remonstrants maandblad jaargang 22 nr. 12 maart 2011
Gender Over mannelijkheid, vrouwelijkheid en alles daartussenin!
van de redactie
Gender De AdRem van deze maand is een gender-nummer. Als u nu niet direct weet wat u dan te wachten staat: schaamt u zich niet, uw hoofdredacteur moest zelf ook even spitten toen deze term viel ter redactievergadering. Met de term ‘gender’ wordt aangeduid: de rol die mensen geacht worden te spelen doordat ze een bepaald geslacht hebben – doordat ze man of vrouw, jongen of meisje zijn. Hoe wordt mannelijkheid en vrouwelijkheid in onze cultuur beleefd? Welke veranderingen kunnen we daarin onderscheiden ten opzichte van het verleden? Welke variaties tussen de seksen bestaan er? Hoe worden de verschillen tussen mannen en vrouwen in verschillende culturen vormgegeven? En wie heeft er belang bij die scherpe man – vrouwverdeling? Deze vragen zijn het onderzoeksterrein van het vak Genderstudies. Prof. dr. Anne-Marie Korte geeft ons een stevige inleiding in het thema van mannelijke en vrouwelijk rollen en identiteiten. Er is meer aandacht gekomen voor ‘transgenders’ – mensen die zeker weten dat het lichaam dat zij hebben, niet past bij de genderidentiteit die zij ervaren. In dit blad een interview met Gio, die betrokken is bij de remonstrantse gemeente Utrecht. En er is belangstelling voor mensen die heel bewust de grenzen opzoeken en ons laten nadenken wat dan wel ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ mag zijn.
Een thema dat hieraan raakt is homoseksualiteit. Homo’s en lesbiennes zijn de meest opvallende voorbeelden van mensen die – in ieder geval qua partnerkeuze – niet meegaan in de rollen die voor mannen en vrouwen klaar plegen te liggen. De remonstranten hebben destijds besloten dat man-man- en vrouw-vrouwrelaties niet minder voor Gods zegen in aanmerking komen dan heteroseksuele relaties. Maar was daarmee het laatste woord hierover gezegd, business as usual? Een moeder getuigt van de moeite die zij ermee had toen haar homoseksuele zoon ‘uit de kast’ kwam. Twee boekbesprekingen in dit blad ook over dit thema. In ‘Hoor onze stem’ vertellen lesbische vrouwen in de kerk in diverse landen over hun strijd voor acceptatie. ‘Onder de regenboog’ is een zoektocht naar ‘queer’ bijbellezen. De auteurs Nienke Pruiksma en Adriaan van Klinken zijn aansprekende voorbeelden van het plezier en de openheid die ‘queer’ lezen kenmerkt. Na lezing van deze AdRem moge u duidelijk zijn geworden: indelingen als m/v zijn veel te grof en als homo/hetero veel te beperkt.
•
Bert Dicou Hoofdredacteur AdRem Het Paasnummer van AdRem met het thema ‘Passie en compassie’ verschijnt op 7 april 2011.
in dit nummer onder meer: 3 Landelijke Beraadsdag 2011
14 Transgender in de popmuziek
4 M : V = ja wat eigenlijk?
15 Miniatuur
6 Agenda en ’t Rentmeestertje
16 Boek ‘Hoor onze stem’
7 Overweging
17 J e mag een homo niet slaan
8 Ontwerper Mieke Romijn
18 Moeder over ‘coming out’ zoon
10 De grijze ruimte tussen zwart en wit
19 ‘Queer’ bijbellezen
12 Film ‘Brokeback Mountain’
20 Het gezicht van...
colofon Redactie: Carla Bierlaagh, Sigrid Coenradie, Bert Dicou (hoofdredacteur), Martijn Junte, Michel Peters (eindredacteur), Lilian Roos en Marianne Waling-Huijsen. Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030-2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties): info@ remonstranten.org, of via bovenstaand redactieadres. ING 4088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 30,- euro per jaar voor niet-remonstranten. Advertentietarieven op aanvraag. Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
uit de kunst Landelijke Beraadsdag 9 april 2011 Programma en opgave www.beraadsdag. nl
Uit de kunst Vrijzinnige
Beraadsdag 2011 workshops lezingen debat kunst&Kitsch infostands muziek
Christiane Berkvens en Peter Nissen
Workshops Zes workshops bieden u de gelegenheid om op verschillende manieren kennis te maken met het thema van de dag en iets te horen, te ervaren of te doen rond het thema. De workshops duren een uur en er zijn twee ronden.
Hans den Hartog Jager (AVRO’s kunst uur) Colet van der Ven (IKON - NCRV) Peter Nissen Christiane Berkvens Tjeu van den Berk e.v.a.
zaterdag 9 april - 10.00 - 16.30 uur Nicolaikerk en Centraal Museum Utrecht
Ga naar de website voor meer informatie en aanmelding PosterA3 1
www.beraadsdag.nl 18-02-2011 09:38:22
Kom naar de landelijke Beraadsdag op zaterdag 9 april 2011 in Utrecht van 10.00 tot 16.30 uur. Een dag met lezingen, workshops, debat, muziek en ontmoeting in de Nicolaikerk Utrecht en het Utrechts Centraal Museum. Sprekers zijn onder meer Hans den Hartog Jager, Christiane Berkvens, Tjeu van den Berk, Ivo de Jong en Peter Nissen. Debatleider is Colet van der Ven.
Thema Gekozen is voor het thema Uit de kunst. Welk appèl doet dit boek op mij? Wat raakt mij in deze muziek? Waarom komt dit schilderij zo binnen? Deze en andere vragen krijgen op de landelijke beraadsdag Uit de kunst de ruimte, in woord, beeld, geluid en ontmoeting. Hans den Hartog Jager Als hoofdspreker is Hans den Hartog Jager aangetrokken, bekend van het AVRO’s kunstuur en schrijver van boeken als Zelf God worden – over zijn fascinaties voor kunst, kijken en interpretatie. Voor dit boek werd hij genomineerd voor de debutantenprijs en kwam op de longlist voor de AKO literatuurprijs. Hij zal in zijn lezing ingaan op de spanning tussen Nederlandse kunstuitingen en religie. Een moeizame verhouding die volgens de spreker ontstaan is met de reformatie en haar beeldverbod.
Debat Er worden twee debatten gehouden onder leiding van Colet van der Ven. Zij is onder andere bekend van het televisieprogramma het Vermoeden (IKON) en het radio 1 nachtprogramma Casa Luna (NCRV). Het eerste debat gaat over de vraag of theologie en religie te allen tijden verbonden zijn met compassie. Deelnemers aan het debat zijn: Peter Nissen (kerkhistoricus, hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen), Christiane Berkvens (predikant en hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen), Bas van der Graaf (predikant Amsterdam) en Nynke Dijkstra (projectmedewerker missionair werk en kerkgroei PKN). Het tweede debat zal aansluiten bij een thema dat eind maart actueel is. Indien nodig zullen er nog andere tafelgasten voor het debat uitgenodigd worden.
De volgende workshops zijn gepland: ronde 1 (voor de lunch) • Religie en compassie debat o.l.v. Colet van der Ven • Visie van Jung op kunst lezing Tjeu van den Berk (theoloog en voormalig bestuurslid C.G. Jung Vereniging Nederland) • Jezus in de kunst lezing/beeld Peter Kattenberg (kunstenaar/theoloog) • 10 spirituele werken rondleiding door Centraal Museum Utrecht • Schilderworkshop zelf schilderen ronde 2 (na de lunch) • Actueel thema debat o.l.v. Colet van der Ven • Een kunstdienst viering Christiane Berkvens en Maarten Haverkamp • Modernisme en kunst lezing Elsbeth Goettsch (cultuurhistorische invalshoek) • Muziek en religie beeld, geluid Ivo de Jong (theoloog en theatermaker) • 10 spirituele werken rondleiding door Centraal Museum Utrecht • Schilderworkshop zelf schilderen
Kunst en Kitsch Tijdens de lunch is er gelegenheid om meegebrachte religieuze voorwerpen te laten taxeren door beëdigd taxateur Peter Dullaert. Hij is gespecialiseerd in religieuze kunst en u kunt bij zijn tafel langsgaan om te horen wat de herkomst en waarde is van een religieus voorwerp dat u in uw bezit hebt. Locatie Nicolaikerk Utrecht Nicolaaskerkhof 8 3511 XC Utrecht tel. 030 2315734 Aanmelden Iedereen is welkom om deel te nemen aan de beraadsdag. De kosten bedragen 20,- euro (incl. lunch, koffie/thee en afsluitende borrel). Aanmelden kan door contact op te nemen het landelijk bureau van uw geloofs gemeenschap, of door op de speciale website het aanmeldformulier in te vullen: U maakt uw aanmelding definitief door de deelname prijs van 20,- euro over te maken op 9992 t.n.v. Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB te Zwolle o.v.v. beraadsdag 2011. (Bij opgave na 1 april geldt contant meenemen en ter plekke afrekenen.) Zie ook: www.beraadsdag.nl. Via de website kunt u zich ook aanmelden voor deze dag. jaargang 22 nr. 12 maart 2011 3
thema gender
M : V= ja wat eigenlijk? Hoe wordt mannelijkheid en vrouwelijkheid in onze cultuur beleefd? Welke veranderingen kunnen we daarin onderscheiden ten opzichte van het verleden? Welke variaties tussen de seksen bestaan er? Hoe worden de verschillen tussen mannen en vrouwen in verschillende culturen vormgegeven? En wie heeft er belang bij die scherpe man vrouwverdeling?
