L A N D S C H A P P E L I J K E I N P A S S I N G B R E E S E G G E 3 B O R N E R B R O E K
Datum
23-‐10-‐2012
Bestand
033-‐ho-‐bjzoos.doc
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
1
L A N D S C H A P P E L I J K E I N P A S S I N G B R E E S E G G E 3 B O R N E R B R O E K
Opdrachtgever
BJZ.nu
Twentepoort 16a
7609 RG Almelo
Contactpersoon
de heer J. Ter Avest
Telefoon
0546 454466
E-‐mail
[email protected]
Door
erfinrichting.nl
Radewijkerweg 9
7791 RJ Radewijk
Telefoon
06 24883828
E-‐mail
[email protected]
Internet
www.erfinrichting.nl
Project
033-‐HO-‐BJZOOS
Auteur
Herbert Oldehinkel
Datum laatst gewijzigd
23-‐10-‐2012
Datum afdruk
Aantal pagina's
16
Bestand
b:\033-‐breesegge 3-‐bornerbroek\documenten\033-‐ho-‐bjzoos.doc
Controle ______________________ Datum controle ______________________
Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder vooraf-‐ gaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en/of Buro Stad en Land. Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
2
I N H O U D 1
INTRO
1
1.1
AANLEIDING
1
1.2
SITUATIE
1
1.3
INITIATIEF
4
2
VIGEREND BELEID
5
2.1
OMGEVINGSVISIE OVERIJSSEL
5
2.2
HET BESTEMMINGSPLAN ALMELO
6
3
INPASSING
8
3.1
VISIE
8
3.2
ANALYSE LANDSCHAP RONDOM DE BREESEGGE
8
3.3
INRICHTING VANUIT LANDSCHAPPELIJKE SITUATIE
8
3.4
HET ERF NA UITBREIDING
9
3.4
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING
9
3.5
HET ERFINRICHTINGSPLAN
10
3.6
BEPLANTINGSPLAN
16
3.7
BEPLANTINGSCHEMA
17
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
2
1
I N T R O 1.1
1.2
SITUATIE
AANLEIDING
Op het erf aan de Breesegge 3 te Bornerbroek is de initiatiefnemer en eige-‐ naar voornemens zijn grondverzetbedrijf uit te breiden. Het bouwblok zal vergroot worden tot ca. 1,5 ha. Ten behoeve van dit initiatief is het noodzakelijk het bestemmingsplan te wijzigen om functiewijziging (circa 0,5 ha) mogelijk te maken. Het bedrijfskavel aan de Breesegge 3 kan worden gezien als een ensemble van gebouwen en erfinrichting waarbij deze inrichting afhankelijk is van de omgeving en het landschapstype. Het erf is van buiten naar binnen geanaly-‐ seerd. Eerst is het landschap bekeken, vervolgens de directe omgeving en uiteindelijk het erf zelf. Het vigerende beleid van de Provincie Overijssel geeft de belangrijkste richtlijnen. Het biedt de meest heldere richtlijnen voor con-‐ cretisering en uitwerking van plannen als deze. Erfinrichting.nl is gevraagd het bij de aanvraag benodigde ruimtelijke kwali-‐ teitsplan te leveren, hier uitgewerkt als Landschappelijke inpassing Breeseg-‐ ge 3 Bornerbroek. Het ruimtelijke kwaliteitsplan bestaat uit een overzicht van het bestaande erf en het planontwerp van de nieuw te bouwen loods en zanddepot in het landschap op basis van de toekomstige situatietekening van de gebouwen.
Hierbij is verbeeld én verwoord waar en hoe investeringen in het landschap vorm kunnen krijgen en de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd bij de uitbreiding van het bouwblok. Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
1
Figuur 1 Ligging plangebied: topografische situatie
Het plangebied is gelegen aan de zuidwestzijde van Wierden en wordt ont-‐ sloten via de Breesegge. Het bestaat uit enkele loodsen, een buitenopslag van materieel en een zanddepot.
Figuur 2 Beeld op het erf
Figuur 4 Tussen het zanddepot en het erf staat een smalle groenstrook
Figuur 3 Beeld op het erf vanaf A35
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
2
Figuur 6 Beeld op het erf, een ruim centraal erf om te keren en te parkeren
Figuur 4 De plek van de nieuw te bouwen loods is momenteel in gebruik als opslag
Figuur 8 Langs de randen van het erf staat deels al groen
Figuur 7 Beeld op het zanddepot
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
3
1.3
INITIATIEF
Initiatiefnemer zal op het erf een nieuwe loods bouwen. Ook het zanddepot zal vergroot worden. Binnen deze rapportagemoet er een landschappelijk kader geschetst worden waarbinnen de initiatiefnemer het bedrijf kan blijven ontwikkelen.
