Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan Ede (GVVP)
15 januari 2014
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
1
Hoofdstuk 1.
Inleiding
Het ontwerp van het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (GVVP) heeft van woensdag 4 december tot en met dinsdag 31 december 2013 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn 9 zienswijzen ontvangen. De onderhavige nota geeft de gemeentelijke reactie op de ontvangen zienswijzen weer. De personen en instanties die een zienswijze hebben ingediend, worden genoemd: . 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Reclamant 1 Reclamant 2 Reclamant 3 Reclamant 4 Reclamant 5 Reclamant 6 Reclamant 7 Reclamant 8 Reclamant 9
Het aantal reacties is derhalve beperkt. Meerdere factoren kunnen hier een rol in spelen. Wij vertrouwen erop dat uitgebreide participatie van organisaties bij de totstandkoming ertoe heeft bijgedragen dat vrijwel al deze instanties geen zienswijze hebben ingediend. Daarnaast is het vrij gebruikelijk dat op een kadernota verkeer en vervoer weinig reactie komt. Ter vergelijking: op het GVVP van de gemeente Barneveld van 2009 waren er ook 9 inspraakreacties, op het Gemeentelijk Mobiliteitsplan van de gemeente Wageningen (inclusief uitvoeringsagenda) waren er 29 reacties. In het navolgende hoofdstuk is een samenvatting gegeven van de individuele zienswijzen. Bij iedere zienswijze is een conclusie getrokken ten aanzien van de implicatie voor het ontwerp GVVP. In hoofdstuk 3 is vervolgens samengevat op welke punten het GVVP dientengevolge is gewijzigd.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
2
Hoofdstuk 2
Beantwoording zienswijzen
Alle zienswijzen zijn hierna individueel beantwoord. Daartoe is eerst een samenvatting van de zienswijze gemaakt, waarbij moet worden aangemerkt dat niet altijd de precieze woordkeus van de reclamant is aangehouden. Elk punt uit deze samenvatting is vervolgens beantwoord. Soms wordt verwezen naar een antwoord bij een andere reclamant. Om deze reden zijn de reclamanten genummerd. 1. Reclamant 1. Inhoud zienswijze Het is een goed en compleet document. Het geeft een duidelijk beeld hoe de gemeente Ede verder wil met de bereikbaarheid c.a. in Ede. a. Reclamant mist een verhandeling over de mogelijke consequenties van de frequentieverhoging op de Valleilijn. Omdat dit ook een speerpunt is in het Mobiliteitsfonds, zou reclamant meer onderstreept willen zien dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt om dit met reclamant te realiseren. Dan gaat het bijvoorbeeld om het nader benoemen van positieve zaken (bereikbaarheid voor – bedrijfsleven en scholen - Ede, imago regio FoodValley) en om de mogelijk negatieve zaken, zoals aanpassingen bij overwegen, visuele hinder, geluidsoverlast (bellen!) en barrièrevorming. Tekstueel: b. P. 28: Oplevering station Barneveld-Zuid is nu voorzien in februari 2015; c. P. 43: Alle bussen aan zuidzijde betekent ook: meer eenduidigheid (internationale) reiziger waar zijn/haar OV zich bevindt; d. P. 45: Bij basismobiliteit en OV ook noemen dat niet-OV oplossingen mogelijk zijn, zoals investeren in autodelen, investeren in fietsvoorzieningen et cetera; e. P. 43: Opmerking over routering wel/niet langs ziekenhuis: hier s.v.p. aangeven dat dit met provincie als opdrachtgever voor OV nader wordt bepaald. f. P. 45: Opmerking over Station Ede-West; meer poneren als ambitie op de lange termijn, vanwege belang Spoorzone E/W ,Veluwse Poort op korte/middellange termijn; g. P. 47: belang van overstappunten fiets (met de noodzakelijke voorzieningen die erbij horen) ook hier benadrukken. Komt later in nota wel terug; h. P. 53: Overweg Kerkweg: tot 2020 laat Ede de gelijkvloerse overweg liggen, daarna evaluatie. Wel goed om hier te vermelden dat toekomstige sluiting van de gelijkvloerse spoorwegovergang voor autoverkeer reële optie is. Dit i.r.t. PHS, beleid ProRail en de investeringen die door alle partijen zijn gedaan in onderdoorgangen; i. P. 56: Betaald parkeren bij stations: kan reclamant zich iets bij voorstellen, op voorhand geen bezwaren; j. P. 59: Toegankelijke bushalten: toevoegen dat ook in het kader van wijzigingen en bezuinigingen in het OV-systeem (bv geleidelijke introductie flexnet) opstaphalten nog steeds wezenlijk onderdeel zijn van verplaatsingen en dus niet kapitaalvernietiging zijn; k. P. 41: Het knelpunt van de kruising Dr. Willem Dreeslaan ter hoogte van het ziekenhuis onderkent reclamant ook. Hier is ook in het kader van het MIAM al aandacht voor gevraagd. Een nadere verkenning van de gemeente wacht reclamant dus af. Gemeentelijke reactie a. De gemeente ziet meerwaarde in een frequentieverhoging van de trein op de Valleilijn, mits de baten (zoals betere bereikbaarheid en beter product) opwegen tegen de nadelen (zoals extra barrièrevorming en geluidoverlast) en de investeringen. Deze nuancering wordt in het GVVP opgenomen. b. Jaartal 2015 is toegevoegd in paragraaf 3.2 onder het kopje ´Groei in treingebruik´ en in paragraaf 5.4 onder kopje ´Valleilijn Ede – Amersfoort (trein)´. c. In paragraaf 5.4 onder het kopje ´Nieuw trein- en busstation Ede-Wageningen´ is een zin toegevoegd dat het ook meer duidelijkheid voor de (internationale) treinreiziger geeft waar de bus voor het natransport zich bevindt.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
3
d. e. f. g. h. i. j.
k.
