Gemeente Brecht
Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan 4de afdeling, sectie B, 611R, 613B, 614H, 614K, 618S4, 618Y2, 618C3, 618D3, 618K2, 618M4, 618Z2, 618A3, 618B3, 622A, 621L(deel), 620C
Dossier BRE216
Stedenbouwkundige voorschriften
Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Brecht 17.12.2007
0.01. Terminologie Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder: 1.
Aaneengesloten gebouw Gebouw waarvan de beide zijgevels op de perceelsgrens zijn geplaatst.
2.
Achtergevelbouwlijn Grens tussen de bouwstrook en de strook voor binnenplaatsen en tuinen.
3.
Bouwvrije voortuinstrook Strook grond, met een bepaalde diepte, gelegen tussen de rooilijn en de voorgevelbouwlijn.
4.
Bouwvrije zijtuinstrook Strook grond, met een bepaalde breedte, gelegen tussen de zijgrens van een perceel en de vrijstaande zijgevel van een kopgebouw of van een vrijstaand gebouw, en waarvan de diepte gelijk is aan die van de aanpalende strook voor hoofdgebouwen.
5.
Dakbasis Denkbeeldig vlak dat de beide vlakken van een zadeldak in hun onderste zijde evenwijdig met de nok snijdt.
6.
Dakvenster Uit het dakvlak vooruitspringend venster.
7.
Gegroepeerde bebouwing Bebouwingswijze, waarbij kleine groepen van gelijkvormige gebouwen, huizenblokken genaamd, worden afgescheiden door bouwvrije zijtuinstroken.
8.
Gekoppelde bebouwing Bebouwingswijze, waarbij twee gelijkvormige gebouwen worden geplaatst op een gemeenschappelijke zijgrens van twee percelen en op éénzelfde bouwlijn, zodat zij een harmonisch geheel vormen.
9.
Huizenblok Groep van twee of meer gebouwen die aan beide uiteinden met een kopgebouw is afgewerkt.
10. Kopgebouw Gebouw aan een der uiteinden van een huizenblok en waarvan de vrijstaande zijgevel als een voorgevel is afgewerkt. 11. Uitbouw Uitspringend aanbouwsel zonder bovenverdieping. 12. Voorgevelbouwlijn Denkbeeldige lijn die op de plaatsen zonder voortuinstrook samenvalt met de rooilijn, en op de andere plaatsen de grens vormt tussen de voortuinstrook en de bouwstrook; bij hoekkavels ligt ze aan de smalste zijde van de kavel. Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
2
13. Vrijstaande gevel Gevel of gedeelte van een gevel waartegen niet wordt aangebouwd. 14. Vrijstaand gebouw Gebouw waarvan de beide zijgevels op een minimale afstand van de perceelsgrenzen zijn geplaatst. 15. Zadeldak Dak gevormd door twee gelijkhellende dakvlakken van gelijke lengte, die in een nok samenkomen. 1.02. Interpretatie van de stedenbouwkundige voorschriften Indien er in de strook voor hoofdgebouwen meer dan een mogelijkheid voorzien is wat de voorgevelhoogte, de dakhelling of de te verwerken materialen betreft, zullen de voorgevelhoogte, de dakhelling en het nokpeil, alsmede de aard van de aangewende materialen voor gevels en dakbedekking zoals voorzien in de bouwaanvraag waarvoor het eerst vergunning wordt afgegeven, voor het gehele huizenblok waarvan het vergunde gebouw deel uitmaakt, bindend zijn. 1.03. Algemeen geldende voorschriften 1.
Dakvensters a) Op vrijstaande gebouwen : steeds toegelaten. b) Op aaneengesloten gebouwen en kopgebouwen : 1) gevallen waarin oprichting is toegelaten : - op het achterste dakvlak : steeds toegelaten - op het driehoekig dakvlak van een schilddak : steeds verboden. - op het voorste dakvlak : slechts toegelaten indien de dakhelling 40 graden overschrijdt. 2) plaats van oprichting : gelijk met de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak of op 0,40m uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak en op minimum 1m afstand van de scheidsmuren en van de vrijstaande zijgevel. 3) afmetingen : - maximum breedte : 1/3 van de gevelbreedte met een maximum van 3m per dakvenster en een onderlinge afstand van tenminste 2 m. - maximum hoogte (bovenkant kroonlijst) : de helft van de dakhoogte van het hoofdgebouw.
