VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS
Provincie West-Vlaanderen
Arrondissement Veurne
Administratieve entiteit ALVERINGEM
Gemeente LEISELE Parochiekerk Sint-Martinus KERK Een laatgotische hallenkerk was in 1583 afgebrand, op het koor na; in 1609 was de wederopbouw voltooid. In 1908 werd de kerk opnieuw geteisterd door een zware brand en in 1910 hersteld. Driebeukig gebouw van gele baksteen onder zadeldaken gedomineerd door een kruisingstoren.
De kerk is beschermd als monument, KB 20 II 1939. ORGEL Voorgeschiedenis Reeds van vóór 1600 was er een orgel in de kerk van Leisele aanwezig : het werd na de beeldenstorm hersteld in 1608; verdere historische gegevens hierover ontbreken. In 1633 zou een nieuw orgel gekocht zijn; ook hierover zijn geen bijzonderheden bekend. In 1743 werd een nieuw orgel geplaatst, wellicht door de Noordfranse orgelmakers J.-G. Gobert & J. Bosquet; in 1767 werd het hersteld door J.-G. Gobert (Rijsel) en diens nieuwe vennoot J.-J. van der Haeghen. In het begin van de 19de e., na de heropening der kerken, werden herstellingen uitgevoerd door R. Germain (Ieper); het rugpositief zou daarbij door hem weggenomen zijn (i.e. misschien enkel het binnenwerk). In 1860 werd een nieuw orgel geleverd door Pieter Loncke (Hoogstade). Het is niet uitgesloten dat Loncke - zoals hij vaak deed - de oude orgelkast herbruikte; uit een beschrijving van 1883 door zijn zoon Frederik Loncke blijkt dat het orgel over een hoofdwerk en rugwerk beschikte. Dit orgel en de kast gingen verloren in de brand van 1908. Tot 1933 bezat de kerk alleen een harmonium. Huidig instrument Auteur : Jos. Loncke (Esen) Bouwjaar : 1933-34
INSTRUMENT Dispositie Ped. Soubasse 16 Basse 8
Gr.Org. Bourdon 16 Montre 8 Flûte harm. 8 Bourdon 8 Prestant 4 Fourniture 3r
druktoetsen onder het klavier :
Récit Bourdon 8 Viola 8 Voix celeste 8 Flûte oct. 4 Quinte 2 2/3 Trompette 8 Af │ P
MF
F
pedalen :
\
Ped.-Gr.Org. Ped.-Récit Gr.Org.-Récit Oct.aig. Gr.Org. Oct.aig. Gr.Org.-Récit Oct.grave Gr.Org.-Récit [zweltrede] Tremolo
manuaalomvang : C - g3 pedaalomvang : C - f1 Klaviatuur - vrijstaande speeltafel lateraal vóór de kast die het Gr.Org. bevat - registerbediening : tuimelschakelaars op een horizontale rij Pijpwerk - integraal uit 1933; seriepijpwerk Windladen, tractuur, etc. - kegelladen met pneumatische tractuur ORGELKAST - gedeelde orgelkast, aan weerszijden van het W-raam lateraal tegen de zijmuren geplaatst; in eikenhout - de linker kast (vanuit de kerk bekeken) bevat het Gr.Org. (& Ped.), de rechter kast het Récit, in een zwelkas - prospecten in een eclectische vorm van neogotiek - fronten met houten sierpijpen huidige toestand : normaal datum onderzoek : maart 1989 * * *
BIBLIOGRAFIE * over voormalige orgels * 1) E.G.J. Gregoir: Historique de la facture et des facteurs d'orgue, Antwerpen, 1865; blz. 134-136: LONCKE (Pierre), à Hoogstade (près de Furnes). [...] Voici maintenant la liste des orgues nouvelles que Loncke a placées: [...], Leysele, 24 reg.; [...] Ces orgues ont été construits de 1843 à 1864. Les orgues de Leysele, Pollinchove, et St-Sylvestre ont deux claviers, les autres n'en ont qu'un. 2) [red.] : Leysele, in De ware Vlaming, uitg. Fred. Loncke, Hoogstade, febr. 1883; blz. 86-87 : Zoo wij in 't uitgaan onze rugge keren naar den middenchoor, worden wij getroffen door de groote machtige orgelkasse, die geheel den achterkant van den middenbeuk bekleedt. Van geheel Veurn'ambacht is het de orgelkasse die meest ontzag en grootschheid inboezemt. Jammer dat zij in geen eekenhout en is, 't ware een kostelijk en merkweerdig stuk; maar heeft zij hare weerde daar niet in, zij krijgt ze omdat zij eene van de schoonste en de grootste orgels der streke bevat. Liefhebbers en kunstenaars verzekeren dat de orgel van Leysele mag gekend worden om zijnen waren orgelklank en zijn machtig spel; de kasse