PROGRAMMA BEGROTING 2016
1
Gemeente Bellingwedde Hoofdweg 2 9686 AE Wedde Telefoonnummer: 0597-53 71 00 Faxnummer: 0597-53 15 555 E-mail:
[email protected] Internet: www.bellingwedde.nl
2
Voorwoord
Geachte leden van de raad, Voor u ligt de programmabegroting 2016 van de gemeente Bellingwedde. De begroting, die inzicht geeft in de belangrijkste doelen en activiteiten in 2016, staat in het teken van de aanstaande herindeling. De ambities, energie en inspanningen van de gemeente zullen volgend jaar voor een belangrijk deel gericht zijn op een intensievere samenwerking met de buurgemeente en fusiepartner Vlagtwedde en op de voorbereiding van de totstandkoming van de nieuwe gemeente Westerwolde. Daarnaast blijven ook andere belangrijke taken en ontwikkelingen de aandacht van de gemeente vragen. Zo zal de uitvoering van de zorgtaken die in het kader van de decentralisaties in het sociaal domein naar de gemeente overgeheveld zijn het komende jaar doorontwikkeld moeten worden. De gemeente staat voor de uitdaging deze taak met steeds minder middelen en in samenwerking en goed overleg met de inwoners te realiseren. Een andere opgaaf betreft de ontwikkeling van het Cittaslow-keurmerk waar de nieuwe gemeente Westerwolde zich bij aangesloten heeft. Het komend jaar zal de gemeente een begin maken met het geven van een invulling aan dit keurmerk en daarmee het gebied nog aantrekkelijker maken voor inwoners, ondernemers en bezoekers. De gemeente kende een aantal magere jaren waar flink bezuinigd is en waar desondanks niet elk jaar een sluitende begroting en jaarrekening gerealiseerd kon worden. We staan ook het komende jaar voor een lastige uitdaging met soms ingrijpende gevolgen voor de inwoners. Maar voor het eerst in een lange periode zijn we er in geslaagd een begroting te presenteren die niet alleen in het voorliggende jaar een voordelig rekeningsaldo van € 171.000 laat zien, maar ook in het meerjarenperspectief positief uitkomt. Ook op een ander front is er goed nieuws te melden. Met name op het gebied van de afvalstoffeninzameling zijn we er in samenwerking met de inwoners in geslaagd steeds efficiënter te werken met als gevolg een substantiële en structurele verlaging van de inzamelingskosten. Dit vertaalt zich in een substantiële verlaging van aan de burgers in rekening te brengen afvalstoffenheffing. Dit neemt niet weg dat de gemeente alle zeilen bij zal moeten zetten om de uitdagingen en taken waar zij voor gesteld staat binnen het huidige budget te realiseren. Het college heeft hier alle vertrouwen in. Wij hopen met de gepresenteerde begroting een helder beeld geschetst te hebben van de activiteiten, doelen en uitdagingen die we in samenwerking en overleg met u het komende jaar willen oppakken en voortzetten.
De burgemeester en wethouders van de gemeente Bellingwedde, De secretaris, A. Doornbos
De burgemeester, J. Snijder-Hazelhoff
3
4
Inhoudsopgave: I.
Beleidsbegroting
7
Programma I Inwoners Programma 2 Omgeving Programma 3 Gebied Programma 4 Bestuur Algemene dekkingsmiddelen
8 20 27 33 38
Paragrafen Paragraaf 1: Paragraaf 2: Paragraaf 3: Paragraaf 4: Paragraaf 5: Paragraaf 6: Paragraaf 7: Paragraaf 8: Paragraaf 9:
41 42 45 51 57 59 61 64 66 71
II.
Lokale belastingen en heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheer Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Krimp Interbestuurlijk toezicht
Financiële begroting
81
Overzicht lasten en baten Toelichting op het overzicht van lasten en baten Uiteenzetting van de financiële positie
82 83 87
Afkortingenlijst
89
5
6
I.
Beleidsbegroting
7
Programma 1 Inwoners Deelprogramma 1.1 Onderwijs Portefeuillehouder
L. van der Tuin
Beleidsstukken
Startnotitie Lokaal Educatieve Agenda (2012) Beleidsnotitie “Onderwijshuisvesting in Bellingwedde” (2013)
Wat willen we bereiken?
1. Voldoen aan de eisen van de Wet OKE voor wat betreft doelgroepenbereik, maximale groepsgrootte, leidsterkind-ratio en aanbod aantal dagdelen voorschoolse educatie in de peuterspeelzalen. 2. Voldoen aan de eisen Wet Primair Onderwijs voor wat betreft het maken van resultaatafspraken op het gebied van vroegschoolse educatie tussen gemeente met schoolbesturen. 3. Voortzetten van het beleid vroegsignalering en preventie van onderwijs- en ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen. Afronding van de projectperiode OAB 20102015. 4. Regelmatig bestuurlijk en uitvoerend overleg inzake de Lokaal Educatieve Agenda. 5. Duurzame onderwijsvoorzieningen voor basis- en voortgezet onderwijs alsmede voor voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzalen) met het oog op de verwachte bevolkingsdaling in de gemeente.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Faciliteren peuterspeelzaalwerk om te voldoen aan de Wet OKE. 2. Werkbijeenkomsten tussen gemeente en schoolbesturen organiseren om de resultaatafspraken vroegschoolse educatie te concretiseren. 3. In het convenant “Doorgaande lijn peuterspeelzalen – basisonderwijs” is inhoudelijk vastgelegd hoe activiteiten in het kader van taalstimulering en de doorgaande lijn worden uitgevoerd. Daarnaast stellen de uitvoerende organisaties (Bibliotheek, GGD, peuterspeelzalen en scholen) activiteitenplannen op voor de uitvoering van hun OAB-activiteiten. 4. Uitvoering geven aan stuurgroep- en werkgroepoverleg Lokaal Educatieve Agenda (LEA). 5. A. Uitwerking projectplan Brede Wijkvoorziening Blijham. In dit projectplan zijn de afspraken tussen gemeente en de beide schoolbesturen vastgelegd om in Blijham te komen tot “Twee scholen onder één dak”, op de locatie Koningsspil. B. Actieve betrokkenheid bij ouderinitiatief voor 1 onderwijs-voorziening in Bellingwolde. De gezamenlijke ouderraden van de scholen in Bellingwolde stellen samen met CMO/STAMM een plan op om te komen tot een gezamenlijke onderwijsvoorziening in Bellingwolde. 8
Indicatoren
1. Verantwoording Stichting Peuterspeelzalen gemeente Bellingwedde (SPGB) over doelgroepenbereik, groepsgrootte, leidster-kindratio en aangeboden dagdelen. 2. Afspraak met schoolbesturen over de te leveren resultaatgegevens. 3. Verantwoording GGD over preventieactiviteiten, vroegsignalering en toeleiding zorgkinderen naar voorzieningen, waar mogelijk onderbouwd in cijfers. Verantwoording Biblionet over taalstimuleringsactiviteiten. Verantwoording SPGB en scholen over versteviging doorgaande lijn. Verantwoording scholen over de schoolspecifieke plannen. 4. Verslaglegging en rapportage bestuurlijk en uitvoerend LEA. 5. A. Realisatie Brede Wijkvoorziening in Blijham. B. Toekomstvisie van de oudergeledingen op onderwijshuisvesting in Bellingwolde.
9
Deelprogramma 1.2 Sociaal/cultuur Portefeuillehouder
L. van der Tuin
Beleidsstukken
Nota Cultuurbeleid 2010-2013 Museumbeleidsplan 2014-2017
Wat willen we bereiken?
1. Implementeren en uitvoeren nieuwe Nota Cultuurbeleid die in 2016 ter vaststelling wordt aangeboden aan de raad. 2. Instandhouding adequaat (sociaal-cultureel) voorzieningenniveau voor wat betreft leefbaarheid in de kernen met in achtneming van de bevolkingsdaling. 3. Instandhouding van kunst- en cultuureducatie. 4. Nieuwe juridische vorm voor het muziekonderwijs, meer muziekonderwijs op basisscholen en aantrekkelijker aanbod voor jongeren. 5. Toekomstgerichte bibliotheekvoorzieningen tegen acceptabele kosten. 6. Conform raadsbesluit het Museum de Oude Wolden (MOW) verzelfstandigen. 7. Uitvoering geven aan het beleidsplan MOW 2015-2017 met een accent op samenwerking.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Regionale inventarisatie culturele voorzieningen en samenwerkingsvormen in samenwerking met buurgemeenten; gestalte geven aan regiobrede culturele samenwerking. 2. Deelname aan de Grunneger Weke. 3. In samenwerking met Vlagtwedde inzetten op erfgoedtraject van CultuurClick Groningen ten behoeve van het onderwijs. 4. Voorbereiding treffen voor het omvormen/ontmantelen van de gemeenschappelijke regeling Muziekschool OostGroningen. Het aanpassen van het aanbod muziekonderwijs. 5. Uitvoering geven aan inhoudelijke bibliotheekvernieuwing met de nadruk op leesbevordering en laaggeletterdheid. Herpositionering bibliotheekvoorziening in De Meet in Bellingwolde. 6. Plan van aanpak maken en in 2016 grotendeels afronden. 7. Opstellen en uitvoeren van een werkplan 2016.
Indicatoren
1. Er is een significante ontwikkeling met betrekking tot de samenwerking in de regio: er wordt intensief samengewerkt, ook in de uitvoering. De verbanden tussen de voorzieningen zijn zichtbaar en bruikbaar. 2. De Grunneger Weke is succesvol verlopen. 3. Prestatieafspraken met CultuurClick Groningen voor het aandeel jongste kinderen. 4. Toename van het aantal kinderen uit onze gemeente dat deelneemt aan muziekonderwijs. 5. Goed bereikbare en duurzame bibliotheekvoorzieningen binnen de gemeente met een hoge participatie van burgers. Bibliotheek nieuwe stijl in De Meet. 6. Het plan van aanpak is ter informatie aan de raad gezonden en in 2016 is zoveel voortgang geboekt dat in 2017 de verzelfstandiging afgerond kan worden. 10
7. Het werkplan 2016 is ter informatie aan de raad gezonden, uitgevoerd en de samenwerking met diverse partijen als museum Oudeschans, de Burcht etc. heeft tot concrete meerwaarde geleid.
11
Deelprogramma 1.3 Sport en bewegen Portefeuillehouder
B. Huizing
Beleidsstukken
Lokaal Gezondheidsbeleid 2013-2016 Plan van aanpak GezondIn: Gezond In De Stad (GIDS)
Wat willen we bereiken?
1. Het stimuleren van een gezonde leefstijl van de lokale bevolking door het bieden van preventieactiviteiten en informatievoorziening rondom leefstijl. 2. Vergroten bereik en intensiveren activiteiten van de drie sportdorpen in de gemeente en daarmee in stand houden van een dekkende infrastructuur van sport, zorg, onderwijs en welzijn.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Bevorderen van leefstijlinterventies door te blijven investeren in informatievoorziening en samenwerking met betrokken partners vanuit sport, zorg, onderwijs en welzijn. Stimuleren van beweegactiviteiten bij het jonge kind. Uitbreiding uren vakleerkracht gymnastiekonderwijs. 2. Verenigingsondersteuning bieden en sportverenigingen stimuleren om vernieuwende recreatieve laagdrempelige activiteiten op te zetten. Urenuitbreiding consulent Huis voor de Sport voor uitvoering Plan van aanpak GezondIn (GIDS).
Indicatoren
1. Daadwerkelijke uitvoering van preventieactiviteiten en informatievoorziening. Invoering Nijntje beweegdiploma. 2. Jaarlijkse monitoring van activiteiten binnen de sportdorpen door de sportcoördinator Huis voor de Sport Groningen.
12
Deelprogramma 1.4 Werk en inkomen Portefeuillehouder Beleidsstukken
W. ‘t Mannetje
Visiedocument ‘Zo kin t ook’ (2014) Beleidsnotitie ‘ Bellingwedde benut kansen voor werkzoekenden’ (2013) Participatiewet en aanverwante verordeningen (2014) Beleidsinstructie/-regels verhaal en terugvordering (2014) Verordening sociale participatie (2013) Beleidsregels minimabeleid (2014)
Wat willen we bereiken?
1. Een goede uitvoering van de Participatiewet met een stevige poortwachtersfunctie om instroom in de uitkering te voorkomen. 2. Een intensieve re-integratie aanpak om zoveel mogelijk uitstroom uit de uitkering te realiseren. 3. Het bevorderen van maatschappelijke participatie voor degenen voor wie het vinden van een reguliere of gesubsidieerde baan niet binnen de mogelijkheden ligt. 4. Een goede uitvoering van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening. 5. Zorgen voor een passend Armoedebeleid.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Een streng doch rechtvaardig handhavingsbeleid toepassen op naleving van de verplichtingen voor bijstandsgerechtigden die samenhangen met het verstrekken van een inkomensvoorziening. Hiertoe de poortwachtersfunctie versterken en efficiency bij de reintegratie-instrumenten vergroten. Ook het opleggen van maatregelen past binnen deze opzet. 2. De werkcoach kent de werkzoekende, de (on)mogelijkheden voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden en weet werkzoekenden op een effectieve wijze te bemiddelen naar (on)betaald werk mede door de inzet van het Trainings- en Diagnose Centrum (TDC). Er wordt strak gestuurd op de effectiviteit van het TDC. Per werkzoekende wordt een intensief reintegratietraject op maat gemaakt dat gericht is op arbeidsinschakeling. 3. De tegenprestatie toepassen op de doelgroep van de Participatiewet. 4. Er wordt met betrekking tot schuldhulpverlening gewerkt aan de hand van het daartoe vastgestelde beleidsplan en de beleidsregels op grond van de Wgs. 5. Het gemeentelijk Armoedebeleid wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Leergeld, Jeugdsportfonds en de Voedselbank, waaraan de gemeente een financiële bijdrage verstrekt. De gemeente Bellingwedde biedt de minima een collectieve zorgverzekering aan.
Indicatoren
1. Het aantal uitkeringsgerechtigden neemt af. 2. Het aantal uitkeringsgerechtigden (WWB, IOAW, IOAZ en Bbz) dat uitstroomt naar betaalde arbeid bedraagt 30. 3. Het aantal uitkeringsgerechtigden met grote afstand tot de arbeidsmarkt dat een tegenprestatie naar vermogen levert 13
bedraagt 50 %. 4. Inwoners met problematische schulden worden binnen 4 weken geholpen en het aantal budgetbeheerklanten (= zwaar) in het kader van de schuldhulpverlening is gedaald naar gemiddeld 53 (25%). 5. Ongeveer 350 huishoudens maken gebruik van voorzieningen op het gebied van armoedebestrijding. Alle gezinnen met een uitkering hebben een ziektekostenverzekering.
14
Deelprogramma 1.5 Maatschappelijke ontwikkeling Portefeuillehouder Beleidsstukken
L. van der Tuin
Visiedocument ‘Zo kin t ook’ (2014) Wmo beleidsplan 2015-2018 (2014) Verordening Wmo 2015 Bellingwedde (2014) Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Bellingwedde (2015) Nadere Regels Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Bellingwedde (2015)
Wat willen we bereiken?
1. Een integrale uitvoering realiseren van het Wmo2015beleid, waarbij zoveel mogelijk ondersteuning lokaal georganiseerd wordt. 2. Het kunnen bieden van een integraal stelsel van ondersteuning aan burgers, waardoor meer mensen kunnen participeren in de samenleving. 3. Uitvoering van ondersteuningstaken vanuit drie dorpskernen. 4. Inzet van vrijwilligers en mantelzorgers en nietprofessionele hulp door organisaties van zorg, welzijn en wonen, om het samenhangend stelsel van ondersteuning aan burgers te realiseren. 5. Realiseren van integrale vroegsignalering en optimaliseren van de werkwijze één gezin- één plan-één regisseur
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Inzetten van het integrale ondersteuningsplan om de vraag van de burger te verhelderen en resultaten te omschrijven, daarbij kosten beheersbaar maken door integrale cliëntadvisering 2. Bevorderen van de beschikbaarheid van een breed aanbod van algemene voorzieningen die de participatiegraad en zelfstandigheid van de burgers verhogen. 3. Faciliteren van (lokale) voorzieningen in drie dorpskernen; betrekken van lokale zorgaanbieders, welzijnsorganisaties en vrijwilligersorganisaties bij de uitvoering. 4. Organisaties worden actief ondersteund bij het inzetten, opleiden en aanwerven van vrijwilligers, mantelzorgers en niet-professionele hulp. 5. Het integrale ondersteuningsplan wordt uitgebreid en ingezet in het gehele sociaal domein; de cliëntadviseur krijgt een centrale regierol bij zorg en ondersteuning.
Indicatoren
1. Uitvoering van de WMO blijft in 2016 binnen het budget; alle nieuwe cliënten hebben een integraal ondersteuningsplan. 2. Het aanbod en gebruik van algemene voorzieningen is in 2016 toegenomen en het gebruik ervan heeft een meetbaar kostenverlagend effect op de individuele kosten in de WMO begroting. 3. In drie dorpskernen is een herkenbare en laag-drempelige toegang voor ondersteuning; uitvoering van (gemeentelijke) ondersteuningstaken concentreert zich in de drie dorpskernen. 4. Het aantal vrijwilligers en andere vormen van nietprofessionale hulp is toegenomen. 5. Eind 2016 zijn alle hulpverleningstrajecten, waarbij de 15
gemeente een rol heeft, ondergebracht in een ondersteuningsplan.
16
Deelprogramma 1.6 Welzijn & zorg Portefeuillehouder Beleidsstukken
B. Huizing & L. van der Tuin
Visiedocument ‘Zo kin t ook’ (2014) Regionaal Kompas 2014-2017 ‘Actief onder Dak’ Accommodatiebeleid Bellingwedde (2004) Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan (2011) Subsidieregeling gemeente Bellingwedde Beleidskader Jeugd (2014) Beleidsplan Jeugdhulp (2014)
Wat willen we bereiken?
1. Uitvoering geven aan het Regionaal Transitie Arrangement en het Groninger Functioneel Model zodat de zorg voor onze jeugd snel en dichtbij georganiseerd is. 2. Instandhouding adequaat (sociaal-cultureel) voorzieningenniveau voor wat betreft leefbaarheid in de kernen met in achtneming van de bevolkingsdaling. 3. Middels subsidiëring van Het Oude Ambt (SWO en MDO) uitvoering geven aan welzijnsactiviteiten en maatschappelijk werk. 4. Versterken lokale, integrale aanpak van wonen, welzijn en zorg.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. A. Verdere invulling geven aan het transformatieproces Jeugdhulp, zodat de pedagogische samenleving en de basisondersteuning versterkt worden en de toeleiding naar de diverse vormen van jeugdhulp al dan niet via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) helder en efficiënt georganiseerd zijn. B. Aansturen op maximale integraliteit tussen het deeldomein Jeugd met de domeinen WMO en Werk & Inkomen binnen het sociaal domein. 2. Dwarsverbanden aanbrengen tussen (planvorming) onderwijsvoorzieningen, sociaal-culturele accommodaties en MFA’s. Herbezinning op infrastructuur Steunstees. 3. Prestatieafspraken (blijven) maken met Het Oude Ambt over gewenste opbrengsten en resultaten met een strakkere koppeling tussen prestaties en budget. 4. Een integrale aanpak toepassen van preventieactiviteiten op het gebied van veiligheid in en om het huis en gezondheid voor zelfstandig wonende ouderen. Uitvoering geven aan Plan van aanpak GezondIn (GIDS) en Kans voor de Veenkoloniën (Wolbert-gelden).
17
Wat mag het kosten? Programma I Inwoners Lasten
* € 1.000
Deelprogramma 1.1 Onderwijs 1.2 Sociaal/cultuur 1.3 Sport en bewegen 1.4 Werk en inkomen 1.5 Maatschappelijke ontwikkeling 1.6 Welzijn & zorg Totaal lasten Baten
* € 1.000
Deelprogramma 1.1 Onderwijs 1.2 Sociaal/cultuur 1.3 Sport en bewegen 1.4 Werk en inkomen 1.5 Maatschappelijke ontwikkeling 1.6 Welzijn & zorg Totaal baten Resultaat voor bestemming Resultaatbestemming
* € 1.000
Toevoeging aan de reserve Onttrekking aan de reserve Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 780 695 680 450 445 422 821 760 775 752 742 739 552 527 516 514 515 513 8.413 8.285 7.381 7.221 7.059 6.883 2.439 3.772 3.409 3.253 3.191 3.175 1.621 4.121 4.320 4.233 4.209 4.210 14.626 18.159 17.082 16.424 16.161 15.943 Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 281 280 259 36 36 36 31 0 0 0 0 0 84 73 40 40 40 40 6.667 6.336 2.916 2.970 2.992 2.956 385 363 203 203 203 203 182 151 256 222 229 226 7.630 7.204 3.673 3.471 3.500 3.461 6.996
10.955
13.408
12.953
12.661
12.482
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 20 0 0 0 0 0 26 390 0 0 0 0 -6 -390 0 0 0 0 6.990
10.565
13.408
12.953
12.661
12.482
Toelichting Door een verschuiving tussen de deelprogramma’s onderling en met de algemene dekkingsmiddelen kan een adequate verschillenanalyse alleen op totaalniveau worden gemaakt. Voor deze verschillenanalyse wordt verwezen naar de financiële begroting, toelichting op het “overzicht van baten en lasten” (blz. 84). De belangrijkste afwijkingen op programma 1 zijn: Deelprogramma 1.4 Werk en inkomen De lasten dalen fors door met name lagere bijstandslasten in 2016 en lagere bijdrage aan Synergon. Ook de baten dalen aanzienlijk doordat ingaande 2016 de ontvangen rijksbijdragen in het sociaal domein overgeheveld zijn naar de algemene middelen van het gemeentefonds. Deelprogramma 1.5 Maatschappelijke ontwikkeling Ingaande 2016 dalen de netto-lasten door rijksbezuinigingen op de WMO. Daarnaast zijn de kosten van Jeugdwerk overgeveld naar deelprogramma 1.6. Deelprogramma 1.6 Welzijn & Zorg De netto-lasten stijgen bij dit deelprogramma door de overheveling van Jeugdwerk van deelprogramma 1.5. Verder zijn als gevolg van rijksbezuinigingen op de uitvoering van jeugdwerk de kosten lager.