Deze vragen zijn het onderzoeksterrein van het vak Genderstudies, dat zich beweegt op de grazige weiden van de sociologie, de antropologie en de filosofie. Prof. dr. AnneMarie Korte is hoogleraar Religie, gender en moderniteit aan de Universiteit Utrecht. Zij werd geboren in 1957 in Bussum en volgde opleidingen theologie en filosofie in Nijmegen. Tussen twee academische zittingen door gaf zij een snel privécollege genderverhoudingen aan de leestafel in het Academiegebouw Utrecht.
Rollen Anne-Marie: ‘De vraag of je een man of een vrouw bent lijkt een ‘hard core’ kwestie van identiteit. Maar het vak Genderstudies laat zien dat het hier in sterke mate gaat om rollen die wij toegewezen krijgen door de samenleving of door groepen daaruit. In het biologische denken over sekse was de slogan ‘Anatomy is destiny’. De lichamelijke functies van mannen en vrouwen waren in dat denken bepalend voor de rol die men kreeg toebedeeld. Simone de Beauvoir was de eerste die overtuigend aantoonde dat mensen tot (man en) vrouw 4 adrem remonstrants maandblad
worden gemáákt door de cultuur waarin zij leven, dat zij op een bepaalde manier worden gesocialiseerd en het verwachtingspatroon van de samenleving in dat proces internaliseren. Haar denken lag aan de basis van een nieuw vakgebied dat aanvankelijk Vrouwenstudies heette. Die naam refereert aan het feit dat vrouwen in de 20ste eeuw constateerden dat zij afwezig waren als deelnemer aan de wetenschap, terwijl bovendien het denken over vrouwen en het perspectief van vrouwen op de universiteit werd veronachtzaamd. Inmiddels hebben we meer oog gekregen voor de vele gestalten van seksuele diversiteit: vloeiende genderidentiteiten, transseksuelen, metromannen, noem maar op. De naam Genderstudies dekt nu beter de lading, want ook steeds meer mannen zijn vanuit belangstelling voor masculiniteit met dit vak bezig.’
Profilering Anne-Marie: ‘Ik onderzoek hoe en waarom kerken zich met genderthema’s in de huidige cultuur profileren. Je ziet dat ethische thema’s als man-vrouwverhoudingen, homoseksualiteit, geboorte en dood sterk verbonden zijn met het afbakenen van de eigenheid ten opzichte van andere kerken en van de moderne samenleving. Een soort eigentijdse identiteitspolitiek dus. Het is dan ook te simpel om te zeggen dat kerken gepreoccupeerd zijn met seks, er is meer aan de hand. Sinds de 19e eeuw heeft een scheiding van kerk en staat plaatsgevonden, religie is steeds meer in de privésfeer terecht gekomen, geëmigreerd naar de binnenkant zogezegd. In die privésfeer zijn het altijd vrouwen geweest die religie als het cement van de samenleving hebben doorgegeven en verspreid. Kerken zijn bang om die religieuze erfenis uit handen te spelen als vrouwen te veel op mannen gaan lijken. Vrouwenemancipatie is niet in hun belang. Daarom benadrukken zij de specifieke rol, de complementariteit – niet de ondergeschiktheid! – van vrouwen. Ik ben kritisch over het instrumentele denken rond dit sociale en religieuze kapitaal van de kerken. Mannen én vrouwen moeten religieuze waarden doorgeven, beiden zowel binnenshuis als in de publieke sfeer.’
Seksualiteit Maar waarom is de omgang met seksualiteit nu juist het onderscheidende kenmerk van kerken? Anne-Marie: ‘Vanuit cultureel-antropologisch perspectief zijn de symbolen die een gemeenschap gebruikt om zich te profileren niet toevallig gekozen, maar representeren zij centrale waarden en zelfbeelden van die gemeenschap. Symbolen van het familieleven zitten diep in de westerse religieuze verbeelding verankerd. De antropologe Mary Douglas stelt dat wanneer
religies de grenzen van het vrouwenlichaam sterk naar voren brengen – kuisheid benadrukken, het zuivere lichaam bewaken, ageren tegen voorbehoedmiddelen - , dit hun eigen bedreigde bestaan weerspiegelt. Voor een religieuze gemeenschap is dit gedrag een symbolisch vormgegeven overlevingsstrategie. Meer zelfbewuste religieuze groeperingen zullen een minder scherpe afbakening van het vrouwenlichaam praktiseren en minder behoefte hebben om dit soort metaforen te koesteren.’
Islam Wat betekent het voor de genderverhoudingen dat de islam een grotere rol is gaan spelen in ons land? Anne-Marie: ‘Als privé - persoon zal ik vechten voor de vrijheid voor moslima’s, als wetenschapper zie ik ook het bredere perspectief. In de meeste niet-westerse culturen, en in de islamitische theologie zijn noties als het gezin, de grotere familie en de religieuze gemeenschap, van groot belang. De stap naar onze individualistische samenleving, waar afkomst niet telt en iedere burger een eigen verantwoordelijkheid heeft voor zijn toekomst, is enorm. Het kost tijd om die stap te kunnen maken. Van de andere kant: hebben wij het kind niet met het badwater weggegooid? Misschien hebben wij op het terrein van gemeenschapszin nog wel iets te leren van deze en andere niet-westerse religies. Ik keur het af dat een deel van de bevolking de islamitische cultuur en religie de maat neemt vanuit het perspectief van westerse vanzelfsprekendheden. Onze waarden en normen zijn niet de enig juiste, als die de maat zijn om religie zelfs maar te mogen uitoefenen, dan zijn we verkeerd bezig.’ Diversiteit Kun je zeggen dat in de huidige tijd het onderscheidende element tussen kerken hun omgang met seksualiteit is en niet meer de theologische vraagstukken? Anne-Marie: ‘Vijfentwintig jaar geleden zou ik hetzelfde hebben kunnen zeggen voor vrouwenemancipatie. Nu is de visie op en de omgang met seksuele diversiteit inderdaad onderscheidend geworden. Aan de ene kant heb je een aantal kerken die alle vormen van individuele verscheidenheid ruimte geven en beseffen dat indelingen als m/v veel te grof en als homo/hetero veel te beperkt zijn. Mensen die zich bekeren tot de katholieke kerk en de evangelisch protestantse kerken spreekt daarentegen het benadrukken van verschil tussen mannen en vrouwen juist aan, als reactie op het minimaliseren van sekseverschillen in de huidige westerse cultuur. In evangelische kerken staat overigens de individualiteit wel centraal bij de bekering en het is duidelijk wat er van het individu verwacht wordt: deze moet persoonlijk getuigen van zijn of haar geloof. In de New Age - beweging zijn de leden nog individueler. In ieder geval zijn de contrasten tussen de religies groter geworden.’ Dit artikel wordt vervolgd op pagina 6
•
Michel Peters Coördinator communicatie bij de remonstranten jaargang 22 nr. 12 maart 2011 5
thema gender
Madonna op het kruis: Blasfemie of theologische uitdaging? Anne-Marie Korte onderzocht de culturele omstredenheid en theologische uitdaging van de kruisigingsscène in de show Confessions on a Dance Floor die de popster Madonna in 2006 opvoerde. Met deze performance, waarbij zij zelf de rol van de gekruisigde vervulde, wilde Madonna naar eigen zeggen oproepen tot blijvende aandacht voor de miljoenen AIDS-wezen in Afrika. Deze scene riep wereldwijd beschuldigingen van blasfemie op en de oproep deze show te verbieden. Het onderzoek analyseert genderaspecten in de uitvoering en visualisatie van deze act, in de veronderstelling dat de omstredenheid ervan vooral te maken heeft met de enscenering van een vrouwelijke kruisiging. Op dit punt voltrekt zich een iconoclash (Bruno Latour): de religieuze betekenissen van het christelijke kruis en de kruisiging van Jezus als de Zoon van God botsen op de veranderende en
betwiste betekenissen van vrouwelijkheid, lichamelijkheid en seksualiteit in de moderne westerse samenleving. De omstredenheid van Madonna’s kruisigingsact laat zich op dit punt vergelijken met die van de film Submission - Part One (2004) van Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh, en met het werk van controversiële kunstwerken en optredens van vrouwelijke artiesten als Renee Cox en Alma López die zichzelf opvoeren als Jezus Christus of de Maagd Maria (19992002). Om de precieze aard van deze iconoclash in het geval van Madonna te onderzoeken wordt haar kruisigingsscène hier vergeleken met een aantal andere omstreden uitbeeldingen en afbeeldingen van gekruisigde vrouwen in de westerse religie- en kunstgeschiedenis. Dit betreft laatmiddeleeuwse afbeeldingen (Sinte Ontkommer, De kruisiging van St. Julia van Jeroen Bosch), laat-twintigste-eeuwse Christa kunstwerken (Edwina Sandys, Almuth Lutkenhaus-Lackey, Margaret Argyle) en eenentwintigste-eeuwse performatieve kunstwerken (Renee Cox en Alma López). Deze vergelijking verheldert waarom Madonna´s kruisigingsscène in bijzondere mate gevoelig is voor beschuldigingen van hoogmoed en blasfemie. Ten eerste vertoont haar optreden weinig genderambiguïteit en gender-gerelateerde speelsheid zoals de laatmiddeleeuwse afbeeldingen; ten tweede roept Madonna’s act geen associaties op met het sterk op Christus gelijkende archetype van de lijdende vrouw, zoals de laat-twintigste-eeuwse kunstwerken. Madonna’s act lijkt qua genderstrategie het meest op de besproken eigentijdse ‘performances’: zij treedt op als een herkenbare individuele gestalte, een vrouw van naam en faam, die zelfbewust de plaats van Jezus Christus inneemt en zij vertegenwoordigt eerder de triomferende dan de lijdende Christus. (Bron: Tijdschrift voor Theologie)
•
Agenda
’t Rentmeestertje
maart / Lezingenserie ‘De kunst van het kiezen’ april in Alkmaar. 19 maart Johan Goud, ‘De vrije wil nader bekeken’ 2 april Karin Melis, ‘Het dogma van beschikbaarheid’ 16 april Maarten van Doorn, ‘Het dilemma in beeld’. Plaats en tijd: remonstrantse kerk Alkmaar, Fnidsen 33-37, steeds 10.30 – 12.30 uur. Opgave:
[email protected] of Pauline van Veen, tel. 071 – 5110868. Zie verder www.remonstranten.org/alkmaar
Er gaat niets boven een wandeling in de natuur, als je behoefte hebt om alles in je hoofd eens op een rijtje te zetten. Je weet precies wat je daar zult vinden, en toch is het altijd weer verrassend. De natuur is voor mij al datgene waar je niet (meer) de hand van de mens in kunt herkennen. Dus geen hekken, geen rechte rijen bomen en geen geluiden van motoren. En als er dan aan al die voorwaarden is voldaan, dan blijft er altijd nog een storende factor over, en dat is zwerfvuil. Sommige mensen kunnen het blijkbaar niet laten om hun rommel overal om zich heen op de grond te gooien. Je kunt je daar druk om maken, maar je kunt er ook zelf iets aan doen. Zo heb ik zelf de gewoonte om, als ik in de natuur wandel, steeds drie stukken afval op te rapen en mee te nemen. Drie vind ik genoeg. En als anderen dat ook doen, dan blijft er snel niets meer over om op te rapen.
