GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’
Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland bij besluit van 29 april 2010
, voorzitter
, griffier
gemeente titel projectnummer datum Voorontwerp Ontwerp Vastgesteld
Schouwen-Duiveland Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ SD4092 29 april 2010 30 maart 2009 4 december 2009 29 april 2010
TOELICHTING
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
TOELICHTING behorende bij het bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ in de gemeente Schouwen-Duiveland.
INHOUD 1
INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Opzet bestemmingsplan
3 3 3
2
WIJZIGINGEN NAAR AANLEIDING VAN GOEDKEURINGSBESLUIT GS 2.1 Wijzigingen naar aanleiding van het goedkeuringsbesluit van GS
5 5
3
AMBTSHALVE WIJZIGING 3.1 Toelichting 3.2 Regels 3.3 Plankaart
7 7 14 15
4
TOETSING GEWIJZIGD PLAN 4.1 Beleidskader 4.2 Kwaliteit van de leefomgeving 4.3 Economische uitvoerbaarheid 4.4 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
17 17 17 17 17
5
GEWIJZIGDE VASTSTELLING
19
BIJLAGEN: 1. Vooroverlegreacties ex art. 3.1.1 Bro; 2. Raadsbesluit vaststelling.
1
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
2
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
1
INLEIDING Dit plan betreft de 2e herziening van het bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Renesse’ dat op 25 oktober 2007 door de gemeenteraad van Schouwen-Duiveland is vastgesteld
1.1
Aanleiding Op 20 mei 2008 heeft Gedeputeerde Staten (GS) het bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Renesse’ gedeeltelijk goedgekeurd. Aan een deel van de plankaart is goedkeuring onthouden. Bovendien vraagt GS op een aantal punten om een heroverweging bij een eventuele bestemmingsplanherziening. Goedkeuring is onthouden aan de volgende artikelen van het bestemmingsplan: Het vlak met een roze kleur gelegen aan het Achterpad en (tevens) gelegen aan de achterzijde van Lange Reke 4 (derhalve het gedeelte van het perceel gelegen buiten het bebouwingsvlak), zoals aangegeven op de plankaart. Naar aanleiding van ambtshalve overwegingen, het inwerkingtreden van de Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening zijn een aantal wijzigingen ten opzichte van het goedgekeurde bestemmingsplan in deze herziening opgenomen. De voorliggende 2e herziening voorziet in de juridisch-planologische regeling van deze punten.
1.2
Opzet bestemmingsplan Deze herziening bestaat uit een toelichting en regels. Er wordt ingegaan op de toetsing van de herziening ten opzichte van beleid, milieu- en andere aspecten, de economische uitvoerbaarheid en het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In de regels zijn de planologische consequenties in juridische termen vastgelegd.
3
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
4
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
2
WIJZIGINGEN NAAR AANLEIDING VAN GOEDKEURINGSBESLUIT GS In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de wijzigingen naar aanleiding van het goedkeuringsbesluit van GS.
2.1
Wijzigingen naar aanleiding van het goedkeuringsbesluit van GS
Het vlak met een roze kleur gelegen aan het Achterpad en (tevens) gelegen aan de achterzijde van Lange Reke 4 (derhalve het gedeelte van het perceel gelegen buiten het bebouwingsvlak), zoals aangegeven op de plankaart. Deze wordt aangepast aan de huidige bestemming Horeca met een aanduiding 1b zonder dienstwoning en een bouwhoogte van 4 meter.
Archeologie. In de facetherziening Archeologie is het beleid ten aanzien van archeologie herzien. Dit plan is naast het plan ‘Bebouwde kom Renesse’ van overeenkomstige toepassing verklaard (in de regels wordt hiernaar verwezen). Voor de op de plankaart gewijzigde gebieden zullen de betreffende archeologische waarden worden opgenomen.
Detailhandel. Ten aanzien van detailhandel wordt de vrijstelling ten aanzien van de vergroting van het vloeroppervlak tot 400 m niet verder geobjectiveerd met een % vanwege het feit dat een groter aantal vierkante meters qua functie, maat, schaal en verkeersaantrekkende werking niet wenselijk is. Van geval tot geval zal bekeken worden aan welke vergroting medewerking kan worden verleend. Dit is nooit eerder gemaximaliseerd. Om dezelfde reden is de keuze gemaakt om perifere detailhandel in een dorp als Renesse uit te sluiten. Perifere detailhandel wordt buiten de kernen toegelaten.
Kantoren. Het bruto vloeroppervlak is in het Omgevingsplan Zeeland voor een kern als Renesse gemaximeerd op 250 m. Binnen de bestemming Kantoren zijn een drietal kantoren aanwezig welke groter zijn dan 250 m. Deze maximale maatvoering van 250 m is hierop niet van toepassing en daarom niet opgenomen. De maximale maat zal wel toegepast worden in de bestemming Centrum, waar kantoren is toegestaan. Artikel 8, lid 1 sub b wordt gewijzigd. De zelfstandige kantoren worden uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten verwijderd zie bijlage 4 van de regels.
Landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden. Binnen de bestemming water wordt ter plaatse van de nadere aanwijzing ‘Lc’ het hierop toegesneden aanlegvergunningstelsel opgenomen. De overige leden worden vernummerd.
5
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
6
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
3
AMBTSHALVE WIJZIGING Deze aanpassingen zijn nodig omdat de bestemming van gronden niet overeenkomt met de bestaande situatie, nieuwe ontwikkelingen toelaatbaar worden geacht of ten behoeve van de helderheid van het bestemmingsplan. In dit hoofdstuk worden deze aanpassingen beschreven. Paragraaf 3.1 geeft de aanpassingen in de toelichting weer. Aanpassingen die in de regels worden gedaan zijn in paragraaf 3.2 opgenomen en aanpassingen die betrekking hebben op de plankaart worden in paragraaf 3.3 beschreven.
3.1
Toelichting
Ten behoeve van de ontwikkeling aan de Jan van Renesseweg 25 heeft het college op 10 maart 2009 besloten het verzoek van Stichting Renesse voor een bestemmingsplanwijziging te honoreren. Ten behoeve van deze ontwikkeling zijn de volgende paragrafen herzien: 3.5, 4.1, 4.4, 4.5, 4.7, 4.9.