Figuur 5 Luchtfoto bestaand bedrijf
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
4
Figuur 6 Landschapsanalyse
2
V I G E R E N D B E L E I D 2.1
OMGEVINGSVISIE OVERIJSSEL
De Provincie Overijssel heeft het streekplan, het verkeer-‐ en vervoerplan, het waterhuishoudingsplan en het milieubeleidsplan samengevoegd tot de Om-‐ gevingsvisie. Het vormt het provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomge-‐ ving van Overijssel. De Provincie Overijssel stuurt op ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Bestaande kwaliteiten moeten worden beschermd en er
zolgronden. Van oorsprong komen er op deze gronden wintereiken-‐ beukenbossen voor op de hoge delen en op de lage delen berken-‐ zomereiken-‐ en elzen-‐eikenbossen. Kenmerken
Ondergrond
dekzandvlakten
Ontstaan
vanaf 1820
Structuur
planmatig, rechtlijnig
Nederzetting
koloniedorpen van de maatschappij van weldadigheid, daarna
moeten verbindingen worden gelegd tussen deze bestaande kwaliteiten en
alleen verspreide erven langs ontginningswegen, enkel een nieuw wegdorp
nieuwe ontwikkelingen. Dat wil zeggen dat nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Voor het behoud
Schaal erven
van oorsprong vaak kleine erven met carré van erfbeplanting
en versterken van de ruimtelijke kwaliteit vormen essentiële gebiedskenmer-‐
Beplantingen
lanen, bosjes vaak met heiderelicten
Ontwikkeling
schaalvergroting bebouwing op erven
ken het uitgangspunt.
transformatie landbouwerven tot burgererven
door de broze samenhang en de geringe eigenstandige kwaliteit
Middels een verdeling in 4 lagen zijn de gebiedskenmerken binnen de Omge-‐
van dit landschapstype valt het uiteen in afzonderlijke onderde-‐
vingsvisie toegelicht:
len en/of verschuift het accent in de beleving van de open ruim-‐
te naar bedrijfskavel Ambitie
De ambitie is de ruimtelijke kwaliteit van deze gebieden een
•
De natuurlijke laag
•
De laag van het agrarisch-‐cultuur landschap
stevige impuls te geven en soms een transformatie wanneer
•
De stedelijke laag (hier n.v.t.)
daar aanleiding toe is. De dragende structuren worden gevormd
•
De lust en leisure laag
door landschappelijke raamwerken van lanen, bosstroken, en waterlopen, die de rechtlijnige ontginningsstructuren verster-‐
ken. Binnen deze raamwerken is ruimte voor verdere ontwikke-‐
Het plangebied is gelegen in een jong-‐ heide en broekontginningslandschap
ling van bestaande erven en soms de vestiging van nieuwe er-‐
met als natuurlijke laag dekzand.
ven, mits deze een stevige landschappelijk jasje krijgen.
Sturing: Als ontwikkelingen plaats vinden in de agrarische ont-‐
Natuurlijke laag
ginningslandschappen, dan dragen deze bij aan behoud en ver-‐
Het plangebied ligt in het type ‘Dekzandvlakte en –ruggen’. Deze beslaan
sterking van de dragende structuren en ontginningslinten met
een groot deel van de provincie. Na de ijstijden bleef er in grote delen een reliëfrijk zandlandschap achter, dat zich kenmerkt door relatief grote ver-‐ schillen in droog en nat, en hoog en laag gebied. De bodem bestaat uit pod-‐ Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
5
erven en de kenmerkende ruimtemaat.
Laag van het agrarisch-‐cultuur landschap
2.2
HET BESTEMMINGSPLAN ALMELO
Maten-‐ en Flierenlandschap; Laaggelegen kleinschalig landschap dat zich
om te komen tot een ruimtelijke visie voor het buitengebied van de gemeen-‐
langs de beken, in de natuurlijke laagten heeft ontwikkeld. Langs de ontwa-‐
te Almelo. Het buitengebied van de gemeente Almelo ligt als ware als een
teringssloten haaks op de beek werd vaak hakhout aangeplant.
schil om de stad heen. Een deel van het buitengebied bestaat uit enkele
Dit diende tevens als perceelsscheiding daar waar de ontwateringssloot niet
groene longen die aan verschillende zijden zijn omsloten door stedelijke uit-‐
altijd watervoerend was in geval van beweiding. Rond de beek ontstond een
leggebieden van de stad Almelo.
lineair landschap, met daaromheen in de natte laagtes een matenlandschap.
