VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
Essay 2:
‘Geloof en psychologie’ opdracht bij ‘Over wondere feiten’, hoofdstuk 2: ‘Verwondering over de mens’ paragraaf 1 ‘Wat is de mens?’
Klas: VWO-5 Docenten: Dr. M.N. van der Meer, drs. K.T. Timmer Omvang: Minimaal 3½ bladzijden A4 (Times New Roman 12, regelafstand 1): Opdracht 1 (godsbeelden) minimaal 1 A4; opdracht 2 (deelthema) minimaal 2 A4; opdracht 3 (evaluatie) minimaal ½ A4. Aantal: Deze opdracht mag alleen of met z’n tweeën gemaakt worden. Bij 2 personen wordt opdracht 2 minimaal 2 x 2 A4 = 4 A4. 0. 1. 2. 3.
Inleiding ................................................................................................. Opdracht 1 Godsbeelden in de Bijbel .................................................... Opdracht 2 Deelthema ........................................................................... Opdracht 3 Evaluatie .............................................................................. Appendix Beoordelingsschema ..............................................................
1 1 6 11 12
0. Inleiding In de lessen zijn onderwerpen aan de orde gekomen die te maken hebben met het raakvlak tussen geloof en menswetenschappen (antropologie, neurologie, psychologie, sociologie, filosofie). Vragen die aan de orde kwamen waren: Wat maakt mij tot mens? Waarin verschil ik als mens van een dier? Ben ik een beest, dat wil zeggen: geneigd tot alle kwaad en tot enig goeds onbekwaam (Heidelbergse catechismus) ? Is God beter af of ook niet meer dan een projectie van mijn hersenen (Freud)? Wat is eigenlijk de oorsprong van al onze westerse Godsbeelden? Hoe wordt er in de Bijbel over God gesproken? Welke bedoelingen en voorstellingen liggen daaraan ten grondslag? Eeuwenlang bood geloof en theologie antwoorden op vragen rondom de mens, de wereld en de Schepper van beide. Zo’n tweehonderd jaar geleden begonnen geleerden op grote schaal antwoorden op zulke vragen te stellen buiten de christelijke traditie om: de mens is niet geschapen naast de dieren, maar geëvolueerd uit de dieren (Darwin). Mensen worden niet geboren, maar gemaakt (behaviorisme, stroming in de psychologie). Religie werd ontmaskerd als een schepping van de mens, een projectie, een obstakel voor psychisch welbevinden (Freud) of opium van het volk om de sociale ongerechtigheid goed te praten en te verdragen (Marx). Hoewel veel van deze wetenschappers religie afdoen als fantasie en onwetenschappelijk, zijn hun stellingen vaak ook eerder gebaseerd op meningen dan op feiten. Als religie zo belangrijk is en blijft voor zo vele miljoenen mensen op aarde (en niet alleen in donker Afrika, Verwegistan of een reservaat op de Veluwe), is het dan niet heel erg eenzijdig om geloof en religie af te doen als iets achterhaalds? Waar houden de feiten op en beginnen de meningen? Over deze vragen gaan de onderwerpen die horen bij essay 2. 1. Opdracht 1 Godsbeelden in de Bijbel Veel psychologen zullen in navolging van Freud Godsbeelden ontmaskeren als projecties van de menselijke geest. Als je vervolgens de Bijbel er op naslaat, zul je zien dat Bijbelschrijvers zich daar voor een deel ook wel bewust van waren. Per slot van rekening staat er niet voor niets in de Tien Geboden (Exodus 20; Deuteronomium 5) dat het verboden is om een afbeelding van God te maken. Toch is spreken over God ook voor hen een spreken in beelden/ De Joodse Oostenrijkse-Britse filosoof Ludwig Wittgenstein is beroemd geworden met de uitspraak dat “waar we moeten zwijgen over datgene waarover we niet kunnen spreken”. Bijbelschrijvers zaten met het omgekeerde probleem: zij konden niet zwijgen over hetgeen waarover ze moesten spreken: als er dan toch over God gesproken wordt, dan lie1
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
ver in beelden van recht en rechtvaardigheid, erbarmen en barmhartigheid. Onderstaande opdracht laat je iets van die ‘tegenbeelden’ in de Bijbel zien: 1a God als koning en strijder strijder 1. Lees de tekst van 1 Koningen 22:1-28.1 In deze tekst komen verschillende figuren voor, namelijk: - Josafat, de koning van Juda - Raadgevers van de koning - Sidkia, zoon van Kenaäna - Micha, zoon van Jimla - Jhwh, de God van Juda en Israël - Één van zijn hemelse machten Geef voor elk van die figuren een korte beschrijving van hun rol in het verhaal. 2. Geef aan in hoeverre vers 17-23 een afspiegeling is van vers 6-16 (met name waar het gaat om een heerser met hofhouding). 3. Hiernaast zie je twee afbeeldingen die uit ongeveer dezelfde tijd stammen, namelijk zo rond 1300 voor Christus, de tijd van de overgang van Bronstijd naar IJzertijd. De eerste afbeelding is van de koning van de stad Megiddo, in het Noorden van Israël, de tweede van de oppergod El (= Arabisch Allah; denk ook aan namen als DaniEl, MichaEl, GabriEl enz.) uit een stad ten noorden van Israël. Geef aan in hoeverre het beeld van (die opper-)God een afspiegeling is van het beeld van een aardse koning (in dit geval die van de stadstaat Megiddo). Bij het Oudoosterse beeld van een koning hoort dat hij in staat is zijn vijanden verpletterend te vernietigen. Ook van (de locale) God(heid) werd zoiets verwacht. Vaak gaat dat bij dit beeld van God die de slang vernietigt. Hiernaast zie je een afbeelding van de stormgod (Hadad, ook wel ‘de Heer’ of Baʿal, de baas, de boss, hier als de Babylonische God Marduk [figuur 3]) genoemd, terwijl hij bezig is een slang te verslaan. Het betreft een steen (stele) uit de achtste eeuw voor Christus die niet een mythologisch thema verduidelijkt, maar het neerslaan van een opstand wil memoreren. Let ook op de horens op de helm van de goddelijke krijger .
