Gemeente (Dordrecht vf
Onderzoeknaar dé positie van dé Horeca in (Dordrecht
*Hoe dichter Bij
Adviesrapport Hoge Hotelschool Maastricht
Februari 2004 - Juni 2004
Gemeente Dordrecht Onderzoek naar de positie van de horeca in Dordrecht "Hoe dichter bij Dordt, hoe gezelliger het wordt!" Managementproject Hoge Hotelschool Maastricht Februari 2004 - Juni 2004 Opdrachtgever: Gemeente Dordrecht o.v.v. Erika Blijleven Postbus 8 3300 AA Dordrecht Telefoon: 078-6396872 Fax: 078-6398080 E-mail:
[email protected] Projectgroep 13: Shiri Kriek Sanne Levels Aimee Schmedding Thymen Simons Valeria Tuveri Torn Verhoef Eva Wagemakers Anke van der Zanden Adres: Hoge Hotelschool Maastricht o.v.v Project 13 Postbus 3900 6202 NX Maastricht. Telefoon: 043-3528322 Fax: 043-3528285 Begeleiders: Dhr. Engelen Dhr. van Brussel Bureau Projectcoördinatie: Dhr. Stroucken Mevr. Vanvinckenroye
Voorwoord Het rapport dat voor u ligt, is geschreven in opdracht van de Gemeente Dordrecht. Het is tot stand gekomen in de periode februari 2004 tot juni 2004 in het kader van een afstudeeropdracht aan de Hoge Hotelschool Maastricht. Deze afstudeeropdracht heeft het doel theoretische en praktische kennis toe te passen op een vooraf bepaalde probleemstelling. Het doel van het onderzoek is te bepalen of de negatieve signalen over de horeca in Dordrecht bevestigd kunnen worden en daaruit conclusies te trekken en aanbevelingen te doen. Belangrijk is om aan te geven in welk horecasegment de probleemgebieden zich concentreren, op welk dagdeel en in welk stadsdeel de problemen zich voordoen. De opdrachtstelling luidt als volgt: Onderzoek de dag- en avondhoreca in Dordrecht. Houdt enquêtes onder bewoners uit de Drechtsteden en interviews met de horecaondernemers uit Dordrecht. Verdeel de resultaten in dagdeel, horecasegment en stadsdeel. De hieruit naar voren gekomen resultaten moeten landelijk worden vergeleken en gebenchmarkt. De conclusies en aanbevelingen worden onderbouwd met de resultaten uit het onderzoek, om een doorkijk te geven naar de toekomst. De afgelopen 15 weken hebben wij met veel plezier aan dit project gewerkt. De opgedane kennis zien wij als een waardevolle toevoeging aan onze opleiding. Wij hopen dat dit rapport een positieve uitwerking heeft op de situatie van de horeca in Dordrecht. Dit afstudeerproject is een succes geworden met dank aan de volgende personen: onze eerste en tweede begeleider; dhr. Engelen en dhr. van Brussel en Bureau Projectcoördinatie; dhr. Stroucken en mevr. Vanvinckenroye. Verder willen wij Erika Blij leven en alle andere beleidsmedewerkers van de Gemeente Dordrecht, bedanken voor hun feedback en goede steun tijdens het project. Tenslotte bedanken wij alle overige personen die hebben meegewerkt; vooral de horecaondernemers van Dordrecht, de bewoners van de Drechtsteden, de Kamer van Koophandel en de Koninklijk Horeca Nederland.
Projectgroep 13 "Gemeente Dordrecht" Maastricht, 18 juni 2004 Shiri Kriek Sanne Levels Aimee Schmedding Thymen Simons Valeria Tuveri Torn Verhoef Eva Wagemakers Anke van der Zanden
Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave
2
Samenvatting
4
Hoofdstuk 1: Inleiding 1 . 1 Huidige situatie 1.2 Probleemomschrijving 1.3 Opdrachtstelling, probleemstelling, hoofdvragen en subvragen 1.4 Afbakening 1.5 Werkwijze 1 .6 Verantwoording
1 1 1
Hoofdstuk 2: Straatenquête Drechtstedenaren 2.1 Inleiding 2.2 Toelichting SPSS 2.3 Verantwoording
11 11 11 11 11 12 12 13 13 14 15 15 15 16 17
2. 3. J 2.3.2 2.3.3
De straatenquête Kwantitatief onderzoek De steekproef
2.4 Resultaten 2. 4. 1 Persoonlijke gegevens 2. 4. 2 Horeca Dordrecht 2.4.3 Tevredenheid 2. 4. 4 Veiligheid en parkeerbeleid 2.4.5 Totaalaanbod 2.4.6 Kruistabellen 2.4.7 Chi-kwadraat
Hoofdstuk 3: Het persoonlijk interview 3.1 Inleiding 3.2 Verantwoording 3.2.7 Het persoonlijk interview "thuis" 3.2.2 Kwalitatief onderzoek 3.2.3 De steekproef 3. 2. 4 Invoering data is SPSS
3.3 Resultaten 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5
Bedrijfsgegevens Type onderneming Doelgroepen Verbeterpunten Financiële gegevens van de onderneming
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
8 8 9 10
18 18 18 18 19 19 20 20 21 21 22 24 27
3.4 Kruistabellen 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4
29 Kruistabellen in combinatie met dagdeel Kruistabellen in combinatie met wijk van de onderneming Kruistabellen in combinatie met type horeca Kruistabellen in combinatie met de doelgroep(en) naar functie en sociaal/ economische factoren
Hoofdstuk 4: Landelijke vergelijking 4.1 Inleiding 4.2 Financiële gegevens 4.3 Vergelijking met faillissementen en starters 4.3.1 4.3.2 4.3.3
Faillissementen Starters Omloopsnelheid ondernemingen
4.4 Omgevingsfactoren 4.4. l 4.4.2 4.4.3
Kwantiteit horecagelegenheden per 10.000 inwoners in 2003 Inkomensvergelijking Werkeloosheid
29 31 31 34
35 35 35 35 35 36 36
37 37 38 38
Hoofdstuk 5: Benchmarking 5.1 Inleiding 5.2 Wat en met welke steden wordt gebenchmarkt 5.3 Parkeertijden 5.4 Kosten van het parkeren 5.5 Parkeergelegenheid 5.6 Bereikbaarheid / Pollerbeleid 5.7 Samenwerkingsverbanden tussen de ondernemers 5.8 Aanbod van hotels 5.9 Aanbod van discotheken 5.10 Promotiebeleid van de stad 5.11 Geluidsbeleid / Evenementendagen
39 39 40 41 42 43 44 47 48 49 5O 53
Hoofdstuk 6: Conclusies en aanbevelingen 6. l Voorlichting aan de horecaondernemers 6.2 Onderzoek 6.3 Bereikbaarheid 6.4 Samenleving
55 55 56 57 59
Begrippenlijst
60
Bronnenlijst
64
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
Samenvatting In de huidige situatie worden van diverse zijden signalen afgegeven dat de horeca in Dordrecht niet goed loopt. De omzetdaling zou groter zijn dan de gemiddelde daling in Nederland. Het vermoeden bestaat dat voornamelijk de avondhoreca te weinig bezoekers trekt in Dordrecht. De indruk is dat de daghoreca (winkelondersteunend) goed functioneert. Verder zouden veel horecaondernemingen in de binnenstad te koop staan. Duidelijk bewijs voor deze aanwijzingen ontbreekt. Over de horecaontwikkeling in de overige wijken van Dordrecht is weinig bekend. Er zijn diverse signalen van horecaondernemers die het moeilijk hebben de exploitatie rond te krijgen. Na deze signalen bekeken te hebben en het analyseren van de huidige situatie in de Gemeente Dordrecht is de volgende probleemstelling geformuleerd: Het is niet duidelijk in hoeverre de van diverse zijden afgegeven signalen, over de slechte positie waarin de horeca van Dordrecht verkeert, kloppen. De opdracht luidt als volgt: Onderzoek de dag- en avondhoreca in Dordrecht. Houdt enquêtes onder bewoners uit de Drechtsteden en interviews met de horecaondernemers uit Dordrecht. Verdeel de resultaten in dagdeel, horecasegment en stadsdeel. De hieruit naar voren gekomen resultaten moeten landelijk worden vergeleken en gebenchmarkt. De conclusies en aanbevelingen worden onderbouwd met de resultaten uit het onderzoek, om een doorkijk te geven naar de toekomst. Aan de hand van deze informatie zijn er een aantal hoofdvragen opgesteld, deze vragen zijn de basis van het rapport: • Gaat het werkelijk financieel niet goed met de horeca in Dordrecht? • Wat vinden de inwoners van de Drechtsteden (zonder Dordrecht) van het aanbod van de horeca? • Hoe verhouden de onderzoeksresultaten zich in vergelijking met landelijke cijfers en met vergelijkbare steden? hi hoofdstuk 2 is de mening van de Drechtstedenaren over de horeca in Dordrecht onderzocht. De Drechtsteden zijn: Zwijndrecht, Papendrecht, Sliedrecht, Hendrik Ido Ambacht, Alblasserdam en 's Gravendeel. Dordrecht en Heerjansdam zijn buiten beschouwing gelaten. Onder de Drechtstedenaren zijn mondelinge straatenquêtes afgenomen, waardoor de mening van hen naar voren komt. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestratificeerde steekproef. Er zijn 155 mensen ondervraagd, achteraf is gebleken dat hier sprake is van een kwalitatief onderzoek aangezien niet alle enquêtes volledig zijn beantwoord. De uitspraken die gedaan worden zijn indicaties, gebaseerd op marktsignalen. Van de 155 respondenten maakt 76,1% gebruik van de horeca in Dordrecht. Hiervan gebruikt 94,1% van de respondenten de horeca in de binnenstad. Van de 147 respondenten vindt 68,7% dat er geen veranderingen moeten plaatsvinden binnen het huidige aanbod van de horeca. Uit het onderzoek komt naar voren dat 'aanbod hotels', 'bereikbaarheid', 'ligging parkeergelegenheid' en 'parkeerkosten' als minst positieve factoren die invloed hebben op de horeca, worden genoemd. Uit de enquêtes kwam naar voren dat de ondervraagden het meeste gebruik maken van restaurants en cafés in Dordrecht. De gemiddelde besteding van de respondenten in de horeca van Dordrecht in 2004 is € 22,50. Het grootste percentage van de respondenten maakt gebruik van de daghoreca. In hoofdstuk 3 zijn de uitwerkingen te vinden van het persoonlijk interview met de horecaondernemers in Dordrecht. Deze interviews zijn gehouden om visies in te winnen van de ondernemers en diepgaande gegevens te verkrijgen over de onderneming. Het is een kwalitatief onderzoek wat de Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
mening van de ondernemer goed weergeeft maar niet representatief is voor alle ondernemers. De resultaten uit dit onderzoek zijn beschrijvend weergegeven. Ze zijn indicerend van aard en richtinggevend. Resultaten die beschreven zijn aan de hand van een klem aantal meningen noemen wij ook wel marktsignalen. Dit zijn signalen die naar voren komen uit de markt die onderzocht is. Deze uitspraken zijn niet als feiten uit het onderzoek naar voren gekomen maar door een aantal personen vermeld. Omdat wij over een kwalitatief onderzoek spreken zijn deze marktsignalen meer betrouwbaar maar niet representatief. Bovendien zijn de antwoorden op de vragen ook niet statistisch significant. Dit neemt niet weg dat de belangrijkheid van dit signaal vergeten mag worden. De meeste ondernemingen richten zich op: • doelbewuste gasten en tweeverdieners • leeftijdscategorie 25 t/m 55 jaar • herkomst: uit wijken waar de onderneming zich niet bevindt in Dordrecht 53,7% van de ondernemers heeft een negatieve mening over de ontwikkeling van de horeca van de afgelopen 5 jaar. Het effect hiervan op het eigen bedrijf is dat er minder gasten komen. Daarentegen heeft 49,1 % een positieve mening over de toekomst van de eigen onderneming. Verder is er nog waar te nemen dat 52,7% samenwerkt en 47,3% niet. In de toekomst zou 69,1% van de ondernemingen willen samenwerken op evenementen en promotie. Er is ook gevraagd naar omzet, resultaten en huur- en pachtsommen van de afgelopen 5 jaar. Doordat er onvoldoende financiële gegevens verstrekt zijn is het niet mogelijk om een uitspraak te doen met behulp van financiële gegevens over de positie van de horeca per wijk, dagdeel en type horeca. Wel is dit gedaan met behulp van de factoren die invloed kunnen hebben op de horeca. Factoren die laag beoordeeld worden zijn pollers, parkeergelegenheid, parkeertijden, parkeerkosten, bereikbaarheid binnenstad, geluidsbeleid en reactietijd gemeente. Enkele punten worden gebenchmarkt in Hoofdstuk 5. De onderwerpen die in hoofdstuk 4 Landelijke vergelijking die besproken zijn: faillissementen, starters en omgevingsfactoren die invloed hebben op de financiële situatie van de horeca in Dordrecht. Een onderdeel van het onderzoek was het verkrijgen van financiële gegevens die in dit hoofdstuk vergeleken zouden worden met landelijke cijfers. Er zijn echter te weinig gegevens verkregen om een betrouwbare uitspraak te doen. Er is besloten om dit onderdeel van het onderzoek niet mee te nemen in het hoofdstuk. Uit vergelijkingen met de faillissementen en starters is gebleken dat er een groot verschil is met de landelijke cijfers. In Dordrecht gaan horecaondernemingen over het algemeen sneller failliet dan gemiddeld in Nederland. Daar tegenover staat ook weer dat er veel bedrijven starten in Dordrecht. Over de kwantiteit van de horeca in Dordrecht valt te zeggen dat er in de meeste horecasegmenten een groei heeft plaatsgevonden. Ook heeft er een groei plaatsgevonden in het aantal faillissementen. Deze cijfers lopen ongeveer gelijk aan elkaar. Veel verschil in de hoeveelheid aanbod in Dordrecht is er over de afgelopen jaren niet te zien. Alleen in het horecasegment gecaterde bedrijfsrestaurants ligt Dordrecht boven het landelijke gemiddelde. Bij de rest van de segmenten ligt Dordrecht onder het landelijke gemiddelde. In hoofdstuk 5 Benchmarking, worden de probleemgebieden die uit de enquêtes en de persoonlijke interviews naar voren zijn gekomen, vergeleken met concurrerende en niet-concurrerende steden in Nederland. Daarnaast is er nog voor gekozen om enkele overige punten te benchmarken. Hierdoor kunnen verbeterpunten en aanbevelingen gegeven worden aan de gemeente Dordrecht. De volgende punten zijn gebenchmarkt: parkeertijden, kosten van het parkeren, parkeergelegenheid, bereikbaarheid/pollerbeleid, samenwerkingsverbanden tussen de horecaondernemers, aanbod van hotels, aanbod van discotheken, promotiebeleid van de stad en geluidsbeleid/evenementendagen. Uit elk van deze paragrafen komen conclusies naar voren. De belangrijkste conclusies uit hoofdstuk 5 zijn: • De kortste maximale parkeertijd van parkeermeters in het centrum van Dordrecht is te kort • Er moet 's avonds te lang betaald worden bij parkeerplaatsen op straat • De expeditietijden van Dordrecht beginnen laat • Dordrecht heeft geen parkeergarages rondom het centrum van de stad
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
• • •
Horecaondernemers van Dordrecht vormen geen front KHN kijkt kritisch naar het communicatiebeleid van de gemeente richting horecaondernemers In vergelijking met andere steden heeft Dordrecht weinig hotels en geen discotheken
Uit de voorgaande hoofdstukken zijn meerdere marktsignalen en conclusies voortgekomen over de diverse onderzoeksaspecten. Als resultaat uit het onderzoek komen een aantal belangrijke marktsignalen en conclusies naar voren, die in hoofdstuk 6 afzonderlijk in het advies zijn beoordeeld en uitgewerkt tot aanbevelingen. De totale combinatie van alle marktsignalen, conclusies en aanbevelingen is een goede leidraad om te gebruiken bij verdere onderzoeken en/ of het verbeteren van de horeca in Dordrecht. Deze aanbevelingen zijn in Hoofdstuk 6 specifiek toegelicht. Aan de gemeente wordt geadviseerd om duidelijke voorlichting en goede begeleiding te geven aan de startende horecaondernemers gedurende het startproces. Daarnaast moet de gemeente Dordrecht de gemeentelijke beleidsmaatregelen aanscherpen zodat er minder startende ondernemingen komen. Hierdoor wordt het minder aantrekkelijk voor nieuwe horecaondernemers om zich te vestigen in Dordrecht. De reeds gevestigde ondernemingen moeten ook goede voorlichting krijgen over de positie van de horeca in Dordrecht. Zo krijgen zij de mogelijkheid hun onderneming te verbeteren en te ontwikkelen wat leidt tot omzetstijging. Bestaande ondernemingen moeten de mogelijkheid krijgen hun onderneming sterk te positioneren in de markt. Een ontwikkelingsmaatschappij horeca moet opgezet worden, zo is er een instelling die tussen de gemeente, andere instellingen (zoals bijvoorbeeld: de Kamer van Koophandel) en de horecaondernemers staat. Vanuit deze maatschappij kan een horecacoördinator aangesteld worden. Deze coördinator kan nieuwe starters helpen en ondernemers voorlichting geven zodat geen verkeerde verwachtingen geschept worden. De drempel voor de horecaondernemers wordt lager zodat zij, wanneer ze problemen en vragen hebben, gebruik kunnen maken van deze instelling. Naar aanleiding van de financiële situatie van de horecaondernemingen in Dordrecht wordt aanbevolen een gedetailleerd onderzoek te doen, voor specifiekere gegevens. Vooraf aan dit onderzoek moet goed bekeken worden, wanneer de ondernemers wel deze specifieke gegevens willen afstaan. Onderzocht moet worden wat voor onderneming er in Dordrecht gewenst is, gekeken naar de vraag en aanbod zo ziet men waar de onderneming het beste op zijn plaats is. Er moet een onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van de promotiecampagnes om te controleren wat de respons is van de campagnes. Op deze manier kan er nagegaan worden of de campagnes zich richten op de juiste doelgroepen, de juiste plaatsen en tijden. De bereikbaarheid van de binnenstad moet op verscheidene punten verbeterd worden. Dit zijn onder andere: verlenging van de parkeerduur, verkorting van de uren waarop betaald moet worden om te parkeren, doorvoering van "scenario 2" uit het "Verkeersplan Schil", een betere bewegwijzering rondom het autoluwe gebied en bij het binnenrijden van de stad, vervroeging van de expeditietijden en het stimuleren van het openbaar vervoer. Bekend is dat de huidige ondernemers geen front vormen. De gemeente moet de samenwerking stimuleren. Meer overleg tussen de KHN, de gemeente en de ondernemers kan het vertrouwen onder de ondernemers laten toenemen waardoor samenwerking makkelijker wordt.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
Hoofdstuk l Inleiding 1.1
Huidige situatie
Dordrecht is gelegen in de provincie Zuid-Holland. De stad staat bekend als "de oudste stad van Holland". De ligging aan de brede waterwegen heeft Dordrecht door de eeuwen heen welvaart gebracht. Tot de zestiende eeuw was de stad als handelsplaats in Holland toonaangevend. Tegenwoordig trekken de historische binnenstad en de evenementen van Dordrecht jaarlijks veel bezoekers naar de stad. In 2003 was Dordrecht de evenementenstad van het jaar. De stad Dordrecht heeft een inwonersaantal van 120.043, verdeeld over 9 wijken. Dordrecht maakt deel uit van de Drechtsteden, dit zijn naast Dordrecht: Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht, Hendrik Ido Ambacht, Alblasserdam en 's Gravendeel. In de overige Drechtsteden wonen 148.952 inwoners. Ondanks de stijgende bezoekersaantallen aan de binnenstad van Dordrecht worden er negatieve signalen afgegeven door de horecaondernemers. Naar aanleiding van deze negatieve signalen heeft de gemeente Dordrecht het initiatief genomen om de situatie van de Dordtse horeca te laten onderzoeken.
1.2
Probleemomschrijving
Van diverse zijden worden signalen afgegeven dat de horeca in Dordrecht niet goed loopt. De omzetdaling in Dordrecht zou zelfs 15% tot 40% groter zijn dan de gemiddelde daling in Nederland. Het probleem zou zich concentreren in de binnenstad. Het vermoeden bestaat dat voornamelijk de avondhoreca te weinig klanten trekt. De indruk is dat de daghoreca (winkelondersteunend) goed functioneert. Verder zouden veel horecaondernemingen in de binnenstad te koop staan. Duidelijk bewijs voor deze aanwijzingen ontbreekt. Over de horecaontwikkeling in de overige wijken van Dordrecht is weinig bekend. Er zijn diverse signalen van horecaondernemers die het moeilijk hebben hun exploitatie draaiende te houden. Factoren die te maken kunnen hebben met de huidige situatie van de horeca zijn: • De huur- en pachtsommen zouden zijn gestegen. • Gestegen kosten als gevolg van aangescherpte regelgeving in de horeca. • De economie is een oorzaak van de terugval in de belangstelling voor de horeca. • De euro is een oorzaak van de teruglopende klandizie van de horeca (prijsstijgingen) • Dordrecht heeft een slecht imago op het gebied van uitgaan, veel mensen voelen zich 's avonds niet veilig op straat. De media versterken dit beeld door negatieve uitspraken te doen. • Dordrecht schijnt niet "cool" of "trendy" te zijn en heeft weinig ondernemende geesten die een goede kroeg of restaurant willen openen. • Er schijnt een cultuurgrens te zijn. Brabanders zouden niet de stap willen zetten om naar Dordrecht te gaan. • Gemis van studenten en studentenverenigingsleven. • De potentiële bezoeker heeft het beeld dat de binnenstad niet bereikbaar is en dat parkeren een probleem zal zijn. • In 2003 is het betaald parkeren in de avond verlengd en in 2002 zijn er pollers geplaatst. Dit heeft veel potentiële bezoekers afgeschrokken, terwijl de binnenstad is voorzien met parkeergarages en de openingstijden steeds meer zijn aangepast aan het avondgebruik van de stad. • Voor midden- en lagere inkomensgroepen wordt het betaald parkeren een grote drempel.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
•
1.3
Verhuizing van de markt naar het Statenplein heeft een behoorlijke verschuiving teweeggebracht in het gebruik van de horeca.
Opdrachtstelling, probleemstelling, hoofdvragen en subvragen
Opdrachtstelling Onderzoek de dag- en avondhoreca in Dordrecht. Houdt enquêtes onder bewoners uit de Drechtsteden en interviews met de horecaondernemers uit Dordrecht. Verdeel de resultaten in dagdeel, horecasegment en stadsdeel. De hieruit naar voren gekomen resultaten moeten landelijk worden vergeleken en gebenchmarkt. De conclusies en aanbevelingen worden onderbouwd met de resultaten uit het onderzoek, om een doorkijk te geven naar de toekomst. Probleemstelling Het is niet duidelijk in hoeverre de van diverse zijden afgegeven signalen, over de slechte positie waarin de horeca van Dordrecht zou verkeren, kloppen. Hoofdvragen & subvragen 1) Gaat het werkelijk financieel niet goed met de horeca in Dordrecht? l. l Wat is het huidige aanbod van horecaondernemingen onderverdeeld per type gevestigd in Dordrecht? l .2 Hoe zit het met de faillissementen en startende horecabedrijven binnen Dordrecht, kijkend naar de afgelopen vijfjaar? l .3 Wat zijn volgens de horecaondernemers factoren die invloed hebben op de omzetontwikkeling van de horecaondernemingen in Dordrecht? l .4 Wat zijn de resultaten/omzetten van de horecaondernemingen binnen Dordrecht, gekeken naar de afgelopen vijfjaar? l .5 Wat zijn de huur- en pachtsommen van de horecaondernemingen in Dordrecht, kijkend naar de afgelopen vijfjaar? 2) Wat vinden de inwoners van de Drechtsteden van het aanbod van de horeca in Dordrecht? 2.1 Wat zijn volgens de bewoners uit de Drechtsteden factoren die invloed hebben op het functioneren van de horeca in Dordrecht? 2.2 Wat is de huidige vraag naar horeca van de inwoners uit de Drechtsteden? 3) Hoe verhouden de onderzoeksresultaten zich in vergelijking met landelijke cijfers en met concurrerende en niet-concurrerende steden? 3. l Hoe verhouden de financiële situaties van de horecaondernemingen van Dordrecht zich in vergelijking met Nederland? 3.2 Hoe verhouden de omgevingsfactoren (indien van toepassing) van Dordrecht zich in vergelijking met landelijke gegevens? 3.3 Hoe verhouden de uit enquêtes en interviews voortgekomen probleemgebieden zich tot concurrerende en niet-concurrerende steden in Nederland?
