Gemeente Kuurne RUP 2-2 Leieboorden
december 2015, voorlopig vastgesteld
Colofon
Formele procedure
Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16 16 - fax +32 56 22 89 03
[email protected]
Plenaire vergadering voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 22 september 2015 Voorlopige vaststelling van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 17 december 2015
Ontwerper: Aurelie Van Obbergen Openbaar onderzoek van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: In samenwerking met: Nele Vandaele Isabelle Putseys
Opdrachtgever: Gemeente Kuurne
Advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO):
Definitieve vaststelling van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van:
De Burgemeester: Francis Benoit
De Schepen van Ruimtelijke Ordening: Ann Messelier
De Gemeentesecretaris: Veronique Vanhoutte
De documenten van dit ruimtelijk uitvoeringsplan bestaan uit: Deel I toelichtingsnota en verordenende stedenbouwkundige voorschriften Deel II grafisch verordenend plan Alle onderdelen maken deel uit van de definitieve vaststelling door de gemeenteraad. 2
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
Inhoudsopgave
1.
Situering
4
6.
Planningsopties
1.1.
Onderwerp van het RUP
4
6.1.
Programmatorische vragen
44
1.2.
Ligging van het plangebied
4
6.2.
Visie en ruimtelijke concepten
45
1.3.
Begrenzing van het plangebied
6
6.3.
Inrichtingsplan
50
2.
Feitelijke toestand
8
7.
Technische screening
2.1.
Ruimtelijke informatie
8
7.1.
Screening plan-MER
52
2.2.
Historische toestand
16
7.2.
Watertoets
57
2.3.
Sfeerbeelden
20
7.3.
Toets m.b.t. Ruimtelijk Veiligheidsrapport
59
2.4.
Knelpunten en potenties
25
7.4.
Buurtwegentoets
59
3.
Juridische toestand
26
8.
Op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
60
4.
Inventaris Onroerend Erfgoed
35
9.
Ruimtebalans
60
4.1.
Afwegingskader
35
4.2.
Categorisering
35
4.3.
Elementen uit inventaris
36
4.4.
Conclusie
37
10.
Planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikerscompensatie
60
38
11.
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
63
5.
Planningscontext
5.1.
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
5.2.
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen
38
5.3.
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
40
5.4.
Mobiliteitsplan
42
5.5.
Woonplan Kuurne
42
5.6.
Winvorm-oproep Leiemeersen
43
5.7.
Seine-Scheldeproject W&Z - Rivierherstel Leie
43
Leiedal, november 2015
44
52
38
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
3
1.
Situering
1.1. Onderwerp van het RUP Dit RUP wordt opgemaakt ter uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan, definitief goedgekeurd door de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 5 juli 2007. In maart 2013 werd het RUP Leieboorden door de Raad van State vernietigd. De gemeente wenst dit RUP te hernemen. Dit omvat enerzijds een hernemen van de procedure. Anderzijds worden de planopties opnieuw in vraag gesteld via een beperkt ontwerpend onderzoek, onder meer in afstemming met recente plannen in de omgeving. Voor het gebied ten westen, Leiemeersen, wordt een masterplan opgemaakt via de ontwerpwedstrijd Winvorm. Het is aangewezen de ontwerpkeuzes binnen dit RUP en het gebied Leiemeersen op elkaar af te stemmen. Hiervoor werd een mini-workshop voorzien waarbij ontwerpers van het geselecteerde team voor Leiemeersen samen met ontwerpers van Leiedal en de gemeente samen werkten. Gezien de problematiek in het verleden, werden gesprekken gevoerd met verschillende actoren binnen het gebied, vooraleer te starten met ontwerpend onderzoek. Zo kennen we voldoende hun wensen en plannen. Ook verderop in het proces wordt voldoende aandacht besteed aan communicatie met zowel actoren in het gebied als met de ruimere bevolking. Deze strook langs de Leie van ruim 700 m lang is voor de gemeente Kuurne zeer belangrijk. Niet alleen kan Kuurne hier een gezicht krijgen naar de Leie toe. Ook kan de open ruimte langs de Leie een belangrijke kwaliteit bieden voor het vlakbij gelegen, dichtbebouwde centrum, en zo de leefkwaliteit voor de inwoners van Kuurne vergroten. De belangrijkste vraag voor het gebied Leieboorden is: Op welke manier kan het centrum van Kuurne opnieuw in relatie gebracht worden met de Leie? De gemeente is immers van oudsher verbonden met het water, en heeft een rijk vlasverleden. De verbinding met de Leie ging echter in de loop van de tijd verloren. Nu wordt geprobeerd om de Leie weer zichtbaar en voelbaar te maken voor de Kuurnenaars.
1.2. Ligging van het plangebied Het RUP situeert zich ten zuidoosten van de kern van Kuurne. Het plangebied is gelegen tussen het centrum van Kuurne en de Leie. Het is tevens gelegen tussen het gebied Leiemeersen, met de monding van de Heulebeek, in het westen en de Banmolens en verderop het woonpark Harelbeke-Kuurne (in ontwikkeling) in het oosten.
4
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 01: Situering
0
Leiedal, november 2015
250
500 Meters
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
5
1.3. Begrenzing van het plangebied Het plangebied is gelijk aan het plangebied van het vroegere, vernietigde RUP, en wordt begrensd door: • in het zuidoosten: de Leie • in het zuidwesten: de Luitenant-Generaal Gérardstraat • in het noordwesten: de Harelbeeksestraat • in het noordoosten: de Watermolenstraat (grondgebied Harelbeke) en de perceelsgrens van het bedrijf grenzend aan de Watermolenstraat en de Harelbeeksestraat, zijnde de gemeentegrens tussen Kuurne en Harelbeke
6
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 02: Orthofoto
0
125
Leiedal, november 2015
250 Meters
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
7
2.
Feitelijke toestand
2.1. Ruimtelijke informatie
Functies Binnen het gebied bevinden zich een aantal relatief grootschalige functies, zoals het woonzorgcentrum en het bedrijf G&V. Ten zuidwesten van de site G&V bevindt zich een cluster met industriële bedrijven.
Bebouwde ruimte
Verder bevinden zich langs de Harelbeeksestraat een groot aantal verschillende functies, waaronder een aantal diensten, vrije beroepen en kleinschalige bedrijven.
Langs de Harelbeeksestraat bevindt zich voornamelijk rijbebouwing, al wordt de rij op verschillende plaatsen onderbroken door toegangen naar achtergelegen percelen en gebouwen. Deze rijbebouwing langs de Harelbeeksestraat omvat ook een aantal gebouwen die opgenomen werden op de Inventaris Bouwkundig erfgoed.
In het zuidwesten van het plangebied, tussen de Lt-Gen. Gérardstraat en het jaagpad, bevinden zich een aantal functies gerelateerd aan het jachthaventje.
Verder omvat het gebied een aantal losstaande gebouwen, waarvan het ‘kasteeltje’ (in het zuidwesten van het plangebied) (1), het appartementsgebouw (Harelbeeksestraat nr. 72) (2) en het woonzorgcentrum (langs de Doornenstraat) (3) belangrijke voorbeelden zijn. In het uiterste zuidwesten en in het noordoosten van het gebied bevinden zich clusters met bedrijfsgebouwen en/of loodsen. Verder zijn er nog 2 vrijstaande woningen (*) in het gebied aanwezig, die op vandaag via het jaagpad ontsloten worden.
Open ruimte Langsheen de Leie bevinden zich een aantal versnipperde open ruimtes. Het merendeel hiervan is in private handen en is niet toegankelijk. In de gesloten bebouwing langs de Harelbeeksestraat vormen de open ruimtes ter hoogte van het kasteeltje en ter hoogte van het appartementsgebouw markante plekken. Hier wordt groen ingebracht in de verder gesloten straatgevel.
Ontsluiting Het gebied wordt voor wagens voornamelijk ontsloten vanaf de Lt-Gen. Gérardstraat en de Harelbeeksestraat. Via verschillende insteken tussen de rijwoningen kunnen achteringelegen gebieden en bedrijfsgebouwen bereikt worden. Het woonzorgcentrum wordt ontsloten via de Doornenstraat, net als een aantal woningen en loodsen langsheen deze weg. Het bedrijf G&V, gesitueerd in het noordoosten van het plangebied, ontsluit rechtstreeks via de rotonde. Enkel de twee vrijstaande woningen worden op vandaag ontsloten via het jaagpad. Voor fietsers en wandelaars zijn geen aparte ontsluitingen voorzien tussen de Harelbeeksestraat en de Leie, tenzij via het jaagpad.
Ten zuidwesten van het plangebied, in het gebied Leiemeersen, bevinden zich een cluster met sportactiviteiten en een gemeentelijke loods/containerpark.
Collector Aquafin Binnen het plangebied bevindt zich een collector in beheer van Aquafin (VMM-560 collector Leie-Noord deel B). Deze collector is o.m. gelegen t.h.v. de Luitenant-Generaal Gérardstraat, het pad langs de Leie, de Doornenstraat en de Harelbeeksestraat. (zie p.15) T.h.v. de percelen ‘Kuurne, 1e afdeling, sectie C’, nrs. 256B² en 266F werd een erfdienstbaarheidszone ‘non-aedificandi’ en een erfdienstbaarheidszone van toe- en doorgang gevestigd van 6 m breed (3 m langs weerszijden van de as van de leiding). Binnen de erfdienstbaarheidszone mag, behoudens voorafgaande instemming van Aquafin, niet overgegaan worden tot: • Het oprichten van gebouwen of gesloten lokalen. Elk ontwerp dient aan Aquafin te worden voorgelegd opdat de te eerbiedigen veiligheidsafstanden overeenkomstig de vereisten van elk geval in het bijzonder zouden bepaald worden. • Het wijzigen van het maaiveldniveau. • Het opstapelen van goederen of materiaal met een gewicht > 1 T/m². • Het heien van palen of piketten in de grond die de buis kunnen beschadigen. • Het rijden over de buis met rollend materieel met een aslast zwaarder dan 12 ton, incluis mechanische graaftuigen. • Het planten van diepwortelende struiken en/of bomen. Verder zijn alle uitgraving en/of ontgrondingen, welke de stabiliteit van de grond of de ondergrond waarin de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur zich bevindt in het gedrang zou kunnen brengen, eveneens verboden. Tevens ligt er een erfdienstbaarheid van toe- en doorgang op zulke wijze dat Aquafin zijn aannemer en hun personeelsleden of agenten altijd de installatie zal kunnen bereiken voor het toezicht, onderhoud en de eventuele herstelling incluis vervanging ervan.
Warmtenet
Reliëf
Momenteel zijn plannen in opmaak om een warmtenet te voorzien langsheen de Leie. Hierbij zou de restwarmte van IMOG, gelegen ten zuiden van het plangebied, gebruikt worden om verwarming te voorzien voor ondermeer de nieuwe ontwikkelingen in het woonpark Harelbeke-Kuurne, verder stroomafwaarts gelegen.
Het plangebied bevindt zich in de Leievallei. Het gebied helt dan ook af in de richting van de Leie. Het hoogteverschil tussen de Harelbeeksestraat en de Leie bedraagt ongeveer 2 meter.
Eandis zal hiertoe een leiding voorzien onder de Leie door (en daarna parallel aan het water). Nieuwe aftakkingen vanaf dit warmtenet zijn mogelijk. Dit opent perspectieven om eventuele nieuwe ontwikkelingen langs de Leie op een duurzame manier te voorzien van verwarming.
Ter hoogte van de Kuurnebrug is plaatselijk een groot niveauverschil aanwezig om de landing van de brug te realiseren. Gezien de noodzakelijke verhoging van de Kuurnebrug, i.k.v. de Leiewerken, zal dit niveauverschil nog ongeveer een meter groter worden in de toekomst.
8
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 03: Feitelijke toestand
e
lbe
re Ha
at
tra
s kse
(2)
or
Do
(1)
at
(3)
tra
ns
ne
(*)
e
Lei
(*) Lt
-G
en
.G
ér
ar
ds
tr
aa
t
Bron: Gemeente Kuurne, februari 2013
0
Leiedal, november 2015
100
200 Meters
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
9
figuur 04: Reliëf
Legende plangebied 9 - 10 10 - 11 11 - 12 12 - 13 13 - 14 14 - 15 15 - 16 16 - 17 17 - 18 18 - 19 19 - 20 20 - 21 Bron: VMM/AGIV, mei 2004
0
10
125
250 Meters
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 05: Snedes doorheen plangebied
Kuurnebrug
mde
est
n
t
Do
ad
raa
orn
gp
Lei
nlaa
ens
tra
at
jaa
Bee
at
lbertstra
Ha
rel
be
ek
se
str
aa
t
Koning A
at
dstra
r . Géra t-Gen
L
1:4.000 Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
11
figuur 06: Functies
Legende
plangebied
" " " " " " " " " "
Diensten Bouw
opslag
Vrije beroepen en paramedische activiteiten Handel Groothandel, fabricage en Industrie Overheid Horeca Auto en moto Landbouw en tuinbouw Cultuur, sport en recreatie
Bron: bedrijvengids Leiedal, oktober 2013
0
12
100
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
200 Meters
Leiedal, november 2015
figuur 07: Openbaar vervoer
rn
isk
e
e-Z wev
ege
m
u Ku
ru eK
e rn
d el
t
e rn
ul s -H
L
at tra
H ar el eg em
-
k be el
e
e
ug Br
An z
r Ha
w eu Ni
K or
Ko r
tr ij
k
tr ij k
-
D ei n
-H ar el
ze
be ke -
D ee rl ij
k-
u -K ij k r t r Ko
k
Pl
k wij
tr ij
e rn
en izo Se e n ur
K or
u Ku
ts aa
be ke
-
u Ku
es ei
e
ze ai lh De e ne aiz ur lh Ku De ne ur Ku
te
n ei pl in as le r p G s ra ne r G u ne Ku ur Ku
ov
n se Ei
a tra
kh
Ku
ne ur
rs we ho
B av i
Kuu rn
e-H ar
elbe k
u Ku
v as Gr
r Ha
ek elb
e ag ar eG
d pi Ra
r Ha
0
Leiedal, november 2015
150
300 Meters
k be el
r Ha
e
be el
ni oe Gr
ke
es ng
ni oe Gr
es ng
at tra
at tra
r Ha
ek elb
er eT
lle Ha
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
13
figuur 08: Eigendomsstructuur 67 65 66 68 62
18
64
60 59 57
63 62
56 54
28
25 17 22
15
18 16
20
23
2
3
4
10
38 26 29 27
43 45
52
40
50 42 46 32
35 30
47 51
34 31
11
61
37
21
19
58
44 48 41
36
13 5
24
53
49
39
55
33 32
51
12 14
1
6 7 8 9
Legende
plangebied
Om privacyredenen worden de namen van de eigenaars niet weergegeven, maar worden alle aanéénsluitende percelen in handen van dezelfde eigenaar(s) aangeduid in één kleur en voorzien van een nummer. Elk nummer staat voor een aparte eigenaar.
14
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 09: Ligging collector Aquafin
bron: Aquafin
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
15
figuur 10: Historische kaart Ferraris (1777)
2.2. Historische toestand Ferraris, 1777 In het verleden liep de Leie via een ander tracé. Dit oude tracé is nog terug te vinden in historische kaarten, zoals de Ferrariskaart uit 1777 (zie hiernaast). Ook in hedendaagse kaarten kunnen nog sporen van het oude Leie-tracé teruggevonden worden. Zo is het groengebiedje op de rechteroever van de Leie eigenlijk ingesloten tussen de oorspronkelijke en de rechtgetrokken Leie. Bepaalde elementen uit deze Ferrariskaart kunnen op vandaag nog teruggevonden worden. Zo toont de Ferrariskaart een omwald volume met poortgebouw op de plek waar vandaag het kasteel Coucke staat. Ook toen al nam deze plek een strategische positie in tussen het centrum van Kuurne en het water. Ook de Lt-Gen. Gérardstraat is op de Ferrariskaart al duidelijk herkenbaar. Deze vormde in 1777 reeds de meest rechtstreekse toegang naar de Leie vanaf het centrum van Kuurne.
16
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 11: Historische kaart Popp (1850)
Ge
Ltn.
Popp, 1850
ra
Gé
(1)
rne
(2) (3)
Op deze kaart is eveneens goed zichtbaar dat de Heulebeek ooit een andere route volgde. Rond 1850 lag de monding van de Heulebeek t.h.v. de Lt-Gen. Gérardstraat (2). Op vandaag is de monding veel meer naar het westen gelegen (3), net naast de cluster bebouwing.
Doo
t
nstr
aa
aat
str
rd
Op de historische Popp-kaart uit 1850 is het oude tracé van de Leie nog zichtbaar. Ook de Doornenstraat is hierop terug te vinden, zij het veel langer dan vandaag.
De Popp-kaart toont echter ook een grote waterpartij t.h.v. het domein van het kasteel Coucke en van de huidige private tuin langs de Leie. Dit doet vermoeden dat de monding van de Heulebeek in vroeger tijden nóg meer naar het oosten gelegen was (1). Tot op vandaag is in de private tuin langs de Leie een grote vijver terug te vinden. Deze gaat vermoedelijk terug tot de oorspronkelijke loop van de Heulebeek.
1:5.000 Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
17
figuur 12: Historische kaart (1939)
1:40.000 18
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
19
2.3. Sfeerbeelden
Zicht op de Lt-Gen. Gérardstraat, vanaf de kade.
Loodsen langs de Lt-Gen. Gérardstraat.
Kade t.h.v. de Lt-Gen. Gérardstraat.
Harelbeeksestraat, zicht richting de Kuurnebrug.
Het bedrijf G&V t.h.v. de rotonde aan de Harelbeeksestraat.
Harelbeeksestraat, kruispunt met Doornenstraat.
20
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 13: Fotoreportage
Appartementen in de Harelbeeksestraat.
Appartementen in de Harelbeeksestraat.
Harelbeeksestraat t.h.v. oud kasteeltje.
Toegangspoort en dreef naar oud kasteeltje.
Entree van het rust- en verzorgingstehuis.
Achterkant van het rust- en verzorgingstehuis, met zicht richting de Leie.
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
21
22
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
23
24
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
2.4. Knelpunten en potenties 2.4.1. Knelpunten • • • • •
Vanuit het centrum van Kuurne is er geen relatie met de Leie. Vanaf de Harelbeeksestraat zijn slechts een zeer beperkt aantal doorsteken naar het water mogelijk. De bestaande groene ruimte langs de Leie is onbereikbaar en ontoegankelijk. Het jaagpad wordt gebruikt als ontsluiting van private kavels. Dit autoverkeer vormt een bedreiging voor de functie als wandel- en fietsroute. De ontsluiting van de bedrijvencluster via de Harelbeeksestraat zorgt voor verkeersoverlast in de Harelbeeksestraat. De bebouwing langsheen de Lt-Gen. Gérardstraat maakt een relatie tussen Leiemeersen/Vlaspark en het gebied Leieboorden onmogelijk.
2.4.2. Potenties • • • • • •
Langsheen de Leie zijn nog een aantal groene, onbebouwde gebieden aanwezig. Ook de Leiemeersen zijn vlakbij. Via het jaagpad dat langsheen het gebied loopt, kunnen wandelaars en fietsers richting Kortrijk en Harelbeke fietsen/wandelen. Dit biedt mogelijkheden voor duurzame mobiliteit en recreatie. Binnen het gebied bevinden zich een aantal locaties die zeer geschikt zijn voor kleinschalige bedrijvigheid. Binnen het gebied hebben een aantal eigenaars een vraag naar ontwikkelingsmogelijkheden. Doorheen dit gebied kan worden voorzien in een link tussen de Groene Long van Kuurne en de Leie. Langs de Leie zal op termijn een warmtenet worden voorzien, waarop ontwikkelingen binnen het plangebied eventueel kunnen aansluiten.
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
25
3.
Juridische toestand
Type plan
Referentie
Gewestplan
Het gewestplan Kortrijk (K.B. 04/11/1977 en latere wijzigingen) deelt het plangebied grotendeels onder in: • woongebieden • ambachtelijke bedrijven en KMO’s • natuurgebieden • parkgebieden • bestaande waterwegen
BPA
In het plangebied: • BPA nr. 34 Bonaerde (goedgekeurd 21/12/2004, vernietigd door Raad van State op 16/06/2008) In • • •
RUP
de omgeving van het plangebied: BPA nr. 5b Centrum (goedgekeurd 07/11/2000) BPA nr. 24 Kerkweg (goedgekeurd 01/09/1997) BPA nr. 32 Leiemeers (goedgekeurd 25/10/1999)
In het plangebied: • RUP 2-1 Leieboorden (gedeeltelijk goedgekeurd 01/09/2011, vernietigd door Raad van State op 15/03/2013) In • • • •
de omgeving van het plangebied: RUP 3-1 Groeninghe Ververij (goedgekeurd 01/09/2011) RUP 5-1 Krekelweg (goedgekeurd 15/5/2014) RUP 2-2 Westwijk (Harelbeke) (goedgekeurd 19/04/2012) RUP 26-1 Moleneiland (Harelbeke) (in opmaak)
Goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen
VK VK VK VK
401 402 403 404
Milieuvergunningen
• • • • • •
Vanoosthuysse BVBA - garage en carrosseriebedrijf Ghekiere Trans Shipment NV - overslagstation met brandstoffendepot Lagae en Zonen BVBA - toeleveringsbedrijf voor medische sector Dimar PVBA - metaalconstructie en schrijnwerkerij Eigentijd VZW - rust- en verzorgingstehuis Stroomop BVBA en BVBA Ökofen - ingenieursbureau voor hernieuwbare energie en bouw
Beschermde monumenten, landschappen, beschermde stadsen dorpsgezichten
In de omgeving van het plangebied bevinden zich 2 beschermde monumenten: • Vlasbedrijf “Verschaeve” • Industriële maalderij “Oude Molen” of “Banmolens” Daarnaast bevindt zich in de omgeving ook nog een beschermd stads- en dorpsgezicht: • Omgeving “Oude Molen” of “Banmolen”
Inventaris Onroerend Erfgoed
Binnen het plangebied bevinden zich 19 relicten.
