Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan
“Langstraat Hooge Zwaluwe”
datum: 31 maart 2009 projectnummer: 02177.006
Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan
“Langstraat Hooge Zwaluwe”
Inhoud 1. 2. 3.
werknummer: opdrachtgever: contactpersoon: datum: projectverantwoordelijke: status:
toelichting bestemmingsplanregels verbeelding
02177.006 Woningstichting Goed Wonen De heer C. Gommeren 31 maart 2009 De heer drs. B.S.S. Tjiam ontwerp
02177.006bp11
5
INHOUD 1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3
Huidige situatie Algemeen Projectlocatie Huidige bebouwingsstructuur
9 9 9 11
3 3.1 3.2
Relevant beleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
15 15 19
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Projectbeschrijving Algemeen Visie Architectonische vormgeving Omgevingsplan Functioneel programma
25 25 25 27 31 32
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11
Planologisch relevante aspecten Inleiding Bedrijven en milieuzonering Geluid Kabels en leidingen Flora en fauna Archeologie en cultuurhistorie Water Bodem Luchtkwaliteit Externe veiligheid Conclusie
35 35 35 36 37 38 39 42 47 48 49 49
6 6.1 6.2 6.3 6.4
Juridische aspecten Inleiding Verbeelding Bestemmingsplanregels Regeling van de afzonderlijke bestemmingen
51 51 51 52 53
7
Inspraak en overleg
55
7
Bijlagen A. Brief van Waterschap Brabantse Delta B. Nota van beantwoording ingekomen reacties uit het wettelijk vooroverleg en de inspraak
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
6
Plangebied aangeduid op topografische ondergrond
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
7
De woningstichting Goed Wonen is voornemens om, in samenwerking met andere partijen, in Hooge Zwaluwe in de gemeente Drimmelen op een locatie aan de Burgemeester Godwaldtstraat en de Kerkdijk, net ten zuiden van de spoorlijn, bouwplannen te realiseren voor een brede school, een steunpunt (Prisma), ongeveer 30 zorgwoningen (met zorgindicatie) en een buurtsuper (circa 250 m²). De plannen staan bekend onder de naam “Langstraat Hooge Zwaluwe”. Op de locatie is momenteel een basisschool gelegen. De aanleiding tot bovengenoemde ontwikkeling betreft het samengaan van de huidige St. Jan school en Frederik Hendrik school. De realisatie van een brede school in combinatie met zorgwoningen en bijkomende voorzieningen betekent voor Hooge Zwaluwe een grote meerwaarde. Compositie 5 stedenbouw bv heeft voor de bovengenoemde plannen een stedenbouwkundig ontwerp gemaakt. Over dit stedenbouwkundige ontwerp is overeenstemming bereikt met de gemeente Drimmelen, die in principe kan instemmen met de plannen. De volgende stap die dient te worden genomen is dat het voorliggende stedenbouwkundige plan ook in juridische zin mogelijk moet worden gemaakt. Om die reden is het onderhavige bestemmingsplan opgesteld. Hiermee wordt de juridische basis gelegd op basis waarvan de plannen ook daadwerkelijke gerealiseerd kunnen worden.
1.2
Leeswijzer In onderhavige toelichting komt de inhoud van het bestemmingsplan aan de orde: x x x x x x
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de huidige situatie; In hoofdstuk 3 volgt een bespreking van het relevante provinciale, regionale en gemeentelijke beleid; In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het plan dat de basis heeft gevormd voor de onderhavige bestemmingsregeling; In hoofdstuk 5 wordt dieper ingegaan op de planologisch relevante aspecten, zoals bedrijven en milieuzonering, geluid, flora en fauna, archeologie, water en luchtkwaliteit; In hoofdstuk 6 gaan we nader in op de juridische regeling in de voorschriften; In hoofdstuk 7 volgt tenslotte een verslag van de gevoerde inspraak en vooroverleg.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
8
Bebouwde kom van Hooge Zwaluwe
Kerk
plangebied
Ingezoomd op de projectlocatie
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
2
Huidige situatie
2.1
Algemeen
9
Drimmelen is een landelijke gemeente in het noordwesten van de provincie Noord-Brabant. Aan de noordzijde is het Nationaal Park De Biesbosch gelegen. Ten zuiden van de gemeente ligt de stad Breda. De internationale vervoerscorridor van onder meer de A16 en de HSL vormt de westelijke grens van de gemeente. De gemeente kan als een landelijke gemeente worden gekenschetst, waar de land- en tuinbouw, maar ook recreatie en toerisme , goed vertegenwoordigd is. De gemeente bestaat uit zes kernen, Drimmelen, Hooge en Lage Zwaluwe, Made, Terheijden en Wagenberg. De gemeente Drimmelen heeft een oppervlakte van 12400 ha. In de kernen wonen samen circa 27.000 inwoners. Made is met zijn 12.000 inwoners het centrum-dorp. Hooge Zwaluwe vormt één van de kleinere kernen in de gemeente, met 1.639 inwoners per 1 januari 2006. Het dorp kan gekarakteriseerd worden als een langgerekt lint- of dijkdorp, waarbij langzaam maar zeker een zekere verdichting van de bebouwingsstructuur is ontstaan. Het lint betreft de historische, hoofdzakelijk noord-zuid georiënteerde route tussen Lage Zwaluwe en Wagenberg/Breda. Het dorp heeft een karakteristieke en aantrekkelijke uitstraling door de aanwezigheid van vele authentieke woningen en boerderijen en diverse monumenten. De kern Hooge Zwaluwe wordt doorsneden door een spoorlijn. Het betreft de lijn Lage Zwaluwe-Oosterhout, die echter nauwelijks nog wordt gebruikt. In de stedenbouwkundige structuur van het dorp speelt de spoorlijn nog steeds een belangrijke rol, omdat deze voor een belangrijk deel de oorzaak is geweest van de typische vorm van de kern. Deze bestaat uit twee, min of meer losse “plukken” bebouwing ten zuiden en ten noorden van de spoorlijn. Het tussengebied, waar de spoorlijn gelegen is, is voor een groot deel vrij gebleven van bebouwing. In dit tussengebied is ook het onderhavige plangebied gelegen.
2.2
Projectlocatie Het plangebied ligt op een centrale plaats in het dorp Hooge Zwaluwe. De centrale ligging van het plangebied blijkt onder meer uit de nabijheid van de kerk, die direct aan de overzijde van de Kerkdijk gelegen is. De historische kern van Hooge Zwaluwe is overigens meer noordwaarts, ter hoogte van de haven, gelegen. De projectlocatie is ingeklemd tussen de Kerkdijk aan de oostzijde, de Burgemeester Godwaldtstraat aan de zuidzijde en de spoorbaan aan de noordzijde. Momenteel is op de onderhavige locatie de St. Jan school gesitueerd. Deze zal plaatsmaken voor de nieuwe brede school (inclusief peuterspeelzaal en een kinderdagverblijf) in combinatie met zorgwoningen en bijbehorende voorzieningen en een winkel.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
10
Luchtfoto van de locatie (Bron: www.terradesk.nl)
Te realiseren park
Gemeente Drimmelen Plangebied in relatie tot begrenzing stedenbouwkundige visie
02177.006bp11
11
Westelijke zijde Aan de westelijke zijde grenst het plangebied aan een groengebied dat in eigendom van de gemeente is. De gemeente heeft hier de intentie in de toekomst een park te realiseren. Aan de westzijde ligt een bosgebied dat onderdeel vormt van de Ecologische Hoofdstructuur. De gemeente Drimmelen heeft het voornemen om het perceel dat tussen het plangebied en het bos is gelegen in te richten als park. Een waterpartij zal hier gecombineerd worden met een speel- en trapveldje en een jongeren ontmoetingsplek. Het gebied krijgt hiermee zowel ecologische waarden die aanvullend zijn voor het bosgebied als ook recreatieve waarden voor de aangrenzende woonbuurt. Oostelijke zijde Aan de oostelijke zijde grenst het plangebied aan de Kerkdijk. De particuliere woning aan deze straat maakt geen onderdeel uit van het plangebied. De Kerkdijk vormt de dijk waaraan Hooge Zwaluwe is ontstaan. De kenmerkende gevarieerde lintbebouwing langs de dijk vormt een belangrijk onderdeel van het beschermd dorpsgezicht van Hooge Zwaluwe zoals dit in het geldende bestemmingsplan is geregeld. Noordelijke zijde De spoorbaan loopt in oost-west richting door de kern en geeft ruimtelijk een tweedeling aan binnen het dorp. Parallel aan de spoorbaan loopt een ecologische verbindingszone. Zuidelijke zijde Aan de zuidelijke zijde grenst de projectlocatie aan de Burgemeester Godwaldtstraat. Hierachter is een woonbuurtje gelegen. Het betreft één van de naoorlogse uitbreidingen van Hooge Zwaluwe. Het betreft een wijk die vanaf de jaren ’50 van de vorige eeuw in verschillende fasen is gerealiseerd. De hoofdstructuur van de wijk wordt bepaald door de Vogelstraat waarop een drietal woonhofjes is ontsloten. Gasleiding Een niet zichtbaar maar wel belangrijk element voor de ontwikkeling van het gebied vormt de ligging van een gastransportleiding. Parallel aan de spoorbaan en in het verlengde van de Vogelstraat ligt een gastransportleiding met een belemmeringszone van 3,5 meter uit het hart van de leiding. In deze zone mag geen bebouwing worden opgericht. Hiermee is in de planvorming rekening gehouden. De leidingen vormen onderdeel van een groter regionaal netwerk.
2.3
Huidige bebouwingsstructuur De huidige bebouwing bestaat uit de bestaande St. Janschool. Voor het overige is het gebied momenteel onbebouwd. Het betreft twee percelen die in agrarisch gebruik zijn.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
12
De St. Janschool
Te handhaven woning aan Kerkdijk
De St. Janschool
Open groengebiedje westelijk van plangebied
De St. Janschool
Open groengebiedje westelijk van plangebied
Gemeente Drimmelen Tuin voor de St. Janschool
Groentje westelijk van plangebied met het Hoefpad
02177.006bp11
13
Open groengebiedje westelijk van plangebied
Bestaande seniorenwoningen aan Burg. Godwaldtstraat
Spoorbaan met links het projectgebied
Poolsestraat
Zicht op het projectgebied
Zicht op tuin van bestaande woning aan Kerkdijk
Zicht op boerderij aan overzijde van de spoorlijn
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe” Kerkdijk ter hoogte van spoorlijn
14
Streekplan Noord-Brabant | Plankaart 1: Ruimtelijke Hoofdstructuur
Streekplan Noord-Brabant | Plankaart 2: Elementen van de onderste laag
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
3
Relevant beleid
3.1
Provinciaal beleid
15
Interimstructuurvisie provincie Noord-Brabant, 2008 Aanleiding voor het opstellen van deze Interimstructuurvisie is de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008. De structuurvisie is grotendeels gebaseerd op het voormalige Streekplan “Brabant in Balans” uit 2002, aangevuld met nieuwe beleidsuitgangspunten. Zuinig ruimtegebruik is één van de belangrijkste beleidslijnen van de Interimstructuurvisie van de provincie Noord-Brabant. Hiermee wil de provincie de groei en spreiding van het stedelijk ruimtebeslag afremmen en tegelijkertijd stimuleren dat nieuwe ontwikkelingen op een geconcentreerde manier vorm krijgen. Bij het zoeken naar ruimte om te voorzien in de behoeften op het vlak van onder meer wonen moeten de mogelijkheden binnen de bestaande bebouwde ruimte zo goed mogelijk worden benut. Ook moet aandacht worden besteed aan de mogelijkheden die compacte bouwwijzen bieden. De sleutelwoorden zijn inbreiden, herstructureren, intensiveren en meervoudig ruimtegebruik. Toetsing Het project kan gezien worden als een inbreiding binnen bestaand bebouwd gebied, waarbij het ruimtegebruik wordt geïntensiveerd. In deze zin past het project dus goed binnen de Interimstructuurvisie. Beleidslijn "Rood met groen" In de Interimstructuurvisie staat beschreven dat wanneer uitbreiding van het stedelijk ruimtebeslag ten koste van het buitengebied onontkoombaar is, deze gepaard moet gaan met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit elders in het buitengebied (= rood met groen koppeling). De achterliggende gedachte is dat de realisering van stedelijke functies in het buitengebied, zoals nieuwe woonwijken of de aanleg van een nieuw bedrijventerrein altijd ten koste gaat van (groen in) het buitengebied. Met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2005 dienen gemeenten in bestemmingsplannen / vrijstellingsprocedures op basis van artikel 19 WRO inzichtelijk te maken op welke wijze zij denken een kwaliteitsverbetering elders in het buitengebied te kunnen realiseren in de vorm van landschapsontwikkeling en groenaanleg. Toetsing De rood-met-groen-koppeling is op het project deels van toepassing omdat het project deels een herstructurering van een bestaande bebouwde locatie betreft, maar ook deels een uitbreiding van het stedelijk ruimtebeslag. Op 12 april 2006 heeft de gemeenteraad ingestemd met de Rood met Groen- koppeling zoals die in het toenmalige Streekplan beschreven staat. Dit betekent dat uitbreiding van het stedelijk ruimtebeslag met woningbouw elders zal worden gecompenseerd met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. De vrijkomende middelen zullen worden gestort in een groenfonds van waaruit ecologische verbindingszones zullen worden aangelegd.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
16
In het kader van het onderhavige project zal er door de initiatiefnemer ook een bijdrage dienen te worden gedaan aan dit groenfonds.
