Gemeente Nieuwkoop
Begroting 2014 Algem ene dekkingsmiddelen
1. Ruim telijke ontw ikkeling
10. Bestuur
2. Bedrijvigheid en toerisme
3. Ruim telijk beheer
9. Klant Contact Centrum
4. Sociale participatie
8. Openbare orde en veiligheid
5. Sport en ontspanning
7. Econom ische participatie 6. Onderwijs en cultuur
Voorwoord
Leeswijzer
Programmaplan
Paragrafen
© Gemeente Nieuwkoop 2013
1
Financiële begroting
Bijlagen
Voorwoord Met veel genoegen biedt dit college deze laatste Programmabegroting van deze collegeperiode aan inclusief de meerjarenraming 2015 tot en met 2017. Ook in 2014 wordt actief verder gewerkt aan de doelstellingen die zijn opgenomen in het collegeprogramma 2011-2014. Het herziene collegeprogramma 2011-2014 “Samen aan de slag” en de in 2013 opgestarte bezuinigingsoperatie: “Andere Tijd Andere Gemeente” zijn leidend geweest bij het opstellen van deze begroting. De Programmabegroting 2014-2017 is het document waarmee de raad het college een opdracht meegeeft, de prestaties vaststelt en de budgetten voor de programma’s in 2014 bepaalt.
De jaarrekening 2012 sloot met een tekort van ruim € 14 mln. Dit tekort werd gedekt uit de reserves die het weerstandsvermogen van de gemeente vormen. Hierdoor was het weerstandsvermogen van de gemeente per 1 januari 2013 vrijwel nihil. In de uitgangspuntennotitie zijn voorstellen gedaan om het weerstandsvermogen te verbeteren en deze zijn vervolgens in de voorliggende begroting verwerkt.
Het bezuinigingstraject: “Andere tijd, andere gemeente” is in het voorjaar opgestart. De door het college voorgestelde bezuinigingen zijn verwerkt in deze begroting en hierdoor kan het college een sluitende begroting voor 2014 en 2015 presenteren die rekening houdt met onzekerheden van bijvoorbeeld de decentralisaties.
In deze programmabegroting geeft de gemeenteraad aan wat hij in Nieuwkoop wil bereiken. De voornemens zijn geordend per programma. Een programma is een bundeling van plannen die op een zelfde thema zijn gericht. Daarmee geeft de raad het college van burgemeester en wethouders een opdracht mee voor het komende jaar. De raad kan met de beschikbaar komende tussentijdse rapportages, het te realiseren beleid volgen en bijsturen.
Met het vaststellen van de Programmabegroting machtigt de raad het college om per programma de genoemde doelen te bereiken met de voor dat programma geraamde middelen. Het college mag verschuivingen binnen (het plafond van) de programma’s aanbrengen. Uiteraard met als doel de door de raad geformuleerde doelstellingen en beoogde maatschappelijke effecten te realiseren.
Centraal in de programma’s zijn de antwoorden geformuleerd op de zogenaamde drie W-vragen:
Wat willen we bereiken? (Wat zijn de beoogde maatschappelijke effecten?)
Wat gaan we daarvoor doen? (Welke activiteiten voeren we daarvoor uit?)
Wat mag het kosten? (Hoeveel geld zetten we hiervoor in?)
De behandeling en besluitvorming in de raad zijn gepland in de openbare raadsvergadering van 14 november 2013.
2
Financiën De begroting 2014 wordt gepresenteerd met een positief resultaat van € 378.000. Dit is het resultaat na verwerking van de Uitgangspuntennotitie, de actualisatie van het statenwerk, de overige begrotingsmutaties en de bezuinigingen. Het begrotingssaldo is opgebouwd uit structurele en incidentele inkomsten en uitgaven. Het is voor de gemeente van belang om de structurele uitgaven te kunnen dekken met de structurele inkomsten. De begroting is voor 2014 materieel sluitend. 2014 Begrotingssaldo
378.000
Begrotingssaldo Incidenteel
- 2.866.000
Begrotingssaldo structureel
3.244.000
In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van het begrotingssaldo. De diverse onderdelen zijn daarna op hoofdlijnen verder uitgewerkt. Totaaloverzicht opzet begroting B2014 117.000 10.00086.000
B2015 129.000
B2016 551.000
B2017 551.000
87.000
87.000
87.000
A Saldo Begrotingsmutaties reeds besloten Voorjaarsnota 2013 B Saldo Begroting 2014-2017 Voorjaarsnota
193.000 640.004 833.004
216.000 553.004 769.004
638.000 582.004 1.220.004
638.000 582.004 1.220.004
Ontwikkelingen Algemene Uitkering Ontwikkeling sociaal domein Grondexploitaties/sleutelprojecten/Noordse Buurt Versterken weerstandsvermogen Vrijval risicobuffer Doorschuiven precario Diversen Technische richtlijnen
84.000255.000500.000 50.000 460.0006.094
845.000500.000383.00030.000500.000 50.000 500.00010.107
1.372.000605.000511.00060.000500.000 50.000 500.0009.656
1.768.000605.000639.00090.000500.000 480.0009.656
C Saldo Begroting 2014-2017 Uitgangspuntennotitie
590.098
928.889-
1.268.340-
1.852.340-
Actualisatie van het statenwerk: Staat van personeelslasten Kostenverdeelstaat Actualiseren grextoerekening Actualiseren staat C Renteomslag/rente reserves & voorzieningen Kostendekkendheid Afval en Riool
197.47929.77053.602 61.989 741.211134.323-
361.38929.77053.640 25.769 121.077 53.130
361.38929.77053.678 197.87518.740100.055-
361.38929.77053.717 69.298 93.624 62.655-
D Actualisatie van het statenwerk
987.192-
137.542-
654.149-
237.174-
18.896
186.965
620.045
630.441
G Saldo begroting 2014-2017 (C+D+E)
378.197-
879.465-
1.302.444-
1.459.072-
H Bezuinigingen
755.674
1.072.469
1.086.663
1.092.492
I Saldo begroting 2014-2017 incl. bezuinigingen (C+D+E+H)
377.477
193.004
Voorwoord
Saldo primaire begroting 2013 e.v. Amendement Burgernet Mutaties t/m raadsbesluiten april 2013
E Overige begrotingsmutaties
In bovenstaande tabel betekent ’-‘ een negatieve post (dit in tegenstelling tot de overige in dit document opgenomen tabellen).
3
215.781-
366.580-
Financiën D. Actualisatie van het statenwerk
Voorwoord
Staat van personeelslasten De begroting van de personeelslasten is gebaseerd op de berekening van de begroting 2013, die is bijgewerkt met de gevolgen van de meest actuele doorontwikkeling van de organisatie. Er is gerekend met een loonstijging van 1,2% en een stijging van de werkgeverslasten van 1%. In het genoemde mutatiesaldo is rekening gehouden met de opgenomen stelpost uit de uitgangspuntennotitie van € 190.000. 2014
2015
2016
2017
Meerkosten staat B, incl. verwerking 1,2% loonstijging
243.155
407.065
407.065
407.065
Stijging werkgeverslasten 1%
144.324
144.324
144.324
144.324
Totale personeelslasten
387.479
551.389
551.389
551.389
Af: Stelpost UPN
190.000
190.000
190.000
190.000
Saldo mutaties personeelslasten
197.479
361.389
361.389
361.389
Vanaf 2015 zijn de personeelslasten ca. € 164.000 hoger ten opzichte van 2014. Dit wordt veroorzaakt door: € 57.000 stijging van de personeelslasten bij de Raad als gevolg van het terugdraaien van het verminderen van het aantal raadsleden. € 16.000 stijging van de personeelslasten bij het Dagelijks bestuur als gevolg van het terugdraaien van het verminderen van het aantal wethouders.. € 90.000 stijging van de personeelslasten op de afdelingskostenplaats Bedrijfsvoering als gevolg van reeds eerder ingevulde reductie fte’s. Kostenverdeelstaat De kostenverdeelstaat voor 2014 e.v. is berekend op basis van de begrote uren per product. De mutatie op de kostenverdeelstaat van € 29.770 wordt veroorzaakt door een administratieve correctieboeking op de Voorjaarsnota. Actualiseren grextoerekening Het saldo van ca. € 53.600 wordt veroorzaakt door de uitbreiding van uren voor projectondersteuning en makelaarsfunctie ten behoeve van de grondexploitaties. Actualiseren staat C I.v.m. het aflossen van de NUON aandelen in 2015, vindt in 2016 e.v. een forse daling plaats van de kapitaallasten ca € 408.000 in 2016 tot € 517.000 in 2017. De kapitaalslasten van de grondexploitaties fluctueren afhankelijk van de geraamde investeringen o.a Noordse Buurt. De kosten voor automatisering en informatievoorziening zorgen voor hogere kapitaalslasten in 2015 en 2016.
4
Financiën Renteomslag/rente, reserves en voorzieningen Het saldo van deze post wordt veroorzaakt door de volgende mutaties. 2014
2015
2016
2017
Onttrekking aan Algemene Reserve dekkingsmiddel t.b.v. Reserve Weerstandsvermogen
-750.000
-750.000
-750.000
-750.000
Onttrekking aan Reserve Opbrengst aandelen Nuon t.b.v. Reserve Nuon rentevrij
-3.200.000
-3.200.000
-3.200.000
-3.200.000
Onttrekking aan Reserve Opbrengst aandelen Nuon t.b.v. Reserve Nuon rentevrij (UPN '13-'16)
-2.500.000
-
-
-
750.000
750.000
750.000
750.000
Storting in Reserve Nuon rente vrij onttrokken aan Reserve Opbrengst aandelen Nuon (UPN '13-'16)
3.200.000
3.200.000
3.200.000
3.200.000
Storting in Reserve Nuon rente vrij onttrokken aan Reserve Opbrengst aandelen Nuon (UPN '13-'16)
2.500.000
-
-
-
-30.000
-
-
-
-7.000
-7.000
-7.000
-7.000
A. Mutaties in Reserves en Voorzieningen
Storting in Reserve Weerstandsvermogen ontrokken aan Algemene Reserve dekkingsmiddel
Burgerinitiatieven Wmo beleidsplan Begrotingsvoorstel 2014 - wandelpaden
400
400
400
400
Storting in de Algemene Reserve vrij besteedbaar t.b.v. aanvulling weerstandsvermogen
900.000
-
-
-
Storting in Reserve Renteschommelfonds
460.000
638.000
695.000
-
-
-
-
-97.000
1.323.400
631.400
688.400
-103.600
2014
2015
2016
2017
14.955
14.903
16.772
18.282
-946.976
-829.729
-711.807
-708.029
81.100
81.100
81.100
81.100
13.734
-212.412
-181.026
-335.721
-459.788
-630.073
-686.301
132.375
714.786
823.736
811.600
821.968
-582.189
-752.474
-669.661
9.975
741.211
-121.074
18.739
-93.625
Afrondingscorrectie
Onttrekking aan de Reserve Renteschommelfonds
Voorwoord
Subtotaal
B. Mutaties in rentebedragen als gevolg van de renteomslagberekening Berekende rente voor de Voorzieningen voormalig wethouders en wethouderspensioen Berekende rente voor diverse reserves waaraan rente wordt toegerekend Ontvangen winstuitkeringen Bespaarde rente (toegek.rente) Renteresultaat Berekende rente voor de Voorzieningen nadelige saldi grexen en sleutelprojecten Subtotaal Totaal per saldo
Kostendekkendheid Afval en Riool De mutaties op de begrotingspost kostendekkendheid afval en riool zijn hieronder gespecificeerd. 2014 Lagere onttrekking aan de Reserve afvalstoffenheffing t.b.v. de kostendekkendheid
2015
2016
2017
35.185
Extra onttrekking aan de Reserve afvalstoffenheffing t.b.v. de kostendekkendheid
-138.193
Hogere storting in de Voorziening riolering (i.v.m. kostendekkendheid) Saldo mutatie kostendekkendheid Afval en Riool
5
99.138
85.063
100.055
62.655
134.323
-53.130
100.055
62.655
Financiën E. Overige begrotingsmutaties 18.896-
186.965-
620.045-
630.441-
4.200
4.200
4.200
4.200
PUZA
-12.497
-28.197
-32.997
-17.997
RO&G
3.616
3.616
3.616
-2.210
FAZ
-30.628
-29.328
-3.017
-1.694
VVH (OO&V)
195.398
248.334
158.755
299.814
VVH (MV)
202.811
110.850
111.920
113.040
4.807
3.707
3.707
3.707
BOR
98.108
283.108
145.750
145.633
GRF
5.000
0
0
0
94.288
-205.256
-438.979
-601.934
-584.000
-578.000
-573.000
-573.000
E Overige begrotingsmutaties Gespecificeerd naar afdeling DIR
VVH (T&H)
BO
Voorwoord
Afboeking Stelpost kosten
6
Leeswijzer Begroting De begroting 2014-2017 is de eerste begroting die voorzien is van doorklikbare verwijzingen (hyperlinks) die dit college aanbiedt aan de raad. De begroting is volledig gericht op het kunnen lezen op een tablet en op een computer. We menen dat hierdoor de leesbaarheid aanzienlijk is verbeterd. Hieronder wordt kort aangegeven wat de functie is van enkele buttons in het document: De -knop staat op iedere pagina van de begroting. Via deze knop komt men terug bij de startpagina van de begroting. De -knop wordt in de begroting op diverse plekken gebruikt. Bij de programma’s komt men via deze knop weer terecht bij het begin van het programma. Bij de paragrafen, de financiële begroting en de bijlagen komt men via deze knop terecht op de inhoudsopgave van deze onderdelen. De - knop is terug te vinden onder aan het financieel overzicht in ieder programma. Via deze knop komt men direct bij de bezuinigingsvoorstellen van het betreffende programma. De notitie “andere tijd, andere gemeente” is opgenomen als bijlage in deze begroting. Naast deze buttons is het natuurlijk ook mogelijk om via de grotere buttons door het document heen te lopen. Opbouw begroting De programmabegroting bestaat uit verschillende onderdelen, die door het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) door het Rijk zijn vastgesteld. Het zijn de beleidsbegroting, met daarin het programmaplan en de paragrafen, en de financiële begroting. De verschillende onderdelen worden hieronder beschreven. Naast deze voorgeschreven onderdelen zijn er ook enkele bijlagen toegevoegd, zoals de notitie “andere tijd, andere gemeente”. Programmaplan In het programmaplan zijn de werkzaamheden van de gemeente verdeeld over 10 programma’s. De programma’s zijn: Programma 1: Ruimtelijke ontwikkeling Programma 2: Bedrijvigheid en toerisme Programma 3: Ruimtelijk beheer Programma 4: Sociale participatie Programma 5: Sport en ontspanning Programma 6: Onderwijs en cultuur Programma 7: Economische participatie Programma 8: Openbare orde en Veiligheid Programma 9: Klant Contact Centrum Programma 10: Bestuur
7
Leeswijzer De programma’s zijn opgedeeld in 4 onderdelen: stand van zaken, ontwikkelingen, doelstellingen en een financieel overzicht. Hierin wordt onder andere aangegeven wat we willen bereiken, wat we ervoor gaan doen en wat het gaat kosten. Paragrafen Het BBV schrijft een zevental verplichte paragrafen voor als onderdeel van de begroting en geeft hiernaast de gemeenten de ruimte zelf nog paragrafen toe te voegen. Naast de verplichte paragrafen zijn ook de paragraaf Maatschappelijke Ondersteuning en de paragraaf Duurzaamheid opgenomen. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting weer door de bespreking van programma overstijgende onderwerpen. Financiële begroting In dit deel treft u een toelichting aan op de financiële positie van de gemeente Nieuwkoop en een meerjarig overzicht van inkomsten (baten) en uitgaven (lasten). De investeringsplanning en een overzicht van de reserves en voorzieningen maken o.a. hier ook deel van uit.
8
Programmaplan
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling
Programma 2 Bedrijvigheid en toerisme
Programma 3 Ruimtelijk beheer
Programma 4 Sociale participatie
Programma 5 Sport en ontspanning
Programma 6 Onderwijs en cultuur
Programma 7 Economische participatie
Programma 8 Openbare orde en veiligheid
Programma 9 Klant Contact Centrum
Programma 10 Bestuur
Algemene dekkingsmiddelen
9
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
10
Financieel overzicht
Stand van zaken Structuurvisie 2040 De structuurvisie 2040 is het fundament voor het ruimtelijk beleid van de komende periode. Dit fundament staat voor een ondernemend, groen en duurzaam Nieuwkoop. Het is daarbij van belang te onderkennen dat de ruimtelijke ordening flink in beweging is. Zowel landelijk als regionaal zijn veranderingen op komst als gevolg van een nieuw ingezette koers (decentralisatie) op rijksniveau. Dit komt tot uitdrukking in de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en krijgt zijn doorwerking op lokaal niveau. Een verdere decentralisatie van ruimtelijk beleid is hierin leidend met daarbij een zeer belangrijke rol voor de Provincie. De Provincie zal medio 2014 haar nieuwe Provinciale Structuurvisie vaststellen. Begin 2014 worden we in de gelegenheid gesteld om onze reactie te geven op deze visie, het Programma Ruimte en de Verordening Ruimte. Een belangrijke periode waarin we onze belangen nadrukkelijk zullen inbrengen. Teneinde de Nieuwkoopse belangen blijvend te waarborgen wordt nog meer de nadruk gelegd op anticiperen en samenwerken, mede in regionaal verband. Daarnaast heeft de crisis op de woningmarkt en de economische situatie groot effect op de uitvoering van de structuurvisie. Met name de economische uitgangspunten zijn de afgelopen jaren in de grondexploitaties substantieel bijgesteld.
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling
Herziening aanpak sanering Noordse Buurt Eind 2013 is het proces van biedingen en aankopen in de Noordse Buurt afgerond. 2014 staat in het teken van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan als uitwerking van de door de raad gemaakte keuzes. Bestemmingsplannen De Wet op de Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat alle bestemmingsplannen binnen een termijn van 10 jaar geactualiseerd moeten worden, ofwel bestemmingsplannen mogen niet ouder zijn dan 10 jaar. In Nieuwkoop beschikken we, na de vaststelling in 2013 van een vijftal grote bestemmingsplannen, over actuele plannen. Om hieraan te kunnen blijven voldoen, wordt het bestemmingsplan kern Nieuwveen-Zevenhoven in 2015 geactualiseerd. Dit geldt ook voor het bestemmingsplan Landelijk Gebied. Voor dit laatste bestemmingsplan wordt ook een MER procedure doorlopen. In 2014 ligt de keuze voor, om ontwikkeling van (een deel van) Nieuw Amstel Oost mee te nemen in de actualisatie van het bestemmingsplan Landelijk Gebied. Om de planning te kunnen halen wordt de nota van uitgangspunten en het voorontwerp in 2014 in procedure gebracht. Het is de ambitie om in 2014 de bestemmingsplannen in eigen beheer op te stellen en inhuur zo veel als mogelijk te beperken tot het hoogst noodzakelijke (onderzoeken e.d., MER). Implementatie van de hiervoor (nieuwe) geëigende werkwijze heeft in 2014 een hoge prioriteit. Volkshuisvesting De problematiek op de woningmarkt baart de nodige zorgen. Dit was al voorzien bij de vaststelling van de gemeentelijke Woonvisie. Het ingrijpen van de Provincie Zuid-Holland op de woningmarkt (fasering na 2020) kan ook voor het woningbouwprogramma van Nieuwkoop de nodige consequenties hebben. Het is noodzakelijk om hierover in sub(regionaal) verband afspraken te maken en dit te verankeren in een Regionale Woonvisie. We zijn van mening dat woningprogrammering zich niet laat vatten in opgelegde quota. De markt is voorzichtig en kritisch. Kwaliteit en een goede inpassing op een plek maken het verschil tussen wel of geen afzet. Noch de huidige markt, noch de toekomstige volkshuisvestelijke behoefte, is gebaat bij het ‘rigide handhaven’ van lijstjes en bouwvolumes. Gemeente en marktpartijen moeten dagelijks op een ambachtelijke en pragmatische manier naar de markt kijken en zich steeds opnieuw de vraag stellen hoe ze meer vraaggericht kunnen bouwen, hoe mensen willen wonen, waaraan hebben mensen nu en straks behoefte en hoe dat in Nieuwkoop kan worden gerealiseerd? Dit staat bekend als uitnodigingsplanologie. Hiermee worden producten ontwikkeld die in de huidige markt afzetbaar zijn, maar ook op de lange termijn hun waarde behouden voor de woningmarkt. Een aanwezige kans in de woningmarkt in Nieuwkoop is de nadrukkelijke behoefte aan vrije sector huurwoningen.
11
Stand van zaken Met de vaststelling van het regionale woonruimteverdeelsysteem zijn de keuzemogelijkheden en kansen voor de woningzoekende vergroot. Voor de verdeling van de sociale huursector is blijvend afstemming nodig. De situatie van de drie in de gemeente actieve corporaties is een punt van aandacht. De onderhavige problematiek is echter geen primaire verantwoordelijkheid van de gemeente, maar zit voornamelijk in veranderend Rijksbeleid. Daarnaast vraagt ook de woonzorgsector om voortdurende aandacht, met name de realisatie van geschikte woonzorgvormen.
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling
Natuur en Landschap De gemeente wil zorgen voor een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte en een goede ruimtelijke inpassing, zowel in de kernen als in het landschap. Hierbij is het uitgangspunt een welstandsvrij beleid voor het hele grondgebied van de gemeente. We streven naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het behoud van de waarde van het landschap. Zo nodig passen we dat in (juridische) beleidskaders in, zoals een beeldkwaliteit plan of het bestemmingsplan, maar het gaat vooral om houding en uitstraling van alle partners betrokken bij deze processen. Nieuwkoop is een Groene Hartgemeente met diverse bestaande en beoogde nieuwe natuurgebieden met als icoon de Nieuwkoopse Plassen. De gemeente zet zich in om slechts datgene in de definitieve aanwijzing en het beheerplan op te laten nemen wat door Nederland in Brussel is aangemeld. De komende jaren wordt op diverse plaatsen in de gemeente door derden geïnvesteerd in (nieuwe) natuurontwikkeling (gebieden) alsmede initiatieven om te komen tot landgoederen.
12
Ontwikkelingen Provinciaal beleid (O) Gewenste lokale ontwikkelingen verankeren in provinciaal beleid. Regionaal beleid (O) Verankeren lokaal beleid in de Regionale Visies. Daarnaast is de integratie in de regionale uitvoeringsagenda van belang in verband met mogelijke subsidiestromen; alert zijn op initiatieven die ons lokaal beleid ondersteunen en de kansen tot realisatie hierop versterken.
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling
Provinciegrens overschrijdende initiatieven (Groene Hart) (O) Om de Nieuwkoopse belangen zo goed mogelijk te behartigen wordt gezocht naar coalities met omliggende gemeenten, waaronder Bodegraven-Reeuwijk en Woerden als het gaat om de agenda agrarische sector, groen en natuurontwikkeling. De speerpunten van Nieuwkoop ten aanzien van het Groene Hart zijn vastgelegd in een door de raad vastgestelde notitie. Ten aanzien van de oriëntatie op Holland-Rijnland is de agenda Kracht 15 van belang.
13
Doelstellingen Woningbouw die voorziet in de eigen behoefte, aangevuld met een programma dat voor regionale inwoners aantrekkelijk genoeg is om in Nieuwkoop te komen wonen Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Verbeteren imago Nieuwkoop als woongemeente door inzet van marketinginstrumenten.
Website, social media en gerichte benadering doelgroepen.
Doorlopend
Realisatie (woningbouw) projecten.
Vaststellen bestemmingsplannen Ter Aar West en Langeraar-Oost
Specifieke projectmarketing
Verkoop van kavels. Uitvoeren afspraken woonvisie.
Waarborgen betrokkenheid corporaties en participatie burgers.
Conform planning grondexploitaties (zie tabel) Doorlopend
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling
Beschikken over een actueel, maximaal 10 jaar oud, ruimtelijk toetsingskader
Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Actualisatie bestemmingsplan
Nota van uitgangspunten & voor)ontwerp
2014
Zevenhoven, Noordeinde, Nieuwveen Actualisatie bestemmingsplan Landelijk gebied
Nota van uitgangspunten & (voor)ontwerp.
2014
14
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling
Financieel overzicht
Lasten Rekening 2012 Volkshuisvesting Ruimtelijke ontwikkeling
Begroting 2013
1.965
Raming
2014
1.961
2015
2.201
2016
2.201
2017
2.190
2.195
884
544
919
868
862
862
40.634
48.466
25.355
30.798
24.718
36.272
Natuur en landschap
141
262
130
130
130
130
Eigendommen
383
349
3
3
3
3
44.006
51.581
28.608
33.999
27.903
39.462
Grondgebiedzaken
Totaal lasten
Baten Rekening 2012 Volkshuisvesting Ruimtelijke ontwikkeling Grondgebiedzaken Natuur en landschap Eigendommen Totaal baten
Begroting 2013
Raming
2014
2015
2016
2017
915
813
1.097
1.123
1.213
1.072
-
-
-
-
-
-
23.026
46.345
25.713
28.463
24.081
34.423
12
-
-
-
-
-
366
337
-
-
-
-
24.319
47.495
26.810
29.586
25.294
35.494
15
Financieel overzicht Saldo Rekening 2012 Volkshuisvesting
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
1.050
1.147
1.104
1.078
977
1.124
884
544
919
868
862
862
17.607
2.121
2.335
637
1.849
129
262
130
130
130
130
17
11
3
3
3
3
19.687
4.086
1.798
4.413
2.609
3.968
Toevoeging reserves
15
15
1.884
15
764
15
Onttrekking reserves
185
381
48
848
7
460
Saldo mutaties reserve
170-
366-
Ruimtelijke ontwikkeling Grondgebiedzaken Natuur en landschap Eigendommen Totaal saldo van lasten en baten
Geraamd resultaat
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling
Begroting
19.517
1.836
3.719
Rekening 2012
358-
3.634
8333.580
Begroting 2013
757 3.366
4453.523
Raming
2014
2015
2016
2017
Incidentele lasten
-
2.012
2.013
2.014
2.015
2.016
Incidentele baten
-
2.012
2.013
2.014
2.015
2.016
Saldo
-
-
-
-
-
-
Structurele toevoeging aan de reserve
1
-
102
42
17
17
Structurele onttrekking aan de reserve
1
-
2.053
1.524
4.216
2.557
Saldo
-
-
1.951-
1.482-
4.199-
2.540-
16
Financieel overzicht Mutaties Programma 1
2014
2015
2016
2017
2.895 61 118 32150
2.710 61 116 34150
2.603 61 116 34150
2.603 61 116 34150
361 302548 708
469 302548 817
452 302543 805
467 302548 815
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. nieuwe wetgeving Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Bestaand beleid, nieuwe activiteiten Overig
199 11 181 7 0-
251 13 232 7 1-
161 10 145 7 1-
302 14 282 7 1-
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
3.634
3.607
3.392
3.549
-
2727-
2727-
2727-
3.634
3.580
3.366
3.523
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Indexering (inflatie kosten/opbrengsten) Overige ontwikkelingen
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren grextoerekening Actualiseren staat C Renteomslag/rente reserves & voorzieningen
F. Bezuinigingen Budget Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen De grootste mutatie wordt veroorzaakt door lagere inkomsten in bouwleges (product Volkshuisvesting € 181.000, structureel nadeel – oplopend), die gebaseerd is op de projectopgave van het grondbedrijf, producten van het KCC en de afnemende gemiddelde bouwkosten als gevolg van de markt. Investeringen (x € 1.000) Omschrijving investering
2014
2015
Auto's BWT, 19/20-VZ
2016
2017
30
Auto's T&H, 17/20-VZ
30
Totaal
0
0
60
0
Risico’s Omschrijving risico Schadeclaim inzake Risicoprofiel externe veiligheid
Risicoscore
Bedrag
20
700.000
NB Bijzondere risico’s voor grondexploitaties zijn binnen de afzonderlijke grondexploitaties benoemd. In een post onvoorzien wordt een financiële buffer opgenomen die de benoemde risico’s tot een afgesproken hoogte dekt.
17
Programma 2 Bedrijvigheid en toerisme
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
18
Financieel overzicht
Stand van zaken Bedrijvigheid op bedrijventerreinen De gemeente streeft ernaar om, waar mogelijk, de kwaliteit van de huidige bedrijventerreinen te verbeteren. In 2014 wordt de ontwikkeling en de voorbereiding van de verkoop van bedrijvenkavels op Schoterhoek II ter hand genomen. De voorkeur gaat uit naar bedrijven die bijdragen aan of aansluiten op de bestaande economie en bedrijvigheid. De gemeente stimuleert de samenwerking tussen bedrijven onderling en met het Actieve Groene Hart.
Programma 2 bedrijvigheid en toerisme
Grootschalige detailhandel De ontwikkeling en vestiging van volumineuze detailhandel worden beperkt gefaciliteerd op de bedrijventerreinen de Olm en Bovenland. Op andere plekken in de gemeente wordt dit niet toegestaan en wordt er gehandhaafd. Grootschalige detailhandelsvestigingen buiten de kernwinkelcentra kunnen het draagvlak voor de winkelcentra ondermijnen en daarmee ten koste gaan van de vitaliteit en het voorzieningenniveau in onze kernen. Daarom staat het college een nee-tenzij beleid voor, waarbij de vestiging is voorbehouden aan de beleidsafspraken die zijn vastgelegd in Holland Rijnland. Glastuinbouw De glastuinbouwsector in onze gemeente is historisch sterk vertegenwoordigd. De sector heeft een groot aandeel in de lokale werkgelegenheid en is primair gericht op de sierteelt. Bekend is dat verduurzaming binnen de glastuinbouw een voorwaarde is om in de toekomst te kunnen overleven. Adequate ruimte is van belang voor de toekomstige duurzame glastuinbouwsector in Nieuwkoop. De gemeente heeft een regierol als het gaat om de integrale beleid- en planvorming. Hiermee willen we een toekomstgerichte tuinbouwsector realiseren binnen de Greenport Aalsmeer die plaats biedt aan (hoogwaardige) werkgelegenheid. LTO (agrarische ondernemersorganisatie), Greenport, het Rijk en provincie hebben daarbij een faciliterende rol. In 2014 is de gebiedsvisie Paradijsweg Natte Kant gereed. Onderdeel daarvan is de presentatie van de onderzoeksresultaten naar een verbeterde Ruimte voor Ruimte regeling. In 2015 zal voor dit gebied een apart ontwerpbestemmingsplan worden opgesteld. De ontwikkeling Nieuw Amstel Oost is beschreven in programma 1. Toerisme en Recreatie Nieuwkoop heeft een groot areaal aan mooie, beleefbare natuur. Dit biedt mogelijkheden tot een versterking van de positie van Nieuwkoop op het gebied van toerisme en recreatie. Het toeristisch beleidsplan vormt een goede basis om verder uit te bouwen. Hierin wordt de samenhang benadrukt tussen horeca, bezienswaardigheden, musea, bezoekerscentrum en ateliers. Het stimuleren van verblijftoerisme is een belangrijke afgeleide daarvan. Het college wil toerisme en recreatie als economische factor een meer prominente plaats geven binnen de gemeente. Toerisme en recreatie zijn in onze gemeente Nieuwkoop een belangrijke aanjager voor de lokale economie waarbij het opvallend is dat er nog weinig aandacht is voor de aan water gebonden bedrijvigheid. Ondernemingen die zich hiermee bezighouden willen graag een grotere rol kunnen vervullen dan nu het geval is. Dit vinden wij belangrijk voor de economie en de werkgelegenheid. Daarnaast ondersteunen we particuliere initiatieven om het aanbod van verblijfsaccommodaties te versterken. Verbinden economie en ecologie Het is een uitdaging naar de verbinding tussen economie en ecologie te zoeken, zodat ze elkaar versterken. Onze partners daarbij zijn inwoners, ondernemers (-verenigingen), natuurorganisaties, provincie Zuid-Holland en de TIP. Vaak kijkt en oordeelt een ieder naar zijn of haar eigen belang. De gemeente focust op het gemeenschappelijk belang. De gemeente streeft ernaar om partijen met elkaar te verbinden en te wijzen op de meerwaarde van de balans tussen ecologie en economie. Inzake de definitieve aanwijzing en het beheerplan Natura 2000 en de herijking en realisatie van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) doet de gemeente alles wat in haar vermogen ligt om ook daar de balans economie/ecologie te waarborgen met betrekking tot wonen, mobiliteit, industrie, terreinbeheerders en agrariërs.
19
Ontwikkelingen
Programma 2 bedrijvigheid en toerisme
Ondanks dat de Nederlandse economie nog altijd in recessie is zien de Nieuwkoopse sierteeltbedrijven kansen voor duurzame ontwikkeling en is er behoefte aan ontwikkelruimte. Tijdens een presentatie gehouden op 4 juli 2013 heeft de ‘LTO Noord glasKRACHT’ dit het gehoor, bestaande uit de raadsleden van de gemeente Nieuwkoop, voor gehouden. De LTO concludeert, dat de glastuinbouw een sector is die er toe doet in de Nederlandse Economie. De sector werkt als een banen- en exportmotor tegelijk. Het is een sector met volop groene groeimogelijkheden. Ontwikkel- en vestigingsruimte in en om de Greenports is van levensbelang voor het waarmaken van de ambities van de sector en om potentiële groeimogelijkheden in de toekomst veilig te stellen. Ook het Actieve Groene Hart, de koepelvereniging van de Nieuwkoopse Ondernemers (inclusief detailhandel) ziet ondanks de crisis nog volop ontwikkelmogelijkheden in de komende jaren. Dit hebben zij kenbaar gemaakt met de in april 2013 gepresenteerde economische beleidsvisie ‘ondernemend Nieuwkoop’. Evenals de glassector vraagt ook ‘ondernemend Nieuwkoop’ om (planologische) ruimte c.q. uitbreidingsmogelijkheden. Tevens is er de behoefte om ontwikkelingen in regionaal perspectief te bekijken.
20
Doelstellingen Versterken van de verbinding tussen economie en ecologie
Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Stimuleren initiatieven op het gebied van duurzaamheid.
Bedrijven nemen zelf initiatieven op het gebied van duurzaamheid.
Doorlopend
Planologisch faciliteren groen ondernemerschap in het buitengebied.
Een toekomstgericht, duurzaam en flexibel bestemmingsplan Landelijk gebied (zie ook programma 1)
2014
Programma 2 bedrijvigheid en toerisme
De kwaliteit van de huidige bedrijventerreinen verbeteren met daarnaast een beperkte ontwikkeling van nieuwe bedrijvenkavels Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Revitalisatie huidige bedrijventerreinen.
Versterking ruimtelijke kwaliteit op bedrijventerreinen. Ruimtewinst. Adequate vestigingslocaties voor bedrijven.
2014
Het bieden van een platform voor toekomstbestendig ondernemerschap
Toekomstbestendig ondernemerschap.
Doorlopend
Ontwikkeling Schoterhoek II.
Bestemmingsplan en (voorbereiding) uitgifte.
2014
Een toekomstgerichte tuinbouwsector faciliteren binnen de Greenport Aalsmeer die plaats biedt aan (hoogwaardige) werkgelegenheid Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Paradijsweg Natte kant – sanering en herontwikkeling
Gebiedsvisie
2014
Onderzoek mogelijke verbeteringen in de Ruimte voor Ruimte (RvR) regeling
Bredere toepassing RvR regeling
2014
Uitbouwen netwerk Greenport Aalsmeer.
Positionering Nieuwkoopse glastuin-bouw in de Greenport Aalsmeer.
Doorlopend
Deelname projecten Greenport Aalsmeer specifiek gericht op de Nieuwkoopse situatie.
Bijdrage aan geformuleerde koers.
Doorlopend
Toerisme en Recreatie als economische factor een meer prominente plaats geven binnen de gemeente
Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Stimuleren van toerisme en recreatie met het doel de toeristische sector en de daarmee samenhangende werkgelegenheid te versterken. Positieve grondhouding ten aanzien van watergebonden initiatieven.
Meer werkgelegenheid, meer (watergebonden) bedrijvigheid in horeca. Uitbreiding wandel -, fiets- en vaarverbindingen. Diversificatie verblijfsaccommodaties. Realisatie van camperplaatsen. Meer watergebonden activiteiten
Doorlopend
21
Programma 2 bedrijvigheid en toerisme
Financieel overzicht
Lasten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Economie
238
287
326
326
326
326
Recreatie
139
138
118
118
118
118
Totaal lasten
377
426
444
444
444
444
Baten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Economie
47
52
57
58
59
59
Recreatie
21
-
-
-
-
-
Totaal baten
67
52
57
58
59
59
22
Financieel overzicht Saldo Rekening
Begroting
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Economie
192
235
269
268
267
267
Recreatie
119
138
118
118
118
118
Totaal saldo van lasten en baten
310
374
387
386
385
385
Toevoeging reserves Onttrekking reserves
-
-
-
-
-
-
Saldo mutaties reserve
-
-
-
-
-
-
310
374
387
386
385
385
Geraamd resultaat
Rekening
Begroting
2012
Programma 2 bedrijvigheid en toerisme
Raming
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Incidentele lasten
-
-
-
-
-
-
Incidentele baten
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
-
-
-
-
-
Incidentele toevoeging aan de reserve
-
-
-
-
-
-
Incidentele onttrekking aan de reserve
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
-
-
-
-
-
Mutaties Programma 2
2014
2015
2016
2017
365 11-
364 11-
363 11-
363 11-
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat
36 36
36 36
36 36
36 36
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. nieuwe wetgeving Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Overig
3075
3075
3075
3075
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
397
396
395
395
99-
99-
99-
99-
387
386
385
385
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Indexering (inflatie kosten/opbrengsten)
F. Bezuinigingen Budget Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Investeringen (x € 1.000) — Risico’s —
23
Programma 3 Ruimtelijk beheer
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
24
Financieel overzicht
Stand van zaken Verkeer en vervoer De inwoners van onze gemeente hechten veel waarde aan de verkeersveiligheid in hun woonomgeving. Wij vinden dan ook dat de inwoners er op moeten kunnen vertrouwen dat de gemeente zorgt voor goed onderhouden en veilige wegen. De inrichting en het onderhoud van de infrastructuur voeren wij uit op basis van de richtlijnen van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW). Bij groot onderhoud en reconstructies hanteren wij zo veel als mogelijk de principes van Duurzaam Veilig.
Programma 3 Ruimtelijk beheer
Wij vinden het belangrijk dat onveilige verkeerssituaties goed in beeld worden gebracht en ook worden opgelost. Aan de hand van verkeersongevallencijfers en eigen metingen wordt de verkeersveiligheid steeds gevolgd. Wij hebben daarbij vooral aandacht voor kwetsbare verkeersdeelnemers. De verkeersveiligheid van schoolroutes heeft dan ook prioriteit. In 2013 hebben wij in samenwerking met de directies van het basisonderwijs en de dorpsraden de verkeersveiligheid rond de scholen in beeld gebracht. Het onderzoek heeft geleid tot een groot aantal verbetermaatregelen. In 2014 worden de maatregelen uitgevoerd. Naast fysieke maatregelen zijn educatie, informatievoorziening en handhaving essentiële elementen die bijdragen tot een betere verkeersveiligheid in de schoolomgeving. Binnen het uitvoeringsprogramma School op Seef (SOS) wordt aan deze aspecten aandacht besteed. In de gemeente Nieuwkoop hebben tot nu toe al vijf basisscholen aan het project meegedaan. Het project is een samenwerking van gemeente, de schooldirecties en de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid Holland Rijnland. Verkeerscirculatie Vrachtverkeer in de woonkernen wordt door veel bewoners als ergerlijk ervaren. Hierom, maar vooral ook uit oogpunt van veiligheid, willen wij doorgaand (vracht)verkeer door de kernen ontmoedigen. Wij hebben vastgesteld dat het wenselijk is het Gemeentelijke Verkeers- en Vervoersplan te actualiseren. Daarbij wordt tegelijkertijd ook de verkeersafwikkeling in de gemeente onderzocht. Parkeren De beschikbaarheid van voldoende parkeerplaatsen draagt bij aan de kwaliteit van de woonomgeving. Wij stellen dan ook eisen bij nieuwe plannen die de gemeente niet alleen zelf toepast, maar waaraan ook initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten voldoen. De huidige gemeentelijke parkeernotitie dateert uit 2008 en is inmiddels achterhaald vanwege de wijziging van de landelijke parkeerrichtlijnen. De parkeernotitie wordt in 2014 geactualiseerd. Reconstructies en groot onderhoud In 2013 zijn wij in samenwerking met de provincie gestart met de uitvoering van de reconstructie van de Voorweg, in combinatie met het groot onderhoud van de N463. Het gaat om ingrijpende en omvangrijke werkzaamheden met als doel de weg duurzaam bestand te maken tegen verzakkingen. Het project gaat ook in 2014 veel aandacht en inzet vragen. De werkzaamheden zijn ook ingrijpend voor de aanwonenden. Bij de voorbereiding zijn inwoners en dorpsraden nauw betrokken geweest. Ook tijdens de uitvoering zorgen wij voor nauw contact met de bewoners en dat knelpunten adequaat worden opgelost. Riolering In 2013 hebben wij een basisrioolplan opgesteld. In dit plan is het functioneren van ons rioolsysteem onderzocht en is capaciteit van het rioolsysteem berekend. Hierbij is rekening gehouden met de woningbouwopgave van de gemeente in de toekomst. Uit de berekeningen blijkt dat geen grote investeringen nodig zijn voor uitbreiding van de capaciteit. Daar waar dat nodig blijkt, blijven wij wel het beleid om hemelwater van het rioolstelsel af te koppelen voortzetten. Zo gaan wij in 2014 in Noordeinde het hemelwater afkoppelen, om op die wijze voldoende capaciteit te realiseren. Dat is nodig in verband met de geplande woningbouwontwikkeling in de kern. Achterstallig onderhoud groen In 2013 wordt de laatste hand gelegd aan het wegwerken van het achterstallig onderhoud en het uitvoeren van achterstallige groenrenovaties. Vanwege het plantseizoen zal er mogelijk een kleine uitloop van de werkzaamheden naar 2014. Vanaf 2014 zal het accent vooral liggen op het voortzetten van het planmatig groenonderhoud en vervangingen. Dit heeft als doel nieuw achterstallig onderhoud te voorkomen.
25
Stand van zaken Bloeiende bermen in de zomer van 2013 hebben de eerste bloemrijke bermen, die in het voorjaar waren aangelegd, in bloei gestaan. In het najaar van 2013 hebben wij nogmaals een flink aantal bermen omgevormd en ingezaaid met bloemenmengsels. Dat betekent dat in het voorjaar van 2014 in onze gemeente op diverse plaatsen volop te genieten is van bloeiende linten. Dienstverleningsovereenkomst afvalinzameling In 2013 is een nieuwe dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Cyclus voor de inzameling van huishoudelijk afval. De kwaliteit van de inzameling is in het afgelopen jaar licht verbeterd, maar voldoet nog niet aan het beeld dat wij zelf hebben van een goede service. Wij blijven de uitvoering van de overeenkomst door Cyclus nauwgezet volgen en rapporteren tweemaal per jaar over de voortgang en de knelpunten.
Programma 3 Ruimtelijk beheer
Vervanging inzamelmiddelen De minicontainers voor rest- en gft-afval waarover de inwoners beschikken zijn technisch afgeschreven. In 2013 is onderzocht of het technisch en financieel haalbaar is om binnen de kernen over te gaan op het toepassen van ondergrondse verzamelcontainers. Indien wordt besloten tot vervanging van de minicontainers en de invoering van ondergrondse verzamelcontainers, dan wordt hiervoor in 2014 een uitvoeringsplan opgesteld en kan fasegewijs worden overgegaan tot uitvoering. Tegelijkertijd met de vervanging van de inzamelmiddelen wordt een containermanagementsysteem ingevoerd. Hiermee kan de inzamellogistiek aanzienlijk worden verbeterd. Afvalbeleid In 2013 is besloten de pilot voor de inzameling van oud papier met een minicontainers voorlopig voort te zetten. In 2014 gaan wij op basis van de ervaringen een besluit nemen over het al of niet opschalen van de inzamelwijze in het gehele gemeentelijke buitengebied. Inzameling kunststofverpakkingsafval Eind 2012 hebben VNG en Nedvang (verpakkend bedrijfsleven) de raamovereenkomst Verpakkingen 2013 ondertekend. Hiermee is meer duidelijkheid gekomen over de voortzetting van de inzameling van kunststof verpakkingsafval. Mogelijk wordt per 2015 het statiegeld op grote PET-flessen afgeschaft. Mocht hiertoe worden besloten in 2014, dan gaan wij, in samenwerking met Cyclus, een keuze maken over de toekomstige inzamelmethodiek voor kunststofverpakkingsafval.
26
Ontwikkelingen Afvalbrengstation Schoterhoek II In juni 2015 komen loopt de overeenkomst die wij hebben met Cyclus voor de beide afvalbrengstations af. In 2013 is besloten het beheer van de huidige brengstations niet voort te zetten, maar een nieuw afvalbrengstation te realiseren op het bedrijventerrein Schoterhoek II in Nieuwveen. In samenwerking met Cyclus wordt een plan uitgewerkt. Uitgangspunt is dat het brengstation medio 2015 operationeel is. Lijkbezorging De gemeente beheert vier algemene begraafplaatsen. Uit onderzoek in 2008 is gebleken dat na 2015 een tekort aan begraafcapaciteit ontstaat. In 2013 zijn mogelijke oplossingsvarianten uitgewerkt en aan de raad voorgelegd. In 2014 wordt de door de raad gekozen variant verder uitgewerkt en uitgevoerd.
Programma 3 Ruimtelijk beheer
Afvalbeleid In 2014 wordt een nieuw afvalbeleidsplan opgesteld. Wij stellen vast dat Nieuwkoop de landelijke scheidingsdoelstellingen nog niet volledig bereikt. Het blijft noodzakelijk om in te zetten op verbetering van de scheiding van vooral oud papier, glas en textiel. In het beleidsplan wordt onderzocht op welke wijze afvalscheiding kan worden bevorderd.
27
Doelstellingen De kernen van de gemeente zijn vooral bedoeld om te wonen. Doorgaand verkeer binnen de kernen wordt ontmoedigd Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Herinrichten van wegen bij reconstructies en rehabilitaties volgens de CROW-normen.
Wegen zijn ingericht volgens de CROW 844 publicatie, zoals gehanteerd in het GVVP norm - 60% in 2011 en 80% in 2020.
Doorlopend
Verbeteren categorisering van wegen en verkeerscirculatie/-afwikkeling
Actualiseren GVVP incl. verkeerscirculatieplan
1e kw. 2014
Programma 3 Ruimtelijk beheer
Mensen moeten zich veilig en comfortabel in de gemeente kunnen verplaatsen en hun woning en voorzieningen goed kunnen bereiken Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Programmatische aanpak met aandacht voor de veilige infrastructuur op de schoolroutes en de schoolomgeving.
Uitvoeren van fysieke maatregelen in de schoolomgeving
2 kw. 2014
Opstellen nieuwe beheerplannen
Vastgestelde beheerplan kunstwerken
3e kw. 2014
Uitvoeren beheerplannen en onderhoudsprogramma’s.
Onderhoud wordt uitgevoerd conform de CROW-beheersystematiek.
Doorlopend
Van de openbare verlichting voldoet 90% aan de NPR richtlijn.
Doorlopend
De bewoners waarderen de kwaliteit van de infrastructuur met een 7
Doorlopend
Oplevering project
2014
Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Opstellen van nieuwe beheerplannen
Vastgestelde beheerplannen:
Uitvoering van de reconstructie van de Voorweg in Noorden Een veilige en schone openbare ruimte
- Rioolbeheerplan GRP IV
4e kw. 2014
- Groenbeheerplan. Afronden ombouw vacuümriolering Voorweg.
3e kw. 2014 2e kw. 2014
Afkoppelen hemelwater Noordeinde
3e kw. 2014
Ontwerp en bestek
2e kw. 2014
Inrichting uitbreidingslocatie
2e kw. 2015
Uitvoering achterstallig groenonderhoud.
Alle achterstallig onderhoud is weggewerkt.
1e kw. 2014
Uitvoeren groenbeheerplan.
Het openbaar groen wordt beheerd volgens de vastgestelde normen.
Doorlopend
De bewoners waarderen de kwaliteit van het openbaar groen met een 7.
2014
Gemeentelijke bomen worden periodiek aan een VTA controle onderworpen
Doorlopend
Voorkomen van wateroverlast.
Uitbreiding capaciteit algemene begraafplaatsen.
28
Doelstellingen Ervoor zorgen dat zo weinig mogelijk afval wordt afgevoerd als restafval door het vrijkomende afval zo veel mogelijk te scheiden in herbruikbare afvalstromen Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Realisatie nieuw afvalbrengstation.
Ontwerp en bestek
2e kw. 2014
Realisatie ABS Schoterhoek
2e kw. 2015
Vaststellen nieuw afvalbeleidsplan
Afvalbeleid 2014-2018
Uitvoering afvalbeleidsplan en verbetermaatregelen afvalscheiding.
In 2016 per inwoner 10 kg minder restafval.
4e kw. 2016
10% minder grof huishoudelijk afval en bruikbare goederen in het restafval in 2016.
4e kw. 2016
Inzameling oud papier in het buitengebied.
Besluit opschaling
1e kw. 2014
Inzameling kunststofverpakkingsafval
Besluit nemen inzamelmethodiek
3e kw. 2014
Vervanging inzamelmiddelen
Implementatieplan
2e kw. 2014
Programma 3 Ruimtelijk beheer
Voldoende speelmogelijkheden in de openbare ruimte die voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen Belangrijkste activiteiten
Resultaat
Tijd
Uitwerken speelruimtebeleid naar maatregelenplan. Uitvoering speelruimtebeheersplan.
Vastgesteld plan van aanpak.
2e kwartaal 2014
Geplande vervangingen en renovaties gerealiseerd.
Doorlopend
Speelvoorzieningen voldoen aan het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen.
Doorlopend
De inwoners waarderen de kwaliteit van de speelvoorzieningen in de woonomgeving met een 7.
2014
29
Programma 3 Ruimtelijk beheer
Financieel overzicht
Lasten Rekening
Begroting
2012 Verkeer en vervoer
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
371
323
330
330
329
329
4.336
4.115
3.976
3.936
3.933
3.933
993
983
923
922
922
922
Afvalverwijdering en afvalverwerking
2.411
2.300
2.333
2.334
2.333
2.333
Riolering en Waterzuivering
2.403
2.416
2.424
2.420
2.416
2.413
486
410
412
411
410
410
2.526
2.874
2.447
2.452
2.436
2.438
Lijkbezorging
218
240
222
226
216
212
Totaal lasten
13.744
13.661
13.067
13.031
12.996
12.991
Infrastructuur Milieu
Openbaar water Groen en recreatieve voorzieningen
Baten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Verkeer en vervoer
22
31
32
32
32
32
Infrastructuur
52
29
29
94
94
94
Milieu
-
-
-
-
-
-
Afvalverwijdering en afvalverwerking
3.002
2.335
2.414
2.607
2.745
2.745
Riolering en Waterzuivering
2.518
2.555
2.605
2.605
2.605
2.605
119
66
68
68
68
68
28
17
18
18
18
18
Lijkbezorging
126
123
127
127
127
127
Totaal baten
5.867
5.156
5.293
5.552
5.689
5.689
Openbaar water Groen en recreatieve voorzieningen
30
Financieel overzicht Saldo Rekening
Begroting
2012 Verkeer en vervoer
2014
2015
2016
2017
349
292
298
298
297
297
4.284
4.086
3.947
3.842
3.839
3.839
Milieu
993
983
923
922
922
922
Afvalverwijdering en afvalverwerking
591-
35-
81-
273-
411-
411-
Riolering en Waterzuivering
115-
139-
181-
185-
189-
193-
Openbaar water
367
344
344
343
342
342
2.497
2.857
2.429
2.434
2.418
2.420
92
117
96
99
89
86
7.877
8.505
7.774
7.479
7.307
7.302
Toevoeging reserves
261
-
-
-
-
-
Onttrekking reserves
256
877
360
138
-
-
877-
360-
138-
-
-
7.307
7.302
Infrastructuur
Groen en recreatieve voorzieningen Lijkbezorging Totaal saldo van lasten en baten
Saldo mutaties reserve Geraamd resultaat
Programma 3 Ruimtelijk beheer
2013
Raming
4 7.881
7.627
Rekening
2013 -
Incidentele baten
-
Saldo
-
Incidentele toevoeging aan de reserve
261
Incidentele onttrekking aan de reserve
256
Saldo
7.341
Begroting
2012 Incidentele lasten
7.415
2014
677
5
Raming 2015
2016
2017
110
-
-
-
-
-
-
-
-
677
110
-
-
-
-
-
-
-
-
877
360
138
-
-
877-
360-
138-
-
-
Specificatie van incidentele baten/lasten In 2014 is een incidenteel bedrag geraamd op het product infrastructuur van € 30.000 voor de aanleg van parkeerplaatsen Vlietpark. Ook wordt een bedrag van € 80.000 ingezet in verband met kabels en leidingen. Specificatie van incidentele toevoegingen en onttrekkingen reserves De reserve egalisatie afvalstoffenheffing wordt conform besluitvorming verlaagd naar € 100.000 in 2016 waardoor in 2014 € 330.000 en in 2015 € 138.000 wordt ingezet. Voor de aanleg van het Vlietpark wordt in 2014 € 30.000 ingezet.
