Gemeente Waterland Ruimtelijke en landschappelijke inpassing
Windturbines Purmer
In opdracht van:
Gemeente Waterland
Versie 02 Oktober 2012
HzA stedebouw & landschap Schuijteskade 14 1621 DE HOORN telefoon: 0229-216757 e-mail:
[email protected] web: www.hzabv.nl
INHOUDOPGAVE Samenvatting
4
1.
6
Inleiding 1.1 1.2 1.3
2.
Beleidskader 2.1 2.2 2.3 2.4
3.
15
Ligging in de ruimere omgeving Kernkwaliteiten van het landschap De ontwikkelingslocatie Conclusie: ruimtelijk en landschappelijk kader
Plantoetsing en advies 4.1 4.2 4.3 4.4
9
Windbeleid gemeente Waterland Regionale afspraken Ruimtelijk kader windenergie in Noord-Holland Conclusie: beleidskader voorgenomen ontwikkeling op deze locatie
Ruimtelijk en landschappelijk kader 3.1 3.2 3.3 3.4
4.
De opgave Impressie van de locatie Leeswijzer
30
Voorgenomen ontwikkeling Toetsing aan het Beleidskader Toetsing aan het ruimtelijk en landschappelijk kader Conclusie: plantoetsing en advies
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
3
SAMENVATTING Samenvatting met conclusies ruimtelijke en landschappelijke toets Het initiatiefplan gaat uit van maximaal zes windturbines met een maximale ashoogte van 50 meter. Er is sprake van 2 rijen (lijnopstelling) van drie windturbines. De afstand tussen de twee rijen is bijna een kilometer. De turbines staan op een afstand van 300 meter uit de Oosterweg M en op 100 meter afstand vanaf het Purmerbos. Realisatie van dit plan is mogelijk op basis van een wijzigingsbevoegdheid zoals deze is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan Landelijk Gebied. Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan Landelijk Gebied in 1999 heeft een aanpassing van het ruimtelijke ordeningsbeleid plaatsgevonden. Het oprichten van zes windturbines is in strijd met het huidige en toekomstige gemeentelijke beleid, het regionale en provinciale beleid: In zowel het coalitieakkoord als het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied is uitbreiding van het aantal windturbines uitgesloten. Medewerking aan de wijzigingsbevoegdheid wordt dan ook niet wenselijk geacht. Het plan doet afbreuk aan de kernkwaliteiten van het aanwezige landschap van Laag Holland niet. De plaatsing van de windturbines tast de openheid van het gebied aan en sluit niet aan op het geometrische inrichtingspatroon van de Purmer. De plaatsing van windturbines op deze locatie zijn in strijd met het provinciale beleid aangaande de plaatsing van windturbines. De gemeenteraad wil geen gebruik maken van de wijzigingsbevoegdheid zoals die is opgenomen in het bestemmingsplan Landelijk Gebied alleen al omdat de windturbines het open landschap teveel aantasten. De windturbineopstelling heeft een uitstraling op landschappelijke kernkwaliteiten als verkavelings– en wegenpatroon, openheid, en grondgebruik en kan deze versterken of juist afbreken. Het ruimtelijke kwaliteitsbeleid vereist een afweging tussen het belang van de plaatsing van windturbines ten opzichte van het belang van de effecten op het (open) landschap. Deze landschappelijke afweging vindt plaats op drie schaalniveaus: op het niveau van de regio (Laag Holland), op het niveau van de landschappelijke eenheid (de droogmakerij), en op het niveau van de polderkamer (de directe visuele ruimte).
4
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
Het initiatiefplan voor de windturbines doet afbreuk aan de landschappelijke situatie. De opstelling heeft geen relatie met de natuurlijke ondergrond, het cultuurlandschap van de droogmakerij of het functioneren van het stedelijk weefsel (netwerken). De windturbines dragen niet bij aan het behouden of versterken van de belangrijke ruimtelijke kwaliteit van het landschap, de openheid, maar doen hier juist op verschillende schaalniveaus afbreuk aan: Op het niveau van het landschap van Laag Holland voegen de windturbines zich bij de skyline van Purmerend. De beleving van de horizon is minder ver waardoor gevoelsmatig de grote ruimte van het open landschap kleiner wordt. Op het niveau van de droogmakerij de Purmer versterkt de ontwikkeling geen bestaande landschappelijke structuren. De situering van de windturbines sluit niet aan op de historische structuurdragers in het gebied, de wegen en de molentochten. De schijnbaar willekeurige situering van de lijnopstellingen is doet afbreuk aan de landschappelijke structuur. Op het niveau van de kavel in de polderkamer staan de windturbines direct in beeld en zorgen voor verdichting en versnippering van de open ruimte van de polderkamer. Vanaf de Middentocht schermen ze een deel van het uitzicht af. Het ruimtelijk mogelijk maken van de plaatsing van 6 windturbines zoals die zijn opgenomen in het ontwerp wijzigingsplan is om ruimtelijke en landschappelijke redenen niet gewenst.
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
5
1
INLEIDING
1.1 De opgave J.C. Balk wil graag op het perceel Oosterweg M te Purmer zes windturbines oprichten. Voor dit plan is een wijziging van het bestemmingsplan Landelijk Gebied noodzakelijk. Daartoe heeft hij bij de gemeente een verzoek voor wijziging van het bestemmingsplan ingediend. Het ontwerp wijzigingsplan ‘Zes windturbines Oosterweg M te Purmer’ en de bijbehorende stukken hebben vanaf 12 april 2010 voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Op het wijzigingsplan zijn veel zienswijzen binnengekomen. Ook sluit het Coalitie-akkoord Waterland 20102014 de plaatsing van nieuwe windturbines uit vanwege de aantasting van het open landschap. De gemeenteraad van Waterland heeft op 15 december 2011 besloten het wijzigingsplan niet vast te stellen. Dit besluit is vervolgens door de Raad van State op 29 augustus 2012 vernietigd. Voorliggend advies betreft een aanvullende onderbouwing voor de ruimtelijke en landschappelijke afweging dat bij de situering van 6 windturbines in de Purmer o.a. de landschappelijke kernkwaliteiten zoals het open landschap in het geding zijn.
