Gemeenschappelijke regeling van de intergemeentelijke sociale dienst Veghel, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Bernheze Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp
gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenschappelijke regeling van de intergemeentelijke sociale dienst Veghel, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Bernheze Gemeenschappelijke regeling van de intergemeentelijke sociale dienst Veghel, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Bernheze Gemeenteraad en college
GR: Optimisd
Opmerkingen m.b.t. de regeling Geen
Grondslagen 1. Wet gemeenschappelijke regelingen, art. 1
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Geen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding
Terugwerkende kracht
1-1-2008
6-10-2006
1-1-2005
Betreft
Ontstaansbron: Inwerkingtreding: Voorstel datum ondertekening; datum ondertekening; gemeenteraad bron bekendmaking bron bekendmaking
de regeling is 6-12-2007 gewijzigd in De Brug, februari verband met 2008 toetreding van Bernheze en revisie van de regeling nieuwe regeling 30-6-2005 De Brug, september 2006
6-12-2007 De Brug, februari 2008
Index: 1.707
30-6-2005 Index: 1.707 De Brug, september 2006
1
Geconsolideerde tekst van de regeling Gemeenschappelijke Regeling: Intergemeentelijke sociale dienst Optimisd
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN ............................................................... 4 ARTIKEL 1: BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ..............................................................................4 ARTIKEL 2: OPENBAAR LICHAAM ......................................................................................5 ARTIKEL 3: DUUR VAN DE REGELING .................................................................................5 HOOFDSTUK 2: BELANG, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN............................................. 5 ARTIKEL 4: BELANG / MISSIE .........................................................................................5 ARTIKEL 5: WERKTERREIN ............................................................................................5 ARTIKEL 6: TAKEN EN BEVOEGDHEDEN ..............................................................................6 ARTIKEL 7: DIENSTVERLENING .......................................................................................6 HOOFDSTUK 3: INRICHTING ................................................................................. 7 ARTIKEL 8: BESTUURSORGANEN ......................................................................................7 HOOFDSTUK 4: HET ALGEMEEN BESTUUR .............................................................. 7 ARTIKEL 9: SAMENSTELLING, PLAATSVERVANGING EN ZITTINGSDUUR .........................................7 ARTIKEL 10: EINDE LIDMAATSCHAP ..................................................................................8 ARTIKEL 11: BEVOEGDHEDEN ALGEMEEN BESTUUR ................................................................8 ARTIKEL 12: WERKWIJZE .............................................................................................9 ARTIKEL 13: BESLOTEN VERGADERING ..............................................................................9 ARTIKEL 14: INLICHTINGENPLICHT LID VAN HET ALGEMEEN BESTUUR .........................................10 ARTIKEL 15: INLICHTINGENPLICHT ALGEMEEN BESTUUR ........................................................10 ARTIKEL 16: VERANTWOORDING AAN DE RAAD ...................................................................10 HOOFDSTUK 5: HET DAGELIJKS BESTUUR ........................................................... 10 ARTIKEL 17: SAMENSTELLING, PLAATSVERVANGING EN ZITTINGSDUUR.......................................10 ARTIKEL 18: EINDE LIDMAATSCHAP ................................................................................11 ARTIKEL 19: BEVOEGDHEDEN DAGELIJKS BESTUUR ..............................................................11 ARTIKEL 20: WERKWIJZE ...........................................................................................11 ARTIKEL 21: INLICHTINGENPLICHT AAN ALGEMEEN BESTUUR ...................................................12 ARTIKEL 22: INLICHTINGENPLICHT AAN DE RAAD ................................................................12 ARTIKEL 23: VERANTWOORDING ...................................................................................12 HOOFDSTUK 6: DE VOORZITTER .......................................................................... 13 ARTIKEL 24: AANWIJZING EN ONTSLAG ...........................................................................13 ARTIKEL 25: TAKEN EN BEVOEGDHEDEN ..........................................................................13 ARTIKEL 26: INFORMATIEPLICHT EN VERANTWOORDING ........................................................13 HOOFDSTUK 7: VERGOEDINGEN .......................................................................... 13 ARTIKEL 27: VERGOEDINGEN .......................................................................................13 HOOFDSTUK 8: DE DIRECTEUR ............................................................................ 14 ARTIKEL 28: DIRECTEUR ............................................................................................14 ARTIKEL 29: TAKEN EN BEVOEGDHEDEN ..........................................................................14
2
ARTIKEL 30: MANDAAT ..............................................................................................14 HOOFDSTUK 9: HET PERSONEEL .......................................................................... 14 ARTIKEL 31: PERSONEEL ............................................................................................14 HOOFDSTUK 10: DE CLIËNTENRAAD.................................................................... 14 ARTIKEL 32: CLIËNTENPARTICIPATIE ..............................................................................14
HOOFDSTUK 11: BELEIDSPLAN EN JAARPLAN ..................................................... 15 ARTIKEL 33: BELEIDSONTWIKKELING EN VASTSTELLING ........................................................15 ARTIKEL 34: HET JAARPLAN ISD OPTIMISD ......................................................................16 HOOFDSTUK 12: FINANCIËLE BEPALINGEN ........................................................ 17 ARTIKEL 35: FINANCIËLE ADMINISTRATIE .........................................................................17 ARTIKEL 36: BEGROTINGSPROCEDURE ............................................................................17 ARTIKEL 37: BIJDRAGEN VAN DE GEMEENTEN ....................................................................18 ARTIKEL 38: DIRECTE KOSTEN .....................................................................................18 ARTIKEL 39: INDIRECTE KOSTEN ...................................................................................18 ARTIKEL 40: VERREKENING .........................................................................................19 ARTIKEL 41: JAARREKENING ........................................................................................19 HOOFDSTUK 13: HET ARCHIEF ............................................................................ 20 ARTIKEL 42: ARCHIEF ...............................................................................................20 HOOFDSTUK 14: TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, GESCHILLEN EN OPHEFFING ......................................................................................................... 20 ARTIKEL 43: TOETREDING...........................................................................................20 ARTIKEL 44: UITTREDING ...........................................................................................20 ARTIKEL 45: WIJZIGING.............................................................................................21 ARTIKEL 46: LIQUIDATIE ............................................................................................21 ARTIKEL 47: GESCHILLEN ...........................................................................................22 HOOFDSTUK 15: SLOTBEPALINGEN ..................................................................... 22 ARTIKEL 48: INWERKINGTREDING..................................................................................22 ARTIKEL 49: TITEL ...................................................................................................22 ARTIKEL 50: SLOTBEPALING ........................................................................................22
3
OVERWEGINGEN EN BESLUIT De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Veghel, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Bernheze, ieder voor zover zij daartoe bevoegd zijn, overwegende, dat het algemeen bestuur van de ISD Optimisd het noodzakelijk acht de gemeenschappelijke regeling te wijzigen in verband met: a. de deelname aan de regeling door de gemeente Bernheze; b. de Wet dualisering gemeentebestuur en de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen; c. het aanpassen van geconstateerde onvolkomenheden en d. het verduidelijken van de relaties tussen de gemeentebesturen en de bestuursorganen van de gemeenschappelijke regeling; dat de nota van wijzigingen, alsmede een memorie van toelichting aan de regeling is toegevoegd, dat het algemeen bestuur een daartoe strekkend voorstel d.d. 17 oktober 2007 heeft gedaan; gelet op de Wet werk en bijstand, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; besluiten: “de gemeenschappelijke regeling van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel, Sint-Michielsgestel”, zoals vastgesteld en gepubliceerd na de 2e wijziging en goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 19 oktober 2006. nummer 1233354/1234507, zodanig te wijzigen dat deze komt te luiden als volgt:
Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijvingen 1.
Deze regeling verstaat onder: a. De Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Bernheze: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2, verder te noemen “ISD Optimisd”. b. Deelnemende gemeenten: de vier aan deze regeling deelnemende gemeenten: Veghel, Schijndel, SintMichielsgestel en Bernheze. c. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant.
4
2.
d. De voorzitter: de voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam. e. De regeling: deze gemeenschappelijke regeling f. Wgr: Wet gemeenschappelijke regelingen. g. Gemw: Gemeentewet h. Awb: Algemene wet bestuursecht i. Wwb: Wet werk en bijstand Waar in deze regeling artikelen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de in artikel 6 genoemde wetten en regelingen of enige andere wet of regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, dienen in die artikelen in plaats van "de gemeente", "de raad", "het college van burgemeester en wethouders" en "de burgemeester" onderscheidenlijk te worden gelezen "de ISD Optimisd", "het algemeen bestuur", "het dagelijks bestuur" en "de voorzitter".
Artikel 2: Openbaar lichaam 1.
2.
Er is een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 lid 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, genaamd "ISD Optimisd", gevestigd en kantoor houdend te Veghel. Het werkgebied van de ISD Optimisd omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten.
Artikel 3: Duur van de regeling De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Hoofdstuk 2: Belang, taken en bevoegdheden Artikel 4: Belang / missie 1.
2.
De ISD Optimisd behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de aan deze gemeenten in medebewind opgedragen sociale zekerheidswetgeving, wet- en regelgeving inzake gesubsidieerde arbeid en regelgeving inzake gemeentelijke zorgverlening. De ISD Optimisd zorgt voor zover mogelijk voor het verkrijgen van een zelfstandige bestaansvoorziening van zijn cliënten, en activeert cliënten tot maatschappelijke participatie. Daarnaast zorgt de ISD Optimisd voor een rechtmatige, cliëntgerichte en efficiënte uitvoering van de Wet Werk en Bijstand en aanverwante wetten en regelingen.
Artikel 5: Werkterrein De ISD Optimisd is werkzaam op het terrein van Werk, Inkomen en Zorg.
5
Artikel 6: Taken en bevoegdheden 1.
2.
