10 9
Gelijk loon voor gelijk werk? Banen en lonen bij overheid en bedrijfsleven, 2008
Martine de Mooij Ineke Bottelberghs Mariëtte Goedhuys Jeroen van den Tillaart Chantal Wagner
Centrum voor Beleidsstatistiek
Verklaring van tekens . * ** x – – 0 (0,0) niets (blank) 2008–2009 2008/2009 2008/’09 2006/’07–2008/’09
= gegevens ontbreken = voorlopig cijfer = nader voorlopig cijfer = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met = het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen = 2008 tot en met 2009 = het gemiddelde over de jaren 2008 tot en met 2009 = oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2008 en eindigend in 2009 = oogstjaar, boekjaar enz., 2006/’07 tot en met 2008/’09
In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.
Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Prepress Centraal Bureau voor de Statistiek – Grafimedia Omslag TelDesign, Rotterdam Inlichtingen Tel. (088) 570 70 70 Fax (070) 337 59 94 Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice Bestellingen E–mail:
[email protected] Fax (045) 570 62 68 Internet www.cbs.nl
ISSN: 1877–3028
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 2010. Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld. 60185201015 X–42
Inhoud
Samenvatting
5
Summary
7
1.
Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek 1.2 Opzet van het onderzoek 1.3 Indeling van het rapport 1.4 Inhoud van de tabellenset
9 9 9 10 10
2.
Overheid 2.1 Arbeidsmarktsituatie in 2008 2.2 Banen en uurlonen 2.2.1 Mannen en vrouwen 2.2.2 Autochtonen en allochtonen 2.2.3 Leeftijd 2.2.4 Met en zonder handicap 2.2.5 Voltijders en deeltijders 2.2.6 Contractvorm 2.3 Gecorrigeerde beloningsverschillen 2.3.1 Mannen en vrouwen 2.3.2 Autochtonen en allochtonen 2.3.3 Leeftijd 2.3.4. Voltijders en deeltijders 2.3.5 Contractvorm 2.3.6 Verklaringskracht van het model
11 11 13 13 15 17 17 18 18 19 22 23 24 24 24 25
3.
Bedrijfsleven 3.1 Arbeidsmarktsituatie in 2008 3.2 Banen en uurlonen 3.2.1 Mannen en vrouwen 3.2.2 Autochtonen en allochtonen 3.2.3 Leeftijd 3.2.4 Met en zonder handicap 3.2.5 Voltijders en deeltijders 3.2.6 Contractvorm 3.3 Gecorrigeerde beloningsverschillen 3.3.1 Mannen en vrouwen 3.3.2 Autochtonen en allochtonen 3.3.3 Leeftijd 3.3.4 Voltijders en deeltijders 3.3.5 Contractvorm 3.3.6 Verklaringskracht van het model
27 27 29 29 31 33 34 35 36 37 39 39 41 42 42 43
4.
Beschrijving van het onderzoek 4.1 Populatie 4.2 Onderzoeksmethode 4.3 Operationalisering
45 45 45 45
3
4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Bepaling gecorrigeerde beloningsverschillen 47 Bronnen 49 Ophogen van steekproeftotalen 50 Kwaliteit van de uitkomsten 50 Verschillen met het Arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie 51
5.
Begrippen en afkortingen 5.1 Begrippen 5.2 Afkortingen
Literatuurlijst
58
Bijlage
59
Tabellenset
61
Centrum voor Beleidsstatistiek
4
55 55 57
267
Samenvatting Banen en lonen bij de overheid In september 2008 werkten circa 1 miljoen mensen bij de Nederlandse overheid, waarvan ruim de helft een baan had in het onderwijs. In vergelijking met werknemers in het bedrijfsleven zijn ambtenaren gemiddeld ouder en hoger opgeleid. In de onderwijssector zijn voornamelijk vrouwen werkzaam, terwijl bij defensie en de waterschappen vooral mannen werken. Vrouwen werken vaker in deeltijd en zijn hoger opgeleid dan hun mannelijke collega’s. Bij de overheid werken minder niet-westerse allochtonen dan in het bedrijfsleven. Bijna vier op de vijf ambtenaren heeft een contract voor onbepaalde tijd. In 2008 bedroeg het gemiddelde uurloon bij de overheid 23,41 euro. De uurlonen bij de overheid waren hoger dan in het bedrijfsleven, maar uitschieters kwamen weinig voor. Voor vrouwen ligt het gemiddelde uurloon 15 procent lager dan voor mannen en nietwesterse allochtonen verdienen 18 procent minder dan autochtonen. Oudere werknemers verdienen meer dan jongeren en werknemers verdienen meer naarmate het opleidings niveau en beroepsniveau hoger is.
Banen en lonen in het bedrijfsleven In het bedrijfsleven waren in september 2008 ruim 6,6 miljoen mensen werkzaam. In de gezondheidszorg werken vooral vrouwen, terwijl in de industrie en bouw voornamelijk mannen werkzaam zijn. Het bedrijfsleven heeft veel jonge werknemers in dienst met twee op de vijf werknemers onder de 35 jaar. Het grootste deel van de werknemers heeft een opleiding gevolgd op lager of middelbaar niveau. Mannen zijn vaker werkzaam in de hogere beroepen dan vrouwen. In 2008 bedroeg het gemiddelde uurloon in het bedrijfsleven 19,49 euro. Dat is bijna 4 euro lager dan het gemiddelde uurloon van ambtenaren, die gemiddeld ouder zijn, hoger opgeleid en een hoger beroepsniveau hebben dan werknemers in het bedrijfsleven. Het gemiddelde uurloon van vrouwen in het bedrijfsleven ligt 22 procent lager dan het uurloon van mannen en het uurloon van niet-westerse allochtonen is 22 procent lager dan het uurloon van autochtonen. Net als bij de overheid verdienen werknemers in het bedrijfs leven meer naarmate ze ouder zijn, hoger opgeleid en een hoger beroepsniveau hebben.
Gecorrigeerde beloningsverschillen Verschillen in beloning hangen voor een deel samen met verschillen in persoons- en baankenmerken. Beloningsverschillen waarbij gecorrigeerd is voor een aantal achtergrondkenmerken heten ‘gecorrigeerde beloningsverschillen’. In dit onderzoek is rekening gehouden met verschillen in onder andere geslacht, herkomstgroepering en -generatie, leeftijd, opleidings- en beroepsniveau, arbeidsduur, werkervaring, leiding geven en de sector of bedrijfstak. Wanneer waargenomen beloningsverschillen niet verklaard worden door verschillen in deze achtergrondkenmerken, betekent dit niet noodzakelijk dat er sprake is van beloningsdiscriminatie. De beloningsverschillen kunnen ook worden veroorzaakt door kenmerken die niet zijn opgenomen in dit onderzoek, zoals onderhandelingsvaardigheden.
Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid In 2008 verdienden vrouwen 15 procent minder dan mannen bij de overheid. Dit verschil in beloning komt onder andere door verschillen tussen mannen en vrouwen in leeftijd,
5
werkervaring en het geven van leiding. Mannen zijn gemiddeld ouder dan vrouwen, hebben meer jaren werkervaring en hebben tweemaal zo vaak een leidinggevende functie dan vrouwen, waardoor mannen een hoger uurloon ontvangen. Na correctie voor persoons- en baankenmerken is het beloningsverschil tussen en vrouwen afgenomen tot 8 procent. Niet-westerse allochtonen verdienen 18 procent minder dan autochtonen. De oorzaak van de lage uurlonen van niet-westerse allochtonen verschilt voor de eerste en de tweede generatie. Het lagere uurloon van de eerste generatie niet-westerse allochtonen ten opzichte van autochtonen wordt grotendeels verklaard door het lagere opleidings- en beroepsniveau van eerstgenoemde groep. Eerstegeneratieallochtonen verdienen na correctie voor verschillen in achtergrondkenmerken nog 5 procent minder dan autochtonen. Bij tweede generatie niet-westerse allochtonen was er na correctie geen aantoonbaar verschil meer met het uurloon van autochtonen. Tweedegeneratieallochtonen zijn veel jonger dan autochtonen, waardoor ze een lager uurloon hebben.
Gecorrigeerde beloningsverschillen in het bedrijfsleven In 2008 was het uurloon van vrouwen in het bedrijfsleven 22 procent lager dan het uurloon van mannen. De belangrijkste factoren die een deel van het beloningsverschil verklaren, zijn leeftijd, beroepsniveau, arbeidsduur en het percentage vrouwen dat werkzaam is in het bedrijf. Mannen zijn gemiddeld ouder, hebben een hoger beroepsniveau en werken vaker in voltijd dan vrouwen, waar meer verdiend wordt dan in deeltijdbanen. Mannen werken vaker in een bedrijf met veel mannelijke collega’s, waar uurlonen gemiddeld hoger liggen dan in een bedrijf met veel vrouwen. Na correctie voor persoons- en baankenmerken verdienen vrouwen in het bedrijfsleven nog 9 procent minder dan mannen. Niet-westerse allochtonen verdienen 22 procent minder dan autochtonen. Net als bij de overheid wordt het lage uurloon grotendeels verklaard door een laag opleidings- en beroepsniveau bij de eerstegeneratieallochtonen en een lage leeftijd bij tweedegeneratie allochtonen. De eerste generatie niet-westerse allochtonen verdiende na correctie 8 procent minder dan autochtonen. Net als bij de overheid was er in het bedrijfsleven ook geen gecorrigeerd beloningsverschil tussen de tweede generatie niet-westerse allochtonen en autochtonen.
6
Summary Jobs and wages in the public sector Approximately one million people were employed by the Dutch government in September 2008. More than half of them worked in the education sector. Compared with employees in the private sector, government workers are on average older and better educated. In the education sector most employees are women, while in the defence sector and the water boards there are more men. Women often work part-time and are better educated than their male colleagues. The government sector employs fewer foreigners with a non- western background than the private sector. Nearly four in five government employees had a contract for an indefinite period. The average hourly wage in the public sector in 2008 amounted to 23.41 euro. Wages were higher in the public than in the private sector, but extremes were rare. For women, the hourly wage is 15 percent lower than for men and foreigners with a non-western background earn 18 percent less than native Dutch employees. Older workers earn more than young people, and workers earn more the higher their educational and occupational level is.
Jobs and salaries in the private sector In September 2008, over 6.6 million people worked in the private and semi-private sectors. The health services employ mainly female workers, while the construction and manufacturing industries provide work mainly for men. The private sector has many young employees: two in five workers are younger than 35 years. Most employees are educated at lower or intermediate levels. Men are more concentrated in the higher occupations than women. The average hourly wage in the private sector in 2008 amounted to 19.49 euro. That is almost 4 euro less than the average hourly wage of civil servants, who are on average older, better educated and have a higher occupational level than private sector employees. The hourly wage of women in the private sector is 22 percent lower than that of men and the hourly wage of foreigners with a non-western background is 22 percent lower than the hourly wage of native Dutch workers. Just as government employees, workers in the private sector earn more as they become older, better educated and have a higher occupational level.
Adjusted wage differences Differences in remuneration are partly connected with differences in personal and job characteristics. Pay differences which have been corrected for a number of background characteristics are called ‘adjusted pay differences’. This study takes into account diffe rences in gender, ethnic background and generation, age, educational and occupational level, working hours, work experience, management, sector of industry and other characteristics. Observed wage differences not explained by differences in these background characteristics are not necessarily cases of wage discrimination. The pay gap may also be caused by characteristics not included in this study, such as negotiation skills.
Adjusted wage differences in the public sector In 2008, women in the public sector earned 15 percent less than their male colleagues. This difference in pay is partly due to differences between men and women in age, working
7
experience and management positions. Men are on average older than women, have more years experience, and twice as many men as women have a management position twice; therefore men are paid higher wages. After correction for personal and job characteristics the gender pay gap was reduced to 8 percent. Foreigners with a non-western background earn 18 percent less than native Dutch workers. The cause of the low hourly wages of this group differs between the first and second generation. For the first generation, the lower wages compared with native Dutch are largely explained by their lower educational and occupational levels. After adjusting for differences in background characteristics, first generation foreigners still earn 5 percent less than their natives Dutch co-workers. After correction there was no longer a demonstrable difference in earnings between second generation foreigners with a non-western background and their native Dutch colleagues. The original wage gap is largely explained by the difference in age. Second generation foreigners are much younger than native Dutch workers, so they have a lower hourly rate.
Adjusted wage differences in the private sector In 2008, the hourly wage of women in the private sector was 22 percent lower than that of men. The main factors explaining part of the pay gap are age, occupational level, working hours and the percentage of women working in the company. Men are on average older, have a higher occupational level and more often have a full-time job (full-time jobs mostly pay more per hour than part-time jobs). Also relatively more men work in companies where most employees are men. Average hourly earnings are higher in these companies than in companies employing many women. After adjustment for personal and job characteristics, women earn 9 percent less than men. Foreigners with a non-western background earn 22 percent less than native Dutch private sector workers. Just as in the public sector, the low hourly wage is largely explained by low educational and occupational levels in the first generation and young ages in the second generation. After adjustment, the first generation earned 8 percent less than their native Dutch colleagues. Again, just as in the public sector, there was no demonstrable difference in earnings after correction between second generation foreigners and native Dutch employees in the private sector.
8
1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek Eén van de doelstellingen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is om werknemers te beschermen tegen ongelijke behandeling op de arbeidsmarkt. Hieronder valt ook het terugdringen van ongelijke beloning die in strijd is met de wet. Om te kunnen bepalen waar deze ongelijkheid het grootst is, is informatie nodig over de lonen van groepen werknemers, maar ook over de banen waarin zij werkzaam zijn. In het verleden heeft de Arbeidsinspectie in deze informatiebehoefte voorzien met het Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO). De Arbeidsinspectie heeft dit onderzoek in 2008 voor de laatste keer uitgevoerd over de arbeidsmarktsituatie in 2006 (Erdem & Hoeben, 2008). Het ministerie van SZW heeft het Centrum voor Beleidsstatistiek (CBS-CvB) gevraagd het AVO uit te voeren over het verslagjaar 2008. Dit onderzoeksrapport is daar het resultaat van. In dit rapport wordt een beeld geschetst van de arbeidsmarktsituatie in Nederland in 2008, bijvoorbeeld in welke sectoren de meeste mensen werken en hoeveel werknemers verdienen in Nederland. Daarnaast gaat het rapport in op beloningsverschillen tussen groepen werknemers. Enerzijds gaat het om de verschillen in het verdiende uurloon tussen groepen werknemers (ongecorrigeerde beloningsverschillen). Anderzijds wordt gekeken of deze verschillen in beloning te verklaren zijn door verschillen in persoons- en baankenmerken, zoals verschillen in opleidingsniveau en werkervaring (gecorrigeerde beloningsverschillen). Wanneer alle relevante achtergrondkenmerken in voldoende detail in het verklarende model worden opgenomen, zijn er bij afwezigheid van beloningsdiscriminatie geen gecorrigeerde beloningsverschillen. Echter, het is niet mogelijk om alle factoren volledig te specificeren en mee te nemen in het onderzoek. Verschillen in ambitie of onderhandelingstechniek konden bijvoorbeeld niet worden meegenomen in dit onderzoek. Een onverklaard beloningsverschil, betekent dus niet noodzakelijk dat er sprake is van beloningsdiscriminatie.
1.2 Opzet van het onderzoek Dit onderzoek gaat over alle banen die Nederlandse werknemers hadden in september 2008. Werknemers die op dat moment niet in Nederland woonden, zijn niet meegeteld. Een werknemer kan meer dan één baan hebben en daarom ook meer dan één keer voorkomen in de populatie. Voor de leesbaarheid is er in het rapport voor gekozen om te spreken over werknemers of personen, terwijl het strikt genomen gaat om banen. Steeds wordt het onderscheid gemaakt tussen banen bij de overheid en banen in het bedrijfs leven. Overigens kunnen voor de gecorrigeerde beloningsverschillen op basis van dit onderzoek geen uitspraken worden gedaan over verschillen tussen de overheid en het bedrijfsleven omdat de verklarende kenmerken verschillen. De gegevens over banen en lonen zijn bepaald met behulp van de loonaangiftebestanden van 2008. Deze loonaangiftebestanden zijn gebaseerd op de aangiftes die werkgevers doen bij de Belastingdienst. De baangegevens zijn verrijkt met persoonsgegevens uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB) en de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Verder zijn inkomensgegevens toegevoegd uit het Integrale Inkomensbestand (IIB) en gegevens over de winstgevendheid van bedrijven waarin de werknemers werken uit de Statistiek Financiën van grote en kleine ondernemingen (SFGO en SFKO). In het onderzoek is eerst het aantal banen voor verschillende deelpopulaties bepaald, zoals voor mannen en vrouwen, en voor de verschillende bedrijfstakken en overheidssectoren. Vervolgens is voor dezelfde deelpopulaties het gemiddelde uurloon berekend. Dit zegt bijvoorbeeld iets over in welke sectoren de uurlonen het hoogst zijn en hoe groot het loonverschil is tussen mannen en vrouwen. Ten slotte is bepaald in welke mate belonings
9
verschillen, tussen bijvoorbeeld mannen en vrouwen, worden verklaard door de achtergrondkenmerken zoals leeftijd en opleidingsniveau. Hiervoor is gebruik gemaakt van een multipele regressieanalyse.
1.3 Indeling van het rapport In hoofdstuk 2 en 3 worden de meest interessante onderzoeksresultaten besproken. Hoofdstuk 2 gaat over de arbeidsmarktsituatie bij de overheid en hoofdstuk 3 over de arbeidsmarktsituatie in het bedrijfsleven. Hoofdstuk 2 en 3 zijn beide op de volgende manier ingedeeld. De hoofdstukken beginnen beide met een algemene schets van de situatie op de arbeidsmarkt met de belangrijkste kenmerken van werknemers. De volgende paragraaf gaat over de verschillen tussen groepen werknemers. Achtereenvolgens worden verschillen tussen mannen en vrouwen, herkomstgroepen, leeftijdsgroepen, personen met en zonder handicap, voltijders en deel tijders en personen met een verschillende contractsoorten besproken. Steeds worden eerst de baankenmerken besproken en daarna de verschillen in uurlonen, waarbij wordt stilgestaan bij opvallende verschillen tussen de deelpopulaties. Om na te gaan in hoeverre persoons- en baankenmerken de beloningsverschillen kunnen verklaren, worden in paragraaf 2.3 de gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid gepresenteerd. Paragraaf 3.3 gaat over de gecorrigeerde beloningsverschillen in het bedrijfsleven. In hoofdstuk 4 wordt uitvoerig ingegaan op de onderzoeksmethode en de gebruikte bronnen en in hoofdstuk 5 worden de begrippen en afkortingen uit het rapport uitgelegd.
1.4 Inhoud van de tabellenset Aan het einde van het rapport is een uitgebreide tabellenset opgenomen. Tabellen O1-O9 gaan over banen bij de overheid, onderverdeeld naar diverse kenmerken van werknemers en de banen zelf. De tabellen B1-B9 bevatten dezelfde subpopulaties, maar dan voor banen in het bedrijfsleven. De tabellen O10-O18 en B10-B18 bevatten gegevens over de gemiddelde uurlonen van respectievelijk banen bij de overheid en banen in het bedrijfs leven. De tabellen O19-O25 en B19-B25 bevatten de schattingsresultaten van de regressie analyse op basis van de uurlonen. In de tabellen O26-O31 en B26-B31 worden de gecorrigeerde beloningsverschillen gegeven voor banen in het bedrijfsleven en bij de overheid. Voor het bedrijfsleven is nog een extra tabel opgenomen, die niet van toepassing is voor de overheid. Dit is tabel B32, die het percentage werknemers met een topinkomen weergeeft.
10
2. Overheid
2.1 Arbeidsmarktsituatie in 2008 In september 2008 werkten circa 1 miljoen mensen1) bij de Nederlandse overheid. Dit is 13 procent van het totale aantal banen in Nederland. De grootste overheidssector is het onderwijs, waar iets meer dan de helft van de ambtenaren werkte (figuur 2.1). Verder werkte ruim één op de drie ambtenaren bij de rijksoverheid of één van de decentrale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen). 2.1 Banen van werknemers bij de overheid naar sector, september 2008 Provincies 1% Rijksoverheid 13% Gemeenten 21%
Waterschappen 1%
Politie 6%
Defensie 6% Onderwijs 52%
Vrouwen in het onderwijs, mannen bij defensie Bij de overheid was iets meer dan de helft (51 procent) van de werknemers vrouw en dat was meer dan in het bedrijfsleven, waar 46 procent van het personeel vrouw was. Vooral in het onderwijs werkten veel vrouwen, al verschilde de man-vrouwverhouding wel voor de verschillende onderwijssectoren. Op basisscholen was bijna 80 procent van het personeel vrouw en in academische ziekenhuizen twee derde, maar in het hoger onderwijs werkten juist net iets meer mannen. Bij de rechterlijke macht werkten ook iets meer vrouwen, terwijl alle andere sectoren werden gedomineerd door mannen. Vooral defensie was een echte mannensector, waar minder dan een kwart van het personeel uit vrouwen bestond. Weinig niet-westers allochtone agenten Bij de overheid werkten minder niet-westerse allochtonen dan in het bedrijfsleven. Van de werknemers bij de overheid was 6 procent niet-westers allochtoon, terwijl in het bedrijfs leven 10 procent tot deze groep behoorde. Vooral bij de politie (4 procent), bij defensie en in het onderwijs (beiden 5 procent) werkten weinig niet-westerse allochtonen, terwijl de rijksoverheid het grootste aandeel niet-westerse allochtonen had (9 procent). Veel 45-plussers bij de overheid Het personeelsbestand bij de overheid bestond voor een groot deel uit oudere werk nemers. Bijna de helft van de werknemers bij de overheid was 45 jaar of ouder, terwijl in het bedrijfsleven slechts één op de drie werknemers bestond uit 45-plussers. Vooral de 1)
Om de leesbaarheid te vergroten, wordt in de tekst gesproken over mensen en werknemers. Strikt genomen bestaat de onderzoekspopulatie uit banen bij overheid en bedrijfsleven.
11
decentrale overheden hadden een vergrijsd personeelsbestand. Daarentegen hadden defensie en politie veel jongeren in dienst (figuur 2.2).
2.2 Leeftijdscategorie van werknemers in banen bij de overheid naar sector, september 2008 Waterschappen Provincies Rechterlijke macht Gemeenten Onderwijs Rijksoverheid Politie Defensie 0
15 tot 23 jaar
20
40
23 tot 35 jaar
60
35 tot 45 jaar
80
45 tot 55 jaar
100 % 55 tot 65 jaar
Overheidspersoneel hoog opgeleid De werknemers bij de overheid waren niet alleen ouder dan in het bedrijfsleven, maar ook hoger opgeleid. Het grootste deel van de ambtenaren had een opleiding gevolgd op hboof universitair niveau. Ondanks dat er binnen sectoren meestal functies van verschillende niveaus voorkomen, is in figuur 2.3 duidelijk te zien wat het gebruikelijke opleidingsniveau is voor bepaalde functies. Zo zijn bijvoorbeeld juristen universitair geschoold en wordt van leraren een hbo-diploma gevraagd. Dit is terug te zien in het meest voorkomende opleidingsniveau bij de rechterlijke macht en het onderwijs. Bij de politie werkten veel mensen met een middelbare opleiding, terwijl defensie de sector was met het hoogste aandeel laagopgeleiden (25 procent). Het personeel bij defensie was daarmee echter gemiddeld nog hoger opgeleid dan in het bedrijfsleven, waar 31 procent van de werknemers laag opgeleid was.
2.3 Opleidingsniveau van werknemers in banen bij de overheid naar sector, in vergelijking met het bedrijfsleven, september 2008 Rechterlijke macht Onderwijs Provincies Rijksoverheid Waterschappen Gemeenten Politie Defensie
Bedrijfsleven 0
20
Laag
12
40
Midden
60
Hoog
80
100 %
Veel contracten voor onbepaalde tijd Ruim vier op de vijf werknemers had een contract voor onbepaalde tijd. Defensie was een uitzondering, waar 40 procent van de werknemers een contract had voor bepaalde tijd. Bij 45-plussers kwamen contracten voor bepaalde tijd nauwelijks voor. Verder vielen vrijwel alle werknemers onder een cao. Hoge uurlonen, maar weinig uitschieters Het gemiddelde uurloon bij de overheid was 23,41 euro. Dit was bijna 4 euro meer dan in het bedrijfsleven, waar werknemers gemiddeld jonger waren, lager opgeleid en een lager beroepsniveau hadden dan bij de overheid. Oudere werknemers verdienden meer dan jongeren en het uurloon nam toe naarmate het opleidings- en beroepsniveau hoger waren. Bij de rechterlijke macht was het uurloon ruim twee keer zo hoog als bij defensie en politie. In laatstgenoemde sectoren werken echter relatief veel jongeren en laag- en middelbaar opgeleiden, die gemiddeld minder betaald krijgen. Topinkomens kwamen bij de overheid bijna niet voor. Alleen een aantal werknemers bij academische ziekenhuizen ontving een jaarsalaris dat hoger was dan 181 duizend euro.
2.2 Banen en uurlonen In deze paragraaf worden de meest interessante overeenkomsten en verschillen in loon en arbeidsmarktsituatie besproken tussen werknemers met verschillende persoons- en baankenmerken. Er wordt achtereenvolgens gekeken naar mannelijke en vrouwelijke werknemers, verschillen in herkomst, leeftijd, het hebben van een handicap, arbeidsduur en het soort contract van werknemers. 2.2.1 Mannen en vrouwen Bij de overheid werkten in 2008 iets meer vrouwen dan mannen, namelijk 511 duizend vrouwen en 494 duizend mannen. Bijna twee derde van de vrouwen werkte in het onderwijs, tegenover ruim een derde van de mannen. Behalve de rechterlijke macht en het onderwijs, hadden alle andere overheidssectoren meer mannelijke dan vrouwelijke werknemers (figuur 2.4). Vooral bij defensie en politie werkten relatief weinig vrouwen. De mannen bij de overheid waren gemiddeld ouder dan de vrouwen. Van de vrouwelijke werknemers was ruim 30 procent jonger dan 35 jaar, tegen 20 procent van de mannen.