1.4
Afbakening
In samenspraak met de gemeente Dordrecht, het Sociaal Geografisch Bureau en de Koninklijk Horeca Nederland (afdeling Dordrecht) zijn de volgende randvoorwaarden opgesteld: • Voor de interviews met de horecaondernemers worden alleen horecaondernemingen uit Dordrecht ondervraagd. • Voor de enquêtes worden bewoners van de Drechtsteden, behalve de bewoners van Dordrecht ondervraagd. • Het onderzoek wordt alleen gehouden onder de ondernemers van Dordrecht en onder de bewoners van de Drechtsteden. De gemeente wordt buiten beschouwing gelaten.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
• • • • •
1.5
Het persoonlijke interview met de ondernemers die hun bedrijf gesitueerd hebben in Dordrecht, wordt afgenomen onder leden aangesloten bij de KHN Drechtsteden en niet-leden. De persoonlijke interviews met de horecaondernemers worden in de volgende segmenten afgenomen: hotel, restaurant, café, cafetaria, lunchroom, kantines / catering. De financiële gegevens die aan de ondernemers worden gevraagd zijn resultaten, omzet, huur en pachtsommen. Deze informatie wordt anoniem en vertrouwelijk behandeld. De probleemgebieden die uit de onderzoeksresultaten naar voren komen, worden gebenchmarkt met concurrerende en niet-concurrerende steden in Nederland. Bij het geven van aanbevelingen over de horeca aan de gemeente, wordt mede gebruik gemaakt van de landelijke trends en ontwikkelingen.
Werkwijze
Oriëntatie Op grond van de verkregen informatie van de gemeente Dordrecht en verkregen informatie via deskresearch, wordt een eerste beeld gevormd over Dordrecht en de horeca in Dordrecht. Dit wordt gedaan aan de hand van een interne en een externe analyse. Tijdens deze fase vindt de eerste afspraak met de opdrachtgever plaats. Project -werkplan Het projectwerkplan is een uitgebreide rapportage van het plan van aanpak. Dit is gemaakt om een duidelijke afbakening en werkwijze te maken voor het komende onderzoek. Hierin wordt zichtbaar wat de werkwijze en de daarbij behorende tijdsplanning is. Onderzoeksfase Li de onderzoeksfase worden voorbereidingen getroffen voor field- en deskresearch. Daarnaast worden er afspraken gemaakt voor de persoonlijke interviews en worden er voorbereidingen getroffen voor benchmarking. (zie bijlage 1.1, 1.2 en 1.3)
Enquêteren/ interviewen Tijdens de onderzoeksfase wordt er geënquêteerd en worden er interviews afgenomen, om een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen van de horeca in Dordrecht. Dit wordt gedaan aan de hand van: • Straatenquêtes onder de bewoners van de Drechtsteden. • Persoonlijke interviews met verschillende horecaondernemers uit Dordrecht. Resultaten verwerken Alle resultaten verkregen via de persoonlijke interviews en de enquêtes worden verwerkt in SPSS en Excel. Deze resultaten worden duidelijk in beeld gebracht en hieruit worden conclusies getrokken. Landelijke vergelijkingen en benchmarking • Bij de landelijke vergelijking worden de financiële cijfers van verschillende horecaondernemingen in Dordrecht vergeleken met de landelijke cijfers van Bedrijfschap Horeca, het CBS en de KvK. Daarnaast worden ook werkeloosheid, kwantiteit horeca, inkomens, faillissementen en starters behandeld. • Bij benchmarking worden de probleemgebieden in Dordrecht die uit de persoonlijke interviews en enquêtes naar voren komen, vergeleken met concurrerende en nietconcurrerende steden in Nederland. Hoe vaak er benchmarking wordt toegepast, hangt af van de resultaten die uit de interviews en de enquêtes naar voren komen. Conclusies en aanbevelingen Uit de verkregen resultaten van het onderzoek worden conclusies getrokken en marktsignalen opgemerkt. Verder worden er aanbevelingen gedaan aan de opdrachtgever.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
Verdediging van het rapport De verdediging is een mondelinge verantwoording van de verkregen rapportage die plaatsvindt op 10 juni 2004. Presentatie De presentatie is een mondelinge en visuele toelichting van de rapportage aan de opdrachtgever. Tijdens deze presentatie wordt de gemeente Dordrecht het rapport overhandigd en worden de resultaten van het onderzoek toegelicht. De presentatie wordt gehouden op 23 juni 2004. Publicabel artikel Dit artikel wordt opgesteld met het doel tot een mogelijke publicatie van de resultaten en bevindingen van het onderzoek. Het artikel kan in een dagblad of vaktijdschrift gepubliceerd worden, mits de opdrachtgever hier behoefte aan heeft.
1.6
Verantwoording
Alvorens de enquête en het interview op te stellen zijn de omgevingsanalyse en de marktanalyse gemaakt. In deze analyses is ook de verkregen informatie over de horeca van de gemeente Dordrecht gebruikt. Om inzicht te krijgen in de meningen van de Drechtstedenaren en de horecaondernemers in Dordrecht, is gekozen voor twee verschillende soorten onderzoeken. • Bij de Drechtstedenaren wordt gebruik gemaakt van een straatenquête. Dit is een vorm van kwantitatief onderzoek. • Voor de horecaondernemers wordt gebruik gemaakt van het persoonlijk interview. Dit is een vorm van kwalitatief onderzoek. Uit de enquêtes en de interviews komen de factoren die invloed hebben op de horeca naar voren, zowel vanuit het standpunt van de ondernemer als van de Drechtstedenaar. De factoren die aangegeven worden als probleemgebied worden gebenchmarkt. Doordat gebenchmarkt wordt met concurrerende en niet-concurrerende steden, wordt duidelijk hoe andere steden met de verschillende problemen omgaan. Hierdoor kunnen er aanbevelingen worden gedaan. Uit de interviews met de ondernemers komen ook financiële gegevens naar voren. Deze worden landelijk vergeleken. De gemeente wil zicht krijgen op de situatie waarin de horeca van Dordrecht verkeert. Het is daarom belangrijk de cijfers af te zetten tegen landelijke gegevens, zodat er een goede uitspraak kan worden gedaan over de positie van de horeca in Dordrecht.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
\Q
Hoofdstuk 2 Straatenquête Drechtstedenaren 2.1
Inleiding
Het doel van de straatenquête is visies van de bewoners over de horeca in Dordrecht inwinnen. Ook moet naar voren komen welke factoren invloed hebben op de horeca in Dordrecht. Door de straatenquête krijgt men een duidelijk beeld van de vraag onder de Drechtstedenaren. De enquêtes zijn overdag en op één dag afgenomen. Hierdoor neemt de betrouwbaarheid van het onderzoek af, maar verbeterd de homogeniteit. De respondenten die ondervraagd zijn, geven een betrouwbaar beeld van respondenten die op dat moment aanwezig waren. In dit hoofdstuk wordt er antwoord gegeven op de volgende hoofd- en subvragen: Wat vinden de inwoners van de Drechtsteden van het aanbod van de horeca in Dordrecht? • Wat zijn volgens de bewoners uit de Drechtsteden factoren die invloed hebben op de horeca in Dordrecht? • Wat is de huidige vraag naar horeca van de inwoners uit de Drechtsteden? (zie bijlagen 2.1 en 2.2)
2.2
Toelichting SPSS
Bij het onderzoek is er gebruik gemaakt van SPSS. Dit is een statistisch verwerkingsprogramma. Zowel de straatenquêtes en de persoonlijke interviews zijn verwerkt in SPSS. In deze paragraaf worden de belangrijkste punten uit SPSS toegelicht.1 Missing system of missing value Bij een statistisch onderzoek is het gebruikelijk om het antwoord "geen mening" niet mee te tellen. Tijdens het afnemen van de enquêtes kwam er naar voren dat sommige respondenten de vragen niet konden beantwoorden. Deze kan men terugvinden in de tabellen onder "missing system of missing value". Door het verkrijgen van een antwoord "geen mening" verandert het aantal geldige respondenten. Hierdoor is het aantal respondenten bij de meeste vragen verschillend. Kruistabel en Chi-kwadraat In een kruistabel worden twee variabelen tegen elkaar afgezet. De ene variabele wordt in de rijen gezet, de andere in de kolommen. De celfrequentie is het aantal waarnemingen in iedere cel en geeft aan hoe vaak de combinatie van beide variabelen voorkomt. Met de Chi-kwadraat toets kan onderzocht worden of tussen beide variabelen een statistisch verband bestaat.
2.3
Verantwoording
2.3.1 De straatenquête Bij fieldresearch is gekozen voor een straatenquête2. Dit houdt in dat mensen 'en passant' om medewerking wordt gevraagd, waarna zij terplekke op de vragen antwoorden. De straatenquêtes zijn in het onderzoek afgenomen in winkelcentra en op straat. De straatenquêtes zijn allemaal overdag afgenomen. Dit bevordert niet de betrouwbaarheid van het onderzoek. Wel komt het ten goede aan de homogeniteit van de ondervraagden. De respondenten die nu ondervraagt zijn, geven een betrouwbaar beeld van respondenten die op dat moment aanwezig waren. De vragenlijst is kort en bevat vooraf gestructureerde antwoorden, omdat van de respondent slechts weinig tijd kan worden gevraagd. De voordelen van een mondelinge straatenquête zijn: • Hoge en snelle respons 1 2
De Voght A, Basishandboek SPSS 10 voor Windows 98 Brinkman J, De vragenlijst Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004-juni 2004
\\
• Mogelijkheid tot doorvragen en eventuele toelichting • Kostenbeperking • De non-respons verkleinen door middel van direct contact. De nadelen van een mondelinge straatenquête zijn: • De respondent wordt selectief gekozen • De uitslagen zijn beïnvloedbaar door het tijdstip van afname (zie bijlagen 2.1 en 2.2)
2.3.2 Kwantitatief onderzoek3 In een kwantitatief onderzoek wordt getracht om de steekproef een goede weerspiegeling te laten zijn van de populatie. Een kwantitatief onderzoek heeft de volgende algemene kenmerken: • Gegevens worden getalsmatig weergegeven • Grootte steekproef > 150 • Meet hoeveel mensen wat zeggen • Representatief • Minder diepgaand onderzoek dan bij een kwalitatief onderzoek • Steekproef is weerspiegeling van populatie • Hypothesetoetsend • Concreter • Oudere wetenschapstechniek Een kwantitatief onderzoek is representatief, omdat er relatief veel mensen worden ondervraagd. Voor het onderzoek is de mening van de meerderheid van belang. Hierdoor kan men een representatieve uitspraak doen. Verder is er bij een straatenquête de mogelijkheid tot toelichting en doorvragen. Hierdoor wordt de betrouwbaarheid van de enquête verhoogd. 2.3.3 De steekproef Bij de steekproefgrootte van de bewoners van de Drechtsteden is er gebruik gemaakt van de gestratifïceerde steekproef4. Men zorgt ervoor dat de waarden van bepaalde variabelen in een van tevoren bepaalde verhouding voorkomen. De gestratifïceerde steekproef is vooral nuttig als er binnen de populatie meerdere categorieën van eenheden zijn, waarbij: • Tussen de categorieën verschillen bestaan. • Binnen eenzelfde categorie een homogeniteit verondersteld mag worden. • De relatieve belangrijkheid van de categorieën bekend is. Het onderzoek wordt gehouden onder de Drechtsteden (zonder Dordrecht). Dordrecht is buiten beschouwing gelaten, omdat men een beeld wil krijgen van de Drechtsteden zonder Dordrecht. Het SGB is namelijk al bezig met een onderzoek onder de Dordtenaren via het stadspanel. Binnen een Drechtstad is er sprake van enige homogeniteit. De wegingsfactor van de verschillende Drechtsteden is gebaseerd op het inwonersaantal. Aan de hand hiervan is bepaald hoeveel enquêtes in welke stad worden afgenomen.
3 4
De Ruyter K, Kwalitatief marktonderzoek Brinkman J, Cijfers Spreken Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
\2
Indeling Drechtsteden: Drechtstad Zwijndrecht Papendrecht Sliedrecht Alblasserdam H.I. Ambacht 's Gravendeel Totaal
Inwonersaantal Aantal ondervraagden 45.125 45 30.471 31 24 23.820 18.417 19 22.143 22 8.922 9 148.952 150
(zie bijlage 2.3)
Wegingsfactor geslacht Na het afnemen van de enquêtes bleek dat de verhouding man/vrouw niet gelijk was. Om uit te gaan van een gelijke verdeling, is er een wegingsfactor geplaatst in SPSS. Hierdoor tellen de antwoorden van de mannen even zwaar mee als die van de vrouwen. Het aantal respondenten wordt hierdoor lager. Dit geeft een beter beeld van de verhoudingen. De wegingsfactor is alleen gebruikt bij het opstellen van de kruistabellen.
2.4
Resultaten
De straatenquête is afgenomen onder de Drechtstedenaren. De steekproef was gesteld op 150 personen. Aangezien er bij sommige vragen minder respondenten zijn, kan er geen betrouwbare uitspraak worden gedaan. Hierdoor is het onderzoek een kwalitatief onderzoek geworden. Deze steekproef is dus geen weerspiegeling van de hele populatie, het geeft slechts een indicatie. Dit onderzoek is richtinggevend en niet bewijzend. Bij het lezen van dit hoofdstuk moet telkens worden gelet op het aantal missing systems. Dit bepaald hoe representatief de verschillende resultaten zijn. De resultaten uit het onderzoek zijn signalen die uit de ondervraagde markt komen en worden in dit rapport marktsignalen genoemd. Alle beschrijvingen van resultaten zijn interpretaties op basis van antwoorden die gegeven zijn door de ondervraagden.5 Hieronder worden de resultaten van de enquête weergegeven. De resultaten die hieruit voortkomen worden verder verwerkt in de aanbevelingen die in hoofdstuk 6 gegeven worden. De resultaten en marktsignalen worden behandeld in volgorde waarin de enquête is opgesteld. Voor de exacte cijfers en percentages wordt hierbij doorverwezen naar de tabellen in bijlagen 2.4 en 2.5. (zie bijlagen 2.4, 2.5)
2.4.1 Persoonlijke gegevens Deze subparagraaf heeft betrekking op de vragen l tot en met 3 van de enquête. Na het afnemen van de enquêtes is er het volgende naar voren gekomen:
Dreehtstad: Zwijndrecht Papendrecht Sliedrecht Alblasserdam H.I. Ambacht 's Gravendeel Totaal
Aantal van tevoren Aantal -;'; ondervraagden .•( \ berekende ! ondervraagden 45 45 31 33 24 25 20 19 22 23 9 9 150 155
' Kotier P, Marketing for Hospitality and tourism Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 - juni 2004
13
Uit de tabel is te lezen dat er uiteindelijk 155 enquêtes zijn afgenomen. Voor de verdere uitwerking van de vragen is uitgegaan van 155 respondenten, tenzij anders vermeld. (zie bijlage 2.4, vraag 1: Waar bent u woonachtig?)
Van het aantal respondenten is 69% van het vrouwelijk geslacht en 31% van het mannelijk geslacht. (zie bijlage 2.4, vraag 2: Tot welk geslacht behoort u?)
Over de verdeling van de leeftijdscategorieën onder de respondenten, kan het volgende gezegd worden. In de categorie 11 t/m 20 jaar valt 21,3% van het totaal aantal ondervraagden. Inde leeftijdscategorie 10 jaar en jonger is er niemand ondervraagd. Verder komt naar voren dat het laagste percentage valt in de categorie 61 jaar en ouder, namelijk 11%. (zie bijlage 2.4, vraag 3: Wat is uw geboortedatum?)
2.4.2 Horeca Dordrecht Deze subparagraaf heeft betrekking op de vragen 4 tot en met 9 van de enquête. Van het totaal aantal respondenten maakt in 2004, 76,1% wel gebruik van de horeca in Dordrecht. Hiervan beantwoordde meer dan de helft van de respondenten "minder dan l keer per maand" gebruik te maken van de horeca. Het aandeel in "drie of meer keer per week" is laag. Als men kijkt naar voorgaande jaren, vindt er een lichte stijging plaats van het antwoord "minder dan een keer per maand". Volgens deze gegevens kan men dus een daling zien in het gebruik van de horeca, let hierbij wel op de verandering in missing systems. In 2002 en 2003 zijn er meer missing systems, omdat veel respondenten zich niet meer goed kunnen herinneren hoe vaak ze gebruik maakten van de horeca. Bovendien zijn alle antwoorden indicaties, waardoor de betrouwbaarheid minder is. (zie bijlage 2.4, vraag 4: Maakt u gebruik van de horeca in Dordrecht?) (zie bijlage 2.4, vraag 5 :Hoe vaak bezoekt u de horeca in Dordrecht?)
Er komt naar voren dat van de 118 respondenten, 94,1% gebruik maakt van de horeca in de binnenstad. Van het totaal aantal respondenten volgt de volgende verdeling naar dagdeel: Dag 38,1% Dag/Avond 27,1% Avond 26,3% Dag / Avond / Nacht 3,4% Avond/Nacht 5,1% (zie bijlage 2.4, vraag 6: Waar maakt u gebruik van de horeca in Dordrecht?) (zie bijlage 2.4, vraag 7: In welk dagdeel maakt u het meeste gebruik van de horeca?)
Wat betreft het gebruik van verschillende horecatypes komt naar voren dat de meeste mensen gebruik maken van restaurants en cafés, namelijk 58,1% en 47% van het aantal ondervraagden (117). De lunchroom volgt met 31,6%. De categorie cafetaria / snackbar wordt met 14,5% aangegeven en de dancing/ discotheek komt als laagste naar voren met 7,7%. Bij deze vraag zijn meerdere antwoorden mogelijk. (zie bijlage 2.4, vraag 8: Van welk horecatype maakt u het meeste gebruik?)
Als men kijkt naar de gemiddelde besteding per persoon per bezoek over 2002, 2003 en 2004 onder de respondenten dan kan er het volgende gezegd worden: • 2002 € 19,50 • 2003 € 19,90 • 2004 € 22,20 De gemiddelde besteding is berekend door het gemiddelde per klasse te vermenigvuldigen met de frequentie van het aantal respondenten. Het totale bedrag is gedeeld door het totaal aantal respondenten per jaar. In 2002 en 2003 zijn er meer missing systems, omdat veel respondenten zich niet meer goed kunnen herinneren hoe vaak ze gebruik maakten van de horeca. (zie bijlage 2.4, vraag 9: Wat geeft u gemiddeld uit per bezoek aan de horeca in Dordrecht?)
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
J4
2.4.3 Tevredenheid Deze subparagraaf heeft betrekking op de vragen 10 en 11 van de enquête. Bij de vraag of er veranderingen moeten plaatsvinden binnen het huidige aanbod van de horeca in Dordrecht, antwoordde 68,7% van de 147 respondenten dat er geen veranderingen moeten plaatsvinden. De toelichting op vraag 10 heeft betrekking op het huidige aanbod van de horeca in Dordrecht en of er eventueel veranderingen moeten plaatsvinden. Bij het open gedeelte van vraag 10 worden de volgende punten als meeste genoemd: • Men heeft geen behoefte aan verandering • De horeca wordt als "goed" beoordeeld • De prijzen zijn te hoog Voor een volledig overzicht verwijzen we naar de bijlage. (zie bijlage 2.4, vraag 10: Vindt u dat er veranderingen moeten plaatsvinden binnen het huidige aanbod van de horeca in Dordrecht?)
Tijdens het onderzoek zijn er een aantal punten opgesomd waar de respondenten hun mening over konden geven. Hieruit komt naar voren dat 'aanbod hotels', 'bereikbaarheid', 'ligging parkeergelegenheid' en 'parkeerkosten' als laagste beoordeeld worden. Hiermee wordt een gemiddelde waarde onder de 6 bedoeld. De meeste respondenten waren niet op de hoogte van het 'aanbod hotels', 32 respondenten hebben hun mening gegeven. Omdat het cijfer van 'aanbod hotels' onder de 6 werd beoordeeld, zal dit toch worden meegenomen naar hoofdstuk 5 benchmarking. (zie bijlage 2.4, vraag 11: Beoordeel de volgende punten naar tevredenheid met een
rapportcijfer)
2.4.4 Veiligheid en parkeerbeleid Deze subparagraaf heeft betrekking op de vragen 12 tot en met 14 van de enquête De antwoorden van vraag 12 worden buiten beschouwing gelaten. Door een verkeerde vraagstelling is deze vraag onbetrouwbaar gebleken. Volgens de ondervraagde Drechtstedenaren komen de 'kosten van het parkeren', 'het aantal parkeerplaatsen' en de 'maximale parkeertijd' als zwakste punten van het parkeerbeleid naar voren binnen Dordrecht. Uitgaande van een schaal van één tot en met zes, zijn alle punten met een waarde onder de vier meegenomen voor de benchmark. (zie bijlage 2.4, vraag 14: Wat vindt u van de volgende aspecten van het parkeerbeleid in Dordrecht?)
2.4.5 Totaalaanbod Deze subparagraaf heeft betrekking op vraag 15 van de enquête. De meningen van de respondenten, over de horeca in Dordrecht, lopen zeer uiteen. Er is een aantal punten dat vaker werd genoemd. Als belangrijkste factoren die positiefin de horeca worden ervaren: • Dordrecht is wel gezellig • De horeca is redelijk tot goed • De waterbus • De historische binnenstad Als belangrijkste factoren in de horeca die als negatief worden ervaren: • Te hoge prijzen • Bereikbaarheid van de binnenstad is slecht • De parkeergelegenheden zijn niet voldoende • Geen gezellig publiek • Men gaat liever naar Rotterdam • Men heeft genoeg aanbod in de eigen Drechtstad (zie bijlage 2.4, vraag 15: Geef in twee zinnen v/eer wat u vindt van de horeca in Dordrecht?)
