3
Inhoudsopgave
3
Convenant openbare geestelijke gezondheidszorg “De Valleiregio” 2007-2011
4
Drieluik OGGZ ‘De Valleiregio’ 2007-2011
15
Regionaal toelatingsprotocol woonschakel 4
38
4
Convenant Openbare Geestelijke Gezondheidszorg ‘De Valleiregio’ 2007-2011
Covenanttekst 30 mei 2007
5
Samenwerkende partijen: Diensten en voorzieningen - HGM - GGD Midden Nederland - Politie Gelderland Midden - Politie Utrecht - Openbaar Ministerie Utrecht - AMW: Opella (Maatschappelijke dienstverlening Ede), - CMD (Veenendaal), - HdS (Barneveld), - Vilente (Wageningen) - MD Veluwe Organisaties voor de Openbare Geestelijke GezondheidsZorg (OGGZ) - Centrum Maliebaan - IrisZorg - De Gelderse Roos - Symforagroep - Meerkanten - RIBW AVV - Kwintes Maatschappelijke Opvang - Leger des Heils - Johanniter Opvang - Hera Gemeenten - Ede - Veenendaal - Wageningen - Barneveld - Scherpenzeel - Renswoude - Rhenen Zorgkantoor - Menzis Wageningen - Agis Zorgkantoor Utrecht Woningcorporaties - de Woningstichting Wageningen - Veenendaalse Woningstichting, - SIB Woonservice, Veenendaal, - Woonstede, Ede, - Rhenense Woningstichting, - Idealis, Wageningen, - Woningstichting Barneveld, - Patrimonium woonstichting, Veenendaal
Covenanttekst 30 mei 2007
6
Inleiding Vele instellingen, instanties en zeven gemeenten in de Valleiregio zijn betrokken bij de OGGZ. Zij ondertekenden in 2003 een ‘convenant OGGZ De Valleiregio’. Dit convenant had een looptijd van 3 jaar en is in het voorjaar 2006 verlengd tot 1 januari 2008. Gemeenschappelijk constateerden de ondertekenaars en partners van weleer dat het nodig is om in een nieuw convenant afspraken te actualiseren, zodat de in de afgelopen periode ontwikkelde werkwijze voortgang vindt en verbeterd kan worden. Om een integrale aanpak van de OGGZ-problematiek te bevorderen maakten de gemeenten
Barneveld,
Ede,
Renswoude,
Rhenen,
Scherpenzeel,
Veenendaal
en
Wageningen afspraken met de instellingen en instanties, hetzij op lokaal niveau, hetzij in regionaal verband. De overwegingen van deze gemeenten, instellingen en instanties (verder te noemen partijen) om afspraken te maken waren dat: −
het gewenst is dat kernpartijen in de OGGZ op lokaal/regionaal niveau in convenanten afspraken vastleggen over het maken en uitvoeren van OGGZ-beleid;
−
pas van een adequaat vraaggestuurd aanbod van OGGZ-activiteiten sprake kan zijn wanneer op lokaal/regionaal niveau aan een aantal voorwaarden is voldaan in de vorm van een basisaanbod van OGGZ-activiteiten;
−
de problematiek rondom OGGZ sterk per gemeente en regio kan verschillen en een aanpak daarom om maatwerk vraagt;
−
betrokken partijen in de Valleiregio zich hebben uitgesproken om de OGGZ in deze regio gemeenschappelijk vorm te geven;
−
instellingen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de onderdelen van dit OGGZaanbod en de gemeenten hierin een regisserende taak hebben
−
de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de regie op het realiseren van een samenhangend vraaggericht georganiseerd OGGZ-aanbod, zorg dragen voor goede coördinatie en toezien op de naleving van gemaakt afspraken.
In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is het bevorderen van de OGGZ een taak voor alle gemeenten. Alle gemeenten zijn verantwoordelijk voor het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van OGGZ, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen én het tot stand brengen van
Covenanttekst 30 mei 2007
7
afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de OGGZ. Sociaal kwetsbaren moeten kunnen rekenen op maatschappelijke ondersteuning om ernstige verwaarlozing en uithuisplaatsing te voorkomen (uitvalpreventie), op hulp en bijstand bij de verbetering van de woonsituatie en op ondersteuning bij allerlei andere leefgebieden (herstelinterventies). Toeleiding is één van de taakelementen binnen deze OGGZ (Vws brief van 27 juli 2006) en behelst: -
signaleren;
-
opsporen;
-
contact leggen/houden;
-
toeleiden;
-
ongevraagde nazorg bieden om terugval te voorkomen.
Voor de nieuwe convenantperiode zijn visie, doelstellingen en activiteiten vastgelegd in het ‘Drieluik OGGZ De Valleiregio 2007-2011’. Dit document ligt ten grondslag aan de afspraken tussen partijen en beoogt verdere verbetering en efficiency van de OGGZ aanpak in de Valleiregio. Het Drieluik voorziet tevens in de opzet van een betere organisatie van de samenwerking, zodat een doeltreffende en doelmatige uitvoering gegeven kan worden aan de plannen. De organisatie ‘nieuwe stijl’ maakt een onderscheid tussen de opdrachtgeversrol of randvoorwaardelijke rol én opdrachtnemersrol van diverse partijen. Daarmee is ook de uitvoering van de regie van de gemeenten in de OGGZ, zoals vastgelegd in de WMO in de organisatiestructuur duidelijk begrenst. De vaststelling van dit Drieluik Oggz opent de weg voor alle partners voor een verfijning van de ingeslagen koers in het komende jaar, aan de hand van de uitvoering van het voorgestelde Oggz activiteitenprogramma. Daarmee kan de vulling van een regionaal kompas, conform rijkswensen, concreet vorm krijgen.
Overeenkomst: Partijen verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1: Doelstelling Partijen streven naar een optimale OGGZ in de Valleiregio op basis van een gezamenlijke visie, doelstellingen en een activiteitenplan. Deze zijn uitgewerkt in het ‘Drieluik OGGZ De Valleiregio 2007-2011’. Het OGGZ-samenwerkingsverband stelt zich algemeen ten doel, het ontwikkelen van een integraal OGGZ-beleid voor de Valleiregio door het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de OGGZ’. Ze beogen
een
samenhangend
Covenanttekst 30 mei 2007
OGGZ-pakket
te
8
realiseren dat omvat: het signaleren en bestrijden van risicofactoren, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, en de zorg voor een functionerend centraal punt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen. De specifieke doelstellingen staan beschreven in het Drieluik OGGZ De Valleiregio 20072011, hoofdstuk II: Doelstellingen. De realisatie van de doelen zal jaarlijks geschieden in activiteitenplannen (zie hoofdstuk III: Activiteiten). Het OGGZ-samenwerkingsverband hecht er aan om lokale initiatieven te versterken en indien nodig regionale activiteiten te ondernemen. Artikel 2: Doelgroep De doelgroep van de OGGZ bestaat uit sociaal kwetsbare mensen die kampen met meervoudige
problemen,
waaronder
onvoldoende
zelfredzaam
zijn
en
psychische
meestal
niet
en/of
verslavingsproblemen,
duidelijk
om
hulp
vragen.
die Het
samenwerkingverband definieert de doelgroep, in de geest van de WMO, op basis van vijf kenmerken: 1. Aanwezigheid van een psychiatrische stoornis (waaronder verslavingsproblemen) of ernstige psychosociale problemen; 2. Tegelijkertijd, aanwezigheid van meerdere problemen op andere leefgebieden; 3. Leidend tot het niet voldoende in staat zijn om in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien (huisvesting, inkomen, sociale contacten, zelfverzorging etc.); 4. Gebrek aan mogelijkheden om de problemen zelf op te lossen; 5. Afwezigheid van een adequate hulpvraag
Artikel
3:
Organisatiestructuur:
overleg, activiteiten en werkwijze. Om er zorg voor te dragen dat activiteiten op het terrein van de OGGZ goed op elkaar worden afgestemd (en goede aansluiting plaatsvindt op de vraag of vraagpatronen van te onderscheiden doelgroepen) nemen betrokken partijen deel aan, en leveren een
bijdrage
samenwerkingsverband.
aan,
een
Tot
dusver
werden activiteiten vanuit de OGGZ-stuurgroep tot stand gebracht. De organisatie ‘nieuwe stijl’, beschreven en toegelicht in het Drieluik, voorziet in een agendacommissie (opdrachtgevers) en een coördinatiegroep (opdrachtnemers). De woningcorporaties maken deel uit van de agendacommissie, zij geven geen opdracht, maar zorgen voor belangrijke randvoorwaarden. De coördinatiegroep bestaat, in afwachting van een nog af te ronden discussie over haar samenstelling, vooralsnog uit vertegenwoordingen van de
Covenanttekst 30 mei 2007
9
partners, op basis van benoemingen binnen eigen kring. Zij informeert over het uitgevoerde beleid en stelt op eigen verzoek of op aanvraag van meerdere instellingen bepaalde
thema’s
aan
de
orde.
In
de
werkwijze
zullen
agendacommissie
en
coördinatiegroep andere partijen, zoals cliëntenorganisaties, in hun beleid en plannen betrekken. Artikel 4: Werkgebied
Dit convenant heeft betrekking op een werkgebied dat de volgenden gemeenten omvat: Renswoude, Rhenen, Veenendaal in de provincie Utrecht en Wageningen Barneveld, Ede en Scherpenzeel in de provincie Gelderland. Artikel 5: Evaluatie Het activiteitenplan is zodanig opgesteld dat sprake is van concrete, realistische, haalbare
en
meetbare
doelen.
Bij
de
toetsing
wordt
gelet
op
de
mate
van
vraaggerichtheid (bijvoorbeeld via gebruikersraadpleging), doeltreffendheid (bijvoorbeeld middels zorgmonitor-uitkomsten en epidemiologische gegevens) en doelmatigheid (door afweging van baten en kosten). De wijze waarop de betrokken partijen invulling geven aan dit convenant wordt geëvalueerd. Over de frequentie en de evaluatiecriteria, alsmede de wijze waarop de evaluatie geschiedt, worden afspraken gemaakt in het activiteitenplan.
Artikel 6: Middelen Over de financiering van de kosten die voortvloeien uit het gezamenlijk geformuleerde beleid en activiteitenplan maken partijen afspraken. Artikel 7: Wijziging convenant Indien er sprake is van omstandigheden die naar het oordeel van één der partijen zouden moeten leiden tot herziening van dit convenant, wordt hierover overleg gevoerd. Wijzigingen van dit convenant of aanvullingen daarop zijn slechts geldig voor zover zij schriftelijk door alle partijen zijn bekrachtigd.
