Gemeente Vlieland Zorg voor Jeugd 2007
Jaarrapportage GGD Fryslân
Inhoudsopgave Zorg voor jeugd in de gemeente Vlieland
1. Vooraf .............................................................................................................. 3 2. Integrale jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar in Fryslân ...................................... 4 3. Medewerkers jeugdgezondheidszorg in gemeente Vlieland ............................ 5 4. Kengetallen cliëntcontacten september 2006 – december 2007 ..................... 5 5. Groepsmonitoring: cijfermatige informatie over de gezondheidstoestand
van de jeugd en risicogroepen ......................................................................... 6 6. Informatie en advies JGZ-team.......................................................................13 7. Deelname aan zorgnetwerken onderwijs, gemeentelijke netwerken en
ketenzorg ........................................................................................................14 8. Gezondheidsbevordering, projecten en campagnes.......................................15 9. Beleidsadvisering op het gebied van jeugd.....................................................15 10. Infectieziektebestrijding...................................................................................16 11. Advisering onderwijs over zorg chronisch zieke leerlingen .............................16 12. Preventie kindermishandeling .........................................................................16 13. Crisiszorg bij calamiteiten op school ...............................................................17 14. Scenarioteam maatschappelijke onrust ..........................................................17 15. Vertrouwenspersoon machtsmisbruik .............................................................17 16. Logopedie .......................................................................................................17
Bijlage Zorgaanbod jeugdgezondheidszorg
Bij sommige onderdelen in de rapportage treft u aandachtspunten of adviezen aan, afkomstig van medewerkers die in uw gemeente de zorg voor jeugd leveren.
2
Vooraf Met genoegen bieden wij u deze rapportage aan. De rapportage informeert u over de zorg voor jeugd die GGD Fryslân in 2007 in Vlieland heeft geboden. De rapportage geeft u inzicht in de uitgevoerde activiteiten, de gezondheidstoestand van de jeugd in uw gemeente op basis van onderzoek door de GGD en de samenwerking met ketenpartners in uw gemeente. In 2007 stonden jeugd en gezin volop in de (politieke) schijnwerpers. Gemeenten troffen voorbereidingen voor Centra voor Jeugd en Gezin en de invoering van zorgmonitoren. De gemeenten verenigd in de Vereniging voor Friese Gemeenten spraken zich uit voor het onderbrengen van de integrale JGZ 0-19 bij de Hulpverleningsdienst Fryslân. De kritische rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg wezen op de noodzaak van zorgcoördinatie en bemoeizorg door de Jeugdgezondheidszorg. GGD Fryslân, Thuiszorgorganisaties en Bureau Jeugdzorg Friesland stemmen hun activiteiten op dit terrein op elkaar af. Er wordt steeds meer geïnvesteerd in samenwerking met andere organisaties. Voorbeelden van deze samenwerking zijn in uw gemeente samenwerking in de voorbereiding van CJG, met schoolmaatschappelijk werk en in netwerken. De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD Fryslân heeft hard gewerkt aan de kwaliteit van de cliëntenzorg en van de organisatie. De afdeling JGZ voldoet inmiddels aan de standaarden van de Kwaliteitswet Zorginstellingen en heeft in 2007 het HKZ-certificaat ontvangen. In uw gemeente is ook inzet geweest van medewerkers van de afdeling Algemene Gezondheidszorg en de afdeling Beleid & Onderzoek. Het gaat dan bijvoorbeeld om infectieziektebestrijding of gezondheidsbevordering. Wij wensen u veel plezier bij het lezen van deze rapportage. Voor opmerkingen of vragen kunt u terecht bij ondergetekende.
Erna Jellesma, clusterhoofd jeugdgezondheidszorg E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 – 535 324 02 Jaap Erik Pijlman, hoofd jeugdgezondheidszorg E-mail:
[email protected]
Leeuwarden, mei 2008
De rapportage is digitaal beschikbaar op het Informatie- en Kennispunt Gezondheid van GGD Fryslân. Via www.ikpgezondheid.nl/gemeenten kunt u kiezen voor uw gemeente en de rapportage downloaden.
3
Integrale jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar in Fryslân Besluit JGZ 0-19 jaar in een uitvoeringsorganisatie In 2007 is het convenant “integrale JGZ Fryslân” geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie hebben de gemeenten verenigd in de Vereniging van Friese Gemeenten besloten de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar per 1-1-2009 onder te brengen bij de Hulpverleningsdienst Fryslân. Deze organisatie jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar moet flexibel inspelen op de wensen van de gemeenten. Het Dagelijks Bestuur van de HVD Fryslân heeft de colleges van B en W verzocht om met uniforme besluitvorming het besluit van de VFG bestuurlijk te effectueren. Organisatorische integratie en professionele integratie De managers JGZ van Thuiszorgorganisaties en van de GGD vormen het managementteam integrale JGZ. De afstemming van beleid en activiteiten resulteerden onder andere in één gezamenlijk productenboek met een kostprijssystematiek, het gezamenlijk voorbereiden van de implementatie van het Elektronisch Kinddossier in 2008 en activiteiten op het terrein van de professionele integratie. Voorbeelden van professionele integratie zijn: • Een uniforme aanpak voor het signaleren begeleiden jeugdigen (2-19 jaar) met overgewicht. Deze aanpak heeft inmiddels via het samenwerkingsverband van huisartsen, jeugdartsen en de kinderartsen van het Medisch Centrum Leeuwarden, zijn weg gevonden naar 150 Friese huisartsen. • Een provinciale scholingsdag voor alle JGZ-medewerkers gericht op inhoudelijke afstemming van en informatie over elkaars werkzaamheden en het versterken van de samenwerking van JGZ-medewerkers werkzaam in één gemeente. • Gezamenlijke activiteiten opvoedingsondersteuning en zorg voor jonge risicokinderen en risicogezinnen. • Gezamenlijke bijscholingsavonden voor artsen en verpleegkundigen gericht op actuele gezondheidsthema’s. • Gezamenlijke deelname aan de provinciale denktank Centra voor Jeugd en Gezin. • Een protocol voor de overdracht van zorg van vierjarigen van Thuiszorg naar GGD. Het protocol is gericht op één doorlopend zorgaanbod voor kind en ouder. Zorgcoördinatie De Inspectie voor de Volksgezondheid heeft in 2007 de gebeurtenissen rond het “Maasmeisje” Gessica onderzocht en constateert dat de JGZ zorgcoördinatie moet uitvoeren. Dit is een wettelijke taak die is verankerd in het Basistakenpakket JGZ. Daarnaast vindt de Inspectie dat de JGZ, meer dan tot nu toe, bemoeizorg moet verlenen. Bemoeizorg is ongevraagd zorg verlenen aan kinderen of jongeren die bedreigd worden in hun veiligheid of gezondheid. GGD Fryslân heeft tijdens scholing en instructie de JGZ-medewerkers geïnformeerd over deze ontwikkeling en de gevolgen voor de dagelijkse praktijk. Tezamen met de Thuiszorginstellingen wordt onderzocht hoe deze taken in samenhang met gemeenten, Jong in Fryslân, ketenpartners en de gemeentelijke zorgmonitoren kunnen worden uitgevoerd.