2.4 Banen van mannen en vrouwen bij de overheid naar sector, september 2008 350
x 1 000
300 250 200 150 100 50 0 Onderwijs
Mannen
Gemeenten
Rijksoverheid
Defensie
Politie
Provincies en Watewrschappen
Vrouwen
13
Van de mannen bij de overheid was 24 procent zelfs ouder dan 55 jaar en dat was maar voor 13 procent van de vrouwen het geval. Vooral oudere vrouwen vaak een deeltijdbaan Vrouwen werkten vaker in deeltijd dan mannen. Twee derde van de vrouwen werkte in deeltijd, met name in deeltijdbanen van twaalf uur per week of meer. Dit waren vooral vrouwen die werkzaam waren bij de gemeenten en in het onderwijs. Daarnaast hadden vooral vrouwen van 35 jaar en ouder een deeltijdbaan (figuur 2.5). Van de vrouwen tot 35 jaar werkte de helft in deeltijd, terwijl van de 35-plussers ruim twee derde in deeltijd werkte. Mannen hadden veel vaker een volledige werkweek, ook oudere mannen. Tot 55 jaar werkte ruim 80 procent van de mannen voltijds. Onder 55-plussers was het percentage voltijders iets lager, namelijk 70 procent. Vrouwen werkten vaker in deeltijd als zij kinderen hadden. Van de 23 tot 45-jarige vrouwen 2.5 Banen van werknemers bij de overheid naar leeftijdscategorie, geslacht en arbeidsduur, september 2008 100
%
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15 tot 23 23 tot 35 35 tot 45 45 tot 55 55 tot 65 15 tot 23 23 tot 35 35 tot 45 45 tot 55 55 tot 65 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Mannen Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Vrouwen Deeltijd, minder dan 12 uur
met kinderen had 82 procent een deeltijdbaan, terwijl dat maar voor 37 procent van de 23 tot 45-jarige vrouwen zonder kinderen het geval was. Opvallend is dat mannen in dezelfde leeftijdscategorie met kinderen even vaak deeltijd werkten als de mannen zonder kinderen. Beroepsniveau van vrouwen hoger Vrouwen werkten vaker in de hogere beroepen dan mannen, terwijl mannen vaker werkzaam waren in de lagere en middelbare beroepen. Dit komt overeen met het gemiddelde hogere opleidingsniveau van vrouwen. Vrouwen hadden vaker een opleiding op hbo- niveau dan mannen, mannen hadden vaker een opleiding op mbo-niveau of lager. Er waren wel meer mannen met een wetenschappelijke opleiding en een wetenschappelijk beroep. Opvallend is dat vrouwen in wetenschappelijke beroepen vaker voltijds werkten dan de gemiddelde vrouw, terwijl mannen met een wetenschappelijk beroep juist vaker in deeltijd werkten dan de gemiddelde man. Verschil in uurloon grootst in het onderwijs In 2008 lag het gemiddelde uurloon van vrouwen 15 procent lager dan het uurloon van mannen. Mannen verdienden gemiddeld 25,09 euro en vrouwen gemiddeld 21,33 euro. In het onderwijs was het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen het grootst (21 procent). Dit heeft onder andere te maken met het feit dat mannen in het onderwijs vaker leidinggevende functies bekleedden. Bijna een derde van de mannen in het onderwijs had leidinggevende taken, tegen minder dan een vijfde van de vrouwen. De mannen die in het onderwijs werkten, waren ook gemiddeld ouder dan de vrouwen en werkten vaker in wetenschappelijke beroepen. Bij de rechterlijke macht, gemeenten en waterschappen was het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen het kleinst (rond de 10 procent). 14
Oudere mannen verdienen het meest Het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen was vooral groot onder oudere werknemers. Voor mannen en vrouwen van 15 tot 35 jaar was er nog nauwelijks verschil in uurloon. Onder 35 tot 45-jarigen verdienden vrouwen 7 procent minder dan mannen en bij 55-plussers was het beloningsverschil het grootst (19 procent). Hoge opleiding loont minder voor oudere vrouwen Voor zowel mannen als vrouwen gold dat zij meer verdienden naarmate zij hoger opgeleid waren. Het procentuele verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen was wel groter bij mensen met een hoog opleidingsniveau. Mannen en vrouwen met een opleiding op vmbo-niveau hadden een verschil in uurloon van 8 procent, terwijl onder academici vrouwen 18 procent minder verdienden dan mannen. Dit beeld is ook te zien bij beroepsniveau. Bij lagere beroepen was het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen 6 procent, bij hogere en wetenschappelijke beroepen 17 procent. Uitzondering op deze regel vormden de werknemers met alleen basisonderwijs en/of werkend in de elementaire beroepen, want daar was het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen ook groot (14 procent). 2.2.2 Autochtonen en allochtonen Bij de overheid werkten minder niet-westerse allochtonen dan mag worden verwacht op basis van het aantal allochtonen in de Nederlandse bevolking. Van de werknemers bij de overheid was 86 procent autochtoon, 8 procent westers allochtoon en 6 procent was nietwesters allochtoon. Dit terwijl 11 procent van de inwoners in Nederland niet-westers allochtoon was. Van alle overheidssectoren had de rijksoverheid relatief de meeste nietwesters allochtonen in dienst (9 procent). Allochtonen vaker vrouw en jong Er werkten meer allochtone vrouwen dan mannen bij de overheid. Dit gold voornamelijk voor de niet-westerse allochtonen, want van hen was 57 procent vrouw. Van de westerse allochtonen waren slechts iets meer vrouwen dan mannen in dienst. Onder de autoch tonen was er nauwelijks verschil in het aantal mannelijke en vrouwelijke ambtenaren. Niet-westerse allochtonen waren daarnaast gemiddeld jonger dan autochtonen. Meer dan twee derde van de niet-westerse allochtonen was jonger dan 45 jaar. Van de autochtonen was dat ongeveer de helft. De leeftijdsopbouw van westerse allochtonen leek meer op die van autochtonen. Meer allochtonen in voltijdbaan Niet-westerse allochtonen hadden iets vaker een voltijdbaan dan autochtonen en westerse allochtonen. Van de niet-westerse allochtonen werkte 62 procent voltijds, tegen 56 procent van de autochtonen en 58 procent van de westerse allochtonen. Zowel onder autochtone als allochtone werknemers werkten mannen veel vaker voltijds dan de vrouwen, maar dit verschil was wel kleiner onder niet-westerse allochtonen. Dit komt vooral omdat niet-westerse allochtone vrouwen vaker voltijds werken. Zo werkt minder dan een derde van de autochtone vrouwen in een voltijdbaan, tegen bijna de helft van de niet-westers allochtone vrouwen. De westers allochtone vrouwen zaten hier tussenin met 40 procent. Dit verschil heeft deels te maken met verschillen in leeftijd. De niet-westerse allochtonen zijn jonger dan de autochtonen en jongere mensen werken vaker voltijds. Niet-westerse allochtonen lager opgeleid Het opleidingsniveau van niet-westerse allochtonen was lager dan van autochtonen. De meeste niet-westerse allochtonen hadden een opleiding op mbo-niveau, terwijl de meeste autochtonen een opleiding op hbo-niveau hadden. Opvallend is de positie van westerse allochtonen, want zij hadden vaker een wetenschappelijke opleiding gevolgd dan autochtonen en niet-westerse allochtonen. De verdeling over beroepsniveaus kwam overeen met het beeld bij opleidingsniveau. Nietwesterse allochtonen hadden vaker een middelbaar beroep en autochtonen vaker een hoger beroep. Meer dan een kwart van de westerse allochtonen had een wetenschappelijk beroep (zie figuur 2.6).
15
2.6 Banen van werknemers bij de overheid naar beroepsniveau en herkomstgroepering, september 2008 45
%
40 35 30 25 20 15 10 5 0 Westerse allochtonen
Autochtonen
Elementaire beroepen
Middelbare beroepen
Lagere beroepen
Hogere beroepen
Niet-westerse allochtonen
Wetenschappelijke beroepen
Niet-westerse allochtonen verdienen het minst Het lagere opleidings- en beroepsniveau en de jonge leeftijd van niet-westerse alloch tonen is ook terug te zien in de gemiddelde uurlonen. Het gemiddelde uurloon van nietwesterse allochtonen lag 18 procent lager dan van autochtonen. Autochtonen hadden een gemiddeld uurloon van 23,66 euro en niet-westerse allochtonen een uurloon van 19,38 euro. Het gemiddelde uurloon van westerse allochtonen was bijna gelijk aan dat van autochtonen. Opvallend is dat er nauwelijks verschil was tussen het uurloon van nietwesters allochtone mannen en vrouwen, terwijl autochtone vrouwen 15 procent minder verdienden dan de mannen. Beloningsverschil autochtoon en allochtoon grootst bij ouderen Het verschil in uurloon tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen was groter voor de oudere werknemers. Voor de 23 tot 35-jarige ambtenaren was het verschil in uurloon tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen 7 procent, maar voor de 55-plussers was dit verschil groter met 18 procent. In vergelijking met autochtonen nam het uurloon van niet-westerse allochtonen veel minder snel toe voor de hogere leeftijdsgroepen (figuur 2.7). Voor de 35 tot 45 jarige autochtonen steeg het uurloon met 28 procent ten opzichte van 23 tot 35 jarigen, terwijl deze bij niet-westerse allochtone leeftijdsgenoten slechts met 16 procent steeg. Dit heeft onder 2.7 Uurlonen van banen van werknemers bij de overheid herkomstgroepering, leeftijdscategorie en geslacht, september 2008 35,00
euro
30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
Autochtonen
23 tot 35 jaar
16
35 tot 45 jaar
Mannen Niet-westerse allochtonen
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
Vrouwen
andere te maken met het feit dat niet-westerse allochtonen gemiddeld lager geschoold zijn dan autochtonen en als gevolg hiervan minder hoge functies bekleden. Zij bereikten daardoor vaak eerder de top van hun salaris dan autochtonen. Daarnaast kan ook meespelen dat de groep jonge niet-westerse allochtonen – vaak tweedegeneratieallochtonen2) – hoger opgeleid is dan de oudere groep. De jongeren worden mede daardoor relatief beter betaald. 2.2.3 Leeftijd Van de werknemers bij de overheid was de helft ouder dan 45 jaar. Slechts 3 procent was jonger dan 23 jaar. Deze jongeren werkten vooral in het onderwijs of bij defensie. Defensie was met 32 procent 45-plussers ook het minst vergrijsd van alle overheidssectoren. Stijging uurloon grootst voor hoogopgeleiden Jonge werknemers (tot 23 jaar) verdienden het meest wanneer zij als docent in het onderwijs werkten. In alle andere leeftijdsgroepen werd het meest verdiend in managementfuncties. Het verschil in uurloon tussen jongere en oudere leeftijdsgroepen is het grootst voor de wetenschappelijke beroepen. Waar de stijging van het uurloon bij lagere beroepen afvlakt en zelfs terugloopt voor oudere leeftijdsgroepen, zet de stijging van het uurloon bij wetenschappelijke beroepen wel door voor oudere werknemers (figuur 2.8). 2.8 Uurlonen van banen van werknemers bij de overheid naar leeftijdscategorie en beroepsniveau, september 2008 40,00
euro
35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00
Elementaire beroepen
15 tot 23 jaar
Lagere beroepen
23 tot 35 jaar
Middelbare beroepen
35 tot 45 jaar
Hogere beroepen
45 tot 55 jaar
Wetenschappelijke beroepen
55 tot 65 jaar
2.2.4 Met en zonder handicap Niet alle werknemers bij de overheid hadden een goede gezondheid. Ongeveer 17 procent van de werknemers in dienst van de overheid gaf aan een handicap of chronische ziekte te hebben. Ouderen en laag opgeleiden vaker gehandicapt Oudere werknemers hadden vaker een handicap of chronische ziekte dan jongeren. Van de 45-plussers had 21 procent een beperking, tegen 12 procent van de werknemers jonger dan 45 jaar. Ook onder lager opgeleiden waren meer gehandicapten. Van de mensen die alleen de basisschool of een vmbo opleiding hadden voltooid, gaf 22 procent aan een handicap of chronische ziekte te hebben, tegen 14 procent van de academici.
2)
Een tweedegeneratieallochtoon is een persoon die in Nederland is geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Een eerstegeneratieallochtoon is zelf in het buitenland geboren en heeft ten minste één in het buitenland geboren ouder.
17
Met handicap vaker deeltijd aan het werk Werknemers met een handicap werkten vaker in deeltijd dan werknemers zonder handicap (49 en 43 procent). Dit heeft deels te maken met het feit dat gehandicapten vaak wat ouder zijn en dat ouderen ook vaker deeltijd werken. Echter, het blijkt ook dat voor elke leeftijdsgroep afzonderlijk gehandicapten vaker in deeltijd werkten dan de gemiddelde werknemer. Mogelijk is voltijd werk voor hen te zwaar als gevolg van hun beperking. Uurloon gehandicapten nauwelijks lager Het gemiddelde uurloon van werknemers met een handicap was 4 procent lager dan het loon van werknemers zonder handicap. Als daarnaast rekening wordt gehouden met verschillen in opleidings- en beroepsniveau van de werknemers (figuur 2.9), is er nauwelijks nog verschil tussen mensen met en zonder handicap. 2.9 Uurlonen van banen van werknemers bij de overheid met en zonder handicap naar opleidingsniveau, september 2008 35,00
euro
30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00
Totaal
Handicap
Basisonderwijs
Vmbo, mbo1, avo onderbouw
Havo, vwo, mbo
Hbo, wo bachelor
Wo master, doctor
Geen handicap
2.2.5 Voltijders en deeltijders Van de werknemers bij de overheid had 44 procent een deeltijdbaan. Vooral in het onderwijs werkten veel deeltijders. Bij defensie en politie daarentegen werd voornamelijk voltijd gewerkt. Deeltijders vaker hoogopgeleid Deeltijders die twaalf uur of meer werkten waren vaker hoogopgeleid dan voltijders en kleine deeltijders (werkten minder dan twaalf uur per week). Zo hadden grote deeltijders vaker een opleiding op hbo-niveau, terwijl voltijders en kleine deeltijders vaker een opleiding op mbo-niveau of lager hadden. Dit was ook in het beroepsniveau terug te zien. Bijna de helft van werknemers met een grote deeltijdbaan werkte in de hogere beroepen, terwijl voltijders vaker werkzaam waren in de middelbare beroepen. Hogere beloning voor mannen die deeltijd werken Mannen met een grote deeltijdbaan van twaalf uur of meer per week verdienden 8 procent meer dan mannen met een voltijdbaan. Ook vrouwen met een grote deeltijdbaan hadden een hoger uurloon dan vrouwen die voltijd werkten. De verklaring hiervoor ligt vooral in het feit dat ouderen en hoogopgeleiden vaker deeltijd werken. Voor mensen met een gelijk opleidings- of beroepsniveau is er vrijwel geen verschil in de beloning voor voltijd- en deeltijd werk. 2.2.6 Contractvorm Het grootste deel van de werknemers bij de overheid had een contract voor onbepaalde tijd (82 procent). Bij defensie werkte echter meer personeel met een contract voor be18
paalde tijd. Slechts een zeer klein deel van de werknemers had een flexcontract (1 procent). Deze paragraaf gaat daarom alleen over werknemers met een regulier contract voor onbepaalde en bepaalde tijd. Jongeren vaker contract voor bepaalde tijd De werknemers met een contract voor bepaalde tijd waren over het algemeen jong. Bijna twee derde van deze werknemers was jonger dan 35 jaar. Er waren relatief ook iets meer vrouwen en allochtonen met een contract voor bepaalde tijd. Verder hadden zij vaker een lager opleidingsniveau of juist een opleiding op wetenschappelijk niveau dan werknemers met contract voor onbepaalde tijd. Lager uurloon met contract voor bepaalde tijd Werknemers met een regulier contract voor onbepaalde tijd hadden een uurloon dat 30 procent hoger lag dan het uurloon van werknemers met een regulier contract voor bepaalde tijd. Als ook wordt gekeken naar mensen in dezelfde leeftijdscategorie, of hetzelfde opleidings- of beroepsniveau, blijkt dat het loon van werknemers met een contract voor bepaalde tijd voor al deze groepen lager ligt. Voor oudere werknemers is het loonverschil wel groter dan voor jongeren (figuur 2.10). 2.10 Uurlonen van banen van werknemers bij de overheid met contract voor bepaalde en onbepaalde tijd naar leeftijdscategorie, september 2008 30,00
euro
28,00 26,00 24,00 22,00 20,00 18,00 16,00 14,00 12,00 10,00 15 tot 23 jaar
23 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
Regulier contract voor onbepaalde tijd
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
Regulier contract voor bepaalde tijd
2.3 Gecorrigeerde beloningsverschillen De vorige paragraaf maakt duidelijk dat verschillende categorieën werknemers verschillende soorten banen hadden bij de overheid. Zo werkten er relatief veel vrouwen in het onderwijs, hadden mannen vaker een voltijdbaan, en waren westerse allochtonen relatief hoog opgeleid. In de vorige paragraaf werd ook duidelijk dat er grote verschillen bestonden in de beloning van ambtenaren. Vrouwen verdienden gemiddeld 15 procent minder dan mannen en werknemers bij de rechterlijke macht verdienden ruim tweemaal zoveel als werknemers bij defensie en politie. Dit soort verschillen in het uurloon hangen samen met een aantal factoren. Zo zijn de uurlonen van oudere werknemers hoger dan die van jongere werknemers. Omdat mannen bij de overheid ouder zijn dan vrouwen bij de overheid, is het leeftijdsverschil een van de redenen dat vrouwen minder verdienen dan mannen. Een ander voorbeeld is dat het hebben van een academische titel meestal gepaard gaat met het hebben van een beter betaalde baan. Doordat bij de rechterlijke macht vrijwel alle werknemers wetenschappelijk opgeleid zijn, is het te verwachten dat het uurloon daar hoger is dan in een sector met veel lager opgeleiden, zoals defensie.
19
In deze paragraaf wordt nagegaan in hoeverre er beloningsverschillen blijven bestaan, wanneer er gecorrigeerd wordt voor zulke achtergrondkenmerken. De bijlage geeft aan voor welke achtergrondkenmerken is gecorrigeerd. Beloningsverschillen waarbij is gecontroleerd voor achtergrondkenmerken worden ‘gecorrigeerde beloningsverschillen’ genoemd, terwijl het procentuele verschil in gemiddelde uurlonen tussen categorieën werknemers het ‘ongecorrigeerde beloningsverschil’ heet. Het gecorrigeerde beloningsverschil is bepaald met behulp van een multipele regressieanalyse (zie hoofdstuk 4.4). Met deze techniek wordt nagegaan welke persoons- en baankenmerken de variatie in het uurloon verklaren. In deze paragraaf wordt met behulp van een decompositie bepaald welke factoren belangrijk zijn in de verklaring van de verschillen in het uurloon tussen de categorieën werknemers. Bij een decompositie wordt nagegaan welk deel van het ongecorrigeerde beloningsverschil kan worden toegeschreven aan een bepaald achtergrondkenmerk. Doordat het ongecorrigeerde beloningsverschil voor de decompositie is berekend op basis van de individuele uur lonen (alle banen tellen dan even zwaar mee), kan het licht afwijken van de berekende beloningsverschillen in paragraaf 2.2 en de tabellen. Daar tellen grote banen zwaarder mee dan kleine banen, maar dat was in de decompositieanalyse niet mogelijk. Bij een decompositie blijft vaak ook een deel ‘onverklaard’ over. Dit is dat deel van het beloningsverschil dat niet verklaard kan worden door de achtergrondkenmerken die zijn meegenomen in het model. Onverklaard wil niet zeggen dat de verschillen in uurloon onverklaarbaar zijn, maar dat er wellicht nog andere factoren meespelen die niet in dit onderzoek zijn meegenomen. In staat 2.1 zijn de ongecorrigeerde en gecorrigeerde beloningsverschillen weergegeven in procenten. Staat 2.1 Ongecorrigeerde en gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid, september 2008 Ongecorrigeerd
Gecorrigeerd
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie1) –15,0
referentie –7,7*
Leeftijd 15 tot 18 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
. –60,7 –48,9 –39,9 –34,1 –27,0 referentie 26,7 38,1 47,2
. –32,1* –28,3* –9,8* –7,8* –2,2 referentie 10,2* 13,7* 17,2*
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie 0,3 0,7 –17,8 –18,9
referentie –3,8 –0,8 –5,1* –0,8
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo masters, doctor
–22,4 –16,0 referentie 21,9 57,4
–18,6* –10,1* referentie 16,7* 34,0*
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer Deeltijd, minder dan 12 uur
referentie –3,2 –13,3
referentie 0,9 0,8
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–27,1 –20,7 referentie 18,4 54,9
–11,9* –6,0* referentie 12,8* 19,5*
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
31,7 referentie
9,0* referentie*
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –6,3 –18,7 –16,5 73,2 –12,0 –0,7 –2,5
referentie –0,4 –7,9* –5,1* 32,5* –7,2* –0,6 1,8
De referentiecategorie is de categorie ten opzichte waarvan het uurloon vergeleken wordt voor een bepaalde variabele. * De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
1)
20
Per achtergrondkenmerk is er een referentiecategorie gekozen waarmee de uurlonen vergeleken worden. Voor de variabele leeftijd is de categorie 23 tot 35 jaar de referentiecategorie. De percentages voor alle andere leeftijdsgroepen zijn in vergelijking met de 23 tot 35-jarigen. Bijvoorbeeld het uurloon van 55 tot 65-jarigen is 47,2 procent hoger dan dat van 23 tot 35-jarigen (ongecorrigeerd). Na correctie voor achtergrondkenmerken is het beloningsverschil nog 17,2 procent tussen beide leeftijdsgroepen (gecorrigeerd). Beloningsverschil mannen en vrouwen gehalveerd Ook als gekeken wordt naar verschillen in baan- en persoonskenmerken verdienden vrouwen 8 procent minder dan mannen. Ongecorrigeerd, dus als alleen gekeken wordt naar het verschil in uurloon, was het beloningsverschil nog 15 procent. Kortom, zelfs met de correctie voor een groot aantal persoon- en baankenmerken, bestond er toch nog een beloningsverschil van 8 procent tussen mannen en vrouwen. Dit betekent dat er andere factoren zijn die het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen veroorzaken. Dit kunnen acceptabele oorzaken zijn die binnen dit onderzoek niet te meten waren, zoals het ambitieniveau. Het is dus niet zo dat een gecorrigeerd beloningsverschil gelijk is aan beloningsdiscriminatie (zie tekst in kader).
Beloningsverschil en beloningsdiscriminatie Wanneer er beloningsverschillen overblijven na correctie voor verschillen in achtergrondkenmerken van werknemers, betekent dit niet zondermeer dat er sprake is van beloningsdiscriminatie. Beloningsdiscriminatie betekent dat er geen ‘gelijk loon voor arbeid van gelijke waarde’ wordt toegepast. Het is echter niet exact meetbaar wat arbeid van gelijke waarde en wat gelijke beloning is. Hiervoor waren in dit onderzoek de volgende redenen. 1. Praktisch gezien kan nooit voor alle aspecten gecorrigeerd worden die van invloed zijn op het uurloon. Zo is niet van elke werknemer bekend welke aanvullende cursussen en opleidingen hij of zij heeft gevolgd en ‘zachte eigenschappen’ als motivatie en persoonlijke kwaliteiten zijn moeilijk kwantificeerbaar. 2. De meeste kenmerken in het onderzoek zijn ingedeeld in categorieën. Zo is elke werknemer ingedeeld in één van de vijf beroepsniveaus (elementair, lager, middelbaar, hoger en wetenschappelijk). Binnen elk van deze klassen kan er echter nog steeds verschil in niveau bestaan. Wanneer mannen binnen een bepaald beroepsniveau vaker zwaardere functies hebben dan vrouwen (of omgekeerd) kan een gecorrigeerd beloningsverschil dus toch gerechtvaardigd zijn. 3. Er zijn aanvullende looncomponenten die niet meegenomen worden in dit onderzoek, zoals toeslagen voor onregelmatige diensten, provisies of persoonlijke toe lages. Het is dan ook niet mogelijk uitspraken te doen of er discriminerende be loningsverschillen bestaan ten aanzien van deze aanvullende looncomponenten. 4. Werknemers kunnen zelf kiezen voor een baan met een lager uurloon, maar wel met betere secundaire arbeidsvoorwaarden. Zo kunnen verlofmogelijkheden, flexibele werktijden of een flexibele werkplek en de mogelijkheid om in deeltijd te kunnen werken belangrijke overwegingen zijn om voor een bepaalde baan te kiezen. Het gaat dan niet om een werkgever die een werknemer discrimineert, maar om een werknemer die een baan kiest vanwege bepaalde voorwaarden. Er moet dan ook een scherp onderscheid gemaakt worden tussen ‘beloningsverschillen’ tussen werknemers en ‘beloningsdiscriminatie.’ In dit onderzoek worden wel beloningsverschillen vastgesteld maar geen beloningsdiscriminatie.