18
Mutaties reserves In 2015 is primitief begroot een onttrekking aan de algemene reserve voor het tekort van Synergon en de onttrekking uit de bestemmingsreserve sociaal domein ten behoeve van het overgevelde budget voor GIDS-gelden.
19
Programma 2 Omgeving Deelprogramma 2.1 Vervoer Portefeuillehouder
L. van der Tuin & W. ‘t Mannetje
Beleidsstukken
Nota groot wegenonderhoud (2012) Nota bruggen (2012) Beleidsplan Openbare Verlichting (2004-2014) Beleidsplan Duurzaam Veilig (1998) Beleidsplan Bushaltes 2007-2014
Wat willen we bereiken?
1. De wegen binnen de gemeente met het beschikbare budget ze goed mogelijk worden onderhouden. Daar waar projecten worden uitgevoerd kijken naar combinatie mogelijkheden. 2. Met het beschikbare budget bruggen onderhouden en zorgen dat het achterstallig onderhoud terug wordt gebracht. 3. Het in stand houden van de huidige busverbindingen met betrekking tot het openbaar vervoer. 4. Vervanging van oude lichtarmaturen en terugdringen van energieverbruik. 5. Scholen actief met verkeersveiligheid bezig zijn, zodat leerlingen van onze scholen bewust worden gemaakt van de gevaren in het verkeer en daardoor zich veilig in het verkeer kunnen bewegen. Dit geldt ook voor ouderen en AZC-bewoners. 6. Dat iedereen zich meer bewust wordt van zijn verkeersgedrag en dat de verkeersveiligheid structureel wordt verbeterd.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Op basis van de uitgevoerde weginspecties in 2015 kijken hoe we het onderhoudsprogramma voor 2016 op gaan stellen en aanbesteden. 2. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten uit de instandhoudings- en de technische inspectie bezien welke opdracht(en) we uitzetten bij aannemers. 3. Kritisch volgen van de jaarlijkse aanpassingen/voorstellen van de dienstregelingen m.b.t. openbaar vervoer, welke worden opgesteld door het OV-bureau Groningen-Drenthe en waar nodig bezwaar indienen. 4. Zeer verouderde lichtmasten en armaturen worden projectgewijs vervangen. Hierbij worden nieuwe technieken gebruikt, zoals dimmen en gebruik van LED; 5. Diverse activiteiten op scholen organiseren, zoals verkeersmarkten, verkeersexamens, met medewerking van verkeersveiligheidsorganisaties, zoals VVN, SBV en ANWB. Ook wordt er aandacht geschonken aan ouderen en ACZ-bewoners m.b.t. verkeer. De organisatie van de verkeerseducatie wordt door de provincie Groningen (VVB Verkeer en Vervoerberaad) op een professionele wijze gecoördineerd en uitgevoerd, waarbij de scholen en gemeente input kunnen leveren over de gewenste vorm van verkeerseducatie. 6. Campagne- en mottoborden aanbrengen langs de wegen. 20
Via de website, streekblad/buurtkrant publicaties over verkeersveiligheid. Het aanbrengen van snelheden en markeringen op wegdekken. Eigen snelheidsmetingen doen en indien daar aanleiding toe is de politie verzoeken tot handhavingsacties. Indicatoren
1. Wanneer we aan het opgestelde onderhoudsrapport voor 2016 voldoen. 2. Wanneer het onderhoud ervoor heeft gezorgd dat de veiligheid is geborgd. 3. Wanneer een aanvaardbaar niveau van het openbaar vervoer blijft bestaan voor de bevolking. 4. Toename percentage technisch betrouwbare openbare verlichting en afname energieverbruik. 5. Wanneer verkeersveiligheids-activiteiten hebben plaatsgevonden zodat kinderen, ouderen en AZC-bewoners hier wat van hebben geleerd en kunnen toepassen in het verkeer. 6. Wanneer verkeersdeelnemers zich meer bewust worden van geldende verkeersregels en zich daarnaar gedragen.
21
Deelprogramma 2.2 Veiligheid en brandweer Portefeuillehouder Beleidsstukken
J. Snijder-Hazelhoff • • • • • •
Nul-beleid coffeeschops (2014) Preventie- en handhavingsplan 2014-2016 (2014) Algemene Plaatselijke Verordening (APV 2010; gewijzigd per 7 juni 2012) Beleidslijn Wet Bibob (2014) Regionaal beleidsplan Veiligheid 2015-2018 NoordNederland (2014) Integraal veiligheidsbeleid 2015-2019 (2014)
Wat willen we bereiken?
1. Een veilige gemeente Bellingwedde voor mens en dier, nu en in de toekomst. De inwoners, ondernemers en bezoekers moeten met een veilig gevoel kunnen wonen, werken en recreëren. Tussen de behoefte aan veiligheid en de onmogelijkheid om veiligheid te garanderen bestaat een zeker spanningsveld. In samenwerking met politie, brandweer en andere partners in de veiligheidsketen wordt ingezet op preventie en handhaving. Maar ook wordt ingezet op stimulering van de eigen verantwoordelijkheid door aandacht te vragen voor maatschappelijke waarden en normen.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Voor de lokale veiligheid binnen de gemeente Bellingwedde is afgesproken dat er voldoende politiecapaciteit beschikbaar is. Diverse toezicht- en handhavingstaken met betrekking tot de Drank- en horecawet en de APV zullen door de BOA worden uitgevoerd. Daarnaast blijven wij samenwerken met het Veiligheidshuis in verschillende casussen. In het kader van het veiligheidsbeleid gaan we een witte voeten actie organiseren en geven we voorlichting.
Indicatoren
1. Rapportages van de politie over onze regio. Evaluatie van de lokale veiligheidsprioriteiten.
22
Deelprogramma 2.3 Beheer openbare ruimte Portefeuillehouder
W. ‘t Mannetje
Beleidsstukken
BOR kwaliteitscontrole Openbare Ruimte
Wat willen we bereiken?
1. BOR: Dat de openbare ruimte aan het vastgestelde kwaliteitsniveau voldoet. 2. Een detacheringscontract met Synergon, waarin is meegenomen dat de aansturing van deze mensen plaatsvindt vanuit de gemeente. Waarbij het bestaande beeldprestatiebestek leidend is. 3. Eikenprocessierups: Veiligheid voor bewoners borgen en een goede communicatie naar de bewoners. 4. Voldoen aan de diverse zorgplichten voor bomen. 5. De ruim 80 bospercelen in goede staat van onderhoud brengen.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. BOR: Het schouwen van de openbare Ruimte met alle dorpsraden om te komen tot een eensluidende beoordeling van de kwaliteit. Daar waar nodig zullen we acties ondernemen om het kwaliteitsniveau te borgen. 2. Opstellen van een detacheringscontract met Synergon. Monitoren van de onderhoudsniveau’s volgens de vastgestelde kwaliteitsniveau’s. 3. Eikenprocessierups: Bewaken risicogebieden, bestrijden volgens provinciale aanpak, burgers betrekken bij constatering van de plaag. 4. De inspectie van alle bomen is momenteel lopende. Alle bomen worden buiten geïnventariseerd, geïnspecteerd op vitaliteit, digitaal verwerkt en opgenomen in een digitale kaart. 5. Het opstellen van een plan van aanpak hoe we dit willen bereiken.
Indicatoren
1. Het vastgestelde kwaliteitsniveau. 2. Het beeldprestatiebestek. 3. De tellingen van de werkgroep WEG (Werkgroep Eikenprocessierups Groningen). 4. De vastgestelde eisen voor de zorgplicht voor bomen. 5. De meetgegevens blijken uit de jaarlijkse BOR-schouw.
23
Deelprogramma 2.4 Milieu Portefeuillehouder
L. van der Tuin & B. Huizing
Beleidsstukken
Milieubeleidsplan 2007-2015 Grondstoffenplan 2015-2019 Klimaatbeleid 2009-2013 Bodembeleidsplan 2009 - 2013 Beleidsplan VTH 2013-2015 Provinciale programma Externe veiligheid 2011 – 2014
Wat willen we bereiken?
De 1. 2. 3.
belangrijkste doelen zijn: Behoud van de kwaliteit van de leefomgeving. Behoud van een veilige omgeving. Een maximale scheiding van afval tegen minimale kosten bij een gelijkblijvend niveau van dienstverlening en het percentage tevreden burgers.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. ● Het uitvoeringsprogramma van het beleidsplan VTH (vergunning, toezicht en handhaving) 2013-2015 voor de Omgevingsdienst Groningen wordt geëvalueerd en vernieuwd in overeenstemming met de Landelijke handhavingsstrategie. Dit wordt in overleg met andere gemeenten opgesteld, om meer tot uniform beleid te komen. ● De kwaliteit van de uitvoering wordt kritisch bewaakt, waarbij de resultaten worden teruggekoppeld met de omgevingsdienst. ● Voorstel voor een nieuw bodembeleidsplan voor het bewaken van de kwaliteit van de bodem bij grondtransport en bodemsanering. ● De inwoners voorzien van goede informatie over duurzaamheid en energiebesparing middels participeren in provinciale projecten als het energieloket. 2. ● Risicovolle objecten worden regelmatig bezocht en gecontroleerd op de voorschriften, het aantal risicogevoelige objecten wordt bijgehouden en geregistreerd.. ● Meldingen en aanvragen voor een omgevingsvergunning worden onderzocht op de mogelijke risico’s voor de omgeving. 3. Met tussenkomst van de raad uitvoering geven aan het grondstoffenplan.
Indicatoren
1. Aantal of percentage correct afgehandelde meldingen en aanvragen, aantal klachten, de gefactureerde kosten. 2. Als 1. 3. ● Kosten van de inzameling van afvalstoffen, ● hoeveelheden restafval, GFT en PMD ● scheidingspercentage ● percentage tevreden burgers.
24
Deelprogramma 2.5 Handhaving Portefeuillehouder
B. Huizing & J. Snijder-Hazelhoff
Beleidsstukken
Beleidsplan Vergunning, Toezicht en Handhaving 20132015
Wat willen we bereiken?
1. Bedrijven en bewoners leven de gestelde wettelijke normen na en de kwaliteit van de leefomgeving wordt mede hierdoor behouden; 2. Actueel beleid in overeenstemming met landelijk beleid; 3. Door goed en transparant beleid kan de Omgevingsdienst haar werk op een juiste wijze voor de gemeente uitvoeren.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Goed vooroverleg en begeleiding tijdens een vergunningprocedure of handhavingszaak. Dit zodat de bewoners en bedrijven weten wat er van hen verwacht wordt. Daarnaast verstrekken we juiste informatie over vragen. 2. Opstellen van een nieuw handhavingsbeleid met in achtneming van de Landelijke Handhavingsstrategie. 3. Nieuw beleid opstellen in overleg met andere opdrachtgevers om zo (waar mogelijk) uniform beleid te maken. Dit levert een efficiency op bij de Omgevingsdienst. Wel blijft er aandacht voor de lokale aandachtspunten.
Indicatoren
1. Uitvoeringsprogramma van de Omgevingsdienst Groningen en voortgangsrapportages van de Omgevingsdienst Groningen. 2. Nieuw, actueel beleid. 3. Inhoud beleidsplan VTH, Jaarprogramma (met opdracht) van de gemeente Bellingwedde.
25
Wat mag het kosten? Programma 2 Omgeving Lasten
* € 1.000
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 1.759 2.155 1.878 1.862 1.854 1.855 630 645 665 675 689 690 840 859 886 877 877 875 2.454 2.507 2.506 2.444 2.448 2.447 457 430 454 453 459 466 6.139 6.595 6.389 6.311 6.327 6.333
* € 1.000
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 91 71 16 16 16 16 4 0 0 0 0 0 30 24 44 44 44 44 2.645 2.660 2.585 2.570 2.581 2.586 38 50 50 50 50 50 2.808 2.805 2.694 2.679 2.691 2.696
Deelprogramma 2.1 Vervoer 2.2 Veiligheid en brandweer 2.3 Beheer openbare ruimte 2.4 Milieu 2.5 Handhaving Totaal lasten Baten
Deelprogramma 2.1 Vervoer 2.2 Veiligheid en brandweer 2.3 Beheer openbare ruimte 2.4 Milieu 2.5 Handhaving Totaal baten Resultaat voor bestemming Resultaatbestemming
* € 1.000
Toevoeging aan de reserve Onttrekking aan de reserve Mutaties reserves Resultaat na bestemming
3.330
3.791
3.695
3.632
3.636
3.638
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 363 466 0 0 0 0 296 757 52 0 0 0 67 -291 -52 0 0 0 3.397
3.500
3.644
3.632
3.636
3.638
Toelichting Voor de verschillenanalyse op totaalniveau wordt verwezen naar de financiële begroting, toelichting op het “overzicht van baten en lasten” (blz. 84 ). De belangrijkste afwijkingen op programma 2 zijn: Deelprogramma 2.1 Vervoer De aanzienlijke daling van de lasten wordt veroorzaakt doordat in 2015 kapitaallasten van het Hoefijzerproject II en de aanpak van de Ulsderweg ten laste van de exploitatie komen. Deze lasten worden gedekt door onttrekkingen aan reserves. Daarnaast zijn reguliere onderhoudsbudgetten in 2015 verlaagd om ingezet te kunnen worden in de investeringsprojecten. Deze “lagere” lasten zijn gestort in de daartoe bestemde reserves. Deelprogramma 2.4 Milieu De lagere opbrengst wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de lagere opbrengst afvalstoffenheffing. Mutaties reserves Zie de toelichting bij deelprogramma 2.1. Daarnaast is in 2016 een onttrekking gedaan uit de BR Riool (cf. Perspectiefnota 2016) zodat het tarief rioolheffing niet hoeft te stijgen.
26
Programma 3 Gebied Deelprogramma 3.1 Ruimtelijke ordening Portefeuillehouder Beleidsstukken
B. Huizing
Bestemmingsplannen voor de dorpen Beleidsnotitie rotte kiezen en verpaupering (aangeboden aan raad in 2015) Welstandsnota
Wat willen we bereiken?
1. Beheersverordening of bestemmingsplan voor Oudeschans en Veelerveen in procedure brengen. 2. Dat de gestelde doelen in het beleidsnotitie rotte kiezen en verpaupering worden behaald. 3. Starten met het ontwikkelen van een nieuw bestemmingsplan Buitengebied. 4. Integrale gebiedsontwikkeling: Het in gezamenlijkheid met overige gebiedspartners een vervolg geven aan de uitwerking/realisatie van de ecologische hoofdstructuur en aanverwante projecten.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Beheersverordening of bestemmingsplan voor Oudeschans en Veelerveen in procedure brengen. 2. Uitvoering geven aan het opstelde beleid. 3. Hervatten van de werkzaamheden om tot een nieuw bestemmingsplan Buitengebied te komen. 4. Ambtelijk en bestuurlijk participeren in respectievelijk de projectgroep Westerwolde en de gebiedscommissie Westerwolde.
Indicatoren
1. Het opleveren van een ontwerp beheersverordening of ontwerpbestemmingsplan voor Oudeschans en Veelerveen. 2. Het zichtbaar is dat er minder panden als rotte kies of verpauperd pand worden aangemerkt. 3. Een start maken met het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. 4. Succesvolle samenwerking waarvan de positieve effecten op de ecologische hoofdstructuur zichtbaar zijn.
27
Deelprogramma 3.2 Volkshuisvesting Portefeuillehouder Beleidsstukken
B. Huizing & W. ’t Mannetje
Regionaal woon- en leefbaarheidsbasisplan OostGroningen 2011 Regionaal woon- en leefbaarheidsplan Oost-Groningen Resultaten 2012 – 2013, uitvoeringsprogramma 2013 – 2015 Regionaal prestatiekader 2013 - 2018 Visie leefbaarheid gemeente Bellingwedde
Wat willen we bereiken?
1. 2. 3. 4. 5.
Starterslening evalueren Uitvoeren regionale woningmarktmonitor Woonvisie implementeren Uitvoering geven aan de visie leefbaarheid Uitvoeringsprogramma vaststellen voor regionaal woon- en leefbaarheidsplan Oost-Groningen 6. Keuze maken omtrent invoeren stimuleringslening
Wat gaan we daarvoor doen?
1. De resultaten van de startersleningen inzichtelijk maken. 2. Meewerken aan het tot stand komen van de woningmarktmonitor en het aanleveren van benodigde informatie. 3. Woonvisie vertalen naar lokaal akkoord en structurele overleggen over voortgang. 4. Als start van de uitvoering van de visie leefbaarheid zijn de dorpsraden gevraagd een dorpsvisie op te stellen, waarmee een basis wordt gecreëerd voor het behoud van leefbaarheid in de dorpen. 5. Deelnemen aan het regionaal woon- en leefbaarheidsplan Oost-Groningen. 6. Onderzoeken van instrument stimuleringslening.
Indicatoren
1. Evaluatierapport. 2. Opleveren van de woningmarktmonitor. 3. Ondertekend lokaal akkoord en gestructureerd uitvoeringsoverleg georganiseerd 4. Een door de bewoners gedragen dorpsvisie in elk dorp inclusief uitvoeringsprogramma 5. Vastgestelde regionaal uitvoeringsprogramma. 6. Besluit omtrent stimuleringslening.
28
Deelprogramma 3.3 Grondexploitatie Portefeuillehouder
B. Huizing
Beleidsstukken
Startnotitie Grondbeleid 2014
Wat willen we bereiken?
1. Grondbeleid met daarin opgenomen een strategisch aanen verkoopbeleid en als gemeente controle hebben door inzicht te geven in welke gronden we hebben en wat het doel met de gronden is. 2. Meer verkoop van gronden die daarvoor in aanmerking komen. 3. Transparante en eenduidige werkwijze op het gebied van verkoop van grond.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Opstellen van grondbeleid 2. Duidelijk inventarisatie van gronden en de categorieën waar deze gronden op ingedeeld kunnen worden, maakt onderdeel uit van de nota. 3. Gronden categoriseren en in de nota aangeven onder welke omstandigheden gronden in bepaalde categorieën verkocht kunnen worden. Door verkoop van grond op basis van het beleid uit te voeren, wordt transparant en eerlijk naar een ieder gehandeld en kan er geen willekeur ontstaan.
Indicatoren
1. Nieuw actueel beleid. 2. Het aantal aangekochte en verkochte percelen. 3. Opbrengst aan grondverkoop.
29
Deelprogramma 3.4 Recreatie Portefeuillehouder Beleidsstukken
B. Huizing
Beleidsvisie “Compleet Westerwolde” (2009) Uitwerkingsprogramma “Nationaal Cultuurhistorisch Landschap Westerwolde” (2011) ‘Westerwolde, het geheim van Nederland’ (2015) Actieplan Stichting Promotie Westerwolde (SPW 2015)
Wat willen we bereiken?
1. Het gebied meer onder de aandacht brengen, zorgen dat meer toeristen naar het gebied komen, hier langer blijven, meer besteden en nogmaals een bezoek brengen. 2. We willen met het uitdragen van het Cittaslowkeurmerk het gebied Westerwolde gastvrijer (Cittaslowwaarde) maken. 3. Samen met onze Recreatie-Toerisme ondernemers ideeën en initiatieven ontwikkelen om het gebied Westerwolde beter op de kaart te zetten.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. In samenwerking met Stichting Promotie Westerwolde en de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde, het gebied Westerwolde promoten. Gemeentelijke / Regionale promotieactiviteiten samen met Marketing Oldambt en de VVV Veenkoloniën. 2. Het keurmerk Cittaslow laten leven bij bewoners en lokale ondernemers / verenigingen / organisatie. Zij kunnen lid worden als supporter van Cittaslow, hiermee wordt duidelijk gemaakt dat zij activiteiten uitvoert die past bij het Cittaslow gedachtegoed. 3. Organiseren van netwerkbijeenkomsten
Indicatoren
1. Jaarlijkse evaluatie en actieplan van de SPW voor het komende jaar. 2. Toeristische (overnachtings) cijfers. 3. Toename van toeristische trekpleisters.
30
Deelprogramma 3.5 Economische zaken Portefeuillehouder Beleidsstukken
W. ‘t Mannetje
Startnotitie Locale Economie gemeente Bellingwedde (2009) Regionaal Woon- en Leefbaarheids Basisplan
Wat willen we bereiken?
1. Goed vestigingsbeleid en economisch klimaat voor (kleine) bedrijven in de gemeente. 2. Het gebied Westerwolde promoten. 3. Contact hebben en houden met de ondernemers in onze gemeenten. 4. Samenwerking tussen ondernemers bevorderen zodat er een beter economisch klimaat ontstaat.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Het gebied promoten en ondersteuning geven aan kleine initiatieven die een bijdrage kunnen leveren aan een goed vestigingsklimaat (o.a. Koploperproject voor duurzaam ondernemen). 2. Samen met Vlagtwedde invulling geven aan de Noordelijke Promotiedagen. 3. Collegebezoeken aan ondernemers in de gemeente. 4. Organiseren van een ondernemersavond voor algemene en specifieke doelgroepen.
Indicatoren
1. 2. 3. 4.
Aantal ondernemers dat zich hier nieuw vestigt. Succesvolle beurs. Tevreden ondernemers. Meer samenwerkingsverbanden, arrangementen e.d.