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
\5
2.4.6 Kruistabellen In deze paragraaf worden kruistabellen beschreven. In de bijlagen zijn alle gemaakte kruistabellen vernoemd. Hieronder worden de belangrijkste omschreven. Geslacht X Gebruik horeca Van het aantal respondenten maakt 75,5% wel gebruik van de horeca in Dordrecht en 24,5% niet. (zie bijlage 2.5, kruistabel 2.5.1)
Geslacht XFrequentie horecabezoek 2002, 2003, 2004 Als men kijkt naar het aantal bezoeken aan de horeca over de afgelopen 3 jaar stijgt het percentage van het aantal antwoorden bij de volgende punten: • Minder dan een keer per maand • Meer dan een keer per maand • Een keer per week Bij de volgende punten daalt het percentage van het aantal antwoorden: • Een keer per maand • Twee keer per week • Drie of meer keer per week Let hierbij wel op de verandering in missing systems. (zie bijlage 2.5, kruistabel2.5.3, 2.5.4, 2.5.5)
Verloop Horecabezoek drie of meer keer per w eek tw ee keer per w eek een keer per w eek meer dan een keer per maand een keer per maand minder dan een keer per maand
20
30
40
50
60
Percentage
Woonplaats X Gebruik horeca Van de ondervraagden uit Hendrik Ido Ambacht blijkt dat 87% aangeeft gebruik te maken van de horeca in Dordrecht. Daarnaast zegt 66,7% van de respondenten uit Zwijndrecht en 70% uit Alblasserdam gebruik te maken van de horeca in Dordrecht. In de overige steden antwoorden de respondenten gebruik te maken van de horeca met ongeveer hetzelfde percentage. (zie bijlage 2.5, kruistabel 2.5.8)
Woonplaats XFrequentie horecabezoek 2002, 2003, 2004 Gekeken naar de kruistabellen horecabezoek van de jaren 2002, 2003 en 2004 in combinatie met de woonplaats, zijn de verschillen minimaal en kan er niets gezegd worden. (zie bijlage 2.5, kruistabel2.5.9, 2.5.10, 2.5.11)
Leeftijd XDagdeel gebruik horeca Als men kijkt naar het gebruik van de dagdelen dan komt het volgende naar voren: De respondenten uit de leeftijdscategorieën 11 t/m 20 (8,5%), 51 t/m 60 (9,3%) en >61 (7,6%) maken het meeste gebruik van de daghoreca in Dordrecht. Over de avondhoreca kan gezegd worden dat deze het meest gebruikt wordt door de respondenten in de leeftijdscategorieën 31 t/m 40 (6,8%) en 41 t/m 50 (5,8%). In het dagdeel avond/nacht wordt alleen in de leeftijdscategorie 11 t/m 20 geantwoord, namelijk met 5,1% van het totaal aantal respondenten. (zie bijlage 2.5, kruistabel 2.5.18)
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
16
Dagdeel gebruik horeca X Frequentie horecabezoek 2004 Er kan geen duidelijke uitspraak worden gedaan over de samenhang tussen "dagdeel gebruik horeca 2004" en "frequentie horecagebruik 2004". (zie bijlage 2.5, kruistabel 2.5.22)
Locatie gebruik horeca XFrequentie horecabezoek 2004 Als men kijkt naar de samenhang tussen de "locatie horecagebruik" met de "frequentie horecabezoek 2004" komt naar voren dat 94,1% aangaf de horeca in de binnenstad te bezoeken. Van deze 111 respondenten gaf 53,4% aan "minder dan een keer per maand" gebruik te maken van de horeca in de binnenstad. (zie bijlage 2.5, kruistabel2.5.23)
Locatie gebruik horeca X Type horeca Horecagebruik per type in de binnenstad: Restaurants 57,3% Café 47,3% Cafetaria/snackbar 14,5% Dancing/discotheek 7,3% Lunchroom 33,6% Deze percentages zijn gebaseerd op 110 ondervraagden. Horecagebruik per type overige wijken: Restaurants 66,7% Café 50% Cafetaria/snackbar 16,7% Dancing/discotheek 16,7% Deze percentages zijn gebaseerd op 6 ondervraagden. (zie bijlage 2.5, kruistabel2.5.24 en 2.5.25)
Locatie gebruik horeca X Dagdeel Respondenten die gebruik maken van de horeca in de binnenstad bezoeken met 40,5% overdag de horeca, 22,5% geeft aan 's avonds gebruik te maken van de horeca. Als men kijkt naar de overige wijken, dan maakt men alleen gebruik van de avond en avond/nacht. Dit wordt in totaal door 6 respondenten aangegeven. (zie bijlage 2.5, kruistabel 2.5.26en 2.5.27)
Wanneer men kijkt naar de tabel "gebruik horecatype", afgezet tegen "frequentie horecagebruik 2004" komt het volgende bij het antwoord "minder dan een keer per maand" naar voren: • Restaurant 55,9% (38 van de 68 antwoorden) • Café 47,3% (26 van de 55 antwoorden) • Cafetaria / snackbar 47,1% (8 van de 17 antwoorden) • Dancing / discotheek 22,2% (2 van de 9 antwoorden) • Lunchroom 62,2% (23 van de 37 antwoorden) De rest van de antwoorden zijn verspreid over andere categorieën van "frequentie horecagebruik 2004". (zie bijlage 2.5, kruistabel 2.5.28)
2.4.7 Chi-kwadraat Uit een aantal kruistabellen komt naar voren dat er geen sprake is van toeval. Er bestaat enigszins een verband (p< 0,05). Bij de volgende tabellen komt de p-waarde kleiner dan 0,05 uit: Dagdeel gebruik horeca- gem. besteding 2002, 2003,2004 Leeftijd- dagdeel gebruik horeca Bij een Chi-kwadraat wordt er getoetst of er een statistisch verband bestaat tussen twee variabelen. Echter deze tabellen zijn niet opgenomen in het rapport of de bijlagen, omdat de resultaten zijn gebaseerd op te weinig respondenten. Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
\J
Hoofdstuk 3 Het persoonlijk interview 3.1
Inleiding
Het doel van het persoonlijk interview is visies inwinnen van de ondernemers en diepgaande gegevens te verkrijgen over de horecaondernemingen in Dordrecht. Het persoonlijk interview wordt ook wel interview "thuis"6 genoemd. Voordat de horecaondernemers geïnterviewd zijn, is er een brief verstuurd waarin uitgelegd is waar het onderzoek over gaat. Een week na het versturen van de brief is er telefonisch contact opgenomen om een afspraak met de horecaondernemer te maken. Uiteindelijk zijn er 55 horecaondernemers geïnterviewd uit de verschillende horecasegmenten. Hier is 2 weken over gedaan. De ondernemers die geïnterviewd zijn, zijn leden en niet leden van de KHN en zijn ondernemers uit de binnenstad en uit de overige wijken van Dordrecht. (zie bijlage 3.1)
De volgende hoofd- en subvragen die in Hoofdstuk l naar voren komen worden in dit hoofdstuk behandeld. Gaat het werkelijk financieel niet goed met de horeca in Dordrecht? • Wat zijn volgens de horecaondernemers factoren die invloed hebben op de omzetontwikkeling van de horecaondernemingen in Dordrecht? • Wat zijn de resultaten/omzetten van de horecaondernemingen binnen Dordrecht, gekeken naar de afgelopen vijfjaar? • Wat zijn de huur- en pachtsommen van de horecaondernemingen in Dordrecht, kijkend naar de afgelopen vijfjaar?
3.2
Verantwoording
3.2.1 Het persoonlijk interview "thuis" Er is gekozen voor het interview "thuis" omdat er onder andere omzet, huur / pacht en resultaten maar ook meningen gegeven moeten worden. Vandaar dat het belangrijk is dat er contact is tussen de ondervrager en de respondent in een vertrouwde omgeving. Om een duidelijke mening van de horecaondernemer te verkrijgen en nieuwe informatie naar boven te krijgen is het belangrijk om door te vragen. Dit is mogelijk met het interview "thuis". Andere voordelen van het persoonlijk interview "thuis" zijn: • De respons is hoog op het moment dat de afspraken gemaakt zijn. • De respondent weigert minder snel om aan het onderzoek mee te doen. Enkele nadelen zijn: • Het kost de interviewer/ geïnterviewde meer tijd. • Door de intermenselijke situatie kan het zijn dat men elkaar beïnvloedt en er kans is op foute interpretatie. Verder noemt men het interview ook wel een kwalitatief half gestructureerd interview7. Kenmerken van dit type interview zijn: • Het is bruikbaar voor complexere onderwerpen. • Het is gericht naar bedrij fsfunctionarissen. • Het biedt de mogelijkheid meer open vragen te stellen. (zie bijlage 3.2 en 3.3)
6 7
Brinkman, J; 'De vragenlijst', Wolters Noordhoff De Ruyter, K; Kwalitatief marktonderzoek Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
\g
3.2.2 Kwalitatief onderzoek Het onderzoek onder de horecaondernemers is een kwalitatief onderzoek8. Algemene kenmerken voor een kwalitatief onderzoek zijn: • Kleine steekproef geeft inzicht over hoe en waarom mensen iets denken. • Niet representatief. • Diepgaand onderzoek • Diagnostisch of verkennend van aard. • Hypothesevormend. • In de analyse wordt gebruik gemaakt van indrukken die tijdens het traject zijn opgedaan. • Jonge wetenschapstechniek. Bij een kwalitatief onderzoek gaat het niet om de representativiteit maar om betrouwbaarheid. Er wordt een diepte interview gehouden, waarbij het mogelijk is om door te vragen. Meningen worden verkregen van de ondervraagde horecaondernemers. Hierdoor zijn de resultaten die uit het interview komen betrouwbaarder dan uit een kwantitatieve steekproef. Het gaat dus niet om het aantal ondervraagden maar om de inhoud van het verkregen antwoord. Wat betreft de validiteit kan gezegd worden dat door het persoonlijke contact en de open vragen er meer mogelijkheden zijn om levensechte informatie te ontvangen. Het interview is dus meer valide. De validiteit heeft verder betrekking op de juistheid van de vooraf geoperationaliseerde begrippen die in het onderzoek worden gehanteerd, maar ook ligt het in een kwalitatief onderzoek vooral in het feit dat een hoge mate van levensechtheid van informatie wordt bereikt. 3.2.3 De steekproef Bij het interview dat onder de horecaondernemers is gehouden, is gebruik gemaakt van een quotasteekproef9. Dit houdt in dat men geen lijst van toevallig getrokken ondernemers interviewt, maar zelfde te ondervragen personen kiest. Wel wordt de keuze aan de volgende beperking onderworpen: de keuze moet aan bepaalde verhoudingen (quota) voldoen. Vanuit het adressenbestand van de KHN en van de KvK is een volledige lijst opgesteld van horecaondernemers in Dordrecht die ondervraagd gaan worden. In deze lijst zijn de horecaondernemers verdeeld naar verschillende segmenten die de KvK hanteert. Verder is er een selectie gemaakt van horecaondernemers die lid en niet lid zijn van de KHN. Daarnaast is er een onderscheid gemaakt naar ondernemingen in de binnenstad en overige wijken. Uiteindelijk zijn de volgende aantallen geselecteerd voor het versturen van een brief: Type horeca Hotel Restaurant Cafetaria / Lunchroom Café Kantine & Catering Totaal
Aantallen 8 41 21 43 7 120
De geselecteerde horecaondernemers zijn telefonisch benaderd. Het aantal afspraken dat hieruit voortkwam viel tegen. Vandaar dat er nog 50 ondernemers extra gebeld zijn. Uiteindelijk zijn er 60 afspraken gemaakt. Uiteindelijk zijn er 55 interviews afgenomen (steekproefgrootte). De verwachtingen over de grootte van de uiteindelijke steekproef waren hoger. Enkele redenen dat er uiteindelijk 55 interviews zijn afgenomen: • Veel ondernemers zijn niet bereikbaar. • Ondernemers die niet mee willen werken. • Ondernemers die geen financiële cijfers willen geven. • Ondernemers die niet zijn op komen dagen bij de afspraak. (zie bijlage 3.4)
8 9
De Ruyter, K; Kwalitatief marktonderzoek De Schampheleire, W; De techniek van de enquête Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004-juni 2004
\9
3.2.4 Invoering data in SPSS Gedurende het interview werd duidelijk dat de meeste horecaondernemers niet op de hoogte zijn van specifieke gegevens over hun onderneming. Daarom is er besloten om sommige vragen op een andere manier te stellen, zodat er meer informatie naar voren kwam uit de vragen. Deze veranderingen zijn meegenomen bij het invoeren van SPSS.10 Bijvoorbeeld: Vraag 9 Wat is de gemiddelde besteding per gast sinds 2000? Hierbij is het jaar 2004 ingevoerd in categorieën. De overige jaren zijn ingevoerd naar stijgend, gelijkblijvend, dalend ten opzichte van het jaar ervoor. De open vragen zijn op twee manieren verwerkt. De ene manier is door de antwoorden door te lezen en daarna te clusteren in groepen. Deze groepen worden ingevoerd in SPSS. Bijvoorbeeld: Vraag 15: Werkt u wel eens samen met andere ondernemers? Ja, op welke manier. Nee, waarom niet? De andere manier is door alle antwoorden onder elkaar te zetten en eventueel clusteren als er gelijken zijn. Deze worden niet ingevoerd in SPSS maar goed doorgelezen om er conclusies en aanbevelingen uit te halen. Bijvoorbeeld: Vraag 14: Geef nadere toelichting bij de twee hoogst aangegeven positieve en negatieve factoren. (zie bijlage 3.5)
3.3 Resultaten Het persoonlijk interview is afgenomen onder horecaondernemers in Dordrecht. Een persoonlijk interview maakt het mogelijk een diepgaande mening te krijgen van de respondent. Ook biedt het de mogelijkheid op verdere toelichting en specifiekere uitleg van het gegeven antwoord van de respondent. Hierdoor heeft de informatie verkregen van de ondernemers een hoge betrouwbaarheid. Het is een feit dat de antwoorden op de open vragen op zichzelf staande antwoorden zijn. Wanneer antwoorden homogener zijn, is er getracht de meningen die met elkaar overeen komen te clusteren. Hierdoor kan er een beeld gevormd worden over bepaalde onderwerpen waar meerdere ondernemers dezelfde mening over hebben. Er moet niet vergeten worden dat deze antwoorden niet gezien moeten worden als een antwoord voor de gehele populatie, maar als afzonderlijke meningen. Het persoonlijk interview is dan ook niet representatief. hi totaal zijn er 55 horecaondernemers geïnterviewd. Niet alle ondernemers hebben antwoord gegeven op alle vragen. Hierdoor is het mogelijk dat er bij de uitwerkingen van de vragen verschillende aantallen respondenten vermeld staan. Resultaten die beschreven zijn aan de hand van een klem aantal meningen noemt men ook wel marktsignalen. Dit zijn signalen die naar voren komen uit de markt die onderzocht is. Deze uitspraken zijn niet als feiten uit het onderzoek naar voren gekomen maar door een aantal personen vernield. Omdat over een kwalitatief onderzoek gesproken wordt, zijn deze marktsignalen meer betrouwbaar maar niet representatief. Bovendien zijn de antwoorden op de vragen ook niet statistisch significant. Dit neemt niet weg dat de belangrijkheid van dit signaal vergeten mag worden. De marktsignalen die uit dit hoofdstuk naar voren komen, worden verder verwerkt in de aanbevelingen die in hoofdstuk 6 gegeven worden. De uitwerkingen van de vragen worden behandeld in volgorde waarin het interview is opgesteld. De resultaten uit het onderzoek zijn grotendeels beschrijvend weergegeven. Ze zijn indicerend van aard en richtinggevend. Ze zijn statistisch niet significant. Dit omdat het een niet representatief onderzoek is en gaat om de meningen van de ondernemers. Voor de exacte cijfers en percentages wordt doorverwezen naar de tabellen in de bijlage 3.6 en de kruistabellen 3.7 en 3.8. Onder iedere paragraaf staat een verwijzing naar de bijlage en het nummer van de vraag. Bij de uitwerking van de vragen, wordt er van 55 respondenten uitgegaan tenzij anders vermeld. (zie bijlage 3.6)
10
De Ruyter, K; Kwalitatief marktonderzoek Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004-juni 2004
20
3.3.1 Bedrijfsgegevens Deze subparagraaf heeft betrekking op de algemene vragen over de onderneming uit het interview. Lid KHN en niet lid plus de ligging van de onderneming Het aantal ondervraagde horecaondernemers is 55. Hiervan is 78,2 % lid en 21,8 % geen lid van de Koninklijke Horeca Nederland. Van de ondernemingen bevindt 69,1 % zich in de binnenstad en 30,9% in de overige wijken. (zie bijlage 3.6, Lid van de Koninklijk Horeca Nederland en Wijk van de onderneming)
Exploitatiejaren van de onderneming Van de ondernemingen hebben 41,8% een leeftijd in exploitatiejaren van O tot 5 jaar, 12,7% 5 tot 10 jaar en 45,5% zijn ouder dan 10 jaar. De meerderheid van de geïnterviewde ondernemingen zijn vrij jonge en oude bedrijven. (zie bijlage 3.6, Exploitatiejaren van de onderneming)
Aantal zit- /staanplaatsen De meeste ondernemingen van de ondervraagden hebben 21 t/m 40 (24,4% van 41 ondernemingen) zitplaatsen en 41 t/m 60 (33,3% van 21 ondernemingen) staanplaatsen. (zie bijlage 3.6, Aantal zit-/ staanplaatsen)
Oppervlakte van de onderneming De meeste bedrijven hebben een oppervlakte van 61 t/m 90 m2 (22,2% van de 45 ondernemingen). Ook zijn er veel bedrijven geïnterviewd met een oppervlakte van > 300 m2 (20,0% van de 45 ondernemingen). (zie bijlage 3.6, Oppervlakte van het bedrijf in vierkante meters incL werkruimte)
3.3.2 Type onderneming Type horeca Bij de volgende aantallen 'type onderneming" zijn interviews afgenomen: Aantallen Type horeca Hotel 3 Restaurant 18 Cafetaria 6 4 Lunchroom 20 Café 4 Kantine & Catering Totaal 55 (zie bijlage 3.6, vraag 1: Onder -welk type horeca valt de onderneming?)
Wisseling van eigenaar, faillissement 32,7%, oftewel 18 horecaondernemingen van de 55, zijn in de laatste 5 jaar van eigenaar gewisseld. Voornamelijk de restaurants en café's zijn gewisseld van eigenaar in de afgelopen 5 jaar. Hiervan is 16,7% gewisseld van eigenaar door faillissement. Dit zijn 3 bedrijven van de 18 ondernemingen (2 restaurants en l lunchroom). Deze 3 ondernemingen bevinden zich allen in de binnenstad. De overige ondernemingen 83,3% zijn niet gewisseld van eigenaar door faillissement maar door verschillende andere redenen. (zie bijlage 3.6, vraag 2: Is uw bedrijf de laatste 5 jaar van eigenaar gewisseld? En bijlage 3.8 idem vraag 2)
Wisseling bedrijfsformule Een wisseling van bedrijfsformule heeft 16,4% van de ondernemingen meegemaakt in de afgelopen 5 jaar, 83,6% niet. De type ondernemingen die een bedrijfsformule verandering hebben ondergaan zijn hotels, cafés, restaurants en een cafetaria. De verandering van bedrijfsformules van de ondernemingen zijn niet opvallend (compleet nieuw concept). Er valt meer te spreken over uitbreidingen, aanpassingen en het beter inspelen op de vraag van de gasten. Er kan niets gezegd worden over een
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
21
bedrijfsformule die niet aanslaat in Dordrecht. Een verdere onderverdeling van de horecaondernemingen naar wijk en dagdeel zijn te vinden in de bijlage 3.8 vraag 3 Is uw bedrijf de laatste 5 jaar van bedrijfsformule gewisseld?. (zie bijlage 3.6, vraag 3: Is uw bedrijf de laatste 5 jaar van bedrijfsformule
gewisseld? En bijlage 3.8 idem vraag 3)
Op welk dagdeel ligt de nadruk van de exploitatie Een groot deel van de horecaondernemingen 38,2 % richt zich met de exploitatie alleen op de avond en 32,7 % op de dag/avond. 7,3% van de ondernemingen richt zich op de dag/avond/ nacht. (zie bijlage 3.6, vraag 4: Op welk deel van de dag ligt de nadruk van uw exploitatie?)
3.3.3 Doelgroepen Belangrijkste doelgroepen naar functie en sociaal-economische factoren Het grootste deel van de ondernemingen ontvangt doelbewuste gasten met een percentage van 81,8%. 5,5% van de ondernemingen richt zich ook op discogangers. Dit is vrij weinig ten opzichte van de andere doelgroepen. Als er gekeken wordt naar sociaal economische factoren, richten de meeste ondernemingen zich onder andere op tweeverdieners (78,8%). Het laagste percentage betreft de gezinnen met 53,8%. Er zijn geen doelgroepen naar sociaal economische factoren die opvallen. (zie bijlage 3.6, vraag 5: Wat zijn de belangrijkste doelgroepen naar junctie en naar sociaal economische factoren voor uw onderneming?)
Gemiddelde leeftijd van de gasten De gemiddelde leeftijd van de meeste gasten die de horecaondernemingen bezoeken, ligt tussen de 25 tot 55 jaar. Gasten met een leeftijd onder de 18 en/of een leeftijd boven de 65 bezoeken de horecaondernemingen minder. (zie bijlage 3.6, vraag 6: Wat is de gemiddelde leeftijd van uw gasten?)
Herkomst gasten Het merendeel van de gasten die de geïnterviewde ondernemers bezoeken komt uit de rest van Dordrecht (excl. eigen wijk van de onderneming) met een percentage van 89,1%. Van de gasten die de horecazaken bezoeken komt 38,2% van buiten de Drechtsteden. (zie bijlage 3.6, vraag 7: Waar komt het merendeel van uw gasten vandaan?)
Gastenverloop Er is gevraagd naar het gastenverloop van de afgelopen vijfjaar. Kijkend naar de statistica kan men zien dat er van 2000 tot 2004 steeds minder missing systems voorkomen, het percentage daalt van 60% naar 9,1%. De ondernemers hebben een beter beeld over het gastenverloop van het laatste jaar dan van vijfjaar geleden. Van de ondernemers heeft 27,3% in 2000 een "dalend" gastenverloop gehad ten opzichte van 1999, 40,9% gelijkblijvend" en 31,8% stijgend". Over 2004 ten opzichte van 2003 geeft 66% "dalend" aan, 20% "gelijkblijvend" en 14% "stijgend". In de grafiek is te zien dat het aantal keer dat er "dalend" geantwoord is per jaar toeneemt. De antwoorden "gelijkblijvend" en "stijgend" nemen af. Let wel op de verandering in het aantal missing systems.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
22
Gastenverloop per week 2000 t/m 2004
2000 2001 2002 2003 2004 jaar (zie bijlage 3.6, vraag 8: Hoeveel gasten ontvangt u gemiddeld per week?)
Bestedingsverloop In 2004 zijn er twee categorieën van gemiddelde besteding die hoger uitkomen. Dit zijn de categorieën €14-16 en €20-25. Over het gemiddelde bestedingsverloop van 2001 ten opzichte van 2000 antwoordde 27,3% "dalend", 31,8 % "gelijkblijvend" en 40,9% "stijgend". Over 2004 ten opzichte van 2003 antwoordde 51,2% "dalend", 32,6% "gelijkblijvend" en 16,3% "stijgend". Verder is waar te nemen dat er van 2003 ten opzichte van 2002 een sterkere stijging van het antwoord "dalend" is gegeven. Deze stijging zet zich voort tot 2004. Houdt rekening met de verandering van de missing systems. Het antwoord "gelijkblijvend" neemt iets toe in 2002 en in de volgende jaren iets af. Het antwoord "stijgend" daalt over de jaren en is in 2004 met meer dan 50% gedaald ten opzichte van 2001. Redenen die aangegeven worden bij het antwoord "dalend" zijn: • De recessie • De euro Redenen die aangegeven worden bij het antwoord "gelijkblijvend" zijn: • Een constant product • Een constante doelgroep. Een reden bij het antwoord "stijging" is: • Stijging van prijzen. (zie bijlage 3.6, vraag 9: Wat is de gemiddelde besteding per gast sinds 2000?)