2.
Uitsprongen uit het gevelvlak a) Bij aaneengesloten, gegroepeerde of gekoppelde bebouwing. 1. Uit de voorgevel : Onder voorbehoud van de eventuele beperkingen opgelegd door de beheerder van de weg of door de plaatselijke overheid : erkers, balkons, luifels : maximum uitsprong 0,50m op minimum 2,50m boven het trottoirniveau en op minimum 0,50m afstand van het verlengde van elke scheidsmuur.
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
3
2. Uit de vrijstaande zijgevel : alle uitsprongen zijn toegelaten voor zover zij zich niet in de bouwvrije zijtuinstrook bevinden. 3. Uit de achtergevel : a. terrassen, balkons : op minimum 2m afstand van elke perceelsgrens. b. erkers : zijn verboden. b) Bij vrijstaande bebouwing. Alle uitsprongen zijn toegelaten voor zover zij zich niet in een bouwvrije strook bevinden. 4.
Erfscheidingen Facultatieve afsluitingsmuren tussen de erven onderling en tussen een erf en de openbare weg. Behoudens andersluidende bepalingen in de volgende artikelen : 1) tegen de rooilijn : muurtje in gevelsteen, waarvan de hoogte, behoudens de posten naast de ingangen, 0,40 m niet overschrijdt 2) op de perceelsgrenzen : Bij vrijstaande bebouwing : Enkel erfscheidingen onder de vorm van hagen in streekeigen beplanting of metalen draadafsluitingen met een maximale hoogte van 2 m toegestaan. Bij gekoppelde en gegroepeerde bebouwing : In het verlengde van de scheidsmuur van het hoofdgebouw of van de autobergplaats zijn volgende erfscheidingen toegestaan : - afsluitingsmuur in baksteen/gevelsteen met een maximumhoogte van 2 m - erfscheidingen in houten panelen met een max. hoogte van 2 m.
5.
Hellende op- en afritten In de voor-, zijtuinstroken en binnen de eerste 10 m van de strook voor binnenplaatsen en tuinen : verboden.
6.
Wijziging van het bodemreliëf Wijzigingen van het reliëf mogen geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater van de aanpalende eigendommen. Hoogteverschillen worden op eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen.
7.
Vellen van bomen De ontbossing en het vellen van bomen kan slechts worden toegelaten voor zover zulks noodzakelijk is met het oog op de oprichting van de gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen.
8.
Hoogspanningscabine In alle zones kan, indien noodzakelijk, van de stedenbouwkundige voorschriften afgeweken worden voor het plaatsen van een hoogspanningscabine.
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
4
Artikel 1 Percelen voor gegroepeerde bebouwing (loten 3 t/m 5, 20 t/m 27, 43 t/m 50, 57 t/m 59) 1.01.
Strook voor hoofdgebouwen Diepte 17 m gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn en overeenkomstig de aanduidingen op het plan 1. Bestemming Eéngezinswoningen. 2. Bebouwingswijze Gegroepeerd overeenkomstig de aanduidingen op het plan. 3. Plaatsing van de gebouwen a. Voorgevel Op de voorgevelbouwlijn zoals aangeduid op het plan. b. Vrijstaande zijgevel van een kopgebouw Op minimum 3 m afstand van de zijgrens van het perceel en binnen de bouwstrook aangeduid op het plan. 4. Afmetingen van de gebouwen a. Voorgevelbreedte : minimum 6 m b. Bouwhoogte : Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst 1) voorgevel : 6 m 2) overige gevels : - tot op een diepte van 9 m : dezelfde als die van de voorgevel - tussen 9 en 13 m diepte : maximum dezelfde hoogte als die van de voorgevel - overige diepte : maximum 3,50 m. 5. Welstand van de gebouwen a. Dakvorm - op een diepte van 9 m : zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevelbouwlijn. Schild- of wolfsdaken zijn toegelaten indien de dakvorm van beide kopgebouwen in een zelfde bouwblok symmetrisch wordt uitgevoerd. Helling van de dakvlakken : 45° - eventuele overige bouwdiepte : plat dak b. Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen Gevels : - gevelsteen; max. 50% van de totale geveloppervlakte mag worden afgewerkt in sierbepleistering, hout en/of andere esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen; - gedeelte van scheidsmuren die vrij blijven en eventuele blinde gevels, moeten afgewerkt worden in het gevelmateriaal van het gebouw waarvan de gevel deel uitmaakt of in een esthetisch en duurzaam materiaal.