31
Wat mag het kosten? Programma 3 Gebied Lasten
* € 1.000
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 293 462 324 317 319 321 214 293 246 244 244 245 68 53 54 53 53 53 82 79 80 79 80 80 24 25 25 25 25 25 680 911 729 718 721 724
* € 1.000
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 65 37 0 0 0 0 263 126 156 76 76 76 95 94 194 94 94 94 2 3 3 3 3 3 1 0 0 0 0 0 428 260 353 173 173 173
Deelprogramma 3.1 Ruimtelijke ordening 3.2 Volkshuisvesting 3.3 Grondexploitatie 3.4 Recreatie 3.5 Economische zaken Totaal lasten Baten Deelprogramma 3.1 Ruimtelijke ordening 3.2 Volkshuisvesting 3.3 Grondexploitatie 3.4 Recreatie 3.5 Economische zaken Totaal baten Resultaat voor bestemming Resultaatbestemming
* € 1.000
Toevoeging aan de reserve Onttrekking aan de reserve Mutaties reserves Resultaat na bestemming
252
651
376
545
548
552
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 61 0 0 0 0 0 6 147 0 0 0 0 56 -147 0 0 0 0 308
504
376
545
548
552
Toelichting Voor de verschillenanalyse op totaalniveau wordt verwezen naar de financiële begroting, toelichting op het “overzicht van baten en lasten” (blz. 84). De belangrijkste afwijkingen op programma 3 zijn: Deelprogramma 3.1 Ruimtelijke ordening In 2015 is de overheveling van de budgetten vanuit 2014 voor het opstellen van het bestemmingsplan buitengebied en het krimpplan begroot. De geraamde baat in 2015 betreft de toegerekende uren eigen dienst aan het project Bellingwolde. Deelprogramma 3.2 Volkshuisvesting In 2015 zijn incidentele lasten opgevoerd voor basisregistraties. De opbrengst verkoop gebouwen is verhoogd. Deelprogramma 3.3 Grondexploitatie De raming van de opbrengst grondverkopen is incidenteel verhoogd. Mutaties reserves De geraamde onttrekking in 2015 is de dekking van de overgehevelde budgetten bij deelprogramma 3.1.
32
Programma 4 Bestuur Deelprogramma 4.1 Raad en raadscommissies Portefeuillehouder Beleidsstukken
J. Snijder-Hazelhoff
Reglementen van orde voor raadsvergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Bellingwedde (2015) Verordening op de Raadscommissie (2015) Reglement voor het Seniorenconvent van de gemeenteraad van Bellingwedde Integriteitscode (2012) Verordening betreffende het instandhouden van een gezamenlijke lokale rekenkamercommissie voor de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde
Wat willen we bereiken?
1. Handhaven van het huidige kwaliteitsniveau waarop de raad zijn volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taak uitvoert
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Het onderhouden van de huidige vergaderstructuur waarbij gewerkt wordt volgens het principe van een adviserende raadscommissie en een besluitvormende raad. Beeldvorming zal ook in 2016 geschieden in de vorm van te organiseren (openbare) thema-avonden. Tevens onderzoeken hoe de burger nog meer betrokken kan worden bij de lokale politiek.
Indicatoren
1. De raad vergadert op een effectieve en efficiënte manier waardoor zorgvuldige besluitvorming plaatsvindt. De raad doet dit met name door acht te slaan op de gemaakte afspraken in het Reglement van orde voor de Raad en de verordening op de Raadscommissie.
33
Deelprogramma 4.2 Bestuur Portefeuillehouder
J. Snijder-Hazelhoff
Beleidsstukken
Communicatienota gemeente Bellingwedde (2006)
Wat willen we bereiken?
1. Informatievoorziening aan inwoners en andere doelgroepen verder optimaliseren. 2. Goede relatie met de pers (behouden). 3. Professionele uitstraling van de gemeente Bellingwedde.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Meer en proactief communiceren over de projecten in de gemeente. Met daarbij het accent op de informatievoorziening aan de doelgroepen. 2. Persoonlijk contact met journalisten en opiniemakers. 3. De huisstijl van de gemeente eenduidig doorvoeren in de verschillende middelen en waar mogelijk en nodig de standaard formats bijwerken.
Indicatoren
1. Het aantal PR-uitingen is significant toegenomen. 2. Meer adequate berichtgeving in de diverse media. 3. Alle uitingen van de gemeente hebben herkenbare (visuele en grafische) uitstraling.
34
Deelprogramma 4.3 Publiekszaken Portefeuillehouder Beleidsstukken
J. Snijder-Hazelhoff
Landelijke Wet- en Regelgeving op het gebied van de Basis Registratie Persoonsgegevens (BRP), voorheen Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) Verordening BRP (2014), Reglement BRP (2014) Informatiebeveiligingsplan BRP en waardedocumenten
Wat willen we bereiken?
1. Het handhaven en verder verbeteren van de kwaliteit van het BRP-bestand en de Informatiebeveiliging naar een hoger niveau brengen. 2. Een dienstverlenend Klant Contact Centrum (KCC) als een herkenbare ingang van de hele overheid voor onze klanten (burgers, bedrijven en instellingen).
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Doorlopende controle van het BRP-bestand d.m.v. gegevenscheck bij melding aan de balie; bestandscontroles (kwaliteitscontroles) BRP; regelmatige adresonderzoeken plegen; Controles en Rapportages inzake de Informatiebeveiliging. 2. Het bieden van een klantgerichte dienstverlening; meer gemeentelijke taken naar de frontoffice/publieksbalie verplaatsen; uitbreiden van een e-loket met een breder product- en dienstenaanbod
Indicatoren
1. Voldoen aan de kwaliteitseisen van de BRP; vóór 1 oktober een zelfevaluatie uitgevoerd middels een digitale vragenlijst BRP en Reisdocumenten; vóór 1 november een managementrapportage aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2. Er wordt gewerkt volgens het Dienstverleningsconcept; meer producten en diensten worden afgehandeld aan de centrale KCC-balie als ‘klaar-terwijl-u-wacht’.
35
Deelprogramma 4.4 Intergemeentelijke samenwerking Portefeuillehouder
J. Snijder-Hazelhoff
Beleidsstukken
Op dit moment zijn er nog geen vastgestelde beleidsstukken.
Wat willen we bereiken?
1. Een soepele overgang (beleid en bedrijfsvoering) per 01-01-2018 naar de gemeente Westerwolde. 2. Een goede en efficiënte samenwerking tussen (Zuid/Oost-)Groninger gemeenten. 3. Een goede samenwerking met Duitse (buur-)gemeenten 4. Invulling geven aan het lidmaatschap van de Cittaslow community.
Wat gaan we daarvoor doen?
1. Uitwerken en uitvoeren van het plan van aanpak. 2. Vanuit een positieve en open grondhouding samenwerkingsinitiatieven benaderen en daar waar gewenst initiëren. 3. Samen met andere Groninger gemeenten komen tot een programmatisch en thematisch gestuurde relatie. 4. Een activieve participatie in het Cittaslow netwerk.
Indicatoren
1. De jaarschijf 2016 uit het plan van aanpak is uitgevoerd. 2. Afhankelijk van de mogelijkheden die zich voordoen en ook –zoals elders vermeld- ontwikkelingen bij o.a. de GR de Muziekschool en het Akkoord van Westerlee. 3. Plan van aanpak en concrete acties. 4. De nationale dag voor supporters en raadsleden organiseren; deelnemen aan de International Assembly 2016.
36
Wat mag het kosten? Programma 4 Bestuur Lasten
* € 1.000
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Deelprogramma 2014 2015 2016 2017 2018 2019 4.1 Raad en raadscommissies 381 415 411 407 409 412 4.2 Bestuur 1.335 1.129 1.068 1.057 1.065 1.072 4.3 Publiekszaken 543 508 493 484 487 490 4.4 Intergemeentelijke samenwerking 37 8 8 8 8 8 Totaal lasten 2.295 2.060 1.980 1.955 1.968 1.982 Baten
* € 1.000
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Deelprogramma 2014 2015 2016 2017 2018 2019 4.1 Raad en raadscommissies 0 0 0 0 0 0 4.2 Bestuur 1 0 0 0 0 0 4.3 Publiekszaken 152 142 142 142 142 142 4.4 Intergemeentelijke samenwerking 12 0 0 0 0 0 Totaal baten 165 142 142 142 142 142 Resultaat voor bestemming Resultaatbestemming
* € 1.000
Toevoeging aan de reserve Onttrekking aan de reserve Mutaties reserves Resultaat na bestemming
2.130
1.918
1.838
1.813
1.826
1.840
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2.130
1.918
1.838
1.813
1.826
1.840
Toelichting Voor de verschillenanalyse op totaalniveau wordt verwezen naar de financiële begroting, toelichting op het “overzicht van baten en lasten” (blz. 84). De belangrijkste afwijkingen op programma 4 zijn: Deelprogramma 4.2 Bestuur De lasten van de bestuurders zijn afgenomen doordat de kosten van pensioenen en wachtgelden in 2016 volledig ten laste van voorzieningen kunnen worden gebracht.
37
Algemene dekkingsmiddelen Deelprogramma 9.1 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder
W. ‘t Mannetje
Beleidsstukken
Doelstellingen
1. Een gezonde financiële huishouding met een sluitende meerjarenbegroting en een gezonde reservepositie. 2. Streven naar een kostendekkend niveau van de gemeentelijke leges en heffingen en een evenwichtige verdeling van de gemeentelijke leges en belastingen over de inwoners en ondernemers binnen Bellingwedde.
Gehanteerde uitgangspunten
1. Tijdig en slim anticiperen op effecten van rijksbeleid, waarbij ingestoken wordt op samenwerking met partners. 2. 100% kostendekkendheid van de rioolopbrengst en de afvalstoffenheffing. Daarnaast is besloten om in 2016 de OZB met 1,5 % te verhogen.
Onvoorzien
Algemene dekkingsmiddelen
Financiële verordening 2004 (ex art 212) Controle verordening 2004 (ex art 213) De perspectiefnota 2016 Verordening toeristenbelasting Verordening forensenbelasting Verordening onroerend zaakbelasting Verordening rioolrechten Verordening afvalstoffenheffing Nota reserves en voorzieningen 2012
In de begroting is voor dekking van onvoorziene incidentele lasten een bedrag van € 47.500,- opgenomen. Dit komt overeen met een bedrag van circa € 5,- per inwoner. In het overzicht algemene dekkingsmiddelen wordt een onderverdeling gemaakt in: Lokale heffingen Algemene uitkeringen Dividend Saldo van de financieringsfunctie In totaliteit zien de financiële uitkomsten er als volgt uit: Algemene Dekkingsmiddelen Lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is Gemeentefonds uitkeringen Dividend Saldo van de financieringsfunctie TOTAAL
38
Raming 2016 (x € 1.000,-) 1.663 16.996 23 568 19.250
Wat mag het kosten? Algemene dekkingsmiddelen Lasten
* € 1.000
Deelprogramma 9.1 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal lasten Baten
* € 1.000
Deelprogramma 9.1 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal baten Resultaat voor bestemming Resultaatbestemming
* € 1.000
Toevoeging aan de reserve Onttrekking aan de reserve Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 -95 -95
-347 -347
-444 -444
-521 -521
-616 -616
-650 -650
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 12.760 15.792 18.993 18.566 18.366 18.236 12.760
15.792
18.993
18.566
18.366
18.236
-12.855
-16.139
-19.437
-19.087
-18.982
-18.886
Actuele Meerjaren Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 0 0 0 0 0 0 33 348 0 0 0 0 -33 -348 0 0 0 0 -12.888
-16.487
-19.437
-19.087
-18.982
-18.886
Toelichting Voor de verschillenanalyse op totaalniveau wordt verwezen naar de financiële begroting, toelichting op het “overzicht van baten en lasten” (blz. 84). De belangrijkste afwijkingen bij de algemene dekkingsmiddelen zijn: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien De baten stijgen fors doordat ingaande 2016 de ontvangen rijksbijdragen in het sociaal domein overgeheveld zijn naar de algemene middelen van het gemeentefonds (zie programma 1). Mutaties reserves Het bij de voorjaarsnota 2015 geconstateerde tekort van € 348.000,- is onttrokken aan de algemene reserve.
39
40
Paragrafen
41
Paragraaf 1: Lokale belastingen en heffingen
1. Inleiding De lokale heffingen vormen naast de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke inkomstenbron van de gemeente. Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen. Tevens wordt aangegeven welk beleid de gemeente in 2016 zal gaan voeren ten aanzien van de lokale heffingen en de kwijtschelding hiervan. 2. Overzicht van de lokale heffingen Het merendeel van de lokale inkomsten in 2016 bestaat uit de onroerendezaakbelastingen (36%), afvalstoffenheffing (23%) en rioolheffing (34%). Onderstaande tabel geeft weer welke opbrengsten uit lokale heffingen worden gerealiseerd als dekkingsmiddelen in de begroting. Ten opzichte van de begroting 2015 zijn deze inkomsten met gemiddeld 2,7% gedaald. Opbrengsten van lokale belastingen en heffingen ( X € 1.000 ) Realisatie Begroting Begroting % t.o.v. 2014 2015 2016 begr. 2015 Onroerende zaakbelasting: - woningen 1.129 1.411 1.432 +1,5% - niet-woningen 395 132 134 +1,5% - totaal 1.524 1.543 1.566 +1,5% Afvalstoffenheffing 1.108 1.120 987 -11,9% Rioolheffing 1.419 1.463 1.455 -0,6% Bouw- en overige leges 38 50 50 0% Secretarieleges 154 142 142 0% Forensenbelasting 17 16 16 0% Toeristenbelasting 80 81 81 0% Liggeld passantenhavens 2 3 3 0% Totaal 4.342 4.418 4.300 -2,7%
3. Ontwikkeling van de lokale lasten Algemeen Bij het opstellen van de begroting 2016 is uitgegaan van 100% kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Daarnaast is voor de OZB uitgegaan van een trendmatige verhoging van 1,5%. De tarieven voor het jaar 2016 zullen bij afzonderlijk raadsvoorstel aan u worden voorgelegd en moeten nog worden vastgesteld. 3.1 Onroerende-zaakbelastingen De OZB kan gesplitst worden in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De gebruikersbelasting wordt alleen geheven van niet-woningen. De gemeente bepaalt het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen, op basis van de waarde van de onroerende zaak. De waarderingsgrondslagen worden jaarlijks vastgesteld, volgens de regels in de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ). Als basis voor de aanslag OZB voor het begrotingsjaar 2016 zullen deze taxaties plaatsvinden met peildatum 1 januari 2015. Het tarief bedraagt een percentage van de WOZ-waarde. De volgende tabel geeft de OZB tarieven over 2015 weer. De tarieven voor 2016 zijn nog niet bekend. 42
Tarieven onroerende-zaakbelastingen Jaar Gebruiker Eigenaar Eigenaar nietwoning woning niet-woning 2015 0,1582 % 0,1930 %
0,1938 %
2016 onbekend onbekend
onbekend
In verband met de (nog niet afgeronde) herwaardering van alle objecten voor het belastingjaar 2016 kunnen de tarieven voor de OZB nog niet worden vastgesteld. Afhankelijk van de gemiddelde waardewijziging zullen de tarieven zodanig worden vastgesteld dat de gemiddelde OZB belastingdruk met de in de perspectiefnota 2016 genoemde 1,5% stijgt. 3.2 Afvalstoffenheffing / Reinigingsrechten De afvalstoffenheffing bestaat uit een vastrechtgedeelte en een variabel gedeelte. De hoogte van de aanslagen van het variabele gedeelte is afhankelijk van het aantal ledigingen. Met betrekking tot de reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrechten) is het beleid dat de tarieven in principe kostendekkend dienen te zijn. Er wordt rekening gehouden met het feit dat het aantal ledigingen een dalende tendens vertoont. Voor de berekening van het vaste- en het variabele deel van het tarief wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de kosten die aan het vaste- en variabele deel kunnen worden toegerekend. Conform de vastgestelde Perspectiefnota 2016 is € 60.000,- uit het egalisatiefonds afvalstoffenheffing onttrokken ter verlaging van het tarief in 2016. In 2016 bedraagt het vaste tarief Є 179,- (2015: € 204,-), en voor de lediging van de restcontainer € 6,80 en van de GFT-container € 2,35 (2015: idem).
3.3 Rioolheffing Met ingang van 2010 kan alleen nog een rioolheffing worden geheven voor de dekking van de kosten voor de uitvoering van de zorgplichten afvalwater en hemelwater. De opbrengst van de rioolheffing mag alleen worden benut voor de aanleg en het onderhoud van het rioolstelsel. De rioolheffing wordt geheven van de zakelijke gerechtigde c.q. eigenaar van een object, welke direct dan wel indirect is aangesloten op het gemeentelijke rioleringstelsel. In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is vastgelegd dat de tarieven trendmatig met 3% dienen te worden verhoogd. Uitgangspunt is dat het tarief van de rioolheffing kostendekkend is voor de huidige en toekomstige uitgaven voor onderhoud en vervanging van het rioolnet. In 2016 is € 52.000,- onttrokken aan de bestemmingsreserve Riool (cf. Perspectiefnota 2016) zodat het tarief gelijk is gebleven aan het voorgaande jaar. Tarieven rioolheffing
Eigenaren
2014 313,00
2015 321,00
2016 321,00
43
Belastingdruk per woning (WOZ-waarde € 180.000,-)
OZB Rioolrecht Afvalstoffenheffing; - Vastrecht -
Ledigingen (gem.)*
2015 347,321,-
2016 352,321,-
204,-
179,-
91,-
82,-
TOTAAL 963,934,*Uitgaande van een gemiddeld aantal ledigingen (deze variëren sterk per huishouden) Overige tarieven Bouw- en overige leges Met de invoering van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) is de legesverordening geheel anders van opzet geworden. Alleen de bouw gerelateerde leges vallen nu nog onder deze term. Het aantal aanvragen is verminderd, terwijl ook het aantal bouwaanvragen is teruggelopen. Onder de overige leges vallen onder meer aanvragen om vergunning van: in- en uitrit, kap, prostitutie, horeca, evenementen, kansspelen, standplaatsen e.d. Voor 2015 is bij de voorjaarsnota de oorspronkelijke raming van € 100.000,- verlaagd naar € 50.000,-. In de begroting voor 2016 is voor genoemde leges een bedrag opgenomen van € 50.000,-. Secretarieleges Het tarief voor de secretarieleges is in het begrotingsjaar 2016 verhoogd met het in de perspectiefnota 2016 gehanteerde percentage van 1,5%. In de begroting is hetzelfde bedrag als in 2015 (€ 142.000,-) opgenomen. Toeristenbelasting Het tarief voor de toeristenbelasting is voor het jaar 2016 net als in 2015 vastgesteld op € 0,75 per persoon per overnachting. Forensenbelasting Het tarief van de forensenbelasting is in het begrotingsjaar 2016 evenals 2015, € 325,-. 4. Kwijtscheldingsbeleid Huishoudens met een inkomen op minimumniveau (jaarlijks vindt een inkomens- en vermogenstoets plaats) komen in de gemeente Bellingwedde in aanmerking voor geheel of gedeeltelijke kwijtschelding van lokale belastingen en heffingen. In verreweg de meeste gevallen heeft de kwijtschelding betrekking op de afvalstoffenheffing. Naast het vastrecht wordt maximaal voor 10 ledigingen van het restafval en 5 ledigingen GFT kwijtschelding verleend. De kosten van onder meer de hierboven genoemde bouw-, overige- en secretarie leges komen niet voor kwijtschelding in aanmerking. Kwijtschelding wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm, waarbij tevens een vermogenstoets plaats heeft. Afhankelijk van de inkomens- en vermogenstoets worden de woonlasten voor minima geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden. Jaarlijks worden circa 180 verzoeken om kwijtschelding ingediend, waarvan circa 150 geheel of gedeeltelijk worden gehonoreerd. In de begroting voor 2016 is een bedrag opgenomen van € 38.000,- aan kwijt te schelden lokale heffingen.