Paragraaf 3.5 wordt aangevuld met een nieuwe inbreidingslocatie aan de Jan van Renesseweg 25. Locatie Jan van Renesseweg 25 Het college heeft op 10 maart 2009 besloten het verzoek van Stichting Renesse (m.b.t. de bouwaanvraag) te honoreren d.m.v. een bestemmingsplanwijziging. De bouwaanvraag ziet op een uitbreiding van het bestaande kantoor aan de Jan van Renesseweg 25 te Renesse voor een vergaderruimte aan de zijde waarop momenteel de bestemming ‘groenvoorziening’ ligt ( 6 meter bij 9.21 meter = 55,26). Op ‘groenvoorziening’ mogen geen gebouwen van deze omvang worden gebouwd en het gebruik is in strijd met de bestemming. Dit komt neer op een bestemmingsplanherziening voor dit perceel.
Huidige bestemming (Bebouwde kom Renesse)
Beoogde bestemming (2e herziening bebouwde kom Renesse)
Figuur 15 a Uitsnede plankaart
7
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
Omdat het een kleine uitbreiding van het kantoor betreft met weinig ruimtelijke impact op de omgeving is de keuze gemaakt om deze ontwikkeling mee te nemen in de tweede herziening. Het kantoorpand omvat slechts 1 bouwlaag, net als de uitbreiding. Er wordt weliswaar een deel van het perceel met de bestemming ‘groenvoorziening’ omgezet naar de bestemming ‘kantoor’, maar dit betreft geen opoffering van een groenstrook. Dit deel van het perceel is sinds de jaren ’60 al verhard. Het perceel grenst voor een deel aan een groot parkeerterrein, met voldoende parkeergelegenheid. Op de plankaart wordt ter plaatse van het perceel Jan van Renesseweg 25 het bouwblok aangepast zodat de aangevraagde uitbreiding van het ‘kantoor’ kan worden gerealiseerd. Paragraaf 4.1 wordt aangevuld met de volgende zinsnede m.b.t. de inbreidingslocatie aan de Jan van Renesseweg 25. Uitgezonderd het voorgaande is ter plaatse van de Jan van Renesseweg 25 een kantooruitbreiding toegestaan. Een kantoor betreft geen geluidsgevoelige functie zodat het aspect geluidhinder niet van toepassing is. Paragraaf 4.4 wordt aangevuld met de volgende zinsnede m.b.t. de inbreidingslocatie aan de Jan van Renesseweg 25. Een nieuwe ontwikkeling betreft de uitbreiding van het kantoorgebouw aan de Jan van Renesseweg. De uitbreiding betreft echter een vergaderruimte waar gemiddeld per dag niet meer dan 2 uur verbleven zal worden. Een bodemonderzoek is derhalve niet noodzakelijk. Paragraaf 4.5 wordt aangevuld met de volgende alinea m.b.t. de inbreidingslocatie aan de Jan van Renesseweg 25. Voor de ontwikkeling aan de Jan van Renesseweg is het ‘nieuwe’ archeologiebeleid van de gemeente Schouwen-Duiveland van toepassing. Dit beleid is op 28 februari 2008 vastgesteld. Dit nieuwe archeologie beleid is gedetailleerder dan het provinciale beleid. Uit de beleidskaart van dit gemeentelijk beleid komt naar voren dat het betreffende perceel is gelegen in archeologisch onderzoeksgebied A. Onderzoeksgebied A betreft een gebied waar zich in de gestapelde landschappen een landschap met hoge of middelhoge verwachting bevindt. Dit houdt in dat er een archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd voor de procedure van o.a. een bouwvergunning, indien de diepte meer dan 50 cm bedraagt en de oppervlakte groter dan 2500 m is. De diepte van 50 cm zal overschreden worden, echter de oppervlakte van de te plaatsen gebouwen is niet meer dan 2500 m. Zodoende is archeologisch onderzoek niet vereist. Derhalve vormt archeologie geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling Paragraaf 4.7 wordt aangevuld met de watertoetstabel van het waterschap Zeeuwse Eilanden m.b.t. de inbreidingslocatie aan de Jan van Renesseweg 25.
8
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
Overleg waterbeheerder t.b.v. ontwikkeling Jan van Renesseweg 25 In overleg met het Waterschap Zeeuwse Eilanden (WZE) is aan de hand van het ‘Overzicht van indicatieve ontwerprichtlijnen en toetsingscriteria’ uit de ‘Handreiking Watertoets’ een advies voor het plangebied gegeven. Het wateradvies is als bijlage opgenomen (zie vooroverlegreactie WZE). Thema
Waterdoelstelling
Toetsing
Veiligheid/
Waarborgen veiligheidsniveau en
Het plangebied ligt niet in of nabij primaire waterkeringen
Waterkering
daarvoor benodigde ruimte
en/of transportroutes gevaarlijke stoffen over water. Het aspect veiligheid is derhalve niet aan de orde.
Wateroverlast
Voldoende ruimte voor vasthou-
De uitbreiding betreft een oppervlakte van 55 m. Er is
(vanuit oppervlak-
den/bergen/afvoeren van water.
echter geen sprake van een toename van het verharde
tewater)
Vergroten van de veerkracht van
oppervlak omdat het terrein waar de boogde uitbreiding
het watersysteem
plaats zal vinden geheel verhard is (asfalt) Daarom is er geen noodzaak aan maatregelen.
Watervoorzie-
Het voorzien van de bestaande
ning/-aanvoer
functie van water van de juiste
De watervoorziening is niet in het geding.
kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water Volksgezondheid
Minimaliseren risico water gerela- Er is geen sprake van de aanleg van (extra) open water. teerde ziekten en plagen; Voorkomen van verdrinkingsgevaar/risico’s via o.a. de daarvoor benodigde ruimte
Riolering/RWZI
Afkoppelen van (schone) verhar-
De vuilwater riolering zal worden aangesloten te worden op
de oppervlakken i.v.m. reductie
het huidige stelsel. Daarnaast zal de afkoppelbeslisboom
hydraulische belasting RWZI;
worden aangehouden.
rekening houden met (ook eventuele filter)ruimte daarvoor Bodemdaling
Voorkómen van maatregelen die
Het peilregiem van het plangebied is al afgestemd op be-
(extra) maaiveldsdalingen met
bouwd gebied. Derhalve zullen geen veranderingen in het
name in zettingsgevoelige gebie-
peilregiem plaatsvinden die voor bodemdaling zorgen.
den kunnen veroorzaken Grondwater
Tegengaan/Verhelpen van
De in de Verordening Waterhuishouding Zeeland opgenomen
Overlast
grondwateroverlast
richtlijn voor de ontwateringsdiepte, minimaal 70 cm beneden het maaiveld, zal aangehouden worden.
