Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “KMO-zone Heideweg” Stedenbouwkundige voorschriften Dossier ZOE132
Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Zoersel
juli 2012
Provincie:
Antwerpen
Gemeente
Zoersel
Opdrachtgever:
Gemeentebestuur van Zoersel Handelslei 167 2980 Zoersel Tel. : 03/298.00.00
Ontwerper:
IGEAN dienstverlening Doornaardstraat 60 2160 Wommelgem Tel: 03/350.08.11 Fax: 03/353.34.10 E-mail:
[email protected]
Dossiergegevens:
Projectnummer ZOE132 Samengesteld volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 27.03.2009 Opgemaakt: 13.06.2008 (1° aanzet grafisch plan en voorschriften) Aangepast: − 28.07.2008 (2° aanzet grafisch plan en voorschriften) aangepast aan de opmerkingen van de ambtelijke werkgroep dd. 16.06.2008 − 22.09.2008 (1° concept voorontwerp) aanvullingen juridische toestand en opmaak toelichtingsnota − 27.03.2009 (2° concept voorontwerp) aangepast aan de opmerkingen van de ambtelijke werkgroepen dd. 06.10.2008 en 09.02.2009 − 08.06.2009 (ontwerp) aangepast aan de opmerkingen van de plenaire vergadering dd. 07.05.2009 − 28.02.2012 (3° concept voorontwerp) aangepast aan de herziening van het GRS − 23.04.2012 (4° concept voorontwerp) Aangepast aan bespreking gemeente 17.04.2012 e − 02.07.2012 (5 concept voorontwerp) aangepast aan opmerkingen plenaire vergadering dd. 28.06.2012
J. Van Hoydonck directeur-zaakvoerder
E. Symens ruimtelijk planner Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
1
Inhoud Artikel 0: Algemene bepalingen ................................................................................... 3 0.1. Terminologie ........................................................................................................................................ 3 0.2. Algemeen geldende voorschriften .................................................................................................... 3 0.2.1. Autobergplaatsen in de bouwvrije zijtuinstrook .................................................................................. 3 0.2.2. Parkeren ............................................................................................................................................. 4 0.2.3. Erfscheidingen .................................................................................................................................... 4 0.2.4. Zonnepanelen..................................................................................................................................... 4 0.2.5. Beplanting ........................................................................................................................................... 5 0.2.6. Reliëfwijzigingen ................................................................................................................................. 5 0.2.7. Reclame ............................................................................................................................................. 5 0.2.8. Toegankelijkheid................................................................................................................................. 5 0.2.9. Afwijking voor bijzondere gebouwen .................................................................................................. 5 0.2.10. Verlichting ......................................................................................................................................... 5
Artikel 1: Woongebied ................................................................................................... 6 1.1. Bestemming ......................................................................................................................................... 6 1.2. Inrichting .............................................................................................................................................. 6 1.2.1. Bebouwing .......................................................................................................................................... 7
Artikel 2: Zone voor vrijstaande woningbouw .......................................................... 10 2.1. Bestemming ....................................................................................................................................... 10 2.2. Inrichting ............................................................................................................................................ 10 2.2.1. Verkavelingsvoorschriften ................................................................................................................ 10 2.2.2. Bebouwingsvoorschriften ................................................................................................................. 10 2.2.3. Voortuinstrook .................................................................................................................................. 11 2.2.4. Tuinstrook ......................................................................................................................................... 11
Artikel 3: Bosgebied .................................................................................................... 13 3.1. Bestemming ....................................................................................................................................... 13 3.2. Inrichting ............................................................................................................................................ 13