31
Financieel overzicht Mutaties Programma 3
2014
2015
2016
2017
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Indexering (inflatie kosten/opbrengsten)
7.462 1 155155-
7.483 1 166166-
7.457 1 166166-
7.457 1 166166-
117 35 331 134 20-
6222 111 5320-
68 4 161 100 20-
63 4 16 1 63 20-
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Overig
89 98 9-
274 283 9-
137 146 9-
137 145 9-
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
7.514
7.531
7.497
7.492
100100-
19018010-
19018010-
19018010-
7.415
7.341
7.307
7.302
Programma 3 Ruimtelijk beheer
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren staat C Renteomslag/rente reserves & voorzieningen Kostendekkendheid Afval en Riool Staat van personeelslasten
F. Bezuinigingen Budget Tarieven Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Afvalverwijdering en –verwerking € 50.000 (structureel nadeel) Volgens de multilaterale en dienstverleningsovereenkomst worden de tarieven van Cyclus jaarlijks verhoogd met de NEA-index. Doordat de technische levensduur van de minicontainers is verlopen, vallen er bij de inzameling meer containers uit, waardoor meer vervanging noodzakelijk is. Daarnaast is de vergoeding van Nedvang voor de inzameling van kunststofverpakkingsafval vanaf 2014 verlaagd en niet meer kostendekkend. Tevens wordt vanaf 2016 rekening gehouden met een verhoging van de opbrengsten afvalstoffenheffing in verband met het afbouwen van de Reserve egalisatie afvalstoffenheffing. Riolering en waterzuivering € 26.000 (structureel nadeel) Tevens zijn de belastingopbrengsten voor riolering bijgesteld doordat het aantal heffingseenheden iets naar beneden is bijgesteld.
32
Financieel overzicht Investeringen (x € 1.000) Omschrijving investering
2014
Tractor John Deere 2006
42
Houtversnipperaar Jensen A425
21
Houtversnipperaar Jensen A328
21
2015
Vrijvervalrioleringen 2016
2017
215
Vrijvervalrioleringen 2015
194
Vrijvervalrioleringen 2014
175
Minigemalen 2015
Programma 3 Ruimtelijk beheer
2016
168
Minigemalen 2014
168
Stelpost Hemelwater/grondwater 2014
114
Harmonisatie hoofdposten fase 2B
40
Ondergrondse afvalbakken 2014
16
Hoofdgemalen 2016
140
Minigemalen 2016
168
Vrijvervalrioleringen 2017
236
Hoofdgemalen 2017
45
Minigemalen 2017
168
Rioolreiniger ROM 600 spuit
20
Toro Grasmaaier Ransomes Zoutstrooier Stratos 35-36
24
Zoutstrooier Stratos 11-27
24
Zoutstrooier Stratos B20-24
24
Zoutstrooier Stratos B08-24
24
Totaal
596
Risico’s —
33
362
522
565
Programma 4 Sociale participatie
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
34
Financieel overzicht
Stand van zaken In 2012 zijn door het Kabinet Rutte I een drietal wetswijzigingen opgestart. Deze wetswijzigingen staan inmiddels bekend als “De 3 Decentralisaties” en hebben betrekking op Werk en Inkomen, Zorg en Jeugdzorg. Het Kabinet Rutte II heeft op hoofdlijnen de decentralisaties overgenomen. In april 2013 is het Sociaal Akkoord afgesloten en het Akkoord voor de zorg. Beide akkoorden hebben grote invloed op de decentralisaties.
Programma 4 Sociale participatie
Zowel op de gebieden werk en inkomen, AWBZ-zorg als de Jeugdzorg, hevelt het Rijk de komende jaren steeds meer taken over naar gemeenten. Het Rijk wil de ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie dichter bij de burger organiseren. Het idee hierbij is dat gemeenten efficiënter kunnen werken door in te spelen op de lokale situatie. Gemeenten kennen hun inwoners beter dan de landelijke overheid, en weten beter wat hun inwoners nodig hebben. Daarnaast kunnen gemeenten regelingen voor verschillende doelen en doelgroepen met elkaar verbinden. Doordat meer taken bij gemeenten komen te liggen is er minder sprake van ‘schotten’ tussen budgetten. Daarnaast zijn gemeenten in staat de eigen kracht en mogelijkheden van burgers en hun sociale netwerk aan te spreken en maatwerk in de directe omgeving te realiseren. Werk en Inkomen In 2012 hebben we de voorbereiding voor de Wet werken naar Vermogen opgestart. Inmiddels is deze wet vervangen door de Participatiewet. De invoering daarvan is gepland per 1 januari 2015. De doelgroep van de Participatiewet is in vergelijking tot de huidige WWB veel groter. Ook mensen met een gedeeltelijke arbeidsbeperking vallen straks onder de Participatiewet. Het aantal arbeidsplaatsen dat valt onder de Wet Sociale Werkvoorziening vermindert sterk (landelijk 30.000 beschutte arbeidsplaatsen). Wat dit (financieel) betekent voor Nieuwkoop is nog niet bekend, wel is duidelijk dat de rijksbijdragen lager gaan worden.. We werken nauw samen met de gemeente Alphen a/d Rijn, de SWA en Holland Rijnland. Samen met de regiogemeenten geven we voor de uitvoering van de Participatiewet vorm aan een nieuwe uitvoeringsorganisatie. Met de oprichting van het Werkgeversservicepunt Rijnstreek hebben we een eerste stap gezet. Jeugdzorg Met ingang van 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Landelijk is hiermee een bedrag gemoeid van ongeveer 3 miljard euro. Op dit bedrag past het Rijk een korting toe van 450 miljoen. Wij bereiden de decentralisatie van de jeugdzorg samen met de gemeenten in Holland Rijnland voor. Uitgangspunten daarbij zijn één gezin, één plan, één regisseur en het realiseren van wijk/buurtteams voor de jeugd, die met een wijkgerichte aanpak gaan werken. Wijzigingen AWBZ en Wmo Rijksoverheid hevelt veel taken van de AWBZ over naar de gemeenten. Een van de doelen hiervan is om de kosten van de zorg binnen de AWBZ te beheersen. De reikwijdte van de Wmo strekt zich straks ook uit tot extramurale dagbesteding en persoonlijke verzorging. De verpleging in de thuissituatie gaat van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. Veel mensen met een zorgbehoefte ontvangen zowel verzorging als verpleging. Dit maakt nauwe samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars om integraal verzorging en verpleging te kunnen leveren erg belangrijk. Deze omvangrijke operatie gaat gepaard met een grote efficiencykorting. De functie van cliëntbegeleiding en belangenbehartiging die nu landelijk door stichting MEE wordt uitgevoerd, komt per 2015 over naar gemeenten. Ook krijgen we vanaf 2014 de verantwoordelijkheid voor het financieel compenseren van gehandicapten en chronisch zieken.
35
Stand van zaken
Programma 4 Sociale participatie
Kanteling van de Wmo-verordening Vanaf 1 juli 2013 werken we met een gekantelde Wmo-verordening. Een centraal concept van de nieuwe verordening is het denken in resultaten. De manier waarop eenzelfde resultaat (bijvoorbeeld ‘het kunnen wonen in een schoon en leefbaar huis’) kan worden bereikt verschilt sterk per situatie. We zoeken samen met de aanvrager naar een oplossing die past bij zijn/haar individuele situatie en die leidt tot het bereiken van het gewenste resultaat. De gekantelde verordening gaat niet uit van voorzieningen die de gemeente beschikbaar stelt, maar van resultaatgebieden waarop de gemeente inwoners moet compenseren zodra inwoners deze resultaten niet op eigen kracht kunnen bereiken. Een ander belangrijk aspect van de nieuwe verordening is het beroep op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners. Bij het zoeken naar oplossingen kijkt de gemeente eerst naar de eigen kracht van de aanvrager en zijn/haar sociale omgeving en naar algemene voorzieningen die al in de gemeente beschikbaar zijn. Onderdeel van het beroep op de eigen verantwoordelijkheid is ook het heffen van eigen bijdragen op meer Wmo-voorzieningen.
36
Ontwikkelingen Versterken Centrum Jeugd en Gezin (CJG (O) Met de decentralisatie van de jeugdzorg krijgen we de verantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp. Hierdoor kunnen we aan prestatieveld 2 van de Wmo, ondersteuning van gezinnen bij opvoedingsvragen, beter vorm geven. In de keten van het CJG komt een integraal aanbod tot stand. Daarnaast ontstaat zo de mogelijkheid de justitiële ketens, de jeugdbescherming en jeugdreclassering en de aanpak van de jeugdcriminaliteit goed aan te sluiten op de zorgketens. In het vormgeven van deze decentralisatie werken we nauw samen met regionale partners. De transitie van de jeugdzorg vraagt een sterk CJG. We participeren regionaal in een project ter versterking van het CJG. De gezamenlijke maatregelen leiden ertoe dat de gemeente zijn regierol kan waarmaken en het CJG berekent is op zijn taken.
Programma 4 Sociale participatie
Herziening beleid eigen bijdragen in de Wmo (O) Gemeenten mogen geen eigen inkomensgrenzen stellen voor het gebruik van voorzieningen in het kader van de Wmo. Wel kunnen gemeenten een eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen vragen conform de regeling die hiervoor in de wet is opgenomen. In het kader van de decentralisatie staat de eigen kracht van mensen meer voorop. Dit houdt ook in dat daar waar mensen zich voorzieningen (deels) zelf kunnen veroorloven, zij een eigen bijdrage kunnen betalen over Wmo-voorzieningen waar zij gebruik van maken. Vanaf juli 2013 passen we op meer voorzieningen de landelijke regeling voor eigen bijdragen toe. Wmo-beleidsplan (O) Uit het Wmo-beleidsplan vloeien in 2013 en 2014 diverse stukken voort over de uitvoering van het Wmo-beleid. Deze stukken bevatten een uitwerking van (onder meer) de in dit beleidsplan geschetste plannen, inclusief een tijdsplanning en financieel plaatje. Subsidies Het proces met betrekking tot het verstrekken van subsidies voor vrijwilligersorganisaties wordt momenteel verbeterd (lean management). In 2013 zijn we gestart met het digitaliseren van de aanvragen, het afgeven van meerjarige beschikkingen en het gebruiken van (door de gemeente) vooraf ingevulde formulieren. In 2014 verwachten we hiermee een aanzienlijke vermindering van de administratieve lasten voor de gebruikers en de gemeente te bereiken.
37
Doelstellingen In stand houden van een aantal welzijnsvoorzieningen Nieuwe activiteiten
Resultaat
Tijd
Versterken Centrum Jeugd en Gezin.
Meer naamsbekendheid CJG en verdergaande samenwerking tussen de kernpartners. CJG is een merknaam.
4e kwartaal 2014
Opstellen diverse uitvoeringsagenda’s Afstemming Wmo-loket – Servicepluspunten
Participatief beleid Dienstverlening sluit goed op elkaar aan.
3e kwartaal 2014 Continu
Vervolgstappen Servicepluspunten
Positie servicepluspunten is versterkt als spil in het lokale netwerk rondom zorg en welzijn
2014
Pilots opzetten voor algemeen toegankelijke welzijnsvoorzieningen Implementatie sociale kaart
Beeld van vraag bij de inwoners van Nieuwkoop en oplossingsrichtingen Een volledige en duidelijke sociale kaart.
2e kwartaal 2014 1e kwartaal 2014
Programma 4 Sociale participatie
Preventie, signalering en tegengaan van alcohol- en drugsmisbruik, overgewicht in het bijzonder onder jongeren, eenzaamheid en depressie Nieuwe activiteiten
Resultaat
Tijd
Het uitvoeren van de acties beschreven in de regionale beleidsvisie verslavingspreventie ZuidHolland Noord
Een uniform gemeenschappelijk beleid om alcoholgebruik bij jongeren zoveel mogelijk te voorkomen en overmatig gebruik tegen te gaan.
Doorlopend
Voortzetten subsidiëring van de cursus Verantwoord alcohol schenken Uitvoeren Deltaplan bewegen
Naleving van de alcoholregels, ook in de kantines van sportverenigingen. Meer mogelijkheden om te bewegen in Nieuwkoop Goede contacten in de gezondheidszorg
Doorlopend
Versterken netwerk 1e-lijnszorg en welzijnszorg
38
Doorlopend Doorlopend
Doelstellingen
Programma 4 Sociale participatie
Stimuleren van de zelfredzaamheid van burgers door onder andere armoedebestrijding, bijstandsverlening, schuldhulpverlening, arbeidsbemiddeling en het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning Nieuwe activiteiten
Resultaat
Tijd
Doorlopende evaluatie effecten van de Kanteling
Efficiënt en effectief gebruik van de beschikbare budgetten en de beschikbare hulpmiddelen.
3e kwartaal 2014
Afstemmen verpleging en verzorging
Het aanbod verpleging en verzorging is goed op elkaar afgestemd, zodat zorgvragers optimaal geholpen worden.
4e kwartaal 2014
Verkenning integrale zorgteams
Meer samenhang in zorg en welzijnsaanbod per kern/wijk
1e kwartaal 2014
Ontwikkelen maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden
Aanbod hulp bij het huishouden voor diegenen die dit het hardst nodig hebben/niet kunnen betalen, binnen het budget van het Rijk.
4e kwartaal 2014
Realisatie compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten
Mensen met aanzienlijke meerkosten door een chronische ziekte of beperking kunnen gebruik maken van maatwerkondersteuning wanneer zij dit echt nodig hebben.
1e kwartaal 2014
nieuwe aanbesteding huishoudelijke hulp
Efficiënt en effectief gebruik van het beschikbare budget en voldoende keuzevrijheid voor de klant.
4e kwartaal 2014
Lokale pilots dagbesteding
Pilots met een lokaal aanbod aan dagbesteding, dat inspeelt op de veranderingen rondom de dagbesteding.
1e kwartaal 2014
39
Programma 4 Sociale participatie
Financieel overzicht
Lasten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Zorg en ondersteuning
3.103
3.290
3.433
3.340
3.340
3.341
Volksgezondheid
1.106
1.253
1.190
1.188
1.188
1.188
Sociaal-cultureel werk
1.130
1.050
1.108
1.053
1.053
1.053
Totaal lasten
5.339
5.594
5.731
5.581
5.582
5.582
Baten Rekening
Begroting
2012 Zorg en ondersteuning
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
210
201
210
210
210
210
Volksgezondheid
15
0
-
-
-
-
Sociaal-cultureel werk
44
44
46
46
46
46
269
245
256
256
256
256
Totaal baten
40
Financieel overzicht Saldo Rekening
Begroting
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Zorg en ondersteuning
2.893
3.089
3.222
3.130
3.130
3.130
Volksgezondheid
1.091
1.253
1.190
1.188
1.188
1.188
Sociaal-cultureel werk
1.086
1.006
1.063
1.008
1.008
1.008
Totaal saldo van lasten en baten
5.070
5.348
5.475
5.325
5.325
5.326
Toevoeging reserves
20
121
-
-
-
-
Onttrekking reserves
64
181
43
13
13
13
Saldo mutaties reserve
44-
43-
13-
13-
13-
Geraamd resultaat
60-
5.026
5.289
Rekening
5.432
5.313
Begroting
2012
Programma 4 Sociale participatie
Raming
2013
5.313
5.313
Raming
2014
2015
2016
2017
Incidentele lasten
-
72
30
-
-
-
Incidentele baten
-
-
-
-
-
-
72
Saldo
-
30
-
-
-
Incidentele toevoeging aan de reserve
20
121
-
-
-
-
Incidentele onttrekking aan de reserve
64
168
30
-
-
-
Saldo
44-
30-
-
-
-
47-
Specificatie van incidentele baten/lasten Voor 2014 is een incidenteel budget begroot op het product zorg en ondersteuning van € 30.000 voor subsidie voor ondersteuning van particuliere initiatieven in het kader van de Wmo. Specificatie van incidentele toevoegingen en onttrekkingen reserves Voor de incidentele lasten van € 30.000 voor particuliere initiatieven wordt de reserve Wmo ingezet.
41
Financieel overzicht Mutaties Programma 4
2014
2015
2016
2017
A. Saldo begroting reeds besloten
5.352
5.350
5.350
5.350
B. Voorjaarsnota Amendement Onderuitputting Wmo C. Uitgangspuntennotitie
99-
99-
99-
99-
7-
7-
7-
7-
7-
7-
7-
7-
249
279
279
279
278 2 30-
278 2 -
278 2 -
278 2 -
Indexering (inflatie kosten/opbrengsten) D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren staat C Renteomslag/rente reserves & voorzieningen
Programma 4 Sociale participatie
E. Overige begrotingsmutaties 2014
26-
60-
60-
60-
Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Nieuw beleid, nieuwe activiteiten Overig
1945 52-
1910 52-
1810 52-
1810 52-
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
5.470
5.464
5.464
5.464
37-
151-
151-
151-
335-
1465-
1465-
1465-
5.432
5.313
5.313
5.313
F. Bezuinigingen Budget Tarieven Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Belangrijkste mutaties Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Zorg en ondersteuning € 19.000 (structureel voordeel) Dit voordeel wordt veroorzaakt door het effect in de uitvoeringskosten voor inburgering, voortvloeiend uit de meicirculaire 2013. Belangrijkste mutaties Nieuw beleid, nieuwe activiteiten Zorg en ondersteuning € 30.000 (incidenteel nadeel) In het Wmo-beleidsplan 2013-2017 is een onttrekking uit de Wmo-reserve opgenomen voor het ondersteunen van particuliere initiatieven op het vlak van de Wmo. Belangrijkste mutaties Overig Volksgezondheid € 52.000 (structureel voordeel) Lagere huisvestingslasten á € 25.000 o.a. als gevolg van verhuizing CJG naar gemeentelijke locatie. Het omzetten van subsidie naar formatieplaats voor CJG levert een structureel voordeel op van ca. € 27.000. Investeringen (x € 1.000) -Risico’s Omschrijving risico
Risicoscore
Bedrag
Efficiencykortingen op nieuwe taken die uit de AWBZ naar de Wmo toe komen, niet kunnen opvangen door de zorg efficiënter te organiseren
6
50.000
Hogere kosten WMO
6
70.000
42
Programma 5 Sport en ontspanning
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
43
Financieel overzicht
Stand van zaken Sporten en bewegen is goed voor mensen, het bevordert de gezondheid en de sociale samenhang. Omdat we dit belangrijk vinden, faciliteert de gemeente sporters en sportverenigingen met subsidies en stelt de gemeente accommodaties beschikbaar, zoals sporthallen en een zwembad.
Programma 5 Sport en ontspanning
Naar aanleiding van het rekenkamerrapport over de sportaccommodaties heeft de gemeente in 2013 een begin gemaakt met een onderzoek naar de meest gewenst, efficiënte en effectieve manier van beheer van de sportaccommodaties, inclusief de twee zwembaden. Dit proces krijgt vorm met participatie van alle betrokkenen: (sport)verenigingen, beheerders en gebruikers. In 2014 leidt dit proces tot het maken van keuzes over de gewenste beheervorm en optimaal gebruik van de accommodaties die de gemeente herbergt.
44
Ontwikkelingen
Programma 5 Sport en ontspanning
Deltaplan bewegen (O) Bewegen is gezond en daarom is bewegen één van de belangrijkste onderdelen van de gemeente nota Gezondheidsbeleid. En jong geleerd is ook hier oud gedaan. Het deltaplan bewegen, dat in 2013 is opgesteld, wordt in 2014 in uitvoering genomen. Het deltaplan is gericht op allerlei vormen van bewegen.
45
Doelstellingen Het stimuleren van sporten en bewegen waarbij het ondersteunen van de sportverenigingen door het beheer van de sportaccommodaties een minder prominente rol krijgt Resultaat
Tijd
Vernieuwen verlopen contracten huur/ opstalrecht/erfpacht van maatschappelijke accommodaties.
Alle contracten zijn rechtsgeldig en up to date.
1e kwartaal 2014
Uitvoeren onderzoek naar de meest gewenst, efficiënte en effectieve manier van beheer van de sportaccommodaties
Onderzoeksuitkomst
2014
Deltaplan bewegen
Duidelijke en afgebakende activiteiten op het gebied van sport en bewegen in Nieuwkoop.
doorlopend
Programma 5 Sport en ontspanning
Nieuwe activiteiten
46
Programma 5 Sport en ontspanning
Financieel overzicht
Lasten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Sport
5.247
2.852
1.540
1.494
1.485
1.488
Zwembad
1.104
1.097
1.090
1.090
1.090
1.090
Totaal lasten
6.351
3.949
2.630
2.584
2.575
2.577
Baten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Sport
660
446
452
452
452
452
Zwembad
525
499
525
535
535
535
1.185
945
976
987
987
987
Totaal baten
47
Financieel overzicht Saldo Rekening
Begroting
2012 Sport Zwembad
2013
4.587
2014
2.406
2015
1.088
2016
1.043
2017
1.033
1.036
579
598
565
554
555
555
5.166
3.004
1.653
1.597
1.588
1.590
Toevoeging reserves
-
-
-
-
-
-
Onttrekking reserves
3.476
1.304
76
76
67
67
Saldo mutaties reserve
3.476-
1.304-
76-
76-
67-
67-
Geraamd resultaat
1.690
1.700
Totaal saldo van lasten en baten
Rekening
1.578
1.521
Begroting
2012
Programma 5 Sport en ontspanning
Raming
2013
1.521
1.524
Raming
2014
2015
2016
2017
Incidentele lasten
-
1.228
-
-
-
-
Incidentele baten
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
1.228
-
-
-
-
Incidentele toevoeging aan de reserve
-
-
-
-
-
-
incidentele onttrekking aan de reserve
3.447
1.228
-
-
-
-
Saldo
3.447-
1.228-
-
-
-
-
48
Financieel overzicht Mutaties Programma 5
2014
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Indexering (inflatie kosten/opbrengsten)
2016
2017
1.631 162828-
1.574 162828-
1.574 162828-
1.574 162828-
484 151-
474 0 51-
474 0 51-
444 3 51-
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. nieuwe wetgeving Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Overig
64 0 57 7
64 0 57 7
64 0 57 7
64 0 57 7
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
1.604
1.547
1.547
1.550
26125-
26125-
26125-
26125-
1.578
1.521
1.521
1.524
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren staat C Staat van personeelslasten
Programma 5 Sport en ontspanning
2015
F. Bezuinigingen Budget Formatie Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Sport € 57.000 (structureel nadeel) Het structureel nadeel wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere energiekosten, kosteninflatie en lagere huuropbrengsten voor sportaccommodaties. Investeringen (x € 1.000) -Risico’s --
49
Programma 6 Onderwijs en cultuur
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
50
Financieel overzicht
Stand van zaken Integraal Huisvestingsplan (IHP) Goed onderwijs geeft kinderen de kans op een toekomst waarin zij zelf hun leven kunnen vormgeven en leren in een adequaat gebouw stimuleert. De gemeente neemt daarom haar verantwoordelijkheid voor de huisvesting en het onderhoud van de schoolgebouwen serieus. In overleg met de schoolbesturen is het Integraal Huisvestingsplan (IHP) in 2013 geëvalueerd op basis van een nieuwe leerlingenprognose. Op basis van de leerlingenprognose is het meerjaren onderhoudsplan (MJOP) voor de basisscholen geactualiseerd. Voor een aantal scholen is een instandhoudingsplan gemaakt. Informatie uit die plannen maakt een goede afweging mogelijk over de toekomstige huisvesting van de scholen en de (onderhoud)planning voor die scholen.
Programma 6 Onderwijs en cultuur
Lokale Educatieve Agenda De eerste periode van de Lokale Educatieve Agenda (LEA) loopt in 2014 af. In 2013 is een start gemaakt met de evaluatie van de LEA. De stuurgroep en alle betrokken partijen nemen de inhoud en de organisatie van de LEA onder de loep. De uitkomsten van de evaluatie gebruikt de stuurgroep om de richting en opzet van de LEA 20142018 vorm te geven. Vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) De gemeente is verantwoordelijk voor dekkend en hoogwaardig aanbod van VVE in de voorschoolse periode. In 2013 is het VVE-beleid herijkt en dit nieuwe VVE-beleid heeft consequenties voor het huidige aanbod van VVE binnen de gemeente. In 2014 gaan we uitvoering geven aan het nieuwe VVE-beleid. Ook werken we verder aan de uitvoering van de wettelijke verplichtingen die vanuit de wet OKE op de gemeente van toepassing zijn (zoals bijvoorbeeld de resultaatafspraken met het primair onderwijs en de doorgaande leerlijn).
51
Ontwikkelingen De ontwikkeling van de openbare bibliotheken in Nieuwkoop (C) In 2013 is de bibliotheek, samen met de scholen, gestart met het project bibliotheek op school. In 2014 is het doel om in alle scholen een leescoördinator actief te hebben. De bibliotheek ondersteunt deze leescoördinatoren met een leesconsulent. De belangrijkste beleidsdoelstelling is dat kinderen van jongs af aan gestimuleerd worden in het lezen en een moderne schoolbibliotheek is daarbij onontbeerlijk.
Programma 6 Onderwijs en cultuur
Voortgezet Onderwijs (O) Het Ashram College huurt vanaf het schooljaar 2011/2012 extra ruimte bij de gemeente. Met de komst van Kaleidoskoop en het vrijkomen van de bibliotheekruimte was het Ashram College er vanuit gegaan dat na verbouwing/aanpassing van die ruimte aan alle leerlingen binnen de school les kon worden gegeven. De verbouwing/aanpassing heeft niet de ruimte opgeleverd die verwacht was. Dat komt mede omdat het leerlingenaantal, mede als gevolg van het aanbieden van een onderbouw Havo, verder is toegenomen. Daarom blijft het Ashram de ruimte in het voormalig gemeentehuis ook in 2013 en daaropvolgende jaren huren totdat er een oplossing voor het ruimteprobleem is gevonden. De gemeente is met het bestuur van het Ashram in gesprek over een permanente oplossing van het ruimteprobleem. De verwachting is dat hier eind 2013 duidelijkheid over is. Passend onderwijs (W) Met ingang van 1 augustus 2014 wordt de wet Passend onderwijs van kracht. Dit betekent dat scholen de zorgplicht hebben om voor elke aangemelde leerling een passende plek te vinden. Deze wet heeft veel raakvlakken met de transitie van de Jeugdzorg. Het in samenhang brengen van het Passend onderwijs met de maatregelen van de transitie jeugd geeft de gemeenten en schoolbesturen de mogelijkheid om bij het vormgeven van de zorg voor kinderen, jongeren en gezinnen gezamenlijk op te trekken. Samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs maken afspraken over de manier waarop alle leerlingen in hun regio zo goed mogelijk ondersteuning krijgen. Deze afspraken worden vastgelegd in een ondersteuningsplan. Samenwerkingsverbanden en gemeenten zijn verplicht om voor 1 mei 2014 op overeenstemming gericht overleg (OOGO) te voeren over het conceptondersteuningsplan voordat het samenwerkingsverband dit plan vaststelt en naar de inspectie van Onderwijs stuurt. Wij zijn op dit moment in overleg op Holland Rijnland en Rijnstreek niveau met samenwerkingsverbanden, zodat aansluiting met de transitie jeugdzorg geborgd wordt. Leerlingenvervoer Het invoeren van Passend onderwijs gaat invloed hebben op het leerlingenvervoer. De verwachting is dat veel minder leerlingen van het vervoer gebruik gaan maken, omdat zij dichter bij huis naar school kunnen. Wanneer duidelijk is wat de gevolgen van het Passend onderwijs zijn, wordt de verordening Leerlingenvervoer geactualiseerd. Brede School Ter Aar De bouw van de Brede School Ter Aar start naar verwachting niet eerder dan 2017. In de tussentijd is er regelmatig overleg met de betrokken partners, zodat de inhoudelijke aspecten van de Brede School Ter Aar klaar zijn op het moment dat de bouw kan starten. Naar verwachting valt eind 2013 het besluit hoe verder met de Brede School. Daarna vervolgen de gesprekken met de betrokken partijen over de invulling van de plannen, hetzij in een Brede School, hetzij in een andere vorm. Nieuw monumentenbeleid Het komende jaar wordt nadere invulling gegeven aan een nieuw en meer realistisch monumenten beleid. Na vaststelling van de startnotitie in 2012, wordt in nauwe samenwerking met partners een zo effectief mogelijk beleid worden geformuleerd. Doel is om met de beperkt beschikbare middelen een maximaal resultaat te behalen ten aanzien van het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed.
52
Doelstellingen Het uitbreiden van het onderwijsaanbod binnen de gemeentegrenzen vooral gericht op het beroepsonderwijs en onderzoeken om ook andere vormen van voortgezet onderwijs te versterken Nieuwe activiteiten
Resultaat
Tijd
Verzoek van het Ashram College ten aanzien van huisvesting
Passende huisvesting voor het Ashram college in Nieuwkoop.
2e kwartaal 2014
Nieuwe activiteiten
Resultaat
Tijd
Overleggen met de partners van de Brede school Ter Aar.
Vastleggen van afspraken, zodat er een stevig concept voor de brede school staat.
2014 / 2017
Het concept brede school verder uitdragen
Programma 6 Onderwijs en cultuur
Het behouden van en het verstevigen van een juiste samenhang van monumenten Nieuwe activiteiten
Resultaat
Tijd
Opstellen nieuw monumentenbeleid
Binnen budgettaire kaders de cultuurhistorische waarde in stand houden
Vanaf 2014
53
Programma 6 Onderwijs en cultuur
Financieel overzicht
Lasten Rekening
Begroting
2012 Cultuur en ontwikkeling
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
881
721
705
700
700
700
Lokale voorzieningen onderwijs
1.035
1.008
1.065
1.047
1.048
1.049
Onderwijs en huisvesting
1.684
1.650
1.687
1.690
1.704
1.754
Totaal lasten
3.600
3.378
3.458
3.437
3.452
3.503
Baten Rekening
Begroting
2012
2013
2014
37
2016 37
2017
52
Lokale voorzieningen onderwijs
69
46
47
47
47
47
Onderwijs en huisvesting
75
103
106
106
106
106
196
184
190
190
190
190
54
37
2015
Cultuur en ontwikkeling
Totaal baten
36
Raming 37
Financieel overzicht Saldo Rekening
Begroting
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Cultuur en ontwikkeling
829
685
668
663
663
663
Lokale voorzieningen onderwijs
965
962
1.018
1.000
1.001
1.002
Onderwijs en huisvesting
1.609
1.547
1.582
1.584
1.598
1.648
Totaal saldo van lasten en baten
3.403
3.194
3.268
3.248
3.263
3.314
Toevoeging reserves
42
-
-
-
-
-
Onttrekking reserves
678
499
499
499
499
499
Saldo mutaties reserve
636-
499-
499-
499-
499-
499-
Geraamd resultaat
2.767
2.695
Rekening
2.770
2.749
Begroting
2012
Programma 6 Onderwijs en cultuur
Raming
2013
2.764
2.815
Raming
2014
2015
2016
2017
Incidentele lasten
-
-
-
-
-
-
Incidentele baten
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
-
-
-
-
-
Incidentele toevoeging aan de reserve
42
-
-
-
-
-
Incidentele onttrekking aan de reserve
179
-
-
-
-
-
Saldo
137-
-
-
-
-
-
55
Financieel overzicht Mutaties Programma 6
2014
2015
2016
2017
2.566 117 3120
2.568 117 3120
2.582 117 3120
2.582 117 3120
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren staat C Renteomslag/rente reserves & voorzieningen
57 53 4 0-
57 53 4 0-
57 53 4 0-
106 53 53 0-
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Bestaand beleid, nieuwe activiteiten Overig
43 14 28 0
24 428 0
26 228 0
28 028 0
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
2.782
2.767
2.782
2.833
1313-
1818-
1818-
1818-
2.770
2.749
2.764
2.815
Programma 6 Onderwijs en cultuur
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Indexering (inflatie kosten/opbrengsten) Overige ontwikkelingen
F. Bezuinigingen Budget Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Bestaand beleid, nieuwe activiteiten Lokale voorzieningen onderwijs € 28.000 (structureel nadeel) De hogere lasten worden voornamelijk veroorzaakt door de kosteninflatie voor leerlingenvervoer (conform NEAindex 6,5%). Investeringen (x € 1.000) Omschrijving investering
2014
2015
Vervanging scheidingswand
2016
2017
16
Ontwikkeling Brede school TA
800
Bouw Aeresteijn
917
Totaal
0
800
934
0
Risico’s Omschrijving risico
Risicoscore
Bedrag
Efficiencykortingen op huishoudelijke hulp niet kunnen opvangen door de zorg efficiënter te organiseren
6
50.000
Niet doorgaan Brede School
12
175.000
56
Programma 7 Economische participatie
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
57
Financieel overzicht
Stand van zaken We bieden mensen die tijdelijk of permanent geen eigen inkomen kunnen verwerven een vangnet. Via het serviceplein in Alphen aan den Rijn wordt mensen de kans geboden om weer aan het werk te komen. Wanneer dat niet op korte termijn mogelijk is verstrekken we een uitkering. We gaan er daarbij van uit dat mensen zich inspannen om aan het werk te komen. Is dat niet het geval, dan worden de handhavingsinstrumenten ingezet.
Programma 7 Economische participatie
In 2013 heeft het kabinet de nieuwe Participatiewet gepresenteerd. In april 2013 is het sociaal akkoord tussen het kabinet, werkgevers en werknemers gesloten. Bij gemeenten, SW-bedrijven en sociale diensten bestaan nog veel vragen en onduidelijkheden over de gevolgen van het sociaal akkoord. Ook op het ministerie is nog niet duidelijk wat er nu precies moet gebeuren met het door kabinet en sociale partners gesloten sociaal akkoord. Een van de gevolgen van het sociaal akkoord is dat de Participatiewet een jaar later (per 1 januari 2015) in werking treedt. Economische omstandigheden De gevolgen van de economische omstandigheden voor het uitkeringsbestand zijn groot. In korte tijd is het aantal uitkeringsgerechtigden WWB opgelopen tot 171 (stand per 31 mei 2013, het was 169 in januari 2012). Het streven blijft te komen tot uitstroom van bestaande klanten en beperkte instroom van nieuwe klanten. Daarvoor zijn door ons inmiddels ook nieuwe projecten opgezet. Bovendien is in 2013 de samenwerking binnen de nieuwe uitvoeringsorganisatie gestart. Het werkgeversservicepunt draait op volle toeren en ook in het kader van Startbaan –het diagnose en leercentrum van de uitvoeringsorganisatie- zijn projecten gestart. De gemeente Nieuwkoop biedt ook binnen de eigen gemeentelijke organisatie werkervaringsplaatsen aan.
58
Ontwikkelingen Presentatie Participatiewet en het sociaal akkoord (W) Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat zoveel mogelijk mensen deelnemen (participeren) in de samenleving. De Participatiewet voegt de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong samen. Er is straks dus één regeling voor iedereen die in staat is om te werken. Hoewel het Sociaal Akkoord er toe heeft geleid dat de Participatiewet en daarmee de bezuinigingen op de sociale werkvoorziening met een jaar zijn uitgesteld, is het duidelijk dat er nog forse bezuinigingen aankomen. We blijven dus in samenwerking met de gemeenten van de Rijnstreek ons beleid ontwikkelen.
Programma 7 Economische participatie
Regionale organisatie werk en inkomen (O) Na het Sociaal Akkoord zijn de voornemens om een regionale uitvoeringsorganisatie voor de Rijnsteek vorm te geven in een iets ander daglicht komen te staan. Het is niet logisch om volle kracht door te werken aan een nieuwe structuur voor Rijnstreek Werkt met in de wetenschap dat het Rijk wellicht een infrastructuur voorstaat waarin dat niet lijkt te passen. We staan echter op dit terrein niet stil. Binnen de Startbaan zetten de gemeente projecten op en het WSPR gaat ook door. Het is de verwachting dat, onafhankelijk van de keuze voor een structuur, deze projecten in hun plek gaan krijgen. We zijn ervan overtuigd dat het verwerven van een eigen (gezins)inkomen van groot individueel en maatschappelijk belang is. Los van de huidige ontwikkelingen, zetten wij daarom in op effectieve re-integratie en strenge handhaving. Daarnaast willen wij samen met het Nieuwkoopse bedrijfsleven het aantrekken van werknemers met een uitkering of beperking stimuleren. Deze aanpak bevordert de zelfredzaamheid van burgers en draagt bij aan vermindering van het aantal inwoners dat langdurig niet in staat is zelf een inkomen te verwerven. Eén van de overwegingen voor de decentralisaties zijn de financiële voordelen die de gemeenten kunnen realiseren bij het toepassen van creatieve verbindingen tussen de verschillende beleidsvelden. Daar zijn we dan ook volop mee aan de slag.
59
Doelstellingen Stimuleren van de zelfredzaamheid van burgers door onder andere armoedebestrijding, bijstandverlening, schuldhulpverlening, arbeidsbemiddeling en het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning Activiteiten
Resultaat
Tijd
Inzetten nieuw beleid Rijnsteek Werkt .
Effectieve re-integratie en meer mensen aan het werk.
2014
Herstructurering SWA.
Een toekomstbestendige Sociale Werkvoorziening.
2015
Werkgeversbenadering.
Een groep enthousiaste Nieuwkoopse werkgevers die meewerken aan maatschappelijke doelstellin-
continu
Programma 7 Economische participatie
Streven om als gemeente, binnen de budgettaire kaders en onder waarborging van kwaliteit, opdrachten primair aan de SWA te gunnen Activiteiten
Resultaat
Tijd
SWA betrekken bij opdrachtverstrekkingen.
Actief SWA benaderen bij mogelijke opdrachtverstrekkingen.
Doorlopend
Nieuwkoopse bedrijven verbinden met de SWA.
Doorlopend
60
Programma 7 Economische participatie
Financieel overzicht
Lasten Rekening
Begroting
2012
2013
2014
Raming 2015
2016
2017
Inkomen
3.641
3.190
3.070
3.069
3.069
3.069
Werk
2.316
2.159
2.107
1.985
1.985
1.985
Totaal lasten
5.956
5.349
5.177
5.054
5.054
5.054
Baten Rekening
Begroting
2012
2013
2014
Raming 2015
2016
2017
Inkomen
2.220
2.111
2.153
2.153
2.153
2.153
Werk
2.360
1.698
1.549
1.485
1.485
1.485
Totaal baten
4.579
3.808
3.702
3.637
3.637
3.637
61
Financieel overzicht Saldo Rekening
Begroting
2012 Inkomen
2013
2016
2017
917
916
916
916
461
558
500
500
500
1.377
1.541
1.475
1.416
1.416
1.416
Toevoeging reserves
78
-
-
-
-
-
Onttrekking reserves
-
-
-
-
-
-
Totaal saldo van lasten en baten
Saldo mutaties reserve Geraamd resultaat
44-
78
-
-
-
-
-
1.455
1.541
1.475
1.416
1.416
1.416
Rekening
Begroting
2012
Programma 7 Economische participatie
2015
1.080
Werk
1.421
Raming
2014
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Incidentele lasten
-
-
-
-
-
-
Incidentele baten
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
-
-
-
-
-
Incidentele toevoeging aan de reserve
78
-
-
-
-
-
Incidentele onttrekking aan de reserve
-
-
-
-
-
-
Saldo
78
-
-
-
-
-
62
Financieel overzicht Mutaties Programma 7
2014
2015
2016
2017
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie
1.627 127-
1.626 127-
1.626 127-
1.626 127-
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat
123123-
123123-
123123-
123123-
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Overig
99 49 49
41 49 9-
41 49 9-
41 49 9-
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
1.475
1.416
1.416
1.416
-
-
-
-
1.475
1.416
1.416
1.416
F. Bezuinigingen
Programma 7 Economische participatie
Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Inkomen € 49.000 (structureel nadeel) De afgelopen jaren is het BUIG*) budget met meer dan 10% overschreden. De verwachting is dat dit voor 2014 niet anders zal zijn. De eerste 10% blijft altijd voor rekening van de gemeente. Het voorlopige BUIG budget voor 2014 wordt pas in het najaar van 2013 bekend (na de totstandkoming van deze begroting). Daarnaast is de verwachting dat kosten voor uitkering oudere werklozen, minimabeleid en bijzondere bijstand op basis van de werkelijke kosten in 2012, in 2014 en verder hoger uitvallen. Overig Werk € 49.000 (incidenteel nadeel) Het nadeel wordt veroorzaakt doordat er vanaf 2014 er geen rijksbijdrage meer wordt ontvangen voor inburgering. Dekking vindt plaats ten laste van het overige participatiebudget. *) BUIG: Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorzieningen aan Gemeenten.
Investeringen (x € 1.000) -Risico’s Omschrijving risico Meer aanvragen WWB door hogere werkloosheid
Risicoscore
Bedrag
12
100.000
Hogere bijdrage aan SWA door dreigend exploitatietekort
4
50.000
Vermindering vraag naar eenvoudig productiewerk (in het kader WSW)
4
50.000
63
Programma 8 Openbare orde en veiligheid
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
64
Financieel overzicht
Stand van zaken Bevorderen van veiligheid Een groter gevoel van veiligheid, naast objectieve veiligheid, is voor ons een kernthema voor beleid en uitvoering. Hoofdlijn is een integrale aanpak. Samenwerking en afstemming zijn essentieel, zowel intern als extern. Belangrijke uitgangspunten daarvoor zijn: werken volgens het systeem van de veiligheidsketen; burgerparticipatie, bij beleid en uitvoering, afhankelijk van het onderwerp; gemeente brede aanpak met, indien nodig, maatwerk per kern en (sub)regionale afstemming en samenwerking.
Programma 8 Openbare orde en veiligheid
Vanaf 2013 neemt Nieuwkoop deel aan Burgernet. In samenspraak met politie en andere partners wordt deelname van burgers hieraan bevordert. Veiligheid en handhaving De objectieve en subjectieve veiligheid kunnen op verschillende manieren worden bevorderd. Ook in 2014 zijn alcohol, drugs, jongerenoverlast, horeca en para commerciële activiteiten hoofdthema’s van het veiligheids- en handhavingsbeleid. Daarnaast zetten wij onverminderd in op een veilige fysieke leefomgeving (onder andere het Keurmerk Veilig Wonen) en verkeersveiligheid (te hard rijden en parkeeroverlast). Bij toezicht en handhaving blijft toepassing van preventieve middelen voorop staan. Voor overlastfeiten wordt daarnaast vooral het instrument van de bestuurlijke strafbeschikking gebruikt Crisisbeheersing (rampenbestrijding) De gemeente heeft de zorg voor de beheersing van crisisachtige situaties. Hierbij moet onder meer worden gedacht aan communicatie, het registreren en het opvangen van slachtoffers. Om dit mogelijk te maken zijn medewerkers aangewezen en geschoold om in crisisomstandigheden deze processen uit te voeren. Binnen de veiligheidsregio wordt invulling gegeven aan de rol van Officier van dienst Bevolkingszorg. Hiermee is de gemeentelijke kolom, net als de politie, brandweer en Ghor, bij incidenten van enige omvang direct vertegenwoordigd. Beschikbaarheid van een Officier van dienst Bevolkingszorg is 24 uur per dag 7 dagen per week door middel van een hard piket gewaarborgd.
65
Ontwikkelingen Toezicht op Drank- en Horecawet van Rijk naar gemeente (C/W) Het toezicht op en handhaving van de Drank- en Horecawet (vergunningen) ligt bij de gemeente. Deze toezicht- en handhavingsbevoegdheid van het Rijk is per 1 januari 2013 overgegaan naar de gemeente. Daarmee zijn we integraal verantwoordelijk voor de naleving van de Drank- en Horecawet, waaronder ook winkelverkoop en verstrekking van drank aan 16-minners vallen.
Programma 8 Openbare orde en veiligheid
Integrale zorg ook voor volwassenen Ook in de gemeente Nieuwkoop zijn er huishoudens die gecoördineerde hulp nodig hebben. In deze huishoudens spelen vaak gelijktijdig meerdere problemen waarbij de problemen op elkaar ingrijpen en elkaar beïnvloeden en versterken. Deze problemen zijn ernstig en meestal langdurig van aard. Hiervoor is een nieuwe zorgstructuur opgericht: het sociaal team Nieuwkoop. Dit team werkt volgens de systematiek: 1 gezin-1 plan. Dit vraagt om een andere manier van werken door gemeente en door uitvoeringspartners in het sociale domein.
66
Doelstellingen Groter gevoel van veiligheid bereiken, naast objectieve veiligheid specifiek sociale veiligheid Activiteiten Integraal toezicht op Drank- en Horecawet (nieuwe wetgeving). Activiteiten om te voldoen aan het normenkader veiligheidsregio's.
Resultaat Beheersing alcoholmisbruik (onder jongeren ) Aantal meldingen gelijk of kleiner. Opleidingen conform planning.
Programma 8 Openbare orde en veiligheid
Crisisruimten operationeel.
Tijd Doorlopend Doorlopend 9, 10 en 11 september 2013
Beleid paracommercie.
Tegengaan oneerlijke concurrentie;
Doorlopend
Uitbuiting/mensenhandel/prostitutie.
Reguleren van de horeca. Inperken georganiseerde criminaliteit (ad hoc);
Doorlopend
Inbraakpreventie (met name activiteit van de politie).
Verminderen inbraken door burger bewust te maken;
Doorlopend en in de “donkere dagen”
Binnen 24 uur brief verzenden in buurt als er een inbraak is gepleegd als waarschuwing;
Invoeren alcoholverbod gebieden. Drankhokken en –keten. Motorclubs.
Sociaal calamiteitenplan.
Gerichte controles uitvoeren. Minder verstoring van de openbare orde (klachten/meldingen) Reguleren drankgebruik 16-minners en preventie brandveiligheid Aandacht voor motorclubs zodat er geen (georganiseerde) criminaliteit komt (ad hoc) Reguleren sociale onrust en voorkomen/ monitoren sociale incidenten (ad hoc)
67
Doorlopend Doorlopend Doorlopend
Doorlopend
Programma 8 Openbare orde en veiligheid
Financieel overzicht
Lasten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Openbare Orde en Veiligheid
2.688
3.077
3.074
3.039
3.027
3.026
Totaal lasten
2.688
3.077
3.074
3.039
3.027
3.026
Baten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Openbare Orde en Veiligheid
82
85
71
71
71
71
Totaal baten
82
85
71
71
71
71
68
Financieel overzicht Saldo Rekening
Begroting
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Openbare Orde en Veiligheid
2.606
2.993
3.004
2.968
2.956
2.955
Totaal saldo van lasten en baten
2.606
2.993
3.004
2.968
2.956
2.955
Toevoeging reserves
-
-
-
-
-
-
Onttrekking reserves
-
-
-
-
-
-
Saldo mutaties reserve
-
-
-
-
-
-
2.606
2.993
3.004
2.968
2.956
2.955
Geraamd resultaat
Rekening
Begroting
2012
Programma 8 Openbare orde en veiligheid
Raming
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Incidentele lasten
-
31
-
-
-
-
Incidentele baten
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
31
-
-
-
-
Incidentele toevoeging aan de reserve
-
-
-
-
-
-
Incidentele onttrekking aan de reserve
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
-
-
-
-
-
Mutaties Programma 8
2014
2015
2016
2017
2.930 34 33-
2.889 34 33-
2.869 34 33-
2.869 34 33-
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren staat C
38 44 6-
38 44 6-
44 44 -
42 44 2-
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. nieuwe wetgeving Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Overig
16 4 8 5
24 4 7 13
24 4 8 13
28 4 8 16
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
3.016
2.983
2.968
2.970
1212-
1515-
1212-
1515-
3.004
2.968
2.956
2.955
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Indexering (inflatie kosten/opbrengsten)
F. Bezuinigingen Budget Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Investeringen (x € 1.000) —
Risico’s Omschrijving risico
Kosten en claims na ramp
69
Risicoscore
Bedrag
4
75.000
Programma 9 Klant Contact Centrum
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
70
Financieel overzicht
Stand van zaken Onze dienstverlening moet bereikbaar, betrouwbaar, consistent, begrijpelijk, dienstbaar, proactief en voorspelbaar zijn. Daarbij staan we voor een goede kwaliteit van eigentijdse en toekomstgerichte dienstverlening. We willen ons blijven ontwikkelen en blijven in de pas met de landelijke ontwikkelingen. Wetgeving is hierin leidend. Steeds meer zal onze dienstverlening ook adequaat, effectief en efficiënt moeten zijn.
Programma 9 Klant Contact Centrum
Dit programma bestaat, naast de producten en diensten die onder de noemer “Burgerzaken” bekend zijn, ook uit de gemeentelijke dienstverlening via het Klant Contact Centrum op het gebied van zorg, omgevingsvergunningen en telefonie. ook het Ondernemersloket is binnen het KCC ondergebracht. Het KCC is de organisatie brede frontoffice van de gemeente en hierdoor zijn de beleidsinhoudelijke ontwikkelingen toegelicht binnen de overige programma’s. De dienstverleningsaspecten binnen het KCC en het thema “burgerzaken” zijn in dit programma opgenomen. Beleidsmatig en financieel zijn de Wmo en de omgevingsvergunningen opgenomen in andere programma’s.
71
Ontwikkelingen Programma dienstverlening (C) We zetten in op een goed serviceniveau voor onze inwoners. Om dit te realiseren, wordt het ‘Programma dienstverlening’ voortgezet. De uitvoering van het programma dienstverlening loopt tot en met 2014. In 2014 wordt het Programma dienstverlening geactualiseerd. De raad heeft hiervoor in 2013 uitgangspunten vastgesteld. Met behulp van een business case worden scenario’s doorgerekend. Belangrijk element in deze scenario’s is kanaalsturing en de kans die verdere digitalisering van de dienstverlening mogelijk biedt. Met de uitkomst van de business case wordt een nieuwe koers bepaald.
Programma 9 Klant Contact Centrum
Kwaliteitshandvest De raad wordt periodiek geïnformeerd over de resultaten die worden behaald op de servicenormen die zijn opgenomen in het Kwaliteitshandvest. De raad kan hiermee gerichter sturen op de kwaliteit van de dienstverlening. Invoering van de Basis Registratie Personen (BRP) De BRP vervangt de huidige Gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens (GBA). In de BRP worden de persoonsgegevens van alle ingezetenen en niet-ingezetenen opgeslagen. De invoering van de BRP brengt veranderingen met zich mee. De Wet Basisregistratie Persoonsgegevens vormt de nieuwe wettelijke basis voor het bijhouden, verstrekken en afnemen van persoonsgegevens. Gemeenten gaan hiervoor gebruik maken van nieuw te ontwikkelen Burgerzakenmodules. Nieuwkoop werkt als kwartiermaker samen met Pink Roccade aan de realisatie van deze nieuwe modules. De aansluitdatum voor Nieuwkoop is sterk afhankelijk van de voortgang van het project op landelijk niveau. Volgens de huidige planning gaat Nieuwkoop in 2014 tot aanschaf van een nieuw systeem over en sluit dan aan op de nieuwe BRP. Ontwikkelingen Sociaal Domein De ontwikkelingen binnen het Sociaal Domein (Wmo-kanteling, decentralisaties, bezuinigingen) zorgen ervoor dat we nadenken over een effectieve, klantgerichte en efficiënte inrichting van de dienstverlening. We monitoren daarbij de uitvoering en effecten van de Kanteling. Verkiezingen In 2014 zijn er twee verkiezingen, de verkiezingen voor de Gemeenteraad en de verkiezingen voor het Europees parlement. Er is een wetsvoorstel wat de mogelijkheid biedt om tijdens deze verkiezingen van 2014 te experimenteren met een nieuw model stembiljet voor kiezers buiten Nederland en met centraal tellen. Experimenten met elektronisch stemmen worden niet in dit wetsvoorstel geregeld, omdat hiervoor eerst de eisen moeten worden bepaald.
72
Doelstellingen Onze dienstverlening is tijdig, bereikbaar, betrouwbaar, consistent, begrijpelijk, dienstbaar, proactief en voorspelbaar
Resultaat
Tijd
Actualisatie Programma dienstverlening & informatievoorziening
Raadsvoorstel actualisatie programma dienstverlening & informatievoorziening
1e kw 2014
Modernisering GBA
Aansluiting BRP en aanschaf nieuw Burgerzakensysteem
2014
Gevolgen ontwikkelingen Sociaal Domein
Inrichting dienstverlening
2014 ev.
Verkiezingen
Verkiezingen Gemeenteraad
19 maart 2014
Verkiezingen Europees parlement
22 mei 2014
Programma 9 Klant Contact Centrum
Activiteiten
73
Programma 9 Klant Contact Centrum
Financieel overzicht
Lasten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Gemeentewinkel
1.541
1.125
1.277
1.247
1.232
1.247
Totaal lasten
1.541
1.125
1.277
1.247
1.232
1.247
Baten Rekening
Begroting
2012
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Gemeentewinkel
428
424
438
438
438
438
Totaal baten
428
424
438
438
438
438
74
Financieel overzicht Saldo Rekening
Begroting
2012
2013
2015
2016
2017
Gemeentewinkel
1.113
701
839
809
794
809
Totaal saldo van lasten en baten
1.113
701
839
809
794
809
Toevoeging reserves
-
-
-
-
-
-
Onttrekking reserves
-
-
-
-
-
-
Saldo mutaties reserve
-
-
-
-
-
-
1.113
701
839
809
794
809
Geraamd resultaat
Rekening
Begroting
2012
Programma 9 Klant Contact Centrum
Raming
2014
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Incidentele lasten
-
-
28
-
-
-
Incidentele baten
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
-
28
-
-
-
Incidentele toevoeging aan de reserve
-
-
-
-
-
-
Incidentele onttrekking aan de reserve
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
-
-
-
-
-
Specificatie van incidentele baten/lasten De incidentele hogere lasten worden veroorzaakt door het feit dat er in 2014 naast de gemeente-raadsverkiezingen in maart, ook provinciale statenverkiezingen in december plaatsvinden. Mutaties Programma 9
2014
2015
2016
2017
718 33 1414-
693 33 1414-
693 33 1414-
693 33 1414-
95 96 1-
95 96 1-
95 96 1-
111 96 15 1-
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen
8 8
2 2
1313-
2 2
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
840
809
794
825
00-
00-
00-
16015-
839
809
794
809
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Indexering (inflatie kosten/opbrengsten) D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren staat C Staat van personeelslasten
F. Bezuinigingen Budget Investeringen Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Investeringen (x € 1.000) In 2016 waren twee investeringen gepland (Kennismanagementsysteem € 37.000 en Kassasysteem € 30.000). Met de bezuinigingsvoorstellen worden deze twee investeringen doorgeschoven naar 2018. Risico’s --
75
Programma 10 Bestuur
Stand van zaken
Doelstellingen
Ontwikkelingen
76
Financieel overzicht
Stand van zaken Gemeenteraadsverkiezingen 2014 staat in het teken van de gemeenteraadsverkiezingen en de daarop volgende coalitievorming. Ondanks diverse aangekondigde plannen is er geen wijziging doorgevoerd in het aantal raads- en collegeleden. In de aanloop naar de verkiezingen hebben we geprobeerd nieuwe jonge mensen enthousiast te maken voor de lokale politiek. Welke consequenties dit heeft voor de samenstelling van de nieuwe raad en de raadsondersteuning is nu nog niet te zeggen. Ieder verkiezingsjaar is er wat meer budget beschikbaar voor training en opleiding van raadsleden. Dit mede ter ondersteuning van nieuwe raadsleden. Daarnaast is er in 2013 een complete beleidsinventarisatie gemaakt ter ondersteuning van de coalitievorming.