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
5
Dakbedekking : - van hellende daken : pannen of leien - van platte daken : bitumineuze dakbedekking, roofing, grind, groendak. 1.02. Strook voor binnenplaatsen en tuinen 1.02.1.
Loten 3 t/m 5 en 57 t/m 59
Tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel. 1.
Bebouwing Bergplaatsen, hokken, serres en tuinhuisjes waarvan de gezamenlijke oppervlakte 10 % van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt met een max. van 75 m2, op te richten na of gelijktijdig met het hoofdgebouw. Zwembaden met een max. oppervlakte van 75 m2 per perceel zijn toegelaten.
2.
Plaatsing van de gebouwen a) Gevel gericht naar het hoofdgebouw. Op minimum 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn, behoudens akkoord van de eigenaar van het aanpalend perceel om op kortere afstand een bijgebouw op de richten op de zijperceelsgrens (zie typeformulier bijlage 1). b) Overige gevels. - in geval van inplanting op min. 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn van het hoofdgebouw : - hetzij op de zijperceelsgrens, hetzij op min. 3 m afstand ervan. - voor loten 57 t/m 59: ofwel op de achterperceelsgrens afgewerkt in gevelsteen, ofwel op min. 3m afstand van de achterperceelsgrens - voor loten 3 t/m 5: op min. 3m afstand van de achterperceelsgrens - in geval van inplanting op minder dan 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn van het hoofdgebouw : enkel op de zijperceelsgrens. c) Zwembaden toegelaten op min. 2 m van de perceelsgrenzen.
3.
Bouwhoogte Gemeten van het grondpeil a. tot de bovenkant van de deksteen : maximum 3m. b. tot de bovenkant van de nok van een zadeldak : maximum 6 m zodat de hoogte van het gebouw daarenboven moet begrepen zijn binnen een hoek van 45°, gemeten vanaf 3 m boven het grondpeil op 3 m afstand van elke perceelsgrens.
4.
Welstand van de gebouwen a) Dakvorm 1) Gebouwen geplaatst op de perceelsgrens : plat dak 2) Overige gebouwen : plat dak of schuin dak met maximumhelling van 45°. b) Materialen Enkel esthetischer en constructief verantwoorde, duurzame materialen.
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
6
1.02.2.
5.
Tuinhuisjes In afwijking op voorgaande bepalingen zijn houten tuinhuisjes toegestaan onder de volgende voorwaarden : - met een nokhoogte van max. 3 m - op te richten op min. 2 m uit de perceelsgrenzen - op te richten op min. 5 m uit de achtergevelbouwlijn - met een max. oppervlakte van 20m².
6.
Aanleg van de strook Het niet bebouwde gedeelte van de strook moet als tuin worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten volgens de lijst, gevoegd in bijlage.
Loten 20 t/m 27 en 43 t/m 50
Tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel. 1.
Bebouwing Enkel houten tuinhuisjes met een maximale oppervlakte van 20m². Zwembaden met een max. oppervlakte van 75 m2 per perceel zijn toegelaten.
2.
Plaatsing van de gebouwen Houten tuinhuisjes: - op min. 2m uit de perceelsgrenzen - op min. 5m uit de achtergevelbouwlijn Zwembaden: op min. 2m van de perceelsgrens.
3.
Bouwhoogte Max. 3m voor tuinhuisjes.