1
Figuur 1: Ivoren afbeelding uit Megiddo, 1350-1150 v.Chr. (www.bible-archaeology.info/cities.htm)
Figuur 2: Afbeelding van El uit Ugarit (www.hofesh.org.il/.../jewish_calendar/ugarit.jpg)
Alle Bijbelteksten zijn online beschikbaar via http://www.biblija.net. Selecteer Nieuwe Bijbelvertaling. Hier dus: http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=1+Kon+22&id18=1&pos=0&l=nl&set=10
2
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
4. Probeer de relatie tussen de mythe van de strijd tegen de slang en de historische gebeurtenis (het neerslaan van een opstand) uit te leggen. Het thema van de strijd tegen de slang vinden we ook nog aan het eind van de (christelijke) Bijbel, namelijk in het laatste boek van het Nieuwe Testament, waar ook gesproken wordt van een strijd tegen een zevenkoppige draak. Lees Openbaring 13:11-18. De tekst (13:18) geeft aan dat het nummer 666 verwijst naar een mens (ἀριθμὸς γὰρ ἀνθρώπου ἐστίν, καὶ ὁ ἀριθμὸς αὐτοῦ ἑξακόσιοι ἑξήκοντα ἕξ.) Dit nummer van het beest kan ontcijferd worden met behulp van de letters van het Hebreeuwse alfabet, die niet alleen een letter, maar ook een cijfer aanduiden. 5 Wie is het beest? Het antwoord is: קסר נרון. Vertaal het Hebreeuws met het Hebreeuwse alfabet dat hieronder staat 6. Reken na of deze zeven letters inderdaad bij elkaar de getalswaarde 666 opleveren. Eind-
letter
klank
getal
א
‘ (keelklank)
1
ב
v
2
בּ
b
ג
g (zachte g)
גּ
g (iets minder zachte g)
ד
dh (zachte d)
דּ
d
ה
h
5
ו
w
6
וּ
oe
וֹ
oo
ז
z
7
ח
ch
8
ט
th
9
י
j
10
כ
kh (zachte k)
20
כּ
k
ל
l
30
מ
m
40
Figuur 3: Marduk verslaat de slang (www.daimonas.com)
vorm
־ך
־ם
3 4
3
Figuur 4: Afbeelding Griekse vaas: Zeus vecht met Typhon (www.mlahanas.de/.../Images/ZeusTyphon.jpg)
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
־ן
־ף ־ץ
נ
n
50
ס
s
60
ע
’ (keelklank)
70
פ
f
80
פּ
p
צ
ts
90
ק
q
100
ר
r
200
שׂ
s (sch rpe s)
300
שׁ
sj
400
ת
t (zachte t)
500
תּ
t
7. Waarom kiest de schrijver van het boek van Openbaring juist voor deze persoon als het Beest? Welke historische gebeurtenissen gaan achter deze verwijzing schuil? 8. Welke troost en inspiratie bieden de besproken Godsbeelden voor de gelovigen? Benoem en beschrijf elk Godsbeeld apart. 9. In hoeverre zou jij je kunnen herkennen in die gelovigen (er even vanuit gaande dat je geen moderne westerse atheïst bent)? Beschrijf je antwoord in minimaal 5 zinnen.