44
Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheer Inleiding De risicoparagraaf is één van de verplichte paragrafen in de begroting (artikel 9 Besluit Begroting en Verantwoording BBV). Onder weerstandsvermogen wordt in algemene zin verstaan de mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen van de gemeente Bellingwedde wordt bepaald door twee componenten: de (financiële) risico’s en de weerstandscapaciteit om deze risico’s op te vangen. Er is geen wettelijke grondslag die een minimum of maximum aan weerstandscapaciteit voorschrijft. In de afstemmingsgroep financiën zijn in het verleden in samenspraak met de accountant afspraken gemaakt om tot een verbetering van de paragraaf weerstandsvermogen te komen. Hieraan is in de voorliggende paragraaf een eerste invulling gegeven door een bredere inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit en door van de aanwezige risico’s een indicatie te geven van de omvang van de risicobedragen. Weerstandscapaciteit Onder weerstandscapaciteit wordt verstaan: het geheel aan financiële middelen dat beschikbaar is en aangewend kan worden om mogelijke risico’s en omstandigheden op te vangen. De aanwezigheid van weerstandscapaciteit is belangrijk om te voorkomen dat ongewenste beleidswijzigingen moeten worden doorgevoerd indien zich niet afgedekte risico’s voordoen. De weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende onderdelen: -(stille) reserves -bedrag voor onvoorzien -begrotingsruimte -onbenutte belastingcapaciteit -grondexploitaties Reserves De weerstandscapaciteit wordt in eerste instantie gevormd door de algemene reserve. Het saldo van deze reserve bedraagt eind 2016 naar verwachting € 754.000 (exclusief positief begrotingsresultaat van € 171.000). De bestemmingsreserves (€ 237.000) zijn min of meer vastgelegd door concrete raadsbesluiten. Daar bij de vaststelling van de Nota Reserves en Voorzieningen Bellingwedde 2012 de reserves kritisch bekeken zijn, is een heroverweging van deze bestemmingsreserves door de raad in de praktijk niet reëel. De bestemmingsreserves worden daarom niet toegevoegd aan de weerstandscapaciteit. Stille reserves zijn reserves die ontstaan doordat de waarde in het economische verkeer hoger is dan de boekwaarde op de gemeentelijke balans. Er is in 2012 een inventarisatie gemaakt van de panden in eigendom van de gemeente. Van de gemeentelijke panden is vervolgens gekeken naar het verschil tussen de boekwaarde en de WOZ-waarde. Dit totale verschil is becijferd op 1,8 miljoen. Dit houdt in dat de WOZ-waarden van de gemeentelijke eigendommen 1,8 miljoen hoger liggen dan de boekwaarde. Deze inventarisatie is begin 2014 geactualiseerd waarbij geen materiële afwijkingen zijn geconstateerd. In hoeverre dit bedrag toe te voegen is aan de weerstandscapaciteit is mede afhankelijk van de vraag of en op welke termijn dergelijke panden direct opbrengst kunnen genereren d.w.z. te verkopen zijn. Sommige panden worden verhuurd terwijl door economische crisis de vraag naar woningen ook niet groot is. Wel geeft het genoemde bedrag een indicatie van de stille reserves. In de berekening van de weerstandscapaciteit gaan we uit van 50% van de omvang van de stille reserves (€ 900.000). Daarnaast bezit de gemeente aandelen in Enexis Holding NV. Deze aandelen hebben ultimo 2014 een boekwaarde van € 7.000 en een actuele waarde van rond € 1,1 miljoen. 45
Ook hier is derhalve sprake van een stille reserve in de vorm van een ‘niet gerealiseerde boekwinst’ van rond € 1,1 miljoen. De reserves maken onderdeel uit van de incidentele weerstandscapaciteit: zij kunnen alleen incidentele financiële risico’s opvangen. Onvoorzien In de begroting is een post “onvoorzien” opgenomen ter hoogte van structureel € 47.500 (globaal € 5 per inwoner) teneinde kleinere onvoorziene financiële tegenvallers op te vangen. Begrotingsruimte Een eventueel aanwezig positief begrotingssaldo kan ingezet worden ter dekking van eventuele financiële tegenvallers. Het begrote resultaat bedraagt voor 2016 positief € 171.000. Onbenutte belastingcapaciteit Door een verhoging van de tarieven van met name de OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing kan de gemeente eventuele structurele financiële risico’s en tekorten dekken. In de begroting 2016 is een verhoging van de OZB-opbrengst van 1,5 % gehanteerd (conform Perspectiefnota 2016). Voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing geldt dat de begrote opbrengst maximaal kostendekkend mag zijn. Aangezien deze tarieven voor 100% de kosten dekken, is de onbenutte belastingcapaciteit van Bellingwedde hier nihil. Dit betekent dat voor de gemeente Bellingwedde de OZB het belangrijkste instrument is om structurele tegenvallers op te vangen. Op dit moment (bron: Meicirculaire gemeentefonds 2015) is nog geen informatie beschikbaar over de hoogte van de macronorm. Gezien de hoogte van deze norm in het verleden van rond de 3% zijn de mogelijkheden in 2016 naar verwachting beperkt. Weerstandscapaciteit gemeente Bellingwedde 2016 Onderdelen: * Algemene reserve * Stille reserves * Onvoorzien * Begrotingsruimte * Onbenutte belastingcapaciteit
Bedrag € 754.000 € 2.000.000 € 47.500 € 171.000 -
Inc./ Struc. Inc. Inc. Struc. Struc. Struc.
Risico’s De in de paragraaf Weerstandsvermogen vermelde risico’s bevatten een omschrijving en inventarisatie van alle redelijk voorzienbare risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. De volgende groepen van risico’s kunnen worden onderscheiden: -open einde regelingen -algemene uitkering gemeentefonds -gemeenschappelijke regelingen -bedrijfsvoering -onderhoud kapitaalgoederen -grondexploitaties Open einde regelingen Bij een open einde regeling ontvangt de gemeente een vast bedrag van het rijk om de betreffende (wettelijk verplichte) regeling uit te voeren. Dit betekent dat eventuele tekorten voor rekening van de gemeente zijn. De Participatiewet (bijstand), de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo, inclusief nieuwe taken vanuit de AWBZ), de jeugdzorg zijn open einde regelingen. 46
Voor de Participatiewet en de overige inkomensgerelateerde voorzieningen geldt dat een tekort tot maximaal 7,5% van het budget voor rekening van de gemeente komt. Dit betekent dat Bellingwedde hier in 2016 een risico van maximaal rond € 200.000 loopt. De verdergaande vergrijzing en de stijgende levensverwachting overheveling zorgen voor een toename van het beroep op de Wmo voorzieningen. Tegelijkertijd dalen de Rijksbudgetten. Voor 2016 zal het financieel risico op de uitvoering voor de taken ingeperkt worden door de doorontwikkeling van algemene voorzieningen, zoals de huishoudservice. Op het gebied van Beschermd Wonen, waarvan het beleid door de centrum gemeente Groningen wordt uitgevoerd, lijken de kosten het budget te overschrijden. Hierover wordt door de VNG gesproken met het Ministerie. Ook de gemeente Groningen zoekt naar mogelijkheden om een tekort te voorkomen. Hiervoor en door het open einde karakter van de WMO blijft de gemeente een risico lopen. Wij schatten het risico voor 2016 op globaal € 100.000. Voor de uitvoering van de jeugdhulp krijgt Bellingwedde voor 2016 een budget van € 2,2 miljoen. Bij de uitvoering en transformatie van de jeugdhulp werkt Bellingwedde samen in provinciaal verband. Hiervoor zijn afspraken gemaakt en vastgelegd in het Regionaal Transitie Arrangement. Ook de uitvoering van de taken in 2016 wordt daarbij in gezamenlijkheid uitgevoerd waarbij de risico’s gedeeld worden met de Groninger gemeenten. Alleen als in heel de provincie Groningen het budget ontoereikend is, zal een bijdrage van de individuele gemeenten gevraagd worden. Het risico voor 2016 wordt maximaal op € 200.000 geraamd. De nieuwe reïntegratietaken in het kader van de Particpatiewet -het opvangen van de nieuwe instroom aan mensen die voorheen recht hadden op de Wajong- zijn in 2016 nog beperkt. De focus ligt in 2016 met name op het bemiddelen van het ‘zittend’ bestand van de voormalige Wet Sociale Werkvoorziening’ (WSW). De WSW wordt uitgevoerd door Synergon. In het onderdeel ‘Samenwerkingsverbanden en verbonden partijen’ wordt nader ingegaan op de financiële risico’s die de gemeente voor deze bestaande taken loopt. Het financieel risico op de reïntegratietaken is niet relevant, omdat contractueel met Vlagtwedde is overeengekomen dat het Rijksbudget leidend is en niet overschreden mag worden. Algemene uitkering gemeentefonds Wij zijn heel goed in staat om de effecten van de gepubliceerde circulaires te vertalen naar de situatie van Bellingwedde, ook in meerjarig perspectief. We hebben echter geen grip op de daadwerkelijke ontwikkeling van de algemene uitkering. De werkelijke algemene uitkering wijkt vaak af van de afgegeven prognoses in de circulaire. Dit heeft onder andere te maken met niet voorziene economische ontwikkelingen die doorwerken in het gemeentefonds alsmede besluitvorming in Den Haag. Daarbij zijn afwijkingen ten opzichte van de ramingen die op kunnen lopen tot € 300.000 in 2016 ( en nog hogere bedragen in meerjarenperspectief) niet uit te sluiten. De raming in de begroting 2016 is gebaseerd op de Meicirculaire 2015. Samenwerkingsverbanden en verbonden partijen Bellingwedde neemt deel in verschillende samenwerkingsverbanden zoals Synergon, de Volkskredietbank, de Muziekschool Oost-Groningen, Omgevingsdienst Groningen, Regionale Brandweer en GRID N.V. Voor wat Synergon betreft is een taakstellende bezuiniging opgenomen. In het kader van de afbouw van Synergon vanuit de commissie van Zijl en de maatregelen die zijn ingezet. Schatten we in dat de bezuinigingstaakstelling in 2016 gerealisseerd kan worden. Samen met andere deelnemers is onze gemeente verantwoordelijke voor de mogelijke exploitatietekorten van deze diverse samenwerkingsverbanden. Het risico bedraagt globaal € 300.000. Bedrijfsvoering De gemeentelijke bedrijfsvoering brengt altijd een zeker financieel risico met zich mee door onvoorziene omstandigheden, incidentele niet voorziene mee- en tegenvallers, 47
mogelijke aansprakelijkheidstelling en de onmogelijkheid om uitvoeringskosten van te voren exact in te schatten. Het gaan hier gaan om zaken als bijvoorbeeld de verhoging van pensioenpremies en het aanpakken van terreinen met verontreinigde grond. Daarnaast loopt de gemeente risico door toenamende (belasting)regelgeving vanuit het rijk en juridisering van de samenleving. Hierdoor dient redelijkerwijs rekening gehouden te worden met begrotingsafwijkingen tot globaal € 300.000. De gemeente zit wettelijk vast aan met name wachtgeld- en pensioenverplichtingen richting politieke ambtsdragers. Deze verplichtingen kunnen ontstaan na gemeenteraadsverkiezingen. Het is inherent aan het politieke bedrijf dat deze risico’s die op kunnen lopen tot rond € 200.000 aan incidentele extra kosten vooraf niet exact in te schatten zijn. Onderhoud kapitaalgoederen Ingaande 2013 zijn op basis van de vastgestelde nota’s Groot Wegenonderhoud en Bruggenonderhoud de budgetten op een niveau gekomen waarmee een structureel aanvaardbaar onderhoudsniveau bereikt wordt. Dit neemt niet weg dat ook bij een adequaat wegenonderhoud zich onvoorziene calamiteiten kunnen voordoen (incidenteel risico van globaal € 50.000). Grondexploitaties De gemeente Bellingwedde heeft investeringen gedaan in de gronden ‘Blouw’ in het centrum van Blijham en in de ontwikkeling bij het Dorpsplein bij de Meet in Bellingwolde. Het netto investeringsbedrag bedroeg eind 2014 rond € 296.000. Deze investeringen dienen terugverdiend te worden middels de opbrengst van uitgifte percelen conform ABC-levering (Blijham) dan wel het doorverkopen van percelen grond aan ontwikkelende partijen (Bellingwedde). De gemeente loopt hier het risico van tegenvallende verkopen en dalende marktwaardes van de verkregen gronden. De omvang van dit risico is moeilijk in te schatten. Als indicatie kan de IFLO-norm gehanteerd worden, die uitgaat van 10% van de boekwaarden plus 10% van de nog te maken kosten van deze exploitaties en die uitkomt op een risicobedrag van rond € 35.000. In deze begroting gaan wij veiligheidshalve uit van een conservatievere raming, waar het risico maximaal de boekwaarde van de reeds gedane investeringen bedraagt (€ 296.000). Bovenstaande risico’s zijn voor het jaar 2016 geïnventariseerd in onderstaande tabel: Inventarisatie risico’s gemeente Bellingwedde 2016 Indicatie omvang en risico minimumbedrag Open einde regelingen: € 100.000 V Participatiewet (uitkeringen) WMO Jeugdzorg Participatiewet (re-integratie) Algemene uitkering gemeentefonds: € 150.000 V Samenwerkingsverbanden: Bijdrage in tekorten Bedrijfsvoering: Toenemende regelgeving en juridisering Wachtgeld politieke ambtsdragers Onderhoud kapitaalgoederen: Onvoorziene tegenvallers Grondexploitaties: Tegenvallende verkoopopbrengsten Totaal € 250.000 V Gemiddeld risico (Nadelig) V=Voordeel, N=Nadeel, Inc.=Incidenteel, Str.=Structureel
maximumbedrag
Inc./str.
-/- € 200.000 N -/- € 100.000 N -/- € 100.000 N -/- € 300.000 N
Inc. Str. Str. Str. Inc.
-/- € 300.000 N
Str.
-/- € 300.000 N -/- € 200.000 N
nc. Inc.
-/- € 50.000 N
Inc.
-/- € 296.000 N -/- € 1.846.000 N -/- € 798.000 N
Inc.
De risico’s variëren globaal tussen een voordeel van € 250.000 en een nadeel van 48
€ 1.846.000. Deze bedragen zullen echter alleen gerealiseerd worden als alle voor- of nadelen gelijktijdig in hun volle omvang gerealiseerd zullen worden. Dit is onwaarschijnlijk. Het gemiddelde risico bedraagt € 798.000 (negatief). Evaluatie en beleid ten aanzien van de aanwezige weerstandscapaciteit De gemeente Bellingwedde heeft geen Nota Weerstandsvermogen waarin de beleidsuitgangspunten met betrekking tot het omgaan met het weerstandsvermogen zijn vastgelegd. Ingaande de programmabegroting 2013 is een bovengenoemde opstelling gemaakt. Benadrukt wordt dat deze tabel de risico’s weergeeft voor het jaar 2016, die gedekt moeten worden uit met name de aanwezige reserves. Er wordt in deze interpretatie geen rekening gehouden met het onderscheid tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De reserves kunnen alleen dienen om incidentele risico’s (de tegenvallers voor het jaar 2016) op te vangen. Eindconclusie Het gemiddeld risico op basis van de huidige inventarisatie voor 2015 bedraagt € 798.000. De middelen om deze risico’s in 2016 op te kunnen vangen, bestaande uit de algemene reserve, de stille reserves, bedrag onvoorzien en het begrotingsoverschot 2016, bedragen in totaal bijna € 3 miljoen. Geconcludeerd kan worden dat voor het jaar 2016 het weerstandsvermogen voldoende is. Met ingang van het begrotingsjaar 2016 dienen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheer verplicht een 5-tal kengetallen opgenomen te worden, alsmede een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie (wijziging BBV). De kengetallen zijn in onderstaande tabel weergegeven: Kengetallen financiële positie Begroting 2016 Verloop van de kengetallen Kengetallen: Verslag 2014 Begroot 2015 Begroot 2016 netto schuldquote 53% 56% 55% netto schuldquote gecorrigeerd 46% 50% 49% voor alle verstrekte leningen solvabiliteitsratio 12% 5% 6% structurele exploitatieruimte grondexploitatie 1% 1% 1% belastingcapaciteit 130% 131% 126% *) De kengetallen zijn berekend conform de Ministeriële Regeling tot vaststelling van de wijze waarop kengetallen worden opgenomen in de begroting en het jaarverslag (2015). Met deze set van kengetallen beoogt de wetgever de raadsleden te ondersteunen bij het geven van een eenvoudig inzicht in de financiële positie van de gemeente. De netto schuldquote (netto schuld/totale baten) is niet primair gericht op een beoordeling van het weerstandsvermogen, maar beoogt inzicht te geven in de mate waarin de vaste schuld van de gemeente drukt op de begroting. De VNG hanteert daarbij in de Houdbaarheidstest gemeentefinanciën als norm dat een netto schuldquote tot 100% als goed beoordeeld wordt. Met een netto schuldquote van rond de 50 procent kan geconstateerd worden dat de schuldenlast van de gemeente niet excessief op de begroting drukt. De weergegeven kengetallen voor solvabiliteitsrisico (eigen vermogen/balanstotaal), structurele exploitatieruimte (structureel exploitatiesaldo/totale baten), grondexploitatie (voorraad bouwgronden/totale baten) en belastingcapaciteit (woonlasten Bellingwedde/gemiddelde woonlasten Nederland in het voorgaande jaar) kunnen in de 49
eerste plaats als aanvulling gezien worden op de eerder vermelde beoordeling van het weerstandsvermogen. Zij ondersteunen de conclusie dat gezien de relatief hoge belastingdruk binnen de gemeente de mogelijkheid om middels belastingverhoging structureel ruimte binnen de begroting te creëren beperkt is. Zij ondersteunen tevens de constatering dat de risico’s op de grondexploitatie beperkt zijn. De getallen geven echter ook aanvullende informatie. Weliswaar is er sprake van een meerjarig begrotingsoverschot, maar gezien de omvang van de begroting is de structurele exploitatieruimte relatief beperkt. Daarnaast geeft de beperkte solvabiliteitsratio (binnen alle beperkingen die inherent zijn aan het gebruik van dit kengetal) een nuttige relativering op de beoordeling van de weerstandscapaciteit: deze is weliswaar voldoende, maar van heel veel ‘vet op de botten’ is ook weer geen sprake.
50
Paragraaf 3: Onderhoud kapitaalgoederen De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft een dwarsdoorsnede van de begroting. Lasten van onderhoud van kapitaalgoederen kunnen op diverse programma’s voorkomen. Met het onderhoud van kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Daarom zijn voor een helder en volledig overzicht het beleidskader en de hieruit voortvloeiende financiële consequenties van de belangrijkste kapitaalgoederen in deze paragraaf samengevat.
Riolen Beleidsnota’s: Het rioleringsbeleid is geformuleerd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2009 t/m 2012, verlengd tot 2016. De technische berekeningen voor het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van het rioolstelsel staan in het Basisrioleringsplan (BRP). Beleidskader: Het beleidskader is uitgewerkt in het Gemeentelijk Rioleringsplan. Op basis van de gemeentelijke zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater zijn de gewenste situatie en de doelen geformuleerd. Beheerskader: In het Gemeentelijk Rioleringsplan zijn de uit te voeren maatregelen en activiteiten opgenomen die een relatie hebben met stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Stand van zaken: De samenwerkende Groninger en Drentse gemeenten, waterschappen en waterbedrijven hebben in 2014 een samenwerkingsovereenkomst getekend om de komende jaren uitvoering te geven aan fase 3 van de regionale samenwerking in de waterketen. Op regionaal niveau is een Samenwerkingsovereenkomst met uitvoeringsprogramma vastgesteld. Op lokaal niveau is het Waterakkoord cluster Groningen Oost opgesteld, met een uitvoeringsprogramma voor 2015 t/m 2019. Hierin staan maatregelen en mogelijke kostenbesparingen op clusterniveau. Een van de maatregelen is het opstellen van een nieuw GRP 2016 t/m 2020, als onderdeel van een gezamenlijk Afvalwaterplan Groningen Oost voor de gemeenten Bellingwedde, Oldambt, Stadskanaal, Vlagtwedde en het waterschap Hunze en Aa’s. Er wordt gewerkt aan een nieuw Basisrioleringsplan 2015 – 2025. De vervanging van de riolering in de Noorderstraat en Zuiderstraat c.a. in Bellingwolde is in 2015 voorbereid. Uitvoering 2016: In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2016 t/m 2020 is een planning opgenomen van de in 2016 en volgende jaren uit te voeren maatregelen. Uitkomsten van het nieuwe Basisrioleringsplan zijn hierin zoveel mogelijk verwerkt. De eerste fase voor de vervanging van de riolering in de Noorderstraat en Zuiderstraat c.a. in Bellingwolde is gepland voor 2016. Financiële consequenties: De kosten voor de riolering zijn in het Gemeentelijk Rioleringsplan opgenomen. Voor 2016 is voor riolering € 1.507.000,- geraamd (inclusief btw).
51
Wegen, wandel- en fietspaden Beleidsnota’s: Op 8 november 2012 is de nota wegonderhoud vastgesteld. Financieel betekent dit dat de komende jaren jaarlijks een bedrag van €480.000,- beschikbaar is voor wegonderhoud. Beleidskader: Op basis van noodzakelijk onderhoud wordt jaarlijks binnen het budget een selectie gemaakt van wegen, wandel- en fietspaden die voor onderhoud in aanmerking komen. Beheerskader: De weginspectie fungeert als praktisch beleidskader. In 2015 is een nieuwe weginspectie uitgevoerd om de onderhoudsstaat van de wegen te bepalen. Deze weginspectie wordt voor de jaren 2016 en 2017 gebruikt voor het opstellen van het jaarlijkse onderhoudsprogramma Wegen. Hiernaast geeft het een overzicht van de benodigde middelen voor de jaren 2016 t/m 2019. Stand van zaken: In 2015 is een nieuwe weginspectie uitgevoerd. De weginspectie wordt conform de richtlijnen van de CROW (pub.146) uitgevoerd, waarbij een inventarisatie is gemaakt van de huidige onderhoudstaat van de wegen. Er is een budgetplanning gemaakt en een maatregeltoets uitgevoerd. Bestekken zijn opgesteld en aanbesteed binnen het beschikbare budget. Uitvoering 2016: Eind oktober zijn alle werkzaamheden uit het Onderhoudsprogramma Wegen uitgevoerd. Financiële consequenties: In de begroting is onder het deelprogramma vervoer een structureel bedrag opgenomen voor wegenonderhoud van € 480.000,-.
Water Beleidsnota’s: In 2007 is door de gemeenten Reiderland, Bellingwedde, Stadskanaal en Vlagtwedde en het waterschap Hunze en Aa’s het Voorontwerp Regionaal Waterplan Westerwolde vastgesteld. Vervolgens zijn diverse maatregelen in gang gezet, zoals Westerwolde Schoon, Inrichting Ecologische Hoofdstructuur en de aanpak van knelpunten in regenwaterafvoer, riolering en grondwater. In 2010 is het Uitvoeringsplan 2010-2014 Regionaal Waterplan Westerwolde opgesteld. Beleidskader: Het beleidskader is aangegeven in bovenstaande stukken. Verder zijn in het Gemeentelijk Rioleringsplan de aan de riolering gerelateerde waterzaken opgenomen. Beheerskader: In het Uitvoeringsplan 2010-2014 Regionaal Waterplan Westerwolde zijn diverse mogelijke maatregelen opgenomen. Stand van zaken: De meeste maatregelen uit het genoemde uitvoeringsplan zijn uitgevoerd. Zoals onder Riolen is aangegeven, is in 2015 een Afvalwaterplan Groningen Oost 52
opgesteld. Het afvalwaterplan is een integraal plan van vier gemeenten en het waterschap samen. De vier GRP’s van de individuele gemeenten worden hierin als bijlage opgenomen. De overdracht van het beheer en onderhoud van stedelijk water naar het waterschap is in 2015 uitgevoerd. Uitvoering 2016: In het afvalwaterplan is het uitvoeringsprogramma 2015 t/m 2019 van het eerder genoemde Waterakkoord cluster Groningen Oost geactualiseerd en uitgewerkt. De voor 2016 geplande werkzaamheden zijn hierin opgenomen. Financiële consequenties: De kosten voor de maatregelen op het gebied van (afval)water worden in het Gemeentelijk Rioleringsplan opgenomen.