1.03. Bouwvrije voortuinstrook Diepte zoals aangeduid op plan 1.
Bebouwing Behoudens de afsluitmuurtjes, voorzien in artikel 0.03.4° : alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.
2.
Welstand Behoudens de toegangen tot de gebouwen dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.
1.04. Bouwvrije zijtuinstroken Breedte 3 m, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel en zoals aangeduid op het plan Bebouwing : Alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten. Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
7
1.05. Autobergplaatsen 1. Plaatsing Autobergplaatsen verplicht op te richten in de op plan aangeduide zones met voorgevel op voorgevelbouwlijn. 2. Bouwhoogte Kroonlijsthoogte : 3 m 3. Dakvorm Plat dak 4. Gevelmaterialen Zelfde gevelmateriaal als deze van het hoofdgebouw 5. Aanleg van de strook Op de voorgevelbouwlijn is een afsluitingsmuur met poort verplicht te realiseren in hetzelfde gevelmateriaal als deze van het hoofdgebouw en met een hoogte van 3 m wanneer geen autobergplaats wordt opgericht.
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
8
Artikel 2 Percelen voor gekoppelde bebouwing (loten 1, 2, 6 t/m 19, 28 t/m 37, 51 t/m 56) 2.01.
Strook voor hoofdgebouwen Diepte 17 m gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn en overeenkomstig de aanduidingen op het plan 1. Bestemming Eéngezinswoningen. 2. Bebouwingswijze Gegroepeerd overeenkomstig de aanduidingen op het plan. 3. Plaatsing van de gebouwen a. Voorgevel Op de voorgevelbouwlijn zoals aangeduid op het plan of max. 3 m achteruit. De voorgevel staat aan de zijde van de aanpalende bebouwing voor min. 1/3 van de voorgevelbreedte op de voorgevelbouwlijn. b. Vrijstaande zijgevel van een kopgebouw Op minimum 3 m afstand van de zijgrens van het perceel en binnen de bouwstrook aangeduid op het plan. 4. Afmetingen van de gebouwen a. Voorgevelbreedte : minimum 6 m b. Bouwhoogte : Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst 1) voorgevel : 6 m 2) overige gevels : - tot op een diepte van 9 m : dezelfde als die van de voorgevel - tussen 9 en 13 m diepte : maximum dezelfde hoogte als die van de voorgevel - overige diepte : maximum 3,50 m. 5. Welstand van de gebouwen a. Dakvorm - op een diepte van 9 m : zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevelbouwlijn. Helling van de dakvlakken : 45° - eventuele overige bouwdiepte : plat dak Afwijkingen (zoals bv. een hellend dak met een helling kleiner dan 45°, een gebogen dak of een plat dak op de verdieping of een afwijkend materiaalgebruik) kunnen door het College van Burgemeester en Schepenen bij het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning worden toegestaan op voorwaarde dat een verklaring (volgens typeformulier in bijlage 2) kan worden voorgelegd die is ondertekend door de eigenaar van het aanpalende perceel van de zijgrens waarop de wachtgevel wordt opgericht en waaruit blijkt : - dat hij kennis heeft van en akkoord is met het bouwplan van de aanvrager;
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
9
- dat het hem bekend is dat aan hem of zijn rechtverkrijgenden de verplichting zal worden opgelegd de kroonlijsthoogte van de voorgevel, de nokhoogte van het dak en de dakhelling en dakvorm van de aanpalende woning te volgen. b. Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen Gevels : - gevelsteen; max. 50% van de totale geveloppervlakte mag worden afgewerkt in sierbepleistering, hout en/of andere esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen; - gedeelte van scheidsmuren die vrij blijven en eventuele blinde gevels, moeten afgewerkt worden in het gevelmateriaal van het gebouw waarvan de gevel deel uitmaakt of in een esthetisch en duurzaam materiaal. Dakbedekking : - van hellende daken : pannen, leien, zink - van platte daken : bitumineuze dakbedekking, roofing, grind, groendak. 2.02. Strook voor binnenplaatsen en tuinen 2.02.1. Loten 1 t/m 2, 6 t/m 17, 28 t/m 37 en 51 t/m 56
Tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel. 1.