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
23
Bestedingsverloop 2000 t/m 2004
2001
2002 2003 jaar
2004
3.3.4 Verbeterpunten Mening van de horecaondernemers in Dordrecht Over de horeca in Dordrecht heeft 27,8 % van de 54 geantwoorde ondernemers een positieve mening, 18,5 % heeft zowel een positieve als negatieve mening en 53,7 % heeft een negatieve mening over de ontwikkeling van de horeca in de afgelopen vijfjaar. Een factor die voor een negatieve mening zorgt, is vooral de plaatsing van de pollers met een percentage van 23,3%. Verder noemt men ook het contact met de gemeente (14%) en de variëteit van het horeca-aanbod (l 1,6%) van de 43 geantwoorde ondernemers. Degene met een positieve mening zijn vooral tevreden met de kwantiteit van de horeca (54,5%). Volgens hen is er voldoende aanbod. Verder zorgen de investeringen in pleinen (18,2%) en de stadsvernieuwing (13,6%) voor een positieve mening. Deze percentages zijn van 22 ondernemers. Verdere reacties staan in bijlage 3.6, vraag 10. Als er gekeken wordt naar de onderverdeling per type horeca, denken 12 van de 19 ondernemers van cafés negatief. De meerderheid van deze cafés zijn gelegen in de binnenstad. Alle ondervraagde hotels geven het antwoord 'positief/ negatief, deze hotels liggen alle in de buitenwijken. De ondernemers van restaurants gelegen in de binnenstad denken 8 van de 15 ondervraagden positief. Over de restaurants gelegen in de buitenwijken valt weinig op te merken. Geen enkele horecaondernemer die zich alleen op de dag richt heeft het antwoord 'positief gegeven. De helft (12 van de 24 ondervraagde horecaondernemers) van de ondernemers die zich enkel op de avond richten beoordelen de ontwikkeling van de horeca over de afgelopen 5 jaar negatief. Als er gekeken wordt naar locatie van de horecaonderneming kan er gezegd worden dat de horecaondernemingen die ondervraagd zijn afkomstig uit Dubbeldam en Sterrenburg alle positief denken over de ontwikkeling van de horeca de afgelopen 5 jaar. Negatief als antwoord hebben alle ondernemingen gegeven die ondervraagd zijn, gelegen in de wijken; Reeland, Crabbenhof/ Zuidhoven/ Wielwijk en Dordtsche Hout. In de binnenstad denkt meer dan de helft van de ondernemers negatief. Voor specifiekere verdelingen zie bijlage 3.8 kruistabellen persoonlijk interview vraag 10 (zie bijlage 3.6, tabel: vraag 10: Wat vindt u van de ontwikkeling van de horeca kijkend naar de aj"gelopen 5 jaar? Bijlage 3.8 idemvraag 10)
Effect op eigen onderneming Bij de vraag welke effecten de ontwikkeling van de horeca op de ondernemingen hebben gehad, antwoordt men vooral dat er minder gasten komen. Dit wordt gezegd als men heeft aangegeven dat er een negatieve ontwikkeling heeft plaatsgevonden. Vindt een ondernemer de ontwikkeling positief, dan geeft men onder andere aan dat de groei van het bezoekersaantal door promotie van Dordrecht positief effect heeft gehad op de eigen onderneming.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
24
Verder geven 19 ondernemers het antwoord dat de promotie geen effect heeft gehad op hun bedrijf. Meer positieve en negatieve effecten op de horecaondernemingen zijn te vinden in bijlage 3.6, vraag 11. (zie bijlage 3.6, vraag 11: Welke effecten heeft dit gehad op u\v bedrijf?)
Invloed van de factoren op het functioneren van de onderneming Bij de vraag, of de ondernemers aan kunnen geven in welke mate de onderstaande factoren invloed hebben gehad op het functioneren van de eigen onderneming, kan een cijfer gegeven worden van l tot en met 6. Cijfer l staat voor 'zeer negatief en cijfer 6 voor 'zeer positief'. Het is dus een oplopende schaal met een 3,5 als gemiddelde. De gemiddelde cijfers die gegeven zijn door de horecaondernemers voor de factoren die invloed hebben op de horeca zijn als volgt: Factoren
Gemiddelde
Imago Dordrecht Variëteit horeca aanbod Kwantiteit Horeca Veiligheidsgevoel Ligging van de Onderneming Huur en Pacht Evenementen Vrijdag en Zaterdagmarkt Waterbus Stadsvernieuwingen Sfeer historische binnenstad Investeringen in winkelcentra Investeringen in pleinen Toename bezoekersaantal Pollers Parkeergelegenheden Parkeertijden Parkeerkosten Bereikbaarheid binnenstad Geluidsbeleid Vergunningen Openingstijden Persoonlijk contact Voorlichting vanuit de gemeente Reactietijd gemeente Dordrecht
3,7 3,6 3,4 3,3 4,4 3,7 4,1 3,2 4,6 3,9 4,7 3,6 3,7 3,5 2,1 2,5 2,2 2,8 2,2 2,9 3,2 4,2 3,6 3,6 2/7
Keuzemogelijkheid per factor van l t/m 6
De factoren die onder de 3 zijn beoordeeld zijn: • Pollers • Parkeergelegenheid • Parkeertijden • Parkeerkosten • Bereikbaarheid binnenstad • Geluidsbeleid • Reactietijd gemeente Dordrecht (Deze wordt niet gebenchmarkt, vanwege gebrek aan en de onbetrouwbaarheid van, de gegevens) Verder zijn de volgende factoren beoordeeld tussen de 3 en de 3,5, dit houdt in: • Kwantiteit horeca • Veiligheidsgevoel • Vrijdag- en zaterdagmarkt Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
25
• Vergunningen Factoren die beoordeeld zijn met een 3,5 en hoger: • Imago Dordrecht • Variëteit horeca aanbod • Ligging van de onderneming • Huur- en pachtkosten • Evenementen • Stadsvernieuwingen • Investering in winkelcentra en pleinen • Toename bezoekersaantal • Sfeer historische binnenstad • Waterbus • Voorlichting vanuit de gemeente • Persoonlijk contact • Openingstijden Andere aangegeven factoren die invloed hebben op het functioneren van het bedrijf zijn te vinden in bijlage 3.6, vraag 12. (zie bijlage 3.6, vraag 12: Kunt u aangeven in welke mate de volgende factoren invloed hebben gehad op het functioneren van uw bedrijfin de afgelopen 5 jaar?)
Welke factor de hoogste prioriteit heeft om aangepakt te worden Voor de ondernemers heeft het aanpakken van de parkeergelegenheden de hoogste prioriteit. Verder geven ze ook de parkeertijden, pollers en de bereikbaarheid van de stad aan als factoren die aangepakt dienen te worden. Van de 38 ondernemers heeft 84,2% geantwoord dat de gemeente iets moet doen aan deze factoren. Verder vindt 15,8% dat andere instanties hier iets aan moeten doen. (zie bijlage 3.6, vraag 13: Welke factor heeft voor u de hoogste prioriteit om aangepakt te worden?)
Nadere toelichting op de hoogst en laagst aangegeven factoren De twee hoogst en de twee laagst aangegeven factoren door de horecaondernemer bij vraag 12, zijn verder toegelicht in vraag 14. De reacties die bij deze vraag als meest naar voren kwamen zijn: Positief: • Sfeer van de historische binnenstad zorgt voor onder andere uitstraling van de stad • De waterbus zorgt voor de aanvoer van meer passanten • Evenementen • Ligging van de onderneming Negatief: • Pollers • Vergunningen • Huur- en pacht sommen • Reactietijd gemeente • Geluidsbeleid • Bereikbaarheid (zie bijlage 3.6, vraag 14: Geef nadere toelichting op de twee hoogst en laagst aangegeven factoren)
Samenwerking met andere ondernemers Bij de vraag of de ondernemers wel eens samenwerken met andere ondernemers antwoordt 52,7% dit te hebben gedaan, of dit nu te doen. Verder heeft 47,3 % nog nooit samengewerkt. Na de vraag wat de oorzaak hiervan is, geeft 26,1% van de 23 ondernemers aan hier geen behoefte aan te hebben. Degene die bereid zijn tot samenwerking geven aan hier interesse in te hebben tijdens evenementen. Ook op het gebied van promotie en inkoop wil men samenwerken. Het grootste deel van de restaurants die geïnterviewd zijn werken samen of hebben wel eens samen gewerkt. Van de restaurants in de binnenstad hebben er 11 van de 15 horecaondernemers wel eens samengewerkt of werken samen. Alle drie de geïnterviewde restaurants in de buitenwijken
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
26
werken samen of hebben samen gewerkt. Verder valt het op dat weinig cafés samenwerken of hebben samengewerkt. Alle geïnterviewde café's in de buitenwijken hebben nog nooit samengewerkt.De antwoorden van de ondernemers van de overige type horeca zijn ongeveer gelijk verdeeld De horecaondernemingen die zich op de dag/avond richten werkt de meerderheid (2/3) samen of heeft samengewerkt. De overige dagdelen zijn ongeveer gelijk verdeeld. Als de horecaondernemer aangegeven heeft samen te werken of in het verleden heeft samengewerkt, is er verder gevraagd naar de manieren van samenwerken. Wat opviel is het volgende: De meeste restaurants in de binnenstad werken samen op evenementen. Enkele café's die samenwerken gelegen in de binnenstad doen dit ook. Meer manieren van samenwerken die zijn aangegeven door de horecaondernemers zijn te vinden in bijlageS .8 kruistabellen persoonlijk interviewvraag 15. Als er geantwoord is dat er nooit een samenwerking heeft plaatsgevonden is er gevraagd waarom niet. Deze toespitsing is te vinden in bijlage 3.8 kruistabellen vraag 15. (zie bijlage 3.6, vraag 15: Werkt u wel eens samen met andere ondernemers? Bijlage 3.8 kruistabellen idem vraag 15)
Samenwerken in de toekomst Wat betreft de toekomst is 69,1 % van de 55 horecaondernemers bereid om samen te werken. Echter heeft 30,9 % geen behoefte aan samenwerking in de toekomst. Op welke gebieden de ondernemers mogelijk willen samenwerken, geven de meeste ondernemers aan op evenementen en promotie samen te willen werken. Een reden die de horecaondernemers aangeven om niet samen te willen werken, is dat zij hier geen behoefte aan te hebben. Overige ideeën van de ondernemers wat betreft samenwerken zijn te vinden in bijlage 3.6 vraag 16. (zie bijlage 3.6, vraag 16: Wenst u in de toekomst samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere ondernemers?)
Mening van de ondernemers wat betreft communicatie tussen hen en de gemeente De mening van de horecaondernemers over de communicatie met de gemeente, is in 30,9% van de gevallen goed. Verder vindt 36,4% de communicatie gemiddeld en 32,7% slecht. Verbeterpunten die vaker naar voren komen zijn: • Een snellere reactie van de gemeente (onder andere vergunningen) • Beter luisteren naar de ondernemers en niet alleen naar bewoners (zie bijlage 3.6, vraag 17: Wat vindt u van de communicatie tussen u en de gemeente?)
Bekendheid met het ondernemersloket Van de ondervraagden geeft 70,9% aan bekend te zijn met het ondernemersloket van de gemeente Dordrecht. (zie bijlage 3.6, vraag 18: Bent u bekent met het ondernemersloket van de gemeente Dordrecht?)
3.3.5 Financiële gegevens van de onderneming Een deel van het project bestaat uit het vergaren van financiële gegevens van horecaondernemingen in Dordrecht. Onder financiële gegevens wordt verstaan: resultaten, huur- pachtsommen en omzetgegevens. Deze gegevens worden landelijk vergeleken om te zien of de horeca in Dordrecht werkelijk in een slechtere positie verkeert dan de horeca in de rest van Nederland. Na het afnemen van de interviews zijn de resultaten tegengevallen, de meeste ondernemers wilden of konden hun cijfers niet bekend maken. Er is besloten om de gegevens van de KvK website te halen. Dit is echter niet gelukt, omdat na verder onderzoek11 gebleken is dat veel horecaondernemingen niet verplicht zijn hun verlies- en winstrekeningen te publiceren. Vervolgens is contact opgenomen met de KHN die aangeboden had om te helpen. Een aantal ondernemingen is nog een keer benaderd, maar ook de KHN kreeg niet de gewenste gegevens. 11
Bron: Kamer van Koophandel Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
27
Uiteindelijk is besloten om de verkregen cijfers van de horecaondernemers in een tabel te zetten, maar geen uitspraken te doen. Deze informatie is niet betrouwbaar genoeg om er uitspraken over te doen. Wanneer dit wel zou worden gedaan zouden de vergelijkingen en conclusies suggestief zijn omdat deze op te weinig gegevens gebaseerd zijn. Hierdoor zijn de volgende hoofd/subvragen niet beantwoord. • Wat zijn de resultaten/ omzetten van de horecaondernemingen in Dordrecht, kijkend naar de afgelopen vijfjaar? • Wat zijn de huur/pachtsommen van de horecaondernemingen in Dordrecht, kijkend naar de afgelopen vijfjaar In hoofdstuk 6 Conclusies en Aanbevelingen wordt over dit onderwerp een aanbeveling gedaan. In de bijlagen zijn de verkregen cijfers van de horecaondernemers terug te vinden, met daarnaast ook een tabel12 met landelijke omzet, resultaat en huur/pachtsommen waar in de toekomst eventueel de juiste gegevens mee vergeleken kunnen worden. (zie bijlage 3.6.1, vraag 19: Wat zijn uw omzetten, huur/pacht kosten en resultaten van de afgelopen jaren? En bijlage 3.9 Financieel model)
Manieren van aantrekkelijk maken van de eigen onderneming De ondernemers geven aan dat door meer promotie hun eigen onderneming aantrekkelijker zou kunnen worden. Dit zowel door promotie van de eigen onderneming, als van de stad en de horeca in het algemeen. Door aanpassingen in het terrassenbeleid, uitbreidingsmogelijkheden en parkeergelegenheid zouden enkele ondernemingen ook aantrekkelijker kunnen worden. (zie bijlage 3.6, vraag 20: Hoe zou uw horecaonderneming aantrekkelijker kunnen -worden?)
Toekomstige ontwikkeling van de eigen onderneming Op de vraag hoe de horecaondernemer de toekomstige ontwikkeling van zijn eigen onderneming ziet antwoordt 49,1% positief, 29,1% positief/negatief en 21,8% negatief. Van de ondernemingen die zich richten op de avond, zien 13 van de 21 ondernemers de toekomstige ontwikkeling van de eigen onderneming positief in. Van de restaurants in de binnenstad denken 8 van de 15 positief. Van de restaurants ondervraagd in de buitenwijken denken er 2 van de in totaal 3 ondervraagden negatief. Van de cafés in de binnenstad denken er 8 van de 17 positief. Van de cafés in de buitenwijken denken er 2 van de 3 negatief. Waarom ondernemingen deze meningen hebben, over de ontwikkeling van de eigen onderneming, is niet gevraagd. (zie bijlage 3.6, vraag 21: Hoe ziet u de toekomstige ontwikkeling van uw onderneming? Bijlage 3.8 kruistabellen idem vraag 21)
12
Bron: Bedrijfschap horeca en catering Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
28
3.4
Kruistabellen
Kruistabellen zijn gemaakt aan de hand van vier variabelen. Dit zijn de volgende: dagdeel, wijk van de onderneming, type horeca en doelgroepen naar functie en sociaal/economische factoren. Omdat er weinig correcte financiële gegevens verstrekt zijn door de ondernemers kan er geen uitspraak gedaan worden over de positie van de horeca per dagdeel, type onderneming en binnenstad/overige wijken gekruist met financiële gegevens. Om toch een beeld te krijgen over de positie van de horeca zijn er kruistabellen gemaakt met bovengenoemde variabelen x factoren die invloed kunnen hebben op de horeca. Ook zijn er kruistabellen gemaakt over type horeca x wijk x factoren en dagdeel x wijk x factoren. (zie bijlage 3.7)
3.4.1
Kruistabellen in combinatie met dagdeel
Dagdeel x factoren die invloed kunnen hebben op de horeca In deze tabel zijn de gegevens van de horecaondernemers verwerkt die hebben aangegeven op welk dagdeel ze zich richten. Van enkele factoren is hieronder aangegeven wat de gemiddelde beoordeling van de horecaondernemers is. Dagdeel x factoren Veiligheidsgevoel Pollers Parkeergelegenheid Parkeertijden Parkeerkosten Bereikbaarheid binnenstad Dordrecht Geluidsbeleid Openingstijden
Dag
Dag/ avond
Dag/ avond/ nacht
Avond
Avond/ nacht
2,50 2,33 2,67 3,50 2,83
6* 6 6 6 6
3,63 2,57 3,11 2,27 3,67
16 14 18 15 15
3,20 1,81 1,85 1,70 2,11
20 16 20 20 18
3,25 2,00 4,00 3,50 6,00
4 2 3 2 1
3,50 1,80 2,00 2 2,00
6 5 5 5 5
2,33
6
2,43
14
1,95
20
3,33
3
2,00
5
4,00 4,40
2 5
3,08 4,25
13 16
2,46 4,37
13 19
3,00 6,00
1 1
2,83 2,40
6 5
* In de smalle rijen na de beoordeling is aangegeven op hoeveel horecaondernemers deze beoordeling is gebaseerd. (zie bijlage 3. 7. 1)
Dagdeel x Doelgroep naar functie Deze tabel geeft aan welke ondernemers, opgesplitst naar dagdeel, zich op welke doelgroep richten. Ondernemers kregen de mogelijkheid om meerdere doelgroepen tegelijk aan te geven. Hierdoor zijn er meer dan 55 antwoorden verkregen. (zie bijlage 3.7.1)
Dagdeel x Gemiddelde leeftijd In deze tabel zijn de doelgroepen van de ondernemers aangegeven, opgesplitst naar dagdeel. De meeste horecaondernemingen richten zich op de leeftijdsklassen 25 tot 35 jaar en 35 tot 55 jaar. (zie bijlage 3.7.1)
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
29
DagdeelX Wijk X Factor Er is gekeken naar het dagdeel avond en dag omdat hier het grootste onderscheid in zit. Verder is er gekeken naar de binnenstad en buitenstad om een duidelijker beeld weer te geven. In deze tabel is de mening te vinden van de horecaondernemers die zich richten op de avondhoreca. Gem. cijfer gegeven Gem. cijfer gegeven Aantal door Aantal door Avond horecaondernemers respondenten uit respondenten horecaondernemers binnenstad binnenstad de overige wijken uit de overige wijken Dordrecht 3,33 3 Kwantiteit horeca 3,41 17 Veiligheidsgevoel 2,33 3 3,35 17 Vrijdag en zaterdag 3,00 1 14 2,86 markt 4,00 2 Huur en pacht 3,62 13 3,00 2 Pollers 1,64 14 Parkeergelegenheid 1,67 3 1,88 17 3,67 3 Parkeertijden 1,35 17 4,00 2 Parkeerkosten 16 1,88 Bereikbaarheid 3,00 3 1,76 17 binnenstad Dordrecht 3,00 11 2 Geluidsbeleid 2,36 2,67 Vergunningen 16 3 2,75 3,00 Reactietijd gemeente 16 3 2,56 (Zie bijlage 3.7.1)
In deze tabel is de mening te vinden van de horecaondernemers die zich richten op de daghoreca. Gem. cijfer gegeven Gem. cijfer gegeven Aantal Aantal door door Dag horecaondernemers respondenten respondenten uit horecaondernemers binnenstad binnenstad de overige wijken uit de overige wijken Dordrecht 2,00 2 Kwantiteit horeca 4 3,25 Veiligheidsgevoel 2,50 4 2 2,5 Vrijdag en zaterdag 3,00 1 4 4 markt X Huur en pacht 4 0 3,75 1,50 4 2 Pollers 1,5 2,00 2 Parkeergelegenheid 2 4 3,00 2 Parkeertijden 4 3 2,00 2 Parkeerkosten 2 4 Bereikbaarheid 2,00 4 2 2 binnenstad Dordrecht 4,00 0 2 Geluidsbeleid X 2,00 2 Vergunningen 4.33 3 1,50 2 Reactietijd gemeente 4 3.75 (Zie bijlage 3.7.1)
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004-juni 2004
30
3.4.2
Kruistabellen in combinatie met wijk van de onderneming
Wijkx Factoren die invloed kunrien hebben op de horeca hl deze tabel valt af te lezen wat de gemiddelde normering van de factoren is van de horecaondernemers in de verschillende wijken van Dordrecht. Wijk x factoren Veiligheidsgevoel Huur en pacht Evenementen Historische binnenstad Pollers Parkeergelegenheid Parkeertijden Parkeerkosten Geluidsbeleid Openingstijden
Binnenstad
Overige wijken
Totaal
3,35 3,50 4,24
37* 30 33
3,9 3.82 3.73
12 11 11
3,49 3,59 4,11
49 41 44
4,73
33
4,29
7
4,70
40
3,00 1,97 1,62 2,33 2,58 4,15
3 37 37 36 26 34
3,20 3,73 4,18 4,67 4,00 4,17
10 15 11 9 9 12
3,15 2,48 2,21 2,8 2,95 4,16
13 52 48 45 35 46
* In de smalle rijen na de beoordeling is aangegeven op hoeveel horecaondernemers deze beoordeling is gebaseerd. (Zie bijlage 3.7.2)
Wijk x Herkomst gasten Ondernemingen die zijn gelegen in de binnenstad geven aan dat de meeste gasten komen uit de overige wijken van Dordrecht. Over de ondernemingen uit de overige wijken is niet duidelijk te zeggen waar de meeste gasten vandaan komen. (Zie bijlage 3.7.2)
3.4.3 Kruistabellen in combinatie met type horeca Type horeca x Gemiddelde besteding 2004 Van de 16 ondernemers met een restaurant geven er vijf aan dat de gemiddelde besteding van de gast tussen de 14 en de 16 euro ligt. Bij cafés liggen de gemiddelde bestedingen meer gespreid. Van de 18 ondernemers geven er drie een gemiddelde besteding aan van 8 tot 10 euro, drie ondernemers 14 tot 16 euro en drie ondernemers 20 tot 25 euro. (zie bijlage 3.7.3)
Type horeca x Doelgroep naar functie Twee doelgroepen naar functie waar restaurants zich vooral op richten zijn: zakengasten en toeristen. Verder geven alle horecatypes aan dat een groot deel van hun bezoekers doelbewuste gasten zijn. (zie bijlage 3.7.3)
Type horeca x Doelgroep naar sociaal/economische factoren Restaurants geven aan zich het meest te richten op tweeverdieners en senioren. Cafés richten zich vooral op jongeren, tweeverdieners, senioren en alleenstaanden. (zie bijlage 3.7.3)
Type horeca x Herkomst gasten Ondernemers van restaurants en cafés geven aan dat de meeste gasten komen uit de wijken waarin de onderneming zich niet bevindt maar wel binnen Dordrecht. (zie bijlage 3.7.3)
Type horeca x factoren die invloed kunnen hebben op de horeca In de onderstaande tabel is de gemiddelde beoordeling over bepaalde factoren van de verschillende typen horeca weergeven. Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
31
Type x factoren Kwantiteit Horeca Veiligheidsgevoel Vrijdag en Zaterdagmarkt Pollers Parkeergelegenheid Parkeertijden Parkeerkosten Bereikbaarheid binnenstad Dordrecht Geluidsbeleid Vergunningen Reactietijd gemeente
Hotel
Restaurant
Café
Cafetaria
Lunchroom
Kantine & Catering
19 19
3,5 3,83
6 6
3,25 2,5
4 4
4 3,33
3 3
10
3
4
4,67
3
X
0
15 19 16 15
3,2 4 3,5 4
5 6 6 6
3 3 4 3
3 4 4 4
1 2,66 2,6 4,5
1 3 3 2
1,93
16
3,66
6
2,33
3
3
3
15 17
2,57 3,7
14 20
4,25 2,66
4 6
X 4
0 3
3 3,5
1 2
17
2,42
19
2,83
6
4,25
4
2,33
3
3,5 2,33
2 3
3,13 3,18
16 17
3
1
3,2
15
2,5 3,5 3 3
2 2 1 1
2,29 1,83 1,66 2,47
17 18 18 17
2,7 1,73 2,47 1,75 2,4
2,5
2
1,83
18
3 3
1 1
2,4 2,58
3
2
3
3,63 3,53
* In de smalle rijen na de beoordeling is aangegeven op hoeveel horecaondernemers deze beoordeling is gebaseerd (Zie bijlage 3.7.3)
Type horeca X Wijk X Factoren Er is gekozen om de kruisingen te maken met restaurant, café en hotel omdat daarvan het grootste percentage van het totaal aanbod van de horeca is geïnterviewd, zoals te zien is hieronder in de tabel. Verder is er gekeken naar de binnenstad en buitenstad om een nog duidelijker beeld weer te geven. Factoren die gekruist worden zijn de factoren die onder de 3,5 beoordeeld en huur/pacht. Type horeca Totaal aanbod % van het totaal Geïnterviewd Hotel 8 37,5% 3 Restaurant 73 18 24,7% Cafetaria 74 6 13,5% Lunchroom 4 Café 77 20 26% Kantine & 24 4 16,7% Catering Uitleg bij kruistabellen met restaurants en cafés: Er is weinig verschil tussen de twee kruistabellen type horeca x Factoren en Type horeca X Binnenstad X Factoren omdat de meeste ondervraagden zich bevinden in de binnenstad. Uit de kruistabellen Type horeca X Wijk X Factoren blijken verschillen tussen de binnenstad en de overige wijken. Hierbij wordt opgemerkt dat het aantal ondervraagden ver van elkaar afliggen.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004-juni 2004
32
Restaurant X Wijk X Factoren Er zijn 18 ondernemers van restaurants geïnterviewd hiervan bevinden zich 15 restaurants in de binnenstad en drie in de overige wijken. Gem. cijfer gegeven Gem. cijfer gegeven door Aantal Aantal Type Horeca door respondenten respondenten horecaondernemers Restaurant horecaondernemers binnenstad binnenstad buiten binnenstad buiten binnenstad Dordrecht Kwantiteit horeca 3,31 2,33 13 3 Veiligheidsgevoel 14 3 3,36 2,33 Vrijdag en zaterdag 14 1 3,21 3 markt Pollers 15 2 1,93 5 Parkeergelegenheid 15 1,67 4 3 Parkeertijden 4 15 3 1,2 Parkeerkosten 15 2 2,2 4,5 Bereikbaarheid 15 3 1,47 3,7 binnenstad Dordrecht Geluidsbeleid 12 3 2,5 3,7 Vergunningen 14 3 2,79 U Reactietijd gemeente 2 14 3 2,79 Huur en pacht 4 12 1 3,25 (Zie bijlage 3.7.3)
Café X Binnenstad/Overige wijken X Factor Er zijn 20 ondernemers van cafés geïnterviewd hiervan bevinden zich 17 cafés's in de binnenstad en drie in de overige wijken. Gem. cijfer gegeven Gem. cijfer gegeven Aantal door Aantal Type Horeca door horecaondernemers respondenten respondenten Café horecaondernemers binnenstad buiten binnenstad binnenstad buiten binnenstad Dordrecht Kwantiteit horeca Veiligheidsgevoel Vrijdag en zaterdag markt Pollers Parkeergelegenheid Parkeertijden Parkeerkosten Bereikbaarheid binnenstad Dordrecht Geluidsbeleid Vergunningen Reactietijd gemeente Huur en pacht
3,65 3,41
3,5 4,5
17 17
2 2
2,7
X
10
X
1,79 2,06 1,75 2,4
1 4,7 X X
14 16 16 15
1 3 X X
1,94
X
16
X
2,33 3,82 2,44 3,79
4 3 2,3 3,3
12 17 16 14
2 3 3 3
(Zie bijlage 3.7.3)
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
33
Hotel X Binnenstad/Overige wijken XFactor Er zijn drie ondernemers van hotels geïnterviewd hiervan bevinden zich er drie in de overige wijken. Gem. cijfer gegeven Aantal door Type Horeca respondenten Hotel horecaondernemers buiten binnenstad buiten binnenstad Kwantiteit horeca Veiligheidsgevoel Vrijdag en zaterdag markt Pollers Parkeergelegenheid Parkeertijden Parkeerkosten Bereikbaarheid binnenstad Dordrecht Geluidsbeleid Vergunningen Reactietijd gemeente Huur en pacht
3,5 2,3 _7 T.