Figuur 5: Aanbidding van het monster en de draak, Folio 191v uit geïllustreerd handschrift van kommentaar van Beatus van Leibana op de Apocalyps (http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:B_Facundus_ 191v.jpg)
1b. De onbekende God Lees 1 Koningen 19:11-15. 10.Welke Godsbeelden worden hier ontkracht? 11.Welk Godsbeeld komt hiervoor in de plaats? 1c. De lijdende God Lees de brief van Paulus aan de Filippenzen 2:111 en de vrije bewerking daarvan door Huub Oosterhuis:
Beeld en gelijkenis van Hem die leeft, een mensenzoonHeeft hij geen macht begeerd, geen aanzien als een god En heeft zich niet aan de gestalte dezer wereld onderworpen. Heeft niet roofzuchtig voor zichzelf geleefd, Maar zich ontdaan van zijn bezit. En is de weg gegaan die langs de zelfkant voert, het duister in En is niet halverwege omgekeerd, Maar heel de weg gegaan. 4
Figuur 6: Afbeelding van het Silos manuscript van hetzelfde kommentaar, British Library
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
Is op de slavenmarkt gaan staan, Om als de minste mens verkocht te worden En werd zo één van hen die mensonwaardig zijn, Werd niemand met wie niemand zijn. En wie hem zien, keren zich van hem af. En trok het lijden aan en droeg het als een lam En stond stom voor zijn scheerders En werd gehangen als een slaaf. Zo is hij mens geworden, een gerechte, Beeld en gelijkenis van Hem die leeft En liefde is. Hem noemen wij: Heer, mensenzoon van God, Leidsman en lotgenoot, Jezus Messias (Huub Oosterhuis, op muziek gezet door Bernard Huijbers op de Gregoriaanse melodie van het gezang ‘Dominus Jesus’).
Figuur 7: oudste (anti-)Christelijke afbeelding: Alexander vereert zijn God. De gekruizigde Christus wordt hier afgebeeld als ezel. Dit is ongetwijfeld een spotprent. De afbeelding dateert uit de eerste eeuw (faculty.bbc.edu/rdecker/images/AlexGrafitto2c.jp)
12.Welk beeld van God wordt hier geschetst? 13.Tegen welke beelden verzet dit Godsbeeld zich? 14.Wat is de bedoeling van dit Godsbeeld? 15.Welk van de genoemde Godsbeelden spreekt je het meeste aan? Waarom? 16.Welk van de besproken Godsbeelden staat je het meest tegen. Waarom? 17.Welk van de besproken Godsbeelden laat je volkomen koud? Waarom?
Figuur 8: Marc Chagall's versie van de kruisiging (vele sites). De Russisch-Frans-Joodse schilder Marc Chagall maakt van de jood Jezus een symbool voor alle joodse slachtoffers van joden vervolgingen door de eeuwen heen, met name de pogroms in Oost-Europa tot aan de Tweede Wereldoorlog.
2. Opdracht 2 Deelthema Schrijf een essay over een deelonderwerp op het terrein van geloof en menswetenschappen (psychologie, filosofie, neurologie, sociologie, spiritualiteit). Die deelonderwerpen staan hieronder. Als je deelthema 6 kiest, dan staan de stappen vermeld bij dat deelthema. Als je een keuze maakt uit deelthema’s 1 t/m 5, dan gaat het bij het schrijven van dit deel van het essay globaal om de volgende stappen: [1] verkenning van het onderwerp [2] inventarisatie van de feiten en meningen op dit gebied [3] onderscheid tussen feiten en meningen [4] ontwikkelen van een eigen mening op basis van de feiten en meningen van anderen.