Geen beloningsverschil tussen autochtonen en allochtonen In staat 2.1 is verder te zien dat het beloningsverschil tussen autochtonen en allochtonen bijna volledig verklaard wordt door baan- en persoonskenmerken. Voor tweedegeneratieallochtonen was er na de correctie voor baan- en persoonskenmerken geen significant beloningsverschil meer ten opzichte van autochtonen. Alleen voor eerste generatie nietwesterse allochtonen bleef er een significant beloningsverschil over. Zij verdienden, na correctie voor baan- en persoonskenmerken, 5 procent minder dan autochtonen.
21
Gecorrigeerde beloningsverschillen defensie en politie relatief klein Het uurloon voor medewerkers bij defensie en politie was respectievelijk 19 en 17 procent lager dan het uurloon van hun collega’s bij de rijksoverheid. Na correctie voor baan- en persoonskenmerken verdienden werknemers bij defensie en politie respectievelijk 8 en 5 procent minder dan rijksambtenaren. Baan- en persoonskenmerken verklaarden dus een aanzienlijk deel van het ongecorrigeerde beloningsverschil. De reden hiervoor was dat in deze sectoren veel lager en middelbaar opgeleide mannen werkzaam waren, terwijl bij de rijksoverheid veel hoogopgeleiden werkten. Na correctie voor opleidings- en beroepsniveau vallen de beloningsverschillen daarom voor een groot deel weg. Best betaalde banen bij de rechterlijke macht In de rechterlijke macht werd nog steeds meer verdiend dan in alle andere overheidssectoren als er rekening werd gehouden met verschillen in opleidingsniveau en leeftijd. Het ongecorrigeerde uurloon van werknemers in de rechterlijke macht lag 73 procent hoger dan dat van rijksambtenaren. Een deel van dit hoge uurloon kon verklaard worden, doordat werknemers in de rechterlijke macht vaker een wetenschappelijk opleidingsniveau hadden dan werknemers in andere sectoren en ook wat ouder waren. Na correctie voor deze factoren verdiende men in de rechterlijke macht nog steeds 33 procent meer dan bij de rijksoverheid. Dit beloningsverschil kon niet verklaard worden met het gebruikte regressiemodel. 2.3.1 Mannen en vrouwen Vrouwen bij de overheid verdienden 15 procent minder voor hun werkzaamheden dan mannen. Dit kwam deels doordat ze verschilden van mannen op een aantal persoons- en baankenmerken, zoals leeftijd en werkervaring. Als wordt gekeken naar deze en andere achtergrondkenmerken was het uurloon van vrouwen 8 procent minder dan dat van mannen. Figuur 2.11 geeft weer wat de belangrijkste factoren zijn die het beloningsverschil verklaren. 2.11 Verklarende factoren voor beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen bij de overheid, september 2008
Leeftijd 17%
Werkervaring 7%
Onverklaard 53% Leiding geven 6%
Percentage vrouwelijke collega’s 6%
Overig 11%
Leeftijd en aantal jaren werkervaring verklaren groot deel beloningsverschil Een verschil in de leeftijdsopbouw tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers was de grootste verklarende factor voor het hogere loon van mannen. Zoals eerder genoemd in dit hoofdstuk waren mannelijke ambtenaren ouder dan hun vrouwelijke collega’s. Hiermee werd 17 procent van het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen verklaard. Ook hadden mannen gemiddeld genomen meer jaren werkervaring en meer jaren werkervaring betekende veelal een hoger salaris. Het aantal jaren werkervaring verklaarde nog eens 7 procent van de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen. 22
Mannen bij de overheid tweemaal zo vaak een leidinggevende functie Bij de overheid hadden mannen tweemaal zo vaak een leidinggevende functie als vrouwen. Een leidinggevende functie ging vaak samen met een hoger salaris en verklaarde bij de overheid 6 procent van het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen. Opleidingsniveau geen verklaring voor beloningsverschil, in tegendeel Het opleidingsniveau verklaarde niet waarom er verschillen waren in de beloning tussen mannen en vrouwen, in tegendeel. Vrouwen verdienden minder dan op basis van hun opleidingsniveau verwacht werd. Dit kwam omdat het effect van een hoger opleidingsniveau gunstiger was op het uurloon van mannen dan op dat van vrouwen. Hoger uurloon in organisatie met veel mannen Mannen verdienden minder in een overheidsinstelling waar veel vrouwen werkten, dan op plekken die gedomineerd werden door mannen. Ook vrouwen waren beter af in overheidsinstellingen waar veel mannen werkten.Voor beiden geldt: hoe meer vrouwelijke collega’s, hoe lager het gemiddelde uurloon. Dit effect geldt wel iets sterker voor vrouwen dan voor mannen. 2.3.2 Autochtonen en allochtonen Opleidings- en beroepsniveau verklaren groot deel beloningsverschil eerste generatie niet-westerse allochtonen In staat 2.1 was te zien dat het beloningsverschil tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen bijna volledig verklaard werd door de onderzochte baan- en persoonskenmerken. Het lagere opleidingsniveau en beroepsniveau van eerste generatie niet-westerse allochtonen verklaarden het overgrote deel van het beloningsverschil tussen hen en de autochtone werknemers. Een deel van het beloningsverschil tussen eerste generatie nietwesterse allochtonen en autochtonen bleef onverklaard in het model, zoals in figuur 2.12 te zien is. Van het oorspronkelijke verschil in uurloon van 18 procent bleef uiteindelijk nog 5 procent onverklaard. 2.12 Verklarende factoren voor beloningsverschillen tussen eerste generatie niet-westerse allochtonen en autochtonen bij de overheid, september 2008
Onverklaard 38% Opleidingsniveau 48%
Overig 2% Beroepsniveau 12%
Leeftijdsopbouw tweede generatie niet-westerse allochtonen verklaart overgrote deel beloningsverschil Het beloningsverschil tussen tweede generatie niet-westerse allochtonen kon geheel verklaard worden door baan- en persoonkenmerken. Het verschil in uurloon tussen deze groep en autochtonen was voor maar liefst 80 procent te verklaren vanuit verschillen in leeftijdsopbouw. Tweedegeneratieallochtonen waren gemiddeld jonger dan autochtonen en verdienden daarom minder. Daarnaast waren deze allochtonen lager opgeleid, wat ook voor een lager uurloon zorgde. Na correctie voor deze factoren, bleef er geen aantoonbaar beloningsverschil meer over.
23
Minder beloningsverschil tussen hoog- en laagopgeleiden bij niet-westerse allochtonen Het opleidingsniveau was minder van invloed op het uurloon van niet-westerse alloch tonen was dan op het uurloon van autochtonen en westerse allochtonen. Universitair geschoolde autochtonen verdienden na correctie voor andere kenmerken 34 procent meer dan autochtonen met een mbo-opleiding, westers allochtone academici zelfs 39 procent meer. Niet-westers allochtone ambtenaren met een wetenschappelijke opleiding verdienden gecorrigeerd slechts 18 procent meer dan niet-westerse allochtonen met een mboopleiding. Dat opleidingsniveau minder invloed heeft op het uurloon van niet-westerse allochtonen, komt onder meer doordat zij vaker een baan hadden onder hun niveau. Bijna een kwart van de niet-westerse allochtonen had een beroepsniveau dat onder hun opleidingsniveau lag, tegenover 16 procent van de autochtonen. Bij niet-westerse allochtonen had daarom waarschijnlijk het beroepsniveau meer invloed op het uurloon. 2.3.3 Leeftijd Werkervaring belangrijker voor vrouwen dan voor mannen Werknemers van 45 jaar en ouder hadden een aanzienlijk hoger uurloon dan werknemers tussen de 23 en 35 jaar. Gemiddeld lag het uurloon van 45 tot 55-jarige werknemers 38 procent hoger. Bijna de helft daarvan hing samen met het grotere aantal jaren werkervaring van deze groep werknemers want meer jaren werkervaring betekent een hoger uurloon. Voor vrouwen verklaarde het aantal jaren werkervaring een groter deel van het verschil in uurloon (70 procent) dan voor mannen (35 procent). Doordat vrouwen hun loopbaan doorgaans vaker onderbraken om zorgtaken in het gezin op zich te nemen dan mannen, is er er meer variatie in het aantal jaren werkervaring bij vrouwen van 45–55 jaar dan bij mannen in die leeftijdscategorie. Afgezien van het aantal jaren werkervaring, speelden voor mannen van 45 tot 55 jaar andere factoren een belangrijke rol in de verklaring van de beloningsverschillen dan bij vrouwen. Voor mannen waren vooral opleidingsniveau en beroepsniveau bepalend, terwijl dat voor vrouwen juist het beroepsniveau en het soort contract waren. Opvallend is dat bij vrouwen het opleidingsniveau alleen in negatieve zin bijdroeg aan de verklaring van de beloningsverschillen: 45 tot 55-jarige vrouwen verdienden minder dan op basis van hun opleidingsniveau verwacht mocht worden. 2.3.4 Voltijders en deeltijders Hoger uurloon voltijders volledig verklaard Het verschil in uurloon tussen voltijders en deeltijders die twaalf uur of meer werkten, was 3 procent. Deeltijders die minder dan twaalf uur werkten, verdienden zelfs 13 procent minder dan voltijders. Na correctie voor de achtergrondkenmerken van de werknemers bleef er geen aantoonbaar beloningsverschil over tussen voltijders en deeltijders. De verklaring voor het lagere uurloon van deeltijders was niet geheel gelijk voor mannen en vrouwen. Bij mannen werd het verschil in uurloon tussen voltijders en deeltijders vooral verklaard doordat deeltijders jonger waren dan voltijders. Ook gaven deeltijders minder vaak leiding. Bij vrouwen was leeftijd ook belangrijk, maar daarnaast speelde mee dat vrouwelijke deeltijders die minder dan twaalf uur werkten vaak een lager opleidings- en beroepsniveau hadden dan voltijders, wat zorgde voor een lager uurloon. Bij zowel mannen als vrouwen speelde het opleidingsniveau geen rol in de verklaring van het beloningsverschil tussen grote voltijders en deeltijders. Integendeel, grote deeltijders waren gemiddeld hoger opgeleid dan voltijders, maar hadden geen hoger uurloon. 2.3.5 Contractvorm Hoge beloning contract voor onbepaalde tijd door leeftijd Werknemers met een contract voor onbepaalde tijd verdienden 32 procent meer dan werknemers met een contract voor bepaalde tijd. Gecorrigeerd voor baan- en persoonkenmerken was het verschil nog maar 9 procent. Verreweg het grootste deel van dit beloningsverschil kon verklaard worden door de leeftijd van de werknemers. Hoe ouder de 24
werknemer hoe groter de kans dat hij of zij een regulier contract voor onbepaalde tijd had (zie figuur 2.13) en het uurloon van ouderen was hoger dan dat van jongere werknemers. 2.13 Banen van werknemers bij de overheid met een contract voor bepaalde en onbepaalde tijd, september 2008 350 000 300 000 250 000 200 000 150 000 100 000 50 000 0 15 tot 23 jaar
23 tot 35 jaar
Contract voor onbepaalde tijd
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
Contract voor onbepaalde tijd
Oproepkrachten en stagiairs hadden vaak een contract voor bepaalde tijd. Beide groepen verdienden aanzienlijk minder dan reguliere werknemers. Door te corrigeren voor het soort werknemer (oproepkracht, stagiair, reguliere werknemer, et cetera) wordt 8 procent van het beloningsverschil tussen werknemers met een contract voor bepaalde tijd en onbepaalde tijd verklaard (figuur 2.14). 2.14 Verklarende factoren voor beloningsverschillen tussen werknemers met een contract voor bepaalde en onbepaalde tijd bij de overheid, september 2008
Onverklaard 22%
Overig 3% Leeftijd 61% Beroepsniveau 6%
Soort werknemer 8%
Werknemers met een contract voor bepaalde tijd werkten relatief vaak op een lager of middelbaar beroepsniveau – beroepsniveaus waar de uurlonen lager waren. Door hiervoor te corrigeren werd nog eens 6 procent van het beloningsverschil verklaard. 2.3.6 Verklaringskracht van het model In deze paragraaf is met behulp van een regressiemodel geprobeerd de verschillen in uurlonen voor verschillende groepen van werknemers te verklaren. Vanzelfsprekend kun
25
nen in een model niet alle factoren opgenomen worden die de verschillen in het uurloon verklaren. Er blijft daarom altijd een onverklaard restant over. Het deel dat wel verklaard kan worden, wordt ook wel de verklaringskracht van het model genoemd en wordt uitgedrukt als de proportie van de verklaarde variantie (R2). In dit onderzoek is de R2 van het model voor de overheid 0,56. Dat wil zeggen dat 56 procent van de verschillen in uurloon verklaard kunnen worden doordat werknemers bij de overheid verschillen op de in het model opgenomen persoons- en baankenmerken. Voor de resterende 44 procent van de verschillen in uurlonen geeft het model geen verklaring. De regressieanalyse is ook voor een aantal subpopulaties binnen de groep werknemers bij de overheid uitgevoerd, zoals mannen en vrouwen, autochtonen, westerse- en nietwesterse allochtonen, en werknemers naar verschillende leeftijdscategorieën. Steeds zijn daarbij dezelfde persoons- en baankenmerken opgenomen in het regressiemodel. De verklaringskracht van het model verschilt echter voor de verschillende groepen werknemers. Dat wil zeggen dat voor bepaalde groepen werknemers de achtergrondkenmerken een betere verklaring zijn voor de verschillen in uurlonen dan voor andere groepen werk nemers. Staat 2.2 geeft een overzicht van de R2 van elk model, met daarbij het aantal waarnemingen waarop de regressieanalyse gebaseerd is. Staat 2.2 laat zien dat de verklaringskracht van het onderzoeksmodel voor vrouwen (58 procent) groter is dan voor mannen (54 procent). Naarmate de leeftijd hoger wordt, verklaart het model beter de verschillen in de uurlonen en vooral ook de verschillen in uurlonen bij niet-westerse allochtonen zijn goed te verklaren. De verklaringskracht van het model is voor voltijdbanen en deeltijdbanen van twaalf uur of meer per week beduidend groter dan voor de deeltijdbanen van minder dan twaalf uur per week. Een lagere ver klaringskracht duidt er op dat er andere kenmerken zijn die zorgen voor verschillen in beloning, maar die in dit model buiten beschouwing blijven. Staat 2.2 Verklaringskracht van de regressiemodellen voor de overheid R2
26
N
Totaal
0,56
23 955
Mannen Vrouwen
0,54 0,58
11 669 12 286
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
0,56 0,44 0,46 0,47 0,53
732 4 804 5 783 7 895 4 741
Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
0,56 0,54 0,61
21 055 1 868 1 032
Voltijd Deeltijd 12 uur of meer per week Deeltijd minder dan 12 uur per week
0,61 0,61 0,38
12 936 9 768 1 251
Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,49 0,61
20 101 3 854
3. Bedrijfsleven 3.1 Arbeidsmarktsituatie in 2008 In september 2008 werkten bijna 6,7 miljoen mensen in het bedrijfsleven in Nederland. Dat was 87 procent van het totale aantal banen in Nederland. Bijna een kwart van de werknemers in het bedrijfsleven werkte in de zakelijke dienstverlening, zoals bij uitzendbureaus, ICT-bedrijven en schoonmaakbedrijven. Ook in de handel en gezondheids- en welzijnszorg waren veel mensen werkzaam (figuur 3.1). 3.1 Banen van werknemers in het bedrijfsleven naar bedrijfstak, september 2008 Cultuur en overige dienstverlening Horeca Bouwnijverheid Vervoer, opslag en communicatie Overige sectoren Industrie Gezondheidsen welzijnszorg Handel Zakelijke dienstverlening 0
5
10
15
20
25 %
Mannen domineren in de industrie en bouwnijverheid, vrouwen in de niet-commerciële dienstverlening In het bedrijfsleven werkten meer mannen (54 procent) dan vrouwen. Er waren grote verschillen in de verdeling van mannen en vrouwen over de verschillende bedrijfstakken. In de bouwnijverheid en de industrie werkten vooral mannen (figuur 3.2), terwijl in de gezondheids- en welzijnszorg hoofdzakelijk vrouwen werkzaam waren. Ook in de horeca en bij bedrijven op het gebied van cultuur werkten meer vrouwen dan mannen. 3.2 Banen van werknemers in het bedrijfsleven naar bedrijfstak en geslacht, september 2008 Bouwnijverheid
Industrie
Handel Zakelijke dienstverlening Overige bedrijfstakken Gezondheidsen welzijnszorg 0
200
Mannen
400
600
800
1 000
1 200 x 1 000
Vrouwen
27
Veel niet-westerse allochtonen in de horeca en zakelijke dienstverlening In het bedrijfsleven was 10 procent van het personeel van niet-westers allochtone herkomst. In een aantal bedrijfstakken werkten relatief veel niet-westerse allochtonen, zoals in de horeca en in de zakelijke dienstverlening. In deze bedrijfstakken was 16 procent van de werknemers niet-westerse allochtoon. Daarentegen werkten in de bouw en de landbouw verhoudingsgewijs juist weinig niet-westerse allochtonen. Veel jongere werknemers in het bedrijfsleven In het bedrijfsleven waren twee op de vijf werknemers onder de 35 jaar. Dit was meer dan bij de overheid, waar slechts een kwart van de werknemers jonger dan 35 jaar was. Vooral in de horeca, handel en zakelijke dienstverlening werkten veel jongeren onder de 35 jaar. In de industrie en de zorg was met ruim 40 procent juist een groot deel van de werknemers 45 jaar of ouder. Werknemers in het bedrijfsleven lager en middelbaar opgeleid De werknemers in het bedrijfsleven waren gemiddeld niet alleen jonger dan ambtenaren, maar ook vaak lager opgeleid. De overgrote meerderheid had een opleiding gevolgd op middelbaar niveau (havo, vwo en mbo) of lager, terwijl bij de overheid meer dan de helft van de werknemers een hogere of universitaire opleiding had afgerond. Figuur 3.3 laat zien dat ook tussen de bedrijfstakken de verschillen in opleidingsniveau groot waren. Zo waren medewerkers in de landbouw en visserij voornamelijk laag opgeleid en hadden werknemers bij financiële instellingen veelal een hogere opleiding afgerond. Bij de gezondheids- en welzijnszorg werkten veel mensen met een middelbare opleiding. De horeca had met zijn grote aandeel jonge werknemers, die wellicht hun studie nog niet hadden afgerond, het hoogste aandeel laagopgeleiden (54 procent). Uurlonen in het bedrijfsleven 3.3 Opleidingsniveau van banen van werknemers in het bedrijfsleven in een aantal bedrijfstakken, september 2008 Financiële instellingen
Gezondheidsen welzijnszorg
Handel
Landbouw en visserij
Horeca 0
10
20
Laag opgeleid
30
40
50
60
Middelbaar opgeleid
70
80
90
100 %
Hoog opgeleid
Het gemiddelde uurloon in het bedrijfsleven was 19,49 euro. Dat was bijna 4 euro (17 pro cent) lager dan het gemiddelde uurloon van ambtenaren, die gemiddeld ouder waren, hoger opgeleid en een hoger beroepsniveau hadden dan werknemers in het bedrijfsleven. Het meest werd verdiend in de delfstoffenwinning, energie- en waterbedrijven en finan ciële instellingen. De horeca, landbouw en visserij en handel behoorden tot de bedrijftakken met de laagste gemiddelde uurlonen. In het bedrijfsleven verdienden mannen gemiddeld 4,68 euro per uur meer dan vrouwen. Oudere werknemers verdienden meer dan hun jongere collega’s en werknemers verdienden meer naarmate het opleidingsniveau en beroepsniveau hoger was. Niet-cao’ers verdienen het meest Een kwart van alle banen van werknemers viel niet onder een bepaalde cao. Met een gemiddeld uurloon van 22,33 euro verdienden zij meer dan de werknemers die wel werkzaam waren in banen die vielen onder cao-afspraken. 28
Bij twee derde van de banen die wel onder een cao vielen, ging het om een cao met algemeenverbindendverklaring (AVV). Werknemers met een cao met AVV verdienden gemiddeld 17,11 euro, wat 15 procent minder was dan werknemers met een cao zonder AVV (20,16 euro). Het lagere uurloon van banen in een cao met AVV hangt voor een groot deel samen met het feit dat algemeen verbindend verklaarde cao’s vooral voorkwamen bij banen in de lagere beroepsniveaus van de bedrijfstakken handel, zakelijke dienstverlening en gezondheids- en welzijnszorg. Over het algemeen gold hoe lager het beroepsniveau, hoe vaker een bedrijf aangesloten was bij een cao met AVV. Figuur 3.4 laat dit goed zien voor de zakelijke dienstverlening. Werknemers met een cao zonder AVV kwamen het meest voor in de zorg. Eén op de vijf werknemers in de gezondheids- en welzijnszorg viel onder een niet algemeen verbindend verklaarde cao.
3.4 Banen van werknemers in de zakelijke dienstverlening naar beroepsniveau en type cao, september 2008 100
%
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Elementaire beroepen
Lagere beroepen
Geen cao’er
Middelbare beroepen
Cao’er, geen AVV’er
Hogere beroepen
Wetenschappelijke beroepen
Cao’er, AVV’er
Hoogopgeleide, autochtone mannen met topinkomens Bijna een half procent van de werknemers in het bedrijfsleven had een topinkomen, dat wil zeggen een inkomen van 181 duizend euro of meer. Werknemers bij financiële instellingen hadden het vaakst een topinkomen (2 procent). Van alle mensen met een topinkomen was 85 procent man, 74 procent hoog opgeleid (hbo of wo) en 83 procent autochtoon. Van de managers had 8 procent een topinkomen. Onder managers van financiële instellingen had ongeveer een kwart een topinkomen.
