Gemeente Woensdrecht Bestemmingsplan Bebouwde kom OssendrechtCalfven, 1e herziening
datum: 5 december 2011 projectnummer: 00461.104 referentie: 00461.104bp11osca
Gemeente Woensdrecht Bestemmingsplan : “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening” Id = NL.IMRO.0873.OSCAxBP073xHERZx01-VO01 Datum besluit
Fase Voorontwerp Ontwerp Vastgesteld Van kracht Raad van State Onherroepelijk
Gemeentebladnummer: …… - …...
Datum publicatie
Datum ter inzage
Bijzonderheden
Toelichting
Status: voorontwerp
INHOUD 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding ..................................................................................................................................... 5 Aanleiding ................................................................................................................................... 5 Doelstelling ................................................................................................................................. 5 Vigerende plannen en plangebied .............................................................................................. 6 Planvorm ..................................................................................................................................... 6 Leeswijzer ................................................................................................................................... 8
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
Planbeschrijving ....................................................................................................................... 9 Inleiding ...................................................................................................................................... 9 Voetprint van gebouwen ............................................................................................................. 9 Aanpassen terminologie aan Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ................................ 9 Snippergroen ............................................................................................................................ 10 Jongerenontmoetingsplaatsen ................................................................................................. 11 Beroep aan huis........................................................................................................................ 12 Prostitutiebeleid ........................................................................................................................ 12 Straalpaden, kabels, leidingen en luchtvaartverkeerszones .................................................... 13 Geluidsbelasting activiteiten Politieacademie locatie Ossendrecht op de omgeving ............... 13 Kleine aanpassingen aan het vigerende bestemmingsplan ..................................................... 15
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Beleidskader ........................................................................................................................... 17 Algemeen .................................................................................................................................. 17 Rijksbeleid ................................................................................................................................ 17 Provinciaal beleid...................................................................................................................... 18 Gemeentelijk beleid .................................................................................................................. 18
4 4.1 4.2
Sectorale aspecten en uitvoerbaarheid................................................................................ 23 Sectorale aspecten ................................................................................................................... 23 Economische uitvoerbaarheid .................................................................................................. 23
5 5.1 5.2 5.3
Overleg en inspraak ............................................................................................................... 25 Inleiding .................................................................................................................................... 25 Vooroverleg .............................................................................................................................. 25 Inspraak .................................................................................................................................... 25
Bijlage 1: Toelichting onherroepelijk bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven” d.d. 12 maart 2010 Bijlage 2: Rapportage geluid Politieacademie locatie Ossendrecht, BRO adviseurs d.d. 18 oktober 2011
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
3
Status: voorontwerp
4
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding In maart 2010 heeft de gemeente Woensdrecht haar Handboek (digitale) ruimtelijke plannen vastgesteld. Dit document biedt ruimtelijke kaders voor uiteenlopende standaardsituaties. Hierbij valt te denken aan standaardmaten voor woningen, kaders voor erfbebouwing en standaardregels voor op te nemen bestemmingen in bestemmingsplannen. Een aantal maanden na de vaststelling van het handboek is, op 1 oktober 2010, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Deze wet heeft onder andere een gewijzigde terminologie voor bestemmingsplanregels tot gevolg. Aangezien een aantal bestemmingsplannen voor de bebouwde kommen in de gemeente Woensdrecht zijn gebaseerd op het handboek van maart 2010, zijn hierin de wijzigingen als gevolg van de invoering van de Wabo niet meegenomen. Ook enkele wijzigingen voortkomend uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) zijn niet verwerkt in de vigerende bestemmingsplannen voor de kommen OssendrechtCalfven, Huijbergen en Putte. De gemeente Woensdrecht is met de onderhavige eerste herziening voornemens het vigerende bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven” te actualiseren naar de nieuwe vereisten en mogelijkheden die de wetgeving biedt. Thans wordt tevens het Handboek (digitale) ruimtelijke plannen herzien. Met de onderhavige eerste herziening sluit het bestemmingsplan voor de bebouwde kom van Ossendrecht en Calfven aan op het nieuwe handboek. In juridische zin zijn de diverse bestemmingsplannen van de gemeente Woensdrecht het toetsingskader bij verzoeken om een omgevingsvergunning. Deze plannen zijn echter in verschillende tijdsperioden vastgesteld en gedeeltelijk van uiteenlopende aard. Actueel beleid ten aanzien van snippergroen en jongerenontmoetingsplaatsen is niet opgenomen in de vigerende kombestemmingsplannen Ossendrecht-Calfven, Huijbergen en Putte. Bij bestemmingsplannen waarvoor de actualisatie gaande is (Woensdrecht - Hoogerheide), kan het geactualiseerde beleidskader direct worden verwerkt. Voor bestemmingsplannen waarvoor dit niet het geval is, stelt de gemeente een herziening op. De gemeente Woensdrecht is met de onderhavige eerste herziening daarmee tevens, naast de aanleiding van veranderende wetgeving, voornemens het vigerende bestemmingsplan “Bebouwde kom OssendrechtCalfven” te actualiseren naar het meest actuele beleid ten aanzien van de voorgenoemde onderwerpen. De gemeente Woensdrecht wil met de onderhavige eerste herziening ook een reparatie uitvoeren ten aanzien van de regeling van beroepen aan huis. Tenslotte wil de gemeente specifiek voor de kern Ossendrecht en voor het gehele plangebied Ossendrecht-Calfven nog een aantal kleine aanpassingen doen.
1.2
Doelstelling Met deze eerste herziening worden concreet de volgende doelstellingen beoogd: a. het laten vervallen van de “voetprint” (eis om vervangende nieuwbouw enkel op de contouren van de bestaande fundering terug te bouwen); b. de Wabo-begrippen door te vertalen naar het bestemmingsplan; c. het gebruik van gemeentegronden zijnde snippergroen toekennen aan woningen voor gebruik als tuin na verkoop van deze gronden;
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
5
Status: voorontwerp
d. e. f. g. h. i.
realisatie jongerenontmoetingsplaatsen (JOP’s); wijziging regeling inzake beroepen aan huis; integreren recent prostitutiebeleid; actualisatie ligging straalpaden, kabels, leidingen en luchtvaarverkeerszones; actualisatie geluidbelasting activiteiten Politieacademie locatie Ossendrecht; kleine, al dan niet redactionele, aanpassingen aan het vigerende bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven”.
De overige regels uit het vigerende bestemmingsplan blijven bij deze eerste herziening ongewijzigd. 1.3
Vigerende plannen en plangebied Het toepassingsbereik van het onderhavige bestemmingsplan is zo groot als de bebouwde kom van de keren Ossendrecht en Calfven in de gemeente Woensdrecht. Ter plaatse vigeert het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven”. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 17 december 2009 en is onherroepelijk geworden per 12 maart 2011.
1.4
Planvorm Met de inwerkingtreding van de Wro per 1 juli 2008 bestaat voor bestemmingsplannen de plicht om deze digitaal en uitwisselbaar op te stellen conform SVBP2008. Hieruit komt onder andere de plicht naar voren dat ieder plan regels en een verbeelding moet omvatten. Op deze wijze verviel de mogelijkheid van partiële herzieningen, waarbij kleine aanpassingen in de regels of de plankaart eenvoudig doorgevoerd konden worden zonder daarbij het gehele bestemmingsplan te herzien en in procedure te brengen. Bij besluit van 2 september 2010 Stb. 2010, 684 is artikel 8.1.2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2010 gewijzigd. Niet langer geldt voor wijzigingen van bestemmingsplannen in alle gevallen de digitaliseringsplicht. Vanaf 1 januari 2010 geldt op grond van artikel 8.1.2., sub b Bro dat niet aan de digitaliseringsplicht hoeft te worden voldaan bij ‘een herziening van een bestemmingsplan, mits dat bestemmingsplan in ontwerp ter visie is gelegd voor 1 januari 2010 en de herziening niet betrekking heeft op het vervangen van een in dat plan voorkomende bestemming.’ In casu wordt met het onderhavige plan het bestemmingsplan “Bebouwde kom OssendrechtCalfven” herzien. Dit bestemmingsplan heeft als ontwerp ter visie gelegen in augustus 2009. Derhalve is, gezien het bovengenoemde besluit, de digitaliseringsverplichting niet van toepassing. Desondanks zet de gemeente Woensdrecht toch in op het digitaliseren van de onderhavige eerste herziening van het bestemmingsplan “Bebouwde kom OssendrechtCalfven”. Reden hiervoor is dat de in deze eerste herziening voorgestelde wijzigingen en de daaraan ten grondslag liggende doelstellingen ook van toepassing zijn op bestemmingsplannen voor andere kernen in de gemeente Woensdrecht die wel onder de digitaliseringsverplichting vallen. Parallel aan de herziening van het bestemmingsplan “Bebouwde kom OssendrechtCalfven” worden ook de bestemmingsplannen voor de bebouwde kommen van Putte en Huijbergen op dezelfde wijze herzien. Het laatstgenoemde bestemmingsplan valt overigens wel onder de digitaliseringsverplichting. Om voor de inwoners van Woensdrecht een eenduidige en
6
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
duidelijke regeling te treffen inzake de te regelen onderwerpen, worden alle drie voorgenoemde herzieningen van de kombestemmingsplannen gedigitaliseerd. Op basis van de bovenstaande afwegingen is deze eerste herziening opgesteld, waarbij wordt voldaan aan de digitaliseringsverplichting. De herziening bestaat daarom uit deze toelichting op de te regelen onderwerpen (weergegeven in hoofdstuk 2), regels en een verbeelding. Ter wille van het overzicht en de samenhang zijn alle regels uit het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven” overgenomen; in dit uittreksel zijn de wijzigingen ten behoeve van de voorliggende onderwerpen aangebracht. Zodoende is duidelijk dat bij toetsing van een ruimtelijke ontwikkeling aan het bestemmingsplan enkel aan het onderhavige plan hoeft te worden getoetst. Voor de volledigheid is daarom ook de toelichting van het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven” integraal opgenomen als bijlage bij deze toelichting.
Satellietfoto’s van het plangebied. Met een rode contour zijn de kommen van Ossendrecht en Calfven weergegeven. Bron: Aerodata International Surveys, TeleAtlas, Google, 2009
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
7
Status: voorontwerp
1.5
Leeswijzer Het eerstvolgende hoofdstuk, hoofdstuk 2, biedt een beschrijving van de te herziene onderdelen. De te wijzigen onderwerpen ten opzichte van het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven” worden uiteengezet en inzichtelijk gemaakt. Hoofdstuk 3 zet deze mogelijkheden vervolgens af tegen het beleidskader op zowel rijksniveau als provinciaal en gemeentelijk niveau. In hoofdstuk 4 wordt kort stilgestaan bij de uitvoerbaarheid van het plan. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 stilgestaan bij de inspraakprocedure en het overleg dat in het kader van deze herziening is gevoerd.
8
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
2
PLANBESCHRIJVING
2.1
Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de vijf thema’s waarbij deze eerste herziening andere regels stelt ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven”. Per thema wordt kort toegelicht wat de redenen zijn voor wijziging van de regels en op welke manier de wijziging van de regels wordt vormgegeven. Ten opzichte van de overige onderwerpen wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven”, welke is bijgevoegd in de bijlagen.
2.2
Voetprint van gebouwen In het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven” komt de bestemming ‘Wonen’ (3) voor. Voor hoofdgebouwen is geregeld dat: a. “het niet is toegestaan hoofdgebouwen ten dienste van wonen te bouwen, tenzij het vervangende nieuwbouw op de bestaande fundamenten betreft, uitgezonderd …..”. Ook is bepaald dat: b. “de voorgevels van hoofdgebouwen geheel of gedeeltelijk dienen te worden gebouwd in de gevellijn.”. Tevens is er een wijzigingsbevoegdheid om de opgenomen gevellijn en het opgenomen bouwvlak te verschuiven met maximaal 10 meter en vervangende nieuwbouw, anders dan op bestaande fundamenten, toe te staan. Deze bepalingen zijn destijds opgenomen om het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven” niet Grex-wetplichtig te laten zijn. Recentelijk zijn de uitzonderingssituaties in de zogenoemde “Grex-wet” (N.B. de “Grex-wet” is geen zelfstandige wet, maar is onderdeel van de Wro) zodanig gewijzigd dat onderhavige situaties daar niet meer onder vallen. De bovengenoemde bestemmingsregels kunnen dan ook worden gewijzigd. De nieuwe regels zijn als volgt: a. “het niet is toegestaan hoofdgebouwen ten dienste van wonen te bouwen, tenzij het vervangende nieuwbouw betreft, uitgezonderd …..”; b. “de voorgevels van hoofdgebouwen dienen geheel of gedeeltelijk te worden gebouwd in of evenwijdig aan de gevellijn.”. Tevens is er een wijzigingsbevoegdheid om de opgenomen gevellijn te verschuiven met maximaal 10 meter en vervangende nieuwbouw toe te staan; c. “hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd binnen een zone van 15 meter achter de gevellijn”.
2.3
Aanpassen terminologie aan Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Op 1 juli 2010 is de Wabo in werking getreden. Deze wet bundelt circa 25 regelingen die de fysieke leefomgeving betreffen. Het gaat hierbij onder meer om bouw-, milieu- en monumentenvergunningen. Zij gaan op in één vergunning, de zogenaamde omgevingsvergunning. De Wabo kent vele aspecten, enkele daarvan zijn van invloed op de inhoud van bestemmingsplannen. Een van de gevolgen van de invoering van de Wabo is dat de afdeling van de Woningwet die over de bouwvergunning gaat geheel is komen te vervallen. De term ‘bouwvergunning’ wordt niet meer gebruikt. Ook voor de Wro houdt de Wabo ingrijpende maatregelen in. De onderdelen van de Wro die over de uitvoering van een project gaan, zijn uit
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
9
Status: voorontwerp
de Wro verdwenen en naar de Wabo verhuisd. In de Wabo vallen bijvoorbeeld het projectbesluit en diverse typen ‘ontheffingen’ uit de Wro onder de nieuwe regeling die ‘afwijkingen’ van planologische regelingen mogelijk maakt. Daarbij worden de termen ‘projectbesluit’ en ‘ontheffing’ niet langer gebruikt. Het in werkingtreden van de Wabo heeft daarmee ook gevolgen voor het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven”. Vanwege de invoering van deze wet heeft Geonovum werkafspraken opgesteld voor de RO-Standaarden. Voor alle nieuwe bestemmingsplannen die na 1 oktober 2010 in procedure gaan, moet de nieuwe terminologie (bv. ‘afwijken’) van de Wabo worden gebruikt. Vanwege het uitgangspunt om (zoveel) mogelijk uniforme bestemmingsplannen te hebben is het gewenst om ook de nieuwe bestemmingsplannen (eerste herzieningen) hierop aan te passen, zeker nu ook de “voetprint” wordt aangepast. In alle bestemmingsregels van het vigerende bestemmingsplan “Bebouwde kom OssendrechtCalfven” wordt de terminologie aangepast naar die van de Wabo. Met de inwerkingtreding van de Wabo gelden er tevens specifieke regels voor binnenplanse afwijkingen. In artikel 3.7 van de Wabo is geregeld dat bij een binnenplanse afwijking de reguliere procedure van toepassing is. In het bestemmingsplan mag dit niet (afwijkend) worden geregeld. De hieromtrent eerder opgenomen procedureregels zijn dan ook vervallen. 2.4
Snippergroen In januari 2006 is het groenbeleidsplan van de gemeente Woensdrecht vastgesteld. Met deze beleidsnota wil de gemeente het groenbeleid voor de lange termijn met betrekking tot inrichting, gebruik en beheer van het groen binnen de gemeente bepalen. Daarnaast wil de gemeente Woensdrecht concrete acties voor de komende jaren uitzetten om te komen tot een waardevolle, karakteristieke, veilige en duurzame groenstructuur. Het plan wordt als een duurzaam instrument beschouwd en dient als onderkenning van structureel en derhalve duurzaam te beschermen groenstructuren en overig groen, waar een flexibelere toepassing aan ontleend kan worden. In de beleidsnota wordt voor de gemeente Woensdrecht onderscheid gemaakt in vier verschillende typen groenstructuren, te weten: ‘Groene krenten in de pap’, ‘Hoofdstructuur’, ‘Nevenstructuur’ en ‘Overig groen’. Door deze onderverdeling toe te passen wordt een status gegeven aan de verschillende groenelementen. Ten aanzien van het onderscheiden type ‘Overig groen’, wordt bepaald dat dit alle overige groeneenheden binnen de gemeente zijn die niet bijdragen aan de groenstructuur van de gemeente, een kern of de wijken van een kern. Het ‘Overig groen’ staat niet op de beleidmatige kaarten van de huidige- en gewenste groenstructuur aangeduid. De kleine snippers van het overig groen worden veelal aangemerkt als snippergroen. Het snippergroenbeleid van de gemeente Woensdrecht omschrijft dat na toetsing aan de gestelde criteria ‘Overig’, in een aantal gevallen groen uitgeefbaar is. Door het College van burgemeester en wethouders zijn binnen het onderhavige plangebied gronden aangewezen die voor verkoop aan particulieren in aanmerking komen. Het betreft hier het zogenoemd snippergroen. Deze gronden maken veelal deel uit van de bestemming ‘Verkeer-Verblijfsgebied’. Soms betreft het de bestemming ‘Groen’. Via een aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – gebruik als tuin bij wonen’ wordt bewerkstelligd dat deze gronden na verkoop c.q. ingebruikgeving / verhuur bij de tuin van de betrokken woning kunnen worden
10
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
getrokken en dat het als zodanig kan worden gebruikt. Op de verbeelding worden de betreffende percelen of gedeelten daarvan aangeduid met “(sw-gwt)”. Op een aantal plaatsen in Ossendrecht is reeds snippergroen verkocht aan particulieren. In deze eerste herziening zijn deze voormalige snippergroenlocaties, twaalf in getal, bestemd met de bestemming ‘Wonen’ (1, 2 of 3). 2.5
Jongerenontmoetingsplaatsen De gemeente Woensdrecht is voornemens om in elke kern een jongerenontmoetingsplaats (JOP) in te richten. De locatie dient te worden bepaald via een afwijkingsprocedure, zodat eenieder zijn of haar belang kan inbrengen. Om het draagvlak te vergroten zal een JOP niet op één plaats blijven gesitueerd. Bij het wisselen van een locatie zal voor die nieuwe locatie eerst (weer) een afwijkingsprocedure dienen te worden gevolgd. Een JOP bestaat uit een (verplaatsbare) “unit”, zoals een zeecontainer, prefabgarage of dergelijke”. Onder en rondom de unit zal verharding worden aangebracht (stelconplaten). Tevens een of meer verlichtingselementen, prullebakken e.d. Indicatieve voorbeelden zijn (separaat) toegevoegd. De voorwaarden waaronder een afwijkingsprocedure kan worden gevoerd zijn bij voorbeeld: • er is per jongerenontmoetingsplaats één gebouw toegestaan die aan het volgende voldoet: o de oppervlakte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 30 m²; o de bouwhoogte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 m; • de afstand tot woningen bedraagt minimaal 50 m; er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het belang van de verkeersveiligheid; • het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving; • er moet sprake zijn van een, vanuit het oogpunt van sociale veiligheid, open karakter; • het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
11
Status: voorontwerp
Aanzicht van een jongerenontmoetingsplaats (JOP)
Met de onderhavige eerste herziening wordt het binnen de bebouwde kommen van Ossendrecht en Calfven onder voorwaarde van een afwijkingsprocedure mogelijk dat binnen de bestemming ‘Verkeer-Verblijfsgebied’ en ‘Groen’ JOP’s opgericht kunnen worden. De maximale termijn voor de plaatsing van een JOP bedraagt vijf jaar. Voor een afwijkingsprocedure is gekozen om daarmee de communicatie met de omgeving van de locatie van de beoogde JOP integraal vorm te geven. Als de procedures zijn doorlopen zullen in samenwerking met de jongerenwerker beheersafspraken worden gemaakt. 2.6
Beroep aan huis In de regels voor beroepen aan huis worden in het vigerende bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven” kapsalons uitgezonderd. In het onderhavige plan wordt deze uitzonderingssituatie ongedaan gemaakt.
2.7
Prostitutiebeleid Op 10 november 2011 heeft de gemeenteraad het nieuwe prostitutiebeleid vastgesteld. Het is zinvol de wijzigingen mee te nemen in onderhavig bestemmingsplan. In 2000 is het “Prostitutiebeleid 2000” van de gemeente Woensdrecht vastgesteld. Tien jaar is inmiddels verstreken. Het prostitutiebeleid van de gemeente Woensdrecht is geactualiseerd aan
12
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
de hand van de inzichten en ervaringen die in de afgelopen jaren zijn opgedaan. Daarnaast is geanticipeerd op het wetsvoorstel “Regulering Prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche”. Ook de ontwikkelingen binnen de seksbranche zorgen ervoor dat een ander medium, het internet, een afname lijkt te veroorzaken in het fysiek bezoeken van bijvoorbeeld een seksbioscoop. Daarom is het nodig om deze ontwikkelingen mee te nemen in het nieuwe beleid. Voor de inhoudelijke aspecten wordt verwezen naar hoofdstuk 3 (Beleidskader), paragraaf 3.4 (Gemeentelijk beleid). 2.8
Straalpaden, kabels, leidingen en luchtvaartverkeerszones In het buurtschap Calfven liggen in het plangebied drie hoofdaardgastransportleidingen en een watertransportleiding. De hoofdaardgastransportleidingen zijn gelegen aan de noordzijde van het plangebied. In Ossendrecht bevinden zich geen transportleidingen. Naast het bovenstaande ligt het plangebied binnen de zogenaamde Inner Horizontal and Conical Surface (IHCS) van de vliegbasis Woensdrecht. Dit gebied is vastgesteld ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid. Voor onderhavig plangebied geldt een maximale bebouwingshoogte van 56 meter boven NAP ter plaatse van dit gebied. In het vigerende bestemmingsplan voor Ossendrecht – Calfven klopt het aantal op de verbeelding weergegeven hoofdaardgastransportleidingen niet alsmede de weergegeven ligging ervan. Ook de ligging van de watertransportleiding is niet juist weergegeven. Met de onderhavige herziening worden deze fouten hersteld.
2.9
Geluidsbelasting activiteiten Politieacademie locatie Ossendrecht op de omgeving Inleiding Bij actualisering van het bestemmingsplan Buitengebied zijn de geluidscontouren van de Politieacademie in beeld gebracht. Hierbij bleek dat de invloed van de incidentele knallen die ten gevolge van de bedrijfsvoering op het terrein van de Politieacademie voorkomen groot is. Deze Lknal contour meet een waarde van 75 dB(A) en bestrijkt een gebied van ca. 3.7 kilometer uit het hart van de Politieacademie. Hiermee beslaat hij bijna het gehele komgebied van Ossendrecht en een deel van de bebouwde kom van Putte, zie bijlage 3 in het in de bijlage van dit bestemmingsplan toegevoegde “Geluidsrapport Politieacademie locatie Ossendrecht”. In de wet staat dat gemeenten ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening bestemmingsplannen vaststellen. Wat een goede ruimtelijke ordening is, staat niet letterlijk omschreven in de wet noch in het Besluit ruimtelijke ordening. Wel hebben zowel de inhoudelijke als de procedurele vereisten allemaal te maken met een goede ruimtelijke ordening. Binnen voornoemde Lknal contour kan in geval van wonen geen sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening aangezien de geluidsbelasting te hoog is. Gevolg is dat we bij nieuwe projecten te maken kunnen krijgen met een belemmering tenzij we onderbouwen waarom we vinden dat er wel binnen deze zone gewoond kan worden. Hiertoe is bijgevoegd rapport opgesteld waarvan een resumé;
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
13
Status: voorontwerp
Huidige geluidcontouren de geluidscontour die gevormd wordt door industriële bronnen. Deze Bijlage 1: LAr,LT contour is ondergeschikt aan die van het schietgeluid. Het industrielawaai zorgt voor een relatief lage geluidbelasting op de nabijgelegen woningen. Voor nieuwe woningen die verder van de Politieacademie worden gerealiseerd zal de belasting nog lager zijn. Het industrielawaai vormt geen probleem voor de ontwikkeling van nieuwe woningen. Bijlage 2: Lr de geluidscontour die gevormd wordt door herhaald hoorbaar schietgeluid en explosieven. Deze contouren komen in een gemiddelde bedrijfssituatie van de Politieacademie voor. Bijlage 3: Lknal de geluidscontour die gevormd wordt door incidenteel lawaai. In bijlage 4 staan de bronnen van dit lawaai vermeld. Duidelijk is dat niet al deze geluiden gelijktijdig plaatsvinden. Historische geluidscontouren Uit bijlage 5 van het “Geluidsrapport Politieacademie locatie Ossendrecht”, welke in de bijlage van dit bestemmingsplan is toegevoegd, blijkt dat het betreffend gebied al geruime tijd te maken heeft met geluidbelasting. De voormalige Koningin Wilhelmina Kazerne is rond 1953 opgericht en voorzag ondermeer in een handgranatenbaan. Bij vergelijking van de geluidscontouren blijkt dat de Lr contouren van de Politieacademie nu ruimer zijn dan die van de voormalige kazerne. Dit betekent een grotere geluidbelasting van herhaald hoorbaar schietgeluid. Echter de frequentie van deze geluidsbelasting is kleiner dan in de kazernetijd. De Lknal, incidenteel lawaai van schieten en explosies, is kleiner zodat er nu minder overlast is van incidentele geluid dan ten tijde van de kazerne. Conclusie De Politieacademie wordt, doordat de rechten zijn vastgelegd in de bestaande milieuvergunning niet gehinderd door de realisatie van nieuwe woningbouw. De woningbouw dient dan wel gerealiseerd te worden buiten de beoordelingspunten van de bestaande milieuvergunning. Het industrielawaai zorgt voor een relatief lage geluidbelasting op de nabijgelegen woningen. Voor nieuwe woningen die verder van de Politieacademie gerealiseerd worden zal deze geluidbelasting nog lager zijn. Het industrielawaai vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van nieuwe woningen. Het schiet en explosielawaai zorgt een aantal maal per jaar voor een hoge geluidbelasting op de omliggende en nieuwe woningen. Deze geluidbelasting op de bestaande en de nieuwe woningen en de ontwikkeling van nieuwe woningen zijn aanvaardbaar omdat: • er sprake is van een unieke inrichting in Nederland; • het schietgeluid reeds van oudsher aanwezig is; • er een milieuvergunning verleend is voor de schietactiviteiten; • het door de aard van de activiteiten binnen de inrichting niet mogelijk is om geluidreducerende maatregelen binnen de inrichting te treffen; • de berekening van de geluidcontouren vanwege het schietlawaai gebaseerd zijn op een ‘worst-case’ scenario. Niet alle schietactiviteiten vinden gelijktijdig plaats; • er de laatste tijd weinig klachten zijn, (afgelopen 3 jaar 3 stuks).
14
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
Bij opstelling van nieuwe bestemmingsplannen zal bijgevoegd rapport geïntegreerd worden in het plan indien het van toepassing is. Het rapport vormt hiermee de onderbouwing voor het toestaan van nieuwe ontwikkelingen ondanks de incidentele hoge geluidsbelasting. 2.10 Kleine aanpassingen aan het vigerende bestemmingsplan Met deze eerste herziening worden tevens enkele kleine aanpassingen aan het vigerende bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven” doorgevoerd. • Ten eerste betreft dit de toevoeging van de aanduiding ‘(bw)’, inhoudende ‘bedrijfswoning’, op de verbeelding ter plaatse van de locatie Zr. Marie Adolphinestraat 5 te Ossendrecht; • Ten tweede betreft dit een toevoeging aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming ‘Bedrijf’, te weten: “ter plaatse van de aanduiding ‘sport’, tevens een fitnesscentrum op de verdieping”; • Ten derde wordt een wijziging doorgevoerd met betrekking tot het toestaan van horecafuncties op de bovenverdieping. Binnen de bestemming ‘Horeca’ worden horecafuncties uitsluitend toegestaan op de begane grond. Met deze herziening wordt bij deze regel een uitzondering gemaakt voor de Kettle, gesitueerd aan de Aanwas 17 en 21 te Ossendrecht. Binnen de bestemming ‘Centrum’ zijn horecafuncties ook uitsluitend op de begane grond toegestaan. Met deze herziening wordt bij deze regel een uitzondering gemaakt voor Café de Boulevard aan de Koningin Wilhelminastraat 1 te Ossendrecht; • Ten vierde worden de aanwezige horecagelegenheden standaard verruimd tot en met horeca categorie 3. Uit de praktijk blijkt immers dat nagenoeg alle aanwezige horecagelegenheden passen binnen de omschrijving behorende bij horeca categorie 3. Door de huidige beperking tot categorie 1 en 2 zijn de meeste gelegenheden fout bestemd. Deze onvolkomenheid wordt met onderhavige herziening verholpen; • Ten vijfde wordt in de bestemmingsomschrijving van de bestemming ‘Groen’ en ‘Verkeer – Verblijfsgebied’ de mogelijkheid opgenomen om ‘(digitale) informatieborden’ te plaatsen. Aan deze verruiming van de bestemmingsomschrijving zijn tevens bouwregels gekoppeld; • Ten zesde wordt ten aanzien van een perceel aan De Kuil 9 de bestemming ‘Bedrijf’ gewijzigd in de bestemming ‘Wonen-3’. Tevens wordt de bouwgrens voorzien van de aanduiding ‘gevellijn’ en wordt deze lijn 10 meter naar achteren geplaatst; • Ten zevende wordt aan de Don Boscostraat 12 een gedeelte van de bestemming ‘Verkeer – Verblijfsgebied’, gelegen binnen het bouwvlak, bestemd als ‘Wonen-3’; • Ten achtste wordt aan de Kleine Dorpsstraat, tussen nummers 6 en 10, de bestemming ‘Wonen-3’ gewijzigd in de bestemming ‘Verkeer – Verblijfsgebied’. Tevens wordt een aanduiding ‘garageboxen’ geplaatst ter plaatse van de garageboxen; • Ten negende wordt aan de Molenstraat 33 de bestemming ‘Dienstverlening’ omgezet in de bestemming ‘Wonen-3’; • Ten tiende wordt aan de Slingerstraat 12 een gevellijn aangebracht; • Tenslotte zijn in de regels van onderhavige herziening de redactionele wijzigingen van het meest recente Handboek Digitale Bestemmingsplannen verwerkt.
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
15
Status: voorontwerp
16
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
3
BELEIDSKADER
3.1
Algemeen Om te kunnen verantwoorden dat de ontwikkelingen die binnen deze herziening mogelijk worden gemaakt ter plaatse niet alleen ruimtelijke inpasbaar zijn maar ook binnen het vigerende ruimtelijke beleid inpasbaar zijn, is een toetsing aan diverse beleidsdocumenten vereist. Dit hoofdstuk betreft een toetsing aan de relevant geachte beleidsdocumenten van zowel de rijksoverheid, de provincie Noord-Brabant als de gemeente Woensdrecht. De onderstaande beleidsdocumenten / visies etc. zijn opgenomen in dit hoofdstuk: • Nota Ruimte (vastgesteld); • Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (vastgesteld); • Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 (vastgesteld); • StructuurvisiePlus gemeente Woensdrecht (vastgesteld).
3.2
Rijksbeleid Nota Ruimte, 2006 De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; • borging van de veiligheid. ‘Bundeling van verstedelijking en infrastructuur’ en ‘organiseren in stedelijke netwerken’ zijn de beleidsstrategieën die het rijk hanteert voor economie, infrastructuur en verstedelijking. Hierbij geldt onder meer dat de variatie tussen stad en land wordt versterkt. Tevens dient voor (her)ontwikkeling zo veel mogelijk ruimte gezocht worden in de bestaande stedelijke gebieden (zuinig ruimtegebruik). Voor de ontwikkeling van JOP’s wordt op een compacte wijze nieuwe tijdelijke bebouwing mogelijk gemaakt. Derhalve hoeft voor de beoogde ontwikkeling geen nieuwe locatie vrijgemaakt worden. Ditzelfde geldt ook voor de veranderde voetprint van gebouwen. Ook qua invloed op de omliggende omgeving voor wat betreft milieu, externe veiligheid etc., zijn er geen belemmeringen. Voor wat betreft de natuur heeft onderhavig plan geen effect op de verdere ontwikkeling van nabijgelegen natuurgebieden, aangezien de ontwikkelingen binnen de bebouwde kom liggen. Hierdoor heeft het plan geen negatieve invloed op de leefomgeving en is het plan passend binnen de beleidsvisie uit Nota Ruimte.
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
17
Status: voorontwerp
3.3
Provinciaal beleid Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, 2011 De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025. De provincie kiest daarin voor de verdere ontwikkeling van gevarieerde en aantrekkelijke woon-, werk- en leefmilieus en een kennisinnovatieve economie met als basis een klimaatbestendige en duurzame provincie. Ruimtelijke keuzes die invulling geven aan de ruimtelijke kwaliteit en van provinciaal belang zijn, zijn onder meer: • regionale contrasten; • concentratie van verstedelijking; • vitaal en divers platteland; • ruimte voor duurzame energie; • groene geledingszones tussen steden. Leidende principes zijn zorgvuldig ruimtegebruik (inbreiden, herstructurering en landschapsinvestering) en regionale afstemming. Op de structurenkaart zijn Ossendrecht en Calfven aangegeven als een kern in het landelijk gebied. Samen met de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking voorzien deze gebieden in de opvang van de lokale verstedelijkingsbehoefte (wonen, werken, voorzieningen). Het onderhavige plan draagt bij aan zorgvuldig ruimtegebruik aangezien met de eerste herziening de bouwmogelijkheden binnen de kom beter worden benut (meer flexibele voetprint, mogelijkheden voor JOP’s). Door deze ontwikkeling hoeft geen extra ruimte in het buitengebied te worden benut. Daarnaast worden de gebruiksmogelijkheden van bestaande groenstructuren vergroot door het onderhavige plan. Het vergroten van de gebruiksmogelijkheden draagt bij aan het beter gebruiken van de bestaande ruimte. Verordening ruimte Noord-Brabant, 2011 In de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 heeft de provincie Noord-Brabant regels opgesteld waarmee gemeenten rekening moeten houden bij het opstellen van bestemmingsplannen. De regels vormen een vertaling van het voormalige provinciale beleid en de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. Het provinciale beleid is al jaren gericht op het bundelen van de verstedelijking. Enerzijds om de steden voldoende draagvlak te geven voor hun functie als economische en culturele motor, anderzijds om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan. Het plangebied maakt onderdeel uit van bestaand stedelijk gebied als onderdeel van een kern in het landelijk gebied. Binnen bestaand stedelijk gebied is de gemeente in het algemeen vrij om, binnen de grenzen van andere wetgeving, te voorzien in (stedelijke) ontwikkeling. Het onderhavige plan voldoet aan de regels zoals gesteld in de Verordening Ruimte 2011.
3.4
Gemeentelijk beleid StructuurvisiePlus gemeente Woensdrecht, 2002 In deze notitie wordt de visie gepresenteerd op de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente Woensdrecht tussen 2000 en 2015. Aanleiding voor het opstellen van deze StructuurvisiePlus was onder meer dat er na samenvoeging van de vier gemeenten, waaruit de huidige gemeente Woensdrecht is ontstaan, behoefte was aan een totaalvisie. De StructuurvisiePlus is een strategisch document waarin wordt gestreefd naar versterking van de sociaal-economische
18
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
vitaliteit, duurzaamheid en de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. De in deze eerste herziening mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkelingen dragen bij aan de sociaal-economische vitaliteit van de kernen, daarnaast bieden de nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden kansen om de ruimtelijke kwaliteit binnen de bebouwde kom te verbeteren. Actualisatie StructuurvisiePlus, 2009 Op 14 mei 2009 heeft de gemeenteraad de actualisatie van de StructuurvisiePlus vastgesteld. Doel van deze actualisatie is nieuw beleid op te nemen en het actieprogramma bij te stellen. Er is onder meer een geactualiseerde woningbouwplanning tot 2015 opgenomen. De actualisatie is niet van invloed op de onderhavige ontwikkelingen. Groenbeleidsplan, 2006 In 2006 is een groenbeleidsplan opgesteld om voor de lange termijn met betrekking tot inrichting, gebruik en beheer van het groen binnen de gemeente inzicht te verkrijgen en voor de komende jaren concrete acties uit te zetten om een waardevolle, karakteristieke, veilige en duurzame groenstructuur te realiseren. Er wordt ingegaan op de groenstructuur van de diverse kernen; de voor het onderhavige plan relevante groenstructuur is uitgewerkt in het vorige hoofdstuk. Prostitutiebeleid, 2011 In 2000 is het “Prostitutiebeleid 2000” van de gemeente Woensdrecht vastgesteld. Tien jaar is inmiddels verstreken. Het prostitutiebeleid van de gemeente Woensdrecht is geactualiseerd aan de hand van de inzichten en ervaringen die in de afgelopen jaren zijn opgedaan. Daarnaast is geanticipeerd op het wetsvoorstel “Regulering Prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche”. Ook de ontwikkelingen binnen de seksbranche zorgen ervoor dat een ander medium, het internet, een afname lijkt te veroorzaken in het fysiek bezoeken van bijvoorbeeld een seksbioscoop. Daarom is het nodig om deze ontwikkelingen mee te nemen in het nieuwe beleid. Het prostitutiebeleid heeft tot doel: 1. de bescherming van het woon- en leefklimaat: het beheersen en reguleren van de exploitatie van prostitutie; 2. het beschermen van de positie van prostituees: de prostitutie is een branche die zich soms in een (semi-)illegale sfeer bevindt. In deze branche kan er sprake zijn van gedwongen prostitutie en prostitutie van illegalen en minderjarigen. Prostituees zijn vanuit deze positie een kwetsbare groep. Zeker gelet op deze ‘achterstandspositie’ dient de lokale overheid een actieve rol te vervullen in de bescherming en verbetering van de positie van de prostituees, door het stellen van inrichting- en bedrijfsvoeringeisen aan prostitutiebedrijven; 3. het voorkomen van strafbare feiten: het verbeteren van de bestrijding van exploitatie van onvrijwillige prostitutie, het terugdringen van de omvang van prostitutie door illegalen en het beschermen van minderjarigen tegen seksueel misbruik, onder andere door het stellen van eisen aan de exploitant. De Tweede Kamer heeft op 29 maart 2011 het wetsvoorstel Regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche aangenomen. Hiermee komt het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer te liggen. De gemeente Woensdrecht anticipeert met dit beleid op de nieuwe wet.
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
19
Status: voorontwerp
Voor de gemeente Woensdrecht is het noodzakelijk om een maximumbeleid te hanteren om de volgende redenen: 1. als er geen maximumbeleid is bestaat de kans dat er een prostitutieconcentratiegebied ontstaat op de grens tussen België en Nederland; 2. het ontstaan van een prostitutieconcentratiegebied is uit het oogpunt van de bescherming van het woon- en leefklimaat, voorkoming van overlast en hinder, aantasting van de netheid en zedelijkheid en bescherming van de openbare orde en veiligheid ongewenst; 3. wanneer wordt gekozen voor een maximumbeleid beheerst de gemeente zelf het maximum aantal. De volgende regels worden gehanteerd: 1. Maximaal tien seksbedrijven; 2. Raam- en straatprostitutie zijn verboden (artikel 3:9 APV); 3. Thuiswerk is wel toegestaan. De kernen Hoogerheide, Putte en Ossendrecht zijn zo groot dat kan gesproken worden over woonstraten en centrumgebieden. Seksbedrijven mogen zich vestigen mits rekening wordt gehouden met de volgende punten: 1. Behouden van een goed woon- en leefklimaat; 2. Voorkoming van overlast en hinder; 3. Voorkomen van aantasting van de netheid en zedelijkheid; 4. Bescherming van de openbare orde en veiligheid. De kernen Huijbergen en Woensdrecht zijn dermate klein dat daar op kleine geografische schaal een mix aanwezig is van woon- winkel- en bedrijfsfuncties en voorzieningen. De kernen Huijbergen en Woensdrecht moeten worden getypeerd als zeer kleine kernen. Het disproportionaliteitsbeginsel kan ertoe leiden dat de leefbaarheid in kleinere kernen bescherming behoeft. Seksbedrijven kunnen niet worden gevestigd in kleine kernen het daarbij behorende buitengebied met minder dan 3000 inwoners, waaronder in onze gemeente de kernen Huijbergen en Woensdrecht vallen. Aanvragen voor vergunningen voor seksinrichtingen worden getoetst aan de volgende voorwaarden: 1. Geen seksbedrijf in de buitengebieden; 2. Geen seksbedrijf op industrieterreinen; 3. Geen seksbedrijf in de kernen Huijbergen en Woensdrecht; 4. Geen seksbedrijf mag worden geëxploiteerd in een gebouw, waar de entree met anderen moet worden gedeeld; 5. Geen vestiging van een seksbedrijf binnen een straal van 350 meter van een (onderdeel van een) onderwijsinrichting c.q. school waarin aan minderjarigen onderwijs of opleiding wordt gegeven; 6. Geen vestiging van een seksbedrijf binnen een straal van 250 meter van een kerkelijke instelling. Een vergunning wordt verstrekt op basis van de APV en is persoonsgebonden. De bevoegdheid van het verlenen van de vergunning ligt bij de burgemeester. Aanvragen voor vergunningen voor seksbedrijven worden getoetst aan het bestemmingsplan. Als er op de gewenste locatie
20
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
ingevolge het bestemmingsplan geen mogelijkheid tot een seksbedrijf mogelijk is gemaakt, zal desgewenst eerst een procedure tot herziening van het betreffende bestemmingsplan (zgn. 'postzegelplan') moeten worden doorlopen.
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
21
Status: voorontwerp
22
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
4
SECTORALE ASPECTEN EN UITVOERBAARHEID
4.1
Sectorale aspecten Bij een bestemmingsplan of, zoals in dit geval, de herziening daarvan (formeel gezien een nieuw bestemmingsplan) dient aangetoond te worden dat de diverse sectorale aspecten als archeologie, ecologie, milieu, verkeer en water de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg staan. In dit geval gaat het om een herziening van (enkele onderdelen van) de regels van het vigerende bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht-Calfven” en de bijbehorende verbeelding. Binnen de vigerende bestemmingen worden enkel in beperkte mate, zij het indirect via een afwijkingsmogelijkheid, ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Gelet op het karakter en de beperkte strekking van de herziening is het dan ook niet nodig om specifiek aandacht te besteden aan de verschillende sectorale aspecten.
4.2
Economische uitvoerbaarheid Over de economische uitvoerbaarheid wordt opgemerkt dat de ruimtelijke mogelijkheden die op basis van de herziening worden geboden, niet verplichten tot het opstellen van een exploitatieplan. Ook het sluiten van een anterieure overeenkomst is niet aan de orde. Wanneer derden gebruik maken van de mogelijkheden uit de herziening, zullen bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning legeskosten in rekening worden gebracht.
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
23
Status: voorontwerp
24
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
Status: voorontwerp
5
OVERLEG EN INSPRAAK
5.1
Inleiding De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven (afhankelijk van de gemeentelijke inspraakverordening). Pas daarna kan de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan van start gaan.