Het vormde een kleinschalig landschap langs beken en in laagten met veel
Gebiedskenmerken.
Het bestemmingsplan buitengebied Almelo vormt de uitwerking van de wens
variatie in ruimtelijke opbouw: de open ruimte van de watergang, de coulis-‐
Landschapstype
Oude Veldontginning
gewisseld met hier en daar een broekbos op de nattere plekken. Vloeivelden
Landschapskenmer-‐
Openheid/regelmatigheid;
maakten onderdeel uit van het bemestingssysteem.
ken:
vlakke ligging;
sen van hakhoutstruwelen, de open kamers van de hooi-‐ en weilanden, af-‐
opstrekkende strokenverkaveling;
Het Maten-‐ en Flierenlandschap is veelal de contramal van het Essenland-‐
herkenbare structuur;
schap en het Oude Hoevenlandschap en was daar functioneel mee verbon-‐
bebouwing langs ontginningsassen.
den. Lust en leisure laag n.v.t. Ontwikkelingsperspectief Het kaartbeeld ‘Ontwikkelingsperspectieven groene omgeving’ geeft op hoofdlijnen weer welke ontwikkelingsperspectieven de provincie hier ziet. Het erf is gelegen in het zogenoemde Mixlandschap; De kaart ‘Ontwikke-‐ lingsperspectieven Groene omgeving’ geeft in hoofdlijnen weer welke ont-‐ wikkelingsmogelijkheden de provincie in deze groene omgeving ziet. Mix-‐ landschap houdt in dat functies als landbouw, landschapsontwikkeling, na-‐ tuur, cultuurhistorie, vrije tijd en wonen naast elkaar voorkomen als goede buren en elkaar ruimtelijk versterken
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
6
Huidige functie:
Hoofdzakelijk landbouw
Toekomst:
Verwevingsgebied
Functies:
Op een duurzame en efficiënte wijze ruimte schep-‐ pen voor de verschillende ruimte vragende func-‐ ties; het vergroten van de leefbaarheid van het platte-‐ land; het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit.
Ontstaansgeschiedenis landschap Almelo
De natuurlijke gesteldheid van Twente wordt in belangrijke mate bepaald
Ten westen van Almelo werden de ontginningen individueel aangepakt.
door de aanwezigheid van stuwwallen. Deze stuwwallen zijn ontstaan tijdens
Hierdoor is hier een meer verbrokkeld landschap met eenmansessen ont-‐
de derde ijstijd (Riss). Toen de gletsjers ten gevolge van een temperatuurstij-‐
staan. Deze collectieve en individuele ontginningen zijn de oude ontginnin-‐
ging zich naar het noorden terugtrokken, bleef een geplooid landschap ach-‐
gen. De heidegebieden ten zuiden van Almelo zijn in een latere periode ont-‐
ter met door het ijs meegevoerde en opgestuwde morenen (zand, grind en
gonnen. Hier is nu sprake van blokvormige verkavelingen in een half open
steenblokken). In samenhang met deze ruggen of stuwwallen is een aantal
landschap, de broekgronden. Ten noorden van Almelo heeft zich in het lage
beeksystemen ontstaan. Tijdens de vierde en laatste ijstijd was er sprake van
landschap, met een keileemlaag, veen gevormd. Het hoogveen is het laatst
een toendraklimaat. Het was koud, droog en stormachtig en er werd een dik
ontgonnen. Hier is nu sprake van een grootschalig cultuurlandschap. Deze ra-‐
pakket dekzand als een deken over het landschap afgezet. De oostflank van
tionele ontginningen van heide en veen behoren tot de jongere ontginningen
Almelo is dooraderd met beekdalen. In grote lijnen loopt het gebied af van
die plaatsvonden na 1850. Op grond van het bovenstaande is het huidige bui-‐
oost naar west en het bekenstelsel watert dan ook naar het westen af op de
tengebied van de gemeente Almelo globaal onder te verdelen in de oude en
Regge. De beekdalen zijn van oudsher laag, nat en begroeid met elzen. Het
jonge ontginningen. Deze ontginningen kennen verschillende landschapsty-‐
dekzand is hoog, droog en begroeid met onder ander iep en linde, veel later
peringen met gebiedseigen kenmerken.
kwamen daar beuk en haagbeuk bij.