Programma 10 Bestuur
Deregulering en administratieve lastenverlichting Het project Deregulering en administratieve lastenverlichting loopt ook in 2014 door. We voeren diverse activiteiten uit vanuit verschillende beleidsthema’s. Voorbeelden hiervan zijn: uitvoering verbeterplan Bewijs van Goede Dienst, lean maken subsidieproces, implementatie lastentoets. Dorpsplannen Het opstellen van dorpsplannen door en voor bewoners als uitwerking van het kernenbeleid willen wij voortzetten onder de voorwaarde dat er ook voldoende draagvlak voor is in een dorp. De dorpsplannen zijn een visie van de bewoners en daarmee een belangrijk instrument om te komen tot participatie van inwoners, maar ook van bedrijven en organisaties die actief zijn in een dorp. Het betrekken van inwoners bij hun eigen leefomgeving nu en voor de toekomst is dé manier om kernen duurzaam leefbaar te houden. De gemeente neemt een besluit op de activiteiten die in het kader van het dorpsplan opgepakt moeten worden. Zo wordt ieder jaar een uitvoeringsprogramma samengesteld met de dorpsraad. Voor 2014 staat de oplevering van het dorpsplan voor Ter Aar op de planning. Tevens wordt in 2014 met de plannen voor Zevenhoven & Noordeinde en Nieuwkoop gestart. Dorpsraden De inwoners van een dorp maken samen een plan voor hun dorp. De oprichting van een dorpsraad kan hiervan een gevolg zijn. Dit wordt vanuit de gemeente toegejuicht. Het uitgangspunt is dat een dorpsraad vanuit de inwoners zelf wordt geïnitieerd. De dorpsraad is zeker geen extra bestuurslaag en komt niet in de plaats van de gemeenteraad. Als het een dorp lukt om een dorpsraad op te richten dan ondertekent deze samen met de gemeente het convenant Spelregels voor participatie van dorpsraden. Communicatie Op het gebied van communicatie zien we een aantal ontwikkelingen. Het perspectief van de burger geldt steeds meer als uitgangspunt voor de communicatie. We zullen steeds meer vraaggericht i.p.v. aanbodgericht moeten werken, zoals een persoonlijke internetpagina, een abonnement op het Elektronisch gemeenteblad of op overheid.nl, waarbij burgers zelf bepalen welke informatie zij willen ontvangen. Daarnaast is door de social media, met name Twitter en Facebook, de snelheid van communicatie enorm toegenomen. De gemeente zet Twitter en Facebook actief in om inwoners te informeren. Daarnaast is de vorm van participeren aan het verschuiven. Opinie van inwoners De gemeente wil meer en eerder in het proces burgers betrekken bij het opstellen van beleid of de mening peilen over een onderwerp. Daarvoor heeft de gemeente een digitaal burgerpanel om ook aan de voorkant van beleidsvorming de mening van inwoners mee te nemen. We zijn ook geïnteresseerd in hoe de burger over ons denkt. Daarom doen we mee aan erkende klantenonderzoeken, zoals “waar staat je gemeente” en “de veiligheidsmonitor”. Inwoners betrekken we bij de evaluatie van beleid. In 2013 hebben we geprobeerd om de “waar staat je gemeente” monitor te integreren in het burgerpanel om het aantal enquêtes te beperken. Toen we de systematiek operationeel hadden, trok “waar staat je gemeente” de vragenlijst in. Bezien wordt hoe we hier nu mee verder gaan.
77
Ontwikkelingen
Programma 10 Bestuur
Ontwikkelingen in de regio Er spelen veel ontwikkelingen in de regio. Denk aan de herprofilering van Holland Rijnland, de bewegingen in het Groene Hart, de ontwikkelingen binnen het ISMH en de druk vanuit hogere overheden om nieuwe taken gezamenlijk op te pakken. Met de speerpuntennotitie Groene Hart hebben wij een goede basis om het gesprek met partijen aan te gaan. Het in de Voorjaarsnota 2013 benoemde personele knelpunt is opgelost doordat er capaciteit is vrijgemaakt voor regiozaken.
78
Doelstellingen Doelstelling: De betrokkenheid van onze inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers bevorderen. Nieuwe activiteiten
Resultaat
Tijd
Opstellen van dorpsplannen door de inwoners van de betreffende kernen Vaststellen dorpsplannen Oprichten van dorpsraden. Het initiatief voor een dorpsraad ligt bij de bewoners. Digitaal burgerpanel inzetten voor het systematisch raadplegen van burgers.
2 nieuwe dorpsplannen opgestart
4e kwartaal 2014
1 nieuw dorpsplan vastgesteld Totaal 5 dorpsraden actief
4e kwartaal 2014 4e kwartaal 2014
Min. 750 leden, 10 % groei aantal leden per jaar
4e kwartaal 2014
Min. 4 gehouden enquêtes Elektronisch gemeenteblad groeit tot 500 Aantal volgers op Twitter groeit tot 1500
Programma 10 Bestuur
We bevorderen de abonneerservice op het Elektronisch gemeenteblad en het aantal volgers op Twitter.
79
4e kwartaal 2014
Programma 10 Bestuur
Financieel overzicht
Lasten Rekening
Begroting
2012 Algemeen bestuur
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
923
986
970
950
947
933
Dagelijks bestuur
2.575
2.483
2.492
2.523
2.522
2.504
Totaal lasten
3.498
3.468
3.462
3.473
3.470
3.437
Baten Rekening
Begroting
2012 Algemeen bestuur
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
0
-
-
-
-
-
Dagelijks bestuur
160
-
-
-
-
-
Totaal baten
160
-
-
-
-
-
80
Financieel overzicht Saldo Rekening
Begroting
2012 Algemeen bestuur
2013
2015
2016
2017
923
986
970
950
947
933
Dagelijks bestuur
2.416
2.483
2.492
2.523
2.522
2.504
Totaal saldo van lasten en baten
3.339
3.468
3.462
3.473
3.470
3.437
Toevoeging reserves
-
-
-
-
-
-
Onttrekking reserves
4
-
-
-
-
-
Saldo mutaties reserve
4-
-
-
-
-
-
3.468
3.462
3.473
3.470
3.437
Geraamd resultaat
3.335 Rekening
Begroting
2012
Programma 10 Bestuur
Raming
2014
2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Incidentele lasten
-
7
51
80
80
60
Incidentele baten
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
7
51
80
80
60
Incidentele toevoeging aan de reserve
-
-
-
-
-
-
Incidentele onttrekking aan de reserve
4
-
-
-
-
-
Saldo
4-
-
-
-
-
-
Specificatie van incidentele baten/lasten In verband met de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 zijn er extra kosten begroot voor de stemwijzer (€ 11.000). De overige incidentele lasten worden voornamelijk veroorzaakt door een extra storting in de voorziening wachtgelden wethouders (€ 40.000 in 2014 en € 80.000 tot € 60.000 in de jaren daarna).
81
Financieel overzicht Mutaties Programma 10
2014
2015
2016
2017
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Overige ontwikkelingen
3.424 6 40 40
3.331 6 80 80
3.326 6 80 80
3.326 6 60 60
7 36015 28
81 36015 102
83 3617 102
70 361418 102
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Overig
9 4 5
4 4 -
4 4 -
4 4 -
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
3.486
3.502
3.499
3.466
25124-
30129-
30129-
30129-
3.462
3.473
3.470
3.437
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren staat C Renteomslag/rente reserves & voorzieningen Staat van personeelslasten
Programma 10 Bestuur
F. Bezuinigingen Budget Formatie Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Investeringen (x € 1.000) Omschrijving investering BRIS
2014
2015
2016 14
2017
Risicoscore
Bedrag
Nieuwe samenstelling van het college.
9
300.000
Herorientatie Holland Rijnland
4
75.000
Risico’s Omschrijving risico
82
Algemene dekkingsmiddelen Binnen de begroting bestaat er onderscheid tussen algemene dekkingsmiddelen en specifieke dekkingsmiddelen. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van andere dekkingsmiddelen doordat zij vrij aan te wenden zijn. De besteding van deze inkomsten is niet aan een bepaald programma (doel) gebonden. De algemene dekkingsmiddelen vormen daarmee de dekkingsbron voor de netto lasten (saldo na bestemming) van de programma’s. Dekkingsmiddelen die samenhangen met een concreet beleidsveld staan opgenomen in de desbetreffende programma’s. Dat kunnen specifieke inkomsten zijn van het rijk (bijvoorbeeld voor de uitvoering van de WWB, Wet Werk en Bijstand), de opbrengst van grondverkoop, betalingen voor concrete gemeentelijke producten (ophalen afval, reisdocumenten enzovoorts). Deze (specifieke) dekkingsmiddelen verlagen de uitgaven op de betreffende programma’s in de begroting. Onder de algemene dekkingsmiddelen vallen de gemeentelijke belastingen, de algemene uitkering uit het gemeentefonds, opbrengsten uit dividend, overige winstuitkeringen en het saldo van de financieringsfunctie. Naast het financiële totaaloverzicht en de toelichting op de mutaties is ook het conform de BBV verplichte overzicht “algemene dekkingsmiddelen” opgenomen. Gemeentelijke belastingen In de paragraaf lokale heffingen is aangegeven welk beleid ten aanzien van de onroerend zaakbelastingen en overige heffingen wordt gevoerd en welke ontwikkelingen er zijn op het gebied van gemeentelijke belastingen. Algemene uitkering uit het gemeentefonds De meicirculaire is financieel voor Nieuwkoop doorgerekend en is verwerkt in de begroting. De financiële mutaties die volgen uit de septembercirculaire worden ter informatie aangeboden aan de Raad. Rentetoerekening en renteresultaat Inkomsten uit rente van reserves en voorzieningen worden volledig geraamd in de begroting. De rentes over de reserve R1 algemene reserve dekkingsmiddel en de reserve R5 Opbrengst aandelen Nuon Energy dienen als structurele inkomstenpost voor de begroting. De rente over de overige reserves en voorzieningen wordt toegevoegd conform de Nota reserves en voorzieningen, alleen als er is besloten tot het toevoegen van de rente. Lasten Naast de algemene dekkingsmiddelen bevat het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ook een aantal algemene lasten. Een deel wordt veroorzaakt door de kosten verbonden aan de gemeentelijke belastingtaak.
Waar geven wij het aan uit?
Wat betalen de inwoners?
83
Financieel overzicht
Algemene dekkingsmiddelen
Waar geven wij het aan uit?
Waar geven wij het aan uit? Ruimtelijke ontwikkeling (wonen, natuur en landschap)
28.608
42,0%
444
0,7%
Ruimtelijk beheer (verkeer, vervoer, groen, afval e.d)
13.067
19,2%
Sociale participatie (jeugd en gezin, uitvoering wmo)
5.731
8,4%
Sport en ontspanning
2.630
3,9%
Onderwijs en cultuur
3.458
5,1%
Economische participatie (sociale werkvoorziening, werk en inkomen) Openbare orde en veiligheid
5.177
7,6%
3.074
4,5%
Klant Contact Centrum (burgerzaken, omgevingsloket, zorgloket)
1.277
1,9%
Bestuur
3.462
5,1%
Algemene dekkingsmiddelen
1.228
1,8%
68.156
100,0%
Bedrijvigheid en toerisme
84
Algemene dekkingsmiddelen
Wat betalen de inwoners?
Wat betalen inwoners daar aan mee? Onroerende zaak-belastingen
7.034
50,3%
Rioolrecht
2.583
18,5%
Afvalstoffenheffing
2.104
15,1%
Bouwleges
678
4,8%
Precariobelasting
670
4,8%
Leges burgerzaken
462
3,3%
Overig
449
3,2%
13.980
100,0%
85
Algemene dekkingsmiddelen
Financieel overzicht
Lasten Rekening 2012 Financiën Totaal lasten
2013
1.334
Saldo kostenplaatsen
Begroting
1.334
Raming
2014
1.605
1.508
2391.366
2015
2801.228
2016
1.143
2017
726
593
490-
382-
628-
653
343
35-
Baten Rekening Financiën
Raming
2012
2013
2014
2015
2016
2017
34.749
33.156
34.010
32.428
31.880
30.907
Saldo kostenplaatsen Totaal baten
Begroting
-
-
-
-
-
-
34.749
33.156
34.010
32.428
31.880
30.907
Saldo Rekening
Begroting
Raming
2012
2013
2014
2015
2016
2017
33.415-
31.551-
32.501-
31.285-
31.154-
30.314-
-
239-
280-
490-
382-
628-
33.415-
31.790-
32.781-
31.776-
31.536-
30.942-
Toevoeging reserves
8.893
4.070
9.321
6.142
6.572
6.038
Onttrekking reserves
6.688
2.748
6.914
4.115
4.112
4.209
Saldo mutaties reserve
2.205
1.322
2.408
2.026
2.459
1.829
31.210-
30.468-
30.373-
29.749-
29.077-
29.113-
Financiën Saldo kostenplaatsen Totaal saldo van lasten en baten
Geraamd resultaat
86
Algemene dekkingsmiddelen
Financieel overzicht
Lasten Rekening 2012
Begroting 2013
Raming
2014
2015
2016
2017
Gemeentelijke belastingen
506
326
312
312
312
312
Financiële middelen
828
1.279
1.196
831
414
281
1.334
1.605
1.508
1.143
726
593
Totaal lasten
Baten Rekening 2012 Gemeentelijke belastingen
Begroting 2013
2014
Raming 2015
2016
2017
7.525
7.607
7.953
7.896
7.840
7.785
Financiële middelen
27.224
25.550
26.057
24.532
24.040
23.122
Totaal baten
34.749
33.156
34.010
32.428
31.880
30.907
87
Financieel overzicht Saldo Rekening 2012 Gemeentelijke belastingen
Begroting 2013
2014
Raming 2015
2016
2017
7.019-
7.280-
7.641-
7.584-
7.528-
7.473-
Financiële middelen
26.396-
24.271-
24.860-
23.701-
23.626-
22.841-
Totaal saldo van lasten en baten
33.415-
31.551-
32.501-
31.285-
31.154-
30.314-
Toevoeging reserves
8.893
4.070
9.321
6.142
6.572
6.038
Onttrekking reserves
6.688
2.748
6.914
4.115
4.112
4.209
Saldo mutaties reserve
2.205
1.322
2.408
2.026
2.459
1.829
31.210-
30.229-
30.094-
29.259-
28.695-
28.485-
Geraamd resultaat
Algemene dekkingsmiddelen
Specificatie van incidentele baten/lasten Voor 2014 betreffen de incidentele lasten voornamelijk een begroot budget voor mobiliteit personeel. In 2014 en 2015 worden er hogere winstuitkeringen verwacht van nutsbedrijven. Specificatie van incidentele toevoegingen en onttrekkingen reserves Er wordt een incidenteel bedrag van € 2.500.000 aan de reserveopbrengst aandelen Nuon onttrokken ten bate van de reserve Nuon rentevrij. Een bedrag van € 460.000 wordt gestort in het renteschommelfonds en een bedrag van € 900.000 de algemene reserve vrij besteedbaar. De verwachte incidentele lasten i.v.m. mobiliteit worden bekostigd uit de reserve Frictiekosten personeel.
88
Financieel overzicht Soort
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Lasten
Nutsbedrijven
8
8
8
8
Financiële Middelen
628
628
220
118
Algemene baten en lasten
378
80
80
80
Financiële middelen, uren
14
14
14
14
Financiële middelen,overige lasten
5
5
5
5
Gem Bel., uren
94
94
94
94
Heffen en invorderen gem bel
218
218
218
218
Risicobuffer + indexeringen
38
52
56
56
Stelpost taakmutaties AU
126
45
31
0
1.508
1.143
726
593
-560
-560
-360
-360
Financiële Middelen
-5.295
-5.686
-5.522
-4.858
Algemene Uitkeringen
-20.201
-18.286
-18.158
-17.904
Baten forensenbelasting
-134
-134
-134
-134
Baten hondenbelasting
-80
-80
-80
-80
Baten OZB eigenaar
-5.899
-5.899
-5.899
-5.899
Baten OZB gebruiker
-1.136
-1.136
-1.136
-1.136
-678
-621
-565
-510
0
0
0
0
-27
-27
-27
-27
Totaal baten
-34.010
-32.428
-31.880
-30.907
Saldo van lasten en baten
-32.501
-31.285
-31.154
-30.314
Toevoeging aan de reserve
9.321
6.142
6.572
6.038
Onttrekking aan de reserve
-6.914
-4.115
-4.112
-4.209
Saldo mutaties reserve
2.408
2.026
2.459
1.829
-30.094
-29.259
-28.695
-28.485
Totaal lasten
Algemene dekkingsmiddelen
Baten
Nutsbedrijven
Baten precariobelasting Heffen en invorderen gem. bel. Roerende Zaak Belasting
Eindtotaal
*) De specificatie van de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves wordt toegelicht onder het financieel overzicht van dekkingsmiddelen en het overzicht structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
89
Financieel overzicht Mutaties Algemene dekkingsmiddelen
2014
2015
2016
2017
29.165532182 395 152255 50050150 84 -
28.8054451.610 404 152383 30 50050150 845 500
29.0824742.401 405 152511 60 50050150 1.372 605
29.0824743.005 405 152639 90 500150 1.768 605
185 137 1.3121.360
773180 1.591638
345458 1.498695
824205 10283097-
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. nieuwe wetgeving Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Overig
509078 587-
7280172556-
9530426526-
1.1260624501-
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
29.840-
29.142-
28.452-
28.501-
53421325566-
60821725812013-
62521227812213-
61220728111213-
30.373-
29.749-
29.077-
29.113-
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Indexering (inflatie kosten/opbrengsten) Technische richtlijnen Rente-effecten grondexploitaties Rente-effecten versterken weerstandsvermogen Vrijval risicobuffer Afbouw precario Overige ontwikkelingen Mutaties AU Sociaal domein
Algemene dekkingsmiddelen
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren staat C Renteomslag/rente reserves & voorzieningen Kostendekkendheid Afval en Riool
F. Bezuinigingen Budget Formatie Investeringen Financieel Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Financiën € 78.000 (incidenteel nadeel, daarna incidenteel oplopend voordeel oplopend) De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door de december- en de meicirculaire. De meicirculaire 2013 geeft een negatief effect op de begroting in 2014 dat oploopt naar een positief effect in de begroting van 2015 en verder (B&W 13.13865 d.d. 9 juli 2013). De decembercirculaire 2012 geeft een structureel positief effect van ca. € 164.000 per jaar (B&W 13.01290 d.d. 26 februari 2013). Overige begrotingsmutaties Financiën € 587.000 (structureel voordeel, in de jaren opvolgend langzaam aflopend) Het voordeel bij de post “overig” wordt voornamelijk veroorzaakt doordat op deze post de stelposten voor o.a. kosteninflatie/indexering (UPN) zijn opgenomen. Ca. € 299.000 is niet aangesproken kosteninflatie/indexering en is afgeboekt ten gunste van het begrotingssaldo. De aangesproken kosteninflatie/indexering is geboekt op de producten en programma’s waar de inflatie/indexering van toepassing is en afgeboekt op de stelpost. Investeringen (x € 1.000) -Risico’s Omschrijving risico Verlaging algemene uitkering ivm recessie Faillissement Vestia
90
Risicoscore 12
Bedrag 250.000
5
4.000.000
Paragrafen
Lokale heffingen
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Onderhoud kapitaalgoederen
Financiering
Bedrijfsvoering
Verbonden partijen
Grondbeleid
Maatschappelijke ondersteuning
Duurzaamheid
91
Lokale heffingen Inleiding De paragraaf betreffende de lokale heffingen bevat op basis van artikel 10 van het BBV ten minste: a. de geraamde inkomsten; b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; d. een aanduiding van de lokale lastendruk; e. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. In de verordening 212 (artikel 16) is opgenomen dat bij de begroting en jaarstukken het college in de paragraaf lokale heffingen verslag doet van:
de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen; de verdeling van de druk van de belastingen over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden; de kostendekkendheid van de heffingen; de druk van de lokale belastingen en heffingen; het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.
Paragrafen
Algemeen beleidskader Raadsprogramma 2010-2014 Uitgangspunt van het financiële beleid is een structureel sluitende begroting. Randvoorwaarden zijn gelijkblijvende woonlasten en in principe kostendekkende gemeentelijke activiteiten (rioolafvoer, afvalstoffen, leges). Herzien collegeprogramma 2011-2014 Woonlasten Nieuwkoop is een relatief dure woongemeente. Daarom is ervoor gekozen de woonlasten niet meer te laten stijgen dan met het inflatiepercentage. Lagere inkomsten vanuit het rijk leiden niet tot hogere lasten voor de burger. De woonlasten OZB stijgen met niet meer dan de inflatie. Afvalstoffen- en rioolheffing zijn kostendekkend. De totale woonlasten stijgen niet meer dan de inflatie. Bij een keuze voor nieuwe belastingen/heffingen wordt een goede afweging gemaakt tussen doel van de belasting/heffing, opbrengsten en perceptiekosten. De gebruiker betaalt Als geen sprake is van een maatschappelijk belang worden de kosten van gemeentelijke diensten en activiteiten zoveel mogelijk naar redelijkheid, verhaald op de gebruikers of belanghebbenden. De redelijkheid van de kosten wordt mede bepaald aan de hand van een vergelijking van prijzen en tarieven met andere (buur)gemeenten. Afvalstoffenheffing Het beleid voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval blijft primair gericht op het scheiden van afvalstromen. De uitvoering van de afvaltaken gebeurt op basis van het Afvalbeleidsplan 2009-2013. Het besluit om niet over te gaan tot tariefdifferentiatie blijft gehandhaafd. Het is de bedoeling om in het voorjaar 2014 een nieuw Afvalbeleidsplan vast te stellen voor de periode 2014 t/m 2018. Uitgangspuntennotitie 2014-2017 Woonlasten De totale opbrengst gemeentelijke belastingen, exclusief autonome ontwikkelingen (areaaluitbreiding, effecten herwaardering) en trendmatige verhogingen (inflatie), moet gelijk blijven. De inflatie op de inkomsten is gelijk aan de inflatie op de materiële budgetten. Bij de raming wordt ook rekening gehouden met de korting op de algemene uitkering als gevolg van mutaties in de gemiddelde WOZ-waarde. Uitgangspunt hiervoor is het vastgestelde rekentarief dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken in de meicirculaire 2013 presenteert. Voor de overige belastingen en heffingen geldt als uitgangspunt dat deze kostendekkend in de begroting worden verwerkt.
92
Lokale heffingen Afvalstoffenheffing In 2011 is besloten om de egalisatiereserve in 3 jaar af te bouwen. De geplande afbouw van de reserve in 2012 is niet doorgegaan, door overdekking is dat jaar in de egalisatiereserve gestort. De afbouw van de reserve staat nu voor 2013 tot en met 2015 gepland. Het saldo van de reserve bedraagt eind 2015 de geplande eindstand van € 100.000. Afschaffen precariobelasting In de begroting wordt de afbouwregeling opgenomen, deze is vanwege vertraging in de besluitvorming een jaar doorgeschoven. Inflatie In de begroting 2013 werd uitgegaan van een inflatiepercentage van 2,75%. Voor de begroting 2014 word uitgegaan van een inflatiepercentage van 3,0%. Dit is gebaseerd op het geprognosticeerd inflatiepercentage voor 2014 van 2% plus een correctie van 1% voor 2013 voor de directe kosten en opbrengsten. De inflatie voor de kosten wordt in eerste instantie opgenomen via een stelpost, de inflatie voor de opbrengsten wordt direct doorgerekend. Overzicht belastingen en heffingen De gemeentelijke heffingen zijn te onderscheiden in belastingen en overige publiekrechtelijke heffingen.
Paragrafen
Belastingen De Gemeentewet somt de belastingen, die een gemeente mag heffen, limitatief op. De gemeente Nieuwkoop heeft ervoor gekozen niet alle belastingen te benutten. Tabel: Belastingen in gemeente Nieuwkoop In Nieuwkoop geheven belastingen
Wel
onroerende zaakbelastingen
X
belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten baatbelasting
X
forensenbelasting
X
Niet
X X
niet-ingezetenen belasting parkeerbelasting
X X
hondenbelasting
X
reclamebelasting X
precariobelasting
Overige publiekrechtelijke heffingen (rechten) Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet kan de gemeenteraad rechten heffen voor door de gemeente geleverde diensten en producten. Dit zijn heffingen die eenzijdig door de gemeente worden opgelegd. Voor deze categorie bepaalt artikel 229b Gemeentewet, dat de te hanteren tarieven maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. De wet geeft voor de mogelijke rechten geen limitatieve opsomming. Nieuwkoop kent de volgende rechten: afvalstoffenheffing rioolrechten; begraafplaatsrechten; leges burgerzaken/bevolking; bouwleges; marktgelden; overige leges.
93
Lokale heffingen Beleid lokale heffingen (belastingen en overige publiekrechtelijke heffingen) Onroerende zaakbelastingen (OZB) Algemeen uitgangspunt bij de onroerende zaakbelastingen is een jaarlijkse indexering van het tarief met het voor het nieuwe belastingjaar verwachte gecorrigeerde inflatiepercentage (voor 2014: +3,0%). De uitgavenkant van de begroting houdt bij ongewijzigd bestaand beleid gelijke tred met de inkomstenkant. De gemeente hanteert een gedifferentieerd tarief tussen woningen en niet-woningen om de lastendruk bij inwoners te kunnen matigen. Bij de vaststelling van de nieuwe OZB-tarieven/-percentages wordt rekening gehouden met de waardeverandering van het onroerend goed. Met andere woorden: bij een gemiddelde WOZ-waardedaling gaat het nieuwe tarief omhoog om dezelfde OZB-opbrengst te realiseren, terwijl door het toepassen van de inflatiecorrectie het tarief ook omhoog gaat. De belastingopbrengst kan overigens nog fluctueren door wijzigingen van het bestand (nieuwbouw, uitbreiding/verbouwingen, sloop, verminderingen n.a.v. bezwaar- en beroepschriften, splitsingen en samenvoegingen van WOZ-objecten etc.).
Paragrafen
De limitering van OZB-tarieven is per 1 januari 2008 afgeschaft. Het kabinet heeft wel het voorbehoud gemaakt dat de opbrengststijging voor de OZB landelijk beperkt moest blijven. Daartoe is een macronorm ingesteld die de maximale landelijke opbrengststijging voor een bepaald jaar aangeeft. De macronorm voor 2013 was 3,0%. De macronorm voor het begrotingsjaar 2014 is vastgesteld op 2,45%. Dit betekent dat het tarief van de OZB landelijk gemiddeld met niet meer dan 2,45% mag stijgen. In dit percentage is een correctie van 0,55% meegenomen van de overschrijding van de macronorm in 2012 en 2013. Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten De gemeenteraad heeft besloten om met ingang van 2010 belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten te heffen. Deze belasting is bedoeld om eigenaren en gebruikers van roerende ruimten in een vergelijkbare heffing als de OZB te betrekken. Daarom zijn de regels voor het waarderen van roerende ruimten gelijk aan de regels voor het waarderen van onroerende ruimten. Wettelijk is bepaald dat de tarieven gelijk moeten zijn aan die van de OZB. Forensenbelasting Deze belasting wordt geheven van personen die niet in Nieuwkoop hun hoofdverblijf hebben, maar er wel tenminste 90 dagen per jaar een woning ter beschikking hebben. Met ingang van 2010 heeft de gemeenteraad besloten de heffingsgrondslag te wijzigen in een staffel van de WOZ waarde in combinatie met een vast tarief. Het tarief wordt in 2014 met het gecorrigeerde inflatiepercentage van 3,0% verhoogd. Precariobelasting Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de minister van BZK in 2011 een wetsvoorstel uitgewerkt dat regelt dat nutsbedrijven geen precariobelasting meer hoeven te betalen voor hun netwerken. Over dit concept wetsvoorstel heeft de Raad van State in september 2012 advies uitgebracht. Naar aanleiding daarvan heeft de minister besloten meer tijd te nemen om te studeren op reële alternatieven. Hierbij wordt gedacht aan een regeling voor nutsleidingen die vergelijkbaar is met de wettelijke gedoogplicht voor telecomkabels. De kans bestaat dat de vrijstelling pas m.i.v. 1 januari 2015 ingaat. De opbrengst precariobelasting is voor de gemeente Nieuwkoop circa € 670.000. Een gedeelte hiervan wordt geheven bij Oasen. Oasen berekent de precariobelasting door aan haar afnemers, de inwoners van Nieuwkoop. We gaan ervan uit dat er een overgangsregeling van maximaal 10 jaar komt. Op het moment dat er meer duidelijkheid is over het moment dat de nieuwe wet in werking treedt, wordt de Raad voorgesteld in de komende tien jaar de OZB jaarlijks met één tiende deel (de Oasen opbrengst) te verhogen. Voor het overige gedeelte van de opbrengst precariobelasting wordt een stelpost opgenomen. Deze stelpost is voor 2014 circa € 60.000 oplopend tot circa € 600.000 in 2023. Op deze wijze wordt tegemoet gekomen aan de wensen die tijdens de behandeling van de Uitgangspuntennotitie 2013-2016 vanuit de Raad zijn geuit.
94
Lokale heffingen Overige belastingen Als algemene beleidslijn wordt voor de overige belastingen aangesloten bij wat hiervoor is verwoord bij de afzonderlijk genoemde belastingen. Dit houdt in: een jaarlijkse indexering van het tarief met het verwachte gecorrigeerde inflatiepercentage (voor 2014: +3,0%); het al dan niet extra verhogen of verlagen van deze tarieven is een zaak van integrale afweging in het kader van (de actualisering van) het financieel meerjarenperspectief. Overige publiekrechtelijke heffingen Voor de overige publiekrechtelijke heffingen geldt dat deze in principe uitsluitend worden gecorrigeerd met het gecorrigeerde inflatiepercentage van 3,0%. Een uitzondering vormt de riool- en afvalstoffenheffing (zie hierna) en de wettelijk vastgestelde tarieven.
Paragrafen
Afvalstoffenheffing Voor de afvalstoffenheffing geldt het principe dat de vervuiler betaalt. Op grond van dit principe wordt een differentiatie in tarieven gehanteerd tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. De bestendige beleidslijn is dat het tarief van een eenpersoonshuishouden 70% bedraagt van het tarief van een meerpersoonshuishouden. Het uitgangspunt is dat de tarieven volledig kostendekkend zijn. In 2014 wordt incidenteel € 330.000 uit de egalisatiereserve afvalstoffenheffing onttrokken en in 2015 € 140.000 waardoor de tarieven in 2014 en 2015, net als in 2013 incidenteel lager zijn. Vanaf 2016 stijgen de tarieven. Rioolheffing Het principe dat “de vervuiler betaalt” resulteert er bij de rioolheffing in dat dit recht in de gemeente Nieuwkoop geheven wordt bij de gebruiker en niet bij de eigenaar van een onroerende zaak. Het uitgangspunt is dat de tarieven volledig kostendekkend zijn. Percentage kostendekkendheid (x € 1.000) Omschrijving
Rioolrechten
Afvalstoffenheffing
Directe kosten
568
1940
Doorbelaste uren
370
350
Kapitaallasten
837
31
Storting in voorziening
694
BTW
136
423
2.605
2.744
Overige opbrengsten
22
310
Heffingen en rechten
2.583
2.104
Totaal opbrengsten
2.605
2.744
Kostendekkendheid
100%
100%
Totaal kosten
Onttrekking uit reserve
330
Uitvoering belastingtaken Met ingang van 1 januari 2012 zijn de uitvoering van de WOZ en de heffing en inning van belastingen uitbesteed aan SVHW. Ook de uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid is aan SVHW uitbesteed. Het belastingbeleid en de belastingverordeningen (inclusief de tarieven) stelt de gemeente Nieuwkoop vast. De uitvoering van de incidentele heffingen zijn niet ondergebracht bij SVHW. Deze eenmalige belastingen worden opgelegd via een factuur of nota door de betrokken afdelingen.
95
Lokale heffingen Geraamde inkomsten 2014 Het volgende overzicht geeft een totaalbeeld van de in de begroting 2014 geraamde inkomsten uit lokale heffingen. Omschrijving
Geraamd 2014
% van het totaal
x € 1.000 Woonlastennota: OZB Eigenaren woningen:
4.329
31,0%
OZB Eigenaren niet-woningen:
1.569
11,2%
OZB Gebruikers niet-woningen:
1.136
8,1%
Totaal OZB
7.034
50,3%
27
0,2%
Rioolheffing
2.583
18,5%
Afvalstoffenheffing
2.104
15,1%
Totaal overige woonlastennota
4.714
33,7%
Precariobelasting
670
4,8%
Forensenbelasting
134
1,0%
80
0,6%
884
6,3%
Bouwleges
678
4,8%
Leges burgerzaken
462
3,3%
Begraafplaatsrechten
127
0,9%
Marktgelden en standplaatsvergoedingen
30
0,2%
Leges overig
51
0,4%
1.348
9,6%
13.980
100%
Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten
Overige belastingen:
Hondenbelasting Totaal overige belastingen
Paragrafen
Overige publiekrechtelijke heffingen
Totaal inkomsten
Lokale woonlastendruk en regionale vergelijking Algemeen Via de woonlastenberekening is één generieke indicatie gegeven voor de lastendruk in Nieuwkoop, zonder verdere verfijning. In hoeverre de feitelijke woonlasten van individuen hier in gunstige of ongunstige zin van afwijken hangt in algemene zin af van de volgende factoren: één- of meerpersoonshuishouden; eigenaar – huurder; waarde van de woning; wel of geen kwijtschelding
96
Lokale heffingen Op basis van de onderstaande gegevens is in volgende tabel de ontwikkeling van de woonlasten weergegeven. een gemiddelde WOZ-waarde van een woning in 2014 en verder: € 285.000; meerpersoonshuishouden; jaarlijkse inflatiecorrectie van 3,0% incidenteel lagere tarieven afval voor 2013, 2014 en 2015 Ontwikkeling van de woonlasten OZB
2013 € 380,19
2014 € 391,60
2015 € 391,60
2016 € 391,60
2017 € 391,60
Rioolheffing
€ 221,40
€ 228,04
€ 228,04
€ 228,04
€ 228,04
Afvalstoffenheffing
€ 210,00
€ 216,30
€ 239,83
€ 254,35
€ 254,35
Totale woonlasten
€
€ 835,94
€859,47
€ 873,98
€ 873,98
3,0%
5,9%
7,7%
7,7%
811,59
Stijging woonlasten t.o.v. 2013
De ontwikkeling van de opbrengsten, inclusief begrotingswijzigingen/exclusief areaaluitbreiding, ziet er als volgt uit: Ontwikkeling opbrengsten
Paragrafen
(x € 1.000) OZB
2013 4.171
2014 4.330
2015 4.330
2016 4.330
2017 4.330
Rioolheffing
2.296
2.338
2.338
2.338
2.338
Afvalstoffenheffing
2.030
2.104
2.280
2.417
2.417
Totale woonlasten
8.497
8.772
8.948
9.085
9.085
3,2%
5,3%
6,9%
6,9%
Stijging tov 2013
Regionale vergelijking woonlastendruk In onderstaande tabel is ter informatie een vergelijking weergegeven tussen de tarieven van Nieuwkoop en de andere gemeenten in de Rijnstreek. Nadrukkelijk wordt hierbij aangetekend dat voorzichtigheid nodig is in het trekken van conclusies naar aanleiding van deze vergelijking. Immers, er zijn diverse factoren die een genuanceerder beeld rechtvaardigen. Zo kunnen bijvoorbeeld het voorzieningenniveau, de ambities van een gemeente etc. een ander licht werpen op deze nogal ‘platte’ vergelijking. Tabel: tarieven 2013 van Nieuwkoop en vergelijkbare gemeenten in de regio. Bron: COELO Atlas van de lokale lasten 2013 (www.coelo.nl) Uitgangspunten zijn een WOZ-waarde woning van € 285.000 en gezinssamenstelling is meerpersoonshuishouden. Tarieven 2013 van Nieuwkoop en vergelijkbare gemeenten Percentage
Bedrag
OZB
Afvalstoffen-
OZB
heffing
Riool-
Totaal
heffing
Woonlasten
(x € 1.000) Alphen a/d Rijn
0,0999%
€
285
€
283
€
209
€
777
Rijnwoude
0,1070%
€
305
€
249
€
246
€
800
Nieuwkoop
0,1334%
€
380
€
210
€
221
€
811
Boskoop
0,1302%
€
371
€
285
€
241
€
897
Kaag en Braassem
0,1051%
€
300
€
307
€
290
€
897
Bodegraven-Reeuwijk
0,1325%
€
378
€
254
€
342
€
974
Gemiddeld
0,1180%
€
337
€
265
€
258
€
859
97
Lokale heffingen Kwijtscheldingsbeleid In de beleidsregels voor kwijtscheldingen van de gemeente Nieuwkoop is onder andere geregeld dat: kwijtschelding van opgelegde heffingen kan worden verleend voor afvalstoffenheffing en rioolheffing; voor de toepassing van het kwijtscheldingsbeleid voor de gemeentelijke belastingen de kosten van bestaan, bedoeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, worden gesteld op 100% van bedoelde normuitkering; kwijtschelding kan worden verleend aan natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen. Verder is in deze beleidsregels de mogelijkheid opgenomen voor geautomatiseerde (meerjarige) kwijtschelding. De geautomatiseerde kwijtscheldingtoets wordt uitgevoerd door het inlichtingenbureau. Dit bureau is opgericht door het ministerie van SZW en de VNG en combineert diverse bestanden. Met deze toets is eenvoudig vast te stellen of iemands inkomen en vermogen zijn veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Zijn deze gelijk gebleven, dan kan direct opnieuw kwijtschelding worden verleend. De burger hoeft dan dus niet zelf opnieuw kwijtschelding aan te vragen.
Paragrafen
De uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid is uitbesteed aan SVHW en maakt ook onderdeel uit van de dienstverleningsovereenkomst (DVO). Over het jaar 2013 wordt naar verwachting ca. € 67.000 aan opgelegde heffingen kwijtgescholden. Voor 2014 en verder wordt hetzelfde bedrag geraamd.
98
Weerstandsvermogen en risicobeheersing Algemeen De gemeente voert een groot aantal taken uit. Aan de uitvoering van die taken kunnen risico’s zijn verbonden. Deze risico’s worden geïdentificeerd en daar waar mogelijk worden de ontwikkelingen met een financieel risico gekwantificeerd. Vervolgens wordt de benodigde weerstandscapaciteit afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio van het weerstandsvermogen. Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandscapaciteit
Voor de gemeenteraad is het weerstandsvermogen van belang. Een sluitende begroting impliceert weliswaar dat er evenwicht is tussen de uitgaven en inkomsten, maar ook dat er eigenlijk geen ruimte is voor tegenvallers. Een buffer is daarom wenselijk. Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen is vastgesteld welke ratio we nastreven. We beogen een weerstandsvermogen dat tenminste voldoende is. Dat komt neer op een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4. Integraal risicomanagement In de nieuwe nota weerstandsvermogen en risicobeheersing, vastgesteld in 2013, staat dat we integraal risicomanagement toepassen. In de begroting 2014 vinden conform deze nieuwe nota onderstaande activiteiten plaats:
Paragrafen
Activiteit
In kaart brengen risico’s en inschalen/ kwantificeren risico’s
Benodigde weerstandscapaciteit berekenen op basis van gekwantificeerde risico’s
Inventarisatie risico’s In deze paragraaf is een aantal risico’s weergegeven van gebeurtenissen die potentieel het grootste effect hebben op de gemeente Nieuwkoop. 1. Verlaging van de algemene uitkering; 2. Decentralisaties; 3. Grondexploitaties; 4. Verbonden partijen; 5. Opgegeven risico’s. 1) Verlaging algemene uitkering De herijking van het gemeentefonds wordt gestart in 2014 met de eerste effecten voor gemeenten in 2015. De herijking is er op gericht om het aantal maatstaven op basis waarvan de uitkering wordt berekend terug te brengen en om de waardering van de maatstaven te herzien. De gevolgen die dit heeft voor de uitkering uit het gemeentefonds voor Nieuwkoop is onduidelijk. In 2012 werd gesproken van een maximaal nadeel van € 15 per inwoner, maar het is niet duidelijk of dit nog steeds een uitgangspunt is van het Ministerie. Bij de uitgangspuntennotitie is uitgegaan dat de gemeente Nieuwkoop te maken krijgt met een afnemende algemene uitkering. Deze afname leidt in 2017 tot een lagere uitkering van € 1.768.000. Deze financiële ontwikkelingen zijn verwerkt in de begroting 2014 e.v., tevens is er een bedrag van € 250.000 opgenomen in de risicokaart ten laste van het weerstandsvermogen.
99
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Paragrafen
Herijken clusters Op dit moment loopt er een onderzoek naar alle clusters om te bezien of er aanpassingen in de verdeling of het volume van de clusters noodzakelijk zijn. Eerder was namelijk geconstateerd dat een aantal clusters onevenwichtig is verdeeld over de gemeenten. Sommige gemeenten geven meer uit dan mag worden verwacht op basis van objectieve structuurkenmerken, andere geven minder uit. Met dit onderzoek naar alle clusters wordt groot onderhoud gepleegd aan het fonds. Het onderzoek loopt in twee fasen. De uitkomst van fase één is dat de bestaande uitgangspunten van de verdeling sinds 1997 zoveel mogelijk worden voortgezet. Het rijk is niet van plan een ‘normatieve weging’ in te voeren. Wel worden de vaste bedragen van de G4 zoveel mogelijk opgenomen in de overige maatstaven. De tweede fase van het onderzoek loopt nog. De beoogde invoering van het nieuwe stelsel is 2015. Effecten worden gemeld in de meicirculaire 2014. De nieuwe verdeelformules per cluster op basis van kostenoriëntatie zullen leiden tot herverdeeleffecten. Effecten (positief en negatief) worden afgetopt tot € 15 per inwoner per jaar. De drempel stijgt dus jaarlijks € 15 per inwoner en dat betekent een groot financieel risico voor Nieuwkoop. Definitiewijziging “woonruimte” i.v.m. BAG (Basisadministratie Adressen en Gebouwen) De wetgever probeert met de definities van de maatstaven zoveel mogelijk aansluiting te vinden bij andere wettelijke regelingen. Met de invoering van de wet BAG wordt ook de definitie van 'woonruimte' aangepast naar 'woningvoorraad'. Dat werkt ook door in andere maatstaven waar de woonruimten een rol in spelen. Het accentverschil zit met name bij de bijzondere woongebouwen en recreatiewoningen zonder woonfunctie. Landelijk gaan de aantallen met ± 5% dalen. Toch zijn er diverse gemeenten waar de daling veel groter is. Dit zijn gemeenten met veel recreatiewoningen, gemeenten met verzorgingstehuizen en gemeenten met kazernes. Nieuwkoop heeft in de oude indeling 340 recreatiewoningen en 663 bijzondere woongebouwen op een totaalvoorraad van 11.294 in 2012. Er gaan dus herverdeeleffecten ontstaan. Dit wordt veroorzaakt doordat het bedrag per woonruimte in 2015 evenredig gaat stijgen. Deze definitiewijziging gaat samenvallen met een andere operatie met herverdeeleffecten, namelijk de hiervoor besproken herijking van de clusters. Voor het jaar 2014 geldt een overgangsregeling. Het aantal van 2013 is op de uitkeringsspecificatie het uitgangspunt, vermeerderd met de werkelijke toename van het aantal woningen (dus niet meer recreatiewoningen en cap. bijz. woongebouwen). Voor 2015 geldt met ingang van de volgende meicirculaire (2014) het juiste aantal volgens de wet BAG. 2) Decentralisaties De kern van de decentralisatieoperatie is onveranderd. Doel is om de middelen die hiermee gepaard gaan, te ontschotten en onder te brengen in een deelfonds sociaal domein. Dat is geen specifieke uitkering maar onderdeel van het gemeentefonds met verantwoording aan de gemeenteraad. In de meicirculaire 2013 wordt voor de Jeugdzorg een indicatie van het bedrag per gemeente gegeven. Dit bedrag is voor Nieuwkoop ongeveer € 4.000.000. Door de grote onzekerheid is dit bedrag door het Ministerie nog niet in de berekening meegenomen, maar gaat dat over een jaar gebeuren. In de nog te ontvangen septembercirculaire 2013 wordt een indicatie gegeven van de overheveling van gelden van de AWBZ naar de Wmo. De gelden van de Participatiewet worden volgend jaar bekend gemaakt. In de Uitgangspuntennotitie 2014-2017 is voor het financiële risico van de decentralisaties een bedrag van € 0 in 2014 oplopend in 2016 e.v. naar € 605.000 opgenomen. Tevens is er een bedrag van € 170.000 opgenomen in de risicokaart ten laste van het weerstandsvermogen.
100
Weerstandsvermogen en risicobeheersing 3) Verbonden partijen De gemeente is belast met een groot aantal taken. Veel werk doet de gemeente zelf maar een deel van het werk wordt door andere organisaties uitgevoerd. Dit gebeurt via een gemeenschappelijke regeling, een overeenkomst met een andere overheid, een overheidsbedrijf of andere partijen. In de paragraaf verbonden partijen is nadere informatie per verbonden partij weergegeven. Omdat gemeentelijke taken, bevoegdheden en financiën zijn overgedragen loopt de gemeente risico dat indien een verbonden partij niet binnen haar budget blijft, de gemeente deze kosten moet opvangen. Deze financiële risico’s kunnen worden opgevangen door de reserve gebonden partijen (€ 803.000). Tevens is er een bedrag van € 175.000 opgenomen in de risicokaart ten laste van het weerstands-vermogen.
Paragrafen
4) Grondexploitaties Grondexploitaties kennen potentiële risico’s. Zo is de kans van slagen van een grondexploitatie in grote mate afhankelijk van de markt, zoals het ontwikkelen van woningen in een op dat moment slecht segment, of is er onzekerheid over de kosten van bodemsanering. In de gemeente Nieuwkoop bestaat een bijzondere situatie rondom de grondexploitatie Noordse Buurt en de andere zogenoemde sleutelprojecten. Binnen de grondexploitatie Noordse Buurt worden investeringen gedaan en subsidies ontvangen. Het project Noordse Buurt is financieel gekoppeld aan de zogenoemde sleutelprojecten. De winstnemingen uit de projecten worden gesaldeerd met de verliesgevende grondexploitaties. Voor het saldo wordt de reserve Nuon Energy ingezet als garantie of als schommelfonds. De voorgestelde constructie heeft wel een aantal risico’s: De reguliere risico’s die binnen de ‘voedende’ grondexploitaties bestaan werken door in de financiële resultaten van de grondexploitatie Noordse Buurt; De geprognosticeerde opbrengsten worden in een later stadium behaald; De reserve Nuon is een rentedragende reserve. Voor alle lopende grondexploitatieprojecten is een risicoanalyse opgezet, deze risico’s zijn door middel van Monte Carlo gewogen en via onvoorzien meegenomen in de verwachte (lagere) opbrengsten. Daarom zijn deze risico’s niet meegenomen in de risicokaart.
101
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Paragrafen
5) Opgegeven risico’s (zonder dekking) Alle risico’s > € 50.000, waarvoor geen dekking is voorzien, zijn gekwantificeerd. Dit resulteert in een risico van € 6.582 mln. Categorie
Gebeurtenis / Situatie
Risicoscore 2014
Risico-bedrag 2014
Programma
Financieel
Verlaging algemene uitkering i.v.m. recessie
12
250.000
Dekkingsmiddelen
Financieel
Faillissement Vestia
5
4.000.000
Dekkingsmiddelen
Financieel
Efficiencykortingen op nieuwe taken die uit de AWBZ naar de Wmo toe komen, niet kunnen opvangen door de zorg efficiënter te organiseren
6
50.000
4
Financieel
Efficiencykortingen op huishoudelijke hulp niet kunnen opvangen door de zorg efficiënter te organiseren
6
50.000
6
Financieel
Niet doorgaan Brede School
12
175.000
6
Financieel
Hogere kosten WMO
6
70.000
4
Imago / Politiek
Nieuwe samenstelling van het college.
9
300.000
10
Informatie / Strate- Uitval technische voorzieningen door onvoorziene omgie standigheden
12
500.000
Bedrijfsvoering
Juridisch / Aansprakelijkheid
4
75.000
8
Letsel / Veiligheid Risicoprofiel externe veiligheid
20
700.000
3
Personeel / Arbo
Hoog ziekteverzuim
10
67.500
Bedrijfsvoering
Personeel / Arbo
Mogelijke her- of uitplaatsing voormalig personeel ISDR
8
70.000
Bedrijfsvoering
Verbonden partijen Meer aanvragen WWB door hogere werkloosheid en Deelnemingen
12
100.000
7
Verbonden partijen Hogere bijdrage aan SWA door dreigend exploitatieteen deelnemingen kort
4
50.000
7
Verbonden partijen Vermindering vraag naar eenvoudig productiewerk (in en deelnemingen het kader WSW)
2
50.000
7
Verbonden partijen Herorientatie Holland Rijnland en deelnemingen
4
75.000
10
Kosten en claims na ramp
6.582.500
Risicokaart > € 50.000
102
103
Voor uitleg van de definities gebruikt in dit model verwijzen wij u naar de nota weerstandsvermogen & risicomanagement 2013
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inventarisatie weerstandscapaciteit De gemeente Nieuwkoop gebruikt in eerste instantie de incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken. Mochten zich gedurende een jaar structurele tegenvallers voordoen, zonder dat daar meevallers tegenover staan, dan mogen deze eerst incidenteel worden afgedekt door middel van de incidentele weerstandscapaciteit. Vervolgens wordt hiervoor bij de eerstvolgende begroting structurele dekking gezocht. Lukt dit niet dan mag de structurele weerstandscapaciteit als dekkingsmiddel worden ingezet. Vanwege het nieuw vastgestelde beleid is het weerstandsvermogen niet te vergelijken met dat van 2013 of eerder. Incidentele weerstandscapaciteit De totale incidentele weerstandscapaciteit, conform de nieuw vastgestelde nota weerstandsvermogen en risicobeheersing, wordt als volgt berekend: Omschrijving (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Algemene reserve vrij besteedbaar*)
2.252
2.822
3.631
4.461
Reserve weerstandsvermogen*)
750
1.500
2.250
3.000
Renteschommelfonds*)
460
1.098
1.793
1.696
24.291
24.291
24.291
24.291
332
347
362
377
Decentrale arbeidsvoorwaarden*)
28
28
28
28
WMO*)
72
72
72
72
Landschaps Ontwikkelings Plan*)
52
45
38
31
803
803
803
803
Monumentenzorg*)
42
42
42
42
Onvoorzien
80
80
80
80
29.162
31.128
33.390
34.881
Opbrengst aandelen NUON Energy (deel niet bestemd voor Noordse Buurt en sleutelprojecten)*) Nieuwkoops plassengebied*)
Paragrafen
Verbonden Partijen*)
Incidenteel weerstandsvermogen ultimo
*) Verwachte eindstand per 31 december boekjaar. De gemeente Nieuwkoop heeft in 2014 € 29.162 mln. weerstandscapaciteit. Dit is inclusief mutaties die volgen uit de Uitgangspuntennotitie en die zijn verwerkt in de begroting én het gewijzigde beleid ten aanzien van het inzetten van reserves. Structurele weerstandscapaciteit De totale structurele weerstandscapaciteit is als volgt te berekenen: Omschrijving
2014
2015
Saldo meerjarenbegroting (indien positief)
377
193
Structureel weerstandsvermogen
377
193
2016
2017
0
0
Saldo meerjarenbegroting De begroting 2014-2017 sluit meerjarig in 2014 en 2015. Daarom tellen wij het saldo voor de jaren 2014 en 2015 mee voor de berekening van de structurele weerstandscapaciteit.
104
Weerstandsvermogen en risicobeheersing Weerstandsvermogen Conform de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement vastgesteld in 2013 wordt er in de begroting 2014 de ratio vastgesteld op basis van de gekwantificeerde risico’s. De benodigde weerstandcapaciteit voor 2014 op basis van de gekwantificeerde risico’s > € 50.000, wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit; dit leidt tot een ratio weerstandsvermogen van 4,3.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit
(29.162)
Benodigde weerstandscapaciteit
(6.582)
= 4,3
Paragrafen
De gemeente Nieuwkoop streeft een ratio weerstandsvermogen na tussen de 1,0 en 1,4. Voor de begroting 2014 geldt de ratio van 4,3 oplopend naar 5,1 in 2017. De gemeente zit hiermee boven de gestelde norm.