Wijzigingsbevoegdheid in bestemmingsplan Landelijk Gebied De ondergrond van de locatie heeft conform het vigerende bestemmingsplan Landelijk Gebied (1999) de bestemmingen “Agrarische doeleinden” en “primair agrarisch gebied (zone I)” en de aanduiding “wijzigingbevoegdheid windturbines”. De gronden op en rond de locatie zijn bestemd voor optimale ontwikkeling van verschillende agrarische functies en voor andere functies die binnen het gebied passen, zulks met inachtneming van: De in deze zone voorkomende natuur- en landschapswaarden in de vorm van een waardevol natuur- en landschapselement (subbestemming Ne). De in deze zone voorkomende cultuurhistorische waarden in de vorm van beschermingswaardige panden en objecten (zie plankaart). De aanvraag om bouwvergunning is in strijd met bovengenoemde voorschriften. Medewerking aan het plan kan alleen verleend worden middels een vrijstelling of wijziging van het bestemmingsplan. Conform artikel 9 lid 9 is de gemeenteraad bevoegd het bestemmingsplan in die zin te wijzigen dat de bouw van windturbines mogelijk wordt, met inachtneming van het volgende: De wijzigingsbevoegdheid is uitsluitend van toepassing op het gebied dat op de plankaart van de aanduiding “wijzigingsbevoegdheid windturbines” is voorzien. In totaal zijn niet meer dan 9 windturbines toelaatbaar met een maximale ashoogte van 50.00m. De situering van de windturbines zodanig dient te zijn dat rijopstellingen of clusters ontstaan van ten minste 3 windturbines per rij of cluster. De locatie voor de aanvraag van 6 windturbines is gelegen in het gebied dat op de plankaart is aangeduid met “wijzigingsbevoegdheid windturbines”. De gemeenteraad is dan ook bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen. In het bestemmingsplan worden geen kaders voor een goede landschappelijke inpassing van de windturbines gegeven. Ook in het ontwerp wijzigingsplan vindt geen nadere ruimtelijke onderbouwing plaats.
Afweging geen gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid De afweging om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid betreft een afweging tussen het
6
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
Indicatie voorgenomen locatie zes windturbines Oosterweg M te Purmer
individuele belang van de verzoeker en het algemene belang. De huidige gemeenteraad wil geen gebruik maken van deze wijzigingsbevoegdheid omdat de windturbines landschappelijke kernkwaliteiten zoals het open landschap teveel aantasten. Ook heeft sinds de vaststelling van het bestemmingsplan Landelijk Gebied in 1999 een aanpassing van het ruimtelijke ordeningsbeleid plaatsgevonden. Het oprichten van zes windturbines is in strijd met het huidige en toekomstige gemeentelijke beleid, het regionale en provinciale beleid. In navolgende hoofdstukken wordt het besluit om geen gebruik te maken van deze wijzigingsbevoegdheid nader onderbouwd.
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
7
1.2 Impressie van de locatie De locatie ligt in de open en agrarische oostrand van de Purmer. De locatie ligt ten oosten van de Oosterweg M, tussen de Purmerenderweg en de Monnickendammerweg.
1.3 Leeswijzer Het voorliggend advies staat in Hoofdstuk 2 stil bij de mogelijkheid voor de plaatsing van windturbines in relevante beleidsdocumenten. Hoofdstuk 3 beschrijft een analyse van de ruimtelijke en landschappelijke mogelijkheden en kansen voor de locatie op verschillende schaalniveaus. In hoofdstuk 4 wordt het bouwplan getoetst aan het beleidskader en aan het ruimtelijke en landschappelijke kader. Hieruit volgt een conclusie van de plantoetsing en het advies.
8
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
2
BELEIDSKADER
2.1 Windbeleid gemeente Waterland Coalitieakkoord In het Coalitie-akkoord Waterland 2010-2014 is besloten dat er in Waterland geen uitbreiding van het aantal windturbines plaatsvindt. Uitbreiding van het aantal windturbines tast het open landschap aan, wat ongewenst is. Gelet op dit feit wordt geadviseerd het plan niet te wijzigen ten behoeve van realisatie van het windturbineparkje.
Algemene nota van Uitgangspunten Project actualiseerinslag bestemmingsplannen gemeente Waterland Op 18 juli 2011 heeft het college van B&W van de gemeente Waterland de algemene nota van uitgangspunten Project actualiseringslag bestemmingsplannen vastgesteld. In de nota wordt gesteld dat op basis van de inhoud van het coalitieakkoord 2010-2014 uitbreiding van windturbines in de bestemmingsplannen wordt uitgesloten. Gelet op dit feit wordt geadviseerd niet mee te werken aan het wijzigingsverzoek.
Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied De nota van uitgangspunten Bestemmingsplan Buitengebied Waterland is vastgesteld op 20 december 2012. Een van de uitgangspunten voor het Bestemmingsplan Buitengebied is dat de uitbreiding van het aantal windturbines niet worden toegestaan. Het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied heef ter inzage gelegen van 4 mei tot en met 14 juni. De gronden van de locatie hebben de bestemming “agrarisch”, dubbelbestemming “Waarde(Archeologie-5) en functieaanduiding specifieke vorm van agrarisch - primair agrarisch gebied. Krachtens de regels van deze bestemmingen zijn de gronden bestemd voor a. het agrarisch grondgebruik uitsluitend op de wijze van veehouderij, e. cultuurgrond, f. kleinschalige natuurontwikkeling, g. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het open veenweidelandschap, niet zijnde gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - primair agrarisch gebied"; Voorts zijn de gronden mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden. De aanvraag voor 6 windturbines is in strijd met de planregels van het voorontwerp bestemmingsplan. Conclusie In zowel het coalitieakkoord als het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied is de uitbreiding van het aantal windturbines uitgesloten. Medewerking aan de wijzigingsbevoegdheid wordt dan ook niet wenselijk geacht.
2.2 Regionale afspraken Nationaal Landschap Laag Holland De locatie voor de aanvraag van de Windturbines ligt in de Polder De Purmer. De polder De Purmer maakt geen onderdeel uit van Nationaal Landschap Laag Holland. De provincie en de Waterlandse gemeenten hebben echter afgesproken dat de polder De Purmer
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
9
Nationaal Landschap Laag Holland
gezien wordt als onderdeel van het Nationaal Landschap Laag Holland. Het rijk heeft de provincies gevraagd hierop regie te voeren volgens het principe “behoud door ontwikkeling”. In de Structuurvisie Noord-Holland 2040 staat dat de provincie regie voert over het behoud, duurzaam beheer en waar mogelijk versterking van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kernkwaliteiten van dit gebied. De kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Laag Holland zijn: Het behoud en de ontwikkeling van de openheid van het landschap. Het behoud van de rijkdom aan weide- en moerasvogels. Het behoud van het oude geometrische inrichtingspatroon in de droogmakerijen. Het behoud van het veenpakket. Het behoud van de middeleeuwse strokenverkavelingen en de historische watergangen in het veenweide gebied. Het behoud van een groot aantal archeologische locaties. Het behoud en de ontwikkeling van karakteristieke dijk- en lintdorpen. Om deze kernkwaliteiten te kunnen behouden en ontwikkelen, voert de Provincie regie op de volgende doelen: Het behoud en de ontwikkeling van de landbouw als economische drager van het open landschap. Het verkrijgen van een robuust watersysteem met een goede waterkwaliteit. Het bevorderen van de toegankelijkheid van het gebied voor recreatie en toerisme. Een op de burger gerichte communicatie over het Nationaal Landschap.
