Gemeentelijk Verkeers- en VervoerPlan Teylingen 2010 - 2020 (GVVP)
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Gemeentelijk Verkeers- en VervoerPlan Teylingen 2010 - 2020 (GVVP) deelnota 5: Kaderstellend beleid
Gemeente Teylingen December 2009
2
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding
5
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Rijksbeleid Nota Mobiliteit Nota Ruimte Vierde Nationaal Milieubeleidsplan Wetgeving geluidhinder Wetgeving Luchtkwaliteit
7 7 11 12 13 14
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Provinciaal beleid PVVP “beheerst groeien” Fietsplan Zuid-Holland Provinciaal geluidbeleid Provinciaal Luchtkwaliteitsbeleid
15 15 17 17 18
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9.
Regionaal beleid Regionaal verkeer- en vervoerplan (RVVP) Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Studie Rijnlandroute OV visie Holland Rijnland Regionaal parkeerbeleid Milieubeleidsplan 2003-2010, milieudienst West-Holland Plan van Aanpak Klimaatprogramma 2008-2012 Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw Regionale Structuurvisie 2020
19 19 21 23 24 26 27 28 29 30
5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.8.
Lokaal beleid Verkeersstructuur Voorhout 2020 Wegencategoriseringsplannen Herinrichting Herenstraat Voorhout Toekomstvisie Teylingen Visie op recreatie en toerisme Woonvisie Teylingen 2008-2020 Gemeentelijk parkeerbeleid Gemeentelijk verkeersveiligheidsbeleid
31 31 32 32 33 34 35 35 39
5.9. Gemeentelijk Milieubeleid 5.10. Groenbeleidsplan 5.11. Jeugdnota 5.12. Ouderennota
40 40 41 41
3
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
4
1. Inleiding Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Het GVVP van Teylingen is opgebouwd een hoofdnota met 5 deelnota’s. Deze deelnota behandelt de beleidsachtergrond ten aanzien van het verkeers- en vervoerbeleid. In deze deelnota van het GVVP zijn essentiële onderdelen van bestaande beleidsdocumenten van rijk, provincie, regio en de gemeente opgenomen die relevant en kaderstellend zijn voor het verkeers- en vervoerbeleid. Het gemeentelijk verkeer- en vervoerbeleid kan niet los worden gezien van het beleid van andere overheden zoals de rijksoverheid, provincie en regio. Binnen de regio, de provincie Zuid-Holland en de Randstad speelt een groot aantal ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer. Deze kunnen invloed hebben op Teylingen. Daarnaast is er sprake van algemeen kaderstellend beleid dat de richting voor Teylingen in de toekomst mede zal bepalen.
5
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
6
2. Rijksbeleid 2.1. Nota Mobiliteit
Mobiliteit randvoorwaarde voor economie en leefbaarheid Mobiliteit is een noodzakelijke voorwaarde voor economische en sociale ontwikkeling. Met de Nota Mobiliteit is het rijksbeleid veranderd van sturend en gericht op het terugdringen van de automobiliteit naar een meer voorwaardenscheppend beleid dat gericht is op het faciliteren van de groeiende mobiliteitsbehoefte. De nieuwe beleidslijn is: “mobiliteit mag en hoort bij de samenleving”. De groei van het verkeer wordt vanwege het economische en maatschappelijke belang (binnen wettelijke en beleidsmatige kaders voor milieu, veiligheid en leefomgeving) gefaciliteerd. Van visie naar uitvoeringsprogramma De Nota Mobiliteit is het nationaal verkeers- en vervoersplan (NVVP) op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer. Het uitvoeringsprogramma bij de Nota Mobiliteit is vastgelegd in het MIRT (meerjarenprogramma infrastructuur, ruimte en transport). De Nota Mobiliteit is een uitwerking van de Nota Ruimte. In de Nota Ruimte is de ruimtelijke strategie uiteengezet, waarin een sterke economie, veilige samenleving en goed leefmilieu voorop staan. Een goede en optimaal functionerende mobiliteitsstructuur ligt aan deze uitgangspunten ten grondslag. Om de economische structuur te versterken, moeten de verbindingen tussen de economische kernverbindingen worden gefaciliteerd en geoptimaliseerd. De Nota
Verbreding A4 De A4 tussen het knooppunt Burgerveen en Leiden is in het MIRT-projectenboek opgenomen. In de komende jaren wordt de A4 verbreed naar van 2x2 naar 2x3 rijstroken, waarbij ter hoogte van Leiden een scheiding wordt aangebracht tussen lokaal verkeer via parallelwegen en doorgaand verkeer via hoofdrijbanen. De verbreding van de A4 als capaciteitsverruimende maatregel zal leiden tot een betere doorstroming op de A4.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer moet verkeersbeleid worden opgesteld. De basisgedachte van de planwet is dat alle overheden dit beleid in onderling overleg opstellen. Het Rijk heeft daartoe de Nota Mobiliteit opgesteld. Deze nota is in 2004 vastgesteld en vormt de basis voor het nationale verkeersbeleid. Verkeers- en vervoersbeleid van lagere overheden moet anticiperen op de Nota Mobiliteit.
Mobiliteit geeft prioriteit aan de hoofdverbindingsassen en noemt concreet de hoofdverbindingsassen tussen bijvoorbeeld de greenports en de grote steden, zoals de A4.
Lagere rijksprioriteit A44 De A44 wordt door het rijk niet ingedeeld bij de hoofdverbindingsassen welke prioriteit hebben. De A44 vormt een alternatieve route op de relaties tussen Den Haag en Amsterdam en loopt door de gemeente Teylingen. De A44 wordt echter niet concreet genoemd in het MIRT. De A44 kent echter evenals de A4 afwikkelingsproblemen. De capaciteitsverruiming op de A4 zal enig soelaas kunnen bieden voor de A44. Dit zal echter onvoldoende zijn om op de langere termijn de A44 congestievrij te houden. Vooral de aansluitingenstructuur van de A44 ter hoogte van Teylingen dient nader te worden heroverwogen aangezien momenteel hier sprake is van een niet optimale aansluitingenstructuur. Aanpassing van de aansluitingen op de A44 kan grote gevolgen hebben voor de regionale wegenstructuur en de gemeente Teylingen. 7
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Voor het nemen van besluiten op regionaal niveau zijn de regio’s de aangewezen bestuursorganen. Decentralisatie van verantwoordelijkheden en ontschotting van middelen daar waar kan en centraal wat moet. De ontschotting van middelen in de Brede Doeluitkering verkeer in vervoer gaat gelijk op met het budget van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het Rijk kan daarboven nog financieel bijdragen aan decentrale oplossingen als dit de betrouwbaarheid en vlotheid van de doorstroming op het rijkswegennet verbetert. Overige speerpunten
De regio en de gemeente Teylingen hebben daarom een duidelijke rol in de overleggen over de A44. Andere prioritaire projecten In het MIRT worden met betrekking tot de regio Leiden/Holland Rijnland de volgende projecten genoemd: - Rijnlandroute; - RijnGouwelijn; - Noordelijke ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek (NOG). - Een nadere toelichting op deze projecten is opgenomen onder het regionale beleid in paragraaf 2.3.
Overige speerpunten en thema’s van de Nota Mobiliteit zijn: - Meer publiek private samenwerking. - Investering in innovatie(beleid). - Mobiliteitsmanagement: in ieder geval de gemeenten in stedelijke netwerken maken gebruik van het beschikbare instrumentarium om met bedrijven afspraken te maken over toepassing van mobiliteitsmanagement (flexwerken, telewerken, parkeerbeleid etc.). - Monitoring en benchmarking van de effecten van het decentrale beleid. - Actieve en zelfbewuste inzet op internationaal niveau. - Sneller nemen van infrastructuurbesluiten door aanpassing wet- en regelgeving. - Openbaar vervoer: kracht benutten. - Binnenvaart en zeescheepvaart: internationaal eerlijk concurreren. - Nederland bereikbaar houden door de lucht. - De verkeersveiligheid permanent verbeteren. - Kwaliteit leefomgeving verbeteren. Essentiële onderdelen overnemen in gemeentelijk beleid
Gebiedsgerichte en zo mogelijk decentrale aanpak Het rijk bevordert een gebiedsgerichte aanpak met inachtneming van de bestuurlijke verantwoordelijkheidsverdeling. Gezamenlijk, tussen diverse bestuurslagen, worden netwerkanalyses gemaakt uitmondend in mobiliteitsontwikkelingen en daaruit voortvloeiende problemen. 8
Nota Mobiliteit bevat essentiële onderdelen die de decentrale overheden moeten verwerken/opnemen in het decentrale beleid. Aandachtspunten voor de gemeente Teylingen zijn: - Samenhang en integratie in beleid voor ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer en economie.
Elke verkeersdode of gewonde is er één teveel De rijksoverheid geeft prioriteit aan een hogere verkeersveiligheid. Zij wil de trendmatige afname van het aantal slachtoffers krachtig voortzetten. Dat streven sluit aan bij de doelstelling van de ministers van transport van de Europese Unie om het aantal
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
- Samenwerking bij ontwikkeling beleid met betrokken overheden in de regio en bedrijfsleven. - Concrete doelen stellen voor verbetering betrouwbaarheid reistijd en ingrepen doen die geen negatief bereikbaarheidseffect sorteren op andere wegennetten. - Rekening houden met belangen van ouderen en mensen met een functiebeperking bij het opstellen van het verkeer- en vervoerbeleid, in het bijzonder de toegankelijkheid van het openbaar vervoer. - Stimuleren fietsgebruik en terugdringen fietsdiefstal. - Uitvoeren verkeersveiligheidsbeleid en door met Duurzaam Veilig (Duurzaam Veilig II). - Normen voor het plaatsgebonden risico van transport gevaarlijke stoffen opnemen in verkeer- en vervoerplannen en ruimtelijke plannen. - Meerkosten van aanpassingen van rijksinfrastructuur ten gevolge van realisatie van nieuwe bestemmingen na vaststelling Nota Mobiliteit zijn voor kosten van provincie en gemeente. - Bij aanleg van nieuwe of verbreding van bestaande infrastructuur gebiedsgericht ontwerpen in samenhang met de omgeving. - Essentiële herkenbaarheidkenmerken aanbrengen bij nieuwe aanleg en in het kader van beheer en onderhoud op alle wegen voor 2020. - Parkeerbeleid is gemeentelijke bevoegdheid die in regionaal verband moet worden afgestemd en ten doel moet hebben de economische ontwikkeling, bereikbaarheid en leefbaarheid te verbeteren.
verkeersdoden in Europa te halveren. De Nederlandse overheid werkt aan een permanente verbetering van de verkeersveiligheid in en zodanig tempo dat de positie in de top van de Europese Unie behouden blijft. In de nota Mobiliteit wordt aandacht geschonken aan verkeersveiligheid. In de Nota Mobiliteit staat aangegeven dat rijk, provincies, kaderwetgebieden, gemeenten en maatschappelijke organisaties moeten werken aan de realisatie van de nationale doelstelling met betrekking tot verkeersveiligheid. Het motto hierbij is: “elke verkeersdode of gewonde is er één teveel”. In de Nota Mobiliteit zijn nationale doelstellingen voor de jaren 2010 en 2020 opgenomen. Voor 2010 is het beleid erop gericht het aantal doden en ziekenhuisgewonden terug te brengen tot respectievelijk 900 en 17.000: een daling van 15% (doden) en 7,5% (ziekenhuisgewonden) ten opzichte van 2002. Voor 2020 is het streven dat er niet meer dan 580 doden en 12.250 ziekenhuisgewonden vallen: een daling van respectievelijk 45% en 34% ten opzichte van 2002.