6 - 8 mei ‘Langzaam geloven’ thema van mannenretraite op de Hoorneboeg. In de trant van slow food en slow sex nu een bezinningsweekend over slow religion. De voorbereidingen zijn nog in volle gang, maar duidelijk is dat het weekend gaat over de ontwikkeling van het persoonlijke geloof, bewust stilstaan bij wat je doet. Ook de zinnelijkheid van het geloof komt aan de orde, geloof mag ook gewoon leuk zijn. Bijeenkomst van vrijdagmiddag tot zondagmiddag. De kosten zijn 190,- euro. Opgeven bij het landelijk bureau,
[email protected]. Zie www.remonstranten.org voor het laatste nieuws. 6 adrem remonstrants maandblad
’t Rentmeestertje is een initiatief van de Taakgroep Duurzame Ontwikkeling. Op zaterdag 2 april organiseert deze taakgroep een wandeling in het Rolder Veld, met momenten die tot nadenken, tot stilte en tot gesprek stemmen.Informatie daarover bij Fride Bonda (
[email protected] of telefoon 033 4624455/06 16783562).
overweging
Plug & Pray De wijsheid roept luid op straat, op de pleinen verheft zij haar stem Spreuken 1, 20 Het klaslokaal precies op de hoek van het schoolgebouw, waar de twee vleugels in een rechte hoek samenkwamen, was het enige in de hele school dat van twee kanten zonlicht kreeg. Het lokaal er bovenop op de eerste verdieping telde namelijk niet mee, omdat het altijd was geblindeerd en speciaal ingericht voor de filmvertoning. Van de straatkant, waar het verkeer onderaan de helling vaart minderde en van de kant van de tuin, die via een hek ook toegang gaf tot de hoofdingang van het fris ogende naoorlogse gebouw, drongen de geluiden het lokaal binnen. Een mengeling van straatgeluid dat af en toe even stil valt. Ik herinner het me nauwelijks anders dan zonovergoten. Behalve bij de heftige aanblik op sombere dagen, wanneer het regende en diep grijs weer vat kreeg op de donkerste lagen in de gemoederen van de leerkrachten. Maar zulke dagen waren in mijn herinnering beslist in de minderheid. Doorgaans waren de leraren goedgemutst en droegen ze het hoofd hoog. Voor ons als leerlingen probeerden zij in ieder geval hun zwaarmoedigheid goed verborgen te houden. In een sfeer van veiligheid en gevatheid voelden wij ons als kinderen beschermd en gekend. Zij leerden ons rekenen, taal en de verhalen uit de bijbel, in een sfeer van ernst die naar grappen verlangde. Er werd gelachen, een knipoog, een plaagstoot: ze dienden er waarschijnlijk toe om de ernst zijn grens en plaats te wijzen. Zoals de slagen van een uurwerk soms geen andere functie hebben dan het vasthouden van het besef van tijd, zonder dat iemand weet hoe laat het precies is.
In klas 1 van deze school woonde, leefde en werkte Juffrouw Vreedeveld – mijn eerste echte Juf – die net als Methusalem in de bijbel, dat wist ik zeker, geen vader, geen moeder en geen kinderen had. Ook was zij – vermoedelijk op innerlijk bevel – ongehuwd. Zij was er voor ons: haar kinderen. De professionaliteit van waaruit zij werkte, met de bijbel paraat, maakte voor haar iets mogelijk wat bij de meeste mensen onmogelijk was: ik herinner me haar volstrekte rust en aandacht; zij liet als Franciscus alle kinderen als vogeltjes op haar hand zitten. En nog meer zelfs: zij deed ieder het hoogste lied zingen, precies zoals elk gebekt was. En wanneer zij voor de klas in gebed ging was het plug & pray – zij zei precies dat wat er in ons omging. Voor mijzelf had deze aandacht grote gevolgen: zij slaagde er in op onverwachte ogenblikken aan mijn keeltje een heldere, aanstekelijke lach te ontlokken, die de hele klas meesleepte in een daverend gelach. Juffrouw Vreedeveld ‘deed’ altijd klas 1. Ik kan me niet herinneren dat zij verder in de school een rol van betekenis vervulde. Alsof ze er verder niet toe deed. Ze was echter in klas 1 van onschatbare waarde: ze bood ons de veilige hechting aan de juf van de eerste klas, waardoor ze ons een goede basis gaf voor ons verdere schoolleven. Immers, de meesters in de hogere klassen leken ingehuurd om ons veel meer bloot te stellen aan de harde werkelijkheid. Zij deden hun best om ons daardoor niet te zeer bevangen te laten geraken en de schade aan onze zieltjes en stemmetjes zoveel mogelijk te beperken. Misschien werden ze door alles wat ze ons moesten leren zelf ook niet vrolijker. ‘Wie veel weet, vermeerdert zijn verdriet’, aldus het woord van de bijbel. Zou het daarom zijn dat ik mijzelf toen heb overtuigd van de volgende waarheid: Het levende geloof van de School met de Bijbel is iets voor de eerste klas. Wanneer het licht nog van meer dan één kant in je vogelkooitje naar binnen komt. Met dank aan Juffrouw Vreedeveld. Mijn school was een orthodoxe school, men nam er alles letterlijk en vertelde de bijbel van A tot Z. Men liet ons de namen van bijbelboeken, koningen en profeten in toonloze dreun opzeggen om deze uit het hoofd te leren. Ik heb er nog steeds plezier van. Maar de hele sfeer van vertrouwdheid en veilige hechting die men er wist te creëren, stemde feilloos overeen, zoals ik later ontdekte, met de manier waarop het bijbelverhaal in vrijzinnige kring werd verteld. Ware wijsheid gaat over grenzen heen of verlegt ze.
•
Heine Siebrand Remonstrants predikant in de gemeente Utrecht jaargang 22 nr. 12 maart 2011 7
thema gender
AdRem gaat op stap met...
Mieke Romijn ontwerper Dit jaar bestaat kledingwinkel Quasimodo 25 jaar. Eigenaresse Mieke Romijn begon in Rotterdam, vertrok noodgedwongen naar Delft, maar keerde tien jaar geleden weer terug in de Maasstad. Om haar jubileum niet ongemerkt voorbij te laten gaan organiseert ze modeshows. Martijn Junte zocht haar op in haar winkel, ging mee naar een modeshow in parenclub Mystique te Rucphen en sprak met haar over haar werk, haar kleding, en haar klanten. Het leverde een portret op van een lieve en gedreven vakvrouw die haar leven heeft gewijd aan het ontwerpen, maken en verkopen van feestkleding.