Vogelrichtlijngebied Habitatrichtlijngebied
/
Buurtwegen
Doorheen het plangebied loopt een buurtweg: • Chemin n°27: deels opgenomen in het publiek domein van de Doornenstraat, deels opgeheven Langsheen de grenzen van het plangebied lopen eveneens de buurtwegen • Chemin n°2: (opgenomen in het publiek domein van de Harelbeeksestraat) • Chemin n°10: (opgenomen in het publiek domein van de Lt-Gen. Gérardstraat) • Chemin n°21/2: (opgenomen in het jaagpad langs de Leie)
Waterlopen (categorisering)
Langsheen het plangebied stroomt de Leie (bevaarbare waterloop)
VEN-gebied, IVON-gebied
/
Herbevestigd agrarisch gebied
/
Gemeentelijke verordeningen
/
Andere
Erfdienstbaarheid ‘non-aedificandi’ en van toe- en doorgang t.h.v. de percelen nr. 256B² en 266F (Kuurne, 1e afdeling, sectie C) t.v.v. Aquafin
26
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 14: Gewestplan
Legende plangebied
woongebieden woonuitbreidingsgebieden gemengd woon en industriegebied industriegebieden II
milieubelastende industrieën ambachtelijke bedrijven en kmo's bosgebieden
P
parkgebieden
N
natuurgebieden
RP
recreatieve parkgebieden
Ê
gebieden voor dagrecreatie gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut bestaande waterwegen bestaande spoorwegen
0
250
Leiedal, november 2015
500 Meters
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
27
figuur 15: Overzicht BPA’s en RUP’s
Har 12.1
Kuu 03.1 .1
KUU024
Kuu 05.1
Har 02.2
KUU005b
Regionaal stedelijk gebied Kortrijk
Legende
Kuu 02.2
Kuu 02.2 Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk
begrenzing
RUP's Gemeentelijke RUP's - in opmaak Gemeentelijke RUP's - besluit Provinciale RUP's - contouren Provinciale RUP's - deelgebieden KUU032
Gewestelijke RUP's - contouren Gewestelijke RUP's - deelgebieden
BPA's MB of KB Bron: Gemeentelijke RUP's & BPA's/ Leiedal, september 2014 Gewestelijke en Provinciale RUP's/ GISWest, juli 2014
Gebied voor infrastructuur voor afvalwaterzuivering en afvalverbranding 'Harelbeke' 0
28
100
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
200 Meters
Leiedal, november 2015
figuur 16: RUP 2-1 Leieboorden (gedeeltelijk goedgekeurd 01/09/2011, vernietigd door Raad van State op 15/03/2013)
p
t
t
ke l
aa st r
ha
lm
M
rs ee
aa tr
t
II
I
st ra a
t
Gu
i do
as Gr
Kr e
en
ss tr aa
as Gr
t lle st r aa Ge
ze
id We
ka
nt
in g
Le
op
ol
d
as Gr
Watermolenstraat
Ko n
8
as Gr
b
9
m loe
3
1b
12
Le ar be el
t
ek
a tra
Legende
H
ies
12
s se aa tr t
18
6
10
Ha
Ko n
relb
eek
se
5
Bestemmingszones 9
in g
Al be
rt
st ra a
8 t
14
12
3
1a
plangebied
8
aat st r
Do or n en aa str t
2 1a
4 8 3
13 14
13
11 1a 14
19
8
13
8
1
zone voor wonen en centrumfuncties (1a en 1b)
2
zone voor residentieel wonen met beperkte nevenactiviteiten
3
zone voor residentieel wonen met beperkte nevenactiviteiten
4
zone voor residentieel wonen
5
zone voor lokale bedrijvigheid
6
zone voor wonen, kantoren en showrooms
7
zone voor wonen, gemengde bedrijfs- en handelsactiviteiten
8
zone voor openbare wegenis
9
zone voor groen
10
9
2
10 4
14
1a
Overdrukken en symbolen Leie
11 9
14
ds
tra a
t
9
LI
12
zone voor groen (overdruk 2)
13
zone voor wegenis (overdruk)
14
zone voor voetgangers -en fietsverbinding (overdruk)
15
tijdelijke toegang
16
gebouwen met erfgoedwaarde
17
specifiek gebouw - Harelbeeksestraat 60
18
zone voor watergebonden bedrijvigheid
19
Volgende verkavelingsvergunning vervalt bij het van kracht worden van dit RUP: de verkaveling nr. 530.1023 dd. 17.08.1982 wijz. dd. 28.10.1986
JU
14
15
ra r
zone voor groen (overdruk 1)
8
43
Gé
11
G
ew
es
tw
eg
N
en .
st
15
Lt .-G
9
11
se rijk
eg
E
t Kor
w een
ST R
pad
FD
g Ja a
4
EL
13
7
zone voor waterweg en aanhorigheden
11
14
He u
lebe ek
Le
iek
an
t
G
Leiedal, november 2015
ro
en
in
ge
st ra a
1:10.000
t
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
29
figuur 17: Verkavelingen
2 3 1 4
Legende
plangebied
verkaveling 1
0519640000401_08072003_140838 wijzigingen
2
0519640000402_11072006_134225
3
0519640000403_11072006_135602
4
0519640000404_11282006_113405
Bron: Gemeente Kuurne, augustus 2013
0
30
100
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
200 Meters
Leiedal, november 2015
figuur 18: Beschermde monumenten, landschappen en stads- en dorpsgezichten
omgeving "Oude Molen" of "Banmolen" industr. maalderij "Oude molen" of "Banmolens"
Legende
vlasbedrijf "Verschaeve"
plangebied
monument stads- en dorpsgezichten landschappen Bron: juli 2011
0
Leiedal, november 2015
150
300 Meters
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
31
figuur 19: Atlas der Buurtwegen
Legende
32
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 20: Watertoets
Legende plangebied overstromingsgevoelige gebieden niet overstromingsgevoelig effectief overstromingsgevoelig mogelijk overstromingsgevoelig
waterlopen bevaarbare waterlopen beek categorie 1 beek categorie 2 beek categorie 3 niet-gecatalogeerde beek Bronnen: Waterlopen (Vlaamse Hydrografische Atlas), VMM/AGIV, juli 2014 Overstromingsgevoelige gebieden, VMM/AGIV, april 2014
0
250
500 Meters
1:5.000 Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
33
figuur 21: Inventaris Onroerend Erfgoed
Eenvoudige burgerwoning
Eclectische halfvrijstaande villa
Twee enkelhuizen met ertussen brede vlasschuur Vlasserswoning met bijhorend magazijn en zwingelarij Burgerwoning Burgerwoning Samenstel van twee woningen
Voormalige vlasserswoning met links poortdoorgang
Burgerwoning Fraaie Burgerwoning Enkelhuis
Voormalige herberg "Au Cercle" "De Cirkel" Voormalige vlasserswoning/vlasfabriek Vanwonthergem
Twee enkelhuizen met ertussen brede vlasschuur
Eenheidsbebouwing van twee enkelhuizen volgens spiegelbeeldschema Samenstel van twee woningen Vlashandelaarswoning of "botekoperswoning"
"Kasteel Coucke"
Legende plangebied
Relicten Bron: Inventaris Onroerend Erfgoed (VIOE), december 2012
0
34
100
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
200 Meters
Leiedal, november 2015
4.
Inventaris Onroerend Erfgoed
Binnen het plangebied van het RUP zijn heel wat gebouwen gelegen die in de inventaris van het bouwkundig erfgoed opgenomen zijn; geen enkel gebouw is momenteel erkend als beschermd monument. Alhoewel alle onderstaande gebouwen opgenomen zijn in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, dienen er nuances te worden aangebracht in de bouwkundige kwaliteit en architecturale waarde van de verschillende constructies. Per bouwwerk dient een afweging te worden gemaakt over het al dan niet behoud van de constructies.
4.2. Categorisering Het resultaat van de bespreking moet leiden tot een categorisering van het bouwkundig erfgoed: 1.
2.
Deze afweging en categorisering is weergegeven per bouwwerk, volgend op de bespreking overgenomen uit de Inventaris, en wordt onderscheiden door het afwijkende lettertype. Aangezien de inventaris voor Kuurne recent werd opgemaakt, kunnen we veronderstellen dat de beschreven architecturale kenmerken nog steeds aanwezig zijn.
4.1. Afwegingskader De afweging gebeurt op drie parameters: 1.
2.
3.
3.
Behoud niet noodzakelijk: Indien de beschreven architecturale kenmerken niet meer aanwezig zijn, is het behoud niet langer noodzakelijk. Indien ze wel nog aanwezig zijn maar het pand maakt geen onderdeel uit van een samenhangend geheel én heeft geen uitgesproken kenmerkende waarde, is het niet noodzakelijk het pand te behouden. Behoud typologie: Indien het pand onderdeel uitmaakt van een samenhangend geheel maar de kenmerkende waarde is minder uitgesproken, dan is het wenselijk om de kenmerken van o.a. het volume, de gevel (materiaal), de gevelindeling en kroonlijsthoogte en dakvorm te behouden. Wijzigingen worden echter toegestaan op voorwaarde dat deze integreerbaar zijn in het geveluitzicht of een architecturale meerwaarde bieden (bvb. wijziging raamopening, creatie dakkapel, wijziging gevelbekleding indien deze niet typerend is, ...). Maximaal behoud: Indien het pand onderdeel uitmaakt van een samenhangend geheel én het heeft uitgesproken kenmerkende waarden, dan dient de bestaande toestand behouden te blijven. Dit betekent dat verbouwingen mogelijk moeten blijven, maar dat o.a. de aard van de gebruikte materialen, de gevel- en raamindelingen, kroonlijsthoogte en dakvorm dienen te blijven behouden.
Onderdeel van samenhangend geheel. Het belang van het behoud van een pand is groter indien het deel uitmaakt van een straat waar meerdere gebouwen uit het bouwkundig erfgoed aanwezig zijn. Hierdoor onderscheidt de straat zich van andere straten. Hierbij is het van belang om het straatbeeld te behouden door de individuele waardevolle panden te behouden. In het plangebied gaat het om de Harelbeeksestraat. Deze straat heeft een kenmerkend straatbeeld door de aanwezigheid van vele waardevolle panden aan weerszijden van de weg. Een uitzondering op het behoud van het pand kan enkel indien duidelijk kan aangetoond worden dat de beeldwaarde voor het samenhangend geheel te beperkt is. Bij twijfel wordt, omwille van de ligging in een samenhangend deel geopteerd voor het behoud. Indien een pand geen onderdeel uitmaakt van een samenhangend geheel is het behoud er van minder relevant tenzij het uitgesproken kenmerkende waarden heeft. Het gaat hierbij om intrinsieke kenmerken van het pand zoals zeldzaamheid, een gevel die expressief is, typologische kenmerken die kenschetsend zijn voor de gemeente (bvb. vlasserswoning) maar ook om de impact van het pand op de omgeving zoals de typologie van het pand (bvb. hoekpand, grootte van het volume). Deze vormen een sterk motief voor behoud. De bouwfysische toestand van een gebouw vormt eveneens een indicator voor het al dan niet behoud. De aard en mate van verval (al dan niet onomkeerbaar) en het mogelijk hergebruik overeenkomstig de maatvoering zijn van belang. De evaluatie van de bouwfysische toestand is in het kader van dit RUP niet altijd mogelijk (bvb. aanwezigheid van huiszwam, betonrot, ... ) en vergt diepgaander onderzoek. Hiervoor wordt in de stedenbouwkundige voorschriften opgenomen dat er van het behoud kan afgeweken worden indien het gebouw bouwfysisch niet meer geschikt is voor de bestaande of voor een nieuwe functie. De noodzakelijke ingrepen staan niet in verhouding tot de waarde van het gebouw. Hiervoor dient bij de vergunningsaanvraag een motivatie te worden gevoegd. In een klein aantal gevallen wordt de bouwfysische toestand wel in de toelichting hierna besproken. Dit is zo voor gevallen waar dit nu reeds en vanaf de straatzijde duidelijk zichtbaar is. Het gaat hier bijvoorbeeld om te kleine woningen waarbij uitbreidingen en aanpassingen om te voldoen aan de energieprestatie- en comforteisen te ingrijpend zijn waardoor de waarde verloren gaat.
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
35
4.3. Elementen uit inventaris “Kasteel Coucke”, Harelbeeksestraat 16 Z.g. “Kasteel Coucke”, naar de vlassersfamilie Coucke. Later restaurant “Kasteel Leierust”. Ingeplant op de steilrand aan de linkeroever van de Leie, dicht bij de monding van de Heulebeek. Vermoedelijk met oudere 18de-eeuwse kern en teruggaand op een oudere site cf. Ferrariskaart (1770-1778). De Ferrariskaart (17701778) toont een omwald volume met poortgebouw. Parkaanleg minstens teruggaand tot begin 20ste eeuw, met noordelijke toegang vanaf Harelbeeksestraat. Oorspronkelijk ook met zuidelijke verbinding tot aan de Leie-oever (loskaai). Gracht- en vijverstructuren verdwenen ca. 1950 (cfr. Topografische kaart Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw). Thans nog met fragmentair bewaarde parkaanleg. Het kasteel Coucke bevindt zich in bouwfysisch zeer slechte staat, evenals het omliggende park. De aard en mate van verval zijn zodanig, dat hergebruik van het gebouw niet langer mogelijk is. Daarom wordt dit gebouw ondergebracht in categorie 1 - behoud niet noodzakelijk. Vlashandelaarswoning of “botekoperswoning”, Harelbeeksestraat 34 Vlashandelaarswoning of “botekoperswoning” gebouwd in 1900 cf. de kadastrale gegevens. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder gemansardeerd zadeldak bekleed met pannen. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 3 - maximaal behoud. Voormalige vlasserswoning met links poortdoorgang, Harelbeeksestraat 36 Voormalige vlasserswoning met links poortdoorgang naar de achtergelegen schuur, vermoedelijk opgetrokken in de jaren 1940. Gesigneerd in plint “DELRUE ARCHITECT WEVELGEM”. Enkelhuis aanknopend bij het modernisme met typisch parement van gele baksteen op plint van arduin. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. De kenmerkende waarde is echter minder uitgesproken. De beeldwaarde voor het samenhangend geheel is eerder beperkt. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 2 - behoud typologie. Voormalige vlasserswoning/vlasfabriek Vanwonthergem, Harelbeeksestraat 38 Voormalige vlasserswoning met dieper in gelegen voormalig vlasfabriek Vanwonthergem, bereikbaar via groot poortgebouw. Thans afgebroken en vervangen door nieuwbouw (rusthuis). Enkelhuis uit de jaren 1940 met parement van gele baksteen op plint van arduin. 36
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. De kenmerkende waarde is echter minder uitgesproken. De beeldwaarde voor het samenhangend geheel is eerder beperkt. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 2 - behoud typologie. Voormalige herberg “Au Cercle” - “De Cirkel”, Harelbeeksestraat 46 Voormalige herberg z.g. “Au Cercle” - “De Cirkel”, vermoedelijk gebouwd ca. 1933. Gesloten in 1994. Eenvoudige bakstenen lijstgevel op arduinen plint. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. De kenmerkende waarde is echter zeer beperkt. De beeldwaarde voor het samenhangend geheel is te klein om behoud te motiveren. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 1 - behoud niet noodzakelijk. Samenstel van twee woningen, Harelbeeksestraat 48-50 Samenstel van twee woningen: een dubbel- en enkelhuis, volgens de kadastrale gegevens gebouwd in 1899 in opdracht van F. Carpentier, koopman. Fraaie bakstenen lijstgevel op plint van bossage, aanknopend bij de traditionele baksteenarchitectuur. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 3 - maximaal behoud. Burgerwoning, Harelbeeksestraat 52 Burgerwoning uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. Enkelhuis met eenvoudige bakstenen lijstgevel op vernieuwde betonnen plint met links van de deur inscriptie “RESTAURATIE. COOY VLIEGHE”. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. De kenmerkende waarde is echter zeer beperkt. De beeldwaarde voor het samenhangend geheel is te klein om behoud te motiveren. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 1 - behoud niet noodzakelijk. Eenheidsbebouwing van twee enkelhuizen volgens spiegelbeeldschema, Harelbeeksestraat 56-58 Eenheidsbebouwing van twee enkelhuizen volgens spiegelbeeldschema opgetrokken in 1923 in opdracht van Hervé-Maurice Carpentier, vlashandelaar en René-Antoine Carpentier, fabrikant, cf. kadastrale gegevens. De fabriek en magazijnen lagen naast en achter de woningen, langsheen de Leie. De fabriek werd opgericht in 1924 als z.g. ‘Leieroterij’ en later omgevormd tot kunstmatige warmwaterroterij.
Leiedal, november 2015
In 1941 bestond de fabriek uit één roterij met vijf rootkamers en een zwingelarij met achttien zwingelmolens en één zwingelturbine. Typische interbellumburgerwoningen met parement van gediversifieerde baksteen op arduinen plint. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 3 - maximaal behoud. Burgerwoning, Harelbeeksestraat 62 Burgerwoning uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Enkelhuis met eenvoudige bakstenen lijstgevel. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. De kenmerkende waarde is echter minder uitgesproken. De beeldwaarde voor het samenhangend geheel is eerder beperkt. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 2 - behoud typologie. Enkelhuis, Harelbeeksestraat 64 Enkelhuis met bepleisterde en geschilderde lijstgevel gebouwd in 1913 cf. kadaster. Vormde vermoedelijk voorheen een eenheid met nr. 66, een magazijn thans verbouwd tot woning, met vernieuwd parement. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. De kenmerkende waarde is echter minder uitgesproken. De beeldwaarde voor het samenhangend geheel is eerder beperkt. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 2 - behoud typologie. Vlasserswoning met bijhorend magazijn en zwingelarij, Harelbeeksestraat 68 Vlasserswoning met bijhorend magazijn en zwingelarij opgetrokken in 1913 in opdracht van Gustaaf Vanoverbeke-Vanwynsberghe cf. kadaster. Enkelhuis met bijhorende opslagruimte rechts. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 3 - maximaal behoud. Fraaie burgerwoning, Harelbeeksestraat 70 Fraaie burgerwoning volgens de kadastrale gegevens gebouwd in 1915 in opdracht van Jozef DeylgatVandenbulcke, handelaar. Dubbelhuis met parement van gele baksteen op sokkel van arduin. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 3 - maximaal behoud. Leiedal, november 2015
Burgerwoning, Harelbeeksestraat 78 Burgerwoning uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. Enkelhuis met eenvoudige bakstenen lijstgevel op plint van arduin. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. De kenmerkende waarde is echter minder uitgesproken. De beeldwaarde voor het samenhangend geheel is eerder beperkt. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 2 - behoud typologie.
Het kasteel Coucke wordt opgenomen in categorie 1 - behoud niet noodzakelijk. Ook de woningen in de Harelbeeksestraat met nummers 46, 52 en 96 worden wegens de zeer beperkte kenmerkende waarde en de kleine beeldwaarde opgenomen in categorie 1 - behoud niet noodzakelijk. De woningen in de Harelbeeksestraat met nummers 36, 38, 62, 64, 78 en 84-86-88 worden wegens hun eerder beperkte kenmerkende waarde opgenomen in categorie 2 - behoud typologie. De overige relicten, zijnde de woningen in de Harelbeeksestraat met nummers 34, 48-50, 56-58, 68, 70 en 92 worden wegens hun uitzonderlijke kenmerkende waarde en beeldwaarde opgenomen in categorie 3 - maximaal behoud.
Twee enkelhuizen met ertussen brede vlasschuur, Harelbeeksestraat 84-86-88 Twee enkelhuizen met ertussen brede vlasschuur uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. Eenvoudige bakstenen lijstgevel bij nr. 88. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. De kenmerkende waarde is echter minder uitgesproken. De beeldwaarde voor het samenhangend geheel is eerder beperkt. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 2 - behoud typologie. Eclektische halfvrijstaande villa, Harelbeeksestraat 92 Eclektische halfvrijstaande villa met cottage-inslag, volgens de kadastrale gegevens gebouwd in 1929 in opdracht van vlashandelaar Gomar Coucke. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 3 - maximaal behoud. Eenvoudige burgerwoning, Harelbeeksestraat 96 Eenvoudige burgerwoning uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. Enkelhuis met bakstenen lijstgevel. Het gebouw maakt deel uit van de Harelbeeksestraat, een samenhangend geheel waarin zich meerdere woningen bevinden die gerelateerd zijn met het vlasverleden. De kenmerkende waarde is echter zeer beperkt. De beeldwaarde voor het samenhangend geheel is te klein om behoud te motiveren. Het gebouw wordt ondergebracht in categorie 1 - behoud niet noodzakelijk.
[bron: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/] Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
4.4. Conclusie
37
5.
