Gemeenten en de kwaliteitsverbetering in de Openbare Gezondheidszorg Resultaten nulmeting bestuurlijke benchmark 2006
Gemeenten en de kwaliteitsverbetering in de Openbare Gezondheidszorg Resultaten nulmeting bestuurlijke benchmark 2006
november 2006
COLOFON Samenstelling drs. K.A.P.W. Smeets drs. N. Kornalijnslijper Vormgeving binnenwerk Farida Abdoelsamath Druk Sector Document Processing, VNG Dit onderzoek maakt deel uit van het VNG-project in het traject voor kwaliteitsverbetering in de Openbare Gezondheidszorg Beter Voorkomen. Het onderzoek is uitgevoerd door SGBO (5850.01/562) .
INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding
1
1.1
Leeswijzer
1
2
Onderzoeksopzet en respons
3
2.1
Gemeenten als opdrachtgever en regisseur: een nadere definiëring van de begrippen
3
2.2
Aanpak onderzoek
3
2.3
Respons
4
3
Bekendheid met het traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ
5
4
Inzicht in de gevolgen voor het opdrachtgeverschap van gemeenten
9
5
Inzicht in de gevolgen voor de beleidsregie door gemeenten
13
6
Interesse voor deelname aan bestuurlijke benchmark OGZ
15
7
Samenvatting en nabeschouwing
17
7.1
Enkele kanttekeningen
17
7.2
Samenvatting resultaten
17
7.3
Nabeschouwing
20
Bijlagen Bijlage 1
23 Responsgemeenten per GGD regio
25
1
Inleiding In 2005 is een landelijk programma gestart om de kwaliteit van de Openbare Gezondheidszorg (OGZ) te verbeteren en zichtbaar te maken. Sinds enige tijd en ook de komende jaren vinden onder de titel Beter Voorkómen diverse activiteiten plaats, gericht op GGD’en, thuiszorgorganisaties JGZ en gemeenten. Het landelijke kwaliteitsprogramma wordt uitgevoerd door GGD Nederland, de VNG en Actiz in opdracht van het ministerie van VWS onder regie van ZonMW en loopt tot medio 2008. De overheid is eindverantwoordelijk voor de OGZ. Het rijk bepaalt de randvoorwaarden en stelt de regels vast. Gemeenten zijn opdrachtgever van de basistaken collectieve preventie en zij stellen het lokale gezondheidsbeleid vast. De uitvoerende instellingen van de OGZ – GGD’en en Thuiszorgjeugdgezondheidsorganisaties – worden op verschillende manieren ondersteund bij het traject van kwaliteitsverbetering in het programma Beter Voorkómen. Maar ook voor gemeenten bevat dit programma een ondersteuningsdeel: het versterken van de regierol van de gemeenten. SGBO, het onderzoeks- en adviesbureau van de VNG voert dit onderdeel in opdracht van de VNG uit. Een onderdeel hiervan is een nulmeting onder gemeenten en GGD’en om te kijken hoe betrokken gemeenten zijn bij de kwaliteit(sverbetering) van de OGZ, hoe zij invulling geven aan hun rol als regisseur en opdrachtgever en hoe de samenwerking met de GGD in dit kader verloopt. Door middel van een enquête onder portefeuillehouders OGZ en GGD-directeuren is dit onderzocht. Er is voor gekozen om alleen GGD’en te betrekken in dit onderzoek en niet ook Thuiszorg jeugdgezondheidsorganisaties omdat het project gaat over de hele breedte van de openbare gezondheidszorg. In dit rapport wordt verslag gedaan van de bevindingen van het onderzoek dat medio 2006 is uitgevoerd. In 2008 zal een tweede meting uitgevoerd worden om te kijken wat het effect van het landelijke kwaliteitsprogramma is geweest op de gemeentelijke betrokkenheid bij de kwaliteitsverbetering in de OGZ.
1.1
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op de onderzoeksmethode en de respons. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 zijn de resultaten van de beide enquêtes beschreven. Voor de beschrijving van de resultaten is de hoofdstukindeling zoals gehanteerd in de vragenlijst voor de portefeuillehouders aangehouden. Dit betekent dat in hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de bekendheid met het traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ. Hoofdstuk 4 beschrijft de bevindingen met betrekking tot het inzicht in de gevolgen voor het opdrachtgeverschap van gemeenten en hoofdstuk 5 gaat in op het inzicht in de
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
1
gevolgen voor de beleidsregie door gemeenten. In elk van deze hoofdstukken worden de resultaten van de gemeentelijke enquête aangevuld met informatie uit de GGD- enquête. Op deze manier worden de bevindingen van twee kanten belicht. De vragenlijst onder portefeuillehouders is ook gebruikt om de interesse voor eventuele deelname aan de bestuurlijke benchmark te peilen. In hoeverre deze interesse bestaat en welk onderwerp men daarin het liefst behandeld wil zien, is in hoofdstuk 6 beschreven. Tot slot volgt in hoofdstuk 7 de samenvatting van de belangrijkste resultaten en een korte nabeschouwing. In de bijlage is een overzicht te vinden van de responsgemeenten per GGD-regio.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
2
2
Onderzoeksopzet en respons In paragraaf 2.1 zijn de begrippen opdrachtgever en regisseur nader gedefinieerd, in paragraaf 2.2 wordt ingegaan op de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd. In paragraaf 2.3 wordt aandacht besteed aan de respons van het onderzoek.
2.1
Gemeenten als opdrachtgever en regisseur: een nadere definiëring van de begrippen
In het onderzoek zijn de begrippen opdrachtgever en regisseur als volgt nader gedefinieerd. Een opdrachtgever • stuurt bewust op doelen (relatie tussen lokaal gezondheidsbeleid en financiering GGD) • zorgt dat de informatievoorziening van uitvoerders richting de gemeente over effectiviteit en kosten van diverse interventiemaatregelen goed is en dat er jaarlijks lokale gezondheidsinformatie wordt geleverd • stuurt bewust op verantwoording over bestede middelen aan gemeente en van gemeente aan burgers Een regisseur • heeft inzicht in externe partijen met wie gemeenten hun beleidsdoelen kunnen realiseren op gebieden als jeugdgezondheid, openbare geestelijke gezondheid, gezondheidsbevordering • heeft inzicht in samenhang gezondheidsachterstand en benodigde samenhang voor het wegwerken daarvan • heeft een samenbindend en motiverend vermogen richting externe partijen • heeft een samenbindend en motiverend vermogen richting andere portefeuillehouders 2.2
Aanpak onderzoek
Ter voorbereiding op de nulmeting zijn telefonische interviews gehouden met drie portefeuillehouders OGZ, twee gemeentelijke beleidsmedewerkers OGZ en drie GGDdirecteuren. Er is getracht gesprekken te voeren met een of twee gemeenten en een GGD uit dezelfde regio. Doel van deze gesprekken was te peilen in hoeverre portefeuillehouders met het onderwerp bekend zijn: met het traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ en specifiek met het programma Beter Voorkómen. Verder hebben we gevraagd naar hun visie op de rol van de gemeente hierin, de relatie met de GGD etc. Om een compleet beeld te krijgen zijn zowel de gemeente als de GGD bevraagd. De bedoeling van de gesprekken was input te vergaren ter opstelling van de vragenlijsten en om al enigszins voeling te krijgen met wat er speelt.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
3
Op basis van de gesprekken zijn een vragenlijst voor de portefeuillehouders OGZ en een vragenlijst voor GGD-directeuren opgesteld. De vragenlijst voor de portefeuillehouders is samen met een ledenbrief van de VNG over het betreffende onderwerp op 14 juni 2006 naar alle gemeenten verstuurd. De vragenlijst bestemd voor de GGD-directeuren is op 21 juni 2006 verstuurd. Respondenten kregen 3 weken de tijd om de vragenlijst in te vullen en te retourneren. Omdat de respons van de gemeentelijke vragenlijst na de sluitingsdatum erg laag was, is besloten een herinneringsbrief te sturen en de respondenten tot na de vakantieperiode (tot eind augustus 2006) de tijd te geven alsnog aan het onderzoek deel te nemen. Hoewel de respons van de GGD-vragenlijsten op de sluitingsdatum wel goed was, hebben we de sluitingsdatum voor deze enquête ook opgerekt tot 31 augustus 2006. 2.3