In paragraaf 5.4 onder het kopje ´Openbaar vervoer in het buitengebied´ is opgenomen dat naast dat de provincie zich richt op het niveau van de basismobiliteit ook wordt geïnvesteerd in andere vervoeroplossingen, zoals autodelen en fietsvoorzieningen. In paragraaf 5.4 onder het kopje ´Valleilijn Ede – Wageningen (bus)´ wordt aan de visie dat het ziekenhuis Gelderse Vallei door een andere buslijn vanuit en naar Wageningen kan worden bediend, toegevoegd dat dit met de provincie als opdrachtgever voor het openbaar vervoer wordt onderzocht. In paragraaf 5.4 is aan het kopje ´Station Ede-West´ tussen haakjes ´lange termijn´ toegevoegd. In paragraaf 5.5 is onder het kopje ´Aantrekkelijker en competitiever´ toegevoegd dat het ook gaat om het ontwikkelen van hoogwaardige overstappunten. In paragraaf 6.1 onder het kopje ´Spoorkruisingen´ staat dat de Kerkweg spoorwegovergang in ieder geval
tot 2020 open blijft. Hieraan is toegevoegd dat deze na uitvoering van het PHS wordt gesloten. Dat reclamant op voorhand geen bezwaar heeft ten betaald parkeren van stations leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP. Gemeente is het niet eens met reclamant. Het kan voorkomen dat bekend is dat een bushalte op korte termijn wordt opgeheven, bijvoorbeeld ten gevolge van een nieuwe routering. In dat geval wordt het dan nog toegankelijk maken van een bushalte wel als kapitaalvernietiging gezien. In paragraaf 3.2 staat onder het kopje `Lopende projecten´ een verkennend onderzoek aanpak kruispunt Jan Th. Tooroplaan/ Dr. Willem Dreeslaan. In 2014 wil de gemeente een onderzoek starten. De resultaten van dit onderzoek zullen met reclamant worden gedeeld.
Conclusie Deze zienswijze leidt tot de volgende aanpassingen van het ontwerp GVVP: - Toevoegen tekst over standpunt gemeente met betrekking tot verhoging frequentie Valleilijn; - Jaartal 2015 toevoegen bij oplevering station Barneveld-Zuid; - Toevoegen dat een nieuw trein- en busstation Ede-Wageningen ook meer duidelijkheid geeft voor de (internationale) treinreiziger waar de bus voor het natransport zich bevindt; - Toevoegen dat bij het openbaar vervoer in het buitengebied ook wordt geïnvesteerd in -
andere vervoeroplossingen, zoals autodelen en fietsvoorzieningen; Toevoegen dat met de provincie als opdrachtgever voor het openbaar vervoer wordt onderzocht of het ziekenhuis Gelderse Vallei door een andere buslijn vanuit en naar Wageningen kan worden bediend; Aangeven dat het station Ede-West een lange termijn onderwerp is; Aangeven dat de fiets aantrekkelijker en competitiever wordt als er ook hoogwaardige overstappunten worden ontwikkeld; Toevoegen dat de Kerkweg spoorwegovergang na uitvoering van het PHS wordt gesloten;
Toevoegen dat de gemeente de resultaten van het onderzoek aanpak kruispunt Jan Th. Tooroplaan/ Dr. Willem Dreeslaan met de reclamant wil delen.
2. Reclamant 2. Inhoud zienswijze Reclamant is een vereniging met circa 5.500 leden, die zich bezig houdt met beroepsgoederenvervoer en de logistieke dienstverlening. In de gemeente Ede zijn diverse leden van reclamant gevestigd en zij hebben een groot belang bij het plan dat voorligt. In algemene zin kan reclamant zich prima vinden in het GVVP. Reclamant ondersteunt de ambities ten aanzien van het faciliteren van mobiliteit. Ook de wijze waarop reclamant en andere organisaties de mogelijkheid hebben gekregen om inspraak te leveren bij de totstandkoming van het GVVP, wordt op prijs gesteld. a. Reclamant heeft zich altijd uitgesproken voor een kwaliteitsnetwerk goederenvervoer, waarop het vrachtverkeer veilig en snel gefaciliteerd kan worden. Reclamant is groot voorstander van het faciliteren van het vrachtverkeer op druk bereden routes, onder meer door verkeerslichten hierop af te stemmen. In de passage over het zware verkeer (pagina 7) wordt aangegeven dat het vrachtverkeer op andere routes zal worden ontmoedigd. Reclamant dringt erop aan om hier terughoudend mee om te gaan. Ook deze routes
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
4
moeten immers veilig en comfortabel te berijden blijven door bijvoorbeeld vrachtauto’s waarmee huisvuil wordt opgehaald, verhuizingen mee worden verricht of supermarkten worden bevoorraad. b. Op pagina 50 wordt dieper ingegaan op het vrachtverkeer. Reclamant onderschrijft de ambitie die is geformuleerd ten aanzien van dit type weggebruiker. Wel dienen bedrijventerreinen ook voor zwaar vrachtverkeer en ecocombi’s (LZV’s) goed bereikbaar te zijn en dus niet alleen voor lichte en middelzware vrachtauto’s. c. In deel B op pagina 67 staat het knelpunt Zwetselaarseweg benoemd in Lunteren. Bij regen is deze weg, onder meer door vervoerders die met vrachtauto’s melk collecteren, slecht te berijden. Uit het GVVP blijkt niet duidelijk hoe dit knelpunt wordt opgelost. Reclamant ziet hiervoor graag een gepaste oplossing