Artikel 8: Werkingsduur Dit convenant treedt in werking op de datum van ondertekening door partijen en eindigt op 31 december 2010. Partijen voeren tijdig voor het einde van de werkingsduur overleg over de vraag of en hoe voortzetting van dit convenant gewenst is.
Covenanttekst 30 mei 2007
10
CONVENANT De woningcorporaties, de organisaties van de OGGZ, gemeenten en provincie, politie en zorgkantoren zetten zich gezamenlijk in voor een ketenaanpak van preventie, opvang en herstel, bestaande uit een voldoende aanbod van gedifferentieerde woonvormen, in combinatie met zorg en begeleiding om de mensen uit de doelgroep te huisvesten en te ondersteunen. Zij gaan daarvoor op de ingeslagen weg verder samenwerken en zullen werkwijzen ontwikkelen, waarbij op basis van de eigen taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen gewaarborgd wordt dat de problemen op de daartoe geëigende plek worden gelegd. De organisaties streven daarbij naar ontschotting waar dat kan en naar goede toegankelijkheid van voorzieningen, aansluitend bij vragen en behoeften van cliënten. De inbreng van cliëntenorganisaties is belangrijk onder meer om knelpunten in de toegankelijkheid van voorzieningen op te sporen, stille problematiek te signaleren en samen te werken aan een adequate uitvoering van de WMO. Deze samenwerking komt niet vanzelf tot stand, het gaat hier om instituten en organisaties met hun eigen werkveld, besluitvormingsstructuur, financiering e.d. Om dit op elkaar af te stemmen is de uitdaging voor alle partijen. De complexiteit van de problematiek en de persoonlijke en maatschappelijke schade die hiervan het gevolg is, noodzaakt tot korte lijnen, snelle besluitvorming en wederzijds vertrouwen van alle betrokkenen. De ondertekenaars verplichten zich aan de doelstellingen en aan het tot stand brengen van een dergelijke samenwerking.
Covenanttekst 30 mei 2007
11
Covenanttekst 30 mei 2007
12
Covenanttekst 30 mei 2007
13
Covenanttekst 30 mei 2007
14
Covenanttekst 30 mei 2007
15
Drieluik OGGZ 'De Valleiregio' 2007-2011 I II III
Visie Doelstellingen Activiteiten 2007 – 2011
mei 2007 S.M. van de Lindt
16
Inhoud Inleiding
17
I
Visie
18
1.
Visie OGGZ ‘De Valleiregio’
18
2.
Toelichting op de visie
18
Doelstellingen
22
3.
Doelgroepen
22
4.
Wonen
22
5.
Dagbesteding
23
6.
Zorg
23
7.
Schuldhulpverlening
24
8.
Veiligheid
24
9.
Specifieke OGGZ-activiteiten
25
II
10.
Preventie
25
11.
Organisatie nieuwe stijl
26
III Activiteiten 2007 – 2011
27
Bijlage 1: financieel overzicht OGGZ-middelen 2007
30
Bijlage 2: conceptmodel organisatiestructuur ‘nieuwe stijl’
33
Bijlage 3: toelichting organisatiestructuur ‘nieuwe stijl’
34
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
17
Inleiding In 2007 sluit het OGGZ-samenwerkingsverband ‘De Valleiregio’ een nieuw convenant af voor een periode van vier jaar: januari 2007 tot januari 2011. Dit Drieluik omvat visie, doelstellingen en activiteiten die leidend zijn voor de OGGZ-samenwerking. Het is opgesteld op basis van:
• de evaluatie van de OGGZ-samenwerking in afgelopen drie jaar1, • een inventarisatie van de OGGZ-activiteiten onder de gemeenten en instanties in september 2006, • diverse gespreksrondes met OGGZ-partners, • documenten over regionale en landelijke ontwikkelingen in de OGGZ, onder meer het Plan van aanpak G4: Stedelijk Kompas
• een werkconferentie op 22 januari 2007 waarin visie en doelstellingen op hoofdlijnen zijn vastgesteld door veldpartijen en gemeenten. In dit Drieluik is een activiteitenplan toegevoegd waarin elke doelstelling is uitgewerkt naar SMARTgeformuleerde activiteiten voor 2007-2008 met een uitloop tot 2011. Gaandeweg zullen evaluaties uitwijzen in welke mate doelen behaald zijn. Op basis daarvan kan tegen het einde van het tweede convenantjaar bepaald worden welke kwantitatieve doelstellingen dan actueel en realistisch zijn. Met die kennis worden doelen en activiteiten voor 2009-2011 aangevuld of opnieuw geformuleerd. De OGGZ-partners hebben de intentie uitgesproken om de financiële consequenties van de plannen inzichtelijk te maken. Het financiële overzicht ( bijlage 1) is gebaseerd op de financiële kaders anno 2007. De OGGZmiddelen voor de komende jaren zijn op dit moment nog niet duidelijk, omdat te veel factoren onbekend zijn. Aan veel activiteiten/plannen is nu nog geen begroting van kosten gehangen. Een reële inschatting van de kosten moet steeds per plan/activiteit gemaakt worden, binnen het (beperkte) budget dat nu beschikbaar is of in de komende jaren beschikbaar komt. Het OGGZ-samenwerkingsverband wil in april 2008 komen tot een regionaal kompas voor de Valleiregio; dit Drieluik is een belangrijke stap op weg hier naar toe.
1
Drie jaar OGGZ-samenwerking ‘De Valleiregio’ een procesevaluatie, Trimbos instituut 2006
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
18
I
Visie
1. Visie OGGZ ‘De Valleiregio’ Vier Gelderse en drie Utrechtse gemeenten hebben zich verbonden in het OGGZ-samenwerkingsverband 'De Valleiregio'. Het samenwerkingsverband wil in 2011 een dekkend pakket van zorg, diensten en voorzieningen gerealiseerd hebben voor sociaal kwetsbare mensen. In de Valleiregio moeten sociaal kwetsbaren kunnen rekenen op maatschappelijke ondersteuning om ernstige verwaarlozing en uithuisplaatsing te voorkómen (uitvalpreventie), op hulp en bijstand bij de verbetering van de woonsituatie en op ondersteuning bij allerlei andere leefgebieden (herstelinterventies). Daartoe werken de OGGZ-partners aan de realisatie van hulp, diensten en voorzieningen die bijdragen aan preventie en herstel, stapsgewijs aan de hand van de OGGZ-ladder. In de komende convenantperiode zal elke gemeente inzichtelijk maken wat daarvoor nodig is op lokaal niveau, in aanvulling op de bestaande sociale infrastructuur en lokale opvang-mogelijkheden. De realisatie van een dekkend OGGZ-pakket vindt plaats door initiatieven van alle gemeenten, lokaal en dichtbij de mensen als het kan, regionaal indien dit gewenst is. Eén en ander zal worden vastgelegd in een regionaal kompas voor de Valleiregio, dat vervolgens door de gemeenten zal worden aangeboden aan het Rijk.
2. Toelichting op de visie Doelgroep OGGZ Bij de doelgroep van de OGGZ gaat het, kort gezegd, om sociaal kwetsbare mensen die kampen met meervoudige problemen, waaronder meestal psychische en/of verslavings-problemen, die onvoldoende zelfredzaam zijn en meestal niet duidelijk om hulp vragen. Het samenwerkingverband definieert de doelgroep, in de geest van de WMO, op basis van vijf kenmerken: 6. Aanwezigheid van een psychiatrische stoornis (waaronder verslavingsproblemen) of ernstige psychosociale problemen; 7. Tegelijkertijd, aanwezigheid van meerdere problemen op andere leefgebieden; 8. Leidend tot het niet voldoende in staat zijn om in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien (huisvesting, inkomen, sociale contacten, zelfverzorging etc.); 9. Gebrek aan mogelijkheden om de problemen zelf op te lossen; 10. Afwezigheid van een adequate hulpvraag Alle cliënten behorende tot de doelgroep worden aangemeld bij de Zorgmonitor. De definitie vormt het uitgangspunt, maar het is van belang om flexibel te zijn ten aanzien van mensen die balanceren op de grens van de definitie. OGGZ-ladder De Handreiking OGGZ in de WMO (J. Wolf, november 2006) biedt partners een raamwerk van samenhangende OGGZ-interventies voor risicogroepen en kwetsbare personen. Het gaat dan om taken zoals in de WMO omschreven: het signaleren en bestrijden van risicofactoren, zoals het herkennen en bereiken van kwetsbare groepen. En het gaat om het begeleiden van kwetsbare groepen/risicogroepen, zoals het functioneren als meldpunt, het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties. Het samenwerkingsverband ‘De Valleiregio’ kiest jaarlijks één of meerdere speerpunten in het brede OGGZ-veld om in vier jaar een beter dekkend pakket aan zorg, diensten en voorzieningen te realiseren. Naast de OGGZ-ladder, zijn andere landelijke
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
19
visiedocumenten en ontwikkelingen richtinggevend voor de realisering van een verbeterd OGGZ-pakket in de Valleiregio2.
OGGZ-ladder
Algemene bevolking
preventie
0 1
vroeginterventie
2 opvang
3 herstel
4 Feitelijk daklozen
Figuur 1: OGGZ ladder, bron: Handreiking OGGZ in de Wmo, J. Wolf, november 2006 Een beter dekkend OGGZ pakket Als uitgangspunten voor een verbeterd OGGZ-pakket hanteert het samenwerkings-verband de volgende uitgangspunten: 1.
De bestaande regionale en lokale afspraken uit de afgelopen convenantperiode worden gecontinueerd voor wat betreft ketensamenwerking wonen, dagbesteding, schuldhulpverlening, zorg en
2.
De komende jaren richt het OGGZ-samenwerkingsverband zich op de verdere ontwikkeling van de terreinen: dagbesteding, zorg, schuldhulpverlening, veiligheid, en preventie. Op deze terreinen beogen de
voorwaarden/ondersteuning.
partners een heldere regievoering op cliëntniveau. Er is een stevigere inzet nodig om een integrale aanpak van de basisbehoeften dagbesteding en werk te bereiken. Beter aanbod en minder versnippering van mogelijkheden voor dagbesteding en werk zijn daarin van belang. Tegelijkertijd moet, op korte termijn de samenhang in de zorg versterkt en verbeterd worden. 3.