10
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
Regiovisie Waterland 2040 Het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) is een samenwerkingsverband van zeven Waterlandse Gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang. Samen vormen deze Gemeenten de regio Waterland. De regio Waterland heeft de regiovisie Waterland 2040 opgesteld. De regiovisie is op 27 januari 2009 vastgesteld. De regiovisie Waterland 2040 vormt de basis voor de gemeentelijke plannen die gemaakt gaan worden. Tevens wordt hij gebruikt voor het inbrengen van de mening van de regio Waterland bij plannen van de Provincie Noord-Holland en die van de Stadsregio Amsterdam. Het motto van de visie is: Vitaal met Karakter. De regiovisie spreekt zich uit voor het behoud van de (groene) landschappelijke kwaliteit van de Purmer. Op de kaart behorende bij de structuurvisie ligt het onbebouwde deel van de Purmer als primair landbouwgebied binnen het Nationaal Landschap Laag Holland. Een van de strategische hoofdpunten van de visie is het streven naar duurzame en klimaatbestendige oplossingen en toetsing van alle initiatieven op hun bijdrage hieraan. Vanwege aantasting van landschapsbeleving wordt plaatsing van windturbines in het agrarische cultuurlandschap afgewezen. Conclusie Op grond van de regiovisie Waterland 2040 kan geen medewerking worden verleend aan de aanvraag voor het vaststellen van een wijzigingsplan voor de realisatie van windturbines. Tevens tast het de openheid van het landschap van Laag Holland aan: de positionering van de 6 windturbines sluit niet aan op het karakteristieke geometrische inrichtingspatroon van de Purmer. In de navolgende hoofdstukken wordt dit nader onderbouwd.
2.3 Ruimtelijk kader windenergie in Noord-Holland Structuurvisie 2040: Duurzaam met ruimte Op 21 juni 2010 is de Structuurvisie 2040 met bijbehorende verordening vastgesteld. De Structuurvisie is tot op heden meerdere malen herzien. De Provincie Noord-Holland zet de komende dertig jaar in op compacte, hoogwaardige en bereikbare steden omringd door aantrekkelijk recreatief groen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening gehouden te worden met de ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. Binnen het hoofdbelang Klimaatbestendigheid is het provinciale belang “Voldoende ruimte voor het opwekken van duurzame energie” gedefinieerd. De toepassing van duurzame energie in de gebouwde omgeving moeten worden vergroot en het in het open landschap dient rekening gehouden te worden met de landschappelijke kwaliteiten. De provincie zorgt dat er in 2012 430 MW aan windenergie op land is gerealiseerd. Ook reserveert zij voor de realisatie van een extra circa 600 MW windenergie in de periode 2012-2025 een zoekgebied in Noord-Holland Noord (de Kop van Noord-Holland, West-Friesland en de nearshore locatie Wieringermeerdijk), zie bijgevoegde uitsnede van de themakaart “duurzame energie” van de
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
11
provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie. De provincie is van mening dat in Noord-Holland Noord voldoende ruimte is om windturbines op verantwoorde wijze als nieuwe element op te nemen in het landschap, onder voorwaarde dat de ruimtelijke kwaliteit niet wordt geschaad. Daarnaast reserveert de Provincie ruimte voor het opwekken en distribueren van grootschalige duurzame energie in geheel Noord Holland. En wil zij tevens in geheel Noord-Holland ruimte bieden voor het kleinschalig opwekken van duurzame energie zoals benutting van restwarmte en de vergisting van biomassa. Conclusie Op grond van de SV NH 2040 is ook buiten het zoekgebied in NH Noord de ontwikkeling van windparken toegestaan, zij het op kleinere schaal. Als ruimtelijk kader geldt het beleidskader Wind op land uit 2011, de Leidraad landschap en cultuurhistorie en de windkansenkaart 2.0.
Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie Door de provincie is eveneens de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (Prvs) vastgesteld. Deze verordening stelt regels voor de nadere uitwerking van de structuurvisie in het gemeentelijke en provinciale beleid. Hoofdstuk 7 van de Prvs stelt nadere regels voor Energie. Artikel 32 stelt dat: 1. Binnen het op de digitale verbeelding aangegeven “zoekgebied voor grootschalige windturbines” een bestemmingsplan bestemmingen en regels bevatten voor het oprichten van windturbineparken met de daarbij behorende infrastructurele voorzieningen. 2.
3.
4.
Buiten het aangegeven gebied en buiten bestaand bebouwd gebied mag een bestemmingsplan bestemmingen en regels bevatten voor het oprichten van windturbineparken mits: a. Deze geplaatst worden in stroken langs kanalen, waterkeringen, spoorwegen en wegen. b. In de omgeving van kassengebieden. c. In het grensgebied tussen land en water. Bestemmingsplannen voorzien uitsluitend in bestemmingen en regels voor nieuwe solitair geplaatste windturbines: a. Bij infrastructurele knooppunten of nabij een markant punt waarbij een boerderij niet geldt als een markant punt. b. Indien plaatsing in een windturbinepark niet mogelijk is. Gedeputeerde staten kunnen- gehoord de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling- ontheffing verlenen van het bepaalde in het tweede lid voor andere locaties dan genoemd onder de punten a tot en met c.
Op het bepaalde in de leden 1 tot en met 4 is artikel 15 van overeenkomstige toepassing. Artikel 15 stelt: Een bestemmingsplan dat voorziet in nieuwe of uitbreiding van bestaande verstedelijking, als bedoeld in artikelen 12,13 en 14 in het landelijk gebied houdt rekening met: de kernkwaliteiten van de verschillende landschapstypen en aardkundige waarden als bedoeld in artikel 8:
12
De kernkwaliteiten van de bestaande dorpsstructuur waaraan wordt gebouwd. De openheid van het landschap daarbij inbegrepen stilte en duisternis.
