Gemeente Zoersel Verkaveling voor woningbouw “Het Klooster” - fase 2 Stedenbouwkundige voorschriften
Dossier ZOE209
Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Zoersel
30 juni 2011
Provincie:
Antwerpen
Gemeente
Zoersel
Opdrachtgever:
Gemeentebestuur van Zoersel Handelslei 167 2980 Zoersel Tel. : 03/298.00.00
Ontwerper:
IGEAN dienstverlening Doornaardstraat 60 2160 Wommelgem Tel: 03/350.08.11 Fax: 03/353.34.10 E-mail:
[email protected]
Dossiergegevens:
Projectnummer ZOE209 Opgemaakt: 30.06.2011 Aangepast:
E. Symens ruimtelijk planner
J. Van Hoydonck directeur-zaakvoerder
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
1
Inhoud Artikel 0: Algemene bepalingen ................................................................................... 3 0.1. Terminologie ........................................................................................................................................ 3 0.2. Algemeen geldende voorschriften .................................................................................................... 4 0.2.1. Waterbeheer ....................................................................................................................................... 4 0.2.2. Reliëfwijzigingen ................................................................................................................................. 4 0.2.3. Technische installaties ....................................................................................................................... 4 0.2.4. Zonnepanelen..................................................................................................................................... 4 0.2.5. Parkeren ............................................................................................................................................. 5 0.2.6. Hoogspanningscabines ...................................................................................................................... 5
Artikel 1: Zone voor wonen (type 1) ............................................................................. 6 1.1. Strook voor hoofdgebouwen type 1 .................................................................................................. 6 1.1.1. Bestemming........................................................................................................................................ 6 1.1.2. Inrichting ............................................................................................................................................. 6 1.2. Strook voor bijgebouwen type 1 ........................................................................................................ 8 1.2.1. Bestemming........................................................................................................................................ 8 1.2.2. Inrichting ............................................................................................................................................. 8 1.3. Tuinstrook type 1................................................................................................................................. 9 1.4. Voortuinstrook type 1 ......................................................................................................................... 9
Artikel 2: Zone voor wonen (type 2) ........................................................................... 11 2.1. Strook voor hoofdgebouwen type 2 ................................................................................................ 11 2.1.1. Bestemming...................................................................................................................................... 11 2.1.2. Inrichting: open bebouwing .............................................................................................................. 11 2.2. Strook voor bijgebouwen type 2 ...................................................................................................... 12 2.2.1. Bestemming...................................................................................................................................... 12 2.2.2. Inrichting ........................................................................................................................................... 13 2.3. Tuinstrook type 2 ............................................................................................................................... 13 2.4. Voortuinstrook type 2 ....................................................................................................................... 14
Artikel 3: Zone voor wonen en publiek groen ........................................................... 15 3.1. Bestemming ....................................................................................................................................... 15 3.2. Inrichting ............................................................................................................................................ 15 3.2.1. Projectzone ....................................................................................................................................... 15 3.2.2. Publieke groenzone .......................................................................................................................... 17