Op het terrein van wonen moet er meer accent komen op consolidatie (evaluatierapport drie jaar OGGZ samenwerking) en verbetering van reeds gemaakte afspraken, onder meer door de bekrachtiging van het convenant toelatingsprotocol over de toewijzing van woningen in schakel 4. Het is nodig om de afspraken over instroom- en uitstroom criteria voor de diverse woonschakels te concretiseren.
De inhoud van dit verbeterde pakket van zorg, diensten en voorzieningen wordt in de beleidsdoelen voor de komende jaren hierna verder uitgewerkt (zie II Doelstellingen), onder meer met behulp van instrumenten van het Stedelijk Kompas. Stapsgewijs en samenhangend
2
Onder meer: het Plan van Aanpak Maatschappelijk Opvang Rijk/G4, een stedelijk kompas voor de vier grote steden, visiedocument GGZNederland ‘De krachten gebundeld’ (2005).
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
20
Het samenwerkingsverband wil dat het OGGZ-pakket leidt tot de gewenste maatschappelijke resultaten. Daarvoor is het van belang dat de acties in goede onderlinge samenhang plaatsvinden. Dus verbetering van de zorgcoördinatie, de toename van mensen die zelfstandig wonen met ondersteuning, de verbetering van de schuldhulp of dagbesteding en werk zijn geen losse activiteiten, maar moeten elkaar versterken. Daarvoor is het nodig om te kunnen beschikken over goede volginformatie. Het verkrijgen van deze informatie is mede opgenomen als een urgent verbeterpunt. Het is van belang om te weten welk OGGZ activiteitenspoor (het meest) het gewenste of wellicht nadelige effect heeft. Omdat daarover op dit moment nog weinig bekend is wil het samenwerkingsverband de activiteiten de komende jaren stapsgewijs ontwikkelen volgens de plan-do-check-act methode. Door regelmatige evaluaties kunnen de doelstellingen eventueel bijgesteld worden. Daarom zijn de doelstellingen in deel II alleen concreet voor het komende paar jaar. De intentie is tegen het einde van het tweede convenantjaar te bepalen welke kwantitatieve doelstellingen dan actueel en realistisch zijn. Op basis van die kennis is bijstelling mogelijk en de formulering van doelen voor 2009-2011. Financiën Vanwege de beperkte middelen voor de OGGZ en het belang van samenwerking om de gewenste doelstellingen te realiseren, hebben de samenwerkingspartners een aantal spelregels afgesproken: 1.
Transparante informatie uit te wisselen over de beschikbare structurele en tijdelijke middelen en over de capaciteit van OGGZ-partners;
2. 3.
Realisme te betrachten ten aanzien van de beschikbare middelen; In de pas te lopen met de gemeentelijke uitvoering van de Wmo, te leren werken in het tempo en volgens de
4.
stappen van ieders besluitvorming; Gezamenlijke verantwoordelijkheid te nemen voor de OGGZ-uitgaven (ook in natura).
Partijen in het OGGZ-samenwerkingsverband ‘De Valleiregio’ Het OGGZ-samenwerkingsverband ‘De Valleiregio’ omvat het gebied van de gemeenten: Ede, Scherpenzeel, Barneveld en Wageningen in Gelderland, Veenendaal, Rhenen en Renswoude in Utrecht. Aan de samenwerking nemen alle partijen deel die opgenomen zijn in het convenant OGGZ ‘De Valleiregio’. Organisatie van de samenwerking Het OGGZ-samenwerkingsverband kiest voor een organisatiestructuur ‘nieuwe stijl’, zodat een slagvaardige werkwijze hand in hand gaat met een breed draagvlak om de doelstellingen voor de komende convenantperiode te realiseren. De basis van de organisatiestructuur is een scheiding tussen de opdrachtgeversrol en opdrachtnemersrol van de OGGZ-partijen. Daarmee is ook de regierol van de gemeenten in de OGGZ, zoals vastgelegd in de WMO, in de organisatiestructuur duidelijk. Doelstelling De algemene doelstelling van het OGGZ-samenwerkingsverband is afgeleid van de WMO. Dat wil zeggen dat, ‘partijen zich ten doel stellen het ontwikkelen van een integraal OGGZ-beleid voor de Valleiregio door het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de OGGZ’. Ze beogen een samenhangend OGGZ-pakket te realiseren dat omvat: het signaleren en bestrijden van risicofactoren, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, en de zorg voor een functionerend centraal punt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen. De inhoud van de specifieke doelstellingen staan geformuleerd in het algeheel OGGZ-meerjarenplan (zie II doelstellingen). De invulling daarvan zal jaarlijks in activiteitenplannen geschieden (zie III activiteiten). Tezamen moeten deze leiden tot het beoogde dekkende OGGZ-pakket. Het OGGZ-samenwerkingsverband hecht er aan om lokale initiatieven en plannen die ‘bottom up’ uit het werkveld komen, te versterken. Lokaal-regionaal
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
21
Uitgangspunt is dat de OGGZ-taken in de eerste plaats, lokaal, per gemeente worden uitgewerkt, indien gewenst worden regionale afspraken gemaakt. Dit uitgangspunt is in de lijn van huidige afspraken. Deze worden dan ook gecontinueerd in de komende convenantperiode. In deze tweede convenantperiode zullen sturing, bewaking en initiatief vanuit de lokale posities meer op de voorgrond staan, in vergelijking met de beginfase van de vorige eerste convenantperiode. Dit heeft consequenties voor de onderlinge taaktoedeling, het voortgangsbeheer van de activiteitenplanning en houdt een accentverlegging in: een minder voortrekkende rol op voorspraak van de gemeente Ede en meer het trekken van actiepunten vanuit en op het lokale niveau.
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
22
II
Doelstellingen
In dit onderdeel zijn nieuwe doelstellingen geformuleerd voor de komende jaren, maar ook de doelstellingen waar al projecten of activiteiten voor zijn gestart in het OGGZ-samenwerkingsverband. Meerdere doelstellingen zullen leiden tot modelprocedures, zoals voorgesteld in het Stedelijk Kompas. Gestreefd wordt naar een regionaal kompas in april 2008.
3. Doelgroepen 1.
Doel is een inzicht te hebben in de aard en omvang van de zorgbehoeften van de diverse OGGZdoelgroepen aan de hand van een indeling in cliëntprofielen.
2.
Doel is duidelijkheid te verkrijgen over het onderscheid tussen de OGGZ-doelgroep ten opzichte van de reguliere cliënten van zorgaanbieders.
Toelichting Bij doelstelling 1 gaat het om een praktische indeling, bij voorkeur op basis van de zorgmonitor. Deze onderscheidt vier profielen. Indien deze onvoldoende inzicht geven is indeling mogelijk op basis van een quickscan van de huidige OGGZ-doelgroep. De indeling dient ter ondersteuning van (keuzes in) het beleid van het samenwerkings-verband. Bij doelstelling 2 gaat het om een afbakening van de cliënten die tot de OGGZ behoren en de cliënten die tot de reguliere doelgroep van de maatschappelijke opvang, maatschappelijk werk en verslavingszorg behoren op basis van te formuleren insluitingcriteria. De doelgroepdefinitie geeft het onderscheid onvoldoende aan. Het samenwerkingsverband beoogt beide doelstellingen in 2007 te realiseren.
4. Wonen 3.
Doel is beschikbaarheid van woningen, woonschakel 1, 2 en 3 (volgens afspraak regionale aanpak) en beschikbaarheid van woningen voor woonschakels 4, 5 volgens afspraak van evenredige spreiding, onder
4.
verantwoordelijkheid van de regiogemeenten. Doel is op korte termijn uitbreiding van plaatsen voor woonschakel 3
5.
Doel is inzicht en verbeterde systematiek in de toelating naar woonschakel 4.
6.
Doel is een transparante werkwijze te hebben en criteria voor in en uitstroom van en tussen de diverse woonschakels.
7.
Doel is verbetering van de doorstroom naar de diverse woonschakels.
8.
Doel is aantal benodigde bijzondere woonvormen te onderzoeken en realiseren (containerwoningen)
Toelichting Doelstelling 3 refereert aan gemaakte afspraken tussen partners over de verantwoordelijkheden inzake de woonschakels 1 tot en met 5. Doelstelling 4 gaat over de reeds geplande woningen voor woonschakel 3, in Wageningen (28 eenheden) en Veenendaal (26 eenheden). De partners beogen in 2007 goedkeuring voor een locatie te verkrijgen. Daarnaast oriënteert men zich op 19 eenheden in de regio Ede. Doelstelling 5 wordt gerealiseerd met het toelatingsprotocol dat binnenkort ondertekend wordt door gemeenten, corporaties en zorginstanties.
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
23
Doelstelling 6 betreft een administratieve uitwerking van het protocol van het werkproces met criteria voor inen uitstroom van de diverse woonschakels. Tevens kan centraal beheer van een actuele wachtlijst van woningzoekenden voor woonschakel 4 bijdragen aan de transparantie. Doelstelling 7 betreft de wens om meer mensen te laten doorstromen naar de diverse woonschakels, maar vooral de wisselwerking tussen 2 en 3 en het aantal naar woonschakel 4 te vergroten. Doelstelling 8 betreft de suggestie om voor enkele specifieke situaties een vijftal onconventionele woonvormen ter beschikking te hebben in de regio, bijvoorbeeld containerwoningen. Toetsing is nodig is of het hier om incidenten gaat, dergelijke woningen voor hen de werkelijke oplossing zijn of dat voor de betrokken OGGZ cliënten alternatieven denkbaar zijn (bijv. door verbeterde ketensamenwerking en ondersteuningsafspraken om ‘excuus’ woningen te vermijden).
5. Dagbesteding 9.
Doel is de realisatie van ketensamenwerking tussen de instanties in de Valleiregio op het gebied van dagbesteding voor de OGGZ-doelgroep. 10. Doel is het dagbestedingsaanbod binnen de Valleiregio blijvend af te stemmen, wat betreft volume en variëteit, op de vigerende vraag naar dagbesteding van de OGGZ-cliënten
Toelichting Doel 9 omvat het streven van de instanties om te komen tot een ketensamenwerking op het gebied van dagbesteding voor de OGGZ-doelgroep, zodat bereikt wordt dat cliënten optimaal voorzien kunnen worden van dagbesteding en daarbij geen belemmering vinden van de huidige organisatieschotten. Het doen van een goed dagbestedingaanbod beschouwen de instanties als evident om OGGZ-cliënten met behulp van dagbesteding sociaal en maatschappelijk te laten participeren. De ketensamenwerking is gebaseerd op een gezamenlijke visie op dagbesteding en het dienstverleningsconcept. De realisatie van dit doel wordt inmiddels opgepakt via de eind 2006 gestarte pilot Dagbesteding OGGZ fase 2. Doel 10 is gericht op het realiseren van een dagbestedingaanbod binnen de Valleiregio die de huidige en toekomstige vraag naar dagbesteding door de OGGZ-doelgroep adequaat beantwoordt. De instanties hebben hierin een gezamenlijke verant-woordelijkheid. Door de ketensamenwerking hebben de instanties gezamenlijk zicht op de vraag en het aanbod en nemen zij voor de onderkende lacunes in het dagbestedingaanbod ook gezamenlijk de benodigde (beleids- en uitvoerings)acties om het aanbod op peil te hebben en te houden.