tegemoet. d. Reclamant denkt en werkt graag mee met: - het nader uitwerken van het inrichten van een bewegwijzeringssysteem voor het vrachtverkeer, dat aansluit op het provinciale kwaliteitsnetwerk goederenvervoer (pagina 52); - de aanpak van de problematiek van vrachtautoparkeren. Reclamant herkent de in deze passage (pag. 56, 57) genoemde problemen. Vooruitlopend op zo’n overleg is het goed om te melden dat de beveiliging van bedrijventerreinen middels cameratoezicht hieraan gekoppeld kan worden en dat moet worden voorkomen dat voor een relatief klein probleem ingrijpende maatregelen worden genomen die ondernemers hard in de portemonnee raken; - verkeerseducatie (pagina 64), door te bezien of in Ede het project Veilig op Weg kan worden ingezet, een samenwerkingsverband tussen reclamant en Veilig Verkeer Nederland (VVN). Basisschoolleerlingen krijgen met dit project inzicht in de dode hoek van een vrachtauto en de gevaren die de dode hoek meebrengt; - projecten die een relatie hebben met het vrachtverkeer en staan beschreven op de pagina’s 37, 38 en 40 van deel B. Gemeentelijke reactie a. Met het ontmoedigen van het gebruik van minder geschikte routes wordt bedoeld dat grote stromen vrachtverkeer worden gestimuleerd de daarvoor geschikte routes te rijden. Extra verboden voor vrachtverkeer zijn thans niet in beeld en sommige wegen zullen vanwege hun functie altijd een hoeveelheid vrachtverkeer bevatten, ook al is de weg niet echt geschikt voor (zwaar) vrachtverkeer. b. De gemeente onderschrijft dat bedrijventerreinen ook voor zwaar vrachtverkeer goed bereikbaar moeten zijn. In ambitie N_701 wordt zwaar verkeer ook niet uitgesloten. Bedoeld wordt dat de gemeente geen extra inspanningen zal verrichten om de bereikbaarheid van dorps- en/of winkelcentra voor zwaar verkeer te verbeteren. De gemeente heeft de hoop dat naar centra met kleiner materieel wordt gereden, bijvoorbeeld als uitwerking van concepten van stadsdistributie. c. Dit punt zal met de afdeling beheer worden opgenomen. Er is bij ons enige twijfel over het precieze wegvak. Dit wordt met reclamant geverifieerd. d. De gemeente neemt graag met reclamant contact op als een bepaald voor vrachtverkeer relevant project wordt opgepakt. In Ede wordt op basisscholen het project "Je raakt zoek in de dode hoek" samen met VVN uitgevoerd. In 2014 wordt dit geïntensiveerd. Mogelijk is een combi te maken met het project dat reclamant noemt. De gemeente zal hiervoor contact opnemen met reclamant. Conclusie Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP.
3. Rreclamant 3. Inhoud zienswijze a. Reclamant heeft met genoegen geconstateerd dat de in het Barneveldse GVVP opgenomen snelfietsroute Barneveld-Lunteren-Ede ook in het concept GVVP van Ede vermeld wordt. Reclamant is bezig een visie ‘snelfietsroute’ op te stellen welke in februari
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
5
2014 in de raad behandeld zal worden. In het kader daarvan kijkt reclamant met belangstelling uit naar het voorgenomen onderzoek naar de route Barneveld-Lunteren-Ede door de gemeente Ede. Zo mogelijk wordt reclamant graag betrokken bij dit onderzoek en op de hoogte gehouden van de resultaten. b. In de wegencategorisering (pagina 36 van deel A) staat de Renswoudsestraatweg aangegeven als ‘erftoegangsweg, opwaarderen’. Behalve dat een gedeelte van deze weg op Barnevelds grondgebied ligt (gedeelte tussen Scherpenzeelseweg-Postweg) wordt het uit de legenda niet geheel duidelijk wat bedoeld wordt. Gezien de 60/80 discussie die onlangs tijdens de aanleg van de vrijliggende fietspaden gespeeld heeft, lijkt het ons goed dit af te stemmen. Gemeentelijke reactie a. De realisatie van een fietssnelweg op de relatie Barneveld – Lunteren – Ede is voor wat betreft Barneveld – Lunteren als lopend project van reclamant weergegeven (in paragraaf 3.2). Doortrekking naar Ede is in deel B als mogelijk project aangeduid (N_518_Pb). Het is ook weergegeven in de mobiliteitskaart van de regio (figuur 4.1). Indien dit project wordt opgestart, dan wordt samenwerking met reclamant gezocht om allereerst een verkenning uit te voeren. b. In de wegencategorisering van 1999 is de Renswoudsestraatweg door de gemeenteraad van Ede aangewezen als tot erftoegangsweg af te waarderen. In 2011-2012 is de Renswoudsestraatweg voorzien van vrijliggende fietspaden. De weg kan voor de gemeente Ede dus worden opgewaardeerd naar de oorspronkelijke functie van gebiedsontsluitingsweg Conclusie Deze zienswijze leidt tot een verduidelijking van de toelichting op figuur 5.1 in deel A van het ontwerp GVVP. 4. Reclamant 4 Inhoud zienswijze Reclamant geeft aan dat de inspraaktermijn erg kort was. Gezien de grote pendel en relaties tussen beide gemeenten en de goede samenwerking binnen FoodValley, had reclamant een ruimere inspraaktermijn verwacht. a. b.
c.
d.
e.
f.