3.2 Banen en uurlonen In deze paragraaf worden de meest interessante overeenkomsten en verschillen in loon en arbeidsmarktsituatie besproken tussen werknemers met verschillende persoon- en baankenmerken. Er wordt achtereenvolgens gekeken naar mannelijke en vrouwelijke werknemers, verschillen in herkomst, leeftijd, het hebben van een handicap, arbeidsduur en het soort contract van werknemers. 3.2.1 Mannen en vrouwen In het bedrijfsleven werkten in 2008 meer mannen dan vrouwen. Er waren 3,6 miljoen mannen en ruim 3 miljoen vrouwen in dienst. Gemiddeld waren mannen anderhalf jaar
29
ouder dan vrouwen. Technische beroepen werden vrijwel alleen (92 procent) door mannen uitgevoerd. In de medische beroepen en in de persoonlijke verzorging daarentegen was meer dan driekwart van het personeel vrouw. Vrouwen werken vooral in deeltijd, mannen vooral in voltijd Vrouwen werkten vaker in deeltijd dan mannen. Slechts een kwart van de vrouwen in het bedrijfsleven had een voltijdbaan. Figuur 3.5 laat zien dat vooral vrouwen van 35 jaar en ouder nauwelijks voltijd werkten. Mannen in het bedrijfsleven werkten juist vooral in voltijdbanen (71 procent) en veel minder vaak in deeltijd. 3.5 Arbeidsduur van banen van werknemers in het bedrijfsleven naar leeftijdscategorie en geslacht, september 2008 100
%
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15 tot 23 23 tot 35 35 tot 45 45 tot 55 55 tot 65 15 tot 23 23 tot 35 35 tot 45 45 tot 55 55 tot 65 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Mannen Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Vrouwen Deeltijd, minder dan 12 uur
Vrouwen met én zonder kinderen werken veel in deeltijd Vrouwen tussen de 23 en 45 jaar werkten grotendeels (69 procent) in deeltijd. Wanneer zij thuiswonende kinderen hadden was dat 86 procent. Verrassend is dat vrouwen zonder kinderen in die leeftijdsgroep ook vaak een deeltijdbaan hadden (46 procent). Mannen met thuiswonende kinderen werkten juist vaker voltijds dan mannen zonder kinderen. In dezelfde leeftijdscategorie werkte 23 procent van de mannen zonder kinderen in een deeltijdbaan, tegenover 17 procent wanneer zij wel kinderen hadden. Mannen vaker in hogere beroepen dan vrouwen Mannen werkten vaker in hogere beroepen dan vrouwen, terwijl vrouwen relatief vaker werkzaam waren in de lagere en middelbare beroepen dan mannen. Dit komt overeen met het gemiddelde middelbare opleidingsniveau van vrouwen. Opvallend is dat vrouwen vaker voltijd werkten naarmate hun beroepsniveau hoger was. Bij mannen ging dit minder op: mannen met een middelbaar, hoger of wetenschappelijk beroepsniveau hadden even vaak een voltijdbaan. Mannen met een lager of elementair beroep werkten wel vaker in deeltijd (bijna 40 procent). Vrouwen verdienen 22 procent minder dan mannen Het gemiddelde uurloon van vrouwelijke werknemers in het bedrijfsleven lag 22 procent lager dan het uurloon van hun mannelijke collega’s. Mannen verdienden gemiddeld 21,22 euro per uur en vrouwen gemiddeld 16,54 euro. Vooral bij financiële instellingen en in de handel was het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen groot. Vrouwen verdienden in deze bedrijfstakken zo’n 30 procent minder. Dit had onder andere te maken met een verschil in opleidings- en beroepsniveau en in leeftijd. Bij financiële instellingen hadden mannen over het algemeen een hoger opleidingsniveau dan vrouwen. Het mannelijke personeel in de handel was ouder en de mannen hadden beroepen op een hoger niveau dan het vrouwelijke personeel. Oudere mannen verdienen het meest Het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen was groter naarmate de werknemers ouder waren. Voor mannen en vrouwen van 15 tot 23 jaar was er nauwelijks verschil in 30
uurloon. Het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen liep vervolgens op tot 20 procent bij 35 tot 45-jarigen. Vanaf 45 jaar was het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen zelfs opgelopen tot 28 procent. Tussen niet-westers allochtone mannen en vrouwen kleinste verschil Zowel bij autochtonen als bij westerse allochtonen verdienden mannen 22 procent meer dan vrouwen. Dit verschil is onder niet-westerse allochtonen veel kleiner. Het uurloon van niet-westerse allochtone vrouwen was namelijk 12 procent lager dan dat van niet-westerse allochtone mannen. Hoe hoger het opleidingsniveau, des te hoger het uurloon Voor zowel mannen als vrouwen gold, hoe hoger het opleidingsniveau hoe hoger het uurloon. Niettemin nam ook het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen toe bij een hoger opleidingsniveau. Mannen en vrouwen met een opleiding op het niveau van basisonderwijs hadden een verschil in uurloon van 21 procent, wat opliep naar een verschil in uurloon van 27 procent met een opleiding op wetenschappelijk niveau. Dit beeld is ook te zien bij beroepsniveau. Bij lagere beroepen was het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen 11 procent, bij hogere en wetenschappelijke beroepen 25 procent. Uurloon van mannen in deeltijdbanen stuk lager dan in voltijdbanen Het uurloon van mannen die in grote deeltijdbanen werkten, lag een stuk lager dan dat van mannen die voltijd werkten, onafhankelijk van hun opleidingsniveau of beroepsniveau. Bij vrouwen echter, was het uurloon van grote deeltijders ongeveer gelijk aan het uurloon van voltijders (zie figuur 3.6). 3.6 Uurlonen van banen van mannen en vrouwen in het bedrijfsleven naar arbeidsniveau en beroepsniveau, september 2008 40,00
euro
35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00
Elementaire beroepen
Lagere beroepen
Middelbare beroepen
Hogere beroepen
Wetenschappelijke beroepen
Mannen voltijd
Vrouwen voltijd
Mannen deeltijd 12 uur of meer
Vrouwen deeltijd 12 uur of meer
Vrouwen verdienen minder bij kleine bedrijven Het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen was het grootst bij kleine bedrijven met 1 werknemer, waar mannen 39 procent meer verdienden dan vrouwen. Ook bij kleine bedrijven met 2 tot 4 werknemers was het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen met 29 procent groot. Vrouwen die bij kleine bedrijven werkten, hadden een lager beroepsniveau dan mannen bij kleine bedrijven. Daarnaast waren vrouwen bij kleine bedrijven jonger dan hun mannelijke collega’s. 3.2.2 Autochtonen en allochtonen In 2008 waren 5,4 miljoen autochtonen werkzaam in het bedrijfsleven, wat neerkomt op 81 procent van alle werknemers. Verder was 10 procent niet-westers allochtoon en 9 procent westers allochtoon. Deze herkomstverdeling van werknemers in het bedrijfsleven was representatief voor de Nederlandse beroepsbevolking. Niet-westerse allochtonen werkten vaak in de horeca en in de zakelijke dienstverlening. In deze bedrijfstakken was
31
16 procent niet-westers allochtoon. Ze hadden niet vaak een baan in de bouw, de zorg en bij financiële instellingen. Niet-westerse allochtonen zijn jonger Niet-westerse allochtonen waren gemiddeld jonger dan autochtonen en westerse allochtonen. Meer dan de helft van de niet-westerse allochtonen was jonger dan 35 jaar, terwijl dit bij autochtonen ongeveer 40 procent was. De leeftijdsopbouw van westerse allochtonen kwam meer overeen met de leeftijdsopbouw van autochtonen, ook al waren westerse allochtonen iets ouder dan autochtonen. Westerse allochtonen hoogst opgeleid Westerse allochtonen hadden naar verhouding bijna twee keer zo vaak een wetenschappelijke opleiding afgerond dan autochtonen en niet-westerse allochtonen. Niet-westerse allochtonen waren juist lager opgeleid dan autochtonen. Vooral de niet-westers allochtone mannen onder de 35 jaar waren lager opgeleid: 15 procent van hen had basisonderwijs als hoogst voltooide opleiding, tegenover 6 procent van de autochtone en westers allochtone mannen. Desondanks hadden de meeste niet-westerse allochtonen net als autochtonen en westerse allochtonen een opleiding op havo, vwo of mbo-niveau. Meerderheid niet-westerse allochtonen elementair of lager beroep Niet-westerse allochtonen waren niet alleen lager opgeleid, maar werkten ook op een lager niveau. Bijna 60 procent van de niet-westerse allochtonen had een elementair of lager beroep. Westerse allochtonen en autochtonen werkten juist meestal op middelbaar niveau of hoger (60 procent), zie figuur 3.7. 3.7 Banen van werknemers in het bedrijfsleven naar beroepsniveau en herkomstgroepering, september 2008 50
%
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Autochtonen
Westerse allochtonen
Elementaire beroepen
Middelbare beroepen
Lagere beroepen
Hogere beroepen
Niet-westerse allochtonen
Wetenschappelijke beroepen
Niet-westerse allochtonen werken in grote ondernemingen Autochtonen werkten relatief vaker in kleine bedrijven met minder dan 20 werknemers, terwijl niet-westerse allochtonen relatief vaker in bedrijven met een omvang vanaf 100 werknemers werkzaam waren. Bijna de helft van de niet-westerse allochtonen werkte in een bedrijf met 500 of meer werknemers, tegenover ruim een op de drie autochtonen. Niet-westerse allochtonen vaker uitzendkracht Ten opzichte van autochtonen werkten niet-westerse allochtonen drie keer vaker als uitzendkracht. Dit komt neer op 13 procent van de niet-westers allochtone werknemers tegenover maar 4 procent van de autochtonen. Nog eens één op de vier van de nietwesterse allochtonen had een regulier contract voor bepaalde tijd. Ook dit is vaker dan onder autochtonen, waar maar één op de vijf een regulier contract had voor bepaalde tijd. Hieruit volgt logischerwijs dat niet-westerse allochtonen minder vaak een regulier vast contract hadden dan autochtonen. Ruim de helft van de niet-westerse allochtonen had een vast contract, tegenover twee derde van de autochtonen. 32
Westerse allochtonen verdienen het meest Het gemiddelde uurloon van niet-westerse allochtonen lag 22 procent lager dan het uurloon van autochtonen. Autochtonen hadden een gemiddeld uurloon van 19,86 euro, tegenover een uurloon van 15,51 euro voor niet-westerse allochtonen. Het gemiddelde uurloon van westerse allochtonen was het hoogst. Zij verdienden gemiddeld 20,25 euro per uur. Hoger uurloon bij ouderen geldt vooral voor autochtone mannen Vooral voor autochtone mannen is te zien dat het uurloon hoger is voor de oudere leeftijdsgroepen. Voor niet-westers allochtone mannen gold dit ook, maar was de trend minder sterk en 55-plussers verdienden juist minder dan hun jongere collega’s. Dit hangt mogelijk samen met het lagere opleidings- en beroepsniveau van de oudere niet-westers allochtone mannen. Autochtone vrouwen lieten juist een tegengestelde trend zien. Hun uurloon was het hoogst voor de categorie 35 tot 45-jarigen en nam vanaf dat moment af. Voor nietwesterse allochtone vrouwen was overigens wel weer een lichte stijging van het uurloon te zien naarmate de leeftijd hoger was. 3.8 Uurlonen van banen van werknemers in het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, leeftijdscategorie en geslacht, september 2008 35
euro
30 25 20 15 10 5 0
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
35 tot 45 jaar
Vrouwen
Niet-westers allochtonen
Autochtonen 23 tot 35 jaar
Mannen
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
3.2.3 Leeftijd Meer dan de helft van de werknemers in het bedrijfsleven was in 2008 tussen de 23 tot 45 jaar en een derde was ouder dan 45 jaar. Daarmee was het bedrijfsleven een stuk minder vergrijsd dan de overheid, waarbij de helft van de werknemers bestond uit 45-plussers. Jonge vrouwen en oudere mannen hoger opgeleid Over het algemeen waren werkzame jongeren tot 23 jaar lager of middelbaar opgeleid. Soms omdat ze na het middelbaar (beroeps-) onderwijs besloten direct te gaan werken, soms omdat ze nog niet afgestudeerd waren, maar toch een bijbaan hadden. Vrouwen tot 35 jaar hadden iets vaker een hoge opleiding voltooid dan de mannen in die leeftijdscategorie. Oudere mannen waren daarentegen gemiddeld hoger opgeleid dan oudere vrouwen: een kwart van de mannelijke 55-plussers was hoger opgeleid, tegenover 17 procent van de vrouwelijke 55-plussers (zie figuur 3.9). Jongeren relatief vaak aangesloten bij cao met AVV Meer dan 80 procent van de jongeren onder de 23 jaar was aangesloten bij een cao. Bijna twee derde van de jongeren was aangesloten bij een cao met algemeenverbindingverklaring (AVV), ouderen waren dit relatief een stuk minder. Dit verschil is al eerder aangekaart in paragraaf 3.1 en heeft te maken met het lagere beroepsniveau van jongeren en over het algemeen zijn werknemers met een lager beroepsniveau vaker aangesloten bij een cao met AVV.
33
3.9 Banen van werknemers in het bedrijfsleven naar leeftijdscategorie, geslacht en opleidingsniveau, september 2008 100
%
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15 tot 23 23 tot 35 35 tot 45 45 tot 55 55 tot 65 15 tot 23 23 tot 35 35 tot 45 45 tot 55 55 tot 65 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Mannen Hoger onderwijs
Vrouwen Middelbaar onderwijs
Hoger onderwijs
Hoogste verdiensten in het management Voor alle leeftijdsgroepen vanaf 23 jaar werd het meest verdiend in de beroepsrichting management. Oudere werknemers in het management verdienden met hun uurloon van 46,40 euro weliswaar twee keer zoveel als hun jongere collega’s tot 35 jaar, maar deze jongere collega’s verdienden wél het hoogste uurloon binnen hun leeftijdscategorie. Loon stijgt sneller bij hoger opleidingsniveau Het verschil in uurloon tussen oudere en jongere leeftijdsgroepen was het grootst voor de wetenschappelijke beroepen. Waar de stijging van het uurloon bij lagere beroepen afvlakte voor oudere leeftijdsgroepen, zette de stijging van het uurloon bij wetenschappelijke beroepen wel door voor oudere werknemers (figuur 3.10). 3.10 Uurlonen van banen van werknemers in het bedrijfsleven naar leeftijdscategorie en beroepsniveau, september 2008 45,00
euro
40,00 35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00
Elementaire beroepen
15 tot 23 jaar
Lagere beroepen
23 tot 35 jaar
Middelbare beroepen
35 tot 45 jaar
Hogere beroepen
45 tot 55 jaar
Wetenschappelijke beroepen
55 tot 65 jaar
3.2.4 Met en zonder handicap In het bedrijfsleven gaf 17 procent van de werknemers aan een handicap of chronische ziekte te hebben. In sommige bedrijfstakken lag dit percentage een stuk hoger. Zo gaf 13 procent van de werknemers in de industrie aan een handicap te hebben of last te hebben van een langdurige ziekte of aandoening. 34
Werknemers met handicap ouder en lager opgeleid Oudere werknemers hadden vaker een handicap of chronische ziekte dan jongeren. Van de jongeren tot 23 jaar had 10 procent een handicap of chronische ziekte, tegenover 28 procent van de 55-plussers. Werknemers die aangaven een chronische ziekte of handicap te hebben, hadden vaker alleen basisonderwijs genoten dan werknemers zonder handicap (achtereenvolgens 11 en 6 procent). Er was verder weinig tot geen verschil tussen mannen en vrouwen en autochtonen en allochtonen als het gaat om het al dan niet hebben van een handicap of chronische ziekte. Met handicap is het uurloon ruim 8 procent lager Het gemiddelde uurloon van werknemers met een handicap was 18,12 euro, dat is ruim 8 procent minder dan het gemiddelde uurloon van werknemers zonder handicap. Bij mannen met een handicap was het verschil in uurloon met mannen zonder handicap relatief twee keer zo groot als bij vrouwen. Mannen met een handicap verdienden 10 procent minder dan mannen zonder handicap, terwijl voor vrouwen met een handicap het uurloon 5 procent lager lag dan voor vrouwen zonder handicap. Het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen met handicap of chronische ziekte is dan ook kleiner dan dat van mannen en vrouwen zonder handicap of chronische ziekte (respectievelijk 18 en 23 procent). 3.2.5 Voltijders en deeltijders De helft van de werknemers in het bedrijfsleven werkte voltijd, terwijl een derde in grote deeltijdbanen werkte en een zesde in kleine deeltijdbanen. Tussen de sectoren zijn grote verschillen te zien. Zo werkte in de delfstoffenwinning bijna 90 procent van de werknemers voltijd, terwijl in de horeca slechts een kwart van de werknemers in voltijd werkte. Voltijders vaker hoger opgeleid Voltijders waren vaker hoger opgeleid dan deeltijders. 28 procent van de voltijders was hoger opgeleid, tegenover 21 procent van de werknemers met een deeltijdbaan van twaalf uur of meer per week en 11 procent van de deeltijders met een deeltijdbaan van minder dan twaalf uur per week. De helft van de werknemers in kleine deeltijdbanen was tussen de 15 en 23 jaar. Een deel van deze jongeren had een bijbaan naast de studie. 3.11 Banen van werknemers in het bedrijfsleven naar opleidingsniveau en arbeidsduur, september 2008 100
%
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Voltijd
Hoger onderwijs
Deeltijd, 12 uur of meer
Middelbaar onderwijs
Deeltijd, minder dan 12 uur
Lager onderwijs
Voltijders hebben het hoogste uurloon Het uurloon van werknemers die in voltijdbanen werkten, was gemiddeld 20,84 euro. Het gemiddelde uurloon van werknemers met een grote deeltijdbaan lag gemiddeld 18 procent lager dan het uurloon van voltijdbanen. Voor kleine deeltijdbanen lag het uurloon ten opzichte van een voltijdbaan 40 procent lager.
35
Vrouwen verdienen in voltijd en deeltijd bijna evenveel Vrouwen met een grote deeltijdbaan verdienden bijna evenveel als vrouwen met een voltijdbaan (4 procent minder). Mannen met een grote deeltijdbaan verdienden echter ruim 15 procent minder dan mannen met een voltijdbaan. Dit komt onder meer doordat mannen met een voltijdbaan een hoger opleidings- en beroepsniveau dan mannen met een deeltijdbaan. Bij vrouwen ging dit niet op, want bij hen waren voltijders en deeltijders even vaak hoogopgeleid. Voltijd managers verdienen het meest Managers die minder dan twaalf uur per week werkten, verdienden 21 procent meer dan deeltijdmanagers die meer dan twaalf uur per week werkten. Voltijdmanagers verdienden het meest. Hun uurloon lag met gemiddeld 41,47 euro per uur 23 procent hoger dan dat van managers met een deeltijdbaan van minder dan twaalf uur per week. Voltijdmanagers werkten vooral in de zakelijke dienstverlening en handel. Managers in de zorg hadden relatief vaak een grote deeltijdbaan. 3.2.6 Contractvorm Het grootste deel van de werknemers in het bedrijfsleven had een regulier contract voor onbepaalde tijd (66 procent). Een op de vijf werknemers had een regulier contract voor bepaalde tijd. Contracten voor onbepaalde tijd vaker voor mannen Werknemers met een contract voor onbepaalde tijd waren vaker mannen, relatief vaak hoogopgeleid en werkten vaker in voltijd dan werknemers met contracten voor bepaalde tijd. Werknemers met een contract voor onbepaalde tijd waren vaker werkzaam bij financiële instellingen of in de industrie, terwijl in de horeca, handel en zakelijke dienstverlening een contract voor bepaalde tijd gebruikelijker was. Hoger uurloon voor contract voor onbepaalde tijd Werknemers met een regulier contract voor onbepaalde tijd hadden een uurloon dat 37 procent hoger lag dan het uurloon van werknemers met een contract voor bepaalde tijd. Het gemiddelde uurloon van medewerkers met een contract voor onbepaalde tijd was 20,31 euro en het uurloon van contracten voor bepaalde tijd was 14,86 euro. Dit verschil in uurloon was groter voor oudere werknemers dan voor jongere werknemers zoals in figuur 3.12 te zien is. Het uurloon van vrouwen met een contract voor onbepaalde tijd lag 20 procent lager dan het uurloon van mannen, bij een contract voor bepaalde tijd was dit verschil 14 procent. 3.12 Uurlonen van banen van werknemers in het bedrijfsleven met contract voor bepaalde en onbepaalde tijd naar leeftijdscategorie, september 2008 25
euro
20
15
10
5
0 15 tot 23 jaar
23 tot 35 jaar
Regulier contract voor onbepaalde tijd
36
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
Regulier contract voor bepaalde tijd
Uurloon mannelijke DGA’s drie keer hoger dan uurloon vrouwelijke DGA’s In het bedrijfsleven werkten 192 duizend directeur-grootaandeelhouders (DGA’s), waaronder voornamelijk mannen (79 procent). DGA’s werkten vaak fulltime (82 procent) en waren hoger opgeleid dan andere werknemers. Het gemiddelde uurloon van DGA’s was 33,19 euro. Opvallend is dat het uurloon van mannelijke DGA’s anderhalf keer hoger was dan het uurloon van vrouwelijke DGA’s. Vrouwelijke DGA’s verdienden namelijk 23,42 euro bruto per uur, terwijl mannelijke DGA’s 35,13 euro ontvingen. Vooral DGA’s in de delfstoffenwinning (32,58 euro) en bij financiële instellingen (27,07 euro) hadden een hoog uurloon.
3.3 Gecorrigeerde beloningsverschillen In de vorige paragraaf is duidelijk geworden dat verschillende typen werknemers in het bedrijfsleven verschillende soorten banen vervullen. Zo was te zien dat er relatief veel vrouwen in de gezondheids- en welzijnszorg werken, dat mannen vaker voltijd werken en dat niet-westerse allochtonen vaker een baan met een lager beroepsniveau hebben. De vorige paragraaf maakte ook duidelijk dat er grote verschillen bestaan in de beloning van werknemers in het bedrijfsleven. Vrouwen verdienen gemiddeld 22 procent minder dan mannen, niet-westerse allochtonen 22 procent minder dan autochtonen en het uurloon van grote deeltijders was 18 procent lager dan dat van voltijders. In deze paragraaf wordt nagegaan in hoeverre er beloningsverschillen blijven bestaan, als rekening wordt gehouden met verschillen in kenmerken van werknemers en van de baan. De bijlage geeft aan voor welke achtergrondkenmerken is gecorrigeerd. Beloningsverschillen gecontroleerd voor achtergrondkenmerken heten ‘gecorrigeerde beloningsverschillen’. Het gecorrigeerde beloningsverschil is bepaald met behulp van een multipele regressieanalyse (zie hoofdstuk 4.4). Met deze techniek wordt nagegaan welke persoonsen baankenmerken de variatie in het uurloon kunnen verklaren. In deze paragraaf wordt met behulp van een decompositie bepaald welke factoren belangrijk zijn in de verklaring van de verschillen in het uurloon tussen de categorieën werknemers. Bij een decompositie wordt nagegaan welk deel van het ongecorrigeerde beloningsverschil kan worden toegeschreven aan een bepaald achtergrondkenmerk. Doordat het ongecorrigeerde beloningsverschil voor de decompositie is berekend op basis van de individuele uurlonen (alle banen tellen dan even zwaar mee), kan het licht afwijken van de berekende beloningsverschillen in paragraaf 3.2 en de tabellen. Daar tellen grote banen zwaarder mee dan kleine banen, maar dat was in de decompositieanalyse niet mogelijk. Bij een decompositie blijft vaak ook een deel ‘onverklaard’ over. Dit is dat deel van het beloningsverschil dat niet verklaard kan worden door de achtergrondkenmerken die zijn meegenomen in het model. Onverklaard wil niet zeggen dat de verschillen in uurloon onverklaarbaar zijn, maar dat er wellicht nog andere factoren meespelen die niet in dit onderzoek zijn meegenomen. In staat 3.1 zijn de ongecorrigeerde en gecorrigeerde beloningsverschillen weergegeven in procenten. Per achtergrondkenmerk is er een referentiecategorie gekozen waarmee de uurlonen vergeleken worden. Voor de variabele leeftijd is de categorie 23 tot 35 jaar de referentiecategorie. De percentages voor alle andere leeftijdsgroepen zijn in vergelijking met de 23 tot 35-jarigen. Bijvoorbeeld het uurloon van 55 tot 65-jarigen is 38,0 procent hoger dan dat van 23 tot 35-jarigen (ongecorrigeerd). Na correctie voor achtergrondkenmerken is het beloningsverschil nog 10,6 procent tussen beide leeftijdsgroepen (gecorrigeerd). Vrouw verdient minder dan man Ook na rekening te houden met verschillen in baan- en persoonskenmerken verdienden vrouwen 9 procent minder dan mannen. Het ongecorrigeerde beloningsverschil was 22 procent. Het grootste deel daarvan kon verklaard worden doordat mannen en vrouwen verschillen in leeftijd, beroepsniveau en arbeidsduur, maar een substantieel deel van het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen bleef onverklaard.
37
Staat 3.1 Ongecorrigeerde en gecorrigeerde beloningsverschillen in het bedrijfsleven, 2008 Ongecorrigeerd
Gecorrigeerd
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie1) –22,1
referentie –9,3 *
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–76,6 –72,9 –69,3 –63,7 –56,5 –47,2 –38,0 –31,2 referentie 30,9 37,1 38,0
–62,3 * –57,1 * –50,3 * –41,4 * –32,7 * –21,0 * –12,6 * –7,8 * referentie 8,3 * 8,9 * 10,6 *
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,1 3,5 –20,2 –27,6
referentie –4,7 * –0,7 –8,3 * –1,0
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–24,9 –18,6 referentie 37,4 81,1
–9,4 * –5,2 * referentie 15,4 * 35,0 *
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –17,9 –40,2
referentie –2,6 * 0,2
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–35,5 –24,2 referentie 39,6 75,1
–15,9 * –10,7 * referentie 13,5 * 21,1 *
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
16,2 referentie
7,0 * referentie
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –82,2 –39,1 –31,5 –40,7 69,9
referentie –74,2 * –19,8 * –3,8 * –1,2 * 33,0 *
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening
referentie 116,2 30,0 73,1 36,0 10,2 –16,4 25,1 79,6 41,7 41,3 33,8 27,4 25,9
referentie 39,4 * 8,8 * 14,4 * 16,9 * –0,2 –1,6 4,6 * 24,7 * 10,0 * 10,1 * 8,6 * 18,5 * 9,0 *
De referentiecategorie is de categorie ten opzichte waarvan het uurloon vergeleken wordt voor een bepaalde variabele. * De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
1)
Beloningsverschil bij allochtonen en autochtonen verdwijnt Het beloningsverschil tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen wordt bijna vol ledig verklaard door verschillen in achtergrondkenmerken. Zonder correctie verdienden niet-westerse allochtonen 22 procent minder dan autochtonen. Na correctie was er alleen bij eerste generatie niet-westerse allochtonen nog een beloningsverschil van 8 procent. Tweedegeneratie niet-westerse allochtonen verdienden gecorrigeerd hetzelfde als hun autochtone collega’s. Best betaalde banen in delfstoffenwinning en financiële sector Ook na correctie voor verschillen in achtergrondkenmerken bleven de uurlonen het hoogst in de delfstoffenwinning en de financiële sector. Daarnaast waren de uurlonen hoog in de zorg. In de horeca, handel en landbouw werd na correctie het minst verdiend. 38
3.3.1 Mannen en vrouwen Vrouwen in het bedrijfsleven verdienden 22 procent minder dan mannen. Dit komt deels doordat ze verschilden van mannen op een aantal persoons- en baankenmerken, zoals leeftijd en beroepsniveau. Als rekening wordt gehouden met deze en andere achtergrondkenmerken was het uurloon van vrouwen nog 9 procent lager dan dat van mannen. Figuur 3.13 geeft weer wat de belangrijkste factoren zijn die het beloningsverschil verklaren. 3.13 Verklarende factoren voor beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen in het bedrijfsleven, september 2008 Leeftijd 13%
Beroepsniveau 10%
Onverklaard 47%
Arbeidsduur 7%
Percentage vrouwelijke collega’s 6%
Overig 17%
Leeftijd en beroepsniveau verklaren groot deel beloningsverschil Het verschil in de leeftijdsopbouw tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers was de grootste verklarende factor voor het hogere loon van mannen. Zoals eerder genoemd in dit hoofdstuk waren mannen in het bedrijfsleven ouder dan hun vrouwelijke collega’s. Omdat oudere werknemers gemiddeld meer verdienen dan jongere, hadden mannen ook een hoger uurloon. Hiermee werd 13 procent van het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen verklaard. Bovendien was er een verschil in het beroepsniveau van mannen en vrouwen in het bedrijfsleven. Mannen werkten over het algemeen op een hoger niveau dan vrouwen, wat leidde tot een hoger salaris. Het verschil in beroepsniveau verklaarde 10 procent van het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen. Daarnaast werkten vrouwen vaker in deeltijd dan mannen. Omdat in deeltijdbanen per uur minder werd verdiend dan in voltijdbanen, kon hiermee ook deels het lagere loon van vrouwen verklaard worden. Vrouwen beter af met mannelijke collega’s Zowel mannen als vrouwen verdienden meer in een bedrijf waar veel mannen werkten. Hoe hoger het percentage mannen in een bedrijf, des te hoger het uurloon van mannen en vrouwen in dat bedrijf (zie tekst in kader). Het percentage vrouwelijke collega’s kon nog eens 6 procent van het beloningsverschil verklaren. 3.3.2 Autochtonen en allochtonen Opleidings- en beroepsniveau verklaren groot deel beloningsverschil eerste generatie niet-westerse allochtonen Het uurloon van eerste generatie niet-westerse allochtonen was 8 procent lager dan dat van autochtonen na rekening te houden met de achtergrondkenmerken van de werknemers. Daarmee verklaarden de gemeten achtergrondkenmerken het grootste deel van het ongecorrigeerde beloningsverschil van 20 procent. Het lage uurloon van deze allochtonen
39
Hoger uurloon in bedrijven met veel mannen Mannen en vrouwen verdienen minder in een bedrijf waar veel vrouwen werken, dan in bedrijven waar vooral mannen werkzaam zijn. Hoe meer vrouwen er werken, des te lager het uurloon van een werknemer is. Voor elke procent extra vrouwelijke collega’s, neemt het uurloon gemiddeld met 0,1 procent af. Hoe moet het effect van vrouwelijke collega’s geinterpreteerd worden? Bedrijven waarin veel mannen werken, bevinden zich vaak in het beter betaalde segment van een bedrijfstak. Twee voorbeelden hiervan zijn de transportsector en de gezondheidszorg, de twee bedrijfstakken waar het effect van vrouwelijke collega’s op het uurloon het grootst is. In de transportsector werken vooral mannen (73 procent). Er zijn echter een paar delen van de transportsector waar juist veel vrouwen werken, zoals bij reisbureaus, waar 79 procent vrouw is. De uurlonen bij de reisbureaus liggen 17 procent lager dan het gemiddelde uurloon in de transportsector. Vrouwen werken ook relatief vaak bij postbedrijven, waar 41 procent vrouw is. De postsector is ook een sector waar de uurlonen laag liggen. Er wordt namelijk 12 procent minder verdiend dan gemiddeld in de transportwereld. In een aantal kleine branches waar vrijwel geen vrouwen werken, wordt juist veel verdiend, zoals in de tankvaart, waar het uurloon 28 procent boven het gemiddelde van de transportsector ligt. Ook wanneer rekening gehouden wordt met het beroepsniveau en het opleidingsniveau, blijft de tankvaart beter betaald dan de reisbranche en de post. Het beroepsniveau in de tankvaart is zelfs lager dan in de reisbranche. In de gezondheidszorg werken juist veel vrouwen (85 procent). Ook hier zijn delen van de zorg waar vooral vrouwen werken en andere delen waar wat meer mannen werken. In de kinderopvang en de thuiszorg werken vrijwel alleen vrouwen. Het uurloon in deze branches is laag in vergelijking met het gemiddelde uurloon in de zorg, namelijk 23 procent lager in de kinderopvang en 12 procent lager in de thuiszorg. Mannen werken vaker in zorggebieden waar de uurlonen hoger liggen, zoals in praktijken van medisch specialisten, waar 51 procent man is. Het uurloon ligt hier 25 procent hoger dan gemiddeld in de zorg. Ook wanneer rekening gehouden wordt met het beroepsniveau en het opleidingsniveau, blijft dit deel van de zorg beter betaald dan de kinderopvang en de thuiszorg.