9
Samenvatting uitgangspunten
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Deze taakstelling is een grote en uitdagende opgave. We zijn echter landelijk inmiddels op de goede weg om de taakstelling voor 2010 te halen. Naast de cijfermatige doelstellingen heeft het rijk met de implementatie van Duurzaam Veilig II, een tweede fase ingezet gericht op educatie en gedragsbeïnvloeding. Door nietinfrastructurele, gedragsgerichte maatregelen, wordt een reductie van het aantal verkeersslachtoffers en een verhoging van het verkeersveiligheidsgevoel nagestreefd. Voorlichting en gedragsverandering moeten bijdragen aan meer veiligheid in het verkeer. In de nota Mobiliteit wordt sterk gepleit voor een integrale aanpak door inbedding van het verkeersveiligheidsbeleid in andere beleidssectoren als onderwijs en gezondheid. De regie voor het verkeersveiligheidsbeleid ligt bij de provincies en de kaderwetgebieden (regio’s).
10
De belangrijkste uitgangspunten uit de Nota Mobiliteit zijn samengevat: - Een sterkere economie door bereikbaarheid te verbeteren; - Groei van verkeer en vervoer mogelijk maken binnen wettelijke en beleidsmatige kaders voor milieu, - Verkeersveiligheid en leefomgeving; - Betrouwbare, voorspelbare bereikbaarheid van deur tot deur door integrale ketenbenadering; - Meer publiek-private samenwerking; - Betrouwbaar en snel over de weg door bouw- en benuttingsmaatregelen en anders betalen voor mobiliteit, - Gebiedsgericht samenwerken en het wegwerken van onderhoudsachterstanden; - Een start maken met een eerlijker vorm van betalen voor mobiliteit; - Aantrekkelijk openbaar vervoer in en tussen stedelijke netwerken, maatwerk bij beperkte vraag en soepel overstappen mogelijk maken; - Verkeersveiligheid permanent verbeteren. - Kwaliteit leefomgeving verbeteren (CO2, luchtkwaliteit, geluid).
2.2. Nota Ruimte De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen tot 2020 inclusief een doorkijk naar 2030. Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: - Versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland. - Bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland. - Borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden. - Borging van veiligheid. Wat betreft infrastructuur is de strekking van de nota dat door de toename van het personen- en goederenvervoer de congestie op de Nederlandse wegen bij ongewijzigd beleid in 2020 zal zijn verdubbeld. De concurrentiepositie van Nederland komt hierdoor onder druk te staan. Het rijk wil de bereikbaarheid van het hoofdwegennet dan ook over de hele linie verbeteren. De bij de nota horende uitvoeringsagenda geeft inzicht in de belangrijkste bij het beleid horende ruimtelijke investeringen en uitvoeringsacties.
11
2.3. Vierde Nationaal Milieubeleidsplan
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Het Nationaal Milieubeleidsplan “Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid” (NMP4) is de basis voor het Nederlandse milieubeleid. Hierin zijn duurzaamheid, voorzorg en eigen verantwoordelijkheid de leidende beginselen. In het NMP4 staat dat het milieubeleid moet bijdragen aan een gezond en veilig leven, in een aantrekkelijke leefomgeving te midden van een vitale natuur, zonder de mondiale biodiversiteit aan te tasten of natuurlijke hulpbronnen uit te putten. Deze ambitie geldt niet alleen hier en nu, maar nadrukkelijk ook voor elders en later. Naar een duurzame samenleving De regering wil dat Nederland binnen 30 jaar een duurzame samenleving is. Daarvoor zijn ingrijpende (inter)nationale maatschappelijke veranderingen (of transities) nodig. Transities zijn structurele maatschappelijke veranderingen die zeker 20 tot 25 jaar vergen. Het NMP4 benoemt zeven hardnekkige milieuproblemen: verlies aan biodiversiteit, klimaatverandering, overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen, bedreiging van de gezondheid, bedreigingen van de externe veiligheid, aantasting van de leefomgeving en onbeheersbare risico's. Voor verkeer zijn de volgende transities noodzakelijk: - transitie naar duurzame mobiliteit; - transitie naar duurzame energie. Transities naar duurzame mobiliteit Wanneer elektrisch wordt gereden kan de CO2 uitstoot drastisch worden verminderd, vooral wanneer bij de elektriciteitsproductie duurzame energie wordt gebruikt (80 tot 90% emissiereductie). Ook is er minder geluidshinder. Dat staat in de rapportage “Elektrisch autorijden: evaluatie van transities op basis van systeemopties” (2009) van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving). De rapportage is onderdeel van een reeks onderzoeken gericht op transities.
12
Transities naar duurzame energie Duurzame energie wordt opgewekt door schone, onuitputtelijke bronnen. Bruikbare voorbeelden zijn waterkracht, wind- en zonneenergie, biomassa, aardwarmte, energieopslag en warmtepompen. In relatie tot verkeer is hierbij van belang de transitie naar alternatieve voertuigbrandstoffen.
2.4. Wetgeving geluidhinder
Minder geluidhinder In het Rijksbeleid wordt gestuurd op een verdere reductie in de geluidhinder langs wegen en spoorwegen door innovatieve maatregelen aan de voertuigen (beperking motorgeluid in het voertuig, stille bandentechnologie en stille railvoertuigen), toepassing van geluidsreducerende wegdekken en raildempers, snelheidsverlagingen van het wegverkeer en spoorwegverkeer en toepassing van geluidsafscherming met wallen en schermen. Voor dergelijke maatregelen zijn subsidies door het rijk beschikbaar gesteld.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Het Rijk heeft wetten opgesteld om de hinder van verkeer te beperken en bewoners te beschermen tegen te veel overlast. Voor geluidhinder is het toetsingskader voor wegverkeerslawaai en spoorweglawaai vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). De Wgh stelt eisen aan de in de omgeving van een weg toelaatbare geluidsniveaus. Om toetsing voor de omgeving mogelijk te maken wordt in de Wgh uitgegaan van de geluidsbelastingen aan de gevels van woningen langs een weg. Hiertoe zijn voor verschillende situaties normen opgesteld.
behoeve van de saneringsregeling zijn zogenaamde Saneringslijsten en Raillijsten opgesteld met de meest urgente saneringssituaties. Het Rijk heeft in het verleden gelden beschikbaar gesteld voor de sanering van saneringssituaties.
Als gevolg van de Wet geluidhinder moeten nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen in principe voldoen aan de in de wet vastgelegde voorkeursgrenswaarden ten aanzien van wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Op basis van de Wet geluidhinder kan bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarden alleen in bijzondere situaties een hogere waarde worden vastgesteld. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Bestaande woningen met een hogere geluidsbelasting dan de voorkeursgrenswaarden vallen onder de saneringsregeling. Ten
13
2.5. Wetgeving Luchtkwaliteit
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit is sinds 15 november 2007 gevormd de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (kortweg Wet luchtkwaliteit, hierna: Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van deze stoffen zijn in tabel 1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. Bij de beoordeling van fijn stof blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (conform de Wlk en de bijbehorende Regeling beoordeling luchtkwaliteit). Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk stof
toetsing van
grenswaarde
geldig vanaf
stikstofdioxide (NO2)
jaargemiddelde concentratie
40 μg/m³
2010
fijn stof (PM10)
jaargemiddelde concentratie
40 μg/m³
2005
24uurgemiddelde concentratie
max. 35 keer p.j. meer dan 50 μg/m³
2005
Verbetering luchtkwaliteit In het Rijksbeleid wordt gestuurd op een verdere reductie in de uitstoot van schadelijke stoffen door het wegverkeer door nieuwe wetgeving, stimuleringsmaatregelen en innovatieve maatregelen aan de voertuigen. De rijksoverheid heeft tot een aantal maatregelen besloten om de luchtkwaliteit te verbeteren. Deze maatregelen zijn vastgelegd in de “Beleidsnota Verkeersemissies” en het “Nationaal Luchtkwaliteitplan 2004”. Voorbeelden van maatregelen zijn subsidiëring van roetfilters, subsidiëring schone bussen en vrachtwagens, subsidiëring 14
energiezuinige auto’s en elektrische auto’s en de nationale sloopregeling voor vervuilende auto’s. In het innovatieprogramma luchtkwaliteit (IPL) worden maatregelen onderzocht om luchtkwaliteit langs snelwegen te verbeteren. Ook probeert de overheid de luchtkwaliteit in de Randstad te verbeteren Door het verlagen van de maximumsnelheid op Rijkswegen kan het verkeer beter doorstromen staan er minder files staan, waardoor de luchtkwaliteit verbetert.
3. Provinciaal beleid 3.1. PVVP “beheerst groeien”
Uitvoeringsprogramma In 2008 heeft de provincie een Meerjarenprogramma Provinciale Infrastructuur 2009-2023 opgesteld waarin onder andere concrete maatregelen en bijdragen aan initiatieven en maatregelen zijn opgenomen. Beleid wegen in en rond Teylingen De provinciale wegen binnen de gemeente Teylingen (zoals de N443, N208, N444) krijgen een verbindende maar geen bovenregionale functie. In de praktijk vervullen deze wegen (met name de N443 en de N444) deze functie nu nog wel. Dit dient dus te veranderen. In het PVVP is aangegeven dat de N205 en de N207 in de nabijheid van de gemeente Teylingen in de toekomst een sterke stroomfunctie met (boven)regionaal karakter krijgen. De A44 krijgt vrijwel een zelfde functie als de N205 en de N207 en wordt daarmee “geregionaliseerd” en wordt een lagere functie toebedeeld dan nu het geval is. Hierbij wordt gedacht aan een snelheidsverlaging op de A44 van 120 km/h
In het PVVP is een nieuwe verbinding opgenomen tussen de N205 en de A44 (onderdeel NOG) en is de Rijnlandroute weergegeven. Verwacht wordt dat de nieuwe verbindingen de huidige zwaarbelaste oostwestroutes door Teylingen kunnen ontlasten en de bereikbaarheid in de regio sterk kunnen verbeteren.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Het Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan 2002-2020 “beheerst groeien” (PVVP) richt zich op de ontwikkeling van infrastructuur op provinciaal en regionaal niveau en de ruimtelijke inpassing daarvan. In het PVVP worden de essentiële onderdelen uit het Rijksbeleid in acht genomen en worden de verschillende vervoerwijzen in samenhang en in relatie tot aanpalende beleidsterreinen (onder andere ruimtelijke ordening, economie, milieu) beschouwd. Eveneens wordt aandacht besteed aan een verdere verankering van mobiliteitsmanagement op provinciaal niveau. Uitgangspunt van het PVVP is om het onderliggend wegennet te versterken. Deze versterking uit zich in de ontwikkeling van een onderliggend wegennet en een maatregelenpakket waarbij regionale wegen hun verbindende functie kunnen waarmaken.
naar 100, 80 of zelfs 70 km/h en een gewijzigde aansluitingenstructuur.