Groen Beleidsnota’s: De BOR kwaliteitscontrole Openbare Ruimte. Beleidskader: De door de raad bepaalde onderhoudsniveaus worden toegepast op alle groenonderdelen binnen en buiten de kommen. Het betreft de bomen, bermen, gazons, plantsoenvakken, houtsingels en het groen op begraafplaatsen. Alle onderdelen worden jaarlijks diverse keren geschouwd. De schouwrapporten zijn de basis voor het in stand houden van de onderhoudsniveaus. Het totaal onderhoud groen wordt hierop afgestemd. Beheerskader: Het prestatiebestek BOR fungeert als praktisch beleidskader. Hierin wordt bepaald welke onderhoudsniveaus gehaald dienen te worden. Het bestek is maatgevend voor Synergon en voor alle groenonderdelen die de buitendienst in uitvoering heeft. In hoofdzaak is het onderhoud van alle kommen voor Synergon en het buitengebied voor de gemeentelijke buitendienst. In de wintersnoeiperiode ondersteunt Synergon alle werkzaamheden in het buitengebied. Ter controle worden schouwrondes uitgevoerd door de gemeente met Synergon en door de dorpsraden. Stand van zaken: De schouwrondes geven aan dat aan het afgesproken kwaliteitsniveau wordt voldaan. Uitvoering 2016: Er worden schouwrondes georganiseerd met de dorpsraden en Synergon met als doel het onderhoudsniveau te controleren op de door de raad vastgestelde waarden. Financiële consequenties: In de begroting 2016 is voor het groenonderhoud door Synergon een totaalbedrag van € 496.421,- opgenomen.
Gebouwen Beleidsnota’s: Er zijn geen specifieke beleidsnota’s voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen. Het beleid aangaande het gebouwenonderhoud wordt jaarlijks geformuleerd in de betreffende deelprogramma’s. Beleidskader: Als beleidskader zijn we bij gebouwenonderhoud uitgegaan van de instandhouding van 53
de betreffende voorzieningen en het garanderen van de functionaliteit. Dit is een niet meetbare normering. Gezien de komende ontwikkelingen met betrekking tot de gemeentelijke herindeling is het noodzakelijk dat de gebouwen van de gemeenten op basis van gelijke waarden en classificering worden geïnspecteerd. Conditiemeting van gebouwen, terreinen en installaties: De staat van onderhoud van een gebouw kan worden vastgesteld middels de “Norm NEN2767 Conditiemeting van gebouwen, terreinen en installaties” . De meting van de staat van onderhoud conform de NEN 2767 is in Nederland standaard. Dit gebeurt door middel van een vastgelegde meet- en registreermethode. De registratie wordt uitgevoerd door een gecertificeerd inspecteur. Deze stelt van ieder materiaal, elk element en iedere detaillering vast wat de eventuele gebreken zijn, de omvang daarvan en de intensiteit. De score loopt van 1 tot 6, daarbij is 1 zeer goed en 6 zeer slecht. Een conditiescore van 3 is naar de maatstaf van de meeste vastgoedportefeuillehouders of gebruikers voldoende. De afzonderlijke onderdelen worden samengevoegd tot één “conditiescore van een gebouw”. Hierbij moet worden opgemerkt dat dit een handvat is, de individuele metingen van de onderdelen geven de staat van een object aan. De opname van de conditiemeting leidt tot een 0-meting wat weggezet kan worden in een meerjarenperspectief. Voor een toekomst bestendig beeld moeten we hierin dan ook de samenwerking opzoeken tussen de gemeente Vlagtwedde en de gemeente Bellingwedde. Een 0-meting en een meerjarenperspectief zijn dan de basis voor een gelijkwaardig beleidskader aangaande de gebouwen van beide gemeenten op het moment van samenwerking. Ook indien het samengaan met alleen de gemeente Vlagtwedde niet doorgaat zal het uitbesteden van het bovenstaande meer duidelijkheid verschaffen over de staat van onderhoud en het meerjarenperspectief. Dit mede door opname van de gebouwen met een andere (externe) bril. Kostenraming: Eenmalige kosten 0-meting en een meerjarenperspectief: € 25.000 Jaarlijkse kosten, her-inspectie e.d.: € 5.000 De jaarlijkse kosten toekennen aan de voorziening onderhoud gebouwen. Beheerskader: Voor de meeste gebouwen wordt gewerkt met meerjarenonderhoudsplannen waarin in meerjarenperspectief zowel de jaarlijkse werkzaamheden als de daarbij behorende kosten gepland en geraamd zijn, teneinde het gewenste onderhoudsniveau te garanderen. Deze onderhoudsplannen worden jaarlijks geactualiseerd. Voor 2016 geldt dat het bestaande meerjarenperspectief zal worden gehanteerd. Stand van zaken: De gebouwen verkeren in een redelijk tot goede staat van onderhoud. Uitvoering 2016: Het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden meerjarenonderhoudsplanning.
zoals
opgenomen
in
de
Speeltuinen en speelweiden Van groot belang is om de veiligheid en bruikbaarheid van de toestellen te waarborgen middels inspecties, controles en adequaat onderhoud. In de begroting is hiervoor een post opgenomen. Het onderhoud zal met name worden uitgevoerd aan de hand van de inspecties, welke worden gedaan door een extern bedrijf. Brandweerkazerne Ingaande 1 januari 2014 is de regionalisering van de brandweer doorgevoerd. Wij 54
hebben de voorkeur uitgesproken om de gebouwen niet te verhuren, maar aan de regio over te dragen. Op het moment van schrijven van de begroting kan nog niet worden aangegeven welke keuzes worden gemaakt. Voorgesteld wordt dan ook om begrotingtechnisch geen wijzigingen op voorhand door te voeren. Eventuele wijzigingen zullen worden voorgelegd middels voor- of najaarsnota. De veiligheidsregio komt met een regionaal voorstel m.b.t. de huisvesting. Onderwijshuisvesting Per 1 januari 2015 zijn de taken en het budget voor het buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen overgeheveld van gemeenten naar schoolbesturen van het primair onderwijs. De gemeente blijft echter wel verantwoordelijk voor uitbreiding, nieuwbouw en eerste inrichting/onderwijsleerpakketten en meubilair, herstel constructiefouten en herstel/vervanging van schade aan gebouw. De toegekende voorziening voor het ontmantelen en afvoeren van het noodlokaal bij de Oosterschool is opgenomen in de “voorziening Onderwijshuisvesting”. Uitvoering is vastgesteld op “uiterlijk 2016”. Beide schoolbesturen voor het primair onderwijs claimen een bijdrage voor de aangehouden voorzieningen in het kader van onderwijshuisvesting. Het resultaat van de claim wordt geschat op een bedrag van € 62.944. Dit houdt in dat wij voor de periode 2016 / 2018 jaarlijks aan de begroting een bedrag moeten toekennen van € 21.000. Structureel is een bedrag van € 5.000 opgenomen in de begroting voor calamiteiten. Financiële consequenties: In de begroting zijn de uitgaven voor het gebouwenonderhoud op meerdere (deel)programma’s verantwoord. Voor 2016 zijn de volgende onderhoudslasten geraamd. Het gaat hier om de gemiddelde jaarlasten uit het meerjarenonderhouds-programma. De verschillen met de daadwerkelijke uitgaven in het jaar worden verrekend met de daartoe ingestelde egalisatievoorzieningen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de overstap naar een 0-meting en een meerjarenplanning conform de NEN 2767 gevolgen kan hebben voor de jaarlasten. De (financiële) gevolgen kunnen pas inzichtelijk worden gemaakt voor het begrotingsjaar 2017. De in de begroting 2016 opgenomen dotaties t.b.v. de onderhoudslasten: De Meet: Gemeentehuis: Peuterspeelzaal ’t Beertje Brandweergarage: Streekmuseum: Gym Wedde: Dorpshuizen: Schoolgebouwen (incl. claim): Molens: Gemeentewerf: Eénmalige aanvulling voorziening:
€ € € € € € € € € € €
27.412 29.028 3.164 5.918 7.716 12.693 18.088 27.425 14.143 12.528 32.924
Totaal onderhoud gebouwen
€
191.039
55
BRUGGEN Beleidsnota’s Op 8 november 2012 is de nota bruggenonderhoud vastgesteld. Financieel betekent dit dat jaarlijks een bedrag van € 158.000,- beschikbaar is voor brugonderhoud. Beleidskader: Met de komst van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (deel 6, artikel 162 en 174), is de bewijslast in geval van gevolgschade bij de beheerder komen te liggen. De beheerder dient aan te tonen dat hij alle (redelijkerwijs) noodzakelijke maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat gevolgschade zal optreden. Beheerskader: De inspectie van de bruggen fungeert als praktisch beleidskader. In 2015 is een instandhoudingsinspectie uitgevoerd om de onderhoudsstaat van de bruggen te bepalen. De inspectie wordt gebruikt voor het opstellen van het onderhoudsprogramma. Stand van zaken: De geïnspecteerde objecten bevinden zich in een matig tot redelijke staat van onderhoud. De brug in Oudeschans wordt in 2015 aangepast naar de huidige regelgeving. De Brug in de Hoofdweg / Hoornderweg en Tweekarspelenbrug zijn onderworpen aan een technische inspectie om inzicht te krijgen in verborgen gebreken en de technische staat van constructieonderdelen. Uitvoering 2016: Er wordt een onderhoudsprogramma opgesteld binnen het beschikbare budget conform de nota Bruggenonderhoud met prioriteitsvolgorde: Veiligheid, functionaliteit, duurzaamheid en toonbaarheid. Financiële consequenties: Het onderhoudsbudget voor de bruggen is op basis van de nota bruggen. Het beschikbare budget is € 158.000,- per jaar.
56
Paragraaf 4: Financiering Inleiding Het beleid van de gemeente Bellingwedde voor de financieringsfunctie is vastgelegd in het door de gemeenteraad op 26 april 2012 vastgestelde treasurystatuut Bellingwedde. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De doelstellingen van het treasurybeleid zijn: Het verzekeren van een duurzame toegang tot financiële markten (geld- en kapitaal) tegen acceptabele condities; Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitenrisico’s; Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut. Bovenstaande doelstellingen zijn verwerkt in het treasurystatuut van de gemeente Bellingwedde. Financieringspositie Het streven van de gemeente Bellingwedde is er op gericht om een zo optimaal mogelijk rendement te halen uit de geldstromen tegen de zo laagst mogelijke kosten. Hierbij wordt getracht om de renterisico’s te beheersen. Om een en ander te realiseren wordt bij het aantrekken van middelen rekening gehouden met de liquiditeit, de rentevisie, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Liquiditeit Periodiek wordt een liquiditeitenprognose opgesteld, zodat er beter inzicht is in de geldstromen. Dit inzicht is nodig om de financieringsbehoefte zo goed mogelijk te bepalen. Rentevisie Om een afgewogen keuze te maken welke vorm van financiering op enig moment aantrekkelijk is, mag een rentevisie niet ontbreken. Een rentevisie geeft een verwachting weer van de ontwikkeling van de rentestand in de toekomst. Door de financiële crisis en de onrust op de kapitaalmarkt is het extra gecompliceerd om een rentevisie te ontwikkelen. Wij maken gebruik van de rentevisie die de BNG regelmatig publiceert en actualiseert op haar website. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet heeft betrekking op het saldo van de kortlopende schulden (< 1 jaar) en de kortlopende vorderingen (< 1jaar) van de gemeente Bellingwedde. Een belangrijk onderdeel hierin is de kortlopende lening. Kortlopende leningen zijn aantrekkelijk voor Bellingwedde, omdat de rentepercentages en dus de rentelasten doorgaans lager zijn dan bij langlopende leningen. Om een grens te stellen aan het gebruik van kortlopende leningen is in de wet Financiering Decentrale Overheden ( FIDO) de zogenaamde kasgeldlimiet opgenomen. Als het saldo van de kortlopende schulden minus de kortlopende vorderingen gedurende drie kwartalen hoger is dan de kasgeldlimiet, is de gemeente verplicht om een langlopende lening aan te trekken. Door deze actie wordt de kortlopende lening vervangen door een langlopende lening en daalt het saldo van de kortlopende schulden. 57
De hoogte van de kasgeldlimiet is bepaald op 8,5% van de begrotingsomvang. Voor Bellingwedde is de kasgeldlimiet voor 2016 als volgt berekend: 8,5% van € 25.907.000 = € 2.202.000. Renterisiconorm De renterisiconorm heeft betrekking op aangetrokken langlopende leningen. Op langlopende leningen moet worden afgelost. Soms gedurende de looptijd van de lening, soms in één keer aan het einde van de looptijd. Ook kan er sprake zijn van renteherziening. Dit betekent dat de overeengekomen rentepercentage periodiek wordt aangepast aan de actuele marktomstandigheden. Renteherziening speelt overigens niet bij onze gemeente. De rentelasten vormen een belangrijk onderdeel van de gemeentebegroting. Voorkomen moet worden dat een groot deel van de leningenportefeuille geherfinancierd moet worden tegen een fors hoger rentepercentage, waardoor de begroting extra belast wordt. Om dit te voorkomen is ons gemeentelijk beleid er op gebaseerd om spreiding aan te brengen in de looptijden in de leningenportefeuille. In de wet FIDO de zogenaamde renterisiconorm opgenomen bepaald op 20% van het begrotingstotaal. De renterisiconorm is voor 2016 als volgt berekend: 20% van € 25.907.000 = € 5.181.000. Berekening ( bedragen x € 1.000) Stap Componenten 2016 1 Renteherziening 2 aflossing 651 3 Renterisico (1+2) 651 4 renterisiconorm 5.181 5 ruimte 4.530 begrotingstotaal percentage renterisiconorm
2017
2018
2019
691 691 5.181 4.490
744 744 5.181 4.437
492 492 5.181 4.689
25.907 20% 5.181
De gemeente Bellingwedde blijft ruim binnen de renterisiconorm.
58
Paragraaf 5: Bedrijfsvoering Organisatie en formatie Nu geprogrammeerd gewerkt wordt aan de herindeling, zal de flexibilisering van de organisatie verder doorgezet worden. Oplossingen in de bezetting zullen binnen de formatie van Bellingwedde/Vlagtwedde gezocht worden. Bij (eventuele) invulling van vacatures door ontslag(name) en pensionering zal de formatie-behoefte per 01-01-2018 leidend zijn. Nagegaan zal worden of middels het generatie-pact (oudere werknemers leveren onder bepaalde condities formatie in) verdere flexibilisering van de formatieomvang gerealiseerd kan worden en of dit qua kosten een optie is. Veel formatie zal ingezet worden op het herindelingsproces. Daar waar mogelijk zal deze inzet gerealiseerd worden door het reduceren van reguliere inzet. Waar dat niet mogelijk blijkt, zal extra capaciteit ingehuurd moeten worden. P&O-beleid Op het werkgebied van P&O komt vanaf 2016 de nadruk te liggen op voorbereidingen met betrekking tot de herindeling. Een heel belangrijk onderdeel hierbij is het vormgeven aan een Sociaal Statuut. Tevens kan een begin gemaakt worden met het ontwerpen van (basis)regelingen voor de nieuwe gemeente. Daarnaast zal de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB), zoals dat is voortgekomen uit de CAO 2014-2015 de noodzakelijke voorbereiding en afstemming met medewerkers en met Vlagtwedde kosten. Financiële control De laatste managementletter van de accountant geeft aan dat de interne beheersing van voldoende niveau is. Wel geeft Deloitte een aantal verbeterpunten aan. Deze zijn inmiddels opgepakt en intern gemonitord middels de managementrapportages. De administratieve kwaliteitsverbetering zal continu aandacht blijven houden. Juridische control In 2015 is een plan van aanpak voor het invoeren van juridische kwaliteitszorg besproken in het MT. In 2016 zal een begin worden gemaakt met de uitvoering van dit plan. Automatisering en informatisering De ICT Infrastructuur is door GRID goed ingericht. Aanpassingen aan soft- en hardware, updates en de afhandeling van storingen worden uitgevoerd op basis van een dienstverleningsovereenkomst. Deze werkwijze zal in 2016 verder worden geoptimaliseerd, zodat we kunnen beschikken over een betrouwbaar systeem dat op een zo efficiënt mogelijke wijze wordt beheerd. Hoewel het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening E-overheid inmiddels is beëindigd staat de ontwikkeling van de elektronische dienstverlening niet stil. De landelijke ambities op het gebied van overheidsbrede e-dienstverlening zijn opgenomen in de Visiebrief digitale overheid 2017 van minister Plasterk. Projecten op het gebied van e-dienstverlening worden in 2016 opgepakt in samenwerking met de andere GRIDgemeenten en waar mogelijk ook in overleg met de gemeente Vlagtwedde. Met de groei van de elektronische dienstverlening ontstaat er ook meer behoefte aan een antwoord op gemeentebrede veiligheidsvraagstukken. Het gaat dan niet alleen om bijvoorbeeld maatregelen tegen virusaanvallen, maar ook om privacyvraagstukken, fysieke beveiliging en gedrag. Om de informatieveiligheid te bevorderen is de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) ontwikkeld door de Informatie Beveiligingsdienst. Het gaat hier niet om een eenmalig project maar om een doorlopende cyclus van ontwerpen, uitvoeren, controleren en bijstellen om de veiligheid steeds verder te verbeteren. 59
Communicatie De netwerksamenwerking op het terrein van communicatie met de gemeente Vlagtwedde, wordt vanwege de goede ervaringen en resultaten gecontinueerd. Naar de herindeling toe zal, afhankelijk van proces en tempo, de samenwerking verder worden geïntensiveerd. Daarbij staat de voorbereiding op de herindeling centraal. Daarnaast speelt in 2016 de verdere implementatie van Cittaslow en de ontwikkeling van de dorpsvisies. Als gemeente willen we dat voor medewerkers, inwoners en ondernemers helder is wat de Cittaslow waarden inhouden en dat zij hier zoveel mogelijk enthousiast over zijn. Voor de ontwikkeling van de dorpsvisies geldt: proactief communiceren, goed begeleiden en luisteren naar dat wat speelt in de dorpen.
60
Paragraaf 6: Verbonden partijen De gemeente Bellingwedde heeft in een aantal gevallen relaties in zogenaamde derde rechtspersonen. Deze relaties zijn ontstaan met de gedachte om gezamenlijk bepaalde taken uit te voeren. De gemeente is daarbij in meer of mindere mate verbonden met deze rechtspersonen. Een verbonden partij wordt gedefinieerd als een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Het betreft met name gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en naamloze vennootschappen waarin de gemeente op een of andere wijze deelneemt. Dus niet alleen over haar eigen activiteiten loopt de gemeente financieel risico. Door deelneming aan diverse samenwerkingsverbanden voert de gemeente bestuurlijk invloed uit of is de gemeente financieel verbonden dan wel voert ze zowel bestuurlijke invloed uit en is ze ook financieel verbonden. Gemeenschappelijke regelingen De gemeenschappelijke regeling is de publiekrechtelijke vorm van deelneming. De betrokkenheid per regeling verschilt sterk. Zowel in bestuurlijke als in financiële zin. Bij alle regelingen heeft de gemeente een vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur. De verbondenheid met een gemeenschappelijke regeling gaat financieel echter zover, dat we naar ratio verantwoordelijk zijn voor de tekorten. Dit betekent voor de gemeente een financieel risico. Wij nemen als gemeente deel aan de volgende gemeenschappelijk regelingen: 1. Samenwerkingsverband afvalstoffenverwijdering Oosten Zuidoost Groningen (SOZOG) 2. Werkvoorzieningschap Synergon 3. Veiligheidsregio Groningen (VR) 4. Publieke Gezondheid & Zorg (PG&Z) 5. Eems Dollard Regio (EDR) 6. Volkskredietbank Noord-Oost Groningen 7. Muziekschool Oost-Groningen 8. Omgevingsdienst Groningen (ODG)
Bijdrage 2016 (begroot) € 700 € 531.000 € 466.901 € 236.732 € 1.617 € 126.506 € 115.375 € 302.123
Hier volgt een korte toelichting op de gemeenschappelijke regelingen: 1. Samenwerkingsverband afvalstoffenverwijdering Oost- en Zuidoost Groningen (SOZOG) Doel: Het op een doelmatige en verantwoorde wijze verwijderen van afvalstoffen in het samenwerkingsgebied. Betrokkenen: 9 gemeenten, namelijk Bellingwedde, Hoogezand- Sappemeer, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Slochteren, Stadskanaal, Veendam en Vlagtwedde.Vestigingsplaats: Veendam. Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn alle 9 gemeenten vertegenwoordigd. Financieel belang: Bellingwedde zal, evenals de andere deelnemers, jaarlijks een bijdrage aan het samenwerkingsverband betalen. De bijdrage voor 2016 is geraamd op € 700,-.
61
2.
Werkvoorzieningschap Synergon Doel: Uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Betrokkenen: 3 gemeenten, namelijk Bellingwedde, Oldambt en Pekela. Vestigingsplaats: Winschoten. Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd, met elk drie leden. Financieel belang: De deelnemende gemeenten dragen bij in het na aftrek van de Rijkssubsidie overblijvende nadelige saldo. De financiële bijdrage van de gemeente Bellingwedde wordt geraamd op € 531.000,-.
