan die van de overige begrotingsonderdelen, zij het dat daarin veelal geen differentiatie op regionale schaal is aangebracht. Bij de gebiedsgerichte benadering focussen we op de meest prioritaire gebieden en onderwerpen. Wat de onderwerpen betreft gaat het - kort samengevat - om werk, energie en leefbaarheid. Overeenkomstig het POP zijn de gebieden waar het vooral moet (gaan) gebeuren de Regio GroningenAssen (inclusief stad Groningen), het Lauwersmeergebied en Lauwersoog, Blauwestad en het Oldambt, de Eemsdelta en de Veenkoloniën. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: Ontwikkeling van de mogelijkheden in het Lauwersmeergebied is belangrijk voor de economische structuur en de leefbaarheid van heel Noordwest-Groningen. We vinden een integrale benadering van het Eemdeltagebied wenselijk om een samenhangende ontwikkeling in deze regio te realiseren. Voor de Veenkoloniën liggen onze prioriteiten bij vraagstukken rond leefbaarheid, krimp, ontwikkeling van de economie en versterken van centra van stedelijke plaatsen. We continueren onze deelname in de Regio Groningen-Assen met handhaving van de programmalijnen woningbouw, mobiliteit, regiopark en bedrijvigheid.
Gebiedsgericht
155
7.1
POP/Gebiedsgericht
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: In het POP dat geldt tot en met 2015 zijn prioritaire ontwikkelopgaven (gebiedsopgaven) geformuleerd waar de provincie een actieve rol als ontwikkelaar en/of regisseur wil spelen. Daar is impliciet de opgave Blauwestad aan toegevoegd. Ook bevat het POP de ambities, het beleid en de opgaven: • per programma (Leven en wonen in Groningen, Ondernemend Groningen, Bereikbaar Groningen, Karakteristiek Groningen, Schoon/Veilig Groningen en Energiek Groningen), te weten: Bevolkingsdaling, Energie en Klimaat, Ruimtelijke Kwaliteit en Landschap; • voor de gebiedsopgaven (Regio Groningen-Assen (inclusief stad Groningen), Eemsdelta, Lauwersmeer en Veenkoloniën).
Beleidskader:
Provinciaal Omgevingsplan 2015
Productgroep 9104 Gebiedsgericht werken
Uitvoering van het vastgestelde Provinciaal Omgevingsplan (POP): Regiovisie Groningen-Assen (incl. Stad Groningen) Eemsdelta Lauwersoog/-meer Veenkoloniën Blauwestad Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid (WEL): Delfzijl Winschoten De Marne
156
Gebiedsgericht
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
9104
Aantal verkochte bouwkavels Blauwestad
Bron
Grondexploitatie Blauwestad 2014
Streefwaarden
2010
2011
2012
2013
2014
2014
2015
2016
2017
3
4
4
0
1
3
7
20
23
Gebiedsgericht
157
Actueel belangrijke onderwerpen Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid (incl. IB2013, VJN2014 en IB2014) Beleid en doelen op termijn Werken aan de verbetering van de centra van Winschoten en Delfzijl en aan de ontwikkeling van Lauwersoog en de woon- en leefbaarheid van de gemeente De Marne. Hiermee gaan wij en de drie gemeenten samen aan de slag. Voor het programma wordt € 30 miljoen extra uitgetrokken. Dit bedrag komt bovenop de al beschikbare middelen voor de Eemsdelta en voor de leefbaarheid in krimpgebieden. Doel is een extra impuls te geven aan de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord(oost)-Groningen, om er zo aan bij te dragen dat het in deze regio ook in de toekomst prettig wonen en werken is. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Oldambt: behoud van regionaal koopcentrum Winschoten In het programma van Oldambt staat de centrumfunctie van Winschoten als regionaal koopcentrum centraal. De ambities richten zich hierbij op verschillende aspecten van het centrum: winkelen, uitgaan, recreatie, historie en een centrumgebied dat bereikbaar, compact, gedifferentieerd en met elkaar verbonden is. Ook is er aandacht voor kwaliteitsverbetering van de schil om het centrum heen. De insteek voor de werkwijze is innoverend investeren, samen met ondernemers en vastgoedeigenaren.
Oldambt: behoud van regionaal koopcentrum Winschoten Het centrum is compacter gemaakt en versterk door het realiseren van winkelverplaatsingen, gevel verbeteringen en de aankoop van strategisch vastgoed. De noordelijke entree naat het centrum en het Oldambtplein zijn opgeknapt. Er is geínvesteerd in sfeer en klasse in de openbare ruimte. Er is begonnen met de herinrichting van het stationsgebied.
Delfzijl: versterken centrum en herstel van de verbinding met de zee Ook het programma van Delfzijl is gericht op een kwaliteitsimpuls voor het centrum, met inzet op drie sporen. Het eerste spoor is versterking van het winkelcentrum door het compacter te maken, gevels en straten te verbeteren en extra parkeerruimte te creëren. Het tweede spoor draait om herstel van de oude vestingstructuur om zo het centrum aantrekkelijker te maken. Het derde spoor omvat herstel van de verbinding met de zee, verbetering van het zeestrand en het creëren van toeristische trekkers, zoals een evenemententerrein, een waddencentrum en een badpaviljoen.
Delfzijl: versterken centrum en herstel van de verbinding met de zee Er is een begin gemaakt aan het verplaatsen van winkels en het verbeteren van gevels in het centrum. Er is begonnen met het opnieuw inrichten van de openbare ruimte in het winkelcentrum. De herinirichting van De Vennen is in uitvoering gekomen. Acantus en de gemeente hebben afspraken gemaakt over de verkoop en sloop van de Vennenflat.
De Marne: ontwikkeling Lauwersoog en Ulrum Het programma van De Marne draait om de ontwikkeling van Lauwersoog enerzijds en een extra impuls aan het dorp Ulrum. Voor Lauwersoog wordt geld ingezet op het mogelijk maken van kadeverlenging van de haven, de ontwikkeling van een garnalencentrum en de komst van museum Eb en Vloed. Hiermee krijgt de haven een belangrijke impuls, zowel voor visserij als recreatie en toerisme. In Ulrum zal samen met de bewoners worden gewerkt aan de ontwikkeling als ‘dorp van de toekomst’. Wanneer gereed Gepland Oplevering in 2015
De Marne: ontwikkeling Lauwersoog en Ulrum Met het project Ulrum 2034 werken bewoners aan de ontwikkeling van het 'dorp voor de toekomst' en is er een regeling gestart om particuliere woningen te verduurzamen en toekomstbestendig te maken. Er zijn 107 aanvragen gehonoreerd. Dat betekent dat 30% van de woningeigenaren in Ulrum een aanpassing realiseert in 2015.
158
Gerealiseerd Conform planning
Gebiedsgericht
Middelen Gepland Bij de Voorjaarsnota 2013 is aangegeven dat over meerdere jaren (bijv. 2013- 2017) in totaal € 30 miljoen (gemeente Oldambt: € 12,5 miljoen, gemeente Delfzijl € 12,5 miljoen en gemeente De Marne € 5 miljoen zal worden besteed. Als mogelijke dekking wordt aangegeven: reserves Provinciale Meefinanciering (€ 4,1miljoen); cofinanciering REP-ZZL (€ 7,5 miljoen); ESFI in verband met vrijval MIT (€ 15,0 miljoen); budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP (€ 0,7 miljoen); overige sectorale middelen (€ 2,7 miljoen, bijvoorbeeld reserve Leefbaarheid krimpgebieden). Daarbij wordt voorgesteld om alle genoemde dekkingsbronnen samen te voegen tot één nieuw krediet. Enerzijds om efficiënter en sneller te kunnen handelen (beperking administratieve lasten), anderzijds om niet gehinderd te worden door (specifieke) criteria behorend bij bepaalde dekkingsbronnen.
Besteed Begin 2014 zijn de randvoorwaarden subsidieverlening uit het Actieprogramma vastgesteld door ons college en staat de regeling open voor aanvragen van de drie betrokken gemeenten. In 2014 is er een bedrag van ruim € 14 miljoen geïnvesteerd in de drie gemeenten. De meeste van deze projecten worden eind 2015 afgerond.
Bij de Integrale Bijstelling 2013 is besloten om voorlopig € 7,5 miljoen te begroten voor (voorschotbetalingen op) subsidiebeschikkingen af te geven in 2014. Bij de Voorjaarsnota 2014 heeft een korting van 5% ad € 991.000 plaatsgevonden op de gelabelde bedragen. Voor Lauwersoog is bij de Voorjaarsnota 2014 besloten tot een inhoudelijke substitutie van de middelen van € 3,5 miljoen vanuit het Actieprogramma WEL (specifiek uit het gedeelte dat uit REP/ZZL-middelen gefinancierd is) naar het bestaande Programma Lauwersmeer/ Lauwersoog. Vanwege een herprioritering van het programma voor Lauwersoog met € 2,68 miljoen wordt bij de Integrale Bijstelling 2014 aangegeven dat de ontbrekende dekking voor het Actieprogramma WEL ter hoogte van dit bedrag niet meer nodig is.
Gebiedsgericht
159
Opstellen omgevingsvisie / Herziening Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) Beleid en doelen op termijn Het opstellen van een nieuw Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) / Omgevingsvisie in 2015. De Omgevingsvisie gaat over alle beleidsterrein van de provincie Groningen en is de opvolger en vervanger van het POP. Het is strategisch van aard en gaat over de kwaliteit, de inrichting en het beheer van de leefomgeving. Er zal in dit traject worden ingespeeld op de aanbevelingen van het rapport 'Grenzeloos Gunnen' en andere relevante ontwikkelingen en beleidsstukken. De omgevingsvisie zal richtinggevend zijn voor de provincie, op onderdelen kaderstellend voor gemeenten en waterschappen, maar vooral uitnodigend aan de maatschappij. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd vaststellen kaders en randvoorwaarden; Op 12 maart 2014 zijn de inhoudelijke kaders voor de Omgevingsvisie 2015-2019 door uw Staten vastgesteld. ophalen informatie, verzamelen beleid, Vervolgens zijn de belangrijkste stakeholders uitgangspunten (co-creatie); geconsulteerd en zijn er vijf gesprekstafels georganiseerd waarvoor stakeholders en belangstellende burgers waren uitgenodigd. De gesprekstafels gingen over de thema's water, landbouw, natuur en landschap, bereikbaarheid, krimp en energie. opstellen van een Voorontwerp De uitkomsten van genoemde bijeenkomsten Omgevingsvisie. zijn verwerkt in het Keuzedocument Omgevingsvisie. In het keuzedocument staan nieuwe beleidskeuzes en zijn de eerder vastgestelde provinciale belangen uitgewerkt in doelen. Het keuzedocument is op 24 september 2014 door uw Staten vastgesteld. De MER-procedure is gestart met het schrijven en ter inzage legging van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Het advies van de commissie MER wordt in het Plan-MER verwerkt. Eind december is er opnieuw met de belangrijkste stakeholders gesproken over de hoofdlijnen van de Ontwerp-Omgevingsvisie en -verordening. Dit krijgt begin 2015 een vervolg op basis van een ambtelijk concept. Wanneer gereed Gepland Het herziene POP wordt in 2015 na de Statenverkiezingen vastgesteld.
Gerealiseerd De Ontwerp-Omgevingsvisie en -verordening en het Plan-MER hebben wij op 17 februari 2015 vastgesteld en ter inzage gelegd. De inspraakreacties worden verwerkt in de Omgevingsvisie en -verordening. Beide documenten bieden wij in juni 2015 ter vaststelling aan uw Staten (najaar 2015).
Middelen Begroot Budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP. Jaarlijks wordt in de Voorjaarsnota de toedeling van dit budget nader uitgewerkt. Bij de Voorjaarsnota 2014 is een bedrag van € 460.000 beschikbaar gesteld vanuit het budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP voor het opstellen van de Omgevingsvisie.
160
Besteed In 2014 is een bedrag van circa € 165.000 besteed. De restant van het budget voor het opstellen van de Omgevingsvisie wordt overgeboekt naar 2015. In 2015 zal het budget worden besteed aan de afronding van de Omgevingsvisie.
Gebiedsgericht
Bezuiniging budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP Beleid en doelen op termijn Binnen het budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP is een deel bestemd voor gebiedsgericht beleid en een ander deel voor incidentele bijstelling van het POP (doorwerking Nota Ruimte). Jaarlijks wordt bij de Voorjaarsnota aangegeven welke bestedingen dat jaar worden verwacht voor de verschillende gebieden c.q. projecten. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Nader te verdelen in de Voorjaarsnota 2014, te denken valt aan: financiering POP-gebiedsopgaven; investeringsprogramma POP-opgaven; financiering proces Herziening POP.
Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten om in het kader van het continueren nieuw beleid voor de periode 2012 tot en met 2015 de middelen voor uitvoering van het POP (gebiedsgericht beleid; 2014: € 206.000 en 2015: € 202.800) en de incidentele bijstelling van het POP (doorwerking Nota Ruimte; 2014: € 67.800 en 2015: € 66.800) opnieuw beschikbaar te stellen. Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld de middelen voor gebiedsgericht beleid/POP met ingang van 2014 te beperken met 50% tot ca. € 103.000 in 2014 en € 101.400 in 2015. De middelen voor incidentele bijstelling POP/doorwerking Nota Ruimte zullen met ingang van 2014 worden beperkt met 50% tot ca. € 33.900 in 2014 en € 33.400 in 2015.
Gerealiseerd De uitwerking van de Voorjaarsnota 2014 ziet er als volgt uit: Onderdeel Budget 2014 Omgevingsvisie 413.261 Lauwersmeer/Lauwersoog 190.000 Eemsdelta 175.000 Blauwestad 50.000 Veenkoloniën 100.000 Regio Groningen-Assen 20.000 Cofinanc. inv. gebiedsopg. 300.000 Kiek over Diek 49.145 Energieprogramma 101.937 Algemeen/onverdeeld 156.268 Totaal 1.555.611
Gerealiseerd 2015 Besteed Onderdeel Omgevingsvisie Lauwersmeer/Lauwersoog Eemsdelta Blauwestad Veenkoloniën Regio Groningen-Assen Cofinanc. inv. gebiedsopg. Kiek over Diek Energieprogramma Algemeen/onverdeeld Totaal
Besteed 2014 163.559 184.546 110.354 10.048 100.000 5.103 300.000 49.145 43.999 74.949 1.041.703
Bezuiniging bijdrage Regio Groningen-Assen Beleid en doelen op termijn De bijzondere kracht van de Regio Groningen-Assen ligt in de vrijwillige samenwerking tussen gemeentes en provincies. De samenwerking is een middel om gezamenlijk doelen te bereiken. Er wordt samengewerkt op basis van een sterke inhoudelijke visie en vanuit de overtuiging dat grensoverschrijdend denken en handelen bijdraagt aan het bereiken van onze gezamenlijke doelen. Een samenwerking met een dynamisch karakter. De hoofddoelen zijn: 1. Het economische kerngebied verder ontwikkelen; 2. De interne samenhang versterken 3. De kwaliteit van stad en land behouden en versterken
Gebiedsgericht
161
Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland bereikbaar houden van de steden Groningen en Assen en de belangrijkste werkgelegenheidsconcentraties;
versterken van de robuuste OV-assen en de stedelijke aanlandingspunten (stationsomgeving, transferia, OV-knopen);
verbeteren van de verbinding van recreatieve hotspots, de belangrijkste zorginstellingen en de economisch stuwende locaties; monitoring en afstemmen van woningbouwafspraken en werklocaties;
faciliteren van een Economisch Platform;
inzetten op regionale projecten ter versterking van gebiedskwaliteit en genereren van toegevoegde waarde voor woon- en werkmilieus en recreatie en toerisme. Wanneer gereed Gepland 2023 Middelen Gepland Voor 2014 is onze bijdrage aan Regio Groningen-Assen voor een bedrag van € 2.640.440 in onze begroting opgenomen. Met ingang van 2015 bedraagt onze bijdrage € 2.413.500 per jaar (incl. bezuiniging van € 226.900, zie voordracht 40/2009). Bij de Voorjaarsnota 2013 is aangegeven dat wij ernaar streven deze bijdrage met ingang van 2014 te verlagen. In het kader van de Actualisatie van de Regiovisie heeft de Stuurgroep besloten om de bijdrage van de deelnemers met 30% te verlagen ten opzichte van de oorspronkelijke bijdrage. 162
Gerealiseerd Uw Staten hebben op 6 november 2013 met de vaststelling van het rapport 'Veranderende context, blijvend perspectief', de actualisatie van de Regiovisie Groningen-Assen vastgesteld. Met deze actualisatie is een overtuigend toekomstperspectief voor de regio vastgesteld met daarin een vertaling naar een vernieuwde organisatie en benodigd instrumentarium waaronder een financieel meerjarenperspectief tot en met 2020. Met de vaststelling van de actualisatie is tevens de Netwerkanalyse 2013 geactualiseerd, inclusief de daarin opgenomen bereikbaarheidsstrategie, de nieuwe visie op het hoogwaardig openbaar vervoer en het bijbehorende uitvoeringsprogramma. In de netwerkanalyse en bijbehorend uitvoeringsprogramma zijn talloze maatregelen getroffen ten behoeve van het openbaar vervoer, waaronder een alternatief voor de regiotram. Voor dit punt moet nog een nadere uitwerking plaatsvinden.
In RGA-verband zijn nieuwe afspraken gemaakt omtrent de woningbouwproductie en zijn er maatregelen afgesproken die de woningmarkt kunnen stimuleren. De leden van het Economisch Platform hebben een uitvoeringsagenda in de maak. De concept agenda behoeft nog instemming van de Stuurgroep RGA (en de colleges van de deelnemers). Projecten kunnen bij de RGA worden aangemeld. De eerste tender loopt vanaf begin 2015.
Gerealiseerd Meerjareninversteringsprogramma verlangt een financiële bijdrage van de deelnemers tot en met 2023. Besteed Met de vaststelling van de actualisatie is een meerjarig investeringsprogramma vastgesteld tot en met 2020. De benodigde bijgestelde jaarlijkse bijdrage van de deelnemers loopt tot en met 2023. De jaarlijkse bijdrage wordt met 30% gekort tot € 1.848.310. Deze wordt beschikbaar gesteld vanaf 2013 tot en met 2023 een en ander ter bekostiging van de exploitatie en de realisatie van het meerjareninvesteringsprogramma.
Gebiedsgericht
Voor de provincie Groningen (bijdrage € 2.640.440) betekent dit een korting van € 792.130 waardoor onze bijdrage met ingang van 2014 uitkomt op een bedrag van € 1.848.310 per jaar.
Gebiedsgericht
163
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Gebiedsgericht werken (productgroep 9104) Gebiedsopgave Lauwersmeergebied en Lauwersoog Beleid en doelen op termijn Samen met de provincie Fryslân en de gemeenten De Marne, Dongeradeel en Kollumerland hebben we de ambitie om het Lauwersmeer en omstreken steviger te positioneren als een internationale toplocatie op het gebied van natuurontwikkeling en een regionaal vliegwiel voor visserij en toerisme. De planfases voor zowel het Lauwersmeergebied (‘de Koers’) en voor Lauwersoog (‘PROLoog’) zijn afgerond. De Koers is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma voor het Lauwersmeergebied. Het programma Lauwersoog levert hieraan een prominente bijdrage. De hoofddoelstelling van het Programma Lauwersoog is dat overheden en particuliere ondernemers gezamenlijk werken aan een duurzame en toekomstgerichte (vissers)haven én een aantrekkelijk verblijfsgebied. Voor provinciale cofinanciering van de nodige voorwaardenscheppende investeringen in het Lauwersmeer, met het accent op Lauwersoog, is bij de Voorjaarsnota 2012 een investeringsbudget vrijgemaakt van € 15 miljoen. Behalve financiële participatie door Waddenfonds, EFRO, REP en aanverwante financieringsprogramma’s verwachten we hiermee ook particuliere initiatieven en investeringen te genereren. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland start uitvoering project Recreatieve Poort Lauwersoog: onder andere verbetering recreatieve verbindingen tussen de 'zoete' en 'zoute' kant; verbetering van de toeristische ontsluiting van Lauwersoog zoals ontbrekende schakels voor varen, fietsen, wandelen, parkeren en uitzichtplekken op de dijk; start uitvoering semipermanent programma Nordshrimplocatie;
start uitvoering herinrichtingsplan Haven Lauwersoog; kadeverlenging en revitalisering vissershaven; faciliteren private mede-investeerders (kunstpaviljoen, visafslag, garnalencentrum, verblijfsrecreatie, veerterminal).
Wanneer gereed Gepland Het betreft een meerjarig uitvoeringsprogramma 2012-2016.
Middelen Begroot budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP; provinciaal (investerings)budget Lauwersmeer/Lauwersoog in totaal € 15 miljoen; middelen Actieprogramma Werk, Energie, Leefbaarheid.
164
Gerealiseerd Project is in uitvoering bij gemeente De Marne. Verkenning aanpak N361 Lauwersoog is afgerond met het oog op de realisatie in 2015 in samenhang met het gemeentelijke project Recreatieve Poort.
Er is een subsidie verleend van € 355.000 voor semipermanent programma Waddenkwartier aan gemeente De Marne. Project is uitvoeringsgereed gemaakt en klaar voor aanbesteding. Staatssteunmelding is ingediend bij de Europese Commissie. Subsidie verleend aan havenbedrijf EHL van € 150.000 voor ontwikkeling van het project Garnalencentrum Lauwersoog.
Gerealiseerd Met gemeente De Marne afspraken gemaakt over het Programma Lauwersoog tot en met 2017. In 2015 gaan volgens planning de projecten Kadeverlenging (€ 3,2 miljoen), N361 Lauwersoog (€ 2,2 miljoen) en Rondje Lauwersmeer (€ 1,0 miljoen) naar de realisatiefase. Besteed Verplicht € 184.350 en gerealiseerd € 174.391; Verplicht € 584.000; in totaal verplicht € 1.134.000.
Voor Lauwersoog is bij de Voorjaarsnota 2014 besloten tot een inhoudelijke substitutie van de middelen van € 3,5 miljoen vanuit het Actieprogramma WEL (specifiek uit het
Gebiedsgericht
gedeelte dat uit REP/ZZL-middelen gefinancierd is) naar het bestaande Programma Lauwersmee/Lauwersoog. Een herprioritering van het programma voor Lauwersoog met € 2,68 miljoen heeft plaatsgevonden in de Integrale Bijstelling 2014. Het totale investeringsbudget bedraagt daarmee € 15,82 miljoen. Gebiedsopgave Blauwestad en het Oldambt Beleid en doelen op termijn Met de gebiedsopgave Blauwestad/Oldambt streven wij naar een sociaal-economische versterking van het gebied. Samen met de Gemeente Oldambt en andere partners worden projecten opgezet en uitgevoerd om het recreëren, het wonen en het werken in het gebied te bevorderen. Met de aanleg en de inrichting van het Oldambtmeer en de omliggende natuurgebieden, de infrastructuur, de recreatiefaciliteiten en het woongebied in Blauwestad is al een duidelijke impuls gegeven aan de ontwikkeling van de regio. Dit willen wij in de komende jaren doorzetten, onder meer door: Het uitbreiden van de faciliteiten voor recreatie en toerisme in het Havenkwartier, het centrumgebied (het hart) van Blauwestad. Met de opening (medio 2013) van het multifunctioneel gebouw in dit deel van Blauwestad, met o.a. horeca en havenfaciliteiten, is daarvoor al een belangrijke aanzet gegeven. Het doorzetten van de investeringen in de aanleg van de Blauwe Passage: de vaarverbinding van het Oldambtmeer naar Nieuwolda, waarmee de vaarrecreatie zich verder kan ontwikkelen. Ook zal verder worden gewerkt aan de afronding van diverse fiets- en vaarroutes in het gebied. Het aantrekkelijk maken en houden van de woongebieden in Blauwestad. Samen met de gemeente zorgen wij onder andere voor het verbeteren van de infrastructuur in het gebied en voor een goed beheer van de groengebieden. Een goed beheer van het Oldambtmeer. Samen met gemeente, waterschap en overige betrokkenen zorgen wij voor een schoon, veilig en goed bevaarbaar meer. In de huidige economische tijd, met een lastige woningmarkt, ligt er de opgave om toch de kwaliteit te realiseren die men van Blauwestad mag verwachten, waarbij wij ook voldoende opbrengsten realiseren door de verkoop van bouwkavels. Met dit gegeven maken wij ook in 2014 nieuwe keuzes voor investeringen en bezuinigingen die doorwerken in 2015 en verder. Daarnaast werken we in de komende jaren aan de overdracht van eigendommen en van beheer- en onderhoudstaken, met name aan de gemeente en het waterschap. Beleid en doelen op termijn: Hoofddoel van het project is de sociaal-economische vitalisering van het Oldambt. Dit doen wij door: het uitbreiden van de faciliteiten voor recreatie en toerisme; het aantrekkelijk maken en houden van de woongebieden in Blauwestad; goede afspraken te maken met onze partners over eigendommen, beheer en onderhoud van het Oldambtmeer en de woongebieden; voldoende opbrengsten verkrijgen uit de verkoop van bouwkavels. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland afronding van de herinrichting van het Havenkwartier;
uitvoering van diverse infrastructurele werken en tijdelijke inrichting van woongebieden;
Gerealiseerd Herinrichting Havenkwartier: - vaststelling plan van aanpak voor herinrichting Havenkwartier; - productontwikkeling in samenwerking met marktpartijen; - tijdelijke gebiedsinvulling/evenementen. Diverse werken zijn afgerond: - schadeherstel zwetsloot Nieuweweg (Oostwold); - baggeren ondieptes Oldambtmeer; - aanpassingen locatie Boven;
Gebiedsgericht
165
-
uitbreiding gemaalcapaciteit (Oostwold) ten behoeve van verbetering waterhuishouding in de Noordoostgebieden Blauwestad;
handhaving maaibeleid Oldambtmeer (bevaarbaar houden);
voortzetten van de in 2013 (marketingplan, presentatie nieuwe beeldmerken) in samenwerking met de gemeente en de Stichting Marketing Oldambt ingezette publieksgerichte promotionele activiteiten; afronding in de aanleg van Blauwe Passage; aanleg sluiskom, kanaal en bruggen; realiseren van een fietsbrug die Winschoten met Blauwestad verbindt;
verkoop van bouwkavels;
afronding van de aanleg van diverse toeristisch-recreatieve voorzieningen in en om Blauwestad (TRI III);
beheer en onderhoud van provinciale eigendommen (onder andere het meer en bouwkavels);
166
inspectie en herstel walbeschoeiing De Wei; - asfaltering wegen in Het Riet. Diverse planuitwerkingen zijn uitgevoerd: - uniformering sleutelsysteem bruggen; - functioneren fietspontjes; - contractvoorbereiding brugaanleg in De Wei; - aanmeervoorzieningen bruggen. Aanleg gemaal op een nieuwe locatie (Kromme 3 Elleboog, capaciteit 45 m /minuut is gerealiseerd in de periode augustus 2013 tot en met januari 2014. Samen met de uitbreiding van de huidige locatie Nieuweweg is dit voorbereid en gecoördineerd door het waterschap Hunze en Aa's en in haar opdracht uitgevoerd. De investeringskosten komen voor vijftig procent (50%) ten laste van provinciaal budget. Daarnaast is voorzien in een rechtstreekse afwateringsmaatregel (duikerdoorgang) op het Oldambtmeer ten behoeve van een gebied van ca. 70 hectare ten noorden van de Kromme Elleboog (realisatie medio 2014). Met de bestaande maaicapaciteit (3 maaiboten) is het maaibeleid effectief (Oldambtmeer goed bevaarbaar voor motor- en zeilboten) uitgevoerd. Positionering en marketing beeldmerk is verder uitgebouwd met promotieartikelen en ingezet bij de diverse evenementen die zijn georganiseerd (Solar Challenge, Waterweekend, Zandsculpturen, Pura Vida, Flora en Fauna Festival). Aanleg kanaal en bruggen is afgerond (november 2014). De fietsbrug is nog niet gerealiseerd. Het planuitwerkings- en reserveringsbesluit hiervoor (project de Blauwe Loper) hebben wij opgesteld en is door Provinciale Staten op 10 december 2014 vastgesteld. Er is één kavel verkocht. Daarnaast is er gewerkt aan planvorming verruiming productaanbod (projectmatige woningbouw). TRI-III programma is afgerond (aanleg camperplaatsen, voorzieningen voor kano’s en fietsen, ruiterpaden, aanbrengen toeristische bewegwijzering). Dit betreft in 2014: - maaien bodemvegetatie Oldambtmeer met inzet huidige capaciteit van drie maaiboten (2013 t/m 2016); - baggeren ondieptes Oldambtmeer; - drainage gebiedsdelen in Het Havenkwartier; - egaliseren en afvoeren gronddepots; - inspectie en herstel walbeschoeiing kavels in De Wei; - asfalteringswerkzaamheden wegen in Het Riet; - herstelwerkzaamheden belevingskunstwerk Triadeem;
Gebiedsgericht
-
overdracht van eigendommen, en beheer- en onderhoudstaken aan gemeente en waterschap.
Wanneer gereed Gepland De verkoop van bouwkavels zal nog circa 40 jaar doorgaan.
De Blauwe Passage is eind 2014 - begin 2015 gereed.
Diverse recreatieve voorzieningen (onder andere fietspaden, informatieborden recreatieve ondernemers) zullen in de periode 2014 gereed zijn. Middelen Begroot grondexploitatie Blauwestad; budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP; REP-middelen (RSP-ZZL).
herstel zwetsloot Nieuweweg Oostwold; inventarisatie en afstemming herstelwerkzaamheden oostoever Oldambtmeer; - verpachting (agrarisch/natuurbeheer) van diverse gebiedsdelen/herbestemmingsgronden in Blauwestad; - inventarisatie herijking beeldkwaliteitsplannen (steigers en rietaanplant); - uitwerking plan van aanpak zuidoever Het Park; - overleg verenigingen van eigenaren ter zake beheer gemeenschappelijke steigers en overdracht ligplaatsen in eigendom bij provincie en gemeente (Blauwe Stad B.V.); - uitvoering bestek Lokatie Boven (locatie aan het einde van de Clingeweg op Meerland), verkleinen grondgebied, aanleg surfsteiger; - meerjarenonderhoudsplan gebouw Rederspein (Het Havenpaviljoen) en voeren beheer; - inventarisatie en planning herstelwerkzaamheden lekkages Havenpaviljoen (Redersplein). Inventarisatie over te dragen gebiedsdelen (wegen en groengebieden in de woonwijken, watergangen, kunstwerken). De overdracht van de in 2014 geïnventariseerde eigendommen is gepland in 2015. Het beheer en onderhoud van genoemde wegen en groengebieden is per oktober 2014 overgegaan naar de gemeente Oldambt. Met het waterschap, in het kader van de beheerstaak van het waterschap, heeft afstemming plaatsgehad over herstelwerkzaamheden oostoever Oldambtmeer.
Gerealiseerd Bij vaststelling van de jaarrekening 2013 hebben Provinciale Staten ingestemd met de grondexploitatie Blauwestad 2014, waarin een herwaarderingscorrectie van negatief € 4,55 miljoen in het boekjaar 2013 is verwerkt. De planning en prognose van het aantal bouwkavels blijft gehandhaafd. De realisatie van kanaal/vaarweg en bijbehorende bruggen is afgerond in november 2014. Een veegbestek (inrichting) wordt uitgevoerd in het voorjaar van 2015, officiële opening vaarverbinding met start vaarseizoen 2015. TRI III (uitbreiding fiets- en wandelroutenetwerk, aanleg camperplaatsen en voorzieningen voor kanovaarders, plaatsing toeristische bewegwijzering). Besteed p.m., afhankelijk van realisatiecijfers 2014; p.m., afhankelijk van realisatiecijfers 2014; p.m., afhankelijk van realisatiecijfers 2014.
Gebiedsgericht
167
Gebiedsopgave Eemsdelta Beleid en doelen op termijn Wij zien de Eemsdelta als een economische kernzone en een regio vol kansen en uitdagingen. Om die op te pakken hebben we als uitwerking van de gebiedsopgave Eemsdelta samen met de overheden en maatschappelijke organisaties in de Ontwikkelingsvisie Eemsdelta 2030 de volgende beleidsdoelen geformuleerd: versterken van de leefbaarheid (woonkwaliteit en voorzieningenniveau) en de ruimtelijke kwaliteit versterken van de economische structuur in balans met de ecologie verbeteren van de aansluiting van het gebied op het internationale (vaar)wegennet en versterken van de interne ontsluiting en bereikbaarheid van het gebied versnellen van de vergroening van de economie en de verduurzaming van de energievoorziening economie (we streven naar 40% groener in 2030) verbeteren van de veiligheid zowel binnendijks als buitendijks behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten De komende jaren gaan we de Ontwikkelingsvisie uitvoeren. De provincie heeft daarbij een trekkersrol op bepaalde onderdelen van de gebiedsopgave, maar ziet voor zichzelf ook nadrukkelijk een faciliterende rol. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Algemeen: Afgesproken is onder invloed van aantal lopende trajecten een koerswijziging te volgen. Er is geen integraal uitvoeringsprogramma Eemsdelta gekomen. Het deel van de uitvoering van de Ontwikkelingsvisie wat nog niet was ondergebracht bij lopende stuurgroepen is inmiddels wel ondergebracht. PS is in de zomer van 2014 hierover per brief geïnformeerd. Wonen en leefbaarheid: Wonen en leefbaarheid: - opknappen centra; herstructurering wijken; De gemeenten hebben Wonen en - afstemmen voorzieningen; Leefbaarheid binnen de lopende regionale - kwaliteit openbare ruimte versterken; stuurgroep Woon- en Leefbaarheidsplan - sociale cohesie versterken. opgepakt. Met betrekking tot deze resultaten leveren we onze provinciale bijdrage aan de uitvoering op basis van de indicatoren en resultaten zoals opgenomen in het woon- en leefbaarheidsplan. Volgend jaar kunnen we dat kwantificeren. Economie: Economie: - projecten Eemsdelta Green (EDG); Uitvoering van genoemde projecten, met - landbouwprojecten; uitzondering van Ecologie & Economie in - cluster- en ketenvorming (ringleidingennet; Balans, is belegd via de gemeenten bij buizenzone); lopende stuurgroepen. - toeristische projecten (waddenpoorten versterken; - regiopromotie;optimaliseren routestructuren); - snel internet; - geïntegreerde werkgeversbenadering; - projecten Economie & Ecologie in balans. - Economie & Ecologie in Balans: Zie verantwoording bij actueel belangrijk onderwerp PS in het programma Energiek Groningen. Klimaatadaptatie: Klimaatadaptatie: - dijkversterking/vooroevers/slaperdijken; Uitvoering is belegd bij Stuurgroep Marconi. - uitvoeren eerste fase Marconi. Energieprojecten: Energieprojecten: - windparken Eemshaven en Oosterhorn; Uitvoering is belegd bij lopende stuurgroepen. - Woodspirit vergund; helihaven; 168
Gebiedsgericht
- Power 2 Gas; LNG terminal; - testveld windmolens. Infrastructuur: - N33 verdubbelen; - N360 nulplusalternatief uitvoeren en uitvoeringsbesluit spoorlijn RoodeschoolEemshaven; - businesscase veerverbinding DelfzijlKnock.
Wanneer gereed Gepland Eind 2014 Middelen Begroot In het uitvoeringsprogramma wordt een begroting opgenomen. Dekking provinciale aandeel moet komen uit sectorale kredieten, cofinanciering REP en budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP. Vanuit budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP is bij de Voorjaarsnota 2014 een bedrag van € 175.000 beschikbaar gesteld voor Eemsdelta.
Infrastructuur: Uitvoering is belegd bij lopende stuurgroepen.
Gerealiseerd Besteed
Er is een bedrag van € 110.354 besteed. Voor Ecologie & Economie in balans is ca. € 50.000 besteed vanuit het budget Uitvoering Gebiedenbeleid en POP.
Gebiedsopgave Regio Groningen-Assen (inclusief Stad Groningen) Beleid en doelen op termijn De Regiovisie Groningen-Assen kent samengevat twee hoofddoelstellingen: 1. Benutten en uitbouwen van economische kansen 2. Het versterken en benutten van de gebiedskwaliteit. In een vorm van vrijwillige samenwerking worden met twee provincies en twaalf gemeenten aan de hoofddoelstellingen inhoud gegeven naar aanleiding van de actualisatie van de Regiovisie in 2013. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd monitoring woningbouwafspraken en waar De Stuurgroep RGA heeft de nodig afstemming woonlocaties; portefeuillehouders Wonen in de regio opdracht gegeven voor een onderzoek naar de woningbouwbehoefte in de regio. bereikbaar houden van de steden Groningen Dit is een continu programma. Zie ook en Assen, Groningen Airport Eelde, en de programma Bereikbaar Groningen. belangrijkste werkgelegenheidsconcentraties (stationsomgeving, transferia, OV-knopen); verbetering van bereikbaarheid van recreatieve Dit behoeft een nadere regionale uitwerking hotspots, de belangrijkste zorgvoorzieningen en en is mede afhankelijk van mogelijke de economisch stuwende locaties; monitoring en afstemming bestaande en Het huidige beleid geeft geen aanleiding voor eventuele nieuwe werklocaties; bijstelling. identificeren van regionale landschapsprojecten Dit behoeft een nadere regionale uitwerking ter versterking van gebiedskwaliteit en en is mede afhankelijk van mogelijke genereren van toegevoegde waarde voor regionale cofinanciering. woon- en werkmilieus en recreatie en toerisme; zorg dragen voor behoud en ontwikkeling van Dit behoeft een nadere regionale uitwerking de regionale parels. en is mede afhankelijk van mogelijke regionale cofinanciering. Wanneer gereed Gepland 2014-2020
Gerealiseerd 2014-2020 Gebiedsgericht
169
Middelen Begroot Jaarlijkse bijdrage aan de Regio Groningen-Assen: € 1.848.310 (zie programma Leven en wonen in Groningen, productgroep 9101)
Besteed Er is conform begroot bedrag bijgedragen. N.B. Jaarlijkse bijdrage is afgesproken tot en met 2023.
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland
Gerealiseerd
Gebiedsopgave Lauwersmeergebied en Lauwersoog: Planvoorbereiding Meerzijde Lauwersoog: onder andere verblijfsrecreatie, jachthavens, versterking landschappelijke kwaliteit; Planvoorbereiding vaarcircuit Om De Noord: versterken vaarverbinding naar het Lauwersmeer via Zoutkamp in samenhang met de nieuwe vaarverbinding Sud Ie vanaf Dokkum; Planvoorbereiding Rondje Lauwersmeer: verbetering van de toeristische ontsluiting en sturing van bezoekersstromen zoals: versterking van de entrees van het Nationaal Park, toeristische overstappunten (TOP's), versterken vaarverbindingen naar het Lauwersmeer zoals Sud Ie vanaf Dokkum en de route Om de Noord via Zoutkamp en ontbrekende schakels voor fietsen, varen en wandelen. De gebiedsopgave biedt een loket voor nieuwe initiatieven Lauwersoog.
Gebiedsopgave Lauwersmeergebied en Lauwersoog: Dit is in voorbereiding.
Gebiedsopgave Eemsdelta: Uitvoeren uitvoeringsprogramma Eemsdelta;
Gebiedsopgave Eemsdelta: Afgesproken is onder invloed van aantal lopende trajecten een koerswijziging te volgen. Er is geen integraal uitvoeringsprogramma Eemsdelta gekomen. PS zijn in de zomer van 2014 hierover per brief geïnformeerd. Voor het gebied Oosterhorn-Eemshaven is een overkoepelend regieplan als instructiedocument opgesteld. Deze is op 3 september vastgesteld door de Coördinatiegroep Eemshaven-Oosterhorn. In september is gestart met opstellen van de Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl. Trajecten om te komen tot nieuwe bestemmingsplannen Oosterhorn en Eemshaven lopen.
Voor het gebied Oosterhorn-Eemshaven wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld.
Gebiedsopgave Regio Groningen-Assen: Diverse projecten uit het bereikbaarheidsprogramma zijn in uitvoering of zijn daarvoor in voorbereiding. Opbouw van een netwerkorganisatie met externe partners.
170
Dit is in voorbereiding, concept-projectplan is gereed, de financiering is nog niet rond.
Dit is in voorbereiding, concept-projectplan is gereed.
Dit is in uitvoering; facilitering Garnalencentrum en diverse initiatieven vindt plaats via project Quick wins.
Gebiedsopgave Regio Groningen-Assen: In uitvoering, zie nadere toelichting programma Bereikbaar Groningen. Dit is in uitvoering en ontwikkeling en vindt plaats al naar gelang de regionale vraag.
Gebiedsgericht
Lasten/baten en analyse thema POP/Gebiedsgericht Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
Apparaatskosten
1.864.944
1.683.876
Kapitaallasten
0 8.088.737
0 0 5.052.772 19.804.376
9.953.681
6.736.648 22.389.920 11.045.501 11.344.419
9104 Gebiedsgericht werken Totaal lasten 9104 Gebiedsgericht werken
2.585.544
1.849.083
736.461
0 0 9.196.418 10.607.958
215.575
0
176.390
213.512
37.122
Totaal baten
215.575
0
176.390
213.512
37.122
Totaal saldo lasten-baten
9.738.106
6.736.648 22.213.530 10.831.989 11.381.541
LASTEN Apparaatskosten
736.461
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 9104 Gebiedsgericht werken Het krediet uitvoering Gebiedenbeleid is een krediet waarmee de provincie voornamelijk met andere partijen participeert in meerjarige programma's en projecten. Geplande activiteiten in de programma's - met name de uitvoering ervan - zijn vertraagd maar zitten in de eindfase van het proces. De resterende middelen zijn inclusief verrekening met de baten meegenomen met de overboekingsvoorstellen 2014-2015. Het krediet werkbudget Werk, Energie en Leefbaarheid (WEL) is een krediet wat ingezet wordt om naast het investeringsbudget WEL processen vanuit de provincie te versnellen middels het budget Gebiedenbeleid. De resterende middelen zijn meegenomen met de overboekingsvoorstellen 2014-2015. Het krediet Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid is gekoppeld aan de reserve WEL. De restantmiddelen zijn gelabeld aan vastgestelde uitvoeringsprogramma's en worden beschikt op basis van concrete aanvragen. Het krediet Investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog is gekoppeld aan de reserve ESFI. De resterende middelen zijn gelabeld voor harde en zachte projecten en worden beschikt op basis van concrete aanvragen.
513.908
102.398
3.417.606
6.581.500
Totaal afwijking programmakosten
10.607.958
Totaal afwijking lasten
11.344.418
Gebiedsgericht
171
BATEN Programmabaten Productgroep 9104 Gebiedsgericht werken - Uitvoering gebiedenbeleid en POP
37.122
Totaal afwijking baten
37.122
Saldo afwijking lasten-baten
172
11.381.541
Gebiedsgericht
8.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Inleiding Het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur bestaat uit de thema's: 1. Sociaal beleid 2. Jeugd 3. Cultuur en media Dit programma richt zich op het vergroten van de sociale samenhang in de provincie. Goede, voor iedereen bereikbare voorzieningen, welzijns-, buurt- en jongerenwerk, sport en een bloeiend cultureel klimaat zijn daarvoor essentieel. Concreet is hierover in het collegeprogramma incl. addendum het volgende opgenomen: Wij zetten in op een gespreide en bereikbare kwalitatief goede zorgstructuur in de gehele provincie. Omdat de zorgvoorzieningen op bovengemeentelijk niveau zijn georganiseerd, blijven wij hierin een actieve regietaak voeren. Vrijwilligers zijn onmisbaar binnen een sociale en leefbare samenleving. Het ondersteunen van mensen die zich belangeloos inzetten voor de samenleving, zoals in vrijwilligerswerk, mantelzorg en patiënten- en consumentenbelang, vinden wij een goede zaak. Tot 2015 houden wij hiervoor financiële middelen beschikbaar. Binnen het budget sociaal beleid zal prioriteit worden gegeven aan vrijwilligersorganisaties die op het terrein van armoedebestrijding actief zijn. Omdat in het profiel van de provincie het sociale domein en welzijn niet meer tot de taken en verantwoordelijkheden van de provincie worden gerekend, worden deze taken ingeperkt en overgeheveld naar de gemeenten. Wij dragen zorg voor een goede overdracht richting gemeenten en gaan met gemeenten bespreken hoe dit te realiseren. We blijven de zorg en het sociale domein wel monitoren. Hoewel de financiële positie noopt tot bezuinigingen, blijven wij inzetten op cultuurbeleid: een robuuste culturele infrastructuur met een hoogwaardig en aantrekkelijk aanbod en Het Verhaal van Groningen (cultureel erfgoed). Daarnaast heeft het verhogen van de cultuurparticipatie en -educatie onze aandacht. Tot 2015 is het wettelijk recht op jeugdzorg de verantwoordelijkheid van de provincie, waarna zij wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. Ons doel is om de jeugdzorg tot het moment van overdracht, kwalitatief goed uit te blijven voeren. We streven naar een zorgvuldige overdracht van onze wettelijke taak richting gemeenten en gaan vroegtijdig met hen in overleg om de continuïteit van de zorg te borgen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
173
8.1
Sociaal beleid
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Het Beleidskader Sociaal Beleid 2013-2015 geeft de koers aan van het sociale beleid ook in 2015. In het Beleidskader geven wij vooral aandacht aan de wettelijke taak van de steunfunctie; aandacht aan bewonersinitiatieven, overheidsparticipatie, armoedebestrijding en zorg (monitoring en integrale zorgvoorzieningen). In de krimpgebieden leveren wij op integrale wijze een bijdrage aan het voorkomen en mogelijk oplossen van leefbaarheidsvraagstukken op het terrein van wonen, onderwijs, zorg, gezondheid, sociaal-economische vitalisering, kwetsbare groepen en voorzieningen.
PS
Beleidskader:
Beleidskader Sociaal Beleid 2013-2015 Nota Ruimte voor daadkracht Sportnotitie Provincie Groningen 2011-2014, verlenging t/m 2015 (zie VJN2014)
GS Productgroep 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn
Streven is dat inwoners zich uitgenodigd voelen volwaardig mee te doen aan de maatschappij en deze gezamenlijk vorm te geven
Ondersteunen en faciliteren burgerinitiatieven en overheidsparticipatie
Zorgen dat mensen weten voor welke ondersteuning en financiering men waar terecht kan
Productgroep 8005 Asielzoekers
Een bijdrage leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers in onze provincie, ongeacht de duur van hun verblijf
Productgroep 8101
Verstrekken financiële bijdrage in opleidings- en reiskosten aan inwoners provincie Groningen
St. Provinciaal Groninger Studiefonds
Productgroep 8201 Sportbeleid
Het in stand houden van de provinciale basisinfrastructuur voor de sport Het verbinden van partijen binnen en buiten de sport en het bieden van een platform voor de sport
Productgroep 8602 Zorg en hulpverlening
Bevorderen van de samenwerking tussen verschillende zorgpartijen om binnen hun verantwoordelijkheid te komen tot een nieuwe inrichting van het Groninger zorglandschap, waarbij integrale zorgcentra een cruciale rol spelen Doorontwikkelen en onderhouden van de zorgmonitor om ontwikkelingen, knelpunten en trends in het zorglandschap goed in beeld te brengen
174
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
Gerealiseerd 2011 2012 2013
2014
In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie- Bron indicator
8001 (doel 3)
8001 (doel 3)
8101
8201 (doel 2)
8201 (doel 2)
8602 (doel 1)
8602 (doel 2)
Er zijn meer aanvragen ter voorkoming van sociale uitsluiting van kinderen dan gehonoreerd kunnen worden Er zijn meer aanvragen door vrijwilligersorganisaties ter bestrijding van armoede dan er gehonoreerd kunnen worden Aantal afgehandelde aanvragen; Aantal gehonoreerde aanvragen Aantal digitale bezoekers aan het Sportplein Aantal gezamenlijke initiatieven binnen het Sportplein Aantal uitgevoerde projecten Aantal bezoekers zorgmonitor
2010 2011 2012 2013
aantal aanvragers
aantal aanvragers
Streefwaarden 2014
Zorgmonitor
0%
0%
% niet gehonoreerde aanvragen vanwege overschrijden budget (€ 125.000)
7.876
17.674
36
28
p.m.
2015 0% niet gehonoreerde aanvragen vanwege overschrijden budget (€ 60.000)
100% (405); In het schooljaar 2013-2014 zijn 267 aanvragen gehonoreerd
integrale zorgcentra
2014
2017
100%; 275
minimaal minimaal gelijk gelijk aan aan peilpeiljaar jaar minimaal minimaal gelijk gelijk aan aan peilpeiljaar jaar
3
3
4.360
p.m.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
2016
175
Actueel belangrijke onderwerpen Bezuinigingen participatieprojecten (voorkomen sociale uitsluiting) (incl. amendement IB2013 en VJN2014) Beleid en doelen op termijn Bij de Voorjaarsnota 2011 zijn voor het vergroten van de participatie en het voorkomen van sociale uitsluiting in de periode 2012-2015 jaarlijks € 250.000 beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid: Stichting Leergeld c.a.) Bij sociale uitsluiting is sprake van een relatieve inperking van sociale participatie, sociale integratie en (politieke en maatschappelijke) rechten of invloed. We willen jongeren kansen bieden op een goede start. Want opgroeien in armoede betekent vaak ook dat kinderen uitgesloten zijn van sportclubs en andere vrijetijdsbesteding, minder aanspraak maken op medische voorzieningen, ongezonder leven en vaker afzien van een vervolgopleiding. We willen voorkomen dat dit van generatie op generatie wordt overgedragen. Voortgang: Bij de Integrale Bijstelling 2013 is via een amendement besloten de bezuiniging ongedaan te maken. Hierdoor is er voor de jaren 2014 en 2015 weer € 250.000 beschikbaar voor de invulling van het participatiebeleid 2014 en 2015. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Subsidie van in totaal € 125.000 verlenen aan De subsidies zijn cf. aangepaste begroting stichtingen Leergeld, Jeugdsportfonds en verleend aan de genoemde instellingen. projecten Humanitas (Thuisadministratie), conform meerjarenafspraken. Bij de IB2013 is besloten naar aanleiding van het ongedaan maken van de bezuiniging in totaal € 160.000 aan meerjarige subsidie te verstrekken aan deze stichtingen. En de resterende € 90.000 jaarlijks Er zijn incidentele subsidies verleend aan: beschikbaar te stellen voor incidentele - project Kanskaarten van CMO Groningen; subsidies voor nieuwe initiatieven, - project Armoede onder de Loep van experimenten en activiteiten participatieStichting Solidair Groningen & Drenthe; projecten (voor kinderen en jongeren). - Stichting Kids United voor voetbal voor kinderen en jongeren met een beperking. Daarnaast is een bijdrage gedaan aan het Studiefonds voor de bekostiging reiskosten van mbo-leerlingen (zie productgroep 8101). Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 zijn voor het vergroten van de participatie en het voorkomen van sociale uitsluiting in de periode 2012-2015 jaarlijks € 250.000 beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma 2011-2015, bijlage 3, incidenteel nieuw beleid: Stichting Leergeld c.a.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot circa € 125.000 per jaar. Bij de bezuinigingen zullen wij het accent met name leggen op het budget voor incidentele activiteiten. Bij de Integrale Bijstelling 2013 is via een amendement besloten de bezuiniging ongedaan te maken. Hierdoor is er voor de jaren 2014 en 2015 weer € 250.000 beschikbaar voor de 176
Gerealiseerd 2015 Besteed Van de beschikbare € 250.000 is conform aangepaste begroting in totaal € 160.000 besteed aan de meerjarige subsidies aan de genoemde stichtingen Leergeld (€ 90.000), Humanitas (€ 45.000) en het Jeugdsportfonds (€ 25.000). Van de resterende € 90.000 voor incidentele subsidies is € 30.000 besteed aan de bekostiging van de ov-reiskosten van mbo-scholieren en € 55.915 aan subsidies op het gebied van participatieprojecten voor kinderen en jongeren, zie hierboven. Er resteert ca. € 4.000.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
invulling van het participatiebeleid 2014 en 2015. (Bij de Voorjaarsnota 2014 is voor 2015 een substitutie doorgevoerd van € 30.000 naar het Studiefonds voor bekostiging van reiskosten van mbo-leerlingen. In 2015 is er per saldo dan nog € 220.000 beschikbaar.) Armoedebestrijding (incl. amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Vrijwilligers zijn onmisbaar binnen een sociale en leefbare samenleving. Zij zorgen ervoor dat anderen mee kunnen doen in onze maatschappij. Het ondersteunen van mensen die zich belangeloos inzetten voor de samenleving (vrijwilligerswerk, mantelzorg en voor patiënten- en consumentenbelangen) vinden wij een belangrijke zaak. Binnen het budget sociaal beleid zal prioriteit worden gegeven aan vrijwilligersorganisaties die op het terrein van armoedebestrijding actief zijn. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Ondersteuning aan projecten en activiteiten van vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan armoedebestrijding. Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om de kosten, die hiermee zijn gemoeid te bekostigen binnen de daarvoor beschikbare middelen binnen het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur. Voor de dekking zijn de volgende middelen in beeld: de reeds eerder genoemde bijdrage van € 125.000 (participatieprojecten) die gericht is op armoedebestrijding (2014-2015), zie actueel belangrijke onderwerp hierboven. € 70.000 (2014 en 2015) uit het Actieprogramma Sociaal Beleid. Bij brief d.d. 20 augustus 2013 hebben wij vervolgens uw Staten laten weten voor 2014 en 2015 een stimuleringsregeling armoedebestrijding van maximaal € 70.000 per jaar in het leven te roepen, te bekostigen uit het Actieprogramma Sociaal Beleid. Bij de Integrale Bijstelling 2013 is vervolgens via een amendement deze stimuleringsregeling armoedebestrijding verhoogd van jaarlijks € 70.000 naar € 125.000 waarbij dit volledige bedrag wordt gefinancierd uit de beschikbare begrotingsruimte voor de jaren 2014 en 2015. De oorspronkelijke financiering van € 70.000 jaarlijks vanuit de middelen sociaal beleid is hierbij weer vrijgevallen ten gunste van de middelen sociaal beleid. Met ingang van 1 januari 2014 is deze regeling van start gegaan en worden er subsidieaanvragen ingediend.
Gerealiseerd Subsidies zijn verleend aan diverse projecten en activiteiten van instanties zoals CMO, Kledingbank Maxima en Leger des Heils. Zie voor een volledig overzicht de subsidiestaat in de bijlagen Gerealiseerd 2014 2015 Besteed Als gevolg van het ongedaan maken van de bezuiniging was een bedrag van € 125.000 beschikbaar. Er is in totaal een bedrag van € 102.359 besteed.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
177
Evaluatie Sportnotitie en opzet voorstel nieuw beleid Beleid en doelen op termijn De huidige sportnotitie heeft een looptijd tot en met 2014. In 2014 willen we bezien in hoeverre de daarin gestelde doelen behaald zijn. Dit vormt de basis voor een voorstel met betrekking tot een mogelijk vervolg op het provinciaal sportbeleid. Hierbij zal ook gekeken worden naar logische verbanden met andere onderdelen van het provinciaal beleid. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland evalueren huidige sportbeleid; opstellen voorstel nieuw beleid en dit voor te leggen aan uw Staten.
Wanneer gereed Gepland Medio 2014 (evaluatie) en eind 2014 (opzet voorstel nieuw beleid)
Middelen Begroot Reguliere budgetten. N.B. Volgens de Sportnota 2012-2014 worden de beschikbare middelen 2014 (€ 200.000) als volgt ingezet: Sportplein Groningen: € 100.000; projecten Sportplein Groningen: € 65.000; ondersteuning sport mensen met een beperking: € 20.000; subsidie Topsport Steunpunt Groningen: € 15.000.)
178
Gerealiseerd Voortkomend uit Kompas 2020 en de gemeentelijke herindeling vindt er een discussie plaats over welke taken beter door de (nieuwe grotere) gemeenten kunnen worden uitgevoerd. Een van deze taken betreft sport. Een mogelijke overdracht van taken willen wij graag in overleg met gemeenten laten plaatsvinden, het overleg hierover start in 2015. Bij de Voorjaarsnota 2014 is daarom besloten om de huidige sportnota met één jaar te verlengen. Inhoudelijk blijft de verlengde sportnotitie grotendeels hetzelfde, er wordt wel ingespeeld op de ontwikkelingen van de laatste jaren. De evaluatie van het beleid en het opzetten van een mogelijk overdrachtsvoorstel wordt opgeschort tot er meer duidelijkheid bestaat over de toekomst van het provinciaal sportbeleid in relatie tot de gemeentelijke herindeling. Gerealiseerd De evaluatie van het beleid en het opzetten van een mogelijk overdrachtsvoorstel wordt opgeschort tot er meer duidelijkheid bestaat over de toekomst van het provinciaal sportbeleid in relatie tot de gemeentelijke herindeling. Besteed Besteding (€ 200.000) heeft plaatsgevonden conform verdeling in Sportnota 2012-2014.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Bezuiniging bijdrage stichting Sensoor Beleid en doelen op termijn Stichting Sensoor Groningen/Drenthe (telefonische hulpdienst) ontvangt jaarlijks een subsidie van de provincie Groningen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Subsidie verlenen aan stichting Sensoor Groningen/Drenthe.
Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot In het kader van de provinciale bezuinigingen in 2011 is door uw Staten besloten, met ingang van 1 januari 2013, een bezuiniging van 25% op de provinciale subsidie op te leggen. De bezuiniging bedraagt € 34.325 waardoor de provinciale subsidie in 2013 op een bedrag van € 112.900 uitkomt en in 2014 op € 109.800. Aangezien wij hechten aan het voortbestaan van een goede sociale voorziening als een telefonische hulpdienst is bij de Voorjaarsnota 2013 besloten om de subsidie voor het jaar 2014 nog eenmalig te verlenen uit het krediet Collectief Particulier Opdrachtgeverschap. Hiermee bieden wij het Rijk de mogelijkheid om een nieuwe landelijke organisatie te formeren per 1 januari 2015. Onze bijdrage aan de stichting Sensoor wordt met ingang van 2015 beëindigd.
Gerealiseerd Sensoor Groningen en Drenthe is in 2014 overgegaan naar de landelijke organisatie. Daarmee hebben wij Sensoor in 2014 voor de laatste maal gesubsidieerd. De landelijke Sensoor-organisatie heeft de opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gekregen de 'Anonieme hulp op afstand' uit te voeren. De locatie in Groningen blijft bestaan en gaat deel uitmaken van de regio Noordoost van de landelijke Sensoor-organisatie. Gerealiseerd 2014 Besteed De basissubsidie van € 109.800 is verleend en bevoorschot.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
179
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Ondersteuning en ontwikkeling welzijn (productgroep 8001) Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015 Beleid en doelen op termijn In het Beleidskader Sociaal Beleid 2013-2015, hoofdstuk 5, staan de volgende doelen omschreven: - stimuleren en genereren van bewonersinitiatieven die de leefbaarheid vergroten; - leveren van een extra impuls aan het vrijwilligerswerk; - signaleren en agenderen van knelpunten die zich in de zorg voordoen; - actief ondersteunen van het proces te komen tot integrale zorgcentra. Het Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015 bevat een nadere uitwerking van het beleidskader. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland rapportage Actieprogramma Sociaal Beleid over de bereikte resultaten in 2013, ter informatie te verzenden naar Provinciale Staten. Wanneer gereed Gepland 2015
Gerealiseerd Wij verwachten dat realisatie volgens planning plaatsvindt in 2015.
Middelen Begroot In totaal € 604.000.
Besteed Er is € 377.000 besteed. Het delen, uitdragen en genereren van bewonersinitiatieven is onderdeel van het actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015. Gezien de afstemming met gerelateerde werkvelden c.q. partners en de tijd die potentiële uitvoerders nodig hebben voor het formuleren van een gedegen uitvoeringsplan, was volledige besteding van de middelen in 2014 niet mogelijk en is bij de Integrale Bijstelling 2014 geregeld dat de niet gebruikte middelen worden overgeboekt naar 2015.
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Uitvoering Actieprogramma Sociaal Beleid 20132015: Impuls vrijwilligerswerk: Vrijwilligersorganisaties ondersteunen bij het vinden en binden van de 'nieuwe' vrijwilliger c.q. realiseren aansluiting tussen vrijwilligersveld en de veranderende behoefte van potentiële vrijwilligers: - informatievoorziening, beschrijving succesfactoren en aanbieden 'tools'; - organisatie 'meet-and-greets' (6) met 'best practices';
180
Gerealiseerd Zie hieronder 'Uitvoering Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015'.
Gerealiseerd Uitvoering Actieprogramma Sociaal Beleid 20132015: Impuls vrijwilligerswerk: Vrijwilligersorganisaties ondersteunen bij het vinden en binden van de 'nieuwe' vrijwilliger c.q. realiseren aansluiting tussen vrijwilligersveld en de veranderende behoefte van potentiële vrijwilligers: - Informatie is verstrekt via de website www.vrijwilligersgroningen.nl. - Er zijn zes meet-and-greets gehouden. De resultaten daarvan zijn verspreid via een digitale nieuwsbrief.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
-
aanbod tot tijdelijke coaching en advies op maat (minimaal 10). Vrijwilligerswerk beter toegankelijk voor kwetsbare groepen: - informatievoorziening, aanbod deskundigheidsbevordering; - regionale workshops (5);
-
-
Vrijwilligerswerk beter toegankelijk voor kwetsbare groepen: - Informatie wordt verstrekt via de website www.vrijwilligersgroningen.nl. - Dit is gerealiseerd. De resultaten zijn gedeeld met betrokken organisaties. - Dit is gerealiseerd.
tenminste 5 organisaties aan de slag met visie- en beleidsontwikkeling rond vrijwilligerswerk door kwetsbare groepen.
Overige activiteiten: Sociaal Planbureau Groningen (CMO): - vaststellen onderzoeksagenda en uitvoering, online database;
-
inzet Groninger Panel;
-
uitgifte factsheets/nieuwsbrieven op relevante onderwerpen leefbaarheid/sociaal beleid/jeugd/ krimp.
uitvoering wettelijke steunfunctietaken (CMO): -
vrijwillige inzet (expertisecentrum, Platform Maatschappelijk Ondernemen Groningen, provinciale Vrijwilligersprijzen, mentorprogramma);
Dit is gerealiseerd.
Overige activiteiten: Sociaal Planbureau Groningen (CMO): - Activiteiten hebben plaatsgevonden volgens werkplan en onderzoeksagenda. De online database wordt adequaat bijgehouden en aangevuld. De website is bezocht door 13.974 unieke gebruikers, die tezamen ruim 54.000 pagina's bekeken hebben. Van de gebruikers bezoeken 5.700 personen regelmatig de website (vaste gebruikers). Vanuit de makelaarsfunctie zijn gemeenten en organisaties ruim 120 keer ondersteund bij het formuleren/beantwoorden van onderzoeksvragen. Zie ook www.sociaalplanbureaugroningen.nl - Dit is gerealiseerd. Het Groninger Panel bestaat uit 1.750 personen en is een representatieve afspiegeling van de Groninger bevolking van 18 jaar en ouder. Het panel is bevraagd over veiligheid, veranderingen in het zorglandschap, ervaringen met aardbevingen, mobiliteit en de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de zorg. - Dit is gerealiseerd. Nieuws wordt gedeeld middels factsheets en nieuwsbrieven en via de (social) media.
uitvoering wettelijke steunfunctietaken (CMO): gerealiseerd conform de werkplannen. Expertisecentrum: conform werkplan, toename informatieverzoeken in relatie tot bewonersinitiatieven. Platform Maatschappelijk Ondernemen Groningen (PMOG): e Tijdens de 7 Groninger Beursvloer zijn maar liefst 48 'matches' gemaakt tussen bedrijven en vrijwilligersorganisaties, met een geldelijke waarde van ruim € 42.000. (De activiteit krijgt in 2015 een permanent karakter door implementatie in de Uitdaging, waarbij het bedrijfsleven de lead heeft.) provinciale Vrijwilligersprijzen: 185 unieke aanmeldingen (jaarlijkse toename van 10%), grote publicitaire aandacht; het mentorprogramma (kans050) is in
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
181
-
integratie en diversiteit (expertisecentrum, aanpak polarisatie/radicalisering);
-
informele zorg c.q. ondersteuning mantelzorg, Europees expertisecentrum Groningen (genereren Europese subsidies).
subsidiëren Noordbaak om de duurzame ontwikkelingen bij het bedrijfsleven, onderwijs en overheden te bevorderen, waarbij de mondiale dimensie hierbij wordt betrokken;
verstrekken van circa 15 subsidies voor participatieprojecten en instellingen ter bestrijding van sociale uitsluiting.
uitvoering conform het projectplan: er zijn meer dan 150 vrijwillige mentoren betrokken die inmiddels ruim 350 jongeren hebben begeleid. project Polarisatie en Radicalisering: Dit is conform het werkplan afgesloten met een internationale eindconferentie (ca. 300 bezoekers). informele zorg: o uitgave 3 nieuwsbrieven; o deskundigheidsbevordering; o vraagbaak voor lokale steunpunten. ondersteuning mantelzorg: Er zijn 11 bijeenkomsten georganiseerover mantelzorg in relatie tot onder andere de kanteling Wmo: o 4 provinciaal (60 deelnemers); o 4 voor gemeenteambtenaren (25 deelnemers); o 3 in samenwerking met Zorgbelang en de koepels (15 deelnemers). Via het werkplan en de begroting van de instelling is Noordbaak gesubsidieerd voor het bevorderen van duurzaamheid. De provinciale subsidie is besteed aan: (co)financiering Mondiaal Mondig; (co)financiering van projectsubsidies; het koploperproject duurzame bedrijven en gemeenten; advies en bijeenkomsten voor burgers en bedrijven die duurzaam willen ondernemen. Er zijn 7 subsidies verstrekt. Zie verantwoording hierboven bij Actueel belangrijke onderwerpen (PS), onderwerp 'Bezuinigingen participatieprojecten (voorkomen sociale uitsluiting'.
Asielzoekers (productgroep 8005) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland subsidiëren circa 15 projecten die zich richten op participatie en een zinvol verblijf van asielzoekers in de provincie Groningen, ongeacht de verblijfsduur.
182
Gerealiseerd Er zijn 5 subsidies zijn verleend aan resp.: - COA Oude Pekela voor een project empowerment; - Humanitas voor trainingen; - SI-Delfzijl voor stimulering eigen verantwoordelijkheid; - Stichting Sterke Verhalen voor verhalen vertellen door voormalige ervaringsdeskundigen; - Vluchtelingenwerk Noord-Nederland voor activering van Somaliërs. Zie ook subsidiestaat in de bijlagen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds (productgroep 8101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland uitvoeren giftenregeling Studiefonds (tegemoetkoming in studie- en/of reiskosten);
uitvoeren provinciale regeling gratis OV voor mbo-leerlingen;
afhandelen circa 425 aanvragen (gemiddeld 260 toekenningen).
Gerealiseerd Er is in het schooljaar 2013/2014 in totaal een bedrag van € 155.081,71 toegekend. Hiervan is een bedrag van € 4.843 bestemd voor bijdragen uit het studiefonds voor studiekosten en een bedrag van € 93.548 voor bijdragen uit het studiefonds voor reiskosten. Uit de provinciale regeling gratis OV voor mboleerlingen is een bedrag van € 56.690 toegekend. In het schooljaar 2013/2014 zijn 405 aanvragen binnengekomen, hiervan zijn er 217 afkomstig van mbo-leerlingen. In totaal zijn er 267 aanvragen toegekend, waarvan 152 van mboleerlingen. Vanwege het aantal aanvragen voor gratis OV voor mbo-leerlingen is bij de Voorjaarsnota 2014 € 30.000 uit het budget Participatieprojecten toegevoegd aan het budget voor het Studiefonds.
Sportbeleid (productgroep 8201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland ondersteunen kennis- en dienstencentrum Sport (Sportplein Groningen);
faciliteren van regionale initiatieven in krimpgebieden in relatie tot sportvoorzieningen. In de krimpregio's komt ook de sport onder druk te staan, bijvoorbeeld op het vlak van vrijwilligers, sportaccommodaties, ledenaantallen, etc.; ondersteuning van de gehandicaptensport; minimaal behoud van het sportaanbod voor mensen met een beperking; ondersteunen en stimuleren van sportevenementen op het gebied van sport en bewegen; sportevenementen dragen bij aan een promotionele en economische impuls voor de krimpregio's, worden ook ondersteund. mede ondersteunen van talenten (jeugd) als het gaat om topsport (topsportontwikkeling). (De talentontwikkeling heeft een uitstraling op de breedtesport (én topsport) en zet mensen aan te gaan sporten of te blijven sporten. De nadruk ligt op de sporten volleybal, basketbal en korfbal. Er wordt gestreefd om Groninger talenten te ondersteunen. Voor de uitvoering wordt het Topsport Noord ingeschakeld.)
Gerealiseerd Dit is gerealiseerd. Sportplein Groningen is operationeel. Per thema is door een werkgroep een plan van aanpak geschreven en de plannen zijn uitgevoerd. Er zijn twee aanvragen gehonoreerd: - multifunctioneel centrum inclusief gymzaal; - de Open Club (structurele samenwerking tussen verenigingen).
Huis voor de Sport Groningen heeft een subsidie gekregen voor netwerk en advies en loketfunctie en ondersteuning. Er zijn 5 sportevenementen gesubsidieerd.
Topsport Noord heeft een subsidie ontvangen voor activiteiten met betrekking tot kernsportontwikkeling, talentbegeleiding en talentontwikkeling gericht op de sporten volleybal, basketbal en korfbal.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
183
uitvoering geven aan de noordelijke samenwerking, samen met andere partijen (voorheen Olympisch plan).
Waar noodzakelijk is er contact geweest met Drenthe en Friesland over sport.
Zorg en hulpverlening (productgroep 8602) Zorgmonitor Beleid en doelen op termijn In beeld brengen van de ontwikkelingen en knelpunten die zich voordoen in het Gronings zorglandschap (signaleren). Knelpunten adresseren bij de verantwoordelijke (zorg)partijen. Nagaan wat maatregelen/knelpunten betekenen voor de inwoners van de provincie Groningen en hoe zij de zorg ervaren. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland uitvoeren zorgmonitor; rapportage zorgmonitor over bereikte resultaten 2013 op te nemen in rapportage Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015 (zie productgroep 8001).
Wanneer gereed Gepland 2015
Middelen Begroot € 85.000
184
Gerealiseerd De zorgmonitor Groningen en de website www.zorgmonitorgroningen.nl zijn maart 2014 gelanceerd. De eerste uitvoering van de zorgmonitor betrof 'Beschikbaarheid en bereikbaarheid van de zorg'. Binnen de uitvoering nam het Groninger Panel een belangrijke plaats in. Resultaten werden met stakeholders zorg besproken en gedeeld tijdens een daartoe georganiseerde werkconferentie in het provinciehuis op 28 maart 2014. De tweede uitvoering van de zorgmonitor, waar opnieuw gebruik werd gemaakt van het Groninger Panel, was gericht op het thema 'Herinrichting van het Groninger Zorglandschap'. De werkconferentie waar de resultaten van de tweede monitor werden besproken en gedeeld met de stakeholders zorg vond plaats op 24 oktober 2014. Het aantal deelnemers steeg van 77 bij de eerste bijeenkomst tot 110 bij de tweede bijeenkomst. Bij beide uitvoeringen zijn de resultaten weergegeven in factsheets die te vinden zijn op de website. Dit geldt ook voor de overige informatie rond de zorgmonitor en het vervolg. De online database wordt adequaat bijgehouden en aangevuld. In 2014 is de website bezocht door 2.026 unieke bezoekers. De databank met links naar de factsheets werd 500 keer bezocht. Gerealiseerd In 2013 is de zorgmonitor ontwikkeld en in 2014 tweemaal uitgevoerd. In 2015 wordt de zorgmonitor nog tweemaal uitgevoerd waarna het project zal zijn gerealiseerd. Besteed € 85.000
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland
Gerealiseerd
Uitvoeren Actieprogramma Sociaal Beleid 20132015: Ondersteunen/faciliteren van tenminste 3 projecten gericht op het proces te komen tot de realisatie van integrale (1,5 lijns-) zorgcentra.
Uitvoeren Actieprogramma Sociaal Beleid 20132015: Voor het meer betrekken van inwoners en patiënten bij de integrale zorg zijn drie Werkplaatsen Zorg voor burgerparticipatie ondersteund en gerealiseerd in de regio's DEAL, Oldambt en Veendam/Pekela. Zorgbelang Groningen voert de werkplaatsen uit.
Overige activiteiten: Zorgvragersbeleid. Versterken invloed zorgvragers op beschikbaarheid, bereikbaarheid en effectiviteit van zorg. Hiertoe subsidiëren van Zorgbelang Groningen (professionals) en de vijf sectorale (vrijwilligers) koepels van patiënten- en consumentenorganisaties in de provincie Groningen: - Provinciale Chronische zieken en Gehandicaptenraad;
Overige activiteiten: Zorgvragersbeleid: Versterken invloed zorgvragers op beschikbaarheid, bereikbaarheid en effectiviteit van zorg. Hiertoe subsidiëren van Zorgbelang Groningen (professionals) en de vijf sectorale (vrijwilligers) koepels van patiënten- en consumentenorganisaties in de provincie Groningen: Subsidie 2014 is niet beschikt. Er zijn onvoldoende activiteiten uitgevoerd waardoor de provincie zich genoodzaakt zag de subsidie niet te verstrekken. Inmiddels is onderzoek gestart naar een toekomstbestendige structuur van het provinciale zorgvragersbeleid. Subsidie is toegekend.
-
Verstandelijk Gehandicapten Belangen Platform; Organisatie Samenwerkende Ouderenbonden; Provinciaal GGz-Cliëntenplatform Groningen; Platform Hattinga Verschure voor mantelzorgers.
Subsidie is toegekend. Er is overleg gaande met deze koepel over hun veranderde achterbansituatie. Subsidie is toegekend.
Subsidie is toegekend.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
185
Lasten/baten en analyse thema Sociaal beleid Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. LASTEN
rekening 2013
Productgroepen 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn 8005 Asielzoekers 8101 Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds 8201 Sportbeleid 8602 Zorg en hulpverlening 8701 Wonen, welzijn en zorg kwetsbare groepen Totaal lasten
BATEN
primitieve begroting 2014
Totaal baten
rekening 2014
verschil
2.233.455
2.352.407
2.826.344
2.202.998
623.346
130.397
105.659
108.782
93.265
15.517
210.017
173.478
231.831
159.286
72.545
339.213 1.089.719
312.403 1.293.950
346.144 1.759.733
296.844 1.577.997
49.300 181.736
1.087.193
0
0
0
0
5.089.994
4.237.897
5.272.834
4.330.391
942.443
rekening 2013
Productgroepen 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn 8005 Asielzoekers 8101 Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds 8201 Sportbeleid 8602 Zorg en hulpverlening 8701 Wonen, welzijn en zorg kwetsbare groepen
begroting 2014 na wijziging
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
-12.462
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0 126.000
0 126.000
0 123.375
0 -2.625
139.125
0
0
0
0
126.663
126.000
126.000
123.375
-2.625
LASTEN Apparaatskosten
239.311
Kapitaallasten
-1.247
Programmakosten Productgroep 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn - Het delen, uitdragen en genereren van burgerinitiatieven is onderdeel van het Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2018 dat door PS is vastgesteld. Gezien de afstemming met gerelateerde werkvelden c.q. partners en de tijd die potentiële uitvoerders nodig hebben voor het formuleren van een gedegen uitvoeringsplan, is er geen volledige 186
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
327.641
-
-
besteding van de middelen in 2014 geweest en daarom is bij de Integrale Bijstelling 2014 voorgesteld deze over te boeken naar 2015. Middelen zijn vrijgevallen bij de afwikkeling van subsidies die verstrekt zijn in voorgaande jaren. In het kader van het Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2015 is eind 2013 de opdracht gegund voor de ontwikkeling, uitvoering en het beheer van een zorgmonitor. De middelen voor 2014 maken onderdeel uit van deze opdracht en zijn in 2014 niet volledig besteed. Voorgesteld bij de Integrale Bijstelling 2014 is deze middelen over te boeken. Overige afwijkingen
116.550 67.117
39.392 550.700
Productgroep 8602 Zorg en hulpverlening - Het overschot op Zorg en hulpverlening is hoofdzakelijk ontstaan door het feit dat in 2014 minder subsidies door subsidieontvangers zijn afgewikkeld dan verwacht. Het betreft subsidies die in voorgaande jaren zijn toegekend in het kader van regelingen die nu niet meer bestaan. De restanten blijven beschikbaar voor afwikkeling in 2015. - Overige afwijkingen
104.083
27.100 131.183
Overige afwijkingen
22.498
Totaal afwijking programmakosten
704.381
Totaal afwijking lasten
942.445
BATEN Programmabaten Totaal afwijking baten
2.625
Saldo afwijking lasten-baten
939.820
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
187
8.2
Jeugd
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Het goed afwikkelen van onze wettelijke taken op de jeugdzorg in 2015. Via een warme overdracht hebben wij onze taken naar de Groninger gemeenten overgedragen. Goed en bereikbaar onderwijs is een voorwaarde voor de ontwikkeling van de jeugdige.
PS
Beleidskader:
Beleidskader jeugd 2013-2016 'Groninger jeugd, Groninger toekomst' Kwaliteitsakkoord basisonderwijs provincie Groningen 2012/2013 en 2013/2014
GS Productgroep 8102 Onderwijsbeleid
Samen met gemeenten en onderwijsinstellingen een bijdrage leveren voor kwalitatief en bereikbaar onderwijs voor alle jeugdigen
Productgroep 8801 Jeugdzorg
Afwikkeling van financiering van Bureau Jeugdzorg (BJZ) en het zorgaanbod jeugdhulpverlening en cliëntenorganisaties op grond van de Wet op de jeugdzorg
188
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
Gerealiseerd 2012
2011
Het percentage van de verleende jeugdzorg dat binnen de landelijke normen wordt uitgevoerd Het percentage (zeer) zwakke scholen in de provincie ten opzichte van het landelijk gemiddelde
2013
2014
99,80%
99,43%
2,6% zwak; 0,9% zeer zwak
3,0% zwak; 0,6% zeer zwak
Prestatie-indicatoren productgroepen Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
8102
8801 8801
8801
8801
8801
8801
8801
8801
Bron
Aantal (zeer) zwakke scholen in de provincie Groningen Aantal zorggebruikers dat geïndiceerde zorg ontvangt Gemiddelde cliënttevredenheid bij het zorgaanbod Aantal unieke cliënten dat langer dan 9 weken wacht op provinciale jeugdzorg Gemiddelde doorlooptijd indicatietraject (BJZ) (norm 77 dagen) Percentage jeugdigen dat binnen de doorlooptijd AMK wordt geholpen Gemiddelde doorlooptijd onderzoek AMK (norm 70 dagen) Percentage jeugdigen dat binnen de doorlooptijd jeugdbescherming wordt geholpen Gemiddelde doorlooptijd start jeugdreclasseringscontacten (norm 5 dagen)
2010
2011
2012
Streefwaarden 2013
2014
2014
8 zwak;: 3 zeer zwak
11 zwak; 3 zeer zwak
12 zwak; 2 zeer zwak
4.050
3.152
3.515
8,1
8,2
8,0
7
18
0
58 dagen
55 dagen
77 dagen
100%
100%
100%
63 dagen
54 dagen
70 dagen
33,5%
26%
100%
5 dagen
1 dag
5 dagen
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
2015
2016
2017
189
Actueel belangrijke onderwerpen TOEGEVOEGD: Transitie jeugdzorg (actueel) Beleid en doelen op termijn De verantwoordelijkheid voor de transitie en de transformatie van de jeugdzorg ligt bij de (samenwerkende) gemeenten. Wij onderschrijven de decentralisatie van de jeugdzorg en het vormen van één financieringsstroom én erkennen hierbij de omvangrijke taak voor gemeenten. Vanuit een algemeen maatschappelijk belang voelen wij ons dan ook verantwoordelijk voor een goede ondersteuning aan gemeenten bij het vormgeven van deze transitie en transformatie. Waar nodig bieden wij de nodige informatie en ondersteuning en blijven wij ernaar streven om de samenwerking tussen betrokken partijen te stimuleren. Wij willen onze taken, kennis en ervaring warm aan gemeenten overdragen waarbij wij het van belang vinden dat de kennis en functies van instellingen zoals Bureau Jeugdzorg (BJZ), de provinciaal gefinancierde zorgaanbieders en cliëntenorganisaties een plaats krijgen binnen het transitieproces en de nieuwe jeugdzorg. Hiermee voorkomen we dat de opgebouwde kwaliteit van de jeugdzorg en de bestaande kennis verloren gaat. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Warme overdracht provinciale wettelijke De gemeenten waren in 2014 georganiseerd taken; in de programmaorganisatie Transformatie Jeugdzorg Groningen (TJZG) en tussen de Samenwerken met Groninger gemeenten in provincie en programmaorganisatie vond belang van warme overdracht; regulier ambtelijk en bestuurlijk afstemming plaats. De provincie nam deel aan de Stuurgroep Jeugd. Hierbij stond centraal het delen van kennis van onder meer het inkoopproces en kennis van en over de functies van jeugdzorginstellingen (warme overdracht). Daarnaast zijn ter invulling van de programmaorganisatie tijdelijk medewerkers van de provincie ingezet c.q. uitgeleend voor het uitvoeren van het nieuwe jeugdzorgstelsel. Gemeenten hebben eind 2014 hun samenwerking vormgegeven in het Regionale Inkooporgaan Groninger Gemeenten (RIGG) onder de gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid en Zorg. Zij hebben het grootste deel van de jeugdzorg gezamenlijk ingekocht in november 2015 2014 met de jeugdzorginstellingen contracten afgesloten. Voor de provinciaal gefinancierde instellingen geldt dat zij conform afspraken in het Regionaal Transitiearrangement (oktober 2013) een afspraak hebben die het mogelijk maakt zorg te (blijven) verlenen aan de jeugdigen en die het mogelijk maakt om als organisatie voort te bestaan. Afbouw provinciale subsidierelaties jeugdzorg December 2012 hebben wij onze instellingen geïnformeerd over ons besluit tot beëindiging van de subsidierelatie per 1 januari 2015 in verband met de transitie. Elker heeft beroep aangetekend en dit is onlangs door de rechtbank als ongegrond verklaard. Elker heeft ervan afgezien om in hoger beroep te gaan. Ook BJZ heeft een bezwaar ingediend en heeft onlangs aangegeven dat zij hun bezwaar gaan intrekken. Het rest ons nog om in 2015 de subsidies voor het jaar 2014 definitief vast te stellen (juni 2015). 190
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Wanneer gereed Gepland 2014 Middelen Begroot Experimentenbudget aan gemeenten € 400.000 (over de gehele periode). Ureninzet van provinciale medewerkers binnen de programmaorganisatie TJZG.
Gerealiseerd 2014 Besteed In 2013 hebben wij de Stuurgroep Jeugd een bedrag van € 400.000 toegekend voor de uitvoering van experimenten. De eerste tranche van experimentenmiddelen is begin 2014 besteed aan verschillende experimenten met provinciale instellingen door gemeenten. Op aangeven van de gemeenten zijn voor de tweede tranche van experimenten eind 2014 middelen besteed aan het RIGG en aan twee gemeenten voor het uitvoeren van experimenten. In 2014 hebben een aantal provinciale medewerkers voor een deel van hun tijd in de programmaorganisatie TJZG gewerkt.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
191
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Onderwijsbeleid (productgroep 8102) Kwaliteit basisonderwijs Beleid en doelen op termijn Verbetering kwaliteit basisonderwijs en daarmee vermindering aantal (zeer) zwakke scholen in provincie Groningen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Uitvoering (herijkte) kwaliteitsakkoord basisonderwijs.
Wanneer gereed Gepland 1 september 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie.
Gerealiseerd 1 september 2014 Besteed Bestaande formatie.
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Samen met gemeenten en onderwijsinstellingen een bijdrage leveren voor kwalitatief en bereikbaar onderwijs voor alle kinderen en jongeren samenwerking Groninger gemeenten; in relatie tot onderwijs aandacht voor behoud van kwaliteit en robuuste voorzieningen in krimpregio’s
192
Gerealiseerd Het kwaliteitsakkoord is door de samenwerkende partijen uitgevoerd. Er zijn subsidies verleend voor kwaliteitsverbetering op scholen en er is gewerkt aan structurele kwaliteitsverbetering door inzet van een auditteam. Ook zijn er masterclasses georganiseerd met als doel het verbeteren van bestuurlijk handelen van schoolbesturen.
Gerealiseerd
In alle drie de krimpregio’s staat de kwaliteit en bereikbaarheid van het onderwijs hoog op de agenda. In de woon- en leefbaarheidsplannen hebben de ontwikkelingen in het onderwijs een belangrijke plek gekregen. Zo wordt in de Eemsdelta de integratie van opvang en onderwijs van 0-12 jaar in kindvoorzieningen voorgestaan. Samen met schoolbesturen in de Eemsdelta zijn afspraken gemaakt over samenwerking en de noodzakelijke vermindering van het aantal scholen. Dit leidde tot plannen voor en uitvoering van nieuwe brede scholen, samenwerkingen en samenvoegingen van dorpsscholen. Voorbeelden zijn de oplevering van twee nieuwe brede scholen in Appingedam, plannen voor samenvoeging van verschillende dorpsscholen en een bijzondere samenwerking tussen enkele kleine scholen in de gemeente Loppersum, een plan voor een nieuwe brede school in Uithuizen en een tweede in Delfzijl. De uitdaging die de bevolkingsdaling ons stelt is omgebogen naar
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
informatieoverdracht aan Groninger gemeenten over voortgang kwaliteit basisonderwijs; deelname project kennisplatform kindvoorzieningen.
een kans om tot vernieuwing van het onderwijs te komen. De regio Oost-Groningen heeft primair onderwijs benoemd tot een van haar prioriteiten. Centraal daarbij staat enerzijds de afname van het aantal basisschoolkinderen, terwijl de bekostiging van het onderwijs grotere scholen vraagt en anderzijds de onderwijskwaliteit. Ook in De Marne zijn keuzes gemaakt door de schoolbesturen welke scholen open blijven en welke sluiten of samengaan. Ook wordt met provinciale middelen onderzoek naar locatie voor een geïntegreerd kindcentrum (GKC) in Leens mogelijk gemaakt. Over de resultaten van het kwaliteitsakkoord basisonderwijs heeft afstemming plaatsgevonden met de Groninger gemeenten. Zowel ambtelijk als bestuurlijk deelgenomen aan het project Kennisplatform kindvoorzieningen.
Jeugdzorg (productgroep 8801) Transitie Jeugdzorg Beleid en doelen op termijn Toewerken naar transitie en transformatie van het jeugdzorgstelsel. (Zie Beleidskader Jeugd 2013-2016 provinciegroningen.nl.) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland warme overdracht van provinciale wettelijke taken;
samenwerken met Groninger gemeenten in belang van warme overdracht;
afbouw provinciale subsidierelaties jeugdzorg.
Wanneer gereed Gepland 1 januari 2015 Middelen Begroot Reguliere middelen.
Gerealiseerd Kennis, ervaring en belang van onze wettelijke taken en jeugdzorginstellingen in de samenwerking met de gemeenten ingebracht. Op ambtelijke en bestuurlijk samengewerkt met de Groninger gemeenten en de programmaorganisatie TJZG. Inzet van provinciale medewerkers in programmaorganisatie TJZG. In december 2012 hebben wij aangekondigd dat wij onze subsidierelatie gaan beëindigen per 1 januari 2015 in verband met de transitie. In de daar opvolgende beschikkingen is dit steeds kenbaar gemaakt aan onze subsidierelaties. Om de transitie zo soepel mogelijk te laten verlopen hebben wij (naar rato) een bijdrage verleend. Gerealiseerd 1 januari 2015 Besteed Vanuit de reguliere middelen is € 232.000 besteed aan onderzoek frictiekosten Bureau Jeugdzorg, tweede tranche experimenten, bijdrage aan de programmaorganisatie en een afscheidsbijeenkomst voor de jeugdzorginstellingen en de gemeenten.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
193
Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Zorg dragen voor kwalitatief en kwantitatief voldoende zorgaanbod op grond van de Wet op de jeugdzorg uitvoering en monitoring afspraken subsidiebeschikkingen 2014, waarbij: -
de wettelijke doorlooptijden worden gehaald door BJZ; niemand langer dan 9 weken wacht op zorg;
uitvoering cliënten- en kwaliteitsbeleid door onder meer inzet van vertrouwenspersoon en belangenbehartiging pleegzorg.
Samen met gemeenten en onderwijsinstellingen (onderwijszorgplicht) zorgen voor een sluitende jeugd(zorg)keten (Aansluiting jeugdzorg en onderwijs) deelname en overdracht taken bestuurlijk afstemmingsoverleg passend onderwijs en zorg voor jeugd Groningen.
194
Gerealiseerd
Middels de kwartaalrapportages van de jeugdzorginstellingen heeft de uitvoering en monitoring van de afspraken in de subsidiebeschikkingen 2014 plaatsgevonden. - BJZ heeft niet alle wettelijke doorlooptijden gehaald doordat BJZ haar aandacht gericht had op de transitie per 1 januari 2015. - Er is nog een aantal jeugdigen die langer dan 9 weken wachten op zorg. Volgens de cijfers van het vierde kwartaal 2014 zijn er 11 jeugdigen die wachten op zorg. Voor alle cliënten geldt dat ze in beeld zijn (bij BJZ en de zorgaanbieders) en er een cliënt-specifieke reden is waarom de wachttijd oploopt tot langer dan 9 weken. Er kan indien nodig worden versneld of opgeschaald. Ook in 2014 hebben wij een subsidie verleend aan Zorgbelang Groningen en Stichting Pleegwijzer. Zorgbelang Groningen heeft gezorgd voor vertrouwenspersonen en cliëntenbehartiging. En Stichting Pleegwijzer zet zich in voor de belangenbehartiging in het kader van pleegzorg. Wij hebben ook gefaciliteerd bij het Pleegzorg 6-hoeksoverleg dat twee keer per jaar plaatsvindt in Groningen, waarbij alle partijen die met pleegzorg te maken hebben bij elkaar komen om af te stemmen en elkaar te informeren. De taken met betrekking tot het faciliteren van het Pleegzorg 6-hoeksoverleg hebben wij eind september 2014 overgedragen aan de Groninger gemeenten.
Deze taken zijn eind 2013 door ons overgedragen aan de Groninger gemeenten.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Lasten/baten en analyse thema Jeugd Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
rekening 2014
verschil
1.054.389
1.130.428
0 0 0 0 362.137 28.438 155.838 122.914 47.961.000 46.806.989 49.096.000 49.484.611 9.484 0 0 0
0 32.924 -388.611 0
Totaal lasten 50.254.847 48.403.299 51.436.655 50.661.913
774.742
Apparaatskosten
1.922.226
Kapitaallasten 8102 Onderwijsbeleid 8801 Jeugdzorg 8802 Jongerenparticipatie
8102 Onderwijsbeleid 8801 Jeugdzorg 8802 Jongerenparticipatie
primitieve begroting 2014 1.567.872
begroting 2014 na wijziging 2.184.817
0 0 0 0 47.082.222 46.500.000 48.749.011 49.235.860 0 0 0 0
0 486.849 0
Totaal baten 47.082.222 46.500.000 48.749.011 49.235.860
486.849
Totaal saldo lasten-baten 3.172.625 1.903.299 2.687.644 1.426.053 1.261.591 N.b. Het krediet Jongerenparticipatie is met ingang van 2014 overgeheveld naar productgroep 1603 Communicatie binnen het programma Bestuur.