Parkeerbeleid De relevante punten ten aanzien van parkeren in het PVVP zijn: - Gemeenten kunnen hun eigen parkeerbeleid formuleren, de provincie kan een toegevoegde waarde op regionaal niveau hebben in de vorm van een regisserende rol. - De provincie wil aandacht besteden aan ketenvervoer. Gratis Parkeer en Reis (P+R)-voorzieningen bij stations en bushalten aan de rand van de stad of agglomeratie, bieden de reiziger de mogelijkheid om van de auto over te stappen op het openbaar vervoer. - Beprijzing op regionale schaal van parkeren in centra wordt door de provincie voorgestaan en hierbij wil zij een regisseerde rol voeren. - Investeringen in voldoende en kwalitatief goede fietsparkeermogelijkheden bij OV-knooppunten wordt aangemoedigd en actief gesteund. Daar waar intergemeentelijke en regionale belangen spelen wil de provincie een regierol op zich nemen en regionale initiatieven stimuleren. Zo wordt bij de beoordeling van bestemmingsplannen het parkeerbeleid betrokken.
15
Nieuw locatiebeleid
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
De provincie wil een nieuw locatiebeleid (na het vervangen van het ABC-locatiebeleid) voor Zuid-Holland vormgeven. Bij dit zogenaamde “Knopenbeleid” stelt de provincie mobiliteitseisen aan locatiekeuzes. Aan locatiekeuzes zijn behalve concentratie van functies ook eisen ten aanzien van een zo beperkt mogelijke parkeerruimte verbonden. Dit betekent dat ontwikkeling van locaties voor een aantal knopen alleen aan de orde is als aan de bereikbaarheidseisen wordt voldaan. De provincie wil bij het opstellen van de gebiedsprofielen, afspraken maken met gemeenten over locaties en bijbehorende parkeermaatregelen en parkeerbeleid in het algemeen. Meerjarenplan Verkeersveiligheid In het PVPP wordt aangegeven, dat versterkte inzet wordt gepleegd op gedragsbeïnvloeding, waarbij gebiedsgericht maatwerk moet worden geleverd. Stadsgewest Haaglanden, Stadsregio Rotterdam en de provincie voeren ieder de regie in hun eigen gebied. De provincie Zuid-Holland heeft in 2008 het plan “Verkeersveiligheid is verbinden” vastgesteld. Dit is het provinciale Meerjarenplan Verkeersveiligheid voor de periode 2008 – 2011. Doelen zijn: - het goed en duurzaam inrichten en onderhouden van de provinciale wegen; - een substantiële vermindering van dodelijke slachtoffers en; - alle wegen dienen te voldoen aan de eisen vanuit het concept Duurzaam Veilig (inclusief gedragsbeïnvloeding). Speerpunten en doelstellingen verkeersveiligheid Om richting te geven aan het verkeersveiligheidsbeleid kiest de provincie een viertal speerpunten, namelijk: - infrastructuur (o.a. verkeer bundelen); - gedragsbeïnvloeding (bijzondere aandacht kwetsbare deelnemers zoals kinderen, ouderen 70+, gehandicapten, (brom)fietsers en motorrijders en risico groepen; - van wegbeheer naar verkeersbeheer; - gebiedsgericht werken.
16
Provinciale doelstellingen: - Slachtofferreductie - Mensgerichte maatregelen (voldoende kennis en vaardigheden en juiste attitude); het gaat hierbij om permanente verkeerseducatie. - Infrastructurele maatregelen als wegbeheerder en als regievoerder. Leefbaarheid als randvoorwaarde Het onderwerp leefbaarheid wordt in het PVVP aangemerkt als randvoorwaarde voor verkeer- en vervoerbeleid. De verwachte groei van de mobiliteit leidt tot een toename van de verkeersonveiligheid en een aantasting van de leefbaarheid. De provincie Zuid-Holland wil deze ongewenste effecten voorkomen door de groei te beheersen en door het aanpakken van knelpunten met gerichte maatregelen. De provincie heeft de volgende ambities ten aanzien van de leefbaarheid: - Het duurzaam verbeteren van de omgevingskwaliteit in ZuidHolland door het oplossen van de belangrijkste knelpunten in de omgevingskwaliteit en het voorkomen van nieuwe knelpunten. - Het ontwikkelen van een duurzamer verkeer- en vervoersysteem door schonere en stillere voertuigen in combinatie met het nemen van locatiespecifieke maatregelen, bijvoorbeeld geluidsschermen. - Het opzetten van een anticiperend milieubeleid op basis van integratie met het ruimtelijk, economisch en verkeersbeleid. Daarnaast bevat het PVVP een overzicht van knelpunten en oplossingsrichtingen langs de provinciale wegen. Een knelpunt wordt in het PVVP gedefinieerd als een locatie langs een weg waar één of meer kwaliteitsnormen langdurig worden overschreden. Het gaat daarbij om normen voor de luchtkwaliteit, de geluidsbelasting, externe veiligheid of versnippering van natuur. De provincie kiest voor een integrale aanpak op corridorniveau. De gemeente Teylingen is onderdeel van de corridor Schiphol, Leiden, Den Haag.
3.3. Provinciaal geluidbeleid
Het fietsplan 2008 “Zuid Holland méér op de fiets” beschrijft de maatregelen om het fietsroutenetwerk te completeren. In dit nieuwe fietsplan ligt de nadruk vooral op aanvullende verbindingen tussen de kernen van het Duin- en Bollengebied.
Het waarborgen van aanvaardbare geluidssituaties is in veel gevallen een lokale opgave, waarvoor gemeenten en regio’s verantwoordelijk zijn. De provincie is vooral verantwoordelijk voor de geluidskwaliteit langs provinciale wegen, bij regionale bedrijventerreinen, in stiltegebieden en rond luchthavens. De provincie heeft als lange termijndoel gesteld dat de geluidbelasting zo ver mogelijk gereduceerd wordt. Belangrijke criteria hierbij zijn gezondheidsnormen en het gebiedstype. Het streven is de provinciale knelpunten voor 2030 te saneren en nieuwe knelpunten te voorkomen. Het doel voor 2010 is om knelpunten langs provinciale wegen op te lossen, hiervoor wordt een breed gedragen actieplan opgesteld.
De belangrijkste doelstellingen zijn: - meer mensen op de fiets door het faciliteren van fietsroutes en goede verbindingen naar kernen in de omgeving realiseren; - veilige schoolroutes door het verbeteren van onveilige schoolroutes; - stimuleren fiets in combinatie met het openbaar vervoer.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
3.2. Fietsplan Zuid-Holland
In het actieplan geluid van de Provincie Zuid-Holland zijn 30 aandachtsgebieden aangewezen waarvoor maatregelen worden voorgesteld ter beperking van de geluidhinder. Hiervan bevinden zich aandachtsgebied 4 (N208, Sassenheim) en aandachtsgebied 25 (N444, Voorhout) binnen de gemeente Teylingen. De provincie wil maatregelen nemen om de geluidhinder hier te beperken. Hierbij zal een afweging plaatsvinden tussen geluidsschermen of geluidsreducerend asfalt.
Uit het fietspadenplan blijkt verder dat voor de gemeente Teylingen nieuwe fietsroutes wenselijk zijn tussen Voorhout en Noordwijk/Noordwijkerhout, tussen Voorhout en Sassenheim en in het landelijk gebied bij Warmond.
17
3.4. Provinciaal Luchtkwaliteitsbeleid
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
18
De provincie streeft naar een zodanige luchtkwaliteit dat de effecten op de volksgezondheid en de vegetatie minimaal zijn. De doelstelling voor 2010 is een vermindering van de milieudruk als gevolg van het gebruik van mobiele bronnen. Om dit te bereiken ontwikkelt de provincie een breed pakket van maatregelen voor de luchtemissies. Dit maatregelenpakket vormt een aanvulling op het Europese en nationale brongerichte beleid en op regionale en lokale maatregelen. Vermindering fijn stof Het beleid van de Provincie Zuid Holland richt zich vooral op aanpak van te hoge belastingen met fijn stof. De provincie heeft het Plan van Aanpak Fijn Stof vastgesteld, hierin staat wat de provincie doet en wil doen om de uitstoot van fijn stof in Zuid-Holland te beperken. Met de start van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in 2008 zijn de maatregelen, opgenomen in de regionale actieprogramma's.
