gemeente heusden
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
gemeente heusden bestemmingsplan elshout herziening 2008 herziening ex artikel 30 WRO
toelichting voorschriften plankaart
vastgesteld d.d. goedgekeurd d.d.
97-102 6 augustus 2008
amer adviseurs b.v. ruimtelijke ordening
5
INHOUDSOPGAVE
Blz.
1
INLEIDING 1.1 Redenen voor herziening 1.2 Doel van het plan en opzet van de toelichting
1 1 2
2
VERWERKING VAN HET GOEDKEURINGSBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN 2.1 Beoordeling bestemmingsplan 2.2 Beoordeling bedenkingen
3 3 7
3
AMBTSHALVE AANPASSINGEN
13
4
TECHNISCHE UITVOERING EN JURIDISCHE ASPECTEN 4.1 Inleiding 4.2 Technische uitvoering en juridische aspecten 4.3 Doorwerking nieuwe Wro/Bro
17 17 17 18
5
UITVOERBAARHEID 5.1 Economische uitvoerbaarheid 5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
19 19 19
BIJLAGE 1: ONDERZOEK WEGVERKEERSLAWAAI EN INDUSTRIELAWAAI BIJLAGE 2: ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK BIJLAGE 3: BODEMONDERZOEK
6
1 1
INLEIDING
1.1
Redenen voor herziening Het bestemmingsplan Het bestemmingsplan “Elshout, herziening 2006” van de gemeente Heusden is op 29 juni 2006 (gewijzigd) vastgesteld. Op 13 februari 2007 is het plan grotendeels goedgekeurd door gedeputeerde staten (GS). Inmiddels is op 1 juli 2008, de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Hoewel de nieuwe wet niet meer de verplichting kent, als bedoeld in artikel 30 van de oude Wet ruimtelijke ordening, is het toch van belang om het plan te repareren voor wat betreft de buiten goedkeuring gehouden delen. Het belang is met name gelegen in het feit dat bij het achterwege blijven van herziening zich voor wat betreft de buiten goedkeuring gehouden onderdelen een aantal problemen zou kunnen gaan voordoen. Voor die onderdelen ("witte vlekken") zouden dan de verouderde bestemmingen en bepalingen blijven gelden uit het "oude" plan, dat gold vóór bovenbedoeld plan Elshout, herziening 2006. Aan nieuwe, op zich acceptabele bouwplannen en andere gewenste gebruiksvormen zou daar dan niet of slechts moeizaam, met name via een partiële herziening kunnen worden meegewerkt. Voor alle duidelijkheid, de voorliggende herziening heeft dus uitsluitend betrekking op het bestemmingsplan in juridische zin, dat wil zeggen de plankaart en de voorschriften. De toelichting bij het bestemmingsplan “Elshout, herziening 2006” wordt in het kader van deze herziening niet gewijzigd. Voor de plankaart betreft het de met rood begrensde gebieden. In de voorschriften betreft het de schuingedrukte, met markering in de kantlijn, aangegeven passages.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
2
Verdere procedure Het plan betreft een reparatie op onderdelen van een grotendeels goedgekeurd bestemmingsplan. Op basis van de gemeentelijke inspraakverordening is het dan niet noodzakelijk het bestemmingsplan voor inspraak ter visie te leggen. Het gemeentebestuur heeft er voor gekozen het bestemmingsplan direct in ontwerp ter inzage te leggen, waarbij een ieder de mogelijkheid heeft om schriftelijke zienswijzen in te dienen bij de gemeenteraad. Daarna zal het bestemmingsplan worden vastgesteld. In plaats van een officiële vooroverlegronde wordt het ontwerp bestemmingsplan voor reactie toegezonden aan de provincie Noord-Brabant, waterschap Aa en Maas en andere betrokken instanties. Deze instanties kunnen tijdens de periode van ter inzage legging hun zienswijze op het ontwerp bestemmingsplan kenbaar maken. Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Op basis van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is de taak van de provincie om een bestemmingsplan goed te keuren vervallen. Nadat het plan als ontwerp ter inzage is gelegd wordt het vastgesteld door de gemeenteraad. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan kan door iedereen die zienswijzen heeft ingediend rechtstreeks in beroep worden gegaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien de gemeenteraad het bestemmingsplan gewijzigd vaststelt kan een ieder tegen die wijziging in beroep gaan. 1.2
Doel van het plan en opzet van de toelichting Het doel van deze partiële herziening is het plan “Elshout, herziening 2006” zodanig aan te passen, dat de buiten goedkeuring gehouden gedeelten van de plankaart en de voorschriften opnieuw worden geregeld. Bovendien zijn enkele recente ontwikkelingen en correcties in deze herziening verwerkt. Een bijkomende, op de praktijk gerichte doelstelling is dat er, zodra deze herziening rechtskracht verkrijgt, een compleet plan voor Elshout ontstaat dat in de praktijk als één plan gaat gelden, met één (doorlopende) set voorschriften. Om geen verwarring te veroorzaken zijn alleen die delen van de plankaart opgenomen die gewijzigd zijn. De toelichting is als volgt opgezet. In hoofdstuk 2 wordt het goedkeuringsbesluit van GS weergegeven en wordt tegelijk aangegeven hoe dit is verwerkt in het plan. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de ambtshalve aanpassingen. In hoofdstuk 4 wordt de (juridisch-technische) opzet van het plan - de plankaart en de voorschriften - beschreven. In hoofdstuk 5 zullen de resultaten van de ter inzage legging worden vermeld.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
3 2
VERWERKING VAN HET GOEDKEURINGSBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN Gedeputeerde Staten hebben bij besluit van 13 februari 2007 goedkeuring onthouden aan een aantal onderdelen van de plankaart en de voorschriften. Allereerst wordt de beoordeling van het bestemmingsplan behandeld (paragraaf 2.1), daarna de beoordeling van de bedenkingen (paragraaf 2.2).