De kwaliteit van het Overijsselse landschap en de sociaal-‐economische
Cultivering en landschapstypen
ontwikkeling van het landelijk gebied gaan hand in hand en vormen de ba-‐
Almelo is gelegen in een overgangsgebied van hoge gronden (de stuwwallen)
sis voor allerlei ontwikkelingen. Nieuwe ontwikkelingen moeten mogelijk
en lage gronden (de veen-‐ en heidegebieden). Deze overgangen van hoog
zijn onder voorwaarde dat ze bijdragen aan de kwaliteit van de leefomge-‐
naar laag en van droog naar nat zijn kenmerkend voor het buitengebied van
ving. Met de kwaliteitsimpuls Groene Omgeving biedt de Provincie Overijs-‐
de gemeente Almelo. Het oorspronkelijke beekdalenlandschap is nagenoeg
sel beleidsruimte aan gemeenten voor ontwikkelingen in de groene ruimte.
verdwenen. Nu kenmerken met name het agrarisch grondgebruik, recreatie-‐
In het buitengebied is ruimte voor grootschalige uitbreidingen en nieuwe
ve activiteiten vanuit de stad Almelo en infrastructurele werken het buiten-‐
ontwikkelingen mits die gelijk opgaan met verbeteringen van de ruimtelijke
gebied. De cultivering bracht en brengt nieuwe landschapsbeelden en land-‐
kwaliteit. Ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd door naast bescherming
schappelijke waarden voort.
vooral in te zetten op het verbinden van bestaande gebiedskwaliteiten en
nieuwe ontwikkelingen, waarbij bestaande kwaliteiten worden beschermd
In de Middeleeuwen zijn op de hoger gelegen delen woeste gronden geculti-‐
en versterkt en nieuwe kwaliteiten worden toegevoegd.
veerd wat heeft geleid tot esdorpen met door houtwallen omgeven kleine
(bron: Catalogus Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving)
akkers. Deze situatie is kenmerkend voor het oostelijke deel van Almelo
waar, door aansturing van grootgrondbezitters, de ontginningen collectief
werden aangepakt.
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
7
3
I N P A S S I N G 3.1
VISIE
Met het initiatief van de opdrachtgever wordt het mogelijk het plangebied en de directe omgeving een ruimtelijke kwaliteit te geven waarmee een nieuwe impuls ontstaat en het geformuleerde beleid grotendeels kan worden door-‐ gevoerd. Aangezien het bedrijf een gebiedsvreemde bedrijfsvoering kent, is de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving van toepassing. Naast het landschap-‐ pelijk goed inpassen van het gehele erf zal er een extra impuls aan het land-‐ schap gegeven moeten worden. 3.2
ANALYSE LANDSCHAP RONDOM DE BREESEGGE
ontginningsrichting respecteren;
zo compact mogelijke erven voorzien;
deels zicht op erf behouden;
erven moeten aansluiten op bestaande landschappelijke structuren;
rekening houden met omliggende erven
oriëntatie erf op de Breesegge;
streekeigen beplanting toepassen.
Vanuit de overheid wordt onder meer medewerking aan bovengenoemde ontwikkelingen verleend indien de ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd en zo mogelijk versterkt kan worden. Het belangrijkste doel hierbij is de leefomge-‐ ving te beschermen. Het initiatief moet leiden tot een kwalitatief hoogwaar-‐
Het plangebied ligt op de overgang van een veldontginning naar het hoeven-‐
dige, ruimtelijke situatie. De investering in de ruimtelijke kwaliteit is op te de-‐
landschap. Hierdoor valt de openheid van het gebied extra op. Het bedrijf is
len in een basisinspanning (landschappelijke goed inpassen van het erf) en de
georiënteerd en wordt ontsloten op De Breesegge. Langs de Breesegge staan
extra kwaliteitsimpuls.
enkele eiken en hier en daar wat opgaande beplantingen. Het is kenmerkend
in ontginningslandschappen dat beplantingen zich beperken tot de randen
Basisinspanning:
van een erf en als accent langs de ontginningswegen.