4. Regionaal beleid 4.1. Regionaal verkeer- en vervoerplan (RVVP)
Vanuit het RVVP zijn de volgende visiedocumenten opgesteld die een basis bieden voor de verkeerskundige maatregelen en oplossingen de komende 10 jaar binnen de regio en ook de gemeente Teylingen: - Bereikbaarheidsstudie Grensstreek; - Bereikbaarheidsstudie Noordelijke Ontsluiting Greenport (NOG); - OV-visie Holland Rijnland. Aandacht voor langzaam verkeer Gestreefd wordt naar een veilig, comfortabel en compleet fietsnetwerk en goede overstapmogelijkheden op het openbaar vervoer. Het RVVP wil voornamelijk in het utilitair fietsgebruik (woonwerkverkeer) winst behalen. Daarbij stelt het RVVP de volgende doelen: - completeren van het regionaal fietsnetwerk; - optimalisatie lokaal fietsnetwerk (< 7,5 km); - verbeteren overstap openbaar vervoer – fiets; - streven naar een groter aandeel fietsgebruik ten opzichte van de auto.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Het regionaal verkeers- en vervoersplan “de regio’s verbonden” is door de regio Holland Rijnland opgesteld. De doelen van het RVVP hebben vooral betrekking op het bereiken van integrale samenwerking op het gebied van bereikbaarheid, ruimtelijke ordening, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Vanuit het RVVP is een uitvoeringsprogramma opgesteld. In dit uitvoeringsprogramma zijn diverse maatregelen en projecten binnen de gemeente Teylingen genoemd, zoals het openen van treinstation Sassenheim, het uitbreiden van het Stedenbaanproject en de Noordelijke Ontsluiting Greenport (NOG). Verbeteren verkeersveiligheid De regionale doelstelling voor het terugdringen van het aantal verkeersongevallen is afgeleid van de nationale taakstelling: een reductie van het aantal verkeersdoden in 2010 ten opzichte van het referentiejaar 1998 met 34% een reductie van het aantal ziekenhuisslachtoffers in 2010 ten opzichte van het referentiejaar 1998 met 27% Naast deze doelstelling zijn de voortgang met Duurzaam Veilig II, de vermindering van de subjectieve verkeersonveiligheid (verkeersdreiging) en het inbrengen van de verkeersveiligheid al bij de ontwerpfase van nieuwe ruimtelijke functionele plannen belangrijke doelstellingen. Door de regio Holland Rijnland is een Meerjarenplan Verkeersveiligheid opgesteld met daarin een maatregelenpakket ter bevordering van de verkeersveiligheid. Het doel van het Meerjarenplan Verkeersveiligheid Holland Rijnland is het verankeren van permanente verkeerseducatie voor kinderen van 4 tot 16 jaar, waarbij het accent ligt op het behouden en stimuleren van het
19
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
gewenst verkeersveilige gedrag. In 2008 is het Meerjarenplan geactualiseerd voor de periode 2009-2011. Het plan richt zich op zowel gedragsbeïnvloeding als infrastructurele aanpak. De thema’s zijn educatie en training schoolgaande jeugd in basisonderwijs (412jaar) en voortgezet onderwijs (12-16 jaar), communicatie door middel van campagneborden, een veilige inrichting rondom scholen, educatie en voorlichting ouderen (50+jaar) en handhaving. De regio Holland Rijnland is eveneens betrokken bij projecten om de verkeersveiligheid op de provinciale wegen en de A44 te verbeteren. Hoge prioriteit heeft hierbij de verbetering van de verkeersveiligheid rond afslag 6 van de A44. De aanleg van de noordelijke randweg Voorhout (tussen N450 en N444) heeft inmiddels, naast verbetering van de bereikbaarheid in de regio ook ten aanzien van de verbetering van de verkeersveiligheid, een hoge prioriteit gekregen binnen de regio. Actiepunt in het uitvoeringsprogramma is het bijhouden van een verkeersveiligheidsatlas en het analyseren van de ontwikkelingen op het gebied van de verkeersveiligheid. Een gezamenlijke aanpak van de essentiële herkenbaarheidkenmerken conform het concept Duurzaam Veilig is regionaal sterk gewenst om een eenduidig wegbeeld in de regio te krijgen. Met het oog op uniformiteit, verkeersveiligheid en doorstroming is onder andere opgenomen dat fietsers op rotondes binnen de bebouwde kom voorrang krijgen en op rotondes buiten de bebouwde kom uit de voorrang worden gehouden. In het RVVP wordt tevens gesteld dat handhaving in samenwerking met partners in de regio plaats moet vinden met het uitvoeren van verkeershandhavingsprojecten en het inventariseren van de knelpunten op het raakvlak van Duurzaam Veilig, inclusief mogelijke oplossingsmaatregelen.
20
Gedragsbeïnvloeding Op het gebied van gedragsbeïnvloeding wordt onderscheid gemaakt naar educatie, voorlichting en handhaving. Hierbij is het principe Permanente Verkeerseducatie leidend: in alle levensfasen is gedragsbeïnvloeding van belang. Zo wordt al op de kinderdagverblijven en de peuterspeelzalen op een speelse manier aandacht besteed aan het verkeer waarbij ook de ouders worden betrokken. Op het basisonderwijs worden contracten met scholen gesloten en wordt een professionele verkeersleerkracht aan de scholen aangeboden. Scholen die werken aan zowel theoretisch als praktisch verkeersonderwijs kunnen in aanmerking komen voor het certificaat of verkeersveiligheidslabel “School op Seef”. Hierbij speelt ook een veilige inrichting van de schoolomgeving een belangrijke rol. Ook voor het voortgezet onderwijs wordt een structurele aanpak van de verkeerseducatie voorgestaan. Zo kent het voortgezet onderwijs bijvoorbeeld projecten gericht op de woonschoolroute of op alcohol en drugs in relatie tot verkeer. Voor
ouderen in het verkeer worden op diverse plaatsen in de regio rijvaardigheidstrainingen en -testen georganiseerd voor zowel de vervoerwijzen fiets, scootmobiel als auto. Vermindering milieubelasting
Om een goede invulling te geven aan de forse mobiliteitsopgave hebben de provincies gezamenlijk het initiatief genomen tot de ‘Bereikbaarheidsstudie grensstreek Noord-Holland en Zuid-Holland’. Deze studie moet leiden tot duurzame en samenhangende mobiliteitsnetwerken voor openbaar vervoer en auto in de grensregio. Hoofdopgaven en maatregelen De hoofdopgaven vanuit de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek voor auto en OV in de regio zijn: 1. Terugdringen van de omgevingshinder door noord-zuidverkeer in Zuid-Kennemerland; 2. Slechten van de Ringvaart als barrière tussen Bollenstreek en Haarlemmermeer; 3. De bereikbaarheid van de Greenport en de leefbaarheid van woonkernen garanderen; 4. Voldoende capaciteit van de hoofdwegen in de Haarlemmermeer garanderen; 5. Herstructureren van de verouderde autoverdeelstructuur vanaf de A44; 6. Ontsluiten van de bouwontwikkelingen Westflank Haarlemmermeer; 7. Opwaarderen aanbod OV op groeimarkten.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Er is een rechtstreeks verband tussen de hoeveelheid verkeer, de mate van congestie en de milieubelasting in termen van geluid en luchtkwaliteit. In het RVVP is daarom een maatregelprogramma opgesteld om de milieubelasting te verminderen. Dit programma moet op kortere termijn acties opleveren voor het verminderen van de milieubelasting en het verbeteren van de verkeersleefbaarheid. Als uitvoeringsdoelen worden in het RVVP genoemd: minder geluidshinder en uitstoot van vervuilende stoffen, zuinig ruimtegebruik en tegengaan van versnippering van het landschap. Regionaal zijn de luchtkwaliteitseisen van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) van belang. Voor de meetbaarheid van verkeers- en milieueffecten hanteert Holland Rijnland de Regionale Verkeer en Milieukaart (RVMK).
4.2. Bereikbaarheidsstudie Grensstreek
Een pakket is ontwikkeld dat op alle knelpunten een antwoord moet geven; hetzij door ze direct op te lossen, hetzij door een structuur te bieden waarbinnen goede oplossingen gemaakt kunnen worden, waarmee de resterende knelpunten alsnog aangepakt kunnen worden.
21
aansluiting van de Nieuwe Bennebroekerweg op de A4 en de Rijnlandroute. Op zoek naar oplossing knelpunten middengebied Teylingen
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Holland Rijnland heeft aangegeven dat zij van mening is dat dit pakket geen goede oplossing biedt voor de knelpunten in het middengebied, waar de gemeente Teylingen gelegen is. De toevoeging van weginfrastructuur (Noordelijke Randweg Rijnsburg en verbinding N206-N205) zal naar verwachting onvoldoende oplossend vermogen hebben ten aanzien van de verkeersproblematiek op de N443 en N444. Greenport bereikbaar maken is maatregelen nemen
Het pakket is opgenomen in het rapport Bereikbaarheidstudie Grensstreek Noord-Holland en Zuid-Holland, deel 2: oplossingsrichtingen (december 2008). De belangrijkste punten uit dit rapport zijn: 1. Een sterke OV structuur met twee belangrijke dragers: - Sterke verbetering van het trein-bus systeem, zodat het afgestemd is op de behoefte van de reiziger in 2020; - De Zuidtangent wordt doorgetrokken tot Lisse en de bouwlocatie Lisserbroek. Ook behoort doortrekking tot het nieuwe station Sassenheim tot de mogelijkheden. 2. Een aantal toevoegingen aan de weginfrastructuur: - in het zuiden een noordelijke randweg Rijnsburg; - in de noordflank een directe verbinding tussen de N206 en de N205: een verlengde Nieuwe Bennebroekerweg. 3. Leefbaarheidsmaatregelen in de kernen: deze maatregelen moeten in aanvulling op de hoofdelementen zorgen voor een vergroten van de leefbaarheid op de bestaande routes.
Holland Rijnland is vervolgens begonnen met een project voor mogelijke maatregelen in het middengebied. Naast de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek ligt hieraan ook de Bereikbaarheidsstudie NOG (Noordelijke Ontsluiting Greenport) ten grondslag. De aanleiding van deze bereikbaarheidsstudie is het faciliteren van de bereikbaarheid van de regio Holland Rijnland in het kader van de ontwikkeling van de Greenport1. De Noordelijke Ontsluiting Greenport is een onderdeel van het uitwerkingsprogramma van het RVVP (Regionaal verkeers- en vervoersplan). Het pakket met lange termijnmaatregelen vanuit de Bereikbaarheidsstudie NOG zal worden ingebracht in de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek. Inmiddels is het Programmaplan Maatregelen Middengebied Duin- en Bollenstreek verschenen als uitwerking van de bereikbaarheidsstudie Grensstreek. Uitgangspunt zijn de knelpunten vanuit de Bereikbaarheidsstudies Grensstreek en NOG. Het plangebied beslaat het gebied dat ligt opgesloten tussen de kernen Hillegom, Noordwijkerhout, Noordwijk, Teylingen en Lisse. Met andere woorden het studiegebied ligt ingeklemd tussen de Ringvaart, N206, N442 en N444. De planstudie naar een Noordelijke
1
De Bereikbaarheidsstudie Grensstreek gaat uit van capaciteitsverruiming van de N205 en de N207, een nieuwe 22
Een Greenport is een benaming voor een groot tuinbouwcluster, waarin
planten, bomen, bollen, bloemen en groenten worden geproduceerd en verhandeld. Binnen de gemeente Teylingen ligt een deel van de Greenport Duin- en Bollenstreek.
Randweg Rijnsburg valt hier dus buiten. Voor maatregelen in dit gebied is in het Regionaal Investeringsfonds 37,5 mln gereserveerd. In onderstaande figuur is de positie van de gemeente Teylingen binnen de regio weergegeven.