Bebouwing Bergplaatsen, hokken, serres en tuinhuisjes waarvan de gezamenlijke oppervlakte 10 % van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt met een max. van 75 m2, op te richten na of gelijktijdig met het hoofdgebouw. Zwembaden met een max. oppervlakte van 75 m2 per perceel zijn toegelaten.
2.
Plaatsing van de gebouwen a) Gevel gericht naar het hoofdgebouw. Op minimum 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn, behoudens akkoord van de eigenaar van het aanpalend perceel om op kortere afstand een bijgebouw op de richten op de zijperceelsgrens (zie typeformulier bijlage 1). b) Overige gevels. - in geval van inplanting op min. 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn van het hoofdgebouw : - hetzij op de zijperceelsgrens, hetzij op min. 3m afstand ervan - voor loten 6 t/m 16: op min. 3m uit de servitudewegenis - voor loten 1 t/m 2, 17, 28 t/m 37: op min. 3m uit de achterperceelsgrens - voor loten 51 t/m 56: ofwel op de achterperceelsgrens afgewerkt in gevelsteen, ofwel op min. 3m afstand van de achterperceelsgrens - in geval van inplanting op minder dan 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn van het hoofdgebouw : enkel op de zijperceelsgrens. Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
10
c) Zwembaden toegelaten op min. 2 m van de perceelsgrenzen.
2.02.2.
3.
Bouwhoogte Gemeten van het grondpeil a. tot de bovenkant van de deksteen : maximum 3m. b. tot de bovenkant van de nok van een zadeldak : maximum 6 m zodat de hoogte van het gebouw daarenboven moet begrepen zijn binnen een hoek van 45°, gemeten vanaf 3 m boven het grondpeil op 3 m afstand van elke perceelsgrens.
4.
Welstand van de gebouwen a) Dakvorm 1) Gebouwen geplaatst op de perceelsgrens : plat dak 2) Overige gebouwen : plat dak of schuin dak met maximumhelling van 45°. b) Materialen Enkel esthetische en constructief verantwoorde, duurzame materialen.
5.
Tuinhuisjes In afwijking op voorgaande bepalingen zijn houten tuinhuisjes toegestaan onder de volgende voorwaarden : - met een nokhoogte van max. 3 m - op te richten op min. 2 m uit de perceelsgrenzen - op te richten op min. 5 m uit de achtergevelbouwlijn. - met een maximale oppervlakte van 20 m2.
6.
Aanleg van de strook Het niet bebouwde gedeelte van de strook moet als tuin worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten volgens de lijst, gevoegd in bijlage.
Loten 18,19
Tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel. 1.
Bebouwing Enkel houten tuinhuisjes met een maximale oppervlakte van 20m². Zwembaden met een max. oppervlakte van 75 m2 per perceel zijn toegelaten.
2.
Plaatsing van de gebouwen Houten tuinhuisjes: - op min. 2m uit de perceelsgrenzen - op min. 5m uit de achtergevelbouwlijn Zwembaden: op min. 2m van de perceelsgrens.
3.
Bouwhoogte Max. 3m voor tuinhuisjes.
2.03. Bouwvrije voortuinstrook Diepte zoals aangeduid op plan
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
11
1.
Bebouwing Behoudens de afsluitmuurtjes, voorzien in artikel 0.03.4° : alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.
2.
Welstand Behoudens de toegangen tot de gebouwen dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.
2.04. Bouwvrije zijtuinstroken Breedte 3 m, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel en zoals aangeduid op het plan Bebouwing : Alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten. 2.05. Autobergplaatsen 1. Plaatsing Autobergplaatsen verplicht op te richten in de op plan aangeduide zones met voorgevel op voorgevelbouwlijn. 2. Bouwhoogte Kroonlijsthoogte : 3 m 3. Dakvorm Plat dak 4. Gevelmaterialen Zelfde gevelmateriaal als deze van het hoofdgebouw 5. Aanleg van de strook Op de voorgevelbouwlijn is een afsluitingsmuur met poort verplicht te realiseren in hetzelfde gevelmateriaal als deze van het hoofdgebouw en met een hoogte van 3 m wanneer geen autobergplaats wordt opgericht.