2.1
Beoordeling bestemmingsplan Er zal puntsgewijs worden ingegaan op de onderdelen van het goedkeuringsbesluit. De passages uit het goedkeuringsbesluit welke betrekking hebben op de onderdelen die buiten goedkeuring zijn gehouden zijn integraal overgenomen. Daarna wordt in cursief per passage een voorstel gedaan voor herziening van de voorschriften of plankaart. Het omcirkelde nummer in de kantlijn betreft de nummeraanduiding op de plankaart. Provinciaal beleid • Agrarisch vestigingsbeleid Definitie ‘intensieve veehouderij’ In de begripsbepalingen zoals opgenomen in artikel 1 van de planvoorschriften is nader aangegeven wat wordt verstaan onder een intensieve veehouderij. Wij constateren dat de definitie van het begrip ‘intensieve veehouderij’, zoals opgenomen onder nummer 35 van de begripsbepalingen in artikel 1 van de planvoorschriften, niet overeenkomt met de definitie zoals opgenomen in het Reconstructieplan Meierij. In het reconstructieplan in een intensieve veehouderij gedefinieerd als ‘Een nietgrondgebonden agrarisch bedrijf waarin het houden van vee of pluimvee de hoofdzaak is. Onder intensieve veehouderijen worden tevens nertsenhouderijen verstaan.’ In de begripsbepalingen van het voorliggende bestemmingsplan ontbreekt een nadere definitie van het begrip ‘niet-grondgebonden agrarisch bedrijf’. Dit klemt temeer aangezien het wel in de begripsbepalingen opgenomen begrip ‘Grondgebonden agrarisch bedrijf’ (‘Een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt’), niet overeenkomt met hetgeen wij vanuit ons provinciaal agrarisch vestigingsbeleid daaronder verstaan, zoals blijkt uit het reconstructieplan Meierij (Deel A, bijlage 1). Ook de tweede volzin van de definitie van een intensieve veehouderij onder nummer 35 van artikel 1 van de planvoorschriften is in strijd met hetgeen wij in het kader van ons voornoemde agrarisch vestigingsbeleid daaronder verstaan. Op grond van het voorgaande concluderen wij dat de definitie voor ‘intensieve veehouderij’ zoals opgenomen onder nummer 34 in artikel 1 van de planvoorschriften, naar ons oordeel niet voor goedkeuring in aanmerking kan komen. Tevens merken wij op dat de definitie voor ‘Grondgebonden agrarisch bedrijf’ zoals opgenomen onder nummer 35 in artikel 1 van de planvoorschriften formeel geen onderdeel uitmaakt van het voorliggende herzieningsplan. Wij gaan er vanuit dat de gemeente in het op te stellen plan zoals bedoeld in artikel 30 WRO een intensieve veehouderij, een grondgebonden agrarisch bedrijf en een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf definieert overeenkomstig hetgeen daarover is bepaald in het Reconstructieplan Meierij. In de tussenliggende periode gelden voor de toepassing van de bestemmingsregeling de
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
4 definities zoals opgenomen in het Reconstructieplan Meierij, aangezien de daarin opgenomen regeling met betrekking tot het vestigingsbeleid van intensieve veehouderij rechtstreeks doorwerkt zoals bedoeld in artikel 27 van de Reconstructiewet concentratiegebieden. Voorstel verwerking: Opnemen van de definities zoals omschreven in het Reconstructieplan Meierij overeenkomstig Deel A, bijlage 1, voor de begrippen ‘intensieve veehouderij’, ‘grondgebonden agrarisch bedrijf’ en ‘niet-grondgebonden agrarisch bedrijf’, met dien ten verstande dat onder ‘intensieve veehouderij’ wordt verstaan: “Een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarin het houden van vee of pluimvee de hoofdzaak is. Onder intensieve veehouderijen worden tevens nertsenhouderijen verstaan.”, onder ‘grondgebonden agrarisch bedrijf’ wordt verstaan: “Een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: akkerbouw-, fruitteelt- en vollegrondstuinbouwbedrijven en boomteeltbedrijven, waarvan de bomen rechtstreeks in de grond zijn geplant. Melkveebedrijven zijn doorgaans ook grondgebonden”’ en onder ‘niet-grondgebonden agrarisch’ wordt verstaan:”Een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Niet-grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: intensieve veehouderijen, glastuinbouwbedrijven en gebouwgebonden teeltbedrijven en kwekerijen, zoals champignonteeltbedrijven, witlofkwekerijen, sommige viskwekerijen en sommige wormenkwekerijen.”. Bedrijfswoning in het buitengebied In het Streekplan 2002 is bepaald dat nieuwbouw van bedrijfswoningen in het buitengebied slechts is toegestaan voor aan het buitengebied gebonden bedrijven als dat noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. In ons besluit van 1 februari 2005 hebben wij goedkeuring onthouden aan een aantal vrijstellingsbepalingen in de bestemmingsregeling, omdat daarmee nieuwbouw van bedrijfswoningen in het buitengebied mogelijk zou zijn in het strijd met ons voornoemde beleid. Wij constateren dat ook de vrijstellingsbepalingen zoals opgenomen in artikel 5 lid 2a, artikel 6 lid 2a, artikel 8 lid 2a en artikel 9 lid 2a van de nu voorliggende bestemmingsregeling nieuwbouw van bedrijfswoningen mogelijk maken voor niet aan het buitengebied gebonden bedrijven. Wij achten dit in strijd met ons provinciaal ruimtelijk beleid. De genoemde vrijstellingsbepalingen komen daarom niet voor goedkeuring in aanmerking. Wij realiseren ons dat daarmee, voor zover mogelijk, ook binnen de kern geen gebruik meer kan worden gemaakt van deze vrijstellingsbepalingen. Wij gaan er echter vanuit dat de gemeenteraad bij de noodzakelijke herziening een passende regeling zal opnemen. Voorstel verwerking: De vrijstellingsregelingen beoogden de bouw van een bedrijfs- of dienstwoning mogelijk te maken, indien deze nog niet aanwezig was op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan en de duurzame noodzaak daarvan voor een doelmatige bedrijfsvoering is aangetoond. Omdat vrijwel alle instellingen met de bestemming gemengde doeleinden, bijzondere doeleinden, bedrijfsdoeleinden en dierenpension al wel beschikken over een bedrijfs- of dienstwoning is de consequentie van deze onthouding van goedkeuring zeer gering.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