Haar eerste winkel was op de Overblaak, bij de kubuswoningen. Ze zat op de Sociale Academie en liep stage in een jeugdhuis in Rotterdam-Zuid. Ze zegt: ‘Ik vond er helemaal niks aan tijdens die stage. Wat ik leuk vond was kleding maken.’ Toen een wethouder het gebied rond de kubuswoningen een beetje wilde ophalen en geld vrijmaakte voor winkeltjes op de Overblaak, wist Mieke wat haar te doen stond. Door haar studie kende ze de weg door de subsidiemolen en zo begon ze haar winkeltje. Maar er kwamen te weinig mensen, waarna ze naar Delft vertrok. Maar zonder die eerste jaren daar had Quasimodo niet bestaan. Over haar kleding zegt ze: ‘Wat mij steeds weer opvalt is dat mensen het belangrijk vinden dat het speciaal voor hen is gemaakt. Hoeveel er ook veranderd is, dat is hetzelfde gebleven.’ Eigen kleding is het handelsmerk van Quasimodo. Het lukte niet altijd om alleen maar eigen kleding te verkopen, maar dat is wel het streven. Bovendien is alles uniek, afgezien van een enkel basic rokje of topje dat veel verkocht wordt. Of het nu in de winkel hangt of een opdracht is, van de meeste kledingstukken is maar één exemplaar.’ Daar komen de klanten voor, maar zo wil ze het zelf ook. ‘Ik maak wat ik zelf mooi vind, op de manier die ik wil. Voor die vrijheid heb ik altijd gewerkt. Maar de house-muziek heeft voor mij alles veranderd. Sinds ik die muziek ontdekt heb, ben ik andere kleding gaan maken, voor parties hè. Daarvoor maakte ik ook feestkleding: bruidsjurken, galakleding en zo, maar daar wilde ik me zeker niet op toeleggen. Maar als mensen daarvoor in de winkel komen dan maak je dat natuurlijk. Ik deed ook 8 adrem remonstrants maandblad
vanaf het begin modeshows. Frank Govers heeft nog eens een show van mij gepresenteerd. Hij vond mijn kleding echt van de stad. Mart Visser heeft trouwens nog als model voor me gelopen, toen hij nog student was. Ze pakt er een fotoalbum bij om haar werk uit de beginperiode te laten zien. Als ze de foto’s terugkijkt, zegt ze: ‘Hé, zie je dat er al bij die eerste shows travestieten meelopen. Dat stond me helemaal niet zo bij. Kennelijk maak ik dingen, doe ik dingen die zij mooi vinden.’ Ze heeft er
foto’s: Hans van Egdom
Winkel Quasimodo Nieuwe Binnenweg 15C , Rotterdam, www.quasi-modo.nl
niet echt een verklaring voor. ‘Het is helemaal niet zo dat ik me daarop toeleg. Ze komen naar mijn winkel en ik help ze graag. Ik denk met ze mee wat mooi staat. Als ze dat willen hoor. Het is helemaal niet zo dat ze allemaal zo met hun uiterlijk bezig zijn als de meiden die mijn show lopen. Lang niet iedereen komt zo openlijk vrouwenkleding voor zichzelf kopen. Vaak begint het met dingen ‘voor de vriendin’ die dan besteld worden in grote maten.’ Voor Mieke hoeft het allemaal niet zo moeilijk. Mensen kunnen het beste gewoon zeggen wat ze zoeken, dan kan zij hen het beste helpen. ‘Ik zie travestieten hier graag komen en ik help ze graag. Het is toch ook gewoon goed voor mij en voor mijn winkel. Sommigen kopen dan echt alleen een zwart lakrokje om mee naar een bioscoop te gaan hier ergens in Rotterdam. Daar ontmoeten ze elkaar. Maar er zijn er ook van wie ik echt niet weet waarom ze dingen kopen en wat ze ermee gaan doen. De meesten hebben het gewoon nodig om in hun vrije
tijd in speciale kleding te lopen. Zo kunnen ze door de week aan de eisen van het werk voldoen, zich aanpassen aan de normen en waarden van de collega’s.’ De wereld is de afgelopen 25 jaar een stuk harder geworden, constateert Mieke. Zeker nu met de crisis merk je dat. Mensen zijn veeleisender geworden. Alles is ook gewoon minder tolerant geworden. Een jongen die mee zou lopen op de show is in elkaar geslagen na een feest, omdat hij een rok aan had. Hij was niet als travestiet, maar hij droeg gewoon een mannenrok. Dat soort dingen. En op het moment verbiedt burgemeester Aboutaleb van alles. Het is allemaal gewoon minder leuk geworden in Rotterdam. Ze zegt: ‘Maar ik ga wel gewoon door hoor. Ik heb helemaal geen tijd om daar teveel bij stil te staan. Ik heb het veel te druk met kleding maken.’
•
Martijn Junte Redactielid AdRem, remonstrants predikant in Eindhoven jaargang 22 nr. 12 maart 2011 9
thema gender
De grijze ruimte
tussen en wit Hoera, het is een jongen ! Hoera het is een meisje ! Dat is wat ouders vaak als eerste zeggen wanneer hun baby geboren is. Wat doe je als je een jongen bent, maar je lijf en je omgeving het tegenovergestelde vertellen? Of andersom? AdRem sprak met Gio over zijn immer voortdurende tocht van ‘mevrouw’ naar ‘meneer’.
Je gaat nu als ‘een meneer’ door het leven. Maar dat was niet altijd zo. ‘Achteraf bezien ging ik er op mijn vierde al van uit dat ik een jongen was. Maar iedereen in mijn omgeving zei dat ik een meisje was. Ik vond dat ontzettend verwarrend, maar gedroeg me zoals de omgeving van me verwachtte. Dat werkte prima, tot ik in de pubertijd kwam. Mijn lichaam veranderde en ik hoorde niet bij de jongens en niet bij de meiden. Het was een eenzame periode. Toen ik een jaar of vijftien was, zag ik een film over een man die eigenlijk een vrouw was. Dat greep me enorm aan: zij moest haar hele leven opnieuw opbouwen. Afscheid van vrienden, familie, opnieuw beginnen in een vreemde stad. Ik dacht toen ‘kan ik dat? wil ik dat?’. Op dat moment was het antwoord ‘nee’. Dus bleef ik een vrouw en werd ik op mijn dertigste moeder. Met een vrouwelijke partner. Ik dacht ‘als ik op vrouwen val, zal ik dan wel lesbisch zijn’. Gedurende de zwangerschap werd ik extreem moe. Kon niks meer, en belandde zelfs in een rolstoel. De artsen konden niets vinden. Op een dag kwam ik in het winkelcentrum een groepje mensen tegen die vroegen of ze voor me konden bidden. Dat heeft een enorme indruk op me gemaakt. Wildvreemde mensen die zomaar voor MIJ wilden bidden! Ik ben katholiek opgevoed, maar kwam sinds mijn zestiende niet meer in de kerk. Ik voelde mij er door de uitspraken van de paus over homoseksualiteit niet meer welkom. Maar ik heb altijd in God geloofd en God in mij. Op het diepste niveau is 10 adrem remonstrants maandblad
die verbinding nooit verbroken geweest, op dat moment werd opnieuw die snaar geraakt.’ Twee vrouwen en een baby? ‘Mede daardoor besloten mijn toenmalige partner en ik dat we onze dochter wilden laten dopen. Het viel nog niet mee een kerk te vinden waarin je met twee vrouwen en een baby welkom bent! Bij de Utrechtse Geertekerk bleek er echter geen enkel bezwaar. Sterker nog: dominee Heine Siebrand heette ons van harte welkom. De doop van mijn dochter heeft mij definitief doen ontwaken. Ik werd Vriend van de Geertekerk en ben in therapie gaan nadenken over het hoe en waarom van mijn ziekte. Pas toen legde ik de link met het onderdrukte verlangen uit mijn jeugd om ook fysiek te zijn hoe ik me feitelijk al die tijd al voelde: een man. Toen ik drieëndertig werd vertelde ik aan al mijn vrienden dat ik bij wijze van cadeau graag ‘hij’ genoemd wilde worden. Ik weet nog dat ik toen dacht ‘wat zou God hier eigenlijk van vinden?’ Tijdens een meditatiedienst in de Geertekerk werden we uitgenodigd om een vraag waar we mee zaten ‘in ons hart te leggen’, om zo God om richting te vragen. Ik schrok me een hoedje toen ik op mijn vraag het antwoord ‘ja!’ ontving. Ik dacht even dat het mijn verbeelding was die met me op de loop ging. Maar dat was het niet. Het was een heel bijzondere en tegelijk een hele gewone ervaring. De ingeslagen weg was goed. Tegenover mijn dochter voelde ik mij nog altijd ‘mama’. Tot zij me zelf op een zeker moment vroeg of ik haar
Ds Heine Siebrand: ‘Ik ben onder de indruk van de betrokkenheid en de liefde die uitgaat van de gemeente. Dat de gemeente op een onverwachte manier de bedding en de geborgenheid kan vormen voor mensen met diep ingrijpende levensvragen. Ieder heeft zijn eigen zoektocht te volbrengen. Terecht zegt Gio dat hij met zijn weg nog lang niet klaar is. De een zoekt naar een plek voor een huwelijk, de ander voor een doop, en weer een ander naar een ander lichaam. Soms hebben mensen voor deze vragen bij andere kerken hun hoofd al pijnlijk gestoten. Ik hoop van harte dat er voldoende plekken zullen blijven – binnen en buiten kerken – waar mensen samen met anderen geholpen worden in het ontvouwen van de wijsheid van hun eigen leven.’
zwart papa wilde zijn. Zij had (lacht) eerder dan ik door dat het tijd was voor een volgende stap. Dat was het veranderen van mijn vrouwelijke voornaam in ‘Gio’. Eigenlijk wilde ik opnieuw gedoopt worden, maar dominee Heine Siebrand gaf aan dat een dergelijk sacrament maar eenmaal gegeven kan worden. Wel gaf hij me een doopkaars zodat ik thuis zelf mijn eigen ritueel kon vormgeven. Want alleen met God verbonden zijn is niet voldoende: je moet ook ‘landen’ en je met de aarde verbinden. Dus maakte ik zelf een (her)geboortekaartje dat ik rondstuurde.’ Ben je wel eens boos op God geweest, bijvoorbeeld dat hij je niet van meet af aan het ‘juiste’ lichaam heeft gegeven? ‘Nee, boos ben ik nooit geweest. Ik heb heel sterk het gevoel dat dit de opdracht is die ik heb te vervullen in dit leven. Me bewegen tussen de grenzen van wat traditioneel ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ is. Want ‘man’ of ‘vrouw’ is geen eindpunt: het is een continuüm dat steeds in beweging is. Ik wens het iedereen toe om daar vrijer mee om te kunnen gaan. Omdat het belangrijker is wie je bent dan wat je bent. Bovendien is mijn weg nog lang niet ‘klaar’. Het plan dat God met me heeft, ontvouwt zich steeds verder. Ik kan me steeds meer openen, meer worden die ik oorspronkelijk bedoeld ben te zijn.’ Wat voor rol speelt de Geertekerk in je leven? ‘Juist omdat ik zo vaak buiten een groep viel, is het zo fijn om een plek te hebben waar ik welkom ben, gewoon zoals ik ben. Zo heeft het me erg goed gedaan dat ik na één van mijn geslachtsveranderende operaties bloemen vanuit de kerk ontving. Binnen de transgendergemeenschap zijn er velen die in hun zoektocht naar een kerkgemeenschap geen welkom vonden. Dan denk ik: zo kan Hij het toch nooit bedoeld hebben!’