4.3. Studie Rijnlandroute
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Bij de oprichting van het Samenwerkingsverband Holland Rijnland is afgesproken dat tussen 2000 en 2020 33.000 tot 36.000 woningen in de regio worden gerealiseerd (tweederde op de as Katwijk-Leiden). Deze grootschalige ontwikkelingen vragen forse investeringen in de infrastructuur. Naast de realisatie van een hoogwaardige OVverbinding (RGL) moet ook de wegenstructuur verbeterd worden. Bij
23
de behandeling van de gebiedsuitwerking HaarlemmermeerBollenstreek hebben Provinciale Staten gevraagd bij verstedelijkingsopgaven het uitgangspunt "eerst bewegen, dan bouwen" te hanteren. Dit betekent dat de aanleg van infrastructuur niet achter mag lopen bij verstedelijking. Deelnota 5: Kaderstellend beleid
24
Om de bereikbaarheid van het zuidelijk deel van de regio te verbeteren is onderzoek gedaan naar de realisatie van een nieuwe verbinding tussen de N206 en de A4 ten zuiden Leiden: de Rijnlandroute. De aanleg van een dergelijke route zal effecten hebben op de verkeersafwikkeling in de regio. Voor Teylingen betekent dit dat enig effect kan worden verwacht op de N444 doordat verkeer tussen Katwijk en de A44/A4 wat nu via de N444 rijdt, gebruik zal gaan maken van de Rijnlandroute. Dit effect zal naar verwachting een zeer lichte afname in de verkeersstromen door Teylingen betekenen. De verkeersdruk op deze wegen blijft toenemen als gevolg van regionaal verkeer, ook na realisatie van de genoemde projecten. Daarom blijft het zeer noodzakelijk in het kader van het NOG te zoeken naar oplossingen om de capaciteit van het wegennet te verruimen.
4.4. OV visie Holland Rijnland Met deze OV-visie zetten de samenwerkende gemeenten in Holland Rijnland een duidelijk beeld neer van hoe zij het openbaar vervoer in dit deel van de Randstad wensen. De provincie is de concessiehouder voor het openbaar vervoer in de regio. Dit betekent dat deze een 'vergunning' aanbesteedt voor het exploiteren van het regionaal openbaar vervoer. De huidige concessie van de provincie loopt eind 2012 af. Snel en frequent OV-netwerk De OV-visie bevat een samenhangend pakket aan voorstellen. Kern daarvan is de realisering van een snel en frequent bediend OV-netwerk met Leiden Centraal Station als belangrijkste knooppunt en het nieuwe NS-station Sassenheim als tweede belangrijkste knooppunt. Op congestievrije banen rijden voornamelijk bussen, maar ook de RijnGouwelijn is een belangrijk onderdeel van dit netwerk. Ook is gekeken naar de ontsluiting van wijken en (zorg-) voorzieningen. Het aanvullende netwerk (waaronder ook het collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV) binnen de regio) is in de OV-visie niet gedetailleerd uitgewerkt. Dit gebeurt in overleg met provincie en gemeenten. De OV-visie Holland Rijnland beschrijft de ontwikkelingen van het openbaar vervoer in de regio met een tijdshorizon tot 2016. In de OV-visie wordt beschreven dat er vanuit het deelrapport verkenning HOV-lijnen een aantal trajecten gedefinieerd zijn om volledig als HOV-lijn te worden bestempeld. Uit het deelrapport blijkt echter dat HOV-verbindingen in de vorm van railvervoer binnen de gemeente Teylingen in samenhang met de realisatie van station Sassenheim
niet rendabel zullen zijn. In plaats daarvan is een hoogwaardige busverbinding, die ook treinstation Sassenheim zal aandoen wel rendabel en effectief. Daarnaast spelen in de regio een aantal HOV- en treinprojecten die invloed kunnen hebben op de gemeente Teylingen:
Stedenbaan is een initiatief van het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel en heeft als plangebied het baanvak Dordrecht – Leiden Centraal – Sassenheim/Hillegom. Het doel van Stedenbaan is het realiseren van een treindienst die het zuidelijke deel van de Randstad op een snelle en hoogfrequente wijze zal ontsluiten. Ten zuiden van Leiden Centraal zal de frequentie van de stoptreinen verhoogd worden naar 6 treinen per uur per richting. Ten noorden van Leiden Centraal (Voorhout/Sassenheim) is hierover nog geen besluit als gevolg van de door NS gewenste ruimtelijke ontwikkelingen rondom de Stedenbaanstations en de capaciteit van de baanvakken en de spoortunnel bij Schiphol.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Stedenbaan
RijnGouwelijn in Noordwijk met de kernen en treinstations Voorhout en Sassenheim en zal vooral een functie hebben voor het ontsluiten van de kernen Noordwijk en Katwijk naar de Stedenbaanstations Voorhout en Sassenheim. Beide treinstations in Teylingen zullen daardoor ten opzichte van de huidige situatie een meer bovenlokale functie gaan vervullen. Verder kan onderzocht worden of een snelle busverbinding tussen de stations in Teylingen en de RijnGouwelijn in Noordwijk rendabel is.
Amsterdamse Regiotrein (ART) In de OV-visie van de Amsterdamse regio wordt de Amsterdamse Regiotrein (ART) genoemd als ruggengraat van het openbaar vervoerssysteem. Belangrijk is de verknoping van deze Amsterdamse equivalent van de Stedenbaan met de Stedenbaan zelf. De gemeente Teylingen ligt met de stations Voorhout en Sassenheim als scharnier aan de uitlopers van beide systemen. In de OV-visie van Amsterdam worden beide stations genoemd, waarbij Sassenheim wordt gezien als een belangrijk P+R-station aan de randen van het ART-gebied. Frequentieverhoging hangt ook samen met hoogwaardige busverbindingen vanaf de stations, zodat de stations een hub-functie kunnen vervullen voor de regio. RijnGouwelijn De RijnGouwelijn verbindt op regionaal niveau de Goudse regio (Gouda/Alphen aan den Rijn) met de Leidse regio (Leiden/Katwijk) en voert vanaf Leiden via Katwijk naar Noordwijk. HR-lijn 59 verbindt de 25
Zuidtangent De zuidtangent bestaat al als busverbinding tussen Haarlem, Hoofddorp, Schiphol en Amsterdam Zuidoost. De Zuidtangent wordt uitgebreid naar Nieuw-Vennep en Lisse, waardoor vanuit Teylingen sneller aangesloten wordt op een hoogwaardige busverbinding.
4.5. Regionaal parkeerbeleid
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Op regionaal niveau bestaat er nog geen geharmoniseerd parkeerbeleid. Verschillende gemeenten treden regulerend op, terwijl andere gemeenten bij het uitblijven van grootschalige parkeerproblemen het parkeren ruim faciliteren. Het concept van het kaderplan “Regionale Nota Mobiliteit” spreekt over “maatwerk”, waarbij de gemeenten zelf parkeernormen en bijbehorende bandbreedten kunnen vaststellen. Het regionaal parkeerbeleid staat vanwege economisch tegenstrijdige belangen van gemeenten en organisatorische aspecten nog in de kinderschoenen. Het doel van regionaal parkeerbeleid is door onderlinge afstemming en normering de verdere invoering van gereguleerd (betaald/parkeerschijf) parkeren weloverwogen te doen plaats vinden, met een afsprakenkader over de soort locaties en bijbehorende regelgeving (tarieven / parkeerduur). In het uitvoeringsprogramma RVVP 2008-2015 van Holland Rijnland is ten aanzien van het parkeren opgenomen: - stimuleren actief lokaal fietsparkeerbeleid ten behoeve van voldoen en veilige fietsstallingen bij OV-knooppunten, voorzieningen en centra. - aanleg van een voorplein met parkeervoorzieningen (zowel P+R als voorzieningen ten behoeve van het stallen van fietsen) bij het nieuw aan te leggen station Sassenheim te Teylingen. - realisatie van een transferium bij Leiden-Oost aan de A4/RijnGouweLijn. - regionale afstemming over betaald parkeren, tarieven etc. (pas na 2010 als alle gemeenten het eens zijn). - bevorderen carpoolen door uitbreiding bestaande en aanleg nieuwe carpoolpleinen (pas na 2010).
26
4.6. Milieubeleidsplan 2003-2010, milieudienst WestHolland
Met betrekking tot de verkeersleefbaarheid zijn doelstellingen en maatregelen opgesteld voor de aspecten luchtkwaliteit en geluid. De doelstellingen uit het MBP zijn hieronder weergegeven.
Doelstelling Luchtkwaliteit In 2010 vinden geen overschrijdingen van de grenswaarden uit het Besluit Luchtkwaliteit meer plaats. Op het merendeel van de plaatsen waar mensen wonen, sporten of anderszins langdurig verblijven is de concentratie aan luchtverontreinigende stoffen beduidend lager dan de toegestane grenswaarden. Verkeer en bedrijvigheid veroorzaken minder luchtverontreiniging.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Het milieubeleidsplan (MBP) beschrijft het wensbeeld voor de lange termijn en verwoordt het streven naar een gezonde, veilige leefomgeving waarin het prettig wonen en werken is. Onder het motto ambitieus en realistisch zijn drie speerpunten geformuleerd: - klimaatbeleid en energiebesparing - streven naar het optimale - integratie van milieu in ander beleid.
passende geluidkwaliteit te realiseren. Verkeer en bedrijvigheid zijn minder een bron van geluidoverlast. Nieuwe gevallen van geluidoverlast worden voorkomen. In woningbouwprojecten waar de gemeenten bij betrokken zijn worden aangescherpte normen voor geluidisolatie opgenomen. De geluidhinder als gevolg van het vliegverkeer van Schiphol blijft binnen de milieunormen. Dit wordt geregistreerd door het in de regio geplaatste meet- en registratiesysteem.
Milieuagenda 2010 De Milieuagenda 2010 gaat dieper in op de (al dan niet behaalde) resultaten van het milieubeleidsplan en het geeft de gewenste richting aan van het milieubeleid en de uitvoering daarvan. Voor de gemeente Teylingen wordt de Milieuagenda tevens gebruikt om formeel aan te sluiten bij de beleidsuitgangspunten van de Milieudienst zoals die in het Milieubeleidsplan zijn vastgelegd.