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
De historische structuurlijnen. Cultuurhistorische objecten. Overeenkomstig de in het tweede lid genoemde Liedraad Landschap en Cultuurhistorie.
Daartoe geeft de toelichting van het bestemmingsplan tenminste een verantwoording van de mate waarin deze nieuwe functies rekening houden met: de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap; de ordeningsprincipes van het landschap; de bebouwingskarakteristieken (architectuur, stedenbouw, openbare ruimte) ter plaatse; de inpassing van de nieuwe functies in de wijdere omgeving (grotere landschapeenheid); de bestaande kwaliteiten van het gebied (inclusief de ondergrond) als hiervoor bedoeld en de maatregelen die nodig zijn om negatieve effecten op deze kwaliteiten op te heffen in relatie tot de nieuwe functies. Provinciale staten stellen de landschapstypen en kernkwaliteiten als bedoeld in het eerste lid vast in een Leidraad Landschap en Cultuurhistorie. Conclusie De locatie voor de aanvraag van de Windturbines is niet binnen het “zoekgebied voor grootschalige windturbines” gelegen. Ook voldoet het plan niet aan de criteria zoals verwoord in artikel 32 lid 2 Prvs. Ten aanzien van de ontheffingsmogelijkheid in artikel 32 lid 4 Prvs wordt opgemerkt dat de provincie Noord-Holland heeft laten weten geen medewerking verlenen aan een plan als onderhavig. Tot slot tast het plan de kernkwaliteiten van het landschap aan zoals bedoeld in artikel 15 van de Prvs, zie hoofdstuk 3 en 4 van dit rapport. Het is dan ook niet wenselijk medewerking te verlenen aan het verzoek om wijziging.
Beleidskader Wind op Land Op 14 februari 2011 is het Beleidskader Wind op Land Noord-Holland 2011 vastgesteld door de Provinciale Staten. Het beleidskader schept in samenhang met de Structuurvisie en de Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie schept een ruimtelijk kader voor de ontwikkeling van windenergie in Noord-Holland. In het Beleidskader Wind op Land staat de ruimtelijke component centraal. Er wordt uitgegaan van een zorgvuldig evenwicht tussen de belangen van verduurzaming van de energievoorziening, behoud en versterking van de belangrijkste ruimtelijke kwaliteiten in de provincie en het zoveel mogelijk vinden van maatschappelijk draagvlak voor de gemaakte keuzes. Uit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteiten is gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak. Het type gebied bepaalt de ruimtelijke (on-)mogelijkheden voor windenergie in het betreffende gebied en de rol die de provincie inneemt ten opzichte van windenergieprojecten. De gebieden zijn ingedeeld in: Zoekgebieden Inpassingsgebieden Vrijwaringsgebieden Volgens de themakaart windenergie van het uitvoeringsprogramma wind op land is de locatie van de aanvraag voor de 6 windturbines gelegen in een vrijwaringsgebied. In vrijwaringsgebieden worden windenergie projecten uitgesloten.
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
13
Uitsnede themakaart duurzame energie (PRVS)
Uitsnede themakaart windenergie (Uitvoeringsprogramma wind op land)
2.4 Conclusie: beleidskader voorgenomen ontwikkeling op deze locatie De mogelijkheden voor de ontwikkeling van windturbines op deze locatie zijn als volgt:
In zowel het coalitieakkoord als het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied is uitbreiding van het aantal windturbines uitgesloten. Medewerking aan de wijzigingsbevoegdheid wordt dan ook niet wenselijk geacht.
Het plan doet afbreuk aan de kernkwaliteiten van het aanwezige landschap van Laag Holland en de Regiovisie Waterland 2040. De plaatsing van de windturbines tast de openheid van het gebied aan en sluit niet aan op het geometrische inrichtingspatroon van de Purmer.
De plaatsing van windturbines op deze locatie zijn in strijd met het provinciale beleid aangaande de plaatsing van windturbines.
14
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
3
RUIMTELIJK EN LANDSCHAPPELIJK KADER
3.1 Ligging in de ruimere omgeving De (open ruimte van de) Purmer wordt tot het werkgebied Nationaal Landschap Laag Holland gerekend. De landschappelijke waarde van Laag Holland is de aaneenschakeling van verschillende grootschalige, open landschappen.
Nationaal Landschap Laag Holland Nationaal Landschap Laag Holland is een samenwerkingsverband van provincie, waterschap, gemeenten, natuurbeschermers en agrarische organisaties. De droogmakerij de Purmer maakt geen deel uit van de aanwijzing van het Nationaal Landschap. Wel valt het binnen het werkgebied van Laag Holland (bron: www.laagholland.nl). Het Nationaal Landschap Laag Holland vormt een aaneenschakeling van karakteristieke open ruimtes tussen het Markermeer en de duinen. Karakteristiek voor Laag Holland zijn: Grote openheid van het landschap. Herkenbaarheid oorspronkelijke patronen resp. strandwallen- en vlaktenlandschap, veenpolderlandschap, droogmakerijen. Het samenspel van het veenweidelandschap, het water en de droogmakerijen en de kernen in de regio. Geometrische inrichtingspatroon in de droogmakerijen (Purmer, Wormer, Beemster, Schermer). Middeleeuwse strokenverkaveling en historische watergangen (veenweidelandschap).
Uitsnede van de kaart Provinciale verordening betreffende Laag Holland
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
15
Oost-west van kust tot kust De robuuste verbindingszone “Van Kust tot Kust’ ligt tussen het eiland Marken en de Castricumse Duinen en is een belangrijk weidevogelgebied in Noord-Holland. . Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam is een samenwerkingsverband tussen 16 gemeenten rond Amsterdam en manifesteert zich, anders dan bij Laag Holland, niet als open landschap. Binnen de stadsregio worden afspraken gemaakt over het gebruik van de ruimte, die zowel landelijk als stedelijk is.. De samenhang tussen wonen, werken en recreëren in de stadsregio Amsterdam wordt steeds intensiever. Tegelijkertijd is de ruimte die daarvoor beschikbaar is steeds schaarser. De claims die daaruit voortkomen richten zich op de groene ruimte, die juist de waarden van cultuurhistorie en natuur vertegenwoordigt en rust en recreatiemogelijkheden biedt.