5 Aan de huidige vrijstellingsregeling wordt de voorwaarde toegevoegd dat nieuwbouw van bedrijfswoningen in het buitengebied alleen is toegestaan voor aan het buitengebied gebonden bedrijven én als het noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. De begrenzing tussen kern en buitengebied die daarbij wordt gehanteerd, zal bij de vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad als bijlage aan het plan worden toegevoegd. Agrarische bedrijfswoningen Aanvullend constateren wij tevens dat in de doeleindenomschrijving voor gronden met de bestemming ‘Agrarische doeleinden Ag’ (artikel 7) niet is aangegeven dat deze gronden tevens zijn bestemd voor agrarische bedrijfswoningen. Wij gaan er vanuit dat dit gebrek zal worden opgeheven bij de noodzakelijke herziening op grond van het bepaalde in artikel 30 WRO. Voorstel verwerking: Opnemen van een toevoeging aan de doeleindenomschrijving voor bedrijfswoningen, om de duidelijkheid te vergroten, te weten: “…deze gronden zijn tevens bestemd voor agrarische bedrijfswoningen”. Burgerwoningen in het buitengebied Artikel 4 lid 3 van de voorliggende bestemmingsregeling bepaalt voor gronden met de bestemming ‘Woondoeleinden (W)’ dat per bouwperceel maximaal één woning is toegestaan, met dien verstande dat indien twee bouwvlakken aanwezig zijn op één bouwperceel er twee woningen zijn toegestaan. In artikel 4 lid 9 is bepaald dat burgemeester en wethouders onder voorwaarden bevoegd zijn hiervan vrijstelling te verlenen voor het bouwen van een nieuwe woning. Wij kunnen ons vinden in de regeling voor zover het percelen betreft in bestaand stedelijk gebied van het plangebied. De regeling is echter strijdig met ons provinciaal planologisch beleid met betrekking tot burgerwoningen in het buitengebied, zoals opgenomen in het Streekplan 2002. Om verdere verstening van het buitengebied zoveel mogelijk tegen te gaan, is daarin bepaald dat toevoeging van burgerwoningen in het buitengebied door nieuwbouw niet is toegestaan. Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen onderscheid tussen stedelijk gebied en buitengebied. Wij zijn van oordeel dat de vrijstellingsregeling zoals opgenomen in artikel 4 lid 9 in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en om die reden niet voor goedkeuring in aanmerking kan komen voor zover het betreft de zinsnede “… en lid 3 … “. Teneinde de mogelijkheden voor het creëren van nieuwe bouwpercelen op de beoogde woningbouwlocaties in het bestaande stedelijk gebied binnen het plangebied niet onnodig te beperken, onthouden wij op verzoek van de gemeente tevens goedkeuring aan het bepaalde in artikel 4 lid 3 voor zover het betreft de zinsnede “…, zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het vastgesteld bestemmingsplan, …”. Reactie verwerking: Onthouding van goedkeuring aan artikel 4 lid 3, zoals voorgesteld door de gemeente, is formeel niet mogelijk, omdat dit artikel al onderdeel uitmaakte van het deel van bestemmingsplan Elshout, dat reeds rechtskracht heeft gekregen. De betreffende zinsnede is in deze herziening verwijderd. Aan de vrijstellingsbevoegdheid in lid 9 wordt toegevoegd dat de vrijstelling van lid 3 niet geldt voor nieuwe woningen in het buitengebied. De begrenzing tussen kern en
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
6 buitengebied die daarbij wordt gehanteerd, zal bij de vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad als bijlage aan het plan worden toegevoegd. Cultuurhistorie In artikel 4 lid 2 van de voorliggende bestemmingsregeling is bepaald dat het realiseren van nieuwe woningen is uitgesloten, tenzij het vervangende nieuwbouw betreft van bestaande woningen, welke aanwezig waren op het moment van terinzagelegging van het vastgestelde bestemmingsplan en niet vallen onder overgangsrecht. Hiermee wordt naar ons oordeel onvoldoende recht gedaan aan één van de uitgangspunten van het aan het bestemmingsplan ten grondslag liggende beleid, namelijk dat van het behoud van de in het plangebied aanwezige beeldbepalende panden. Dit uitgangspunt is onder andere doorvertaald in de doeleindenomschrijving zoals opgenomen in artikel 4 van de planvoorschriften. Daarin is bepaald dat de gronden die in het voorliggende bestemmingsplan zijn bestemd als ‘Woondoeleinden (W)’ onder andere zijn bestemd voor de bescherming van cultuurhistorische waarden, voor zover de aanduiding “gemeentelijk monument” of “beeldbepalend pand” op de plankaart is aangegeven. Toepassing van de bepaling zoals opgenomen in artikel 4 lid 2 kan leiden tot het verdwijnen van aanwezige beeldbepalende panden. Daarom achten wij de regeling in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Wij zijn van oordeel dat aan dit gebrek op afdoende wijze tegemoet kan worden gekomen door goedkeuring te onthouden aan het bepaalde in artikel 4 lid 2 van de planvoorschriften, voor zover het betreft de zinsnede “…, tenzij het vervangende nieuwbouw betreft van bestaande woningen, welke aanwezig waren op het moment van terinzagelegging van het vastgesteld bestemmingsplan en niet vallen onder overgangsrecht,”, voor zover deze betrekking hebben op de woningen die op de plankaart zijn aangeduid als ‘beeldbepalend pand’ of ‘gemeentelijk monument’. Daardoor resteert voor deze panden een regeling waarbij met toepassing van de vrijstellingsbepaling zoals opgenomen in artikel 4 lid 9 onder f vervangende nieuwbouw mogelijk is, indien is gebleken dat daardoor geen sprake is van onevenredige aantasting van (onder andere ) cultuurhistorische waarden. Voorstel verwerking: Aan lid 2 wordt toegevoegd dat vervangende nieuwe bouw mogelijk is met uitzondering van de monumenten en de beeldbepalende panden. Daarnaast geldt ook de uitzondering voor de nieuwbouwlocatie aan de Van Altenastraat welke in dit plan mogelijk wordt gemaakt..