bekleedt twee orgels, den boven- en den voororgel; de meeste pijpe meet 16 voeten. Deze orgel wierd over een twintigtal jaren gemaakt en gezet door meester Pieter Loncke van Hoogstaede. Waneer [sic] de eerste orgel van Leysele gesteld wierd, is moeilijk om zeggen, misschien dat hij in de jaren 1500 reeds stond; maar door de woelige tijden en oproerlingen vernield, ons geen enkel spoor nagelaten en heeft. In eene rekeninge der prochie lees ik : « 1671. Betaelt aen Christiaen de Beyer over een jaer te blasen den orghel binnen de kercke van Leysele, geheint den 14 July 1670, 18 p. parisis. » En op eene andere : 1677. Betaelt aen Theodorus Boeten over synen dienst van 't blazen op den orghel. 18. p. par's. » Bijgevolge was er in dien tijd reeds een orgel. Was het die orgel, welke door Vanderhaeghen en Gobert, orgelmakers te Rysel, hersteld wierd, in 't jaar 1769, aan den prijs van 250 guldens Ryselsch geld? 'k En peize het niet immers, in een proces tusschen den heer pastor en den koster, in 't jaar 1769-1770, zie ik dat de heer pastor als beschuldiging opwerpende tot afzetting van koster De Sandt, zegt « dat deze den nieuwen orgel, die een merkweerdig stuk is, niet en kan bespelen. » — Of dit waar is of niet, zullen wij op tijd en stond te passe brengen; uit de processtukken en kerkerekeningen zie ik dat er toen ook reeds een boven- en voororgel bestonden. Latertijd, voor de making van dezen orgel nu, smeet Germain van Iper dien voororgel weg. 3) Jos. Loncke : Geschiedenis van een orgelbouwer, afl. III, in De Schalmei, jg. I/5, Gent, 1946; blz. 23 : in de lijst werken van P.A. Loncke (Hoogstade), van 1843 tot 1889, vermelding Leysele, kerk, 22 sp., 2 klav., ped. aan klav. (werd vernield bij
de kerkbrand in 1903). [sic; moet 1908 zijn] 4) P. François : Brugse Orgelmakers, tweede aflevering, in Biekorf, jg. XLIX/7-8, Brugge, 1948, blz. 155-162; zie blz. 159-160 : Uit Rijsel zouden ten andere nog namen te noemen zijn van orgelmakers die in onze gewesten kwamen arbeid zoeken : Antoine Gobert b.v. die we te Leysele aantreffen en in 1726 te Dadizele; Jean Joseph Vanderhaeghen wiens werksporen wij kunnen volgen te Poperinghe, o.m. in St Jan in 1765, te Leysele (samen met Gobert) in 1769, hetzelfde jaar te Watou, en te Krombeke in 1789. (1) 1) A.M. Coulon. Histoire de Dadizeele, blz. 186 (Brugge, 1889) Kerkarchief Poperinge. - Fred. Loncke in "De ware Vlaming" 1883, blz. 86-87. - Rubrecht. Geschiedenis van Watou, blz. 277 (Brugge, 1910). 5) A. Deschrevel : Het Orgelbouwersgeslacht Vander Haeghen, in tijdschrift De Praestant, jg. II, 1953, blz. 9-10, 32-33 & 61; blz. 32 : 1769/70 - Herstellingswerken aan het orgel in de kerk van Leisele (Veurne) "door Vanderhaeghen en Gobert uit Ryssel" aldus het getuigenis van Fred. Loncke (De Ware Vlaming, 1883, blz. 86). 6) A. Deschrevel : Het Orgel in de Sint-Walburgakerk te Veurne, in tijdschrift De Praestant, jg. XVII/3, juli 1968, blz. 49-59; blz. 56, in voetnoot (30), nota over orgelmaker R. Germain : [...] Wij ontmoetten Germain voor onderhoudswerk : te Ieper, St.Pieterskerk 1803-1810, St.-Maartenskerk 1805-1817; te Leisele ca. 1805; te Oostvleteren 1803-1817; te Poperinge, St.-Janskerk 18101820. 7) A. Cossey : Geschiedenis van Leisele, uitg. Heembibliotheek "Bachten de Kupe", nr. 12, 1977; blz. 103-106 : HET HOOGZAAL EN ORGEL. Dit werk op zijn geheel was een der kostelijkste van zijn tijd. De machtige orgelkast bekleedde geheel de achterkant van de middenbeuk en omvatte twee orgels, de bovenen de voororgel. Dit orgel was gekend om zijn warme klanken en zijn machtig spel. Boven op de middenkolom stond het standbeeld van David, in gewone grootte en in bronskleur geschilderd, met op het hoofd een vergulde kroon, en in de handen een harp. Op de zijkolommen waren vlammende bloemen, tot sieraard van voornoemd beeld. De gehele orgelkast was met het mooiste snijwerk omkransd. Omtrent het midden der kast stond het beeld van de H. Cecilia, met twee vlammende vaten versierd. Het voorste gedeelte van het hoogzaal, de leuning uitmakende, was eveneens uit prachtig snijwerk, waaronder menigvuldige speeltuigen, die in het verguld waren afgezet. Het orgel bevatte 24 spelen, de langste pijp mat 16 voet. Er waren twee klavieren en 24 registers. Dit meesterwerk werd gemaakt en gezet door Pieter Loncke uit Hoogstade in het jaar 1860. 