5
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
Het essay bestaat globaal uit deze onderdelen en stappen. Eigen inbreng en verdieping wordt aanbevolen! Uiteraard is de kennis die je over deze onderwerpen hebt heel beperkt. Gevorderde wetenschappers zullen echter meteen ook erkennen hoe weinig zij feitelijk weten. De kunst is dus om op basis van de weinige beschikbare kennis te proberen toch een eigen, voorlopige mening te vormen. Zo gaat dat steeds in de wetenschap. Belangrijk is dat je–hoe lastig misschien ook–wel probeert jouw eigen mening te vormen. Let op: naast de aangeboden bronnen op Teletop, moet je ook zelf bronnen opzoeken, raadplegen en weergeven. Je cijfer wordt mede bepaald door het gebruik van, het aantal en de variatie in bronnen (zie ook beoordelingsschema). Deelonderwerpen Voor de keuze van de onderwerpen kun je gebruik maken van onderstaande deelthema’s. Bij onderstaande deelthema’s zijn stukken tekst beschikbaar. Je hoeft van die artikelen niet alles te begrijpen. Probeer alleen dat te begrijpen wat belangrijk is voor jouw verhaal. Veel overige informatie kun je vinden in de wetenschapsbijlagen van kranten, vooral de NRC, zie de Krantenbank die op het netwerk van de school staat. Wie thuis geabonneerd is op het NRC, zou ook de dossiers van het NRC kunnen raadplegen. Verder bezitten de mediatheek op school en de openbare bibliotheken in Amstelveen en Amsterdam veel boeiende boeken die goede en betrouwbare informatie bieden over het door jou gekozen onderwerp. Je kunt ook kiezen voor een ander deelthema, op voorwaarde dat je jouw voorstel ter goedkeuring voorlegt aan de docent: [1] Neurologie en NeuroNeuro-theologie: Zit God in ons hoofd? Verschillende neurologen proberen religieuze ervaringen te lokaliseren in ons brein. Ze richten zich daarbij vooral op mystieke ervaringen, dat wil zeggen: ervaringen van een eenwording met de godheid door middel van meditatie en visioenen. Deze ervaringen, zo beweren de wetenschappers in kwestie, zijn te simuleren (na te bootsen) door middel van het stimuleren van bepaalde hersenactiviteit of juist het kortsluiten ervan. Kortom, als we God willen ontmoeten of buiten ons lichaam willen treden, dan hoeven we voortaan niet meer een leven lang te mediteren, maar kunnen we beter even een lab binnen lopen, of misschien wel gewoon een coffeeshop …? Welke definitie van religie hanteren deze wetenschappers? Hebben ze gelijk? Opdracht: Opdracht Geef een gedetailleerde beschrijving van de begrippen “neuro-theologie” en beschrijf de visies van deze neurologen. Noteer zo zorgvuldig mogelijk wat er feitelijk bewezen kan worden en wat op basis daarvan door wetenschappers beweerd en gepostuleerd (verondersteld) wordt. Formuleer op basis daarvan een eigen mening. Achtergrondinformatie: • Herbert van Erkelens (2003), ‘Zit God in ons hoofd ?’ Hervormd Nederland. Beschikbaar op Teletop onder deelthema 1.
Voor de doorzetters ter aanvulling: • Andrew Newberg, E. D’Aquili, V. Rause (2001), Why God Won’t Go Away. Brain Science and the Biology of Belief (New York: Ballantine Books) • JamesH. Austin (1998), Zen and the Brain. Toward an Understanding of Meditation and Consciousness (Cambridge, Mass.: MIT Press). • Jesse Bering (2011), Het Godsinstinct. Waarom mensen geloven (Amsterdam: Nieuw Amsterdam). • Internet zoektermen: neurotheologie, Brainstory, Michael Persinger etc.
6
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
[2] Was Jezus de eerste psychopsycho-therapeut? In het Nieuwe Testament staan verschillende verhalen over wonderen die Jezus verricht zou hebben bij mensen waarvan moderne wetenschappers nu zeggen dat ze niet bezeten waren door de duivel, maar ‘gewoon’ psychische problemen hadden. Iemand die de verhalen van het Nieuwe Testament zo leest, is de Duitse priester en theoloog Eugen Drewermann. De Rooms-katholieke kerk is niet zo blij met hem, maar zelf vindt hij dat hij de enige manier heeft om mensen vanuit zijn geloof te helpen. Hoe legt hij het verhaal in Marcus 9:14-29 uit? Waarin verschilt hij van andere exegeten (uitleggers) van de Bijbel? Ben je het met zijn uitleg eens? Opdracht en Achtergrondinformatie: • Lesmateriaal op Teletop onder deelthema 2 • Eugen Drewermann, Das Markusevangelium. Bilder von Erlösung. Zweiter Teil. Olten 19914, pp.15-40. • Bijbeltekst beschikbaar op: http://www.biblija.net/biblija.cgi?lang=nl
[3] Is de homo sapiens een animal religiosum (religieus dier) ? Over wondere feiten, p.28: “Temidden van alle levende wezens neemt de mens een unieke positie in. De mens is het enige wezen dat zich bewust is van zijn ‘ relatie met God’.” Paleoantropologische gegevens lijken dit te bevestigen. De oudste vondsten van de homo sapiens lijken te wijzen op sporen van rituelen en religieuze voorstellingen. Zie bijgeleverd artikel uit de NRC van juni 2003 en zoek ook via Google naar homo sapiens+religie. Dus wat mens van dier onderscheid is religie en al jullie atheïsten zijn dus eigenlijk weer terug bij af (de apen). waar of niet waar? Opdracht: Opdracht Achterhaal de oudst mogelijke gegevens over religie bij de eerste hominiden (homo erectus, homo Neaderthalensis, homo sapiens). Beoordeel in hoeverre de archeologische gegevens geduid moeten worden als uitingen van religie (bijvoorbeeld: is die grotschildering werkelijk een religieuze afbeelding ?). Geef op basis van deze (spaarzame) gegevens jouw eigen antwoord op de vraag of homo sapiens van oorsprong een animal religiosum is. Geef antwoord op de vraag of dit betekent dat religie het wezenlijke onderscheid tussen mens en dier vormt en dat atheïsme dus eigenlijk een terugkeer naar het niveau van vóór homo sapiens is. Achtergrondinformatie: • Hendrik Spiering (2003), “Typisch homo sapiens” (NRC Handelsblad, zaterdag 14 juni 2003), pagina 35; beschikbaar op teletop onder deelthema 3. • Julien Ries (1994), The Origins of Religions (Grand Rapids, Mich.: Eerdmans), zie scans op Teletop. • Barbara King (2007), De spirituele aap. Waarom we in God geloven (Kampen: Ten Have). • Internet zoektermen: paleo-antropologie, homo sapiens etc.