Oppervlakte
Behoud/Realisatie van goede
De beoogde uitbreiding heeft geen negatieve invloed op de
waterkwaliteit
waterkwaliteit voor mens en
oppervlaktewaterkwaliteit. Het gebruik van uitlogende
natuur
materialen zal vermeden/’beperkt worden.
Grondwater
Behoud/Realisatie van goede
Het plangebied ligt in een bufferzone van een kwetsbaar ge-
Kwaliteit
waterkwaliteit voor mens en
bied.
natuur
9
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
Verdroging
Bescherming karakteristieke
Er is geen sprake van het onttrekken van grondwater of het
grondwaterafhankelijke ecologi-
infiltreren van grondwater met als doel het later weer op te
sche waarden
pompen in het plangebied, dus verdroging is hier niet aan de orde.
Natte Natuur
Ontwikkeling & bescherming van
Er bevindt zich geen natte natuur in of nabij het plangebied.
een rijke, gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur Onder-
Oppervlaktewater dient adequaat
Er bevindt zich geen waterlopen in de nabijheid van het
houd(smogelijkhei
onderhouden te worden.
plangebied
Waterschapswe-
Binnen het plangebied komen
Er liggen geen waterschapswegen binnen het plangebied.
gen
geen waterschapswegen voor
den) waterlopen
Paragraaf 4.9 wordt aangevuld met de volgende zinsnede m.b.t. de inbreidingslocatie aan de Jan van Renesseweg 25. De ontwikkeling aan de Jan van Renesseweg betreft een kleine uitbreiding van een bestaand gebouw waardoor op basis van het besluit Niet in betekenende mate bijdragen (NIBM) een onderzoek naar de luchtkwaliteit niet noodzakelijk is. Het aspect luchtkwaliteit staat de realisatie van de uitbreiding niet in de weg.
Ten behoeve van de ontwikkeling aan de Lange Reke 10 heeft het college op 10 november 2009 besloten het verzoek voor een bestemmingsplanwijziging te honoreren. Ten behoeve van deze ontwikkeling zijn de volgende paragrafen herzien: 3.5, 4.1, 4.4, 4.5, 4.7, 4.9.
Paragraaf 3.5 wordt aangevuld met een nieuwe inbreidingslocatie aan de Lange Reke 10. Locatie Lange Reke 10 Het college heeft op 10 november 2009 besloten het verzoek met betrekking tot de bouwaanvraag te honoreren door middel van een bestemmingsplanwijziging. De bouwaanvraag ziet op een uitbreiding van het bestaande restaurant (begane grond) en dienstwoning (eerste verdieping) aan de Lange Reke 10 te Renesse. De uitbreiding wordt aan de zijde van het Achterpad beoogd. Momenteel ligt op de uit te breiden locatie een erfbestemming behorende bij de bestemming ‘Horeca’ (1b) ‘overige lichte horeca’ en (dt) ‘dienstwoning toegestaan’. Het achtererf (gedeelte buiten het bebouwingsvlak) mag maximaal voor 50% bebouwd worden met bijgebouwen en andere bouwwerken. Het uitbreiden van het restaurant met dienstwoning past derhalve niet in het vigerende bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Renesse’. Een bestemmingsplanherziening is dan ook noodzakelijk.
10
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
Huidige bestemming
Beoogde bestemming
(Bebouwde kom Renesse)
(2e herziening bebouwde kom Renesse)
Figuur 15 b Uitsnede plankaart
Omdat het een kleine uitbreiding van het restaurant/dienstwoning betreft met weinig ruimtelijke impact op de omgeving is de keuze gemaakt om deze ontwikkeling mee te nemen in de tweede herziening. De ontwikkeling betreft enerzijds het uitbreiden van de keuken. De uitbreiding heeft een oppervlakte van ongeveer 17 m en wordt gesitueerd op een strook die is ingesloten tussen twee andere bouwwerken en is daardoor nauwelijks meer voor andere doeleinden te gebruiken. Er kan nu ook geen auto worden geparkeerd. Auto’s worden reeds geparkeerd op openbaar terrein. De dienstwoning wordt uitgebreid op de eerste verdieping. Het balkon zal worden overkapt en de daklijn zal worden doorgetrokken. Verder bevindt zich er nog een stuk plat dak welke ook bij de bovenverdieping zal worden getrokken. Door de doorgang bij de keuken te betrekken en op de 1e verdieping één geheel te creëren door alle aanbouwen samen te voegen ontstaat er een eenduidig en rustig beeld. Daarnaast ontstaan er geen extra woningen. Er is niet bedoeld om een tweede voorzijde te creëren aan het Achterpad, de oriëntatie moet op de Lange Reke blijven. De totale hoogte van het dakterras bedraagt 3,7 meter, zodat er geen tweede bouwlaag gecreëerd kan worden. Op de plankaart wordt ter plaatse van het perceel Lange Reke 10 het bouwblok aangepast zodat de aangevraagde uitbreiding van het restaurant/de dienstwoning kan worden gerealiseerd. Paragraaf 4.1 wordt aangevuld met de volgende zinsnede m.b.t. de inbreidingslocatie aan Lange Reke 10. Naast de ontwikkeling ter plaatse van de Jan van Renesseweg 25 is een uitbreiding van een restaurant/dienstwoning aan Lange Reke 10 toegestaan. Een restaurant betreft geen geluidsgevoelige functie en de Lange Reke betreft weg waarvoor een maximale snelheid van 30 km per uur geldt zodat het aspect geluidhinder niet van toepassing is.