In de regionale paragraaf wordt vooral gefocust op de verbinding tussen Ede en Wageningen. Gezien de sterke relatie met Veenendaal vraagt reclamant om ook de verbinding Ede – Veenendaal te versterken en beter in beeld te brengen. In het kaartje met het fietsroutenetwerk (figuur 5.8) is de fietssnelweg niet conform Fietsfilevrij weergegeven (zie ook kaartje Gelders Fiets Netwerk, GFN). Reclamant vraagt om dit aan te passen. Reclamant wil met Ede ervoor zorgen dat de route in 2016 geopend kan worden. Ook vraagt reclamant aandacht voor een goede directe fietsverbinding van de fietssnelweg richting het centrum van Ede. De route via de Maanderweg lijkt niet meer als vlotte verbinding naar het centrum aan te sluiten, gezien de nieuwe fietstunnels onder de sporen. De fietsroute langs de N224 is als secundaire route weergegeven. De vraag is om deze als hoofdfietsroute aan te wijzen. In het fietsroutenetwerk van de regio FoodValley is deze route als bovenlokaal aangewezen. Ook vraagt reclamant om de Veenendaalseweg in de Klomp als hoofdfietsroute aan te wijzen, zodat dit aansluit bij het GVVP Veenendaal en het GFN. Wat betreft het knooppuntensysteem geeft Ede aan hiaten te willen invullen. Reclamant zou graag de verbindingen via het knooppuntensysteem met Ede uitbreiden. De recreatieve route langs het spoor biedt hiervoor goede aanknopingspunten (ook opgenomen in het GFN). In overleg met Ede en beide provincies kunnen de verbindingen via het knooppuntensysteem worden verbeterd. In het GVVP geeft Ede aan een extra station te willen realiseren (Ede – West) op de spoorlijn Utrecht – Arnhem. Gezien de bediening van de omliggende wijken en
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
6
g.
bedrijventerreinen kan reclamant deze wens begrijpen. Een extra station op deze lijn is echter niet voorzien in PHS en zou de reistijd vanaf Veenendaal – De Klomp richting het oosten verder vergroten. Het kan wat reclamant betreft alleen een optie zijn, als het niet ten koste gaat van de bediening en de frequentie van Veenendaal – De Klomp, gezien het belang van dit station voor Veenendaal. Het streven naar een hart-op-hart OV-verbinding tussen Ede en Veenendaal kan reclamant alleen maar ondersteunen (project N_406_Oo). De verdere hoogwaardige uitbouw van deze succesvolle lijn is van groot belang voor beide gemeenten. Wat reclamant betreft zou een dergelijke wens een sterkere plaats in het plan kunnen krijgen, in de regionale paragraaf en de paragraaf over openbaar vervoer. Het zou ook moeten worden meegenomen in de netwerkvisie die in FoodValley wordt opgesteld in 2014.
Gemeentelijke reactie a. In het hoofdstuk Ede in de regio worden de ambities genoemd die betrekking hebben op de bereikbaarheid van Ede, inclusief het kenniscluster dat onderdeel is van de Kennisas. Voor wat betreft de relaties met de omliggende gemeenten is ambitie R_101 opgesteld. Het is een arbitraire keuze om hierbij niet afzonderlijk de gemeenten Veenendaal, Barneveld en Wageningen te benoemen. Uiteraard ondersteunt Ede de ambities in regionaal verband. Deze zijn als concrete projecten in figuur 4.1 weergegeven (zie met name nummer 12). De ambities in de andere hoofdstukken, zoals bij de fiets en het openbaar vervoer, hebben in principe dezelfde status als de ambities bij het hoofdstuk Ede in de regio. Bij deze ambities zal Veenendaal worden toegevoegd, ook omdat in de begeleidende teksten Veenendaal wel ter sprake komt. De reden van het weglaten van Veenendaal in de ambities voor de fiets is dat de fietssnelweg als lopend project is betiteld (zie paragraaf 3.2) en er dus geen ambitie voor hoeft te worden opgesteld, in tegenstelling tot de fietssnelweg tussen Ede en Wageningen waarvoor in november 2013 nog een verkenning moest starten. Als mogelijk project zijn in deel B nieuwe fietssnelwegen genoemd, waaronder Veenendaal-Kenniscampus Ede en een hart-op-hart snelfietsverbinding tussen de centra van Veenendaal en Ede (N_518_Pb). Voor de modaliteit auto geldt dat in 2014 een regionale netwerkvisie wordt opgesteld, waarin ook de wenselijke autoverbindingen tussen onder andere Veenendaal en Ede worden aangegeven. b. Figuur 5.8 wordt aangepast. c. De route vanuit Veenendaal naar het centrum van Ede wordt niet significant moeilijker na realisatie van de tunnel voor langzaam verkeer ten westen van de Kerkweg. De route wordt iets langer, maar daar staat tegenover dat het spoor conflictvrij kan worden gekruist. In de toekomst ontstaat met de mogelijke komst van de fietstunnel tussen Veldhuizen en de Frankeneng een korte, snelle hart-op-hart route die dan via de Koekeltseboslaan en de Veenderweg naar het centrum van Ede leidt. Nadere uitwerking van een hart-op-hart verbinding is als mogelijk project weergegeven in deel B (N_518_Pb). d. Ons fietsnetwerk is mede gebaseerd op het fietsnetwerk van de provincie Gelderland en de gemeente Veenendaal. Figuur 5.8 wordt daarmee volledig consistent gemaakt. Deze figuur is bedoeld om een prioritering aan te brengen in de aandacht voor de verschillende fietsverbindingen. Een bovenlokale route is ons inziens niet per se een hoofdfietsroute. Er zullen de komende tijd keuzes moeten worden gemaakt. Dit neemt niet weg dat ook secundaire routes verder worden geoptimaliseerd als zich bepaalde mogelijkheden voor optimalisatie voordoen. We nemen de Veenendaalseweg als hoofdfietsroute in de figuur mee. e. De route langs het spoor tussen station Veenendaal-De Klomp en de Kade is opgenomen in figuur 5.8. In het kader van het mogelijke project N_903_Ub wordt onderzocht of het wenselijk is om deze route op te nemen in het knooppuntensysteem. Als dit project wordt opgestart, dan nemen we hierover graag contact met reclamant op. f. Een station Ede-West is wat ons betreft een vergezicht dat invulling geeft aan de ambitie om grote woon- en werkgebieden optimaal te ontsluiten op het spoorwegennet. In een eventueel onderzoek zouden verschillende opties moeten worden beoordeeld, inclusief de verschillende consequenties voor de spoorse bereikbaarheid. Het spreekt voor zich dat een dergelijk onderzoek in samenspraak wordt uitgevoerd met onder andere de
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
7
g.