5.2
Vooroverleg --PM--
5.3
Inspraak --PM--
Toelichting bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
25
Bijlage 1: Toelichting onherroepelijk bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven” d.d. 12 maart 2010
Status: onherroepelijk
VOORBLAD
Gemeente Woensdrecht Bestemmingsplan : Toelichting “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven” Id = 0873.OSCAxBP043xMOEDx00-OH01 Fase Voorontwerp Ontwerp
Datum besluit 24-03-2009 11-08-2009
Datum publicatie 08-04-2009 27-08-2009
Datum ter inzage 09-04-2009 28-08-2009
Vastgesteld Van kracht Raad van State Onherroepelijk
17-12-2009 12-03-2010 n.v.t. 12-03-2010
27-01-2010 29-03-2010 n.v.t. 07-04-2010
29-12-2010 n.v.t. n.v.t. 08-04-2010
Bijzonderheden
Wijzigingen t.o.v. voorontwerp Wijzigingen t.o.v. ontwerp n.v.t. n.v.t. n.v.t
Gemeentebladnummer: 2009 - 22
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
1
Status: onherroepelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
2
Status: onherroepelijk
Inhoudsopgave
pagina
1. INLEIDING 1.1 Achtergrond en doel van het bestemmingsplan 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 1.3 Inhoud bestemmingsplan 1.4 Vigerende bestemmingsplannen 1.5 Leeswijzer
5 5 7 7 8 8
2. BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE 2.1 Algemeen 2.2 Ruimtelijke structuur
9 9 9
2.2.1 Ontstaansgeschiedenis 2.2.2 Bebouwingsstructuur 2.3 Verkeersstructuur 2.4 Groenstructuur 2.5 Deelgebieden
9 10 13 13 15
2.5.1 Ossendrecht 2.5.2 Calfven 2.6 Functionele structuur 2.7 Straalpaden, kabels, leidingen en luchtvaartverkeerzones
16 23 24 25
3. BELEIDSKADER 3.1 Inleiding 3.2 Rijksbeleid 3.3 Provinciaal en regionaal beleid 3.4 Gemeentelijk beleid
27 27 27 28 29
4. PLANBESCHRIJVING 4.1 Inleiding 4.2 Wonen 4.3 Bedrijvigheid 4.4 Detailhandel 4.5 Publieksgerichte dienstverlening en kantoren 4.6 Horecavoorzieningen 4.7 Maatschappelijke voorzieningen 4.8 Sport- en recreatievoorzieningen 4.9 Groen en water 4.10 Verkeer
33 33 33 34 34 35 35 35 36 36 37
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
3
Status: onherroepelijk
5. ONDERZOEK EN VERANTWOORDING 5.1 Inleiding 5.2 Geluidhinder vanwege het wegverkeer 5.3 Bedrijven en milieuzonering 5.4 Luchtkwaliteit 5.5 Kwaliteit bodem en grondwater 5.6 Waterhuishouding 5.7 Flora en Fauna 5.8 Externe veiligheid 5.9 Cultuurhistorie
39 39 39 40 42 42 43 49 50 51
6. JURIDISCHE PLANOPZET 6.1 Aanleiding 6.2 Juridisch-planologische opzet 6.3 Opbouw van de bestemmingsregeling
55 55 55 55
6.3.1 Inleidende regels 6.3.2 Bestemmingsregels 6.3.3 Algemene regels 6.3.4 Overgangs- en slotregels 6.4 Specifieke bestemmingsregeling
56 56 58 59 59
7. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID 7.1 Exploitatie 7.2 Handhaving 7.3 Grondexploitatie in relatie tot Wet ruimtelijke ordening
67 67 67 68
8. OVERLEG EN INSPRAAK 8.1 Inleiding 8.2 Inspraak 8.3 Wettelijk vooroverleg
71 71 71 71
BIJLAGEN: Bijlage 1. Eindverslag inspraak voorontwerp bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven” Bijlage 2. Eindverslag vooroverleg voorontwerp bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven” Bijlage 3. Samenvattend verslag van de informatieavond voorontwerp bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven” Bijlage 4. Nota beantwoording zienswijzen ontwerp bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven” Bijlage 5. Staat van wijzigingen bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven”
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
4
Status: onherroepelijk
1.
INLEIDING
1.1 Achtergrond en doel van het bestemmingsplan Het bestemmingsplan 'Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven' is een actualisatie van de geldende bestemmingsplannen in de kern Ossendrecht en het buurtschap Calfven. De geldende plannen zijn verschillend gedateerd. Hierdoor gelden ten aanzien van bouwen in Ossendrecht en Calfven diverse bepalingen. Bovendien voldoen sommige geldende bestemmingsplannen niet of onvoldoende aan de huidige inzichten. De plannen geven onvoldoende houvast om een goed ruimtelijk beleid te voeren. Dit is voor de gemeenteraad van Woensdrecht een belangrijke reden geweest om voor de kern Ossendrecht en het buurtschap Calfven een nieuw bestemmingsplan op te stellen en in procedure te brengen. Een tweede aanleiding is de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die van kracht is geworden per 1 juli 2008. Voor bestemmingsplannen die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wro ten minste 5 jaar oud zijn, moet binnen 5 jaar een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld. Het nieuwe bestemmingsplan dient langs de elektronische weg te worden vastgelegd en vastgesteld. Om de leesbaarheid, raadpleegbaarheid en helderheid van het bestemmingsplan te vergroten, dient het bestemmingsplan te voldoen aan de Regeling Standaarden Ruimtelijke Ordening (RSRO). Onderhavig bestemmingsplan voldoet aan de eisen van de Wro. Deze herziening maakt deel uit van een gemeentelijk programma om meerdere bestemmingsplannen te herzien. In het bestemmingsplan legt de gemeenteraad van Woensdrecht zijn visie op de ruimtelijke ontwikkeling vast in regels en verbeelding. Het bestemmingsplan gaat vergezeld van een toelichting waarin de achtergronden van het bestemmingsplan zijn beschreven. Het bestemmingsplan is bindend, zowel voor overheid als voor burgers.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
5
Status: onherroepelijk
Plangebied Ossendrecht en Calfven
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
6
Status: onherroepelijk
1.2 Ligging en begrenzing plangebied Ossendrecht is één van de kerkdorpen in de gemeente Woensdrecht. De kern Ossendrecht ligt aan de zuidrandzijde van de gemeente Woensdrecht, globaal gelegen ten oosten van de A4 en ten noorden van de Belgische grens. Het buurtschap Calfven is gesitueerd aan de noordzijde van Ossendrecht, tussen deze kern en de kern Hoogerheide. Het plangebied van onderhavig bestemmingsplan omvat de gehele bebouwde kom van de kern Ossendrecht en het buurtschap Calfven. De begrenzing van het plangebied Ossendrecht loopt aan de noordzijde langs de watergang Heiloop. Ter hoogte van het lint Calfven loopt de plangrens in zuidelijke richting langs de achterzijden van de bebouwing aan de Aanwas, tot de bebouwde komgrens. Hier loopt de grens in oostelijke richting langs de achterzijde van de bebouwing aan de Burg. Voetenstraat. De grens loopt langs De Looijen en het Kerkepad richting het Hageland. De bebouwing aan de Leemberg valt buiten het plangebied. Ter hoogte van het Hageland loopt de plangrens in noordelijke richting over de Bevrijdingstraat, Berklaan, Eikenlaan, Sparrenlaan, O.L.V. Vrouwe ter Duinenlaan naar de Wassevendreef om aan te sluiten op de Heiloop. Het plangebied Calfven omvat de adressen: • Bergstraat 4 t/m 40 even; • Bergstraat 3 t/m 29 oneven; • Calfven 82 t/m 168 even; • Calfven 87 t/m 193 oneven; • De Maareberg 1 t/m 7 oneven; • Heistraat 2; • Klein Brembrood 5, 6,7; • Trambaan 25 t/m 83 oneven; • Trambaan 50 t/m 64 en 80 even; • Het terrein van stichting de Luchtballon (voormalig MOB-complex)
1.3 Inhoud bestemmingsplan Dit bestemmingsplan bestaat uit drie delen: een verbeelding (plankaart) waarop onder meer de bestemmingen in het plangebied zijn aangegeven, regels die voor de op de verbeelding vermelde bestemmingen zijn opgenomen en een toelichting waarin de achtergronden van het bestemmingsplan zijn beschreven. De verbeelding vormt samen met de regels het bindende deel van het bestemmingsplan. In de ‘toelichting’ worden de keuzes die in het bestemmingsplan worden genomen, nader gemotiveerd en verantwoord. Omdat zich nagenoeg geen nieuwe ontwikkelingen in het plangebied voordoen, ligt de nadruk op beheer en behoud van de bestaande bebouwde omgeving.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
7
Status: onherroepelijk
1.4 Vigerende bestemmingsplannen Onderhavig bestemmingsplan 'Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven' is een herziening van de volgende vigerende (moeder) bestemmingsplannen: Bestemmingsplan
Raadsbesluit
Goedkeuringsbesluit
e
30-06-1994
14-03-1995
e
24-09-1996
25-03-1997
e
1.
BP Kom Ossendrecht 1 fase
2.
BP Kom Ossendrecht 2 fase
3.
BP Kom Ossendrecht 3 fase
25-05-1999
15-05-1999
4.
BP De Looyen
25-03-1993
27-05-1993
5.
BP De Looyen-West
09-12-1993
14-07-1994
6.
BP Noordrand
17-12-1996
25-07-1997
7.
BP N.H.-kerk/Gemeentehuis
26-05-1994
31-08-1994
8.
BP Sportpark
21-06-1974
29-01-1975
9.
BP Brandweeruitrukpost
27-09-2001
04-12-2001
10.
BP Calfven
27-05-1999
04-08-1999
11.
BP de Luchtballon
25-09-2003
16-12-2003
1.5 Leeswijzer Het bestemmingsplan bestaat uit twee gedeelten: de toelichting en de regels. De verbeelding van het bestemmingsplan is los bijgevoegd. Het bestemmingsplan is digitaal raadpleegbaar. Het eerste gedeelte betreft de toelichting van het bestemmingsplan. Hierin wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de bestaande situatie in al haar facetten. Hoofdstuk 3 geeft de relevante beleidskaders weer en in hoofdstuk 4 wordt een beschrijving van het plan gegeven. In hoofdstuk 5 worden de noodzakelijke onderzoeken besproken en worden keuzes nader verantwoord. De juridische opzet van het plan wordt in hoofdstuk 6 uiteengezet. In hoofdstuk 7 komt de economische uitvoerbaarheid aan de orde, terwijl tenslotte in hoofdstuk 8 verslag wordt gedaan van vooroverleg en inspraak. De regels behorende bij dit bestemmingsplan staan in het tweede deel. De regels bestaan uit vier hoofdstukken, waarin de inleidende bepalingen in hoofdstuk 1 zijn opgenomen, de bestemmingsplanbepalingen in hoofdstuk 2, de algemene bepalingen in hoofdstuk 3 en de overgangs- en slotbepalingen in hoofdstuk 4.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
8
Status: onherroepelijk
2.
BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE
2.1 Algemeen Ossendrecht en Calfven maken deel uit van de gemeente Woensdrecht. Deze gemeente ligt aan de zuidwestrand van de provincie Noord-Brabant, op de grens met de provincie Zeeland en België. De kern Ossendrecht ligt ten oosten van de A4 en ten zuiden van de kern Hoogerheide. Tussen Ossendrecht en Hoogerheide ligt het heidegebied ‘Ter Duinen’. In dit gebied is de Volksabdij O.L.V. Ter Duinen en het Mollerlyceum gevestigd. Aan de oostzijde, op enige afstand van de kern, ligt het bedrijventerrein Driehoeven. De kern Ossendrecht heeft circa 5.260 inwoners en is daarmee de tweede kern van de gemeente Woensdrecht. Vervolg van dit hoofdstuk In het vervolg van dit hoofdstuk zoomen we in op het plangebied Ossendrecht en Calfven. Er wordt een analyse gegeven van de kern op zowel ruimtelijk als functioneel niveau. Na het vaststellen van een aantal deelgebieden vindt een nadere beschrijving per deelgebied plaats.
2.2 Ruimtelijke structuur 2.2.1 Ontstaansgeschiedenis1 De naam Ossendrecht is gevormd uit ‘Usse’ (later ‘Osse’) en ‘drecht’. ‘Usse’ was de naam van de zandheuvels of duinen langs de Schelde; ‘drecht’ duidt op een doorwaadbare plaats in de Schelde. De kleigronden die nu het open poldergebied vormen, zijn aan de zeearmen Oosterschelde en Westerschelde ontworstelde gebieden. De inpoldering van deze vruchtbare gronden is al begonnen in de 12e en 13e eeuw, maar steeds weer sloegen zware stormen gaten in de dijken. Pas na de Tachtigjarige Oorlog was er voldoende geld en kennis in deze streken aanwezig om de polders om te vormen tot bruikbaar land. Het bedijken is doorgegaan tot in 1970. De voorlopig laatste landaanwinst is ontstaan bij het graven van het Schelde-Rijnkanaal. De eerste vermelding van Ossendrecht dateert van 1187. In 1213 werd de nederzetting door de hertog van Brabant geschonken aan de heer van Breda. Het leengebied Calfven vormde een afzonderlijke heerlijkheid, waarvan het bestaan pas in de veertiende eeuw voor het eerst wordt genoemd.
1
Bron: gemeentelijke website Woensdrecht
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
9
Status: onherroepelijk
Het gebied rond Ossendrecht kan in meerdere opzichten worden gezien als een grensstreek. Het dorp ligt voor een deel op de hoge, oude zandgronden van de Brabantse Wal en voor een deel op de jongere kleigronden en vormt zo een natuurlijk grensgebied. Op godsdienstig gebied was er in de 17e eeuw, na de Tachtigjarige Oorlog, sprake van een grens in Ossendrecht. Twee verschillende kerken, een katholieke en een protestantse, op nog geen honderd meter afstand van elkaar getuigen nog steeds van deze situatie. Ossendrecht is tot en met de eerste helft van de 20e eeuw een overwegend agrarische gemeenschap geweest aangevuld met activiteiten op het gebied van handel, dankzij de ligging aan de vaarroute van Antwerpen naar Bergen op Zoom en steden in Zeeland en Holland. De bevolking heeft in de loop der eeuwen veel te lijden gehad van bezettingen en plunderingen door vreemde legers. Lange tijd heerste er armoede en aan het eind van de zestiende eeuw was het gebied zelfs gedurende een tiental jaren geheel ontvolkt. In 1830 werd in het dorp de eerste peekoffiefabriek opgericht, die zorgde voor wat werkgelegenheid. Bijna anderhalve eeuw heeft Ossendrecht bekend gestaan als ‘Cichoreistadje’ vanwege de teelt en de verwerking van deze surrogaatkoffie. Na de watersnoodramp in 1953, die ook een groot deel van de Ossendrechtse polders onder water zette, is de agrarische gemeenschap snel overgegaan tot het werken in de industrie, handel en dienstverlening. De vestiging van industriereuzen in het Belgische havengebied heeft daar sterk toe bijgedragen, evenals de komst van de Koningin Wilhelminakazerne en de toename van de activiteiten op de vliegbasis Woensdrecht. Tot aan de gemeentelijke herindeling op 1 januari 1997 was Ossendrecht een zelfstandige gemeente. Sindsdien maakt het dorp deel uit van de nieuwe gemeente Woensdrecht. 2.2.2 Bebouwingsstructuur Ossendrecht De huidige kern Ossendrecht is ontstaan op de scherpe overgang van de hoogge-legen zandgronden naar het laaggelegen zeekleigebied. Deze overgang, Brabantse Wal genaamd, springt direct ten zuiden van Ossendrecht iets terug in oostelijke richting hetgeen een 'kom' in de Brabantse Wal laat ontstaan. Op de noordelijke rand van de kom, te vergelijken met een vooruitstekende 'kaap', is het oorspronkelijke dorp gebouwd met de kerk als middelpunt. Pas in de 20e eeuw werd het technisch mogelijk om op hellingen en laaggelegen gebieden op een verantwoorde wijze te bouwen. Het oudste deel van de kern is daardoor op de hoog gelegen vlakke zandgrond gebouwd. Dit hield in dat Ossendrecht zich noodgedwongen in oostelijke richting langs de twee hoofdwegen naar 'Jagersrust' en naar het 'Putsmolentje' ontwikkelde.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
10
Status: onherroepelijk
Tussen deze hoofdwegen, die zich bij de kerk samenvoegen, lopen de dorpswegen. Ook de na-oorlogse nieuwbouw heeft in oostelijke richting plaatsgevonden. Ten opzichte van het centrum ontstond zodoende een sterke a-centrische ontwikkeling. De kern Ossendrecht heeft vooral aan de Burgemeester Voetenstraat en rondom de R.K. kerk waardevolle bebouwing staan, zoals bijvoorbeeld de R.K. kerk en pastorie, het oude gemeentehuis, de Ned. Hervormde kerk en pastorie en de voormalige notariswoning aan de Dorpsstraat. In combinatie met de achterliggende begroeide tuinen die men vanaf de Burgemeester Voetenstraat en Dorpsstraat goed kan waarnemen, kan dit gebied vanuit ruimtelijk-fysiek oogpunt als waardevol gekenmerkt worden. De Markt en directe omgeving vormen het centrum van Ossendrecht. Het driehoekige plein (de Markt) fungeert momenteel als parkeerplaats en wordt doorsneden door de Dorpsstraat die qua profilering een doorgaand karakter heeft. De gevelfronten van het pleintje bestaan uit woningen en winkels. De winkels liggen over het gehele dorp verspreid hetgeen de Markt en omgeving als dorpscentrum verzwakt. Het gebied omsloten door de Zr. M. Adolphinestraat, Hondseind, Markt, Eikelhof en Kerkstraat heeft een structuur met open en op zichzelf staande plekken. De bereikbaarheid van de kern Ossendrecht wordt bepaald door de Putseweg en het tracé Calfven-Aanwas-Langeweg die vanaf Hoogerheide als centrale hoofdas door de kern Calfven en via de westzijde van de kern Ossendrecht in zuidelijke richting naar het havengebied van Antwerpen loopt. De Putseweg ligt ten noordoosten op zo'n 1.300 m van de bebouwde kom en is de oude verbinding tussen Rijksweg A58 bij Hoogerheide, en België. In 1993 is de Zoomweg-Zuid in gebruik genomen. Deze loopt parallel aan het tracé Calfven, Aanwas en Langeweg en is de verbinding tussen de A58 en de Belgische A12. Het doorgaande ‘sluipverkeer’ door de kernen Hoogerheide en Putte langs de oostkant van Ossendrecht is na de aanleg fors verminderd. Voor het lokale verkeer heeft de Putseweg zijn belangrijke functie behouden. Op deze weg vindt de aansluiting plaats voor de kern Ossendrecht via de Onze Lieve Vrouwe Ter Duinenlaan en het Putsmolentje waaraan het lokale industrieterrein 'Driehoeven' is gelegen. Calfven De ruimtelijke structuur van de bebouwde kom van Calfven wordt gevormd door een paar belangrijke lijnen die de vorm van het dorp bepalen. Langs deze structuurlijnen heeft zich in de loop der jaren woonbebouwing ontwikkeld. Het dorp bevindt zich in een landschappelijk en natuurhistorisch kwetsbaar gebied. Het samenspel van bebouwing van de oude dorpskern, de landschapsstructuur met de duidelijk zichtbare hoogteverschillen en de nabijheid van de bosgebieden zijn bijzonder waardevol. Het vaak uitgestrekte zicht op de laaggelegen polders is zeer fraai en het panora-
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
11
Status: onherroepelijk
ma op enkele bijzondere plekken vanaf de Brabantse Wal is verrassend. Duidelijk waarneembaar zijn ook de contouren van het net over de Belgische grens gelegen industrieen havengebied van Antwerpen. De oudste en waarschijnlijk ook de belangrijkste structuurlijn in het dorp is de weg Calfven. Deze weg ligt op de scheiding van de hooggelegen zandgronden van de Brabantse Wal en het laaggelegen zeekleigebied. De weg Calfven vormt de lokale verbinding tussen Hoogerheide en Ossendrecht. In de huidige kern Calfven heeft zich aan deze weg de eerste woonbebouwing van de nederzetting ontwikkeld. Een andere belangrijke structuurbepalende lijn vormt de Trambaan. Deze weg volgt vanaf Calfven de bosrand van de Pottenbergen en sluit in Ossendrecht weer aan op de rand van de Brabantse Wal. In de loop der jaren concentreerde de geringe uitbreiding van Calfven zich in kleine aantallen aan de weg Calfven en incidenteel aan de Trambaan. Met name werden de woningen gebouwd in het bebouwingslint langs de bestaande wegen, waarbij het lint aan de weg Calfven met de grootste verdichting te maken had. Na 1993 betekende de nieuwbouw van woningen aan de Bergstraat een uitbreiding voor Calfven. Hierdoor ontstond samen met de Trambaan en de weg Calfven een driehoek waarbinnen en waaromheen de nieuwbouw zich geconcentreerde. De laatste jaren zijn er incidenteel woningen gebouwd rondom deze driehoek van bebouwing, deze woningen staan onder andere aan de wegen die aantakken op de weg Calfven, zoals Heistraat, Zandstraat, Klein Brembrood en De Maareberg. Ook vond nieuwbouw plaats waar gaten ontstonden of mogelijkheden zich voordeden in het oude bebouwingslint. Het voormalige MOB-complex, gelegen aan de oostzijde van Calfven, wordt tevens gezien als een onderdeel van de kern Calfven en is dan ook opgenomen in dit bestemmingsplan. Door de bebouwingsaard van het gebied en het intensiever gebruik, kan het gebied niet beschouwd worden als Buitengebied. Het complex is in de huidige situatie in gebruik door stichting de Luchtballon en verscheidene carnavalsclubs.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
12
Status: onherroepelijk
2.3 Verkeersstructuur De kern Ossendrecht is ontstaan rond twee hoofdstraten die in westelijke richting naar elkaar toelopen. Ter plaatse van de Burgemeester Voetenstraat sluiten beide straten op elkaar aan. Ruimtelijk gezien heeft de hoofdstructuur van deze straten de vorm van een tweetandige vork. Tussen de tanden van deze vork bevinden zich het 'winkelcentrum' en een groot deel van de woonbuurten. Dit gebied bestaat grotendeels uit loodrecht op elkaar staande straten. Drie hoofdstraten, namelijk Calfven, de Bergstraat en de Trambaan bepalen de wegstructuur van Calfven, De drie straten zijn gelegen in een driehoekachtige vorm en staan dus allen met elkaar in verbinding. De weg Calfven vormt de lokale verbinding tussen Hoogerheide en Ossendrecht en is de belangrijkste ontsluitingsweg. Ook de Trambaan verbindt Calfven met Ossendrecht. De weg is genoemd naar de vroegere tramlijn van de Stoomtramweg-Maatschappij Antwerpen - Bergen op Zoom – Tholen, die gelegen was in Calfven. Openbaar vervoer Door de bebouwde kom van Ossendrecht en Calfven loopt een busverbinding, lijn 105. Deze lijn heeft in de kern Ossendrecht en Calfven enkele halteplaatsen. De busverbinding loopt van Bergen op Zoom richting de kernen Hoogerheide/Woensdrecht, Calfven, Ossendrecht en tot slot via bedrijventerrein Driehoeven met als eindbestemming Putte. Deze buslijn maakt het tevens mogelijk om rechtstreeks vanuit Hoogerheide/Woensdrecht via de Putseweg richting Putte te vertrekken.
2.4 Groenstructuur De gemeente Woensdrecht is een gemeente waarin het polderlandschap en de Brabantse Wal dominant aanwezig zijn. De ligging van de kern Ossendrecht wordt gekenmerkt door de steilrand, waardoor hoogteverschillen aanwezig zijn binnen de kern. Daarnaast zijn op enkele plaatsen doorzichten naar het open polderlandschap. Op andere plaatsen wordt door bepaalde beplanting het uitzicht met het open polderlandschap juist afgeschermd. Ossendrecht is aan de noordzijde gelegen aan boscomplexen van naald- en loofbomen. In woongebieden, zoals de nieuwbouwwijk met vrijstaande villa’s, is het bosrijke karakter in het openbaar groen doorgevoerd. In de overige gebieden geldt dit niet en bestaat het openbaar groen voornamelijk uit uitheemse heesterbeplantingen en gras. Langs de historische linten staan op enkele plaatsen bomen, die een onderbroken structuur vormen van veelal kleinere bomen. In het centrum vormt het Park Eikelhof samen met de naastgelegen begraafplaats de nagenoeg enige van waarde zijnde groene ruimte.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
13
Status: onherroepelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
14
Status: onherroepelijk
2.5 Deelgebieden2 Deelgebieden zijn eenheden die door een bepaalde ruimtelijke of functionele karakteristiek een samenhangend gebied vormen. Bij sommige deelgebieden is deze samenhang erg sterk, bij andere minder. Binnen Ossendrecht zijn de volgende deelgebieden te onderscheiden: A) Historische linten; B) Gebieden met gemengde bebouwing; C) Traditionele blokverkaveling; D) Individuele woningbouw; E) Individueel maatschappelijk F) Sport Binnen Calfven zijn de volgende deelgebieden te onderscheiden: G) Calfven; H) Bergstraat; I) Trambaan. J) Luchtballon In het vervolg van deze paragraaf wordt op de verschillende gebieden afzonderlijk ingezoomd. Op het niveau van de drager en het gebied wordt de specifieke functionele en ruimtelijke karakteristiek geanalyseerd; kwaliteiten en knelpunten worden aangegeven.
2
De deelgebieden zijn gebaseerd op de gemeentelijke Welstandsbeleidsnota.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
15
Status: onherroepelijk
2.5.1 Ossendrecht Deelgebied A: Historische linten Dit deelgebied omvat de historische linten binnen de kern Ossendrecht. Herkenbare historische lintstructuren zijn de Aanwas, Burgemeester Voetenstraat, Dorpsstraat, Onze Lieve Vrouw ter Duinenlaan, Koningin Wilhelminastraat, Zr. M. Adolphinestraat en Lieve Vrouwestraat. De Dorpsstraat, Onze Lieve Vrouw ter Duinenlaan, Lieve Vrouwestraat, en de Aanwas zijn historische linten die vanuit de kern doorlopen naar het buitengebied van Ossendrecht. De oudste bebouwing (voornamelijk in de Dorpsstraat en de Aanwas) aan de historische linten dateert uit de 19e eeuw en de meest recente bebouwing dateert uit de jaren ’90 van de vorige eeuw (voornamelijk in de Aanwas en aan de Markt). De bebouwing aan de linten wordt gekarakteriseerd door veelal aaneengesloten bebouwing en vrijstaande woningen. Eveneens komen in mindere mate geschakelde of twee-onder-één kapwoningen voor. Naast de woonfunctie die veelal overheerst, komen andere niet-woonfuncties voor zoals winkels, kleine bedrijven en horeca. Langs de historische linten is weinig openbaar groen aanwezig. Dit wordt gecompenseerd door de veelal groene voortuinen met aan de achterzijde van de woningen aanwezige groene hagen. De bebouwing aan de historische linten bestaat veelal uit aaneengesloten panden en vrijstaande woningen, met in mindere mate geschakelde of twee-onder-één kapwoningen. De woningen in het gebied hebben een hoogte van één tot twee bouwlagen. De panden langs de linten hebben veelal een eenvoudige architectuur, passend bij de karakteristiek van het lint. De traditionele materialen komen in een gevarieerde kleurstelling voor en ondersteunen het dorpse beeld. Bijzondere panden aan het lint zijn onder andere het voormalige raadhuis en de kerken.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
16
Status: onherroepelijk
Deelgebied B: Gebieden met gemengde bebouwing De gebieden met gemengde bebouwing grenzen direct aan de historische linten. Binnen deze typologie passen de Molenstraat/Molendreef, Vijverweg/Pottenberg, de Cichorei, Onze Lieve Vrouwe ter Duinenlaan, Dwarsstraat, de Slingerstraat en de Peeberg. Verder is in de jaren ’80 de inbreidingswijk ‘Kloosterhof’ ontstaan. Het bebouwingsbeeld aan deze straten is zeer divers. Verschillende woningtypen (zoals rijen-, vrijstaande en gestapelde woningen) komen in de gebieden voor en zijn gebouwd in de verschillende tijdsperioden (19e eeuw, 2e helft van de 20e eeuw tot het begin van de 21e eeuw). Hierdoor is er een gevarieerd bebouwingsbeeld ontstaan die de dorpse karakteristiek van Ossendrecht ondersteunt. In deze gebieden overheerst met name de woonfunctie, waarbij in geringere mate detailhandel (in de Molenstraat/Molendreef en aan de Cichorei) voorkomt. Het deelgebied heeft een stenig karakter. Openbaar groen komt, afgezien van de groenstroken, plantsoenen en trapveldje, niet voor. Door de groene erfafscheidingen en tuinen omringd door boslandschap wordt dit gecompenseerd. De woningen in het gebied hebben veelal een eenvoudige architectuur. Ook hier zijn overwegend traditionele materialen gevarieerd in kleurstelling toegepast wat ervoor zorgt dat de bebouwing past in het in de straatbeelden binnen de kern. Peeberg De Peeberg is een uitbreidingswijk in het westen van de kern Ossendrecht. Het woongebied in aangelegd in de jaren ’80 en ’90. Deze wijk bestaat uit vrijstaande woningen, twee-onder-één-kap woningen en rijtjeswoningen gelegen aan een straat met een smal profiel. De wijk heeft door zijn planmatige aanleg een eigen karakteristiek. De bouwblokken van de aaneengesloten woningen hebben dezelfde nokrichting en hellingshoek, waardoor de wijk een samenhangend geheel vormt. De woningen zijn vrij sober, waarbij traditionele materialen met overwegend dezelfde kleurstelling zijn gebruikt. De erfafscheidingen aan de voorzijde bestaan uit haagjes of zeer lage houden afscheidingen en sluiten goed aan op het groene karakter van de wijk. Aan de achterzijde van de woningen komen hoofdzakelijk schuttingen en groene hagen voor. Kloosterhof
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
17
Status: onherroepelijk
Het woongebied Kloosterhof bestaat uit geschakelde woningen met een hoogte van één bouwlaag. In dit gebied staan alleen seniorenwoningen, die een eenheid vormen qua bouwmassa en kleur- en materiaalgebruik. De gebouwen zijn midden op het perceel gesitueerd, waardoor ze over een kleine voor- en achtertuin beschikken. Aan de voorzijde bestaat de erfafscheiding uit groene beplanting en aan de achterzijde hoofdzakelijk schuttingen en groene hagen. Naast het gebied bevindt zich hier een openbaar park. Deelgebied C: Traditionele blokverkaveling Na de tweedewereldoorlog is de kern Ossendrecht planmatig uitgebreid. Het woongebied de Wilhelmietenstraat, ’t Hoefke, Europastraat en Kennedylaan zijn tussen de historische linten van de kern gevoegd. De wijken hebben een seriematige opbouw. Wilhelmietenstraat/’t Hoefke/Europastraat en Kennedylaan. Dit gebied omvat de bebouwing horizontaal gezien tussen de Lievevrouwestraat, Molendreef, Molenstraat en de Wilhelmietenstraat. Het gebied is in de jaren ’70 van de vorige eeuw aangelegd en heeft een woonfunctie. In de wijk zijn voornamelijk rijenwoningen gesitueerd, afgewisseld met enkele twee-onder-één kapwoningen en vrijstaande woningen. De woningen bestaan uit 1 of 2 bouwlagen met een kap. Nagenoeg alle woningen zijn gebouwd met dezelfde materiaalsoorten, waardoor er een eenheid in de wijk ontstaat. Door een persoonlijke inbreng aan de woningen, zoals schilderwerk en erfafscheidingen en de variatie in kleurstelling in deze wijk vormt het een divers gebied. De openbare ruimte is redelijk groen door aanplantingen, groenstroken en speelveldjes. Het gebied rond de Nolensstraat heeft een kenmerkende groenstructuur door de aanwezigheid van een groen lint van west naar oost, welke fungeert als verbindingsader. Deelgebied D: Individuele woningbouw Naast gebieden met een seriematige opbouw zijn er in de tweede helft van de vorige eeuw woonwijken aangelegd met veelal individueel vormgegeven woningen. Deze gebieden hebben een eigen karakteristiek en ondersteunen het dorpse karakter van Ossendrecht. De Ploeg
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
18
Status: onherroepelijk
Het woongebied ‘De Ploeg’ is aangelegd in de jaren ’80 van de vorige eeuw. De woningen zijn in het midden op de percelen gesitueerd en voorzien van een kleine voor- en achtertuin. De bebouwing bestaat uit geschakelde woningen met één bouwlaag zonder kap. Er staan alleen seniorenwoningen in het gebied, die door eenzelfde bouwmassa en kleur- en materiaalgebruik een duidelijke eenheid vormen. In het gebied is geen openbaar groen te vinden, met uitzondering van enkele plantsoenen. Echter naast het gebied is een openbaar park gesitueerd. Bovendien wordt van groen voorzien door de erfafscheidingen aan de voorzijde en aan de achterzijde van de woningen. Wassevendreef Dit gebied vormt een uitbreidingswijk aan de noordkant van de kern Ossendrecht. Het gebied heeft een woonfunctie, waarvan de bebouwing in de jaren ’90 van de vorige eeuw is aangelegd en bestaat uitsluitend uit vrijstaande woningen. Er is sprake van vrij forse bebouwing met een bouwhoogte variërend tussen 1,5 bouwlaag met kap. Het gebied heeft een transparante verkavelingsvorm met een minimale afstand van 4 meter tussen de woningen. Het materiaalgebruik in dit gebied is divers die eveneens in kleur verschillen. De vrijstaande woningen staan echter op ruime kavels, waardoor dit niet als storend ervaren wordt. De achtertuinen van de woningen aan de noordzijde van de Wassevendreef grenzen aan het bosgebied aan de noordzijde van de kern Ossendrecht.
Kastanjelaan/Sparrenlaan Dit woongebied is gesitueerd aan de Kastanjelaan en Sparrenlaan en is aangelegd in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. De bebouwing bestaat uit vrijstaande woningen van 1 of 2 bouwlagen met kap (op enkele uitzonderingen na platte daken), gelegen op ruime kavels vrij ver van de openbare ruimte af. Er is sprake van zeer grote diversiteit in kleur- en materiaalgebruik, waaronder de verschillende kapvormen. Het nabijgelegen bos zorgt voor samenhang en is eveneens beeldbepalend. De erfafscheidingen met hagen dragen eveneens bij aan eenheid binnen dit gebied. Deelgebied E: Individueel Maatschappelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
19
Status: onherroepelijk
Aan de Ploeg is de maatschappelijke voorziening Mariahove (stichting Tante Louise gelegen). Dit is een instelling voor preventieve gezondheidszorg. Aan de Ploeg 11 is sporthal de Drieschaar gelegen. De sporthal is solitair gelegen binnen de woonbuurt rondom de Ploeg. De Meulenrakkers, de basisschool gelegen aan de Meulenberg, is ontstaan uit een fusie in 2003 tussen de voormalige basisscholen Marie Adolphine en Sint Jan. De peuterspeelzaal Olleke Bolleke is tevens gevestigd in dit gebouw.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
20
Status: onherroepelijk
Deelgebied F: Sport Het sportpark ligt aan de noord-westzijde van de kern Ossendrecht. Het sportpark bestaat uit twee delen en is gelegen in een groene omgeving. Het westelijke deelgebied is het voetbalterrein. Het gebouw van de voetbalvereniging bestaat uit 2 bouwlagen en is gedeeltelijk in het natuurlijke talud gebouwd. Het sportpark en het verenigingsgebouw zijn mooi ingepast in het glooiende landschap. Het deelgebied dat oostelijk gelegen is ten opzichte van voetbalvelden betreft het terrein van de tennisvereniging. Het bijbehorende gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met een schuin dak.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
21
Status: onherroepelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
22
Status: onherroepelijk
2.5.2 Calfven Binnen Calfven wordt onderscheid gemaakt in de volgende deelgebieden: Deelgebied G: Calfven Het historische lint Calfven is de lokale verbindingsroute van Ossendrecht naar Hoogerheide. Aan het lint zijn voornamelijk woningen gesitueerd uit de eerste helft van de 20e eeuw. Het lint is in de jaren ’90 van de vorige eeuw verder verdicht. De woningen hebben een opbouw van 1 en 1,5 bouwlaag met kap. De woningen bestaan voornamelijk uit vrijstaande woningen, met uitzondering van enkele geschakelde woningen. De bebouwing heeft een eenvoudige architectuur, passend bij de karakteristiek van het lint. Het betreft een rustig straatbeeld met een landelijke uitstraling. Deelgebied H: Bergstraat De bebouwing aan de Bergstraat is hoofdzakelijk uit de tweede helft van de 20e eeuw. De bebouwing is op een wisselende afstand van het lint gesitueerd. De bouwhoogte van de woningen varieert tussen 1 en 2 bouwlagen met kap. In het gebied staan vrijwel uitsluitend vrijstaande woningen, op een enkele twee-onder-één kap en rijtjeswoningen na. De woningen zijn voorzien door hagen als erfafscheidingen. Deelgebied I: Trambaan De bebouwing aan de Trambaan is op zeer grote percelen gelegen en in sommige gevallen zover teruggelegen op het perceel, waardoor de woning vanaf de straat haast niet meer zichtbaar is. De bouwhoogte varieert van 1 en 2 bouwlagen met kap. De woningen in de straat liggen in een bos, dat voor een samenhangend beeld zorgt. Door een zeer smalle groenstrook langs de weg en groene elementen als erfafscheidingen wordt dit beeld versterkt. Deelgebied J: de Luchtballon De luchtballon is het terrein van het voormalige MOB-complex. Het terrein is gelegen in een bosrijke omgeving aan de oostzijde van de Trambaan. Het terrein is genoemd naar de gelijknamige stichting. Stichting de Luchtballon organiseert vakanties voor kinderen met een handicap en is eigenaar van het terrein met een oppervlakte van circa 7,5 hectare. Het complex wordt aan de hand van een tienjarenplan omgebouwd tot een multifunctionele vakantie- en groepsaccommodatie voor kinderen met een handicap. Wigwams, woonunits, sportvelden, een zwembad, een keuken, recreatie/eetzalen, een trimparcours en speeltoestellen voor validen en minder validen. Een multifunctionele accommodatie voor groepen tot 350 personen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
23
Status: onherroepelijk
2.6 Functionele structuur Ossendrecht De kern Ossendrecht is in hoofdzaak te typeren als een woongebied waarbinnen verschillende commerciële voorzieningen en niet-woonfuncties voorkomen. In deze paragraaf wordt aandacht geschonken aan de verschillende functies binnen het plangebied. Wonen Ossendrecht is hoofdzakelijk een woonkern met verschillende soorten woningtypen. Gestapelde woningbouw komt in de kern voor, maar is slechts op enkele plekken in Ossendrecht aanwezig. De andere functies staan overwegend ten dienste van het wonen. Bedrijven Binnen het plangebied bevinden zich een aantal bedrijven. Deze liggen verspreid aan de Aanwas, Burgemeester Voetenstraat, Hondseind en Stenenhoef. Agrarische functies Van oorsprong heeft de kern Ossendrecht een sterke agrarische functie. Door de verstedelijking liggen de agrarische functies nu voornamelijk buiten de kernen. Toch zijn er in het plangebied een tweetal agrarische akkerbouwbedrijven aanwezig aan de Aanwas. Detailhandel Er is in de kern Ossendrecht sprake van een verspreide ligging van verschillende detailhandelsvestigingen. De detailhandel bestaat uit zowel kleinschalige als grootschalige vestigingen. Aan de Markt en het Hondseind is een (beperkte) concentratie van winkelvoorzieningen. Publieksgerichte, niet publieksgerichte dienstverlening en kantoren Verspreid over de kern Ossendrecht komen verschillende kantoren en dienstverlenende bedrijven voor, zoals een schoonheidssalon, kapper etc. Deze functies bevinden zich voornamelijk aan de oude linten. Horeca Binnen de kern Ossendrecht zijn verschillende horecavestigingen aanwezig. Dit zijn restaurants, snackbars en cafés.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
24
Status: onherroepelijk
Maatschappelijke voorzieningen In Ossendrecht komen verschillende maatschappelijke voorzieningen voor. Naast kerkgebouwen aan het Adolphineplein en de Dorpsstraat is er een basisschool in de kern aanwezig (Meulenberg). Aan de Molenstraat bevindt zich een kinderdagverblijf. Op het gebied van gezondheid zijn verschillende gezondheidspraktijken in de kern aanwezig. Verder bevinden zich in de kern nog enkele maatschappelijke voorzieningen, zoals de gemeentelijke begraafplaats, bibliotheek en een brandweerkazerne. Sport- en recreatieve voorzieningen In het noorden van Ossendrecht bevindt zich aan de Trambaan een voetbalcomplex en aan de Wassevendreef een tenniscomplex. Aan De Ploeg is een multifunctioneel centrum gelegen, met daarin een sporthal, bibliotheek en zalencentrum met foyer. Aan de Zr. M. Adolphinestraat is op de bovenverdieping een fitnessruimte aanwezig. Aan de Aanwas bevindt zich een heemkundig museum. Calfven De kern Calfven is in hoofdlijnen te typeren als een woongebied met overwegend vrijstaande woningen en tweekappers. Aan de Bergstraat bevinden zich nog enkele rijtjeswoningen. Verder is in de kern het café/bar Calfven aanwezig en in geringe mate bedrijvigheid, zoals een grondgebonden akkerbouwbedrijf (veld, zonder bebouwing) en een opslagruimte met schuur aan de Bergstraat. Het terrein van de Luchtballon is in onderhavig bestemmingsplan bestemd als “maatschappelijk”, “recreatief” en “bos”. De stichting de Luchtballon richt zich op vakanties van gehandicapten en het terrein is niet bedoeld voor commerciële of exploitatieve doeleinden.
2.7 Straalpaden, kabels, leidingen en luchtvaartverkeerzones In het buurtschap Calfven liggen in het plangebied een aardgas- en een watertransportleiding. De aardgasleiding is gelegen aan de noordzijde van het plangebied. In Ossendrecht bevinden zich geen transportleidingen. Naast bovenstaande ligt het plangebied binnen de zogenaamde Inner Horizontal and Conical Surface (IHCS) van de vliegbasis Woensdrecht. Dit gebied is vastgesteld ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid. Voor onderhavig plangebied geldt een maximale bebouwingshoogte van 56 meter boven NAP ter plaatse van dit gebied.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
25
Status: onherroepelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
26
Status: onherroepelijk
3.
BELEIDSKADER
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk word kort ingegaan op het relevante beleid ten aanzien van het plangebied. Het ruimtelijk beleid op de diverse schaalniveaus wordt besproken.
3.2 Rijksbeleid Ruimtelijke ordening draait om de verdeling en invulling van de schaarse ruimte. Deze ‘strijd om de ruimte’ is al decennialang gaande. In de loop der tijd zijn steeds hardere claims op de ruimte gelegd. Claims die uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening worden neergelegd, maar tevens andere gebruiksmogelijkheden beperken. Denk maar aan het aanwijzen van natuurgebieden of zoneringen rondom bedrijventerreinen. Centraal element in het Rijksbeleid is dat de maatschappij zich ontwikkelt tot een netwerksamenleving en een netwerkeconomie. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Meer specifiek streeft het Rijk vier beleidsdoelen na: • naar versterking van de concurrentiepositie van Nederland; • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; en • borging van veiligheid. Deze vier doelen worden in onderlinge samenhang nagestreefd, met tegen de achtergrond de algemene wens om de economische, ecologische en sociaal-culturele waarden van de ruimte te versterken en duurzaam te ontwikkelen. Van duurzame ruimtelijke ontwikkeling is in de ogen van het Rijk sprake als elk van deze waarden gelijkwaardig en in onderlinge samenhang recht wordt gedaan en daarmee de aantrekkelijkheid van de ruimte voor bewoners, bezoekers en ondernemers toeneemt. Het ruimtelijk beleid moet ervoor zorgen dat de verhouding tussen bouwen in stedelijke gebieden en in landelijke gebieden in balans blijft. Een precieze invulling van deze balans kan volgens het Rijk het beste plaatsvinden door de provincie, de gemeenten hebben het voortouw bij het bepalen van het precieze aantal woningen. Bundeling van verstedelijking (wonen, werken en voorzieningen) staat nog steeds voorop, echter geconstateerd wordt dat er zowel vraag is naar centrumstedelijke milieus, groenstedelijke milieus en naar meer ruimte in en om de woning. Voorkomen moet daarnaast worden dat de landelijke gebieden leeglopen doordat te beperkte ontwikkelingsruimte wordt geboden. Streven is een multifunctioneel en vitaal platteland.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
27
Status: onherroepelijk
Het beheerbestemmingsplan ‘Kom Ossendrecht - Calfven’ voldoet aan het hierboven geschetste Rijksbeleid. Zo wordt zorgvuldig omgegaan met de bestaande cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten binnen de kern.