4
Medewerkers jeugdgezondheidszorg in gemeente Vlieland Het team jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar bestaat uit • Wiep Noordmans, assistente jeugdgezondheidszorg • Jeannette Hebly, sociaal verpleegkundige • Richard Noordbruis, arts • Ditty Bosscha, logopediste
Kengetallen cliëntcontacten september 2006 – december 2007
Basisonderwijs groep 2 Basisonderwijs groep 7 vmbo klas 1 havo/vwo klas 2 vmbo klas 3 Preventief gezondheidsonderzoek nieuwkomers Instroomonderzoek speciaal onderwijs Periodiek gezondheidsonderzoek speciaal onderwijs Preventief gezondheidsonderzoek op indicatie of verzoek Huisbezoek op indicatie Logopedische screening vijfjarigen Logopedisch onderzoek op indicatie Logopedisch vervolgonderzoek
Aantal kinderen of jongeren 11 31 27 0 21 0 0 0 12 0 17 6 8
Speciaal onderwijs Een deel van de jeugdigen zijn potentiële speciaal onderwijsleerlingen. Deze jeugdigen hebben veelal specifieke problemen ten aanzien van de ontwikkeling, de gezondheid en/of psychosociale problemen (onder andere gedrags- en opvoedingsproblemen). Deze leerlingen worden in de eilander situatie opgevangen op school. De begeleiding van deze groep jeugdigen is intensiever. De jeugdarts Richard Noordbruis nodigt deze leerlingen onder andere vaker uit voor een gezondheidsonderzoek of een gesprek en geeft advies aan de groepsleerkracht.
5
Groepsmonitoring: cijfermatige informatie over de gezondheidstoestand van de jeugd en risicogroepen Monitor gezondheid jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar
De gegevens in deze monitor zijn afkomstig van gezondheidsonderzoeken uit de periode september 2005 tot en met december 2007. Omdat het aantal kinderen in de registratie van de gemeente Vlieland gering is, worden de resultaten van de Waddeneilanden gezamenlijk gepresenteerd. Lichamelijke gezondheid De meeste kinderen hebben een goede lichamelijke gezondheid. Dit wordt dan ook door ouders of door de jeugd zo ervaren (figuur 1). voortgezet onderwijs
basisonderwijs 0%
1% 9%
5%
matig tot slecht redelijk (zeer) goed
90%
95%
Figuur 1. Oordeel van de ouders over de gezondheid van het kind in het basisonderwijs en het oordeel van jongeren in het voortgezet onderwijs over de eigen gezondheid op de Waddeneilanden
Een minderheid heeft te maken met chronische aandoeningen waarvoor langdurige medische zorg, bijvoorbeeld het gebruik van medicatie of medisch specialistische begeleiding, noodzakelijk is. Voorbeelden van chronische aandoeningen zijn astma, suikerziekte, aandoening van het bewegingsapparaat, ernstige auditieve of visuele handicap en reuma. Op de Waddeneilanden heeft 5% van de kinderen in groep 2 een chronische aandoening. Een substantieel deel van deze groep kinderen is hierdoor beperkt in het dagelijks functioneren op school, thuis en/of in het contact met leeftijdsgenoten. 5%
chronische aandoening geen chronische aandoening
95%
Figuur 2. Percentage kinderen in groep 2 met een chronische aandoening op de Waddeneilanden
6
percentage
60
40
20
0 chronische aandoening
geen chronische aandoening
beperkt in het dagelijks functioneren door de lichamelijk gezondheid
Figuur 3. Percentage kinderen in groep 2 dat beperkt is in het dagelijks functioneren door de lichamelijke gezondheid
Psychosociale gezondheid, opvoeding en opgroeien De JGZ-medewerker beoordeelt de ernst van psychosociale problemen naar gelang het type hulp dat reeds wordt gegeven of nodig wordt geacht: opvoedingsvoorlichting, opvoedingsondersteuning of gespecialiseerde hulpverlening. In figuur 4 wordt dit percentage voor de Waddeneilanden aangegeven, respectievelijk voor kinderen in groep 2 van het basisonderwijs en jongeren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Basisonderwijs groep 2
Matig tot ernstige psychosociale problemen 6%
Voortgezet onderwijs onderbouw
Matig tot ernstige psychosociale problemen 5%
Figuur 4. Signalering van psychosociale problemen op de Waddeneilanden
Psychosociale problemen kunnen het dagelijks functioneren op school, thuis en/of in contact met leeftijdgenoten nadelig beïnvloeden.