Artikel 4: Openbare wegenis ...................................................................................... 18 4.1. Bestemming ....................................................................................................................................... 18 4.2. Inrichting ............................................................................................................................................ 18
Artikel 5: Publieke groenzone .................................................................................... 19 5.1. Bestemming ....................................................................................................................................... 19 5.2. Inrichting ............................................................................................................................................ 19
Figurenlijst
Figuur 1: dwarsprofiel ................................................................................................................................... 7
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
2
Artikel 0: Algemene bepalingen 0.1. Terminologie
Voor de toepassing van deze stedenbouwkundige voorschriften wordt verstaan onder: Achtergevelbouwlijn:
denkbeeldige lijn die de grens vormt van tuinstrook en de bouwstrook; steeds gelegen aan de smalste zijde van de kavel; Afstand tot de perceelsgrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de perceelsgrens van het bestaande kadastrale perceel of een ontworpen kavel; Afstand tot de zonegrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zonegrens zoals aangeduid op het plan; Bijgebouw:
een gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; Bouwlagen:
het aantal bewoonbare verdiepingen; Bouwstrook (of strook voor bebouwing):
strook of zone waarin een gebouw kan worden opgericht; Constructie:
elk bouwwerk van hout, steen, beton, metaal of ander bouwmateriaal, dat met de grond verbonden is of erop geplaatst is; Gebouw:
een door de mens gemaakte, toegankelijke, overdekte en geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte; Gebouwencomplex:
fysiek niet met elkaar verbonden gebouwen, die samen een functioneel geheel vormen; Halfopen bebouwing:
bebouwingswijze waarbij twee gebouwen een harmonisch geheel vormen, met aaneengesloten voorgevels en waarvan de vrijstaande gevels afgewerkt worden als kopgevels; Hoekgebouw:
gebouw opgericht op een perceel dat aan twee straten paalt op de plaats waar deze elkaar kruisen; Kroonlijsthoogte:
afstand vanaf het straatniveau (maaiveld) tot aan de bovenkant van de dakgoot; Meergezinswoning:
een gebouw dat blijkens de inrichting hoofdzakelijk voor permanent wonen geschikt is en dat ingedeeld werd in meer dan één woongelegenheden; Nokhoogte:
afstand vanaf het straatniveau (maaiveld) tot aan het hoogste punt van het gebouw; Perceelsgrens:
de grens van een perceel, overeenkomstig de kadastrale aanduidingen; Terreinbezetting:
de oppervlakte van de projectie van een constructie, een gebouw of een Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
3
gebouwencomplex (buitenmuren inbegrepen en uitsprongen, terrassen en ondergrondse constructies niet inbegrepen) op de grond, uitgedrukt in procent t.o.v. de totale oppervlakte van de bestemmingszone of t.o.v. de totale perceelsoppervlakte waarbinnen het gebouw of de gebouwen gelegen zijn; Vloeroppervlakte (V)
De vloeroppervlakte is de som van alle bruikbare vloeroppervlakten, waarvan de zoldering boven het maaiveld uitsteekt. alle auto- en andere bergplaatsen, alsook terrasoppervlakte, meegerekend. de bruikbare vloeroppervlakte begint bij een vrije hoogte van 1,50 m, eventuele scheidingswanden en buitenmuren meegerekend. Vloerterrein (V/T)
De Vloer/Terrein index is de verhouding tussen de vloeroppervlakte en de oppervlakte van de totale (bestemmings)zone. Voorgevelbouwlijn:
denkbeeldige lijn die de grens vormt van de voortuinstrook en de bouwstrook; bij hoekkavels ligt ze aan de smalste zijde van de kavel; Woning:
een gebouw of een deel ervan dat vergund is als woning, dat blijkens de inrichting hoofdzakelijk voor permanent wonen geschikt is en dat niet verkrot is; Zone (of bestemmingszone):
grondoppervlakte met eigen stedenbouwkundige voorschriften.
0.2. Algemeen geldende voorschriften 0.2.1. Waterbeheer
Rechtstreekse lozing van het afvalwater in waterlopen is verboden. Hemelwater dat afstroomt van verhardingen en gebouwen dient in de eerste plaats hergebruikt te worden. Het overtollige hemelwater dient afgevoerd te worden naar de grachten en voorzieningen voor buffering en infiltratie van hemelwater die in de groene ruimtes of naast de wegenis van de verkaveling worden voorzien.
0.2.2. Reliëfwijzigingen
Wijzigingen van het reliëf mogen geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater van de aanpalende eigendommen. Hoogteverschillen worden op eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen.
0.2.3. Technische installaties
Alle technische installaties (zoals bvb. verwarmingsinstallatie, airconditioning, ventilatie, liftkoker) zijn te voorzien binnen het maximum toegelaten bouwprofiel.
0.2.4. Zonnepanelen
Energiebesparende installaties (zonnepanelen, fotovoltaïsche cellen…) zijn toegelaten op het dak van gebouwen. Op hellende daken dient de installatie geïntegreerd te worden in het hellende dakvlak. Op platte daken mag de installatie niet hoger dan 1 meter boven de dakrand uitkomen.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
4
0.2.5. Parkeren
Per wooneenheid dient minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein worden voorzien.