Respons
101 van de in totaal 458 gemeenten hebben de enquête ingevuld geretourneerd (22%). Dit is geen hoge respons en het resultaat na eenmaal rappelleren. In tabel 1 is de respons naar gemeentegrootteklasse afgezet tegen het totaalaantal gemeenten in Nederland. Tabel 1 Respons naar gemeentegrootteklasse (N=101) Gemeentegrootteklasse Respons Respons (%) Totaalaantal (absoluut) gemeenten in Nederland (absoluut) < 30.000 68 67,3% 310
Totaalaantal gemeenten in Nederland (%) 67,7%
30.000-60.000
18
17,8%
91
19,9%
60.000-90.000
2
2,0%
24
5,2%
90.000 en >
13
12,9%
33
7,2%
Totaal
101
100%
458
100%
In de tabel is te zien dat de responsgemeenten een min of meer zelfde verdeling over de gemeentegrootteklassen laten zien als het totaalaantal gemeenten in Nederland (zie de kolommen met de percentages). De responsgemeenten in de gemeentegrootteklasse 60.000-90.000 zijn echter net iets minder vertegenwoordigd, terwijl de gemeenten in de grootteklasse 90.000 en > iets meer vertegenwoordigd zijn. Dit betekent dat de respons naar gemeentegrootteklasse een redelijk goede afspiegeling is van de verdeling van alle Nederlandse gemeenten over deze klassen. Daarmee zijn de resultaten van het onderzoek representatief te noemen voor alle gemeenten. Omdat de respons laag is, kunnen we de resultaten niet nader uitsplitsen naar gemeentegrootteklasse. Ook is het daardoor statistisch niet verantwoord om bevindingen van de GGD te vergelijken met de bevindingen van de corresponderende gemeenten. In het geval van vijf GGD’en zou dit ook niet mogelijk zijn, omdat er geen gemeenten uit deze GGD-regio’s hebben meegedaan. De respons van de GGD’en is erg hoog: 34 van de 37 GGD’en en hulpverleningsdiensten hebben de vragenlijst ingevuld retour gestuurd. Dit is een respons van 92%.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
4
3
Bekendheid met het traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ De meeste portefeuillehouders (69%) hebben aangegeven niet op de hoogte te zijn van de inhoud van het landelijk kwaliteitsprogramma Beter Voorkómen dat kwaliteitsverbetering in de OGZ nastreeft. Bijna driekwart van de portefeuillehouders (74%) heeft geen zicht op de gevolgen die de kwaliteitsverbetering in de openbare gezondheidszorg voor gemeenten zal kunnen hebben. De bestuurders die hebben aangegeven hier wel zicht op te hebben, een kwart (26 gemeenten; 26%), zien vooral gevolgen voor de gezondheid van de bevolking. Verder zien zij gevolgen voor de professionaliteit van de GGD- medewerkers, gevolgen voor de sturing door de gemeente en gevolgen voor de verhouding tussen gemeente en GGD (zie tabel 2). Tabel 2
Aan welke gevolgen van de kwaliteitsverbetering in de OGZ voor gemeenten, denkt u? (N= 26) Aantal keren (absoluut)
genoemd
Aantal (%)
Gevolgen voor de bevolking
19
73%
Gevolgen voor de professionaliteit van de GGD- medewerkers
18
69%
Financiële gevolgen, namelijk…
12
46%
Gevolgen voor de sturing door de gemeente
18
69%
Gevolgen voor de beleidsvrijheid van de gemeente
4
15%
Gevolgen voor de verhouding Rijkgemeenten
2
8%
Gevolgen voor de verhouding Gemeente- GGD
16
62%
keren
genoemd
Bestuurders blijken behoefte te hebben aan informatie over de kwaliteitsverbetering in de OGZ. Ze willen vooral informatie hebben over de gevolgen van de kwaliteitsverbetering voor de lokale gezondheidssituatie, over de voortgang van de kwaliteitsverbetering in de betreffende gemeente en regio en over de gevolgen van de kwaliteitsverbetering voor de beleidsregie door gemeenten (zie tabel 3).
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
5
Tabel 3
Welke informatie wilt u ontvangen over de kwaliteitsverbetering in de OGZ? (N= 97) Aantal keren (absoluut)
genoemd
Aantal keren genoemd (%)
Inhoud kwaliteitsverbetering bij GGD
47
49%
Voortgang kwaliteitsverbetering in mijn gemeente en regio
61
63%
Gevolgen kwaliteitsverbetering voor het opdrachtgeverschap van gemeenten
48
50%
Gevolgen kwaliteitsverbetering voor de beleidsregie door gemeenten
59
61%
Gevolgen kwaliteitsverbetering voor de lokale gezondheidssituatie
67
69%
Gevolgen voor de verhouding gemeente—GGD
46
47%
Anders, namelijk…
2
2%
Iets meer dan de helft van de portefeuillehouders (53%) heeft aangegeven te weten dat de eigen GGD bezig is met het traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ. In tabel 4 is te zien waar de eigen GGD volgens hen mee bezig is (geweest). Tabel 4
Waar is uw GGD mee bezig (geweest)? (N= 43) Aantal keren genoemd (absoluut) Harmonisatie Kwaliteitszorg 36 certificering Kwaliteitsthermometer 11 Audit 14 Klachten 14 Opleiding 21
Aantal keren genoemd (%) 84% 26% 33% 33% 49%
84% van deze bestuurders heeft aangegeven te weten dat de GGD bezig is met de HKZ certificering. De helft van de bestuurders (49%) geeft aan dat de GGD investeert in opleidingen. Tot slot noemt eenderde auditing en klachten en eenvierde de kwaliteitsthermometer als onderwerpen waar de GGD mee bezig is (geweest). Op de vraag wie hen hierover geïnformeerd heeft, geeft 52% van de portefeuillehouders aan door de beleidsambtenaar van de gemeente te zijn geïnformeerd en 46% geeft aan door de GGD directeur op de hoogte te zijn gesteld. Bevindingen GGD Alle GGD-directeuren hebben aangegeven bezig te zijn (geweest) met het traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
6
In tabel 5 is te zien waar ze in dit kader mee bezig zijn (geweest). Tabel 5
Waar bent u (uw GGD) mee bezig (geweest)? (N=34) Aantal keren genoemd Aantal keren genoemd (%) (absoluut) Harmonisatie Kwaliteitszorg 33 97% certificering (HKZ certificering) Kwaliteitsthermometer 24 71% Audit 28 82% Klachten
34
100%
Opleiding
28
82%
Ander, namelijk…..
11
32%
(Nagenoeg) alle GGD-directeuren hebben aangegeven bezig te zijn (geweest) met verbetering van de klachtenprocedure en de HKZ certificering (respectievelijk 100% en 97%). Auditing, opleiding en de kwaliteitsthermometer worden ook door de meeste GGD-directeuren genoemd. In de categorie anders, namelijk zijn nog genoemd: Project Vraaggestuurd en Flexibel, documentinfrastructuur, FOBO/FONA regeling (=Fouten Of Bijna Ongelukken), fusie met als doel kwaliteitsverbetering/krachtenbundeling, INKmodel, medewerkerstevredenheidsonderzoeken, klantenonderzoeken en voorbereidende werkzaamheden om te komen tot een kwaliteitszorgsysteem. Op één GGD na informeren alle GGD-directeuren de gemeenten hierover (97%). Dit gebeurt via het dagelijks en algemeen bestuur, via (kwaliteits)jaarverslagen, managementrapportages, nieuwsbrieven en andere publicaties en de website. Zoals eerder aangegeven heeft slechts 53% van de gemeentebestuurders aangegeven te weten dat de eigen GGD bezig is met een traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ. Wellicht is dit te verklaren door het feit dat ten tijde van de looptijd van de enquête, bestuurders vaak net geïnstalleerd waren, veelal nieuw zijn op het terrein van de OGZ en zich daardoor nog niet (volledig) op de hoogte hebben kunnen stellen van wat er op het moment op dit gebied speelt. Volgens 28 GGD-directeuren (82%) bestaat er draagvlak voor de kwaliteitsverbetering in de OGZ bij gemeentebestuurders. Eén GGD-directeur heeft aangegeven dat er geen draagvlak bij de gemeentebestuurders voor zou bestaan. Vijf GGD-directeuren hebben aangegeven niet te weten of er bij bestuurders draagvlak voor de kwaliteitsverbetering in de OGZ bestaat. Alle GGD-directeuren hebben aangegeven zicht te hebben op de gevolgen die de kwaliteitsverbetering in de OGZ voor gemeenten zal kunnen hebben. In tabel 6 is te zien aan welke gevolgen zij denken.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