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
7
2.2
Beoordeling bedenkingen Er zal puntsgewijs worden ingegaan op de onderdelen van het goedkeuringsbesluit. De passages uit het goedkeuringsbesluit welke betrekking hebben op de onderdelen van de bedenkingen die buiten goedkeuring zijn gehouden zijn integraal overgenomen (samenvatting van de bedenkingen en beoordeling door GS). Daarna wordt per passage in cursief een voorstel gedaan voor herziening van de voorschriften of plankaart. Het omcirkelde nummer in de kantlijn betreft de nummeraanduiding op de plankaart. Bedenkingen die door GS ongegrond verklaard zijn en niet hebben geleid tot onthouding van goedkeuring zijn niet in deze herziening opgenomen. Bedenkingen Krijger Advies, namens Kolmans, Kapelstraat 72 Samenvatting bedenking Reclamant maakt bezwaar tegen de ambtshalve wijziging van het ontwerp-plan, waarbij de omvang van het agrarisch bouwblok voor zijn bedrijf aan de Kapelstraat 72 te Elshout is teruggebracht tot de omvang van het vigerende bestemmingsplan. Daarmee wordt de bouw van de potstal, waarvoor inmiddels milieuvergunning is verleend, onmogelijk gemaakt. Daarvoor dient het bouwblok met 10 meter te worden uitgebreid. Naar het oordeel van reclamant is deze uitbreiding niet in strijd met het provinciaal beleid, waarbij wordt verwezen naar ons besluit van 1 februari 2005. Reclamant is van oordeel dat de ingebrachte zienswijze tegen het ontwerp-bestemmingsplan terzake van de vergroting van het bouwblok Kapelstraat 72 niet juist is, en dat het gemeentebestuur ongemotiveerd en zonder nader overleg en/of onderzoek te doen deze zienswijze heeft gehonoreerd. Beoordeling GS De locatie Kapelstraat 72 valt volgens de integrale zonering zoals opgenomen in het Reconstructieplan Meierij binnen een gebied dat is aangemerkt als extensiveringsgebied-overig. Met betrekking tot het agrarisch vestigingsbeleid voor intensieve veehouderij geldt volgens het Reconstructieplan Meierij dat uitbreiding van bouwblokken voor een intensieve veehouderij binnen een extensiveringsgebied slechts is toegestaan indien noodzakelijk vanwege de eisen voor dierenwelzijn. Ter plaatse van het perceel Kapelstraat 72 geldt volgens het voorliggende bestemmingsplan de bestemming ‘Agrarische doeleinden (A)’ met de nadere aanduidingen ‘openheid met landschappelijke waarde (lo)’ en ‘intensieve veehouderij toegestaan (Ai)’. De bijbehorende bestemmingsregeling is opgenomen in artikel 7 van de planvoorschriften. De gekozen bestemming past binnen ons provinciaal planologisch beleid, overeenkomstig hetgeen wij hierover in ons besluit van 1 februari 2005 hebben overwogen. Met betrekking tot de bestemmingsregeling verwijzen wij naar hetgeen wij hierover in onderdeel 2 van het voorliggende besluit onder het kopje ‘agrarisch vestigingsbeleid, omschakeling’ hebben opgemerkt met betrekking tot de definitie van het begrip ‘intensieve veehouderij’. Op de plankaart van het ontwerp-bestemmingsplan was voor het perceel een bebouwingsvlak opgenomen met een diepte van 66 meter. Op de plankaart van het vastgestelde bestemmingsplan heeft het bebouwingsvlak een diepte van 56 meter, overeenkomstig de omvang van het bebouwingsvlak in het vigerende bestemmingsplan. De gemeenteraad heeft tot deze wijziging besloten omdat vergroting van het bouwvlak ten behoeve van de uitbreiding van een intensieve veehouderij naar zijn oordeel ter
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
8 plaatse niet is toegestaan, anders dan ten behoeve van een uitbreiding die noodzakelijk is om te voldoen aan de wettelijke eisen met betrekking tot dierenwelzijn. De uitbreiding van het bouwvlak ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan is noodzakelijk voor het bouwen van een stal in verband met een omschakeling in de bedrijfsvoering naar het houden van een andere diersoort. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeenteraad dat de voorgenomen bedrijfsuitbreiding door middel van een potstal in het onderhavige geval niet noodzakelijk is om te voldoen aan de wettelijke eisen met betrekking tot dierenwelzijn. De ondernemer kiest er immers zelf voor om andere dieren te gaan houden en daarvoor een potstal te bouwen. Op basis van het door ons op 16 november 2006 ontvangen ambtsbericht van burgemeester en wethouders van Heusden constateren wij echter dat het gemeentebestuur het bedrijf beoordeeld als een grondgebonden agrarisch bedrijf wat voldoet aan de definitie van een grondgebonden bedrijf zoals opgenomen in het reconstructieplan Meierij. Wij onderschrijven dit standpunt aangezien uit de voorgenomen wijze van bedrijfsvoering, zoals door reclamant aangegeven in zijn bedenking, blijkt dat sprake zal zijn van een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van het voorbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Uitbreiding van het bouwvlak met 10 meter ten opzichte van de omvang van het bouwvlak in het vigerende bestemmingsplan is in dat geval niet in strijd met ons provinciaal beleid planologisch beleid inzake het Reconstructieplan Meierij en het daarin opgenomen agrarische vestigingsbeleid. Het feit dat het bedrijf ingevolge de milieuregelgeving wel als intensieve veehouderij wordt beschouwd, omdat sprake is van meer dan 50 mestvarkenseenheden, is daarbij niet van belang. Concluderend zijn wij van oordeel dat de wijziging van de begrenzing van het bouwvlak ten opzichte van de begrenzing zoals opgenomen in het ontwerp-plan op onjuiste gronden is aangebracht en daarom niet voor goedkeuring in aanmerking kan komen. Op de plankaart hebben wij het betreffende gedeelte in blauwe lijnen aangegeven. De bedenking is gegrond. Reactie gemeente: Het bedrijf van dhr. Kolmans bestaat uit een vleesstieren- annex zoogkoeienhouderij. Deze veehouderij voldoet aan de in het reconstructieplan en in het streekplan van de provincie opgenomen definitie van een grondgebonden agrarisch bedrijf. Conform deze definitie dient er sprake te zijn van een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf in het kader van bijvoorbeeld voedervoorziening, mestafzet e.d.Gras en maïs, zijn de hoofdbestanddelen van het voer van de vleesstieren, zoogkoeien en het jongvee en het wordt geteeld op de gronden in de directe omgeving van de potstal. De vleesstieren en zoogkoeien met bijbehorend jongvee zullen worden gehouden in een potstal met een vrije uitloop op het grasland direct grenzend aan de potstal. De achterzijde van de potstal is open, zodat de dieren zelf in- en uit kunnen lopen. Voor het realiseren van deze poststal is uitbreiding van het bouwvlak met 10 m in noordelijke richting noodzakelijk.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