69% van de jeugdigen waarbij JGZ een matig tot ernstig psychosociaal probleem signaleert, wordt beperkt in het dagelijks functioneren op school, thuis en/of in contact met leeftijdgenoten.
7
% jeugdigen met hulp bij opvoeding of gedrag
Een deel van de jeugdigen ontvangt reeds hulp voor opvoeding en gedrag. 6 4 Waddeneilanden 2 provincie 0 bao groep 2
bao groep 7
vo onderbouw
Figuur 5. Percentage jeugdigen op de Waddeneilanden en de provincie dat reeds hulp ontvangt bij opvoeding en gedrag
Niet alleen JGZ signaleert, ook ouders geven aan welke problemen zij ervaren met de opvoeding en het gedrag van hun kind. De top 3 van opvoedings- en/of gedragsproblemen die ouders in de Waddeneilanden ervaren, is:
1. 2. 3.
bao groep 2 Kind is dwars en koppig Kind heeft onvoldoende zelfvertrouwen Kind vraagt op een storende manier aandacht
1. 2. 3.
bao groep 7 Kind vertelt niet wat hem/haar dwars zit Kind is snel afgeleid Kind is druk
De aard van problemen die JGZ signaleert bij jongeren in klas 3 van het vmbo varieert
Jonge risicokinderen groep twee basisonderwijs Op jonge leeftijd hangt de ontwikkeling van allerlei functies (psychosociaal, cognitief, sociaal, motorisch en spraak en taal) onder andere samen met de aanleg van een kind, de opgroeisituatie, de lichamelijke groei en gezondheid en de zintuigen. Lichte achterstanden kunnen worden ingelopen. Tijdens het gezondheidsonderzoek in groep 2 van de basisschool worden de spraak- en taalontwikkeling en de ontwikkeling van de motoriek door de jeugdarts beoordeeld. In figuur 6 staat informatie over kinderen met een achterstand in de motoriek (grove motoriek tenminste half jaar achter ten opzichte van kalenderleeftijd) en achterstand in de spraak- en taal ontwikkeling (taalontwikkeling tenminste half jaar achter ten opzichte van de leeftijd en/óf matig tot ernstige articulatieproblemen).
Percentage
15
10 Waddeneilanden
5
provincie
0 motoriek
spraak- en taal
ontwikkelingsachterstand
Figuur 6. Ontwikkelingsachterstand in de Waddeneilanden en de provincie.
8
Kinderen bij wie in groep 2 van het basisonderwijs een algemene ontwikkelingsachterstand wordt gesignaleerd, zijn tenminste twaalf maanden achter op twee of meer van de volgende gebieden van ontwikkeling: spraak- en taal, emotioneel en psychosociaal, cognitief, motorisch en lichamelijke rijping.
Percentage kinderen met een algemene ontwikkelingsachterstand
De bevindingen op groepsniveau laten zien dat bij kinderen met lichamelijke gezondheidsproblemen, psychosociale problemen of ongunstige opgroeiomstandigheden meer algemene ontwikkelingsachterstanden voorkomen. Dit geldt eveneens voor kinderen uit eenoudergezinnen, kinderen met een laagopgeleide moeder of kinderen van nietNederlandse herkomst. 30
20
10
0 ja
nee
beperkt in dagelijks functioneren door lichamelijke gezondheid
ja
nee
psychosociaal probleem of ongunstige opgroeiomstandigheden
een ouder
beide ouders
gezinssamenstelling
laag
hoog
opleidingsniveau moeder
niet- Nederlands Nederlands herkomst
Figuur 7. Relatie tussen algemene ontwikkelingsachterstand, lichamelijke gezondheid, psychosociale gezondheid en opgroeiomstandigheden en achtergrondkenmerken.
Op de Waddeneilanden is bij 4% van de kinderen in groep 2 een algemene ontwikkelingsachterstand gesignaleerd. In de provincie Friesland ligt dat percentage op 6%. Tabel 2. Gesignaleerde algemene ontwikkelingsachterstand en daarmee samenhangende indicatoren. Basisonderwijs groep 2 Waddeneilanden Provincie Friesland Algemene ontwikkelingsachterstand 4% 6% Beperkt in dagelijks functioneren door 1% 4% lichamelijke gezondheid 1 Psychosociaal probleem of ongunstige 6% 11% opgroeiomstandigheden Opgroeien in een eenoudergezin 6% 8% Laagopgeleide moeder 19% 21% Niet-Nederlandse herkomst 7% 7%
1
Door afronding kan dit percentage afwijken van de som van de percentages uit figuur 4 met betrekking op groep 2.
9
Overgewicht Overgewicht is een groeiend gezondheidsprobleem. Dat is ook te zien bij de Friese jeugd. Figuur 8 laat zien het percentage jeugdigen met overgewicht op de Waddeneilanden, vergeleken met de provincie. In figuur 9 is te zien hoe het percentage kinderen in groep 7 van het basisonderwijs met overgewicht zich de laatste jaren in de provincie ontwikkelt.
Percentage
100
10
11
14
7
14
13
80 60 overgewicht 40
gezond gewicht
20
bao groep 2
pr
ov in
ci e
n de W ad
de n
ei
la n
ov in pr
la n ei W ad
de n
ci e
n de
ci e ov in pr
W ad
de n
ei
la n
de
n
0
bao groep 7
vo onderbouw
Percentage kinderen met overgewicht
Figuur 8. Overgewicht op de Waddeneilanden en de provincie Friesland.