6. Zorg 11. Doel is m.b.v continuering van het Regionale Vangnetteam Valleiregio en de centrale meldfunctie verbeterde zorgcoördinatie te bewerkstelligen. 12. Doel is verbetering van de regievoering op cliëntniveau. 13. Doel is verbetering van de OGGZ-ketenzorg, vooral doorstroom en wachttijden van de zorgoverleggen/vangnetteam naar de reguliere zorg, en gelijktijdig de daaromheen individueel benodigde lokale (Wmo, Wwb, wonen) ondersteuningsarrangementen op lokaal niveau in te zetten (schuldhulp, wonen, inkomen, dagbesteding, werk).
Toelichting Doelstelling 11 betreft de reeds bestaande afspraken over de RVV en de meldfunctie die beide onder operationele regie van de HGM plaatsvinden. Daarbij dient voor de komende jaren een actuele financiële regeling afgesproken worden met de centrumgemeenten en de participerende instellingen, die past binnen de
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
24
huidige wettelijke kaders. Er moet duidelijkheid zijn over de financiële dekking van de toeleidingstaken, lokaal en regionaal. Doelstelling 12 betreft de wens om de toegang tot zorg en diensten te faciliteren, cliënten na toeleiding naar reguliere zorg, diensten of voorzieningen voor langere tijd te volgen om voortijdige uitval te voorkomen en de coördinatie van divers aanbod op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld in de vorm van een mentor of cliëntmanager3, ondersteund door meer uniforme diagnosestelling of trajectafspraken en door een operationeel cliënt volgsysteem. Doelstelling 13 gaat over algemene verbetering van de ketenzorg tussen het Regionale Vangnetteam, de zorgoverleggen en de reguliere zorg.
7. Schuldhulpverlening 14. Doel is in alle gemeenten adequate hulp aan cliënten met schulden en andere financiële problemen beschikbaar te hebben. 15. Doel is vermindering of oplossing van de financiële problemen, vooral als het gaat om cliënten die doorstromen in de woonschakels 3, 4 en 5. 16. Doel is een voor de OGGZ-doelgroep werkende aanpak te ontwikkelen om bovenstaande doelen te verwezenlijken. Toelichting Doelstelling 14 beoogt de beschikbaarheid van adequate schuldhulpverlening aan sociaal kwetsbaren in de gehele regio te vergroten. De meeste gemeenten hebben deze hulp bij de sociale diensten ondergebracht, maar voor sociaal kwetsbaren is geen bijzondere regeling. Het gaat niet alleen om schulden, maar om allerlei financiële knelpunten zoals, een uitkering aanvragen, betalingen doen, een formulier invullen voor speciale bijstand. Enkele gemeenten en instellingen helpen sociaal kwetsbaren met dit soort zaken, maar er is te weinig hulp. Doelstelling 15 beoogt het aantal mensen (160 personen zorgmonitor begin 2005), dat schulden heeft (en/of financiële problemen) te verminderen. Het accent ligt op de groep die in aanmerking komt voor woonschakel 3, 4 en 5. Maar de doelstelling geldt ook voor mensen die instromen in de woonschakels 1 en 2. Doelstelling 16 gaat over het regionale project ‘geldzorgen in de OGGZ’. Dit, met provinciale subsidie gelden gestarte, onderzoeks- en ontwikkelingsproject dient effecten aan te tonen op het gebied van de financiële en psychosociale problematiek, buurtoverlast en criminaliteit. Gewenste ontwikkeling is een sluitende aanpak te realiseren, zodat de instellingen deze aanpak kunnen gebruiken en in hun werkwijze zullen integreren.
8. Veiligheid 17. Doel is betere afstemming van zorg en veiligheid. 18. Doel is inzicht in de exacte korte termijn problemen op casusniveau en het aanbod in de regio voor de doelgroepen: veelplegers en verslaafden na detentiecontacten. 19. Doel is, om in nauwe aansluiting op de (verbeterde) beschikbare lokale sociale infrastructuren, een pakket aan maatregelen te treffen om OGGZ-hulp en begeleiding in goede aansluiting op justitiële trajecten te ontwikkelen,.
Toelichting 3
Zie voor deze functie het Stedelijk Kompas: Instrument 2: Modelprocedure persoonsgerichte benadering
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
25
Doelstelling 17 refereert aan het belang om de zorg en het strafrechtsector op elkaar af te stemmen. Het gaat om sociaal kwetsbaren die met politie in aanraking zijn geweest. Er bestaan justitiële casusoverleggen waarin politie, OM, veelal de verslavingszorg met elkaar spreken over nazorg na detentie. Vaak zijn ze ook bekend bij de bemoeizorg en worden besproken in zorgoverleggen. Doelstelling 18 geeft de behoefte weer aan informatie. Er is informatie nodig over de problematiek van 72 veelplegers en 300 personen die na detentie terugkeren in de Valleiregio. Vijftig personen (70%) van de zeer actieve veelplegers hebben verslaving- gerelateerde problematiek. Ook is er informatie nodig over (sociaal) aanbod en voorzieningen binnen de Valleiregio die voor deze doelgroep beschikbaar is in het kader van de OGGZ en wie op lokaal niveau in elke gemeente afzonderlijk voor justitie het beste kunnen fungeren als vaste contactpersonen en aanmeldpunten. Doelstelling 19 gaat in op de verwachte resultaten van de informatieverzameling met suggesties voor verbetering in de richting van •
een segmentering van de doelgroep.
•
een cliëntvolgsysteem, waarbij de politie een minimale gegevensset krijgt
•
een casusoverlegstructuur tussen zorg- en justitiële instellingen
•
24-uurscrisisbeoordelingen voor alle gemeente beschikbaar stellen door BOPZ-on-line
Nazorg in het kader van de dienst justitiële maatregel veelplegers omvat onder meer: zorg, inkomen, een geldig legitimatiebewijs en woonruimte. Het is belangrijk dat een casemanager deze zaken kan regelen via een nazorgcoördinator.4
9. Specifieke OGGZ-activiteiten 20. Doel is verbetering van de zorgmonitor en intensivering van het gebruik. 21. Doel is inzicht te krijgen, op cliëntniveau, in het gebruik van zorg en diensten door OGGZ-cliënten, waar dit aanbod plaatsvindt en hoe het gebruik zich ontwikkelt over een langere periode.
Toelichting Doelstelling 20 betreft bestaande afspraken over de Zorgmonitor. De HGM heeft nu de verantwoordelijkheid over de Zorgmonitor. De Zorgmonitor moet, ondanks de nadelen, volgens de partners verder ontwikkeld worden en gaandeweg beter ingevuld, zodat betrouwbare gegevens voorhanden zijn over OGGZ-cliënten in de regio. Doelstelling 21 betreft de wens om de eerstkomende paar jaren een operationeel cliëntvolgsysteem te ontwikkelen en implementeren, om cliënten over langere tijd te volgen, en als online beschikbaar realtime ondersteuningsinstrument bij de uitvoering van de eerste en directe hulpverlening. Zomogelijk heeft een koppeling aan de zorgmonitor de voorkeur. Op dit moment zijn gesprekken gaande met de provincie over de mogelijkheid om deze functie financieel en praktisch in te passen. Landelijke ontwikkelingen sturen aan op de ontwikkeling van een adequate zorgmonitor in de regio.
10. Preventie 22. Doel is één of meerdere preventieprogramma's te starten. Toelichting Doelstelling 22 refereert aan de wens om voor 1 juli 2008 één of meerdere preventie-programma's te starten, gerelateerd aan de OGGZ-doelgroepen en/of problematiek. 4
zie modelprocedure aansluiting nazorg bij ontslag uit detentie, Stedelijk Kompas
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
26
11. Organisatie nieuwe stijl 23. Doel is een slagvaardige en duidelijke organisatie van de OGGZ-samenwerking. Toelichting Doelstelling 24 betreft de plannen voor een nieuwe organisatiestructuur, op basis van een scheiding tussen de opdrachtgeversrol en opdrachtnemersrol van de OGGZ-partijen. In die organisatiestructuur is ook de regierol van de gemeenten in de OGGZ, zoals vastgelegd in de WMO, duidelijk. In de bijlage is het vastgestelde conceptmodel van organisatiestructuur ‘nieuwe stijl’ opgenomen. Doel is deze op korte termijn uit te werken.
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
27
III Activiteiten 2007 – 2011 Onderwerp Lokale uitwerking prestatievelden per gemeente: Wmo 1tm6+ 8 Wwb/Volksh. vesting Prestatieveld 8: OGGZ Regionale thema’s Doelgroepen
Doelstelling op nummer en in kernwoorden Vast te stellen door de gemeenten
Resultaat 2007-2008 Te bepalen door de gemeenten
1.
inzicht zorgbehoeften*
rapportage quickscan en
2.
onderscheid OGGZ-regulier*
insluitings/uitsluitingscriteri a
Opdracht Gever Gemeenten
Opdracht nemer# Te bepalen door de gemeenten
Zorg Kantoor en gemeenten
Activiteiten Vast te stellen door de gemeenten
Globaal Resultaat 2008-2011 Te bepalen door de gemeenten
zorgaanbieders HGM/
quickscan of analyse van zorgmonitor meenemen in punt 1
Doorlopend inzicht in zorgbehoeften van cliëntgroepen
Gemeenten en Woningcorp
Ede Gemeenten HGM/ won. corp
a. ontwikkelen van duurzame setting Ede Oost b. monitoren van woningtoewijzingen
a. Realisatie beschikbaarheid van schakel 1,2 woningen b. Doorloop beschikbaarheid woningen 4,5
Woningcorp Gemeenten Wageningen Veenendaal Ede
RIBW’s
Realiseren van woningen en uitzetten van plannen voor nieuwe RIBW-woningen Oriënteren op mogelijkheden voor realisatie van 19 eenheden locatie Ede
28 RIBW woningen te Wageningen en 26 woningen te Veenendaal Zekerheid over 19 eenheden te Ede
Woningcorp
6 ,7 HGM
5. evalueren van toelatingsprotocol woonschakel 4 6. opstellen verwijzers brochure 7. opstellen lijst woningzoekenden en andere activiteiten ter verbetering van de doorstroom
Adequate toelating Transparante werkwijze Toename aantal personen naar woonschakel 4 bij gelijkblijvende MO plaatsen
Wonen 3. beschikbaarheid woningen a. in woonschakel 1,2 b. in woonschakel 4,5*
4.
uitbreiding woonschakel 3
5.
inzicht toelating woonschakel 4 transparante werkwijze* verbetering doorstroom*
6. 7.
a. locatie Ede Oost b. positieve evaluatie beschikbaarheid van woningen 4,5 Locatie voor 28 RIBW woningen te Wageningen en planning 26 woningen te Veenendaal Oriëntatie op 19 woningen Ede 5. positieve evaluatie toelatingsprotocol 6. brochure werkwijze voor verwijzers 7. lijst van wachtenden
* Doelstellingen met een * zijn nieuw, daar is nog geen actie op ondernomen # Het gaat in deze kolom om voorgestelde opdrachtnemers, het betreft hier geen afspraken
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
28 Onderwerp
Dagbesteding
Doelstelling op nummer en in kernwoorden 8. bijzondere woonvormen
9.