3.3 Provinciaal en regionaal beleid Interimstructuurvisie en Paraplunota ruimtelijke ordening De Interimstructuurvisie Noord-Brabant ‘Brabant in ontwikkeling’ en de Paraplunota ruimtelijke ordening zijn per 1 juli 2008 van kracht geworden. Aanleiding voor het opstellen van deze nota’s is de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008. In de interimstructuurvisie wordt ingegaan op de (ruimtelijke) belangen en doelen van de provincie Noord-Brabant en is het beleid in hoofdlijnen uitgewerkt. In de bijbehorende Uitvoeringsagenda 2008-2009 wordt beschreven hoe de doelen gerealiseerd gaan worden. De Interimstructuurvisie bevat het bestaand beleid zoals opgenomen in het ruimtelijk beleidsdocument ‘Brabant in Balans’, Streekplan Noord-Brabant 2002. De Paraplunota ruimtelijke ordening is een uitwerking van het beleid uit de Interimstructuurvisie en omvat alle beleidsdocumenten, zoals de uitwerkingsplannen. De interimstructuurvisie ‘Brabant in Ontwikkeling’ heeft als hoofddoel zorgvuldiger omgaan met de Brabantse ruimte. De provincie streeft ernaar om de economische, ecologische en sociaal-culturele kwaliteiten meer met elkaar in balans te brengen, zodat het voor iedereen prettig wonen, werken en recreëren is in Noord-Brabant. Om het hoofddoel te bereiken, heeft de provincie vijf leidende principes geformuleerd voor het ruimtelijk beleid voor de periode tot 2020: • meer aandacht voor de onderste lagen: het watersysteem, de bodemtypologie, de geomorfologie en de infrastructuur; • zuinig ruimtegebruik; • concentratie van verstedelijking: inbreiden, herstructureren en intensiveren; • zonering van het buitengebied; en • grensoverschrijdend denken en handelen. De provincie Noord-Brabant maakt onderscheid tussen stedelijke en landelijke regio’s. Verstedelijkingsopgaven met een sterk bovenregionaal karakter worden geaccommodeerd in de stedelijke regio’s. Onderhavig bestemmingsplan legt de bestaande situatie vast en biedt een goed beheerkader.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
28
Status: onherroepelijk
Uitwerkingsplan Regio Brabantse Buitensteden & Woensdrecht (provincie NoordBrabant)3 Dit uitwerkingsplan betreft het verstedelijkingsbeleid voor de regio Brabantse Buitensteden & Woensdrecht. In het plan is opgenomen, waar, wanneer en hoeveel de komende jaren aan woningen en aan bedrijventerreinen ontwikkeld gaat worden in deze regio. Daarnaast zijn de voor deze regio gewenste ontwikkelingen op het gebied van hoofdinfrastructuur, landschap en glastuinbouw weergegeven. In het uitwerkingsplan staat voor de kern Ossendrecht beheer en intensivering centraal. In het plan worden in en rond Ossendrecht beperkte ontwikkelingsmogelijkheden aangegeven, waaronder de herstructureringslocaties in het centrum. Onderhavig bestemmingsplan vormt een beheerplan. Nieuwe, toekomstige ontwikkelingen zijn hierin niet opgenomen. Hiervoor zullen aparte procedures doorlopen worden.
3.4 Gemeentelijk beleid StructuurvisiePlus Woensdrecht4 De gemeente heeft in 2001 een structuurvisie opgesteld voor de gehele gemeente. Deze visie vormt het kader waarin de verschillende ruimteclaims op het gebied van wonen, werken, natuur, recreatie, voorzieningen etc. worden afgewogen. Het in de visie geformuleerde beleid is voornamelijk gericht op nieuwe ontwikkelingen en is verder niet relevant voor dit beheersbestemmingsplan. Toekomstvisie Woensdrecht 2025 5 De toekomstvisie Woensdrecht 2025 schetst een eindbeeld en benoemt een aantal concrete stappen voor de lange en korte termijn in de gemeente Woensdrecht. De toekomstvisie is een keuze voor behoud door groei, Maintenace Valley, een nieuwbouwopgave en enkele gezichtsbepalende projecten op het terrein van sport en toerisme. In de toekomstvisie is een woningbouwlocatie in Ossendrecht opgenomen. Deze ontwikkeling ligt buiten het plangebied en wordt ook niet mogelijk gemaakt in onderhavig bestemmingsplan. Ook andere ontwikkelingen, genoemd in de Toekomstvisie, worden niet mogelijk gemaakt binnen het bestemmingsplan. Dit is in lijn met het overwegend consoliderend karakter van het bestemmingsplan. Samen werken aan wonen. Woonvisie 2005.6 3 4 5 6
Uitwerkingsplan Regio Brabantse Buitensteden & Woensdrecht, Gemeente Woensdrecht, Woensdrecht, 21 december 2004 StructuurvisiePlus Woensdrecht, gemeente Woensdrecht, Woensdrecht, 20 december 2001 Platteland met accenten, i.o.v. gemeente Woensdrecht, 15 februari 2006 Samen werken aan wonen, Woonvisie 2005, Companen, Arnhem, 22 september 2005
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
29
Status: onherroepelijk
In 2005 is de Woonvisie 2005, Samen werken aan wonen, opgesteld. De gemeente geeft met deze visie weer welke ambities zij heeft voor de komende jaren op het gebied van wonen. Tevens worden concrete maatregelen voor de komende jaren geformuleerd in een uitvoeringsschema. In de woonvisie wordt ingegaan op zowel de inhoud als het proces. De gemeente wil in de kern Ossendrecht diverse inbreidingslocaties realiseren om in de eigen woningbehoefte te kunnen voorzien. Tevens wil de gemeente in de kern een woonservicezone met woonzorgcomplexen realiseren. Onderhavig bestemmingsplan vormt een beheerplan. Nieuwe, toekomstige ontwikkelingen zijn hierin niet opgenomen. Hiervoor zullen aparte procedures doorlopen worden. Welstandsnota7 In de welstandsnota zijn de welstandscriteria opgenomen, waaraan bouwplannen worden getoetst. Wat betreft de ruimtelijk relevante aspecten wordt in de welstandsnota verwezen naar de geldende bestemmingsplannen. In onderhavige actualisatie zijn deze plannen het uitgangspunt. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) Woensdrecht8 In 2005 is het gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) vastgesteld. Het plan vormt een visie op de verkeersafwikkeling op lokale schaal en ten aanzien van de verschillende verkeersmodaliteiten. Aan de hand van de visie kunnen belangenafwegingen gemaakt en verkeersmaatregelen bepaald worden. Voor alle wegen binnen het plangebied in Ossendrecht en Calfven geldt een 30 km/u regime. Groenbeleidsplan9 In 2006 is een groenbeleidsplan opgesteld om voor de lange termijn met betrekking tot inrichting, gebruik en beheer van het groen binnen de gemeente inzicht te verkrijgen en voor de komende jaren concrete acties uit te zetten, om een waardevolle, karakteristieke, veilige en duurzame groenstructuur te realiseren. Er wordt ingegaan op de volgende elementen: • groenstructuur van de diverse kernen;
7 8 9
Nota Welstandsbeleid algemeen gedeelte, gemeente Woensdrecht, Hoogerheide, juli 2007. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) Woensdrecht, gemeente Woensdrecht, Hoogerheide, oktober 2005 concept Groenbeleidsplan gemeente Woensdrecht, BTL Planburo, Oisterwijk, 16 januari 2006
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
30
Status: onherroepelijk
•
groenbeleid van de gemeente, waarin onder meer het bomenbeleid, cultuurhistorische betekenis van het groen, ecologisch raamwerk, recreatief netwerk en kleine landschapselementen aan de orde komen.
De gemeente Woensdrecht wil met de slogan ‘Woensdrecht, de groene gemeente op de Brabantse wal’ zich nadrukkelijk profileren als groene gemeente. Om de gewenste groenstructuur te kunnen realiseren worden vier begrippen centraal gesteld, te weten: • waardevol; de groenstructuur moet door haar verschijningsvorm en plek een positieve bijdrage leveren aan het woongenot en de kwaliteit van de dagelijkse woon- en werkomgeving; de groenstructuur kan haar waarde ontlenen aan ecologische, cultuurhistorische en toeristisch/recreatieve waarden; • karakteristiek; de groenstructuur moet een bijdrage leveren aan de identiteit en herkenbaarheid van de verschillende dorpen, wijken en landschapstypen en karakteristieken van de gemeente; • veiligheid; bij het beheer van groen, vaak in woonwijken of naast wegen, is de veiligheid van het groen een belangrijk doel; • duurzaamheid; de gewenste groenstructuur dient toekomstgericht te zijn. In onderhavig bestemmingsplan met de bijbehorende verbeelding zijn de volgende groenzones opgenomen: • groenzone nabij de kerk op de kruising Dorpsstraat-Kerkstraat; • marktplein; • groenzone aan de rand van Ossendrecht aan de Looien; • groenzone rondom de brouwerij en Shell terrein; • groenzones nabij de kruising bij de Molenstraat-Hageland-Bevrijdingsstraat. Hierdoor zijn deze groengebieden (conform het groenbeleidsplan) beschermd tegen ongewenste ontwikkelingen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
31
Status: onherroepelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
32
Status: onherroepelijk
4.
PLANBESCHRIJVING
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de gemeentelijke visie op het plangebied beschreven.
4.2 Wonen Een groot deel van de bebouwing in het plangebied bestaat uit woningen. Alle bestaande woningen hebben in het bestemmingsplan een woonbestemming gekregen. Deze bestemming biedt veelal ruimte voor uitbreiding en aanpassing van de woning, met in achtneming van de door de gemeente gestelde toegestane bebouwingsgrenzen. De verkaveling van de bestaande woningen dient te worden gehandhaafd. Woningvermeerdering in de vorm van woningsplitsing is niet toegestaan. In het geldende bestemmingsplan wordt de nieuwbouw van zes woningen op zes verschillende percelen (per perceel 1 woning) mogelijkheid gemaakt. Het gaat hier om nieuwbouwlocaties, die in de nu nog vigerende bestemmingsplannen zijn opgenomen. Hoewel tot nu toe geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid deze woningen te bouwen is besloten ook in het nieuwe bestemmingsplan de nieuwbouwlocaties op te nemen. De percelen betreffen: 1) de Aanwas 46; 2) de Aanwas 25; 3) de Aanwas 12; 4) de Burgemeester Voetenstraat 12; 5) Duinstraat (ong.) 6) de Lieve Vrouwenstraat 54; 7) en de Kuil 3a. Deze mogelijkheid is in onderhavig bestemmingsplan overgenomen. Het mogelijk maken van woningen dient getoetst te worden aan gebiedswaarden en milieuhygiënische aspecten. In onderhavig bestemmingsplan zal in hoofdstuk 5 waar relevant worden ingegaan op deze toets. Er zijn voor de overige gronden geen nieuwbouwprojecten in dit bestemmingsplan opgenomen. Voor nieuwbouwprojecten worden aparte procedures doorlopen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
33
Status: onherroepelijk
4.3 Bedrijvigheid De gemeente Woensdrecht streeft naar het handhaven van de bestaande bedrijvigheid. Dit is van essentieel belang voor het behoud van de werkgelegenheid in de gemeente. Buiten het plangebied is sprake van clustering van bedrijvigheid. Op korte afstand van de kern Ossendrecht ligt het bedrijventerrein ‘Driehoeven’. Aan de zuidzijde wordt het plan Driehoeven II ontwikkeld. Voor aanwezige (agrarische) bedrijvigheid die verspreid voorkomt in de kern wordt een zogenaamd regressief beleid gevoerd. Dit houdt in dat bestaande rechten van deze bedrijven gerespecteerd worden maar dat voor die bedrijven, die wat milieuhinderlijke uitstraling betreft niet passen binnen de woonomgeving, een zodanig beleid wordt gevoerd dat een toename van deze uitstraling wordt tegengegaan (zie verder paragraaf 5.3).
4.4 Detailhandel
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
34
Status: onherroepelijk
In Ossendrecht komen verschillende detailhandelsvoorzieningen voor. Het voorzieningenaanbod in Ossendrecht is divers en ligt verspreid over de gehele kern. Voor het nietdagelijkse aanbod zijn de bewoners van de kern binnen de gemeente aangewezen op de kern Ossendrecht zelf en Woensdrecht/Hoogerheide. Buiten de gemeente ligt de kern Bergen op Zoom op redelijk korte afstand. In het onderhavige bestemmingsplan wordt behoud van de bestaande detailhandelsvoorzieningen en concentratie van winkelvoorzieningen in het centrum van Ossendrecht nagestreefd. Daarom is het winkelconcentratiegebied (met de bestemming Centrum) uit het oude bestemmingsplan overgenomen in dit nieuwe bestemmingsplan. Buiten het winkelconcentratiegebied dient in principe geen nieuwe detailhandel meer te worden toegelaten. Bestaande detailhandelsbedrijven mogen slechts in beperkte mate uitbreiden wanneer dit voor een goed economisch functioneren noodzakelijk is.
4.5 Publieksgerichte dienstverlening en kantoren Ossendrecht is voorzien van verschillende dienstverlenende bedrijven en kantoren. Behoud en versterking van deze functies wordt in dit bestemmingsplan nagestreefd.
4.6 Horecavoorzieningen In het plangebied zijn verschillende horecavoorzieningen aanwezig. Deze worden positief bestemd. Om overlast voor omwonenden te voorkomen wordt nieuwvestiging van horeca in het plangebied niet toegelaten. Uitzondering hierop zijn vormen van horeca, die het functioneren van de winkels in het winkelconcentratiegebied ondersteunen. Deze ‘complementaire daghorecabedrijven’ mogen zich nieuw vestigen in het winkelconcentratiegebied. Op de hoek van de Burgemeester Voetenstraat en de Aanwas, op de locatie van de voormalige brandweerkazerne, wordt een hotel gerealiseerd. Voor de realisatie van het hotel is een artikel 19 WRO-procedure doorlopen. Momenteel wordt gewacht op de beslissing in beroep. Het betreft hier dus geen “nieuwe” situatie, die nader moet worden onderzocht op gebiedswaarden en milieuhygiënische aspecten.
4.7 Maatschappelijke voorzieningen In Ossendrecht zijn verschillende maatschappelijke voorzieningen aanwezig, zoals een basisschool, kinderdagverblijf, zorgcentra, kerken, bibliotheek, brandweerkazerne en een begraafplaats. Deze liggen verspreid over de kern. Behoud, versterking en kwaliteitsverbetering van de functies is wenselijk.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
35
Status: onherroepelijk
Het streven is om de maatschappelijke voorzieningen zo veel mogelijk te behouden voor Ossendrecht. De functies liggen verspreid over de kern. Vaak is de ligging van deze functies historisch bepaald. In het bestemmingsplan zijn de kerken en de begraafplaats specifiek bestemd.
4.8 Sport- en recreatievoorzieningen De mogelijkheden die Ossendrecht kent op het gebied van sport en recreatie moeten ook in de toekomst bewaard blijven. In het plangebied ligt aan de Wassevendreef in het noorden van de kern een sportcomplex. Buiten het plangebied ligt het sportpark ‘De Heiloop’. Daarnaast zijn verspreid over de kern nog sportvoorzieningen aanwezig, zoals een sporthal aan De Ploeg en een fitnessruimte aan De Aanwas. Ten behoeve van recreatie kan gesteld worden dat in het plangebied het streekheemmuseum De Aanwas bevindt. Gestreefd wordt naar behoud van de bestaande sport- en recreatievoorzieningen. Naast de grootschalige voorzieningen, zijn de speelvoorzieningen in de openbare ruimte van belang. Het plangebied is grotendeels een verblijfsgebied, waar ruimte wordt geboden aan speelvoorzieningen. De gemeente Woensdrecht heeft het Beleids- en beheerplan speelvoorzieningen10 opgesteld, waarin de veiligheid van de speelvoorzieningen centraal wordt gesteld. De gemeente Woensdrecht wil dit garanderen door het duurzaam instandhouden en verbeteren van de speelterreinen als zodanig in de verschillende wijken binnen de kernen. In het bestemmingsplan vallen de speelvoorzieningen onder de bestemming ‘Verkeer en Verblijf’ of ‘Groen’.
4.9 Groen en water Het nieuwe bestemmingsplan zal eveneens gericht zijn op behoud en kwaliteitsverhoging van de bestaande groenstructuur. De groengebieden die in het groenstructuurplan zijn aangemerkt als groenzone zijn apart bestemd. Het overige groen wordt opgenomen binnen de bestemming ‘Verkeer-verblijf’, waardoor hier meer flexibiliteit is. De watergang aan de zuidoostzijde van het recreatieterrein De Luchtballon is bestemd als ‘Water’. Een in het plangebied gelegen ondergrondse watergang is op de plankaart weergegeven als aanduiding.
10
Beleids- en beheerplan speelvoorzieningen, gemeente Woensdrecht, afdeling Openbare Werken, Hoogerheide, 10 november 2004.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
36
Status: onherroepelijk
Ter bescherming van het ‘waterwingebied’ en het ‘grondwaterbeschermingsgebied in het noorden van Ossendrecht heeft dit gebied een gebiedsaanduiding gekregen. Te weten de gebiedsaanduidingen ‘Milieuzone - Waterwingebied’ en ‘Milieuzone – Grondwaterbeschermingsgebied’. Hieraan is een aanlegvergunningenstelsel gekoppeld. Binnen de bestemming ‘groen’ zijn hondentoiletten toegestaan.
4.10 Verkeer Alle wegen binnen het plangebied (Ossendrecht) zijn reeds ingericht als 30 km/u-gebied. De 30 km/uur gebieden zijn bestemd tot ‘Verkeer-Verblijf’. Hier staat het verblijfsklimaat voorop. Beide bestemmingen zijn ruim van opzet, zodat beperkte toekomstige infrastructurele aanpassingen in het openbaar gebied mogelijk zijn binnen het bestemmingsplan. In de bestemming “Verkeer” worden op de markt in Ossendrecht standplaatsen mogelijk gemaakt ter plaatse van de aanduiding “markt”. Tot de bestemming “Verkeer” worden ook de Kerkepaden gerekend. Deze Kerkepaden zijn van cultuurhistorische waarde en zijn niet geschikt voor gemotoriseerd verkeer. Op onderstaande kaart is de ligging van de Kerkepaden (rood) opgenomen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
37
Status: onherroepelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
38
Status: onherroepelijk
5.
ONDERZOEK EN VERANTWOORDING
5.1 Inleiding Zoals uit voorgaande hoofdstuk is beschreven laat dit bestemmingsplan maar weinig ontwikkelingen toe. Het gaat in de meeste gevallen om ontwikkelingen, die bij vaststelling van het bestemmingsplan bij recht toegestaan zijn (via artikel 19 WRO of een bestemmingsplanprocedure) en dan ook als ‘bestaand’ te beschouwen zijn. De haalbaarheid van deze ontwikkelingen is dan reeds aangetoond in de gevoerde procedure. Voor de nieuwbouwmogelijkheden van één woning in het bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er geen sprake is van milieuhygiënische hinder. De betreffende percelen worden in het vervolg bij onderstaand corresponderend nummer genoemd. 1) de Aanwas 46; 2) de Aanwas 25 3) de Aanwas 12; 4) de Burgemeester Voetenstraat 12; 5) Duinstraat (ong.); 6) de Lieve Vrouwenstraat 54; 7) en de Kuil 3a.
5.2 Geluidhinder vanwege het wegverkeer Op basis van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd, indien dat plan mogelijkheden biedt voor: • de nieuwbouw van woningen of andere geluidsgevoelige functies (functies zoals genoemd in artikel 82, lid 2 van de Wet geluidhinder juncto artikel 4, lid 2 van het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en artikel 106, lid 1 onder e van de Wet geluidhinder); • de aanleg van een nieuwe weg en/ of een reconstructie van een bestaande weg; • functiewijzigingen van een niet-geluidsgevoelige functie in een geluidsgevoelige functie (bijvoorbeeld via vrijstellings- of wijzigingsbevoegdheid). Dit geldt voor alle straten en wegen, met uitzondering van: - wegen die in een als ‘woonerf’ aangeduid gebied liggen; - wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
39
Status: onherroepelijk
Voor de genoemde percelen waar nieuwbouw mogelijk wordt gemaakt, geldt dat de omliggende wegen binnen de onderzoekszones het 30 km/uur snelheidsregime hebben. Een akoestisch onderzoek is daarom niet benodigd voor deze percelen.
5.3 Bedrijven en milieuzonering Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven of inrichtingen en anderzijds milieugevoelige gebieden zoals woonwijken. Om het begrip hanteerbaar te maken is gebruik gemaakt van de publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ van de VNG11. Bedrijven zijn hierin opgenomen in een tabel, die is ingedeeld in milieucategorieën, waarbij per bedrijf is aangegeven wat de afstand tot een rustige woonwijk dient te zijn (de zogenaamde afstandentabel). Deze afstanden kunnen als basis worden gehanteerd, maar zijn indicatief. Er kan (enigszins) van afgeweken worden in situaties waarin geen sprake is van een rustige woonwijk of bij afwijkende bedrijven. In het algemeen wordt door middel van het aanbrengen van een zonering tussen bedrijvigheid en woonbebouwing de overlast ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden. Het plangebied is overwegend een woongebied. De aanwezige commerciële voorzieningen, maatschappelijke functies en recreatieve voorzieningen staan veelal ten dienste van de woonfunctie. Daarnaast bevinden zich in het gebied diverse bedrijven. Voor een deel betreft het bedrijven met een lage milieuhinder (milieucategorie 1 of 2). Deze bedrijven zijn doorgaans kleinschalig, soms zelfs in de vorm van een bedrijf aan huis. Deze bedrijven acht de gemeente in principe mengbaar met de woonfunctie. Deze bedrijven zijn positief bestemd. Hier mogen zich ook andere bedrijven met een vergelijkbare milieuhinder zich vestigen. Daarnaast bevinden zich in het plangebied bedrijven in hogere milieucategorieën. Deze bedrijven kunnen hinder veroorzaken voor de woonomgeving. In de volgende tabel zijn deze bedrijven opgenomen met afstand van de hinderzone. Binnen deze zones dient rekening te worden gehouden met mogelijke hinder van het bedrijf.
11
Bedrijven en milieuzonering, VNG, 2007
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
40
Status: onherroepelijk
Overzicht bedrijven met (potentiële) milieuhinder in het plangebied Nr. Bedrijf
Adres
SBIcode
12
Milieu-
Aan te houden
categorie
afstand
1.
Garagebedrijf annex spuiterij
Burgemeester Voetenstraat 75
5020.4
3.1
50
2.
Wido BV
Burgemeester Voetenstraat 40
1589
4.1
200
Peildatum medio 2007
Deze bedrijven zijn ook positief bestemd, omdat hun hinder aanvaardbaar wordt geacht. Wel is alleen het bestaande type bedrijf toegestaan. Na sluiting zijn alleen bedrijven toegestaan behorende tot milieu categorie 1 of 2. Het bedrijf Wido BV heeft de voorheen elders gehuurde opslagruimten vervangen door nieuwgebouwde ruimten bij de bestaande bedrijfspanden. Hierdoor is het aantal transportbewegingen rond het bedrijf afgenomen. Door de bouw van de nieuwe opslagloods is de geluidshinder minder geworden door de gewijzigde transportbewegingen en door het inpandig laden van het 'gereed product'. Om de dagelijks meermalen terugkerende gevaarlijke verkeerssituaties voor de toegang van het bedrijf - veroorzaakt door achteruit inrijdende vrachtwagens(combinaties) - terug te dringen, is de mogelijkheid geschapen om de vrachtauto's op het bedrijfsterrein te kunnen laten keren. Tenslotte is op het bedrijfsterrein parkeerruimte voor personeel en bezoekers gecreëerd. Bovenstaande leidt ertoe dat de milieuhinder van het bedrijf (wat betreft de transportbewegingen door het dorp) is beperkt. Voor dit bedrijf is een specifieke regeling opgenomen (conform het geldende bestemmingsplan) gericht op het minimaliseren van de hinder en het zo goed mogelijk inpassen van het bedrijf in het omringende landschap. Op de percelen waar nieuwbouw van woningen wordt toegelaten, dient bij de planontwikkeling rekening gehouden te worden met milieuzoneringen van bestaande en toekomstige bedrijven om zodoende de kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen en bedrijven niet beperken in hun mogelijkheden. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde Lijst van Bedrijfsactiviteiten13. Hierin wordt per bedrijfssoort aangegeven welke milieu-invloed (in de vorm van geur, stof, geluid en gevaar) hiervan kan uitgaan en welke indicatieve afstand hierbij (minimaal) in acht genomen worden.
12 13
Codering van de functie volgens de Standaard Bedrijfsindeling uit 1993 van het CBS, zoals opgenomen in ‘Bedrijven en milieuzonering’, VNG, 2007. Milieuzonering op basis van: ‘Bedrijven en Milieuzonering’, Uitgave VNG, Den Haag, 2007.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
41
Status: onherroepelijk
Voor de nieuwbouwwoningen 1, 2 en 3 zijn het Akkerbouwbedrijf en de conservenfabriek van invloed. Als gevolg van de nieuwbouw vinden er ten opzichte van de huidige situatie geen zodanige veranderingen plaats die voor de huidige bedrijfsvoering extra beperkingen opleggen. Ten aanzien van de huidige bedrijfsvoering zijn de bestaande woningen mede bepalend voor de beschikbare milieuruimte. Vanuit het oogpunt van wonen is een goed woon- en leefklimaat op de locaties te garanderen. Bestaande woningen bepalen de beschikbare milieuruimte. De hindercontouren van deze bedrijven beperken daarom niet het woon- en leefklimaat van deze verder gelegen woningen.
5.4 Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit heeft betrekking op luchtverontreiniging met (gasvormige) stoffen en verontreiniging van de lucht met stof. Veel stoffen die in de lucht kunnen voorkomen hebben na inademing een schadelijk effect op de gezondheid. Behalve de aard en de concentratie van de stof is de blootstellingsduur bepalend voor het gezondsheidseffect. In het Besluit Luchtkwaliteit zijn de grenswaarden, plandrempels en alarmdrempels voor een aantal verontreinigende stoffen opgenomen. De normering is gericht tot de overheid: de bevoegde organen moeten bij het nemen van besluiten en het vaststellen en uitvoeren van beleid (zoals bijvoorbeeld vergunningverlening, structuurplannen, bestemmingsplannen) de normering in acht nemen. Conform het Besluit luchtkwaliteit zijn gemeenten verantwoordelijk voor het vaststellen en beoordelen van, en rapporteren over de luchtkwaliteit in hun gemeente. Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen waar voor de luchtkwaliteit getoetst dient te worden, met uitzondering van de woningbouw op de genoemde percelen. De woningbouw op de percelen betreft een beperkte ontwikkeling van maximaal één woning die niet in betekenende mate zal bijdragen of grote gevolgen zullen hebben voor de verkeersintensiteit op de omliggende wegen. Het uitvoeren van een luchtkwaliteitonderzoek is dan ook niet noodzakelijk.
5.5 Kwaliteit bodem en grondwater De bodemkwaliteit vormt een belangrijk aspect bij bouwontwikkelingen. In het kader van het bestemmingsplan speelt de bodemkwaliteit bij de ontwikkeling van ruimtelijke functies een belangrijke afweging. Indien het bodemonderzoek uitwijst dat er in de bodem wezenlijke verontreinigingen aanwezig zijn, dienen deze gesaneerd te worden voordat het betreffende gebied in ontwikkeling wordt genomen. Met het oog op kostenbesparing en efficiëntie is het van belang om een actief bodembeheer toe te passen. Dit is het totaal van activiteiten gericht op het adequaat en efficiënt omgaan met de gevolgen van structureel aanwezige gevallen van bodemverontreiniging.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
42
Status: onherroepelijk
In onderhavig bestemmingsplan wordt beoogd de bestaande situatie vast te leggen en de bestemmingsregeling te actualiseren. Het bestemmingsplan voorziet afgezonderd van de zes genoemde percelen, niet in nieuwe ontwikkelingen waarvan een onderzoek naar kwaliteit van de bodem en het grondwater uitgevoerd moet worden. Onderhavig bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van wonen aan zes percelen mogelijk.
5.6 Waterhuishouding Sinds juli 2003 is de watertoets wettelijk verankerd in het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. Het besluit verplicht tot het opnemen van een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding in de toelichting van alle ruimtelijke plannen. Beleidskader Relevante beleidsstukken op het gebied van water zijn het Provinciaal Waterhuishoudingsplan van Noord-Brabant, het Waterbeheersplan van het Waterschap Brabantse Delta (IWWB 2), de Vierde Nota Waterhuishouding, WB21, het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Europese Kaderrichtlijn Water. Algemeen punt uit deze beleidsstukken is dat water een belangrijk sturend element is in de ruimtelijke ordening. Hierdoor legt water een ruimteclaim op het (stads)landschap waaraan voldaan moet worden. Andere belangrijke elementen uit de genoemde documenten zijn de driestapsstrategieën: • Vasthouden - bergen - afvoeren (waterkwantiteit) • Schoon houden – scheiden - zuiveren (waterkwaliteit) De achterliggende gedachte hierbij is dat afwenteling zoveel mogelijk moet worden voorkomen en dat de problemen zoveel mogelijk aan de bron moeten worden aangepakt. Tenslotte is de “Beleidsbrief regenwater en riolering” nog relevant. Hierin staat hoe het best omgegaan kan worden met het hemelwater en het afkoppelen daarvan en wie waarvoor verantwoordelijk is.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
43
Status: onherroepelijk
Europese Kaderrichtlijn Water Met ingang van december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht geworden. In het kader van de Kaderrichtlijn worden kwaliteitseisen gesteld, gericht op het beschermen en verbeteren van de aquatische ecosystemen (verplichting per stroomgebied). Deze richtlijn stelt als norm dat oppervlaktewateren binnen 15 jaar na inwerkingtreding moeten voldoen aan een ‘goede ecologische’ toestand (GET). Deze termijn kan met twee keer 6 jaar verlengd worden. Voor kunstmatige wateren, zoals de meeste stadswateren, geldt dat de oppervlaktewateren minimaal moeten voldoen aan een ‘goed ecologisch potentieel’ (GEP). Inmiddels zijn de GEP-normen per stroomgebied uitgewerkt. In 2009 moeten de stroomgebiedbeheersplannen per stroomgebied gereed zijn. De gemeente Woensdrecht ligt in twee van deze stroomgebieden, namelijk het stroomgebied van de Schelde en van de Maas. Nationaal Bestuursakkoord Water Eind jaren negentig ondervinden verschillende delen van Nederland regelmatig overlast van water. Dit heeft maatschappelijk en politiek de vraag doen rijzen of Nederland zijn waterhuishoudkundige situatie nog wel op orde heeft. En of we wel voldoende zijn voorbereid voor de 21e eeuw op de veranderingen in ons klimaat, ruimte en grondgebruik. Naar aanleiding van deze problematiek is de Commissie Waterbeheer 21e eeuw ingesteld. Deze commissie heeft in haar advies van augustus 2000 gepleit voor ‘Ruimte voor Water’. Het Kabinet heeft deze aanbevelingen verwoord in het kabinetsstandpunt ‘Anders omgaan met water’ en ‘Ruimte voor de Rivier’. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het Nationaal Bestuursakkoord Water. In dit akkoord hebben het Rijk en Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten afspraken gemaakt over een gezamenlijke aanpak van de waterproblematiek. Het akkoord heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland te verbeteren en op orde te houden Het Nationaal Bestuursakkoord Water heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland te verbeteren en op orde te houden. Ontwerp Provinciaal Waterplan provincie Noord-Brabant Het ontwerp Provinciaal Waterplan beschrijft het strategische waterbeleid voor NoordBrabant op hoofdlijnen en beschrijft hoe de provincie hieraan uitvoering wil geven. De vaststelling vindt eind 2009 plaats. Tot die tijd is het huidige Waterhuishoudingsplan van kracht. Waterhuishoudingsplan (WHP) provincie Noord-Brabant Het provinciale waterhuishoudingsplan is geldig tot en met 2009. Het provinciale beleid daarin richt zich op het bereiken en in stand houden van watersystemen die ruimte bieden aan een gezond leefmilieu voor mens, dier en plant. Daarbij zijn economische en ecologische ontwikkelingen met elkaar in evenwicht en is het hebben en houden van een
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
44
Status: onherroepelijk
veilige en bewoonbare provincie een randvoorwaarde. Vijf hoofdthema's vormen de kern van het beleid: • • • • •
het realiseren van een duurzame watervoorziening; het verbeteren van de waterhuishoudkundige situatie; het verbeteren van de waterkwaliteit; het inrichten van waterlopen met het oog op de versterking van natuurwaarden; het anders omgaan met water in bebouwd gebied.
Ontwerp Waterbeheerplan Brabantse Delta 2010 – 2015 Het nieuwe waterbeheerplan verschijnt tegelijk met het stroomgebiedbeheerplan dat opgesteld wordt in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Tot die tijd, eind 2009, geldt nog het vorige waterbeheerplan, IWWB2. Integraal Waterbeheersplan West-Brabant 2 (IWWB2) waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta is de beheerder van zowel de kwantiteit als de kwaliteit van het oppervlaktewater in de gemeente Woensdrecht. Het waterbeheer is gericht op het duurzaam beheren van het watersysteem, waarbij uitgegaan wordt van een watersysteembenadering. Het nieuwe waterbeheerplan verschijnt tegelijk met het stroomgebiedbeheersplan dat opgesteld wordt in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Tot die tijd (eind 2009) geldt nog het vorige waterbeheerplan, het Integraal Waterbeheersplan West-Brabant 2 (IWWB2). In het IWWB2 wordt het provinciale waterbeleid verder uitgewerkt. Aangezien het IWWB2 inmiddels verouderd is, is in de tussentijd een strategische nota opgesteld. Deze nota geeft een beknopt overzicht van actuele beleidsthema's en -ontwikkelingen binnen waterschap Brabantse Delta. In deze nota zijn ook thema's uit de Reconstructie- en Gebiedsplannen opgenomen, zoals waterberging, beek- en kreekherstel en waterdoelen. De onderwerpen van de strategische nota zijn ondergebracht bij de kernthema's van het waterschap: het voorkomen van overstroming, verdroging, uitsterven en vervuiling. De Ruimte blauw geordend, toetsingskader RO 2006 In het Toetsingskader RO is een viertal gebruiksfuncties onderscheiden: stedelijke uitbreiding, landbouw, natuur en regionale waterberging. Voor de gebruiksfuncties stedelijke uitbreiding en landbouw is aangegeven waar deze verenigbaar zijn met een duurzaam watersysteem. De waterkansenkaart stedelijke uitbreiding bevat de categorieën kansen stedelijke uitbreiding, stedelijke uitbreiding minder gewenst en stedelijke uitbreiding ongewenst. De waterkansenkaart landbouw geeft aan waar intensieve en extensieve landbouw de beste kansen hebben. Ook is aangegeven waar een toename van het verhard oppervlak ongewenst is.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
45
Status: onherroepelijk
Hydrologisch neutraal bouwen is één van de uitgangspunten van Waterbeheer 21e eeuw (WB21). De constatering dat we te maken krijgen met klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verdere verstedelijking leidt tot het besef dat we anders moeten omgaan met water. Dit besef leidt tot de bekende trits 'vasthouden, bergen, afvoeren'. Hydrologisch neutraal bouwen past in deze trits (vasthouden) en voorkomt dat versnelde afvoer vanuit de bebouwde omgeving plaatsvindt. Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt door het waterschap Brabantse Delta het uitgangspunt gehanteerd dat per hectare nieuw verhard oppervlak 780 m³ dient te worden gecompenseerd in de vorm van waterberging/ infiltratie. Het toetsingskader is nadrukkelijk gericht op ruimtelijke ontwikkelingen. Dit bestemmingsplan legt echter de feitelijk situatie vast. Er vinden derhalve geen ontwikkelingen plaats, waarop dit uitgangspunt van toepassing is. Bij toekomsite ontwikkelingen, waarbij het verhard oppervlak toeneemt. Provinciale Milieuverordening/ grondwaterbscherming Een van de functies van water is ‘water als consumptiegoed’. Water wordt hiertoe gewonnen voor zowel industriële doeleinden als voor menselijke consumptie. De winnen van drinkwater voor menselijke consumptie gebeurt vanuit het (diepere) grondwater. Noord-Brabant kent een veertigtal gebieden waar grondwater gewonnen wordt. De provincie zet zich in voor een goede kwaliteit van het grondwater door beschermingsmaatregelen in en rondom de waterwingebieden. Het is in grondwaterbeschermingsgebieden dan ook verboden om bodembedreigende activiteiten te ontplooien. Het is overigens wel mogelijk om in bepaalde gevallen ontheffing te krijgen. In Provinciale Milieuverordening (PMV) zijn speciale milieuregels opgenomen, die er toe moeten leiden dat de kwaliteit van het grondwater ook op de langere termijn goed blijft en er voor moeten zorgen dat het grondwater met zo min mogelijk maatregelen geschikt is te maken voor drinkwater. Een grondwaterbeschermingsgebied is opgebouwd uit zones: het waterwingebied direct rond de pompputten, de beschermingzone(s) en/of de boringsvrije zone. De PMV bevat kaarten van de waterwingebieden en de beschermingszones, zodat iedereen kan zien of een activiteit binnen de grenzen van een beschermingszone valt. De PMV stelt aanvullende eisen voor inrichtingen die onder de Wet milieubeheer vallen. De gemeente is op grond van de Wet milieubeheer meestal het bevoegde gezag. Bij de vergunningverlening houdt de gemeente rekening met de extra van toepassing zijnde regels uit de PMV. Voor de zwaardere inrichtingen is de provincie het bevoegde gezag. Voor gedragingen buiten de inrichting is de provincie het bevoegde gezag op het gebied van ontheffingverlening en handhaving.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
46
Status: onherroepelijk
Huidige waterhuishoudkundige situatie De kernen Ossendrecht en Calfven liggen op de westelijke rand van de Brabantse Wal. Deze wal kenmerkt zich door een zeer scherpe overgang van het laaggelegen (Zeeuwse) zeekleigebied en de Brabantse Zandgronden. De van noord naar zuid lopende steilrand is zeer nadrukkelijk aanwezig in het landschap. Deze scherpe overgang drukt een nadrukkelijke stempel op de locale (geo)hydrologie. De afzettingen onder de door water en wind opgestuwde klei- en zandlagen dateren van het Pleistoceen, een IJstijdvak van 2 tot 1,6 miljoen jaar geleden. De Brabantse Wal met zijn kenmerkende hoogteverschil stamt in geologisch opzicht van zeer recente datum, namelijk van de laatste IJstijd (Weichselien, 15 tot 10.000 jaar geleden - bekent als de Formatie van Tegelen). Bodem en grondwater De bodem in Calfven, Ossendrecht en omgeving bestaat uit een tweetal afzettingen. Op de Brabantse wal betreft afzettingen uit de formatie Boxtel (voorheen Nuenen-groep). Ten westen van de steilrand vindt men afzettingen uit de formatie van Naaldwijk. De gesteldheid van de bodem en de ondergrond zorgt ervoor dat de grondwaterstanden in de gemeente Woensdrecht sterk wisselen. Op de hogergelegen zandgronden zijn zowel de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) en de Gemiddels Laagste Grondwaterstand (GLG) zeer laag. Dit wordt veroorzaakt door de relatief hoge ligging, en de goede ontwatering van de gebieden ten behoeve van de landbouw. Hier gelden Grondwatertrappen VI, VII of VIII. De grondwaterstanden worden vooral door neerslag bepaald Ten westen van de Brabantse Wal gaat het om aanmerkelijk hogere grondwaterstanden. In het overgangsgebied tussen hoog en laag komt op relatief grote schaal maaiveldkwel voor. Oppervlaktewater Het plangebied kent nauwelijks oppervlakte water, uitgezonderd ondiepe perceelsloten en greppels. Op de plankaart is een watergang opgenomen aan de zuidoostzijde van het recreatieterrein de luchtballon. Deze is bestemd als ‘Water’. Voor het overige bevinden zich in het plangebied enkele ondiepe greppels. Deze zijn mogelijk gemaakt binnen de bestemming waarin ze zijn gelegen. Daarnaast bevindt zich in het plangebied een ondergrondse watergang. De ondergrondse watergang vormt een verbinding van een watergang. Deze ondergrondse watergang is van belang voor de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse en is daarom als aanduiding opgenomen op de plankaart en in de regels. Riolering
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
47
Status: onherroepelijk
Woningen en voorzieningen in de kernen Calfven en Ossendrecht zijn allen aangesloten op de riolering. De kern Calfven beschikt in zijn geheel over een gescheiden rioolstelsel. Dit wil zeggen dat in Calfven het vuilwater en het hemelwater via gescheiden riolering worden afgevoerd. In Ossendrecht is gemengde riolering aanwezig, met uitzondering van de volgende gebieden: • Wassevendreef • Moleneind - Puts Molentje • Bedrijventerreinen Puts Molentje • Hageland • Gebied De Ploeg Grondwaterbescherming Nabij het plangebied bevinden zich een tweetal waterwinlocaties. Het gaat hierbij om de waterwinlocatie Ossendrecht en Huijbergen. Het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied, gelegen rondom de waterwinlocatie Ossendrecht zijn voor een deel gelegen in het plangebied. De waterwinlocatie en het grondwaterschermingsgebied zijn middels een gebiedsaanduiding aangegeven op de plankaart. Het gaat hierbij respectievelijk om de gebiedsaanduiding ‘Milieuzone – Waterwingebied’ en ‘Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied’. In de regels zijn deze zones beschermd door middel van een aanlegvergunningenstelsel.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
48
Status: onherroepelijk
Ligging waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden
5.7 Flora en Fauna Per 1 april 2002 is de Flora- en Faunawet in werking getreden. Deze wet vereist dat inzicht wordt geboden in de effecten van een voorgenomen ruimtelijke ingreep op wettelijke beschermde planten en dieren. Als er significant schadelijke gevolgen zijn voor een wettelijk beschermde soort en/of leefgebied zal bezien moeten worden in hoeverre de schadelijke effecten kunnen worden voorkomen. Wordt de uitvoering van een plan noodzakelijk geacht (maatschappelijke relevantie aantonen) dan zal in het kader van de wet ontheffing moeten worden verkregen en zal moeten worden voorzien in compensatie. Onderhavig percelen waar woningbouw wordt mogelijk gemaakt, liggen in de bebouwde kom binnen verstedelijkt gebied. De percelen 4 , 5 en 6 bevinden zich in bestaand bebouwd gebied. Hier is over het algemeen sprake van intensief ruimtegebruik en een vrij hoog verhardingspercentage. Binnen de percelen vinden geen ontwikkelingen plaats die getoetst moeten worden in het kader van de Flora- en Faunawet. Voordat men overgaat tot de sloop van de bestaande bebouwing zal het gebouw worden geïnspecteerd op de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten, waaronder
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
49
Status: onherroepelijk
vleermuizen. Mocht men hierbij beschermde soorten aantreffen, dan wordt het tijdstip van slopen hierop afgestemd.
5.8 Externe veiligheid Bij externe veiligheid gaat het om het beheersen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het vigerende beleid is vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen. In het externe veiligheidsbeleid staan twee doelen centraal: de bescherming van individuen tegen de kans op overlijden als gevolg van een ongeluk, en de bescherming van de samenleving tegen het ontwrichtende effect van een ramp met een groter aantal slachtoffers; respectievelijk het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Inrichtingen
Binnen het plangebied zijn geen inrichtingen14 met opslag/verkoop van gevaarlijke stoffen gevestigd. Ook een benzineservicestation met LPG is niet in de omgeving van het plangebied gevestigd.