16 14 12 10 8 6 4
1980 1997 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2007
2 0
Figuur 9. Trend overgewicht bij 10-11 jarige kinderen in Friesland (percentages 1980/1997 zijn gemiddelde tussen jongens en meisjes gebaseerd op de Landelijke Groeistudie).
De integrale jeugdgezondheidszorg (0-19 jaar) in Friesland zet zich in voor de preventie van overgewicht. Jeugdigen met overgewicht en hun ouders krijgen gericht adviezen over bijvoorbeeld voeding, beweging en inactief spel (zoals televisiekijken, computergebruik). In overleg wordt gekeken of het wenselijk is andere hulp- of zorgverlening in te schakelen, bijvoorbeeld van een diëtist of kinderarts.
10
Leefstijl In figuur 10 staat weergegeven het percentage jeugdigen dat lid is van een sportvereniging op de Waddeneilanden en de provincie. Daaronder staat voor de provincie een vergelijking tussen het percentage jeugdigen dat lid is van een sportvereniging in 2007 en het schooljaar 2005-2006. 100
Percentage
80 60
Waddeneilanden
40
provincie
20 0 bao groep 7
vo onderbouw
Percentage
100 80 60
2005-2006
40
2007
20 0 bao groep 7
vo onderbouw
Figuur 10. Lid zijn van een sportvereniging.
Jeugdigen uit gezinnen met een ‘smalle beurs’ sporten minder dan hun leeftijdgenoten. Sportbeoefening hangt samen met een aantal achtergrondkenmerken, zoals blijkt uit figuur 11. 100 Percentage
80 60 40 20
gezinssamenstelling opleidingsniveau moeder
bao groep 7
herkomst
havo/vwo
vmbo
Nederlands
nietNederlands
hoog
laag
beideouders
eenouder
0
schooltype
vo onderbouw
Figuur 11. Lid zijn van een sportvereniging in relatie tot achtergrondkenmerken.
11
Genotmiddelen Jongeren in klas 3 vmbo krijgen een gezondheidsonderzoek gericht op psychosociale gezondheid. In 2007 hebben 201 jongeren op de Waddeneilanden aan dit onderzoek meegedaan. Er wordt ondermeer gevraagd naar overmatig alcoholgebruik en middelengebruik. De resultaten op de Waddeneilanden en de provincie Friesland, alsmede het resultaat in de provincie Friesland in 2007 en de voorliggende periode zijn af te lezen uit figuur 12. Percentage
30 20 10 0 gemeente
provincie
gemeente
provincie
drinkt wel eens meer dan 20 glazen alcohol per week
gebruikt wel eens hasj of wiet
2005-2006
2005-2006
Percentage
30 20 10 0 2007
drinkt wel eens meer dan 20 glazen alcohol per week
2007
gebruikt wel eens hasj of wiet
Figuur 12. Genotmiddelengebruik.
12
Zorg op maat Een deel van de jeugdigen, die worden gezien door JGZ, ontvangt zorg op maat in de vorm van een vervolgonderzoek of –gesprek met de JGZ-medewerker of wordt verwezen naar andere hulp- of zorgverleners. Het besluit om een jeugdige te verwijzen gebeurt veelal na een vervolgonderzoek of –gesprek (zie figuur 13). Op de Waddeneilanden hebben in 2007 totaal 1702 vervolgonderzoeken en – gesprekken in het basisonderwijs plaatsgevonden. In tabel 3 is af te lezen bij welke groep jeugdigen dit is geweest en de meest genoemde redenen per leeftijdsgroep voor een vervolgonderzoek of -gesprek. Tabel 3. Vervolgonderzoeken en –gesprekken op de Waddeneilanden Aantal vervolgonderzoeken en Top 3 redenen voor -gesprekken vervolgonderzoek/-gesprek 1. Zintuigen 2. Gedrag 4-8 jaar 94 2. Ontwikkeling 1. Gedrag 8-12 jaar 56 1. Houding 2. Zintuigen 12 jaar en ouder (provincie)
2525
Aantal
80 60
overig
40
gedrag of opvoeding
20
huisarts of medisch specialist
0 verwijzing Figuur 13. Verwijzingen op de Waddeneilanden in 2007.
Informatie en advies JGZ-team Aandachtspunten JGZ-team • • •
Overgewicht is evenals elders een gezondheidsprobleem. Het JGZ-team adviseert ouders en school extra aandacht te besteden aan de voeding en beweging. Er is veel behoefte aan psychosociale ondersteuning. Uitbreiden van uren maatschappelijk werk is wenselijk. In verband met het alcoholgebruik door de jeugd inzetten van het maatwerkproduct van GGD Fryslân “voorlichting alcohol” groep zeven basisonderwijs. Dit is een voorlichtend gesprek met ouder en kind tijdens het gezondheidsonderzoek van de leerlingen van groep zeven van het basisonderwijs.
2
Het totaal aantal genoemde vervolgonderzoeken en –gesprekken in het basisonderwijs kan afwijken van de som van het aantal vervolgonderzoeken en –gesprekken in tabel 3, omdat in een beperkt aantal gevallen de gegevens over de leeftijd ontbreken.