2 3 il
2,5 3,5 3 3
2 2 1 1
2,5
2
3 3 3 4
1 1 2 1
(zie bijlage 3. 7. 3)
Type horeca X Dagdeel X Factor Voor elk type horeca is het duidelijk op welk dagdeel de exploitatie plaats vindt. Dit komt ook naar voren in onderstaande tabel. Bijvoorbeeld een restaurant richt zich bijna altijd op de avond. In de kruistabel "Type horeca X Factor" is dan ook te zien hoe ondernemers van een bepaald type horecabedrijf, denken over verschillende factoren. Vandaar dat er geen onderscheid gemaakt wordt in Type X Dagdeel X Factor. type horeca * dagdeel exploitatie Crosstabulation dag dag/ avond dag/ avond/ nacht avond/ nacht avond Aantal ; nacht horecaondernemingen hotel 1 2 3 1 restaurant 4 2 11 18 café 1 4 9 6 20 cafetaria 4 2 6 lunchroom 3 1 4 kantine & catering 2 4 2 6 4 Total 18 21 6 55 (zie bijlage 3.7)
3.4.4
Kruistabellen in combinatie met doelgroep(en) naar functie en sociaal/economische factoren
Doelgroep naar functie x Gemiddelde leeftijd gasten Van de ondervraagde ondernemers richt 60 % zich ook op zakengasten. De meeste van deze zakengasten vallen in de leeftijdscategorie 25 tot 35 jaar en 35 tot 55 jaar. Verder richt 43,6 % zich op de passanten. Hiervan bevinden de meeste zich in de leeftijdscategorieën 25 tot 35 jaar en 35 tot 55 jaar. (zie bijlage 3.7.4)
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
34
Hoofdstuk 4 Landelijke vergelijking 4.1
Inleiding
In dit hoofdstuk worden faillissementen, starters en enkele omgevingsfactoren van Dordrecht afgezet tegen de landelijke gegevens. Hierbij is gebruik gemaakt van bestaande cijfers en gegevens van de KvK, het CBS, het SGB en Bedrijfschap Horeca. Per onderwerp zijn de meest recente cijfers gebruikt. Ook is gebruik gemaakt van de resultaten die naar voren zijn gekomen uit de interviews die zijn afgenomen. In dit hoofdstuk wordt er antwoord gegeven op de volgende subvragen die in hoofdstuk l zijn opgesteld: • Wat is het huidige aanbod van horecaondernemingen onderverdeeld per type gevestigd in Dordrecht? • Hoe verhoudt de financiële situatie van de horecaondernemingen van Dordrecht zich in vergelijking met Nederland? • Hoe zit het met de faillissementen en startende horecabedrijven binnen Dordrecht, kijkend naar de afgelopen vijfjaar? • Hoe verhouden de omgevingsfactoren (indien van toepassing) van Dordrecht zich in vergelijking met landelijke gegevens? (zie bijlage 4.6: huidig aanbod horeca in Dordrecht)
4.2
Financiële gegevens
Een deel van het project bestaat uit het vergaren van financiële gegevens van horecaondernemingen in Dordrecht. Onder financiële gegevens wordt verstaan: resultaten, huur- pachtsommen en omzetgegevens. Deze resultaten worden landelijk vergeleken om te zien of de horeca in Dordrecht werkelijk in een slechtere positie verkeert dan de horeca in de rest van Nederland. Na het afnemen van de interviews zijn de resultaten tegengevallen, de meeste ondernemers wilden of konden hun cijfers niet bekend maken. De hoeveelheid verkregen financiële gegevens is nihil, daarom is er besloten deze niet landelijk te vergelijken. Wel zijn de financiële gegevens die verkregen zijn, weergegeven in de bijlagen van hoofdstuk 3 zodat er een duidelijk overzicht is van de gegevens. (zie bijlage 3.9, financieel model)
4.3
Vergelijking met faillissementen en starters13
4.3.1 Faillissementen In deze subparagraaf wordt het aantal faillissementen in Dordrecht van de afgelopen vijfjaar afgezet tegen het aantal faillissementen in Nederland van de afgelopen vijfjaar. (zie bijlage 4.1: procentuele stijging/daling tov het voorgaande jaar faillissementen)
Jaar
aantal
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Gemiddeld groei percentage (20002004)
332 296 179 195 192 173 271
13
Nederland % to,v. het voorgaande aantal jaar
Dordrecht % t.o.v. het voorgaande jaar
-10.8 -39.5 8.9 -1.5 -9.9 56.6 13.5
-10.5 -23.5 76.9 60.9 26
19 17 13 23 37
Bron: Alle gegevens over faillissementen & starters komen van de Kamer van Koophandel, Rotterdam Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
35
Vergelijking In 2000 was er in verhouding tot het voorgaande jaar een daling van de groei van het aantal faillissementen in Dordrecht, in tegenstelling tot een groei van het aantal faillissementen in Nederland. In de jaren 2000 en 2001 nam het aantal faillissementen in Dordrecht verder af. In 2002 was er een stijging van de groei van het aantal faillissementen ten opzichte van het voorgaande jaar. Hiermee kwam Dordrecht met het percentage van de groei van de faillissementen boven het landelijk percentage. In 2003 is de groei van het aantal faillissementen landelijk gestegen, waardoor Dordrecht met het groeipercentage van faillissementen dichter bij het landelijke groeipercentage kwam te liggen. 4.3.2 Starters In deze subparagraaf wordt het aantal startende bedrijven van de afgelopen vijfjaar in Dordrecht afgezet tegen het aantal startende bedrijven in Nederland van de afgelopen vijfjaar. (zie bijlage 4.1: procentuele stijging tov het voorgaande jaar starters)
Jaar
Nederland aantal % t.o.v het voorgaande jaar 1300 1100 -15.4 1000 -9.1 30 1300 1200 -7.7 1500 25
Dordrecht % t.o.v het aantal voorgaande j aar
1997 1998 1999 15 2000 28 86.6 2001 23 -17.9 26 2002 29 24.1 2003 36 15.8 31.6 Gemiddeld groei percentage (2000-2002) Vergelijking In 2000 was er een landelijke stijging in het aantal starters binnen de horeca, vooral in Dordrecht waar het steeg met 87% ten opzichte van het voorgaande jaar. Het daarop volgende jaar daalde het aantal starters landelijk. In Dordrecht was deze procentuele daling groter dan het landelijk gemiddelde. In 2002 steeg het percentage starters evenredig met het landelijk gemiddelde ten opzichte van het voorgaande jaar. 4.3.3 Omloopsnelheid ondernemingen Het aantal horecaondernemingen dat in eenjaar failliet zijn gegaan of gestart ten opzichte van het totaal aanbod, wordt ook wel omloopsnelheid van ondernemingen genoemd. In deze paragraaf komt dit aan de orde. Dordrecht Omloopsnelheid faillissementen Omloopsnelheid starters Jaar 19/260 = 0.07 1999 2000 17/256 = 0.06 13/263 = 0.04 2001 2002 23/263 = 0.08 2003 37/263 = 0.14 Nederland Jaar Omloopsnelheid faillissementen 179/45637 =0.004 1999 195/45675 =0.004 2000 192/45589 = 0.004 2001 2002 173/45631 = 0.004 2003 271/46021 =0.006
15/260 = 0.05 28/256 = 0.11 23/263 = 0.08 29/263 = 0.11 36/263 = 0.14 Omloopsnelheid starters 1000/45637 = 0.02 1300/45675 = 0.03 1200/45589 =0.03 1500/45631 = 0.03
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
36
Vergelijking De omloopsnelheid van faillissementen in Nederland is de afgelopen jaren gelijk gebleven, met uitzondering van het jaar 2003 waar deze iets hoger ligt. Kijkend naar Dordrecht ziet men vanaf 2001 een stijgende lijn van de omloopsnelheid van het aantal faillissementen. Dit betekent dat het percentage faillissementen van het totaal in l jaar steeds hoger komt te liggen. Landelijk is dit percentage niet zoveel gestegen als in Dordrecht. De omloopsnelheid van starters in Nederland is stabiel terwijl deze in Dordrecht wisselend is. Vanaf 2001 is er een stijgende lijn te zien in de omloopsnelheid van starters in Dordrecht. Wanneer de omloopsnelheid van faillissementen en starters met elkaar vergeleken worden, blijft het landelijk stabiel. In Dordrecht stijgen zowel het aantal faillissementen als starters. Conclusie faillissementen en starters Over Dordrecht kan men zeggen dat het aantal startende bedrijven met 26% is gegroeid in 2002 ten opzichte van 2001, het aantal faillissementen is met 76,9% gegroeid. Voor het landelijk cijfer van startende bedrijven geldt een groei van 25% ten opzichte van 2001 en een daling van faillissementen van 9,9%. Uit de tabel in 4.3.3 komt het volgende marktsignaal: in vergelijking met de rest van Nederland gaan er meer ondernemers in Dordrecht failliet, kijkend naar het aantal faillissementen op het totaal aanbod. Er is een verschil waar te nemen, tussen Dordrecht en de landelijke cijfers, in het stijgen van het aantal faillissementen en startende horecabedrijven.
4.4
Omgevingsfactoren
In deze paragraaf worden verschillende omgevingsfactoren uit Dordrecht vergeleken met landelijke cijfers. Voor deze omgevingsfactoren is gekozen, omdat deze invloed kunnen hebben op de financiële situatie van de bewoners van Dordrecht. Zo hebben inkomen en werkeloosheid te maken met het uitgavenpatroon van inwoners van Dordrecht. De kwantiteit van de horeca is vergeleken om een beeld te geven van de positie van de horeca in Dordrecht tegenover de rest van Nederland, kijkend naar het aanbod van horecagelegenheden. In hoofdstuk 5 is deze vergelijking gemaakt met concurrerende en niet-concurrerende steden. 4.4.1 Kwantiteit horecagelegenheden per 10.000 inwoners in 2003 Landelijk gemiddelde van het aantal horecagelegenheden per 10.000 inwoners • hi Nederland zijn er gemiddeld 28,4 horecagelegenheden op 10.000 inwoners. Dordts gemiddelde van het aantal horecagelegenheden per 10.000 inwoners. • m Dordrecht zijn er 22,9 horecagelegenheden op 10.000 inwoners. Aantal horecagelegenheden per 10.000 inwoners in 2003 14
Per 10.000 inwoners Nederland (16.192.842 inwoners) Dordrecht : (119.970 inwoners)
14
Drank verstrekkers (cafés ed.) 11,5
8,6
Spijs verstrekkers (cafetaria ed) 6,2 5,8
Maaltijd verstrekkers (restaurants) 6,3 4,6
Gecaterde Logies bedrijfsrestaurants verstrekkers (hotels ed) 2,6 1,8 3,3
0,7
Bron: Bedrijfschap Horeca Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
37
Groei horeca-aanbod 2003 ten opzichte van 2002 in percentages 15 Drank Spijs Maaltijd verstrekkers verstrekkers verstrekkers Nederland (16.192.842 inwoners) Dordrecht (119.970 inwoners)
-0,3
0,8
2,5
Gecaterde bedrijfsrestauran ts 2,8
4,0
4,5
-1,8
5,3
Logies verstrekkers -0,2 0,0
Vergelijking Gemiddeld ligt Dordrecht 5,5 horecagelegenheden onder het gemiddelde vergeleken met de Nederlandse cijfers per 10.000 inwoners. In vergelijking met de rest van de cijfers is het cijfer van het aantal gecaterde bedrijven hoger dan het landelijk gemiddelde. De rest van de getallen ligt onder het landelijk gemiddelde. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Dordrecht over alle horecatypes gezien, behalve gecaterde bedrijfsrestaurants, onder het gemiddelde ligt in vergelijking met de rest van Nederland. Dit wanneer men kijkt naar het aantal horecaondernemingen per 10.000 bewoners. Conclusie Gekeken naar de groei van het horeca-aanbod in 2003, kan men afleiden dat er een groei van 36 ondernemingen geldt voor het totaal aantal horecabedrijven in Dordrecht, daarnaast zijn er 37 ondernemingen failliet gegaan in l jaar. Zie ook paragraaf 4.3. Ten opzichte van de cijfers van Nederland, ziet men dat er in Dordrecht een groei heeft plaatsgevonden binnen de volgende sectoren: drankverstrekkers, spijsverstrekkers en gecaterde bedrijfsrestaurants. De maaltijdverstrekkers zijn echter gedaald. 4.4.2 • • •
Inkomensvergelijking Het landelijk gemiddelde inkomen per huishouden is, in het jaar 2000, € 24.800. Het Dordtse gemiddelde inkomen per huishouden is, in het jaar 2000, € 24.500. Het gemiddelde inkomen van de Drechtsteden per huishouden is, in het jaar 2000, € 27.320 (zonder Dordrecht)
Vergelijking/ conclusie Over het algemeen ligt het inkomen in de Drechtsteden hoger vergeleken met de rest van Nederland. Dit geldt alleen niet voor Dordrecht, hier ligt het gemiddelde inkomen per huishouden onder het landelijk gemiddelde. (zie bijlage 4, tabel 4.2)
4.4.3 • •
Werkeloosheid hi 2002 was in Nederland 4,1% van de beroepsbevolking werkeloos. In 2003 was dit percentage 5,3% In 2002 was in Dordrecht 6,3% van de beroepsbevolking werkeloos. In 2003 was dit percentage 7,9%
Vergelijking/ conclusie In Dordrecht ligt het percentage werkelozen in vergelijking met het landelijke percentage ruim 2% hoger in 2002. In 2003 ligt het percentage ruim 2,5% hoger. Er zijn meer werkeloze vrouwen dan mannen in Dordrecht in 2003, dit in tegenstelling tot de landelijke cijfers. De werkeloosheid in Dordrecht stijgt meer dan evenredig aan het landelijke cijfer. Het aantal werkeloze mannen in Nederland is in 2003 hoger dan het aantal werkeloze vrouwen. In Dordrecht is het aantal vrouwen dat werkeloos is in 2002 en 2003 hoger dan het aantal werkeloze mannen. (zie bijlage 4, tabel 4.3) 15
Bron: Bedrijfschap Horeca Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
38
Hoofdstuk 5 Benchmarkins 5.1
Inleiding
Alle probleemgebieden die naar voren zijn gekomen uit de enquêtes en de interviews worden in dit hoofdstuk gebenchmarkt met concurrerende en niet-concurrerende steden. In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de volgende hoofd- en subvragen van het onderzoek. • Hoe verhouden de onderzoeksresultaten zich in vergelijking met landelijke cijfers en met concurrerende en niet-concurrerende steden? • Hoe verhouden de uit enquêtes en interviews voortgekomen probleemgebieden zich tot concurrerende en niet-concurrerende steden in Nederland? Wat is benchmarking? Een benchmark is een referentiepunt waarbinnen prestaties of onderzoeksresultaten tegen elkaar worden afgezet. Het doel van een benchmark is, het verkrijgen van inzicht in de kwaliteit en de totstandkoming van kwaliteit bij andere bedrijven en instellingen: welke randvoorwaarden en welke processen leiden tot goede kwaliteit? Het verkregen inzicht wordt gebruikt ter verbetering van de eigen kwaliteit. Benchmark is geen visitatie; het betreft slechts een aantal, van te voren bepaalde aspecten van de kwaliteit, die men wilt gaan vergelijken.16 (zie bijlage 5.1)
Welke typen benchmark zijn gebruikt? Een benchmark wordt veelal omschreven als: een processenvergelijking tussen bedrijven en/of ondernemingen. Aangezien de horeca van een hele stad is onderzocht, worden verschillende processen vergeleken met andere steden. De processen die worden vergeleken zijn de opvallende aandachtsgebieden die naar voren zijn gekomen uit de enquêtes en interviews. De typen benchmark12 die worden gebruikt zijn: • De concurrerende benchmark • De niet-concurrerende benchmark (zie bijlage 5.1)
16
Chang, R.Y/Kelly, P.K.; Benchmarking: vergelijk en verbeter
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
39
Om een beeld te krijgen van hoeveel horecabedrijven er in Dordrecht zijn gesitueerd, is de hier onderstaande tabel ingevoegd. In deze tabel staat een vergelijking van de horecadichtheid in verschillende steden.
" ; : stad ;'" ' ";•/., -.•"-.' ' • ' *
5.2
. Aantal horeca Aantal inwoners '' ondernemers -.c ,- -.-., ....
-: -,'
... ,
•l
"
.
Dordrecht Almere Apeldoorn Arnhem Haarlem Leiden Maastricht Nijmegen
120043 165106 155741 141528 147079 117689 121982 156198
264 212 389 525 482 373 579 504
Breda Rotterdam
164397 599651
540 2068
"'-
'
Groei horeca Horeca dichtheid aanbod —•-. 2003 per 10.000 2002 > 2003 . i inwoners in percentage 22,9 3 12,9 3,9 25 0 37 1,4 32,7 1,5 3,3 31,7 -0,2 47,5 32,3 -2,1 -0,2 1,9
32 34.5
Wat en met welke steden wordt gebenchmarkt
Uit de interviews en enquêtes zijn bepaalde probleemgebieden van Dordrecht duidelijk naar voren gekomen. Deze probleemgebieden worden vergeleken met andere steden om te kijken hoe zij met deze processen omgaan. Zo kunnen verbeterpunten aangegeven worden waar de gemeente Dordrecht aan kan gaan werken. (zie bijlage 5.2)
De probleemgebieden die gebenchmarkt worden met concurrerende en niet-concurrerende steden zijn: • Parkeertijden • Kosten van het parkeren • Parkeergelegenheid • Bereikbaarheid/Pollerbeleid • Samenwerkingsverbanden tussen de horecaondernemers • Aanbod van hotels • Aanbod van discotheken • Promotiebeleid van de stad • Geluidsbeleid/Evenementendagen Parkeertijden, kosten van het parkeren, parkeergelegenheid, bereikbaarheid/pollerbeleid: Als criteria waarop de steden zijn geselecteerd, is gekeken naar de autoluwe binnenstad. Dit omdat met het invoeren van een autoluw beleid er naar verschillende punten gekeken wordt. Namelijk: parkeertijden, kosten van parkeren, parkeergelegenheden en de bereikbaarheid van de binnenstad. • Arnhem Arnhem is gekozen omdat deze stad al een autoluwe binnenstad heeft die dateert uit de jaren 60. Daar deze stad al zolang bekend is met het autovrij houden van de binnenstad zijn zij ook bekend met alle facetten rondom het autoluw maken van een binnenstad. • Haarlem Na het vooronderzoek van de benchmark is gebleken dat Haarlem een zeer uitgebreid en duidelijk autoluwbeleid hanteert. Door de duidelijke, stapsgewijze aanpak van de gemeente Haarlem over het voor- en natraject van het autovrij maken van de binnenstad is dit plan goed en makkelijk te vergelijken. Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
40
•
Leiden Er is in Leiden een onderzoek geweest naar de effecten van het invoeren van het autovrije beleid. De resultaten uit dit onderzoek zijn goed te vergelijken met de resultaten uit ons onderzoek. Hieruit komt duidelijk naar voren wat de effecten zijn binnen een stad na het invoeren van een autoluw gebied.