LASTEN Apparaatskosten
1.130.428
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 8801 Jeugdzorg - Niet voorzien zijn betalingen geweest aan Bureau Jeugdzorg (€ 493.065) en aan diverse instelling zijn nog NUDUK-gelden betaald die niet waren voorzien. (NUDUK: niet uitgekeerde doeluitkering jeugdzorg). Hiertegenover stonden ook extra baten (zie Baten). - De doorbetaling aan Bureau Jeugdzorg van de bijdrage van de provincie Drenthe over 2014 voor de Kindertelefoon is abusievelijk tweemaal begroot. - Gemeenten konden niet volledig voldoen aan de voorwaarden om voor de middelen van de tweede tranche experimentmiddelen in aanmerking te komen. Het restbedrag van € 74.638 is overgeboekt naar 2015 en hebben we herbestemd aan de voorheen provinciaal gefinancierde jeugd(zorg)instellingen in het kader van energie en duurzaamheid. - Overige afwijkingen
-704.990
156.507 74.638
85.234 -388.611
Overige afwijkingen
32.924
Totaal afwijking programmakosten Totale afwijking lasten
- 355.686 774.742
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
195
BATEN Programmabaten Productgroep 8801 Jeugdzorg - Een niet begroot bedrag van € 493.065 is ontvangen van de Provincie Drenthe (Buitenprovinciale Plaatsingen). Het bedrag is doorbetaald aan Bureau Jeugdzorg (zie Lasten). - Door de hogere, niet geraamde, uitgaven aan de diverse instellingen (zie Lasten) is er meer geld aan de NUDUK onttrokken. - De bijdrage van de provincie Drenthe over 2014 voor de Kindertelefoon (doorbetaling aan Bureau Jeugdzorg) is abusievelijk tweemaal begroot. Zie ook Lasten. - Een verwachte ontvangst voor Buitenprovinciale Plaatsingen van de provincie Drenthe is, in overleg met deze provincie, lager uitgevallen. - Overige afwijkingen
493.065 211.925 - 156.507 - 68.519 6.885 486.849
Totaal afwijking baten
486.849
Saldo afwijking lasten-baten
196
1.261.591
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
197
8.3
Cultuur en media
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Samen met andere overheden en externe partijen: - Inwoners actief mee laten doen aan en laten genieten van cultuur; - Ons cultureel erfgoed presenteren en zoveel mogelijk behouden; - De economie, de pr, de marketing en het vestigingsklimaat van de provincie versterken met behulp van de kunsten.
PS
Beleidskader:
Cultuurnota 2013-2016 'Het Verhaal van Groningen'
GS Productgroep 8320 Het Verhaal van Groningen
We stimuleren cultuur door het verlenen van subsidies aan diverse culturele steuninstellingen en uitvoerende instellingen en aan culturele projecten die passen binnen ons cultuurbeleid
Productgroep 8401 Bibliotheken
Ondersteunen van bibliotheken via de provinciale netwerk- en serviceorganisatie Biblionet en door regievoering op samenwerking en afstemming binnen het provinciale netwerk
198
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatieindicator
8320
Aantal en herkomst bezoekers
Bron
2010
2011
2012
Streefwaarden 2013
2014
subsidieontvangers
1.198.200
onbekend
subsidieontvangers
106.694 184.347 gelijk aan gelijk aan gelijk aan fysiek en fysiek en peiljaar peiljaar peiljaar 130.500 1.005.000 2013 2013 2013 tv-kijkers tv-kijkers
(structureel gesubsidueerde instellingen)
8320
Aantal en herkomst bezoekers (Activiteitenbudget)
8320
Afkomstig van buiten de provincie Groningen (die we
8320
Aantal en herkomst actieve deelnemers
bereiken via de uitvoerende kunstinstellingen)
subsidieontvangers
onbekend
onbekend
subsidieontvangers
4.771
5.047
(Activiteitenbudget)
8320
Spreiding projecten over de regio’s in de provincie (Activiteitenbudget en Budget Restauratie Rijksmonumenten Groningen)
subsidieontvangers
28
42
2014
2015
2016
2017
gelijk aan gelijk aan gelijk aan peiljaar peiljaar peiljaar 2013 2013 2013
groter dan groter dan groter dan peiljaar peiljaar peiljaar 2013 2013 2013
gelijk aan gelijk aan gelijk aan peiljaar peiljaar peiljaar 2013 2013 2013
zoveel mogelijk spreiding over provincie Groningen
zoveel mogelijk spreiding over provincie Groningen
zoveel mogelijk spreiding over provincie Groningen
NB. De prognosegetallen voor het Activiteitenbudget Cultuur 2013 en 2014 zijn bijgesteld op basis van de eindafrekeningen tot nu toe. De realisatiecijfers van 2103 en 2014 kunnen dus nog wijzigingen ondergaan.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
199
Actueel belangrijke onderwerpen Start opstellen beleidskader 2017-2020 Beleid en doelen op termijn In 2014 wordt het kader voor de Cultuurnota 2017-2020 opgesteld. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Start opstellen kader cultuurbeleid 2017-2020.
Wanneer gereed Gepland Eind 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie. Bij de Integrale Bijstelling 2014 is voorgesteld een bedrag van € 85.000 beschikbaar te stellen voor de jaren 2015 (€ 55.000) en 2016 (€ 30.000) voor proceskosten totstandkoming nieuwe cultuurnota.
Gerealiseerd In de periode vanaf september 2014 is gestart met het opstellen van de concept kadernota cultuurbeleid 2017-2020. Hiertoe zijn diverse documenten bestudeerd en gesprekken gevoerd met het culturele veld en gemeenten. Besluitvorming vindt plaats in 2015. Uw Staten hebben op 8 oktober 2014 ingestemd met de planning. Gerealiseerd Opstellen is voor eind 2014 gestart. Besteed Verwachte uitgaven vinden vanaf 2015 plaats.
Bezuiniging cultuur Beleid en doelen op termijn Zie Cultuurnota 2013-2016. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland p.m. NB. De uitwerking van de bezuiniging van € 400.000 wordt bij de Integrale Bijstelling 2013 gepresenteerd. Wanneer gereed Gepland 2016 Middelen Begroot Bij de totstandkoming van de Cultuurnota 20132016 is in de keuzes rekening gehouden met de bezuinigingstaakstelling, zijnde € 1.447.000 voor het onderdeel cultuur. Bij de vaststelling van de Cultuurnota 2013-2016 is uitvoering gegeven aan: motie 4 'Beperken bezuinigingen cultuur' (€ 400.000 per jaar); amendement A 'Continueren amendement Cultuurnota 2009-2012' (€ 100.000 per jaar). Beide zijn bij de behandeling van de Voorjaars200
Gerealiseerd Dit is gerealiseerd. Zie hieronder bij Middelen - Begroot
Gerealiseerd 2016 Besteed De bezuinigingen zijn doorgevoerd.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
nota 2011 door uw Staten aangenomen en zijn integraal verwerkt in de Cultuurnota 2013-2016. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om motie 4 (Beperken bezuinigingen cultuur € 400.000 per jaar) met ingang van 2014 terug te draaien. Deze bezuiniging van € 400.000 per jaar denken wij met name te kunnen realiseren bij het onderdeel incidentele subsidies cultuur. Bij de Integrale Bijstelling 2013 is de concrete invulling aangegeven. Het betreft de volgende budgetten: Activiteitenbudget Het Verhaal van Groningen, (Digitale) infrastructuur Het Verhaal van Groningen, Budget Professionele Kunsten, Consultatief orgaan Nedersaksisch en budget Monitoring Cultuurbeleid. TOEGEVOEGD: Impuls cultuursector (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Bij de Integrale Bijstelling 2013 is een amendement aangenomen om de cultuursector een impuls te geven door het instellen van een cultuurfonds. Het fonds dat met dit amendement wordt ontwikkeld zal de initiatieven ’2018 Brabant’ van de provincie Noord-Brabant, het `publicatiefonds Zeeland’ van de provincie Zeeland als voorbeeld nemen. Deze fondsen zijn er op gericht om culturele initiatieven te ondersteunen met nadrukkelijke samenwerking met private partijen en het Prins Bernhard Cultuurfonds. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd Ontwikkelen van een cultuurfonds. Het fonds is in ontwikkeling. De indieners van het amendement hebben allereerst meer informatie gegeven over de richting die ze uit wensen te gaan met dit fonds. Dit aan de hand van een eerste opzet die is ontwikkeld. Prins Bernhard Cultuurfonds heeft vervolgens ingestemd met het uitvoeren van dit fonds. Hiervoor kunnen aanvragen worden ingediend voor Digitalisering van Collecties van musea en collectie beherende instellingen. Stichting Erfgoedpartners heeft het onderliggende inhoudelijke verhaal opgesteld. Eind 2014 is de provinciale bijdrage overgemaakt aan het Prins Bernhard Cultuurfonds en is de bijbehorende overeenkomst getekend. Wanneer gereed Gepland Eind 2014 Middelen Begroot Bij dit amendement is besloten om vanuit de beschikbare begrotingsruimte voor de jaren 2014 en 2015 jaarlijks € 125.000 (in totaal € 250.000) beschikbaar te stellen ten behoeve van een cultuurfonds dat als doel heeft samen met private partijen culturele initiatieven te ondersteunen en de betreffende passages of verwijzingen in de onderhavige voordracht, voor zover van toepassing, overeenkomstig worden gewijzigd.
Gerealiseerd Gerealiseerd Besteed Eind 2014 is de provinciale bijdrage overgemaakt aan het Prins Bernhard Cultuurfonds via een beschikking en is de bijbehorende overeenkomst getekend. We zijn in overleg met andere fondsen om inhoudelijk en financieel mee te doen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
201
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Media (productgroep 8003) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Afhankelijk van wel/niet doorgaan recentralisatie regionale omroepen vanaf 1 januari 2014: subsidiëring van RTV Noord;
jaarlijks overleg programmabeleid bepalend orgaan (PBO).
Gerealiseerd
Dit is niet gerealiseerd, omdat de recentralisatie per 1 januari 2014 is ingegaan. Idem.
Het Verhaal van Groningen (productgroep 8320) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland structurele subsidie aan 12 steuninstellingen; structurele subsidie aan 26 uitvoerende instellingen (13 erfgoedinstellingen en 13 kunstinstellingen); structurele subsidies aan 3 overige instellingen zijnde Kunstraad Groningen, Consultatief orgaan Nedersaksisch en NAD Nuis;
Gerealiseerd Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd.
incidentele subsidies via 6 subsidieregelingen (incl. monumentenzorg); (digitale) infrastructuur Het Verhaal van Groningen; inzet budget Landsdeel Noord;
Belcampo Stipendium; Post Middendorp-opdracht.
Dit is deels gerealiseerd; het Consultatief orgaan Nedersaksisch is niet opgericht omdat de status 'Erkenning deel III' van het Europees Handvest voor regionale talen aan het Nedersaksisch geen doorgang heeft gekregen. Dit is gerealiseerd. Beschikt aan stichting De Verhalen van Groningen. De beschikbare middelen zijn beschikt aan het NNO, Five Great Guitars en Club Guy & Roni. Dit is gerealiseerd. Bij de Integrale Bijstelling 2014 is besloten om de Post Middendorp-opdracht in 2015 te laten plaatsvinden in plaats van 2014.
Zoals uit bovenstaand overzicht van instrumenten blijkt zijn wij als provincie Groningen voor het behalen van onze doelstellingen mede afhankelijk van derden (culturele instellingen, projectorganisaties, andere overheden etc.). We hebben enkele indicatoren (voortkomend uit Het Verhaal van Groningen 2013-2016) benoemd die een kwantitatief beeld geven van de voortgang van het provinciaal cultuurbeleid. Deze zijn hierboven opgenomen in het rijtje prestatieindicatoren. Daarnaast voeren wij via de bewaking van de subsidierelaties en de projectbeoordelingen een kwalitatieve toets uit.
202
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Bibliotheken (productgroep 8401) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland structurele subsidie aan steuninstelling Biblionet; voorbereiding op de komst van een nieuwe Bibliotheekwet ingaande 2015.
Gerealiseerd Dit is gerealiseerd.
Dit is gerealiseerd.
Zoals uit bovenstaand instrument/activiteit blijkt zijn wij als provincie Groningen voor het behalen van onze doelstellingen mede afhankelijk van derden (steuninstelling en andere overheden). We hebben enkele indicatoren (voortkomend uit Het Verhaal van Groningen 2013-2016) benoemd die een kwantitatief beeld geven van de voortgang van het provinciaal cultuurbeleid. Deze zijn hierboven opgenomen in het rijtje prestatieindicatoren. Daarnaast voeren wij via de bewaking van de subsidierelatie en eventuele projectbeoordelingen een kwalitatieve toets uit.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
203
Lasten/baten en analyse thema Cultuur en media Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
Apparaatskosten
1.747.259
1.340.034
1.675.863
1.858.160
-182.297
Kapitaallasten
34.293 8.932.000 7.615.450 2.818.500
28.100 0 7.215.233 2.785.600
37.660 0 8.960.942 2.785.600
37.890 0 8.365.638 2.785.600
-230 0 595.304 0
Totaal lasten 21.147.501 11.368.967 13.460.065 13.047.288
412.777
8003 Media 8320 Cultuurnota 2013-16 8401 Bibliotheken
8003 Media 8320 Cultuurnota 2013-16 8401 Bibliotheken
0 277.742 0
0 112.133 0
0 107.423 91.628
0 277.987 91.628
0 170.564 0
277.742
112.133
199.051
369.615
170.564
Totaal saldo lasten-baten 20.869.759 11.256.834 13.261.014 12.677.673
583.341
Totaal baten
LASTEN Apparaatskosten
-182.297
Kapitaallasten
-230
Programmakosten Productgroep 8320 Het Verhaal van Groningen (Cultuurnota 2013-2016) In totaal wordt een bedrag van € 807.403 overgeboekt naar 2015 via de reserve Overboeking kredieten. Dit bedrag heeft betrekking op de bij de Integrale Bijstelling 2014 aangekondigde overboekingsvoorstellen (Activiteitenbudget € 224.851 en digitale infrastructuur HVVG € 168.473) en op de niet aangekondigde overboeking van DU-middelen inzake onderhoud en restauratie monumenten (€ 414.079). Voor een aantal projecten zoals aankleding van de klimaatkamers van de publieksruimte NAD Nuis (€ 170.000), renovatie Watertoren Noord (€ 33.380) en bouw auditorium Openluchtmuseum Het Hoogeland (€ 27.969) is de bijdrage die is toegekend in het kader van Culturele Infrastructuur Groningen, betaald ten laste van de hiervoor gereserveerde middelen in de reserve ESFI. Overige afwijkingen
807.403
-263.097
50.988 595.304
Totaal afwijking programmakosten
595.304
Totaal afwijking lasten
412.777
204
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
BATEN Programmabaten Productgroep 8320 Het Verhaal van Groningen (Cultuurnota 2013-2016) Als gevolg van bijdrage in de kosten van het Noordelijk Archeologisch Depot vallen de baten € 168.658 hoger uit. Overige afwijkingen
168.658 1.906 170.564
Totaal afwijking baten
170.564
Saldo afwijking lasten-baten
583.341
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
205
206
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
9.
Bestuur
Inleiding Het programma Bestuur bestaat uit de thema's: 1. Provinciale Staten 2. Overige bestuursorganen 3. Bestuurlijke samenwerking 4. Communicatie Dit programma richt zich op de algemene ondersteuning van zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten, het inzichtelijk maken van het provinciaal beleid voor burgers, belangengroepen en andere belangstellenden en op de deelname van de provincie Groningen aan diverse samenwerkingsverbanden. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: We ambiëren een open, communicatieve en slagvaardige bestuursstijl, met oog en oor voor wat er speelt in de samenleving, in samenspraak met belanghebbenden. Herindeling van gemeenten sluiten we niet uit, bij voorkeur van onderaf en bij wezenlijke versterking van de bestuurskracht en samenwerking tussen gemeenten. Indien gemeenten er onderling niet (goed) uitkomen, vervullen we een actieve, bemiddelende en zo nodig een regisserende rol. We willen als noordelijke regio met de provincies Fryslân en Drenthe blijven optrekken richting Den Haag en Brussel en verdere stappen zetten in de noordelijke visievorming. Onze (gemeenschappelijke) lobby richting Den Haag, Brussel en onze internationale contacten willen we intensiveren. Communicatie vinden we hierbij van essentieel belang. In grensoverschrijdende samenwerking zien wij kansen met Duitsland, de North Sea region en de Baltische regio.
Bestuur
207
9.1
Provinciale Staten
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Provinciale Staten bepalen het beleid (op hoofdlijnen) en nemen de belangrijkste beslissingen. Provinciale Staten richten zich in het bijzonder op hun volksvertegenwoordigende en kaderstellende rol en zij controleren het college van Gedeputeerde Staten op het gevoerde beleid. Provinciale Staten vertegenwoordigen de gehele bevolking van de provincie. De leden van Provinciale Staten worden direct gekozen door de kiesgerechtigde inwoners en zijn staan aan het hoofd van provincie. De provincie Groningen heeft 43 Statenleden.
PS
Beleidskader:
Provinciewet
GS Productgroep 1001 Ondersteuning Provinciale Staten
208
Provinciale Staten richten zich op hun kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol. Zij hebben de beschikking over een eigen ondersteuning (griffier en medewerkers Statengriffie).
Bestuur
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
Bron
2010
2011
2012
Streefwaarden 2013
2014
2014
2015
2016
2017
In de begroting waren geen prestatie-indicatoren opgenomen. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Bestuur
209
Actueel belangrijke onderwerpen Digitalisering Beleid en doelen op termijn Uitwerken en professionaliseren van de digitalisering van het besluitvormingsproces (die in 2011 is gestart). Belangrijk onderdeel is het optimaliseren van het digitaal vergaderen voor de Statenleden vanuit het principe 'Bring Your Own Device' (BYOD) en het verbeteren van de toegankelijkheid en presentatie van het besluitvormingsproces op de website van de provincie Groningen. In 2014 zullen op dit vlak richtinggevende besluiten worden genomen die - uiterlijk - in het voorjaar van 2015 zullen worden geëffectueerd. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Uitvoeren van het projectplan digitalisering Provinciale Staten;
Voorbereiden van de invoering van het BYOD-principe per maart 2015.
Wanneer gereed Gepland Maart 2015 (de professionalisering is een ongoing proces).
Middelen Begroot Reguliere budgetten.
210
Gerealiseerd Het projectplan is uitgebreid en de aanbesteding is gestart voor een nieuwe vergaderapplicatie voor zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten. De voorlopige gunning is afgerond en de voorbereidingen voor de implementatie van de applicatie zijn in gang gezet. De verwachting is dat begin 2015 de definitieve gunning kan plaatsvinden. De verkenningen van de consequenties (financieel, fiscaal, personeel en ondersteuning) van invoering van het BYODprincipe zijn uitgevoerd. Uiterlijk februari 2015 zullen concrete beleidskeuzes gemaakt worden. Gerealiseerd De voorbereidingen hebben meer tijd gevergd dan gepland. De verwachting is nog steeds dat bij het aantreden van de nieuwe Staten in maart 2015 de doelen zijn gehaald. Besteed Vanwege de uitloop in de planning zijn geen uitgaven in 2014 gedaan en vallen de kosten grotendeels onder het budget van 2015.
Bestuur
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Ondersteuning Provinciale Staten (productgroep 1001) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Agenderen van belangrijke maatschappelijke onderwerpen en het onderhouden van contacten met de inwoners van de provincie Groningen, met instellingen, belangengroepen en maatschappelijke organisaties, door onder andere het afleggen van werkbezoeken en het organiseren van publieksbijeenkomsten;
Vaststellen van beleidsnota's waarin richtinggevende keuzes en randvoorwaarden worden vastgelegd voor het opstellen en uitvoeren van beleid door het college van Gedeputeerde Staten;
Vaststellen van de Begroting en het beoordelen van de financiële rapportages, waaronder de Rekening en de Voorjaarsnota, op het bereiken van het gestelde doelen, de afgesproken activiteiten en resultaten en de inzet van de middelen; Beoordelen van de onderzoeken van de Noordelijke Rekenkamer en de resultaten betrekken bij de besluitvorming over provinciale beleidsvoorstellen.
Gerealiseerd Er zijn ruim vijftig vergaderingen gehouden. Daarnaast zijn bijna evenzoveel activiteiten in commissie- en statenverband ondernomen in het kader van contacten met instellingen en maatschappelijke organisaties. Belangrijke thema's als de steun aan Aldel, de gevolgen van de gaswinning, zoeklocaties voor windmolens en de gemeentelijke herindeling stonden op de politieke agenda. De Staten hebben een besluit genomen over ruim 90 beleidskeuzes. Variërend van keuzes over de ruimtelijke inrichting van de provincie, de aanleg van infrastructuur en over landbouw en megastallen, tot de verstrekking van subsidies en de transitie in de jeugdzorg. De planning- en controldocumenten zijn besproken en ongewijzigd vastgesteld door Provinciale Staten. Er zijn 23 moties aangenomen, bijvoorbeeld met betrekking tot de gaswinning en stimulering van de economie (Aldel en mkb). Er zijn drie onderzoeken van de Noordelijke Rekenkamer besproken. Eind 2014 is afgesproken om in het vervolg de uitvoering van de aanbevelingen van de Noordelijke Rekenkamer die worden overgenomen door Provinciale Staten, te laten monitoren.
Bestuur
211
Lasten/baten en analyse thema Provinciale Staten Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013 Apparaatskosten
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
1.038.854
1.067.115
1.226.782
1.137.041
89.741
0
0
0
0
0
1.404.195
1.565.778
1.549.211
1.456.585
92.626
2.443.049
2.632.893
2.775.993
2.593.625
182.368
0
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
0
Totaal saldo baten-lasten
2.443.049
2.632.893
2.775.993
2.593.625
182.368
Kapitaallasten 1001 Ondersteuning Provinciale Staten Totaal lasten 1001 Ondersteuning Provinciale Staten
LASTEN Apparaatskosten
89.741
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 1001 Ondersteuning PS - De uitgaven op het budget voor duale taken zijn moeilijk te voorspellen omdat het mede afhankelijk is van initiatieven uit PS. In 2014 is een deel gebruikt voor kosten van de conferentie 'Nieuwe Energie'. - Overige afwijkingen
80.475 12.152 92.627
Totale afwijking lasten
182.368
BATEN Programmabaten Totaal afwijking baten
0
Saldo afwijking lasten-baten
212
182.367
Bestuur
Bestuur
213
9.2
Overige bestuursorganen
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: In het duale stelsel (zoals dat is ingevoerd in maart 2003) zorgen Gedeputeerde Staten voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van beleid binnen door Provinciale Staten vastgestelde kaders. De commissaris van de Koning vormt de schakel tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten en is belast met de zorgplichten (onder andere integriteit en goed bestuur) met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers.
PS
Beleidskader:
Provinciewet Collegeprogramma 2011-2015
GS Productgroep 1101 Gedeputeerde Staten
Faciliteren van GS om de bestuurstaak adequaat uit te kunnen voeren
Productgroep 1201 Kabinetszaken
De commissaris van de Koning heeft als rijksorgaan een aantal bestuurstaken die zijn vastgelegd in zijn ambtsinstructie. Hierbij wordt hij ondersteund door zijn kabinet.
214
Bestuur
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
Bron
2010
2011
2012
Streefwaarden 2013
2014
2014
2015
2016
2017
In de begroting waren geen prestatie-indicatoren opgenomen. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Bestuur
215
Actueel belangrijke onderwerpen TOEGEVOEGD: Dialoogtafel gaswinning (VJN2014) Beleid en doelen op termijn De commissie Meijer heeft eind 2013 een advies gegeven over de maatregelen die getroffen moeten worden om het gaswinningsgebied te handhaven als aangename regio om te wonen en werken. Op 17 januari 2014 heeft de minister van Economische Zaken zijn winningsbesluit bekend gemaakt, met daarbij maatregelen zoals die werden voorgesteld door de commissie Meijer. Deze zijn vervat in het bestuursakkoord 'Vertrouwen op Herstel, Herstel van Vertrouwen'. De Dialoogtafel is als onderdeel van deze afspraken opgericht en vergaderde op 10 maart 2014 voor het eerst, Sindsdien is door de partijen aan de tafel hard gewerkt aan de uitwerking van de maatregelen uit het bestuursakkoord. De operationele kosten van deze dialoogtafel zijn geraamd op jaarlijks circa € 620.000. De voorzitters hebben in hun advies aangegeven dat het uit een oogpunt van het gemeenschappelijke belang aan te bevelen is deze kosten gelijkelijk te verdelen over de NAM, het ministerie van Economische Zaken en de provincie Groningen. Uit overleg met het ministerie van Economische e Zaken en Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is herbevestigd dat elk van hen bereid is 1/3 deel van de kosten voor haar rekening te nemen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Opbouwen van de Dialoogtafel als overlegplatform. De Dialoogtafel functioneert als overlegorgaan dat via zwaarwegende adviezen het beleid van betrokken partijen beïnvloed. De Dialoogtafel stelt de precieze uitwerking van maatregelen die zijn opgenomen in het bestuursakkoord, inhoudelijk vast.
Wanneer gereed Gepland Begin 2014
Dit is gerealiseerd. De tafel heeft ongeveer maandelijks vergaderd, dan wel in andere vorm van overleg haar mening gegeven over allerlei onderwerpen. Dit is gerealiseerd. De Dialoogtafel heeft bijvoorbeeld de interimregeling waardevermeerdering inhoudelijk vastgesteld, die door uw Staten formeel is vastgesteld 5 november 2014 (voordracht 50a/2014). Wij zijn vervolgens op 17 februari 2015 akkoord gegaan met een wijziging van deze regeling (conceptvoordracht 13/2015).
Gerealiseerd Eerste vergadering Dialoogtafel vond plaats op 10 maart 2014.
Middelen Begroot In het kader van voorbeslag Voorjaarsnota 2014 is voor de periode 2014-2018 een bedrag van € 207.000 per jaar beschikbaar gesteld, zijnde 1/3 van de geschatte kosten per jaar (€ 620.0000).
216
Gerealiseerd Dit is naar verwachting gerealiseerd.
Besteed De bestedingen zijn in 2014 iets lager uitgevallen dan de € 620.000 die begroot was omdat de Dialoogtafel per 1 maart 2014 in volle omvang van start is gegaan. Voor het jaar 2015 is de begroting vastgesteld op € 695.000. In het kader van deze Rekening is daarom het voorstel meegenomen om het surplus van 2014 van bijna € 53.000 over te boeken naar 2015.
Bestuur
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Gedeputeerde Staten (productgroep 1101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Goed voorbereide en efficiënte vergaderingen en bijeenkomsten.
Gerealiseerd Er zijn 41 reguliere collegevergaderingen gehouden. Daarvan waren twee vergaderingen op een externe locatie (één als onderdeel van de jaarlijkse GS/DT-tweedaagse en één als onderdeel van de bijeenkomst van de drie noordelijke colleges van GS). De vergaderingen waren steeds op dinsdag. Naast de reguliere vergaderingen is een extra vergaderingen gehouden over de uitgangspunten van de Voorjaarsnota. Tijdens een aantal vergaderingen is een inleiding gehouden over een specifiek onderwerp. Bij diverse vergaderingen is met de directie overlegd over specifieke beleids- of organisatorische onderwerpen. Met name betrof het hier het dossier gaswinning. Het college twee keer overleg gevoerd met het Dagelijks Bestuur van de Vereniging Groninger Gemeenten. Verder zijn lunchbesprekingen gehouden met de directeur van het SNN, de gemeente Groningen, de gemeente Menterwolde en het CvB van het UMCG. Het college heeft de nieuw benoemde raadsleden uitgenodigd voor een kennismakingsbezoek, heeft diverse relaties uitgenodigd voor een diner en een bezoek aan Noorderzon en heeft het college van GS van Noord-Holland ontvangen voor een werkbezoek. Het college heeft zich aangesloten bij de uitvoering van het projectplan digitalisering Provinciale Staten (zie aldaar), waardoor op termijn één digitaal vergadersysteem voor zowel PS als GS wordt geïmplementeerd.
Bestuur
217
Kabinetszaken (productgroep 1201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland toezien op ordelijk verloop van de procedure met betrekking tot de (her)benoeming van een burgemeester. In deze procedure heeft de CdK een belangrijke rol: op zijn advies wordt de vacature opengesteld, hij vormt zich een oordeel over kandidaten, geeft de vertrouwenscommissie een overzicht van de sollicitanten en zijn selectie daaruit. Voordat de vertrouwenscommissie haar bevindingen in besloten zitting voorlegt aan de gemeenteraad, bespreekt ze deze met de CdK. Nadat de raad de aanbeveling heeft vastgesteld rapporteert de CdK aan de minister over het verloop van de procedure. voorbereiden en begeleiden van gemeentebezoeken;
218
Gerealiseerd In 2014 is het waarnemerschap van 1 burgemeester verlengd. Eén burgemeester is door de Kroon benoemd en drie burgemeesters zijn herbenoemd..
bevorderen van samenwerking tussen vertegenwoordigers van rijksdiensten die in de provincie werken en tussen hen, het provinciaal bestuur en gemeente- en waterschapsbesturen; afdoen van klachten van burgers; voorbereiden en begeleiding van eventuele Koninklijke bezoeken;
adviseren Koninklijke Onderscheidingen.
Bestuur
De volgende gemeentebezoeken zijn voorbereid en hebben plaatsgevonden: - Haren, 31 januari 2014 - De Marne, 21 februari 2014 - Eemsmond, 12 september 2014 - Bedum, 28 november 2014 De commissaris van de Koning heeft, mede namens zijn collega's van Friesland en Drenthe, het rijksherenoverleg georganiseerd waarbij ook bestuurders van vitale organisaties zijn uitgenodigd. Er zijn 26 Ombudszaken geregistreerd. De volgende koninklijke bezoeken hebben plaatsgevonden: - bezoek HKH prinses Beatrix aan het Master Gala van het Prins Claus Conservatorium; - Openingsceremonie 400 jaar RuG in aanwezigheid van ZM Koning WillemAlexander; - HM Koningin Màxima aanwezig bij Congres Schuldhulpverlening; - HM Koningin Màxima opent tentoonstelling van het Groninger Museum. Er is geadviseerd over: - 53 aanvragen bijzondere gelegenheid; - 98 algemene gelegenheid; - 17 aanvragen, deze zijn voorzien van een negatief advies.
Lasten/baten en analyse thema Overige bestuursorganen Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
Apparaatskosten
3.770.450
3.740.823
4.338.267
4.424.466
-86.199
Kapitaallasten
0 1.371.330 14.775
0 233.800 14.775
0 614.800 14.775
0 755.508 14.775
0 -140.708 0
5.156.555
3.989.398
4.967.842
5.194.748
-226.906
4.231 0
0 0
141.872 0
134.827 0
-7.045 0
Totaal baten
4.231
0
141.872
134.827
-7.045
Totaal saldo lasten-baten
5.152.323
3.989.398
4.825.970
5.059.921
-233.951
1101 Gedeputeerde Staten 1201 Kabinetszaken Totaal lasten 1101 Gedeputeerde Staten 1201 Kabinetszaken
LASTEN Apparaatskosten
-86.199
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 1101 Gedeputeerde Staten - De dialoogtafel is een samenwerkingsverband welke wordt gefinancierd door 3 partijen. De middelen zijn niet volledig besteed maar worden gereserveerd voor 2015 en worden via een overboekingsvoorstel overgeboekt naar 2015. - De uitgaven in het programma gaswinning zijn later op gang gekomen dan verwacht. Dat hangt samen met het later uitkomen van het winningsbesluit, dat gepland was voor augustus 2014, maar nu pas eind januari 2015 is uitgekomen. De (juridische) ondersteuning die naar verwachting wordt ingehuurd voor het instellen van beroep op het winningsbesluit, is hiermee naar achter geschoven. De middelen worden via een overboekingsvoorstel overgeboekt naar 2015. - Op basis van een actuariële berekening door Loyalis heeft een herberekening plaatsgevonden wat heeft geleid tot een aanvullende storting. - Overige afwijkingen
52.868
23.925
-208.948 -8.552
Totaal afwijking programmalastenbaten
-140.707
Totale afwijking lasten
-226.906
BATEN Programmabaten Totaal afwijking baten
-7.045
Saldo afwijking lasten-baten
-233.951
Bestuur
219
9.3
Bestuurlijke samenwerking
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: Bevorderen ongeschreven en geschreven regels van goed bestuur en het uitvoeren van specifieke wettelijke taken zoals geschillenbeslechting en toezicht op de gemeentefinanciën. PS
Beleidskader:
Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen (Titel IV van de Gemeentewet (artikelen 186 t/m 215) en Wet financiering decentrale overheden (Wet fido)) Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland Aanvullend beleidskader voor het interbestuurlijk archieftoezicht 'Nieuwe schoenen' Wet revitalisering generiek toezicht
GS Productgroep 1301 Bestuurlijke organisatie
Zorgen voor een adequate bestuurlijke inrichting van de provincie zodat publieke taken op het juiste niveau worden verricht Bemiddelen bij of beslechten van bestuursgeschillen tussen gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en de behandeling van klachten over gemeentebesturen
Productgroep 1401 Financieel toezicht op gemeenten
Productgroep 1501 Uitvoering van wettelijke regelingen
Het financiële toezicht dat de provincies uitvoeren op de gemeenten (en gemeenschappelijke regelingen) is een medebewindstaak: uitvoering van de wettelijke opgedragen taken Het uitvoeren van diverse regelingen waaronder de Wet op de rechterlijke organisatie voor zover het betreft de benoeming van leden van de pachtkamers, de Landarbeiderswet, voor zover het betreft de wijziging van statuten van landarbeidersverenigingen, en de Wet op het primair onderwijs, voor wat betreft de behandeling van beroepen inzake de zgn. overschrijdingsregeling Het houden van toezicht op de archiefzorg van de provinciale organen, gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen op basis van de Archiefwet 1995 en overige wettelijke bepalingen Het adviseren en beslissen over ingediende bezwaar- en beroepschriften alsmede klachten Interbestuurlijk toezicht (IBT)
Productgroep 1601 Bestuurlijke samenwerking
220
Hieronder vallen werkzaamheden ten gevolge van onze deelname aan het IPO, SNN, BANN, Europa en grensoverschrijdende samenwerking
Bestuur
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening.
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
1401
Alle gemeenteraden binnen de provincie Groningen zijn tijdig geïnformeerd over de financiële status
Bron
2010
provincie Groningen
2011
2012
Streefwaarden 2013
2014
100% 100%
Bestuur
2014
2015
2016
2017
100%
221
Actueel belangrijke onderwerpen Gemeentelijke herindeling (incl. VJN2014) Beleid en doelen op termijn In februari 2013 is het rapport van de visitatiecommissie 'Grenzeloos Gunnen' verschenen. In het rapport is onderbouwd aangegeven dat meerdere maatregelen urgent zijn om tot een bestuurlijk sterker Groningen te komen. Een omvattende gemeentelijke herindeling, herijking van de rol van de provincie en verandering van de bestuurscultuur bij provincie en gemeenten staan hoog op de agenda. In het vernieuwde collegeprogramma van april 2013 is aangegeven dat het aanpakken van deze zaken onderwerp van hoge prioriteit is in de komende jaren. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Gerealiseerd regie voeren en waar nodig gemeenten De gemeenteraadsverkiezingen van faciliteren bij het proces om te komen tot een 19 maart 2014 brachten soms nieuwe gemeentelijke herindeling via de inzet van verhoudingen met zich mee en maakten het accountmanagers; nodig om de planning aan te passen. In de verschillende delen van de provincie zijn de inspanningen nog wel steeds gericht op de vorming van nieuwe gemeenten per 1 januari 2018, maar is het overleg om tot convergerende opvattingen te komen nog niet afgerond. Ambtelijk en bestuurlijk wordt regelmatig - soms intensief - afstemming gepleegd over de te volgen route. De gemeenten in het oostelijk deel van de provincie zijn niet tot overeenstemming gekomen over het gewenste toekomstperspectief. Opvattingen liepen ver uiteen. Daarom is het besluit genomen om per 1 september een provinciale herindelingsprocedure te starten voor de negen gemeenten in dit deel van de provincie. Het nu lopende open overleg duurt tot 1 maart 2015 en zal uitmonden in een eindverslag waarin de conclusies uit onze verkenning van de opties worden neergelegd. bijdragen in de kosten van de gemeenten bij: Bijdragen in de kosten bij gemeenten: - het opstellen van toekomstvisies; - Als gevolg van bovengenoemde vertragingen zijn gemeenten nog niet aan gezamenlijke toekomstvisies toegekomen. - het maken van herindelingsscans. - Wij hebben de (7) Noord-Groninger gemeenten een bijdrage verleend voor diverse onderzoeken ter voorbereiding en ter ondersteuning van de besluitvorming. Dat vormde mede het basismateriaal voor de vervolgens door ons opgestelde herindelingsscan. Ook hebben we de gemeenten gesteund in overleg met het Rijk om onevenredige financiële nadelen gecompenseerd te krijgen. Daarnaast hebben wij gemeente Haren een bijdrage verstrekt voor het burgerparticipatietraject dat men heeft doorlopen. organiseren van twee conferenties over Vooraf aan het Open Overleg met de actuele onderwerpen. gemeenten in het oostelijk deel van de provincie, hebben wij een gezamenlijke informatieve bijeenkomst georganiseerd waarin het doel, de uitwerking en de procedurele stappen van dit overleg zijn besproken.
222
Bestuur
uitwerken van de Taak en Rol-discussie.
Wanneer gereed Gepland Uiterlijk per 2018 (waar mogelijk eerder).
De opgaven waarvoor provincie en gemeenten gezamenlijk staan, vragen niet alleen om een andere bestuurlijke indeling, maar ook om een verandering in rol- en taakverdeling tussen gemeenten en provincie met een bijpassende bestuurscultuur. Met de VGG zijn in februari 2014 afspraken gemaakt over de inhoudelijke agenda voor de overdracht en de stappen die daarbij horen om dit mogelijk te maken. Wij hebben conform die afspraken in het najaar onze inzet op dit punt vastgesteld. Die planning bleek voor de gemeenten echter niet haalbaar. Een aangepaste planning is afgesproken. De inzet is om in de periode tot 2018 stapsgewijs naar een nieuwe verhouding toe te groeien. Voorstellen daartoe worden samen uitgewerkt.
Gerealiseerd Het proces is minder ver gevorderd dan wij hadden gewild. Toch is er voortgang geboekt en gaan we ervan uit dat de doelstelling nog steeds haalbaar is, mits gemeenteraden in voorjaar 2015 besluiten nemen die aan aan onze criteria voldoen.
Middelen Begroot De voor 2014 benodigde middelen zijn opgenomen voor totaal € 400.000. Voor de jaren 2015 tot en met 2017 is de benodigde inzet voor extra personele capaciteit € 50.000 per jaar en zijn de proces- en communicatiekosten op p.m. gezet, zodat telkenjare zo goed mogelijk kan worden ingespeeld op de actuele behoefte.
Besteed Van het totaal voor 2014 beschikbare budget (€ 500.000) is totaal (verplichtingen en werkelijk besteed) een bedrag van ca. € 240.400) ten laste van het krediet gebracht. Aangezien het proces enigszins is vertraagd en het wel een meerjarig proces is zijn de middelen overgeboekt naar 2015.
Bij de Voorjaarsnota 2014 is besloten voor 2014 € 100.000 beschikbaar te stellen voor extra personele capaciteit, proces- en communicatiekosten. Dat is nodig omdat het herindelingstraject in Oost-Groningen intensieve begeleiding vergt. (Voor het jaar 2015 gaat het om € 150.000 en voor de jaren 2016 en 2017 gaat het om € 60.000 per jaar.) Bij de Integrale Bijstelling 2014 is besloten om niet bestede middelen 2014 over te boeken en om een meerjarig budget tot en met 2017 te vormen. Bezuiniging Deregulering Beleid en doelen op termijn Wij willen waar mogelijk de regeldruk onderzoeken en reduceren en onze dienstverlening verbeteren. We willen dit doen in kritische zelfreflectie op ons eigen functioneren, en in nauwe interactie met burgers, bedrijven, organisaties en medeoverheden. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland Juridische procedures: 40% van de procedures kan sneller verlopen door onder andere: - toepassing van minder zware instrumenten (bijvoorbeeld geen vergunning, maar vrijstelling);
Gerealiseerd Juridische procedures: - Het Snelloket Ruimtelijke ontwikkeling dat in februari 2014 is gestart zorgt voor 40-50% snellere procedures. - De 'blauwe' afdelingen zijn 'doorgelicht' op het terrein van deregulering en verbetering
Bestuur
223
-
informelere benadering.
Subsidieproces: Vermindering administratieve lasten met minimaal 10% door onder andere: - uniformering van aanvraagformulieren; ontkoppeling van formulieren aan specifieke regelingen; - begrijpelijker maken en vereenvoudigen van verantwoordingsformulieren;
-
informatievoorziening over subsidies (bijvoorbeeld op de website) verbeteren. Frontoffice: Toetsbare verbetering van de klantrelatie: - Enerzijds wordt de bereikbaarheid verbeterd, anderzijds wordt de afhandeling van de klantcontacten directer.
Daarnaast worden de servicenormen in het kwaliteitshandvest uitgebreid. Wanneer gereed Gepland 2015
-
Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten om voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van € 250.000 beschikbaar te stellen voor deregulering. Bij de Voorjaarsnota 2013 is vervolgens besloten om deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot € 125.000 per jaar. Bij voordracht 44/2011 is besloten om van de beschikbare middelen een bedrag van € 135.646 over te hevelen naar de akp. Dat bedrag is i.v.m. de bezuiniging op dit krediet vervolgens bijgesteld naar uiteindelijk € 64.518. Hierdoor komt het beschikbare budget voor 2014 uit op een bedrag van € 60.482.
224
van dienstverlening, waarbij gekeken is of minder zware instrumenten gebruikt kunnen worden (bijvoorbeeld geen vergunning maar vrijstelling). Er zijn 11 acties benoemd die op termijn efficiencywinst gaan opleveren en de dienstverlening kunnen verbeteren. - Vanuit de behandelaars van bezwaarschriften wordt meer ingezet op het bellen van indieners van bezwaarschriften en wordt de 'Groningse methode' uitgewerkt voor de (informele) aanpak van bezwaarschriften en klachten. - Er is een dereguleringstoets ingevoerd. Voordat een nieuwe regeling in het leven wordt geroepen, moet worden nagedacht over nut en noodzaak. Subsidieproces: Er zijn nieuwe aanvraagformulieren (formdesk) ontwikkeld. (Deze worden in 2015 op de website geplaatst.) - Er zijn nieuwe verantwoordingsfomulieren subsidieverlening ontwikkeld. (Deze worden in 2015 op de website geplaatst.) - De informatievoorziening op de website is verbeterd. Frontoffice: Toetsbare verbetering van de klantrelatie: - Na intern onderzoek en onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid, is gekozen voor een Frontoffice Light, om de telefonische bereikbaarheid te verbeteren en de telefonische dienstverlening te optimaliseren. De implementatiewerkzaamheden zijn in gang gezet. - Sinds eind 2014 ligt er een aangepast Handvest voor dienstverlening.
Gerealiseerd Het proces is in 2014 minder ver gevorderd dan wij hadden gewild. Toch is er voortgang geboekt en gaan we ervan uit dat de doelstellingen voor 2015 nog goed haalbaar zijn. Besteed Er is een bedrag van ca. € 53.700 besteed aan de bovengenoemde gerealiseerde activiteiten c.q. resultaten.
Bestuur
Bezuiniging Samenwerkingsverbanden Groningen-Niedersachsen (Intensiveren contacten Duitsland) Beleid en doelen op termijn Buurland Duitsland is voor Nederland als geheel, maar zeker ook voor het Noorden van het land een uitermate belangrijke handels- en samenwerkingspartner. Daar komt voor de provincie bij dat Niedersachsen en de Kreise aan de grens ook onze directe bestuurlijke en ambtelijke buren zijn. Bij voorkeur in SNN-verband stellen we ons ten doel de banden met onze oosterburen aan te halen en te intensiveren en nauwe samenwerking te zoeken bij interregionale projecten en programma's. Daarnaast streven we naar gezamenlijke positionering ten aanzien van (voornemens van) de Europese Unie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Gepland bevorderen/aanhalen van contacten op politiek/bestuurlijk niveau aangaande de economische ontwikkelingen van de Eemshaven in relatie tot de Duitse havens Emden, Wilhelmshaven en Bremerhaven; versterken van grensoverschrijdende ondernemersnetwerken, te beginnen met ondernemers uit de Agribusiness;
Gerealiseerd Er zijn met name contacten met haven Emden rondom het Eems-Dollard estuarium. Daarnaast zijn er bestuurlijke contacten met de havens Bremen en Hamburg.
versterken van grensoverschrijdende samenwerking en uitwisseling van kennis voor de speerpuntsectoren Energie, Healthy Ageing en Biobased Economy/Agribusiness;
bevorderen van grensoverschrijdende arbeidsmarktacties, bijvoorbeeld via gezamenlijke projectontwikkeling binnen Interreg IV-A, sectorgerichte onderwijs- en arbeidsmarktbijeenkomsten en als onderwerp bij activiteiten in het kader van de speerpuntsectoren; gezamenlijk met Niedersachsen lobbyen voor projecten in het kader van de nieuwe Europese programma's (EFRO, Interreg, Kaderprogramma 8) die qua thematiek en inhoud passen bij de innovatiestrategie van Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland;
gezamenlijk profilering richting Brussel;
De samenwerking met Duitsland krijgt via de SNN Noord-Duitsland agenda een extra impuls. Samen met de EDR en de EDRgemeenten, wordt vanaf 2014 extra geïnvesteerd in netwerkontwikkeling en activiteiten die de grensoverschrijdende samenwerking versterken. Het gaat dan onder meer om de organisatie van netwerken, stimuleren van
Bestuur
In juni heeft een bijeenkomst plaatsgevonden rondom Agribusiness/Biobased Economy om grensoverschrijdend de kansen te verkennen. Een gezamenlijk Interregproject op dit thema zal volgen. Op de economische thema's is de projectvoorbereiding voorspoedig gelopen. Er zijn ca. 15 projectinitiatieven op deze thema's in de noordelijke regio bekend van bedrijven, overheden en kennisinstellingen die in 2015 zullen worden ingediend. Op alle thema's zijn ontwikkelingen die in Interreg IV-A een plek kunnen krijgen. Verder jagen we een koepelproject arbeidsmarkt en opleiding aan in het Interreg V-A programma om de focus in het onderwerp aan te brengen en inspanningen maximaal te ondersteunen. Er is een Arbeitsliste van het Rijk met Niedersachsen. Wij werken zelf aan de hand van de bestuurlijke overleggen met Niedersachsen met behulp van projectenlijsten. Bijv. op de thema's Wunderline en demografie hebben gezamenlijke bijeenkomsten in Brussel plaatsgevonden. Bij Wunderline gaat het concreet om projectvoorbereiding richting het Europese subsidieprogramma TEN-T (Trans European Network Transport), onder andere tijdens de Open Days in Brussel. Het Interreg A-programma is vertraagd en gaat het voorjaar van 2015 van start. Voorbereidende werkzaamheden zijn gedaan. Het programma is goedgekeurd in Brussel en sluit inhoudelijk goed aan bij onze speerpunten. De samenwerking met het Rijk in het programma Grensoverschrijdende Regionale Samenwerking (GROS) blijft voorgaan. Met name knelpunten voor grensoverschrijdende arbeidsmarkt worden daar geagendeerd.
225
projectontwikkeling, het bijeenbrengen van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden rond specifieke thema’s en het geven van voorlichting. Interreg A-middelen worden hiervoor benut. In de loop van 2014 start het nieuwe Interreg-programma. Wij onderzoeken naar het voorbeeld van de samenwerking in een (dynamisch) werkprogramma tussen Limburg, Gelderland en Overijssel enerzijds en Nordrhein-Westfalen of een dergelijk werkprogramma ook in het noordelijk grensgebied gerealiseerd zou kunnen worden. Daarbij werken we samen met het Rijk in het kader van het programma GROS (Grensoverschrijdende Regionale Samenwerking).
Wanneer gereed Gepland 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is via motie 6 voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van € 100.000 per jaar voor het intensiveren contacten met Duitsland beschikbaar gesteld. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om deze middelen met ingang van 2014 te beperken tot 50% tot € 50.000 per jaar.
226
Met Niedersachsen is afgesproken niet een afzonderlijk werkprogramma te maken, maar elkaar gericht op projecten intensief op te zoeken, zowel binnen als rondom Interreg A.
Gerealiseerd De looptijd van Interreg A programma: 2015-2020 Besteed Er is een bedrag van € 32.900 besteed welke een bijdrage hebben geleverd aan de bovengenoemde activiteiten/resultaten.
Bestuur
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Bestuurlijke organisatie (productgroep 1301) N.v.t.
Financieel toezicht op gemeenten (productgroep 1401) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Het streven is gericht op repressief toezicht voor alle gemeenten (100%).
Bevolkingskrimp: Indien gemeenten, naar ons oordeel in onvoldoende mate rekening houden met de te verwachten financiële effecten van de bevolkingskrimp zullen wij de betreffende gemeente daarop aanspreken. Uitvoering gezamenlijk onderzoek door de provinciale toezichthouders.
Gerealiseerd In het begrotingsjaar 2014 werden negentien gemeenten onder het repressieve begrotingstoezicht geplaatst. De gemeenten De Marne en Ten Boer werden wegens financiële redenen onder het preventieve begrotingstoezicht geplaatst. De gemeente Ten Boer vroeg bij de beheerders van het gemeentefonds een aanvullende uitkering aan op grond van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet. In de gemeente Ten Boer is sprake van een aanmerkelijk en structureel begrotingstekort. In januari 2014 is de artikel 12-procedure gestart door middel van (ambtelijk en bestuurlijk) tripartiet overleg tussen gemeente, provincie en Rijk (artikel 12inspecteurs BZK). Medio 2014 kwamen de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde onder preventief Arhi-toezicht op grond van de vaststelling van het herindelingsontwerp Westerwolde (herindelingsontwerp door de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde). De betreffende gemeenten hebben inmiddels alle een paragraaf 'Demografische ontwikkelingen' in hun begrotingen en rekeningen opgenomen. Blijkens deze paragrafen zijn de gemeenten zich bewust van de financiële effecten van de krimp en houden daar in de begrotingen en rekeningen in voldoende mate rekening mee.
Door de gezamenlijke toezichthouders is in december 2014, in samenwerking met het ministerie van BZK, variabel onderzoek uitgevoerd naar het onderhoud van kapitaalgoederen. Het onderzoek was met name gericht op de ontwikkeling van de onderhoudsuitgaven en de mate van achterstallig onderhoud. De uitkomsten komen in 2015 beschikbaar.
Bestuur
227
Uitvoering van wettelijke regelingen (productgroep 1501) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Transitie archieftoezicht: invulling aan nieuwe generieke archieftoezicht;
advisering inzake bij de provincie ingediende bezwaar- en beroepsschriften alsmede klachten;
beoordelen van vergunningaanvragen van door gemeenten in het kader van de Dranken Horecawet.
screening integriteit in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij vergunningaanvragen.
Gerealiseerd Eerste keer archieftoezicht volgens nieuwe afgesproken toetskader uitgevoerd: - aan twee gemeenten geen beoordeling gegeven; - toezichtinformatie niet tijdig ontvangen; - overallscore matig. Beoordeling van de provincie is met alle gemeenten besproken. Bezwaarschriften, administratieve beroepen en klachten behandeld: - Van de 104 nieuw in 2014 ingekomen zaken is in 70 gevallen telefonisch contact met belanghebbende opgenomen. - 45 zaken (mede resterend uit voorgaande jaren) zijn na succesvolle bemiddeling ingetrokken. - 11 zaken (ook mede resterend uit voorgaande jaren) zijn doorgezonden; - Er zijn 42 adviezen aan het provinciaal bestuur uitgebracht. Per 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet van kracht. Hierdoor is artikel 37 vervallen. Op grond van dit artikel diende In gevallen waarin het betreft de uitoefening van het horecabedrijf of slijtersbedrijf door een gemeente, de vergunning bij de provincie aangevraagd te worden. Vanaf 2013 verleent de provincie dus al geen vergunningen meer. Op basis van ons provinciaal Bibob-beleid bij omgevingsvergunningen heeft de Omgevingsdienst in 2014 bij 23 aanvragen voor een omgevingsvergunning het “eigen huiswerk” uitgevoerd. Dit betekent dat onderzoek in interne/openbare bronnen is verricht. Na dit onderzoek bleven er geen vragen ten aanzien van de integriteit van de aanvrager bestaan waardoor er geen reden was om advies aan te vragen bij het Landelijk Bureau Bibob.
Bestuurlijke samenwerking (productgroep 1601) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Interprovinciaal Overleg (IPO): als lid van het IPO bijdragen aan de belangenbehartiging bij het Rijk en mede bijdragen aan een efficiënt en effectief platform voor uitwisseling van kennis en ervaring in provinciaal verband;
228
Gerealiseerd Interprovinciaal Overleg (IPO): De provincie heeft alle bestuursvergaderingen bijgewoond en bijgedragen aan de noodzakelijke besluitvorming. In 2014 is gedeputeerde Moorlag in het bestuur vervangen door gedeputeerde Wilpstra. CdK van den Berg is q.q. adviseur van het bestuur Bestuur
uitvoering van de bestuursafspraken 20112015;
provinciaal ruimtelijke regisseursrol en toekomstperspectief: positie Profiel provincies 2015/Stip aan de horizon.
Europa: Door middel van ontmoetingen, overleg en samenspraak met bestuurlijke en ambtelijke collegae in Duitsland wordt primair inhoud gegeven aan goed nabuurschap en wordt gezamenlijk met andere partners verdere samenwerking gestimuleerd. Via het bestaande netwerk van bestuurlijke en ambtelijke contacten wordt de samenwerking met buitenlandse partners, onder meer in het oriëntatiegebied van de NOA, voortgezet en uitgebouwd. De SNN Agenda NoordDuitsland vormt de basis voor de inzet. De vertegenwoordiging in Europese gremia en organisaties en deelname in de activiteiten van internationale organisaties strekt vooral tot belangenbehartiging van de regio. Een betere profilering van Noord-Nederland in Europese context is beoogd bijkomend effect. Het gemeenschappelijke Huis van de Nederlandse Provincies te Brussel vormt een bruggenhoofd naar de instellingen van de Europese Unie. Voortdurend wordt aandacht gegeven aan ontwikkeling, uitbreiding en onderhoud van bestuurlijk relevante internationale netwerken en het gezamenlijk behartigen van belangen bij de Europese Unie. Naar het voorbeeld van de samenwerking in een (dynamisch) werkprogramma tussen Limburg, Gelderland en Overijssel enerzijds en Nordrhein-Westfalen onderzoeken we of een dergelijk werkprogramma ook in het noordelijk grensgebied gerealiseerd zou kunnen worden.
en secretaris Bolding is adviseur vanuit zijn hoedanigheid als voorzitter van de Kring van provinciesecretarissen. Het IPO-bestuur heeft najaar 2014 besloten een volwaardige evaluatie te laten uitvoeren van de behaalde resultaten van de IPO Transitie 20112014. Wij hebben inbreng geleverd voor de evaluatie. De evaluatie zal aanbevelingen opleveren voor de nieuwe IPO-bestuursperiode 2015-2019. Belangrijke onderdelen van het gemeenschappelijk beraad waren de vaststelling van Kompas 2020 en het project Stip op de Horizon. Daarmee is een beeld geschetst van de kerntaken van provincies, leidend voor zowel de provincies afzonderlijk als voor de verkiezingen van Provinciale Staten in 2015.
Europa: Diverse bezoeken hebben plaatsgevonden over en weer. In november heeft de energieminister van Niedersachsen een werkbezoek gebracht aan o.a. EnTranCe en PowerMatching City. Op 5 december heeft een bezoek plaatsgevonden van minister-president Weil aan de noordelijke CdK's waar onder andere Wunderline, Eems Dollard estuarium en het thema Biobased op de agenda stonden.
In het kader van de profilering van NoordNederland is een programma voor vertegenwoordigers van gemeenten en provincies georganiseerd tijdens de Open Days in oktober 2014 in Brussel.
In het kader van het programma Grensoverschrijdende Regionale Samenwerking (GROS) is een actielijst samengesteld die als basis dient voor werkprogramma.
Bestuur
229
Lasten/baten en analyse thema Bestuurlijke samenwerking Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 2.764.610 2.509.587 2.916.291
Apparaatskosten Kapitaallasten
rekening 2014
verschil
3.045.018
-128.727
0 386.286
0 457.702
0 561.007
0 294.489
0 266.518
0
180
180
418
-238
469.850
478.121
511.216
487.537
23.679
1.188.338
1.169.529
1.136.459
1.124.469
11.990
4.809.085
4.615.119
5.125.153
4.951.931
173.222
26.920
0
0
0
0
0
0
0
0
0
45.764
47.288
45.209
45.209
0
0
0
70.384
67.500
-2.884
Totaal baten
72.684
47.288
115.593
112.709
-2.884
Totaal saldo lasten-baten
4.736.400
4.567.831
5.009.560
4.839.222
170.338
1301 Bestuurlijke organisatie 1401 Financieel toezicht op de gemeenten 1501 (Uitvoering van) wettelijke regelingen 1601 Bestuurlijke samenwerking Totaal lasten 1301 Bestuurelijke organisatie 1401 Financieel toezicht op de gemeenten 1501 (Uitvoering van) wettelijke regelingen 1601 Bestuurlijke samenwerking
LASTEN Apparaatskosten
-128.727
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 1101 Gedeputeerde Staten - De einddatum van de gemeentelijke herindeling 'Grenzeloos Gunnen' is 1 januari 2018. Er is er sprake van een doorlopend meerjarig proces waarin de daarvoor toebedeelde financiële middelen in de komende jaren met een daarop toegesneden flexibiliteit ingezet moeten kunnen worden. De middelen worden overgeboekt naar 2015. - Overige afwijkingen
259.599
6.919 266.518
Overige afwijkingen
35.431
Totaal afwijking programmakosten
301.949
Totaal afwijking lasten
173.222
230
Bestuur
BATEN Programmabaten Totaal afwijking baten
-2.884
Saldo afwijking lasten-baten
170.338
Bestuur
231
9.4
Communicatie
Doelen en beleidskader
Doel van het beleid: We ambiëren een open, communicatieve en slagvaardige bestuursstijl, met oog en oor voor wat er speelt in de samenleving, in samenspraak met belanghebbenden. Wij willen de bekendheid, aantrekkelijkheid en kwaliteit van provincie en stad Groningen verbeteren en ervoor zorgen dat er een positief beeld bestaat over Groningen, zodat consumenten onze provincie graag bezoeken en ondernemers zich hier willen vestigen.
PS
Beleidskader:
Beleidsnota Budget Evenementen
GS Productgroep 1603 Communicatie
De profilering van de provincie om de herkenbaarheid voor de inwoners te vergroten en nadrukkelijker te communiceren over wat de provincie doet Het betrekken van jongeren om mee te denken over de provinciale vraagstukken (v/h aparte productgroep 8802 Jongerenparticipatie)
Productgroep 1604 Promotie en relatiemanagement
Via ons relatiemanagement investeren we in de opbouw en onderhoud van goede contacten met personen, instanties en organisaties die voor ons van belang zijn voor het realiseren van onze doelstellingen Met ons promotie- en evenementenbeleid willen we bijdragen aan een positief beeld over Groningen
232
Bestuur
Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal
Bron
Inwoners actief betrekken bij uitwerken van ons beleid en door open communicatie inzicht geven in de door ons gemaakte afwegingen van alle belangen (stijging van 34% naar 40%)
monitor
2010
2011
Gerealiseerd 2012
2013
2014
34%
35%
36%
Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Gerealiseerd Productgroep Omschrijving prestatie-indicator
1603
1603
1603
1603
1603
1603
Het aantal volgers via ons twitteraccount verhogen, boven de 4800 huidige volgers Goede informatieverstrekking en communicatie zodat 85% van de Groningers zich voldoende geïnformeerd blijven voelen over datgene dat de provincie doet Meer dan 50% weet spontaan een onderwerp te noemen waar de provincie bij betrokken is Meer dan de helft van de inwoners is bekend met de provinciale informatiepagina in de huis-aan-huisbladen De leesbaarheid van de informatiepagina wordt door 80% van de lezers als goed gewaardeerd Provinciale bestuur en politiek onder de aandacht brengen bij minimaal 1500 jongeren uit Groningen d.m.v. van scholenbezoeken, Op weg naar Het Lagerhuisdebat en het Nationale Jeugddebat
Bron
2010
2011
2012
Streefwaarden 2013
2014
monitor
8.800
9.897
10.000
monitor
79%
80%
85%
monitor
58%
65%
51%
monitor
49%
48%
51%
monitor
84%
79%
80%
1.200
1.500
monitor
Bestuur
2014
2015
2016
2017
233
Gerealiseerd Productgroe Omschrijving prestatiep indicator
1604
1604
1604
1604
1604
1604
234
Aantal subsidieverleningen ten behoeve van het evenementenbeleid Aantal nieuwe initiatieven (niet eerder gesubsidieerd) ten behoeve van het evenementenbeleid Aantal bezoekers van gesubsidieerde evenementen Goede spreiding van evenementen in stad Goede spreiding van evenementen ommeland Goede spreiding van evenementen in stad en ommeland
Bron
Streefwaarden
2011
2012
2013
2014
2014
2015
2016
2017
subsidieontvangers
37
25
34
26
>= 25
>= 25
>= 25
>= 25
subsidieontvangers
11
9
14
15
9
>= 9
>= 9
>= 9
subsidieontvangers
2010
680.145 434.388 589.206 592.350
>= >= >= >= 400.000 400.000 400.000 400.000
subsidieontvangers
13
9
14
5
>= 9
>= 9
>= 9
>= 9
subsidieontvangers
22
15
18
19
>= 15
>= 15
>= 15
>= 15
subsidieontvangers
2
1
2
2
>= 1
>= 1
>= 1
>= 1
Bestuur
Actueel belangrijke onderwerpen Niet van toepassing
Bestuur
235
Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Communicatie (productgroep 1603) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland Beleidscommunicatie: uitvoeren notitie Omgevingscommunicatie: - een communicatiefocus op de drie topthema's werk, energie en leefbaarheid; - een proactief persbeleid met aandacht voor regionale en landelijke media.
bestuurlijke en communicatieve advisering GS.
Gerealiseerd Beleidscommunicatie: Steeds meer Groningers (65%) weten een onderwerp te noemen waarmee de provincie zich bezighoudt. De helft van de ondervraagden noemt gaswinning als onderwerp, gevolgd door wegen/infrastructuur en windmolens/windpark N33. Op deze onderwerpen hebben we ook meerdere keren de landelijke media bereikt. De dossiers gaswinning, herindeling en windenergie hebben veel aandacht gevraagd in de advisering. Naast alle reguliere advisering op het gebied van werk, energie en leefbaarheid.
Publiekscommunicatie: provinciale informatiepagina; website.
Publiekscommunicatie: De informatiepagina is 11 keer verschenen. Groei zien we in het bereik van internet (van 22% vorig jaar) naar 31%. De website wordt zeer goed beoordeeld, 87% heeft de gezochte informatie goed kunnen vinden. We hebben de website dit jaar geschikt gemaakt voor ontvangst op smartphones en tablets.
Jongerenparticipatie: Uitvoeren meerjarenplan jongerenparticipatie 2013-2015: - het informeren van jongeren over de provincie en het provinciaal beleid (communicatie/informatie);
Jongerenparticipatie: Uitvoeren meerjarenplan jongerenparticipatie 2013-2015: - Ongeveer 200 jongeren hebben het provinciehuis bezocht. Er hebben ruim 50 jongeren deelgenomen aan het Provinciaal Jeugddebat en ongeveer 100 jongeren zijn via 'Op weg naar het Lagerhuis' geinformeerd over de Provincie Groningen. - De commissaris van de Koning heeft 2 gastlessen op een middelbare school verzorgd en 2 colleges bij de RuG. - Er zijn jongeren van het trendteam betrokken geweest bij de organisatie van EnergyChallenges. Tevens hebben 3 jongeren van het Trendteam deelgenomen aan een jongerenconferentie van Encore te München.
236
-
het in dialoog zijn met jongeren (interactie);
-
het actief betrekken van jongeren bij de opstelling en uitvoering van provinciaal beleid (participatie).
Bestuur
Promotie en relatiemanagement (productgroep 1604) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gepland
Gerealiseerd
Relatiemanagement: aanschaf van relatiegeschenken;
organiseren Nieuwjaarsontvangst;
organiseren Noorderzondiner;
organiseren relatievaardagen Voorwaarts Voorwaarts.
Relatiemanagement: Er zijn dit jaar verschillende artikelen voor verschillende doelgroepen aangeschaft. Zo'n 300 relaties hebben de Nieuwjaarsontvangst bezocht. Tijdens Noorderzon hebben zo’n 80 politieke relaties (inclusief het eigen college) het voor hen georganiseerde diner en een voorstelling bezocht. Verschillende groepen relaties waren aanwezig tijdens de vaardagen op het door ons gesponsorde schip de Voorwaarts Voorwaarts. Er werden diverse relaties mee genomen naar de thuiswedstrijden van FC Groningen. De deelnemers aan de Charity Run van de 4 Mijl werden voorafgaand op het provinciehuis ontvangen.
Evenementen: ondersteunen van evenementen op het gebied van cultuur, sport, wetenschap/ economie en toerisme die passen in de bestaande infrastructuur van Groningen en die de sterke en/of aantrekkelijke kanten van de provincie benadrukken. (Het programma Budget Evenementen loopt van 2011 tot en met 2015.)
Evenementen: Er hebben 26 evenementen een subsidie ontvangen uit het Budget Evenementen, waarvan 12 evenementen op het gebied van cultuur, 3 sportevenementen en 11 andere evenementen (toerisme/wetenschap of een combinatie van categorieën). Deze evenementen vonden in de stad (5), in het ommeland (19) en in beide (2) plaats en hebben in totaal 592.350 bezoekers getrokken.
Groningen Promotie: website www.economie.groningen.nl met maandelijkse digitale nieuwsbrief, facebookaccount en twitteraccount; voortzetten campagne 'Er gaat niets boven Groningen'; organiseren netwerkbijeenkomsten Ambassadeurs van Groningen.
Groningen Promotie De economiecampagne is voortgezet met nu ook een facebookpagina en een twitteraccount.
Bestuur
Er zijn 2 netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor de Ambassadeurs van Groningen. Er is gestart met een wervingscampagne voor nieuwe Ambassadeurs. Er is een bijdrage verleend aan de EBBA Awards. Er zijn incidentele bijdragen verleend aan o.a. de Groninger Ondernemersprijs, de Groninger Persprijs, een toeristische pop-up ‘ambassade’ in Oldenburg, een Engelstalige toeristische gids ‘Groningen in your pocket’, een film over beeldend kunstenaar en Groningse Marte Röling en aan de HBO Talentenprijs Hanzehogeschool, met aandragen van een marketingcase over Groningen Promotie.
237
Lasten/baten en analyse thema Communicatie Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013 Apparaatskosten
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
2.906.143
2.526.288
2.877.703
3.041.152
-163.449
0 462.888
0 626.540
0 626.540
0 491.478
0 135.062
807.394
708.630
1.110.352
590.885
519.467
4.176.425
3.861.458
4.614.595
4.123.515
491.080
0
1.300
1.300
0
-1.300
0
0
0
0
0
Totaal baten
0
1.300
1.300
0
-1.300
Totaal saldo lasten-baten
4.176.425
3.860.158
4.613.295
4.123.515
489.780
Kapitaallasten 1603 Communicatie 1604 Promotie en relatiemanagement Totaal lasten 1603 Communicatie 1604 Promotie en relatiemanagement
LASTEN Apparaatskosten
-163.449
Kapitaallasten
0
Programmakosten Productgroep 1603 Communicatie - Het budget beleidsvoorlichting zit niet vast aan structurele projecten maar wordt gebruikt voor incidentele communicatie-activiteiten. Het ene jaar is dat meer dan het andere jaar. - Voor opkomstbevordering Statenverkiezingen is in 2014 en 2015 jaarlijks € 50.000 beschikbaar gesteld. Het merendeel van de kosten wordt in 2015 gemaakt. De middelen zijn daarom middels een overboekingsvoorstel overgeboekt naar 2015. - Overige afwijkingen
48.329 46.250
40.483 135.062
Productgroep 1604 Promotie en relatiemanagement - Binnen het meerjarenprogramma Evenementen 2011-2015 wordt een totale reservering van € 430.000 meegenomen voor DelfSail 2016 en andere grote evenementen. Deze reservering is in de jaren 2011 tot en met 2014 gespaard. Daarnaast is een bedrag van € 30.000 gereserveerd voor de viering van de Bevrijding in 2016. De activiteiten vinden op zijn vroegst in 2015 plaats, daarom zijn de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Een aantal in 2014 verleende bijdragen uit het budget incidentele subsidies vindt in 2015 plaats. Het budget 2015 is al voor het grootste deel besteed, daarom zijn de resterende middelen 2014 (€ 28.805) overgeboekt naar 2015. - Overige afwijkingen
488.805
30.632 519.437
238
Bestuur
Totaal afwijking programmakosten
654.529
Totaal afwijking lasten
491.080
BATEN Programmabaten Productgroep 1603 Communicatie
-1.300
Totaal afwijking baten
-1.300
Saldo afwijking lasten-baten
489.780
Bestuur
239
240
Bestuur
10.
Bedrijfsvoering
10.1
Bedrijfsvoering
Het programma Bedrijfsvoering bestaat uit het thema Bedrijfsvoering. Op dit programma onderdeel worden onder andere de volgende zaken verantwoord: 1. voorzieningen ten behoeve van het huidig en voormalig personeel, zoals de werkgeversbijdrage aan de personeelsvereniging, de kosten van de jaarlijkse reünie voor oud-medewerkers, alsmede de kosten van de wachtgeld en non-activiteitsregeling. 2. de kosten en opbrengsten van de diensten die voor derden worden verricht, voorzover deze lasten en baten niet op een ander programma onderdeel zijn verantwoord. 3. de verhuur van onderdelen van het provinciehuis aan derden. 4. diverse baten en lasten, waaronder de afboekingen van schulden en vorderingen van voorgaande jaren. Voor de beleidsmatige verantwoording van het programma onderdeel Bedrijfsvoering wordt verwezen naar hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering van deel 3 (Paragrafen).
Bedrijfsvoering
241
Lasten/baten en analyse thema Bedrijfsvoering Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting rekening begroting 2014 na 2014 2014 wijziging 4.934.072 1.812.064 7.503.757 10.075.280
Apparaatskosten Kapitaallasten
verschil
-2.571.523
951
520
40.600
40.632
-32
77.285 108.457 0 0
95.220 50.400 0 0
216.840 100.400 0 1.057.730
68.742 241.527 67.622 1.046.621
148.098 -141.127 -67.622 11.109
66.589
0
0
-304.439
304.439
Totaal lasten
5.187.354
1.958.204
8.919.327 11.235.986
-2.316.659
Voorzieningen personeel Diensten voor derden Verhuur van gebouwen Diensten voor derden hoofdvaarwegen 1799 Diverse lasten en baten Totaal baten
2.647.814 3.902.440 52.342 0
1.247.429 1.441.577 66.000 0
102.975 2.588.825 66.000 6.071.247
140.208 3.858.439 60.839 6.843.883
37.233 1.269.614 -5.161 772.636
116.110 6.718.706
0 2.755.006
0 28.388 8.829.047 10.931.757
28.388 2.102.710
Totaal saldo lasten-baten
-1.531.352
-796.802
1602 1701 1702 1703
Voorzieningen personeel Diensten voor derden Verhuur van gebouwen Diensten voor derden hoofdvaarwegen 1799 Diverse lasten en baten
1602 1701 1702 1703
90.280
304.229
-213.949
LASTEN Apparaatskosten
-2.571.523
Kapitaallasten
-32
Programmakosten Productgroep 1602 Voorziening personeel - De middelen van de afwikkeling IZR zijn in overleg met het GO sinds 2013 ingezet om de gezondheid van de medewerkers te verbeteren. De restant middelen ad. € 114.788 worden overgeboekt naar 2015 om de komende jaren te worden besteed. - Overige afwijkingen
114.788
33.309 148.097
Productgroep 1701 Diensten voor derden - Vooruitlopend op de definitieve besluitvorming met betrekking tot de Economic Board is bij de Integrale Bijstelling 2014 voorgesteld om de aanloopkosten voor te financieren. In totaal € 100.000 gelijkelijk verdeeld over de jaren 2014 en 2015. De inschatting van het bedrag is te laag geweest. In 2014 is in totaal al € 173.541 besteed aan de Economic Board. Na afronding van het voortraject in 2015 zullen de kosten worden teruggevorderd van de Economic Board. De hogere kosten van 2014 zijn als vordering opgenomen. - Overige afwijkingen
-123.541
-17.586 -141.127
242
Bedrijfsvoering
Productgroep 1702 Verhuur van gebouwen - De verkoop van een drietal voormalige MURA-panden in 2014 heeft geresulteerd in een boekverlies van € 67.622.
-67.622 -67.622
Productgroep 1703 Diensten voor derden hoofdvaarwegen - In 2014 is de provincie een overeenkomst met Rijkswaterstaat aangegaan met betrekking tot de onderhoud van de vaarweg LemmerDelfzijl. De door de provincie gemaakte kosten kunnen tot een maximum afgesproken bedrag in rekening worden gebracht bij Rijkswaterstaat. De werkelijke kosten zijn iets lager uitgevallen.
11.109
11.109 Productgroep 1799 Diverse lasten en baten - De afwikkeling van verplichtingen en kosten uit voorgaande jaren heeft geresulteerd in een voordeel van € 304.559. - Overige afwijkingen
304.559 -120 304.439
Totaal afwijking programmakosten
254.896
Totaal afwijking lasten BATEN Programmabaten Productgroep 1701 Diensten voor derden - Op de overige diensten voor derden is een voordeel van € 567.212 ontstaan. Dit heeft betrekking op het uitlenen van personeel aan en het verlenen van diensten voor derden. - Ten opzichte van de raming zijn de opbrengsten van de diensten voor de ODG € 507.030 hoger. Dit betreft met name de verleende diensten op het gebied van ICT. Daarnaast betreft het inzet van personeel en baten met betrekking tot de auto's voor de ODG. - Zoals ook al bij de lasten aangegeven zijn de kosten voor de Economic Board fors hoger dan waarmee in eerste instantie rekening werd gehouden. De kosten inclusief de inzet van personeel worden in 2015 doorbelast en zijn in 2014 als vordering opgenomen. - De baten met betrekking tot de commissie Bodemdaling zijn hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in de raming de vergoeding niet is gebaseerd op het uurtarief, maar op de werkelijke loonkosten. In het uurtarief zit ook een vergoeding voor de overhead, dit verklaart de hogere bate. - Overige afwijkingen
-2.316.659
567.212 507.030
152.049
66.705
-23.382 1.269.614
Productgroep 1703 Diensten voor derden hoofdvaarwegen - Door het varend bedrijf voor de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl zijn meer uren gemaakt dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. Dit heeft geresulteerd in een hogere bate van Rijkswaterstaat. - Voor de bediening hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl is de maximale vergoeding van Rijkswaterstaat opgenomen als bate. Dit op basis van de inzet 2014. In de raming is voor de inzet van de werkzaamheden een lagere bate opgenomen. - Overige afwijkingen
200.002
560.032
12.602 772.636
Overige afwijkingen
60.460
Totaal afwijking baten
2.102.710
Saldo afwijking
-213.949 Bedrijfsvoering
243
244
Bedrijfsvoering
11.
Algemene middelen
Inleiding Dit hoofdstuk van de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 bevat het overzicht algemene dekkingsmiddelen en bestaat uit de onderdelen: 1. Algemene dekkingsmiddelen: 1. Opcenten motorrijtuigenbelasting 2. Dividend 3. Saldo van de financieringsfunctie 4. Saldo overige algemene dekkingsmiddelen 5. Saldo mutaties reserves 2. Onvoorziene uitgaven Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven. Onder deze tabel wordt een aantal onderdelen kort toegelicht. In de paragraaf Lokale heffingen (deel 3) gaan wij naast opcenten motorrijtuigenbelasting in op de diverse leges en overige heffingen. In deel 4. Jaarrekening geven wij een totaalbeeld van de baten en lasten en gaan wij nader in op de financiële positie. Tabel Algemene dekkingsmiddelen, overige heffingen en onvoorziene uitgaven Algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven Omschrijving
(bedragen x € 1.000) 2014 raming realisatie
2013 realisatie
Opcenten motorrijtuigenbelasting Uitkering Provinciefonds Dividenden Saldo van de financieringsfunctie Saldo van het BTW-compensatiefonds Saldo overige dekkingsmiddelen Saldo mutatie reserves
47.573 110.538 76 22.377 155 0 15.427
50.925 102.510 56 20.953 454 -2.765 107.547
52.156 104.272 56 20.732 268 0 23.500
Saldo algemene dekkingsmiddelen
196.146
279.680
200.984
Omschrijving
(bedragen x € 1.000) 2014 raming Realisatie
2013 realisatie
Raming voor werkelijk onvoorziene uitgaven, na de Integrale Bijstelling 2013 (excl. stelposten)
0
200
0
In het navolgende worden de genoemde onderdelen kort toegelicht.
Algemene Middelen
245
11.1
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
11.1.1. Algemene dekkingsmiddelen Opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Provincies kunnen vervolgens zelf bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit willen benutten. Het verschil tussen het wettelijk toegestane aantal opcenten en het feitelijke aantal is de vrije belastingcapaciteit. Per 1 januari 2014 bedraagt het wettelijke maximum 109,1 opcenten. Dit is een stijging van 1,7% of wel 1,8 opcenten ten opzichte van 2013. In ons Collegeprogramma 2011-2015 hebben wij aangegeven dat wij in deze collegeperiode de opbrengsten van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting (mrb) geïndexeerd op het huidige niveau willen houden. Wij hebben u voorgesteld om per 1 januari 2014 het tarief van 85,1 opcenten te indexeren met 1,75% tot 86,6 opcenten. Deze indexering sluit aan bij de geraamde ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) voor huishoudens in de voorjaarsraming van het Centraal Planbureau. Daarnaast is in het tarief voor 2014 de nacalculatie van de indexatie over 2013 meegenomen. De indexatie op basis van het CPI is voor 2013 uiteindelijk vastgesteld op 2,2%. Het verschil van 0,5% ten opzichte van onze raming bedraagt +0,5 opcenten. Het tarief 2014 is daarmee bij de begroting 2014 vastgesteld op 87,1 opcenten. Vorig jaar bezette de provincie Groningen een vierde plaats wanneer we interprovinciaal de hoogte van het opcententarief vergelijken. In 2014 bezetten we wederom de vierde plaats. Zie tabel 0.2. Het tarief is daarmee lager dan dat van onze buurprovincies Fryslân (94,1) en Drenthe (88,3). Tabel 2. Tarieven opcenten mrb in 12 provincies Provincie
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
77,2 67,3 78,6 75,3 80,5 64,0 71,7 63,4 73,3 69,3 71,6 78,8
77,8 78,8 79,7 76,8 81,4 67,4 72,6 63,9 91,8 69,3 71,6 79,6
79,1 80,4 81,0 78,5 82,7 71,6 72,6 67,9 95,0 69,3 71,6 82,0
79,1 81,7 82,3 78,5 82,7 75,7 72,6 67,9 95,0 69,3 71,6 83,6
83,0 83,0 83,6 78,5 82,7 76,6 72,6 67,9 95,0 69,3 71,6 85,1
83,8 84,9 85,1 79,2 83,5 76,6 72,6 67,9 95,0 78,3 72,9 78,3
85,1 90,3 86,5 79,9 85,0 76,6 72,6 67,9 95,0 78,3 74,2 79,7
87,1 94,1 88,3 79,9 87,1 76,6 72,6 67,9 95,0 78,3 75,8 76,6
Gemiddeld tarief
72,6
75,9
77,6
78,3
79,1
79,8
80,6
81,3
Maximum tarief
105,0
107,9
111,9
116,7
119,4
105,0
107,3
109,1
Er is een relatie tussen de opcentenheffing en de algemene uitkering uit het Provinciefonds. De verdeling tussen de provincies van de totale omvang van het Provinciefonds is gebaseerd op verdeelmaatstaven waaronder de theoretische opbrengst voor de motorrijtuigenbelasting. In het verdeelmodel Provinciefonds wordt de opbrengst per opcent motorrijtuigenbelasting als negatieve inkomstenmaatstaf gehanteerd. Voor 2014 gaat het om de gerealiseerde opbrengst per opcent motorrijtuigenbelasting in 2012. Met deze maatstaf wordt beoogd de tussen de provincies bestaande verschillen in belastingcapaciteit te compenseren. Vanaf 2016 zal naar verwachting de werkelijke belastingcapaciteit in enig jaar als maatstaf in het provinciefonds worden gebruikt. Hiermee vervalt het vertragingseffect van twee jaren dat nu nog wordt gehanteerd voor deze maatstaf. In situaties waarin het totale provinciale belastinggebied groter van omvang wordt en/of waarin ons aandeel in het totale provinciale belastinggebied afneemt zal de compensatie via het Provinciefonds stijgen. En omgekeerd zal deze dalen. De opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting 2014 is € 1.230.000 hoger uitgevallen dan we hadden geraamd voor 2014. Het resultaat is gebaseerd op gegevens die we medio januari van de 246
Algemene Middelen
belastingdienst hebben ontvangen. De ontwikkeling en samenstelling van het wagenpark is vrij stabiel. Het aandeel van zwaardere voertuigen neemt relatief gezien af en het aantal geschorste voertuigen is hoger dan geraamd. Doordat de inkomstenderving van zeer zuinige auto’s abusievelijk dubbel was geraamd ontstaat een voordelige afwijking van ca. € 240.000. Wij hebben In onze raming rekening gehouden met een stelpost voor oninbaarheid en vanwege de overgangsregeling voor oldtimers die op benzine rijden. Het is onbekend welk bedrag in 2014 oninbaar was en ook de mate waarop een beroep is gedaan op de overgangsregeling oldtimers is niet bekend. Het lijkt aannemelijk dat zowel het oninbare bedrag als het beroep op deze overgangsregeling beperkter is dan wij hadden voorzien. Algemene uitkering uit het Provinciefonds Decembercirculaire Er is een bedrag ontvangen voor de decentralisatie-uitkering Green Deal van € 1.764.000. Wij stellen voor deze middelen te betrekken bij de bestemming van het resultaat en over te hevelen naar 2015. Ten opzichte van de septembercirculaire 2014 zijn de maatstaven 'lengte provinciale wegen' en het 'aantal banen' geactualiseerd. Dit leidt tot een beperkt nadeel ten laste van de algemene middelen. Dividend De provincie Groningen neemt per 31 december 2014 deel (voor onderstaande bedragen) in het aandelenkapitaal van: Groningen Airport Eelde N.V. € 1.252 N.V. Waterbedrijf Groningen " 12.345 N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) " 571.962 N.V. NOM " 6.353 Blauwe Stad B.V. " 7.200 Oikocredit Nederland " 10 Enexis Holding B.V. " 1.676.252 Verkoop Vennootschap B.V. " 6.159 Vordering Enexis B.V. " 1.120 Extra Zekerheid Vennootschap B.V. " 1.120 Claim Staat Vennootschap B.V. " 1.120 Het reguliere dividend van de aandelen Enexis en de aandelen BNG komt voor 2014 uit op € 7.176.304 respectievelijk € 95.567. Van de N.V. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) is geen dividend ontvangen. Het dividend Enexis is als bate verantwoord bij het programma Ondernemend Groningen, thema Bedrijvigheid. Voor ons (inmiddels verkochte) belang in Attero hebben wij een dividend ontvangen van € 463.225. Saldo financieringsfunctie (rente) Hier komt tot uitdrukking het saldo van rentelasten en -baten in verband met de financiering van de provinciale uitgaven. Daarbij is rekening gehouden met administratieve boekingen vanwege een berekend financieringstekort en de opbrengst wegens bespaarde rente. Saldo van het BTW-compensatiefonds Uiteindelijk is er in 2014 een vrijval van btw met betrekking tot doeluitkeringen, gemeenschappelijke regelingen en overige posten opgetreden van € 267.889. Dat is € 186.111 minder dan is geraamd tot en met de Integrale Bijstelling 2014. In de rekening zijn deze inkomsten verantwoord bij productgroep 0200. Saldo overige dekkingsmiddelen Het saldo van de overige dekkingsmiddelen bestaat uit de post voor onvoorziene uitgaven, stelposten en onverdeelde apparaatskosten. In totaal is € 2.765.198 hiervoor in de raming opgenomen. Voor onvoorziene uitgaven en diverse stelposten is een bedrag van € 215.400 beschikbaar. Van de middelen voor onvoorziene uitgaven is € 39.000 gereserveerd voor de Commissie Van Zijl. De resterende middelen voor onvoorziene uitgaven (€ 161.000) vallen vrij. Daarnaast valt het bedrag op de stelpost Oostrand Zuidhorn van € 15.400 vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Na de Integrale Bijstelling 2014 resteerde nog een bedrag aan onverdeelde apparaatskosten van € 2,55 miljoen. Dat bedrag bestaat uit de stelpost cao-ruimte (circa € 2,39 miljoen) en een stelpost van € 157.182 voor het dossier gaswinning (spoor 4). Met het bereiken van een cao-akkoord is de stelpost Algemene Middelen
247
voor een deel aangewend voor de eenmalige cao-betaling van € 450 per medewerker. Het restant op de ze stelpost is vrijgevallen ten gunste van het rekeningresultaat. De stelpost voor het dossier gaswinning (spoor 4) is aan het saldo apparaatskosten toegevoegd . Saldo mutaties reserves In 2014 hebben zich verschillende toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves voorgedaan. In paragraaf 3.2 van Deel 4 Jaarrekening 2014 wordt hier verder op ingegaan.
248
Algemene Middelen
11.2
Onvoorziene uitgaven
In de begroting dient een budget te worden opgenomen ten behoeve van onvoorziene uitgaven. De hoogte van deze reservering kan de provincie zelf vaststellen. Door middel van adequate kredietbewaking tracht de provincie het aantal onvoorziene tegenvallers zoveel mogelijk te beperken en hierdoor het beroep op onvoorzien zoveel mogelijk te minimaliseren. In totaal is de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven ad € 500.000 in 2014 voor een belangrijk deel bestemd. In Integrale Bijstelling 2014 is € 300.000 toegevoegd aan de begrotingsruimte 2014. Daarna is er van het restant van € 200.000 een € 39.000 gereserveerd voor de Commissie Van Zijl voor onderzoek naar kansen voor de werkgelegenheid in Oost-Groningen. Het restant van € 161.000 kan nu vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat 2014. Als onderdeel van de aanvullende bezuinigingen in het kader van de Voorjaarsnota 2013 is besloten de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven met ingang van 2014 te verlagen tot € 500.000 per jaar.
Algemene Middelen
249
Lasten/baten en analyse thema Algemene dekkingsmiddelen Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan € 50.000 tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
Apparaatskosten
0
Kapitaallasten
18.490.609 6.806.093
15.761.220 5.816.434
20.998.620 2.574.679
21.124.365 2.045.604
-125.745 529.075
18.543
0
0
224.273
-224.273
0 0 0 0 0 158.421.368
0 0 0 526.745 2.232.832 11.845.938
0 0 0 0 0 0 0 0 0 215.400 0 215.400 2.549.798 0 2.549.798 63.093.600 125.197.486 -62.103.886
Totaal lasten 183.736.613
36.183.169
89.432.097 148.591.728 -59.159.631
0010 Financieringsmiddelen 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar 0200 Provinciefonds 0310 Eigen Middelen 0410 Deelnemingen 0500 Onvoorzien 0600 Saldo van kostenplaatsen 0800 Mutaties reserves
0010 Financieringsmiddelen 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar 0200 Provinciefonds 0310 Eigen Middelen 0410 Deelnemingen 0500 Onvoorzien 0600 Saldo van kostenplaatsen 0800 Mutaties reserves
6.508.283
6.217.897
2.890.353
2.720.493
-169.860
41.147.977
37.042.763
41.596.351
41.366.104
-230.247
110.692.214 47.572.575 112.275 0 0 173.848.390
80.371.300 102.509.900 104.539.830 2.029.930 51.243.100 50.925.500 52.155.896 1.230.396 50.150 95.718 95.720 2 454.000 454.000 0 -454.000 0 0 0 0 14.822.692 170.640.275 148.697.896 -21.942.379
Totaal baten 379.881.714 190.201.902 369.112.097 349.575.940 -19.536.157 Totaal saldo lasten-baten -196.145.102 -154.018.733 -279.680.000 -200.984.211 -78.695.789
LASTEN Apparaatskosten
0
Kapitaallasten
-125.745
Programmakosten Productgroep 0010 Financieringsmiddelen - Als gevolg van de afwikkeling van de claim Landsbanki met de derde partijen is ten opzichte van de raming een voordeel ontstaan. Dit betreft met name een correctie van de aan de derde partijen betaalde rente. Zie ook productgroep 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar met betrekking tot de afboeking van het openstaande deel van de lening. - De berekende rente met betrekking tot het deel van de vaste activa dat is gefinancierd met kort geld is € 197.717 lager. Dit wordt met name veroorzaakt door een lagere rentepercentage dan waarmee in de Integrale Bijstelling is gerekend. 250
Algemene Middelen
432.809
197.717
-
-
-
Aan de nog niet bestede rijksmiddelen voor het Regio Specifiek Pakket (RSP) wordt rente toegevoegd. Ten opzichte van de raming is het saldo waarover rente wordt berekend hoger. Daarnaast wijkt het rentepercentage ten opzichte van de Integrale Bijstelling af. Dit resulteert in een afwijking. Aan de ontvangen middelen van het Rijk voor de projecten vaarweg Lemmer-Delfzijl wordt conform afspraak met het Rijk rente aan toegevoegd. Op basis van de werkelijke stand blijkt ten opzichte van de raming dat er minder is besteed waardoor er een nadeel is ontstaan op de toe te rekenen rente. Overige afwijkingen
-31.193
-25.853
-44.405 529.075
Productgroep 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar - Als gevolg van de afwikkeling van de claim Landsbanki is het nog openstaande deel van de lening bij dit onderdeel afgeboekt. Zie ook productgroep 0010 Financieringsmiddelen met betrekking tot de correctie derde partijen. - Overige afwijkingen
-208.284
-15.989 -224.273
Productgroep 0500 Onvoorzien - Het bedrag voor onvoorziene bedragen is bij de Integrale Bijstelling 2014 verlaagd tot € 200.000. Van het restant is € 39.000 gereserveerd voor de Commissie van Zijl. De lasten met betrekking tot de commissie zijn verantwoord bij het thema bedrijvigheid. Het restant van € 161.000 valt vrij ten gunste van het rekeningresultaat. - Overige afwijkingen
200.000
15.400 215.400
Productgroep 0600 Saldo van kostenplaatsen - Na de verwerking van de Integrale Bijstelling 2014 resteert een saldo van € 2.549.798 aan onverdeelde apparaatskosten. Dit heeft voor een bedrag van € 2.392.616 betrekking op stelpost cao-ruimte en € 157.182 betreft de stelpost dossier gaswinning. - Met het bereiken van een cao-akkoord is de stelpost aangewend voor de eenmalige cao-betaling van € 450 per medewerker. De kosten in totaal € 317.731 maken onderdeel uit van de totale apparaatskosten. Daarnaast wordt een bedrag van € 24.913 met betrekking tot de capaciteitskredieten overgeboekt naar 2015. Per saldo resteert een bedrag van € 2.049.972. Dit bedrag valt vrij ten gunste van het rekeningresultaat 2014. - De middelen voor het dossier gaswinning zijn bij de afsluiting van het boekjaar meegenomen bij het saldo van de apparaatskosten.