11
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
Paragraaf 4.4 wordt aangevuld met de volgende zinsnede m.b.t. de inbreidingslocatie aan de Lange Reke 10. Een nieuwe ontwikkeling betreft de uitbreiding van het restaurant en dienstwoning aan de Lange Reke 10. Een bodemonderzoek is niet nodig voor de uitbreiding van Lange Reke 10 omdat de uitbreiding minder dan 50 m bedraagt (zie de gemeentelijke bouwverordening 2007 en het Besluit bouwvergunningsvrije en lichtbouwvergunningsplichtige bouwwerken). Paragraaf 4.5 wordt aangevuld met de volgende alinea m.b.t. de inbreidingslocatie aan de Lange Reke 10. Voor de ontwikkeling aan de Lange Reke 10 is het ‘nieuwe’ archeologiebeleid van de gemeente Schouwen-Duiveland van toepassing. Dit beleid is op 28 februari 2008 vastgesteld. Dit nieuwe archeologie beleid is gedetailleerder dan het provinciale beleid. Uit de beleidskaart van dit gemeentelijk beleid komt naar voren dat het betreffende perceel is gelegen in archeologisch waardevol gebied B. Archeologisch waardevol gebied B zijn door het rijk en provincie geïndiceerde terreinen met een hoge archeologische waarde, of een archeologische waarde. Dit houdt in dat er een archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd voor de procedure van o.a. een bouwvergunning, indien de diepte meer dan 50 cm bedraagt en de oppervlakte groter dan 250 m is. De diepte van 50 cm zal overschreden worden, echter de oppervlakte van de te plaatsen gebouwen is niet meer dan 250 m. Zodoende is archeologisch onderzoek niet vereist. Derhalve vormt archeologie geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. Paragraaf 4.7 wordt aangevuld met de watertoetstabel van het waterschap Zeeuwse Eilanden m.b.t. de inbreidingslocatie aan de Lange Reke 10. Overleg waterbeheerder t.b.v. ontwikkeling Lange Reke 10 Aan de hand van het ‘Overzicht van indicatieve ontwerprichtlijnen en toetsingscriteria’ uit de ‘Handreiking Watertoets’ is onderstaande tabel ingevuld. Na overleg met het Waterschap Zeeuwse Eilanden heeft het Waterschap Zeeuwse Eilanden ingestemd met de onderhavige ontwikkeling. Thema
Waterdoelstelling
Toetsing
Veiligheid/
Waarborgen veiligheidsniveau en
Het plangebied ligt niet in of nabij primaire waterkeringen
Waterkering
daarvoor benodigde ruimte
en/of transportroutes gevaarlijke stoffen over water. Het aspect veiligheid is derhalve niet aan de orde.
Wateroverlast
Voldoende ruimte voor vasthou-
De uitbreiding van het verhard oppervlak betreft een opper-
(vanuit oppervlak-
den/bergen/afvoeren van water.
vlakte van ca. 17 m. Daarom is er geen noodzaak aan
tewater)
Vergroten van de veerkracht van
maatregelen.
het watersysteem
12
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
Watervoorzie-
Het voorzien van de bestaande
ning/-aanvoer
functie van water van de juiste
De watervoorziening is niet in het geding.
kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water Volksgezondheid
Minimaliseren risico water gerela- Er is geen sprake van de aanleg van (extra) open water. teerde ziekten en plagen; Voorkomen van verdrinkingsgevaar/risico’s via o.a. de daarvoor benodigde ruimte
Riolering/RWZI
Afkoppelen van (schone) verhar-
De vuilwater riolering zal worden aangesloten te worden op
de oppervlakken i.v.m. reductie
het huidige stelsel. Daarnaast zal de afkoppelbeslisboom
hydraulische belasting RWZI;
worden aangehouden.
rekening houden met (ook eventuele filter)ruimte daarvoor Bodemdaling
Voorkómen van maatregelen die
Het peilregiem van het plangebied is al afgestemd op be-
(extra) maaiveldsdalingen met
bouwd gebied. Derhalve zullen geen veranderingen in het
name in zettingsgevoelige gebie-
peilregiem plaatsvinden die voor bodemdaling zorgen.
den kunnen veroorzaken Grondwater
Tegengaan/Verhelpen van
De in de Verordening Waterhuishouding Zeeland opgenomen
Overlast
grondwateroverlast
richtlijn voor de ontwateringsdiepte, minimaal 70 cm beneden het maaiveld, zal aangehouden worden.
Oppervlakte
Behoud/Realisatie van goede
De beoogde uitbreiding heeft geen negatieve invloed op de
waterkwaliteit
waterkwaliteit voor mens en
oppervlaktewaterkwaliteit. Het gebruik van uitlogende mate-
natuur
rialen zal vermeden/’beperkt worden.
Grondwater
Behoud/Realisatie van goede
Het plangebied ligt in een bufferzone van een kwetsbaar ge-
Kwaliteit
waterkwaliteit voor mens en
bied.
natuur Verdroging
Bescherming karakteristieke
Er is geen sprake van het onttrekken van grondwater of het
grondwaterafhankelijke ecologi-
infiltreren van grondwater met als doel het later weer op te
sche waarden
pompen in het plangebied, dus verdroging is hier niet aan de orde.
Natte Natuur
Ontwikkeling & bescherming van
Er bevindt zich geen natte natuur in of nabij het plangebied.
een rijke, gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur Onder-
Oppervlaktewater dient adequaat
Er bevindt zich geen waterlopen in de nabijheid van het
houd(smogelijkhei
onderhouden te worden.
plangebied
Waterschapswe-
Binnen het plangebied komen
Er liggen geen waterschapswegen binnen het plangebied.