13
Deelname aan zorgnetwerken onderwijs, gemeentelijke netwerken en ketenzorg In zorgnetwerken wordt zorg rond individuele kinderen afgestemd. Participatie in zorgstructuren onderwijs Door een arts is deelgenomen aan het WSNS samenwerkingsverband. Hierin wordt voor leerlingen met leer- en gedragsproblemen geadviseerd welke hulp op school kan worden geboden. Zo nodig wordt verwezen naar externe hulpverlening. Regionaal heeft een arts geparticipeerd in het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt vroegtijdige schoolverlaters en in het team van VTO-vroeghulp. Aandachtspunt Door het beperkte aantal jeugdigen is het JGZ-team niet vaak op het eiland. Het JGZ-team adviseert om gezamenlijk met de huisarts, politie en onderwijs een zorgteam te formeren. Hierdoor kan bij problematiek sneller worden samengewerkt. Op Terschelling zijn goede ervaringen opgedaan met een vergelijkbare samenwerking. Regionaal heeft een arts geparticipeerd in het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt vroegtijdige schoolverlaters en in het team van VTO-vroeghulp. In voorkomende gevallen vindt overleg over individuele kinderen plaats met huisartsen, kinderartsen en andere medisch specialisten. Gezamenlijk loket JGZ en schoolmaatschappelijk werk In uw gemeente werken schoolmaatschappelijk werk en de JGZ samen in één jeugdgezondheidsteam. Zij vormen een gezamenlijk loket voor ouders en leerkrachten bij vragen over lichamelijke en psychosociale gezondheid, ontwikkeling en opvoeding.
14
Gezondheidsbevordering, projecten en campagnes Gezondheidsbevordering is gericht op het bevorderen van een gezonde leefstijl en opvoedings-, c.q. opgroeiondersteuning. Jongeren, ouders en andere organisaties kunnen terecht bij GGD Fryslân voor informatie over gezondheid in brede zin. Het informatiecentrum is vrij toegankelijk en ook de website wordt veel geraadpleegd. Verder promoten en ondersteunen wij de gezondheidseducatie door school en verzorgen wij themabijeenkomsten, cursussen of worden preventieprogramma’s opgezet. De afgelopen drie jaar is hard gewerkt aan de bestrijding van overgewicht. In 2007 lag het accent op de individuele voorlichting en begeleiding van jeugdigen met overgewicht. In enkele regio’s (Leeuwarden en de Friese Wouden) was deze begeleiding onderdeel van bredere projecten gericht op preventie van overgewicht. In 2007 is het project de Gezonde School Fryslân gestart. Dit project stimuleert scholen om planmatig te werken aan gezondheidsbevordering van de leerlingen. Door middel van het project “Lentekriebels” van GGD Fryslân hebben basisscholen extra ingezet op relationele en seksuele vorming van hun leerlingen. Met ingang van het schooljaar 2007-2008 is ingezet op de preventie van overmatig alcoholgebruik door de jeugd. Dit gebeurt onder andere door middel van een aanbod aan de basisscholen. Daarnaast geeft in een gemeente een verpleegkundige individuele voorlichting aan kind en ouder tijdens de gezondheidsonderzoeken in groep zeven van de basisschool. Deze individuele voorlichting is een maatwerkactiviteit. Via de website biedt de GGD artikelen voor de schoolkrant aan over alcohol, drugs, bewegen, digitaal pesten, gehoor, hoofdluis, hygiëne, lastige eters, ontbijt, voeding, overgewicht, tussendoortjes, weerbaar, vaccinatie, gezond gewicht, faalangst. Via de regionale kranten heeft GGD Fryslân in 2007 de volgende artikelen aangeboden: “voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind”, “vaccinaties: investeren in uw kind”, “gehoorbeschadiging bij jongeren”, “kindermishandeling”, “alcohol en seks (op vakantie)”. Uitleen lesmateriaal Het infocentrum van GGD Fryslân heeft 721 keer lesmateriaal uitgeleend aan scholen in Friesland. Ondersteunen landelijke acties GGD Fryslân heeft de landelijke gezondheidscampagnes Nationale Poetsweek en Nationaal Ontbijt ondersteund met regionale activiteiten.
Beleidsadvisering op het gebied van jeugd Beleidsadvisering aan gemeenten met betrekking tot jeugd- en gezondheidsbeleid behoort ook tot de taken van GGD Fryslân. In 2007 heeft dit vooral in het teken gestaan van de Wmo- en gezondheidsbeleidsplannen. Alle gemeenten hebben in juli 2007 het advies ‘Masterplan Gezond Leven’ ontvangen; u kunt dit advies betrekken bij uw gemeentelijke gezondheids- of Wmo-beleid. In dit Masterplan Gezond Leven vindt u adviezen over het bevorderen van een gezonde leefstijl van de jeugd op de terreinen weerbaarheid, opvoedingsondersteuning, alcohol, roken, overgewicht en seksuele gezondheid. Voor zover bekend heeft u geen specifieke verzoeken gedaan aan GGD Fryslan m.b.t. beleidsadvisering over gezondheid en jeugd.