2.392.616
157.182 2.549.798
Overige afwijkingen
-240
Productgroep 0800 Mutaties reserves - Zie aparte analyse reserves
-62.103.886
Totaal afwijking programmakosten
-59.033.886
Totale afwijking lasten
-59.159.631
Algemene Middelen
251
BATEN Programmabaten Productgroep 0010 Financieringsmiddelen - Binnen de productgroep zijn op diverse producten grote afwijkingen ontstaan als gevolg van de invoering van het verplicht schatkistbankieren in 2014. Per saldo een nadeel op de kort uit gezette middelen van € 198.111. Zie voor een toelichting de paragraaf Financiering. - De renteopbrengsten nazorggelden stortplaatsen van de kort uitgezette middelen zijn hoger dan geraamd omdat er meer kort is uitgezet. Dit leidt bij de lang uitgezette middelen tot een lagere opbrengst dan geraamd. Zie productgroep 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar. - De rente met betrekking tot de Blauwestad is lager dan opgenomen in de bijgestelde raming. Het gemiddeld saldo waarover de rente is berekend, is mede door de afboeking op de Blauwestad lager dan geraamd. - Overige afwijkingen
-198.111
114.087
-85.258
-578 -169.860
Productgroep 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar - Op de lang uitgezette middelen is ten opzichte van de raming een lagere rentebate gerealiseerd. Zie voor een toelichting de Financieringsparagraaf. - De renteopbrengsten nazorggelden stortplaatsen van de lang uitgezette middelen zijn lager dan geraamd omdat er minder lang is uitgezet. Dit leidt bij de kort uitgezette middelen tot een hogere opbrengst dan geraamd. Zie productgroep 0010 Financieringsmiddelen.
-127.063 -103.184
-230.247 Productgroep 0200 Provinciefonds - Naar aanleiding van de decembercirculaire hebben wij eind 2014 een bedrag van € 1.764.000 ontvangen voor het financieel ondersteunen van projecten voor onderwijsontwikkeling en onderzoek in het kader van de Energy Academy Europe (Green Deal). Deze middelen kunnen niet meer worden besteed in 2014 en vallen vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Bij de bestemming van het resultaat stellen wij voor deze middelen over te hevelen naar 2015. - In 2014 is een bedrag van 267.889 aan vrijval btw geboekt. In de raming is een stelpost verwacht achterblijven van de provinciale uitgaven in verband met de btw-component in de uitgaven van € 454.000 opgenomen. Zie productgroep 0500 Onvoorzien. Beide posten moeten met elkaar worden verrekend. Per saldo een nadeel van € 186.111. - Overige.
1.762.000
267.889 41 2.029.930
Productgroep 0310 Eigen middelen - De opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting is ten opzichte van de raming € 1.230.396 hoger uitgevallen. In de raming is de inkomstenderving van zeer zuinige auto's dubbel meegenomen. Daarnaast is een stelpost voor oninbaarheid en vanwege de overgangsregeling voor oldtimers die op benzine rijden in de raming opgenomen. Het lijkt aannemelijk dat zowel het oninbare bedrag als het beroep op de overgangsregeling beperkter is dan wij hadden voorzien. De exacte bedragen zijn niet bekend.
1.230.396
1.230.396 Productgroep 0500 Onvoorzien - Dit betreft de bij productgroep 0200 Provinciefonds genoemde stelpost verwacht achterblijven van de provinciale uitgaven in verband met de btw-component in de uitgaven 252
Algemene Middelen
-454.000 -454.000
Overige afwijkingen
3
Productgroep 0800 Mutaties reserves - Zie aparte analyse reserves
-21.942.379
Totaal afwijking programmabaten
-19.536.157
Totaal afwijking baten
-19.536.157
Saldo afwijking
-78.695.789
Mutaties reserves STORTINGEN Algemene reserve -
Betreft de boeking van het negatief rekeningresultaat 2013. Zie ook onttrekkingen.
-4.184.010 -4.184.010
Reserve ESFI - De voeding van de reserve ESFI is gebaseerd op de rendementen van de middelen verkregen uit de verkoop van de aandelen Essent. In de Integrale Bijstelling 2014 is een te hoge dividend opbrengst meegenomen, waardoor een te hoge voeding van de reserve is begroot. - Overige afwijkingen
130.540
-637 129.903
Reserve Grondwaterheffing - Op basis van de afsluiting van de lasten en baten met betrekking tot de grondwaterheffing is per saldo meer aan de reserve toegevoegd. Deels door hogere baten en deels door lagere lasten.
108.740
108.740 Reserve Beheer wegen en kanalen - Het positieve resultaat op de uitvoering van het meerjarenprogramma Beheer en Onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016 en de werkzaamheden voor Rijkswaterstaat met betrekking tot de hoofdvaarweg Lemmer Delfzijl is toegevoegd aan de reserve. De middelen blijven op deze wijze beschikbaar voor de uitvoering van het meerjarenprogramma.
-4.156.573
-4.156.573 Reserve AKP-budgetten - Het positieve resultaat op de AKP-budgetten ad. € 5.515.450 is toegevoegd aan de reserve. De afrekenperiode van de AKP is op basis van een voorstel in de Voorjaarsnota 2014 verlengd tot en met 2016.
-5.515.450
-5.515.450 Reserve Bodemsanering - De middelen voor ISV-3 bodem worden via het provinciefonds uitgekeerd. De niet bestede middelen zijn in de lijn van de afgelopen jaren toegevoegd aan de reserve Bodemsanering. Op deze manier blijven de middelen beschikbaar voor het meerjarenprogramma.
-1.186.011
-1.186.011
Algemene Middelen
253
Reserve Afkoopsommen wegen en kanalen - Vanuit de reserve Beheer wegen en kanalen is een bedrag van € 2.009.991 overgeboekt naar deze reserve. Door het negatieve resultaat in 2013 werd de reserve Beheer wegen en kanalen negatief. Dit is op basis van de BBV niet toegestaan. Via bestemming rekeningresultaat 2013 is voorgesteld het negatieve effect aan te vullen uit de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen en dat toekomstige positieve resultaten weer ten gunste van deze reserve komen. In 2014 was het resultaat dermate positief dat het gehele bedrag in één keer kon worden overgeboekt.
-2.009.991
-2.009.991 Reserve Provinciale meefinanciering - Het jaarbudget 2014 voor provinciale meefinanciering is in zijn geheel toegevoegd aan de reserve. De gemaakte kosten in 2014 zijn conform de verwerking in de raming onttrokken aan de reserve Provinciale meefinanciering. Zie ook toelichting onttrekkingen.
-4.726.049
-4.726.049 Reserve Programma Landelijk Gebied - De geraamde middelen voor de afwikkeling van verplichtingen van het Programma Landelijk Gebied 2007-2013 zijn voor een deel nog niet betaald. De middelen moeten beschikbaar blijven voor de toekomstige afwikkeling en zijn derhalve teruggestort in de reserve. Zie ook toelichting onttrekkingen.
-5.902.116
-5.902.116 Reserve Leefbaarheid - De niet bestede middelen voor Krimp vanuit decentralisatieuitkering ISV3 en de provinciale middelen zijn toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. - De middelen voor SDV, ISV1 en ISV2 zijn in 2014 van de balanspost vooruitontvangen bedragen van het rijk ten gunste van de exploitatie geboekt. Er is geen verantwoordingsplicht meer richting het Rijk. Voor zover er nog verplichtingen op deze middelen drukken is het bedrag toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. Dit is in lijn met ISV3. - Als gevolg van de administratieve correctie van de verwerking van de ISV3-middelen voor het provinciaal fonds particuliere woningverbetering is er € 1.000.000 teruggestort in de reserve Leefbaarheid. In 2012 is het bedrag ten laste van ISV3middelen gebracht. Zie ook toelichting bij het thema Wonen en leefbaarheid.
-6.465.252 -3.695.076
-1.000.000
-10.160.328 Reserve Vervanging kunstwerken Winschoterdiep - De kosten van het project Bediening op afstand wordt voorgefinancierd uit de reserve Vervanging kunstwerken Winschoterdiep. Door besparing op de formatie wordt de voorfinanciering van het project weer terugverdiend. In 2014 is een deel gerealiseerd en teruggestort in de reserve. - Overige afwijkingen
-322.000
117 -321.883
Reserve EHS Zuidlaardermeer - Het resultaat op het betreffende budget € 130.620 is onttrokken aan de reserve. In de raming zijn zowel stortingen als onttrekkingen opgenomen. Dit leidt zowel bij stortingen als onttrekkingen tot afwijkingen.
1.594.083
1.594.083
254
Algemene Middelen
Reserve Overboeking kredieten - Op basis van de beleidslijn met betrekking tot de overboeking van kredieten is in 2014 een bedrag van € 20.790.798 toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten.
-20.790.798 -20.790.798
Reserve Programma Landelijk Gebied 2 - De niet bestede middelen van het Programma Landelijk Gebied 2 zijn toegevoegd aan de reserve. Op deze wijze blijven de middelen beschikbaar voor de verdere uitvoering van het programma. Zie ook toelichting onttrekkingen.
-4.629.877
-4.629.877 Overige afwijkingen
-353.526
Totaal afwijking stortingen
-62.103.886
ONTTREKKINGEN Algemene reserve -
Betreft de boeking van het negatief rekeningresultaat 2013. Zie ook stortingen.
4.184.010 4.184.010
Reserve ESFI - Voor de dekking van de kosten voor diverse investeringsprojecten wegen en waterwegen zijn middelen gereserveerd in de reserve ESFI. In de integrale Bijstelling 2014 is de inzet van de middelen uit de reserve geactualiseerd. In totaal is € 21.684.169 opgenomen als verwachte dekking voor 2014. Op basis van de werkelijke kosten is € 12.666.928 aan de reserve onttrokken. Dit veroorzaakt een afwijking van € 9.017.241. - Vanuit de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor het investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog. De werkelijke bestedingen zijn onttrokken aan de reserve. Ten opzichte van de raming leidt dit tot een afwijking. - Vanuit de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor het actieprogramma WEL. De geraamde middelen voor 2014 zijn niet besteed en derhalve niet onttrokken aan de reserve. - Jaarlijks wordt ten laste van de reserve een bedrag van € 953.300 opgenomen voor reservering ringwegen. Deze middelen zijn binnen de reserve gelabeld voor de reconstructie van de ringwegen. Projecten die op dit moment in uitvoering en deels worden gedekt door deze middelen zijn verantwoord via de post kosten voor diverse investeringen wegen en waterwegen. Binnen de reserve worden de kosten op de juiste onderdelen verantwoord. - Voor recreatieve vaarverbindingen is het jaarbudget van € 750.000 vanuit de reserve ESFI opgenomen in de raming. De werkelijke kosten voor 2014 zijn € 31.840, waardoor er € 718.160 minder is onttrokken. - Voor investeringen in de Culturele Infrastructuur Groningen (CIG) is in 2014 € 263.097 uitbetaald aan de projectuitvoerders. Dit bedrag is onttrokken aan de reserve. - Ter dekking van de kosten van flankerend beleid waterbergingen is een bedrag onttrokken aan de reserve. - Overige afwijkingen
-9.017.241
-6.581.500
-2.680.000 -953.300
-718.160
263.097 93.805 -39.940 -19.633.239
Algemene Middelen
255
Reserve Stimulering zorg - De afwikkeling van verplichtingen uit de reserve Stimuleringsfonds zorg zijn lager dan verwacht. De resterende middelen blijven beschikbaar voor de afwikkeling in 2015 en volgende jaren.
-57.001
-57.001 Reserve Huisvesting en inrichting - Ter dekking van een deel van de kosten van de aan basisrenovatie+ gerelateerde werkzaamheden is een bedrag van € 266.843 onttrokken aan de reserve. - In de Voorjaarsnota is aangegeven dat het vrij besteedbare deel van de reserve kan vrijvallen ter dekking van het meerjarenonderhoudsplan provinciehuis. Daarnaast resteert er nog een deel voor de afwikkeling van nog lopende verplichtingen. Bij de verwerking hiervan bij de Integrale Bijstelling zijn beide bedragen abusievelijk omgewisseld. In de rekening is het juiste bedrag aan vrijval verantwoord.
266.843 -41.484
225.359 Reserve Automatisering - Voor de uitvoering van de IP-plannen (informatievoorziening) is bij de Integrale Bijstelling een bedrag toegevoegd aan de raming vanuit de reserve Automatisering. Aangezien de uitvoering van de projecten doorloopt in 2015, is er minder onttrokken aan de reserve Automatisering.
-293.625
-293.625 Reserve Beheer wegen en kanalen - Als gevolg van het positieve resultaat 2014 is een bedrag van € 2.009.991vanuit deze reserve overgeboekt naar de reserve Afkoopsom wegen en kanalen. Door het negatieve resultaat in 2013 werd de reserve Beheer wegen en kanalen negatief. Dit is op basis van de BBV niet toegestaan. Via bestemming rekeningresultaat 2013 is voorgesteld het negatieve effect aan te vullen uit de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen en dat toekomstige positieve resultaten weer ten gunste van deze reserve komen.
2.009.991
2.009.991 Reserve Cofinanciering Kompas - De afwikkeling van verplichtingen uit de reserve Cofinanciering Kompas zijn lager dan verwacht. De resterende middelen blijven beschikbaar voor de afwikkeling in 2015 en volgende jaren.
-76.400
-76.400 Reserve Bodemsanering - De kosten voor de uitvoering van het programma voor bodemsanering zijn hoger dan de middelen die in 2014 beschikbaar zijn gesteld via het provinciefonds. In de reserve zijn nog middelen uit voorgaande jaren beschikbaar om deze kosten te dekken.
1.247.554
1.247.554 Reserve Provinciale Meefinanciering - Bij de Integrale Bijstelling 2014 werd verwacht dat een bedrag van € 14.499.111 zou worden besteed voor provinciale meefinanciering en IAG 2 en 3. De werkelijke besteding is fors lager omdat er toch minder is opgevraagd door de uitvoerders van projecten. In 2014 is in totaal € 4.945.158 besteed.
-9.553.953
-9.553.953
256
Algemene Middelen
Reserve Programma Landelijk Gebied - De middelen voor de afwikkeling van verplichtingen van het programma landelijk gebied 2007-2013 zijn voor een aantal onderdelen te laag geraamd. Op basis van de werkelijke betalingen heeft een hogere onttrekking aan de reserve plaatsgevonden.
1.769.599
1.769.599 Reserve Regiospecifiek pakket - Ten opzichte van de bijgestelde raming blijven de kosten voor de projecten € 4.979.860 achter. Dit wordt met name veroorzaakt bij het onderdeel REP. De verwachte bijdrage voor het Groninger Forum is niet opgevraagd (aandeel vanuit de reserve € 4.451.087). - Overige afwijkingen
-4.979.860
-70.212 -5.050.072
Reserve Leefbaarheid - Voor het onderdeel krimp is een bedrag van € 8.655.000 in de raming opgenomen als onttrekking aan de reserve Leefbaarheid. Op basis van de werkelijke kosten voor krimp is een bedrag van € 13.773.141. Per saldo een hogere onttrekking aan de reserve van € 5.118.141. - Ter dekking van de kosten van ISV3-wonen is een bedrag van € 692.803 onttrokken aan de reserve Leefbaarheid. In de raming was rekening gehouden met € 4.071.000. Er is dus € 3.378.197 minder uit de reserve gehaald.
5.118.141
-3.378.197
1.739.944 Reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid - Van de begrote middelen voor de uitvoering van het actieprogramma ten laste van de reserve is een deel niet besteed in 2014.Dit heeft geresulteerd in een lagere onttrekking. De middelen blijven beschikbaar voor de uitvoering in de komende jaren.
-737.606
-737.606 Reserve EHS Zuidlaardermeer - Het resultaat op het betreffende budget € 130.620 is onttrokken aan de reserve. In de raming zijn zowel stortingen als onttrekkingen opgenomen. Dit leidt zowel bij stortingen als onttrekkingen tot afwijkingen.
-2.178.384
-2.178.384 383.036
Overige afwijkingen Totaal afwijking onttrekkingen
-26.020.787
Algemene Middelen
257
258
Algemene Middelen
Deel 3 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 Paragrafen
260
1.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
1.1.
Inleiding
Volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 2004 zijn de provincies verplicht aan de Begroting en Rekening een paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing toe te voegen. Naast deze verplichting wordt deze paragraaf ook opgenomen in de jaarlijkse Integrale Bijstelling. De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing dient ten minste de volgende onderwerpen te bevatten: a. een inventarisatie van de risico’s c.q. het minimaal benodigde weerstandsvermogen; b. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's. Het minimaal benodigde weerstandsvermogen is afhankelijk van het risicoprofiel. De risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn niet op een andere manier te ondervangen. Onder risico's verstaan de voorschriften: alle voorzienbare risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Bij het bepalen van de verwachte impact van risico's moet onderscheid gemaakt worden tussen risico's met incidentele gevolgen en risico's met structurele gevolgen. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt om de risico's (niet begrote kosten die onverwachts optreden) op te vangen. De weerstandscapaciteit wordt gedefinieerd als het totaal van de vrije ruimte in de algemene reserve, de vrij aan te wenden bestemmingsreserves, de onbenutte belastingcapaciteit, het gereserveerde bedrag voor onvoorziene uitgaven en de verwachte begrotingsruimte. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met incidenteel wordt bedoeld het vermogen om eenmalige financiële tegenvallers op te vangen zonder dat reguliere taken in gevaar komen. De structurele weerstandscapaciteit betreft middelen die permanent ingezet kunnen worden om structurele risico's in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de reguliere taken.
1.2
Weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit
Door EY is onderzoek naar het minimaal benodigde weerstandsvermogen gedaan. Hierbij is ook gekeken naar de systematiek die het beste kan worden gehanteerd. Dit onderzoek en de kadernota risicomanagement zijn op 18 februari 2015 vastgesteld door uw Staten (voordracht 68/2014). Minimaal benodigde weerstandsvermogen In onderstaande tabel zijn de verschillen samengevat weergegeven tussen de uitkomsten van het onderzoek dat in het najaar van 2014 door EY is uitgevoerd en de Programmarekening 2014. Het betreft de inschatting van het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen en de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit. De verschillen tussen beide zijn daarna toegelicht. Benodigd weerstandsvermogen versus beschikbare weerstandscapaciteit Minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen Incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit Verschil
Onderzoek EY najaar 2014 € 22,0 miljoen € 22,0 miljoen € 0,0 miljoen
Programmarekening 2014 € 22,2 miljoen € 23,1 miljoen € 0,9 miljoen
In onze voordracht ter vaststelling van de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit voor het opvangen van incidentele risico’s (nr. 68/2014), hebben wij aangegeven dat de risico’s inzake Blauwestad in het onderzoek van onze accountant EY buiten beschouwing zijn gelaten. Bij het bepalen van het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen in het kader van deze jaarrekening 2014 hebben wij (wel) aandacht besteed aan de risico’s Blauwestad. Wij zijn van mening dat deze risico’s adequaat zijn opgenomen in de actualisatie van de GREX 2015 ten behoeve van de waardering van het activum Blauwestad. Deze actualisatie gaf aanleiding tot het afboeken van het activum Blauwestad voor een bedrag van € 11,5 miljoen. Periodiek wordt een expert opinion naar de GREX (grondexploitatie) uitgevoerd. Op basis van de conclusies van dit onderzoek naar de GREX 2015, de geactualiseerde GREX 2015 en de bijbehorende gevoeligheidsanalyse schatten wij in dat voor Blauwestad de kans op positieve effecten groter is dan negatieve effecten. Hierbij merken
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
261
wij op dat de wereld weerbarstig en continu aan verandering onderhevig is, met de GREX hebben wij een instrument in handen om veranderingen en risico’s te monitoren. Wij zien nu geen aanleiding om middelen te reserveren voor nieuwe risico’s activum Blauwestad. Het is duidelijk geworden dat het onder de huidige omstandigheden niet mogelijk is om de activiteiten van het Seaports Experience Centre (SXC) ongewijzigd te continueren. Wanneer het SXC gestopt zou worden moet een ontvangen subsidie worden terugbetaald. Daarom is ervoor gekozen om de activiteiten van het SXC voort te zetten bij verschillende partners van het SXC. Het bedrag van de ontvangen subsidie is € 370.000. Wij schatten het risico dat wij niet aan de voorwaarden voldoen laag (25%) in. Hierdoor resulteert een (nieuw) eenmalig risico van € 92.000. Wij houden binnen het weerstandsvermogen rekening met eventuele nadelen doordat wij borg staan voor geldleningen van zorgverleners. De omvang van deze leningen is in 2014 met € 0,4 miljoen gedaald tot € 2,1 miljoen. Met een lage inschatting (25%) van het risico betekent dit een afname van het benodigde weerstandsvermogen met € 0,1 miljoen. Het algemeen geformuleerde risico 'overige leningen/participaties publieke taak' (10) is in risico Investeringsfonds Groningen (13) verbijzonderd. Het algemeen geformuleerde risico zal met het per geval opnemen van risico's vervallen. De beleidslijn kadernota risicomanagement is aangevuld met criteria voor opname in de paragraaf weerstandsvermogen (zie 1.3). Aan de Kredietunie Groningen is een lening verstrekt van maximaal € 1 miljoen. Deze lening voldoet aan de uitgebreide beleidslijn. Voor het risico Kredietunie Groningen is een bedrag van € 125.000 opgenomen.
Incidentele risico's Voor de nu geïnventariseerde incidentele risico’s bedraagt het minimaal benodigde weerstandsvermogen afgerond € 22,2 miljoen. In het onderzoek dat eind 2014 is uitgevoerd was het minimaal benodigde weerstandsvermogen bepaald op € 22,0 miljoen. Het totale risico is dus nagenoeg gelijk gebleven. De samenstelling van dit risicobedrag is zoals hiervoor aangegeven wel veranderd. Structurele risico's Naast de incidentele risico's zijn ook structurele risico's geïnventariseerd voor € 1,0 miljoen. Hiervoor kan de onbenutte belastingcapaciteit worden ingezet. Deze structurele risico’s betreffen met name de effecten van rijksontwikkelingen en bezuinigingen. Beschikbare weerstandscapaciteit Incidenteel De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit het saldo van de vrije ruimte in de algemene reserve (€ 23,1 miljoen) welke is gelabeld ten behoeve van de paragraaf weerstandsvermogen. De toename van de incidentele weerstandscapaciteit (€ 1 miljoen) in de algemene reserve vloeit voort uit afspraken rondom het Investeringsfonds Groningen BV. Er wordt namelijk vanuit het budget provinciale meefinanciering geleidelijk een buffer van € 10 miljoen gevormd voor risico's van het Investeringsfonds Groningen BV en Economic Board. In 2014 is de algemene reserve hiervoor samen met € 1 miljoen verhoogd. Alhoewel deze voeding/dekking wordt betrokken in de totale weerstandscapaciteit zijn deze middelen specifiek geoormerkt voor dit specifieke risico. Binnen de bestemmingsreserves voorzien we geen vrije ruimte die betrokken kan worden bij de beschikbare weerstandscapaciteit. Daarnaast is de beschikbare weerstandscapaciteit met € 0,1 miljoen toegenomen door diverse vrijval van reserveringen binnen de algemene reserve. Structureel De structurele weerstandscapaciteit bestaat voornamelijk uit de mogelijkheid om de opcenten motorrijtuigenbelasting te verhogen (onbenutte belastingcapaciteit), alsmede de post onvoorzien en de structurele vrije begrotingsruimte. De definitie van onbenutte belastingcapaciteit is het maximale bedrag aan opcenten motorrijtuigenbelasting dat geheven had kunnen worden gedurende een boekjaar, verminderd met de werkelijk in dat boekjaar geïnde opcenten motorrijtuigenbelasting. De onbenutte belastingcapaciteit van de provincie Groningen bedraagt dan € 12,9 miljoen. Het is overigens een politieke afweging in hoeverre deze onbenutte belastingcapaciteit daadwerkelijk (direct) kan worden gerealiseerd. In de meerjarenbegroting (behorend bij de begroting 2015) is tevens een structureel bedrag van € 0,5 miljoen opgenomen voor onvoorzien. In totaliteit bedraagt de structurele weerstandscapaciteit dan € 13,4 miljoen.
262
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de meerjarenbegroting tot is 2018 nog vrije begrotingsruimte beschikbaar. Omdat er geen sprake is van structureel beschikbare vrije begrotingsruimte, is deze niet meegenomen in de berekening van de beschikbare structurele weerstandscapaciteit. Oordeel omvang benodigde weerstandscapaciteit Het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen bedraagt afgerond € 22,2 miljoen. De incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit binnen de reserves bedraagt afgerond € 22,1 miljoen. Het verschil tussen benodigd en beschikbaar bedraagt € 0,1 miljoen negatief. Daarnaast is er afzonderlijk € 1 miljoen beschikbaar voor het risico van het Investeringsfonds Groningen en Economic Board. Het Investeringsfonds Groningen is nog niet operationeel en derhalve nog niet opgenomen in de risicoinschatting. Gelet op het feit dat de afwijking minder is dan 10% van de beschikbare weerstandscapaciteit kan conform de vastgestelde beleidslijn de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit (excl. de buffer van het Investeringsfonds Groningen) binnen de algemene reserve worden gehandhaafd op € 22,1 miljoen.
1.3.
Beleidslijn en ontwikkelingen
Het risicobewustzijn en de risicohouding van de provincie is in de afgelopen jaren sterk verbeterd. Deze verbetering hebben wij vertaald naar de door ons gehanteerde beleidslijn ten aanzien van het weerstandsvermogen. Onze beleidslijn is afgeleid van de kadernota risicomanagement en is als volgt: I.
Ten aanzien van risico's wordt een afgewogen beleidskeuze gemaakt Bij het nemen van belangrijke beslissingen wordt vooraf in kaart gebracht welke financiële risico's kunnen spelen welke het behalen van de doelen van de provincie bedreigen. De provincie Groningen probeert vervolgens actief deze risico's te voorkomen en/of te beheersen, onder meer door het verleggen van deze risico's naar partners of door het maken van beleidskeuzes en hiermee het risico te voorkomen. Mocht de provincie ervoor kiezen een risico niet te vermijden door het maken van een beleidskeuze (bijvoorbeeld een risico als gevolg van expliciete politieke besluitvorming omtrent deelname aan een project), dient dit risico wel mee te lopen in het risicomanagementproces.
II.
Risico's worden in eerste instantie gedekt uit reguliere programma-/projectbudgetten Risico's worden in eerste instantie gedekt uit reguliere prgramma-/projectbudgetten. Deze beleidslijn geldt dus eveneens voor de (infrastructurele) projecten. Bij grote infrastructurele projecten kan sprake zijn van risico's die de financiële continuïteit van de provincie gevaar kunnen brengen. Het is derhalve van belang dat de verantwoordelijkheid van de provincie voor eventuele tegenvallers/kostenoverschrijdingen worden begrensd tot een bepaald plafond. Dat plafond kan bijvoorbeeld een percentage van het aandeel van de provincie in de overschrijding van de oorspronkelijke bouwkosten tot een nader te bepalen absoluut maximum zijn. Dergelijke financiële risico's dienen per project te worden beoordeeld op basis waarvan het aandeel van de provincie in de risico's worden begrensd tot een bepaald plafond. Alleen in het geval de risico's niet kunnen worden gedekt uit de investeringsprogramma's wordt een project meegenomen in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen.
III.
Alleen risico's die niet kunnen worden opgevangen door het maken van een afgewogen beleidskeuzeof welke niet binnen het reguliere programma-/projectbudget kunnen worden opgevangen worden meegenomen in de paragraaf weerstandsvermogen Alleen in het geval de risico's niet gedekt kunnen worden uit het programma- en/of projectbudget, worden de risico's meegenomen in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in de volgende categorieën: I. Risico's als gevolg van expliciete politieke besluitvorming rondom deelname aan projecten. II. Risico's die in beginsel uit de programma's of projecten gedekt moeten worden, maar waarbij de bedragen dermate omvangrijk kunnen zijn dat de programma's of projecten dit niet altijd kunnen dragen. III. Risico's die in beginsel uit de programma's of projecten gedekt moeten worden, maar waarbij het maken van beleidskeuzes geen optie is. Het weerstandsvermogen mag alleen worden aangesproken indien een risico zich ondanks de inspanningen op het gebied van risicomanagement voordoet en de negatieve financiële effecten niet gedekt kunnen worden uit de reguliere programmabudgetten. Dit betekent dat de risico's die in principe gedekt kunnen worden uit de reguliere programmabudgetten niet worden
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
263
meegenomen in de risico-inventarisatie ten behoeve van de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. IV.
Beoordelen toereikendheid weerstandsvermogen Indien uit de beoordeling van het weerstandsvermogen blijkt dat de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit minder dan het benodigde weerstandsvermogen op basis van de risicoinventarisatie bedraagt, vindt aanvulling plaats indien de afwijking groter is dan 10%.
Gebleken is dat de beleidslijn risicomanagement onvoldoende voorziet in criteria voor opname in de paragraaf weerstandsvermogen bij leningen en participaties in het kader van de publieke taak. We stellen voor de beleidslijn als volgt aan te vullen: V
Een voorstel tot het verstrekken van een lening of het deelnemen in een participatie wordt in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen als: 1) Ons college een principebesluit hierover heeft genomen én 2) Het principe besluit ter consultatie is behandeld in uw Staten, én 3) De organisatie die de middelen ontvangt operationeel is (als de organisatie nog niet operationeel is wordt het risico benoemd maar nog niet gekwantificeerd).
1.4.
Risicoprofiel
Het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen is afhankelijk van het risicoprofiel. Voor het bepalen van het risicoprofiel hebben wij de risico’s geïnventariseerd. De risico’s zijn in onderstaande tabel opgenomen: Overzicht geïdentificeerde risico's
Totaal impact incidentele risico's € 15,7 miljoen
Risico Incidentele risico's
Omschrijving
Waarde in € miljoen
Kans
Impact in € miljoen
1
Gewaarborgde geldleningen/garanties
2,1
25%
0,53
2
Achtergestelde lening OZG
3,8
12,5%
0,48
3
Claims
5,0
50%
2,50
4
Generieke risico's subsidies
5
Borgstelling GR Havenschap Groningen Seaports
6
Handhaving vergunningen
7
Blauwestad
8
Projecten algemeen
9
Effecten Rijksontwikkelingen en bezuinigingen
15
5%
0,75
174
2,5%
4,35
4
25%
1,00
zie 1.5
-
-
10,0
50%
5,00
4,0
25%
1,00
10
Overige leningen/participaties publieke taak
Zie 1.5
11
Seaports Experience Centre (SXC)
0,4
25%
0,09
12
Kredietunie Groningen
1,0
12,5%
0,13
13
Investeringsfonds Groningen B.V.
Zie 1.5
14
Economic Board
Zie 1.5
Totaal incidentele risico's Totaal impact structurele risico's € 1,0 miljoen
Aanhouden norm van 1,4 Advies: totaal minimaal benodigd weerstansvermogen 9 Effecten Rijksontwikkelingen en bezuinigingen
15,83 15,83 Zie 1.5
Totaal structurele risico's
264
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
40%
6,33 22,16 1,00 1,00
Risicomatrix
Middel
3, 8
1
Laag
Kans inschatting
Middel: 25% tot 50%
Hoog
Hoog: 50% t/m 100%.
Laag: 0% tot 25%.
6
11, 12 Laag Laag: tot € 1.000.000.
2, 4, 5, 9 Middel Financiële impact
Hoog
Middel: € 1.000.000 tot
Hoog: € 2.500.000 en meer.
€ 2.500.000.
Voor de gekwantificeerde risico’s wordt in de risicomatrix zichtbaar welke de grootste risico’s zijn en waar de risicobeheersing zich met name op zal moeten richten. De risico’s zijn voorzien van een nummer. De risico 7, 12 en 13 komen in de matrix niet voor omdat de kans en/of waarde nihil is. Aan de hand van deze nummering wordt het risico toegelicht in de risicotabel en in de onderliggende omschrijvingen in deelparagraaf 1.5. Al met al kan worden gesteld dat het risicoprofiel nauwelijks is gewijzigd ten opzichte van het onderzoek van EY.
1.5.
Toelichting risico’s en beheersmaatregelen
In deze paragraaf worden de risico’s en de bijbehorende beheersmaatregelen kort toegelicht.
1. Gewaarborgde geldleningen/garanties Classificatie:
01. Balansposities
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
€ 2,1 miljoen 25% € 530.000
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Per 31 december 2014 bedraagt het totaal van de gewaarborgde geldleningen en garantiesop basis van de jaarrekening 2014 € 43,1 miljoen. Hiervan heeft € 8,1 miljoen betrekking op gewaarborgde geldleningen en € 35,0 miljoen op door onze provincie afgegeven garanties. De grootste gewaarborgde geldlening (€ 6,0 miljoen) heeft betrekking op het Nationaal Groenfonds. De overige gewaarborgde geldleningen hebben betrekking op zorginstellingen De Hoven en De Zijlen. De afgegeven garanties van € 35,0 miljoen hebben voornamelijk betrekking op een aan RWE verleende borgstelling van € 33,5 miljoen in verband met General Escrow Fonds. De overige garanties
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
265
hebben voornamelijk betrekking op een afgegeven garantie voor de betaling van de huur van het pand van Groningen Seaports (totale garantie ruim € 1,5 miljoen). Aard risico:
Het risico bestaat dat instellingen waarvoor wij garant staan niet aan hun aflossingsverplichtingen jegens betrokken financiers kunnen voldoen , zodat wij de aflossingsverplichtingen moet overnemen. Er is geen beleidskeuze voor de al vestrekte gewaarborgde geldleningen/garanties.
Inschatting van kans en impact:
Gewaarborgde geldleningen Nationaal Groenfonds De gewaarborgde geldleningen van het Nationaal Groenfonds hebben betrekking op de door het Nationaal Groenfonds opgenomen leningen, welke zijn doorgeleend aan aan individuele provincies en DLG. De provincies in Nederland staan gezamenlijk garant voor de terugbetaling van deze leningen. Daar het Nationaal Groenfonds de opgenomen geldleningen heeft doorgeleend aan de provincies, schatten wij het risico dat deze niet aan haar verplichtingen kan voldoen zeer laag in. Om deze reden hebben wij deze gewaarborgde geldlening niet meegenomen in onze inschatting van kans en impact voor dit riscico. Gewaarborgde geldleningen zorginstellingen In de afgelopen jaren is de omvang van de gewaarborgde geldleningen van zorginstellingen afgenomen tot € 2,1 miljoen. Deze gewaarborgde geldleningen lopen op korte tot middellange termijn af. Gezien de turbulente markt waarin zorginstellingen zich op dit moment bevinden achten wij bijstelling van de kans van optreden echter niet aan de orde. Het risicopercentage hebben wij om deze reden gehandhaafd op 25%.
Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie:
Garantiestellingen RWE en Groningen Seaports De aan RWE afgegeven garantie inzake het General Escrow Fonds van € 33,5 miljoen loopt per 1 oktober 2015 af. Op basis van de thans beschikbare (finaniële) informatie verwachten wij niet dat deze garantie zal worden getrokken. Tevens schatten wij op basis van de jaarrekening 2013 van Groningen Seaports N.V. in dat deze zelfstandig aan haar huurverplichtingen voor het pand zal kunnen voldoen (totale garantie ruim € 1,5 miljoen). Om deze reden hebben wij de garantstellingen niet meegenomen in de inschatting van kans en impact voor dit risico. Jaarlijks monitoren wij de financiële positie (solvabiliteit en liquiditeit) van de betrokken instellingen. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van € 530.000 meegenomen. Dit bedrag heeft volledig betrekking op de gewaarborgde geldleningen van zorginstellingen.
2. Achtergestelde lening OZG Classificatie:
01. Balansposities
Risicocategorie
I
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico
Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
266
€ 3,8 miljoen 12,5% € 475.000
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Wij zijn voornemens een achtergestelde lening van € 10,0 miljoen te verstrekken aan de Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG), ter financiering van hun nieuwbouw. Voor dit project is door OZG een business case (de zogenaamde "pressure cooker") opgesteld, waarbij het UMCG aandeelhouder van de OZG zal worden. De uitgangspunten en voorwaarden van de achtergestelde geldlening zijn door de provincie Groningen en de OZG vastgelegd in een termsheet. In de komende periode zal aan de hand hiervan een leningovereenkomst worden opgesteld.
Aard risico:
Wij hebben bij voordracht van 21 oktober 2014 het plan om een achtergestelde lening van € 10,0 miljoen te verstrekken aan OZG voorgelegd aan uw Staten. Indien de achtergestelde lening zal worden verstrekt, bestaat het risico dat (een deel van) de hoofdsom van de achtergestelde lening en/of rente niet (terug)betaald kan worden door de OZG. Op dat moment is geen sprake meer van een beleidskeuze.
Inschatting van kans en impact:
Het UMCG heeft zich gedurende de looptijd van de lening garant gesteld jegens de provincie Groningen voor een bedrag van € 6,2 miljoen. Voor het resterende bedrag van € 3,8 miljoen worden geen zekerheden/garanties verkregen van OZG, buiten de garantie dat zorgverzekeraars relatief langlopende contracten zullen afsluiten met OZG. Op basis van de huidige financiële positie van het UMCG schatten wij het risico dat het UMCG niet kan voldoen aan haar verplichtingen als de provincie een beroep doet op deze garantstelling laag in. Wij lopen dus vooral risico over het ongeborgde deel. Wij schatten de kans dat (een deel van) de hoofdsom van de achtergestelde lening en/of rente niet (terug) betaald kan worden door de OZG in op 12,5%. Wij hebben met OZG uitvoerige onderhandelingen gevoerd over de uitgangspunten en voorwaarden van de achtergestelde lening, welke zijn vastgelegd in een term sheet. Tevens hebben wij de aannames en uitgangspunten van de business case laten beoordelen.
Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie:
In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van € 475.000 opgenomen.
3. Claims Classificatie:
10. Claims
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
€ 5,0 miljoen 50% € 2,5 miljoen
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
De in deze categorie opgenomen risico's hebben betrekking op bedragen die mogelijk kunnen voortvloeien uit claims van derden. In principe zouden claims door reguliere beleids- en afdelingsbudgetten gedekt moeten worden, echter de gegeven hoge impact welke claims kunnen hebben achten wij het niet onverstandig hiervoor ook in het weerstandsvermorgen een buffer op te nemen. In de afgelopen jaren is de lagere overheid namelijk regelmatig geconfronteerd met gebeurtenissen die haar imago geen goed hebben gedaan. Deze gebeurtenissen hebben geleid tot een kritischer houding van burgers en bedrijven ten opzichte van de lagere overheid.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
267
Deze kritische houding leidt ertoe dat de lagere overheid vaker wordt aangesproken op de kwaliteit van de door haar geleverde prestaties. Aard risico:
Het risico bestaat dat claims van derden gehonoreerd moeten worden of dat in de toekomst claims worden bij ons worden ingediend door derden.
Inschatting van kans en impact:
Dit speelt bij een bedrijf dat in de afgelopen tijd failliet is gegaan. Wij zijn nog in afwachting van de afronding van het faillissement van het betreffende bedrijf. Het is nu nog onduidelijk welke (financiële) consequenties dit voor ons met zich meebrengt. De kans en impact is gezien de aard van de ingediende claims, maar ook onzekerheid over toekomstige nog te ontvangen claims, onzeker. Voor zowel de bekende claims als eventuele toekomstige claims stellen wij voor in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit een bedrag mee te nemen van € 2,5 miljoen.
Getroffen beheersingsmaatregelen:
Wij trachten dit risico te beheersen door zorgvuldig te handelen en ons te houden aan de wettelijke kaders en voorgeschreven procedures. Tevens hebben wij een WA-verzekeringsovereenkomst.
Conclusie:
Wij stellen voor in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit voor reeds ingediende, maar ook nog te ontvangen, claims een bedrag van € 2,5 miljoen mee te nemen.
4. Generieke risico's subsidies Classificatie:
03. Ontvangen subsidies
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico
Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
€ 15,0 miljoen 5% € 750.000
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Wijhebben omvangrijke subsidiebedragen ontvangen uit Europese subsidieprogramma's en uit rijksmiddelen. Deze subsidiebedragen worden door ons of door aan ons gelieerde instanties (SNN) doorgecommiteerd aan andere lagere overheden en aan bedrijven en instellingen. Ten aanzien van de door ons en het SNN ontvangen subsidiegelden bestaat een risico vanwege interpretatieverschillen en het niet naleven van regelgeving, alsmede het risico voortvloeiend uit zogenaamde overcommittering.
Aard risico:
Risico's vanwege het niet naleven van regelgeving ontstaan doordat wij een debiteurenrisico lopen op het moment dat subsidiegelden van bedrijven of instellingen teruggevorderd moeten worden bij het niet naleven van de subsidievoorwaarden door deze bedrijven of instellingen. Daanaast valt hieronder het risico dat door het onzorgvuldig handelen van de provinciale administratie subsidies niet verkregen worden,maar wel zijn verstrekt. Ten aanzien van deze risico's hebben wij geen beleidskeuze. De risico's voortvloeiend uit overcommittering ontstaan doordat soms op basis van ervaringscijfers meer gelden worden gecommitteerd dan in eerste instantie beschikbaar zijn gesteld. Het gaat hierbij om middelen die van het Rijk of de
268
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Europese Unie zijn ontvangen, alsmede om provinciale (cofinancierings)middelen. Mocht onverhoopt blijken dat het meerdere daadwerkelijk tot een last voor de provincie leidt dan zal dit uit het reguliere budget dienen te worden gedekt. Ten aanzien van overcommittering is derhalve, bij toekomstige subsidieregelingen, sprake van een beleidskeuze. Inschatting van kans en impact:
Zowel de omvang van de ontvangen subsidies als de omvang van de door ons verstrekte subsidies is de afgelopen jaren afgenomen. Wij schatten het totale risico voor deze subsidies en rijksmiddelen in tussen € 1,0 miljoen (2010: € 1,75 miljoen) en € 15,0 miljoen (2010: € 17,5 miljoen). De kans van optreden is verlaagd van 10% naar 5% omdat in de afgelopen jaren dit risico zich niet heeft voorgedaan en ook onze interne beheersing de afgelopen jaren verder is verbeterd.
Getroffen beheersingsmaatregelen:
Wij hebben de volgende beheersmaatregelen getroffen voor deze risico's: - De risico's ten aanzien van interpretatieverschillen en het niet naleven van de regelgeving van de subsidieverstrekker worden door ons waar mogelijk doorgecommitteerd aan de subsidieontvanger. - Het debiteurenrisico wordt beperkt doordat bij subsidies niet standaard wordt overgegaan tot bevoorschotting. Tevens wordt in principe niet bevoorschot tot 100% van het verleende subsidiebedrag en worden bij subsidies groter dan € 100.000 tussentijdse rapportages opgevraagd. - Het risico van overcommittering wordt beperkt doordat de provincie actief de (financiële) voortgang van de projecten van subsidieontvangers bewaakt. - Vanuit het SNN worden bij voorschotdeclaraties zogenaamde Artikel 13 controles uitgevoerd om er zeker van te zijn dat de gedeclareerde kosten subsidiabel zijn.
Conclusie:
Wij stellen voor in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit voor ontvangen subsidies een risico van € 750.000 mee te nemen.
5. Borgstelling GR Havenschap Groningen Seaports Classificatie:
05. Samenwerkingsverbanden
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
€ 174,0 miljoen 2,5% € 4,35 miljoen
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
In het voorjaar van 2013 hebben zowel uw Staten als de gemeenteraden van Delfzijl en Eemsmond, ingestemd met de verzelfstandiging van Groningen Seaports. Als gevolg hiervan is Groningen Seaports vanaf 14 juni 2013 (terugwerkende kracht naar 1 januari 2013) een overheids-N.V. (Groningen Seaports N.V.), waarvan de aandelen in handen zijn van de GR, welke blijft voortbestaan. Na verzelfstandiging bestaan de activa van GR Havenschap Groningen Seaports vrijwel geheel uit de deelneming in Groningen Seaports N.V. (boekwaarde ultimo 2013 € 198,0 miljoen) en een langlopende vordering van € 22,0 miljoen op Groningen Seaports N.V., die is ontstaan bij de inbreng. Ook het juridisch eigendom van de gronden is achtergebleven bij de GR. In het kader van de verzelfstandiging is tussen GR Havenschap Groningen
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
269
Seaports en Groningen Seaports N.V. een borgstellingsovereenkomst gesloten, waarbij de GR borg staat voor 80% van de financiering van Groningen Seaports N.V. De borgstelling is gemaximeerd op € 290,0 miljoen. Wij nemen voor ongeveer 60% deel in de GR. Hiermee is een bedrag van € 174,0 miljoen van de borgstelling toe te rekenen aan de provincie Groningen. Aard risico:
Het risico bestaat dat Groningen Seaports N.V. niet aan haar verplichtingen jegens haar financiers kan voldoen, waarop deze een beroep zullen doen op de borstelling door de GR. Omdat wij reeds borgs staan, kan geen beleidskeuze meer worden gemaakt.
Inschatting van kans en impact:
Uit de jaarrekening 2013 van Groningen Seaports N.V. blijkt een eigen vermogen van € 199,0 miljoen ten opzichte van een balanstotaal van € 444,0 miljoen. Dit betekent dat de solvabiliteit ultimo 2013 45% bedraagt. Over 2013 heeft Groningen Seaports N.V. een winst van circa € 1,0 miljoen gerealiseerd. Uit de meerjarenbegroting 2014-2018 blijkt dat ook voor de komende jaren positieve resultaten worden verwacht, waarbij eveneens kan worden voldaan aan de verplichtingen jegens de financiers. Op basis van deze informatie lijkt de kans op voordoen van het risico hiermee in de komende jaren zeer beperkt te zijn (2,5%).
Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie:
Jaarlijks monitoren wij de financiële positie (solvabiliteit en liquiditeit) van de GR Havenschap Groningen Seaports en Groningen Seaports N.V. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van € 4,35 miljoen meegenomen.
6. Handhaving vergunningen (Omgevingsdienst Groningen) Classificatie:
08. Handhaving vergunningen
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico
Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
€ 4,0 miljoen 25% € 1,0 miljoen
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Wij zijn verantwoordelijk voor het toezicht op vergunningen. Indien deze taken niet naar behoren worden uitgevoerd bestaat het risico dat nadien claims worden ingediend door derden. Met ingang van 1 november 2013 hebben wij de uitvoering van vergunningsverlening-, toezicht- en handhavingstaken op het gebied van milieu, bouwen en wonen uitbesteed aan de Gemeenschappelijke Regeling waaraan wij en alle Groninger gemeenten deelnemen.
Aard risico:
Hierbij kan het voorkomen dat wij door de ODG foutieve vergunningen verstrekken en daarop worden aangesproken. Het valt in dat geval niet geheel uit te sluiten dat de daarvoor bestaande verzekering niet dekt. Dit risico wordt versterkt doordat de informatievoorziening van de ODG richting de provincie nog niet op het vereiste niveau is, waardoor zaken tussen wal en schip belanden en de provincie hiervoor als het bevoegd gezag kan worden aangesproken door de tegenpartij. Tot slot lopen wij een risico als bij (bijna) failliete bedrijven een situatie ontstaat waarbij gevaren dreigen voor de volksgezondheid en het milieu. Vanuit de zorgplicht zal de provincie Groningen mogelijk maatregelen moeten nemen om deze gevaren weg te nemen.
270
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Wij hebben hierbij in bepaalde gevallen wel een beleidskeuze (bijvoorbeeld in bepaalde gevallen bij het saneren van vervuilde grond, waarover in de toekomst een beslissing moet worden genomen), maar in bepaalde gevallen ook geen beleidskeuze (bijvoorbeeld bij het maken van fouten bij vergunningsverlening, als gevolg waarvan een derde een claim indient tegen ons). Inschatting van kans en impact:
Wij schatten de kans van optreden van bovengenoemde risico's beperkt in, zijnde 25%. Wij schatten de omvang van het risico voor handhaving vergunningen evenals ten tijde van het vorige onderzoek in op € 4,0 miljoen. Welliswaar zijn de risico's ten aanzien van de vergunningsverleningen in de Eemshaven in de afgelopen periode afgenomen, maar de risico's zijn door uitbesteding van de uitvoering van vergunningsverlening-, toezicht- en handhavingstaken op het gebied van milieu, bouwen en wonen aan de ODG anderzijds ook toegenomen.
Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie:
Wij hebben de volgende beheersingsmaatregelen getroffen: - Handhaving en vergunningsverlening vindt plaats conform de interne en externe wet- en regelgeving. - De afvalstromen en financiële positie van de risicovolle bedrijven wordt bewaakt. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van € 1,0 miljoen meegenomen.
7. Blauwestad Classificatie:
01. Balansposities
Risicocategorie
I
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico
Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodig weerstandsvermogen
Zie onderstaande
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Op 11 maart 2015 hebben uw Staten ingestemd met het projectplan 'Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit', waarin een aanpak is uitgestippeld om na een periode van relatieve stilstand de ontwikkeling van Blauwestad weer in beweging te brengen. De gevolgen en financiële consequenties van dit projectplan zijn verwerkt in een nieuwe grondexploitatie, de GREX 2015. Deze GREX 2015 is ook in de PS vergadering van 11 maart 2015 vastgesteld (voordracht 5/2015). De grootste ingreep in de GREX 2015 betreft de temporisering van de toename in de kavelverkoop in de periode 2015 t/m 2022. Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden binnen het woongebied het Havenkwartier. Kavelverkoop voorzien vanaf 2031 is in de GREX 2014 voor wat betreft Havenkwartier-rand naar voren gehaald. Dit is ten koste gegaan van de Havenkwartier-kern. Tenslotte heeft een afvlakking van het aantal te verkopen kavels plaatsgevonden in de periode 2035 t/m 2041. In totaal zijn 86 kavels qua opbrengst uit de GREX 2015 gehaald. Het totaal aantal te verkopen kavels voor het project Blauwestad komt hierdoor nu uit op 1.162 (GREX 2014 nog 1.248). Deze aanpassingen in de GREX 2015 leiden tot een herwaarderingscorrectie van € 11,55 miljoen in deze jaarrekening.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
271
Aard risico:
Inherent aan grondexploitaties en de looptijd van het project Blauwestad is dat onzeker is in welke mate de werkelijke kosten en opbrengsten overeenkomstig de huidige inschattingen zullen zijn. Om meer inzicht te geven in het effect van de gevoeligheid van de grondexploitatie is een gevoeligheidsanalyse gemaakt. De belangrijkste uitkomsten hiervan zijn in navolgende tabel opgenomen: Parameter
Inschatting van kans en impact:
Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie:
Huidig Wijziging uitgangspunt
Effect op Contante Effect op Contante Waarde ultimo 2014 Waarde ultimo 2014 bij daling bij stijging + € 3,3 mln. -/- € 3,6 mln.
Inflatie (kosten)
2,50%
0,50%
Opbrengstindexatie
2,00%
0,25%
-/- € 5,7 mln.
+ € 5,8 mln.
Opbrengstindexatie Versnelling kavelverkoop, waardoor verkorting GREX met 10 jaar
2,00%
0,75% Versnelling 2016 - 2041: 326 kavels extra
-/- € 15,3 mln.
+ € 18,4 mln.
n.v.t.
+ € 0,7 mln.
divers
Wij zijn van mening dat de huidige inschatting van de parameters, en hiermee de GREX 2015, de meest waarschijnlijke inschatting is. Op basis van de gevoeligheidsanalyse concluderen wij dat de positieve financiële effecten per saldo groter zijn dan de negatieve financiële effecten. De bandbreedte varieert van - € 15,3 miljoen tot + € 18,4 miljoen. Gelet op het feit dat positieve effecten groter lijken te zijn dan de negatieve effecten is het reserveren van een risicobedrag binnen het weerstandscapaciteit in onze ogen niet noodzakelijk. Wel blijft het zaak om via periodieke actualisatie van de grondexploitatie (tenminste één keer per jaar) de "vinger aan de pols te houden" voor de monitoring van de (eventuele) financiële effecten voor de provincie, door het benutten van eventuele kansen en/of het zich voordoen van eventuele bedreigingen. Reservering van een risicobedrag binnen de weerstandscapaciteit is niet nodig.
8. Projecten algemeen Classificatie:
06. Projecten infrastructuur
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico
Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodidg weerstandsvermogen
€ 10,0 miljoen 50% € 5,0 miljoen
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Aard risico:
272
Wij ambiëren een vooraanstaande rol bij de versterking van de economische en sociale structuur van onze provincie en de noordelijke regio als geheel. Inherent aan deze rol is dat wij mede-initiator en aanjager zijn bij projecten van grotere omvang en grotere infrastruturele werken en dat wij tevens in veel gevallen budgetverantwoordelijk zijn. Ook zal er in continuïteit sprake zijn van deelname aan dit soort projecten. Met andere woorden: na afronding van het ene project zullen volgende projecten weer op stapel staan dan wel reeds in uitvoering zijn genomen. Het risico bestaat dat projectbudgetten van grote projecten en infrastructurele werken worden overschreden. Dit betekent dat het projectbudget zodanig wordt overschreden, dat kostenoverschrijdingen niet kunnen worden opgevangen binnen het projectbudget (bijvoorbeeld door versoberingen in het project door te voeren om de kosten te beperken) of door vrije ruimte in overige begrotingsposten of de post onvoorzien te benutten.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inschatting van kans en impact:
Wij schatten de kans van voordoen van het risico op overschrijding van projectbudgetten van grote projecten en infrastructurele werken (inclusief benutting post onvoorzien en ruimte in overige begrotingsposten) beperkt in. De ervaring in de afgelopen jaren is over het algemeen dat infrastructurele werken en andere grote projecten binnen de vasgestelde budgetten kunnen worden gerealiseerd. Indien sprake is van kostenoverschrijdingen, kunnen deze middels de post onvoorzien of vrije ruimte in overige begrotingsposten worden gedekt of wordt de uitvoering van het project anders vormgegeven (bijvoorbeeld versobering van voorzieningen). In dit laatste geval heeft de provincie een beleidskeuze. Overigens is dit alleen het geval bij toekomstige kostenoverschrijdingen. Desalniettemin hebben zich in de afgelopen jaren kostenoverschrijdingen op infrastructurele projecten voorgedaan, waarbij wij geen mogelijkheden meer hadden om middels beleidskeuzes deze kostenoverschrijdingen op te vangen. In lijn met het onderzoek uit 2010 is een buffer meegenomen van € 10,0 miljoen, waarbij de kans van optreden van het risico is ingeschat op 50%. Hiermee kunnen bijvoorbeeld eventuele tekorten aan het einde van het RSP-programma (waaronder aanpak Ring Zuid), wanneer de mogelijkheden om bij te sturen relatief laag zijn (niet meer mogelijk om projecten in de tijd te verschuiven of zelfs helemaal niet meer uit te voeren), op worden gevangen.
Getroffen beheersingsmaatregelen:
Wij bepalen per project welke beheersingsmaatregelen benodigd zijn. Tevens dragen wij waar mogelijk risico's over aan de markt en zullen met eventuele andere partijen duidelijke afspraken maken over de verdeling van de risico's. Ten aanzien van het project Ring Zuid zijn aparte beheersingsmaatregelen getroffen.
Conclusie:
In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van € 5,0 miljoen meegenomen.
9. Effecten rijksontwikkelingen en bezuinigingen Classificatie:
07. Rijksbeleid
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico
Structureel risico
Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen (Inc.) Impact op benodigd weerstandsvermogen (Str.)
€ 4,0 miljoen 25% € 1,0 miljoen € 1,0 miljoen
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Er is op dit moment geen indicatie dat in de komende periode verdere bezuinigingen door het Rijk zullen plaatsvinden. Tevens is er geen indicatie dat taken tussen het Rijk, de provincies en/of gemeenten (verder) zullen verschuiven. Het is echter niet zeker dat verdere bezuinigingen of verschuiving van taken zich in de komende periode niet zullen voordoen; de kans hierop blijft altijd aanwezig. Wel zijn in het regeerakkoord 2012-2017 nog enkele maatregelen opgenomen welke nog op ons afkomen of welke in de toekomst nog consequenties kunnen hebben: - Verdere doorvoering/handhaving van Wet Houdbare Overheidsfinanciën. - Afwikkeling van het dossier Jeugdzorg. - Kortingen op het Gemeente- en Provinciefonds i.v.m. hogere btw en voeding tekort BTW-compensatiefonds in verband met eventuele overschrijding van het plafond BTW-compensatiefonds (BCF). - Decentralisaties van de middelen Natuur en BDU en de integratie daarvan
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
273
in de algemene uitkering Provinciefonds. Bij integratie van deze middelen in het Profinciefonds zal gezien de omvang van de toegevoegde middelen, de verdeling van het Provinciefonds worden geëvalueerd. Dit betekent dat in 2017 mogelijk (negatieve) herverdeeleffecten kunnen ontstaan, omdat nieuwe verdeelmaatstaven worden geïntroduceerd en bestaande maatstaven mogelijk worden herijkt. Volgens de bestaande beleidslijn worden herverdeeleffecten verrekend met de algemene middelen. De omvang van deze herverdeeleeffecten is momenteel niet te kwantificeren. In het algemeen geldt dat rijksbezuiningen en bovenstaande maatregelen van het Rijk alleen tijdelijk op het weerstandsvermogen mogen drukken. Indien het Rijk aanpassingen doorvoert met consequenties voor de provincie, zullen we tijd nodig hebben om deze aanpassingen te kunnen verwerken. Voor de overbrugging zal dan eventueel het weerstandsvermogen aangesproken moeten worden. Tevens komt de invoering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven op ons af. Het voorstel is mede onder druk van de Europese Commissie tot stand gekomen om overheidsbedrijven aan vennootschapsbelasting (vpb) te onderwerpen. De herziening heeft tot doel te voorkomen dat overheidsbedrijven een concurrentievoordeel (kunnen) hebben ten opzichte van private bedrijven, doordat zij geen vpb betalen. De nieuwe wetgeving zal gaan gelden voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016. Op grond van de huidige wet geldt - kort gezegd - dat een publiekrechtelijke rechtspersoon niet belastingplichtig is, tenzij een in de wet genoemde belaste activiteit wordt uitgeoefend. Dit uitgangspunt wordt in het wetsvoorstel omgedraaid: overheidsondernemingen zijn belastingplichtig, tenzij een in de wet genoemde vrijstelling van toepassing is. Dit geldt nu ook voor de nu vrijgestelde overheids-BV's en -NV's. Met deze wijziging kiest het kabinet voor de zogenaamde "directe ondernemingsvariant". Dit houdt in dat Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen met ingang van 1 januari 2016 belastingplichtig zijn voor hun ondernemingsactiviteiten. De nieuwe wetgeving zal significante gevolgen hebben op de inrichting van uw activiteiten en organisatie. Hierbij kan worden gedacht aan de impact op het gebied van administratie, financiën, juridische structuur, governance, fiscaal beleid en processen. Dit kan echter ook betekenen dat de lasten van de provincie structureel zullen stijgen als gevolg van te betalen vennootschapsbelasting. Aard risico:
Het risico bestaat dat het Rijk aanvullende bezuinigingen zal doorvoeren en hiervoor een korting op het Provinciefonds zal toepassen of dat bovenstaande maatregelen van het Rijk uit het regeerakkoord onverwachte tegenvallers met zich meebrengen. Tevens bestaat het risico dat de lasten van de provincie structureel zullen toenemen als gevolg van te betalen vennootschapsbelasting. De provincie heeft ten aanzien van deze ontwikkelingen geen beleidskeuze.
Inschatting van kans en impact:
Wij schatten de kans van optreden van deze risco's beperkt in, zijnde 25%. Wij schatten de omvang van het risico van rijksbezuinigingen en de risico's welke gepaard gaan met de invoering van de vennootschapsbelasting in op € 1,0 miljoen incidenteel en € 1,0 miljoen structureel.
Getroffen beheersingsmaatregelen:
Door middel van inbreng bij het IPO, maar ook door middel van rechtstreekse contacten met kabinet en parlement, alles in het werk zal stellen om de omvang van rijksbezuinigingen op de provinciale middelen zo beperkt mogelijk van omvang te laten zijn.
Conclusie:
In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico incidenteel een bedrag van € 1,0 miljoen meegenomen, alsmede structureel € 1,0 miljoen.
274
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
10. Overige leningen/participaties publieke taak Classificatie:
01. Balanspositie
Risicocategorie
I
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
Nog niet van toepassng Dient op individueel niveau te worden bepaald Nog niet van toepassing
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Wij houden ons steeds meer bezig met de verstrekking van leningen en het innemen van participaties in het kader van de publieke taak.
Aard risico:
Het risico bestaat dat (een deel van) de hoofdsom van verstrekte geldleningen en/of rente niet (terug)betaald kan worden door de leningnemer, dan wel dat de boekwaarde van participaties moet worden afgeboekt naar lagere marktwaarde.
Inschatting van kans en impact:
Wanneer leningen worden verstrekt of participaties worden ingenomen in het kader van de publieke taak, dient per geval te worden beoordeeld wat de kans is dat (een deel van) de hoofdsom van de verstrekte geldlening en/of rente niet (terug) betaald kan worden door de leningnemer, dan wel dat de boekwaarde van de participatie moet worden afgeboekt naar lagere marktwaarde.
Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie:
Per geval nemen wij adequate beheersingsmaatregelen. Afhankelijk van de inschatting van kans en impact, dient per verstrekte lening en/of ingenomen participatie, een bedrag te worden meegenomen in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Hiertoe zal conform het afwegingskader provinciaal vermogen (zie voordracht 2-2014) per geval een risicoanalyse worden gemaakt. Met het opnemen van een risicoanalyse per geval zullen we dit algemeen geformuleerde risico laten vervallen vanaf de begroting 2016.
11. Seaports Experience Centre (SXC) Classificatie:
01. Balanspositie
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
€ 369.276 25% € 92.000
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
275
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Begin december 2014 werd duidelijk dat het onder de huidge omstandigheden geen reële optie is om de activiteiten van SXC te continueren. Voor SXC is een subsidie ontvangen van + € 1 miljoen. Wanneer met het SXC gestopt zou worden moet deze subsidie worden terugbetaald. Daarom is ervoor gekozen om de activiteiten van het SXC voort te zetten bij verschillende partners van het SXC. Overeenkomstig de subsidievoorwaarden zal het instandhouden van het gedachtegoed van het SXC in ieder geval tot 2018 gecontinueerd moeten worden.
Aard risico:
Wanneer niet aan de subsidievoorwaarden wordt voldaan zal de subsidie terugbetaald moeten worden aan het SNN. De totale subsidie bedraagt circa € 1 miljoen waarvan 35% voor risico van de provincie Groningen is (€ 369.276). Omdat er met verschillende partners van het SXC afspraken gemaakt zijn over het continueren van activiteiten verwachten wij dat de subsidieafspraken nagekomen kunnen worden. Het risico wordt dus laag ingeschat. Jaarlijks zal via een stuurgroep de continuïteit van de activiteiten worden bewaakt.
Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie:
Wij stellen voor rekening te houden met een risico van € 92.000.
12. Kredietunie Groningen Classificatie:
01. Balanspositie
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
Momenteel nihil 12,5%
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
In de huidige economische situatie is de kredietverstrekking door banken aan mkbbedrijven steeds moeizamer gaan lopen. Kredietunie Groningen is een initiatief om specifiek voor het midden- en kleinbedrijf in en rond de stad Groningen financiering aan te bieden. Door ons is een lening verstrekt ter versterking van het startkapitaal van maximaal € 1 miljoen om zo een voortvarende start van de Kredietunie Groningen mede mogelijk te maken.
Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen:
Er bestaat een risico dat de verstrekte lening niet (volledig) wordt terug ontvangen. Wij schatten dit risico in op 12,5% van de maximaal te verstrekken lening van € 1 miljoen, zijnde € 125.000.
276
De Kredietunie Groningen toetst kredietaanvragen op vergelijkbare wijze als een commerciële bank, heeft persoonlijk contact met de kredietvrager, stelt een coach aan voor iedere kredietvrager, kent geen winstoogmerk en reserveert vanuit de opslag op de te betalen rente door de kredietvrager bedragen in geval van default. Daarnaast spreidt de Kredietunie Groningen haar risico's door zich niet te beperken tot één sector binnen het mkb. Daarentegen zal de Kredietunie Groningen uiterst terughoudend zijn als het gaat om de behandeling van kredietaanvragen vanuit (zeer) risicovolle sectoren.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Conclusie:
Momenteel is het uitstaande leningbedrag nog nihil, Zodra wij geld beschikbaar stellen houden we rekening met een risico van 12,5% van het uitstaande bedrag.
13. Investeringsfonds Groningen B.V. Classificatie:
01. Balanspositie
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodig weerstandsvermogen
Momenteel nihil maximaal 20% van € 40 miljoen Stapsgewijze verhoging van weerstandscapaciteit met € 8 miljoen
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
Er wordt een afzonderlijke rechtspersoon opgericht (BV) voor een revolverend fonds van € 40 miljoen, dat door een professionele fondsbeheerder beheerd zal worden. Wij verwachten dat we hiermee een deel van het Groninger bedrijfsleven kunnen ondersteunen bij het financieren van innovaties en bedrijfsuitbreidingen. De middelen van het fonds worden ingezet via participaties, leningen en garanties.
Aard risico:
Er bestaat een risico dat een deel van de beschikbaar gestelde financiering niet terugkomt.
Inschatting van kans en impact:
We gaan uit van een revolverendheid van 90% tot 100%, maar het investeren in jonge, groeiende bedrijven brengt extra risico's met zich mee. Daarom wordt de algemene reserve verhoogd met € 8 miljoen (20% van het investeringsvolume van het fonds van € 40 miljoen). Vanaf 2014 zal deze verhoging in een periode van 7 jaar worden gevoed vanuit het krediet Provinciale Meefinanciering.
Getroffen beheersingsmaatregelen:
Er wordt ondermeer een onafhankelijke investeringscommissie ingesteld, die voorstellen van de fondsbeheerder toetst aan het investeringsreglement en bijvoorbeeld staatssteunregels. Dit zorgt ervoor dat de activiteiten van het fonds blijven passen binnen de provinciale doelstelling. Het investeringsreglement wordt door ons GS vastgesteld.
Conclusie:
Het investeringsfonds Groningen is op dit moment nog niet operationeel. Daarom is in de jaarrekening 2014 nog geen rekening gehouden met een extra risico. Wel heeft al een verhoging van de beschikbare weerstandscapaciteit met € 1 miljoen plaatsgevonden (zie ook risico Economic Board).
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
277
14. Economic Board Classificatie:
01. Balanspositie
Risicocategorie
II
Aard van het risico
Beleidskeuze - Ja
Beleidskeuze - Nee
Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen
Momenteel nihil maximaal 20% van € 10 miljoen Stapsgewijze verhoging van weerstandscapaciteit met € 2 miljoen
Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond:
De provincie Groningen levert een bijdrage van € 32,5 miljoen aan de Stichting Economic Board. Van onze bijdrage van € 32,5 miljoen heeft € 10 miljoen een revolverend karakter.
Aard risico:
Er bestaat een risico dat een deel van de revolverende middelen niet terugkomt.
Inschatting van kans en impact:
Tot nu toe gingen we uit van een revolverendheid van 90% tot 100% (gelijk aan het Investeringsfonds Groningen B.V.). Ter dekking van dit risico wordt de algemene reserve geoormerkt verhoogd met € 2 miljoen (20% van € 10 miljoen). Vanaf 2014 zal deze verhoging in een periode van 7 jaar worden gevoed vanuit het krediet Provinciale Meefinanciering. Nu lijkt het dat het risico van revolverendheid bij de Stichting Economic Board zich wel eens negatiever zou kunnen gaan voordoen dan tot nu toe verondersteld. Echter meer zekerheid hierover kan nu nog niet worden gegeven. De Stichting Economic Board moet nog een 'financierings-NV' oprichten en het instrumentarium en bijbehorende voorwaarden voor het revolverend inzetten van middelen moet ook nog worden ontwikkeld. Daarnaast zal het naar alle waarschijnlijkheid nog jaren duren voordat duidelijk wordt welke risico's daadwerkelijk gelopen gaan worden. Het is niet ondenkbaar dat langer "gespaard" moet worden voor verhoging van de dekking van dit risico binnen de algemene reserve.
Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie:
Bij de stichting wordt een raad van commissarissen (rvc) ingesteld die jaarlijks aan ons rapporteert.
278
De 'financierings- NV' is op dit moment nog niet operationeel. De bijdrage van € 10 miljoen is nog niet verstrekt en daarom is in onze jaarrekening nog geen rekening gehouden met een extra risico. Wel heeft al een geoormerkte verhoging van de beschikbare weerstandscapaciteit met € 1 miljoen plaatsgevonden voor de risico’s Economic Board en Investeringsfonds Groningen B.V.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
2.
Financiering
2.1.
Algemeen
In de financieringsparagraaf wordt uiteen gezet hoe voldaan wordt aan de kaders zoals die zijn gesteld in de geldende wet- en regelgeving. In deze paragraaf worden de kaders geschetst voor het financieringsbeleid en wordt aandacht besteed aan beleid(swijzigingen), risicobeheer en de liquiditeitspositie. De treasuryfunctie bij de provincie Groningen richt zich op: a. de beheersing van de in- en uitgaande geldstromen; b. beschermen van vermogen en resultaten tegen financiële risico's zoals rente- en beleggingsrisico's; c. verkrijgen en behouden van de toegang tot de geld- en kapitaalmarkt; d. het rendabel maken van liquiditeitsoverschotten. Als algemene doelstelling geldt dat renterisico's en renteresultaten dienen te worden beheerst door te streven naar een grote mate van zekerheid over de renteresultaten in de tijd. Naast de treasuryfunctie van de provincie zelf, wordt ook de treasuryfunctie en het kasbeheer van enkele derde partijen uitgevoerd. Eind 2013 is het verplicht schatkistbankieren (VSK) ingevoerd. VSK houdt in dat de provincie al haar liquide middelen aanhoudt bij het ministerie van Financiën in de vorm van een rekening-courant. Daarnaast heeft de provincie de mogelijkheid om deposito’s te plaatsen bij het ministerie van Financiën en leningen te verstrekken aan medeoverheden. Het jaar 2014 stond wat betreft treausury in het teken van verplicht schatkistbankieren, het uitzetten van gelden bij medeoverheden, het afwegingskader provinciaal vermogen, een eerste verkenning naar het uitzetten van gelden in het kader van de publieke taak en de verkoop van de claim Landsbanki.
2.2.
Ontwikkelingen
Verplicht schatkistbankieren en uitzetten van gelden bij medeoverheden Door de invoering van het verplicht schatkistbankieren worden de tijdelijke overtollige middelen afgeroomd naar dan wel aangevuld van de rekeningcourant van de provincie bij de Staat. Het plaatsen van deposito's bij de Staat en medeoverheden waar geen toezichtrelatie mee bestaat is ook mogelijk. Voor de nazorggelden is een uitzondering gemaakt, deze vallen niet onder het VSK. Voorts is er een overgangssituatie voor overeenkomsten die voor 4 juni 2012 zijn overeengekomen. Deze mogen aflopen onder de voorwaarden zoals ze voor 4 juni 2012 golden. Verder kan er een bepaalde hoeveelheid middelen buiten de schatkist worden gehouden (0,75% van het begrotingstotaal). In paragraaf 2.6 wordt verder op het drempelbedrag ingegaan. De gelden die op 31 december 2014 bij de Staat geplaatst zijn betreffen het tegoed op de rekeningcourant van de provincie ad € 515,6 miljoen en een deposito ad € 25,0 miljoen met een looptijd van 10 jaar. Het deposito vervalt in 2023. Er zijn vanaf mei 2013 deposito's geplaatst bij medeoverheden met looptijden van minimaal 1,5 maanden tot 17 jaar. Op 31 december 2014 stond er bij 22 medeoverheden totaal € 433,8 miljoen uit. Het laatste deposito vervalt in 2030. Het uitzetten van gelden bij medeoverheden geeft een hoger rendement dan bij de Staat. Het gaat hierbij om een gemiddelde opslag van circa 0,20 tot 0,30%. Deze opslag is mede afhankelijk van de looptijd van een deposito. Een langer lopend deposito geeft in het algemeen een hogere opslag dan een deposito met een korte looptijd. Uitzettingen in het kader van de publieke taak Binnen het kader van wet- en regelgeving bepaalt de provincie wat zij onder de publieke taak verstaat en hoe deze zal worden uitgeoefend. De provincie kan in het kader van de publieke taak leningen aangaan, middelen uitzetten en garanties verlenen voor de uitoefening van haar publieke taak. De uitoefening van de publieke taak valt buiten het VSK. De uitoefening van de publieke taak is ook aan voorwaarden gebonden. Zo moeten de voorwaarden van de in het kader van de publieke taak verstrekte leningen en garanties marktconform zijn. Over een uitzetting in het kader van de publieke taak zullen Gedeputeerde Staten pas besluiten nadat een ontwerpbesluit aan Provinciale Staten is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld om wensen en bedenkingen ter kennis van Gedeputeerde Staten te brengen. In 2014 is het afwegingskader provinciaal vermogen door uw Staten vastgesteld.
Financiering
279
Afwikkeling claim Landsbanki Naar aanleiding van de verkoop van de claim Landsbanki door het Rijk medio 2014 heeft de provincie Groningen samen met de andere medeoverheden eind augustus 2014 besloten om een marktverkenning te laten uitvoeren door de Deutsche Bank voor de verkoop van hun claim Landsbanki. De provincie Groningen heeft samen met de andere overheden haar claim verkocht. Op 20 oktober 2014 is de opbrengst van de verkoop ad € 4,6 miljoen ontvangen. De hoofdsom van het deposito is hiermee terugontvangen net als het grootste deel van de rente. Claim Landsbanki Ontvangsten: . depositogarantiestelsel . Interimbetalingen: 29 december 2011 29 mei 2012 9 oktober 2012 12 september 2013
€ 10.748.500 18 maart 2009 € € € €
€
-20.887
-3.331.323 -1.445.127 -684.338 -566.998
. verkoop claim d.d. 20 oktober 2014 Verschil ten opzichte van de claim
€ -6.027.786 € -4.644.637 € 55.191
Er blijven na de verkoop van de claim nog twee zaken open staan. Het gaat hierbij om het bedrag van 13.171.797 IJslandse kronen (circa € 85.000) dat zich nog in depot bevindt. Deze gelden mogen nog niet uitgekeerd worden als gevolg van het uitvoerverbod van IJslandse kronen. Voorts is het mogelijk dat de IJslandse regering belasting in rekening gaat brengen. Deze belasting is ongeveer 0,50%. Deze zaken worden nauwgezet gevolgd.
2.3.
Ontwikkeling rentetarieven
Het verloop van de rentetarieven van de geld- en kapitaalmarkt vanaf 1 januari 2011 tot 31 december 2014 is weergegeven in de volgende grafiek. Voor de geldmarkt is uitgegaan van het 3-maands Euribortarief en voor de kapitaalmarkt is rekening gehouden met het rendement op Europese Staatsleningen (Eurobonds) met een looptijd van 10 jaar. Tevens zijn de gemiddelden van de 3-maands Euribor en 10-jarige Eurobonds over de periode vanaf 2005 weergegeven. De 10-jarige Eurobonds zijn vergelijkbaar met de 10-jaars rente bij de Nederlandse staat. Grafiek: Overzicht rentestanden en gemiddelden
280
Financiering
Uit de grafiek 'Overzicht rentestanden en gemiddelden' blijkt dat de 3 maands Euribor zich gedurende geheel 2014 op een laag niveau heeft bevonden. De gemiddelde stand van de 3-maands Euribor over 2014 is 0,20%. De gemiddelde 3-maands Euribor vanaf 2005 bedraagt 1,87%. De lange rente heeft een sterke daling laten zien in 2014. De rente voor 10-jarige Eurobonds bedroeg in januari 2,24%. De laagste stand was 0,73% aan het eind van het jaar. Dit is ruim onder het gemiddelde vanaf 2005 dat 3,08% bedraagt. 2
Refi-rente (Basisherfinancieringsrente ) De rente van de geldmarkt wordt grotendeels bepaald door de ECB. De ECB richt zich voornamelijk op het handhaven van prijsstabiliteit. De stand van de Refi-rente bedroeg ultimo 2013 0,25%. De ECB heeft in juni en september 2014 de rente telkens verlaagd met 0,10% naar een niveau van 0,05%. Interne rekenrente De interne rekenrente is het gewogen gemiddelde rentepercentage van de uitgezette gelden met een looptijd tot 1 jaar. In de hierna opgenomen tabel is de interne rekenrente weergegeven over de periode 2011 tot en met 2014. Ter vergelijking zijn de benchmarkgegevens van de 3-maands Euribor vermeld. Tabel: interne rekenrente 2014 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal gemiddeld rentepercentage
2.4
intern 0,20% 0,22% 0,08% 0,06% 0,14%
2013 Euribor 0,30% 0,29% 0,15% 0,08% 0,20%
intern 0,71% 0,59% 0,59% 0,59% 0,59%
2012 Euribor 0,22% 0,21% 0,23% 0,25% 0,23%
intern 1,52% 1,32% 1,08% 0,89% 1,19%
2011 Euribor 0,97% 0,68% 0,30% 0,19% 0,53%
intern 1,08% 1,34% 1,51% 1,65% 1,41%
Euribor 1,13% 1,46% 1,57% 1,48% 1,41%
Uitzettingen
Op 31 december 2014 is de omvang van de provinciale portefeuille € 1.189,5 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit treasurygelden (tijdelijke overtollige middelen) en gelden die uitgezet zijn in het kader van de publieke taak. Hierna is een tabel met de uitsplitsing opgenomen. Tabel: Opbouw gelden treasury en publieke taak
Bedrag x € 1 miljoen
Treasury kort (tot 1 jaar): o rekeningcourant bij de Staat o deposito's medeoverheden o deposito financiële ondern. (vnl.nazorggelden) Treasury lang (vanaf 1 jaar): o garantieproducten financiële ondernemingen o deposito's financiële ondernemingen o deposito's medeoverheden o deposito Nederlandse Staat o obligaties financiële ondernemingen
515,6 164,3 16,0 695,9 46,5 50,0 269,5 25,0 10,0 401,0
Totaal Treasury Totaal Publieke taak
1.096,9 92,6
Totaal uitgezette gelden
1.189,5
De provincie Groningen beheert ook middelen van derde partijen. In het overzicht op de volgende pagina is de onderverdeling van de treasury gelden over de verschillende partijen weergegeven.
2
De Refi-rente is de rente die banken/financiële instellingen betalen aan de Centrale Bank wanneer zij geld opnemen. De Refirente is een instrument dat door de Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt wordt voor het beheersen van de inflatie en de geldmarkt.
Financiering
281
Tabel: Verdeling treasury gelden
Bedrag x € 1 miljoen
Onderverdeling Treasury gelden o Provincie Groningen o SNN o Regio Groningen - Assen o Groningen Bereikbaar o Nazorggelden o ODG o OV-bureau o St. Landinrichting en Bodemverontreiniging Totaal Treasury
896,0 152,5 20,5 -0,7 25,5 3,5 -2,8 2,3 1.096,9
In het hierna opgenomen overzicht is de treasuryportefeuille weergegeven met de stand van 31 december 2014 uitgesplitst naar geldnemer. In 2014 zijn de uitzettingen aan medeoverheden toegenomen, circa de helft van onze middelen zijn uitgezet bij de Nederlandse Staat. In 2014 zijn een aantal besluiten genomen om in 2015 middelen uit te zetten in het kader van de publieke taak. De samenstelling van de portefeuille naar korte en lange uitzettingen is in vergelijking met de streefportefeuille nog niet optimaal. In de nabije toekomst zal worden toegewerkt naar een betere verhouding tussen lang en kort. De treasuryportefeuille is te verdelen in drie type uitzettingen: uitzettingen bij de Staat, uitzettingen bij medeoverheden en uitzettingen bij financiële ondernemingen. Deze laatste zullen onder het VSK verder worden afgebouwd, met uitzondering van o.a. de nazorggelden, die uitgezonderd zijn van VSK. Onderstaand overzicht geeft de restant looptijd weer. Hierdoor kunnen de cijfers op onderdelen afwijken van de gegevens in Tabel: Opbouw gelden treasury en publieke taak. Tabel: Treasuryportefeuille naar geldnemer Producten Nederlandse Staat Medeoverheden Financiële ondernemening Totaal Percentages
Restant looptijd tot 1 jr tot 3 jr 515,6 213,8 30,0 16,0 9,9 745,4 39,9 68% 4%
tot 5 jr
tot 7 jr
40,0 20,0 60,0 5%
45,0 26,7 71,7 2%
Bedragen x € 1 miljoen Totaal tot 10 jr > 10 jr 25,0 540,6 95,0 10,0 433,8 49,9 122,5 169,9 10,0 1.096,9 15% 1% 100%
Kortlopende uitzettingen Op 1 januari 2014 stond voor € 787,8 miljoen kort uit, op 31 december 2014 is dat € 745,4 miljoen. Deze middelen zijn verdeeld over een rekening-courant bij het ministerie van Financiën, leningen aan medeoverheden en uitzettingen bij financiële ondernemingen. Per 31 december 2014 bedraagt het saldo op de rekening-courant € 515,6 miljoen met een rentevergoeding van nagenoeg nihil. Er is voor € 213,8 miljoen uitgezet bij medeoverheden met een restant looptijd korter dan één jaar. In 2014 is een bedrag van € 1,0 miljoen aan rentebaten gegenereerd (gemiddeld saldo € 744,2 miljoen à 0,14%). Het gemiddeld saldo van de uitgezette gelden is hoger dan geraamd, omdat er minder is uitgegeven dan verwacht en ook doordat er minder geld is uitgezet met een looptijd van 1 jaar en langer. Het gerealiseerde rentepercentage over 2014 is lager dan geraamd, omdat de vergoeding voor kort geld door o.a. verlaging van de rente door de ECB in de tweede helft van 2014 met circa 0,20% gedaald is. Over de jaren 2011 tot en met 2014 werden de volgende resultaten behaald. Tabel: Resultaten kortlopende uitzettingen
jaar
gemiddeld uitgezet bedrag
gemiddeld percentage
2011 2012 2013 2014
€ 393.506.909 € 733.305.508 € 795.713.153 € 744.184.414
1,41% 1,19% 0,59% 0,14%
gemiddeld 3 maands Euribor 1,41% 0,53% 0,23% 0,20%
rente opbrengst € € € €
5.606.313 8.700.609 4.694.708 1.041.858
Langlopende uitzettingen In totaal hebben wij voor € 401,0 miljoen aan langlopende uitzettingen. Met de langlopende uitzettingen is een rentebate gegenereerd van € 7,3 miljoen. Dit is het resultaat van een gemiddeld uitgezet bedrag van € 310,1 miljoen met een gemiddeld rendement van 2,34%. De rentebaten waren geraamd op
282
Financiering
€ 7,4 miljoen. Bij de raming werd uitgegaan van een gemiddeld bedrag van € 350,8 miljoen en een gemiddeld rendement van 2,11%. De gerealiseerde rentebate is € 0,1 miljoen lager dan geraamd. Het gemiddeld saldo van de uitgezette gelden is lager dan geraamd, omdat het grootste deel van de afgesloten deposito's voornamelijk in het najaar van 2014 afgesloten zijn. Het rentepercentage is hoger dan geraamd, doordat er minder langlopende deposito's zijn afgesloten in 2014 dan verwacht. De rentebaten en de rendementen van de uitzettingen langer dan één jaar over de jaren 2011 tot en met 2014 zijn hierna weergegeven. Ter vergelijking is het gemiddeld rendement van de 10-jaars Eurobond in het overzicht opgenomen. Tabel: Resultaten langlopende uitzettingen
jaar
gemiddeld uitgezet bedrag
gemiddeld percentage
gemiddeld 10 jaars Eurobond
2011 2012 2013 2014
€ 423.369.095 € 352.743.039 € 230.341.851 € 310.141.022
2,52% 2,32% 2,70% 2,34%
3,04% 1,95% 1,89% 1,44%
rente opbrengst € € € €
10.798.080 8.187.140 6.219.230 7.257.300
Uitzettingen bij financiële ondernemingen Er staat per 31 december 2014 totaal € 16,0 miljoen kort uit via een deposito bij de ABN AMRO. Het betreffen hier voornamelijk nazorggelden. Per ultimo 2014 staat er totaal € 122,5 miljoen, waarvan € 9,9 miljoen nazorggelden, bij financiële ondernemingen uit met looptijden tot 10 jaar. De laatste lening vervalt in 2024. Deze gelden zijn uitgezet door het plaatsen van deposito's bij de Rabobank, het aankopen van obligaties van de NWB en het afsluiten van garantieproducten via Oyens & Van Eeghen (OVE). Bij de garantieproducten zijn de vastrentende waarden belegd in obligaties van de Rabobank en een deposito van BNP Paribas. Het vrij belegbare deel van deze producten is belegd door toe te treden tot het OVE Global Sustainability Fund. Het betreft hier overeenkomsten die voor 4 juni 2012 zijn afgesloten. De rentebaten over deze uitzettingen over 2014 bedroegen € 4,1 miljoen. De uitzettingen bij financiële ondernemingen voor o.a. nazorggelden zijn uitgezonderd van het VSK. Hierna is een rapportage over deze middelen opgenomen. Uitgezette gelden nazorgfonds gesloten stortplaatsen provincie Groningen Ultimo 2014 was een bedrag van circa € 24,5 miljoen uitgezet. Dit bedrag is als volgt te specificeren: € 9,9 miljoen aan garantieproducten en € 14,6 miljoen op spaarrekeningen. De contante waarde van de doelvermogens voor de stortplaatsen bedraagt eind 2014 € 24,2 miljoen. Het saldo van het nazorgfonds gesloten stortplaatsen bedraagt ultimo 2014 € 24,5 miljoen. Dit betekent dat er ook in 2014 - evenals in de jaren 2006 t/m 2013 - geen afdracht van Afvalverwerking Stainkoeln B.V. aan de provincie nodig is. Hierna is een overzicht met de rendementen en opbrengsten over de periode 2011 tot en met 2014 opgenomen. Tabel: Overzicht rendement en opbrengst nazorgfonds
jaar 2011 2012 2013 2014
gemiddeld uitgezet bedrag € 24.910.046 € 24.478.282 € 24.481.290 € 24.546.756
gemiddeld percentage 0,98% 0,89% 1,03% 0,58%
€ € € €
rente opbrengst 244.559 212.540 252.191 142.529
Uitgezette gelden fonds baggerspeciedepots provincie Groningen Naast het nazorgfonds voor gesloten stortplaatsen heeft de provincie een fonds voor baggerspeciedepots. Voor dit fonds was ultimo 2014 een bedrag van circa € 1,0 miljoen kort uitgezet. Het fonds is opgebouwd uit de nazorgheffing van Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending (totaal € 191.153) en het saldo van de provinciale depots (totaal € 832.046). Het rendement van deze belegging bedroeg over 2014 € 9.926. De objectgebonden nazorgheffing voor baggerspeciedepots wordt een maand voor sluiting opgelegd. Voor baggerspeciedepots wordt de nazorgheffing geheven per baggerspeciedepot.
Financiering
283
2.5
Verstrekte leningen in het kader van de publieke taak
In 2014 is het afwegingskader provinciaal vermogen vastgesteld door uw Staten. Dit afwegingskader bevat een aantal criteria waaraan voordrachten tot uitzettingen in het kader van de publieke taak dienen te voldoen. In 2014 zijn een aantal uitzettingen in dit kader voorbereid, zoals het opzetten van een revolverend fonds voor het mkb, een lening aan de Ommelander Ziekenhuis Groep en leningen aan kredietunies. In 2015 zullen deze uitzettingen worden gerealiseerd. Het saldo van leningen in het kader van de publieke taak bedraagt per 31 december 2014 € 92,6 miljoen. Hierna is een tabel met de uitzettingen in het kader van de publieke taak opgenomen. Tabel: Uitzettingen in het kader van de publieke taak
Bedrag x € 1 miljoen
Achtergestelde lening Enexis Diverse brugleningen Enexis Hypotheken betreffende waterberging Achtergestelde lening De Hoven Aldel Overige Totaal
2.6
26,6 51,0 4,1 2,5 7,0 1,4 92,6
Toezicht liquiditeitspositie en renterisconorm
Hieronder zijn de verplichte onderdelen met betrekking tot het toezicht op onze liquiditeitspositie en overschrijding van de renterisiconorm opgenomen. Opgenomen kort- en langlopende middelen In 2014 zijn geen middelen opgenomen die dienen ter aanvulling van een tijdelijk liquiditeitstekort of als langlopende financiering. Toezicht liquiditeitspositie Voor de bepaling van de liquiditeitspositie wordt gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Het saldo van de netto vlottende schuld mag deze limiet niet structureel overschrijden. Een vlottende schuld ontstaat als de kortlopende schulden hoger zijn dan de kortlopende activa, met andere woorden er worden kortlopende schulden gebruikt voor de financiering van vaste activa. Dit percentage is voor 2014 op 7,0% gesteld. Voor de provincie Groningen bedraagt de kasgeldlimiet voor 2014: 7,0 % van € 320.249.000 is € 22.417.000. Uit onderstaand overzicht blijkt dat in 2014 geen liquiditeitstekorten zijn voorgekomen. Tabel: liquiditeitspositie Maanden
januari 2014 februari 2014 maart 2014 gemiddelde 1e kwartaal ruimte onder limiet april 2014 mei 2014 juni 2014 gemiddelde 2e kwartaal ruimte onder limiet juli 2014 augustus 2014 september 2014 gemiddelde 3e kwartaal ruimte onder limiet oktober 2014 november 2014 december 2014 gemiddelde 4e kwartaal ruimte onder limiet
284
Bedrag x € 1 miljoen Vlottende schuld (1)
Vlottende middelen (2)
Netto vlottend (+) of Overschot middelen (-) (3)
422.581 418.198 419.248
702.378 695.635 669.727
432.601 426.519 427.500
677.446 667.305 653.614
420.293 418.790 419.237
613.261 666.986 615.825
437.894 431.735 428.540
671.688 662.286 534.475
-279.797 -277.437 -250.479 -269.238 -291.655 -244.845 -240.786 -226.114 -237.249 -259.666 -192.968 -248.196 -196.588 -212.584 -235.001 -233.794 -230.552 -105.935 -190.093 -212.510
Financiering
Toezicht langlopende opgenomen middelen De toezichthouder hanteert voor het toezicht op de langlopende opgenomen gelden de zogenaamde renterisiconorm. Het renterisico op de vaste schuld kan worden berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden geherfinancierd. De provincie Groningen heeft geen langlopende leningen te herfinancieren. Variabelen Renterisico(norm) Renteherzieningen Aflossingen Renterisico
Jaar T: Jaar T+1: Jaar T+2: Jaar T+3: 0 0
0
0
0
Renterisiconorm
64.050
64.050
64.050
64.050
Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm
64.050
64.050
64.050
64.050
Renterisiconorm Begrotingstotaal jaar 2014 Percentage Regeling Renterisiconorm (van alleen jaar T)
320.249 20% provincie 64.050
Drempelbedrag VSK Bij het VSK mag een bedrag buiten de schatkist worden aangehouden. Dit bedrag is het zogenaamde drempelbedrag. Het maximale drempelbedrag bedraagt 0,75% van het begrotingstotaal. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt is het drempelbedrag in 2014 niet overschreden. Toelichting berekening drempelbedrag
Bedrag x € 1.000
Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks Schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Begrotingstotaal verslagjaar Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner is of gelijk aan € 500 miljoen Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat Drempelbedrag (0,75% van het begrotingstotaal)
2014 320.249 n.v.t. 2.402
Som van de dag buiten 's Rijks Schatkist aangehouden middelen Dagen in het kwartaal Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks Schatkist aangehouden middelen
41.029 90 456
55.459 91 609
43.571 92 474
43.609 92 474
1.946 0
1.792 0
1.928 0
1.928 0
Ruimte onder het drempelbedrag Overschrijding van het drempelbedrag
EMU-saldo Het Stabiliteits- en Groeipact is een reeks afspraken tussen eurolanden die de waardevastheid van de euro moeten garanderen. Eén belangrijk onderdeel betreft de afspraak dat het begrotingstekort lager moet zijn dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het behalen van deze doelstelling is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk en de decentrale overheden. Die verantwoordelijkheid is ingevuld door het vaststellen van een macronorm voor decentrale overheden gezamenlijk. Deze norm wordt aan het begin van een kabinetsperiode na bestuurlijk overleg vastgesteld. In de wet HOF is dit verankerd. In januari 2013 is een Financieel Akkoord bereikt tussen het Rijk en de decentrale overheden. De feitelijk te realiseren norm voor 2014 t/m 2017 is als volgt vastgelegd: Te realiseren norm decentrale overheden Totaal aandeel provincies in de te realiseren norm
2014 -0,50% -0,11%
2015 -0,50% 0,10%
2016 -0,40%* p.m.