Planningscontext
5.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) wordt een elementair verschil gemaakt tussen de stedelijke gebieden en buitengebied. Om deze optie te realiseren en te operationaliseren worden stedelijke gebieden afgebakend (taak van het Vlaamse Gewest). In het gewestelijk RUP Afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk (op 20 januari 2006 goedgekeurd door de Vlaamse regering) ligt het zuidelijk deel van Kuurne volledig in het stedelijk gebied. Het plangebied van het RUP Kuurne, Leieboorden ligt volledig in het stedelijk gebied. De relevante doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven voor het stedelijk gebied, zoals omschreven in het richtinggevend deel van het RSV moeten een continue leidraad zijn bij de opmaak van het RUP. De Leie werd geselecteerd als een hoofdwaterweg (bindende bepalingen) RSV richtinggevend deel: “behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden.” “…Ook kan de ruimtelijke kwaliteit van de stedelijke gebieden worden verbeterd door de relatie met de rivier- en beekvalleien die onderdeel uitmaken van het stedelijk gebied. Het is logisch om dit component van het fysisch systeem ook hier als ruimtelijk structurerend element te beschouwen en er te streven naar het herstel van de ecologische verbindingsfunctie. Concreet kan dit door waar mogelijk, ingekokerde beken of rivieren terug ruimte te geven of waterlopen samen met hun oevers opnieuw te laten fungeren als natuurlijke linten in het stedelijk weefsel …”
figuur 22: Gewenste ruimtelijke structuur van de regio Kortrijk
5.2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS W-Vl) situeert de gemeente Kuurne binnen de Leieruimte. De versterking van de Leie als multifunctionele (economie, natuur, toerisme en recreatie) drager is één van de essentiële punten, die relevant is bij de uitwerking van de gewenste ruimtelijke structuur voor de ‘Leieruimte’. PRS richtinggevend deel pg. 236,237 .
de Leie als economische drager
De Leie is geselecteerd als hoofdwaterweg (RSV) met een toenemend belang, in vergelijking met de Schelde, voor de binnenvaart tussen Gent en Rijsel. Mogelijke locaties voor de vestiging van watergebonden activiteiten dienen hiervoor optimaal aangewend te worden. Bij de keuze van deze locaties moet de nabijheid van een bovenlokale wegontsluiting nagegaan worden. De locaties moeten ook afgewogen worden tegenover de natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. De afgesneden meanders en voormalige meersengebieden, die belangrijke natuurwaarden vertegenwoordigen, moeten gevrijwaard blijven. Het Vlaams gewest zal dit doen door de aanduiding van GEN- en GENO-gebieden. De open-ruimteverbindingen dienen eveneens gevrijwaard te worden van verdere bebouwing. .
de Leie als natuurlijke drager
Als structurerende riviervallei op het Vlaams niveau is de Leie, samen met de Mandelvallei, aangeduid als natuuraandachtszone. De provincie voert in eerste instantie een beleid rond kleine landschapselementen. Na aanduiding van GEN-, GENO- en natuurverwevingsgebieden door het Vlaams niveau, verfijnt de provincie deze aandachtszone met een net van natuurverbindingsgebieden.
figuur 23: Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk
kaart 24
legende
38
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
.
de Leie als toeristisch-recreatieve drager
Toeristisch-recreatieve ontwikkelingen aan de Leie zijn verenigbaar met de twee voorgaande activiteiten. Het medegebruik zal zich hoofdzakelijk situeren aan de jaagpaden, op de waterloop en bij de stadskernen van de stedelijke gebieden (aanlegsteigers). De verschillende initiatieven rond deze complexe Leievallei dienen te worden gedragen op de drie beleidsniveaus, zijnde het gewest, de provincie en de betrokken gemeenten. Leieboorden
Beleidsdoelstelling: reconversies binnen de bebouwde ruimte stimuleren (gecoördineerde versie PRS, richtinggevend deel p. 139): Reconversies worden binnen de bebouwde ruimte gestimuleerd omdat hierdoor de ruimtelijke kwaliteit van bepaalde sites en van de omgeving kan worden opgewaardeerd. Met de bebouwde ruimte worden de stedelijke gebieden, de geselecteerde kernen en de overige woonconcentraties bedoeld. Het gaat dus ook om de gehuchten en de niet geselecteerde kernen maar niet om de geïsoleerde bedrijfssites. Deze doelstelling geeft uitvoering aan het principe van duurzaam ruimtegebruik. Bij een reconversie dient in de eerste plaats te worden onderzocht of de benutte gronden niet opnieuw kunnen worden ingezet voor de huidige bestemming. Indien dit niet meer wenselijk is, is het van belang deze gebieden opnieuw in te zetten voor andere ruimtevragen. Dit kan gaan om zowel wonen, bedrijvigheid, recreatie, gemeenschapsvoorzieningen,… . Het gaat om alle kerngebonden functies. Op die manier wordt op termijn meer open ruimte gevrijwaard omdat er minder nieuwe gebieden voor het opvangen van deze ruimtevragen moeten worden aangesneden. Hiervoor dienen geen behoeftestudies te worden opgemaakt. Bij latere behoeftestudies zal het bijkomend aanbod, gecreëerd door het reconversieproject, worden verrekend. Dit heeft dan ook gevolgen voor de ruimtebalans. Ruimtelijke principes voor reconversies (gecoördineerde versie PRS, richtinggevend deel p. 150-151): • Opvangen van de noden binnen de gemeente • In relatie met de visie binnen het GRS • Functies maximaal verweven • Kwalitatieve invulling staat centraal figuur 24: Provinciaal RS West-Vlaanderen
DEERLIJK
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
39
5.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Enkel de relevante elementen uit het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Kuurne worden hieronder weergegeven. Het plangebied behoort tot deelruimte 3 Leievallei.
5.3.1. Gewenste ruimtelijke nederzettingsstructuur - wonen (RD pag. 15) Het gebied Leieboorden behoort volgens de kaart op volgende pagina deels tot het gemengd woongebied, en deels tot het verblijfsgebied. Gemengd woongebied “Het gemengd woongebied behoort niet tot het echte centrum van de kern. Toch dient er éénzelfde beleid van stedelijke verdichting en van multifunctionaliteit en verwevenheid te worden gevoerd (bebouwingsdichtheid = min 25w/ha). Naast wonen, kleinhandel en diensten kan er ook lokale, ambachtelijke bedrijvigheid voorkomen. Belangrijkste voorwaarde is dat deze bedrijfsactiviteit niet storend is voor de woonomgeving. Ruimtelijke herstructurering is van essentieel belang. Na de uitdoving van de huidige activiteiten mogen zich bijgevolg geen nieuwe activiteiten in bedrijfsgebouwen vestigen, als de draagkracht van het gebied wordt overschreden.” Verblijfsgebied “Het verblijfsgebied is de gordel van woonwijken rond het oude centrumgebied. Deze gordel van woonwijken met meer open en halfopen bebouwing moet plaats bieden voor residentieel wonen in ruime zin. Een groen openbaar domein dient te worden nagestreefd. Het geheel van deze gebieden wordt gekenmerkt door een grote diversiteit naar dichtheid, woningtypes, ouderdom van woningen en voorzieningen. Het woonweefsel van de verblijfsgebieden wordt aangevuld met gemeenschapsvoorzieningen en kleinschalige handelsfuncties op buurtniveau. Specifiek voor Kuurne-centrum wordt er onderscheid gemaakt tussen de verblijfsgebieden aansluitend op de kern (binnen de wijkverzamelweg) en de verblijfsgebieden verder verwijderd van de historische kern (buiten de
figuur 25: GRS Kuurne - deelruimte 3, Leievallei
RUP Leieboorden
wijkverzamelweg). Dit onderscheid wordt vooral uitgedrukt in de gradatie en differentiatie van de woondichtheden. Het principe van differentiatie wordt toegepast met respect tot de gemiddelde dichtheid van 25 wooneenheden per ha, zoals in het RSV voorzien.”
5.3.2. Gewenste ruimtelijke structuur - bedrijvigheid (RD pag. 27) Opties voor bestaande bedrijven binnen het bebouwde weefsel “In de kerngebieden en gemengde woongebieden van Kuurne-centrum, Sint-Pieter en Sente kunnen in principe bedrijven, verweven in het bebouwde weefsel, voorkomen. Wel dient er voldoende aandacht te worden geschonken aan de verkeersleefbaarheid en directe verkeersontsluiting, het inplanten van parkeervoorzieningen en het creëren van een hogere beeldwaarde. Alleen wanneer de inplanting van sommige activiteiten wegens hinder (lawaai, stof, geur, verkeer) of bij schaaluitbreiding niet langer aanvaardbaar is, moet de herlokalisatie overwogen worden. Tevens bij stopzetting van actuele bedrijfsactiviteiten dient dergelijke overweging te worden gemaakt (mogen zich nieuwe activiteiten in de bedrijfsgebouwen vestigen of is de reconversie opportuun). Voorop staat dat de milieukwaliteit en de ruimtelijke kwaliteit verenigbaar moeten zijn.”
5.3.3. Gewenste ruimtelijke toeristisch-recreatieve structuur (RD pag. 54) In de Leievallei dient een selectie van de vlasbedrijven te worden gemaakt (industriële archeologie) die dan moeten worden ingeschakeld in het netwerk van culturele en historische sites en voorzieningen. Deze plaatsen vormen een reminiscentie aan het vlasverleden dat zich heeft afgespeeld rond de Leie (cultureel erfgoed). Ook in de Leievallei bij de monding van de Heulebeek dient het gebied rond de aanlegplaats voor boten, het Leiemonument en het museum te worden uitgebouwd tot een volwaardige recreatiezone aan de Leie.
5.3.4. Visie Leievallei (RD pag. 74 e.v.) “De ruimte van de Leievallei in Kuurne is een geheel van verschillende ruimtelijke elementen aan beide kanten van de rivier, ruimtelijk gestructureerd door de Leie. In de volledige doortocht van de Leie door Kuurne kunnen vier deelgebieden onderscheiden worden: het natuurgebied aan de rechter Leieoever, de Leiemeersen, omgeving van de Heulebeekmonding en het gebied van het BPA Bonaerde, gelegen tussen de Heulebeekmonding en de Nieuwe brug. Globaal gezien geldt voor deze deelruimte de regel dat het open, onbebouwd karakter van deze deelruimte moet worden beschermd en verder versterkt. Deze optie sluit aan bij de stedenbouwkundige visie voor de volledige Leievallei in de regio Kortrijk, vastgelegd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Het gebied van de Leiemeersen is een ruimtelijk geheel, cultuurlandschap, en dient in de toekomst ook zo zijn karakter te behouden - open en groen meersengebied met reminiscenties naar vlas. De Heulebeekvallei wordt als natuurontwikkelingsgebied opgevat.”
5.3.5. Doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven Leievallei “Voor de verschillende deelgebieden van de Leievallei in Kuurne zijn verschillende doelstellingen voorzien. Naargelang het karakter van het respectievelijke deelgebied, zijn er verschillende ontwikkelingsperspectieven van toepassing.” “Het centraal gelegen deelgebied bevat vooral de Heulebeekmonding en een aantal gemeentelijke voorzieningen - depot en afvalbakkenpark, hondentrainingsveld. Een groot deel van dit gebied is tevens de concentratie van verschillende watergebonden recreatieactiviteiten: de jachthaven aan de Leie, de handel en herstelplaats voor boten, fitnesscenter, cafetaria’s, enz. Deze concentratie telt als één van de belangrijkste 40
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 26: GRS Kuurne Legende
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
41
punten voor het riviertoerisme in het Kortrijkse. Onder duidelijke stedenbouwkundige randvoorwaarden kunnen deze functies verder versterkt en geoptimaliseerd worden.
figuur 27: Conceptstudie Vlaspark (Plusoffice en Delva Landscape Architects)
Het laatste deel van de Leieruimte vormt de linkeroever tussen de Heulebeekmonding en de gemeentelijke grens met Harelbeke, ter hoogte van de Nieuwe brug. Deze ruimte wordt tot op heden gedefinieerd door de achterkanten van de bebouwing Harelbeeksestraat, enkele grootschalige bedrijven en het bedrijf voor olieopslag. Het is de bedoeling om dit gebied te ontwikkelen als gemengd gebied voor wonen en bedrijvigheid. Samen met het verbeteren (maximaliseren en optimaliseren) van de open ruimte is de Leieoever één van de meest strategische plaatsen voor het ontwikkelen van het kwalitatief wonen aan de waterkant.”
5.4. Mobiliteitsplan In het mobiliteitsplan wordt de Harelbeeksestraat geselecteerd als lokale weg type II en tevens als lokale fietsroute. Het zuidelijke deel van de Harelbeeksestraat, tot aan de Doornenstraat, is aangeduid als blauwe zone. De parking Damier, net ten zuiden van het plangebied, is aangeduid als randparking zonder parkeerregulering. Hier zijn 96 parkeerplaatsen beschikbaar.
5.5. Woonplan Kuurne In het Woonplan van de gemeente Kuurne wordt binnen het plangebied een zone aangeduid als projectgebied. Dit projectgebied valt grotendeels binnen de zone die in het GRS Kuurne aangeduid is als gemengd woongebied. Voor dit projectgebied wordt in het Woonplan een streefdichtheid van 35 woningen per hectare naar voor geschoven. Tevens krijgt dit gebied prioriteit voor seniorenvoorzieningen. Dit sluit aan bij de aanwezigheid van het woonzorgcentrum.
figuur 28: Gewenste programmatie in projectzones (Woonplan p. 15)
42
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
5.6. Winvorm-oproep Leiemeersen Voor het gebied Leiemeersen, ten zuiden van het plangebied, werd een ontwerpwedstrijd uitgeschreven binnen de Winvorm-procedure. Plusoffice en Delva Landscape Architects kwamen als winnend team uit de bus met hun ontwerp voor het ‘Vlaspark’.
5.7. Seine-Scheldeproject W&Z - Rivierherstel Leie 5.7.1. Visie en concepten Hoofddoel van het Seine-Scheldeproject is het opwaarderen van de binnenvaart, met name door de Seine en de Schelde met elkaar te verbinden en de bestaande vaarwegen qua bevaarbaarheid te verbeteren voor schepen tot 4.400 ton. Dankzij het SeineScheldeproject zullen de economische potenties van de Leie als vervoersas toenemen. In het Geïntegreerd Strategisch Plan van W&Z, dat past binnen het SeineScheldeproject, wordt volgende gebiedsvisie naar voor geschoven voor de Leie: • De Leie, een groene riviervallei van Wervik tot Deinze • De (natuurlijke) meanderende Leie als “zachte ruggengraat” • De artificiële, gekanaliseerde Leie als “harde ruggengraat” [W&Z, Vervolgstudie Seine-Schelde/Rivierherstel Leie, Geïntegreerd Strategisch Plan, p. 105]
5.7.2. Ruimtelijke uitwerking gebied Kuurne-Kortrijk Het gebied behoort tot de zone waar de Leie en de Leievallei onderdeel zijn van de overgangszone tussen de kernen van Harelbeke, Kuurne en Kortrijk. In dit gebied staat het optimaal op elkaar afstemmen van de verschillende functies op de oevers van de Leie centraal. De omgeving van de jachthaven van Kuurne kan een meer hoogdynamische recreatieve ontwikkeling krijgen als recreatief knooppunt door de aanwezigheid van een aantal voorzieningen (jachthaven, klimmuur, cafetaria, …). Aansluitend hierop dient de ecologische waarde van de monding en vallei van de Heulebeek geoptimaliseerd te worden, bv. door het benutten van de aanwezige potenties voor natte natuur. Op rechteroever wordt het eilandje binnen de meander van Kuurne Ring verder ecologisch ontwikkeld. Dit kan door de potenties van de bestaande natuurwaarden verder te optimaliseren of door het inrichten van het gebied voor natte natuur. In het kader van de verdere inrichting van het gebied zijn nog volgende punten aan de orde: • Aanleg van een passeerstrook voor klasse Vb-schepen op rechteroever net stroomafwaarts de R36 • De herinrichting van oeverzones parallel aan de gekanaliseerde Leie, waar overbodige dijken worden afgegraven en bomen als lijnstructuur plaats ruimen voor een ander landschappelijk gepaste invulling • Ecologisch herstel van beekvalleien van zijwaterlopen [W&Z, Vervolgstudie Seine-Schelde/Rivierherstel Leie, Geïntegreerd Strategisch Plan, p.138]
Deze visie wordt vertaald naar 3 ruimtelijke hoofdconcepten: • Leie als onderdeel van de stedelijke omgeving • Leie als onderdeel van een overgangsgebied • Leie als onderdeel van de open ruimte [W&Z, Vervolgstudie Seine-Schelde/Rivierherstel Leie, Geïntegreerd Strategisch Plan, p. 106-109] Per deelgebied langs de Leie wordt een suggestie weergegeven van mogelijke verdere inrichting van het gebied. Definitieve keuzes kunnen pas worden gemaakt na verder onderzoek en het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen en inrichtingsplannen. De suggesties de hierin worden gegeven, zijn gebaseerd op de op heden beschikbare informatie [W&Z, Vervolgstudie Seine-Schelde/Rivierherstel Leie, Geïntegreerd Strategisch Plan, p. 131].
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
43
figuur 29: Ruimtelijke uitwerking gebied Kuurne-Kortrijk (W&Z, Vervolgstudie SeineSchelde/Rivierherstel Leie, Geïntegreerd Strategisch Plan, kaartblad 8)
6.
Planningsopties
6.1. Programmatorische vragen Leiemeersen Het Nederlands-Belgisch team DELVA Landscape Architects - plusofficearchitects werd via de wedstrijd WinVorm – georganiseerd door de Provincie West-Vlaanderen - geselecteerd om een inrichtingsplan op te maken voor het gebied Leiemeersen. Samen met de gemeente en de intercommunale Leiedal kijkt het ontwerpteam naar de mogelijke inrichting van het volledige gebied tussen de R8 en de Kuurnebrug. Hierbij focust het ontwerpteam DELVA-plusoffice op het 35 ha grote gebied aan de Leie en de Heulebeek. Het ‘Vlaspark’-concept dat DELVA en plusoffice voorstellen, combineert de open ruimte - waar er plaats is voor natuurontwikkeling en agrarische activiteiten - met recreatie en vlaserfgoed. Leieboorden Tegelijk moet in dit RUP ‘Leieboorden 2’ worden onderzocht hoe de grotendeels onbebouwde ambachtelijke zone tussen de Harelbeeksestraat en de Leie kan worden omgevormd naar een nieuwe plek aan het water, met plaats voor wonen en groen maar ook voor de (bestaande) kleinschalige bedrijvigheid. Relatie tussen beide gebieden De twee gebieden, Leiemeersen en Leieboorden, werden eind februari 2014 samengebracht in één workshop. De ontwerpers van DELVA en plusoffice werkten gedurende 2 dagen intensief samen met medewerkers van de gemeente en van de intercommunale Leiedal. Daarbij werd getracht de ideeën rond het gebied, dat reikt van de R8 tot de Kuurnebrug, op elkaar af te stemmen. Om een totaalvisie te kunnen ontwikkelen voor Kuurne aan de Leie is het belangrijk om beide gebieden, die elk een eigen karakter zullen hebben, goed met elkaar te verbinden. Hierbij speelt de omgeving van de Lt-Gen. Gérardstraat een cruciale rol.
44
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
6.2. Visie en ruimtelijke concepten 6.2.1. Kuurne aan de Leie Nadat Kuurne jarenlang met de rug naar de Leie gericht was, wordt nu getracht om Kuurne en de Kuurnenaars opnieuw naar het water te brengen. Hierbij is het vooral de bedoeling om de Leie opnieuw bereikbaar te maken voor de inwoners van de gemeente. Zo kan de waterweg en zijn omgeving ontdekt en gebruikt worden als open ruimte en als plek voor zachte recreatie en wonen. Daarnaast is het ook de bedoeling om Kuurne opnieuw een gezicht te geven langs het water. Op vandaag worden wandelaars en fietsers langs het jaagpad voornamelijk geconfronteerd met achterkanten. Men is Kuurne voorbijgefietst of gewandeld zonder het te merken. Op termijn moet de Leieoever opnieuw een voorkant worden, zodat het opnieuw aangenaam wordt om te wandelen en fietsen langs de Leie.
6.2.2. Doorwaadbaar gebied Om het centrum van Kuurne te verbinden met de Leie, is het belangrijk de doorwaadbaarheid binnenin het gebied en van het gebied naar het water te vergroten. De Lt-Gen. Gérardstraat vormt de enige openbare weg die rechtstreeks naar het water leidt. Op vandaag is het bouwblok naast de Lt-Gen. Gérardstraat en langs de Harelbeeksestraat bovendien nauwelijks doorwaadbaar. Hierdoor moeten voetgangers en fietsers die vanuit het centrum de Leie willen bereiken, relatief grote omwegen maken.