3.
4.
5. 6.
7.
Om de belangen genoemd in artikel 4 te kunnen verwezenlijken zijn door de deelnemende gemeenten aan de bestuursorganen van de ISD Optimisd alle bevoegdheden van regeling en bestuur overgedragen met betrekking tot: a. de Wet werk en bijstand, inclusief de bijzondere bijstand; b. het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen; c. de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); d. de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ); e. de Wet inburgering (Wi); f. alsmede de algemene maatregelen van bestuur, algemeen verbindende voorschriften en uitvoeringsregelingen, behorende tot de onder a t/m e genoemde wet- en regelgeving; g. de wet- en regelgeving die in plaats treedt van de onder a tot en met e genoemde wet- en regelgeving, alsmede het ter zake geldende overgangsrecht; Aan de bestuursorganen van de ISD Optimisd is tevens opgedragen: a. de uitvoering van het Minimabeleid en –regelingen, een en ander zoals vastgesteld door de afzonderlijke, deelnemende gemeenten; b. de uitvoering van de Wet Kinderopvang op basis van het beleid dat ter zake door de deelnemende gemeenten is vastgesteld c. de uitvoering van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; d. voor zover van toepassing, de afwikkeling van de Wet Inschakeling Werkzoekenden (Wiw) en de regeling In- en Doorstroombanen; e. de wet- en regelgeving die in plaats treedt van de onder a tot en met d genoemde wet- en regelgeving, alsmede het ter zake geldende overgangsrecht; Indien de raad van een gemeente dan wel het college, ieder voor wat zijn bevoegdheid betreft, ten aanzien van een bepaald onderwerp beleid wenst uit te voeren dat afwijkt van het gemeenschappelijk beleid, wordt ook het afwijkende beleidsstandpunt van deze gemeente in het beleidsplan opgenomen en door de ISD Optimisd uitgevoerd. Voor de financiële gevolgen van dit lid is artikel 37 van toepassing. De taken genoemd onder lid 1 worden zoveel mogelijk uitgevoerd in samenwerking met (keten)partners en derden die door de ISD Optimisd worden ingeschakeld bij de activering, re-integratie en arbeidstoeleiding van cliënten. De ISD Optimisd vervult hierbij de regiefunctie namens de deelnemende gemeenten. De ISD Optimisd kan gevraagd en ongevraagd het bestuur van de deelnemende gemeenten adviseren over het te voeren beleid op het terrein van werk & inkomen, sociale zekerheid en de ontwikkelingen op de lokale / regionale arbeidsmarkt. De ISD Optimisd vertegenwoordigt de deelnemende gemeenten in het Regionaal Ketenoverleg (Reko).
Artikel 7: Dienstverlening 1.
De ISD Optimisd kan, indien het dagelijks bestuur hiertoe besluit, taken uitvoeren voor, resp. diensten leveren aan (een van) de deelnemende gemeenten. De beschrijving van de te leveren diensten, de wijze van kostenverrekening en de overige voorwaarden waaronder de diensten worden
6
2.
geleverd, worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de gemeente(n) en het algemeen bestuur. De ISD Optimisd verleent incidenteel diensten, op verzoek van gemeenten buiten het in artikel 2 lid 2 genoemde gebied, indien het dagelijks bestuur hiermee instemt. De diensten worden verricht tegen een overeengekomen prijs. De beschrijving van de te leveren diensten, de wijze van kostenverrekening en de overige voorwaarden waaronder de diensten worden geleverd, worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de gemeente(n) en het dagelijks bestuur.
Hoofdstuk 3: Inrichting Artikel 8: Bestuursorganen 1.
2.
Het bestuur van de ISD Optimisd bestaat uit: a. het algemeen bestuur, b. het dagelijks bestuur, c. de voorzitter. Voor zover hiervan in deze regeling niet is afgeweken, komen aan de bestuursorganen van de ISD Optimisd ten aanzien van het bepaalde in artikel 6 de bevoegdheden van respectievelijk het algemeen bestuur in de plaats van de raad, van het dagelijks bestuur in de plaats van het college van burgemeester en wethouders en van de voorzitter in de plaats van de burgemeester.
Hoofdstuk 4: Het algemeen bestuur Artikel 9: Samenstelling, plaatsvervanging en zittingsduur 1.
Het algemeen bestuur bestaat uit leden die door de raden van de deelnemende gemeenten uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders worden aangewezen.
2.
In het algemeen bestuur hebben per gemeente twee leden zitting, waarbij de raden: a. van de deelnemende gemeenten elk uit hun midden één lid aanwijzen alsmede diens plaatsvervanger; b. bij voorkeur van elke gemeente één lid en diens plaatsvervanger aanwijzen uit de kring van de wethouders. Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. De leden en de plaatsvervangend leden worden benoemd voor een periode, gelijk aan die van de zittingsduur van de raad. De raden beslissen zo snel mogelijk aan het begin van elke zittingsperiode over de aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur en diens plaatsvervangers, doch in elk geval binnen dertien weken na installatie van de nieuwe raad. Aftredende leden en plaatsvervangend leden kunnen opnieuw worden aangewezen, mits zij blijven voldoen aan de vereisten zoals bedoeld in lid 1. De leden kunnen te allen tijde schriftelijk ontslag nemen. De betrokken raad voorziet zo spoedig mogelijk in de tussentijdse vacatures doch uiterlijk binnen acht weken na het ontstaan daarvan.
3. 4. 5.
6. 7. 8.
7
9.
Elke aanwijzing tot lid of plaatsvervangend lid wordt door de raad binnen 8 dagen schriftelijk medegedeeld aan de voorzitter. 10. Hij die ontslag neemt als lid van het algemeen bestuur blijft zijn functie waarnemen, tot zijn opvolger deze functie heeft aanvaard, voor zover voldaan blijft aan het vereiste zoals bedoeld in lid 1. 11. Het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap van het algemeen bestuur is, onverlet het bepaalde in artikel 20 Wgr, onverenigbaar: a. met een dienstverband bij de ISD Optimisd, waaronder tevens begrepen de vormen van gesubsidieerde arbeid; b. voor degenen, die op grond van enig wettelijk voorschrift direct toezicht houden op de uitvoering van de aan de ISD Optimisd opgedragen taken; c. voor degenen, die cliënt zijn van de ISD Optimisd. 12. De bepalingen voor de leden van het algemeen bestuur zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervanger.
Artikel 10: Einde lidmaatschap 1.
2.
3.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt: a. doordat een lid zijn ontslag indient; b. door ontslag door de raad die hem heeft aangewezen in geval dit lid niet langer het vertrouwen van de raad heeft, waarbij van het besluit onmiddellijk mededeling wordt gedaan aan de voorzitter; c. van rechtswege doordat het lid geen deel meer uitmaakt van het gemeentelijk bestuursorgaan van waaruit hij door de raad is aangewezen; d. met ingang van de datum waarop onverenigbaarheid met het (plaatsvervangend) lidmaatschap ontstaat, zoals bedoeld artikel 9 lid 11; e. op de dag waarop de zittingsperiode van de raad is beëindigd. Het lid dat ter vervulling van een tussentijdse vacature als lid van het algemeen bestuur wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats dit lid is benoemd, zou hebben moeten aftreden. De leden van het algemeen bestuur die tussentijds ontslag nemen, stellen de voorzitter van het algemeen bestuur alsmede de raad die hen heeft aangewezen hiervan op de hoogte. Het ontslag is onherroepelijk. Leden van het algemeen bestuur die ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien, voor zover voldaan blijft aan het vereiste zoals bedoeld in artikel 9 lid 1.
Artikel 11: Bevoegdheden algemeen bestuur 1.
Aan het algemeen bestuur komen in het kader van deze regeling alle bevoegdheden toe, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen.
2.
De volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur zijn niet overdraagbaar: a. het aanwijzen van de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, alsmede de overige leden van het dagelijks bestuur; b. het vaststellen van de verordeningen, het beleidsplan en het bedrijfsplan; c. het vaststellen van de begroting, respectievelijk begrotingswijzingen en de rekening; d. het vaststellen van een regeling voor het financieel en administratief beheer; e. het vaststellen van een bezoldigingsverordening; f. het vaststellen van een reglement van orde;
8
g. het instellen van een vaste commissie van advies, waaronder een adviescommissie ex. artikel 7.13 Awb (bezwaarschriften); h. het doen van voorstellen tot wijziging, toetreding, uittreding en opheffing van deze gemeenschappelijke regeling.
Artikel 12: Werkwijze 1.
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. 2. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Als de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 3. In de vergadering heeft elk lid van het algemeen bestuur één stem. 4. Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, maar minimaal twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste twee leden van het algemeen bestuur dit verzoeken (onder schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen). In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken na het gedane verzoek plaats (art. 17 Gemw en art. 22 Wgr). 5. De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op. 6. Tegelijkertijd met de oproep brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen - met uitzondering van de in Gemeentewet artikel 25, tweede lid, (stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd), bedoelde stukken – worden tegelijkertijd met de oproep en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd. (Art 19 Gemw en art 22 Wgr). 7. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. 8. De vergadering vindt doorgang indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen. 9. De deuren worden gesloten wanneer tenminste twee van de aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt. 10. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd. 11. Uit de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing de bepalingen in artikel 20 (quorum voor opening van vergadering), artikel 22 (onschendbaarheid, verschoningsrecht), artikel 26 (handhaving orde vergadering), artikel 28 (niet-deelname aan de stemming), artikel 29 (quorum voor geldige stemming), artikel 30 (totstandkoming besluit), artikel 31 (geheime stembriefjes), artikel 32 (overige stemmingen) en artikel 33 (ambtelijke bijstand leden van het bestuur).
Artikel 13: Besloten vergadering 1.
2.