provincie, Prorail en de regionale partners. In dit onderzoek wordt dan ook ingegaan op de vraag of het station Ede-West juist een versterking kan zijn voor de sprinterbediening op de andere stations zoals Veenendaal-De Klomp. Mogelijk genereert een station EdeWest voldoende extra reizigers om de frequentie naar 3 per uur per richting te brengen. Dit wordt toegevoegd aan ambitie N_400. Voor wat betreft het niet toevoegen aan het hoofdstuk Ede in de regio zie de argumentatie onder a. Daarnaast willen we doublures voorkomen.
Conclusie Deze zienswijze leidt tot de volgende aanpassingen van het ontwerp GVVP: - De relatie Ede-Veenendaal wordt toegevoegd aan ambities N_400 en N_502; - Figuur 5.8 wordt aangepast, inclusief opname Veenendaalseweg als hoofdfietsroute. 5. Reclamant 5. Inhoud zienswijze Reclamant heeft waardering voor de sfeer die het GVVP ademt in de richting van de fiets als duurzaam vervoermiddel en als niet te onderschatten competitief alternatief voor de auto. De decembermaand is een lastige tijd om een uitgebreid dossier als dit concept, grondig te kunnen bestuderen. Graag had reclamant hiervoor meer tijd gehad. a.
b.
c.
d. e.
In hoofdstuk A.5.5 wordt gesteld dat een fietsverbinding onderdoor het spoor tussen de wijken Veldhuizen B en Frankeneng/Rietkampen gewenst is. Deze wens is in het verleden ook geuit, maar tot dusver is er nog niets van terecht gekomen. Als er één kans is om meer mensen op de fiets te krijgen, dan is deze het verkorten van de rijafstand tussen Veldhuizen B en Rietkampen. Deze verbinding verdient dan ook prioriteit in het GVVP. In aansluiting hierop vindt reclamant het een gemiste kans dat de westelijke noord-zuidfietsroute niet duidelijk is uitgestippeld tussen de plaats waar de route (ter hoogte van de Marconistraat) onder de spoorlijn door zou gaan tot aan Lunteren. Indien gemeente dit wenst, wil reclamant deze route graag nader met de gemeente bespreken (hiervoor heeft reclamant ook een kaart bijgevoegd). In B.5.6 wordt aangegeven dat aandacht zal worden gegeven aan belijning op fietspaden. Reclamant stelt voor om expliciet in het GVVP te noemen dat op tweerichtingenfietspaden altijd een middenbelijning zal worden aangebracht. Ook zou het goed zijn te vermelden dat deze fietspaden minstens de breedte dienen te hebben zoals aangegeven in de laatste door CROW uitgebrachte richtlijnen (dit om rekening te houden met het te verwachten drukker verkeer op fietspaden). Verder wil reclamant wijzen op bochten in sommige fietspaden die vaak te scherp zijn omdat men bomen heeft willen sparen. Ook mag duidelijk worden aangegeven dat bij het aanleggen van fietsstroken altijd zal worden gekeken of het mogelijk is af te zien van een verhoging tussen fietsstrook en wandelpad. Dit zou kunnen worden vermeld onder “Vergevingsgezindheid” in A.7. In het concept GVVP mist reclamant in figuur 5.8 de knooppuntroutes. Reclamant stelt het op prijs dat ook wordt aangegeven dat er op zal worden toegezien dat deze zonder gevaar te berijden zijn (er zijn twee voorbeelden genoemd). In figuur 5.8 zitten ook enkele fouten. Het betreft secundaire routes en verbindingen die in feite niet bestaan. Dit wil reclamant in een gesprek toelichten. Verder mist reclamant in figuur 5.8 het doortrekken van de hoofdfietsroutes langs het spoor richting Arnhem en richting station VeenendaalDe Klomp en de fietspaden langs de N224. Deze paden waren in “Voorrang voor de Fiets” wel als hoofdroute aangemerkt. Er ontbreekt in figuur 5.8 een duidelijke routering voor fietsers tussen de grote wijk Rietkampen en het centrum van Ede (hiervoor heeft reclamant een kaart met een voorbeeldroute bijgevoegd). In figuur 5.8 ontbreekt op de hoek van de Koekeltseboslaan en de Inschoterweg een sportaanduiding (voor het belangrijke sportpark van DTS) naast de aangegeven bijeenkomstfunctie.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
8
f. g. h.
i.
In het factsheet Bewegwijzering wordt onder “Toeristische routeverwijzing fiets” vermeld dat er een lange-afstandsroute door Ede loopt. Dit is niet (meer?) het geval; er loopt zelfs geen route door de gemeente Ede. Onder A.6.3. Fietsstallen zou ook een onderzoek naar het meenemen van fietsen in de bus genoemd kunnen worden. In A.7.1 zou bij de Ambities kunnen worden toegevoegd dat bij het maken van nieuwe wegaansluitingen bestaande wegstructuren zo spoedig mogelijk worden aangepast als dat voor de verkeersveiligheid wenselijk is (L_107?). Reclamant noemt twee voorbeelden, namelijk de aansluiting Enkalaan op de Bennekomseweg en het nieuwe fietspad aan de zuidzijde van de scholen die aansluit op de Edeseweg. Dergelijke “tijdelijke” gevaarlijke situaties mogen niet uit kostenoverwegingen op de lange baan geschoven worden. Het zou voor de duidelijkheid goed zijn dat de woorden “tweezijdig fietspad” niet meer worden gebruikt, maar in plaats daarvan alleen de term “tweerichtingenfietspad”.