Aanplant houtsingels en bomenrij om het erf deels om af te schermen en om aansluiting op het ontginningslandschap te vinden;
Het gebied kent een sterk agrarisch karakter door de openheid en het ge-‐
gebruik inheemse beplanting;
bruik van de gronden in het gebied. De erven in het gebied liggen vrij open in
kenmerkende structuur van het erf versterken door een relatief open maar ‘sierlijk’ voorerf een een functioneel en robuust achterf;
het landschap. De aanleg van de A35 heeft het karakter van het gebied sterk veranderd. Het bedrijf van de initiatiefnemer is in de luwte van een viaduct
materiaalkeuze van de nieuw te bouwen loods moet sober en onderge-‐ schikt zijn aan de woning. De voorkeur gaat uit naar duurzame materia-‐
komen te liggen. Ruimtelijk gezien biedt dit kansen om het zanddepot en de
len.
nieuw te bouwen loods op een juiste wijze landschappelijk in te passen. Dit zal met name resulteren in het rechtlijnig afschermen van de minder fraaie
zijden van het erf. Daarnaast zal de kenmerkende structuur van erven, wo-‐
Extra kwaliteitsimpuls:
nen voor en werken achter herkenbaar moeten zijn.
aanplant blokvormig bosje;
gebiedsvreemde beplanting wordt vervangen door streekeigen beplan-‐
3.3
INRICHTING VANUIT LANDSCHAPPELIJKE SITUATIE
De karakteristiek van het landschap behouden;
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
8
ting (bosje aan noordoostzijde);
3.4
totale toename gebiedseigen groen met 5400 m2. HET ERF NA UITBREIDING
door de hoge grondwal en de bomen langs het kanaal. Bij de realisatie van de nieuwe loods zal het erf een opvallende verschijning in het landschap wor-‐ den. Een goede landschappelijke inpassing wordt bereikt door een forse
De erven kennen van oorsprong een kenmerkende opbouw, wonen voor en
houtsingel om de loodsen te planten aansluitend op het verkavelingspa-‐
werken achter. Dit resulteerde in de sier-‐ en nutstuin aan de voorzijde en het
troon. Door de hoge noklijn (12 m) is een brede singel nodig om deze loods af
veel soberder maar functionele deel werken aan de achterzijde. Ook op dit
te schermen. Ook het zanddepot zal geheel uit het zicht ontnomen worden.
erf zal deze herkenbare opbouw ontstaan. De woningen met de royale tui-‐
Door de aanplant van een blokvormig bosje ten westen van het depot (KGO)
nen zullen georiënteerd worden op de Breesegge. Aangezien het erf dicht
blijft het groen in verhouding met de bebouwing. In totaal zal het groen op
aan de straat ligt, valt het vanaf deze richting goed op. Het achtererf met de
het erf toenemen met zo’ n 6000 m2. Op het erf komen verschillende ge-‐
loodsen en het zanddepot zal met name vanuit het landschap en vanaf de
biedsvreemde beplantingen voor als coniferen, laurierkers en dennen. Deze
A35 een opvallende verschijning in het landschap vormen. Bij de uitwerking
zullen vervangen worden door gebiedseigen beplanting als eiken en berken.
van het erf zal hier rekening mee gehouden moeten worden.
Om het zicht op het erf vanaf de A35 te breken worden hier bomen aange-‐
plant. Wel moet de veiligheid van het verkeer van en naar het erf gewaar-‐
Uitgangspunten opdrachtgever:
borgd zijn. Er is daarom niet gekozen om het erf aan de noordzijde dicht te
Bouw nieuwe machineloods;
planten met een singel.
goede inpassing in het landschap;
uitbreiding zanddepot;
De initiatiefnemer heeft enkele jaren geleden op eigen initiatief een bosje
efficiënt en veilig erf.
aan de noordoostzijde geplant. Dit bosje bestaat uit een grote verscheiden-‐
3.4
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING
Belangrijke uitgangspunten vormen de ruimtelijke kenmerken van het land-‐ schap zoals openheid, rechtlijnigheid, erven aan de weg en grote rationele huiskavels met blokvormige beplanting. De ontwikkelingsrichting in het ge-‐ bied is agrarisch. Aan het erf zal een nieuw bouwvolume worden toege-‐ voegd. Hierdoor zal een deel van het groen aan de zuidzijde gerooid moeten worden. De nieuw te bouwen loods moet qua vormgeving en materialisatie aansluiten op de bestaande bebouwing. Met een sobere strakke uitstraling sluit het goed aan bij het moderne agrarische landschap. Kenmerkend voor het gebied zijn het verkavelingspatroon en de verspreid liggende erven in het relatief open landschap. Door de aanleg van het viaduct van de A35 en het aanwezige kanaal ligt het erf als het ware in een hoek. Het wordt omsloten Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
9
heid aan beplanting. Landschappelijk en ecologisch gezien kan er een kwali-‐ teitsimpuls geleverd worden als de uitheemse beplantingen verwijderd wor-‐ den en vervangen worden door inheemse (streekeigen) soorten. Door in het bosje forse zomereiken te planten krijgt deze meer massa en sluit het aan bij de nieuw aan te planten singels en het blokvormig bosje. Door het groen aansluitend op het karakteristieke verkavelingspatroon te planten, wordt het erf een groene eenheid in het landschap.