Groen doorheen het plangebied De verschillende doorsteken (zowel nieuwe als bestaande, o.a. Doornenstraat) worden zoveel als mogelijk in een kwalitatieve groene omgeving ingebed, zodat deze paden voor zachte weggebruikers ook aangename wandel- en fietsroutes kunnen zijn. Zo ontstaan verschillende alternatieve wandel- en fietslussen doorheen het gebied. Waar mogelijk - bvb. rond de doorsteek Doornenstraat - kunnen speelmogelijkheden worden geïntegreerd. Daarnaast vormt de groenstructuur ook het verbindende element tussen verschillende deelzones binnen het plangebied. De groenstructuur is geen rechtlijnige strook die dwars doorheen het gebied loopt, maar speelt in op de specifieke situatie in elke zone. Zo ontstaat langsheen de Leie een wisselend beeld van publieke en minder publieke groenzone, van open ruimtes afgewisseld met bebouwing.
figuur 30: Referentiebeeld speelmogelijkheid langsheen doorsteek (handleiding speelweefsel Gent)
Natuurgebied (N) In het gewestplan en de voorgaande inrichtingsplannen werd een zone langsheen de Leie aangeduid als natuurgebied. Deze zone, die deels gelegen is op de G&V-site, is op vandaag groen ingericht. Dit groengebied werd reeds vastgelegd in het (vernietigde) RUP 2-1 Leieboorden. Dezelfde groene zone wordt nu ook in voorliggend RUP behouden. Bij een mogelijke herbestemming van (delen van) bedrijvenzones vormt deze bestaande groene zone zeker een opportuniteit. Door dit gebied te behouden en toegankelijk te maken vanaf de Harelbeeksestraat ontstaat een continue groene ruimte langs het water, die de verbinding kan maken tussen het noordelijke deel van het plangebied, tegen de Harelbeeksestraat, en de zone rond het woonzorgcentrum.
figuur 31: Doorwaadbaarheid en groenstructuur
Extra doorsteken voor zachte weggebruikers doorheen het gebied kunnen de afstand van het centrum tot de Leie verkleinen. Door een aantal wegen voor zachte weggebruikers te reserveren, ontstaan bovendien interessante routes doorheen het gebied, vrij van autoverkeer en dus extra aangenaam om te wandelen en te fietsen. Langs het woonzorgcentrum (1) Een eerste zeer belangrijke doorsteek kan gerealiseerd worden aansluitend op de Doornenstraat, door het voorzien van een wandelpad vanaf het woonzorgcentrum tot aan het jaagpad. Hierdoor wordt het jaagpad ontsloten voor de bewoners van het woonzorgcentrum. Bovendien ontstaat een quasi rechtstreekse verbinding naar het water vanuit de Leiestraat. Deze verbinding dient op een kwalitatieve manier te worden ingericht, met aandacht voor een groene inkleding. Dreef (2) Een tweede interessante doorsteek kan ontstaan door het openstellen van de dreef die naar het kasteel Coucke leidt. Vanaf het kasteel zijn op langere termijn verschillende interessante verbindingen te maken, bvb. naar de Lt-Gen. Gérardstraat, naar de Leie en richting het woonzorgcentrum. Hierdoor wordt een continue zachte route gecreeërd tussen de Doornenstraat en het gebied Leiemeersen. Deze dwarsverbinding kan een heel eigen karakter krijgen, verschillend van het jaagpad langs het water (dat zich meer leent voor snelle verplaatsingen over langere afstanden). Op vandaag zijn een groot aantal van deze verbindingen echter niet mogelijk, omdat ze over bebouwde of afgesloten percelen lopen.
(N)
(1)
(2)
Noordelijk deel Ook in het noordelijk deel van het plangebied zijn op termijn opportuniteiten aanwezig om doorsteken te creëren voor zachte weggebruikers. Hierbij kan ook het natuurgebied, dat op vandaag deels op de site G&V ligt, bereikbaar worden gemaakt. Andere kansen t.h.v. deze bedrijvencluster zijn nog te verkennen.
6.2.3. Verbindende groenstructuur Verbinding op grotere schaal Het plangebied kan een belangrijke schakel vormen in de verbinding tussen de Groene Long van Kuurne (meer naar het noorden) en de groene/blauwe as van de Leie. Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
45
6.2.4. Ruimte voor water figuur 32: Referentiebeeld groene invulling tussen bebouwing (Am Eulachpark, Winterthur - Rotzler Krebs Partner)
Het plangebied is gelegen langs de Leie en is deels ‘mogelijk overstromingsgevoelig’. Bij de eventuele ontwikkeling van gronden in dit gebied is dan ook de nodige aandacht vereist voor de waterhuishouding. Hierbij dient wel volgende kanttekening te worden gemaakt: deze ‘mogelijk overstromingsgevoelige’ zone komt overeen met de vroegere winterbedding van de Leie. Na de kanalisering van de rivier en het bouwen van de sluizen - o.a. verder stroomafwaarts in Harelbeke - is deze winterbedding de facto niet meer overstroombaar.
figuur 36: Mogelijk overstromingsgevoelig gebied
Bouwen binnen de zone mogelijk overstromingsgevoelig gebied is mogelijk. Wel dient de niet-waterdoorlatende verharding en de bebouwde oppervlakte zoveel als mogelijk te worden beperkt. Bij elk bouwproject dient ook de nodige waterbuffer of -infiltratie te worden voorzien, die gesitueerd moet worden buiten de mogelijk overstromingsgevoelige zones. De mogelijkheid om binnen het eigen project te voorzien in de nodige waterbuffer of -infiltratie, wordt op deze manier sturend voor de ontwikkelingsmogelijkheden en -locaties. Daarnaast dient maximaal te worden ingezet op waterdoorlatende verharding.
figuur 33: Referentiebeeld wadi - waterbuffering ingeschakeld in groenstructuur (Gullegem)
Waar mogelijk dient maximaal te worden gewerkt met open waterbuffers. Deze waterbuffers kunnen in grote mate bijdragen aan de belevingswaarde van het gebied. Daarom is het aangewezen om deze waterbuffers en infiltratievoorzieningen zoveel mogelijk in te planten binnen de algemene groenstructuur en langsheen de zachte verbindingen. Zo structureren deze watervolumes mee de publieke ruimte. De bedrijfsloodsen in het noord-oostelijke deel van het plangebied bevinden zich deels in het mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Door de mogelijke gedeeltelijke sloop van deze gebouwen kan de niet-waterdoorlatende oppervlakte sterk teruggedrongen worden. Eventuele nieuwe bebouwing in deze zone, ter afwerking van de loodsen, dient dan compacter te zijn en rekening te houden met de noodzakelijke waterbuffer- of infiltratie, die buiten de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden moet gerealiseerd worden.
figuur 34: Referentiebeeld wadi en speelinfrastructuur (Gullegem) figuur 37: Afwerking bouwblokken
6.2.5. Afwerking bouwblokken De bestaande bebouwing langs de Harelbeeksestraat bestaat voornamelijk uit rijwoningen, die met hun achterkant naar de Leie gericht zijn. Vanuit het binnengebied en vanaf de Leie gezien zorgt dit voor een eerder rommelige aanblik. Bovendien wordt het binnengebied zo weinig gestructureerd, en kan men hier niet genieten van de toplocatie langs het water.
figuur 35: Referentiebeeld patiowoning (Heuvelhof, Kessel-Lo)
(A) (C)
(3)
(B)
(5)
(4)
Door de lange en ongestructureerde rij bebouwing langs de Harelbeeksestraat op te delen in verschillende zones, wordt de eigenheid van de verschillende ‘blokken’ zichtbaar. Blokken bestaande uit rijbebouwing worden afgewisseld met losstaande volumes, die verder naar achter springen t.a.v. de Harelbeeksestraat. Bijvoorbeeld het woonzorgcentrum (3) en het appartementsgebouw (4) zijn zo’n ‘losse elementen’. Ook de cluster van loodsen t.h.v. de Lt-Gen. Gérardstraat (5) kan beschouwd worden als een op zichzelf staande cluster. Door de verschillende bouwblokken ook een afwerking te geven naar het binnengebied toe verdwijnt de eerder rommelige aanblik en krijgt de groene zone ook een afgewerkte en duidelijk leesbare rand. Van achterkant wordt dit groengebied weer voorkant. De routes doorheen dit groene gebied kunnen zo een meer publiek karakter krijgen, zonder dat er een conflict ontstaat tussen de publieke routes en de private tuinen. Deze afwerking naar het groengebied toe kan op verschillende manieren gebeuren. Bij sommige bouwblokken, bvb. bij deze ten oosten van het woonzorgcentrum, is reeds een bebouwing aangezet die gericht is richting de Leie (A).
46
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
Ook het bouwblok op de hoek van de Lt-Gen. Gérardstraat en de Harelbeeksestraat (B) zou kunnen worden afgewerkt d.m.v. een nieuwe rij bebouwing. Hierbij dient uiteraard ten allen tijde rekening te worden gehouden met de bezonning en privacy van de bestaande woningen. Nieuwe typologieën zoals bvb. patiowoningen - woningen met een beperkt aantal bouwlagen, georganiseerd rond een interne open ruimte - kunnen hieraan voldoen. Deze woningen werken niet alleen de achterkanten van de bestaande woningen af, maar creëren ook een voorkant naar de doorsteek die het binnengebied verbindt met het Vlaspark. Ook het bouwblok tussen kasteel Coucke en het woonzorgcentrum (C) kan op een gelijkaardige manier worden afgewerkt, waarbij de diepe tuinen zouden kunnen worden ontwikkeld. Op vandaag is hier echter nog geen vraag naar gekomen. De mogelijkheid tot afwerking van dit bouwblok richting de Leie dient echter zeker opengehouden te worden.
figuur 40: Referentiebeeld losse volumes in het groen (duinwoningen Lelystad - Klunder Architecten)
figuur 38: Verschillende zones
Wanneer de afwerking d.m.v. nieuwe woningen niet mogelijk/wenselijk is, of bijvoorbeeld niet mogelijk is op korte termijn, dient te worden voorzien in een uniforme afscheiding t.h.v. de achterperceelsgrens, bijvoorbeeld door een groene haag. Door alle afsluitingen palend aan het openbaar domein uit te voeren als een groene haag, ontstaat een kwalitatief en éénvormig beeld vanaf het openbaar domein. Ook gezien vanaf de Harelbeeksestraat kunnen de verschillende bouwblokken duidelijker afgebakend worden. De fiets- en wandelpaden die tussen verschillende blokken doorlopen dienen zoveel als mogelijk te worden ingebed in groen. Dit groen kan een extra kwaliteit betekenen voor de op vandaag nogal ‘versteende’ Harelbeeksestraat. Bovendien bakenen de groene plekken in de straat dan de verschillende bouwblokken af. Het plangebied lijkt op vandaag eerder ongestructureerd en onleesbaar. De afwisseling tussen afgewerkte bouwblokken en ‘losse elementen’ (zoals het appartementsgebouw en het woonzorgcentrum) zorgt ervoor dat het plangebied leesbaarder wordt als een opeenvolging van verschillende zones. Elk van deze zones kan een eigen karakter en invulling krijgen. Zo ontstaat een interessante opeenvolging van verschillende gebieden langs de Leie.
6.2.6. Losse volumes in parkomgeving
figuur 41: Referentiebeeld losse volumes in het groen (Gallinago, Gent - A154)
figuur 39: Bebouwing en zichtrelaties
Naast een afwerking van bestaande bouwblokken kunnen in de groenzone een aantal bijkomende volumes gerealiseerd worden. Hierbij is het belangrijk dat deze bouwvolumes als losse elementen in een parkomgeving kunnen werken. Er moet voldoende afstand gehouden worden tussen verschillende bouwvolumes - zowel tussen nieuwe volumes onderling als tussen bestaande en nieuwe bouwvolumes. Daarnaast dient de omgeving zoveel als mogelijk groen te worden aangelegd. De omgeving mag dus niet quasi-volledig opgeëist worden door toeritten, parkeervlakken, toegangspaden en terrassen, maar dient een overwegend groen karakter te krijgen. Door voldoende afstand te bewaren tussen de verschillende bouwvolumes wordt vermeden dat een gesloten ‘muur’ van bebouwing ontstaat langs de Leie. Door de verschillende bouwvolumes ook anders te oriënteren, ontstaat de nodige differentiatie in het algemene beeld. Tot slot kunnen de verschillende volumes ook een andere positie innemen t.a.v. het groen: sommige volumes kunnen midden in het groen staan (D), terwijl anderen eerder het jaagpad opzoeken en een groenstrook vrijlaten t.a.v. de bestaande bebouwing (E).
figuur 42: Architecten) Referentiebeeld losse volumes in het groen (Bosrijk, Eindhoven Architecten aan de Maas)
(E) (D)
Alzijdig gebouw t.h.v. kasteel Coucke (D) Een nieuw bouwvolume t.h.v. het vroegere kasteeltje Coucke neemt een strategische positie in langs de verschillende groene doorsteken die de Lt-Gen. Gérardstraat, de Harelbeeksestraat en op termijn het jaagpad verbinden met het woonzorgcentrum. Het is dan ook belangrijk dat dit gebouw geen ‘achterkanten’ heeft, maar een ‘alzijdig’ gebouw is. Indien dit gebouw met een achterkant naar de wandelroutes gericht zou zijn, veroorzaakt dat immers problemen wat betreft privacy, zichtrelaties en sociale controle op de publieke routes. Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
47
Gebouwen op het einde van de Doornenstraat (E) Nieuwe bouwvolumes ten zuidoosten van het woonzorgcentrum dienen rekening te houden met de bestaande gebouwen. De zone voor zowel het woonzorgcentrum als voor het bestaande appartementsgebouw moet zoveel als mogelijk vrijgehouden worden. Zo kunnen ook deze gebouwen hun zicht op de Leie behouden.
6.2.7. Kleinschalige bedrijvigheid + wonen De bestaande bedrijfsgebouwen in het noord-oostelijke deel van het plangebied worden voornamelijk gebruikt door kleinschalige bedrijvigheid. Deze gebouwen kunnen behouden blijven als bedrijfsruimte voor KMO’s. De gebouwen kunnen volledig behouden blijven, en blijven voorlopig ontsloten vanaf de Harelbeeksestraat. Aan de achterzijde van de bedrijfsgebouwen dient te worden voorzien in een kwalitatieve buffer naar de groenzone toe. De ontsluiting van de verschillende bedrijfsgebouwen kan wel gebundeld worden door te voorzien in een gemeenschappelijke koer achter de bestaande woningen. Deze koer kan toegang verlenen tot de aparte gebouwen, en kan ontsloten worden naar de Harelbeeksestraat d.m.v. één of twee doorritten tussen de woningen. De overige bestaande doorritten zouden dan opgevuld kunnen worden met nieuwe woningen, die de bestaande rijbebouwing afwerken. figuur 43: Ontsluiting en parkeren Door de ontsluitingen via de Harelbeeksestraat te bundelen tot één circuit kan het aantal toeritten beperkt worden. Dit beperkt de hinder voor de woningen langs de Harelbeeksestraat, en geeft een aantal woningen ook de mogelijkheid om hun - nu vrij beperkte - tuinen uit te breiden. Tevens kan zo op een gestructureerde en kwalitatieve manier worden voorzien in collectieve parkeermogelijkheden voor de bedrijvencluster en voor de eventuele nieuwe woningen.
6.2.8. Reconversie site G&V In het noord-oostelijke deel van het plangebied bevindt zich op vandaag het bedrijf G&V. Dit bedrijf is aangeduid als seveso-bedrijf, wat betekent dat een zwaar ongeval op deze site ernstige gevolgen kan hebben voor mens en milieu. Het seveso-bedrijf bevindt zich bovendien vlakbij het centrum van Kuurne, waardoor de gevolgen des te groter zullen zijn. Het bestaande bedrijf G&V voldoet aan alle verplichtingen inzake de seveso-wetgeving, en kan aldus in zijn huidige vorm op deze plek behouden blijven. Het is echter niet wenselijk om grote uitbreidingen of een nieuw dergelijk bedrijf (met mogelijk grote impact op mens en milieu) op de site toe te laten.
(*) (#)
(*) (#)
De bestemming milieubelastende industrie is op deze plek, vlakbij het centrum van Kuurne, niet langer opportuun. Wel kan het gebied nog worden ingezet voor kleinschaliger, niet-milieubelastende activiteiten zoals ambachtelijke, kleinschalige bedrijven. Dit sluit aan bij de bestemming van de naastgelegen zone, en is tegelijk verweefbaar met de woonomgeving. Bij een reconversie van de site van G&V moet de nodige aandacht worden besteed aan de ontsluiting (die geen extra verkeerdruk mag genereren in de Harelbeeksestraat, maar rechtstreeks op de rotonde moet aansluiten), een maximale verweving in de omgeving en een kwalitatieve invulling. Op deze site, die een belangrijke poort vormt naar het centrum van Kuurne, moet ook de nodige aandacht besteed worden aan hoogwaardige architectuur en een hoge beeldkwaliteit. De huidige invulling van de site G&V is waterbonden bedrijvigheid. Een nieuwe invulling met watergebonden bedrijvigheid is mogelijk, maar moet rekening houden met een aantal randvoorwaarden en ruimtelijke beperkingen. De site is immers relatief klein (ca. 1,2 ha) waardoor ze niet geschikt is voor grotere bedrijven. Een deel van deze 1,2 ha is bovendien gelegen in een groenzone, die behouden dient te blijven. Hierdoor is de bruikbare oppervlakte voor bedrijvigheid slechts ca. 0,9 ha groot. De groenzone is gelegen tussen de bedrijfssite en de Leie. Hierdoor is de relatie tussen de bedrijfssite en een eventuele laad- en loskade langs de Leie moeilijk realiseerbaar: alle bewegingen tussen beide moeten immers via de oostelijke kant van de site
48
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
gebeuren, langsheen de groenzone. Dit beperkt in grote mate de mogelijkheden voor toekomstige watergebonden bedrijven. Het bestaande bedrijf G&V maakt gebruik van een pompinstallatie om de inhoud van schepen over te pompen naar de bedrijfssite. Er is momenteel enkel een aanlegkade voorzien voor schepen, voorzien van deze pompinstallatie. Een laad- en loskade is niet aanwezig ter hoogte van de site. De pompinstallatie maakt watergebonden bedrijvigheid mogelijk, en moet behouden kunnen blijven (en indien nodig vernieuwd of uitgebreid worden). Een kleinschalig watergebonden bedrijf, dat verweefbaar is in de dichtbewoonde omgeving, en binnen de hier geschetste randvoorwaarden en ruimtelijke beperkingen een plek kan vinden, blijft echter steeds mogelijk. Wel dienen ook niet-watergebonden bedrijven mogelijk te zijn, om zo een nieuwe invulling van de site niet te hypothekeren.
6.2.9. Ontsluiting bedrijven Een reconversie van de huidige site van G&V naar kleinschaliger bedrijvigheid (al dan niet watergebonden) biedt mogelijkheden om de ontsluiting van de totale zone voor bedrijvigheid aan te pakken. Bij een reconversie van de G&V-site moet een nieuwe ontsluiting gecreëerd worden voor de nieuwe bedrijven, die aansluit op de rotonde in de Harelbeeksestraat. Deze nieuwe ontsluitingsweg moet op lange termijn de mogelijkheid bieden aan de bestaande bedrijfsgebouwen om ook hierop aan te sluiten. Op die manier kunnen de bestaande bedrijven rechtstreeks ontsluiten richting de rotonde, in plaats van eerst richting de Harelbeeksestraat. Bij de reconversie van de site G&V dient hiermee rekening te worden gehouden. Zolang de site van G&V echter nog niet gereconverteerd is naar kleinschaliger bedrijvigheid, inclusief de aanleg van een nieuwe ontsluiting vanaf de rotonde, is een alternatieve ontsluiting voor de bestaande bedrijven moeilijk haalbaar. Tot die tijd kunnen ze de bestaande ontsluiting naar de Harelbeeksestraat blijven gebruiken. Daarbij moet weliswaar getracht worden om eventuele hinder voor bewoners van de Harelbeeksestraat zoveel mogelijk te beperken, dankzij een efficiënte en gebundelde ontsluiting.
6.2.10.
Autoluwe zone
Autoverkeer dient zoveel als mogelijk uit de groene zone te worden geweerd, ten voordele van fietsers en wandelaars. Doorgaande wegen voor gemotoriseerd verkeer doorheen het totale gebied zijn niet wenselijk. Beter is doorgaand verkeer zoveel mogelijk te vermijden. Dit voorkomt sluipverkeer of te hoge snelheden. Plaatselijk kunnen wel bijkomende insteken worden voorzien om toekomstige woningen te ontsluiten (*). Hierbij dient voldoende aandacht te worden besteed aan de inrichting van de wegenis volgens de verblijfsfunctie van het gebied. Een erfaanleg is aangewezen. Bij meergezinswoningen dienen de parkeerplaatsen voor bewoners te worden voorzien in (half-)ondergrondse parkeergarages (#). Zo wordt het publiek domein niet beheerst door geparkeerde wagens, maar kan er voldoende groen worden voorzien. Door autoverkeer naar (gemeenschappelijke) ondergrondse parkeergarages te leiden kan de wegenis beperkt worden en vermindert ook het aantal mogelijke conflicten tussen autoverkeer en zachte weggebruikers. Dit maakt de groene zone nog aantrekkelijker voor wandelaars en fietsers.
6.2.11.
Kaai t.h.v. Lt-Gen. Gérardstraat
Ter hoogte van de kruising Lt-Gen. Gérardstraat en het jaagpad bevindt zich op vandaag reeds de aanlegsteiger voor pleziervaartuigen. Op de hoek tussen de Lt-Gen. Gérardstraat en het jaagpad bevinden zich eveneens een aantal loodsen, die werkplaatsen voor boten omvatten, alsook een horecazaak. Deze zone met loodsen en aanlegsteiger kan worden beschouwd als een ‘hotspot’ voor watergerelateerde recreatie, en vormt een belangrijke aantrekkingspool aan het water. De ontwikkeling van dit gebied hangt nauw samen met de recreatieve mogelijkheden die op vandaag aanwezig zijn ten zuiden van het plangebied. Hier bevinden zich immers ook nog verschillende sport- en recreatieactiviteiten, zoals fitnessruimte en tennisvelden, alsook horeca.
figuur 44: (links) Site G&V figuur 45: (rechts) Kaai t.h.v. Lt-Gen. Gérardstraat Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
49
6.2.12.