Doelstelling Geluid In 2010 ligt de geluidbelasting van alle woningen in de regio beneden het wettelijk vastgestelde niveau van 70 dB(A) (overeenkomend met 68 dB). Van de woningen met een te hoge geluidbelasting, die voorkomen op de A-lijst, is tenminste 50% gesaneerd. Met lokaal geluidbeleid is invulling gegeven aan de wens een bij de functie
27
4.7. Plan van Aanpak Klimaatprogramma 2008-2012
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
28
Het ministerie van VROM heeft in 2008 de subsidieregeling Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) in het leven geroepen. Naar aanleiding van deze regeling heeft de regio Holland Rijnland (in samenwerking met de regio Rijnstreek) in 2008 het regionale Plan van Aanpak Klimaatprogramma 2008 vastgesteld. Hierin zijn onder andere klimaatambities voor de Mobiliteit vastgelegd. Een van deze ambities is besparing en/of verduurzaming van brandstoffen voor verkeer en vervoer met 1% per jaar. De doelstelling voor 2015 is dat de gemeentelijke organisaties “klimaatneutraal” zijn. Voor het verkeer en vervoer geldt dat de gemeentelijke organisatie ten aanzien van het eigen wagenpark, dienstreizen en woon-werkverkeer “klimaatneutraal” moet zijn. Voor het verkeer en vervoer in de regio in het algemeen is de concrete reductiedoelstelling dat in 2030 een reductie met 600 kiloton (21% van het totaal) uit de CO2-kansenkaart in Holland-Rijnland en Rijnstreek is bereikt. De bijdrage van het verkeer en vervoer aan de deze reductiedoelstelling moet 15% bedragen (73 ton). Om deze ambitie te halen is de regio in het klimaatakkoord onder andere afgesproken dat: - De gemeenten de verkrijgbaarheid van biobrandstoffen via bijvoorbeeld tankvoorzieningen en van alternatieve brandstoffen in de gemeentelijke omgeving vergroten. - De gemeenten, waar mogelijk, inzetten op een zuiniger en schoner wagenpark en/of voertuigen die voor een groter aandeel op alternatieve brandstoffen kunnen rijden. - De gemeenten de huidige experimenten voor milieuzonering voortzetten. - De gemeenten CO2-emissiereductie integraal opnemen in lokale en regionale verkeers- en vervoersplannen. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan alternatieven voor de auto. Dit geldt in het bijzonder voor de fiets. - De gemeenten hun invloed bij de provincies gebruiken om innovaties in het openbaar vervoer via concessieverlening aan vervoersbedrijven te stimuleren.
In het Plan van Aanpak Klimaatprogramma 2008 zijn ten aanzien van mobiliteit de volgende SLOKprojecten opgenomen: - project 10: Stimuleren elektrisch vervoer; - project 11: Stimuleren openbaar vervoer; - project 12: Stimuleren alternatieve brandstoffen; - project 13: Stimuleren fietsgebruik en efficiënt; - fietspadenplan. Bovenstaande projecten worden opgepakt vanuit het Klimaatprogramma en het actieprogramma luchtkwaliteit. Tevens zijn deze projecten relevant voor het uitvoeringsprogramma van het gemeentelijk verkeers- en vervoerbeleid.
4.8. Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw
Basisambitie
Extra ambitie
Lucht
Handhaving van lagere waarden dan de grenswaarden NOx en PM10 voor verblijfsgebieden (< 40 μg/m3)
Handhaving van 5 tot 10% lagere grenswaarden NOx en PM10 voor verblijfsgebieden (38 – 36 μg/m3)
Geluid
Woningen hebben een geluidsluwe zijde Verbetering geluidsisolatie voor zowel lucht- als contactgeluid met +5 dB t.o.v. het bouwbesluit Saneren van A-lijst woningen met een hoge geluidbelasting
Verbetering geluidsisolatie voor zowel lucht- als contactgeluid met +5 dB t.o.v. het bouwbesluit
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Op initiatief van de milieudienst West-Holland is een regionaal beleidsplan op het gebied van Duurzame Stedenbouw ontwikkeld. In de bijbehorende ambitietabel zijn twee ambitieniveaus (basis en extra) geformuleerd, waarvan de maatlat hoger ligt dan wettelijk vereist. De tabel wordt in de initiatieffase gebruikt voor het vaststellen van de gewenste ambitieniveaus. Vervolgens kan het totaal aan basis- en extra ambities worden vertaald in benodigde maatregelen.
In onderstaande tabel zijn de mogelijke ambitieniveaus met betrekking tot de verkeersleefbaarheid (lucht en geluid) in beeld gebracht.
29
4.9. Regionale Structuurvisie 2020
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
30
Met de Regionale Structuurvisie 2020 (RSV), die is vastgesteld in het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland hebben de twaalf gemeenten een gezamenlijke visie op de ruimtelijke toekomst van de regio. De RSV is het toetsingskader van alle regiogemeenten waaronder Teylingen. Op basis hiervan worden voortaan alle ruimtelijke ontwikkelingen in Holland Rijnland tot 2020 getoetst. Deze visie bevat zeven kernbeslissingen die uitgaan van een evenwichtige ontwikkeling van wonen, recreatie, infrastructuur en intensief, meervoudig en duurzaam ruimtegebruik. De kernbeslissingen zijn: 1. Holland Rijnland is een top woonregio. 2. Leiden vervult een regionale centrumfunctie. 3. Concentratie stedelijke ontwikkeling. 4. Groenblauwe kwaliteit staat centraal. 5. De Bollenstreek en Veenweide en Plassen blijven open. 6. Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: Kennis en Greenport. 7. Verbetering van de regionale bereikbaarheid. De Holland Rijnland-gemeenten willen een aantrekkelijke regio, waar je niet alleen plezierig werkt en woont, maar ook prettig kunt recreëren. Ook moet Holland Rijnland goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en de auto. Verder wil de regio zich onderscheiden in de Randstad en bijdragen aan de internationale positionering daarvan.
5. Lokaal beleid
Deze verkeersstructuurvariant (variant 6), is nader doorgerekend in 2007 en opgenomen in het RVMK-model. Variant 6 vormt in het huidige verkeersbeleid de basis voor de toekomstige verkeersstructuur rond de kern Voorhout in Teylingen.
5.1. Verkeersstructuur Voorhout 2020
Belangrijkste uitgangspunten van de verkeersstructuur voor Voorhout in 2020 zijn: - Aanleg van de noordelijke Randweg Voorhout (tussen N450 en N444) - Het nemen van een “doseermaatregel” bij de spoorwegovergang met als doel de verkeersintensiteit via de Herenstraat te halveren - De Churchillaan wordt niet doorgetrokken; - De Oosthoutlaan wordt niet afgesloten, maar op de gehele Oosthoutlaan wordt 30 km/h ingesteld met de bijbehorende weginrichting. - Selectieve afsluiting van de Jacoba van Beierenweg tussen Engelselaan en Schoutenlaan.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Voor de toekomstige verkeersstructuur van Voorhout na de uitbreiding met nieuwe woongebieden zoals Hooghkamer en Nieuw Boekhorst is een verkeersstructuurplan opgesteld voor Voorhout. Hierin zijn een aantal varianten onderzocht waarbij de aanleg van noordelijke Randweg Voorhout in relatie tot een doseermaatregel op de spoorwegovergang, een eventuele doortrekking van de Churchillaan en aanvullende verkeersstructuurmaatregelen in beschouwing zijn genomen. Op basis van dit plan heeft de gemeenteraad in 2008 besloten om de in 1997 vastgestelde wegenstructuur -in ontwerp- te wijzigen en vast te stellen:
31
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
32
5.2. Wegencategoriseringsplannen
5.3. Herinrichting Herenstraat Voorhout
In 1998 is het uitvoeringsprogramma Duurzaam Veilig van start gegaan. De eerste fase van het uitvoeringsprogramma ging vooral over het herinrichten van het wegennet. Veruit de meeste wegbeheerders hebben in 1998 een start gemaakt met de uitvoering van Duurzaam Veilig: het toepassen van wegencategorisering. Ook de voormalige gemeenten Voorhout, Sassenheim en Warmond hebben het wegennet gecategoriseerd. Zo zijn de erftoegangswegen in woonbuurten in 30 km/h-zones opgenomen en is op de erftoegangswegen in het buitengebied een maximumsnelheid van 60 km/h ingesteld. De kernen bestaan sinds de invoering van Duurzaam Veilig voor een groot deel uit 30 km/hzones. Inmiddels is de gemeente aan de slag met de vervolgfases van Duurzaam Veilig (Duurzaam Veilig II) waarin wegen worden aangepast aan de essentiële herkenbaarheidskenmerken (EHK) volgens het concept Duurzaam Veilig. De maatregelen hebben als doel de weg zo in te richten dat uit het wegprofiel blijkt welk gedrag gewenst wordt.
De gemeente wil het centrum van Voorhout aantrekkelijker maken, zowel qua branchering, verkeersafwikkeling als qua openbare ruimte. Voorhout heeft behoefte aan een duidelijk hart. De gemeente onderzoekt daarom het ontwerpen van een dorpsplein, waar bijvoorbeeld evenementen kunnen plaatsvinden. Ook de stationsomgeving van Voorhout zal worden opgewaardeerd, mede in relatie tot het provinciale project Stedenbaan. De Herenstraat doorsnijdt het centrum van Voorhout en veel doorgaand verkeer maakt gebruik van de route door het centrum. Om het centrumgebied van Voorhout verder te kunnen versterken is in de toekomst de aanleg van noordelijk Randweg Voorhout een essentiële voorwaarde. Alleen met een alternatieve weg tussen Voorhout-Oost en Voorhout-West kan de Herenstraat substantieel ontzien worden van de huidige verkeersoverlast. Aangezien niet gewacht kan worden op de aanleg van de noordelijke Randweg Voorhout heeft de gemeente een herinrichtingsplan opgesteld voor de Herenstraat dat op korte termijn zal worden uitgevoerd. Met dit plan zal de aantrekkelijkheid van het centrum als verblijfsgebied worden vergroot en zal de positie van fietsers en winkelend publiek verbeterd worden. In het plan is een profielversmalling opgenomen en is een verkeerremmende inrichting voorzien. Ook zal het eenrichtingsverkeer in een aantal straten worden gewijzigd. Door de maatregelen neemt het doorgaand verkeer af in Herenstraat.
Duurzaam Veilig stelt dat gebiedsontsluitende wegen buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 80 km/h hebben. In Teylingen en de omliggende gemeenten is echter op de meeste gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom gekozen voor een maximumsnelheid van 60 km/h, omdat er in grote mate sprake is van functiemenging. Gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom hebben hoofdzakelijk een stroomfunctie, waarin verkeer naar massa en richting wordt gescheiden en geen directe erfontsluitingen aanwezig zijn. Gezien de opbouw van het buitengebied en de relatief hoge bebouwingsdichtheid, is er in de gemeente sprake van een mengeling tussen de stroom- en uitwisselingsfunctie op de gebiedsontsluitingswegen. Om die reden is op veel gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom, in samenspraak met de provincie, een maximumsnelheid van 60 km/h ingesteld.