werd voor een groot deel verklaard door een lager opleidings- en beroepsniveau en minder werkervaring. Het uurloon van de eerste generatie was juist lager dan op basis van de leeftijd verwacht mag worden. De eerste generatie niet-westerse allochtonen is ouder dan autochtonen, maar toch verdienden ze niet meer. Leeftijdsopbouw tweede generatie niet-westerse allochtonen verklaart overgrote deel beloningsverschil Voor tweede generatie niet-westerse allochtonen was er na correctie voor baan- en persoonkenmerken geen significant beloningsverschil meer. Het beloningsverschil tussen deze groep en autochtonen was voor maar liefst 84 procent te verklaren vanuit verschillen in de leeftijdsopbouw van beide groepen (figuur 3.14). Tweede generatie niet-westerse allochtonen waren gemiddeld 25 jaar, terwijl autochtonen in het bedrijfsleven gemiddeld 38 jaar oud waren. Beloningsverschil eerste generatie westerse allochtonen groter na correctie Westerse allochtonen van de eerste generatie verdienden na correctie voor achtergrondkenmerken 5 procent minder dan autochtonen, terwijl ze voor correctie nog een iets hoger uurloon hadden. Dit had onder andere te maken met het feit dat eerste generatie westerse allochtonen gemiddeld 4 jaar ouder waren dan autochtonen. Ouderen verdienden over het algemeen meer dan jongeren, maar eerste generatie westerse allochtonen verdienden ondanks hun hogere leeftijd niet veel meer dan de autochtonen in het bedrijfsleven. Omdat in de correctie onder andere rekening gehouden wordt met leeftijd, heeft dit een negatieve invloed op het gecorrigeerde beloningsverschil. 40
3.14 Verklarende factoren voor beloningsverschillen tussen autochtonen en tweede generatie niet-westerse allochtonen in het bedrijfsleven, september 2008 Overig 6%
Onverklaard 3%
Opleidingsniveau 7%
Leeftijd 84%
3.3.3 Leeftijd Werkervaring belangrijkste verklaring hoge uurlonen ouderen Oudere werknemers in het bedrijfsleven hebben een hoger uurloon dan jongeren. Voor het grootste deel werd dit verschil verklaard door een verschil in werkervaring (figuur 3.15). Ouderen hadden meer werkervaring dan jongere werknemers, wat gepaard ging met een hoger uurloon. Daarnaast hadden oudere werknemers ook een hoger beroeps niveau, wat ook een deel van het loonverschil verklaarde. Werknemers die jonger waren dan 23 jaar hadden naast minder ervaring ook een lager opleidingsniveau dan de overige werknemers en hadden dus een lager uurloon. Dit waren voornamelijk lager of middelbaar opgeleiden en studenten. Beloningsverschil mannen en vrouwen grootst bij ouderen Het uurloon van vrouwen in het bedrijfsleven is voor de 45-plussers 27 procent lager dan dat van mannen. Onder 35-minners waren de verschillen in werkervaring tussen mannen en vrouwen nog niet zo groot. Bij oudere leeftijdsgroepen werd het verschil in werkervaring steeds groter. Bijna alle mannen van 55 jaar en ouder had meer dan 20 jaar gewerkt, tegenover driekwart van de vrouwen in die leeftijd. Ook in het niveau van het beroep 3.15 Verklarende factoren voor beloningsverschillen tussen 23–35 jarigen en 45–55 jarigen in het bedrijfsleven, september 2008
Onverklaard 33%
Werkervaring 58%
Beroepsniveau 9%
41
aren de verschillen tussen mannen en vrouwen groter bij ouderen dan bij jongere werkw nemers in het bedrijfsleven. Onder 35-minners waren er zelfs meer vrouwen in hogere en wetenschappelijke beroepen dan mannen. Vanaf 35 jaar waren het echter vooral mannen in wetenschappelijke beroepen (zie figuur 3.16). 3.16 Banen van mannen en vrouwen in het bedrijfsleven in hogere en wetenschappelijke beroepen naar leeftijdscategorie, september 2008 35
%
30 25 20 15 10 5 0 15 tot 23 jaar
Man
23 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
Vrouw
Daarmee kon het beloningsverschil tussen oudere mannelijke en vrouwelijke werknemers echter niet volledig worden verklaard. Ook als rekening gehouden wordt met andere achtergrondkenmerken, is het beloningsverschil tussen oudere vrouwen en mannen veel groter dan voor jongeren. Na correctie verdienden jonge vrouwen 2 procent minder dan jonge mannen, terwijl oudere vrouwen 14 procent minder verdienden dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Blijkbaar spelen er in dit beloningsverschil ook nog factoren mee die niet in dit onderzoek zijn gemeten. 3.3.4 Voltijders en deeltijders Lage uurlonen kleine deeltijders volledig verklaard Deeltijders die minder dan twaalf uur werkten, verdienden 40 procent minder dan vol tijders. Dit verschil in uurloon werd volledig verklaard door verschillen in achtergrond kenmerken (figuur 3.17). De helft van de kleine banen was van werknemers onder de 23, onder andere de bijbanen van studenten. Zodoende verklaarde het verschil in leeftijd tussen voltijders en kleine deeltijders bijna driekwart van het beloningsverschil. Daarnaast waren het lagere opleidings- en beroepsniveau belangrijke verklaringen voor het lage uurloon van kleine deeltijders. Beloningsverschil in grote deeltijdbanen verklaard door leeftijd Mannen die werkten in deeltijdbanen van minimaal twaalf uur per week verdienden 15 procent minder dan voltijders. Dit werd grotendeels verklaard door een verschil in leeftijd en beroepsniveau. Een groot deel van de mannen in deze deeltijdbanen was jong en lager opgeleid. Bij vrouwen was er nauwelijks een verschil in uurloon tussen grote deeltijders en voltijders. 3.3.5 Contractvorm Beloningsverschillen uitzendkrachten en oproepkrachten grotendeels verklaard De beloningsverschillen van uitzendkrachten en oproepkrachten in vergelijking met reguliere werknemers werden vrijwel volledig verklaard met persoons- en baankenmerken. Bij uitzendkrachten werd 35 procent van het beloningsverschil verklaard door beroepsniveau en 29 procent door opleidingsniveau. Uitzendkrachten hadden beroepen op een lager 42
3.17 Verklarende ongecorrigeerde beloningsverschillen van voltijders en kleine deeltijders werkzaam in het bedrijfsleven, september 2008 Overig 8% Opleidingsniveau 7%
Beroepsniveau 13%
Leeftijd 72%
iveau en waren lager opgeleid dan reguliere werknemers, waardoor ze een lager uurloon n ontvingen. Bij oproepkrachten speelde vooral leeftijd een belangrijke rol in de lage beloning. Ruim de helft van de oproepkrachten was jonger dan 23 jaar. DGA’s in zorg bestbetaald Zowel voor als na correctie voor verschillen in achtergrondkenmerken verdienden directeur groot-aandeelhouders (DGA’s) meer dan werknemers met andere contractvormen. De DGA’s in de zorg werden zowel voor als na correctie voor verschillen in achtergrondkenmerken het best betaald. De uurlonen van de DGA’s in de zorg lagen 32 procent hoger dan de uurlonen van DGA’s in de zakelijke dienstverlening, maar na correctie verdienden DGA’s in de zorg 15 procent meer dan DGA’s in de zakelijke dienstverlening. Een verschil in opleidingsniveau was daarvoor een belangrijke verklaring. De DGA’s in de zorg waren hoger opgeleid dan DGA’s in andere bedrijfstakken, en kregen daardoor ook een hoger uurloon. Daarnaast werd een deel van het beloningsverschil verklaard door de grootte van de instelling waar deze DGA’s werkzaam waren. In het algemeen verdienden DGA’s van grotere bedrijven meer dan die van kleine bedrijven. Omdat de DGA’s in de zorg vaak directeur waren grotere instellingen dan de DGA’s in de zakelijke dienstverlening, kregen zij ook een hoger uurloon. 3.3.6 Verklaringskracht van het model In deze paragraaf is met behulp van een regressiemodel geprobeerd de verschillen in uurlonen voor verschillende groepen van werknemers te verklaren. Vanzelfsprekend kunnen in een model niet alle factoren opgenomen worden die de verschillen in het uurloon verklaren. Er blijft daarom altijd een onverklaard restant over. Het deel dat wel verklaard kan worden, wordt ook wel de verklaringskracht van het model genoemd en wordt uitgedrukt als de proportie van de verklaarde variantie (R2). In dit onderzoek is de R2 van het model voor het bedrijfsleven 0,71. Dat wil zeggen dat 71 procent van de verschillen in uurloon verklaard worden doordat werknemers in het bedrijfsleven verschillen op de in het model opgenomen persoons- en baankenmerken. Voor de overige 29 procent van de verschillen in uurlonen geeft het model geen verklaring. Merk op dat het regressiemodel van het bedrijfsleven niet identiek is aan dat van de overheid. De verklaringskracht van de twee modellen kunnen dus niet onderling vergeleken worden. Ook voor het bedrijfsleven is de regressieanalyse uitgevoerd voor een aantal subpopulaties, zoals mannen en vrouwen, autochtonen, westerse- en niet-westerse allochtonen, en werknemers naar verschillende leeftijdscategorieën. Steeds zijn daarbij dezelfde persoonsen baankenmerken opgenomen in het regressiemodel. De verklaringskracht van het model verschilt echter voor de verschillende groepen werknemers. Dat wil zeggen dat voor
43
bepaalde groepen werknemers de achtergrondkenmerken een betere verklaring zijn voor de verschillen in uurlonen dan voor andere groepen werknemers. Staat 3.2 geeft een overzicht van de R2 van elk model, met daarbij het aantal waarnemingen waarop de regressieanalyse steeds gebaseerd is. Zo is binnen het onderzoekmodel de verklaringskracht voor de subpopulatie mannen (71 procent) en vrouwen (70 procent) nagenoeg gelijk. De verklaringskracht van het model is groter voor autochtonen dan voor (niet-) westerse allochtonen. Tot slot verklaart het model de meeste verschillen in uurlonen voor de subpopulatie werknemers met een contract voor onbepaalde tijd. Staat 3.2 Verklaringskracht van de regressiemodellen voor het bedrijfsleven
44
R2
N
Totaal
0,71
140 966
Mannen Vrouwen
0,71 0,70
74 602 66 364
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
0,55 0,49 0,54 0,53 0,46
22 151 33 156 36 296 32 613 16 750
Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
0,72 0,66 0,64
120 073 10 886 10 007
Voltijd Deeltijd 12 uur of meer per week Deeltijd minder dan 12 uur per week
0,66 0,73 0,62
69 093 49 555 22 318
DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendcontract voor onbepaalde tijd Uitzendcontract voor bepaalde tijd
0,23 0,63 0,76 0,69 0,71 0,73 0,59
4 203 94 751 27 712 3 935 4 136 489 5 740
4. Beschrijving van het onderzoek 4.1 Populatie De populatie van dit onderzoek bestaat uit alle banen van werknemers van vier uur of meer per maand op de laatste vrijdag van september 2008. Alleen banen van werknemers die op 26 september 2008 15 tot en met 64 jaar zijn en in Nederland wonen, tellen mee. Een persoon kan meer dan één baan hebben en telt dan meer dan één keer mee in de onderzoekspopulatie. De populatie is opgesplitst in banen bij de overheid en banen in het bedrijfsleven. Deze twee subpopulaties zijn apart onderzocht. De populatie bestaat op de laatste vrijdag van september 2008 uit bijna 8 miljoen banen, waarvan ruim 1 miljoen bij de overheid.
4.2 Onderzoeksmethode Voor de bepaling van het aantal banen en de berekening van uurlonen en beloningsverschillen is een onderzoeksbestand samengesteld met als basis de loonaangiftebestanden van 2008. Het loonaangiftebestand is een register met gegevens over alle banen in Nederland, gebaseerd op de loonaangiftes die de Belastingdienst ontvangt van werkgevers. De baangegevens zijn verrijkt met demografische kenmerken uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), zoals geslacht, leeftijd en herkomstgroepering. Daarnaast komen diverse gegevens uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB), zoals opleidingsniveau, beroepsniveau en handicap of chronische ziekte, aangevuld met inkomensgegevens uit het Integraal Inkomensbestand (IIB). Al deze gegevens zijn op persoonsniveau gekoppeld met de baangegevens. Om vervolgens ondernemingsinformatie toe te kunnen voegen is eerst met behulp van het Algemeen Bedrijven Register (ABR) bepaald welke bedrijven tot één onderneming behoren. Daarna zijn gegevens over de winstgevendheid van onder nemingen toegevoegd uit de Statistiek Financiën van Grote en Kleine Ondernemingen (SFGO en SFKO). Deze informatie is op ondernemingsniveau gekoppeld aan de baan gegevens. In paragraaf 4.5 worden deze bronbestanden kort beschreven. Het onderzoeksbestand bevat alleen de banen van werknemers uit de loonaangifte die gekoppeld konden worden aan een persoon uit de EBB. Na koppeling van de baange gevens met de EBB bestond de steekproef uit 164 921 banen, waarvan 23 955 banen bij de overheid en 140 966 banen in het bedrijfsleven. Het aantal banen uit deze steekproef moet worden opgehoogd naar de totale populatie van ruim 1 miljoen banen van werk nemers bij de overheid en 6,7 miljoen banen in het bedrijfsleven. Hiertoe is een weeg model ontworpen, waarbij het weegmodel van de EBB als uitgangspunt heeft gediend. In paragraaf 4.6 wordt het weegmodel verder toegelicht.
4.3 Operationalisering In deze paragraaf wordt toegelicht hoe de belangrijkste begrippen uit het onderzoek zijn geoperationaliseerd. De bepaling van de gecorrigeerde beloningsverschillen wordt apart besproken in paragraaf 4.4. Uurloon Het individuele uurloon is het overeengekomen brutoloon per verloond uur. Het brutoloon is exclusief bijzondere beloning en overwerkloon, maar inclusief de fiscale waarde van niet in geld uitgekeerde belaste vergoedingen. Verloonde uren zijn exclusief overwerkuren en verlofuren in verband met vakantie, adv en algemeen erkende feestdagen. Van alle banen die op de laatste vrijdag van september voorkomen is het uurloon berekend door het bruto jaarloon van 2008 te delen door het aantal verloonde uren in 2008.
45
Gemiddeld uurloon Het gemiddelde uurloon per categorie werknemers is bepaald door de uurlonen te wegen met het aantal gewerkte uren. Een grotere baan telt zwaarder dan een kleinere baan. Deze definitie sluit aan bij overige CBS-publicaties. In formule ziet dit er als volgt uit: Gemiddeld uurloon = ∑ⁿ (loon_x) / ∑ⁿ(uur_x) . Waarbij loon_x het jaarloon bij baan x weergeeft en uur_x het aantal gewerkte uren per jaar in baan x. N is het aantal personen binnen een categorie werknemers. Ongecorrigeerd beloningsverschil Het ongecorrigeerde beloningsverschil is het procentuele verschil in gemiddelde uurlonen tussen categorieën werknemers. Bruto jaarloon Het bruto jaarloon is het jaarloon dat een werknemer verdiende in een bepaalde baan. Dit jaarloon is genormaliseerd voor banen die niet het hele jaar bestonden. Een genor maliseerd jaarloon wil zeggen het jaarloon dat iemand zou hebben verdiend als iemand gedurende het gehele jaar in deze baan gewerkt zou hebben. Het jaarloon is berekend inclusief 8 procent vakantiegeld, maar exclusief overwerkloon. Er is bij deze variabele niet gecorrigeerd voor de arbeidsduur per week. Dit houdt in dat iemand met twee kleine deeltijdbanen twee keer wordt geteld met het jaarloon per deeltijdbaan. Topinkomen In dit onderzoek wordt met een topinkomen een jaarsalaris boven de 181 773 euro bedoeld. Dit bedrag staat gelijk aan het beloningsmaximum dat van toepassing is op de publieke sector en dat deel van de semipublieke sector dat op zeer korte afstand staat van de publieke sector. Omdat in 2008 nog geen beloningsmaximum gold, is gekozen voor het bedrag van 1 januari 2009, namelijk 181 773 euro. Het jaarloon waarop het topinkomen is gebaseerd, is gedeeltelijk genormaliseerd. Het basisloon, de premies en de reiskosten zijn wel genormaliseerd, maar bijzondere belo ningen en overwerk niet. Alle looncomponenten van deeltijdbanen zijn aangepast alsof iedereen een volledige week gewerkt heeft. Inkomen partner Van alle personen in het bestand is gekeken of zij een partner hebben. De inkomensge gevens van de partner zijn vervolgens via het Integraal Inkomensbestand (IIB) gekoppeld. Het persoonlijk inkomen van de partner omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen bedrijfsvoering, uitkeringen inkomensverzekeringen, uitkeringen sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag) en ontvangen inkomensoverdrachten (alimentatie en dergelijke) verminderd met de betaalde premies voor inkomensverzekeringen. Cao – algemeenverbindendverklaring (AVV) Veel werkgevers vallen onder een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Een cao is het totaal van de afspraken tussen werkgevers(organisaties) enerzijds en werknemers(orga nisaties) anderzijds, die voornamelijk of uitsluitend arbeidsvoorwaarden betreffen. Een cao kan voor een individuele onderneming worden afgesloten, maar ook voor (een deel van) een bedrijfstak. In de cao staan vaak regels over de hoogte van het loon, vakantie, opzegtermijnen en dergelijke. Cao-partijen, die een bedrijfstak-cao hebben afgesloten kunnen een verzoek indienen om bepalingen van hun cao algemeen verbindend te verklaren. Door algemeenverbindendverklaring (AVV) van cao-bepalingen, gaan deze in beginsel gelden voor alle werkgevers en werknemers, die vallen onder de werkingssfeer van de betreffende cao. In de loonaangiftebestanden is aangegeven of een cao van toepassing is op een baan, en zo ja welke. Vervolgens heeft het ministerie van SZW een lijst geleverd aan CBS-CvB met daarin aangegeven welke cao’s algemeen verbindend verklaard zijn. Winst bedrijf per werkzame persoon Onder winst wordt het bedrijfsresultaat per ondernemingengroep verstaan. Het bedrijfs resultaat is de netto omzet min de lonen, afschrijvingen en kosten van de omzet plus de 46
baten uit hoofde van investeringspremies, subsidies e.d. De ondernemingengroep bestaat uit ondernemingen die in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig verweven zijn dat ze voor de belasting als één onderneming worden aangemerkt. Vervolgens is de winst per werkzame persoon berekend door de winst te delen door het aantal werkzame personen bij de ondernemingengroep. Percentage vrouwelijke collega’s Het aantal vrouwelijke collega’s van een persoon is het totale aantal vrouwelijke werk nemers in een bedrijf volgens het Algemene Bedrijvenregister (ABR), exclusief de werk nemer zelf. Het percentage vrouwelijke collega’s is het aantal vrouwelijke collega’s ten opzichte van het aantal werknemers in een bedrijf, exclusief de werknemer zelf.