Aandacht voor vlasverleden
Binnen het gebied Leiemeersen, ten zuiden van het plangebied, bevinden zich een drietal oude vlassites. Binnen het concept voor het Vlaspark zal dit erfgoed mee opgenomen worden. Maar ook binnen het plangebied van dit RUP bevinden zich heel wat erfgoedelementen die verwijzen naar het vlasverleden van de gemeente. Zo zijn er langs de Harelbeeksestraat een groot aantal woningen te vinden die gebouwd werden door vlaskoopmannen of vlasarbeiders. Deze woningen zijn eveneens opgenomen in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed.
6.3. Inrichtingsplan Zie hiernaast.
Op basis van een afwegingskader (zie “4. Inventaris Onroerend Erfgoed” op pag. 35) werd per relict afgewogen of • maximaal behoud noodzakelijk is • behoud van de typologie noodzakelijk is • behoud niet noodzakelijk is Het kasteel Coucke, dat achterin gelegen is t.a.v. de Harelbeeksestraat en omgeven is door een park, werd opgenomen in categorie 1 - behoud niet noodzakelijk. Alle overige relicten binnen het plangebied bevinden zich langs de Harelbeeksestraat en maken als dusdanig deel uit van een samenhangend geheel. Deze straat heeft een kenmerkend straatbeeld door de aanwezigheid van vele waardevolle panden aan weerszijden van de weg. Een aantal van de relicten langs de Harelbeeksestraat hebben echter een minder kenmerkende waarde, of werden in het verleden reeds sterk aangepast. Voor elk van deze panden werd een afweging gemaakt, waarna deze ondergebracht werden in categorie 2 - behoud typologie, of categorie 1 - behoud niet noodzakelijk. Een aantal panden heeft een zodanig uitgesproken kenmerkende waarde, dat de bestaande toestand dient te worden behouden. Deze relicten werden dan ook opgenomen in categorie 3 - maximaal behoud. De wens om deze panden maximaal te behouden zal ook verankerd worden in het verordenend plan en de voorschriften.
figuur 46: Harelbeeksestraat als samenhangend geheel van vlaserfgoed 50
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 47: Inrichtingsplan
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
51
7.
Technische screening
7.1. Screening plan-MER 7.1.1. Situering Het RUP is niet van rechtswege plan-MER-plichtig. Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de Plan-MER-plicht want: 1. Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het m.e.r.-besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (zoals gewijzigd op 1 maart 2013), namelijk de rubrieken 10a ‘industrieterreinontwikkeling’ en/of rubriek 10b ‘stadsontwikkelingsproject’ van Bijlage III. Het RUP houdt echter een kleine wijziging in gezien de huidige hoofdcategorieën ‘wonen’ en ‘bedrijvigheid’ behouden blijven. Het plangebied beslaat een oppervlakte van ongeveer 16 ha en vormt een deelgebied van het stedelijk weefsel van Kuurne en het regionaalstedelijk gebied Kortrijk; en valt onder de omschrijving van een klein gebied van lokaal belang. In het RUP worden de ontwikkelingsperspectieven voor het stadsdeel ‘Leieboorden’ nader gespecifieerd. Het RUP is dus screeningsgerechtigd. 2. Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist volgens het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de Plan-MER-plicht en een kleine wijziging inhoudt (art. 4.2.3 §3 D.A.B.M.) wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben.
7.1.2. Basisinformatie m.b.t. de screening In functie van de inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten voor de verschillende effectdisciplines wordt naast de kaarten onder de hoofdstukken feitelijke en juridische toestand onder andere gebruik gemaakt van volgend kaartmateriaal: • BWK • landschapsatlas: relictzones, ankerplaatsen, lijnrelicten • bodemkaart • Seveso-bedrijven • kaart grondwaterstromingsgevoelige gebieden • kaart infiltratiegevoelige bodems • kaart waterlopen • zoneringsplan
52
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
figuur 48: Basiskaarten screening plan-MER deel 1
Legende stedelijk gebied kortrijk
plangebied biologische waarderingskaart Faunistisch belangrijk gebied
k be e ule e H
biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch waardevol
biologische waarderingskaart
INBO/AGIV, september 2010
complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen
RWO/AGIV, augustus 2001
landschapsatlas
biologisch zeer waardevol
landschapsatlas ankerplaatsen lijnrelikten
%
puntrelikten reliktenzone traditionele landschappen
bodemkaart 01. Antropogeen 04. Vochtig zand
!Ghekiere Trans Shipment NV
05. Droog zand 09. Nat zandleem 10. Vochtig zandleem 11. Droge zandleem 15. Natte klei
sevesobedrijven
!
0
bodemkaart
Leiedal, november 2015
VLM/AGIV, 2001
0,5
sevesobedrijven
1 Kilometers
LNE, april 2012
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
53
lage drempel
figuur 49: Basiskaarten screening plan-MER deel 2
Legende plangebied waterlopen (VHA) bevaarbare waterlopen beek categorie 1 beek categorie 2 beek categorie 3 niet-gecatalogeerde beek
grondwaterstromingsgevoelige gebieden
waterlopen
VMM/AGIV, juli 2014
grondwaterstromingsgevoelige gebieden
infiltratiegevoelige bodems
VMM/AGIV, juli 2006
zoneringsplan
VMM/AGIV, juli 2006
geen informatie beschikbaar zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)
infiltratiegevoelige bodems niet infiltratiegevoelig infiltratiegevoelig
zoneringsplan centraal gebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation) collectief geoptimaliseerd buitengebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation) collectief te optimaliseren buitengebied (nog te berioleren, en/of aan te sluiten op zuiveringsstation) individueel te optimaliseren buitengebied (individuele zuiveringsinstallatie te voorzien op eigen perceel)
54
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
VMM/Gemeenten, 2009
Leiedal, november 2015
7.1.3. Verloop procedure Voor het voorliggende RUP is het onderzoek tot milieueffectenrapportage nog lopende. Volgende stappen werden reeds doorlopen: • verzoek tot raadpleging opstellen, • verzoek tot raadpleging opsturen naar de bevoegde instanties. Volgende instanties werden voor advies gevraagd: • Deputatie Provincie West- Vlaanderen, Dienst Ruimtelijke Planning, SintAndries – Brugge • Vlaamse Overheid, Ruimte Vlaanderen, Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal, Brugge • Agentschap Natuur en Bos West-Vlaanderen, Brugge • Vlaamse Overheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Brussel • Agentschap Wegen en Verkeer West-Vlaanderen, Buitendienst WestVlaanderen, Brugge • Waterwegen en Zeekanaal NV, Willebroek • Vlaamse Overheid, Agentschap Ondernemen, Entiteit Ruimtelijke Economie, Brussel • Vlaamse Overheid, Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Brugge • Agentschap Wonen Vlaanderen, Afdeling Wonen, Brussel • DE LIJN – West-Vlaanderen, Oostende • Departement LNE, Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Veiligheidsrapportering, Brussel • Vlaamse Milieumaatschappij, Afdeling Operationeel Waterbeheer, Brussel • coördineren van de adviezen, • einddossier overmaken aan de dienst MER,
Volgende stappen worden nog doorlopen: • beslissing dienst MER (verwacht eind november 2015), • openbaarmaking van de beslissing van de dienst MER.
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
55
figuur 50: Watertoetskaart
Legende plangebied overstromingsgevoelige gebieden niet overstromingsgevoelig effectief overstromingsgevoelig mogelijk overstromingsgevoelig
waterlopen bevaarbare waterlopen beek categorie 1 beek categorie 2 beek categorie 3 niet-gecatalogeerde beek Bronnen: Waterlopen (Vlaamse Hydrografische Atlas), VMM/AGIV, juli 2014 Overstromingsgevoelige gebieden, VMM/AGIV, april 2014
0
56
250
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
500 Meters
Leiedal, november 2015
7.2. Watertoets 7.2.1. Watertoetskaart Volgens de watertoetskaart (zoals vastgelegd bij besluit van de Vlaamse Regering 14 oktober 2011, gewijzigd 1 juli 2014) is het plangebied van het RUP voor een deel mogelijk overstromingsgevoelig. Het mogelijks overstroombaar gebied op de watertoetskaart is gebaseerd op de bodemkaart (associatie Efp) en weerspiegelt de vroegere alluviale Leievallei. Het plangebied is niet in een risicozone voor overstromingen, niet in een recent overstroomd gebied (ROC) en deels in een van nature overstroombaar gebied (NOC) vanuit de waterloop gelegen. Binnen het plangebied bevindt zich een bevaarbare waterloop, nl. de Leie. De Leie is een bevaarbare waterloop en wordt beheerd door WenZ. In de jaren ’70 werd de Leie gekalibreerd op 1.350 ton. Met het Seine-Scheldeproject wordt de Leie verder uitgediept tot een tonnenmaat van 4.500 ton (klasse Vb). Stroomafwaarts het plangebied bevindt zich de stuw van Harelbeke die het peil van de Leie regelt op 10,18 m. Door de werking van de stuw en de kalibratie/uitdieping van de vaarweg zijn geen recente overstromingen opgetreden waarbij de Leie in het plangebied buiten zijn oevers treedt. De bouw van een nieuwe sluis en stuw wordt in de loop van 2014 aangevat in het kader van het Seine-Scheldeproject.
7.2.2. Zoneringsplan Op het zoneringsplan, goedgekeurd bij ministerieel besluit (10 oktober 2008), is het plangebied grotendeels gelegen in het centraal gebied (met dus de mogelijkheid aan te sluiten op de riolering en de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur). Enkele niet bebouwde terreinen in het westelijk deel zijn niet aangeduid op dit zoneringsplan (en worden in principe gelijkgesteld met individueel te saneren buitengebied). De gemeentelijke riolering in de Harelbeeksestraat en de Lt-Gen. Gérardstraat zijn een gemengde riolering. Langs het jaagpad is een Aquafin-collector aanwezig, deze voert het afvalwater af naar het RWZI van Harelbeke (gelegen aan de overkant van de Leie). Via de Doornenstraat wordt het gemeentelijk rioleringsstelsel van de Harelbeeksestraat aangesloten op deze collector.
7.2.3. Beoordeling planopties Het RUP voorziet in het plangebied de mogelijkheid om woonprojecten te realiseren die het ‘wonen aan de Leie’ toelaat. Dit betekent het verder bebouwen en verharden van de beschikbare ruimte. Gefaseerd in de tijd kunnen ca. 120 nieuwe wooneenheden gerealiseerd worden. In het RUP worden maximale bebouwingspercentage (incl. niet waterdoorlatende verharding) aangegeven waardoor het wonen aan de Leie in een groen kader blijft. Bij de meersgezinswoningen wordt het parkeren opgelegd in een ondergrondse parkeergarage. Het RUP voorziet een aantal aanpassingen in de bestemming, voornamelijk van ‘zone voor ambachtelijke bedrijven’ naar ‘zone voor wonen’. Een kleine ha (9.084 m²) wordt omgezet van ‘natuurgebied’ naar ‘zone voor wonen’. Het RUP houdt echter netto geen bestemmingswijziging in naar extra ruimte voor bebouwing/verharding. Door het opleggen van maximaal bebouwingspercentage (incl. niet waterdoorlatende verharding) en de omvorming naar extra groene bestemming (ca. 1 ha woonpark in plaats van zone voor bedrijven) is er veleer een afname van de potentiële te urbaniseren oppervlakte. De locatie van het plangebied en de voorgenomen woonprojecten nabij de Leie schetst een specifieke context: • Leie werd gekanaliseerd en kent een (kunstmatig) waterpeil geregeld door de stuw van Harelbeke (10,18 m). • Een deel van het plangebied ligt in de vroegere overstroombare Leiemeersen (op de Leiedal, november 2015
watertoetskaart als mogelijks overstromingsgevoelig aangeduid). De bodem bestaat in de lagere gebieden uit een alluviale kleibodem (Efp) die een infiltratie vrijwel onmogelijk maakt (de hogere gronden zijn zandleem en laten infiltratie toe voor zover het grondwaterpeil voldoende diep is). Tijdens de bouwwerken van grootschalige constructies kan een bemaling van het grondwater nodig zijn, wat een tijdelijke verstoring meebrengt van de grondwaterstroming. De bemaling van grondwater wordt voor zover technisch mogelijk beperkt en bij voorkeur terug geïnfiltreerd (voor zover haalbaar in kleibodem) of rechtstreeks afgevoerd naar de Leie via de langsgracht. Een bemaling is tijdelijk en mag geen permanent karakter krijgen. Bronbemalingen zijn meldingsplichtig (rubriek 53.2 Vlarem-indelingslijst) en valt onder de sectorale voorwaarden 5.53.6.1.1 van Vlarem II.
•
Ondergrondse constructies kunnen de grondwaterstromen permanent beïnvloeden. Gezien de nabijheid van de Leie en de oorspronkelijk alluviale bodem is er een ondiepe grondwaterstroom te verwachten richting Leie. De diepte van ondergrondse constructies wordt dan ook in de stedenbouwkundige voorschriften beperkt tot 3 meter. Het RUP gaat er vanuit van semi-ondergrondse parkeergarages die niet volledig onder het maaiveld zitten. Bijkomende woongelegenheden en bedrijvigheid zorgen voor afvalwater, wat in de toekomst via een gescheiden riolering wordt afgevoerd naar de nabijgelegen Aquafincollector (mits toestemming van Aquafin). Bij aanleg van nieuwe (wegen)infrastructuur in het plangebied voor het woonproject ‘Leieboorden’ zal een gescheiden afwatering worden aangelegd. De regenwaterafvoer wordt voorzien via greppels of open grachten. De voorafgaande keuringsplicht voor private aansluiting op riolering is een garantie voor een correcte scheiding tussen afvalwater en hemelwater op privaat domein. Sinds 1 januari 2014 is de recente stedenbouwkundige verordening ‘hemelwater, infiltratie en vertraagde afvoer’ van kracht.
Bij bouwprojecten wordt de recente (van toepassing sinds 1 januari 2014) stedenbouwkundige verordening ‘hemelwater, infiltratie en vertraagde afvoer’ toegepast met het oog op een vertraagde afvoer via infiltratie of buffering van hemelwater (vanaf 40 m² verharde oppervlakte). Bij een verkavelingsvergunning met aanleg van wegen dient bovendien de verharding van het openbaar domein plus 80 m² per kavel in rekening te worden gebracht voor een infiltratievoorziening (of buffervoorziening voor vertraagde afvoer bij een afwijking op de verordening). In de stedenbouwkundige voorschriften wordt opgelegd om bij woonprojecten (verkaveling, groepsbouw, meergezinswoningen) te voorzien in een collectief waterconcept met een optimaal herbruik en infiltratie (of buffervoorziening voor vertraagde afvoer bij een afwijking op de verordening), die de individuele verplichtingen voor de private kavels binnen het project meeneemt. Het RUP legt de prioriteit in het voorzien van hemelwaterputten voor herbruik. Bij meergezinswoningen (het RUP laat bebouwing toe tot 3 à 6 bouwlagen) wordt opgelegd een voldoende hemelwaterput te voorzien voor een optimaal hergebruik over meerdere bouwlagen en wooneenheden, waardoor er zo min mogelijk verder geïnfiltreerd of dient te worden gebufferd. Voor de afwatering van verharde oppervlakte dient gebruik te worden gemaakt van brongerichte maatregelen om het water op een natuurlijke wijze te laten infiltreren doorheen of naast verhardingen. Overtollig hemelwater dient te worden afgevoerd via greppels en open grachten die tevens een infiltrerende en bufferende werking hebben. De afvoer van hemelwater kan via open grachten geïntegreerd worden in een omgevingsaanleg. Wegenis met straatkolken en een ondergrondse rwa-leiding zijn niet toegestaan behoudens wanneer aangetoond wordt dat dit technisch vereist is. Bij de vergunningsaanvraag van een bouwproject nabij de Leie zal het waterconcept een belangrijk aandachtspunt zijn. Bij woonprojecten (verkaveling, groepsbouw, meergezinswoningen) hoort een waternota met een beschrijving van het toegepaste waterconcept waarbij voldoende ruimte gereserveerd wordt voor het opvangen van water (gescheiden afvoer, optimaal herbruik hemelwater, infiltreren of bufferen voor vertraagde afvoer). Deze ‘waternota’ dient te worden gevoegd bij een vergunningsaanvraag en omvat onder meer (voor zover van toepassing) gegevens over het optimaal herbruik van regenwater in meergezinswoningen, de brongerichte maatregelen, de aanleg van greppels en open grachten, de voorzieningen voor infiltratie en vertraagde afvoer, de infiltratiecapaciteit van de bodem en de grondwaterpeilen. Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
57
Deze sectorale wetgeving voorziet per project in een bepaalde infiltratie- of buffercapaciteit. Ieder project dient met deze sectorale wetgeving rekening te houden, waardoor telkens de nodige infiltratie- of buffercapaciteit gerealiseerd wordt. Er wordt dus niet - zoals in het vorige RUP 2-1 Leieboorden - uitgegaan van een gezamenlijke waterbuffer voor alle ontwikkelingen binnen het gebied. Wel zal er per project moeten worden voorzien in de noodzakelijke infiltratie- of buffercapaciteit, die berekend wordt op basis van de voorgestelde verhardingen en bebouwingen, en samen met het project gerealiseerd wordt.
figuur 51: Buurtwegentoets
Legende
58
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
Een voorafgaandelijk overleg met de vergunningsverlener en de watertoetsadviesinstanties is hierbij aangewezen. Deze nota moet de vergunningverlenende overheid de nodige informatie verschaffen om de vergunning te kunnen beoordelen op vlak van integraal waterbeheer en de implementatie van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening hemelwater. Gezien voor het terrein nabij de Leie er maximale bebouwingspercentages (incl. niet waterdoorlatende verharding) worden opgelegd van 30 à 40%, is er voldoende ruimte om een waterconcept te integreren in het ruimtelijk concept. Het algemeen stedenbouwkundig voorschrift 0.9 bepaalt dat alle handelingen en voorzieningen voor een integraal waterbeheer toegelaten en vergunbaar zijn in alle bestemmingen voor zo ver ze geen afbreuk doen aan het normale gebruik. Er wordt gebouwd aan de Leieboorden, wat betekent dat rekening wordt gehouden met in de toekomst verwachte peilen in de Leie bij piekafvoer. Ter hoogte van de sluis van Harelbeke verwacht WenZ bij extreme omstandigheden een maximum waterpeil op de Leie tot 10,50 meter. Een bouwproject in het mogelijks overstromingsgevoelig gebied dient hiermee rekening te houden. De stedenbouwkundige voorschriften voorziet het principe van ‘overstromingsveilig bouwen’ en een drempelhoogte van de gebouwen van 11,5 m (10,5 m + 1 m veiligheidsmarge/reserve). De brochure ‘overstromingsveilig bouwen’ van de VMM biedt hier de nodige informatie en inspiratie om te bouwen in (mogelijks) overstromingsgevoelig gebied. Ophoging van het terrein (bv. om overstromingsvrij te bouwen) betekent een verlies aan natuurlijke berging als de Leie een hoog peil bereikt. Ophogingen van terreinen onder de 11 m dienen worden gecompenseerd om een gelijkwaardige bergingscapaciteit (in oppervlakte en volume) binnen het plangebied te behouden. Een belangrijk element van de watertoets vormt het watertoetsadvies van de waterloopbeheerder en de Vlaamse milieumaatschappij. Er wordt een watertoetsadvies gevraagd zowel binnen deze plan-MER-screeningsprocedure als binnen de adviesronde bij de plenaire vergadering. Deze (watertoets)adviezen van WenZ als waterbeheerder en van de VMM zullen verdere richtlijnen aangeven die meegenomen worden binnen de beoordeling van de plan-MER-screening en het verdere RUP. In de fase van de vergunningsaanvragen is eveneens nog een watertoetsadvies vereist. Specifiek voor dit plangebied is uiteraard ook de Leie als bevaarbare waterloop. Het domein van WenZ (vaarweg, oevers, Leiebermen, jaagpad, zijberm jaagpad) wordt aangeduid als ‘zone voor waterweg’ waar alle werken en handelingen in functie van het beheer en inrichting van de Leie zijn toegelaten. In het kader van rivierherstel (Seine-Scheldeproject) worden de oevers van de Leie in de toekomst waar mogelijk natuurvriendelijk ingericht. Hierdoor zal de natuurverbindingsfunctie van de Leie versterkt worden.