Hoe ziet de ideale wereld er volgens jou uit? ‘Volgens mij draait het allemaal om de liefde. De liefde voor jezelf en de liefde voor de ander. Dan kun je zijn zoals je bent. Dat is voor iedereen wat anders. En juist dat, geeft een grote veelkleurigheid aan het geheel. Het in hokjes stoppen van mensen levert zo weinig op. Want wat maakt een vrouw nu een vrouw en een man een man? Als het je lukt werkelijk vanuit je essentie – de liefde – te leven, denk je anders en handel je anders. Het lijkt een kleinigheid, maar het is een wereld van verschil.’
•
Tanja Mosselman Lid van de remonstrantse gemeente Utrecht
Meer weten? Transgenders en religie: http://transenreligie.blog2blog.nl. Transgenders: http://www.continuum.nl Contactgroep voor mensen geboren in een meisjeslijf die zich min of meer man voelen http://www.hetjongensuur.nl Mannen geboren in een meisjeslijf: http://www.transman.nl jaargang 22 nr. 12 maart 2011 11
film bespreking
Een film met stoere zwijgzame mannen op paarden, afgelegen ranches, avonturen in de Rocky Mountains, rodeo’s, dat moet wel een western zijn. Dat is Brokeback Mountain ook, maar wel van een heel ander soort dan de traditionele. De film is gebaseerd op een verhaal van Annie E. Proulx, uit de eerste van haar inmiddels drie verhalenbundels over de staat Wyoming.
(Ang Lee, 2005)
Brokeback Het speelt zich af tussen 1963 en 1983. De stoere cowboys zijn Ennis del Mar (Heath Ledger) en Jack Twist (Jake Gyllenhaal). Ze ontmoeten elkaar als ze worden ingehuurd om samen de schapen van een plaatselijke boer naar de zomerweiden op Brokeback Mountain te brengen en ze daar te bewaken. Eén van hen bemant het basiskamp en zorgt voor het contact met de wereld beneden, de ander wordt geacht ’s nachts stiekem naar de bergweiden te rijden waar de schapen zijn en daar te overnachten. Officieel is dat verboden, maar de boer kan het zich niet veroorloven de schapen onbewaakt achter te laten op de berg. Er zitten coyotes. En als het stormt of onweert gaan de schapen ervandoor. De jongens zijn negentien. De reden dat ze dit hoogst onaantrekkelijke werk komen doen is geldnood. Ennis is verloofd en wil na de zomer trouwen. Doordat zijn ouders lang geleden verongelukt zijn, heeft hij geen enkele financiële reserve. Jack probeert de kost te verdienen met rodeo-ritten, maar dat brengt weinig op en bovendien is het een zeer risicovolle bezigheid. Geld voor een eigen paard heeft hij niet. Ennis is extreem zwijgzaam, een echte loner die gewend is voor zichzelf te zorgen en naar het schijnt ook niemand nodig heeft. Als hij een keer twee minuten wat loslaat over zijn achtergrond, merkt Jack op dat hij opeens meer gezegd heeft dan in de drie weken daaraan voorafgaand. Toch blijken ze steeds beter met elkaar overweg te kunnen. Ergens die zomer gebeurt er op een nacht iets wat de rest van de levens van de jongens bepaalt. Ze hebben lol gehad, de whiskey-fles leeggemaakt en Ennis is te dronken om nog naar boven naar de schapen te gaan. Hij was buiten in slaap gevallen, maar het is een ijskoude nacht en hij komt toch maar bij Jack in de tent liggen. En het blijft niet bij liggen. Er heeft zich kennelijk een grote erotische spanning opgebouwd in de weken voorafgaand want de ontlading is heftig. De volgende dag verzekert Ennis aan
12 adrem remonstrants maandblad
Jack dat hij geen homo is. Nee, ik ook niet, zegt Jack. En het was iets eenmaligs, zegt Ennis nog. Helaas is de liefde krachtiger dan wat zij zeggen te willen, en de rest van de zomer moeten de schapen ’s nachts maar voor zichzelf zorgen. Homo (‘gay’ of ‘queer’) zijn ze niet, want dat is in hun voorstelling iemand die zich op een bepaalde manier kleedt, op een bepaalde manier gedraagt – zo zijn zij niet. Even is het bestaan sprookjesachtig mooi. De kijker kan er volop van meegenieten. Niet in het minst door het onvoorstelbaar mooie landschap waar deze aparte love story zich afspeelt: een woest bergparadijs. Het duurt niet lang. De sneeuw is vroeg in Wyoming dat jaar. Het is nog augustus wanneer de kudde weer naar beneden moet. De eigenaar is heel ontevreden over de aantallen. Ennis en Jack gaan ieder huns weegs. Ennis trouwt zoals het plan was en Jack komt in Texas terecht, nog steeds de rodeo, van arren moede maar bij het stierenrijden. Ook hij ontmoet een vrouw, de dochter van een grootheid in landbouwmachines. Er worden kinderen geboren. De jaren gaan voorbij. Totdat Jack aan Ennis een briefkaart stuurt en zijn komst aankondigt. Het vuur blijkt niet minder fel te zijn geworden, integendeel. Ze geven elkaar toe dat ze niet zonder elkaar kunnen. Dit is een liefde die niet meer overgaat. Tegelijk is het hun onmogelijk om daar iets mee te doen. Ennis herinnert zich goed hoe zijn vader hem ooit meenam naar de greppel waar een buurman in lag. Dood, gelyncht, om geen andere reden dan dat hij met een andere man leefde. Hij sluit niet uit dat zijn vader de dader was. Op het Amerikaanse platteland is in de jaren ’60, en nog vele jaren daarna, liefde voor iemand van hetzelfde geslacht een taboe en een andere leefvorm dan het traditionele volstrekt uitgesloten. Toch blijft Jack ervan dromen dat hij en Ennis de ranch van zijn ouders opknappen en op den duur overnemen. Ennis wil er niet aan. Er is in hun samenleving erg weinig ruimte om af te wijken van wat de grote meerderheid als normaal
Mountain beschouwt. Dat geldt zeker ook voor hoe mannen en vrouwen zich gedragen. De landbouwmachinesgigant had toch weinig op met zijn schoonzoon. Hij kon niet begrijpen wat zijn dochter met die rodeo-clown moest. Maar hij voelt ook heel goed aan, zonder dat hij iets weet van Jacks geheim, dat Jack anders is. Hij vindt hem geen echte man. Waar hij kan, vernedert en kleineert hij hem. Ennis heeft zijn eigen problemen: hij is niet in staat zich voluit te hechten aan zijn gezin en grijpt iedere kans aan om uit werken te gaan. Ennis en Jack vinden hun eigen vorm, één die wel algemeen geaccepteerd wordt. Wat mannen wél doen is samen uit vissen gaan. Voor een paar dagen de bergen in, tentje mee en dan thuiskomen met de vangst. In hun geval blijft de vangst uit en na verloop van tijd ontdekt Ennis’ vrouw dat de hengel nooit gebruikt wordt. We volgen Ennis en Jack gedurende de twintig jaar na de
ontmoeting op Brokeback. We zien ze ouder worden. We zien hoe ze er geen van tweeën gelukkiger op worden. Een treurig moment is de vergeefse hoop die Jack koestert als Ennis uiteindelijk gaat scheiden. Ennis zien we al eenzamer en teruggetrokkener worden. Zijn ex en zijn dochters zien het aan met pijn in hun hart. Ze kunnen er niets aan doen. Jack wordt steeds wanhopiger, hij wordt er gek van dat ze elkaar maar een paar keer per jaar kunnen zien. Dan volgt de noodlottige ontknoping die aan alle dromen een einde maakt. Ondanks alle tragiek: een prachtfilm. Schitterende beelden van het boerenleven in Wyoming en Texas en prachtig in beeld gebracht hoe deze twee jongens, mannen, strijdend ten onder gaan, aangegrepen door een kracht die sterker is dan zijzelf.