Ketensamenwerking gericht op dagbesteding voor OGGZ doelgroep.
10. Op de vraag afgestemd dagbestedingaanbod (volume en variëteit )* Zorg
Schuldhulp
Veiligheid
Onderzoek naar noodzaak en aantal. Besluiten mbt noodzaak, aantal, vorm, spreiding en locaties van onconventionele woningen 9. Gedragen deelconvenant dagbesteding.
10. Doeltreffend werkzaam operationeel dagbesteding plaatsing bureau (DPB).
Opdracht Gever Gemeenten
Opdracht nemer# HGM/GGD Midden Nederland (GGDMN)
Gemeente Ede (1e jaar) (eventueel samen met het zorgkantoor)
zorgaanbieders
Adequate uitvoering toeleidingsactiviteiten en bemoeizorg
Zorgkantoor/ge meente
zorgaanbieders
12. regievoering op cliëntniveau*
Overzicht van knelpunten
Zorgkantoor
13. doorstroom*
Overzicht van knelpunten
Zorgkantoor
14. Sluitende aanpak cliënten met schulden en financiële problemen *
Adequate schuldhulpverlening en hulp bij financiën in alle gemeenten 20% minder mensen (op jaarbasis) hebben schulden (uitgaande van 160 personen) Resultaat 2007-2008
Gemeenten
HGM/ GGDMN en zorgaanbieders HGM/ GGDMN en zorgaanbieders Gemeente Ede en zorgaanbieder
Doelstelling op nummer en in kernwoorden 16. Inzicht in de werking van een nieuwe aanpak 17. Afstemming zorg en veiligheid (uitvoering)* 18. Inzicht in de doelgroep en in vraag-aanbod *
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
Resultaten van de aanpak ‘geldzorgen in de OGGZ’, een regionaal project dat in 2007 loopt Inzicht in en onderzoek naar afstemming van zorg van cliënten Resultaten onderzoek/inventarisatie
Activiteiten Instellen van een taakgroep voor onderzoek samengesteld uit de gemeentelijke afdelingen volkshuisvesting
Uitvoeren van pilot 2 Dagbesteding
Globaal Resultaat 2008-2011 Realisatiefase
Zelfsturing door veldpartijen op het gebied van dagbesteding en werk en positieve evaluatie. Lacunes komen in gezamenlijk benodigde beleid- en uitvoeringsacties tot oplossing.
Evaluatie van aanbod dagbesteding na 2 jaar convenant
11. Rvv/zorgoverleggen
15. Vermindering/oplossing financiële problemen, bij doorstroom wonen 3,4,5* Onderwerp
Resultaat 2007-2008
Uitgezocht moet worden op welke manier Rvv en Zorgoverleggen bekostigd zullen worden(is reeds in gang gezet) Toezicht en kwaliteitsbewaking door coördinatiegroep. Inventariseren van knelpunten in de regie en inpassingonderzoek landelijke instrumentaria stedelijk kompas t.b.v. de doorstroom van cliënten naar de reguliere zorg
Uitvoering toeleidingsactiviteiten en bemoeizorg
Door de gemeenten(lokaal) te bepalen in een plan van aanpak
Good practices schuldhulpverlening
Plan van aanpak en uitvoering verbeteracties
Op het gebied van regie en doorstroom
Gemeenten
HGM GGDMN en zorgaanbieders
Door de gemeenten te bepalen in een plan van aanpak
Jaarlijks 20% meer mensen die zonder schulden kunnen doorstromen naar woonschakel 3,4,5
Opdracht Gever Gemeente Ede (1e jaar)
Opdracht nemer# Gemeente Ede en zorgaanbieders
Activiteiten
Globaal Resultaat 2008-2011 Implementatie van het geleerde uit de aanpak ‘geldzorgen’ in de Valleiregio
Gemeenten
HGM/ GGDMN, politie, zorgaanbieders Zorgaanbieders/ politie
Gemeenten
Uitvoering project ‘geldzorgen in de OGGZ’, o.a. opname van een tussenstand en go/no-go evaluatiemoment eind 2007. Contact en uitwisseling Rvv en just.casusoverleg
Na evaluatie werkvormen realiseren voor afstemming.
Onderzoeken hoeveel veelplegers en gedetineerden in de regio zijn +
Geen
29 19. Verbetering veiligheid*
inventarisatie vraag-aanbod Nav onderzoek en inventarisatie een plan van aanpak schrijven Lobby, nulmeting en feedback over aangeleverde gegevens door vervolgmeting Nader te bepalen (gelet op provincie en landelijke ontwikkelingen)
Gemeenten
20. Verbetering van het gebruik zorgmonitor
Plan van aanpak verbeteracties 99% van de partijen die 99% gegevens aanleveren
21. Inzicht in zorggebruik en route van cliënten *
Plan van aanpak cliëntvolgsysteem
Provincie Gelderland
Nader te bepalen HGM/ GGDMN en alle partijen Nader te bepalen
Preventie
22. Inzicht in witte vlekken en good practices OGGZ preventie en uitvoering preventieprogramma’s*
Keuze en start van een 1e preventie-programma OGGZ vóór 1 juli 2008
Gemeenten op lokaal niveau
Nader te bepalen
Onderzoeken good practices OGGZ preventie en witte vlekken in de regio. Instellen taakgroep voor plan van aanpak preventie programma
Uitvoeren en evalueren van meerdere preventieprogramma OGGZ
Organisatie nieuwe stijl
23. Organisatie OGGZsamenwerkingsverband nieuwe stijl in werking*
Operationeel organisatiemodel OGGZ en efficiëntere werkwijze.
Gemeenten
Nader te bepalen
Vertaling van conceptmodel naar operationeel organisatiemodel.
Ingekaderde werkwijze voor regionale samw. met smart doelen, zoals overeengekomen in regionaal Oggz Valleikompas- convenant.
Specifieke OGGZtaken
Besluit mbt vorm organisatie nieuwe stijl en realisatie.
Gemeenten
Petit comité uit stuurgroep te formeren. Gemeenten
* Doelstellingen met een * zijn nieuw, er is nog geen actie op ondernomen # Het gaat in deze kolom om voorgestelde opdrachtnemers, het betreft hier geen afspraken
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
Inrichten/vrijmaken/contracteren van benodigde ondersteuning.
Verbeteracties doorvoeren en evalueren Optimale aanlevering van gegevens voor de zorgmonitor en presentatie van resultaten Uitvoering van een cliëntvolgsysteem, evaluatie
30
Bijlage 1: Financieel overzicht OGGZ middelen 2007
2007 Wonen
Uitgaven: Schakel 1+ 2
BS-contract Leger des Heils ( R )
Schakel 1+ 2; wwb-aandeel?
bijdrage Maatschappelijke Opvang
schakel 2a
BS-contract St. Johanitter ( R )
schakel 3
Exploitatie sociaal pension
€
509.527
€ 33.333
€
134.877
€ 66.318
€
203.750
€ 12.866
schakel 4 + 5
in natura
daklozen
onbekend
Dagbesteding
dagbesteding (P)
€ 15.000
€
65.000
Zorg
BS-contract Iriszorg / De grift ( R )
€ 53.440
€
832.894
Centrum Maliebaan
€ 55.228
€
190.111
bijdrage/subsidie projecten VerslavingsBeleid
€ 61.904
bemoeizorg
Bemoeizorg
€ 20.000
€
15.000
vangnetten
ondersteuning vangnetoverleg (lokaal)
€
bijdrage OGGZ-projecten (lokaal)
€ 45.000 €
7.550
verslavingszorg
€
15.000
5.580
zorgcoordinatie OGGZ clienten (lokaal) vangnet OGGZ (regionaal) * Vangnet GGZ toeleiding
€ 103.134
* vangnetteam voor Oggz-toeleiding overige zorg
Aanpak ernstig vervuilde woningen
pm € 10.000
OGGZ-basispakket (vallei regio) 18 ct
€ 36.000
inzet crisis dienst toeleiding onverzekerden OGGZ-schuldhulp
AA-werkgroep De Horizon
€
inkomensbeheer OGGZ clienten
€ 10.620
begeleiding OGGZ clienten met schulden schuldhulpverlening (incidenteel GSO) Veiligheid Specifieke OGGZ-taken
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
566 €
16.200
€
6.209
€
8.900
pm
Totaal
GGD-midden nederland
HGM
provincie (rechtstreeks)
Woning corporatie
Voorheen vanuit AWBZ
Activiteiten
Centrum gemeenten
Gemeenten lokaal
Bron van middelen:
31 zorgmonitor
Zorgmonitor (P)
€ 50.000
onbekend
Preventie
?