9
1
Voorstel verwerking Op de plankaart wordt zowel de bestemmingsgrens tussen de bestemmingen ‘Natuurlandschappelijk waardevol gebied (N)’ en ‘Agrarische doeleinden (A)’ met de toevoeging ‘Openheid met landschappelijke waarde (lo)’ als de grens van het bebouwingsvlak Kapelstraat 72, 10 meter verschoven, richting het noorden. Het bebouwingsvlak wordt hierdoor in plaats , van 56 meter diep nu 66 meter diep. Bedenking Jonkers Advies, namens van der Lee, Kapelstraat 74 en Broos, Kapelstraat 63 Samenvatting bedenking Reclamanten maken bezwaar tegen de toevoeging “intensieve veehouderij toegestaan” voor wat betreft de locatie Kapelstraat 72 te Elshout. De toevoeging is naar het oordeel van reclamant in strijd met een goede ruimtelijke ordening en is daarnaast gebaseerd op onjuist danwel onvoldoende onderzoek. Beoordeling GS Zoals reeds aangegeven bij onze beoordeling van de bedenking 3.3, wordt het bedrijf aan de Kapelstraat 72 door het gemeentebestuur beschouwd als een grondgebonden agrarisch bedrijf zoals bedoeld in het Reconstructie Meierij. Blijkens de definitie van een intensieve veehouderij volgens bijlage 1 van het reconstructieplan Meierij (verklaring begrippen) kan in dat geval niet tevens sprake zijn van een intensieve veehouderij, zoals bedoeld in het kader van het agrarisch vestigingsbeleid voor intensieve veehouderijen. De aanduiding ‘intensieve veehouderij toegestaan (Ai)’ zoals opgenomen op de plankaart voor het perceel Kapelstraat 72 komt daarom niet voor goedkeuring in aanmerking. Voor wat betreft het in de bestemmingsregeling gemaakt onderscheid tussen een volwaardig intensief veehouderijbedrijf en een intensieve veehouderij als neventak verwijzen naar hetgeen wij hierover in onderdeel 2 van dit besluit onder het kopje ‘agrarisch vestigingsbeleid, omschakeling’ hebben opgemerkt. De bedenking is gegrond. Voorstel verwerking: Het agrarisch bouwvlak Kapelstraat 72 wordt volgens de definitie uit Reconstructieplan Meierij beschouwd als grondgebonden agrarisch bedrijf en niet als agrarisch intensief bedrijf. Door het feit dat het vee vanuit de open potstal uitloopt op de weide direct grenzend aan de potstal en gelet op het feit dat het gras en de maïs, de hoofdbestanddelen van het voer van de vleesstieren, zoogkoeien en het jongvee zijn, wordt bij het telen op de gronden in de directe omgeving van de potstal volledig voldaan aan de omschrijving grondgebonden agrarisch bedrijf. Op de plankaart wordt de bestemming ‘Agrarisch intensief (Ai)’ van het agrarisch bouwvlak Kapelstraat 72 verwijderd en vervangen door de bestemming ‘Agrarische doeleinden (A)’.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
10
Bedenking Linssen CS Advocaten, namens Van Delft, Norbertijnerstraat 6 Samenvatting bedenking Reclamant maakt bezwaar tegen de bedrijfsbestemming op het perceel Kerkstraat 65 te Elshout. De toegekende bestemming is strijdig met de uitgangspunten van het bestemmingsplan c.q. het gemeentelijk beleid: dat bedrijven die bij de gemeente positief geregistreerd staan als zodanig positief worden bestemd; dat ontwikkelingen welke het woonmilieu in negatieve zin zouden kunnen beïnvloeden dienen te worden voorkomen. Gelet op de afstand tot omliggende woonbebouwing is vestiging danwel uitbreiding van een categorie 3-bedrijf op deze locatie strijdig met een goede ruimtelijke ordening. Beoordeling GS Het perceel Kerkstraat 65 heeft ingevolge het voorliggende bestemmingsplan de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden (B)’. Daarnaast is op de plankaart voor een gedeelte van het perceel de aanduiding ‘opslag bedrijf’ opgenomen. Volgens de bestemmingsregeling zoals opgenomen in artikel 8 onder a van de planvoorschriften zijn de als zodanig aangewezen gronden bestemd voor bedrijfsdoeleinden in de milieucategorieen 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals bijgevoegd bij de voorschriften. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor bedrijven zoals aangegeven in artikel 8 onder b van de planvoorschriften, voor zover het betreft de locaties waar op de plankaart een overeenkomstige aanduiding is opgenomen. Het gedeelte van het perceel met de aanduiding ‘opslag bedrijf’ mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van opslag. Daarnaast zijn burgemeester en wethouders bevoegd onder voorwaarden vijstelling te verlenen ten behoeve van het vestigen van bedrijven in milieucategorie 3, mits deze gelijk gesteld kunnen worden met bedrijven als bedoeld in milieucategorie 1 en 2. Het bouwbedrijf zoals gevestigd aan de Kerkstraat 65 valt volgens VNG-Brochure Bedrijven en Milieuzonering onder categorie SBI45, bouw- en aannemersbedrijven met werkplaats, milieucategorie 3. In de bijlage waarnaar in artikel 8 onder a wordt verwezen is deze bedrijfscategorie niet opgenomen. Wij constateren tevens dat op de plankaart van het voorliggende bestemmingsplan voor het perceel Kerkstraat 65 geen aanduiding ‘categorie 1 of 2 en bouw- en aannemersbedrijf met werkplaats B2 (ba)’ is opgenomen, danwel een andere aanduiding zoals bedoeld in artikel 8 onder a van de planvoorschriften. Naar ons oordeel wordt het bedrijf daarmee onder het overgangsrecht gebracht, wat blijkens de toelichting bij het bestemmingsplan niet overeenkomt met hetgeen door de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan is beoogd. Het bestemmingsplan kan daarom voor wat betreft het bestemmingsvlak Kerkstraat 65 niet voor goedkeuring in aanmerking komen. Omdat de bestemmingsregeling om ambtshalve redenen niet voor goedkeuring in aanmerking komt, komen wij aan een verdere inhoudelijk beoordeling van de bedenking niet toe. Overigens merken wij op dat het bouwbedrijf aan de Kerkstraat 65 naar het oordeel van het gemeentebestuur feitelijk kan worden beschouwd als een milieucategorie 2bedrijf, in afwijking van de categorisering volgens VNG-Brochure Bedrijven en Milieuzonering. Zonder een uitspraak te doen over de aanvaardbaarheid daarvan in deze specifieke situatie, merken wij hierover het volgende op. De VNG-Brochure heeft een indicatief en globaal karakter en biedt een handreiking voor een verantwoorde inpasbestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