Route Ede-West – Lunteren en voorbeeldroute de Rietkampen – Ede-Centrum Gemeentelijke reactie a. De fietsverbinding Rietkampen-Veldhuizen via een nieuwe tunnel is eerder als project gedefinieerd in het GVVP van 2005. De gemeente had voor een deel al middelen gereserveerd, maar deze zijn door de bezuinigingen destijds ingeleverd. Het is uiteraard een dure oplossing en daarmee sterk onderhevig aan bestuurlijke prioriteitsstelling. Er is de komende jaren mogelijk een nieuwe kans om de tunnel in de toekomst te realiseren. In ieder geval is het project opgenomen in de provinciale meerjarenagenda (MIAM, zie projectblad F14), maar er zijn thans noch bij de provincie noch bij de gemeente middelen gereserveerd of beschikbaar gesteld. Het voorstel van de reclamant om de mogelijke fietsverbinding door te trekken parallel aan de A30 naar Lunteren zou als optie voor de fietssnelweg Barneveld-Lunteren-Ede in een nader onderzoek kunnen worden uitgewerkt. Het ligt echter wel in de rede dat de aandacht en de middelen voorlopig uit zullen gaan naar één hoogwaardige route in deze corridor. Bij de beoordeling van verschillende opties zal de kosteneffectiviteit en vervoerwaarde een belangrijke rol spelen. Overigens is een voorstel voor de route tot aan Kernhem wel in figuur 5.8 weergegeven. Deze route komt grotendeels overeen met de route voorgesteld door de reclamant. In de huidige situatie heeft de route al een vervolg naar Lunteren via het bestaande wegennet. Indien
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
9
b.
c.
d.
e.
f. g. h.
i.
een tracéstudie naar deze route wordt opgestart, zal zeker samenwerking met de reclamant worden nagestreefd. Genoemde aanbevelingen zijn valide ontwerprichtlijnen, maar wij achten het GVVP niet de plaats om ontwerprichtlijnen vast te stellen. Bij de mogelijke projecten in deel B wordt soms wel getipt aan ontwerprichtlijnen, vooral bedoeld om een project te verduidelijken. De aanbeveling om zo mogelijk af te zien van een hoogteverschil tussen fiets- en voetpad en dit te vermelden bij het onderwerp vergevingsgezindheid nemen wij graag over. De knooppuntroutes maken integraal onderdeel uit van het fietsnetwerk. In de huidige figuur 5.8 ontbraken enkele delen van routes. Deze worden toegevoegd. In de figuur zaten daarnaast inderdaad enkele fouten. Deze worden er uit gehaald. De wenselijkheid van verbetering van bepaalde fietsroutes wordt bij voorkeur samen met de reclamant opgepakt, zoals weergegeven in de projecten N_504_Co en L_101_Ub. Figuur 5.8 geeft de routes weer waar de gemeente bij de aanpak prioriteit aan wil geven. Wij zijn ons ervan bewust dat enkele secundaire routes thans nog niet als fietsverbinding bestaan, maar dat er wel een fietsvraag is. Indien zich meeliftmogelijkheden voordoen, dan willen we graag ook de secundaire routes beter faciliteren. De prioriteit ligt wat ons betreft echter bij de fietssnelwegen en de primaire fietsroutes. De route tussen Rietkampen en het centrum van Ede gaat via de aan te leggen tunnel voor langzaam verkeer ten westen van de Kerkweg. In de toekomst ontstaat met de mogelijke komst van de fietstunnel tussen Veldhuizen en de Frankeneng een tweede route tussen de wijk de Rietkampen en het centrum van Ede. Deze route is vooral interessant voor de inwoners van het westelijk deel van de Rietkampen. Daarnaast loopt een onderzoek naar de aanpak van het kruispunt Jan Th. Tooroplaan/ Dr. Willem Dreeslaan (zie lopende projecten). De door reclamant voorgestelde route is weliswaar thans een route die gebruikt wordt, maar daar zouden wij geen prioriteit aan willen geven. Vandaar dat figuur 5.8 deze route niet weergeeft. Wij zullen dit punt aan de kaart toevoegen, evenals enkele andere ontbrekende punten. De gebruikte data om de verschillende voorzieningen te duiden zijn niet geheel compleet en de punten zijn gebaseerd op centra van zogenaamde postcode 6 gebieden. Ze geven derhalve niet altijd de exacte locatie van een voorziening weer. Dit zal in de factsheet worden aangepast. Het meenemen van fietsen in de bus zou door de provincie kunnen worden opgepakt. In het GVVP ligt de focus op aspecten waar de gemeente voor verantwoordelijk is. Nieuwe situaties worden altijd verkeersveilig ontworpen. Als na ingebruikname blijkt dat zich onverwacht verkeersonveilige situaties voordoen, dan worden passende maatregelen onderzocht/genomen. Dit is altijd maatwerk. Omdat verkeersveilig ontwerpen een uitgangspunt is, wordt hiervoor geen ambitie geformuleerd. De door reclamant genoemde voorbeelden worden verholpen met de komst van de Parklaan. Voor wat betreft Enkalaan op de Bennekomseweg wordt een volledig kruispunt met verkeerslichten gerealiseerd. In 2014 wordt het definitief ontwerp gemaakt. Uitvoering vindt daarna zo spoedig mogelijk plaats. De termijn hiervoor is afhankelijk van wettelijk te volgen procedures (bijvoorbeeld bestemmingsplan Parklaan). Voor wat betreft de fietsoversteek Edeseweg wordt op korte termijn een tijdelijke maatregel getroffen om fietsers naar een verkeersveilige fietsoversteek over de Edeseweg te begeleiden. Het woord “tweezijdig” komt inderdaad ten onrechte eenmaal voor, namelijk in deel B bij project N_512_Ob. Dit wordt gewijzigd.