Doelgroepen Organisatie nieuwe stijl
pm
Overig / Nog in te vullen
geen oggz
Nader in te vullen
€
535
vanaf 2007 taken ivm AWBZ/OGGZ schatting ( R )
€
-
€
200.000
vrije ruimte
€ 90.000
€
50.000
Totale Uitgaven
€ 530.390
€ 2.224.909
uitvoeringskosten
€ 65.557
€
BS-contract slachtofferhulp
72.875
€ 133.243
€
-
€
-
€ 36.000
€ 2.755.299 €
138.432 14.875 N
steunpunt huiselijk geweld vriendendienst incidenteel geld
GSO woonketen tbv herhuisvesting (P)
300.000 N
reintegratie
150.000 N
incidenteel geld zorgmonitor incidenteel geld project en communicatiekosten incidentele vrije ruimte 2007
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
63.000 N 57.000 N 281.000 N
32
Wonen
Uitgaven activiteiten:
Schakel 1+ 2
BS-contract Leger des Heils ( R )
Schakel 1+ 2; wwb-aandeel?
bijdrage Maatschappelijke Opvang
schakel 2a
BS-contract St. Johanitter ( R )
schakel 3
Exploitatie sociaal pension
Totaal
HGM
De Gelderse Roos
2007
Iris zorg
RIBW
Gewenste middelen:
schakel 4 + 5 Dagbesteding Zorg
dagbesteding (P) verslavingszorg
€ 15.000
€
15.000
€ 45.000
€ 234.007
BS-contract Iriszorg / De grift ( R ) Centrum Maliebaan bijdrage/subsidie projecten VerslavingsBeleid
bemoeizorg
Bemoeizorg
vangnetten
ondersteuning vangnetoverleg (lokaal) bijdrage OGGZ-projecten (lokaal) zorgcoordinatie OGGZ clienten (lokaal) vangnet OGGZ (regionaal) * Vangnet GGZ toeleiding
€ 79.215
€ 69.792
€ 40.000
* vangnetteam voor Oggz-toeleiding overige zorg
Aanpak ernstig vervuilde woningen AA-werkgroep De Horizon OGGZ basispakket HGM (18 ct per inwoner)
OGGZschuldhulp
inzet crisis dienst
€
6.209
Toeleiding onverzekerden
€
8.900
inkomensbeheer OGGZ clienten begeleiding OGGZ clienten met schulden schuldhulpverlening (incidenteel GSO)
Veiligheid Specifieke OGGZ-taken zorgmonitor
Zorgmonitor (P)
€ 20.000
Preventie Doelgroepen Organisatie nieuwe stijl Overig / Nog in te vullen TOTAAL
€ 79.215
Drieluik OGGZ De Valleiregio – mei 2007
€ 69.792
€ 60.000
€ 75.109
€
-
€ 249.007
33
Bijlage 2: Conceptmodel van de organisatie ‘nieuwe stijl’ OGGZ-samenwerking ‘De Valleiregio’
Wethoudersoverleg OGGZ P R O C E S E V A L U A T O R
Ambtenarenoverleg OGGZ
Agenda- commissie wethouders, zorgkantoor en woningcorporatie en secretaris
Lokale OGGZ
secretaris coördinatiegroep
Coördinatiegroep OGGZ Lokale OGGZ
Lokale OGGZ
Taakgroep
Lokale OGGZ
Lokale OGGZ
Taakgroep
Lokale OGGZ
Lokale OGGZ
34
Bijlage 3: Toelichting organisatie ‘nieuwe stijl’ OGGZ-samenwerking ‘De Valleiregio’ 1.
Processen
2. 3.
Besluitvorming Gemeentelijke procedures
4.
Taken per functie
5.
Resultaat(verplichting)
1. Processen Nieuwe plannen vanuit de opdrachtgever: • De opdrachtgever5 prioriteert doelen en activiteiten (Drieluik OGGZ) in overleg met de coördinatiegroep
• De opdrachtgever specificeert haar wensen en nodigt de coördinatiegroep schriftelijk uit om voor elke activiteit een gezamenlijk of separaat (al naar gelang de activiteit) plan in te dienen inclusief een omschrijving van het resultaat/de inspanning en een begroting en tijdspad.
• De coördinatiegroep (opdrachtnemers) bespreekt de inhoud en aanpak van de activiteiten en de wijze waarop plannen bij de opdrachtgever ingediend zullen worden. Daarbij handelt zij in overeenstemming met de visie en doelstellingen in het Drieluik.
• De opdrachtgever kan de opdrachtnemer vragen de plannen bij te stellen of aan te vullen. • Zowel opdrachtgever, als opdrachtnemer zijn gehouden aan de (binnen eigen geledingen geldende) termijnen en planning van (het indienen van) aanvragen en voorstellen.
• (Formulier volgens format) Lopende activiteiten vanuit de opdrachtgever:
• Lopende inhoudelijke en financiële relaties met de opdrachtgever worden jaarlijks, in het laatste kwartaal geëvalueerd en zonodig eerder.
• De opdrachtgever is gerechtigd de financiële relatie jaarlijks gefundeerd opnieuw aan te gaan/te beëindigen, maar zal continuering van de zorg/activiteiten niet ongemotiveerd staken en niet onnodig in gevaar brengen. Evenmin zal de opdrachtgever onwenselijke concurrentie nastreven.
• De opdrachtgever kan de opdrachtnemer vragen om specificaties en producten. Nieuwe plannen vanuit de opdrachtnemers:
• De coördinatiegroep (opdrachtnemers) kan eigen plannen ontwikkelen die betrekking hebben op de OGGZdoelstellingen en activiteiten voor 2007-2011.
• De coördinatiegroep kan plannen van aanpak uitzetten bij taakgroepen of individuele personen ter nadere uitwerking.
• De coördinatiegroep kan ongevraagd plannen ontvangen van taakgroepen of individuele personen. • De coördinatiegroep kan (ongevraagd) plannen ter bespreking en financiering overleggen aan de agendacommissie van de opdrachtgevers of agendapunten aandragen voor de commissie.
• De coördinatiegroep kan zelf fondsen of andere financiering zoeken voor plannen. • De coördinatiegroep zorgt voor een goede afstemming van de diverse activiteiten en plannen. • De coördinatiegroep zorgt voor tijdige indiening van plannen met resultaat/inspanning, tijdspad en begroting. • (Formulier volgens format) Lopende activiteiten vanuit de opdrachtnemers: 5
De term opdrachtgever staat hier voor meerdere opdrachtgevers samen: representeert het collectief aan opdrachtgevers. Hetzelfde geldt voor de in dit document gehanteerde term opdrachtnemer.
35
• De coördinatiegroep zorgt voor goede afstemming van de lopende activiteiten bij de diverse zorgaanbieders en handelt zodanig dat de continuïteit van de zorg/activiteiten niet in gevaar komen. Evenmin zullen opdrachtnemers onwenselijke concurrentie nastreven.
• De coördinatiegroep brengt (jaarlijks) evaluatief verslag uit over de door haar uitgevoerde activiteiten aan de opdrachtgevers via de agendacommissie.
2. Besluitvorming Opdrachtgevers:
• De behandeling van een nieuw plan wordt 1 maand voordat het wethoudersoverleg plaatsvindt besproken in de agendacommissie.
• Indien de gemeente opdrachtgever is wordt het lokale gemeentelijk of centrumgemeentelijke besluit door het betreffende college van b&w respectievelijk de gemeenteraden genomen en daarover vindt communicatie plaats door tussenkomst van het wethoudersoverleg OGGZ . Indien de woningcorporatie (in randvoorwaardelijke zin), het zorgkantoor of de provincie opdrachtgever is wordt het besluit in eigen gelederen genomen. In alle gevallen passeert het besluit de agendacommissie.
• Besluiten over financiële relaties blijven de verantwoordelijkheid van de betreffende opdrachtgever. De agendacommissie wordt geïnformeerd over lopende subsidierelaties, de evaluatie en het advies hierover passeren de agendacommissie. Opdrachtnemers:
• De coördinatiegroep neemt ter afstemming en besluitvorming de aanvragen en plannen in behandeling die 1 maand voor de vergaderdatum van de coördinatiegroep zijn ingediend.
• De coördinatiegroep kan naar eigen inzicht plannen ter advies en toetsing aanbieden aan (externe) deskundigen of andere referenten, voordat zij een besluit neemt.
• De coördinatiegroep kan een plan inhoudelijk goedkeuren (voorziet een plan van een positief of negatief advies) en ter financiering aanbieden aan opdrachtgevers (via de agendacommissie) of aan een andere financier (fonds, eigen middelen), indien van toepassing kan zij ook een plan afwijzen.
• In alle gevallen betracht de coördinatiegroep een zorgvuldige werkwijze om de aanvrager te antwoorden. 3. Procedures
• De opdrachtgevers hanteren ieder de eigen (gemeentelijke) subsidieverordeningen • Dit betekent dat de gespecificeerde plannen/begrotingen voor activiteiten tijdig binnen moeten zijn bij de agendacommissie ter afstemmende besluitvorming en voor een tijdige doorgeleiding.
• De agendacommissie stelt de coördinatiegroep tijdig op de hoogte van de exacte data voor inlevering van plannen en begrotingen.
4. Taken per functie
Wethoudersoverleg
• Het wethoudersoverleg is een regulier overleg dat minstens twee keer per jaar bijeenkomt, voorbereid door het ambtenarenoverleg.
• Het wethoudersoverleg adviseert over nieuwe plannen en lopende subsidierelaties. • Het wethoudersoverleg fungeert als opdrachtgevende partij vanuit de gemeenten en heeft een trekkersrol voor het behalen van doelen en initiëren van activiteiten
36
• Het wethoudersoverleg brengt de verdere gemeentelijke besluitvormingsprocedure op gang • Het wethoudersoverleg beoordeelt evaluaties van uitgevoerde activiteiten. Ambtenarenoverleg
• Het ambtenarenoverleg komt drie keer per jaar bijeen en bereidt de stukken voor voor het wethoudersoverleg en voorziet nieuwe plannen en lopende subsidieaanvragen van een advies.
• Zij adviseert gemeenten over de lokale uitwerking van de OGGZ per gemeente en over wensen tot regionale afspraken.
• Ze expliceert de hoofdlijnen van het beleid van de gemeente aan de opdrachtnemers en informeert hen over de financiële middelen.
Agendacommissie
• De agendacommissie bestaat uit twee wethouders, een vertegenwoordiger van het zorgkantoor, de provincie en van de woningcorporaties. Zij komt vier keer per jaar bijeen. Zij zijn een afvaardiging van de opdrachtgevende partijen.
• De agendacommissie wordt ondersteund door een secretaris • Zij neemt aanvragen voor financiën in behandeling die gericht zijn aan de agendacommissie of neemt kennis van financiële verzoeken die tussen opdrachtgever-opdrachtnemer separaat spelen.
• Zij adviseert over financiële aanvragen gericht aan de agendacommissie en indien positief draagt zij die voor bij de betreffende opdrachtgever: gemeente, zorgverzekeraar, provincie, woningcorporatie.