3. Veiligheidsregio Groningen Doel: De regeling stelt zich ten doel om door regeling en bestuur en door een doelmatige organisatie en coördinatie via intergemeentelijke samenwerking uitvoering te geven aan de behartinging van de volgende belangen: a) brandweerzorg; b) geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; c) rampenbestrijding en crisisbeheersing; d) bevolkingszorg e) melding, alarmering en coördinatie ambulancezorg en brandweer. Betrokkenen: Alle gemeenten in de provincie Groningen. Vestigingsplaats: Groningen. Bestuurlijk belang: Aan het hoofd van de regeling staat een algemeen bestuur dat gevormd wordt door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Financieel belang: De gemeente Bellingwedde gaat uit van een bijdrage in 2016 van € 466.901,-. 4. Publieke Gezondheid & Zorg Groningen (PG&Z) Doel: De regeling stelt zich ten doel om door regeling en bestuur en door een doelmatige organisatie en coördinatie via intergemeentelijke samenwerking uitvoering te geven aan de behartinging van de volgende belangen: a) bescherming en bevordering van de gezondheid van de bevolking; b) rampenbestrijding en crisisbeheersing; c) (doen) organiseren van zorg aan de bevolking. Betrokkenen: Alle gemeenten in de provincie Groningen. Vestigingsplaats: Groningen. Bestuurlijk belang: Aan het hoofd van de regeling staat een algemeen bestuur dat gevormd wordt door de leden die daartoe conform de Wet gemeenschappelijke regelingen door de deelnemende gemeenten zijn aangewezen. Financieel belang: De gemeente Bellingwedde gaat uit van een bijdrage in 2016 van € 236.732,- (programma Gezondheid € 122.915; programma Jeugdgezondheid 0-4 jarigen € 113.817). Daarnaast is de uitvoering van het Regionaal Transitie Arrangement (jeugdzorg) door het Regionaal Inkooporgaan Groninger Gemeenten ondergebracht bij de PG&Z. 5. Eems Dollard Regio (EDR) Doel: Het bevorderen, het ondersteunen en het coördineren van de regionale grensoverschrijdende samenwerking van haar deelnemers. Betrokkenen: Tientallen gemeenten, waaronder de gemeente Bellingwedde, Oldambt, Landkreizsen, steden, WGR-regio’s en Kamers van Koophandel in Nederland en Duitsland. Vestigingsplaats: Leer (Duitsland). Bestuurlijk belang: In de E.D.R.-raad is de gemeente Bellingwedde vertegenwoordigd met 1 lid. Financieel belang: De bijdrage van de gemeente Bellingwedde wordt over het jaar 2016 geraamd op € 1.617,-. 6. Volkskredietbank Noord-Oost Groningen Doel: Op zakelijke en sociaal verantwoorde wijze te voorzien in de behoefte aan volkskrediet en financiële hulpverlening. Betrokkenen: 8 gemeenten, namelijk Appingedam, Bellingwedde, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Oldambt, Pekela en Veendam. Vestigingsplaats: 62
Appingedam. Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd, elk met één lid. Financieel belang: De bijdrage van de gemeente Bellingwddde ter zake van deelneming in de Volkskredietbank voor 2016 wordt geraamd op € 126.506,-.
7. Muziekschool Oost–Groningen Doel: Het bevorderen van muziekonderwijs en kunstbeoefening. Betrokkenen: 2 gemeenten, namelijk Bellingwedde en Oldambt. Vestigingsplaats: Winschoten. Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd .(één bestuurslid per 4000 inwoners of gedeelte daarvan). Financieel belang: De bijdrage van de gemeente Bellingwedde over 2016 wordt geraamd op € 115.375,-. 8. Omgevingsdienst Groningen Doel: Uitvoeren van vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken op het gebied van het omgevingsdomein. Betrokkenen: Provincie Groningen en alle 23 Groninger gemeenten. Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd, elk met één lid. In totaal bestaat het algemeen bestuur uit 24 leden. Financieel belang: De bijdrage van de gemeente Bellingwedde ter zake van deelneming in de ODG voor 2016 wordt geraamd op € 302.123,-. Naamloze/besloten Vennootschappen Naamloze en besloten vennootschappen zijn vormen van privaatrechtelijke deelneming. De gemeente ontvangt op de aandelen van de vier eerst genoemde vennootschappen jaarlijke een dividenduitkering. De gemeente is aandeelhouder van: 1. nv Bank Nederlandsche Gemeenten 2. Enexis Holding nv 3. Publiek Belang Electriciteitsprod. bv 4. Verkoop Vennootschap bv 5. Vordering op Enexis bv 6. CBL Vennootschap bv 7. Claim Staat Vennootschap bv 8. nv Waterbedrijf 9. Schier B.V. Stichtingen en verenigingen Stichtingen en verenigingen zijn ook vormen van privaatrechtelijke deelnemingen. In een aantal verenigingen en stichtingen is er sprake van bestuursdeelname en ook een financiële verbondenheid. Genoemd kunnen worden: * * * *
Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) Vereniging Groningse Gemeenten (VGG) Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen Stichting Openbare Bibliotheken Oldambt
63
Paragraaf 7: Grondbeleid Algemeen In 2014 is door het nieuwe college de startnotitie grondbeleid besproken. Deze is ter vaststelling aan de Raad voorgelegd, en geeft de kaders aan waarbinnen het grondbeleid verder vormgegeven zal worden. Het grondbeleid wordt in 2016 verder uitgewerkt. Voorraad gronden Binnen de gemeente zijn de volgende gronden nog in exploitatie: Bellingwolde De gronden waar het medisch centrum is voorzien in Bellingwolde zijn nog niet verkocht. De kans dat dit alsnog verkocht wordt ten behoeve van een gezondheidscentrum wordt op dit moment zeer klein geacht. Geactualiseerde exploitatieopzet: Netto investeringen in grondexploitatie per eind 2014: € 127.000 bij: raming restantinvesteringen (werken derden en inzet uren eigen € 44.000 dienst) af: raming restant waarde landbouwgrond/bouwgrond med.centrum € 171.000* Geraamde afwijking t.o.v. beschikbaar raadskrediet na afronding € -* project De kans dat alsnog een medisch centrum wordt gerealiseerd binnen dit plan wordt zeer klein geacht. Reden om de opgenomen opbrengst niet in de exploitatie te handhaven. De raming van de resterende landbouwgrond was echter zeer conservatief. Deze is nu voor de thans geldende marktwaarde opgenomen waardoor de totaal geschatte opbrengst nauwelijks afwijkt. Blijham Het betreft hier de gronden ‘Blouw’ in het centrum van Blijham. Op deze gronden is een appartementencomplex gerealiseerd door de aannemer die de gronden gekocht heeft. Op basis van een ABC-contract is de aannemer bij verkoop van de appartementen en kavels verplicht een contractuele bijdrage aan de gemeente te betalen. Inmiddels zijn 3 appartementen verkocht en 1 appartement is in de loop van 2015 verhuurd. Van dit appartement zal binnenkort de verschuldigde € 21.000,- ontvangen worden. Geactualiseerde exploitatieopzet: Netto investeringen in grondexploitatie per eind 2014: af: geraamde opbrengst ABC-levering 5 appartementen a € 21.000 af: geraamde opbrengst ABC-levering 2 kavels a € 37.000 af: raming kosten onvoorzien Geraamde resultaat na afronding project:
€ € € € €
168.000 105.000 74.000 11.000 -
Overige (mogelijk) te ontwikkelen gronden Naast bovenvermelde percelen bezit de gemeente nog een aantal gronden die –mogelijkin ontwikkeling genomen kunnen worden: Perceel ‘voormalige huishoudschool’ te Blijham Er liggen twee kavels die nog steeds in de verkoop zijn. De verlaagde prijs heeft nog niet tot de gewenste verkoop geleid. Perceel terrein voormalige palletfabriek te Blijham Het betreft hier het perceel grond van 2.480 m2 aan de Schoollaan 24a te Blijham. Deze is in 2003 door de gemeente aangekocht. Op dit perceel doen zich het probleem voor van een bodemverontreiniging. De omvang hiervan is onbekend. Bij de ontwikkeling van dit 64
perceel worden de kosten van sanering in de grondexploitatie meegenomen. Hierin worden ook de tot nu toe gemaakte kosten van sloop en grondaanvulling opgenomen. Overige kavels en gronden De gemeente bezit een aantal percelen grond verspreid over de gemeente. Er zal een heroverweging plaatsvinden over wat met deze percelen grond gedaan moet worden. De in 2016 op te stellen Nota grondbeleid vormt hiervoor de basis.
65
Paragraaf 8: Krimp Inleiding Met ingang van het jaar 2011 is in het gemeentefonds de tijdelijke krimpmaatstaf geïntroduceerd. Deze tijdelijke maatregel kende een looptijd van vijf jaar, dus 2011 – 2015. De verwachting is dat deze maatregel vanaf 2016 tot 2020 zal worden voortgezet door het rijk. Op welke wijze de krimpmaatstaf zal worden voortgezet is nog geen duidelijkheid. Regionale samenwerking In november 2011 is het regionale woon- en leefbaarheidsbasisplan Oost-Groningen “Van krimp naar kwaliteit” vastgesteld. Op 2 juli 2013 zijn de resultaten 2012 – 2013 en het uitvoeringsprogramma 2013 – 2015 van het regionaal woon- en leefbaarheidsplan OostGroningen vastgesteld door de deelnemende gemeenten en de provincie Groningen. In 2016 zal een uitvoeringsprogramma worden opgesteld waaraan de regio wil gaan werken. Dit uitvoeringsprogramma zal ingaan op de acties die benodigd zijn om kerndoelstellingen van het regionaal woon- en leefbaarheidsplan Oost-Groningen aan te pakken. Binnen het primair onderwijs is een aantal schoolbesturen, waaronder SOOOG en VCO Midden- en Oost Groningen, bezig met het uitwerken van een holding. Binnen deze constructie werken de schoolbesturen intensief samen, maar blijven zij tegelijkertijd zelfstandig. Daarbij kunnen nieuwe samenwerkingsscholen onder eigen bestuur binnen de holding opgenomen worden. Dit komt voort uit het gegeven dat de regio te maken krijgt met een sterk dalend aantal kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar. In 2016 zal de besluitvorming over de inrichting van de holding gestart kunnen worden. Deze besluitvormingsaspecten gaan over juridische, organisatorische, arbeidsrechtelijke en financiële aspecten. De regio is zich er ook steeds meer bewust van geworden dat de aanpak van de particuliere voorraad een urgent thema is, maar tegelijkertijd ook een lastig thema is. Daarom heeft op een bovenregionaal niveau in 2014, dat wil zeggen Oost-Groningen, Eemsdelta en De Marne, een experimentenjaar plaatsgevonden waarin de mogelijkheden voor woningverbetering, rotte kiezen en krimpsloop zijn onderzocht. In 2015 is aan dit experimentenjaar een vervolg gegeven. In 2015 heeft de gemeente besloten om drie rotte kiezen aan te melden als project voor het vervolg van het experimentjaar. Lokale gebeuren Vanuit de wetenschap dat de gemeente met steeds minder middelen de leefbaarheid moet waarborgen wordt daarbij ingezet op het meer betrekken van inwoners en maatschappelijke organisaties bij het in stand houden van de leefbaarheid. Met de door de raad vastgestelde “Visie leefbaarheid gemeente Bellingwedde” wordt nadrukkelijker ingezet op het betrekken van bewoners bij beleid en uitvoering van voor leefbaarheid belangrijke zaken. Dit betekent dat van inwoners meer verwacht zal worden waar het gaat om behoud van leefbaarheid in haar dorp en/of daarbuiten. Met het opstellen van dorpsvisies, waarin per dorp wordt aangegeven wat het dorp echt belangrijk vindt voor de leefbaarheid, is in 2015 van start gegaan. Deze dorpsvisies geven aan op welke wijze de bewoners zelf denken hoe de leefbaarheid kan worden versterkt of behouden, en geven ook aan hoe de bewoners daar zelf een (belangrijke) rol in kunnen spelen. De reden voor dit project is dat krimp niet alleen betekent een kleiner wordende bevolking, maar nog meer een verandering van de bevolkingssamenstelling. Gelet op onderstaande tabel is de trend waar te nemen dat de gemeente te maken gaat krijgen met vergrijzing en ontgroening, naast het feit dat het inwoneraantal in zijn geheel ook afneemt.
66
Bevolkings- en huishoudensprognose gemeente Bellingwedde 2013 2018 2023 2028 2013 - 2028 0-14 jaar 1.279 1.082 905 793 - 486 15-29 jaar 1.150 1.092 970 857 - 293 30-44 jaar 1.432 1.202 1.151 1.090 - 342 45-64 jaar 3.070 2.811 2.513 2.182 - 888 65-74 jaar 1.205 1.403 1.312 1.288 + 83 75 jaar en ouder 840 975 1.225 1.328 + 488 Totaal 8.976 8.565 8.076 7.538 - 1.438 huishoudenontwikkeling
4.055
Aanname gemiddelde 2,21 huishoudensamenstelling Tabel 1 (gebaseerd op IPB)
4.080
4.015
3.825
2,10
2,01
1,97
- 230
In de tabel is onder andere te zien dat er een daling van jongeren plaatsvindt in de gemeente. Deze daling heeft gevolgen voor de gemeente. Te denken valt aan - het moeten opheffen en/of samenvoegen van scholen vanwege te weinig leerlingen en/of het in geding komende kwaliteit van het onderwijs; - problemen met het in stand houden van voorzieningen op het terrein van welzijn, cultuur en sport. Naast deze ontwikkeling zijn er natuurlijk ook andere ontwikkelingen te benoemen. Meer ouderen houdt bijvoorbeeld in dat er onder andere een grotere vraag zal komen naar functies en voorzieningen waar deze doelgroep gebruik van maakt. Hierbij kan gedacht worden aan een toenemende zorgvraag en meer vraag naar levensloopbestendige woonruimte. Het verdwijnen van voorzieningen uit dorpen of bundeling hiervan in een ander dorp, kan voor deze doelgroep qua mobiliteit tot problemen leiden. Integrale aanpak voorzieningen Gemeente Bellingwedde De gemeente is al enige jaren bezig om de voorzieningen in de ‘basisdorpen’ Bellingwolde, Blijham en Wedde te versterken om de toekomstige leefbaarheid te kunnen garanderen. Bij de analyse van de dorpen is door de gemeente een aantal speerpunten aangegeven. Vooral de zorg om de eerstelijnsgezondheidszorg en de detailhandelsvoorzieningen hebben geleid tot enkele concrete plannen. In 2015 zijn de volgende deelprojecten een stap verder gebracht: (Deel)project ‘ontwikkeling dorpshuis Wedde en omgeving’. De uitbreiding en verbouwing is inmiddels afgerond. Dit betekent dat “Wedde het Struindorp van Nederland” in 2016 verder bekendheid zal krijgen. Ondertussen kan het dorpshuis met de nieuwe keuken en de extra ruimte beter uit de voeten, waardoor de verschillende verenigingen beter uit de voeten kunnen. (Deel)project ‘ontwikkeling Dorpsplein Bellingwolde; realisatie van verpleegplaatsen en zorgwoningen’ Het verpleegcentrum Akkerheem heeft haar deuren reeds langere tijd opengesteld en de 32 kamers zijn volledig bezet. Het is daarmee duidelijk dat dit verpleegcentrum in een behoefte voorziet. De levensloopbestendige zorgwoningen zijn nog niet gerealiseerd. Op dit moment is de gemeente nog in gesprek over de realisatie. In 2016 zal het Dorpsplein ook heringericht zijn. Daarmee krijgt dit plein een frissere en functionelere aanblik. Daarmee doet de inrichting recht aan de aan het Dorpsplein gerelateerde voorzieningen en krijgt het gehele plein een uitstraling die past bij de ambities van de gemeente om aan dit plein een concentratie van kwalitatief goede voorzieningen te concentreren. (Deel)project ‘herinrichting openbare ruimte nabij nieuwe supermarkt 67
Met de provincie is de inrichting van de kruising Rhederweg-Hoofdweg verder uitgewerkt, in samenhang met groot onderhoud aan de Rhederweg. Het groot onderhoud aan de Rhederweg, exclusief de kruising met de Hoofdweg, is afgerond. In overleg met de provincie is de inrichting van de kruising met de Hoofdweg verder uitgewerkt. De werkzaamheden zijn eind 2015 / begin 2016 afgerond. (Deel)project ‘herinrichting Wedde’ Het project herinrichting Wedde heeft als doel om de openbare ruimte een nieuwe impuls te geven. Hiervoor wordt in het centrum van Wedde gekozen voor een andere profiel van de Hoofdweg en omgeving om het aantrekkelijker te maken voor bezoekers van binnen en buiten de gemeente. Hiermee wordt nagestreefd dat de bestaande functies in het dorp hun bestaansrecht behouden. Hiertoe wordt ook plein aangepakt. Dit om te dienen als verblijfsruimte voor toeristen en voor de inwoners. Dit moet eveneens ook bijdragen aan de nieuwe impuls die ontstaan is door het verbouwde dorpshuis. Dit project zal in 2016 worden afgerond. (Deel)project ‘Hoefijzer II waarvan onderdeel is herinrichting Dorpsplein Blijham’ De dorpsraad in Blijham heeft samen met de inwoners van Blijham nagedacht over de krimp en de gevolgen hiervan, maar ook de mogelijkheden hiervan voor hun dorp. Het doel welke zij zichzelf hebben gesteld is hoe maken we Blijham toekomstbestendig. Dit hebben ze vertaald naar een document getiteld “Krimp! UITDAGING en KANS voor BLIJHAM!”. Dit document gaat integraal in op de sterke punten van het dorp Blijham. Eén van de onderwerpen in dit document betreft het herinrichten van het huidige Dorpsplein in Blijham. Gewerkt is in 2015 aan een nadere uitwerking van de bestaande ideeën zoals opgenomen in het document. In 2016 zal worden gestart met de uitvoering van dit plan, indien de gemeenteraad hiervoor krediet beschikbaar stelt. Daarmee zijn/worden belangrijke stappen gezet in de verbetering van voorzieningen in de gemeente Bellingwedde. Primair onderwijs Onderwijshuisvesting in de gemeente Bellingwedde is een zaak van de gemeente en de schoolbesturen SOOOG en VCO. Rekening houdend met landelijke wet- en regelgeving, de mogelijkheden en afspraken met en tussen de schoolbesturen, verschillen in effecten van de krimp binnen de gemeente en met de beschikbaarheid van financiële middelen, is beschreven wat wenselijk en wat haalbaar is. In Blijham willen gemeente en schoolbesturen komen tot één samenwerkingsschool op de locatie de Wiekslag, met als tussenstap eventueel twee scholen onder één dak. Omdat de Wiekslag gelegen is in de Koningsspil, is het streven om te komen tot een brede(re) wijkvoorziening in Blijham. Door integratie van de twee basisscholen en de organisatorische, inhoudelijke en facilitaire samenwerking tussen het onderwijs, zorg en welzijn, willen we de leefbaarheid in het dorp Blijham (waar)borgen. Daartoe is een aantal scenario’s opgesteld en uitgewerkt. De verdere uitwerking van de eerder genoemde holdingsconstructie heeft een opschortende werking op de besluitvorming omtrent de planvorming van samenvoeging van primair onderwijs in Blijham. De wens van ouders, gemeente en schoolbesturen is om op termijn ook in Bellingwolde één onderwijslocatie te realiseren. Daarbij moet nadrukkelijk gekeken worden naar de mogelijkheden om met het Dollard College (voortgezet onderwijs) samen tot een brede onderwijsvoorziening te komen. Ook de ontwikkelingen rond de Meet moeten in dat verband de komende periode meegenomen worden. De oudergeledingen van de medezeggenschapsraden van de scholen in Bellingwolde hebben middels een subsidietoekenning een verkenning laten uitvoeren naar een samenwerkingsschool in Bellingwolde. De gemeente heeft deze subsidieaanvraag ondersteund. Het rapport wordt nog in 2015 opgeleverd. 68
In de driehoek Veelerveen, Vriescheloo, Wedde hebben we te maken met een zorgelijke situatie, bezien vanuit de leerlingaantallen. Ook hier lijkt één school voor de gehele driehoek op de langere termijn een reëel toekomstbeeld. Vanuit de gemeente en schoolbesturen is hiervoor nog geen helder scenario uitgewerkt. Dit onderstreept dan ook nog eens het belang van goed overleg tussen gemeente en schoolbesturen. Wonen De gemeente heeft als centrale opgave de lokale woningmarkt op peil te houden. Dit houdt in dat de kwaliteit van woningen en leefomgeving zo is dat het goed wonen is in Bellingwedde. Vooral in een krimpende markt is dit moeilijk. Wanneer men zich oriënteert op de huursector dan heeft de gemeente vooral te maken met corporaties. Voor de particuliere sector geldt dat de gemeente met elke eigenaar apart van doen heeft. In het algemeen leidt dit niet tot problemen om de kwaliteit van de woning op peil te houden. Er is echter een groep die daar steeds minder goed in slaagt. Wanneer woningen niet goed onderhouden worden en/of de leefomgeving verpaupert, dan komen de sociale, ruimtelijke en financiële effecten om de hoek kijken. De verwachting is dat deze problematiek in de toekomst gaat toenemen. Dit omdat door de demografische ontwikkelingen er nog meer leegstand kan ontstaan. Daarnaast is er de vraag of de woningen die er zijn wel geschikt zijn naar de toekomst toe (voor bijvoorbeeld de zorgvraag). Dit zijn redenen waarom de gemeente heeft besloten om een woningmarktonderzoek te laten uitvoeren. Dit onderzoek schetst dat de gewenste samenstelling van de woningvoorraad in 2030 sterk afhangt van verschillende ontwikkelingen op de woningmarkt. In hoofdlijnen gaat het om: - afname van de bevolking en het aantal huishoudens De huishoudens- en bevolkingsprognose laat zien dat er een afname is. Met name de afname van de huishoudens heeft als gevolg dat er te veel huizen zijn voor de inwoners van de gemeente op de huizenmarkt. Dit betekent dat op zowel de huur- als de koopmarkt verdere ontspanning optreedt en de vraag naar woningen zal afnemen. - vergrijzing van de bevolking De vraag zal zich meer gaan richten op geschikte woningen voor senioren. Op dit moment telt de woningvoorraad hoofdzakelijk twee-onder-een-kap en vrijstaande woningen. - economische ontwikkeling Momenteel nemen consumenten vanwege onzekerheid in de markt een afwachtende houding aan en kiezen bewust om pas op de plaats te maken. - verdergaande extramuralisering Ouderen met een zorgvraag zullen langer zelfstandig moeten blijven wonen, en worden minder snel opgenomen in een intramurale instelling. Hierdoor neemt de komende jaren zorg-aan-huis of verzorgd wonen toe. Deze ontwikkelingen zijn vertaald in de lokale woonvisie. Wanneer je woningen uit de markt moet halen om de hierboven genoemde effecten tegen te gaan, dan gaat het om aanzienlijke bedragen. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan woningaanpassingen, slopen van woningen, investeren in verpauperde panden, investeren in leefomgevingen, etc. Het bovenstaande is niet alleen lokaal urgent, maar ook op regionaal niveau. De woningmarkt houdt nu eenmaal niet op bij de gemeentegrens. Eind 2013 is dan ook het regionaal prestatiekader 2013 – 2018 vastgesteld. Dit regionaal prestatiekader stelt kaders, waaraan de deelnemende partijen zich hebben verbonden. Financiële consequenties krimp De bevolkingskrimp waarvan in de gemeente Bellingwedde sprake is en die ook in de komende jaren nog flink zal doorzetten (zie tabel 1) heeft grote financiële consequenties voor Bellingwedde als gevolg van het optreden van kostenremanentie en de noodzaak van extra investeringen. 69
Kostenremanentie Door de bevolkingsdaling krijgt de gemeente minder inkomsten in het gemeentefonds en moeten de belastinginkomsten over een klein aantal burgers verdeeld worden. Niet in alle gevallen leidt dit ook tot evenredig lagere kosten. Dit geldt onder andere voor de kosten van wegenonderhoud, beheer openbaar groen, openbare verlichting en riool. De kosten van deze taken nemen bij bevolkingsdaling niet noemenswaardig af, terwijl de middelen die benodigd zijn om deze kosten te dekken afnemen (gemeentefonds) of over een kleiner aantal burgers verdeeld moeten worden. Investeringen De problemen waarvoor de gemeente wordt gesteld als gevolg van de doorzettende bevolkingskrimp (behoud van leefbaarheid, voorkomen van verloedering door leegstand, etc.) vragen van de gemeente een flinke inspanning in de vorm van diverse investeringen. In 2016 is sprake van de volgende investeringsprojecten die samenhangen met opvangen van de gevolgen van krimp en die in uitvoering zijn en deels of op korte termijn gestart zullen worden: Omschrijving project
Totale projectkosten
Herinrichting Hoofdweg/Rhederweg en dorpsplein Bellingwolde Lokaal Woon en Leefbaarheidsplan Hoefijzer II waarvan onderdeel is herinrichting Dorpsplein Blijham Herinrichting Wedde Samenvoeging twee scholen Blijham in relatie met inrichting en gebruik MFA De Koningsspil. Gezien de bestuurlijke ontwikkelingen zal er echter pas in 2016 sprake kunnen zijn van uitvoering en duidelijkheid omtrent de totale projectkosten.