Artikel 4: Openbare wegenis ...................................................................................... 14 4.1. Bestemming ....................................................................................................................................... 14 4.2. Bebouwing ......................................................................................................................................... 14
Artikel 5: Openbare groene ruimte ............................................................................. 15 5.1. Bestemming ....................................................................................................................................... 15 5.2. Inrichting ............................................................................................................................................ 15 5.2.1. Bebouwing ........................................................................................................................................ 15 5.2.2. Aanleg van de zone .......................................................................................................................... 15
Artikel 6: Indicatieve aanduiding ontsluiting (overdruk) .......................................... 16 Bijlage 1: verklaring autobergplaats .......................................................................... 17
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
2
Artikel 0: Algemene bepalingen 0.1. Terminologie Voor de toepassing van het hiernavolgende wordt verstaan onder: Bijgebouw:
een gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; Constructie:
elk bouwwerk, van hout, steen, beton, metaal of ander bouwmateriaal, dat met de grond verbonden is of erop geplaatst is; Eéngezinswoning:
een gebouw of een deel ervan dat bestemd en ingericht is voor de huisvesting van één gezin; Gebouw:
Een door de mens gemaakte, toegankelijke, overdekte en geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte; Hoofdbestemming:
bestemming van een gebouw voor meer dan 51% van het vloeroppervlak; Nevenbestemming:
bestemming van een gebouw voor maximaal 49% van het vloeroppervlak; Vloeroppervlakte (V)
De vloeroppervlakte is de som van alle bruikbare vloeroppervlakten, waarvan de zoldering boven het maaiveld uitsteekt. − alle auto- en andere bergplaatsen, alsook terrasoppervlakte, meegerekend. − de bruikbare vloeroppervlakte begint bij een vrije hoogte van 1,50 m, eventuele scheidingswanden en buitenmuren meegerekend. Vloerterrein (V/T)
De Vloer/Terrein index is de verhouding tussen de vloeroppervlakte en de oppervlakte van de (bestemmings)zone. Woning:
een gebouw of een deel ervan dat bestemd en ingericht is voor de huisvesting van één of meer gezinnen; Zone (of bestemmingszone):
grondoppervlakte met eigen stedenbouwkundige voorschriften.
0.2. Algemeen geldende voorschriften 0.2.1. Autobergplaatsen in de bouwvrije zijtuinstrook De oprichting van een garage in de bouwvrije zijtuinstrook overeenkomstig de hiernavolgende bepalingen, kan slechts worden toegestaan op voorwaarde dat een verklaring (volgens typeformulier in bijlage 1) kan worden voorgelegd die is ondertekend door de eigenaar van het aanpalende perceel van de zijgrens waartegen de autobergplaats wordt opgericht en waaruit blijkt: − dat hij kennis heeft van en akkoord is met het bouwplan van de aanvrager;
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
3
− dat het hem bekend is dat, bij de oprichting op zijn perceel van een afzonderlijke autobergplaats, aan hem of zijn rechtverkrijgenden de verplichting zal worden opgelegd tot plaatsing ervan op dezelfde bouwlijn en tot uitvoering ervan in hetzelfde gevelmateriaal. Plaatsing − de voorgevel op minimaal 5 m uit de voorgevelbouwlijn; − de zijgevel tegen de perceelgrens; − de achtergevel op een afstand uit de voorgevelbouwlijn die niet groter mag zijn dan de diepte van de aanpalende bouwstrook. Afmetingen − kroonlijsthoogte: max. 3 m Welstand − gevelmaterialen: − vrijstaande gevels: in harmonie met het materiaal van het hoofdgebouw en in harmonie met de aanpalende gebouwen; − overige gevels: baksteen. − dakvorm: plat dak.
0.2.2. Parkeren Bij ééngezinswoningen dient minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein te worden voorzien.
0.2.3. Erfscheidingen In de bouwvrije voortuinstrook: − kunnen erfscheidingen worden uitgevoerd in esthetische en duurzame materialen, met een hoogte van maximaal 60 cm, met uitzondering van poortkolommen, waarvan de maximale hoogte 1,50 m bedraagt; − een geïntegreerde of vrijstaande brievenbus (maximumhoogte 1,50 m) kan hier eveneens toegelaten worden. In de tuinstrook: − tegen de zij- en achterperceelsgrenzen zijn toegelaten (telkens met een maximale hoogte van 2,00 m): − hagen in streekeigen beplanting; − metalen draadafsluitingen; − een combinatie van beide; − bij gekoppelde en aaneengesloten bebouwing: − een afsluitingsmuur in gevelsteen of een houten scheidingswand is toegelaten in het verlengde van de scheidsmuur met een maximumdiepte van 4 m achter de achtergevel en een maximumhoogte van 2 m.
0.2.4. Zonnepanelen Zonnepanelen zijn toegelaten op het dak van gebouwen.
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
4
0.2.5. Beplanting Bij de beoordeling van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning zal rekening worden gehouden met beplantingsvoorstellen.