[4] Maakt Gereformeerd geloof je depressief depressief ? Aan de hand van het eerste hoofdstuk uit het boek van Aleid Schilder (1993), Hulpeloos maar schuldig. Het verband tussen een gereformeerde paradox en depressie (Kampen: Kok, zevende druk). Gereformeerden werden wel eens aangeduid als mensen met hete hoofden en kille harten. Aleid Schilder kan het weten. Haar oud-oom Klaas Schilder speelde een belangrijke rol in de kerkscheuring in de Gereformeerde kerk tussen synodalen en vrijgemaakten op grond van artikel 31 in 1944, nota bene de hongerwinter. Zelf kwam ze als psycho-therapeut veel mensen tegen die vaak heel depressief waren en een Gereformeerde achtergrond hadden. Hebben die twee wat met elkaar te maken? Wat is de depressie? Wat voor elementen bevat de Gereformeerde levensbeschouwing die depressies zouden kunnen oproepen? Ben je het met Aleid schilder eens of niet?
7
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
Achtergrondinformatie: • Aleid Schilder (1993), Hulpeloos maar schuldig. Het verband tussen een gereformeerde paradox en depressie (Kampen: Kok, zevende druk); pp.13-17: hoofdstuk 1, beschikbaar op Teletop onder deelthema 4 (1) en pp.18-34: hoofdstuk 2: deelthema 4 (2).
[5] Groeit God ? Ontwikkelingspsychologie en godsdienstpsychologie Mensen ontwikkelen zich op het gebied van sexualiteit, kennen, weten en redeneren. Gaat het denken en spreken over God gelijk op met die psycho-sexuele, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkelingen? Veel Amerikaanse geleerden hebben dat in de afgelopen decennia beweerd. Welke stadia onderscheiden zij? Kun jij je herkennen in hun schema’s? wat zijn de implicaties van hun theorieën voor geloof en gelovigen? Wat is feit? wat fictie? Achtergrondinformatie: Zie deelthema 5: Ontwikkelingspsychologie en godsdienstpsychologie op Teletop.
[6] De mens en spiritualiteit (bron: Docentenhandleiding Over wondere feiten) Traditionele vormen van geloof nemen in Nederland sterk af: de traditionele kerken lopen in hoog tempo leeg. Tegelijkertijd is er een enorme groei aan allerlei nieuwe vormen van wat spiritualiteit wordt genoemd: New Age, sjamanisme, shiatsu, sacrale dans, reiki, Jomanda, Ramta, chakra, tarot, aurahealing, enz., enz. Ook binnen de meer traditionele vormen van geloof is een grote opleving te zien van vormen van spiritualiteit: evangelische kerken groeien en veel christenen zoeken kloosters op om daar spirituele ervaringen te zoeken die ze in de gewone kerken niet meer vinden. In veel gevallen gaat het bij spiritualiteit om genezing en ‘heling’, namelijk een ‘heel’ dat wil zeggen compleet mens te worden. Nadere informatie over spiritualiteit vind je in de tekst van Heleen Peverelli hieronder evenals aanvullende informatie over een aantal spirituele bewegingen, zowel oud als nieuw. Terwijl de wereld om ons heen versnelt, wordt de behoefte aan zingeving en innerlijke rust dringender dan ooit. En parallel aan de individualisering ontstaat het verlangen naar verbondenheid met een groter geheel, of dat nu God is, het universum of energie. Die zucht naar zelfverwerkelijking noemen we spiritualiteit. De vele uitingsvormen ervan bewegen zich tussen religie en psychotherapie. In dit thema staat de vraag naar het waarom centraal: wat zoeken mensen bij de verschillende vormen van spiritualiteit en wat hebben ze eraan? New Age is uit. Dat wil zeggen, chakratherapie, voetreflexologie, het sjamanisme en aurahealing zijn nog steeds in volle bloei, maar de term is uit de gratie. Aanhangers spreken tegenwoordig liever van ‘spiritualiteit’, zegt Anneke van Otterloo, die vorig jaar het boek New Age, een godsdiensthistorische en sociologische benadering schreef. Dat begrip is nog breder: er is bijvoorbeeld ook een rooms-katholieke of een protestantse spiritualiteit. Maar als we de term ‘spiritualiteit’ gebruiken, waar hebben we het dan precies over? Wie op internet kijkt op de startpagina over spiritualiteit – toch nog onder de naam newage.pagina.nl – ziet een bonte verzameling van exotische therapieën als Pleiadisch lichtwerk, Druïdisme, polariteitstherapie en soul wisdom energy. Wat verbindt al deze stromingen, die het midden houden tussen religie en psychotherapie? Volgens Van Otterloo en haar medeauteur Stef Aupers zijn de gemeenschappelijke kenmerken ‘holisme’ en ‘zelfspiritualiteit’. Holisme is het geloof dat de mens, de wereld en het universum met elkaar verbonden zijn en elkaar beïnvloeden. Spiritueel ingestelde mensen zien een eenheid tussen lichaam en geest, tussen de mens en de natuur en tussen de mensen God of ‘iets hogers’. ‘Alles staat in verbinding met alles. Alles beïnvloedt al het andere’, is een veel gegeven antwoord in een Amerikaans onderzoek, waarin mensen gevraagd werd naar hun opvattingen over spiritualiteit.