14
Risicokaart Noord-Brabant.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
50
Status: onherroepelijk
Wegtransport Door en langs Ossendrecht zijn geen routes voor gevaarlijke stoffen gesitueerd, noch gepland. Aardgasleidingen Ten noorden van Calfven binnen het plangebied is een aardgasleiding gelegen. De aardgasleiding A-530-KR-091 heeft een plaatsgebonden risico-contour van circa 150 meter. Binnen deze contour worden geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten toegevoegd. Er bevinden zich enkele bestaande woningen binnen de risicocontour. De leiding is voor 1984 aangelegd en valt daarom onder het generaal pardon Circulaire Buisleidingen van 1984. De situatie wordt daarom gedoogd.15
5.9 Cultuurhistorie Beleidskader Het nationale beleid staat in het teken van het behoud en het beheer van de cultuurhistorische waarden. Op gelijke voet staat het streven naar het gebruik van het cultuurhistorisch erfgoed als inspiratiebron voor de ruimtelijke inrichting. Dit beleid geldt voor alle cultuurhistorische waarden, dat wil zeggen voor zowel archeologische als voor historischgeografische en historisch-bouwkundige waarden. Het rijksbeleid is mede gebaseerd op het Verdrag van Malta (1992). Het beleid van de provincie Noord-Brabant sluit aan op het nationale beleid voor de archeologische monumentenzorg. In het streekplan is als essentieel element opgenomen dat in ruimtelijke planvorming rekening gehouden dient te worden met het cultuurhistorisch erfgoed. De provincie richt zich op de bescherming van objecten en de bescherming, benutting en ontwikkeling van structuren en ensembles van een grotere schaal. De ruimtelijke ordening is een zeer belangrijk integrerend beleidsterrein als het gaat om de zorgvuldige omgang met cultuurhistorisch waardevolle structuren. De provincie beoordeelt plannen en besluiten die ter toetsing bij of ter goedkeuring aan de provincie worden voorgelegd op de wijze waarop de aanwezige cultuurhistorische waarden opgenomen zijn. De cultuurhistorische waarden worden in een vroegtijdig stadium van de planvorming geïnventariseerd, bij het ontwerp gebruikt en bij het besluit meegenomen. Een aantal cultuurhistorische objecten en structuren is beschermd middels de Monumentenwet dan wel middels een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening. Bij aantasting en bij wijziging van deze objecten en structuren is een vergunning vereist. Monumenten en waardevolle gebouwen De gemeente Woensdrecht hecht grote waarde aan haar monumentale objecten. Deze, veelal historische gebouwen, dragen bij aan een positieve belevingswaarde van de gemeente. 15
Gasunie, 23 januari 2009, briefkenmerk TATW 09.0309
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
51
Status: onherroepelijk
In Ossendrecht komen de volgende rijksmonumenten voor: • Burgemeester Voetenstraat 44 (in gebruik als woonhuis); • Burgemeester Voetenstraat 23 (in gebruik als woonhuis); • Dorpsstraat 3 (in gebruik als woonhuis); • Dorpsstraat 10 (religieus gebouw). • Aanwas 33 (in gebruik als woonhuis); • Aanwas 20 (in gebruik als woonhuis); • Aanwas 29 (in gebruik als heemkundig museum). In Calfven is één rijksmonument gelegen aan de Calfven 42. Rijksmonumenten zijn reeds beschermd op grond van de Monumentenwet 1988. Voor de gemeentelijke monumenten geldt eveneens een beschermingsregime. Bescherming van deze monumenten is in dit bestemmingsplan dan ook niet noodzakelijk. Naast Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn er ook enkele beeldbepalende panden. De beeldbepalende panden zijn op de verbeelding aangeduid met een aanduiding “cw”. Het gaat hierbij meestal om panden met een woonbestemming. Hier is tevens een sloopvergunning aan gekoppeld. De beeldbepalende panden komen voor op: • Aanwas 10, 20, 21, 35, 48, 50 en 52; • Burgemeester Voetenstraat 5, 23, 25, 25a, 29 en 44; • Dorpsstraat 1, 7, 16, 17, 19, 21, en 44; • Doktersstraat 44; • Kerkstraat 8 en 10; • Vijverweg 2 en 4. De Kerkepaden en het Kerkhof Eikelhof zijn eveneens van cultuurhistorische waarde. Voor de ligging van de Kerkepaden wordt verwezen naar paragraaf 4.10. Archeologische waarden In het plangebied heeft op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie NoordBrabant voor een gedeelte van Ossendrecht (zuiden, westen) de kwalificatie ‘hoge tot middelhoge verwachtingswaarde’. Calfven heeft eveneens de kwalificatie ‘hoge tot middelhoge verwachtingswaarde’. Binnen en buiten het plangebied van Ossendrecht en Calfven bevinden zich geen Archeologische Monumenten. Op de verbeelding is de verhoogde archeologische waarde als dubbelbestemming opgenomen. Op locaties waar deze dubbelbestemming van toepassing is, dient nieuwbouw van hoofdgebouwen middels een ontheffing gerealiseerd te worden. Kleine uitbreidingen of realisatie van bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een oppervlakte tot maximaal 100 m2 mogen zonder ontheffing worden gerealiseerd. Onderhavig bestemmingsplan is grotendeels een beheerplan. Nieuwe ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt met uitzondering van de zes genoemde percelen. De indi-
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
52
Status: onherroepelijk
catieve archeologische waarde van de bouwlocaties, 4, 5, en 6 is niet gekarteerd. De gebieden worden in de nabijheid omgeven door een hoge archeologische verwachtingswaarde. Omdat de percelen in de huidige situatie reeds bebouwd zijn, is het bodemarchief naar verwachting voor een groot deel verstoord door de aanleg van bebouwing, beplanting, verharding en (ondergrondse) infrastructuur. De kans op het aantreffen van goed geconserveerde resten is dan ook gering.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
53
Status: onherroepelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
54
Status: onherroepelijk
6.
JURIDISCHE PLANOPZET
6.1 Aanleiding De aanleiding voor het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan is de actualisatie van enkele bestemmingsplannen in de kernen Ossendrecht en Calfven. Er is hierbij gekozen voor het opstellen van één nieuw bestemmingsplan. Bij het opstellen van de regels is uitgegaan van behoud en versterking van de huidige ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied. Hierbij is wat bouwmogelijkheden betreft qua maarvoering zoveel mogelijk uitgegaan van de bestaande situatie. De nadruk in onderhavig bestemmingsplan ligt op het beheer van de bestaande bebouwde omgeving.
6.2 Juridisch-planologische opzet Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en regels en is voorzien van een toelichting. De regels en verbeelding vormen het juridisch bindende deel, terwijl de toelichting geen juridische binding heeft, maar moet worden beschouwd als handvat voor de uitleg en de onderbouwing van de opgenomen bestemmingen. De regels bevatten het juridische instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. verbeelding heeft een rol voor toepassing van de regels, alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen.
6.3
Opbouw van de bestemmingsregeling
In deze paragraaf wordt de systematiek van de regels en de wijze waarop de regels gehanteerd dienen te worden, uiteengezet. De regels van het plan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de SVBP2008. Voor de inhoudelijke systematiek is aangesloten op de vigerende plannen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
55
Status: onherroepelijk
Hieronder wordt de opbouw en dergelijke kort toegelicht. 6.3.1 Inleidende regels Begrippen In deze bepaling zijn omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze worden opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. Begripsbepalingen zijn alleen nodig voor begrippen die gebruikt worden in de regels en die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Wijze van meten: Om op een eenduidige manier afstanden, oppervlakten en inhoud van gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bepalen wordt in de wijze van meten uitleg gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Ten aanzien van de wijze van meten op de plankaart geldt steeds dat het hart van een lijn moet worden aangehouden. 6.3.2 Bestemmingsregels In het tweede hoofdstuk komen de bestemmingen aan de orde. Het onderhavige bestemmingsplan bevat 19 bestemmingen en 3 dubbelbestemmingen. De opbouw van de bestemmingen ziet er als volgt uit: Bestemmingsomschrijving Bevat de omschrijving van de doeleinden die met de bestemming aan de grond worden toegekend. Hierbij gaat het in beginsel om een beschrijving van de aan de grond toegekende functies zoals agrarisch, bedrijven, detailhandel, horeca, wonen etc. De aard van de toegelaten inrichtingen van gronden (bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde) vloeit dan voort uit de toegelaten functies. Bouwregels In de bouwregels worden voor alle hoofdgebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de van toepassing zijnde bouwregels gesteld. Waar en met welke maatvoering mag worden gebouwd, wordt hier vastgelegd. Indien mogelijk wordt verwezen naar bouwvlakken en aanduidingen op de plankaart. Nadere eisen Ten aanzien van enkele in de regels genoemde ontwikkelingen zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot het stellen van nadere eisen; onder meer ten aanzien van de situering en/of maatvoering op eigen terrein. De objectivering wordt verkregen door middel van kwalitatieve criteria.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
56
Status: onherroepelijk
Ontheffing van de bouwregels In deze bepaling wordt een opsomming gegeven van de bouwregels waarvan burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen. Een ontheffingsbevoegdheid wordt alleen opgenomen als dit noodzakelijk wordt geacht in verband met het gewenst ruimtelijk beleid. Dat wil zeggen dat een ontheffingsbevoegdheid alleen in het bestemmingsplan wordt opgenomen als de gemeente vanuit beleidsmatige overwegingen een zekere flexibiliteit in het plan wil houden. De bevoegdheid tot het verlenen van de ontheffing wordt objectief begrensd en bevat duidelijke criteria. Specifieke gebruiksregels In dit onderdeel kan worden aangegeven welke vormen van gebruik men in ieder geval strijdig acht met de bestemming. Het is niet de bedoeling alle mogelijke strijdig gebruiksvormen te noemen, maar alleen die, waarvan het niet op voorhand duidelijk is dat deze in strijd zijn met de bestemming. Het gaat hierbij in feite om een aanvulling op de doeleindenomschrijving. Ontheffing van de gebruiksregels Een ontheffing van een gebruiksregel mag niet leiden tot een feitelijke wijziging van de bestemming. Dat wil zeggen, dat wel ontheffing kan worden verleend ten behoeve van functies, die inherent zijn aan de in de bestemmingsomschrijving opgenomen functies. Via ontheffing kunnen geen ‘nieuwe‘ functies worden toegestaan. Met andere woorden: de ontheffingsregeling kan worden opgenomen voor kleinere, planologisch minder ingrijpende, onderwerpen. Functiewijzigingen en grotere, ingrijpende ruimtelijke ingrepen dienen geregeld te worden via een wijzigingsbevoegdheid. Aanlegvergunning Bij een aantal artikelen is een aanlegvergunningregeling opgenomen: hierin worden bepaalde werken en/of werkzaamheden aanlegvergunningplichtig gesteld Bij de beoordeling van de vraag of en in welke mate bepaalde werken en/of werkzaamheden toelaatbaar worden geacht, gelden de volgende maatstaven. Werken en werkzaamheden die geen verband houden met de beoogde doeleinden, of die onevenredig afbreuk doen aan de beoogde waarden en kwaliteiten zijn ontoelaatbaar. De aanvaardbaarheid van werken of werkzaamheden, die wel verband houden met (één van) de beoogde doeleinden, is afhankelijk van de mate waarin deze werken en/of werkzaamheden afbreuk doen aan de overige doeleinden binnen de desbetreffende bestemming. Sloopvergunning Bij een aantal artikelen is een regeling voor een sloopvergunning opgenomen ten behoeve van door de gemeente aangewezen beeldbepalende panden met cultuurhistorische waarden. Bij de beoordeling van de vraag of een sloopvergunning wordt verleend, gelden de volgende maatstaven. De ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden mag niet in onevenredige mate worden aangetast.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
57
Status: onherroepelijk
Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders hebben in sommige gevallen de bevoegdheid de bestemming te wijzigen. 6.3.3 Algemene regels Anti-dubbeltelbepaling Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld; Algemene bouwregels Deze bepaling bevat een algemene regels omtrent ondergronds bouwen en bestaande afstanden en maten. Algemene aanduidingsregels In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de in het bestemmingsplan voorkomende algemene aanduidingen die voor grote delen van het bestemmingsplan gelden en zijn gelegen over meerdere bestemmingen. Te denken valt aan het waterwingebied, waterbeschermingsgebied, een luchtvaartverkeerszone en een ondergrondse watergang.
Algemene ontheffingsregels In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarvan ontheffing kan worden verleend. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om ontheffing te verlenen van de regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan. De criteria, die bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen, zijn aangegeven. Algemene wijzigingsregels In deze bepaling is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven het plan te wijzigen. Het gaat hier om wijzigingsbevoegdheden met een algemene strekking. De criteria, die bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen, zijn aangegeven.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
58
Status: onherroepelijk
Algemene procedureregels In deze bepaling staat aangegeven welke procedure dient te worden gevolgd bij de voorbereiding van een ontheffingsbevoegdheid en/of een wijzigingsbevoegdheid, het stellen van nadere eisen, het verlenen van een aanleg- en/of een sloopvergunning. 6.3.4 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Bouwwerken welke op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan (of waarvoor een bouwvergunning is aangevraagd) mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bebouwingsregels. De overgangsbepaling houdt niet in dat het bestaand, illegaal opgerichte, bouwwerk legaal wordt, noch brengt het met zich mee dat voor een dergelijk bouwwerk alsnog een bouwvergunning kan worden verleend. Burgemeester en wethouders kunnen in beginsel dus nog gewoon gebruik maken van hun handhavingsbevoegdheid; Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de regels op het moment van inwerkingtreding van het plan mag eveneens worden voortgezet; Slotregel Dit artikel geeft aan op welke manier de regels kunnen worden aangehaald.
6.4 Specifieke bestemmingsregeling In deze paragraaf gaan wij specifiek in op de verschillende bestemmingen. Agrarisch De agrarische functies zijn zoveel mogelijk buiten het plangebied gelaten. In het plangebied in de kern Ossendrecht bevinden zich twee akkerbouwbedrijven. Deze zijn positief bestemd. Bedrijf Op de gronden die zijn bestemd als ‘Bedrijf’ zijn alle bedrijven, die behoren tot de eerste twee milieucategorieën, zonder meer toegestaan. De bedrijven met een hogere milieucategorie zijn specifiek bestemd door middel van een aanduiding op de verbeelding. Dit betekent, dat in principe alleen het bestaande bedrijf met de bijbehorende milieucategorie is toegestaan. Indien dit bedrijf verplaatst dan wel gesloten wordt mogen zich ter plaatse alleen nog bedrijven uit de eerste twee categorieën vestigen. Specifieke vormen van bedrijf en overige functies zijn mogelijk gemaakt door middel van een aanduiding. Bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan daar waar dat door middel van een aanduiding op de verbeelding staat aangegeven.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
59
Status: onherroepelijk
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, wanneer aan de in de regels genoemde vereisten is voldaan, ontheffing te verlenen, ten einde vestiging van bedrijven met een hogere milieucategorie dan 1 of 2 mogelijk te maken. Nutsvoorzieningen worden binnen de bestemming ‘Bedrijf’ mogelijk gemaakt door middel van een aanduiding op de verbeelding. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Indien er voor een bedrijf een maximaal bebouwingspercentage geldt, is in de regels opgenomen. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Bos In het plangebied zijn enkele voor Ossendrecht en Calfven karakteristieke bosjes gelegen. Deze zijn positief bestemd. Dit geldt ook voor de beeldbepalende bomen in het noordoosten van het plangebied. Het is van veel belang, dat dit bos door middel van een positieve bestemming beschermd wordt. Binnen de bestemming bos is een aanlegvergunningstelsel opgenomen. Centrum Het winkelconcentratie gebied heeft de bestemming ‘Centrum’ gekregen. Binnen deze bestemming zijn de volgende functies toegelaten: wonen, dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen, horeca categorie 1 en 2 en detailhandel. Verder zijn horeca categorie 3, en 5 en een drukkerij toegestaan door middel van een aanduiding op de verbeelding. De opzet van de bestemmingsregeling laat in principe veel ruimte over voor de uitwisseling van functies. Binnen de bestemming 'Centrum' is functiewisseling tussen detailhandel, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, horeca categorie 1 en 2 en wonen onderling toegestaan. Voor de functie horeca categorie 3 en 5 is een andere regeling toegepast. Deze functies worden door middel van een aanduiding op de verbeelding aangegeven. Functieverandering van horeca categorie 3 of 5 naar een van de andere functies is zonder meer toegestaan. Een wijziging van de functies detailhandel, wonen, dienstverlening, horeca categorie 1 en 2 en maatschappelijke voorzieningen in horeca categorie 3 of 5 is echter alleen toegestaan nadat ontheffing is verleend. Er is gekozen voor een ontheffingsprocedure omdat die type horecabedrijven vaak de oorzaak zijn van allerlei vormen van hinder voor omwonenden en winkels (waar wonen en detailhandel toch de belangrijkste functies zijn). Ontheffing zal slechts worden verleend indien wordt voldaan aan een aantal voorwaarden opgenomen in de regels.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
60
Status: onherroepelijk
De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Detailhandel, horecabedrijven en dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en kantoren mogen uitsluitend op de begane grond worden gesitueerd, met uitzondering van kantoren, toonzalen en horeca categorie 5 (hotelaccommodaties). Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Cultuur en ontspanning Binnen de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ is een museum toegestaan. Verder is horeca toegestaan voor zover ondergeschikt aan de bovengenoemde functies. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Detailhandel Binnen de bestemming ‘Detailhandel’ is detailhandel toegestaan. Detailhandel is uitsluitend toegestaan op de begane grond. Een combinatie met wonen is toegestaan. Overige functies die naast detailhandel zijn toegestaan worden door middel van een aanduiding op de verbeelding weergegeven. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Dienstverlening Binnen de bestemming ‘Dienstverlening’ zijn dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Dienstverlening is uitsluitend toegestaan op de begane grond. Een combinatie met wonen is toegestaan. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
61
Status: onherroepelijk
Gemengd Een klein winkelcentrum buiten het winkelconcentratiegebied heeft de bestemming ‘Gemengd’ gekregen. Binnen deze bestemming zijn de volgende functies toegelaten: detailhandel: dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen, horeca categorie 1 en 2. Verder is een combinatie met wonen toegestaan. De opzet van de bestemmingsregeling laat in principe veel ruimte over voor de uitwisseling van functies. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Gemengd 2 Binnen de bestemming ‘Gemengd 2’ zijn detailhandel, kantoor en maatschappelijke voorzieningen toegestaan. De functies zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond. Een combinatie met wonen is niet toegestaan. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Groen Op de gronden aangewezen voor 'Groenvoorzieningen' zijn naast groen- en speelvoorzieningen werken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, die passen binnen de bestemmingsomschrijving. Een uitzondering hierop is het bouwen van garageboxen ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding. Horeca De gronden aangewezen voor ‘Horeca’ zijn bedoeld voor horeca. Binnen de bestemming worden 5 categorieën onderscheiden. Deze categorieën worden gedefinieerd in de begripsbepalingen. De categorieën 1 en 2 zijn toegestaan. De overige categorieën worden toegestaan door het opnemen van een aanduiding op de verbeelding. Horeca is uitsluitend toegestaan op de begane grond, met uitzondering van categorie 5 (hotelaccommodaties). Een combinatie met wonen is toegestaan. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
62
Status: onherroepelijk
het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Kantoor Binnen de bestemming ‘Kantoor’ zijn kantoren toegestaan. Een combinatie met wonen is toegestaan. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijne, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Maatschappelijk Binnen de bestemming ‘Maatschappelijk’ zijn de functies religie, welzijn, openbaar bestuur, gezondheidszorg, onderwijs, een bibliotheek, cultuur en ontspanning en een gemeenschapshuis toegestaan. Verder worden sociaal-culturele voorzieningen, kerken, een begraafplaats, een sporthal en een klokkenstoel toegestaan door middel van een specifieke aanduiding op de verbeelding. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijne, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Recreatie Binnen de bestemming ‘Recreatie’ is een recreatiegebied, met nachtverblijf mogelijk. Speel- en sportvoorzieningen alsmede tenten voor recreatief nachtverblijf worden binnen de bestemming toegestaan. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd, zulks met uitzondering van de tentenkampen. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Sport De gronden aangewezen voor ‘Sport’ zijn bedoeld voor het uitoefenen van sportactiviteiten met daaraan ondergeschikt één kantine. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Voor de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte wordt verwezen
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
63
Status: onherroepelijk
naar de verbeelding. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De maximaal toegestane maten staan in de regels vermeld. Verkeer - Verblijfsgebied De in het plangebied aanwezige wegen zijn bestemd tot ‘Verkeer - Verblijfsgebied’. Binnen deze bestemming zijn wegen toegestaan met een hoofdzakelijke verblijfsfunctie, alsmede bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, straatmeubilair en bruggen. Garages worden binnen de bestemming ‘Verkeer - Verblijf’ mogelijk gemaakt door middel van een aanduiding op de verbeelding. Water De gronden aangewezen voor 'Water' zijn bestemd voor waterberging, de waterhuishouding, groenvoorzieningen en infiltratievoorzieningen toegestaan. Bruggen zijn toegestaan door middel van een aanduiding op de verbeelding.
Wonen - 3 De gronden die bestemd zijn als ‘Wonen - 3’ zijn primair bedoeld voor wonen. De bebouwing, die op de bouwpercelen is toegestaan, wordt vermeld in de bij de regels behorende “Tabel toegestane bebouwing”. Gebouwen zijn in beginsel toegestaan binnen het bouwvlak. Als hoofdgebouwen mogen uitsluitend vrijstaande, twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen worden gebouwd. De voorgevel van hoofdgebouwen dient in de gevellijn te worden gebouwd. De maximale goot- en bouwhoogte bedragen respectievelijk 6 en 9 meter. Indien op de verbeelding andere maximaal toegestane hoogte maten staan vermeld, gelden de op de verbeelding aangegeven hoogten. Het nieuw bouwen van hoofdgebouwen ten dienste van wonen is niet toegestaan, tenzij het vervangende nieuwbouw of gedeeltelijke herbouw betreft of indien het bouwperceel op de verbeelding is aangeduid als ‘specifieke bouwaanduiding nieuwbouw toegestaan’. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen die in de regels zijn opgenomen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
64
Status: onherroepelijk
Wonen – 4 De gronden die bestemd zijn als ‘Wonen – 4’ zijn primair bedoeld voor wonen in gestapelde woningen. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht. De maximale gooten bouwhoogte staan op de verbeelding aangegeven. Het totale aantal wooneenheden staan per locatie in de regels vermeld. Bijgebouwen mogen zowel aangebouwd of vrijstaand worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen die in de regels zijn opgenomen. Leiding - Gas (dubbelbestemming) Voor de bescherming van de zich binnen het plangebied bevindende ‘Leiding - Gas’ in de kern Calfven, is expliciet deze dubbelbestemming opgenomen. Het bouwen van gebouwen is binnen de dubbelbestemming alleen middels een ontheffing toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan met een maximale hoogte van 2,5 meter. Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden is een aanlegvergunningstelsel opgenomen. Leiding - Water (dubbelbestemming) Voor de bescherming van de zich binnen het plangebied bevindende ‘Leiding - Water’ in kern Calfven, is expliciet deze dubbelbestemming opgenomen. Het bouwen van gebouwen is binnen de dubbelbestemming alleen middels een ontheffing toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan met een maximale hoogte van 2,5 meter. Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden is een aanlegvergunningstelsel opgenomen. Waarde - Archeologie (dubbelbestemming) Voor de bescherming van de aanwezige archeologische waarden, is expliciet deze dubbelbestemming opgenomen. Binnen deze dubbelbestemming zijn uitsluitend gebouwen toegestaan indien het betreft, ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot, en de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 100 m². Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de bouwregels. Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden is een aanlegvergunningstelsel opgenomen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
65
Status: onherroepelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
66
Status: onherroepelijk
7.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
7.1 Exploitatie Bij de motivering van het bestemmingsplan is reeds aangegeven, dat het onderhavige bestemmingsplan gericht is op het bevestigen en regelen van het huidige gebruik en het actualiseren van de bestemmingsregeling. Bij dit laatste is ook van belang het invulling gegeven aan de behoefte aan globaliteit en flexibiliteit in de regeling. Ook is het bestemmingsplan erop gericht om het gemeentebestuur een flexibel instrument in handen te geven om sturing te geven aan eventuele ontwikkelingen in het plangebied. Het bestemmingsplan brengt als zodanig geen financiële consequenties met zich mee voor de gemeente. De individuele woningbouw die in het plan wordt mogelijk gemaakt, betreft particuliere initiatieven waarvan de exploitatiekosten en plankosten niet voor rekening van de gemeente komen. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid van het onderhavige bestemmingsplan in voldoende mate aangetoond.
7.2 Handhaving De aandacht voor handhaving neemt de laatste jaren sterk toe. Zowel de hogere overheden als de burgers spreken de gemeente in toenemende mate aan op het handhaven van de eigen regels en de rechter spreekt zich nadrukkelijk uit over de verplichtingen die gemeentebesturen hebben om de eigen regelgeving te handhaven. Het bestemmingsplan vervult een aantal functies op het gebied van handhaving. Een bestemmingsplan is toekomstgericht. Het geeft een beeld van de te verwachten ruimtelijke ontwikkelingen en verwoordt het gemeentelijk beleid ten aanzien van de ontwikkelingen. Eveneens functioneert het bestemmingsplan als toetsingskader voor bouwplannen en andere werkzaamheden. Hierdoor is het bestemmingsplan bindend voor burgers, bedrijven, instanties en overheid. Om ervoor te zorgen dat handhaving van het bestemmingsplan in de praktijk met succes kan worden afgedwongen, dient aan het volgende te worden voldaan: - de regels en het kaartmateriaal moeten duidelijk en overzichtelijk zijn; - regels moeten zodanig zijn dat duidelijk is wanneer er sprake is van een overtreding en overtredingen moeten herkenbaar/zichtbaar én controleerbaar zijn; - het plan dient uitvoerbaar te zijn. De grondslag voor een goed werkend handhavingsbeleid wordt gevormd door een grondige inventarisatie van de feitelijke situatie (grondgebruik, bebouwing) van het plangebied bij de opstelling van het bestemmingsplan en een deugdelijk mutatiesysteem bij de uitvoering van het bestemmingsplan. Onderdeel van dit mutatiesysteem is een goede regi-
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
67
Status: onherroepelijk
stratie van verleende vergunningen. Bij de opstelling van dit bestemmingsplan heeft een grondige inventarisatie plaatsgevonden van de feitelijke situatie (zie hoofdstukken 2 en 3). Daarnaast vindt registratie plaats van verleende vergunningen. Handhaving kan plaatsvinden via publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke weg. Dit laatste is afhankelijk van het Openbaar Ministerie. In het ruimtelijk bestuursrecht is de gemeente op grond van de Gemeentewet bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang ten aanzien van ontwikkelingen die strijdig zijn met de bepalingen van het bestemmingsplan. Deze vormen van handhaving vallen onder de zogenoemde repressieve handhaving. Hiermee wordt gedoeld op de middelen en/of het instrumentarium waarmee de gemeente naleving kan afdwingen, dan wel tegen normafwijkend gedrag correctief kan optreden. Daarnaast wordt onderscheiden de preventieve handhaving. Deze komt voornamelijk tot uitdrukking in het toezicht op het gebruik van gronden en gebouwen. Preventieve handhaving geschiedt over het algemeen door informele middelen waaronder bijvoorbeeld informeel contact tussen de met handhaving belaste personen en de grondgebruikers. Hoewel het effect van dergelijke middelen niet goed meetbaar is, wordt aan deze middelen toch zeker betekenis toegekend. Daarnaast zijn in het bestemmingsplan instrumenten van toezicht opgenomen. Gedoeld wordt op de vrijstellingsbevoegdheden, wijzigingsbevoegdheden, de bevoegdheid nadere eisen te stellen en de mogelijkheid aanlegvergunningen te verlenen. Deze instrumenten maken een toetsing mogelijk voordat met de beoogde activiteit (bouwen, gebruiken, het verrichten van werken en/of werkzaamheden) een aanvang wordt gemaakt. De te nemen besluiten op basis van de genoemde bevoegdheden dienen te berusten op een deugdelijke motivering.
7.3 Grondexploitatie in relatie tot Wet ruimtelijke ordening Voor onderhavig bestemmingsplan is geen grondexploitatieplan benodigd omdat er geen bouwplannen in de zin van artikel 6.2.1 Bro mogelijk worden gemaakt. De regeling is zodanig opgezet dat nieuwbouw van woningen niet is toegestaan, tenzij het vervangende nieuwbouw op bestaande fundamenten betreft. Alleen via een wijzigingsbevoegdheid is vervangende nieuwbouw toegestaan anders dan op de bestaande funderingen. Op enkele locaties mogen nieuwe woningen worden gebouwd. Het gaat hier om woningen, die reeds mochten worden gebouwd op grond van het nu nog geldende bestemmingsplan. Conform de reparatiewetgeving van de Wro (Nota van Wijziging 26 februari 2009, Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31750, nr. 8) leidt woningbouw, die ook al in het vorige bestemmingsplan mogelijk was (directe bouwtitel) én wordt
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
68
Status: onherroepelijk
overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan, niet tot een verplichting één of meer exploitatieplannen op te stellen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
69
Status: onherroepelijk
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
70
Status: onherroepelijk
8.
OVERLEG EN INSPRAAK
8.1 Inleiding De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven (afhankelijk van de gemeentelijke inspraakverordening). Pas daarna kan de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan van start gaan.
8.2 Inspraak De Wet ruimtelijke ordening zelf bevat geen bepalingen omtrent inspraak. Dat neemt niet weg dat het de gemeente vrij staat toch inspraak te verlenen b.v. op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. In relatie daarmee bepaalt artikel 150 van de Gemeentewet onder meer dat in een gemeentelijke inspraakverordening moet worden geregeld op welke wijze personen en rechtspersonen hun mening kenbaar kunnen maken. Er is sprake geweest van een terinzagelegging van onderhavig bestemmingsplan van 6 weken. De binnengekomen zienswijzen zijn samengevat en zijn samen met de reactie van de gemeente Woensdrecht als bijlage bij de toelichting opgenomen. Voor zover de ingediende zienswijzen aanleiding hebben gegeven tot het aanpassen van het bestemmingsplan, zien de aanpassingen in het ontwerpplan doorgevoerd. Verder heeft er 28 april 2009 een informatieavond plaatsgevonden. De plannen zijn daarin toegelicht en er is gelegenheid tot het stellen van vragen geweest. Een verslag van de informatieavond is als bijlage bij de toelichting opgenomen.
8.3 Wettelijk vooroverleg Artikel 3.1.1. Bro geeft aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan verplicht zijn overleg te plegen met het waterschap en daar waar nodig met de besturen van andere gemeenten, met de provinciale commissie gemeentelijke plannen, de inspecteur voor de ruimtelijke ordening, en met eventuele andere diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. De instanties die in kennis gesteld moeten worden van dit bestemmingsplan zijn in de gelegenheid gesteld tot het geven van een reactie. Een samenvatting van de binnengekomen overlegreacties met een reactie van de gemeente zijn samen met de ambtshalve wijzigingen als bijlage bij toelichting opgenomen. Voor zover de binnenge-
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
71
Status: onherroepelijk
komen overlegreacties van deze instanties daartoe aanleiding hebben, zijn de aanpassingen in het ontwerpplan doorgevoerd.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht - Calfven”
72
BIJLAGEN
Bijlage 1. Eindverslag inspraak voorontwerp-bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven”
EINDVERSLAG INSPRAAK met betrekking tot het VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN “BEBOUWDE KOM OSSENDRECHT / CALFVEN”.
Het voorontwerp bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven” heeft voor eenieder ter inzage gelegen met ingang van 9 april 2009 gedurende een periode van zes weken. Gedurende deze periode konden ingezetenen en andere belanghebbenden schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het voorontwerp bestemmingsplan kenbaar maken aan burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht. Op 28 april 2009, aanvang 19.00 uur, heeft in het Multifunctioneel centrum “De Drieschaar” een informatieavond plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst konden ook schriftelijke of mondelinge zienswijzen worden ingebracht. Van deze bijeenkomst is een verslag opgesteld. Dit verslag is toegezonden aan degenen die blijkens de presentielijst aanwezig waren. De bekendmaking is gepubliceerd in de Woensdrechtse Bode (infopagina gemeente) van 8 april 2009. De bekendmaking, alsmede de toelichting, de planregels en de verbeelding zijn (als pdf-bestand) te raadplegen c.q. te downloaden via de gemeentelijke website “www.woensdrecht.nl”, onder “bekendmakingen” en vervolgens onder “bestemmingsplannen, ter inzage”. Van de gelegenheid tot het indienen van een zienswijze is gebruik gemaakt door de volgende personen c.q. instanties: Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Indieners zienswijze Bouwfonds Eigen Steen Value Fonds B.V. te Hoevelaken De heer C. Blommerde te Ossendrecht De heer E. v/d Eijnden te Ossendrecht De heer P. Pijnen te Ossendrecht Stichting de Luchtballon te Ossendrecht De heer M.J. Swagemakers te Ossendrecht De heer C. Leenaarts te Ossendrecht Heemkundekring Het Zuidkwartier & Stichting Behoud Cultuurhistorisch Erfgoed Zuidwesthoek te (p/a) Hoogerheide De heren R. van Meir, M. Mattheussens en W.J. van Harten te Ossendendrecht De heer M.J.J. Ossenblok te Zegge Staal Makelaars te Made namens de heren de Jong De heer drs. D.A.G.M. Ossenblok te Rhoon De heer en mevrouw Nelen-Lauwen te Ossendrecht
datum ontvangst 20-04-2009 21-04-2009 24-04-2009 05-05-2009 14-05-2009 14-05-2009 14-05-2009 18-05-2009 19-05-2009 19-05-2009 20-05-2009 20-05-2009 20-05-2009
De ingebrachte zienswijzen kunnen als volgt worden samengevat. Tevens wordt per zienswijze een reactiegegeven. Bij de afweging is niet van de samenvatting, maar van de totale zienswijze uitgegaan. In vetgedrukte tekst worden de aanpassingen aangegeven.
1
SAMENVATTING ZIENSWIJZEN ad 1: (Bouwfonds) Gevraagd wordt om de bestemming van het adres Dorpsstraat 16 te Ossendrecht naast “Dienstverlening” ook te bestemmen tot “Kantoor” en op het achterste deel van het gebouw ook een verdieping toe te staan.
ad 2: (de heer Blommerde) Verzoekt met betrekking tot het adres Aanwas 25 te Ossendrecht de bestemming “Bedrijf” om te zetten in de bestemming “Wonen”, waarbij conform het huidige bestemmingsplan op de locatie van de huidige loods een nieuwbouwwoning is toegestaan. ad 3: (de heer V/d Eijnden) Verzoekt met betrekking tot het perceel Vijverweg 4 de agrarische bestemming om te zetten in de bestemming “Wonen”. ad 4: (de heer Pijnen) Verzoekt om met betrekking tot het adres Burgemeester Voetenstraat 81 te Ossendrecht de bestemming “Horeca (h=5)” terug te brengen naar de huidige bestemmingen “Wonen” respectievelijk “Maatschappelijk”. Nu de rechtbank het vrijstellingsbesluit heeft vernietigd ligt opname in een conserverend bestemmingsplan niet voor de hand.
REACTIE GEMEENTE Het perceel aan de Dorpsstraat 16 te Ossendrecht zal worden bestemd als Gemengd - 2. Het gaat hier immers om twee gelijkwaardige functies. Verder zal de op de verbeelding aangegeven maximale goot- en bouwhoogte worden verhoogd van 4 meter naar 8 meter. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van de regels en de verbeelding. De situatie wordt aangepast aan de situatie in het huidige bestemmingsplan. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van de verbeelding.
De verbeelding en de toelichting worden conform het verzoek aangepast.
Voor deze situatie is een zgn. artikel 19, lid 2 WRO-procedure gevolgd. Uit dien hoofde is geen sprake meer van een nieuwe ontwikkeling en past opname er van in onderhavig bestemmingsplan. Tegen de uitspraak van de rechtbank is door ons hoger beroep ingesteld. In afwachting van de beslissing is het gewenst om de voorgenomen bestemming “Horeca (h=5) te handhaven. Bovendien mogen in een (overwegend) conserverend bestemmingsplan ook toekomstige ontwikkelingen worden opgenomen. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan.
ad 5: (Stichting de Luchtballon) Verzoekt artikel 15.5 lid a zodanig aan te Artikel 15.5.a. wordt aangevuld met: “…, passen dat de recreatieve bedrijfsvoering, als met dien verstande dat binnen de aanduiding bedoeld in hun doelstelling, wordt toegestaan. ‘specifieke vorm van recreatie – luchtballon’ is toegestaan: 1. het bedrijfsmatig organiseren van therapeutische vakanties voor kinderen met een handicap zoals astma, voedselallergie, eczeem, obesitas, diabetes; 2. het bedrijfsmatig beheren, bouwen en onderhouden van terrein en gebouwen; het ombouwen van een oud legercomplex tot een multifunctionele accommodatie en het beheren, exploiteren en onderhouden hiervan; 3. het bedrijfsmatig faciliteren van bijvoor2
SAMENVATTING ZIENSWIJZEN
ad 6: (de heer Swagemakers) Wenst zijn bedrijfspand op het perceel Zr.M. Adolphinestraat 5, 5a en 5b te vergroten ter verruiming van de bestaande activiteiten (scooterpalace en Human sports), die nu te krap zitten.
ad 7: (De heer Leenaarts) Wenst op zijn perceel aan de Oude Dijk (voorgevel op noordzijde) een extra mogelijkheid tot het bouwen van een woning.
REACTIE GEMEENTE beeld voeding en materialen voor groepen, gezinnen en organisaties die ook graag gebruik willen maken van het terrein en hiermee de in dit lid onder 1, 2 en 3 genoemde doelstelling van De Luchtballon respecteren, ondersteunen c.q. aanvullen. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van de regels. Het is niet gewenst de bebouwingsmogelijkheden ten hoeve van de bestemming bedrijven te verruimen aangezien dit betekent dat de aangrenzende percelen met een bouwwerk met een goothoogte van 4,75 m en een bouwhoogte van 7,5m te maken krijgen. Bovendien wordt door de verruiming het huidige kleinschalige karakter te veel verruimd. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. Het is niet gewenst hieraan medewerking te verlenen. Momenteel is er een prioriteitenlijst opgesteld voor de verdeling van het totale woningbouwcontingent. Op het moment dat ergens een bouwblok vervalt of een plan niet doorgaat, wordt onderstaande lijst langsgelopen. Op het moment dat er voor een bepaalde post nog te weinig contingent is, dan wordt het vrijkomende contingent daaraan toegekend. De prioriteiten zijn als volgt vastgesteld: 1. Bouwplannen met harde bouwcapaciteit; 2. Bouwplannen die niet meer terug te draaien zijn vanwege contractuele verplichtingen; 3. Bouwplannen om in elke kern starterswoningen te realiseren; 4. Bouwplannen om in elke kern een WOZOCO te realiseren; 5. Bouwplannen op eigen gronden; 6. Bouwplannen op andermans gronden; 7. Verzoeken tot bouwgrond op de wachtlijst. Gelet op de reeds bestaande wachtlijst ligt het bovendien niet in de verwachting dat dit systeem voor dit geval binnen afzienbare tijd tot een positieve besluitvorming leidt. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan.
ad 8: (Heemkundekring Het Zuidkwartier & Stichting Behoud Cultuurhistorisch Erfgoed Zuidwesthoek) 3
SAMENVATTING ZIENSWIJZEN Verzocht wordt de bestemmingsgrenzen van het adres Aanwas 29 te Ossendrecht aan te passen aan de feitelijke situatie.
REACTIE GEMEENTE De bestemmingsgrens “Cultuur en ontspanning”, inclusief het “bouwvlak” wordt overeenkomstig het verzoek vergroot. Deze reactie geeft aanleiding tot een aanpassing van de verbeelding. Ad 9: (De heren Van Meir, Mattheussens en Van Harten) De hotelbestemming op het adres Burgemees- Voor deze situatie is een zgn. artikel 19, lid 2 ter Voetenstraat 81 te Ossendrecht past niet in WRO-procedure gevolgd. Uit dien hoofde is het conserverend karakter van het bestemgeen sprake meer van een nieuwe ontwikkeling mingsplan. en past opname er van in onderhavig bestemmingsplan. Tegen de uitspraak van de rechtbank is door ons hoger beroep ingesteld. In afwachting van de beslissing is het gewenst om de voorgenomen bestemming “Horeca (h=5) te handhaven. Bovendien mogen in een (overwegend) conserverend bestemmingsplan ook toekomstige ontwikkelingen worden opgenomen. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. Ad 10: (De heer Ossenblok te Zegge) Wenst dat zijn kadastrale perceel B 2036 Het is niet gewenst hieraan medewerking te verwordt toegevoegd aan onderhavig bestemlenen. Het perceel B 2036 betreft hoofdzakelijk mingsplan, op zodanige wijze dat daarop een een bosperceel deel uitmakende van een groter woning kan worden gerealiseerd. geheel. Op het perceel rusten diverse natuur- en cultuurhistorische waarden. Momenteel is er een prioriteitenlijst opgesteld voor de verdeling van het totale woningbouwcontingent. Op het moment dat ergens een bouwblok vervalt of een plan niet doorgaat, wordt onderstaande lijst langsgelopen. Op het moment dat er voor een bepaalde post nog te weinig contingent is, dan wordt het vrijkomende contingent daaraan toegekend. De prioriteiten zijn als volgt vastgesteld: 1. Bouwplannen met harde bouwcapaciteit; 2. Bouwplannen die niet meer terug te draaien zijn vanwege contractuele verplichtingen; 3. Bouwplannen om in elke kern starterswoningen te realiseren; 4. Bouwplannen om in elke kern een WOZOCO te realiseren; 5. Bouwplannen op eigen gronden; 6. Bouwplannen op andermans gronden; 7. Verzoeken tot bouwgrond op de wachtlijst. Gelet op de reeds bestaande wachtlijst ligt het bovendien niet in de verwachting dat dit systeem voor dit geval binnen afzienbare tijd tot een positieve besluitvorming leidt. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het 4
SAMENVATTING ZIENSWIJZEN
REACTIE GEMEENTE plan.
Ad 11: (Staal Makelaars) Wenst de toevoeging van de aanduiding “nieuwbouwwoning toegestaan” op een perceel aan de Slingerstraat (sectie D nr. 1567). Wil de extra bouwmogelijkheid op het adres Molendreef 71 te Ossendrecht daarvoor inwisselen.
Het is niet gewenst hieraan medewerking te verlenen. Enerzijds omdat het bouwvlak op het adres Molendreef 71 op eigen verzoek in onderhavig bestemmingsplan is komen te vervallen, ter vergroting van het bouwvlak aldaar. Anderzijds omdat uitruil van bouwvlakken niet valt binnen de doelstellingen van het gemeentelijk beleid. Medewerking zou namelijk een handel in bouwblokken als gevolg kunnen hebben en dat is uit een oogpunt van precedentenwerking niet gewenst. Om dit alles te voorkomen is een prioriteitenlijst opgesteld voor de verdeling van het totale woningbouwcontingent. Op het moment dat ergens een bouwblok vervalt of een plan niet doorgaat, wordt onderstaande lijst langsgelopen. Op het moment dat er voor een bepaalde post nog te weinig contingent is, dan wordt het vrijkomende contingent daaraan toegekend. De prioriteiten zijn als volgt vastgesteld: 1. Bouwplannen met harde bouwcapaciteit; 2. Bouwplannen die niet meer terug te draaien zijn vanwege contractuele verplichtingen; 3. Bouwplannen om in elke kern starterswoningen te realiseren; 4. Bouwplannen om in elke kern een WOZOCO te realiseren; 5. Bouwplannen op eigen gronden; 6. Bouwplannen op andermans gronden; 7. Verzoeken tot bouwgrond op de wachtlijst. Gelet op de reeds bestaande wachtlijst ligt het bovendien niet in de verwachting dat dit systeem voor dit geval binnen afzienbare tijd tot een positieve besluitvorming leidt. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan.
Ad 12: (de heer Ossenblok te Rhoon) Wenst zijn perceel Trambaan 64 (sectie B nummer 2035) te splitsen om daarom een extra woning te realiseren.
Het is niet gewenst hieraan medewerking te verlenen. Splitsing van bouwvlakken valt (nog) niet valt binnen de doelstellingen van het gemeentelijk beleid. De gemeenteraad zal op zijn vroegst in de julivergadering een discussienota voorgeschoteld krijgen. Het is nog maar de vraag òf en, zo ja, onder welke voorwaarden perceelssplitsing tot de mogelijkheden gaat behoren. Voorlopig dient derhalve te worden uitgegaan van het bestaande systeem. Momenteel is er een prioriteitenlijst opgesteld 5
SAMENVATTING ZIENSWIJZEN
REACTIE GEMEENTE voor de verdeling van het totale woningbouwcontingent. Op het moment dat ergens een bouwblok vervalt of een plan niet doorgaat, wordt onderstaande lijst langsgelopen. Op het moment dat er voor een bepaalde post nog te weinig contingent is, dan wordt het vrijkomende contingent daaraan toegekend. De prioriteiten zijn als volgt vastgesteld: 1. Bouwplannen met harde bouwcapaciteit; 2. Bouwplannen die niet meer terug te draaien zijn vanwege contractuele verplichtingen; 3. Bouwplannen om in elke kern starterswoningen te realiseren; 4. Bouwplannen om in elke kern een WOZOCO te realiseren; 5. Bouwplannen op eigen gronden; 6. Bouwplannen op andermans gronden; 7. Verzoeken tot bouwgrond op de wachtlijst. Gelet op de reeds bestaande wachtlijst ligt het bovendien niet in de verwachting dat dit systeem voor dit geval binnen afzienbare tijd tot een positieve besluitvorming leidt. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan.
Ad 13: (de heer en mevrouw Nelen-Lauwen) Wensen, gelet op de mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan, met betrekking tot hun perceel Calfven 87 een grotere nokhoogte van minimaal 9,50m.
De maximale bouwhoogte wordt van “7,5m” verhoogd naar “9,5m”. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van de verbeelding.