0.2.6. Reliëfwijzigingen Wijzigingen van het reliëf mogen geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater van de aanpalende eigendommen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen.
0.2.7. Reclame Elke publiciteit die storend is voor het landschap of straatbeeld of die de verkeersveiligheid in het gedrang brengt is verboden.
0.2.8. Toegankelijkheid De openbare en niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, worden integraal toegankelijk (her) aangelegd of (her)ingericht, ook voor wat betreft de nietvergunningsplichtige ingrepen.
0.2.9. Afwijking voor bijzondere gebouwen Van de hiernavolgende bepalingen kunnen afwijkingen worden toegestaan voor gebouwen van openbaar nut, meer bepaald openbare nutsvoorzieningen. Deze afwijkingen moeten beperkt blijven tot kleine constructies, zoals bijvoorbeeld elektriciteitscabines. Grootschalige constructies kunnen niet vergund worden op basis van deze afwijkingsregel.
0.2.10. Verlichting De verlichting in het plangebied moet tot een minimum beperkt worden door: a) enkel het doelgebied aan te stralen b) geen opwaartse verlichting c) het beperken van de hoeveelheid weerkaatst licht d) het gebruik van de best beschikbare technieken inzake verlichting
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
5
Artikel 1: Woongebied (categorie van gebiedsaanduiding 1a: wonen)
1.1. Bestemming Hoofbestemming De strook wordt bestemd voor wonen in ééngezinswoningen. Als nevenbestemming zijn vrije beroepen en/of burelen toegelaten tot een maximum van 49% van de totale vloeroppervlakte van de woning. Nevenbestemmingen a. Groenaanleg: deze omvat zowel privé-tuinen als publieke groenaanleg als het verplichte groenscherm. b. Wegenis ifv. van de ontsluiting van de woningen (en/of garages).
1.2. Inrichting Toegelaten werken Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: - de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; - de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; - de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; - de relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen; - de bestaande of gewenste woondichtheid; - de inpassing in de omgeving; Werken in functie van de waterhuishouding
In het gebied zijn eveneens alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden toegelaten, voor zover: - de hoofdbestemming niet in het gedrang komt; - de werken in overeenstemming zijn met of aangewezen in de watertoets; - de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden. Groenaanleg en instandhouding van een groenscherm De bestaande groenstructuur in de bestemmingszone (meer bepaald de houtkanten en bomen aan de randen van de zone, zoals aangeduid op het grafisch plan) moet bewaard blijven en in stand worden gehouden. Deze groenstructuur moet worden geïntegreerd als groenschermen in het verkavelings- of bouwproject. Daarenboven dient minimaal 5% van de bestemmingszone te worden aangelegd als publieke groene ruimte.
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
6
Ontsluiting De ontsluiting is indicatief aangeduid, d.w.z. dat de ligging ervan op het grafisch plan niet bindend is en dat hiervan in beperkte mate kan afgeweken worden. De indicatieve aanduiding geeft aan welke ontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer er minimaal dienen aangelegd te worden. Indien een bijkomende ontsluitingsweg(en) noodzakelijk is (zijn), kan (kunnen) deze eveneens worden aangelegd. Inrichting
De wegverharding heeft een breedte van minimaal 5m. Aansluitend bij deze wegen kunnen parkeerplaatsen, eventuele aanliggende voet- en fietspaden en verharde pleinen (bvb. speelplein, keerpunt) worden aangelegd. Verder is langsheen deze wegen ook de aanleg toegelaten van: - verlichtingsapparatuur; - schuilhuisjes; - straatmeubilair; - informatieborden van openbaar nut (zoals wegwijzers en seinborden); - constructies en werken noodzakelijk voor de inrichting, de veiligheid en het beheer van de verkeersfuncties van het openbaar domein; - infrastructuur van nutsmaatschappijen; - groenelementen; - bufferbekkens en grachten voor opvang hemelwater. Alle wegen worden aangelegd met een verkeersluw karakter. Beheer
Na realisatie en overdracht wordt het beheer en onderhoud van de openbare wegenis verzorgd door het gemeentebestuur.