gen
geen waterschapswegen voor
den) waterlopen
13
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
Paragraaf 4.9 wordt aangevuld met de volgende zinsnede m.b.t. de inbreidingslocatie aan de Lange Reke 10. De ontwikkeling aan de Lange Reke 10 betreft een kleine uitbreiding van een bestaand gebouw waardoor op basis van het besluit Niet in betekenende mate bijdragen (NIBM) een onderzoek naar de luchtkwaliteit niet noodzakelijk is. Het aspect luchtkwaliteit staat de realisatie van de uitbreiding niet in de weg. 3.2
Regels
Door invoering van de Wro zijn een aantal algemene wijzigingen opgenomen, zoals de zinsnede ‘voorschriften’ vervangen door ‘regels’, ‘bepaling(en)’ vervangen door ‘regel(s)’, de zinsnede ‘vrijstelling(en)’ vervangen door ‘ontheffing(en)’ en de zinsnede ‘artikel 11 WRO’ vervangen door ‘artikel 3.6 Wro’;
Artikel 1, sub 24 en 106 worden gewijzigd en sub 114 en 115 toegevoegd door enerzijds het in werking treden van de Wro en anderzijds door het opnemen van de regeling voor onoverdekte zwembaden;
Naar aanleiding van het in werking treden van de Wro zijn artikelen 3 en 5 gewijzigd in nieuw artikelen 3 en 5;
Ter plaatse van de omgeving Duinweg, Eikenmeet en Vlierweg zijn de gronden (tuinen, erven) bestempeld als Groenvoorziening met landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden (artikel 20). In de huidige situatie bestaat er een ongelijkheid in het bestemmen van de tuinen en erven van de woningen. Momenteel zijn in de bestemming G(L) al tuinen aanwezig. Om de bestaande situatie te legaliseren en de ongelijkheid in de bestemmingsregeling op te heffen is ervoor gekozen om de gronden gelegen 5 meter in het verlengde van de achtergevel van de huidige (bouwblokken) woningen te bestemmen als W(z) ‘Woondoeleinden’ ‘zonder gebouwen en overkappingen’ zodat deze gronden als tuin/erf te gebruiken zijn. Mocht de afstand korter dan 5 meter zijn, geldt dat deze zone doorloopt tot aan de zijdelingse perceelsgrens. Er is voor gekozen om een tuin van maximaal 5 meter in het verlengde van de achtergevel van de huidige (bouwblokken) woningen mogelijk te maken. Door het plaatsen van de tuinen aan de achterzijde van de woningen zullen de aanwezige landschappelijke waarden zo min mogelijk worden aangetast. Anderzijds is gekozen voor een tuin van 5 meter diep omdat dit een respectabel formaat oplevert voor een mogelijk verhard terras. Dieper dan 5 meter is niet gewenst omdat dit de landschappelijke waarden te veel zal schaden.
Ten behoeve van het opnemen van de vrijstellingen ter plaatse van Constantijnweg 3 en Oosterenbanweg 31 is artikel 6 aangepast;
Voor de bouw van onoverdekte zwembaden op erven bij woningen en dienstwoningen is een regeling opgenomen in de artikelen 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 16 en 17;
14
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
3.3
Artikel 8, lid 1, sub e is niet correct opgenomen. Bijlage 1 wordt vervangen door bijlage 2;
Op een deel van het perceel Zeeanemoonweg 4-6 wordt de begane grond bestemd voor detailhandel. In artikel 10 lid 1 wordt hiervoor sub c toegevoegd;
Onder de toelaatbare bebouwing in artikel 11 waren de bijgebouwen niet opgenomen. Deze zijn nu wel opgenomen en lid 2 wordt vernummerd;
Onder de bouwbepalingen in artikel 11, lid 3 was sprake van een inconsequentie verband houdend met de hoogte van een dienst-/bedrijfswoning en het hoofdgebouw. Deze is door wijziging van sub g en het toevoegen van een nieuw sub h verholpen. Door deze wijziging zijn de leden h tot en met m vernummerd naar sub i tot en met n;
Ter plaatse van het zomerhuizenterrein Oude Moolweg wordt artikel 16, lid 3 onder 2, vanwege onduidelijkheid van de huidige regeling, herschreven. Hierbij wordt tegelijkertijd de ontwikkeling aan de Oude Moolweg 26-23 opgenomen;
Door de inwerkingtreding van de Wro is artikel 30 ‘Overgangsbepalingen’ vervangen door artikel 30 ‘Overgangsrecht’ zoals opgenomen in paragraaf 3.2 Bro;
Door het opnemen van een aanlegvergunning binnen de bestemming ‘Water’ (artikel 21) is een verwijzing toegevoegd aan artikel 31 ‘Strafbaarheid van overtredingen’;
De woonbestemming is toelaatbaar geacht op de percelen De Zoom 9, 11, 13 en 15. Deze zijn opgenomen in bijlage 2.
Plankaart
De nadere aanduiding ‘maximaal 30 % bebouwing toegestaan’ wordt ter plaatse van het zomerhuizen terrein aan de Oude Moolweg verwijderd.
Op een deel van het perceel Zeeanemoonweg 4-6 wordt de nader aanwijzing K(dht) toegevoegd.
De volgende vrijstellingen zijn op de kaart opgenomen: - Oude Moolweg 26-23, het bebouwingsblok is opgenomen vanwege het vergroten van een recreatiewoning met bijgebouw; - Hogezoom 178, het bebouwingsvlak is vergroot en de bestemming ‘Horeca’ is opgenomen vanwege het vergroten van het pension alsmede de functiewijziging; - Constantijnweg 3, ter plaatse is ten behoeve van het uitbreiden van de woning tot op de zijdelingse perceelsgrens (aan één zijde) de subbestemming Wv1 opgenomen; - Korte Reke 4, ten behoeve van de veranderde winkelinrichting is categorie 1a behorende bij de Staat van Horeca-activiteiten opgenomen;
15
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
-
Oosterenbanweg 31, ter plaatse is ten behoeve van het vergroten van de woning de subbestemming Wv2 opgenomen; Korte Reke 2, ten behoeve van het oprichten van een kebabrestaurant is categorie 2 behorende bij de Staat van Horeca-activiteiten opgenomen in plaats van categorie 1b.
Ter plaats van de Jan van Renesseweg is het bouwblok en de bestemming ‘Kantoren’ vergroot.
Ter plaatse van Lange Reke 10 is het bouwblok (en de hoogte) aangepast;
De -
Naar aanleiding van de grondaankoop ter plaatse van Kromme Reke 7 en 8-9 is de nadere aanduiding W(z) op deze gronden verwijderd;
Aan de westzijde van de Jan van Renesseweg zijn kleine gedeelten van het aanwezige groen en water bestemd als Natuur, overeenkomstig de Ecologische Hoofdstructuur 2009 en de Natuurbeschermingswet.
volgende grondaankopen zijn op de kaart opgenomen: Constantijnweg 1, Renesse; Kromme Reke 7, Renesse; Krommer Reke 8-9, Renesse.
16
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
4
TOETSING GEWIJZIGD PLAN
4.1
Beleidskader In het kader van dit bestemmingsplan is voornamelijk de huidige situatie vastgelegd. Voor de bestemmingswijzigingen aan de Jan van Renesseweg 25 en aan de Lange Reke 10 is het niet nodig om het bestaande beleidskader aan te passen. Een nadere toetsing aan het beleidskader is derhalve achterwege gelaten.