€ 1.371.000,-
Gemeentelijke bijdrage € 156.000,-
€ 60.000,€ 1.091.000,-
€ 60.000,€ 501.000,-
€ 1.030.000,(voorlopige) projectkosten € 369.050,-
€ 265.000,€ 258.335,(reeds gereserveerd € 185.000,-)
Bovengenoemde projecten kunnen gezien de benodigde investeringskredieten alleen uitgevoerd worden door middel van subsidiebijdragen uit onder andere fondsen voor krimp en leefbaarheid, maar vergen desondanks een aanzienlijke bijdrage uit de eigen gemeentelijke middelen. Resumé De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat de gemeente door de bevolkingskrimp geconfronteerd wordt met forse extra kosten door de investeringsopgave in de leefbaarheid waarvoor zij gesteld wordt, welke bovendien gedekt moet worden door een steeds kleiner wordend inwoneraantal.
70
Paragraaf 9: Interbestuurlijk toezicht Inleiding Op grond van de Wet revitalisering generiek toezicht wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van enkele wettelijke taken (waarbij de provincie Groningen toezichthouder is). Het college verantwoordt zich aan de gemeenteraad op grond van artikel 169 van de Gemeentewet en aan de toezichthouder op grond van artikel 124 van de Gemeentewet. Afspraak is dat deze verantwoording is ondergebracht in de P&C-cyclus. Taken waarover verantwoording dient te worden afgelegd richting de provincie zijn: Financiën, Archief, Statushouders, WABO, ruimtelijke ordening, archeologie monumenten.
en
De wijze van verantwoorden is in overleg met de provincie Groningen tot stand gekomen. Er zijn toetskaders voor iedere taak opgesteld. Per onderwerp zijn deze toetskaders aangegeven. Eerder gedane beoordelingen Vanaf de rekening 2013 verantwoordt het college zich, zoals omschreven in de inleiding. In onderstaand schema treft u deze gemeentelijke beoordelingen aan. Taakveld
Rekening 2013 Eindoordeel
Begroting 2014 Eindoordeel
Rekening 2014 Eindoordeel
Begroting 2015 Eindoordeel
Begroting 2016 Eindoordeel
Financiën
Matig
Matig
Matig
Matig
Goed
Huisvesting statushouders
Goed
Goed
Goed
Goed
Matig
Ruimtelijke ordening
Matig
Matig
Matig
Matig/Goed
Matig/Goed
WABO
Matig
Matig
Goed
Archeologie
Goed
Goed
Goed
Archief
Matig
Matig
Matig
71
Goed m.u.v. jaarverslag – hier is oordeel Slecht Goed m.u.v. vergunning en adviezen hier is oordeel Slecht Matig
Goed
Goed m.u.v. vergunning en adviezen hier is oordeel Matig Matig
Financiën TOETSKADER Goed: - De begroting is structureel en reëel in evenwicht en - Uit meerjarenraming is aannemelijk dat dit evenwicht wordt gecontinueerd en - Er is voor zover bekend geen sprake van bestuurlijk relevante onderwerpen die de financiële positie substantieel nadelig kunnen beïnvloeden. Hier kan worden gedacht aan de jaarrekening, het weerstandsvermogen, de grondexploitatie of andere onderwerpen. Matig: - De begroting is structureel en reëel in evenwicht. Uit meerjarenbegroting is nog niet aannemelijk dat dit evenwicht behouden blijft of - De begroting is structureel en reëel niet in evenwicht. Uit de meerjarenbegroting is aannemelijk dat dit evenwicht wordt hersteld en/of - Er is sprake van één of meer relevante onderwerpen die de financiële positie substantieel nadelig kunnen beïnvloeden. Slecht: - De begroting is structureel en reëel niet in evenwicht en - Uit meerjarenbegroting is niet aannemelijk dat dit evenwicht wordt hersteld. - Ook kan sprake zijn van één of meer bestuurlijk relevante onderwerpen die de financiële positie substantieel nadelig kunnen beïnvloeden.
Op het toetsingskader wordt ingegaan in de financiële begroting 2016 (de onderdelen “overzicht baten en lasten”, “toelichting op het overzicht van baten en lasten” en de “uiteenzetting van de financiële positie”). De begroting 2016 is structureel en reëel in evenwicht. Ook de meerjarenraming laat een voordelig rekeningsaldo zien. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheer wordt een inventarisatie gegeven van de risico’s die de financiële positie van de gemeente substantiel kunnen beïnvloeden. Geconstateerd is dat de weerstandscapaciteit van de gemeente voldoende is om eventuele onvoorzien verliezen op te vangen. De gemeentefinanciën worden als “goed” beoordeeld.
Huisvesting Statushouders TOETSKADER Goed - De halfjaarlijkse taakstelling wordt gerealiseerd Matig - De halfjaarlijkse taakstelling wordt niet volledig gerealiseerd Slecht - Na een extra termijn heeft de gemeente de taakstelling niet gehaald
Vanwege de hoge instroom van asielzoekers in Nederland en het grote aantal mensen dat een status krijgt, is de taakstelling voor de eerste helft 2015 voor alle gemeenten fors hoger geworden. Bellingwedde kreeg de opdracht om in het eerste half jaar acht personen te huisvesten. Begin januari had Bellingwedde een achterstand van twee personen. In totaal zijn er dit half jaar acht personen gehuisvest. Vanwege een gecancelde gezinshereniging is het helaas niet gelukt om de volledige taakstelling te huisvesten. Voor twee personen is huisvesting aanstaande. Voor het tweede half jaar van 2015 bedraagt de taakstelling van het Rijk voor Bellingwedde eveneens acht statushouders om te huisvesten.
De taak Huisvesting Statushouders wordt daarom als “matig” beoordeeld.
72
Wet ruimtelijke ordening Bestemmingsplan / beheersverordening TOETSKADER Goed: - Voor het gehele grondgebied gelden actuele, aan de regels van rijk en provincie aangepaste plannen / verordeningen; - Over de uitvoering van de Wro-taken in het voorafgaande jaar is verslag gedaan aan de gemeenteraad. Dit jaarverslag is bij het jaarverslag behorend bij de jaarrekening aan de gemeenteraad aangeboden en is tevens beschikbaar voor GS. Matig: - Niet voor het gehele grondgebied gelden actuele, aan de regels van rijk en provincie aangepaste, plannen/verordeningen; - In zoverre plannen/verordeningen niet actueel of aangepast zijn, bestaan er echter geen risico’s en gevaren (veiligheid, volksgezondheid, natuur, landschap, cultuurhistorie, archeologie); - De gemeente heeft een operationeel programma om de niet-actuele en niet-aangepaste plannen/verordeningen te herzien; - Over de uitvoering van de Wro-taken in het voorafgaande jaar is verslag gedaan aan de gemeenteraad. Dit jaarverslag is echter niet binnen een jaar na het verslagjaar aan de gemeenteraad aangeboden en aan GS beschikbaar gesteld. Slecht: - Niet voor het gehele grondgebied gelden actuele, aan de regels van rijk en provincie aangepaste, plannen/verordeningen; - In zoverre plannen/verordeningen niet actueel of aangepast zijn, bestaan er echter reële risico’s en gevaren (veiligheid, volksgezondheid, natuur, landschap, cultuurhistorie, archeologie); - Gemeente heeft geen operationeel programma om de niet-actuele en niet-aangepaste plannen/verordeningen te herzien; - Over de uitvoering van de Wro-taken in het voorafgaande jaar is geen verslag gedaan aan de gemeenteraad.
Het ruimtelijk beleid van de gemeente Bellingwedde is vervat in bestemmingsplannen. Voor het gehele grondgebied van de gemeente gelden bestemmingsplannen. Eén van de bestemmingsplannen die niet actueel is, is het bestemmingsplan “buitengebied”. De actualisatie is reeds gestart. Dit heeft in 2013 geleid tot de terinzagelegging van het ontwerp. Deze is echter, mede gelet op een provinciale zienswijze, niet vastgesteld. De terinzagelegging van het ontwerp zal hierom opnieuw moeten plaatsvinden. De planning hiervan wordt afgestemd op de planning van de herziening van de provinciale omgevingsverordening. Twee andere bestemmingsplannen die niet actueel zijn, zijn de bestemmingsplannen Veelerveen en Oudeschans. In 2016 wordt gekeken met welk instrument deze plannen worden geactualiseerd. De vigerende bestemmingsplannen hebben echter voldoende bescherming van de aanwezige waarden. Dit onderwerp wordt als “matig” beoordeeld. Dit gelet op het feit dat drie bestemmingsplannen niet actueel zijn maar dat er een plan van aanpak is om dit te herstellen. Dit onderdeel van Wet ruimtelijke ordening wordt daarom als “matig” beoordeeld.
Bestuursrechtelijke handhaving TOETSKADER Goed: - Het beleid voor de bestuursrechtelijke handhaving in het kader van de Wro is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma voor het komende jaar. Dit uitvoeringsprogramma is bij de begroting aan de raad aangeboden en is tevens beschikbaar gesteld aan GS. De periode waarop het handhavingsbeleid betrekking dient te hebben, is niet voorgeschreven. Het ligt echter voor de hand dat het beleid betrekking heeft op een periode van minstens een jaar. Het bestuursorgaan is vrij in de keuze voor een langere periode. Het feit dat de periode waarvoor het handhavingsbeleid wordt vastgesteld meerdere jaren kan bedragen, neemt niet weg dat ten minste eenmaal per jaar moet worden bezien of het vastgestelde beleid door wijziging van het desbetreffende document moet worden aangepast. De aanleiding daarvoor is de evaluatie van het uitvoeringsprogramma - Over de bestuursrechtelijke handhaving in het kader van de Wro in het voorafgaande jaar is verslag gedaan aan de gemeenteraad. Dit jaarverslag is bij het jaarverslag behorend bij de jaarrekening aan de gemeenteraad aangeboden en is tevens beschikbaar gesteld aan GS.
73
Matig: - Het beleid voor de bestuursrechtelijke handhaving in het kader van de Wro is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma voor het komende jaar. Dit uitvoeringsprogramma is echter niet voorafgaand aan het jaar waarop het betrekking heeft aan de raad aangeboden en aan GS beschikbaar gesteld; - Over de bestuursrechtelijke handhaving in het kader van de Wro in het voorafgaande jaar is verslag gedaan aan de gemeenteraad. Dit jaarverslag is echter niet binnen een jaar na het verslagjaar aan de gemeenteraad aangeboden en aan GS beschikbaar gesteld. Daardoor is onvoldoende gegarandeerd dat het handhavingsproces een cyclisch verlopend proces is. Slecht: - Het beleid voor de bestuursrechtelijke handhaving in het kader van de Wro is niet uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma voor het komende jaar; - Over de bestuursrechtelijke handhaving in het kader van de Wro in het voorafgaande jaar is geen verslag gedaan aan de gemeenteraad.
Bestuursrechtelijke handhaving op het gebied van ruimtelijke ordening is vervat in de omgevingsnota. Dit onderdeel van Wet ruimtelijke ordening wordt daarom als “goed” beoordeeld.
Wabo Uitvoering VTH taken TOETSKADER Goed: - Actueel beleid (minimaal vergunningen- en handhavingsbeleid inclusief brandveiligheid, protocol bouwplantoetsing, bodembeleid) en probleem- en risicoanalyse (<4 jaar) zijn beschikbaar voor GS. In Artikel 7.2, tweede lid Bor staat ‘analyse van de problemen’. In de praktijk wordt vaak de term probleem- en risicoanalyse of omgevingsanalyse gebruikt. - Beleid bevat doelen en prioriteiten, ambitieniveau is in lijn met capaciteit. - Beleid en probleem- en risicoanalyse besteden aandacht aan de onderkende Wabo-risico’s (asbest, verontreinigde grond, brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen, constructieve veiligheid, risicovolle inrichtingen en brandveiligheid) en zijn duidelijk over wat de specifieke gemeentelijke risico’s zijn. Tevens wordt in kader toezicht en handhaving aandacht besteed aan: veiligheid, gezondheid, landschap, natuur en cultuurhistorie. Matig: - Er is een beleid en/of probleem- en risicoanalyse maar deze zijn niet actueel (>4 jaar) of incompleet. - Beleid bevat geen doelen en/of prioriteiten, ambitieniveau is niet in lijn met capaciteit. - Beleid en/of probleem- en risicoanalyse besteden geen of onvoldoende aandacht aan onderkende Waboen RO risico’s, geen duidelijkheid over specifieke gemeentelijke risico’s. Slecht: - Gemeente heeft geen beleid en/of probleem- en risicoanalyse.
Het beleid voor vergunningverlening, toezicht en handhaving is vastgelegd in het Beleidsplan VTH 2013-2015 ‘Visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving’. Dit beleidsplan geeft aan op welke wijze de gemeente Bellingwedde haar vergunningverlenende, handhavende en toezichthoudende taak uitvoert en wil laten uitvoeren door andere partijen. Daarvoor is het belangrijk om te weten vanuit welk perspectief en vanuit welke context wij dat doen. In het beleidsplan wordt aandacht besteed aan landelijke VROM/IPO thema’s, als aan thema’s gebaseerd op de probleemen risicoanalyse. Tevens zijn verschillende strategieën opgenomen. In 2016 wordt een nieuw plan opgesteld.
Dit onderdeel van de WABO dient als “goed” te worden beoordeeld.
Uitvoeringsprogramma TOETSKADER Goed: - Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma vth-taken vastgesteld door B en W, en is beschikbaar voor GS. Het programma wordt bij de begroting aangeboden aan de raad.
74
- Het uitvoeringsprogramma heeft een duidelijke relatie met risico’s, doelen, prioriteiten en evaluatie vorig programma. Beschikbare middelen zijn toereikend voor uitvoering. - In het uitvoeringsprogramma zijn vwb vergunningverlening in ieder geval de systematiek en werkzaamheden voor het actueel houden van vergunningen voor risicovolle activiteiten beschreven. Matig: - Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma vth-taken vastgesteld door B en W, en is beschikbaar voor GS. Het programma wordt bij de begroting aangeboden aan de raad. De beschikbare middelen zijn toereikend voor de uitvoering. Slecht: - B en W hebben niet een uitvoeringsprogramma vth vastgesteld dat is aangeboden aan de raad en beschikbaar voor GS. Gemeente heeft onvoldoende personele en financiële middelen om programma uit te voeren.
Op 16 december heeft ons college de ‘Evaluatie 2013-2014 en Jaarprogramma 2015’ vastgesteld. Met een kleine wijziging is een nieuwe versie op 3 maart 2015 vastgesteld De periode van het jaarprogramma annex uitvoeringsprogramma loopt van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015. De ODG voegt de programma’s van de deelnemende partijen samen tot één uitvoeringsprogramma voor de gehele provincie. Het Jaarprogramma VTH 2015 is u aangeboden. Dit onderdeel van de WABO dient als “goed” te worden beschouwd. Jaarverslag TOETSKADER Goed: - Bij het jaarverslag behorend bij de jaarrekening worden de evaluatie van het uitvoeringsprogramma en rapportage (art. 7.7 Bor) aangeboden aan raad en zijn beschikbaar voor GS - Jaarverslag bevat duidelijke conclusies over mate van uitvoering uitvoeringsprogramma, de bijdrage aan beleidsdoelen, de beheersing van risico’s, en of beleid, prioriteiten en/of programma bijgesteld dienen te worden Matig: - Bij het jaarverslag behorend bij de jaarrekening worden de evaluatie van het uitvoeringsprogramma en de rapportage (zie art. 7.7 Bor) aan de raad aangeboden en zijn beschikbaar voor GS Slecht: - Gemeente heeft geen evaluatie van het uitvoeringsprogramma en de rapportage (zie art. 7.7 Bor) aan de raad aangeboden en beschikbaar gesteld voor GS.
Jaarlijks evalueren wij hoe het uitvoeringsprogramma is uitgevoerd. Daarbij wordt onderzocht; -In welke mate de handhavingsdoelen zijn bereikt; -Worden risico’s beheerst en/of is bijstelling van uitvoeringsprogramma en/of beleid en/of prioritering nodig? -Welke afwijkingen zijn er geconstateerd en wat is hier de reden van? -Hoe verloopt de samenwerking met de Omgevingsdienst. Uit de evaluatie moet blijken of de opgenomen activiteiten zijn uitgevoerd en in hoeverre de uitgevoerde activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de handhavingsdoelen. Aan de hand van de evaluatie kan, zo nodig, het beleidsplan en/of uitvoeringsprogramma tijdig worden bijgesteld. De evaluatie maakt onderdeel uit van het jaarprogramma 2015 (‘Evaluatie 2013-2014 en Jaarprogramma 2015’). Door eerst terug te blikken naar het afgelopen jaar en daarna de opdracht (uitvoeringsprogramma voor de Omgevingsdienst) in kaart te brengen, wordt het gehele proces duidelijk en kan er eenvoudig naar onderdelen verwezen worden. Het jaarprogramma voor het komend jaar en de en evaluatie van het afgelopen jaar wordt ter informatie aan de raad aangeboden.
75
Dit onderdeel van de WABO wordt als “goed” beoordeeld Archeologie en monumenten De verantwoording van dit onderdeel wijkt enigszins af van de andere taakgebieden. Naast de toetskaders is ook de beantwoording van enkele algemene vragen gewenst. Beantwoording algemene vragen Wat zijn in de gemeente het aantal gebouwde en archeologische rijksmonumenten, het aantal (rijks) beschermde stads- en dorpsgezichten, het aantal gemeentelijk gebouwde monumenten en het aantal archeologisch waardevolle terreinen? In de gemeente Bellingwedde zijn 61 gebouwde en archeologische monumenten aanwezig Er zijn twee dorpscentra aangewezen als beschermd dorpsgezicht. De gemeente heeft geen gemeentelijke gebouwde monumenten. Er zijn 25 archeologisch waardevolle terreinen binnen de gemeente aanwezig.
Hoeveel menskracht is (in totaal) binnen de gemeente aanwezig voor beleid, vergunningverlening en toezicht op het gebied van monumenten en archeologie?
Beleid is ondergebracht bij een van de beleidsmedewerkers. Sinds november 2013 is de vergunningverlening en toezicht uitbesteed aan de Omgevingsdienst Groningen. De gemeente maakt gebruik van een provinciaal opererende monumentencommissie. Deze bestaat uit K.F. Geijzendorffer (voorzitter), S. van Seijen, J. Battjes, T. Bouman, P. Karstkarel (allen leden), M.S. Verweij (toehoorder) en H.D. Waterbolk (secretaris). De monumentencommissie is gehuisvest in Groningen (Libau).
Is er een archeologische waardenkaart? Zo ja, hoe vaak wordt deze geactualiseerd? Er is een archeologische waardenkaart gemaakt. Deze wordt bijgewerkt zodra er wijzigingen zijn. Hoeveel beschikkingen zijn er het afgelopen halfjaar afgegeven voor wijziging, sloop of verwijdering van rijksmonumenten? Er zijn in de eerste helft van 2015 geen omgevingsvergunningen onderdeel monumenten verleend
Hoeveel (pre)adviezen heeft de monumentencommissie het afgelopen halfjaar uitgebracht t.a.v. rijksmonumenten? Voor rijksmonumenten zijn geen pre-adviezen uitgebracht door de monumentencommissie. Hoeveel vondstmeldingen zijn het afgelopen jaar in de gemeente gemeld c.q. geregisseerd? In het eerste halfjaar van 2015 zijn geen vondstmeldingen geregistreerd. 76
Bestemmingsplannen/beheerverordening TOETSKADER Goed: De vastgestelde of in procedure zijnde bestemmingsplannen (binnen de wettelijke termijnen) zijn voor het hele gemeentelijke grondgebied Maltaproof en alle rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten zijn erin opgenomen Matig: De vastgestelde of in procedure zijnde bestemmingsplannen zijn voor het hele gemeentelijke grondgebied Maltaproof en alle rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten zijn erin opgenomen; echter de in procedure zijnde bestemmingsplannen zijn (deels) buiten de wettelijke termijnen Slecht: De bestemmingsplannen of de beheersverordening zijn niet voor het hele gemeentelijke grondgebied Maltaproof of niet alle rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten zijn erin opgenomen.