8
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
Zelfspiritualiteit wil zeggen dat je contact kunt maken met een hoger, dieper of goddelijk zelf. Of je het nu je ziel noemt, het innerlijke kind of de oorspronkelijke energie, het idee is dat ieder mens een spirituele kern heeft, die meestal verborgen blijft, maar door bijvoorbeeld meditatie of yoga kan worden aangeboord. Dit leidt tot persoonlijke groei, ofwel zelfverwerkelijking, spirituele evolutie: je ontwikkelt je tot een steeds hoger niveau, tot je uiteindelijk ‘persoonlijke verlichting’ bereikt. Deze kenmerken komen min of meer overeen met de definitie die de Amerikaanse onderzoeker Ralph Piedmont geeft van spiritualiteit. Ook hij beschrijft het als een gevoel van eenheid en verbondenheid met een groter geheel. Hij voegt nog een kenmerk toe: gebedsvervulling, een gevoel van vreugde en innerlijke kracht door persoonlijke ontmoetingen met een grotere realiteit. Wat die grotere realiteit precies is, is voor iedereen verschillend. Je kunt het God noemen, het universum, of energie. De vreugde over dit contact hoeft natuurlijk niet per se door het gebed te ontstaan: ook zeeën en bergen hebben vaak dit effect. Zelfs diegenen die zichzelf niet speciaal spiritueel noemen, kennen wel het overweldigende gevoel dat je kan overvallen bij het aanschouwen van een ondergaande zon aan zee of het uitzicht vanaf een bergtop. Het sacrale en de eigen psyche Jongeren geloven de laatste jaren weer meer in wonderen, een leven na de dood en hemel en hel, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. En 42 procent van de totale bevolking heeft enige affiniteit met alternatieve zingeving. Religie is dus niet helemaal aan het verdwijnen, maar het neemt nieuwe vormen aan. De populariteit van New Age is dan ook voor een groot deel hieraan te danken. Het biedt een antwoord op het ‘zingevingsvacuüm’ dat is ontstaan door de ontkerkelijking. Een andere verklaring voor de populariteit, zo zeggen Van Otterloo en Aupers, is dat het een antwoord biedt op ‘identiteitsonzekerheid’. Omdat we niet meer in traditionele gemeenschappen leven, waarin je plaats in het dorp, je zuil en je beroep je een duidelijke identiteit gaven, voelen we ons onzeker over wie en wat we zijn. ‘Identiteitsvorming is in de huidige tijd een project en, vereist een actieve levenshouding’, schrijven Van Otterloo en Aupers. De spirituele markt biedt ons hulp bij deze psychische onzekerheid: zelfhulpboeken en cursussen brengen ons in contact met ons ‘ware zelf’, met ons ‘intuïtief leiderschap’ en met ‘het kind in jezelf’. Want we zijn dan wel erg geïnteresseerd in wonderen, engelen en hogere energievelden, maar uiteindelijk het meest in onszelf. De vermenging van spiritualiteit en de psychologie heeft ervoor gezorgd dat men het ‘sacrale’ steeds minder zoekt in de buitenwereld, maar meer in de eigen psyche. Het idee dat we beschikken over een individueel en uniek zelf, dat we moeten ontdekken en ontwikkelen, ligt ten grondslag aan de meeste boeken en cursussen op het gebied van spiritualiteit. De sociologen Mark Elchardus en Steven Lauwers noemen dit fenomeen zelfreligie, waarbij veel waarde wordt gehecht aan ‘jezelf zijn’ en ‘jezelf ontplooien’. Zij lieten studenten essays schrijven over dit onderwerp, en vonden het opvallend dat het overgrote deel van hun studenten als vanzelfsprekend aanneemt dat mensen een ‘zelf’ hebben, waarmee je contact moet maken om erachter te komen wie je werkelijk bent. Je moet trouw zijn aan dat zelf, wat betekent dat je geen maskers moet opzetten, geen rollen moet spelen. Om helemaal jezelf te kunnen zijn, zo meent een groot deel van de studenten, is het goed om je emoties en je impulsen te volgen. Spiritueel getinte zelfhulpboeken sluiten aan bij dit hedendaagse idee, met leidraden hoe je je emoties kunt aanboren en leren ernaar ‘te luisteren’. Van daaruit is het een kleine stap om in contact te komen met het lichaam en allerlei vormen van energie, te vinden in aura’s, chakra’s of energiebanen.