3.5
HET ERFINRICHTINGSPLAN
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
10
1
Nieuw te bouwen loods (70 x 28,6 m)
2
Bestaande loods
3
Bestaande boerderij met kantoor/kantine
4
Woonhuis
5
Tuin privé met bestaande vijver
6
Bestaand bosje wordt opgeknapt (KGO)
7
Aanplant bomen om zicht vanaf A35 weg te nemen
8
Aanplant singels
9
Aanplant blokvormig bosje (KGO)
10
Zanddepot
11
Keren en parkeren
12
Bestaande gasleiding (mag geen groen op geplant worden)
Figuur 11 het erf sluit aan op de massa van het viaduct, vanuit het landschap wordt het verzacht met veel groen
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK-‐ 23-‐10-‐2012
15
3.6
BEPLANTINGSPLAN
Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK -‐ 23-‐10-‐2012
16
3.7
BEPLANTINGSCHEMA
Nummer op kaart
Soort
Nederlandse naam
perc.
Bomen
B1
zomereiken
100%
B2
Quercus robur Salix vitellina var. pen-‐ dula
treurwilg
B3
Tilia europea
Singel
plantwijze
plantafstand
hoeveelheid
aanplantmaat
verspreid
min. 6 (m)
12
14-‐16
100%
solitair
min. 6 (m)
2
14-‐16
Hollandse linde
100%
solitair
min. 6 (m)
3
14-‐16
deze singel is 6200 m2
HS1
Viburnum opulus
Geldersche roos
20%
driehoek
1 x 1 (m)
860
100-‐125
HS1
Corylus avalana
Hazelaar
20%
driehoek
1 x 1 (m)
860
100-‐125
HS1
Sorbus aucuparia
Lijsterbes
20%
driehoek
1 x 1 (m)
860
100-‐125
HS1
Quercus robur
Eik
verspreid
min. 6 (m)
40
200-‐250
HS1
Rhamnus frangula
Vuilboom
20%
driehoek
1 x 1 (m)
860
100-‐125
HS1
Populus tremula
Ratelpopulier
15%
driehoek
1 x 1 (m)
645
100-‐125
Bosje HS2
gebiedsvreemde beplantingen zullen gerooid moeten worden, ter vervanging worden er 10 zomereiken geplant Quercus robur
zomereik
100%
verspreid
min. 10 (m)
10
14-‐16
Onderhoudsvoorschrift houtwal en blokvormig bosje: Het jaarlijks onderhoud bestaat uit het verwijderen van ongewenste gewassen uit de singel en de bosjes. Hierbij gaat het om uitheemse soorten en bijvoorbeeld het maaien van braam en ruigtekruiden. De eerste ingreep en tweede ingreep zijn bedoeld om de overhangende takken te verwijderen. Naast het reguliere onderhoud zul-‐ len opengevallen plekken moeten worden opgevuld met nieuwe (inheemse) aanplant. Tenslotte is er een eindkap om de onderbeplanting te behouden, de eindkap moet eens in de 12-‐15 jaar. Hierbij worden alle stammen (BEHALVE DE ZOMEREIKEN) afgezet op 5-‐15 cm boven de grond. Het doel van deze maatregel is het verjongen van de beplanting. Bij het afzetten is het van belang dat er genoeg licht op de bodem valt om de stobben te laten uitlopen. Om te voorkomen dat een kaal landschap ontstaat en dieren worden weggejaagd is het afzetten van de houtwallen gefaseerd in tijd en plaats erg belangrijk. De leeftijdsvariatie is tevens gunstig voor planten en dieren. Erfinrichting.nl -‐ LANDSCHAPPELIJKE INPASSING BREESEGGE 3 BORNERBROEK -‐ 23-‐10-‐2012
17