15
Infectieziektebestrijding Meldingen, vragen en voorlichting De GGD heeft een specifieke taak op het gebied van infectieziekten en is het kenniscentrum op het gebied van besmettelijke ziekten en TBC. De GGD ondersteunt scholen en peuterspeelzalen bij een uitbraak van besmettelijke ziekten. Het gaat met name om kinkhoest, krentenbaard, roodvonk, de “vijfde ziekte” en onbegrepen huiduitslag. Daarnaast wordt regelmatig geadviseerd in het geval van een hersenvliesontsteking en wanneer een leerling drager is van bijvoorbeeld Hepatitis B. Zwangere leerkrachten, peuterspeelzaalleidsters en anderen die beroepsmatig met kinderen werken vragen regelmatig advies over de risico’s van infectieziekten. In uw gemeente is 1 keer actie ondernomen na melding van een infectieziekte en heeft 2 maal advisering plaatsgevonden aan scholen en peuterspeelzalen. Er is verder specifiek aandacht voor de bestrijding van soa onder andere door middel van preventieprogramma’s die zich richten op de jeugd. Rijksvaccinatieprogramma Conform het Rijksvaccinatieprogramma ontvangen alle negenjarigen een uitnodiging voor vaccinatie tegen Bof, Mazelen, Rode Hond (BMR) en tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP). Met ingang van 2007 verzorgt GGD Fryslân deze vaccinaties voor heel Friesland. Dit gebeurt door zogenaamde massavaccinatie op één locatie per gemeente. Vanwege de hoge opkomst en efficiency is de werkwijze van GGD Fryslân in een vergelijkend onderzoek tussen GGD’en gekozen als een van de meest doelmatige manieren van vaccineren. Vaccinatie negen jarigen gemeente Vlieland 2007 Bron: RIVM Noord-Nederland Aantal Opkomstpercentage Aantal kinderen kinderen BMR BMR DTP 7 100% 6
Opkomstpercentage DTP 85,71%
Negenjarigen die de massavaccinatie hebben gemist en andere jeugdigen 4-19 jaar die onvoldoende zijn gevaccineerd, kunnen via inhaalspreekuren van GGD Fryslân alsnog worden gevaccineerd.
Advisering onderwijs over zorg chronisch zieke leerlingen Scholen worden steeds vaker geconfronteerd met chronisch zieke leerlingen die op school medische zorg of medicatie nodig hebben. In 2007 hebben de basisscholen van GGD Fryslân een protocol ontvangen voor het verstrekken van medicatie en het uitvoeren van medisch handelingen op school. Bijvoorbeeld sondevoeding geven of bloedsuikerwaarde bepalen bij een kind met suikerziekte. Het protocol helpt scholen om genoemde handelingen praktisch en juridisch goed te organiseren. De jeugdartsen ondersteunen zo nodig scholen bij vragen over de (medische) zorg op school.
Preventie kindermishandeling Individuele burgers, zorgverleners en mensen die beroepsmatig werken met kinderen kunnen een vermoeden van kindermishandeling melden bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK). In de afgelopen jaren bedroeg in uw gemeente het aantal jeugdigen met één of meer meldingen van kindermishandeling respectievelijk 4 in 2003, 0 in 2004, 0 jeugdigen in 2005 en 0 jeugdigen in 2006. Scholen zijn verplicht om een protocol voor signalering en melding kindermishandeling te hebben. Veel scholen gebruiken hiervoor het protocol signalering van kindermishandeling van GGD Fryslân, dat kan worden gedownload van de website van GGD Fryslân.
16
Crisiszorg bij calamiteiten op school Bij calamiteiten met leerlingen en/of leerkrachten geven JGZ-medewerkers van GGD Fryslân ondersteuning en advies gericht op de eerste opvang, de coördinatie van zorg en het verlenen van nazorg. Dit is bijvoorbeeld het geval bij zelfdoding, zedenzaak, geweldsdelict, extreme vormen van kindermishandeling, epidemie infectieziekte. Aansluitend op de crisiszorg kan ondersteuning worden geboden door het Scenarioteam Maatschappelijke Onrust, waarin GGD Fryslân participeert.
Scenarioteam maatschappelijke onrust Bij een zedenzaak of andere calamiteit kan lokaal een scenarioteam maatschappelijke onrust worden geformeerd bestaande uit zorgverleners, politie, justitie en vertegenwoordigers van het onderwijs. Het scenarioteam richt zich op strategiebepaling, afstemming van zorg en afstemming van informatie aan direct betrokkenen en pers. GGD verzorgt het casemanagement van de scenarioteams. In 2007 zijn in Friesland zes scenarioteams geformeerd.
Vertrouwenspersoon machtsmisbruik GGD Fryslân levert samen met Maatschappelijk Werk Fryslân vertrouwenspersonen machtsmisbruik in het kader van de wettelijke verplichte klachtenregeling voor scholen. Ingeval van een klacht over een ernstige vorm van machtsmisbruik (seksuele intimidatie, racisme, discriminatie, agressie/geweld of pesten) of een klacht over schoolorganisatorische zaken treedt de verpleegkundige van de GGD op als vertrouwenspersoon voor leerlingen/ouders. Het maatschappelijk werk levert zo nodig een vertrouwenspersoon voor de “aangeklaagde”. De verpleegkundige draagt bij aan het stoppen van het machtsmisbruik. Zonodig vindt bemiddeling, indienen van een klacht bij klachtencommissie of verwijzing naar de hulpverlening plaats. GGD Fryslân verzorgt in Friesland op 254 scholen de functie van vertrouwenspersoon. In uw gemeente wordt de functie van vertrouwenspersoon niet door GGD Fryslân verzorgd.
Logopedie GGD Fryslân verzorgt in Friesland preventieve logopedie op 105 scholen. In uw gemeente wordt logopedische zorg verleend op de basisschool de Zeester. Op deze scholen zijn in de periode september 2006 t/m december 2007 de volgende preventief logopedische onderzoeken uitgevoerd: • screening van 17 kleuters • onderzoek op indicatie bij 6 leerlingen • vervolgonderzoeken bij 8 leerlingen. Onderzoek op indicatie kan op verzoek van ouder of leerkracht en op indicatie van de curatief werkend logopedist. 22,6% van de onderzochte kinderen is verwezen voor curatieve logopedische behandeling.