Binnen de stadsregio heeft het landschap verschillende identiteiten, die goed herkenbaar zijn en als een mozaïek samenhang vormen. De oude droogmakerij de Purmer is hierin een mozaïek stukje, zoals dat ook het Waterland is, of de IJsselmeerkust. Elk van deze identiteitsdragers heeft een eigen dynamiek. Behoud en versterken landschappelijke en cultuurhistorische waarden Laag Holland is een karakteristiek Hollands landschap waarvan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden (de zgn. kernkwaliteiten) overwegend "behouden" dan wel "versterkt" moeten worden. Daarmee wordt richting gegeven aan het ruimtelijk beleid met betrekking tot de toekomstige uitbreidingsbehoefte van de omliggende gemeenten. Verrommeling moet worden voorkomen. Ontwikkelingen die de openheid aantasten en schaalvergroting met zich mee brengen worden in het algemeen als negatief ervaren.
16
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
Aaneenschakeling van karakteristieke open ruimtes tussen het Markermeer en de duinen
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
17
3.2 Kernkwaliteiten van het landschap van de Purmer Het landschap van de Purmer heeft een rijke geschiedenis. Vele generaties hebben het gebied vorm gegeven en voortgebouwd aan een landschap dat in essentie (het landschapspatroon) de laatste eeuwen nauwelijks veranderd is. Toch is door ruimtelijke ontwikkeling binnen dit patroon een deel van de herkenbaarheid en identiteit van de Purmer verloren gegaan.
3.2.1
Drooglegging en ontginning (ondergrond)
De Purmer is ontstaan vanuit het stelsel veenstroompjes van de Purmer Ee of Weere, dat eertijds in open verbinding stond met het Almere. Het veengebied rond het huidige Purmerend werd vanuit de veenrivieren ontgonnen. Het meer ontstond door inklinking van het veen en het uitwaaien van de veenstroompjes, in combinatie met overstromingen vanuit het Almere. Vanaf 1622 is De Purmer drooggelegd volgens een spiegelsymmetrisch patroon. De diepte van De Purmer varieert tussen 3 en 5 m onder NAP. De bodem bestaat overwegend uit zware, oude zeeklei. De ontginningsrichting van de polder volgt de richting van de voormalige veenriviertjes in dit gebied. Deze voormalige getijdenstromen zijn nu aardkundig waardevolle gebieden. De aardkundig waarden worden in de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2013 beschermd. Kernkwaliteiten ondergrond De loop van voormalige veenriviertjes is nog in de ondergrond herkenbaar, als aardkundig waardevol gebied. (de voorgenomen locatie van de windturbines valt net buiten het aardkundig waardevol gebied)..
Meren in het landschap (ca. 1000)
18
Historische kaart ontginningspatroon van De Purmer (1622)
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
Voormalig overstromingsgebied veenriviertje Purmer Ee
Aatdkundig waardevol gebied in landschapspatronen niet herkenbaar
Purmer als herkenbare landschappelijke eenheid ca. 1850
Polderpatronen ca. 1875
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
19
Ruimtelijk model van de Purmer(Bron: Zee van Land)
3.2.2
Ontwikkeling van het landschap (Landschaps-DNA)
De droogmakerij de Purmer heeft van oorsprong een open en vlak landschap, bestaande uit grasland en water. In het oostelijk deel van de polder is deze openheid nog intact. De openheid bestaat uit langwerpige open ruimtes in noord-zuid richting, en een visuele relatie door de transparantie in het lint in oost-west richting. Er is vrij doorzicht vanaf de hoger gelegen ringdijk naar de lager gelegen polder. De Purmer is ontgonnen volgens een samenhangend geometrisch poldersysteem van ringdijken, ringvaarten en waterlopen. Het watersysteem met de gemalen zorgt voor een verdeling van de ruimte in 'poldervakken'. rond de centraal gelegen Middentocht. De ringdijk volgt het grillige patroon van het voormalige meer en vormt een duidelijke en scherpe rand met de omliggende veenweidepolders. Binnen de dijk is de polder dieper gelegen ten opzichte van de omgeving. De Middeltocht is de hoofdafwatering, in het hart van de droogmakerij. Halverwege tussen de ringdijk en de Middeltocht liggen twee polderwegen, de Wester– en de Oosterweg, met sloten er langs. Vanuit de Middeltocht lopen zijtochten of molentochten naar de vijf molengangen langs de ringdijk. De dwarswegen naar de omliggende steden en dorpen liggen om en om met de zijtochten. De kavels lopen van de Middeltocht tot de dijk. Iedere kavel bestaat op deze manier uit een stuk laag land in het midden van de polder en een stuk hoger, beter land langs de ringdijk. Het grootste deel van het land is in gebruik voor de veehouderij. Het watersysteem is samen met de twee polderwegen een belangrijke structuurdrager in het gebied. * De basisontginningseenheid wordt gevormd door een rechthoekige kavel met een vaste lengte– en breedtemaat, het zogenaamde polderblok. Het geheel van polderblokken rond de centrale ontginningsassen wordt poldervlak genoemd. Langs de grillige randen van de droogmakerij wordt afgeweken van de regelmatige basisverkaveling en komen andere kavelvormen voor in de polderzoom.
20
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
(Bron: Zee van Land)
Kernkwaliteiten Landschaps-DNA De locatie ligt in een omgeving met een duidelijke identiteit: Verschijningsvorm De inrichting van de droogmakerij is goed waarneembaar: een samenhangend geometrisch poldersysteem van ringdijken, ringvaarten en waterlopen. Specifiek voor de polder zijn de hoofdgang centraal in de polder, en de Wester- en Oosterweg hier aan weerszijden parallel aan. Herkenbaar uit periode drooglegging: ringdijk en ringvaart, molens en molengangen. Herkenbaar uit periode ontginning: verkavelings-, wegen- en waterpatroon, stolpboerderijen. Strakke geometrische verkaveling met grillige rand. Contrast met aangrenzend veengebied, Waterland. I Historische structuurlijnen Duidelijke begrenzing door ringdijk en ringsloot. Het watersysteem met hoofdtochten en molengangen structureert nog steeds de polder. De ringdijk vormde van oudsher een belangrijke structuurlijn door de molens langs de dijk. Ontginningswegen vormen structuurlijnen voor de bebouwing en beplanting in het gebied. Openheid De oude droogmakerij kenmerkt zich door een open en vlak landschap, grasland en water. Bomen langs de wegen zorgen voor een alzijdige begrenzing van de open ruimtes in het agrarische gebied.