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur over de geheimhouding van de inhoud van stukken is het bepaalde in art. 23 lid 1 tot en met 4 van de Wgr van toepassing (opleggen geheimhoudingsplicht). In een besloten vergadering van het algemeen bestuur worden geen besluiten genomen over het beleidsplan/bedrijfsplan, de begroting, begrotingswijzigingen, de rekening, het liquidatieplan, toetreding en uittreding, wijziging van de regeling en ontslag en benoeming van de voorzitter en leden van het dagelijks bestuur.
9
Artikel 14: Inlichtingenplicht lid van het algemeen bestuur 1. Een lid of plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur is gehouden aan de raad die dit lid heeft aangewezen, de door één of meerdere leden van die raad gevraagde inlichtingen te verschaffen. 2. Het verzoek om inlichtingen wordt schriftelijk ter kennis gebracht van het door die raad aangewezen lid van het algemeen bestuur. 3. De gevraagde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk schriftelijk verstrekt, zo mogelijk binnen vier weken. 4. Indien bij het lid van het algemeen bestuur overwegende bezwaren bestaan tegen het verstrekken van de gevraagde inlichtingen, wordt daarvan met redenen omkleed mededeling gedaan overeenkomstig het lid 3.
Artikel 15: Inlichtingenplicht algemeen bestuur 1. Het algemeen bestuur verstrekt gevraagd en ongevraagd alle informatie aan de raden van de deelnemende gemeenten, die voor een juiste beoordeling van het door hen gevoerde en te voeren beleid nodig is. 2. Het algemeen bestuur is gehouden aan de raad van een deelnemende gemeente, de door één of meer leden gevraagde inlichtingen te verstrekken. 3. Een verzoek tot het verstrekken van inlichtingen wordt gericht aan het algemeen bestuur en ingediend bij de voorzitter. 4. De gevraagde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk verstrekt. Een afschrift van de verstrekte inlichtingen wordt vanwege het algemeen bestuur gezonden aan de voorzitters van de raden van de deelnemende gemeenten.
Artikel 16: Verantwoording aan de raad 1. Een lid of plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur kan door de raad die het lid heeft aangewezen ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid. Het afleggen van verantwoording geschiedt volgens het Reglement van orde van de betreffende gemeenteraad. 2. De raad kan dit lid uitnodigen in zijn vergadering te verschijnen teneinde deze verantwoording af te laten leggen. 3. De raad van een deelnemende gemeente kan een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur ontslag verlenen indien dit lid niet meer het vertrouwen van de raad geniet.
Hoofdstuk 5: Het dagelijks bestuur Artikel 17: Samenstelling, plaatsvervanging en zittingsduur 1.
2.
3.
Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter en een aantal leden dat inclusief de voorzitter gelijk is aan het aantal aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten, met dien verstande dat in het dagelijks bestuur elk van de gemeenten vertegenwoordigd is. De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen door en uit het algemeen bestuur. Zij worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur nadat overeenkomstig artikel 9 de leden van het algemeen bestuur zijn aangewezen. Het algemeen bestuur richt zich bij de aanwijzing van de leden van het dagelijks bestuur primair op de leden van de colleges van burgemeester en wethouders. De leden van het dagelijks bestuur treden af op de dag van aftreden van de leden van het algemeen bestuur. Zij zijn na aftreden terstond herkiesbaar, mits
10
4.
5.
is voldaan aan de vereisten voor het lidmaatschap zoals bedoeld in artikel 9 lid 1. De aanwijzing van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen die openvallen vindt zo spoedig mogelijk plaats, doch uiterlijk binnen drie maanden na de melding van de opengevallen plaats. Het dagelijks bestuur regelt de plaatsvervanging van de leden met uitzondering van die van de voorzitter.
Artikel 18: Einde lidmaatschap 1. 2.
3.
Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt indien het lid ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur. De leden van het dagelijks bestuur treden af op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt. Zij blijven hun functie waarnemen tot het moment dat het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling nieuwe leden voor het dagelijks bestuur heeft aangewezen. Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, als dit lid niet meer het vertrouwen van het algemeen bestuur geniet. In dit geval is het bepaalde in de artikelen 49 en 50 Gemw (onvrijwillig ontslag) en artikel 16 lid 5 Wgr van overeenkomstige toepassing.
Artikel 19: Bevoegdheden dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur is belast met: a. het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd, voor zover die voorbereiding niet aan anderen is opgedragen; b. het uitvoeren van besluiten van het algemeen bestuur; c. het benoemen, schorsen en ontslaan van de directeur en diens plaatsvervanger; d. het beheer van de eigendommen en geldmiddelen van de ISD Optimisd; e. het nemen van conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en het verlies van recht of bezit; f. het houden van een voortdurend toezicht op het beheer en de exploitatie van de ISD Optimisd, alsmede op al wat de ISD Optimisd aangaat, waaronder de zorg voor de archiefbescheiden; g. het vaststellen van het directiestatuut en een algemeen mandaat- en volmachtbesluit, zoals bedoeld in artikel 30 lid 2; h. het behartigen van de belangen van de ISD Optimisd bij andere overheidslichamen en instellingen, diensten of personen, waarmee contact voor de ISD Optimisd van belang is. i. het beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten op het terrein van de opdracht van de ISD Optimisd genoemd in artikel 6; j. het nemen van een besluit of het doen van een uitvoeringshandeling naar aanleiding van een uitspraak van een administratieve rechter.
Artikel 20: Werkwijze 1.
Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of een ander lid van het dagelijks bestuur dit nodig acht, zulks onder opgave van de te behandelen onderwerpen. De vergadering vindt plaats binnen twee weken nadat het verzoek is ingekomen.
11
2. 3. 4. 5.
6.
7.
In het dagelijks bestuur kan alleen worden beraadslaagd of besloten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. De vergaderingen van het dagelijks bestuur worden gehouden met gesloten deuren, voor zover het dagelijks bestuur niet anders heeft bepaald. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Als de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Voor de besluitvorming in het dagelijks bestuur en de verplichting tot geheimhouding zijn de overeenkomstige bepalingen zoals die zijn opgenomen in de Gemeentewet voor het college van burgemeester en wethouders van toepassing. Voor zover deze regeling niet anders bepaalt, kan het dagelijks bestuur zijn werkzaamheden verdelen over zijn leden. Het dagelijks bestuur deelt zijn besluiten daarover mee aan het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde vast dat, evenals de daarin aan te brengen wijzigingen, ter kennis wordt gebracht van het algemeen bestuur.
Artikel 21: Inlichtingenplicht aan algemeen bestuur 1.
2. 3. 4.
Het dagelijks bestuur en één of meer leden daarvan geven gevraagd en ongevraagd alle informatie aan het algemeen bestuur, die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is. Het dagelijks bestuur en één of meer leden daarvan, verstrekken aan het algemeen bestuur de, door één of meer leden daarvan, gevraagde inlichtingen. De inlichtingen worden schriftelijk gevraagd en ingezonden aan de voorzitter. De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk toegezonden aan de verzoeker. Een afschrift van de inlichtingen wordt gezonden aan de overige leden van het algemeen bestuur.
Artikel 22: Inlichtingenplicht aan de raad 1.
2. 3. 4.
Het dagelijks bestuur verstrekt gevraagd en ongevraagd alle informatie aan de raden van de deelnemende gemeenten, die voor een juiste beoordeling van het door hen gevoerde en te voeren beleid nodig is. De raad van een deelnemende gemeente dan wel een of meer leden van de raad kunnen aan het dagelijks bestuur inlichtingen vragen. De inlichtingen worden schriftelijk gevraagd en ingediend bij de voorzitter van het dagelijks bestuur door tussenkomst van de voorzitter van de raad. De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk schriftelijk gezonden aan de raad die de inlichtingen gevraagd heeft alsmede aan de overige raden.
Artikel 23: Verantwoording 1.
2.
Eén of meer leden van het algemeen bestuur kunnen het dagelijks bestuur, of één of meer leden van het dagelijks bestuur, ter verantwoording roepen voor het door hem in dat bestuur onderscheidenlijk door dat orgaan gevoerde beleid. De verantwoording wordt mondeling afgelegd in een vergadering van het algemeen bestuur. Het reglement van orde van het algemeen bestuur geeft voorschriften over de wijze waarop de verantwoording wordt afgelegd.
12
Hoofdstuk 6: De voorzitter Artikel 24: Aanwijzing en ontslag 1.
2.
De voorzitter van het bestuur wordt in de eerste vergadering van elke zittingsperiode door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen, voor de duur van de zittingsperiode. Het algemeen bestuur kan de voorzitter ontslag verlenen, indien deze het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit, waarbij het bepaalde in artikel 49 en 50 Gemw en artikel 16 lid 5 Wgr van overeenkomstige toepassing is.
Artikel 25: Taken en bevoegdheden 1. 2. 3.
4.
5.
De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door een lid van het dagelijks bestuur, aan te wijzen door het dagelijks bestuur. De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan. De voorzitter kan de ondertekening van de stukken van het dagelijks bestuur opdragen aan een door hem aan te wijzen gemachtigde. De voorzitter vertegenwoordigt de ISD Optimisd in en buiten rechte. De voorzitter kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door deze aan te wijzen gemachtigde. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een gemeente, die partij is in een geding waarbij de ISD Optimisd is betrokken, wordt de ISD Optimisd door een ander, door het dagelijks bestuur aan te wijzen, lid vertegenwoordigd. Hij is belast met het toezicht op de uitvoering van de besluiten van het algemeen en dagelijks bestuur.
Artikel 26: Informatieplicht en verantwoording 1.
2.