9
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
Nut in het dagelijks leven Wie zijn toch die mensen die kaarsen kopen in het winkeltje van RonaldJan Heijn, die een cursus in wonderen volgen, die alle boeken van Rudolf Steiner gelezen hebben en die hun huis inrichten volgens de Feng Shui? Driekwart van hen is vrouw, met een gemiddelde leeftijd van veertig jaar, hoog opgeleid, kerkverlater en werkzaam in het onderwijs, de zorg of kunstsector. Er zijn grofweg drie typen spiritueel geïnteresseerden te onderscheiden. De spirituele puristen stellen hun leven in dienst van hun idealen: zij beschouwen het hogere als een onomstotelijke waarheid en zijn zelf vaak werkzaam in het circuit. De puristen vormen relatief een klein clubje. De levensbeschouwelijke verzamelaars lopen wat minder hard van stapel, maar lezen spirituele romans en volgen regelmatig cursussen in de avonduren. De pragmatici ten slotte identificeren zich nauwelijks met het spirituele gedachtegoed maar gebruiken wat hen tot nut is. Hebben ze last van stress, dan volgen ze enkele yogalessen. Moeten ze een moeilijke beslissing nemen, laten ze iemand tarotkaarten voor hen leggen. En om hun lichaam in vorm te houden, drinken ze af en toe een kopje Chinese reinigingsthee. Deze groep van spirituele pragmatici wordt steeds groter. Uit onderzoek blijkt dat consumenten en aanbieders van allerhande cursussen op dit gebied het niet relevant vinden dat je gelooft in holisme, reïncarnatie of spirituele evolutie, als het maar praktisch toepasbaar is in het dagelijks leven. Spirituele cursussen worden tegenwoordig vooral ingezet voor wereldse doelen als stressbestrijding, verhoging van arbeidsproductiviteit en vergroting van winst. Een van de belangrijkste redenen om zich te begeven in het spirituele circuit, is dan ook om problemen op te lossen. De meest voorkomende klacht is volgens onderzoek stress. Daarnaast gaat het om psychische problemen als depressiviteit en angst, relatieproblemen, psychosomatische klachten en zingevingsvraagstukken. Aanbod genoeg, aangezien het alternatieve New Age-circuit ongeveer even groot is als de volwassenenzorg van de Riagg’s. Omdat het spirituele denken steeds meer doorsijpelt naar de reguliere samenleving – zie het bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid – wordt het steeds minder een aparte beweging, en steeds meer onderdeel van ons dagelijks leven. Zo bestaan er stilte- of meditatiecentra voor ambtenaren die last hebben van stress. En het blijkt te werken. Spiritualiteit en religie hebben een heilzaam effect op de gezondheid: er zijn aanwijzingen dat de spiritueel ingestelde mens minder gestrest raakt, een lagere bloeddruk heeft, sneller herstelt van ziekte, minder snel verslaafd raakt, minder snel depressief wordt en langer leeft. Misschien is een spirituele inslag wel ‘een door wensen gedragen kijk op de werkelijkheid’, zoals Freud religie omschreef. Maar dan is het in ieder geval een gezonde illusie. De opdracht voor dit deelthema is: [0] één spirituele beweging of methode uit te kiezen, [1] deze open, eerlijk en kritisch te bespreken, [2] na te gaan in hoeverre de door jou gekozen vorm van spiritualiteit te maken heeft met genezing OF na te gaan in hoeverre de door jou gekozen vorm van spiritualiteit raakvlakken heeft met het Christelijk geloof, [3] en deze vorm kritisch te evalueren. Je zult zelf je informatie en gegevens moeten verzamelen. Internet, de mediatheek en de informatie in de vaklokalen gd/lv kunnen je daarbij helpen. Je kunt ervoor kiezen een deel van je beschrijving te gieten in de vorm van een interview met een aanhanger van de door jou gekozen vorm van spiritualiteit. Misschien ken je in je naaste omgeving wel iemand die aan reiki, sjamanisme of tarot doet, of kloosterling, hadji of predikant is.