1.2.1. Bebouwing De bestemmingen zijn slechts te realiseren door middel van een verkavelingsaanvraag of een globale aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning welke betrekking heeft op alle gronden binnen de betreffende woonprojectzone. Deze globale vergunning kan in fasen worden gerealiseerd. Woningdichtheid
− −
min.9 woningen per hectare (14 woningen) max.12 woningen per hectare (18 woningen)
Maximale terreinbezetting
−
30%
Plaatsing van de Binnen de op het plan aangegeven bestemmingszone, op minimaal 5 meter afstand tot de zonegrenzen en op minimaal 3 meter van de ontworpen zijperceelsgrenzen. gebouwen De bebouwingswijze is vrijstaande bebouwing. Afmetingen van − max. 3 bouwlagen (gelijkvloers, verdieping en dakverdieping); de gebouwen − bouwdiepte max. 15 meter; − kroonlijsthoogte max. 6 meter; − nokhoogte max. 12 meter. Welstand van de Dakvorm gebouwen De dakvorm is vrij. Bij hellende daken bedraagt de dakhelling max. 45°. Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen. gevels: Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
7
−
gevelsteen; maximum 50% van de totale geveloppervlakte mag worden afgewerkt in sierbepleistering, hout en/of andere esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen; − gedeelten van scheidsmuren die vrij blijven en eventuele blinde gevels, moeten afgewerkt worden in het gevelmateriaal van het gebouw waarvan de gevel deel uitmaakt of in een duurzaam esthetisch materiaal. dakbedekking: − van hellende daken: pannen, leien, zink of koper; − van gebogen daken: zink of koper; − van platte daken: bitumineuze dakbedekking, roofing, grind, groendak.
Bijgebouwen Bijgebouwen en garages zijn toegelaten voor zover hun gezamenlijke oppervlakte 10% van de perceelsoppervlakte (tot maximaal 75 m²) niet overschrijdt. Plaatsing
− op minimaal 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn; − gevels worden hetzij tegen de perceelsgrens, hetzij op minimaal 2 meter ervan geplaatst (indien de achtergrens van het perceel samenvalt met de zijgrens van een ander perceel, dan kan de plaatsing op die perceelsgrens slechts toegelaten worden vanaf 10 m uit het verlengde van de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn); − op minimaal 5 meter van de zonegrenzen (of op de zonegrens van het gedeelte van de bestemmingszone die grenst aan de zone voor vrijstaande bebouwing langs de Heideweg, indien het bijgebouw gekoppeld wordt met een bijgebouw in deze aangrenzende woonzone); Afmetingen
− kroonlijsthoogte: max. 3 m. Welstand
− gevelmaterialen: − vrijstaande gevels: in harmonie met het materiaal van het hoofdgebouw en in harmonie met de aanpalende gebouwen; − overige gevels: baksteen; − dakvorm: − bijgebouwen geplaatst tegen de perceelsgrens of op de zonegrens: plat dak; − overige bijgebouwen: plat dak of schuin dak. Tuinhuisje Het oprichten van een tuinhuisje in hout is, in afwijking van voorgaande bepalingen, toegelaten, echter op voorwaarde dat: − dit tuinhuisje op minimaal 1 meter van de perceelsgrenzen en op minimaal 5 meter van de zonegrenzen wordt geplaatst; − de nokhoogte niet meer dan 3,00 m bedraagt; − deze zich niet in een bouwvrije voor- of zijtuinstrook bevindt; − met een oppervlakte van max. 12 m² (deze oppervlakte zit vervat in de hierboven vermelde maximale gezamenlijke oppervlakte, nl. 10% van het perceel tot max. 75 m²);
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
8
Zwembaden In de tuinstroken is het aanleggen van een zwembad van maximaal 75 m², op minimaal 2 m van de perceelsgrenzen, op minimaal 5 meter van de zonegrenzen en buiten de bouwvrije voor- en zijtuinstrook ook toegelaten. Aanleg van de zone Verhardingen
Verhardingen mogen enkel voorzien worden voor het nemen van toegang tot de gebouwen en voor open terrasaanleg. De oppervlakte van deze verhardingen bedraagt maximaal 80m² per perceel. Groenaanleg
Aanplantingen op perceelsscheidingen en van hoogstammen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten. Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 m rond deze gebouwen.
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
9
Artikel 2: Zone voor vrijstaande woningbouw (categorie voor gebiedsaanduiding 1: wonen)
2.1. Bestemming Deze zone heeft als bestemming eengezinswoningen in vrijstaande bebouwing.
2.2. Inrichting 2.2.1. Verkavelingsvoorschriften Minimumbreedte van de kavels : 15 m De ontworpen zijdelingse perceelsgrenzen staan loodrecht op de voorgevelbouwlijn, over een diepte van minimaal de voorziene bouwstrook.