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
12
Artikel 3
Percelen bestemd voor vrijstaande bebouwing (loten 38 t/m 42)
3.01.
Strook voor hoofdgebouwen Diepte zoals aangeduid op plan 1. Bestemming Eéngezinswoningen. 2. Bebouwingswijze Vrijstaand. 3. Plaatsing van de gebouwen a. Voorgevel Op de voorgevelbouwlijn of max. 3 m achter de voorgevelbouwlijn en ermee evenwijdig. b. Achtergevel. Op minimum 8 m achter de voorgevel en binnen de bouwstrook. c. Zijgevels Op minimum 3 m afstand van de zijgrens van het perceel en binnen de bouwstrook aangeduid op het plan. 4. Afmetingen van de gebouwen a. Voorgevelbreedte : minimum 7m en maximum zoals aangeduid op het plan. b. Bouwhoogte : Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst of de onderkant van de dakoverstek : maximum 6 m; nokhoogte maximum 11 m. 5. Welstand van de gebouwen a. Dakvorm De dakvorm is vrij. Bij hellende daken bedraagt de dakhelling max. 45°. b. Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen.
3.02. Strook voor binnenplaatsen en tuinen Tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel. 1.
Bebouwing Bergplaatsen, hokken, serres en tuinhuisjes waarvan de gezamenlijke oppervlakte 10 % van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt met een max. van 75 m2, op te richten na of gelijktijdig met het hoofdgebouw. Zwembaden met een max. oppervlakte van 75 m2 per perceel zijn toegelaten.
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
13
2.
Plaatsing van de gebouwen a) Gevel gericht naar het hoofdgebouw. Op minimum 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn, behoudens akkoord van de eigenaar van het aanpalend perceel om op kortere afstand een bijgebouw op de richten op de zijperceelsgrens (zie typeformulier bijlage 1). b) Overige gevels. - in geval van inplanting op min. 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn van het hoofdgebouw : hetzij op de perceelsgrens, hetzij op min. 3 m afstand ervan en alleszins op 3m van de achterperceelsgrens. - in geval van inplanting op minder dan 10 m uit de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn van het hoofdgebouw : enkel op de zijperceelsgrens. c) Zwembaden toegelaten op min. 2 m van de perceelsgrenzen.
3.
Bouwhoogte Gemeten van het grondpeil a. tot de bovenkant van de deksteen : maximum 3m. b. tot de bovenkant van de nok van een zadeldak : maximum 6 m zodat de hoogte van het gebouw daarenboven moet begrepen zijn binnen een hoek van 45°, gemeten vanaf 3 m boven het grondpeil op 3 m afstand van elke perceelsgrens.
4.
Welstand van de gebouwen a) Dakvorm 1) Gebouwen geplaatst op de perceelsgrens : plat dak 2) Overige gebouwen : plat dak of schuin dak met maximumhelling van 45°. b) Materialen Esthetisch en constructief verantwoorde, duurzame materialen.
5.
Tuinhuisjes In afwijking op voorgaande bepalingen zijn houten tuinhuisjes toegestaan onder de volgende voorwaarden : - met een nokhoogte van max. 3 m - op te richten op min. 2 m uit de perceelsgrenzen - op te richten op min. 5 m uit de achtergevelbouwlijn - met een maximale oppervlakte van 20m².
6.
Aanleg van de strook Het niet bebouwde gedeelte van de strook moet als tuin worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met streekeigen soorten volgens de lijst, gevoegd in bijlage.
3.03. Bouwvrije voortuinstrook Diepte zoals aangeduid op plan
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
14
1.
Bebouwing Behoudens de afsluitmuurtjes, voorzien in artikel 0.03.4° : alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.
2.
Welstand Behoudens de toegangen tot de gebouwen dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.