10
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
Hier volgen enkele voorbeelden waaruit je kunt kiezen. Wil je een andere beweging kiezen, overleg dan even met de docent. 1. Boeddhisme (het verhaal van Saskia Rohaan, 22 jaar, studente in Wageningen) 2. Islam (het verhaal van Wouter van Bommel. die nu Abdul Wahid heet) 3. Katholicisme (het verhaal van Monic Slingerland, journaliste bij het dagblad Trouw) Deze drie artikelen onder de overkoepelende titel ‘Op zoek naar die andere wijsheid’ komen uit Psychologie Magazine van september 2000, themanummer Spiritualiteit Wat beweegt mensen zich te bekeren tot een nieuw geloof? Drie portretten van zoekers die uiteindelijk hun spiritueel huis vonden. Tekst: Ingeborg van Teeseling. De volgende vijf vormen van spiritualiteit kun je samenbrengen onder de noemer: ‘Vijf populaire cursussen voor lichaam en geest’: 4. Yoga: spirituele groei. 5. Sjamanisme: geestenwereld. 6. Shiatsu: levensenergie. 7. Reiki: levenskracht. 8. Spirituele dans: evenwicht. 9. De bedevaart naar Mekka. 3. Evaluatie Geef aan wat je vond van deze opdracht. Of je er iets van hebt geleerd en zo ja wat? Of je iets hebt moeten leren wat je eigenlijk niet had willen leren? Geef ook aan of het je geholpen heeft geloof en gelovigen beter te begrijpen en hoe wel/niet. Beoordeling van deze opdracht: opdracht: Op de volgende pagina vind je het beoordelingsschema voor deze opdracht. Schoolafspraken voor normering indien er sprake is van plagiaat: o Wanneer een werkstuk meer dan 50 % overlap met bestaande teksten bevat zonder dat die tekst als citaat met bronvermelding wordt gemarkeerd, dan krijg je een (niet repareerbare) één als cijfer en een notitie in je dossier. o Bevat jouw tekst wel overlap met bestaande teksten, maar minder dan 50 %, dan bestaat de mogelijkheid dat je het werk kunt herkansen. Het cijfer voor dat werk is dan maximaal een 6,0. Voor vragen kun je altijd bij je docent terecht (
[email protected] of
[email protected]). Succes!
11
VWO5 Essay 2 ‘ Geloof en psychologie’ – M.N. van der Meer & K.T. Timmer – 13/09/11 – 23:41
Appendix Beoordelingsschema Lengte en uiterlijk Lengte 5 pnt max
10 pnt max
Opdracht 1, 2, 3 70 pnt max Opdracht 1 Godsbeelden in de Bijbel Inhoud 25 pnt max Opdracht 2 Deelthema Inhoud 35 pnt max Opdracht 3 Evaluatie Inhoud 10 pnt max Bronnen Vermelding 9 pnt max
2 – minder dan of gelijk aan 2 ½ pagina’s A4 tekst (½, 1 ½, ½) , Times New Roman 12, regelafstand 1
3-4 – bij 3-5 pagina’s A4 tekst (> ½, > 1 ½, > ½) , Times New Roman 12, regelafstand 1
5 – bij 5 ½ of meer pagina’s A4 tekst, Times New Roman 12, regelafstand 1
0-7 - lllllll
8-14 - llllll
15-20 - llll
0-11 - lllll
12-27 - lll
28-35 - llll
0-5 - llll
6-11 - llll
12-15 - lll
0-3 – grotendeels niet en/of incorrecte vermelding van plaatjes en citaten in voetnoten; meer dan 3 fouten in bronvermelding op laatste pagina 1-2 – 1-2 bronnen gebruikt in 1-2 categorieën (krant/tijdschrift/boek/ brochure/internet/interview/radio/TV)
4-7 – alles vermeld, maar 3-6 maal incorrecte vermelding van plaatjes en citaten in voet-noten; max 3 fouten in bronvermelding op laatste pagina 3-4 – 3-4 bronnen gebruikt in 2-3 categorieën (krant/tijdschrift/boek/ brochure/internet/interview/radio/TV)
8-9 – overwegend correcte vermelding van plaatjes en citaten in voetnoten; correcte bronvermelding op laatste pagina
15 pnt max
Aantal en variatie 6 pnt max
Correct Nederlands 10 pnt max
0 – meer dan twee fouten in de werkwoordsvormen
5-6 – min 5 bronnen gebruikt in min 4 categorieën (krant/tijdschrift/boek/ brochure/internet/interview/radio/TV) 10 – minder dan twee fouten in de werkwoordsvormen
12