4.4 Bepaling gecorrigeerde beloningsverschillen Het gecorrigeerde beloningsverschil is het verschil in uurloon tussen categorieën werk nemers, dat overblijft na correctie voor de achtergrondkenmerken. Feitelijk wordt be keken hoe groot het verschil in uurloon is tussen bijvoorbeeld mannen en vrouwen, als zij op alle andere achtergrondkenmerken in het model gelijk zijn. Dit noemen we het corrigeren voor achtergrondkenmerken en resulteert in een gecorrigeerd beloningsverschil. Dit gecorrigeerde beloningsverschil is bepaald met behulp van een multipele regressieanalyse. Met deze techniek wordt nagegaan in hoeverre de afhankelijke variabele kan worden verklaard met behulp van verschillende onafhankelijke (of verklarende) varia belen. Een van de voorwaarden om een regressieanalyse te kunnen uitvoeren, is dat de afhankelijke variabele normaal verdeeld is. Het uurloon is aan de onderkant begrensd, maar aan de bovenkant van de uurloonverdeling kunnen grote uitschieters voorkomen. Dat betekent dat het uurloon niet normaal verdeeld is. In de regressieanalyse is ervoor gekozen om in plaats van het uurloon de natuurlijke logaritme van het uurloon te gebruiken als afhankelijke variabele. De logaritme van het uurloon is bij benadering namelijk wel normaal verdeeld, zie figuur 4.1. 4.1 Verdeling van de natuurlijke logaritme van het uurloon voor overheid en bedrijfsleven, september 2008 14,0
aandeel werknemers in %
12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 0
1
Overheid
2
3
4
5
6
7
8 in (uurloon)
Bedrijfsleven
Met behulp van de ongewogen steekproefgegevens, is de volgende vergelijking geschat (de beloningsfunctie): ln(Y) = C + ∑jbXij + ei
47
Waarbij: ln(Y) C b j Xij e i
de afhankelijke variabele: de natuurlijke logaritme van het uurloon, ln(uurloon) de constante de regressiecoëfficiënten, behorend bij variabele j de score van een individu i op de variabele xj de storingsterm, ofwel residu, van individu i
In dit model geeft de regressiecoëfficiënt bj de verandering aan van de afhankelijke variabele ln(uurloon) als gevolg van een verandering van de verklarende variabele X. De constante geeft in dit model het gemiddelde ln(uurloon) van iemand die voor alle variabelen in het model in de referentiecategorie valt. De storingsterm ei is het verschil tussen het voorspelde ln(uurloon) op basis van het model en de werkelijke ln(uurloon). Het regressiemodel bevat vrijwel uitsluitend categoriale variabelen, met als enige uitzondering de variabele ‘Percentage vrouwelijke collega’s’. De categoriale variabelen zijn als dummyvariabelen in het model opgenomen. Een dummyvariabele is een variabele met de waarden 0 en 1. Zo heeft de dummyvariabele van de sector onderwijs twee waarden: niet werkzaam in het onderwijs (0) en werkend in het onderwijs (1). Per dummyvariabele wordt een regressiecoëfficiënt geschat die de afwijking weergeeft van het uurloon ten opzichte van de referentiecategorie, bij constanthouding van de overige variabelen. De reden voor het gebruik van dummy’s is dat de meeste variabelen geen continue ver deling hebben. Een aantal variabelen die wel een continu verloop kennen, bijvoorbeeld leeftijd, zijn ingedeeld in categorieën die niet allemaal even groot zijn. Daarom is ervoor gekozen om ook deze continue variabelen als dummy’s in het regressiemodel op te nemen. Alleen het percentage vrouwelijke collega’s in een bedrijf is opgenomen in het model als een continue variabele. Er zijn twee regressiemodellen bepaald. Met het eerste model worden verschillen in uurloon bij de overheid verklaard. Het tweede model verklaart verschillen in uurloon in het bedrijfsleven. Zie de bijlage voor een overzicht van de verklarende variabelen die in de twee modellen zijn opgenomen. In de tabellen bij dit rapport worden de resultaten van de regressieanalyse weergeven door middel van de regressiecoëfficiënten. Regressiecoëfficiënt bj geeft de invloed van categorie j van de verklarende variabele X aan op de afhankelijke variabele ln(uurloon). Wanneer bijvoorbeeld een universitaire opleiding een hogere b-waarde geeft dan een hbo-opleiding, betekent dit dat een universitaire opleiding tot een hoger uurloon leidt dan een hbo-opleiding. Om het gecorrigeerde beloningsverschil in procenten tussen een categorie j en de referentiecategorie te berekenen, wordt de exponent van bj bepaald: (exp (bj)–1)*100. Naast de regressiecoëfficiënten worden ook de standaardfouten (SE) gepubliceerd. Hiermee is het mogelijk om een betrouwbaarheidsinterval bij de beloningsverschillen te be rekenen. De grenzen voor het 95% betrouwbaarheidsinterval zijn de regressiecoëfficiënt b +/– 1.96*SE. Daarnaast zijn t-waarden opgenomen in de tabellen met schattingsresultaten. De t-waarde is groter naarmate de kans kleiner is dat de regressiecoëfficiënt toevallig afwijkt van 0. Coëfficiënten die significant verschillen van de referentiegroep met een betrouwbaarheid van 99 procent, zijn in de tabellen gemarkeerd met een ster (*). Als een regressiecoëffi ciënt niet significant afwijkt van de referentiecategorie, dan is niet aangetoond dat er in de totale populatie een verschil is tussen het gemiddelde uurloon van personen in de betreffende categorie en de referentiegroep. Een maat die iets zegt over de verklaringskracht van het model is de proportie verklaarde variantie (R2). Deze maat geeft aan welke fractie van de verschillen in uurlonen kan worden verklaard door de achtergrondkenmerken in de beloningsfunctie. Een lage R2 kan erop duiden dat niet alle variabelen die van invloed zijn op de hoogte van het uurloon, in het model zijn opgenomen. 48
4.5 Bronnen Baangegevens ontleend aan de loonaangifte 2008 De loonaangifte bevat gegevens over inkomstenverhoudingen (uit de loonadministratie) van werkgevers en andere inhoudingsplichtigen. De Belastingdienst ontvangt de loonaangifte en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) maakt daar de polis administratie van. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van alle maandbestanden van 2008, gebaseerd op de loonaangifte. Van alle banen die bestonden op 26 september 2008 zijn de loon- en arbeidsduurgegevens van alle maanden van 2008 gebruikt. De economische activiteit van een bedrijf en de bedrijfsgrootte zoals die is opgenomen in deze bestanden, is afgeleid uit het Algemeen Bedrijven Register (ABR). De volgende baankenmerken uit de loonaangifte zijn gebruikt voor het onderzoek: bruto jaarloon, bruto uurloon, topinkomen, arbeidsduur, soort werknemer, arbeidsrelatie, contractvorm, overheidssector, economische activiteit, bedrijfsomvang (grootteklasse) en percentage vrouwelijke collega’s in het bedrijf. Enquête Beroepsbevolking (EBB) 2006-2008 De Enquête Beroepsbevolking (EBB) is een doorlopende enquête onder personen van 15 jaar en ouder die in Nederland wonen, met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking). Het doel van deze enquête is zicht te krijgen op de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Hiertoe wordt onder meer informatie verzameld over de positie op de arbeidsmarkt van personen en worden demografische kenmerken van huishoudens vastgelegd. Gegevens worden vastgesteld op het moment van enquêteren. De EBB is een steekproef waarop elk jaar ongeveer 90 duizend personen responderen. Een deel van deze 90 duizend personen valt buiten het bereik van dit onderzoek omdat zij geen baan hebben. Om voldoende massa te krijgen voor het onderzoek zijn drie jaargangen EBB gebruikt (2006, 2007 en 2008). Het kan voorkomen dat een persoon meerdere banen heeft. In dat geval zijn de gegevens van een persoon uit de EBB gekoppeld aan meerdere banen. De ophooggewichten die beschikbaar zijn in de EBB, hogen op naar de populatie personen van 15 jaar en ouder in Nederland in het betreffende jaar. Om de drie EBB-bestanden van 2006–2008 gezamenlijk op te kunnen hogen naar de populatie banen van werk nemers in 2008 heeft er een herweging plaatsgevonden (zie paragraaf 4.6). De volgende persoonskenmerken uit de EBB zijn gebruikt voor dit onderzoek: handicap of chronische ziekte, opleidingsniveau, opleidingsrichting, beroepsniveau, beroepsrichting, contractvorm, regio van de werkgemeente, het aantal jaar dat iemand gewerkt heeft vanaf de 15e verjaardag en of iemand een leidinggevende functie heeft. Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) 2008 De Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) bevat persoons- en huishoudensgegevens van alle personen die geregistreerd staan als inwoner van Nederland. De persoonsge gevens in dit onderzoek hebben betrekking de situatie op 26 september 2008. De huishoudensgegevens worden per jaar door het CBS bepaald op 1 januari. De volgende persoonskenmerken uit de GBA zijn gebruikt voor dit onderzoek: geslacht, leeftijd, herkomstgroepering en generatie, huishoudenspositie en of iemand een partner heeft. Integraal Inkomensbestand (IIB) 2008 Het Integraal Inkomensbestand bevat informatie over inkomens van personen en huis houdens in een bepaald jaar. Deze inkomensstatistiek maakt gebruik van gegevens die ontleend zijn aan administraties. De belangrijkste dataleverancier is de Belastingdienst. Het IIB is gebruikt om het persoonlijk inkomen van de partner van de werknemer (indien van toepassing) vast te stellen.
49
Algemeen Bedrijven Register (ABR) 2008 Het Algemene Bedrijven Register (ABR) vormt voor het CBS de ruggengraat van het statistisch proces voor economische statistieken. Voor het bijhouden van het ABR wordt, naast informatie uit CBS-onderzoeken, gebruik gemaakt van het Handelsregister, afkomstig van de Kamers van Koophandel, en het Basisbedrijvenregister van de Belastingdienst. In het ABR worden bedrijven en instellingen, met hun identificatie- en structuurgegevens, vastgesteld en geregistreerd in voor statistisch onderzoek geschikte eenheden. Op basis van dit bestand is aan het onderzoeksbestand een economische activiteit toegekend volgens de Standaard Bedrijfsindeling 1993 (SBI’93). Statistiek Financiën van Grote en Kleine Ondernemingen (SFGO en SFKO) 2008 De statistiek Financiën van Ondernemingen (SFO) beschrijft het reilen en zeilen van alle niet-financiële rechtspersoonlijkheidbezittende ondernemingen in Nederland die vennootschapsbelastingplichtig zijn. De statistiek is opgesplitst in grote (SFGO) en kleine (SFKO) ondernemingen. Kleine ondernemingen zijn ondernemingen met een balanstotaal kleiner dan 23 miljoen euro en grote ondernemingen zijn ondernemingen met een balanstotaal van 23 miljoen euro of meer. Een record in het bestand betreft een ondernemingengroep. De ondernemingengroep bestaat uit ondernemingen die in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig verweven zijn dat ze voor de belasting als één onderneming worden aangemerkt. De gegevens over de kleine en middelgrote ondernemingen zijn gebaseerd op een databank van het ministerie van Financiën. In die databank wordt een groot aantal gegevens van het formulier voor de aangifte van de vennootschapsbelasting opgeslagen. Deze registratie bevat ook een balans en resultatenrekening. Hieruit kan de winstgevendheid van bedrijven worden afgeleid. De grote ondernemingen worden door het CBS bevraagd middels een enquête. De SFO is in dit onderzoek gebruikt om de winst per werkzame persoon vast te stellen. Cao-AVV Het cao-AVV bestand is afkomstig van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het bestand bevat de naam van de cao, de code van de cao en of er bij de cao sprake is van een algemeen verbindend verklaarde cao.
4.6 Ophogen van steekproeftotalen De banen van werknemers zijn gekoppeld met drie jaren EBB (2006-2008). Omdat de EBB een steekproefonderzoek is onder personen, moet worden opgehoogd naar alle banen van werknemers op de laatste vrijdag van september 2008. De weging is in twee stappen gedaan. De eerste stap bestaat uit het ophogen van drie jaar EBB naar het aantal personen van 15 jaar en ouder in Nederland in 2008. Het EBB-gewicht is hierbij gecorrigeerd voor het feit dat de steekproef voor de drie EBB-jaren niet even groot is. Vervolgens is herwogen naar de volgende kruisingen: geslacht x burgerlijke staat, geslacht x leeftijdsklasse, geslacht x landsdeel en herkomst x generatie. De tweede stap bestaat uit het wegen naar het aantal banen op de laatste vrijdag van september 2008. Hierbij zijn de gewichten uit de vorige stap eerst herschaald naar het aantal banen op de laatste vrijdag van september 2008 uit de loonaangifte. Vervolgens is herwogen naar de volgende kruisingen: geslacht x leeftijd, sbi, geslacht x dienstverband, geslacht x grootteklasse, herkomst x dienstverband en type baan.
4.7 Kwaliteit van de uitkomsten Onnauwkeurigheid kleine aantallen Zoals in ieder steekproefonderzoek hebben de opgehoogde aantallen, de uurlonen en de beloningsverschillen een onnauwkeurigheidsmarge. Naarmate de aantallen kleiner zijn, 50
gaan zij gepaard met hogere relatieve onnauwkeurigheidsmarges. Aantallen in de steekproef die gebaseerd zijn op minder dan 25 waarnemingen worden daarom niet gepubliceerd. In de tabellen zijn absolute aantallen afgerond op duizendtallen en percentages zijn afgerond op hele procenten. Gebruik minder recente gegevens EBB Gegevens over opleiding en beroep zijn in het onderzoeksbestand afkomstig uit drie jaargangen van de EBB, namelijk 2006, 2007 en 2008. Dat betekent dat gegevens over een baan in september 2008 kunnen zijn verrijkt met gegevens over het opleidings- en beroepsniveau van bijna drie jaar daarvoor. Vooral bij banen van jongeren kan dit leiden tot een vertekening van de uitkomsten, omdat hun situatie snel kan veranderen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een student met alleen een vwo-diploma en een bijbaantje die in 2006 is geënquêteerd en daarna in 2008 is afgestudeerd en een baan uitoefent op wetenschappelijk niveau. Dit leidt tot een onderschatting van het opleidings- en beroepsniveau van jongeren. Categorie ‘onbekend’ Bij de volgende variabelen is de categorie ‘onbekend’ niet meegenomen in de tabellen: handicap of chronische ziekte, opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, cao-AVV en regio van de werkgemeente. De afzonderlijke categorieën tellen daarom niet op tot het totaal. Bij 25 procent van de banen is het niet bekend of het gaat om een werknemer met een handicap of chronische ziekte, omdat dit in 2007 niet gevraagd is in de EBB. Aangenomen wordt dat de verhouding gehandicapten en niet-gehandicapten in dat jaar niet anders is dan in de geënquêteerde jaren. In tabel O04 en tabel B04 is daarom gepercenteerd over de banen waarbij wel bekend is of een werknemer een handicap heeft of chronische ziekte. Daarnaast is bij 10 procent van de banen in het bedrijfsleven is het beroepsniveau en de beroepsrichting onbekend, voor de overheid is dat respectievelijk 4 en 5 procent. Ook is van 17 procent van de banen in het bedrijfsleven de werkgemeente onbekend, bij de overheid is dat 7 procent. Bij de overige variabelen maakt de categorie ‘onbekend’ 2 procent of minder uit van het totaal. Voor opleidingsrichting is de categorie ‘algemeen’ gekozen als deze onbekend was. De categorie ‘onbekend’, van bovengenoemde variabelen is overigens wel als afzonderlijke categorie meegenomen in de regressieanalyse. Cao-indeling bij de overheid Zoals verwacht vielen vrijwel alle werknemers bij de overheid onder een cao die niet algemeen verbindend verklaard (AVV) was. Een klein deel van 0,6 procent van de ambtenaren viel niet onder een cao of een cao met AVV. Dit waren voornamelijk instellingen op het grensgebied van onderwijs en een andere bedrijfstak, bijvoorbeeld een praktijkopleiding in de bouw. Deze instelling hoort bij de overheid (onderwijs), maar volgt een cao in de bouw die AVV is. Bepaling topinkomens met de loonaangifte De tabel met informatie over topinkomens (tabel B32) is indicatief bedoeld. Onder de maximumbeloning van 181 773 euro vallen ook bonussen en beloning in de vorm van aandelen en opties. Of dit soort beloningen ook is opgenomen in het topinkomen dat berekend is in dit onderzoek, hangt af van of en hoe de beloningen zijn belast via de loonaangifte. Dit kan per bedrijf en per werknemer verschillen. Wanneer bonussen en aandelen niet belast worden via de loonaangifte of pas in de toekomst belast worden (na 2008) en niet op het moment waarop de arbeid heeft plaatsgevonden, zijn ze in dit onderzoek niet meegenomen bij de bepaling van topinkomens. Vergelijking met cijfers uit eerder onderzoek Doordat in dit onderzoek verschillende bronnen in combinatie met de EBB zijn gebruikt, kunnen sommige uitkomsten verschillen van (eerder) door het CBS gepubliceerde cijfers.
4.8 Verschillen met het Arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie Het Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO) is tot en met 2006 door de Arbeidsinspectie (AI) uitgevoerd. Sinds 2007 voert het CBS het AVO uit. Het doel van het AVO van het CBS is om zo goed mogelijk verschillen in de financiële arbeidsvoorwaarden tussen verschillende
51
categorieën werknemers in kaart te brengen. In het eerste jaar is tevens een methode ontwikkeld voor de komende jaren. Het primaire doel is hierbij niet om zo veel mogelijk aan te sluiten op het onderzoek van de AI. De AI vond in 2006 een gecorrigeerd beloningsverschil tussen mannen en vrouwen van 7 procent bij het bedrijfsleven en 3 procent bij de overheid. In dit onderzoek is het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen hoger. De verschillen in de cijfers tussen AI en CBS kunnen twee redenen hebben. Ten eerste kunnen verschillen in uitkomsten veroorzaakt worden door verschillen in de methode waarmee de beloningsverschillen zijn vastgesteld. Ten tweede kan het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen werkelijk zijn toegenomen bij overheid en bedrijfsleven. In dit geval is een daadwerkelijke toename van de beloningsverschillen onwaarschijnlijk omdat beloningsverschillen over het algemeen zeer stabiel zijn. De verschillen in uitkomsten zijn vooral het resultaat van een verschil in methodiek. Verschillen zijn er in de doelpopulatie, de gegevensverzameling, de operationaliseringen, de berekening van de ongecorrigeerde beloningsverschillen en het regressie model. De verschillen tussen CBS en AI worden in deze paragraaf verder toegelicht. Doelpopulatie De onderzoekspopulatie van het AVO-CBS bestaat uit alle banen die geldig zijn op 26 september 2008 van werknemers van 15 tot en met 64 jaar die op deze peildatum zijn in geschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) als inwoner in Nederland. De doelpopulatie van het AVO-AI betreft alle banen van werknemers in oktober 2006. Gegevensverzameling Het AVO-CBS is een onderzoek op basis van registraties en enquêtes die al bij het CBS aanwezig zijn en waarvoor dus niet extra is geënquêteerd. De polisadministratie (loonaangifte van de belastingdienst) bevat loon- en baangegevens van alle banen in Nederland en is aangevuld met steekproefgegevens uit de EBB, om ook iets te kunnen zeggen over persoonskenmerken als opleidings- en beroepsniveau. De uitkomsten van het AVO-CBS zijn gebaseerd op alle banen van personen die voorkomen in de EBB. Met behulp van een weegmodel kunnen uitkomsten worden gepresenteerd die representatief zijn voor de banen in Nederland. Het AVO-AI is een steekproefonderzoek waarbij inspecteurs van de AI zelf enquêteren door op bedrijfsbezoek te gaan. Op deze manier zijn de salarisadministraties van ongeveer 2 600 bedrijven onderzocht in de marktsector. Bij de overheid is gebruik gemaakt van de salarisadministratie van een aantal overheidssectoren (rijksoverheid, onderwijs, defensie en de rechterlijke macht). Bij de overheid is dus niet geënquêteerd. De onderzoekspopulatie van het CBS is groter onder het bedrijfsleven dan het AVO-AI en bevat alle overheidssectoren. De onderzoekspopulatie van de AI is groter onder de waargenomen overheidssectoren. De onderwijssector bij de AI bevat geen werknemers in dienst bij universiteiten en onderzoeksinstellingen. Daarnaast beschikt de AI niet over gegevens van de politie, gemeenten, waterschappen en provincies. De verschillen in de manier waarop de gegevens verzameld zijn, hebben gevolgen voor het aantal bedrijven dat in de steekproef betrokken is. De personen die in de EBB zijn geënquêteerd, werken bij ruim 53 duizend bedrijven. Bij het AVO-AI zijn ongeveer 2 600 bedrijven meegenomen in de steekproef. Per bedrijf zijn veel meer werknemers geënquêteerd. Dit heeft gevolgen voor de gecorrigeerde beloningsverschillen. Het verband tussen bedrijfskenmerken (grootte van het bedrijf, economische sector), baankenmerken (arbeidsduur, type contract, beroepsniveau) en de hoogte van het uurloon zal sterker zijn wanneer meer per sonen uit minder bedrijven worden geselecteerd. Operationalisering Bij een aantal variabelen komt de operationalisering van CBS en AI niet overeen. Daarnaast beschikken zowel CBS als AI over variabelen die voor de andere organisatie niet beschikbaar waren. De AI gebruikt onder meer de variabele ‘functieniveau’. In het bedrijfsleven zijn de werknemers ingedeeld in zeven categorieën die het niveau van de werkzaamheden aangeven. 52
Bij de overheid is het functieniveau door de AI afgeleid met behulp van de salarisschalen. Omdat er een sterk verband is tussen de salarisschaal van een werknemer en het uurloon, zal het functieniveau bij de overheid een belangrijk deel van de beloningsverschillen verklaren. In plaats van functieniveau maakt het CBS gebruik van de variabele ‘beroepsniveau’ uit de EBB. Deze variabele geeft aan wat het niveau is van het beroep van werknemers bij bedrijfsleven en overheid, ingedeeld in vijf categorieën. Dit lijkt sterk op het functieniveau van de AI bij het bedrijfsleven. Doordat de variabele uit minder categorieën bestaat dan het functieniveau van de AI zal de variabele een minder groot deel van beloningsverschillen verklaren. Een ander verschil is de operationalisering van werkervaring. Bij de AI wordt met werk ervaring het aantal dienstjaren bij de huidige werkgever bedoeld. Het CBS heeft alleen informatie over het aantal jaren dat een werknemer gewerkt heeft vanaf de leeftijd van 15 jaar. Of dit verschil in operationalisering ook leidt tot een ander beloningsverschil, is onduidelijk. De AI heeft informatie over de extra looncomponenten. Dit zijn bijvoorbeeld provisies, onregelmatigheidstoeslagen en loon in natura. Het CBS beschikt niet over deze loon componenten. Tevens is er een klein verschil tussen de precieze samenstelling van de loonvariabelen van de AI en het CBS. Daarnaast zijn er verschillen in de berekening van afgeleide variabelen zoals het uurloon. Ongecorrigeerde beloningsverschillen De ongecorrigeerde beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen worden in beide onderzoeken als volgt berekend: (uurloonvrouw – uurloonman)/uurloonman *100 De gemiddelde uurlonen van vrouwen en mannen worden door het CBS echter op een andere manier berekend dan door de AI. Wanneer de AI publiceert over de niveaus van uurlonen en beloningsverschillen dan wordt het gemiddeld bruto uurloon berekend als het gemiddelde van de bruto uurlonen van de werknemers. Er wordt geen rekening gehouden met de arbeidsduur van werknemers. Het CBS berekent de gemiddelde uurlonen door het totale bedrag aan loon te delen door het totale aantal uren van werknemers. Werknemers die veel uur werken, tellen dan zwaarder mee dan werknemers die weinig uur werken. Het verschil in methode heeft vooral gevolgen voor de beloningsverschillen in bedrijfstakken waar veel in deeltijd wordt gewerkt, bijvoorbeeld de horeca. Regressiemodel Het gecorrigeerde beloningsverschil is het verschil in uurloon tussen categorieën werk nemers dat overblijft na correctie voor achtergrondkenmerken. Met behulp van een multipele regressieanalyse worden de verschillen in uurloon verklaard. Bij de berekening van gecorrigeerde beloningsverschillen wordt zowel door CBS als de AI het individuele uurloon van de werknemer gebruikt. De individuele uurlonen van werk nemers in het AVO-CBS hebben een grotere spreiding dan de uurlonen van werknemers in het AVO-AI. Dit betekent dat er meer extremen zijn in het AVO-CBS, terwijl bij de AI de uurlonen vaker dicht bij het gemiddelde uurloon liggen. In het AVO-CBS moet daarom een groter verschil in uurloon worden verklaard. Vanwege de verschillen in operationalisering van variabelen zijn er ook verschillen in de opzet van de regressieanalyse en dus ook in de gecorrigeerde beloningsverschillen. Zo blijkt bijvoorbeeld functieniveau een groter deel van het beloningsverschil te verklaren bij de AI dan beroepsniveau bij het CBS. Het verschil in operationalisering van de variabele werkervaring heeft ook invloed op het beloningsverschil. Hoe veel invloed is hierbij echter moeilijk te achterhalen. Een ander voorbeeld is het gebruik van de extra looncomponenten in de regressieanalyse bij de AI. Het CBS heeft daar geen informatie over. De extra looncomponenten verklaren echter wel een klein deel van het beloningsverschil bij de AI.
53
Conclusie Vanwege bovengenoemde verschillen in de methode van onderzoek kunnen de uitkomsten van het AVO van de AI niet zonder meer vergeleken worden met de uitkomsten van dit onderzoek. Het is niet mogelijk om precies per onderdeel aan te geven wat de uiteindelijke invloed is op het gecorrigeerde beloningsverschil. Een gecorrigeerd beloningsverschil tussen mannen en vrouwen betekent niet automatisch dat er sprake is van beloningsdiscriminatie. Het is goed mogelijk dat andere factoren die niet onderzocht zijn verantwoordelijk zijn voor een deel van het gecorrigeerde beloningsverschil. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat vrouwen andere arbeidsvoorwaarden zoals verlof belangrijker vinden dan mannen.
54
5. Begrippen en afkortingen 5.1 Begrippen Allochtoon – Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Arbeidsduur – Dit is de indeling naar voltijd- en deeltijdbanen. Vaak bestaat een voltijdbaan uit 36 tot 40 uur, maar dit kan verschillen per bedrijf. In principe wordt de meest waargenomen wekelijkse arbeidsduur gebruikt om het aantal uren van een voltijdbaan te bepalen. Wanneer dit niet geloofwaardig is, bijvoorbeeld omdat er weinig voltijd wordt gewerkt, is de wekelijkse arbeidsduur voor voltijdbanen uit cao-gegevens afgeleid. Een persoon heeft voltijdbaan wanneer hij/zij per week een aantal uren werkt (exclusief overwerkuren) dat minimaal 95 procent bedraagt van de gebruikelijke wekelijkse voltijd arbeidsduur in het bedrijf of de bedrijfstak. Een deeltijder is iemand die per week minder dan 95 procent van de gebruikelijke wekelijkse arbeidsduur werkt. Autochtoon – Persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren. Baan – Een expliciete of impliciete arbeidsovereenkomst tussen een persoon en een economische eenheid waarin is vastgelegd dat arbeid zal worden verricht waartegen een (financiële) beloning staat. Een baan wordt in de gegevensbestanden geoperationaliseerd door een unieke combinatie van een persoon en bedrijf. Baanwisselingen binnen een bedrijf worden hierdoor niet waargenomen. Bedrijfsleven – Het bedrijfsleven omvat in dit onderzoek zowel particuliere bedrijven als gesubsidieerde instellingen. Voorbeelden van gesubsidieerde instellingen zijn de gezondheids- en welzijnszorg, de uitvoeringsorganen voor de sociale verzekeringen en de sociale werkplaatsen. Beroepsniveau – De indeling naar beroep is overeenkomstig de Standaard Beroepenclassificatie 1992 (SBC 1992). Voor het vaststellen van beroep worden de volgende ge gevens gebruikt: de beroepsomschrijving, de voornaamste werkzaamheden, het leiding geven, de leidinggevende werkzaamheden en het aantal mensen waaraan leiding gegeven wordt, de omschrijving van het soort bedrijf. In een aantal gevallen wordt hiernaast gebruik gemaakt van gegevens over het gevolgde onderwijs en de positie in de werkkring. Voor een gedetailleerde beschrijving van de classificatie wordt verwezen naar de CBSpublicatie ‘Standaard Beroepenclassificatie 1992’. De volgende beroepsniveaus worden onderscheiden: elementaire beroepen, lagere beroepen, middelbare beroepen, hogere beroepen en wetenschappelijke beroepen. Brutoloon – Loon exclusief bijzondere beloningen en overwerkloon, maar inclusief de fiscale waarde van niet in geld uitgekeerde belaste vergoedingen. Bruto jaarloon – Brutoloon dat iemand in 2008 verdiend heeft in een bepaalde baan, inclusief 8 procent vakantiegeld. Dit jaarloon is genormaliseerd voor banen die niet het hele jaar bestonden. Deeltijd – Zie Arbeidsduur. Eerstegeneratieallochtoon – Persoon die in het buitenland is geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder. Flexcontract – Een arbeidsovereenkomst waarin de afspraak over de arbeidsduur gewoonlijk varieert tussen een overeengekomen minimum en maximum aantal uren per week. Tot de werknemers met een flexcontract worden oproepkrachten gerekend en personen met een contract waarin de arbeidsduur gewoonlijk varieert tussen een minimum en een maximum aantal uren per week. Generatie – Zie Eerstegeneratieallochtoon en Tweedegeneratieallochtoon.