11 sing van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving. Afwijking van de in de brochure opgenomen aanbevolen afstanden is mogelijk, maar dient voldoende te worden gemotiveerd en te worden afgewogen in het licht van het doel van deze normen, namelijk het voorkomen van milieuhinder. Volgens de brochure is sprake van een categorie 3-bedrijf en bedraagt de minimaal gewenste afstand tot woningen van derden in een rustige woonwijk, om hinder en schade zoveel mogelijk te beperken, 50 meter. Geluid en stof zijn daarbij de meest bepalende factoren. Naar ons oordeel dient derhalve bij de motivering waarom in dit geval afwijking van de indicatieve normen zoals opgenomen in de VNG-Brochure al dan niet aanvaardbaar is met name op deze aspecten worden ingegaan. Reactie gemeente JDL Bouwbedrijf, Kerkstraat 65 in Elshout valt volgens de oude Bedrijven en milieuzonering onder SBI 45.A, bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats. Volgens de oude Bedrijven en milieuzonering is sprake van een categorie 3 bedrijf met geluid als bepalend aspect (gewenste afstand 50 m). Verder wordt aangegeven dat binnen deze SBI code de bedrijven zeer divers zijn wat tot uitdrukking komt in de afstanden (aanduiding D). In de ingediende melding ogv het Besluit Bouw- en houtbedrijven milieubeheer van maart 2003 wordt aangegeven dat JDL een klein bouwbedrijf is waar 3 mensen werken. Op de locatie Kerkstraat 65 wordt een beperkte hoeveelheid materialen opgeslagen en zijn enkele vuilcontainers aanwezig. Verder wordt er af en toe hout op maat gezaagd. Volgens de melding is het niet de bedoeling om een timmerwerkplaats te beginnen. In november 2005 is een akoestisch rapport ingediend. Het akoestisch rapport hoort bij de melding ogv het Besluit Bouw- en houtbedrijven milieubeheer. Volgens het akoestisch rapport zijn er per dag (periode 07.00 - 19.00 uur) voertuigbewegingen van max. 2 personenauto's, 2 bestelbussen en 1 vrachtwagen. Verder is er op het terrein gedurende max. 1 uur per dag een heftruck in werking en een 1/2 uur per dag een veegmachine. In de werkplaats is alleen een zaagmachine aanwezig. Deze zaagmachine wordt max. 1 uur per dag gebruikt. Gelet op de kleinschaligheid van het bouwbedrijf, de beperkte bedrijfsactiviteiten zoals aangegeven in het akoestisch rapport, de beperkte omvang van de bedrijfsgebouwen 2 (kantoor, werkplaats, opslag) van ca. 249 m , de werkplaats waar alleen een zaagmachine aanwezig is, kan het bedrijf worden beschouwd als een categorie 2 bedrijf (gewenste afstand 30 m). In de nieuwe VNG bedrijven en milieuzonering 2007 is het bedrijf aangemerkt als een categorie 2 bedrijf omdat het bedrijfsoppervlak minder 1000 m² bedraagt.
2
Voorstel verwerking: Op de plankaart krijgt de bestemming van perceel Kerkstraat 65, te weten ‘Bedrijfsdoeleinden (B), bestemd voor bedrijfsdoeleinden in de milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten’. De nieuwe Staat voor Bedrijfsactiviteiten 2007 wordt toegevoegd aan de voorschriften en geldt specifiek voor het bedrijf aan de Kerkstraat 65. De eventuele milieubelasting in de bestaande situatie wordt door een zorgvuldige inpassing van het bedrijf in het bestemmingsplan verder beperkt. In de voorschriften wordt opgenomen dat buitenopslag van stuifgevoelige materialen verboden is binnen 10 meter van woningen van derden.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
12
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
13 3
AMBTSHALVE AANPASSINGEN Naast de aanpassingen van het bestemmingsplan ‘Elshout, herziening 2006’ aan het goedkeuringsbesluit is werkende weg de behoefte ontstaan aan een aantal ambtshalve toevoegingen en verduidelijkingen in het plan. Het omcirkelde nummer in de kantlijn betreft de nummeraanduiding op de plankaart.
3
a) inbreidingslocatie Van Altenastraat Voor het perceel Van Altenastraat wordt aan de huidige bestemming, ‘Woondoeleinden (W)’, de toevoeging ‘patiowoning (p)’ opgenomen. Gezien de nabijheid bij het bedrijf JDL is het de bedoeling patiowoningen te bouwen met aan drie zijden dichte gevels en een patio voor de lichtinval. De voorgevel is niet geluidsrelevant en de overige gevels kunnen gezien worden als ‘dove’ gevel, mits wordt voldaan aan artikel 1, lid b van de Wet geluidhinder. Om deze reden is voor het type patiowoning gekozen. Milieuaspecten: Geluid Op basis van het onderzoek naar de geluidbelasting vanwege JDL bouwbedrijf (Kerkstraat 65) kan worden gesteld dat er op het gebied van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau een overschrijding plaats vindt van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) binnen het plangebied. Echter is het gebied waar deze overschrijding berekend wordt klein (tot circa 10 meter westelijk binnen het plangebied en 6 meter zuidelijk).. De veroorzaakte maximale geluidniveaus vanwege JDL bouwbedrijf worden veroorzaakt door het rijden van heftruck. Echter het gedeelte van het plangebied waarbinnen de overschrijding plaatsvindt is klein (10 meter in westelijke richting en 5 meter in zuidelijke richting). Op basis van de Standaard Rekenmethode 1 (SRM 1) berekeningen kan geconcludeerd worden dat de nieuwbouw van woningen niet zal worden gehinderd door het optredende wegverkeerslawaai. Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. De Wet komt onder hoofdstuk 5.2: luchtkwaliteitseisen in de Wet milieubeheer. De Wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005 ter uitwerking van de Wet luchtkwaliteit treedt een aantal Besluiten en Regelingen in werking, waarvan de volgende de belangrijkste zijn: • • • •
Besluit niet in betekenende mate bijdragen (NIBM); Besluit gevoelige bestemmingen; Regeling niet in betekenende mate; Regeling beoordeling luchtkwaliteit.