0.2.6. Hoogspanningscabines
In alle zones kan, indien noodzakelijk, van de stedenbouwkundige voorschriften afgeweken worden voor de oprichting van een hoogspanningscabine.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
5
Artikel 1: Zone voor wonen (type 1) 1.1. Strook voor hoofdgebouwen type 1 1.1.1. Bestemming Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Het totale project voorziet in een mix van eengezinswoningen in verschillende groottes en groepswoningbouw. Voor dit gedeelte van de verkaveling wordt geopteerd voor eengezinswoningen. Voorzieningen voor een inwonende hulpbehoevende zijn toegelaten voor zover ze niet afsplitsbaar zijn van de woning. Voor de definitie van zorgwoningen wordt verwezen naar de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De verkaveling sluit aan bij het kerngebied van St.-Antonius, waar meer dan voldoende voorzieningen aanwezig zijn. Er worden daarom enkel functies complementair aan het wonen als nevenbestemming toegestaan. Slechts een beperkt gedeelte van de woning kan worden ingericht voor deze nevenbestemming. Het accent van de verkaveling ligt immers op wonen.
Als hoofdbestemming worden enkel eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen, toegelaten. Als nevenbestemming zijn functies complementair aan het wonen, met name kantoorfunctie en vrij beroep toegelaten op voorwaarde dat de woonfunctie behouden blijft als hoofdfunctie en de nevenbestemming een vloeroppervlakte van maximaal 50 m² beslaat.
1.1.2. Inrichting Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
De woningtypologie betreft een variant van de klassieke open bebouwing: open bebouwing met één blinde gevel tegen de perceelsgrens. Door de woning met één zijde op de perceelsgrens te plaatsen wordt de zijdelingse buitenruimte beperkt tot 1 x 3 meter in plaats van de normale 2 x 3 meter bij een klassieke open kavel. Op die manier kan een optimale oriëntatie van de kavel en het bouwvolume bekomen worden.
Plaatsing van de gebouwen -
binnen de op plan aangeduide strook voor hoofdgebouwen; voorgevel op de voorgevelbouwlijn; één zijgevel verplicht tegen de perceelsgrens zoals aangeduid op plan; achtergevels op min. 8 m achter de voorgevel.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
6
Afmeting van de gebouwen Samen met de oriëntatie van de kavel biedt het opgelegde bouwprofiel (dat in dit geval dwars op de kavel, dus evenwijdig met de rooilijn wordt bepaald) alle kansen voor de realisatie van een energiezuinig bouwproject. Bovendien ontstaat een bepaalde ritmiek van variaties op eenzelfde thema door voor elke kavel eenzelfde inplanting, bouwprofiel en volume op te leggen. Zo ontstaat een karakteristiek straatbeeld, dat een identiteit geeft aan de verkaveling.
Figuur 1: dwarsprofiel Uitsprongen uit dak- of gevelvlak Het maximale bouwvolume wordt gedefinieerd door de inplanting en het dwarsprofiel. Uitsprongen uit het dak- of gevelvlak zijn niet toegestaan buiten dit maximale bouwvolume, met uitzondering van zonnepanelen of fotovoltaïsche cellen, deze mogen maximaal 1 m boven het dak uitsteken.
Welstand van de gebouwen Er worden zo min mogelijk beperkingen opgelegd om de ontwerper alle ruimte te geven om tot een kwaliteitsvol en duurzaam project te komen. De term duurzame materialen dient ruim geïnterpreteerd te worden: materialen die op zich duurzaam zijn, maar ook materialen die kunnen bijdragen tot een duurzaam en energiezuinig project.
Materialen Materialen zijn vrij te kiezen, zolang het om duurzame materialen gaat. Betonplaten en golfplaten zijn uitgesloten. Metaal als dakmateriaal wordt enkel in beperkte mate en/of als decoratief element gebruikt. De zijgevel die tegen de perceelsgrens wordt geplaatst, moet als blinde gevel worden afgewerkt in een materiaal dat aansluit bij de materialen gebruikt voor de woning. Dakvorm Vrij te bepalen, zolang men binnen het hoger omschreven volume blijft. Gebogen daken zijn niet toegestaan.