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
21
Topografische kaart huidige situatie
3.2.3
3 verschillende gebieden
(Bron: Bouwen voor Waterland)
Karakteristieke bebouwingsvormen (Dorps-DNA)
Parallel aan de ontwikkeling van het landschap is het gebied door mensen in gebruik genomen en zijn karakteristieke bebouwingsstructuren ontstaan, die de cultuurhistorische waarde en eigenheid van het landschap benadrukken. Ontginning van de polder: boerderijen en molens Kenmerkend voor De Purmer is de nog steeds herkenbare planmatige opzet, waarin de wegen als belangrijke structuurdragers voor de bebouwing functioneren. In De Purmer waren geen dorpen gepland: door de gelijkmatig spreiding van de (stolp-)boerderijen ontstond evenmin een echt dorpscentrum. In dit bebouwingspatroon is door de jaren heen langs de Oosterweg nauwelijks iets veranderd. Boeren– en burgererven worden afgewisseld door open ruimtes. De wegen mochten oorspronkelijke alleen aan de noordzijde worden beplant door particulieren. Vanaf 1970 zorgde en integraal beplantingplan voor een duidelijk ruimtelijk raster van laanbeplantingen van voornamelijk iepen langs de wegen. Naast de wegen vormen zijn ook de waterlopen van oudsher de structuurdragers in dit gebied. Van de molens die oorspronkelijk langs de ringdijk voor de ontwatering van de Purmer zorgden, is er geen een bewaard gebleven. Huidige situatie De Purmer is verdeeld over verschillende gemeenten. Er is geen integraal plan voor De Purmer. De bebouwing van Purmerend heeft de polder in bezit genomen en is tot diep in de polder uitgebreid. Tot aan de Middentocht is hierdoor open polderruimte opgevuld De van oorsprong eenduidige geometrische structuur is daardoor veranderd in drie zones: een stedelijk gebied met nieuwbouwwijken en industrieterreinen, ten westen van de Westerweg, een bosgebied met recreatieterreinen tussen de Westerweg en de Middentocht en een nog open agrarisch gebied ten oosten van de Middentocht.
22
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
Als gevolg van deze verstedelijking en verdichting is in het westelijke deel van de Purmer de oorspronkelijke geometrische structuur van de polder nog maar nauwelijks herkenbaar. Hier is het onderscheid tussen de droogmakerij en de omgeving vervaagd. Aan de oostzijde is dit onderscheid nog wel sterk aanwezig. Kernkwaliteiten Dorps-DNA Bestaande bebouwingsstructuren De bebouwing in het oostelijke deel van de Purmer is georiënteerd op de belangrijkste structuurdrager, de Oosterweg. Tussen de bebouwing zijn doorzichten aanwezig naar het open polderlandschap. Het landschap is open en overwegend weiland. Het opgaande groen wordt gevormd door stevige laanbeplantingen langs de wegen. Cultuurhistorisch waardevolle objecten Stolpboerderijen zijn de identiteitsbepalende onderdelen van de transparante lintbebouwing langs de Oosterweg en liggen hier verspreid langs. Molens zijn van oorsprong belangrijke blikvangers maar in dit gebied niet meer aanwezig. De molens stonden langs de ringdijk. Structuurlijnen De noord-zuid gesitueerde wegen, waaronder de Oosterweg, zijn belangrijke dragers voor nieuwe ontwikkelingen. Langs de Oosterweg is van oudsher de (voornamelijk agrarische) bebouwing gesitueerd. De oost-west gesitueerde wegen in het landelijke gebied, zoals de Purmerenderweg en de Monnickendammerweg, zijn van oudsher onbebouwd. De Molentochten zijn van oudsher onbebouwd, op het gemaal bij de ringdijk na. De open ruimte tussen de structuurdragers is belangrijk voor de herkenbaarheid van het oorspronkelijke polderpatroon.
Zicht op Purmerend vanuit het open gebied
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
23
3.3 De ontwikkelingslocatie Beleving van de ruimte: polderkamer De droogmakerij De Purmer is spiegelsymmetrisch rond de Middentocht ontwikkeld. Ten oosten van de Middentocht structureert de Oosterweg met begeleidende afwatering de ruimte. De molentochten verbinden de Middentocht met de Oosterweg en verdelen de open ruimte in polderblokken. Een polderblok is gesitueerd tussen twee afwateringssloten en opgebouwd uit een aantal kavels. De polderblokken zijn in dit deel van de polder nog overwegend gaaf. De Monnickendammerweg en de Purmerenderweg doorsnijden het patroon van de polderblokken. Door de beplanting langs deze wegen ontstaat een andere ruimtevorming. De rand met het Purmerbos vormt een duidelijke afbakening van de visuele ruimte. De wegbeplantingen vormen samen met de rand van het Purmerbos "polderkamers", visueel afgebakende open ruimtes. Door de transparantie van de beplante wegen is de polder in zijn geheel wel te overzien en de beleving van de openheid groots.
Visuele effecten van de windturbines De plaatsing van de windturbines zal voor de waarnemer op het niveau van de polderkamer de grootste visuele effecten geven. Daarbij gaat het om de hoogte van de elementen, het aantal, de reikwijdte, de opstelling, de directe schaduwwerking. Wanneer het open landschap steeds voller wordt en de horizon verdwijnt achter de bebouwing, is de geschiedenis van het landschap moeilijker afleesbaar. Dit gebeurt wanneer de opstelling zodanig van omvang is dat het een visuele barrière gaat vormen. Dit vraagt om een afweging tussen aantal, hoogte en reikwijdte van de turbines, en de visuele ruimte. De polderkamer is de kleinste bouwsteen voor het beleven van de openheid van de polder.
DNA van de plek
24
De planlocatie is een nog open deel van het landschap van De Purmer. De randen van de open ruimte (de polderkamer) worden gevormd door het Purmerbos en de laanbeplantingen langs de Oosterweg, de Purmerenderweg en de Monnickendammerweg. Samen met deze wegen vormen de molentochten de belangrijkste structuurdragers in dit gebied. De afwateringssloten zijn hieraan ondergeschikt en niet structuurbepalend.