105
Onderhoud kapitaalgoederen Algemeen Een groot gedeelte van de openbare ruimte in Nederland is in beheer bij gemeenten. In de openbare ruimte, waarin een grote verscheidenheid aan activiteiten plaatsvindt, bevinden zich verschillende soorten kapitaalgoederen: Infrastructuur (bijvoorbeeld wegen, riolering, civiele kunstwerken); Voorzieningen (bijvoorbeeld groen, verlichting); Gemeentelijke gebouwen en objecten De jaarlijkse lasten die gemoeid zijn met het beheer van de kapitaalgoederen vormen een belangrijk en groot deel van de gemeentelijke begroting. De gemeenteraad stelt, in het kader van zijn kaderstellende en contolerende taak, uitgangspunten vast die de basis vormen voor het opstellen en/of actualiseren van de in de paragraaf ‘onderhoud kapitaalgoederen’ beschreven beheerplannen. Voor het onderhoud van de openbare ruimte zijn afzonderlijke onderhoudsplannen opgesteld voor de verschillende kapitaalgoederen in de openbare ruimte. De kosten voor regulier en jaarlijks terugkerend onderhoud worden voorzien binnen de exploitatiebegroting. De kosten voor periodiek groot onderhoud, rehabilitaties (wegen) en vervangingen (kunstwerken, riolering, speelvoorzieningen, etc.) worden bekostigd uit een voorziening. De voorziening wordt gevoed via een storting ten laste van de exploitatiebegroting. Overzicht beheerplannen
Paragrafen
Naam:
Vastgesteld in:
Actualisatie in:
Riolering
2009
2014
Wegen
2012
2016
1.883
Gebouwen en Objecten
2013
2017
438
Groenvoorziening
2009
2014
nvt
Speelvoorzieningen
2010
2014
105
Nautisch beheer
2012
2016
15
Civiele Kunstwerken
2009
2014
108
Openbare verlichting
2008
2013
103
Waterpartijen
2008
2014
172
nvt
nvt
nvt
2013
25
2016
162
Begraafplaatsen Gymtoestellen Basisscholen (MJOP)
2013
Geplande storting in de voorziening voor 2014 595
Het onderhoud van de kapitaalgoederen is gebaseerd op actuele beheerplannen waarbij is uitgegaan van duurzame instandhouding en er geen sprake is van achterstallig onderhoud.
106
Onderhoud kapitaalgoederen Beheerplan wegen De gemeenteraad heeft het integraal Beheerplan wegen 2012-2015 op 26 april 2012 vastgesteld. In het kader van bezuinigingen heeft het college op 22 februari 2011 besloten de storting in de voorziening te verlagen met € 100.000,- in 2013 en € 200.000,- in 2014 en verder. In het nieuwe beheerplan is deze voorgestelde verlaging van de storting verwerkt. Met het vaststellen van het beheerplan met bijbehorend bestedingsplan zijn er voldoende middelen (1,9 miljoen gemiddeld per jaar) beschikbaar voor het groot onderhoud en de rehabilitatiekosten. De dekking is gegarandeerd tot en met 2028 waarna op basis van de huidige inzichten de voorziening langzaam terugloopt. Het uitvoeringsplan voor het onderhoud van de wegen voor de middellange termijn (2012 tot en met 2015), is mede op basis van een globale inspectie tot stand gekomen. Vervolgens is een integraal plan opgesteld waarbij ook externe factoren die van invloed zijn, zoals woningbouwprojecten of infrastructurele en waterstaatkundige werken van derden, betrokken zijn bij de planvorming. Ook worden de wegwerkzaamheden bij voorkeur gecombineerd met de aanpak van andere kapitaalgoederen zoals: groenvoorzieningen, riolering en openbare verlichting. In dat kader zijn we in 2013 gestart met de oriëntatie om te komen tot één voorziening openbare ruimte. In de loop van 2014 wordt dit verder uitgewerkt.
Paragrafen
Het beheerplan is er op gericht de staat van de wegen op het vastgestelde onderhoudsniveau te houden. In het beheerplan zijn daarom niet opgenomen: verkeersmaatregelen (bijvoorbeeld duurzaam veilig 30, 60 zones, extra parkeren) reconstructies herinrichtingsplannen In de cijfermatige onderbouwing is voor het onderhoud van de wegen voor de langere termijn rekening gehouden met gebieden waar herinrichtingen plaats vinden of zijn gepland of waar dijklichamen moeten worden opgehoogd. De Hoogheemraadschappen (Rijnland, Amstel Gooi en Vecht en Stichtse Rijnlanden) zijn bezig met het toetsen van waterkeringen aan de “veiligheidsnorm”. Hierbij wordt getoetst op de aspecten “hoogte” en “sterkte/stabiliteit”. Vooruitlopend op de officiële rapportage is al bekend dat het dijklichaam langs de Nieuwkoopse plassen (Hogedijk) en de Noordse Dorpsweg niet voldoen aan de veiligheidsnorm. De gemeente Nieuwkoop anticipeert op deze informatie door het onderhoud van de wegen op deze dijken zo veel mogelijk af te stemmen op de onderhoudsstrategie (kadeverbetering) van de waterschappen. Aan wegen op dijklichamen, waarvan de veiligheidsstatus nog niet bekend is, worden waar mogelijk, minimale onderhoudsmaatregelen getroffen. Onderhandelingen met het Hoogheemraadschap van Rijnland over de kostenverdeling van de werkzaamheden Hogedijk Nieuwkoop/Noorden zijn inmiddels afgerond. Vanwege bezuinigingen zijn de plannen versoberd en uitgesteld naar 2015. In 2014 vinden de voorbereidingen en onderhandelingen plaats met Amstel Gooi en Vecht, over de kostenverdeling en aanpak van de Noordse Dorpsweg. De reconstructie van de Voorweg, het vernieuwen van de woonstraten van de omgeving van het Schoterpark in Nieuwveen, een deel van de kern Langeraar, de herinrichting van de Aardamseweg en de dijkverbetering van de Noordse Dorpsweg zijn de speerpunten in het programma voor groot onderhoud en rehabilitaties 2014-2015. De Voorweg is door de vervanging van de Kollenbrug en de reconstructie van de Noordse Dorpsweg uitgesteld naar de periode 2013-2014. De vervanging van de Kollenbrug is inmiddels afgerond en de reconstructie Noordse Dorpsweg is in afwachting van de ontwikkelingen in de Noordse Buurt uitgesteld naar 2015. In 2012 is de gemeente, in samenwerking met de provincie, gestart met het ontwerp en aanbestedingstraject van de reconstructie van de Voorweg. De werkzaamheden worden door de provincie gekoppeld aan het groot onderhoud van de Korte- en Lange Meentweg en de Uitweg (N463). De werkzaamheden aan de Voorweg worden in 2014 afgerond. In oktober 2012 is een weginspectie uitgevoerd en is een plan van aanpak opgesteld. Deze inspectie is de basis voor het asfaltprogramma en programma voor elementverhardingen 2013-2014. Het programma voor groot onderhoud en rehabilitaties is voor deze planperiode al wel bekend. De inspectie geeft een globaal inzicht voor de daaropvolgende planperiode.
107
Onderhoud kapitaalgoederen Verbreed gemeentelijk rioleringsplan De Wet Milieubeheer verplicht gemeenten een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) vast te stellen en regelmatig te actualiseren. Met deze verplichting wordt de continuïteit en kwaliteit van de rioleringszorg gewaarborgd. Het “Verbreed gemeentelijk rioleringsplan “ is op 25 juni 2009 vastgesteld voor de periode 2009 t/m 2013 (GRPIII). Medio juni 2014 wordt een nieuw GRP vastgesteld (GRPIV). Dit plan speelt in op de nieuwe wetgeving en zaken die spelen op het gebied van riolering zoals: de Wet Verankering en Bekostiging gemeentelijke Watertaken (per 1 januari 2008 in werking); de zorgplicht grond en hemelwater; de Kaderrichtlijn water; de Stedelijke Wateropgave; het afkoppelen verharde oppervlakten; het Bestuursakkoord waterketen.
Paragrafen
Het nieuwe GRP bevat in hoofdlijnen een evaluatie van de afgelopen planperiode en een planning van de vervangingsmaatregelen voor de riolering. Hiermee wordt bedoeld het vervangen van pompinstallaties (pompen en elektrische installaties), druk- en vacuümriolering en vrijvervalriolering. De investeringen voor vervangingen worden, in tegenstelling tot de andere in deze paragraaf beschreven kapitaalgoederen, afgeschreven. De afschrijvingstermijnen die worden gehanteerd, zijn afgestemd op de technische levensduur. In het huidige GRP is de te verwachte levensduur voor vrijvervalriolering bijgesteld van 30 of 50 jaar naar 60 jaar of 75 jaar. Er wordt een tweetal nieuwe elementen in het nieuwe GRPIV geïntroduceerd: 1. In 2013 is een Basis Rioleringsplan (BRP) opgesteld. Het BRP omvat een hydraulische systeemanalyse, welke inzicht geeft in de capaciteit en het functioneren van het rioolsysteem. Uiteindelijk moet afvalwater snel genoeg kunnen worden afgevoerd en moet water op straat zoveel mogelijk wordt vermeden. Het rioolstelsel moet voldoende capaciteit hebben om al het afvalwater van de bestaande en nieuwe huishoudens (1700 woningen) te kunnen verwerken. In hoofdlijnen wordt gerekend over een periode tot en met 2040. De berekeningen wijzen uit dat het systeem blijvend kan voldoen als bij herinrichtingen en renovaties voldoende aandacht wordt besteed aan het afkoppelen van hemelwater van bestaande gemengde rioolstelsels. Maatregelen die uit het BRP voortkomen worden in het GRPIV opgenomen. Uit de analyse van het Hoogheemraadschap van Rijnland moet nog vast komen te staan of extra maatregelen noodzakelijk zijn. De andere twee waterschappen (Stichtse Rijnlanden en Amstel Gooi en Vecht) hebben aangegeven dat op grond van het BRP geen acties nodig zijn. 2. De gemeente heeft bij de provincie Zuid-Holland opnieuw ontheffing aangevraagd voor de ongezuiverde lozingen in het buitengebied. Momenteel is deze aanvraag in behandeling. De kans bestaat dat niet voor alle locaties een ontheffing wordt verkregen. Het aansluiten van deze panden op de riolering wordt in het GRPIV opgenomen, inclusief de kapitaallasten voor vervanging. Het accent voor de komende periode ligt in hoofdzaak op het opstellen van het nieuwe GRP. Om voldoende capaciteit te hebben, zowel wat betreft middelen als personele capaciteit, zijn grotere investeringen na 2014 gepland. Het vervangen van vrijvervalriolering en planmatig vervangen van minigemalen loopt wel door. Daarnaast is er budget beschikbaar om knelpunten bij de afvoer van hemel- en grondwater op te vangen. Door Rioned is in 2013 een benchmark rioleringszorg uitgevoerd. De resultaten van deze benchmark komen in het vierde kwartaal 2013 beschikbaar.
108
Onderhoud kapitaalgoederen Beheerplan Kunstwerken Het beheerplan kunstwerken 2009-2013 is vastgesteld in de raad van 1 oktober 2009. Het Beheerplan kunstwerken omvat civieltechnische objecten zoals bruggen, tunnels, duikers en dergelijke. Dit beheerplan wordt in 2014 geactualiseerd. Voor de actualisatie worden alle kunstwerken geïnventariseerd. Hierdoor ontstaat een goed beeld van de actuele onderhoudstoestand. Aan de hand van die bevindingen wordt een programma voor groot onderhoud en vervangingen voor de komende vijf jaar opgesteld. De reguliere onderhoudsmaatregelen en onderhoudsfrequentie van de kunstwerken is gebaseerd op de economische urgentie (levensduur) en veiligheidsurgentie. In tegenstelling tot bijvoorbeeld wegen bestaat er geen landelijke normering voor het onderhoud van kunstwerken. De te maken keuzes m.b.t. het onderhoudsprogramma zijn gebaseerd op inspecties en ervaringscijfers.
Paragrafen
De provincie Zuid-Holland heeft het onderhoud van de beweegbare bruggen opnieuw aanbesteed. De onderhoudskosten vallen significant hoger uit. De provincie onderhoudt drie gemeentelijke beweegbare bruggen en adviseert de gemeente het onderhoud in eigen beheer uit te voeren. De provincie adviseert de gemeente Nieuwkoop ook de bediening van de Hoekse Aarbrug over te nemen. De bediening vindt nu plaats vanuit de naastgelegen Papenbrug. Doordat de Papenbrug in de toekomst op afstand wordt bediend, is dat niet meer mogelijk. De kosten voor het bedienen van de Hoekse Aarbrug vanuit het nieuwe provinciale bedieningscentrum Steekterpoort zijn naar alle waarschijnlijkheid zeer hoog. Afhankelijk van de definitieve uitkomsten van verdere besprekingen worden deze ontwikkelingen in het nieuwe beheerplan kunstwerken meegenomen. Beheerplan waterpartijen In 2013 wordt gestart met de voorbereiding van een nieuw beheerplan. In het eerste kwartaal 2014 wordt dit vastgesteld. Het beheerplan omvat een evaluatie van de vorige planperiode, voortzetting van het baggerprogramma in een cyclus van 10 tot 15 jaar, het regulier onderhoud (schonen) van watergangen en het onderhoud en de vervanging van beschoeiingen. De kosten voor het baggeren wordt sterk bepaald door de mate van verontreiniging van de baggerspecie en de wijze waarop baggerspecie mag worden verwerkt. Vanaf 1 januari 2008 wordt gesproken over baggerspecie die verspreidbaar is over het land (schoon), of te gebruiken is op industrieterreinen of niet verspreidbaar is (vervuild). In de praktijk betekent deze maatregel dat er minder baggerspecie verwerkt mag worden in het gemeentelijk baggerdepot. De gevolgen van deze beleidswijziging zijn verwerkt in het beheerplan. Het baggerdepot aan de Electronweg in Nieuwkoop, heeft momenteel een definitieve bestemming. In 2014 worden in de huidige cyclus geen werkzaamheden uitgevoerd. Indien mogelijk wordt het baggerdepot voor waterschappen in het gebied om niet beschikbaar gesteld. Hiermee worden hogere afvoerkosten voor bagger uit watergangen die niet op de kant kan worden gezet, maar waar wij wel ontvangstplichtig zijn, voorkomen. De baggerprogramma’s van de waterschappen brengen daardoor kosten met zich mee. Die kosten maken overigens geen onderdeel uit van het nu geldende beheerplan. Bij het opstellen van het nieuwe beheerplan wordt hier wel aandacht aanbesteed. Naast de verantwoordelijkheid van de gemeente (sloten op diepte houden) zijn de waterschappen primair verantwoordelijk voor een goede waterhuishouding. De waterschappen hebben als één van de hoofdtaken het zorgen voor “droge voeten”. Omdat het regelmatig baggeren hierbij een belangrijke maatregel is, is per 1 oktober 2012 een subsidieverordening vastgesteld. Via de subsidieverordening ontvangen de gemeenten een bijdrage voor de meerkosten van de verwijdering van verontreinigde niet verspreidbare baggerspecie. De bijdrage bestaat uit een vergoeding van 60% voor de kosten van transport en stort van de baggerspecie. Dit uitgangspunt wordt in het beheerplan aangehouden voor het planmatig baggeren van sloten en waterpartijen op korte en langere termijn. Voor het jaar 2014 en verder staan de vervanging diverse van beschoeiingen in de kernen Nieuwkoop, Ter Aar en Langeraar op het programma. Inspecties in het voorjaar van 2014 wijzen uit welke beschoeiingen vervangen worden.
109
Onderhoud kapitaalgoederen
Paragrafen
Beheerplan nautisch beheer De gemeente is voor een aantal gebieden belast met het vaarwegbeheer en het nautisch beheer. Het beheer omvat het bevaarbaar houden van vaarwegen, het beheer van voorzieningen en het vaststellen en kenbaar maken van de geldende vaarregels. In 2012 een beheerplan nautisch- en vaarwegbeheer 2012-2015 opgesteld. De bekostiging van het reguliere beheer loopt via de exploitatie en het beheer van het groot onderhoud en vervangingen via de Voorziening nautisch beheer. De opbrengsten die de gemeente heeft uit de verkoop van vaarvergunningen wordt ingezet voor het beheer. Speerpunten voor de komende planperiode zijn het vervangen van meerpalen en aanlegvoorziening langs het Meijepad. Vanuit de nieuwe waterwet heeft de provincie Zuid-Holland de opdracht en de verplichting om het vaarweg- en nautisch beheer opnieuw te verdelen. Dit kan inhouden dat er wijzigingen komen in de verplichtingen die de gemeente Nieuwkoop heeft binnen het gebied. Beheerplan openbare verlichting In 2013 is in samenwerking met Ziut een nieuw beheerplan opgesteld voor de periode 2014-2018. Het beheerplan geeft inzicht in de onderhoudstoestand en bevat een programma voor groot onderhoud en vervangingen voor de komende vijf jaar. In een Beheerplan openbare verlichting wordt rekening gehouden met de Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (ROVL 2011). De ROVL 2011 werkt, net als de oude aanbevelingen, met een onderscheid in verlichtingsklassen voor verblijfsgebieden en voor wegen met hoofdzakelijk een verkeersfunctie. Gelijktijdig met de planmatige vervanging van de lichtmasten wordt gebruik gemaakt van zogenaamde “Dynadimmers”. Met de Dynadimmer kan naar eigen inzicht het gewenste lichtniveau worden geprogrammeerd. Met de energiebesparing realiseert de gemeente indirect een reductie van CO-2 uitstoot. Het streven is een reductie van 15% tot en met 30%. LED verlichting is duurder in aanschaf, maar blijft zich ontwikkelen. Inmiddels zijn er producten op de markt die een hogere economische levensduur hebben dan traditionele energiebesparende verlichting. Dit houdt in dat de besparing in energiekosten voldoende is om de hogere aanschafkosten op te vangen. Daarom zal LED-verlichting steeds vaker in de openbare ruimte worden toegepast. De gemeente heeft deelgenomen aan de landelijke actie “Taskforce Verlichting”. Het doel van dit initiatief is een plan van aanpak voor het terugdringen van energiegebruik van de openbare verlichting. Hierbij heeft de gemeente Nieuwkoop een voortrekkersrol vervuld, en zijn de gemeenten De Ronde Venen en Kaag en Braassem betrokken. Uit het onderzoek in het kader van het plan van aanpak, blijkt dat de energiebesparende maatregelen (dimmen) waartoe in voorgaande beheerplan openbare verlichting 2008-2017 is besloten, de juiste keuze is geweest. Met het gebruik wordt optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de energiebesparing tot zijn recht te laten komen. Vervolgens is aan de hand van steekproeven geconstateerd dat de gelijkmatigheid van de openbare verlichtingsinstallaties in Nieuwkoop uitstekend is verzorgd (verdeling masten). Voor wat betreft het verlichtingsniveau blijkt deze 10% hoger te liggen dan de nationale richtlijnen. Bij vervanging van de lichtmasten worden de lampen zodanig geprogrammeerd dat de 10% verlichtingsreductie wordt gehaald. Daar staat tegenover dat de energiekosten de laatste jaren een stijgende lijn laten zien. Groenbeheerplan De gemeenteraad heeft het groenbeheerplan 2009-2013 op 23 april 2009 vastgesteld. Dit plan wordt in 2014 geactualiseerd. Het huidige beheerplan omvat een groenvisie waarin is beschreven wat de gemeente wenst uit te stralen met betrekking tot het openbaar groen en welke kwaliteit de gemeente wil nastreven. Uitgangspunten die bij nieuwe aanleg en renovaties worden gehanteerd zijn: Openbaar groen dat het Groene Hart karakter van de gemeente versterkt; Beplanting met een hogere seizoensbeleving; Meer sier-, en natuurwaarden door bloem-, en vruchtdracht; beter en efficiënter te onderhouden groen.
110
Onderhoud kapitaalgoederen Voor de beheerniveaus zijn de volgende differentiaties opgenomen: Kwaliteitsniveau A voor representatieve accentgebieden (winkelcentra, dorpsentrees, dorpspleinen, etc.); Kwaliteitsniveau A voor de woonomgevingen; Kwaliteitsniveau B voor de bedrijventerreinen en buitengebieden. In het kader van de bezuinigingen is in 2011 besloten het kwaliteitsniveau voor accentgebieden terug te brengen van A+ naar A. Bij het opstellen van het beheerplan in 2009, is vastgesteld dat er een aanzienlijke achterstand bestond in het onderhoud. Op basis van een kwaliteitsbeschrijving (sterkte/zwakteanalyse) van het openbaar groen is een plan van aanpak gesteld voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud. Er is door de raad besloten extra budget met een omvang van € 1,2 miljoen beschikbaar te stellen door het vormen van een reserve, om in een periode van vijf jaar het achterstallig onderhoud weg te werken. Eind 2013 wordt deze reserve opgeheven. Het resterende bedrag uit de reserve “achterstallig onderhoud groen” wordt in 2013 niet volledig besteed en wordt overgeheveld naar 2014. Een deel van de werkzaamheden wordt aansluitend uitgevoerd in het plantseizoen dat doorloopt tot het voorjaar van 2014. Het betreft onder meer werkzaamheden die verband houden met de herinrichting van de Langeraarseweg.
Paragrafen
Op basis van het huidige beheerplan is de beschikbare formatie in de buitendienst (wijkbeheer groen) in relatie tot de gekozen onderhoudsniveaus lager dan noodzakelijk volgens de normcijfers. Het beheerplan heeft de ambitie om door het invoeren van planmatig groenonderhoud en efficiëntieverbetering de onderhoudsniveaus toch te bereiken. In het nieuwe beheerplan wordt aan de hand van een evaluatie over de afgelopen planperiode inzicht gegeven of deze ambitie bereikt is. Het beheer van het openbaar groen wordt uitgevoerd ten laste van de exploitatie. Beheerkosten lopen niet via een voorziening. Onderhoudsplannen gemeentelijke gebouwen In 2012 zijn de onderhoudsplannen geactualiseerd. Deze onderhoudsplannen maken nu deel uit van het nieuwe beheerplan voor gebouwen 2013 – 2022 dat in 2013 door de raad is vastgesteld. Uitgangspunt is het duurzaam in stand houden van de gebouwen en enkele objecten. De voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen is opnieuw vorm gegeven en bevat alleen nog de periodiek terugkerende grotere vervangings- en onderhoudsuitgaven. Het overige reguliere en incidentele onderhoud is ondergebracht binnen de exploitatiebegroting. Speelruimtebeheerplan In het voorjaar van 2010 is het beheerplan voor speelvoorzieningen vastgesteld. In het Speelruimtebeheerplan omvat alle aspecten die betrekking hebben op het beheer van openbare speelvoorzieningen, voor kinderen en jongeren van 0 tot en met 18 jaar. Een belangrijk uitgangspunt van het Speelruimtebeheerplan is het waarborgen van de veiligheid van speelvoorzieningen. Ook voorziet het beheerplan speelvoorzieningen in de tijdige vervanging van de speeltoestellen. Inspecties voorafgaande aan het opstellen van het beheerplan, hebben uitgewezen dat er sprake is van achterstallig onderhoud en achterstallige vervangingen. In het beheerplan is voorzien dat achterstallig onderhoud in de periode 2010 t/m 2012 wordt aangepakt. De laatste achterstallige vervangingen zijn uitgevoerd in 2013. Vanaf 2014 vinden er alleen “reguliere” vervangingen vanuit de voorziening plaats. In totaal zijn er 17 vervangingen gepland. Bij herinrichting van speelplekken is een goede afstemming tussen het aantal speeltoestellen, de leeftijd van de kinderen en het aantal kinderen per wijk een belangrijk uitgangspunt. Uiteraard is het draagvlak van de omwonenden in dit proces belangrijk. Initiatieven van bewoners, die passen binnen de beleidskaders uit het speelruimtebeleidsplan, worden in overweging genomen.
111
Onderhoud kapitaalgoederen Begraafplaatsen/lijkbezorging In december 2008 is een “beleidsplan beheer algemene begraafplaatsen Nieuwkoop” en de nieuwe beheerverordening vastgesteld. Een belangrijk speerpunt dat uit dit beleidsplan voortvloeit, is het realiseren van voldoende begraafcapaciteit voor de toekomst. Omdat er na 2015 een tekort aan graven dreigt te ontstaan zijn er capaciteitsberekeningen gemaakt en zijn aan de hand van diverse oplossingsvarianten voorstellen gedaan. Op grond van de eerder besluitvorming vindt in het vierde kwartaal 2013 een nadere uitwerking van de gekozen varianten plaats. In de loop van 2014 wordt een krediet voor de daadwerkelijk uitvoering van de variant een krediet aangevraagd. Voor het beheer van de begraafplaatsen is geen nog geen beheerplan opgesteld. Ook is er geen voorziening waaruit het beheer wordt gefinancierd. Beheerplan onderhoud gymtoestellen Het beheerplan onderhoud gymtoestellen dient als onderlegger voor het meerjarenonderhoudsplanning. In 2010 is opname gedaan van alle gemeentelijke gymtoestellen aanwezig in gemeentelijke sportaccommodaties. Op basis daarvan is voorlopig een jaarlijkse storting vastgesteld van € 25.000,-- in de onderhoudsvoorziening gymtoestellen. Het beheerplan heeft als uitgangspunt dat alle gemeentelijke gymtoestellen veilig moeten zijn in het gebruik. Het beheerplan is in het vierde kwartaal 2013 door de gemeenteraad vastgesteld.
Paragrafen
Meerjaren onderhoudsplan voor de basisscholen De gemeente heeft een taak in het verzorgen van goed onderhoud van de basisscholen in de gemeente. Volgens de regels van het Integraal Huisvestingsplan (IHP), is de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud aan de buitenkant van de scholen. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor nieuwbouw en grootschalig onderhoud en renovatie van de huisvesting voor zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. In 2013 is een nieuw Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) opgesteld en het IHP geactualiseerd. Het MJOP is tevens bedoeld als nulmeting voor het moment waarop in 2015 ook de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van het basisonderwijs naar de schoolbesturen wordt overgeheveld. Met deze doordecentralisatie van het onderhoud is de huisvesting voor het basisonderwijs gelijk gesteld aan de regeling voor het voortgezet onderwijs Door overheveling van de onderhoudsmiddelen naar de schoolbesturen verliest de gemeente grip op de kwaliteit van de schoolgebouwen en de veilige leeromgeving van de kinderen. Andere keuzes voor en prioritering in onderhoud door de schoolbesturen kunnen op de lange termijn leiden tot hogere renovatiekosten welke voor rekening van de gemeente zijn. Voorts valt in principe de basis voor de huidige voorziening onderwijsgebouwen weg. Het schrappen van de voorziening betekent dat er geen middelen zijn om renovatie, uitbreiding of nieuwbouw te financieren. Om die reden wil het college de voorziening onderwijsgebouwen in stand houden en de hoogte van de storting in de voorziening in 2014 heroverwegen.
112
Financiering De paragraaf financiering geeft inzicht in het (verwachte) risicoprofiel van de gemeente Nieuwkoop op het terrein van de treasury. In deze paragraaf gaan wij achtereenvolgens in op al bestaand beleid, het risicobeheer, de financieringsbehoefte, het renteresultaat, de ontwikkeling van de leningenportefeuille, onze rentevisie en tenslotte het EMU-saldo. Bestaand beleid In de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) zijn kaders gesteld voor een verantwoorde en effectieve inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie bij decentrale overheden. De Wet Fido verplicht de gemeente tot het opstellen van twee instrumenten op het gebied van treasury, te weten een treasurystatuut en een treasuryparagraaf. Het treasurystatuut is onderdeel van de financiële verordening gemeente Nieuwkoop. In het treasurystatuut wordt de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Vanwege aanpassing van externe regelgeving (Wet Fido en Ruddo) is het treasurystatuut per 1 januari 2010 aangepast.
Paragrafen
Conform de Wet Fido wordt de paragraaf Financiering opgenomen in de begroting en de jaarrekening, waarin de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury worden weergegeven. Risicobeheer Het risicobeheer is gericht op het beperken van financiële risico’s. In het treasurystatuut zijn richtlijnen en limieten opgenomen, die de basis vormen voor alle transacties op dit gebied. Daarnaast geeft de Wet Fido normen voor het beperken van risico’s. De belangrijkste risicocategorie is het renterisico, waarvan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm belangrijke richtlijnen zijn om renterisico’s te beperken. De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd tot één jaar en de renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd vanaf één jaar. Het doel van deze normen van de Wet Fido is te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rente grote verschillen optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. De normen beperken de budgettaire risico's. Het niveau van de kasgeldlimiet is gelimiteerd op 8,5% van de begrote lasten. De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van de begrote lasten per jaar kan worden afgelost. De norm beoogt een evenwichtige opbouw van de leningen in de tijd. De provincie toetst de kasgeldlimiet en de renterisiconorm uit hoofde van financieel toezicht. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is het wettelijk maximum aan leningen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet staat de gemeente Nieuwkoop momenteel toe de financieringsbehoefte tot een bedrag van € 6.746.000 (2014) te dekken met kortlopende geldleningen. Zodra de verwachting is dat deze limiet langer dan twee kwartalen wordt overschreden wordt een langlopende geldlening aangetrokken. De kasgeldlimiet is voor de jaren 2014-2017 als volgt te berekenen: Kasgeldlimiet (x € 1.000,--)
2014
2015
2016
2017
79.363
78.699
73.413
83.341
1
Lasten primitieve begroting per 1 januari
2
Begrotingswijzigingen
3
Begrote lasten
4
Maximaal toegestane kasgeldlimiet (8,5%)
6.746
6.689
6.240
7.084
5
Gemiddeld saldo vlottende korte schuld en vlottende middelen
13.650
20.277
29.726
30.962
Overschot t.o.v kasgeldlimiet
20.396
26.966
35.966
38.046
113
0
0
0
0
79.363
78.699
73.413
83.341
Financiering Om te voorkomen dat in 2014 en verder de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden, is in 2013 langlopende financiering aangetrokken. Daarmee wordt voor 2014 en volgende jaren een onderschrijding van de kasgeldlimiet verwacht. Renterisiconorm De renterisiconorm geeft het feitelijke renterisico weer op de door de gemeente aangetrokken langlopende geldleningen. Jaarlijks mogen de renterisico’s van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Voor de periode 2014-2017 is voor Nieuwkoop de volgende ruimte onder de risiconorm te berekenen: Renterisiconorm (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
0
0
0
0
1
Renteherziening
2
Aflossingen
3.379
4.241
4.780
25.168
3
Renterisico (1+2)
3.379
4.241
4.780
25.168
4
Renterisiconorm (20% van begrotingstotaal)
15.873
15.740
14.683
16.668
Ruimte onder renterisiconorm (4 - 3)
12.494
11.499
9.903
-8.500
De renterisiconorm wordt in 2017 overschreden door aflossing van een fixe-lening van 17 mln.
Paragrafen
Koersrisico De doelstelling van het koersrisicobeheer is: Het beheersen van de risico´s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. De gemeente Nieuwkoop heeft obligatiepakket van € 16 mln. Indien de gemeente de obligaties voor de einddatum van de obligaties verkoopt, dan loopt de gemeente een koersrisico. Bij aanschaf van de obligaties is daarom ook besloten om de obligaties tot aan de einddatum in portefeuille te houden. De obligaties vallen vrij in 2016 en 2017. De gemeente Nieuwkoop bezit de volgende aandelen: Deelneming
Aantal aandelen
Boekwaarde 1-1-2014 (x € 1.000)
673.371
48
Cyclus
40.303
282
BNG
36.348
75
141.407
10.196
29
5
Alliander
Nuon Energy Oasen Totaal
10.606
Het risico dat de intrinsieke waarde van de aandelenportefeuille daalt tot onder de boekwaarde is verwaarloosbaar klein.
114
Financiering Liquiditeitsrisico De doelstelling van het intern liquiditeitsbeheer is: Het beheersen van de risico´s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor als gevolg daarvan de financieringskosten hoger kunnen uitvallen. De gemeente Nieuwkoop beschikt over een meerjarige liquiditeitsplanning. Er wordt gewerkt met een jaarplanning van de liquide middelen, waarbij per maand een prognose wordt afgegeven. Kredietrisico / Debiteurenrisico De doelstelling van het kredietrisicobeheer is: Het beheersen van de risico´s die voortvloeien uit de mogelijkheid van een waardedaling van de vorderingspositie als gevolg van het niet tijdig nakomen van de verplichtingen van de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit (niet in staat om schulden af te betalen). De gemeente Nieuwkoop heeft zich garant gesteld voor diverse geldleningen van derden. Per 1-1-2014 is de situatie als volgt: 1-1-2014
Risico op borgstellingen (x € 1.000,--) a
Totale volume van in de borgstelling betrokken geldleningen
85.266
b
Borgstelling gemeente Nieuwkoop
45.180 53%
Paragrafen
Percentage (b/a)
Het totale bedrag van de door de gemeente verleende garantstellingen is aanzienlijk. De grootste borgstelling is afgegeven ten behoeve van leningen aan woningbouwverenigingen ad € 80 miljoen. Hiervan staat de gemeente Nieuwkoop garant voor 50%. Het betreft een tertiaire zekerheidstelling (achtervang na WSW), waardoor het risico voor de gemeente gering is. Het saldo van de door de gemeente Nieuwkoop verstrekte geldleningen is per 1-1-2014 als volgt: Kredietrisico op verstrekte gelden (x € 1.000,--)
a
Geldleningen ten behoeve van woningbouw
b
Geldlening tbv verkoop aandelen Nuon
c
Overige geldleningen
1-1-2014 4.084 10.196 845 15.125
Totale volume van verstrekte geldleningen (a + b + c)
De geldlening verkoop aandelen Nuon is de verkoopopbrengst die nog moet worden ontvangen van Vattenfall. Uitbetaling gebeurt in een laatste tranche in 2015. De overige geldleningen betreffen leningen aan starters in het kader van huisvesting (€ 683.000) en sportverenigingen e.d. (€ 161.000). Bij deze laatste categorie leningen loopt de gemeente meer risico dat de lening niet wordt afgelost (en/of de verschuldigde rente niet wordt betaald). Schatkistbankieren In het 4e kwartaal van 2013 wordt schatkistbankieren voor decentrale overheden ingevoerd. Voor decentrale overheden betekent dit dat zij al hun overtollige middelen niet langer mogen aanhouden, bij banken, maar dit moeten aanhouden in de schatkist bij het ministerie van financiën. Op geld dat bij de schatkist in rekening-courant staan, wordt geen rente vergoed. Ook de rente op deposito’s bij de schatkist is zeer laag. Dit betekend dat dat wanneer er een (tijdelijk) overschot aan liquide middelen ontstaat (bijvoorbeeld door het aantrekken van een geldlening), de gemeente hier geen rente meer voor ontvangt.
115
Financiering Financieringsbehoefte Per 1 januari 2014 wordt rekening gehouden met een financieringsoverschot van meer dan € 13 miljoen. Dit is het verschil tussen de aanwezige vaste financieringsmiddelen zoals de opgenomen geldleningen, het eigen vermogen en de voorzieningen (totaal € 157 miljoen) en de boekwaarde van de investeringen en de te financieren grondexploitaties en voorraad (totaal € 143 miljoen). Financieringsbehoefte (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Reserves *
65.539
69.104
69.572
72.210
Voorzieningen
37.424
38.972
37.674
38.903
Opgenomen leningen
54.250
64.871
61.630
58.850
157.213
172.947
168.876
169.963
Vaste activa **
52.153
51.671
41.349
41.359
Grondexploitaties
88.069
97.658
94.460
94.301
Overige voorraad
3.341
3.341
3.341
3.341
143.563
152.670
139.150
139.001
13.650
20.277
29.726
30.962
Vaste financieringsmiddelen:
Totaal (a)
Te financieren
Totaal (b)
Paragrafen
Financieringsoverschot (a-b)
* De onttrekking uit de reserve frictiekosten personeel ad € 298.258 is niet meer verwerkt in de berekening van de renteomslag, waar deze tabel onderdeel van is. ** De bezuinigingen zijn niet meer verwerkt in de berekening van de rente-omslag, waar deze tabel onderdeel van is.
De korte rente (rentetypische looptijd < 1 jaar) is in het algemeen lager dan de lange rente (rentetypische looptijd ≥ 1 jaar). Op grond van deze veronderstelling is het uitgangspunt om de financieringsbehoefte eerst te dekken met de maximaal toegestane kasgeldlimiet en de resterende behoefte te dekken met langlopende leningen. Met deze aanpak proberen wij de financieringskosten zo laag mogelijk te houden. Renteresultaat Het renteresultaat ontstaat als gevolg van een verschil tussen de gemiddelde vermogenskostenvoet (‘omslagrente’) en het gemiddelde rentepercentage waartegen de rentecomponent van de kapitaallasten is berekend.
116
Financiering Omslagrente De omslagrente is voor de jaren 2014-2017 als volgt te berekenen: Omslagrente (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
Rente opgenomen geldleningen
1.685
1.879
1.701
1.436
Bespaarde rente eigen financieringsmiddelen *
4.118
4.323
4.290
4.445
-364
-563
-847
23
5.439
5.639
5.144
5.904
Vaste activa **
52.153
51.671
41.349
41.359
Grondexploitaties
88.069
97.658
94.460
94.301
Overige voorraad
3.341
3.341
3.341
3.341
143.563
152.670
139.150
139.001
Omslagrente (a/b)
3,79%
3,69%
3,70%
4,25%
Rentedekking
4,61%
4,59%
4,58%
4,54%
Rentelasten:
Rente/kosten vlottende financiering Totaal (a)
Te financieren
Totaal (b)
* De onttrekking uit de reserve frictiekosten personeel ad € 298.258 is niet meer verwerkt in de berekening van de rente-omslag, waar deze
Paragrafen
tabel onderdeel van is. ** De bezuinigingen zijn niet meer verwerkt in de berekening van de rente-omslag, waar deze tabel onderdeel van is.
De omslagrente bedraagt voor 2014 3,79%. De rente die in de vorm van de rentecomponent van de kapitaallasten aan de producten is toegerekend bedraagt gemiddeld 4,61%. Het renteresultaat 2014 is als volgt te berekenen: (4,61% - 3,79%) * € 143 miljoen = € 1,176 miljoen. Dit resultaat is als saldo van de kostenplaats kapitaallasten terug te vinden.
117
Financiering Renteresultaat Een vergelijking tussen de financieringslasten (rente) enerzijds en de dekking daarvan op de producten anderzijds laat voor 2014-2017 de volgende renteresultaten zien: Renteresultaat (x € 1.000,--)
2014
2015
2016
2017
Rente opgenomen geldleningen
1.685
1.879
1.701
1.436
Bespaarde rente eigen financieringsmiddelen *
4.118
4.323
4.290
4.445
-364
-563
-847
23
5.439
5.639
5.144
5.904
Aan producten doorbelaste rente **
6.615
7.002
6.377
6.317
Renteresultaat (b-a)
1.176
1.363
1.233
413
Rentelasten:
Rente/kosten vlottende financiering Totaal (a)
Dekking rentelasten:
* De onttrekking uit de reserve frictiekosten personeel ad € 298.258 is niet meer verwerkt in de berekening van de rente-omslag, waar deze tabel onderdeel van is.
Paragrafen
** De bezuinigingen zijn niet meer verwerkt in de berekening van de rente-omslag, waar deze tabel onderdeel van is.
Gelet op het positieve renteresultaat concluderen wij dat de financieringslasten gedekt zijn in de kapitaallasten en dat er nog voldoende dekking resteert om een rentestijging op te vangen.
118
Financiering Leningenportefeuille Het volume van de leningenportefeuille stijgt naar verwachting van € 54,3 miljoen per begin 2014 naar € 64,9 miljoen per eind 2014, om vervolgens te dalen tot € 33,7 miljoen per eind 2017 (zie onderstaande tabel leningenportefeuille). Leningenportefeuille (x € 1.000,--)
2014
2015
2016
2017
Restantbedrag begin boekjaar
54.250
64.871
61.630
58.850
Aflossingen
-3.379
-4.241
-4.780
-25.168
Opname
14.000
1.000
2.000
0
Restantbedrag einde boekjaar
64.871
61.630
58.850
33.682
De aflossingen betreffen allemaal reguliere aflossingen. In de jaren 2014-2017 vindt geen renteherziening plaats. De gemiddelde rente op de leningen bedraagt per 1-1-2014 4,07%.
Paragrafen
Rentevisie Renterisico’s bij het aantrekken en uitzetten van gelden worden beperkt door de overeen te komen rentepercentages bij deze transacties te baseren op een rentevisie. Onze rentevisie is gebaseerd op de historische renteontwikkeling en op actuele informatie van onder andere de Bank Nederlandse Gemeenten. EMU-saldo Het zogenoemde EMU-saldo van de totale Nederlandse overheid (ook wel financieringstekort, het begrotingstekort van de totale collectieve sector) is al jaren negatief. Overschrijdt het EMU-tekort in enig jaar de 3% van het BBP dan is een land verplicht maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het tekort niet verder oploopt. Sinds het begin van de crisis in 2008 wordt de tekortnorm van 3% overschreden. Nederland moet het tekort beëindigen en weer binnen de 3% norm komen. Op 18 januari 2013 zijn in het Bestuurlijk overleg tussen VNG, IPO, UvW en het kabinet afspraken gemaakt over het verminderen van het begrotingstekort. De afgesproken tekortnorm is voor de medeoverheden gezamenlijk gedurende de periode 2013 tot en met 2015 gesteld op maximaal 0,5% van het BBP. Daarna wordt deze norm afgebouwd tot 0,3% van het BBP in 2016 en 0,2% in 2017, maar tegelijkertijd is afgesproken dat de norm voor deze 2 jaren nog niet hard is. Eind 2015 volgt een evaluatie aan de hand waarvan wordt bezien of de beoogde tekortnorm voor de jaren 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is.
119
Financiering Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het EMU-saldo van gemeenten, moeten gemeenten met ingang van de begroting voor 2008 onder andere in hun begroting een prognose opnemen van hun eigen EMU-saldo. Voor Nieuwkoop ziet deze prognose er als volgt uit:
Paragrafen
EMU-saldo (x € 1.000,--)
2014
2015
2016
2017
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (- = negatief)
3.645
661
2.423
440
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
1.506
1.609
1.680
1.402
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
5.047
5.073
4.943
4.898
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
953
1.526
1.688
1.127
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
0
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
0
0
0
0
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
21.266
15.954
15.600
14.393
8
Baten bouwgrondexploitatie: baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
12.023
15.919
15.054
15.850
9
Lasten op balanspost voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
2.748
2.943
2.769
2.625
1 0
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
0
0
0
0
1 1
Verkoop van effecten: verwachte boekwinst op de exploitatie
0
0
0
0
Berekend EMU-saldo (1 + 2 + 3 – 4 + 5 + 6 – 7 + 8 – 9 – 10 – 11)
-2.746
2.839
4.043
4.445
De posten 2, 3, 5, 6 en 8 verkleinen het EMU-tekort en de posten 4, 7, 9, 10 en 11 vergroten het EMU-tekort. Het geprognosticeerde EMU-saldo over 2014 van de gemeente Nieuwkoop is negatief. Dit verhoogt het landelijk EMUtekort. Vanaf 2015 is het EMU-saldo positief.
120
Bedrijfsvoering Bedrijfsvoeringsfilosofie en structuur Hoewel de samenleving en de vragen aan de gemeente steeds complexer worden, is het de kunst om het simpel te organiseren. De organisatie is er niet voor zichzelf, maar voor het dienen van het Nieuwkoopse belang. De wijze van organiseren is geen doel op zichzelf. Daarom past het niet om de gemeente te typeren als regiegemeente, of juist een eigen beheer gemeente. De organisatie kenmerkt zich door een nuchtere en pragmatische instelling. De organisatiestructuur heeft duidelijke bevoegd- en verantwoordelijkheden. De gemeentelijke organisatie kenmerkt zich door een voortdurende stroom van zowel interne als externe ontwikkelingen. De organisatie is dan ook geen statisch geheel maar er zal steeds gezocht moeten worden naar een organisatie die in staat is deze ontwikkelingen kwalitatief het hoofd te bieden op zo doelmatig mogelijke wijze. Het leidend principe is dat er geen grote ingrepen worden gedaan in de organisatiestructuur. Structuurwijzigingen zijn geen doel op zichzelf maar een mogelijk gevolg van de veranderende werkwijze en het gewenste gedrag dat daarbij hoort.
Paragrafen
In 2013 zijn de twee ondersteunende afdelingen samengevoegd tot één afdeling bedrijfsvoering. Dat maakt dat er minder managers nodig zijn. Één van de managers heeft de nieuwe functie van strategisch adviseur / regiocoördinator op zich genomen om de sturing in het netwerk te versterken. Deze functie is gepositioneerd als stafmedewerker onder de gemeentesecretaris / algemeen directeur.
121
Bedrijfsvoering Cultuur Medewerkers bepalen voor een belangrijk deel de kwaliteit van de organisatie. Uit het Medewerkers Tevredenheids Onderzoek in 2012 is gebleken dat de medewerkers heel tevreden en betrokken zijn bij Nieuwkoop. De gemeente is zelfs genomineerd voor de beste werkgeversprijs van Intermediair door de goede resultaten van het MTO. Toegewijd aan Nieuwkoop. Dat is de missie van de ambtelijke organisatie. De visie van de organisatie is: “Onze organisatie werkt voor en met de samenleving. Het bestuur kan op ons bouwen. Wij zijn transparant en trots op onze resultaten.”
Paragrafen
De visie bevat een aantal elementen: Werkt: benadrukt het actief zijn, uitvoeren, inspanning Voor de samenleving: activiteiten zijn gericht op de samenleving Met de samenleving: wij zoeken de samenwerking met burgers en bedrijven Het bestuur kan op ons bouwen: wij zorgen voor professionele advisering en ondersteuning van het bestuur en de professionele uitvoering van de besluiten van het bestuur. Transparant: we zijn open, verantwoorden ons Trots: blij met wat we kunnen bereiken Resultaten: het gaat om resultaten, hetgeen wordt bereikt De organisatie werkt aan de hand van 4 kernwaarden: Toegewijd, Resultaatgericht, Betrouwbaar, Flexibel. Onder deze kernwaarden wordt verstaan: Toegewijd: dienstbaar, bevlogen, betrokken, met hart voor de samenleving en met aandacht en zorg het werk doen; Resultaatgericht: maakt een vertaalslag van doelen naar resultaten en weet dat op efficiënte en effectieve wijze te realiseren; Betrouwbaar: bestuur, burgers en collega’s kunnen van ons op aan; wij verantwoorden ons en geven de juiste informatie; Flexibel: we passen ons aan veranderende omstandigheden, zijn bestand tegen en kunnen reageren in uitzonderingssituaties De visie, missie en kernwaarden zijn de belangrijkste uitingen van de waarden en normen het management en medewerkers
122
Bedrijfsvoering Cultuur Medewerkers bepalen voor een belangrijk deel de kwaliteit van de organisatie. Uit het Medewerkers Tevredenheids Onderzoek in 2012 is gebleken dat de medewerkers heel tevreden en betrokken zijn bij Nieuwkoop. De gemeente is zelfs genomineerd voor de beste werkgeversprijs van Intermediair door de goede resultaten van het MTO. Toegewijd aan Nieuwkoop. Dat is de missie van de ambtelijke organisatie. De visie van de organisatie is: “Onze organisatie werkt voor en met de samenleving. Het bestuur kan op ons bouwen. Wij zijn transparant en trots op onze resultaten.”
Paragrafen
De visie bevat een aantal elementen: Werkt: benadrukt het actief zijn, uitvoeren, inspanning Voor de samenleving: activiteiten zijn gericht op de samenleving Met de samenleving: wij zoeken de samenwerking met burgers en bedrijven Het bestuur kan op ons bouwen: wij zorgen voor professionele advisering en ondersteuning van het bestuur en de professionele uitvoering van de besluiten van het bestuur. Transparant: we zijn open, verantwoorden ons Trots: blij met wat we kunnen bereiken Resultaten: het gaat om resultaten, hetgeen wordt bereikt De organisatie werkt aan de hand van 4 kernwaarden: Toegewijd, Resultaatgericht, Betrouwbaar, Flexibel. Onder deze kernwaarden wordt verstaan: Toegewijd: dienstbaar, bevlogen, betrokken, met hart voor de samenleving en met aandacht en zorg het werk doen; Resultaatgericht: maakt een vertaalslag van doelen naar resultaten en weet dat op efficiënte en effectieve wijze te realiseren; Betrouwbaar: bestuur, burgers en collega’s kunnen van ons op aan; wij verantwoorden ons en geven de juiste informatie; Flexibel: we passen ons aan veranderende omstandigheden, zijn bestand tegen en kunnen reageren in uitzonderingssituaties De visie, missie en kernwaarden zijn de belangrijkste uitingen van de waarden en normen het management en medewerkers. Processen Via leanmanagement werken we aan het verbeteren van de gemeentelijke processen. Doelstelling van lean is om processen beter en goedkoper te maken. De klant staat centraal. En elke processtap wordt beoordeeld op toegevoegde waarde. In 2012 en 2013 hebben we gekeken naar de processen verlenen vrijwilligerssubsidies, meldingen openbare ruimte en verkiezingen. We streven er naar om in 2014, 10 processen door middel van leanmanagement te herontwerpen. Personeel en organisatie Wat willen we bereiken De herbezinning op de rol van de gemeente in de samenleving is vertaald in het thema Andere tijd Andere gemeente. Voor de bedrijfsvoering betekent dat een versobering van interne producten, focus op efficiënter werken en het lean maken van processen. Door werkprocessen eenvoudiger te maken en slimmer te werken met tools vanuit de ict en het nieuwe werken is reductie van formatie mogelijk. Tegelijkertijd zorgen nieuwe taken vanuit het rijk en de vergrijzing voor uitdagingen om op in te spelen.
123
Bedrijfsvoering Wat gaan we er voor doen
Toelichting
Strategische personeelsplanning In 2012 is gestart met analytisch onderzoek in het kader van strategische en strategische visie op P&O personeelsplanning. (SPP). SPP gaat over het strategisch plannen van benodigde aantallen medewerkers met gewenste kwaliteiten. Hiervoor wordt zowel een kwantitatieve analyse als een kwalitatieve analyse uitgevoerd. . Het resultaat daarvan is mede basis voor de opstelling van een strategische visie op HRM. Met die opstelling daarvan wordt gestart in het 3 e kwartaal van 2013. Resultaten die andere personeelsinstrumenten hebben opgebracht, en die hiervoor van belang zijn, zoals het medewerkers tevredenheidsonderzoek (zie hierna) en het resultaat van een eerder uitgevoerd preventief medisch onderzoek worden hierbij betrokken.
Paragrafen
Actualiseren ziekteverzuimbeleid Het ziekteverzuimpercentage is in 2012 opgelopen van 4,8% naar 5,3%. Mede hierdoor is en trainen leidinggevenden herziening van het verzuimbeleid noodzakelijk. In de nieuwe visie zal de eigen verantwoordelijkheid van de medewerker als het gaat om preventie, herstel en het bereiken van werkhervatting een prominentere plaats in nemen. Tevens zal de rol van de leidinggevende in het ziekteverzuimproces verder ontwikkeld worden door middel van training. De beoogde effecten hiervan zijn een daling van het ziekteverzuimpercentage en daaruit voortvloeiende kosten. Daarnaast verwachten we een positief effect op de duurzame inzetbaarheid van medewerkers en een professionalisering van de relatie tussen leidinggevende en medewerker in het proces door het versterken van de verantwoordelijkheid van de medewerker voor zijn (blijvende) inzetbaarheid. Vorming en opleiding
Voor opleiding, vorming en training worden diverse instrumenten ingezet. In het kader van de gesprekscyclus stellen de medewerkers jaarlijks een Persoonlijk Ontwikkel Plan op en vinden functionerings- en beoordelingsgesprekken plaats. Afspraken worden vertaald in de opleidingsplannen. Competentieprofielen worden onder andere gebruikt in de gesprekscyclus, bij werving en selectie en bij het opstellen van het kwalitatieve deel van de strategische personeelsplanning (welke competenties hebben we nodig, welke zijn aanwezig, en welke moeten nog ontwikkeld worden). Het werken met competenties zal in het 3e kwartaal verder zijn uitgewerkt waarin een koppeling wordt gemaakt met resultaatgericht werken.
MTO
Eens in de twee jaar vindt een medewerker tevredenheidsonderzoek plaats. De respons van het onderzoek in 2012 was 89,6% (2010 66,8%) en heeft als resultaat dat Nieuwkoop in 2013 is genomineerd voor de beste werkgever in de categorie ondernemingen <1000. De verbeterpunten uit het onderzoek in 2010 (efficiëntie en effectiviteit) zijn gerealiseerd. Ontwikkelpunten naar aanleiding van het onderzoek 2013 zijn communicatie en informatie uitwisseling op werkvloerniveau en doorontwikkeling dienstverlening . De uitdaging is om de ontwikkeling vast te houden en de verbeterpunten voortvarend op te pakken. Het eerstvolgende MTO vindt plaats in 2015 (is driejaarlijks geworden)
(medewerkertevredenheidsonderzoek)
Kengetallen Streefwaarden Omschrijving
Bron
Realisatie 2014
2015
2016
2017
Effectindicatoren Ziekteverzuimpercentage
Intern
5,3%
2012
4,6
4,3
4,0
4,0
MTO deelname
Internet spiegel
89,6%
2012
Geen meting
90%
Geen meting
90%
MTO score efficiëntie
Internet spiegel
6,6
2012
Geen meting
6,9
Geen meting
7,1
Aantal stageplaatsen
Intern
4
2012
5
5
5
5
Inhuur als percentage van de loonsom
Intern
4,1%
2012
< 7,5%
< 7,5%
< 7,5%
< 7,5%
124
Bedrijfsvoering Planning en control Wat willen we bereiken
Paragrafen
Het planning en control instrumentarium ondersteunt het kiezen van, sturen op en verantwoorden van beleid en uitvoering. Het streven is om de planning en control instrumenten kwalitatief te verbeteren zodat deze processen beter ondersteund worden.