Hoogerheide, 1 juli 2009
6
Bijlage 2. Eindverslag vooroverleg voorontwerp-bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven”
EINDVERSLAG VOOROVERLEG met betrekking tot het VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN “BEBOUWDE KOM OSSENDRECHT / CALFVEN”.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening zijn diverse instanties bij brief van 31 maart 2009, verzonden 1 april 2009, in kennis gesteld dat het voorontwerp bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven” ter inzage is gelegd. De analoge bekendmaking, zoals deze is gepubliceerd in de Woensdrechtse Bode (infopagina gemeente) van 8 april 2009, was als bijlage toegevoegd. Tevens was aangegeven dat de bekendmaking, alsmede de toelichting, de planregels en de verbeelding (als pdf-bestand) zijn te raadplegen c.q. te downloaden via de gemeentelijke website “www.woensdrecht.nl”, onder “bekendmakingen” en vervolgens onder “bestemmingsplannen, ter inzage”. De instanties zijn tot uiterlijk 20 mei 2009 in de gelegenheid gesteld te reageren. Van de gelegenheid tot het geven van een reactie is gebruikt gemaakt door: Nr. Indieners zienswijze 1. Provincie Noord-Brabant: Directie Ruimtelijke ontwikkeling en Handhaving 2. VROM-Inspectie
datum ontvangst 28-05-2009 27-05-2009
De ingebrachte opmerkingen kunnen als volgt worden samengevat. Tevens wordt per opmerking een reactie gegeven. Bij de afweging is niet van de samenvatting, maar van de totale opmerking uitgegaan. In vetgedrukte tekst worden de aanpassingen aangegeven. SAMENVATTING OPMERKINGEN REACTIE GEMEENTE ad 1 (Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving) Thema detailhandel De directie is van mening dat de detailhanDe verklaring van geen bezwaar had betrekking delsmogelijkheden in het onderhavige plan op plannen in het centrum van Hoogerheide. zich niet verdragen met de gemeentelijke visie Deze plannen waren onderbouwd door een dis(om detailhandel te concentreren in de kern tributieplanologisch onderzoek, dat alleen beHoogerheide). Op basis van dit beleid heeft trekking had op de kern Hoogerheide. De in het GS een verklaring van geen bezwaar afgege- bestemmingsplan ‘Centrum Hoogerheide’ opven voor de plannen aan het Raadhuisplein. genomen detailhandelsregeling had ook alleen betrekking op Hoogerheide. Eén en ander heeft dan ook niets te maken met het detailhandelsbeleid voor de kern Ossendrecht. Ook voor deze kern geldt een winkelconcentratiebeleid (zie ook pagina 35 van de toelichting). Thema bedrijven De directie constateert dat de bedrijven die
Uit de toelichting van het bestemmingsplan 1
SAMENVATTING OPMERKINGEN zijn toegestaan binnen de bestemming ‘Bedrijven’ niet gevestigd kunnen worden op de locatie waar bedrijven een specifieke aanduiding op de verbeelding hebben. Dit wordt, in het kader van zorgvuldig ruimtegebruik en hergebruik, door de directie als niet wenselijk beschouwd.
ad 2 (VROM-inspectie) Het plangebied is gedeeltelijk gelegen binnen de zogenaamde Inner Horizontal Surface en Conical Surface (IHCS) van de vliegbasis Woensdrecht. Voor onderhavig plangebied geldt een oplopende, maximale bebouwingshoogte van tussen de 56 meter en 156 meter boven NAP. In artikel 27, onder e, van de planregels is een beperkt aantal bouwwerken toegestaan tot 40 meter hoog. Gezien de sterk flucturerende maaiveldhoogte ten opzichte van NAP wordt verzocht op de Verbeelding de IHCS op te nemen en de regels en toelichting van het plan daarop aan te passen.
REACTIE GEMEENTE (pag. 41) blijkt dat ter plaatse van de bedrijven met een aanduiding na sluiting bedrijven uit de categorieën 1 en 2 zijn toegestaan. Blijkbaar is dit niet helder geformuleerd in de regels. Daarom is in artikel 4.1 sub c, d en e van de regels het woordje ‘tevens’ toegevoegd. De opgenomen aanduiding is dus een verruiming van de categorie bedrijven die algemeen binnen de bestemming zijn toegestaan. De binnengekomen reactie leidt tot een aanpassing van de regels.
Er zal op de verbeelding een ‘Vrijwaringszone - Luchtvaartverkeerzone’ als aanduiding worden opgenomen en in de regels worden bepaald dat de hoogte van de bouwwerken gelegen binnen de aanduiding nooit meer mag zijn dan 56 meter boven NAP. De binnengekomen reactie leidt tot een aanpassing van de regels en de verbeelding.
Ambtshalve is het gewenst een aantal aanpassingen door te voeren. Dit betreft: AAN TE PASSEN ONDERDELEN ALGEMEEN In het plan ontbreekt het grondwaterbeschermingsgebied zoals aangegeven op de waardenkaart van de provincie Noord-Brabant.
AANPASSING In de regels en op de verbeelding wordt de gebiedsaanduiding ‘milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied’ toegevoegd. In de regels wordt deze aanduiding opgenomen in de Algemene aanduidingsregels van hoofdstuk 3. In dit artikel zal tevens de reeds opgenomen gebiedsaanduiding ‘milieuzone – waterwingebied’ worden geregeld. Hierdoor komt artikel 24 (Waterstaat – Waterstaatkundige functie) te vervallen.
m.b.t. de VERBEELDING (legenda) In de legenda is de verklaring voor “Waarde- De verklaring op de legenda is aangepast Archeologie” niet gelijk aan de aanduiding op aan de aanduiding op de verbeelding. de verbeeldingen (+-arcering). m.b.t. de VERBEELDING (plankaart 1 van 4) 2
Op het adres Burg. Voetenstraat 77:
Op het adres Burg. Voetenstraat 75
Op het adres Aanwas 51
Op het adres Dorpsstraat 18 ontbreekt de gevellijn. Op de adressen Peeberg 45 t/m 49 (oneven) ontbreekt de gevellijn. Binnen de bestemming “VerkeerVerblijfsgebied” ontbreken op de analoge verbeelding de letter aanduiding(en) “V-VB”. Op de rand van het bestemmingsplan (Oude Dijk) staat de letteraanduiding “WR-A”; dit staat voor “Waarde – Archeologie”; ter plaatse geldt dit niet.
is achterop het perceel een gedeelte van de bestemming “Wonen” omgezet naar de bestemming “Horeca”, met de aanduiding “(h=5)”, aangezien dit één geheel uitmaakt met de Horecabestemming op het adres Burg. Voetenstaat 81. Naast de verkoop van auto’s is er tevens sprake van een garagebedrijf en een autospuiterij. De aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – spuiterij’ wordt opgenomen. De bestemming van het perceel zal worden gewijzigd van Bedrijf naar Wonen – 3. Voor het gedeelte van het pand waar bedrijvigheid plaatsvindt, zal de aanduiding ‘bedrijf’ worden opgenomen. De ontbrekende gevellijn is aangebracht. De ontbrekende gevellijnen zijn aangebracht. De ontbrekende letteraanduiding(en) “VVB” zijn aangebracht.
De arcering en positionering van de letteraanduiding is aangepast, mede aan de ROstandaarden. De dubbelbestemming is geschrapt.
m.b.t. de VERBEELDING (plankaart 2 van 4) Op de adressen Adolhineplein 1 t/m 5, Kon. De analoge verbeelding is dienovereenkomWilhelminastraat 4 en 6 zijn de bestemmingen stig aangepast. niet correct (overeenkomstig de feitelijke situatie) weergegeven. Op de adressen Markt 9 en 11: is achterop het perceel een gedeelte van de bestemming “Centrum” omgezet in de bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied”, met de aanduiding “garage”, waardoor het oprichten van garageboxen mogelijk wordt. Op het adres O.L.V. ter Duinenlaan 68 is de De gevellijn resp. de aansluitende bouwgevellijn en de aansluitende bouwvlakgrens vlakgrens is 2m oostwaarts opgeschoven. niet correct weergegeven. Op het adres Pottenbergen 15 is een gedeelte Het perceel (kadastraal bekend als Ossendvan het perceel bestemd tot “Wonen”, terwijl recht, sectie D nummer 5702) bestemmen het perceel toebehoort aan het medisch cenals “Maatschappelijk”, buiten het bouwtrum dat de bestemming “Maatschappelijk” vlak. heeft. Op het adres Wassevendreef 90 is de bouwDe bouwvlakgrens en de gevellijn zijn aanvlakgrens en de gevellijn niet correct weerge- gepast, zodat één rechte lijn ontstaat, geven; de erker dient er vóór te liggen. waarbij de erker er vóór komt te liggen. m.b.t. de VERBEELDING (plankaart 3 van 4) 3
Binnen de bestemming “VerkeerDe ontbrekende letteraanduiding(en) “ VVerblijfsgebied” ontbreken op de analoge VB” zijn aangebracht. verbeelding de letter aanduiding(en) “V-VB”. m.b.t. de VERBEELDING (plankaart 4 van 4) Op het adres Klein Brembrood 6 is de gevellijn niet correct weergegeven. Op het adres Calfven 110 dient de voorste bouwvlakgrens en de gevellijn naar achter te worden verplaatst. Op het adres Trambaan 55 is de gevellijn niet correct weergegeven.
m.b.t. de VERBEELDING (algemeen) Op de ondergrond staat de straatnamen en huisnummers dubbel vermeld. Op de analoge plankaarten en de betreffende pdf-bestanden: Op de verbeeldingen (plankaart 1 t/m 4) staan ‘punten’ vermeld die geen functie hebben; het zijn waarschijnlijk door het systeem gehanteerde oriëntatiepunten voor het plaatsen van symbolen. m.b.t. de TOELICHTING in hoofdstuk 1.2 wordt achter “Trambaan 25 t/m 83 (oneven)” toegevoegd: m.b.t. de PLANREGELS artikel 1: begrip “bestemmingsplan” tekst is vervangen door: artikel 1: begrip “verbeelding” onder “c”: tekst is vervangen door: artikel 1: toegevoegd is het begrip:
artikel 1: begrip “horeca van categorie 1” is de tekst aangevuld met:
artikel 2, onder e.: artikel 5.1 de bestemmingsomschrijving wordt aangevuld met: artikel 14.1 de bestemmingsomschrijving wordt aangevuld met:
De gevellijn is doorgetrokken tot aan de westelijke zijdelingse perceelsgrens. De voorste bouwvlakgrens en de gevellijn zijn naar achter geplaatst. De gevellijn is doorgetrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrens aan de Bergstraat.
De kleinste tekst is verwijderd. is een “maatbalk” opgenomen. De “punten” zijn verkleind en niet meer zichtbaar op de plankaart met een schaal van 1:1000.
“… en 50 t/m 64 en 80 (even)”.
n.v.t. digitale verbeelding: n.v.t. “bebouwd oppervlak: het totaal van de oppervlakten van bouwwerken voor zover deze een grotere hoogte hebben dan 1,2m, met dien verstande dat pergola’s, erfafscheidingen, e.d. buiten beschouwing worden gelaten.” “Daaronder begrepen een ijssalon, een koffie- en/of theehuis. Deze type horecabedrijven worden geschrapt uit de definitie van horeca van categorie 2 bedrijven. het woord “nederwaarts” is vervangen door het woord “neerwaarts”. “h. groen- en parkeervoorzieningen.”. “f. bibliotheek.”.
4
artikel 15.2.1.a. is aangevuld met:
artikel 19.1.c wordt verwijderd
in artikel 19.2.2.e is tussen “dienen” en “te” toegevoegd de tekst: in artikel 19.2.3.e is tussen “de” en “van” tussengevoegd de tekst: in artikel 19.2.4.a. is de tekst “…met uitzondering van pergola’s, erfafscheidingen, e.d.;” vervangen door: in artikel 20.9 is:
“…, voor zover het betreft de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - luchtballon;”. De aanduiding ‘horeca’ die is opgenomen binnen de bestemming “Wonen – 3” zal worden verwijderd. Het cafetaria (aan het Adolphineplein 6) zal de bestemming “Horeca” krijgen. “…geheel of gedeeltelijk …”. “…feitelijke voorgevel …”.
“….met dien verstande dat pergola’s, erfafscheidingen, e.d. buiten beschouwing worden gelaten;” de wijzigingsbevoegdheid verwijderd aangezien deze bij “Wonen-4” niet van toepassing is. artikel 23.7.3 stelt ten onrechte dat vooraf een artikel 23.7.3, sub b wordt gewijzigd. De eis schriftelijk advies bij de provinciaal archeodat vooraf schriftelijk advies ingewonnen loog. dient te worden bij de provinciaal archeoloog zal worden vervangen door de eis dat de indiener bij de vergunningaanvraag een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige. artikel 23.9 behelst ten onrechte een wijziin artikel 23.9 is de ‘wijzigingsbevoegdgingsbevoegdheid. heid’ vervallen. in artikel 29 is de eerste alinea vervangen “Bij toepassing van een ontheffingsbedoor: voegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan en het stellen van nadere eisen is de volgende procedure van toepassing: a. het ontwerp-besluit ligt met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, gedurende 2 weken ter inzage; b. voorafgaand aan de terinzagelegging geven burgemeester en wethouders in een of meer dag-, nieuws- of huis-aanhuisblad, dan wel op een andere geschikte wijze kennis van het ontwerp; c. in de kennisgeving wordt vermeld: 1. waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen; 2. wie in de gelegenheid worden gesteld om zienswijzen naar voren te brengen; 3. op welke wijze dit kan geschieden. d. indien tegen het ontwerp-besluit zienswijzen naar voren zijn gebracht wordt het besluit met redenen omkleed; 5
e. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijze naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede. Hoogerheide, 1 juli 2009
6
Bijlage 3. Samenvattend verslag van de informatieavond voorontwerp-bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven”
Samenvattend VERSLAG van de INFORMATIEAVOND met betrekking tot het VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN “BEBOUWDE KOM OSSENDRECHT / CALFVEN”, gehouden op dinsdag 28 april 2009 in het MFC “de Drieschaar”, De Ploeg 11 te Ossendrecht, aanvang 19.00 uur.
AANWEZIG NAMENS HET GEMEENTEBESTUUR: P.A.M. Meeuwisse : wethouder / voorzitter infoavond P.J.M.H. Jongenelen : senior beleidsmedewerker / notulist AANWEZIGE BELANGSTELLENDEN (blijkens de presentielijst): NAAM* STRAATNAAM POSTCODE A. Jacobs Aanwas 22 4641 JJ Karremans Calfven 99 4641 RC Mathijssen Calfven 69 4641 RC Musters Calfven 112 4641 RE M.J. de Koning O.L.V. ter Duinenlaan 68 4641 HG N.R. Trompert O.L.V. ter Duinenlaan 68 4641 HG A.C. de Koning Looipad 14 4641 TD W. Clarijs O.L.V. ter Duinenlaan 101 4641 HD Y. Rijk Duinstraat 31 4641 GG A. Sebrechts (OVO) Dorpsstraat 33 4641 HV P. Pijnen Burg. Voetenstraat 79 4641 JB W. Harten Aanwas 13 4641 JE M. Heijnen (GJM) De Ploeg 15 4641 TH J. v/d Poel (OVO) Hondseind 1 4641 HM Asselbergs Z.M. Adolphinestraat 20 4641 CP R. Tak Hondseind 17 4641 HM A. van Amsterdam Calfven 110 4641 RE T. van Meir Aanwas 10 4641 JH R. van Meir Aanwas 10 4641 JH L. de Vos (DPO) Wassevendreef 39 4641 DA F. de Jong Burg. Voetenstraat 24 4641 JC *
WOONPLAATS OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT OSSENDRECHT
: tussen haakjes staat de instantie die wordt vertegenwoordigd
De voorzitter heet de aanwezigen van harte welkom. Hij stelt de heer Jongenelen en zichzelf voor. Vervolgens legt hij uit wat het doel is van deze bijeenkomst: a. het geven van toelichting op het voorontwerp bestemmingsplan en de procedure; b. gelegenheid tot het stellen van vragen; c. het in ontvangst nemen van schriftelijke of mondelinge zienswijzen. De voorzitter geeft aan dat dit het eerste bestemmingsplan is ter uitvoering van de gemeentelijke wens c.q. de wettelijke verplichting om alle bestemmingsplannen van de gemeente te actualiseren en aan te passen aan de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Per bebouwde kern zal de
komende jaren één bestemmingsplan in procedure worden gebracht. Dit betreft in principe algemene, niet op ontwikkeling gerichte plannen. Voor specifieke (nieuwbouw) projecten zal een specifiek bestemmingsplan ( ook wel postzegelplan genaamd) worden opgesteld. Nu aan de orde is het voorontwerp bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven. Dit plan ligt al vanaf 9 april ter inzage. De ter inzage legging eindigt 20 mei a.s. Tot en met 20 mei a.s. kunnen desgewenst ook zienswijzen worden ingediend. Voor de toelichting op het voorontwerp bestemmingsplan geeft hij het woord aan de heer Jongenelen. De heer Jongenelen licht aan de hand van een PowerPoint presentatie het voorontwerp bestemmingsplan toe. Daarbij schenkt hij aandacht aan: • de documenten (tot nu toe) • algemene regels • ligging en begrenzing • algemene bouwregels • de legenda • algemene ontheffingsregels • de verbeelding • overgangs- en slotregels • achtergrond en doel • opbouw van de bestemmingen • te vervangen bestemmingsplannen • onderscheid centrum versus gemengd • uitgangspunten • bestemming Wonen-3 en Wonen-4 • opbouw planregels • waarde-archeologie • de inleidende regels • de bestemmingsregels (enkel- en dubbelbestemmingen) De voorzitter kondigt een pauze aan. Na de pauze licht de heer Jongenelen de inspraak procedure toe. Daarbij wijst hij er op dat de ter inzage legging én de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen eindigt op 20 mei a.s. Van de informatieavond wordt een samenvattend verslag opgesteld. Dit zal worden toegezonden aan de personen op de presentielijst. De ingekomen zienswijzen worden verwerkt in een “eindverslag inspraak”, waarin naast een samenvatting van de zienswijzen ook wordt aangegeven of en, zo ja, tot welke aanpassing de onderscheidenlijke zienswijzen hebben geleid. In het kader van het (wettelijke) vooroverleg zijn diverse instanties in de gelegenheid gesteld te reageren. De ingekomen reacties worden verwerkt in een “eindverslag vooroverleg”, waarin naast een samenvatting van de zienswijzen ook wordt aangegeven of en, zo ja, tot welke aanpassing de onderscheidenlijke zienswijzen hebben geleid. Ook ambtshalve aanpassingen worden in het “eindverslag vooroverleg” meegenomen. De eventuele aanpassingen worden verwerkt en leiden tot de totstandkoming van het ontwerp bestemmingsplan. Na vaststelling door het college wordt het ontwerp gepubliceerd, naar verwachting op 19 augustus 2009, in de Woensdrechtse Bode, de Staatscourant en op de gemeentelijke website (www.woensdrecht.nl). Het ontwerp ligt dan vanaf 20 augustus gedurende zes weken (dus tot en met 30 september) ter inzage. Tevens bestaat gedurende die termijn de mogelijkheid zienswijzen in te dienen bij de gemeenteraad. De vaststelling door de gemeenteraad wordt voorzien op 24 november (opinie/besluitraad) of op 17 december (besluitraad). Het vastgesteld bestemmingsplan wordt gepubliceerd en ter inzage gelegd met de mogelijkheid tot beroep op de Raad van State. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen wordt door de volgende personen gebruik gemaakt:
De heer Heijnen (namens GJM) wijst er op dat met betrekking tot de locatie Calfven 87 het onderhavige bestemmingsplan beperkingen inhoudt ten aanzien van met name de maximale nokhoogte. In het huidige plan is namelijk de nokhoogte gerelateerd aan een hellingspercentage. Uitgaande van een bouwvlak van 12m x 12m leidt dat tot een hogere nokhoogte dan de 7,5m die nu is voorzien. De heer Jongenelen geeft aan dat het onderhavige bestemmingsplan een andere bebouwingssystematiek kent dan o.a. het huidige bestemmingsplan “Calfven”. Het gebruik van de hellingspercentages past daar niet meer in. Gekozen is om in de planregels de maximale goot- en nokhoogte vast te stellen op respectievelijk 6m en 9m en afwijkingen op de verbeelding te vermelden, zoals dit op het adres Calfven 87 is gedaan. In het algemeen zijn er ruimtere bouwmogelijkheden. Indien een andere nokhoogte wordt gewenst dat kan daartoe een zienswijze worden ingediend. Een en ander wordt dan in de afweging betrokken. Mevrouw Rijk vraagt waarom detailhandel niet op de bovenverdieping is toegestaan en wijst op situaties waar dit wel het geval is. De heer Jongenelen geeft aan dat dit een voor de gemeente algemeen geldend principe is. Op basis van de planregels is het dan ook niet mogelijk ontheffing te verlenen. In uitzonderingsgevallen kan via buitenplanse onfheffing (op basis van artikel 3.23 Wro) medewerking worden verleend. Hieromtrent is nog geen beleid geformuleerd.De bestaande situaties worden op basis van het overgangsrecht getolereerd. De heer Van Amsterdam informeert of het in het onderhavige plan nog mogelijk is om de voorgevelrooilijn 6m naar achter te verschuiven. De heer Jongenelen geeft aan dat bij de bestemming “Wonen-3” verschuiving nog steeds mogelijk is. In het huidige plan betreft dit 6m naar voor of naar achter, op basis van een te verlenen vrijstelling. In het onderhavige plan is het omslachtiger om de gevellijn 10m te verschuiven. Dit kan enkel via een wijzigingsprocedure. Dit is een gevolg van de Grondexploitatiewet, die van toepassing wordt als dit direct of via ontheffing mogelijk wordt gemaakt. Omdat daar slechts sporadisch gebruik van wordt gemaakt is daar niet voor gekozen. De heer De Koning vraagt of verschuiving naar voren ook nog mogelijk is. Dit wordt door de heer Jongenelen bevestigd. De planregels noemen enkel “verschuiving”, zonder een richting te noemen. De heer De Vos (namens DorpsPlatform Ossendrecht) en de heer Asselbergs vragen waarom met de bestemmingsplanprocedure(s) niet wordt gewacht op het gereedkomen van de IDOP’s. De voorzitter antwoord hierop dat ingevolge de nieuwe Wet ruimtelijke ordening binnen 5 jaar alle bestemmingsplannen moeten zijn herzien. Anders heeft de gemeente een groot probleem, omdat dan geen leges meer kunnen worden geheven voor de niet geactualiseerde gebieden. Vanwege de personele capaciteit is het niet mogelijk te wachten met de actualisatie. Na de bebouwde kom Ossendrecht/Calfven volgt de bebouwde kom van Putte, het bestemmingsplan buitengebied, de bebouwde kom van Huijbergen en de bebouwde kom van Hoogerheide/Woensdrecht. De uitkomsten van de IDOP’s zullen worden meegenomen in de nog op te stellen algemene c.q. thematische structuurvisie(s). Als daar aanleiding voor is zullen voor de uitvoering van bepaalde projecten specifieke (postzegel) bestemmingsplannen in procedure worden gebracht. De heer De Vos vraagt vervolgens of het mogelijk is alle wijzigingen tussen de huidige en beoogde planologische situatie in beeld te brengen. De heer Jongenelen deelt mede, deelt mede dat zulks onmogelijk is. Het geldende plan is in te zien, ook via de website, zodat een vergelijk mogelijk is. Desgewenst kan deze informatie voor een concrete situatie ook worden verkregen via het Front-Office (balie) of Back-Office (afdeling).
De heer Heijnen (namens GJM) mist in het plan inbreidingslocaties. De heer Jongenelen geeft aan dat in het plan (tot op heden) vijf locaties zijn aangewezen waar nog een nieuwe woning mag worden opgericht. Dit betreft “oude” rechten, die opnieuw zijn afgewogen. Het bestemmingsplan is in principe conserverend van aard en niet ontwikkelingsgericht, waarvoor eerst een afzonderlijke procedure wordt gevolgd. De voorzitter voegt daar aan toe dat de gemeenteraad is de juli-vergadering een notitie over perceelssplitsing wordt voorgelegd. Aan deze medewerking zullen voorwaarden verbonden zijn, zoals ruimte binnen het beschikbare woningbouwcontingent, aan de beurt volgens de “wachtlijst”. Om tot vergunningverlening over te kunnen gaan zullen (veelal) eerst een of meer procedures moeten worden gevolgd, zoals een postzegelbestemmingsplan. De heer Sebrechts (namens Ondernemers Vereniging Ossendrecht) wijst er op dat het gebouw van de Rabobank nu leeg staat. Hij vraagt of daar ingevolge het onderhavig bestemmingsplan bijvoorbeeld een “Woon- of kledingmall” in gevestigd kan worden. De heer Jongenelen geeft aan dat dit niet kan. De op te leggen bestemming is “Dienstverlening”. Deze gronden zijn ingevolge de planregels bestemd voor “dienstverlening” en “maatschappelijk”. Alleen de daaronder vallende activiteiten/functies zijn toegestaan. De heer Sebrechts vraagt zich af of dit niet te beperkt is om het gebouw zo spoedig mogelijk weer een nieuwe functie te geven. De heer Jongenelen merkt op dat van de beheersmaatschappij met dat doel inmiddels een zienswijze is ontvangen. De heer Sebrechts vindt het een goede ontwikkeling als de genoemde mogelijkheid tot perceelssplitsing mogelijk wordt. De laatste jaren wordt er weinig nieuwbouw gerealiseerd. Veel jeugd is daardoor al vertrokken. Er zijn veel percelen met ‘giga’ achtertuinen, die perfect zijn voor starterswoningen. Hij is voorts niet blij met de verkoop van huurwoningen, aangezien er geen nieuwe huurwoningen voor terug komen. De heer Sebrechts wijst op potentiële inbreidingslocaties, zoals het “terrein van de voormalige Steenfabriek” en “Noordrand 2”. De voorzitter wijst er op dat het terrein van de steenfabriek, inclusief “Dennenheuvel”, buiten onderhavig plangebied ligt. Er wordt wel nagedacht over mogelijke ontwikkelingen in dit gebied. De natuur, de steilrand, een nieuwe functie voor Dennenheuvel, alsook woningbouw zijn daarbij aan de orde. Noordrand 2 is op termijn een mogelijke woningbouwlocatie. Vooralsnog niet actueel en niet betrokken bij onderhavig bestemmingsplan. De heer Sebrechts geeft aan het eens te zijn met het “winkelconcentratiegebied”, dat in onderhavig plan valt onder de bestemming “Centrum”. Hij vindt daarentegen de beperking dat (o.a.) detailhandel niet op de bovenverdieping mag plaatsvinden nogal stringent. De heer Sebrechts vraagt of de “splitsingsregeling nu al in het bestemmingsplan kan worden meegenomen. De voorzitter deelt mee dat dit nog niet mogelijk is. Eerst dient de politieke discussie ten principale te worden gevoerd. Daarna zal deze nog nader moeten worden uitgewerkt. Indien de toepassing mogelijk wordt zal eventueel met “postzegelplannen” worden gewerkt. Mevrouw Rijk informeert naar de geldigheid van het bestemmingsplan. De heer Jongenelen geeft aan dat het bestemmingsplan 10 jaar geldt. Daarna is een verlening mogelijk als de situatie nog steeds actueel is. Anders zal vóór afloop van het bewuste bestemmingsplan een nieuw plan moeten zijn afgerond (vastgesteld).
De heer Matthijssen informeert naar het moment waarop hij met het oog op het nieuwe bestemmingsplan een aanvraag om bouwvergunning kan indienen. De heer Jongenelen deelt mede dat het bestemmingsplan van kracht wordt daags na het einde van de termijn van ter inzage legging van het vastgestelde bestemmingsplan. Dit gaat niet op indien binnen die termijn een verzoek om voorlopige voorziening (schorsing) is aangevraagd bij de Voorzitter van de Raad van State. Dan moet diens beslissing eerst worden afgewacht. Het bestemmingsplan wordt onherroepelijk indien de beroepstermijn ongebruikt is verstreken. Anders moet de beslissing van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State worden afgewacht. Een bouwvergunning kan worden ingediend vanaf het moment dat het bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is gelegd. Als deze niet geweigerd kan worden moet de aanvraag worden aangehouden totdat het bestemmingsplan van kracht of onherroepelijk wordt. Volgens de huidige planning zal onderhavig bestemmingsplan op zijn vroegst medio januari 2010 van kracht of onherroepelijk kunnen worden. De heer Van Amsterdam wijst op een lopend onderzoek naar luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Hij heeft met name last van pubers die met hun brommers zo hard mogelijk naar beneden schuren. Hij vraagt of dit nog van invloed is op het bestemmingsplan. De voorzitter merkt op dat het genoemde onderzoek een belevingsonderzoek is. Dit wordt niet betrokken bij het bestemmingsplan. Na constatering door de voorzitter dat niemand meer vragen wenst te stellen vraagt hij of iemand nu gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om schriftelijk of mondeling zienswijzen in te dienen. Niemand reageert. Hij wijst er nogmaals op dat tot en met 20 mei a.s. zienswijzen kunnen worden ingediend. Hij geeft aan dat een kopie van de door de heer Jongenelen gegeven presentatie kan worden meegenomen. Tot slot dankt hij de aanwezigen voor hun komst en sluit om 20.50 uur de bijeenkomst. Hoogerheide, 1 juli 2009
P.J.M.H. Jongenelen, senior-beleidsmedewerker bestemmingsplannen/notulist.
Bijlage 4. Nota beantwoording zienswijzen ontwerpbestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven”
Bijlage 4
Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven”
Collegebesluit : 20-10-2009 Raadsbesluit
: 17-12-2009
Inhoudsopgave 1. 2. 3.
Inleiding ......................................................................................................................... 3 Lijst van ingekomen zienswijzen ................................................................................... 3 Beantwoording zienswijzen ........................................................................................... 4 3.1 De heer M.J. Swagemakers te Ossendrecht ........................................................... 4 3.2 DAS te Amsterdam ................................................................................................ 4 3.3 Emphasis te Drunen ............................................................................................... 7 3.4 Koch & Van den Heuvel Advocaten te Breda ....................................................... 7 3.5 Mevrouw Wils en de heer Krijnen te Steenbergen .............................................. 10 3.6 De heer Ossenblok te Zegge................................................................................. 11 3.7 Dienst Vastgoed Defensie Directie Zuid afd. ROM te Tilburg............................ 12 3.8 Mevrouw van Tilburg – Van der Venne te Ossendrecht ...................................... 12 3.9 De heer A.J. van Gorsel te Ossendrecht ............................................................... 13 3.10 Mattheeussens-Wido BV te Ossendrecht ............................................................. 13 3.11 Mevrouw drs. D.A.G.M. Ossenblok RA .............................................................. 15 3.12 De heer F.A. van der Sande te Ossendrecht ......................................................... 15
2
1.
Inleiding
Vanaf 20 augustus tot en met 30 september 2009 heeft het ontwerp bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven” ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is door 2 personen c.q. instanties een zienswijze ingediend tegen dit plan. Een overzicht van de ingediende zienswijzen vindt u in het volgende hoofdstuk. In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de beantwoording van alle zienswijzen. In vet gedrukte tekst worden de aanpassingen aangegeven.
2.
Lijst van ingekomen zienswijzen
De volgende personen c.q. instanties hebben een zienswijze ingediend tegen het ontwerpbestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven”:
1 2
3 4 5
Indiener De heer M.J. Swagemakers DAS, namens de heren:
Adres Moleneind 77 Postbus 23000
Woonplaats Ossendrecht Amersfoort
a. W.J. Harten, b. R. van Meir en c. M. Mattheussens
Aanwas 13 Aanwas 10 Peeberg 11
Ossendrecht Ossendrecht Ossendrecht
Emphasis, namens: a. de heer R. Jonckheere b. Aannemersbedrijf B. de Nijs-Soffers B.V.
Eendekooi 19
Drunen
Kerkepad 12 Kooiweg 20
Ossendrecht Hoogerheide
Koch & van den Heuvel Advocaten,
Postbus 2005
4800 CA BREDA
namens de heer T.L.M. Pijnen
Burg. Voetenstraat 79
Ossendrecht
Triangel 6
Steenbergen
Hoefstraat 21 Postbus 412
Zegge Tilburg
Hageland 46
Ossendrecht
Kerkstraat 10 Postbus 7 De Beurs 5 De Kuil 35
Ossendrecht Ossendrecht Rhoon Ossendrecht
Mevrouw J.C.M. Wils en de heer P.J.M.J. Krijnen 6 Mevrouw M.J.J. Ossenblok 7 Dienst Vastgoed Defensie, Directie Zuid afd, ROM 8 Mevrouw M. van Tilburg – Van der Venne 9 De heer A.J. van Gorsel 10 Mattheeussens-Wido BV 11 Mevrouw drs D.A.G.M. Ossenblok RA 12 De heer F.A. van der Sande
3
3.
Beantwoording zienswijzen
3.1
De heer M.J. Swagemakers te Ossendrecht
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: bij de gewenste uitbreiding kan worden volstaan met een bouwhoogte van 4 meter. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: door de beperking van de hoogte blijft de gewenste uitbreiding beperkt tot één bouwlaag waardoor de visuele hinder niet wordt vergroot; ook de zonlichttoetreding zal door de hoogtebeperking van de gewenste uitbreiding niet nadelig worden beïnvloed; de uit te oefenen activiteiten passen in een woonomgeving en worden naar aard en omvang in acceptabele mate uitgevoerd; uit dien hoofde kan aan de gewenste uitbreiding medewerking worden verleend. Conclusie: de zienswijze wordt gehonoreerd; op de plankaart zal de bestemming “Bedrijf” en het bijbehorende bouwvlak worden vergroot; voor deze uitbreiding geldt een bouwhoogtebeperking van maximaal 4 meter.
3.2
DAS te Amsterdam
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: hebben bezwaar tegen de bestemming “Horeca (h=5)” op het adres Aanwas 17 en Burgemeester Voetenstraat 81 te Ossendrecht en wensen dat deze wordt omgezet naar de oude bestemming, dan wel een woonbestemming; zij achten deze bestemming in strijd met het provinciale beleid; ook wordt verwezen naar: a. hetgeen in het kader van de artikel 19WRO-procedure naar voren is gebracht; b. de overwegingen van de rechtbank in de uitspraak, d.d. 26 maart 2009; c. een notitie van de heer Van Harten, die door de overige cliënten wordt ondersteund; Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: tegen de uitspraak van de rechtbank is door ons hoger beroep ingesteld; de strijdigheid met het provinciaal beleid, waarvan zowel de provincie als wij vinden dat daar geen sprake van is, maakt daar een onderdeel van uit; ter onderbouwing van dit standpunt volgt hieronder een gedeelte van het aanvullend verweerschrift aan de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State:
4
“Het besluit tot vrijstelling voor de bouw van het hotel-restaurant en de muren is genomen op grond van artikel 19 lid 2 WRO. Het categoriebesluit dat GS op grond van dit artikel hebben genomen bepaalt dat vrijstelling kan worden verleend voor projecten als de onderhavige mits deze projecten niet strijdig zijn met het provinciaal beleid. Naar het oordeel van de rechtbank is het onderhavige project in strijd met het provinciaal beleid, meer specifiek het Streekplan Noord-Brabant 2002 en het Uitwerkingsplan Regio Brabantse Buitensteden & Woensdrecht. Dat maakt dat naar het oordeel van de rechtbank B&W geen vrijstelling op grond van artikel 19 lid 2 WRO hadden kunnen verlenen. B&W kunnen zich niet in dit oordeel vinden en zullen dat hieronder nader toelichten. Streekplan Noord-Brabant 2002 Het streekplan verstaat onder ‘voorzieningen’ detailhandel, horeca, leisurevoorzieningen, onderwijs-, sport- en sociaal-culturele voorzieningen. Voorzieningen in landelijke regio’s, zoals Ossendrecht, zijn op grond van het streekplan toegestaan als het gaat om voorzieningen die kleinschalig, bezoekersextensief en vermengbaar zijn. De rechtbank overweegt dat het project moet worden aangemerkt als een leisurevoorziening als gedefinieerd op pagina 162 van het streekplan. Deze definitie luidt: “Grootschalige bezoekersintensieve voorziening met een bovenlokaal verzorgingsgebied op het gebied van entertainment, sport, recreatie, e.d.”. Door het project te kwalificeren als leisurevoorziening is reeds gegeven dat het project niet kleinschalig en niet bezoekersextensief is. B&W verzetten zich tegen deze door de rechtbank gegeven kwalificatie. Het is naar hun mening evident dat een complex met een hotel, restaurant en conferentieruimte niet kan worden gekwalificeerd als leisurevoorziening als bedoeld in het Streekplan. De rechtbank oordeelt voorts dat de exploitatie van het hotel niet gericht is op de lokale markt omdat gebleken is dat het hotel de gemeenten Bergen op Zoom, Reimerswaal en het havengebied van Antwerpen tot het marktgebied rekent. Ook daar kunnen B&W zich niet in vinden. Zoals opgemerkt wordt volgens het Streekplan in het landelijk gebied ruimte geboden voor voorzieningen die o.a. kleinschalig zijn. Dit criterium moet naar de mening van B&W worden gerelateerd aan de functie die de voorziening vervult. Volgens het Streekplan gaat het hier om voorzieningen die “qua schaal en omvang passen bij de betreffende kern of gemeente”. Het Streekplan vervolgt met “Vaak zijn dit lokale voorzieningen, soms ook voorzieningen met een functie voor omliggende landelijke kernen of gemeenten”. Naar de mening van B&W past het project binnen dit beleid. Dat blijkt ook uit het feit dat GS zelf hebben verklaard bij brief van 11 (verzonden: 16) juli 2008 dat het project in overeenstemming is met het provinciaal beleid. Deze brief is in beroep ingebracht, maar de rechtbank heeft zich niets gelegen laten liggen aan deze opvatting van GS. Ten onrechte. 5
Het oordeel van de rechtbank dat de voorziening niet kan worden aangemerkt als een lokale voorziening nu deze voorziening ook zal openstaan voor klanten uit het havengebied van Antwerpen, kunnen B&W ook niet volgen. Ossendrecht is gelegen op een steenworp afstand van de grens met Vlaanderen. De afstand van Ossendrecht tot het havengebied Antwerpen is circa 5 kilometer. Er zal in het algemeen geen discussie zijn over het feit dat een voorziening die zich richt op een markt binnen een straal van 5 kilometer als een lokale voorziening moet worden aangemerkt. Naar de mening van B&W mag dit niet anders zijn, alleen maar omdat een deel van de markt binnen die straal is gelegen op Vlaams grondgebied. Een dergelijke opvatting zou ook niet in overeenstemming zijn met één van de uitgangspunten van het EG-verdrag, de versmelting van de economieën van de lidstaten. In de redenering van de rechtbank zou het huidige hotel-restaurant dat door The Kettle in Ossendrecht wordt geëxploiteerd en dat beschikt over vier kamers een bovenlokale (want internationale) voorziening worden als The Kettle zich tevens zou gaan richten op de markt in het havengebied van Antwerpen. Dit zou een tamelijk bizarre conclusie zijn, daar waar op dit moment niemand op het idee zou komen te bestrijden dat het huidige hotel-restaurant als lokale voorziening kan worden aangemerkt. De initiatiefnemer heeft verklaard dat de exploitatie van het nieuwe complex met 62 kamers niet afhankelijk is van het aanbod uit het havengebied van Antwerpen. Ook in dat opzicht kan dus niet gesteld worden dat zonder het internationale aanbod geen voorziening zoals gepland in Ossendrecht kan bestaan. Dat een hotel-restaurant met 62 kamers qua schaal en omvang niet past bij Ossendrecht, wordt ook gelogenstraft door het feit dat in Ossendrecht reeds een dergelijke voorziening aanwezig is. B&W doelen op hotel Dekkers. Dit is een hotel-restaurant met vergaderruimte. Het hotel heeft 76 kamers en een aantal appartementen. Uitwerkingsplan Het Uitwerkingsplan Brabantse buitensteden & Woensdrecht is een uitwerking van hetgeen op pagina 68 van het Streekplan staat vermeld over wonen en werken. Daarover wordt het volgende gezegd: “In de tweede plaats wordt voor elke regio een uitwerkingsplan opgesteld, waarin de woon- en werklocaties worden aangegeven. … De uitwerkingsplannen voor de landelijke regio’s beperken zich tot de woon- en werklocaties en heten daarom thematische uitwerkingsplannen.” Een en ander is ook verwoord in de inleiding op het Uitwerkingsplan (zie p. 4). Dat houdt derhalve in dat in het Uitwerkingsplan geen uitlatingen worden gedaan over de vestiging van voorzieningen in het landelijk gebied en dat reeds daarom het project niet strijdig kan zijn met het Uitwerkingsplan. Naar de mening van B&W heeft de rechtbank derhalve ten onrechte het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het besluit van 26 september 2007 herroepen.” 6
Dat de voormalige situatie qua gebouwen nog op de plankaart staan vermeld is een gevolg van het feit dat deze staan op de gebruikte ondergrond (GBKN/Kadaster). Deze ondergrond heeft geen juridische betekenis en dient enkel om de oriëntatie te vergemakkelijken. Dat op blz. 31, laatste alinea in de opsomming het “grasveldje op de kruising Calfven, Aanwas en Burg. Voetenstraat” staat genoemd is door de komst van de horecafunctie achterhaald. Er is dus sprake van een omissie. Conclusie: in de opsomming op blz. 31, laatste alinea, van de toelichting, zal het onderdeel “grasveldje op de kruising Calfven, Aanwas en Burg. Voetenstraat” worden verwijderd.
3.3
Emphasis te Drunen
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: er is bouwvergunning verleend voor het oprichten van een muur die gedeeltelijk een hoogte heeft van 2,70 m; verzocht wordt om de regels bij de bestemming “Horeca” hierop aan te passen. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: aan het verzoek kan tegemoet worden gekomen; de onderhavige erfafscheiding heeft mede een geluidwerende functie. Conclusie: voor het betreffende gedeelte zal de bouwhoogte van een erfafscheiding mogelijk worden gemaakt door aanpassing van de voorschriften en verbeelding.
3.4
Koch & Van den Heuvel Advocaten te Breda
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: a. het is onbegrijpelijk dat onder het kopje 4,6, op bladzijde 35 van het ontwerp bestemmingsplan wordt vermeld dat geen sprake zou zijn van een ‘nieuwe’ situatie; op basis van het vigerende bestemmingsplan rusten daar nu de bestemmingen woondoeleinden, maatschappelijke doeleinden en verblijfsdoeleinden; door het nu te bestemming voor horeca is uitdrukkelijk wel sprake van een nieuwe bestemming; 7
b. de nieuwe invulling is in strijd met het provinciale beleid; c. in de “Structuurvisie Plus” van de gemeente Woensdrecht wordt onder de locatie Ossendrecht aangegeven dat ter plaatse van de locatie brandweerkazerne inbreiding mogelijk is met de bestemming W+We (wonen gecombineerd met werkruimten), en dus geen horecabestemming. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: Ad a: voor deze situatie is een zgn. artikel 19, lid 2 WRO-procedure gevolgd. Uit dien hoofde is geen sprake meer van een nieuwe ontwikkeling en past opname er van in onderhavig bestemmingsplan. Tegen de uitspraak van de rechtbank is door ons hoger beroep ingesteld. In afwachting van de beslissing is het gewenst om de voorgenomen bestemming “Horeca (h=5) te handhaven. Bovendien mogen in een (overwegend) conserverend bestemmingsplan ook toekomstige ontwikkelingen worden opgenomen. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan; Ad b: tegen de uitspraak van de rechtbank is door ons hoger beroep ingesteld; de strijdigheid met het provinciaal beleid, waarvan zowel de provincie als wij vinden dat daar geen sprake van is, maakt daar een onderdeel van uit; ter onderbouwing van dit standpunt volgt hieronder een gedeelte van het aanvullend verweerschrift aan de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State: “Het besluit tot vrijstelling voor de bouw van het hotel-restaurant en de muren is genomen op grond van artikel 19 lid 2 WRO. Het categoriebesluit dat GS op grond van dit artikel hebben genomen bepaalt dat vrijstelling kan worden verleend voor projecten als de onderhavige mits deze projecten niet strijdig zijn met het provinciaal beleid. Naar het oordeel van de rechtbank is het onderhavige project in strijd met het provinciaal beleid, meer specifiek het Streekplan Noord-Brabant 2002 en het Uitwerkingsplan Regio Brabantse Buitensteden & Woensdrecht. Dat maakt dat naar het oordeel van de rechtbank B&W geen vrijstelling op grond van artikel 19 lid 2 WRO hadden kunnen verlenen. B&W kunnen zich niet in dit oordeel vinden en zullen dat hieronder nader toelichten. Streekplan Noord-Brabant 2002 Het streekplan verstaat onder ‘voorzieningen’ detailhandel, horeca, leisurevoorzieningen, onderwijs-, sport- en sociaal-culturele voorzieningen. Voorzieningen in landelijke regio’s, zoals Ossendrecht, zijn op grond van het streekplan toegestaan als het gaat om voorzieningen die kleinschalig, bezoekersextensief en vermengbaar zijn. De rechtbank overweegt dat het project moet worden aangemerkt als een leisurevoorziening als gedefinieerd op pagina 162 van het streekplan. Deze definitie luidt: “Grootschalige bezoekersintensieve voorziening met een bovenlokaal verzorgingsgebied op het gebied van entertainment, sport, recreatie, e.d.”.