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
Locatie noordelijke opstelling
Locatie zuidelijke opstelling
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
25
3.4 Conclusie: ruimtelijk en landschappelijk kader De droogmakerij De Purmer is omringd door het veenweidelandschap van de regio Waterland. Oorspronkelijke ontworpen als open akkerbouwgebied met twee vrijwel evenwijdig aan elkaar lopende bebouwingslinten, staat de polder nu sterk onder invloed van de stedelijke ontwikkeling van Purmerend. Omdat het initiatief een bestemmingswijziging buiten het bestaand bebouwd gebied betreft is een ruimtelijke kwaliteitsverbetering voorwaarde: nieuwe ontwikkelingen moeten de oorspronkelijke identiteit en eenheid van de droogmakerij versterken. Randvoorwaarden en mogelijke kansen voor ontwikkelingen op deze locatie zijn op verschillende schaalniveaus op basis van de kernkwaliteiten van het landschap gelegen in:
Schaalniveau van het landschap
De aanwezigheid van karakteristieke landschappen is een belangrijke ruimtelijke waarde. De verschillen tussen het veenweidelandschap van Waterland en de geometrische patronen in de droogmakerij De Purmer zijn goed herkenbaar. Grote dan wel kleine ontwikkelingen die niet aansluiten op de landschappelijke karakteristieken, of deze zelfs ontkennen, zorgen voor verrommeling van de structuur en vervaging van de landschappelijke karakteristieken. De open landschappen binnen Laag Holland contrasteren met de (stedelijke) omgeving. Visuele verstedelijking en aantasting van de open vergezichten zal de beleving van de ruimte verkleinen. De stevige horizon met het Purmerbos en de bebouwing van Purmerend vormen een stevige oostelijke stadsrand.
Schaalniveau van de droogmakerij, de Purmer
De identiteit van De Purmer wordt in eerste instantie bepaald door de sterk afgebakende vorm van de droogmakerij en de eenduidige, rationeel ontworpen invulling. Door transformatie van de ‘vulling’ tussen de structuurlijnen is de herkenbaarheid van het raamwerk van de droogmakerij in een deel van De Purmer vervaagd. Ontwikkelingen moeten de herkenbaarheid van oorspronkelijke patronen in stand houden. In het algemeen is de waardering voor oude, relatief gave en herkenbare landschapspatronen, vanuit landschappelijk en cultuurhistorisch perspectief, door bewoners, recreanten en beleidsmakers hoog. Door stedelijke ontwikkeling heeft de polder in de loop der jaren zijn eenheid verloren en zijn er 3 zones herkenbaar: een stedelijk gebied met nieuwbouwwijken en industrieterreinen, ten westen van de Westerweg, een bosgebied met recreatieterreinen tussen de Westerweg en de Middentocht en een nog open agrarisch gebied ten oosten van de Middentocht. Met name vanaf de gemeentegrens met Purmerend is de beleving van de open ruimte van de Purmer groot. Landschappelijke ontwikkelingen moeten daarom met Schaalniveau van het landschap: open ruimte in contrast met de (stedelijke) omgeving
26
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
name gericht zijn op de herkenbaarheid van De Purmer als eenheid: het versterken van de identiteit van de oorspronkelijke droogmakerij en het smeden van een eenheid tussen de verschillende zones. De beleving en herkenbaarheid van de historische structuurlijnen is hierbij van belang. De twee lange ontginningslijnen Oosterweg en de Westerweg zijn krachtige structurerende elementen en vormen, samen met het watersysteem en de ringdijken, de ruimtelijke dragers voor nieuwe ontwikkelingen. Ontwikkelingen hebben een relatie met het landschap, er moet een logisch verhaal zijn. Naast de Oosterweg en de Westerweg zijn de molentochten van oudsher de belangrijke structuurdragers in dit gebied. Nieuwe ontwikkelingen behouden en versterken de kernkwaliteiten van het landschap wanneer ze aansluiten op de historische structuurdragers: rond de planlocatie zijn dit de wegen en de molentochten.
Schaalniveau van de locatie
De polderkamer is de kleinste bouwsteen voor de ruimtelijke beleving van de openheid in het oostelijke deel van de Purmer. De planlocatie betreft een open polderkamer waarvan het Purmerbos en de laanbeplantingen langs de Oosterweg, de Purmerenderweg en de Monnickendammerweg duidelijke visuele begrenzingen vormen. De visuele effecten van de plaatsing van de windturbines zijn op het niveau van de polderkamer direct waarneembaar. Doorsnijding van de polderkamers heeft invloed op de vorm en beleving van de ruimtes. Ontwikkelingen moeten de visuele beleving van de polderkamer in stand houden.
Schaalniveau van de Purmer: zonering tussen de structuurlijnen: stedelijk gebied, bosgebied en open agrarisch gebied.
Schaalniveau van de locatie: beleving van de open ruimte tussen het raamwerk van laanbeplantingen en de stadsrand van Purmerend.
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
27
Schatkaart De schatkaart geeft een beeld van de ruimtelijke randvoorwaarden vanuit de landschappelijke context, aanwezige structuren en de identiteit van de plek, en de kansen voor de ontwikkeling van de locatie.
Karakteristieke landschappen De Purmer Waterland
Karakteristieke gebieden
HO RIZ ON
Grootste bouwsteen ruimtelijke beleving: de horizon:
Bebouwd gebied Purmer Bos- en recreatie gebied Open agrarisch landschap Bouwsteen ruimtelijke beleving: zonering van de droogmakerij, openheid vanaf de gemeentegrens:
Historische structuurlijnen Wegen met beplantingen Waterlopen Ringdijk en ringvaart
Polderkamer Kleinste bouwsteen ruimtelijke beleving: de polderkamer:
28
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
zo dro nerin og g ma ke
ri j
N r
HO RIZ O r ka me po lde
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
29
4
PLANTOETSING EN ADVIES
4.1 De voorgenomen ontwikkeling Het plan gaat uit van maximaal zes windturbines met een maximale ashoogte van 50 meter. Er is sprake van 2 rijen (lijnopstelling) van drie windturbines. De afstand tussen de twee rijen is bijna een kilometer. De turbines staan op een afstand van 300 meter uit de Oosterweg M en op 100 meter afstand vanaf het Purmerbos.
4.2 Toetsing aan het beleidskader Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan Landelijk Gebied in 1999 heeft een aanpassing van het ruimtelijke ordeningsbeleid plaatsgevonden. Het oprichten van zes windturbines is in strijd met het huidige en toekomstige gemeentelijke beleid, het regionale en provinciale beleid: In zowel het coalitieakkoord als het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied is de toename van het aantal windturbines uitgesloten. Medewerking aan de wijzigingsbevoegdheid wordt dan ook niet wenselijk geacht. Het plan doet afbreuk aan de kernkwaliteiten van het aanwezige landschap van Laag Holland niet. De plaatsing van de windturbines tast de openheid van het gebied aan en sluit niet aan op het geometrische inrichtingspatroon van de Purmer. De plaatsing van windturbines op deze locatie zijn in strijd met het provinciale beleid aangaande de plaatsing van windturbines.