Wat gaan we er voor doen
Toelichting
Planning en control instrumenten doorontwikkelen
Vanaf 2012 is er een nieuw systeem van planning en control. In 2013 hebben we de voor- en najaarsgesprekken verbeterd en de presentatie van de programmabegroting verbeterd. Daarnaast hebben we wezenlijke verbeteringen aangebracht in de presentatie van de grondexploitaties. In 2013 is er een beleidsinventarisatie uitgevoerd en wordt er gewerkt aan meer samenhang tussen collegeprogramma, beleidsnota’s en planning en controlcyclus. In 2014 zullen we in overleg met de auditcommissie hier verder aan werken.
Verbeteren financiële beheersing
We werken continu aan de verbetering van de financiële beheersing. Dat doen we onder andere aan de hand van onze eigen verbijzonderde controles. Doordat we de processen sterk verbeterd hebben verloopt de samenwerking met de accountant goed. Een aantal processen zijn we nog aan het verbeteren op advies van de accountant. Vooral voor de processen rond huuropbrengsten, WABO vergunningen en WMO verstrekkingen heeft de accountant aandacht gevraagd. In eerdere begrotingen hanteerden we een norm voor de afwijking van het jaarrekeningresultaat ten opzichte van de meest actuele begroting van € 300.000, zijnde 1% van de algemene dekkingsmiddelen. Dit is een veel striktere norm dan de norm in het normenkader. We merken dat de norm te strikt is, we hebben namelijk meer en meer te maken met onzekere omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van de economie, de maatregelen die vanuit het Rijk op de gemeente af komen, etc. Daarom stellen we voor de norm bij te stellen tot € 500.000.
Doorontwikkelen bedrijfsvoering In 2010 is kennis gemaakt met het Overheidsontwikkelmodel, een op de overheid aan de hand van het Overheids toegesneden variant van het INK model. Er is een 0-meting gedaan naar de stand van de -ontwikkelmodel bedrijfsvoering. In 2013 hebben we een organisatiebrede audit gedaan. Hoewel we duidelijk een aantal verbeterslagen hebben gemaakt en aan het maken zijn, kunnen we nog niet stellen dat we als organisatie in totaal zijn doorgegroeid naar een volgend niveau. Dat komt vooral omdat we aan een aantal zaken uit het auditmodel geen gehoor hebben gegeven, zoals het meten van de tevredenheid van samenwerkingspartners. In 2014 maken we de audit meer specifiek naar afdelingsniveau om meer en specifiekere verbetermogelijkheden te zoeken. Het overheidsontwikkelmodel is een vrij dwingend model, we wegen nut en noodzaak van volledige doorgroei in het model dan beter af.
Kengetallen Omschrijving
Bron
Realisatie
Streefwaarden 2014
2015
2016
2017
Effectindicatoren Oordeel accountant over getrouwheid en rechtmatigheid
Accountant
Verschil rekeningresultaat met laatste Jaarrekening begroting-swijziging Fase in Overheidsontwikkelmodel
Zelfonderzoek
Goed
2012
Goed
Goed
Goed
Goed
2.584.000*
2012
< 500.000
< 500.000
< 500.000
< 500.000
Fase 1
2013
Ntb
Geen meting
Ntb
Geen meting
125
Bedrijfsvoering Programma Informatievoorziening Wat willen we bereiken
Paragrafen
Vanaf 2009 werkt de organisatie aan het Programma informatievoorziening. Dit programma heeft als doel om de documentaire en geografische informatie van de gemeente Nieuwkoop vast te leggen en (digitaal) te ontsluiten, zodat voor de gemeentelijke organisatie de juiste voorwaarden geschapen zijn om: te voldoen aan wet- en regelgeving de ambities van de organisatie zoals verwoord in het Programma dienstverlening te kunnen realiseren de bedrijfsvoering efficiënt en transparant te kunnen laten plaatsvinden.
Wat gaan we er voor doen
Toelichting
Digitaal omgevingsloket
Nu het loket een volwaardig ontvangstplatform is, richten we ons in 2014 steeds meer op digitaal terug leveren van producten. Dit is een omvangrijke operatie omdat er grote samenhang is met andere projecten uit het programma. Daarnaast zal nog aandacht uitgaan naar het verder verbeteren van het mobiele toezicht (via de tablet). Doorlopend zullen werkzaamheden worden verricht op het verbeteren van functionaliteiten en koppelingen.
Zaakgericht werken
De gemeente Nieuwkoop wil 80% van de aanvragen uiteindelijk bij het KCC afhandelen. Daarnaast wil de gemeente duidelijkheid over de afhandeling van verzoeken van burgers verstrekken door middel van een persoonlijke internetpagina. Om dit te realiseren is zaakgericht werken noodzakelijk. Zaakgericht werken maakt het mogelijk om informatie uit diverse applicaties samen te brengen en in beeld te brengen via welke kanalen welke informatie is verstrekt. Daarom maakt zaakgericht werken ook het werken in ketens mogelijk. Vanwege de omvang zal dit project meerdere jaren in beslag nemen.
Basisregistratie Nieuw Handels Register (NHR)
De basisregistratie Nieuw HandelsRegister (NHR) is een administratie van (rechts)personen, maatschappelijke activiteiten en vestigingen. De Kamer van Koophandel is bronhouder van deze basisregistratie, gemeentes hebben een afnemers- en terugmeldingsverplichting als de gegevens niet juist blijken te zijn. Uiterlijk 1 juli 2014 zijn de afnemers wettelijk verplicht om het NHR te gebruiken. Dit houdt in dat de NHR daadwerkelijk gebruikt wordt in de bedrijfsprocessen en de ondernemer niet meer apart gevraagd mag worden om informatie uit Handelsregister te geven. In 2014 vinden de laatste activiteiten plaats om de NHR beschikbaar te maken binnen de gemeentelijke systemen, zoals het testen van de gegevensuitwisseling en het aansluiten op het Handelsregister.
Basisregistratie Ondergrond (BRO)
De BRO gaat gegevens bevatten over de bodem en ondergrond, zoals bodemkundige en geologische opbouw van de ondergrond. Die gegevens zijn bijvoorbeeld van belang voor overheden die zich bezighouden met stijging van de zeewaterspiegel, bodemdaling, ondergronds bouwen, natuurbeheer, koude-warmteopslag of opslag van CO2. De basisregistratie komt in samenwerking met ministeries, gemeentes, waterschappen, TNO, rijksdienst voor cultureel erfgoed tot stand. Het wetsvoorstel is nog in voorbereiding. Waarschijnlijk wordt TNO de bronhouder. Deze basisregistratie gaat naar verwachting vanaf 1 januari 2015 in gebruik. Dit betekent dat overheidsorganisaties verplicht zijn om bestaande bodem- en ondergrondgegevens te gebruiken van de Landelijke Voorziening voor het uitvoeren van publiekrechtelijke taken. Indien deze niet voorhanden zijn, dienen ingewonnen gegevens aan de Landelijke Voorziening te worden geleverd. Wanneer meer bekend wordt over de BRO en de inwerkingtreding van de wetgeving zullen betreffende vakafdelingen in 2014 worden geïnformeerd over de BRO en worden er indien nodig aanpassingen in procedures betreffende bodem- en ondergrond informatie gemaakt.
126
Bedrijfsvoering Wat gaan we er voor doen
Toelichting
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)
In de BGT worden alle objecten (huizen, wegen, dijken e.d.) die in het terrein aanwezig zijn, vastgelegd. De BGT wordt gebaseerd op de huidige Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN). Vanuit de BGT wordt de werkelijkheid gepresenteerd op kaarten met een schaal van 1:500 tot 1:5000. Gemeentes zijn voor het grootste deel bronhouder. De invoering van de BGT vindt plaats in fasen. Vanaf 1 januari 2016 moet de gemeente op basis van wetgeving een BGT bestand van de objecten waarvan zij bronhouder is kunnen aanleveren aan de Landelijke Voorziening. De invoering van het verplicht gebruik en terugmeldplicht bij afnemers begint vanaf 1 januari 2017. De overheden zijn dan verplicht om de BGT te gebruiken in hun werkprocessen bij uitvoering publiekrechtelijke taken. Op 1 januari 2020 dienen alle objecten in de BGT van de nog ontbrekende beschrijvingen aangevuld te zijn. In 2014 zal op basis van een geïntegreerde beheerkaart de GBKN en andere geo-bestanden de BGT stapsgewijs worden opgebouwd. Om het opgebouwde bestand te kunnen beheren zal ook de beheerorganisatie vorm gaan krijgen en zullen de benodigde softwareapplicaties zijn geïnstalleerd.
Informatievoorziening en automatisering
Paragrafen
Wat willen we bereiken Het taakveld Informatievoorziening en automatisering (I&A) is sterk in ontwikkeling. Het doel van dit taakveld is op het terrein van informatie de organisatie in haar bedrijfsprocessen dusdanig te ondersteunen dat deze efficiënt kunnen verlopen. Daarnaast is het doel de ambities van het programma Dienstverlening te realiseren en te zorgen dat de kwaliteit van de dienstverlening goed is. Vraagstukken die aan de orde komen zijn: hoe moeten de documentenstromen verlopen, zodat werken in ketens mogelijk wordt? Hoe kan de gemeente zo optimaal mogelijk gebruik maken van nieuwe technologische ontwikkelingen? Hoe zorgen we voor continuïteit in de automatisering? Hoe gaan we om met informatiebeveiliging vs. de transparante overheid? Wat gaan we er voor doen
Toelichting
Actualiseren strategische visie op I&A en opstellen strategisch informatie beleid
De strategische visie op I&A is verouderd. Door de vele ontwikkelingen die op dit terrein plaatsvinden en het belang van I&A voor de bedrijfsvoering is het belangrijk deze te actualiseren en de juiste prioriteiten te stellen.
Verder uitvoeren van het project doorontwikkeling Nieuwkoopse automatisering
In 2013 is de ict-infrastructuur vernieuwd. Om deze infrastructuur zo optimaal mogelijk te gebruiken zijn vervolgacties (o.a. applicatieservers migreren naar Windows 2008) nodig, die voor een deel in 2014 uitgevoerd zullen worden.
Uitvoeren Informatiebeveiligingsplan
Gemeente Nieuwkoop kent een informatiebeveiligingsbeleid en een informatiebeveiligingsplan met daarin een risico-inventarisatie en -evaluatie. In 2014 wordt verder gewerkt aan acties die in het plan genoemd staan.
Onderzoeken meest optimale inrichting systeembeheer
Met het realiseren van de nieuwe ict-infrastructuur en de ontwikkelingen die er zijn (cloudcomputing e.d.) verandert het systeembeheer. Onderzocht wordt hoe het systeembeheer de komende jaren verder het beste ingericht kan worden.
127
Verbonden partijen Algemeen Volgens het BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) bevat een programmabegroting een paragraaf verbonden partijen. De leidraad verbonden partijen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Interprovinciaal Overleg geeft de verschillende aspecten met betrekking tot verbonden partijen weer. Deze zijn in de begroting 2014 verwerkt. Definities Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is als: de verbonden partij failliet gaat of het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bij leningen en garantstellingen is dus geen sprake van een verbonden partij: de gemeente behoudt juridisch verhaal wanneer een partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is geen sprake van een verbonden partij: het gaat dan om overdrachten (subsidies). Een bestuurlijk belang is zeggenschap, of uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur of uit hoofde van stemrecht.
Paragrafen
Er is sprake van een ‘verbonden partij’ wanneer een wethouder, een raadslid of een ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaats neemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtrecht – de gemeente mag een bestuurder of commissaris in de organisatie benoemen of voordragen – is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Van belang bij verbonden partijen is ook de juridische verschijningsvorm. Er wordt onderscheid gemaakt tussen publiekrechtelijke – en privaatrechtelijke verbonden partijen. Bij publiekrechtelijke verbonden partijen gaat het vooral om gemeenschappelijke regelingen. Een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam is de ‘zwaarste’ vorm: deze regeling heeft –als enige – rechtspersoonlijkheid, een Algemeen Bestuur (vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten) dat het Dagelijks Bestuur controleert. Deze vorm van gemeenschappelijke regelingen ontstaat in principe op vrijwillige basis, maar voor enkele specifieke taken is door de wetgever verplichte samenwerking opgelegd (regionale brandweer, Gemeenschappelijke Geneeskundige Dienst). Bij privaatrechtelijke verbonden partijen gaat het vooral om vennootschappen en stichtingen. Een vennootschap is een organisatievorm met als primair hoofddoel het realiseren van winst voor de eigenaars van de vennootschap. Deze organisatievorm heeft een Raad van Bestuur en, afhankelijk van wat daarover in de statuten is bepaald en van de omvang van de vennootschap, een Raad van Commissarissen. Een voorbeeld van dit soort verbonden partijen is een nutsvoorziening. Een stichting is een organisatie om een bepaald doel te verwezenlijken. Deze mag winst maken, maar de uitkering hiervan moet een ideële of sociale strekking hebben. Een stichting heeft een bestuur voor de dagelijkse leiding en kent een ideëel of sociaal doel.
128
Verbonden partijen Beleidsregels Organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft kunnen een financieel risico vormen voor de gemeente. De gemeente Nieuwkoop heeft geen algemene beleidsregels vastgesteld over financiële en bestuurlijke deelname in organisaties. Voor deelname worden op dit moment de volgende beleidslijnen gevolgd: De gemeente staat positief tegenover deelnames, die jaarlijks per saldo resulteren in een financiële baat (bijvoorbeeld nutsbedrijven). De deelnames moeten zich begeven binnen de mogelijkheden die de wet (onder andere de Wet Fido) de gemeente daartoe biedt; De gemeente staat, mede gelet op de grootte van de gemeente, positief tegenover deelnames, die jaarlijks per saldo resulteren in een financiële last (zoals gemeenschappelijke regelingen). Voorwaarde voor deelname is dat gemeentelijke taken efficiënter en/of effectiever door de verbonden partij uitgevoerd kunnen worden dan door de gemeente zelf. Ten opzichte van de paragraaf opgenomen in de Programmabegroting 2013 is de volgende wijziging aangebracht: een passage over de gemeenschappelijke regeling GGZ-subsidies is opgenomen.
Paragrafen
Toelichting verbonden partijen Hierna volgt een toelichting op de met de gemeente verbonden partijen. Gekozen is voor de indeling gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en overigen.
129
Verbonden partijen Gemeenschappelijke Regeling Regionale brandweer en GHOR Hollands Midden (per 1 januari 2006), vestigingsplaats Leiden Het openbaar lichaam Regionale Brandweer en GHOR Hollands Midden heeft 25 gemeenten in haar werkgebied. De regio Hollands Midden heeft in totaal ongeveer 750.000 inwoners. Het openbaar lichaam heeft als doel de belangen te behartigen van de aan de regeling deelnemende gemeenten op het terrein van de brandweer, de geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen, rampen en de rampenbestrijding. Ook coördineert zij de inzet van bij zware ongevallen en rampen betrokken organisaties, instellingen en diensten.
Actuele informatie
De regionale brandweer is per 1 januari 2011 volledig geregionaliseerd. De ontvlechting is inmiddels vormgegeven.
Financieel belang
De bijdrage voor het programma brandweer voor 2014 is € 1.362.000. De overige programma’s (GMK, GHOR, Veiligheidsbureau en Oranje Kolom) die tot de gemeenschappelijke regeling behoren, vragen daarnaast nog om een bijdrage van € 102.000.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
9.093
10.042
Vreemd vermogen
27.421
21.695
Jaarresultaat
1.242
Beperkt. We lopen risico dat de inwonerbijdrage wordt verhoogd. De meerjarenramingen geven op dit moment geen aanleiding om verhoging van de inwonerbijdrage te verwachten. Verhoging van de inwonerbijdrage kan aan de orde zijn wanneer er bijvoorbeeld hogere kwaliteitseisen aan de brandweer worden gesteld of wanneer de brandweerorganisatie moet worden aangepast. Hiernaast loopt nog de opdracht om aan de Cebeo-norm te voldoen. Dit betekent dat men er naar wil streven om de brandweerbegroting in 2015 met 10% te beperken t.o.v. 2011.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Portefeuillehouder Brandweer (lid van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur).
Maakt onderdeel uit van programma
8. Openbare Orde en Veiligheid
Paragrafen
Financieel risico
130
Verbonden partijen Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol, vestigingsplaats Hoofddorp
Het Schadeschap Luchthaven Schiphol is opgericht door de minister van Verkeer en Waterstaat – thans het ministerie van Infrastructuur en Milieu -, de provincie Noord-Holland, het Waterschap Groot-Haarlemmermeer en alle betrokken gemeenten. Het Schadeschap is bevoegd verzoeken voor schadevergoeding te behandelen voor en namens eerder genoemde deelnemers. Het Schadeschap biedt een garantie voor rechtsgelijkheid: gelijksoortige aanvragen worden op dezelfde manier behandeld en besluiten worden op dezelfde basis genomen. Geen Laag (aan deelname zijn voor de gemeente geen kosten verbonden)
Bestuurlijke vertegenwoordiging
De deelnemende gemeenten wijzen één lid aan voor het Algemeen Bestuur
Maakt onderdeel uit van programma
3. Ruimtelijk beheer
Paragrafen
Actuele informatie Financieel belang Financieel risico
131
Verbonden partijen Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden, vestigingsplaats Leiden De Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM) voert voor de gemeente Nieuwkoop de taken uit de Wet Publieke Gezondheidszorg en de jeugdgezondheidszorg uit. Daarnaast heeft de RDOG de verantwoordelijkheid voor de spoedeisende en overige ambulancezorg. Eveneens heeft de RDOG taken in het kader van de GHOR Hollands Midden. Actuele informatie De RDOG geeft in haar begroting 2014 aan eind 2016 een bezuiniging van 9,72% te realiseren. Financieel belang
De deelnemende gemeenten dragen op basis van de begroting naar rato van het inwoneraantal bij aan de RDOG. Exclusief aanvullende diensten , ICT- en huisvestingskosten bedraagt de begroting van de RDOG voor 2014 € 733.809.
Kerncijfers verbonden partij / onderdeel
x € 1.000
1-1-2014
31-12-2014
Zuid-Holland Noord
Eigen vermogen
1.731
1.731
Vreemd vermogen
4.130
3.890
Paragrafen
Jaarresultaat
0
Financieel risico
Beperkt (voor wat betreft de reguliere werkzaamheden). Wel is er een risico aanwezig dat de algemene reserve aangevuld moet worden. De algemene reserve heeft het vastgestelde bodembedrag bereikt.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Het Algemeen Bestuur van de RDOG bestaat uit vertegenwoordigers (portefeuillehouders volksgezondheid en welzijn) van de 25 gemeenten uit het werkgebied. Het AB vergadert 3x per jaar. Daarnaast is er een bestuurscommissie voor de subregio Zuid-Holland Noord en de regio Midden Holland. Het Algemeen Bestuur heeft besloten dat de bestuurscommissies komen te vervallen en alle regelingen te harmoniseren.
Het Dagelijks Bestuur bestaat uit zeven leden. Maakt onderdeel uit van programma
4. Sociale participatie
132
Verbonden partijen Gemeenschappelijke regeling Streekarchief Rijnlands Midden, vestigingsplaats Alphen a/d Rijn
De gemeenten Kaag en Braassem, Nieuwkoop, Rijnwoude en Alphen aan den Rijn hebben op het terrein van documentaire informatie een samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband kent drie resultaatsgebieden: Het Streekarchief Rijnlands Midden beheert de overgebrachte archiefbescheiden van de deelnemende gemeenten op een centrale plaats; Het Streekarchief houdt toezicht op het beheer van de archiefbescheiden die nog niet zijn overgebracht; Het Streekarchief onderneemt plaatselijk en regionaal activiteiten om de waarde van de bewaarde archiefbescheiden aan te tonen en het gebruik te stimuleren. Actuele informatie
Voor de bewaring van de archiefbestanden wordt een nieuw centraal depot in Alphen aan den Rijn samen met het Streekarchief Midden Holland gebouwd. In het voorjaar 2014 wordt het centraal depot in gebruik genomen. Vanaf 1 januari 2014 wordt ook het archief van de gemeente Boskoop door de fusie met Alphen aan den Rijn en Rijnwoude in deze regeling opgenomen.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
92
92
Vreemd vermogen
0
0
Paragrafen
Jaarresultaat
0
Financieel belang
De verdeling van de kosten vindt plaats aan de hand van een bedrag per meter archief en per inwoner (voor de gemeente Nieuwkoop 600 meter). Voor 2014 is een bedrag van € 91.000 begroot.
Financieel risico
Laag, kosten zijn bekend.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
De portefeuillehouder Facilitaire zaken is vertegenwoordiger namens de gemeente Nieuwkoop in de archiefcommissie.
Maakt onderdeel uit van programma
Bedrijfsvoering
133
Verbonden partijen Gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn (SWA), vestigingsplaats Alphen a/d Rijn
Actuele informatie
De invoering van de Wet Werken naar Vermogen die gevolgen had voor de SWA is na de val van het kabinet controversieel verklaard. Het ging om een stelselwijziging voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Het beeld dat daarover bestond is dat het aantal werknemers met een SW indicatie zou worden afgebouwd tot 30%. Het ging dan uiteindelijk alleen om beschutte werkvormen. Met de komst van het kabinet Rutte II kwam de decentralisatie van rijkstaken in beeld in het kader waarvan voor de sector Werk en Inkomen de Participatiewet werd gepresenteerd. Daarna kwam op 11 april 2013 het Sociaal akkoord. In dit akkoord staan maatregelen over de toekomst van de arbeidsmarkt. De in het akkoord gemaakte afspraken verschillen op een aantal punten van het regeerakkoord, De Participatiewet moet daardoor op een aantal onderdelen aangepast worden. Op dit moment is veel onduidelijkheid over de uitwerking van het sociaal akkoord. Op verschillende punten moet nog nadere uitwerking plaatsvinden. De invoering van de Participatiewet is daarom uitgesteld tot 1 januari 2015. Ook de voorgenomen efficiëntiekorting op de SW is opgeschort tot 1 januari 2015.
Paragrafen
Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de WWNV zijn de Rijnstreek gemeenten in 2012 gestart met voorbereidingen van regionaal beleid en de vorming van een regionaal uitvoeringsorgaan, de zgn. business case. Ook na de presentatie van de Participatiewet, die de WWNV vervangt, zijn de gemeenten doorgegaan met de voorbereidingen voor een nieuw stelsel. Op basis van deze businesscase Werken naar Vermogen nemen de gemeenten en de SWA besluiten over de toekomst van de sociale werkvoorziening en re-integratie in de Rijnstreek. De (door)ontwikkeling van de businesscase is tijdelijk stopgezet tot er meer duidelijkheid is over de verdere uitwerking van het sociaal akkoord van april 2013. Wel is door de gemeenten al een basis gelegd voor een Regionaal Uitvoeringsorgaan (Startbaan) en is het Werkgever servicepunt Rijnstreek op 1 januari 2013 van start gegaan. Beide zijn gevestigd binnen de muren van de SWA. Financieel belang
Kerncijfers verbonden partij
De inkomsten van de SWA bestaan uit de rijkssubsidie, de gemeentelijke bijdrage, inkomsten voortkomend uit het productieproces en overige inkomsten. De gemeente betaalt een vaste bijdrage per persoon, ongeacht het exploitatieresultaat van de SWA. Voor 2014 is deze geraamd op € 139.000. Vanuit de gemeente Nieuwkoop zijn op 31 december 2012 50 personen werkzaam bij de SWA. Het weerstandsvermogen van de SWA is beperkt. Dit betekent dat wanneer sprake is van mogelijke tekorten, deze rechtstreeks ten laste komen van de deelnemende gemeenten. De SWA dekt het geraamde tekort voor 2014 uit de eigen reserve. X € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
877
641
Vreemd vermogen
24.065
23.664
Jaarresultaat
-236
Financieel risico
Hoog. De invoering van de efficiëntiekorting (op de bijdrage per arbeidsplaats) is verschoven naar 1 januari 2015. De korting wordt over een periode van zes jaar verspreid,. Onder de WWNV zou deze korting plaats vinden over een periode van drie jaar. Het belang van de gemeente Nieuwkoop in de SWA is circa 10%.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
De uitvoering van de WSW is voorbehouden aan het college. Daarom is binnen de gemeenschappelijke regeling geen raadsvertegenwoordiging opgenomen. De portefeuillehouder sociale zaken heeft zitting in zowel het Dagelijks- als het Algemeen Bestuur.
Maakt onderdeel uit van programma
7. Economische participatie
134
Verbonden partijen Gemeenschappelijke regeling OmgevingsDienst West-Holland ( ODWH ), vestigingsplaats Leiden
De ODWH behartigt de belangen op het gebied van milieu en van de milieubeleidsontwikkeling. De Omgevingsdienst streeft naar een gezonde, veilige leefomgeving waarin het prettig wonen en werken is. De Omgevingsdienst ontwikkelt ook regionaal milieubeleid, is regionaal loket voor alle milieuzaken, voert lokale en regiobrede milieutaken uit en geeft actief vorm aan ‘externe integratie’ van het milieubeleid door het inbrengen van milieuaspecten in andere beleidsvelden. Naast de gemeente Nieuwkoop werkt de Omgevingsdienst voor andere gemeenten. Daarnaast voert de Omgevingsdienst de regionale milieutaken uit voor de regio Holland Rijnland. Sinds de omvorming tot Omgevingsdienst worden voor gemeenten, die daarvoor kiezen, ook andere taken dan milieutaken uitgevoerd. De Omgevingsdienst is een vraaggestuurde organisatie. In afwijking van andere verbonden partijen worden alleen de kosten van de geleverde producten in rekening bij de gemeente gebracht. Actuele informatie
De Omgevingsdienst groeit verder vanwege de toename van deelnemers en taken. De toetreding van de gemeente Noordwijk en Katwijk tot de Omgevingsdienst wordt ambtelijk voorbereid. De dienst heeft onlangs een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd, een strategienota opgesteld en de opgelegde 10% bezuinigingstaakstelling geïmplementeerd in de begroting van 2014. Met vervolgstappen is een aanvang gemaakt: door de dienst wordt een aangepast bedrijfsplan voorbereid en concrete bezuinigingen geformuleerd. Met de Omgevingsdienst hebben wij afspraken gemaakt over de aparte facturering van (door ons nader aan te geven) advieswerk.
Paragrafen
Met ingang van 2014 wijzigt de financieringssystematiek: er wordt – onder meer een bandbreedte van de begroting ingevoerd en – daarmee samenhangend – gedifferentieerde tarieven. Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
1.169
1.116
Vreemd vermogen
125
60
Jaarresultaat
0
Financieel belang
De kosten van de Omgevingsdienst worden gedekt uit de inkomsten uit de met de gemeente afgesloten (meerjaren) contracten, in de vorm van een jaarlijkse begroting op gemeentelijk niveau, onderdeel van de begroting van de hele dienst. In de perspectiefnota zijn de gemeentelijke kosten voor de uitvoering van milieutaken door de Omgevingsdienst voor 2014 voorzien voor afgerond € 774.000.
Financieel risico
Beperkt, onvoorziene werkzaamheden en autonome ontwikkelingen zijn niet absoluut uit te sluiten. Voor de financiële sturing is het criterium “budgetneutraal” leidend. Nog in te vullen bezuinigingen bij de Omgevingsdienst kunnen frictiekosten teweegbrengen.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Algemeen Bestuur: 2 leden en 2 plaatsvervangende leden uit het college. Als leden zijn aangewezen de portefeuillehouder Milieu en de burgemeester. Dagelijks Bestuur: Portefeuillehouder Milieu
Maakt onderdeel uit van programma
3. Ruimtelijk beheer
135
Verbonden partijen Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland, vestigingsplaats Leiden
Holland Rijnland is een vrijwillige, maar niet vrijblijvende samenwerking van en voor vijftien gemeenten in het hart van de Randstad; tussen de sterk verstedelijkte regio’s Amsterdam, Rotterdam, Haaglanden en Utrecht. Deze gemeenten werken vanuit een gezamenlijke strategische visie op de verdere ontwikkeling van de regio om de kwaliteit van wonen, werken, ondernemen en recreëren van burgers, bedrijven en instellingen in het gebied te bevorderen. De regio Holland Rijnland telt ongeveer 525.000 inwoners, van wie iets minder dan de helft woont in de stedelijke kernen van Alphen aan den Rijn, Leiden en Katwijk. Het grootste deel van de inwoners woont dus in de meer landelijk gelegen kernen. Actuele informatie
In 2013 is onder de naam #Kracht 15 de discussie over de ‘positionering en profilering Holland Rijnland” herstart. Met de deelnemende gemeenten wordt gesproken over de toekomst van de intergemeentelijke samenwerking binnen de regio. De opgestelde “Spijkers met koppennotitie” met factsheets fungeert daarbij als onderlegger. De notitie bevat verschillende scenario's voor mogelijke verdere samenwerking. Gemeenten in het samenwerkingsgebied Hollands-Midden hebben verder afgesproken dat zij voorafgaand aan een nieuwe begrotingscyclus gezamenlijk afspraken willen maken over de financiële kaderstelling van gemeenschappelijke regelingen. Deze afspraken gelden vooralsnog voor een periode van vier jaar t/m 2015.
Paragrafen
Voor meer actuele informatie, doelstellingen, maatschappelijke ontwikkelingen en concrete acties wordt verwezen naar de Begroting 2014 van Holland Rijnland. Financieel belang
De bijdrage per inwoner bedraagt afgerond € 8,73 De bezuiniging van 10% van de bijdrage 2010 is in de ontwerpbegroting 2014 van het Samenwerkingsorgaan Hollands Rijnlands verwerkt. De bezuinigtaakstelling was in de begroting 2012 reeds bereikt en is structureel doorvertaald naar de begroting 2014 en volgende jaren. Ook is rekening gehouden met 0% loon- en prijsindex (zie uitgangspunten begroting 2014 Holland Rijnland). In de begroting 2014 is een bruto bedrag van € 244.000 opgenomen.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
482
521
Vreemd vermogen
6.522
4.615
Jaarresultaat
109
Financieel risico Bestuurlijke vertegenwoordiging
Beperkt. De portefeuillehouder en twee raadsleden zijn vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur.
Maakt onderdeel uit van programma
De aandachtsgebieden zijn verdeeld over diverse programma’s.
136
Verbonden partijen Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffing en Waardebepaling (SVHW)
De belangrijkste taak van SVHW is het heffen en innen van de belastingen van Nieuwkoop en 24 andere gemeenten in ZuidHolland, het waterschap Hollandse Delta en de Regionale Afvalstoffen Dienst Hoeksche Waard. Daarnaast is SVHW verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) voor de gemeente. Dit betekent dat SVHW de WOZ-waarde van alle onroerende zaken in Nieuwkoop vaststelt en daarover informatie verstrekt aan burgers en bedrijven. Actuele informatie
Per 1 januari 2012 neemt de gemeente Nieuwkoop deel aan de gemeenschappelijke regeling. Tevens is SVHW verantwoordelijk voor het beheer van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).
Financieel belang
De bijdrage voor 2014 is bruto begroot op € 215.000.
Kerncijfers verbonden partij
X € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
2
671
Vreemd vermogen
2.256
2.197
Paragrafen
Jaarresultaat
66
Financieel risico
Beperkt.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
De portefeuillehouder Financiën is lid van het Dagelijks Bestuur.
Maakt onderdeel uit van programma
Algemene Dekkingsmiddelen
137
Verbonden partijen Gemeenschappelijke regeling GGZ subsidies, vestigingsplaats Leiden
Paragrafen
Met de invoering van de WMO zijn een aantal regelingen op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg overgeheveld van de AWBZ naar de gemeenten. De gemeenten van Holland Rijnland hebben er voor gekozen de regionaal georganiseerde voorzieningen, regionaal in stand te houden. Daarom is een regeling opgesteld voor gezamenlijke jaarlijkse subsidies voor GGZ voorzieningen. De gemeente Leiden onderhoudt de subsidierelatie met de zorgaanbieders en int op basis van een bijdrage per inwoner de kosten bij de deelnemende gemeenten. Met de subsidies worden de voorzieningen Collectieve Preventie GGZ, Inloophuis Psychiatrie, GGZ Informatiepunt (in Leiden), ZON (Zorgvragersoverleg Noordelijk Zuid-Holland) en Vriendendienst (maatjesproject voor psychiatrische patiënten) bekostigd. Deelname aan de voorziening Vriendendienst is binnen de regeling facultatief, de gemeente Nieuwkoop neemt hier wel deel aan. Actuele informatie
Voor de budgetten binnen de regeling is nu 3 jaar achter elkaar de nullijn gehanteerd. Het portefeuillehoudersoverleg sociale agenda is voorstander van het aanhouden van de nullijn voor een vierde jaar. De gemeente Leiden brengt binnenkort advies uit aan het portefeuillehoudersoverleg over de gevolgen van het vier keer hanteren van de nullijn voor de activiteiten.
Financieel belang
In de begroting 2014 is een bedrag van € 38.417 opgenomen.
Financieel risico
Beperkt, de gemeente Leiden onderhoudt de subsidieafspraken met zorgaanbieders en overlegt eerst met de regiogemeenten bij grote financiële afwijkingen.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Er is geen apart bestuurlijk overleg voor de gemeenschappelijke regeling GGZ. Belangrijke zaken kunnen worden besproken in het portefeuillehoudersoverleg sociale agenda van Holland Rijnland, waar de portefeuillehouder vanuit Nieuwkoop ook bij aanwezig is.
Maakt onderdeel uit van programma
6. Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening.
138
Verbonden partijen Regiotaxi Holland Rijnland
De gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude bieden het Collectief Vraagafhankelijk vervoer (CVV). Vanaf 1 januari 2013 verzorgt de Regio taxi Holland Rijnland het collectief vraagafhankelijk vervoer in de Rijnstreek. Voorheen was dit ondergebracht bij de Stichting CVV Rijnstreek. Deze stichting wordt in 2013 door de deelnemende gemeenten opgeheven
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage 2014 is begroot op € 231.500.
Financieel risico
Beperkt.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Twee wethouders, één met de portefeuille verkeer en de andere met de portefeuille zorg, uit de deelnemende gemeenten vormen samen met de provincie het bestuur van de stichting. Vanuit de gemeente Nieuwkoop neemt de portefeuillehouder financiën deel aan het bestuur van de stichting.
Maakt onderdeel uit van programma
7. Economische participatie
Paragrafen
Actuele informatie
139
Verbonden partijen Stichting GBKN Zuid Holland, vestigingsplaats Rotterdam
Paragrafen
Op 13 december 2001 is de Stichting GBKN Zuid-Holland opgericht. De stichting GBKN Zuid-Holland is een regionaal samenwerkingsverband dat samen met negen andere regionale stichtingen valt onder de Stichting Landelijk Samenwerkingsverband GBKN. De regionale stichting heeft tot doel de instandhouding, bijhouding en exploitatie van de Grootschalige Basiskaart van Nederland voor Zuid-Holland. In de stichting wordt deel genomen door nutsbedrijven, gemeenten, waterschappen, telecombedrijven en het Kadaster. De stichting wordt bestuurd door een bestuur, waarvan het aantal leden gelijk is aan het aantal sectoren. De stichting kent de sectoren Gemeenten, Waterschappen, Kadaster, Telecom, Gas, Warmte en Elektriciteit, Water en Centrale antenne inrichting. De gemeente Nieuwkoop wordt vertegenwoordigd door de sector Gemeenten. Actuele informatie
De rijksoverheid heeft besloten tot de ontwikkeling van een nieuwe topografische basisset die door alle overheden moet worden gebruikt. De huidige grootschalige basiskaart voor Nederland (GBKN) komt daarmee te vervallen. De nieuwe Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT) moet op 1 januari 2016 gereed zijn. Vanwege deze ontwikkeling bevinden ook de Stichting LSV GBKN en de daaronder ressorterende regionale stichtingen zich in een overgangsfase. De huidige stichting wordt vervangen door een Gemeenschappelijk Samenwerkingsverband BGT.
Financieel belang
De gemeente Nieuwkoop heeft om te kunnen beschikken over de GBKN een abonnement op de levering van materiaal en de uitvoering van bewerkingen. Voor de verrekening van door samenwerkende partijen uitgevoerde GBKN bijhoudings werkzaamheden zijn door het bestuur op basis van marktconformiteit verrekentarieven vastgesteld. De gemeenten hebben een keuzevrijheid voor wat betreft de inhoud en de kwaliteit van de geleverde producten.
Financieel risico
Laag
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Geen (lid), vertegenwoordiging via de sector Gemeenten.
Maakt onderdeel uit van programma
Bedrijfsvoering
140
Verbonden partijen Stichting Openbaar Primair onderwijs regio Alphen a/d Rijn (SOPORA), vestigingsplaats Alphen aan den Rijn
Paragrafen
De stichting Openbaar Primair Onderwijs regio Alphen aan den Rijn (SOPORA) is een organisatie voor primair onderwijs, opgericht voor het faciliteren van openbare basisscholen. Deze basisscholen hebben gezamenlijk locaties in de gemeenten Rijnwoude, Alphen aan den Rijn, Boskoop, Nieuwkoop, Zoeterwoude en Kaag en Braassem. SOPORA heeft als missie toegankelijk, inzichtelijk en toetsbaar kwalitatief goed onderwijs te bieden voor kinderen. Actuele informatie
Eind maart heeft de raad ingestemd met de wijziging van de Gemeenschappeliike regeling SOPORA en deze opnieuw vastgesteld. Deze wijziging is in het licht van de governanceontwikkeling in het onderwijs. SOPORA werkt momenteel met de zes gemeenten aan de invoering van een Raad van Toezichtmodel om te voldoen aan de wettelijke eis van scheiding tussen bestuur en intern toezicht. De invoering van de nieuwe bestuurlijke structuur wordt voorzien in de loop van 2013. De zes gemeenten zijn hiermee niet meer belast met de benoeming van het bestuur van SOPORA, maar met de benoeming van de Raad van Toezicht van SOPORA. De financiële positie van SOPORA blijft een punt van zorg en aandacht. Een van de stappen die ertoe moeten leiden dat SOPORA een sluitende begroting realiseert, de sluiting van de nevenvestiging in Zwammerdam, zal met een jaar vertraging dit jaar plaatsvinden.
Financieel belang
De gemeente is verantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting. De financiering van de scholen komt rechtstreeks via de lumpsum systematiek vanuit het ministerie van onderwijs.
Financieel risico
De gemeente heeft, volgens de Wet op het Primair Onderwijs, een verantwoordelijkheid voor het in stand houden van openbaar onderwijs. Het is lastig te bepalen welk financieel risico deze verantwoordelijkheid voor de gemeente inhoudt en hoe groot dat dan zou zijn.
Bestuurlijke vertegenwoordiging
De portefeuillehouder onderwijs maakt deel uit van het gemeenschappelijk orgaan (GO). Hierin hebben de wethouders uit de 6 deelnemende gemeenten zitting. Het GO bewaakt 2 hoofdlijnen van de stichting: de toegankelijkheid van het openbaar onderwijs en een gezonde financiële positie. 6. Onderwijs en Cultuur
Maakt onderdeel uit van programma
141
Verbonden partijen Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten, te Gouda
De Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten (VZHG) werd op 26 juni 1923 opgericht als een zelfstandige vereniging van gemeenten op provinciale schaal. Alle Zuid-Hollandse gemeenten (per 1 januari 2013 67) zijn lid van de vereniging. De vereniging heeft als doel haar leden collectief en individueel bij te staan bij de vervulling van hun bestuurstaken. De VZHG is tevens een provinciale afdeling van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De VZHG draagt Zuid-Hollandse vertegenwoordigers voor in landelijke (VNG) en provinciale commissies. -
Financieel belang
Aan deze vereniging wordt contributie betaald, afhankelijk van het aantal inwoners. Gemeentelijke herindelingen hebben consequenties voor de inkomsten van de vereniging. Door het samenvoegen van kleine gemeenten tot grotere gemeenten worden minder contributieontvangsten gegenereerd. De afspraak is dat in geval van herindelingen een herindelingcompensatie doorwerkt in het tarief. Voor 2014 is de contributie geraamd op € 1.562.
Financieel risico
Laag
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Lid van de vereniging
Maakt onderdeel uit van programma
10. Bestuur
Paragrafen
Actuele informatie
142
Verbonden partijen Nationale Politie—Regionale eenheid Den Haag, vestigingsplaats Den Haag
Vanaf 1 januari 2013 is de Nationale Politie een feit. Dit betekent dat het afzonderlijke politiekorps Hollands Midden heeft opgehouden te bestaan en nu onderdeel uitmaakt van de landelijke rechtspersoon Nationale Politie. Daarbinnen vormt het voormalige korps Hollands Midden samen met het vroegere korps Haaglanden de regionale eenheid Den Haag. In de huidige regionale eenheid is het district Rijn- en Veenstreek waar Nieuwkoop deel van uitmaakt, samengevoegd met het district Gouwe IJssel. De regionale eenheid bestaat uit 34 gemeenten, het nieuwe district waar Nieuwkoop deel van uitmaakt uit 14 gemeenten. Actuele informatie
Binnen de landelijke politie worden landelijke prioriteiten gesteld, die worden ingevuld door de regionale eenheden.
Paragrafen
Om de aansluiting met de lokale prioriteiten te realiseren zijn de gemeentelijke OOV-ambtenaren betrokken bij de totstandkoming van het regionale beleidsplan 2013-2014 van de regionale eenheid Den Haag. De gemeente Nieuwkoop maakt per 1 januari onderdeel uit van het verzorgingsgebied van het politiedistrict Alphen aan den Rijn-Gouda. In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt in 2013 niet gewerkt met een districtsjaarplan. Dit heeft te maken met het feit dat de werkwijzen van de voormalige korpsen Hollands Midden en Haaglanden op elkaar worden afgestemd en dat voormalig Haaglanden geen districtenstelsel kende. Aan de bestuurders van de diverse gemeenten die onderdeel uitmaken van de eenheid zal in 2013 de vraag worden voorgelegd of een districtsjaarplan noodzakelijk is. Bij afwezigheid van een districtsjaarplan zullen voorlopig de prioriteiten uit voorgaande jaren worden aangehouden. Deze liggen overigens in het verlengde van hetgeen landelijk is vastgesteld. Het gaat om de aanpak woninginbraken, overvallen, jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit, aanpak van hennepteelt en verkeersveiligheid. Als bijlage van het regionaal beleidsplan 2013-2014 zijn ook de lokale prioriteiten opgenomen. Gezamenlijk vormen zij het kader voor het lokale veiligheidsbeleid 2013. De regionale eenheid Den Haag is onderdeel van de Nationale politie en wordt centraal gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Financieel belang Financieel risico
Laag
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Portefeuillehouder politie (lid van het Algemeen Bestuur).
Maakt onderdeel uit van programma
8. Openbare Orde en Veiligheid
143
Verbonden partijen Bank Nederlandse Gemeenten, te Den Haag
De gemeente Nieuwkoop is aandeelhouder van de Bank Nederlandse Gemeenten, maar heeft geen afvaardiging in het bestuur. De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de inwoner. Actuele informatie
De bank is een structuurvennootschap. De Staat is voor de helft aandeelhouder, de andere helft van de aandelen is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. Ieder jaar wordt door de bank dividend uitgekeerd. Door veranderde landelijke wetgeving moet het eigen vermogen van de BNG verder groeien. Dit wordt in de komende jaren opgebouwd door minder dividend uit te betalen aan de aandeelhouders. De uitkering wordt vanaf 2012 € 1 per aandeel.
Kerncijfers verbonden partij
X € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
1.883.000
2.741.000
Vreemd vermogen
134.546.000
139.453.000
Jaarresultaat
Paragrafen
Financieel belang
332.000
De gemeente Nieuwkoop bezit 36.348 aandelen met een boekwaarde van € 75.060. Het geraamde dividend bedraagt voor 2014 circa € 36.500. Die raming staat onder druk omdat decentrale overheden worden geconfronteerd met bezuinigingen en taakverzwaringen. Daarnaast heeft het schatkistbeleggen een negatief effect op het rendement van de middelen die tijdelijk overtollig zijn.
Financieel risico
Laag
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Stemrecht in het kader van aandeelhouderschap
Maakt onderdeel uit van programma
Algemene dekkingsmiddelen
144
Verbonden partijen Cyclus, vestigingsplaats te Gouda
Paragrafen
Cyclus NV is een overheidsonderneming voor afvalbeheer en sinds enkele jaren ook het beheer van openbare ruimten voor gemeenten in de regio Midden-Holland en Rijnstreek. Cyclus is per 1 juli 2003 omgevormd naar een naamloze vennootschap. Cyclus heeft als doel op kostenefficiënte wijze afvaltaken uit te voeren. Per 1 januari 2010 zijn, naast de gemeente Nieuwkoo p, de volgende gemeenten eigenaar van Cyclus: Alphen aan den Rijn, Bergambacht, Bodegraven-Reeuwijk, Boskoop, Gouda, Kaag en Braassem, Moordrecht, Nederlek, Zuidplas, Ouderkerk, Rijnwoude, Schoonhoven, Vlist en Waddinxveen.
Actuele informatie
De 15 deelnemende gemeenten hebben met Cyclus een multilaterale overeenkomst met betrekking tot de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. In 2012 heeft Nieuwkoop voor de periode 2013 t/m 2017 een dienstverleningsovereenkomst met Cyclus getekend voor de inzameling van gft-, en restafval en het beheer van de afvalbrengstations. De bedrijfsvoering van Cyclus is een permanent zorgpunt. Vanaf 2011 is de kwaliteit van de uitvoering echter aanmerkelijk verbeterd en is er ook meer transparantie in de tarieven en kostentoerekening. De ontevredenheid over de dienstverlening en de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer, is bij een aantal gemeenten in de regio aanleiding geweest de multilaterale overeenkomst op te zeggen. Doel hiervan is opnieuw met Cyclus is gesprek te komen over verbetering van de overeenkomsten. Een belangrijk aandachtspunt voor de komende jaren is de positie van Cyclus als opdrachtnemer van overheidstaken, in het licht van het Europese aanbestedingsrecht. Op dit moment worden taken op grond van het alleenrecht gegund. Door wijziging van wetgeving lijkt dit vanaf 2014 niet meer mogelijk, en zullen opdrachten op basis van de zogenaamde “quasi in house”constructie moeten worden gegund. Hiervoor is een organisatieverandering van Cyclus noodzakelijk.
Financieel belang
Het financiële belang van de gemeente Nieuwkoop omvat 40.303 aandelen voor een totaalwaarde van circa € 282.000 (balanswaarde 1-1-2011). Conform de statutaire bepalingen betreffende resultaatverwerking, wordt dividend uitgekeerd. In 2013 is over 2012 is een dividend uitgekeerd van bijna € 29.000,-- Vanaf 2011 loopt de jaarlijkse dividend uitkering terug.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
11.923
12.290
Vreemd vermogen
6.566
8.532
Jaarresultaat
736
Financieel risico
Laag
Bestuurlijke vertegenwoordiging
De gemeenten zijn bestuurlijk betrokken bij het bedrijf door vertegenwoordiging in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De gemeente heeft stemrecht als aandeelhouder.
Maakt onderdeel uit van programma
3. Ruimtelijk beheer
145
Verbonden partijen Alliander N.V., vestigingsplaats Arnhem
Paragrafen
Vanaf 1 juli 2009 is Alliander voortgekomen uit de juridische splitsing van voormalig Nuon. Nuon is het eerste grote energiebedrijf in Nederland dat is gesplitst in een netwerkbedrijf (Alliander) en een productie- en leveringsbedrijf (Nuon Energy N.V.). Deze splitsing was wettelijk pas vereist per 1 januari 2011. Alliander wordt gevormd door de bedrijfsonderdelen Liander (transport van gas en elektra), Liandon (advies, ontwikkeling en beheer van netwerken) en Endinet (netwerkbeheer Oost Brabant). Het onderdeel Liandan is in 2009 opgegaan in een nieuwe dochteronderneming Ziut.
Actuele informatie
De toekomst van Alliander staat in het teken van het verder vergroten van de betrouwbaarheid van het netwerk en de investeringen in slimme energienetten. Als netwerkbedrijf staat zij voor betrouwbaar energietransport naar de klanten, vandaag en in de toekomst. Strategische thema’s 2010 en 2015. Vanuit de strategie wil Alliander in de komende jaren op vijf terreinen versnelling realiseren: 1. Klant staat centraal; 2. Operationele excellence +; 3. Sectoroptimalisatie; 4. Energietransitie faciliteren; 5. Modern werkgeverschap.
Financieel belang
De gemeente Nieuwkoop bezat voor de splitsing 673.371 aandelen in Nuon N.V. met een boekwaarde van € 171.000 op 1-1-2009. Van dit aandelenkapitaal is 27,8% = € 47.500 overgegaan naar het Netwerkbedrijf. Daarmee is het belang van de gemeente Nieuwkoop in Alliander N.V. ongeveer 0,5%. Er wordt jaarlijks een dividend uitgekeerd in het jaar volgend op het dienstjaar en is afhankelijk van de bedrijfsresultaten en de dividendpolitiek van de onderneming. De tarieven van Alliander staan onder toezicht van de energiekamer van de NMa. Deze worden per drie jaar bepaald, de huidige periode loopt van 2011 -2013. Vanaf 2014 is het dividend in de begroting voorzichtiger geraamd.
Kerncijfers verbonden partij
X € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
3.079
3.203
Vreemd vermogen
4.239
4.211
Jaarresultaat
224
Financieel risico
Laag
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Stemrecht in het kader van het aandeelhouderschap
Maakt onderdeel uit van programma
2. Bedrijvigheid en Toerisme
146
Verbonden partijen Nuon Energy N.V.
Nuon is het eerste grote energiebedrijf in Nederland dat inmiddels is gesplitst in een netwerkbedrijf (Alliander) en een productie - en leveringsbedrijf (Nuon Energy N.V.). Wettelijk is deze splitsing vereist per 1 januari 2011. Het productie- en leveringsbedrijf (Nuon Energy) is daarbij afgesplitst van moederbedrijf Alliander.
Als gevolg van de Wet Onafhankelijk Netbeheer diende NV Nuon zich uiterlijk per 1 januari 2011 te splitsen in een productie- en leveringsbedrijf (PLB) en een netwerkbedrijf (NWB). Deze splitsing heeft inmiddels plaatsgevonden. Het PLB is daarbij verder gegaan onder de naam Nuon Energy NV en is onderdeel van het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall. Het aandelenbelang betreft 72,2% van de voormalige aandelen Nuon.
Financieel belang
De gemeente heeft inmiddels 79% van haar aandelen in NV Nuon geleverd aan Vattenfall. De resterende aandelen worden in 2015 geleverd. De effectieve datum van de gehele transactie is 1 januari 2009. Ook de resterende 21% van de aandelen delen vanaf dat moment niet langer mee in de winst. Over de aandelen wordt uitsluitend jaarlijks een preferent dividend uitgekeerd van 2%.
Kerncijfers verbonden partij
X € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
4.101.000
3.333.000
Vreemd vermogen
864.000
723.000
Paragrafen
Actuele informatie
Jaarresultaat
- 716.000
Financieel risico
Laag
Bestuurlijke vertegenwoordiging
De nieuwe stichting Nuon Energy Public Assurance Foundation bewaakt de publieke belangen.
Maakt onderdeel uit van programma
2. Bedrijvigheid en toerisme
147
Verbonden partijen Oasen N.V. (voorheen Hydron), te Gouda Oasen N.V. is een structuurvennootschap. Nieuwkoop is met 32 andere gemeenten aandeelhouder in deze vennootschap. De vennootschap heeft ten doel de uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf. Hieronder valt de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water. Het verzorgingsgebied telt ruim 750.000 inwoners. Actuele informatie
Oasen heeft in november 2009 het meerjarenplan “Aan de leiding” vastgesteld. Hierin zijn doelen voor de periode 2010 tot 2012 vastgelegd. Oasen richt zich op duurzaamheid.
Financieel belang
Het aantal aandelen is gerelateerd aan het aantal inwoners per gemeente. De gemeente Nieuwkoop bezit 29 aandelen met een boekwaarde van € 5.445. Oasen keert geen dividend uit.
Kerncijfers verbonden partij
X € 1.000
1-1-2012
31-12-2012
Eigen vermogen
77.208
81.916
Vreemd vermogen
116.293
111.852
Paragrafen
4.708 Financieel risico
Laag
Bestuurlijke vertegenwoordiging
Stemracht in het kader van het aandeelhouderschap
Maakt onderdeel uit van programma
2. Bedrijvigheid en toerisme
148
Grondbeleid Inleiding De paragraaf betreffende het grondbeleid bevat op basis van artikel 16 van het BBV ten minste: a. een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; b. een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; c. een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; d. een onderbouwing van de geraamde fondsvorming; e. de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken. Beleidskaders en visie Grondbeleid is geen doel op zich, maar een middel om maatschappelijke, financiële en ruimtelijke doelstellingen te verwezenlijken. Deze doelstellingen moeten helder zijn evenals de wijze van sturing, beheersing van risico’s en verantwoording. In 2010 is de Kadernota grondbeleid 2010-2014 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze vormt het kader waarbinnen het ruimtelijk beleid, zowel ten aanzien van volkshuisvesting, economische ontwikkeling en openbare ruimte, als voor infrastructuur, recreatie en natuur, op een verantwoorde en transparante wijze vorm kan krijgen. In de nota is beargumenteerd waarom de gemeente haar grondbeleid verandert van actief naar faciliterend. Hierbij wordt opgemerkt dat dit betrekking heeft op nieuwe projecten, waarbij de gemeente er dus voor kiest om geen grondposities meer in te nemen maar zich beperkt tot haar publiekrechtelijke rol.