7
Tabel 6
Aan welke gevolgen denkt u? (N=33) Aantal keren (absoluut) Gevolgen voor de gezondheid van 15 de bevolking Gevolgen voor de professionaliteit 29 van de GGD-medewerkers Gevolgen voor de sturing door 25 gemeenten Gevolgen voor de beleidsvrijheid 12 van de gemeente Gevolgen voor de verhouding Rijk- 7 gemeenten Gevolgen voor de verhouding 21 Gemeente-GGD Anders, namelijk….. 9
genoemd
Aantal keren genoemd (%) 46% 88% 76% 36% 21% 64% 27%
De meeste GGD-directeuren denken dat de kwaliteitsverbetering in de OGZ vooral gevolgen zal kunnen hebben voor de professionaliteit van de GGD-medewerkers, voor de sturing door gemeenten en gevolgen voor de verhouding tussen gemeente en GGD. Volgens 20 GGD-directeuren (59%) gaat de kwaliteitsverbetering in de OGZ leiden tot een kostenstijging voor de GGD. Hiervan hebben 14 GGD-directeuren een schatting gegeven van het percentage waarmee de kosten naar hun verwachting zullen stijgen. De schatting loopt uiteen van 1% tot 15%. De gemiddelde schatting van de verwachte stijging van de kosten is 5,9%. Tien GGD-directeuren (50%) hebben de gemeente(n) hierover al op de hoogte gesteld. Volgens 6 GGD-directeuren gaat het niet leiden tot een kostenstijging en 8 GGDdirecteuren geven aan niet te weten of de kwaliteitsverbetering in de OGZ zal leiden tot een kostenstijging voor de GGD.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
8
4
Inzicht in de gevolgen voor het opdrachtgeverschap van gemeenten De meeste gemeentelijke respondenten zitten als wethouder in het bestuur van de GGD (85 gemeenten; 84%). Aan de gemeentebestuurders is gevraagd in welke mate zij vinden dat de samenwerkende gemeenten via het GGD-bestuur de koers van de GGD kunnen bepalen. De resultaten zijn in tabel 7 weergegeven. Tabel 7
In welke mate kunnen de samenwerkende gemeenten via het GGD-bestuur de
koers van de GGD bepalen, volgens u? (N=100) Aantal gemeenten (Absoluut) In grote mate 7 In voldoende mate 55 Te weinig 36 Niet Niet van toepassing 2
Aantal gemeenten (%) 7% 55% 36% 2%
De helft van de bestuurders vindt dat ze in voldoende mate via het GGD-bestuur de koers van de GGD kan bepalen. Ruim eenderde vindt juist dat samenwerkende gemeenten in onvoldoende mate de koers kunnen bepalen. Volgens sommige van deze bestuurders bestaat er tussen samenwerkende gemeenten verdeeldheid over de te volgen koers van de GGD doordat gemeenten verschillende opvattingen, ambities en financiële mogelijkheden hebben. Bestuurders van kleinere gemeenten merken op dat ze minder invloed hebben dan de grotere gemeenten. Verder geven bestuurders aan dat de rijksoverheid veel bepaalt en dit de vrijheid in de koersbepaling beperkt. Verder is nog opgemerkt dat de GGD zelf haar lijnen uitzet, en de GGD een organisatie is met veel specialistische kennis waar gemeenten weinig grip op hebben. Vervolgens is de vraag gesteld in welke mate de gemeente de inzet van de GGD kan sturen op de lokale beleidsdoelen. De resultaten van deze vraag zijn in tabel 8 gepresenteerd. Tabel 8
In welke mate kunt u (uw gemeente) de inzet van de GGD sturen op de lokale
beleidsdoelen? (N=101) Aantal (Absoluut) In grote mate 7 In voldoende mate 53 Te weinig 41 Niet Niet van toepassing -
gemeenten
Aantal gemeenten (%) 7% 52% 41% -
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
9
De helft van de gemeentebestuurders vindt dat ze in voldoende mate de inzet van de GGD kan sturen op de lokale beleidsdoelen. Daarentegen vindt 41% dat ze dit onvoldoende kan. In tabel 9 zijn de redenen aangegeven waardoor deze bestuurders vinden dat ze de inzet van de GGD te weinig kunnen sturen op de lokale beleidsdoelen. Tabel 9
Redenen waardoor gemeenten vinden dat ze de inzet van de GGD te weinig
kunnen sturen op de lokale beleidsdoelen (N=45) Aantal keren genoemd (absoluut) Te weinig vrij besteedbare 37 middelen/grootste deel budget gaat naar verplichte taken Informatie over 6 preventiemaatregelen is onvoldoende of ontbreekt Kostenbateninformatie over 21 gezondheidsbevorderende en preventiemaatregelen is onvoldoende of ontbreekt
Aantal keren genoemd (%) 82%
13%
47%
Beleidsdoelen zijn niet concreet genoeg, geven te weinig richting
9
20%
Te weinig ambtelijke capaciteit in gemeente
11
24%
Onze gemeente heeft te weinig invloed in GGD samenwerkingsverband
9
20%
Anders, namelijk…….
3
7%
De meest genoemde reden is dat er te weinig vrij besteedbare middelen zijn. Het grootste deel van het budget gaat naar verplichte taken (82%). Daarnaast geven gemeentebestuurders aan dat de kosten-bateninformatie over gezondheidsbevorderende en preventiemaatregelen niet voldoende is of zelfs ontbreekt (47%). De meeste bestuurders vinden dat de wijze waarop de GGD de gemeentelijke middelen besteed aan de openbare gezondheidszorg, voldoende transparant (71%). Daarnaast is driekwart van de bestuurders (77%) van mening dat de GGD voldoende voorziet in de behoeften van het gemeentebestuur op het gebied van preventie en gezondheidsbevordering (lokaal maatwerk). Gemeentebestuurders hebben een aantal stellingen voorgelegd gekregen ten aanzien van de gemeente als opdrachtgever. Ze moesten hierbij aangeven in hoeverre zij het ermee eens of oneens zijn (zie tabel 10).
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
10
Tabel 10
Meningen over stellingen over het opdrachtgeverschap in % (N=101) Helemaal Eens Neutraal Oneens eens De gemeente stippelt 2% 17% 44% 32% het gezondheidsbeleid uit en de GGD voert het uit De gemeente moet 1% 13% 10% 37% zich niet bemoeien met leefstijl en ‘ongezond’ gedrag van haar burgers De gemeente moet 42% 41% 11% 7% zich wel bemoeien met leefstijl en ‘ongezond’ gedrag van kinderen De gemeente heeft te 4% 27% 28% 35% weinig inzicht in de gezondheidsproblemen van de inwoners om lokale gezondheidsdoelen te kunnen stellen
Helemaal oneens 6%
40%
-
7%
Het overgrote deel van de gemeentebestuurders is het (helemaal) eens met de stelling: - De gemeente moet zich wel bemoeien met leefstijl en ‘ongezond’ gedrag van kinderen (83%) Het overgrote deel van de bestuurders is het (helemaal) oneens met de stelling: - De gemeente moet zich niet bemoeien met leefstijl en ‘ongezond’ gedrag van haar burgers (77%) Iets minder uitgesproken zijn zij over de volgende stelling: - De gemeente stippelt het gezondheidsbeleid uit en de GGD voert het uit (38% (helemaal) oneens en 44% neutraal). Gezien het grote percentage respondenten dat het noch eens, noch oneens met deze stelling was, is onduidelijk hoe men deze stelling geïnterpreteerd heeft. Wellicht dat gemeenten het zelf niet zo gewenst vinden om zelf de koers uit te stippelen. Over deze stelling is men verdeeld: - De gemeente heeft te weinig inzicht in de gezondheidsproblemen van de inwoners om lokale gezondheidsdoelen te kunnen stellen (31% (helemaal) eens, 28% neutraal en 42% (helemaal) oneens)
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
11
Bevindingen GGD Ook aan de GGD-directeuren is gevraagd aan te geven in welke mate zij vinden dat (de samenwerkende) gemeenten via het GGD-bestuur de koers van de GGD bepalen. In tabel 11 zijn de resultaten weergegeven. Tabel 11
In welke mate bepalen (de samenwerkende) gemeenten via het GGD-bestuur de
koers van de GGD, volgens u? (N=34) Aantal GGD’en (absoluut) In te grote mate 2 In voldoende mate 29 Te weinig 3 Niet -
Aantal GGD’en (%) 6% 85% 9% -