•
Bert Dicou Redactie AdRem, predikant in Hoorn jaargang 22 nr. 12 maart 2011 13
thema gender
One day I’ll grow up, I’ll be a beautiful girl. One day I’ll grow up, I’ll be a beautiful woman. One day I’ll grow up, I’ll be a beautiful girl. But for today I am a child, for today I am a boy. For today I am a child, for today I am a boy. For today I am a child, for today I am a boy. One day I’ll grow up, I’ll feel the power in me. One day I’ll grow up, of this I’m sure. One day I’ll grow up, I know whom within me. One day I’ll grow up, feel it full and pure. But for today I am a child, for today I am a boy.
Antony and
(For today I am a boy, van het album I’m a bird now)
the Johnsons Transgender in de popmuziek In een vorige generatie hadden we David Bowie, Boy George en Grace Jones die de grenzen van hun sekse overschreden. Degenen van ons die groot werden in de jaren ’70 en ’80 herinneren zich de extravagante kleding van deze sterren, die moest aangeven dat zij zich zeker niet zouden laten vastpinnen op zoiets toevalligs als hun man- of vrouw-zijn. Later kwam de bizarre Marilyn Manson – die zichzelf noemde naar Marilyn Monroe en de sadistische moordenaar Charles Manson. Op dit moment is Antony Hegarty (1971) van de band Antony and the Johnsons de meest interessante transgender-artiest. Hij houdt het meestal betrekkelijk gewoon wat kleding betreft, soms een feestelijke jurk, en een vrouwelijk kapsel. Hij heeft ondanks zijn nogal forse lichaam een heel vrouwelijke manier van bewegen. Hij speelt piano en zingt, met hoge stem gezongen, intieme liedjes die toch bijzonder krachtig zijn. Het album waarmee hij in brede 14 adrem remonstrants maandblad
kring bekend is geworden is I’m a bird now uit 2005. Het staat vol intense songs over liefde en pijn, waarin verschillende keren het transgenderzijn gethematiseerd wordt. Prachtige en niet zelden heftige muziek. Voor wie eerst wil proefluisteren: het is in zijn geheel te vinden op Spotify (www.spotify.com). Bekijkt u hem ook eens op YouTube, er zijn verschillende mooie opnames van optredens te vinden.
•
Bert Dicou Redactie AdRem, predikant in Hoorn
miniatuur
Postmaterialist
Ik behoor tot de tien procent postmaterialisten in Nederland. Daar had ik zelf geen idee van, maar dankzij de Mentality-waardentest van www.motivaction.nl weet ik nu eindelijk tot welk ‘mentality milieu’ ik behoor. Het Amsterdamse onderzoeksbureau vroeg een representatieve groep Nederlanders naar hun leefstijl en waardenoriëntatie. Op basis van de antwoorden op een internet-enquête (zoiets als: test je Remo-factor) verdeelt Motivaction de Nederlanders in acht types. Houdt uw hart vast en huivert! U zou kunnen behoren tot de traditionele burgers (14%), de gemaksgeoriënteerden (10%), de postmoderne hedonisten (11%) of de nieuwe conservatieven (8%)! Maar u kunt ook uit de test komen als opwaarts-mobielen (10%), kosmopolieten(13%), moderne burgers (22%) of, zoals in mijn geval, behoren tot de postmaterialisten (10%). Tests, enquêtes, statistieken… Moet je die geloven of zijn de verkregen resultaten van hetzelfde kaliber als de horoscopen uit de dagbladen? ‘Vandaag wordt uw geluksdag: u komt waar u wezen moet’, las een reiziger in de trein die op 21 december tussen Zaandam Kogerveld en Purmerend Overwhere vier uur bleef staan. Voorzichtigheid is dus geboden. Maar nu ik door het leven mag gaan als herkende postmaterialist, moet ik toegeven dat de resultaten van de mentality test van Motivaction honderd procent kloppen! Het onderzoeksinstituut stuurde me per kerende mail de volgende analyse: ‘Uw profiel vertoont de meeste overeenkomst met dat van de postmaterialist (dat is de maatschappijkritische idealist die zichzelf wil ontplooien, zich verzet tegen sociaal onrecht en opkomt voor het milieu). Solidariteit en harmonie kenmerken de mensen binnen dit milieu. Ze zijn kritisch ten opzichte van de hedendaagse maatschappij. Het streven naar een onderlinge verbondenheid, het nemen van verantwoordelijkheden en het werken aan sociaal-maatschappelijke verbeteringen, spelen een prominente rol. Postmaterialisten hechten er veel belang aan te kunnen leven volgens hun eigen principes, en zijn sterk sociaal bewogen. Verantwoord leven
is belangrijk: zonder verspilling, winstbejag en zonder aantasting van het milieu. Bij voorkeur werkt men bij instellingen of organisaties die een bijdrage leveren aan het maatschappelijke welzijn. Mensen binnen dit milieu tonen zich zowel geïnteresseerd in kunst en cultuur (film, musea, toneel, cabaret, klassieke concerten), als in een meer ‘huiselijke’ vorm van vrijetijdsbesteding. Het gezinsleven is veelal hecht (sterke onderlinge betrokkenheid), maar niet ingericht volgens traditionele patronen.’ Ik was totaal verrast. Geen woord is hier gelogen of verkeerd geschoten. Maar toen werd ik door een vreemd vermoeden bevangen. Vergis ik me of zouden de tien procent postmaterialisten die Motivaction in de Nederlandse bevolking heeft gespot, allemaal glansrijk de Remo-test doorstaan? Heeft Utrecht deze enquête zo weten te beïnvloeden dat dit resultaat er wel moest uitkomen? Want laten we eerlijk zijn: wie zou, na zo een analyse, niet onmiddellijk postmaterialist alias remonstrant willen worden?
•
Christiane Berkvens-Stevelinck Remonstrants predikant in Rotterdam en Breda
Bent u geïnteresseerd in religie of spiritualiteit? Ontdek nu een nieuwe wereld! Zoekt u? • nieuwe gezichtspunten • boeiende beschouwingen • nieuwe wegen • inspirerende lezingen • verdieping en verrijking
Wat kunt u verwachten: • één of meerdaagse cursussen • elk half jaar een nieuw programma • fascinerende sprekers • uitstekende accommodatie • een ‘onvergetelijke’ ervaring
Kijk eens op onze website: www.leeftocht.nl en vraag de folder aan. Of stuur een briefkaart aan: “Leeftocht”, Antwoordnummer 10003, 2740 VB Waddinxveen.
Leeftocht voor Onderweg
boek bespreking
Hoor onze stem! In de bundel Hoor onze stem! vertellen christelijke lesbische vrouwen uit heel Europa hun verhaal. De bundel kwam najaar 2010 uit. Hij bevat een selectie van de verhalen verzameld in Let our voice be heard! uit 2004. Hoe is het om lesbisch te zijn en christen in Italië, Frankrijk, Finland, Moldavië of Letland? In veel landen lijkt het sowieso niet erg handig om lesbisch te zijn: je krijgt al snel te maken met flauwe grappen, problemen met je familie en op je werk, regelrechte afwijzing en soms geweld. De situatie in ons verdraagzame Nederland is bepaald niet het gemiddelde in Europa. Wie lesbisch is en christen, kan in de meeste landen rekenen op nog meer problemen. Actief zijn in de kerk, als predikante of gewoon als gemeentelid, is er soms niet meer bij. Of je wordt beschouwd als ‘de homofiele medemens’, object van verplichte christelijke naastenliefde voor zieken en zondaars. Gelukkig staan er ook veel positieve verhalen in het boek, waarin de vrouwen meemaakten dat weerstanden overwonnen werden en zij zich in hun geloofsgemeenschap geaccepteerd konden voelen.
De bundel bevat verhalen uit 25 landen, van België tot Zwitserland. In de Nederlandse hoofdstukken komen we een bekende tegen: emeritus remonstrants predikant Lideke In ’t Veld. Zij vertelt onder meer over haar coming out aan het eind van de eerste Nederlandse Vrouwen synode.