Ten aanzien van de informatieplicht is het bepaalde in artikel 14 voor leden van het algemeen bestuur en het bepaalde in artikel 21 voor leden van het dagelijks bestuur van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van het afleggen van verantwoording is het bepaalde in artikel 16 voor leden van het algemeen bestuur en het bepaalde in artikel 23 voor leden van het dagelijks bestuur van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 7: Vergoedingen Artikel 27: Vergoedingen 1.
2. 3.
Het algemeen bestuur kan een regeling vaststellen op basis waarvan aan de leden van het algemeen bestuur, de leden van het dagelijks bestuur en de voorzitter een vergoeding kan worden toegekend voor reis- en verblijfkosten die verband houden met de vervulling van hun lidmaatschap van het bestuur. De regeling betreffende de vergoeding van reis- en verblijfkosten voor de medewerkers van de ISD Optimisd is van overeenkomstige toepassing. Het algemeen bestuur kan met inachtneming van artikel 24 lid 4 Wgr aan de leden van de commissies, zoals bedoeld in artikel 11 lid 2 onder g, die geen burgemeester, wethouder of lid van de raad van een gemeente zijn, een
13
vergoeding toekennen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies.
Hoofdstuk 8: De directeur Artikel 28: Directeur 1. 2. 3.
De ISD Optimisd heeft een ambtelijk apparaat, aan het hoofd waarvan een directeur staat. De directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur. Indien het dagelijks bestuur overgaat tot schorsing van de directeur wordt hiervan terstond mededeling gedaan aan het algemeen bestuur.
Artikel 29: Taken en bevoegdheden 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De bestuursorganen van de ISD Optimisd worden bijgestaan door de directeur, aan wie in het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur een adviserende stem toekomt. De directeur vervult in het algemeen bestuur en in het dagelijks bestuur de secretarisfunctie. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de ISD Optimisd. De directeur ondertekent mede alle stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directeur worden vastgelegd in een statuut. Het statuut wordt vastgesteld door het algemeen bestuur. De directeur is bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden. De directeur is verantwoording schuldig aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de directeur bij zijn afwezigheid.
Artikel 30: Mandaat 1.
2.
Ten aanzien van de bedrijfsvoering in de organisatie draagt het dagelijks bestuur zijn bevoegdheden voor zover als mogelijk over in mandaat aan de directeur. In een door het algemeen bestuur vast te stellen directiestatuut worden de taken en bevoegdheden van de directeur, alsmede de wijze waarop het dagelijks bestuur toeziet op de uitvoering en naleving daarvan, nader omschreven. Op deze bepaling is hoofdstuk 10 Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het dagelijks bestuur stelt, uit een oogpunt van doelmatig en doeltreffend bestuur en de uitoefening van bevoegdheden binnen de organisatie, een algemeen mandaat- en volmachtbesluit vast.
Hoofdstuk 9: Het personeel Artikel 31: Personeel 1.
De a. b. c.
ISD Optimisd kan personeel in dienst nemen: als ambtenaar; op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht; op basis van enig ander verbindend voorschrift, waaronder regelingen in het kader van gesubsidieerde arbeid.
14
2.
3.
4.
Op het personeel, aangesteld als ambtenaar, zijn van toepassing: a. de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor het gemeentepersoneel; b. de secundaire arbeidsvoorwaarden en ter zake door het algemeen bestuur vastgestelde regelingen. Het algemeen bestuur beslist over de toepassing van arbeidsvoorwaarden die buiten de kaders van de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling vallen, alsmede over de (secundaire) arbeidsvoorwaarden in geval van een dienstverband naar burgerlijk recht dan wel over de toepassing van (secundaire) arbeidsvoorwaarden in geval van een dienstverband op basis van enige andere bindende regeling, voor zover deze niet in de regeling zijn bepaald. De directeur is belast met de aanstelling, schorsing en het ontslag van personeel.
Hoofdstuk 10: De cliëntenraad Artikel 32: Cliëntenparticipatie 1.
2.
Het algemeen bestuur stelt een Verordening Cliëntenparticipatie vast, waarin nader worden geregeld: a. De samenstelling van de cliëntenvertegenwoordiging (platform, cliëntenraad); b. De bevoegdheden, waaronder het informatierecht, het adviesrecht en het initiatiefrecht; c. De activiteiten en de begroting van de cliëntenparticipatie in enig jaar; d. Het periodiek overleg met het bestuur en directie. Met de cliëntenvertegenwoordiging wordt voorafgaand aan de besluitvorming in elk geval overleg gevoerd over: a. het concept meerjaren beleidsplan; b. wijzigingen van beleid, verordeningen e.d.; c. wijzigingen in de dienstverlening; d. onderwerpen die door de cliëntenvertegenwoordiging worden ingebracht.
Hoofdstuk 11: Beleidsplan en jaarplan Artikel 33: Beleidsontwikkeling en vaststelling 1.
2.
3.
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het jaarlijks opstellen van een ontwerp meerjaren beleidsplan, dat ter vaststelling wordt voorgelegd aan het algemeen bestuur. Het ontwerp meerjaren beleidsplan: a. omvat een strategische visie op basis van landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen op het terrein van werk & inkomen, sociale zekerheid en de arbeidsmarkt, die mede richting geeft aan het te voeren beleid; b. biedt een samenhangend geheel aan beleidskeuzes waarmee de deelnemende gemeenten hun doelstellingen kunnen bereiken; c. en is afgestemd met de overige beleidsterreinen van de deelnemende gemeenten, zoals welzijn, economische zaken en onderwijs. Alvorens tot vaststelling over te gaan wordt voor 1 februari een concept kadernota voorgelegd aan de raden van de deelnemende gemeenten, nadat deze ter kennisname is voorgelegd aan het algemeen bestuur. De concept kadernota bevat de beleidsvoornemens en de hierbij behorende financiële kaders. De raden
15
van de deelnemende gemeenten kunnen hun zienswijze aangeven. Het algemeen bestuur stelt uiterlijk 1 april de kadernota vast. 4. In geval de raad dan wel het college van een van de deelnemende gemeenten ten aanzien van een bepaald onderwerp afwijkend beleid wenst te laten uitvoeren is daarop artikel 6 lid 3 van toepassing. 5. Het meerjaren beleidsplan wordt uiterlijk op 1 mei van het jaar voorafgaand aan het eerste kalenderjaar waarop het betrekking heeft, als onderdeel van de conceptbegroting, opgesteld en verzonden naar de gemeenten. 6. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen zes weken na toezending van het meerjaren beleidsplan het dagelijks bestuur hun zienswijze aangeven. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze van de raden zijn vervat, bij het meerjaren beleidsplan, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. 7. De zienswijze van de raden alsmede de eventuele nota van wijzigingen worden uiterlijk twee weken voor de vaststelling toegezonden aan het algemeen bestuur. 8. Met verwijzing naar artikel 36 vindt de behandeling van het meerjaren beleidsplan gelijktijdig plaats met de behandeling van de meerjaren begroting. 9. Uiterlijk 1 juli stelt het algemeen bestuur vast: a. het meerjaren beleidsplan; b. de meerjaren programmabegroting voor de uitvoering van de opdracht van de ISD Optimisd; 10. Het vastgestelde meerjaren beleidsplan en meerjaren begroting gelden als kaderstelling voor de afzonderlijke colleges en als taakstellende opdracht voor de ISD Optimisd. 11. Het algemeen bestuur stuurt vervolgens het beleidsplan en begroting toe aan de deelnemende gemeenten. 12. Jaarlijks worden in overleg met de deelnemende gemeenten de termijnen vastgesteld voor de indiening en toezending van de stukken alsmede de behandeling daarvan, zodat aansluiting wordt gemaakt tussen de planning & control cyclus van de deelnemende gemeenten en die van de ISD Optimisd.
Artikel 34: Het jaarplan ISD Optimisd 1.
2.
Op basis van het vastgestelde meerjaren beleidsplan en de meerjaren begroting stelt de ISD Optimisd het jaarplan op, waarin tevens is opgenomen: a. De concreet te realiseren taakstellingen; b. Een hoofdstuk betreffende het te voeren personeelsbeleid; c. Een hoofdstuk betreffende de automatisering; d. Een hoofdstuk betreffende de organisatieontwikkeling, inclusief uit te voeren projecten; e. De programma- en productenbegroting voor het komende kalenderjaar, waarin is opgenomen de bijdrage per afzonderlijke gemeente voor de uitvoering van het beleid, zoals opgedragen aan de ISD Optimisd, alsmede de bijdrage in de uitvoeringskosten per deelnemende gemeente. Op basis van het jaarplan wordt door het dagelijks bestuur het managementcontract opgesteld met de directeur.
16
Hoofdstuk 11: Financiële bepalingen Artikel 35: Financiële administratie 1.
2.
3.
4.
De door het rijk aan de deelnemende gemeenten verstrekte uitkeringen in het kader van de Wet werk en bijstand (inkomensdeel en werkdeel), alsmede de andere fondsen, doeluitkeringen en algemene uitkeringen bedoeld voor de uitvoering van taken waarmee de ISD Optimisd is belast, worden door de ISD Optimisd beheerd. Het algemeen bestuur stelt bij verordening vast: a. de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de ISD Optimisd, een en ander conform artikel 212 Gemw. De verordening waarborgt, dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan; b. regels voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de ISD Optimisd, een en ander conform artikel 213 en 213a Gemw. De verordening waarborgt onder meer dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie worden getoetst. De verordening als bedoeld in het tweede lid wordt door het dagelijks bestuur, binnen twee weken na vaststelling door het algemeen bestuur, toegezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten en gedeputeerde staten. Drie maal per jaar zal aan de colleges van de deelnemende gemeenten een bestuursrapportage worden verstrekt.