Aanleg van de zone
Het niet bebouwde gedeelte van de strook voor hoofdgebouwen mag verhard worden. Het niet bebouwde en niet verharde gedeelte dient aangelegd te worden als tuinstrook of voortuinstrook.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
7
1.2. Strook voor bijgebouwen type 1 1.2.1. Bestemming Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
De strook voor bijgebouwen kan gebruikt worden voor de oprichting van een autobergplaats (garage, carport) en/of bergingsruimte. Het is echter eveneens toegestaan om dit volume te beschouwen als uitbreiding van het hoofdvolume.
Alle bestemmingen die aansluiten bij de woonfunctie zijn toegelaten. Het gaat hier om autobergplaatsen, bergingen e.d. maar ook leefruimtes kunnen in het aangebouwde bijgebouw worden ondergebracht.
1.2.2. Inrichting Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Plaatsing van de gebouwen Er worden zo min mogelijk beperkingen opgelegd om de ontwerper alle ruimte te geven om tot een kwaliteitsvol project te komen. De hoogte van de bijgebouwen wordt wel beperkt tot 3,25 meter onder een plat dak, zodat de hoofdgebouwen beeldbepalend zullen zijn voor het straatbeeld.
-
binnen de op plan aangeduide strook voor bijgebouwen; terreinbezetting maximaal 65 % van de strook
Afmeting van de gebouwen -
nokhoogte maximaal 3,25 meter; zie ook Figuur 1: dwarsprofiel.
Welstand van de gebouwen Materialen Materialen zijn vrij te kiezen, zolang het om duurzame materialen gaat. Betonplaten en golfplaten zijn uitgesloten. Dakvorm Plat dak verplicht.
Aanleg van de zone
Het niet bebouwde gedeelte van de strook voor bijgebouwen mag verhard worden. Het niet bebouwde en niet verharde gedeelte dient aangelegd te worden als tuinstrook of voortuinstrook. Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
8
1.3. Tuinstrook type 1 Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Gelet op het mogelijke watergevoelige karakter van de gronden zijn verhardingen enkel toegestaan in de bouwstroken. In de tuinstroken zijn geen verhardingen of constructies toegelaten om zo veel mogelijk infiltratie toe te laten.
Gezien de beperkte oppervlakte van de tuinen zijn voldoende hoge afsluitingen nodig om voldoende privacy te garanderen.
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Deze strook dient als tuin voor bewoners en moet als dusdanig aangelegd en gehandhaafd worden. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten. Verhardingen zijn niet toegestaan (deze moeten beperkt blijven tot de stroken voor hoofd- en bijgebouwen, ook een eventueel terras). Alle andere constructies, uitgezonderd erfscheidingen zoals hiernavolgend bepaald, zijn verboden.
Erfscheidingen -
draadafsluitingen, degelijke houten planken constructies en/of hagen in streekeigen gewassen tot een hoogte van max. 2 meter in het verlengde van de blinde muur tegen de perceelsgrens is een afsluitingsmuur in gevelsteen of in materialen die aansluiten bij de gebruikte materialen voor de woning eveneens toegestaan, tot maximaal 3 meter achter de achtergevelbouwlijn.
1.4. Voortuinstrook type 1 Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Om de woning en eventuele autobergplaatsen toegankelijk te maken mag de helft van de voortuinstrook worden verhard, maar gelet op de mogelijke watergevoeligheid van de gronden dient dit in waterdoorlatende materialen te gebeuren. Het is niet de bedoeling om meerdere parkeerplaatsen in de voortuin toe te laten. Het stallen van een voertuig op de oprit is natuurlijk wel toegestaan.
Na de oprichting van het hoofdgebouw dient deze strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten. Alleen het gedeelte van de grond dat als toegang tot de gebouwen wordt aangewend mag worden verhard (max. 50% van de voortuinstrook) in kleinschalige en waterdoorlatende materialen. Het aanleggen van bijkomende parkeerplaatsen in de voortuinstrook is niet toegestaan.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
9
Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Om het ritmische spel van de bouwvolumes zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen worden in de voortuinstrook geen constructies of hoge afsluitingen toegestaan.