2017 -0,30%* p.m.
*) Eind 2015 wordt in bestuurlijk overleg bezien of op basis van de dan beschikbare realisaties de geprojecteerde daling in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is.
De totale macronorm in 2014 voor provincies bedraagt € 674 miljoen negatief. Het aandeel van de provincie Groningen hierin bedraagt € 28 miljoen negatief (referentiewaarde). Voor dit bedrag mogen meer kasstromen de provincie verlaten dan dat er binnenkomen. De referentiewaarde is een hulpmiddel bij beheersen van het EMU-saldo en geen harde norm. In realisatie is ons tekort in het EMU-saldo bij de
Financiering
285
jaarrekening € 5,7 miljoen negatief. We kunnen concluderen dat wij binnen het gestelde referentiekader zijn gebleven.
286
Financiering
3.
Bedrijfsvoering
De veranderende context waarin de provincie opereert vraag om een effectieve en een slagvaardigere organisatie. Door middel van onder andere diverse verbetertrajecten wordt stevig ingezet op de uitvoering van andere en complexere taken met minder mankracht. Conform de organisatievisie en het organisatieperspectief 2015 streven we naar een organisatie die plat is en plat blijft. Ons streven is om meer samenhang in bestuurlijk en ambtelijk integraal sturen te creëren. We vinden het belangrijk dat daarbij aandacht is voor samenwerking en maatschappelijk relevante en concern brede doelen. Het opgave gestuurd, projectmatig en programmamatig werken zijn daarbij onze hulpmiddelen. Deze horizontale vormen van sturing zullen steeds dominanter worden. Duidelijke kaders en keuzes zijn van belang om gestelde doelen te realiseren. Ook externe en maatschappelijke ontwikkelingen (bv. bestuursakkoord Rijk-provincies-gemeenten) worden hierin meegenomen.
3.1.
Personeel & Organisatie
Op het gebied van personeels- en organisatieontwikkeling heeft 2014 vooral in het teken gestaan van: financieel Perspectief en de personele gevolgen daarvan; voorbereidingen doen en uitvoering geven aan externe werkverbanden zoals Omgevingsdienst Groningen (ODG) en Dienst Landelijk Gebied (DLG); verandering van de organisatie als gevolg van vermindering financiële ruimte door maatregelen van het Rijk; overige ontwikkelingen. Financieel perspectief De taakstelling over 2014 is financieel volledig- en formatief voor een groot deel- gerealiseerd, maar er wordt voorzien dat 2015 tot en met 2017 lastige jaren gaan worden. De personele effecten (boventallige medewerkers) zijn vooral dan merkbaar. Hiervoor is een aanscherping van de bestaande plannen opgesteld, de zogenaamde Vlootschouw. 2014 was het laatste en meest cruciale jaar van de bezuinigingen. Medewerkers waarvan de functies zijn komen te vervallen zijn bekend. Conform het sociaal convenant zijn de medewerkers maximaal twee jaar boventallig. Er wordt stevig op ingezet om de herplaatsingen van de boventallige medewerkers tot een succes te maken. Er zijn goede resultaten geboekt in het afgelopen jaar. Om nu ook de laatste groep medewerkers te herplaatsen moet er maximaal gebruik gemaakt worden van de personeelsinstrumenten die er binnen het inzetbaarheidsbeleid zijn en die passen binnen het Sociaal Convenant. Hierover hebben de directie, OR en bonden aanvullende afspraken gemaakt. Uitgangspunt is steeds het behouden van werkgelegenheid. Er is een monitor verder ontwikkeld (Vlootschouw), waarmee transparant duidelijk is welke functies nog komen te vervallen, waar toekomstige vacatures ontstaan en wat nodig is om betreffende medewerkers te begeleiden naar ander werk. Er wordt getracht om waar mogelijk medewerkers intern te plaatsen op andere functies. Dit zal niet altijd lukken, dus in sommige gevallen is ook sprake van externe bemiddeling. Om werkgelegenheid te behouden voor de medewerkers zijn binnen het bestaande beleid een aantal aanvullende maatregelen van kracht geworden. Deze gelden vanaf 1 februari 2014. Het kwaliteitsprogramma Kleiner en Beter is voor wat betreft de organisatieontwikkeling afgerond. De formatiereductie, welke eveneens onderdeel daarvan uitmaakt is in 2013 verwerkt in de financiële taakstelling van Financieel Perspectief. Er wordt derhalve geen onderscheid meer gemaakt in de verschillende programma's. Gerelateerd aan de taakstelling Financieel Perspectief hebben uw Staten middelen beschikbaar gesteld om de reductie te realiseren. In 2015 moet de formatie met 108 fte gereduceerd zijn. Conform de motie met betrekking tot frictiekosten d.d. 31 maart 2010 wordt hier gerapporteerd over de uitgaven daarvan.
Bedrijfsvoering
287
Het budget voor de frictiekosten bedraagt € 7.003.452. De totale lasten (tot en met 27 januari 2015) bedragen € 4.590.359 tegen € 2.525.888 in 2013. Er zijn verplichtingen voor een bedrag van € 419.960 aangegaan. De middelen zijn besteed conform de vastgestelde kaders. De realisatie van het gehele budget is gedurende 2011 gestart en is tot en met 2014 uitgenut. Verwacht wordt dat het volledige budget zal worden besteed. Er is door gesubsidieerde instellingen geen beroep op het budget gedaan. Overige ontwikkelingen Naast bovenstaande is het afgelopen jaar gewerkt aan: de uitvoering van het Regiospecifiek Pakket (RSP); uitwerking personele gevolgen nieuw beleid collegeperiode 2011-2014; professionalisering projectmatig werken; transitie DLG; uitvoeringgeven aan dienstverlening aan externe werkverbanden (ODG, SNN, etc.)
3.1.1. Ontwikkeling sociale zekerheid en arbeidsvoorwaarden Eind 2014 is een nieuwe provinciale cao afgesloten. In de nieuwe cao is een loonsverhoging van 2% per 1 januari 2015 en 1% per 1 juli 2015 geregeld. Tevens heeft er in december 2014 een eenmalige uitkering van € 450 plaatsgevonden.
3.1.2. Formatieontwikkeling provinciaal apparaat en ziekteverzuim In de onderstaande tekst worden de termen ‘formatie’, ‘bezetting’ en ‘aantal medewerkers’ gebruikt. Ter verduidelijking wordt hier een korte toelichting op deze termen gegeven. Formatie is het toegestane aantal fte’s (fulltime-equivalenten). Op basis van de formatie wordt de begroting vastgesteld. De bezetting is de praktische invulling van de formatie. De bezetting kan daarmee afwijken van de formatie omdat het efficiënter kan zijn om bijvoorbeeld een formatieplaats onderbezet en anderen overbezet te hebben. Er worden echter nooit meer middelen beschikbaar gesteld dan voor de toegestane formatie. Met bezuinigen wordt om deze reden altijd naar de formatie en niet naar de bezetting gekeken. Het aantal medewerkers wijkt af van de formatie en bezetting. Dit heeft te maken met het feit dat één functie door meerdere deeltijders kan worden vervuld. Formatiereductie uit de programma’s Financieel Perspectief en Kleiner en Beter De realisatie van deze programma’s loopt financieel gezien volgens planning. De afdelingsbudgetten worden jaarlijks gekort met de bezuinigingstaakstelling, zoals vastgesteld in de programma’s Kleiner en Beter en Financieel Perspectief. Formatief gezien wordt eveneens gereduceerd. Dit vindt met de nodige accuratesse plaats om kennis- en continuïteitsverlies tegen te gaan. Per 1 januari 2015 is volledige taakstelling gerealiseerd. Formatie In 2011 is een duidelijk begin gemaakt met de formatiereductie. Na een reeks van jaren met (lichte) stijging tot en met 2009 is vanaf 2010 de daling ingezet. Dit gaat om reductie in het kader van Kleiner en Beter (KB) alsmede Financieel Perspectief (FP). Het vertrek van medewerkers (muskusrattenbestrijding: MURA) naar de waterschappen en naar ODG hebben eveneens invloed op de formatie. Dat levert het volgende beeld op van de meerjarige ontwikkeling (in fte's). KB 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
288
-6 -15 -25 -31 -31 -34 -37 -37
FP
-6 -12 -37 -69 -104
voordr. 44/2011
18 13 12 12
MURA
-37 -37 -37 -37 -37
ODG
overige
toename/ afname
-70 -70
10 9 9 9 9 9 9 9
4 -6 -16 -65 -53 -86 -192 -227
Bedrijfsvoering
formatie 892 896 886 876 827 839 806 700 665
Als gevolg van voordracht 2011/44 heeft een tijdelijke formatie-uitbreiding plaatsgevonden in 2012. Deze tijdelijke formatie-uitbreiding wordt in de periode 2013-2014 weer afgebouwd. De formatiereductie als gevolg van de bezuinigingen is vanaf 2013 zo fors dat per saldo sprake is van formatieafname. De formatie bedroeg eind 2014 754 fte. Dit is inclusief tijdelijke formatie (formatie waar tijdelijk financiering voor is). In deze cijfers zijn de overige werkverbanden zoals Regiovisie, Veenkoloniën, RSP, etc. niet verwerkt. Deze werkverbanden maken in formele zin geen onderdeel uit van de provinciale organisatie. Een verdere daling is als gevolg van de bezuinigingen te verwachten. Aantal medewerkers Het aantal medewerkers is niet gelijk aan de bezetting in bovenstaande tabel. Dit komt door het feit dat één formatieplaats door meerdere personen ingevuld kan worden. Het aantal medewerkers is in 2014 met 17 personen gedaald ten opzichte van 2013. Dit overzicht laat de verandering in het totale aantal medewerkers, onderverdeeld naar mannen en vrouwen, zien. Uit dit schema valt af te leiden dat het aandeel van de vrouwelijke medewerkers, relatief gezien, is gegroeid. Aantal medewerkers stand 2013 in dienst uit dienst stand 2014
Man 513 18 26 505
Vrouw 289 4 13 280
Totaal 802 22 39 785
Gemiddelde leeftijd De gemiddelde leeftijd eind 2014 bedraagt 48,8 jaar. Dit is 0,5 jaar (6 maanden) hoger dan eind 2013. Jaar 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Man 48,2 48,5 48,9 48,5 48,7 48,9 49,3
Vrouw 43,2 43,9 45,0 45,6 46,2 47,2 48,0
Totaal 46,5 46,9 47,6 47,5 47,9 48,3 48,8
Naar verwachting zal de gemiddelde leeftijd van de medewerkers de komende jaren verder stijgen, waar tot voor kort nog verwacht werd dat de gemiddelde leeftijd zou dalen als gevolg van een relatief grote
Bedrijfsvoering
289
uitstroom van medewerkers met een pensioengerechtigde leeftijd. De stijging heeft meerdere oorzaken. Het stijgen van de pensioenleeftijd en een beperkte instroom van nieuwe medewerkers zijn de voornaamste redenen. De laatste reden is inherent aan de taakstelling op de formatie. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim schommelde een aantal jaren rond de 5%. Sinds 2009 heeft zich een geleidelijke daling ingezet en inmiddels ligt het verzuim op 3,5%, waarbij in 2014 een daling is waar te nemen. Als streefcijfer wordt de Verbaannorm gehanteerd, deze bedraagt 3,7% voor de provincie Groningen. In 2013 is sinds enige jaren de norm licht overschreden.
Ontwikkeling verzuimpercentage 2004-2014 6 5
5,6 4,8
5,4 4,7
4,5
4
4,6 3,7
3
3,5
3,3
3,8
3,5
2 1 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
De meldingsfrequentie (mf) ligt op 1,3. Deze ligt op het gemiddelde van de afgelopen jaren, maar is lager dan in 2013 (1,6). Het streefgetal is in dit geval het gemiddelde van de sector en bedraagt 1,2. Een hoge mf is een indicator voor dreigend oplopend verzuim, met name langdurig verzuim. Juist het langdurig verzuim was de laatste jaren sterk gedaald. Nu wordt verder aandacht gegeven aan voorkomen van verzuim. Tevens wordt onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak van het stijgende verzuim. Digitalisering/Ter Zake! Het project Ter Zake! is in 2014 stopgezet. De Staten zijn daar van op de hoogte gesteld door middel van twee brieven. Met het stopzetten van Ter Zake! zijn alle initiatieven die hiermee annex waren ook stopgezet. Er is een evaluatie gedaan op het project Ter Zake! die moest leiden tot een voorstel voor het vervolgtraject. De aanpak daarna is in eerste instantie gebaseerd op concernbreed en contextgericht denken en handelen: eerst het strategisch perspectief aanbrengen op wat we nu eigenlijk willen bereiken en vervolgens onderzoeken welke informatiebehoefte daaruit ontstaat. Kort samengevat: “Eerst denken dan doen”. In het belang van de continuïteit van de bedrijfsvoering is een project gedefinieerd om het technische fundament van FileNet, waarop het huidige ProMIS (GS-besluitvoming) draait, weer up-to-date en stabiel te maken.
3.2.
Informatievoorziening en -technologie
Op het gebied van ICT hebben we ons in 2014 primair beziggehouden met de continuïteit van de dienstverlening. Verstoringen van die dienstverlening zijn binnen de normen van de afspraken opgelost. Daarnaast zijn er een aantal trajecten uitgevoerd om de dienstverlening op de langere termijn te kunnen blijven garanderen, waaronder het afronden van een nieuwe data storage (SAN). De provinciale dienstverlening wordt in steeds hogere mate ondersteund door ICT-faciliteiten. Verder is een vereenvoudigde structuur opgezet voor de IT-governance, de business-IT alignment en de prioritering en uitvoering (voortgangsbewaking) van projecten. Deze structuur sluit maximaal aan bij aanwezige structuren en geeft inhoudelijk invulling aan het klant-leverancier model.
290
Bedrijfsvoering
3.3.
Facilitaire dienstverlening
De missie inzake favcilitaire dienstverlening is haar klanten (de medewerkers van de provincie) te ontzorgen, zodat deze zich kunnen concentreren op hun kerntaken. Er wordt een op de klant afgestemd pakket aan producten en diensten aangeboden tegen een evenwichtige prijsprestatieverhouding. Hierbij wordt proactief, transparant en met oog voor duurzaamheid te werk gegaan. Project Basisrenovatie+: In 2014 is dit project, waarin het noodzakelijke (achterstallige) groot onderhoud aan het gebouw Sint Jansstraat 4 (SJ4) is uitgevoerd in combinatie met verbeteringen aan het klimaat, de verlichting en de uitstraling van de algemene ruimten van het gebouw en een aantal maatregelen op het gebied van duurzaamheid, zowel qua werkzaamheden als financieel afgerond. Het project is binnen planning en budget opgeleverd. Facilitair regiemodel: Mede ingegeven door de bezuinigingstaakstelling is in 2014 een slag gemaakt in de ontwikkeling van een vraaggericht naar regiegeorganiseerd werken. Met de implementatie van het facilitair regiemodel zijn wij beter in staat om een op behoefte afgestemd pakket aan producten en diensten te kunnen bieden in een zakelijke omgeving (zowel richting de klant als richting de leverancier). Inkoopsamenwerking met Drenthe: In 2014 zijn de banden met Drenthe op het gebied van inkoop verder aangehaald en zijn er meerdere trajecten gestart om gezamenlijk producten en diensten in te kopen (zoals inhuur personeel, bedrijfskleding en media). Voorts wordt ook bepaald op welke wijze de inkoopprocessen worden vormgegeven en ondersteund. Niet alleen om efficiënt in te kopen, maar ook om kennis van het inkoopproces zo goed mogelijk te borgen binnen de provincies.
3.4.
Financiën & Control
3.4.1. Rechtmatigheidstoets Provinciale Staten zijn met ingang van 2004 verplicht in het kader van de controle op de Jaarrekening in aanvulling op een toets op de getrouwheid ook een toets op de rechtmatigheid uit te laten voeren. Uitgangspunt hierbij is dat de accountant alleen de financiële rechtmatigheid toetst. De financiële rechtmatigheid bestaat uit een drietal aspecten: het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium en het Misbruik & Oneigenlijk Gebruikscriterium. Vanzelfsprekend wordt alles in het werk gesteld om een goedkeurende controleverklaring te krijgen. Dit enerzijds door bij de inrichting van processen de noodzakelijke waarborgen in te bouwen, en anderzijds door controle uit te voeren op de naleving van de afgesproken beheersmaatregelen. Samengevat wordt hieronder een totaalbeeld van de te verrichten structurele activiteiten weergegeven: 1. Begrotingscriterium: Wij toetsen jaarlijks het systeem van budgettering en zullen in de toekomstige jaarrekeningen adequate toelichtingen geven bij overschrijdingen c.q. onderschrijdingen. 2. Voorwaardencriterium: Bij het opstellen van nieuwe verordeningen houden wij voor zover mogelijk voldoende rekening met zogenaamde hardheidsclausules. Hiermee wordt voorkomen dat wij verstrikt raken in een al te stringente toepassing van regels. Verder actualiseren wij jaarlijks alle relevante externe en interne regels. Van nieuwe regelgeving brengen wij de risico's en beheersmaatregelen in kaart. De naleving van de beheersmaatregelen zullen wij op basis van interne audits toetsen. 3. Misbruik & Oneigenlijk gebruikscriterium: Het M&O-beleid is vormgegeven in een reeks van verschillende verordeningen. Wij zijn van mening dat wij met behulp van die verordeningen een toereikend M&O-beleid voeren. In onze voordracht van 8 november 2005, nummer 32/2005 hebben wij de verschillende M&O elementen samengebracht, zodat inzicht ontstaat in de verschillende verordeningen waarin het M&O-beleid is vormgegeven. Hierbij is tevens aandacht geschonken aan de werkwijze ten aanzien van inschatting van risico's en het treffen van beheersmaatregelen, alsmede de rapportagemethodiek.
Bedrijfsvoering
291
Jaarlijks stellen uw Staten het normenkader ten behoeve van de rechtmatigheidstoets vast. De lijst met verordeningen, die een duidelijke relatie hebben met Misbruik & Oneigenlijk gebruik, maakt hier als bijlage onderdeel van uit. De lijst wordt zodoende jaarlijks geactualiseerd. Sinds de invoering van de rechtmatigheidstoets zijn alle provinciale rekeningen door de accountant voorzien van een goedkeurende verklaring met betrekking tot de financiële rechtmatigheid.
3.4.2. Doelmatigheid/Doeltreffendheid Jaarlijks toetsen wij de doelmatigheid en doeltreffendheid van een of meerdere beleidsprogramma’s naar aanleiding van de verordening doelmatigheid en doeltreffendheid. Conform de verordening wordt in ieder geval elk beleidsprogramma eens in de acht jaar onderzocht, waarbij het onderzoek zich richt op specifieke onderwerpen uit de beleidsprogramma's. Begin 2015 is het onderzoek naar het programma Energiek Groningen afgerond, waarbij specifiek de subsidieregelingen met betrekking tot energie binnen dit programma zijn onderzocht. De resultaten en het onderzoeksrapport “Energieregelingen binnen Programma Energiek Groningen” zijn in april 2015 in uw Staten behandeld. Vanaf 2015 zal een nieuwe cyclus starten, waarbij alle beleidsprogramma’s weer opnieuw onderzocht zullen worden.
3.4.3. Single Information Single Audit Jaarlijks leggen wij verantwoording af richting het Rijk over een aantal specifieke uitkeringen middels de bijlage SISA. In de Jaarrekening 2014 zullen wij over vijf specifieke uitkeringen middels SISA verantwoording afleggen. Dit betreft de volgende regelingen: Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU VV); Regionale Mobiliteitsfondsen, Regio Groningen-Assen; Regionale Mobiliteitsfondsen (verantwoording richting SNN); Verzameluitkering EZ; Doeluitkering Jeugdzorg. Naast onze eigen verantwoording richting het Rijk met behulp van SISA wordt door gemeenten met betrekking tot drie regelingen (doorsluissubsidies) verantwoording afgelegd richting de provincie middels de SISA-bijlage van de gemeenten. Dit betreft de volgende regelingen: Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU VV); Investering stedelijke vernieuwing (ISV); Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009. In overleg met onze accountant wordt continu gewerkt aan het verder verbeteren en optimaliseren van het werken met de SISA-systematiek. Op termijn zal onze verantwoording richting het Rijk steeds verder afnemen door de overdracht van de Jeugdzorgtaken richting de gemeenten en de integratie van de BDU VV in het Provinciefonds.
292
Bedrijfsvoering
4.
Lokale heffingen
4.1.
Inleiding
De paragraaf lokale heffingen besteedt aandacht aan: a. De gerealiseerde versus de geraamde inkomsten opcentenheffing motorrijtuigenbelasting en leges; b. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; c. Een aanduiding van de lokale lastendruk; d. Een overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen. Er wordt geen aandacht besteed aan het kwijtscheldingsbeleid, aangezien dit verder niet van toepassing is op de provinciale belastingen en heffingen. Tabel: Inkomsten lokale heffingen (bedragen x € 1.000) Omschrijving Opcenten mrb Leges en andere heffingen Totaal
4.2.
realisatie 2013 47.573 924 48.497
raming 2014 50.926 1.065 51.991
realisatie 2014 52.156 1.828 53.984
Beleid ten aanzien van lokale heffingen
Opcenten motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. De provincie dient zelf te bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit (het verschil tussen het wettelijke maximumtarief en het feitelijke provinciale opcentenniveau) wil benutten. Sinds 2012 is de ingangsdatum van de tariefaanpassing op 1 januari (voorgaande jaren was de ingangsdatum 1 april van het jaar). In de tariefstelling wordt rekening gehouden met een inflatiecorrectie en de groei van het wagenpark.
4.3.
Lokale lastendruk
Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de lokale lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijke lastendruk. Hierbij is voornamelijk de hoogte van de opcentenheffing van toepassing. Zoals eerder vermeld, stelt het Rijk jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Vanaf 1 januari 2014 bedraagt het maximum 107,3 opcenten. Wij hebben ons eigen tarief per 1 januari 2014 verhoogd met 2,0 opcenten tot 87,1 opcenten. Op de ranglijst van duurste provincies van Nederland, neemt de provincie Groningen op 1 januari 2014 een gedeelde vierde plaats in. De gemiddelde automobilist in onze provincie betaalde in 2014 per voertuig circa € 210 aan provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting. Deze berekening is gebaseerd op de gewichtsverdeling per ultimo 2014. Onderstaand overzicht toont de ontwikkeling van ons tarief ten opzichte van het landelijk gemiddelde en het maximaal toegestane tarief en verder het stijgingspercentage in 2013 en 2014 van deze grootheden. Het maximumtarief is per 1 januari 2014 bijgesteld aan de ontwikkeling van het prijspeil tot 109,1 opcenten (CPI: 1,7%). In 2013 was het maximale aantal opcenten 107,3 opcenten. Het percentage waarmee het maximum aantal opcenten jaarlijks verandert heeft geen normerende werking naar provincies. Provincies mogen zelf besluiten over de mate waarin de tarieven stijgen. De enige begrenzing zit in de absolute hoogte van het maximum aantal opcenten (2013: 107,3 opcenten en 2014: 109,1 opcenten). De stijging van ons opcententarief bedraagt 2,4%. Deze verhoging betreft de verwachte ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) en daarnaast de nacalculatie van de indexatie over 2013. Het verwachte CPI voor 2014 (1,75%) was opgenomen in de voorjaarsraming van het CPB. Uiteindelijk bleek het feitelijke CPI hiermee in lijn te liggen zodat in 2015 nacalculatie van het tarief achterwege is gebleven. Het tarief voor 2014 is verhoogd met de nacalculatie over 2013 (0,6%). De ontwikkeling van het CPI over 2013 kwam namelijk uit op 2,2% in plaats van de door ons geraamde 1,5%.
Lokale heffingen
293
Tabel: Ontwikkeling opcenten motorrijtuigenbelasting in de jaren 2013 en 2014 realisatie raming realisatie 2013 2014 2014 provincie Groningen landelijk gemiddelde provincie Groningen als % van landelijk gemiddelde
85,1 80,6 105,6
87,1 81,3 107,1
87,1 81,3 107,1
wettelijk maximum (landelijk) provincie Groningen als % van wettelijk maximum
107,3 79,3
109,1 79,8
109,1 79,8
stijgingspercentages tarieven per 1 januari
realisatie raming realisatie 2013 2014 2014
provincie Groningen landelijk gemiddelde wettelijk maximum
1,5 1,0 2,2
2,4 0,8 1,7
2,4 0,8 1,7
In tabel 6 laten we zien in welke mate de verschillende provincies in 2014 gebruik hebben gemaakt van hun maximale belastingcapaciteit. Uit die vergelijking blijkt dat Groningen evenals Fryslân, Drenthe, Gelderland en Zuid-Holland een meer dan gemiddeld gebruik maakt van de belastingcapaciteit. De provincie Noord-Holland heeft zowel absoluut als procentueel de grootste vrije zoom (= onbenutte belastingcapaciteit). Tabel: Belastingcapaciteit en vrije zoom opcenten motorrijtuigenbelasting in 2014 Provincie
Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal
4.4.
Maximale belastingcapaciteit 2014
in %
Belastingopbrengst 2014
65.329.601 3,16% 79.175.182 3,83% 64.424.277 3,12% 138.560.866 6,71% 244.929.167 11,86% 171.592.734 8,31% 301.200.387 14,59% 376.311.008 18,23% 50.808.156 2,46% 362.156.718 17,54% 139.135.910 6,74% 71.010.288 3,44% 2.064.634.296 100,00%
in %
52.155.896 3,40% 65.531.796 4,28% 52.141.738 3,40% 101.475.831 6,62% 195.539.234 12,77% 114.185.449 7,45% 187.456.520 12,24% 327.676.863 21,39% 36.464.516 2,38% 251.617.591 16,43% 97.688.457 6,38% 49.856.903 3,25% 1.531.790.795 100,00%
Overige heffingen
Bij dit onderdeel gaat het onder meer om de volgende leges en heffingen: Leges Vaarwegenreglement; Leges Grondwater; Leges Ontgrondingen; Leges Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Haven- en kadegelden; Liggeldverordening Oude Eemskanaal; Grondwaterheffing; Ontgrondingenheffing; Heffing nazorg stortplaatsen.
294
Lokale heffingen
Vrije zoom 2014
in %
13.173.705 2,47% 13.643.386 2,56% 12.282.539 2,31% 37.085.035 6,96% 49.389.933 9,27% 57.407.285 10,77% 113.743.868 21,35% 48.634.145 9,13% 14.343.641 2,69% 110.539.127 20,75% 41.447.453 7,78% 21.153.386 3,97% 532.843.501 100,00%
Belastingopbrengst als % van de belastingcapaciteit
79,84% 82,77% 80,93% 73,24% 79,84% 66,54% 62,24% 87,08% 71,77% 69,48% 70,21% 70,21% 74,19%
In het najaar van 2013 hebben wij u een wijziging voorgelegd van de Tarieventabel 2014 provinciale leges. De tarieven zijn bij deze voordracht (62/2013) trendmatig verhoogd op basis van de verwachte prijsstijging van overheidsconsumptie. De tarieven voor omgevingsvergunningen zijn gehandhaafd op het niveau van 2013. De voordracht is vastgesteld op 11 december 2013, nr. B.5). Met de inwerktreding van de Wabo is de omgevingsvergunning geïntroduceerd en worden circa 25 verschillende wettelijke kaders geïntegreerd. De omgevingsvergunning maakt het mogelijk om één geïntegreerde vergunning voor afzonderlijke activiteiten, zoals milieu, bouwen, slopen, lozen en monumenten in één keer aan te vragen. De Omgevingsdienst Groningen verzorgt vanaf 1 november 2013 voor de Groninger gemeenten en de provincie de uitvoering van vergunningverlening- , toezicht- en handhavingstaken op het gebied van milieu, bouwen en wonen. De legestarieven worden jaarlijks aangepast in de bij de legesverordening 1993 behorende Tarieventabel. De laatste vastgestelde aanpassing betreft de legestarieven per 1 januari 2015 (Statenbesluit van 5 november 2014, B.2). De haven- en kadegelden zijn gebaseerd op het Havengeldreglement Delfzijl en het Kade- en Havenreglement Groningen. Deze zijn voor het laatst gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 5 juli 2006, nr. B.1 (voordracht nr. 8/2006). Wij hebben u met onze voordracht 18/2009 van 16 juni 2009 een nieuwe Liggeldverordening doen toekomen voor het Oude Eemskanaal te Delfzijl. Dit is een passantenhaven, waarvan sinds 1987 de tarieven niet zijn verhoogd en daarom onwerkelijk laag in vergelijking met de rest van Nederland zijn. Wij hebben u voorgesteld dit te repareren door geleidelijk, over een periode van zes jaar, de liggelden ieder half jaar met € 0,05 te verhogen, om zou uiteindelijk uit te komen op een tarief van € 0,60 per strekkende meter per dag, een tarief dat nog steeds relatief laag is in vergelijking met de rest van de passantenhavens in Nederland. Voor dit laatste is bewust gekozen om de concurrentie met de Motorbootvereniging Abel Tasman niet aan te gaan en omdat er geen extra voorzieningen zijn in vorm van bijvoorbeeld douches, elektra of internet. Ons oorspronkelijk voorstel in de voordracht 18/2009 was om de verordening per 1 oktober 2009 in werking te laten treden. Tijdens de vergadering van commissie Bestuur en Financiën van 9 september 2009 is - mede naar aanleiding van bezwaren van bewoners onder andere gesproken over deze ingangsdatum. In verband daarmee hebben wij u in een aanvullende voordracht (voordracht nr. 18a/2009) voorgesteld om de ingangsdatum 1 januari 2011 te laten zijn. Per 1 juli 2016 zal nu het tarief van € 0,60 per strekkende meter per dag worden bereikt. De vanaf 2011 te hanteren tarieven zijn vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 23 september 2009, nr. A.3 (voordracht 18a/2009). In de Verordening op het instellen en invorderen van de grondwaterheffing is het tarief per 1 januari 2013 gesteld op 1,68 eurocent per kubieke meter onttrokken grondwater (zie besluit van Provinciale Staten van 12 december 2012, nummer B.1, voordracht nr. 36/2012). Met ingang van 1 augustus 2003 is Heffingsverordening ontgrondingen Groningen 2003 van kracht geworden. Deze is voor het laatst gewijzigd op 26 september 2007 (voordracht nr. 15/2007). De heffing is gewijzigd in die zin dat (deel)heffingen voor de bekostiging van planning en onderzoek en van compenserende maatregelen met ingang van 2007 vervallen en dat een nieuwe heffing wordt ingevoerd voor de bekostiging van onderzoek naar het verband tussen een ontgronding en schade aan onroerende zaken en de bepaling van de omvang van de schade. In onze voordracht tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van de nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Groningen is het tarief voor niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen genoemd in artikel 7 van deze verordening vastgesteld voor het jaar 2014. Ook is de nazorgheffing voor baggerspeciedepots opnieuw vastgesteld. Dit besluit is op 11 december 2013 onder nummer B.4 (voordracht nr. 61/2013) door Provinciale Staten vastgesteld. De baten uit leges en andere heffingen zijn in de rekening verwerkt bij de diverse programma's.
Lokale heffingen
295
296
Lokale heffingen
5.
Onderhoud kapitaalgoederen
5.1.
Onderhoud kapitaalgoederen wegen en kanalen
De provincie is eigenaar van ca. 522 km weg, 218 km fietspad, 143 km vaarweg met de daarbij behorende bruggen, viaducten, tunnels, sluizen, verkeersregelinstallaties, beplanting, bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten. Met ingang van 1 januari 2013 wordt gewerkt met het Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016, dat is vastgesteld door Provinciale Staten op 7 november 2012. Daarin is vastgelegd op welke wijze het beheer en onderhoud van de wegen en vaarwegen in deze vierjarige periode plaatsvindt. Het beheer wordt uitgevoerd op basis van inspecties, metingen en beheerprogramma's. Het benodigde budget is erop gebaseerd dat de kwaliteit gedurende de contractperiode (op de korte termijn) gelijk blijft en op de lange termijn de technische levensduur wordt gehaald. In het meerjarenprogramma zijn drie scenario's onderscheiden voor het beheer en onderhoud. Uitgangspunt in dit Meerjarenprogramma 2013-2016 is dat voor scenario 2 wordt gekozen. In dit scenario worden de producten op een zodanige wijze beheerd en onderhouden, dat zij aan de wettelijke eisen voldoen. Daarnaast is er aandacht voor uiterlijke kwaliteitsaspecten. Bij groot onderhoud worden kansen afgewogen en benut om beheer en onderhoud op meer duurzame wijze te kunnen uitvoeren. Achterstallig onderhoud wordt geleidelijk ingelopen. De middelen hiervoor zijn echter niet toereikend. In de Voorjaarsnota 2013 hebben wij u – mede gelet op het sterk verslechterde financiële perspectief – voorgesteld de gevraagde extra middelen van € 1,16 miljoen per jaar voor beheer en onderhoud gedurende de looptijd van het meerjarenprogramma niet beschikbaar te stellen. U heeft hiermee ingestemd. Het gevolg hiervan is, dat de aanwezige onderhoudsachterstand niet geleidelijk kan worden ingelopen. De middelen voor beheer en onderhoud zijn opgenomen in het Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016. Het betreft de volgende productgroepen:
3102 t.b.v. onderhoud en beheer van wegen en fietspaden 3104 t.b.v. verkeersmanagement 3303 t.b.v. onderhoud en beheer van vaarwegen 3306 t.b.v. kunstwerken vaarwegen
Tabel: Lasten beheer en onderhoud, excl. toegerekende rente en apparaatskosten
(bedragen x € 1.000) 2017 2018
2014
2015
2016
Wegen: 3102 Wegen en fietspaden 3104 Verkeersmanagement
6.697,8 459,3
7.098,0 886,7
7.221,6 900,4
7.456,8 927,3
7.728,1 955,1
Waterwegen: 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen 3306 Kunstwerken vaarwegen
3.883,7 1.094,7
1.627,0 631,7
1.652,5 587,1
1.702,1 598,9
1.753,1 613,7
De reconstructie en verbetering van bestaande infrastructuur en de vervanging van kunstwerken vindt plaats in het kader van het provinciale MIT. De middelen hiervoor zijn opgenomen in de volgende productgroepen:
3101 t.b.v. (re)constructie van wegen en fietspaden 3301 t.b.v. (re)constructie waterwegen
Veelal wordt een bijdrage geleverd vanuit het budget voor onderhoud.
Onderhoud kapitaalgoederen
297
5.2.
Huisvesting
Provinciehuis De basisrenovatie heeft geresulteerd in een huisvesting die (meer) aansluit op de moderne tijd en behoefte van de organisatie. De F-vleugel is daarmee leeg komen te staan. In eerste instantie was de insteek om hiervoor een huurder te vinden. In het afgelopen jaar is hierover contact geweest met enkele organisaties, maar dit heeft niet tot een huurcontract geleid. Er zijn echter meer mogelijkheden om deze ruimte goed te benutten. In 2015 worden de mogelijkheden onderzocht om de ruimte voor de eigen organisatie in te zetten. Specifiek wordt gekeken naar gebruik van flexibele (project)ruimtes en verruiming van de openingstijden in dit deel van het gebouw. Huisvesting beheerafdelingen Regulier beheer en onderhoud Het onderhoud van bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten gebeurt op basis van periodieke inspecties. Het beheer en onderhoud wordt gefinancierd uit het Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016. De onderhoudstoestand is voldoende. Ontwikkelingen Vanwege een aantal ontwikkelingen (gewenste verplaatsing steunpunt Groningen, meer integrale werkwijze) is in 2012 (extern) onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van efficiëntere (her)huisvesting van de verschillende steunpunten. Er wordt gewerkt aan verdere centralisatie van de buitendienst. In verband met onder andere noodzakelijke aan- en verkoop van gronden en bijbehorende procedures duurt dit proces langer dan verwacht. Nadere uitwerking en voorstellen hiervoor zullen naar verwachting na de zomer van 2015 in procedure worden gebracht.
5.3.
ICT
De afdeling ICT exploiteert en beheert ICT-objecten. In onderstaande tabel wordt per cluster (ICTorganisatieonderdeel) aangegeven binnen welke termijnen de objecten vervangen dienen te worden: Cluster Service en Operations team Beheer Technische Infrastructuur Service en Operations team Helpdesk
Object Server Netwerkcomponenten Back-upomgeving Telefooncentrale Standaard systeemkast Standaard monitor Mobiele telefoon
vervangingstermijn 3 - 5 jaar 3 - 5 jaar 3 - 5 jaar 4 jaar 4 jaar 4 jaar 3 - 4 jaar
Op basis van het vervangingsbeleid wordt het meerjarig overzicht van de vervangingsinvesteringen jaarlijks geactualiseerd. In 2014 zijn de aanbestedingen van een nieuwe SAN (dataopslag) en de vervanging van edge switches (netwerkcomponenten voor werkstations) financieel afgerond. Aanvullend heeft er de reguliere vervanging van systeemkasten, monitoren en dergelijke plaatsgevonden.
298
Onderhoud kapitaalgoederen
6.
Grondbeleid
6.1.
Inleiding
Deze paragraaf grondbeleid geeft een integrale visie op het gevoerde provinciaal grondbeleid, in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s en projecten die zijn opgenomen in de begroting. Tevens worden de resultaten van de grondexploitaties gegeven en een onderbouwing van de geraamde winstneming. Tot slot volgen de beleidsuitgangspunten over de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken. De 'Nota Grondbeleid Goed Doorgrond’, die op 25 september 2013 is vastgesteld, beoogt een duidelijk kader te scheppen voor het grondbeleid van de provincie Groningen. In 2014 hebben wij aan de hand van deze nota ons grondbeleid ten uitvoer gebracht en verder vorm gegeven. Transitie DLG en eenheid grondzaken Als onderdeel van het natuurakkoord, is afgesproken dat op 1 maart 2015 de taken van de Dienst Landelijk gebied (DLG) overgaan naar de provincies. De provincies Groningen en Drenthe hebben afspraken gemaakt om deze DLG-taken onder te brengen in een gezamenlijke Uitvoeringsorganisatie Landelijk Gebied. Het team Grondzaken van deze uitvoeringsdienst en het team Inrichting Landelijk Gebied Groningen wordt in ons provinciehuis gehuisvest. In de Nota Grondbeleid staat vermeld dat de uitvoering van ons grondbeleid de oprichting van een organisatorische eenheid vereist, waarin kennis, kunde en taken met betrekking tot het grondbeleid worden gebundeld. Met de overkomst van de DLG-medewerkers op het gebied van grondzaken wordt getracht om redenen van efficiency, effectiviteit en kwaliteit om taken te bundelen. Hieraan wordt verder uitvoering gegeven in 2015.
6.2.
Doelstellingen producten
6.2.1. Wegen en kanalen Grondverwerving vindt onder andere plaats voor de aanleg van wegen, rotondes, fietspaden, viaducten en tunnels. Dit ten behoeve van een verbetering van de verkeersveiligheid en de ontsluiting. Grondverwerving vindt tevens plaats voor duurzame instandhouding van de provinciale vaarwegen met boordvoorzieningen, bruggen, sluizen en andere bijkomende voorzieningen en voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer. Bij grondverwerving voor wegen en kanalen wordt gestreefd naar een minnelijke verwerving. Indien de provincie een titel heeft om te kunnen onteigenen wordt in het minnelijke traject in principe ook een volledige schadeloosstelling geboden (de zogenaamde minnelijke onteigening). Als minnelijke verwerving niet slaagt kan in bepaalde gevallen het onteigeningsinstrument worden ingezet.
6.2.2. Natuurbeleid In het kader van het natuurbeleid worden gronden voor de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) verworven. Deze gronden worden vervolgens ingericht voor de gewenste natuur waarna deze wordt beheerd door een beheerder (particulier of organisatie). De verwerving vindt in beginsel plaats op basis van vrijwilligheid waarbij wij afhankelijk zijn van de mogelijkheden die zich in een jaar voordoen op de lokale grondmarkt. Het verwervingsproces wordt voor ons uitgevoerd door Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL), onderdeel van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) die door ons hiervoor is gemandateerd. In het 'Handelingskader Grond' zijn hiervoor de spelregels opgenomen.
6.2.3. Blauwestad Doel van dit project is om een kwaliteitsimpuls te geven aan het deel van de provincie Groningen gelegen rond het Oldambtmeer en daarmee de sociaal-economische situatie in dit gebied te verbeteren. Kavelverkoop vindt plaats vanuit het projectbureau Blauwestad gevestigd in het Havenkwartier in Blauwestad. Restgronden, die niet meer nodig zijn voor het project Blauwestad, worden tegen marktconforme prijzen door de provincie verkocht.
Grondbeleid
299
6.3.
Resultaten grondexploitaties en winstneming
Het geprognosticeerde resultaat van de actuele grondexploitatie Blauwestad is € 0,1 miljoen. Er zijn geen winstnemingen voorzien. In 2014 is één kavel verkocht en getransporteerd.
6.4.
Reserves, voorzieningen en risico’s
De huidige woningmarkt en marktsituatie in Het Oldambt en Blauwestad is smal. In verband hiermee is het aantal verkopen van kavels/vastgoed, dat nodig is voor een sluitende grondexploitatie, naar beneden bijgesteld. Dit heeft tot gevolg dat de grondexploitatie voor Blauwestad (GREX) is herzien. Provinciale Staten hebben medio maart 2015 de herziene grondexploitatie Blauwestad vastgesteld en daarmee ook ingestemd met de herwaardering van het activum Blauwestad. De herwaarderingscorrectie (verwerkt in de Jaarrekening 2014 bedroeg € 11,55 miljoen). Net als eind 2013 is er voor gekozen om het activum af te boeken (er is dus geen voorziening getroffen). Wij hebben met Provinciale Staten eind 2009 al afgesproken om naast de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitatie bij de Voorjaarsnota tenminste één keer per vijf jaar de grondexploitatie grondig tegen het licht te houden. Doen zich eerder omstandigheden voor om te komen tot een grondige herziening, dan zullen wij eerder met een grondige herziening van de grondexploitatie komen. Wij zullen de risico's verbonden aan de gebiedsontwikkeling Blauwestad zorgvuldig monitoren en indien daar aanleiding toe is (vroegtijdig) bijsturen. Vanzelfsprekend zullen wij op basis van onze actieve informatieplicht uw Staten tijdig informeren over onvoorziene omstandigheden.
300
Grondbeleid
7.
Verbonden partijen
Verbonden partijen zijn (conform het BBV) privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties, waarin de provincie zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij. Ook is sprake van een financieel belang als financiële problemen bij een verbonden partij op de provincie kunnen worden verhaald. In de volgende paragrafen worden de verbonden partijen van de provincie Groningen gegroepeerd per programma weergegeven. De verbonden partijen voeren een beleid uit dat de provincie ook (gedeeltelijk) zelf had kunnen uitvoeren of vanuit andere, ook beleidsmatige overwegingen, hebben Provinciale Staten indertijd besloten deel te nemen aan de verbonden partij. De doelstellingen van de verbonden partijen corresponderen met die van de provincie of via de verbonden partijen worden de doelstellingen van de provincie gerealiseerd. Bij het opstellen van deze paragraaf waren nog niet alle (concept) jaarrekeningen 2014 van de verbonden partijen bekend. Deze cijfers worden bij de volgende actualisatie van de paragraaf Verbonden partijen verder geactualiseerd. De provincie Groningen heeft de volgende verbonden partijen: Deelnemingen - Blauwe Stad B.V. - Enexis N.V. - Publiek Belang Electriciteitsproductie (PBE) B.V. - Verkoop Vennootschap B.V. - Cross Border Leases B.V. - Vordering op Enexis B.V. - Claim Staat Vennootschap B.V. - Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij N.V. - Groningen Airport Eelde N.V. - Waterbedrijf Groningen B.V. - Oikocredit N.V. - Bank Nederlandse Gemeenten N.V. Gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen - Groningen Seaports (GR) - Waddenfonds (GR) - OV-bureau Groningen Drenthe (GR) - Omgevingsdienst Groningen (GR) - Samenwerkingsverband Noord-Nederland (GR) - Interprovinciaal Overleg (vereniging) - Noordelijke Rekenkamer (GR)
7.1.
Leven en wonen in Groningen
7.1.1. Blauwestad Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang:
Besloten vennootschap Groningen Blauwe Stad B.V. is opgericht om een aantal taken in het project Blauwestad uit te voeren. Die taken waren met name de coördinatie tussen het provinciebestuur en de besturen van de voormalige drie Blauwestadgemeenten en de coördinatie tussen publieke en private partijen in het project. Inmiddels zijn de drie gemeenten samengevoegd tot de gemeente Oldambt en is de samenwerking met de private partijen beëindigd. De provincie Groningen is houder van 40% van de aandelen; de gemeente van 60%. De BV heeft een directeur in dienst; de provincie financiert de BV uit de voorfinanciering Blauwestad. Verbonden Partijen
301
Bestuurlijk belang:
Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
7.2.
In de AVA wordt bij meerderheid van stemmen beslist: dus de provincie heeft daar een minderheidspositie. Hetzelfde geldt voor de raad van commissarissen: twee leden worden benoemd op voordracht van ons college, drie leden op voordracht van B en W. Ook daar wordt bij meerderheid beslist. Het is feitelijk een 'lege BV', waarin alleen nog het gestorte aandelenkapitaal actief is. € 18.000 n.v.t. n.v.t. nihil
Ondernemend Groningen
7.2.1. De nieuwe vennootschappen voortkomend uit de splitsing van de voormaligeholding Essent en de verkoop van haar productie- en leveringsbedrijf Medio 2008 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders van Essent besloten dat na de effectuering van de splitsing van de bestaande holding, het commerciële bedrijf van Essent aansluiting zou zoeken bij een buitenlands energiebedrijf. In vervolg op dit besluit is in de tweede helft van 2008 op basis van vooraf geformuleerde criteria, door bestuur, commissarissen en aandeelhouderscommissie van Essent, een zoektocht gestart naar een geschikte buitenlandse partner voor dat bedrijf. Begin januari 2009 is in dat verband besloten de aandeelhouders voor te stellen dat het productie- en leveringsbedrijf van Essent zou worden overgenomen door het Duitse energiebedrijf RWE. Min of meer gelijktijdig is een concreet splitsingsplan voor de bestaande holding Essent opgesteld, op basis waarvan de verplichte afsplitsing van het netwerkbedrijf daadwerkelijk gestalte zou kunnen krijgen. Na de bekendmaking van de genoemde plannen is direct gestart met de verdere uitwerking daarvan en met verschillende goedkeuringstrajecten die moesten worden doorlopen voor de ‘closing’ van de voorgenomen transactie met RWE. Het ging daarbij o.a. om de goedkeuring van het splitsingsplan Essent door de minister van EZ, de goedkeuring van een aantal nieuwe deelnemingen van de provinciale aandeelhouders van Essent door de minister van BZK en om de goedkeuring door de Europese mededingingsautoriteiten van de overname van het productie- en leveringsbedrijf van Essent door RWE. De daadwerkelijke, notariële closing van de verkooptransactie van Essent en RWE, waarbij de volledige eigendom van het productie- en leveringsbedrijf van Essent is overgegaan naar RWE, heeft vervolgens plaatsgevonden op 30 september 2009. De ex-aandeelhouders van Essent zijn daarbij directe aandeelhouders geworden van drie niet verkochte bedrijfsonderdelen van de voormalige holding Essent i.c. het netwerkbedrijf (Enexis), het milieubedrijf (Attero) en het EPZ-belang (PBE). Enkele specifieke belangen en risico's i.v.m. de closing van de verkooptransactie van Essent en RWE, zijn bij de genoemde datum ondergebracht in vier zgn. 'special purpose'-vennootschappen (SPV's), die sindsdien zijn belast met de behartiging van die belangen en risico's. Ook van deze vennootschappen zijn de exaandeelhouders van Essent, bij de genoemde closingsdatum de directe aandeelhouders geworden. In elk van de in totaal zeven, hiervoor genoemde nieuwe vennootschappen, heeft de provincie Groningen sindsdien een direct aandelenbelang van circa 6% en is zij tevens vertegenwoordigd in de betreffende Aandeelhouderscommissie.
7.2.1.1. Enexis Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
302
Naamloze vennootschap Rosmalen Voor Enexis, als beheerder van het energienetwerk in Noord-, Oost-, en Zuid-Nederland, staan drie doelen centraal: Betaalbaarheid De gemiddelde stijging van onze tarieven ligt in lijn met het niveau van de prijsindexatie. Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid en veiligheid van ons netwerk blijft op het op het Verbonden Partijen
Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
huidige hoge niveau. Duurzaamheid Enexis speelt een leidende rol in het mogelijk maken van de energietransitie. Daaronder verstaan we nieuwe en innovatieve manieren voor het opwekken en leveren van energie. Onze rol is het aanleggen, beheren, onderhouden en eventueel ook financieren van de netwerken die hiervoor nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan het transporteren van de zonne-energie die onze klanten opwekken. Daarnaast stelt Enexis diensten en informatie beschikbaar aan consumenten, bedrijven en lokale overheden om inzicht te krijgen in hun verbruik en hun verlies van energie. Hiermee ondersteunt Enexis hen bij het behalen van hun doelen om energie te besparen en nieuwe, duurzame vormen van energie toe te passen. Circa 6%. Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 3.370,1 mln. € 3.516,7 mln. € 2.894,8 mln. € 2.900,3 mln. 0,54 0,55 € 239,1 mln. € 265,5 mln.
7.2.1.2. Attero Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Naamloze vennootschap Arnhem Nadat in 2009 om markttechnische redenen is besloten vooralsnog niet over te gaan tot verkoop van het milieubedrijf van Essent, is ook het bedrijf na afsplitsing van de bestaande holding, in directe eigendom overgedragen aan de voormalige aandeelhouders van Essent NV. Na een mislukte poging om het bedrijf te verkopen aan gemeentelijke aandeelhouders, die veelal ook klant (kunnen) zijn, zijn er voorbereidingen getroffen voor de verkoop van het bedrijf aan andere partijen. Begin 2014 is besloten tot de verkoop van de aandelen in Attero aan Waterland Private Equity. Het belang is met terugwerkende kracht tot 1 juli 2013 overgedaan.
7.2.1.3. PBE (Publiek Belang Elektriciteitsproductie) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang:
Besloten vennootschap 's-Hertogenbosch PBE heeft sinds 2011 alleen nog enkele toezichthoudende functies tot en met 2015. Vanwege de voorlopige uitkomst van een juridische procedure ter zake, is in september 2009 besloten tot een afsplitsing van het 50%-belang van Essent in het Zeeuwse elektriciteitsproductiebedrijf EPZ. Na onderbrenging van dat belang in de daartoe opgerichte, afzonderlijke houdstermaatschappij EPZ, is deze overgedragen aan de voormalige aandeelhouders van Essent. In 2011 is overeenstemming bereikt over een minnelijke oplossing van het geschil dat heeft geleid tot de genoemde juridische procedure, waarna het EPZ-belang alsnog is verkocht aan RWE. Circa 6% Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in 2016. Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Verbonden Partijen
303
Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 1,6 mln. € 1,6 mln. € 0,1 mln. € 0,1 mln. 0,94 0,94 - € 0,02 mln. - € 0,02 mln.
7.2.1.4. Verkoop Vennootschap Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Besloten vennootschap 's-Hertogenbosch De SPV Verkoop Vennootschap is o.a. belast met het beheer van en de afwikkeling van mogelijke claims op het gevormde risicofonds van € 800 miljoen, dat vanuit de betreffende verkoopopbrengst is gevormd ter dekking van eventuele aansprakelijkheden van de verkopende aandeelhouders in verband met de vervreemding van het productie- en leveringsbedrijf van Essent. In 2011 is de eerste helft van het genoemde risicofonds van € 800 miljoen minus het bedrag van daarop liggende claims, vrijgevallen ten gunste van de voormalige aandeelhouders van Essent. De vrijval van de tweede helft van dit fonds minus eventuele additionele claims, zal plaatsvinden in 2015. Circa 6%. Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in 2016. Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 347,3 mln. € 363,3 mln. € 98,2 mln. € 80,0 mln. 0,77 0,82 - € 62,1 mln. € 17,3 mln.
7.2.1.5. CBL (Cross Border Leases) Vennootschap Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat 304
Besloten vennootschap 's-Hertogenbosch De SPV CBL Vennootschap is belast met het beheer van en de afwikkeling van mogelijke claims op het gevormde Escrowfonds, dat is gevormd ter dekking van eventuele aansprakelijkheden van de verkopende aandeelhouders in verband met de eerder door Essent afgesloten cross border leases op centrales en netten en de kosten van een mogelijke vrijwillige beëindiging van de thans nog resterende leases. Vanwege vrijwillige vervroegde beëindiging van de bestaande cross border leases, is in 2011 besloten tot uitkering van het grootste deel van het genoemde escrowfonds. Deze uitkering is toegekomen aan RWE en aan de voormalige aandeelhouders van Essent (ieder de helft). Circa 6% Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in 2016. Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: $ 9,9 mln. $ 9,8 mln. $ 0,1 mln. $ 0,1 mln. 0,98 0,99 $ 9,9 mln. - $ 0,1 mln. Verbonden Partijen
7.2.1.6. Vordering op Enexis (VoE) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Besloten vennootschap 's-Hertogenbosch De SPV Vordering op Enexis is belast met de uitvoering van alle taken die verband houden met het beheer van de aan de aandeelhouders overgedragen bruglening, die eerder door de holding Essent was verstrekt aan haar voormalig netwerkbedrijf. circa 6%. Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in 2016. Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 0,08 mln. € 0,07 mln. € 862,2 mln. € 862,1 mln. 0,01 0,01 - € 0,0 mln. - € 0,0 mln.
7.2.1.7. Claim Staat Vennootschap (CSV) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Besloten vennootschap 's-Hertogenbosch De SPV Claim Staat is verantwoordelijk voor het vervolg van de lopende juridische procedure tegen de Staat, die eerder door Essent was opgestart in verband met de van rijkswege opgelegde verplichting tot afsplitsing van haar netwerkbedrijf en de daardoor door Essent geleden schade. Circa 6%. Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in 2016. Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 52.387 € 8.541 € 12.484 € 36.057 0,80 0,24 - € 14.095 - € 43.846
7.2.2. Groningen Seaports Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang:
Gemeenschappelijke regeling Delfzijl De GR heeft als doel het vervullen van de publieke taken in verband met het nautisch beheer, de scheepvaart, de havens en de vaarwegen in het beheergebied; het bevorderen van de verdere ontwikkeling en het gebruik van de havens en de daarbij behorende industrieterreinen gelegen in de gemeenten Delfzijl en van de Eemshaven en de daarbij behorende industrieterreinen gelegen in de gemeente Eemsmond, mede teneinde daardoor de bedrijvigheid en de werkgelegenheid in de provincie Groningen te bevorderen. Risico’s die vanaf 14 juni 2013 door de NV worden aangegaan zijn volledig voor rekening van die NV en komen niet bij de GR te liggen. Voor verplichtingen aangegaan vóór 14 juni 2013, dus aangegaan door de GR, geldt een borgstelling van maximaal € 290 miljoen volgend uit een borgstellingsovereenkomst tussen GR en NV. Voor de provincie Groningen geldt hierbij dat zij een participatie van 60% in de GR heeft. Binnen de GR is in het verleden besloten tot aangaan van Verbonden Partijen
305
Bestuurlijk belang:
Mogelijke risico's:
Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
derivatencontracten, en bij verzelfstandiging is besloten deze in te brengen in de NV. De GR staat wel borg voor nakoming van de contractuele verplichtingen hier uit volgend. Op 14 juni 2013 heeft de GR besloten, nadat eerder de participanten in de GR daartoe hadden besloten, de onderneming van Groningen Seaports in te brengen in een nieuwe entiteit: NV Groningen Seaports. Dit is gebeurd onder gelijktijdige aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling. De NV is weliswaar op 14 juni opgericht, maar de bedrijfsvoering en boekhouding is ingegaan per 1 januari 2013. Dit betekent dat de GR als een soort moedermaatschappij functioneert voor de NV. De GR fungeert nu formeel alleen nog als het “tehuis” voor het aandeelhouderschap en voor de bestuurlijke verantwoordelijkheid inzake de publiekrechtelijke taken van Groningen Seaports (w.o. het Havenmeesterschap), maar de uitvoering van die taken is voor rekening en risico van de NV. Wat in dit verband wel van belang is, is dat de GR nog geruime tijd borg zal moeten staan voor de betaling van de rente over en aflossing van door de NV aan te trekken externe financiering (met een maximum van 80% van € 290 miljoen) en voor de betaling van de rente over enkele derivatencontracten die door GSP eerder zijn afgesloten. cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: € 218,4 mln. € 219,7 mln. € 222,0 mln. € 190.000 0,50 0,99 € 1,6 mln. € 191.000
7.2.3. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang:
Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat 306
Naamloze vennootschap Groningen De N.V. NOM is opgericht met als doel de werkgelegenheid in NoordNederland te bestendigen en ontwikkelen door het stimuleren van duurzaam winstgevende activiteiten. De activiteiten waarmee de NOM haar doel wil bereiken is het verstrekken van risicodragend kapitaal (leningen, aandelenkapitaal), het bevorderen van investeringen door o.a. het acquireren van (buitenlandse) bedrijven en het initiëren en ontwikkelen van innovatieve projecten. De richting en inzet van de verschillende regionale ontwikkelingsmaatschappijen in ons land (waar de NOM één van de vier is), wordt vooralsnog grotendeels bepaald door de beleidsterreinen zoals vastgelegd het nationale topsectorenbeleid en de regionale speerpunten (i.c. Energie, Water, Sensor, Healthy Ageing en Agrifood/Biobased Economy). Over de toekomst van de NOM en over de rol en positionering van de NOM in het regionaal economisch beleid zal de komende jaren meer duidelijkheid worden verschaft (verbinding met RIS3). De NOM is een overheidsvennootschap, waarvan het Rijk en de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe aandeelhouders zijn. Het Rijk bezit een aandelenbelang van 99,97%, de drie noordelijke provincies bezitten elk 0,01%. Jaarlijks kennen de aandeelhouders een bijdrage toe op basis van een werkplan waarin afspraken worden gemaakt over te leveren prestaties. De provincie Groningen is vertegenwoordigd in de AVA. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: € 88,1 mln. € 70,5 mln. € 4,4 mln. € 3,2 mln. 0,95 0,96 € 4,2 mln. € 2,4 mln. Verbonden Partijen
7.2.4. Waddenfonds Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang:
Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland deelnemen. Bij de gemeenschappelijke regeling is ingesteld het openbaar lichaam Waddenfonds. Leeuwarden Het behartigen van de belangen van de deelnemende provincies met betrekking tot het beheer van het Waddenfonds en de besteding van middelen ten laste van dit fonds. Het gaat om de volgende taken: het beheer van het Waddenfonds; het vaststellen van enig wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 4:23, eerste lid Awb; het verstrekken van subsidies ten laste van het Waddenfonds; het op privaatrechtelijke titel besteden van middelen ten laste van het Waddenfonds; de voorbereiding van het door Provinciale Staten vast te stellen Uitvoeringsplan Waddenfonds; het verlenen van onderlinge steun tussen de deelnemende provincies en het bevorderen van de uitwisseling van en taakverdeling tussen personeel van de deelnemende provincies. De uitvoerings- en beheerskosten die rechtstreeks voortvloeien uit de regeling komen ten laste van het Waddenfonds. De organen van het openbaar lichaam Waddenfonds zijn: het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter, de commissies. Het voorzitterschap rouleert om de vier jaar tussen de deelnemende provincies. De voorzitter wordt benoemd door en uit het midden van het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter en twee andere leden, door en uit het Algemeen Bestuur aan te wijzen, zodanig dat vanuit elke deelnemende provincie de gedeputeerde die het Waddenfonds in portefeuille heeft wordt aangewezen. Het Algemeen Bestuur bestaat uit negen leden; Provinciale Staten van de deelnemende provincie wijzen elk drie leden aan, waaronder in ieder geval de gedeputeerde Waddenfonds. Het Algemeen Bestuur (AB) kan adviescommissies instellen om specifieke zaken te onderzoeken en hierover te adviseren aan het AB. In dat verband is ingesteld de adviescommissie kwaliteitstoetsing Waddenfonds. geen cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 29,8 mln. € 34,4 mln. € 110,5 mln. € 121,5 mln. 0,21 0,22 € -16,2 mln. € 4,6 mln.
Verbonden Partijen
307
7.3.
Bereikbaar Groningen
7.3.1. Groningen Airport Eelde (GAE) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Naamloze vennootschap Eelde GAE houdt zich bezig met het beheer, de exploitatie en de verdere ontwikkeling van de luchthaven Eelde. De aandeelhouders van GAE achten de aanwezigheid van de luchthaven o.a. van groot belang voor het regionale acquisitieklimaat, de bevordering van economie en werkgelegenheid en de bijdrage aan de logistieke infrastructuur. In 2013 is de baanverlenging afgerond en is een strategisch plan ‘Werelden Verbinden’ door de directie gepresenteerd waarin de strategie is beschreven om het aantal passagiers te laten toenemen. De aandelen in de betreffende vennootschap worden gehouden door de provincies Groningen en Drenthe (ieder 30%) en de gemeenten Groningen (26%), Tynaarlo (10%) en Assen (4%). De provincie Groningen is vertegenwoordigd in de AVA. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: € 15,5 mln. € 15,1 mln. € 26,6 mln. € 29,2 mln. 0,37 0,34 -€ 0,42 mln. - € 0,49 mln.
7.3.2. OV-bureau Groningen Drenthe Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang:
Bestuurlijk belang:
Mogelijke risico's:
Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat 308
Gemeenschappelijke regeling Assen Het OV-bureau, een initiatief van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen, is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer per bus in Groningen en Drenthe. Het OV-bureau stuurt de vervoerders aan en geeft het stads- en streekvervoer vorm. Het OV-bureau is verantwoordelijk voor het beheer van de concessies, toekomstige aanbestedingen en, samen met de partners, de ontwikkeling van het openbaar vervoer. De bijdrage van de provincie Groningen aan het OV-bureau bedroeg in 2014 € 39 miljoen. De bijdrage van de provincie Drenthe bedroeg € 30,9 miljoen. De totale begroting van het OV-bureau bedroeg in 2014 ruim € 116 miljoen. De overige baten bestaan met name uit reizigersopbrengsten. Naast de busconcessies welke door het OV-bureau worden beheerd, is de provincie verantwoordelijk voor het openbaar vervoer op de regionale spoorlijnen. Daarenboven is de provincie systeemverantwoordelijk voor het openbaar vervoer in de provincie Groningen. De provincie heeft samen met de provincie Drenthe en de gemeente Groningen zitting in het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van het OV-bureau. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, behoudens een aantal zaken betreffende de begroting en de concessie welke bij unanimiteit genomen worden. De provincie Groningen is voorzitter van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. Eind 2013, met briefnummer 2013-50.322/47/A.10,VV (zaaknummer 490431) en met voordracht 20/2014 corr.nr 2014-16.574, VV (zaaknummer 511937) zijn uw Staten uitgebreid geïnformeerd over het financieel perspectief openbaar vervoer per bus in Groningen en Drenthe vanaf 2014 en de mogelijke financiële risico's. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: nihil nihil € 9,8 mln. € 8,6 mln. n.v.t. n.v.t. € 3,9 mln. € 0,1 mln. Verbonden Partijen
7.5.
Schoon/Veilig Groningen
7.5.1. Waterbedrijf Groningen (WbG) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang:
Bestuurlijk belang:
Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Besloten vennootschap Groningen Het Waterbedrijf Groningen is een overheidsvennootschap met als belangrijkste doel het zorg dragen voor de drinkwatervoorziening (het produceren en leveren van drinkwater) in haar verzorgingsgebied. Daarnaast houdt het Waterbedrijf Groningen zich bezig met verschillende geliberaliseerde activiteiten op het gebied industriewater (North Water), watertechnologie (Waterlaboratorium Noord) en is actief op het gebied van Energie & Water (Energie & Water B.V) en Internationale Samenwerking. De provincie heeft in het WbG een aandelenbelang van circa 10%. Alle aandelen worden gehouden door de provincie Groningen en de gemeenten die geheel of gedeeltelijk in het voorzieningsgebied liggen. De geliberaliseerde activiteiten worden uitgevoerd vanuit afzonderlijke vennootschappen, waardoor de risico's voor de provincie Groningen en de drinkwatervoorziening beperkt blijven. De provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De provincie is bevoegd tot voordracht van één lid van de Raad van Commissarissen, die daarin de functie van voorzitter vervult. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: € 60,4 mln. € 61,4 mln. € 100,1 mln. € 103,9 mln. 0,38 0,37 € 4,0 mln. € 1,0 mln.
7.5.2. Omgevingsdienst Groningen Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's:
Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Gemeenschappelijke regeling Veendam De Omgevingsdienst Groningen is ingesteld om vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken op het gebied van het omgevingsdomein voor de deelnemers te gaan uitvoeren, waarmee de deelnemers de kwaliteit van de uitvoering van deze taken willen verbeteren. De provinciale bijdrage in de structurele kosten wordt voorlopig geraamd op circa € 4,6 miljoen. Dit bedrag zal jaarlijks worden geïndexeerd met de loon- en prijsstijgingen. De Omgevingsdienst levert een bijdrage aan een schoon en leefbaar Groningen door uitvoering van de basistaken milieu voor de provincie. Op dit moment is het saldo van de Algemene Reserve € 0,6 miljoen Indien zich risico's voordoen welke niet binnen de financiële mogelijkheden van de Omgevingsdienst Groningen opgelost kunnen worden is men aangewezen op extra bijdragen van de deelnemers. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 0,60 mln. € 2,39 mln. € 5,82 mln. € 3,59 mln. 0,09 0,40 € 0,60 mln. € 0,69 mln.
Verbonden Partijen
309
7.8.
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
7.8.1. Oikocredit Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
7.9.
Naamloze vennootschap Utrecht Oikocredit stimuleert mensen, kerken en instellingen wereldwijd om hun financiële reserves sociaal-ethisch te beleggen. Met dit geld verschaft Oikocredit krediet aan groepen kansarme mensen in ontwikkelingslanden, die daardoor voor hun eigen inkomen kunnen zorgen. Oikocredit levert zo een structurele bijdrage aan meer gerechtigheid in de wereld. Oikocredit staat wereldwijd bekend als een van de belangrijkste sociaal-ethische beleggingsfondsen en als toonaangevend verstrekker van krediet voor ontwikkeling. De provincie participeert in Oikocredit door middel van 50 participaties à € 200 als vorm van mondiale bewustwording. Aan iedere participant komt één stem toe op de algemene vergadering van participanten (ongeacht het aantal gehouden participaties). Geen cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: € 80,7 mln. € 85,2 mln. € 0,483 mln. € 0,397 mln. 0,99 0,99 € 1,307 mln. € 1,129 mln.
Bestuur
7.9.1. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang:
310
Gemeenschappelijke regeling Groningen Dit is een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe deelnemen. De gemeenschappelijke regeling heeft het openbaar lichaam SNN opgericht dat de belangen, waarvoor de gemeenschappelijke regeling is aangegaan, behartigt. Deze zijn: verbreden en intensiveren van de samenwerking en het overleg tussen de deelnemende provinciale besturen; waarborgen van de coördinatie in het beleid van de deelnemende provinciale besturen; het gezamenlijk onderzoeken van de gevolgen van de werkzaamheden van de Europese Unie voor de deelnemende provincies en het opstellen van gemeenschappelijke standpunten dienaangaande; het bevorderen van gemeenschappelijk optreden tegenover derden, met name de EU en de rijksoverheid; het gemeenschappelijk uitoefenen van provinciale taken en het bieden van een kader voor decentralisatie van rijkstaken naar samenwerkende provincies; het verlenen van onderlinge steun tussen de deelnemende provincies en het bevorderen van de uitwisseling van en taakverdeling tussen personeel van de deelnemende provincies. De drie deelnemende provincies betalen elk een derde van de uitvoeringskosten SNN-algemeen/SEAN. De organen van het Samenwerkingsverband zijn: het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter, de commissies. Het voorzitterschap rouleert om de twee jaar tussen de deelnemende provincies; vanaf 1 juli 2013 bekleedt de provincie Fryslân in de persoon van de commissaris van de Koning het voorzitterschap. Leden van Gedeputeerde Staten participeren in de genoemde besturen en in de twee bestuurscommissies. Vanaf september 2007 nemen ook de vier grote steden in het Noorden deel aan de beraadslagingen van het DB en de Verbonden Partijen
Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
commissies. Leden van Provinciale Staten participeren in het AB. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 7,5 mln. € 7,7 mln. € 308,4 mln. € 381,3 mln. 0,02 0,02 - € 0,18 mln. € 0,15 mln.
7.9.2. Interprovinciaal Overleg (IPO) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang:
Mogelijke risico's Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Vereniging Den Haag De vereniging heeft, evenals haar voorganger, de Gemeenschappelijke Regeling IPO, tot doel de belangen te behartigen van de provincies bij het Rijk en een effectief platform te vormen voor uitwisseling van kennis en ervaring tussen provincies. Jaarlijks wordt een IPO-jaarprogramma uitgebracht waarin de voornemens en de kosten daarvan staan vermeld. De provincie Groningen betaalt naar rato mee in de kosten van het IPO-secretariaat en de kosten van diverse projecten en programma's. De twaalf provincies zijn lid van de vereniging. Het bestuur wordt gevormd door de voorzitter (apart gekozen) en een lid van elk college van GS. De vereniging kent een algemene ledenvergadering waarin vanuit elke provincie twee Statenleden participeren. Er zijn voor de behartiging van de provinciale belangen elf bestuurlijke commissies in het leven geroepen die elk een omschreven en afgebakend beleidsterrein behartigen. Deze commissies worden gevormd door leden uit de colleges van GS. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 0,26 mln. € 4,48 mln. € 7,7 mln. € 13,7 mln. 0,03 0,25 € 0,26 mln. € 4,5 mln.
7.9.3. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang:
Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's:
Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
Naamloze vennootschap Den Haag De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De provincie Groningen bezit 75.250 aandelen à € 2,50. Dit is een belang van 0,135% in het totale aandelenkapitaal (55.690.720 aandelen à € 2,50). NB. Ultimo 2013 had de Staat der Nederlanden een 50%belang. De ontvangen dividenduitkering over 2014 voor de provincie Groningen was € 95.567. Eind 1990 heeft de provincie Groningen aandelen gekocht van de BNG. Als mede-eigenaar van deze bank is de provincie Groningen betrokken bij de verdere ontwikkeling van de BNG en haar doelen. Eind 2010 heeft het Basels Comité voor Bankentoezicht onder de noemer Basel III nieuwe richtlijnen uitgevaardigd met betrekking tot kapitaaleisen waaraan banken op termijn moeten voldoen. Deze richtlijnen kunnen van invloed zijn op de toekomstige dividenduitkering. cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: € 3.430 mln. € 3.582 mln. € 127,8 mln. € 149,9 mln. 0,027 0,024 € 283 mln. € 126 mln. Verbonden Partijen 311
7.9.4. Noordelijke Rekenkamer Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling:
Financieel belang: Bestuurlijk belang:
Mogelijke risico's Financiële kengetallen: - Eigen vermogen - Vreemd vermogen - Solvabiliteit - Resultaat
312
Gemeenschappelijke regeling Assen Om de controlerende rol van Provinciale Staten te ondersteunen is een rekenkamer(functie) bij de provincies in de provinciewet verplicht gesteld. In Groningen is gekozen om een onafhankelijke rekenkamer met de drie noordelijke provincies op te zetten. De Noordelijke Rekenkamer houdt zich bezig met het onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Op 10 november 2004 is door de Staten besloten tot het instellen van de gemeenschappelijke regeling en de benoeming van de bestuursleden. De Noordelijke Rekenkamer is vanaf dat moment operationeel. De drie noordelijke provincies dragen ieder voor een derde bij in de kosten van de Noordelijke Rekenkamer. De bestuursleden worden op basis van hun verschillende deskundigheden benoemd door de drie noordelijke Staten. Tevens is gekozen voor het instellen van een Programmaraad, bestaande uit drie Statenleden per provincie. De Programmaraad functioneert als een soort gesprekspartner voor de Noordelijke Rekenkamer. Zo bespreekt de Rekenkamer het onderzoeksprogramma met de Programmaraad. De Rekenkamer hoeft, door haar onafhankelijke positie, de suggesties van de Programmaraad niet over te nemen. cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: € 42.565 € 42.565 € 61.158 € 131.544 0,41 0,24 € 61.158 € 42.318
Verbonden Partijen
8.
Duurzaamheid
Duurzame ontwikkeling is hoofddoelstelling van het provinciale beleid. Wij hebben in december 2012 aan uw staten bericht langs welke 4 pijlers wij dit willen bereiken: 1. 2. 3. 4.
Borging vooraf in beleid en projecten; Ondersteuning door kennis en kunde in het ambtelijk apparaat; Borging en verantwoording in de begrotingscyclus; Communicatie over de methodiek en de resultaten.
Dit is in gang gezet door in de geïntegreerde Programma- en Productenbegroting van 2014 een paragraaf duurzaamheid op te nemen. Hierin staat per thema bij welke beleidsonderdelen, activiteiten en/of projecten in 2014 duurzame ontwikkeling een belangrijk onderdeel vormt. De opsomming uit de begroting laat zien dat duurzaamheid breed wordt opgepakt, maar dat het thema (nog) verder opgepakt dient te worden en meer samenhang dient te krijgen. De doelstelling is dat in alle beleidskeuzes duurzaamheid per definitie wordt meegenomen. Om dit te borgen is het project 'Borging duurzame ontwikkeling in eigen organisatie' opgestart. In deze paragraaf van de jaarrekening geven wij een uitleg van de bereikte resultaten. Dit is niet een limitatieve opsomming van de duurzame oplossingen in projecten maar een verantwoording van het gebruik en de toepassing van de methodieken om een duurzame afweging te maken. Tijdens de workshop met de statenleden is ook de methode van verantwoording besproken en als te hanteren werkwijze onderschreven. In deze verantwoording van de jaarrekening 2014 gaan wij derhalve niet nader in op de resultaten van de inspanning op het gebied van duurzaamheid binnen de verschillende projecten in de begroting 2014 genoemde onderwerpen en projecten. Dit omdat dit zou leiden tot een aparte verantwoording van duurzame ontwikkeling los van de thema's en productgroepen uit de begroting 2014. Borging Duurzame ontwikkeling in eigen organisatie Het project zorgt er voor dat duurzame ontwikkeling wordt geborgd in provinciale beleid en projecten. Kortom alle medewerkers zouden bij hun projecten de afweging tussen de 3 P's (People, Planet, Profit) moeten maken. Zover is het echter nog niet. In 2014 hebben wij de projectaanpak en de daarbij te gebruiken methodieken (duurzaamheidsmatrix, ook wel de NSDO-matrix genoemd en de aanpak Duurzaam GWW (grond-, weg- en waterbouw)) geïntroduceerd in alle lagen van de organisatie. Deze beide methodieken hebben wij geëvalueerd. Ad 1. Borging vooraf in beleid en projecten De implementatie en daadwerkelijke uitvoering doen we door gebruik te maken van twee systematieken namelijk de duurzaamheidsmatrix en de systematiek aanpak Duurzaam GWW voor met name de blauwe afdelingen. Een neerslag hiervan was dat wij in de begroting 2015 ongeveer drie uitgevoerde analyses per afdeling met behulp van de duurzaamheidsmatrix konden presenteren. Ad 2. Ondersteuning door kennis en kunde in het ambtelijk apparaat. Naast 'gereedschap' om duurzame ontwikkeling toe te passen gaat het ook om de kennis en kunde. Ondanks de inzet op integraal werken is veel kennis in de organisatie nog sectoraal georiënteerd. Dit bleek ook uit de evaluatie van de duurzaamheidsmatrix. Duurzame ontwikkeling vraagt echter om een andere benadering (proces) van beleidsopgaven en oplossingen en wel vanuit het principe van evenwichtige afweging van economische, ecologische en maatschappelijke aspecten. Wij hebben provinciale ambtenaren, gevraagd en ongevraagd geholpen om de afweging tussen aspecten van economische, ecologische en maatschappelijke te maken. Dit hebben wij gedaan in reguliere overleggen, bij specifieke trajecten en projecten. Daarnaast hebben wij een start gemaakt om een groene ambassade op te zetten. Dit is een club van gemotiveerde koplopers uit alle provinciale afdelingen die nu al duurzame ontwikkeling meenemen in hun werk. Zij zullen een voortrekkersrol gaan vervullen in het proces. Ad 3. Borging en verantwoording in de begrotingscyclus. Duurzaamheid is nu zichtbaar in de Planning & Control-cyclus. In de begroting 2014 zijn in de duurzaamheidsparagraaf onderwerpen en projecten met duurzame ontwikkelingen benoemd. Ook in de geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2015 is een duurzaamheidsparagraaf opgenomen. Duurzaamheid 313
Ad 4. Communicatie van de methodiek en over de resultaten. Wij hebben in alle lagen van de organisatie de duurzaamheidsmethodiek besproken. Duurzaamheid gaat niet vanzelf. Top down wordt dit geborgd door duurzaamheid in allerlei beleidsstukken en programma's te noemen (POP, collegeprogramma) en bottom-up wordt dit uitgevoerd in projecten en programma's die vanuit de lijn/matrix worden uitgevoerd. Iedere laag in onze organisatie moet zijn rollen, taken en verantwoordelijkheden in het teken van duurzaamheid goed uitvoeren. Aan Statenleden hebben wij in een workshop de methodieken gepresenteerd, waarbij ons duidelijk werd dat de gehanteerde methodieken ons goed op weg helpen. De communicatie in 2015 zal meer in het teken staan van informeren over ervaringen en delen van kennis. De duurzaamheidsmatrix als 'borgingsinstrument' Om duurzame ontwikkeling beter zichtbaar te maken in de Planning & Controlcyclus werd als eerste stap in de geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014 een duurzaamheidsparagraaf opgenomen. Vervolgens is in de duurzaamheidsparagraaf van de begroting 2015 gewerkt met een matrix duurzame ontwikkeling waarbij per thema wordt aangegeven welke (maximaal drie per afdeling) beleidsonderdelen, activiteiten en/of projecten in 2015 een belangrijk onderdeel vormen. Tussen de ingevulde duurzame matrixen is een behoorlijk 'niveauverschil' geconstateerd. Daarbij gaat het om de (on)volledigheid waarmee gewerkt wordt als ook de kwaliteit van de inhoud. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met een gebrek aan basiskennis en gevoel met betrekking tot duurzame ontwikkeling. Daarom wordt intern expertise beschikbaar gesteld, uitgewisseld en ingezet, om met behulp van de duurzame matrix de dialoog over duurzaamheid aan te gaan. In die gevallen waar de samenwerking is gezocht en intern expertise is ingeschakeld om met behulp van de duurzaamheidsmatrix na te denken over duurzaamheid binnen beleid, projecten of activiteiten is dit positief uitgevallen. Buiten kijf staat dat de meerwaarde van het instrument breed wordt gezien: stimulans tot verbreding van en een meer integrale kijk op projecten, beleid en activiteiten, als ook samenwerking en inzet van duurzame expertise. Genoemd is dat de duurzaamheidsmatrix ook als eyeopener heeft gewerkt. Desondanks is de duurzaamheidsmatrix (nog) niet tot gemeengoed geworden. Veelal is het gebleven bij het eenmalig gebruik voor de duurzaamheidsparagraaf van de begroting 2015. Borging van het gebruik is daarmee een aandachtspunt en uitdaging voor de komende periode. Wij gaan na of het opnemen van een duurzaamheidsparagraaf bij onze afdelingsnota's hiertoe leidt. Dit alles om het gebruik en de toepassing van de methodieken te verhogen en daarmee er voor te zorgen dat alle medewerkers bij hun projecten de afweging tussen de 3 P's (People, Planet, Profit) goed maken. Geluiden over de toepassing van de duurzaamheidsmatrix zijn divers. Variërend van: "Probeer een simpeler en minder complexe matrix te ontwikkelen." tot "Krijgt duurzaamheid door de huidige matrix de aandacht die het verdient?" en "Voor alle grote meerjaren projecten zou het gebruik van de duurzaamheidsmatrix verplicht moeten zijn.". In 2015 willen wij voor het gebruik en de toepassing van de methodieken een kwaliteitsslag maken. Green Deal Duurzaam Grond- Weg- en Waterbouw (GWW) De provincie Groningen heeft zich aangesloten bij de Green Deal Duurzaam GWW. Dit is een samenwerkingsverband van opdrachtgevers, opdrachtnemers en enkele kennisinstellingen. Zo worden de krachten gebundeld om duurzaamheid naar een hoger plan te tillen en de sector duurzaam te maken. Duurzaam GWW kiest voor een aanpak die op alle fases in een aanbestedingsproces aangrijpt en die ruimte biedt aan duurzame innovatie. Uitgangspunt hierbij is het meewegen van de duurzaamheidsaspecten van de hele levenscyclus van een werk. Duurzaamheid begint bij bestuurlijke ambitie, en die is er. De focus binnen Duurzaam GWW ligt op: Winst in integrale gebiedsontwikkeling; Focus in duurzaamheid; Van voorschrijven naar innovatief aanbesteden; Gezamenlijk instrumentarium. Om de aanpak Duurzaam GWW te leren kennen is in 2014 is voor de volgende 5 projecten bekeken of zij geschikt waren als pilot binnen de provincie Groningen: Rondweg Bedum, Fietsroute Plus Groningen-Ten Boer, N366 (nader te bepalen deelproject), klein onderhoudsbestek en een nader te bepalen baggerwerk. Het project Rondweg Bedum bleek qua fasering ongeschikt om als pilot voor een project in de verkenningsfase te dienen. De Fietsroute Plus Groningen-Ten Boer biedt potentie. De ervaringen 314
Duurzaamheid
opgedaan met de GWW-systematiek bij het project N366 zullen worden meegenomen bij toepassing van de GWW-systematiek voor de Fietsroute Plus. Bij het klein onderhoudsbestek ging het om de toepassing van de CO 2-prestatieladder. Een gekend instrument binnen de GWW-sector. Het is ook als een van de concrete instrumenten voor bepaling van duurzaamheid opgenomen binnen de GWW-systematiek. Ervaring met de systematiek is in 2014 met name opgedaan bij de (lopende en geplande) projecten rond de N366, Knoop Groningen en visie op duurzaamheid bij de treinconcessie. In verschillende deelsessies hebben leden van het projectteam duurzaamheidsambities geïnventariseerd en vastgelegd in een ambitiedocument. In de volgende projectfasen worden deze ambities nader ingevuld. Tegelijk blijven de ambities het duurzame kompas tijdens het gehele traject rondom de N366. In 2014 hebben wij invulling gegeven aan de verduurzaming van de N366 aan de hand van de duurzame GWW-systematiek. De leerpunten die daarin zijn opgedaan worden meegenomen in nieuwe projecten.
Duurzaamheid
315
316
Duurzaamheid
Deel 4 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 Jaarrekening
1.
Financieel beleid 2014 en rekeningresultaat 2014
1.1.
Financieel beleid 2014
Het begrotingsjaar 2014 startte met een flexibel budget van circa € 5,10 miljoen. Dit was exclusief de middelen die beschikbaar zijn voor onvoorziene uitgaven (€ 0,50 miljoen). In het najaar van 2013 verslechterde het begrotingsbeeld 2014 ten opzichte van de ramingen in de oorspronkelijke begroting 2014. Zo daalde de begrotingsruimte 2014 bij de Integrale Bijstelling 2013 door met name een lagere uitkering uit het Provinciefonds, de financiële gevolgen van een aantal bestedingsvoorstellen en door uw Staten bij de behandeling van de Integrale Bijstelling 2013 aangenomen amendementen met ongeveer circa € 4,04 miljoen. Na die wijzigingen resteerde er een begrotingsruimte 2014 van circa € 1,06 miljoen. Dat bedrag is vervolgens nog aangevuld door de resterende begrotingsruimte 2013 van circa € 0,98 miljoen door te schuiven naar 2014. Daardoor nam de begrotingsruimte 2014 weer toe tot circa € 2,04 miljoen. In de Voorjaarsnota 2014 nam de omvang van het flexibel budget per saldo af met circa € 5,73 miljoen tot circa - € 3,69 miljoen door met name een negatief rekeningresultaat 2013 en de financiële gevolgen van een aantal bestedingsvoorstellen. Door middel van een herschikking van begrotingsruimte tussen de jaren 2014 tot en met 2018 kon het tekort 2014 worden omgebogen in een kleine begrotingsruimte van € 0,11 miljoen. Door aanvullende bezuinigingen tot een bedrag van circa € 0,89 miljoen is de begrotingsruimte 2014 vervolgens verder aangevuld tot € 1,00 miljoen. In de Integrale Bijstelling 2014 bleek dat de financiële gevolgen van de externe ontwikkelingen en de sinds de Voorjaarsnota 2014 door ons genomen besluiten er per saldo toe leiden dat de beschikbare begrotingsruimte 2014 met € 2,42 miljoen toenam tot circa € 3,42 miljoen. Deze toename was de resultante van meevallende externe ontwikkelingen (+ € 4,13 miljoen), tegenvallende bestedingen (€ 2,01 miljoen negatief) en het verlagen van de post voor onvoorziene uitgaven met € 0,30 miljoen. Op de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven 2014 resteerde na de Integrale Bijstelling 2014 een bedrag van circa € 0,20 miljoen. In de Integrale Bijstelling 2014 hebben wij voorgesteld de ruimte 2014 van € 3,42 miljoen niet meer in te vullen en deze door te schuiven naar de begrotingsjaren 2015 en 2016 om de begrotingsruimte in die jaren verder aan te vullen zodat er dan weer sprake is van een toereikend flexibel budget. Bij de Jaarrekening 2014 blijkt nu dat het gerealiseerd resultaat 2014 uitkomt op circa € 5,69 miljoen negatief. Daarbij is al rekening gehouden met de bij de Integrale Bijstelling 2014 gegeven bestemming aan de toen geconstateerde begrotingsruimte 2014. Voor het overige verwijzen wij naar de volgende paragraaf.
Financieel beleid 2014 en rekeningresultaat 2014
319
1.2.
Rekeningresultaat
Het gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten over 2014 bedraagt € 29.192.981 nadelig. Per saldo werd over 2014 een bedrag van € 23.500.409 onttrokken aan de reserves. Het gerealiseerd resultaat komt daarmee uit op € 5.692.571 nadelig. Op basis van de beleidslijn met betrekking tot de overboeking van kredieten is bij de afsluiting van het boekjaar 2014 een bedrag van € 20.790.798 toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Incidentele overboekingen die niet bij de Integrale Bijstelling 2014 zijn gemeld worden nu alsnog via de bestemming van het rekeningresultaat voorgelegd. In totaal betreft het een bedrag van € 251.024. Het resultaat na overboeking van kredieten bedraagt dan € 5.943.595 nadelig. Naar aanleiding van de decembercirculaire Provinciefonds hebben wij eind 2014 een bedrag van € 1.764.000 ontvangen voor het financieel ondersteunen van projecten voor onderwijsontwikkeling en onderzoek in het kader van de Energy Academy Europe (Green Deal). Deze middelen kunnen niet meer worden besteed in 2014 en vallen daardoor vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Bij de bestemming van het resultaat stellen wij voor deze middelen over te hevelen naar 2015. Het resultaat is negatief beïnvloed door twee mutaties waarvoor aanvullende dekking beschikbaar is. Ten eerste de herwaarderingscorrectie van de Blauwestad. Op basis van voordracht 5/2015 projectplan 'Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit' en de vaststelling van de grondexploitatie (GREX) 2015 is € 11.550.000 afgeboekt ten laste van de exploitatie 2014. In de betreffende voordracht is aangegeven dat het negatieve effect op het resultaat gedekt wordt in Voorjaarsnota 2015 voor een bedrag van € 8.000.000. Het resterende deel komt ten laste van het rekeningresultaat 2014. Ten tweede de te betalen afkoopsom voor de Driebondsbrug als gevolg van de overdracht van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl aan Rijkswaterstaat per 1 januari 2014. In april 2014 is de overdacht formeel ondertekend. Onderdeel van deze vaarweg is de Driebondsbrug (brug in de Oostelijke Ringweg over het Eemskanaal). In het ondertekende convenant is opgenomen dat de afkoopsom van € 1.097.000 eind 2014 aan het Rijk wordt overgemaakt. In 2006 is de N46/Oostelijke Ringweg door het Rijk aan de provincie overgedragen. Hiervoor heeft de provincie een afkoopsom van het Rijk ontvangen. Deze afkoopsom is destijds toegevoegd aan de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen. Daarom wordt voorgesteld om de terugbetaalde afkoopsom te dekken uit voornoemde reserve. Dit moet formeel worden voorgelegd aan uw Staten. Dat is echter niet in 2014 gebeurd, waardoor er geen onttrekking aan de reserve kon plaats vinden. Wij stellen voor dit bij de Voorjaarsnota 2015 te effectueren. Op basis van bovenstaande correcties wordt het negatieve effect op rekeningresultaat 2014 en daardoor het beroep op de Algemene reserve ad € 9.097.000 bij de Voorjaarsnota 2015 gecorrigeerd. Via de bestemming van het rekeningresultaat worden bovenstaande mutaties meegenomen. Dit heeft tot gevolg dat het resultaat positief wordt beïnvloed en uit komt op € 1.389.405. Zie ook onderstaand tabel rekeningresultaat 2014. RESULTAAT
rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
Totaal lasten Totaal baten
410.693.358 303.294.348 481.632.099 405.051.924 391.082.323 305.425.796 374.085.424 375.858.943
76.580.175 1.773.519
Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten
-19.611.034
-29.192.981
78.353.694
Stortingen in reserves Onttrekkingen aan reserves
158.421.368 173.848.390
11.845.938 63.093.600 125.197.486 14.822.692 170.640.275 148.697.896
-62.103.886 -21.942.379
2.131.448 -107.546.675
Saldo mutaties op reserves
15.427.022
2.976.754 107.546.675
23.500.409
-84.046.266
Gerealiseerd resultaat
-4.184.012
5.108.202
-5.692.571
-5.692.571
0
Overboeking kredieten 2014-2015 Provinciefonds decembercirculaire middelen Green Deal Herwaarderingscorrectie Blauwestad Afkoopsom Diebondsbrug Totaal aanvullende bestemmingsvoorstellen
-251.024 -1.764.000 8.000.000 1.097.000 7.081.976
Resultaat na aanvullende bestemmingsvoorstellen
1.389.405
320
Financieel beleid 2014 en rekeningresultaat 2014
2.
Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
Onderstaand overzicht geeft per programma de gerealiseerde baten en lasten, het saldo daarvan en het verschil ten opzichte van de bijgestelde begroting weer. LASTEN
rekening 2013
Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Energiek Groningen Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering
begroting 2014 na wijziging
verschil
-505.876 32.892.654 20.644.983 6.112.607 2.225.290 488.776 11.344.419 2.129.962 619.764 -2.316.659
26.338.497
23.394.242
2.944.255
Totaal lasten 410.693.356 303.298.360 481.632.099
405.051.924
76.580.175
25.315.245
BATEN
13.228.541 34.797.516 35.867.439 70.280.632 98.670.131 160.230.172 16.601.983 39.728.626 22.456.889 20.651.668 4.332.263 10.642.604 6.736.648 22.389.920 64.010.163 70.169.554 15.098.868 17.483.583 1.958.204 8.919.327
rekening 2014
35.303.392 37.387.978 139.585.189 33.616.019 18.426.379 10.153.828 11.045.501 68.039.592 16.863.819 11.235.986
Algemene dekkingsmiddelen
22.408.283 48.126.719 152.526.608 25.754.426 22.277.145 6.066.440 9.953.681 76.492.342 16.585.113 5.187.354
primitieve begroting 2014
24.337.231
rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
5.164.813 24.711.883 96.285.348 2.754.970 1.286.712 347.450 215.575 47.486.626 76.916 6.718.706
183.733 13.984.337 62.857.023 2.170.000 1.309.766 0 0 46.738.133 48.588 2.755.006
11.373.507 25.552.538 78.691.123 176.790 1.481.380 0 176.390 49.074.062 258.765 8.829.047
10.764.360 17.820.377 78.708.917 351.834 2.540.713 3.673.043 213.512 49.728.850 247.536 10.931.757
-609.147 -7.732.161 17.794 175.044 1.059.333 3.673.043 37.122 654.788 -11.229 2.102.710
206.033.324 175.379.210 198.471.822
200.878.044
2.406.222
Totaal baten 391.082.323 305.425.796 374.085.424
375.858.943
1.773.519
Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Energiek Groningen Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen
Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
rekening 2014
verschil
321
SALDO LASTEN-BATEN
rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
-13.044.808 -21.883.102 -35.813.108 -14.431.983 -21.147.123 -4.332.263 -6.736.648 -17.272.030 -15.050.280 796.802
rekening 2014
verschil
Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Energiek Groningen Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering
-17.243.470 -23.414.836 -56.241.260 -22.999.456 -20.990.432 -5.718.990 -9.738.106 -29.005.716 -16.508.197 1.531.352
-23.424.009 -44.728.094 -81.539.049 -39.551.836 -19.170.288 -10.642.604 -22.213.530 -21.095.492 -17.224.818 -90.280
-24.539.032 -19.567.601 -60.876.272 -33.264.184 -15.885.666 -6.480.785 -10.831.989 -18.310.742 -16.616.283 -304.229
-1.115.023 25.160.493 20.662.777 6.287.652 3.284.622 4.161.819 11.381.541 2.784.750 608.535 -213.949
Algemene dekkingsmiddelen
180.718.079 151.041.979 172.133.325
177.483.802
5.350.477
-19.611.032
-29.192.981
78.353.694
Totaal baten
2.127.436 -107.546.675
In onderstaand overzicht zijn de totale lasten en baten opgenomen, wat leidt tot het gerealiseerd saldo. Conform de voorschriften dienen de stortingen in en onttrekkingen aan reserves apart zichtbaar gemaakt te worden. Dit leidt tot een saldo mutaties op reserves Het verschil tussen het gerealiseerd saldo en het saldo mutaties op reserves geeft het gerealiseerd resultaat. RESULTAAT
rekening 2013
Totaal lasten Totaal baten
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
410.693.356 303.298.360 481.632.099 391.082.323 305.425.796 374.085.424
405.051.924 375.858.943
76.580.175 1.773.519
-19.611.032
2.127.436 -107.546.675
-29.192.981
78.353.694
158.421.368 173.848.390
11.845.938 63.093.600 14.822.692 170.640.275
125.197.486 148.697.896
-62.103.886 -21.942.379
Saldo mutaties op reserves
15.427.022
2.976.754 107.546.675
23.500.409
-84.046.266
Gerealiseerd resultaat
-4.184.010
5.104.190
-5.692.571
-5.692.571
Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten Stortingen in reserves Onttrekkingen aan reserves
322
primitieve begroting 2014
0
Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
3.
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
3.1.
Analyse saldo van baten en lasten
Hier geven wij een toelichting op de afwijkingen groter dan € 250.000 per programma. Voor een gedetailleerdere toelichting verwijzen we naar deel 2, programmaverantwoording. De afwijking op de lasten bedraagt € 76.580.175 positief en op de baten € 1.773.519 positief. Per saldo een voordeel van € 78.353.694. LASTEN
Afwijking
Totaal
Leven en Wonen in Groningen -
-
-
-
Op basis van voordracht 5/2015 projectplan 'Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit' en de vaststelling van de GREX 2015 is € 11.550.000 afgeboekt ten laste van de exploitatie 2014. Uit het investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV) 3 is een bedrag van € 3.000.000 gereserveerd voor het fonds particuliere woningverbetering. In 2012 is in totaal € 1.000.000 in het provinciaal fonds particuliere woningverbetering (PWV) gestort en ten laste van de ISV3-middelen gebracht. Inmiddels zijn leningen verstrekt en is de looptijd van de regeling afgelopen (2014 laatste jaar). De administratieve verwerking van de leningen is de afgelopen jaren niet juist geweest. De middelen zijn overgemaakt op een provinciale rekening bij de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). SVn voert de regeling uit voor de provincie. Vanaf de rekening zijn leningen aan particulieren verstrekt met een looptijd van 15 jaar. De gehele mutatie met betrekking tot de uitbetaalde € 1.000.000 en de verstrekte leningen had via de balans van de provincie moeten worden verantwoord (langlopende leningen en rekening-courant) in plaats van ten laste van de ISV3-middelen. Dit is in 2014 alsnog gecorrigeerd en is € 1.000.000 weer ten gunste van de ISV3-middelen geboekt. In 2014 was nog een bedrag van € 2.001.000 geraamd voor het fonds. Per saldo een afwijking van € 3.001.000. Daarnaast is een bedrag van € 2.070.000 voor ISV3 wonen geraamd. In 2014 is hiervan € 692.803 daadwerkelijk uitbetaald. Van de al toegekende subsidies is minder dan het verwachte bedrag gedeclareerd. De niet benutte middelen blijven beschikbaar in de reserve Leefbaarheid krimpgebieden. Ten opzichte van de verwachte uitgaven voor de grondexploitatie Blauwestad zijn de kosten € 3.895.130 lager uitgevallen. Voor het grootste deel heeft dit betrekking op de onderdelen bouw- en woonrijp maken (€ 1.791.981) en tijdelijke inrichting (€ 516.264). De gemeente Oldambt heeft geen voorschotverzoeken gedaan. Daarnaast is op het onderdeel aanleg hoofdinfrastructuur is € 657.148 minder uitgegeven omdat een deel van de werkzaamheden in 2015 wordt uitgevoerd. Op de overige onderdelen zijn kleinere afwijkingen ontstaan. Van de programma's Stads en Dorpsvernieuwing (SDV), Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) 1 en 2 zijn nog niet alle projecten afgerond. Verwachte financiële afrondingen in 2014 hebben niet plaatsgevonden en volgen later. De middelen daarvoor blijven beschikbaar in de reserve Leefbaarheid krimpgebieden.
-11.550.000
4.378.197
3.895.130
1.584.740
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
323
LASTEN -
Afwijking
Apparaatskosten Overige De mate van bestedingen van de subsidieregeling Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden is sterk afhankelijk van de omvang van de ingediende subsidieaanvragen en van de mate waarin de reeds gesubsidieerde middelen worden gedeclareerd. In 2014 is minder gedeclareerd dan begroot. De middelen blijven beschikbaar in de reserve Leefbaarheid krimpgebieden.
Totaal
586.074 311.775 288.208
-505.876 Ondernemend Groningen - Van de geraamde middelen voor het onderdeel RSP-REP is het grootste deel nog niet besteed. Dit heeft met name betrekking op de middelen voor de projecten Grote Markt Forum en ERIBA, in totaal € 11.115.000). Deze verwachte bijdragen zijn niet opgevraagd. Daarnaast is van de middelen voor andere projecten een lagere bijdrage opgevraagd. De nog niet opgevraagde middelen blijven beschikbaar. - Het jaarbudget inzake de reserve provinciale meefinanciering is met ingang van 2013 als krediet opgevoerd in de begroting. De gecommitteerde projecten komen meestal met een vertraging van één of meerdere jaren tot besteding. Het resterende budget 2014 ad € 4.726.049 is toegevoegd aan de reserve. Daarnaast zijn middelen ten laste van de reserve geraamd voor de verwachte uitbetaling van bijdragen aan projecten die in eerdere jaren zijn gecommitteerd. Op dit onderdeel is € 5.860.068 minder opgevraagd dan verwacht. - Voor de cofinanciering van Spoor 4 'Economisch perspectief' uit het rapport Vertrouwen op Herstel en Herstel van Vertrouwen inzake gaswinning is een bedrag van € 6,5 mln. per jaar beschikbaar gesteld voor de periode 2014 tot en met 2018. Deze jaarlijkse bijdrage wordt voor € 2,0 miljoen gedekt uit het revolverend mkb-fonds (zie baten). Uitgaven kunnen slechts geschieden vanuit de Economic Board. Aangezien deze Economic Board pas begin 2015 formeel zal aantreden is nog geen uitgave gedaan. Wij hebben daarom de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Eind 2009 hebben het Rijk, het IPO en de VNG overeenstemming bereikt over een nieuwe aanpak van het bedrijventerreinenbeleid en daarover afspraken gemaakt in het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020. Hiervan is inmiddels een deel ingezet in de afgelopen jaren. Voor 2014 is een bedrag van € 1.380.000 begroot. De verplichtingen hebben echter betrekking op 2015 en verdere jaren waardoor in 2014 het begrote bedrag niet is besteed. De fasering van de middelen zal in de tijd worden aangepast. Wij hebben daarom de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Van de geraamde middelen voor Innovatie en duurzaamheid resteert een bedrag van € 1.338.095. Het overschot is met name het gevolg van het feit dat de voor het programma Innovatie en Duurzaamheid 2 (IenD-2) geraamde bedrag van € 1.200.000 nog niet is besteed. Het programma gaat begin 2015 van start. Verder is een deel van de binnen het programma Innovatie en Duurzaamheid 1 (IenD-1), dat tot en met 2015 loopt, beschikbaar gestelde middelen voor Leren voor Duurzame Ontwikkeling nog niet besteed. Wij hebben daarom de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - De kosten van de Versnellingsagenda 2.0 worden gedekt 324
12.416.282
10.586.117
6.500.000
1.380.000
1.338.095
-999.813
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
LASTEN
-
-
Afwijking
door een REP-bijdrage. Zie ook baten. In de raming is hiermee geen rekening gehouden. Vanuit de reserve ESFI zijn middelen gereserveerd voor nieuwe recreatieve vaarverbindingen. In de raming is het gehele jaarbudget voor 2014 ad. € 750.000 opgenomen. De werkelijke kosten voor 2014 zijn fors lager doordat er minder is opgevraagd. De niet bestede middelen blijven in de reserve beschikbaar. Apparaatskosten Overige afwijkingen
Totaal
718.160
739.834 213.979 32.892.654
Bereikbaar Groningen - De mutaties reserves (ESFI) laat een onderbesteding zien door een te positieve inschatting van het beroep op de reserves voor infrastructurele projecten in de begroting 2014. - Voor diverse openbaar vervoer-projecten in het kader van de BDU vallen de werkelijke lasten in 2014 lager uit dan begroot. Dit is grotendeels het gevolg van de systematiek, waarbij de vrij beschikbare ruimte ten behoeve van openbaar vervoerprojecten wordt begroot, maar waarop in 2014 geen beroep is gedaan. Deze middelen blijven beschikbaar binnen de BDU. - De mutaties reserves laat een overschrijding zien doordat in de begroting geen rekening is gehouden met het beroep op de reserves voor een drietal projecten in het kader van de opwaardering van de vaarweg Lemmer-Delfzijl. - Op hoofdrijbaanverhardingen is een batig saldo ontstaan, doordat een aantal projecten reeds in 2013 zijn uitgevoerd in het kader van de Versnellingsagenda. Het batig saldo is nodig om het tekort uit 2013 weer in te lopen. - Boordvoorzieningen overige vaarwegen laat een onderschrijding zien als gevolg van de volgende redenen: Vervangingen van boordvoorzieningen (270m) langs de oostzijde van het Oude Eemskanaal is niet uitgevoerd in verband met discussie rondom ligplaatsen die een lokaal bedrijf in gebruik heeft. Daarnaast is er op dat traject een discussie rondom het verleggen van kabels en leidingen. Vervangingen van boordvoorzieningen (1.517m) langs de westzijde van het Oude Eemskanaal is niet uitgevoerd in verband met wachttijd op aardbevingstoets die door het waterschap Noorderzijlvest moet worden uitgevoerd. - De capaciteitskredieten laten ten opzichte van de begroting een onderbesteding zien. Dit overschot is toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - In 2014 is in het kader van de overdracht van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl naar het Rijk ook de Driebondsbrug overgedragen naar het Rijk. In het ondertekende convenant is opgenomen dat de afkoopsom van € 1.097.000 eind 2014 aan het Rijk wordt overgemaakt. Bij de bestemming van het rekeningresultaat wordt voorgesteld om de afkoopsom te dekken uit de reserve Afkoopsommen wegen en waterwegen. Bij de overdracht van de N46 in 2006 hebben wij een afkoopsom van het Rijk ontvangen. - Voor de uitgaven en reserveringen in het kader van de infrastructurele projecten BDU en GDU is in 2014 meer uitgegeven dan begroot. In totaal € 5.658.517. Gemeenten zijn aangespoord lopende subsidies af te ronden, waardoor enkele grote subsidies zijn afgerekend. In 2014 is er een budget van € 4.900.000 geraamd. Hierop is in 2014 niets gerealiseerd. Dit betreft het jaarlijkse sparen voor dure regionale projecten in de BDU. Zodra dat aan de
11.484.920 3.315.106
-2.496.807
1.507.284
1.124.001
1.104.622 -1.097.000
1.045.258
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
325
LASTEN
-
-
-
-
-
-
-
Afwijking
orde komt worden de in overleg met het VVB benoemde spaarprojecten van een BDU-subsidie uit deze gespaarde middelen voorzien. De vrij besteedbare ruimte 2014 ad € 1.803.775 is in de begroting opgenomen, maar hierop is geen beroep gedaan in 2014. Deze middelen blijven beschikbaar voor de BDU via het bestedingsplan 2015. De kosten voor de regionale treindiensten vallen in totaal lager uit, onder meer als gevolg van lagere kosten voor kaartautomaten a.g.v. de verdere invoering van de OVchipkaart en de compensatiemiddelen rode diesel die ten laste van het budget Reservering spoor (BDU) zijn gebracht. Op basis van de H2i-besluitvorming in 2001 sparen wij samen met de gemeente Groningen en met behulp van de BDU jaarlijks in totaal circa € 2,6 miljoen voor de aanpak van de Ring Groningen. Ons eigen jaarlijks aandeel bedraagt € 953.300 en wordt ten laste van de reserve ESFI gebracht. In 2014 is ook weer € 953.300 vanuit de reserve ESFI opgenomen. Bij de jaarlijkse afsluiting van de onderscheiden deelprojecten van de Ring Groningen wordt het aandeel verantwoord. Dit loopt dan via het eerder genoemde onderdeel mutaties reserves (ESFI). Voor de uitvoering van het Actieplan Fiets 2012-2015 was in 2014, inclusief de overboeking naar 2014 een budget beschikbaar van € 1.095.000. Hiervan is in 2014 € 187.059 uitgegeven. Wij hebben het niet uitgegeven deel, ofwel € 907.941, gestort in de reserve Overboeking kredieten. Voorstel is gemeld bij de Integrale Bijstelling 2014. Apparaatskosten Overige afwijkingen In de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld om met ingang van 2014 € 500.000 per jaar meer uit de BDU in te zetten bij de uitvoering van het MIT. Concreet betekent dit dat een deel van de MIT-middelen voor Groningen-Delfzijl (sober nulplusvariant) worden vervangen door BDU-middelen. Op deze wijze is een bezuiniging op de voeding van de reserve ESFI mogelijk. Deze geraamde BDU-middelen zijn in 2014 echter nog niet ingezet en blijven beschikbaar binnen de BDU. Zie ook baten. Voor de uitvoering van het meerjarig uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid provinciale wegen 2012-2016 resteerde in 2014 een bedrag ad € 491.946. Dit bedrag is overgeboekt naar 2015. Bij de overboeking hebben wij ook betrokken de niet geraamde bate ad € 40.000. Dit is de bijdrage van het Verkeer- en Vervoerberaad ten behoeve van educatie- en communicatieactiviteiten binnen het project N366 Veilig. Per saldo is er een voordeel ontstaan van € 531.946. Wij hebben het niet uitgegeven deel inclusief de bate gestort in de reserve Overboeking kredieten. Voorstel is gemeld bij de IB2014. Het negatieve saldo is ontstaan door groot onderhoud aan de Beertsterbrug en de Renselbrug. Het negatieve saldo wordt zoveel mogelijk in 2015 en 2016 ingelopen. Het positieve saldo bij vaste kunstwerken is ontstaan door het doorschuiven van een aantal projecten rondom de ringweg Groningen naar 2015/2016 in het kader van 'Groningen Bereikbaar'. Aan de gemeente Winsum is een subsidie verleend van € 382.600 voor de verbetering van de stationsomgeving. Deze middelen zullen worden gedekt door een bijdrage van de Regio Groningen-Assen. Zie ook baten.
Totaal
1.465.028
953.300
907.941
609.217 -598.429 500.000
491.946
-487.607 433.603
382.600
20.644.983 326
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
LASTEN
Afwijking
Karakteristiek Groningen - Op de programmakosten van het thema Programma Landelijk Gebied (PLG) zijn positieve afwijkingen ontstaan op alle productgroepen voor in totaal bijna € 10 miljoen. Dit is deels het gevolg van onze keus om 'ruim' te begroten om daarmee te voorkomen dat we niet aan alle mogelijke, gevraagde betalingen kunnen voldoen. In de praktijk is vaak sprake van vertraging van projecten door bezwaren op vergunningen of door bijv. weersomstandigheden, waardoor ook de bestedingen later plaatsvinden. Daarnaast willen we met een ruim budget de mogelijkheid creëren om acuut te kunnen reageren op kansen die zich voordoen op met name de grondmarkt. Het thema Programma Landelijk Gebied (PLG) is gekoppeld aan de reserves Programma Landelijk Gebied en Programma Landelijk Gebied 2. De afwijkingen worden of toegevoegd of onttrokken aan deze reserves en blijven beschikbaar. - Als gevolg van de afronding van het Investeringsbudget Landelijk Gebied en het aangaan van het bestuursakkoord Natuur zijn wij volledig verantwoordelijk geworden voor de uitfinanciering van de door RVO aangegane verplichtingen. Omdat wij het stelsel van lasten en baten volgen en het rijk het kasstelsel volgt, heeft de commissie BBV aangegeven hoe de aangegane verplichtingen vanaf nu moeten worden verwerkt. Verplichtingen aangegaan vóór 2014 worden nog op kasbasis (moment van uitbetaling) verantwoord en de verplichtingen die met ingang van 2014 zijn aangegaan moeten als last in het jaar van toekenning worden verantwoord. Beheersvergoedingen in het kader van natuurbeheer worden toegekend voor een periode van 6 jaar en de toegekende bijdrage wordt over de jaren verdeeld omdat er een jaarlijkse prestatie tegenover staat. Dit besluit van de commissie heeft tot gevolg dat er in 2014 een eenmalige extra last met betrekking tot de beheersvergoeding is ontstaan van € 2.766.070. Dit betreft de bijdrage 2014 op basis van het stelsel van lasten en baten. Daarnaast is de uitbetaalde bijdrage 2013 op kasbasis verantwoord. Het budget 2014 is mede overschreden door de hogere lasten voor inrichting en functieverandering. - In de uitvoeringsprojecten ILG natuur is sprake van vertraging van projecten. Er wordt nog volop aan gewerkt. - Op het onderdeel Afwikkeling ILG Water is ten opzichte van de raming € 1.146.502 minder besteed. Het betreft veelal meerjarige projecten, waarvan de voortgang moeilijk in te schatten is. Er is onderbesteding op programma synergiegelden KRW omdat een aantal projecten in 2014 nog niet volledig is uitgefinancierd. - Overige afwijkingen - Nog niet alle projecten op het gebied van realisatie EHS zijn voltooid. - Apparaatskosten - Aan het project EHS Zuidlaardermeer - Midden-Groningen is minder uitgegeven. Grondaankopen zijn lastig te plannen. - Bij de uitvoeringsprojecten landschap is sprake van meerjarige projecten. De uitbetaalde bedragen zijn afhankelijk van het declaratiegedrag van derden. Hierdoor lopen betalingen niet synchroon met de begroting. - De middelen voor Natura 2000 zijn beschikbaar gesteld voor de vastgestelde beheerplannen tot 2021. Op een aantal
Totaal
-3.548.508
3.300.403 1.146.502
1.069.431 905.304 616.304 606.327 506.157
472.860
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
327
LASTEN
-
-
-
Afwijking
maatregelen zijn lagere uitgaven geweest. De uitgaven verschuiven naar de komende jaren. Het IPO heeft een gezamenlijke werkorganisatie ingericht waar elke provincie een deel aan bijdraagt. Voor de afwikkeling ILG landschap PLG zijn hogere uitgaven gerealiseerd. Voor het tekort is dekking in de reserve PLG. Bij de uitvoeringsprojecten ILG natuur en beheer is sprake van meerjarige projecten. De uitbetaalde bedragen zijn lager uitgevallen omdat partijen vanwege vertraging minder bij de provincie hebben gedeclareerd. Het betreft veelal meerjarige projecten waarvan de voorgang moeilijk in te schatten is. De realisatie bestaat grotendeels uit de projectdeclaraties, waarbij we afhankelijk zijn van het declaratiegedrag van derden. Er is onderbesteding op de projecten ten behoeve van innovatieve kwaliteitsprong landbouw. De verwerving van gronden voor het Natuur Netwerk Nederland vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Er zijn minder gronden aangekocht dan gebudgetteerd.
Totaal
416.350 -396.515 381.298
339.592
297.102 6.112.607
Schoon/Veilig Groningen - Apparaatskosten - Het jaarprogramma 2014 van het uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2011-2014 is vastgesteld. In 2014 zijn de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio gevormd en daardoor zijn er minder nieuwe programma-activiteiten ontwikkeld. Daarnaast heeft de Omgevingsdienst enkele structurele programma-activiteiten met gesloten beurs uitgevoerd. Mede hierdoor is een onderbesteding ontstaan. Met de Groninger gemeenten zal in 2015 worden afgesproken hoe de middelen in 2015 zullen worden besteed. De resterende middelen zijn toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Overige afwijkingen - De middelen in het kader van het meerjarenprogramma Bodemsanering 2010 t/m 2014 zijn beschikbaar gesteld via de decentralisatie-uitkering Provinciefonds. De niet bestede of extra bestede middelen worden jaarlijks verrekend met de reserve Bodemsanering. De hogere besteding in 2014 is onttrokken aan de reserve.
1.844.085 361.830
171.825 -152.450
2.225.290 Energiek Groningen - Middels voordracht 50a/2013 is de Interimregeling waardevermeerdering vastgesteld. Voor deze maatregel zijn middelen door de NAM beschikbaar gesteld. De uitvoering van de regeling wordt verzorgd door het SNN. In 2014 is een bedrag van € 3.662.543 aan uitvoeringskosten en voorschotten op de regeling besteed. De totale besteding is gedekt door een bijdrage van de NAM. Zie ook baten. In de raming is hiermee geen rekening gehouden. - Ten laste van de reserve Provinciale meefinanciering zijn middelen geraamd voor de verwachte uitbetaling van bijdragen aan projecten die in eerdere jaren zijn gecommitteerd. Op dit onderdeel is € 2.766.487 minder opgevraagd dan verwacht. De middelen blijven beschikbaar voor deze projecten. - Overige afwijkingen - In de loop van 2014 is gebleken dat er te weinig beroep op de stimuleringsmaatregel Asbest/Zonnepanelen werd gedaan. 328
-3.662.543
2.766.487
821.112 284.115
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
LASTEN
-
Afwijking
De voorwaarden zijn tot tweemaal versoepeld en de verwachting is nu dat met de aanpassingen het subsidiepotje wel volledig gebruikt zal gaan worden. De resterende middelen zijn toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Apparaatskosten
Totaal
279.605 488.776
Gebiedsgericht - Het Investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog wordt gedekt uit de reserve ESFI. Van de voor 2014 geraamde middelen is € 6.581.500 nog niet besteed. De resterende middelen zijn gelabeld voor harde en zachte projecten en worden beschikt op basis van concrete aanvragen. De middelen blijven hiervoor beschikbaar in de reserve ESFI. - Het Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid (WEL) is gekoppeld aan de reserve WEL en deels aan de reserve ESFI. De restant middelen zijn gelabeld aan vastgestelde uitvoeringsprogramma's en worden beschikt op basis van concrete aanvragen. De voor 2014 geraamde middelen blijven voor zover nog niet besteed, beschikbaar in de reserves. - Apparaatskosten - Vanuit het krediet Uitvoering gebiedenbeleid en POP wordt met andere partijen geparticipeerd in meerjarige programma's en projecten. Geplande activiteiten zijn vertraagd, maar zitten in de eindfase van het proces. De resterende middelen zijn daarom toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten - Overige afwijkingen
6.581.500
3.417.606
736.461 495.908
112.944 11.344.419
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur - Apparaatskosten - Overige afwijkingen - In verband met een uitbetaling aan Bureau Jeugdzorg en uitbetalingen van NUDUK-gelden aan diverse instellingen is er een afwijking ten opzichte van de raming ontstaan. Hiertegenover staan niet geraamde baten. - Vanaf 2012 is de regierol in het restauratiebeleid structureel gedecentraliseerd van het rijk naar de provincies. Via een decentralisatie-uitkering worden deze middelen aan de provincie overgemaakt. Een deel van de in de tweede ronde 2014 beschikte bedragen worden uitgevoerd in 2015, daarom blijft een deel over. Deze middelen zijn toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Het delen, uitdragen en genereren van burgerinitiatieven is onderdeel van het Actieprogramma Sociaal Beleid 2013-2018. Gezien de afstemming met gerelateerde werkvelden c.q. partners en de tijd die potentiële uitvoerders nodig hebben voor het formuleren van een gedegen uitvoeringsplan, is er geen volledige besteding van de middelen 2014 geweest. Zoals bij de Integrale Bijstelling 2014 reeds aangekondigd worden de middelen overgeboekt naar 2015. Het restant is toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - In de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor investeringen in Culturele Infrastructuur Groningen (CIG). In 2014 zijn diverse bijdragen uitbetaald en onttrokken aan de reserve. Dit was niet opgenomen in de raming.
1.187.442 1.168.886 -704.990
414.079
327.642
-263.097
2.129.962 Bestuur - Binnen het Evenementen meerjarenprogramma 2011-2015 wordt een totale reservering van € 430.000 meegenomen voor DelfSail 2016 en andere grote evenementen. Deze
488.805
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
329
LASTEN
-
-
Afwijking
reservering is in de jaren 2011 tot en met 2014 gespaard. Daarnaast is een bedrag van € 30.000 gereserveerd voor de viering van de bevrijding in 2016. De activiteiten vinden op zijn vroegst in 2015 plaats, daarom zijn de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Van een aantal in 2014 verleende bijdragen uit het budget incidentele subsidies vindt de uitvoering van de activiteit in 2015 plaats. Het budget 2015 is al voor het grootste deel besteed, daarom zijn de resterende middelen 2014 ad € 28.805 overgeboekt naar 2015. In totaal is € 488.805 toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Apparaatskosten De einddatum van de gemeentelijke herindeling Grenzeloos Gunnen is 1 januari 2018. Er is er sprake van een doorlopend meerjarig proces waarin de daarvoor toebedeelde financiële middelen in de komende jaren met een daarop toegesneden flexibiliteit ingezet moeten kunnen worden. De middelen zijn toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Overige afwijkingen
Totaal
-288.633 259.599
159.993 619.764
Bedrijfsvoering - Apparaatskosten - Als gevolg van de afwikkeling van diverse verplichtingen uit voorgaande jaren is een bedrag van € 304.559 vrijgevallen. - Overige afwijkingen
-2.571.523 304.559 -49.695 -2.316.659
Algemene dekkingsmiddelen - Na de verwerking van de Integrale Bijstelling 2014 resteert een saldo van € 2.549.798 aan onverdeelde apparaatskosten. Dit heeft voor een bedrag van € 2.392.616 betrekking op stelpost cao-ruimte en € 157.182 betreft de stelpost dossier gaswinning. Met het bereiken van een cao-akkoord is de stelpost aangewend voor de eenmalige cao-betaling van € 450 per medewerker. De kosten in totaal € 317.731 maken onderdeel uit van de totale apparaatskosten. Daarnaast wordt een bedrag van € 24.913 met betrekking tot de capaciteitskredieten overgeboekt naar 2015. Per saldo resteert een bedrag van € 2.049.972. Dit bedrag valt vrij ten gunste van het rekeningresultaat 2014. De middelen voor het dossier gaswinning zijn bij de afsluiting van het boekjaar meegenomen bij het saldo van de apparaatskosten. - Overige afwijkingen
2.549.798
394.457 2.944.255
Totaal afwijking lasten
BATEN
Afwijking
Leven en Wonen in Groningen - De lasten en baten met betrekking tot de grondexploitatie Blauwestad worden verantwoord via de exploitatie. Het saldo is via een mutatie onderhanden werk naar de balans geboekt. Als gevolg van lagere lasten (zie toelichting lasten) en lagere baten (deel verkopen begin 2015 afgerond) is de mutatie onderhanden werk lager dan begroot. 330
76.580.175
-3.895.130
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
Totaal
BATEN - Op de balans staan onder vooruit ontvangen bedragen van het rijk nog de middelen voor SDV, ISV1 en 2. Per 1 januari 2011 zijn de ISV-3 middelen als decentralisatie-uitkering overgeheveld naar het Provinciefonds. Als gevolg daarvan is de Wet stedelijke vernieuwing ingetrokken en is er geen verantwoordingsplicht meer richting het Rijk. De SDV en ISV1 en 2 middelen kunnen niet meer als schuld aan het Rijk worden opgenomen en zijn ten gunste van de exploitatie geboekt. Dit had al in 2011 op deze verwerkt moeten worden, maar is toen niet gebeurd. Wel zijn de middelen voor ISV3 aan de reserve Leefbaarheid toegevoegd. Voor zover er nog verplichtingen op drukken is het bedrag toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. Dit in lijn met ISV3. De vrij besteedbare middelen vallen vrij ten gunste van het rekeningresultaat 2014. In totaal is een bedrag van € 3.695.076 toegevoegd aan de reserve en € 1.148.364 vrijgevallen. Daarnaast is er in 2014 minder besteed dan begroot waardoor er ten opzichte van de raming een nadelig effect van € 1.584.740 is ontstaan. Resumerend € 3.695.076 + € 1.148.364 - € 1.584.740 = € 3.258.700. - Overige afwijkingen
Afwijking 3.258.700
Totaal
27.283 -609.147
Ondernemend Groningen - Een deel van de middelen voor de uitvoering van RSP-REP wordt gedekt middels een decentralisatie-uitkering van het Rijk. Aangezien de werkelijke kosten 2014 lager zijn, is ook een deel van de middelen van het Rijk niet benodigd. De middelen zijn teruggeboekt naar de balans. - De Economic Board (Spoor 4 Gaswinning) zal pas formeel aantreden begin 2015 en derhalve is de bijdrage van € 6,5 miljoen in 2014 niet beschikbaar gesteld (zie lasten) en is de dekking vanuit het revolverend mkb-fonds (€ 2,0 miljoen) in 2014 ook niet nodig geweest. De middelen schuiven door naar 2015. - De gemaakte kosten inzake de Versnellingsagenda 2.0 worden gedekt door een REP-bijdrage. In de raming is hiermee geen rekening gehouden. - Er zijn EFRO-bijdragen en bijdragen van derden verantwoord ter dekking van de gemaakte kosten voor respectievelijk de projecten STINAG en Routenetwerk Fietsknooppunten. Deze projecten worden medegefinancierd vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering. De baten zijn niet opgenomen in de raming. - Overige afwijkingen - De bijdragen van de Europese Commissie (EFRO) voor het Innovatief Actieprogramma Groningen 3 (IAG3) zijn niet begroot.
-7.152.858
-2.000.000
999.813 482.204
-352.918 291.598 -7.732.161
Bereikbaar Groningen - De meeropbrengsten van de baten hebben betrekking op de voeding van de capaciteitskredieten. De voeding is hoger, doordat in 2014 een aantal realisatiebesluiten zijn genomen en de bijdrage in de capaciteitskredieten direct zijn verwerkt. In de begroting was alleen rekening gehouden met voeding van de capaciteitskredieten van projecten die daadwerkelijk ook in uitvoering waren. - Doordat de lasten bij de projecten BDU (Openbaar Vervoer) lager uitvielen dan begroot is een lager beroep gedaan op BDU-middelen ter dekking van deze kosten.
5.798.700
-4.732.907
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
331
BATEN - Een deel van de middelen voor de uitvoering van RSPConcrete projecten wordt gedekt middels een decentralisatieuitkering van het Rijk. Aangezien de werkelijke kosten 2014 lager zijn, is ook een deel van de middelen van het rijk niet benodigd. De middelen zijn teruggeboekt naar de balans. - De baten binnen mobiliteitsbeleid zijn lager uitgevallen, doordat een lager beroep is gedaan op de BDU-middelen t.b.v. infrastructurele projecten. - Een deel van de middelen voor de uitvoering van RSPRegionale Mobiliteitsfonds wordt gedekt middels een bijdrage van het Rijk. Aangezien de werkelijke kosten 2014 hoger zijn dan begroot zijn extra middelen van de balanspost vooruit ontvangen rijksmiddelen geboekt ten gunste van de exploitatie. - Overige afwijkingen - De BDU-middelen als vervanging voor MIT-middelen zijn in 2014 niet ingezet en blijven beschikbaar voor de komende jaren. - Bijdragen van de provincie Fryslân voor de aanlegvoorzieningen Lauwersoog zorgen voor meeropbrengsten. - De aan de gemeente Winsum verstrekte subsidie t.b.v. de verbetering van het stationsgebied wordt gedekt door een bijdrage vanuit het regiofonds Regio Groningen-Assen. - De baten voor het op afstand bedienen van bruggen valt € 247.917 lager uit dan begroot. Een deel van dit tekort (€ 170.302) is echter als bate verantwoord onder productgroep 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen - Hogere opbrengsten van leges, recognities en haven- en kade gelden en hogere inkomsten rijk en gemeenten zorgen voor meeropbrengsten ten opzichte van de begroting. Daarnaast is € 170.302 ontvangen voor het op afstand bedienen van bruggen derden. Deze baten zijn echter begroot bij productgroep 3306 Kunstwerken vaarwegen.
Afwijking -1.844.355
Totaal
-1.045.258 851.095
639.031 -500.000 478.856 382.600 -262.137
252.169
17.794 Karakteristiek Groningen - Overige afwijkingen
175.044 175.044
Schoon/Veilig Groningen - In 2014 zijn de Wabo-opbrengsten € 651.249 hoger dan geraamd. De hogere legesopbrengsten zijn met name te verklaren door een aantal grote bouwaanvragen in de Eemshaven. - Overige afwijkingen
651.249
408.084 1.059.333
Energiek Groningen - Ter dekking van de kosten van de Interimregeling waardevermeerdering is een bijdrage van de NAM opgenomen. In de raming is hiermee geen rekening gehouden. Zie ook lasten. - Overige afwijkingen
3.662.543
10.500 3.673.043
Gebiedsgericht - Overige afwijkingen
37.122 37.122
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur - Voor het onderdeel jeugd zijn een aantal kosten gemaakt, zoals onder andere de uitbetaling van de NUDUK-gelden, die niet zijn meegenomen in de raming. Deze kosten worden 332
704.990
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
BATEN -
Afwijking gedekt door niet geraamde baten. Zie ook toelichting lasten. Overige afwijkingen
Totaal
-50.202 654.788
Bestuur - Overige afwijkingen
-11.229 -11.229
Bedrijfsvoering - Op de overige diensten voor derden is een voordeel van € 567.212 ontstaan. Dit heeft betrekking op het uitlenen van personeel aan en het verlenen van diensten voor derden. - Voor de bediening hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl is de maximale vergoeding van Rijkswaterstaat opgenomen als bate. Dit op basis van de inzet 2014. In de raming is voor de inzet van de werkzaamheden een lagere bate opgenomen. - Ten opzichte van de raming zijn de opbrengsten van de diensten voor de ODG € 507.030 hoger. Dit betreft met name de verleende diensten op het gebied van ICT. Daarnaast betreft het inzet van personeel en baten met betrekking tot de auto's voor de ODG. - Overige afwijkingen
567.212 560.031
507.030
468.437 2.102.710
Algemene dekkingsmiddelen - Naar aanleiding van de decembercirculaire hebben wij eind 2014 een bedrag van € 1.764.000 ontvangen voor het financieel ondersteunen van projecten voor onderwijsontwikkeling en onderzoek in het kader van de Energy Academy Europe (Green Deal). Deze middelen kunnen niet meer worden besteed in 2014 en vallen vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Bij de bestemming van het resultaat stellen wij voor deze middelen over te hevelen naar 2015. - De opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting is ten opzichte van de raming € 1.230.396 hoger uitgevallen. In de raming is de inkomstenderving van zeer zuinige auto's dubbel meegenomen. Daarnaast is een stelpost voor oninbaarheid en vanwege de overgangsregeling voor oldtimers die op benzine rijden in de raming opgenomen. Het lijkt aannemelijk dat zowel het oninbare bedrag als het beroep op de overgangsregeling beperkter is dan wij hadden voorzien. De exacte bedragen zijn niet bekend. - Overige afwijkingen
1.762.041
1.230.396
-586.215
Totaal afwijking baten
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
2.406.222 1.773.519
333
3.2.
Analyse mutaties op reserves
Ten opzichte van de raming is er € 62.103.886 meer aan de reserves toegevoegd (hogere lasten) en is er € 21.942.379 minder onttrokken (lagere baten). Per saldo een nadeel van € 84.046.266. De afwijkingen groter dan € 250.000 worden per reserve toegelicht. STORTINGEN Algemene reserve -
Betreft de boeking van het negatief rekeningresultaat 2013. Zie ook onttrekkingen.
-4.184.010 -4.184.010
Reserve Beheer wegen en kanalen - Het positieve resultaat op de uitvoering van het meerjarenprogramma Beheer en Onderhoud provinciale infrastructuur 2013-2016 en de werkzaamheden voor Rijkswaterstaat met betrekking tot de hoofdvaarweg Lemmer Delfzijl is toegevoegd aan de reserve. De middelen blijven op deze wijze beschikbaar voor de uitvoering van het meerjarenprogramma.
-4.156.573
-4.156.573 Reserve AKP-budgetten - Het positieve resultaat op de AKP-budgetten ad. € 5.515.450 is toegevoegd aan de reserve. De afrekenperiode van de Apparaatskosten Personeel (AKP) is op basis van een voorstel in de Voorjaarsnota 2014 verlengd tot en met 2016.
-5.515.450
-5.515.450 Reserve Bodemsanering - De middelen voor ISV-3 bodem worden via het provinciefonds uitgekeerd. De niet bestede middelen zijn in de lijn van de afgelopen jaren toegevoegd aan de reserve Bodemsanering. Op deze manier blijven de middelen beschikbaar voor het meerjarenprogramma.
-1.186.011
-1.186.011 Reserve Afkoopsommen wegen en kanalen - Vanuit de reserve Beheer wegen en kanalen is een bedrag van € 2.009.991 overgeboekt naar deze reserve. Door het negatieve resultaat in 2013 werd de reserve Beheer wegen en kanalen negatief. Dit is op basis van de BBV niet toegestaan. Via bestemming rekeningresultaat 2013 is voorgesteld het negatieve effect aan te vullen uit de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen en dat toekomstige positieve resultaten weer ten gunste van deze reserve komen. In 2014 was het resultaat dermate positief dat het gehele bedrag in één keer kon worden overgeboekt.
-2.009.991
-2.009.991 Reserve Provinciale meefinanciering - Het jaarbudget 2014 voor provinciale meefinanciering is in zijn geheel toegevoegd aan de reserve. De gemaakte kosten in 2014 zijn conform de verwerking in de raming onttrokken aan de reserve Provinciale meefinanciering. Zie ook toelichting onttrekkingen.
-4.726.049
-4.726.049 Reserve Programma Landelijk Gebied - De geraamde middelen voor de afwikkeling van verplichtingen van het Programma Landelijk Gebied 2007-2013 zijn voor een deel nog niet betaald. De middelen moeten beschikbaar blijven voor de toekomstige afwikkeling en zijn derhalve teruggestort in de reserve. Zie ook toelichting onttrekkingen.
-5.902.116
-5.902.116 334
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
Reserve Leefbaarheid - De niet bestede middelen voor Krimp vanuit decentralisatieuitkering ISV3 en de provinciale middelen zijn toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. - De middelen voor SDV, ISV1 en ISV2 zijn in 2014 van de balanspost vooruit ontvangen bedragen van het rijk ten gunste van de exploitatie geboekt. Er is geen verantwoordingsplicht meer richting het rijk. Voor zover er nog verplichtingen op deze middelen drukken is het bedrag toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. Dit is in lijn met ISV3. - Als gevolg van de administratieve correctie van de verwerking van de ISV3 middelen voor het provinciaal fonds particuliere woningverbetering is er € 1.000.000 teruggestort in de reserve Leefbaarheid. In 2012 is het bedrag ten laste van ISV3 middelen gebracht. Zie ook toelichting bij het thema Wonen en leefbaarheid.
-6.465.252 -3.695.076
-1.000.000
-10.160.328 Reserve Vervanging kunstwerken Winschoterdiep - De kosten van het project Bediening op afstand wordt voorgefinancierd uit de reserve Vervanging kunstwerken Winschoterdiep. Door besparing op de formatie wordt de voorfinanciering van het project weer terugverdiend. In 2014 is een deel gerealiseerd en teruggestort in de reserve. - Overige afwijkingen
-322.000
117 -321.883
Reserve EHS Zuidlaardermeer - Het resultaat op het betreffende budget € 130.620 is onttrokken aan de reserve. In de raming zijn zowel stortingen als onttrekkingen opgenomen. Dit leidt zowel bij stortingen als onttrekkingen tot afwijkingen.
1.594.083
1.594.083 Reserve Overboeking kredieten - Op basis van de beleidslijn met betrekking tot de overboeking van kredieten is in 2014 een bedrag van € 20.790.798 toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten.
-20.790.798 -20.790.798
Reserve Programma Landelijk Gebied 2 - De niet bestede middelen van het Programma Landelijk Gebied 2 zijn toegevoegd aan de reserve. Op deze wijze blijven de middelen beschikbaar voor de verdere uitvoering van het programma. Zie ook toelichting onttrekkingen.
-4.629.877
-4.629.877 Overige afwijkingen
-114.883
Totaal afwijking stortingen
-62.103.886
ONTTREKKINGEN Algemene reserve -
Betreft de boeking van het negatief rekeningresultaat 2013. Zie ook stortingen.
4.184.010 4.184.010
Reserve ESFI - Voor de dekking van de kosten voor diverse investeringsprojecten wegen en waterwegen zijn middelen gereserveerd in de reserve ESFI. In de Integrale Bijstelling 2014 is de inzet van de middelen uit de reserve
-9.017.241
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
335
-
-
-
-
geactualiseerd. In totaal is € 21.684.169 opgenomen als verwachte dekking voor 2014. Op basis van de werkelijke kosten is € 12.666.928 aan de reserve onttrokken. Dit veroorzaakt een afwijking van € 9.017.241. Vanuit de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor het investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog. De werkelijke bestedingen zijn onttrokken aan de reserve. Ten opzichte van de raming leidt dit tot een afwijking. Vanuit de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor het Actieprogramma WEL. De geraamde middelen voor 2014 zijn niet besteed en derhalve niet onttrokken aan de reserve. Jaarlijks wordt ten laste van de reserve een bedrag van € 953.300 opgenomen voor reservering ringwegen. Deze middelen zijn binnen de reserve gelabeld voor de reconstructie van de ringwegen. Projecten die op dit moment in uitvoering en deels worden gedekt door deze middelen zijn verantwoord via de post kosten voor diverse investeringen wegen en waterwegen. Binnen de reserve worden de kosten op de juiste onderdelen verantwoord. Voor recreatieve vaarverbindingen is het jaarbudget van € 750.000 vanuit de reserve ESFI opgenomen in de raming. De werkelijke kosten voor 2014 zijn € 31.840, waardoor er € 718.160 minder is onttrokken. Voor investeringen in de Culturele Infrastructuur Groningen (CIG) is in 2014 € 263.097 uitbetaald aan de projectuitvoerders. Dit bedrag is onttrokken aan de reserve. Overige afwijkingen
-6.581.500
-2.680.000 -953.300
-718.160
263.097 53.865 -19.633.239
Reserve Automatisering - Voor de uitvoering van de IP-plannen (informatievoorziening) is bij de Integrale Bijstelling 2014 een bedrag toegevoegd aan de raming vanuit de reserve Automatisering. Aangezien de uitvoering van de projecten doorloopt in 2015, is er minder onttrokken aan de reserve Automatisering.
-293.625
-293.625 Reserve Beheer wegen en kanalen - Als gevolg van het positieve resultaat 2014 is een bedrag van € 2.009.991vanuit deze reserve overgeboekt naar de reserve Afkoopsom wegen en kanalen. Door het negatieve resultaat in 2013 werd de reserve Beheer wegen en kanalen negatief. Dit is op basis van de BBV niet toegestaan. Via bestemming rekeningresultaat 2013 is voorgesteld het negatieve effect aan te vullen uit de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen en dat toekomstige positieve resultaten weer ten gunste van deze reserve komen.
2.009.991
2.009.991 Reserve Bodemsanering - De kosten voor de uitvoering van het programma voor bodemsanering zijn hoger dan de middelen die in 2014 beschikbaar zijn gesteld via het Provinciefonds. In de reserve zijn nog middelen uit voorgaande jaren beschikbaar om deze kosten te dekken.
1.247.554
1.247.554 Reserve Provinciale meefinanciering - Bij de Integrale Bijstelling 2014 werd verwacht dat een bedrag van € 14.499.111 zou worden besteed voor Provinciale meefinanciering en IAG 2 en IAG 3. De werkelijke besteding is fors lager omdat er toch minder is opgevraagd door de uitvoerders van projecten. In 2014 is in totaal € 4.945.158 besteed. 336
-9.553.953
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
-9.553.953 Reserve Programma Landelijk Gebied - De middelen voor de afwikkeling van verplichtingen van het programma landelijk gebied 2007-2013 zijn voor een aantal onderdelen te laag geraamd. Op basis van de werkelijke betalingen heeft een hogere onttrekking aan de reserve plaatsgevonden.
1.769.599
1.769.599 Reserve Regiospecifiek pakket - Ten opzichte van de bijgestelde raming blijven de kosten voor de projecten € 4.979.860 achter. Dit wordt met name veroorzaakt bij het onderdeel REP. De verwachte bijdrage voor het Groninger Forum is niet opgevraagd (aandeel vanuit de reserve € 4.451.087). - Overige afwijkingen
-4.979.860
-70.212 -5.050.072
Reserve Programma Landelijk Gebied 2 - Met name voor de dekking van de hogere lasten op het budget voor natuurbeheer SNL is een bedrag van € 4.078.408 aan de reserve PLG2 onttrokken. - Overige afwijkingen
4.078.408 203.124 4.281.532
Reserve Leefbaarheid - Voor het onderdeel krimp is een bedrag van € 8.655.000 in de raming opgenomen als onttrekking aan de reserve Leefbaarheid. Op basis van de werkelijke kosten voor krimp is een bedrag van € 13.773.141. Per saldo een hogere onttrekking aan de reserve van € 5.118.141. - Ter dekking van de kosten van ISV3-wonen is een bedrag van € 692.803 onttrokken aan de reserve Leefbaarheid. In de raming was rekening gehouden met € 4.071.000. Er is dus € 3.378.197 minder uit de reserve gehaald.
5.118.141
-3.378.197
1.739.944 Reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid - Van de begrote middelen voor de uitvoering van het actieprogramma ten laste van de reserve is een deel niet besteed in 2014. Dit heeft geresulteerd in een lagere onttrekking. De middelen blijven beschikbaar voor de uitvoering in de komende jaren.
-737.606
-737.606 Reserve EHS Zuidlaardermeer - Het resultaat op het betreffende budget € 130.620 is onttrokken aan de reserve. In de raming zijn zowel stortingen als onttrekkingen opgenomen. Dit leidt zowel bij stortingen als onttrekkingen tot afwijkingen.
-2.178.384
Overige afwijkingen Totaal afwijking onttrekkingen
3.3.
-2.178.384 271.870 -21.942.379
Verdeling en omvang apparaatskosten
De totaal te verdelen apparaatskosten aan de productgroepen onderdeel van de programma's en investeringsprojecten zijn ten opzichte van de bijgestelde begroting € 4.922.239 lager. Daarnaast heeft er een verschuiving plaatsgevonden in de toerekening. Dit heeft te maken met een wijziging van de inzet van personeel. De afwijking van de lagere apparaatskosten heeft voor het grootste deel betrekking op personele kosten. In totaal zijn deze kosten € 3.909.322 lager. Op de materiële apparaatskosten ontstaat een voordeel van Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
337
€ 1.012.917.Hierbij is nog geen rekening gehouden met de verrekening met stelposten, diverse baten en mutaties in reserves. De lagere personeelskosten zijn met name bij de staf- en beleidsafdelingen ontstaan. De onderbesteding is het gevolg van het deels niet invullen van de formatieruimte. Dit om te kunnen voldoen aan de toekomstige taakstellingen van de afdelingen. Het budget inhuur binnen de personele apparaatskosten is overschreden. Deze overschrijding is onder andere gedekt door vacatureruimte en extra baten. Het voordeel op de materiële apparaatskosten van € 1.012.917 heeft voor het grootste deel betrekking op informatievoorziening, personeelsbeheer en -beleid, services en rollend en varend materieel. Daarnaast is er een nadeel ontstaan op de huisvestingskosten. Voor de uitvoering van de IP-plannen (informatievoorziening) is bij de Integrale Bijstelling een bedrag toegevoegd aan de raming vanuit de reserve Automatisering, maar nu blijkt dat de uitvoering van de projecten doorloopt in 2015. De niet bestede middelen zijn derhalve niet onttrokken aan de reserve Automatisering. De onderbesteding op het onderdeel personeelsbeheer en -beleid betreft met name de lagere wervingskosten. Het voordeel op het onderdeel services en rollend en varend materieel heeft voornamelijk te maken met het doorschuiven van de aanschaf van nieuw materieel. De middelen die hiervoor bestemd zijn schuiven door naar 2015. Door de aanschaf van nieuwe multifunctionals zijn de kosten bij het onderdeel services aanzienlijk gedaald. Het nadeel op de huisvestingskosten is onder andere veroorzaakt door de onvoorziene vervanging van het glazen dak van de serre en restpunten van Basisrenovatie+ en hieraan gerelateerde projecten. Een deel van de kosten is gedekt vanuit de reserve Huisvesting en inrichting. Naast een lagere toerekening van de apparaatskosten vindt er ook een verschuiving plaats in de verdeling van de kosten naar investeringswerken en productgroepen c.q. programma's. In verhouding wordt er in de rekening meer toegerekend aan de productgroepen/programma's. Dit wordt met name veroorzaakt door de overdracht van de vaarweg Lemmer-Delfzijl naar het Rijk per 1 januari 2014. Hierdoor is de situatie ontstaan dat over de kosten van investeringswerken op deze vaarweg geen afschrijvingssystematiek meer mogelijk is. De objecten op deze vaarweg zijn immers geen eigendom meer van de provincie, waardoor op basis van de regelgeving (BBV) deze kosten niet meer geactiveerd mogen worden, maar ineens ten laste van de exploitatie gebracht dienen te worden. Bij het afsluiten van het boekjaar 2014 is gebleken dat een bedrag van ca. € 1.000.000 aan apparaatskosten niet meer geactiveerd kan worden, maar waarvan de lasten in het betreffende boekjaar ineens genomen moeten worden. Dit heeft echter ook een structureel effect op de (meerjaren)begroting. Het is niet meer mogelijk om ca. € 1.000.000 apparaatskosten voor projecten vaarweg Lemmer-Delfzijl te activeren en af te schrijven over meerdere jaren. Daar tegenover staat dat de oorspronkelijke financieringsbron zal vrijvallen. Per saldo is de voorgestelde werkwijze over een langere periode budgettair neutraal. Zoals eerder aangegeven vindt er nog een verrekening plaats met stelposten, diverse baten en reserves. Een deel van het provinciale personeel is uitgeleend aan of verricht werkzaamheden voor derden. De baten die hiervoor worden ontvangen komen te gunste aan het personeelskostenbudget van de afdelingen. Ten opzichte van de raming zijn de baten € 1.929.626 hoger. Dit heeft voor een groot deel betrekking op inzet van de afdelingen Beheer en Onderhoud (inzet voor Rijkswaterstaat) en ICT (inzet voor ODG). Bij de Voorjaarsnota 2014 is voorgesteld om de afrekenperiode van de AKP (Apparaatskosten Personeel) te verlengen tot en met 2016. De restantkredieten AKP aan het eind 2014 zijn toegevoegd aan de reserve Apparaatskosten personeel. Het overzicht met betrekking tot de apparaatskosten is in onderstaand overzicht weergegeven. Het voordeel op de apparaatskosten, het effect van de toerekening van de apparaatskosten en de verrekening met stelposten, baten en reserves resulteert voor 2014 in een nadelig effect van € 927.700 op de exploitatie en daardoor ook op het rekeningresultaat 2014.
338
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
Omschrijving
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
Personele kosten (AKP) Materiële apparaatskosten
61.100.316 18.121.385
57.190.994 17.108.468
3.909.322 1.012.917
Totaal apparaatskosten
79.221.701
74.299.463
4.922.239
Waarvan toegerekend aan: - programma's - investeringswerken wegen en vaarwegen
74.932.812 4.288.889
71.193.946 3.105.517
3.738.866 1.183.372
Totaal toegerekend
79.221.701
74.299.463
4.922.238
Apparaatskosten programma's
74.932.812
71.193.946
3.738.866
-4.848.882 -200.000
276.254 -200.000 882.431 322.000 1.280.685
-5.125.136 0 -882.431 -322.000 -6.329.567
-527.902
164.429 124.303 -266.843 285.166 262.103 569.158
-308.714 -507.920 266.843 -285.166 -262.103 -1.097.060
-43.280 -43.280
-474.057 -58.804 -532.861
474.057 15.524 489.581
0
-161.817 -970 -178.067 -340.855
161.817 970 178.067 340.855
-5.167.457 -5.167.457
-7.097.083 -7.097.083
1.929.626 1.929.626
Mutatie reserves (AKP) - reserve AKP - reserve Automatisering - reserve Beheer wegen en kanalen - reserve Afkoopsom Winschoterdiep Totaal mutaties reserves (AKP) Mutatie reserves (materiële kosten) - reserve AKP - reserve Automatisering - reserve Huisvesting en inrichting - reserve Beheer wegen en kanalen - reserve Overboeking kredieten Totaal mutaties reserves (materiële kosten) Overige posten (AKP) - stelposten - voorziening APPA Totaal overige posten (AKP) Overige posten (materiële kosten) - bijdragen NAD Nuis - bijdrage RGA - bijdrage ODG Totaal overige posten (materiële kosten) Baten AKP - baten concernniveau Totaal baten AKP
-5.048.882
-144.285 -383.617
Resultaat na verrekening reserves, overige posten en baten
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
-927.700
339
3.4.
Kapitaallasten
Ten opzichte van de raming zijn de kapitaallasten (rente en afschrijving) € 211.090 hoger. Dit betreft met name de rente component. Deze is € 197.660 hoger terwijl de afschrijvingscomponent € 13.430 hoger is. De hogere rentecomponent komt doordat ten opzichte van de raming een kleiner deel van de vaste activa wordt gefinancierd met kort geld. Dit bedrag is lager omdat zowel het basisbedrag waarover rente wordt berekend (€ 494.231.338 i.p.v. € 494.244.744) als het rentepercentage (0,14% i.p.v. 0,18%) lager is. De hogere afschrijvingen zijn het gevolg van het niet meenemen van de investering in het transferium in Haren in de raming. Deze investering valt onder bijdragen in activa in eigendom van derden. Eind 2014 is de boekwaarde € 0. De hogere kapitaallasten leiden tot een hogere toerekening aan de apparaatskosten en de programma's. Zie ook onderstaande tabel. Omschrijving
Raming
Realisatie
Rente
33.197.290
33.394.950
-197.660
6.322.750
6.336.180
-13.430
39.520.040
39.731.130
-211.090
4.970.690
4.986.789
-16.099
43.680
43.940
-260
Ondernemend Groningen
5.528.620
5.561.719
-33.099
Bereikbaar Groningen
7.510.820
7.545.202
-34.382
Schoon/veilig Groningen
180.820
180.815
5
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
246.190
247.667
-1.477
Afschrijvingen Totaal kapitaallasten
Saldo
Toegerekend aan: Apparaatskosten Programma's Leven en wonen in Groningen
Bedrijfsvoering
40.600
40.632
-32
20.998.620
21.124.365
-125.745
Totaal programma's
34.549.350
34.744.341
-194.991
Totaal toegerekend
39.520.040
39.731.130
-211.090
Algemene dekkingsmiddelen
3.5.
Overzicht aanwending onvoorzien
In totaal is de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven ad € 500.000 in 2014 voor een belangrijk deel bestemd. In Integrale Bijstelling 2014 is € 300.000 toegevoegd aan de begrotingsruimte 2015. Daarna is er van het restant van € 200.000 een bedrag van € 39.000 gereserveerd voor de Commissie van Zijl voor onderzoek naar kansen voor de werkgelegenheid in Oost-Groningen. Het restant van € 161.000 kan nu vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat 2014.
340
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
3.6.
Incidentele baten en lasten per programma
Volgens de BBV zijn de provincies verplicht inzicht te geven in de incidentele baten en lasten. In de begroting 2014 zijn de incidentele baten en lasten uit de meerjarenraming van 2014-2017 opgenomen. Onder de incidentele baten en lasten worden verstaan de voor maximaal drie jaren geraamde baten en lasten. Daarnaast zijn alle toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves in beeld gebracht. In het overzicht zijn ook meegenomen die baten en lasten die elkaar opheffen. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om een eenmalige last, die wordt gedekt door een bijdrage van het Rijk of een beschikking over een reserve. Voor het opstellen van het overzicht van incidentele baten en lasten 2014 heeft de begroting 2014 als basis gediend. Het overzicht van 2014 ziet er als volgt uit (bedragen x € 1.000): programma
omschrijving
primitieve begroting 2014
begroting na wijziging
rekening 2014
verschil
BATEN Karakteristiek Groningen Schoon/Veilig Groningen
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
EHS verkoop gronden (BGR14) subtotaal
1.890,0
206,0
173,1
32,9
1.890,0
206,0
173,1
32,9
Grondwaterheffing Voorziening Nazorg Voorziening slibdepots Eenmalige kosten Omgevingsdienst Groningen - bijdrage gemeenten (VJN13) Ontgrondingheffing subtotaal
360,0 534,0 9,9 151,6
360,0 262,0 9,9
412,8 192,7 0,8
-52,8 69,3 9,1
10,0 1.065,5
10,0 641,9
2,5 608,8
7,5 33,1
16.330,0
16.592,0
16.508,8
83,2
30.170,0
31.844,0
32.071,0
-227,0
46.500,0
48.436,0
48.579,8
-143,8
43,4 5,6 490,0
43,4 5,6
32,6
10,8 5,6
1.670,0
1.670,0
1.670,0
298,5 1.213,0
251,3 1.213,0
137,7 1.213,0
113,7
953,3
953,3
528,5
424,8
4.000,0
6.820,0
238,5
6.581,5
1.355,0
1.355,0
1.533,7
-178,7
127,1
44,4
44,4
0,0
88,0
88,0
88,0
Rijksbijdrage Jeugdzorg (BGR14) Rijksbijdrage Zorgaanbod (BGR14) subtotaal
Algemene dekkingsmiddelen
Reserve Ontgrondingen Reserve GWH Reserve PLG - Less Favoured Areas en Akkerrandenbeheer Reserve Compensatie dividend ESFI - extra investeringen PLG Reserve EHS Zuidlaardermeer - Midden-Groningen Reserve RSP - AKP Reserve ESFI - Regio Groningen-Assen Reserve ESFI - reservering ringwegen (VJN04) Reserve ESFI ontwikkeling Lauwersmeer/Lauwersoog (VJN12) Reserve Leefbaarheid krimpsloop Eemsdelta Reserve AKP - diverse personeelskosten Algemene reserve -
720,0
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
341
programma
omschrijving
toeristische promotie Algemene reserve Convenant bedrijventerreinen Algemene reserve - motie cultuur - niet-krimpmiddelen Algemene reserve compensatie bezuiniging asielzoekers (VJN10) Algemene reserve verlaging budget frictiekosten (VJN10) Algemene reserve compensatie bezuiniging jeugdzorg (VJN10) Algemene reserve herschikking begrotingsruimte (VJN13) subtotaal totaal Baten
primitieve begroting 2014
begroting na wijziging
rekening 2014
verschil
2.545,6
73,2
73,2
73,2
0,0
1.000,0
1.000,0
1.000,0
240,0
240,0
240,0
0,0
14.822,7
13.757,2
6.799,5
6.957,7
64.278,2
64.106,6
56.161,2
6.879,9
125,0
269,9
269,9
2,6
2,6
52,3
52,3
1.355,0
1.355,0
1.355,0
2.651,1 306,0
2.226,1 556,4
414,2
2.226,1 142,2
4.492,0
4.462,3
736,4
3.725,9
-65,6
-65,6
-65,6
375,0
278,0
190,5
87,5
22,2 30,0
22,2 30,0
28,3 30,0
-6,1
125,0
69,3
72,0
-2,7
88,0
88,0
88,0
-16,8
-16,8
-16,8
500,0
500,0
500,0
LASTEN Leven en wonen in Groningen
Ondernemend Groningen
342
Overheveling bouwblokkenop-maatmethode naar gemeenten (VJN13) Provinciaal stimuleringskrediet ISV-3 (stelpost rijksmiddelen) Eemsdelta aandeel krimpsloop ISV-3 middelen voor krimp Krediet leefbaarheid nietkrimpgebieden (VJN12) subtotaal Recreatie en toerisme naar Algemene reserve (VJN11) Versterking toeristische infrastructuur (VJN13) Vestigingenregister Stichting Groningen Congresbureau Promotie vestigingsklimaat (VJN13) Marketing Groningen - van spaarsaldo via Algemene reserve Toeristische promotie - naar Algemene reserve Middelen bestuursovereenkomst Afsluitdijk (PF 2013)
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
2,6 52,3
programma
Bereikbaar Groningen
Karakteristiek Groningen
Schoon/Veilig Groningen
omschrijving
primitieve begroting 2014
Convenant bedrijventerrein - van Algemene reserve Convenant bedrijventerrein - PF Innovatie en duurzaamheid (VJN11) subtotaal
2.545,6
Fietsbeleid (VJN11) Reservering ringwegen ESFI (VJN2004) Onderzoeksbudget Verkeer en Vervoer (VJN13) Planvorming/algemeen Internationale OVverbinding (VJN11) subtotaal Invoeren streekrekeningen (VJN13) Natuur PLG - Akkerrandenbeheer (VJN13) Extra investeringsmiddelen PLG (VJN12) EHS aankoop gronden (BG14) PGV Middag Humsterland (PLG/LFA) (VJN13) subtotaal Grondwaterheffing productgroep 4001/5502 Kaderrichtlijn water, kleinschalige waterberging Diverse milieutaken Bodemsanering t.l.v. ISV3 (PF 2010) Project ketenbeheer Nazorg - prod.groep 5202 Slibdepots - productgroep 5202 Procesondersteuning vergunningverlening Eenmalige kosten Omgevingsdienst Groningen (VJN13) Europese Zwemwaterrichtlijn (PF) Ontgrondingen productgroep 5601 Regionaal platform criminaliteit Diverse kosten OOV Oefening NIBRA Raamplan Water PAC en doorwerking subtotaal
begroting na wijziging
rekening 2014
verschil
537,7
537,7
537,7
750,0
750,0
224,9
525,1
4.891,0
2.192,7
1.588,9
603,8
250,0 953,3
250,0 953,3
85,5
85,5
84,1
1,4
33,1 500,0
33,1 502,7
28,3 500,3
4,7 2,4
1.821,9
1.824,6
612,8
1.211,9
100,0
100,0
45,0
55,0
2.000,0
2.124,0
1.053,8
1.070,2
2.610,0
910,0
303,7
606,3
5.200,0
3.134,0
1.402,5
1.731,5
344,3
344,3
306,0
38,3
24,0
24,0
20,0
4,0
56,1 1.186,0
56,1 1.186,0
53,4
2,6 1.186,0
22,3 534,0 9,9
22,3 262,0 9,9
3,3 175,0 0,6
19,0 87,0 9,3
22,4
32,4
42,2
-9,9
284,9
123,7
123,7
53,4
53,4
38,4
15,0
9,0
9,0
0,0
9,0
10,5 3,6 1,8 7,3 2.654,9
10,5 3,6 1,8 7,3 2.146,1
7,8 2,7 1,3 5,4 780,0
2,6 0,9 0,5 1,8 1.366,1
250,0 953,3
350,0
140,0
85,6
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
343
programma
omschrijving
Energiek Groningen
Energy Valley (VJN13) Versterken energiesector (VJN13) 100.000 woningenplan Provinciaal lichtmastenplan (VJN13) Initiatieven vergroenen energievoorziening dorpen/buurten (VJN13) subtotaal
Gebiedsgericht
Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur
Bestuur
344
Gebiedsgericht beleid (VJN13) Regio Groningen-Assen Incidentele bijstelling POP/doorwerking Nota Ruimte (VJN13) Investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog (VJN12) subtotaal Participatieproj. Minder kansen-Leergeld c.a. (VJN13) Noordbaak (IB2011) Healthy Pregnancy 4 All (VJN12) Sociaal beleid gebiedsgericht werken (VJN12) Sociaal beleid vrijwilligerswerk (BGR14) Sociaal beleid burgerparticipatie (BGR14) Sociaal beleid - projecten zorg (BGR14) Asielzoekersbeleid Telefonische hulpdienst (Sensoor) (VJN13) Onderwijsbeleid Jeugdzorg Jeugdzorg transitiekosten via Provinciefonds Jeugdzorg (BGR14) Zorgaanbod (BGR14) Cultuur - instellingen buiten cultuurnota (VJN12/13) subtotaal Deregulering (VJN13) Samenwerkingsverbanden Groningen-Niedersachsen (VJN13) subtotaal
primitieve begroting 2014
begroting na wijziging
rekening 2014
verschil
140,0 782,8
120,0 403,0
105,8 288,3
14,2 114,7
175,0 90,0
175,0 90,0
110,6 82,1
64,4 7,9
416,0
340,8
248,3
92,5
1.603,8
1.128,9
835,1
293,8
103,0
103,0
70,2
32,8
1.213,0 33,9
1.213,0 33,9
1.213,0 23,1
10,8
4.000,0
6.820,0
238,5
6.581,5
5.349,9
8.169,9
1.544,8
6.625,2
146,9
250,0
245,9
4,1
34,1 20,0
34,1 20,0
20,0
100,0
100,0
94,0
6,0
80,0
80,0
79,9
0,2
339,0
456,4
128,7
327,6
185,0
235,2
168,1
67,1
88,3 109,8
88,3 109,8
66,5 109,8
21,8
28,4 157,0 150,0
28,4 157,0 190,0
21,1 115,4
7,4 157,0 74,6
16.330,0 30.170,0 132,0
16.262,0 30.762,0 192,0
16.508,8 32.789,6 192,0
-246,8 -2.027,6
48.070,6
48.965,2
50.539,7
-1.574,5
125,0 50,0
125,0 50,0
53,7 32,9
71,3 17,1
175,0
175,0
86,6
88,4
34,1
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
programma
omschrijving
Algemene dekkingsmiddelen
Actieplan klimaatadaptatie (VJN13) Traineeproject (VJN13) Bijdrage aan reserve Bodemsanering Bijdrage aan reserve Grondwaterheffing bespaarde rente Reserve Grondwaterheffing - saldo uitgaven/inkomsten Bijdrage aan reserve RSP bespaarde rente Bijdrage aan reserve Vervanging kunstwerk Winschoterdiep bespaarde rente Bijdrage aan reserve EHS bespaarde rente Bijdrage aan reserve PLG (Groenfonds) - bespaarde rente Bijdrage aan reserve ESFI inkomsten Essent Bijdrage aan Algemene reserve - niet-krimp t.b.v. cultuur (VJN12) Bijdrage aan Algemene reserve - sparen toerische promotie Bijdrage aan Algemene reserve - begrotingsruimte (VJN13) Diverse personeelskosten Mobiliteit in brede zin, Kleiner en Beter subtotaal
Totaal Lasten SALDO BATEN en LASTEN
primitieve begroting 2014
begroting na wijziging
rekening 2014
verschil
59,0 25,0 194,6
4.194,6
5.380,6
-1.186,0
15,1
15,8
66,9
-51,1
15,8
15,7
69,8
-54,1
3.224,9
1.437,4
1.437,4
0,0
312,6
128,8
83,2
34,3
0,9
33,3
7.390,6
6.720,3
6.590,4
129,9
132,0
132,0
132,0
112,4
112,4
112,4
334,2
260,6
260,6
11.929,9
13.052,0
14.051,1
-999,2
86.188,9
85.250,7
72.177,7
13.072,9
-21.910,7
-21.144,1
-16.016,5
-6.193,0
128,8
30,6
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
0,0
345
3.7.
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingevoerd. Op 28 november 2014 is de Reparatiewet WNT in werking getreden. Deze reparatiewet moet zorgen voor een betere uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). De WNT stelt, naast een verplichting tot openbaarmaking, een maximum aan de bezoldiging en de contractuele ontslagvergoeding vast. De bezoldiging van de hoogste leidinggevenden van de provincie dienen te worden gepubliceerd. Het beloningsmaximum geldt ook voor bepaalde ingehuurde derden. Op grond van de wet bedraagt de totale maximale bezoldiging (exclusief sociale verzekeringspremies) na indexering voor 2014 € 230.474 of een pro rata gedeelte bij deeltijddienstverbanden of dienstverbanden korter dan een jaar. Dit bedrag is inclusief het werkgeversdeel in de pensioenpremie. Het maximum van € 230.474 geldt ook voor contracten met ingehuurde derden die in enige periode van achttien maanden langer dan zes maanden voor de organisatie werkzaam zijn. Voorbeelden zijn zzp’ers, personen met een management-bv en (interim-)arbeidskrachten van adviesbureaus. De beloning in het sectoraal bezoldigingsregime mag niet uitstijgen boven de voor die sector geldende norm. Deze norm wordt door de betrokken minister vastgesteld. Ten slotte geldt er een bonusverbod, tenzij een bonus bij uitzondering is toegestaan op grond van een Algemene Maatregel van Bestuur. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen maakt de provincie Groningen gebruik van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr. 2014-0000142706 kán en hoeft de provincie Groningen niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim-functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet WNT). Op basis van bovengenoemde wetgeving hebben wij onderstaande publicatieverplichting. A: Bezoldigingen topfunctionarissen. In artikel 1.1 van de WNT staat aangeven dat onder topfunctionarissen wordt verstaan de secretaris en griffier van de provincie. Onderwerp: Werkzaam sedert Deel van het bestuur? Aard van het dienstverband Salarisregeling De deeltijdfactor Bruto inkomen inclusief vakantietoelage/eindejaarsuitkering Waarvan: verkoop verlof Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren Werkgeversbijdrage pensioen, Vut/FPU Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Bonussen/gratificatie Totaal inkomen
Provinciesecretaris
Griffier
(Henk-Jan Bolding)
(Nettie Engels-Nijen van)
1-5-2001
1-1-2013
Neen
Neen
Onbepaalde tijd
Onbepaalde tijd
Bezoldiging volgens
Bezoldiging volgens
salarisgebouw Provincies
salarisgebouw Provincies
1,0
1,0
€ 133.260,00
€ 96.281,00
€ 6.134,00
€ 0,00
n.v.t.
n.v.t.
€`17.141,00
€ 12.040,00
€ 0,00
€ 0,00
n.v.t.
n.v.t.
€ 150.401,00
€ 108.321,00
Voor alle topfunctionarissen geldt dat het geldende beloningsmaximum over 2014 niet is overschreden. De provincie Groningen heeft hiermee over 2014 voldaan aan de WNT.
346
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
Beëindigingsvergoedingen Naast het publiceren van de bezoldigingen dienen ook de beëindigingsvergoedingen gepubliceerd te worden wanneer deze de norm te boven gaan. De maximale ontslagvergoeding is € 75.000 en geldt ook wanneer de ontslaguitkering in termijnen wordt betaald. Voor niet-topfunctionarissen betreft de maximale ontslagvergoeding € 230.474. In 2014 is inzake topfunctionarissen geen beëindigingsvergoeding uitbetaald. Tevens is in 2014 geen beëindigingsvergoeding aan niet-topfunctionarissen betaald hoger dan het geldende maximum.
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
347
348
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
4.
Balans
Met ingang van 2014 is het Besluit Begroting en Verantwoording gewijzigd. Volgens het besluit van 13 december 2013, houden de wijzigingen verband met de invoering van verplicht schatkistbankieren, de totstandkoming van de Wet houdbare overheidsfinanciën en enkele andere wijzigingen. Omwille van de vergelijkbaarheid zijn de vergelijkende cijfers in de balans hierop aangepast. Na de presentatie van de balans wordt het financieringsoverschot toegelicht. Hoofdstuk 5 betreft de toelichtingen op de balans ultimo 2014 en bestaat uit: waarderingsgrondslagen balans; waarderingsgrondslagen voor resultaatbepaling; toelichting op de afzonderlijke posten van de balans.
Balans
349
BALANS PER ACTIVA
(bedragen in
31-12-2014
31-12-2013
* investeringen met economisch nut
40.413
41.689
* investeringen met maatschappelijk nut
61.967
81.274
102.380
122.964
2.284
2.299
77.668
77.668
269.500
135.000
7.915
8.880
25.000
25.000
106.512
150.880
Omschrijving Vaste activa Materiële vaste activa:
Financiële vaste activa: * kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen * leningen aan deelnemingen * leningen aan openbare lichamen * overige langlopende geldleningen * uitzettingen in 's Rijks schatkist * overige uitzettingen * bijdragen aan activa in eigendom derden
13
Totaal vaste activa
488.878
399.741
591.259
522.705
67.307
74.990
49.339
49.946
164.300
40.000
16.000
16.000
515.564
731.776
6.303
6.437
818.814 395 819.208
919.148 1.579 920.728
1.410.467
1.443.432
Vlottende activa Voorraden: * onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie) Vorderingen: * vorderingen op openbare lichamen * verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen * overige verstrekte kasgeldleningen * rekeningcourantverhouding met het Rijk * overige vorderingen Kas- en banksaldi Totaal vlottende activa
TOTAAL ACTIVA
350
Balans
Balans
351
Uit het verschil tussen de totale vaste activa en het totaal van financieringsmiddelen (vaste passiva) blijkt dat het financieringsoverschot per 31 december uitkomt op:
Financiering Vaste activa Vaste financieringsmiddelen Financieringsoverschot
31-12-2014 591.259.000 944.876.000
31-12-2013 522.705.000 973.931.000
-353.617.000
-451.226.000
Het financieringsoverschot is in 2014 afgenomen met € 97,6 miljoen. De toename van de vaste activa wordt grotendeels veroorzaakt door de toename van de leningen aan openbare lichamen (ad. € 134,5 miljoen), terwijl de materiële vaste activa (ad. € 20,6 miljoen) en de beleggingen (€ 44 miljoen) zijn afgenomen. Bij de vaste financieringsmiddelen zit de daling voornamelijk in de afname van de reserves (ad. € 29 miljoen).
352
Balans
5.
Toelichting op de balans
De balans is opgesteld in overeenstemming met het Besluit Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Dit besluit is op 1 januari 2004 in werking getreden.
Waarderingsgrondslagen Immateriële vaste activa Agio op aangekochte obligaties wordt in het jaar van aanschaf afgeschreven. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. Bij de investeringen met een maatschappelijk nut worden de hieraan bestede kosten van voorbereiding en toezicht van eigen personeel toegerekend. De afschrijvingen geschieden op basis van de verwachte economische levensduur. Op aanschaffingen in het verslagjaar wordt met ingang van het volgende verslagjaar afgeschreven. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Investeringen met een economische nut worden afgeschreven in overeenstemming met de verwachte toekomstige levensduur. De volgende afschrijvingstermijnen gelden voor de hieronder met name genoemde activa: geen afschrijvingen op (onder)gronden en terreinen; 10 tot 40 jaar voor renovatie provinciehuis; 66⅔ jaar voor dienstengebouw St. Jansstraat 4; 25 jaar voor de aankoop dienstgebouw St. Jansstraat 4; 10 tot 37 jaar voor renovatie St. Jansstraat 4; 40 jaar, 9½% 40 jaar annuïteit, 6½% 30 jaar annuïteit voor overige dienstgebouwen; 10 jaar voor de hydraulische kraan; 30 jaar werkboot; 15 en 40 jaar, 3%, Havenkwartier Blauwestad. Voor investeringen in de openbare ruimten met een maatschappelijk nut worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd: 20 jaar, 9% 20 jaar annuïteit, voor wegen; 7% 20 jaar annuïteit, 6, 8, 20 en 40 jaar voor waterwegen. Financiële vaste activa 1. Deelnemingen De deelnemingen zijn opgenomen tegen de verkrijgingprijs, dan wel de lagere marktwaarde ultimo balansdatum. 2. Langlopende geldleningen De waardering geschiedt tegen de nominale waarde. 3. Beleggingen De waardering geschiedt tegen de verkrijgingprijs, eventueel vermeerderd met de minimaal gecumuleerde rente. De agio op aangekochte obligaties wordt in het jaar van aanschaf afgeschreven. 4. Bijdragen aan activa in eigendom derden De waardering geschiedt tegen verkrijgingprijs. Jaarlijks wordt hierop afgeschreven. Vlottende activa 1. Voorraden De waardering van de bouwgronden Blauwestad geschiedt tegen de verkrijgingprijs, verhoogd met de kosten van het bouwrijp maken van de gronden. 2. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waar nodig zijn voorzieningen voor oninbaarheid getroffen. 3. Liquide middelen De saldi van kas en banken zijn opgenomen tegen nominale waarde. Toelichting op de balans
353
Reserves De reserves worden opgenomen op kasbasis. Dit betekent dat al aangegane verplichtingen per 31 december niet als schuld zijn opgenomen. Voorzieningen De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde en zijn gevormd wegens: a. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum weliswaar onzeker, doch redelijkerwijs is in te schatten. b. Op de balansdatum bestaande risico's van bepaalde te verwachten verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. c. Een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren, voor onderdelen die grote schommelingen kunnen veroorzaken. Vlottende passiva De vlottende passiva, waaronder begrepen de kortlopende schulden en de overlopende passiva, zijn opgenomen tegen nominale waarde.
Grondslagen voor resultaatbepaling Baten Met het begrip baten worden die baten bedoeld, die rechtsreeks aan het jaar zijn toe te schrijven en in dat jaar gerealiseerd zijn. Verwachte baten zijn voorzichtigheidshalve niet, of alleen gedeeltelijk als baten verantwoord. Baten worden verantwoord in het jaar waarin de goederen zijn geleverd, c.q. de diensten zijn verricht. Lasten De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De volgende balansposten zullen worden toegelicht: vaste activa, vlottende activa, vaste passiva en vlottende passiva. Ook zal worden ingegaan op de borgstellingen en de niet uit de balans blijkende verplichtingen.
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
Boekwaarde Investeringen
(bedragen in €) Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
1-1-2014 2.722.681 36.666.644 2.103.097 196.773 81.274.417
Totaal
122.963.613
Des-
Afschrijvingen
Bijdragen
investeringen 317.510
1.983.123 89.135
57.855.267
52.011
4.196.050
72.914.507
31-12-2014 2.722.681 35.476.691 2.017.042 196.773 61.967.116
58.969.026
369.521
6.268.308
72.914.507
102.380.302
1.110.680 3.079
De bijdragen kunnen als volgt worden gespecificeerd: - rijksbijdragen - overige overheden - overige bijdragen derden - bijdragen uit actieplannen etc. - bijdragen uit reserve ESFI - bijdragen uit exploitatie
37.384.625 7.515.376 3.036 2.916.370 14.535.526 10.559.575 72.914.507
354
Boekwaarde
Toelichting op de balans
De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 31 december 2013 met € 20.583.311 afgenomen. De investeringen met betrekking tot gronden en terreinen, bedrijfsgebouwen, machines, apparaten, installaties en overige materiële vaste activa hebben betrekking op investeringen in de openbare ruimte met een economisch nut. De investeringen met betrekking tot grond-, weg- en waterbouwkundige werken hebben betrekking op investeringen met een maatschappelijk nut. De reserve Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) is beschikbaar voor de investeringen in de openbare ruimten met een maatschappelijk nut. In 2014 is er € 985.000 extra afgeschreven op waterwegen. Dit had betrekking op het van Starkenborghkanaal (ad € 359.000), de Oostersluis en de sluis Gaarkeuken (ad € 626.000). Er heeft in 2014 geen afwaardering wegens duurzame waardevermindering plaatsgevonden.
Toelichting op de balans
355
Toelichtingen op de afzonderlijke posten van de balans Financiële vaste activa
31-12-2014
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen boekwaarde per 1 januari investeringen verkoop
31-12-2013
2.299.393 1.000 16.763
2.299.393
2.283.630
2.299.393
Leningen aan deelnemingen stand per 1 januari aflossingen
77.668.120
107.694.493 30.026.373
stand per 31 december
77.668.120
77.668.120
135.000.000 134.500.000
135.000.000
269.500.000
135.000.000
8.879.795 687.983 1.653.270
21.003.979
stand per 31 december
7.914.508
8.879.795
Uitzettingen in 's Rijks schatkist stand per 1 januari uitgezet
25.000.000
stand per 31 december
25.000.000
25.000.000
13.436 13.436
64.415 50.979
0
13.436
150.880.298 484.749 44.852.921
300.971.286 476.010 150.566.998
106.512.126
150.880.298
4.970.294 4.951.384
4.970.294 4.951.384
9.921.678
9.921.678
boekwaarde per 31 december
Leningen aan openbare lichamen stand per 1 januari verstrekte leningen aflossingen stand per 31 december Overige langlopende geldleningen stand per 1 januari verstrekte leningen aflossingen
25.000.000
Bijdragen aan activa in eigendom van derden stand per 1 januari afschrijving stand per 31 december Overige uitzettingen stand per 1 januari gestort in beleggingen uitname beleggingen stand per 31 december Waarvan belegd ten behoeve van Nazorg stortplaatsen: APG Garantie Produkt 10/17 APG Garantie Produkt 10/23
356
12.124.184
Toelichting op de balans
31-12-2014 Beleggingen Overige niet te specificeren toe te rekenen: ING deposito 09/14 Rabobank deposito 09/24 Rabobank deposito 09/19 Garantie Produkt via APG 10/20 Landsbanki deposito Garantie Produkt via OVE 10/17 Garantie Produkt via OVE 10/23 NWB obligaties 2012/2022
Totaal der beleggingen
31-12-2013
4.970.294 4.951.384 10.000.000
40.000.000 30.000.000 20.000.000 26.184.021 4.852.921 4.970.294 4.951.384 10.000.000
96.590.447
140.958.620
106.512.125
150.880.298
30.000.000 20.000.000 26.668.769
De provincie Groningen heeft in 2008 gelden uitgezet bij Landsbanki. Eind 2008 is gebleken dat Landsbanki in financiële moeilijkheden zat en is besloten om de gelden voor het aandeel, inclusief rente, van de provincie Groningen te voorzien. Deze voorziening is in 2012 opgeheven. In 2011, 2012, 2013 is een gedeelte van het tegoed ontvangen en in 2014 heeft de afwikkeling plaats gevonden. In december 2013 is het verplichte schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent, dat er alleen geld mag worden uitgezet bij het Rijk en bij medeoverheden. Deze uitzettingen waren in 2013 opgenomen onder beleggingen. Met ingang van 2014 zijn deze uitzettingen vermeld onder leningen aan openbare lichamen en uitzettingen in 's Rijks schatkist.
Toelichting op de balans
357
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden
31-12-2014
Onderhanden werk (incl. b ouwgronden in exploitatie) betreft de bouwgronden Blauwestad.: boekwaarde per 1 januari kosten bijgeschreven rente herwaarderingscorrectie verkoop gronden overige opbrengsten boekwaarde per 31 december geraamde nog te maken kosten geraamd opbrengsten geraamd eindresultaat
74.990.283
31-12-2013
2.731.584 1.512.742 11.550.000 165.289 212.014
76.575.711 1.554.133 1.549.165 4.550.000 119.778 18.948
67.307.306
74.990.283
110.848.152 178.247.541
119.143.000 194.195.000 61.717
92.083
De geraamde nog te maken kosten, opbrengsten en eindresultaat zijn gebaseerd op de grondexploitatie Blauwestad. De waardering van grondexploitatie Blauwestad is gebaseerd op schatting van de geprognosticeerde opbrengsten en kosten, waarbij verschillende aannames worden gemaakt voor onder andere opbrengstindexatie, inflatie en verkoopfasering (in tijd). Grondexploitatie Blauwestad kent een looptijd tot en met 2051. In de grondexploitatie Blauwestad wordt voor de periode 2015 tot en met 2020 uitgegaan van de verkoop van gemiddeld 10 kavels per jaar, voor de periode 2021 tot en met 2034 van gemiddeld 27 kavels per jaar en voor de perioe 2035 tot en met 2051 gemiddeld 31 kavels per jaar. Inherent aan grondexploitaties en de looptijd van het project Blauwestad is dat onzeker is in welke mate de werkelijke kosten en opbrengsten overeenkomstig de huidige inschattingen zullen zijn. Om meer inzicht te geven in het effect van de gevoeligheid van de grondexploitaties is een gevoeligheidsanalyse gemaakt. De belangrijkste uitkomsten hiervan zijn in onderstaande tabel opgenomen: Gevoeligheidsanalyse
Gedeputeerde Staten zijn van mening dat de huidige inschatting van de parameters, en hiermee de Grondexpoitatie Blauwestad 2015 (GREX), de meest waarschijnlijke inschatting is.
358
Toelichting op de balans
Vorderingen
31-12-2014
Vorderingen op openbare lichamen betreft de vorderingen op diverse ministeries, gemeenten, provincies en overige publiekrechtelijke lichamen Specificatie: * BTW * investeringswerken * opcenten motorrijtuigenbelasting * rente * te vorderen i.v.m. Aldel * Vooruitbetaald ILG * Omgevingsdienst Groningen * diversen
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen * uitzettingen bij medeoverheden
Overige verstrekte kasgeldleningen * betreft de beleggingen in deposito's, spaarrekeningen en callgelden, welke binnen twaalf maanden vervallen of op korte termijn kunnen worden opgezegd.
Rekeningcourantverhouding met het Rijk * uitzettingen bij medeoverheden Het saldo stond in 2013 onder de liquide middelen.
Overige vorderingen Specificatie: * vooruitbetaalde bedragen * te declareren/vorderen op de NAM * rente banken, kas- en callgelden * diverse (handels-)vorderingen
* voorziening voor dubieuze vorderingen
Toelichting op de balans
17.912.867 3.154.985 4.535.323 2.232.319
31-12-2013
19.535.642 1.026.964 4.012.548 1.370.355 3.500.000
12.469.381 732.576 8.301.725
2.133.052 18.366.978
49.339.176
49.945.539
164.300.000
40.000.000
164.300.000
40.000.000
16.000.000
16.000.000
16.000.000
16.000.000
515.564.094
731.775.902
515.564.094
731.775.902
943.606 1.655.391 1.172.209 2.741.783
1.545.326 1.545.326 3.269.575 3.179.567
6.512.988 210.000
7.994.467 1.557.695
6.302.988
6.436.773
359
Overige uitzettingen
31-12-2014
Verstrekte overbrugginskrediet * verstrekte overbruggingskrediet aan Aldel * voorziening overbruggingskrediet Aldel
31-12-2013
7.000.000 -7.000.000
7.000.000 -7.000.000
0
0
Aan Aldel is in 2013 een overbruggingsfaciliteit van € 7,0 miljoen beschikbaar gesteld. Rijk en provincie staan beide garant voor de helft van dit krediet. Inmiddels is Aldel failliet. In 2013 is er een voorziening gevormd van € 7,0 miljoen en tegelijkertijd een vordering op het Rijk opgenomen van € 3,5 miljoen. In 2014 heeft het Rijk € 3,5 miljoen betaald aan de provincie Groningen. De vordering op Aldel blijft staan.