5.4. Toekomstvisie Teylingen
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Teylingen zet zich in voor een duurzame versterking van vitale kernen en het landelijk gebied met een hogere ruimtelijke kwaliteit, dat goed per auto, fiets, openbaar vervoer en vaartuigen bereikbaar en zoveel mogelijk voor de cultuur(historie-)minnende recreant toegankelijk zijn. Bij het maken van een kwaliteitsslag spelen vernieuwing en het behoud van authentieke elementen een grote rol, met name om de eigen identiteit van de kernen en het landelijk gebied kracht bij te
zetten. In de Toekomstvisie zijn ook richtingen voor het verkeer- en vervoerbeleid neergelegd. Zo wordt de aanleg van de Rijnlandroute, verbetering van de doorstroming vooral rond Voorhout en de opening van station Sassenheim als belangrijke maatregelen gezien. De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Teylingen staat op de visiekaart voor de lange termijn van de Toekomstvisie. Hierop staan ook gewenste toekomstige maatregelen ten aanzien van de verkeer- en vervoerstructuur indicatief aangegeven. Op de bijgaande figuur staat de visiekaart uit de Toekomstvisie.
33
5.5. Visie op recreatie en toerisme
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
34
In de visie op recreatie en toerisme van de gemeente Teylingen wordt aangestuurd op de groei van het Kagerplassengebied naar een kwalitatief hoogwaardig en veelzijdig watersportgebied. Vanuit de kernen moeten de plassen goed bereikbaar zijn voor fietsers en wandelaars. Ook culturele attracties en evenementen worden gestimuleerd en versterkt. De bollenvelden blijven een belangrijke toeristische motor. De recreatieve en culturele verdere ontwikkeling van de gemeente brengt ook nieuw recreatief en toeristisch verkeer met zich mee per auto, openbaar vervoer, fiets en wandelend.
In het bijbehorende Uitvoeringsprogramma toerisme en recreatie 2008-2012 is dan ook opgenomen dat de Kagerplassen en de bollenvelden beter bereikbaar dienen te worden voor toeristen en recreanten door middel van een verbetering van de routestructuren van wandel- en fietsroutes.
5.6. Woonvisie Teylingen 2008-2020
Blauwe zones In en rond de winkelgebieden van de drie kernen Voorhout, Sassenheim en Warmond is al voor de fusie tot de gemeente Teylingen een regulerend parkeerregime ingevoerd in de vorm van een blauwe zone (parkeerschijfzone). Het instellen van blauwe zones is een regulerende parkeermaatregel waarbij een maximum parkeertijd is ingesteld. Hiermee wordt kortparkeren ten behoeve van winkelende klanten gestimuleerd en wordt langparkeren geweerd. Dit verbeterd de bereikbaarheid van de winkelvoorzieningen voor winkelend publiek en voorkomt dat aantrekkelijke parkeerplaatsen nabij de winkels de gehele dag door langparkeerders bezet worden. De blauwe zones kennen verschillende venstertijden en een verschillende maximale parkeerduur: Kern
locatie
max parkeerduur
venstertijd
Voorhout
Herenstraat
1 uur
8:00-18:00 (m.u.v.zon-en feestdagen)
Voorhout
J.v.Bhof
1,5 uur
8:00-20:00 (maandag t/m woensdag)
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
De woonvisie geeft een visie op het wonen in Teylingen in de toekomst en vormt tevens een kader voor concrete afspraken met de woningcorporaties en de bouwopgaven. In deze visie worden na een uitgebreide analyse de ambities en concrete doelen uiteengezet voor zowel nieuwbouw, als bestaande bouw en voor interventies op de woningmarkt. De komende 12 jaar moeten er in de regio zo'n 13.000 woningen worden gebouwd om aan de vraag te kunnen voldoen. Tot 2030 zal Teylingen er hiervan circa 3.100 voor zijn rekening nemen. Dit grote aantal zal met name in de voorziene nieuwe woongebieden van Voorhout (Hooghkamer en Nieuw Boekhorst). Tevens heeft Teylingen de ambitie om na de realisatie van dit aantal de bouw van nog eens 1.500 woningen mogelijk te maken tussen Hooghkamer en de N443 (Voorhout-Noord).
5.7. Gemeentelijk parkeerbeleid
8:00-21:00 (donderdag en vrijdag) 8:00-20:00 (zaterdag) Sassenheim
centrum
1,5 uur
8:00-18:00 (maandag t/m zaterdag) 18:00-21:00 (donderdag)
Sassenheim
p-garage
1,5 uur
Sassenheim
buiten centrum
1,5 uur
Warmond
centrumgebied
1,5 uur
8:00-21:00 (maandag t/m vrijdag) 8:00-20:00 (zaterdag) 8:00-18:00 (maandag t/m zaterdag) 18:00-21:00 (donderdag) 8:00-18:00 (maandag t/m zaterdag)
35
Binnen de blauwe zones is parkeren buiten de aangegeven parkeervakken niet toegestaan.
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
36
In Sassenheim kunnen bewoners ontheffing krijgen voor het onbeperkt parkeren binnen de blauwe zone. In Sassenheim is beleid vastgesteld waarin is geregeld wie in aanmerking komt voor een ontheffing, hoeveel ontheffingen per woonadres kunnen worden afgegeven en voor welke locatie ontheffing wordt gegeven.
Bij bouwaanvragen wordt per situatie beoordeeld of de parkeergelegenheid voor een project voldoende is. Hierbij worden over het algemeen de parkeerkencijfers van het CROW (ASVV 2004) gehanteerd voor het matig stedelijk gebied om de parkeerbehoefte te berekenen. Daar deze parkeerkencijfers geen juridische rechtskracht hebben worden deze in de huidige situatie meestal in een realisatieovereenkomst opgenomen waardoor er resultaatverplichting ontstaat.
Toepassing Parkeernormen Parkeernormen leveren een bijdrage aan de lokale bereikbaarheid, de economie en de leefomgeving. In beginsel is het aan de gemeenten om daaraan in hun plannen invulling te geven. Bouwplannen worden momenteel in Teylingen getoetst aan het bestemmingsplan, de bouwverordening en het bouwbesluit. Als er in het bestemmingsplan geen parkeernormen staan, wordt teruggevallen op de bouwverordening. In de toelichting van de bouwverordening wordt verwezen naar de parkeerkencijfers van het CROW (ASVV 2004). Aan de hand van de parkeerkencijfers wordt het aantal parkeerplaatsen berekend. Parkeren is ‘maatwerk’. Het ligt dan ook aan de specifieke situatie of van het minimum, het maximum of het gemiddelde wordt uit gegaan. Uitgangspunt bij nieuwbouwprojecten is dat de programmatische toevoeging niet mag leiden tot een afname van de bestaande parkeercapaciteit. Het bouwplan moet tevens zoveel mogelijk zelf voorzien in haar eigen parkeerbehoefte binnen de plangrenzen.
Voor initiatiefnemers van ruimtelijke plannen die niet aan de gestelde parkeernorm kunnen voldoen in een parkeerfonds ingesteld. Met toepassing van het parkeerfonds met parkeerreglement kunnen initiatiefnemers toch in aanmerking komen voor een bouwvergunning. Bij de (her)ontwikkeling van woningen, winkels, kantoren, bedrijven en overige voorzieningen moet gezorgd worden voor voldoende parkeergelegenheid op het eigen terrein. De gemeente geeft geen bouwvergunning af als een bouwwerk niet voldoet aan de aangegeven norm voor parkeergelegenheid. Als niet aan de parkeernorm binnen het bouwplan kan worden voldaan, is afkoop van de parkeernorm mogelijk. Met de ontvangen bijdrage legt de gemeente binnen 5 jaar het aantal berekende parkeerplaatsen elders aan. Er is een berekening nodig om het juiste aantal parkeerplaatsen te bepalen en vervolgens deze parkeerplaatsen te realiseren op eigen terrein. Het aantal parkeerplaatsen waarvoor een bijdrage verschuldigd is, zal wordt vastgesteld door het aantal op eigen terrein gerealiseerde of nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering te brengen op de totale hoeveelheid te realiseren parkeerplaatsen, te bepalen volgens de parkeernormen zoals gesteld in de “Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom” (CROW, ASVV 2004 of recentere versie). Parkeren vrachtwagens in kernen In de kernen Sassenheim en Voorhout is het parkeren van vrachtwagens binnen de bebouwde kom verboden. In Warmond is geen parkeerverbod voor vrachtwagens van kracht binnen de bebouwde kom. Door de fysiek beperkte ruimte in Warmond is het
voldoet. De kaart wordt uiteindelijk door de gemeente afgegeven en geboden aan een reguliere herkeuring. Er bestaan twee soorten gehandicaptenparkeerplaatsen: a) algemeen b) persoonlijk (op kenteken)
Ten behoeve van het parkeren van vrachtwagens is een vrachtwagenparkeerterrein binnen de gemeente gerealiseerd. Dit vrachtwagenparkeerterrein bevindt zich tussen de kernen Voorhout en Sassenheim aan de noordoostzijde van de Zuidelijk Randweg tussen de Schoutenlaan en Jacoba van Beierenweg. Dit terrein heeft voldoende capaciteit om vrachtauto’s binnen de kernen op te vangen. Om hier gebruik van te maken worden vergunningen verstrekt op basis van de opgestelde “parkeerverordening vrachtwagens Teylingen 2006”. Doelstelling is (in combinatie met de parkeerverboden in de kernen Voorhout en Sassenheim) de overlast van geparkeerde vrachtwagens binnen de kernen te beperken.
De algemene parkeerplaatsen zijn voor alle houders van een invalidenparkeerkaart toegankelijk, dus ook voor mensen van buiten Teylingen. De persoonlijke gehandicaptenparkeerplaatsen zijn in de meeste gevallen nabij het woonadres van de aanvrager gelegen. Deze parkeerplaatsen zijn geregistreerd op naam en kenteken en voorzien van bijbehorende bebording. Alleen de auto met het corresponderende kenteken kan op een dergelijke parkeerplaats geparkeerd worden. Indien er behoefte bestaat aan een dergelijke parkeerplaats kan een verzoek hiertoe aan de gemeente worden gericht waarbij de gemeente hierover een besluit zal nemen.
Gehandicaptenparkeren De gemeente Teylingen heeft in alle kernen in de centra en bij belangrijke voorzieningen parkeerplaatsen (algemeen) voor gehandicapten gerealiseerd of aangewezen. Ook in woonwijken zijn parkeerplaatsen gereserveerd voor gehandicapten (op kenteken). Om gebruik te kunnen maken van een gehandicaptenparkeerplaats moet een bestuurder in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart. Deze kan na een medische keuring door de GGD verkregen worden als de aanvrager aan een aantal criteria
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
parkeren binnen de bebouwde kom vrijwel niet mogelijk zonder de doorstroming te belemmeren en vormt dan ook geen groot probleem. De meeste vrachtauto’s worden op het bedrijventerrein geparkeerd.