De meeste GGD-directeuren (85%) zijn van mening dat gemeenten in voldoende mate de koers van de GGD bepalen. 9% vindt dat gemeenten te weinig de koers bepalen. Gemeentebestuurders zijn hierover een andere mening toegedaan (zie tabel 7). ‘Slechts’ 55% van de bestuurders vindt dat ze in voldoende mate via het GGD-bestuur de koers van de GGD bepaalt, ruim eenderde (36%) vindt dat ze dit te weinig doet. 18 GGD-directeuren (53%) vinden dat gemeenten over het algemeen voldoende sturen op de lokale beleidsdoelen. 16 GGD-directeuren (47%) vinden dat gemeenten niet voldoende sturen op de lokale beleidsdoelen. Deze resultaten zijn in overeenstemming met de mening van de gemeentebestuurders hierover. Eén GGD-directeur geeft hierbij aan dat gemeenten te weinig oog voor de inhoud hebben en teveel gericht zijn op de financiële beheersing. Een andere GGD-directeur vindt dat het zicht op en inzicht in de lokale problematiek meer en meer tot stand komt, maar nog beter kan. Andere GGDdirecteuren merken op dat doelen vaak onvoldoende SMART geformuleerd zijn of onvoldoende onderbouwd, gemeenten niet integraal naar het onderwerp kijken (facetbeleid is onvoldoende ontwikkeld), er te weinig menskracht is, onvoldoende inhoudelijke kennis is, en dat gemeenten voor nieuw beleid op het gebied van zorg, preventie en veiligheid gezien de wijze van financiering nauwelijks gelden vrijmaken. Volgens deze GGD-directeur zou het rijk hier een duidelijkere bijdrage via het gemeentefonds moeten leveren. Een andere GGD-directeur merkt nog op dat gemeenten relatief erg weinig lokale vrijheid hebben.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
12
5
Inzicht in de gevolgen voor de beleidsregie door gemeenten De helft van de bestuurders (55%) heeft aangegeven dat het gemeentebestuur haar ambities voor het gezondheidsbeleid heeft vastgelegd in het lopende collegeprogramma. De overige 45% heeft dit niet in het lopende collegeprogramma vastgelegd. Iets minder dan de helft van de gemeentebestuurders (47%) vindt dat er door collegabestuurders bij het nemen van besluiten op andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening, wonen e.d. voldoende rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de gezondheid van de bevolking. Dit betekent dus dat iets meer dan de helft van mening is dat er onvoldoende rekening mee wordt gehouden (53%). Meer dan de helft van de bestuurders (59%) zoekt naar andere bondgenoten (buiten de gemeente en haar GGD) om de gestelde gezondheidsdoelen te kunnen realiseren. Hierbij worden de volgende partijen veelvuldig genoemd: verslavingszorg, thuiszorg, onderwijs, algemeen maatschappelijk werk, GGZ, JGZ, huisarts, provincie, sportclubs, bewoners, woningstichtingen. Stellingen ten aanzien van gemeentelijke regie Gemeentebestuurders hebben ook een aantal stellingen over regievoering voorgelegd gekregen met de vraag of ze per stelling wilde aangeven in hoeverre zij het ermee eens dan wel oneens zijn (zie tabel 12). Tabel 12
Meningen over stellingen over gemeentelijke regie in % (N=101) Helemaal Eens Neutraal Oneens eens Voor de uitvoering van 21% 41% 24% 14% het lokale gezondheidsbeleid is de gemeente erg afhankelijk van de inzet van externe partijen De gemeente kan veel 12% 50% 28% 11% meer doen aan het voeren van ‘gezond beleid’ (gezondheidsdoelen realiseren mede door inzet op andere beleidsterreinen) De gemeente heeft 6% 8% 36% 41% weinig inzicht in de verdeling van taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de openbare gezondheidszorg1
1
Helemaal oneens 1%
-
9%
Deze stelling gaat ook over het opdrachtgeverschap van gemeenten.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
13
Het overgrote deel van de gemeentebestuurders is het (helemaal) eens met de stellingen: - Voor de uitvoering van het lokale gezondheidsbeleid is de gemeente erg afhankelijk van de inzet van externe partijen (62%) - De gemeente kan veel meer doen aan het voeren van ‘gezond beleid’ (62%) Iets minder uitgesproken zijn zij over de volgende stellingen: - De gemeente heeft weinig inzicht in de verdeling van taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de OGZ (50% (helemaal) oneens en 36% neutraal) Bevindingen GGD Tabel 13 Altijd Soms Nooit Weet niet
Maken gemeenten gebruik van de adviesfunctie van de GGD? (N=34) Aantal GGD’en (absoluut) Aantal GGD’en (%) 9 27% 24 71% 1 3% -
-
Volgens 71% van de GGD-directeuren maken gemeenten soms gebruik van de adviesfunctie van de GGD (zie tabel 13). Hierbij dient opgemerkt te worden dat vier GGD-directeuren hebben aangegeven dat gemeenten vaak of regelmatig gebruik maken van de adviesfunctie van de GGD. Omdat dit geen antwoordcategorieën waren, hebben ze soms aangekruist. Volgens negen GGD-directeuren maken gemeenten altijd gebruik van de adviesfunctie van de GGD. Alle GGD’en op drie na, maken deel uit van een gemeenschappelijke regeling.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
14
6
Interesse voor deelname aan bestuurlijke benchmark OGZ Tot slot is aan de gemeentebestuurders gevraagd of ze belangstelling hebben om deel te nemen aan de bestuurlijke benchmark openbare gezondheidszorg, waarin de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden op dit gebied centraal staan. 21% heeft aangegeven belangstelling te hebben voor deelname aan de benchmark en 37% heeft misschien belangstelling. De jeugdgezondheidszorg heeft de grootste belangstelling (69% van de bestuurders heeft dit aangegeven). Op de tweede en derde plaats staan de bevorderingstaken (gezondheidsbevordering en voorlichting) en de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) (respectievelijk door 44% en 36% van de gemeenten genoemd).
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
15
7
Samenvatting en nabeschouwing In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten samengevat. Als afsluiting volgt er een korte nabeschouwing.
7.1
Enkele kanttekeningen
Op basis van de telefonische enquêtes en contacten met respondenten gedurende het uitvoeringstraject zijn de volgende belangrijke aandachtspunten naar voren gekomen die bij de (interpretatie van de) resultaten nu en in 2008 meegenomen moeten worden. o
o
o
o
7.2
Een GGD-directeur merkte op dat kwaliteitsverbeteringen niet zomaar zijn toe te schrijven aan het landelijk kwaliteitsprogramma Beter Voorkómen. Diverse initiatieven tot kwaliteitsverbetering worden vanuit de eigen organisatie geïnitieerd. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de conclusies, vooral in 2008; Vraag 5 van de vragenlijst voor portefeuillehouders is niet eenduidig gesteld: het is niet helemaal duidelijk of iemand met ja of nee bedoelt dat hij het wel of niet weet of de GGD bezig is, of dat het betekent dat de GGD al dan niet bezig is; In de vragenlijst voor GGD-directeuren staat de vraag: Kunt u een schatting geven van het percentage waarmee de kosten als gevolg van de kwaliteitsverbetering in de OGZ, naar uw verwachting zullen stijgen? Na deze vraag wordt de vraag gesteld: Heeft u de gemeente(n) hierover al op de hoogte gesteld? Eén GGD-directeur heeft hierbij opgemerkt dat hij de gemeente niet op de hoogte gaat stellen van een persoonlijke inschatting. De zinsnede uw verwachting wordt dus niet eenduidig opgevat. Tot slot een belangrijke kanttekening betreffende de nieuwe portefeuillehouders. Op het moment van deze enquête waren veel wethouder net geïnstalleerd. Deze mensen waren vaak ook nieuw op het terrein van de OGZ. Het is van belang bij de interpretatie van de resultaten, weinig kennis niet te verwarren met dat er niets gebeurt in de gemeente.