3.04. Bouwvrije zijtuinstroken Breedte 3 m, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel en zoals aangeduid op het plan Bebouwing : Alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
15
Artikel 4
Openbaar groen
1. Bestemming Groene ruimte aan te leggen met gazon, streekeigen heesters, bomen en struiken. Constructies voor buffering van hemelwater toegestaan. 2. Bebouwing Geen constructies toegelaten met uitzondering van straatmeubilair en speeltuigen en constructies voor buffering van hemelwater.
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
16
Bijlage 1 : verklaring bijgebouwen
De ondergetekende: wonende te: eigenaar van:
Verklaring ____________________________________________________ ____________________________________________________ een pand gelegen te: straat: ________________________nr.____________________ postnr.:___________ gemeente:__________________________ kadastraal gekend: afd.____sectie_______nr._______________________________ en palend aan het bouwperceel gelegen te: straat: ________________________nr.____________________ postnr.:___________ gemeente:__________________________ kadastraal gekend: afd.____sectie_______nr._______________________________ eigendom van:________________________________________
Verklaart: 1. kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met het bouwplan nr.______dd.___________dat door voornoemde ter goedkeuring aan het College van Burgemeester en Schepenen is voorgelegd en in het bijzonder kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de inplanting van een bijgebouw op de gemeenschappelijke perceelsgrens binnen een afstand van 10 m achter de uiterst toegelaten achtergevelbouwlijn. 2. dat het hem bekend is dat, bij het aanvragen door hemzelf of door zijn rechtverkrijgenden van een vergunning tot het oprichten van een bijgebouw, hem door de bevoegde overheid de verplichting zal worden opgelegd om dit bijgebouw op dezelfde bouwlijn in te planten en om op de kroonlijsthoogte van het aanpalende bijgebouw aan te sluiten. Opgemaakt in viervoud te_______________, op_________________ (eigenhandig geschreven formule “gelezen en goedgekeurd” + handtekening)
1 exemplaar bestemd voor de ondergetekende 1 exemplaar bestemd voor de belanghebbende 1 exemplaar bestemd voor het College van Burgemeester en Schepenen 1 exemplaar bestemd voor AROHM Antwerpen
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
17
Bijlage 2 : Lijst streekeigen heesters en bomen Acer campestre Alnus glutinosa Betula pubescens Berberis vulgaris Carpinus betulus Cornus mas Cornus sanguinea Corylus avellana Crataegus laevigata Crataegus monogyna Euonymus europaeus Genista anglica Genista pilosa Ilex aquifolium Ligustrum vulgare Lonicera periclymenum Lonicera xylosteum Mespilus germanica Myrica gale Populus tremula Prunus avium Prunus cerasifiera Prunus institia Prunus padus Prunus spinosa Pyrus communis Quercus petraea Quercus robur Rhamnus catharticus Ribes nigrum Ribes rubrum Rosa canina Rosa rubiginosa Salix alba Salix aurita Salix caprea Salix cenirea Salix fragilis Salix purpurea Salix viminalis Sambucus nigra Sarothamnus scoparius Sorbus aucuparia Tilia cordata Tilia platyphyllos Ulmus glabra Ulmus minor Viburnum opulus
veldesdoorn of spaanse aak zwarte els zachte berk zuurbes haagbeuk gele kornoelje rode kornoelje hazelaar tweestijlige meidoorn eenstijlige meidoorn kardinaalsmuts stekelbrem kruipbrem hulst gewone liguster wilde kampernoelie rode kampernoelie mispel gewone gagel ratelpopulier of esp zoete kers kerspruim kroos vogelkers sleedoorn wilde peer wintereik zomereik wegedoorn zwarte bes aalbes hondsroos eglantier schietwilg geoorde wilg waterwilg of boswilg grauwe wilg kraakwilg bittere wilg katwilg gewone vlier brem lijsterbes winterlinde/kleinbladige linde zomerlinde/grootbladige linde ruwe iep gewone of gladde iep of veldiep gelderse roos
Gemeente Brecht : Verkaveling voor woningbouw J. Cardijnlaan – dossier BRE216
18