7.2.4. Conclusie en aanbevelingen uit de watertoets De watertoets toont aan dat, mits het respecteren van hieronder geformuleerde aanbevelingen, nieuwe woningbouwprojecten binnen het plangebied van het RUP mogelijk zijn. De noodzakelijke aandachtspunten zijn: • Opleggen van een voldoende drempelhoogte (11,5 m) voor de gebouwen in mogelijks overstromingsgevoelig gebied. • Terreinophoging onder het niveau van 11 m dient binnen het plangebied te worden gecompenseerd (behoud van een gelijkwaardige bergingscapaciteit, in oppervlakte en volume). • Bij vergunningsaanvraag voor verkaveling/groepsbouw/meergezinswoningen dient een waternota gevoegd voor een collectief waterconcept met onder meer (voor zover van toepassing) gegevens over het optimaal herbruik van regenwater in meergezinswoningen, de brongerichte maatregelen, de aanleg van greppels en open grachten, de (collectieve) voorzieningen voor infiltratie en vertraagde afvoer, infiltratiecapaciteit van de bodem en grondwaterpeil voor het globale project, incl. de verplichtingen voor de individuele kavels. • Toepassing waar mogelijk van brongerichte maatregelen zoals waterdoorlatende Leiedal, november 2015
verhardingen, infiltratie in bermen en groenzone, open grachten, … In nieuwe woningbouwprojecten gelegen aan de Leie dient overtollig hemelwater te worden afgevoerd via greppels en open grachten die tevens een infiltrerende en bufferende werking hebben. De afvoer van hemelwater kan via open grachten geïntegreerd worden in een omgevingsaanleg. De aanleg van nieuwe wegenis met straatkolken en een ondergrondse rwa-leiding zijn hier niet toegestaan behoudens wanneer aangetoond wordt dat dit technisch vereist is. • Beperking in diepte van de ondergrondse constructies tot 3 m onder het maaiveld. Voor zover deze punten niet reeds in sectorale wetgeving geregeld worden, zullen deze worden opgenomen in de verordenende voorschriften. •
7.3. Toets m.b.t. Ruimtelijk Veiligheidsrapport Gelet op het feit dat: • er in het plangebied van het RUP een aandachtsgebied, men name een woongebied gelegen is, • er binnen het plangebied een Seveso-inrichting aanwezig is, nl. Ghekiere Trans Shipment NV, werd aan de dienst Veiligheidsrapportering van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie gevraagd of ze voldoende elementen in handen heeft om de risico’s in te schatten waaraan mensen in de omgeving van deze inrichting blootgesteld worden tengevolge van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen bij deze inrichting.
Gelet op het feit dat: • volgens de gegevens van de dienst Veiligheidsrapportering in het plangebied een Seveso-inrichting aanwezig is, met name de lagedrempelinrichting Ghekière Trans Shipment NV (GTS), • er geen bijkomende Seveso-inrichtingen mogelijk zijn in het plangebied. In het voorontwerp wordt aangegeven op p. 48 dat de bestaande Seveso-activiteit in het plangebied (lage-drempel-inrichting GTS) momenteel behouden kan blijven, maar dat grote uitbreidingen of een nieuw dergelijk bedrijf niet wenselijk zijn op deze site, • volgens de gegevens van de dienst Veiligheidsrapportering binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied geen Seveso-inrichtingen aanwezig zijn, besliste de dienst Veiligheidsrapportering op 07/09/2015 dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden, en dient er voor wat het aspect externe veiligheid betreft geen verdere actie ondernomen te worden.
7.4. Buurtwegentoets Doorheen het plangebied loopt één buurtweg, die deels samenvalt met het openbaar domein van de Doornenstraat. Verder lopen er een aantal buurtwegen langs de randen van het plangebied, die allen samenvallen met het openbaar domein van de Lt-Gen. Gérardstraat en de Harelbeeksestraat. De buurtweg t.h.v. de Doornenstraat werd gewijzigd tijdens de procedure van het RUP 2-1 Leieboorden. Hierbij werd het deel van de buurtweg dat in de huidige loop van de Leie ligt, opgeheven. Het deel van de buurtweg tussen de Doornenstraat en de Leie werd verlegd zodat deze in het verlengde van de Doornenstraat kwam te liggen. De verbinding tussen de Doornenstraat en de Leie is op vandaag weinig bruikbaar, aangezien deze buurtweg vanaf het einde van de Doornenstraat verderloopt over een onverharde parking en aldus weinig kwalitatief is. In het voorliggende plan zal de verbinding tussen het einde van de huidige Doornenstraat en het jaagpad op een meer kwalitatieve manier worden voorzien. Het precieze tracé van de nieuwe verbinding zal mogelijk iets afwijken van het tracé van de huidige buurtweg, maar de verbinding tussen de Doornenstraat en het jaagpad zal verankerd worden in de verordenende voorschriften en is aldus gegarandeerd. Verder voorzien het verordenend plan en de voorschriften nog in een aantal andere doorsteken tussen de Harelbeeksestraat en het jaagpad, waardoor de doorwaadbaarheid van het gebied voor zachte weggebruikers vergroot. De gevolgen van het voorliggende plan voor de buurtwegen zijn aldus zeer positief. Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
59
8. Op te heffen stedenbouwkundige voorschriften Bij het van kracht worden van dit RUP worden volgende stedenbouwkundige voorschriften opgeheven: •
•
9.
de volgende verkavelingsvergunningen gelegen binnen het plangebied worden opgeheven: - VK 401 - VK 402 - VK 403 - VK 404 de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan goedgekeurd met K.B. 04/11/1977 en latere wijzigingen en gelegen binnen de begrenzing van het plangebied van het huidige ruimtelijke uitvoeringsplan. Het gaat om de bestemmingen - woongebied - ambachtelijke bedrijven en KMO’s - natuurgebied - parkgebied - bestaande waterwegen
Conform Art. 2.2.2. §1, 7 van de Vlaamse Codex dient er in voorkomend geval, een register opgenomen te worden, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De percelen die mogelijks in aanmerking kunnen komen voor planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikerscompensatie worden bepaald door de kaartlaag met bestemmingen voor de inwerkingtreding van het RUP, te vergelijken met de kaartlaag met de bestemmingen die in dit RUP worden voorzien. Deze aanduiding is puur informatief en planologisch van aard. Er is geen onderzoek gebeurd naar de eigendomsstructuur, mogelijke vrijstellingen of uitzonderingsgronden.
Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planbaten Op basis van de vergelijking van de bestemmingen van het gewestplan en de bestemmingen in het voorliggende RUP komen de gedeelten die • van bedrijvigheid naar wonen • van bos, overig groen of reservaat en natuur naar wonen worden omgezet in aanmerking voor planbaten.
Ruimtebalans
nr
bestemming gewestplan
bestemming RUP
1
bedrijvigheid
wonen
43.007
2
bos, overig groen of reservaat en wonen natuur
5.776
3
bos, overig groen of reservaat en bedrijvigheid natuur
4.502
60
10. Planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikerscompensatie
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
opp (m²)
Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planschade Niet van toepassing.
Percelen die in aanmerking kunnen komen voor kapitaalschade of gebruikerscompensatie Niet van toepassing.
Leiedal, november 2015
figuur 52: Informatieve aanduiding planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikerscompensatie Legende Planbaten 1
van bedrijvigheid naar wonen
2
van bos, overig groen of reservaat en natuur naar wonen
3
van bos, overig groen of reservaat en natuur naar bedrijvigheid Ondergrond: GRB november 2013
Disclaimer Deze kaart is het register, zoals bedoeld in artikel 2.2.2. §1, eerste lid, 7° en 8° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, een kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie. Dit register geeft, conform de geciteerde wetgeving, de percelen weer waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot vergoeding of heffing. De opname van percelen in dit register houdt dus niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden. De regeling over de planschade is te vinden in artikel 2.6.1 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de planbatenheffing is te vinden in artikel 2.6.4 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de kapitaalschade is te vinden in artikel 6.2.1. en volgende van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De tekst van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van het decreet grond- en pandenbeleid kan geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeordening. be, rubriek wetgeving. De tekst van het decreet gebruikerscompensatie kan geraadpleegd worden op www.codex.vlaanderen.be, zoekterm “gebruikerscompensatie”. Dit register werd aangemaakt door het plan zoals het gold vóór de bestemmingswijziging digitaal te vergelijken met het huidige plan. In een aantal gevallen verschilt de cartografische ondergrond waarop de bestemmingen werden ingetekend in het oude en het nieuwe plan. Daarom kunnen bij de digitale vergelijking beperkte fouten optreden. Het register moet met dat voorbehoud geraadpleegd worden.”
3
1
0
Leiedal, november 2015
75
2
150 Meters
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
61
Verordenend plan: in bijlage
62
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
11. Verordenende stedenbouwkundige voorschriften VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
Enkel de tekst in de kolom ‘verordenende voorschriften’ is bindend. De tekst in kolom ‘toelichting’ dient samen met de stedenbouwkundige voorschriften te worden gelezen, maar zijn niet verordenend. De toelichting dient als interpretatiekader.
TOELICHTING
0. Algemene voorschriften 0.1
Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Bij elke nieuwe ingreep dient een afweging ten aanzien van de ruimtelijke draagkracht van de omgeving te gebeuren. Volgende aandachtspunten zijn belangrijk: • de relatie met de in de omgeving aanwezige functies • beeldkwaliteit • zuinig en compact ruimtegebruik • de gewenste woondichtheid • privacy • inpassing in de landschappelijke context • de impact op de verkeerssituatie: gebruikers, bewoners, bezoekers
Bij de beoordeling van elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning blijft ruimtelijke kwaliteit het belangrijkste criterium. Het is aan de desbetreffende bevoegde overheid om hierover te waken.
De algemene voorschriften gelden voor alle bestemmingszones. In de zones waar de inhoud van een voorschrift geen onderwerp uitmaakt van de betreffende zone is dit voorschrift logischerwijs niet van toepassing.
Ongeacht de functie dienen gebouwen zich te integreren in de omgeving voor wat betreft materiaalgebruik, hoogte, breedte. Het is hierbij verboden om langs de straatzijde volledige gesloten wanden te voorzien. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie of energierecuperatie zijn toegelaten. Bij ieder bouwproject van een zekere schaal wordt een inrichtingsplan gevraagd. Het plan is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag op basis van de hierboven vermelde elementen met bijzondere aandacht voor het parkeren en de groenstructuur. Dit inrichtingsplan brengt de mogelijkheden voor aanpalende onbebouwde gronden in beeld.
Het inrichtingsplan is bijvoorbeeld niet relevant voor een kleine verbouwing of het bouwen van een bijgebouw. Vanaf een project van een aantal woningen is het wel van belang te kunnen waken over de samenhang van de volledige site. Het doorschuiven van ‘lasten’ zoals groenvoorzieningen, waterbuffering en parkeren naar aanpalende terreinen, kan op deze manier worden vermeden.
0.2
Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar een kwalitatieve inrichting van het openbaar domein. Bij wegenis zal in functie van het type van weg de inrichting van de weg een verbindend of verblijfskarakter hebben.
Openbaar domein zijn voor het publiek toegankelijke open ruimtes zoals wegenis, garagestraten, voet- en fietswegen, pleinen, openbaar groen, publieke parkings en publieke recreatieve voorzieningen.
0.3
Bestaande bebouwing, functies en inrichtingen Bestaande bebouwing, functies en inrichtingen die vergund (geacht) zijn en afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, mogen in stand gehouden, verbouwd en gerenoveerd worden op voorwaarde dat de afwijking niet toeneemt. Bij werken die omwille van hun omvang dermate ingrijpend zijn zodat er sprake is van vervangingsbouw dienen de voorschriften van onderhavig RUP te worden nageleefd. Uitbreiden of herbouwen van bestaande gebouwen buiten de gestelde voorschriften is enkel toegestaan om te voldoen aan de sectorale wetgeving waaronder milieu, hygiëne of brandveiligheid.
0.4
Constructies en inrichtingen van openbaar nut Binnen alle bestemmingszones worden bovengrondse en ondergrondse constructies en inrichtingen van openbaar nut toegelaten, voor zover ze in hun uitbating en algemeen voorkomen geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone. Alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, water- en groenbuffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer zijn toegelaten.
0.5
Woningdichtheid Er geldt een bruto na te streven woningdichtheid van 35 woningen per hectare.
Leiedal, november 2015
Enkel vergund (geachte) constructies vallen onder deze regeling. De bestaande bebouwing: het gaat hier zowel om het hoofdvolume als om de bijgebouwen. Vervangingsbouw kan beoordeeld worden conform de omschrijving in de vigerende wetgeving. Dit voorschrift is onder meer van toepassing voor de bestaande bedrijfsgebouwen in het plangebied.
Voorbeelden van constructies en inrichtingen van openbaar nut: straatverlichting, straatmeubilair, bushaltes, gas- of elektriciteitscabines, hoogspanningsleidingen, rioleringen, collectoren en andere ondergrondse nutsleidingen en constructies, ... Ten gevolge van bovengrondse of ondergrondse infrastructuren kunnen erfdienstbaarheden gelden op het terrein (bvb. ter hoogte van collectoren, ...)
De woningdichtheid van 35 woningen per ha kan enkel beoordeeld worden voor nieuwe woonprojecten van een zekere omvang. Deze woningdichtheid zal beoordeeld worden bij de vergunningsaanvraag van projecten. Het heeft geen zin deze dichtheid per perceel te beoordelen. Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
63
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 0.6
Parkeernormen Het parkeren gegenereerd door de activiteiten dient te worden opgevangen op eigen terrein. Er geldt binnen het plangebied een minimum parkeernorm van • 1 parkeerplaats per wooneenheid in gesloten bebouwing, tenzij de perceelsbreedte dit niet toelaat • 2 parkeerplaatsen per wooneenheid in halfopen of open bebouwing • 1,5 parkeerplaats per appartement en • 0,8 parkeerplaats per 100 m² bedrijfsoppervlakte + bij kantoren, diensten, kleinhandel: 1 extra parkeerplaats per 100 m² bedrijfsoppervlakte
TOELICHTING Het is aanbevolen om zoveel mogelijk gebundelde parkings te voorzien voor zowel appartementen als eengezinswoningen. Parkeerplaatsen dienen gezien te worden als een carport, een garage of een autostelplaats in open lucht.
Bij woonprojecten met 5 of meer wooneenheden dienen bijkomend 0,5 parkeerplaatsen per 5 wooneenheden te worden voorzien voor het bezoekersparkeren. In geval van appartementen dienen per wooneenheid 2 fietsenstallingen te worden voorzien en 0,5 fietsenstalling voor de bezoekers. De fietsstalplaatsen dienen op goed toegankelijke locaties bij de toegang van de gebouwen te worden voorzien. Parkeerplaatsen voor personenwagens worden in waterdoorlatende materialen voorzien, tenzij dit om technische redenen niet mogelijk is. Hierbij zijn steenslag of grind weliswaar niet toegelaten wegens stof- en lawaaihinder. 0.7
Buitenruimte Elke woongelegenheid moet beschikken over een bruikbare private buitenruimte met een minimale oppervlakte van 10% van de bruto-oppervlakte van de woongelegenheid, met een minimale oppervlakte van 5 m².
0.8
Aansluiten bij bestaande gebouwen Bij het aanbouwen aan gebouwen, die een ander gabariet hebben dan voorzien in de zone, mag het nieuwe gebouw enkel gemotiveerd afwijken van de voorschriften van de zone om een harmonische overgang mogelijk te maken. Nieuwe wachtgevels kunnen enkel tot stand komen als op het aangrenzende perceel nog mogelijkheden tot aanbouwen bestaat. Bij het aanbouwen aan bestaande gebouwen dienen de bestaande wachtgevels op een kwaliteitsvolle manier te worden afgewerkt.
0.9
Groenaanleg De groenzones dienen te worden beheerd volgens de principes van harmonisch groenbeheer. Bij de inrichting, de aanleg en het beheer van groen moet ervoor gezorgd worden dat dit groen streekeigen, biodiversiteitsrijk en bij voorkeur bijenvriendelijk is, en pesticidenvrij beheerd kan worden.
64
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Technische redenen waardoor het gebruik van waterdoorlatende materialen niet mogelijk is, zijn bvb. de aanwezigheid van kwel, ...
Een lange, maar zeer smalle strook buitenruimte wordt niet beschouwd als een bruikbare buitenruimte.
Leiedal, november 2015
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 0.10
Integraal waterbeheer en waterhuishouding Alle ruimtelijke ingrepen binnen het plangebied dienen in overeenstemming te zijn met de principes van het integraal waterbeheer, zonder een abnormale belasting van het watersysteem. In het bijzonder wordt gewerkt via het principe van vertraagde afvoer van het hemelwater waarbij de volgende hiërarchie wordt gevolgd: 1. opvangen hemelwater voor herbruik, 2. infiltratie in de grond, 3. buffering van het verzamelde regenwater, 4. en pas als laatste vertraagde afvoer.
TOELICHTING Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, gelegen binnen de bouwzones, moet beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, zoals omschreven in het decreet en de verordening(en) ter zake.
Alle handelingen met betrekking tot integraal waterbeheer zijn vergunbaar binnen alle bestemmingszones van het RUP voor zover ze geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone. Alle voorzieningen, bovengrondse en ondergrondse constructies in functie van buffering en infiltratie van hemelwater zijn toegelaten. In meergezinswoningen dient het hergebruik van hemelwater te worden geoptimaliseerd om zo weinig mogelijk hemelwater te moeten infiltreren, bufferen of (vertraagd) afvoeren.
Hergebruik van regenwater dient zoveel als mogelijk te worden toegepast, op de verschillende verdiepingen en in de verschillende woongelegenheden binnen een appartementsgebouw.
Overal dienen brongerichte maatregelen te worden toegepast, tenzij dit om milieutechnische redenen niet mogelijk is.
Brongerichte maatregelen: bvb. waterdoorlatende verhardingen, infiltratie in bermen en groenzones, open grachten, ...
Ondergrondse constructies dienen beperkt te blijven tot een diepte van 3 m onder het maaiveld.
I.f.v. het beperken van effecten op de grondwaterstromingen wordt de diepte van ondergrondse constructies beperkt.
In mogelijk overstromingsgevoelig gebied (cfr meest recente publieke kaarten) moet men overstromingsvrij bouwen. Bij gebouwen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied dient de drempelhoogte boven 11,5 m TAW te liggen. Alle openingen naar ondergrondse constructies moeten zich eveneens boven 11,5 m TAW bevinden.
Overstromingsvrij bouwen: zie hiervoor bijvoorbeeld de brochure daaromtrent uitgegeven door VMM: vbn. voldoende hoge dorpels, overstroombare tuinen, ...
Eventuele ophogingen in het mogelijk overstromingsgevoelig gebied (cfr meest recente publieke kaarten) onder het niveau van 11 m TAW dienen te worden gecompenseerd binnen het plangebied met een gelijkwaardige bergingscapaciteit.
Ophogingen dienen binnen het plangebied te worden gecompenseerd, teneinde een gelijkwaardige bergingscapaciteit (in oppervlakte en volume) te behouden.
Bij elke vergunningsaanvraag voor een verkaveling, groepswoningbouw en/of meergezinswoningen dient een waternota te worden gevoegd. De waternota is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid. Deze verschaft de nodige info voor het beoordelen van de vergunningsaanvraag m.b.t. de inpassing van collectieve infiltratievoorzieningen (of buffering voor vertraagde afvoer, o.b.v. infiltratieproef en grondwaterpeil) en de hiervoor omschreven principes van integraal waterbeheer. De waternota omvat informatie over het globale project. De waternota moet eveneens uitspraak doen over de inpassing van de verplichtingen voor de eventuele individuele kavels.
Leiedal, november 2015
De waternota bevat (voor zover van toepassing) gegevens over het optimaal herbruik van regenwater in meergezinswoningen, de brongerichte maatregelen, de aanleg van eventuele ondergrondse constructies, de aanleg van greppels en open grachten, de eventuele ophogingen en hun compensatie, de (collectieve) voorzieningen voor infiltratie en vertraagde afvoer, de infiltratiecapaciteit van de bodem en het grondwaterpeil voor het globale project, ...
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
65
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
1. zone voor centrumfuncties
hoofdcategorie: wonen
1.1
In deze zone wordt een verweving van functies nagestreefd. Alle toegelaten activiteiten en voorzieningen kunnen als hoofdfunctie of als nevenfunctie voorkomen, zowel in hoofdgebouwen als in bijgebouwen. Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, ... • Handel: voedingszaak, kledingzaak, buurtwinkels, kleine supermarkt, ... Horeca: hotel, restaurant, café, ... • Kleinschalige bedrijven: stapelplaatsen, ambachtelijke bedrijven, KMO, bv. autogarage, interieurzaak met werkplaats, stapelplaats voor een timmerman, ... • Openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen: buurthuis, kinderopvang, ... • Socio-culturele en recreatieve voorzieningen: buurthuis, cultureel centrum, gemeenschapscentrum, voorzieningen voor jeugdwerking, eredienstgebouw, bibliotheek, volkstuintjes, ... • Openbare verharde ruimten: straten, pleinen, publieke parking, voet- en fietspaden, … • Openbare groene ruimten: parken, speelpleinen, graspartijen, bermen, petanquevelden, … • Private groene en verharde ruimten: private of collectieve tuinen, terrassen, private parkings, garagewegen, tuinpaden, ... • Grootschalige verkeersaantrekking: bvb. transportbedrijf, ... • Lawaaihinder: bvb. fuifzaal, ...
Bestemming De zone is bestemd voor gemengde functies waar wonen en aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen nevengeschikt zijn aan elkaar. Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, kleinschalige bedrijven, kantoren en diensten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, socio-culturele en recreatieve voorzieningen, openbare en private groene en verharde ruimten. Volgende activiteiten worden niet toegelaten, noch als hoofdfunctie, noch als nevenfunctie: • milieubelastende of milieuvervuilende bedrijven; • seveso-inrichtingen, als bedoeld in artikel 3 §1 1e lid van het ‘Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken’; • activiteiten met een grootschalige verkeersaantrekking; • activiteiten die door de lawaaihinder die ze veroorzaken niet compatibel zijn met een woonomgeving. Nevenfuncties zijn niet toegelaten in bijgebouwen.
1.2
Daarnaast is zone bestemd voor openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden. In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden.