17
Jeugdgezondheidszorg Wettelijk kader De jeugdgezondheidszorg is verankerd in de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). Het takenpakket van de JGZ is in 2002 uitvoerig in het Besluit Jeugdgezondheidszorg beschreven: het landelijk Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg (BTP JGZ). In 2003 is door het onafhankelijke Platform JGZ een landelijke richtlijn voor de vaste contactmomenten van de Jeugdgezondheidszorg uitgebracht. De Inspectie voor de Volksgezondheid ziet toe op de uitvoering van het Basistakenpakket JGZ. Producten jeugdgezondheidszorg GGD Fryslân Jaarlijks stelt het Algemeen Bestuur van de Hulpverleningsdienst Fryslân het productenpakket voor de hele GGD vast. Het basispakket Zorg voor Jeugd wordt op gelijke wijze in de verschillende gemeenten aangeboden en vormt een basisvoorziening voor alle kinderen en jongeren van 4 tot 19 jaar. De producten uit het pluspakket kunnen tegen betaling worden afgenomen zoals vertrouwenspersoon machtsmisbruik en preventieve logopedie. De jeugdgezondheidszorg wil met haar producten de kansen op gezondheid voor elke individuele jeugdige bevorderen. Kernbegrip is gezond opgroeien. Met de nadruk op de lichamelijke en psychosociale gezondheid en het ondersteunen van de ontwikkeling, leefstijl, opvoeding en het opgroeien. Er wordt hierbij samengewerkt met een groot aantal ketenpartners en de ruim 600 scholen in Friesland voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Kwaliteit Bij de uitvoering van de in de WCPV-vastgelegde taken wordt gewerkt volgens de door de Kwaliteitswet Zorginstellingen (HKZ) gestelde kwaliteitseisen. Dit gebeurt onder andere door protocollering, intervisie en toetsing van de productuitvoering met behulp van audits. De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD Fryslân werkt inmiddels volgens de standaarden van de Kwaliteitswet Zorginstellingen en heeft in 2007 het HKZ-certificaat ontvangen. Zorgaanbod basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs De GGD heeft specifieke zorgpakketten voor het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs. Deze pakketten zijn afgestemd op de gezondheids- en ontwikkelingsproblemen die specifiek zijn voor de leeftijd en het type onderwijs dat de leerlingen volgen. Kinderen en jongeren worden op vaste leeftijden uitgenodigd voor een preventief gezondheidsonderzoek. Dit zijn in het basisonderwijs alle kinderen van groepen 2 en 7, in het vmbo alle jongeren uit de klassen 1 en 3 vmbo en alle jongeren van klas 2 havo/vwo. Bij plaatsing in het speciaal onderwijs vindt bij alle leerlingen een ”instroomonderzoek” plaats. Tot negen jaar worden de speciaal onderwijsleerlingen om de twee jaar uitgenodigd voor een gezondheidsonderzoek; daarna vinden de onderzoeken op dezelfde leeftijd plaats als in het regulier onderwijs. Daarnaast besteedt GGD Fryslân extra aandacht en tijd aan hen die meer zorg nodig hebben (zorg op maat). Dit kan door een onderzoek/gesprek op indicatie van de jeugdarts of de sociaal verpleegkundige óf een gesprek/onderzoek op verzoek van de ouders of een leerkracht. Ouders, jongeren en leerkrachten kunnen altijd met hun vragen over gezondheid en gedrag terecht bij de Jeugdgezondheidszorg; dit kan telefonisch en via spreekuren op school.
18
Zorgaanbod •
•
•
•
•
•
•
•
Preventief gezondheidsonderzoek groep 2 Dit onderzoek richt zich op de gezondheidstoestand, de groei en de ontwikkeling (lichamelijk, psychosociaal, emotioneel, motoriek, spraak en taal) van het kind. Met specifieke aandacht voor opvoedingsvragen, vragen over gezondheid en een gezonde leefstijl. Zonodig vindt advisering en/of verwijzing plaats. Na het onderzoek worden, met schriftelijke toestemming van de ouder(s), de voor het leerproces relevante onderzoeksbevindingen met de leerkracht besproken. Preventief gezondheidsonderzoek groep 7 Dit onderzoek is gericht op belangrijke gezondheidsaspecten in de (pré)puberteit: psychosociaal functioneren, omgang met leeftijdsgenoten, lichamelijke groei, leefstijl en opvoedingsvragen van ouders. Zonodig vindt advies en/of verwijzing plaats. Preventief gezondheidsonderzoek klas 1 vmbo en klas 2 havo/vwo Dit onderzoek richt zich op de lichamelijke groei, het psychosociaal functioneren, de sociale aansluiting met leeftijdsgenoten, de leefstijl en het versterken van de zelfzorg van de jeugdige voor de eigen gezondheid en de leefstijl. Er is aandacht voor vragen van de jongere. Zonodig vindt advisering en/of verwijzing plaats. Preventief gezondheidsonderzoek psychosociale gezondheid klas 3 vmbo Jongeren vullen, na instructie door de verpleegkundige, klassikaal een vragenlijst (KIVPA) in, gericht op de opsporing van psychosociale problematiek. Jongeren met een indicatieve score en jongeren die dit aangeven (tezamen 30% van de leerlingen klas 3 VMBO) worden uitgenodigd voor een gesprek, gericht op het inschatten van de aanwezige psychosociale problematiek en de zorgbehoefte van de jongere. Zonodig vindt verwijzing naar hulpverlening plaats. Hulpverlening kan eventueel door het op school aanwezig schoolmaatschappelijk werk worden geboden. Preventief gezondheidsonderzoek nieuwkomers Voor dit onderzoek worden uitgenodigd jeugdigen afkomstig uit andere culturen