Alle andere constructies, uitgezonderd erfscheidingen zoals hiernavolgend bepaald, zijn verboden, evenals het opslaan van materialen.
Erfscheidingen -
kunnen worden uitgevoerd in esthetische en duurzame materialen, met een hoogte van maximaal 40 cm, met uitzondering van poortkolommen, waarvan de maximale hoogte 1,50 m bedraagt; een geïntegreerde of vrijstaande brievenbus volgens de geldende reglementering kan hier eveneens toegelaten worden.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
10
Artikel 2: Zone voor wonen (type 2) 2.1. Strook voor hoofdgebouwen type 2 2.1.1. Bestemming Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Het totale project voorziet in een mix van eengezinswoningen in verschillende groottes en groepswoningbouw. Voor dit gedeelte van de verkaveling wordt geopteerd voor eengezinswoningen. Voorzieningen voor een inwonende hulpbehoevende zijn toegelaten voor zover ze niet afsplitsbaar zijn van de woning. Voor de definitie van zorgwoningen wordt verwezen naar de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De verkaveling sluit aan bij het kerngebied van St.-Antonius, waar meer dan voldoende voorzieningen aanwezig zijn. Er worden daarom enkel functies complementair aan het wonen als nevenbestemming toegestaan. Slechts een beperkt gedeelte van de woning kan worden ingericht voor deze nevenbestemming. Het accent van de verkaveling ligt immers op wonen.
Als hoofdbestemming worden enkel eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen, toegelaten. Als nevenbestemming zijn functies complementair aan het wonen, met name kantoorfunctie, vrij beroep, handel en dienstverlening toegelaten op voorwaarde dat de woonfunctie behouden blijft als hoofdfunctie en de nevenbestemming een vloeroppervlakte van maximaal 50 m² beslaat.
2.1.2. Inrichting: open bebouwing Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Type 2 is een klassieke open verkaveling met kavels van 15 meter breed. Er worden ook hier zo min mogelijk beperkingen opgelegd om de ontwerper alle ruimte te geven om tot een kwaliteitsvol project te komen. Enkel de maximale en minimale grenzen en afmetingen worden vastgelegd.
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Plaatsing van de gebouwen: -
binnen de op plan aangeduide strook voor vrijstaande bebouwing; voorgevel of naar de straat gerichte zijgevel van een hoekgebouw: op de voorgevelbouwlijn of max. 3 m achteruit; zijgevels op min. 3 m van de zijperceelsgrenzen; vrijstaande achtergevels op min. 8 m achter de voorgevel.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
11
Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Afmetingen van de gebouwen:
- voorgevelbreedte min. 7 m - kroonlijsthoogte max. 6 m - nokhoogte max. 10,5 m Alle uitsprongen uit dak- of gevelvlak zijn toegelaten voor zover deze zich niet in een bouwvrije strook bevinden.
Welstand van de gebouwen: Er worden zo min mogelijk beperkingen qua materiaalgebruik en dakvorm opgelegd om de ontwerper alle ruimte te geven om tot een kwaliteitsvol project te komen.
Materialen Materialen zijn vrij te kiezen, zolang het om duurzame materialen gaat. Betonplaten en golfplaten zijn uitgesloten. Metaal als dakmateriaal wordt enkel in beperkte mate en/of als decoratief element gebruikt. Dakvorm Vrij te bepalen, zolang men binnen de hoger omschreven afmetingen blijft. Gebogen daken zijn niet toegestaan.
Aanleg van de zone
Het niet bebouwde gedeelte van de strook voor hoofdgebouwen mag verhard worden. Het niet bebouwde en niet verharde gedeelte dient aangelegd te worden als tuinstrook of voortuinstrook.
2.2. Strook voor bijgebouwen type 2 2.2.1. Bestemming Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Naast de stroken voor hoofdgebouwen kunnen eveneens bijgebouwen worden opgericht, echter enkel voor bergingsruimte en/of autobergplaatsen. Deze bijgebouwen kunnen worden gekoppeld.