1.3
Woningtypologie Volgende woningtypes zijn toegelaten: • eengezinswoningen in aaneengesloten, halfopen, en/of open bebouwing Ter hoogte van • de hoek tussen de Lt-Gen. Gérardstraat en de Harelbeeksestraat, • de hoek tussen de Lt-Gen. Gérardstraat en het jaagpad, • en het bestaande appartementsgebouw in de Harelbeeksestraat nr. 60 zijn volgende woningtypes eveneens toegelaten: • gestapelde woningen in aaneengesloten, halfopen, en/of open bebouwing • meergezinswoongebouwen. Halfopen bebouwing: aan één zijde van het hoofdgebouw geldt een minimale vrije zijtuinstrook van 3 m. Open bebouwing: aan beide zijden van het hoofdgebouw geldt een minimale vrije zijtuinstrook van 3 m. In een vrije zijtuinstrook kan een carport worden voorzien. De carport bevindt zich 6 meter achter de rooilijn.
66
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, voetgangers- of fietsvoorzieningen, de plaatsing van zitbanken, kunstwerken, straatmeubilair.
Gestapelde woningen zijn eengezinswoningen die boven en naast elkaar worden gestapeld en geschakeld tot een woningbouwproject. Gestapelde woningen verschillen van appartementsbouw doordat elke woning voorzien is van een individuele private toegang vanaf het openbaar domein. Een meergezinswoongebouw is een gebouw waarin meerdere wooneenheden (appartementen, studio’s) toegang krijgen via een gemeenschappelijke circulatieruimte. Een carport is een afdakconstructie die minstens aan 2 zijden open is.
Leiedal, november 2015
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 1.4
Bouwvoorschriften Maximale terreinbezetting De maximale terreinbezetting “bebouwing” bedraagt 70%. Voor de terreinbezetting “bebouwing” worden alle bovengrondse bebouwing en alle niet-waterdoorlaatbare verharding in rekening gebracht. De terreinbezetting wordt berekend per geheel van percelen in dezelfde eigendom en binnen de zone. Aantal bouwlagen • Hoofdvolumes: maximum 2 bouwlagen + 1 bewoonbare bouwlaag in het dakvolume. De kroonlijsthoogte op de voorbouwlijn is maximum 7 m. • Nevenvolumes en bijgebouwen zijn maximum één bouwlaag hoog. Bijkomende (half-)ondergrondse bouwlagen zijn toegelaten en tellen niet mee als bewoonbare bouwlaag. Een half-ondergrondse bouwlaag komt maximum 1 m boven het maaiveld.
TOELICHTING Een ‘bewoonbare bouwlaag in het dakvolume’ kan worden voorzien onder een hellend dakvolume, maar kan ook worden toegelaten in een dakvolume met een plat dak en met teruggetrokken bouwlijn (i.c. een ‘penthouse’ onder plat dak). Een dakverdieping met een plat dak moet binnen het gabariet van een denkbeeldig hellend dak blijven.
45° 7 20
8
Ondergrondse bouwlagen: kelder, parkeergarage, ...
Op de hoek • tussen de Lt-Gen. Gérardstraat en de Harelbeeksestraat • tussen de Lt-Gen. Gérardstraat en het jaagpad zijn 3 bouwlagen toegelaten + 1 bewoonbare bouwlaag in het dakvolume. Voor het bestaande appartementsgebouw in de Harelbeeksestraat nr. 60 voorziet het plan de volgende ontwikkelingsmogelijkheden: • indien het gebouw afgebroken of substantieel verbouwd wordt, dan moet het nieuw op te trekken gebouwenvolume of de vernieuwbouw zich schikken binnnen het gabariet van de omgeving en deze zone (2 bouwlagen + 1 bewoonbare bouwlaag in het dakvolume) •
indien het gebouw behouden of gerenoveerd wordt, moet het aantal bouwlagen liggen tussen 2 en 6
•
in elk geval moet worden voldaan aan de norm voor het parkeren (zie algemene voorschriften) en moet het parkeren op eigen en hetzelfde terrein worden opgelost.
Dakvorm De dakvorm is vrij te kiezen. Maximale dakhelling: 45°. Minimale oppervlakte woongelegenheden Elke woongelegenheid moet een minimale bruto-oppervlakte hebben van 80 m². Achtertuin De bouwdiepte van hoofd- en nevenvolumes is beperkt tot 20 m. De diepte van de achtertuinen moet min. 8 m bedragen. De achtertuin is de ruimte tussen de achtergevellijn van hoofd- en nevenvolumes en de achterkavelgrens. Bijgebouwen zijn toegelaten in de achtertuin. 1.5
Een bijgebouw is een volume losstaand van het hoofdgebouw (hoofdvolume en nevenvolume) opgericht in de tuinzone van het perceel. Bijgebouwen zijn onder meer tuinhuizen, garages, ...
Parkeren bij meergezinswoningen/gestapelde woningen Het parkeren bij meergezinswoningen of gestapelde woningen dient collectief te worden voorzien in (half-)ondergrondse parkeergarages. Een half-ondergrondse bouwlaag komt maximum 1 m boven het maaiveld. Bezoekersparkeren dient collectief te worden voorzien, maar mag georganiseerd worden op het maaiveld.
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
67
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
2. zone voor wonen met beperkte nevenfuncties - meergezinswoningen
hoofdcategorie: wonen
2.1
•
De zone is bestemd voor wonen met beperkte nevenfuncties en gemeenschapsvoorzieningen. Binnen deze zone zijn wonen en de bijhorende openbare en private groene en verharde ruimten de hoofdfuncties. De beperkte nevenfuncties mogen de woonfunctie van de omgeving niet in het gedrang brengen.
• •
Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, hobbylandbouw, ... Kantoren en diensten: vrij beroep, kapsalon, verzekeringsmakelaar, apotheek, onthaalmoeder, kinderdagverblijf, ... Kleinschalige kleinhandel: voedingzaak, buurtwinkel, ...
Binnen de zone zijn volgende nevenfuncties toegelaten: kantoren en diensten, kleinschalige kleinhandel. Enkel nevenfuncties, inpasbaar in de omgeving en met een beperkte verkeersaantrekking worden toegelaten. De nevenfuncties dienen per zaak beperkt te zijn tot 150 m². Nevenfuncties worden enkel toegelaten op het gelijkvloers. 2.2
Daarnaast is de zone bestemd voor openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden. In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden.
Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, collectoren, grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, voetgangers- of fietsvoorzieningen, de plaatsing van zitbanken, kunstwerken, straatmeubilair. Ten gevolge van bovengrondse of ondergrondse infrastructuren kunnen erfdienstbaarheden gelden op het terrein (bvb. ter hoogte van collectoren, ...)
2.3
Woningtypologie Volgende woningtypes zijn toegelaten: • gestapelde woningen • meergezinswoongebouwen
•
•
2.4
Gestapelde woningen zijn eengezinswoningen die boven en naast elkaar worden gestapeld en geschakeld tot een woningbouwproject. Gestapelde woningen verschillen van appartementsbouw doordat elke woning voorzien is van een individuele private toegang vanaf het openbaar domein. Een meergezinswoongebouw is een gebouw waarin meerdere wooneenheden (appartementen, studio’s) toegang krijgen via een gemeenschappelijke circulatieruimte.
Bouwvoorschriften Aantal bouwlagen en bebouwingspercentage Het aantal bouwlagen en het maximale bebouwingspercentage wordt bepaald door de overdruk ‘Aantal bouwlagen en bebouwingspercentage’ (zie “19. overdruk: aantal bouwlagen en bebouwingspercentage” op pag. 78). Afstand tot overige gebouwen De afstand van een nieuw gebouw tot de overige gebouwen in de nabijheid wordt bepaald door de 45° regel en het aantal bouwlagen: de afstand tot het kortstbijzijnde andere gebouw moet minimum even groot zijn als de hoogte van het nieuwe gebouw.
Bij het realiseren van meergezinswoningen of gestapelde woningen vormt de privacy en daglichttoetreding een belangrijk aandachtspunt, zoals ook opgenomen in het voorschrift 0.1 rond ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Verklarende schets 45°-regel:
Nevenvolumes en bijgebouwen Nevenvolumes en bijgebouwen zijn niet toegelaten. Dakvorm Een plat dak is verplicht. Minimale oppervlakte woongelegenheden Elke woongelegenheid moet een minimale bruto-oppervlakte hebben van 80 m². Hemelwaterafvoer verhardingen Bij wegenis en andere verhardingen is het gebruik van straatkolken en ondergrondse leidingen niet toegestaan, tenzij wanneer aangetoond wordt dat dit technisch vereist is. Overtollig hemelwater dient van deze verhardingen te worden afgevoerd d.m.v. greppels en open grachten, die tevens een infiltrerende en bufferende werking hebben. 2.5
68
45° ander gebouw
Een bijgebouw is een volume losstaand van het hoofdgebouw (hoofdvolume en nevenvolume) opgericht in de tuinzone van het perceel. Bijgebouwen zijn onder meer tuinhuizen, garages, ...
Parkeren Het parkeren dient collectief te worden voorzien in (half-)ondergrondse parkeergarages. Een half-ondergrondse bouwlaag komt maximum 1 m boven het maaiveld. Bezoekersparkeren dient collectief te worden voorzien, maar mag georganiseerd worden op het maaiveld. Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 2.6
Bij nieuwbouw of herbouw van woongebouwen dient te worden voorzien in een groenbuffer ten aanzien van de aanpalende zone voor bedrijvigheid (zie “5. zone voor bedrijvigheid” op pag. 71). Deze groenbuffer heeft een minimale breedte van 5 m.
2.7
Inrichtingsplan Een vergunningsaanvraag voor een perceel grenzend aan de zone voor publiek groen (zie “9. zone voor publiek groen” op pag. 76) dient een inrichtingsplan te bevatten (zie “0.1 Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid” op pag. 63) waarin naast de woonontwikkeling ook de uitwerking van de aangrenzende zone voor publiek groen wordt weergegeven.
TOELICHTING
Een inrichtingsplan is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag op basis van een aantal criteria. Deze worden toegelicht in voorschrift 0.1 ‘Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid’ (zie “0.1” op pag. 63).
3. zone voor wonen met beperkte nevenfuncties
hoofdcategorie: wonen
3.1
•
De zone is bestemd voor wonen met beperkte nevenfuncties. Binnen deze zone zijn wonen en de bijhorende openbare en private groene en verharde ruimten de hoofdfuncties. De beperkte nevenfuncties mogen de woonfunctie van de omgeving niet in het gedrang brengen.
• •
Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, hobbylandbouw, ... Kantoren en diensten: vrij beroep, kapsalon, verzekeringsmakelaar, apotheek, onthaalmoeder, kinderdagverblijf, ... Kleinschalige kleinhandel: voedingzaak, kledingzaak, buurtwinkel, ...
Binnen de zone zijn volgende nevenfuncties toegelaten: kantoren en diensten, kleinschalige kleinhandel. Enkel nevenfuncties, inpasbaar in de omgeving en met een beperkte verkeersaantrekking worden toegelaten. De nevenfuncties dienen per zaak beperkt te zijn tot 100 m². Nevenfuncties worden enkel toegelaten op het gelijkvloers. De nevenfuncties zijn niet toegelaten in bijgebouwen. 3.2
Daarnaast is de zone bestemd voor openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden. In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden.
3.3
Woningtypologie Volgende woningtypes zijn toegelaten: • eengezinswoningen in aaneengesloten en/of halfopen bebouwing
3.4
Bouwvoorschriften Aantal bouwlagen en bebouwingspercentage Het aantal bouwlagen en het maximale bebouwingspercentage wordt bepaald door de overdruk ‘Aantal bouwlagen en bebouwingspercentage’ (zie “19. overdruk: aantal bouwlagen en bebouwingspercentage” op pag. 78). Bouwen op de perceelsgrens Bouwen tot op de perceelsgrens of zonegrens is toegestaan voor wat betreft het gelijkvloers. Muren op de perceelsgrens of zonegrens mogen geen openingen of ramen bevatten. Inkijk in het naastliggende perceel dient te worden vermeden om de privacy te garanderen. Terrassen met zicht op aanpalende woonpercelen zijn niet toegelaten. Ontsluiting De toegang tot de woningen kan niet rechtstreeks op de Lt-Gen. Gérardstraat uitgeven. Dakvorm Een plat dak is verplicht. Buitenruimte Minstens 25% van de perceelsoppervlakte moet bestaan uit private buitenruimte.
Leiedal, november 2015
Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, voetgangers- of fietsvoorzieningen, de plaatsing van zitbanken, kunstwerken, straatmeubilair.
Binnen deze zone wordt gestreefd naar bijzondere woningtypes zoals bvb. patiowoningen. Deze typologie zorgt ervoor dat de privacy en daglichttoetreding voor de belendende percelen bewaard blijft. Verklarende schets vb. patiowoning: plattegrond patio
snede 45° 4.0
geen terrassen t.a.v. aanpalende woonpercelen
De toegang mag niet rechtstreeks uitgeven op de Lt-Gen. Gérardstraat, maar kan wel uitgeven op een nieuw aan te leggen plaatselijke ontsluiting, bijvoorbeeld in de bouwvrije groene strook (zie “12. overdruk: groene bouwvrije strook” op pag. 75); of voor de dieper in het binnengebied gelegen delen: aansluitend op de ontsluiting van een aangrenzende zone.
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
69
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
4. zone voor gemeenschapsvoorzieningen en wonen
hoofdcategorie: wonen
4.1
Gemeenschapsvoorzieningen: bvb. rusthuis, serviceflats, ...
De zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en wonen. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen en wonen zijn toegelaten.
4.2
Naast gemeenschapsfuncties en wonen is de zone ook bestemd voor (groene en verharde) openbare ruimtes. In deze zone zijn alle boven- en ondergrondse werken toegelaten noodzakelijk voor de inrichting, de veiligheid en het beheer van de openbare ruimtes. Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar een kwalitatieve inrichting van de openbare ruimtes. De inrichting van de wegenis moet afgestemd zijn op de functie en gebruik als erftoegangswegen. De ligging, dimensionering en inrichting van de (groene en verharde) openbare ruimtes moeten worden bepaald bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.
Naast de openbare wegen, die op het verordenend plan zijn aangeduid, kunnen in de zone nog meer openbare ruimtes worden voorzien (zowel onder de vorm van publiek toegankelijk privéterrein als openbaar terrein). De ‘zone voor gemeenschapsfuncties’ kan eveneens de aanleg en het onderhoud van de openbare wegenstructuur, buurtspeelpleintjes, publieke groenaanleg (parken) en alle aanhorige openbare nutsvoorzieningen omvatten. Verharde openbare ruimtes: (garage)straten, pleinen, publieke parking, voet- en fietspaden, … Groene openbare ruimtes: parken, speelpleinen, graspartijen, bermen, groenvoorziening, … Aanhorige openbare nutsvoorzieningen: verlichting, straatmeubilair, bushaltes, elektriciteitscabines, rioleringen en andere ondergrondse constructies, ....
4.3
Bouwvoorschriften Maximale terreinbezetting De maximale terreinbezetting “bebouwing” bedraagt 60%. Voor de terreinbezetting “bebouwing” worden alle bovengrondse bebouwing en alle niet-waterdoorlaatbare verharding in rekening gebracht. De terreinbezetting wordt berekend per geheel van percelen in dezelfde eigendom en binnen de zone.
Ter info: de zone is op vandaag voor ongeveer 35% bebouwd (opp. zone +/- 4.800 m², bebouwing +/- 1.700 m²) (exclusief verharding).
Bouwhoogte Er geldt een maximum van 3 bouwlagen. Enkel de bovengrondse ruimtes tellen mee als bouwlaag. Bijkomende (half-)ondergrondse bouwlagen zijn toegelaten en tellen niet mee als bewoonbare bouwlaag. Een half-ondergrondse bouwlaag komt maximum 1 m boven het maaiveld. Kroonlijsthoogte De kroonlijsthoogte is maximum 11 m. Dakvorm Een plat dak is verplicht. 4.4
70
Parkeren De aanvrager van een vergunning is verplicht op eigen privaat terrein of op collectief privaat terrein voldoende parkeerruimte, stationeerruimte en circulatieruimte aan te leggen voor alle wagens van de bewoners, de bezoekers en het personeel. Er geldt binnen deze zone een minimum parkeernorm van • 0,5 parkeerplaatsen per bewoner • 1 parkeerplaats per personeelslid
Dit voorschrift wijkt af van het algemene voorschrift m.b.t. parkeren. Binnen deze zone wordt dit algemene voorschrift m.b.t. parkeren (zie “0.6” op pag. 64) vervangen door dit voorschrift 4.4.
De aanvrager van een vergunning wordt ook verplicht om op eigen privaat terrein voldoende en kwaliteitsvolle stallingsruimte te voorzien voor fietsers, zo dicht mogelijk bij de toegang(en) tot het gebouw.
Kwalitatieve stallingsruimte: een overdekte fietsenstalling met mogelijkheid om de fiets d.m.v. een fietsslot aan een vaste constructie te bevestigen.
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 5. zone voor bedrijvigheid 5.1
TOELICHTING hoofdcategorie: bedrijvigheid
De zone is bestemd voor kleine en middelgrote bedrijven en gemeenschapsvoorzieningen. Watergebonden bedrijvigheid is mogelijk, passend binnen deze voorschriften. Volgende soorten bedrijven zijn niet toegelaten: • grootschalige milieubelastende of milieuvervuilende bedrijven; • distributie en groothandel; • afvalverwerking met inbegrip van recyclage; • verwerking en bewerking van mest, slib en grondstoffen; • bedrijven die sterk verkeersgenererend zijn; • Seveso-inrichtingen, als bedoeld in artikel 3 §1 1e lid van het ‘Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken’.
Het bestaande Seveso-bedrijf dat zich in het plangebied bevindt, kan behouden worden aangezien dit d.m.v. een overdruk zo bepaald wordt (zie “11. overdruk: behoud bedrijvigheid” op pag. 75). Na het verdwijnen van deze activiteit is een nieuwe invulling d.m.v. kleinschalige watergebonden bedrijvigheid, passend binnen de woonomgeving, wenselijk.
Volgende ondergeschikte activiteiten worden toegelaten: • Kantoren, detailhandel en toonzalen met beperkte vloeroppervlakte, ondergeschikt en gekoppeld aan de hoofdactiviteit van individuele bedrijven, zijn toegelaten voor zover die activiteiten geen loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken. • Inrichtingen voor de huisvesting van bewakingspersoneel van maximaal 200 m² vloeroppervlakte, geïntegreerd in het bedrijfsgebouw, zijn toegelaten. In specifieke gevallen kan onder bewakingspersoneel ook de eigenaar, een zaakvoerder of kaderlid worden begrepen, voor zover diens aanwezigheid nuttig of nodig is voor de bewaking en voor de veiligheid van het bedrijf.
Voorbeelden van bedrijven met ondergeschikte activiteiten zijn: • een autoherstelplaats met een ondergeschikte activiteit van een toonzaal als verkooppunt van auto’s • een productiebedrijf met kantoren voor administratie
5.2
Naast de bedrijven is de zone ook bestemd voor openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden. In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden.
Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, stationeer- en parkeerstroken, wegsignalisatie en wegbebakening, verlichting, afwatering, beplantingen, voetgangers- of fietsvoorzieningen, plaatsing van zitbanken, muurtjes, kunstwerken, straatmeubilair.
5.3
Bouwvoorschriften • De minimale bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt 6 m. • De maximale bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt 11 m. Gebouwen dienen een minimale afstand van 6 m ten opzichte van de zonegrens te respecteren.
5.4
Bij nieuwbouw of herbouw van bedrijfsgebouwen dient te worden voorzien in een groenbuffer ten aanzien van de aanpalende zone voor centrumfuncties en voor wonen (zie “1. zone voor centrumfuncties” op pag. 66) (zie “2. zone voor wonen met beperkte nevenfuncties - meergezinswoningen” op pag. 68). Deze groenbuffer heeft een minimale breedte van 5 m.
5.5
Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning zal worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria: • zorgvuldig ruimtegebruik; • een kwaliteitsvolle aanleg van het bedrijfsperceel en afwerking van de bedrijfsgebouwen; • het bouwen in meerdere lagen daar waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat; • voldoende ruimte voor het parkeren, stationeren en manoeuvreren van personen- en vrachtwagens op eigen terrein of gegroepeerd voor verschillende bedrijven; • maatregelen voor het behoud van het waterbergend vermogen; • impact op de mobiliteit en verkeersleefbaarheid.
Leiedal, november 2015
Kwaliteitsvolle afwerking van de bedrijfsgebouwen: er wordt gestreefd naar een hoogstaande architecturale uitstraling voor de bedrijfsgebouwen, en een realisatie met duurzame materialen.
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
71
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 5.6
TOELICHTING
Parkeren Ieder bedrijf is verplicht op eigen privaat terrein of op collectief privaat terrein voldoende parkeerruimte, stationeerruimte en circulatieruimte aan te leggen voor alle wagens van het bedrijf, het personeel en de bezoekers, zowel voor personenwagens als voor bestel- en vrachtwagens. Er geldt binnen deze zone een minimum parkeernorm van 6 parkeerplaatsen per bedrijf.
Binnen deze zone wordt dit algemene voorschrift m.b.t. parkeren (zie “0.6” op pag. 64) aangevuld door dit voorschrift 5.4.
Elk bedrijf wordt ook verplicht om op eigen privaat terrein voldoende en kwaliteitsvolle stallingsruimte te voorzien voor fietsers, zo dicht mogelijk bij de toegang(en) tot het bedrijfsgebouw.