8
Door het project te kwalificeren als leisurevoorziening is reeds gegeven dat het project niet kleinschalig en niet bezoekersextensief is. B&W verzetten zich tegen deze door de rechtbank gegeven kwalificatie. Het is naar hun mening evident dat een complex met een hotel, restaurant en conferentieruimte niet kan worden gekwalificeerd als leisurevoorziening als bedoeld in het Streekplan. De rechtbank oordeelt voorts dat de exploitatie van het hotel niet gericht is op de lokale markt omdat gebleken is dat het hotel de gemeenten Bergen op Zoom, Reimerswaal en het havengebied van Antwerpen tot het marktgebied rekent. Ook daar kunnen B&W zich niet in vinden. Zoals opgemerkt wordt volgens het Streekplan in het landelijk gebied ruimte geboden voor voorzieningen die o.a. kleinschalig zijn. Dit criterium moet naar de mening van B&W worden gerelateerd aan de functie die de voorziening vervult. Volgens het Streekplan gaat het hier om voorzieningen die “qua schaal en omvang passen bij de betreffende kern of gemeente”. Het Streekplan vervolgt met “Vaak zijn dit lokale voorzieningen, soms ook voorzieningen met een functie voor omliggende landelijke kernen of gemeenten”. Naar de mening van B&W past het project binnen dit beleid. Dat blijkt ook uit het feit dat GS zelf hebben verklaard bij brief van 11 (verzonden: 16) juli 2008 dat het project in overeenstemming is met het provinciaal beleid. Deze brief is in beroep ingebracht, maar de rechtbank heeft zich niets gelegen laten liggen aan deze opvatting van GS. Ten onrechte. Het oordeel van de rechtbank dat de voorziening niet kan worden aangemerkt als een lokale voorziening nu deze voorziening ook zal openstaan voor klanten uit het havengebied van Antwerpen, kunnen B&W ook niet volgen. Ossendrecht is gelegen op een steenworp afstand van de grens met Vlaanderen. De afstand van Ossendrecht tot het havengebied Antwerpen is circa 5 kilometer. Er zal in het algemeen geen discussie zijn over het feit dat een voorziening die zich richt op een markt binnen een straal van 5 kilometer als een lokale voorziening moet worden aangemerkt. Naar de mening van B&W mag dit niet anders zijn, alleen maar omdat een deel van de markt binnen die straal is gelegen op Vlaams grondgebied. Een dergelijke opvatting zou ook niet in overeenstemming zijn met één van de uitgangspunten van het EG-verdrag, de versmelting van de economieën van de lidstaten. In de redenering van de rechtbank zou het huidige hotel-restaurant dat door The Kettle in Ossendrecht wordt geëxploiteerd en dat beschikt over vier kamers een bovenlokale (want internationale) voorziening worden als The Kettle zich tevens zou gaan richten op de markt in het havengebied van Antwerpen. Dit zou een tamelijk bizarre conclusie zijn, daar waar op dit moment niemand op het idee zou komen te bestrijden dat het huidige hotel-restaurant als lokale voorziening kan worden aangemerkt.
9
De initiatiefnemer heeft verklaard dat de exploitatie van het nieuwe complex met 62 kamers niet afhankelijk is van het aanbod uit het havengebied van Antwerpen. Ook in dat opzicht kan dus niet gesteld worden dat zonder het internationale aanbod geen voorziening zoals gepland in Ossendrecht kan bestaan. Dat een hotel-restaurant met 62 kamers qua schaal en omvang niet past bij Ossendrecht, wordt ook gelogenstraft door het feit dat in Ossendrecht reeds een dergelijke voorziening aanwezig is. B&W doelen op hotel Dekkers. Dit is een hotel-restaurant met vergaderruimte. Het hotel heeft 76 kamers en een aantal appartementen. Uitwerkingsplan Het Uitwerkingsplan Brabantse buitensteden & Woensdrecht is een uitwerking van hetgeen op pagina 68 van het Streekplan staat vermeld over wonen en werken. Daarover wordt het volgende gezegd: “In de tweede plaats wordt voor elke regio een uitwerkingsplan opgesteld, waarin de woon- en werklocaties worden aangegeven. … De uitwerkingsplannen voor de landelijke regio’s beperken zich tot de woon- en werklocaties en heten daarom thematische uitwerkingsplannen.” Een en ander is ook verwoord in de inleiding op het Uitwerkingsplan (zie p. 4). Dat houdt derhalve in dat in het Uitwerkingsplan geen uitlatingen worden gedaan over de vestiging van voorzieningen in het landelijk gebied en dat reeds daarom het project niet strijdig kan zijn met het Uitwerkingsplan. Naar de mening van B&W heeft de rechtbank derhalve ten onrechte het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het besluit van 26 september 2007 herroepen.” Ad c: door de gemeenteraad is op 14 mei 2009 een actualisatie van de Structuurvisie Plus vastgesteld; voor de locatie “brandweerkazerne Ossendrecht” is de status aangepast; de tekst “vergunningsprocedure loopt: voorbereidingen gestart” ziet op de komst van het hotel; in de kolom “Indicatieve woningbouw Capaciteit” had de tekst “1 W=We” doorgehaald moeten worden; dit is abusievelijk niet gebeurd; hoe dan ook: een structuurvisie heeft geen bindend karakter bij het opstellen van een bestemmingsplan. Conclusie: de ingediende zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van onderhavig bestemmingsplan.
3.5
Mevrouw Wils en de heer Krijnen te Steenbergen
10
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: wensen dat op een aangeduid gedeelte van het kadastrale perceel OSD00B2036G0000 het mogelijk wordt gemaakt om daar een horecabedrijf te vestigen. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: het bedoelde perceelsgedeelte maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan; om te beoordelen of een (horeca)voorziening daar gewenst en/of mogelijk is zal eerst onderzocht moeten worden; gelet op de fase waarin onderhavig bestemmingsplan zich bevindt is het niet mogelijk en/of gewenst zich hiervoor uit te spreken; hiervoor is een afzonderlijke (bestemmingsplan)procedure de geëigende weg, zodat alle belangen goed kunnen worden afgewogen. Conclusie: de ingediende zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van onderhavig bestemmingsplan.
3.6
De heer Ossenblok te Zegge
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: Wensen dat op een aangeduid gedeelte van het kadastrale perceel OSD00B2036G0000 het mogelijk wordt gemaakt om daar een horecabedrijf te vestigen. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: het bedoelde perceelsgedeelte maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan; om te beoordelen of een (horeca)voorziening daar gewenst en/of mogelijk is zal eerst onderzocht moeten worden; gelet op de fase waarin onderhavig bestemmingsplan zich bevindt is het niet mogelijk en/of gewenst zich hiervoor uit te spreken; hiervoor is een afzonderlijke (bestemmingsplan)procedure de geëigende weg, zodat alle belangen goed kunnen worden afgewogen. Conclusie: de ingediende zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van onderhavig bestemmingsplan.
11
3.7
Dienst Vastgoed Defensie Directie Zuid afd. ROM te Tilburg
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: verzoekt het militaire belang IHCS op te nemen op alle relevante kaartbladen. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: Aan het verzoek kan tegemoet worden gekomen. Conclusie: Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast.
3.8
Mevrouw van Tilburg – Van der Venne te Ossendrecht
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: a. achter de woning Dorpsstraat 26 is een overkapping aanwezig, welke niet is bestemd tot “DH”; b. destijds is toegezegd dat er op het achterste gedeelte van het pand Dorpsstraat 30 nog de gelegenheid is tot het aanbrengen van een extra verdieping t.b.v. woning of kantoorruimte. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: Ad a: op de verbeelding is achter het pand Dorpsstraat 28 een bestemming “DH”, met een aanduiding “(op)” aangegeven. Dit zou de overkapping moeten betreffen. De overkapping ligt echter meer westelijker. De nu als “DH” bestemde locatie betreft parkeervoorzieningen voor klanten. Ad b: binnen de bestemming “is een combinatie met wonen toegestaan; per bedrijf is echter maar één woning toegestaan; conform afspraken uit het verleden mag inderdaad op het achterste gedeelte een tweede verdieping worden toegestaan. Deze is te benutten als kantoor of als woning ter vervanging van de bestaande woning die dan een bedrijfsfunctie dient te krijgen. Er mag maar één woning zijn. Detailhandel is alleen op de begane grond toegestaan. Conclusie: Ad a: de verbeelding zal worden aangepast. De huidige bestemming “DH”, met de aanduiding “(op)” en de maximale goot- en nookhoogte beperking van beide maximaal 4m zal op het westelijker gelegen perceelsgedeelte worden gelegd en worden vervangen door de bestemming “V-VB”.
12
Ad b: de verbeelding zal worden aangepast waardoor het mogelijk wordt op het achterste gedeelte een extra bouwlaag te realiseren; de maximale goot- en bouwhoogte wordt gesteld op 6,5m.
3.9
De heer A.J. van Gorsel te Ossendrecht
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: omdat zij over een paar jaar met de zaak willen stoppen wensen zij dat de bestemming “Woningbouw” aan de huidige bestemmingen wordt toegevoegd. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: het is niet gewenst hieraan medewerking te verlenen. Momenteel is er een prioriteitenlijst opgesteld voor de verdeling van het totale woningbouwcontingent. Op het moment dat ergens een bouwblok vervalt of een plan niet doorgaat, wordt onderstaande lijst langsgelopen. Op het moment dat er voor een bepaalde post nog te weinig contingent is, dan wordt het vrijkomende contingent daaraan toegekend. De prioriteiten zijn als volgt vastgesteld: 1. Bouwplannen met harde bouwcapaciteit; 2. Bouwplannen die niet meer terug te draaien zijn vanwege contractuele verplichtingen; 3. Bouwplannen om in elke kern starterswoningen te realiseren; 4. Bouwplannen om in elke kern een WOZOCO te realiseren; 5. Bouwplannen op eigen gronden; 6. Bouwplannen op andermans gronden; 7. Verzoeken tot bouwgrond op de wachtlijst. Gelet op de reeds bestaande wachtlijst ligt het bovendien niet in de verwachting dat dit systeem voor dit geval binnen afzienbare tijd tot een positieve besluitvorming leidt. Conclusie: Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan.
3.10
Mattheeussens-Wido BV te Ossendrecht
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: a. verzoekt de maximale bouwhoogte overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan te hanteren;
13
b. verzoekt de aspecten ‘goede woonsituatie’, ‘verkeersveiligheid’ en ‘sociale veiligheid’ als nadere eis in artikel 4.3 van de planregels te verwijderen; c. verzoeken hun perceel in zijn geheel te bestemmen tot “Bedrijf” en niet een gedeelte bestemmen als “Groen”; d. merkt op dat een gedeelte van het eigendom foutief is bestemd tot “Agrarisch” en “Groen”; e. wensen dat de in eigendom zijnde en/of ingehuurde percelen (sectie F, nummers 527, 715, 718 en 945 worden bestemd tot “Bedrijf”; f. verzocht wordt de woning Burg. Voetenstraat 38, op het perceel F527, aan te duiden als bedrijfswoning; g. verzocht wordt de bepaling “nieuwe ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt ….” te schrappen. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: Ad a: in onderhavig bestemmingsplan is gekozen voor een andere systematiek; niet de goothoogte in combinatie met een maximale dakhelling bepaalt meer de maximale bouwhoogte; voor de bepaling van de maximale bouwhoogte is gekeken naar de reeds aanwezige bebouwing; Ad b: deze nadere eisen worden in alle, van toepassing zijnde, bestemmingen gehanteerd; het is niet gewenst voor één situatie een uitzondering te maken; deze aspecten dienen, indien daartoe aanleiding bestaat, via nadere eisen te worden geborgd; tot op heden wordt hier zelden of nooit gebruik van gemaakt; het gaat enkel om excessen te voorkomen; Ad c: ook in het vigerende plan was een gedeelte bestemd tot “Groenvoorziening” als buffer naar de omgeving; het is gewenst deze buffer duidelijk weg te zetten, zodat de belangen die deze buffer dienen te beschermen, worden gewaarborgd; de feitelijke situatie (luchtfoto 2007) wordt niet beperkt; zie ook onder “ad. d”; Ad d: perceel F 716 is qua bestemmingen in drie delen opgesplitst; het gedeelte achter het pand Burg. Voetenstraat 38 is, conform het vigerende bestemmingsplan, bestemd tot “Bedrijf”; het gedeelte met de woningen Burg. Voetenstraat 36 en 36A, met bijbehorende achtertuin” is, conform het vigerende bestemmingsplan, bestemd tot “Wonen”; het resterende gedeelte van dit perceel is, conform het vigerende bestemmingsplan, “Agrarisch” bestemd; de groenbuffer aan de oostzijde van het perceel F 718 is ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan verbreed; uitgegaan is van de feitelijke situatie; in het vigerende plan wordt uitgegaan van een buffer van 10m breed; er is geen noodzaak om aan de in onderhavig bestemmingsplan aldaar opgenomen groenbuffer vast te houden en kan worden aangepast;
14
Ad e: de genoemde perceelsnummers zijn in onderhavig bestemmingsplan tot “bedrijf” en “Groen”; voor wat de laatste bestemming betreft wordt verwezen naar “ad c” en “ad d”; Ad f: aan deze zienswijze kan worden tegemoetgekomen; Ad g: het begrip “nieuwe ontwikkelingen” slaat op totaal nieuwe situaties, waar van nul af aan wordt ontwikkeld; in dit plan is hiervan enkel spraken bij een beperkt aantal nieuw te bouwen woningen; in casu is hiervan geen sprake. Conclusie: De zienswijzen geven aanleiding tot de volgende aanpassingen: 1. de bestemming “Groen” zal aan de oostzijde van het perceel F 718 worden teruggebracht naar de situatie in het vigerend bestemmingsplan; 2. de woning Burgemeester Voetenstraat 38 zal als bedrijfswoning worden aangeduid.
3.11
Mevrouw drs. D.A.G.M. Ossenblok RA
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: wenst op het perceel Trambaan 64 te Calfven (perceel B2035) de mogelijkheid tot Bed & Breakfast, in combinatie met wonen. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: er is momenteel geen beleid inzake de toelaatbaarheid van Bed & Breakfast; verzoeken worden ad hoc afgewogen; eventueel kan hieraan op basis van artikel 3.23 Wet ruimtelijke ordening ontheffing worden verleend; het staat betrokkene vrij om hiertoe een concreet verzoek in te dienen, desgewenst na overleg met de toeristisch/recreatieve medewerkster. Conclusie: deze zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan.
3.12
De heer F.A. van der Sande te Ossendrecht
De zienswijze luidt kort samengevat als volgt: a. merkt op dat op zijn percelen D nummers 4612/4613 de mogelijkheid om een nieuwe woning op te richten niet is opgenomen; hij vraagt dit te herstellen; b. de houtberging aan de westzijde van zijn perceel is te groot ingetekend ten opzichte van de garage op perceel De kuil 33.
15
Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht is als volgt: Ad a: de zienswijze is terecht; de bouwmogelijkheid is abusievelijk niet overgenomen; Ad b: de ingetekende bouwwerken hebben geen juridische betekenis, maar maken onderdeel uit van de ondergrond, die enkel een verduidelijkende/oriënterende functie heeft. Conclusie: Ad a: conform het vigerende bestemmingsplan zal een aanduiding worden opgenomen, op grond waarvan nieuwbouw van een woning is toegestaan op een gedeelte van genoemde percelen; Ad b: dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan.
16
Bijlage 5. Staat van wijzigingen bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht / Calfven”
Bijlage 5 Staat van wijzigingen van het ontwerp naar vastgesteld bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven” Onderdeel
Wijziging
Toelichting koptekst voorblad voorblad
“Status:” toegevoegd en status gewijzigd in “vastgesteld” id-nummer aangepast in “0873.OSCAxBP043xMOEDx00-VG01” tabel ingevuld: bij ‘Ontwerp’: resp. “11-08-2009”, “27-08-2009”, “2808-2009” en “wijzigingen t.o.v. voorontwerp” voorblad tabel ingevuld: bij ‘Vastgesteld’: 24 november of 17 december 2009 “wijzigingen t.o.v. ontwerp” voorblad Gemeentebladnummer ingevuld, zijnde “2009-22” bijlagen aangevuld met: - bijlage 4: ”Staat van wijzigingen van ontwerp naar vastgesteld” Hoofdstuk 3.4 (groenbeleids- Op bladzijde 31, laatste alinea, is de tekst “grasveldje op de kruising plan) Calfven, Aanwas en Burg. Voetenstraat” verwijderd Regels Algemeen
op diverse plaatsen zijn leestekens vervangen door andere leestekens, hoofdletters vervangen door kleine letters of andersom, zijn tabs aangepast, koptekst “Status:”toegevoegd en status gewijzigd in “vastgesteld” voorblad id-nummer aangepast in “0873.OSCAxBP043xMOEDx00-VG01” voorblad tabel ingevuld: bij ‘Ontwerp’: resp. “11-08-2009”, “27-08-2009”, “2808-2009” en “wijzigingen t.o.v. voorontwerp” voorblad tabel ingevuld: bij ‘Vastgesteld’: 24 november of 17 december 2009 “wijzigingen t.o.v. ontwerp” voorblad Gemeentebladnummer ingevuld, zijnde “2009-22” In artikel 01 zijn de volgende begrippen aangepast c.q. toegevoegd: verbeelding, sub a id-nummer aangepast door “direct achter “BP” het getal “043” er tussen te plaatsen, door “ON01” te wijzigen in “VG01” en door “_001” te verwijderen verbeelding, sub b id-nummer aangepast door “ON” te wijzigen in “VG” aangebouwd bijgebouw in de eerste zin is “bijgebouw” vervangen door “gebouw” archeologisch verwachtings- als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “gebied, aangegegebied ven op de provinciale Indicatieve Kaart Archeologische Waarden , waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn” beroeps- c.q. bedrijfsvloerop- als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “de totale vloeroppervlakte pervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep aan huis c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke" bouwlaag als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder”
Bijlage 5 Onderdeel Wijziging geluidbelasting vanwege indu- als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “de etmaalwaarde strieterrein van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder” geluidbelasting vanwege weg- als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “de etmaalwaarde verkeer van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder” geluidbelasting vanwege een als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “de etmaalwaarde spoorweg van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer of op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder spoorwegen” geluidgevoelige functies als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen” hoge verwachtingswaarde als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “grote kans op archeologische vondsten of informatie” hogere grenswaarde als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen” Indicatieve Kaart Archeologi- als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “door Gedeputeersche Waarden de Staten van Noord-Brabant op 15 januari 2002 vastgestelde kaart met indicatieve archeologische waarden;” lage verwachtingswaarde als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “kleine kans op archeologische vondsten of informatie” middelhoge verwachtings- als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “gemiddelde kans waarde op archeologische vondsten of informatie” niet grondgebonden agrarische als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “een agrarische bebedrijfsvoering drijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt” prostitutie als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding” recreatief medegebruik als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan“ recreatieve bewoning als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie” Artikel 2 “afstanden” is als begrip toegevoegd met de volgende verklaring: “afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouw-
Bijlage 5 Onderdeel
Artikel 3.1 Artikel 3.2 Artikel 4.2.1 Artikel 6.2.1 Artikel 7.2.1 Artikel 8.2.1 Artikel 9.2.1 Artikel 10.2.1 Artikel 11.2.1 Artikel 13.2.1 Artikel 14.2.1 Artikel 15.2.1 Artikel 16.2.1 Artikel 17.2.1 Artikel 21.2.1 Artikel 3.2, sub d Artikel 4.2.2., sub a Artikel 6.2.2., sub a Artikel 7.2.2., sub a Artikel 9.2.2., sub a Artikel 10.2.2, sub a Artikel 11.2.2, sub a Artikel 13.2.2, sub a Artikel 14.2.2, sub a Artikel 15.2.2, sub b Artikel 16.2.2, sub a Artikel 3.3
Artikel 3.4 Artikel 4.4 Artikel 6.4 Artikel 7.4 Artikel 8.4 Artikel 9.4 Artikel 10.4 Artikel 11.4 Artikel 13.4
Wijziging werken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn” aan het onderdeel ‘met daaraan ondergeschikt’ is “parkeervoorzieningen” toegevoegd als bouwregel wordt toegevoegd: “op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte”
de bepaling is uitgebreid met: “.., met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen;”
“(n.v.t.)” wordt verwijderd; als bepaling wordt ingevoegd: “Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving); c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein.” “(n.v.t.)” is verwijderd; als bepaling is ingevoegd: “Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.1 sub f voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte
Bijlage 5 Onderdeel Artikel 14.4 Artikel 15.4 Artikel 16.4 Artikel 17.4 Artikel 21.4 Artikel 3.5, sub h Artikel 4.5, sub d Artikel 6.5, sub d Artikel 7.5, sub a Artikel 8.5, sub c Artikel 9.5, sub c Artikel 10.5, sub d Artikel 11.5, sub d Artikel 13.5, sub c Artikel 14.5, sub c Artikel 3.8 Artikel 8.8 Artikel 11.8 Artikel 13.8 Artikel 15.8 Artikel 20.8
Artikel 4.2
Wijziging op te lossen.”
aan deze bepaling is toegevoegd: “…, coffeeshops, discotheken en bardancings.”
is vervangen door: a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en wethouders (sloopvergunning) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding “cultuurhistorische waarden”; b. het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe Burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan; c. het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a het normale beheer en onderhoud betreffen; b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan. aan dit artikel is een nieuw lid toegevoegd: “4.2.3 Voor het bouwen van bedrijfswoningen en daarbij behorende bijgebouwen, gelden de volgende regels: a per volwaardig bedrijf is 1 bedrijfswoning toegestaan, tenzij op de verbeelding een ander maximum aantal wooneenheden is vermeld, in welk geval deze aangehouden mogen worden; b de bedrijfswoning mag zowel als vrijstaande woning dan wel als onderdeel van een bedrijfsgebouw worden gerealiseerd; c de bedrijfswoning mag uitsluitend in het bouwvlak worden opgericht; d de goothoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 6 meter; e de bouwhoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 9 meter; f de diepte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 15 meter; g de afstand van hoofd- en bijgebouwen tot de perceelsgrenzen mag
Bijlage 5 Onderdeel
Artikel 4.3 Artikel 6.3 Artikel 7.3 Artikel 8.3 Artikel 9.3 Artikel 10.3 Artikel 11.3 Artikel 13.3 Artikel 14.3 Artikel 15.3 Artikel 16.3 Artikel 17.3 Artikel 21.3 Artikel 4.5 Artikel 8.5 Artikel 9.5 Artikel 13.5 Artikel 14.5 Artikel 16.5 Artikel 17.5 Artikel 3.2, sub c Artikel 4.2.1, sub e Artikel 6.2.1, sub c Artikel 7.2.1, sub c Artikel 8.2.1, sub c Artikel 9.2.1, sub c Artikel 10.2.1, sub c Artikel 11.2.1, sub c Artikel 13.2.1, sub c Artikel 14.2.1, sub c Artikel 16.2.1, sub c Artikel 4.6.1 Artikel 6.2.1, sub e Artikel 7.5 Artikel 15.5 Artikel 17.5 Artikel 12.1 Artikel 12.2
Wijziging niet minder bedragen dan 3 meter; h de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,3 meter; i de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 5,8 meter; j de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3; k de oppervlakte van de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen mogen niet meer bedragen dan 100 m2;” aan deze bepaling zijn toegevoegd: “de brandveiligheid” en “de parkeerruimte op eigen terrein”
als specifieke gebruiksregel is toegevoegd: “van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte”
tussen “dan” en “is” is tussengevoegd “…respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders …”; de bepaling is aangevuld met: “…, in welk geval deze aangehouden dient te worden;”
Artikelnummer “4.6.1” verwijderd en de aanhef verschoven naar de linker kantlijn is komen te vervallen aan deze bepaling is als specifieke gebruiksregel toegevoegd: “bewoning van gebouwen” aan het onderdeel ‘met daaraan ondergeschikt’ is toegevoegd: “waterlopen, waterpartijen en andere waterhuishoudkundige voorzieningen” de subnummering “a, a en c” is gewijzigd in “a, b en c”
Bijlage 5 Onderdeel Artikel 12.2, sub c Artikel 13.1 Artikel 13.2.2, sub b
Artikel 14.1 sub a
Artikel 15.2.1, sub c
Artikel 16.5, sub e Artikel 17.2.2 Artikel 20.2.1, sub a Artikel 20.2.1, sub c
Artikel 20.2.3, sub d Artikel 20.2.3, sub g Artikel 20.2.4, sub b Artikel 20.2.4, sub c Artikel 20.2.4, sub d Artikel 20.2.5, sub a Artikel 20.2.5, sub b Artikel 21.2.2, sub b Artikel 21.2.3, sub a Artikel 20.2.3, sub g Artikel 21.2.2, sub b Artikel 20.3 Artikel 21.1 Artikel 24.1 Artikel 24.2, sub b
Artikel 24.7.1
Wijziging tussen “van” en “verlichtingsarmaturen” is ingevoegd: “… bewegwijzering, mededelingsboren, verkeerslichten en …” aan het onderdeel ‘met dien verstande dat’ is toegevoegd: “tuinen en erven” toegevoegd is een uitzonderingsbepaling voor een erfafscheiding op het adres Aanwas 17 / Burg. Voetenstraat 81 tot maximaal 2,70m hoog voor een nader op de verbeelding aangeduid gedeelte is aangevuld met “3 ter plaatse van de Molenstraat 20a en b tevens detailhandel is toegestaan, waarbij kantoor en detailhandel ook op verdieping mogen worden uitgeoefend,” tussen “dan” en “is” is tussengevoegd “…respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders …”; tussen “verbeelding,” en “zulks” is tussengevoegd: “…, in welk geval deze aangehouden dient te worden,” verwijderd is het woord “permanente” in de aanhef zijn de woorden “en geen overkapping” verwijderd tussen “overkappingen” en “e.d.” is ingevoegd: “…,ondergrondse bouwwerken …” is vervangen door: “buiten het bouwvlak is het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet toegestaan, met dien verstande dat dit verbod niet van toepassing is voor het oprichten van erfafscheidingen, pergola’s, vlaggenmasten e.d.;” “gevellijn” is vervangen door “feitelijke voorgevel”
“op hoekpercelen” is verwijderd aan deze bepaling is toegevoegd: “de brandveiligheid” aan het onderdeel ‘met daaraan ondergeschikt’ is toegevoegd: “erven en tuinen” tussen “voorkomende”en “archeologische waarden” is ingevoegd: “middelhoge en hoge” de zinsnede “…,waarvan de……. dan 100 m2.” is vervangen door: “…, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht op een diepte van meer dan 0,60 meter onder de oppervlakte en waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan: 1 100 m² in een gebied met hoge archeologische verwachtingswaarde; 2 200 m2 in een gebied met middelhoge archeologische verwachtingswaarde.” het bepaalde in “sub a t/m f” is vervangen door: “a het veranderen van het huidige maaiveldniveau met meer dan 0,60 meter door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren of afgraven; b het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 0,60 meter onder de oppervlakte, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen,
Bijlage 5 Onderdeel
Artikel 24.7.2
Artikel 24.7.3
Artikel 26.1.2, sub b
Artikel 27.1.1 Artikel 27.2.1 Artikel 27.1.1, sub a en sub b Artikel 27.2.1, sub a en sub b Artikel 28.2 (aanhef) Artikel 28.2, sub e Artikel 30
Verbeelding Kaartbladen 1 t/m 4 Kaartblad 1 van 4
Wijziging diepploegen, aanleggen van drainage en ontginnen, het aanleggen van kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c het aanbrengen van meer dan 0,60 meter diepwortelende beplantingen en/of bomen; d het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand;” dit artikelonderdeel is aangevuld met: “d het een verstoring betreft van een archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op de provinciale Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, en waarbij die verstoring plaatsvindt: 1 in een gebied met lage archeologische verwachtingswaarde en/of een niet gekarteerd gebied, òf; 2 in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 200 m2, òf; 3 3 in een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m2;” de zinsnede “…, waaruit blijkt dat de eventuele archeologische belangen voldoende worden gewaarborgd.” is vervangen door: “…, waaruit blijkt dat: 1 het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf 2 de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf 3 in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn. is vervangen door: “de oppervlakte aan ondergrondse bebouwing, voor zover niet onder bovengrondse bebouwing is gesitueerd en voor zover een grotere hoogte hebben dan 1,2 meter, mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het perceelsafhankelijke maximum vermeld in kolom D van de als bijlage “Tabel Toegestane Bebouwing”, met dien verstande dat het totaal van alle bebouwing (kolom C+D+E+F) het betreffende maximum in kolom B niet overschrijdt;” Artikelnummer en titeltekst zijn verwijderd zijn vernummerd in respectievelijk “27.1.1” en “27.1.2” zijn vernummerd in respectievelijk “27.2.1” en “27.2.2” tussen “een” en “ (vrijstaand)” is ingevoegd: “bij een (dienst-)woning behorend ” vóór en ná “toegestane” is ingevoegd “bij een (dienst-)woning” respectievelijk “(vrijstaande)” De onderscheidenlijke alinea’s zijn omgezet in artikelleden, te weten: alinea 1: “30.1 Ontheffingsbevoegdheden en nadere eisen”, alinea 2: “30.2 Wijzigingsbevoegdheid”, alinea 3: “30.3 Aanlegvergunning” en alinea 4: “30.4 Sloopvergunning” Het militaire belang IHCS is, voor zover van toepassing, als gebiedsaanduiding opgenomen. Op het adres “Aanwas 17 / Burg. Voetenstraat 81” is op en nabij de
Bijlage 5 Onderdeel
Kaartblad 1 van 4
Kaartblad 1 van 4
Kaartblad 2 van 4
Kaartblad 2 van 4
Kaartblad 3 van 4
Wijziging perceelsscheiding met het adres Aanwas 13 over een beperkte lengte (ca. 38 meter, beginnende op ca. 2,70 meter vanaf de perceelsgrens aan de zijde van de Aanwas) een erfafscheiding tot maximaal 2,70 meter toegestaan middels een afzonderlijke aanduiding op de verbeelding Op het adres “Burg. Voetenstraat 38, 40 en 42” is de verbeelding zodanig aangepast dat aan de oostzijde de bestemming “Groen” is teruggebracht tot een zone van 10 meter breed. Het “overblijvende” perceelsgedeelte is bestemd tot “Bedrijf (buiten het bouwvlak). Een klein gedeelte aan de zuid-oostzijde is toegevoegd aan de bestemming “Groen”, zodat de bestemming “Groen” aldaar ook een breedte heeft van 10 meter. De woning Burg. Voetenstraat 38 is aangeduid als bedrijfswoning Op het adres ”Dorpsstraat 30” is de verbeelding aangepast. De huidige bestemming “DH”, met de aanduiding “(op)” en de maximale goot- en nookhoogte beperking van beide maximaal 4m is op het westelijker gelegen perceelsgedeelte gelegd en is vervangen door de bestemming “V-VB”. Voorts is de verbeelding aangepast waardoor het mogelijk wordt op het achterste gedeelte een extra bouwlaag te realiseren, waarbij de maximale goot- en bouwhoogte is gesteld op 6,5m Op het adres “De Kuil 9” is overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan een deel van de bestemming “Wonen” gewijzigd in de bestemming “Bedrijf” met bijgehorend ‘bouwvlak’ Op het adres “De Kuil 35” is een aanduiding opgenomen, op grond waarvan op een gedeelte van de percelen D4612 en D4613, nieuwbouw van een woning is toegestaan Op het adres “Zr. Marie Adolphinestraat 5/5a/5b” is het bouwvlak vergroot, met dien verstande dat voor deze uitbreiding de goot- en nokhoogte maximaal 4 meter mag zijn
Bijlage 2: Rapportage geluid Politieacademie locatie Ossendrecht, BRO adviseurs d.d. 18 oktober 2011
Geluid Politieacademie locatie Ossendrecht Gemeente Woensdrecht
Geluid Politieacademie locatie Ossendrecht Gemeente Woensdrecht
Rapportnummer:
212x00886.063218_1
Datum:
18 oktober 2011
Contactpersoon opdrachtgever: De heer A. Bogers Gemeente Woensdrecht Projectteam BRO:
Corianne Verberne en Eveline Kramer
Trefwoorden:
-
Bron foto kaft:
BRO Abstract 3
Beknopte inhoud:
-
BRO Hoofdvestiging Postbus 4 5280 AA Boxtel Bosscheweg 107 5282 WV Boxtel T +31 (0)411 850 400 F +31 (0)411 850 401
Inhoudsopgave
pagina
1. INLEIDING
3
2. BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING
5
3. VERGUNNING
6
4. AKOESTISCH ONDERZOEK
7
5. MAATREGELEN
9
6. NIEUWE BESTEMMINGSPLANNEN
10
7. UNIEKE LOCATIE IN NEDERLAND
12
8. GESCHIEDENIS
12
9. KLACHTENONDERZOEK
13
10.
13
CONCLUSIE
BIJLAGEN Bijlage 1: LAr,LT-contouren Politieacademie Bijlage 2: De Lr-contouren Politieacademie Bijlage 3: Lknal-contouren Politieacademie Bijlage 4: Overzicht schietactiviteiten en explosies Bijlage 5: Geluidscontouren Koninging Wilhelmina Kazerne
Inhoudsopgave
1
2
1.
INLEIDING
In de omgeving van Ossendrecht is de Politieacademie locatie Ossendrecht gevestigd. De Politieacademie is het zelfstandig bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1A van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs. De Politieacademie bevindt zich aan de Pannenhoef 18 in het buitengebied van Ossendrecht (zie figuur 1) op circa 2 kilometer vanaf de woonkern Ossendrecht en 1 kilometer vanaf het bedrijventerrein van Ossendrecht waar zich tevens woon-werkkavels bevinden. Aan de zuidzijde van de Politieacademie bevindt zich op een afstand van circa 2,3 kilometer de woonkern van Putte. Uit recent uitgevoerde berekeningen, die op verzoek van de gemeente Woendrecht verricht zijn, blijkt dat de geluidcontouren van de Politieacademie over een groot gedeelte van de gemeente Woensdrecht liggen. Aangezien de gemeente momenteel diverse bestemmingsplannen aan het actualiseren is, is het belangrijk om inzicht te hebben in de gevolgen van de geluidcontouren voor de bestemmingsplannen. In deze memo wordt de akoestische invloed van de Politieacademie op de bestemmingsplannen bepaald. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de (on)mogelijkheden van het realiseren van woningbouw (het creëren van een goed woon- en leefklimaat) in de gemeente. Ook zal gekeken worden of de Politieacademie belemmerd wordt in zijn bedrijfsvoering.
Hoofdstuk 1
3
4
Hoofdstuk 1
2.
BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING
Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan het waar nodig zorgen voor een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds bedrijven of overige milieubelastende functies en anderzijds milieugevoelige functies zoals woningen. Bij de planontwikkeling dient rekening gehouden te worden met milieuzoneringen om zodoende de kwaliteit van het woon- en leefmilieu te handhaven en te bevorderen en daarnaast bedrijven voldoende zekerheid te bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitvoeren. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’.1 Scheiding van functies versus functiemenging Scheiding van milieubelastende en milieugevoelige functies met behulp van milieuzonering is in de omgeving van sterk milieubelastende activiteiten zonder meer noodzakelijk. Een vergaande scheiding van functies kan echter ook leiden tot inefficiënt ruimtegebruik en een verlies aan ruimtelijke kwaliteit. Een gemengd gebied met een mix van wonen en werken, winkels en horeca stimuleert een levendig straatbeeld, een hogere sociale veiligheid en extra draagvlak voor voorzieningen. Vanuit het oogpunt van efficiënt ruimtegebruik verdient het de voorkeur om functiescheiding niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is. Richtafstandenlijsten De twee belangrijkste bouwstenen voor milieuzonering zijn de richtafstandenlijsten in bijlage 1 van de VNG-publicatie. In de lijsten wordt onderscheid gemaakt naar richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Daarbij omvat categorie 1 de lichtste en categorie 6 de zwaarste vormen van bedrijvigheid. De richtafstanden gaan uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet worden beoogd of aanwezig zijn, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting (in plaats van de richtafstanden).
1
‘Bedrijven en Milieuzonering’, Uitgave VNG, Den Haag, 2007.
Hoofdstuk 2
5
Politieacademie Binnen de inrichting vinden verschillende activiteiten plaats, zoals het af- en aanrijden van verkeer, oefenactiviteiten en schietlawaai. In de lijst van bedrijfsactiviteiten is een Politieacademie niet opgenomen. De Politieacademie is voor een deel van het schietlawaai enigszins vergelijkbaar met onderstaande bedrijfsactiviteiten: SBI 2008
Inrichting
Milieucatego-
Maximale richt-
rie
afstand (geluid)
931 0
0
Schietinrichtingen:
931 1
1
- binnenbanen: geweer- en pistoolbanen 4.1
200
931 5
5
- vrije buitenbanen: geweerbanen
6
1500
931 6
6
- vrije buitenbanen: pistoolbanen
6
1500
Het terrein waarop de Politieacademie gevestigd is, is geen gezoneerd industrieterrein zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Omdat de Politieacademie niet is opgenomen in de lijst met bedrijfsactiviteiten, dient bij de toetsing in het ruimtelijk spoor uitgegaan te worden van de vigerende milieuvergunning.
3.
VERGUNNING
De Politieacademie is gevestigd aan de Pannenhoef 19 te Ossendrecht. Bij besluit van 4 september 2006 heeft het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Woensdrecht aan de Politieacademie voor deze locatie een vergunning verleend voor een politieopleidings- en trainingscentrum met bijbehorende activiteiten, alsmede een opvanglocatie voor verslaafden. Het betreft een vergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid van de Wet milieubeheer (oud). Het besluit is op 14 september 2006 ter inzage gelegd. Diverse appelanten hebben bij de Raad van State beroep ingesteld. Bij uitspraak van 27 februari 20082 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State onder andere bepaald dat: • de beroepen gedeeltelijk gegrond zijn; • het besluit van college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht van 4 september 2006, voor zover het de voorschriften 2.4.2 en 2.4.15 betreft en voor zover vergunning is verleend voor het gebruik van tweetonige sirenes op de voertuigen tijdens oefenactiviteiten op het terrein van de inrichting en voor het vliegen van helikopters tijdens oefenactiviteiten boven het terrein van de inrichting, vernietigd wordt.
2
ABRvS 27 februari 2008, nr. 200607695/1
6
Hoofdstuk 3
Bovenstaande betekent dat voor de Politieacademie een vergunning is verleend voor alle activiteiten die binnen de inrichting uitgeoefend worden, met uitzondering van het gebruik van tweetonige sirenes en helikopters. Deze activiteiten zijn dan ook niet meegenomen in het akoestisch onderzoek. Voor alle activiteiten die verleend zijn in de vergunning wordt, met uitzondering van het schietlawaai, ter plaatse van de meest nabijgelegen woningen voldaan aan de grenswaarden. Handhaving Uit de handhavingscontroles blijkt dat de Politieacademie zich houdt aan de gestelde eisen in de vigerende vergunning. In 2011 staat een nieuwe handhavingscontrole op het programma. Conclusie De Politieacademie heeft een vigerende vergunning ingevolge de Wabo voor de activiteit milieu voor alle activiteiten, die binnen de inrichting worden uitgevoerd, met uitzondering van het gebruik van tweetonige sirenes binnen de inrichting en het vliegen met helikopters boven de inrichting. Deze twee laatstgenoemde activiteiten vinden derhalve niet meer plaats. Uit de handhaving blijkt dat de Politieacademie zich houdt aan het gestelde in de vergunning.
4.
AKOESTISCH ONDERZOEK
Bij de aanvraag van de milieuvergunning is een akoestisch onderzoek uitgevoerd3 en een notitie opgesteld4. Aan het akoestisch onderzoek heeft een zogenoemd geluidsoverdrachtmodel ten grondslag gelegen. Met behulp van dit geluidoverdrachtsmodel zijn op verzoek van de gemeente Woensdrecht vervolgens berekeningen verricht met als doel de verschillende geluidcontouren grafisch inzichtelijk te kunnen maken. Het geluid dat afkomstig is van de Politieacademie wordt veroorzaakt door: 1. "industriële geluidbronnen", zoals voertuigen, megafoons e.d. De geluidimmissie vanwege deze geluidbronnen dienen getoetst te worden aan de richt- en grenswaarden, zoals gesteld in de Handleiding industrielawaai en vergunningverlening. De inzichtelijk te maken geluidcontouren, die betrekking hebben op de industriële geluidbronnen, hebben betrekking op het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximale geluidniveau (LAmax);
3
4
Akoestisch onderzoek met opdrachtnummer R2004/17021, K&M Akoestisch Adviseurs, d.d. 11 november 2005. Notitie met kenmerk LJ/IFK/A2005.1756, K&M Akoestisch Adviseurs, d.d. 1 november 200
Hoofdstuk 4
7
2. "schiet-geluid", zoals het schieten met handvuurwapens, het tot ontploffing brengen van explosieven e.d. Ten behoeve van het “schiet-geluid” dienen de geluidcontouren bepaald te worden, die betrekking hebben op de herhaald hoorbare knallen (Lr) en de incidentele knal (Lknal). Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat het “industrieel geluid” ondergeschikt is aan het “schietgeluid”. Dit betekent dat in feite volstaan kan worden met het inzichtelijk maken van de geluidcontouren vanwege het “schietgeluid”. Omdat het schietgeluid maar incidenteel voorkomt (maximaal 6 keer per jaar) is er voor gekozen ook het industrieel geluid inzichtelijke te maken, zodat beoordeeld kan worden of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat. In de bijlagen zijn de diverse geluidscontouren weergegeven. Het betreft een geluidscontour van het industrielawaai en een geluidscontour van het schietlawaai. De bepaalde geluidcontouren zijn zogenoemde poldercontouren (vrije veldcontouren). Een poldercontour is een geluidcontour, die tot stand gekomen is zonder rekening te houden met gebouwen, die buiten het ‘industrieterrein’ gelegen zijn. Een poldercontour kan soms wat ruimer zijn dan de werkelijke geluidcontour (waarbij rekening gehouden wordt met de werkelijk aanwezige bebouwing) en anderzijds wat krapper zijn dan de werkelijke contour. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door afscherming van de aanwezige bebouwing en anderzijds door de reflecties tegen de aanwezige bebouwing. Industrielawaai Voor het industrielawaai is de representatieve en de incidentele bedrijfssituatie doorgerekend. De representatieve bedrijfssituatie treedt vaker dan twaalfmaal maal per kalenderjaar op. De incidentele bedrijfssituatie treedt in onderhavige situatie maximaal twintigmaal per jaar op. Omdat de incidentele bedrijfssituatie vaker dan twaalfmaal per kalenderjaar plaatsvindt, is dit de maatgevende situatie voor het bepalen van de geluidcontouren. De LAr,LT-contouren zijn bepaald voor de maximale dag. In bijlage 1 zijn de LAr,LT-contouren weergegeven. Ten gevolge van alle andere activiteiten dan de schietactiviteiten binnen de inrichting van de Politieacademie kunnen maximale geluidniveaus optreden. Hiertoe is de LAmax berekend. De grootste maximale geluidniveaus worden veroorzaakt door de verkeersbewegingen nabij de terreingrenzen van de inrichting. Schietlawaai Voor het schietlawaai zijn de Lknal-contouren en de Lr-contouren contouren berekend. De Lr-contouren (bijlage 2) komen in de gemiddelde bedrijfssituatie voor. De Lknalcontouren (bijlage 3) komen incidenteel voor. De afbeelding waarin het schietlawaai is opgenomen, is opgebouwd als een worstcase variant. Er vinden binnen de inrichting 31 verschillende activiteiten plaats, die
8
Hoofdstuk 4
“schietlawaai” produceren (zie bijlage 4). Ten behoeve van de bepaling van de Lknalcontouren zijn derhalve 31 varianten doorgerekend. De verschillende schietgeluiden vinden in de praktijk niet tegelijkertijd plaats. De ene keer vinden er activiteiten plaats met explosieven in het oefendorp, de andere keer wordt er geschoten op de schermenschietbaan. De kans dat alle activiteiten waarbij schietlawaai wordt geproduceerd tegelijkertijd plaatsvinden is verwaarloosbaar en zal alleen plaatsvinden indien hiervoor een zeer zwaarwegende noodzaak voor aanwezig is. Conclusie Uit de berekeningen van het schietlawaai volgen aanzienlijke geluidscontouren. Deze contouren kunnen echter genuanceerd worden doordat de schietactiviteiten niet allemaal tegelijkertijd voorkomen5.
5.
MAATREGELEN
Het schietlawaai wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de volgende activiteiten: • het schieten binnen de schermenschietbaan; • het schieten binnen de poortkokerbanen; • de activiteiten binnen de handgranatenbaan; • activiteiten met explosieven en lawaaigranaten in het oefendorp. • De overige schietactiviteiten zijn niet relevant voor de geluidbelasting. Het adviesorgaan van de Raad van State heeft een geluidsreducerende maatregel geadviseerd in de vorm van een overkapping. Dit advies is door de Raad van State niet overgenomen. Voor de handgranatenbaan zijn redelijkerwijs geen maatregelen te treffen die het bronniveau, dan wel de overdacht van het veroorzaakte geluid beperken. Ook voor de activiteiten in het oefendorp is het, mede door de veiligheidsaspecten, niet mogelijk om geluidreducerende maatregelen te treffen. Uit de uitspraak van de Raad van State volgt dat voldoende aannemelijk is, dat het in dit geval niet mogelijk is om verdere geluidreducerende maatregelen te treffen.