De beschermde dorpsgezichten zijn opgenomen in de bestemmingsplannen. Alle bestemmingsplannen zijn Maltaproof. Dit onderdeel van Archeologie en Monumenten is dan ook als “goed” worden beoordeeld.
Monumentencommissie Goed: Een ingestelde monumentencommissie die voldoet aan art. 15 Monumentenwet Matig: Wel een monumentencommissie maar voldoet niet aan art. 15 Monumentenwet Slecht: Geen monumentencommissie ingesteld
De gemeente heeft een monumentencommissie, die voldoet aan de art. 15 Monumentenwet. Dit onderdeel van Archeologie en Monumenten kan dan ook als “goed” worden beoordeeld.
Openbaar register TOETSKADER Goed: Er is een openbaar en compleet register en er wordt voldaan aan de termijnen waarbinnen verleende vergunningen in het register moeten zijn opgenomen Matig: Er is een openbaar en compleet register, maar er wordt niet (altijd) voldaan aan de wettelijke termijnen waarbinnen opname in het register plaats moet vinden Slecht: Openbaar register ontbreekt of is onvolledig
Er is geen openbaar en compleet register aanwezig. Streven is in 2015 te komen tot een openbaar register. Dit onderdeel van Archeologie en Monumenten dient als “matig” te worden beoordeeld.
Advies monumentencommissie TOETSKADER Goed: In alle gevallen is advies gevraagd aan de monumentencommissie Matig:
77
Niet in alle gevallen is advies gevraagd aan de monumentencommissie Slecht: Er worden geen adviezen gevraagd aan de monumentencommissie
In alle wettelijk verplichte gevallen wordt voor gebouwde rijksmonumenten advies gevraagd aan de monumentencommissie. Dit onderdeel van Archeologie en Monumenten kan als “goed” worden beoordeeld. Incidenten TOETSKADER Goed: Op alle incidenten is passende actie ondernomen Matig: Op incidenten is niet in alle gevallen passende actie ondernomen Slecht: Op incidenten is geen actie ondernomen of het is onduidelijk of en in hoeverre actie is ondernomen
In 2014 hebben er t.a.v. archeologie en monumenten geen incidenten plaatsgevonden. Dit onderdeel van Archeologie en Monumenten is dan ook niet van toepassing.
Archief
TOETSKADER Goed - Elk van de vier benoemde cruciale thema’s scoort een voldoende. - Er is geen verdere aanleiding voor monitoring door de provincie. Matig - Ten minste één van de vier benoemde cruciale thema’s scoort onvoldoende, maar dit leidt slechts tot lage risico’s en/of gaat vergezeld van een adequaat verbeterplan. - De provincie zal de uitvoering van de verbeterplannen monitoren. Slecht - Ten minste één van de vier benoemde cruciale thema’s scoort onvoldoende, terwijl er een hoog risico en/of geen adequaat verbeterplan is. - Het beleidskader indeplaatsstelling of het landelijk beleidskader schorsing/vernietiging treedt in werking en kan tot vervolgacties van de provincie leiden.
De cruciale thema zijn: Kwaliteitssysteem Goede, geordende en toegankelijke staat Selectie, vernietiging en openbaarmaking Beheeromgevingen Per thema wordt hieronder een oordeel gegeven. Aan het eind volgt een eindoordeel (zoals het toetskader hierboven aangeeft). Kwaliteitssysteem De gemeente werkt niet met een werkend kwaliteitssysteem voor het archiefbeheer, zoals bedoeld in artikel 16 van de Archiefregeling. Voor de archiefzorg en de postbehandeling zijn geen procedures en/of protocollen vastgelegd. In 2014 is er een gemeente breed informatieveiligheidsplan door het college vastgesteld. 78
De gemeente beschikt over een archiefverordening, door de raad vastgesteld op 12 maar 2013 en een Besluit Informatiebeheer vastgesteld door het college op 22 oktober 2013. Oordeel: slecht Verbeterplan: een begin maken met een kwaliteitssysteem d.m.v. het beschrijven van processen, hierna zal het kwaliteitssysteem verder uitgewerkt moeten worden. Goede, geordende en toegankelijke staat Op dit moment beschikt de gemeente over zowel digitale als fysieke overzichten, waarin wordt aangegeven over welke archiefbescheiden we beschikken. Te zijner tijd zal dit 1 systeem moeten gaan worden, zodat dit een duidelijker geheel wordt. De gemeente gebruikt duurzame verpakkingsmaterialen voor de opslag van te bewaren fysieke archiefbescheiden, welke voldoen aan de ICN norm en waar nodig worden oude verpakkingsmaterialen vervangen door gecertificeerde verpakkingsmaterialen. Ons papier voldoet aan de norm NEN 2728 en de pennen die worden gebruikt voor ondertekening van originele stukken voldoen aan ISO 1257-2. Sinds 2014 beschikt de gemeente over een nieuw postregistratiesysteem, (DPM = Document Proces Manager). Met dit systeem kunnen we scannen en ook andere informatie betrekking hebbende op het document koppelen, bijvoorbeeld een collegevoorstel of raadsvoorstel. Omdat het geen DMS (Document Management System) is, kunnen we niet zaakgericht werken, maar het is een stap in de goede richting. Oordeel: matig Verbeterplan: zorgen dat er 1 samenhangend digitaal systeem komt, zodat de toegang op onze archiefbescheiden groter wordt. Selectie, vernietiging en openbaarmaking Er wordt gewerkt aan het beschrijven en bewerken van de archieven van de voormalige gemeenten Wedde en Bellingwolde (jaren 1811-1968). Het streven is om dit binnen enkele jaren af te ronden, zodat het op www.groningerarchietnet.nl geplaatst kan worden en hierdoor toegankelijk is voor publiek. Onze archiefbescheiden worden overgebracht naar onze openbare archiefbewaarplaats, deze archiefbewaarplaats bevindt zich in het gemeentehuis te Wedde. De gemeente selecteert en vernietigd jaarlijks de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. Van deze archiefbescheiden wordt een verklaring met een specificatie gemaakt welke getekend wordt door de beheerder van het archief (= gemeentesecretaris). Openbare archiefbescheiden zijn voor iedereen kosteloos te raadplegen na het maken van een afspraak. Kosten voor het maken van scans en/of kopieën zijn opgenomen in onze legesverordening. Oordeel: matig Verbeterplan: werken aan het beschrijven en bewerken van de archieven Bellingwolde en Wedde, het maken van een verklaring van overbrenging van de te bewaren stukken.
79
Beheeromgeving De gemeente Bellingwedde beschikt over een goedgekeurde archiefbewaarplaats in het gemeentehuis aan de Hoofdweg te Wedde. Op 18 november 2014 heeft het college een calamiteitenplan vastgesteld voor deze archiefbewaarplaats, mochten zich er calamiteiten voordoen, bijvoorbeeld brand of wateroverlast. Dit plan is naar zowel de coördinator BHV als naar de brandweer gestuurd, zodat ook zij weten waar zich alles bevindt. Ook is de gemeente bij de Documentenwacht aangesloten. Oordeel: matig/goed Verbeterplan: mocht de gemeente digitaal gaan werken, moet er nagedacht worden over een E-depot.
Op basis van de vier beoordeelde cruciale thema’s wordt het archief als “matig” beoordeeld.
De volgende, verplichte bijlagen, zijn opgesteld: KPI’s (Kritische Prestatie Indicatoren) 2015 Toelichting op de KPI’s 2015 Verbeterplan 2015
80
II.
Financiële begroting
81
Overzicht lasten en baten
Financiële begroting 2016 (bedragen x € 1.000,-) Lasten Programma 1. Inwoners
Rekening
Begroting
Begroting
Verschil *
2014
2015
2016
Begr./Begr.
14.627
18.159
17.082
1.077
6.139
6.596
6.389
207
680
911
729
182
2.295
2.060
1.980
80
* Beleggingen
1
0
0
* Gemeentefondsuitkering
0
0
0
2. Omgeving 3. Gebied 4. Bestuur Alg.dekkingsmiddelen:
* Algemene lasten en baten * Belastingen * Saldo kostenplaatsen Totaal lasten
49
-18
-69
418
188
194
51 -6
-563
-517
-568
51
23.646
27.379
25.737
1.642
Baten Programma
Rekening
Begroting
Begroting
Verschil *
2014
2015
2016
Begr./Begr.
1. Inwoners
7.630
7.204
3.673
-3.531
2. Omgeving
2.808
2.805
2.694
-111
3. Gebied
428
260
353
93
4. Bestuur
165
142
142
0
106
55
23
-32
10.496
13.958
17.029
3.071
166
5
174
169
1.992
1.775
1.768
-7
23.791
26.204
25.856
-348
-145
1.175
-119
1.294
Alg.dekkingsmiddelen
0
* Beleggingen * Gemeentefondsuitkering * Algemene lasten en baten * Belastingen * Saldo kostenplaatsen Totaal baten Geraamde totaal saldo van baten en lasten Resultaatbestemming
Rekening
Begroting
Begroting
Verschil *
2014
2015
2016
Begr./Begr.
Toevoeging aan de reserve
444
466
Onttrekking aan de reserve
361
1.294
52
-1.242
83
-828
-52
-776 518
Mutaties reserves Het geraamde resultaat * Verschil met een - teken is negatief ten opzichte van 2015.
82
466
-62
347
-171
positief
negatief
positief
Toelichting op het overzicht van lasten en baten
De gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd De grondslagen en beleidsuitgangspunten van deze begroting zijn opgenomen in de, door de raad op 2 juli 2015 vastgestelde, Perspectiefnota 2016. Overzicht van de incidentele lasten en baten In de begroting is voor 2016 is een aantal tweetal incidentele posten geraamd: 1. Voor de organisatie van de Grunneger Weke is € 10.000,- opgenomen. 2. In de perspectiefnota 2016 is opgenomen dat ten gunste van de post afval € 60.000,- uit de voorziening onttrokken zal worden en dit in mindering op het door te berekenen tarief aan de burger zou komen. 3. Ook is in de perspectiefnota 2016 opgenomen dat € 52.000,- onttrokken wordt uit de bestemmingsreserve riool. Ook dit bedrag is in mindering gekomen op het door te berekenen tarief. 4. In 2016 zijn incidentele, extra verkopen geraamd. Dit betreffen gronden (€ 100.000,-) en gebouwen (€ 180.000,-). In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de incidentele lasten en baten (2016-2019): Overzicht incidentele baten en lasten (- = nadelig) Programma
Betreft
Grootboeknummer
1 Inwoners
Organisatie Grunneger Weke
61241021 - Grunneger Weke
2 Omgeving
Vrijval voorziening afval
62405035 - Egalsiatiefonds
2 Omgeving
Incidentele verlaging opbrengst afvalstoffenheffing
62405030 - Opbrengst afvalstoffenheffing
2 Omgeving
Onttrekking bestemmingsreserve riool
2 Omgeving
2016
2017
2018
2019
-10.000
0
0
0
60.000
0
0
0
-60.000
0
0
0
62999999 - Mutatie reserves progr. 2
52.000
0
0
0
Incidentele verlaging opbrengst rioolrecht
62410010 - Lagere opbrengst rioolrecht
-52.000
0
0
0
3 Gebied
Verkoop gebouwen
63215001 Woningen/ov.gebouwen
80.000
0
0
0
3 Gebied
Verkoop grond
63301001 Landerijen/gronden
100.000
0
0
0
-164.000
0
0
0
Reservering vakantiegeld Kostenplaatsen individueel keuze budget (IKB)
div. rekeningnummers
Mutaties reserves In 2016 is, conform Perspectiefnota 2016, een incidentele onttrekking aan de bestemmings-reserve Riool gedaan van € 52.000,-. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves (2016-2019):
83
Overzicht geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves Programma
Betreft
Grootboeknummer
1 Inwoners
Mutaties reserves Progr. 1
61999999
2016
2017
2018
2019
0
0
0
0
2 Omgeving
Mutaties reserves Progr. 2
62999999
0
0
0
0
3 Gebied
Mutaties reserves Progr. 3
63999999
0
0
0
0
4 Bestuur
Mutaties reserves Progr. 4
64999999
0
0
0
0
69999999
0
0
0
0
9 Alg.dekk.mid. Mutaties reserves Alg.Dekk.m.
Een analyse van de aanmerkelijke verschillen In het overzicht “Financiële begroting 2016” zijn de cijfers opgenomen van de vastgestelde jaarrekening 2014, de begroting 2015 (t/m de stand van de voorjaarsnota 2015) en de begroting 2016. De laatste kolom (verschil begroting/begroting) geeft de verschillen op programmaniveau tussen de begrote cijfers 2015 en 2016. Indien er een “- teken” voor het bedrag staat, betekent dit dat 2016 nadeliger uitvalt dan 2015. In onderstaande tabel is een analyse opgenomen van de belangrijkste afwijkingen tussen de begroting 2015 (t/m de vastgestelde voorjaarsnota) en de begroting 2016.
Analyse verschillen 2015/2016 Progr. Betreft:
Voordeel
Nadeel
1.4
Lagere kosten bijstandsuitkeringen
248.000
1.4
Doorgevoerde bezuinigingen Synergon 2016
133.000
1.4
Nog te bezuinigen Synergon (taakstelling)
237.000
1-res. Vervallen onttrekking AR tbv Synergon
Saldo
370.000
1.4
Lagere uitvoeringskosten Sociale Zaken Vlagtwedde
41.000
1.5
Verlaging onvoorziene uitgaven WMO
2.4
Minder compensabele BTW bij riool/afval door dalende lasten
3.2
Incidentele lasten basisregistraties in 2015
41.000
3.2
Een hogere opbrengst van verkoop gebouwen
30.000
3.3
In 2016 worden meer grondverkopen verwacht
100.000
4.2
Wegvallen wachtgeldverplichting vm. bestuurders
123.000
100.000 31.000
alg.d. Lagere dividendopbrengst Enexis (verkoop aandelen)
32.000
alg.d. Hogere dotatie voorziening gem. gebouwen
55.000
alg.d. Meer personeel gedetacheerd
169.000
alg.d. Uitvoering belastingtaken Vlagtwedde (excl.overhead)
30.000
alg.d. Netto-effect gemeentefonds (incl. gelden C OA)
110.000
alg.d. Inzetten vacatureruimte (70%)
79.000
alg.d. Hogere opbrengst belastingen
23.000
alg.d. Rentekosten lang geld lager door achterblijvende inv.
30.000
div.
Stijging loonkosten personeel met 1,5%
div.
Reservering vakantiegeld ivm IKB
65.000
div.
Vrijval afschrijvingslasten (excl. rioolinvesteringen)
div.
Per saldo kleinere bedragen
164.000 29.000 8.000 1.383.000
865.000 Voordelig
84
518.000
Meerjarenraming 2016-2019 De meerjarenraming laat voor alle jaarschijven overschotten zien, zoals uit onderstaande tabel blijkt. 2016 2017 2018 2019 Overschotten € 171.000 € 143.000 € 310.000 € 375.000 EMU-saldo Volgens art. 19 lid e. van de BBV-voorschriften dient in de toelichting op de baten en lasten een berekening van het aandeel van de gemeente in het EMU-saldo over het vorig-begrotingsjaar (2015), het begrotingsjaar (2016) en het jaar volgend op het begrotingsjaar (2017) opgenomen te worden. Deze berekening dient ook digitaal aan het CBS te worden verzonden. Onderstaand overzicht geeft de berekening weer.
85
86
Uiteenzetting van de financiële positie Beleidsuitgangspunten begroting Bij het opstellen van de begroting 2016 en de meerjarenraming 2016-2019 zijn de kaders gehanteerd die vastgesteld zijn in de perspectievennota 2016. Deze perspectievennota 2016 is op 2 juli 2015 door de raad vastgesteld. De belangrijkste uitgangspunten zijn:
Voor de loonkosten is uitgegaan van een loonkostenstijging van 1,5% ten opzichte van het salarisniveau 2014. De kostenbudgetten worden, behoudens contractueel overeengekomen indexering, niet verhoogd (‘nullijn’). Voor de OZB is in 2016 uitgegaan van een jaarlijkse verhoging van 1,5%. Voor de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 100% kostendekkendheid. Voor 2016 wordt incidenteel € 60.000,- uit de voorziening egalisatiefonds afvalstoffenheffing ingezet voor verlaging van het tarief. Voor het rioolrecht wordt tevens uitgegaan van 100% kostendekkendheid. Voor 2016 wordt incidenteel € 51.000,- uit de bestemmingsreserve Riool ingezet voor verlaging van de te ontvangen opbrengsten. Voor de overige tarieven voor leges is een stijging van 1,5% verwerkt. De toeristenbelasting te begroten op € 0,75 per persoon per overnachting. Nieuwe beleidswensen zijn alleen verwerkt als aan het criterium “onvermijdelijk, onuitstelbaar en onvoorzien” is voldaan. Voor vervangingsinvesteringen geldt dat alleen dat deze worden opgenomen als ze voldoen aan onvermijdelijk en onuitstelbaar. Over investeringen wordt 4% aan rentekosten berekend. Er is voor onvoorziene uitgaven een bedrag van € 5,- per inwoner gereserveerd.
Algemene uitkering De belangrijkste inkomstenbron van de gemeente betreft de uitkering van het gemeentefonds. Bij het bepalen van de omvang van deze uitkering is uitgegaan van de informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2015. Decentralisatie rijkstaken De middelen voor de decentralisaties worden via een integratieuitkering aan de gemeente beschikbaar gesteld. Voor 2015 is dit het historisch aandeel en de daaropvolgende jaren zal een aangepaste verdeling plaatsvinden. De gemeente zal de taken met minder geld moeten uitvoeren dan waarvoor het Rijk ze voorheen uitvoerde. Ook de middelen van de wet langdurige zorg zijn vanaf 2015 gekort, omdat deze zorg uiteindelijk niet in de Wmo 2015 is opgenomen. Uitgangspunt moet zijn dat de exercitie budgettair neutraal kan worden uitgevoerd en dat door de 3D’s geen extra beslag op de gemeentelijke begrotingsruimte wordt gelegd.
87
Financiële positie Voor een juiste interpretatie van de financiële positie van de gemeente is het zaak het begrote rekeningresultaat in samenhang met de stand van de algemene reserve te beoordelen. De financiële positie (uitgaande van de begrote cijfers t/m de voorjaarsnota 2015) wordt in onderstaand schema in meerjarenperspectief weergegeven: Ontwikkeling algemene reserve (bedragen x € 1.000) 2015 2016 2017 Stand 1 januari: Dekking tekort Synergon 2015 (prim. Begroot 2015) Dekking verwacht rekeningtekort (voorjaarsnota 2015) Storting verwachte rekeningsoverschotten 2016 t/m 2019 Stand 31 december:
2018
2019
1.472 -370
754
925
1.068
1.378
-348
-
-
-
-
-
+171
+143
+310
+375
754
+925
1.068
1.378
1.753
88
Afkortingenlijst Programma 1 MOW TDC Bbz CJG GGD GIDS IOAW
LEA MDO MFA OAB OKE SPGB SWO WMO WWB
Museum Oude Wolden Trainings- en diagnosecentrum Besluit Bijstand zelfstandigen Centrum jeugd en gezin Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Gezond in de Stad Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Lokaal Educatieve Agenda Maatschappelijke Dienstverlening Oldambt Multifunctionele accommodatie Onderwijs Achterstandenbeleid Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie Stichting Peuterspeelzalen Gemeente Bellingwedde Stichting Welzijn Oldambt Wet maatschappelijke ondersteuning Wet Werk en Bijstand
Programma 2 APV BOA BOR VTH OV WEG GFT PMD
Algemene plaatselijke verordening Buitengewoon opsporingsambtenaar Beheer Openbare Ruimte Vergunning, toezicht en handhaving Openbaar vervoer Werkgroep Eikenprocessierups Groningen Groente-, fruit- en tuinafval Plastic, metaal en drinkpakken
Programma 3 SPW
Stichting Promotie Westerwolde
Programma 4 BPR GBA KCC
Basisadministratie persoonsgegevens en reisdocumenten Gemeentelijke basisadministratie Klantcontactcentrum
IOAZ
Overzicht algemene dekkingsmiddelen & bedrag voor onvoorzien OZB Onroerende Zaakbelasting Paragrafen AWBZ BAC BBV BIG BNG BOR BRP DIV DVO Fido GFT GR
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Basis Archiefcode Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Beheer Openbare Ruimte Basisrioleringsplan Documentaire Informatie Voorziening Dienstverleningsovereenkomst (Wet) Financiering decentrale overheden Groente-, Fruit-, en Tuinafval Gemeenschappelijke Regeling 89
GRP GS IBT IFLO IKB IPO KPI MFA OZB P&C RO SOOOG VPCO VROM VTH WABO WMO WOZ WRO WSW
Gemeentelijk Rioleringsplan Gedeputeerde Staten Interbestuurlijk toezicht Inspectie Financiën lagere Overheden Individueel Keuze Budget Interprovinciaal overleg Kritische Prestatie Indicatoren Multifunctionele accommodatie Onroerende Zaakbelasting Planning & Control Ruimtelijke ordening Stichting Openbaar Onderwijs Oost-Groningen Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Vergunning, toezicht en handhaving Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet maatschappelijke ondersteuning (Wet) Waardering Onroerende Zaken Wet Ruimtelijke Ordening Wet Sociale Werkvoorziening
Financiële begroting 3 D’s AR BBV EMU OZB
De drie decentralisaties in het sociaal domein Algemene Reserve Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten Economische en Monetaire Unie Onroerende Zaakbelasting
90