• De agendacommissie vervult over het geheel een voortgangsbewakende rol. • De agendacommissie zorgt voor adequate doorstroom van en naar het wethoudersoverleg. Procesevaluator (tijdelijk)
• De procesevaluator monitort en evalueert de processen in het samenwerkingsverband • Hij signaleert knelpunten, adviseert en geeft aanwijzingen om de activiteiten uit te voeren en de doelstellingen te behalen.
• De procesevaluator is geen trekker, maar voorziet in de implementatiefase iedereen van informatie en draagt zorg voor een goede communicatie tussen de organen.
• Ter ondersteuning kan hij hulpmiddelen of instrumenten ontwikkelen. De coördinatiegroep
• De coördinatiegroep bestaat uit diverse belangrijke veldpartijen, inhoudelijk deskundig en met overzicht over het OGGZ-veld.
• De coördinatiegroep initieert gezamenlijke en inhoudelijke plannen, geeft sturing aan deze plannen en zorgt voor een adequate afstemming.
• De coördinatiegroep voorziet in een eigen voorzitter. • De coördinatiegroep wordt ondersteund door een secretaris. Deze helpt de coördinatiegroep met de voorbereiding van offertes en maakt projectvoorstellen klaar.
• De coördinatiegroep ziet toe op de uitvoering en bewaakt de voortgang van de uitvoeringsfase. • De coördinatiegroep kan plannen uitzetten in taakgroepen in de voorbereidingsfase. • De coördinatiegroep kan te allen tijde deskundigen of referenten om advies vragen.
37
Taakgroepen
• Een taakgroep bestaat uit deskundigen die voor de duur van een, welomschreven, opdracht de uitwerking van een activiteit op zich neemt, zodat de coördinatiegroep een beslissing kan nemen op het betreffende gebied.
• Een taakgroep kan ook een eigen initiatief zijn van deskundigen op een bepaald terrein (bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen), met de bedoeling de coördinatiegroep ongevraagd advies te geven, eventueel vergezeld van een gespecificeerd plan.
• Een lokaal OGGZ-overleg kan fungeren als taakgroep en dus ook zelf plannen voorleggen.
7. Resultaat (verplichting)
• Elke activiteit moet beschreven zijn in een plan van aanpak. • Een plan van aanpak dient aangevuld te zijn met een SMART geformuleerde resultaten, een tijdspad en een begroting.
• Bij toekenning van de opdracht aan een opdrachtnemer (of aan meerdere opdrachtnemers), is deze verantwoordelijk voor het behalen van deze resultaten in de afgesproken tijdsperiode.
• Indien de opdrachtnemer niet voldoet aan haar verplichtingen, staat het de opdrachtgever vrij om het contract te verbreken en de opdracht aan een andere partij te gunnen.
38
Regionaal toelatingsprotocol woonschakel 4 Februari 2007. Toewijzing van woonruimte aan een kandidaathuurder OGGZ met een problematische huursituatie. Tot nu toe komt het voor dat een huurder zoveel problemen geeft (b.v. door huurschuld en/of overlast) dat een woningcorporatie alleen nog de weg kan opgaan van ontruiming. Soms lukt het om de situatie nog tijdig te bespreken in het sociaal vangnet van de betreffende gemeente (overleg van politie, woningcorporatie en zorginstellingen): door hulp van meerdere kanten kunnen de problemen hanteerbaar worden en kan de bewoner blijven waar hij woonde. Soms ook lukt het om de bewoner via een “Tweede kans beleid” een woning elders aan te bieden. Omdat woningcorporaties niet alleen een verantwoordelijkheid hebben naar deze ‘problematische’ huurders, maar ook naar de buren van deze huurders, bevindt de hulp die woningcorporaties kunnen bieden zich op de rand van wat zij kunnen doen. Tegelijk hebben de woningcorporaties in De Valleiregio aangegeven dat zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid tot huisvesting na willen komen, ook voor deze groep van problematische huurders. In de hieronder voorgestelde aanpak hebben de woningcorporaties in De Valleiregio een belangrijke taak tot (her)huisvesting van deze doelgroep op zich genomen. Daarnaast vragen zij een inspanning van de huurder en van de zorgverlenende instelling: 1. De zorgverlenende instelling neemt een - op de kandidaat huurder afgestemde - vorm van ambulante zorg op zich, in de begeleiding van de huurder in een ‘schakel 4’ woning. 2. De huurder verplicht zich tot het gebruik maken van de aangeboden ambulante zorg. Huurder, zorgverlenende instelling en woningcorporatie ondertekenen ieder het huurcontract. Inleiding: woningcorporaties en OGGZ In het kader van het Convenant OGGZ De Valleiregio is er door de gemeenten en instellingen in De Valleiregio een sluitende keten in wonen en zorg geformuleerd voor de opvang van de doelgroep OGGZ6, met vijf schakels: 1. de noodopvang / passantenopvang (6 plaatsen aan de Langekampweg in Ede, maximaal 30 dagen), 2. het verlengd verblijf (sociaal pension, 30 plaatsen aan de Langekampweg te Ede, maximaal 1 jaar), 2.a. tijdelijk verblijf lichte problematiek (9 plaatsen Pasteurlaan/Johanniter Opvang, < 13 weken) 3. het RIBW-verblijf (24 uurs beschermd wonen in een woonvoorziening met 20-30 plaatsen, in Veenendaal, Wageningen en Ede), 4. zelfstandig wonen met verplichte ambulante zorg, 5. zelfstandig wonen. De wooneenheden in de schakels 1 en 2 zijn voor De Valleiregio geconcentreerd in Ede, schakel 3 vindt ook plaats in Veenendaal en Wageningen. De schakels 4 en 5 vinden in alle gemeenten van De Valleiregio plaats, met toewijzing op basis van het principe van ‘de gemeente van herkomst’. Het gaat in deze notitie om schakel 4: mensen krijgen een huurwoning aangeboden, waarbij een verplichte afname van zorg aan huis wordt afgesproken. De hulpverlenende instelling biedt ambulante zorg. Dit in tegenstelling tot schakel 5, waar mensen op eigen initiatief hulpverlening/begeleiding aanvaarden. In de praktijk zullen mensen in schakel 4 een zelfstandige woning met verplichte afname van zorg toegewezen krijgen. Na enige tijd is de verplichte afname van ambulante zorg niet meer nodig, wordt het huurcontract aangepast tot een ‘normaal’ huurcontract en blijft de huurder in de zelfde woning wonen. Deze notitie heeft tot doel gehad om tot overeenstemming te komen tussen gemeenten, corporaties en hulpverlenende instellingen in De Valleiregio m.b.t. het aanbieden van woonruimte voor zelfstandige bewoning aan de doelgroep OGGZ.
6
OGGZ: Openbare Geestelijke Gezondheidszorg: het betreft o.a. de opvang van mensen die niet zelf om hulp vragen: zogeheten “zorgwekkende zorgmijders”. Omdat deze mensen niet zelf om hulp vragen (zoals in de GGZ), heeft de (lokale) overheid de taak om voor hen een vangnet aan hulp te organiseren. De doelgroep van de OGGZ is breder dan die van de ‘maatschappelijke opvang’ (de opvang van dak- en thuislozen): het gaat ook om mensen die wel onderdak hebben, maar een gevaar opleveren voor zich zelf of voor hun omgeving en/of overlast bezorgen.
39
Het betreft de gemeenten en instellingen in De Valleiregio: Barneveld, Ede, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen. De Woningstichting te Wageningen coördineert het aanbieden van deze zelfstandige woonruimte voor de doelgroep Oggz voor de woningcorporaties (hierna artikel 5, 11, 12 en 13). Na discussie binnen gemeenten, corporaties en zorginstellingen is gebleken dat betrokkenen zich kunnen vinden in onderstaande protocoltekst en bepalingen, onder verwijzing naar een hierna opgenomen evaluatiebepaling in artikel 31. Er kan worden overgegaan tot ondertekening door deze instellingen.
Toewijzing zelfstandige woning Rol voor de Woningstichting te Wageningen, als centraal aanmeldadres (punt 1 t/m 6): 1. Een hulpverlenende instelling meldt een kandidaat huurder - na een toets door HGM en via HGM - aan bij de Woningstichting te Wageningen, als vertegenwoordiger van de woningcorporaties in De Valleiregio. Daarbij vermeldt hij dat het gaat om iemand uit de OGGZ doelgroep en om plaatsing in schakel 4 van de woon/zorg keten. De toets door HGM houdt in: a) is de kandidaat huurder in staat om gebruik te maken van een “schakel 4 woning”; b) biedt de aanmeldende organisatie in het zorgplan voldoende ambulante zorg? 2. De aanvragende hulpverleningsinstantie geeft, met schriftelijke instemming van de kandidaat huurder, openheid van zaken over de kandidaat huurder: duidelijk moet worden of: a) de kandidaat huurder naar inschatting van de aanvragende hulpverleningsinstantie het zelfstandig wonen lijkt aan te kunnen, in combinatie met ambulante hulp, b) de kandidaat huurder vanuit een ontruimingssituatie komt bij één van de corporaties uit De Valleiregio. Ook doet de hulpverlenende instelling voorwerk voor de bepaling van de “gemeente van herkomst” van de kandidaat huurder (zie verder punt 6 en 30). 3. De hulpverlenende instantie dient aan te geven, dat de kandidaat huurder in staat blijkt te zijn om zelfstandig te wonen, met enige vorm van ambulante zorg. De kandidaat huurder heeft aangegeven bereid te zijn deze ambulante hulpverlening ook te aanvaarden van die instelling en daar ook zijn of haar noodzakelijke bijdrage aan te leveren (afspraken worden vastgelegd in een driepartijen-overeenkomst – zie punt 25). 4. Er zal duidelijkheid moeten zijn over de eindafrekening en afhandeling van eerdere verhuringen. Dit kan bestaan uit betaling achterstand ineens, betalingsregeling, excuses aan medewerker die onjuist is bejegend/benaderd etc. 5. Op basis van de gemeente van herkomst en het sociaal netwerk van de kandidaat huurder en in bijzondere situaties op basis van de meeste geschikte Gemeente voor de kandidaat huurder verwijst de Woningstichting te Wageningen de kandidaat huurder door naar een corporatie in één van de gemeenten in De Valleiregio. (Dit kan ook de Woningstichting te Wageningen zelf zijn). 6. Voor de bepaling van de gemeente van herkomst maakt HGM gebruik van de zelfde criteria als die Ede hanteert voor de Wwb verrekeningsafspraken tussen de 7 gemeenten: a) Indien de kandidaat huurder op de dag dat hij zijn zelfstandige bewoning verloor, minimaal 3 jaar van de 5 jaar, voorafgaand aan de dag van het niet meer zelfstandig wonen, ingeschreven heeft gestaan in het GBA van één van de Valleigemeenten, wordt deze gemeente aangemerkt als gemeente van herkomst. b) Indien de kandidaat huurder niet voldoet aan het gestelde onder 6.a), en de kandidaat huurder, en/of diens ouders, en/of diens kinderen, op de dag dat hij zijn zelfstandige bewoning verloor, ingeschreven stond in het GBA van één van ‘De Valleiregio’ gemeenten, wordt deze gemeente aangemerkt als gemeente van herkomst. c) Indien de kandidaat huurder niet voldoet aan het gestelde onder 6.a) en 6.b), en kandidaat huurder is geboren in één van de Valleiregiogemeenten, wordt deze gemeente aangemerkt als gemeente van herkomst. 7. De desbetreffende corporatie nodigt de kandidaat huurder en de aanvragende hulpverleningsinstantie uit voor een overleg. Rol voor plaatsende corporatie (vanaf punt 8): 8. De plaatsende corporatie heeft het recht om de kandidaat huurder te weigeren in verband met bijvoorbeeld ernstige bedreigingen uit het verleden aan het personeel. 9. Deze corporatie beslist ook welke woning en in welke wijk wordt toegewezen. 10. Bij plaatsing van een OGGZ-huurder meldt de betreffende corporatie de woonruimtevergunning-gegevens aan de afdeling volkshuisvesting van de betrokken gemeente. 11. Wanneer een corporatie een kandidaat huurder weigert, meldt zij dit direct en beargumenteerd aan de Woningstichting te Wageningen.