Artikel 36: Begrotingsprocedure 1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks een ontwerpbegroting met toelichting en een meerjarenraming met toelichting voor tenminste drie op het begrotingsjaar volgende jaren op. 2. Alvorens tot vaststelling over te gaan wordt voor 1 februari een concept kadernota voorgelegd aan de raden van de deelnemende gemeenten. De kadernota bevat de financiële kaders van de beleidsvoornemens. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen hun zienswijze aangeven. Het algemeen bestuur stelt uiterlijk 1 april de kadernota vast. 3. De meerjaren begroting wordt uiterlijk op 1 mei van het jaar voorafgaand aan het eerste kalenderjaar waarop het betrekking heeft, als onderdeel van de conceptbegroting, opgesteld en verzonden naar de gemeenten. 4. Met verwijzing naar artikel 33 vindt de behandeling van het meerjaren begroting gelijktijdig plaats met de behandeling van het meerjaren beleidsplan. 5. De ontwerpbegroting en de meerjarenraming, alsmede de eventuele nota van wijzigingen, worden voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Het bepaalde in artikel 35 lid 2 Wgr, artikel 190 lid 2 en 3 Gemw is van overeenkomstige toepassing. 6. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen zes weken na toezending van de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van hun zienswijze aangeven. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze van de raden zijn vervat, bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. 7. De zienswijze van de raden alsmede de eventuele nota van wijzigingen worden uiterlijk twee weken voor de vaststelling toegezonden aan het algemeen bestuur.
17
8. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast uiterlijk 1 juli van het jaar voorafgaande aan het jaar, waarvoor de begroting moet dienen. 9. Terstond na de vaststelling zendt het algemeen bestuur de begroting en de meerjarenraming aan de raden van de deelnemende gemeenten. 10. Het dagelijks bestuur zendt de begroting en de meerjarenraming binnen twee weken na vaststelling, doch uiterlijk vóór 15 juli voor het jaar waarop zij betrekking hebben, aan Gedeputeerde Staten. 11. Met betrekking tot begrotingswijzigingen is het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de wijzigingen die geen invloed hebben op de bijdragen van de deelnemende gemeenten.
Artikel 37: Bijdragen van de gemeenten 1. 2.
3.
4.
In de begroting staat welke bijdrage elke gemeente verschuldigd is voor alle kosten van de ISD Optimisd. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot op de eerste dag van het kwartaal een kwart van de in het eerste lid bedoelde bijdrage en dragen er zorg voor dat de ISD Optimisd over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. De deelnemende gemeenten staan garant voor de betaling van de rente en aflossingen van de door de ISD Optimisd te sluiten of afgesloten geldleningen voor zover ter zake door andere overheden geen garanties worden of zijn verstrekt. De kosten die de ISD Optimisd aan de deelnemende gemeenten toerekent, bestaan uit directe en indirecte kosten.
Artikel 38: Directe kosten 1. 2.
De directe kosten worden rechtstreeks toegerekend aan de gemeente waarvoor de kosten zijn gemaakt. Tot de directe kosten behoren: a. De kosten van uitkeringen en verstrekte leningen, onder aftrek van de ontvangsten, alsmede de kosten van de re-integratie en activering van klanten. b. De kosten van verstrekte inkomensondersteuning in het kader van het minimabeleid en verstrekkingen in het kader van de bijzondere bijstand, alsmede de verstrekkingen in het kader van de overige door de deelnemende gemeenten aan de ISD Optimisd opgedragen uitvoering van wet- en regelgeving. c. Alle extra uitvoeringskosten van de ISD Optimisd die worden veroorzaakt door gemeentelijk bijstandsbeleid dat afwijkt van het gezamenlijke beleid van de ISD Optimisd. d. Alle kosten van de ISD Optimisd die voortvloeien uit een kennelijk ontoereikende uitvoering door (een van) de deelnemende gemeenten van wet- en regelgeving als bedoeld in artikel 6, in de periode vóór inwerkingtreding van deze regeling.
Artikel 39: Indirecte kosten 1.
Tot de indirecte kosten behoren alle kosten van de ISD Optimisd die niet behoren tot de directe kosten, zoals: a. De personeelskosten van de ISD Optimisd;
18
b.
2.
De kosten van huisvesting, de werkplekinrichting en de overige inrichtingskosten; c. De kosten van automatisering; d. De kosten voor inhuur van derden; e. Advieskosten; f. Accountantskosten; g. Overige uitvoeringskosten, waaronder vergoedingen voor leden van commissies, representatiekosten, kosten Cliëntenraad. De indirecte kosten worden aan elke deelnemende gemeente toegerekend op basis van een jaarlijks als volgt vast te stellen verdeelsleutel: a. 50% van het aantal inwoners van de deelnemende gemeente op 1 januari van het boekjaar; b. 50% van het aantal uitkeringsgerechtigden van de deelnemende gemeente op 1 januari van het boekjaar.
Artikel 40: Verrekening 1. 2.
3.
De ISD Optimisd brengt de kosten, zoals genoemd onder artikel 38 en 39, bij de deelnemende gemeenten in rekening. De dienst voegt eventuele jaarlijkse overschotten op de bedrijfsvoeringsbegroting toe aan een egalisatiereserve. De omvang van deze reserve bedraagt maximaal 10% van de bedrijfsvoeringsbegroting van de ISD Optimisd. De tekorten op de bedrijfsvoeringsbegroting worden ten laste gebracht van de egalisatiereserve. Kennelijke onbillijkheden die uit de toepassing van dit artikel voortvloeien, worden ter beslissing voorgelegd aan het dagelijks bestuur.
Artikel 41: Jaarrekening 1.
2.
3.
4.
5. 6.
Het dagelijks bestuur legt jaarlijks voor 1 april aan het algemeen bestuur verantwoording af over het afgelopen begrotingsjaar, onder overlegging van de opgestelde jaarrekening, het jaarverslag met de daarbij behorende bescheiden en een berekening van de door de deelnemende gemeenten te betalen bijdragen, alsmede het rapport van de met de controles belaste accountant (213 Gemw). De stukken zoals bedoeld in lid 1 worden op uiterlijk 1 april volgende op het jaar waarop zij betrekking hebben toegezonden aan het algemeen bestuur en de raden van de deelnemende gemeenten. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen tot vier weken vóór de vaststelling van de rekening aan het dagelijks bestuur hun zienswijze kenbaar maken. Het dagelijks bestuur voegt deze commentaren waarin de zienswijze van de raden zijn vervat, voorzien van hun advies, toe aan de rekening van de ISD Optimisd. Het algemeen bestuur onderzoekt de jaarrekening en stelt haar vast uiterlijk op 1 juli, volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft, inclusief de bijdragen die de afzonderlijke deelnemende gemeenten betalen in het eventuele exploitatietekort. Van de vaststelling doet het dagelijks bestuur mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening en alle bijbehorende stukken binnen twee weken na vaststelling aan gedupeerde staten.
19
7.
8.
Vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot decharge behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden. In de rekening wordt voor elke deelnemende gemeente het bedrag opgenomen dat voor rekening van de desbetreffende gemeente komt, onder verrekening van vergoedingen voor diensten die de betreffende gemeente aan de ISD Optimisd heeft geleverd.
Hoofdstuk 12: Het archief Artikel 42: Archief 1.
2.
3. 4.
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de ISD Optimisd overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen regeling, die ter kennisneming aan Gedeputeerde staten wordt gezonden. De bepalingen van de Archiefwet en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregelingen voor zover betrekking hebbend op de archiefbescheiden van organen ingesteld bij een regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn van overeenkomstige toepassing. Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor en het toezicht op de bewaring van de archiefbescheiden van de ISD Optimisd. De directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden, doch kan dit in mandaat overdragen aan een andere ambtenaar.
Hoofdstuk 13: Toetreding, uittreding, wijziging, geschillen en opheffing Artikel 43: Toetreding 1. 2.
3. 4.
5. 6.
De raad van de gemeente die wenst toe te treden tot de regeling, richt het verzoek daartoe aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur zendt het verzoek als bedoeld in lid 1 binnen drie maanden door aan de besturen van de deelnemende gemeenten onder overlegging van zijn advies omtrent de toetreding en de daaraan te verbinden voorwaarden, inclusief de eventuele toetredingskosten. Toetreding vindt plaats indien de raden van de deelnemende gemeenten daarmee instemmen. De raden van de deelnemende gemeenten besluiten over de toetreding, inclusief de voorwaarden en gevolgen, binnen drie maanden na de toezending door het algemeen bestuur zoals bedoeld in lid 2. De toetreding gaat in op 1 januari volgend op het jaar waarin het verzoek om toetreding is ontvangen, tenzij het besluit een latere datum noodzaakt. Terstond na de toetreding worden door de gemeenteraad van de toetredende gemeente de leden van het algemeen bestuur aangewezen.
Artikel 44: Uittreding 1. 2.
De raad van een deelnemende gemeente die wenst uit te treden richt het verzoek daartoe aan het algemeen bestuur. Aan de uittreding worden door het algemeen bestuur voorwaarden en gevolgen verbonden.
20
3.
4.
5.
6.
7.
Het algemeen bestuur zendt het in lid 1 bedoelde verzoek binnen 3 maanden na ontvangst aan de raden van de gemeenten voor het nemen van een besluit over de aan de uittreding te verbinden voorwaarden en gevolgen zoals bedoeld in lid 2, onder overlegging van zijn advies. Alle raden van de gemeenten besluiten over de voorwaarden en gevolgen van uittreding binnen een termijn van 3 maanden na de toezending door het algemeen bestuur als bedoeld in lid 3. De uittreding vindt niet eerder plaats dan op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin het algemeen bestuur van het besluit genoemd in lid 1 in kennis is gesteld. De nadelige financiële gevolgen voor de ISD Optimisd, die veroorzaakt worden door de uittreding, inclusief de hierdoor ontstane wachtgeldverplichtingen, worden bij de uittredende gemeente in rekening gebracht. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen als bedoeld in lid 6 wordt door het algemeen bestuur en de uittredende gemeente gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor partijen bindend.