Paragrafen
Doel van de Kadernota grondbeleid 2010-2014 is het mogelijk maken van de ontwikkelingen uit de Structuurvisie Nieuwkoop 2040, het bevorderen van het gewenste ruimtegebruik en de ruimtelijke kwaliteit en een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten. De huidige economische omstandigheden, de keuzes die zijn gemaakt in het collegeprogramma en de visie op de sleutelprojecten beïnvloeden in belangrijke mate de wijze waarop het grondbeleid de komende jaren uitgevoerd wordt. Met deze ontwikkelingen is rekening gehouden met de inschatting van de risico’s en de resultaatbepaling. Gevolgen woningmarktproblematiek Onze grondexploitaties worden zwaar getroffen door de woningbouwcrisis. Een nadere analyse van deze crisis leert dat er niet één aanwijsbare oorzaak valt aan te wijzen. Er is sprake van een serie aanleidingen van verschillende aard; een groot aantal stakeholders bepaalt het verloop. Het oplossen van de woningbouwcrisis zal afhankelijk zijn van een combinatie van de juiste maatregelen en een samenloop van ontwikkelingen. Het is daarom niet de verwachting dat deze crisis op korte termijn voorbij zal zijn. We gaan er van uit dat de crisis zal aanhouden tot en met 2016 (einde kabinetsperiode Rutte II). We kunnen als gemeente Nieuwkoop de crisis in de woningbouw niet oplossen maar er wel op anticiperen. Dit doen we zowel inhoudelijk als procesmatig. Inhoudelijk door het aanpassen van onze parameters en woningbouwprogramma’s. Procesmatig door: het ontwikkelen van een nieuwe ontwikkelstrategie; het inzetten van nieuwe instrumenten als marketing & promotie en het zelf verkopen van onze kavels; het inbouwen van flexibiliteit; een goede fasering van de beoogde woningbouwproductie en de kosten niet te veel te laten oplopen als er nog geen gronden zijn verkocht (het zogenaamde zaagtandprincipe). In 2012 en 2013 hebben we een aantal van deze instrumenten en competenties nader ontwikkeld en uitgewerkt. Professionalisering hiervan is de doelstelling voor 2014 e.v.
149
Grondbeleid Nieuwe ontwikkelstrategie Veel energie is gestoken in het ontwerpen van een nieuwe ontwikkelstrategie. De tijd dat de gemeente of een ontwikkelaar het programma dicteert ligt definitief achter ons. Voordeel is dat ook marktpartijen hun strategie herzien. Gezamenlijk optrekken biedt kansen. De inzet van de nieuwe strategie is om gezamenlijk met een aannemer (geen ontwikkelaar) een woonwijk te ontwikkelen waarbij de consument vroegtijdig wordt betrokken in het proces. De gemeente gaat daarbij vrijblijvend in gesprek met een aannemer (bouwer) en bepaalt op basis van een open begroting de marktconforme grondprijs die is gerelateerd aan het type woning en aan de ligging hiervan. De aannemer ontwikkelt het woonproduct (de woning) en neemt de verkoop hiervan voor zijn rekening. Als de aannemer er in slaagt voldoende woningen te verkopen kan hij de hiervoor noodzakelijke hoeveelheid bouwrijpe grond tegen de vooraf afgesproken prijs van de gemeente kopen. Deze werkwijze is in het kader van de pilot “Ter Aar West” in 2012 uitgekristalliseerd. De verwachting is dat in 2014 de centrumplanontwikkelingen in Nieuwkoop en Ter Aar zijn afgerond. We richten ons op de uitleglocaties met als doel dat in 2014 de eerste concrete resultaten van de nieuwe ontwikkelstrategie op deze uitleglocaties zichtbaar zijn.
Paragrafen
Marketing en promotie Ook al worden de programma’s aangepast, dan nog staat de gemeente voor de uitdaging om een groot aantal kavels te verkopen in met name De Zuidhoek en De Verwondering. De doelgroep voor deze kavels moeten veelal bovenlokaal/regionaal gezocht worden. Dat kost tijd en energie en vereist onderscheidend vermogen van onze projecten. De komende jaren wordt gewerkt aan een gerichte gebiedspromotie, doelgoepenbenadering en marketingcommunicatie. Heroriëntatie Noordse Buurt In deze paragraaf mag het besluit ten aanzien van de heroriëntatie op de sleutelprojecten (en dan met name de Noordse Buurt) niet onvermeld blijven. De gemeenteraad heeft in juni 2012 gekozen voor een organische ontwikkeling van de Noordse Buurt naar een agrarisch gebied met verspreid liggend glas. Tot eind 2013 kunnen de bedrijven op vrijwillige basis hun bedrijf te koop aanbieden bij de gemeente. In 2014 worden er geen aankopen meer gedaan in de Noordse Buurt. We richten ons dan op de geleidelijke sanering van kassen en opstallen, conform de overeenkomsten die in 2013 zijn afgesloten met de voormalige eigenaren. En we maken een aanvang met de herinrichting van het gebied. Grondprijzen voor tuinuitgifte en verkoop van restkavels t.b.v. bouwplannen In de kadernota grondbeleid 2010-2014 is vastgelegd dat de grondprijzen voor de categorieën ‘tuinuitgifte’(tot 50 m²) en reststroken t.b.v. bouwplannen jaarlijks in de paragraaf grondbeleid bijgesteld worden op grond van marktontwikkelingen en prijswijzigingen. Alleen de genoemde grondprijs voor ‘tuinuitgifte’ (tot 50 m²) zal naar verwachting wijzigen voor 2014. Actualisatie van grondexploitaties In de Kadernota grondbeleid 2010-2014 is vastgelegd dat alle grondexploitaties jaarlijks worden herzien. In deze herziening wordt gerapporteerd over de ontwikkelingen binnen projecten, over planning, programma en verwacht resultaat. Na vaststelling vormt de herziene grondexploitatie het financiële kader voor de verdere uitvoering van het project. Gemeentelijke eigendommen die mogelijk in de toekomst nog ontwikkeld worden (strategische gronden) en eigendommen die verkocht kunnen worden zijn in het beheercomplex opgenomen. In de actualisatie van de grondexploitaties per 1 januari 2013 is ook het beheercomplex bijgewerkt.
150
Grondbeleid Resultaten overige projecten (niet zijnde sleutelprojecten) De volgende tabel geeft een overzicht van de verwachte resultaten per project zoals vastgesteld in de actualisatie per 1 januari 2013 en de verschillen met de voorgaande herziening van de grondexploitaties: Tabel 1 Resultaat overige projecten (niet zijnde sleutelprojecten) netto contant per 1-1-2013
Paragrafen
1-1-2012 GZ02
Vaartsche Hoek
GZ03
1-1-2013
Verschil
€ 0,3
€ 0,3
-€ 0,0
Damstaete
-€ 0,4
-€ 0,7
-€ 0,2
GZ13
Buytewech Oost
-€ 2,0
-€ 4,6
-€ 2,6
GZ14
Elleboogvaart
€ 0,3
€ 0,3
€ 0,0
GZ15
Gemeentehuis Zevenhoven
-€ 0,2
-€ 0,5
-€ 0,3
GZ16
Zuidhoek en Meijepark
-€ 1,8
-€ 7,4
-€ 5,6
GZ19
Dorpscentrum 3e Fase
-€ 1,9
-€ 2,4
-€ 0,4
GZ24
Verkerklocatie
-€ 0,6
-€ 0,6
€ 0,0
GZ26
Schoterhoek II
€ 1,0
€ 1,3
+ € 0,3
GZ32
Langeraar Oost
-€ 1,8
-€ 3,4
-€ 1,7
GZ92
Ter Aar Vernieuwd Verbonden
€ 0,9
€ 0,7
-€ 0,2
-€ 6,3
-€ 17,1
-€ 10,8
Toevoeging aan voorziening negatieve complexen Voor grondexploitaties met een verwacht negatief resultaat wordt direct een voorziening getroffen. Hiervoor is de Voorziening nadelige saldi grondexploitaties (Vereveningsfonds) gevormd. Eventuele bijstelling van verwachte negatieve saldi leidt periodiek tot bijstelling (verhoging of verlaging) van de getroffen voorziening. De omvang is bepaald door de contante waarde van alle nadelige saldi van de grondexploitaties. Voor projecten met een meer negatief resultaat ten opzichte van vorig jaar moet een bedrag worden toegevoegd aan de voorziening negatieve complexen. In totaal is bij raadsbesluit van de actualisatie van de grondexploitaties per 01-01-2013 € 10,9 mln. toegevoegd aan de voorziening. Daardoor is de totale voorziening naar € 19,7 mln. gestegen. Tabel 2 Voorziening negatieve complexen per 1-1-2013 Voorziening negatieve complexen
1-1-2012
1-1-2013
Verschil
GZ03
Damstaete
-€ 0,4
-€ 0,7
-€ 0,2
GZ13
Buytewech Oost
-€ 2,0
-€ 4,6
-€ 2,6
GZ15
Gemeentehuis Zevenhoven
-€ 0,2
-€ 0,5
-€ 0,3
GZ16
Zuidhoek en Meijepark
-€ 1,8
-€ 7,4
-€ 5,6
GZ19
Dorpscentrum 3e Fase
-€ 1,9
-€ 2,4
-€ 0,4
GZ24
Verkerklocatie
-€ 0,6
-€ 0,6
€ 0,0
GZ32
Langeraar Oost
-€ 1,8
-€ 3,4
-€ 1,7
Voorziening negatieve complexen
-€ 8,8
-€ 19,7
-€ 10,9
151
Grondbeleid Resultaten sleutelprojecten In de actualisatie wordt onderscheid gemaakt tussen sleutelprojecten en overige projecten. De sleutelprojecten zijn aan elkaar gekoppeld via de reserve sleutelprojecten (zie tabel 3). Tabel 3 Voorziening negatieve sleutelprojecten per 1-1-2013 Negatieve sleutelprojecten
1-1-2012
1-1-2013
Verschil
GZ25
De Verwondering
€ 0,0
-€ 3,3
-€ 3,3
GZ27
Land van Koppen
€ 0,0
-€ 2,7
-€ 2,7
Voorziening negatieve sleutelprojecten
€ 0,0
-€ 6,0
-€ 6,0
Tabel 4 Reserve sleutelprojecten netto contant per 31-12-2019
Paragrafen
Reserve Sleutelprojecten per 31-12-2019
1-1-2012
1-1-2013
Verschil
Gemeentelijke bijdrage
€ 1,9
€ 1,9
€ 0,0
GZ25
Bijdrage uit De Verwondering
€ 3,2
€ 0,0
-€ 3,2
GZ27
Bijdrage uit Land van Koppen
€ 0,7
€ 0,0
-€ 0,7
GZ29
Bijdrage uit Buytewech Noord
€ 10,0
€ 7,3
-€ 2,6
GZ30
Bijdrage uit Langeraar Noordwest
€ 6,8
€ 3,9
-€ 2,9
GZ31
Bijdrage uit Ter Aar West
€ 5,1
€ 2,6
-€ 2,5
GZ90
Bijdrage uit Ter Aar Zuidoost
€ 1,9
€ 2,3
+ € 0,3
Totaal bijdragen aan reserve per 31-12-2019
€ 29,5
€ 17,9
-€ 11,6
Bijdrage Noordse Buurt
€ 48,9
€ 40,2
-€ 8,7
-€ 19,3
-€ 22,3
-€ 3,0
GZ17
Stand reserve sleutelprojecten per 31-12-2019
152
Grondbeleid Uitgangspunten reserve Sleutelprojecten Indien resultaten in de sleutelprojecten wijzigen dienen de gevolgen hiervan te worden opgevangen binnen de kaders van het raadsbesluit van 11 februari 2010, nummer 09.0017282. In besluit 8 is opgenomen: “Vanuit het eigen vermogen van de gemeente vanaf het moment van het openstellen van de grondexploitatie Noordse Buurt en voor de volledige looptijd daarvan, garant te staan voor het saldo.” Uitvoering van dit besluit is in de grondexploitaties verwerkt, door daadwerkelijk de bijdrage aan of uit de reserve sleutelprojecten toe te voegen aan de grondexploitaties sleutelprojecten woningbouw respectievelijk Noordse Buurt. Hierdoor is inzichtelijk welk bedrag in 2019 aan de reserve kan worden toegevoegd en vervolgens moet worden onttrokken om op een resultaat van € 0 uit te komen. In tabel 3 en 4 zijn de resultaten voor de sleutelprojecten weergegeven. In 2012 bedroeg het tekort op de reserve sleutelprojecten € 19,3 mln. Door verdere verslechtering van alle projecten die een bijdrage aan het fonds lever(d) en stijgt het tekort op de reserve met € 3,0 mln. naar € 22,3 mln. per 31-12-2019.
Paragrafen
Daarnaast heeft De Verwondering, door toepassing van de nieuwe uitgangspunten, een negatief resultaat gekregen. De Verwondering leverde een bijdrage van € 3,2 mln. maar kent bij de actualisatie van de grondexploitaties per 01-01-213 een tekort van € 3,3 mln. Voor het tekort van € 3,3 mln. is de voorziening negatieve sleutelprojecten in het leven geroepen. Land van Koppen (ook wel Noorden genoemd) is afgesloten en lijdt € 1,6 mln. verlies. Wanneer we het project stoppen en de gronden in het beheercomplex onderbrengen is de resterende boekwaarde € 1,3 mln. Afsluiting leidt hiermee tot een verlies van € 2,7 mln. Het project leverde in de actualisatie per 01-01-2012 een bijdrage van € 0,7 mln. aan de reserve sleutelprojecten. Voor het tekort van € 2,7 mln. is de voorziening negatieve sleutelprojecten in het leven geroepen. Tezamen met De Verwondering is de totale voorziening € 6,0 mln. per 01-01-2013 . Risicomethodiek Elk project waarin bepaalde doelen zijn gesteld kent risico’s. In het geval van ruimtelijke ordeningsprojecten gaat het over risico’s zoals kostenoverschrijdingen, extra kosten, gederfde inkomsten of vertraging. Het doel van de risicoanalyse is het identificeren, waarderen en beheersen van projectrisico’s zodat we inzicht krijgen in de waarschijnlijkheid van het berekende resultaat in de grondexploitatie. Zoals vastgelegd in de Kadernota grondbeleid 2010-2014 wordt voor alle lopende grondexploitatieprojecten een risicoanalyse opgezet. In juni 2011 heeft de gemeenteraad de eerste risicoanalyses voor alle grondexploitaties vastgesteld. Deze analyse wordt nu periodiek geactualiseerd als vast onderdeel van de jaarlijkse actualisatie. In de afzonderlijke grondexploitaties wordt in de post onvoorzien een financiële buffer opgenomen die de benoemde risico’s tot een afgesproken hoogte dekt. In de risicoanalyses wordt/worden per risico een of meer beheersmaatregelen geformuleerd die er op zijn gericht om het risico te mitigeren (verminderen), te vermijden of (indien noodzakelijk) te accepteren. Doordat duidelijk is welke risico’s de grootste financiële impact hebben is ook helder welke sturing het meeste rendement oplevert.
Voorbeeldgrafiek risicoanalyse
153
Maatschappelijke ondersteuning Algemeen De paragraaf maatschappelijke ondersteuning geeft informatie over de stand van zaken en inzicht in de beleidsvoornemens van de gemeente Nieuwkoop op de prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo Gemeenten zijn sinds 2007 verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Het doel van de Wmo is zoveel mogelijk mensen te laten meedoen in de samenleving. De Wmo kent negen prestatievelden waarop van gemeenten verwacht wordt dat zij hun regierol pakken.
Paragrafen
Nieuw Wmo-beleidsplan Op 30 mei 2013 stelde de gemeenteraad het tweede Wmo beleidsplan vast sinds de invoering van de Wmo, het Wmo beleidsplan gemeente Nieuwkoop 2013-2017, met als ondertitel “Minder zorgen vóór, meer zorgen dát”. Het nieuwe Wmo beleidsplan maakt onderdeel uit van de Maatschappelijke Structuurvisie. In het Wmo beleidsplan staan de plannen van de gemeente Nieuwkoop voor de vormgeving van de gemeentelijke rol en de inzet van instrumenten en beoogde effecten in de komende vier jaar. Hiermee stelde de gemeenteraad vast welke doelen de gemeente Nieuwkoop in de komende jaren voor ogen heeft. In het beleidsplan staan de 9 prestatievelden van de Wmo omschreven. De acties voor de komende jaren zijn uitgewerkt aan de hand van 4 uitgangspunten: Efficiënt en toegankelijk Nieuwkoop Levendig en leefbaar Nieuwkoop Zelfstandig Nieuwkoop Nieuwkoop klaar voor de toekomst De Wmo heeft verbanden met bijna alle maatschappelijke beleidsvelden. Deze paragraaf maatschappelijke ondersteuning biedt daarom een gebundeld overzicht van de beleidsvoornemens die het college vervolgens ook in de jaarrekening verantwoordt. Prestatieveld 1: Maatschappelijke Samenhang en Leefbaarheid. Dit prestatieveld gaat over het bevorderen van sociaal en zorgzaam samenleven van verschillende (groepen) mensen in de dorpen. Doelstelling is in elke kern te komen tot een passend basisniveau van orde, rust, veiligheid, een gezond leefmilieu en maatschappelijke activiteiten. De gemeente Nieuwkoop gaat hierbij uit van een ‘civil society’. Betrokkenheid en de eigen verantwoordelijkheid van burgers staan hierin centraal. Ontwikkelingen In 2014 vervolgt het traject om te komen tot dorpsplannen. Van daar uit rolt het netwerk van dorpsraden, daar waar dat in kernen gewenst is, zich verder uit. De bibliotheek werkt het concept bibliotheek op school verder uit. Rond alle scholen is een sluitend netwerk opgebouwd in het kader van leesbevordering. Actiepunten 2014 Opstarten netwerkvorming zorg en sport Start inzet buurtsportcoaches Ontwikkeling bibliotheek Afspraken basisscholen vroeg- en voorschoolse educatie Overleg met primair en voortgezet onderwijs over de ontwikkeling van het ondersteuningsplan primair en voortgezet onderwijs
154
Maatschappelijke ondersteuning Prestatieveld 2: Preventieve ondersteuning jeugdigen en hun ouders. Binnen dit prestatieveld vallen jeugdigen (en hun ouders) met een verhoogd risico op ontwikkelingsachterstand, (school)uitval en criminaliteit. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een lokaal aanbod op hoofdlijnen op het gebied van opvoeden en opgroeiondersteuning. Dit sluit aan bij de vijf functies van het lokaal preventief jeugdbeleid: informatie en advies; het signaleren van problemen; toegang tot het hulpaanbod; licht pedagogische hulp en coördinatie van de zorg. De gemeente vervult de regierol. Ontwikkelingen Het Rijk decentraliseert de jeugdzorg per 2015 naar gemeenten in de nieuwe Jeugdwet. De decentralisatie omvat alle onderdelen: de jeugdzorg die nu een verantwoordelijkheid is van de provincie, de gesloten jeugdzorg onder regie van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS), de jeugd-ggz die onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) valt, de zorg voor lichtverstandelijk gehandicapten jongeren op basis van de AWBZ en de jeugdbescherming en jeugdreclassering van Veiligheid en Justitie. De decentralisatie moet ertoe bijdragen dat de eigen kracht, het sociale netwerk en de voorzieningen in een gemeente beter worden benut. Het accent zal steeds liggen op participatie in de samenleving. Actiepunten 2014 Voorbereiden CJG op transitie jeugdzorg. Ontwikkeling jeugdteams in de wijk (in Holland Rijnland verband). Aansluiting zoeken met ontwikkelingen passend onderwijs.
Paragrafen
Prestatieveld 3: Informatie, advies en cliëntondersteuning. Dit prestatieveld omvat de gemeentelijke activiteiten die bedoeld zijn de burger (individueel en collectief) de weg te wijzen in het veld van de maatschappelijke ondersteuning. Dit prestatieveld heeft linken met de prestatievelden, 4, 5 en 6. Bijzondere aandacht besteden wij hierbij aan het bereiken van jongeren. Ontwikkelingen Op 30 mei 2013 stelde de gemeenteraad een nieuwe Wmo-verordening vast, die per 1 juli 2013 van kracht werd. Deze Wmo-verordening is opgesteld in lijn met het VNG project ‘De Kanteling’. De belangrijkste veranderingen van ‘gekanteld’ werken voor de gemeente zijn: Meer verdieping in de gewenste resultaten achter de zorgvraag. Meer maatwerk bieden in ondersteuning. Inwoners stimuleren meer op eigen kracht of binnen het sociale netwerk op te lossen, of gebruik te maken van algemene voorzieningen. Actiepunten 2014 Ontwikkelen sociale kaart Afstemming Wmo-loket – Serviceplein Afstemming Wmo-loket-Servicepluspunten Vervolgstappen Servicepluspunten (Wmo-ambassadeurs) Prestatieveld 4: het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Binnen dit prestatieveld bundelt de gemeente voorzieningen ter ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Mantelzorg is langdurige, informele zorg aan een hulp- of zorgvrager, geleverd door mensen uit zijn/haar directe omgeving. Vrijwilligers verrichten onbetaald werk dat onverplicht en in enige mate georganiseerd plaats vindt ten behoeve van anderen en/of de samenleving in het algemeen. Ontwikkelingen Per 2014 verloopt het contract dat de gemeente heeft met Participe voor de uitvoering van de mantelzorgondersteuning. Actiepunten 2014 Ingang nieuw contract voor de mantelzorgondersteuning
155
Maatschappelijke ondersteuning Prestatieveld 5: Algemene maatregelen die deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch, psychisch of psychosociaal probleem bevorderen. Dit prestatieveld omhelst het brede terrein van algemene maatregelen waar iedereen baat bij heeft maar die het in het bijzonder mogelijk maken dat mensen met beperkingen en chronische (psychosociale) problemen en ziekten zonder problemen of inmenging van de gemeente kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Ontwikkelingen In 2013 zijn de maatschappelijke structuurvisie (MSV) en het nieuwe Wmo-beleidsplan vastgesteld. De gemeente werkt in 2013 en 2014 samen met organisaties en inwoners aan de uitwerking van deze plannen in concrete acties. Lokaal maatwerk en een groter beroep op eigen kracht en sociaal netwerk zijn hierbinnen terugkerende thema’s. Actiepunten 2014 Ondersteuning particuliere initiatieven voor algemene voorzieningen Uitvoering pilot Opplussen Nieuwe Stijl
Paragrafen
Prestatieveld 6: Het verlenen van individuele voorzieningen. Soms hebben mensen een individuele voorziening nodig die het hun mogelijk maakt op eigen kracht in de samenleving te participeren en regie te voeren over hun eigen leven. Deze verstrekkingen vinden plaats in het kader van dit prestatieveld. Voorbeelden: een rolstoel, een woningaanpassing, toegang tot vervoer. Ook huishoudelijke hulp, een maaltijdvoorziening, sociale alarmering en dagbesteding voor hen die het wel nodig hebben, maar geen indicatie kunnen krijgen in het kader van de AWBZ, vallen onder dit prestatieveld. Ontwikkelingen Vanaf 2015 komen verschillende vormen van ondersteuning vanuit de AWBZ naar de Wmo toe. Het gaat om persoonlijke verzorging, thuisbegeleiding en dagbesteding. Het Rijk stimuleert gemeenten sociale wijkteams op te richten in samenwerking met zorgverzekeraars, eerstelijnszorg en welzijnspartijen. Vanaf 2014 worden verschillende landelijke regelingen op het gebied van inkomensondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten opgeheven. Gemeenten worden verantwoordelijk voor een maatwerkvoorziening inkomensondersteuning. Daarnaast verandert de aanspraak op hulp bij het huishouden. Gemeenten moeten vanaf 2015 een maatwerkvoorziening bieden aan inwoners die hulp bij het huishouden het meest nodig hebben, voor 60% van het huidige budget. Per 1 januari 2014 lopen de contracten met leveranciers van hulp bij het huishouden en Wmo hulpmiddelen af. In 2013 loopt de gemeenten trajecten om tot nieuwe contracten met leveranciers te komen. Actiepunten 2014 Afstemmen verpleging en verzorging Verkenning integrale zorgteams Ontwikkelen maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden Realisatie compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Lokale pilots dagbesteding Ingang nieuwe contracten hulp bij het huishouden en Wmo hulpmiddelen Doorlopende evaluatie effecten van de Kanteling
156
Maatschappelijke ondersteuning Prestatieveld 7: Het bieden van maatschappelijke opvang en bestrijden van huiselijk geweld. Dit prestatieveld bevat onder andere het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding en advies aan mensen die door problemen, al dan niet gedwongen, of tijdelijk hun huis hebben verlaten of zich niet zelfstandig staande kunnen houden in de samenleving. Huiselijk geweld is het bedreigen, slaan of dwingen iets te doen wat men niet wil binnen de thuissituatie. Ontwikkelingen In regionaal verband werkt de gemeente Nieuwkoop mee aan een nieuwe visie op de aanpak van huiselijk geweld. Actiepunten 2014 Implementatie visie huiselijk geweld in de gemeentelijke processen
Paragrafen
Prestatieveld 8: Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). De gemeente heeft een verantwoordelijkheid, in te vullen door een regierol, in het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de OGGZ. In dat kader heeft de gemeente een rol in het meldpunt voor signalen van crisis of dreiging daarvan bij kwetsbare personen. Afspraken met gemeenten en zorgaanbieders in de regio zijn vastgelegd in het Regionaal Kompas en het OGGZ convenant. In 2010 heeft de gemeente zich aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling OGGZ. De centrumgemeente Leiden verzorgt opvang voor de inwoners van Nieuwkoop die dit vangnet nodig hebben. Ontwikkelingen Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen met psychiatrische problemen, waarbij niet behandeling, maar op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving centraal staat. Ook het bieden van een beschermende woonomgeving aan deze doelgroep wordt een taak van gemeenten. De bijbehorende budgetten worden dan volledig overgeheveld naar gemeenten. Vooralsnog worden de centrumgemeenten verantwoordelijk voor de opvang van deze groep. Actiepunten 2014 In 2014 zijn er geen actiepunten Prestatieveld 9: Verslavingsbeleid. Dit prestatieveld gaat over de ambulante hulpverlening, gericht op verslavingsproblemen en op preventie. Ook de bestrijding van overlast door verslaving valt hier onder. De prestatievelden 7 tot en met 9 hebben veel raakvlakken. Voor het speerpunt alcohol zijn in Zuid-Holland Noord, waar Nieuwkoop onderdeel van uitmaakt, voor de doelgroep jongeren ambities, doelstellingen en acties geformuleerd in de Regionale Beleidsvisie Verslavingspreventie ZuidHolland Noord. Daarin is ook de keuze gemaakt dat binnen het bredere onderwerp verslavingspreventie (alcohol, roken, drugs, andere genotmiddelen) ingezet wordt op alcohol. Alcohol is een goede voorspeller van het gebruik van andere genotmiddelen. Jongeren die starten met alcohol op jonge leeftijd maken op latere leeftijd ook meer gebruik van andere genotmiddelen, zoals roken en (soft)-drugs. Er zijn twee ambities geformuleerd: het verminderen van alcoholgebruik onder de 16 jaar en het voorkomen van overmatig alcoholgebruik tussen 16 en 18 jaar. Ontwikkelingen In 2013 is de nota lokaal gezondheidsbeleid vastgesteld. De nota bevat diverse acties op het gebied van verslavingspreventie en bestrijding van overmatig alcoholgebruik. Actiepunten 2014 In de regionale beleidsvisie staan 19 acties beschreven. Deze acties worden - ook - uitgevoerd in Nieuwkoop.
157
Duurzaamheid Duurzaamheid houdt in dat bij alle ontwikkelingen, beleid, plannen en activiteiten gezocht wordt naar een optimale balans tussen leefbaarheid, ecologie en economie: ‘People’, ‘Planet’ en ‘Profit’. Duurzaamheid houdt ook solidariteit in. Solidariteit tussen huidige en toekomstige generaties. Onze huidige welvaart mag er niet toe leiden dat we onze kinderen met enorme problemen (zoals een vervuild milieu of grote financiële schulden) opzadelen. Om richting te geven aan onze activiteiten op het gebied van Duurzaamheid heeft de raad de Duurzaamheidagenda 2012-2014 vastgesteld. In deze agenda wordt op gestructureerde manier vermeld welke duurzaamheidmaatregelen de gemeente Nieuwkoop uitvoert om haar ambitie en doelstellingen te bereiken. Onze ambitie is om een duurzame gemeente te zijn, waarin niet alleen aandacht is voor het ‘hier’ en ‘nu’, maar ook voor het ‘daar’ en ‘later’. Een ambitie die zeker te lijden heeft onder de huidige economische omstandigheden. Daarom ook is gekozen voor een realistische Duurzaamheidagenda. Kernpunten daaruit zijn:
Kijken naar wat wel kan in plaats van kijken naar wat we idealiter allemaal zouden willen doen. Niet alles kan en zeker niet alles tegelijk; Kansen benutten met name in de vorm van no-regret maatregelen; Wat kunnen we zelf doen als gemeente om vanuit die inzet burgers en bedrijven te bewegen ook maatregelen te nemen om duurzaamheid te bevorderen. Samen aan de slag, ook als het gaat om duurzaamheid.
Paragrafen
Revitalisatie bedrijventerreinen: Pilot Bovenland Duurzaam ondernemen wordt ook in 2014 gestimuleerd en waar mogelijk ondersteund. Realisatie van het groenplan voor Bovenland loopt (evenals dat van de Olm en Schoterhoek) door in 2014. Natuur en Milieueducatie De gemeente heeft als medeoverheid een voorbeeldfunctie maar faciliteert ook activiteiten om door middel van natuur en milieueducatie kennis op te doen of bij te houden. Door middel van lespakketten en excursies worden leerlingen van basisscholen ook in 2014 in de gelegenheid gesteld kennis te maken met de vele facetten op het terrein van natuur en milieu. Daarnaast organiseert de gemeente ook zelf activiteiten om de bewustwording verder te vergroten (boomplantdag en waterdagen).
158
Financiële begroting Totaaloverzicht baten en lasten per programma
Overzicht structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves
Overzicht incidentele baten en lasten
Totaaloverzicht investeringsplan
Financieel overzicht bedrijfsvoering
Stand en verloop van reserves
Stand en verloop van voorzieningen
Overzicht renteomslag 2014-2017
Overzicht begrote subsidies aan derden 2014
Prognosebalans
Arbeidsgerelateerde kosten
Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd
159
160
5.956
2.688
1.541
7 Economische participatie
8 Openbare Orde en Veiligheid
9 Klant Contact Centrum
Geraamd resultaat
Totaal mutaties reserves
11 Algemene dekkingsmiddelen
10 Bestuur
97.743
9.308
8.893
-
-
9 Klant Contact Centrum
42
6 Onderwijs en cultuur
78
-
5 Sport en ontspanning
-
20
4 Sociale participatie
8 Openbare Orde en Veiligheid
261
3 Ruimtelijk beheer
7 Economische participatie
15
-
2 Bedrijvigheid en Toerisme
88.435
1 Ruimtelijke ontwikkeling
Totaal saldo lasten en baten
1.334
3.600
6 Onderwijs en cultuur
11 Algemene dekkingsmiddelen
6.351
5 Sport en ontspanning
3.498
5.339
4 Sociale participatie
10 Bestuur
13.744
377
44.006
3 Ruimtelijk beheer
2 Bedrijvigheid en Toerisme
1 Ruimtelijke ontwikkeling
2012
Rekening
97.180
4.206
4.070
-
-
-
-
-
-
121
-
-
15
92.974
1.366
3.468
1.125
3.077
5.349
3.378
3.949
5.594
13.661
426
51.581
2013
Lasten
79.363
11.205
9.321
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1.884
68.158
1.228
3.462
1.277
3.074
5.177
3.458
2.630
5.731
13.067
444
28.608
2014
Begroting
78.699
6.157
6.142
-
-
-
-
-
-
-
-
-
15
72.542
653
3.473
1.247
3.039
5.054
3.437
2.584
5.581
13.031
444
33.999
2015
73.413
7.335
6.572
-
-
-
-
-
-
-
-
-
764
66.078
343
3.470
1.232
3.027
5.054
3.452
2.575
5.582
12.996
444
27.903
2016
Raming
83.341
6.053
6.038
-
-
-
-
-
-
-
-
-
15
77.288
35-
3.437
1.247
3.026
5.054
3.503
2.577
5.582
12.991
444
39.462
2017
4
83.254
11.351
6.688
-
-
-
678
3.476
64
256
-
185
71.903
34.749
160
428
82
4.579
196
1.185
269
5.867
67
24.319
2012
Rekening
97.542
5.991
2.748
-
-
-
-
499
1.304
181
877
-
381
91.552
33.156
-
424
85
3.808
184
945
245
5.156
52
47.495
2013
Baten
79.741
7.939
6.914
-
-
-
-
499
76
43
360
-
48
71.802
34.010
-
438
71
3.702
190
976
256
5.293
57
26.810
2014
Begroting
78.892
5.689
4.115
-
-
-
-
499
76
13
138
-
848
73.203
32.428
-
438
71
3.637
190
987
256
5.552
58
29.586
2015
7
73.198
4.697
4.112
-
-
-
-
499
67
13
-
-
68.501
31.880
-
438
71
3.637
190
987
256
5.689
59
25.294
2016
Raming
0-
82.975
5.247
4.209
-
-
-
-
499
67
13
-
460
77.728
30.907
-
438
71
3.637
190
987
256
5.689
59
35.494
2017
4
4-
14.489
2.044-
2.205
-
-
78
636-
3.476-
44-
-
170-
16.533
33.415-
3.339
1.113
2.606
1.377
3.403
5.166
5.070
7.877
310
19.687
2012
Rekening
Totaaloverzicht baten en lasten per programma
362-
1.784-
1.322
-
-
-
-
499-
1.304-
60-
877-
-
366-
1.422
31.790-
3.468
701
2.993
1.541
3.194
3.004
5.348
8.505
374
4.086
2013
Saldo
378-
3.267
2.408
-
-
-
-
499-
76-
43-
360-
-
1.836
3.645-
32.781-
3.462
839
3.004
1.475
3.268
1.653
5.475
7.774
387
1.798
2014
Begroting
193-
468
2.026
-
-
-
-
499-
76-
13-
138-
-
833-
661-
31.776-
3.473
809
2.968
1.416
3.248
1.597
5.325
7.479
386
4.413
2015
215
2.638
2.459
-
-
-
-
499-
67-
13-
-
-
757
2.423-
31.536-
3.470
794
2.956
1.416
3.263
1.588
5.325
7.307
385
2.609
2016
Raming
0
366
806
1.829
-
-
-
-
499-
67-
13-
-
445-
440-
30.942-
3.437
809
2.955
1.416
3.314
1.590
5.326
7.302
385
3.968
2017
Overzicht structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves Programma 1
2
3
4
Raming Structurele toevoegingen
2014 15
2015 15
2016 15
2017 15
Structurele onttrekingen
7
7
7
7
Structurele toevoegingen
-
-
-
Structurele onttrekingen
-
-
-
Structurele toevoegingen
-
-
-
Structurele onttrekingen
-
-
-
Structurele toevoegingen
-
-
-
Structurele onttrekingen 5
Structurele toevoegingen Structurele onttrekingen
6
Financiële begroting
8
9
10
*
76
13 -
76 -
499
13 -
67 -
499
67 -
499
499
Structurele toevoegingen
-
-
-
Structurele onttrekingen
-
-
-
Structurele toevoegingen
-
-
-
Structurele onttrekingen
-
-
-
Structurele toevoegingen
-
-
-
Structurele onttrekingen
-
-
-
Structurele toevoegingen
-
-
-
Structurele onttrekingen
-
-
-
Structurele toevoegingen
5.461
5.504
5.877
5.948
Structurele onttrekingen
4.115
4.115
4.112
4.112
766
809
1194
1265
Saldo *
13 -
Structurele toevoegingen Structurele onttrekingen
7
13
Dekkingsmiddelen
Toelichting Programma 1: de structurele toevoeging van € 15.000 aan de reserve betreft de storting vanuit het product Natuur in de reserve Nieuwkoopse plassengebied. De onttrekking van € 7.000 aan de reserve LOP (Landschap OntwikkelsPlan) voor de jaarlijkse dekking van kosten voor het product Landschap voor gebruik van o.a wandelpaden, die in meerjarige overeenkomsten met landeigenaren wordt afgesloten en overige LOP-activiteiten. Programma 4: de onttrekking van € 13.000 betreft de kapitaalslasten voor peuterzaal ’s Rakkertje Programma 5: de onttrekking van € 76.000 is voor de kapitaalslasten van kunstgrasveld De Dulen. Programma 6: de onttrekking van € 499.000 zijn voor de kapitaalslasten van museum Ter Aar, Bibliotheek Ter Aar, Buytewech grond en school en School Noorden. Dekkingsmiddelen: de structurele toevoegingen betreffen voornamelijk rentetoerekening aan de reserves en verschuivingen binnen reserves. De structurele onttrekkingen betreffen kapitaalslasten voor het KCC en Schoterhoek en verschuivingen binnen reserves.
161
Overzicht Incidentele baten en lasten Programma
Raming 2014
1
2
3
4
5
Financiële begroting
6
7
8
9
10
*
**
* **
Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserves Incidentele onttrekking aan de reserves Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve Incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve Incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve Incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve Incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve Incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve Incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve Incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve Incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve Incidentele onttrekking aan de reserve Incidentele lasten Incidentele baten Incidentele toevoeging aan de reserve incidentele onttrekking aan de reserve Saldo Dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering
2015
2016
2017
1.869 41 110 360 30 30 28 51 298 200 3.860 2.799 50 -
840 138 80 200 638 -
749 80 695 -
453 60 90 97 -
2.866
460-
1.524
400-
162
Overzicht Incidentele baten en lasten Toelichting Programma 1: In 2014 is een opbrengst m.b.t. Ter Aar Vernieuwd Verbonden (TAVV) begroot van € 1.869.000. Een onttrekking van € 41.000 betreft een rentecorrectie op TAVV. Programma 2: N.v.t. Programma 3: In 2014 is een incidenteel bedrag geraamd op het product infrastructuur van € 30.000 voor de aanleg van parkeerplaatsen Vlietpark. Ook wordt een bedrag van € 80.000 ingezet in verband met kabels en leidingen. De reserve egalisatie afvalstoffenheffing wordt conform besluitvorming verlaagd naar € 100.000 in 2016 waardoor in 2014 € 330.000 en in 2015 € 138.000 wordt ingezet. Voor de aanleg van het Vlietpark wordt in 2014 € 30.000 ingezet. Programma 4: Voor 2014 is een incidenteel budget begroot op het product zorg en ondersteuning van € 30.000 voor subsidie voor ondersteuning van particuliere initiatieven in het kader van de Wmo hiervoor wordt de reserve Wmo ingezet.
Financiële begroting
Programma 5: N.v.t. Programma 6: N.v.t. Programma 7: N.v.t. Programma 8: N.v.t. Programma 9: De incidentele hogere lasten worden veroorzaakt door het feit dat er in 2014 naast de gemeenteraadsverkiezingen in maart, ook provinciale statenverkiezingen in december plaatsvinden. Programma 10: In verband met de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 zijn er extra kosten begroot voor de stemwijzer (€ 11.000). De overige incidentele lasten worden voornamelijk veroorzaakt door een extra storting in de voorziening wachtgelden wethouders (€ 40.000 in 2014 en € 80.000 tot € 60.000 in de jaren daarna) Dekkingsmiddelen: Voor 2014 betreffen de incidentele lasten voornamelijk een begroot budget voor mobiliteit personeel. In 2014 en 2015 worden er hogere winstuitkeringen verwacht van nutsbedrijven. Er wordt een incidenteel bedrag van € 2.500.000 aan de reserveopbrengst aandelen Nuon onttrokken ten bate van de reserve Nuon rentevrij. Een bedrag van € 460.000 wordt gestort in het renteschommelfonds en een bedrag van € 900.000 de algemene reserve vrij besteedbaar. De verwachte incidentele lasten i.v.m. mobiliteit worden bekostigd uit de reserve Frictiekosten personeel. Bedrijfsvoering: In de incidentele lasten is voor 2014 een budget opgenomen van € 50.000 voor uitvoering van BGT activiteiten.
163
Financiële begroting
Totaaloverzicht investeringsplan Pgr 1 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 6 6 6 8 9 9 10 3 3 3 3 kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl kstpl
E/M E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E
Omschrijving investering Auto's BWT, 19/20-VZ Tractor John Deere 2006 Houtversnipperaar Jensen A425 Houtversnipperaar Jensen A328 Vrijvervalrioleringen 2016 Vrijvervalrioleringen 2015 Vrijvervalrioleringen 2014 Minigemalen 2015 Minigemalen 2014 Stelpost Hemelwater/grondwater 2014 Vrijvervalrioleringen 2017 Hoofdgemalen 2017 Minigemalen 2017 Rioolreiniger ROM 600 spuit Toro Grasmaaier Ransomes Zoutstrooier Stratos 35-36 Zoutstrooier Stratos 11-27 Zoutstrooier Stratos B20-24 Zoutstrooier Stratos B08-24 Vervanging scheidingswand Ontwikkeling Brede school TA Bouw Aeresteijn Auto's T&H, 17/20-VZ Kennismanagement systeem Kassasysteem BRIS Harmonisatie hoofdposten fase 2B Ondergrondse afvalbakken 2014 Hoofdgemalen 2016 Minigemalen 2016 Vervanging bodeAuto 2012 Vervanging meubilair 2015 Vervanging FMS/Update financieel Vervanging meubilair 2014 Vervanging keukenapparatuur 2014 Vervanging keukenapparatuur 2016 Vervanging I&A apparatuur 2014 Vervanging I&A apparatuur 2014 Vervanging tijdregistratiesysteem Server Software Personeelsysteem (B) Modernisering GBA Hard en sofwarekoppel Omgev 2014 Fiat Strada Pickup 34-VZB-6 Fiat Strada Pickup 71-VZF-7 Meubilair 2016 Vervanging I&A hardware 2016 Iveco Daily 40C15 54-VXV-8 Iveco Daily 40C15 BV-RB-79 Serversoftware 2017 Vervanging I&A hardware 2017 Vervanging I&A hardware 2017
Totaal (x € 1.000)
B2014 0 42 21 21 0 0 175 0 168 114 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 40 16 0 0 0 0 58 24 10 0 253 0 0 0 0 60 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
B2015 0 0 0 0 0 194 0 168 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 800 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 12
B2016 30 0 0 0 215 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 16 0 917 30 0 0 14 0 0 140 168 21 0
B2017 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 236 45 168 20 0 0 24 24 24 24 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 212 0 100 0 0 0 20 20 0 0 0 0 0 0 0
0 0 10 0 0 0 0 50 0 0 0 0 12 64 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 69 69 100 250 74
1.001
1.526
1.688
1.127
(E) Economisch nut, conform de Nota activa en afschrijvingen 2012, uitgangspunt 4, worden alleen investeringen met een economisch nut geactiveerd
164
Financiële begroting
Financieel overzicht bedrijfsvoering
Lasten Rekening 2012 Advies en ondersteuning Bedrijfsinformatie Facilitaire Zaken Overhead Kostenplaatsen Centrale posten Totaal lasten
1.607 1.750 3.180 199 19.038 138 25.912
Begroting 2013 2014 2.188 938 3.650 3.418 19.335 232 29.762
2.145 763 3.696 3.261 20.761 180 30.805
2015 2.131 756 3.656 3.261 21.098 116 31.018
Raming 2016 2.141 756 3.761 3.261 20.808 111 30.838
2017 2.142 756 3.517 3.261 19.582 111 29.368
Baten
Advies en ondersteuning Bedrijfsinformatie Facilitaire Zaken Overhead Kostenplaatsen Centrale posten Totaal baten
Rekening 2012 1.428 1.459 3.180 670 19.038 138 25.912
Begroting 2013 2014 2.193 2.145 933 763 3.650 3.696 3.418 3.261 19.335 20.761 232 180 29.762 30.805
165
2015 2.131 756 3.656 3.261 21.098 116 31.018
Raming 2016 2.141 756 3.761 3.261 20.808 111 30.838
2017 2.142 756 3.517 3.261 19.582 111 29.368
Financieel overzicht bedrijfsvoering Saldo Advies en ondersteuning Bedrijfsinformatie Facilitaire Zaken Overhead Kostenplaatsen Centrale posten Totaal saldo van lasten en baten Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo mutaties reserve Geraamd resultaat
Financiële begroting
Incidentele lasten Incidentele baten Saldo Structurele toevoeging aan de reserve Structurele onttrekking aan de reserve Saldo
Rekening 2012 180 291 0 4710 00-
Begroting 2013 2014 55 0 0
0Rekening 2012 -
0 Begroting 2013 2014 -
Raming 2016
2015
2017
0 0 0 0
00 00-
00 0 0
00 0 0
0
0-
0
0
Raming 2016
2015 50 50 -
-
2017 -
Specificatie van incidentele baten/lasten In de incidentele lasten is voor 2014 een budget opgenomen van € 50.000 voor uitvoering van BGT activiteiten.
166
-
Financieel overzicht bedrijfsvoering Mutaties Bedrijfsvoering
2014
2015
2016
2017
77-
0 77-
077-
077-
D. Actualisatie van het statenwerk Kostenverdeelstaat Actualiseren grextoerekening Actualiseren staat C Renteomslag/rente reserves & voorzieningen Staat van personeelslasten
204 191360 432
277 221230522
246 482206 0 522
245 229480 522
E. Overige begrotingsmutaties 2014 Autonoom, o.b.v. nieuwe wetgeving Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen Overig
19753144-
27010116144-
239120119-
238119119-
Geraamd resultaat voor bezuinigingen
0
0-
0
0
F. Bezuinigingen Budget Formatie Tarieven
1935 -
1833 -
1833 -
1833 -
Investeringen
16-
16-
16-
16-
0
0-
0
0
Financiële begroting
A. Saldo begroting reeds besloten B. Voorjaarsnota C. Uitgangspuntennotitie Indexering (inflatie kosten/opbrengsten)
Geraamd resultaat inclusief bezuinigingen
Autonoom, o.b.v. bestaande regelingen (€ 53.000 oplopend structureel voordeel) Het voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt als gevolg van een nieuwe raming voor loonkosten voormalig personeel (sociale uitkeringen personeel en aanvulling FPU gepensioneerden).
Overige begrotingsmutaties (ca. € 144.000 structureel voordeel) De mutatie zit o.a. bij het product Automatisering en telecommunicatie (€ 55.000 voordeel voor 2014 en 2015, € 30.000 voordeel voor 2016 en 2017) doordat er nieuwe contracten zijn/worden afgesloten. Het restant voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door een mutatie op de afdelingskostenplaatsen, waarop de doorbelastingsbedragen voor de verhoging van de personeelslasten (1,2%) zijn geboekt (UPN § 5.4 Personeelskostenbegroting).
167
Financieel overzicht bedrijfsvoering Investeringen (x € 1.000) Omschrijving investering
2014
Vervanging bodeAuto 2012
1)
Vervanging meubilair 2015
2)
2015 12
24
Vervanging keukenapparatuur 2014
3)
10
Vervanging keukenapparatuur 2016
10
Vervanging I&A apparatuur 2014
253
Vervanging I&A apparatuur 2014
212 4)
Server Software Personeelsysteem
100 (B)
50
Modernisering GBA Hard- en softwarekoppeling Omgevingsverg. 2014
Financiële begroting
2017
21
Vervanging meubilair 2014
Vervanging tijdregistratiesysteem
2016
60 5)
Fiat Strada Pickup 34-VZB-6
20
Fiat Strada Pickup 71-VZF-7
20
Meubilair 2016 6)
12
Vervanging I&A hardware 2016
64
Iveco Daily 40C15 54-VXV-8
69
Iveco Daily 40C15 BV-RB-79
69
Serversoftware 2017
100
Vervanging I&A hardware 2017
250 74
Vervanging I&A hardware 2017 Vervanging FMS/Update financieel en presentatie systemen
7)
58 405
Totaal
364
157
562
Bij de bezuinigingsvoorstellen zijn de volgende investeringen aangepast: 1. De vervanging Auto 2012 is uitgesteld naar 2016 2. De investering van de vervanging van het meubilair in 2015 is verlaagd van € 24.000 naar € 12.000. 3. De investering van de vervanging van keukenapparatuur in 2014 is verlaagd van € 35.000 naar € 10.000. 4. De investering in de vervanging van het tijdregistratiesysteem in 2014 van € 35.000 is vervallen. 5. De geplande investering in hard- en softwarekoppeling Omgevingsvergunning 2014 is vervallen. 6. De investering in het meubilair in 2016 verlaagd van € 24.000 naar € 12.000. 7. In 2013 was een investering van € 200.000 gepland voor de vervanging van het financieel systeem. Deze investering is nu verlaagd tot € 58.000 en doorgeschoven naar 2014. Risico’s Omschrijving risico
Risicoscore
Bedrag
Uitval technische voorzieningen door onvoorziene omstandigheden
12
500.000
Hoog ziekteverzuim
10
67.500
Mogelijke her- of uitplaatsing voormalig personeel ISDR
8
70.000
168
169
5.551 556 39.591 3.260 1.406 317 28 102 568 983 59 2.211 803 763 9.001 298 42 65.539
TOTAAL RESERVES
Begin
R1 Algemene reserve dekkingsmiddel R2 Algemene reserve vrij besteedbaar R3 Weerstandsvermogen R4 Renteschommelfonds R5 Opbrengst aandelen Nuon Energy R6 Nuon Rentevrij R7 Sleutelprojecten R8 Nieuwkoops plassengebied R9 Decentrale arbeidsvoorwaarden R10 Wmo R11 Egalisatie afvalstoffenheffing R12 Huisvesting gemeente R13 Achterstallig onderhoud groen R14 LOP (LandschapsOntwikkelingsPlan) R15 Woondiensten Aarwoude R16 Verbonden Partijen R17 Voetbalaccommodaties R18 Dekkingkapitaallasten R19 Frictiekosten Personeel R20 Monumentenzorg R21 Jeugdvoorzieningen in de openbare ruimte R22 Glastuinbouw Resultaat boekjaar
Reserve omschrijving
1.111
426 130 56 49 450 10.094
1.300 750 460 5.700 1.869 15 -
2014 Toevoeging Rente Expl.
7.939
750 30 5.700 30 330 165 7 41 587 298 -
Onttrekking
68.806
4.801 2.252 750 460 33.891 9.090 3.331 332 28 72 238 866 52 2.171 803 763 8.864 42 -
Eind
68.806
4.801 2.252 750 460 33.891 9.090 3.331 332 28 72 238 866 52 2.171 803 763 8.864 42 -
Begin
Stand en verloop van reserves
1.554
570 364 133 43 443 4.603
750 638 3.200 15 -
2015 Toevoeging Rente Expl.
5.689
750 3.200 138 165 7 841 587 -
Onttrekking
69.274
4.051 2.822 1.500 1.098 30.691 12.654 3.465 347 28 72 100 744 45 1.330 803 763 8.720 42 -
Eind
170
4.051 2.822 1.500 1.098 30.691 12.654 3.465 347 28 72 100 744 45 1.330 803 763 8.720 42 69.274
TOTAAL RESERVES
Begin
R1 Algemene reserve dekkingsmiddel R2 Algemene reserve vrij besteedbaar R3 Weerstandsvermogen R4 Renteschommelfonds R5 Opbrengst aandelen Nuon Energy R6 Nuon Rentevrij R7 Sleutelprojecten R8 Nieuwkoops plassengebied R9 Decentrale arbeidsvoorwaarden R10 Wmo R11 Egalisatie afvalstoffenheffing R12 Huisvesting gemeente R13 Achterstallig onderhoud groen R14 LOP (LandschapsOntwikkelingsPlan) R15 Woondiensten Aarwoude R16 Verbonden Partijen R17 Voetbalaccommodaties R18 Dekkingkapitaallasten R19 Frictiekosten Personeel R20 Monumentenzorg R21 Jeugdvoorzieningen in de openbare ruimte R22 Glastuinbouw Resultaat boekjaar
Reserve omschrijving
1.927
809 506 139 37 436 5.409
750 695 3.200 15 749 -
2016 Toevoeging Rente Expl.
4.697
750 3.200 162 7 578 -
Onttrekking
71.912
3.301 3.631 2.250 1.793 27.491 16.360 3.603 362 28 72 100 619 38 2.078 803 763 8.578 42 -
Eind
71.912
3.301 3.631 2.250 1.793 27.491 16.360 3.603 362 28 72 100 619 38 2.078 803 763 8.578 42 -
Begin
Stand en verloop van reserves
2.088
830 654 144 31 429 3.965
750 3.200 15 -
2017 Toevoeging Rente Expl.
5.247
750 97 3.200 162 7 453 578 -
Onttrekking
72.718
2.551 4.461 3.000 1.696 24.291 20.215 3.747 377 28 72 100 488 31 1.625 803 763 8.429 42 -
Eind
171
0
-
394
V11 Onderhoud gemeentelijke gebouwen
TOTAAL VOORZIENING
37.424
-
3.434
-
V23 Sportvelden
VZ negatieve sleutelprojecten
-
V22 Oevervoorziening Meijepad
27 354
V20 Onderhoud gymtoestellen
V21 Dubieuze Debiteuren Bijstand ISDR
40
4.755
V19 Nautisch- en vaarwegbeheer
1.306
V18 Riolering
589
2.428
269
V17 Onderhoud waterpartijen en baggeren
V16 Onderhoud civiele kunstwerken
V15 Onderhoud wegen
V14 Onderhoud Openbare Verlichting
13
576
V10 Juridische risico's
V13 Speelvoorzieningen
368
V9 Dubieuze debiteuren
697
292
V8 Afgesloten grondexploitaties
V12 Onderwijs gebouwen
142
V7 Personeel ISDR
33
577
V5 Wachtgeld wethouders
V6 Woonfonds
142
V4 Nalatenschap Aar en Amstel
20.565
V2 FPU
V3 Nadelige saldi grondexploitaties
422
Begin
V1 Wethouderspensioenen
Voorziening omschrijving
13
1.201
-
137
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
23
-
1.028
-
Rente
3.845
-
-
-
-
-
25
15
694
172
108
1.883
103
105
162
438
-
100
-
-
-
40
-
-
-
-
Expl.