Uitsnede uit plankaart Uitwerkingsplan
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
17
Uitwerkingsplan Drimmelen, Geertruidenberg en Moerdijk, december 2004 In dit uitwerkingsplan wordt het beleid en de programmering inzake het wonen en het werken uit het toenmalige Streekplan voor de gemeenten Drimmelen, Geertruidenberg en Moerdijk uitgewerkt. Wat betreft het woningbouwprogramma wordt gesteld dat van belang is dat inbreiden en herstructureren de voorkeur blijven hebben boven uitbreidingen. Voor het uitwerkingsgebied wordt een woningplanning weergegeven. Hierbinnen zijn echter niet meegenomen bijzondere woonvormen in combinatie met zorg. Deze worden niet tot de reguliere woningvoorraad gerekend. Het woningbouwprogramma is voor onderhavig project dan ook niet relevant. Over de kern Hooge Zwaluwe wordt het volgende gesteld: De kern Hooge Zwaluwe ligt landschappelijk gezien op de overgang van zandgronden naar zeekleigronden. De kern ligt in het open zeekleigebied. Oostelijk van de kern ligt een dekzandrug die de overgang van zand naar klei markeert. Hooge Zwaluwe is een langgerekt dijkdorp waardoor het veel relaties heeft met het omliggende landschap. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is de structurerende as Raadhuisstraat-Havenstraat-Spoorstraat met omliggende bebouwing waardevol. Dit geldt ook voor de goederenspoorlijn. De kenmerkende lintbebouwing biedt mogelijkheden voor verdichting op perceelsniveau. Ten westen van de kern ligt GHS natuur, dat deel uitmaakt van het landschappelijk raamwerk. In de SV+ zijn voor alle zijden van de kern contouren vastgelegd. In het noordwesten en oosten vallen deze samen met de bestaande bebouwingscontour. Aan de zuidzijde van de kern liggen afrondingsmogelijkheden. Het plangebied is gelegen binnen het bestaande gebied, zoals uit nevenstaande kaart blijkt. Toetsing Het project past binnen het beleid inzake inbreiden en herstructureren. Conform de plankaart is de locatie gelegen binnen bestaand stedelijk gebied, het project past in principe binnen het beleid dat de kenmerkende lintbebouwing mogelijkheden biedt voor verdichting op perceelsniveau. Regionale visie “verzorging en verpleging” en subregionale visie “zorg, wonen en welzijn” (2001) In deze visies wordt beleid geformuleerd omtrent de zorgsector. Er worden onder meer streefen actiepunten geformuleerd over overlegstructuren met zorgaanbieders en vragers, meer wijkgericht denken zowel met betrekking tot wonen en woonomgeving, zorg en welzijn, etc. In de woonvisie wordt een indeling van de woonkernen in de gemeente gepresenteerd. Deze indeling is als volgt: x A Kernen: Alle voorzieningen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. x B-Kernen: Basisvoorzieningen. x C-Kernen: Zonder noemenswaardige voorzieningen. De kern Hooge Zwaluwe is een C kern. Hier kan echter wel een beperkt steunpunt worden overwogen als aanvulling op het bestaande aanbod.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
18
Strategiekaart kern Hooge Zwaluwe uit StructuurvisiePlus
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
19
Toetsing Het project past in globale zin binnen deze visie, aangezien met het project een betrekkelijk kleinschalig woonzorgcomplex wordt gerealiseerd met hierbij een beperkt steunpunt.
3.2
Gemeentelijk beleid StructuurvisiePlus Drimmelen De StructuurvisiePlus van Drimmelen is door de gemeenteraad bij besluit van 29 november 2001 vastgesteld. Efficiënt ruimtegebruik Het gemeentebestuur van Drimmelen heeft efficiënt ruimtegebruik als een belangrijk uitgangspunt van de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling gesteld. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het geven van prioriteit aan verdichtings- / inbreidingslocaties boven uitbreidingslocaties, het streven om milieuhinderlijke bedrijven in een milieugevoelige omgeving te saneren. Per kern is een inventarisatie gemaakt van de potentiële inbreidingslocaties. Niet altijd hebben verdichten en inbreiden voorrang: uit een stedenbouwkundige afweging kan blijken dat sommige open ruimten juist kenmerkend zijn voor de ruimtelijke/cultuurhistorische structuur. Bij inbreidingen dient aandacht besteed te worden aan de maat en schaal van de locatie en de omgeving; er dient dus een zorgvuldige afweging plaats te vinden. Wel dienen kansen voor inbreiding en herstructurering benut te worden. Het saneren van verstorende bedrijvigheid in de kernen is hiernaast een kwalitatief aandachtspunt. Volkshuisvesting De woningvoorraad van Drimmelen is vrij eenzijdig opgebouwd, het overgrote deel bestaat uit (grote) grondgebonden eengezinswoningen. De voorraad is wel van een goede technische kwaliteit. Er is een grote woningvraag, zowel op de huur- en koopmarkt: zo’n 1000 woningzoekenden. In de vraag kan een verschuiving gesignaleerd worden van huur naar koop. Een belangrijk deel van de vraag is gericht op vrijstaande woningen en twee-onder-een-kap woningen. Maar er is ook behoefte aan goedkope huur- en koopwoningen. Van belang is de nieuwbouw aan te passen aan de vraag. Onder meer speelt hierbij dat het aanbod voor ouderen momenteel niet toereikend is. Aandachtspunt bij de samenstelling van het woningbouwprogramma en de aanpak van de huidige woningvoorraad en woonomgeving, is differentiatie. Gezien de toenemende vergrijzing – met name na 2005 wordt een sterke stijging van mensen in de leeftijdscategorieën 55+ en 65+ verwacht – is het noodzakelijk om specifieke seniorenwoningen c.q. appartementencomplexen te realiseren. Er zijn op dit moment te weinig voor ouderen geschikte woningen. Inbreidingen Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk gebouwd wordt op inbreidingslocaties (bijvoorbeeld op voormalige bedrijfslocaties in de kern), zo kan bijgedragen worden aan een verbetering van het woon- en leefmilieu en wordt een zo klein mogelijk beslag gelegd op de ruimte buiten de bebouwingscontour van de huidige kernen.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
20
Aandachtspunt bij de selectie en prioriteitstelling van inbreidingslocaties is onder meer de stedenbouwkundige en beeldkwaliteit: dit vereist een zorgvuldige afweging: sommige open ruimten zijn juist kenmerkend voor de ruimtelijke/cultuurhistorische structuur, inbreiding krijgt dus niet per definitie voorrang, groene ruimten op de juiste locaties in de kern zijn zeker ook van groot belang. Eén van de geschikte inbreidingslocaties die in de StructuurvisiePlus wordt gesignaleerd is de locatie tussen de woonbuurt Vogelstraat en de spoorlijn. Dit is onderhavig plangebied. Hooge Zwaluwe Er wordt voor Hooge Zwaluwe gestreefd naar het behouden en versterken van de huidige kwaliteiten, er is geen plaats voor grootschalige nieuwe ontwikkelingen. Verdere uitbreiding van het bedrijfsterrein is niet wenselijk, een groene inpassing in de omgeving zeer zeker. Ook het sportpark is visueel dominant en vraagt om een betere inpassing. De kern kan zich profileren op het gebied van recreatie, cultuur, ambachtelijke en toeristische voorzieningen (bijvoorbeeld haven). Mede hiervoor is een verbetering van de kwaliteit van de inrichting van de openbare ruimte noodzakelijk. Wanneer zich mogelijkheden voordoen om de helderheid van het profiel van het dijklint te verbeteren moeten deze benut worden. De drie groene wiggen die tot diep in de kern doordringen zijn waardevol en moeten beschermd worden. Het cultuurhistorisch lint is waardevol, verdichtingmogelijkheden moeten op perceelsniveau bekeken worden. Enige verdichting/uitbreiding aan de zuidzijde van het lint is denkbaar in de ruimtelijke structuur. In de uitwerking zal moeten blijken hoe deze locatie concreet kan worden ingevuld. Toetsing De projectlocatie staat als inbreidingslocatie in de StructuurvisiePlus specifiek aangeduid en het project is in die zin zeer passend te noemen. Verder kan het project in belangrijke mate bijdragen aan de in de StructuurvisiePlus genoemde doelstelling om in de kern specifieke seniorenwoningen (zorgwoningen) c.q. appartementencomplexen te realiseren. Wat betreft het specifieke beleid voor Hooge Zwaluwe kan gesteld worden dat het project kan bijdragen aan een stedenbouwkundige kwaliteitsverbetering van het gebied. Bestaande waarden, zoals het cultuurhistorisch waardevolle lint op de genoemde groen wiggen worden niet geschaad. Woonvisie 2004+ Algemeen In deze notitie wordt de gemeentelijke visie op het wonen gepresenteerd. Een aanleiding voor deze notitie is dat de senioren om meer woonkwaliteit vragen. Deze groep wil zo lang mogelijk zelfstandig blijven in een veilige woonomgeving, indien nodig met zorg aan huis. Uit de analyse blijkt dat in de gemeente een fors woningtekort is, met name voor starters en senioren. De toenemende vergrijzing is een belangrijk issue in de gemeente. Als gevolg van extramuralisering en het langer zelfstandig wonen van ouderen, zal er een additionele behoefte ontstaan aan bijzondere woonvormen die bij voorkeur ingebed dienen te zijn in een adequate woonzorgstructuur. Ook speelt een rol dat de inwoners van de gemeente Drimmelen gehecht zijn aan hun eigen woonkern. Om deze reden is aandacht aan vitaliteit en leefbaarheid van de kernen belangrijk.
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
21
Het beleid van de gemeente richt zich primair op het bouwen voor de eigen woningbehoefte. De huidige woningtekorten voor senioren moeten zo snel mogelijk worden weggewerkt. Er is veel aandacht nodig voor een adequate huisvesting van de in de gemeente snel toenemende groep senioren. De gemeente wil een woonprogramma realiseren dat rekening houdt met de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Daaraan verbonden is dat rekening wordt gehouden met de tendens tot extramuralisering, waardoor er behoefte bestaat aan meer woonzorgwoningen en vormen van beschermd wonen. Woningbouwprogramma Bij de verdeling van het bouwprogramma wordt er in de kleinere kernen wat minder gebouwd dan in de hoofdkernen. In Hooge Zwaluwe moeten in de periode 2005-2008 40 woningen worden gebouwd. Wat betreft het type woningen wordt gemikt op huurwoningen en grondgebonden koopwoningen. Wonen welzijn en zorg Op dit moment zijn er 1999 woningen in woonzorgcomplexen (wozoco’s) in de gemeente Drimmelen. Met de bouwplannen komen er 66 bij. Hierbij wordt op gemeenteniveau voorzien in de behoefte (195 in 2004 en 265 in 2010). Op kernniveau zijn de verschillen met de normgetallen echter groot. De kern Hooge Zwaluwe is in de regiovisie ingedeeld als C kern. Hier kan echter wel een beperkt steunpunt worden overwogen als aanvulling op het bestaande aanbod. In deze kern zijn momenteel geen bijzondere woonvormen aanwezig. De behoefte aan deze woonvormen (exclusief intramurale zorgplaatsen) is bepaald op respectievelijk 15 en 25 eenheden. Dit betekent dat er normatief gezien ruimte is voor de realisatie van een aantal zorgwoningen met steunpunt, zoals door GoedWonen wordt overwogen. Toetsing Een belangrijke beleidslijn in de nota is dat er meer woonzorgwoningen en vormen van beschermd wonen moeten worden ontwikkeld. Belangrijk hierbij is, gezien de gehechtheid van mensen aan de eigen kern, dat er veel aandacht is aan de vitaliteit en leefbaarheid van de kernen. Binnen dit kader past het project zeer goed, aangezien hiermee woonzorgwoningen worden gerealiseerd voor de relatief snel toenemende groep ouderen, specifiek die mensen die graag in Hooge Zwaluwe (blijven) wonen. Over Hooge Zwaluwe specifiek wordt in het stuk gesteld dat hier momenteel geen bijzondere woonvormen aanwezig. De behoefte aan deze woonvormen (exclusief intramurale zorgplaatsen) is bepaald op respectievelijk 15 en 25 eenheden. Conclusie die in de nota wordt getrokken is dat voor het initiatief van Goed Wonen (onderhavig project dus) normatief gezien ruimte is.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
22
Maatschappelijke doeleinden Agrarische doeleinden Molenbeschermingszone Groenvoorzieningen Leidingenstrook
Uitsnede uit plankaart vigerend bestemmingsplan
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
23
Vigerend bestemmingsplan Het vigerende bestemmingsplan “Kern Hooge Zwaluwe” is door de raad van de gemeente Drimmelen bij besluit van 26 mei 2005 vastgesteld en door Gedeputeerde staten van NoordBrabant bij besluit van 10 januari 2006 gedeeltelijk goedgekeurd. Dat bestemmingsplan is opgesteld als onderdeel van het actualiseringsprogramma voor de bestemmingsplannen in de gemeente. Het actualiseringsprogramma gaat uit van zo groot mogelijke, overzichtelijke eenheden. Voor de kern Hooge Zwaluwe betekende dit dat de hele kern in één bestemmingsplan is geregeld. Voor het perceel waarop de ontwikkelingen zijn voorzien gelden een viertal bestemmingen: Maatschappelijke doeleinden, Agrarische doeleinden, Groenvoorzieningen en Verblijfsdoeleinden. Daarnaast ligt het plangebied deels onder de dubbelbestemming Molenbeschermingszone. Omdat er sprake is van een planontwikkeling, die niet kan worden gerealiseerd binnen de huidige bestemmingen, is er voor gekozen om een zelfstandig bestemmingsplan met een eigen regeling op te stellen waarbij de plansystematiek van het vigerende bestemmingsplan voor zowel de verbeelding als de bestemmingsplanregels uitgangspunt voor de regeling is geweest.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
24
Ruimtelijke opbouw zuidelijke deel kern
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
4
Projectbeschrijving
4.1
Algemeen
25
Het plan betreft in hoofdzaak de oprichting van een brede school alsmede een aantal woonvoorzieningen. De brede school huisvest een basisschool, peuterspeelzaal alsmede een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang. De school vormt de nieuwe locatie van de gefuseerde scholen Sint Jan (rooms-katholiek) en Frederik Hendrik (protestant). De woonvoorziening betreft woonzorgeenheden (in totaal ongeveer 30 wooneenheden) alsmede een steunpunt. Tenslotte maakt een kleine supermarkt deel uit van de plannen. De plannen worden gerealiseerd op de locatie van de huidige St. Janschool in Hooge Zwaluwe, die zal worden geamoveerd.