Samenvatting resultaten
Respons 22% van de gemeenten heeft aan het onderzoek deelgenomen. Dit is geen hoge respons en het resultaat na eenmaal rappelleren. Omdat de responsgemeenten een min of meer zelfde verdeling over de gemeentegrootteklassen laten zien als het totaalaantal gemeente in Nederland en daarom een redelijk goede afspiegeling is van de verdeling van alle gemeenten over deze klassen, zijn de resultaten van het onderzoek, ondanks de lage respons, representatief voor alle gemeenten.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
17
Bekendheid met het traject van kwaliteitsverbetering in de openbare gezondheidszorg o Bijna 70% van de gemeentebestuurders heeft aangegeven niet op de hoogte te zijn van de inhoud van het landelijk kwaliteitsprogramma Beter Voorkómen. o Daarnaast heeft bijna driekwart van de bestuurders geen zicht op de gevolgen die de kwaliteitsverbetering in de OGZ voor gemeenten zal kunnen hebben. De gemeentebestuurders die hebben aangegeven hier wel zicht op te hebben, zien vooral gevolgen voor de gezondheid van de bevolking. Verder zien zij gevolgen voor de professionaliteit van de GGD-medewerkers, gevolgen voor de sturing door de gemeente en gevolgen voor de verhouding tussen gemeente en GGD. Deze vraag is ook aan de GGD-directeuren gevraagd. Zij zien voornamelijk gevolgen voor de professionaliteit van de GGD-medewerkers. Vergeleken met de resultaten van de gemeentebestuurders op deze vraag, is het relatief lagere percentage GGD-respondenten dat gevolgen voor de gezondheid van de bevolking ziet, opvallend (46% versus 73%) o
o
Gemeentebestuurders blijken behoefte te hebben aan informatie over de kwaliteitsverbetering in de OGZ. Ze willen met name informatie over de gevolgen van de kwaliteitsverbetering voor de lokale gezondheidssituatie, over de voortgang van deze verbetering in de betreffende gemeente en regio en informatie over de gevolgen voor de beleidsregie door gemeenten. Iets meer dan de helft van de gemeentebestuurders heeft aangegeven te weten dat de eigen GGD bezig is met het traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ. Op de vraag waar de GGD dan mee bezig is, wordt de HKZ certificering veruit het vaakste genoemd. Daarnaast noemt de helft van de bestuurders in dit kader opleidingen. De helft van de portefeuillehouders die weet dat de GGD met het traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ bezig is, is hierover door de beleidsambtenaar van de gemeente geïnformeerd en iets minder dan de helft door de GGD-directeur. Alle GGD-directeuren hebben aangegeven bezig te zijn met kwaliteitsverbetering in de OGZ. Hierbij zijn ze met name bezig met de verbetering van de klachtenprocedure en de HKZcertificering. Auditing, opleiding en de kwaliteitsthermometer worden ook door de meeste GGD’en genoemd. Op één GGD na hebben alle GGD-directeuren aangegeven de gemeenten hierover te informeren via het DB en AB, via jaarverslagen, managementrapportages, nieuwsbrieven etc. Dit is opvallend, gezien ‘maar’ iets meer dan de helft van de bestuurders heeft aangegeven te weten dat de eigen GGD bezig is met het traject van kwaliteitsverbetering in de OGZ. Volgens ruim 80% van de GGD-directeuren bestaat er draagvlak voor de kwaliteitsverbetering in de OGZ bij gemeentebestuurders. Wellicht is de discrepantie tussen het beeld van de gemeentebestuurder en het beeld van de GGD-directeur (ook met betrekking tot auditing, de kwaliteitsthermometer en de klachtenprocedure) te verklaren door het feit dat veel portefeuillehouders ten tijde van de enquête net geïnstalleerd waren en daardoor nog niet volledig op de hoogte waren.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
18
Volgens ruim de helft van de GGD-directeuren gaat de kwaliteitsverbetering leiden tot een kostenstijging voor de GGD. De helft hiervan heeft de gemeente(n) hierover al op de hoogte gesteld. Volgens 6 GGD-directeuren gaat het niet leiden tot een kostenstijging en 8 GGDdirecteuren geven aan niet te weten of de kwaliteitsverbetering in de OGZ zal leiden tot een kostenstijging voor de GGD. Bij de interpretatie van deze resultaten dient de relevante opmerking uit paragraaf 7.1 meegenomen te worden. Inzicht in de gevolgen voor het opdrachtgeverschap van gemeenten o Iets meer dan de helft van de gemeentebestuurders is van mening dat de samenwerkende gemeenten in voldoende mate via het GGD-bestuur de koers van de GGD kunnen bepalen. Ruim eenderde vindt dat ze de koers in onvoldoende mate kunnen bepalen. Deze vraag is ook aan de GGD-directeuren gevraagd. Veruit de meeste GGD-directeuren (85%) vinden dat de (samenwerkende) gemeenten via het GGD-bestuur de koers van de GGD in voldoende mate bepalen. Ongeveer eentiende vindt dat gemeenten in onvoldoende mate de koers van de GGD bepalen. o
De helft van de gemeentebestuurders vindt dat ze in voldoende mate de inzet van de GGD kan sturen op de lokale beleidsdoelen en 41% vindt dat ze dit onvoldoende kan. Aangevoerde redenen zijn onder andere te weinig vrij besteedbare middelen: het grootste deel van het budget gaat naar verplichte taken en kostenbateninformatie over gezondheidsbevorderende en preventiemaatregelen is onvoldoende of ontbreekt. Deze vraag is ook aan de GGD-directeuren voorgelegd. De resultaten laten eenzelfde beeld zien als de mening van de portefeuillehouders. Bijna de helft van de GGD-directeuren vindt ook dat gemeenten niet voldoende sturen op lokale beleidsdoelen.
o De meeste gemeentebestuurders vinden dat de wijze waarop de GGD de gemeentelijke middelen besteed aan de openbare gezondheidszorg, voldoende transparant. o Ruim driekwart van de gemeentebestuurders vindt dat de GGD voldoende voorziet in de behoeften van het gemeentebestuur op het gebied van preventie en gezondheidsbevordering. o Het overgrote deel van de bestuurders vindt dat de gemeente zich moet bemoeien met leefstijl en ‘ongezond’ gedrag van kinderen (en overige burgers). o Eenderde van de bestuurders vindt dat de gemeente te weinig inzicht in de gezondheidsproblemen van de inwoners heeft om lokale gezondheidsdoelen te kunnen stellen, 42% heeft wel voldoende inzicht om dit te kunnen doen.
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
19
Inzicht in de gevolgen voor de beleidsregie door gemeenten o Iets meer dan de helft van de gemeentebestuurders heeft aangegeven dat het gemeentebestuur haar ambities voor het gezondheidsbeleid heeft vastgelegd in het lopende collegeprogramma. o Iets meer dan de helft van de bestuurders is van mening dat er door collegabestuurders bij het nemen van besluiten op andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening, wonen e.d. onvoldoende rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de gezondheid van de bevolking. o Meer dan de helft van de gemeentebestuurders zoekt buiten de gemeente en haar GGD naar andere bondgenoten om de gestelde gezondheidsdoelen te kunnen realiseren. Hierbij worden de volgende bondgenoten vaak genoemd: verslavingszorg, thuiszorg, onderwijs, AMW, GGZ, JGZ, huisarts, provincie, sportclubs, bewoners, woningstichtingen. Volgens 71% van de GGD’en maken gemeenten soms gebruik van de adviesfunctie van de GGD en volgens 27% maken gemeenten altijd gebruik van de adviesfunctie van de GGD. o
o o
7.3
Het overgrote deel van de bestuurders is van mening dat de gemeente voor de uitvoering van het lokale gezondheidsbeleid erg afhankelijk is van de inzet van externe partijen. Het overgrote deel van de bestuurders vindt dat de gemeente veel meer kan doen aan het voeren van ‘gezond beleid’. De helft van de gemeenten is het niet eens met de stelling dat de gemeente weinig inzicht heeft in de verdeling van taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de OGZ (36% heeft hier geen mening over).
Nabeschouwing