Van belang voor de bouw van de woningen is het ‘Besluit NIBM’, de ‘Regeling NIBM’ en de ‘Regeling beoordeling luchtkwaliteit’. Het ‘Besluit NIBM’ bepaalt dat een ontwikkeling tot februari 2009 niet in betekenende mate bijdraagt aan een concentratie luchtvervuiling als deze minder dan 1% van de grenswaarde bijdraagt aan de concentraties luchtvervuiling. Wanneer een ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt kan de toetsing aan de grenswaarden achterwege blijven. In februari 2009 treedt het
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
14 Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit (NSL) in werking. Vanaf die datum wordt als niet in betekenende mate grens de 3% aangehouden. Een hulpmiddel voor de toepassing hiervan is de ‘Regeling niet in betekenende mate’. De ‘Regeling NIBM’ voorziet in de mogelijkheden om te bepalen of een project voldoet aan de NIBM-grens. Voor een plan van 6 á 7 woningen geldt dat aan de NIBM-grens voldaan wordt. Nader onderzoek naar luchtkwaliteit is niet nodig. Externe veiligheid Het "Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer" (Bevi) is d.d. 27 oktober 2004 in werking getreden. Hierin zijn normen voor de maximaal toelaatbare/aanvaardbare risico's als gevolg van de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen of vervoersassen van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water en via buisleidingen vastgelegd. In het plangebied en directe omgeving bevinden zich geen risicovolle inrichtingen die van invloed zouden kunnen zijn op de voorgestane ontwikkelingen. De externe veiligheid vormt dan ook geen belemmering voor de geplande ontwikkelingen. Flora en fauna Een nader onderzoek naar Flora en Fauna (ecoscan) is niet nodig aangezien er uitgaande van het huidige gebruik van de grond en de geïsoleerde ligging in woongebied geen natuurwaarden te verwachten zijn. Water Met betrekking tot water geldt de voorwaarde van hydrologisch neutraal bouwen. Op basis van het toekomstige stedenbouwkundige plan zal in overleg met het waterschap worden bepaald hoe deze voorwaarde voor deze specifieke locatie moet worden vertaald en uitgewerkt. Cultuurhistorie Volgens de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Brabant heeft de locatie een middelhoge tot hoge indicatieve archeologische waarde. Er wordt daarom een verkennend archeologisch onderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek zullen bij de vaststelling in de herziening worden verwerkt. Bodem Om er zeker van te zijn dat de bodem van de locatie niet verontreinigd is, is er tevens een verkennend bodemonderzoek verricht. Uit dit onderzoek blijkt de bovengrond licht verontreinigd te zijn met koper en PAK. De ondergrond blijkt niet verontreinigd te zijn met de onderzochte stoffen. Het grondwater blijkt licht verontreinigd te zijn met nikkel en zink en niet verontreinigd met de overige onderzochte stoffen. De aangetroffen gehaltes zijn dermate laag, dat nader onderzoek hiernaar niet noodzakelijk wordt geacht. De onderzoeksresultaten leveren geen beperkingen op ten aanzien van het toekomstige gebruik van de locatie en vormen derhalve geen belemmering voor de bestemmingswijziging.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
15 Voorschriften In de voorschriften is aan de doeleindenomschrijving "patiowoningen" toegevoegd. Hiervoor is een specifieke regeling opgenomen in lid 6 onder e. Daarnaast geldt een vrijstelling om vóór de voorgevelrooilijn een bijgebouw te bouwen tot 10 m². b) verplaatsing bouwvlak Mayweg 1 Het agrarisch bouwblok gelegen op perceel K 2108 aan de Mayweg te Elshout, is gesitueerd op ca. 150 meter van de Mayweg. Tijdens de totstandkoming van het bestemmingsplan waren in dit bouwblok kassen gesitueerd. Deze zijn inmiddels gesloopt. De rechthebbende heeft een verzoek ingediend bij de gemeente om het bouwblok te verplaatsen. Uit planologisch oogpunt is het niet gewenst dat nieuwe bedrijfsbebouwing wordt opgericht op een afstand van ruim 150 meter vanaf de Mayweg. Ruimtelijk gezien is het onlogisch dat het bouwblok midden op het perceel gelegen is. Situering grenzend aan de Mayweg ligt voor de hand om nieuwe bebouwing midden in het agrarisch gebied tegen te gaan en een betere ontsluiting van het bouwblok te kunnen realiseren. Door verplaatsing van het bouwvlak worden de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig aangetast, mits er geen gevoelige objecten wordt gevestigd binnen een afstand van 50 meter vanaf Mayweg 4, waar een vleesverwerkend bedrijf is gevestigd. Deze cirkel loopt ongeveer 20 meter het perceel in. Een kas is geen gevoelig object. Het bouwvlak ligt op 50 meter afstand of meer afstand van bouwvlak aan de Mayweg 4. Archeologische, cultuurhistorische, landschappelijke en/of natuurwaarden worden niet onevenredig aangetast. Het perceel ligt in primair agrarisch gebied, zonder landschappelijke en natuurwaarden. Volgens de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Brabant zijn er geen cultuurhistorische waarden en heeft de locatie een lage indicatieve archeologische waarde. De hydrologische situatie blijft gelijk aan de oorspronkelijke situatie, omdat de oppervlakte van het bouwblok niet wordt vergroot en het bouwblok ten tijde van de totstandkoming van het bestemmingsplan Elshout volledig was bebouwd. Het waterschap adviseert bij nieuwe bebouwing en verharding een gescheiden systeem van afwatering. Op de locatie aan de Mayweg is in 1994 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door Tauw. Uit het onderzoek blijkt dat de grond niet verontreinigd is met de onderzochte stoffen. Het grondwater is licht verontreinigd met Chroom, koper en nikkel. Geconcludeerd werd dat op de locatie geen vervolgonderzoek noodzakelijk was en dat de resultaten geen belemmering vormden voor bouwplannen. Voor de verplaatsing is geen bodemonderzoek noodzakelijk. Voor de aanvraag van een bouwvergunning is wel een bodemonderzoek noodzakelijk.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
16
4
Voor het perceel Mayweg 1 vindt een verplaatsing van het bouwvlak (kassen) in zuidelijke richting plaats. Het verplaatste bouwvlak krijgt de bestemming ‘Agrarische doeleinden (A)’ met de toevoeging ‘Tevens voor behoud en/of ontwikkeling van de agrarische productiefunctie (pr)’ en de toevoeging ‘Tevens voor kassen en overige aan de glastuinbouw verbonden (gemeenschappelijke) voorzieningen (k)’. c. wijzigingsbevoegdheid intensieve veehouderijen Voor de percelen met de bestemming agrarische doeleinden en de nadere aanduiding Ai (intensieve veehouderij toegestaan) is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen naar "Bedrijfsdoeleinden met de nadere bestemming "Statische opslag". Met deze wijzigingsbevoegdheid wordt opslag van naar hun aard statische goederen toegestaan, waardoor een extra stimulans wordt gegeven om intensieve veehouderijen in de kern te beëindigen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de doelstelling in reconstructieplan Meierij om de intensieve veehouderijen in extensiveringsgebied rondom woongebied op termijn te beëindigen en daarmee de stankhinder te beperken. In de begripsbepalingen is opgenomen dat onder opslag van naar hun aard statische goederen wordt verstaan de opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals (antieke) auto’s, boten, caravans, inboedels en dergelijke. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel danwel worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf. Voorkomen moet worden dat er (op termijn) sprake is van een dependance van een niet-agrarisch bedrijf. Voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid gelden onder meer de voorwaarden, dat: - het bebouwingsoppervlak niet toeneemt; - de intensieve veehouderij wordt beëindigd; - er geen buitenopslag plaats vindt; - de maximale goot- en nokhoogte wordt afgestemd op de bestaande bebouwing; - de effecten op de mobiliteit beperkt zijn; - er geen afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorisch waardevolle kwaliteiten en het hergebruik gepaard gaat met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit; - voor zover het agrarisch bedrijf is gelegen in het buitengebied (volgens de door de gemeenteraad vastgestelde komgrenzen, zoals opgenomen in de bijlage bij dit plan), blijft de opslag beperkt tot maximaal 1000m² per bouwblok en dient de overige bedrijfsbebouwing zonder cultuurhistorische waarden te worden gesloopt.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
17 4
TECHNISCHE UITVOERING EN JURIDISCHE ASPECTEN
4.1
Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de "technische" uitvoering van de plankaart en de voorschriften. Daarbij komen aan de orde enkele juridische aspecten daarvan, die samenhangen met het bijzondere karakter van een plan tot herziening als het onderhavige.