4.2
Visie Ruimtelijke opbouw zuidelijk deel kern De kern Hooge Zwaluwe wordt in oost-west richting doorsneden door het spoor die de kern hiermee opsplitst in een noordelijk en zuidelijk deel. Onderhavig plangebied maakt onderdeel uit van het zuidelijke deel en grenst direct aan het spoor. De opbouw van dit zuidelijke deel van de kern kenmerkt zich door een driedeling met een eenvoudige en duidelijk leesbare ruimtelijke structuur. De verhoogd liggende Kerkdijk vormt een lint aan de oostzijde van dit zuidelijke deel en heeft potentiële cultuurhistorische waarde. De bebouwingstypologie bestaat uit kleinschalige bebouwing afgewisseld met een aantal bijzondere functies zoals een kerk. De korrelmaat is overwegend klein en de bebouwing is georiënteerd op de dijk. Direct ten westen van dit dijklint, tussen het lint en de Vogelstraat, ligt een lager gelegen deel (benedendijks). De Poolsetraat en Vogelstraat liggen parallel aan de Kerkdijk waardoor er sprake is van een duidelijke orthogonale structuur met lange zichtlijnen. Ten westen van dit deelgebied zijn de laatste uitbreidingen gesitueerd. De orthogonale structuur heeft hier plaatsgemaakt voor een meer losse opzet middels een hofjesstructuur en korte zichtlijnen. Plangebied in relatie tot de ruimtelijke opbouw zuidelijk deel kern Het plangebied is gesitueerd in het lage deel en grenst aan het hoger gelegen dijklint. Doordat het in het lager gelegen deel gesitueerd is, is aansluiting gezocht bij de orthogonale structuur die kenmerkend is voor dit deel. Het cultuurhistorische dijklint blijft hierdoor intact en gerespecteerd. Middels de nieuw te realiseren bebouwingshaak wordt er enerzijds aangesloten op de orthogonale structuur, anderzijds vormt het de afronding van deze structuur. Daarnaast vormt deze bebouwingshaak een ruimte waarin de brede school als een markant en los element gesitueerd is. De brede school markeert hiermee zowel de entree van dit zuidelijk deel komende vanaf de Burgemeester Godwaldtstraat als de beëindiging van de zichtlijn die gevormd wordt door de Poolsestraat.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
26
Situering bouwmassa’s
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
27
Aansluiting op de directe omgeving Ten westen van het plangebied wordt door de gemeente een parkje aangelegd. Belangrijk is dat de nieuwbouw een (zicht) relatie aangaat met dit park. De inrichting van de openbare ruimte van het plangebied dient in samenhang met die van het parkje ontwikkeld te worden. Daarnaast geldt dat er een zichtlijn naar het spoor dient te zijn. Transparantie en openheid zijn bij de architectonische uitwerking de sleutelwoorden.
4.3
Architectonische vormgeving Hoofdopzet Het neergelegde programma voor de locatie zal worden ondergebracht in twee volumes. Het centrale element vormt hierbij de brede school. Deze wordt zodanig gesitueerd aan de Burgemeester Godwaldtstraat dat er een goede zichtrelatie is met de Burgemeester Godwaldtstraat alsmede met de Kerkdijk. De zorgwoningen, het steunpunt en de supermarkt worden in het tweede volume gerealiseerd, die als een haak om het volume van de brede school wordt gelegd. Dit tweede volume bakent de ruimtelijke kaders af van de locatie: één volume ligt evenwijdig langs de spoorlijn, de andere wordt gesitueerd aan het nieuw aan te leggen park. School Wat betreft de school betrof de architectonische opgave een multifunctioneel, aanpasbaar- en betaalbaar gebouw te realiseren. Dit heeft geresulteerd in een compact gebouw waarbij de grote maten van de boerderijbouw in de omgeving als inspiratiebron hebben gediend. Wat betreft vormgeving is ook aansluiting gezocht bij de typologie van de huidige St. Jansschool. De school wordt uitgevoerd in één bouwlaag met een lage kap. De totale vormgeving van de school is eenvoudig en betrekkelijk sober. Wat betreft materiaalkeuze kan gesteld worden dat wordt uitgegaan van roodbruin genuanceerde bakstenen gevels en daken uitgevoerd in metaalbeplating. Woonvoorzieningen Het tweede volume wordt geheel uitgevoerd in twee bouwlagen met kap. Om een aantrekkelijk beeld te creëren is er veel diversiteit in de gevels aangebracht. De kop van het bouwvolume dat het dichtst bij de Burgemeester Godwaldtstraat is gelegen wordt benut ten behoeve van de winkelvoorziening (supermarkt). De winkel heeft door deze ligging een optimale bereikbaarheid en zichtbaarheid vanuit het hele dorp. In het architectonische plan is ervoor gekozen de winkel zoveel mogelijk onderdeel te laten uitmaken van het geheel. Om die reden is de winkel door het doorzetten van de gevels, verbonden aan de rest van het gebouw. Bij het complex wordt er een verschil gemaakt tussen de binnenzijde en de buitenzijde van het gebouw. De binnenzijde van het complex (de zijde die grenst aan de brede school) krijgt open gevels met veel glas en ramen. Op deze manier ontstaat in dit binnenmilieu een vriendelijk, open en kleinschalig karakter. De buitenzijdes van het complex (richting spoorlijn en park) krijgt een wat meer gesloten uitstraling met gevels met een dichter karakter. Het steunpunt en de gemeenschappelijke ruimte in de hoek van de haakvorm krijgt een vormgeving die past bij de bijzondere functie met gevels die grotendeels worden uitgevoerd in glas.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
28
Gevelbeelden brede school Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
29
Verder is de onderdoorgang tussen de supermarkt en het zorgsteunpunt verbijzonderd. Hiermee worden zichtlijnen gecreëerd tussen het toekomstige park en de brede school, en wordt het park ruimtelijk nadrukkelijk bij het project getrokken. Wat betreft materiaalkeuze kan gesteld worden dat ook bij dit volume wordt uitgegaan van roodbruin genuanceerde bakstenen gevels en daken uitgevoerd in metaalbeplating.
Gevelbeelden woonzorgvoorzieningen (globaal)
zuidzijde
westzijde
oostzijde
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
30
Omgevingsplan (voorstel)
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
4.4
31
Omgevingsplan Het omgevingsplan omvat zowel de directe omgeving van de nieuwbouw als het nieuw te realiseren parkgebiedje ten westen van de nieuwbouw. Op deze plek is momenteel grasland gelegen. Het omgevingsplan schetst een beeld van een open ruimte bestaande uit gazon en bloemrijk grasland, waarop de nieuwe gebouwen, de daarbij behorende voorzieningen en grote solitaire bomen op een ´ontspannen´ wijze staan. Het oostelijk deel heeft door de nieuwbouw een meer stedelijke uitstraling; het westelijk deel heeft een uitgesproken landschappelijke uitstraling. Op de grens van beide delen ligt de verbrede sloot die als natuurlijke waterbuffer dient voor al het regenwater dat in het oostelijke deel op de daken en verhardingen valt. De nadere uitwerking van de buitenruimte in het westelijke deel is duidelijk gerelateerd aan de functies in de nieuwbouw. Aan de brede school zijn twee schoolpleinen gelegen: één voor het kinderdagverblijf en de onderbouw van de basisschool en één voor de midden- en bovenbouw van de basisschool en de naschoolse opvang. De schoolpleinen zijn omgeven door een 70 cm hoge haag en een afwateringsgreppel. Hekwerken worden niet wenselijk maar ook niet noodzakelijk geacht. De brede school wordt aan de voorzijde ontsloten door een breed toegangspad en een entreeplein, waarop ook de fietsenklemmen zijn gesitueerd. De zorgappartementen en de buurtsupermarkt wordt ontsloten door een erftoegangsweg die vanaf de Burgemeester Godwaldtstraat loopt tot aan het entreeplein in de ‘oksel’ van de nieuwbouw. Hier is ook de entree van het gebouw gelegen. Het entreeplein is dusdanig vormgegeven dat kleine persoonsbusjes hier gemakkelijk kunnen manoeuvreren, er gelegenheid is voor een (overdekte) fietsenstalling en er terrasgelegenheid bij de gezamenlijke ontspanningsruimten is. Langs de erftoegangsweg is voorts sprake van een voetpad dat langs de gehele binnenzijde van de nieuwbouw is gelegen en alle grondgebonden appartementen voor langzaam verkeer ontsluit. Bij de grondgebonden appartementen zijn kleine individuele tuintjes opgenomen, omgeven door een 70 cm hoge haag. Op de kop van de nieuwbouw – nabij de buurtsupermarkt – ligt een parkeervoorziening voor 19 auto’s en is ook een ondergrondse voorziening voor afvalverzameling gesitueerd. Daarnaast is aan de Burgemeester Goldwaldtstraat een zogenaamde kiss- en ridevoorziening voor het halen en brengen van de schoolkinderen opgenomen. Hier is sprake van 8 parkeerplaatsen voor kort-parkeren. Richting de dijk is voorts nog een vijftal parkeerplaatsen voor lang-parkeren gesitueerd. Op het entreeplein is ruimte gereserveerd voor 5 parkeerplaatsen die op een informele wijze vormgegeven zullen worden. Het westelijk deel wordt ingericht als natuurparkje, waarin een paddenpoel en een speelveld als voorzieningen zijn opgenomen. De paddenpoel heeft naast zijn intrinsieke waarden voor het natuurparkje zelf ook een betekenis als ecologische ‘stepping-stone’ in de – door het waterschap gewenste – ecologische verbindingszone langs de spoorlijn. Het speelveld vervult een rol voor de jeugd van de aanliggende wijk, maar zeker ook voor de sport- en spelbeleving van de schoolgaande kinderen van de brede school.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
32
Het overige maaiveld van het natuurparkje wordt ingezaaid met bloemrijk grasland waardoor een open structuur blijft met zicht op het oude kerkje dat staat in het deel van Hooge Zwaluwe aan de noordzijde van de spoorlijn. Graspaden maken het mogelijk het gebied te bewandelen en van de paddenpoel te genieten. De zone pal langs de spoordijk valt feitelijk buiten het plangebied. Om de gewenste ecologische verbindingszone hier gestalte te geven, is een inspanning van het waterschap en Railinfrabeheer (als eigenaars van de gronden) noodzakelijk om te komen tot een vernatting van de strook langs de spoordijk en de (verdere) aanplant van knotwilgen langs het zogenaamde schouwpad van het waterschap. Volledigheidshalve zij opgemerkt dat het omgevingsplan een indicatief voorstel betreft en dat het voorstel met betrekking tot het natuurparkje als onderdeel van de ecologische verbindingszone nadere uitwerking behoeft. Hierover zullen het waterschap en de gemeente verder overleg voeren. Tenslotte is vermeldenswaard dat de intentie bestaat de noordoosthoek van het terrein op te schonen, het dijklichaam naar de Kerkdijk opnieuw te profileren en het voetpad langs de appartementen door te trekken tot aan de bushalte aan de Kerkdijk. Hierdoor kan vanaf de dijk het plangebied ‘ingekeken’ worden en is het ook van deze zijde toegankelijk. De medewerking van het waterschap is dan wel noodzakelijk, omdat deze eigenaar is van de onderhavige gronden.
4.5
Functioneel programma Het functionele programma van het onderhavige plan is in globale zin vastgelegd. Op welke manier de invulling van de nieuwe bebouwing precies zal worden vastgesteld, staat echter nog open. Ook kan de precieze functionele indeling van de verschillende onderdelen van het project nog licht worden gewijzigd. In hoofdzaak ziet het programma er als volgt uit: Woonzorgvoorziening Hier is ruimte voor de volgende functies: x Zorgsteunpunt, bestaande uit een centrale gemeenschapsruimte, enkele spreekkamers, ondersteunende ruimten. x Ongeveer 30 zorgappartementen, deels op de begane grond en deels op de verdieping. Het zorgarrangement zal worden geleverd door Surplus en Prisma. De woningen hebben de volgende functionele indeling: entree/hal met toilet en meterkast en ruimte voor opstellen scootmobiel, woonkamer met keuken, slaapkamer, badkamer, berging en terras c.q. loggia. x Onderdoorgang richting parkje aan westelijke zijde. x Supermarkt. Het b.v.o. betreft ongeveer 300 m². De beschikbare ruimte wordt in hoofdzaak ingedeeld als verkoopoppervlak, met hiernaast enkele ondersteunende ruimten: magazijn, kantoor, containerruimte. x Verkeersruimte.
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
33
Ten aanzien van de zorgappartementen moet worden benadrukt dat het niet de bedoeling is dat die als zelfstandige wooneenheden worden betrokken. Wonen is uitsluitend mogelijk in combinatie met een zorgcomponent. Om die reden is gekozen voor de bestemming “Maatschappelijk” en niet voor “Wonen” (zie ook hoofdstuk 6). School De functionele indeling van de school is in hoofdzaak als volgt: Begane grond x 1 peuterspeelzaal / kinderdagverblijf. x 2 klaslokalen voor groep 1/2. x 1 klaslokaal voor groep 3. x 4 klaslokalen voor de bovenbouw (groep 4, 5 en 6). x Ruimte buitenschoolse opvang. x Centrale ruimte / speelzaal. x Podium / handenarbeidruimte. x Ondersteunende ruimten: bergingen, toiletten (per 2 lokalen 1 toilettenblok), conciërge en dergelijke). x Verkeersruimte. Verdieping x Directieruimten, administratie, personeelsruimte. x Verkeersruimte.
Parkeren In het projectgebied is ruimte voor 37 parkeerplaatsen. Hiernaast is er ruimte gereserveerd voor een Kiss&Ride strook voor de school (ten behoeve van het met de auto brengen en ophalen van schoolkinderen). Norm Bij toetsing aan de algemene parkeernormen die worden genoemd in het Beleidsplan Verkeer en Vervoer van de Gemeente Drimmelen (2006). Dit leidt tot het volgende beeld: Toetsing project aan parkeernormen Onderdeel
Categorie
Minimale norm
Parkeer plaatsen
Woonzorgeenheden
Serviceflat/aanleunwoning
0,4 per woning
12
Basisonderwijs Crêche/peuterspeelzaal/ kinderdagverblijf
0,8 per lokaal 0,7 per arbeidsplaats
5,6 7
Winkel (b.v.o. ca. 300 m²)
Wijk- buurt en dorpscentra
3,8 per 100 m²
11,4
Steunpunt
Geen geschikte categorie van toepassing
n.v.t.
n.v.t.