40
12. De Woningstichting te Wageningen kijkt – indien een corporatie een kandidaat huurder heeft geweigerd – of kandidaat huurder eventueel wel passend zou zijn bij een andere corporatie. Tegelijk houdt de Woningstichting te Wageningen bij welke situaties aanleiding geven voor een weigering door een corporatie. 13. Indien plaatsing uiteindelijk onmogelijk blijkt meldt de Woningstichting te Wageningen dit aan HGM. Vervolgens zoekt HGM samen met de hulpverlenende instelling verder naar passende huisvesting.
Eventueel bestaande huurschulden 14. Voordat er een nieuw huurcontract met de plaatsende corporatie kan worden getekend, dient er eerst een regeling te zijn getroffen voor eventuele oude huurschulden. In eerste instantie wordt het uitgangspunt gehanteerd, dat de gehele betalingsachterstand is of ineens wordt voldaan (te denken valt hierbij aan een lening van de Kredietbank). 15. Ook kan een huurder worden geaccepteerd met oude huurschulden, die inmiddels in het WSNP traject zit, of heeft doorlopen. 16. Indien een huurder gebruik maakt van een schakel 4 woning (zelfstandig wonen + verplichte afname van zorg) en door nieuwe schulden uit de WSNP valt, vervalt ook per direct het huurcontract. 17. In uitzonderlijke gevallen kan in overleg tussen de desbetreffende Gemeente, hulpverleningsinstelling, Schuldhulpverlening en de corporatie afwijkende afspraken gemaakt worden (decentrale afspraak). Dit kan b.v. gaan om een kandidaat huurder die onder budget beheer van de Kredietbank of Bureau Schuldhulpverlening valt. 18. Indien de Kredietbank of Bureau Schuldhulpverlening een lange wachtlijst hebben, treedt de hulpverlenende instelling in overleg met de Kredietbank of Bureau Schuldhulpverlening, om de kandidaat huurder met voorrang te helpen voor een regeling van budgetbeheer. 19. Gemeenten maken afspraken met de Kredietbank en Bureau Schuldhulpverlening, over het principe dat de OGGZ kandidaat huurder met voorrang wordt geholpen.
Nieuw huurcontract 20. Eerst nadat er een regeling is getroffen voor een eventuele oude huurschuld (zie de punten 14 t/m 19), is het mogelijk om de kandidaat huurder (opnieuw) een zelfstandige woning aan te bieden. 21. In het huurcontract wordt opgenomen dat de huurder zich verplicht tot het aanvaarden van regelmatige ambulante hulp door de hulpverlenende instelling en tot het leveren van zijn of haar noodzakelijke bijdrage daaraan. 22. Het huurcontract vervalt indien a) de huurder eenzijdig en zonder instemming van de corporatie en de hulpverlenende instelling de hulp van de instelling opzegt, of b) de huurder in de WSNP zit en door nieuwe schulden uit de WSNP valt (zie punt 16). c) de huurder (aanhoudende)overlast veroorzaakt aan omwonenden. 23. Na het eerste half jaar vindt er een evaluatie plaats van de bewoning. Verhuurder, huurder en hulpverleningsinstelling zijn hierbij aanwezig. Daarna vindt het overleg eenmaal per jaar plaats. Tussentijds kan dit overleg ook plaats vinden op initiatief van één van de drie betrokken partijen. 24. Alleen wanneer blijkt dat de huurder naar het inzicht van de hulpverlenende instelling geen ambulante zorg aan huis meer nodig heeft, kan deze verplichting tot afname van hulp als bepaling in het huurcontract komen te vervallen. De drie betrokken partijen bespreken dit eerst in een gezamenlijk overleg. 25. Het huurcontract wordt – i.v.m. deze bepalingen m.b.t. ambulante hulp aan huis – door drie partijen ondertekend: a) de woningcorporatie, b) de huurder, c) de hulpverlenende instelling. 26. Het huurcontract wordt ondertekend voor in eerste instantie 1 jaar. De woningcorporatie kan tot één maand voor afloop van dat jaar de huur schriftelijk opzeggen, indien er aanwijsbare en zwaarwegende redenen zijn dat er geen sprake is van normale bewoning. Vooraf bespreekt de corporatie dit met de huurder en de hulpverlenende instelling. Zonder deze opzegging gaat het tijdelijke contract stilzwijgend over in een contract voor onbepaalde tijd.
Betaling huur 27. In het huurcontract wordt ook een bepaling opgenomen m.b.t. de betaling van de (nieuwe) huur. Dan gaat het om afspraken die ervoor moeten zorgen, dat op het nieuwe adres geen betalingsachterstand gaat ontstaan.
41
28. De huurbetaling kan via een inhouding op de Wwb uitkering van de gemeente worden voldaan. Indien de huurder geen uitkering van de Sociale Dienst ontvangt, dan kan ook een automatische machtiging tot betaling worden afgegeven door de huurder, via een eigen rekening, of via budgetbeheer door de schuldhulpverlening.
Overige bepalingen 29. Onderverhuur wordt niet toegestaan. 30. Binnen 3 maand na ondertekening van dit protocol stelt de HGM in samenspraak met gemeenten en corporaties een aanmeldingsformulier op voor de schakel 4 woningen, ter ondersteuning van een uniforme werkinstructie voor de aanmeldende hulpverlenende instelling. Daarin neemt de HGM de van de kandidaat huurder uit te vragen gegevens op, die relevant zijn voor een beoordeling door de corporaties van een verzoek om toelating. Daarin neemt de HGM de van de kandidaat huurder uit te vragen gegevens op, noodzakelijke informatie en procedureinformatie, die relevant zijn voor een beoordeling door de gemeenten van een aanvraag voor ondersteuning in het kader van de Wet Werk en Bijstand .7 31. Vanaf het moment van ondertekening van dit protocol vindt er halfjaarlijks evaluatie plaats. Daarin wordt in elk geval gerapporteerd over de volgende evaluatiepunten a) werkt dit toelatingsprotocol voor schakel 4 in zijn geheel zoals beoogd en specifiek het aanmeldingsformulier (punt 30), b) is in de praktijk daadwerkelijk de doelgroep bediend, waar het om ging: heeft er zuiver een toelating plaatsgevonden van personen, zoals concreet omschreven in de doelgroepomschrijving van de Oggz convenantafspraken, c) verloop en aantal gebleken niet mogelijke plaatsingen (punt 13) en d) de betrouwbaarheid van de aanname uit 2004 om een aantal van 88 woningen voor schakel 4 te realiseren. 32. Gemeenten en woningcorporaties kunnen op basis van dit protocol, in een aanvullende lokale samenwerkingsovereenkomst, bijzonderheden overeenkomen die specifiek gelden voor die gemeente. Bijvoorbeeld voor het te volgen traject van signalering, doorverwijzing, begeleiding en schuldregeling, evenals de daarbij te volgen specifieke locale procedures8. 33. Onderhavig protocol is geldig, vanaf het moment van ondertekening, tot uiterlijk eind 2011. Deze duur is in lijn met de beoogde tijdsduur van het te sluiten nieuwe Oggz convenant 2007-2011. Hieraan is de voorwaarde verbonden van het afkomen van de nog plaats te vinden finale instemmende besluitvorming in De Valleiregiogemeenten, met betrekking tot het aangaan van deze overeenkomst voor een nieuwe meerjarige Oggz convenantperiode.
Ondergetekende instantie verklaart in te stemmen met het Regionaal toelatingsprotocol woonschakel 4 en in overeenstemming met het daarin op de eigen instantie betrekking hebbende omschreven taakaandeel te zullen handelen.
………………………………..
………………………………. …………………
(invullen gemeentenaam, corporatienaam of naam instelling,)
(naam en functionaris ondertekenaar invullen)
7 geldt alleen voor situaties waarin de Wwb van toepassing is op de aan te melden kandidaat-huurder, zoals de checklist levensonderhoud die het Centrum voor Werk en Inkomen hanteert. 8 Voorbeeldtekst invulling artikel 32 Ede-Woonstede: De gemeente Ede en Woonstede ondertekenden in juli 2006 de samenwerkingsovereenkomst Vrijwillige schuldregeling met huurder. Genoemde overeenkomst legt afspraken tussen Woonstede en de gemeente vast over het te volgen traject van signalering, doorverwijzing, begeleiding en schuldregeling evenals de te volgen procedures. De afspraken in dit protocol zijn onverkort van toepassing op een beoordeling van de situatie van een kandidaat-huurder uit de Oggz-doelgroep, in geval van toewijzing van den schakel-4 woning op basis van de onderhavige procedure voor toewijzing van woonruimte aan een kandidaat huurder Oggz met problematische huursituatie.
42
43
44
45
46
47