Artikel 45: Wijziging 1.
2.
3. 4. 5.
Het dagelijks bestuur, alsmede de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten kunnen aan het algemeen bestuur voorstellen doen tot wijziging van de regeling. Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het dagelijks bestuur het door het algemeen bestuur vastgestelde voorstel ter besluitvorming toekomen aan de raden van de deelnemende gemeenten. De regeling wordt gewijzigd zodra de meerderheid van de raden van de deelnemende gemeenten tot de wijziging hebben besloten. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de kennisgeving aan gedeputeerde staten. De wijziging wordt van kracht zodra is voldaan aan de vereisten zoals bepaald in artikel 27 Wgr (opname in registers).
Artikel 46: Liquidatie 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7. 8.
De regeling wordt opgeheven wanneer de meerderheid van de raden van de deelnemende gemeenten daartoe besluit. Ingeval van opheffing van de gemeenschappelijke regeling besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daarvoor de noodzakelijke regels op. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de raden van de gemeenten gehoord, vastgesteld. Een zodanig besluit wordt met tweederde meerderheid genomen. Het liquidatieplan voorziet in de verplichtingen van de gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Het liquidatieplan voorziet in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel. Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie. De organen van de gemeenschappelijke regeling blijven ook na het tijdstip van opheffing in functie, totdat de liquidatie is voltooid. De opheffing van de regeling gaat niet eerder in dan nadat is voldaan aan de vereisten van artikel 27 Wgr.
21
Artikel 47: Geschillen 1.
2.
3. 4.
Voordat over een geschil als bedoeld in artikel 28 Wgr de beslissing van gedeputeerde staten wordt ingeroepen, legt het algemeen bestuur het geschil voor aan een geschillencommissie. De geschillencommissie bestaat uit drie leden. Een lid wordt aangewezen door het algemeen bestuur en een lid wordt aangewezen door de betrokken gemeente(n). Deze twee leden wijzen gezamenlijk een derde lid aan dat tevens als voorzitter van de commissie optreedt. De geschillencommissie hoort de bij het geschil betrokken besturen. De geschillencommissie brengt advies uit over de mogelijkheden partijen tot overeenstemming te brengen.
Hoofdstuk 14: Slotbepalingen Artikel 48: Inwerkingtreding De regeling treedt in werking per 1 januari 2008.
Artikel 49: Titel De regeling kan worden aangehaald als “de gemeenschappelijke regeling van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Optimisd”
Artikel 50: Slotbepaling In alle gevallen waarin de regeling niet voorziet beslist het algemeen bestuur. Aldus vastgesteld dd. .. - .. – 2007, door:
Gemeente Veghel De burgemeester
A. Frankfort
Namens het college van burgemeester en wethouders De secretaris de burgemeester
H.J.B.C. Maas
A. Frankfort
Namens de gemeenteraad De griffier
de voorzitter
22
Dr. W.J. Oosten
A. Frankfort
23
Gemeente Schijndel de burgemeester
H.Th.H. Opsteegh
Namens het college van burgemeester en wethouders De secretaris de burgemeester
W.A.G.M. van Rosmalen
H.Th.H. Opsteegh
Namens de gemeenteraad De griffier
de voorzitter
F.G.T.W. van Kessel
H.Th.H. Opsteegh
24
Gemeente Sint-Michielsgestel De burgemeester
mr. J.C.M. Pommer
Namens het college van burgemeester en wethouders De secretaris de burgemeester
Mr. A.H.P.G. vd Kerkhof
mr. J.C.M. Pommer
Namens de gemeenteraad De griffier
de Voorzitter
Mevrouw N.A. Hoogerbrug
mr. J.C.M. Pommer
25
Raadsvergadering van 15 juli 2004. Punt 04 Bijlage 043 Voorstel tot realisering van een intergemeentelijke sociale dienst (ISD) voor Veghel, Schijndel en Sint-Michielsgestel en het vaststellen van de gemeenschappelijke regeling daarvoor. Samenvatting Uit de voorbereidende werkzaamheden blijkt dat het vormen van een ISD grote voordelen heeft bij het uitvoeren van de taken op het terrein van sociale zaken. Voordelen als het gaat om kwaliteit, het minder kwetsbaar zijn, het efficiënter kunnen werken en vooral ook het beter kunnen bedienen van de klanten. Ook financieel is er voordeel te behalen. Om als ISD goed te kunnen opereren wordt gekozen voor een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam. Het is thans aan de raad te besluiten hierover waarna verdere uitwerking en invoering kunnen beginnen. Het streven is om op 1 januari 2005 als nieuwe ISD operationeel te zijn. Inleiding De gemeenten Schijndel, Veghel en Boekel hebben vanaf eind 2001 onderzocht of en zo ja hoe zij tot samenwerking op het terrein van sociale zaken zouden kunnen komen. In april 2003 leidde dit tot de conclusie dat de directe vorming van een ISD de beste oplossing was. Daarmee kon worden voldaan aan de randvoorwaarden te weten: - vermindering van de kwetsbaarheid; - toename van de doelmatigheid; - optimale dienstverlening aan de klant; - Suwi conforme organisatie en werkwijze; - behoud van beleidsvrijheid en autonome ruimte. De gemeente Boekel opteerde echter voor samenwerking alleen in het backoffice en haakte af. Medio 2003 zijn wij toen op de rijdende trein gestapt aangezien initiatieven om samenwerking op te starten met andere omliggende gemeenten niet van de grond kwamen. Dienstverleningsconcept ISD In een nauwe en goede samenwerking hebben de gemeenten Veghel, Schijndel en SintMichielsgestel in de afgelopen periode intensief gewerkt aan de voorbereiding van een ISD. Uitgebreid is aandacht besteed aan het dienstverleningsconcept. Bij de ontwikkeling daarvan is zoveel mogelijk aangesloten bij de doelstelling van de Wet Werk en Bijstand. Als primaire doelstelling geldt, dat moet worden getracht om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen en aan het werk te houden. Daar waar dit niet direct lukt geldt als secundaire doelstelling de maatschappelijke participatie van deze mensen. Deze doelstellingen bepalen de opdracht aan de ISD en stellen daarmee ook eisen aan de wijze waarop de ISD wordt georganiseerd. De ISD zal zich primair bezig houden met de producten en diensten die voortvloeien uit de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. Dit betekent, dat het beleid en de uitvoering van producten die liggen op het terrein van "zorg" (o.a. WVG), tot de directe verantwoordelijkheid blijven behoren van de deelnemende gemeenten. De klanten van de ISD die een arbeidsverplichting hebben worden centraal bediend vanuit het Bedrijfsverzamelgebouw te Veghel. Een uitzondering wordt daarbij gemaakt voor kleine aanvragen op het terrein van de bijzondere bijstand. Dergelijke aanvragen zullen in Schijndel en in Sint-Michielsgestel lokaal worden ingenomen, gecompleteerd en doorgezonden naar de ISD. Dit geldt ook voor klanten zonder uitkering of met een uitkering zonder arbeidsverplichting. De organisatie binnen de ISD wordt conform de inhoud van het dienstverleningsconcept voorts zodanig geregeld, dat de klant te allen tijde met slechts één persoon binnen de ISD van doen heeft en daarmee de afspraken maakt. Deze persoon, de casemanager, ziet erop toe, dat de
26
afspraken worden nagekomen, zowel door de klant als door de partijen die in opdracht van de ISD diensten ten behoeve van de klant verrichten. Deze constructie is een belangrijk aspect bij de optimalisering van de dienstverlening aan de klant. Ook bij de berekening van de benodigde personele formatie heeft deze optimalisering voor ogen gestaan, waardoor in ruime mate is voldaan aan deze belangrijke randvoorwaarde voor het realiseren van de ISD. Het is van belang dat de ISD bij de uitvoering van haar taak optimaal samenwerkt met aanverwante organisaties om aldus de geformuleerde doelstellingen te kunnen realiseren. Deze samenwerking zal vorm krijgen binnen het Bedrijfsverzamelgebouw dat ook op dit moment in ontwikkeling is. Een belangrijk in het dienstverleningsconcept geregeld aspect is, dat de beleidsbeslissingen op het werkterrein van sociale zaken ook na de realisatie van de ISD, evenals voorheen door de afzonderlijke gemeenten worden genomen. De beleidsvoorbereiding behoort tot de taak van de ISD. Op dit moment bestaat er slechts een miniem verschil in beleid tussen de drie participerende gemeenten. Het verdient uiteraard aanbeveling om ook in de toekomst verschillen in beleid zoveel mogelijk te voorkomen. Daar waar een gemeente van oordeel is dat op een of meerdere facetten een afzonderlijk beleid moet worden geformuleerd, komen de mogelijke meer- of minderkosten daarvan voor rekening dan wel ten gunste van die gemeente. Door deze regeling van behoud van beleidsvrijheid wordt aangesloten bij een andere belangrijke randvoorwaarde zoals die eerder in het voorbereidingstraject is geformuleerd. Juridische vormgeving ISD Een belangrijk aspect bij het realiseren van een ISD is de keuze voor de juridische vormgeving van de organisatie. Aanvankelijk werd gedacht aan een ‘lichte’ gemeenschappelijke regeling. Een nadere analyse van de mogelijkheden voor de juridische vormgeving, en een inventarisatie van de voor- en nadelen van elk van deze mogelijkheden leert echter, dat door een "lichte" gemeenschappelijke regeling een goede organisatie binnen de ISD en een geoptimaliseerde dienstverlening aan de klant onvoldoende kunnen worden gewaarborgd. De resultaten van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden zijn verwoord in het "Beslisdocument juridische vorm", welk document voor u op de gebruikelijke wijze ter inzage is gelegd. In dit beslisdocument wordt geconcludeerd dat voor de juridische vorm van de ISD een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam verreweg de meeste voordelen in zich draagt, met name vanwege het feit dat enkel door een dergelijke constructie aan de ISDorganisatie rechtspersoonlijkheid wordt toegekend. Het bezitten van rechtspersoonlijkheid is noodzakelijk voor het in dienst kunnen nemen van personeel door de ISD. Dit laatste is vooral belangrijk vanuit het oogpunt van cultuur, profilering en rechtspositie. Bezit de ISD-organisatie geen rechtspersoonlijkheid dan is detachering van personeel de enige mogelijkheid, waarbij er langdurig sprake kan zijn van verschillen in arbeidsvoorwaarden, van onduidelijkheden in sociaal beleid, van een niet eenduidige aansturing van het personeel en van een niet uniforme toepassing van het PenO instrumentarium. Bij detachering zullen de medewerkers een sterke binding met de "voormalige" organisatie blijven behouden, waarbij de kans groot is dat zich subculturen gaan vormen binnen de ISD waardoor identificatie met de missie, visie en doelen van de nieuwe organisatie wordt bemoeilijkt. Ook zullen in geval van detachering de wettelijke beperkingen een rol gaan spelen. Gedoeld wordt hierbij op het koppelen van een maximale termijn aan detachering en aan een mogelijke BTW-verplichting voor een inlenend bedrijf als de ISD. Binnen een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam blijft gemeentelijk bestuurlijke invloed op het werkterrein van sociale zaken bestaan op basis van de in het gemeentelijk beleidsplan vastgelegde en met de ISD te maken jaarafspraken met bijbehorende budgetten. De relatie met de ISD betreft dan een vorm van contractsturing waarbij op basis van een aanbieding van de ISD bepaalde producten en diensten worden ingekocht. De autonome bevoegdheid van de participerende gemeente blijft bestaan doordat de bevoegdheid tot het nemen van beleidsbeslissingen blijft gehandhaafd. Daarbij is wel uitgangspunt dat zoveel als mogelijk is moet worden gestreefd naar eenheid in beleid.