4.3 Toetsing aan het ruimtelijk en landschappelijk kader De windturbineopstelling kan landschappelijke kernkwaliteiten als verkavelings– en wegenpatroon, openheid, en grondgebruik accentueren. Het ruimtelijke kwaliteitsbeleid vereist een afweging tussen het belang van de plaatsing van windturbines ten opzichte van het belang van de effecten op het (open) landschap. De landschappelijke afweging vindt plaats op drie schaalniveaus: op het niveau van de regio (Laag Holland), op het niveau van de landschappelijke eenheid (de droogmakerij), en op het niveau van de polderkamer (de directe visuele ruimte).
Het schaalniveau van de regio, Laag Holland Purmerend heeft een imposante skyline met enkele hoge flatgebouwen. Op dit moment vormt vanaf het oosten gezien het Purmerbos de horizon van Purmerend. De windturbines hebben een maximale ashoogte van 50 meter. Door deze hoogte vallen de windturbines niet weg tegen de bosschages van Purmerbos en gaan meedoen in de skyline van Purmerend. Dit betekent dat in dit gebied de horizon optisch naar voren wordt getrokken: er vind visuele verkleining van de polder plaats. Het bouwen van dergelijke hoge elementen betekent daarmee een aantasting van de openheid en de weidsheid van het landschap. Dit is niet gewenst.
Het schaalniveau van de landschappelijke eenheid, de droogmakerij de Purmer Herkenbaarheid en afleesbaarheid van de ontstaansgeschiedenis van de droogmakerij is een belangrijke landschappelijke en cultuurhistorische waarde. Karakteristiek voor de Purmer is de relatie tussen de ontginningswijze en de nog aanwezige water- en ontsluitingspatronen in het gebied. De voorgestelde turbineopstelling sluit niet aan bij bestaande structuren (molentocht, wegen) en vormt hierdoor geen versterking van oorspronkelijke landschappelijke lijnen.
30
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
Bescherming grootschalige open gebieden tegen visuele verdichting . Door aantasting van de horizon wordt de ruimte verkleind.
Historische structuurlijnen als dragers voor nieuwe ontwikkelingen. Het voorstel voor de windturbines draagt niet bij aan behoud en versterking van de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de droogmakerij.
De schijnbaar willekeurige situering van de lijnopstelling versnippert de karakteristiek van de polderkamer.
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
31
Het schaalniveau van de direct visuele ruimte, de polderkamer Menselijke maat, een heldere structuur en wijds uitzicht maken het oostelijke deel van de polder bijzonder. De polderkamers zijn open en met wegbeplantingen ruimtelijk duidelijk begrensd. De situering van de windturbines zorgt voor een verdere versnippering en verdichting van de polderkamer. Dit is niet gewenst. De landschappelijke waarde is op dit schaalniveau ook recreatief van belang. Met name vanaf de Middentocht komen de windturbines erg in beeld en schermen het uitzicht af. Dit is niet gewenst.
4.4 Conclusie: plantoetsing en advies Toets aan het beleidskader Het oprichten van zes windturbines is in strijd met het huidige en toekomstige gemeentelijke beleid, het regionale en provinciale beleid. Het vestigingsbeleid voor windturbines is de laatste jaren steeds verder aangescherpt. In de afweging zijn ruimtelijke en landschappelijke aspecten steeds belangrijker geworden..
Toets aan het ruimtelijke en landschappelijke kader De windturbines doen afbreuk aan de landschappelijke situatie. De opstellingen hebben geen relatie met de natuurlijke ondergrond, het cultuurlandschap van de droogmakerij of het functioneren van het stedelijk weefsel (netwerken). De windturbines dragen niet bij aan het behouden of versterken van de belangrijke ruimtelijke kwaliteit van het landschap, de openheid, maar doen hier juist op verschillende schaalniveaus afbreuk aan: Op het niveau van het landschap van Laag Holland voegen de windturbines zich bij de skyline van Purmerend. De beleving van de horizon is minder ver waardoor gevoelsmatig de grote ruimte van het open landschap kleiner wordt. Op het niveau van de droogmakerij de Purmer versterkt de ontwikkeling geen bestaande landschappelijke structuren. De situering van de windturbines sluit niet aan op de historische structuurdragers in het gebied, de wegen en de molentochten. De schijnbaar willekeurige situering van de lijnopstellingen is doet afbreuk aan de landschappelijke structuur. Op het niveau van de kavel in de polderkamer staan de windturbines direct in beeld en zorgen voor verdichting en versnippering van de open ruimte van de polderkamer. Vanaf de Middentoch schermen ze een deel van het uitzicht af. De plaatsing van 6 windturbines zoals die zijn opgenomen in het ontwerp wijzigingsplan is om ruimtelijke en landschappelijke redenen niet gewenst.
Advies Plaatsing van windturbines tast de kernkwaliteiten van het landschap, waaronder de openheid, aan. Het belang van de indieners van de zienswijzen tegen het gebruik maken van de wijzigingsbevoegdheid wordt daarbij groter geacht dan het belang van de verzoeker. Meewerken aan het wijzigingsverzoek is vanuit ruimtelijk en landschappelijk oogpunt niet gewenst.
32
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
ACHTERGROND Structuurvisie Noord-Holland Provincie Noord-Holland, vastgesteld door GS-21 juni 2010, inclusief latere wijzigingen Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie Provincie Noord-Holland, vastgesteld door GS-21 juni 2010 Leidraad Landschap en Cultuurhistorie Provincie Noord-Holland, 2010 Plaatsingsmogelijkheden windturbines Provincie Noord-Holland, 2000 Beleidskader Wind op Land Noord-Holland 2011 Provincie Noord-Holland 2011 Zee van Land. De droogmakerij als atlas van de Hollandse landschapsarchitectuur W. Reh, C. Steenbergen en D. Aten, 2005 Bouwen voor Waterland 2020 La4Sale i.o.v. provincie Noord-Holland, 2004 Bestemmingsplan Landelijk gebied Gemeente Waterland, 1999 Algemene Nota van Uitgangspunten project Actualiseringslag bestmemingsplannen gemeente Waterland, 2011 Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Waterland 2013 Gemeente Waterland, 2012 Coalitie-akkoord Waterland 2010-2014
www.noord-holland.nl www.laagholland.nl www.waterland.nl www.google.nl/maps Topografische Atlas Noord-Holland 1:25000 ANWB, 2004
Gemeente Waterland RUIMTELIJKE EN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WINDTURBINES PURMER
33