Kwalitatieve stallingsruimte: een overdekte fietsenstalling met mogelijkheid om de fiets d.m.v. een fietsslot aan een vaste constructie te bevestigen.
6. zone voor openbare weginfrastructuur
hoofdcategorie: lijninfrastructuur
6.1
Deze zone is bestemd voor openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden. In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden.
Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, voetgangers- of fietsvoorzieningen, de plaatsing van zitbanken, kunstwerken, straatmeubilair.
6.2
Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie-infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.
Alle werken van natuurtechnische milieubouw kunnen gerealiseerd worden.
6.3
Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar een kwalitatieve inrichting van de openbare weg, die is aangepast aan de functie en categorisering van de weg.
7. zone voor waterweg 7.1
De zone is bestemd voor de bedding van de Leie en het domein van de Waterwegen en Zeekanaal NV.
7.2
Deze zone omvat tevens het jaagpad langs de Leie. Het jaagpad ligt binnen het domein van Waterwegen en Zeekanaal NV en vormt een exploitatieweg van de waterloop. Via deze weg mag geen woning, noch bedrijf ontsloten worden.
hoofdcategorie: lijninfrastructuur
Naast de basisfunctie van de infrastructuur horende bij de waterloop heeft deze zone tevens een recreatieve functie. De zone maakt deel uit van de tracés van de jaagpaden langs de bevaarbare waterlopen, die kaderen in het globaal regionaal netwerk van verbindingen voor het “zacht verkeer”. De verbindingsfunctie voor het “zacht verkeer” moet een permanent karakter hebben. Ook de dwarse voetgangers- en fietsersverbindingen door het plangebied worden op deze weg aangesloten. 7.3
Binnen deze bestemmingszone zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor het functioneren en de aanpassing van de waterweg en zijn aanhorigheden.
7.4
Daarnaast zijn werken, handelingen en wijzigingen in functie van de ruimtelijke inpassing, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren en leidingen toegelaten.
7.5
Alle voorzieningen, bovengrondse en ondergrondse constructies in functie van buffering en infiltratie van hemelwater zijn toegelaten.
7.6
Inrichting De inrichting van de waterweg en zijn aanhorigheden (de waterlijn, het jaagpad, de water- en landtalud, de teengracht, en een kleine strook grond) gebeurt volgens de richtlijnen van waterwegbeheerder WenZ.
72
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 8. zone voor woonpark 8.1
TOELICHTING hoofdcategorie: wonen
De zone is bestemd voor de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van een groenzone. De zone kan een publiek of een privaat karakter hebben. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van deze bestemming zijn toegelaten. De genoemde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de ruimtelijke samenhang in het gebied, de cultuurhistorische waarden, horticulturele waarden, landschapswaarden en natuurwaarden in het gebied bewaard blijven.
8.2
Deze zone is bouwvrij met uitzondering van inrichtingen en constructies van openbaar nut en algemeen belang of kleine constructies in functie van het recreatieve gebruik en onderhoud van de groenzone, en met uitzondering van de bestaande woning.
8.3
De bestaande woning en het bestaande bijgebouw kan behouden, gerenoveerd, verbouwd en herbouwd worden.
8.4
Voor de renovatie, verbouwing of herbouw van de bestaande woning en het bestaande bijgebouw gelden volgende bouwvoorschriften: Bouwvoorschriften Maximale terreinbezetting De maximale terreinbezetting “bebouwing” bedraagt 300 m². Voor de terreinbezetting “bebouwing” worden alle bovengrondse bebouwing (hoofd- en bijgebouwen) en alle niet-waterdoorlaatbare verharding in rekening gebracht. De maximale terreinbezetting “waterdoorlaatbare verharding” bedraagt 150 m². Bouwhoogte Er geldt een maximum van 1 bouwlaag + 1 bewoonbare bouwlaag in het dakvolume. Enkel de bovengrondse ruimtes tellen mee als bouwlaag. Dakvorm De dakvorm is vrij te kiezen. Maximale dakhelling: 45°.
8.5
Binnen de zone zijn fiets- en wandelpaden met bijhorende inrichting toegelaten. De fiets- en wandelpaden moeten worden aangelegd met waterdoorlaatbare materialen.
8.6
De plaatsing van speelpleinconstructies en beperkte reliëfwijzigingen in functie van sport- en speelmogelijkheden zijn toegelaten.
8.7
De verharding in het gebied blijft beperkt tot het strikt noodzakelijke voor de toegankelijkheid rond de woning en rond sport-, speel-, of rustconstructies. Het algemene karakter van de zone moet onverhard en beplant zijn.
Leiedal, november 2015
Recreatie moet hier verstaan worden in verhouding tot de groenfunctie van het gebied. Het is een nevengeschikte functie.
Een ‘bewoonbare bouwlaag in het dakvolume’ kan voorzien worden onder een hellend dakvolume, maar kan ook worden toegelaten in een dakvolume met een plat dak en met teruggetrokken bouwlijn (i.c. een ‘penthouse’ onder plat dak). Een dakverdieping met een plat dak moet binnen het gabariet van een denkbeeldig hellend dak blijven.
45°
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
73
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 9. zone voor groen 9.1
TOELICHTING hoofdcategorie: overig groen
De zone is bestemd voor de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van een groenzone. De zone dient een publiek karakter te hebben. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn om deze bestemmingen te realiseren zijn toegelaten.
De genoemde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de ruimtelijke samenhang in het gebied, de cultuurhistorische waarden, horticulturele waarden, landschapswaarden en natuurwaarden in het gebied bewaard blijven. 9.2
9.3
Deze zone is bouwvrij met uitzondering van • inrichtingen en constructies van openbaar nut en algemeen belang, • kleine constructies in functie van het recreatieve gebruik en onderhoud van de groenzone, • ondergrondse constructies en installaties in functie van het geautomatiseerde transport van goederen tussen de aanpalende zones (zie “5. zone voor bedrijvigheid” op pag. 71)(zie “7. zone voor waterweg” op pag. 72). • een boven het maaiveld verheven constructie of installatie in functie van het geautomatiseerde transport van goederen tussen de aanpalende zones (zie “5. zone voor bedrijvigheid” op pag. 71)(zie “7. zone voor waterweg” op pag. 72), voor zover deze kan functioneren en bestaan zonder blijvende schade aan te richten aan de groenzone of de ontwikkeling van de groenzone te belemmeren.
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer
De fiets- en wandelpaden moeten worden aangelegd met waterdoorlaatbare materialen.
74
Ook een geautomatiseerde, bovengrondse transportband boven de groenzone is mogelijk, indien deze de kwaliteit van de groenzone niet aantast en de ontwikkeling van de groenzone niet belemmert.
Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: •
9.4
De bestaande ondergronds pompinstallatie die het transport tussen de aanpalende zone voor waterweg en zone voor bedrijvigheid regelt, kan behouden blijven en vernieuwd worden.
Werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden zijn toegelaten, voor zover de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden.
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken bestaat onder meer uit: toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen, … Kleinschalige infrastructuur voor natuureducatie is bijvoorbeeld: informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten, … Kleinschalige infrastructuur voor recreatief medegebruik: zitbanken, picknicktafels, vuilnisbakken, … Niet-gemotoriseerd verkeer is onder meer: wandelen, fietsen, ... Voor werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het beheersen van overstromingen buiten de natuurlijke overstromingsgebieden of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden worden de stroomgebiedbeheersplannen en de bekkenbeheersplannen als afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor bovenvermelde werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen.
Leiedal, november 2015
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
10. overdruk: bestaand gebouw 10.1
Binnen het gebied dat in overdruk is aangeduid, zijn volgende functies toegelaten: • gemeenschapsvoorzieningen • aan het wonen gerelateerde functies Deze functies zijn enkel toegelaten indien: • deze functies binnen de bestaande bebouwing ondergebracht kunnen worden • er voldoende parkeerplaatsen kunnen worden voorzien ter ondersteuning van deze functies, en dit binnen het gebied dat in overdruk is aangeduid of op aanpalende terreinen (mits voorleggen van een overeenkomst hieromtrent)
Gemeenschapsvoorzieningen: bijvoorbeeld ook functies gerelateerd aan het aanpalende woonzorgcentrum, of parkeren ten behoeve hiervan. Aan het wonen gerelateerde functies: bijvoorbeeld vrije beroepen, ... Ook serviceflats kunnen binnen deze overdruk. Er moet minstens voldaan worden aan de parkeernormen, zoals omschreven in voorschrift 0.6 (zie “0.6” op pag. 64).
Handelsfuncties of autonome kantoren zijn niet toegelaten. 10.2
Indien de functie gevestigd binnen deze overdruk een functionele relatie heeft met het aanpalende woonzorgcentrum, dient de toegang voor gemotoriseerd verkeer ook via het aanpalende woonzorgcentrum te verlopen.
11. overdruk: behoud bedrijvigheid 11.1
T.h.v. deze overdruk kunnen de huidige bestaande bedrijfsactiviteiten van het bedrijf G&V behouden blijven, onderhouden worden, herbouwd worden op dezelfde plaats en met hetzelfde volume, of maximum 10% in volume uitbreiden, indien deze bedrijfsactiviteiten aan alle geldende normen blijven voldoen.
Onder bestaande activiteiten moeten worden verstaan: de activiteiten in gelijkaardige vorm, met inbegrip van de normale technologische evolutie van activiteiten. De omstandigheid dat het bedrijf verandert van eigenaar kan op zichzelf niet beschouwd worden als een stopzetting van de huidige bedrijfsactiviteiten. Het Seveso-bedrijf kan behouden blijven indien het aan alle in Vlaanderen gehanteerde risicocriteria blijft voldoen.
Nevenactiviteiten zijn alleen toegelaten voor zover ze noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering van het bestaande bedrijf. 11.2
Na stopzetting bedrijvigheid Als de huidige bedrijfsactiviteiten worden stopgezet, geldt de bestemming zoals vastgelegd in de ‘zone voor bedrijvigheid’ (zie “5. zone voor bedrijvigheid” op pag. 71). Voor de voorschriften m.b.t. deze bestemming wordt verwezen naar de voorschriften voor deze ‘zone voor bedrijvigheid’.
De stopzetting van de bedrijfsactiviteiten is een feitenkwestie en zal op dat moment moeten worden aangetoond. Er wordt ook rekening gehouden met de eigendomsstructuur van het terrein.
12. overdruk: groene bouwvrije strook 12.1
Het gebied dat in overdruk is aangeduid, is specifiek voorbehouden voor de aanleg, het beheer en onderhoud van: • hoog- en laagstammige groenelementen en gras, in functie van het behoud van een groene bouwvrije strook • openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden • afwateringsgrachten, beken, waterinfiltratievoorzieningen en waterbufferbekkens, die noodzakelijk zijn voor het behoud van het waterbergend vermogen van het aanpalende woongebied
12.2
Het gebied ter hoogte van de overdruk is bouwvrij.
12.3
Het gebied is enkel toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer voor de ontsluiting van de aangelanden.
Leiedal, november 2015
De waterinfiltratievoorzieningen en waterbufferbekkens moeten volgens de vigerende wetgeving inzake de vertraagde afvoer en buffering van hemelwater worden aangelegd. Het gebied kan zowel in publieke als in private eigendom zijn.
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
75
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
13. overdruk: op te heffen verkavelingsvergunningen 13.1
De in overdruk aangeduide verkavelingsvergunningen en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften worden opgeheven.
14. overdruk: voetgangers- en fietsersverbinding (indicatief) 14.1
De aslijn geeft symbolisch aan waar een verbinding voor voetgangers en fietsers moet aangelegd of behouden worden. De exacte ligging van het tracé is vrij te bepalen. De aslijn kan verschuiven over een afstand van maximum 30 m.
14.2
De verbinding heeft een openbaar karakter en is steeds toegankelijk. Deze verbindingen zijn niet toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer.
14.3
De verbinding is minimaal 6 m breed. De verharding is minimaal 2 m breed. De voetgangers- en fietsverbinding tussen de Doornenstraat en het jaagpad dient minimaal 20 m breed te zijn, en te worden ingevuld als een kwalitatieve groene ruimte. Deze verbinding dient over een breedte van minimaal 4 m te bestaan uit draagkrachtige materialen in functie van de toegankelijkheid voor de hulpdiensten.
#
15. overdruk: erfontsluiting (indicatief) 15.1
De overdruk geeft symbolisch aan waar een ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer moet worden aangelegd. Deze ontsluiting is enkel toegankelijk voor de aanpalende woningen. De exacte ligging van het tracé is vrij te bepalen. De aslijn kan verschuiven over een afstand van maximum 20 m.
15.2
De ontsluiting heeft een openbaar karakter en is steeds toegankelijk.
15.3
De ontsluiting is minimaal 8 m breed. De rijweg is maximaal 5 m breed. Doorgaand verkeer mag niet mogelijk zijn.
15.4
Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar een kwalitatieve inrichting van de erfontsluiting, die is aangepast aan de functie en het verblijfskarakter van de weg.
76
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Het openbaar karakter betekent niet noodzakelijk dat de grond ook in openbare eigendom moet zijn of komen. De grond op zich kan privé-eigendom blijven.
Leiedal, november 2015
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 16. overdruk: zeer waardevolle bebouwing 16.1
TOELICHTING
Ê
De met dit symbool aangeduide relicten hebben erfgoedwaarden. Het behoud van de totaliteit van het relict en het herstel van de erfgoedwaarden moet maximaal worden nagestreefd.
Bij de zeer waardevolle gebouwen wordt gestreefd om de authentieke situatie te bewaren of te herstellen. Hierbij moeten alle ingrepen gebeuren met respect voor het authentieke karakter van het gebouw.
Enkel onderhouds- en instandhoudingswerken die het behoud en/of herstel van de erfgoedwaarden beogen zin toegelaten. Uitbreidingen, verbouwingen en renovaties zijn toegestaan indien volgende elementen gerespecteerd worden: • Er dient zoveel mogelijk terug te worden gegaan naar de authentieke toestand voor wat de voorgevel betreft. Storende ingrepen moeten weggewerkt worden of zodanig ingepast of verbouwd worden dat ze het geheel van het bouwwerk ondersteunen. • De authentieke kleur en materialen dienen te worden toegepast. Bij werken aan hellende daken zijn enkel de oorspronkelijke of soortgelijke kleur en materialen toegelaten. • Zijn verboden in de gevel(s) zichtbaar vanaf het openbaar domein, tenzij herstel in de oorspronkelijke toestand beoogd wordt: • het bepleisteren of schilderen van de gevel; • het aanbrengen, vervangen (tenzij restauratie-herstel), afdekken of wijzigen van decoratieve elementen, smeedijzer of beeldhouwwerk; • het vergroten of verkleinen van raam- en deuropeningen. Herbouwen is enkel toegestaan na calamiteiten buiten de wil van de eigenaar en met quasi vernietiging van het gebouw tot gevolg. Herbouwen is bovendien enkel toegestaan op dezelfde plaats en binnen het bestaande, vergunde volume. De gevels palend aan het openbaar domein kunnen, behoudens bij overmacht, niet gesloopt worden.
17. overdruk: waardevolle bebouwing 17.1
Onder overmacht wordt bijvoorbeeld begrepen: brand, stormschade, ...
_
De met dit symbool aangeduide relicten hebben erfgoedwaarden. Het behoud van de verschijningsvorm en het karakter van het relict en het herstel van de erfgoedwaarden moet worden nagestreefd. Uitbreidingen, verbouwingen en renovaties zijn toegestaan indien volgende elementen gerespecteerd worden: • Er dient zoveel mogelijk het karakter en de verschijningsvorm behouden te blijven. Storende ingrepen moeten weggewerkt worden of zodanig ingepast of verbouwd worden dat ze het geheel van het bouwwerk ondersteunen. Het gebruik van een moderne eigentijdse vormentaal is mogelijk. • Er kunnen naast de authentieke materialen en kleuren ook een moderne eigentijdse materiaal- en kleurgebruik worden toegepast op voorwaarde dat ze integreerbaar zijn of dat ze het karakter van het gebouw versterken (accenten leggen). Het volledig wegstoppen van de voorgevel is niet integreerbaar. • Zijn toegelaten in de gevel(s) en daken zichtbaar vanaf het openbaar domein: • het herstel in de oorspronkelijke toestand • het vergroten of verkleinen van raam- en deuropeningen op voorwaarde dat deze geïntegreerd zijn in de verticale of horizontale geleding van de gevel; • nieuwe gevelopeningen op voorwaarde dat deze geïntegreerd zijn in de verticale of horizontale geleding van de gevel; • nieuw materiaalgebruik voor het schrijnwerk.
Bij de waardevolle gebouwen is het vertrekpunt niet zozeer een beschermingsreflex van de individuele bouwkundige kernmerken, maar wel het respect voor het karakter en de verschijningsvorm. Onder respect voor het karakter en de verschijningsvorm wordt verstaan dat de hoofdeigenschappen die karakteristiek zijn voor de bestaande gebouwengroep, zoals het globaal uitzicht en de typologie dienen te worden gerespecteerd. Dit sluit echter niet uit dat bij verbouwing of uitbreiding een moderne eigentijdse vormentaal en/of materiaalgebruik kan worden gebruikt. Het geven van een meer open karakter aan de gevels om meer licht, lucht en ruimte te hebben is dus zeker toegelaten, evenals het plaatsen van dakvlakvensters mits dit op een esthetisch verantwoorde manier gebeurt, met respect voor de verschijningsvorm van de bestaande gebouwengroep.
De gevels palend aan het openbaar domein kunnen, behoudens bij overmacht, niet gesloopt worden. 17.2
Van het behoud van het bouwkundig erfgoed kan worden afgeweken indien in een gemotiveerde nota bij de bouwaanvraag kan worden aangetoond dat de werken voor het behoud te ingrijpend zijn vanuit bouwtechnisch oogpunt en niet in verhouding staan tot de erfgoedwaarde van het gebouw. Dit kan bijvoorbeeld gaan om de aanwezigheid van huiszwam, vergevorderde betonrot, ...
Leiedal, november 2015
Dit kan bijvoorbeeld gaan om de aanwezigheid van huiszwam, vergevorderde betonrot.
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
77
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 18. overdruk: behoud bestaande waterpartij 18.1
TOELICHTING
! U
De in overdruk aangeduide bestaande waterpartij dient behouden te blijven.
19. overdruk: aantal bouwlagen en bebouwingspercentage
XBL XX%
19.1
Binnen het gebied dat in overdruk is aangeduid, worden het aantal bouwlagen en het bebouwingspercentage opgelegd zoals weergegeven in het overdruksymbool. Aantal bouwlagen - ...BL Enkel de bovengrondse ruimtes tellen mee als bouwlaag. Bijkomende (half-)ondergrondse bouwlagen zijn toegelaten en tellen niet mee als bewoonbare bouwlaag. Een half-ondergrondse bouwlaag komt maximum 1 m boven het maaiveld.
(Half-)ondergrondse bouwlagen: bvb. kelder, parkeergarage, ...
De gelijkgrondse bouwlaag heeft een maximale bruto-hoogte van 4 m; vanaf de eerste verdieping geldt een maximale bruto-hoogte van 3,5 m. 1BL • Hoofdvolumes zijn maximum 1 bouwlaag hoog + 1 bewoonbare bouwlaag in een dakvolume, met teruggetrokken bouwlijn (i.c. een ‘penthouse’ onder plat dak). Deze dakverdieping moet binnen het gabariet van een denkbeeldig hellend dak (met een hellingsgraad van 45°) blijven. • Nevenvolumes en bijgebouwen zijn maximum één bouwlaag hoog. • Voor woongelegenheden grenzend aan de Lt-Gen. Gérardstraat zijn 2 bouwlagen toegelaten, zonder dat de tweede bouwlaag een teruggetrokken bouwlijn dient te hebben. 2BL • Hoofdvolumes zijn maximum 2 bouwlagen hoog + 1 bewoonbare bouwlaag in een dakvolume, met teruggetrokken bouwlijn (i.c. een ‘penthouse’ onder plat dak). Deze dakverdieping moet binnen het gabariet van een denkbeeldig hellend dak (met een hellingsgraad van 45°) blijven.
Verklarende schets:
45° 4.0
Verklarende schets: 45°
3BL • Hoofdvolumes zijn maximum 3 bouwlagen hoog. • Over maximum 50% van de bebouwde oppervlakte is een 4e bouwlaag toegelaten. 4BL • Hoofdvolumes zijn maximum 4 bouwlagen hoog. Bebouwingspercentage - ...% De maximale terreinbezetting “bebouwing” bedraagt ...%. Voor de percelen langsheen de Doornenstraat, gelegen binnen de zone voor wonen met beperkte nevenfuncties - meergezinswoningen (zie “2. zone voor wonen met beperkte nevenfuncties - meergezinswoningen” op pag. 68) en kleiner dan 400m² geldt een maximale terreinbezetting “bebouwing” van 80%. Voor de terreinbezetting “bebouwing” worden alle bovengrondse bebouwing en alle niet-waterdoorlaatbare verharding in rekening gebracht. De terreinbezetting wordt berekend per geheel van percelen in dezelfde eigendom en binnen de zone.
78
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
Leiedal, november 2015
Leiedal, november 2015
Gemeente Kuurne, RUP 2-2 Leieboorden
79
www.leiedal.be bedrijventerreinen stedenbouw milieu informatie- en communicatietechnologie mobiliteit herbestemmingsprojecten
intergemeentelijke samenwerking projectontwikkeling streekontwikkeling