3. HET ORGEL DOOR DE EEUWEN HEEN Wanneer het eerste orgel in onze kerk geplaatst werd, is niet geweten. Misschien dat het er reeds stond rond de jaren 1500. Het is eveneens niet heel duidelijk, of dit orgel al dan niet in 1583 door de geuzen werd vernield. Men kan echter wel met zekerheid zeggen, dat rond de jaren 1600 onze kerk een orgel bezat. Uit de
kerkrekening van 1608 : "Item betaelt bij Jan Vandernocken over 'tblasen vanden orghel van dyenst van mijnheere... voor syn dyenst als lichtweerder vande kercke en dit van twee jaeren." Eveneens in de kerkrekening van 1608 lezen wij dat het kerkorgel werd hersteld door de kapelaan van Alveringem. Was dit een nieuw orgel, dat aangekocht werd na de geuzentijd? Ik geloof het niet. Het is immers zeer onwaarschijnlijk dat men een nieuw orgel zal geplaatst hebben, voor het kerkgebouw in orde was. Welnu de herstellingswerken waren slechts voltooid in 1609. Het is meer aan te nemen dat het hier gaat om het oude orgel, dat hersteld zou zijn geweest. Nog een ander feit staaft deze veronderstelling. In het jaar 1633 werden door de gemeente zekere bedragen aan de kerk afgestaan, onder meer voor het kopen van een orgel. "Den rendent gheeft te kennen dat de achterstellen van d'issuwe (erfenisrechten) competeerende dese prochie, ghejont is gheweest bij deselve prochiaenen ande kercke deser prochie tot coopen van een orghel ofte ander ornementen voor deselve kercke teweten voor den tyt van eenenvichtigh jaeren t'leste 1684." (1) In het jaar 1743 moet er een nieuw orgel geplaatst zijn geweest. In de kerkrekeningen is daar geen spoor van te vinden. Dit is echter te verklaren door het feit dat sommige kerkmeubelen weleens met partikuliere giften worden betaald. Een niet alledaags feit zorgde er echter voor, dat men nu met zekerheid kan zeggen, dat er toen een nieuw orgel werd aangekocht. In dat jaar was er namelijk een proces tussen de pastoor en de koster, omdat deze laatste het NIEUWE orgel niet kon bespelen. Van de bundel, die handelt over deze zaak, en die in het archief bewaard is gebleven, neem ik enkele interessante uittreksels over. "Alsoo Jan Baptiste De Sandt coster der prochie van Leysele, inde selve functie is gheadmitteert gheweest met last en op conditie dat in corts den hooftman ende prochiaenen der prochie van Leysele gheraedigh vonden om te doen stellen eenen orghel, den coster wordt verobligiert hem te doen perfectioneeren als orghanist ofte den selven orghel te doen bedienen door eenen bequamen persoon ten contentement van den heere pastoor, hooftman ende prochiaenen tsynen cost. Ende ghelyckerwijs als nu door den heere pastoor hooftman ende prochiaenen van Leysele eenen orghel is ghestelt inde kercke aldaer, ende overghenomen door experten daertoe versocht, ende dat den voornoemden Jan Baptiste de Sandt voor als noch niet en is gheperfectionneert als orghanist ende willende voldoen aende voorseyde conditiën voor syn aenveerdynghe heeft ghepresenteert bij desen voor orghanist Jacobus filius Romanus vanden Ameele wonende tot Bambeke met syn vader voor den tijt van twee jaeren ingaende daete deser ende te verleenen syn tafelcosten met logement naer behoorden en aen denselven vanden Ameele jaerlicx te betaelen voor... vyf ponden grooten vlaams ende bijaldien denselven vanden Ameele niet content en waere ten huyse van dito Desandt contenteert by desen te betaelen de