(max. 30 stuks)
Brede school: x basisschool (7 lokalen) x overig (schatting: 10 arbeidsplaatsen)
Totaal
36
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
34
Conform de norm dienen er dus minimaal 36 parkeerplaatsen te worden aangelegd. Hier is nog niet bij inbegrepen het steunpunt. Verwacht wordt dat hiervoor ongeveer 5 parkeerplaatsen noodzakelijk zijn. In totaal zou de parkeernorm dus op 41 parkeerplaatsen uitkomen. Toetsing Het beoogde aantal van 37 parkeerplaatsen blijft met 4 parkeerplaatsen onder de hierboven berekende parkeernorm. Gesteld kan echter worden dat er wat betreft de parkeerplaatsen een zekere mate van uitwisseling zal plaatsvinden. De hoogste parkeerdruk van de verschillende functies zal waarschijnlijk plaatsvinden op andere tijdstippen gedurende een dag. De parkeerdruk van woningen zal met name ’s avonds en ’s nachts op het hoogste punt zijn, de andere functies met name overdag. Om die reden kan gesteld worden dat met 37 parkeerplaatsen voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd worden.
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
5
Planologisch relevante aspecten
5.1
Inleiding
35
Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan te kunnen aantonen, moet er een aantal planologisch relevante aspecten aan de orde komen. Het betreft de volgende aspecten: - bedrijven en milieuzonering; - geluid; - kabels en leidingen; - flora en fauna; - archeologie en cultuurhistorie; - water; - bodem; - luchtkwaliteit; - externe veiligheid. De RMD heeft omtrent een aantal van de relevante uitvoeringsaspecten reeds een globale toetsing verricht (“Milieuaspecten Inbreidingslocatie ten zuiden van spoorlijn Hooge Zwaluwe”, RMD, 8 juni 2005). Tevens is reeds een KLIC-melding uitgevoerd. Tenslotte zijn voor een aantal aspecten nadere onderzoeken verricht. De verschillende aspecten worden hierna nader toegelicht.
5.2
Bedrijven en milieuzonering Wat betreft dit aspect zijn twee zaken van belang: de mogelijke hinder van bestaande functies op het project en de hinder van de nieuwe functies die deel uitmaken van het project op de omgeving. x Wat betreft de hinder van bestaande bedrijven op de omgeving lijkt met name het akkerbouwbedrijf aan de Spoorstraat 34 van belang, voor het overige zijn er geen hinderopleverende functies in de nabijheid van de projectlocatie gelegen. De RMD concludeert voor wat betreft het akkerbouwbedrijf dat de milieugevolgen voor de bewoners van de geprojecteerde woningen binnen het project acceptabel zijn. Hiervan uitgaande zijn er dus geen belemmeringen en is nader onderzoek niet noodzakelijk. Het RMD onderzoek bespreekt overigens ook de basisschool en de peuterspeelzaal c.q. het kinderdagverblijf aan de Burgemeester Godwaldtstraat. Aangezien het project de sloop van deze bebouwing inhoudt, zijn deze functies niet van belang. x Wat betreft de hinder van de nieuwe functies binnen het project kan gesteld worden dat er mogelijk belemmeringen optreden als gevolg van de nieuwe brede school, het steunpunt en de winkel. De RMD constateert in haar advies dat mogelijk belemmeringen kunnen spelen aangezien deze functies direct aansluitend op de beoogde nieuwe woningen worden gerealiseerd. Nader onderzoek lijkt wat betreft dit aspect noodzakelijk, wordt door de RMD gesteld. Naar aanleiding van deze constatering van de RMD is nader onderzoek verricht naar de geluidseffecten van de verschillende nieuwe functies (Brede School, steunpunt en buurtsuper) op de nieuwe woningen. Dit onderzoek komt in paragraaf 5.2 aan de orde.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
36
5.3
Geluid Rail- en wegverkeerslawaai Er is voor de locatie een akoestisch onderzoek uitgevoerd (“Akoestisch rapport ten behoeve van inbreidingslocatie nabij spoorlijn te Hooge Zwaluwe Gemeente Drimmelen”, gemeente Drimmelen, april 2005, Regionale Milieudienst). Het onderzoek is uitgevoerd naar de geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai. De locatie ligt buiten de vastgestelde zones van ingevolge de Wet Geluidhinder gezoneerde industrieterreinen. Wat betreft het wegverkeerslawaai zijn berekeningen uitgevoerd ten aanzien van de Spoortstraat-Kerkdijk. Uit de ligging van de contouren blijkt dat er ter plaatse van een zeer beperkt gedeelte van de locatie de geluidbelasting meer is dan 50 dB(A). Uit een confrontatie met het verkavelingsvoorstel blijkt dat de voorkeursgrenswaarde nergens overschreden wordt. Wat betreft het railverkeerslawaai is de spoorlijn op het traject 633 beschouwd. Uit de ligging van de contouren blijkt dat ter plaatse van een zeer beperkt gedeelte van de nieuwe locatie de geluidbelasting meer is dan 57 dB(A). Uit een confrontatie met het verkavelingsvoorstel blijkt dat de voorkeursgrenswaarde nergens overschreden wordt. Het akoestische onderzoek zal nog worden geactualiseerd door adviesbureau Opifex en HK Consultants. De resultaten van die actualiserende onderzoeken worden besproken in de toelichting. Er wordt niet verwacht dat er uit het actualiserende rapport andere resultaten zullen komen. Geluidsonderzoek brede school Ten behoeve van het project is er een akoestisch onderzoek uitgevoerd ("Akoestisch onderzoek Indicatie geluidsbelasting ten gevolge van het Project Brede School Hooge Zwaluwe, gemeente Drimmelen", 21 december 2006, Rapportnummer DV.010.dk.R01, HK Consultants B.V.). Onderhavig onderzoek geeft antwoord op de volgende vragen: 1 Wat zijn de geluidseffecten van de Brede School op de te bouwen woningen; 2 Wat zijn de geluidseffecten van het steunpunt op de te bouwen woningen; 3 Wat zijn de geluidseffecten van de buurtsuper op de te bouwen woningen. Het onderzoek richt zich vooral op de geluidsbelasting van de volgende activiteiten: het geluid van spelende kinderen op de speelplaats, het laden en lossen bij de buurtsuper en het verkeerslawaai van de genoemde drie functies. Ten behoeve van het akoestisch onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht: 1 Het bepalen van een gunstige laad- en loslocatie voor de buurtsuper met eventuele advisering omtrent de uitvoering van de laad- en losplaats; 2 Het berekenen van de geluidsbelasting vanwege personenauto's op de nieuw te bouwen woningen. De conclusie van dit rapport is dat de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (LAr, LT) veroorzaakt door de brede school, de buurtsuper en het steunpunt voldoen aan de geluidsvoorschriften uit het besluit Woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer respectievelijk het besluit Detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer. Ook de maximale geluidsniveaus
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
37
(LAmax) ten gevolge van de brede school, de buurtsuper en het steunpunt blijken te voldoen aan de geluidsvoorschriften uit genoemde besluiten. De belangrijkste aspecten die hiertoe zijn verondersteld, zijn: x Tussen de speelplaatsen van de Brede School en de omliggende woningen ligt (bijvoorbeeld) een groenstrook of weg dat tot de openbare ruimte behoort. Deze openbare ruimte is minstens zo'n 15 meter breed, met het gevolg dat omliggende (lage) woningen weinig of geen invloed hebben op het omgevingsgeluid ter plaatse van de speelplaatsen. De speelplaatsen dienen ook toegankelijk te zijn voor het publiek. Alleen dan behoeven de drie speelplaatsen niet beschouwd te worden als binnenterreinen, zoals genoemd in het besluit Woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer. Dit heeft dan tot gevolg dat het stemgeluid van de spelende kinderen op de speelplaatsen niet hoeft te worden beoordeeld; x De laad- en losactiviteiten voor de brede school, het steunpunt en de buurtsuper vinden plaats op de dagperiode , tussen 07 en 19 uur; x De palletheffers en (brood)karren ten behoeve van losactiviteiten voor de buurtsuper hebben een geluidsbronvermogen (LAwr) van 95 dB(A) effectief, en worden maximaal een half uur in de dagperiode buiten de buurtsuper gebruikt. Dit houdt onder andere in dat de palletheffers en (brood)karren voorzien zijn van zacht-rubberen wielen en dat ze geen losse, rammelende onderdelen bevatten. Tevens dient de ondergrond van de locatie geheel effen te zijn uitgevoerd. Ten aanzien van de schoolbel zijn in onderliggend rapport geluidsbronnen berekend, afhankelijk van de locatie van de schoolbel, zodanig dat vigerende geluidsvoorschriften niet worden overschreden.
5.4
Kabels en leidingen Reeds in een eerder stadium is door de gemeente een KLIC-melding uitgevoerd. Hieruit blijken geen belemmeringen, op een gasleiding van Intergas en een kabel van Essent Kabelcom na. Beide leidingen lijken door het projectgebied te lopen. Nader overleg en onderzoek is inmiddels gevoerd met de betrokken kabelbeheerders. Hieruit is gebleken dat met name de gasleidingen mogelijk voor beperkingen zou kunnen zorgen. Voor kabels van Essent Kabelcom zorgen niet voor beperkingen. Wat betreft de gasleiding is één en ander nader Ligging leidingen Intergas onderzocht. Het verloop van de gasleiding is hierbij in beeld gebracht (zie nevenstaande afbeelding). Uit de nadere toetsing en het gevoerde overleg (deze bespreking met betrekking tot de gastransportleiding heeft plaatsgevonden op 18 september 2006, tussen vertegenwoordigers van Woningstichting Goed Wonen en de heer T. Schuurmans namens Intergas) is inmiddels gebleken dat ook de gasleiding gehandhaafd kan
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
38
blijven bij ontwikkeling van de plannen en dat er geen belemmeringen optreden voor onderhavig project.
5.5
Flora en fauna In het kader van de planologische procedure die zal moeten worden gevoerd om te komen tot realisatie van het project van de brede school, dient een onderzoek te worden gedaan naar de huidige natuurwaarden. Dit onderzoek is uitgevoerd ("Quick Scan onderzoek naar effecten op flora en fauna ten behoeve van realisatie brede school te Hooge Zwaluwe", De Brabantse Wal Ecologisch Adviesbureau, oktober 2006, rapportnummer 06.10.1). In dit onderzoek is nagegaan of er op het terrein soorten voorkomen die op grond van de Flora- en Faunawet beschermd zijn en worden indien van toepassing voorstellen gedaan om mogelijke negatieve effecten op die soorten te voorkomen, te mitigeren of te compenseren. De rapportage kan ook dienen als onderbouwing voor een eventueel aan te vragen ontheffing op grond van de Flora- en faunawet. Het onderzochte terrein maakt geen deel uit van, en is ook niet gelegen in de directe omgeving van een speciale beschermingszone als bedoeld in de Vogel- of Habitatrichtlijn zodat alleen het soortenspoor uit deze richtlijn van kracht is. Naast de in het gebied voorkomende vogels geniet ook de gewone dwergvleermuis bescherming op grond van de richtlijnen. Met het beschermingsregime van de Flora- en faunawet wordt ook aan de verplichtingen op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn voldaan. Als conclusie wordt verder gesteld dat de natuurwaarden van het onderzochte terrein beperkt zijn. Voor zover deze wettelijk zijn beschermd, zijn deze geconcentreerd in de beplante randzones, de op het terrein voorkomen sloot en mogelijk ook op de zolder van de school. Om te kunnen vaststellen of de zolder van de school al dan niet door vleermuizen wordt gebruikt en mogelijk een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet nodig is, wordt voorgesteld minimaal 6 maanden voorafgaand aan de sloop nader onderzoek te doen naar eventueel gebruik van de schoolzolder door vleermuizen. In het gebied komen verder enkele op grond van de Flora- en faunawet beschermde soorten voor. Indien een aantal mitigerende maatregelen worden uitgevoerd kan worden voldaan aan de algemene zorgplicht. Bovendien wordt het overtreden van verboden met betrekking tot vogels voorkomen. Voor de overige dieren kan gebruik worden gemaakt van de vrijstellingsregeling. Concreet betreffen de mitigerende maatregelen: 1 Het voorkomen van verstoring van vogels door tijdens het broedseizoen (begin maart tot medio augustus) geen kapwerkzaamheden uit te voeren in de op het terrein aanwezige opgaande beplantingen. 2 Het dempen van de op het terrein aanwezige waterhoudende sloten buiten het voortplantingsseizoen van amfibieën (medio maart tot medio augustus). 3 Het uitvoeren van overige grondwerkzaamheden buiten de genoemde periode ter bescherming van kleine grondgebonden zoogdieren.
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
4 5
5.6
39
Creëren van nieuwe bosschages, bij voorkeur langs het spoor. Eventueel nader te bepalen maatregelen in verband met het mogelijke gebruik van de school door vleermuizen, bijvoorbeeld door sloop van de school buiten het kraamseizoen. Een nader onderzoek moet één en ander verduidelijken.
Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Archis Voor de mogelijkheid op het aantreffen van archeologische waarden is de cultuurhistorische waardenkaart Noord-Brabant geraadpleegd en gekeken in de landelijke archeologische databank ARCHISII. Hieruit blijkt dat ter plaatse een lage archeologische indicatie geldt en geen archeologische monumenten, waarnemingen en vondstmeldingen op het terrein en binnen een straal van 1 kilometer rondom het terrein bekend zijn. De kans op het aantreffen van archeologische sporen en vondsten is derhalve laag.
Uitsnede uit kaartbeeld Archis II (projectlocatie met ster aangeduid)
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
40
Uitsnede uit provinciale cultuurhistorische waardenkaart (projectlocatie met ster aangeduid)
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
41
IKAW-kaart Ook is de IKAW kaart beoordeeld, zoals deze onderdeel uitmaakt van de provinciale cultuurhistorische waardenkaart. Hieruit blijkt dat de projectlocatie en de gehele omgeving gelegen is in een omgeving met een lage indicatieve archeologische waarde. Historische ligging De projectlocatie is gelegen in het gebied achter het oude bebouwingslint van de huidige Spoorstraat en Kerkdijk en is gelegen in het poldergebied onder aan de dijk. Historisch gezien heeft op dit lage gelegen locatie achter het historische bebouwingslint op de dijk geen bebouwing gelegen. Dit blijkt mede uit de historische kaart uit het einde van de negentiende eeuw, die hieronder is opgenomen.