Kas- en banksaldi
31-12-2014
Betreft de saldi per 31 december: Kas
Banken: * ABN AMRO bank * Bank Nederlandse Gemeenten * ING bank * Nationaal Groenfonds Blauwe Stad * SVN PWV * SVN PWV Veendam * SVN PWV Oldambt
Totaal liquide middelen
31-12-2013
50
550
50
550
7.188 125 67.547
2.534 1.151 74.830 1.500.000
65.394 57.123 197.243 394.620
1.578.515
394.670
1.579.065
Rapportage in welke mate de drempelbedragen in het kader van het verplicht schatkistbankieren wordt benut:
Bij het verplicht schatkistbankieren mag een bedrag buiten de schatkist worden aangehouden. Dit bedrag is het zogenaamde drempelbedrag. Het maximale drempelbedrag bedraagt 0,75% van het begrotingstotaal. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt is het drempelbedrag in 2014 niet overschreden. Berekening (bedragen x € 1000) Drempelbedrag Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks Schatkist aangehouden middelen Begrotingstotaal verslagjaar Het deel van het begrotingstotaal ≤ aan € 500 miljoen Het deel van het begrotingstotaal < € 500 miljoen Drempelbedrag (0,75% van het begrotingstotaal) Som van de dag buiten 's Rijks Schatkist aangehouden Dagen in het kwartaal Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks Schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag Overschrijding van het drempelbedrag
360
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 2014 320.249 n.v.t. 2.402 41.029
55.459
43.571
43.609
90
91
92
92
456
609
474
474
1.946 0
1.792 0
1.928 0
1.928 0
Toelichting op de balans
VASTE PASSIVA Eigen vermogen
1-1-2014
Storting
Onttrekking
31-12-2014
Algemene reserve Bestemmingsreserves Resultaat
40.884.486 905.101.942 -4.184.010
20.451.186 103.909.137 4.184.010
25.412.200 126.632.542 5.692.571
35.923.472 882.378.536 -5.692.572
Totaal
941.802.418
128.544.333
157.737.313
912.609.436
Een gedetailleerd overzicht van alle reserves is opgenomen in het Overzicht en verloop reserves. Een gedetailleerd overzicht van alle voorzieningen is opgenomen in het Overzicht en verloop voorzieningen.
Voorzieningen Totaal voorzieningen
1-1-2014
Storting
Onttrekking
31-12-2014
32.108.265
586.256
449.587
32.244.934
Langlopende schulden Waarborgsommen
31-12-2014 20.742
31-12-2013 20.742
20.742
20.742
Saldo van de per 31 december terug te betalen waarborgsommen en sleutelgelden aan diverse personen en instellingen Totaal langlopende schulden
Kortlopende schulden
31-12-2014
Per 31 december verschuldigd aan: * andere publiekrechtelijke lichamen * crediteuren en nog te betalen posten * vooruitontvangen bedragen
Saldi in rekening-courant met diverse instellingen * Samenwerkingsverband Noord Nederland * Regiovisie Groningen-Assen * Stichting Groninger Bedrijfslocaties * Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging * OV-Bureau Groningen/Drenthe * Groningen Bereikbaar * Omgevingsdienst Groningen * te verrekenen inzake projecten
Toelichting op de balans
31-12-2013
8.768.886 31.558.014 3.815.115
3.503.732 25.088.601 13.045.214
44.142.015
41.637.548
152.702.097 20.501.181
139.980.023 34.548.028 29.994 2.330.753
2.348.717 -2.843.485 -6.118.571 3.497.785 -216.766
304.484 1.175.142
169.870.958
178.368.423
214.012.973
220.005.971
361
Overlopende passiva
31-12-2014
Saldo per 31 december van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren Saldo per 31 december van de overige ontvangen en nog te verrekenen bedragen, waarvan de afwikkeling in het volgend dienstjaar zal plaatsvinden
31-12-2013
250.884.160
249.199.374
694.077
295.443
251.578.237
249.494.818
Voorschotbedragen van overheidslichamen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel (art. 52a) 1-1-2014 toevoegingen vrijgevallen 31-12-2014 bedragen Europese Commissie 84.238 84.238 Actieprogramma Groningen 2 (IAG2) 291.169 -291.169 Actieprogramma Groningen 3 (IAG3) 84.238 291.169 -206.931 Totaal Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) Hoofdkanalen Regionaal Mobiliteitsfonds (RSP) Planstudies BDU-OV BDU-GDU BDU-IDC BDU-VV Externe veiligheid Samenwerking handhaving Totaal
362
354.446 130.952.048 248.696 4.030.331 1.526.337 290.441 94.545.020 40.202 62.131 232.049.652
Toelichting op de balans
739.770 337.243
2.335.546 394.791
67.080.187
65.247.062
22.196 68.179.396
6.835 67.984.235
354.446 129.356.272 191.148 4.030.331 1.526.337 290.441 96.378.145 40.202 77.492 232.244.813
Voorschotbedragen van overheidslichamen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel (art. 52a) 1-1-2014 toevoegingen vrijgevallen 31-12-2014 bedragen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) 1.923.012 520 1.871.534 51.997 Jeugdzorg 1.923.012 520 1.871.534 51.997 Totaal Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) Herstructuring bibliotheekwerk Experiment Geïntegreerde Kind voorziening Totaal Ministerie van Economische Zaken (EZ) Grondruil Staatsbosbeheer Leren voor Duurzaamheid Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Natura2000 Beheerplan Investeringspremieregeling (IPR) Stads- en dorpsvernieuwing (SDV) ISV-I ISV-II Totaal Ministerie van Sociale Zaken Werkgelegenheid Groningen op voorsprong Totaal
91.628 8.021 99.649
Totaal nog te besteden voorschotten
0
91.628
0 8.021 8.021
484.000 38.674 689.201 22.433 299.000 0 0 0 1.533.307
484.000 38.674 689.201 22.433 299.000 1.526.097 1.227.676 3.280.176 7.567.257
0
1.526.098 1.227.676 3.280.176 6.033.949
0
1.778.226 1.778.226
0
1.778.226 1.778.226
11.208 8.706.760
696.976 58.903 111.167 867.046
7.597.472 7.610.140 96.597 11.208 15.315.417
84.101 84.101
75.207 75.207
0
159.309 159.309
249.199.374
78.824.347
77.139.561
250.884.160
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) 7.800.158 RSP concrete projecten -591.121 RSP Ruimtelijke economische programma 155.500 Convenant Groningen op koers 111.167 Duurzaam Door 7.475.703 Totaal Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) Bestuurlijk strafbeschikking milieu Totaal
91.628
-202.685 8.898.237
Gewaarborgde geldleningen en garantieverplichtingen Saldo van de door de provincie gewaarborgde geldleningen, opgenomen door diverse instellingen Garantieverplichtingen ten behoeve van diverse bedrijven
31-12-2014
31-12-2013
8.057.071 34.990.000
9.026.595 35.480.000
43.047.071
44.506.595
Een gedetailleerd overzicht van alle geldleningen en garantieverplichtingen is opgenomen in de staat van gewaarborgde geldleningen en garantieverplichtingen.
Toelichting op de balans
363
Reservepositie en voorzieningen De reservepositie van de provincie Groningen ultimo 2014 is als volgt weer te geven: (bedragen x € 1.000) 1 Algemene reserve 2 Bestemmingsreserves 3 Voordelig saldo voor bestemming per saldo onttrekking aan reserves voordelig saldo na bestemming Totaal reservepositie per 31 december 2014 De reservepositie per 31 december 2013 bedroeg Afname van de reservepositie in 2014
35.923 882.379 -25.115 -19.422 -5.693 912.608 941.802 -29.193
Stand van zaken met betrekking tot reserves ultimo 2014 Algemene reserve Algemene reserve De algemene reserve is het vrij besteedbare eigen vermogen van de provincie. Deze reserve heeft als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers. Tekorten en overschotten op de jaarrekening komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve. De noodzakelijke hoogte van de algemene reserve wordt mede bepaald aan de hand van het weerstandsvermogen van de provincie. Voor het afdekken van incidentele risico’s hebben Ernst & Young Accountants eind 2014 onderzoek verricht naar de omvang van het minimaal benodigde weerstandsvermogen voor de provincie Groningen. Dit onderzoeksrapport is in de Statenvergadering van 18 februari 2015 aan de orde geweest. Samengevat hebben Ernst & Young Accountants het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen als volgt bepaald: Minimaal te dekken incidentele risico’s € 15,83 miljoen Algemene nog niet nader te benoemen bedrijfsrisico’s en p.m.-posten € 6,33 miljoen Totaal € 22,16 miljoen Het geactualiseerde minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen bedraagt afgerond € 22,2 miljoen. Voor de onderbouwing wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen. De incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit binnen de algemene reserve bedraagt € 23,1 miljoen. Het verschil tussen benodigd en beschikbaar bedraagt afgerond € 0,9 miljoen. De beschikbare weerstandscapaciteit is daarmee voldoende.
364
Toelichting op de balans
Omschrijving
begroot
Doorschuiving begrotingsruimte 2014 naar 2015-2016 Storting krimp t.b.v. cultuur Storting t.b.v. afkoop Overboeken kredieten 2012
3.417.447
werkelijk 3.417.447
132.000
132.000
2.009.991
2.009.991
112.440
112.440
Ongedaan maken beroep stamkapitaal 2018
1.811.295
1.811.295
Aanvulling negatief rekeningresultaat 2013
5.711.372
5.711.372
Doorschuiven begrotingsruimte 2014 naar 2015-2018
6.256.641
6.256.641
1.000.000 20.451.186
1.000.000 20.451.186
Doorschuiven begrotingsruimte 2012
87.950
87.950
Doorschuiven begrotingsruimte 2013
980.044
980.044
60.000
60.000
Voorbeslag ophoging weerstandsvermogen Vermeerderingen Algemene reserve
Overboeking kredieten 2011 naar 2012 Overboeking kredieten 2013
446.658
446.658
Overboeking naar afkoopsommen
1.210.008
1.210.008
Knelpunten ECP/PPM
1.880.687
1.880.687
Reservering PLG
3.670.000
3.670.000
Bijdrage inzake gebiedsgericht werken
1.000.000
1.000.000
Afkoopsom wegen
1.344.773
1.344.773
203.730
203.730
4.000.000
4.000.000
73.210
73.210
Afkoopsom Hoendiep Bijdrage inzake bodemsanering Bijdrage inzake asielzoekersbeleid Bijdrage inzake jeugdzorg Bijdrage inzake bedrijventerreinen Vrijval voorziening WAO Verminderingen Algemene reserve Mutatie Algemene reserve 2014
240.030
240.030
5.031.100
5.031.100
1.000.000 21.228.190
1.000.000 21.228.190
-777.004
-777.004
Bestemmingsreserves Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de Staten een bepaalde bestemming heeft gegeven. Deze reserves kunnen dus als gebonden worden beschouwd. Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) Functie
Bestemmingsreserve. Verlenen van provinciale bijdragen in programma's en projecten die onder voorwaarden uit ESFI worden gefinancierd.
Doel
Het doel van de bestemmingsreserve is om bijdragen te kunnen verstrekken in projecten voor een duurzame regionale ontwikkeling en het kunnen realiseren van eigen investeringsprojecten op het gebied van infrastructuur. De bestemmingsreserve is samengesteld uit de voormalige reserves CESI/IIE. De bestemmingsreserve ESFI heeft een bestedingsfunctie voor verschillende uitvoeringsprogramma's. De reserve wordt gebruikt voor dekking van uitgaven in de programma's Leven en wonen in Groningen, Bereikbaar Groningen en Gebiedsgericht. De horizon van de reserves loopt tot 2020.
Toelichting op de balans
365
Omschrijving
begroot
Essent middelen
werkelijk
7.740.158
7.740.158
Storting in reserve ESFI
-500.000
-500.000
Bezuiniging Regiovisie
-519.830
-519.830
6.720.328
-130.540 6.590.425
Bijdragen aan Denktank 60+
637
Rente MIT Vermeerderingen reserve ESFI Bijdragen aan vaarverbindingen
2.140.694
4.564.298
29.796.775
17.329.427
Bijdrage visie Groningen-Assen
1.213.010
1.213.010
Bijdrage aan Lauwersmeer
9.500.000
238.500
Afkoopsom wegen
116.162
116.162
Korting 5% labeling ESFI
246.177
246.177
1.178.096
1.178.096
592.909
592.909
1.009.000 45.792.823
681.005 26.159.584
-39.072.495
-19.569.159
Bijdragen aan diverse wegen
Onttrekking inzake SEV middelen Vrijval diverse projecten Onttrekkingen inzake diverse bijdragen en cofinanciering diverse projecten Verminderingen reserve ESFI Mutatie reserve ESFI 2014
Stimulering Zorg Functie Doel
Bestemmingsreserve. Het doel van deze reserve is om zorgvernieuwing te stimuleren. Met de middelen uit deze reserve worden vernieuwende, concrete activiteiten gefinancierd waarvan de effecten voor de zorgvragers- en gebruikers direct aantoonbaar (en blijvend) zijn op het gebied van de jeugdzorg, de gezondheidszorg, het gehandicapenbeleid en het ouderenbeleid in nauwe relatie met de sectoren wonen, arbeid, welzijn en vervoer. De subsidie wordt verstrekt op incidentele basis voor zover er middelen beschikbaar zijn.
Omschrijving
begroot
Restitutie subsidie Vermeerderingen reserve stimulering zorg
werkelijk 0
Afwikkeling diverse projecten
6.506 6.506 48.999
Onttrekking uit de reserve zorg
106.000
Vrijval stimulering zorg Verminderingen reserve stimulering zorg
123.359 229.359
123.359 172.358
-229.359
-165.851
Mutatie reserve stimulering zorg 2014
Huisvesting en inrichting Functie Doel
Egalisatiereserve Reserveren van gelden voor groot onderhoud en inrichting.
Omschrijving
begroot
werkelijk
Bijdragen MJOP
988.642
947.158
Onttrekking inzake dekking BR+ Verminderingen huisvesting en inrichting
988.642
266.843 1.214.001
-988.642
-1.214.001
Mutatie reserve huisvesting en inrichting 2014
366
Toelichting op de balans
Grondwaterheffing Functie Doel
Egalisatiereserve Met deze reserve kunnen schommelingen in kosten en opbrengsten in de jaren en tussen verschillende legesopbrengsten worden uitgevlakt.
Omschrijving
begroot
werkelijk
Rente toevoeging
12.250
12.909
Storting in reserve grondwaterheffing Vermeerderingen grondwaterheffing
15.750 28.000
123.831 136.740
5.630 5.630
0
22.370
136.740
Bijdragen GIS Verminderingen egalisatiereserve grondwaterheffing Mutatie egalisatiereserve grondwaterheffing 2014
Automatisering Functie Doel
Egalisatiereserve Het egaliseren van de lasten en baten in verband met de aanschaf, beheer en onderhoud van ICT-voorzieningen op basis van de periodiek verschijnende ICT-beleidsplannen.
Omschrijving
begroot
werkelijk
Storting in reserve automatisering Vermeerderingen egalisatiereserve automatisering
654.005 654.005
817.428 817.428
Toevoeging AKP t.l.v. IP-project
200.000
200.000
Bijdragen IP projecten 2014 Verminderingen egalisatiereserve automatisering
383.617 583.617
89.992 289.992
70.388
527.436
Mutatie egalisatiereserve automatisering 2014
Beheer wegen en kanalen Functie Doel
Egalisatiereserve Het egaliseren van de lasten en baten van het beheer en onderhoud van landwegen en waterwegen. De huidige managementcontract, welke t/m 2012 liep, is in 2013 afgewikkeld.
Omschrijving
begroot
werkelijk
Aanvulling reserve Vermeerderingen egalisatiereserve wegen en kanalen
0
4.156.573 4.156.573
Overboeking naar reserve afkoopsom wegen/waterwegen Verminderingen egalisatiereserve wegen en kanalen
0
2.009.991 2.009.991
Mutatie egalisatiereserve wegen en kanalen 2014
0
2.146.582
Cofinanciering Kompas Functie Doel
Bestemmingsreserve Speerpunt van het Kompasprogramma is de wens de te hoge werkloosheid in het Noorden versneld terug te dringen. Het Kompasprogramma is opgebouwd rond de thema's economische kerngebieden/marktsector, stedelijke centra en landelijk gebied. Deze reserve is een aflopende zaak. De lopende projecten moeten de komende jaren worden afgewikkeld. De reserve Provinciale Meefinanciering is de opvolger van de reserve Cofinanciering Kompas.
Toelichting op de balans
367
Omschrijving
begroot
Korting 5% labeling Bijdragen aan kompasprojecten Verminderingen reserve cofinanciering Kompas Mutatie reserve cofinanciering Kompas 2014
werkelijk
83.500
83.500
267.952 351.452
191.552 275.052
-351.452
-275.052
Ontgrondingen Functie Doel
Egalisatiereserve Onder de naam "ontgrondingenheffing" wordt vanaf 2002 een directe belasting geheven ter bestrijding van: a. Ten hoogste vijftig procent van de ten laste van de provincie komende kosten van werkzaamheden in verband met onderzoek en planning met betrekking tot ontgrondingen en van werkzaamheden, voortvloeiende uit de toepassing van artikel 7b van de (Ontgrondingen)wet. b. Kosten van maatregelen, gericht op het bieden van compensatie in verband met de gevolgen van ingrijpende ontgrondingen ten behoeve van de grondstoffenvoorziening aan gebieden waar zodanige ontgrondingen plaats vinden of plaatsgevonden hebben. c. Kosten met betrekking tot schadevergoedingen ingevolge artikel 26 van de wet.
Omschrijving
begroot
Onttrekking aan de reserve Verminderingen egalisatiereserve ontgronding Mutatie egalisatiereserve ontgronding 2014
werkelijk
43.400 43.400
32.625 32.625
-43.400
-32.625
AKP-budgetten Functie Doel
Egalisatiereserve Het gedurende een collegeperiode beschikbaar houden van de budgetten Apparaatskosten personeel. De eventuele jaarlijkse over- en onderschrijdingen op de AKP-budgetten moeten via deze reserve worden meegenomen naar een volgend jaar.
Omschrijving
begroot
Reservering kleiner & beter surplus formatie
260.600
Restant budget naar volgende jaren
werkelijk -31.702 5.305.450
Reservering knelpunten K&B
1.880.687
1.880.687
45.627
623.329
2.186.914
-19.781 7.702.364
Reservering kleiner & beter
-55.619
Reservering knelpunten vlootschouw Overschrijding POB 2010-2013 Vermeerderingen reserve AKP-budgetten Kleiner & beter
44.361
75.089
Restant budget naar volgende jaren
3.043.119
3.043.119
Onttrekking knelpunten K&B
1.880.687
1.880.687
Ontrekking zaakgericht werken
679.005
Onttrekking inzake zaakgericht werken Verminderingen reserve AKP-budgetten Mutatie reserve AKP-budgetten 2014
368
Toelichting op de balans
679.005 5.647.172
5.677.900
-3.460.258
2.024.464
Bodemsanering Functie Doel
Bestemmingsreserve De reservering betreft het volledige Bodemsaneringsprogramma 2010 t/m 2014. Deze reservering krijgt een vervolg met de bodemsaneringsprogramma 2015 t/m 2019. De reserveringen betreffen alle bodemsaneringsactiviteiten zoals; voormalige gasfabrieken, spoedlocaties, waterbodems, BIO's en overige locaties.
Omschrijving
begroot
Storting inzake sanering gasfabrieken
187.000
Storting inzake reserve Bosan Bezuiniging Reservering Eendracht 2009 Storting ISV Bodem Vermeerderingen reserve Bodemsanering Onttrekking aan de reserve Korting 5% labeling Verminderingen reserve Bodemsanering Mutatie reserve Bodemsanering 2014
werkelijk 187.000
25.200
25.200
-17.577
-17.577
4.000.000
4.000.000
4.194.623 656.541 656.541 3.538.082
1.186.011 5.380.634 1.247.554 656.541 1.904.095 3.476.539
Afkoopsom wegen/waterwegen Functie Doel
Inkomen In verband met de eigendomsoverdracht van wegen en waterwegen aan de provincie hebben wij afkoopsommen ontvangen ter dekking van de jaarlijkse onderhoudskosten. De afkoopsom is de verkapitalisering van het eeuwigdurend onderhoud en dient als dekking van de jaarlijkse lasten die in de begroting worden opgenomen.
Omschrijving
begroot
werkelijk
Reservering afkoopsommen wegen en waterwegen
1.548.503
1.548.503
Reservering afkoopsommen 2013
1.210.008
1.210.008
Van reservering wegen en kanalen i.v.m. negatief saldo 2013 Vermeerderingen reserve afkoopsom wegen/waterwegen
2.758.511
2.009.991 4.768.502
Onttrekkingen inzake afkoopsommen
4.639.838
4.668.966
2.009.991 6.649.829 -3.891.318
2.009.991 6.678.957 -1.910.455
Overboeking naar algemene reserve Verminderingen reserve afkoopsom wegen/waterwegen Mutatie reserve afkoopsom wegen/waterwegen 2014
Programma Landelijk Gebied Functie Doel
Egalisatiereserve Het Programma Landelijk Gebied is een meerjarig programma (2007 t/m 2013) en kent financiering vanuit Europese, rijks- en provinciale middelen. De rijks- en provinciale middelen zijn opgenomen op de provinciale begroting. Met het Rijk zijn voor de gehele programmaperiode middels een bestuursovereenkomst afspraken gemaakt over de inzet van de middelen ten behoeve van de realisatie van prestaties. De provinciale middelen zijn veelal gekoppeld aan de rijksbijdragen. Voor de rijksbijdragen geldt dat deze niet kunnen vrijvallen en beschikbaar blijven voor het programma. De middelen vanuit de afwikkeling ILG overeenkomst zullen worden besteedt aan de gestelde kaders van het ILG. De reservering wordt gebruikt voor de uitfinanciering van lopende projecten.
Toelichting op de balans
369
Omschrijving
begroot
werkelijk
Restanten afwikkeling diverse projecten
5.902.116
Storting SEV middelen Vermeerderingen reserve Programma Landelijk Gebied
1.178.096 1.178.096
1.178.096 7.080.212
Onttrekking conform begroting
9.124.000
9.124.000
Overboeking conform begroting naar PLG2
3.283.316
3.283.316
Substituties PLG1
754.052
754.052
Vrijval reserve PLG1
500.000
500.000
korting 5% labeling
715.872
715.872
14.377.240 -13.199.144
1.178.096 16.146.839 -9.066.627
Afwikkeling diverse projecten
591.503
Onttrekking SEV (was ESFI) Verminderingen reserve Programma Landelijk Gebied Mutatie reserve Programma Landelijk Gebied 2014
Reserve Provinciale Meefinanciering Functie Doel
Bestemmingsreserve Het duurzaam versterken van de ruimtelijke-economische ontwikkelingen in de provincie. Deze reserve is de opvolger van de reserve Cofinanciering Kompas en loopt voor de periode 2007-2013. De reservering wordt gebruikt voor de uitfinanciering van lopende projecten.
Omschrijving
begroot
Restant budget 2014 Vermeerderingen Provinciale Meefinanciering Onttrekkingen inzake diverse projecten Korting 5% labeling Verminderingen Provinciale Meefinanciering Mutatie Provinciale Meefinanciering 2014
werkelijk 0
4.726.049 4.726.049
14.499.111
4.945.158
215.583 14.714.694 -14.714.694
215.583 5.160.741 -434.692
Reserve Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) Functie Doel
Bestemmingsreserve Deze reserve dient ter dekking van cofinanciering voor projecten in het regiospecifiek pakket. De reserve wordt ter dekking ingezet bij de programma's Bereikbaar Groningen en Ondernemend Groningen. De totale cofinanciering voor RSP-ZZL bedraagt € 325 miljoen. Het aandeel van de provincie bedraagt € 245 miljoen. De overige € 80 miljoen wordt door de gemeente Groningen beschikbaar gesteld (prijspeil 2007).
Omschrijving
begroot
werkelijk
Toevoeging rente
1.437.419
1.403.538
Toevoeging inzake IT Competence Center Vermeerderingen reserve Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn
325.000 1.762.419
325.000 1.728.538
11.170.000 11.170.000 -9.407.581
6.119.928 6.119.928 -4.391.390
Bijdragen aan diverse projecten Verminderingen reserve Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn Mutatie reserve Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn 2014
370
Toelichting op de balans
Reserve compensatie dividend Essent Functie Doel
Bestemmingsreserve Deze bestemmingsreserve dient twee doelen. Het waarborgt de dekking van de voeding van de bestemmingsreserve ESFI en deze bestemmingsreserve wordt gebruikt om schommelingen in de variabelen van het rendementsmodel te egaliseren.
Omschrijving Verkoop Attero compensatie dividend Vermeerderingen reserve compensatie dividend Essent Mutatie reserve compensatie dividend Essent 2014
begroot 9.035.004 9.035.004 9.035.004
werkelijk 9.035.004 9.035.004 9.035.004
Reserve leefbaarheid Functie Doel
Bestemmingsreserve De doelstelling van deze reserve is een bijdrage te leveren aan het voorkomen en oplossen van problemen op het gebied van leefbaarheid. Het gaat om vraagstukken op het terrein van wonen, onderwijs, zorg, cultuur, gezondheid, sociaaleconomische vitalisering, kwetsbare groepen en voorzieningen. Deze bijdrage is enerzijds ter ondersteuning van de woon- en leefbaarheid plannen die door de regio's worden opgesteld en de uitvoering ervan. Anderzijds door het stimuleren en ondersteunen van innovatieve projecten en experimenten. Deze moeten gerelateerd zijn aan de krimp en worden aangedragen vanuit de samenleving. Ook dragen ze bij aan de doelen zoals genoemd in het Provinciaal Actieplan Bevolkingsdaling.
Omschrijving
begroot
Bijdragen RLK
werkelijk 2.000.000
Restanten 2014
114.152
Terugstorting in reserve
300.000
Middelen fonds part Woningverbetering 2011-2014
1.000.000
Verplichtingen SDV
257.858
Verplichtingen ISV1
1.143.170
Verplichtingen ISV2
2.294.048
Middelen 2014 ISV3 krimpgebieden
2.226.100
Krimp Eemsdelta
1.425.000
Krimp overige Vermeerderingen reserve Leefbaarheid Onttrekking inzake diverse projecten Korting 5% labeling Verminderingen reserve Leefbaarheid Mutatie reserve Leefbaarheid 2014
300.000
10.460.328
12.726.000
14.465.944
470.301 13.196.301 -12.896.301
470.301 14.936.245 -4.475.917
Reserve afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep Functie Doel
Inkomen In 2011 is met het Rijk een overeenkomst gesloten omtrent de overdracht van het beheer en onderhoud van het Winschoterdiep/Rensel naar de provincie Groningen per 1 januari 2012. Onderdeel van de overeenkomst is een afkoopsom van € 22 miljoen voor de toekomstige vervanging van de kunstwerken Winschoterdiep. Deze afkoopsom is gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige vervangingskosten. Om te borgen dat de hoogte van de reserve voldoende is om de toekomstige vervangingen te financieren is het noodzakelijk dat de reserve jaarlijks gevoed wordt met rente. Het zwaartepunt van de vervanging van de kunstwerken ligt rond de jaren 2026-2029.
Toelichting op de balans
371
Omschrijving
begroot
Toevoeging inzake project afstandsbediening Toevoeging rente Vermeerderingen reserve afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep Bijdrage project afstandsbediening Verminderingen reserve afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep Mutatie reserve afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep 2014
werkelijk 322.000
128.811
128.694
128.811
450.694
1.500.000 1.500.000 -1.371.189
1.636.462 1.636.462 -1.185.768
Reserve Ecologische Hoofdstructuur Zuidlaardermeer Functie Doel
Bestemmingsreserve In 2012 heeft de provincie de opgave van het Rijk voor de realisering van de EHS tussen het Zuidlaardermeer en Midden Groningen overgenomen. De provincie heeft daarvoor van het Rijk middelen ontvangen in de vorm van geld, grond en gebouwen. Tevens zullen in deze reserve de opbrengsten worden gestort die worden verkregen uit de verkoop van de ontvangen gronden en opstallen, welke niet bruikbaar zijn voor de realisering van de EHS. Ook zullen pachtinkomsten aan deze reserve worden toegevoegd. De noordzakelijke kosten voor o.a. verwerving, inrichting en beheer van gronden zullen ten laste van deze reserve worden bekostigd. Jaarlijks zal de reserve worden gevoed met rente.
Omschrijving
begroot
werkelijk
Storting in reserve EHS Zuidlaardermeer
1.605.000
Toevoeging rente Vermeerderingen reserve EHS Zuidlaardermeer
34.287 1.639.287
45.204 45.204
Substituties PLG2/EHS Verminderingen reserve EHS Zuidlaardermeer Mutatie reserve EHS Zuidlaardermeer 2014
2.309.004 2.309.004 -669.717
130.620 130.620 -85.416
Reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid Functie Doel
Bestemmingsreserve Met de gemeenten Oldambt, Delfzijl en De Marne is een programma opgesteld dat als doel heeft een impuls te geven aan de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord (Oost) Groningen, om er zo aan bij te dragen dat het in deze regio ook in de toekomst prettig wonen en werken is.
Omschrijving
begroot
Onttrekkingen WEL uitgaven 2014 Afroming 5% budget Verminderingen reserve actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid Mutatie reserve actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid 2014
372
Toelichting op de balans
werkelijk
6.509.000
5.771.394
991.000 7.500.000 -7.500.000
991.000 6.762.394 -6.762.394
Reserve overboeking kredieten Functie Doel
Bestemmingsreserve Overboeken van kredieten. Bij de Integrale Bijstelling wordt direct een besluit genomen om de niet bestede kredieten van de voorgenomen overboekingen beschikbaar te houden via de reserve "Overboeking kredieten". De eenmalig verkregen rijksmiddelen via het Provinciefonds die gedurende een lange periode ingezet kunnen worden, blijven beschikbaar via genoemde reserve. De middelen die verbonden zijn aan een schriftelijke toezegging aan derden worden bij vertraging in de uitvoering beschikbaar gehouden in genoemde reserve. Op het moment dat de Staten en college eenmalig hebben besloten dat van een programma, project of activiteit de middelen meerjarig beschikbaar dienen te blijven ter realisatie van het programma, project of activiteit, blijven de niet bestede middelen aan het eind van het boekjaar beschikbaar via genoemde bestemmingsreserve.
Omschrijving
begroot
werkelijk
Toevoeging conform begroting
5.103.100
5.103.100
Overboekingen 2014 Vermeerderingen reserve overboeking kredieten
5.103.100
20.790.798 25.893.898
16.764.161 16.764.161 -11.661.061
16.764.161 16.764.161 9.129.737
Overboekingen conform begroting Verminderingen reserve overboeking kredieten Mutatie reserve overboeking kredieten 2014
Reserve Programma Landelijk Gebied (PLG2) Functie Doel
Bestemmingsreserve Het Programma Landelijk Gebied is een meerjarig programma. De reserve PLG2 is ingesteld om vermenging van de zaken uit de oude en de nieuwe PLG-periode te voorkomen. De reserve is nodig omdat het een meerjarig karakter heeft, waarbij de middelen en bestedingen gedurende de looptijd per jaar behoorlijk uiteen kunnen lopen.
Omschrijving
begroot
werkelijk
Storting conform begroting
3.670.000
3.670.000
Overboeking van PLG1
3.283.316
3.283.316
Restanten budget 2014 Vermeerderingen reserve Programma Landelijk Gebied (PLG2)
6.953.316
4.629.877 11.583.193
Onttrekkingen 2014
6.582.332
6.785.456
Onttrekking voor beheer EHS
4.078.408
Korting 5% labeling Verminderingen reserve Programma Landelijk Gebied (PLG2) Mutatie reserve Programma Landelijk Gebied (PLG2) 2014
Toelichting op de balans
349.888 6.932.220 21.096
349.888 11.213.752 369.441
373
Overzicht en verloop Reserves (art. 54) Vermeerderingen toevoegingen via toevoeging via resultaat bestemming resultaat bestemprogramma rekening ming vorig boekjaar 3 4
Omschrijving van de reserve (bedragen in €)
Saldo per 1-1-2014
1 Algemene reserves 1. Algemene reserve 2. Saldo vorig boekjaar
2 40.884.486 -4.184.010
20.451.186 4.184.010
Totaal algemene reserves
36.700.476
24.635.196
178.868.514 322.653 1.935.800 368.815 3.531.038
6.590.425 6.506
Bestemmingsreserves 3. Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) 4. Stimulering Zorg 5. Huisvesting en inrichting 6. Grondwaterheffing 7. Automatisering 8. Beheer wegen en kanalen 9. Cofinanciering Kompas 10. Ontgronding 11. AKP-budgetten 12. Bodemsanering 13. Afkoopsom wegen/waterwegen 14. Programma Landelijk Gebied 15. Provinciale Meefinanciering 16. Regio Specifiek Pakket 17. Compensatie dividend Essent 18. Leefbaarheid 19. Afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep 20. EHS Zuidlaardermeer 21. Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid 22. Overboeking kredieten 23. Programma Landelijk Gebied (PLG2)
0
136.740 817.428 4.156.573
2.669.019 993.474 3.949.120 20.555.299 83.585.401 41.644.775 32.599.028 249.132.186 173.545.410 24.207.069
7.702.364 5.380.634 4.768.502 7.080.212 4.726.049 1.728.538 9.035.004 10.460.328
21.354.595 6.092.540
450.694 45.204
19.820.000 24.119.260 15.807.945
25.893.898 11.583.193
Totaal bestemmingsreserves
905.101.942
100.562.292
0
TOTAAL RESERVES
941.802.418
125.197.488
0
374
Toelichting op de balans
onttrekking via resultaat bestemming programma rekening 5
Verminderingen onttrekking via resultaat bestemming vorig jaar 6
onttrekking i.v.m. afschrijving op activa 7
25.412.200
Saldo per 31-12-2014 (kolom 2+3+4-5-6-7) 8
Verplichtingen
Gelabeld
9
10
35.923.471 0
12.100.193
23.823.278
35.923.471
12.100.193
23.823.278
65.486.795 92.235
93.812.562
14.936.245
159.299.355 156.800 721.799 505.555 4.058.474 2.146.582 2.393.967 960.849 5.973.584 24.031.838 81.674.946 32.578.148 32.164.336 244.740.797 182.580.414 19.731.152
1.636.462 130.620
20.168.826 6.007.124
6.762.394 16.764.161 11.213.752
13.057.606 33.248.997 16.177.386
18.599.410
7.466.212 33.248.997 3.009.005
25.412.200
0
0
26.159.584 172.358 1.214.001 289.992 2.009.991 275.052 32.625 5.677.900 1.904.095 6.678.957 16.146.839 5.160.741 6.119.928
14.138.570
721.799 502.555 4.058.474 2.146.582 1.802.090 960.849 5.973.584 16.455.748 81.674.946 10.632.986 11.647.925 99.429.984 182.580.414 5.592.583
1.424.167
20.168.827 4.582.957
3.000
591.877
5.104.252 21.869.463 20.516.411 145.310.812
5.591.394
123.285.697
0
0
882.378.536
298.728.386
586.469.079
148.697.897
0
0
918.302.008
310.828.580
610.292.357
Uit bovenstaande tabel blijkt dat binnen de bestemmingsreserves een bedrag van circa € 585 miljoen gelabeld is. Opgemerkt wordt dat de gelabelde bedragen per bestemmingsreserve een verschillend karakter hebben. In een aantal gevallen liggen de gelabelde bedragen dichter tegen het begrip verplichtingen aan, omdat 1) de middelen nodig zijn voor eeuwigdurend onderhoud alsmede voor toekomstig verplichte investeringen, 2) de middelen ingezet worden conform afgesloten convenanten en bestuurlijke afspraken en 3) de middelen in de toekomst nodig zijn voor investeringen en andere projecten, waar besluitvorming aan ten grondslag ligt. Ingeschat wordt dat 14% van het gelabelde bedrag als "vrije beleidsruimte" aan de orde zou kunnen zijn. Een verdiepingsslag moet inzichtelijk maken waar dit mogelijk kan zijn.
Toelichting op de balans
375
Overzicht en verloop Voorzieningen (art. 55) Omschrijving van de voorziening (bedragen in €)
1 1. Nazorg stortplaatsen 2. Nazorg baggerspeciedepots 3. Frictiekosten bezuinigingsoperatie 2011-2015 4. APPA Totaal voorzieningen
Saldo per 1-1-2014
Vermeerderingen
2 24.546.756 1.014.673 2.596.877 3.949.960
3 142.529 9.926
32.108.265
586.256
Verminderingen Vrijval ten gunste Aanwending van de exploitatie 4
433.801 0
Saldo per 31-12-2014
5 192.109 14.890 183.784 58.804
(kolom 2+3-4-5) 6 24.497.176 1.009.709 2.413.093 4.324.957
449.587
32.244.934
Nazorg stortplaatsen en baggerspeciedepots Functie Doel
Voorziening voor de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen en baggerspeciedepots. Op grond van de nazorgbepalingen in de Wet milieubeheer is de provincie bestuurlijk, organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen en baggerspeciedepots, waar op of na 1 september 1996 nog afval is gestort. Dit betekent dat, vanaf het moment dat ons college de stortplaats of baggerspeciedepot gesloten heeft verklaard, de provincie verantwoordelijk is voor de uitvoering van maatregelen, die waarborgen dat de stortplaats of het baggerspeciedepot geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt.
Frictiekosten bezuinigingsoperatie 2011-2015 Functie Doel
Voorziening voor maatregelen om boventalligheid van medewerkers op te lossen. Het bekostigen van maatregelen om boventalligheid van medewerkers op te lossen.
APPA Functie Doel
376
Voorziening voor pensioenen van gedeputeerden. Provincies zijn verplicht op grond van artikel 44, viede lid, van het Besluit begroting en verantwoording (Bbv) een voorziening in te stellen voor pensioenen van gedeputeerden. De reden voor deze voorziening is dat deze verplichtingen onvoorspelbaar zijn. Zij kunnen namelijk sterk fluctueren als gevolg van de mogelijkheid voor gewezen gedeputeerden om de gevormde pensioenrechten tussentijds op te eisen via waardeoverdracht. Het grote effect van waardeoverdrachten is dat de waarde van het pensioen op dat moment moet worden gekapitaliseerd en het bedrag van de voorzieningen direct vrijgemaakt moet worden om het pensioen over te dragen aan een ander bestuursorgaan of aan een pensioenfonds.
Toelichting op de balans
STAAT VAN GEWAARBORGDE GELDLENINGEN EN GARANTIE VERPLICHTINGEN nr. 5 6 7
oorspr. bedrag 680.670 2.001.500 2.001.500
5,600 3,660 3,820
perc.
17
4.084.022
4,195
naam instelling Twaalf Hoven Twaalf Hoven Twaalf Hoven TOTAAL TWAALF HOVEN (De Hoven)
mede borgen
Sintmaheerdt TOTAAL SINTMAHEERDT (De Zijlen)
gem.4,73 Nat.Groenfonds te Hoevelaken
aandeel prov. 100,000% 100,000% 100,000%
totaal saldo 1 januari 204.201 333.583 571.857 1.109.641
100,000% 6,800%
12 provincies
TOTAAL GEWAARBORGDE GELDLENINGEN GARANTIE VERPLICHTINGENBorgstellingen diverse bedrijven
100,000%
TOTAAL GENERAAL
afgelost 34.034 166.792 142.964 343.789
totaal saldo 31 december 170.168 166.792 428.893 765.852
door prov. gewaarborgd 170.168 166.792 428.893 765.852
betaald inz. garantst.
1.497.475 1.497.475
136.134 136.134
1.361.341 1.361.341
1.361.341 1.361.341
94.404.099
7.200.000
87.204.099
5.929.879
771.426
97.011.215
7.679.924
89.331.292
8.057.071
771.426
35.480.000
490.000
34.990.000
34.990.000
132.491.215
8.169.924
124.321.292
43.047.071
771.426
Niet uit de balans blijkende verplichtingen. Aangegane verplichtingen inzake contracten: Contractant
dienst
resterende looptijd
Post.nl Canon Toshiba Albron Structon Selecta Totaal
postbezorging multifunctionals multifunctionals catering onderhoud provinciale gebouwen koffieautomaten
3 jaar 0,5 jaar 6 jaar 3/4 jaar 5 jaar 6 jaar
in € 350.000 13.260 360.000 160.000 400.000 684.000
BDU infrastructurele projecten verplichtingen derden Rijksdienst voor Ondernemend Nederland RVO (voorheen DR) - agrarisch - natuur - landschap - inrichting - functieverandering
Totaal
totale verplichtingen
€
1.967.260
€
25.688.694
€
44.731.258
€
72.387.212
1.136.056 18.595.624 2.392.122 205.251 22.402.205
Toelichting verplichtingen RVO In de periode voorafgaand aan de ILG-periode 2007-2013 zijn de door de Dienst Regelingen (thans RVO; Rijksdienst voor Ondernemend Nederland), onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terrein beherende organisaties voor de inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering aangegaan zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur. Als gevolg van de afronding van het Investeringsbudget Landelijk Gebied en het aangaan van het bestuursakkoord Natuur zijn deze verplichtingen overgegaan de provincies. Dit betekent dat de provincie verantwoordelijk is voor de uitfinanciering van de door RVO aangegane verplichtingen, in plaats van het Rijk. In april 2015 is door de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording besloten dat: 1. De verantwoordingswijze van subsidies die zijn verstrekt vóór 2014 ongewijzigd blijft. Dit betekent dat de jaarlijks uitbetaalde jaarschijf wordt verantwoord als last en de resterende verplichting wordt toegelicht onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. 2. Verstrekte subsidies vanaf 2014: de last wordt verantwoord zodra en voor zover aan de subsidievoorwaarden is voldaan. Vanaf 2014 speelt de tussenkomst van het Rijk geheel geen rol meer en bestaat geen aanleiding meer om te spreken van een uitzonderingssituatie. Vanaf 2014 dienen de toegekende subsidies volledig als last te worden verwerkt in het toekenningsjaar, indien sprake is van een onvoorwaardelijke subsidie of subsidievoorwaarden die voor een onbeperkte tijd zijn aangegaan. In het laatste geval is het namelijk niet mogelijk om jaarlijks een toe te rekenen bedrag te bepalen. De last moet dan in 1 keer genomen worden bij toekenning met daartegenover een verplichting voor ‘nog te betalen subsidies’.
Toelichting op de balans
377
Dit betekent dat alle subsidieverplichtingen uit hoofde van functieverandering, inrichting en beheer die vóór 2014 zijn aangegaan op basis van het kasstelsel dienen te worden verwerkt in de jaarrekening. De (restant)verplichtingen die RVO voor ons is aangegaan maar nog niet als last zijn verantwoord (en dus nog niet zijn betaald) bedragen ultimo 2014 in totaal € 44,7 miljoen en zijn in bovenstaand overzicht nader gespecificeerd. Overgang Dienst Landelijk Gebied (DLG) Als onderdeel van het decentralisatiesakkoord Natuur zijn de (natuur)taken welke voorheen (tot 1 maart 2015) door de Dienst Landelijk Gebied (DLG) werden uitgevoerd, overgegaan naar de provincies. Voor de uitvoering van de werkzaamheden ontvangen de provincies middelen via het Provinciefonds. Naast het overgaan van de formatieplaatsen (voor de provincie Groningen circa 24) zijn tevens de activa, vorderingen en verplichtingen van DLG overgedragen aan de provincies. De in het kader van de verschillende projecten door DLG aangegane verplichtingen en activa (bijvoorbeeld vorderingen) zijn eveneens per 1 maart 2015 overgekomen naar de provincie Groningen. Per 31 december 2014 bedroegen de openstaande verplichtingen van de DLG die aan de provincie zijn overgedragen naar schatting € 1.767.000. De overgedragen openstaande claims op derden (berekende vorderingen) bedroegen naar schatting € 6.262.000.
378
Toelichting op de balans
Deel 5 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 Bijlagen
Realisatie per productgroep Programma Leven en wonen, thema Wonen en leefbaarheid LASTEN
rekening 2013 1.868.728 7.980.110 315.541 457
primitieve begroting rekening begroting 2014 na 2014 2014 wijziging 938.137 1.267.279 1.600.326 56.766 8.348.736 15.979.766 2.300.788 599.610 486.563 370 500 504
9101 Apparaatskosten Algemeen Beleidsontwikkeling Deelnemingen
-333.047 -7.631.030 113.047 -4
Totaal lasten 9101 10.164.836 9102 Apparaatskosten 1.258.987 Algemeen -18.896 Beleidsontwikkeling 4.452
3.296.061 10.216.125 18.067.159 1.615.754 1.862.309 1.102.568 19.668 19.668 11.225 0 0 1.012
-7.851.034 759.741 8.444 -1.012
Totaal lasten 9102 9201 Apparaatskosten Algemeen Beleidsontwikkeling ISV-I ISV-II ISV-III Krimp Niet krimpgebieden
1.244.543 1.225.533 50.472 280.780 46.388 1.192.185 158.463 7.989.483 55.600
1.635.422 1.881.977 1.114.804 986.375 1.170.177 1.010.797 14.932 68.188 42.927 0 141.487 0 0 1.447.362 1.038.159 0 1.186.400 152.350 52.300 4.123.300 -254.897 6.937.451 14.006.100 13.717.892 306.000 556.400 414.200
767.173 159.380 25.261 141.487 409.203 1.034.050 4.378.197 288.208 142.200
Totaal lasten 9201 10.998.904
8.297.058 22.699.414 16.121.428
6.577.986
Totaal lasten thema Wonen en 22.408.283 13.228.541 34.797.516 35.303.392 leefbaarheid
-505.876
BATEN
rekening 2013
verschil
rekening 2014
9101 Algemeen Beleidsontwikkeling
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 3.564.224 183.733 8.598.258 80.000 0 0
4.663.147 0
-3.935.111 0
Totaal baten 9101 9102 Beleidsontwikkeling
3.644.224 1.236
183.733 0
8.598.258 0
4.663.147 618
-3.935.111 618
Totaal baten 9102 9201 Beleidsontwikkeling SDV ISV-I ISV-II Krimp
1.236 280.780 46.388 1.192.185 0 0
0 0 0 0 0 0
0 141.487 1.447.362 1.186.400 0 0
618 1.526.098 1.227.676 3.280.176 7.743 58.903
618 1.384.611 -219.686 2.093.776 7.743 58.903
Totaal baten 9201
1.519.353
0
2.775.249
6.100.595
3.325.346
Totaal baten thema Wonen en leefbaarheid
5.164.813
183.733 11.373.507 10.764.360
-609.147
Realisatie per productgroep
verschil
381
Programma Ondernemend Groningen, thema Bedrijvigheid LASTEN
rekening 2013
rekening 2014
verschil
6101 Apparaatskosten Toeristische Infrastruktuur
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 364.799 397.603 515.369 2.487.838 404.664 5.845.129
379.427 4.377.862
135.942 1.467.267
Totaal lasten 6101 7001 Apparaatskosten Vestigingenregister
2.852.637 10.318 45.859
802.267 9.449 22.190
6.360.498 12.248 22.190
4.757.289 97.562 28.305
1.603.209 -85.314 -6.115
Totaal lasten 7001 7002 Apparaatskosten Promotie En Acquisitie
56.178 196.712 171.287
31.639 141.140 189.451
34.438 182.944 412.236
125.867 206.612 326.916
-91.429 -23.668 85.320
Totaal lasten 7002 7003 Apparaatskosten Toeristische Promotie
367.999 47.347 379.143
330.591 34.374 379.200
595.180 44.555 415.221
533.528 51.362 415.221
61.652 -6.807 0
Totaal lasten 7003 426.490 7103 Apparaatskosten 391.011 Arbeidsmarkt 12.039.312
413.574 374.315 420.383
459.776 485.183 4.140.511
466.583 426.210 3.228.829
-6.807 58.973 911.682
Totaal lasten 7103 12.430.323 794.698 4.625.694 3.655.039 970.655 7106 Apparaatskosten 2.665.512 2.190.984 2.839.931 2.680.961 158.970 Regioprogramma's 15.094.399 19.971.021 30.943.215 14.959.842 15.983.373 Totaal lasten 7106 17.759.911 22.162.005 33.783.146 17.640.803 16.142.343 7107 Prov.Bedr.App.Kn 238.650 287.935 373.218 149.590 223.628 Groningen Seaports 0 0 0 0 0 Nom 218.903 212.930 213.040 213.045 -5 Totaal lasten 7107 7108 Fys.Bedr.Omg.App.Kn Fysieke Bedrijfsomgeving
457.553 96.359 1.071.917
500.865 92.705 3.263.250
586.258 120.163 1.810.000
362.635 105.887 97.500
223.623 14.276 1.712.500
Totaal lasten 7108 7109 App.Kn. Marktsectoren Speerpunten Marktsectoren Innovatief Actieprogr. Gron (IAG) Gaswinning Spoor 4
1.168.276 779.608 3.751.596 1.052.692 0
3.355.955 820.131 910.806 0 0
1.930.163 1.063.045 8.334.324 401.332 6.500.000
203.387 764.348 2.621.001 582.762 0
1.726.776 298.697 5.713.323 -181.430 6.500.000
Totaal lasten 7109 7201 Apparaatskosten Deelneming Nutsvoorzieningen
5.583.896 86.290 6.937.167
1.730.937 16.298.701 60.638 78.598 5.684.270 5.528.180
3.968.112 12.330.589 113.462 -34.864 5.561.274 -33.094
Totaal lasten 7201
7.023.457
5.744.908
5.674.736
5.606.778
-67.958
Totaal lasten thema Bedrijvigheid 48.126.719 35.867.439 70.280.632 37.387.978 32.892.654
382
Realisatie per productgroep
BATEN
rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
6101 Apparaatskosten Toeristische Infrastruktuur
0 365.120
0 5.300
0 5.300
0 816.028
0 810.728
Totaal baten 6101 7001 Apparaatskosten Vestigingenregister
365.120 0 6.316
5.300 0 0
5.300 0 0
816.028 0 5.894
810.728 0 5.894
Totaal baten 7001 7002 Apparaatskosten Promotie En Acquisitie
6.316 0 0
0 0 0
0 0 0
5.894 0 0
5.894 0 0
Totaal baten 7002 7003 Apparaatskosten Toeristische Promotie
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Totaal baten 7003 7103 Apparaatskosten Arbeidsmarkt
0 0 6.658.408
0 0 0
0 0 0
0 0 -64.465
0 0 -64.465
Totaal baten 7103 7106 Apparaatskosten Regioprogramma's
6.658.408 0 2.363.021
0 0 0
0 0 1.062.342
-64.465 0 -5.323.215
-64.465 0 -6.385.557
Totaal baten 7106 7107 Prov.Bedr.App.Kn Groningen Seaports Nom
2.363.021 0 114.353 2.000
0 0 114.400 0
1.062.342 0 114.400 0
-5.323.215 0 114.353 0
-6.385.557 0 -47 0
Totaal baten 7107 7108 Fys.Bedr.Omg.App.Kn Fysieke Bedrijfsomgeving
116.353 0 0
114.400 0 0
114.400 0 0
114.353 0 0
-47 0 0
Totaal baten 7108 7109 App.Kn. Marktsectoren Speerpunten Marktsectoren Innovatief Actieprogr. Gron (IAG) Gaswinning Spoor 4
0 0 0 527.106 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 2.000.000
0 0 0 291.598 0
0 0 0 291.598 -2.000.000
Totaal baten 7109 527.106 0 2.000.000 291.598 7201 Apparaatskosten 0 0 0 0 Deelneming Nutsvoorzieningen 14.675.559 13.864.637 22.370.496 21.980.185
-1.708.402 0 -390.311
Totaal baten 7201 14.675.559 13.864.637 22.370.496 21.980.185
-390.311
Totaal lasten thema Bedrijvigheid 24.711.883 13.984.337 25.552.538 17.820.377
-7.732.161
Realisatie per productgroep
383
Programma Bereikbaar Groningen, thema Mobiliteit en infrastructuur LASTEN
rekening 2013
3001 Apparaatskosten Mobiliteitsbeleid Algemeen Verdi/Kleine Infrastructuur Uitvoering werkplan Vvb
1.839.567 1.487.047 5.215.606 483.729
primitieve begroting 2014 1.604.786 1.523.464 684.833 548.000
begroting 2014 na wijziging 1.854.721 2.968.464 9.018.608 596.500
rekening 2014
verschil
1.647.329 595.720 7.973.350 622.554
207.392 2.372.744 1.045.258 -26.054
Totaal lasten 3001 3101 Apparaatskosten (Re)Constructie Wegen En Fietspaden
9.025.949 1.955.988
4.361.083 1.672.648
14.438.293 2.489.013
10.838.952 3.664.042
3.599.341 -1.175.029
23.354.601
3.989.908
32.617.784
20.579.510
12.038.274
Totaal lasten 3101 3102 Apparaatskosten Bermen En Sloten Wegverhardingen Fietspadverhardingen Wegmeubilair Beplantingen Boordvoorzieningen Gladheidsbestrijding Vaste Kunstwerken Overige Kosten Wegen
25.310.588 6.411.976 558.661 6.346.268 502.232 925.241 219.691 187.870 0 638.726 280.796
5.662.556 5.726.183 398.230 3.469.536 389.700 1.314.340 684.060 219.530 0 682.930 221.172
35.106.797 6.096.968 399.268 3.483.544 388.294 1.186.384 685.138 219.763 0 693.136 1.558.355
24.243.553 6.102.400 616.279 1.976.260 243.837 1.056.172 903.719 237.717 1.426 259.533 2.843.400
10.863.244 -5.432 -217.011 1.507.284 144.457 130.212 -218.581 -17.954 -1.426 433.603 -1.285.045
Totaal lasten 3102 3103 Apparaatskosten Aktieplan Verkeersveiligheid Duurzaam Veilig
16.071.461 13.105.681 646.387 791.272 1.877.114 727.787 373.674 367.954
14.710.850 920.051 1.360.450 367.954
14.240.745 572.577 840.553 368.000
470.105 347.474 519.897 -46
Totaal lasten 3103 3104 Apparaatskosten Verkeersmanagement Verkeersregelinstallaties Gladheidsbestrijding Overige baten en lasten verkeersmanagement
2.897.175
1.887.013
2.648.455
1.781.130
867.325
778.019
644.413
606.796
702.796
-96.000
137.522 819.105
250.770 737.270
232.047 738.578
104.173 499.344
127.874 239.234
120.320
0
0
167.640
-167.640
Totaal lasten 3104 3301 Apparaatskosten (Re)Constructie Waterwegen
1.854.966 1.317.437 4.758.416
1.632.453 1.335.342 1.837.590
1.577.421 1.488.027 5.567.744
1.473.953 1.225.404 8.073.917
103.468 262.623 -2.506.173
Totaal lasten 3301 Apparaatskosten, 3302 Subsidiabel Apparaatskosten, Niet Subsidiabel Dijken, Bermen En Sloten Boordvoorzieningen
6.075.853
3.172.932
7.055.771
9.299.321
-2.243.550
4.237.303
4.913.451
0
0
0
484.794
1.024.647
0
0
0
150.629 521.315
101.000 714.507
0 0
0 0
0 0
384
Realisatie per productgroep
Baggerwerk Bruggen Sluizen Aanlegvoorzieningen/Kanaal meubilair Diversen
39.687 1.204.769 239.419
22.600 259.060 395.650
0 0 0
0 0 0
0 0 0
12.750
5.900
0
0
0
190.842
609.470
0
0
0
Totaal lasten 3302 3303 Apparaatskosten Dijken, Bermen En Sloten Boordvoorzieningen Baggerwerk Sluizen Aanlegvoorzieningen/Kanaal meubilair Diversen Slibdepots
7.081.508 3.040.740 165.522 1.828.743 18.860 0
8.046.285 3.377.206 0 1.787.750 174.470 0
0 4.841.633 0 5.010.426 174.470 0
0 4.011.698 115.902 3.887.907 162.331 1.700
0 829.935 -115.902 1.122.519 12.139 -1.700
26.211
71.480
71.480
110.942
-39.462
636.005 42.985
134.080 0
337.810 0
381.503 13.491
-43.693 -13.491
Totaal lasten 3303 3304 Haven En Sluizencomplex Lauwersoog
5.759.066
5.544.986
10.435.819
8.685.475
1.750.344
0
0
0
0
0
Totaal lasten 3304 3306 Apparaatskosten Kunstwerken Sluizen Sluizencomplex Lauwersoog Bruggen Overige lasten en baten vaarwegen
0
0
0
0
0
523.858
1.111.922
1.132.164
986.144
146.020
469.790 219.437 848.779
173.900 213.820 782.030
173.900 216.090 790.858
358.192 209.528 1.278.465
-184.292 6.562 -487.607
1.222.746
0
1.500.000
1.637.182
-137.182
Totaal lasten 3306 Apparaatskosten 3401 Kunstwerken
3.284.611
2.281.672
3.813.012
4.469.510
-656.498
58.997
60.638
78.598
67.178
11.420
Totaal lasten 3401 3402 Apparaatskosten Collectief Personenvervoer Algemeen Interlokaal Openbaar Vervoer
58.997 840.567
60.638 760.381
78.598 836.091
67.178 755.275
11.420 80.816
11.854
12.600
12.600
10.215
2.385
74.254.013 52.141.851
69.516.465
63.719.881
5.796.584
Totaal lasten 3402
75.106.434 52.914.832
70.365.156
64.485.371
5.879.785
Totaal lasten thema 152.526.608 98.670.131 160.230.172 139.585.189 Mobiliteit en infrastructuur
20.644.983
Realisatie per productgroep
385
BATEN
rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
3001 Apparaatskosten Mobiliteitsbeleid Algemeen Verdi/Kleine Infrastructuur Uitvoering werkplan Vvb
0 333.924 5.315.606 483.729
0 30.260 1.534.833 548.000
0 780.260 9.118.608 596.500
0 347.904 8.073.350 622.554
0 -432.356 -1.045.258 26.054
Totaal baten 3001 3101 Apparaatskosten (Re)Constructie Wegen En Fietspaden
6.133.259 0
2.113.093 0
10.495.368 0
9.043.807 0
-1.451.561 0
13.265.167
866.098
4.177.407
10.198.600
6.021.193
Totaal baten 3101 3102 Apparaatskosten Bermen En Sloten Wegverhardingen Fietspadverhardingen Wegmeubilair Beplantingen Boordvoorzieningen Gladheidsbestrijding Vaste Kunstwerken Overige Kosten Wegen
13.265.167 0 9.695 218.990 0 16.899 42.030 0 0 91.017 253.653
866.098 0 0 0 0 0 0 0 0 0 145.560
4.177.407 0 0 0 0 0 0 0 0 0 145.560
10.198.600 0 0 1.512 0 0 86.119 0 0 -3.485 257.937
6.021.193 0 0 1.512 0 0 86.119 0 0 -3.485 112.377
Totaal baten 3102 3103 Apparaatskosten Aktieplan Verkeersveiligheid Duurzaam Veilig
632.284 0 40.000 0
145.560 0 0 0
145.560 0 0 0
342.083 0 40.000 0
196.523 0 40.000 0
Totaal baten 3103 3104 Apparaatskosten Verkeersmanagement Verkeersregelinstallaties Gladheidsbestrijding Overige lasten en baten verkeersmanagement
40.000
0
0
40.000
40.000
0
0
0
0
0
6.929 0
65.220 0
65.220 0
88.473 0
23.253 0
615
0
0
224.839
224.839
Totaal baten 3104 3301 Apparaatskosten (Re)Constructie Waterwegen
7.544 0 0
65.220 0 0
65.220 0 0
313.312 0 0
248.092 0 0
Totaal baten 3301 Apparaatskosten, 3302 Subsidiabel Apparaatskosten, Niet Subsidiabel Dijken, Bermen En Sloten Boordvoorzieningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
386
Realisatie per productgroep
Baggerwerk Bruggen Sluizen Aanlegvoorzieningen/Kanaal meubilair Diversen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
0
0
0
0
6.596.709
7.355.300
0
0
0
Totaal baten 3302 3303 Apparaatskosten Dijken, Bermen En Sloten Boordvoorzieningen Baggerwerk Sluizen Aanlegvoorzieningen/Kanaal meubilair Diversen Slibdepots
6.596.709 0 0 0 0 0
7.355.300 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 16.029 0
0 0 0 0 16.029 0
0
0
0
0
0
551.922 42.985
497.500 0
508.420 0
760.589 13.491
252.169 13.491
Totaal baten 3303 3304 Haven En Sluizencomplex Lauwersoog
594.907
497.500
508.420
790.109
281.689
0
0
0
0
0
Totaal baten 3304 Apparaatskosten 3306 Kunstwerken Sluizen Sluizencomplex Lauwersoog Bruggen Overige lasten en baten vaarwegen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
13.130 142.297 7.819
0 154.180 361.710
0 154.180 361.710
13.130 633.036 99.573
13.130 478.856 -262.137
347.815
0
0
18.069
18.069
Totaal baten 3306 Apparaatskosten 3401 Kunstwerken
511.062
515.890
515.890
763.807
247.917
0
0
0
0
0
Totaal baten 3401 3402 Apparaatskosten Collectief Personenvervoer Algemeen Interlokaal Openbaar Vervoer
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
68.504.417 51.298.362
62.783.258
57.217.199
-5.566.059
Totaal baten 3402
68.504.417 51.298.362
62.783.258
57.217.199
-5.566.059
Totaal baten thema Mobiliteit en infrastructuur
96.285.348 62.857.023
78.691.123
78.708.917
17.794
Realisatie per productgroep
387
Programma Karakteristiek Groningen, thema Natuur en landschap LASTEN
rekening 2013
6205 App.kst natuur en landschap Natuur en Landschap Taken Waddengebied Monitoring natuur
1.867.592 1.497.991 390.277 41.569
rekening 2014
verschil
2.015.370 816.426 310.767 0
-126.701 393.585 6.808 0
Totaal lasten 6205
3.797.430
3.226.970
3.416.255
3.142.563
273.692
Totaal lasten thema Natuur en landschap
3.797.430
3.226.970
3.416.255
3.142.563
273.692
BATEN
rekening 2013
6205 App.kst natuur en landschap Natuur en Landschap Taken Waddengebied Monitoring natuur
388
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 1.476.737 1.888.669 1.384.158 1.210.011 317.575 317.575 48.500 0
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
0 129.354 118.641 12.818
0 280.000 0 0
0 0 0 0
0 0 29.854 0
0 0 29.854 0
Totaal baten 6205
260.813
280.000
0
29.854
29.854
Totaal baten thema Natuur en landschap
260.813
280.000
0
29.854
29.854
Realisatie per productgroep
Programma Karakteristiek Groningen, thema Programma Landelijk Gebied LASTEN
rekening 2013
4002 App.kst water (ILG) Waterkwantiteit Water Synergiegelden
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 61.793 271.932 347.787 9.350 0 0 5.704 0 1.303.000
Totaal lasten 4002 5204 App.kst. bodem (ILG)
76.847 0
271.932 0
Totaal lasten 5204 6102 App.kst.toerisme en recreatie (ILG) Landelijke routenetwerken Prov. recr. infrastructuur Overige Toerisme en recreatie (PLG)
0
rekening 2014
verschil
154.037 0 156.498
193.750 0 1.146.502
1.650.787 0
310.534 0
1.340.253 0
0
0
0
0
12.815
0
0
30.634
-30.634
443.158 -21.695 66.569 0
0 106.000 0 0
65.000 0 0 249.900
0 0 0 299.157
65.000 0 0 -49.257
Totaal lasten 6102 500.847 6203 App.kst natuur (ILG) 1.296.495 Realisatie EHS 11.670.704 Milieukwaliteit EHS/VHR 774.676 Nat. Park Lauwersmeer 27.275 Soortenbescherming 238.791 Overig natuur 87.146 Overig 2.010 Stelpost 37.012 Diversen (vh. res. groen) 112.706 Extra investeringmiddelen PLG 116.216 EHS Zuidl'meer Mid. Groningen 47.328
106.000 1.636.769 819.000 0 50.000 0 1.320.000 0 150.000 350.000 2.000.000 2.610.000
314.900 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
329.791 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-14.891 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal lasten 6203 14.410.358 6204 App.kst lands. en 503.405 culttuurhis(ILG) Generiek landschap, 1.015.843 architectuur, cultuurhistorie Nat. Landsch. Middag69.441 Humsterland Landschap PLG 87.534
8.935.769
0
0
0
344.659
0
0
0
1.500.000
0
0
0
20.000
0
0
0
0
0
0
0
Totaal lasten 6204 6206 App. kosten Natuur Ontwikk. PLG2 Natuur ontwikkeling
1.676.222
1.864.659
0
0
0
0
0
1.612.760
1.002.086
610.674
0
0 11.831.068
5.733.154
6.097.914
Totaal lasten 6206 6207 App.kosten natuur beheer PLG2
0
0 13.443.828
6.735.240
6.708.588
0
0
299.740
202.762
0
0 13.815.353 16.666.664
-2.851.311
0
0 14.317.855 16.966.404
-2.648.549
Natuur beheer Totaal lasten 6207
Realisatie per productgroep
502.502
389
6208 App.kosten landschap PLG2 Landschap
0 0
0 0
418.882 1.444.484
450.131 1.272.996
-31.249 171.488
Totaal lasten 6208 7303 App.kst landbouw en landinr(ILG) Grondgebonden landbouw Duurzaam ondernemen Overige landbouw (niet PLG)
0
0
1.863.366
1.723.128
140.238
624.094
642.553
830.942
619.303
211.639
1.643.500 407.545 437.135
200.000 0 325.000
1.868.679 0 20.897
1.389.692 0 -6.000
478.987 0 26.897
Totaal lasten 7303 9105 Apparaatskosten Leefbaarheid en verbreding plattelandseconomie Lokale ontwikkelingen (Leader)
3.112.272 759.731
1.167.553 279.100
2.720.518 356.117
2.002.995 770.054
717.523 -413.937
1.232.464
250.000
1.645.000
1.458.180
186.820
188.255
500.000
0
177.129
-177.129
Totaal lasten 9105
2.180.450
1.029.100
2.001.117
2.405.363
-404.246
Totaal lasten thema 21.956.997 13.375.013 36.312.371 30.473.455 Programma Landelijk Gebied
5.838.916
BATEN
rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
4002 App.kst water (ILG) Waterkwantiteit Water Synergiegelden
0 7.715 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Totaal baten 4002 5204 App.kst. bodem (ILG)
7.715 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal baten 5204 6102 App.kst.toerisme en recreatie (ILG) Landelijke routenetwerken Prov. recr. infrastructuur Toerisme en Recreatie (PLG)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Totaal baten 6102 6203 App.kst natuur (ILG) Realisatie EHS Milieukwaliteit EHS/VHR Nat. Park Lauwersmeer Soortenbescherming Overig natuur Overig Stelpost Diversen (vh. res. groen) Extra investeringmiddelen PLG
0 0 690.658 543.360 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
320.874
1.890.000
0
0
0
1.554.892
1.890.000
0
0
0
EHS Zuidl'meer Mid. Groningen Totaal baten 6203
390
Realisatie per productgroep
6204 App.kst landschap en culttuurhis(ILG) Generiek landschap, architectuur, cultuurhistorie Nat. Landsch. MiddagHumsterland Landschap PLG
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal baten 6204 6206 App. kosten natuur ontwikkeling PLG2 Natuur ontwikkeling
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
207.192
320.568
113.376
Totaal baten 6206 6207 App.kosten natuur beheer PLG2
0 0 0
0 0 0
207.192 0 0
320.568 0 0
113.376 0 0
Totaal baten 6207 6208 App.kosten landschap PLG2 Landschap
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Totaal baten 6208 7303 App.kst landbouw en landinr(ILG) Grondgebonden landbouw Duurzaam ondernemen Overige landbouw (niet PLG)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
767.761 0 0
0 0 0
0 0 0
21.929 0 0
21.929 0 0
Totaal baten 7303 9105 Apparaatskosten Leefbaarheid en verbreding plattelandseconomie Lokale ontwikkelingen (Leader)
767.761 0
0 0
0 0
21.929 0
21.929 0
163.789
0
-30.402
-20.517
9.885
0
0
0
0
0
Totaal baten 9105
163.789
0
-30.402
-20.517
9.885
Totaal baten thema Programma Landelijk Gebied
2.494.157
1.890.000
176.790
321.980
145.190
Natuur beheer
Realisatie per productgroep
391
Programma Schoon/veilig Groningen, thema Water LASTEN
rekening 2013
4001 Apparaatskosten Algemeen Grondwater Waterbeheer Flankerend beleid polders Klimaatadatatie
1.187.984 49.782 126.957 50.088 212.081 36.069
Totaal lasten 4001 4101 Apparaatskosten Waterschapsfinancien
1.662.960 158.071 407.504
1.924.765 143.562 391.200
Totaal lasten 4101
565.575
Totaal lasten thema Water
2.228.535
BATEN
rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 1.313.097 1.678.029 148.800 269.408 126.600 126.600 153.388 153.388 182.880 180.820 0 202.690
rekening 2014
verschil
1.012.474 292.283 65.933 109.820 274.620 138.662
665.555 -22.875 60.667 43.568 -93.800 64.028
2.610.935 183.608 425.853
1.893.792 85.352 420.672
717.143 98.256 5.181
534.762
609.461
506.024
103.437
2.459.527
3.220.396
2.399.816
820.580
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
4001 Apparaatskosten Algemeen Grondwater Waterbeheer Flankerend beleid polders Klimaatadatatie
0 55.744 389.458 0 199.591 22.619
0 0 360.000 0 182.880 0
0 0 360.000 0 180.820 0
0 55.187 412.839 1.517 186.466 9.401
0 55.187 52.839 1.517 5.646 9.401
Totaal baten 4001 4101 Apparaatskosten Waterschapsfinancien
667.412 0 0
542.880 0 0
540.820 0 0
665.410 0 0
124.590 0 0
Totaal baten 4101
0
0
0
0
0
Totaal baten thema Water
667.412
542.880
540.820
665.410
124.590
392
Realisatie per productgroep
Programma Schoon/Veilig Groningen, thema Milieu LASTEN
rekening 2013
5003 Apparaatskosten Algemeen Beleidsontwikkeling Exploitatiesubsidies Mer
859.789 445.106 -29.399 35.560 29.573
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 1.964.726 927.354 458.300 458.300 0 0 61.000 196.767 35.243 65.243
rekening 2014
verschil
979.199 448.567 -5.000 366.392 46.468
-51.845 9.733 5.000 -169.625 18.775
Totaal lasten 5003 5201 Apparaatskosten Saneringen
1.340.628 1.790.287 1.358.232
2.519.269 4.127.780 3.139.070
1.647.664 1.948.319 3.140.390
1.835.626 1.375.388 3.229.438
-187.962 572.931 -89.048
Totaal lasten 5201 5202 Apparaatskosten Beleidsontwikkeling Stortplaatsen
3.148.518 432.131 93.484 424.023
7.266.850 1.395.684 111.120 644.506
5.088.709 658.765 111.120 380.660
4.604.826 284.454 72.810 315.093
483.883 374.311 38.310 65.567
Totaal lasten 5202 5501 Apparaatskosten Beleidsontwikkeling Vergunningen Omgevingsdienst Groningen
949.638 5.388.833 4.026 1.916.357 1.132.734
2.151.310 2.077.442 9.710 358.155 0
1.150.545 1.387.267 9.710 233.938 4.473.023
672.357 1.035.746 7.460 201.784 4.473.023
478.188 351.521 2.250 32.154 0
Totaal lasten 5501 5502 Apparaatskosten Coordinatie Toezicht
8.441.950 4.251.459 -50 194.373
2.445.307 3.294.894 0 193.117
6.103.938 1.561.913 0 89.417
5.718.014 2.039.602 10.185 83.134
385.924 -477.689 -10.185 6.283
Totaal lasten 5502 5601 Apparaatskosten Algemeen
4.445.782 332.934 3.470
3.488.011 283.842 15.000
1.651.330 133.974 15.000
2.132.920 273.959 0
-481.590 -139.985 15.000
Totaal lasten 5601
336.404
298.842
148.974
273.959
-124.985
Totaal lasten thema Milieu 18.662.921 18.169.589 15.791.160 15.237.702
553.458
BATEN
rekening 2013
5003 Apparaatskosten Algemeen Beleidsontwikkeling Exploitatiesubsidies Mer Totaal baten 5003
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
0 0 0 25.467 8.623
0 0 0 0 0
0 0 0 100.000 0
0 0 0 269.625 455
0 0 0 169.625 455
34.090
0
100.000
270.080
170.080
Realisatie per productgroep
393
5201 Apparaatskosten Saneringen
0 43.544
0 0
0 0
0 90.907
0 90.907
Totaal baten 5201 5202 Apparaatskosten Beleidsontwikkeling Stortplaatsen
43.544 0 0 188.016
0 0 0 543.900
0 0 0 271.900
90.907 0 0 193.508
90.907 0 0 -78.392
Totaal baten 5202 5501 Apparaatskosten Beleidsontwikkeling Vergunningen Omgevingsdienst Groningen
188.016 0 0 320.071 0
543.900 0 0 212.986 0
271.900 0 0 558.660 0
193.508 0 0 1.187.062 0
-78.392 0 0 628.402 0
Totaal baten 5501 5502 Apparaatskosten Coordinatie Toezicht
320.071 0 -5.048 37.527
212.986 0 0 0
558.660 0 0 0
1.187.062 0 114.835 0
628.402 0 114.835 0
Totaal baten 5502 5601 Apparaatskosten Algemeen
32.479 0 1.100
0 0 10.000
0 0 10.000
114.835 0 2.500
114.835 0 -7.500
Totaal baten 5601
1.100
10.000
10.000
2.500
-7.500
Totaal baten thema Milieu
619.300
766.886
940.560
1.858.891
918.331
394
Realisatie per productgroep
Programma Schoon/Veilig Groningen, thema Risicobeleid/veiligheid LASTEN
rekening 2013
2001 Apparaatskosten Openbare Orde En Veiligheid Integraal Veiligheidsbeleid
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 776.968 1.153.166 742.344 62.416 55.730 55.730 546.305 618.877 842.038
rekening 2014
verschil
291.314 17.338 480.208
451.030 38.392 361.830
Totaal lasten 2001
1.385.689
1.827.773
1.640.112
788.861
851.251
Totaal lasten thema Risicobeleid/veiligheid
1.385.689
1.827.773
1.640.112
788.861
851.251
BATEN
rekening 2013
2001 Apparaatskosten Openbare Orde En Veiligheid Integraal Veiligheidsbeleid
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 16.411
0 0 16.411
Totaal baten 2001
0
0
0
16.411
16.411
Totaal baten thema Risicobeleid/veiligheid
0
0
0
16.411
16.411
Realisatie per productgroep
395
Programma Energiek Groningen, thema Energie en klimaat LASTEN
rekening 2013
5004 Energie en klimaat apparaatskosten Energie en klimaat
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
2.674.672 2.910.925
2.654.666 1.125.785
2.307.320 7.260.210
1.955.370 7.066.825
351.950 193.385
Totaal lasten 5004 9103 Apparaatskosten Techn. Infrastructuur Beleidsontwikkeling
5.585.596
3.780.451
9.567.530
9.022.195
545.335
480.843 0
551.812 0
651.074 424.000
723.420 408.213
-72.346 15.787
Totaal lasten 9103
480.843
551.812
1.075.074
1.131.633
-56.559
Totaal lasten thema Energie en klimaat
6.066.440
4.332.263 10.642.604 10.153.828
488.776
BATEN
rekening 2013
5004 Energie en klimaat apparaatskosten Energie en klimaat
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
0 347.450
0 0
0 0
0 3.673.043
0 3.673.043
Totaal baten 5004 9103 Apparaatskosten Techn. Infrastructuur Beleidsontwikkeling
347.450
0
0
3.673.043
3.673.043
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal baten 9103
0
0
0
0
0
Totaal baten thema Energie en klimaat
347.450
0
0
3.673.043
3.673.043
396
Realisatie per productgroep
Programma Gebiedsgericht, thema POP/Gebiedsgericht LASTEN
rekening 2013
9104 Apparaatskosten Beleidsontwikkeling Oost POP/Veenkoloniën Invest. Lauwersmeer/-oog ESFI
1.864.944 7.572.766 15.971 0 500.000
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 1.683.876 2.585.544 1.052.772 12.984.376 0 0 0 0 4.000.000 6.820.000
rekening 2014
verschil
1.849.083 8.957.918 0 0 238.500
736.461 4.026.458 0 0 6.581.500
Totaal lasten 9104
9.953.681
6.736.648 22.389.920 11.045.501 11.344.419
Totaal lasten thema POP/Gebiedsgericht
9.953.681
6.736.648 22.389.920 11.045.501 11.344.419
BATEN
rekening 2013
9104 Apparaatskosten Beleidsontwikkeling Oost POP/Veenkoloniën Invest. Lauwersmeer/-oog ESFI
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
0 16.655 12.301 186.619 0
0 0 0 0 0
0 0 0 176.390 0
0 18.000 0 195.512 0
Totaal baten 9104
215.575
0
176.390
213.512
0 18.000 0 19.122 0 0 37.122
Totaal baten thema POP/Gebiedsgericht
215.575
0
176.390
213.512
37.122
Realisatie per productgroep
397
Programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur, thema Sociaal beleid LASTEN
rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 435.082 513.346 1.012.300 1.012.300 0 0 0 0 0 0 0 0 34.100 34.100 0 0 146.925 250.000 724.000 1.016.598
8001 Apparaatskosten Ontwikkelingsinstituut Prjecten Overige (Incidentele) Initiatieven Gebieden Speerpunten Mondiale bewustwording Armoedebeleid Part.proj minder kansen Projectenbudget
388.600 1.040.000 4.538 -27.605 287.937 0 35.000 -28.016 280.493 252.508
Totaal lasten 8001 8005 Apparaatskosten Asielzoekers
2.233.455 60.828 69.569
2.352.407 17.359 88.300
Totaal lasten 8005 8101 Apparaatskosten Studiefonds
130.397 102.517 107.500
Totaal lasten 8101 8201 Apparaatskosten Sport Totaal lasten 8201 8602 Apparaatskosten Clienten en consumentenbeleid Maatschappelijke voorzieningen
rekening 2014
verschil
440.699 1.012.000 0 -1.229 -116.550 2.060 34.000 0 238.969 593.048
72.647 300 0 1.229 116.550 -2.060 100 0 11.031 423.550
2.826.344 20.482 88.300
2.202.998 26.780 66.485
623.346 -6.298 21.815
105.659 95.978 77.500
108.782 124.406 107.425
93.265 51.861 107.425
15.517 72.545 0
210.017 77.803 261.411
173.478 102.303 210.100
231.831 132.604 213.540
159.286 83.910 212.934
72.545 48.694 606
339.213 182.429 774.000
312.403 284.980 753.700
346.144 336.243 753.700
296.844 284.520 726.600
49.300 51.723 27.100
133.290 0 0
109.800 145.470 0
109.800 194.990 365.000
109.800 196.160 260.917
0 -1.170 104.083
Totaal lasten 8602 8701 Apparaatskosten Ouderenzorg Inv.fonds Wonen, Welzijn, Zorg
1.089.719 234.083 670.210 182.901
1.293.950 0 0 0
1.759.733 0 0 0
1.577.997 0 0 0
181.736 0 0 0
Totaal lasten 8701
1.087.193
0
0
0
0
Totaal lasten thema Sociaal beleid
5.089.994
4.237.897
5.272.834
4.330.391
942.443
Achtergestelde Lening De Hoven welzijn zorg kwetsb. gr Wonen
398
Realisatie per productgroep
BATEN
rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
8001 Apparaatskosten Ontwikkelingsinstituut Gebieden Mondiale bewustwording Part.proj minder kansen Projectenbudget
0 0 -12.462 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal baten 8001 8005 Apparaatskosten Asielzoekers
-12.462 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Totaal baten 8005 8101 Apparaatskosten Studiefonds
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Totaal baten 8101 8201 Apparaatskosten Sport
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Totaal baten 8201 8602 Apparaatskosten Clienten en consumentenbeleid Maatschappelijke voorzieningen Achtergestelde Lening De Wonen welzijn zorg kwetsb. gr
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 126.000 0
0 0 0 0 126.000 0
0 0 0 0 123.375 0
0 0 0 0 -2.625 0
Totaal baten 8602 8701 Apparaatskosten Ouderenzorg Inv.fonds Wonen, Welzijn, Zorg
0 0 139.125 0
126.000 0 0 0
126.000 0 0 0
123.375 0 0 0
-2.625 0 0 0
Totaal baten 8701
139.125
0
0
0
0
Totaal baten thema Sociaal beleid
126.663
126.000
126.000
123.375
-2.625
Realisatie per productgroep
399
Programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur, thema Jeugd LASTEN
rekening 2013
8102 Apparaatskosten Onderwijsbeleid
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 200.230 151.391 211.069 362.137 28.438 155.838
rekening 2014
verschil
159.797 122.914
51.272 32.924
Totaal lasten 8102 562.367 179.829 366.907 282.711 8801 Apparaatskosten 1.582.754 1.416.481 1.973.748 894.591 Financien Jeugdhulpverlening -27.170 306.989 190.000 584.827 Taken Bur. Jeugdz. Rijksmidd. 16.565.648 16.330.000 16.905.000 16.665.333 Zorgaanbod Rijksmiddelen 31.422.522 30.170.000 32.001.000 32.234.451
84.196 1.079.157 -394.827 239.667 -233.451
Totaal lasten 8801 49.543.754 48.223.470 51.069.748 50.379.203 8802 App.kst. Jongerenparticipatie 139.242 0 0 0 Jongerenparticiaptie 9.484 0 0 0
690.545 0 0
Totaal lasten 8802
0
0
Totaal lasten thema Jeugd 50.254.847 48.403.299 51.436.655 50.661.913
774.742
BATEN
148.726
rekening 2013
8102 Apparaatskosten Onderwijsbeleid
0
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
Totaal baten 8102 0 0 0 0 8801 Apparaatskosten 0 0 0 0 Financien Jeugdhulpverlening 257.641 0 0 424.546 Taken Bur. Jeugdz. Rijksmidd. 16.565.648 16.330.000 16.905.000 16.665.333 Zorgaanbod Rijksmiddelen 30.258.933 30.170.000 31.844.011 32.145.981
0 0 424.546 -239.667 301.970
Totaal baten 8801 47.082.222 46.500.000 48.749.011 49.235.860 8802 App.kst. Jongerenparticipatie 0 0 0 0 Jongerenparticiaptie 0 0 0 0
486.849 0 0
400
0
0 0
verschil
0 0
0
0 0
rekening 2014 0 0
Totaal baten 8802
0 0
0
0
0
Totaal baten thema Jeugd 47.082.222 46.500.000 48.749.011 49.235.860
486.849
Realisatie per productgroep
0
Programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur, thema Cultuur en media LASTEN
rekening 2013
8003 Apparaatskosten Regionale Omroep
30.539 8.932.000
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal lasten 8003 8320 App.kst. cultuurnota 2013-2016 Incidentele budgetten en website Steuninstellingen Uitvoerende instellingen Overige instrumenten Instellingen buiten de cultuurnota Cultuurfonds
8.962.539 1.686.182
0 1.298.890
0 1.622.532
0 1.788.901
0 -166.369
1.733.379
2.252.600
3.849.986
3.044.523
805.463
1.782.866 2.697.200 1.254.297
1.798.100 2.667.600 393.033
1.798.100 2.667.600 365.916
1.798.100 2.667.600 576.305
0 0 -210.389
182.000
132.000
192.000
192.000
0
0
0
125.000
125.000
0
Totaal lasten 8320 8401 Apparaatskosten Bibliotheek Middelen buiten cultuurnota
9.335.924 30.539 2.700.000 118.500
8.542.223 10.621.134 10.192.429 41.144 53.331 69.259 2.670.300 2.670.300 2.670.300 115.300 115.300 115.300
428.705 -15.928 0 0
Totaal lasten 8401
2.849.039
2.826.744
2.854.859
-15.928
Totaal lasten thema Cultuur en 21.147.501 11.368.967 13.460.065 13.047.288 media
412.777
BATEN
primitieve begroting 2014
rekening 2013
8003 Apparaatskosten Regionale Omroep
begroting 2014 na wijziging
primitieve begroting 2014
rekening 2014
2.838.931
begroting 2014 na wijziging
verschil
rekening 2014
verschil
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal baten 8003 8320 App.kst. cultuurnota 2013-2016 Incid. budgetten en website Steuninstellingen Uitvoerende instellingen Overige instrumenten Instellingen buiten de cultuurnota Cultuurfonds
0 0 0 0 0 277.742
0 0 0 0 0 112.133
0 0 0 0 0 107.423
0 0 6.363 0 0 271.623
0 0 6.363 0 0 164.200
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal baten 8320 8401 Apparaatskosten Bibliotheek Middelen buiten cultuurnota
277.742 0 0 0
112.133 0 0 0
107.423 0 91.628 0
277.987 0 91.628 0
0 0 170.564 0 0 0
Totaal baten 8401
0
0
91.628
91.628
0
Totaal baten thema Cultuur en media
277.742
112.133
199.051
369.615
170.564
Realisatie per productgroep
401
Programma Bestuur, thema Provinciale Staten LASTEN
rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 1.038.854 1.067.115 1.226.782
rekening 2014 1.137.041
89.741
1.404.195
1.565.778
1.549.211
1.456.585
92.626
Totaal lasten 1001
2.443.049
2.632.893
2.775.993
2.593.625
182.368
Totaal lasten thema Provinciale Staten
2.443.049
2.632.893
2.775.993
1001 Apparaatskosten Ondersteuning Provinciale Staten
BATEN
402
182.368 2.593.625
rekening 2013
1001 Apparaatskosten Ondersteuning Provinciale Staten
verschil
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal baten 1001
0
0
0
0
0
Totaal baten thema Provinciale Staten
0
0
0
0
0
Realisatie per productgroep
Programma Bestuur, thema Overige bestuursorganen LASTEN
rekening 2013
1101 Apparaatskosten Ondersteuning Gedeputeerde Staten
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 2.707.701 2.469.075 2.935.900
rekening 2014
verschil
3.416.040
-480.140
1.371.330
233.800
614.800
755.508
-140.708
Totaal lasten 1101 1201 App.kst. Kabinetszaken Secretariaat CDK
4.079.031 1.062.749 14.775
2.702.875 1.271.748 14.775
3.550.700 1.402.367 14.775
4.171.548 1.008.425 14.775
-620.848 393.942 0
Totaal lasten 1201
1.077.524
1.286.523
1.417.142
1.023.200
393.942
Totaal lasten thema Overige bestuursorganen
5.156.555
3.989.398
4.967.842
5.194.748
-226.906
BATEN
rekening 2013
1101 Apparaatskosten Ondersteuning Gedeputeerde Staten
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
0
0
0
0
4.231
0
141.872
134.827
Totaal baten 1101 1201 App.kst. Kabinetszaken Secretariaat CDK
4.231 0 0
0 0 0
141.872 0 0
134.827 0 0
-7.045 0 0
Totaal baten 1201
0
0
0
0
0
Totaal baten thema Overige bestuursorganen
4.231
0
141.872
134.827
-7.045
Realisatie per productgroep
0 -7.045
403
Programma Bestuur, thema Bestuurlijke samenwerking LASTEN
rekening 2013
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 416.495 165.392 187.592 386.286 457.702 561.007
rekening 2014 728.330 294.489
-540.738 266.518
Totaal lasten 1301 1401 Apparaatskosten Toezicht op gemeenschappelijke regelingen
802.782 519.150
623.094 458.587
748.599 520.135
1.022.819 552.171
-274.220 -32.036
0
180
180
418
-238
Totaal lasten 1401 1501 Apparaatskosten Cie rechtsbescherming / nationale ombudsman Archieftoezicht Interbestuurlijk toezicht (IBT)
519.150 1.390.193
458.767 1.720.216
520.315 1.951.091
552.590 1.386.697
-32.275 564.394
15.583
14.691
18.691
17.614
1.077
453.824 444
447.730 15.700
460.830 31.695
460.842 9.081
-12 22.614
Totaal lasten 1501 1601 Apparaatskosten Ipo Snn Nhi/Europa Bann
1.860.044 438.772 593.810 523.772 70.756 0
2.198.337 165.392 571.825 514.467 79.225 4.012
2.462.307 257.473 521.568 535.666 79.225 0
1.874.234 377.819 534.727 543.747 45.995 0
588.073 -120.346 -13.159 -8.081 33.230 0
Totaal lasten 1601
1.627.110
1.330.909
1.393.932
1.502.288
-108.356
Totaal lasten thema Bestuurlijke samenwerking
4.809.085
4.611.107
5.125.153
4.951.931
173.222
1301 Apparaatskosten Bestuurlijke Organisatie
BATEN
rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
verschil
rekening 2014
verschil
1301 Apparaatskosten Bestuurlijke Organisatie
0 26.920
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal baten 1301 1401 Apparaatskosten Toezicht op gemeenschappelijke regelingen
26.920 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
Totaal baten 1401 1501 Apparaatskosten Cie rechtsbescherming / nationale ombudsman
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
404
Realisatie per productgroep
45.764 0
47.288 0
45.209 0
45.209 0
0 0
Totaal baten 1501 1601 Apparaatskosten Ipo Snn Nhi/Europa Bann
45.764 0 0 0 0 0
47.288 0 0 0 0 0
45.209 0 70.384 0 0 0
45.209 0 67.500 0 0 0
0 0 -2.884 0 0 0
Totaal baten 1601
0
0
70.384
67.500
-2.884
Totaal baten thema Bestuurlijke samenwerking
72.684
47.288
115.593
112.709
-2.884
Archieftoezicht Interbestuurlijk toezicht (IBT)
Realisatie per productgroep
405
Programma Bestuur, thema Communicatie LASTEN
rekening 2013
1603 Apparaatskosten Communicatie Beleidsvoorlichting Publieksvoorlichting
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
2.697.553
2.342.897
2.657.334
2.801.378
-144.044
240.548 222.341
339.340 287.200
339.340 287.200
268.985 222.493
70.355 64.707
Totaal lasten 1603 1604 Apparaatskosten Grote En Middenevenementen Relatiemanagement Groningen Promotie
3.160.441 208.590 514.489 201.705 91.200
2.969.437 183.391 454.630 162.800 91.200
3.283.874 220.369 856.352 162.800 91.200
3.292.856 239.774 367.547 132.138 91.200
-8.982 -19.405 488.805 30.662 0
Totaal lasten 1604
1.015.984
892.021
1.330.721
830.659
500.062
Totaal lasten thema Communicatie
4.176.425
3.861.458
4.614.595
4.123.515
491.080
BATEN
rekening 2013
1603 Apparaatskosten Communicatie Beleidsvoorlichting Publieksvoorlichting
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
0
0
0
0
0
0 0
0 1.300
0 1.300
0 0
0 -1.300
Totaal baten 1603 1604 Apparaatskosten Grote En Middenevenementen Relatiemanagement Groningen Promotie
0 0 0 0 0
1.300 0 0 0 0
1.300 0 0 0 0
0 0 0 0 0
-1.300 0 0 0 0
Totaal baten 1604
0
0
0
0
0
Totaal baten thema Communicatie
0
1.300
1.300
0
-1.300
406
Realisatie per productgroep
Programma Bedrijfsvoering, thema Bedrijfsvoering LASTEN
rekening 2013
1602 Apparaatskosten Huidig personeel Inactief personeel
primitieve begroting begroting 2014 na 2014 wijziging 114.144 4.219 255.956 71.255 89.380 211.180 6.980 6.360 6.360
rekening 2014
verschil
34.006 65.148 4.295
221.950 146.032 2.065
Totaal lasten 1602 1701 Apparaatskosten Diensten voor SNN Diensten voor Commissie Bodemdaling Diensten voor de Regiovisie Diensten voor de EDR Diensten P.B. Cultuurfonds Diensten voor ODG Overige diensten voor derden
192.380 2.026.299 266.649
99.959 247.304 69.710
473.496 483.198 75.448
103.449 2.787.511 77.675
370.047 -2.304.313 -2.227
408.111
428.039
476.110
383.551
92.559
767.511 67.930 137.724 956.721 0
693.569 65.218 120.801 0 0
711.511 16.499 137.010 248.481 50.000
660.393 16.133 159.164 1.126.462 203.393
51.118 366 -22.154 -877.981 -153.393
Totaal lasten 1701 1702 Apparaatskosten Verhuur van gebouwen
4.630.945 297.441 0
1.624.641 233.604 0
2.198.257 246.885 0
5.414.282 260.678 67.622
-3.216.025 -13.793 -67.622
Totaal lasten 1702 1703 Apparaatskosten Directe kn vast onderhoud HVW Varend bedrijf HVW Rijk Bediening HVW Rijk
297.441 0
233.604 0
246.885 4.903.059
328.300 4.607.841
-81.415 295.218
0
0
1.097.630
1.086.552
11.078
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal lasten 1703 1799 Betalingsverschillen Diverse lasten en baten Afwikkeling voorgaande jaren
0 2 -3.112 69.699
0 0 0 0
6.000.689 0 0 0
5.694.394 0 120 -304.559
306.295 0 -120 304.559
Totaal lasten 1799
66.589
0
0
-304.439
304.439
Totaal lasten thema Bedrijfsvoering
5.187.354
1.958.204
8.919.327 11.235.986
-2.316.659
BATEN
rekening 2013
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
1602 Apparaatskosten Huidig personeel Inactief personeel
0 2.647.814 0
0 1.247.429 0
0 102.975 0
0 140.208 0
0 37.233 0
Totaal baten 1602 1701 Apparaatskosten Diensten voor SNN Diensten voor Commissie Bodemdaling
2.647.814 0 166.137
1.247.429 0 75.800
102.975 0 78.282
140.208 0 77.494
37.233 0 -788
409.392
283.240
279.147
345.852
66.705
Realisatie per productgroep
rekening 2014
verschil
407
Diensten voor de Regiovisie Diensten voor de EDR Diensten P.B. Cultuurfonds Diensten voor ODG Overige diensten voor derden
787.560 72.341 10.121 901.721 1.555.167
744.068 69.878 10.000 0 258.591
658.016 16.619 10.000 343.821 1.202.940
633.348 18.164 10.529 850.851 1.922.202
-24.668 1.545 529 507.030 719.262
Totaal baten 1701 1702 Apparaatskosten Verhuur van gebouwen
3.902.440 0 52.342
1.441.577 0 66.000
2.588.825 0 66.000
3.858.439 0 60.839
1.269.614 0 -5.161
Totaal baten 1702 1703 Apparaatskosten Directe kosten vast onderhoud HVW Varend bedrijf HVW Rijk Bediening HVW Rijk
52.342 0
66.000 0
66.000 0
60.839 0
-5.161 0
0
0
2.910.324
2.922.926
12.602
0 0
0 0
125.000 3.035.923
325.002 3.595.954
200.002 560.031
Totaal baten 1703 1799 Betalingsverschillen Diverse lasten en baten Afwikkeling voorgaande jaren
0 79 0 116.031
0 0 0 0
6.071.247 0 0 0
6.843.883 111 1.566 26.710
772.636 111 1.566 26.710
Totaal baten 1799
116.110
0
0
28.388
28.388
Totaal baten thema Bedrijfsvoering
6.718.706
2.755.006
8.829.047 10.931.757
2.102.710
408
Realisatie per productgroep
Programma Overzicht Algemene dekkingsmiddelen LASTEN
rekening 2013
0010 Rente kortlopende financieringsmiddelen Rente en kosten bankinstellingen Rente rekeningen-courant instellingen Rente en kosten Rijk Doorbetaalde rente rijksmiddelen Overige rentelasten/-baten Rente kortgeld i.v.m. financieringsoverschot
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
3.844
0
0
8.531
-8.531
14.616
12.000
12.000
10.987
1.013
1.733.034
1.626.423
899.755
530.145
369.610
0
0
0
0
0
2.123.323
1.775.893
772.283
803.996
-31.713
43.185
1.000
1.000
21
979
2.888.090
2.401.118
889.641
691.924
197.717
6.806.093
5.816.434
2.574.679
2.045.604
529.075
18.472.886
15.731.500
20.958.790
21.308.568
-349.778
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal lasten 0110 0200 Provinciefonds BTW-Compensatiefonds
18.472.886 0 0
15.731.500 0 0
20.958.790 0 0
21.308.568 0 0
-349.778 0 0
Totaal lasten 0200 0310 Motorrijtuigenbelasting
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal lasten 0310 0410 Beleggingen
0 36.266
0 29.720
0 39.830
0 40.070
0 -240
Totaal lasten 0410 0500 Onvoorzien
36.266 0
29.720 526.745
39.830 215.400
40.070 0
-240 215.400
Totaal lasten 0500 0600 Apparaatskosten in de loop van het jaar
0
526.745
215.400
0
215.400
0
2.232.832
2.549.798
0
2.549.798
Totaal lasten 0600 0 0800 Mutaties reserves 158.421.368
2.232.832 11.845.938
2.549.798 0 2.549.798 63.093.600 125.197.486 -62.103.886
Totaal lasten 0800 158.421.368
11.845.938
63.093.600 125.197.486 -62.103.886
Totaal lasten Overzicht 183.736.613 Algemene dekkingsmiddelen
36.183.169
89.432.097 148.591.728 -59.159.631
Totaal lasten 0010 0110 Overige rentelasten/-baten beleggingen Rente beleggingen nazorg Bespaarde rente
Realisatie per productgroep
409
BATEN
rekening 2013
0010 Rente kortlopende financieringsmiddelen Rente en kosten bankinstellingen Rente rekening-courant instellingen Rente en kosten Rijk Doorbetaalde rente rijksmiddelen Overige rentelasten/-baten Rente kortgeld i.v.m. financieringstekort
primitieve begroting 2014
begroting 2014 na wijziging
rekening 2014
verschil
4.858.969
4.384.838
1.280.135
497.922
-782.213
17.469
42.076
6.500
30
-6.470
1.552.686
1.790.983
1.603.718
1.518.996
-84.722
35.245
0
0
698.980
698.980
403
0
0
0
0
43.511
0
0
4.565
4.565
0
0
0
0
0
6.508.283
6.217.897
2.890.353
2.720.493
-169.860
6.237.773
7.335.663
7.400.352
7.273.289
-127.063
67.241 34.842.963
93.268 29.613.832
109.125 34.086.874
5.941 34.086.874
-103.184 0
Totaal baten 0110 41.147.977 0200 Provinciefonds 110.537.685 BTW-Compensatiefonds 154.529
37.042.763 41.596.351 41.366.104 80.371.300 102.509.900 104.271.941 0 0 267.889
-230.247 1.762.041 267.889
Totaal baten 0200 110.692.214 0310 Motorrijtuigenbelasting 47.572.575
80.371.300 102.509.900 104.539.830 51.243.100 50.925.500 52.155.896
2.029.930 1.230.396
Totaal baten 0310 0410 Beleggingen
47.572.575 112.275
51.243.100 50.150
50.925.500 95.718
52.155.896 95.720
1.230.396 2
Totaal baten 0410 0500 Onvoorzien
112.275 0
50.150 454.000
95.718 454.000
95.720 0
2 -454.000
Totaal baten 0500 0600 Apparaatskosten in de loop van het jaar
0
454.000
454.000
0
-454.000
0
0
0
0
0
Totaal baten 0010 0110 Overige rentelasten/-baten beleggingen Rente beleggingen nazorg Bespaarde rente
Totaal baten 0600 0 0800 Mutaties reserves 173.848.390
0 0 0 0 14.822.692 170.640.275 148.697.896 -21.942.379
Totaal baten 0800 173.848.390
14.822.692 170.640.275 148.697.896 -21.942.379
Totaal baten Overzicht 379.881.714 190.201.902 369.112.097 349.575.940 -19.536.157 Algemene dekkingsmiddelen
410
Realisatie per productgroep
Single Information Single Audit 2014 I&M
E27
Brede doeluitkering verkeer en vervoer
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Eindsaldo/-reservering (jaar T-1) Rentebaten (jaar T) Ontvangen BDU-bijdrage V&W Terugbetaling door derden Besteding (jaar T) (jaar T) vanuit BDU-bijdrage verstrekte middelen in (jaar T) Aard controle R Indicatornummer: E27 / 01
Wet BDU Verkeer en Vervoer (art. 10)
€ 105.524.197 Eindsaldo/-reservering (jaar T)
Provincies en stadsregio's (Wgr+)
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 02
€0
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 03
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 04
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 05
Correctie over besteding (T1) Aard controle R Indicatornummer: E27 / 06
€ 66.936.692
€ 371.753
€ 68.587.488
€0
Dotatie rijk in (jaar T)
Rentebaten (jaar T)
Besteding (jaar T) uit het Eindsaldo (jaar T) fonds (onderscheid herkomst middelen niet nodig)
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 07
€ 104.245.154 Individuele bestedingen (jaar T) Individuele bestedingen (jaar T) die meer dan 20% van de die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen totaal ontvangen BDU bedragen Omschrijving
Bedrag
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27 / 08
I&M
E28
Regionale mobiliteitsfondsen
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 09
1 OV-Bureau Groningen-Drenthe € 39.017.977 2 Arriva Openbaar Vervoer NV € 15.827.397 Eindsaldo (jaar T-1) Dotatie regio in (jaar T)
Besluit Infrastructuurfonds
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 01
Provincies en Wgr+ regio’s
€ 11.896.737 Eindverantwoording Ja/Nee
Regionale mobiliteitsfondsen (Zuiderzeelijn) SiSa tussen medeoverheden
Nee Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 02
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 03
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 04
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 05
€0
€0
-€ 20.011
€ 4.866.480
Gerealiseerd Ja/Nee
Besteding (jaar T) ten laste van SNN
Overige bestedingen (jaar T)
Te verrekenen met SNN
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 06
€ 7.010.245
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28 / 07
I&M
E28B
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28B / 01
Beschikking of 1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6 EZ
Aard controle R Indicatornummer: E28B / 02
UP-10-03051 UP-10-21308 UP-11-15069 UP-12-06691 UP-13-10543
Nee Nee Nee Nee Nee
Kopie beschikkingsnummer
Toelichting
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28B / 06 UP-10-03051 UP-10-21308 UP-11-15069 UP-12-06691 UP-13-10543
Aard controle R Indicatornummer: E28B / 03
€ 5.249.726 €0 €0 €0 €0
Aard controle R Indicatornummer: E28B / 04
Aard controle R Indicatornummer: E28B / 05
€0 €0 €0 €0 €0
€0 €0 €0 €0 €0
Aantal voogdij (jaar T-1)
Aantal jeugdreclassering (jaar T-1)
Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28B / 07
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28B / 08
Nee Nee Nee Nee Nee
F3
Verzameluitkering EZ
H8
Indicatornummer: F3 / 01 Regeling verzameluitkering € 100.000 Doeluitkering jeugdzorg Aantal Onder toezichtstelling Aantal OTS (jaar T-1), overig (Bureau Jeugdzorg + (OTS), (jaar T-1) Zorgkosten Jeugdzorg)
Besteding (jaar T) Aard controle R
VWS
Aantal voorlopige voogdij (jaar T-1)
Aantal samenloop (jaar T-1)
Wet op de jeugdzorg (art. 37) en Regeling bekostiging jeugdzorg 2009 Provincies en stadsregio’s (Wgr+) Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 01
140 Aantal Individuele Traject Begeleiding (jaar T-1) (ITB), harde kern
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 02
316 Aantal ITB (jaar T-1), Criem
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 07
60 Aantal aanmeldingen (jaar T-1) aan het LBIO door bureau jeugdzorg
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 08
32 Aantal afmeldingen (jaar T-1) aan het LBIO door bureau jeugdzorg
Aard controle D2 Indicatornummer: H8 / 13
251
Aard controle D2 Indicatornummer: H8 / 14
205
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 03
0 Aantal scholing- en trainingsprogramma's (STP) (jaar T-1)
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 04
255 Besteding (jaar T) aan stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt -deel justitietaken
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 09
0 Omvang egalisatiereserve jeugdzorg per 31 december (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: H8 / 10
€ 7.681.576 Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: H8 / 15
€ 51.997
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 05
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 06
324 19 Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) aan stichting, die een bureau zorgaanbod jeugdzorg in stand houdt deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg Aard controle R Indicatornummer: H8 / 11
€ 9.723.039
Aard controle R Indicatornummer: H8 / 12
€ 31.385.186
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: H8 / 16
Nee
Single information Single Audit 2014
411
Overzicht Nieuw beleid 2014 Productgroepnummer
Omschrijving
Begroting 2014 Integrale Bijstelling 2013
1e w ijz.