5
De in de bijlage 2 en 3 grafisch gepresenteerde geluidscontouren betreffen samengestelde geluidcontouren, die opgebouwd zijn uit alle contouren vanwege de verschillende schietactiviteiten.
Hoofdstuk 5
9
Conclusie Het is niet mogelijk om de contouren voor het schietlawaai verder te verkleinen door het treffen van geluidreducerende maatregelen.
6.
NIEUWE BESTEMMINGSPLANNEN
In de gemeente Woensdrecht worden in de omgeving van de Politieacademie de volgende (woning)bouwprojecten gerealiseerd; • Boudewijngroeve te Ossendrecht; • Mollercollege te Ossendrecht; • De Hei in Putte, 3 woningen; • De omzetting van het agrarische perceel van de erven van Van der Venne naar een burgerwoning aan de Middelstraat in Ossendrecht; • Bestemmingsplan voor camping Athena; • Wijziging bestemming Bremweg 1 Ossendrecht (de agrarische bestemming wordt omgezet naar een woonbestemming). Bij de vestiging van nieuwe woningen dienen de woningen de bedrijven in de omgeving niet te hinderen en dient ter plaatse van de nieuwe woningen sprake te zijn van een goed woon- en leefklimaat. De Politieacademie wordt niet belemmerd door de realisatie van nieuwe woningen (of andere geluidsgevoelige objecten), omdat er sprake is van een vigerende vergunning en de geluidbelasting vanwege de Politieacademie op concrete beoordelingspunten, die in de vigerende vergunning zijn vastgelegd, getoetst dient te worden. Het schietlawaai, wordt niet getoetst aan de ligging van de woningen. Bij de realisatie van de nieuwe woningen dient getoetst te worden aan de Wet geluidhinder en een goede ruimtelijke ordening. Het terrein waarop de Politieacademie gelegen is, is geen gezoneerd industrieterrein zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Dit betekent dat het gestelde in de Wet geluidhinder geen belemmering inhoudt voor nieuwbouw in de nabijheid van de Politieacademie. In het kader van de goede ruimtelijke ordening dient het bevoegd gezag een bestuurlijke afweging te maken over het al dan niet realiseren van de nieuwbouw. Zoals eerder aangegeven is het schietlawaai maatgevend. Beoordeling van schietlawaai vindt in de regel plaats op basis van de ‘circulaire schietlawaai’. Bij de vergunning is echter aangegeven dat toetsing beter volgens de methodiek van militair schietgeluid plaats kan vinden.
10
Hoofdstuk 6
In de circulaire schietlawaai is aangegeven dat bij hogere geluidsniveaus schrikeffecten bij het schietlawaai kunnen optreden Hierbij speelt het niveau van een enkelvoudige knal en de frequentie van de knallen binnen een bepaalde periode een rol. De omgeving van de Politieacademie kan gekwalificeerd worden als een gebied met verspreide bebouwing, alwaar een grenswaarde voor het Lr zou moeten gelden van 45 dB(A) etmaalwaarde. Voor de Lknal max zou een grenswaarden moeten gelden van 72,5 dB(A, imp)6 in de dag-, 67,5 dB(A, imp) in de avond- en 62,5 dB(A, imp) in de nachtperiode. Deze grenswaarden dienen feitelijk gehanteerd te worden om te beoordelen of een plan voldoet aan het begrip goede ruimtelijke ordening.
Grafiek 1: Maxima van Lknal in relatie tot het omgevingsgeluid (L95) ter voorkoming van schrikreacties. Conclusie Nieuwe woningen worden buiten de toetsingspunten van de vergunning van de Politieacademie gerealiseerd en vormen daarmee geen belemmering van de bedrijfsvoering van de Politieacademie. Op de nieuwe woningen wordt voldaan aan de normen voor het industrielawaai. Het schietlawaai wordt in de vergunning niet getoetst op de woningen. Uit de berekeningen van het schietlawaai volgt dat in delen van de gemeente Woensdrecht een overschrijding van de normen van schietlawaai plaatsvindt.
6
Zie grafiek 1. Bij een rustige omgeving waar een richtwaarde geldt van 45 dB(A) etmaalwaarde, geldt ingevolge grafiek 1 een grenswaarde voor het Lknal van 72,5 dB(A, imp) in de dag-, 67,5 dB(A, imp) in de avond- en 62,5 dB(A, imp) in de nachtperiode.
Hoofdstuk 6
11
7.
UNIEKE LOCATIE IN NEDERLAND
De Politieacademie locatie Ossendrecht vervult een bijzondere positie in Nederland. De inrichting vervult een bijzondere positie als opleidingsinstituut en vormt als zodanig een onmiskenbaar onderdeel van de openbare macht van de Nederlandse samenleving. De Raad van State7 heeft aangegeven dat de locatie voor het opleidingsinstituut enig in zijn soort is en de activiteiten kunnen daarom ook niet elders in Nederland plaatsvinden. Voor het in gebruik zijn van het opleidingsinstituut zijn de oefeningen met de explosieven, lawaaigranaten en handgranaten een noodzakelijk onderdeel van de opleidingsverplichtingen Conclusie De Politieacademie is een unieke inrichting waarvan de activiteiten niet elders in Nederland kunnen plaatsvinden.
8.
GESCHIEDENIS
Op de locatie van de Politieacademie is jarenlang een vergelijkbare inrichting gevestigd. Omstreeks 1953 is de Koningin Wilhelmina Kazerne opgericht. Deze kazerne is opgericht in verband met de aanwezigheid van de geluidscontour die al van oudsher aanwezig was in de vorm van een handgranatenbaan. De Politieacademie is in 1983/1984 naar de locatie verhuisd. In de begin jaren is een deel van het terrein gebruikt voor de opleiding. Eind jaren ’90 heeft de Politieacademie de gehele locatie in gebruik genomen. In bijlage 5 zijn de Lr-contouren en de L knal-contouren van de Koningin Wilhelminia Kazerne opgenomen. Als de Lr-contouren van de Koningin Wilhelmina Kazerne vergeleken worden met de Lr-contouren van de Politieacademie, dan dient geconcludeerd te worden dat de Lr-contouren van de Politieacademie ruimer zijn. Dit betekent dat de politeacademie een grotere geluidbelasting vanwege de herhaald hoorbare knallen heeft dan de voormalige Koningen Wilhelmina Kazerne. Indien de oude L knal-contouren vergeleken worden met de L knal-contouren van de Politieacademie, dan dient geconcludeerd te worden dat de L knal-contouren van de voormalige Koningin Wilhelmina Kazerne ruimter zijn. Dit betekent dat de Politie-
7
ABRvS 27 februari 2008, nr. 200607695/1
12
Hoofdstuk 8
academie een kleinere geluidbelasting –vanwege de enkelvoudige knal heeft dan de voormalige Koningin Wilhelmina Kazerne. Het schietgeluid van de Politieacademie treedt minder vaak op dan het schietgeluid van de KWK in het verleden. Gezien de langdurige aanwezigheid van een inrichting met schietlawaai is het voor nieuwe bewoners bij vestiging in de nabijheid van de Politieacademie voorzienbaar dat er sprake kan zijn van schietlawaai. Conclusie De inrichting is al jarenlang op deze locatie aanwezig. Het schietlawaai is hierbij in de loop van de jaren verminderd. Bij vestiging van nieuwe bewoners is het optreden van schietlawaai voorzienbaar.
9.
KLACHTENONDERZOEK
De gemeente Woensdrecht houdt in een klachtenregistratiesysteem bij welke klachten binnen komen. In de afgelopen 3 jaar (2008-2010) zijn er drie klachten geregistreerd. De klachten hebben betrekking op: • Geluidoverlast vanwege explosieven; • Geluidoverlast vanwege het gebruik van een tweetonige sirene; • Het maken van zorgen met betrekking tot geluidoverlast inzake een oefening met helicopters. Conclusie Vanuit de omgeving van de inrichting komen er weinig klachten.
10. CONCLUSIE
De Politieacademie wordt, doordat de rechten zijn vastgelegd in de bestaande milieuvergunning8, niet gehinderd door de realisatie van nieuwe woningbouw. De woningbouw dient dan wel gerealiseerd te worden buiten de beoordelingspunten van de bestaande milieuvergunning.
8
Indien de Politieacademie een nieuwe vergunning aanvraagt zal opnieuw een toetsing aan de normen plaatsvinden.
Hoofdstuk 10
13
Het industrielawaai zorgt voor een relatief lage geluidbelasting op de nabijgelegen woningen. Voor nieuwe woningen die verder van de Politieacademie gerealiseerd worden zal deze geluidbelasting nog lager zijn. Het industrielawaai vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van nieuwe woningen Het ‘schietlawaai’ zorgt een aantal maal per jaar voor een hoge geluidbelasting op de omliggende en nieuwe woningen. Deze geluidbelasting op de bestaande en de nieuwe woningen en de ontwikkeling van nieuwe woningen zijn aanvaardbaar omdat: • Er sprake is van een unieke inrichting in Nederland; • Het schietgeluid reeds van oudsher aanwezig is; • Er een milieuvergunning verleend is voor de schietactiviteiten; • Het door de aard van de activiteiten binnen de inrichting niet mogelijk is om geluidreducerende maatregelen binnen de inrichting te treffen; • De berekening van de geluidcontouren vanwege het schietlawaai gebaseerd zijn op een ‘worst-case’ scenario. Niet alle schietactiviteiten vinden gelijktijdig plaats; • Er de laatste tijd weinig klachten zijn.
14
Hoofdstuk 10
BIJLAGEN
Bijlage 1: LAr,LT-contouren Politieacademie
Figuur 3 LAr,LT-contouren LEGENDA 40,0 dB(A) 45,0 dB(A)
379000
50,0 dB(A) 55,0 dB(A) 60,0 dB(A) periode:
Etmaal
Groep:
Oefeningen c.a. Kopie van Oefenactiviteiten c.a., in
378500
0m
400 m
schaal = 1 : 15000 oorsprong = 81200, 375600 378000
377500
377000
376500
376000
81500
82000
82500
83000
83500
Industrielawaai - IL, Contouren vanwege het PIOG - Schietbaan Politieacademie - Kopie van Oefenactiviteiten c.a., incidenteel [K:\gn\2010\06\Bestemmingsplan Buitengebied\] , Geonoise V5.43
84000
84500
85000
85500
86000
86500
87000
Bijlage 2: De Lr-contouren Politieacademie
Figuur 2 Lr-countoeren op dagbasis LEGENDA 40,0 dB(A) 383500
45,0 dB(A) 50,0 dB(A) 55,0 dB(A)
383000
60,0 dB(A) periode:
Etmaal
382500
Lr contouren
382000
0m
1000 m
381500
schaal = 1 : 40000 oorsprong = 77400, 374300 381000
380500
380000
379500
379000
378500
378000
377500
377000
376500
376000
375500
375000
374500 77500
78000
78500
79000
79500
80000
80500
81000
81500
82000
82500
83000
Industrielawaai - IL, Contouren vanwege het PIOG - Schietbaan Politieacademie - Lr contouren [K:\gn\2010\06\Bestemmingsplan Buitengebied\] , Geonoise V5.43
83500
84000
84500
85000
85500
86000
86500
87000
87500
88000
88500
89000
89500
90000
90500
91000
91500
92000
92500
93000
Bijlage 3: Lknal-contouren Politieacademie
Figuur 1 Lknal-contouren Rood: 70 dB(A, imp); licht blauw: 72,5 dB(A, imp); donker Blauw: 75 dB(A, imp) contour
Regionale milieudienst West-Brabant
Lijn/mobiele bronpunt Lijnbron Mobiele bron Scherm 382000
381500
0m
1000 m schaal = 1 : 32500
381000
380500
380000
379500
379000
378500
378000
377500
377000
376500
376000
375500
375000
374500
78000 78500 79000 79500 80000 Industrielawaai - IL, [versie van Gebied - eerste model] , Geomilieu V1.40
80500
81000
81500
82000
82500
83000
83500
84000
84500
85000
85500
86000
86500
87000
87500
88000
88500
89000
89500
90000
90500
Bijlage 4: Overzicht schietactiviteiten en explosies
Tabel :
Overzicht schietactiviteiten en explosies
Activiteit/oefening
Aantal locaties
Schot-/knalfrequentie op jaarbasis
Maximale schot-/knalfrequentie op één dag
dagperiode Explosieven 1
1 x Bosbaan
avondperi-
nachtperi- dagperiode
avondperi-
nachtperi-
ode
ode
ode
ode
108
--
--
6
--
--
184
--
--
9
--
--
100
50
--
10
8/91
--
50
245
--
3
17
--
60
30
--
6
6
--
1.475
550
--
50
25
--
1 x Lijsterdreef Explosieven 2
1 x Bosbaan 1 x Bosbaan
Lawaaigranaten
1 x Lijsterdreef
9
1 x Raadhuisplein Vuurwerk, buiten
1 x Bosbaan 1 x Raadhuisplein
Vuurwerk, inpandig
1 x Bosbaan 2 x Bosbaan
Pistool, buiten
1 x Lijsterdreef
Traangas, buitengranaat
4 x oefenwijken
750
--
--
20
--
--
Traangas, binnengranaat
4 x oefenwijken
250
--
--
15
--
--
Walther P5/H&K MP5
politieschietbaan
1 x Raadhuisplein
Diemaco C7 liggend Diemaco C7 staand
schermenbaan
10,11
MAG liggend Glock staand Walther P5/H&K MP5 Aanvalsgranaten Scherfgranaten
9 10
11
705.882
235.294
58.824
5.000
1.600
400
315.800
2.440
--
2.169
130
--
135.350
1.050
--
930
56
--
10.250
160
--
70
4
--
266.600
2.350
--
1.831
110
--
poortkokerbaan Y4
400.000
96.000
--
1.000
600
--
poortkokerbaan Y5
400.000
96.000
--
1.000
600
--
Handgranatenbaan2
100
--
--
12
--
--
400
--
--
48
--
--
Maximaal 6 avonden per jaar. Bron schietactiviteiten Defensie: TNO-rapport HAG-RPT-990150. “Geluidonderzoek Koningin Wilhelminakazerne te Ossendrecht” d.d. 3 mei 2002. Aandeel Defensie in schotfrequentie bedraagt 78% in de dagperiode en 0% in de avondperiode.
Bijlage 5: Geluidscontouren Koninging Wilhelmina Kazerne
BRO heeft vestigingen in Boxtel | Amsterdam | Tegelen | Hasselt www.BRO.nl
Bestemmingsplanregels
Status: voorontwerp
INHOUDSOPGAVE PLANREGELS
HOOFDSTUK 1 - INLEIDENDE REGELS ............................................3 Artikel 01 - Begrippen ................................................................................................ 3 Artikel 02 - Wijze van meten .................................................................................... 11
HOOFDSTUK 2 - BESTEMMINGSREGELS ......................................13 Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
- Agrarisch ............................................................................................... 13 - Bedrijf .................................................................................................... 16 - Bos ........................................................................................................ 19 - Centrum ................................................................................................ 21 - Cultuur en ontspanning ......................................................................... 24 - Detailhandel .......................................................................................... 26 - Dienstverlening...................................................................................... 29 - Gemengd .............................................................................................. 31 - Gemengd - 2 ......................................................................................... 33 - Groen .................................................................................................... 35 - Horeca ................................................................................................... 37 - Kantoor .................................................................................................. 40 - Maatschappelijk..................................................................................... 42 - Recreatie ............................................................................................... 45 - Sport ...................................................................................................... 48 - Verkeer - Verblijfsgebied ....................................................................... 50 - Water..................................................................................................... 53 - Wonen - 3 .............................................................................................. 54 - Wonen - 4 .............................................................................................. 59 - Leiding - Gas ......................................................................................... 62 - Leiding - Water ...................................................................................... 64 - Waarde - Archeologie ............................................................................ 66
HOOFDSTUK 3 - ALGEMENE REGELS ............................................69 Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
25 26 27 28 29 30
-
Anti-dubbeltelbepaling ......................................................................... 69 Algemene bouwregels ......................................................................... 70 Algemene aanduidingsregels .............................................................. 71 Algemene afwijkingsregels .................................................................. 73 Algemene wijzigingsregels .................................................................. 74 Algemene procedureregels ................................................................. 75
HOOFDSTUK 4 - OVERGANGS- EN SLOTREGELS ........................77 Artikel 31 Artikel 32 Artikel 33 Artikel 34 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
-
Overgangsrecht bouwwerken ............................................................... 77 Overgangsrecht gebruik ....................................................................... 77 Persoonsgebonden overgangsrecht..................................................... 78 Slotregel ............................................................................................... 79
Tabel toegestane bebouwing Staat van Bedrijven
Planregels bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
1
Status: voorontwerp
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
2
Status: voorontwerp
HOOFDSTUK 1 - INLEIDENDE REGELS Artikel 01 -
-
-
-
-
-
-
Begrippen
plan: het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening” van de gemeente Woensdrecht; bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0873.OSCAxBP073xHERZx01-VO01 met de bijbehorende regels; verbeelding: a analoge verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening” bestaande uit 5 kaartbladen met de nummers: - kaartblad 1: NL.IMRO.0873.OSCAxBP073xHERZx01-VO01_GV001; - kaartblad 2: NL.IMRO.0873.OSCAxBP073xHERZx01-VO01_GV002; - kaartblad 3: NL.IMRO.0873.OSCAxBP073xHERZx01-VO01_GV003; - kaartblad 4: NL.IMRO.0873.OSCAxBP073xHERZx01-VO01_GV004; - kaartblad 5 (legenda): NL.IMRO.0873.OSCAxBP043xHERZx01VO01_GV005. b. digitale verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening” bestaande uit de volgende pdfbestanden: - BP_VO_ Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening_kaartblad 1_deelgebied west.pdf; - BP_VO_ Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening_kaartblad 2_deelgebied noord-oost.pdf; - BP_VO_ Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening _kaartblad 3_deelgebied zuid-oost.pdf; - BP_VO_ Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening_kaartblad 4_deelgebied Calfven.pdf; e - BP_VO_ Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1 herziening_kaartblad 5_legenda.pdf. aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; aaneengebouwde woning: een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen; aangebouwd bijgebouw: een met een overlap van minimaal 1,2 meter aan het hoofdgebouw, geheel of gedeeltelijk, verbonden gebouw; anders is sprake van een vrijstaand bijgebouw;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
3
Status: voorontwerp
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
afhankelijke woonruimte: een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gewenst is; agrarisch bedrijf: een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren; akkerbouwbedrijf: een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen); archeologisch verwachtingsgebied gebied, aangegeven op een archeologische waardekaart, waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn; bebouwd oppervlak: het totaal van de oppervlakten van bouwwerken voor zover deze een grotere hoogte hebben dan 1,2 m, met dien verstande dat pergola’s, erfafscheidingen, e.d. buiten beschouwing worden gelaten; bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; bebouwingspercentage: een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; bedrijfsgebouw: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; beroep aan huis: een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep aan huis c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
4
Status: voorontwerp
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; bouwgrens: de grens van een bouwvlak; bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel; bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; Cultuurhistorische Waardenkaart: door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgestelde kaart met indicatieve archeologische waarden; cultuur en ontspanning: het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder musea en toeristische attracties; dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw; dakopbouw: een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of de dakrand van het dak, dat het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert; detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt; dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling: bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksbedrijf;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
5
Status: voorontwerp
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé; eerste bouwlaag: de bouwlaag op de begane grond; gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; geluidbelasting vanwege industrieterrein: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder; geluidbelasting vanwege wegverkeer: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder; geluidbelasting vanwege een spoorweg: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer of op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder spoorwegen; geluidgevoelige functies: bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; geluidzoneringsplichtige inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld; gemengd: een combinatie van minimaal twee gelijkwaardige functies van hoofdgroepen van bestemmingen; gestapelde woningen: een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; gevellijn: de als zodanig op de verbeelding aangegeven lijn, die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen c.q. bouwgrenzen; grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt; hoge verwachtingswaarde: grote kans op archeologische vondsten of informatie hogere grenswaarde: een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterrei-
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
6
Status: voorontwerp
-
-
nen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; hoofdgebouw: een gebouw dat, in architectonisch en/of functioneel opzicht als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken; horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij, te onderscheiden in: horeca van categorie 1: een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt. Daaronder worden begrepen: een ijssalon, een koffie- en/of theehuis; horeca van categorie 2: een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszaken/lunchroom, konditorei, afhaal-centrum, eetwinkels, restaurant; horeca van categorie 3: een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen; Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juiceen healthbar; horeca van categorie 4: een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren: Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning);
-
horeca van categorie 5: een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers; horecabedrijf: een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een seksbedrijf;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
7
Status: voorontwerp
-
-
-
-
-
-
-
-
kampeermiddel: a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; kantoor: het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie; kantine: aan sportactiviteiten ondergeschikte horecavoorziening; kleinschalige bedrijfsmatige activiteit: de in de bij de planregels behorende “Staat van bedrijven” (Bedrijvenlijst ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG) genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; lage verwachtingswaarde: kleine kans op archeologische vondsten of informatie; maatschappelijke voorzieningen: religieuze, onderwijs- (inclusief crèches en kinder- en buitenschoolse opvang) educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen voor het openbaar bestuur, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen; mantelzorg: het bieden van zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband; middelhoge verwachtingswaarde: gemiddelde kans op archeologische vondsten of informatie; niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt; omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); overkapping: een bouwwerk, geen gebouwzijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport; peil: a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: - de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: - de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
8
Status: voorontwerp
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
de bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: - het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil); permanente bewoning: bewoning door eenzelfde persoon of groep van personen, terwijl elders niet daadwerkelijk over een hoofdverblijf wordt beschikt; productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling; recreatief medegebruik: een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan; recreatieve bewoning: de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie; seksbedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of tot het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard tegen betaling; terras: een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt; twee-aaneengebouwde woning: een woning de onderdeel uitmaakt van twee-aaneengebouwde woningen; voorzieningen van algemeen nut: voorzieningen ten behoeve van op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of wegverkeer; vrijstaand bijgebouw: een van het hoofdgebouw losstaand bijgebouw; een bijgebouw dat een overlap van minder dan 1,2 meter met het hoofdgebouw heeft wordt aangemerkt als een vrijstaand bijgebouw; vrijstaande woning: een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning; wet / wettelijke regelingen: indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen en dergelijke, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald; winkel: een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
9
Status: voorontwerp
-
woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
10
Status: voorontwerp
Artikel 02
-
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; b de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; c de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; d de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; e de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; f de horizontale diepte van een gebouw: de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel; g de verticale diepte van een gebouw: de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer; h afstanden: afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt. Bij de goothoogte wordt gemeten daar waar de goot het hoogst ligt. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakopbouwen bevinden, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dat 50% van de gevelbreedte, wordt de gooten de bouwhoogte van de dakopbouw(en) als goothoogte respectievelijk bouwhoogte aangemerkt.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
11
Status: voorontwerp
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
12
Status: voorontwerp
HOOFDSTUK 2 - BESTEMMINGSREGELS Artikel 03 3.1
-
Agrarisch
Bestemmingsomschrijving
De voor “Agrarisch” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a de uitoefening van een akkerbouwbedrijf, waarop is toegelaten: - agrarische bedrijfsgebouwen; - één agrarische bedrijfswoning met daarbij behorende bijgebouwen per akkerbouwbedrijf; - bouwwerken, geen gebouwen zijnde; - tuin/erf, verhardingen en andere bij de bestemming passende voorzieningen; b ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’, het behoud en de versterking van de op de verbeelding weergegeven beeldbepalende panden, met daaraan ondergeschikt: c voorzieningen van algemeen nut; d infrastructurele voorzieningen; e waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals waterlopen en waterpartijen; f waterlopen en waterpartijen; g parkeervoorzieningen. 3.2
Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; d de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; e buiten het bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen f op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte. 3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
13
Status: voorontwerp
b c d e f g 3.4
een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving); de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; de brandveiligheid; de parkeerruimte op eigen terrein. Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub f voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 3.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik: a voor het plaatsen, het doen of laten plaatsen van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel; b voor het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; c voor het ten verkoop opslaan van landbouwwerktuigen of onderdelen daarvan; d voor het kennelijk ten verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn; e als opslag, stort- of bergplaats - al dan niet ten verkoop - van ongebruikte of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden; f voor de uitoefening van enige tak van handel en/of bedrijf met uitzondering van een agrarisch bedrijf als bedoeld in de bestemmingsbeschrijving en van verkoop in het klein als niet zelfstandig onderdeel van waren, die in het betreffende bedrijf worden geproduceerd; g voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de in 3.1. sub b, bedoelde agrarische bedrijfswoning; h seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings. 3.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
3.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
14
Status: voorontwerp
3.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
a
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding “cultuurhistorische waarden”;
b
het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe Burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
c
het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: 1 het normale beheer en onderhoud betreffen; 2 reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
3.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
15
Status: voorontwerp
Artikel 04 4.1
-
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor “Bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a het uitoefenen van industriële en ambachtelijke bedrijven alsmede groothandelsbedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze planregels behorende richtafstandenlijst en met uitzondering van: 1 inrichtingen aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit op grond van de Wet milieubeheer (Besluit van 5 januari 1993, Staatsblad 50); 2 detailhandel, met dien verstande dat productiegebonden detailhandel wel is toegestaan; b ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening’, voor nutsvoorzieningen; c ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - conservenfabriek’, tevens voor een conservenfabriek; d ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’, tevens voor opslag van goederen en materialen; e ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’, tevens voor de verkoop van brommers, scooters en motors; f ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’, voor een bedrijfswoning; g ter plaatse van de aanduiding ‘sport’, tevens een fitnesscentrum op de verdieping, met daaraan ondergeschikt: h verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. 4.2
Bouwregels
4.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, zulks met uitzondering van het bepaalde in c; c ter plaatse van de aanduidingen ‘specifieke vorm van bedrijf - conservenfabriek’ en ‘opslag’ gelden de volgende regels: 1 het bebouwingspercentage, te berekenen over het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 90% respectievelijk 65%; 2 de gebouwen dienen zoveel mogelijk in de noordwestelijke hoek van het gedeelte van het bouwvlak met het bebouwingspercentage van 65% te worden gebouwd; 3 de bebouwing dient qua schaal en uiterlijk op de omgeving te worden afgestemd om de ruimtelijke kwaliteit daarvan te bewaren; d de hoogte van de bedoelde opslag van goederen en materialen ter plaatse van de aanduidingen ‘specifieke vorm van bedrijf - conservenfabriek’ en ‘opslag’, bedraagt maximaal 4,5 meter;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
16
Status: voorontwerp
e
f g h
de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening’ mag de maximale goot- en bouwhoogte maximaal respectievelijk 3 meter en 6 meter bedragen; de dakhelling van een kap bedraagt maximaal 65º; op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte; voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; buiten de aangegeven bouwgrenzen bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte maximaal 6 meter mag bedragen;
4.2.2 a
b
voor het bouwen van bedrijfswoningen en daarbij behorende bijgebouwen, gelden de volgende regels: per volwaardig bedrijf is 1 bedrijfswoning toegestaan, tenzij op de verbeelding een ander maximum aantal wooneenheden is vermeld, in welk geval deze aangehouden mogen worden; de bedrijfswoning mag zowel als vrijstaande woning dan wel als onderdeel van een bedrijfsgebouw worden gerealiseerd; de bedrijfswoning mag uitsluitend in het bouwvlak worden opgericht; de goothoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 6 meter; de bouwhoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 9 meter; de diepte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 15 meter; de afstand van hoofd- en bijgebouwen tot de perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 3 meter; de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,3 meter; de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 5,8 meter; de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³; de oppervlakte van de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen mogen niet meer bedragen dan 100 m².
4.2.3 a
b c d e f g h i j k
4.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de in 4.2.1. sub c bedoelde gebouwen, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
17
Status: voorontwerp
4.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 sub h voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 4.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik: a wonen, behoudens ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’; b detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel; c de uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in de bestemmingsomschrijving is toegestaan; d seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings; e van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte. 4.6
Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 sub a resp. 4.5 sub c met inachtneming van de volgende regels: a een omgevingsvergunning mag worden verleend voor de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf, dat is opgenomen onder de milieucategorie 3 van de richtafstandenlijst en dat naar zijn aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de onder de categorieën 1 en 2 vallende bedrijven; b een omgevingsvergunning mag voorts worden verleend voor de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf, dat hoewel gelijkwaardig aan de categorieën 1 en 2 van richtafstandenlijst daarin niet is vermeld; c bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingscomponenten mede te worden betrokken: geluidhinder, geurproductie, stofuitworp, trillinghinder, gevaar, straling, visuele hinder, verontreiniging van lucht, bodem en water, verkeersaantrekking. 4.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
4. 8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
4. 9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
18
Status: voorontwerp
Artikel 05 5.1
-
Bos
Bestemmingsomschrijving
De voor “Bos” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a de aanleg en instandhouding van bos; b ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – luchtballon’, tevens voor speelvoorzieningen, verwijsborden, bankjes en prullenbakken; c ter plaatse van de aanduiding ‘kinderboerderij’, voor een kinderboerderij; d ter plaatse van de aanduiding ‘pad’, voor een pad uitsluitend bedoeld voor langzaamverkeer; e ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gebruik als tuin bij wonen' tevens het gebruik van de gronden als tuin overeenkomstig de aansluitende bestemming “Wonen – 3”,
met daaraan ondergeschikt: f halfverharde paden; g waterlopen en waterpartijen; h voorzieningen van algemeen nut; groen- en parkeervoorzieningen. i 5.2
Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken zijnde, gelden de volgende regels: a binnen het bouwvlak zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten dienste van de kinderboerderij, met een maximale hoogte van 3 meter; b de oppervlakte van een bouwwerk voor algemeen nut mag niet groter zijn dan 15 m² en de hoogte mag ten hoogste 3 meter bedragen; c de hoogte van bouwwerken zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen, zulks met uitzondering van speelvoorzieningen en verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen. 5.3
Nadere eisen (n.v.t.)
5.4
Afwijken van de bouwregels (n.v.t.)
5.5
Specifieke gebruiksregels (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
19
Status: voorontwerp
5.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
5.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.7.1
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) houtgewas te vellen en/of te rooien of werkzaamheden te verrichten, welke de dood of ernstige beschadiging van het houtgewas tot gevolg hebben;
5.7.2 het in 5.7.1 bepaalde verbod is niet van toepassing: a voor normale onderhoudswerkzaamheden dan wel ter verzorging van de aanwezige houtopstand; b op werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn; 5.7.3
de werkzaamheden als bedoeld in 5.7.1 zijn slechts toegestaan, indien door de daarvan hetzij direct, dan wel indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijk heden voor herstel niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
5.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
5.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
20
Status: voorontwerp
Artikel 06 6.1
-
Centrum
Bestemmingsomschrijving
De voor “Centrum” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wonen; b detailhandel; c dienstverlening; d maatschappelijke voorzieningen; e kantoor; horeca van categorie 1, 2 en 3; f g ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 5’, voor horeca, categorie 5; h ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - drukkerij’, voor een drukkerij, met dien verstande dat functieverandering binnen de bestemming uitsluitend is toegelaten met inachtneming van onderstaand schema:
functie wonen (w) detailhandel (dh) horeca, cat 1 en 2 h(1,2) horeca, cat 3 h(3) horeca, cat 5 h(5) dienstverlening (dv) maatschappelijk (m) kantoor (k) drukkerij (dr)
w o o o o o o o o
dh o o o o o o o o
h(1,2) o o o o o o o
h(3) o o o o o o o o
h(5) v v v v v v v v
dv o o o o o o o o
m o o o o o o o o
k o o o o o o o o
dr nt nt nt nt nt nt nt nt o
o = toegelaten v = uitsluitend toegestaan middels omgevingsvergunning nt = niet toegestaan - = niet van toepassing
met daaraan ondergeschikt: kunstwerken; i groen- en parkeervoorzieningen; j k verhardingen, zoals wegen en paden; voorzieningen van algemeen nut. l 6.2
Bouwregels
6.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘onderdoorgang’, een onderdoorgang moet worden gerealiseerd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
21
Status: voorontwerp
c
d
e
f
de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; winkels, horecabedrijven, maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening en kantoren mogen uitsluitend op de begane grond worden gesitueerd, met uitzondering van kantoren, toonzalen en horeca categorie 5 (hotelaccommodaties); de hoofdentree van de winkels, horecabedrijven, maatschappelijke voorzieningen en dienstverlenende bedrijven dient gelegen te zijn aan de Markt, het Hondseind of de Zuster Adolphinestraat; op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte;
6.2.2 voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels: a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het aangegeven bouwvlak mag ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; b buiten het bouwvlak bedraagt de maximaal toegestane hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2,5 meter, zulks met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; c de oppervlakte van een bouwwerk van algemeen nut mag niet groter zijn dan 15 m². 6.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein. 6.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 sub f voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 6.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik: a voor de uitoefening van een ambachtelijk of industrieel bedrijf;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
22
Status: voorontwerp
b c d 6.6
voor de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte; voor seksbedrijvenen, coffeeshops, discotheken en bardancings. Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 sub g en h ten behoeve van de vestiging / uitoefening van de functie horeca, categorie 5 buiten de aangegeven aanduiding horeca, onder de volgende voorwaarden: a er mag geen onevenredige verstoring plaatsvinden van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur op het gebied van de horeca in het centrum; b voorzien dient te worden respectievelijk te zijn in voldoende parkeergelegenheid hetzij op eigen terrein hetzij op openbaar gebied in of aansluitend op het kerngebied. 6.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
6.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
6.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
23
Status: voorontwerp
Artikel 07 7.1
-
Cultuur en ontspanning
Bestemmingsomschrijving
De voor “Cultuur en ontspanning” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a een museum, met daaraan ondergeschikt: b horecavoorzieningen die ten dienste staan van de bestemming; c verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. 7.2
Bouwregels
7.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; d op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte; voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels: de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen.
7.2.2 a
b
7.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein. 7.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
24
Status: voorontwerp
a b c 7.5
het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings; b horeca, met uitzondering van ondergeschikte horecavoorzieningen als bedoeld in de bestemmingsomschrijving; c de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; d bewoning van gebouwen. 7.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
7.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
7.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
7.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
25
Status: voorontwerp
Artikel 08 8.1
-
Detailhandel
Bestemmingsomschrijving
De voor “Detailhandel” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a detailhandel; met dien verstande dat: 1 deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond; 2 een combinatie met wonen is toegestaan; b ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’, voor opslag; c ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel – bakkerij’, uitsluitend voor een bakkerij; d ter plaatse van de aanduiding ‘sport’, tevens voor een fitnesscentrum op verdieping; e ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – spuiterij’, tevens voor een garage annex spuiterij; f ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’, voor panden met cultuurhistorische waarden, met daaraan ondergeschikt: g verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. 8.2
Bouwregels
8.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; d op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte;
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen; buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen.
8.2.2 a b
8.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
26
Status: voorontwerp
c d e f g 8.4
de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; de brandveiligheid; de parkeerruimte op eigen terrein. Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 8.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a de uitoefening van een bedrijf; b de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; c seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings; d van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte. 8.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
8.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
8.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
a
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding “cultuurhistorische waarden”;
b
het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe Burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
c
het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: 1 het normale beheer en onderhoud betreffen; 2 reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
27
Status: voorontwerp
8.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
28
Status: voorontwerp
Artikel 09 9.1
-
Dienstverlening
Bestemmingsomschrijving
De voor “Dienstverlening” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a dienstverlening; b maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat: 1 deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond; 2 een combinatie met wonen is toegestaan; met daaraan ondergeschikt: c verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. 9.2
Bouwregels
9.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; d op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte; voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen.
9.2.2 a
b
9.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
29
Status: voorontwerp
9.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 9.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a de uitoefening van een bedrijf; b de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; c seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings; d van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte. 9.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
9.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
9.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
9.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
30
Status: voorontwerp
Artikel 10
10.1
-
Gemengd
Bestemmingsomschrijving
De voor “Gemengd” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a detailhandel; b dienstverlening; c horeca van categorie 1, 2 en 3; d kantoor; e maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat: 1 deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond; 2 een combinatie met wonen is toegestaan; met daaraan ondergeschikt: f verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. 10.2
Bouwregels
10.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; d op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte; 10.2.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; b buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen. 10.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
31
Status: voorontwerp
f g
de brandveiligheid; de parkeerruimte op eigen terrein.
10.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 10.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik: a voor de uitoefening van een bedrijf; b voor de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; c van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte; d voor seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings. 10.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
10.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
10.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
10.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
32
Status: voorontwerp
Artikel 11
11.1
-
Gemengd - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor “Gemengd - 2” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a dienstverlening; b kantoor; c maatschappelijke voorzieningen; d ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’, voor panden met cultuurhistorische waarden, met dien verstande dat: 1 deze functies ook zijn toegestaan op de verdieping; 2 een combinatie met wonen is niet toegestaan; met daaraan ondergeschikt: e verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; d op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte. 11.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; b buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen. 11.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
33
Status: voorontwerp
f g
de brandveiligheid; de parkeerruimte op eigen terrein.
11.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 11.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik: a voor de uitoefening van een bedrijf; b voor de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; c van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte; d seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings. 11.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
11.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
11.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
a
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerk) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding “cultuurhistorische waarden”;
b
het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe Burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
c
het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: 1 het normale beheer en onderhoud betreffen; 2 reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
11.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
34
Status: voorontwerp
Artikel 12 12.1
-
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor: de aanleg en instandhouding van groen(voorzieningen); a ter plaatse van de aanduiding ‘garage’, voor maximaal 20 garageboxen, b met daaraan ondergeschikt: hondentoiletten; c speelvoorzieningen; d voorzieningen van algemeen nut; e waterlopen, waterpartijen en andere waterhuishoudkundige voorzieningen; f ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – gebruik als tuin bij g wonen’, tevens het gebruik van de gronden als tuin overeenkomstig de aansluitende bestemming “Wonen-3”; (digitale) informatieborden. h 12.2
Bouwregels
12.2.1 Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels: ter plaatse van de aanduiding ‘garage’, zijn maximaal 20 garageboxen a toegestaan met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk ten hoogste 3 meter en 4,5 meter bedragen; de oppervlakte van een bouwwerk voor algemeen nut mag niet groter zijn dan b 15 m² en de hoogte mag ten hoogste 3 meter bedragen; de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter c bedragen, zulks met uitzondering van bewegwijzering, mededelingsborden, verkeerslichten en verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen. 12.2.2 Voor het bouwen van (digitale) informatieborden gelden de volgende regels: de oppervlakte mag niet groter zijn dan 6 m²; a de hoogte mag niet meer zijn dan 6 meter. b 12.3
Nadere eisen (n.v.t.)
12.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het inrichten van een jongerenontmoetingsplaats (JOP) voor een periode van maximaal 5 jaar, ook na verlenging, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2, onder voorwaarden dat: a er per jongerenontmoetingsplaats maximaal één gebouw is toegestaan die aan het volgende voldoet: 1 de oppervlakte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 30 m2; 2
de bouwhoogte van het gebouw niet meer mag bedragen dan 3,5 meter;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
35
Status: voorontwerp
3 b
c d e
12.5
de bouwhoogte lichtmasten maximaal 8 meter mag bedragen;
de afstand tot woningen mag niet minder bedragen dan 50 meter; er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de verkeersveiligheid; de jongerenontmoetingsplaats niet leidt tot onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving; er, vanuit het oogpunt van sociale veiligheid, sprake moet zijn van een open karakter; het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast, hetgeen tevens inhoudt dat in ieder geval de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt. Specifieke gebruiksregels
12.5.1 Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het gebruik als jongerenontmoetingsplaats (JOP) voor een periode van maximaal 5 jaar, ook na verlenging, afwijking toestaan van het bepaalde in artikel 12.1, onder de in artikel 12.4 genoemde voorwaarden. 12.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
12.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
12.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
12.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
36
Status: voorontwerp
Artikel 13 13.1
-
Horeca
Bestemmingsomschrijving
De voor “Horeca” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a horeca van categorie 1; b horeca van categorie 2; c horeca van categorie 3; d ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 5’, voor horeca van categorie 5; e ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’, de bescherming van panden met een cultuurhistorische waarden; f ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding’, een erfafscheiding met geluidwerende voorzieningen, met dien verstande dat: 1 de horecafuncties uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca – horeca op bovenverdieping’, waar tevens horeca op de bovenverdieping is toegestaan; 2 een combinatie met wonen is toegestaan; met daaraan ondergeschikt: g terrassen; h tuinen en erven; verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen, i 13.2
Bouwregels
13.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; d op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte. 13.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
37
Status: voorontwerp
b
buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen, en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding’ erfafscheidingen zijn toegestaan met een maximale hoogte van 2,7 meter.
13.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein. 13.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 13.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a de uitoefening van een bedrijf; b de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; c seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings; d van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte. 13.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
13.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
38
Status: voorontwerp
13.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
a
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding “cultuurhistorische waarden”;
b
het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe Burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
c
het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: 1 het normale beheer en onderhoud betreffen; 2 reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
13.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
39
Status: voorontwerp
Artikel 14 14.1
-
Kantoor
Bestemmingsomschrijving
De voor “Kantoor” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a kantoren, met dien verstande dat: 1 de functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond; 2 een combinatie met wonen is toegestaan; 3 ter plaatse van de Molenstraat 20a en b tevens detailhandel is toegestaan, waarbij kantoor en detailhandel ook op verdieping mogen worden uitgeoefend, met daaraan ondergeschikt: b verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. 14.2
Bouwregels
14.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; d op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte; 14.2.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; b buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen. 14.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
40
Status: voorontwerp
14.4 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 14.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a de uitoefening van een bedrijf; b de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; c seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings; d van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte. 14.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.) 14.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
14.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.) 14.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
41
Status: voorontwerp
Artikel 15 15.1
-
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a religie; b welzijnsinstelling; c openbare dienstverlening; d gezondheidszorg; e onderwijs, inclusief crèches en kinder- en buitenschoolse opvang; f bibliotheek; g gemeenschapshuis; h cultuur en ontspanning; ter plaatse van de aanduiding ‘verenigingsleven’, voor sociaal-culturele i voorzieningen in de vorm van verenigingen, die zijn gericht op het bouwen van carnavalsvoertuigen ten behoeve van culturele evenementen elders; ter plaatse van de aanduiding ‘religie’, voor een kerk; j k ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk klokkenstoel’, voor een klokkenstoel; ter plaatse van de aanduiding ‘sporthal’, voor een sporthal met bijbehorende l kantine; m ter plaatse van de aanduiding ‘begraafplaats’, voor een begraafplaats; met cultuurhistorische waarden; n ter plaatse van de aanduiding ‘wonen’, voor wonen; o ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’, voor panden met cultuurhistorische waarden, met daaraan ondergeschikt: p speelvoorzieningen; q verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. 15.2
Bouwregels
15.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden, zulks met uitzondering van bouwvlakken aangeduid als ‘religie’ waar een maximale hoogte van 22 meter is toegestaan voor de kerk en 47 meter is toegestaan voor de kerktoren; d ter plaatse van de aanduiding ‘wonen’, zijn maximaal 2 woningen toegestaan. Voor deze woningen zijn de regels van artikel 19 van overeenkomstige toepassing; e op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
42
Status: voorontwerp
15.2.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk klokkenstoel’, mag de hoogte ten hoogste 3 meter bedragen; b de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; c buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen. 15.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein. 15.4 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2.1 sub e voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
15.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a de uitoefening van een bedrijf; b de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; c seksbedrijven; d bewoning van gebouwen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
43
Status: voorontwerp
15.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
15.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
15.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
a
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding “cultuurhistorische waarden”;
b
het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
c
het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: 1 het normale beheer en onderhoud betreffen; 2 reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
15.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
44
Status: voorontwerp
Artikel 16 16.1
-
Recreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor “Recreatie” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – luchtballon’, voor de uitoefening van activiteiten gericht op verblijfs- en dagrecreatie, waaronder in ieder geval wordt verstaan een ontvangstkantoor met medische voorzieningen, faciliteiten voor recreatief (nacht)verblijf, circus- en staftenten, een keuken met eetzaal met binnentheater, een openluchttheater met tribune, een zwembad, een skelterbaan, een skatebaan, één speelveld (gras) ca. 620 m², één sportveld (gras) ca 275 m² en twee multivelden ca. 670 m² per veld en overige sport- en speelvoorzieningen; b behoud, herstel en/of ontwikkeling van aanwezige landschappelijke waarden, met daaraan ondergeschikt: c opslag van bij de bestemming behorende materialen, verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. 16.2
Bouwregels
16.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering van tenten (wigwams) ten behoeve van recreatief (nacht)verblijf, voor zover het betreft de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – luchtballon; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden; d op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte; 16.2.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; b buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter met uitzondering van speel- en sportvoorzieningen en verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen. 16.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
45
Status: voorontwerp
b c d e f g
een goede woonsituatie; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; de brandveiligheid; de parkeerruimte op eigen terrein.