Naast van de gehandicaptenparkeerplaatsen kunnen gehandicapten ook van alle overige openbare parkeerplaatsen gebruik maken. Voor gehandicapten met een invalidenparkeerkaart gelden de tijdsrestricties in de blauwe zones niet. Voor de algemene parkeerplaatsen geldt dat ten aanzien van het aantal te realiseren gehandicaptenparkeerplaatsen hier landelijke normen voor bestaan: Richtlijn integrale toegankelijkheid openbare ruimte van het CROW (oktober 2002). Daarnaast is ook het Handboek voor Toegankelijkheid een belangrijk naslagwerk (opvolger van Geboden Toegang). Dit is een uitgave van de landelijke gehandicaptenorganisaties. In de publicaties wordt de norm gesteld op tenminste 2% van het totale aanbod openbare parkeerplaatsen bij
37
publieksaantrekkende voorzieningen. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt door de gemeente Teylingen deze norm aangehouden. Aandachtspunt vormt de breedte en uitvoering van de gehandicaptenparkeerplaatsen zodat deze goed bruikbaar zijn voor rolstoelgebruikers. Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Handhaving parkeren Parkeerbeleid staat of valt met de handhaving. Regelmatige handhaving van de parkeerregels is dan ook een voorwaarde voor het goed kunnen functioneren van het parkeerbeleid. In Teylingen vindt momenteel handhaving van de parkeerregels plaats door BOA’s (Bijzondere Opsporings Ambtenaren) en de politie. De gemeente heeft een Nota Handhaving opgesteld. De handhaving heeft betrekking op alle werkzaamheden die samenhangen met het bestrijden van foutparkeren vanaf de controle tot en met de administratieve afhandeling. Onder fout parkeren wordt verstaan: - Het oneigenlijk parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats; - Het parkeren buiten de vakken op terreinen waar dit verplicht is; - Het parkeren op laad- en losplekken; - Het parkeren op plaatsen waar een parkeerverbod geldt; - Het parkeren binnen de blauwe zone zonder parkeerschijf of (tijdelijke) ontheffing of bij tijdverstrekking; - Het parkeren op het trottoir; - Het parkeren voor een uitrit; - Het parkeren op een dusdanige wijze dat verkeersonveilige situaties ontstaan zoals bijvoorbeeld in een bocht; - Het laden en lossen buiten daartoe aangewezen plekken; - Het parkeren van grote voertuigen buiten toegestane tijden. In Teylingen is een wegsleepverordening van kracht.
38
Op basis van de gemeentelijke wegsleepverordening en de APV kunnen voertuigen weggesleept worden waarbij de kosten voor rekening van de eigenaar van het voertuig zijn. - In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn onder hoofdstuk 5, afdeling 1 regels opgenomen ten aanzien van parkeerexcessen: - voertuigen van een autobedrijf; - te koop aanbieden van voertuigen; - defecte voertuigen; - voertuigwrakken; - caravans e.d.; - overnachten in voertuigen; - reclamevoertuigen; - grote voertuigen; - uitzicht belemmerende voertuigen; - voertuigen met stankverspreidende stoffen; - aantasting van groenvoorzieningen door voertuigen; - overlast van geparkeerde fietsen en bromfietsen. Bij foutparkeren gebeurt de handhaving op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet Mulder). Als een Mulderbon wordt uitgeschreven wordt deze door de politie verwerkt. Via het Centraal Justitieel Incasso Bureau wordt een acceptgiro naar de eigenaar van de auto gestuurd. Dit betekent dat de opbrengsten voor het Rijk zijn. Wijziging van wet op de bestuurlijke boete wordt binnen afzienbare tijd verwacht zodat de opbrengsten voor bepaalde vormen van foutparkeren terugvloeien in de gemeentekas. Zolang er nog geen wetswijziging voor de bestuurlijke boete met betrekking tot het foutparkeren is ingevoerd bestaat er een vergoedingsregeling van het rijk waarbij de gemeente in de handhavingskosten door de BOA’s tegemoet wordt gekomen door het Rijk.
5.8. Gemeentelijk verkeersveiligheidsbeleid
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Naast de rijks-, provinciale en regionale overheden is ook de lokale overheid verantwoordelijk voor de uitvoering van het verkeersveiligheidsbeleid. Nu de gemeenten Sassenheim, Voorhout en Warmond hun krachten hebben gebundeld in de gemeente Teylingen is er behoefte aan een duidelijk verkeersveiligheidsbeleid voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente. In samenwerking met de omliggende gemeenten, de provincie en Rijkswaterstaat is regionaal beleid geformuleerd. De gemeente Teylingen zal haar verkeerveiligheidsbeleid voor een groot deel dan ook afstemmen op het regionale verkeersveiligheidsbeleid van de regio Holland Rijnland. In samenwerking met de omliggende gemeenten heeft de gemeente Teylingen bijgedragen aan het regionale Meerjarenplan Verkeersveiligheid van de regio.
Tussen verschillende jaren kunnen dan ook grote procentuele afwijkingen optreden. Tevens is het signaleren van toenemende of afnemende trends bij lage absolute aantallen moeilijk aangezien een kleine afwijking een trend sterk kan beïnvloeden.
De gemeente is ten aanzien van de infrastructurele maatregelen en educatie en handhaving verantwoordelijk voor het uitvoeren van een verkeersveiligheidsbeleid gericht op wegen die in het beheer zijn van de gemeente. Zo heeft de gemeenten Teylingen de afgelopen jaren uitvoering gegeven aan het startprogramma “Duurzaam Veilig”. Het “Duurzaam Veilig”-beleid gaat er van uit dat het verkeersgedrag van de weggebruikers voortvloeit uit de inrichting en wegkenmerken van de wegen zodat de verkeersveiligheid vergroot wordt. Tevens zijn landelijke maatregelen zoals “bromfietsers op de rijbaan” binnen de bebouwde kom” doorgevoerd. De gemeente Teylingen heeft de laatste jaren grote gebieden opgenomen binnen 30 km/h-zones en hiertoe zijn herinrichtingsmaatregelen uitgevoerd. Inmiddels is ook de tweede fase van startprogramma “Duurzaam Veilig” (Duurzaam Veilig II) opgepakt waarbij de nadruk ligt op handhaving, educatie en voorlichting. De in de Nota Mobiliteit nagestreefde landelijke en regionale taakstellingen kunnen worden vertaald naar doelstellingen voor de gemeente Teylingen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat gezien de vaak relatief lage absolute aantallen slachtoffers en slachtofferongevallen in de gemeente de procentuele landelijke taakstelling op gemeentelijk niveau veelal moeilijk te behalen is.
39
5.9. Gemeentelijk Milieubeleid
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
Het beleid van de gemeente Teylingen ten aanzien van de verkeersleefbaarheid wordt afgestemd op het regionale, provinciale en landelijke beleid ten aanzien van geluidhinder en luchtkwaliteit. Het beleid van Teylingen ten aanzien van verkeersleefbaarheid is grotendeels ingebed in het regionale Milieubeleid. Nauwe samenwerking met regio en milieudienst De regio Holland Rijnland heeft een belangrijke regiefunctie binnen de regio ten aanzien van het te voeren Milieubeleid. De Milieudienst West-Holland is sterk betrokken bij het milieubeleid van de regio en de gemeenten. Ook Teylingen werkt nauw samen met de Milieudienst West-Holland. De Milieudienst streeft naar een gezonde, veilige leefomgeving waarin het prettig wonen en werken is. De Milieudienst staat voor: Een duurzaam leefmilieu en verbetering van onze leefomgeving. Een lokale bijdrage aan oplossing van mondiale (milieu)vraagstukken. De Milieudienst ontwikkelt het regionale milieubeleid, is regionaal loket voor alle milieuzaken, voert milieutaken uit en geeft actief vorm aan ‘externe integratie’ van het milieubeleid door het inbrengen van het milieuaspecten in andere beleidsvelden. De Milieudienst voert de regionale milieutaken uit voor de regio Holland Rijnland en de Rijnstreek.
5.10. Groenbeleidsplan De gemeente Teylingen heeft een beleidsplan op het gebied van groenvoorziening. Aandachtspunten met betrekking tot verkeer zijn: - verkeersveilige beplanting, waarbij de automobilist niet wordt gehinderd in het zicht door groenbeplanting - voldoende profiel van vrije ruimte voor het passeren van verkeer, met name vrachtverkeer. Verder is het zichtbaar houden van bebording en bewegwijzering een belangrijk punt.
40
5.11. Jeugdnota
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
De gemeente heeft een jeugdnota ‘(Op)groeien in Teylingen’. Deze nota heeft als doel dat kinderen in een stimulerende en veilige omgeving kunnen opgroeien binnen Teylingen. Belangrijke aspecten met betrekking tot verkeer en vervoer zijn verkeersveiligheid op straat, in de openbare ruimte, zodat kinderen op een veilige wijze buiten kunnen spelen en zich kunnen verplaatsen. Met het de inrichtingseisen van Duurzaam Veilig wordt hieraan tegemoet gekomen. Een ander belangrijk onderwerp is verkeersveiligheid rond scholenlocaties. Ook verkeersveiligheidprojecten waar scholen aan kunnen deelnemen (verkeerseducatie) zijn daarbij van belang. In het GVVP wordt hier aandacht aan besteed. In het GVVP zijn verder locaties opgenomen die ten aanzien van bovengenoemde punten verbeterd dienen te worden, met name met het oog op verkeersveiligheid.
5.12. Ouderennota De gemeente heeft de Seniorennota Teylingen 2008-2011 vastgesteld met als doel senioren deel te laten nemen aan het maatschappelijk leven. In de Seniorennota wordt het belang van openbaar vervoer als belangrijk verplaatsingsmiddel voor ouderen naar voren gebracht. Tevens is in deze nota opgenomen dat er bij nieuwe situaties een toets op veiligheid voor mensen met een beperking moet worden uitgevoerd. Ook komt verkeerseducatie aan bod. Ouderen zijn niet altijd in staat zich op een optimale wijze in het verkeer te bewegen. Verkeersveiligheid en integrale toegankelijkheid van de openbare ruimte en het openbaar vervoer zijn van groot belang. In het GVVP wordt daar uitgebreid aandacht besteed.
41
Deelnota 5: Kaderstellend beleid
42
Project
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan Teylingen 2010-2020
Opdrachtgever
Gemeente Teylingen
Projectnummer
203.14177.00
Auteurs
drs. R.A.P. Effting, ing. P.J.P. Hommel
Projectleider RBOI
drs. R.A.P. Effting
Projectleider gemeente
dhr. H. de Vries
Status
definitief
Versie
1.0
Datum
december 2009