55
Gecorrigeerde beloningsverschillen – Het gecorrigeerde beloningsverschil is het verschil in uurloon tussen categorieën werknemers, dat overblijft na correctie voor verschillen in achtergrondkenmerken. Zie paragraaf 4.4 voor meer informatie over gecorrigeerde beloningsverschillen. Herkomstgroepering – Voor de indeling van personen naar etnische achtergrond is de CBS-indeling naar herkomstgroepering gebruikt. De herkomstgroepering van een persoon wordt vastgesteld aan de hand van diens geboorteland en dat van zijn ouders. Leeftijd – De leeftijd van een persoon wordt bepaald op de laatste vrijdag van september 2008. Modaal inkomen – In dit onderzoek is voor het modaal inkomen een bedrag van 31 500 euro gebruikt. Het modaal inkomen is het bruto inkomen net onder de maximum premiegrens van de zorgverzekeringswet. Dit is niet gelijk aan het statistisch modaal (het meest voorkomende) inkomen. Niet-westerse allochtoon – Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Ongecorrigeerd beloningsverschil – Het procentuele verschil tussen het gemiddelde uurloon van categorieën werknemers. Opleidingsniveau – Het behaalde opleidingsniveau is het niveau van de hoogste met succes gevolgde opleiding. De opleidingen zijn ingedeeld naar opleidingsniveau volgens de Standaard onderwijsindeling (SOI 2006). De SOI-code is opgebouwd uit vijf cijfers, waarbij het eerste cijfer het niveau aangeeft, het tweede en derde de onderwijssector en de laatste twee cijfers de onderwijssubsector. Een gedetailleerde beschrijving van de classificatie is te vinden op de www.cbs.nl. In dit onderzoek worden de volgende categorieën van opleidingsniveau onderscheiden. Basisonderwijs: dit zijn alle opleidingen op niveau 1 en 2 van de SOI. Dit omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs (lbo/vbo/vmbo/mulo/mavo). Vmbo, mbo 1, avo onderbouw: dit zijn alle opleidingen op niveau 3 van de SOI. Dit omvat de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en het laagste niveau van het beroepsonderwijs (mbo 1). Havo, vwo, mbo: omvat de opleidingen op niveau 4 van de SOI. Dit is de tweede fase van het voortgezet onderwijs (bovenbouw havo/vwo) en opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4. Hbo, wo bachelor: omvat de opleidingen op niveau 5 van de SOI. Wo masters, doctor: omvat de opleidingen op niveau 6 en 7 van de SOI. Overheid – De cao-sector overheid omvat alle publiekrechtelijke bedrijven en is onder verdeeld in acht subsectoren: rijksoverheid, onderwijs, defensie, politie, rechterlijke macht, gemeenten, provincies en waterschappen. Tweedegeneratieallochtoon – Persoon die in Nederland is geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Topinkomen – Bruto jaarsalaris boven de 181 773 euro. Dit is het beloningsmaximum dat van toepassing is op de publieke sector en dat deel van de semipublieke sector dat op zeer korte afstand staat van de publieke sector. Uurloon – Brutoloon per verloond uur. Verloonde uren zijn exclusief overwerkuren en verlofuren in verband met vakantie, adv en algemeen erkende feestdagen. Voltijd – Zie Arbeidsduur. Westerse allochtoon – Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan. Wettelijk minimum jaarloon – In dit onderzoek is het wettelijk minimum jaarloon gesteld op 17 580 euro. Dit is twaalf maal het wettelijk minimumloon per maand plus 8 procent vakantiegeld. 56
5.2. Afkortingen ABR AI AVV AVO cao CBS CvB DGA EBB GBA havo HO IIB mbo SBI’93 SFGO SFKO SFO SZW UWV vmbo VO vwo wo
– Algemeen Bedrijven Register – Arbeidsinspectie – Algemeenverbindendverklaring – Arbeidsvoorwaardenonderzoek – Collectieve arbeidsovereenkomst – Centraal Bureau voor de Statistiek – Centrum voor Beleidsstatistiek – Directeur-grootaandeelhouder – Enquête Beroepsbevolking – Gemeentelijke Basisadministratie – Hoger algemeen vormend onderwijs – Hoger Onderwijs – Integraal Inkomensbestand – Middelbaar beroepsonderwijs – Standaard Bedrijfsindeling 1993 – Statistiek Financiën van Grote Ondernemingen – Statistiek Financiën van Kleine Ondernemingen – Statistiek Financiën van Ondernemingen – Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen – Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs – Voortgezet onderwijs – Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs – Wetenschappelijk onderwijs
57
Literatuur Erdem, Ö. & Hoeben, J. (2008). De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006, Arbeidsinspectie, Den Haag.
58
Bijlage Verklarende variabelen die zijn opgenomen in het regressiemodel, naar overheid en bedrijfsleven Variabelen
Overheid
Bedrijfsleven
Geslacht Mannen Vrouwen
x x
x x
Leeftijd1) 15 jaar 16 jaar 17 jaar 15 tot 18 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
x x x x x x x x x x
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
x x x x x
x x x x x
Handicap of chronische ziekte Ja Nee Onbekend
x x x
x x x
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor Onbekend
x x x x x x
x x x x x x
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
referentiegroep
x x x x x x x x x x x x
x x x x x x
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
x x x x x x
x x x x x x
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x x x
x x x
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen Onbekend
x x x x x x
x x x x x x
Beroepsrichting management Ja Nee
x x
x x
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer Onbekend
x x x x x x
x x x x x x
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
Verklarende variabelen die zijn opgenomen in het regressiemodel, naar overheid en bedrijfsleven (slot) Variabelen Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
Overheid
Bedrijfsleven
x x x
x x x x x x
x
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
x x
x x
referentiegroep
Leidinggevende functie Ja Nee
x x
x x
referentiegroep
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers) Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
x x
referentiegroep
referentiegroep x x x x x x
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid Onbekend
x x x x x
x x x x x
Percentage vrouwelijke collega’s
x
x
1)
referentiegroep
referentiegroep
x x x
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer Onbekend
60
referentiegroep
referentiegroep
referentiegroep
Bij een aantal tabellen zijn de leeftijdscategorieën 15 tot 23 jaar samengevoegd, in verband met kleine aantallen.
Tabellenset
Tabellenoverzicht Banen en uurloon van werknemers naar een aantal persoons- en baankenmerken, september 2008 Kenmerken
Banen
Uurloon
overheid
bedrijfsleven
overheid
bedrijfsleven
Geslacht Leeftijd Herkomstgroepering Handicap of chronische ziekte Arbeidsduur Contractvorm
Tabel O1 Tabel O2 Tabel O3 Tabel O4 Tabel O5 Tabel O6
Tabel B1 Tabel B2 Tabel B3 Tabel B4 Tabel B5 Tabel B6
Tabel O10 Tabel O11 Tabel O12 Tabel O13 Tabel O14 Tabel O15
Tabel B10 Tabel B11 Tabel B12 Tabel B13 Tabel B14 Tabel B15
Mannen naar leeftijd Vrouwen naar leeftijd
Tabel O7a Tabel O7b
Tabel B7a Tabel B7b
Tabel O16a Tabel O16b
Tabel B16a Tabel B16b
Mannen naar herkomstgroepering Vrouwen naar herkomstgroepering
Tabel O8a Tabel O8b
Tabel B8a Tabel B8b
Tabel O17a Tabel O17b
Tabel B17a Tabel B17b
Mannen naar arbeidsduur Vrouwen naar arbeidsduur
Tabel O9a Tabel O9b
Tabel B9a Tabel B9b
Tabel O18a Tabel O18b
Tabel B18a Tabel B18b
Topinkomen
Tabel B32
Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers naar een aantal persoons- en baankenmerken, september 2008 Kenmerken
Overheid
Bedrijfsleven
Totaal
Tabel O19
Tabel B19
Geslacht Mannen Vrouwen
Tabel O20a Tabel O20b
Tabel B20a Tabel B20b
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
Tabel O21a Tabel O21b Tabel O21c Tabel O21d Tabel O21e
Tabel B21a Tabel B21b Tabel B21c Tabel B21d Tabel B21e
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
Tabel O22a Tabel O22b Tabel O22c
Tabel B22a Tabel B22b Tabel B22c
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
Tabel O23a Tabel O23b
Tabel B23a Tabel B23b
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer Deeltijd, minder dan 12 uur
Tabel O24a Tabel O24b Tabel O24c
Tabel B24a Tabel B24b Tabel B24c
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
Tabel B25a Tabel B25b Tabel B25c Tabel B25d Tabel B25e Tabel B25f Tabel B25g Tabel O25a Tabel O25b
Gecorrigeerde beloningsverschillen naar een aantal persoons- en baankenmerken, september 2008 Kenmerken
Overheid
Bedrijfsleven
Geslacht Leeftijd Herkomstgroepering Handicap of chronische ziekte Arbeidsduur Contractvorm
Tabel O26 Tabel O27 Tabel O28 Tabel O29 Tabel O30 Tabel O31
Tabel B26 Tabel B27 Tabel B28 Tabel B29 Tabel B30 Tabel B31
63
Tabel O1 Banen van werknemers bij de overheid naar geslacht, september 2008 Totaal
Mannen
Vrouwen
x 1 000
Totaal
Mannen
Vrouwen
%
Totaal
1 005
494
511
100
49
51
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
34 226 247 313 185
16 87 110 164 117
18 138 137 149 69
100 100 100 100 100
48 39 45 52 63
52 61 55 48 37
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
860 85 60
429 40 25
431 45 34
100 100 100
50 47 43
50 53 57
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
860 72 73
429 31 34
431 41 38
100 100 100
50 43 47
50 57 53
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
14 81 318 384 207
8 45 167 160 113
5 36 151 224 94
100 100 100 100 100
62 55 52 42 55
38 45 48 58 45
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
141 234 96 125 99 37 90 27 116 39
66 77 39 63 67 26 82 22 31 21
75 157 57 62 31 12 8 5 85 18
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
47 33 41 50 68 69 91 81 27 54
53 67 59 50 32 31 9 19 73 46
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
564 388 53
392 84 18
172 304 35
100 100 100
69 22 34
31 78 66
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
22 104 263 394 186
12 57 137 164 107
10 47 125 230 79
100 100 100 100 100
53 55 52 42 58
47 45 48 58 42
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
3 299 15 7 69 14 51 218 136 15 58 28 38
1 107 12 5 58 12 14 88 98 7 28 8 28
1 192 3 2 10 2 36 130 39 8 30 20 10
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
54 36 80 70 85 86 29 40 72 49 48 28 73
46 64 20 30 15 14 71 60 28 51 52 72 27
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
825 170 2 8
412 80 . 1
413 91 1 6
100 100 100 100
50 47 . 19
50 53 74 81
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
139 330 482 54
36 105 307 45
103 225 175 8
100 100 100 100
26 32 64 85
74 68 36 15
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
2 999 4
. 492 2
. 508 2
100 100 100
. 49 40
. 51 60
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
76 188 55 40 1 117 8 8
53 325 9 22 2 91 6 3
100 100 100 100 100 100 100 100
59 37 86 64 47 56 56 74
41 63 14 36 53 44 44 26
64
129 513 63 63 3 209 14 11
Tabel O1 Banen van werknemers bij de overheid naar geslacht, september 2008 (slot) Totaal
Mannen
Vrouwen
x 1 000
Totaal
Mannen
Vrouwen
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 3 14 24 68 194 700
. . . 1 5 9 28 78 373
. . . 2 9 15 40 116 328
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . 36 34 36 42 40 53
. . . 64 66 64 58 60 47
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
92 185 488 174
45 89 239 89
47 95 249 85
100 100 100 100
49 48 49 51
51 52 51 49
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
65
Tabel O2 Banen van werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 Totaal
15–23 jaar
23–35 jaar
35–45 jaar
45–55 jaar
55–65 jaar
x 1 000
Totaal
15–23 jaar
23–35 jaar
35–45 jaar
45–55 jaar
55–65 jaar
%
Totaal
1 005
34
226
247
313
185
100
3
22
25
31
18
Geslacht Mannen Vrouwen
494 511
16 18
87 138
110 137
164 149
117 69
100 100
3 3
18 27
22 27
33 29
24 13
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
860 85 60
30 2 2
189 17 20
203 23 20
276 26 12
163 17 5
100 100 100
3 2 4
22 20 33
24 27 34
32 30 20
19 20 9
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
860 72 73
30 . 3
189 15 22
203 25 19
276 20 18
163 12 11
100 100 100
3 . 4
22 20 31
24 34 26
32 28 24
19 16 15
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
14 81 318 384 207
1 11 19 2 .
. 12 72 94 46
2 16 83 85 60
5 25 98 126 59
5 17 46 76 42
100 100 100 100 100
8 14 6 1 .
. 15 23 25 22
14 19 26 22 29
37 31 31 33 28
36 21 14 20 20
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
141 234
22 2
30 57
27 42
42 81
20 53
100 100
15 1
22 24
19 18
30 34
14 23
96 125 99 37 90 27 116 39
. 2 2 . 2 . 3 .
22 25 20 8 17 5 32 10
26 40 27 9 24 9 29 13
30 38 34 12 26 8 34 10
19 20 16 8 21 4 19 6
100 100 100 100 100 100 100 100
. 1 2 . 3 . 2 .
23 20 20 22 19 19 27 24
27 32 28 25 27 35 25 32
31 30 34 31 29 30 29 26
19 16 16 21 23 15 17 15
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
564 388 53
21 6 6
142 74 10
125 110 12
176 123 14
100 75 11
100 100 100
4 2 12
25 19 19
22 28 22
31 32 27
18 19 20
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
22 104 263 394 186
4 15 5 3 .
3 26 56 92 38
4 19 74 92 50
5 27 88 131 55
6 17 39 77 42
100 100 100 100 100
18 14 2 1 .
13 25 21 23 20
19 18 28 23 27
25 26 33 33 30
25 17 15 20 23
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
3 299 15 7 69 14 51 218 136 15 58 28 38
. 3 . . 2 1 1 8 7 . . 3 .
. 72 2 2 12 3 16 40 37 2 13 6 2
. 59 4 2 18 4 13 64 35 4 17 5 9
. 100 4 2 21 4 13 72 40 6 16 8 15
. 65 3 1 15 3 7 35 17 3 11 6 12
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
. 1 . . 3 9 3 3 5 . . 12 .
. 24 17 23 17 20 32 18 27 12 22 21 6
. 20 27 28 26 26 25 29 26 24 29 19 24
. 34 30 30 31 26 26 33 29 40 28 28 39
. 22 19 18 22 19 14 16 12 21 20 20 32
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
825 170 2 8
4 27 . 2
142 82 . 2
212 33 . 1
291 21 . 1
177 7 . .
100 100 100 100
0 16 . 29
17 48 . 30
26 20 . 16
35 12 . 16
21 4 . .
139
17
30
33
35
23
100
13
22
24
25
16
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
330
15
109
78
84
44
100
5
33
24
25
13
482 54
1 .
86 .
125 10
170 24
100 19
100 100
0
18 .
26 19
35 45
21 35
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
2 999 4
. 32 .
. 225 .
. 245 .
. 312 .
. 185 .
100 100 100
. 3 .
. 22 .
. 25 .
. 31 .
. 18 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
. 17 9 3
24 127 20 17 . 34 3 2
39 107 14 16 . 62 4 4
44 159 16 19 1 67 4 3
21 104 4 7 . 42 3 3
100 100 100 100 100 100 100 100
. 3 14 5 . 1 . .
18 25 31 27 . 16 22 14
30 21 22 26 . 30 30 33
34 31 25 31 43 32 26 30
16 20 7 11 . 20 22 23
66
129 513 63 63 3 209 14 11
3 . .
Tabel O2 Banen van werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15–23 jaar
23–35 jaar
35–45 jaar
45–55 jaar
55–65 jaar
x 1 000
Totaal
15–23 jaar
23–35 jaar
35–45 jaar
45–55 jaar
55–65 jaar
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 3 14 24 68 194 700
. . . . . . 1 5 26
. . . . 4 6 13 41 162
. . . . 4 6 16 44 177
. . . 1 4 8 23 64 213
. . . . 3 4 14 41 123
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . . . . 2 3 4
. . . . 26 23 20 21 23
. . . . 24 23 24 23 25
. . . 33 28 33 34 33 30
. . . . 18 17 21 21 18
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
92 185 488 174
3 5 11 5
19 40 107 39
22 46 127 40
29 59 153 58
18 34 91 33
100 100 100 100
3 3 2 3
21 22 22 22
24 25 26 23
32 32 31 33
20 19 19 19
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
67
Tabel O3 O1 Banen van werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autoch tonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autoch tonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
%
Totaal
1 005
860
85
60
100
86
8
6
Geslacht Mannen Vrouwen
494 511
429 431
40 45
25 34
100 100
87 84
8 9
5 7
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
34 226 247 313 185
30 189 203 276 163
2 17 23 26 17
2 20 20 12 5
100 100 100 100 100
88 84 82 88 88
5 8 9 8 9
7 9 8 4 3
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
860 72 73
860 . .
. 29 56
. 43 17
100 100 100
100 . .
. 41 77
. 59 23
Opleidingsniveau 1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
14 81 318 384 207
10 67 268 344 170
. 6 26 24 28
3 7 24 15 9
100 100 100 100 100
72 83 84 90 82
. 8 8 6 13
21 9 8 4 5
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
141 234 96 125 99 37 90 27 116 39
115 213 81 104 86 32 79 26 99 25
13 14 10 9 7 4 8 . 10 9
13 7 5 12 5 2 3 . 7 5
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
82 91 84 83 88 84 88 96 85 63
9 6 10 7 7 11 9 . 9 24
9 3 5 9 5 5 4 . 6 13
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
564 388 53
478 336 46
49 31 5
37 21 2
100 100 100
85 87 86
9 8 9
6 5 5
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
22 104 263 394 186
17 87 219 352 157
. 8 24 26 22
3 9 20 16 7
100 100 100 100 100
78 84 83 89 84
. 7 9 7 12
16 9 8 4 4
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
3 299 15 7 69 14 51 218 136 15 58 28 38
2 266 13 6 59 11 42 180 118 12 49 23 35
. 22 . . 5 . 5 19 11 2 5 2 3
. 11 . . 4 2 3 19 7 . 3 3 .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
82 89 92 88 86 76 83 83 87 80 85 83 91
. 8 . . 7 . 10 9 8 14 9 8 8
. 4 . . 6 15 6 9 5 . 6 9 .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
825 170 2 8
714 138 1 7
66 19 . .
45 14 . .
100 100 100 100
87 81 75 85
8 11 . .
5 8 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
139
119
12
8
100
86
8
6
330 482 54
275 418 48
28 40 5
27 24 .
100 100 100
83 87 88
8 8 10
8 5 .
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
2 999 4
1 856 3
. 84 .
. 59 .
100 100 100
82 86 62
. 8 .
. 6 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
104 444 54 56 3 177 12 10
13 44 6 4 . 16 1 .
11 25 3 3 . 16 . .
100 100 100 100 100 100 100 100
81 87 85 89 93 85 87 89
10 9 9 7 . 8 8 .
9 5 5 4 . 8 . .
68
129 513 63 63 3 209 14 11
Tabel O3 Banen van werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autoch tonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autoch tonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
. . . 93 91 90 91 91 83
. . . . . 6 7 6 9
. . 2 3 7
91 90 82 88
6 7 9 8
2 3 8 4
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 3 14 24 68 194 700
. . . 3 13 21 62 176 584
. . . . . 1 4 13 66
. . 1 6 51
. . . 100 100 100 100 100 100
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
92 185 488 174
84 166 402 154
6 13 46 14
2 6 40 6
100 100 100 100
. . .
. . .
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
69
Tabel O4 Banen van werknemers bij de overheid naar handicap of chronische ziekte, september 2008 Totaal
Handicap
Geen Handicap
% Totaal
100
17
83
Geslacht Mannen Vrouwen
100 100
17 17
83 83
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
100 100 100 100 100
11 10 15 19 26
89 90 85 81 74
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
100 100 100
17 17 20
83 83 80
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
100 100 100
17 19 18
83 81 82
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
100 100 100 100 100
26 21 18 17 14
74 79 82 83 86
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
17 17 16 17 15 14 17 16 19 19
83 83 84 83 85 86 83 84 81 81
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
100 100 100
15 19 19
85 81 81
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
100 100 100 100 100
25 19 18 17 13
75 81 82 83 87
Beroepsrichting Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
. 17 17 . 21 24 16 18 14 22 15 18 11
74 83 83 89 79 76 84 82 86 78 85 82 89
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
100 100 100 100
18 12 . .
82 88 . 85
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
100 100 100 100
20 18 15 12
80 82 85 88
CAO CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
100 100 100
. 17 .
85 83 86
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
100 100 100 100 100 100 100 100
17 17 12 15 . 18 18 17
83 83 88 85 80 82 82 83
70
Tabel O4 Banen van werknemers bij de overheid naar handicap of chronische ziekte, september 2008 (slot) Totaal
Handicap
Geen Handicap
% Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . . 15 17 15 17 17
. . . 83 85 83 85 83 83
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
100 100 100 100
17 17 17 17
83 83 83 83
71
Tabel O5 Banen van werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
x 1 000
Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
%
Totaal
1 005
564
388
53
100
56
39
5
Geslacht Mannen Vrouwen
494 511
392 172
84 304
18 35
100 100
79 34
17 59
4 7
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
34 226 247 313 185
21 142 125 176 100
6 74 110 123 75
6 10 12 14 11
100 100 100 100 100
63 63 51 56 54
19 33 44 39 40
18 4 5 5 6
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
860 85 60
478 49 37
336 31 21
46 5 2
100 100 100
56 58 61
39 36 35
5 6 4
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
860 72 73
478 44 42
336 24 27
46 4 4
100 100 100
56 62 57
39 34 37
5 5 5
Opleidingsniveau 1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
14 81 318 384 207
9 49 195 195 115
3 26 106 170 81
1 6 17 18 11
100 100 100 100 100
69 60 61 51 56
23 32 33 44 39
9 7 5 5 5
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
141 234 96 125 99 37 90 27 116 39
80 102 42 75 75 24 73 20 50 25
50 119 47 46 22 12 14 7 57 12
11 13 7 4 2 1 3 . 9 2
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
56 44 44 60 76 64 81 72 43 64
36 51 49 37 23 33 16 26 49 31
8 6 7 3 2 3 4 . 8 5
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
22 104 263 394 186
11 64 166 196 109
6 33 86 180 69
4 7 10 18 8
100 100 100 100 100
52 61 63 50 59
28 32 33 46 37
21 7 4 4 4
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
3 299 15 7 69 14 51 218 136 15 58 28 38
1 125 10 5 52 11 23 114 114 5 32 11 30
1 158 4 2 12 2 24 94 22 8 24 11 8
. 16 . . 4 . 4 10 1 2 2 5 .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
44 42 66 71 76 78 46 52 83 35 55 40 78
47 53 29 27 18 13 47 43 16 52 41 40 21
. 5 . . 6 . 7 4 1 13 4 20 .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
825 170 2 8
466 96 . 2
332 54 . 1
27 20 . 5
100 100 100 100
56 57 . 22
40 32 . 18
3 12 . 60
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
139
17
72
50
100
12
52
36
330 482 54
132 366 50
196 116 4
2 . .
100 100 100
40 76 93
59 24 7
1 . .
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
2 999 4
. 561 2
. 386 1
. 52 .
100 100 100
. 56 48
. 39 29
. 5 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
93 218 58 50 2 126 8 9
36 253 3 12 . 75 6 2
. 42 2 . . 7 . .
100 100 100 100 100 100 100 100
72 42 92 80 69 61 60 76
28 49 5 19 . 36 40 22
. 8 3 . . 3 . .
72
129 513 63 63 3 209 14 11
Tabel O5 Banen van werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
x 1 000
Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 3 14 24 68 194 700
. . . 1 5 11 32 90 424
. . . 1 7 11 32 89 246
. . . . 2 2 4 14 30
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . 41 38 45 47 47 61
. . . 43 47 47 47 46 35
. . . . 15 8 6 7 4
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
92 185 488 174
49 100 278 102
38 74 189 65
5 10 21 7
100 100 100 100
54 54 57 59
41 40 39 37
5 5 4 4
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
73
Tabel O6 Banen van werknemers bij de overheid naar contractvorm, september 2008 Totaal
Regulier contract, onbepaalde tijd
Regulier contract, bepaalde tijd
Flexcontract, onbepaalde tijd
Flexcontract, bepaalde tijd
x 1 000
Totaal
Regulier contract, onbepaalde tijd
Regulier contract, bepaalde tijd
Flexcontract, onbepaalde tijd
Flexcontract, bepaalde tijd
%
Totaal
1 005
825
170
2
8
100
82
17
0
1
Geslacht Mannen Vrouwen
494 511
412 413
80 91
. 1
1 6
100 100
83 81
16 18
. 0
0 1
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
34 226 247 313 185
4 142 212 291 177
27 82 33 21 7
. . . . .
2 2 1 1 .
100 100 100 100 100
12 63 86 93 95
80 36 13 7 4
. . . . .