Samenwerking horecaondernemers: De criteria met welke steden gebenchmarkt wordt, waren sterk afhankelijk van de bereidwilligheid van de verschillende regionale KHN-afdelingen. De volgende afdelingen waren bereid commentaar te geven, en zijn daardoor geselecteerd: Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen. Aanbod hotels en discotheken Bij de benchmark van het aanbod van hotels en het aanbod van discotheken zijn alle geselecteerde steden gebenchmarkt. Dit om een goed overzicht te krijgen van het aanbod. Promotie: • Almere Voor Almere is gekozen omdat dit een stad in ontwikkeling is. Dit is een nieuwe stad met nieuwe ideeën en procedures waaruit nuttige informatie gehaald kan worden. • Leiden Er is gekozen voor Leiden, omdat deze stad net als Dordrecht een historische binnenstad heeft. • Rotterdam en Breda Uit de enquêtes en interviews is gebleken dat sommige mensen uit de Drechtsteden naar deze twee steden gaan om gebruik te maken van de horeca in plaats van naar Dordrecht. Dit zijn dus concurrerende steden. Geluidsbeleid /Evenementendagen: Dordrecht wordt op het punt geluidsbeleid, gebenchmarkt met Haarlem, Maastricht en Nijmegen. Deze steden zijn willekeurig gekozen omdat de AMvB landelijke decibel normen bevat. Elke stad in Nederland hanteert dezelfde normen. Daarentegen bepaald elke gemeente zelf hoeveel evenementendagen er aangevraagd kunnen worden door de ondernemers. Deze evenementendagen zijn met drie steden gebenchmarkt. (zie bijlage 5.2)
5.3
Parkeertijden
Uit de enquêtes en de interviews komt naar voren dat de ondervraagden niet tevreden zijn met de parkeertijden die nu in Dordrecht gehandhaafd wordt. Zo zou er 's avonds tot te laat betaald moeten worden in het centrum bij parkeermeters. Tevens zou de parkeerduur op sommige plaatsen te kort zijn waardoor de parkeermeter vaker bijgevuld moet worden. Hieronder worden deze problemen vergeleken met andere steden om aan te tonen hoe deze steden de parkeertijden gebruiken.
Vergelijking In de binnenstad van Dordrecht geldt op de meeste plaatsen op straat en parkeerterreinen betaald parkeren tussen 9.00 en 22.00 uur. Waar de parkeerdruk het hoogst is, bijvoorbeeld op de Bagijnhof, is een halfuur parkeren toegestaan. In de tabel hieronder staat aangegeven hoe dit geregeld is in Dordrecht, Arnhem, Haarlem en Leiden.
Steden Dordrecht Arnhem
Tijden van het betaald parkeren op straat en op parkeerterreinen 09.00 / 22.00 09.00/17.30
Kortste maximale parkeertijd van parkeermeters in het centrum l /2\mr 1 uur
Parkeren op Nachtopenstelling zondag (op straat en op parkeer parkeergarages terreinen) Vrij parkeren Ja Vrij parkeren Nee, tot 02.00
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
41
Haarlem
09.00/21.00
Leiden
09.00/21.00
Onbeperkt Onbeperkt (Was 2 uur)
Ja
Vrij parkeren
Ja
13.00/21.00
Conclusies Uit de tabel komt naar voren dat er in Dordrecht langer betaald moet worden voor het parkeren dan in andere steden. Ook komt naar voren dat de kortste maximale parkeertijd van parkeermeters in het centrum van Dordrecht een halfuur is. Dit is erg kort in vergelijking met de andere steden. Wel geldt er nachtopenstelling van parkeergarages en kan men op zondag op straat en op parkeerterreinen vrij parkeren.
5.4
Kosten van het parkeren
De prijzen voor het parkeren in Dordrecht worden door de bewoners van de Drechtsteden als hoog ervaren. De ondervraagden hebben het gevoel veel te betalen voor het aantal uren dat ze parkeren. Hieronder wordt gekeken of dit werkelijk het geval is. Vergelijking In Dordrecht kennen de parkeergarages enkele verschillende tarieven. Die liggen tussen de €0,80 en €1,60 per uur. In enkele parkeergarages zijn deze tarieven op zondag lager. Dan kost het bijvoorbeeld in plaats van €0,80 per uur, €0,50 per uur. Er is in Dordrecht ook de mogelijkheid om 's nachts de auto te parkeren in een parkeergarage. Naast de parkeergarages is er ook een gratis parkeerterrein. Vanuit dit parkeerterrein rijdt de Citybus van maandag tot en met zaterdag om het kwartier en 's avonds en op zondag om het halfuur naar de stad. Een enkele reis kost €0,50. Op zaterdagmiddag is de terugreis gratis vanaf het Scheffersplein, gelegen in het hart van de stad. In de parkeergarages en op de parkeerterreinen geldt altijd een maximum tarief. Dit is het maximum bedrag dat betaald moet worden voor een gehele dag parkeren. In Dordrecht is dat verschillend per parkeergarage, van € 8,- per dag tot € 18,- per dag. Op straat is dit tarief in zone l, centrum wijk; € 18,- per dag en in zone 2, buiten de centrumwijk; € 9,- per dag. Dordrecht Stad Tarief 1,20 overdag Avond/ Vaak weekend minder dan tarief dag Max. tarief 1,60 per uur
Arnhem
Haarlem
Leiden
1,50
1,50
1,50
1,50
2,00
1,50
1,60
2,25
1,80
De parkeerkosten per uur in Dordrecht zijn in vergelijking met andere steden iets lager. De tabel hierboven geeft de gemiddelde tarieven weer die betaald moeten worden in een parkeergarage in de desbetreffende stad. Deze tabel geeft de gemiddelde tarieven aan en de tabel hieronder geeft het maximum parkeertarief per uur aan van de G26. In deze tabel staan aan de linkerkant de steden vermeld en aan de onderkant de prijzen vermeld in Euro's.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
42
Haarlem Nijmegen Leeuwarden Amersfoort Leiden Schiedam
Lelystad
O
0,5
1,5
2,5
Conclusies In beide tabellen is te zien dat Dordrecht met haar parkeertarieven op een gemiddelde hoogte zit.
5.5
Parkeergelegenheid
De gemeente Dordrecht is op dit moment intensief bezig met een parkeerbeleid. Er zijn verschillende plannen om de parkeermogelijkheden uit te breiden. Het aantal parkeerplaatsen in Dordrecht wordt vergeleken met de volgende steden; Arnhem, Haarlem en Leiden. Daarna worden de parkeerplaatsen vergeleken kijkend naar het aantal bezoekers die een stad jaarlijks ontvangt. Vergelijking Er zijn verscheidene parkeergarages in Dordrecht. Deze worden aangegeven door het PRIS-systeem. Het aantal parkeerplaatsen in Dordrecht bedraagt in totaal 5100. Dit is op te splitsen naar parkeerplaatsen in de vier parkeergarages en parkeerplaatsen op de weg. In de parkeergarages zijn er 1820 plaatsen en op straat zijn er 3280 plaatsen. Op de kaartjes van de steden (bijlage 5.3) is te zien dat Arnhem, Haarlem en Leiden hun parkeergarages rondom het centrum hebben gepositioneerd. Dit
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
43
in tegenstelling tot Dordrecht. Dordrecht heeft alleen parkeergarages rond het zuiden, zuidwesten van de binnenstad. (zie bijlage 5.3)
Stad
Aantal parkeerplaatsen in parkeergarages
Dordrecht Arnhem Haarlem Leiden
1820 2250 2350 1000
Stad
- ,,.;
:L Totaal in stad
5100 3695 7103 2675
i' ^/Aantal '••• • parkeerplaatsen Parkeerplaatsen Bezoekersaantallen Inwoners parkeerplaatsen per bezoeker ; li è per inwoner • -\ ~.- ^^•^tótaal-4?^ •' •— ..*ioiör;r^^ i?— *lbé0"- - - •:
Dordrecht Arnhem Haarlem Leiden
.Aantal parkeerplaatsen op straat 3280 1310 4113 1675
2.750.000 Onbekend 3.300.000 2.500.000
.,,^
120043 141528 147079 117689
5100 3560 7103 2675
1,86 2,15 1,07
42,5 24,8 52,4 25,4
De eerste tabel hierboven geeft een algemeen beeld als vergelijking van het aantal parkeerplaatsen in een stad. Om een duidelijker beeld te krijgen van hoe het gesteld is met de parkeervoorzieningen zijn het aantal parkeerplaatsen afgezet tegenover het aantal bewoners en bezoekers van de stad, dit is te vinden in de tweede tabel. Hieruit valt het aantal parkeerplaatsen per inwoner en bezoeker af te lezen. Conclusies Kijkend naar de tabellen hierboven is het zonder verdere informatie niet te zeggen of het aantal parkeerplaatsen in een stad veel of weinig is. Elke gemeente heeft zijn eigen hoeveelheid parkeerplaatsen nodig. Daarom zou iedere gemeente op zich bekeken moeten worden. Rekening houdend met bijvoorbeeld de bezetting van de parkeergarages, bezoekersaantallen, duur van een bezoek, evenementen, etc.
5.6
Bereikbaarheid / Pollerbeleid
Het beleid van een autoluwe binnenstad en autovrije binnensteden wordt in elke grote stad toegepast. Dit wordt ook aangemoedigd door de overheid en verschillende belangenorganisaties, zoals de KHN. Het hoofddoel van dit initiatief is de kwaliteit van het leven in de binnenstad te verbeteren, vooral in de historische centra. De autoluwe -vrije binnenstad is over het algemeen een fijne plek geworden om te bezoeken of in te wonen. Uiteraard zijn er nadelen aan de invoering van de autoluwe -vrije binnenstad. In de omliggende wijken komen meer auto's. Hierdoor ontstaat een grotere parkeerdruk, meer geluidsoverlast en een opstopping in de omliggende gebieden. Vele steden hebben rekening gehouden met deze bezwaren. Vaak is er goed gekeken naar het verlies van parkeermogelijkheden in de stad, ontstaan door afsluiting van delen van de binnenstad. Belangrijk is dat er ook gekeken wordt naar de invloeden, van de afsluiting van de binnenstad, op de aanliggende wijken. Goede parkeermogelijkheden rondom het autovrije gebied(Arnhem is een goed voorbeeld) is belangrijk. Belangrijk is ook het invoeren van het parkeren voor vergunninghouders in de aanliggende wijken of het verstrekken van jaarkaarten voor het parkeren aan de bewoners van de aanliggende wijken. De bevoorrading van winkels etc. moet mogelijk blijven, en mensen die vaak het afgesloten gebied in moeten, moeten vrijstelling kunnen aanvragen. De aanvraag in Dordrecht duurt standaard acht weken. Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
44
In Dordrecht zijn een aantal parkeergarages aan de Zuid-/Westkant van het autovrije -luwe gebied. In tegenstelling tot de Noord-/Oostkant van Dordrecht waar geen parkeergarages aanwezig zijn. Willen mensen naar de binnenstad, dan komen ze altijd vanuit dezelfde kant de binnenstad in. Dat is ook niet bevorderlijk voor de spreiding van de mensen door de binnenstad. Als mensen gebruik willen maken van de horeca in Dordrecht, wil men meestal niet ver lopen. Hierdoor ondervinden een aantal horecabedrijven, die wat verder van de parkeergarages gesitueerd zijn, veel hinder van de afsluiting van het centrumgebied. Veel ondernemers zien dit als omzetderving. Regelmatig werd door de ondernemers afgegeven op de gemeente, die niet genoeg onderzocht zou hebben wat de gevolgen zouden zijn van de invoering van de pollers.17 (zie bijlage 5.3.1)
Hieronder wordt Dordrecht vergeleken met de andere steden. Elk van deze steden heeft een eigen beleid opgesteld over het autovrije -luwe gebied in de binnenstad. Oplossingen kunnen gezocht worden in de aanbevelingen van 'Verkeersplan Schil'. In de tabel hieronder kunnen alle expeditietijden gevonden worden. Dit houdt in op welke tijden de binnenstad bereikbaar is voor bestemmingsverkeer. Dit onder andere om de bevoorrading van winkels mogelijk te houden. (zie bijlage 6. l)
$tad ;
Expeditietijden autoluw/autovrij gebied -,,- '• • . • ' •' overdag- "V> ;-•;„..• •' ••'••>• •'•' Dordrecht Ma/di/wo/do/vr: 07.00 - 11.00 Arnhem Haarlem Leiden
Ma: 06.00 - 12.00 Di/wo/do/vr/za: 06.00-10.00 Elke dag: 06.00 -11. 00 Elke dag: 04.00 -11. 00
Expeditietijden autoluw/autovrij gebied .-. • '•',-'•' i- '• '*s-avökdsv';'"i;-': - - • / Ma/di/wo/vr/za : 18.00 - 21.00 Do: 2 1.00 -22.00 Gesloten Gesloten Elke dag: 18.00 -Eind
Dordrecht Kernpunten van de "Verordening ontheffingen autovrij gebied Dordrecht" zijn: • Niemand kan de binnenstad inrijden zonder ontheffing tussen 11.00 uur en 17.00 uur en op donderdag tussen 11.00 uur en 21.00 uur.. • In het autoluwe gebied kan vanaf de invoering van het autoluwe beleid niet meer geparkeerd worden. • In de toekomst wordt er gewerkt aan de uitbreiding en plaatselijke herindeling van het aantal parkeerplaatsen. • In hoofdlijnen zijn de volgende straten afgesloten voor motorverkeer: Voorstraat, Grote Spuistraat, Nieuwstraat, Sarisgang, Kolfstraat, Statenplein, Visbrug, Vriesestraat, Grote kerksbuurt, Wijnstraat, Hof, Scheffersplein, Groeimarkt en Vleeshouwersstraat. (zie bijlage 5.3.1)
Arnhem Als één van de eerste steden in Nederland is de binnenstad van Arnhem vanaf de jaren zestig stap voor stap gevormd tot een voetgangersgebied van nu al 20 hectare. Dit heeft bijgedragen tot het creëren van een winkelgebied met een hoge waardering en met grote aantrekkingskracht. In al die jaren heeft Arnhem natuurlijk veel ervaring opgedaan wat betreft het autovrije -luwe gebied. Arnhem heeft geen direct aantoonbare knelpunten. (zie bijlage 5.3.2)
17
http://www.kennisplatform-verdi.nl/mobiliteitsmanagement/FC%20autoluw.htm Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
45
Haarlem De gemeente Haarlem voert een autoluwbeleid voor de binnenstad. De kernpunten die vóór de invoering van het autoluwe beleid zijn opgesteld, zijn hieronder kort samengevat: • In het hele centrum is betaald parkeren ingevoerd. Enkele belangrijke winkelstraten zijn autovrij gemaakt en in het omliggende centrumgebied is het doorgaande autoverkeer geweerd. hi 2010 telt de binnenstad ongeveer 20 autovrije straten. Het betreft een gebied van ongeveer 40.000 m2. De oppervlakte van de binnenstad bedraagt ongeveer 800.000 m2. • hi de binnenstad zijn op de openbare wegen geen gratis parkeerplaatsen meer. • De vermindering van het aantal parkeerplaatsen op straat wordt gecompenseerd door een gelijktijdige uitbreiding met een zelfde aantal parkeerplaatsen in parkeergarages. • In het centrum is een systeem van "belanghebbenden parkeren" ingevoerd. De gebruikers van het systeem zijn over het algemeen tevreden. Het is daardoor mogelijk om de auto in de buurt te parkeren tegen een redelijk tarief. Het systeem heeft een paar knelpunten: 's Avonds zijn er te weinig parkeerplaatsen. Na invoering van de parkeervignetten staan meer auto's fout geparkeerd. Eén vergunning per huisadres is soms te weinig. De omliggende wijken krijgen een hogere parkeerdruk. Na evaluatie is gebleken dat maximaal 2 uur parkeren voor een bezoek aan de stad te kort is, daarom word er een onbepaalde parkeertijd ingevoerd. De doorstroming van het verkeer moet zo goed mogelijk worden gewaarborgd door optimaal op elkaar afgestemde verkeerslichten. Daarnaast wordt het gebruik van alternatieven voor de auto, zoals het openbaar vervoer en de fiets, gestimuleerd met ondersteunend beleid. Het realiseren van transferia voor het overladen van vrachtwagens op kleine wagens en aansluitend openbaar vervoer, zijn belangrijke hulpmiddelen om die alternatieven echt aantrekkelijk te maken. Uitgangspunten bij het treffen van oplossingen zijn een goede ontsluiting van woonwijken. (zie bijlage 5.3.3)
Leiden De gemeente Leiden voert een autoluwbeleid voor de binnenstad. De kernpunten van het autoluwbeleid zijn hieronder kort samengevat: • • •
Leiden heeft het kernwinkelgebied volledig autovrij gemaakt, daarnaast is het gebied dat de kern omsluit autoluw geworden. Gelijktijdig zijn alle tarieven van de parkeergarages gelijkgetrokken en zijn de tarieven op straat verhoogd. De invoering van het autoluwe beleid heeft een knelpunt met zich meegebracht: Er is een verdringingseffect opgetreden rondom de wijken aan de rand van het centrum, dit komt door de toename van de parkeerdruk in het centrum.
Uit onderzoek is gebleken dat bezoekers aan Leiden positiever over de bereikbaarheid van de binnenstad zijn, terwijl de publieke opinie over het parkeren nauwelijks is gewijzigd. In Leiden blijkt uit onderzoek dat het centrumgebied nu positiever wordt gewaardeerd. Het autoluwe beleid in Leiden heeft geen negatieve effecten gehad op de omzet van de detailhandel.18 De binnenstad is ondanks alle bedrijvigheid autovrij en vriendelijk voor fietsers en voetgangers. Dat is vooral te danken aan de ondergrondse bevoorrading van de vele exclusieve winkels en horecagelegenheden. (zie bijlage 5.3.4)
18
http://www.kennisplatform-verdi.nl/mobiliteitsmanagement/FC%20autoluw.htm Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2.004 -juni 2004
Conclusie Het blijkt dat de ondernemers van Dordrecht en bewoners (bezoekers) uit de Drechtsteden de binnenstad negatiever ervaren dan voorheen. Dit komt naar voren in de vele kritieken die geuit worden over de bereikbaarheid, parkeermogelijkheden, pollerbeleid en de kosten van het parkeren. Dit in tegenstelling tot Leiden dat een onderzoek heeft gehouden onder de bezoekers van de stad. Uit het onderzoek bleek dat het centrumgebied nu positiever wordt gewaardeerd. In Haarlem is het beleid geëvalueerd en hierin kwamen een aantal knelpunten naar voren. Enkele knelpunten zijn al aangepast. Daarnaast probeert Haarlem actief de alternatieven voor het gebruik van de auto te stimuleren. Haarlem heeft in tegenstelling tot Dordrecht goed gekeken naar het aantal parkeerplaatsen dat verdwijnt in de binnenstad. Dit aantal hebben ze gecompenseerd met nieuwe parkeermogelijkheden buiten het autovrije gebied. In het autoluwe beleid dat Arnhem al jaren voert, zijn knelpunten omgezet in positieve punten. Er mag vanuit gegaan worden dat dit een lang proces is geweest met veel overleg, evaluaties en aanpassingen. In Dordrecht zijn de pollers eind 2002 geïntroduceerd, voordat het beleid in Dordrecht positief wordt beoordeeld, zal ook hier gewenning moeten plaats vinden. Verder kan er nog gekeken worden naar de expeditietijden van de verschillende steden. De Dordtse expeditietijden wijken niet ver af van de overige steden. Wel valt op dat de expeditietijden in Dordrecht als laatste (07.00 uur) beginnen, maar dat 's avonds de binnenstad wel is opengesteld voor bestemmingsverkeer. Andere steden beginnen om 06.00 uur of om 04.00 uur. De binnenstad van Arnhem en Haarlem is 's avonds niet toegankelijk voor bestemmingsverkeer.
5.7
Samenwerkingsverbanden tussen de horecaondernemers
Een landelijke ontwikkeling is dat de aandacht van een groot aantal horecaondernemers nog steeds sterk bedrijfsintern gericht is. Mede door de opkomst van grote internationale ketens is een groeiende belangstelling ontstaan voor een samenwerking met branchegenoten. Op tal van vlakken kunnen door goede samenwerking voordelen worden behaald.19 Van elke stad is een woordvoerder van de desbetreffende KHN afdeling ondervraagd. Hieronder zijn citaten van hen terug te vinden. Vergelijking Dordrecht In Dordrecht zijn de contacten tussen de ondernemers onderling en tussen de ondernemers en de gemeente vaak goed en soms minder goed. De mentaliteit is soms negatief en de kritiek van de ondernemers naar de gemeente is niet altijd terecht. Op festiviteiten die bijna risicoloos zijn en een zekere omzet genereren is het gemakkelijk voor ondernemers om samen te werken. Hoe meer risico's tijdens festiviteiten, des te moeilijker verloopt de samenwerking tussen ondernemers. Li contacten tussen de ondernemers en de gemeente denkt de gemeente soms wel gemakkelijk over ondernemerschap. De gemeente zou de problemen soms iets serieuzer kunnen nemen, de beste stuurlui staan aan wal. In Dordrecht vormen de ondernemers geen front. De KHN maakt eigen afspraken met collega's en neemt zelf initiatieven. Daarnaast vormt de gemeente Dordrecht soms geen transparant beleid wat betreft de horeca. De gemeente maakt afspraken met horecaondernemers op bijvoorbeeld het Scheffersplein en met andere weer niet20. Verder is er mede door de gemeente een Horeca Overleg Platform opgezet. Bij dit overleg zijn onder andere politie en Kamer van Koophandel aanwezig.
19 20
Kompas voor beleid voor 2004, horeca, bedrijfschap horeca en catering Mevrouw Y. Bleeker, Secretaris KHN Drechtsteden Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
47
Apeldoorn De KHN afdeling Apeldoorn is het enige aanspreekpunt voor zowel de bij de KHN aangesloten horecaondernemers als de niet aangesloten horecaondernemers in Apeldoorn. De KHN nodigt bij de overlegstructuren leden en niet-leden uit. De niet-leden hebben geen stemrecht, maar wel een adviserende stem. Met de leden van de KHN Apeldoorn wordt onder andere gecommuniceerd via het maandelijkse KHN-Regioblad. Evenementen worden door de KHN-Apeldoorn niet georganiseerd. Dit wordt grotendeels gedaan door de gezamenlijke ondernemers in clusterverband. De KHN heeft hierin eventueel wel een coördinerende rol21. Arnhem De ondernemingsvereniging van de Korenmarkt is niet actief. Mede door de gemeente die te veel eisen stelt aan de ondernemersvereniging van de Korenmarkt. Een voorbeeld is de nieuwe terrasindeling, waardoor sommige ondernemers meer terrasruimte krijgen en anderen minder. Dit zaait onrust onder de ondernemers. De kade van Arnhem laat meer initiatief zien. De horecaondernemers hebben niet genoeg inspraak bij de gemeente. De gemeente Arnhem heeft een horecacoördinator die net is aangesteld. De coördinator werkt nog niet helemaal naar behoren. De gemeente Arnhem is een voorloper op het gebied van 'actie tegen tegenstrijdige regelgeving'. Er is geen structureel overleg tussen de gemeente en de KHN. Vroeger was dit wel het geval. Het streven van de KHN is om weer terug te gaan naar de oude situatie. Nu wordt er veel geëist, is er weinig inspraak mogelijk en is er geen overleg met de KHN. De horecaondernemers zijn zelf ook slecht vertegenwoordigd22. Nijmegen De gemeente Nijmegen doet het goed. Er is een bedrijvenloket, maar die is niet gespecificeerd op de horeca. De ondernemers vormen een goed verbond. Vooral de jonge ondernemers gaan graag samenwerkingsverbanden aan. De KHN heeft regelmatig overleg met de gemeente Nijmegen. De ondernemers werken ook goed samen met de KHN17. Conclusies Door de bestuursleden van de KHN uit Arnhem en Dordrecht wordt het gemeentelijke horecabeleid kritisch waargenomen. In Nijmegen en Apeldoorn zijn de bestuursleden van de KHN over het gemeentebeleid neutraler. In Nijmegen en Apeldoorn komt naar voren dat de ondernemers een goed front vormen. Dit in tegenstelling tot Arnhem en Dordrecht.