De bestemming van de bijgebouwen betreft enkel autobergplaatsen en/of bergingsruimte.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
12
2.2.2. Inrichting Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Plaatsing
De bijgebouwen mogen tot tegen de perceelsgrens opgericht worden en kunnen dus gekoppeld worden.
-
Afmetingen -
Indien de bijgebouwen niet gekoppeld worden (bvb. als één van de twee opteert voor de oprichting van een carport of geen bijgebouw opricht) dan wordt de zijgevel beschouwd als een vrijstaande gevel en moet deze als dusdanig afgewerkt worden.
binnen de strook voor bijgebouwen; de strook mag voor 100% bebouwd worden; de voorgevel op de voorgevelbouwlijn; de zijgevel tegen de perceelgrens. kroonlijsthoogte: max. 3,25 m
Welstand -
-
gevelmaterialen: - vrijstaande gevels: in harmonie met het materiaal van het hoofdgebouw en in harmonie met de aanpalende gebouwen; - overige gevels: baksteen. dakvorm: plat dak.
Aanleg van de zone
Het niet bebouwde gedeelte van de strook voor bijgebouwen mag verhard worden. Het niet bebouwde en niet verharde gedeelte dient aangelegd te worden als tuinstrook of voortuinstrook.
2.3. Tuinstrook type 2 Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Gelet op het mogelijke watergevoelige karakter van de gronden zijn verhardingen enkel toegestaan in de bouwstroken. In de tuinstroken zijn geen verhardingen toegelaten om zo veel mogelijk infiltratie toe te laten.
Deze strook dient als tuin voor bewoners en moet als dusdanig aangelegd en gehandhaafd worden. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten. Verhardingen zijn niet toegestaan (deze moeten beperkt blijven tot de stroken voor
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
13
Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift hoofd- en bijgebouwen, ook een eventueel terras). Alle andere constructies, uitgezonderd erfscheidingen zoals hiernavolgend bepaald, zijn verboden.
Erfscheidingen -
tegen de zij- en achterperceelsgrenzen zijn toegelaten (telkens met een maximale hoogte van 2,00 m): - hagen in streekeigen beplanting; - metalen draadafsluitingen; - een combinatie van beide;
2.4. Voortuinstrook type 2 Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Om de woning en eventuele autobergplaatsen toegankelijk te maken mag een gedeelte van de voortuinstrook worden verhard, maar gelet op de mogelijke watergevoeligheid van de gronden dient dit in waterdoorlatende materialen te gebeuren. Het is niet de bedoeling om meerdere parkeerplaatsen in de voortuin toe te laten. Het stallen van een voertuig op de oprit is natuurlijk wel toegestaan.
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift Na de oprichting van het hoofdgebouw dient deze strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten. Alleen het gedeelte van de grond dat als toegang tot de gebouwen wordt aangewend mag worden verhard (max. 30% van de voortuinstrook) in kleinschalige en waterdoorlatende materialen. Het aanleggen van bijkomende parkeerplaatsen in de voortuinstrook is niet toegestaan. Alle andere constructies, uitgezonderd erfscheidingen zoals hiernavolgend bepaald, zijn verboden, evenals het opslaan van materialen.
Erfscheidingen -
kunnen worden uitgevoerd in esthetische en duurzame materialen, met een hoogte van maximaal 40 cm, met uitzondering van poortkolommen, waarvan de maximale hoogte 1,50 m bedraagt; een geïntegreerde of vrijstaande brievenbus volgens de geldende reglementering kan hier eveneens toegelaten worden.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
14
Artikel 3: Zone voor wonen en publiek groen 3.1. Bestemming Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Het totale project voorziet in een mix van eengezinswoningen in verschillende groottes en groepswoningbouw. Voor dit gedeelte van de verkaveling wordt geopteerd voor wonen onder de vorm van groepswoningbouw, te realiseren door een sociale huisvestingsmaatschappij, gecombineerd met een publieke groene ruimte. De totale bestemmingszone meet 7045 m² in oppervlakte. Het bouwproject mag dus maximaal 55% (+/- 3875 m²) hiervan in beslag nemen. In de verkavelingsaanvraag voor de eerste fase is in de projectzone een marge voorzien. Indien in de projectzone eerste fase deze maximale oppervlakte niet volledig wordt benut, dan kan het resterende gedeelte hiervan eveneens benut worden voor de projectzone tweede fase. De beide bouwprojecten (gebouwen inclusief verhardingen en eventuele privé-tuinen) mogen echter nooit de oppervlakte van 8725 m² overschrijden.