4.2
Technische uitvoering en juridische aspecten In de inleiding van deze toelichting is reeds aangegeven, dat het plan zo zal worden opgezet dat er in de praktijk een plankaart en een doorlopende set voorschriften ontstaat. Deze opzet heeft geleid tot de hierna beschreven technische uitvoering van de plankaart en de voorschriften: technische uitvoering van de plankaart 1. De plankaart bestaat uit een blad waarop van elke wijziging een afbeelding is gemaakt. Bij de betreffende wijziging is het adres opgenomen. Middels de herzieningsnummers wordt verwezen naar de toelichting. Om het overzicht niet te verliezen is de locatie van de plankaartwijzigingen in de beneden hoek opgenomen, binnen het in groen aangeduide plangebied van bestemmingsplan Elshout. 2. De wijzigingen van de plankaart die binnen deze herziening vallen, zijn op de plankaart voorzien van een rode begrenzing. 3. De wijzigingen in de voorschriften die binnen deze herziening vallen, zijn van toepassing op het op de plankaart in groen aangeduide plangebied van bestemmingsplan Elshout. technische uitvoering van de voorschriften 1. De herzieningen van de voorschriften zijn direct "ingebouwd" in de bestaande reeds goedgekeurde voorschriften van het bestemmingsplan Elshout en Elshout, herziening 2006; ze komen telkens in de plaats van de oorspronkelijke voorschriften die buiten goedkeuring zijn gehouden of die om andere redenen worden herzien. Dat vergroot de duidelijkheid en het overzicht. 2. De betreffende onderdelen van de voorschriften die binnen deze herziening vallen zijn cursief weergegeven met markering in de kantlijn. 3. De voorschriften van deze herziening beginnen met een Enig artikel, waarin de inhoud van de plankaart en de voorschriften van deze herziening is bepaald. In dat Enig artikel is duidelijk aangegeven dat - naast dat artikel en de inhoud van het Toegevoegd artikel - alleen de gemarkeerd aangegeven herzieningen van de voorschriften deel uitmaken van de voorschriften van deze herziening. 4. De bestaande, niet-gemarkeerde voorschriften maken dus, juridisch gezien, geen deel uit van deze herziening en zijn dus in de planprocedure niet onderhevig aan zienswijzen, beroep e.d. 5. Het Toegevoegd artikel, opgenomen na de slotbepaling van het bestemmingsplan Elshout bevat, behalve de naam van het plan, bepalingen omtrent het overgangsrecht.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
18 4.3
Doorwerking nieuwe Wro/Bro Dit plan wordt in procedure gebracht onder de werking van de nieuwe Wro (Wet ruimtelijke ordening) en Bro (Besluit ruimtelijke ordening). Het plan dient daarmee in overeenstemming te zijn. Concreet gaat het om het volgende: 1. Voor zover het betreft dit herzieningsplan is de term voorschriften vervangen door: regels, en is de term vrijstelling vervangen door: ontheffing. Daartoe zijn begripsbepalingen opgenomen in het Enig artikel. 2. In de Algemene gebruiksbepaling (artikel 19) zijn de verbodsbepaling en de vrijstellingsbepaling met bijbehorend procedurevoorschrift vervallen. De Wro bevat in artikel 7.10 een algemeen geldende gebruiksbepaling. Het (vroegere) lid 2 van artikel 19, waarin een aantal vormen van gebruik specifiek zijn aangemerkt als verboden gebruik, is inhoudelijk gehandhaafd, maar refereert nu aan de algemeen geldende gebruiksbepaling in artikel 7.10 Wro. 3. De Overgangsregeling (artikel 21) is vervangen door de overgangsbepalingen die zijn voorgeschreven in de artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Bro. 4. De Dubbeltelbepaling in artikel 22 is vervangen door de Anti-dubbeltelbepaling zoals die is voorgeschreven in artikel 3.2.4 van het Bro. 5. De Strafbaarstellingsbepaling (artikel 23) is vervallen. Deze materie is eveneens geregeld in artikel 7.10 Wro.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
19 5
UITVOERBAARHEID
5.1
Economische uitvoerbaarheid Met de uitvoering van het plan zijn geen gemeentelijke middelen gemoeid. De economische uitvoerbaarheid staat dan ook niet ter discussie.
5.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het ontwerp van het bestemmingsplan “Elshout, herziening 2008” zal, op grond van artikel 23 WRO, gedurende een periode van zes weken voor iedereen ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is iedereen in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijzen naar voren brengen. Van een en ander wordt vooraf openbare kennisgeving gedaan in de Nederlandse Staatscourant en ook in, op de in de gemeente gebruikelijke wijze, plaatselijke kranten.
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
20
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
21 BIJLAGE 1: ONDERZOEK WEGVERKEERSLAWAAI EN INDUSTRIELAWAAI
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
22
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
23 BIJLAGE 2: ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
24
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
25 BIJLAGE 3: BODEMONDERZOEK
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting
26
bestemmingsplan elshout, herziening 2008
toelichting