Toevoeging
2014
2
3.498
-
-
-
-
-
20
-
117
105
1.616
142
47
9
474
-
100
-
40
-
175
-
651
-
-
Onttrekking
38.972
-
3.571
-
-
354
32
53
5.449
1.361
592
2.695
230
71
850
358
576
368
292
102
33
464
142
20.942
-
435
Eind
38.972
-
3.571
-
-
354
32
53
5.449
1.361
592
2.695
230
71
850
358
576
368
292
102
33
464
142
20.942
-
435
Begin
Stand en verloop van voorzieningen
2015
13
1.222
-
143
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
19
-
1.047
-
Rente
3.852
-
-
-
-
-
25
15
662
172
108
1.883
103
105
162
437
-
100
-
-
-
80
-
-
-
-
Expl.
Toevoeging
4
6.371
-
-
-
-
-
20
-
250
79
2.050
122
97
168
-
-
100
-
30
-
123
-
3.328
-
-
Onttrekking
37.674
-
3.714
-
-
354
37
64
6.111
1.283
621
2.528
211
79
844
795
576
368
292
72
33
440
142
18.661
-
448
Eind
172
0
-
211
-
V23 Sportvelden
TOTAAL VOORZIENING
37.674
-
3.714
-
VZ negatieve sleutelprojecten
354
V22 Oevervoorziening Meijepad
37
V20 Onderhoud gymtoestellen
V21 Dubieuze Debiteuren Bijstand ISDR
64
6.111
V19 Nautisch- en vaarwegbeheer
1.283
V18 Riolering
621
2.528
V17 Onderhoud waterpartijen en baggeren
V16 Onderhoud civiele kunstwerken
V15 Onderhoud wegen
V14 Onderhoud Openbare Verlichting
79
795
V11 Onderhoud gemeentelijke gebouwen 844
576
V10 Juridische risico's
V13 Speelvoorzieningen
368
V9 Dubieuze debiteuren
V12 Onderwijs gebouwen
292
72
V8 Afgesloten grondexploitaties
33
V7 Personeel ISDR
440
V5 Wachtgeld wethouders
V6 Woonfonds
142
V4 Nalatenschap Aar en Amstel
18.661
V2 FPU
V3 Nadelige saldi grondexploitaties
448
Begin
V1 Wethouderspensioenen
Voorziening omschrijving
13
1.113
-
149
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
18
-
933
-
Rente
3.831
-
-
-
-
-
25
15
641
172
108
1.883
103
105
162
437
-
100
-
-
-
80
-
-
-
-
Expl.
Toevoeging
2016
3.714
-
-
-
-
-
20
39
-
233
83
1.983
121
159
38
-
-
100
-
24
-
70
-
845
-
-
Onttrekking
38.903
-
3.863
-
-
354
42
40
6.752
1.222
646
2.428
193
25
968
1.232
576
368
292
49
33
468
142
18.749
-
461
Eind
38.903
-
3.863
-
-
354
42
40
6.752
1.222
646
2.428
193
25
968
1.232
576
368
292
49
33
468
142
18.749
-
461
Begin
Stand en verloop van voorzieningen
2017
14
1.125
-
155
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
19
-
937
-
Rente
3.773
-
-
-
-
-
25
15
603
172
108
1.883
103
105
162
437
-
100
-
-
-
60
-
-
-
-
Expl.
Toevoeging
8.657
-
-
-
-
-
20
-
-
234
88
1.983
125
93
14
-
-
100
-
24
-
44
-
5.932
-
-
Onttrekking
35.144
-
4.017
-
-
354
47
55
7.355
1.160
666
2.328
171
37
1.116
1.668
576
368
292
25
33
502
142
13.755
-
475
Eind
Overzicht renteomslag 2014-2017 Renteomslag Jaar
Renteomslag
3,79%
2014
Te financieren
Vaste activa
1 jan 2014
1 jan 2015
1 jan 2016
1 jan 2017
52.152.736
51.670.891
41.349.211
41.359.107
Grondexploitaties
88.069.273
97.658.404
94.459.920
94.300.650
Overige voorraad
3.340.969
3.340.969
3.340.969
3.340.969
Totaal
(A)
143.562.978
152.670.264
139.150.100
139.000.726
Financieringsmiddelen Reserves
65.538.797
69.103.822
69.571.955
72.210.072
Voorzieningen
37.423.663
38.971.820
37.673.959
38.903.221
Opgenomen leningen
54.249.749
64.871.054
61.630.256
58.849.933
Totaal
(B)
Financieringsoverschot
(A - B)
157.212.209
13.649.231-
172.946.696
20.276.431-
168.876.169
29.726.069-
169.963.226
30.962.500-
Financiële begroting
Financieringskosten Rente opgenomen leningen
1.684.517
Bespaarde rente over reserves en voorzieningen
4.118.498
Rente kort geld (o.b.v. financieringsoverschot) Overige diensten Totaal
1.879.165 4.323.026
1.701.409 4.289.837
1.436.292 4.444.532
409.477-
608.293-
891.782-
-
45.000
45.000
45.000
23.000
(D)
3,79%
5.438.538
5.638.898
5.144.464
5.903.824
Aan producten
E
4,61%
6.615.156
7.001.647
6.376.637
6.317.321
Voordelig renteresultaat
(E - D)
1.176.618
1.362.749
1.232.173
413.497
Doorbelaste rentelasten
Toelichting Bespaarde rente komt (via de baten en lasten) ten gunste van: - Exploitatie (de rente over de Algemene reserve Dekkingsmiddel) - Dekkingsmiddel ivm vervallen dividend NUON
222.040
192.040
23.000
132.040
1.583.641
1.355.641
1.227.641
1.099.641
- Reserve 3
Weerstandvermogen (rente gaat naar AR)
- Reserve 18
Dekking kapitaallasten
-
- Reserve 20
Reserve huisvesting gemeente
49.134
43.319
37.212
30.965
- Reserve 26
Sleutelprojecten
56.243
133.250
138.580
144.124
- Reserve 6
Reserve verkoop Nuon aandelen, Rentevrij
130.400
363.616
506.161
654.407
12.662
13.042
13.433
13.836
1.028.229
1.047.095
933.038
937.463
137.358
142.852
148.566
154.509
23.072
18.576
17.600
18.707
-
-
-
450.052
- Voorziening weth pensioenen (3% rekenrente) - Voorziening nadelige saldo grondexploitaties (5%) - Voorziening nadelige saldi sleutelprojecten (4%) - Voorziening voormalig wethouders - In te zetten als dekkingsmiddel - Algemene reserve vrij besteedbaar Totaal
30.000
60.000
90.000
443.190
435.986
428.889
540.404
748.620
739.951
4.118.498
4.323.026
4.289.837
4.444.532
* De onttrekking uit de reserve frictiekosten personeel ad € 298.258 is niet meer verwerkt in de berekening van de renteomslag.
173
-
425.668
174
Sport en ontspanning
Onderwijs en cultuur
Economische participatie
Dagelijks bestuur
Financiën
11 Algemene dekkingsmiddelen Subtotaal Eindtotaal
Inkomen
Lokale voorzieningen onderwijs Onderwijs en Huisvesting
Cultuur en Ontwikkeling
Sport Zwembad
Financiële middelen
Bestuurlijke samenwerking
ISDR Inkomen Vreemdelingen
Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Oudheidkunde en musea Monumenten Culturele en recreatieve voorzieningen Onderwijsbegeleiding Onderwijshuisvesting
Sportdeelname Aarweide
Ouderen Club- en buurthuiswerk Peuterspeelzalen Jeugd- en Jongerenwerk
Sociaal-cultureel werk
Volksgezondheid
Maatschappelijke begeleiding en advies Vrijwilligerswerk Zorg Vreemdelingen Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg
Bevordering toerisme
Product
Zorg en ondersteuning
10 Bestuur Subtotaal
Subtotaal
7
Subtotaal
6
Subtotaal
5
Subtotaal
Sociale participatie
Recreatie
2 Bedrijvigheid en Toerisme Subtotaal
4
Productgroep
Programma 19 19
4 4 2.032
1 1
23 0 23
590 2 34 50 54 126 856
51 100 151
326 21 103 38 3 97 62 292 18 20 978
2012 19 19
1 1 4 4 1.938
-
390 4 50 57 43 127 671
63 104 167
421 11 98 47 3 115 54 292 18 19 1.077
2013
Overzicht begrote subsidies aan derden 2014
19 19
1 1 4 4 1.889
-
340 4 50 57 65 127 642
63 94 157
421 11 98 37 3 115 54 292 18 19 1.066
2014 19 19
1 1 4 4 1.910
-
340 4 50 57 86 127 664
63 94 157
421 11 98 37 3 115 54 292 18 19 1.066
2015
19 19
1 1 4 4 1.910
-
340 4 50 57 86 127 664
63 94 157
421 11 98 37 3 115 54 292 18 19 1.066
2016
Prognosebalans x € 1.000
2014
2015
2016
Om schrijving
2014
2015
2016
2017
65.539
69.104
69.572
72.210
37.424
38.972
37.674
38.903
54.250
64.871
61.630
58.850
Eigen verm ogen 52.153
51.671
41.349
41.359 Reserves
88.069
97.658
94.460
94.301 Voorzieningen
Voorraad Grondexploitaties
x € 1.000 Om schrijving
Vaste activa Activa
2017
Voorzieningen
Schulden lange term ijn
Financiële begroting
Langlopende geldleningen
175
Arbeidsgerelateerde kosten In het BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) is bepaald dat in de financiële begroting aandacht wordt besteed aan de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen. Voor een groot deel zijn deze kosten opgenomen in de exploitatie. Bijvoorbeeld de maandelijks opgebouwde verplichting aan het persoon om één keer per jaar het vakantiegeld uit te betalen en resterende vakantiedagen.
Financiële begroting
Er is een voorziening ingesteld ter afdekking van de ingeschatte wachtgeldverplichting van oud-wethouders. Deze voorziening is incidenteel gevoed uit het jaarrekeningresultaat 2010. De hoogte van de voorziening is berekend op € 577.00,- begin 2014.
176
Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd In de uitgangspuntennotitie 2014-2017, vastgesteld in de raad van 20 juni 2013 zijn onderstaande gronden vastgesteld. Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Aantal inwoners
27.073
27.073
27.073
27.073
Aantal woningen
10.681
10.681
10.681
10.681
Meicirculaire 2013
Meicirculaire 2013
Meicirculaire 2013
Meicirculaire 2013
Prijsontwikkeling gemeente
3%
3%
3%
3%
Prijsontwikkeling verbonden partijen
0%
0%
0%
0%
1.2%
1.2%
1.2%
1.2%
Personeel / Werkgeverslasten
1%
1%
1%
1%
Rente
5%
5%
5%
5%
Rente aan reserves
4%
4%
4%
4%
Rente aan grondexploitaties (excl. Sleutelprojecten en Noordse Buurt)
5%
5%
5%
5%
Rente aan sleutelprojecten en Noordse Buurt
4%
4%
4%
4%
Kapitaallasten
5%
5%
5%
5%
Algemene Uitkering
Financiële begroting
Personeel / Lonen
Woonlasten
Max 3%
Max 3%
Max 3%
Max 3%
Onvoorzien
€ 80.000
€ 80.000
€ 80.000
€ 80.000
Vorm van toezicht
repressief
repressief
repressief
Repressief
Algemene uitkering: De meicirculaire wordt als basis genomen voor de begroting 2014-2017. We gaan ervan uit dat Nieuwkoop te maken krijgt met een afnemende algemene uitkering. Deze afname leidt in 2017 tot een verlaging van de algemene uitkering met € 1.768.000. Prijsontwikkeling gemeente: Bij de begroting 2014 wordt uitgegaan van een prijsontwikkeling van 3%. Dit is gebaseerd op het geprognosticeerd inflatiepercentage voor 2014 van 2% plus een correctie van 1% voor 2013 voor de directe kosten en opbrengsten. Prijsontwikkeling verbonden partijen: Gemeenten in het samenwerkingsgebied Hollands-Midden hebben afgesproken dat zij voorafgaande aan een nieuwe begrotingscyclus gezamenlijk afspraken maken over de financiële kaderstelling van gemeenschappelijke regelingen. De afspraken over de prijsontwikkeling van de begrotingen van de verbonden partijen zijn dit jaar herzien. Afgesproken is om voor 2014 taakstellend uit te gaan van een prijsontwikkeling van 0%. Personeel/lonen: De berekening van de verwachte loonkosten in de begroting 2014 wordt gebaseerd op de berekening van de begroting 2013. Deze gegevens worden bijgewerkt met de gevolgen van de meest actuele doorontwikkeling van de organisatie en de Cao-afspraken. De precieze uitwerking van het Mondriaanakkoord is niet bekend, wel is al duidelijk dat de voorgesteld nullijn door het Rijk is losgelaten. Daarom wordt met 1,2% loonstijging gerekend, dit is het loonindexcijfer voor de overheid over 2012. Personeel/werkgeverslasten Op basis van het actuele gestegen dekkingspercentage bij het ABP komt de voor 2013 geraamde premiestijging uit op 0,5 % (werkgeverslast). Voor deze opgenomen lastenverhoging (0,5%) als gevolg van premiestijgingen is de verwachting dat deze zich niet alleen zal beperken tot 2013, maar ook voor 2014 zal gelden. Op basis hiervan zal dit doorwerken in de begroting 2014 met 1%. Rente / kapitaallasten De toerekening van rente is gebaseerd op beleid zoals verwoord in de Nota reserves en voorzieningen en de Nota activa en afschrijvingen 2012
177
Bijlagen
Overzicht portefeuillehouders per productgroep
Risicokaart
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´
178
Overzicht portefeuillehouders per productgroep
Bijlagen
Programma
Product-groep Productgroep nr.
Portefeuillehouder(s)
10
1
Algemeen bestuur
F. Buijserd
10
2
Dagelijks bestuur
F. Buijserd
AD
3
Financiën
P. Melzer
9
4
Publiekszaken
P. Melzer
8
5
Openbare orde en veiligheid
F. Buijserd
2
6
Economie
G. Veninga
1
7
Volkshuisvesting
G. Veninga
1
8
Ruimtelijke ontwikkeling
G. Veninga
1
9
Grondgebiedzaken
P. Melzer
3
10
Verkeer en vervoer
P. Melzer
3
11
Infrastructuur
G. Elkhuizen
3
12
Milieu
G. Elkhuizen
3
13
Afvalverwijdering en verwerking
G. Elkhuizen
3
14
Riolering en waterzuivering
G. Elkhuizen
3
15
Openbaar water
G. Elkhuizen
3
16
Groen en recreatieve voorzieningen
G. Elkhuizen
2
17
Recreatie
G. Elkhuizen
1
18
Natuur en Landschap
G. Elkhuizen
7
19
Inkomen
A. Muilwijk
7
20
Werk
A. Muilwijk
4
21
Zorg en ondersteuning
A. Muilwijk
3
22
Lijkbezorging
F. Buijserd
4
23
Volksgezondheid
F. Buijserd
6
24
Cultuur en ontwikkeling
A. Muilwijk
6
25
Lokale onderwijsvoorzieningen
P. Melzer
6
26
Onderwijs en huisvesting
P. Melzer
5
27
Sport
G. Elkhuizen
5
28
Zwembad
G. Elkhuizen
4
29
Sociaal Cultureel Werk
A. Muilwijk
1
30
Gemeentelijke eigendommen
P. Melzer
179
Risicokaart Gebeurtenis / Situatie
Mogelijke effect(en)
Uitval medewerkers door epidemie
Vergunningen worden van rechtswege Geen toegekend Facturen worden niet op tijd betaald Planning voor onderlinge vervangbaarheid op de afdeling. Claims imagoschade Actieve toetsing op bestedingen > 20.000 euro Claims imagoschade Leveranciers kunnen gevraagde producten niet leveren Minder bereik doelgroep Aanpassen bedrijfsvoering
Uitval medewerkers door epidemie
Bijlagen
Afwijken van inkoop en aanbestedingsbeleid Afwijken van inkoop en aanbestedingsbeleid Servicepluspunt trekken te weinig mensen naar zich toe Niet voorziene / extra verlaging algemene uitkering ivm recessie
Beheersmaatregelen
Begrotingsevenwicht wordt niet behaald / Exploitatietekort
Heroverwegen beleid t.a.v. organisatiedoelen, kwaliteit en beleid van de organisatie. Opnemen stelpost in de begroting
Faillissement Vestia
Niet terugbetalen lening / rente
Volgen ontwikkelingen.
Vergunningen van rechtswege verstrekt
Minder opbrengsten leges, precario, bouwvergunningen etc.
Deels negatieve effect opvangen door minder inzet personeel (minder kosten). Daarnaast aanpassen werkprocessen.
Open einde regeling ombudscommissie Debiteuren die niet betalen
Hogere bijdrage gemeente
Invoering wet HOF Lagere dividenduitkering BNG door invoering schatkistbankieren
Ondervangen door weerstandsvermogen Begrotingsevenwicht wordt niet Instellen voorziening dubieuze behaald/Exploitatietekort debiteuren Andere financieringsmethodiek Ontwikkelingen pro-actief blijven investeringen volgen. Verplicht schatkistbankieren heeft een Ontwikkelingen pro-actief blijven nadelig effect op de postitie van BNG volgen. en de verwachte winst en bijbehorende dividenduitkering
Efficiencykortingen op nieuwe taken Hogere lasten gemeente die uit de AWBZ naar de Wmo toe komen, niet kunnen opvangen door de zorg efficienter te organiseren
Dekken binnen begroting
Efficiencykortingen op huishoudelijke Hogere lasten gemeente hulp, niet kunnen opvangen door de zorg efficienter te organiseren
Dekken binnen begroting
Hogere kosten WMO
Hogere lasten gemeente
Hogere kosten leerlingenvervoer
Hogere lasten gemeente
Hogere kosten dierenbescherming
Hogere lasten gemeente
Terugloop aantal vrijwilligers
Meer aanspraak op professionele ondersteuning
Dekking binnen begroting of beleidsmaatregel Dekking binnen begroting of bezuinigen Dekking binnen begroting of bezuinigen Dekken binnen de begroting
180
Risicokaart
Bijlagen
Gebeurtenis / Situatie Mogelijke effect(en) Daling aantal leerlingen basisscholen Leegstand in onderwijsgebouwen, te hoge kosten irt inkomsten per leerling Niet doorgaan Brede School Extra storting in voorziening onderwijshuisvesting Negatieve publiciteit Verlies draagvlak inwoners
Beheersmaatregelen Opvangen in begroting of weerstandsvermogen Ondervangen door weerstandsvermogen Inrichten en verscherpen publieke communicatieplan Nieuwe samenstelling van het college Mogelijk nieuwe Accepteren. Incidenteel aanvullen wachtgeldverplichtingen. van de voorziening of lasten structureel begroten. Moeizame vorming nieuw college Processen Goede ambtelijke ondersteuning bieden in de aanloop naar de verkiezingen en na de verkiezingen. Accepteren dat het gedeeltelijk buiten de invloedsfeer ligt. Ingelaste verkiezingen Extra kosten en inzet organisatie door Dekken binnen de begroting of ingelaste verkiezingen ondervangen door weerstandsvermogen Fouten in de registratie GBA / Diverse problemen voor burgers, Op peil houden en communiceren Persoonsdocumenten door toedoen waardoor mogelijke claims worden AO nalatigheid gemeente ingediend Uitval technische voorzieningen door Organisatie kan niet werken, Uitwijkvoorziening voor primaire onvoorziene omstandigheden imagoschade proces Diverse problemen met Capaciteit vrijmaken, samenwerking informatievoorziening intern en extern, met andere gemeentes zoeken, imagoschade ontwikkeling functioneel Onvoldoende of ondeskundig beheer applicatiebeheer, budget voor inhuur op de ICT infrastructuur expertise Organisatie werkt niet efficient, diverse Opleiden personeel, sturing van problemen met de ontwikkeling personeel naar wat Onvoldoende of ondeskundig gebruik informatievoorziening intern en extern, nodig is voor de van de ICT middelen imagoschade informatievoorziening Organisatie werkt niet efficient, diverse Opleiden personeel, sturing van problemen met de ontwikkeling personeel naar wat informatievoorziening intern en extern, nodig is voor de Digitale informatie onvoldoende imagoschade informatievoorziening, ondersteunen toegankelijk door techniek, ordenen informatie Snelheid van ontwikkelingen ICT, Niet voldoen aan wetgeving, Samenwerking met andere waar de organisatie moeilijk aan kan problemen met informatievoorziening gemeentes voldoen tenzij er omvangrijke intern en extern financiele middelen tegenover staan Leveranciers kunnen producten voor Applicaties die niet optimaal Op ict-gebied handhaaft de genoemde ontwikkelingen niet snel functioneren, meerkosten gemeente Nieuwkoop haar ambitie genoeg leveren als "middenmoter" Wensen van medewerkers die verder Ontevredenheid bij medewerkers Verwachtingmanagement gaan dan de organisatie kan bieden (mn. Techologische ontwikkelingen) Vergaan archief door verschillende Diverse problemen met Opbergen archief volgens wetgeving oorzaken informatievoorziening intern en extern, imagoschade Burgers onnodig benadeeld door Extra kosten door claims en inzet Uitvoeren van het onderhoud van de onvoldoende onderhoud afhandeling juridische procedures infrastructuur volgens CROW infrastructuur, riolering etc. richtlijnen en uitvoeren inspecties en wegenschouw
181
Risicokaart Gebeurtenis / Situatie
Mogelijke effect(en)
Beheersmaatregelen
Burgers onnodig benadeeld door onrechtmatige toezicht, handhaving bouw en woningtoezicht, brandschade, ongeval en ramp Burgers onnodig benadeeld door brandschade, ongeval en ramp Kosten en claims na ramp
Extra kosten door claims en inzet afhandeling juridische procedures
Opleiden personeel, aanscherpen AO/IC w.o. 4-ogenprincipe.
Bijlagen
Burgers ondervinden schade aan woongenot door planologische wijzigingen Niet voldoen aan Wabo-wetgeving
Extra kosten door claims en inzet afhandeling juridische procedures De gemeente kan voor kosten komen te staan na bijvoorbeeld een asbestbrand e.d.
Opleiden personeel, aanscherpen AO/IC w.o. 4-ogenprincipe. Aanscherpen procedures rampenorganisatie en regelmatig oefenen en ondervangen door weerstandsvermogen Extra kosten en inzet door planschade Opvangen in de begroting of onderverzoeken vangen door weerstandsvermogen
Extra kosten door claims door het niet Inhuren tijdelijk personeel voldoen aan wetelijke eisen Verbeuren dwangsommen Extra kosten door verbeuren dwang- Dekken binnen de begroting sommen Ontvreemden/zoekraken identiteitsdo- Imagoschade Fysieke beveiliging en beveiligingscumenten processen Identiteitsfraude Fysieke beveiliging en beveiligingsprocessen Claims door gedupeerde burgers Ondervangen door weerstandsvermogen Schadeclaim Ondervangen door weerstandsverRisicoprofiel externe veiligheid mogen Overval Ontvreemden kas-en/of kluisgeld Fysieke beveiliging en beveiligingsprocessen, verzekering Materiele en immateriele schade per- Fysieke beveiliging en beveiligingssoneel processen, beleid en protocollen agressiebeheersing. Klimaatveranderingen (vergrootte Extra kosten door schade aan geOndervangen door weerstandsverkans op stortbuien) meentelijke eigendommen mogen Extra kosten opruimen rommel/schade Ondervangen door weerstandsvermogen Extra kosten door schadeclaims gedu- Ondervangen door weerstandsverpeerden mogen Relatieve capaciteit riool verkleint Oplossen van knelpunten en hydraulische analyse rioolsysteem Hoog ziekteverzuim Cruciale processen worden niet of te Analyseren en evt. verbeteren huidilaat uitgevoerd ge arbo-beleid, danwel verbeterde implementatie Grotere uitstroom (vergrijzing) dan Cruciale processen worden niet of te Invoering strategische personeelsaanwas personeel (dalende beroeps- laat uitgevoerd planning bevolking). Tot en met 2022 vertrekt 7 op de 10 medewerkers bij de overheid. Slecht onderhoud monumenten (in Verloren gaan van monumenten Toezicht verscherpen op monumengemeentelijk beheer of van derden) tenzorg door derden. Gemeentelijk beheer t.a.v. monumenten verscherpen
182
Risicokaart Gebeurtenis / Situatie
Mogelijke effect(en)
Bijlagen
Schade bij de uitvoering van civielSchadeclaims technische werkzaamheden door de gemeente aan particuliere eigendommen Uitvoering gladheidbestrijding niet Schadeclaims conform de zorgplicht
Beheersmaatregelen
Kosten worden gedekt via de doorlopende CAR-verzekering. Opleiding en training van medewerkers. Actualiseren van het actieplan gladheidbestrijding. Opleiding en training van de medewerkers. Kosten worden gedekt via de doorpopende CARverzekering. Verkeersongevallen en toename van Schadeclaims Opleiding van medewerkers. Brede verkeersslachtoffers, bij onjuiste vertoetsing van verkeersplannen en verkeersmaatregelen. keersbesluiten. Vandalisme aan bebording, straatNiet verhaalbare kosten Voorlichting van het publiek, publicameubilair, kunstwerken, speelvoorzietie van de vandalismewijzer. ningen, openbaar groen, afvalinzamelKeuze voor vandalismebestendige middelen, etc.. inrichtingselementen. Kosten ten gevolge van vandalisme zijn opgenomen in de begroting. Het niet tijdig vervangen van lampen/ Klachten over de openbare verlichting Uitvoeren noodzakelijk onderhoud. armaturen Schade en overlast door foutparkeren Schadeclaims Handhaving op foutparkeren. Weren bedrijfsvoertuigen en vrachtwagens in van vrachtwagens uit de woonwijken woonwijken met een gedegen parkeerbeleid. Verwijtbaar onvoldoende of achterge- Schadeclaims Jaarlijkse inspectie van de wegen en bleven onderhoud aan de infrastrucadequaat uitvoeren van klein ondertuur. houd. Onevenredige vorstschade aan wegen Extra kosten aan onderhoud wegen Adequaat uitvoeren van onderhoud bij extreme winters wegen volgens beheerplan en voorkomen van achterstallig onderhoud Dumpen van afval, zwerfafval Niet verhaalbare kosten Handhaving. Budget opnemen in de begroting ter hoogte van de te verwachten kosten. Afvoer van gft-afval via het restafval Minder scheiden van afval, hogere Zorgdragen voor goede faciliteiten kosten met betrekking tot de afvalinzameling Afvoer van chemisch afval via het rest- Minder scheiden van afval, hogere Zorgdragen voor goede faciliteiten afval kosten met betrekking tot de afvalinzameling Onjuiste en "vergeten" aansluitingen Mislopen opbrengsten Zorgdragen voor een goede admit.a.v. afvalstoffenheffing nistratie en controles Vanwege ouderdom vd minicontainers Schadeclaims en herstelkosten (hoge Waar nodig vervangen is er een risico op sterke toename van kosten vervanging per container vanvervangingen wege uren buitendienst) Clandestien inzamelen van oud papier Bedrijfskosten worden afgewenteld op Verhogen toezicht op de inzamelenvan bedrijven en instellingen. de gemeente de instanties. Overstortingen en vuilemissies bren- Schadeclaims en herstelkosten Zorgdragen voor goed regulier begen volksgezondheidsrisico’s met zich heer van de riolering en straatkolken. mee. Storingen direct verhelpen. Wateroverlast in de woonomgeving Schadeclaims en herstelkosten Zorgdragen voor goed regulier bevanwege storingen van de riolering. heer van de riolering en straatkolken. Storingen direct verhelpen.
183
Risicokaart Gebeurtenis / Situatie
Mogelijke effect(en)
Wateroverlast bij hevige regenval van- Schadeclaims en herstelkosten wege onvoldoende doorstroming of bergingscapaciteit. Achterstallig en onvoldoende beheer Schadeclaims leidt tot stremming van het vaarverkeer Bij storm kunnen bomen schade en Schadeclaims letsel veroorzaken door takbreuk. Dit risico neemt toe achterwege blijven van de verplichte VTA-inspecties en bij gebrekkig onderhoud. Schade of letsel door gebruik van Schadeclaims speelvoorzieningen.
Bijlagen
Schade en letsel bij personeel bij ge- Schadeclaims bruik van machinale gereedschappen.
Beheersmaatregelen Uitvoering regulier onderhoud waterpartijen. Tijdig uitvoeren baggerwerkzaamheden. Uitvoering regulier onderhoud waterpartijen. Tijdig uitvoeren baggerwerkzaamheden. Uitvoeren noodzakelijk onderhoud aan bomen. Uitvoeren VTAinspecties.
Uitvoeren jaarlijkse inspectie van alle speeltoestellen en uitvoeren kwartaalschouw. Gebreken aan speelvoorzieningen direct verhelpen. Uitvoering verplichte keuring van machines en apparatuur, uitvoering maatregelen RI&E, opleiding en training (instructies) van medewerkers. Uitvoeren noodzakelijk onderhoud aan het groen.
Een te laag onderhoudsniveau van het Schadeclaims en herstelkosten groen leidt tot overwoekering door onkruiden. Dierziekten en in relatie hiermee risi- Geneeskundige kosten, schadeclaims Ondervangen door weerstandsverco's voor de volksgezondheid. mogen Minder bezoekers zwembad de Wel Lagere opbrengst Aanpassen bedrijfsvoering Fouten bij verkiezingen (dubbele stem- Imagoschade passen, fouten in telling) Claims door gedupeerde burgers Meer calamiteiten op personeelsgebied waardoor frictiebudgetten niet toereikend zijn
Wanneer taken toch uitgevoerd moeten worden, dan zal het budget bijgesteld moeten worden.
Meer behoefte aan plaatsen op gemeentelijke begraafplaats dan de beschikbare capaciteit Mogelijke her- of uitplaatsing voormalig personeel ISDR Herorientatie Holland Rijnland
Ontevredenheid bij burgers
Bijdrage door voormalige ISDRgemeenten Keuze andere Rijnstreekgemeenten voor ISHM, daardoor ontvlechting en frictiekosten Holland Rijnland Hogere bijdrage regionale brandweer Hogere lasten gemeente
Hogere bijdrage gemeenschappelijke Hogere lasten gemeente regeling Holland Rijnland
184
Op peil houden en communiceren AO Ondervangen door weerstandsvermogen Strak sturen op formatie en inhuur. Ramen van het budget voor frictiekosten personeel in de begroting, daarmee is het risico afgedekt. Realiseren extra capaciteit voor 2015
Reserve verbonden partijen of weerstandsvermogen Goed volgen van de ontwikkelingen, bestuurders snel en adequaat informeren. Reserve verbonden partijen of weerstandsvermogen voor incidentele verliezen, structurele tekorten opvangen in begroting, strikter toezicht op de gemeenschappelijke regelingen. Reserve verbonden partijen of weerstandsvermogen voor incidentele verliezen, structurele tekorten opvangen in begroting, strikter toezicht op de gemeenschappelijke regelingen.
Risicokaart Gebeurtenis / Situatie
Mogelijke effect(en)
Beheersmaatregelen
Inwerkingtreding functioneel leeftijdsontslag Regionale Ambulance Dienst Meer aanvragen WWB door hogere werkloosheid Vermindering vraag naar eenvoudig productiewerk (in het kader WSW) Vermindering vraag naar eenvoudig productiewerk (in het kader WSW)
Hogere lasten door hogere bijdrage aan Ambulance Dienst Hogere bijdrage gemeente
Reserve Verbonden Partijen of weersrandsvermogen Reserve verbonden partijen of weerstandsvermogen Reserve verbonden partijen of weerstandsvermogen Reserve verbonden partijen of weerstandsvermogen
Bijlagen
Hogere bijdrage aan SWA door dreigend exploitatietekort Hogere kosten door het terugbetalen van ontvangen bijdragen rijk
185
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´
Bijlagen
Samenvatting In de samenvatting wordt een totaaloverzicht gegeven van de bezuinigingen gerangschikt naar bedrijfsvoering en ambtelijke organisatie, burger en bedrijf, verbonden partijen, lastenverzwaring en overig. Onderstaande definities zijn hierbij gebruikt: Bedrijfsvoering en ambtelijke organisatie
Hierin zijn de bezuinigingen opgenomen die effect hebben op de ambtelijke organisatie of die door het slimmer (lean) gaan werken van de organisatie tot stand worden gebracht. Ook de besparing op formatie is hierin onder gebracht.
Burger en bedrijf
De bezuinigingen die rechtstreeks effect hebben op de burgers en bedrijven (of stichtingen/ verenigingen/instellingen) zijn hierin opgenomen. Dit kunnen bezuinigingen zijn waarbij een rechtstreeks financieel effect merkbaar is, maar ook bezuinigingen waarbij er een effect is op bijvoorbeeld de leefomgeving.
Verbonden partijen
Hierin zijn bezuinigingen op de verbonden partijen opgenomen.
Lastenverzwaring
Dit zijn bezuinigingen door bezuinigingsvoorstellen met betrekking tot belastingen en heffingen.
Overig
Dit zijn bezuinigingen die niet onder een van bovenstaande definities vallen.
Per programma In dit document zijn de bezuinigingsmogelijkheden per programma weergegeven. Er wordt per programma het volgende aangegeven: Een doorvertaling van het uitgangspunt: “andere tijd, andere gemeente” naar het betreffende programma. Er wordt ingegaan op de verbinding tussen de uitgangspunten en de voorgestelde bezuinigingen. De bezuinigingsvoorstellen. De groen gearceerde voorstellen zijn de door het college voorgestelde bezuinigingen. Eventuele consequenties van de door het college voorgestelde bezuinigingen. Bezuinigingsvoorstellen Per bezuinigingsvoorstel is bekeken wat de mogelijkheid is om te bezuinigen (0 = niet mogelijk, 10 = volledig mogelijk) en wat de (politieke) wenselijkheid van de bezuiniging is (0= niet wenselijk, 10 = volledig wenselijk). Door de mogelijkheid te vermenigvuldigen met de wenselijkheid zijn alle bezuinigingsvoorstellen gescoord tussen 0 en 100. Op basis van deze score zijn de bezuinigingen gegroepeerd in dit document en zijn er kleuren toegekend: Nr
Score
Bezuiniging
1
100
Score tussen 70 en 100
2
50
Score tussen 20 en 69
3
0
Score tussen 0 en 19
2014
2015
2016
2017
De nummers zijn niet doorlopend opgenomen in dit document. Dit wordt veroorzaakt doordat de bezuinigingen uiteindelijk per programma zijn gesorteerd waarbij de nummering aansluit op de totaallijst bezuinigingen. Deze totaallijst wordt apart aan de raad toegezonden.
186
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ De begroting 2014-2017 is een begroting die wordt opgesteld in financieel onzekere tijden. Deze onzekerheid is terug te vinden in deze notitie. Ondanks dat, is het streven van het college om voor 2014 en 2015 een structureel sluitende begroting te presenteren die rekening houdt met de onzekerheden. Om dit te realiseren is het bezuinigingstraject: “Andere tijd, andere gemeente” opgestart. Het financiële uitgangspunt (begrotingssaldo) zoals dat in de Uitgangspuntennotitie 2014-2017 is aangegeven is als volgt: Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Saldo begroting 2013-2016
107
129
551
551
Najaarsnota 2012 (structurele effecten)
86
87
87
87
Voorjaarsnota
640
553
582
582
Uitgangspuntennotitie
-243
-1.698
-2.488
-3.072
Saldo Begroting 2014-2017
590
-929
-1.268
-1.852
Bedragen x € 1.000
Bijlagen
Per programma is aangegeven wat de bezuinigingsoperatie Andere tijd, andere gemeente betekent, waarna wordt ingegaan op het leggen van een verbinding hiervan naar de voorgestelde bezuinigingen. De door het college voorgestelde bezuinigingen zijn groen gearceerd. De bezuinigingen in geel en rood zijn worden niet door het college voorgesteld, maar zijn toegevoegd om de raad volledig zicht te geven op de overwogen maar niet in de berekening meegenomen bezuinigingen. Als laatste wordt daar waar mogelijk kort aangegeven wat de mogelijke consequenties van de bezuinigingen zijn. Begrotingsjaar 2014 In totaal wordt € 756.000 bezuinigd in 2014, waarvan € 507.000 (67%) betrekking heeft op de bedrijfsvoering en ambtelijke organisatie. Hierbij kan worden gedacht aan terugbrengen formatie, wijzigingen in werkwijze, uitstellen of anders invullen van investeringen ten behoeve van de bedrijfsvoering.
187
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´
Bijlagen
In onderstaand overzicht worden de bezuinigingen 2014 in percentages zichtbaar gemaakt:
2015 In totaal wordt € 1.073.000 bezuinigd in 2015, waarvan € 615.000 (57%) betrekking heeft op de bedrijfsvoering en ambtelijke organisatie. Bij de bezuinigingen wordt zoveel als mogelijk het profijtbeginsel toegepast.
188
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ In onderstaand overzicht worden de bezuinigingen 2015 in percentages zichtbaar gemaakt:
Bijlagen
Het voorlopige begrotingssaldo na vaststelling van de bezuinigingen ziet er als volgt uit: Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Saldo begroting 2013-2016
107
129
551
551
Najaarsnota 2012 (structurele effecten)
86
87
87
87
Voorjaarsnota
640
553
582
582
Uitgangspuntennotitie
-243
-1.698
-2.488
-3.072
Saldo Begroting na uitgangspuntennotitie
590
-929
-1.268
-1.852
Bezuinigingen
756
1.073
1.086
1.092
1.346
144
-182
-760
Begrotingssaldo Bedragen x € 1.000
189
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ De samenleving verandert. De rolverdeling tussen burger en overheid verandert. Enerzijds zien we een nog steeds toenemende individualisering en globalisering en anderzijds zien we dat veel mensen zich inzetten voor een doel of belang dat het eigen belang overstijgt. Of dat nu betrekking heeft op plannen en ideeën om hun dorp mooier te maken, of om het organiseren van hulp en zorg onder elkaar. Nederland heeft een vitale samenleving . Dit zorgt ervoor dat de overheid zich steeds meer de vraag moet stellen wat haar eigenlijke rol is in relatie tot deze ontwikkeling. Het is de vitale samenleving die maakt dat de overheid compacter kan. Een overheid die ruimte laat voor maatschappelijk initiatief en daarin meedenkt. Dit is ook noodzakelijk: de overheid kan mensen niet meer de zekerheden van vroeger bieden. Of dat nu gaat om sociale zekerheid of collectieve voorzieningen. Tegelijkertijd is die verwachting bij burgers er vaak nog wel. Ook de gemeente zal deze slag moeten maken. Enerzijds om gehoor te geven aan deze maatschappelijke ontwikkeling, anderzijds vanwege de toenemende druk op de financiële middelen. Door de economische ontwikkelingen neemt de financiële druk op de gemeente sterk toe. Dat komt door de sterke relatie tussen de overheidsuitgaven en de gemeentelijke financiering. Geeft de Rijksoverheid minder uit, dan ontvangen gemeenten ook een lagere bijdrage uit het Gemeentefonds. Daarnaast bezuinigt het Rijk aanzienlijk op de budgetten die via de gemeenten worden besteed. Denk bijvoorbeeld aan de Sociale Werkvoorziening, of de Wet maatschappelijke ondersteuning. Voor de gemeente Nieuwkoop geldt bovendien dat de in de periode 2006-2008 uitgedachte ruimtelijke ontwikkelingen financieel gezien heel anders uitvallen dan was voorzien. In plaats van kostendekkende ontwikkeling is sprake van grote verliezen, die moeten worden opgevangen door bezuinigingen.
Bijlagen
Tegelijkertijd met de beweging om terug te gaan in taken zien we de rol van de gemeente ook verbreden door het decentraliseren van taken vanuit hogere overheden. Met de decentralisatie van de Jeugdzorg en de extramurale AWBZ komen naast een omvangrijk takenpakket navenante geldstromen over. Bij deze andere tijd hoort dus een andere gemeente. Vandaar dat de notitie deze titel heeft als markeerpunt voor een herbezinning op de rol van de gemeente in de samenleving. Het thema Andere tijd, andere gemeente is uitgewerkt in een aantal uitgangspunten. Deze zijn hieronder beschreven. Uitgangspunten Voorzieningen vanuit het initiatief van de gemeenschap Nieuwkoop bestaat uit 13 kernen, van wat groter (Nieuwkoop) tot zeer klein (Vrouwenakker). De bezuinigingen maken dat voorzieningen onder druk staan. Het is onmogelijk om in alle kernen een gelijk voorzieningenniveau in stand te houden. Daarom is reeds in de Structuurvisie een onderscheid gemaakt in A, B en C kernen. Vanuit het perspectief van de andere gemeente, staat niet het gemeentelijke voorzieningen aanbod centraal, maar het initiatief vanuit de kern zelf. De gemeente neemt veel minder dan in het verleden het voortouw, maar faciliteert en verbindt. Zo kent iedere kern een eigen betrokkenheid, een eigen specifieke behoefte. Dorpsraden vervullen een stimulerende en vertegenwoordigende rol binnen de gemeenschap. De gemeente zal moeten durven loslaten. Het grote aantal kernen in onze gemeente biedt zowel een uitdaging als een kans. De uitdaging zit vooral in het vraagstuk van de leefbaarheid, waar het publieke en private voorzieningenniveau vaak aan is gekoppeld. We voorzien een terugtredende rol van de gemeente bij het in stand houden van de voorzieningen. Aan de andere kant is de verbondenheid en het initiatief in de kernen groot. Dat biedt ook kansen . Sober en doelmatige uitvoering van (basis-) taken De gemeente voert de basistaken sober en doelmatig uit. Deze term wordt vaak gebruikt in het beheer van de openbare ruimte, maar is ook toepasbaar op andere gebieden. In hoeverre een taak wordt aangemerkt als een basistaak is voor een deel wettelijk bepaald en een afweging van de gemeenteraad. In de begroting 2014 wordt dit operationeel gemaakt naar taakniveau.
ROB, loslaten in vertrouwen, december 2012
190
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Gemeente als regisseur op het sociale domein De gemeente wordt meer dan vroeger de spin in het web rond individuele sociale vraagstukken. Onder het motto één gezin, één plan wordt de zorg vormgegeven. De gemeente heeft daarin als opdracht het bewaken van de integraliteit. Vanuit dit toekomstbeeld worden niet alleen de nieuwe taken, maar ook bestaande taken beoordeeld. Het gaat dan om de vraag in hoeverre er een relatie is tussen de bestaande taken en de vormgeving van de op ons afkomende decentralisaties. In verbinding via netwerken We werken in verschillende netwerken aan verschillende belangen. In het kader van de decentralisaties werken we in Holland Rijnland verband, op het gebied van Werk en Inkomen werken we meer samen met de voormalige Rijnstreekgemeenten en op het gebied van de Groene Hart agenda werken we met weer andere partners samen. Complicerende factor is dat Nieuwkoop vaak aan de ‘rand’ van een gebied ligt. Dat zorgt ervoor dat we continu alert moeten zijn met wie we op welk moment en op welk thema het beste kunnen samenwerken. Dat begint met het (er-)kennen van de veelheid aan structuren en netwerken en daar zelfbewust en pragmatisch mee omgaan.
Bijlagen
De toekomstige organisatie Door bovengenoemde ontwikkelingen maar ook door de druk om te bezuinigen zal de organisatie veranderen. Toegewijd en zelfbewust, efficiënt en effectief, open en transparant zijn hierin kernwoorden. In zijn algemeenheid zien we ook een ontwikkeling naar minder beleid, meer uitvoering en participatie. Daarnaast worden de werkprocessen lean gemaakt, zowel ten gunste van de dienstverlening als van de nog verder op te voeren efficiëntie. Blik op 2017 De uitdagingen zijn groot en de blik is op de toekomst gericht. Nieuwkoop is in 2017 een gemeente met een compact maar goed voorzieningenniveau. De zelfredzaamheid van de eigen inwoners is verder toegenomen. Dat met de nodige expertise en creativiteit, maar ook met het vermogen vanuit een breder perspectief te denken.
191
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling A. Uitgangspuntennotitie De Structuurvisie 2040 vormt het ruimtelijk kader waarlangs de gemeente zich ontwikkelt. Meer nog dan voorheen zijn we alert op kansen die ons worden geboden. We denken integraal: niet alleen vanuit de ontwikkeling van woningbouw of infrastructuur. We nemen het veelkleurige pallet mee van werkgelegenheid tot water, natuur en bijvoorbeeld recreatie. De structuurvisie is door vertaald in actuele bestemmingsplannen. We werken vanuit een regiegedachte. Regie is nodig om het publieke (algemene) belang te dienen en om private en publieke belangen bij elkaar te brengen. Bij samenwerking met andere partijen kiest de gemeente voor een professionele en zakelijke opstelling. We faciliteren initiatieven die onze beleidsdoelstellingen ondersteunen. Te allen tijde zijn de kosten voor rekening van de initiatiefnemer. In de samenwerking naar provincie en regio richt de gemeente haar energie op zaken die er toe doen voor Nieuwkoop. We doen niet mee om het meedoen , maar vanuit het belang van de gemeente Nieuwkoop. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen De gemeente kan haar regierol alleen goed invullen als zij beschikt over actuele bestemmingsplannen. Op basis hiervan toetsen wij initiatieven van derden aan het gemeentelijk beleidskader. Daarbij is de gemeente – behalve bij haar “eigen” projecten- geen initiatiefnemer.
Bijlagen
Het opstellen van bestemmingsplannen is een eigen taak van de gemeente. Nu de grote “actualisatieslag” van 5 bestemmingsplannen achter ons ligt, zal het proces van bestemmingsplannen maken anders worden ingestoken. Plannen worden in eigen beheer opgesteld aan de hand van een zo lean mogelijk proces C.
Bezuinigingsmaatregelen
Nr
Score
2
100
1
50
Bezuiniging
2014
Bestemmingsplannen meer in eigen beheer uitvoeren Stoppen met bijdrage aan Avifauna t.b.v. Natuur en Milieueducatie
2015
2016
2017
26.500
26.500
26.500
2.000
2.000
2.000
D. Consequenties van de maatregelen Er dient geïnvesteerd te worden in opleiding en software om daarmee mogelijk te maken dat bestemmingsplannen in eigen beheer kunnen worden opgesteld.
192
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 2 Bedrijvigheid en toerisme A. Uitgangspuntennotitie De gemeente schept de (ruimtelijke) kaders voor bedrijven (waaronder glastuinbouw en recreatie/toerisme) om te kunnen functioneren en zich duurzaam te ontwikkelen binnen onze gemeente. We verwachten dat de bedrijven “zich zelf organiseren” als ze denken daar baat bij te hebben. De gemeente verstrekt geen subsidies. De gemeente is extern gericht. Via een goed netwerk brengt zij het Nieuwkoopse bedrijfsleven onder de aandacht bij overheden en in de publieke opinie. Bedrijven van buiten de gemeente die een bijdrage kunnen leveren aan de economische belangen van de gemeente en die passen binnen het “Nieuwkoops bedrijvenprofiel” worden actief gefaciliteerd bij het vestigen in onze gemeente. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen De gemeente doet een stapje terug. Als ondernemers initiatieven van belang achten, wordt van hen de eerste stap verwacht. Er is nog steeds geld beschikbaar, maar minder dan voorheen. Waar mogelijk ondersteunt de gemeente de initiatieven in arbeid en of geld.
Bijlagen
C.
Bezuinigingsmaatregelen
Nr
Score
Bezuiniging
2014
7.a
100
Beperken formatie op toerisme met 0,25 fte
4.a
80
Beperken bijdrage aan de ondernemersprijs
1.100
5.a
80
Beperken ondersteuning NRE tot gemeentelijke bijdrage (6000) en bijkomende kosten (4000)
7c
64
3
2015
2016
2017
16.000
16.000
1.100
1.100
1.100
8.300
8.300
8.300
8.300
Invoeren toeristenbelasting als doelbelasting voor uitgaven op het gebied van toerisme en recreatie. Voor de helft ter bekostiging van de formatie, voor de helft voor activiteiten toerisme en recreatie (5.b, 6 en 25.000 van 7.b)*
25.000
50.000
50.000
50.000
0
Stoppen bijdrage Greenport Aalsmeer
30.300
30.300
30.300
30.300
4.b
0
Volledig stoppen ondernemersprijs (bezuiniging extra t.o.v. 4.b)
500
500
500
500
5.b
0
Volledig stoppen bijdrage NRE
10.000
10.000
10.000
10.000
6
0
Subsidies en bijdrage toerisme en recreatie stoppen
16.100
16.100
16.100
7.b
0
Volledig bezuinigen van formatie toerisme en recreatie, combineren takenpakker met andere functies (bezuiniging extra t.o.v. 7.a)
35.000
35.000
(bezuiniging extra t.o.v. 5.a)
* deze bezuiniging landt in programma Algemene Dekkingsmiddelen. Door de relatie met de budgetten voor toerisme is deze maatregel aan dit programma toegevoegd.
D. Consequenties van de maatregelen De consequentie van de bezuinigingen is dat er meer van het bedrijfsleven wordt verwacht dan tot nu toe het geval is. De initiërende rol is verschoven van overheid naar bedrijfsleven.
193
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 3 Ruimtelijk beheer A. Uitgangspuntennotitie De gemeente zal er voor zorgen dat het onderhoud van de openbare ruimte op een zodanig peil is dat de inwoners veilig van hun woon- en leefomgeving gebruik kunnen maken. Het onderhoudsniveau wordt de komende jaren echter sober. Het onderhoudsniveau van de wegen, het openbaar groen, het straatmeubilair, wordt bijvoorbeeld lager dan de inwoners gewend zijn. Het is aan de inwoners zelf om met eigen inspanningen in aanvulling op dat basisniveau hun woonomgeving een beter aanzien te geven. Dit is vooral mogelijk in het groenbeheer. Waar nodig zal de gemeente die inspanningen faciliteren. Ook wordt er voor gekozen daar waar dat mogelijk is voor uitstel van vervanging. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vervangen van lichtmasten, riolering, straatmeubilair, bewegwijzering, etc. Geplande groenrenovaties worden heroverwogen en wanneer dat mogelijk is uitgesteld. De gemeente bespaart ook uitdrukkelijk op het eigen wagenpark en materieel door vervangingen uit te stellen.
Bijlagen
Er wordt niet gekozen voor het verder terugbrengen van het beheerniveau dan dat wat nodig is om het areaal duurzaam in stand te houden. Zou die keuze wel worden gemaakt, dan betekent dit dat over een aantal jaren fors moet worden geïnvesteerd in vervanging of herstel. Ook wordt niet gekozen voor het verkleinen van het areaal, bijvoorbeeld door het verwijderen van bomen, het omzetten van heesterbeplanting in gras, het verwijderen van speelvoorzieningen, etc. Ook in mindere tijden is het belangrijk dat de leefbaarheid van de woonomgeving van de burger kwalitatief goed blijft. Bovendien vraagt verkleining en aanpassing van het areaal investeringen die pas na acht tot tien jaar worden terugverdiend door lagere beheerkosten. Voor de komende periode levert dit geen besparingen op. In de afgelopen jaren was de gemeente bij verzoeken van inwoners tamelijk soepel en bereid tot aanpassingen in de openbare ruimte. De komende jaren is er aanmerkelijk minder ruimte om aan wensen van groepen bewoners, individuele burgers en instellingen tegemoet te komen. Het beheer van de openbare ruimte is kostbaar. Schade aan de openbare ruimte, al of niet moedwillig veroorzaakt, moet zo veel als mogelijk worden verhaald op de veroorzaker. Het kan niet zo zijn dat alle inwoners moeten opdraaien voor kosten die door enkelingen worden veroorzaakt. De gemeente moet meer dan in het verleden inzetten op het verhalen van kosten. Het gaat hierbij niet alleen om schadeverhaal, maar ook om inspanningen die de gemeente levert ten behoeve van derden, die vallen buiten de kerntaken van de gemeente. De gemeente heeft ook hoge kosten aan het herstellen van graafschade door leidingbeheerders. Door een gericht toezicht op dit soort werkzaamheden kunnen aanzienlijke kostenbesparingen worden gerealiseerd. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen De gekozen maatregelen betekenen verlagen onderhoudsniveau, maar wel tot een zodanig niveau dat het veilig blijft. Er wordt voor gekozen het onderhoudsniveau van het openbaar groen, het straatmeubilair en de wegen te verlagen. Voor bebording en bewegwijzering en het straatmeubilair heeft dit betrekking op het reguliere onderhoud. Voor het openbaar groen op het niet uitvoeren van een deel van de geplande achterstallige groenrenovaties. Voor de wegen op de uitvoering van rehabilitaties. Eventuele bezuinigingen op riolering worden bezien in het kader van het nieuwe GRP in 2014. Een aantal maatregelen om vervangingen en groot onderhoud uit te stellen, waaronder de openbare verlichting en bruggen, hebben wij bij nader inzien niet opgenomen, vanwege de toename van meldingen, uitval en mogelijke risico’s. De omgevingsdienst voert alleen nog wettelijke taken uit. Er is minder capaciteit hierdoor om bijvoorbeeld te ageren tegen vliegtuigoverlast. Bij het onderhoud van de openbare ruimte wordt meer ingezet op het verhalen van kosten die worden gemaakt voor derden en het verhalen van kosten door schade door derden. Het verhalen van graafschade door leidingbeheerders zal zich uiteindelijk vertalen in lagere kosten voor regulier en klein onderhoud. Hierbij wordt een werkwijze overgenomen van de gemeente De Ronde Venen.