27
Huisvesting De ISD zal worden gehuisvest in het op dit moment in aanbouw zijnde kantoorgebouw aan de Frisselsteinstraat te Veghel. Door het CWI, de ISD en overige participanten aan het Bedrijfsverzamelgebouw wordt het voor huisvesting noodzakelijke aantal vierkante meters gehuurd. Het kantoorgebouw is voorzien van ruime parkeergelegenheid. De bouw van het Bedrijfsverzamelgebouw zal volgens planning in juli 2005 zijn gerealiseerd. Start ISD De planning is er op gericht dat de ISD per 1 januari 2005 van start zal gaan. Op dat moment zal de huisvesting nog niet gereed zijn, doch onderzocht wordt thans op welke wijze de periode tussen 1 januari 2005 en juli 2005 zo goed mogelijk kan worden overbrugd. Voor onze gemeente geldt dat wij per 1 januari 2005 van het CWI Den Bosch overgaan naar het CWI Veghel. Inwoners van onze gemeente zullen zich dus vanaf die datum voortaan in Veghel moeten melden. Het streven is om per 1 januari a.s. de consulenten en de administratie al in Veghel in het huidige CWI-gebouw te huisvesten. De overige beleids- en ondersteunende functies zouden dan voorlopig in Schijndel bijeen gebracht kunnen worden.
Financiële gevolgen Een van de uitgangspunten bij de ontwikkeling van de ISD is dat dit budgettair neutraal kan worden gerealiseerd. Voor onze gemeente is een taakstellende bezuiniging van € 50.000,00 opgenomen voor deze samenwerking. Om te kunnen bepalen of aan deze randvoorwaarden kan worden voldaan is een financiële opstelling gemaakt voor de nieuwe ISD en is het totaal van de kosten afgezet tegen de bestaande kosten van de afzonderlijk opererende afdelingen sociale zaken in de drie gemeenten. Onderstaand overzicht geeft hierover het vereiste inzicht. Huidige kosten afd.sociale zaken Geraamde kosten ISD Positief saldo
S.Michielsgestel 1.025.000,--
Schijndel 1.007.000,--
Veghel 1.337.000,--
Totaal 3.369.000,-2.677.000,-692.000,--
Opgemerkt wordt dat in bovenstaand overzicht slechts de uitvoeringskosten zijn opgenomen van de afdelingen Sociale Zaken. De directe financiële effecten van de toepassing van de Wet Werk en Bijstand blijven in dit kader buiten beeld en komen evenals thans het geval is, rechtstreeks ten laste/ten gunste van de betreffende gemeente. Bij de analyse van de huidige kosten van de afdelingen Sociale Zaken is geconstateerd, dat in elk van de drie participerende gemeenten verschillende toerekeningsmethodieken worden gehanteerd. Hierdoor is het vaststellen van een bepaalde verhouding in kosten niet mogelijk. Slechts die kosten zijn bij de berekening meegenomen die zijn gekoppeld aan taken die door de toekomstige ISD worden uitgevoerd. Basis voor de berekening zijn de begrotingscijfers 2003 geweest. Voor de jaren 2004 en 2005 heeft een prijscorrectie plaatsgevonden. Een specificatie van de vermelde bedragen is opgenomen in de notitie "Financiële opstelling en doorrekening consequenties" die voor u op de gebruikelijke wijze ter inzage is gelegd. Geconcludeerd kan worden, dat het instellen van een ISD ook uit financieel oogpunt gunstiger is dan het handhaven van de afdelingen Sociale Zaken binnen de drie afzonderlijke gemeenten. Wel zal men bij de realisatie van de ISD nog worden geconfronteerd met frictiekosten. De omvang hiervan wordt eerst duidelijk bij de verdere implementatie. In de gemeenschappelijke regeling is bepaald, dat de verdeling van de kosten tussen de deelnemende gemeenten voor 50% zal geschieden naar rato van het aantal uitkeringsgerechtigden en voor 50% naar rato van het aantal inwoners van de gemeenten.
28
Voor de individuele gemeenten geeft deze verdeling van het voordelige saldo het volgende beeld. Verdeelsleutel inwoner aantal Verdeelsleutel cliënten aantal
Sint-Michielsgestel 28.000 inwoners 191 cliënten
Schijndel 23.000 inwoners 188 cliënten
Nieuwe verdeelde kosten ISD Oude kosten met nieuwe taken Voordelig saldo
775.000,--1.025.000,-250.000,--
693.000,--1.007.000,-314.000,--
Veghel 36.000 inwoners 364 cliënten 1.209.000,--1.337.000,-128.000,--
Totaal 87.000 inwoners 743 cliënten 2.677.000,--3.369.000,-692.000,--
Het verschil in financieel voordeel voor de individuele gemeente wordt met name veroorzaakt door het feit dat in de bestaande situatie in elk van die gemeenten de diverse kostensoorten op een verschillende manier aan de afdeling Sociale Zaken zijn toegerekend. Voor onze gemeente is er echter sprake van een bijzondere situatie. De gegevens in het financiële overzicht zijn gebaseerd op de situatie 2003, waarbij weliswaar het zorgloket Wegwijs is gecorrigeerd. Nog niet gecorrigeerd is echter het gevolg van de reorganisatie in het kader van De Klant Centraal, waardoor de vergelijking 2003/2004 wordt bemoeilijkt. Vastgesteld moet worden dat het structurele voordeel voor onze gemeente beduidend lager zal uitvallen dan de genoemde € 250.000,00 maar nog altijd alleszins voldoende zal zijn om de opgelegde taakstelling van € 50.000,00 te realiseren. Het is dus naast inhoudelijke overwegingen ook om financiële reden aan te bevelen aan de vorming van een ISD mee te doen. Wij hebben nog nadrukkelijk gekeken naar de te verwachte frictiekosten in onze gemeente, die slechts ten dele onmiddellijk zijn in te boeken (n.l. de directe kosten). De indirecte kosten zijn veel moeilijker concreet in te boeken, omdat die zich pas op termijn zullen voordoen. Daarbij valt te denken aan de overheadkosten die zijn toegerekend aan de (directe) personeelskosten, aan de huisvestingskosten, aan de ondersteuningskosten enz. Gevolg hiervan is dat de taakstelling die in de voorjaarsnota op bladzijde 37 is opgenomen zal worden verhoogd met € 285.500,00 in 2005 aflopend naar € 232.700,00 in 2008. Onderzocht is in hoeverre uiterlijk in 2008 de becijferde frictiekosten structureel kunnen worden gedekt. Kijkend naar de leeftijdsopbouw in onze organisatie en de verminderde taken op de ondersteunende functies en in het management is het reëel ervan uit te gaan dat de uiteindelijke frictiekosten (op basis van de begroting 2005 van de ISD en eventuele boventallige personeelsleden) via aanvullende taakstellingen – ook boven op de reeds opgelegde taakstellingen – kunnen worden gedekt. Aanwijzing lid algemeen bestuur Conform het bepaalde in artikel 8 van de gemeenschappelijke regeling wijzen de raden van de deelnemende gemeenten elk uit hun midden één lid aan voor het algemeen bestuur, alsmede diens plaatsvervanger. Om te bewerkstelligen dat het algemeen- en het dagelijks bestuur in een zo vroeg mogelijk stadium bij de voorbereiding van de ISD kunnen worden betrokken, is het wenselijk dat u thans reeds besluit tot aanwijzing van een persoon uit uw midden tot lid van het algemeen bestuur, alsook tot aanwijzing van diens plaatsvervanger. De aan te wijzen personen treden eerst in functie met ingang van de dag volgend op de dag van opname in het register van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant.