Conclusie Deze zienswijze leidt tot de volgende aanpassingen van het ontwerp GVVP: - Bij het onderwerp vergevingsgezindheid in hoofdstuk 7 wordt als voorbeeld toegevoegd het zo mogelijk afzien van een hoogteverschil tussen fiets- en voetpad bij smalle verhoogde fietspaden; - Aanpassing van figuur 5.8, inclusief toevoegen van enkele locaties van functies; - Aanpassen factsheet bewegwijzering; - Woord “tweezijdig” veranderen in “tweerichtingen” in deel B. 6. Reclamant 6.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
10
Inhoud zienswijze a. De Meulunterseweg is nu geheel 60 km/uur, waar de bewoners blij mee zijn. Er wordt echter hard gereden en er zijn geen snelheidsremmende maatregelen. Aanwonenden vrezen dat zonder continuering van snelheidshandhaving de weg (weer) een racebaan zal worden. Zij hopen dan ook dat de weg alsnog als erftoegangsweg met snelheidsremmers wordt ingericht. b. De weg is gecategoriseerd als erftoegangsweg. Wanneer de categorisering van de Meulunterseweg alsnog ter discussie wordt gesteld, dan zal de inbreng van aanwonenden daarbij gewenst zijn, waarvoor reclamant zich beschikbaar houdt. c. In deel B blz 76 is de Meulunterseweg geclassificeerd als “erftoegangsweg, aanpassen”. Echter met rode stippen en rood is de kleur van een gebiedsontsluitingsweg. Gemeentelijke reactie a. Voor 2014 staat een onderzoek gepland om te bepalen of langs bepaalde wegvakken een fietspad kan worden gerealiseerd (zie deel B, hoofdstuk 4), ter verbetering van de verkeersveiligheid. De afgelopen jaren is de Meulunterseweg gereconstrueerd. Tegelijkertijd is de snelheid verlaagd naar 60 km/uur. Na consultering van belanghebbenden en de gemeenteraad heeft het college besloten om de verblijfsfunctie (60 km-zone) niet te ondersteunen met snelheidsremmende maatregelen, maar door handhaving op de snelheid. De gemeente zal zich overigens blijvend hard maken voor snelheidshandhaving op routes met doorgaand verkeer. b. Als mogelijk project is een onderzoek gedefinieerd naar de gewenste wegencategorisering in het buitengebied aan de noordkant van de gemeente Ede, nadat de rondweg bij Barneveld is gerealiseerd (zie N_105_Ob). De gemeente onderkent ook de wenselijkheid van de inbreng van aanwonenden en zal met aanwonenden en belangenorganisaties in contact treden wanneer sprake is van een concreet project (zie N_101_Co). c. Met “erftoegangsweg, aanpassen” wordt bedoeld dat in eerste instantie wordt onderzocht of het wenselijk en haalbaar is de inrichting beter af te stemmen op de geldende categorisering. Niet uitgesloten wordt dat het ook kan leiden tot een wijziging van de wegencategorie. Overigens is de kleurstelling correct op de kaart: lichtblauw-grijs. Conclusie Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP. 7. Reclamant 7. Inhoud zienswijze a. Onder nummer 25 van het Knelpuntenoverzicht wordt gesteld dat de verbindingsweg Wekerom-Lunteren (Hoge Valkseweg/ Meulunterseweg) wordt aangemerkt als gebiedsontsluitingsweg, maar hier niet aan voldoet. Uw gesprekspartner Plaatselijk Belang behartigt in dit opzicht niet mijn belang. b. De betreffende route leent zich in geen enkel opzicht om te worden ingericht als gebiedsontsluitingsweg. Bovendien wordt de vermeende verkeersveiligheid hierdoor niet bevorderd. Voor het toenemend vrachtverkeer van en naar Wekerom, zijn andere routes beschikbaar, zeker na realisering van een rondweg bij Barneveld Gemeentelijke reactie a. Bij de totstandkoming van het GVVP zijn vooral organisaties in plaats van individuele burgers betrokken. Met de organisaties zijn op een bijeenkomst in april 2013 knelpunten geïnventariseerd. De knelpunten die zijn genoemd in de tabellen is de directe input van de aanwezigen. Zoals in de begeleidende tekst aangegeven (paragraaf 6.3 van deel B) heeft pas na inventarisatie van de knelpunten een eerste verkeerskundige beoordeling door de gemeente plaats gevonden. Thans is de Meulunterseweg gecategoriseerd als erftoegangsweg (zie figuur 5.1 van deel A). b. Als mogelijk project is in deel B een onderzoek weergegeven naar de gewenste wegencategorisering in het buitengebied, na realisatie van de rondweg bij Barneveld. Zie ook de gemeentelijke reacties bij reclamant 6.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
11
Conclusie Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP. 8. Reclamant 8. Inhoud zienswijze a. In de factsheet staat dat door sociale onveiligheid mensen een fietstunnel mijden en dat zo het positieve effect op verkeersveiligheid deels weer teniet wordt gedaan. Reclamant herkent zich hierin. De fietstunnel ten westen van de Kerkweg en andere fietstunnels zijn geen oplossing voor onveilige situaties. Zeker niet als je, om van Ede-Zuid richting EdeCentrum te komen, geen keus meer hebt om nog bij een gewone spoorwegovergang over te steken, maar alleen nog maar door een tunnel kan gaan. b. Het is gevaarlijk en onnodig dat het fietspad ten zuiden van de Jan Th. Tooroplaan een tweerichtingenfletspad is geworden, om de volgende redenen: - Er zit een onoverzichtelijke bocht in het fietspad, ter