5.8
Aanbod van hotels
Uit de resultaten van de enquêtes is naar voren gekomen dat de respondenten niet op de hoogte zijn van het aanbod van hotels in Dordrecht. Hieruit is naar voren gekomen dat het aanbod van hotels als negatiefis beoordeeld. Dordrecht trekt vooral dagjesmensen door de evenementen. Slechts weinig bezoekers blijven ook overnachten. Daarom is het aantal hotels in Dordrecht in de volgende alinea's vergeleken met het aantal hotels in andere steden.
21 22
Dhr. DJ. Veldhuis, Voorzitter KHN Apeldoorn Esther Roelofs, KHN consulent Gelderland
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
48
Vergelijking Dordrecht heeft samen met Almere het minste aantal hotels per 10.000 inwoners. De andere steden waarmee is vergeleken, hebben allen een hoger aanbod van hotels per 10.000 inwoners. Ten opzichte van andere steden heeft Dordrecht ook het hoogste aantal bezoekers per hotel. Stad: , '
Aantal hotels
Aantal inwonen Aantal inwoners ; V Bezoekers : per hotel v aantal
' ':
Dordrecht Almere Apeldoorn Arnhem Haarlem Leiden Maastricht Nijmegen
6 2 36 19 17 14 38 23
120.043 165.106 155.741 141.528 147.079 117.689 121.982 156.198
20.007 82.553 4.326 7.448 8.652 8.406 3.210 6.791
2.900.000 Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend 2.500.000 4.200.000 Onbekend
Breda Rotterdam
17 77
164.397 599.651
9.670 7.788
4.200.000 12.500.000
Aantal Bezoekers per hotel 483.333
178.571 110.526
247.058 162.337
Conclusie Dordrecht heeft het hoogste aantal bezoekers en inwoners per hotel. Dit geeft aan dat Dordrecht in vergelijking met andere steden weinig hotels heeft. Het is op dit moment niet te zeggen of er vraag is naar nieuwe hotels.
5.9
Aanbod van discotheken
hi deze paragraaf wordt het aanbod van discotheken in Dordrecht vergeleken met het aanbod van discotheken in andere steden. Er is besloten om dit te doen omdat uit de resultaten van de enquêtes naar voren kwam dat er weinig uitgaansgelegenheden in Dordrecht zijn. Onder discotheken worden ondernemingen verstaan die als zodanig ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel. Wel beschikt Dordrecht over een aantal dancings en danscafés Vergelijking Er is een groot verschil in het aantal discotheken per stad in Nederland. Het aantal inwoners heeft maar een beperkte invloed op het aantal discotheken per stad. In Dordrecht zijn er geen uitgaansgelegenheden die ingeschreven staan als discotheek bij de Kamer van Koophandel. Daarentegen heeft Rotterdam 21 uitgaansgelegenheden die staan ingeschreven als discotheek en Breda heeft er acht.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
49
Steden
Aantal discotheken
Aantal inwoners
Dordrecht Almere Apeldoorn Arnhem Haarlem Leiden Maastricht Nijmegen
0 2 2 10 5 5 2 10
120.043 165.106 155.741 141.528 147.079 117.689 121.982 156.198
Aantal inwoners per uitgaansgelegenheid X 8.255 77.870 14.152 29.416 23.537 60.991 15.619
Breda Rotterdam
8 21
164.397 599.651
20.549 28.554
Conclusie Het is opvallend dat steden met een gelijk inwonersaantal wel minimaal één discotheek hebben en Dordrecht geen enkele discotheek. Het is op dit moment niet te zeggen of er vraag is naar discotheken.
5.10
Promotiebeleid van de stad
Het promotiebeleid van de gemeente Dordrecht werd niet als onvoldoende beoordeeld door de bewoners uit de Drechtsteden en de ondernemers uit Dordrecht. De keuze is gemaakt om dit aandachtspunt toch te betrekken in de benchmark. Dit is gedaan om de volgende redenen: • Dordrecht heeft naar buiten toe een slecht imago. Er zijn enkele negatieve uitdrukkingen over de stad, waardoor het imago slecht wordt beïnvloed. Om deze reden wordt er in deze paragraaf gekeken naar het promotiebeleid van Dordrecht. • Ook is opgevallen dat Dordrecht regelmatig op een negatieve manier in de media verschijnt wat niet gunstig is voor het imago. • De ondernemers geven aan dat door meer promotie hun eigen onderneming aantrekkelijker zou kunnen worden. Naar aanleiding van bovenstaande punten is besloten om extra naar het imago en de promotie van de stad te kijken, ondanks dat deze punten niet naar voren zijn gekomen bij onze onderzoeken. De effectiviteit van de promotiecampagnes in de verschillende steden is niet vergeleken. Dit omdat er geen gegevens bekend waren over de respons van een promotiecampagne. Bij het benchmarken van het onderwerp promotie wordt er gekeken bij verschillende steden naar de volgende punten: • De toegankelijkheid van de website van de stad • Het promotiebudget van de stad • De promotie van het imago van de stad. Hiermee worden de verschillende onderdelen waar de promotie zich op richt bedoeld • De aanwezigheid van een promotieplan Er is gekeken naar de volgende steden: • Almere • Breda • Leiden • Rotterdam
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
50
Vergelijking Elke gemeente/stad is beoordeeld op de toegankelijkheid van de website. Dit is gebeurd op een schaal van O tot 100. Hieronder valt te zien wat welke stad gescoord heeft en op welke plaats van de 510 gemeentes de stad staat23. Toegankelijkheid website
:... Stads ;> .-;;, • .
Beoordeling toegankelijkheid website van 0 tot 100
97 63.6 67.4 33.2 91
Dordrecht Ahnere Breda Leiden Rotterdam
Ranglijst beoordeling alle 510 steden op toegankelijkheid
. / :c .; V;*/ -. -',ï website' '• ; 'f. ••• •'"• '••. 1 112 82 471 8
Hieronder is te zien wat het promotiebudget is per stad. Promotiebudget Steden Dordrecht Almere Breda Leiden Rotterdam
Promotiebudget €365.000 € 350.000 (2003 € 650.000) € 285.000 € 360.000 € 6.000.000
Dordrecht De promotie van het imago van de stad Op dit moment ligt de nadruk van de promotie op water, historie en cultuur in Dordrecht. Vanaf 2000 worden de Dordtse kernkwaliteiten water, historie en cultuur onderstreept met de 'Dit is Dordrecht'-campagne. Met de campagne wil de gemeente laten zien dat er het hele jaar wat te doen en te beleven is in Dordrecht, vooral op het gebied van evenementen en cultuur, en dat het een unieke stad is. De evenementen waar dit jaar het meeste accent op ligt in de campagne zijn Dordt in Stoom, de Boekenmarkt, Dordt Monumenteel, het Belcanto Festival, de Kerstmarkt en het Sinterklaashuis. De nieuwe uitingen voor de 'Dit is Dordrecht'-campagne zijn bedacht door het Dordtse bureau Van den Berg & Van Schaik Reklame in opdracht van de gemeente. De aanwezigheid van een promotieplan Er is een promotiecampagne. De gemeente wil met de campagne meer inzetten op marketing en promotie voor de stad. Het doel is het bezoek aan de (binnen)stad te bevorderen, de regiofunctie van Dordrecht te versterken en trots op de stad onder de Dordtenaren te vergroten. De campagne richt zich op inwoners van Dordrecht, de regio en het hele land. Naast het promoten van evenementen wordt dit bedrag dit jaar bijvoorbeeld ook besteed aan de Beurs Wegwijs in Utrecht en een uitzending over Dordrecht van het TV-programma Bestemming Nederland. Almere De promotie van het imago van de stad Op dit moment ligt de nadruk van de promotie op de economische ontwikkeling van de stad. De stad Almere heeft een bijzondere architectuur en het is een nieuwe stad. Er worden vele evenementen georganiseerd zoals Ahnere great 10 met bloemenmarkt & braderie, Groei en Bloei Lentemarkt, Kamermuziekfestival, Apenloop, Stoomfestival en Beachweekend Almere. 23
http ://advies.overheid.nl/page j sp?pageid= 10494 Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
51
De aanwezigheid van een promotieplan Er is een promotieplan aanwezig. Deze is in 1997 opgesteld door Stichting Stadspromotie Almere omdat uit onderzoek bleek dat Almere een grijs imago had. In het promotieplan staat het volgende vermeld. Als vooronderzoek heeft de gemeente een positioneringgroep uit Hilversum opdracht gegeven om een specifiek onderzoek in te stellen. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek waren dat Almere zich beter op de kaart moest gaan zetten en zich beter moest profileren en positioneren. Hiervoor zou een langdurige en professionele aanpak met inschakeling van een geroutineerd reclamebureau nodig zijn. Ook ontbreekt er een gevoel van betrokkenheid bij Almere. De hoofdlijn van de campagne is emotie en ratio. De ratio bestaat uit feiten en cijfers over Almere. De emotie moet het 'Almere-gevoel' voeden. Deze hoofdlijn is vooral van toepassing op de eigen inwoners. Verder moet de campagne ook pioniersgeest uitstralen en moet er een actieve deelname van inwoners en bedrijven uit Almere zijn. Het meest indringende middel die gebruikt is voor de promotiecampagne is een TV-commercial. Deze om binnen korte tijd een groot bereik te verkrijgen. De drager van de commercial is een lied. Verder heeft er een printcampagne plaatsgevonden. Tevens is er een draagvlakcampagne opgesteld waardoor mensen uit Almere bij de campagne betrokken raakten. De belangrijkste elementen voor de vervolgcampagne zijn: • Verdieping van de positionering • Het bedrijfsleven nu ook financieel betrekken bij de campagne • Meerjarenplan/ structureel budget Breda De promotie van het imago van de stad In 1997 is de campagne 'Breda, stad met karakter' van start gegaan. Een campagne waarbij de gemeente Breda samen met haar burgers, bedrijven, instellingen en verenigingen de trots over de stad wil uitdragen. De afgelopen jaren is er in Breda immers veel goeds in gang gezet of inmiddels afgerond: de binnenstad is opnieuw ingericht. Breda wordt gekenmerkt door een sprankelende en historische stad in Noord-Brabant met een sfeervol stadshart. De aanwezigheid van de Grote kerk, het kasteel van Breda waar de KMA gevestigd is, musea, de Begijnhof en het stadspark zijn USP's van Breda. De aanwezigheid van een promotieplan Breda heeft dit jaar voor het eerst een zelfstandig promotieplan. De jaren ervoor, was de promotie verweven in de verschillende afdelingen. Om de promotie vanaf nu meer gecentraliseerd te laten verlopen is nu gekozen voor een apart promotieplan. Leiden De promotie van het imago van de stad Leiden heeft de op een na oudste historische binnenstad van Nederland, leuke evenementen, de geboorteplaats van Rembrand, water, musea. Komend jaar is het tevens 400 jaar geleden dat Rembrand in Leiden geboren is. Daardoor wordt deze gebeurtenis gekoppeld aan de promotie van de stad. De aanwezigheid van een promotieplan Er is geen promotieplan aanwezig. Losse partijen maken voor verschillende onderdelen promotie.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
52
Rotterdam De promotie van het imago van de stad Rotterdam is een jonge internationale verrassende stad aan het water. Het (economische) belang van de leisuremarkt in Rotterdam neemt steeds verder toe. In deze groei staat Rotterdam Marketing een actief beleid voor, op thematische basis. Samen met de partners in de stad initieert Rotterdam Marketing marketingactiviteiten gebaseerd op de volgende onderscheidende pijlers: • Architectuur; • Festivals en (Sport)evenementen; • Kunst en Cultuur; • Topattracties; • Uitgaan; • Winkelen; • Water. De aanwezigheid van een promotieplan Er is geen promotieplan. De promotie is verweven in verschillende afdelingen binnen de gemeente Rotterdam. Conclusie Uit dit hoofdstuk komt niet naar voren dat Dordrecht bepaalde aspecten uit het promotiebeleid zou moeten veranderen. Dordrecht zit qua budget gemiddeld, scoort met de toegankelijkheid van de website zeer hoog en heeft een zelfstandig promotiebudget. Er is geen onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de promotiecampagnes, hierdoor kan er niets gezegd worden.
5.11
Geluidsbeleid/ Evenementendagen
Uit de interviews met de ondernemers is naar voren gekomen dat ze niet tevreden zijn met het geluidsbeleid. Een aantal keer is er door de horecaondernemers toelichting op gegeven: • Er moet in het algemeen ruimer omgesprongen worden met de vergunningen voor geluidsbeleid. (zie bijlage 5.4)
Vergelijking Naast het beleid ten aanzien van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is er uiteraard de mogelijkheid voor horecaondernemers om evenementen te laten plaatsvinden. Het gaat over incidentele gebeurtenissen, die niet vallen onder de in de bijlage behandelde AMvB. De juridische basis ligt in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV): via vergunningen en ontheffingen worden evenementen toegestaan. Om te voorkomen dat 'wildgroei' ontstaat. Per locatie wordt een maximum gesteld aan het aantal te organiseren evenementen. Bij ieder evenement wordt een maximum geluidsnorm gesteld. De handhaving en klachtenafhandeling moet versterkt worden door heldere werkafspraken. Hierbij maakt het besluit onderscheid tussen collectieve 'evenementen' dagen, die gelden voor alle bedrijven in een bepaald gebied, en individuele 'evenementen' dagen, die alleen gelden voor één bepaald bedrijf. Deze regeling wordt overgenomen in de APV, zodat de regeling rechtstreekse werking heeft. In Dordrecht is het volgende van toepassing: • Collectieve dagen : 10 per jaar • Individuele dagen : 2 per jaar In Haarlem is het volgende van toepassing: • Collectieve dagen : 6 per jaar • Individuele dagen : 5 per jaar In Maastricht is het volgende van toepassing:
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
53
• Collectieve dagen : 4-7 per jaar (Wordt per jaar bekeken) • Individuele dagen : 9 per jaar24 In Nijmegen kan dit zo worden samengevat: • Collectieve dagen : 12 per jaar • Individuele dagen : 2 per jaar tot 24.00 uur Conclusie Zoals aangegeven kan elke gemeente zijn eigen beleid ontwikkelen. Dit is uiteraard een proces van overleggen, aanpassen en weer overleggen. De gemeente Haarlem is op dit moment bezig het beleid aan te passen, zodat er meer tevredenheid is binnen de gemeente en onder de horecaondernemers. Op het eerste gezicht lijkt het of Dordrecht wat weinig individuele dagen heeft voor de ondernemers, net als in Nijmegen. Dit wordt wel weer gecorrigeerd met het aantal collectieve dagen. Door enkele ondernemers werd aangegeven dat er in het algemeen ruimer omgesprongen moet worden met de vergunningen voor geluidsbeleid. Dit is een aanwijzing dat er overleg moet plaatsvinden over het aantal evenementendagen en geluidsnormen die aan te vragen zijn in Dordrecht.
1
Dhr Bruinen, wethouder Maastricht Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
54
Hoofdstuk 6 Conclusies en Aanbevelingen In de afgelopen vier maanden hebben wij als projectgroep onderzoek gedaan naar het functioneren van de horeca in Dordrecht. Eerst zijn er enquêtes en interviews afgenomen. Sommige resultaten hiervan zijn landelijk vergeleken en/of gebenchmarkt. Over de belangrijkste marktsignalen uit hoofdstuk 2, 3 en 4 en conclusies uit hoofdstuk 5 zijn aanbevelingen gedaan. Naast het doen van aanbevelingen wordt er ook gebruik gemaakt van trends en ontwikkelingen uit het Kompas voor beleid. Om een evenwichtige verbetering aan te brengen in het functioneren van de Dordtse horeca, zijn aanpassingen nodig op verschillende aandachtsgebieden. In dit hoofdstuk worden over de meest relevante onderwerpen, die ter sprake zijn gekomen in het rapport, aanbevelingen gedaan. De totale combinatie van alle conclusies en aanbevelingen is volgens ons een goede leidraad om te gebruiken bij een verder onderzoek en/of het verbeteren van de horeca in Dordrecht.
6.1
Voorlichting aan de horecaondernemers • • •
Uit de enquêtes komt naar voren dat de bewoners van de Drechtsteden vinden dat het horecaaanbod van Dordrecht voldoende is (Hoofdstuk 2, paragraaf 2.4.3). Uit de interviews van de ondernemers is naar voren gekomen dat de reactietijd van de gemeente laag beoordeeld is (Hoofdstuk 3, paragraaf 3.3.4). Er zijn een aantal ondernemers die hebben geklaagd over het geluidsbeleid van de gemeente. (Hoofdstuk 3, paragraaf 3.3.4 en bijlage 3.6)
•
In hoofdstuk 4 landelijke vergelijking, paragraaf 4.3 kan men zien dat de omloopsnelheid van faillissementen en starters in Dordrecht, hoger ligt dan de omloopsnelheid landelijk. Het aantal faillissementen en startende bedrijven in Dordrecht neemt toe.
De hierboven genoemde marktsignalen en conclusies, uit de verschillende hoofdstukken van het rapport, hebben betrekking op de volgende aanbeveling. Aanbeveling: Nieuwe horecaondernemers moeten duidelijker voorgelicht en beter begeleid worden bij het startersproces. Daarnaast moet de gemeente Dordrecht de gemeentelijke beleidsmaatregelen aanscherpen zodat er minder startende ondernemingen komen. Toelichting op de aanbeveling Als een ondernemer een nieuwe horecaonderneming wil starten in Dordrecht zal de gemeente de ondernemers beter moeten voorlichten. Er moet goed gekeken worden naar wat voor onderneming er in Dordrecht gewenst is, gekeken naar de vraag en waar de onderneming het beste op zijn plaats is. De gemeentelijke beleidsmaatregelen: horeca- en vestigingsvergunningen, bestemmingsplan, algemene maatregelen van bestuur, moeten worden aangescherpt, hierdoor wordt het minder aantrekkelijk voor nieuwe horecaondernemers om zich te vestigen in Dordrecht. Gekeken naar het aantal faillissementen en starters in Dordrecht moet de gemeente nieuwe ondernemers duidelijk voorlichten over de positie van de horeca in Dordrecht en beter begeleiden bij het startersproces. De reeds gevestigde ondernemingen moeten ook goede voorlichting krijgen over de positie van de horeca in Dordrecht. Zo krijgen zij de mogelijkheid hun onderneming te verbeteren en te ontwikkelen wat leidt tot omzetstijging. Bestaande ondernemingen moeten de mogelijkheid krijgen hun onderneming sterk te positioneren in de markt. Wanneer ondernemers er voor kiezen een horecaonderneming te starten in Dordrecht, moeten zij goede voorlichting krijgen over regels, wetgeving, vergunningen van de horeca en precariorechten in Dordrecht. De KHN kan hierbij ook een voorlichtende rol aannemen. Een ontwikkelingsmaatschappij horeca zou kunnen worden opgezet. Zo is er een instelling die tussen de gemeente, andere instellingen en de horecaondernemers staat. Deze instelling moet over alle informatie van de horeca in Dordrecht beschikken zodat alle partijen van de juiste informatie op de juiste tijd kunnen worden voorzien. Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
55
Deze ontwikkelingsmaatschappij kan de gemeente helpen zodat de juiste onderneming op de juiste plaats gevestigd wordt waardoor er een sterkere startpositie van de onderneming gecreëerd wordt.(bestemmingsbeleid) Vanuit deze maatschappij kan een horecacoördinator aangesteld worden. Deze coördinator kan nieuwe starters helpen en ondernemers voorlichting geven zodat geen verkeerde verwachtingen geschept worden. Mogelijkheden om de ontwikkelingsmaatschappij tot stand te laten komen zijn: Subsidies door de gemeente Dordrecht, lidmaatschappen van horecaondernemers en andere belanghebbenden zoals de KHN. (zie bijlage 6.2)
6.2
Onderzoek
Financieel • De resultaten van de interviews zijn tegengevallen, omdat de meeste ondernemers hun financiële cijfers niet bekend konden of wilden maken (Hoofdstuk 4paragraaf 4.2 & hoofdstuk 3 paragraaf 3.3.5).
De hierboven genoemde marktsignalen en conclusies, uit de verschillende hoofdstukken van het rapport, hebben betrekking op de volgende aanbeveling. Aanbeveling: Verder onderzoek verrichten naar financiële gegevens van horecaondernemingen in Dordrecht. Toelichting op de aanbeveling: Wanneer men een exact overzicht wil van de omzet, resultaat, huur- en pachtgegevens van de horecaondernemingen, wordt aangeraden om een verder onderzoek te doen. Vooraf moeten de ondernemers duidelijk ingelicht worden over het belang van het onderzoek en de te verwachte resultaten en effecten, zodat zij sneller meewerken en de juiste gegevens kunnen verstrekken. Verder is het ook nog mogelijk om de ondernemers die deelnemen aan het onderzoek, te stimuleren door bijvoorbeeld extra ondersteuning tijdens evenementen. Vraag / Aanbod • Uit het onder de bewoners gehouden onderzoek komt naar voren dat 'aanbod hotels' als onvoldoende beoordeeld wordt (Hoofdstuk2paragraaf 2.4.3) • Onder de ondernemers zijn er maar weinig horecaondernemers die aangeven zich te richtten Op disCOgangerS. (Hoofdstuk3,paragraaf 3.3.3)
• •
De bewoners van de Drechtsteden vinden dat er voldoende horeca-aanbod is, de ondernemers vinden dat het aanbod van de horeca gemiddeld is (Hoofdstuk 2paragraaf 2.4.3, Hoofdstuk 3,paragraaf 3.3.4). Wanneer men naar het hoofdstuk landelijke vergelijking kijkt ligt Dordrecht gemiddeld 5,5 horecagelegenheden onder het gemiddelde vergeleken met de Nederlandse cijfers per 10.000 inwoners. (Hoofdstuk4paragraaf
•
4.4.1)
Uit de gegevens komt naar voren dat Dordrecht geen discotheken heeft. Het blijkt uit de benchmark dat alle steden van gelijke grootte wel discotheken hebben, die ingeschreven staan bij de KvK. (Hoofdstuk 5, paragraaf 5.9)
•
Dordtenaren gaan snel naar de grote stad Rotterdam toe, vanwege het grote aanbod van Uitgaansmogelijkheden (Hoofdstuk5paragraaf
5.9).