4.2
Kwaliteit van de leefomgeving De opgenomen wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Renesse’ betreffen voornamelijk de huidige situatie. De aspecten geluid, luchtkwaliteit, bedrijven en milieuhinder, water, ecologie, externe veiligheid, bodemkwaliteit en archeologie zijn enkel van toepassing op de ontwikkeling aan de Jan van Renesseweg 25 en de ontwikkeling aan de Lange Reke 10. In de toelichting zijn de bovenstaande aspecten, waar noodzakelijk, aangepast aan deze ontwikkeling. Uit het bovenstaande wordt de conclusie getrokken dat de kwaliteit van de leefomgeving in deze herziening is gewaarborgd.
4.3
Economische uitvoerbaarheid In artikel 6.12 van de Wro is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen. In artikel 6.2.1 Bro is vastgelegd wat onder een bouwplan wordt verstaan. De bouw van een of meerdere hoofdgebouwen is in het betreffende artikel van het Bro opgenomen. De beoogde ontwikkelingen aan de Jan van Renesseweg 25 en de Lange Reke 10 betreffen echter geen bouwplan omdat het een uitbreiding van een gebouw betreft met een kleiner oppervlak dan 1000 m. In het kader van het bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Renesse’ was een toets op de economische haalbaarheid niet noodzakelijk omdat dit plan een beheersplan is. De wijzigingen in de herzieningen maken geen nieuwe situatie mogelijk en zullen dan ook niet leiden tot een aanpassing van de economische onderbouwing, zoals die is opgesteld voor het bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Renesse’. Daarom wordt gesteld dat de onderhavige partiële herziening economisch uitvoerbaar is.
4.4
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, waar nodig, overleg gepleegd te worden met besturen van gemeenten, met Rijks- en Provinciale diensten etc. Het voorontwerpbestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ is op 10 april 2009 in vooroverleg gezonden naar:
17
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
VROM; Provincie Zeeland, afdeling ruimte; Veiligheidsregio Zeeland; Waterschap Zeeuwse Eilanden.
De ingekomen reacties zijn als bijlage 1 opgenomen achter deze toelichting. Bij de hierna volgende behandeling van de reacties is steeds een puntsgewijze samenvatting gegeven van de betreffende reactie. VROM Brief 12 mei 2009 Het voorontwerpbestemmingsplan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Provincie Zeeland De Provincie heeft kennis genomen van het voorontwerpbestemmingsplan en heeft medegedeeld dat er geen vooroverlegreactie wordt ingediend. Waterschap Zeeuwse Eilanden Brief van 8 mei 2009 Ingestemd wordt het met voorontwerp van de 2e herziening van het bestemmingsplan Bebouwde kom Renesse. Deze brief dient beschouwd te worden als wateradvies. Veiligheidsregio Zeeland Brief van 28 april 2009 Uit het oogpunt van externe veiligheid is er geen aanleiding om ten aanzien ven eventuele veiligheidsproblematiek nader te adviseren.
18
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Toelichting, 29 april 2010
5
GEWIJZIGDE VASTSTELLING In het kader van de tervisielegging betrekt de gemeente de bevolking bij de voorbereiding van plannen op ruimtelijk gebied. Het ontwerp van dit bestemmingsplan heeft in verband daarmee gedurende zes weken op het gemeentesecretariaat ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn tegen het ontwerpbestemmingsplan 2 zienswijzen ingediend. Geen van deze zienswijzen hebben geleid tot een gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan. Het plan is echter wel ambtshalve gewijzigd op de volgende punten: Toelichting Enkele redactionele wijzigingen. Plankaart De woonbestemming aan de Bremweg 7 verplaatsen naar de westzijde; Als nadere aanwijzing op de legenda ter plaatse van de bestemming ‘centrumvoorzieningen’ opnemen, het cijfer 2, hetwelk betrekking heeft op middelzware horeca. Verwezen wordt naar het raadsbesluit vaststelling met bijbehorende stukken zoals opgenomen in bijlage 2.
19
BIJLAGEN
BIJLAGE 1 Vooroverlegreacties ex art. 3.1.1 Bro
BIJLAGE 2 Raadsbesluit vaststelling
Raadsbesluit
Raadsvergadering
: 29 april 2010
Agendapunt
:
Afdeling
: Ruimte & Milieu
Onderwerp
: Vaststelling "2e herziening bestemmingsplan Bebouwde kom Renesse"
De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 maart 2010; overwegende dat het ontwerpbestemmingsplan "2e herziening Bebouwde kom Renesse" vanaf 28 december 2009 tot en met 8 februari 2010 ter visie heeft gelegen met de mogelijkheid hiertegen zienswijzen in te dienen; dat gedurende de termijn van ter visie legging zienswijzen zijn ingebracht door reclamant, Wilgenmeet 12, Renesse en reclamant, Postbus 50, Middelharnis; dat de reactie op de zienswijzen is weergegeven in het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening; besluit : I. II. III. IV.
de zienswijze van reclamant, Wilgenmeet 12, Renesse, niet over te nemen; de zienswijze van reclamant, Postbus 50, Middelharnis, niet over te nemen; geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, lid 2 Wet ruimtelijke ordening vast te stellen; de “2e herziening bestemmingsplan Bebouwde kom Renesse” vast te stellen, waarbij ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan de volgende wijzigingen worden aangebracht:
Toelichting Enkele ondergeschikte redactionele wijzigingen aanbrengen. Verbeelding Op blad 1, de woonbestemming (z) aan de Bermweg 7 verplaatsen naar de westzijde; Op blad 2, als nadere aanwijzing op de legenda ter plaatse van de bestemming “centrumvoorzieningen” opnemen, het cijfer 2, hetwelk betrekking heeft op middelzware horeca. Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 29 april 2010
1/2
T. van Oostenbrugge griffier
G.C.G.M. Rabelink voorzitter
2/2
REGELS
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
Regels Deel uitmakende van het bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ in de gemeente Schouwen-Duiveland De voorschriften van het bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Renesse’, vastgesteld door de gemeenteraad op 25 oktober 2007 en goedgekeurd door Gedeputeerd Staten bij besluit van 20 mei 2008 en Facetplan ‘Archeologie’, vastgesteld door de gemeenteraad op 29 oktober 2009 worden van overeenkomstige toepassing verklaard, met inachtneming van het onderstaande. De in de voorschriften voorkomende zinsnede ‘voorschriften’ worden vervangen door ‘regels’. De in de voorschriften voorkomende zinsnede ‘bepaling(en)’ worden vervangen door ‘regel(s)’. De in de voorschiften ‘ontheffing(en)’.
voorkomende
zinsnede
‘vrijstelling(en)’
worden
vervangen
door
De in de voorschriften voorkomende zinsnede artikel 11 WRO wordt vervangen door artikel 3.6 Wro. Artikel 1 ‘Begripsbepaling’ wordt als volgt herzien:
Sub 24 wordt als volgt gewijzigd: 24. bestaand: ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
Sub 106 wordt als volgt gewijzigd: 106. WRO: de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zoals die luidde op 30 juni 2008;
Sub 114 en 115 worden als volgt toegevoegd: 114. Wro: de Wet ruimtelijke ordening, zoals die luidde op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan; 115. (onoverdekt) zwembad: een bouwwerk, geen gebouw zijnde dat dient als zwemvoorziening voor de bewoner van de woning op het betreffende perceel en zijn gasten.