Historische kaart met rechts een bewerking
Conclusie De archeologische informatiebronnen (Archis II, IKAW-waarden uit de CHW-kaart en de historische ligging) geven een coherent beeld van archeologische verwachtingswaarde. Deze luid dat er ter plaatse een zeer kleine kans is dat er archeologische waarden aanwezig zijn. Een archeologisch voor-onderzoek ter plekke, in de vorm van een booronderzoek of een proefsleuvenonderzoek is dan ook niet noodzakelijk. Cultuurhistorie De projectlocatie ligt juist buiten de historische dijknederzetting die conform de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie een hoge waarde krijgt toegekend. Het project zal dit beeld niet verstoren. De projectlocatie ligt wel in een invloedszone van een industrie- en poldermolen (adres Kerkdijk 19). Hier geldt een molenbiotoop die mogelijk beperkingen met zich meebrengt op het gebied van de toegestane hoogte van bebouwing. In het vigerende bestemmingsplan “Kern Hooge Zwaluwe” is een regeling opgenomen inzake de molenbiotoop. Op de plankaart is de grens van de dubbelbestemming “molenbeschermingszone” aangegeven, die voor een belangrijk deel over de projectlocatie gelegen is. Deze gronden zijn bestemd als obstakelvrije ruimte, met dien verstande dat de
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
42
hoogte van de bebouwing aan een limiet is gebonden. Voor de bij onderhavig project van toepassing zijn afstand van 300 m geldt een maximale obstakelhoogte van 9 m. De beoogde bebouwing blijft ruim binnen deze marge. Om die reden kan geconcludeerd worden dat de molenbiotoop niet tot belemmeringen leidt. Overigens is in onderhavig bestemmingsplan de dubbelbestemming “molenbeschermingszone” ongewijzigd overgenomen vanuit het genoemde moederplan “Kern Hooge Zwaluwe”. De molenbiotoop blijft dus gewaarborgd.
5.7
Water Er is een watertoets uitgevoerd door AGEL Adviseurs (Watertoets Bestemmingsplan “Langstraat” te Hooge-Zwaluwe, Projectnummer 20070356, datum 14-01-08, Agel Adviseurs, Oosterhout NB). Hieronder is de conclusie uit dit rapport (grotendeels) integraal overgenomen. Watertoets Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 10.321 m². De huidige bebouwing bestaat uit de bestaande St. Jansschool. Het overige gebied is onbebouwd en bestaat uit twee percelen die in agrarisch gebruik zijn. Het plan betreft in hoofdzaak de oprichting van een brede school alsmede een aantal woonvoorzieningen. De brede school huisvest een basisschool, peuterspeelzaal alsmede een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang. De school vormt de nieuwe locatie van de gefuseerde scholen Sint Jan (rooms-katholiek) en Frederik Hendrik (protestant). De woonvoorziening betreft woonzorg-eenheden (in totaal ongeveer 30 wooneenheden) alsmede een steunpunt. Tenslotte maakt een kleine supermarkt deel uit van de plannen. De plannen worden gerealiseerd op de locatie van de huidige St. Janschool in Hooge Zwaluwe, die zal worden gesloopt. Het Waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor de waterkwantiteit en –kwaliteit in het onderhavige gebied. De bestaande riolering in de omgeving van het plangebied is in beheer en eigendom van de gemeente Drimmelen. Om te bepalen of het infiltreren van het regenwater in de bodem van het perceel mogelijk is, zijn er enkele praktijkproeven uitgevoerd op locatie. Voor het bepalen van de bodemopbouw zijn er op het perceel 3 boringen uitgevoerd tot een diepte van circa 2,00 m- MV. De uitkomende grond is visueel geanalyseerd. Er bevindt zich een scheidende veenlaag op gem. 0,80 m –MV. De GHG wordt gesteld op circa 1,80 m-NAP. Na beproeving en verwerking van de verkregen gegevens blijkt dat de infiltratiecapaciteit van de ondergrond gemiddeld ca. 0,21 m/dag bedraagt. Conform de Leidraad Riolering, C2200 Hydraulisch functioneren van regenwatervoorzieningen, kan gesteld worden dat goed infiltreren binnen het plangebied mogelijk is wanneer de k-waarde van de bodem in het gebied groter dan of gelijk is aan 1,0 m/dag. In dit ontwikkelingsplan beoordeelt men de gemiddelde k-waarde van 0,21 m/dag als ongunstig, waardoor infiltreren als geen mogelijkheid geacht mag worden.
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
43
Op basis van de berekende k-waarde is infiltratie niet mogelijk door de aanwezigheid van een scheidende veenlaag. Kijkend naar de GHG en bodemsamenstelling is infiltratie wel mogelijk. Daarom kan er geconcludeerd worden dat door grondverbetering (verwijderen van veenlaag) infiltratie wel als mogelijk geacht mag worden. Over de toename in verhard oppervlak (huidig- versus toekomstige situatie) dient het waterbezwaar te worden verwerkt, namelijk 3.021 m² en de compensatie van het huidige oppervlak. Om het waterbezwaar in dit plangebied te bepalen wordt de hoeveelheid neerslag bepaald die door het verhard oppervlak in het plangebied wordt opgevangen tijdens een bui T=10 van de regenreeks Buishand en Velds. In deze watertoets is door het waterschap aangegeven als maatgevend: De vuistregel 400 (T=10) en vuistregel 630 (T=100) voor de toename aan verhardingen. Daarnaast moet voor het huidige verhard oppervlak worden uitgegaan van een te realiseren retentie van 9 mm (referentieberging gemengd stelsel + 2 mm) + poc (0,7 mm/uur) x 12 uur. Dit is in totaal; 17,4 mm/ha = 174 m³/ha (17,4*10.000/1000), volgens de normen van de hydraulische randvoorwaarde. Dit ter compensatie van het verlies van de berging die je normaal zou hebben als het regenwater naar het gemengd stelsel zou worden afgevoerd. Het huidige verhard oppervlak bedraagt 2.249 m². Aan de hand van deze gegevens bedraagt de compensatie circa 39 m³, deze hoeveelheid wordt toegevoegd aan het waterbezwaar van de toename aan verhard oppervlak. De volgende waterbezwaren zijn af te leiden: x Waterbezwaar regenreeks T=10 + compensatie circa 160 m³; x Waterbezwaar regenreeks T=100 + compensatie circa 229 m³; De aan te leggen voorzieningen dienen het volledige waterbezwaar bij een bui T=100 te verwerken binnen het plangebied zodat er geen wateroverlast ontstaat. Voor verwerking van regenwater dienen binnen het plangebied de nodige maatregelen dan wel voorzieningen te worden aangelegd. Verwerking is mogelijk d.m.v. infiltratie. Voor infiltratie van regenwater wordt geadviseerd het plangebied als volgt in te richten / voorzieningen te treffen: x Infiltratie is mogelijk mits de aanwezige veenlaag wordt verwijderd; x Er dient een gescheiden rioolstelsel aangelegd te worden; x Aanleg van een infiltratiesysteem. Deze moet het volledige waterbezwaar kunnen bergen, namelijk 160m³ voor bui T=10 én 229 m³ voor bui T=100; x Bij voorkeur wordt het infiltratiesysteem gesitueerd onder de verharding t.p.v. parkeervoorzieningen/wegen; x Er is gekozen voor een ondergronds infiltratiesysteem i.v.m de toekomstige bestemming (brede school). Het bovengronds verwerken van het regenwater zal de veiligheid met betrekking tot de kinderen niet bevorderen; x Tevens dient het infiltratiesysteem te worden voorzien van een overstortvoorziening met knijpconstructie voor het geval van hevig regenval;
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
44
De hierboven aangeven overstortvoorziening kan worden aangesloten op het oppervlaktewater (waterloop) aan de westzijde van het plangebied. Om de waterafvoer te kunnen waarborgen is er op 20 december 2007 een meting uitgevoerd om te bepalen of de watergang voldoende afvoercapaciteit heeft. Op basis van deze dimensies van de watergang ten westen van het plangebied heeft het waterschap aangeven dat deze voldoende is om het water tijdens overstortsituaties of bij landbouwkundige afvoer te kunnen afvoeren. De inhoud van de watergang is niet belangrijk omdat berging binnen het plangebied plaatsvindt middels Aquaflow of infiltratiekratten. Als infiltratiesysteem kan men gebruik maken van de volgende systemen: x Aquaflow infiltratiesysteem; x Infiltratiekratten. Volgens richtlijnen van het waterschap dient er waterneutraal gebouwd te worden. Dit betekent dat ten opzichte van de huidige situatie geen extra kwel mag worden aangetrokken. Er dient rekening gehouden te worden met de kwelgevoeligheid van de bodem. Volgens gegevens van waterschap Brabantse Delta bevindt het plangebied zich in een kwelzone. Tijdens dit onderzoek zijn er geen waarnemingen gedaan die hier op wijzen. Geadviseerd wordt een nader gehydrologisch onderzoek in te stellen, waarbij evenwichtberekening en kweldebiet berekeningen worden uitgevoerd. De toekomstige bebouwing in het plangebied wordt volgens de “leidraad riolering” gekwalificeerd als bijzondere bebouwing. De normhoeveelheden vormen meestal de basis voor maatgevende hoeveelheid afvalwater. De totale hoeveelheid afvalwater wordt als volgt:
Dit is een indicatie van hoeveelheden, het DWA-stelsel dient nog nader te worden uitgewerkt in een rioleringsplan. Het nieuwe DWA stelsel dient te worden gedimensioneerd op dit gebruikersvolume. Het DWA-stelsel in het nieuwbouwplan wordt aangesloten op het bestaande rioolstelsel. Overleg in het kader van de watertoets Uit het voorgaande rapport van AGEL Adviseurs blijkt dat ten behoeve van de gewenste afstemming er overleg is gevoerd met de heer R. van Rijen van het Waterschap Brabantse Delta en de heer C. Welten van de gemeente Drimmelen. Gesteld wordt in het rapport van AGEL Adviseurs dat het waterschap informeel akkoord is gegaan met de watertoets. Voor het formele wateradvies in het kader van artikel 3.1.1 van het
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
45
Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente het voorontwerp bestemmingsplan naar het waterschap toe te sturen. Vervolgonderzoek Mede naar aanleiding van het hiervoor beschreven informeel overleg met het waterschap is een vervolgonderzoek d.d. 26 februari 2009 door AGEL Adviseurs uitgevoerd. Dat vervolgonderzoek, dat hierna wordt behandeld, is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan het waterschap (zie ook hoofdstuk 7). Woningstichting Goed Wonen werkt momenteel in de gemeente Drimmelen aan de toekomstige ontwikkeling van de locatie Brede School/ Langstraat. Om van het onderhavige concept bestemmingsplan over te kunnen gaan naar het voorontwerp bestemmingsplan dient er een wateradvies van het waterschap te komen in de vorm van een goedgekeurde watertoets. Woningstichting Goed Wonen heeft aan AGEL adviseurs te Oosterhout (NB) opdracht verstrekt om de watertoets uit te voeren. Het plangebied ligt op een centrale plaats in het dorp Hooge-Zwaluwe. De centrale ligging van het plangebied blijkt onder meer uit de nabijheid van de kerk, die direct aan de overzijde van de Kerkdijk gelegen is. De historische kern van Hooge-Zwaluwe is overigens meer noordwaarts, ter hoogte van de haven, gelegen. Het plangebied is ingeklemd tussen de Kerkdijk aan de oostzijde, de Burgemeester Godwaldtstraat aan de zuidzijde en de spoorbaan aan de noordzijde. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 19.430 m². De huidige bebouwing bestaat uit de bestaande St. Jansschool. Het overige gebied is onbebouwd en bestaat uit twee percelen die in agrarisch gebruik zijn. In de directe omgeving van het plangebied liggen een tweetal zijwaterlopen, aan de noordzijde langs de spoorbaan en aan de westzijde tussen het bosgebied en het plangebied. In de Burgemeester Godwaldtstraat bevindt zich een gemengd rioolstelsel van Ø 200 mm PVC, bok = -1,57 m. NAP, putdeksel op -0,37 m. NAP. In het plangebied evenwijdig aan de Kerkdijk bevindt zich een gemengd rioolstelsel van Ø 600 mm beton, bok = -2,35 m. NAP, putdeksel op -0,58 m. NAP. Het plan betreft in hoofdzaak de oprichting van een brede school alsmede een aantal woonvoorzieningen. De brede school huisvest een basisschool, peuterspeelzaal alsmede een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang. De school vormt de nieuwe locatie van de gefuseerde scholen Sint Jan (rooms-katholiek) en Frederik Hendrik (protestant). De woonvoorziening betreft woonzorg-eenheden (in totaal ongeveer 30 wooneenheden) alsmede een steunpunt. Tenslotte maakt een kleine supermarkt deel uit van de plannen. Aan de westzijde van het plangebied zal een park gerealiseerd worden met daarin een paddenpoel, speelveld, bloemrijk grasland en ruimte voor oppervlaktewater. De plannen worden gerealiseerd op de locatie van de huidige St. Janschool in Hooge-Zwaluwe, die zal worden gesloopt.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
46
Het Waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor de waterkwantiteit en –kwaliteit in het onderhavige gebied. De bestaande riolering in de omgeving van het plangebied is in beheer en eigendom van de gemeente Drimmelen. Om te bepalen of het infiltreren van het regenwater in de bodem van het perceel mogelijk is, zijn er enkele praktijkproeven uitgevoerd op locatie. Daarnaast is de diepere bodemopbouw beschreven en de GHG bepaald aan de hand van TNO gegevens en zijn er twee grondmonsters uit de bodem van het perceel genomen om een zeefkromme te bepalen. Mede aan de hand van de TNO-gegevens en de zeefkromme is de K-waarde van de bodem geanalyseerd en gecontroleerd. Op basis van de berekende K-waarde is infiltratie niet mogelijk dit mede door de aanwezigheid van een scheidende veenlaag en het mogelijk optreden van kwel. Op basis van de beschikbare gegevens wordt de maatgevende hoogste grondwaterstand bepaald op -1.73 NAP (TNO-peilbuis). Deze waarde is het meest betrouwbaar omdat het over een langer tijdstraject is waargenomen. De overige waardes zijn verouderd dan wel moment opnames. In overleg met de gemeente Drimmelen en Waterschap Brabantse Delta is bepaald dat er binnen het plangebied voorzieningen aangelegd dienen te worden voor het bufferen van het regenwater. Vanwege een juiste dimensionering van het nieuw aan te leggen RWA-stelsel is het van belang om duidelijk in beeld te krijgen wat de nieuwbouw in het plangebied voor veranderingen aan het verharde oppervlak met zich meebrengt. Over de toename in verhard oppervlak (huidigversus toekomstige situatie) dient het waterbezwaar te worden verwerkt, namelijk 3.775 m² plus de compensatie van het huidige oppervlak. Door de afstroming bij verschillende duren te berekenen en deze te vergelijken met de toegestane landbouwkundige afvoer voor de betreffende tijdsduur kan worden afgeleid welke retentieomvang nodig is om de afvoer van verhard oppervlak te beperken tot de landbouwkundige afvoernormen. Daarnaast moet voor het huidige verhard oppervlak worden uitgegaan van een te realiseren retentie van 9 mm (referentieberging gemengd stelsel + 2 mm) + poc (0,7 mm/uur) x 12 uur. Dit is in totaal; 17,4 mm/ha = 174 m³/ha (17,4*10.000/1000), volgens de normen van de hydraulische randvoorwaarde. Dit ter compensatie van het verlies van de berging die je normaal zou hebben als het regenwater naar het gemengd stelsel zou worden afgevoerd. Het huidige verhard oppervlak bedraagt 2.249 m². Aan de hand van deze gegevens bedraagt de compensatie circa 39 m³, deze hoeveelheid wordt toegevoegd aan het waterbezwaar van de toename aan verhard oppervlak. De volgende waterbezwaren zijn af te leiden: Som: Bui T=10: 405 * 0.38 = 154 m³ + 39 m³ = 193 m³ Som: Bui T=100 : 604 * 0.38 = 229 m³ + 39 m³ = 268 m³
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
47
De aan te leggen voorzieningen dienen het volledige waterbezwaar bij een bui T=100 te verwerken binnen het plangebied zodat er geen wateroverlast ontstaat. Voor verwerking van regenwater dienen binnen het plangebied de nodige maatregelen dan wel voorzieningen te worden aangelegd. Verwerking is mogelijk d.m.v. bufferen. Voor de buffering van regenwater wordt geadviseerd het plangebied als volgt in te richten / voorzieningen te treffen: School en schoolplein bovengrondse afvoer (greppels/lijngoot) vanuit greppel/lijngoot via RWA-stelsel richting nieuw te graven watergang; Supermarkt en woningen, ter hoogte van schoolzijde ondergrondse afvoer vanuit plangebied richting nieuw te graven watergang, ter hoogte van groenzone/spoorzijde vrij afwaterend in groenzone; Buffering in nieuw te graven watergang voldoende voor T=10 situatie 193 m³ en T=100 situatie 268 m³, uitgaande van de eisen van waterschap; De buffering zal plaats vinden vanaf het zomerpeil, gesteld op -1,35 NAP; Vanuit watergang afvoer (1,67 l/sec/ha) via knijpvoorziening (stuw) richting (open water) watergang zuidzijde plangebied (kruising Vogelstraat en Burgemeester Godwaldtstraat); Tevens dient de stuw te worden voorzien van een overstort voor het geval van hevige regenval; Afwatering vanuit plangebied in samenspraak met waterschap. Het waterschap is momenteel bezig om de gehele afwatering stedelijk gebied zuidzijde plangebied af te wateren via plangebied; Deze afwatering zal plaats vinden via de aanwezige watergang aan de westzijde van het plangebied. Binnen de planontwikkeling dient rekening te worden met een verruiming van deze watergang; De verdere afwatering zal via de watergangen langs de spoorzonen verlopen, hierbij dient rekening te worden gehouden met de overkluizing van een gastracé. Ten behoeve van het huishoudelijke afvalwater dient een afzonderlijke leiding aangelegd te worden in het nieuwbouwplan. Dit stelsel dient gedimensioneerd te worden op de toekomstige bebouwing in het plangebied. Het DWA-stelsel in het nieuwbouwplan wordt aangesloten op het bestaande rioolstelsel.