194
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ In de afgelopen jaren is bij de buitendienst al veel bereikt op het gebied van efficiëntieverbetering. Dit heeft onder meer geleid tot verkleining van het wagenpark. In de gladheidbestrijding wordt door de invoering van een geautomatiseerd strooisysteem de bijrijder op de strooiauto overbodig. Hiermee wordt een besparing bereikt op de overuren. In het Platform Slappe Bodem werken 21 gemeenten samen op het gebied van onderzoek en kennisuitwisseling, waaronder Nieuwkoop. Binnen het platform is afgesproken de jaarlijkse bijdrage af te schaffen. De kosten voor straatvegen worden binnen programma 3 verantwoord in de productgroep Wegen. Omdat het vegen van de wegen in belangrijke mate positief bijdraagt aan het onderhoud van de riolering (kolkenreiniging), mogen de kosten worden meegenomen in de grondslag voor de rioolheffing. Het voorstel is hiervan vanaf 2014 gebruik te maken.
Bijlagen
C.
Bezuinigingsmaatregelen
Nr
Score
Bezuiniging
2014
8 9
100
Contributie werkgroep slappe bodem
5.600
5.600
5.600
5.600
100
Gladheidsbestrijding, invoeren systeem waardoor bijrijder overbodig is
7.900
10.400
14.900
17.200
25
100
Kosten straatvegen dekken in rioolrecht
45.000
45.000
45.000
45.000
26
100
Stoppen adviezen omgevingsdienst over vliegroutes
10.000
10.000
10.000
10.000
28
100
Inzet ODWH beperken tot minimum
27.000
27.000
27.000
27.000
12
90
Minder onderhoud aan straatmeubilair
5.000
5.000
5.000
5.000
13
80
Beperken en minder snel vervangen bewegwijzering
7.000
7.000
7.000
7.000
23
80
Doorberekenen kosten in verband met ondergrondse kabels en leidingen
80.000
80.000
80.000
21
70
Verhaal schades door derden
10.000
10.000
10.000
10
60
Besparing groot onderhoud wegen door uitstel rehabilitaties
100.000
100.000
100.000
16
56
Combineren van maai- en slootbestek
5.000
5.000
5.000
22
56
Werkzaamheden derden doorbelasten
15.000
15.000
15.000
14
50
Verlagen onderhoudsniveau Openbaar Groen van A naar B
23.000
23.000
23.000
27
50
Opheffen geluidsmeetpunten Schiphol
15.000
15.000
15.000
15
48
Inzet SWA en uitkeringsgerechtigden voor regulier onderhoud in de zomer
20.000
20.000
20.000
11
20
Onderhoud wegen op minimaal niveau en niet vervangen asfalt door klinkers
100.000
100.000
100.000
20
20
Geen planmatige vervanging van lichtmasten
10.000
23.000
29.000
18
0
Geen gemeentelijke betrokkenheid bij kinderboerderij
6.900
6.900
6.900
19
0
Schrappen tussentijds onderhoud brug Paradijsweg
40.000
24
0
Verhogen parkeerbelasting met 1% boven inflatie
300
300
300
300
5.000
195
23.000
2015
2016
2017
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ D. Consequenties van de maatregelen De bezuiniging op de contributie van de werkgroep slappe bodem heeft geen direct merkbare effecten. Het platform richt zich meer op kennisuitwisseling en minder op uitvoering en kostbaar onderzoek. De invoering van het geautomatiseerde strooisysteem heeft voordelige effecten op de resultaten van de gladheidbestrijding Omdat de instelling van de strooiapparatuur automatisch wordt aangestuurd wordt nauwkeuriger gestrooid. Ook wordt waarschijnlijk bespaard op de hoeveelheid strooizout. Het dekken van de kosten voor het vegen van de wegen via de rioolheffing betekent een verhoging van het rioolrecht met € 4 per huishouden. Door de bezuiniging op de milieudienst is er minder capaciteit beschikbaar om te ageren tegen bv vliegtuigoverlast. De verminderde afname van producten leidt niet tot maatschappelijke consequenties. De bezuiniging met betrekking tot het verminderen van onderhoud aan straatmeubilair heeft merkbare effecten, doordat banken en afvalbakken minder snel worden gerepareerd en vervangen. Wel wordt het effect beperkt doordat de parkbanken die vanaf 2009 worden toegepast aanzienlijk minder onderhoud nodig hebben. De bezuiniging met betrekking tot het beperken en minder snel vervangen van bewegwijzering heeft merkbare effecten, doordat bebording en bewegwijzering minder snel worden gerepareerd en vervangen.
Bijlagen
Het verhaal van graafschade bij leidingbeheerders, leidt er toe dat leidingbeheerders werkzaamheden moeten melden en niet meer ongezien de verharding kunnen openbreken. Omdat de gemeente tevens meer regie heeft over de leidingwerkzaamheden, zullen graafschades sneller worden hersteld. Mensen die schade veroorzaken aan gemeentelijke eigendommen in de openbare ruimte zullen vaker worden geconfronteerd met een schadeclaim. Voor het plantseizoen 2013/2014 staat nog een aantal groenrenovaties gepland. De bezuinigingsmaatregel gaat er van uit dat een deel daarvan niet wordt uitgevoerd of wordt uitgesteld. Dat betekent dat daar waar wordt gekozen een groenrenovatie niet uit te voeren, de beplanting van minder goede kwaliteit is. Door normale onderhoudsmaatregelen is dat, vanwege de ouderdom en vitaliteit van de beplanting niet te verbeteren. De bezuiniging op rehabilitaties betekent dat de beheermaatregel die in het beheerplan Wegen is opgenomen, en waarbij in woonstraten asfalt wordt vervangen door klinkerverharding (o.a. Molenstraat e.o. in Ter Aar en de kern Zevenhoven) niet volledig wordt doorgevoerd bij alle rehabilitaties. Dit heeft geen gevolgen voor het kwaliteitsniveau van de verharding, want het bestaande asfalt wordt wel voorzien van een nieuwe deklaag.
196
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 4 Sociale participatie A. Uitgangspuntennotitie Door individualisering van de samenleving loopt de zorgbehoefte van individuen en specifieke groepen steeds sterker uiteen. Hierdoor zijn groepen mensen met een zorgbehoefte minder gemakkelijk in afgebakende groepen met specifieke kenmerken in te delen. Collectieve zorgvoorzieningen voldoen niet altijd aan de zorgbehoefte. Door ontschotting van verantwoordelijkheden en budgetten, zijn er meer mogelijkheden voor zorg op maat voor individuen en specifieke doelgroepen. Hierbij kijken we verder dan standaard oplossingen en producten. Het gaat om de behoefte die achter de vraag ligt. Bezuinigingen en een veranderende houding bij inwoners en bestuurders, leiden tot een verschuiving van verantwoordelijkheden van de overheid naar inwoners; inwoners worden in eerste instantie aangesproken op hun eigen kracht. Mensen houden zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven, werk, opleiding, zorg en vrije tijd. Communicatie is hierin belangrijk: wat verwachten wij van u en wat kunt u van ons verwachten.
Bijlagen
In het aanbod van voorzieningen ligt, waar mogelijk, de nadruk op gemeenschappelijke voorzieningen als vervanging voor individuele voorzieningen. Het belang van laagdrempelige en toegankelijke voorzieningen neemt toe. Iedereen doet mee. Waar mogelijk maken zoveel mogelijk verschillende doelgroepen gebruik van dezelfde voorzieningen. Voorzieningen zijn een plek waar allerlei mensen elkaar ontmoeten. Zo zijn gemeenschappelijke voorzieningen efficiënter qua inzet en bevorderen ze de sociale samenhang. Inwoners zijn zelfredzamer en hebben meer eigen verantwoordelijkheid voor de situatie waarin zij leven en op het gebied van wonen, werken en zorg. Vrijwilligers spelen een grotere rol bij het in stand houden van zorg- en welzijnsvoorzieningen. De inzet van vrijwilligers is van wezenlijk belang. Zij zijn de kurk waarop veel organisaties en activiteiten drijven. De inzet van vrijwilligers vergroot de leefbaarheid in onze kernen. Om de inwoners van de gemeente Nieuwkoop goed te blijven ondersteunen, is een sterke vrijwilligersstructuur nodig. De gemeente richt zich vooral op het ondersteunen van voorzieningen die met behulp van vrijwilligers worden gerealiseerd. Het huidige systeem van subsidieverlening moet in dit kader opnieuw tegen het licht worden gehouden. Bij het oplossen van individuele zorgvragen kijken we vaker naar wat iemands sociale omgeving kan doen. Een goed sociaal netwerk versterkt de sociale veiligheid. Dit betekent een groter beroep op mantelzorgers. De gemeente stimuleert de inzet van mantelzorg. Inwoners houden zelf hun gemeenschap leefbaar, vinden oplossingen voor hun zorgbehoeften en creëren gezamenlijk passende voorzieningen. Als we meer verantwoordelijkheid en eigen initiatief vragen van inwoners, moeten we als gemeente ruimte geven aan en openstaan voor ideeën vanuit de samenleving, niet alleen van inwoners, maar ook van ondernemers en maatschappelijke instellingen. Dit kan enerzijds door ze in een eerder stadium bij plannen te betrekken. Anderzijds door ze de kans te geven zelf ideeën in te brengen. De gemeenschap bepaalt in toenemende mate de sociale agenda. Onze inwoners hebben in toenemende mate zelf in de hand hoe zij hun leefomgeving vormgeven. Ideeën die breed gedragen worden in de samenleving, hebben meer kans van slagen dan ideeën die alleen vanuit de overheid worden bedacht. We willen inwoners snel informeren over actuele zaken, en inwoners moeten snel hun mening kunnen geven. Het belangrijkste is, dat we signalen van inwoners die input leveren serieus nemen. Gemeente en inwoners werken als partners samen. Dat betekent dat we niet langer vanuit het gemeentehuis bedenken wat allemaal goed is, maar initiatieven van inwoners ondersteunen. De gemeente stelt zich meer naar buiten open richting inwoners, sociale partners, instellingen en verenigingen.
197
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen Andere tijden andere gemeente betekent, zeker ook bij de Wmo, dat van de gemeente verwacht mag worden dat de uitvoering efficiënt en effectief wordt georganiseerd. In dit kader kan worden bespaard op de formatie in de uitvoering. Daarnaast passen we het profijtbeginsel toe waaruit de bezuinigingen bij nr 30 en 29 voortkomen. Het profijtbeginsel past bij een tijd waarbij meer verantwoordelijkheid bij de burger komt te liggen. Het uitgaan van de eigen kracht van burgers is één van de pijlers van de Kanteling. Dat dit uiteindelijk zal leiden tot een daling in het aantal verstrekkingen (nr 31) is een logisch gevolg hiervan. Uitgangspunt bij een aantal bezuinigingsvoorstellen is dat inwoners zelfredzamer worden en meer eigen verantwoordelijkheid hebben voor de situatie waarin zij leven en op het gebied van wonen, werken en zorg. Vrijwilligers spelen een grotere rol bij het in stand houden van zorg- en welzijnsvoorzieningen. Om de inwoners van de gemeente Nieuwkoop goed te blijven ondersteunen, is een sterke vrijwilligersstructuur nodig. De gemeente constateert dat het aantal bezoeken aan het SPP in Ter Aar sterk achterblijft bij het SPP in Nieuwkoop (ca. 5% van het aantal bezoeken), en beziet daarom of er andere werkwijzen mogelijk zijn. De inzet van vrijwilligers is van groot belang. De inzet van de gemeente op dit gebied is via subsidiegelden al stevig. In de nu op te stellen Uitvoeringsagenda Vrijwilligers wordt tot een bedrag van € 20.000,- per jaar aan extra budget vrijgemaakt, in plaats van het hiervoor geraamde budget van € 40.000,-. Volgens het college moet het met dit bedrag mogelijk zijn een impuls te geven aan het vrijwilligerswerk.. Tegelijkertijd werkt het college, zie Nr. 38, aan een herziening van het beleid rond de subsidiëring van vrijwilligers, zodat daarmee beter richting kan worden gegeven aan de gewenste ontwikkeling.
Bijlagen
Al sinds jaren vervult de stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland een rol in het jeugd- en jongerenwerk. Het college onderkent nut en noodzaak van deze inzet en onderzoekt de mogelijkheden om het werk beter te integreren in de eigen werkzaamheden op dit gebied en het hiermee doelmatiger en effectiever te maken. Het Serviceplein in Alphen aan den Rijn is het gemeenteloket op het gebied van werk en inkomen. De huisvesting van statushouders is na de opheffing van ISDR niet opgenomen in de DVO met Alphen aan den Rijn vanwege bestaande subsidieverplichtingen en afwijkingen in de uitvoering. De voorgestane integrale aanpak leidt ertoe dat deze mogelijkheid van begeleiding voor deze doelgroep er nu wel is en dat gelijktijdig ook de zelfredzaamheid van deze burgers wordt bevorderd. Het Maatschappelijk Werk is een laagdrempelige voorziening die er op gericht is op veelal preventieve wijze zorg te bieden aan hulpbehoevenden. In de rol van het maatschappelijk werk is een verandering zichtbaar: van bureauwerk naar netwerk. Een rol die past binnen de sociaal-maatschappelijke structuur die verwoord is in de MSV. Hierdoor is op termijn ook een meer doelmatige en effectievere inzet mogelijk. In 2014 wordt de systematiek met betrekking tot de verstrekking van subsidies herijkt. Dit kan leiden tot een aangepaste werkwijze. Er wordt onder andere gekeken naar de systematiek die gemeente Kaag en Braassem hanteert.
198
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´
Bijlagen
C.
Bezuinigingsvoorstellen
Nr
Score
Bezuiniging
2014
2015
2016
2017
30
100
Leges rekenen voor no-shows indicatiearts
500
500
500
500
32
100
Besparing formatie Wmo
79.500
79.500
79.500
79.500
39
100
In 2013 is besloten de functie coördinatie CJG binnen de gemeentelijke formatie vorm te geven. Hiermee is een besparing gerealiseerd van 23.000. structureel.
23.000
23.000
23.000
23.000
41
100
Efficiencykorting Maatschappelijk werk
9.800
9.800
9.800
9.800
29
80
Gehandicaptenparkeerkaart: leges rekenen voor indicatie o.b.v dossier
4.000
4.000
4.000
4.000
31
70
Taakstelling op budgetten in verband met de Kanteling conform beleidsplan Wmo
53.600
53.600
53.600
33
80
Afbouw subsidie aan Service Pluspunt Ter Aar vanwege weinig bezoekers. Mogelijkheden andere werkwijzen verkennen/centraliseren (vestiging Ter Aar sluiten).
10.000
10.000
10.000
35
72
Jeugd- en Jongerenwerk, heroriëntatie op werkwijze met als taakstelling 50.000
50.000
50.000
50.000
34
64
Uitvoeringsagenda vrijwilligers minder ambitieus opzetten
20.000
20.000
20.000
42
64
Taakstelling huisvestiging statushouders anders organiseren. Beëindiging subsidie Vluchtelingenwerk Nederland - taken onderbrengen bij Alphen aan den Rijn. AadR geeft voldoende kwaliteit voor veel minder kosten.
25.000
25.000
25.000
40
50
Op dit moment financiert de provincie, dmv de RAS-gelden, het schoolmaatschappelijk werk, ten bedrage van 25.000. Vanaf 2014 moet de gemeente deze kosten in zijn begroting opnemen. Doel is het schoolmaatschappelijk werk op te nemen in de subsidie voor het maatschappelijk werk. Dit houdt een bezuiniging in op het Algemeen werk.
Pm
Pm
Pm
36
40
Jeugd- en Jongerenwerk, afbouw subsidie aan De Schakel, afstoten vastgoed
Pm
Pm
pm
37
0
Afstoten Parola
35.000
35.000
35.000
38
0
Op dit moment betalen we aan subsidies voor vrijwilligersorganisaties. In 2014 dit hele stelsel bezien op doelmatigheid en doeltreffendheid.
34.500
34.500
34.500
20.000
Pm
D. Consequenties van de maatregelen De bezuinigingsvoorstellen zijn gericht op andere werkwijzen om het Maatschappelijk Werk, het jeugd- en jongerenwerk, de servicepluspunten en de huisvesting van statushouders uit te voeren. Het college richt zich daarbij op de organisatie van het werk, dus op een doelmatiger en effectievere uitvoering. Er zal dan ook geen sprake zijn van maatschappelijke consequenties.
199
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 5 Sport en ontspanning A. Uitgangspunten notitie Sporten en bewegen is goed voor mensen. Het bevordert de gezondheid en sociale samenhang. Omdat de gemeente Nieuwkoop dit belangrijk vindt, faciliteert de gemeente sporters en sportverenigingen, onder andere door het verstrekken van subsidies. Niet elke sport of andere bezigheid hoeft over een eigen accommodatie te beschikken. De gemeente bekijkt in overleg met gebruikers welke faciliteiten nodig zijn voor een bepaalde vorm van vrijetijdsbesteding. Sport, bewegen en spelen kunnen ook plaatsvinden in de natuur, op school en op andere ontmoetingsplekken. Juist in het groene Nieuwkoop biedt de openbare ruimte veel mogelijkheden. De gemeente kijkt kritisch naar de spreiding van (basis)voorzieningen. Het aanbod in onze gemeente is groot in relatie tot het aantal inwoners. Door de toegenomen mobiliteit van mensen is het niet noodzakelijk dat elk dorp over eigen accommodaties beschikt. De gemeente stemt het voorzieningenniveau meer af tussen de kernen en kijkt ook naar voorzieningen in kernen van andere aangrenzende gemeenten. Reistijd naar een voorziening is een belangrijkere afweging dan een dorpskern of gemeentegrens.
Bijlagen
Voor een beperkt aantal vrijetijdsvoorzieningen geldt dat deze bijna niet commercieel zijn te realiseren en exploiteren en wel wenselijk zijn als locatie voor vrijetijdsactiviteiten. Voorbeelden zijn sporthallen, sportvelden of een zwembad. Hier investeert de gemeente wel in, maar met een kritische blik op efficiënt gebruik en spreiding van voorzieningen. De voorzieningen die er zijn, zijn multifunctioneel bruikbaar, duurzaam en van goede kwaliteit. Privaat beheer van deze voorzieningen heeft de voorkeur. Het overschot aan accommodaties wordt teruggebracht. De gebruikers van vrijetijdsvoorzieningen spelen een grote rol bij het creëren van een vraaggericht aanbod aan vrijetijdsvoorzieningen. Niet eigendom, beheer en exploitatie van vrijetijdsvoorzieningen zijn de gemeentelijke kerntaak, maar het faciliteren ervan. De gemeente staat open voor initiatieven van particuliere partijen op dit vlak. Het is niet vanzelfsprekend meer dat alleen gemeenten accommodaties beheren en exploiteren, ook groepen gebruikers en commerciële organisaties komen in beeld. Randvoorwaarden zijn wel, dat de kwaliteit en toegankelijkheid van voorzieningen op het gewenste niveau blijven en dat afspraken over beheer en onderhoud duidelijk zijn. B. Van uitgangspuntennotitie naar bezuinigingsvoorstellen Het Traject Binnensportaccommodaties is erop gericht om een doelmatiger en effectiever beheer en gebruik van deze accommodaties en de zwembaden te bewerkstelligen. Er worden diverse mogelijkheden onderzocht die tevens kunnen leiden tot lagere structurele kosten. In dit traject worden ook de keuze voor de afbouw van de subsidie van zwembad Aarweide en de aanpassing van tarieven van zwembad de Wel meegewogen. C.
Bezuinigingsmaatregelen
Nr
Score
46
40
44 45
Bezuiniging
2014
2015
2016
2017
100.000
100.000
0
Sportaccommodaties, er staat nog 100.000 taakstelling uit het aangepaste collegeprogramma, voorstel is aanvullende taakstelling van 100.000 Zwembad Aarweide, afbouw subsidie
20.000
20.000
20.000
0
Zwembad de Wel, tarief aanpassen
20.000
20.000
20.000
D. Consequenties van de maatregelen Het Traject Binnensportaccommodaties is bedoeld om een doelmatiger en effectiever gebruik en beheer van deze accommodaties te bewerkstelligen. Gedurende het proces wordt in beeld gebracht wat de (maatschappelijke) consequenties zijn.
200
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 6 Onderwijs en cultuur A. Uitgangspuntennotitie Goed onderwijs geeft kinderen de kans op een toekomst waarin zij zelf hun leven goed kunnen vorm geven. En leren in een goed gebouw stimuleert. De gemeente neemt daarom haar verantwoordelijkheid voor de huisvesting en het onderhoud van de schoolgebouwen serieus. Op basis van de leerlingenprognose beschikt de gemeente over een actueel Integraal Huisvestingsplan (IHP). Binnen de Lokale Educatieve Agenda (LEA) verdelen de scholen middelen die de gemeente beschikbaar stelt voor bijvoorbeeld het bewegingsonderwijs en de verkeersveiligheid. De bijdrage aan onderwijsbegeleiding wordt voortaan rechtstreeks aan de scholen uitgekeerd. Dit geeft de scholen meer vrijheid in de uitvoering van de begeleiding voor leerlingen die het nodig hebben.
Bijlagen
Een school heeft een sociale functie binnen een kern en draagt bij aan een positieve leefomgeving. De gemeente stimuleert de samenwerking tussen scholen in kleine kernen, zodat de onderwijsvoorziening gehandhaafd kan worden. Hierbij kijken we ook buiten de gemeente; het voedingsgebied is bepalend, ook over de gemeentegrenzen heen. De scholen kunnen de link leggen naar andere maatschappelijke organisaties zoals sport- en muziekverenigingen of scouting, zodat er een netwerk ontstaat dat het kind ondersteunt bij zijn ontwikkeling. De gemeente stimuleert en motiveert het onderwijs om deze bredere maatschappelijke functie op zich te nemen en ondersteunt het onderwijs daarin. Indien nodig legt de gemeente de verbinding met maatschappelijke organisaties. Naast inhoudelijke samenwerking, kijken we ook naar mogelijkheden voor fysieke clustering van instellingen. Hierbij kijken we eerst naar mogelijke transformatie van bestaande schoolgebouwen. Maatschappelijke accommodaties waar de gemeente een andere bestemming voor zoekt, bekijken we ook op de mogelijkheid voor transformatie naar een multifunctionele accommodatie. Clustering van voorzieningen betekent in algemene zin dat de gebruikers anders met het gebruik van de ruimte moeten omgaan. Het is meer dan een optelsom van vierkante meters. Instellingen moeten leren ruimte te delen. Nieuwkoop biedt ruimte aan kunst en cultuur. Het samen creëren en beleven van kunst en cultuur schept een band tussen inwoners, en versterkt de sociale cohesie in onze gemeenschap. Door accommodaties multifunctioneler te gebruiken en voorzieningen te clusteren maken we efficiënter gebruik van ruimte en budgetten. Ook vergroot het de mogelijkheden van samenwerking tussen gebruikers. Dit leidt tot een groter financieel en maatschappelijk rendement van voorzieningen. Het draagt bij aan een aanbod van vrijetijdsvoorzieningen dat is afgestemd op de behoefte op de lange termijn. Bij het combineren van functies kijken we niet alleen naar functies op het gebied van vrije tijd, maar ook op het gebied van zorg, welzijn en bijvoorbeeld kinderopvang. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen Het college bereidt momenteel een nieuw beleid op de monumentenzorg voor waarin meer differentiatie mogelijk is en beter gestuurd kan worden op de beeldkwaliteit. Verwacht wordt dat voor deze nieuwe werkwijze minder middelen nodig zijn. Door het in stand houden van monumenten kunnen deze worden ingezet voor cultuureducatie voor jongeren.
201
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ C.
Bezuinigingsmaatregelen
Nr
Score
Bezuiniging
111
100
Dubbele raming van herstel door schades en vandalisme van onderwijsgebouwen.
47.a
80
Korting op subsidies voor monumenten
48
16
Afbouw subsidie Schoolbegeleidingsdienst, betrekken bij LEA
46
5
Openbaar bibliotheekwerk, sluiting vestiging en afbouw subsidie met 25%. Alternatieven op het gebied van digitalisering onderzoeken, financiële opbrengst onderbouwen na principe uitspraak
47.b
0
Volledig schrappen subsidies voor monumenten (extra t.o.v. 47.a)
2014
2015
2016
2017
12.700
12.700
12.700
12.700
5.000
5.000
5.000
20.000
20.000
20.000
Pm
Pm
Pm
45.000
45.000
45.000
Bijlagen
D. Consequenties van de maatregelen Het schrappen van de dubbele raming van herstel van schades is een rekentechnische aanpassing. Dit levert geen maatschappelijke consequenties op. De korting van 10% op de monumentenzorg levert geen maatschappelijke consequenties op.
202
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 7 Economische participatie A. Uitgangspuntennotitie De gemeente biedt mensen die tijdelijk of permanent geen eigen inkomen kunnen verwerven een vangnet. Via het serviceplein in Alphen aan den Rijn biedt de gemeente werkzoekenden de kans weer aan het werk te komen. Wanneer dat niet op korte termijn mogelijk is verstrekt de gemeente een uitkering. De gemeente gaat er daarbij van uit dat mensen zich inspannen voor dat doel. Is dat niet het geval, dan zet de gemeente handhavingsinstrumenten in. Werken naar vermogen is het centrale thema. Een betaalde baan is het beste middel om te participeren in de samenleving en om zelfstandig te zijn. Het belangrijkste instrument voor de gemeente zijn werkervaringsplaatsen, korte trainingen en functie- of branchegerichte opleidingen. Uitgangspunt is, voorkomen van langdurige werkloosheid en inspelen op de flexibele arbeidsmarkt. De gemeente ondersteunt matchbare en kansrijke werkzoekenden, die dit niet op eigen kracht kunnen, richting de reguliere arbeidsmarkt. De vraag van de arbeidsmarkt is daarbij leidend. Geen trajecten bij sectoren waarin weinig werk te vinden is. Om werklozen succesvol te laten re-integreren, moeten zij werk accepteren in branches waar veel werkgelegenheid is, ook al heeft werk in deze branche niet hun voorkeur. Jongeren tot 27 jaar bieden we een re-integratietraject aan.
Bijlagen
Inwoners die tijdelijk niet kunnen werken, stimuleren we sociaal actief te worden of te blijven. Iedereen werkt naar vermogen of levert een bijdrage aan de samenleving. Doet een inwoner een beroep op een uitkering, dan verwacht de gemeente daar een prestatie voor terug. Nieuwkoop bemiddelt langdurig werklozen naar een maatschappelijk nuttige activiteit. De arbeidsmarkt overschrijdt gemeentegrenzen. Daarom werkt Nieuwkoop intensief samen met andere gemeenten in de regio. Wij bundelen onze kennis over de arbeidsmarkt en re-integratie. Daarnaast werkt de gemeente zoveel mogelijk samen in de uitvoering van participatie- en arbeidsmarktbeleid. Hierin werken we samen met werkgevers en het onderwijsveld. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen Op dit werkveld zijn momenteel geen bezuinigingen voorgesteld. Het veld is vanwege de komst van de Participatiewet en de huidige economische omstandigheden te sterk in beweging. C. Bezuinigingsmaatregelen Er worden op dit moment nog geen bezuinigingsvoorstellen gedaan. D. Consequenties van de maatregelen Niet van toepassing
203
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 8 Openbare orde en veiligheid A. Uitgangspuntennotitie Een veilige woon- en leefomgeving is een basis voorwaarde voor het bevorderen van sociale cohesie en participatie. Om het veiligheidsgevoel en –beeld op het huidig niveau te behouden en te vergroten zijn toezicht en handhaving van primair belang. Gezien de veiligheidsthema`s, regionale samenwerking en, vaak door deregulering, nieuwe wetgeving/wetsverruimingen wordt de nadruk gelegd op de handhaving van de integrale veiligheid waardoor dit centraal in de uitvoering staat. Het niet naleven van een afspraak, levert een risico op. Een risico op schade: ‘maatschappelijke schade’. De inwoners van Nieuwkoop hebben recht op handhaving daar waar maatschappelijke schade aanwezig is. Maar dat wil niet zeggen dat altijd gehandhaafd wordt waar maatschappelijke schade aanwezig is. Handhaven is er niet ‘voor het handhaven’. Handhaving vereist prioriteiten stellen. Controle is nodig. Als er niet gecontroleerd wordt, weet je als overheid niet of er wel of geen regelovertreding plaatsvindt. Regelovertreding komt tot uitdrukking in (strafbare) feiten, overtredingen, maar wordt veroorzaakt door mensen, bedrijven. Overtreding van regels ontstaat waar bij burgers en bedrijven nalevingsbereidheid ontbreekt. Uiteraard heeft de burger een eigen verantwoordelijkheid om democratisch gelegitimeerde regels na te leven. In de gemeente Nieuwkoop is het uitgangspunt dat het grootste deel van de samenleving het grootste deel van de regels naleeft. Maar dat betekent ook dat niet iedereen altijd alle regels naleeft.
Bijlagen
Door het stimuleren van de sociale controle en een bij de burger hogere bewustwording van de omgeving kunnen accenten verlegd worden van APV gerelateerd toezicht naar toezicht op (sociale) veiligheid. Dit moet leiden tot een grotere nalevingsbereidheid en een verlaging van het aantal regelovertredingen. Voorlichting en handhavingscommunicatie zijn daarom zeer belangrijk. Naleven in de toekomst is belangrijker dan het bestraffen van daden in het verleden. Er wordt naar synergie gezocht door samenwerking met andere toezichthouders van publieke partners. Met die toezichthouders worden samenwerkingsovereenkomsten gesloten waarin afspraken gemaakt worden over gezamenlijk uit te voeren controles en het uitwisselen van informatie. Voor – grote(re) – evenementen wordt een strategie van preventieve handhaving gepraktiseerd, jaarlijks op basis van een nadere selectie, ook uit een oogpunt van capaciteit. De onderdelen van toezicht en handhaving, de werkwijze en de eventuele sancties worden vooraf met de organisatie doorgesproken. Deze werkwijze weet zich verzekerd van een maatschappelijk draagvlak, niet alleen bij vergunninghouders, maar dient ook het belang van omwonenden, en dus van de leefomgeving. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen De rampenbestrijding is sober, maar doelmatig georganiseerd. En we voldoen aan de wettelijke eisen. Opleidingen worden door de regio gezamenlijk ingekocht en levert schaalvoordelen op. Door zelfwerkzaamheid kan het budget voor oefeningen worden verlaagd. Het aantal aansluitingen voor vaste telefonie kan, zonder concessies te doen aan de kwaliteit, worden verminderd en daardoor ook het budget verlaagd. Binnen de budgetten van Toezicht en Handhaving zijn gelden gereserveerd voor bijvoorbeeld aanvullend advies in complexe zaken, maar ook voor extra toezicht op overlast na horecabezoek. Van deze budgetten wordt niet elk jaar gebuikt gemaakt, daarom stelt het college voor ze niet structureel op te voeren. De Nieuwkoopse horeca maakt op een aantal plaatsen gebruik van gemeente-eigendommen voor de inrichting van terrassen. Het college is van mening dat dit gebruik in een huurstelsel kan worden gegoten.
204
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ C.
Bezuinigingsmaatregelen
Nr
Score
5052 53
100
54
40
80
Bezuiniging
2014
2015
2016
2017
Verlagen budgetten rampenbestrijding in verband met structurele onderuitputting Structurele onderuitputting Toezicht en Handhaving
5.000
7.700
5.000
5.700
7.000
7.000
7.000
7.000
Terrassen gemeentegrond in verhuurstelsel
5.000
10.000
10.000
10.000
D. Consequenties van de maatregelen De maatregelen op het terrein van de rampenbestrijding hebben geen consequenties voor de kwaliteit van de rampenbestrijdingsorganisatie. Het verlagen van budgetten Toezicht en Handhaving in verband met onderuitputting is een rekentechnische aanpassing. Dit levert geen maatschappelijke consequenties op.
Bijlagen
Door het instellen van een huurstelsel voor terrassen zullen de betrokken horecaondernemers hogere lasten ervaren (geel gearceerd, bezuiniging wordt niet door college voorgesteld).
205
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 9 Klant contact centrum A. Uitgangspuntennotitie Het dienstverleningsconcept voor Nieuwkoop gaat uit van de ontwikkeling van de dienstverlening op basis van het landelijke concept Antwoord©. In de eerste plaats moet de burger snel en via meer kanalen (schriftelijk, elektronisch, telefonisch en persoonlijk via de balie) direct kunnen worden bediend. In de tweede plaats gaat het dienstverleningsconcept uit van de inrichting van een Klant Contact Centrum. Het KCC wordt het primaire onderdeel van de gemeente waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen voor overheidsproducten en diensten via het fysieke loket, internet, de balie, de telefoon en de post. De actuele criteria voor onze dienstverlening zijn: “De dienstverlening moet een positieve bijdrage leveren aan het welzijnsgevoel van de inwoner. Onze dienstverlening moet bereikbaar, betrouwbaar, consistent, begrijpelijk, dienstbaar, proactief en voorspelbaar zijn.”
Bijlagen
Het is financieel gezien een uitdaging om de bereikte kwaliteit op peil te houden. Ontwikkelingen zetten zich door, systemen raken verouderd en dit vraagt nieuwe investeringen. Ook het rijk zit niet stil en komt met nieuwe verplichtingen op het gebied van de informatievoorziening in het Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid (inup). Tenslotte zijn er verschillende trends en ontwikkelingen die ons ertoe zetten om naar onze ambities op het gebied van dienstverlening en informatievoorziening te kijken. Voorbeelden hiervan zijn de steeds maar verdergaande digitalisering van de samenleving en de nadruk op persoonsgerichte ondersteuning bij complexe vormen van dienstverlening. Andere tijden betekent voor dienstverlening niet dat onze dienstverleningscriteria van de baan zijn. Deze blijven onverkort actueel. We staan voor een goede kwaliteit van eigentijdse en toekomstbestendige dienstverlening. We willen ons blijven ontwikkelen en blijven in de pas met de landelijke ontwikkelingen. Wetgeving is hierin leidend. Wel moeten we nadenken over de wijze waarop we deze doelen willen bereiken. Steeds meer zal onze dienstverlening ook adequaat, effectief en efficiënt moeten zijn. Uiteindelijk willen we onze dienstverlening structureel goedkoper maken. Kanaalsturing en investeringen in digitale dienstverlening zijn hiervoor nodig. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen Het goedkoper maken van onze dienstverlening door Kanaalsturing en verbetering van onze digitale dienstverlening, zijn niet opgenomen in dit bezuinigingstraject. Dit onderwerp komt terug in een business case welke het college in het 1e kwartaal van 2014 aan de raad voorlegt. De bezuinigingsvoorstellen voor dit programma kunnen worden teruggeleid tot het principe dat de diensten die wij verlenen efficiënt en adequaat moeten zijn. We gaan hierbij uit van wat noodzakelijk is en luxe in onze processen past hier zeker niet bij (nr 56, 57, 55, 58,59). Ook kijken we continue naar het verbeteren en meer lean maken van onze processen. Een bezuiniging op de formatie bij burgerzaken komt hieruit voort. Hierbij zijn we uitgegaan van de huidige servicenormen die zijn opgenomen in het kwaliteitshandvest.
206
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ C.
Bezuinigingsmaatregelen
Nr
Score
Bezuiniging
57
100
opzeggen contract geldtelmachines (Moneytronic)
58
100
Uitstellen vervanging Klantgeleidingssysteem met twee jaar
8.500
59
100
Uitstellen vervanging Kassasysteem met twee jaar
6.900
60
100
besparing formatie (0,57 fte schaal 8)
55
0
opzeggen contract bloemen huwelijk en KCC
2014
2015
2016
2017
200
200
200
200
30.500
30.500
30.500
30.500
780
780
780
780
Bijlagen
D. Consequenties van de maatregelen Er zijn geen maatschappelijke consequenties. Op de huwelijkslocatie in Nieuwveen (gemeentehuis) staan geen bloemen meer ter versiering van de locatie.
207
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Programma 10 Bestuur A. Uitgangspuntennotitie Maatschappelijk initiatief Het thema andere tijd, andere gemeente heeft op het programma bestuur een grote impact. Niet zozeer financieel wellicht, maar wel inhoudelijk. De ‘andere overheid’ laat namelijk ‘los’, vertrouwt op het maatschappelijk initiatief en faciliteert en stimuleert. We willen bezien in hoeverre dit binnen de dorpsraden vorm kan krijgen. Dit zijn bestaande initiatieven, of initiatieven in wording. Leidend daarbij is dat de gemeente maatschappelijk initiatief faciliteert en stimuleert en daarmee probeert minder sturend te zijn op inhoud.
Bijlagen
Sober besturen Andere tijd, andere gemeente betekent dat iedereen zijn steentje moet bijdragen in deze tijd. Daar hoort niet in de laatste plaats ook politiek bestuurlijke soberheid en doelmatigheid bij. Hoewel we de indruk hebben dat Nieuwkoop vrij sober wordt bestuurd, beoordelen we met die blik de begroting. Vanzelfsprekend moeten politiek en bestuur voldoende gefaciliteerd worden in hun rol. De omvang van de gemeenteraad staat vast, maar het is aan de gemeenteraad of hij de maximale formatie voor wethouders wil benutten. Dit betekent dat politiek en bestuur worden gekenmerkt door soberheid en doelmatigheid maar daarnaast voldoende worden gefaciliteerd om hun rol te vervullen. Regionale netwerken Voor steeds meer maatschappelijke opgaven geldt dat zij een bovenlokale opgave zijn. Deze worden via netwerken opgepakt. Het ideale netwerk voor alle oplossingen bestaat niet. Nieuwkoop is zelfbewust ten aanzien van de regio, draagt bij en verwacht een bijdrage. Ten aanzien van regionale samenwerking heeft Nieuwkoop een kritische en pragmatische instelling. Als we ergens aan deelnemen, dan leveren we ook een bijdrage. We vragen ook van samenwerkingspartners om een steentje bij te dragen in de noodzakelijke rolsprong van de overheid en de financiële opgave. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen Vanuit een politiek bestuurlijke soberheid en doelmatigheid gedachte kan in het meerjarenperspectief worden uitgegaan van 3,0 fte aan wethouders. Op dit moment hebben we 3,5 fte. Uit de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen en de daaropvolgende coalitieonderhandelingen moet blijken of het bestuurlijk mogelijk is. Het motto sober besturen werken we verder uit door het representatiebudget van het college verder te verlagen. We hanteren als uitgangspunt om kritisch te kijken naar bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Ten aanzien van Holland Rijnland zien we het karakter veranderen. We zullen van minder vastomlijnde netwerken overgaan naar meer themagericht samenwerken binnen het netwerk. Binnen de organisatie hebben we daarvoor capaciteit vrijgemaakt. Binnen Holland Rijnland vindt op dit moment een herbezinning plaats. Er zijn voorstellen gedaan om de gemeentelijke bijdrage met 25% te beperken. Andere voorstellen gingen nog verder. Het voorstel gaat uit van een taakstelling van ongeveer 25% per 2017 en 12,5% vanaf 2015. Het aframen van de restformatie voor de coördinator dorpsgericht werken past bij het idee van een effectieve en adequate uitvoering van onze taken. Gebleken is dat de uitvoering van deze taken met minder uren kan plaatsvinden dan formatief begroot. De dorpsraden worden voor de rest van het budget wat door de raad beschikbaar is gesteld gefaciliteerd. Ook de bezuinigingen met betrekking tot Nieuwkoop Nieuws en vermelding telefoongids zijn ingegeven door meer adequate en soberdere uitvoering van onze taken.
208
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Bezuinigingsmaatregelen
Bijlagen
C. Nr
Score
63
100
65
Bezuiniging
2014
2015
2016
2017
afboeken restformatie 0,222 fte 10a coördinator dorpsgericht werken
15.700
15.700
15.700
15.700
100
overgaan tot basisvermelding telefoongids (4.000 besparing) of GEEN vermelding meer in de telefoongids (4.555 besparing)
4.000
4.000
4.000
4.000
64
80
Het representatiebudget van het college terugbrengen van € 40.000 naar € 25.000. Gedeeltelijk is hier sprake van structurele onderbenutting. Voor grotere projecten (zoals polder 200) zal separaat budget moeten worden vrijgemaakt.
15000
15.000
15.000
15.000
66
80
Nieuwkoop Nieuws. Meer burgerpanel en digitale uitgifte.
5.000
10.000
10.000
10.000
61
50
Het aantal wethouders na de verkiezingen terug brengen tot 3 fte. Dit past binnen de landelijke discussie over een compactere overheid en minder bestuurders.
30.000
45.000
45.000
45.000
62
40
I.h.k.v. de discussie omtrent de herpositionering van Holland Rijnland heeft de bm. van Leiden voorgesteld taakstellend 25% van het budget te bezuinigen. De huidige bijdrage van Nieuwkoop bedraagt ongeveer € 225.000. Vanaf 2017 wordt € 50.000 besparing ingeboekt. In verband met de aanloop naar deze taakstelling in 2015 en 2016 € 25.000.
25.000
25.000
50.000
D. Consequenties van de maatregelen Het college heeft besloten een deel van het door de raad beschikbare budget voor dorpsgericht werken te besteden aan personele invulling voor een coördinator dorpsgericht werken. Nu deze formatie deels niet wordt ingevuld en ook niet noodzakelijk blijkt is er bij aframing minder budget besteed dan de raad oorspronkelijk ter beschikking had gesteld voor deze activiteit. Het college hecht veel waarde aan het informeren van haar burgers en beschouwt Nieuwkoop Nieuws als een goed middel hiervoor. Het bezuinigingsvoorstel met betrekking tot Nieuwkoop Nieuws gaat uit van een soberder uitvoering van Nieuwkoop Nieuws en er wordt onderzocht of er verschillende manieren zijn om Nieuwkoop Nieuws aan te bieden. De maatschappelijke consequenties hiervan zijn gering. We zorgen ervoor dat de inwoners voldoende adequaat geïnformeerd blijven. Nu niet meegenomen bezuinigingen: Er is geen direct maatschappelijk effect van het verminderen van het aantal collegeleden. Er is wel een risico dat het bestuur minder bereikbaar is voor inwoners en dat besluiten door een kleinere coalitie worden ondersteund.
209
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Algemene dekkingsmiddelen Het maatschappelijk effect van het verlagen van de bijdrage aan Holland Rijnland is niet bekend. Dit is afhankelijk van de invulling die Holland Rijnland kiest met betrekking tot deze taakstelling. A. Uitgangspuntennotitie Hierover staat geen tekst opgenomen in de uitgangspuntennotitie. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen Uitgangspunt is een sobere en doelmatige uitvoering van de basistaken. Daarin past ook een verlaging van de post onvoorzien. Over de noodzaak tot het verhogen van tarieven en/of invoering van andere belastingen om voldoende dekkingsmiddelen te genereren, zal discussie in de raad plaatsvinden.
Bijlagen
C.
Bezuinigingsmaatregelen Nr
Score
67
100
71
Bezuiniging
2014
2015
2016
2017
De post onvoorzien is reeds lange tijd in de begroting opgenomen. De hoogte is nog gebaseerd op het guldentijdperk, ongeveer 10 gulden per inwoner. Waar in veel gemeenten de post onvoorzien vaak wordt aangewend, is dat in Nieuwkoop niet het geval. Keerzijde is echter dat de tijd steeds onzekerder wordt en dat de voorspelbaarheid steeds beperkter wordt. Voorgesteld wordt om de post onvoorzien te baseren op 3 euro per inwoner.
50.000
50.000
50.000
50.000
70
10% verhogen tarief precariobelasting bovenop de inflatie van 3%.
60.939
55.789
50.639
45.639
70
40
Verhogen tarief forensenbelasting bovenop de inflatie van 3%. Bedrag is 1% extra verhoging van het tarief.
1.339
1.339
1.339
1.339
68
35
Verhogen tarief OZB en RZB bovenop de inflatie van 3%. Bij 1% aanvullende stijging, dan € 68,262 extra opbrengst.
68.262
68.262
68.262
68.262
69
0
Verhogen tarief hondenbelasting bovenop de inflatie van 3%. Bedrag is 1% extra verhoging tarief.
667
667
667
667
72
0
Invoeren precariobelasting op reclameborden ed.*
15.000
15.000
15.000
15.000
Deze belasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De opbrengst van precariobelasting komt ten goede van de algemene middelen. De precariobelasting is per 1 januari 2008 in Nieuwkoop ingevoerd. Al op 16 maart 2008 is er vrijstelling verleend voor bruggen/dammen en in- en uitritten. In 2010 kwam daar nog de vrijstelling voor zonneschermen en reclameuitingen bij om zo de administratieve lastendruk voor ondernemers te verlagen. Motivatie was destijds stimulering van de lokale economie en de geringe opbrengst. D. Consequenties van de maatregelen Er zijn geen consequenties door de aanpassing van de post onvoorzien.
210
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Bedrijfsvoering en ambtelijke organisatie A. Uitgangspuntennotitie Hierover staat geen tekst opgenomen in de uitgangspuntennotitie. B. Van uitgangspunten naar bezuinigingsvoorstellen Bij een sobere en doelmatige uitvoering van taken past een versobering van de interne producten, efficiëntie en het lean maken van processen. Dat betekent het doen van vervangingsinvesteringen op het moment dat dat echt nodig is. Niet omdat de economische levensduur verstreken is, maar omdat de investering technisch vraagt om vervanging (96, 103, 104, 105, 108). Daar waar mogelijk worden leverancierscontracten afgesloten die financieel gunstiger zijn (110, 97, 101). Door werkprocessen eenvoudiger te maken en slim te werken met automatisering is reductie van formatie mogelijk (100, 102). Voorstellen met een score lager dan 80 op het terrein van Personeel en Organisatie betekent dat over deze voorstellen overleg moet worden gepleegd met de plaatselijke commissie voor G.O. op basis van overeenstemmingsvereiste. De organisatie is in beweging. Minder beleid, meer uitvoering en participatie, maar ook de druk om te bezuinigingen gaat de organisatie veranderen. Dat is geen statisch proces, maar steeds wordt gezocht naar een goede balans tussen lean uitvoeren, de gewenste kwaliteit en de inzet van middelen. Deze benaderingswijze heeft inmiddels geleid tot behoorlijke bezuinigingsvoorstellen op de bedrijfsvoering en de ambtelijke organisatie.
Bijlagen
C.
Bezuinigingsmaatregelen
Nr
Score
Bezuiniging
2014
2015
2016
2017
74
100
Niet vervangen systeem tijd / en aanwezigheidsregistratie
12.800
12.800
12.800
76
100
Verlaging budget voor externe controle op personeels- en salarisadministratie door het in eigen beheer uitvoeren.
5.000
5.000
5.000
5.000
80
100
Structureel verlagen budget werving en selectie ivm minder vacatures
10.500
10.500
10.500
10.500
96
100
Vervanging bode- auto 2014 naar 2016
3.800
3.800
98
100
Catering/catering college- en raadsactiviteiten, 3500 was vorig jaar over op budget.
3.500
3.500
3.500
3.500
100
100
Formatie inleveren bij bodes (0,44 fte schaal 4)
18.300
18.300
18.300
18.300
102
100
Formatie bestuurssecretariaat (0,5 fte) en restant vacature projectmedewerker (0,167 fte)
33.125
33.125
33.125
33.125
106
100
Hard en softwarekopp. omg. loket 2013, wordt gefinancierd uit overgehevelde WABO gelden
7.300
7.300
7.344
107
100
Hard en softwarekopp. omg. loket 2014, wordt gefinancierd uit overgehevelde WABO gelden
7.300
7.300
7.300
110
100
mobiele telefonie, goedkoper contract is al afgesloten
10.000
10.000
10.000
10.000
77
80
Afboeken restformatie: BO mdw ic/betalingen WMO, 0,5fte
27.862
27.862
27.862
27.862
211
Bijlagen
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Nr
Score
78
80
79
Bezuiniging
2014
2015
2016
2017
Afboeken restformatie: BO mdw fin.adm WMO 0,5 fte -/- 0,11 tbv BJZ
18.770
18.770
18.770
18.770
80
Afboeken restformatie: BO bel.adviseur financiën
32.000
32.000
32.000
32.000
81
80
Laten vervallen van de jaarlijkse gemeentedag (beperkt aantal deeln.)
15.000
15.000
15.000
15.000
82
80
Medewerkers tevredenheid onderzoek. Beperkter onderzoek en minder frequent; ipv 1x per 2 jaar 1x per 3 jaar (let op is nu al geen structureel budget meer voor)
pm
pm
pm
pm
83
80
Terugbrengen overuren: budget gebaseerd op overwerkvergoeding zwembad
25.000
25.000
25.000
25.000
94
80
Het centrale opleidingsbudget wordt taakstellend teruggebracht naar € 30.000. Er wordt een visie opgesteld op opleidingen. Ook op totaalniveau worden opleidingskosten bezien.
36.400
36.400
36.400
36.400
97
80
Contributies / abonnementen, hier is overigens al kritisch naar gekeken. Bezien moet worden in hoeverre meer bezuiniging mogelijk is.
7.000
14.000
14.000
14.000
101
80
copiers/printers: naar verwachting goedkoper contract na aanbesteding.
30.000
30.000
30.000
30.000
103
80
Meubilair 2015, werkplekken arbo conform houden tegemoet komen aan overige wensen afhankelijk van restant budget. Investering van 24.000 wordt gehalveerd.
1.500
1.500
104
80
Meubilair 2016, werkplekken arbo conform houden tegemoet komen aan overige wensen afhankelijk van restant budget. Investering van 24.000 wordt gehalveerd.
105
80
Keukenapparatuur 2014, alleen het strikt noodzakelijke vervangen.
86
72
Structureel verlagen budget van 46.238 naar 10.000 voor kleine blijken van waardering. Is cfm uitslag MTO (gebrek aan) transparantie en beperking hoogte gratificatie
85
70
Vervallen fitness regeling (8 deeln.)
75
70
Optimalisatie Financieel systeem ipv vervanging
212
1.500
3.200
3.200
3.200
36.238
36.238
36.238
36.238
pm
2.500
2.500
2.500
40.000
40.000
40.000
Bijlagen
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Nr
Score
Bezuiniging
2014
108
64
Vervanging I&A app. 2014, uitstellen investering van 100.000 in thinclients. Vervangen na 6 jaar ipv 5 jaar.
91
63
Hanteren van langere afschrijvingstermijnen en incidenteel uitstellen van vervangingen
8.000
84
56
Verlagen subsidie PV
95
50
92
2016
2017
8.000
8.000
8.000
1.500
1.500
1.500
1.500
Er is een centraal budget voor inhuur van € 50.000. Dit budget wordt taakstellend gehalveerd. Bij knelpunten in de formatie zijn er ook vaak onderbestedingen op de loonsom of vergoeding van UWV ter dekking beschikbaar.
25.000
25.000
25.000
25.000
48
Verminderen van het cosmetisch onderhoud. Haalbaarheid is per gebouw beoordeeld.
50.000
50.000
50.000
50.000
109
48
Vervanging I&A apparatuur 2016, gedeeltelijk doorschuiven naar 2017. Dit betreft vervangen van beamers en laptops voor 40.000. Betreft verschuiving in kapitaallasten.
87
0
Laten vervallen van het jaarlijkse teambuildingsactiviteit
12.750
12.750
12.750
12.750
88
0
Laten vervallen van het jaarlijkse kerstpakket
13.750
13.750
13.750
13.750
89
0
Laten vervallen vergoeding woon werkverkeer
pm
85.000
85.000
85.000
90
0
Vervallen fiets regeling
pm
7.500
7.500
7.500
93
0
Onderbrengen van de buitendienst in het gemeentelijke pand aan de Middelweg in Ter Aar.
100.000
100.000
99
0
Catering/personeel: cup a soup,
12.000
12.000
(karne-)melk
2015 36.600
14.700
12.000
12.000
D. Consequenties van de maatregelen De consequenties van de maatregelen met een score >60 zijn tegen de achtergrond van een sobere en doelmatige uitvoering acceptabel.
213
Notitie ´Andere tijd andere gemeente´ Gemeenteraad In dit bezuinigingstraject zijn de budgetten van de raad buiten beschouwing gelaten. Het is niet aan het college om over deze budgetten te beslissen. In het kader van het uitgangspunt sober besturen zijn in overleg met de griffie enkele budgetten benoemd waarbinnen voor de raad ruimte kan zijn om te bezuinigen. Of er op deze budgetten bezuinigd dient te worden is een keuze van de raad. Het betreffen de volgende budgetten: Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Training en opleiding raad*
10.000
7.000
7.000
7.000
Fractievergoeding
6.000
6.000
6.000
6.000
Raadsuitje
5.000
5.000
5.000
5.000
Raadsonderzoek
10.000
10.000
10.000
10.000
Rekenkamer
30.000
30.000
30.000
30.000
Representatie
3.500
3.500
3.500
3.500
Totaal
64.500
61.500
61.500
61.500
Bijlagen
Budget is € 7.000 structureel en € 10.000 in een verkiezingsjaar voor de gemeenteraad
214