Artikel 3 ‘Beoordeling van gronden in verband met verstrekken bouwvergunning’ wordt als volgt herzien:
Artikel 3 wordt vervangen door een nieuw artikel 3, luidend: ‘Artikel 3 Anti-dubbeltelbepaling Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.’
1
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
Artikel 5 ‘Algemene procedureregels’ wordt als volgt herzien:
Artikel 5 wordt vervangen door een nieuw artikel 5, luidend: ‘Artikel 5 Algemene procedureregels
1.
Wijzigingsbevoegdheid Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing.
2.
Ontheffingsbevoegdheid Bij het verlenen van ontheffing is de volgende procedure van toepassing: a. het ontwerpbesluit op het verzoek om ontheffing ligt gedurende 4 weken in het gemeentehuis ter inzage; b. burgemeester en wethouders geven te voren kennis van de terinzagelegging in het huis-aan-huisblad dat in de gemeente wordt verspreid; c.
de kennisgeving houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het schriftelijk indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders tegen het ontwerpbesluit op het verzoek om ontheffing gedurende de 4 weken dat het verzoek om ontheffing ter inzage ligt;
d. indien tegen het ontwerpbesluit op het verzoek om ontheffing zienswijzen zijn ingebracht, wordt het besluit met redenen omkleed; e. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen hebben ingebracht, de beslissing daaromtrent mee. 3.
Voor het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in: – artikel 6, lid 5; – artikel 7, lid 5; – artikel 15, lid 5; – artikel 19, lid 4; – artikel 20, lid 4; – artikel 23, lid 5; – artikel 24, lid 4; – artikel 25, lid 4; geldt de procedure zoals opgenomen in der artikelen 3.16 e.v. van de Wro.’
2
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
Artikel 6 ‘Woondoeleinden (W)’ wordt als volgt herzien:
aan lid 1 wordt de volgende zinsnede toegevoegd: Wv1, Wv2:
aan lid 3.1, sub c wordt de volgende zinsnede toegevoegd: v 1, v2:
in afwijking van het onder lid 3.1, sub e bepaalde, mag ter plaatse van de subbestemming ‘v1’ het hoofdgebouw aan één zijde worden opgericht op de zijdelingse perceelsgrens.
aan lid 3.2, sub c wordt de volgende zinsnede toegevoegd: v 1, v2:
3 meter ‘….’is bepaald;
lid 3.1, sub i wordt als volgt toegevoegd: i.
minimaal 6.5 meter – maximaal 20 meter;
aan lid 3.1, sub e wordt de volgende zinsnede toegevoegd: v 1, v2:
vrijstaande woningen;
3 meter (aan één zijde);
lid 3.2, sub d wordt als volgt gewijzigd: d. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn mogen worden gebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de subbestemming ‘v2’.
aan lid 3.2, sub e wordt de volgende zinsnede toegevoegd: v 1, v2:
3 meter (aan één zijde);
lid 3.3, sub d wordt toegevoegd luidende:
‘d. onoverdekte zwembaden mogen worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van de woning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15 % van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100m² 3. het zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd; 4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de woning.’
3
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
Artikel 7 ‘Maatschappelijke doeleinden (M)’ wordt als volgt herzien:
lid 3, sub l wordt toegevoegd luidende:
‘l.
bij dienst-/bedrijfswoningen mogen onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van de woning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15 % van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100m² 3. het zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd; 4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de woning.’
Artikel 8 ‘Centrumvoorzieningen (C)’ wordt als volgt herzien:
lid 1, sub b wordt vervangen door een nieuw sub b:
‘b. kantoren tot een maximum bruto vloeroppervlak van 250 m per kantoor met dien verstande dat kantoren die ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan reeds over een groter bruto vloeroppervlak beschikken dan de in lid 1, sub b genoemde 250 m, dit gebruik mogen voortzetten.‘
lid 1, sub e wordt vervangen door een nieuw sub e:
‘e. maximaal 49 wooneenheden zowel in combinatie met het bepaalde onder a, b, c, en d als zelfstandig zoals opgenomen in bijlage 2 deel uitmakende van deze regels;’
lid 3.2, sub f wordt toegevoegd luidende:
‘f.
bij woningen onoverdekte zwembaden mogen worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van de woning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15 % van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100m² 3. het zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd; 4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de woning.’
4
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
Artikel 9 ‘Detailhandel (D)’ wordt als volgt herzien:
lid 3, sub l wordt toegevoegd luidende:
‘l.
bij woningen mogen onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van de woning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15 % van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100m² 3. het zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd; 4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de woning.’
Artikel 10 ‘Kantoren (K)’ wordt als volgt herzien:
lid 1, sub c wordt toegevoegd luidende:
‘c. ter plaatse van de nadere aanwijzing K(dht): detailhandel toegestaan, uitsluitend op de begane grond.’
lid 3, sub l wordt toegevoegd luidende:
‘l.
bij woningen mogen onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van de woning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15 % van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100m² 3. het zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd; 4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de woning.’
Artikel 11 ‘Horecadoeleinden (H)’ wordt als volgt herzien:
lid 2, een nieuw sub c wordt toegevoegd luidende: c. bijgebouwen;
lid 2, sub c en d worden vernummerd naar sub d en e.