5.8
Bodem Goorbergh Geotechniek heeft in opdracht van Woningstichting Goed Wonen een verkennend bodemonderzoek verricht (“Nulsituatie bodemonderzoek” te Hooge Zwaluwe, projectnummer 08010292-002, 7 februari 2008). Hierna volgen een korte samenvatting en de conclusie van dit onderzoek. Samenvatting Op de onderzoekslocatie is een verkennend bodemonderzoek naar de kwaliteit van de bodem uitgevoerd. Gebaseerd op de verzamelde gegevens is de locatie onderzocht als een niet verdachte situatie. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de bijlage B.1 van de NEN 5740 en BRL-SIKB 2000 voor een locatie van 9.100 m². Er zijn op de locatie in totaal 20 boringen tot een
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
48
maximale diepte van 3,5 m-mv uitgevoerd, twee ervan zijn uitgevoerd met een peilbuis. Het grondwatermonster en de grondmonsters van de boven- en ondergrond zijn geanalyseerd op de voorgeschreven NEN analysepakketten. Tijdens de uitvoering van het veldwerk zijn zintuiglijk geen afwijkingen waargenomen. De boven- en ondergrond zijn niet verontreinigd, de gehaltes van de geanalyseerde parameters liggen over het algemeen lager dan de streefwaarde. In het grondwater worden licht verhoogde gehaltes aan Chroom en Zink aangetroffen. Conclusie Behoudens zeer lichte overschrijding van de Streefwaarde voor enkele paramters in grond en grondwater, worden in het geheel geen verontreinigingen aangetroffen. De resultaten van het grond- en grondwateronderzoek geven geen aanleiding tot het uitvoeren van een aanvullend of nader onderzoek. Het beoogde gebruik van de locatie voor wonen, zorg en onderwijs is vanuit milieukundig oogpunt niet bezwaarlijk.
5.9
Luchtkwaliteit In opdracht van Woningstichting Goed Wonen te Lage Zwaluwe is door AGEL Adviseurs een onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de luchtkwaliteit voor het Bestemmingsplan “Langstraat” te Hooge Zwaluwe. In het kader van de ruimtelijke ordening procedure dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit. Het doel van het onderzoek is het bepalen of het effect op de luchtkwaliteit in de omgeving als gevolg van de ontwikkeling valt onder de algemene maatregel van bestuur ‘Niet in betekenende mate bijdragen’ ( Besluit NIBM). Het begrip NIBM is vooralsnog gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor NO2 en PM10.. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van projecten (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. De ontwikkeling valt echter buiten de in de Regeling NIBM genoemde categorieën van projecten. Indien gemotiveerd kan worden dat een project de 1% grens niet overschrijdt is geen verdere toetsing nodig. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de toename van de concentratie NO2 en PM10 als gevolg van de ontwikkeling, de 1% grens niet overschrijdt. Uit artikel 4, eerste lid, van het Besluit NIBM volgt dat het project dan in ieder geval NIBM is. De ontwikkeling kan zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit worden gerealiseerd. Het aspect luchtkwaliteit vormt voor de voorgenomen ontwikkeling geen belemmering.
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
49
5.10 Externe veiligheid Wat betreft dit aspect is door RMD geconcludeerd dat er geen risico-relevante wegen in de nabijheid van het plangebied gelegen zijn. Wel bevindt zich direct ten noorden van de projectlocatie een spoorlijn (Lage Zwaluwe-Oosterhout), die echter nauwelijks wordt gebruikt. Aangezien door ProRail niet wordt voorzien dat op de spoorlijn vervoer van gevaarlijke stoffen plaats zal vinden, worden ook wat betreft dit aspect geen belemmeringen verwacht. De conclusie van de RMD kan worden overgenomen, een nader onderzoek is niet noodzakelijk.
5.11 Conclusie Concluderend kan gesteld worden dat er geen milieuplanologische belemmeringen zijn, die zich verzetten tegen ontwikkeling van de plannen.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
50
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
6
Juridische aspecten
6.1
Inleiding
51
Dit hoofdstuk bespreekt de wijze waarop het ruimtelijk en functioneel beleid voor de ontwikkeling van het initiatief in het bestemmingsplan is vertaald. Bij het opstellen van de juridische regeling staat het mogelijk maken van de ontwikkelingen centraal. Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (voorheen: plankaart) en bestemmingsplanregels (voorheen: voorschriften), die vergezeld gaan van een toelichting. De verbeelding en de bestemmingsplanregels zijn juridisch bindend. De toelichting maakt geen onderdeel uit van het juridisch plangedeelte. Wel fungeert de toelichting als interpretatiekader voor de uitleg van de bestemmingsplanregels, indien hierover interpretatieverschillen blijken te bestaan. Per 1 juli 2008 zijn de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening in werking getreden. Een uitvloeisel van deze nieuwe wet- en regelgeving is dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en raadpleegbaar moeten zijn. Om aan die eisen te kunnen voldoen zijn landelijke standaarden ontwikkeld, onder meer de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP 2008) en het Informatie Model Ruimtelijke Ordening (IMRO 2008). Als basis voor het opstellen van de verbeelding en de bestemmingsplanregels zijn de SVBP 2008, de voorschriften van het bestemmingsplan “Kern Hooge Zwaluwe” van de gemeente Drimmelen. Mede door toepassing van de SVBP 2008 en het IMRO 2008 zijn de verbeelding -qua uiterlijk- en de bestemmingsregels -qua opzet- ingrijpend gewijzigd ten opzichte van de plankaart en de voorschriften van voorontwerp bestemmingsplan “Langstraat Hooge Zwaluwe”.
6.2
Verbeelding Uit de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening blijkt dat een bestemmingsplan uit één verbeelding bestaat. Met ingang van 1 juli 2008 bestaat een verbeelding uit een digitale en een analoge versie. Tot 1 juli 2009 hoeft de digitale versie van de verbeelding niet digitaal uitwisselbaar en raadpleegbaar zijn conform de landelijke standaarden IMRO 2008, SVBP2008 en STRI 2008. Per 1 juli 2009 dient te worden voldaan aan die landelijke standaarden. Een analoge versie is de papieren versie van een verbeelding. Het bestemmingsplan “Langstraat Hooge Zwaluwe” omvat naast een digitale verbeelding ook een analoge verbeelding. Als ondergrond voor de verbeelding is een kadastrale kaart gebruikt. De bestemmingen op de verbeelding zijn door kleuren en coderingen aangegeven. Daarnaast zijn ook de nodige aanduidingen opgenomen voor specifieke toepassingen.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
52
Het plangebied is beperkt tot de projectlocatie, waarvoor plannen zijn ontwikkeld. Voor het oostelijk deel is een bouwplan ontwikkeld, bestaande uit twee gebouwen. In het L-vormige gebouw worden de functies wonen met zorg en detailhandel (in de vorm van een kleine supermarkt) gehuisvest. In het andere gebouw aan de zuidoostzijde van het plangebied wordt de basisschool gehuisvest. Het westelijk deel van het plangebied, dat een uitbreiding is van het oorspronkelijke plangebied ingevolge het voorontwerp bestemmingsplan “Langstraat Hooge Zwaluwe”, zal worden heringericht als onderdeel van een te realiseren ecologische verbindingszone. Een uitzondering is gemaakt voor een strookje grond, dat behoort tot de Burgemeester Godwaldtstraat. De plangrens is tot de helft van de straat binnen het plangebied opgenomen.
6.3
Bestemmingsplanregels De bestemmingsplanregels en de verbeelding bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van de bebouwing. De bestemmingsplanregels zijn onderverdeeld in hoofdstukken, die hierna kort worden toegelicht. Hoofdstuk 1: Inleidende regels Dit hoofdstuk omvat twee artikelen: 1. begrippen; 2. wijze van meten. Beide artikelen hoeven geen nadere toelichting. Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels Dit hoofdstuk valt uiteen in twee delen, het eerste deel heeft betrekking op de bestemmingen en het tweede deel op een dubbelbestemming. Bestemmingen Het stramien voor de bestemmingsregels is als volgt: 1. bestemmingsomschrijving: een beschrijving van de functie(s) van de bestemming en de bestemming zelf; 2. bouwregels: regels voor het oprichten van gebouwen en bouwwerken; 3. nadere eisen: indien noodzakelijk staan hier aanvullende regels waarin specifieke eisen kunnen worden gesteld aan de realisatie van de op te richten bouwwerken; 4. ontheffing van de bouwregels: de gevallen waarin ontheffing van de bouwregels kan worden verleend; 5. specifieke gebruiksregels: indien noodzakelijk worden hier aanvullende regels gegeven voor het gebruik van de gronden binnen de betreffende bestemming; 6. ontheffing van de gebruiksregels: de gevallen waarin ontheffing van de gebruiksregels kan worden verleend; 7. aanlegvergunning: voor zover een bescherming van de bestemming door een aanlegvergunning nodig is, zijn de vergunningplichtige werken en werkzaamheden hier aangegeven; 8. wijzigingsbevoegdheid: de gevallen waarin de bestemming naar één of meerdere bestemming kan worden gewijzigd.
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
53
Dubbelbestemming In dit deel worden de bestemmingsregels behandeld voor gronden waaraan meer dan één bestemming is toegekend. Hoofdstuk 3: Algemene regels Dit hoofdstuk omvat de artikelen inzake: antidubbeltelbepaling; algemene bouwregels; algemene gebruiksregels; algemene ontheffingsregels; algemene wijzigingsregels; algemene procedureregels. Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels Dit laatste hoofdstuk omvat de artikelen inzake: overgangsrecht; slotregel.