De hierboven genoemde marktsignalen en conclusies, uit de verschillende hoofdstukken van het rapport, hebben betrekking op de volgende aanbeveling. Aanbeveling: Verder onderzoek verrichten naar de vraag en aanbod van de horeca in Dordrecht. Toelichting op de aanbeveling: Wanneer overwogen wordt meer horecaondernemingen te openen in Dordrecht, wordt geadviseerd een onderzoek naar de vraag en aanbod van horeca in Dordrecht te doen. Verder is er een landelijke Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
56
ontwikkeling waar te nemen in de vraaggestuurde markt. Het is belangrijk om in te spelen op de vraag van de consument. Promotie • Een landelijk werkend onderzoeksbureau heeft aangetoond dat er een stijging van de bezoekersaantallen in de binnenstad heeft plaatsgevonden/Op^racto gemeente Dordrecht) • Er zijn verder geen resultaten bekend over de effectiviteit van promotiecampagnes. (Hoodfstuks, paragraaf 5.10)
•
Uit de benchmark komt niet naar voren dat Dordrecht iets aan het promotiebeleid moet aanpassen (Hoodfstuk 5, paragraaf '5.10)
De hierboven genoemde marktsignalen en conclusies, uit de verschillende hoofdstukken van het rapport, hebben betrekking op de volgende aanbeveling. Aanbeveling: Onderzoek de effectiviteit van de promotiecampagnes. Toelichting op de aanbeveling: Er moet een onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van de promotiecampagnes om te controleren wat de respons is van de campagnes. Op deze manier kan er nagegaan worden of de campagnes zich richten op de juiste doelgroepen, de juiste plaatsen en tijden. Er vinden al verschillende promotieactiviteiten plaats. Dit zijn onder andere: • Promoten goedkoop parkeren • Promoten gebruik openbaar vervoer • Verspreiden VW Uit-krant • Promotie Fast Ferry / Waterbus / Stadsbus Voor onder andere deze punten kan gecontroleerd worden of het doel van de promotiecampagne wordt bereikt. Wanneer het doel niet volledig bereikt wordt of de respons te laag is, moet er nagedacht worden over nieuwe verbeterde promotionele activiteiten. • •
Uit de enquêtes is naar voren gekomen dat de bereikbaarheid van de binnenstad, met als onderdeel pollers, laag is beoordeeld door de ondervraagden (Hoofdstuk 2, paragraaf 2.4.3) Uit de benchmark blijkt dat Dordrecht in verhouding met het aantal bezoekers weinig hotels heeft. Ook blijkt dat .er weinig toeristen blijven ovemachten.fHoofdstuk 5, paragraaf 5.8)
Naar aanleiding van de voorgenoemde punten kunnen de volgende aandachtspunten opgesteld worden voor nieuwe promotionele activiteiten: • Positieve aspecten van een autoluwe binnenstad Een autoluwe binnenstad betekent bijvoorbeeld een kindvriendelijkere binnenstad en een rustig winkelgebied zonder auto's. Op deze manier beinvloedt men zowel de opinie van de horecaondernemers op een positieve manier als van de bezoekers en bewoners van de stad. • Hotelarrangementen tijdens evenementen in samenwerking met de WV Dit is een stimulans voor toeristen om langer te blijven, zodat ze vaker overnachten.
6.3
Bereikbaarheid •
Er is uit de enquêtes en interviews naar voren gekomen dat de ondervraagden niet tevreden zijn met de parkeertijden en parkeerkosten die in Dordrecht gehandhaafd worden. (Hhoofdstuk 2 en 3, paragraaf 2.4.3 En 3.3.4)
• •
Ook is gebleken dat de ondervraagden niet tevreden zijn met de kortste maximale parkeertijd van parkeermeters in het centrum. (Hoofdstuk2 en 3, paragraaf 2.4.3 En 3.3.4) Uit de enquêtes van de bewoners van de Drechtsteden is naar voren gekomen dat de ondervraagden "de ligging van de parkeergelegenheid", "de bereikbaarheid van de
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
57
binnenstad" en "parkeerkosten" als laagste punten binnen het parkeerbeleid van Dordrecht beschouwen (Hoofdstuk2, paragraaf 2.4.3).
• •
Uit de interviews is gebleken dat de factor parkeergelegenheid de hoogste prioriteit heeft voor de ondervraagden om aangepakt te worden. (Hoofdstuk3, paragraaf 3.3.4) Ook is naar voren gekomen dat de factoren bereikbaarheid en pollers als laagste zijn beoordeeld (Hoofdstuk 3, paragraaf 3.3.4).
•
• • • •
•
Tijdens het afnemen van de interviews, is de indruk gewekt dat er onvoldoende vooronderzoek is gedaan door de gemeente Dordrecht, naar het effect van de pollers op de binnenstad. Uit de benchmark is gebleken dat er in Dordrecht 's avonds langer betaald moet worden voor het parkeren dan in andere steden (Hoofdstuk 5, paragraaf 5.3). De kosten van het parkeren liggen op gemiddelde hoogte als men kijkt naar de andere steden die gebenchmarkt zijn en de G26 steden. Er geldt nachtopenstelling in de parkeergarages en kan men op zondag op straat en op parkeerterreinen vrij parkeren. (Hoofdstuk 5, paragraaf s.4). De parkeergarages van Dordrecht zijn gesitueerd rond het zuid, zuidwesten van de binnenstad. Als er gekeken wordt naar steden waarmee gebenchmarkt is, blijkt dat zij allemaal parkeergarages hebben rondom het autoluwe gebied. Ook is gebleken dat in de andere steden de expeditietijden vroeger beginnen voor het bestemmingsverkeer (zie bijlage 5.5.2 t/m 5.5.5).
De hierboven genoemde marktsignalen en conclusies, uit de verschillende hoofdstukken van het rapport, hebben betrekking op de volgende aanbeveling. Aanbeveling: De gemeente moet ervoor zorgen dat de (binnen)stad beter bereikbaar wordt. Toelichting op de aanbeveling Door de parkeertijden 's avonds te verkorten, en aan de bevolking duidelijk te maken dat het parkeren in Dordrecht niet duurder is dan elders in Nederland wordt de drempel lager om met de auto naar de binnenstad te gaan. Geadviseerd wordt om de parkeertijden te verkorten tot IS.OOh 's avonds en op koopavonden tot 21 .OOh. Tevens moet de kortst maximale parkeertijd van parkeermeters in het centrum verlengd worden naar minimaal l uur. De nachtopenstelling van de parkeergarages en het vrij parkeren op zondag op straat en op parkeerterreinen moet gehandhaafd blijven. Aanbevolen wordt om meer parkeergelegenheid in en rondom het centrum van Dordrecht te creëren. Daarbij zou ook gedacht kunnen worden aan het herindelen van het parkeerterrein op de Grote Markt. Als men kijkt naar het "Verkeersplan Schil" raden wij aan scenario 2 verder uit te werken. Dit houdt onder andere in dat er parkeergarages moeten worden gebouwd aan de Oost en Zuidoost kant van de stad. Dit scenario geeft een goede routing van de verkeersstroom, en parkeergelegenheid weer. Doordat een groot deel van het centrum autoluw is geworden wordt de verkeersdruk in de gebieden rondom het autoluwe gebied groter. Geadviseerd wordt om een beter bewegwijzeringsysteem aan te brengen rondom het pollergebied en bij het binnenrijden van de stad. Met betrekking tot de expeditietijden raden wij aan het pollergebied al vanaf 06.00 uur open te stellen voor bestemmingsverkeer. Het is een landelijke trend dat de hedendaagse consument de bereikbaarheid van de binnenstad steeds belangrijker gaat vinden. Al deze aanbevelingen zorgen voor een betere bereikbaarheid van de binnenstad1. Als men kijkt naar de effecten die het pollerbeleid hebben gehad op de stad, wordt aanbevolen om in de toekomst bij elke nieuwe ingreep aan de stad een uitgebreid vooronderzoek te doen. Men heeft dan een duidelijk beeld over wat de effecten zullen zijn van een ingreep aan de stad en hier kan dan vervolgens meer rekening mee gehouden worden. 25
Kompas voor beleid voor 2004 Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
5g
6.4
Samenleving •
De gemeente zou soms te gemakkelijk denken over het ondernemerschap en gewenst wordt dat de gemeente meer moet luisteren en meedenkt met de ondernemers (zie Hoofdstuk 5, paragraaf 5.7).
•
Uit de interviews is gebleken dat bijna de helft van de ondervraagden nog nooit heeft Samengewerkt (Hoofdstuk3, paragraaf 3.3.4).
• •
De meerderheid van de horecaondernemers zeggen samen te willen werken, maar ondernemen verder weinig. De horecaondernemers van Dordrecht vormen geen front, zeker niet als er financiële risico's mee gepaard gaan (Hoofdstuk5,paragraaf
• •
5.7).
De voordelen van samenwerking worden niet altijd ingezien en de ondernemers zien samenwerken soms juist als een bedreiging (Hoofdstuk 3, paragraaf 3.3.4). Het is opgevallen dat de horecaondernemers elkaar weinig gunnen en dat er tevens geklaagd wordt over de gemeente.
De hierboven genoemde marktsignalen en conclusies, uit de verschillende hoofdstukken van het rapport, hebben betrekking op de volgende aanbeveling. Aanbevelingen: De ondernemingscultuur moet verbeterd worden. Toelichting op de aanbeveling Er moet getracht worden om de mentaliteit van de ondernemers onderling en naar de gemeente toe te verbeteren. Er moet meer overleg plaatsvinden tussen de gemeente, KHN en de ondernemers. Tijdens deze bijeenkomsten kan het samenwerken besproken worden. Hierdoor kan een betere vertrouwensband ontstaan tussen de ondernemers, waardoor samenwerken vergemakkelijkt word, en de heersende mentaliteit verandert. Er wordt door de KHN aangegeven dat naar mate de risico's groter worden, de samenwerking ook moeilijker wordt. Als de gemeente, ondernemers een aantal keer extra ondersteund bij het organiseren van evenementen kan een goede start gemaakt worden voor toekomstige samenwerking tussen zowel de ondernemers als tussen de ondernemers en de gemeente.
Tijdens dit onderzoek zijn de meningen onderzocht van de bewoners van de Drechtsteden en de horecaondernemers van Dordrecht. In de toekomst kan er eventueel gekeken worden naar de mening van de gemeente Dordrecht.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
59
Begrippenlijst AMvB:
De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) bevat algemene voorschriften ter voorkoming van of beperking van gevaar, schade of hinder die veroorzaakt kunnen worden.
APV:
De Algemene Plaatselijke Verordening wordt ook wel "het gemeentelijke strafrecht" genoemd: hierin staan allerlei verboden waarvan de overtreding strafbaar is, maar ook allerlei vergunningen.
Autoluwbeleid:
Beleid voor een autowerende omgeving
Autovrijbeleid:
Beleid voor een autovrije omgeving.
Benchmark:
Een benchmark is een referentiepunt waartegen dingen worden afgezet.
Beroepsbevolking:
Volgens deze definitie worden tot de beroepsbevolking gerekend: personen die tenminste twaalf uur per week werken, of personen die werk hebben aanvaard waardoor ze tenminste twaalf uur per week gaan werken, of personen die verklaren tenminste twaalf uur per week te willen werken, daarvoor beschikbaar zijn en activiteiten ontplooien om werk voor ten minste twaalf uur per week te vinden. Van de beroepsbevolking worden personen die tenminste twaalf uur per week werken tot de werkzame beroepsbevolking gerekend en degenen die niet of minder dan twaalf uur per week werken tot de werkloze beroepsbevolking.
Betrouwbaarheid:
Onderzoek is betrouwbaar indien de resultaten niet afhankelijk zijn van het toeval. Als dezelfde meting onder dezelfde omstandigheden nogmaals worden uitgevoerd, ontstaan dezelfde resultaten.
Chi-square:
Met een chi-square(chi-kwadraat) toets kan onderzocht worden of er een statistisch significant verband bestaat tussen twee nominale/ordinale variabelen.
Concurrerende benchmark:
Informatie vergelijken bij tenminste één concurrerende stad die uitblinkt in precies die processen die we willen bestuderen.
Desk research:
Onderzoeksstrategie waarbij gebruik gemaakt wordt van bestaand materiaal. Onder desk research vallen onder andere literatuur onderzoek en inhoudsanalyse.
Dichotome variabele: Dit is een variabele die maar twee waarden kan aannemen. Bijvoorbeeld ja/nee-vragen, en een begrip als sekse. Doelbewuste gasten:
Gasten die van te voren besloten hebben een desbetreffende horecaonderneming te bezoeken.
Drechtsteden:
Hieronder vallen: Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht, Sliedrecht, Hendrik Ido Ambacht, 's Gravendeel en Alblasserdam. Wanneer er in dit rapport gesproken wordt over de Drechtsteden zal Dordrecht buiten beschouwing
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
60
worden gelaten. Enquête:
Onderzoeksstrategie waarbij een (groot) aantal personen mondeling, schriftelijk of telefonisch op een systematische manier wordt ondervraagd.
Excel:
Spreadsheets programma
Faillissement:
Een van rechtswege gelegd (conservatoir) beslag op alle tegenwoordige en toekomstige goederen (het gehele vermogen) van de schuldenaar en in de regel de executie van het gehele vermogen voor alle schuldeisers.
Field research:
Het verkrijgen van nieuwe gegevens aan de hand van interviewen en observeren zonder daar bestaande bronnen voor te raadplegen.
G26:
De 26 grote steden van Nederland, exclusief Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag.
Gestratificeerde steekproef:
Steekproef waarbij vooraf is bepaald hoeveel objecten met bepaalde waarden op bepaalde variabelen erin terecht moeten komen (aselect)
Homogeniteit:
Van gelijke oorsprong
HOP:
Horeca Overleg Platform; een bijeenkomst van onder andere horecaondernemers, gemeente Dordrecht, KHN, Kamer van Koophandel en politie.
Hypothesetoetsend:
Het toetsen van een als voorlopige waarheid aangenomen veronderstelling.
Interval:
Bij een meting met een intervalschaal kun je het verschil tussen twee meetwaarden berekenen en dat verschil vergelijken met andere verschillen tussen meetwaarden. Een interval schaal kent geen "natuurlijk nulpunt".
Interview:
Mondeling vraaggesprek met als doel het verzamelen van informatie uit mededelingen van de ondervraagde personen.
Interview "thuis":
Een vorm van actieve werving van respondenten die mondelinge/ persoonlijke, face to face 'thuis' wordt afgenomen.
Kruistabel:
In een kruistabel worden twee variabelen tegen elkaar afgezet.
Kwalitatief Onderzoek: Kwantitatief Onderzoek:
Verzamelen van meningen, houdingen en gedrag van een onderzoeksgroep. Het onderzoek is diepgaander dan een kwantitatief onderzoek. Onderzoek waarbij de gegevens getalsmatig worden meegegeven. Het onderzoek is minder diepgaand dan een kwalitatief onderzoek.
Maaltijdverstrekkers:
Bistro, Restaurant, Café-restaurant, Wegrestaurant
Marktanalyse:
Het onderzoeken van de interne en externe omgevingsfactoren van Dordrecht
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
61
Marktsignalen:
Dit zijn signalen die naar voren komen uit de markt (Hier: de ondervraagde doelgroep). Deze signalen geven de mening van bepaalde groepen uit de markt weer.
Multiple Response:
Het verwerken van meerdere antwoorden op eenzelfde vraag
Niet-concurrerende Benchmark:
Informatie vergelijken over processen die wij willen verbeteren door processen van niet-concurrerende steden met die van Dordrecht te vergelijken.
Nominaal:
Als de waarden van een variabele eigenlijk alleen maar namen zijn, spreken we van een nominale schaal. Bij een nominale schaal verdeelt men de objecten in categorieën. Als er slechts 2 categorieën zijn spreken we van een dichotome schaal. Bijv. man/ vrouw.
Non-response:
Percentage geplande gesprekken in een enquête dat geen doorgang vindt, ondermeer door weigeringen.
Omgevingsfactoren:
Interne en externe factoren die invloed hebben op de situatie. Deze zijn onder te verdelen in micro-, meso-, en macro omgevingsfactoren.
Omgevingsfactoren:
Hieronder worden de volgende speculaties verstaan voor en tijdens de onderzoeksfase: Regelgeving, stadsontwikkelingen, veiligheid, criminaliteit, parkeerbeleid, bereikbaarheid, sfeer, variëteit, kwaliteit, kwantiteit, imago, omgeving van de onderneming, communicatie, doelgroepen en financiële gegevens. (Deze begripsomschrijving duidt aan wat de projectgroep onder het woord verstaat gedurende een bepaalde periode. Uit de onderzoeksopzet & projectwerkplan)
Omloopsnelheid:
De verhouding/ doorstroming faillissementen en starters ten opzichte van het totale aantal horecabedrijven.
Ontwikkelings Maatschappij Horeca: Deze onderneming kan opgezet worden door de gemeente maar werkt wel onafhankelijk. Daardoor is het een objectief orgaan tussen de ondernemingen en de gemeente. Ordinaal:
Men meet met een ordinale schaal als de schaalwaarden een volgorde van betekenis kennen (orde). In tegenstelling tot meetwaarden van nominaal niveau mag je de volgorde hier niet veranderen. Bijv. opleidingsniveaus (rangorde belangrijk) vbo-mbo-hbo.
Overige wijken:
Reeland, Staart, Oud en Nieuw Krispijn, Zeehaven en Dordtse kil Crabbenhof/Zuidhoven/Wielwijk/Dordtsche Hout, Sterrenburg, Dubbeldam
Parkeervignetten:
Parkeervergunning die afgegeven wordt aan bewoners rondom het centrum, om in een bepaald gebied vrij te parkeren.
Pioniersgeest:
Mentaliteit van een pionier, initiatief om nieuwe wegen te zoeken.
Pollers:
Beweegbare paaltjes die naar boven en beneden kunnen om autoverkeer te mijden ofte reguleren in een bepaald gedeelte van een stad.
Populatiegrootte:
Alle objecten waarover een onderzoek(er) een uitspraak wenst te doen Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
62
Precario:
Dit is een recht van de overheidsinstantie om een belasting te heffen voor het plaatsen van een terras.
PRIS-systeem:
Parkeer Route Informatie Systeem, via een digitaal informatiesysteem, de weggebruiker verwijzen naar de dichtstbijzijnde vrije parkeergarage
Quotasteekproef:
Bij quota-steekproeven is er van een zuivere speling van het toeval geen sprake meer. Men krijgt geen lijst van toevallig getrokken namen en adressen mee, hij mag zelfde te ondervragen personen kiezen. Wel wordt de keuze aan de volgende beperking onderworpen; De keuze moet aan bepaalde verhoudingen (quota) voldoen. De verhoudingen zijn niet toevallig, ze beantwoorden aan een zekere realiteit. Kenmerkend voor de quota-steekproef is dat de onderzoeker een zekere voorkennis heeft over de structuur van zijn populatie, en dat hij die informatie gebruikt bij het ontwerpen van zijn steekproef.
Ratio:
Ratioschalen kennen wel een natuurlijk nulpunt. Voorbeelden van variabelen die je meet op rationiveau zijn; afstand, gewicht, tijdsduur, snelheid enz. Het gevolg van het ontstaan van een natuurlijk nulpunt is dat de verhouding (ratio) tussen meetwaarden bekend kan worden
Representativiteit:
De mate waarin bepaalde kenmerken van de ondervraagden in de steekproef overeenkomen met die van de totale populatie
Resultaat:
Omzet - inslag = Brutowinst. Brutowinst - exploitatiekosten = Nettowinst/ winst voor belasting/ resultaat
Spijsverstrekkende bedrijven:
Deze bedrijven richten zich op de bereiding en verkoop van gemaksvoedsel, in of vanuit een eenvoudig ingerichte zaak.
SPSS:
Statistisch verwerkingsprogramma.
Starters:
De gestarte en opgerichte ondernemingen die ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel. Onder gestarte bedrijven wordt verstaan bedrijven die van plan zijn te beginnen of net zijn begonnen. Onder opgerichte bedrijven wordt verstaan het oprichten van een rechtspersoonlijkheid.
Steekproef:
Gedeelte uit een populatie op basis waarvan uitspraken kunnen worden gedaan over de populatie waaruit de steekproef is getrokken.
Steekproefgrootte:
Aantal objecten in een steekproef.
Validiteit:
Dit slaat op de mate waarin de meting ook werkelijk dat meet watje meten wilt. Validiteit betekent geldigheid. Een meting is valide als de variabele zoals bedoeld overeenkomt met de variabele zoals gemeten.
Variabele:
Voor een onderzoek relevant aspect (of abstracte eigenschap) waarin objecten van elkaar kunnen verschillen.
Variantie:
Een statistische maat voor de spreiding van gegevens.
Waterbus:
Een openbaar vervoersmiddel van plaats A naar B over het water.
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
63
Bronnenlijst Literatuur: •
Brinkman J, Cijfers Spreken, Wolters Noordhoff, Groningen, Derde druk, 2001
•
Brinkman J, De vragenlijst, Wolters Noordhoff, Groningen, Tweede druk, 2000
•
Baarda B.D, Methoden en Technieken, Stenfert Kroese, Groningen, Derde druk, 2001
•
Baarda D.B. en de Goede M.P.M, Methoden en Technieken, Tweede herziene druk, vierde oplage, 1998
•
Chang, R.Y/Kelly, P.K, Benchmarking: vergelijk en verbeter, Richard Chang Associates, Inc,1997
•
Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse, Van Dale Lexicografie, Utrecht, Antwerpen, Taal, 12e druk
•
Kotier P, Marketing for hospitality and tourism, Prentice Hall Inc, London, second edition
•
De Ruyter K, Kwalitatief marktonderzoek, Lemma, Utrecht, 1995
•
De Ruyter K, Kwalitatief marktonderzoek, Lemma, Utrecht, 2001
•
De Schampheleire W., De techniek van de enquête, Acco, Leuven/Amersfoort, zevende druk, 1992
•
De Vocht A, Basishandboek SPSS 10 voor Windows 98, Bijleveld Press, Utrecht, Eerste druk 2000
•
De Vries/ Kasper/ Van Helsdingen, Dienstenmarketing, Tweede druk 1998
•
Kompas voor beleid voor 2004, horeca, bedrijfschap horeca en catering
Internetsites: http://advies.overheid.n1/page.j sp?pageid= 10494 http://www.bimienstadsnianagement.org http://www.horeca.org/ http://www.kenniscentrumgrotesteden.nl http://www.kennisplatform-verdi.nl/mobiliteitsmanagenient/FC%20autoluw.htni http://www.mzhz.nl/ http://www.tbm.tudelft.nl/webstaf/jann/Aluwcvs97.htm http://www.tbm.tudelft.nl/webstaf/iann/CFREE-trb99.htni www.alkmaar.nl www.almere.nl www.amersfoort.nl www.apeldoorn.nl www.arnhem.nl www.bedrijfschaphoreca.nl www.breda.nl www.cbs.nl www.delft.nl www.dordrecht.nl Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
54
www.gsb.nl www.haarlem.nl www.koninklijkehoreca.nl www.kvk.nl www.leiden.nl www.maastricht.nl www.niimegen.nl www.nyfer.nl www.rotterdam.nl www.sociaalgeografischbureau.nl www.wv.nl
Instellingen: Gemeente Dordrecht Bedrijfschap Horeca
Deskundigen: Dhr. Bik, Mevr. Bleeker, Dhr. Bruinen, Dhr. Franssen, Dhr. Plugge, Mevr. Roelofs, Dhr. Veldhuis, Mevr. Bredow, Mevr. Splinter, E.T. Kraaijeveld, J. Grootenboer, Mevr. de Boer,
Kamer van Koophandel Secretaris KHN Drechtsteden Wethouder Maastricht Docent HHM Statistiek Kamer van Koophandel KHN consulent Gelderland Voorzitter KHN Apeldoorn Medewerker Stichting Stadspromotie Almere Medewerker Haarlem promotie Medewerker Stadsontwikkeling Dordrecht Medewerker Publieksbalie Delft Bureauhoofd Regulering afdeling Milieu Haarlem
Project Gemeente Dordrecht Hoge Hotelschool Maastricht februari 2004 -juni 2004
65