Overboeking kredieten 2013-2014
Voorjaarsnota 2014
Integrale Bijstelling 2014
2e w ijz.
4e/5e w ijz.
6e/7e w ijz.
1. Leven en wonen in Groningen 9101
Wonen en leefbaarheid Uitvoering overheveling bouw blokken-op-maatmethode
144.879
2. Ondernemend Groningen 7003 7103 7103 7103 7103 7109 7109
Bedrijvigheid Bijdrage Marketing Groningen Grensoverschrijdende w erkgelegenheid (amendement A.9) Mobiliteitscentrum Aldel Aanvulling tekorten arbeidsmarktbeleid Toegang jongeren tot de arbeidsmarkt Innovatie en duurzaamheid (amendement A.1) Gasw inning Spoor 4
18.300 50.000 750.000 450.000 200.000
-175.000
1.200.000 6.500.000
3. Bereikbaar Groningen 3001 3101 3102, 3104, 3303 en 3306 3301 3402 3402
Mobiliteit en infrastructuur Programmakosten RSP Bijdrage uitbreiding P+R A28/Haren
150.000
Areaalw ijzigingen Versnelde afschrijving restantboekw aarden hoofdkanalen Herschikking jaarschijven internationale OV-verbindingen Onderzoek verduurzaming openbaar vervoer
-50.000 78.800
16.263 984.512 35.000 225.000
4. Karakteristiek Groningen 6207 7303 7303
PLG Stichting Werkgroep Grauw e Kiekendief Herschikking jaarschijven cofinanciering project Spaarw ater Agro-agenda Noord-Nederland / Agenda voor de Veenkoloniën
90.000 10.000 180.000
5. Schoon/veilig Groningen 4001 4101
Water Herschikking jaarschijven cofinanciering project Spaarw ater Kosten beheer en onderhoud project Van Turfvaart naar Toervaart
5003 5501 5501 5501 5502 5502
Milieu Verhoging budget MER-adviezen Invoering Omgevingsdienst Groningen (structurele en incidentele kosten) Wabo advertentiekosten en legesopbrengsten Procesondersteuning vergunningverlening Verhoging budget luchtmetingen Klachtenafhandeling Groningen Airport Eelde
20.000 34.653
30.000 7.157.585 36.700
-2.694.153 10.000 10.000 18.000
6. Energiek Groningen 5004 5004 5004 9103
Energie en klim aat Stimuleren rijden op groen gas (amendement A.5) Verduurzaming gebouw de omgeving (amendement A.7) Ecologie en economie in balans Windenergie op land
400.000 125.000 50.000 394.000
30.000
7. Gebiedsgericht 9104
POP/Gebiedsgericht Programma Lauw ersmeer/Lauw ersoog
212.000
8. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 8001 8101
Sociaal beleid Stimulering burgerinitiatieven en armoedebestrijding (amendement A.8) Herschikking jaarschijven studiefonds - gratis OV voor MBO
125.000 8.000
8320
Cultuur en m edia Cultuurfonds in samenw erking met private partijen (amendement A.6)
125.000
412
Overzicht nieuw beleid 2014
-212.000
Budget 2014
Besteed t/m 31-12-2014
Nog te betalen Toegevoegd aan per 31-12-2014 (bestemmings-) reserves en voorzieningen
144.879
144.879
18.300 50.000 750.000 450.000 25.000 1.200.000 6.500.000
18.300 15.000 150.000 95.179
100.000 78.800
67.103
16.263 984.512 35.000 225.000
16.263 984.512 32.259,00 11.750
90.000 10.000 180.000
90.000 10.000 78.008
20.000 34.653
20.000
30.000 4.463.432 36.700 10.000 10.000 18.000
22.920 4.345.462 36.700 10.000 10.000
400.000 125.000 50.000 424.000
283.615
1.421
353.322
54.891
125.000 8.000
77.359 3.260
25.000 4.740
125.000
125.000
Niet onttrokken aan (bestemmings-) reserves
Overboeking naar 2015
Vrijval per 31-12-2014
35.000 600.000 330.666 25.000
24.155 1.200.000 6.500.000
32.897 78.800
2.741 42.650
170.600
101.992
29.472
5.181
1.226 117.970
5.854
18.000
114.964 125.000 50.000 15.787
0
10.000
Overzicht nieuw beleid 2014
12.641
413
Productgroepnummer
Omschrijving
Begroting 2014 Integrale Bijstelling 2013
1e w ijz.
Overboeking kredieten 2013-2014
Voorjaarsnota 2014
Integrale Bijstelling 2014
2e w ijz.
4e/5e w ijz.
6e/7e w ijz.
9. Bestuur Provinciale Staten
1101 1101 1101 1101
Overige bestuursorganen Financiering APPA pensioenen Dialoogtafel Groningen (gasw inning) Deskundige advisering Advisering dossier gasw inning
1301 1501 1501 1601 1601
Bestuurlijke sam enw erking Gemeentelijke herindeling Commissie rechtsbescherming RHC Groninger Archieven Aanpassing begroting SNN Verhoging budget IPO-flexpool
100.000 207.000 49.000 25.000
400.000
100.000 4.000 13.100 21.199 5.892
Bedrijfsvoering 1701
Voorfinanciering kosten Economic Board
50.000
0. Algemene dekkingsmiddelen 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0800 0800
Traineeproject Formatie krimp (1,8 fte) Formatie klimaatadaptatie Formatie w indenergie op land Financiering APPA pensioenen Knelpunt aanvaard beleid - accres ICT-budgetten Tijdelijke krachten zw emw aterkw aliteit Gasw inning - kosten personele vervanging Personele capaciteit ECP Aansprakelijkheidsverzekering Verhoging w eerstandsvermogen i.v.m. risico revolving fund MKB Ongedaan maken beroep op stamkapitaal
25.000 164.557 59.000
Totaal
648.557
11.063.397
8.618.211
-136.950
166.000 126.600 47.300 9.760 188.000 135.000 20.000 1.000.000 1.811.295 0
7.765.669
1.987.619
Dekking Bezuinigingen VJN 2013 Bezuinigingen VJN 2014 Dakfonds MKB t.b.v. gasw inning Spoor 4 Flexibel budget 2014 Sectorale kredieten Provinciefonds Reserve RSP Totaal
414
-7.969.654
648.557
6.734.441 2.000.000 201.984 1.000.000 -2.532.756 362.000
11.200.347
11.063.397
Overzicht nieuw beleid 2014
0
7.765.669
2.249.619
-262.000 1.987.619
Budget 2014
Besteed t/m 31-12-2014
Nog te betalen Toegevoegd aan per 31-12-2014 (bestemmings-) reserves en voorzieningen
100.000 207.000 49.000 25.000
154.132 46.719 493
500.000 4.000 13.100 21.199 5.892
196.039 3.582 13.100 21.199 5.892
50.000
50.000
25.000 164.557 59.000 166.000 126.600 47.300 9.760 188.000 135.000 20.000 1.000.000 1.811.295
5.446 164.557 59.000 166.000
21.465.242
8.129.880
1.374.780
3.297.069
8.481.261 6.734.441 2.000.000 5.682.296 1.000.000 -2.532.756 100.000
4.272.932 3.392.869
585.110 464.599
932.244 740.237
2.862.790
392.013
624.587 1.000.000
-2.465.814 67.103
-66.942
21.465.242
8.129.880
1.374.780
Niet onttrokken aan (bestemmings-) reserves
Overboeking naar 2015
Vrijval per 31-12-2014
100.000 52.868 2.281 582
23.925
44.362
259.599 418
19.554
126.600 47.300 9.760 30.818 135.000 19.951
157.182 49 1.000.000 1.811.295 32.897
8.581.897
48.719
2.671.203 2.121.036 2.000.000 1.789.659
19.772 15.700
8.581.897
48.719
13.247
0
32.897 3.297.069
32.897
Overzicht nieuw beleid 2014
415
416
Overzicht nieuw beleid 2014
Voortgangsrapportage Provinciale Meefinanciering In 2007 is het Fonds Provinciale Meefinanciering opgericht. Dit fonds biedt de provincie de mogelijkheid om mee te financieren in belangrijke economisch structuurversterkende projecten. Zo is de afgelopen jaren mee geïnvesteerd in projecten als Woodspirit, LifeLines, CCC en IJkdijk. Ook speelt het fonds een cruciale rol bij de financiering van het Innovatief Actieprogramma Groningen, de cofinanciering van Waddenfondsprojecten en toeristische projecten als Kiek over Diek en toeristische infrastructuur rond de Blauwe Stad. Sinds 2007 is vanuit het fonds aan 153 projecten in totaal een bijdrage van ruim € 62 miljoen subsidie toegekend. Dit bedrag is vanuit andere fondsen/overheden met € 255 miljoen opgehoogd. De bijdrage van projecteigenaren en overige investeerders bedraagt € 440 miljoen. De inzet van deze € 62 miljoen zorgt aldus voor een totale investering van € 757 miljoen in de Groninger economie. Naar verwachting zullen door de projecten in totaal ruim 6000 arbeidsplaatsen worden gecreëerd. Het betreft ca. 1100 directe en 4900 indirecte arbeidsplaatsen. Het fonds vormt hiermee een essentiële en onmisbare schakel in de structuurversterking van de Groninger economie. De komende jaren staan we voor meerdere uitdagingen. We zitten in een langdurige economische krimp en er zijn minder rijks- en Europese middelen beschikbaar voor economische structuurversterking in het Noorden. Om dezelfde effecten te behouden dienen de jaarlijks beschikbare middelen voor het fonds minimaal gelijk te blijven en zullen we meer tijd en middelen investeren in het koppelen van Groninger projecten aan Horizon 2020 en andere, nieuwe Europese fondsen. Daarnaast wordt door de opzet van een revolverend fonds, samen met andere partijen het financieren van innovaties door het noordelijke mkb naar een hoger plan getild.
Inleiding Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2007 hebben Provinciale Staten extra cofinancieringsmiddelen beschikbaar gesteld voor meefinanciering van ruimtelijk-economische projecten. In dit kader is voor Provinciale Meefinanciering € 47,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode tot en met 2011. Voor de periode 2012 t/m 2015 in totaal € 32 miljoen beschikbaar. Bij motie hebben Provinciale Staten in hun vergadering van 17 september 2008 gevraagd om: Het vaststellen van een beleidsnota waarin wordt vastgelegd hoe PS uitwerking geven aan haar ruimtelijk-economische stimuleringstaak; In deze nota aan te geven hoe de te besteden (cofinancierings)middelen bijdragen aan de beleidsdoelen die Provinciale Staten in hun programmabegroting hebben vastgesteld; Jaarlijks informatie te verstrekken over projecten, die onder andere in SNN-verband zijn afgesloten en die mee door de provincie Groningen worden gefinancierd en waarbij wordt aangegeven hoe het uitgevoerde project heeft bijgedragen aan het bereiken van de gestelde beleidsdoelen (o.a. gerealiseerde private cofinanciering en het werkgelegenheidseffect). Op 18 mei 2009 hebben wij onze reactie gegeven op de motie. Hierbij is toegezegd om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van het fonds en de vanuit Groningen gecommitteerde projecten voor Koers Noord, OP EFRO, Interreg, Waddenfonds etc. waaraan ook een bijdrage uit het fonds is toegekend. Met deze rapportage over de stand van zaken per 31 december 2014 geven wij invulling aan de toezegging. In deze voortgangsrapportage wordt niet ingegaan op de gerealiseerde effecten van de afgeronde individuele projecten, maar wordt de nadruk gelegd op de projectomvang, verstrekte subsidies, sectoren waaraan de subsidies zijn toegekend en de verwachte effecten. De daadwerkelijke effecten van het totale provinciale economische beleid (waar provinciale meefinanciering een onderdeel van is) zullen worden gemeten door periodiek de economische ontwikkeling van Groningen te vergelijken met de economische ontwikkeling van Nederland.
Voortgangsrapportage Provinciale Meefinanciering
417
Opzet en werkwijze fonds Het doel van het provinciaal ruimtelijk-economisch stimuleringsbeleid is het realiseren van een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid. Uitgangspunt daarbij is dat dit plaatsvindt in combinatie met het behoud of het verbeteren van de fysieke (leef)omgeving. Met betrekking tot de invulling van het stimuleringsbeleid wordt een voorkeur uitgesproken voor projecten met een aantoonbare spin-off richting het regionale mkb, voor projecten die bijdragen aan de regionale kennisinfrastructuur of voor projecten die bijdragen aan de versterking van de kwaliteit van het landelijk gebied. Met name de noordelijke subsidieprogramma's Koers Noord, het OP EFRO en de SNN Tender Transitie Pieken II bieden mogelijkheden om op deze punten te stimuleren met subsidiebijdragen aan concrete projecten. Voor veel van deze projecten wordt er provinciale cofinanciering aangewend om de financiering van deze projecten sluitend te maken. Op programmaniveau is een minimum bijdrage uit de regio verplicht, op projectniveau geldt dit niet altijd. Projecten die het best passen binnen de provinciale beleidsdoelen en voldoen aan onderstaande criteria komen met voorrang in aanmerking voor financiering uit het fonds. CRITERIA: - Effectiviteit: Voor Koers Noord en het OP EFRO moet het in beginsel gaan om structuurversterkende projecten met spin off voor het mkb, voor de kennisinfrastructuur of voor projecten die bijdragen aan de versterking van de kwaliteit van het landelijk gebied. Prioritair zijn projecten in de sectoren Energie, Life Sciences / Nanotechnologie en Sensortechnologie en daarnaast ook de Chemie sector in Delfzijl, ICT, Agribusiness, Scheepsbouw en Toerisme. - Value for money: Projecten moeten in de verhouding tussen effecten en kosten voldoende rendement ('value for money') opleveren. Hierbij wordt ook gelet op de relatie tussen private investeringen en publieke uitgaven. Deze laatste verhouding zegt iets over de mate waarin met publieke middelen investeringen in de markt uitgelokt kunnen worden en zegt tevens iets over de bereidheid en acceptatie van projecten in de markt. - Kostenefficiency: Het project moet doelmatig van opzet zijn en reëel van begroting. De projectopzet moet geen overbodige of onnodige onderdelen bevatten etc. - Marktfalen: Hierbij gaat het erom dat het te subsidiëren project zonder provinciale (co)financiering niet rond kan komen. - Risico’s: Hierbij wordt gelet op de eventuele risico’s oftewel de levensvatbaarheid van het project, dit om te voorkomen dat wordt geïnvesteerd in een project met geen of te weinig rendement. - Legitimiteit: Hierbij gaat het om de vraag naar de legitimiteit van een provinciale bijdrage in relatie tot de eigen bijdrage van de initiatiefnemer. - Overige: Projecten moeten van voldoende bestuurlijk belang zijn, uitvoeringsgereed zijn en de totale projectkosten moeten minimaal € 100.000 bedragen teneinde een substantieel effect te kunnen sorteren. Bovenstaande criteria bieden in de praktijk voldoende sturingsmogelijkheden om selectief en gedoseerd bij te dragen aan projecten.
Voortgang Totaal overzicht De beschikbare middelen voor het fonds vanaf 2007 tot en met 2014 bedragen (na bezuinigingen, kosten van het revolverend instrumentarium en middelen voor formatieve inzet) € 67,1 miljoen. Het fonds is onderverdeeld in vier compartimenten. Compartiment A is bedoeld voor projecten die worden gefinancierd door o.a. het Koers Noord en EFRO. Compartiment B betreft de projecten die worden gefinancierd vanuit Interreg, Europees visserijfonds, EU POP en het Waddenfonds. Compartiment C betreft projecten van bijzonder bestuurlijk belang die zonder provinciale cofinanciering niet van de grond komen. Compartiment D betreft procesgeld. Deze middelen (totaalbudget € 1,3 miljoen) worden selectief ingezet om veelbelovende projectideeën uit te laten werken tot subsidiabele projectvoorstellen.
418
Voortgangsrapportage Provinciale Meefinanciering
In onderstaande tabel wordt weergegeven hoeveel subsidie er eind 2014 vanuit het fonds is verleend en ten laste van welke compartimenten. Opgenomen zijn de projecten waaraan een bijdrage uit het fonds is verleend en waarvan een bijdrage is toegezegd door, of in behandeling is bij, het bijbehorende subsidieprogramma. Compartiment
Aantal toekenningen
Projectkosten
Toegekend subsidiebedrag
Provinciale meefinanciering
92 51 10 153
€ 511.194.059 € 216.224.412 € 29.600.000 € 757.018.471
€ 157.708.658 € 90.962.945 € 6.350.000 € 255.021.603
€ 46.655.824 € 11.972.819 € 3.403.715 € 62.032.357
A B C Totaal
Vanuit het fonds is aan 153 projecten in totaal een bijdrage van € 62.032.357 subsidie uit het fonds toegekend. Uit de andere fondsen (zoals Koers Noord, OP-EFRO, Interreg, Europees visserijfonds en het Waddenfonds) is € 255.021.603 subsidie aan deze projecten toegekend. De bijdrage van projecteigenaren en overige investeerders bedraagt € 439.964.511. De totale projectkosten bedragen € 757.018.471. Het merendeel van de provinciale meefinanciering geschiedt ten behoeve van projecten uit compartiment A. Dit is conform de uitgangspunten van het fonds. Onderstaand overzicht geeft de gerealiseerde subsidieverleningen uit het fonds weer. Compartiment
Gerealiseerde subsidieverleningen t/m 2014
A B C Totaal
€ 46.655.824 € 11.797.639 € 3.403.715 € 62.032.357
De totaal toegekende subsidies zijn eind 2014 ca. € 4 miljoen lager dan verwacht. Dit komt omdat een aantal in 2014 ingediende subsidieaanvragen in 2015 een bijdrage uit het fonds ontvangen (totaal ca. € 6 miljoen) en niet in dit overzicht zijn opgenomen. Verdeling per compartiment en naar sectoren Compartiment A Zoals in de programmabegroting van 2009 is aangegeven, zal de provincie Groningen zich bij projectverwerving en het meefinancieren van projecten uit compartiment A van het fonds bij voorkeur richten op projecten in de sectoren Energie, LifeScience en Sensortechnologie. Daarnaast zijn de chemiesector in Delfzijl, de ICT-sector, Agribusiness, Scheepsbouw en Toerisme belangrijke speerpunten. De speerpunten in het POP 2009-2013 sluiten hierop aan. Eveneens bouwt dit voort op de keuzes uit de Beleidsagenda 'Werken aan economische groei'. Compartiment A van het fonds is bedoeld voor de medefinanciering van projecten die passen binnen o.m. het Koers Noord en/of het EFRO-programma. Op programmaniveau is provinciale cofinanciering een noodzakelijke voorwaarde. Zonder provinciale cofinanciering kan geen gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die Koers Noord en het EFRO-programma bieden. De toegekende middelen (2007 tot en met 2014) uit compartiment A van het fonds zijn als volgt over de sectoren verdeeld. Sector
Projectkosten
Koers Noord en EFROsubsidie
Provinciale meefinanciering
Agribusiness
€ 39.133.623
€ 11.687.758
€ 6.108.150
Energie
€ 127.501.053
€ 36.383.634
€ 10.916.788
Life Sciences
€ 114.799.303
€ 39.245.543
€ 9.451.152
€ 6.701.557
€ 2.772.823
€ 904.750
€ 105.278.013
€ 20.647.445
€ 7.989.996
Sensor
€ 64.967.123
€ 27.256.590
€ 3.108.747
Toerisme
€ 52.813.387
€ 19.714.865
€ 8.176.241
€ 511.194.059
€ 157.708.658
€ 46.655.824
Metaal/Scheepsbouw MKB
Totaal
Voortgangsrapportage Provinciale Meefinanciering
419
Zoals uit de tabel blijkt is één provinciale euro uit het fonds goed voor bijna vier euro uit het Koers Noord of EFRO-programma en bedragen de uitgelokte investeringen meer dan het tienvoudige van de fondsbijdrage. De totale projectkosten, overige subsidies en provinciale meefinanciering per sector worden in onderstaande grafiek weergegeven.
Kosten en subsidie compartiment A per sector 140.000.000 120.000.000 100.000.000 80.000.000
Projectkosten
60.000.000
KoersNoord/ EFROsubsidie
40.000.000
Provinciale financiering
20.000.000 0
Naar verwachting van de indieners zullen door de projecten in totaal ruim 6000 arbeidsplaatsen worden gecreëerd. Het betreft ca. 1100 directe en 4900 indirecte arbeidsplaatsen. Deze zijn als volgt over de sectoren verdeeld:
Verwachte extra arbeidsplaatsen per sector 1.600 1.400 1.200 1.000 800
Arbeidsplaatsen (direct) Arbeidsplaatsen (indirect)
600 400 200 0
420
Voortgangsrapportage Provinciale Meefinanciering
Compartiment B Compartiment B van het fonds is bedoeld voor de medefinanciering van projecten die passen binnen o.a. het Interreg, het Europees visserijfonds, EU POP en het Waddenfonds. De toegekende middelen (2007 t/m 2014) uit compartiment B van het fonds zijn als volgt over de sectoren verdeeld. Sector
Agribusiness Energie Life Sciences MKB Overig Sensor Toerisme Visserij Totaal
Projectkosten
Subsidie Interreg, EU POP Waddenfonds,Visserijfonds
Provinciale meefinanciering
€ 17.068.990 € 21.669.151 € 12.191.040 € 93.191.917 € 41.213.843 € 8.484.606 € 18.172.485 € 4.232.380 € 216.224.412
€ 6.950.801 € 12.463.165 € 5.554.130 € 27.766.475 € 21.277.176 € 3.718.073 € 10.939.265 € 2.293.860 € 90.962.945
€ 178.941 € 611.425 € 159.509 € 5.027.488 € 1.044.802 € 35.277 € 3.239.187 € 1.676.190 € 11.972.819
Zoals uit de tabel blijkt is één provinciale euro uit het fonds goed voor acht euro uit andere programma’s en bedragen de uitgelokte investeringen een veelvoud van de fondsbijdrage. De middelen uit compartiment B worden breder ingezet dan bij compartiment A het geval is. Dit wordt verklaard door de aandacht voor onder meer natuurontwikkeling in waddenfondsprojecten en culturele projecten binnen het Interreg.
Kosten en subsidies compartiment B per sector 100.000.000 90.000.000 Projectkosten
80.000.000 70.000.000 60.000.000
Subsidie Interreg, EU/POP, Waddenfonds, Visserijfonds
50.000.000 40.000.000 30.000.000
Provinciale meefinanciering
20.000.000 10.000.000 0
Compartiment C Compartiment C van het fonds is bedoeld voor de medefinanciering van projecten die van voldoende bestuurlijk belang zijn en zonder provinciale cofinanciering niet van de grond komen. Vanuit dit compartiment is aan tien projecten in totaal ruim € 3,4 miljoen subsidie uit het fonds toegekend. De totale kosten van deze projecten bedragen € 29,6 miljoen.
Conclusie De fondsmiddelen worden conform de uitgangspunten verdeeld over de compartimenten en sluiten goed aan bij de provinciale beleidsdoelen. Dankzij het fonds kan de provincie goed gebruik maken van de mogelijkheden die nationale en Europese subsidieprogramma's bieden. Hierbij is één provinciale euro uit het fonds gemiddeld genomen goed voor vier euro's uit nationale en Europese subsidieprogramma's en bedragen de uitgelokte investeringen minimaal het elfvoudige van de fondsbijdrage.
Voortgangsrapportage Provinciale Meefinanciering
421
422
Voortgangsrapportage Provinciale Meefinanciering
Verantwoording Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 20102014 over het jaar 2014 Inleiding In ons Meerjarenprogramma 2010-2014 (het MJP) is er voor gekozen om het oplossen van de bodemverontreinigingproblematiek primair bij verantwoordelijke en belanghebbende partijen te leggen. De provinciale rol daarbij is stimuleren en regisseren van de aanpak van spoedlocaties en fungeren als vangnet in gevallen met onaanvaardbare risico’s, de zogenaamde spoedlocaties. In 2012 en 2013 is door versneld uitvoeren van aanvullend onderzoek, uitgevoerde saneringen en afgesloten overeenkomsten, de lijst met humane spoedlocaties fors ingedikt. Doordat wij meer dan voorheen stimulerend optreden en regie voeren waarbij partijen door ons worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden, lijkt het te lukken om gezamenlijk toe te werken naar een duurzame oplossing. Wij kunnen constateren dat de gewijzigde werkwijze, mede naar aanleiding van het onderzoek van de Rekenkamer eind 2011, zijn vruchten begint af te werpen. Voortgang aanpak Spoedlocaties In het eerste jaar van het MJP 2010-2014 is de eerste fase van het project 'Identificatie spoedlocaties' afgerond. Tijdens dit onderzoek zijn ca. 500 locaties nader bekeken en in sommige gevallen is aanvullend onderzoek uitgevoerd om de uitspraak 'zeer waarschijnlijk spoed ja/nee', te kunnen onderbouwen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat deze locaties nog niet op het onderzoeksniveau zijn om te kunnen beschikken op Ernst & Spoedeisendheid. Vandaar dat wordt gesproken over 'zeer waarschijnlijk spoed'. Per 1 januari 2011 was bij 55 locaties naar verwachting sprake van een spoedlocatie. Bij 26 locaties ging het om humane risico’s, bij 22 om verspreidingsrisico’s en bij 7 om ecologische risico’s. Van de locaties lag 47% op bedrijfsterreinen, 42% in het stedelijke gebied en 11% in het landelijke gebied. 40% van de locaties had te maken met een verontreiniging met gechloreerde koolwaterstoffen (VOCL), voornamelijk als gevolg van een chemische wasserij of metaalbewerking. De 55 locaties vormden het startpunt van de e e 2 fase van het project. Deze 2 fase is gericht op het daadwerkelijk aanpakken van de onaanvaardbare risico’s en saneren van de locaties en loopt tot 1 januari 2016. In onze stimulerende en regierol en door partijen aan te spreken op hun verantwoordelijkheden lukte het om gezamenlijk met alle belanghebbenden toe te werken naar een duurzame oplossing voor de spoedlocaties. Belangrijk hierbij waren een duidelijke onderhandelingsstrategie en vastgelegde onderhandelingsruimte. In de onderhandelingen bleek het begrip onaanvaardbare risico’s (spoed) en de daarmee samenhangende noodzaak om op kortere termijn over te gaan tot sanering goed uit te leggen en gaf meer bereidheid tot samenwerking en urgentie van aanpak bij betrokkenen. Hoewel onze manier van werken wel tot resultaten leidt, was een van de hoofdconclusies van de Noordelijke Rekenkamer dat de aanpak van de spoedlocaties verder moest versnellen om de bestuurlijk afgesproken landelijke doelstellingen te halen. Onder invloed van het rapport is er voor gekozen de markt van adviesbureaus en sanering uitvoerende bedrijven meer dan tot dan toe gebruikelijk te betrekken bij aanpak van de spoedlocaties. De spoedlocaties zijn in 2012 in samenhang en als ‘bundel’ aanbesteedt. Hierdoor zijn schaalvoordelen behaald en ontstonden er mogelijkheden om een integrale aanpak te ontwikkelen, waar ook niet-spoedlocaties deel van uitmaken. Daarbij is onze directe betrokkenheid en verantwoordelijkheid bij de uitvoering van saneringen verkleind, terwijl het aantal mensen betrokken bij de aanpak is toegenomen. Ook zijn onder invloed van het rapport de provinciale doelstellingen in overeenstemming met de landelijke doelstellingen gebracht. In de periode na 1 januari 2012 zijn door aanvullend onderzoek locaties verwijderd uit de lijst en andere juist toegevoegd. Het resultaat is dat in oktober 2014 nog 36 spoedlocaties zijn, daarvan hebben er: 12 humane risico’s, een afname van 14 ten opzichte van 1 januari 2011. Bij alle 12 locaties met humane risico’s zijn saneringen in uitvoering en bij 11 zijn de humane risico’s in voldoende mate beheerst; 20 verspreidingsrisico’s, een afname van 2 ten opzichte van 1 januari 2011. Bij 9 van de 20 verspreidingslocaties is de sanering gestart en bij 1 locatie is de sanering afgerond, maar moet nog administratief worden afgehandeld. Er zijn 6 verspreidingslocaties beschikt, maar moet de uitvoering Bijlage Verantwoording Meerjarenprogramma 423 Wet bodembescherming 2010-2014
nog starten. 4 verspreidingslocaties moeten nog beschikt worden en moet de sanering nog starten. Dit zijn de locaties die in 2015 extra aandacht krijgen; 2 met ecologische risico’s, een afname van 5 ten opzichte van 1 januari 2011. Van de 2 locaties met alleen ecologische risico’s is 1 reeds gesaneerd, maar moet administratief nog worden afgehandeld. De andere is beschikt en moet de uitvoering nog starten. Omdat de doelstelling is voor 1 januari 2016 te zijn gestart met de sanering en minimaal het wegnemen van de humane risico’s lijkt deze doelstelling haalbaar met de huidige stand van zaken. Voor de 4 locaties die nog moeten worden beschikt, lijkt de tijd krap te worden maar niet onmogelijk. In het MJP 2010-2014 werd rekening gehouden met ca. 40 spoedlocaties. Het huidige aantal van 36 komt daar redelijk mee overeen. De totale kosten van de 36 locaties worden medio 2014 geraamd op ca. € 22,5 miljoen, met een provinciale bijdrage van € 8,7 miljoen. Voortgang aanpak overige locaties In onderstaande tabel wordt de voortgang in de onderzoeken en saneringen over de afgelopen jaren weergegeven. Tabel voortgang onderzoeken en saneringen 2003-2014 2014 Onderzoeken Historisch Onderzoek (HO) Oriënterend Onderzoek (OO) Nader Onderzoek (NO) Beschikkingen Beschikking Ernst en Spoed Beschikking instemming evaluatieverslag Beschikking Nazorg BUS-meldingen Instemmen BUS-melding Beschikking saneringsevaluatie BUS Zorgplicht Melding nieuw geval
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
0 2 12
0 1 19
0 2 20
2 2 33
62 100 33
377 124 54
0 39 82
304 218 118
483 229 106
223 103 115
0 128
0 26
7 8
4 14
8 15
11 15
24 17
26 32
23 22
35 25
42 17
27
30
38
0
0
0
1
2
2
1
0
-
-
-
-
41 12
44 20
21 17
35 19
25 24
37 18
34 17
37 32
13 5
-
-
-
1
3
2
2
1
6
9
0
3
0
3
6
Budget en besteding In de periode 1 januari 2010 tot en met 1 oktober 2014 is in totaal € 8,6 miljoen besteed en is er € 0,9 miljoen aan bijdragen van derden ontvangen voor de uitvoering van saneringen en onderzoek. Netto is dus € 7,7 miljoen besteed aan onderzoek en sanering in de periode 2010-2014. Naast deze besteding is er voor € 10,5 miljoen verplicht. Dit is inclusief de verplichting van € 4 miljoen voor de locatie Eendracht, die in 2014 aan het MJP-budget is toegevoegd vanuit de algemene middelen. Verder is € 1,2 miljoen ingezet voor personele kosten. Daarnaast is er voor € 2,1 miljoen gereserveerd voor nog niet verplichte, maar geraamde, kosten voor saneringen en onderzoeken. Tegen over ca. € 13,4 miljoen van het beschikbare budget staan geen verplichtingen of reserveringen. Dit bedrag is ingezet voor het nieuwe Meerjarenprogramma 2015- 2019 dat op 18 november 2014 door ons is vastgesteld. Dit bedrag kent een aantal verklaringen: In het MJP2010-2014 werd voor de aanpak van de bodemsanering rekening gehouden met een optimistisch scenario en een pessimistisch scenario. Het pessimistische scenario ging uit van geen of beperkte economische groei als gevolg van de huidige recessie, terwijl het optimistische uitgaat van een herstel en meer maatschappelijke en economische dynamiek. Beide scenario’s gingen uit van 40 spoedlocaties, het verschil in dynamiek gaf aanleiding tot verschillen in aantallen niet-spoedlocaties dat gesaneerd zou gaan worden en de benodigde bijdrage vanuit de financiële vangnetfunctie van de provincie. In het optimistische scenario werd op een provinciale bijdrage gerekend van ca. € 8 miljoen en in het pessimistische van € 11,3 miljoen. Het aantal dynamische locaties met een bodemsanering zonder dat er sprake was van onaanvaardbare risico’s is ver achter gebleven op het geraamde aantal van 22-43 locaties in het pessimistische scenario.
424
Bijlage Verantwoording Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 2010-2014
Rapportage Blauwestad 2014 In de Rapportage Blauwestad 2014 worden de belangrijkste ontwikkelingen en activiteiten van het afgelopen jaar binnen de gebiedsopgave van Blauwestad benoemd. Zij volgt daarbij de uitgangspunten en doelstellingen die zijn vastgelegd in de Ontwikkelingsvisie Blauwestad in het Oldambt (2010). Deze uitgangspunten en doelstellingen zijn concreet uitgewerkt in het Werkplan Blauwestad 2014. Als extra inzet werd begin 2014 aangekondigd alles uit de kast te halen om het project Blauwestad weer in beweging te krijgen. Daarvoor werd de projectorganisatie opnieuw neergezet, rond een tweetal prioritaire ontwikkelopgaven (landschap en vastgoed) en aangevuld met een organisatiepoot voor de lopende infra- en waterwerken. Bedoeld om op basis van een projectmatige aanpak de ontwikkeling van Blauwestad een nieuwe impuls te geven. Samen met deskundige partijen is een aanpak 'Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit' tot stand gebracht die zich richt op enerzijds de versterking van de intrinsieke waarde en aantrekkelijkheid van het landschap (Het Havenkwartier en entree van Blauwestad) en anderzijds een revitalisering en uitbreiding van het vastgoedaanbod. Op 20 januari 2015 is deze aanpak door Gedeputeerde Staten van Groningen en Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oldambt vastgesteld. Binnen Provinciale Staten en de Raad is de aanpak eveneens aangenomen. Op respectievelijk 11 en 16 maart. Binnen de regio Oost-Groningen vindt met de betrokken gemeenten vervolgoverleg plaats (voorjaar 2015) over afstemming en actualisatie van de woningbouwafspraken die binnen het regioverband bestaan (zie einde pagina 2). Algemeen Hun bestuurlijke samenwerking hebben de gemeente Oldambt en de provincie Groningen ondergebracht in de Stuurgroep Blauwestad. In 2014 kwam de Stuurgroep drie maal bijeen, met het zwaartepunt in de tweede helft van het jaar. Het projectbureau, dat in Blauwestad is gevestigd, coördineert en faciliteert de Stuurgroep. Dit geldt ook voor de lopende projecten in Blauwestad. Specifieke programma's en projecten betroffen de promotie van het gebied (waaronder evenementen) en de ontwikkeling van een woningbouwstrategie voor Het Havenkwartier ('Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit'). Vastgoed en Infrastructuur Het Havenkwartier Havenpaviljoen: a) Splitsing gebouw in appartementsrechten d.d. 31 oktober 2013, inschrijving vereniging van eigenaren (gevormd door gemeente Oldambt en de provincie Groningen) bij de Kamer van Koophandel (mei 2014); b) Overname beheer & onderhoud door de provincie Groningen; c) Inventarisatie en begeleiding diverse beheer- en onderhoudsmaatregelen; legionellabeheerplan/lekkage; d) Beëindiging verhuurovereenkomst horecaruimte; effectuering per 1 februari 2015; Fiets- en voetgangersbrug tussen Winschoten en Het Havenkwartier (De Blauwe Loper); planuitwerkings- en reserveringsbesluit Provinciale Staten (december 2014); Ontwikkeling woningbouwstrategie Het Havenkwartier; 'Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit' (versterking gebiedskwaliteiten entree Blauwestad en Het Havenkwartier, productontwikkeling in samenwerking met marktpartijen, tijdelijke gebiedsinvulling/evenementen). Bestaande woongebieden Periodieke inspectie- en onderhoudsronde garantieregeling walbeschoeiingen De Wei (tot 2020); Contractvoorbereiding (ontwerp en bestekvorming) brugverbinding Vuurjuffer van Het Havenkwartier naar De Wei (aanbesteding en uitvoering in 2015); Asfalteringswerkzaamheden in Het Riet (ter uitvoering meerjarenplan onderhoud en beheer infrastructuur); Handhaving rietaanplant/oevers in relatie tot beeldkwaliteit (uitvoering in 2015); Herstel oeverzone Het Park tussen de kavels en het Oldambtmeer (planvorming in relatie tot beeldkwaliteit, overleg met bewoners); Installatie uniform sleutelsysteem bruggen woongebieden (gereed uiterlijk begin april 2015);
Rapportage Blauwestad 2014
425
Overleg met en overdracht aan de bewoners van de gemeenschappelijke steigers Groeveweg, Groenelaan en Nieuweweg, met uitvoering flankerende werkzaamheden in 2015; Overleg met watersportvereniging/bewoners in het kader van aanbrengen aanleg- en aanmeervoorzieningen/onderdoorgeleiding ten behoeve van zeilers en surfers bij de bruggen Waterjuffer, Dwergjuffer en Kanaaljuffer.
Diversen infra en vastgoed Uitvoering werkzaamheden voor de herontwikkeling van de Locatie Boven. Dit is de voormalige bedrijfslocatie aan het einde van de Clingeweg op Meerland, en ligt als een schiereilandje in het Oldambtmeer. De uitvoering betrof verkleining en afvlakking van het schiereiland. De aanleg van een surfsteiger is gepland in 2015; Herstel zwetsloot Nieuweweg Oostwold; Reconstructie Oostoever Oldambtmeer; overleg en voorbereiding in samenwerking met het waterschap Hunze en Aa's. De uitvoering is gepland in 2015 met een afronding van de werkzaamheden vóór 1 oktober 2015; Uitbaggeren ondieptes Oldambtmeer; Uitvoering voorlopige maatregelen (baggerwerkzaamheden) fietspontjes en bestekvorming structurele maatregelen (uitvoering en afronding definitieve oplossingsmaatregelen april/mei 2015); Uitbreiding gemaalcapaciteit bij Oostwold; nieuw gemaal op de locatie Kromme Elleboog (realisatie: januari 2014). Voorbereiding en coördinatie waren in handen van het waterschap Hunze en Aa's en zijn in haar opdracht uitgevoerd. De investeringskosten zijn voor vijftig procent (50%) ten laste van provinciaal budget gekomen. Daarnaast is voorzien in een rechtstreekse afwateringsmaatregel (duikerdoorgang) op het Oldambtmeer ten behoeve van een gebied van ca. 70 hectare ten noorden van de Kromme Elleboog (realisatie medio 2014); vermarkting herbestemmingsgronden via de website van Blauwestad. In verband met vertraging in het geschikt maken van de website krijgt dit, in combinatie met een toegesneden marketingcampagne, haar beslag in 2015; Blauwe Passage (opdrachtgever: gemeente Oldambt); na aanleg van het sluiscomplex (eerste fase aanleg) is in november 2014 de totale vaarverbinding tot stand gekomen met afronding van de aanleg van kanaal en bruggen. In een veegbestek vinden afrondende werkzaamheden plaats. De nieuwe vaarweg, die loopt vanaf het Oldambtmeer bij Midwolda naar Nieuwolda, is per begin van het vaarseizoen 2015 open voor de recreatievaart. Dit project is tot stand gekomen op basis van een financiering door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (Europese subsidie), de provincie Groningen (€ 4,5 miljoen) en de gemeente Oldambt. Aansluitend op de aanleg van Blauwe Passage wordt vanaf Nieuwolda het Termunterzijldiep (in het kader van de realisatie van de 4-Merenroute), opgewaardeerd door het ophogen van een drietal vaste bruggen naar een doorvaarthoogte van 3,75 meter en het aanbrengen van voorzieningen ten behoeve van de recreatievaart. In 2014 vond contractvoorbereiding en bestekvorming plaats. Planvorming ontwikkeling vastgoed/woningbouwontwikkeling ('Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit') Plaatsing kavel- en vastgoedaanbod zichtbaar maken op Funda en het verbeteren van de toegankelijkheid/zichtbaarheid op de eigen website van het kavelaanbod en een actualsering daarvan (gerealiseerd medio 2014); Uitbreiding productaanbod met onder meer projectmatige woningbouw (kavel en woning inclusief proces- en bouwbegeleiding), recreatief vastgoed; Afspraken woningbouwruimte met de gemeente Oldambt ten behoeve van ontwikkeling projectmatige woningbouw; Regionale woningbouwafspraken; voorstel verlaging demarcatielijn (€ 400.000 naar € 325.000); behandeling in de Stuurgroep Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan Oost-Groningen in het voorjaar van 2015; Actief benaderen van de markt; vergroten verkoopinspanningen (klantinformatievolgsysteem, ambassadeursnetwerk, verruimde openstelling projectbureau) en het opzetten van een (digitale) mediacampagne (voorjaar 2015).
426
Rapportage Blauwestad 2014
Beheer en Onderhoud, Inrichting buitenruimte Algemeen Beheer en onderhoud van de openbare ruimte; uitvoering door de gemeente Oldambt in samenwerking met diverse partijen (onder meer maaiwerkzaamheden); Woongebieden: feitelijke overdracht beheer en onderhoud per 1 januari 2014, de juridische overdracht van de betreffende gebiedsdelen vindt plaats in 2015; Watergangen: schoning december 2014 - januari 2015. De juridische overdracht vindt plaats in 2015 e (1 kwartaal). Kunstwerken; diverse overleggen met gemeente over voorwaarden voor overdracht (geplande levensduur, functie-eisen). Betreffende de brugverbinding Glanslibel in Het Wold is met de gemeente, in het kader van een overdracht, de principeafspraak gemaakt deze beweegbare brug terug te brengen naar een vaste brugverbinding. De verdere uitwerking vindt plaats in 2015. Maaibeleid Effectieve uitvoering met bestaande maaicapaciteit (3 maaiboten); Goede bevaarbaarheid Oldambtmeer; Contractsperiode 2013 tot en met 2016. Inrichting Redersplein planvorming tijdelijke inrichting en evenementen Redersplein ('Blauwestad aanpak 2015 zichtbaarheid van kwaliteit'). Evenementen, Pers en Publicaties Algemeen De recreatieve en toeristische functie van Blauwestad vormt een belangrijke pijler in de ontwikkeling van het gebied. Het draagt bij aan werkgelegenheid en leefbaarheid. Die ontwikkeling krijgt vorm in de aanleg van (nieuwe toeristische) infrastructuur. Ten tweede in het organiseren en faciliteren van diverse evenementen. Evenementen, festivals etc. dienen tevens als een tijdelijke gebiedsinvulling. De evenementenagenda wordt daarom geïntensiveerd ('Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit'). Beide functies worden ondersteund met een actieve promotie. In de media In 2013 ingezet en in 2014 vervolgd. Blauwestad wordt actief gepromoot via diverse mediakanalen (via de website www.blauwestad.nl met onder meer nieuwsbrieven, via televisie, internet, social media, lifestyle-bladen). Op Funda en via de eigen website is medio 2014 het kavelaanbod in Blauwestad beter toegankelijk gemaakt en geactualiseerd (Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit). Evenementen Het WaterWeekend Blauwestad met een feestelijke opening van het vaarseizoen en de DONG Energy Solar Challenge, een estafetterace van solarboten met start in Blauwestad en finish in Leeuwarden (28 en 29 juni 2014, ca. 5.000 bezoekers); Nieuw georganiseerd in Blauwestad, het Zandsculpturenfestival (28 juli - 31 augustus 2014, ca. 30.000 bezoekers); Pura Vida: het jaarlijkse openluchtconcert aan de oevers van het Oldambtmeer (30 augustus 2014, ca. 5.000 bezoekers). Aandachtspunt betreft de publieke financiering; provincie en gemeente verlangen meer privaat draagvlak voor vervolgedities van dit evenement. Flora & Fauna Festival (14 september/ca. 3.000 bezoekers). Triadeem Belevingskunstwerk zwerfkeien afkomstig uit bouwput Groninger Forum; Realisatie en opening 11 juni 2014; Herstelwerkzaamheden wegens intensief gebruik (najaar 2014). Toeristisch Recreatieve Infrastructuur (TRI) Afronding TRI-III; ruiterpaden, voorzieningen voor fietsers en kano's (peddel- en pedaalplekken).
Rapportage Blauwestad 2014
427
Winschoten; cultuur en evenementen Nieuwbouw cultuurhuis De Klinker, vertraging in de bouw als gevolg van het faillissement van de aannemer. Geplande afronding begin 2015; Start uitvoering 'Actieprogramma versterking binnenstad Winschoten' (onderdeel van het provinciale actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid ten behoeve van een stimulans van de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord(oost-)Groningen) en uitwerking Centrumvisie Winschoten 2025 (herstructurering en upgrading van het centrum van Winschoten). Grondexploitatie In haar vergadering van 11 maart 2015 heeft Provinciale Staten gesproken over en ingestemd met de projectaanpak 'Blauwestad aanpak 2015 - zichtbaarheid van kwaliteit'. Ook heeft zij de Grondexploitatie Blauwestad 2015 vastgesteld, onder afboeking van het activum Blauwestad (bij de jaarrekening 2014) met een bedrag van € 11,55 miljoen. Aangezien de grondexploitatie vertrouwelijke informatie over de bedrijfsvoering bevat heeft deze voorafgaand aan de vergadering van 11 maart vertrouwelijk ter inzage gelegen in de statenkast. In deze vergadering heeft Provinciale Staten de op basis van het tweede lid van artikel 25 Provinciewet door Gedeputeerde Staten opgelegde geheimhoudingsplicht bekrachtigd, zulks conform het bepaalde in artikel 25 lid 3 van genoemde wet. Al eerder hebben uw Staten besloten dat de grondexploitatie Blauwestad vertrouwelijk behandeld dient te worden.
428
Rapportage Blauwestad 2014
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014 1.
Inleiding
De provincie Groningen voert jaarlijks een groot aantal activiteiten uit om de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren en in stand te houden. Naast planvorming, realisatie, vergunning- en subsidieverlening is toezicht en handhaving nodig. Met toezicht en handhaving willen wij milieuhinderlijke activiteiten voorkomen, natuurwaarden behouden, de biodiversiteit beschermen, de fysieke veiligheid borgen en gezondheidsrisico's minimaliseren. In 2014 hebben Gedeputeerde Staten (GS) het jaarprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving vastgesteld. Dit programma omvat tevens het Handhavingsuitvoeringsprogramma dat jaarlijks op grond van artikel 7.3. van het Besluit omgevingsrecht (Bor) wordt opgesteld. Hierin wordt het handhavingsbeleid van de provincie uitgewerkt en zijn de voorgenomen activiteiten opgenomen. Het uitgangspunt bij toezicht en handhaving is het programmatisch uitvoeren ervan, gericht op de risicovolle activiteiten en speerpunten vanuit het POP en het collegeprogramma. Voor de beschreven periode gaat het om 'schoon en veilig Groningen'. Voor 2014 zijn als speerpunten gekozen: - Veiligheid - Luchtemissies - Duurzaamheid - Hinder Het jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014 is opgesteld op basis van interne informatie over toezicht en handhaving voor de Natuurwetgeving, de Waterwet- en regelgeving, Vuurwerk, Ontgrondingen en voor de Regeling burger- en militaire luchtvaart. Daar waar het toezicht en handhaving betreft in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet Bodembescherming, komt de informatie uit de jaarrapportage 2014 van de Omgevingsdienst Groningen (ODG). Wij hebben de jaarrapportage beoordeeld en zij blijkt niet op alle onderdelen volledig en consistent te zijn, met als gevolg dat wij nu geen volledig beeld hebben van de toezichts- en handhavingsacties van het afgelopen jaar. Dit betekent dat het jaarverslag op de onderdelen Wabo en Wet bodembescherming, dan ook met enig voorbehoud moeten worden gelezen. Doel van het verslag GS doen verslag aan Provinciale Staten over de uitvoering van de daadwerkelijk gerealiseerde werkzaamheden en doelstellingen ten opzichte van de planning 2014 en worden nader toegelicht. 1. Het geeft een beeld van de uitgevoerde werkzaamheden en laat zien welke prestaties en resultaten zijn geleverd. 2. Het geeft inzicht in de ontwikkelingen in het de wet- en regelgeving die gevolgen hebben voor de taakuitvoering. 3. Het geeft invulling aan de wettelijke verplichting. In het Besluit omgevingsrecht, art. 7.7. lid 3, is de wettelijke verplichting tot verslaglegging. Het toezicht en de handhaving binnen de fysieke leefomgeving is onderverdeeld in de drie kleursporen: Grijs voor Milieuwet- en regelgeving Groen voor Natuurwetgeving Blauw voor Waterwet- en regelgeving Omgevingsdienst Groningen Met ingang van 1 november 2013 is de ODG in werking getreden. De ODG is ingesteld om vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken op het gebied van omgevingsrecht, zoals neergelegd in de Wabo en bijbehorende uitvoeringsregelingen, voor de deelnemers te gaan uitvoeren. Het doel van de gezamenlijke uitvoeringsdienst is het verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van deze taken. De provincie heeft het basistakenpakket ingebracht. In 2013 is de beleidsregel VTH 20132016 vastgesteld, hierin zijn de beleidsuitgangspunten beschreven die input zijn geweest voor het jaarprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2014. De ODG voert diverse toezichts- en handhavingstaken voor ons uit:
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
429
Afdeling Omgeving en Milieu Voor de afdeling Omgeving en Milieu is kwaliteit het belangrijke uitgangspunt, waarbij is ingezet op: het realiseren van een kwaliteitsverbetering op de provinciale milieutaken; het versterken van de integraliteit tussen de provinciale afdelingen en de ODG; het versterken van het werken in de keten; doelmatigheid in de wijze van organiseren (taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk omschreven en belegd); invulling geven aan de nieuwe rol van opdrachtgever en eigenaar ten aanzien van de ODG, waarbij het uitgangspunt is dat deze rollen bestuurlijk worden gescheiden; de provinciale organisatie moet in staat zijn tot een kwalitatief hoogwaardige taakvervulling, slagvaardig zijn en de bestuurder in staat blijven stellen de politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen, ook wanneer de uitvoering op afstand is georganiseerd; inhoudelijke kennis als basis voor de provinciale rolinvulling. De toezichts- en handhavingstaken die niet zijn overgedragen aan de ODG worden uitgevoerd door de afdeling Omgeving & Milieu en betreffen toezicht en handhaving op: Natuurwetgeving Waterwet- en regelgeving Vuurwerk Ontgrondingenwet Regeling burger- en militaire luchtvaart.
2.
Ontwikkelingen
2.1
Uitvoering met ambitie
Het ministerie heeft in vervolg op het Programma Uitvoering met Ambitie in 2013 de provincie Groningen, alle Groningse gemeenten, de waterschappen en de ODG verzocht om de eigen organisatie te toetsen aan de vastgestelde Kwaliteitscriteria 2.1 (Wetsvoorstel VTH) door de online beschikbare zelfevaluatietool in 2013 in te vullen. De uitkomsten van deze nulmeting vormden de basis waarop elke VTH-organisatie (provincie en gemeenten) in 2014 een verbeterplan hebben gemaakt. (De Waterschappen volgen hierin een eigen traject.) De meeste organisaties zijn in 2014 begonnen met het uitvoeren van de daarin beschreven verbeteracties. Ondertussen is (o.a. naar aanleiding van het rapport van de Commissie Wolfsen) het Wetsvoorstel VTH aangepast, waardoor het voldoen aan de Kwaliteitscriteria 2.1 geen wettelijke verankering krijgt. Provincies en gemeenten krijgen in het huidige wetsvoorstel de plicht om een kwaliteitsverordening vast te stellen. Het ligt nog niet vast in hoeverre de Kwaliteitscriteria 2.1 een bepalende rol houden in de door VNG en IPO landelijk op te stellen modelverordening. Zowel de provincie Groningen als de ODG zijn bezig op alle punten te voldoen aan deze kwaliteitscriteria. De regisseurs VTH-kwaliteit van de drie noordelijke provincies hebben zich ingezet voor het stimuleren en faciliteren van gemeenten. Zo is het initiatief genomen om gezamenlijk de scholingsbehoefte te inventariseren en worden op basis daarvan in het noorden de meest noodzakelijke cursussen georganiseerd. In het Wetsvoorstel VTH is verder geregeld dat de provincies coördineren dat er provincie-brede bestuurlijke en ambtelijke handhavingsoverleggen komen met alle betrokken bevoegde gezagen, politie en het openbaar ministerie. Het plan voor een dergelijke VTH-overlegstructuur is na diverse overleggen met de betrokken ketenpartners in concept gereed. In 2015 zullen de eerste strategische en operationele overleggen plaatsvinden. Het strategisch VTH-overleg wordt één overleg voor alle partners in de drie noordelijke provincies. De provincies hebben daarnaast de taak de bevoegde gezagen te stimuleren hun toezicht en handhaving volgens een strategie en programma uit te oefenen. Dit raakt ook aan de provinciale taak van het interbestuurlijk toezicht. In samenspraak met gemeenten zijn in 2014 toetsingskaders voor het interbestuurlijk toezicht vastgesteld, waarin de eisen vanuit het Wetsvoorstel VTH zijn meegenomen.
2.2
Verschuiving van taken
Sinds 1 januari 2014 is een aantal regels op het terrein van het milieurecht gewijzigd, als gevolg waarvan een aantal bevoegdheden van GS is overgegaan op de colleges van B en W. De deelbevoegdheid van GS voor een groot aantal (afvalstoffen)inrichtingen is, als gevolg van het Koninklijk Besluit d.d. 29 november 2013, op 1 januari 2014 van rechtswege overgegaan op de colleges van B en W.
430
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
De gemeenten waren op 1 oktober 2010 al het bevoegd gezag geworden voor deze bedrijven, terwijl GS deelbevoegd bleven voor het milieudeel. Deze deelbevoegdheid was vormgegeven middels het verlenen van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) voor het milieudeel van de omgevingsvergunning voor deze bedrijven. Deze bevoegdheden werden ook wel aangeduid als ‘tijdelijke bevoegdheden' waarmee werd bedoeld dat het een overgangsregeling betrof bedoeld voor de periode benodigd voor het oprichten en operationeel worden van de Omgevingsdiensten. Dit betekent dat de colleges van B en W vanaf 1 januari 2014 volledig bevoegd zijn geworden voor genoemde voormalig provinciale inrichtingen. De taken zijn ondergebracht bij de Omgevingsdienst Groningen. Wij hebben de dossiers van de desbetreffende bedrijven in 2014 digitaal beschikbaar gesteld aan de gemeenten. Daarnaast is met alle gemeenten gesproken over de bevoegdheidsovergang, waarbij de statusdossiers van de bedrijven zijn overgedragen en er een mondelinge toelichting is gegeven op de ter beschikking gestelde dossiers. De deelbevoegdheid had geen betrekking op IPPC-installaties en BRZO-inrichtingen; voor deze inrichtingen zijn GS het bevoegd gezag gebleven na de inwerkingtreding van de Wabo. De wijzigingen die op 1 januari 2014 in werking zijn getreden hebben op dit punt geen verandering gebracht.
3.
Activiteiten
3.1
Koersdocument
Om een goede uitvoering te kunnen geven aan de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving is de ‘Koers milieutaken tot aan de RUD’ vastgesteld. Aanleiding hiervoor was het onderzoek in het voorjaar van 2011, naar ons optreden bij het bedrijf North Refinery en de op basis van het Plan van Aanpak uitgevoerde audit naar ons optreden bij de risicovolle bedrijven. In het plan van aanpak is een aantal maatregelen opgenomen met betrekking tot North Refinery en daarnaast, ook breder, in onze eigen organisatie. De in 2012 uitgevoerde audit heeft ons geleerd dat terecht is ingezet op een breder ontwikkeltraject dan alleen voor het bedrijf North Refinery. De audits hebben aanbevelingen opgeleverd die, naast de reeds in gang gezette ontwikkelacties gericht op de organisatie, ook inhoudelijke acties opleveren gericht op alle bedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is. Om tot een realistische en duidelijke koers te komen voor de periode tot aan de ODG, zijn heldere keuzes gemaakt, welke in het Koersdocument zijn opgenomen. Het doel was dat de meest 28 risicovolle bedrijven qua VTH-taken op orde zijn en dat de volledige en actuele dossiers en overdrachtsdocumenten zijn overgedragen aan de ODG. Het betreft alle BRZO-bedrijven en de zogenaamde IPPC-4 bedrijven (chemie). De verbeteracties vloeien voort uit de gehouden audits in 2012 bij deze categorie bedrijven, en hebben betrekking op de aspecten veiligheid, lucht en een derde met name voor betreffend bedrijf aspect. Het ontwikkeltraject is afgesloten en de overdracht van taken is op een goede manier gerealiseerd. Voor het vervolg op de audits (zie koersdocument) is een projectmatige aanpak gehanteerd. De betekenis van deze koers voor alle ontwikkelacties is in dit project verder uitgewerkt. Koersbedrijven In het ontwikkeltraject is de bestuurlijke keuze gemaakt om een aantal dossiers, de Koersbedrijven, met prioriteit te behandelen om op die dossiers tot de gewenste kwaliteit te komen. Dit ontwikkeltraject is verdeeld in tranches. De extra capaciteit die hier voor nodig is, werd gevonden door op andere dossiers voor die periode geen actualisaties uit te voeren en te temporiseren op toezichtacties. Deze werkwijze is bij de overdracht van de taken door de ODG overgenomen. In overleg met de ODG is bepaald welke bedrijven met voorrang behandeld zouden worden. Voor een aantal zeer complexe dossiers is bepaald dat deze in de loop van 2014 gefaseerd overgaan naar de ODG. Het gaat om de volgende dossiers: North Refinery Dusseldorp AkzoNobel Het projectleiderschap van North Refinery en Dusseldorp is nog niet overgedragen aan de ODG. Het projectleiderschap van AkzoNobel wordt sinds begin 2014 uitgevoerd door de ODG, waarbij wij in de stuurgroep zitten. In de eerste tranche van het ontwikkeltraject zijn 28 bedrijven opgenomen, de zogenaamde Koersbedrijven. Na de overdracht van taken op 1 november 2013 is ook gestart met de eerste 7 bedrijven uit de tweede tranche van het ontwikkeltraject. Als de eerste tranche is afgerond kunnen deze dossiers teruggebracht worden tot "normaal". In het koerstraject hebben wij toezichtacties vastgesteld. De uitvoering van dit traject is opgedragen aan de ODG. Op basis van haar jaarrapportage hebben wij geen inzicht in de stand van zaken in de toezichtacties die in het koerstraject zijn vastgesteld.
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
431
3.2
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
De ODG is ingesteld om vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken op het gebied van omgevingsrecht, zoals neergelegd in de Wabo en bijbehorende uitvoeringsregelingen uit te voeren. Naar aanleiding van haar werkzaamheden in 2014 heeft de ODG haar jaarrapportage 2014 bij ons ingediend. Toezicht en handhaving in het kader van de Wabo en de Wet Bodembescherming zijn gebaseerd op de informatie uit deze jaarrapportage 2014. Speerpunten Het uitgangspunt bij toezicht en handhaving is het programmatisch uitvoeren ervan, gericht op de risicovolle activiteiten en speerpunten vanuit het POP en collegeprogramma. Voor de beschreven periode gaat het om een 'schoon en veilig Groningen'. In het uitvoeringsprogramma zijn de speerpunten (veiligheid, luchtemissies, duurzaamheid en hinder) vertaald naar 'inspectiepunten'. De uitvoering daarvan wordt meegenomen in de toezichtsplannen en er wordt toezicht gehouden volgens het toezichtsplan van het betreffende bedrijf. Binnen de benoemde speerpunten zou in 2014 aan de volgende thema's aandacht worden geschonken: PGS29 en 15 Natte koeltorens Energiebesparing bij bedrijven Brandveilig gebruik Controles milieu Er zijn 120 preventieve controles uitgevoerd, inclusief de controles bij de BRZO-bedrijven. Elk bedrijf is één keer preventief bezocht, behalve de baggerdepots. Bij de BRZO-bedrijven zijn, in principe, 3 controles uitgevoerd. Een BRZO-controle en 2 WABO-controles. De onbemande gasstations van de Gasunie zijn één keer in het kader van het BRZO en één keer in het kader van de Wabo bezocht. In overleg is besloten om de 7 baggerdepots en de 2 vuurwerkbunkers (buiten gebruik) die onder ons bevoegde gezag vallen, dit jaar niet te controleren. BRZO en PGS 29-project Het landelijke programma, Landelijke Aanpak Toezicht (LAT) Risicobeheersing Bedrijven vloeide voort uit een organisatorische en inhoudelijke samensmelting van de activiteiten van LAT-BRZO en VT Chemie. Het programma richtte zich op de verbetering van het toezicht op de zogenaamde 'majeure' risicobedrijven. In 2013 is via het LAT Risicobeheersing Bedrijven (RB) een landelijk inspectieproject PGS 29-tankopslag uitgevoerd. Hierbij werden alle BRZO-bedrijven met een PGS 29-opslag, die binnen de projectscope vallen, geïnspecteerd. Eventuele vervolgacties, zoals handhaving en nacontroles, vallen buiten het project. Het toezicht op PGS 29 is complex en heeft een binding met regulier toezicht op de milieuvergunning. Daarom is er voor gekozen om bij de BRZO-inspecties de reguliere Wabo toezichthouder te betrekken en de samenwerking te versterken. Behaalde resultaten: PGS 29 en 15 In 2014 is intensief aandacht besteed aan de Koersbedrijven. Er is bij vergunningverlening ingezet op betere naleving van de PGS-richtlijnen, ook PGS 29. Dit betekent vroegtijdige en meer afstemming en samenwerking bij de start van het proces tussen vergunningverlening, toezicht, handhaving en externe veiligheid. Dit is het gevolg van de provinciale verbeterslag Koers waar de ODG in dezelfde lijn aan verder werkt. De PGS 29 wordt herzien in een landelijk traject waarin de ODG actief participeert. BRZO De taken van BRZO zijn uitgevoerd volgens het BRZO-uitvoeringsprogramma. Er is een verantwoordelijkheidsstructuur opgezet vanuit de ODG voor de regio Noord-Nederland. De aanpak van de gemeentelijke BRZO-bedrijven is geïntegreerd met de aanpak van de provinciale BRZO-bedrijven. Alle BRZO-bedrijven zijn in 2014 met behulp van hetzelfde model risicoanalyse onderzocht en resultaten worden opgenomen in het werkprogramma 2015. De BRZO-inspecteurs zijn NIM-gecertificeerd en werken volgens de laatste landelijke standaarden. Er is landelijk een PGS 29-project opgestart naar aanleiding van de ervaringen met het bedrijf Odfjell, hierin participeert de ODG. Vanuit dit project zijn bij 7 bedrijven in de provincie Groningen, PGS-29 inspecties uitgevoerd.
432
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
Bij alle BRZO-bedrijven is BRZO- en Wabo-toezicht uitgevoerd met uitzondering van Aldel. Aldel is begin 2014 failliet gegaan en hier is alleen Wabo-toezicht gehouden. Bij 2 bedrijven zijn onaangekondigde inspecties uitgevoerd. Natte koeltorens In 2014 zijn naast het reguliere toezicht geen speciale acties c.q. projecten uitgevoerd ten behoeve van natte koeltorens (legionella). Brandveilig gebruik In 2014 was ons voornemen om bij de bedrijven, waarvoor wij het bevoegd gezag zijn, het brandveilig gebruik van gebouwen te controleren. Dergelijke controles zijn daartoe opgedragen aan de ODG. De jaarrapportage van de ODG geeft hierover geen concrete informatie. Afgaande op uitgaande brieven zijn verscheidene controles uitgevoerd en hebben wij bij één bedrijf een handhavingsactie ingezet. Energiebesparing Energiebesparing bij bedrijven is voor ons een aandachtspunt in onze controles bij de bedrijven. Dit aandachtspunt is opgenomen in ons jaarprogramma VTH 2014. Op basis van de jaarrapportage van de ODG stellen wij vast dat het in 2014 geen specifiek aandachtspunt is geweest. Ketentoezicht Ketentoezicht betreft het uitvoeren van administratief toezicht op de afvalketen, grondstoffenbalansen, emissieregistraties etc. In 2014 is veel ingezet op de analyse van de keten van asbestverwerking. De eerste helft van het jaar is hiervoor veel analyse uitgevoerd. In de tweede helft van 2014 is toezicht uitgevoerd door de toezichthouders in het reguliere toezicht en niet in afzonderlijk geregistreerde standaarden. Indirecte lozingen In 2010 is de wettelijke taak voor toezicht op de indirecte lozingen van de Waterwet overgegaan van de waterschappen naar de Wabo. Indirecte lozingen betreft een basistaak, wat inhoud dat de uitvoering van deze taak vanaf de start van de Omgevingsdienst Groningen (ODG) daar ook kwam te liggen. Deze taak is vanaf het begin ingebracht bij de ODG. In 2014 is deze taak nog uitbesteed aan het Waterschap, vanaf 1 januari 2015 voert de ODG deze taak zelf uit. Afspraken over de uitvoering van de controles door het Waterschap Hunze en Aa’s voor de ODG zijn begin 2014 in een overeenkomst vastgelegd en deze had een looptijd tot 1 januari 2015. Het waterschap hanteert een naleefdoelstelling van 75%. De ODG heeft dit voorlopig overgenomen. Naleefgedrag over de jaren
2011
2012
2013
2014
Naleefgedrag
84%
46%
79%
69%
3.3
PRTR-beoordelingen
Het Integraal PRTR-verslag is de jaarlijkse milieurapportage door industriële bedrijven, waarin zij rapporteren over hun afval, energie- en watergebruik en emissies naar lucht, water en bodem. Alle bedrijven in Groningen met een PRTR-verplichting zijn beoordeeld. Alle 42 verslagen zijn beoordeeld volgens de wettelijke criteria, goedgekeurd en afgehandeld binnen de wettelijke termijn. De betreffende bedrijven hebben hiermee aan hun verplichting voldaan. Er is geen handhaving ingezet.
3.4
Bodemsanering
Voor 2014 is ca. 1,5 fte opgenomen voor toezicht bodemsanering, de inzet in 2014 is tussen 1,5 en 2 fte geweest. Desondanks is voor het afdoen van ingediende Evaluatierapporten van uitgevoerde bodemsaneringen sprake van een achterstand, die deels al voor 1 november 2013 was opgebouwd. Dit geldt ook voor het beoordelen en afhandelen van rapporten over een aantal nazorg- en monitoringslocaties. Omdat de inzet in fte meer is geweest dan de planning, is iets van de achterstand ingelopen. Tegelijkertijd is een aantal tijdrovende saneringstrajecten gestart. Wij zijn met de ODG in gesprek hoe de achterstand in de lopende werkzaamheden kan worden weggewerkt. Voor bodemsanering geldt, dat de datum van vergunningverlening niet impliceert dat de start van de sanering ook in dezelfde periode plaatsvindt en er dus sprake is van een na-ijleffect. Het aantal
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
433
vergunningen/meldingen is dan ook niet gelijk aan het aantal zaken in behandeling. Daarnaast is het aantal controlebezoeken aan bodemsaneringslocaties minder relevant, met name de tijdsbesteding per locatie is van belang. Het aantal uren dat per locatie besteed wordt, is afhankelijk van het verloop van het saneringstraject en de bevindingen en de aandacht die nodig is om de saneringsdoelstelling te bewerkstelligen. Over de prioritering van locaties is regelmatig overleg met de ODG. Dit geldt ook voor afwijkingen in saneringsdoelstellingen en verloop van de saneringen.
3.5
Vuurwerk
Het doel van het Vuurwerkbesluit is betere waarborgen te scheppen voor de bescherming van mens en milieu tegen de mogelijke (negatieve) effecten die het opslaan, bewerken en afsteken van vuurwerk kunnen veroorzaken. Het gaat in dit verband om zowel de bescherming van de bevolking in de omgeving van een inrichting waar vuurwerk aanwezig is, de bescherming van toeschouwers die aanwezig zijn bij een vuurwerkevenement, de bescherming van mensen bij het afsteken van vuurwerk tijdens de jaarwisseling, als ook om de bescherming van personen die werkzaam zijn bij een bedrijf waarin handelingen met vuurwerk worden verricht. Coördinatie De provincie Groningen kent een permanente uitvoeringsorganisatie voor vuurwerk. In dit team zijn de Veiligheidsregio Groningen, politie eenheid Noord-Nederland district Groningen, de ODG en de provincie Groningen vertegenwoordigd. De wettelijke provinciale vuurwerkcoördinatietaak richt zich provinciebreed maar ook landelijk op de organisatie, planning, voortgangsbewaking en verslaglegging van de activiteiten op het gebied van vuurwerk. De coördinator onderhoudt contacten, is het aanspreekpunt voor andere toezichthoudende teams (provinciebreed en landelijk), vertegenwoordigt de uitvoeringsorganisatie naar buiten toe en voorziet de toezichtpartners tijdig van alle relevante informatie. Opslagen Gedeputeerde Staten dragen zorg voor het toezicht op de inrichtingen voor de opslag van meer dan 10 ton consumentenvuurwerk. In de provincie Groningen is geen inrichting gevestigd met deze opslagcapaciteit. Evenementen Ten behoeve van de risicobepaling is voor het toezicht op meldingplichtige vuurwerkevenementen en voorstellingen een beslisboom ontwikkeld. Met het doorlopen van deze beslisboom wordt bepaald welke vuurwerkevenementen en -voorstellingen wel en niet worden gecontroleerd. Naast toepassing van deze criteria zal, ter verificatie van de goede werking van de beslisboom, elke toepasser (vuurwerkbedrijf) tenminste eenmaal per jaar worden gecontroleerd. Van het verlenen van een ontbrandingstoestemming wordt altijd kennis gegeven in het Dagblad van het Noorden en via de website van de Provincie Groningen. Van de ingekomen meldingen wordt geen kennis gegeven omdat de meldingen niet voor bezwaar en beroep vatbaar zijn.
3.6
Ontgrondingen en illegale activiteiten
Toezicht ontgrondingen betreft het toezicht op gebieds- en infrastructuurverbetering als bijvoorbeeld aanleg van natuurelementen en wegen en daarnaast het toezicht op de zand- en kleiwinningen. Projectgebonden ontgrondingen t.b.v. natuurontwikkeling en infraverbetering (klein en groot) Er is sprake van ontgronding als het maaiveld wordt verlaagd, er wordt een laag grond afgegraven. De provincie registreert en reguleert ontgrondingen met een vergunningensysteem op grond van de Ontgrondingenwet en de provinciale ontgrondingen verordening. Niet voor iedere ontgronding is een vergunning nodig, in bepaalde gevallen geldt de meldingsplicht. Het toezicht op ontgrondingen richt zich op het uitvoeren van ontgrondingen conform de voorwaarden. Onze doelstelling is om kleine ontgrondingen tijdens de uitvoering steekproefsgewijs te controleren en grotere ontgrondingen, zoals Meerstad, periodiek te controleren vanwege de complexiteit en omdat het langdurige activiteiten betreft. Daarnaast is een eindcontrole nodig. In 2014 is de doelstelling niet gehaald en is er, zowel bij kleine als grote ontgrondingen, marginaal gecontroleerd. De reden hiervoor is dat er prioriteit is gegeven aan de zandwinningen en de afhandeling van illegale ontgrondingen.
434
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
Zandwinningen De problematiek en de complexiteit van zandwinningen neemt toe. Enerzijds vanwege het tweeledig gebruik (winning en recreatie), anderzijds worden grote ingrepen in de omgeving steeds kritischer beoordeeld. Er is dan ook gekozen om toezicht op de zandwinninglocaties projectmatig op te pakken en een hoge prioriteit te geven. Hierbij wordt samenwerking gezocht met de andere betrokken afdelingen en handhavingspartners. Ook wordt kennis gezocht en gedeeld vanuit andere provincies. Doel is om de kwaliteit en kennisniveau van het toezicht op dit specifiek terrein te verbeteren. Binnen ontgrondingen hebben de zandwinningen de hoogste prioriteit en daar is de meeste tijd in gestoken. Dit betekent echter dat er een achterstand is bij de projectgebonden ontgrondingen aangaande de afhandeling van verlopen en afgeronde vergunningen en de controle van afgegeven vergunningen. Illegale activiteiten De provincie heeft een toezichthoudende taak wanneer er activiteiten worden uitgevoerd zonder de daarvoor nodige vergunningen. Voor deze "illegale activiteiten en vrije veld delicten" zijn binnen de groene, grijze en blauwe sporen, de twee buitengewone opsporingsambtenaren ingezet. Dit heeft als reden dat de strafrechtelijke aanpak op dergelijke activiteiten en delicten adequater is. Bestuursrechtelijke handhaving wordt daarbij alleen ingezet om de overtreding ongedaan te maken. Bij illegale activiteiten betreft het veelal ontgrondingen zonder de nodige vergunning.
3.7
Regeling burger- en militaire luchtvaart
Toezicht op de Regeling Burger- en Militaire Luchtvaart gaat onder andere over de kleine luchthavens, de ultralight-vliegvelden, het opstijgen van luchtballonnen en de helikopterlandingsplaatsen, waarbij wij toezicht houden op geluid en externe veiligheid. In verband met het vertrek van de vaste medewerker toezicht burgerluchtvaart lag de nadruk in 2014 op het inwerken van de nieuwe medewerker in de verschillende dossiers, advisering bij de voorbereiding van het Luchtvaartbesluit voor de luchthaven Stadskanaal en het beoordelen van aanvragen voor ontheffingen van terreinen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik.
3.8
Natuurwet- en regelgeving
Natuurwetgeving In 2014 zijn twee inspecteurs naast toezichthouder, aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) Deze veranderingen en de grote werkvoorraad, alsmede het integreren van de nieuwe werkwijze voor onder andere de Boswet hebben er voor gezorgd dat het aantal inspecties voor de onderdelen van de Natuurwetgeving niet volgens de beoogde korte termijnplanning zijn uitgevoerd. De tijdsinvestering van het afgelopen jaar moet er voor zorgen, dat in de toekomst efficiënter wordt gewerkt: vooral in de samenwerking en in de afhandeling van de inspecties kan winst worden behaald. De voorbereiding op de nieuwe Wet natuurbescherming is in 2014 gestart en deze wet wordt naar verwachting eind 2015 ingevoerd. In deze wet worden de huidige natuurwetten ondergebracht. Bovendien wordt een fors aantal taken bij de provincie neergelegd die voorheen bij het Rijk lagen. Flora en Faunawet Het toezicht op de Flora- en Faunawet heeft er toe geleid dat er onderzoeken zijn uitgevoerd gericht op het illegaal gebruik van kunstlicht in combinatie met een geweer (2 onderzoeken), wildstroperij (strikken), roofvogelvervolging (3) en visstroperij in combinatie met het niet nakomen van de bepalingen van de verleende vergunning. Er zijn drie onderzoeken naar het vervolgen van zwanen geweest, wat in één geval heeft geleid tot het aanhouden van een verdachte. Verder zijn gewasschadecontroles voor ganzen, roeken en wilde eenden (19), controle gebruik ganzenontheffing (6), controle gebruik ontheffing voor gebruik kunstlicht (14) en algemene inspecties uitgevoerd (26) en adviezen uitgebracht (15).
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
435
Natuurbeschermingswet In het kader van de Natuurbeschermingswet is toezicht gehouden op acht natuurbeschermingswetvergunningen die zijn afgegeven voor de volgende beschermingsgebieden: Waddenzee en Noordzeekustzone; Twee Habitat- en Vogelrichtlijngebieden van 250.000 en 272.027 hectare Drentsche Aa; Habitatrichtlijngebied van 3.966 hectare Leekstermeergebied; Vogelrichtlijngebied van 1.449 hectare Lauwersmeer; Vogelrichtlijngebied van 5.790 hectare Lieftinghsbroek; Habitatrichtlijngebied van 20 hectare Zuidlaardermeergebied; Vogelrichtlijngebied van 2.096 hectare Aanwijzingsbesluit en beheerplannen Natura 2000; Het aanwijzingsbesluit en de beheerplannen bepalen de grenzen en doelen van Natura 2000-gebieden
Er is veel tijd is ingezet op de controle bij de Klutenplas in de Natura2000gebieden en in het voorjaar voor de broedende noordse sterns in de Eemshaven. Boswet Voor de uitvoering van de wettelijke taken is een nieuwe werkwijze ingevoerd (digitalisering) om te komen tot efficiëntere afhandeling van de aanvragen en de verwerking ervan. Op deze manier wordt beoogd in 2015 een inhaalslag te maken. Wij hebben in 2014 62 kapaanvragen binnengekregen van RVON (ministerie van EZ) en beoordeeld. In 6 gevallen is strafrechtelijk opgetreden. Door het onder de aandacht brengen van de Boswet worden veel vragen gesteld en adviezen gevraagd. Dit neemt veel tijd in beslag. Wadloopverordening Voor de wadloopverordening zijn 6 inspecties geweest. Het is een tijdrovende klus om overtredingen daadwerkelijk te constateren, terwijl er wel melding van overtredingen worden gedaan. Cross compliance Het toezicht Cross compliance vloeit voort uit de door Brussel aan de lidstaten opgelegde verplichting om jaarlijks 1% van de bedrijven, die inkomenssteun ontvangen op basis van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, fysiek te controleren op de aan de regeling verbonden voorwaarden. De controle vindt onaangekondigd en steekproefsgewijs plaats op het bedrijf. De controle gaat over het hele bedrijf en wordt gecoördineerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Er is toezicht (nacontrole) uitgevoerd bij 13 bedrijven, voor alle gecontroleerde bedrijven hebben wij akkoord gerapporteerd aan de NVWA. IPO-convenant Regie Natuurwet en regelgeving In het IPO-convenant zijn afspraken gemaakt over de 'groene regisseur'. Met de structurele invulling van de vacature heeft de provincie Groningen in 2014 een inhaalslag gemaakt. Het voortraject in relatie tot bestuurlijke afstemming, integrale kader(s) en afspraken over de prioriteitstelling, is in 2014 afgerond en maakt de weg vrij om nu daadwerkelijk integrale controleprogramma’s op te gaan stellen met de ketenpartners Handhaving Natuurwetgeving. Daarbij is afgesproken dat men werkt via de methodiek van het ‘Programmatisch Handhaven” (de zogenaamde Big Eight) en gebruik maakt van de instrumentenmix 3 van de zogenaamde ‘Tafel van elf’ . Hierbij worden de verschillende instrumenten van toezicht en handhaving afgestemd op de redenen van niet-naleven van bedrijven en burgers. Op basis van een risicoanalyse zijn prioriteiten benoemd en is een werkprogramma 2014-2015 voor de provinciale inzet voor handhaving natuurwetgeving opgesteld. Met de ketenpartners is regelmatig afstemmingsoverleg over eventuele wijzigingen en bijstelling van het handhavingsarrangement. Er is intern en extern overleg om monitoringsgegevens op een goede en logische wijze in de (beleids- en uitvoerings)cyclus van het ‘Programmatisch Handhaven' te plaatsen. Met de ketenpartners zijn afspraken gemaakt over voorlichting en scholing in het kader van kwaliteitsbewaking. De groene regisseur informeert hierbij gevraagd en ongevraagd de ketenpartners over nieuwe ontwikkelingen en geeft ook voorlichting daarover aan BOA’s op de reguliere BOA-avonden. Deze voorlichtingstrajecten worden door de groene regisseur samen met de ketenpartners voorbereid en afgestemd.