•
Bert Dicou Redactie AdRem, predikant in Hoorn
Randi O. Solberg (red.), Hoor onze stem. Christelijke lesbische vrouwen uit heel Europa vertellen hun verhaal. Een project van het Europees Forum van Lesbische, Homo-, Bisexuele en Transgender Christelijke Groepen, Esuberanza, 2010. Zie ook www. esuberanza.nl
De redactie legde ds Lideke in ’t Veld enkele vragen voor naar aanleiding van het boek Hoe beoordeel jij in het algemeen de positie van lesbiennes in de Europese kerken? (Er staan nogal wat treurige verhalen in het boek ...) ‘Ik heb geen overzicht over Europa. Er is gelukkig sinds 2004 toen de bundel verscheen veel verbeterd. In Duitsland heb ik in de jaren ’90 op lesbische conferenties met christelijke vrouwen wel meegemaakt dat er geen deelnemerslijsten mochten circuleren en geen foto’s mochten worden gemaakt. Toen mijn vriendin in 1995 teamleider werd van een vrouwenstudiecentrum, werd zij door de kerkleiding als voor een inquisitie ondervraagd over haar ideeën, en stonden de evangelicalen met spandoeken buiten bij de opening van het centrum. Die tijden zijn voorbij.’ Gaan we, Europees gezien, vooruit of achteruit op dit punt? En in Nederland? ‘Dit is ook een vraag waar ik in zijn algemeenheid geen antwoord op kan geven. Wel is de opkomst van de islam een ernstige bedreiging voor de veiligheid van homo’s en lesbische vrouwen. Maar vrouwen vallen veel minder op omdat vriendinnen in alle tijden al samenwoonden en elkaar omhelsden zonder dat dit gedrag aanstoot gaf.’ Ben je tevreden over de acceptatie van homoseksualiteit bij de remonstranten, of zou er nog wat te winnen zijn? 16 adrem remonstrants maandblad
‘Sinds in 1986 in de kerkorde de gelijkwaardigheid van levensverbintenissen werd opgenomen, een belangrijke stap, is er naar mijn idee een stilzwijgen ingetreden en is de onzichtbaarheid nog altijd groot. Er is naar binnen toe geen enkele activiteit die zich bezighoudt met vragen van de homoseksuele levenswijze. Ik was zeer teleurgesteld dat in het mooie nummer van AdRem over seksualiteit het woord niet eens voorkwam en er geen enkel voorbeeld werd gegeven van man-man- of vrouw-vrouwrelaties.’ Uit jouw eigen verhaal in de bundel begreep ik dat de vrijzinnigen van een generatie eerder (jouw vader) helemaal niet zo ruimdenkend waren, ‘homoseksualiteit is onnatuurlijk’. Hoe is die verandering tot stand gekomen? Is dat een moeizaam proces geweest? ‘In de generatie van mijn ouders – hoe vrijzinnig ze ook waren – was het vaak een groot taboe. Het werd allereerst als abnormaal gezien. Het is een kwestie van tijd geweest, ik kan het niet anders zien, voordat dat anders werd. Die generatie – begin 1900 geboren – kende ook geen voorbeelden – behalve de zeer uitzonderlijke – van mensen die openlijk in een duurzame relatie met een partner van hetzelfde geslacht leefden. Mijn generatie van vlak voor de oorlog heeft een vaak pijnlijke strijd moeten leveren als je uit de kast kwam.’
•
Je mag een homo niet slaan Remonstranten ondertekenen Verklaring van Idaho ‘Een kerkelijke verklaring tegen anti-homo geweld... kan het voorzichtiger?’, dacht ik toen ik hoorde van dit initiatief van het COC en het LKP (Landelijke organisatie voor homoseksualiteit en kerk). Met enig voorbehoud schoof ik aan bij de eerste bespreking van de werkgroep met kerkelijke vertegenwoordigers die deze verklaring zou voorbereiden. Het was een bont gezelschap met onder meer afgevaardigden van de Doopsgezinden, het Leger des Heils en de Nederlands Gereformeerde Kerk. De grootste kerken (Katholieken en PKN) hadden niemand gestuurd naar de voorbereidingsgroep, maar lieten zich vertegenwoordigen door één gemeenschappelijke afgevaardigde vanuit de Raad van Kerken. ‘Was dit oecumene op zijn best of werd hier de oecumene gebruikt om het ongemak met het onderwerp homoseksualiteit in de eigen kerk toe te dekken?’, vroeg ik me af. Tijdens de bijeenkomst werden we bijgepraat door kerkhistoricus David Bos over het onderwerp kerk en homoseksualiteit. Hij zei: ‘Is het niet opmerkelijk hoe veel belang kerken in Nederland toekennen aan hun opvattingen over homoseksualiteit? Het lijkt warempel wel of hun identiteit meer daarvan afhangt dan van de geloofsbelijdenis of kerkorde. Het resultaat is een verkramping die niet in het belang is van de mensen om wie het hier gaat: homoseksuele gemeenteleden en hun naasten.’ Deze woorden motiveerden mij om mijn bezwaren tegen de verklaring te laten varen. ‘Je mag een homo niet slaan’ lijkt een non-statement. Maar als kerken het zeggen mag je aannemen dat ze een begin hebben gemaakt om met elkaar het gesprek aan te gaan over homoseksualiteit. En dat is winst. Op 17 mei – de internationale dag tegen homofobie – zal een remonstrant samen met vertegenwoordigers uit andere kerken de verklaring tegen anti-homo geweld ondertekenen.
•
Tom Mikkers Algemeen secretaris Remonstrantse Broederschap
In veel publicaties over Remonstranten is te lezen: ‘In 1986 stelden de Remonstranten als eerste kerk ter wereld het huwelijk open voor paren van hetzelfde geslacht...’ Is er sindsdien wat veranderd? Enkele feiten... • Homoseksualiteit is in veel kerken nog altijd een ingewikkeld en urgent onderwerp. Op IKON kerk nieuws behoren berichten over homoseksualiteit en kerk tot de top 3 van meest gelezen en items. • Kerkscheuringen in de 21ste eeuw hebben veelal de acceptatie of verwerping van homoseksualiteit als breekpunt. • In Spanje gingen nog niet zo lang geleden duizenden mensen de straat op om te protesteren tegen het homohuwelijk. Zij werden gesteund door de Katholieke Kerk. De Orthodoxe Kerk in Oost-Europa voorziet de discriminatie van homoseksuelen in Oost-Europese landen van argumenten. • De kans dat homojongeren een suïcidepoging doen is significant hoger als zij religieus zijn opgevoed. En bij de Remonstranten? Als Remonstranten hebben we een voortrekkersrol gespeeld bij de kerkelijke openstelling van het huwelijk. Er wordt naar ons gekeken als het gaat over kerk en homoseksualiteit. Toch is het onderwerp sinds 1986 nagenoeg niet meer gethematiseerd in het kerkgenootschap. Recent zijn we hiermee opnieuw begonnen. Wilt u op de hoogte gehouden worden van dit gesprek? Neem dan contact op met Tom Mikkers –
[email protected] jaargang 22 nr. 12 maart 2011 17
thema gender
Dicht
op de huid Een moeder vertelt over de ‘coming out’ van haar zoon De remonstranten zijn de eerste kerk geweest die paren van gelijk geslacht ingezegend hebben. Zij zijn daarin voorloper op het terrein van gelijke behandeling van homo’s en lesbiennes. Rationeel gezien kan iedereen zich achter dit standpunt scharen. Maar kunnen ouders de andersgeaardheid van hun kinderen in de praktijk ook zo gemakkelijk accepteren? AdRem interviewt een moeder met een homoseksuele zoon, die beschrijft hoe het haar verging toen haar zoon ‘uit de kast’ kwam. ‘Ik geloof er niks van dat de acceptatie van homoseksualiteit van eigen kinderen zo gemakkelijk gaat. Ik denk dat iedere ouder even iets te verwerken heeft.’ A: ‘Ik dacht dat ik een moderne vrouw was, we gaan heel prettig en close om met waardevolle homostellen in onze omgeving en toch was het moeilijker dan ik verwacht had toen onze zoon ons liet weten dat hij een vriendje had. Ik ben trots op de remonstranten dat zij het homohuwelijk inzegenen, maar dit kwam veel dichter op mijn huid. Mijn zoon was speciaal gekomen om iets te vertellen, maar ging weg zonder dat het hoge woord er uit was gekomen. Toen hij uiteindelijk in de auto aan mij vertelde dat hij een vriendje had, reageerde ik heel eerlijk vanuit mijn gevoel en ik zei: ‘Dat verbaast me niet, maar ik sta niet te juichen’. Ik dacht dat het een vrij neutrale reactie was, maar mijn zoon interpreteerde hem negatief en heeft me die reactie ook verweten. Achteraf denk ik dat het beter was geweest als ik meteen had gezegd dat het geen enkel probleem is en mijn eigen emoties later zelf had verwerkt. Mijn reactie was mij ingegeven door twee zorgen. In de eerste plaats had ik beelden in mijn hoofd van de extreme kanten van de ‘homoscene’, aidsbesmettingen etc. God bewaar me dat hij daar in terecht zou komen! In de tweede plaats maakte ik me zorgen over zijn toekomst want ik was bang dat hij minder geaccepteerd zou worden en daardoor een veel moeilijker weg in zijn leven zou moeten afleggen. En mijn toekomstperspectief over de kinderen veranderde ook: geen kleinkinderen waarschijnlijk. De volgende dag
18 adrem remonstrants maandblad
ben ik naar mijn zoon toe gegaan om te zeggen dat ik van hem houd zoals hij is en dat zijn homoseksualiteit natuurlijk geen enkel probleem is. Mijn man, die een religieus orthodoxe achtergrond heeft, had meer moeite met de situatie in die fase. Hij heeft er voor gekozen om pas een paar dagen later hem zelf te zien, maar heeft wel diezelfde avond gebeld dat hij evenveel van hem zou blijven houden. Toen we de vriend van mijn zoon ontmoetten en zagen dat hij helemaal gelukkig was, nou ja toen was het voor ons ook goed natuurlijk. Vóór dit interview heb ik mijn zoon gebeld of hij mee wilde doen, maar hij vond zijn kant van het verhaal voor de remonstranten niet zo interessant. Het fijne was dat het wel weer een soort ‘helend’ gesprek was. We hadden goed contact over deze kwestie, die nu minder tussen ons lijkt te staan. Ik vind het erg dat het voor mijn zoon zo moeilijk bleek om zijn verhaal aan ons te vertellen, dat er blijkbaar onuitgesproken verwachtingen naar hem waren die een drempel voor hem opwierpen. Onlangs heb ik het KRO-programma ‘Uit de kast’ bekeken. Ik zag daar de beladenheid en dat sommige kinderen zo’n televisieprogramma nodig hebben voor hun ‘coming out’. Daar kan ik me nu wel wat bij voorstellen.’