16.4 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
16.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a de uitoefening van een bedrijf, met dien verstande dat binnen de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – luchtballon’ is toegestaan: 1. het bedrijfsmatig organiseren van therapeutische vakanties voor kinderen met een handicap zoals astma, voedselallergie, eczeem, obesitas, diabetes; 2. het bedrijfsmatig beheren, bouwen en onderhouden van terrein en gebouwen; het ombouwen van een oud legercomplex tot een multifunctionele accommodatie en het beheren, exploiteren en onderhouden hiervan; 3. het bedrijfsmatig faciliteren van bijvoorbeeld voeding en materialen voor groepen, gezinnen en organisaties die ook graag gebruik willen maken van het terrein en hiermee de in dit lid onder 1, 2 en 3 genoemde doelstelling van De Luchtballon respecteren, ondersteunen c.q. aanvullen. b de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; c seksbedrijven; d het plaatsen van kampeermiddelen, anders dan tenten (wigwams); e bewoning van gebouwen; f van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte. 16.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
16.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.7.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
46
Status: voorontwerp
a
b
het verwijderen van houtgewas, het slechten van houtwallen en bosjes en het verwijderen van landschapselementen als boomgroepen dan wel solitaire bomen; het aanleggen en verharden van wegen of paden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m².
16.7.2 het in 16.7.1 bepaalde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a het normale beheer en onderhoud betreffen; b op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn. 16.7.3 de werkzaamheden als bedoeld in 16.7.1 zijn slechts toegestaan, indien door de daarvan hetzij direct, dan wel indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast. 16.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
16.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
47
Status: voorontwerp
Artikel 17 17.1
-
Sport
Bestemmingsomschrijving
De voor “Sport” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a het uitoefenen van sport, met daaraan ondergeschikt: b één kantine per voorziening; c groen- en speelvoorzieningen. d parkeervoorzieningen; e waterlopen en waterpartijen. 17.2
Bouwregels
17.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding; d op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte. 17.2.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen; b de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals zitgelegenheden, speel- en sportwerktuigen, terrassen en pergola's mag niet meer dan 2,5 meter bedragen; c in afwijking van het bepaalde onder b mag de bouwhoogte van vlaggenmasten en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van sportvoorzieningen maximaal 12 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van lichtmasten maximaal 20 meter mag bedragen. 17.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en de inrichting van de groenvoorziening en het parkeerterrein: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
48
Status: voorontwerp
17.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 17.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a seksbedrijven; b horeca, met uitzondering van ondergeschikte horecavoorzieningen als bedoeld in de bestemmingsomschrijving; c de opslag en verkoop van motorbrandstoffen; d bewoning van gebouwen; e van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte. 17.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
17.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
17.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
17.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
49
Status: voorontwerp
Artikel 18 18.1
-
Verkeer - Verblijfsgebied
Bestemmingsomschrijving
De voor “Verkeer - Verblijfsgebied” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a verblijfsgebied, bestaande uit wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie alsmede ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden, zoals woonstraten, woonerven en paden; b ter plaatse van de aanduiding ‘garage’, voor een garagebox; c ter plaatse van de aanduiding ‘markt’, voor (markt)standplaatsen, d ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – gebruik als tuin bij wonen’, tevens het gebruik van de gronden als tuin overeenkomstig de aansluitende bestemming “Wonen-3”, met daaraan ondergeschikt: e groen- en speelvoorzieningen; f parkeervoorzieningen; g voorzieningen van algemeen nut; h hondentoiletten; (digitale) informatieborden. i 18.2
Bouwregels
18.2.1 Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding ‘garage’ gelden de volgende regels: a de garageboxen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘garage’; b de goot- en bouwhoogte mogen respectievelijk ten hoogste 3 meter en 4,5 meter bedragen; 18.2.2 voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels: a de oppervlakte mag niet groter zijn dan 6 m²; b de oppervlakte van een bouwwerk voor algemeen nut mag niet groter zijn dan 15 m²; c de hoogte van bouwwerken mag ten hoogste 3 m bedragen, zulks met uitzondering van bewegwijzering en verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte ten hoogste 8 meter mag bedragen; 18.2.3 Voor het bouwen van (digitale) informatieborden gelden de volgende regels: a de oppervlakte mag niet groter zijn dan 6 m²; b de hoogte mag niet meer zijn dan 6 meter. 18.3
Nadere eisen (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
50
Status: voorontwerp
18.4 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het inrichten van een jongerenontmoetingsplaats (JOP) voor een periode van maximaal 5 jaar, ook na verlenging, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.2, onder voorwaarden dat: a er per jongerenontmoetingsplaats maximaal één gebouw is toegestaan die aan het volgende voldoet: 1 de oppervlakte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 30 m2; 2 3 b
c d e
18.5
de bouwhoogte van het gebouw niet meer mag bedragen dan 3,5 meter; de bouwhoogte lichtmasten maximaal 8 meter mag bedragen;
de afstand tot woningen mag niet minder bedragen dan 50 meter; er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de verkeersveiligheid; de jongerenontmoetingsplaats niet leidt tot onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving; er, vanuit het oogpunt van sociale veiligheid, sprake moet zijn van een open karakter; het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast, hetgeen tevens inhoudt dat in ieder geval de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt. Specifieke gebruiksregels
18.5.1 Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het gebruik als jongerenontmoetingsplaats (JOP) voor een periode van maximaal 5 jaar, ook na verlenging, afwijking toestaan van het bepaalde in artikel 18.1, onder de in artikel 18.4 genoemde voorwaarden. 18.5.2 Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; b het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; c het opstellen van (markt)standplaatsen, behoudens ter plaatse van de aanduiding ‘markt’.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
51
Status: voorontwerp
18.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
18.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.) 18.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
18.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
52
Status: voorontwerp
Artikel 19 19.1
-
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor “Water” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a waterberging; b waterhuishouding; c groenvoorzieningen; d infiltratievoorzieningen; e ter plaatse van de aanduiding ‘brug’, voor een brug. 19.2
Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels: a op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd; b de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 meter bedragen. 19.3
Nadere eisen (n.v.t.)
19.4
Afwijken van de bouwregels (n.v.t.)
19.5
Specifieke gebruiksregels (n.v.t.)
19.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
19.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
19.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
19.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
53
Status: voorontwerp
Artikel 20 20.1
-
Wonen - 3
Bestemmingsomschrijving
De voor “Wonen – 3” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wonen in de vorm van vrijstaande woningen, twee-aaneengebouwde woningen en geschakelde woningen; b ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’, voor detailhandel; c ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk – dierenpension’; d ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – schuilgelegenheid’, voor een schuilgelegenheid; e ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf’, voor het uitoefenen van een bedrijf voor zover dit bedrijf voorkomt in de categorieën 1 en 2 van de bij deze planregels behorende richtafstandenlijst; f ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’, de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden, met daaraan ondergeschikt: g aangebouwde en/of vrijstaande bijgebouwen; h bouwwerken, geen gebouwen zijnde; i parkeervoorzieningen; tuinen en erven. j 20.2
Bouwregels
Op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 20.1 genoemde functies worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels: 20.2.1 algemeen: a de oppervlakte aan bebouwing, bestaande uit hoofdgebouw, vrijstaande bijgebouwen, aangebouwde bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals carports, overkappingen, ondergrondse bouwwerken e.d., mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het perceelsafhankelijke maxima vermeld in kolom B van de als bijlage bij deze regels toegevoegde “Tabel Toegestane Bebouwing”; b gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van het bepaalde in 20.2.3 sub e; c buiten het bouwvlak is het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet toegestaan, met dien verstande dat dit verbod niet van toepassing is voor het oprichten van erfafscheidingen, pergola’s, vlaggenmasten e.d. 20.2.2 met betrekking tot de hoofdgebouwen: a als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen, in de vorm van vrijstaande-, twee-aaneengebouwde- en aaneengebouwde woningen, worden gebouwd;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
54
Status: voorontwerp
b
c
d e f g
h
i
de verkaveling van de bestaande woningen dient in beginsel te worden gehandhaafd. Woningvermeerdering in de vorm van woningsplitsing is niet toegestaan; het is niet toegestaan hoofdgebouwen ten dienste van wonen te bouwen, tenzij het vervangende nieuwbouw betreft, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – nieuwbouw toegestaan’; ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – nieuwbouw toegestaan’ is de bouw van maximaal 1 woning toegestaan; de voorgevels van hoofdgebouwen dienen geheel of gedeeltelijk gebouwd te worden in of evenwijdig aan de gevellijn; hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd binnen een zone van 15 meter achter de gevellijn; de oppervlakte aan bebouwing als hoofdgebouw mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het perceelsafhankelijke maxima vermeld in kolom C van de als bijlage bij deze regels toegevoegde “Tabel Toegestane Bebouwing”; de afstand tot een zijdelingse bouwperceelsgrens van een vrijstaand hoofdgebouw of een blok van twee of meer hoofdgebouwen aaneen dient minimaal 3 meter te bedragen; de goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 6 meter en de bouwhoogte niet meer dan 9 meter, tenzij een andere goot- en bouwhoogte is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dienen te worden;
20.2.3 met betrekking tot de bijgebouwen: a bijgebouwen mogen aangebouwd en vrijstaand worden gebouwd; b de oppervlakte aan bebouwing als vrijstaand bijgebouw mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het perceelsafhankelijke maxima vermeld in kolom D van de als bijlage bij deze regels toegevoegde “Tabel Toegestane Bebouwing”; c de oppervlakte aan bebouwing als aangebouwd bijgebouw mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het perceelsafhankelijke maxima vermeld in kolom E van de als bijlage bij deze regels toegevoegde “Tabel Toegestane Bebouwing”; d bijgebouwen voor de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw zijn uitsluitend toegestaan daar waar deze bestaan, met dien verstande dat de bestaande inhoud of de situering niet mag worden vergroot respectievelijk worden veranderd, uitgezonderd het bepaalde in 20.2.3 sub e; e het is toegestaan bijgebouwen in de vorm van erkers, entreeportalen en dergelijke voor de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw te bouwen, met dien verstande dat: 1 de diepte maximaal 1,5 meter bedraagt; 2 de hier bedoelde bijgebouwen tot op de perceelsgrens mogen worden opgericht, mits binnen de breedte van het bijbehorende hoofdgebouw wordt gebleven; 3 de afstand tot een bouwperceelsgrens, grenzend aan de openbare ruimte, minimaal 3meter bedraagt; 4 de breedte maximaal 75% van de gevel bedraagt; f de goothoogte van een bijgebouw mag maximaal 3,3 meter en de bouwhoogte maximaal 5,8 meter bedragen; g voor bijgebouwen geldt dat deze minimaal 1 meter achter de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw dienen te worden gesitueerd;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
55
Status: voorontwerp
20.2.4 met betrekking tot de bouwwerken, geen gebouwen zijnde: a de oppervlakte aan bebouwing als bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het perceelsafhankelijke maxima vermeld in kolom F van de als bijlage bij deze regels toegevoegde “Tabel Toegestane Bebouwing” met dien verstande dat pergola’s, erfafscheidingen, e.d. buiten beschouwing worden gelaten; b op de gronden, gelegen achter de feitelijke voorgevel, mag de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten hoogste 2 meter bedragen, met uitzondering van pergola’s e.d., waarvan de hoogte maximaal 2,5 meter mag bedragen, alsmede overkappingen, carports e.d., waarvan de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen en minimaal 1 meter achter de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw dienen te worden gesitueerd; c op de gronden, gelegen vóór de feitelijke voorgevel, mag, uitgezonderd het bepaalde in sub 4.d, de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten hoogste 1 meter bedragen, met uitzondering van pergola’s waarvan de hoogte maximaal 2,5 m mag bedragen; d het is toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van een luifel vóór de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw te bouwen, met dien verstande dat: 1 de diepte maximaal 1,5 meter bedraagt; 2 de hier bedoelde bouwwerken tot op de perceelsgrens mogen worden opgericht, mits binnen de breedte van het bijbehorende hoofdgebouw wordt gebleven; 3 de breedte maximaal 30% van de gevel van het bijbehorende hoofdgebouw bedraagt, maar nooit breder is dan 1,75 meter; 20.2.5 met betrekking tot de erfafscheidingen op hoeksituaties: a op de gronden, voor zover deze minimaal 1 meter achter de feitelijke voorgevel zijn gelegen én sprake is van een hoeksituatie, zijn erfafscheidingen toegestaan tot een hoogte van 2 meter; b op de gronden, voor zover deze vóór de feitelijke voorgevel zijn gelegen, zijn erfafscheidingen toegestaan tot een hoogte van 1 meter, met dien verstande dat over een lengte van maximaal 30% van de feitelijk te realiseren c.q. gerealiseerde erfafscheiding een hoogte is toegestaan van maximaal 2 meter, mits sprake is van een functionele verhoging, zoals een poort of markering van een toegangspad c.q. inrit;
20.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
56
Status: voorontwerp
20.4
Afwijken van de bouwregels (n.v.t.)
20.5
Specifieke gebruiksregels
20.5.1 Tot een gebruik, in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in ieder geval bedoeld: a het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte; b het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf, het kweken en/of telen van verdovende middelen voor zover dit het voorzien in de eigen behoefte te boven gaat; c het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een beroep aan huis, dan wel bedrijfsmatige activiteiten, uitgezonderd het bepaalde in 20.5.2 en 20.5.3; 20.5.2 het is toegestaan om binnen deze bestemming gronden en of gebouwen c.q. bouwwerken te gebruiken voor de uitoefening van beroep aan huis, mits: a de woonfunctie op het bouwperceel primair blijft; b per bouwperceel het oppervlak aan bebouwing dat hiervoor wordt gebruikt niet meer is dan 100 m2; 20.5.3 het is toegestaan om binnen deze bestemming gronden en of gebouwen c.q. bouwwerken te gebruiken voor de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, passende in een woonomgeving, mits: a het betreft bedrijven die voorkomen onder categorie 1 en 2, zoals opgenomen in de bij deze planregels behorende Staat van Bedrijven, alsmede bedrijven die naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk zijn te stellen; b het niet betreft geluidzoneringsplichtige inrichtingen; c de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft, wat betekent dat maximaal 30% van het vloeroppervlak van de bebouwing, met een absoluut maximum van 40 m2, ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten gebruikt mag worden; d vast staat dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden; e het geen publiekgerichte voorziening betreft; f het gebruik de woonfunctie ondersteunt; dit houdt in dat degene die de activiteiten uitvoert tevens bewoner is van het hoofdgebouw; g het niet betreft zodanige verkeersaantrekkende activiteiten, dat deze kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; h het aan de bestemming onttrekken van (een deel) van de bij het betreffende hoofdgebouw behorende garage slechts is toegestaan, indien op het bij de woningbehorende erf vervangende parkeerruimte, bestaande uit ten minste één parkeerplaats, aanwezig is; i er geen sprake is van detailhandel; j de activiteit(en) niet leiden tot een onevenredige verstoring van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur binnen de gemeente.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
57
Status: voorontwerp
20.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
20.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
20.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
a
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding “cultuurhistorische waarden”;
b
het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe Burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
c
het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: 1 het normale beheer en onderhoud betreffen; 2 reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
20.9
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in de bestemmingen opgenomen bouwgrens met gevellijn te verschuiven met maximaal 10 meter en vervangende nieuwbouw toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a er dient sprake te zijn van een verantwoorde, samenhangende en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit, waarbij gelet wordt op de samenhang met nabij gelegen bebouwing; b er mag geen onevenredige schade worden toegebracht aan de verkeersveiligheid, alsmede de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. c door middel van onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
58
Status: voorontwerp
Artikel 21 21.1
-
Wonen - 4
Bestemmingsomschrijving
De voor “Wonen – 4” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wonen in de vorm van gestapelde woningen; met daaraan ondergeschikt: b aangebouwde en/of vrijstaande bijgebouwen; C bouwwerken, geen gebouwen zijnde; d erven en tuinen; e parkeervoorzieningen; f groenvoorzieningen. 21.2
Bouwregels
Op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 21.1 genoemde doeleinden worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels: 21.2.1 voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a als hoofdgebouwen mogen uitsluitend gestapelde woningen worden gebouwd; b hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak; c het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; d de voorgevels van de hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd in de gevellijn; e de goot- en bouwhoogte van mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding; f het aantal wooneenheden mag het per adres aangegeven maximum niet overschrijden: 1 Dokterstraat 6 t/m 20 : maximaal 8 wooneenheden; 2 Dokterstraat 24 t/m 34 : maximaal 6 wooneenheden; 3 Smalle Lande 1 t/m 5 : maximaal 5 wooneenheden; 4 Wassevendreef 20 t/m 26 en 50 t/m 56 : maximaal 8 wooneenheden; 5 Dorpsstraat/Kloosterhof : maximaal 18 wooneenheden; 6 Don Bosco : maximaal 38 wooneenheden; g op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte, 21.2.2 met betrekking tot de bijgebouwen: a bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak; b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat voor bijgebouwen geldt, dat deze minimaal 1 meter achter de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw dienen te worden gesitueerd; c de goothoogte van een bijgebouw mag maximaal 3,3 meter en de bouwhoogte maximaal 5,8 meter bedragen;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
59
Status: voorontwerp
21.2.3 met betrekking tot de bouwwerken, geen gebouwen zijnde: a op de gronden, gelegen achter de feitelijke voorgevel, mag de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten hoogste 2 meter bedragen, met uitzondering van pergola’s e.d., waarvan de hoogte maximaal 2,5 meter mag bedragen, alsmede overkappingen, carports e.d., waarvan de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen en minimaal 1 meter achter de feitelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw dienen te worden gesitueerd; b op de gronden, gelegen vóór de gevellijn, mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 1 meter bedragen, met uitzondering van pergola’s waarvan de hoogte maximaal 2,5 meter mag bedragen; 21.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede woonsituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; f de brandveiligheid; g de parkeerruimte op eigen terrein. 21.4 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.2.1 sub g voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits: a het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien; b het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen; c het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen. 21.5
Specifieke gebruiksregels
21.5.1 Tot een gebruik, in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in ieder geval bedoeld: a het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte; b het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf, het kweken en/of telen van verdovende middelen voor zover dit het voorzien in de eigen behoefte te boven gaat; c het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep, dan wel bedrijfsmatige activiteiten, uitgezonderd het bepaalde in 21.5.2 en 21.5.3; 21.5.2 het is toegestaan om binnen deze bestemming gronden en of gebouwen c.q. bouwwerken te gebruiken voor de uitoefening van beroep aan huis, mits: a de woonfunctie op het bouwperceel primair blijft;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
60
Status: voorontwerp
b
per bouwperceel het oppervlak aan bebouwing dat hiervoor wordt gebruikt niet meer is dan 100 m2;
21.5.3 het is toegestaan om binnen deze bestemming gronden en of gebouwen c.q. bouwwerken te gebruiken voor de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, passende in een woonomgeving, mits: a het betreft bedrijven die voorkomen onder categorie 1 en 2, zoals opgenomen in de bij deze planregels behorende Staat van Bedrijven, alsmede bedrijven die naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk zijn te stellen; b het niet betreft geluidzoneringsplichtige inrichtingen; c de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft, wat betekent dat maximaal 30% van het vloeroppervlak van de bebouwing, met een absoluut maximum van 40 m2, ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten gebruikt mag worden; d vast staat dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden; e het geen publiekgerichte voorziening betreft; f het gebruik de woonfunctie ondersteunt; dit houdt in dat degene die de activiteiten uitvoert tevens bewoner is van het hoofdgebouw; g het niet betreft zodanige verkeersaantrekkende activiteiten, dat deze kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; h het aan de bestemming onttrekken van (een deel) van de bij het betreffende hoofdgebouw behorende garage slechts is toegestaan, indien op het bij de woningbehorende erf vervangende parkeerruimte, bestaande uit ten minste één parkeerplaats, aanwezig is; i er geen sprake is van detailhandel; j de activiteit(en) niet leiden tot een onevenredige verstoring van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur binnen de gemeente. 21.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
21.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
21.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
21.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
61
Status: voorontwerp
Artikel 22 22.1
-
Leiding - Gas
Bestemmingsomschrijving
De voor “Leiding - Gas” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor transport van aardgas. 22.2
Bouwregels
22.2.1 in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming; 22.2.2 op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd; 22.2.3 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 2,5 meter mag bedragen. 22.2.4 al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met de bestemming “Leiding - Gas” is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het voor zover zulks, gehoord de beheerder van de gasleiding(en), verenigbaar is met het belang van de leiding(en). 22.3
Nadere eisen (n.v.t.)
22.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits: a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding; b vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder. 22.5
Specifieke gebruiksregels (n.v.t.)
22.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
22.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.7.1 Het is verboden op of in de gronden met de bestemming leidingen zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; b het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
62
Status: voorontwerp
c d e f g
het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; diepploegen; het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen;
22.7.2 het verbod als bedoeld in 22.7.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 22.7.3 de werken of werkzaamheden als bedoeld in 22.7.1 zijn slechts toelaatbaar, mits: a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding; b vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. 22.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
22.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
63
Status: voorontwerp
Artikel 23 23.1
-
Leiding - Water
Bestemmingsomschrijving
De voor “Leiding - Water” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor transport van water. 23.2
Bouwregels
23.2.1 In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming; 23.2.2 op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd; 23.2.3 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 2,5 meter mag bedragen; 23.2.4 al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met de bestemming “Leiding - Water” is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het voor zover zulks, gehoord de beheerder van de waterleiding(en), verenigbaar is met het belang van de leiding(en). 23.3
Nadere eisen (n.v.t.)
23.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits: a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding; b vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder. 23.5
Specifieke gebruiksregels (n.v.t.)
23.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
23.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.7.1 Het is verboden op of in de gronden met de bestemming leidingen zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; b het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
64
Status: voorontwerp
c d e f g
het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; diepploegen; het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen;
23.7.2 het verbod als bedoeld in 23.7.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 23.7.3 de werken of werkzaamheden als bedoeld in 23.7.1 zijn slechts toelaatbaar, mits: a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding; b vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. 23.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
23.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
65
Status: voorontwerp
Artikel 24 24.1
-
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde - Archeologie” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende middelhoge en hoge archeologische waarden.
24.2
Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van: a ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot; b de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht op een diepte van meer dan 0,60 meter onder de oppervlakte en waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan: 1 100 m² in een gebied met hoge archeologische verwachtingswaarde; 2 200 m² in een gebied met middelhoge archeologische verwachtingswaarde. 24.3
Nadere eisen (n.v.t.)
24.4
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2 en toestaan dat het in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits de indiener bij de omgevingsvergunning saanvraag een archeologisch rapport overlegt van een terzake deskundige, waaruit blijkt dat de eventuele archeologische belangen voldoende worden gewaarborgd. 24.5
Specifieke gebruiksregels (n.v.t.)
24.6
Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
24.7
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
24.7.1 Het is verboden op of in de gronden met de bestemming “Waarde Archeologie” zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a het veranderen van het huidige maaiveldniveau met meer dan 0,60 meter door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren of afgraven;
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
66
Status: voorontwerp
b het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 0,60 meter onder de oppervlakte, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen, diepploegen, aanleggen van drainage en ontginnen, het aanleggen van kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c het aanbrengen van meer dan 0,60 meter diepwortelende beplantingen en/of bomen; d het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand. 24.7.2 Het verbod als bedoeld in 24.7.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; a b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; d het een verstoring betreft van een archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op de provinciale Cultuurhistorisch Waardenkaart, en waarbij die verstoring plaatsvindt: 1 in een gebied met lage archeologische verwachtingswaarde en/of een niet gekarteerd gebied, òf; 2 in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 200 m², òf; 3 in een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m². 24.7.3 De werken of werkzaamheden als bedoeld in 24.7.1 zijn slechts toelaatbaar, mits: a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in 24.1 genoemde belangen; b de indiener bij de vergunningsaanvraag een archeologisch rapport overlegt van een terzake deskundige, waaruit blijkt dat: 1 het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf; 2 de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf; 3 in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn. 24.8
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
24.9
Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
67
Status: voorontwerp
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
68
Status: voorontwerp
HOOFDSTUK 3 - ALGEMENE REGELS Artikel 25 - Anti-dubbeltelbepaling Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
69
Status: voorontwerp
Artikel 26 - Algemene bouwregels 26.1 26.1.1
Algemene regels m.b.t. ondergronds bouwen Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen;
voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels: ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen de gronden waar volgens de desbetreffende regels hoofd- dan wel bijgebouwen zijn toegestaan; de oppervlakte aan ondergrondse bouwwerken, voor zover niet onder bovengrondse bebouwing is gesitueerd en voor zover een grotere hoogte hebben dan 1,2 meter, mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het perceelsafhankelijke maximum vermeld in kolom D van de als bijlage “Tabel Toegestane Bebouwing”, met dien verstande dat het totaal van alle bebouwing (kolom C+D+E+F) het betreffende maximum in kolom B niet overschrijdt; randvoorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding zijn buiten bouwvlakken toegestaan; de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3,5 meter onder peil, met dien verstande dat een randvoorziening ten behoeve van de waterhuishouding (bergbassins) tot maximaal 6 meter onder peil gebouwd mag worden;
26.1.2 a b
c d
26.1.3
26.2 a
b
c
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26.1. 2. sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat de waterhuishouding niet wordt verstoord. Bestaande afstanden en maten
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden; in die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden; in het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in sub a en b van dit artikel uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
70
Status: voorontwerp
Artikel 27 - Algemene aanduidingsregels 27.1
Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
27.1.1
Ter plaatse van de aanduiding ‘Milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied’ zijn de gronden bedoeld voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening;
27.1.2
het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de voor deze gronden geldende bestemmingen, zijn uitsluitend toelaatbaar indien daardoor de kwaliteit van het grondwater niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens de bouwvergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij het bevoegd gezag.
27.2
Milieuzone - waterwingebied
27.2.1
Ter plaatse van de aanduiding ‘Milieuzone – waterwingebied’ zijn de gronden bedoeld voor de exploitatie en bescherming van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening en daarbij behorende voorzieningen;
27.2.2
het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de voor deze gronden geldende bestemmingen, zijn uitsluitend toelaatbaar indien daardoor de kwaliteit van het grondwater niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens de bouwvergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij het bevoegd gezag.
27.3
Luchtvaartverkeerzone
Binnen de beschermingszone Luchtvaartverkeerzone is oprichting van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van meer dan 56 meter boven N.A.P. niet toegestaan. 27.4
Specifieke vorm van water – ondergrondse watergang
27.4.1 Specifieke vorm van water – ondergrondse watergang Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van water – ondergrondse watergang’ zijn de gronden bedoeld voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige ondergrondse watergang;
27.4.2
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
71
Status: voorontwerp
a
Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding ‘specifieke vorm van water – ondergrondse watergang’ zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: 1 het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; 2 het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; 3 het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; 4 diepploegen; 5 het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies; 6 het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen;
b
het verbod als bedoeld in 27.4.2 sub a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: 1 betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; 2 reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; 3 mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
c
de werken of werkzaamheden als bedoeld in 27.4.2 sub a zijn slechts toelaatbaar, mits: 1 geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ondergrondse watergang; 2 vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij het bevoegd gezag.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
72
Status: voorontwerp
Artikel 28 - Algemene afwijkingsregels 28.1
Afwijking
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven; c. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; d. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10,00 m; e. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvangen/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40,00 m; f. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt; g. de regels en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van communicatievoorzieningen, worden vergroot tot niet meer dan 35 m. 28.2
Afwijking mantelzorg
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de specifieke gebruiksregels voor het toestaan van het gebruik van een bij een (dienst-)woning behorend (vrijstaand) bijgebouw of tijdelijke woonunit als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende: a een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies wordt ingewonnen van een, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, onafhankelijke deskundige; b de afhankelijke woonruimte mag slechts worden gebruikt voor de huisvesting van één huishouden; c de vrijstelling vervalt zodra de onder a. bedoelde noodzaak is komen te vervallen; d er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven; e de een vloeroppervlak van ten hoogste 80 m² van de op grond van de respectievelijke bouwvoorschriften bij een (dienst-)woning toegestane (vrijstaande) bijgebouwen mag worden gebruikt als afhankelijke woonruimte.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
73
Status: voorontwerp
Artikel 29 - Algemene wijzigingsregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van: a overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; b overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft; c de overschrijdingen als bedoeld in sub a en b mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot; d het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
74
Status: voorontwerp
Artikel 30 - Algemene procedureregels 30.1
Nadere eisen
Bij toepassing van het stellen van nadere eisen is de volgende procedure van toepassing: a. het ontwerpbesluit ligt gedurende twee weken voor een ieder ter inzage; b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de termijn van de ter inzage legging zienswijzen naar voren te brengen bij Burgemeester en wethouders tegen het ontwerpbesluit; d. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht wordt het besluit met redenen omkleed; e. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijze naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede. 30.2
Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. 30.3
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de artikelen 3.8 en 3.9 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing. 30.4
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de artikelen 3.8 en 3.9 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
75
Status: voorontwerp
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
76
Status: voorontwerp
HOOFDSTUK 4 - OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 31 - Overgangsrecht bouwwerken 31.1
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
31.2
burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
31.3
het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 32 - Overgangsrecht gebruik 32.1
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
32.2
het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
32.3
indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
32.4
het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
77
Status: voorontwerp
Artikel 33 - Persoonsgebonden overgangsrecht Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meerder natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding va het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht een omgevingsvergunning verlenen.
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
78
Status: voorontwerp
Artikel 34 - Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van . De griffier,
................................
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
De voorzitter,
................................
79
Status: voorontwerp
Bestemmingsplan “Bebouwde kom Ossendrecht – Calfven, 1e herziening”
80
Bijlage 1 Tabel toegestane bebouwing
BIJLAGE :
4.1
“Tabel Toegestane Bebouwing” A
B Maximum van
C Waarvan maximale bebouwing
D Waarvan maximale bebouwing
E Waarvan maximale bebouwing
F Waarvan maximale bebouwing
OPPERVLAKTE BOUWPERCEEL
ALLE BEBOUWING (C+D+E+F)
hoofdgebouw
vrijstaande bijgebouwen
aangebouwde bijgebouwen
bouwwerken geen gebouw zijnde
in m2
in m2
in m2 0,9
in m2 0,4
in m2 0,8
in m2 0,2
<100 100 105 110 115 120 125 130 135 140 145 150 155 160 165 170 175 180 185 190 195 200 205 210 215 220 225 230 235 240 245 250 255 260 265 270 275 280 285 290 295 300 305 310 315 320 325 330 335 340 345 350 355 360 365 370 375 380 385 390 395 400 405 410 415 420
0 70 75 80 90 92,5 95 97,5 100 105 107,5 110 115 117,5 120 122,5 125 127,5 130 132,5 135 137,5 140 142,5 145 146 147,5 150 152,5 155 156 157,5 160 162,5 165 166 167,5 168,5 170 172,5 173,5 175 176 177,5 179 180 182,5 183,5 185 186 187,5 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 201,5 201,5 202
0,0 63,0 67,5 72,0 81,0 83,3 85,5 87,8 90,0 94,5 96,8 99,0 103,5 105,8 108,0 110,3 112,5 114,8 117,0 119,3 121,5 123,8 126,0 128,3 130,5 131,4 132,8 135,0 137,3 139,5 140,4 141,8 144,0 146,3 148,5 149,4 150,8 151,7 153,0 155,3 156,2 157,5 158,4 159,8 161,1 162,0 164,3 165,2 166,5 167,4 168,8 171,0 171,9 172,8 173,7 174,6 175,5 176,4 177,3 178,2 179,1 180,0 180,9 181,4 181,4 181,8
0,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 42,0 43,0 44,0 46,0 47,0 48,0 49,0 50,0 51,0 52,0 53,0 54,0 55,0 56,0 57,0 58,0 58,4 59,0 60,0 61,0 62,0 62,4 63,0 64,0 65,0 66,0 66,4 67,0 67,4 68,0 69,0 69,4 70,0 70,4 71,0 71,6 72,0 73,0 73,4 74,0 74,4 75,0 76,0 76,4 76,8 77,2 77,6 78,0 78,4 78,8 79,2 79,6 80,0 80,4 80,6 80,6 80,8
0,0 50,4 54,0 57,6 64,8 66,6 68,4 70,2 72,0 75,6 77,4 79,2 82,8 84,6 86,4 88,2 90,0 91,8 93,6 95,4 97,2 99,0 100,8 102,6 104,4 105,1 106,2 108,0 109,8 111,6 112,3 113,4 115,2 117,0 118,8 119,5 120,6 121,3 122,4 124,2 124,9 126,0 126,7 127,8 128,9 129,6 131,4 132,1 133,2 133,9 135,0 136,8 137,5 138,2 139,0 139,7 140,4 141,1 141,8 142,6 143,3 144,0 144,7 145,1 145,1 145,4
0,0 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0 21,0 21,5 22,0 23,0 23,5 24,0 24,5 25,0 25,5 26,0 26,5 27,0 27,5 28,0 28,5 29,0 29,2 29,5 30,0 30,5 31,0 31,2 31,5 32,0 32,5 33,0 33,2 33,5 33,7 34,0 34,5 34,7 35,0 35,2 35,5 35,8 36,0 36,5 36,7 37,0 37,2 37,5 38,0 38,2 38,4 38,6 38,8 39,0 39,2 39,4 39,6 39,8 40,0 40,2 40,3 40,3 40,4
A
B Maximum van
C Waarvan maximale bebouwing
D Waarvan maximale bebouwing
E Waarvan maximale bebouwing
F Waarvan maximale bebouwing
OPPERVLAKTE BOUWPERCEEL
ALLE BEBOUWING (C+D+E+F)
hoofdgebouw
vrijstaande bijgebouwen
aangebouwde bijgebouwen
bouwwerken geen gebouw zijnde
in m2
in m2
in m2
in m2
in m2
in m2
425 430 435 440 445 450 455 460 465 470 475 480 485 490 495 500 505 510 515 520 525 530 535 540 545 550 555 560 565 570 575 580 585 590 595 600 605 610 615 620 625 630 635 640 645 650 655 660 665 670 675 680 685 690 695 700 705 710 715 720 725 730 735 740 745 750 755 760 765 770 775 780 785
205 206 207 208 209 210 211 212 213 213,5 214 215 215,5 216 216,5 217,5 218 218,5 219 219,5 220 220 220,5 221 221,5 222 222,5 223 223 223,5 224 224 224,5 224,5 225 225 225,5 225,5 226 226 226,5 227 227,5 227,5 228 228 228,5 228,5 229 229,5 230 230,5 231 231,5 232 232,5 223 223,5 234 234,5 234,5 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246
184,5 185,4 186,3 187,2 188,1 189,0 189,9 190,8 191,7 192,2 192,6 193,5 194,0 194,4 194,9 195,8 196,2 196,7 197,1 197,6 198,0 198,0 198,5 198,9 199,4 199,8 200,3 200,7 200,7 201,2 201,6 201,6 202,1 202,1 202,5 202,5 203,0 203,0 203,4 203,4 203,9 204,3 204,8 204,8 205,2 205,2 205,7 205,7 206,1 206,6 207,0 207,5 207,9 208,4 208,8 209,3 200,7 201,2 210,6 211,1 211,1 211,5 212,4 213,3 214,2 215,1 216,0 216,9 217,8 218,7 219,6 220,5 221,4
82,0 82,4 82,8 83,2 83,6 84,0 84,4 84,8 85,2 85,4 85,6 86,0 86,2 86,4 86,6 87,0 87,2 87,4 87,6 87,8 88,0 88,0 88,2 88,4 88,6 88,8 89,0 89,2 89,2 89,4 89,6 89,6 89,8 89,8 90,0 90,0 90,2 90,2 90,4 90,4 90,6 90,8 91,0 91,0 91,2 91,2 91,4 91,4 91,6 91,8 92,0 92,2 92,4 92,6 92,8 93,0 89,2 89,4 93,6 93,8 93,8 94,0 94,4 94,8 95,2 95,6 96,0 96,4 96,8 97,2 97,6 98,0 98,4
147,6 148,3 149,0 149,8 150,5 151,2 151,9 152,6 153,4 153,7 154,1 154,8 155,2 155,5 155,9 156,6 157,0 157,3 157,7 158,0 158,4 158,4 158,8 159,1 159,5 159,8 160,2 160,6 160,6 160,9 161,3 161,3 161,6 161,6 162,0 162,0 162,4 162,4 162,7 162,7 163,1 163,4 163,8 163,8 164,2 164,2 164,5 164,5 164,9 165,2 165,6 166,0 166,3 166,7 167,0 167,4 160,6 160,9 168,5 168,8 168,8 169,2 169,9 170,6 171,4 172,1 172,8 173,5 174,2 175,0 175,7 176,4 177,1
41,0 41,2 41,4 41,6 41,8 42,0 42,2 42,4 42,6 42,7 42,8 43,0 43,1 43,2 43,3 43,5 43,6 43,7 43,8 43,9 44,0 44,0 44,1 44,2 44,3 44,4 44,5 44,6 44,6 44,7 44,8 44,8 44,9 44,9 45,0 45,0 45,1 45,1 45,2 45,2 45,3 45,4 45,5 45,5 45,6 45,6 45,7 45,7 45,8 45,9 46,0 46,1 46,2 46,3 46,4 46,5 44,6 44,7 46,8 46,9 46,9 47,0 47,2 47,4 47,6 47,8 48,0 48,2 48,4 48,6 48,8 49,0 49,2
A
B Maximum van
C Waarvan maximale bebouwing
D Waarvan maximale bebouwing
E Waarvan maximale bebouwing
F Waarvan maximale bebouwing
OPPERVLAKTE BOUWPERCEEL
ALLE BEBOUWING (C+D+E+F)
hoofdgebouw
vrijstaande bijgebouwen
aangebouwde bijgebouwen
bouwwerken geen gebouw zijnde
in m2
in m2
in m2
in m2
in m2
in m2
790 795 800 >800
400
247 248 249 250
222,3 223,2 224,1 225,0
98,8 99,2 99,6 100,0
177,8 178,6 179,3 180,0
49,4 49,6 49,8 50,0
200
180,0
80,0
144,0
40,0
Toepassing "Tabel Toegestane Bebouwing" Startpunt is kolom "A". Hierin zoekt u de oppervlakte op van uw bouwperceel. Dit is meestal de kadastrale oppervlakte. Als op het bouwperceel meerdere bestemmingen liggen geldt enkel de oppervlakte van de bestemming "Wonen". In kolom "B" vindt u het maximale bebouwingsoppervlak op het perceel. De bebouwing kan bestaan uit een of meer van de in de kolommen "C" t/m "F" genoemde soorten bebouwing. Zowel het per soort aangegeven maximum aan bebouwing als het maximum van alle bebouwing mag niet worden overschreden. Voorbeeld: Het bouwperceel is 400 m2 groot. Volgens kolom "B" is maximaal 200 m2 aan bebouwing toegelaten. Het hoofdgebouw mag max. 180 m2 zijn. Als u hier voor kiest resteert voor de overige bebouwing nog 20 m2. Als het hoofdgebouw echter 80 m2 groot wordt blijft er voor de overige bebouwing nog 120 m2 over. Als u vervolgens een vrijstaand bijgebouw van 40 m2 en een carport/overkapping van 30 m2 wenst komt het totaal aan bebouwing op 150 m2, zodat nog 50 m2 aan bebouwingsmogelijkheden resteert. Dat kunt u bij voorbeeld aanwenden voor het realiseren van aangebouwde bijgebouwen.
Bijlage 2 Staat van Bedrijven
staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 2) SBI
nr.
omschrijving
cat
18
vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
182
vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)
20
houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, riet, kurk e.d.
205
kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
22
uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media
221
uitgeverijen (kantoren)
1
2222.6
kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
2
2
2
2223
A
grafische afwerking
1
2223
B
binderijen
2
grafische reproductie en zetten
2
2225
overige grafische activiteiten
2
223
reproductiebedrijven opgenomen media
1
2224
24
vervaardiging van chemische producten
2442
0
farmaceutische productenfabrieken:
2442
2
- verbandmiddelenfabrieken
26
vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten
262, 263
0
aardewerkfabrieken:
262, 263
1
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
30 30
2
2
vervaardiging van kantoormachines en computers A
31
kantoormachines- en computerfabrieken
2
vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden
316
elektrotechnische industrie n.e.g.
33
vervaardiging van medische en optische apparaten en instrumenten
33
A
36
fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten
2
2
vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g. meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
1
fabricage van munten, sieraden e.d.
2
363
muziekinstrumentenfabrieken
2
3661.1
sociale werkvoorziening
2
361
2
362
40
productie en distributie van stroom, aardgas, stoom en warm water
40
C0
elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40
C1
- < 10 MVA
40
D0
gasdistributiebedrijven:
40
D3
- gas: reduceer, compressor-, meet- en regelinstrumenten cat. A
2 1
staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 2) SBI
nr.
omschrijving
40
D4
- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C
40
E0
warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40
E2
- blokverwarming
45 45
cat 2 2
bouwnijverheid 3
- aannemersbedrijven met werkplaats b.o. < 1.000 m2
2
50
handel/reparatie van auto's, motorfietsen; benzineservicestations
501, 502, 504
handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
2
autobeklederijen
1
5020.4
B
5020.5
autowasserijen
2
503, 504
handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
2
505
0
benzineservicestations:
505
3
- zonder lpg
2
51
groothandel en handelsbemiddeling
511
handelsbemiddeling (kantoren)
1
5122
grth in bloemen en planten
2
5134
grth in dranken
2
5135
grth in tabaksproducten
2
5136
grth in suiker, chocolade en suikerwerk
2
5137
grth in koffie, thee, cacao en specerijen
2
5138, 5139
grth in overige voedings- en genotmiddelen
2
grth in overige consumentenartikelen
2
514 5148.7
0
grth in vuurwerk en munitie
5148.7
1
- consumentenvuurwerk, verpakt, oplag < 10 ton
2
5148.7
5
- munitie
2
5153
0
grth in hout en bouwmaterialen
5153
2
- algemeen b.o. ≤ 2.000 m2
5153.4
4
zand en grind
5153.4
6
- algemeen b.o. ≤ 200 m2
2 2
5154
0
grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur
5154
2
- algemeen b.o. ≤ 2.000 m2
2
grth in kunstmeststoffen
2
5156
grth in overige intermediaire goederen
2
517
overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.)
2
60
vervoer over land
6022
taxibedrijven
61, 62
vervoer over water/door de lucht
5155.2
61, 62
A
vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
2
1
staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 2) SBI
nr.
omschrijving
cat
63
dienstverlening t.b.v. het vervoer
6322, 6323
overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)
1
633
reisorganisaties
1
634
expediteurs, cargadoors (kantoren)
1
64
post en telecommunicatie
641
post- en koeriersdiensten
2
telecommunicatiebedrijven
1
642
A
70
verhuur van en handel in onroerend goed
70 A
verhuur van en handel in onroerend goed
71
verhuur van transportmiddelen, machines, andere roerende goederen
711
personenautoverhuurbedrijven
2
714
verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
2
72
computerservice- en informatietechnologie
1
72
A
computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
1
72
B
switchhouses
2
73
speur- en ontwikkelingswerk
731
natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
2
732
maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
1
74
overige zakelijke dienstverlening
7481.3
foto- en filmontwikkelcentrales
2
7484.4
veilingen voor huisraad, kunst e.d.
1
90
milieudienstverlening
9001
B
rioolgemalen
2
9002.2
A7
- verwerking fotochemisch en galvano-afval
2
93
overige dienstverlening
9301.2
chemische wasserijen en ververijen
2
9301.3
A
wasverzendinrichtingen
2
9301.3
B
wasserettes, wassalons
1
De gebruikte afkortingen afk.
verklaring
<
kleiner dan
>
groter dan
cat
categorie
e.d.
en dergelijke
staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 2) SBI
nr.
n.e.g.
niet elders genoemd
o.c.
opslagcapaciteit
p.c.
productiecapaciteit
b.o.
bedrijfsoppervlak
v.c.
verwerkingscapaciteit
u
uur
d
dag
w
week
j
jaar
t
ton
grootste afstand in meters per categorie cat
afst.
1
10 m
2
30 m
3.1
50 m
3.2
100 m
omschrijving
cat
Verbeelding