3
De 'Tafel van elf' is de methode om sterke en zwakke kanten van naleving en handhaving in kaart te brengen. Op deze manier kan de overheid grenzen stellen aan het doen en laten van burgers en bedrijven en hun gedrag beïnvloeden.
436
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
4.
Uitvoering Aantal inrichtingen
Activiteiten
Inrichting gebonden Toezicht Grijs Verbeterprogramma Risicovolle bedrijven Inrichtingen waarvoor GS bevoegd gezag zijn totaal uitgevoerde repressieve controles totaal uitgevoerde preventieve controles PGS 29 inspecties Brzo/RIE 4-locatie inspecties Toezicht bouwen Aantal overige toezichtacties BRIKS totaal Indirecte lozing in opdracht Analyse indirecte lozing in opdracht
Aantal controles preventief gepland
Gerealiseerd in 2014
18
18
52 120 7 17 94 7 101
45
18 37
21 37
Niet inrichting gebonden toezicht Grijs/Bodemsaneringen (Wbb) Bodemsanering controles Beoordelen en afhandelen evaluaties Beoordelen grondwatermonitoring
40 30 -
Toezicht Besluit Bodemkwaliteit
10
Toezicht Ontgrondingen Projectgebonden ontgrondingen Zandwinningen
5
10
Grijs Geluidsmetingen: nacht Geluidsmeting n.a.v. klachten Geluidsmeting: referentiemeting
circa 7 14*
0 0 0
Vuurwerk evenementen Vuurwerk meldingsplichtige evenementen Vuurwerk vergunningsplichtige evenementen Vuurwerk controles bij vuurwerkopslagen op voorzieningen en beheersniveau Blauw / Grondwater Jaarlijks toezicht op alle drinkwatervoorzieningen Jaarlijks toezicht op alle industriële inrichtingen Twee jaarlijks toezicht op bestaande KWO's Nieuwe KWO's Controle grondwaterbeschermingsgebieden Blauw / Whvbz Tweejaarlijkse controle bij badinrichtingen met goed naleefgedrag en Jaarlijkse controle bij badinrichtingen met slecht naleefgedrag Hercontroles Administratief toezicht Controle nieuwe badinrichtingen Jaarlijkse inventarisatie en controles badzones Hercontroles badzones
20 5 (van de 38)* 9 (van de 10)*
3 8 65 3 3
3 4 30 3 3
3 4 30 3 3
80 42 4
92 87 2 42 10
89 2 aanmeldingen 42 10
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
437
Activiteiten
Aantal inrichtingen
Groen Natuurbeschermingswet - prioriteit 1 Flora en Faunawet: controle van:- prioriteit 2 Boswet - prioriteit 4 Wadloopverordening prioriteit 4 Cross Compliance (geen preventieve inspectie)
Aantal controles preventief gepland
Gerealiseerd in 2014
20 81 66 5 18
8 73 62 6 13*
*Toelichting: Zandwinningen De planning is om de zandwinningen jaarlijks minimaal 2 keer te bezoeken. De zandwinningen Poelman en Sellingerbeetse zijn vaker bezocht vanwege commotie rond de winningen. Vuurwerk ontbrandingstoestemmingen: Van de 10 ontbrandingstoestemmingen zijn er 9 gecontroleerd. Eén toestemmingsplichtig vuurwerkevenement is niet gecontroleerd omdat deze tijdens Oud en Nieuw (2014/2015 om 24:00/00:00 uur) plaatsvond en er uitsluitend consumentenvuurwerk tot ontbranding werd gebracht. Vuurwerk meldingsplichtinge evenementen: Van de 38 meldingen zijn er 5 gecontroleerd. Een groot deel van de ingediende meldingen betroffen multiple events. Dit zijn repeterende evenementen, met 1 opdrachtgever en met dezelfde aantal vuurwerkartikelen en dezelfde beziger (vuurwerkbedrijf). Cross compliance: het aantal te controleren bedrijven wordt bepaald door de selectiecriteria die de NVWA voor het betreffende jaar hanteert. Handhaving: Uitgevoerde acties Gedogen Last onder bestuursdwang Last onder dwangsom Invorderingsbeschikking dwangsom Partieel handhaven Vooraankondiging last onder dwangsom Strafrechtelijke handhaving
8 2 10 4 3 39 8
Inzet Consignatiedienst In 2014 zijn respectievelijk 371 klachten geregistreerd en werden 159 meldingen van (ongewone) voorvallen door bedrijven gedaan. De consignatiedienst is bij 214 klachten en 159 meldingen ingezet. De klachten en meldingen zijn in behandeling genomen en hebben in veel gevallen tot een bezoek van het betreffende bedrijf geleid. De meeste klachten betroffen overlast van geluid of stank.
438
Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2014
Financieel toezicht gemeentebegrotingen 2015 Financieel toezicht Op grond van de Gemeentewet zijn gemeenten onderworpen aan financieel toezicht door de provincie. Daartoe zenden de gemeenten jaarlijks hun begrotingen, jaarrekeningen en andere financiële bescheiden op naar de provinciale toezichthouders. Het financieel toezicht kent twee mogelijke vormen van toezicht: repressief danwel preventief toezicht. De bepalende criteria voor het toezicht zijn opgenomen in de Gemeentewet. Repressief begrotingstoezicht Er is repressief toezicht wanneer er, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, sprake is van een structureel en reëel begrotingsevenwicht in 2015. Wanneer dit evenwicht niet aanwezig is kan alsnog repressief toezicht worden ingesteld indien aannemelijk is dat dit evenwicht uiterlijk in het jaar 2018 tot stand zal worden gebracht. Repressief toezicht is de standaard. Deze vorm van toezicht houdt in dat de begroting en begrotingswijzigingen direct uitgevoerd kunnen worden (rechtskracht krijgen) zonder afhankelijk te zijn van een voorafgaande goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Preventief begrotingstoezicht Preventief toezicht moet worden ingesteld wanneer de begroting van het eerstvolgende jaar, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, niet structureel en reëel in evenwicht is en blijkens de meerjarenraming niet aannemelijk is dat in de eerstvolgende jaren een structureel en reëel evenwicht tot stand zal worden gebracht. (imperatief preventief begrotingstoezicht) Preventief toezicht kan ook worden ingesteld wanneer de begroting of de rekening over het tweede aan het begrotingsjaar voorafgaande jaar niet tijdig is ingezonden; wettelijke inzendtermijnen: begroting (incl. meerjarenraming): voor 15 november voorafgaande aan het begrotingsjaar; jaarrekening: : voor 15 juli na afloop van het rekeningjaar. Gedeputeerde Staten doen voor aanvang van het begrotingsjaar mededeling aan het gemeentebestuur omtrent het in te stellen toezichtsregime voor het komende jaar. De begrotingen van de 23 Groninger gemeenten voor het jaar 2015 zijn in de zogenaamde eerste fase onderzocht. Dit eerste fase onderzoek behelst een onderzoek op hoofdlijnen op grond waarvan een voorstel wordt gedaan over het in te stellen begrotingstoezicht voor het komende jaar. Van de 23 Groninger gemeenten kunnen 20 onder het repressieve begrotingstoezicht worden geplaatst. Het betreft de gemeenten Appingedam, Bedum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Groningen, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Loppersum, Marum, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Slochteren, Stadskanaal, Veendam, Winsum en Zuidhorn. De gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde vallen van rechtswege onder het preventieve begrotingstoezicht. Dit in verband met de omstandigheid dat de raden van deze gemeenten op 28 januari 2014 een herindelingsontwerp Westerwolde hebben vastgesteld. Uit dien hoofde vallen zij - op grond van artikel 21 van de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) - onder het preventieve toezichtsregime. Daarnaast valt de gemeente Bellingwedde ook op grond van artikel 203 van de Gemeentewet onder het preventieve begrotingstoezicht in verband met het ontbreken van een structureel en reëel meerjarig begrotingsevenwicht. In verband met de artikel-12 status valt ook de gemeente Ten Boer van rechtswege onder het preventieve begrotingstoezicht. De (onzekere) financiële toekomst Uit de instelling van repressief begrotingstoezicht voor de voornoemde 20 gemeenten mag niet worden afgeleid dat deze gemeenten geen (dreigende) financiële problemen zouden kennen.
Financieel toezicht gemeentebegrotingen 2015
439
Blijkens de meerjarenbegrotingen 2015-2018 staat de financiële positie van de Groninger gemeenten onder aanzienlijke druk. Dit als gevolg van onder meer dalende uitkeringen uit het gemeentefonds, de huidige economische situatie en toenemende aantallen bijstandsgerechtigden. Door (wederom) te bezuinigingen op onder meer de eigen organisaties en het onderhoud van openbare ruimten kunnen de gemeenten nog met (meerjarig) sluitende budgetten werken. Daarbij valt op dat slechts 7 van de 23 Groninger gemeenten in staat zijn gebleken om zowel een structureel en reëel sluitende jaarschijf 2015 alsook een structureel en reëel sluitende jaarschijf 2018 te presenteren. Aanzienlijk financiële risico's zit opgesloten in de decentralisaties in het sociaal domein. De gemeenten hebben de financiële effecten daarvan voorshands budgettair neutraal geraamd. De tijd zal moeten leren of deze handelswijze gehandhaafd zal kunnen worden. De gemeenten zullen de betreffende dossiers nauwlettend moeten monitoren en daar waar nodig maatregelen moeten treffen om blijvend met sluitende budgetten te kunnen werken. Tweede fase onderzoek Aansluitend aan het eerste fase onderzoek zal het meer gedetailleerde begrotingsonderzoek in de tweede fase plaatsvinden. Dit onderzoek dient enerzijds ter verificatie van de uitkomsten van het eerste fase onderzoek alsmede het volgen van de financiële ontwikkelingen bij de gemeenten, anderzijds vormt dit onderzoek de basis voor een volgende (eerste fase) begrotingsonderzoek. De intensiteit van het tweede fase onderzoek zal mede worden bepaald door een, voorafgaand aan het tweede fase onderzoek te actualiseren, risicoanalyse per gemeente.
440
Financieel toezicht gemeentebegrotingen 2015
Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken Inleiding Conform de afspraken gemaakt in de vergadering van het presidium van 29 januari 2014 wordt de Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken in afgeslankte vorm als bijlage in de provinciale rekening aan u gepresenteerd. Om u toch te voorzien van meer uitgebreide projectinformatie is er een website gebouwd met hierin alle projecten in deze rapportage maar met uitgebreidere informatie. Het betreffen projecten welke per 1 jan 2015 in uitvoering zijn en projecten welke nog niet in uitvoering zijn maar waar u al wel middels een realisatiebesluit positief over hebt besloten. Per project zijn (indien van toepassing) op de website linken geplaats naar Bestuurlijke besluitvorming met betrekking tot realisatie voordrachten en ook naar andere project gerelateerde websites. Het webadres is http://www.infrakaartgroningen.nl/ Voortgang projecten De voortgang van een project is niet direct af te leiden bij de huidige rapportage. Bij de volgende rapportage (Voorjaarsnota 2015) zal gebruik worden gemaakt van symbolen waaruit wel direct valt af te leiden in welk stadium een project zich bevindt. Het betreffen de volgende symbolen: Het project is voor ongeveer 25% gereed. Het project is voor ongeveer 50 % gereed.
Het project is voor ongeveer 75% gereed. Rapportage De rapportage bevat twee onderdelen, te weten: A: Voortgang werken aan provinciale wegen, stand per 1 januari 2015 B: Voortgang werken aan hoofdvaarwegen, stand per 1 januari 2015 Onderdeel A: Wegen Project Omschrijving
100001: N370 Reconstructie knooppunt Reitdiepplein 2e fase Reconstructie van de aansluiting van de Friesestraatweg (N355) op de Westelijke Ringweg (N370), 2e fase
Planning
Fase Uitvoering - Realisatie
Start 2015
Einde 2015
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 8.337.260,00
€ 6.244.644,76
€ 2.092.615,24
Project
100056: Maatregelenpakket wegverbinding Groningen-Delfzijl N360
Omschrijving
Realisatie van het maatregelenpakket, de sobernulplusvariant
Planning
Fase Uitvoering - Realisatie
Start 2015
Einde 2016
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 7.832.000,00
€ 1.248.790,30
€ 6.583.209,70
Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken
441
Project Omschrijving
100058: N366 wegverdubbeling Veendam - Pekela In het kader van het realiseren van het eindbeeld N366 dient het wegvak Veendam - Pekela te worden verdubbeld.
Planning
Fase Uitvoering - Realisatie
Start 2016
Einde 2017
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 9.100.000,00
€ 1.401.594,05
€ 7.698.405,95
Project Omschrijving
100089: N366 reconstructie aansluiting AVEBE In het kader van het realiseren van het eindbeeld N366 wordt de kruising bij Avebe ongelijkvloers gemaakt.
Planning
Fase Uitvoering - Realisatie
Start 2014
Einde 2015
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 4.065.195,39
€ 2.179.840,63
€ 1.885.354,76
Project Omschrijving Planning
100105: Reconstructie N361 Lauwersoog Aanpassen van oversteekplaatsen en wegbeeld om de verkeersveiligheid te verhogen Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie 2015 2016
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 2.560.000,00
€ 0,00
€ 2.560.000,00
Project Omschrijving Planning
100149: N361: Weg Mensingeweer-Ranum
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 11.110.000,00
€ 1.754.833,68
€ 9.355.166,32
Aanleg van een nieuwe weg tussen Mensingeweer en Ranum Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie 2014 2016
Project Omschrijving Planning
100170: Reconstructie Beijum-Noord/Groningerweg Het kruispunt met de Groningerweg wordt ongelijkvloers gemaakt. Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie 2014 2015
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 8.380.000,00
€ 6.191.492,75
€ 2.188.507,25
Project Omschrijving Planning
100182: N361: Fietspad Eenrum/Mensingeweer-Baflo
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 1.000.000,00
€ 133.280,89
€ 866.719,11
Aanleg van een nieuw fietspad tussen Eenrum/Mensingeweer en Baflo. Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie 2014 2016
Project Omschrijving Planning
100183: N366 Aanpak wegvak Pekela - Ter Apel Verbreding van de weg van 7,50 m. naar 8,60 m en reconstructie van de kruising Pekela-zuid Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie 2016 2017
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 8.650.000,00
€ 1.274.859,08
€ 7.375.140,92
442
Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken
Project Omschrijving Planning
100211: N366 Reconstructie kruising N366 met de Westerstraat
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 5.100.000,00
€ 782.730,03
€ 4.317.269,97
Project Omschrijving Planning Financiën
Planvorming kruising van de Westerstraat te Ter Apel met de N366 Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie 2015 2016
100254: N366 Reconstructie kruising N366 met de Westerstraat Vervanging van de fietsbruggen Stadsweg en Meedenpad door fietsecoducten Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie
2015
2016
Budget
Realisatie
Saldo
€ 3.100.000,00
€ 0,00
€ 3.100.000,00
Onderdeel B: Waterwegen Project : Omschrijving Planning
100020: Vervanging brug Aduard Vervangen van de brug te Aduard en verbeteren van de aansluitende infrastructuur Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie 2015 2016
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 1.300.000,00
€ 1.219.442,82
€ 80.557,15
NB: In voordracht 12/2014 is € 2,86 miljoen krediet ten behoeve van het project Aduard beschikbaar gesteld. Dit project is naderhand opgesplitst in Brug Aduard (€ 1,3 miljoen) en Rondweg Aduard & Aansluiting Nieuwklap (€ 1,56 miljoen). Project : Omschrijving
100021: N370 Vervanging Noordzeebrug Groningen De bestaande Noordzeebrug over het Van Starkenborghkanaal wordt vervangen en de aansluiting van de Noordelijke Ringweg op de Bedumerweg en bedrijventerrein De Hoogte wordt gereconstrueerd.
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2012
2015
Budget
Realisatie
Saldo
€ 31.470.026,00
€ 21.495.420,97
€ 9.974.605,03
Financiën
Project Omschrijving
100030: N980 Vervangen brug Balktil Vervangen brug Balktil (over het "Oude diep") met naast gelegen fietsbrug gelegen in de N980
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2015
2015
Budget
Realisatie
Saldo
€ 900.000,00
€ 15.330,20
€ 884.669,80
Financiën
Project Omschrijving
100048: N355 Wegomlegging Zuidhorn Verlegging van de provinciale weg N355 naar de oostzijde van Noord-en Zuidhorn in combinatie met de aanleg van een nieuwe brug en een tunnel
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2013
2015
Budget
Realisatie
Saldo
€ 19.195.247,00
€ 16.764.938,15
€ 2.430.308,85
Financiën
Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken
443
Project Omschrijving
100051: Baggeren/boordvoorzieningen/depots Van Starkenborghkanaal Verruiming van de vaarweg zodat de vaarweg geschikt is voor klasse V schepen (max 110 x 11,5m), met een diepgang van 3,5m
Planning
Fase Uitvoering - Realisatie
Start 2000
Einde 2015
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 23.789.588,00
€ 22.100.506,67
€ 1.689.081,33
Project Omschrijving Planning
100132: Wachtvoorzieningen Lauwersoog Aanpassen van de wachtvoorzieningen bij de sluis te Lauwersoog Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie 2015 2015
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 500.000,00
€ 0,00
€ 500.000,00
Project Omschrijving
100142: Kiek over Diek
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2012
2016
Budget
Realisatie
Saldo
€ 5.449.145,00
€ 794.291,10
€ 4.654.853,90
Financiën
Realiseren van een fietsroute langs de Waddenkust
Project Omschrijving
100161: Vervanging brug Dorkwerd Vervangen van de brug te Dorkwerd en de verbinding met de aansluitende infrastructuur
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2014
2015
Budget
Realisatie
Saldo
€ 12.185.350,00
€ 2.176.903,60
€ 10.008.446,40
Financiën
Project Omschrijving
100207: Baggeren Winschoterdiep Het Winschoterdiep wordt gebaggerd zodat het geschikt is voor klasse IV scheepvaart
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2013
2015
Budget
Realisatie
Saldo
€ 10.296.086,00
€ 5.232.014,07
€ 5.064.071,93
Financiën
Project Omschrijving
100213: Vervanging spoorbrug Zuidhorn c.a.
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2015
2017
Budget
Realisatie
Saldo
€ 32.000.000,00
€ 1.531.285,45
€ 30.468.714,55
Financiën
Vervanging van de huidige brug en onderliggende oevers door een nieuwe brug en oevers
Project Omschrijving Planning
100232: Winschoterdiep aanpassing beschoeiing Sappemeer zuidzijde Vervanging van houten beschoeiing door stalen damwanden in deel zuidzijde Fase Start Einde Uitvoering - Realisatie 2014 2015
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 4.223.700,00
€ 3.135.043,02
€ 1.088.656,98
444
Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken
Project Omschrijving
100245: Vervangen tafelbrug Zuidhorn
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2015
2016
Budget
Realisatie
Saldo
€ 12.130.000,00
€ 518.501,63
€ 11.611.498,37
Financiën
Vervangen van de tafelbrug Zuidhorn en aansluitende infrastructuur
Project Omschrijving
100247: Faunapassage Westerbroek
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2015
2016
Budget
Realisatie
Saldo
€ 131.815,00
€ 40.505,64
€ 91.309,36
Financiën
Realisatie faunaverbinding op het provinciaal ontsnipperpunt Winschoterdiep/N860
Project Omschrijving
100251: Aanleg Blauwe Passage fase 2 Het graven van een nieuw kanaal het Oldambtmeer naar het bestaande Nieuwe Kanaal. Tevens worden drie vaste bruggen gerealiseerd en wordt de Oudlandseweg vernieuwd en verbreed.
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2013
2015
Budget N.v.t. Financiële administratie door gemeente Oldambt
Realisatie
Saldo
N.v.t.
N.v.t.
Financiën
Project Omschrijving
100271: Rondweg Aduard & aansluiting Nieuwklap Realisatie van de rondweg Aduard (omlegging N983) en aansluiting daarvan bij Nieuwklap op de N355. Tevens de realisatie van het ontbrekende deel van de Fietsroute Plus tussen Groningen en Zuidhorn.
Planning
Fase
Start
Einde
Uitvoering - Realisatie
2014
2015
Budget
Realisatie
Saldo
€ 16.090.000,00
€ 1.398.186,60
€ 14.691.813,40
Financiën
Project Omschrijving
100289: Werkzaamheden Groningen Seaport Saneringswerkzaamheden op het Eemskanaal, baggerwerkzaamheden en het aanpassen van de kades en oevers van het Oosterhornkanaal.
Planning
Fase Uitvoering - Realisatie
Start 2014
Einde 2014
Financiën
Budget
Realisatie
Saldo
€ 5.115.000,00
€ 509.787,35
€ 4.605.212,65
Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken
445
446
Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken
Overzicht inhuur personeel Tijdens de Dag van de Verantwoording 2009 is afgesproken dat voortaan in de Programmarekening een overzicht wordt verstrekt met inhuur van personeel. In onderstaand overzicht wordt op een relatief hoog abstractieniveau inzicht verschaft in de inhuur van personeel, adviezen van derden en accountantskosten. Inhuur in 2014 verantwoord op: Waarborgen capaciteit bedrijfsvoering Apparaatskosten personeel € 4.087.420 Projecten € 434.971 Overige apparaatskosten € 142.695 Totaal apparaatskosten € 4.665.085 Programmakosten Investeringen Totaal 2014 € 4.665.085 Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal
2013 2012 2011 2010 2009
€ € € € €
7.295.642 € 9.982.015 7.660.142 5.848.636 7.678.116
Totale lasten provincie 2009 2010 2011 2012 2013 2014
€ € € € € €
Uitvoerings- en Overige capaciteitskredieten adviezen en inhuur € 222.132 € 265.579 € 376.694 € 864.405 € 4.043.661 € 7.254.528 € 129.626 € 1.330.847 € 4.173.287 € 9.449.779
382.139.892 353.698.307 374.529.319 454.076.687 399.143.356 405.051.924
4.392.469 € € € € €
6.695.252 11.471.569 8.411.673 7.391.041 5.810.995
Accountancy Totaal
€ € € € € €
990 € € 136.291 € 137.281 € 13.130 € 7.040 € 157.451 €
4.310.542 700.550 655.679 5.666.771 11.311.318 1.467.513 18.445.602
€ € € € €
130.818 139.590 86.489 134.905 256.423
18.514.182 21.593.174 16.158.304 13.374.582 13.745.354
€ € € € €
waarvan apparaatskosten € 78.215.535 € 75.782.990 € 77.001.477 € 80.541.336 € 80.771.925 € 74.299.463
Als gevolg van de uitvoering van de bezuinigingstrajecten Kleiner en Beter en Financieel Perspectief worden er meer kosten voor inhuur gemaakt. Dit heeft met name te maken met het feit dat vacatures voor taken die nog één a twee jaar blijven bestaan niet worden ingevuld maar worden uitgevoerd door ingehuurd personeel. De kosten voor inhuur nemen hierdoor toe. Als gevolg van de voorbereidingen voor grote projecten nemen de advieskosten door derden ook toe. Deze trend zal naar verwachting de komende jaren worden doorgezet. Gelet op de omvang van de bedragen zijn alleen de apparaatskosten en programmakosten nader geanalyseerd. Er is geen nadere analyse gepleegd op de accountantskosten. Apparaatskosten De totale realisatie op de apparaatskosten bedraagt € 74.299.463. De loonkosten bedragen € 56.522.920. Binnen de totale apparaatskosten is voor een bedrag van circa € 9.225.977 miljoen aan personeel/advies ingehuurd. Hiervan is € 6.068.341 miljoen ten laste van de AKP-budgetten van de afdelingen ingehuurd en ca. € 3.157.636 miljoen ten behoeve van projecten. De totale inhuur personeel voor interne producten ad € 6.068.341 als percentage van de loonkosten komt voor 2014 uit op ca. 11%. Omdat inhuur duurder is dan eigen personeel (2/3 van inhuur) moet het percentage met 2/3 vermenigvuldigd worden. Het inhuur percentage is daarmee ca. 7% en voldoet hiermee aan de concernnorm van maximaal 10% inhuur. Inhuur RSP/MIT Een nadere analyse voor de programmakosten en investeringen is, gelet op de omvang, relevant voor het onderdeel adviezen van derden. Van de ca. € 9,2 miljoen wordt ca. € 3,1 miljoen ingezet voor programma’s in het kader van mobiliteit gerelateerde zaken zoals de voorbereiding en uitvoering RSP en MIT-projecten.
Bijlage Inhuur personeel
447
448
Bijlage Inhuur personeel
Controleverklaring Door EY accountants is een concept controleverklaring afgegeven. Bij het opstellen van de Geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 was de definitieve controleverklaring nog niet voor publicatie beschikbaar. De definitieve controleverklaring zal op verzoek worden nagezonden.
Controleverklaring
449
450
Controleverklaring
Overzicht kapitaallasten en berekening rente-omslag A. OVERZICHT KAPITAALLASTEN LASTEN - rente en afschrijvingen
cat.
Bespaarde rente reserves en voorzieningen
6.0(b)
34.086.874
Rente kortlopende geldleningen i.v.m. financieringsoverschot
6.0(e)
-691.924 33.394.950
Afschrijvingen
6.0(a)
6.336.180
Totaal kapitaallasten
39.731.130
BATEN - rente en afschrijvingen Doorberekende kapitaallasten: - Rente
aan functies
6.0(b)
30.534.855
aan apparaatskosten
6.0(b)
2.860.095 33.394.950
- Afschrijvingen
aan functies
6.0(a)
4.209.486
aan apparaatskosten
6.0(a)
2.126.694 6.336.180
Totaal baten
39.731.130
B. BEREKENING RENTEOMSLAG Financieringsbehoefte: Boekwaarde materiële vaste activa per 1-1-2014 Boekwaarde kapitaalverstrekkingen per 1-1-2014 Overige verstrekte langlopende geldleningen per 1-1-2014 Bijdragen aan activa in eigendom van derden Beleggingen
122.963.613 2.299.393 86.547.915 13.436 310.880.298 522.704.654
Financieringsmiddelen: Stand van reserves en voorzieningen per 1-1-2014
973.910.684 973.910.684
Financieringsoverschot: Overschot
451.206.030
Boekwaarde materiële vaste activa per 1-1-2014 zonder rentetoerekening Basis voor renteberekening kortlopende middelen gefinancierd met langlopend vermogen
33.103.630 484.309.660
Rentelasten: Rentebaten langlopende geldleningen: 3% van het financieringsoverschot ad € 484.309.660 Rentelasten reserves en voorzieningen: 3,5 % van € 973.910.684
-14.529.290 34.086.874 19.557.584
Overzicht kapitaallasten en berekening rente-omslag
451
Boekwaarden voor rente-omslag: Materiële vaste activa
122.963.613
Deelnemingen
2.299.393
Overige verstrekte langlopende geldleningen en beleggingen
397.441.648 522.704.654
Af: Vaste activa met vaste percentages
7.718.903
Vaste activa zonder rentetoerekening
43.025.308 50.744.211 471.960.443
Rentelasten voor rente-omslag: Totaal toe te rekenen rente
33.394.950
Af: Toegerekende rente aan materiële vaste activa met vaste percentages
330.759 33.064.191
Rente-omslag:
33.064.191 X
100%
471.960.443
452
Overzicht kapitaallasten en berekening rente-omslag
=
7,006%
Kostenverdeelstaat econ. omschrijving cat.
werkelijk
1.1
Salarissen en sociale lasten
1.2
Sociale uitkeringen personeel
2.0.2
Aankoop overige onroerende zaken
2.1
Aankoop van duurzame roerende zaken
2.2
Aankoop duurzame goederen
2.2.1
Huren
2.3
Opbrengst overige goederen en diensten
2.3.1
Aankopen niet duurzame goederen en diensten
3.0
Belastingen
4.0.1
Subsidies aan producenten
4.0.2 4.0.3 4.1.2
Overige vermogensoverdrachten
begroot
52.439.033
58.429.653
74.163
147.600
2.850
297.600
-117.509
-57.100
2.269.946
2.429.372
-11.399
-
-3.524
-
14.561.606
12.759.116
366.795
244.770
-295.270
-
Inkomensoversdrachten van overheden
84.704
-
Overige inkomensoverdrachten
16.800
-
-
-
Kapitaallasten: 6.1
- Afschrijvingen
2.126.694
2.126.720
6.2
- Rente
2.860.095
2.843.970
6.5
Vorming van voorzieningen
124.853
-
6.9
Overige administratieve boekingen
-200.375
-
74.299.462
79.221.701
Totaal te verdelen apparaatskosten Verdeeld naar: hoofd- omschrijving
werkelijk
begroot
functie 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Algemeen bestuur Openbare orde en veiligheid Verkeer en vervoer Waterhuishuishouding Milieubeheer Recreatie en natuur Economische en agrarische zaken Welzijn Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
21.722.956 291.314 19.734.843 1.251.863 7.943.718 4.177.388 5.215.297 3.800.318 7.056.248
18.862.800 742.344 20.344.062 2.209.424 8.924.912 4.938.182 6.030.827 4.987.761 7.892.500
71.193.945
74.932.812
Verrekening voor investeringsprojecten: 3.1 Investeringen in wegen 3.3 Investeringen in waterwegen
2.394.193 711.324
2.670.586 1.618.303
Verdeeld naar investeringswerken
3.105.517
4.288.889
Totaal verdeelde apparaatskosten
74.299.462
79.221.701
Verdeeld naar functies gewone dienst
Kostenverdeelstaat
453
454
Kostenverdeelstaat
Subsidiestaat STAAT VAN SUBSIDIE Niet in de lijst opgenomen: BDU verkeer en vervoer, ILG, uitvoeringsprogramma Jeugdzorg, ISV en reserve Provinciale Meefinanciering, alsmede alle structuele subsidies. Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Viering 4 En 5 Mei Stichting Vier 5 mei
Subsidie bevrijdingsfestival 2014
14.775,00
2014
498233
14.775,00
Totaal Grenzeloos Gunnen Gemeente Haren
bijdrage kosten burgerraadpleging
16.000,00
2014
503439
Appingedam, gemeente
subs.onderz.proj,.BMW Deal gem
82.126,00
2014
534317
2014
520050
98.126,00
Totaal Intensiveren contacten Duitsland Eems dollard regio
Bijdr. Workshop Bio economie EDR
6.000,00 6.000,00
Totaal Jongerenparticipatie Njr vereniging
NJR Subsidieaanvraag 2014
3.000,00
2014
528527
Groninger Politiek Jongeren Kontakt
Groninger Politiek Jongeren Kontakt 2014
5.735,00
2014
516105
Vara Hilversum
Subs Op weg naar Lagerhuis seizoen 2014-2015
8.750,00
2015
531810
20.000,00
2014
499016
6.000,00
2014
535928
10.000,00
2015
499016
10.000,00
2014
517161
6.000,00
2015
545536
10.000,00
2014
506979
5.000,00
2014
520918
50.000,00
2014
503522
17.485,00
Totaal Relatiemanagement Voorwaarts Voorwaarts
Bijdrage Voorwaarts Voorwaarts
Van der Leeuwlezing
Subsidie van der Leewlezing 2014
Voorwaarts Voorwaarts
Bijdrage Voorwaarts voorwaarts
36.000,00
Totaal Evenementen St. bruisend bad nieuweschans
Keltisch Midzomerfestival
St. vliegveld
Oostwold Airshow 2015
St. hongerige wolf
Festival Hongerige Wolf 2014
Middeleeuws Ter Apel, Stichting
Middeleeuws Ter Apel
Gem.groningen bestuursd
The Passion 2014
St. welzijn gem. zuidhorn
KanaalPOP
5.000,00
2014
520846
Stichting MF050
Groninger Maker Faire
5.000,00
2015
536028
St. dag van de Regio
Dag van de Regio 2014
10.000,00
2014
505932
Kronkels door Fivelingo
Jan Brons is terug
5.000,00
2015
535340
Festival Terug naar het begin
Terug naar het begin 2015
10.000,00
2015
539550
Ulrum 1834, Stichting
Ulrum Anno 1834
3.000,00
2014
517447
DONG Energy Solar Challenge 2014
Solar Challenge 2014
7.500,00
2014
517448
St.250j. Het stadskanaal
250 jr Stadskan/400 jr Semslinie
20.000,00
2015
536741
Noorderslag
Eurosonic Air 2015
12.500,00
2014
545552
Werkman 2015, Stichting
Werkman 2015
45.000,00
2014
535560
EBM Events
Foodtruckfestival TREK
3.750,00
2015
535555
Veenkoloniaal Museum, st.
Oostzeedagen
2.500,00
2014
535345
Op Roakeldais
Op Roakeldais 2014
7.500,00
2014
506433
Quiltfestival Noord Nederland, st.
Quiltfestival 2014
5.000,00
2014
504837
St.250j. Het stadskanaal
250 jr Stadskan/400 jr Semslinie
5.000,00
2014
536741
Muziekfestival Delfzijl, stichting
Muziekfestival Delfzijl
5.000,00
2014
515243
Peergroup
Circus in Veen
5.000,00
2014
517636
Schansenkrijg Westerkwartier, St.
Verschanst in het Westerkwartier
5.000,00
2014
516310
St. vier 5 mei
Garanstelling bevrijdingsfestival 2015
10.000,00
2015
544749
2014
501118
252.750,00
Totaal Diverse Kosten Oov Politie, Nationale
Subs RIEC Noord begroting sluitend
15.000,00 15.000,00
Totaal Uitv.pr.ext.veiligh Veiligheidsregio Groningen
Externe Veiligheid 2014
216.000,00
2014
524408
Werkorganisatie Deal
Externe Veiligheid 2014
77.760,00
2014
524408
Gemeente Oldambt
Externe Veiligheid 2014
23.040,00
2014
524408
Gemeente Groningen
Externe Veiligheid 2014
69.120,00
2014
524408
2014
521715
385.920,00
Totaal Communicatie Stichting Noorderbreedte
eenmalige subsidie themanummer Fiets Noorderbreedte
5.000,00 5.000,00
Totaal
Subsidiestaat
455
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Uitv.Beleidsn.Fiets Gemeente Groningen, Ro/Ez
project Beter Benutten - Fietsparkeren Ten Boer
3.810,00
2014
494128
Gemeente Groningen, Ro/Ez
gem. Groningen: project Beter Benutten - Fietsparkeren Stad Groningen
50.165,00
2014
494129
Gemeente Marum
bijdrage fietsstalling Marum/A7
39.285,00
2014
534234
2014
526789
2014
518009
2014
416353
93.260,00
Totaal Secretariaatskosten VVB Vereniging Verkeersslachtoffers
Bijdr. nat. herdenking
1.000,00 1.000,00
Totaal Sociale veiligheid Arriva Openbaar Vervoer
Uitvoeren sociaal veiligheidsplan 2014
125.282,00 125.282,00
Totaal P+R Openbaar Vervoer Gemeente Menterwolde
gemeente Menterwolde subsidie P en R in Zuidbroek
3.750,00 3.750,00
Totaal Facelift stations RSP NS Stations bv
Keypoint Consultancy: 2e toekenning subsidie stationsgebouw Winschoten
50.000,00
2014
510412
NS Stations bv
Winschoten prettig wachten
10.000,00
2014
-
Gemeente Winsum
Tunnel Winsum
56.600,00
2014
-
2014
500720
4.355.373,00
2014
500711
359.878,40
2014
404869
2014
500901
36.231,00
2014
546749
4.516,00
2014
543741
116.600,00
Totaal Infra Q-liners/HOV-bus RSP Gem.Groningen Dienst OCSW
Project 28 HOV-as West 3e fase
4.902.252,00 4.902.252,00
Totaal Transferia en busstations RSP Gem.Groningen Dienst OCSW
Project 2 uitbreiding P+R Haren
Openbaar Vervoerbureau Groningen-Dre
DRIS binnen RGA
4.715.251,40
Totaal Stationsgebied Groningen Gemeente Groningen, Ro/Ez
subs. RSP ontwikkeling stationsgebied en knoop Groningen
400.000,00 400.000,00
Totaal Openb. vervoer stad Groningen Gemeente Aa en Hunze
uitv. maatr. HOV visie
Gemeente Eemsmond overig
Halteverlichting N-Groningen S
Gemeente Leek
maatr. real. HOV-visie gem. Leek
40.000,00
2014
513421
Gemeente Noordenveld
maatr. real. HOV-visie gem. Noordenveld
80.000,00
2014
516927
Gemeente Leek
aanv.subs. hov visie
20.000,00
2014
547213
Gemeente Eemsmond overig
Halteverlichting N-Groningen S
4.516,00
2014
543741
2014
510539
2014
520869
185.263,00
Totaal
Stuurgroep water 2000+ Ver Gron Gemeenten
Sub waterambassadeur 2014
10.000,00 10.000,00
Totaal Onderzoek waterhuishouding Gemeente Delfzijl Overig
Marconi buitendijks
7.000,00 7.000,00
Totaal Klimaatadaptatie Tauw Milieu B.V.
Valoriusproject pilot Groningen
10.000,00
2014
511026
Gemeente Oldambt
3Di Winschoten
12.000,00
2014
536431
RVO
ANOG voorzet. Natte natuurbraak 2014
15.000,00
2014
513904
37.000,00
Totaal Leren voor duurzaamheid (DUDO) Provincie Friesland
Project Kennisdeling
2.000,00
2014
524408
Natuur- en milieufederatie
Project Energieland
52.000,00
2014
524408
Natuur- en milieufederatie
Verdienmodel
25.000,00
2014
524408
St. IVN
Woningcorporatie
90.000,00
Provincie Friesland
Upgrade de Wereld
2014
524408
2014
513809
14.925,00 183.925,00
Totaal
Uitvoering milieutaken Gemeente Oldambt
Bokashi Project
5.000,00 5.000,00
Totaal
456
Subsidiestaat
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Energy Valley Silicon Mine BV, The
Techn hoz vest The Silicon Mine Delfzijl
25.000,00
2014
502065
Wendelin B.V.
Sub proceskosten fin.close BioMCN
50.000,00
2014
525819
Standaard crediteur
SUBS RUG TBV NWO ONDERZ.VOORSTEL
10.000,00
2015
510301
2014
543603
85.000,00
Totaal Vergunverl. grootsch. energiepro Energy Challenges
bijdrage energy challenges gron 2014-2015
20.000,00 20.000,00
Totaal Programmamanagement Energie Energy Academy Europe
bijdrage Energy Convention 2014
7.500,00
2014
539848/PPM
Energy Challenges
Eindevent Energy Chall Gron 13-14
4.000,00
2014
525023
11.500,00
Totaal Verg.Energievoorz.dorpen/buurten St. Milieufederatie Groningen
mandaat NME beleidsregel subs.lokale energie
70.000,00
2014
492808
Energy Challenges
bijdrage energy challenges gron 2014-2015
37.500,00
2014
543603
Standaard crediteur
mandaat Beleidsregel NMeE subs.lokale energie
35.000,00
2015
492808
Dorpsbelangen Adorp
Adorp Duurzaam
30.000,00
2014
524206
DONG Energy Solar Challenge 2014
Solar Challenge 2014
5.000,00
2014
517448
177.500,00
Totaal Versterking energiesector Clean Fuels B.V.
subsidei hlb studie biocokes fabriek
15.000,00
2014
538721
Hanze development
Sponsoring Hansa Green Tour 2014
5.000,00
2014
520513
Deloitte Belastingadv.
opdracht rapport wind op zee
45.675,00
2014
510301
EemsdeltaGreen St. i.o.
subsidie 2014 eemsdeltagreen
20.000,00
2014
491579
Standaard crediteur
SUBS.RUG TBV NWO ONDERZ.VOORST.
40.000,00
2015
510301
Gemeente Oldambt
Bokashi Project
5.000,00
2014
513809
Energy Academy Europe
subs.Piezo Energie green Deal?
50.000,00
2014
551901
Gem.groningen bestuursd
hlbh.onderz.geothermie Groningen
10.000,00
2014
514267
alg.cr.nr
sub.2015 Piezo Energie Greaan Deal
50.000,00
2015
551901
240.675,00
Totaal Green Deal Energy Academy Europe
Green Deal subsidie aan het proj. Energy Startups
127.500,00
2014
530817
Energy Academy Europe
subs.Piezo Energie Green Deal Energy Academy
220.300,00
2014
551901
Energy Academy Europe
8 proj vd Energy Acad. Europe
652.200,00
2014
525001
Energy Academy Europe
8 proj vd Energy Acad. Europe
1.174.000,00
2015
525001
alg.cr.nr
subs.2015 Piezo Energie Green Deal
146.132,00
2015
551901
Energy Academy Europe
DEEL 2014 NIET GEBRUIKT
347.800,00
2015
525001
6.050,00
2014
501724
40.000,00
2014
543111
2.667.932,00
Totaal Provinciaal Lichtmastenplan Glas v.d. milieuadv.
project Openbare Ver/Voorlichting
Gem. Bellingwedde
Hoefijzer fase2
46.050,00
Totaal Stimuleren rijden op groen gas Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
515229
Woude, T. van der
ROGG - Woude
2.000,00
2014
527493
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.000,00
2014
534433
SmiLease B.V.
ROGG - Smilease
2.000,00
2014
537237
Autolease Groningen B.V.
ROGG - Autolease
4.000,00
2014
515229
Dallinga bv, autoberging
ROGG - Dallinga
2.500,00
2014
510537
Apotheken t Hoogzand en Kranenborg
ROGG - Apotheek H-S & Kranenborg
2.500,00
2014
510537
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG - Hummel
2.000,00
2014
523540
Hma milieuadvisering
ROGG - HMA
2.000,00
2014
540287
SmiLease B.V.
ROGG - Smilease
2.000,00
2014
546035
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG - Hummel
2.000,00
2014
523540
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Aedizon Gerechtsdeurwaarders B.V.
ROGG - Aedizon
2.000,00
2014
546035
Mulder-Klunder, G.J.
ROGG - Mulder-Klunder
2.000,00
2014
534433
Batenburg, H.J.C.
ROGG - Batenburg
2.000,00
2014
534433
UVO Vervoer bv
ROGG - UVO
2.500,00
2014
523540
Heuvelman Ibis B.V.
ROGG - Heuvelman
2.000,00
2014
515229
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
540287
Abdo, N.
ROGG - Abdo
2.000,00
2014
510537
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
527493
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
527493
Noordlease
Noordlease doorrijden groen gas
2.000,00
2014
522222
Jager, M.J.
ROGG - Jager
2.000,00
2014
523540
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Woerkom, F.C. van
ROGG - Woerkom
2.000,00
2014
510537
Subsidiestaat
457
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Stimuleren rijden op groen gas (vervolg) Noordlease
ROGG - Panneman
2.000,00
2014
527933
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
SmiLease B.V.
ROGG - SmiLease
2.000,00
2014
523540
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG - Hummel
2.000,00
2014
523540
Noordlease
ROGG - Poort v Groningen
2.000,00
2014
527933
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.000,00
2014
534433
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG - Hummel
3.500,00
2014
515229
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Meer, H. van der
ROGG - van der Meer
2.000,00
2014
546035
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG - Hummel
2.000,00
2014
523540
Compagnie, La
ROGG - Compagnie
2.000,00
2014
523540
Noordlease
ROGG - Woude
2.000,00
2014
527933
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
527493
Pouw, J.K.
ROGG - Pouw
2.000,00
2014
546035
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.000,00
2014
534433
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.500,00
2014
534433
Clarens Psychologische Hulp
Clarens Psycho.Hulp doorrijden groen gas
2.000,00
2014
522222
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG- Gasunie
2.000,00
2014
523540
Koorenhof, H.
ROGG - Koorenhof
2.000,00
2014
527493
Zeilmakerij Uilhoorn
ROGG - Uilhoorn
2.000,00
2014
523540
SmiLease B.V.
ROGG - Smilease
2.000,00
2014
534433
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
515229
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG - Hummel
3.500,00
2014
515229
Noordlease
ROGG - Noordlease + saldo S8753
4.000,00
2014
515229
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Aedizon Gerechtsdeurwaarders B.V.
ROGG - Aedizon
2.000,00
2014
527493
Speelman, J.
ROGG - Speelman
2.000,00
2014
510537
Monumenteninspectie en Advies
ROGG - Monumenten
2.000,00
2014
515229
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
515229
M-Lease B.V.
ROGG - M-Lease
2.000,00
2014
546035
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG- Hummel
3.500,00
2014
515229
Beter Bio
ROGG - Beter Bio
3.000,00
2014
540287
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG - Hummel
3.500,00
2014
515229
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.500,00
2014
534433
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
546035
Offereins C.G.
ROGG - Zuurman
2.000,00
2014
510537
Schewol B.V
ROGG - Schewol
2.000,00
2014
527493
Abdoelsaboer, F.C.
ROGG - Abdoelsaboer
2.000,00
2014
527493
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Veenhuis, H.
H. Veenhuis doorrijden groen gas
2.000,00
2014
522222
Retel, G.
ROGG - Retel
2.000,00
2014
537237
Frieslandlease B.V.
ROGG - Frieland Lease
2.000,00
2014
539356
Verdoes, G.
ROGG - Verdoes
2.000,00
2014
510537
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
515229
Arval B.V.
ROGG - Arval
2.000,00
2014
537237
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.500,00
2014
534433
Doornekamp, J.L.
JL Doornekamp doorrijden groen gas
2.000,00
2014
522222
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.500,00
2014
534433
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Veen-Havinga, R.M.J.F.
ROGG - Veen-Havinga
2.000,00
2014
537237
Century
ROGG - Century (50)
2.000,00
2014
530614
Haites, C.
ROGG - Haites
2.000,00
2014
537237
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
548180
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.500,00
2014
534433
Bakker-Bouma, H.
ROGG - Bakker-Bouma
2.000,00
2014
534433
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
537237
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
515229
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.000,00
2014
539412
Frieslandlease B.V.
ROGG - Friesland Lease
2.500,00
2014
534433
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Organisatie en Advies Wonen en Zorg
ROGG - OAWZ
2.000,00
2014
537237
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
537237
Sommerauer Trucks
ROGG - Wolters
2.000,00
2014
510537
Bambini, gastouderbereau
ROGG - Bambini
2.000,00
2014
515229
Haas, L.A.F. de
ROGG - de Haas
2.000,00
2014
510537
Zuurman, R.
ROGG - Offereins
2.000,00
2014
510537
SmiLease B.V.
ROGG - Smilease
2.000,00
2014
537237
Niewold, W.
ROGG - Nieuwold
2.000,00
2014
546035
458
Subsidiestaat
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Stimuleren rijden op groen gas (vervolg) Wagenborg Shipping BV
Wagenborg Shipping doorrijden groen gas
2.000,00
2014
522222
Akker, C.C.W. van den
CCW van den Akker doorrijden groen gas
2.000,00
2014
522222
Groninger Tennischool
ROGG - Groninger Tennisschool
2.000,00
2014
527493
Verhaag-de Vries, A.H.
ROGG - Verhaag
2.000,00
2014
515229
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG - UVO
2.000,00
2014
523540
Autolease Groningen B.V.
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
527493
SmiLease B.V.
ROGG - Smilease
2.000,00
2014
546035
Frieslandlease B.V.
ROGG - FrieslandLease
2.000,00
2014
522404
Born W. van den
ROGG - vd Born
2.000,00
2014
534433
Zwol, A.K. van
A.K. van Zwol doorrijden groen gas
2.000,00
2014
522222
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
540287
Hummel, Gebr. Recycling B.V.
ROGG - Hummel
3.500,00
2014
515229
Rietberg, C.M.
ROGG - Rietberg
2.000,00
2014
540287
Beter Bio
ROGG - Beter Bio
3.000,00
2014
540287
Gasunie Zuidwending B.V.
ROGG - Gasunie
3.000,00
2014
523540
Kager, A.M.A.M.
AMAM Kager doorrijden groen gas
2.000,00
2014
522222
Noordlease
ROGG - Noordlease
2.000,00
2014
540287
UVO Vervoer bv
ROGG - UVO
2.500,00
2014
523540
UVO Vervoer bv
ROGG - UVO
2.500,00
2014
523540
UVO Vervoer bv
ROGG - UVO
2.500,00
2014
523540
269.500,00
Totaal Provinciaal Gebouwenplan 2013-2015 Balk, B.
Maatwerkadvies Balk
250,00
2014
534924
Ver. voor Eigenaren Marumstate 2
Maatwerkadvies Marumstate 2
250,00
2014
532733
Rooijakkers, C.
Maatwerkadvies Rooijakkers
250,00
2014
535728
Weerd, H. de
Maatwerkadvies de Weerd
250,00
2014
536925
Pieterse, F.
Maatwerkadvies Pieterse
250,00
2014
535951
Reitke
Maatwerkadvies Reitke
250,00
2014
535348
Huizinga, E
Maatwerkadvies Huizinga
250,00
2014
535114
Valkema, S.
Maatwerkadvies Valkema
250,00
2014
540730
Plagge, J.H.W.
Maatwerkadvies Plagge
250,00
2014
536922
Delhaas
Maatwerkadvies - Delhaas
250,00
2014
532806
Pontsein, A.J. e/o Schuur, K.J.
Maatwerkadvies Ponstein en K.J. Schuur
250,00
2014
536043
Bakker, B.A.
Maatwerkadvies Bakker
250,00
2014
528548
Uil, D.T.
Maatwerkadvies Uil
250,00
2014
535512
Nijenhuis, M.
Maatwerkadvies Nijenhuis
250,00
2014
531824
Drent. W.
Maatwerkadvies Drent
250,00
2014
539236
Hulshof, W
Maatwerkadvies Hulshof
250,00
2014
535344
Visser, J.
Maatwerkadvies Visser
250,00
2014
535580
Jonkers
Maatwerkadvies Jonkers
250,00
2014
535342
Broer, M.
Maatwerkadvies Broer
250,00
2014
535347
Kloosterhuis, J.
Maatwerkadvies Kloosterhuis
250,00
2014
536927
Posthumus, B.
Maatwerkadvies Posthumus
250,00
2014
536222
Kampen, G.
Maatwerkadvies Kampen
250,00
2014
535351
Mengerink, R.
Maatwerkadvies Mengerink
250,00
2014
535346
Huis voor de Sport
Duurzame Sportverenigingen
27.850,00
2014
518217
Wijngaarden, F. van
Maatwerkadvies Wijngaarden
250,00
2014
535350
Jager, J.
Maatwerkadvies Jager
250,00
2014
536045
Berezikov, E.
Maatwerkadvies Berezikov
250,00
2014
537234
M.C. Majoor
Maatwerkadvies Majoor
250,00
2014
539235
Wolterman, A.
Maatwerkadvies Wolterman
250,00
2014
535242
Kuipers, H.F.
Maatwerkadvies Kuipers
250,00
2014
533331
Ouden, M.M. den
Maatwerkadvies den Ouden
250,00
2014
537540
Woltjer, J.K
Maatwerkadvies Woltjer
250,00
2014
541539
Pellenbos, M
Maatwerkadvies Pellenbarg
250,00
2014
534428
Richter
Maatwerkadvies Richter
250,00
2014
531330
Haveman, A.
Maatwerkadvies Haveman
250,00
2014
540074
Vries, K. de
Maatwerkadvies de Vries
250,00
2014
539357
Rolink, M.C.
Maatwerkadvies Rolink
250,00
2014
539561
Behling, J.
Maatwerkadvies Behling
250,00
2014
547254
Marczyk K
Maatwerkadvies Marczyk
250,00
2014
549817
Dekker, A.
Maatwerkadvies Dekker
250,00
2014
535354
Essing, H.C.J.M.
Maatwerkadvies Essing
250,00
2014
541157
Gem.groningen bestuursd
hlbh.onderz.geothermie Groningen
10.000,00
2014
514267
Woonst. gron. huis
2015 - Energiesprong Nieuwwolda
39.325,00
2015
535109
Woonst. gron. huis
2014 - Energiesprong Nieuwolda
20.000,00
2014
535109
Energy Challenges
bijdrage energy Challenges Groningen 2014-2015
17.500,00
2014
543603
2014
521728
124.675,00
Totaal Prov. Brandstoftrans. plan 2014-15 Century
Bijdr. snellaadpaal Bornholmstraat
5.000,00 5.000,00
Totaal
Subsidiestaat
459
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Bedrijvenregeling Bosan alg.cr.nr
Bedr.reg. loc Kerkstr
39.236,30
2014
527109
2014
511348
39.236,30
Totaal Project ketenbeheer Waterschap Noorderzijlvest
Aanpak Gouden Gronden
2.000,00 2.000,00
Totaal Recreatie en toerisme Hortus, St. Behoud Groene
Samenst bidbook subsaanvr org festival 2016
5.000,00
2014
512766
Gemeente Winsum
Fiets-/wandelverb Winsum-Garnwerd
15.000,00
2014
536360
Fraelemaborg, stichting
New Follies
15.000,00
2014
517501
Blauwe Zwaan st. de
Kertsgroen in de Mast 2014
250,00
2014
547774
St. Recreatietoervaart Nederland
Opst. Belvisie Recr Toevrt Ned 15-20
7.000,00
2014
530519
St. Wandelplatform-LAW
NS-wandeling Groningen
2.490,00
2014
548923
Op Roakeldais
Op Roakeldais 2014
5.000,00
2014
506433
St.250j. Het stadskanaal
250 jr Stadskan/400 jr Semslinie
15.000,00
2014
536741
2014
520632/540125
2015
536360
2014
520632/540125
19.000,00
2014
510961
985,61
2014
546228
3.750,00
2014
546823
64.740,00
Totaal Nieuwe vaarverbindingen Provincie Groningen
Opwaardering Termunterzijldiep
1.500.000,00 1.500.000,00
Totaal Versterking toer. infrastruct. Gemeente Winsum
Fiets-/wandelverb Winsum-Garnwerd
80.000,00 80.000,00
Upgrading Termunterzijldiep (REP) Provincie Groningen
Opwaardering Termunterzijldiep
720.136,00 720.136,00
Totaal Regionaal college Waddengebied Tresoar
bijdrage 2014 Waddenzee.nl Tresoar
Laar voor strategische ontw.,de
Extra subs Waddenzeehavendebat
Urk, Gemeente
Bestuurlijk Platform Visserij
Provincie Friesland
Wadlopen 2014
31.460,00
2014
531519
Provincie Friesland
Stuurgroep Waddenprovincies
20.150,00
2014
546811
Regionaal college Waddengebied
Bijdrage 2015 RCW vaarrecreatie
15.000,00
2015
497816
Ver. Natuurmonumenten
COFIN PROJ ZEEGRAS, HERSTEL BIOBOUWER IN DE WADDENZEE
7.975,00
2014
489203
Regionaal college Waddengebied
bijdrage 2017 RCW vaarrecreatie
15.000,00
2017
497816
Regionaal college Waddengebied
bijdrage 2018 RCW vaarrecreatie
15.000,00
2018
497816
Regionaal college Waddengebied
bijdrage 2014 RCW vaarrecreatie
15.000,00
2014
497816
Regionaal college Waddengebied
bijdrage 2016 RCW vaarrecreatie
15.000,00
2016
497816
Regionaal college Waddengebied
Bijdr detach L Huzen 20/10 tm 31/12/14
12.419,00
2014
552430
2014
520869
170.739,61
Totaal Uitvoering NB-wet Wadden Gemeente Delfzijl Overig
Marconi buitendijks
10.000,00 10.000,00
Totaal Invoeren streekrekeningen Gebiedsfonds Westerkwartier, St.
Westerkwartier gebiedsfonds
20.000,00
2014
528561 348845
Gemeente Vlagtwedde
Westerwolde gebiedsfonds
20.000,00
2014
523934
St. gebiedsfnds drentshce aa
Drentsche Aa gebiedsfonds
5.000,00
2014
527221
45.000,00
Totaal Promotie en acquisitie St.Onderneming vh Jaar
Org/verkiezing Gron Ond Prijs 2014
4.970,00
2014
511138
VNO-NCW Noord
3 ondernemersavonden 2014
2.301,50
2014
534652
20.000,00
2014
484561
7.500,00
2014
539932
7.271,50
Totaal Arbeidsmarktbeleid Jatrie, Stichting
Leerwerkmeester scheepsrestauratieproj.
Hoekstra, Fedde
DEAL, de serie prov. Groningen
Noord Nederlands Toneel
St Persptief v Jongeren Spring 2014
10.000,00
2014
533530
Gemeente Groningen (DIA)
Int. Welcome Center North
23.334,00
2015
538232
Gemeente Groningen (DIA)
Int. Welcome Center North
31.250,00
2016
528232
GOA Publiek
Faciliteren BBLplekken id publ sector
75.000,00
2016
522946
CMO Groningen
subs.europese expertisecentrum
30.000,00
2014
509812
Eemsdeltacollege t.n.v. Stichting VO
Technics4U manifestatie 21+22/11/14
1.000,00
2014
546225
Betapunt Noord
Leerlijn Techniek
41.607,50
2015
543404
Betapunt Noord
Leerlijn Techniek
9.259,50
2014
543404
2014
543615
248.951,00
Totaal Grensoverschrijdende werkgelegenheid CMO Groningen
Net(z)werk Partners in Techniek
460
15.000,00 15.000,00
Totaal
Subsidiestaat
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
IT Academy Noord Nederland IBM Services Center Groningen
project REP13 IT academy Nrd.Ned
2.235.000,00
2014
495871
2014
526611
2.235.000,00
Totaal Mobiliteitscentrum Aldel ISD Noordoost
Mobiliteitscentrum Aldel
750.000,00 750.000,00
Totaal Toegang jongeren tot arbeidsmarkt ISD Noordoost
Doorontw Werkschool Gron 14-16
137.500,00
2016
548922
ISD Noordoost
Doorontw Werkschool Gron 14-16
25.000,00
2014
548922
ISD Noordoost
Doorontw Werkschool Gron 14-16
137.500,00
2015
548922
GOA Publiek
Faciliteren BBLplekken id publ sector
75.000,00
2015
522946
375.000,00
Totaal Convenant bedrijventerreinen Gemeente Veendam
Revitalisering bedr.terr Meihuizerweg Wildervank
750.000,00
2014
482255
Gemeente Pekela Overig
Revit bedrterr AA-stroom 14-18
500.000,00
2014
488366
Gemeente Oldambt
Revit bedrterr Eextahaven 14-18
678.938,00
2014
490564
Gemeente Veendam
Revit bedrterr. Industrieweg Veendam 14-18
1.500.000,00
2014
482279
3.428.938,00
Totaal Verb. prod.struct en econ. infrastr. VNO-NCW Noord
Expl.tekort Willem Lodewijk Conf 2014
7.500,00
2014
499942
Noorderlingen, Stichting de
Stim ondernschap HBO studenten
4.000,00
2014
513521
Holland Webweek Groningen, St.
Voorberkst Holland Webweek 2015
25.000,00
2014
543406
alg.cr.nr
Week vd Ondernemer
10.000,00
2014
521368
Noorderlingen, Stichting de
Stim ondernschap HBO studenten
4.000,00
2015
513521
Noorderlingen, Stichting de
Stim ondernschap HBO studenten
4.000,00
2016
513521
VNO-NCW Noord
3 ondernemersavonden 2014
1.448,50
2014
534652
St.Onderneming vh Jaar
Org/verkiezing Gron Ond Prijs 2014
2.530,00
2014
511138
58.478,50
Totaal Krediet participatieprojecten Paardrijden Gehandicapten Martinus
Up to date maken manege
10.000,00
2014
528851
St. kids united
Sportactiv kinderen/jeugd m beperking
10.000,00
2014
516934
CMO Groningen
Zelfredzaamheid en armoede
9.870,00
2014
529607
Stichting Welstad
Armoede+schulden onder jongeren
9.795,00
2014
527429
Standaard crediteur
St. Solidair Gron/Dr. armoede onder de loep
7.600,00
2015
509931+513052
Standaard crediteur
St.Solidair Gron/Dr. armoede onder de loep
12.000,00
2014
509931+513052
CMO Groningen
cmo kanskaarten en website 2014
12.250,00
2014
509931
CMO Groningen
CMO kanskaarten en website 2015
8.000,00
2015
509931
79.515,00
Totaal Stimuleren burgerinitiatieven CMO Groningen
subs.2014 proj.bew.initiatieven/participatie
80.210,00
2014
551754
CMO Groningen
subs.2015 proj.bew.initiatieven/participatie
119.460,00
2015
551754
199.670,00
Totaal Projecten zorg Zorgbelang Groningen
subs.proj.werkplaats zorg voro burgerparticipatie
30.000,00
2014
547802
Zorgbelang Groningen
Zorg v burgerparticipatie Veendam+Pekela
30.000,00
2014
524214
60.000,00
Totaal Stimuleringsreg. Armoedebestrijding Ruilwinkel Westerwolde, Stichting
Subs. 2014 Ruilwinkel Westerwolde
10.000,00
2014
526302
Plaatselijk Belang Alteveer, st.
Plaatselijk Belang Alteveer inzamelactie goede doelen o.a. voedselbank
1.500,00
2014
509931+507125
Maxima Winschoten, Kledingbank
Maxima winschoten inrichting winkel
6.634,00
2014
509931+512732
Joseph Wresinski Cultuur Stichting
De Omdenkers
6.000,00
2014
522396
St. present nederland
St.Present voor 40 vrijwilligers projecten
10.000,00
2014
509931+507209
Straatmadelief Groningen, Stichting
St.Straatmadelief en Voedselbank Gron. subs.vervangen auto
2.500,00
2014
509931+508343
Maxima Haren, Kledingbank
Samenw.Verb.Maxima's kledingbank
10.000,00
2014
509931+506822
Leger des Heils
St.Leger des Heils proj.kledingwinkel
10.000,00
2014
509931+506823
Maxima Veendam, Kledingbank
Maxima Veendam inrichten winkel
5.725,00
2014
509931+503824
Noordelijke Voedselbanken, st.
Voedselbank Nrd.Ned. aanschaf koelboxen
5.000,00
2014
509931+501243
Standaard crediteur
bijdrage aan voedselbankactie 2014
10.000,00
2014
551510
CMO Groningen
Weekendschool Oldambt
15.000,00
2014
526138
Werkprojectengroep
Eindejrseditie De Riepe 2014
10.000,00
2014
524849
102.359,00
Totaal
Subsidiestaat
461
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Asielzoekersbeleid, incl. convenant Inburgering en integratie, Stichting
Stim eigen verantwh asielzkrs DAL-gem
Mjd groningen
MJD Kerst voor Hassan
19.650,00
2014
507210
2.000,00
2014
COA Oude Pekela
551922
KIKK op AZC Oude Pekela
20.000,00
2014
516635
Humanitas District Noord
Training HIV+ asielzoekers
12.000,00
2014
521875
St.Sterke Verhalen
St.Sterke Verhalen subs.gastlessen
3.565,00
2014
509931+502258
Standaard crediteur
VWNN activeringsproject Somaliers 2014
5.000,00
2014
509931+508548
St. vrolijkheid de
De Kracht van Sport 2014
3.500,00
2014
528701
Standaard crediteur
St.De Vrolijkheid Pop Art 2014
4.000,00
2015
509931+514428
Inburgering en integratie, Stichting
stimm.verantw.asielzoekers
9.825,00
2015
521875
Standaard crediteur
VWNN subs.proj.activering Somaliers 2015
5.000,00
2015
509931+508548
Humanitas District Noord
training HIV positieve asielzoekers
6.000,00
2014
521875
Standaard crediteur
St.De Vrolijkheid subs.PopArt2014
16.000,00
2014
509931+514428
2014
542005
2014
539606
106.540,00
Totaal St. Prov. Gron. Studiefonds St.Prov.Gron.Studiefonds
bijdrage studiefonds schooljaar 2014/2015
43.777,20 43.777,20
Totaal Beroepsger. onderwijs (incl (V)MBO) RUG IAG Innov.Actiepr
RUG subs.keuzetraject
10.000,00 10.000,00
Totaal Kwaliteitsakkoord Basisonderwijs Fidarda (voorheen Nienhausst.)
Verb did vaardgh leerkr H. Gerardus
15.000,00
2014
514815
VCOG Het kompas
Anne Frankschool verb.kwal.basisonderw.2013-2014
4.619,00
2014
519427
St. lauwers&eems
Verb kwal onderw OBS Onnema
7.100,00
2014
514344
Penta Primair
Penta Primair CBS de Bron Kwal.basisondw
8.474,00
2014
512216
Provinciaal Auditteam
4 extra uren 2e opl.auditoren
9.000,00
2014
526626
Provinciaal Auditteam
verzorgen 2e opleiding auditoren
40.000,00
2014
526626
2014
509449
2014
509449
2014
498241
2014
499012
84.193,00
Totaal Prov. kennis en dienstencentrum Spor Huis voor de Sport
Sportplein Groningen 2014
100.000,00 100.000,00
Totaal Budget tbv projecten Sportplein Huis voor de Sport
Sportplein Groningen 2014
65.000,00 65.000,00
Totaal Onderst. sport mensen met beperk. Huis voor de sport
Programmalijnen aangepast sporten 2014
20.000,00 20.000,00
Totaal Subsidie Topsport Steunpunt Noord Stichting Topsport Noord
Activiteiten mbt kernsportontwikkeling enzv
15.000,00 15.000,00
Totaal Activiteitenbudget Cultuur Rederijkerskamer Iovivat
Peer Gynt
St.250j. Het stadskanaal
Memory Lane door het Veen
7.500,00
2014
509932
10.000,00
2014
St. Culturele Projecten Hoogeland
504055
AardappelWestern
9.000,00
2014
509910
St. Metafora
Dali, en niemand anders
5.000,00
2014
502255
Nbm noordelijk bus museum
Strippenkaart
21.748,00
2014
509916
Iemandsland, stichting
Iemandsland
40.000,00
2014
516436
Goudappels aan Zee, stichting
Winter op het Hoogeland
22.160,00
2014
516907
Peergroup
Once Upon a Time in het Veen
30.000,00
2014
502686
St.prod.fonds amateurkunst
Veel gedoe om niks in Veendan eo
25.000,00
2014
516645
Fraeylemaborg, st.activiteitencie.
De Debutant
5.000,00
2014
504452
Nat. Rijtuigmuseum Nienoord
Otto Eerelman
20.000,00
2014
509937
Rederijkerskamer Eendracht
Midzomernachtsdroom
7.500,00
2014
501744
Ros, M.
De Stalen Eeuw
15.000,00
2014
509448
St. Wonderboom
Sporen
21.000,00
2015
544791
Muziekfestival Delfzijl, stichting
Muziekfestival Delfzijl
7.000,00
2014
515243
Peergroup
Circus in Veen
20.000,00
2014
517636
Film/Liga68
Happy End
15.000,00
2014
516450
Noordelijk Muziektheater, stichting
Scenes uit Mozarts leven
15.000,00
2014
535558
Beeldbepalend, stichting
Bries
10.000,00
2014
516605
Stichting Evenementen Winschoten
Festival Waterbei 2014
12.500,00
2014
504049
Draad, Stichting De
Festival Art Carnivale
5.000,00
2014
510239
Erfgoedpartners
Wad een Workshop
21.810,00
2014
516161
Erfgoedpartners
De ziel vd Groninger Molens
14.800,00
2014
502666
SpeelGoud, St.
Uut de Hoogte
30.000,00
2015
545212
Stichting Soufflee
De Kerstvloed
15.000,00
2014
502684
St. Berlagehuis usquert
Duizend Huizen
15.250,00
2015
544454
462
Subsidiestaat
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Activiteitenbudget Cultuur (vervolg) St. Oorlogs- en Verzetmateriaal
De Dialoog die oorlog heet
50.000,00
2015
544712
St. Landgoed Verhildersum
Verhalen maken een Landgoed
10.000,00
2014
501052
St. Beeldlijn
Symfonie in de Veenkoloniën
15.000,00
2014
516643
Schansenkrijg Westerkwartier, St.
Verschanst in het Westerkwartier
20.000,00
2014
516310
Laway Arts
Water-Vuur, Lucht-Aarde
12.000,00
2014
516197
Kronkels door Fivelingo
Jan Brons is terug
40.000,00
2014
535340
St. Gedeelde Verhalen i.o.
Zwembadverhalen
24.500,00
2014
536250
591.768,00
Totaal Budget onderh/restaur monumenten Janssen, H. en Janssen-Schaaphok M.G
Rest Raadhuiskade 71 Wildervank
195.257,05
2014
512529
Molenstichting Winsum
Rest Koren-/pelmolen Eureka Wetsinge
208.000,00
2014
512511
Protestanse gemeente gron
Rest/herbest Dooptuin/Raadsgestoelte Nieuwekerk
60.000,00
2014
508553
Slochter molenstichting
Rest Poldermolen Groote Polder Slochteren
67.164,73
2014
512555
St. Groninger Landschap
Rest/hrbst Oudeweg 15 Nuis
59.745,07
2015
541018
St. Oude Groninger Kerken
Rest Molukse kerk Appingedam
103.304,80
2014
512162
Staatsbosbeheer Regio Noord
Rest/hrbst Hoofdweg 9 Slochteren
297.323,19
2015
540036
College Kerkrentmeesters PGA
Rest Waelkens Hinszorgel Nicolaïkerk
178.475,75
2014
508809
Hunzingo molenstichting
Rest Korenmolen Wilhelmina Noorderhoogebrug
103.000,00
2014
512706
2014
517637
2014
489406
2014
497306/504213
1.272.270,59
Totaal Cultuureducatie Vrijdag, Stichting
Subsidie Cult.edu m Kwal 2014
213.269,00 213.269,00
Totaal Budget Landsdeel Noord St five great guitars
Subsidie 2014
20.000,00 20.000,00
Totaal Culturele prijzen/opdrachten Ohlsen bureau
Prijzengeld BC-Stipendium
3.500,00 3.500,00
Totaal Stimuleringsbudget CultuurPaktNoord, St.
Opstart/ontw CultuurPaktNoord
10.000,00
2014
550482
Groninger Museum
bijdr.proj.Gebouw Gron.Museum 20 jr.
10.000,00
2014
508345
2014
492975
20.000,00
Totaal Borg Nienoord Nat. Rijtuigmuseum Nienoord
Investeringssubsidie 2014
115.000,00 115.000,00
Totaal Cultuurfonds i.s.m. private partijen Prins bernhard cult.fnds
Fonds digitalisering Collecties
125.000,00
2014
546221
Prins bernhard cult.fnds
Fonds digitalisering Collecties
125.000,00
2015
546221
2014
431487
250.000,00
Totaal Invest.fonds wonen welzijn zorg (vgj Ulrum 2034 Stichting
st.ulrum 2034-lotuspark
4.000,00 4.000,00
Totaal Amendementsgelden(ESFI) Berg, J.D.
subsidie opstartfase project Wedde da't lukt
20.000,00
2014
540129
Zorgbelang Groningen
Subs.diabetes nrd-oost gron
30.000,00
2014
522603
St. ivn
Zorgarrangementen
10.000,00
2014
540272
St. ivn
Zorgarrangementen
2.500,00
2015
540272
2014
511204
2014
521193
2014
492728
62.500,00
Totaal Uitvoeringskst.incl.reserveringen Zorgbelang Groningen
Eenm. Subs extra ontw/experimenteerruimte
100.000,00 100.000,00
Totaal Bhs: regionale gebiedsuitwerking Gemeente Vlagtwedde
Gebiedsvisie zandw.geb Sellingerbeetse
12.250,00 12.250,00
Totaal Bhs: voorbeeldsplannen & studie-opdr Noorderstroom, St. de
Activiteiten 2014
250,00 250,00
Totaal Overheveling bouwblokk./maatmeth. Stichting Libau
subs.keukentafelgesprekken 2013 Libau
144.879,00
2014
511933
Stichting Libau
subsidie keukentafelgesprekken
125.000,00
2014
511923
269.879,00
Totaal
Subsidiestaat
463
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Subsidie bouwrecht St. Instituut voor Bouwrecht
Subsidie 2014
750,00
2014
529162
750,00
Totaal Uitvoering gebiedenbeleid en POP Gemeente Haren overig
subs.meerweg ontw.meer
300.000,00
2014
520418
Gemeente Oldambt
subs.proj.Nrd.Centrumgeb.incl.Oldambtplein
50.000,00
2014
543813
Provincie Friesland
BIJDRAGE AAN PROV.FRIESL.UITV.PROGROMM.LAUWERSM. OP KOERS
70.000,00
2014
541528
Colin Archer Memorial Race, st.
ST.COLIN ARCHER MEMORIAL RACE SUBS.17E CAMRACE
alg.cr.nr
Pura Vida 2014 extra middelen
Standaard crediteur
bijdrage 2014 Agenda vd Veenkoloniën
2.500,00
2014
492160
10.000,00
2015
546404
100.000,00
2014
537926
532.500,00
Totaal invest.budg. Lauwersmeer/-oog (ESFI) Gemeente de Marne
subs.voorbereiding Waddenkwartier lauwersoog
355.000,00
2014
522345
Expl.mij Havencomplex Lauwersoog BV
subs.proj,.ontw.Garnalencentrum
150.000,00
2014
516457
Standaard crediteur
Wachtvoorzieningen Robbengatsluis
50.000,00
2014
492627
555.000,00
Totaal Actiepr.Werk,Energie,Leefbaarheid Gemeente Oldambt
subs.verordening stimulering detailhandel Oldambt
1.000.000,00
2014
512786
Gemeente Delfzijl Overig
subs.vastgoedfonds strategische verwervingen
3.131.000,00
2014
537927
Gemeente Oldambt
subsidie aankleding Winschoten
125.000,00
2014
544548
Gemeente Oldambt
SUBS.AANPAK VASTGOED BINNENSTAD WINSCHOTEN
1.800.000,00
2014
518955
Ulrum 2034 Stichting
St.Ulrum 2034 subs.porj.St Ulrum 2034
1.512.538,00
2014
507128
Gemeente Oldambt
SUBS.OLDAMBTPLEIN
2.050.000,00
2014
512784
Gemeente Delfzijl Overig
proj.herstructurering kernwinkelgeb.vastgf.MKB gem.Delfzijl
1.369.000,00
2014
512848
Gemeente Oldambt
subsidie programmakosten Oldambt 2013 en 2014
175.000,00
2014
512786
Gemeente Delfzijl Overig
subs.delfzijl culturele Agenda 2014/2015
100.125,00
2014
546774
Ulrum 2034 Stichting
project Ulrum 2034
302.507,00
2016
507128
Gemeente Oldambt
vastgoed binnenstad Winschoten
360.000,00
2016
518955
Gemeente Delfzijl Overig
herstructurering kernwinkelgeb.strategische verwervingen
626.200,00
2016
537927
Gemeente Delfzijl Overig
herstructurering kernwinkelgeb.strategische verwervingen
939.300,00
2015
537927
Gemeente Oldambt
proj.Noordpool Oldambtplein
1.025.000,00
2015
512784
Ulrum 2034 Stichting
Project Ulrum 2034
453.762,00
2015
507128
Gemeente Delfzijl Overig
subs.delfzijl culturele Agenda 2014/2015
100.125,00
2015
546774
Gemeente Oldambt
stimulering detailhandel gem.Oldambt
200.000,00
2016
512786
Gemeente Oldambt
aanpak vastgoed binnenstad Winschoten
540.000,00
2015
518955
Gemeente Delfzijl Overig
herstructurering kernwinkelgebied/vastgoed MKB
410.700,00
2014
512848
Gemeente Oldambt
stimulering detailhandel gem.Oldambt
300.000,00
2015
512786
Gemeente Delfzijl Overig
herstructurering kernwinkelgebied/vastgoed MKB
273.800,00
2016
512848
2014
496601
16.794.057,00
Totaal Collect.Particul.Opdr.geversch. Vereniging Collectieve Woningbouw Oo
Voorber bouw 12 koopwoningen Oostwold
33.578,00 33.578,00
Totaal FA Eemsd Delfzijl (Res Leefbh Krimp) Delfzijl, gemeente
Aanv actieplan wijken+dorpen
Delfzijl, gemeente
Actiepl Dorpen+Wijken 2012-2022
Gemeente Delfzijl Overig
Groen voor Rood
539.296,50
2014
537120
1.078.593,00
2014
511724
20.400,00
2014
602391
1.078.593,00
2014
511724
539.296,50
2014
537120
20.400,00
2014
602391
1.638.289,50
Totaal FA Eemsd Delfzijl (Rijk krimpsloop) Delfzijl, gemeente
Actiepl Dorpen+Wijken 2012-2022
Delfzijl, gemeente
Aanv actieplan wijken+dorpen
Gemeente Delfzijl Overig
Groen voor Rood
1.638.289,50
Totaal FA Eemsd Eemsm (Res Leefbh Krimp) Noorderkerkpad, Stichting
huiskamer cafe noorderkerkpad 13
8.800,00
2014
534614
alg.cr.nr
huiskamercafe noorderkerkpad 13 warffum
2.200,00
2016
534614
11.000,00
Totaal FA Eemsd Eemsm (Rijks krimpsloop) Gemeente Eemsmond overig
MFC Boukemapark 1e fase
174.242,40
2014
353684
Noorderkerkpad, Stichting
huiskamer cafe noorderkerkpad 13
8.800,00
2014
534614
alg.cr.nr
huiskamer cafe noorderkerkpad 13
2.200,00
2016
534614
185.242,40
Totaal FA Eemsd Appdam (Res Leefbh Krimp) Appingedam, gemeente
Uitv WLP Eemsdelta 2014
70.333,00
2014
511561
Appingedam, gemeente
Brede Schoolontwikkeling
80.000,00
2014
329526
Appingedam, gemeente
Doorontw centrumpl App.dam
1.100.000,00
2014
512168
Appingedam, gemeente
Centrumverst. Appingedam
50.000,00
2014
422148
1.300.333,00
Totaal
464
Subsidiestaat
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
FA Eemsd Appdam (Rijk krimpsloop) Appingedam, gemeente
Uitv WLP Eemsdelta 2014
70.333,00
2014
511561
Appingedam, gemeente
Centrumverst. Appingedam
50.000,00
2014
422148
Appingedam, gemeente
Brede Schoolontwikkeling
80.000,00
2014
329526
200.333,00
Totaal FA Eemsd Loppsum (Res Leefbh Krimp) Gemeente Loppersum
centrumplan loppersum
120.000,00
2014
540086
Gemeente Loppersum
centrumplan loppersum
30.000,00
2015
540086
Gemeente Loppersum
Proj. Middelstum Centrum
60.400,00
2014
482206
210.400,00
Totaal FA Eemsd Loppsum (Rijk krimpsloop) Gemeente Loppersum
centrumplan loppersum
120.000,00
2014
540086
Gemeente Loppersum
Proj. Middelstum Centrum
60.400,00
2014
482206
Gemeente Loppersum
centrumplan loppersum
30.000,00
2015
540086
210.400,00
Totaal FA Eemsd Reg Budg (Res Leefbh Krimp) Appingedam, gemeente
uitv.woon-leefbaarh.plan Eemsdelta 2015
50.667,20
2014
540017
Appingedam, gemeente
regionale aanpak sociale cohesie WLP Eemsdelta
64.880,00
2014
541306
Appingedam, gemeente
uitv.woon-leefbaarh.plan Eemsdelta 2015
12.666,80
2015
540017
Appingedam, gemeente
regionale aanpak sociale cohesie WLP Eemsdelta
16.220,00
2015
541306
Appingedam, gemeente
Uitv WLP Eemsdelta 2014
14.067,00
2014
520302
158.501,00
Totaal FA Eemsd Reg Budg (Rijk krimpsloop) Appingedam, gemeente
uitv.woon-leefbaarh.plan Eemsdelta 2015
50.667,20
2014
540017
Appingedam, gemeente
regionale aanpak sociale cohesie WLP Eemsdelta
64.880,00
2014
541306
Appingedam, gemeente
uitv.woon-leefbaarh.plan Eemsdelta 2015
12.666,80
2015
540017
Appingedam, gemeente
regionale aanpak sociale cohesie WLP Eemsdelta
16.220,00
2015
541306
Appingedam, gemeente
Uitv WLP Eemsdelta 2014
14.067,00
2014
520302
158.501,00
Totaal Ganzedijk(rijk krimpsloop) Gemeente Oldambt
Bomenbuurt Winschoten
115.823,00
2014
505254
Gemeente Oldambt
Bomenbuurt Winschoten
115.823,00
2014
505254
231.646,00
Totaal Oost-Groningen (Res Leefbh Krimp) Hofstra Hulshof Bouw BV
Versterking dorpskern Onstwedde
150.000,00
2014
514551
Gemeente Pekela Overig
De binding herinr.openbare ruimte
62.400,00
2014
539586
Gemeente Oldambt
Kwartiermaken in Oost-Groningen
56.000,00
2014
509119
Gemeente Bellingwedde
Brede wijkvoorziening Blijham
110.715,00
2014
512578
Gemeente Vlagtwedde
Wonmrktmonitor Oost-Gr 13-18
76.000,00
2014
512196
Groningerhuis, Woonstichting
duurzaam Nieuwolda
61.288,00
2014
541003
Vrienden Semsstraatkerk, Stichting
Herinr+renovatie Semsstraatkerk
40.000,00
2014
519737
Acantus vastgoed
Woningmarktmonitor Oost-Gr
92.540,80
2014
519038
Gemeente Vlagtwedde
Nieuwbouw MFA Sellingen
250.000,00
2014
510648
Gemeente Oldambt
Wevershorn Winschoten
125.000,00
2014
512182
Gemeente Vlagtwedde
subs.voorber.participatiewet Oost-Gron
20.000,00
2014
520651
Gemeente Bellingwedde
centrumplan Blijham
200.000,00
2014
540221
NS Stations bv
Station Winschoten
20.000,00
2014
601986
Gemeente Veendam
Verst entree kernwinkelgeb Veendam
18.000,00
2014
601958
Gemeente Pekela Overig
Krimpproof centrum Oude Pekela
50.000,00
2014
601961
Apothekers combinatie Veendam bv
Realisatie 1e lijnszorg
34.000,00
2014
422415
Gemeente Bellingwedde
Herinr. Bellingwedde
50.000,00
2014
602205
Gemeente Bellingwedde
Ontw. Dorpsplein Bellingwedde
50.000,00
2014
601778
Groningerhuis, Woonstichting
duurzaam Nieuwolda
15.322,00
2014
541003
Gemeente Pekela Overig
De binding herinr.openbare ruimte
15.600,00
2015
539586
Gemeente Bellingwedde
centrumplan Blijham
50.000,00
2016
540221
1.546.865,80
Totaal Innov proj en exp (Res Leefbh Krimp) Marne e.a., Cooperatie de
Coöperatief hotel de Marne
Stamm
Naar 1 samenwschool Bellingwolde
5.600,00
2014
482502
17.835,40
2014
VNO-NCW Noord
Retailacademy Noord-Groningen
512863
4.000,00
2014
Zorgboulevard Z22, stichting
513006
Zorgboulevard ZZ 2
29.400,00
2014
390734
Cooperatief Finsterwolde, Stichting
Haalbh.onderz.woningcoop.Finsterwolde
11.450,00
2014
539813
Gemeente Loppersum
Veerkracht in de praktijk
100.000,00
2014
512174
Leefbaarheid Lauwersland
Flex verhuur leegst woningen
41.966,75
2014
422129
VNO-NCW Noord
waardebeh OG Oost-Gron 2e fase
19.248,00
2014
448402
Huis voor de sport
Open club Leens
21.250,00
2014
540279
Gemeente Oldambt
stimuleren opkoop slechte woningen door part.
5.000,00
2014
539585
Appingedam, gemeente
ontwikkelingsplan centrum Appingedam
1.350.000,00
2014
544437
Subsidiestaat
465
Subsidiebegunstigde
Omschrijving project of activiteit
Innov proj en exp (Res Leefbh Krimp)
(vervolg)
Subsidiebedrag Budgetjaar
Zaaknummer
Dorpstuin De Heemen, Stichting
nulenergieschuur dorpstuin De Heemen
5.000,00
2014
540206
St. lauwers&eems
Integraal Kindcentrum Eenrum
15.062,00
2014
512510
St. ivn
Zorgarrangementen
10.000,00
2014
540272
Gemeente Delfzijl
Project Veerkracht
11.250,00
2014
422131
Gemeente Oldambt
onderz.Bruisend BAd als samenh.toer/welness
20.000,00
2014
540222
Pieterburen dorpshuis
Real. Dorpshuis Pieterburen
20.000,00
2014
601461
COS Groningen
Koplopers Oost Groningen
22.400,00
2014
540220
Bewondersbedrijf Delfzijl Noord
Proj Bewonersberijven DEAL
96.152,00
2014
532164
Gemeente Oldambt
Winschoten 24
8.500,00
2014
UMCG sector ontw.&overdr.
SamenOud
20.000,00
2014
601869
COS Groningen
Koplopers Oost Groningen
5.600,00
2015
540220
Gemeente De Marne
Jongeren aan Zet
50.000,00
2014
391644
St. ivn
Zorgarrangementen
2.500,00
2015
540272
Gemeente Loppersum
Schoolschap Kindvz Stedum
9.800,00
2014
483104
Appingedam, gemeente
Stim detailhandel centum App.dam
20.000,00
2014
483353
Hanzehogeschool Groningen
Gezocht Duurz bel.eigenaarschap
4.948,00
2014
482804
Gemeente Menterwolde
Integr acc.plan vd vraag v morgen
5.000,00
2014
Gemeente Delfzijl
Cult.erfgoed als aanjager bew.part
15.276,00
2014
601647
Welzijn, Stichting
Bewonersbedrijven DEAL
20.000,00
2014
482795
alg.cr.nr
Wij gaan Pekel niet uit
6.000,00
2014
482513
Kunst-Egberts, S.
Kansrijk met schapen
5.000,00
2014
477503
Dok 4 bv
GAP Academy
20.000,00
2014
601969
2014
532518
1.998.238,15
Totaal Actiepl Bevdaling (Res Leefbh Krimp) Vco oost-groningen
Oz best samenw Oost-Gron
2.568,70 2.568,70
Totaal Leefbaarheid niet Krimpgebieden Gemeente Groningen, Ro/Ez
ontw.soc.team aanpak Oosterparkwijk
55.600,00
2014
525709
Gemeente Zuidhorn Overig
De vergeten slag bij Noordhorn
10.000,00
2014
515532
Gemeente Hoogezand-Sappemeer
Verst regierol bewoners verb leefbh
55.600,00
2014
509118
Slochteren, gemeente
Proj.plan aanp verduurz maatsch voorz
55.600,00
2014
492159
Gemeente Winsum
Onw dorpsvisies/oz dorpsbudgetten
55.600,00
2014
514235
Gemeente Ten Boer
Leefbaarheid, een groot goed
55.600,00
2014
493503
Gemeente Leek
Duurz vervoer Landgoed Nienoord
25.000,00
2014
510228
Gemeente Zuidhorn Overig
Terreininr Brede School
45.600,00
2014
515534
Gemeente Bedum
Stimuleren Noaberschap
55.600,00
2014
492447
2014
532518
2014
514267
414.200,00
Totaal Convenant Groningen op Koers Vco oost-groningen
Oz best samenw Oost-Gron
3.853,06 3.853,06
Totaal BIO Structuuvisie diepe ondergrond Gem.groningen bestuursd
hlbh.onderz.geothermie Groningen
466
10.000,00 10.000,00
Totaal
Subsidiestaat
Relaties tussen programma’s, thema’s en productgroepen Programmabegroting Omschrijving programma's en thema's
Productenbegroting Omschrijving productgroepen
1. Leven en wonen in Groningen Wonen en leefbaarheid
Ruimtelijke ontwikkeling
9101
Realisatie ruimtelijk beleid
9102
Wonen
9201
Toerisme en recreatie
6101
Algemeen economische zaken
7001
Promotie en acquisitie
7002
Toeristische promotie
7003
Werkgelegenheid en arbeidsmarkt
7103
Regioprogramma's
7106
Provinciale bedrijven
7107
Fysieke bedrijfsomgeving
7108
Marktsectoren
7109
Nutsvoorzieningen
7201
Mobiliteitsbeleid algemeen
3001
(Re)constructie wegen en fietspaden
3101
Onderhoud en beheer wegen en fietspaden
3102
Verkeersveiligheid
3103
Verkeersmanagement
3104
(Re)constructie waterwegen
3301
Onderhoud en beheer vaarwegen
3303
Kunstwerken vaarwegen
3306
Luchtvaartvervoer
3401
Collectief personenvervoer
3402
Natuur en landschap
6205
Water (PLG)
4002
Toerisme en recreatie (PLG)
6102
Natuurontwikkeling (PLG)
6206
Natuurbeheer (PLG)
6207
Landschap (PLG)
6208
Landbouw en landinrichting (PLG)
7303
Sociaal-economische vitalisering (PLG)
9105
2. Ondernemend Groningen Bedrijvigheid
3. Bereikbaar Groningen Mobiliteit en infrastructuur
4. Karakteristiek Groningen Natuur en landschap Programma Landelijk Gebied
Relaties tussen programma’s, thema’s en productgroepen
Productgroepnr
467
Omschrijving programma's en thema's
Omschrijving productgroepen
5. Schoon/Veilig Groningen Water
Water
4001
Waterschapsaangelegenheden
4101
Milieubeleid en duurzame ontwikkeling
5003
Bodem(sanering)
5201
Duurzaam bodembeheer en afval
5202
Vergunningverlening
5501
Toezicht en handhaving
5502
Ontgrondingen
5601
Openbare orde en veiligheid
2001
Energie en klimaat
5004
Technische infrastructuur
9103
7. Gebiedsgericht POP/Gebiedsgericht
Gebiedsgericht werken
9104
8. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Sociaal beleid
Ontwikkeling en ondersteuning welzijn
8001
Asielzoekers
8005
Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds
8101
Sportbeleid
8201
Zorg en hulpverlening
8602
Onderwijsbeleid
8102
Jeugdzorg
8801
Media
8003
Het Verhaal van Groningen
8320
Bibliotheken
8401
Milieu
Risicobeleid/veiligheid 6. Energiek Groningen Energie en klimaat
Jeugd
Cultuur en media
468
Relaties tussen programma’s, thema’s en productgroepen
Productgroepnr
Programmabegroting Omschrijving programma's en thema's
Productenbegroting Omschrijving productgroepen
9. Bestuur Provinciale Staten
Ondersteuning Provinciale Staten
1001
Gedeputeerde Staten
1101
Kabinetszaken
1201
Bestuurlijke organisatie
1301
Financieel toezicht op gemeenten
1401
Uitvoering van wettelijke regelingen
1501
Bestuurlijke samenwerking
1601
Communicatie
1603
Promotie en relatiemanagement
1604
Overige bestuursorganen
Bestuurlijke samenwerking
Communicatie
0. Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Paragraaf bedrijfsvoering
Productgroepnr
Hoofdfunctie 0 Financieringsmiddelen
0010
Geldleningen langer of gelijk aan een jaar
0110
Provinciefonds
0200
Eigen middelen
0310
Deelnemingen
0410
Onvoorzien
0500
Saldo kostenplaatsen
0600
Mutaties reserves
0800
apparaatskosten > interne producten Voorzieningen personeel
1602
Diensten voor derden
1701
Verhuur gebouwen
1702
Diensten voor derden hoofdvaarwegen
1703
Relaties tussen programma’s, thema’s en productgroepen
469
470