2.2.2. Bebouwingsvoorschriften Strook voor hoofdgebouwen Plaatsing van de gebouwen:
− binnen de op plan aangeduide strook voor vrijstaande bebouwing − voorgevel op de voorgevelbouwlijn of max. 3 m achteruit − zijgevels op min. 3 m van de zijperceelsgrenzen
Afmetingen van de gebouwen: − voorgevelbreedte min. 7 m − kroonlijsthoogte max. 6 m − nokhoogte max. 11 m Welstand van de gebouwen: Dakvorm: De dakvorm is vrij. Bij hellende daken bedraagt de dakhelling max. 45°.
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
10
Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen. gevels: − gevelsteen; maximum 50% van de totale geveloppervlakte mag worden afgewerkt in sierbepleistering, hout en/of andere esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen; dakbedekking − van hellende daken: - pannen, leien, riet, zink of koper; − van gebogen daken: - zink of koper; − van platte daken: - bitumineuze dakbedekking, roofing, grind, groendak. Aanleg van de strook: De niet-bebouwde delen van de strook worden aangelegd zoals de voortuinstrook of tuinstrook.
2.2.3. Voortuinstrook Aanleg van de zone Na de oprichting van het hoofdgebouw dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten. Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 m rond deze gebouwen. Alleen het gedeelte van de grond dat als toegang tot de gebouwen en voor open terrasaanleg wordt aangewend mag worden verhard (max. 30% van de voortuinstrook) in kleinschalige en waterdoorlatende materialen.
2.2.4. Tuinstrook Bebouwing − Als het bijgebouw wordt opgericht in een gelijkaardig materiaal als het hoofdgebouw en met een plat dak, dan is plaatsing op de zijperceelsgrens toegelaten, voor zover het bijgebouw minimaal 10 m achter de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn wordt opgericht. Als het gebouw wordt opgericht binnen een afstand van 10 meter achter de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn, dan is plaatsing op de perceelsgrens enkel toegelaten mits akkoord van de eigenaar van het aanpalende perceel van de zijgrens waarop het bijgebouw wordt opgericht. De maximale toegelaten terreinbezetting van deze bijgebouwen bedraagt 10% van de kavel met een maximum van 75 m². − Het oprichten van een tuinhuisje in hout is toegelaten, op voorwaarde dat dit op minimaal 5 m achter de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn en op 1 m van de perceelsgrenzen wordt geplaatst. Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
11
− Het aanleggen van een zwembad van maximaal 75 m² en op minimaal 2 m van de perceelsgrenzen is toegelaten. De maximale kroonlijsthoogte van bijgebouwen bedraagt steeds 3,00 m. Aanleg van de zone Deze strook dient als tuin voor bewoners en moet als dusdanig aangelegd en gehandhaafd worden. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten. Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 m rond deze gebouwen.
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
12
Artikel 3: Bosgebied (categorie van gebiedsaanduiding 5: bos)
3.1. Bestemming Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van bos, waarbij het recreatief medegebruik een ondergeschikte functie is.
3.2. Inrichting Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de aanleg, het beheer en de inrichting van bos zijn toegelaten. Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegelaten. Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet wordt overschreden, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; - het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid.
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
13
Artikel 4: Openbare wegenis (categorie van gebiedsaanduiding 1: wonen)
4.1. Bestemming Hoofdbestemming Wegenis met een openbaar karakter. Nevenbestemming Groenelementen. Parkeervoorzieningen. Constructies, bouwwerken en technische infrastructuur die nodig zijn voor het goed functioneren van het verkeersgebeuren en in functie van nutsvoorzieningen.
4.2. Bebouwing Binnen deze zone worden geen andere gebouwen, bijgebouwen of bouwwerken toegelaten dan deze die hierboven worden vermeld.
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
14
Artikel 5: Openbare groene ruimte (categorie van gebiedsaanduiding 6: overig groen)
5.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor de aanleg van een openbare groenzone.
5.2. Inrichting 5.2.1. Bebouwing Geen bebouwing toegelaten.
5.2.2. Aanleg van de zone Groenaanleg De aanleg van de zone moet bestaan uit hoog- en laagstammige streekeigen heesters en bomen.