5
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
lid 3, sub g wordt vervangen door een nieuw lid 3, sub g: g. het vloeroppervlak van een dienst-/bedrijfswoning bedraagt maximaal 200 m, de inhoud bedraagt maximaal 750 m3;
lid 3, sub h wordt toegevoegd luidende: h. de dakvoet- respectievelijk totale hoogte van een dienst-/bedrijfswoning bedraagt maximaal 6 meter respectievelijk 10 meter tenzij anders op de plankaart is aangegeven;
lid 3, h tot en met m worden vernummerd naar sub i tot en met n;
de verwijzingen in lid 3, sub l en m worden vernummerd naar sub l;
lid 3 sub o wordt toegevoegd luidende: ‘o. bij dienst-/bedrijfswoningen mogen onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van de woning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15 % van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100m² 3. het zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd; 4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de woning.’
de verwijzingen in lid 4, sub d en e worden vernummerd tot respectievelijk, sub l, sub n.
Artikel 12 ‘Bedrijfsdoeleinden (B)’ wordt als volgt herzien:
lid 3, sub l wordt toegevoegd luidende:
‘l.
bij dienst-/bedrijfswoningen mogen onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van de woning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15 % van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100m² 3. het zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd; 4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de woning.’
6
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
Artikel 16 ‘Verblijfsrecreatie (vR)’ wordt als volgt herzien:
lid 3.2 wordt vervangen door een nieuw lid 3.2:
‘3.2
voor gronden met de subbestemming vRz: a. de oppervlakte van een zomerhuis mag maximaal 75 m² bedragen en de inhoud maximaal 225 m³; b. de dakvoethoogte en de totale hoogte van een zomerhuis bedraagt maximaal de op de plankaart aangegeven maat; c. de zomerhuizen dienen vrijstaand te worden gebouwd, waarbij de afstand tussen de zomerhuizen, inclusief aan- en bijgebouwen, en de perceelsgrens ten minste 3 meter dient te bedragen; d. per zomerhuis mag maximaal één bijgebouw worden gebouwd. Overkappingen zijn binnen het op de plankaart aangegeven bebouwingsvlak toegestaan. De totale oppervlakte van het bijgebouw en overkappingen bedraagt maximaal 15 m²; e. het bijgebouw heeft een dakvoethoogte van maximaal 2,5 meter en een totale hoogte van maximaal 3,5 meter; f. de afstand tussen een bijgebouw en de grens van het bouwperceel dient ten minste 1 meter te bedragen met dien verstande dat wanneer zomerhuizen aaneen zijn gebouwd, ook de bijgebouwen aaneen mogen worden gebouwd; g. de hoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 2 meter; h. in afwijking van het onder lid 3.2, sub g bepaalde mag de hoogte van overkappingen maximaal 3 meter bedragen;’
lid 3.6 wordt als volgt toegevoegd:
‘3.6
Bij dienst-/bedrijfswoningen mogen onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van de woning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15 % van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100m² 3. het zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd; 4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de woning.’
7
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
Artikel 17 ‘Dagrecreatieve doeleinden (dR)’ wordt als volgt herzien:
lid 3.3 wordt als volgt toegevoegd:
‘3.3
Bij woningen mogen onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van de woning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15 % van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100m² 3. het zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd; 4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de woning.’
Artikel 21 ‘Water’ wordt als volgt herzien:
lid 4 wordt vernummerd naar lid 5;
een nieuw lid 4 wordt toegevoegd luidend:
‘4.
Aanlegvergunning Aanlegvergunningvereiste Het is verboden op of in de gronden met de nadere aanwijzing ‘Lc’ zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. het afgraven of ophogen van gronden; c. het vellen of rooien van houtopstanden; De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van lid a t/m c geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke waarden en/of cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of zullen worden verkleind. Het verbod zoals in lid 4 a t/m c bedoeld, is niet van toepassing indien: - de werken of werkzaamheden tot het normale onderhoud en beheer behoren.’
8
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
Artikel 30 ‘Overgangsbepalingen’ wordt als volgt herzien: Artikel 30 Overgangsrecht 1
Ten aanzien van het bouwen gelden de volgende overgangsregels: a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. c.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
d. In een bestemmingsplan worden de volgende regels van overgangsrecht ten aanzien van bouwwerken opgenomen, met dien verstande dat het percentage genoemd in het tweede lid van die regeling lager kan worden vastgesteld. 2
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende overgangsregels a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het lid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c.
Indien het gebruik, bedoeld in lid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d. Lid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
9
Bestemmingsplan ‘2e herziening Bebouwde kom Renesse’ – Regels, 29 april 2010
3
Hardheidsclausule Indien toepassing van het overeenkomstig lid 2 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan de gemeenteraad met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, in het plan persoonsgebonden overgangsrecht opnemen.
4
Ten aanzien van bestaande afstanden en andere maten: a. Indien afstanden ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het plan meer dan wel minder bedragen dan ingevolge Paragraaf II is toegestaan, mogen de bestaande afstanden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden. b. In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken op de dag van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal worden aangehouden. c.
In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in lid 4a en lid 4b uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
Artikel 31 ‘Strafbaarheid van overtredingen’ wordt als volgt herzien:
De zinsnede ‘-
artikel 21 lid 4’ wordt toegevoegd.
10
BIJLAGE 2 Overzicht woonbestemmingen binnen “Centrumvoorzieningen”
Omschrijving straat
Woonbestemming toelaatbaar op nummer
Aantal
Lange Reke
1, 2, 3, 5, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 27, 28, 29, 30
21
Oude Moolweg
2,4
2
J. v. Renesseweg
4
1
Hogezoom
9, 11, 13, 15, 173, 175, 177, 179, 182, 188, 189, 198, 200.
9
Korte Reke
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
7
De Zoom
8, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16.
8
Lindelaan
2
1
Totaal aantal woningen
49
BIJLAGE 4 Staat van bedrijfsactiviteiten
SBI
OMSCHRIJVING
AFSTAND CAT
22 2223
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Grafische afwerking
10
1
223
Reproduktiebedrijven opgenomen media
10
1
50 5020.4
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Autobeklederijen
10
1
63
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
633
Reisorganisaties
10
1
634
Expediteurs, cargadoors (kantoren)
10
1
64
POST EN TELECOMMUNICATIE
642
Telecommunicatiebedrijven
10
1
70
VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED
70
Verhuur van en handel in onroerend goed
10
1
72
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
10
1
73
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
732
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
10
1
74
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
7484.4
Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
10
1
93
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.3
Wasserettes, wassalons
10
1
9302
Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten
10
1
9303
Begrafenisondernemingen:
9303
- uitvaartcentra
10
1
9303
- begraafplaatsen
10
1
9305
Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
10
1