Aanleiding voor de kwaliteitsverbetering in de openbare gezondheidszorg zijn de bevindingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ heeft in 2005 een rapport uitgebracht over de Staat van de Openbare Gezondheidszorg. De toegenomen bestuurlijke betrokkenheid van gemeenten bij de openbare gezondheidszorg wordt positief genoemd. Meer gemeenten hebben overleg met de GGD, meer gemeenten hebben een afstemmingsoverleg over preventie, budgetten zijn toegenomen en ook de gemeenten en GGD’en oordelen positief over de ontwikkelingen en huidige situatie. De verplichting voor gemeenten om een nota lokaal gezondheidsbeleid te schrijven, heeft eraan bijgedragen dat gemeenten meer betrokken zijn en dat het onderwerp hoger op de politieke agenda staat. De verplichting een gezondheidsnota te maken heeft gemeenten meer inzicht gegeven in het terrein van de openbare gezondheidszorg. Als we kijken naar de gestelde prioriteiten bij de aan te pakken gezondheidsproblemen dan is er sprake van een toenemende stroomlijning in het landelijk en lokaal gezondheidsbeleid. Ook wordt meer aandacht
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
20
besteed aan de effectiviteit van preventiemaatregelen en de verspreiding van kennis daarover. Tegelijkertijd worden mogelijkheden tot verbetering gezien: • de consistentie van het beleid is nog onvoldoende2 • gemeenten doen te weinig aan facetbeleid3 • en financiering van beleidsvoornemens is onvoldoende geborgd4 Consistentie van het beleid is nog onvoldoende De consistentie van het lokaal gezondheidsbeleid is voor verbetering vatbaar. Gemeenten ontbreekt het aan inzicht in de gezondheidssituatie van bepaalde risicogroepen, waardoor zij de prioriteiten niet juist kunnen bepalen en plannen wordt bemoeilijkt. Gemeenten moeten de kwaliteit van de nota en de beleidscyclus verbeteren en afspraken maken met de GGD over het aanleveren van voldoende informatie over de gezondheidstoestand van risicogroepen. Gemeenten besteden nog te weinig aandacht aan facetbeleid De mogelijkheden die gemeenten hebben om de volksgezondheid te bevorderen door gevolgen van beslissingen op andere beleidsterreinen af te wegen, benutten zij onvoldoende. Instrumenten hiervoor gebruiken gemeenten onvoldoende en advies van de GGD voor facetbeleid lijken gemeenten onvoldoende gestructureerd in te winnen. Gemeenten moeten facetbeleid en integraal beleid meer bewust inzetten om de volksgezondheid te bevorderen evenals het gebruik van de juridische instrumenten. Financiering van beleidsvoornemens is onvoldoende geborgd Van gemeenten die in 2004 gestart zijn met de uitvoering van de nota wordt vooral door gebrek aan capaciteit en geld, 20% van de activiteiten nog niet uitgevoerd. Ook heeft maar de helft van de gemeenten budget vrijgemaakt voor het uitvoeren van de activiteiten op korte termijn, en een kwart van de gemeenten op de lange termijn. De moeilijke financiële situatie blijkt uit de ontwikkeling van de geldstromen van alle gemeenten samen. Er is sprake geweest van een sterke toename van de uitgaven aan zorg tussen 1999 en 2004, maar in 2004 kregen gemeenten te maken met enkele financiële tegenvallers. Bovenstaande strookt met de bevindingen van deze nulmeting. Zowel een aanzienlijk deel van de gemeentebestuurders als van de GGD-directeuren vindt dat gemeenten niet voldoende sturen op lokale beleidsdoelen. Hier liggen een aantal belangrijk factoren aan ten grondslag. Een belangrijk aspect is dat veel gemeenten onvoldoende zicht hebben op de gezondheidsproblemen van de inwoners. Bij consistent beleid gaat het er immers om dat doelen en maatregelen worden geformuleerd die aansluiten bij de lokale gezondheidsproblematiek. Een ander belangrijk aspect is geld. 2
SGBO, 2005
3
IGZ, 2005
4
IGZ, 2005
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
21
Gemeenten hebben aangeven over te weinig vrij besteedbare middelen te beschikken. Het grootste deel van het budget gaat naar verplichte taken. Ook GGD’en vinden dat gemeenten financieel gezien weinig vrijheid hebben. In de nota ‘Kiezen voor gezond leven’ schrijft minister Hoogervorst dat gemeenten zich moeten inspannen om overgewicht, roken, alcoholgebruik en diabetes bij kinderen terug te dringen. De VNG en GGD Nederland stellen dat structureel € 100 miljoen nodig is om deze ambities waar te kunnen maken. Alleen dan kan Nederland terugkeren in de top van gezondste landen van Europa. Nog een belangrijk aspect is dat gemeenten vaak informatie over effectiviteit en kosten van diverse interventiemaatregelen missen. Op basis van bovengenoemde resultaten kunnen we concluderen dat de regierol en het opdrachtgeverschap nog niet optimaal ingevuld worden. Het kwaliteitsprogramma Beter Voorkomen richt zich bij gemeenten op de versterking van de regierol en het opdrachtgeverschap van gemeenten. Doel is samen met gemeenten het inzicht in deze rollen te vergroten en na te gaan hoe de gemeente deze rollen meer inhoud kunnen geven ten behoeve van de openbare gezondheidszorg. Voor consistent beleid, beleid waarbij doelen en maatregelen worden geformuleerd die aansluiten bij de lokale gezondheidssituatie is het van belang dat de beleidscyclus verbeterd wordt. Hiertoe zijn afspraken met uitvoerders over een goede informatievoorziening van groot belang als ook duidelijkheid over elkaars rol. Een positief gegeven is dat iets meer dan de helft van de gemeenten ambities voor het gezondheidsbeleid heeft vastgelegd in het lopende collegeprogramma. Daarnaast zijn de meeste gemeenten doordrongen van het belang van facetbeleid, ook al gebeurt dit nog niet in alle gemeenten. Een ander positief punt is dat meer dan de helft van de gemeenten buiten de gemeente en haar GGD naar bondgenoten zoekt om de gestelde gezondheidsdoelen te kunnen realiseren. Kortom, gemeenten weten wel wat nodig is voor verbetering van het lokaal gezondheidsbeleid, maar het ontbreekt hen vaak aan een goede informatievoorziening en inzicht in hun rol als opdrachtgever en regisseur. Een eerste vereiste is goed inzicht in de lokale gezondheidssituatie en draagvlak bij relevante uitvoerders. Dan kunnen de doelen van het gezondheidsbeleid veel helderder gesteld worden. Maak die doelen specifiek: welke gezondheidsproblemen bij welke bevolkingsgroepen moeten aangepakt worden. Maak de gestelde doelen meetbaar: in welke omvang moeten die gezondheidsproblemen teruggedrongen worden gedurende de looptijd van het gezondheidsplan. Zorg dat er draagvlak is voor zowel de gesignaleerde gezondheidsproblemen als voor de keuze van de aan te pakken problemen. Stel realistische doelen en bepaal de tijdshorizon waarbinnen de doelen gerealiseerd moeten worden. Kortom de gezondheidsdoelen moeten SMART5 geformuleerd worden. Dit draagt bij aan de transparantie van het beleid en het vergemakkelijkt de vertaling van doelen naar maatregelen. 5
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden (SMART)
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
22
Bijlagen
Bijlage 1 Responsgemeenten per GGD regio GGD
respons GGD
gemeente
Gemeente Den Haag, Dienst OCW
ja
's-Gravenhage
GG en GD Amsterdam
ja
Amsterdam
GG en GD Amsterdam
ja
Diemen
GG en GD Utrecht
ja
Utrecht
GGD Amstelland - de Meerlanden
Aalsmeer
GGD Amstelland - de Meerlanden
Amstelveen
GGD Amstelland - de Meerlanden
Haarlemmermeer
GGD Amstelland - de Meerlanden
Ouder-Amstel
GGD Amstelland - de Meerlanden
respons gemeenten ja ja
Uithoorn
GGD Drenthe
ja
Aa en Hunze
ja
GGD Drenthe
ja
Westerveld
ja
GGD Drenthe
ja
Borger-Odoorn
ja
GGD Drenthe
ja
Assen
GGD Drenthe
ja
Coevorden
GGD Drenthe
ja
De Wolden
GGD Drenthe
ja
Emmen
GGD Drenthe
ja
Hoogeveen
GGD Drenthe
ja
Meppel
GGD Drenthe
ja
Midden-Drenthe
GGD Drenthe
ja
Noordenveld
GGD Drenthe
ja
Tynaarlo
GGD Eemland
ja
Amersfoort
GGD Eemland
ja
Baarn
GGD Eemland
ja
Bunschoten
GGD Eemland
ja
Eemnes
GGD Eemland
ja
Leusden
GGD Eemland
ja
Soest
GGD Eemland
ja
Woudenberg
GGD Eindhoven
Ja
Eindhoven
GGD Fryslân
ja
Nijefurd
ja
GGD Fryslân
ja
Ameland
ja
GGD Fryslân
ja
Heerenveen
ja
GGD Fryslân
ja
Achtkarspelen
GGD Fryslân
ja
Boarnsterhim
GGD Fryslân
ja
Bolsward
GGD Fryslân
ja
Dantumadeel
GGD Fryslân
ja
Dongeradeel
GGD Fryslân
ja
Ferwerderadiel
GGD Fryslân
ja
Franekeradeel
GGD Fryslân
ja
Gaasterlân-Sleat
GGD Fryslân
ja
Harlingen
GGD Fryslân
ja
het Bildt
GGD Fryslân
ja
ja
Kollumerland en Nieuwkruisland
GGD Fryslân
ja
Leeuwarden
GGD Fryslân
ja
Leeuwarderadeel
GGD Fryslân
ja
Lemsterland
GGD Fryslân
ja
Littenseradiel
GGD Fryslân
ja
Menaldumadeel
GGD Fryslân
ja
Ooststellingwerf
GGD Fryslân