6.4
Regeling van de afzonderlijke bestemmingen Dit hoofdstuk valt uiteen in twee delen, het eerste deel heeft betrekking op de bestemmingen en het tweede deel op een dubbelbestemming. Aangezien over een gedeelte van het plangebied een vrijwaringszone van een molenbiotoop is gesitueerd wordt na de uiteenzetting over de (dubbel)bestemmingen ingegaan op de molenbiotoop. Bestemmingen In dit eerste deel worden de bestemmingsregels voor de afzonderlijke bestemming besproken. Het plan kent drie bestemmingen: Maatschappelijk, Natuur en Verkeer. Artikel 3 Maatschappelijk Deze bestemming is toegekend aan het oostelijk deel van de projectlocatie, waar de twee gebouwen en de bijbehorende buitenruimte zijn geprojecteerd. In het L-vormige gebouw worden de functies wonen met zorg en detailhandel (in de vorm van een kleine supermarkt) gehuisvest. Gelet op het voorkomen van de beide functies zijn binnen het bouwvlak van dit gebouw op de verbeelding de functieaanduidingen “zorgwoning” en “detailhandel” aangegeven. In het andere gebouw aan de zuidoostzijde van het plangebied wordt de basisschool gehuisvest. Op de verbeelding is dit gebouw voorzien van de functieaanduiding “onderwijs”. Bouwregels: Voor de bouwregels is uitgegaan van het bouwplan voor de beide gebouwen. De gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd en de goot- en bouwhoogtes zijn op de verbeelding weergegeven. De gebouwen dienen ter plaatse van de bouwaanduiding “gevellijn” met de voorgevel in de bouwgrens te worden gebouwd.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
54
Artikel 4 Natuur Deze bestemming is gegeven aan het westelijk deel van het plangebied, dat zal worden heringericht als onderdeel van een te realiseren ecologische verbindingszone en ten behoeve van waterberging en extensieve dagrecreatie. In verband met de ecologische verbindingszone is een aanlegvergunningstelsel opgenomen in de bestemmingsplanregels. Bouwregels: Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan. Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied Deze bestemming is toegekend aan strookje grond dal deel uitmaakt van de Burgemeester Godwaldtstraat. Bouwregels: Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan. Dubbelbestemming Artikel 6 Leiding - Gas Deze dubbelbestemming is gegeven aan een gasleiding, die ten westen en ten noorden van het L-vormige gebouw is gelegen. Ter bescherming van deze leiding is een aanlegvergunningstelsel opgenomen in de bestemmingsplanregels. Vrijwaringszone - molenbiotoop Aan de Kerkdijk 21 bevindt zich een (stelling)molen. Ter voorkoming van een verminderde windvang mogen binnen de vrijwaringszone geen hoge gebouwen en bomen worden opgericht. In verband hiermee is op de verbeelding de vrijwaringszone aangegeven en in de bestemmingsplanregels een regeling opgenomen.
Gemeente Drimmelen
02177.006bp11
7
55
Inspraak en overleg Overleg Op 14 maart 2008 is het voorontwerp bestemmingsplan “Langstraat Hooge Zwaluwe” in het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening toegezonden aan een aantal overheidsinstanties. Er zijn zes overlegreacties ontvangen. In de “Nota van beantwoording ingekomen reacties uit het wettelijk vooroverleg en de inspraak” zijn de ontvangen overlegreacties van commentaar voorzien door het College van burgemeester en wethouders. Deze nota, die door het College op 31 maart 2009 is vastgesteld, is een aparte bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan. Een tweede bijlage betreft de overlegreactie van Waterschap Brabantse Delta. Inspraak Gelijktijdig met het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is in de periode van 14 maart 2008 tot en met 24 april 2008 inspraak verleend op het voorontwerp bestemmingsplan. Naar aanleiding van de bekendmaking c.q. terinzagelegging zijn geen inspraakreacties ontvangen.
Plantoelichting “Langstraat Hooge Zwaluwe”
56
Gemeente Drimmelen
Bijlage A
!" # !"% % &% % ' (
$ $ $ $
, - .!,. ) / / 0 ') $ -1231- % $ -4 $ * + $
& " 4$5 6 " 42 7487 97:"" ()) ; " 6 <"2 , 07 +%)= >" 4 7487 97:""=7 6 ? - )% " &4 " 4 7 # )4+)@ () " + (7 () 7+=A*:>7 + )47 6" )" ()4% 2 7)#6) %() 4 % 7 (7 () 7+ 4 87 97:"")# # @4 7 B % () ()+3 # " 7 647" 7 C +6 6 0% 6 4642 6=" 7> " 7 7 + 77 ;7 0 < "+ 77 7 ) 7 4 2 + (74 + 7 0% & (4 )4 (" ) "()7" 7"+ 7 B A() 64 )) 7 " 4 0 + (7 () 777 A*: &4 )" 4 + 0% 7 %4 () & 7+4 )7" 7 % )" 42 (7 444 <% %) 04 7 # 2 464 "6 6( D 7) 774 ()4 ( () 7)()7" + 0 4 % 77# % ) 4 #" <%7 7+ 0% 74 7%" 7%+ A*: 7%" " % )" 4
<% " 4) )7E# * 7%((4 ) / / 0 ) 97() 6 /7 7 &
7 F F /
22
Bijlage B
Bijlage 1
NOTA VAN BEANTWOORDING INGEKOMEN REACTIES UIT HET WETTELIJK VOOROVERLEG EN DE INSPRAAK D.D. 11 NOVEMBER 2008
Nadat in februari 2008 de toenmalige raadscommissie Grondgebiedzaken kon instemmen met verdere uitwerking van het plan, is op 14 maart 2008 het voorontwerp-bestemmingsplan “Langstraat Hooge Zwaluwe” in het kader van het vooroverleg opgestuurd naar diverse overleginstanties. Er zijn een zestal reacties ingekomen van de Gasunie, Essent, de VROM-inspectie/RACM, de provinciale dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving, de provinciale Planologische Commissie en (het Waterschap Brabantse Delta). Tevens is inspraak op het voorontwerp-bestemmingsplan verleend in de periode van 14 maart 2008 tot en met 24 april 2008. Er zijn geen inspraakreacties ontvangen. In het navolgende wordt ingegaan op de reacties uit het wettelijk vooroverleg. Reacties uit het wettelijk vooroverleg. 1. De Gasunie Samenvatting reactie: De Gasunie geeft aan dat het plan getoetst is aan het nieuwe externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM. Geconcludeerd wordt dat het plangebied buiten de 1% letaliteitsgrens van hun leidingen valt. De leidingen hebben geen invloed op de verdere planontwikkeling Voorgestelde reactie: Geen. 2. Essent Samenvatting reactie: Er zijn geen 150 kV transportverbindingen van Essent Netwerk bij het plan betrokken. Het plan geeft geen aanleiding tot het maken van verdere opmerkingen. Voorgestelde reactie: Geen 3. De VROM-inspectie regio Zuid/RACM Samenvatting reactie: Het plangebied ligt tegen de rand van het beschermde dorpsgezicht Hooge Zwaluwe. Het plan voorziet in een betrekkelijk solitaire ontwikkeling. Er dient meer aansluiting te worden gezocht bij de historische lintstructuur van de dijk. Het is van uit
blad 1 van 5
cultuurhistorisch oogpunt niet logisch een zijgevel richting het dijklint te situeren. Er wordt in overweging gegeven nogmaals goed te kijken naar de stedenbouwkundige situering. De paragraaf luchtkwaliteit dient te worden geactualiseerd en te worden getoetst aan de nieuwe Wet luchtkwaliteit van november 2007. Voorgestelde reactie: Naar aanleiding van de opgestelde reactie heeft op 7 oktober 2008 een overleg plaatsgevonden met de heer Timmer van het RACM. Het verslag treft u ingesloten aan. Op verzoek van het RACM is paragraaf 4.2 van de plantoelichting (uitgangspunten van de projectomschrijving) aangepast en op onderdelen verduidelijkt. Er is daarbij met name meer aandacht besteed aan de wijze waarop het ontwerp is geïntegreerd in haar omgeving. Daarnaast zijn in het ontwerp wijzigingen doorgevoerd aan de zijgevel van de woonzorgeenheden. Ook is een groeninrichtingsplan opgesteld voor het omliggende gebied, welke als schets is opgenomen in de plantoelichting. De paragraaf 5.9 (Luchtkwaliteit) is aangepast en geactualiseerd overeenkomstig de nieuwe Wet luchtkwaliteit november 2007. Uit het daartoe opgestelde onderzoeksrapport d.d. november 2008 wordt geconcludeerd dat het aspect luchtkwaliteit voor de voorgenomen ontwikkeling geen belemmering vormt. 4. De provinciale dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving Samenvatting reactie: 4.1 De beoogde woningen zijn niet opgenomen in de matrix, die de gemeente jaarlijks opstelt in het kader van de monitoring van de voortgang van de woningbouw. Uit het functionele programma blijkt dat de zorgappartementen als zelfstandige wooneenheden kunnen worden gezien. Ze dienen derhalve deel uit te maken van het reguliere woningbouwprogramma van de gemeente. 4.2 Er dient bezien te worden of een woonbestemming in plaats van een maatschappelijke doeleindenbestemming meer passend is in het plan. 4.3 Uit de plantoelichting wordt niet duidelijk waar de Frederik Hendrikschool op dit moment gevestigd is en of er al plannen zijn voor deze vrijkomende schoollocatie. Dit mede in relatie tot de financiële haalbaarheid van het plan. De financiële haalbaarheid van het plan dient in de plantoelichting duidelijk tot uitdrukking te komen. 4.4 In dit bestemmingsplan is de ecologische verbindingszone planologisch niet vastgelegd. Geadviseerd wordt deze zone in de voorschriften en op de plankaart vast te leggen. 4.5 De regelgeving rondom de molenbiotoop dient adequaat in de planvoorschriften (artikel 5) te worden opgenomen. 4.6 Er dient nader gemotiveerd te worden in artikel 3.2.2. onder b. van de planvoorschriften waarom 100 m² aan bebouwing buiten het bouwblok mag worden gerealiseerd. 4.7 Met betrekking tot artikel 10, lid 1 dient bebouwing die in strijd is met het vigerend of voorgaande bestemmingsplan is opgericht, van de overgangsbepaling te worden uitgezonderd.
blad 2 van 5
Voorgestelde reactie: 4.1 De zorgwoningen zijn bewust nooit opgenomen in de woningbouwmatrix, om reden dat deze woningen niet ten koste mogen gaan van het beschikbare gemeentelijke woningbouwcontingent. Hetzelfde geldt voor alle te realiseren Ruimte voor Ruimte woningen. Inmiddels is de matrix uitgebreid en zullen voor het totaaloverzicht de zorgwoningen en ruimte voor ruimtewoningen worden toegevoegd. Overigens is het geenszins de bedoeling om zorgappartementen te betrekken als zelfstandige wooneenheden. Om die reden is de bestemming Maatschappelijk bewust uitgekozen en is niet geopteerd voor een bestemming Wonen. De zorgcomponent is in het bestemmingsplan centraal gesteld. Paragraaf 4.5. uit de plantoelichting zal ter nuancering hierop worden aangepast. 4.2
Verwezen wordt naar hetgeen gesteld onder 4.1
4.3
De Frederik Hendrikschool is gelegen ten noorden van de spoorlijn aan de Julianastraat te Hooge Zwaluwe. In het bestemmingsplan Kern Hooge Zwaluwe (GS-goedkeuring in 2006) is voor deze school reeds een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarbij de bestemming Maatschappelijke Doeleinden wordt omgezet in een bestemming Woondoeleinden. Op de oude locatie mogen maximaal 6 woningen worden gerealiseerd. Ten tijde van de vaststelling en goedkeuring van dit bestemmingsplan waren de gedachten van een fusie van de scholen al actueel, maar nog niet concreet genoeg. Om die reden is destijds gekozen voor het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan. De gemeente heeft een projectrealisatieovereenkomst afgesloten met woningstichting Goed Wonen, waarbij de woningstichting als ontwikkelaar zal optreden. De overeenkomst heeft onder andere de strekking dat de gemeente geen enkel risico loopt ten aanzien van de economische uitvoerbaarheid van dit plan. Eventuele financiële risico’s liggen bij de ontwikkelende partij, waarbij wordt opgemerkt dat de woningstichting de vrijkomende grond bij de voormalige Frederik Hendrikschool mag aanwenden voor de bouw van 6 woningen.
4.4
Er is geen noodzaak om de ecologische verbindingszone planologisch vast te leggen in dit bestemmingsplan, daar de bestaande begrenzingen worden gerespecteerd. De ecologische verbindingszone is destijds opgenomen in het bestemmingsplan Kern Hooge Zwaluwe (2006). Middels een aanduiding op de plankaart is de ecologische verbindingszone opgenomen. Ter plaatse is het gebied van de ecologische verbindingszone ruim 30 meter breed. Overigens is de grond waarop de aanduiding ecologische verbindingszone (EVZ) rust grotendeels in handen van de NS en het waterschap. Toch heeft het waterschap tot op heden geen kans gezien de natte EVZ ter plaatse verder vorm te geven vanwege het feit dat in de grond een gasleiding aanwezig is, waardoor het onmogelijk is ter plaatse te graven. De gemeente is in overleg met het waterschap om vanuit ecologisch oogpunt de mogelijkheden te bezien of op het stuk grond ten westen van het nieuwe schoolgebouw (het betreft het
blad 3 van 5
gebied tussen de spoorweg en het Hoefpad in eigendom van de gemeente), op het “lege” stuk EVZ in de kern enkele natte elementen een plek zouden kunnen krijgen. Een groeninrichtingsplan wordt hiervoor opgesteld en zal worden opgenomen in het bestemmingsplan. Op basis van het groeninrichtingsplan zal aan het onderhavige gebiedje de bestemming Natuur en de dubbelbestemming Leiding - Gas worden toegekend. Ter bescherming van de (toekomstige) natuurwaarden en de aanwezige gasleiding zal in beide bestemmingen een aanlegvergunningstelsel worden opgenomen. Het brede schoolconcept is inmiddels dusdanig geoptimaliseerd, dat schuiven in ruimte ten faveure van een EVZ ter hoogte van de brede school in dit stadium geen optie meer is. 4.5
De planvoorschriften aangaande de molenbiotoop zal hierop worden aangepast.
4.6
Deze bepaling is opgenomen omdat in het terrein nog een fietsenstalling en één of twee buitenbergingen bij de school moeten worden gerealiseerd. Er is 80 m² oppervlak in het terreinplan opgenomen. Het is de bedoeling dat deze ruimten d.m.v. roosters en hout met daaromheen beplanting in het groen worden opgenomen. Vuilcontainers zullen ondergronds ter plaatse van de winkels worden geplaatst.
4.7
De planvoorschriften zullen hierop dienen te worden aangepast.