Interactiviteit
: Personeelsleden zijn steeds tussentijds via Nieuwsbrieven geïnformeerd en ook in afdelingsoverleg is steeds aandacht aan de voortgang besteed. Daarnaast is er een aantal bijeenkomsten geweest met alle betrokken medewerkers van de drie gemeenten. Daarnaast zijn diverse medewerkers betrokken in voorbereidende werkgroepjes. Het personeel is overtuigd van de noodzaak om te komen tot een ISD. Uiteraard zijn zij zeer geïnteresseerd in de gevolgen die deze operatie voor hen persoonlijk heeft.
29
De drie cliëntenorganisaties zijn in gezamenlijke bijeenkomsten geïnformeerd en geconsulteerd. Daarnaast hebben wij met ons eigen cliëntenplatform herhaaldelijk over de voortgang gesproken in ons periodieke overleg. De organisaties staan positief tegenover vormen van een ISD. Raads- en commissieleden zijn in een aantal plenaire informatieve bijeenkomsten op de hoogte gehouden. BTW-compensatiefonds
: n.v.t.
Kostendekking
: n.v.t.
Toets aanbestedingsnota
: n.v.t.
Advies OR
: Onze Ondernemingsraad is voortdurend op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Het instellen van een ISD is een politiek besluit en behoeft geen advies of instemming van de OR. Over de uitwerking heeft de OR adviesrecht. Getracht wordt om via een Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) te komen tot een gezamenlijk advies. In de verdere uitwerking hebben de BOR en het Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) advies en instemmingsrecht op diverse onderdelen. De normale formele procedures zullen daarbij worden gevolgd.
Voorstel
Gelet op heWij : stellen u voor om: 1. te besluiten tot instemming met de vorming van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel en SintMichielsgestel per 1 januari 2005 door middel van het vaststellen van de voorliggende verordening op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen; 2. uit uw midden een lid en een plaatsvervangend lid aan te wijzen voor het algemeen bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst. Een daartoe strekkend conceptbesluit treft u hierbij aan. Alle overige stukken zijn u reeds in een eerder stadium ter informatie toegezonden en derhalve volstaan wij met het op de gebruikelijke wijze ter inzage leggen van deze stukken.
Tijdelijk referendumwet
: n.v.t.
Sint-Michielsgestel, 15 juni 2004
Burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel,
30
De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 juni 2004; gelet op het bepaalde in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;
besluit: 1. In te stemmen met de vorming van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel en Sint-Michielsgestel per 1 januari 2005, door middel van het vaststellen van de voorliggende verordening op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen; 2. De heer H.J.W. van Boxtel aan te wijzen tot lid, en de heer drs. J.M.A.M. Boldewijn tot plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst, met dien verstande dat het aangewezen lid en het plaatsververvangend lid eerst in functie treden met ingang van de datum van het in werking treden van de gemeenschappelijke regeling.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 15 juli 2004. De raad voornoemd.
31
Raadsvergadering van 27 januari 2005 Punt 06 Bijlage 004
e
Voorstel tot 1 wijziging gemeenschappelijke regeling intergemeentelijke sociale dienst Veghel, Schijndel en Sint-Michielsgestel. Samenvatting Gedeputeerde Staten hebben goedkeuring verleend aan de gemeenschappelijke regeling voor de ISD op voorwaarde dat artikel 22 wordt aangepast. De Wet gemeenschappelijke regelingen zegt dat de begroting voor 15 juli van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar bij GS moet zijn ingediend. In artikel 22 is 1 september genoemd hetgeen dus in strijd is met de wet. Met dit voorstel wordt dit recht getrokken. Inleiding In uw vergadering van 15 juli 2004 heeft uw raad de Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel en Sint-Michielsgestel vastgesteld. De regeling is vervolgens ter goedkeuring ingezonden naar Gedeputeerde Staten van NoordBrabant. Goedkeuring onder voorwaarden Bij brief van 15 november 2004 hebben Gedeputeerde Staten laten weten dat artikel 22 van de regeling in strijd is met artikel 34 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Dit betekent formeel dat Gedeputeerde Staten goedkeuring aan de regeling moeten onthouden. Om de vorming per 1 januari 2005 van de Intergemeentelijke Sociale Dienst niet te frustreren, zijn Gedeputeerde Staten echter bereid goedkeuring te verlenen, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten artikel 22 zo spoedig mogelijk in overeenstemming brengen met de wet. De wijzigingsbesluiten dienen uiterlijk 1 maart 2005 ter goedkeuring te worden ingezonden. Het college van Veghel heeft – mede namens de colleges van Schijndel en Sint-Michielsgestel op 23 november 2004 schriftelijk verklaard in te stemmen met deze voorwaarde. Wijziging artikel 22 Artikel 34, lid 2 Wgr bepaalt dat het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam de begroting binnen twee weken na de vaststelling door het algemeen bestuur, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten inzendt. In artikel 22, lid 3 is als datum van uiterste indiening 1 september genoemd, hetgeen strijd met de wet oplevert. Deze datum wordt gewijzigd in 1 juli. Gelet op het bepaalde in artikel 22, lid 2 omtrent de termijn waarbinnen de raden van de deelnemende gemeenten hun zienswijzen kunnen geven op de ontwerp-begroting behoeft ook artikel 22, lid 1 aanpassing. De datum waarop het dagelijks bestuur de ontwerp-begroting toezendt aan de raden van de deelnemende gemeenten wordt gesteld op 1 april.
Sint-Michielsgestel, 7 december 2004
Burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel,
32
De raad en het college van de gemeente Sint-Michielsgestel, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 december 2004 ; gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 van de Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel en SintMichielsgestel;
besluiten: e
tot de 1 wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel en Sint-Michielsgestel als volgt: 1. de datum 1 juni in artikel 22, lid 1 wordt vervangen door 1 april; 2. de datum 1 september in artikel 22, lid 3 wordt vervangen door 1 juli.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 27 januari 2005. De raad voornoemd.
33
Raadsvergadering van 30 juni 2005 Punt 09 Bijlage 032 e
Onderwerp: 2 wijziging Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel en Sint-Michielsgestel Samenvatting Recent is geconstateerd dat uit de aanhef van artikel 6 van de Gemeenschappelijke regeling onvoldoende vaststaat dat de deelnemende gemeenten hun bevoegdheden op grond van de in het vijfde lid genoemde wetten hebben overgedragen aan de ISD. Bovendien blijkt uit het eerste tot en met het vijfde lid van genoemd artikel dat een aantal genoemde wetten daaruit niet of onvoldoende met naam is genoemd. Om dit verzuim te herstellen behoeft de regeling aanpassing Inleiding In verband met de autorisatie door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel en Sint-Michielsgestel tot afnemer van gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) is wijziging van artikel 6 van de gemeenschappelijke regeling noodzakelijk . Er is geconstateerd dat uit de aanhef van artikel 6 van de regeling onvoldoende blijkt dat de bevoegdheid op grond van de in het vijfde lid genoemde wetten is overgedragen aan de ISD. Autorisatie door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is mogelijk als: • de aanhef van artikel 6 is aangepast, en • aan artikel 6, vijfde lid de wet Kinderopvang en de vangnetregeling huursubsidie zijn toegevoegd. Bij nadere beschouwing van het eerste tot en met vijfde lid van artikel 6 van de Gemeenschappelijke regeling is ook vast komen te staan dat een aantal wetten, waarvan Optimisd per 1 januari 2005 eveneens de uitvoering verzorgt, niet of onvoldoende uitdrukkelijk e met naam is genoemd. Wij grijpen derhalve de 2 wijziging van de regeling aan om dit verzuim te herstellen. Het gaat om de overdracht van taken en bevoegdheden van de volgende wetten en regelingen: • Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA); • Wet Schuldsanering natuurlijke Personen (WSNP); • Regeling tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie en Beleidslijnen bijzondere bijstand in het kader van de Wet Werk en Bijstand; • Regeling bijzondere bijstand; • Regeling maatschappelijke participatie/Declaratiefonds
Sint-Michielsgestel, 17 mei 2005
Burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel,
34
De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Sint-Michielsgestel, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2005;
gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr);
besluit: e
tot het vaststellen van de 2 wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Veghel, Schijndel en Sint-Michielsgestel die luidt als volgt:
Artikel I Artikel 6 van de regeling wordt als volgt gewijzigd: A. In de aanhef wordt de zinsnede “de uitvoering over van de volgende taken en producten” vervangen door: over hun bevoegdheden op grond van de in het vijfde lid genoemde wetten, voor zover van toepassing. B. Het eerste, tweede, derde en vierde lid komen te vervallen. C. In het vijfde lid vervalt het woordje “en” achter “ gewezen zelfstandigen” en wordt na “de wet Inburgering Nieuwkomers” ingevoegd: , de Wet Kinderopvang, de Vangnetregeling huursubsidie, de Wet (re)integratie arbeidsgehandicapten, de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, de Regeling Maatschappelijke Participatie/Declaratiefonds en de Regeling bijzondere bijstand van de gemeente Veghel, het Fonds tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie en de Regeling bijzondere bijstand van de gemeente Schijndel alsmede de Regeling tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie Sint-Michielsgestel en de Beleidslijnen bijzondere bijstand in het kader van de Wet Werk en Bijstand van de gemeente Sint-Michielsgestel. D. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd: de zinsnede “genoemd onder lid 1 en 2” wordt vervangen door: op het gebied van reïntegratie. E. Het negende lid wordt als volgt gewijzigd: de zinsnede “de leden 1 t/m7” wordt vervangen door: het vijfde tot en met zevende lid.
Artikel II Deze wijziging treedt in werking met ingang van de dag volgend op de opname in het register van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant zoals genoemd in artikel 27, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen en werkt terug tot en met 1 januari 2005. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 30 juni 2005.
De raad voornoemd. Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders op 17 mei 2005,
35
36
37