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
15
Artikel 6: Indicatieve aanduiding ontsluiting (overdruk) (categorie van gebiedsaanduiding 1: wonen) De ontsluiting wordt indicatief aangeduid, d.w.z. dat de ligging ervan op het grafisch plan niet bindend is en dat hiervan kan afgeweken worden. Inrichting De wegverharding heeft een breedte van minimaal 4 m. aansluitend bij deze wegen kunnen parkeerplaatsen, eventuele aanliggende voetpaden en verharde pleinen (bvb. Speelplein, keerpunt) worden aangelegd. Langs deze wegen zijn alle constructies en werken toegelaten noodzakelijk voor de inrichting, de veiligheid en het beheer van het openbaar domein, zoals o.a.: verlichtingsapparatuur; schuilhuisjes; 1) straatmeubilair; 2) speeltoestellen; 3) informatieborden van openbaar nut (zoals wegwijzers en seinborden); 4) constructies en werken noodzakelijk voor de inrichting, de veiligheid en het beheer van de verkeersfuncties van het openbaar domein; 5) infrastructuur van nutsmaatschappijen; 6) groenelementen; 7) bufferbekkens en grachten voor opvang hemelwater. Alle wegen worden aangelegd met een verkeersluw karakter. Beheer Het beheer en onderhoud van de openbare wegenis wordt na realisatie verzorgd door het gemeentebestuur.
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
16
Bijlage 1: verklaring autobergplaats
De ondergetekende: wonende te: eigenaar van:
Verklaring ____________________________________________________ ____________________________________________________ een pand gelegen te: straat: ________________________nr.____________________ postnr.:___________ gemeente:__________________________ kadastraal gekend: afd.____sectie_______nr._______________________________ en palend aan het bouwperceel gelegen te: straat: ________________________nr.____________________ postnr.:___________ gemeente:__________________________ kadastraal gekend: afd.____sectie_______nr._______________________________ eigendom van:________________________________________
Verklaart: 1. kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met het bouwplan nr.______dd.___________dat door voornoemde ter goedkeuring aan het College van Burgemeester en Schepenen is voorgelegd en in het bijzonder kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de inplanting van een autobergplaats tegen de gemeenschappelijke perceelsgrens in de bouwvrije zijtuinstrook op ___ m van de voorgevelbouwlijn. 2. dat het hem bekend is dat, bij het aanvragen door hemzelf of door zijn rechtverkrijgenden van een vergunning tot het oprichten van een afzonderlijke autobergplaats, hem door de bevoegde overheid de verplichting zal worden opgelegd om de autobergplaats op dezelfde bouwlijn in te planten. Opgemaakt in viervoud te_______________, op_________________ (eigenhandig geschreven formule “gelezen en goedgekeurd” + handtekening)
− − − −
1 exemplaar bestemd voor de ondergetekende 1 exemplaar bestemd voor de belanghebbende 1 exemplaar bestemd voor het College van Burgemeester en Schepenen 1 exemplaar bestemd voor het Agentschap RO-Antwerpen
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
17
Voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Wuustwezel in zitting van ……............ Bij bevel
De secretaris De voorzitter van de gemeenteraad Ivo Van den Bulck Katrien Schryvers --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan op het gemeentehuis ter inzage van het publiek is geweest tijdens het openbaar onderzoek van ………………………………………....…… tot ……………………………….……………
Bij bevel
De secretaris De burgemeester Ivo Van den Bulck Katrien Schryvers --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Wuustwezel in zitting van …….............
Bij bevel
De secretaris De voorzitter van de gemeenteraad Ivo Van den Bulck Katrien Schryvers --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Gezien en goedgekeurd door de deputatie in zitting van …………………………………… . In opdracht
De provinciegriffier Danny Toelen
De gouverneur - voorzitter Cathy Berx Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
19
Bijlage aan het besluit van de deputatie van de provincieraad van Antwerpen van ………………
In opdracht De provinciegriffier (w.g.) Danny Toelen
De gouverneur (w.g.) Cathy Berx Voor eensluidende kopie; Voor de provinciegriffier, Het Departmentshoofd,
Wim Lux
Zoersel - RUP “KMO-zone Heideweg” - dossier ZOE132 Stedenbouwkundige voorschriften – juli 2012
20