tafelcosten ende logement van denselven vanden Ameele aen Jan Baptiste Merckier, lantsman woonende bij het kerckhof van Leysele sullen den daer voornoemden vanden Ameele verobligiert wesen te dienen voor ondercoster in alle berechtynghen ende andere administratiën ter absentie ofte incomoditeyt vande coster, alsook te adsisteeren inde schoole tot het leeren vande kynderen soo tot lesen van boucken, schryfven, cyfferen ende anderfruts. Tot leysele, den 6en junny 1743. get. Joannes Baptiste Desandt - J.C. Sobry pastor te Leysele Philippus Mote vic. in Leysele." "Wij onderschreven ghemaght in qualiteit van experten tot
visiteeren den orghel vande prochiekercke van Leysele declareeren dat het dochterken van Jacques Desack ghepresenteert door Jan Baptiste Desandt coster deser prochie, tot het speelen op den orghel onbequaem bevonden is in teecken der waerheyd hebben wij dese onderteeckent - den 2den meye 1743. J.N. Debris, organiste van Westvleteren - C. Dekyndt, organist vande collegiale kercke van St. Walburgha tot Veurne." (1) Het moet dit orgel geweest zijn, dat in het jaar 1767 werd hersteld door Vanderhaeghe en Gobert, orgelbouwers te Rijsel, voor de prijs van 250 gulden rijsels geld. "Den onderschreven heeft betaelt aen Pr. Vanderhaeghe en Gobert tot het herstellen en repareeren den orghel ter somme van twee hondert vyftigh guldens rysels gelt soo blijkt uit hun acquit bed. in leeg geld de somme van ..." (1) Dit orgel omvatte een boven- en een voororgel. Later werd dit voororgel door Germain van Ieper verwijderd. In 1850 werden twee nieuwe spelen in het orgel geplaatst. Zo komen we tot 1860, in welk jaar het nieuw, prachtig orgel werd gebouwd door P. Loncke uit Hoogstade, hierboven beschreven, dat jammerlijk verloren ging in de brand van 1908. Onze kerk moest het dan zonder orgel stellen tot in het jaar 1934. In dat jaar werd dan een nieuw orgel geplaatst [ .... ] [de driemaal voorkomende verwijzing "(1)" refereert naar een lijst op blz. 288, getiteld "Bibliografie"; hierin:] (1) Kerkarchief St. Martinus Leisele * over het huidige orgel * 1) Jos. Loncke : Geschiedenis van een orgelbouwer, afl. III, in De Schalmei, jg. I/5, Gent, 1946; blz. 23-24, Werken van Jozef en Pieter Loncke, sinds 1924 (met randvermelding "Van deze periode zijn al de geplaatste orgels met kegelladen en pneumatiek regeerwerk.") vermelding "1933 : Leysele, 14 sp., 2 klav., afz. ped." 2) A. Deschrevel : Overzicht van de orgels gebouwd door wijlen Jozef Loncke, in De Praestant, jg. VIII, 1959, blz. 58-60; (met voorafgaandelijke vermelding "vanaf 1924 zijn alle nieuwe orgels gebouwd met kegelladen en pneumatisch regeerwerk") blz. 58 : 1933 - Leisele, nieuw, 14 sp., 2 kl., ped. 3) A. Cossey : Geschiedenis van Leisele, uitg. Heembibliotheek "Bachten de Kupe", nr. 12, 1977; blz. 103-106 : 3. HET ORGEL DOOR DE EEUWEN HEEN [ .... ]
Onze kerk moest het dan zonder orgel stellen tot in het jaar 1934. In dat jaar werd dan een nieuw orgel geplaatst door Jos. Loncke uit Esen, voor de prijs van 60.000 fr. Dit orgel bevat 14 registers, 7 pedalen, 2 klavieren en een voetklavier. Het is vervat in twee eikenhouten kasten. Het doksaal, in gotische trant, is eveneens uit eikenhout vervaardigd. Het orgel is voorzien van een electrische ventilatie, terwijl de blaasbalg eveneens met de hand kan bediend worden. [blz. 106 : afbeelding van het huidige orgel]
ICONOGRAFIE Fotografische opname(n) beschikbaar bij het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium / Brussel: Zie tevens : De Vos-Stockman, A. & Roose-Meier, B. & Verschraegen, H.: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, provincie West-Vlaanderen, kanton Veurne; uitg. Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Brussel, 1975; blz. 26-27, LEISELE, kerk Sint-Martinus Interieur / Alg. gezicht naar het doksaal, cliché M33788 (1968).
©KIK-IRPA, Brussel