ja
Opsterland
GGD Fryslân
ja
Schiermonnikoog
GGD Fryslân
ja
Skarsterlân
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
25
GGD Fryslân
ja
Smallingerland
GGD Fryslân
ja
Sneek
GGD Fryslân
ja
Terschelling
GGD Fryslân
ja
Tytsjerksteradiel
GGD Fryslân
ja
Vlieland
GGD Fryslân
ja
Weststellingwerf
GGD Fryslân
ja
Wûnseradiel
GGD Fryslân
ja
Wymbritseradiel
GGD Gelre-IJssel
ja
Berkelland
GGD Gelre-IJssel
ja
Zutphen
GGD Gelre-IJssel
ja
Aalten
GGD Gelre-IJssel
ja
Apeldoorn
GGD Gelre-IJssel
ja
Bronckhorst
GGD Gelre-IJssel
ja
Brummen
GGD Gelre-IJssel
ja
Deventer
GGD Gelre-IJssel
ja
Doetinchem
GGD Gelre-IJssel
ja
Epe
GGD Gelre-IJssel
ja
Groenlo
GGD Gelre-IJssel
ja
Lochem
GGD Gelre-IJssel
ja
Montferland
GGD Gelre-IJssel
ja
Oude IJsselstreek
GGD Gelre-IJssel
ja
Voorst
GGD Gelre-IJssel
ja
Winterswijk
GGD Gooi en Vechtstreek
ja
Blaricum
GGD Gooi en Vechtstreek
ja
Bussum
GGD Gooi en Vechtstreek
ja
Hilversum
GGD Gooi en Vechtstreek
ja
Huizen
GGD Gooi en Vechtstreek
ja
Laren
GGD Gooi en Vechtstreek
ja
Muiden
GGD Gooi en Vechtstreek
ja
Naarden
GGD Gooi en Vechtstreek
ja
Weesp
GGD Gooi en Vechtstreek
ja
Wijdemeren
GGD Hart voor Brabant
ja
Cuijk
ja
GGD Hart voor Brabant
ja
Boxtel
ja
GGD Hart voor Brabant
ja
Landerd
ja
GGD Hart voor Brabant
ja
Sint-Oedenrode
ja
GGD Hart voor Brabant
ja
Loon op Zand
ja
GGD Hart voor Brabant
ja
Mill en Sint Hubert
ja
GGD Hart voor Brabant
ja
Bernheze
GGD Hart voor Brabant
ja
Boekel
GGD Hart voor Brabant
ja
Boxmeer
GGD Hart voor Brabant
ja
Dongen
GGD Hart voor Brabant
ja
Gilze en Rijen
GGD Hart voor Brabant
ja
Goirle
GGD Hart voor Brabant
ja
Grave
GGD Hart voor Brabant
ja
Haaren
GGD Hart voor Brabant
ja
Heusden
GGD Hart voor Brabant
ja
Hilvarenbeek
GGD Hart voor Brabant
ja
Lith
GGD Hart voor Brabant
ja
Maasdonk
GGD Hart voor Brabant
ja
Oisterwijk
GGD Hart voor Brabant
ja
Oss
GGD Hart voor Brabant
ja
Schijndel
GGD Hart voor Brabant
ja
's-Hertogenbosch
GGD Hart voor Brabant
ja
Sint Anthonis
GGD Hart voor Brabant
ja
Sint-Michielsgestel
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
ja
26
GGD Hart voor Brabant
ja
Tilburg
GGD Hart voor Brabant
ja
Uden
GGD Hart voor Brabant
ja
Veghel
GGD Hart voor Brabant
ja
Vught
GGD Hart voor Brabant
ja
Waalwijk
GGD Hollands Midden
ja
Zoeterwoude
ja
GGD Hollands Midden
ja
Waddinxveen
ja
GGD Hollands Midden
ja
Jacobswoude
ja
GGD Hollands Midden
ja
Noordwijk
ja
GGD Hollands Midden
ja
Lisse
ja
GGD Hollands Midden
ja
Bergambacht
ja
GGD Hollands Midden
ja
Hillegom
ja
GGD Hollands Midden
ja
Alkemade
GGD Hollands Midden
ja
Alphen aan den Rijn
GGD Hollands Midden
ja
Bodegraven
GGD Hollands Midden
ja
Boskoop
GGD Hollands Midden
ja
Gouda
GGD Hollands Midden
ja
Katwijk
GGD Hollands Midden
ja
Leiden
GGD Hollands Midden
ja
Leiderdorp
GGD Hollands Midden
ja
Liemeer
GGD Hollands Midden
ja
Moordrecht
GGD Hollands Midden
ja
Nederlek
GGD Hollands Midden
ja
Nieuwerkerk aan den IJssel
GGD Hollands Midden
ja
Nieuwkoop
GGD Hollands Midden
ja
Noordwijkerhout
GGD Hollands Midden
ja
Oegstgeest
GGD Hollands Midden
ja
Ouderkerk
GGD Hollands Midden
ja
Reeuwijk
GGD Hollands Midden
ja
Rijnwoude
GGD Hollands Midden
ja
Schoonhoven
GGD Hollands Midden
ja
Ter Aar
GGD Hollands Midden
ja
Teylingen
GGD Hollands Midden
ja
Vlist
GGD Hollands Midden
ja
Voorschoten
GGD Hollands Midden
ja
Zevenhuizen-Moerkapelle
GGD Kop van Noord-Holland
ja
Niedorp
GGD Kop van Noord-Holland
ja
Anna Paulowna
GGD Kop van Noord-Holland
ja
Den Helder
GGD Kop van Noord-Holland
ja
Harenkarspel
GGD Kop van Noord-Holland
ja
Schagen
GGD Kop van Noord-Holland
ja
Texel
GGD Kop van Noord-Holland
ja
Wieringen
GGD Kop van Noord-Holland
ja
Wieringermeer
GGD Kop van Noord-Holland
ja
Zijpe
GGD Midden-Nederland
ja
Montfoort
ja
GGD Midden-Nederland
ja
Bunnik
ja
GGD Midden-Nederland
ja
Renswoude
ja
GGD Midden-Nederland
ja
Rhenen
ja
GGD Midden-Nederland
ja
Maarssen
ja
GGD Midden-Nederland
ja
Abcoude
ja
GGD Midden-Nederland
ja
Breukelen
ja
GGD Midden-Nederland
ja
De Bilt
GGD Midden-Nederland
ja
De Ronde Venen
GGD Midden-Nederland
ja
Houten
GGD Midden-Nederland
ja
IJsselstein
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
ja
27
GGD Midden-Nederland
ja
Loenen
GGD Midden-Nederland
ja
Lopik
GGD Midden-Nederland
ja
Nieuwegein
GGD Midden-Nederland
ja
Oudewater
GGD Midden-Nederland
ja
Utrechtse Heuvelrug
GGD Midden-Nederland
ja
Veenendaal
GGD Midden-Nederland
ja
Vianen
GGD Midden-Nederland
ja
Wijk bij Duurstede
GGD Midden-Nederland
ja
Woerden
GGD Midden-Nederland
ja
Zeist
GGD Nieuwe Waterweg Noord
ja
Maassluis
GGD Nieuwe Waterweg Noord
ja
Schiedam
GGD Nieuwe Waterweg Noord
ja
Vlaardingen
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Venray
ja
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Bergen (L.)
ja
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Ambt Montfort
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Arcen en Velden
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Beesel
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Echt-Susteren
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Gennep
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Haelen
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Heel
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Helden
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Heythuysen
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Horst aan de Maas
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Hunsel
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Kessel
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Maasbracht
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Maasbree
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Meerlo-Wanssum
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Meijel
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Nederweert
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Roerdalen
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Roermond
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Roggel en Neer
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Sevenum
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Swalmen
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Thorn
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Venlo
GGD Noord- en Midden-Limburg
ja
Weert
GGD Noord-Kennemerland
ja
Castricum
ja
GGD Noord-Kennemerland
ja
Heerhugowaard
ja
GGD Noord-Kennemerland
ja
Alkmaar
ja
GGD Noord-Kennemerland
ja
Bergen (NH.)
GGD Noord-Kennemerland
ja
Graft-De Rijp
GGD Noord-Kennemerland
ja
Heiloo
GGD Noord-Kennemerland
ja
Langedijk
GGD Noord-Kennemerland
ja
Schermer
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Hardenberg
ja
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Hattem
ja
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Zwolle
ja
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Dalfsen
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Heerde
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Kampen
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Olst-Wijhe
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Ommen
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
28
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Raalte
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Staphorst
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Steenwijkerland
GGD Regio IJssel-Vecht
ja
Zwartewaterland
GGD Regio Nijmegen
ja
Groesbeek
ja
GGD Regio Nijmegen
ja
Nijmegen
ja
GGD Regio Nijmegen
ja
Beuningen
ja
GGD Regio Nijmegen
ja
West Maas en Waal
ja
GGD Regio Nijmegen
ja
Druten
GGD Regio Nijmegen
ja
Heumen
GGD Regio Nijmegen
ja
Millingen aan de Rijn
GGD Regio Nijmegen
ja
Mook en Middelaar
GGD Regio Nijmegen
ja
Ubbergen
GGD Regio Nijmegen
ja
Wijchen
GGD Regio Noord-Veluwe
ja
Ermelo
GGD Regio Noord-Veluwe
ja
Elburg
GGD Regio Noord-Veluwe
ja
Harderwijk
GGD Regio Noord-Veluwe
ja
Nunspeet
GGD Regio Noord-Veluwe
ja
Oldebroek
GGD Regio Noord-Veluwe
ja
Putten
GGD Regio Twente
ja
Enschede
ja
GGD Regio Twente
ja
Borne
ja
GGD Regio Twente
ja
Twenterand
ja
GGD Regio Twente
ja
Almelo
GGD Regio Twente
ja
Dinkelland
GGD Regio Twente
ja
Haaksbergen
GGD Regio Twente
ja
Hellendoorn
GGD Regio Twente
ja
Hengelo (O.)