De zone is in hoofdzaak bestemd voor wonen en publieke groene ruimte. De bestemming wonen wordt gerealiseerd volgens een globaal project voor een gedeelte van de zone. Dit bouwproject (inclusief eventuele tuinen en verhardingen voor het nemen van toegangen tot de gebouwen) mag maximaal 55% de totale bestemmingszone in beslag nemen. Het resterende deel van de bestemmingszone (dus minimaal 45%) wordt bestemd als publieke groene ruimte en ingericht volgens de voorschriften in paragraaf 3.2.2. Voor het overige is deze zone eveneens bestemd voor: - ruimte voor infiltratie en buffervoorzieningen voor hemelwater - ruimte voor kleinschalige nutsvoorzieningen in functie van de verkaveling, zoals een hoogspanningscabine
3.2. Inrichting 3.2.1. Projectzone Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Op het verkavelingsplan worden in de projectzone indicatief bouwstroken en perceelsindelingen ingetekend. Deze geven een idee van de visie van het gemeentebestuur op de inrichting van de zone. In de voorschriften wordt bepaald binnen welke grenzen het project moet gerealiseerd worden. Voor het overige worden er zo min
Aantal woningen min. 16 - max. 24
Maximale terreinbezetting
25% van de totale bestemmingszone.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
15
Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend) mogelijk beperkingen opgelegd om de ontwerper alle ruimte te geven om tot een kwaliteitsvol project te komen. 25 % komt overeen met +/- 1760 m² bebouwbare oppervlakte. In de verkavelingsaanvraag voor de eerste fase is in de maximale terreinbezetting een marge voorzien. Indien in de projectzone eerste fase deze maximale terreinbezetting niet volledig wordt benut, dan kan het resterende gedeelte hiervan eveneens benut worden voor de tweede fase.
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Maximale V/T index 0,50
Plaatsing van de gebouwen
Binnen de bestemmingszone, op minimaal 6 meter van de publieke groenzone.
Afmetingen van de gebouwen -
max. 3 bouwlagen (gelijkvloers, verdieping en dakverdieping); dakbasis max. 15 meter; nokhoogte max. 10,5 meter; gemiddelde kroonlijsthoogte 7 meter
Welstand van de gebouwen Materialen Materialen zijn vrij te kiezen, zolang het om duurzame materialen gaat. Betonplaten en golfplaten zijn uitgesloten. Dakvorm Vrij te bepalen, zolang men binnen de hoger omschreven afmetingen blijft.
Aanleg van de zone Verhardingen Aansluitend bij de hoofdgebouwen kunnen stoepen, terrassen en toegangspaden aangelegd worden. Om toegang te geven tot de gebouwen, ondergrondse garages en tuinen kan er interne wegenis worden aangelegd. Deze wegenis wordt aangelegd als woonerf en kan zowel een privaat als publiek karakter hebben. Hiervoor kan maximaal 20% van de oppervlakte van de bestemmingszone verhard worden. Alle verhardingen worden verplicht uitgevoerd in waterdoorlatende materialen. Groenaanleg en afsluitingen De niet-bebouwde en niet-verharde terreingedeelten kunnen worden aangelegd als private tuinen of als groene ruimte. Tussen de tuinen zijn hagen in streekeigen beplanting of metalen draadafsluitingen Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
16
Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift met een maximale hoogte van 2,00 m toegelaten.
3.2.2. Publieke groenzone Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
De publieke groenzone wordt als groene gebruiksruimte voor de omwonenden ingericht. Deze inrichting omvat speelruimte, maar ook voorzieningen in functie van de waterhuishouding van de totale verkaveling. Er kan echter eveneens ruimte zijn voor een ecologische inrichting van het groengebied.