5. De provinciale planologische commissie Samenvatting reactie: De commissie sluit zich aan bij het advies van de directie. In aanvulling adviseert zij om voor wat betreft de in het stedelijk gebied gesitueerde ecologische verbindingszone een breedte van minimaal 50 meter te hanteren. Voorgestelde reactie: Verwezen wordt naar hetgeen gesteld onder 4.4. 6. Waterschap Brabantse Delta Samenvatting reactie: Het waterschap geeft onder voorbehoud een positief wateradvies. De waterparagraaf voldoet aan de gestelde hydraulische randvoorwaarden. Het waterschap maakt wel een opmerking dat er onvoldoende ecologisch invulling wordt gegeven aan de EVZ en wil in samenspraak met de gemeente komen tot een andere inrichting van het gebied. Voorgestelde reactie: In nauwe samenspraak met het waterschap is de waterparagraaf geschreven en getoetst. Dit heeft er in geresulteerd dat het waterschap per brief d.d 17 april 2009 onder voorbehoud heeft kunnen instemmen met de gehele waterparagraaf. In
blad 4 van 5
gezamenlijk overleg zal tot een oplossing worden gekomzen ten aanzien van de EVZ, zodat desgewenst op dit onderdeel het plan gewijzigd kan worden vastgesteld. l Reacties uit de inspraak Geen. AMBTSHALVE AAN TE BRENGEN WIJZIGINGEN: x Ten tijde van het vooroverleg en de inspraak waren enkele milieuplanologische onderzoeken nog niet afgerond. Derhalve waren in het voorontwerp bestemmingsplan de op dat moment beschikbare onderzoeksresultaten opgenomen. Het voorliggende ontwerp bestemmingsplan is aangevuld met de aanvullende onderzoeksresultaten. x Het bestemmingsplan zal worden aangepast overeenkomstig de SVBP 2008 en IMRO 2008.
ADVIES: Instemmen met de beantwoording van de ingediende reacties uit het wettelijk vooroverleg, de daaruit voortvloeiende aanpassingen en de ambtshalve wijzigingen, waarna het bestemmingsplan als ontwerp ter inzage kan worden gelegd.
blad 5 van 5
Bestemmingsplanregels
1
02177.006bp11
INHOUD
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6
Bestemmingsregels Bestemming Maatschappelijk Bestemming Natuur Bestemming Verkeer – Verblijfsgebied Bestemming Leiding – Gas
7 7 8 10 11
Hoofdstuk 3 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene ontheffingsregels Algemene procedureregels
13 13 14 15 16 17
Hoofdstuk 4 Artikel 12 Artikel 13
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
19 19 20
3 3 6
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
2
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
3
02177.006bp11
HOOFDSTUK 1
Artikel 1
INLEIDENDE REGELS
Begrippen
1.1 plan het bestemmingsplan “Langstraat Hooge Zwaluwe’’ van de gemeente Drimmelen. 1.2 verbeelding a. analoge verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan ”Langstraat Hooge Zwaluwe”, bestaande uit één kaartblad met het nummer NL.IMRO.1719.02177006-0k11; b. digitale verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan ”Langstraat Hooge Zwaluwe” met de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1719.021770060k11. 1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5 Algemene wet bestuursrecht Wet van 4 juni 1992, Stb. 315, houdende algemene regels van bestuursrecht, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. 1.6 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.7 bebouwingspercentage een op de verbeelding en/of in de bestemmingsplanregels aangegeven percentage, dat de grootte van de bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. 1.8 bestaand a. bij gebruik: aanwezig op het moment van het van kracht worden van het plan; b. bij bouwwerken: aanwezig op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. Als bestaand bouwwerk wordt ook aangemerkt een bouwwerk dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een bouwvergunning of melding, waarbij de bouwaanvraag/melding voor dat tijdstip is ingediend. 1.9 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.10 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
4
1.11 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.12 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.13 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.14 bouwperceelgrens de grens van een bouwperceel. 1.15 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.16 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.17 bruto vloeroppervlakte de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep, een aan-huis-verbonden bedrijf, een detailhandelsbedrijf, een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke. 1.18 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor verbruik ter plaatse. 1.19 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.20 maatschappelijke voorzieningen educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten behoeve van deze voorzieningen; 1.21 peil voor een gebouw, gebouwencomplex of ander bouwwerk waarvan de voorgevel direct aan de weg grenst: het niveau van het hoogst aangrenzende weggedeelte;
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
5
02177.006bp11
-
voor een gebouw, gebouwencomplex of ander bouwwerk waarvan de voorgevel niet direct aan de weg grenst: het niveau van het hoogste aangrenzende terreingedeelte; indien het gebouw, gebouwencomplex of bouwwerk is gelegen in geaccidenteerd terrein of tussen twee wegen, geldt het niveau van het hoogste aangrenzende terrein- of weggedeelte nabij de voorgevel van het gebouw;
1.22 voorgevel de meest gezichtsbepalende gevel van een gebouw aan de straatzijde of het openbaar gebied. 1.23 weg alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende parkeervoorzieningen. 1.24 Wet ruimtelijke ordening Wet van 20 oktober 2006, Stb. 566, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan 1.25 woning een (gedeelte van een) hoofdgebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. 1.26 Woningwet Wet van 29 augustus 1991, Stb. 439, tot herziening van de Woningwet, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
6
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.2 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.3 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftschachten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.5 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.6 de hoogte van een windturbine: vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 m wordt overschreden.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
7
02177.006bp11
HOOFDSTUK 2
BESTEMMINGSREGELS
Bestemmingen
Artikel 3
Bestemming Maatschappelijk
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. voorzieningen ten behoeve van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, cultuur, recreatie, lichamelijke en/of geestelijke volksgezondheid en wonen met een zorgcomponent; b. bijbehorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen, verkeersvoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven, fietsenstallingen, speelvoorzieningen en dergelijke; c. een supermarkt op de begane grond met een bruto vloeroppervlakte van maximaal 300 m² ter plaatse van de aanduiding “detailhandel” op de verbeelding; d. een school ter plaatse van de aanduiding “onderwijs” op de verbeelding; e. wonen met een zorgcomponent ter plaatse van de aanduiding “zorgwoning” op de verbeelding. 3.2 3.2.1
3.2.2
Bouwregels Voor het oprichten van gebouwen gelden de aanduidingen op de verbeelding en de volgende bepalingen: a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen een bouwvlak; b. in afwijking van het bepaalde onder a. is het toegestaan om buiten de bouwvlakken maximaal 2 gebouwen te bouwen met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m² en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,50 m; c. de voorgevel van een gebouw zoals bepaald onder a dient te worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “gevellijn” op de verbeelding; d. het bebouwingspercentage mag 100% bedragen van een bouwvlak; e. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de verbeelding in het bouwvlak aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen. Voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; b. de bouwhoogte van (terrein)verlichting mag niet meer dan 8 m bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen een bouwvlak niet meer bedragen dan 6 m en daarbuiten niet meer dan 3,50 m;
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
8
Artikel 4
Bestemming Natuur
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. behoud en/of herstel en ontwikkeling van de ecologische, landschappelijke en natuurwaarden van de gronden; b. het behoud van voorkomende abiotische, natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en aardkundige waarden; c. waterberging; d. extensief dagrecreatief medegebruik e. bijbehorende voorzieningen. 4.2 4.2.1 4.2.2
Bouwregels Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen; a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van natuurontwikkeling en –beheer, waterhuishouding en extensief dagrecreatief medegebruik met een oppervlakte van maximaal 12 m² en een bouwhoogte van 2 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels Onder gebruik in strijd met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 9, lid 1 wordt in ieder geval aangemerkt: a. het gebruik van gronden voor het opslaan, storten en of bergen van voorwerpen, stoffen of materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik; b. het diepwoelen of- ploegen van de bodem. 4.4 4.4.1
4.4.2
Aanlegvergunning Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgmeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren: a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem; b. het aanleggen en verharden van (bedrijfs)wegen en paden, het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen groter dan 200 m²; c. het aanleggen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies; d. het aanbrengen van kleine voorzieningen voor extensieve dagrecreatie/natuurrecreatie en het aanbrengen van kleine voorzieningen ten behoeve van natuurherstel/natuurbehoud; e. het wijzigen van de waterhuishouding of de grondwaterstand en/of het vergroten van de toe- of aanvoer van water door bijvoorbeeld het afdammen, stuwen, bemaling en onderbemaling en het graven, dempen of anderszins vergroten en verbeteren van waterlopen, sloten en greppels. Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien: a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de betreffende bestemming of medebestemming zijn toegekend;
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
02177.006bp11
9
b.
4.4.3
hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct of indirect te verwachten gevolgen de aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Het onder 4.4.1 verbatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van: a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen; b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn; c. afgravingen, die vergunningplichtig zijn op grond van de provinciale ontgrondingenverordening; d. de werken en/of werkzaamheden “rooien van houtgewas” voor zover het erfbeplantingen betreft.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
10
Artikel 5
Bestemming Verkeer – Verblijfsgebied
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Verkeer - Verblijfsgebied” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen als verblijfsgebied als hoofdfunctie met daaraan ondergeschikt de verkeersfunctie, een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, ontsluitingen en dergelijke; b. groen- en speelvoorzieningen; c. kleine voorzieningen voor doeleinden van openbaar nut. 5.2 5.2.1
5.2.2
Bouwregels Voor het oprichten van gebouwen gelden de volgende bepalingen a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan voor doeleinden van openbaar nut en met een maximale oppervlakte van 15 m2; b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. Voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte voor verlichting en bewegwijzering mag maximaal 12 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
11
02177.006bp11
Dubbelbestemmingen
Artikel 6
Bestemming Leiding – Gas
6.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Leiding – Gas” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. ondergrondse gasleidingen; b. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3
6.3 6.3.1
6.3.2
6.4 6.4.1
Bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2 m mag bedragen. Ontheffing van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de ondergrondse leiding, ontheffing verlenen van: a. het bepaalde in 6.2.1 en 6.2.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder; b. het bepaalde in lid 6.2.3 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder. Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing op grond van 6.3.1 is de procedure in artikel 11, lid 1 van toepassing. Aanlegvergunning Het is verboden om of in de lid 6.1, sub a bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zulks het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen: a. het verlagen of afgraven van de bodem, waarvoor geen ontgrondingvergunning is vereist; b. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,40 m onder het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage; c. het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde gezag; d. het ophogen van de bodem; e. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren; f. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van de daarbij behorende constructies; g. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
12
h.
6.4.2
het uitvoeren van heiwerkzaamheden of op andere wijze het indrijven van objecten in de bodem; i. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- of pompputten; j. het aanbrengen van constructies die verband houden met bovengrondse kabels en leidingen; k. alle overige werkzaamheden, die de waarden in/op de aangeduide gronden kunnen aantasten. Het in lid 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. voor zover de werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.4.1 onder f en g minder diep reiken dan 0,40 m onder het maaiveld en/of een grondoppervlak hebben van minder dan 10 m²; b. het normale beheer en onderhoud betreffen; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
13
02177.006bp11
HOOFDSTUK 3
Artikel 7
ALGEMENE REGELS
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
14
Artikel 8
Algemene bouwregels
8.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop De op de verbeelding als “Vrijwaringszone - molenbiotoop” aangewezen gronden zijn bestemd als obstakelvrije ruimte ten behoeve van de functie van de buiten het plangebied voorkomende molen als werktuig. Onder obstakel moet voor de uitleg van dit artikel bouwwerken en beplanting worden verstaan. 8.2 8.2.1 8.2.2 8.3 8.3.1 8.3.3 8.4 8.4.1
8.4.2
8.4.3
Bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de mede aangewezen bestemming(en) is het verboden op deze gronden enig bouwwerk te bouwen met een grotere hoogte dan 9 m. De vrijwaringszone heeft een straal van 315 m gemeten uit de voet van de molen. Beplantingsregels In afwijking van het bepaalde bij de mede aangewezen bestemming(en) is het verboden op deze gronden beplanting te hebben met een grotere kruinhoogte dan 9 m. De vrijwaringszone heeft een straal van 315 m gemeten uit de voet van de molen. Aanlegvergunning Het is verboden op de in lid 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur; b. het ophogen van gronden; c. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing. Het in lid 8.4, sub 1 vervatte verbod geldt niet voor: a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming van die gronden gerichte normale onderhoud en beheer, dan wel die welke voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming; b. werken en werkzaamheden, welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren; c. het oprichten van antennes en zend- en lichtmasten. De werken en werkzaamheden, als bedoeld in lid 8.4, sub 1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
15
02177.006bp11
Artikel 9
Algemene gebruiksregels
9.1 Verbod voor ander gebruik Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de doeleinden. 9.2 Strijdig gebruik Onder strijdig gebruik als bedoeld in het vorige lid wordt in ieder geval begrepen: a. de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf; b. het gebruik als seksinrichting. 9.3 9.3.1
9.3.2
Meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing op grond van 9.3.1 is de procedure in artikel 11, lid 1 van toepassing
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
16
Artikel 10
Algemene ontheffingsregels
10.1 Algemene ontheffing van de bouwregels 10.1.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de bepalingen van het plan: a. voor het afwijken van de maximaal of minimaal toelaatbare afstand van een gebouw tot de perceelsgrens en de maximaal toelaatbare oppervlakte met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 10% mag bedragen; b. voor overschrijding van bouwgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch of esthetisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met een doelmatig gebruik van het perceel; de overschrijding mag niet meer dan 3 m bedragen; c. voor bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen met dien verstande dat van deze gebouwen: de oppervlakte niet meer dan 10 m2 mag bedragen; de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen; d. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen tot een hoogte van niet meer dan 2 m, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt. 10.2.1 Voor de verlening van de ontheffing als bedoeld onder 10.1.1 gelden de volgende voorwaarden: a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen mogen niet onevenredig worden aangetast. b. de verlening van de ontheffing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het bebouwingspatroon en de cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde van het “beschermd dorpsgezicht”. Hieromtrent vragen burgemeester en wethouders advies aan een daartoe ingestelde monumentencommissie.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
17
02177.006bp11
Artikel 11
Algemene procedureregels
11.1 Ontheffing 11.1.1 Bij het verlenen van een ontheffing dient bij de voorbereiding van het besluit tot ontheffing de procedure als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te worden gevolgd.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
18
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
19
02177.006bp11
HOOFDSTUK 4
Artikel 12
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken 12.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 12.2.2 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 12.2 Overgangsrecht gebruik 12.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 12.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 12.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 12.2.4 Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
20
Artikel 13
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Langstraat Hooge Zwaluwe”.
Bestemmingsplanregels “Langstraat Hooge Zwaluwe”
Verbeelding