GGD Regio Twente
ja
Hof van Twente
GGD Regio Twente
ja
Losser
GGD Regio Twente
ja
Oldenzaal
GGD Regio Twente
ja
Rijssen-Holten
GGD Regio Twente
ja
Tubbergen
GGD Regio Twente
ja
Wierden
GGD Rivierenland
ja
Geldermalsen
GGD Rivierenland
ja
Buren
GGD Rivierenland
ja
Culemborg
GGD Rivierenland
ja
Lingewaal
GGD Rivierenland
ja
Maasdriel
GGD Rivierenland
ja
Neder-Betuwe
GGD Rivierenland
ja
Neerijnen
GGD Rivierenland
ja
Tiel
GGD Rivierenland
ja
Zaltbommel
GGD Rotterdam e.o.
ja
Berkel en Rodenrijs
ja
GGD Rotterdam e.o.
ja
Albrandswaard
ja
GGD Rotterdam e.o.
ja
Barendrecht
GGD Rotterdam e.o.
ja
Capelle aan den IJssel
GGD Rotterdam e.o.
ja
Krimpen aan den IJssel
GGD Rotterdam e.o.
ja
Ridderkerk
GGD Rotterdam e.o.
ja
Rotterdam
GGD Rotterdam e.o.
ja
Bergschenhoek
GGD Rotterdam e.o.
ja
Bleiswijk
GGD West-Brabant
ja
Moerdijk
ja
GGD West-Brabant
ja
Breda
ja
GGD West-Brabant
ja
Werkendam
ja
GGD West-Brabant
ja
Drimmelen
ja
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
ja
ja
29
GGD West-Brabant
ja
Baarle-Nassau
ja
GGD West-Brabant
ja
Geertruidenberg
ja
GGD West-Brabant
ja
Zundert
GGD West-Brabant
ja
Aalburg
GGD West-Brabant
ja
Alphen-Chaam
GGD West-Brabant
ja
Bergen op Zoom
GGD West-Brabant
ja
Etten-Leur
GGD West-Brabant
ja
Halderberge
GGD West-Brabant
ja
Oosterhout
GGD West-Brabant
ja
Roosendaal
GGD West-Brabant
ja
Rucphen
GGD West-Brabant
ja
Steenbergen
GGD West-Brabant
ja
Woensdrecht
GGD West-Brabant
ja
Woudrichem
GGD Westfriesland
ja
Wervershoof
ja
GGD Westfriesland
ja
Opmeer
ja
GGD Westfriesland
ja
Stede Broec
ja
GGD Westfriesland
ja
Noorder-Koggenland
ja
GGD Westfriesland
ja
Andijk
GGD Westfriesland
ja
Drechterland
GGD Westfriesland
ja
Enkhuizen
GGD Westfriesland
ja
Hoorn
GGD Westfriesland
ja
Medemblik
GGD Westfriesland
ja
Obdam
GGD Westfriesland
ja
Wester-Koggenland
GGD Westfriesland
ja
Wognum
GGD Zaanstreek-Waterland
ja
Zeevang
ja
GGD Zaanstreek-Waterland
ja
Oostzaan
ja
GGD Zaanstreek-Waterland
ja
Landsmeer
ja
GGD Zaanstreek-Waterland
ja
Purmerend
ja
GGD Zaanstreek-Waterland
ja
Beemster
GGD Zaanstreek-Waterland
ja
Edam-Volendam
GGD Zaanstreek-Waterland
ja
Waterland
GGD Zaanstreek-Waterland
ja
Wormerland
GGD Zaanstreek-Waterland
ja
Zaanstad
GGD Zeeland
ja
Borsele
GGD Zeeland
ja
Goes
GGD Zeeland
ja
Hulst
GGD Zeeland
ja
Kapelle
GGD Zeeland
ja
Middelburg
GGD Zeeland
ja
Noord-Beveland
GGD Zeeland
ja
Reimerswaal
GGD Zeeland
ja
Schouwen-Duiveland
GGD Zeeland
ja
Sluis
GGD Zeeland
ja
Terneuzen
GGD Zeeland
ja
Tholen
GGD Zeeland
ja
Veere
GGD Zeeland
ja
ja
Vlissingen
GGD Zuid Holland West
Pijnacker-Nootdorp
ja
GGD Zuid Holland West
Westland
ja
GGD Zuid Holland West
Midden-Delfland
ja
GGD Zuid Holland West
Delft
GGD Zuid Holland West
Leidschendam-Voorburg
GGD Zuid Holland West
Rijswijk
GGD Zuid Holland West
Wassenaar
GGD Zuid Holland West
Zoetermeer
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
30
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Zederik
ja
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Hendrik-Ido-Ambacht
ja
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Gorinchem
ja
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Leerdam
ja
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Alblasserdam
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Dordrecht
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Giessenlanden
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Graafstroom
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Hardinxveld-Giessendam
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Liesveld
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Nieuw-Lekkerland
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Papendrecht
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Sliedrecht
GGD Zuid Holland Zuid
ja
Zwijndrecht
GGD Zuid Limburg
ja
Landgraaf
ja
GGD Zuid Limburg
ja
Nuth
ja
GGD Zuid Limburg
ja
Sittard-Geleen
ja
GGD Zuid Limburg
ja
Kerkrade
ja
GGD Zuid Limburg
ja
Schinnen
ja
GGD Zuid Limburg
ja
Simpelveld
ja
GGD Zuid Limburg
ja
Beek
GGD Zuid Limburg
ja
Brunssum
GGD Zuid Limburg
ja
Eijsden
GGD Zuid Limburg
ja
Gulpen-Wittem
GGD Zuid Limburg
ja
Heerlen
GGD Zuid Limburg
ja
Maastricht
GGD Zuid Limburg
ja
Margraten
GGD Zuid Limburg
ja
Meerssen
GGD Zuid Limburg
ja
Onderbanken
GGD Zuid Limburg
ja
Stein
GGD Zuid Limburg
ja
Vaals
GGD Zuid Limburg
ja
Valkenburg aan de Geul
GGD Zuid Limburg
ja
Voerendaal
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Bernisse
ja
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Korendijk
ja
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Goedereede
ja
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Binnenmaas
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Brielle
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Cromstrijen
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Dirksland
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Hellevoetsluis
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Middelharnis
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Oostflakkee
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Oud-Beijerland
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Rozenburg
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
's-Gravendeel
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Spijkenisse
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Strijen
GGD Zuidhollandse Eilanden
ja
Westvoorne
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Helmond
ja
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Best
ja
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Asten
ja
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Valkenswaard
ja
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Geldrop-Mierlo
ja
GGD Zuidoost-Brabant GGD Zuidoost-Brabant
ja ja
Nuenen, Gerwen en Nederwetten
ja
Bergeijk
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
31
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Bladel
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Cranendonck
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Deurne
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Eersel
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Gemert-Bakel
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Heeze-Leende
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Laarbeek
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Oirschot
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Reusel-De Mierden
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Someren
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Son en Breugel
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Veldhoven
GGD Zuidoost-Brabant
ja
Waalre
Hulpverlening Gelderland Midden
Rozendaal
ja
Hulpverlening Gelderland Midden
Lingewaard
ja
Hulpverlening Gelderland Midden
Westervoort
ja
Hulpverlening Gelderland Midden
Wageningen
ja
Hulpverlening Gelderland Midden
Rheden
ja
Hulpverlening Gelderland Midden
Doesburg
ja
Hulpverlening Gelderland Midden
Ede
ja
Hulpverlening Gelderland Midden
Arnhem
Hulpverlening Gelderland Midden
Barneveld
Hulpverlening Gelderland Midden
Duiven
Hulpverlening Gelderland Midden
Nijkerk
Hulpverlening Gelderland Midden
Overbetuwe
Hulpverlening Gelderland Midden
Renkum
Hulpverlening Gelderland Midden
Rijnwaarden
Hulpverlening Gelderland Midden
Scherpenzeel
Hulpverlening Gelderland Midden
Zevenaar
Hulpverleningsdienst Flevoland
ja
Almere
ja
Hulpverleningsdienst Flevoland
ja
Urk
ja
Hulpverleningsdienst Flevoland
ja
Zeewolde
ja
Hulpverleningsdienst Flevoland
ja
Dronten
Hulpverleningsdienst Flevoland
ja
Lelystad
Hulpverleningsdienst Flevoland
ja
Noordoostpolder
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Heemstede
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Bennebroek
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Beverwijk
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Bloemendaal
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Haarlem
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Heemskerk
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Uitgeest
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Velsen
Hulpverleningsdienst Kennemerland
ja
Zandvoort
HVD Groningen, directie GGD
ja
Delfzijl
ja
HVD Groningen, directie GGD
ja
Winsum
ja
HVD Groningen, directie GGD
ja
Groningen
ja
HVD Groningen, directie GGD
ja
Appingedam
HVD Groningen, directie GGD
ja
Bedum
HVD Groningen, directie GGD
ja
Bellingwedde
HVD Groningen, directie GGD
ja
De Marne
HVD Groningen, directie GGD
ja
Eemsmond
HVD Groningen, directie GGD
ja
Grootegast
HVD Groningen, directie GGD
ja
Haren
HVD Groningen, directie GGD
ja
Hoogezand-Sappemeer
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
ja
32
HVD Groningen, directie GGD
ja
Leek
HVD Groningen, directie GGD
ja
Loppersum
HVD Groningen, directie GGD
ja
Marum
HVD Groningen, directie GGD
ja
Menterwolde
HVD Groningen, directie GGD
ja
Pekela
HVD Groningen, directie GGD
ja
Reiderland
HVD Groningen, directie GGD
ja
Scheemda
HVD Groningen, directie GGD
ja
Slochteren
HVD Groningen, directie GGD
ja
Stadskanaal
HVD Groningen, directie GGD
ja
Ten Boer
HVD Groningen, directie GGD
ja
Veendam
HVD Groningen, directie GGD
ja
Vlagtwedde
HVD Groningen, directie GGD
ja
Winschoten
HVD Groningen, directie GGD
ja
Zuidhorn
VNG GEMEENTEN EN DE KWALITEITSVERBETERING IN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG
33