•
Michel Peters Coördinator communicatie bij de remonstranten
boek bespreking Een boek over ‘queer’ de bijbel lezen. Daar willen vrijzinnigen meer van weten. In het voorwoord wordt Onder de regenboog aangeduid als een ondeugend boek. Er worden lezingen van bijbelverhalen aangeboden die er volgens velen niet zouden mogen zijn. Die niet deugen. Maar wie bepaalt dat eigenlijk? Een gesprek met de redacteurs Nienke Pruiksma en Adriaan van Klinken.
iedereen op het verkeerde been Wat is ‘queer’? ‘Queer’ gaat over alles wat zich buiten vaststaande categorieën begeeft. De gangbare betekenis is ‘eigenaardig’, ‘vreemd’. ‘Queer’ is ook een geuzennaam voor homo’s en lesbiennes, later aangevuld met biseksuelen en transgenders (kortweg LHBT).
Wat was de aanleiding voor het boek? Twee redenen: In de Angelsaksische literatuur was er al vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw belangstelling voor ‘queer’ lezen. Het handjevol theologen dat zich ermee bezig hield, las het wel in het Engels. Wij wilden een boek dat iedere geïnteresseerde lezen kan. De tweede reden is dat de discussie over homoseksueel en kerk tot nu toe wordt ‘gekaapt’ door orthodoxe christenen. Het is een kerk politiek probleem. Wij wilden juist laten zien dat ‘queer’ zelfbewust is en leuk. Wat is ‘queer’ bijbellezen? Het boek presenteert twee mogelijke manieren van queer bijbellezen. Bij de eerste is seksuele identiteit de ‘bril’ waarmee verhalen verstaan worden. Niet de geijkte verhalen van bijvoorbeeld David en Jonathan, over wiens vermeende homoseksualiteit al langer wordt gespeculeerd. In de bundel behandelt Christiaan Ravensbergen het verhaal van de Emmaüsgangers. Als hij als Amsterdamse homoseksuele man dit verhaal leest, klinkt het als volgt: Twee vrienden raken gefascineerd door iemand die ze toevallig tegenkomen. Ze nodigen hem uit samen de nacht door te brengen. Door een andere identificatie dan de mainstream ontstaan andere betekenissen. De twee leerlingen zijn in de gangbare exegese twee heteroseksuele mannen. Maar hoe vanzelfsprekend is dat? Jezus heeft hun hart in brand gezet. Waarom zouden ze Jezus niet hebben uitgenodigd vanwege een lichamelijke aantrekkingskracht? De twee wisten niet wat er in Jeruzalem gebeurd was, het zijn outsiders. Jezus ging zijn hele leven al met outsiders om. Als je de bijbel ‘queer’ leest, ontstaan er nieuwe interpretatiekaders. De tweede manier van ‘queer’ lezen gaat verder dan de eerste: ervan uitgaande dat seksualiteit geconstrueerd wordt door en binnen teksten, kun je de bestaande dominante betekenissen die de machtsverhoudingen bevestigen, blootleggen, deconstrueren. Nienke geeft het voorbeeld
van de beeldspraak van de kerk als ‘bruid van Christus’. Hoe vanzelfsprekend is dat? Wie wordt er buitengesloten? Als je je van dit soort vanzelfsprekendheden bewust bent, kun je vervolgens met een open, ‘queer’ blik een verhaal als nieuw lezen en ermee spelen. Zo krijg je uiteindelijk ook een verrassende reconstructie, bijvoorbeeld een christologie en een visie op gemeente-zijn die seksualiteit serieus neemt. Nienke: ‘In het artikel over Genesis 3 in het boek, door Mariecke van den Berg, wordt de scheppingsorde bijvoorbeeld bevraagd in plaats van bevestigd. Dat is spannend en bevrijdend.’ Het een is echter niet beter dan het ander. De twee bewegingen van ‘queer’ lezen horen bij elkaar.
Identificatie en spel Deze manier van bijbellezen, die openheid en vrijheid veronderstelt, is dan ook niet voorbehouden aan homo’s en lesbiennes alleen. Nienke wijst erop dat sommige bijdragen van hetero auteurs meer ‘queer’ zijn dan die van homo auteurs. ‘Queer’ is een methode, legt Adriaan uit. Een vorm van kritisch, uitdagend lezen. De bijdragen in de bundel zijn fris en getuigen van het plezier dat ‘queer’ lezen kan geven. Zo wordt er een verband gelegd tussen Lazarus die wordt opgeroepen uit het graf te komen en alle gelovigen – van welke geaardheid ook – om uit de kast te komen. Zo tegen Pasen bepaald aanstekelijk. Jezus ‘Was Jezus volgens hen een homo of een hetero?’, vraag ik. Nienke snuift verontwaardigd. ‘Wil je dat echt nog weten? Is dit een serieuze vraag?’ Adriaan wijst erop dat het een verkeerde en geen ‘verqueerde’ vraag is. Beter is jezelf de vraag stellen: waarom wordt Jezus eigenlijk steeds als hetero voorgesteld? Waarom reageren mensen soms zo fel als Jezus wordt voorgesteld als homo?’ Nienke vult aan: ‘Maria mag niet seksueel zijn, en Jezus dus ook niet.’
•
Sigrid Coenradie Predikant remonstrantse gemeente Oosterbeek Adriaan van Klinken en Nienke Pruiksma (redactie), Onder de regenboog: de Bijbel queer gelezen, Vught: Skandalon 2010.
LEES NU ‘op zijn queers’ het bijbelse verhaal van de Honderdman op de website www.remonstranten.org onder de button ‘Lees AdRem’ jaargang 22 nr. 12 maart 2011 19
het gezicht van...
Joep de Valk Huidige werkkring? Ik ben sinds 1 september 2010 predikant in Waddinxveen, waar ik op 31 oktober jl. ben bevestigd. Het was leuk dat veel gemeenteleden mij toen al kenden, want in die twee maanden had ik al veel huisbezoeken afgelegd. Sinds begin januari richt ik me op het mooier maken van de zondagsdiensten en op kringen. In het najaar is de kinderdienst aan de beurt: daar hebben we nu niets voor. Dit alles met steun van de kerkenraad en de gemeente. Mijn seminariescriptie ging al over de vraag hoe remonstrantse gemeenten belangstellenden bereiken. Mijn antwoorden: 1. door met kerkenraad, predikant en gemeente op één lijn te zitten hoe je een welkome gemeente wordt (dat gaat in Waddinxveen heel goed, deelname is hoog en enthousiast) en 2. door mooie muzikale diensten met een inhoudelijke boodschap. Daar probeer ik nu aan te werken. En verder door 3. een aansprekend kerkgebouw (wat een prachtige kerk hebben we hier) en tenslotte waar het om gaat: 4. door aan anderen je remonstrantse geluid te laten horen, dat is vaak een openbaring. Naast Waddinxveen ben ik sinds 1 januari 2011 tijdelijk voor 25% beroepen in Delft, naast Tom Mikkers. Ook daar ben ik begonnen met huisbezoeken, doe ik een aantal kerkdiensten en zal ik in de komende tijd samen met de gemeente een sociaal en financieel plan ontwikkelen. Mijn bezigheden liggen daar meer op het organisatorische vlak. Privé achtergrond? Ik ben katholiek opgevoed, maar heb tegelijk met de deur van het ouderlijk huis ook die kerkdeur dichtgetrokken. Er volgde een periode van onkerksheid, tot wij in 1993 naar Arnhem verhuisden. Onze oudste dochter deed bij toeval mee in een kerstspel bij Ries Kassens, daarna gingen we regelmatig naar zijn diensten voor ‘Jong en Oud’, en langzamerhand ook naar 20 adrem remonstrants maandblad
reguliere diensten. Ik vond daar een inspirerende dominee en de vrijheid zelf te onderzoeken wat het hogere voor mij inhoudt. Al met al ben ik in 1998 remonstrant geworden en heb ik in 2000 besloten om predikant te worden. Studie Theologie is afgerond in 2007. Daarna Seminarium en een stage. Wat me vooral tegenviel: na de studie moest ik ten tweeden male bewust kiezen om predikant te worden. Ik had er op gerekend dat na 2000 deze beslissing ‘vanzelf’ zou gaan, maar ik heb er toch wel een paar maanden mee rond gelopen. Nu is de keuze met overtuiging gemaakt.
Beroep? Ik heb een technische en bedrijfskundige opleiding gehad en altijd in het bedrijfsleven gewerkt. Uiteindelijk had ik als ondernemer een fabriek voor Montessori leermiddelen. Na verkoop in 1996 heb ik mij vooral gericht op mensen aan de rand van de samenleving, in daklozenopvang, verslavingszorg en schuldsanering. En nu? Deze gemeente is een gemeente die naar elkaar omziet, een sociaal hechte gemeente. ’s Zondags zie ik meer dan de helft van de gemeente, ruim 40 personen. Oudere mensen bezoeken elkaar, zijn goed op de hoogte van elkaars welbevinden. Dit is een fantastische basis. Ik hoef als predikant niet de kar te trekken, maar kan echt iets extra’s doen. Tot slot vind ik het belangrijk om te zeggen: ik hou van ‘best practises’. De remonstranten hebben een schat aan ervaring, probeersels, hoogstaande publicaties en cursussen in huis. We moeten veel meer contact hebben, ideeën uitwisselen, elkaars ervaringen en werk gebruiken en naar buiten brengen. De kwaliteit van Remonstranten lijkt wel het best bewaarde geheim van Nederland.
•
Carla Bierlaagh Redactielid van AdRem