die nog geen preventief gezondheidsonderzoek hebben gehad (asielzoekers met status, gezinsherenigers, adoptiekinderen, kinderen van illegalen). Instroomonderzoek speciaal onderwijs Dit onderzoek richt zich op de relatie tussen gezondheid en de aanwezige ontwikkelingsproblematiek c.q. leer- en/of gedragsproblemen. Afhankelijk van het type speciaal onderwijs, de leeftijd en de problematiek van de jeugdige zijn er accentverschillen in het onderzoek. Naast individuele advisering aan ouder en jeugdige geeft de arts een schriftelijk advies ten behoeve van het individuele handelingsplan van de leerling op school. Zonodig vindt verwijzing plaats. Preventief gezondheidsonderzoek speciaal onderwijs Conform de Richtlijn BTP van het Platform JGZ worden de leerlingen tot acht jaar om de twee jaar uitgenodigd, daarna worden de leerlingen van acht, elf, dertien en zestien jaar uitgenodigd voor een onderzoek. Dit onderzoek is gericht op het beoordelen van leeftijdsspecifieke gezondheidsaspecten en ontwikkelingsaspecten in relatie tot de problematiek waarvoor de jeugdige/jongere het speciaal onderwijs bezoekt. Daarnaast is veel aandacht voor vragen van ouders en jongeren over gezondheid, opvoeding en opgroeien, het inschatten van de zorgbehoefte en het geven van voorlichting. Zo nodig vindt verwijzing plaats. Vanuit sociaal medische deskundigheid wordt advies gegeven voor het handelingsplan. Preventief gezondheidsonderzoek op indicatie Dit is een lichamelijk onderzoek en/of gesprek bij ontwikkelingsproblematiek, gezondheidsprobleem, gedragsprobleem, opgroeivragen of opvoedingsvragen. Zonodig vindt kortdurende begeleiding plaats (maximaal drie gesprekken), gericht op opvoedingsondersteuning (ouders) of opgroeiondersteuning (jongere). Het onderzoek/gesprek kan na een voorafgaand onderzoek worden geïndiceerd door een JGZ-medewerker van de GGD, Thuiszorg of Medische Opvang Asielzoekers. Het onderzoek/gesprek kan ook op verzoek van ouder(s), jongere of leerkracht plaatsvinden.
19
•
•
•
•
•
•
Ouders of jongere kunnen een onderzoek/gesprek aanvragen via het telefonisch spreekuur, inloopspreekuur op school of via de school. Huisbezoek op indicatie Een huisbezoek vindt in overleg met ouder(s) plaats en is gericht op inventarisatie van gezondheidsproblematiek, gedragsproblematiek of opvoedingsvragen en advisering aan ouder(s). Zonodig vindt verwijzing naar hulpverlening plaats. De indicaties voor een huisbezoek zijn divers: opvoedingsvragen, niet verschijnen gezondheidsonderzoek, huisbezoek drempelverlagend voor ouders, hardnekkige hoofdluisproblematiek, ernstige gedragsproblematiek op school enz. Telefonische bereikbaarheid Ouders, jongeren en leerkrachten kunnen met vragen over gezondheid, ontwikkeling, gedrag, opvoeding, opgroeien of zorgen over het functioneren thuis, op school of in de vriendengroep, terecht bij de jeugdgezondheidszorg. De bellers krijgen direct contact met de ‘eigen’ arts of verpleegkundige van de school van de leerling. Inloopspreekuur voortgezet onderwijs Op voortgezet onderwijsscholen wordt periodiek een laagdrempelig inloopspreekuur gehouden voor jongeren met vragen over de eigen gezondheid, het opgroeien of de zorgen over het functioneren thuis, op school of in de vriendengroep. Afhankelijk van de problematiek vindt advisering, versterking van de zelfzorg of verwijzing naar hulpverlening plaats. Consultatie door intermediairen Na de gezondheidsonderzoeken worden, met schriftelijke toestemming van de ouder(s), de voor het leerproces relevante onderzoeksbevindingen met de leerkracht besproken. Naar aanleiding van deze gezondheidsonderzoeken of vragen van leerkrachten over individuele leerlingen of vragen van op een school aanwezig zorgteam, adviseert de arts of de verpleegkundige aan leerkrachten/docenten. De advisering betreft veelal handelingsadviezen of achtergrondinformatie over gezondheid en gedrag en het functioneren van een leerling op school. Zonodig vindt afstemming van zorg plaats tussen onderwijs en zorginstelling. Participatie in zorgstructuur onderwijs In onderwijszorgteams op provinciaal, regionaal en schoolniveau leveren artsen en verpleegkundigen een bijdrage aan diagnostiek en handelingsplan bij jeugdigen/jongeren met een complexe problematiek. De arts/verpleegkundige draagt zorg voor de toegeleiding naar en de afstemming met hulpverleningsinstelling of medische zorg. Het betreft een groot aantal zorgteams bijvoorbeeld: - Speciaal onderwijs: Begeleidingscommissies SO-scholen. - Basisonderwijs: Teams Weer Samen Naar School, Commissies Leerlingen Zorg. - Voortgezet onderwijs: Zorgteams Voortgezet Onderwijsscholen, Permanente Commissie Leerlingenzorg en Regionaal Meld- en Coördinatiepunt vroegtijdige Schoolverlaters. Zorgcoördinatie Bij gezinnen en jeugdigen met meervoudige problematiek is het nodig om de zorg af te stemmen. Zorgcoördinatie is een wettelijk taak verankerd in het Basistakenpakket JGZ. Artsen werkzaam in het speciaal onderwijs verlenen regelmatig zorgcoördinatie. Zo mogelijk wordt ook elders geprobeerd inhoud te geven aan deze taak. Naar aanleiding van de aanbevelingen van de Inspectie voor de Volksgezondheid bereidt de GGD tezamen met de Thuiszorg zich voor op de uitvoering van deze taak.
20