hoogte van de Rembrandtlaan; - Aan de noordkant van de Jan Th. Tooroplaan is er ook een fietspad en er zijn genoeg oversteekmogelijkheden; - Het was al druk en het is nu nog drukker geworden; - Het fietspad is niet verbreed en over het grootste deel ontbreekt markering. Gemeentelijke reactie a. De gemeente onderkent dat een fietstunnel sociaal onveiliger is dan een gelijkvloerse kruising op maaiveldniveau. Een goede uitvoering met doorzicht en daglichttoetreding kan dit gevoel van sociale onveiligheid zoveel mogelijk minimaliseren. Fietstunnels worden aangelegd als een winst kan worden gehaald in de verkeersveiligheid en/of de doorstroming van fietsverkeer en gemotoriseerd verkeer. Bij fietstunnels onder het spoor door wordt de kans op verkeersongevallen verkleind, zeker met het oog op de toename van het aantal treinen, uiterlijk in 2028. Bij de fietstunnel ten westen van de Kerkweg zal dit effect door het voorlopig openhouden van de gelijkvloerse overgang Kerkweg deels teniet kunnen worden gedaan, zoals de factsheet aangeeft. De verwachting is echter dat al direct na realisatie een duidelijke verkleining van de ongevalskans zal optreden. Voor diverse mensen zal het gevoel van veiligheid (sociaal en verkeersveiligheid) afnemen, maar hier prevaleert de verkleining van de ongevalskans en het slechten van de spoorbarrière. b. Het fietspad was gedeeltelijk al een tweerichtingen fietspad, maar was door het ontbreken van markering en bebording onduidelijk. Binnen de fietsstructuur is een tweerichtingen fietspad hier wenselijk. Dit voorkomt het onnodig vaak oversteken van de Dr. Willem Dreeslaan en de Jan Th. Tooroplaan, hetgeen ook gunstig is voor de verkeersveiligheid. De uitvoering is nog niet gereed. In 2014 worden de bochten verruimd en wordt markering aangebracht. Het betreft hier dus nog een project in uitvoering. Conclusie Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP.
9. Reclamant 9. Inhoud zienswijze a. Graag twee knelpunten toevoegen: - Edeseweg ochtendspits vanuit Bennekom naar Ede; - Dr. Willem Dreeslaan vanaf Van Balverenweg richting Wageningen, vooral ochtendspits. Dit knelpunt leidt tot sluipverkeer in het Binnenveld.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
12
Gemeentelijke reactie a. Eerstgenoemd knelpunt ten aanzien van de doorstroming is genoemd in deel A in hoofdstuk 3 als incidenteel knelpunt. Het is enigszins arbitrair of dit knelpunt als incidenteel of permanent moet worden aangemerkt. Op de dagen van de reistijdmetingen was er in ieder geval niet duidelijk sprake van een slechte doorstroming. De implicaties voor het GVVP en het verkeersbeleid van een onjuiste classificatie van een knelpunt zijn overigens beperkt. Bij dit knelpunt speelt specifiek dat de Parklaan moet gaan zorgen voor een vlotte doorstroming, ook vanuit Bennekom naar Ede. Het tweede knelpunt dat reclamant noemt speelt zich doorgaans vooral op het grondgebied van Wageningen af. De terugstuwing tot voorbij Bennekom komt hooguit incidenteel voor. Conclusie Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
13
Hoofdstuk 3.
Wijzigingen in het GVVP op basis van de inspraak
Hierna volgt een samenvatting van de wijzigingen die in het ontwerp GVVP worden doorgevoerd naar aanleiding van de zienswijzen die zijn ingediend. Deel A: - Toevoegen dat de gemeente de resultaten van het onderzoek aanpak kruispunt Jan Th. Tooroplaan/ Dr. Willem Dreeslaan wil delen. - Verduidelijking van de toelichting op figuur 5.1; - Toevoegen tekst over standpunt gemeente met betrekking tot verhoging frequentie Valleilijn; - Jaartal 2015 toevoegen bij oplevering station Barneveld-Zuid; - Toevoegen dat een nieuw trein- en busstation Ede-Wageningen ook meer duidelijkheid geeft voor de (internationale) treinreiziger waar de bus voor het natransport zich bevindt; - Toevoegen dat bij het openbaar vervoer in het buitengebied ook wordt geïnvesteerd in andere -
vervoeroplossingen, zoals autodelen en fietsvoorzieningen; Toevoegen dat met de provincie als opdrachtgever voor het openbaar vervoer wordt onderzocht of het ziekenhuis Gelderse Vallei door een andere buslijn vanuit en naar Wageningen kan worden bediend; Aangeven dat het station Ede-West een lange termijn onderwerp is; Aangeven dat de fiets aantrekkelijker en competitiever wordt als er ook hoogwaardige overstappunten worden ontwikkeld;
Aanpassing van figuur 5.8, inclusief toevoegen van enkele locaties van functies en opname Veenendaalseweg als hoofdfietsroute; Toevoegen relatie Ede – Veenendaal aan ambities N_400 en N_502; Toevoegen dat de Kerkweg spoorwegovergang na uitvoering van het PHS wordt gesloten; Bij het onderwerp vergevingsgezindheid in hoofdstuk 7 wordt als voorbeeld toegevoegd het zo mogelijk afzien van een hoogteverschil tussen fiets- en voetpad bij smalle verhoogde fietspaden.
Deel B: - Het woord “tweezijdig” veranderen in “tweerichtingen; - De relatie Ede – Veenendaal wordt toegevoegd aan ambities N_400 en N_502. Factsheets: - Aanpassen factsheet bewegwijzering.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
14