Bebouwing - verharding -
Langzaam verkeersverbinding: Binnen de zone moet een langzaam verkeersverbinding worden gerealiseerd zoals indicatief aangeduid op het verkavelingsplan. Voor het overige zijn alle constructies verboden met uitzondering van: - voorzieningen in functie van waterhuishouding; - kleinschalige constructies in functie van de bestemming zoals voet- en fietspaden, monumenten, fonteinen, bruggetjes, zitbanken, prieeltjes, muziekkiosken en speeltuigen (de terreinbezetting van deze constructies mag in zijn totaliteit nooit meer bedragen dan 5 % van de groenzone); - kleinschalige nutsvoorzieningen in functie van de verkaveling, zoals een hoogspanningscabine.
Aanleg van de zone
De groenaanleg moet bestaan uit hoog- en laagstammige streekeigen heesters en bomen. Bestaande hoogstammen en waardevolle houtkanten worden zoveel als mogelijk bewaard en in stand gehouden. In het kader van een gedegen parkaanleg is het gebruik van een beperkt aantal struiken en bomen zonder streekeigen karakter toegestaan.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
17
Artikel 4: Openbare wegenis 4.1. Bestemming Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
-
wegen voor zowel gemotoriseerd als niet-gemotoriseerd verkeer, met inbegrip van groenvoorzieningen ruimte voor infiltratie en buffervoorzieningen voor hemelwater ruimte voor kleinschalige nutsvoorzieningen in functie van de verkaveling, zoals een hoogspanningscabine
4.2. Inrichting Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
Bebouwing
Alle constructies zijn verboden, behalve: - verlichtingsapparatuur; - schuilhuisjes; - straatmeubilair; - constructies en werken noodzakelijk voor de inrichting, de veiligheid en het beheer van de verkeersfuncties van het openbaar domein; - constructies en werken noodzakelijk voor de aanleg van pleinen; - kleinschalige nutsvoorzieningen in functie van de verkaveling, zoals een hoogspanningscabine.
Aanleg van de zone
De eventuele niet verharde delen worden voorzien van een groenaanleg bestaande uit overwegend gazon, bodembedekkers en lage heesters aangevuld met hoogstammen. Deze groenaanleg dient als dusdanig gehandhaafd te worden.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
18
Artikel 5: Publieke groenzone 5.1. Bestemming Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift -
groene ruimte als gebruiksruimte of als bufferzone ruimte voor infiltratie en buffervoorzieningen voor hemelwater ruimte voor kleinschalige nutsvoorzieningen in functie van de verkaveling, zoals een hoogspanningscabine.
5.2. Inrichting Toelichting ruimtelijke opties en principes (niet verordenend)
Verordenend stedenbouwkundig voorschrift
De publieke groenzone wordt als groene gebruiksruimte voor de omwonenden ingericht. Deze inrichting omvat speelruimte, maar ook voorzieningen in functie van de waterhuishouding van de totale verkaveling. Er kan echter eveneens ruimte zijn voor een ecologische inrichting van het groengebied.
Bebouwing
Alle constructies verboden met uitzondering van: - voorzieningen in functie van waterhuishouding. - kleinschalige constructies in functie van de bestemming zoals voet- en fietspaden, monumenten, fonteinen, bruggetjes, zitbanken, prieeltjes, muziekkiosken en speeltuigen (de terreinbezetting van deze constructies mag in zijn totaliteit nooit meer bedragen dan 5 % van de groenzone) - kleinschalige nutsvoorzieningen in functie van de verkaveling, zoals hoogspanningscabines.
Aanleg van de zone
De groenaanleg moet bestaan uit hoog- en laagstammige streekeigen heesters en bomen. Bestaande hoogstammen en waardevolle houtkanten worden zoveel als mogelijk bewaard en in stand gehouden. In het kader van een gedegen parkaanleg is het gebruik van een beperkt aantal struiken en bomen zonder streekeigen karakter toegestaan.
Gemeente Zoersel: Verkaveling “Het Klooster” fase 1 - dossier ZOE209 stedenbouwkundige voorschriften - 30 juni 2011
19