7 1 1 0 .
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
860 85 60
714 66 45
138 19 14
1 . .
7 . .
100 100 100
83 77 75
16 22 23
0 . .
1 . .
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
860 72 73
714 55 56
138 16 17
1 . .
7 . .
100 100 100
83 77 76
16 22 23
0 . .
1 . .
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
14 81 318 384 207
12 59 254 338 163
2 21 61 42 44
. . . . .
. . 3 4 .
100 100 100 100 100
85 73 80 88 79
15 26 19 11 21
. . . . .
. . 1 1 .
141 234
96 209
42 22
. .
2 3
100 100
68 89
30 9
. .
2 1
96
77
18
.
.
100
80
19
.
.
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
125
106
18
.
.
100
85
15
.
.
99 37 90 27
88 30 75 24
11 7 14 3
. . . .
. . . .
100 100 100 100
89 81 84 88
11 18 16 11
. . . .
. . . .
116 39
90 29
25 9
. .
. .
100 100
77 75
21 24
. .
. .
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
564 388 53
466 332 27
96 54 20
. . .
2 1 5
100 100 100
83 86 51
17 14 37
. . .
0 0 9
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
22 104 263 394 186
16 69 227 348 150
6 34 33 43 36
. . . . .
. 2 1 2 .
100 100 100 100 100
72 66 87 88 81
26 32 13 11 19
. . . . .
. 2 1 1 .
3
2
.
.
.
100
67
.
.
.
299 15 7 69 14 51 218
264 12 5 59 10 36 183
33 2 1 10 4 14 33
. . . . . . .
2 . . . . . 2
100 100 100 100 100 100 100
88 85 79 85 71 71 84
11 14 20 14 29 27 15
. . . . . . .
1 . . . . . 1
136 15 58 28 38
112 12 49 19 35
24 2 9 8 3
. . . . .
. . . . .
100 100 100 100 100
82 82 84 70 91
18 16 16 27 9
. . . . .
. . . . .
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer) Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
74
139
84
46
2
8
100
61
33
1
5
330
256
74
.
.
100
78
22
.
.
482
434
48
.
.
100
90
10
.
.
54
51
3
.
.
100
95
5
.
.
115 408 38 54 3 186 11 10
14 96 25 8 . 22 4 .
. 1 . . . . . .
. 8 . . . . . .
100 100 100 100 100 100 100 100
89 80 60 87 91 89 75 91
11 19 40 13 . 11 25 .
0 . . . . . .
2 . . . . . .
129 513 63 63 3 209 14 11
Tabel O6 Banen van werknemers bij de overheid naar contractvorm, september 2008 (slot) Totaal
Regulier contract, onbepaalde tijd
Regulier contract, bepaalde tijd
Flexcontract, onbepaalde tijd
Flexcontract, bepaalde tijd
x 1 000
Totaal
Regulier contract, onbepaalde tijd
Regulier contract, bepaalde tijd
Flexcontract, onbepaalde tijd
Flexcontract, bepaalde tijd
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 3 14 24 68 194 700
. . . 2 12 20 59 166 565
. . . . 2 4 8 26 130
. . . . . . . . .
. . . . . . . 2 4
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . 75 84 83 87 86 81
. . . . 13 15 12 13 19
. . . . . . . . .
. . . . . . . 1 1
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
92 185 488 174
76 156 413 149
15 27 73 24
. . . .
. 1 2 1
100 100 100 100
83 85 84 85
16 14 15 14
. . . .
. 1 0 1
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
75
Tabel O7a Banen van mannelijke werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
Totaal
494
16
87
110
164
117
100
3
18
22
33
24
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
429 40 25
14 . .
74 6 7
91 10 9
146 13 5
104 10 3
100 100 100
3 . .
17 16 29
21 25 35
34 31 21
24 24 12
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
429 31 34
14 . 1
74 5 9
91 11 8
146 9 9
104 6 7
100 100 100
3 . 4
17 16 26
21 34 24
34 28 27
24 19 20
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
8 45 167 160 113
. 7 8 . .
. 9 35 25 18
. 9 40 32 28
3 12 55 58 36
3 9 29 45 31
100 100 100 100 100
. 15 5 . .
. 20 21 16 16
. 19 24 20 25
33 26 33 36 32
34 20 17 28 27
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
66 77 39 63 67 26 82 22 31 21
10 .
12 11 9 16 15 6 21 7 7 6
18 28 13 22 25 9 24 7 10 6
10 27 11 13 14 6 20 4 7 4
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
15 .
. 1 . 2 . . .
15 12 6 10 12 5 15 4 6 4
. 2 . 3 . . .
23 15 15 15 17 20 18 17 20 17
18 14 22 26 23 22 25 32 23 29
28 36 34 36 38 33 30 32 34 30
16 34 29 21 21 23 24 18 23 21
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
392 84 18
12 1 2
73 12 3
90 17 4
135 24 4
82 30 4
100 100 100
3 2 13
19 14 17
23 20 21
35 28 24
21 36 24
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12 57 137 164 107
2 7 2 . .
2 15 27 25 15
3 11 35 35 24
3 14 49 59 36
2 10 24 45 32
100 100 100 100 100
21 12 2 . .
14 26 19 15 14
22 19 25 21 23
22 25 36 36 33
20 18 18 27 30
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
1 107 12 5 58 12 14 88 98 7 28 8 28
. . . . 2 . . 2 5 . . . .
. 17 2 . 10 2 4 12 25 . 4 1 1
. 17 3 1 14 3 3 24 22 2 7 2 6
. 37 3 2 19 3 4 31 32 3 9 2 11
. 35 3 1 14 2 3 18 14 2 8 1 10
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
. . . . 3 . . 2 5 . . . .
. 15 16 . 17 18 26 14 25 . 15 19 4
. 16 28 21 24 26 23 28 22 25 24 23 20
. 35 29 34 32 27 30 35 33 41 32 29 40
. 33 23 22 23 20 20 21 14 23 29 18 36
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
412 80 . 1
1 14 . .
50 37 . .
95 15 . .
154 9 . .
112 4 . .
100 100 . 100
0 18 . .
12 47 . .
23 19 .
37 11 . .
27 6 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
36
8
7
7
7
7
100
21
20
19
20
20
105 307 45
7 . .
38 42 .
20 76 8
22 114 20
18 75 17
100 100 100
7 . .
36 14 .
19 25 17
21 37 45
17 24 37
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 492 2
. 15 .
. 87 .
110 .
. 164 .
. 116 .
. 100 100
. 3 .
. 18 .
22 .
. 33 .
. 24 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
76 188 55 40 1 117 8 8
. 4 8 2
20 33 12 9 . 32 2 2
29 61 15 15 . 39 2 3
16 56 4 6 . 30 2 2
100 100 100 100 100 100 100 100
. 2 14 4
2 . .
10 34 16 9 . 16 1 .
.
13 18 30 23 . 13 15 .
26 17 22 22 . 27 25 29
39 32 27 36 . 33 29 32
21 30 7 14 . 25 31 28
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 1 5 9 28 78 373
. . . . . . . 1 14
. . . . . 2 4 11 70
. . . . . 2 6 16 85
. . . 2 3 9 27 123
. . . . 1 2 9 23 81
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . . . . . 2 4
. . . . . 19 14 14 19
. . . . . 18 22 20 23
. . . . 35 34 31 35 33
. . . . 22 27 32 30 22
76
1
Tabel O7a Banen van mannelijke werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000 Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
1)
45 89 239 89
1 3 5 2
7 15 41 16
10 19 57 18
15 31 79 32
12 21 57 21
100 100 100 100
3 3 2 3
16 17 17 18
23 22 24 20
33 34 33 36
26 24 24 24
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
77
Tabel O7b Banen van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
Totaal
511
18
138
137
149
69
100
3
27
27
29
13
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
431 45 34
16 . 2
115 11 12
112 13 11
130 13 7
59 8 2
100 100 100
4 . 5
27 24 36
26 29 33
30 29 19
14 17 7
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
431 41 38
16 . 1
115 10 13
112 14 11
130 11 8
59 6 4
100 100 100
4 . 3
27 23 35
26 34 28
30 27 22
14 13 12
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
5 36 151 224 94
. 4 11 1 .
. 3 37 69 28
. 7 43 54 32
2 13 43 68 23
2 8 17 31 11
100 100 100 100 100
. 12 7 1 .
. 10 25 31 30
. 19 29 24 34
42 36 28 31 24
38 22 11 14 12
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
75 157 57 62 31 12 8 5 85 18
12 2 . . . . . . 2 .
15 45 16 15 8 3 2 1 25 6
15 31 17 24 12 4 4 2 22 6
24 53 16 16 8 3 2 1 23 4
10 26 7 7 2 2 . . 12 2
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
15 1 . . . . . . 3 .
20 29 28 24 27 28 29 27 30 33
20 20 30 38 38 30 44 47 26 35
31 34 29 25 27 27 18 20 27 21
13 17 13 11 7 15 . . 14 9
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
172 304 35
9 5 4
69 62 7
36 93 8
40 99 10
18 44 6
100 100 100
5 2 11
40 20 20
21 31 23
23 33 29
10 15 18
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
10 47 125 230 79
1 8 3 2 .
1 11 29 67 23
2 8 39 57 26
3 13 39 72 20
3 7 15 32 10
100 100 100 100 100
14 17 2 1 .
12 24 23 29 29
15 17 31 25 33
28 28 31 31 25
32 15 12 14 13
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
1 192 3 2 10 2 36 130 39 8 30 20 10
. 2 . . . . 1 5 2 . . 2 .
. 55 . . 2 . 12 28 13 . 9 5 .
. 42 . . 4 . 9 40 14 2 10 3 4
. 63 . . 2 . 9 41 8 3 7 6 4
. 30 . . 2 . 4 16 3 1 3 4 2
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
. 1 . . . . 3 4 4 . . 12 .
. 29 . . 22 . 34 21 33 . 29 22 .
. 22 . . 37 . 26 30 35 24 35 17 34
. 33 . . 22 . 24 31 21 39 25 28 37
. 16 . . 16 . 12 13 7 19 11 21 20
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
413 91 1 6
3 13 . 2
92 44 . 2
117 18 . 1
136 12 . 1
65 3 . .
100 100 100 100
1 14 . 27
22 49 . 29
28 20 . 20
33 13 . 15
16 3 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
103
10
23
27
28
16
100
10
22
26
27
15
225 175 8
8 . .
71 45 .
59 49 3
62 56 4
26 25 2
100 100 100
3 . .
32 25 .
26 28 32
28 32 42
11 15 23
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 508 2
. 17 .
. 138 .
. 136 .
. 149 .
. 69 .
. 100 100
. 3 .
. 27 .
. 27 .
. 29 .
. 13 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
53 325 9 22 2 91 6 3
. 12 1 2 . 1 . .
14 93 4 7 . 18 2 .
19 74 2 7 . 30 2 1
14 98 1 5 . 29 1 .
5 48 . 1 . 13 . .
100 100 100 100 100 100 100 100
. 4 16 8 . 2 . .
26 29 40 33 . 20 31 .
37 23 24 32 . 33 35 42
27 30 14 22 . 31 22 .
9 15 . 6 . 14 . .
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 2 9 15 40 116 328
. . . . . . . 4 11
. . . . 3 4 9 30 92
. . . . 2 4 10 28 92
. . . . 2 5 14 36 91
. . . . 1 2 5 18 42
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . . . . . 3 3
. . . . 29 26 24 26 28
. . . . 26 26 25 24 28
. . . . 24 32 36 31 28
. . . . 15 11 13 15 13
78
Tabel O7b Banen van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000 Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
1)
47 95 249 85
1 2 6 3
12 25 66 22
12 27 69 22
15 28 74 26
7 13 34 12
100 100 100 100
3 3 2 3
26 26 27 26
25 28 28 26
31 29 30 31
14 14 14 14
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
79
Tabel O8a Banen van mannelijke werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autochtonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
%
Totaal
494
429
40
25
100
87
8
5
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
16 87 110 164 117
14 74 91 146 104
. 6 10 13 10
. 7 9 5 3
100 100 100 100 100
87 84 83 89 89
. 7 9 8 8
. 9 8 3 3
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
429 31 34
429
12 28
19 6
100 100 100
100
38 82
62 18
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
8 45 167 160 113
6 37 145 145 95
. 3 13 10 13
. 4 9 5 5
100 100 100 100 100
74 84 87 90 84
. 8 8 6 12
. 9 6 3 4
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
66 77 39 63 67 26 82 22 31 21
53 70 34 55 60 22 72 21 25 15
6 4 3 4 5 2 7 . 4 4
6 2 2 4 2 . 3 . 2 3
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
81 91 87 87 89 86 88 96 82 69
9 6 8 7 7 9 8 . 13 18
10 3 5 6 3 . 4 . 6 13
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
392 84 18
340 74 15
31 7 2
21 4 .
100 100 100
87 88 85
8 8 11
5 4 .
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12 57 137 164 107
9 48 118 148 92
. 4 11 11 12
2 5 7 6 3
100 100 100 100 100
76 84 86 90 86
. 7 8 6 11
19 9 5 3 3
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
1 107 12 5 58 12 14 88 98 7 28 8 28
. 95 11 4 51 9 11 76 86 6 24 6 26
. 8 . . 4 . 2 6 8 . 2 . 2
. 4 . . 4 2 . 5 4 . . . .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
. 89 91 88 87 74 77 87 88 81 87 84 92
. 7 . . 6 . 15 7 8 . 9 . 7
. 4 . . 6 18 . 6 4 . . . .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
412 80 . 1
363 64 . 1
31 9 . .
18 7 . .
100 100 . 100
88 80 . 85
8 11 . .
4 9 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
36
30
3
2
100
85
10
6
105 307 45
86 272 41
9 23 4
11 12 .
100 100 100
81 89 89
9 8 10
10 4 .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 492 2
. 427 1
40 .
. 25
. 100 100
. 87 74
8 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
76 188 55 40 1 117 8 8
65 163 47 36 1 102 7 8
7 16 5 3 . 8 . .
4 9 3 2 . 8 . .
100 100 100 100 100 100 100 100
85 87 86 88 93 87 90 93
9 9 9 8 . 7 . .
80
. 5
6 5 5 4 . 7 . .
Tabel O8a Banen van mannelijke werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autochtonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 1 5 9 28 78 373
. . . . 4 8 26 71 318
. . . . . . 1 4 33
. . . . . . . 3 21
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . . 89 88 92 91 85
. . . . . . 5 6 9
. . . . . . . 3 6
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
45 89 239 89
41 81 202 79
3 6 22 7
. 3 16 3
100 100 100 100
91 90 84 89
6 7 9 8
. 3 7 4
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
81
Tabel O8b Banen van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autochtonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
%
Totaal
494
429
40
25
100
87
8
5
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
16 87 110 164 117
14 74 91 146 104
. 6 10 13 10
1 7 9 5 3
100 100 100 100 100
87 84 83 89 89
. 7 9 8 8
5 9 8 3 3
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
429 31 34
429
12 28
19 6
100 100 100
100
38 82
62 18
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
8 45 167 160 113
6 37 145 145 95
. 3 13 10 13
. 4 9 5 5
100 100 100 100 100
74 84 87 90 84
. 8 8 6 12
. 9 6 3 4
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
66 77 39 63 67 26 82 22 31 21
53 70 34 55 60 22 72 21 25 15
6 4 3 4 5 2 . . 4 4
6 2 2 4 2 . . . 2 3
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
81 91 87 87 89 86 88 96 82 69
9 6 8 7 7 9 . . 13 18
10 3 5 6 3 . . . 6 13
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
392 84 18
340 74 15
31 7 2
21 4 1
100 100 100
87 88 85
8 8 11
5 4 4
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12 57 137 164 107
9 48 118 148 92
. 4 11 11 12
. 5 7 6 3
100 100 100 100 100
76 84 86 90 86
. 7 8 6 11
. 9 5 3 3
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
1 107 12 5 58 12 14 88 98 7 28 8 28
1 95 11 4 51 9 11 76 86 6 24 6 26
. 8 . . 4 . 2 6 8 . 2 1 .
4 . . . . 1 5 4 . 1 1 .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
71 89 91 88 87 74 77 87 88 81 87 84 92
. 7 . . 6 . 15 7 8 . 9 8 .
. 4 . . . . 8 6 4 . 4 8 .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
412 80 0 1
363 64 . 1
31 9 . .
18 7 . .
100 100 100 100
88 80 . 85
8 11 . .
4 9 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
36
30
3
2
100
85
10
6
105 307 45
86 272 41
9 23 .
11 12 .
100 100 100
81 89 89
9 8 .
10 4 .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 492 2
. 427 1
. 40 .
25 .
. 100 100
. 87 74
. 8 .
5 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
76 188 55 40 1 117 8 8
65 163 47 36 1 102 7 8
7 16 . 3 . 8 . .
4 9 . . . 8 . .
100 100 100 100 100 100 100 100
85 87 86 88 93 87 90 93
9 9 . 8 . 7 . .
6 5 . . . 7 . .
82
Tabel O8b Banen van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autochtonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 1 5 9 28 78 373
. . . 1 4 8 26 71 318
. . . . . . 1 4 33
. . . . . . . 3 21
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . 90 89 88 92 91 85
. . . . . . 5 6 9
. . . . . . . 3 6
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
45 89 239 89
41 81 202 79
3 6 22 7
. 3 16 3
100 100 100 100
91 90 84 89
6 7 9 8
. 3 7 4
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
83
Tabel O9a Banen van mannelijke werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Totaal
494
392
84
18
100
79
17
4
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
16 87 110 164 117
12 73 90 135 82
1 12 17 24 30
2 3 4 4 4
100 100 100 100 100
76 83 81 83 70
9 13 15 15 26
15 4 3 3 4
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
429 40 25
340 31 21
74 7 4
15 2 .
100 100 100
79 78 83
17 17 14
4 5 .
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
429 31 34
340 26 27
74 4 6
15 . 2
100 100 100
79 83 77
17 14 18
4 . 5
Opleidingsniveau 1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
8 45 167 160 113
7 39 144 121 80
. 4 17 33 29
. 2 6 5 5
100 100 100 100 100
89 88 86 76 70
. 9 10 21 25
. 3 4 3 4
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
66 77 39 63 67 26 82 22 31 21
54 54 24 53 61 19 69 18 23 18
8 20 12 8 6 6 10 4 7 3
4 3 3 1 . . 3 . 2 .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
82 70 62 84 90 75 85 80 73 82
13 26 31 14 8 23 12 18 21 14
6 4 6 2 . . 3 . 6 .
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12 57 137 164 107
10 48 122 124 78
1 7 12 35 26
. 2 4 6 4
100 100 100 100 100
82 84 89 75 73
12 12 8 21 24
. 4 3 3 4
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
1 107 12 5 58 12 14 88 98 7 28 8 28
. 69 9 4 48 10 11 72 92 4 21 6 25
. 33 2 . 7 1 3 13 5 2 6 . 3
. 4 . . 3 . . 3 . 1 . . .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
. 65 76 83 83 81 73 82 94 54 77 83 88
. 31 20 . 12 10 20 15 6 26 21 . 11
. 4 . . 5 . . 3 . 20 . . .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
412 80 . 1
335 57 .
69 14 . .
8 9 . .
100 100 . 100
81 71 . .
17 18 . .
2 11 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
36
10
9
17
100
27
26
47
105 307 45
75 264 43
29 43 2
. . .
100 100 100
71 86 95
28 14 5
. . .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 492 2
. 390 .
. 84 .
. 17 .
. 100 100
. 79 .
. 17 .
. 4 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
76 188 55 40 1 117 8 8
69 122 51 38 1 98 6 7
7 54 1 2 . 16 2 .
. 12 2 . . 3 . .
100 100 100 100 100 100 100 100
90 65 94 93 88 84 73 89
9 29 2 6 . 14 27 .
. 7 4 .
84
2 . .
Tabel O9a Banen van mannelijke werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 1 5 9 28 78 373
. . . . 3 7 21 58 303
. . . . 1 2 7 17 57
. . . . . . . 3 13
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . . 60 76 74 74 81
. . . . 28 20 24 22 15
. . . . . . . 4 3
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
45 89 239 89
36 71 189 74
8 15 42 13
1 3 9 2
100 100 100 100
79 80 79 83
18 17 17 15
3 3 4 2
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
85
Tabel O9b Banen van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Totaal
511
172
304
35
100
34
59
7
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
18 138 137 149 69
9 69 36 40 18
5 62 93 99 44
4 7 8 10 6
100 100 100 100 100
51 50 26 27 26
28 45 68 66 65
21 5 6 7 9
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
431 45 34
139 18 16
262 24 17
30 3 2
100 100 100
32 40 46
61 53 49
7 7 5
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
431 41 38
139 19 15
262 20 21
30 2 2
100 100 100
32 46 39
61 48 55
7 6 6
Opleidingsniveau 1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
5 36 151 224 94
2 10 52 74 35
2 22 89 137 53
. 4 11 13 6
100 100 100 100 100
35 27 34 33 38
46 61 59 61 56
. 12 7 6 6
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
75 157 57 62 31 12 8 5 85 18
26 48 18 22 14 5 4 2 27 7
42 99 35 37 17 7 4 3 51 9
8 10 4 3 . . . . 7 .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
34 31 31 36 45 40 44 36 32 41
56 63 61 60 53 56 52 57 60 52
10 6 8 4 . . . . 8 .
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
10 47 125 230 79
2 16 44 73 31
5 26 75 145 43
4 5 6 12 4
100 100 100 100 100
17 33 35 32 40
46 56 60 63 55
37 11 5 5 6
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
1 192 3 2 10 2 36 130 39 8 30 20 10
. 56 . . 4 1 13 42 22 1 10 5 5
. 125 2 1 5 . 21 81 16 6 18 10 5
. 12 . . . . 3 7 . . 1 5 .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
. 29 . . 39 61 35 32 57 17 35 24 52
. 65 62 51 51 . 57 62 42 76 60 50 46
. 6 . . . . 7 5 . . 5 26 .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
413 91 1 6
131 39 . 2
262 40 . .
19 11 . 4
100 100 100 100
32 43 . 26
64 44 . .
5 12 . 59
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
103
7
63
34
100
7
61
33
225 175 8
57 102 7
166 73 2
1 .
100 100 100
25 58 79
74 42 21
1 . .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 508 2
. 171 .
. 302 1
. 34 .
. 100 100
. 34 .
. 60 40
. 7 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
53 325 9 22 2 91 6 3
24 96 7 12 . 28 3 .
28 199 2 10 . 59 4 2
. 30 . . . 4 . .
100 100 100 100 100 100 100 100
45 30 80 55 . 31 43 .
54 61 18 44 . 64 56 55
. 9 . . . 5 . .
86
Tabel O9b Banen van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 2 9 15 40 116 328
. . . . 3 4 11 33 121
. . . 1 5 10 25 72 189
. . . . 2 2 3 11 17
. . . 100 100 100 100 100 100
. . . . 27 27 28 28 37
. . . 63 57 62 64 62 58
. . . . 16 11 8 9 5
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
47 95 249 85
14 29 89 28
30 59 147 52
3 7 13 5
100 100 100 100
29 30 36 33
64 62 59 61
7 8 5 6
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
87
Tabel O10 Uurloon van werknemers bij de overheid naar geslacht, september 2008 Totaal
Mannen
Vrouwen
euro Totaal
23,41
25,09
21,33
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
11,74 18,48 23,42 25,53 27,21
11,77 18,46 24,30 27,34 28,89
11,70 18,49 22,49 22,90 23,51
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
23,66 23,79 19,38
25,34 25,88 19,53
21,49 21,54 19,25
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
23,66 21,12 22,77
25,34 22,23 24,48
21,49 20,14 20,94
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
15,31 16,56 19,72 24,04 31,03
15,95 17,06 20,98 26,46 33,52
13,80 15,70 17,84 21,87 27,50
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
18,36 23,24 26,87 23,86 26,12 26,68 22,50 22,37 23,92 22,48
19,43 25,95 29,02 26,66 26,62 28,26 22,58 22,35 30,42 23,67
17,12 21,57 25,11 20,28 24,83 22,78 21,52 22,46 20,93 20,69
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
23,68 22,92 20,54
24,85 26,72 23,20
20,89 21,76 19,25
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
14,84 16,16 20,37 24,12 31,56
15,52 16,51 21,81 26,48 33,73
13,33 15,56 18,33 22,01 28,12
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
15,24 24,35 19,26 26,05 20,41 17,69 26,18 21,68 22,56 20,59 27,24 16,19 35,24
14,81 27,51 19,24 27,33 20,59 17,89 33,69 24,47 23,02 21,61 29,26 18,15 36,33
15,87 22,20 19,38 22,70 19,15 15,96 22,39 19,27 21,25 19,49 25,04 14,88 31,96
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
24,22 18,58 18,10 7,42
26,07 18,76 . 8,33
21,90 18,39 18,07 7,26
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
14,32 17,68 25,13 44,85
11,66 16,22 25,45 44,69
15,24 18,50 24,51 45,81
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
16,08 23,42 21,37
. 25,11 24,48
. 21,33 19,40
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
25,42 23,82 20,66 21,22 44,02 22,37 25,24 24,79
27,13 27,14 21,12 22,39 45,96 23,32 27,08 25,49
22,53 21,43 17,77 18,72 42,02 20,84 22,63 22,37
88
Tabel O10 Uurloon van werknemers bij de overheid naar geslacht, september 2008 (slot) Totaal
Mannen
Vrouwen
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2– 4 werknemers 5– 9 werknemers 10– 19 werknemers 20– 49 werknemers 50– 99 werknemers 100–199 werknemers 200–499 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 21,14 20,99 21,86 21,89 22,11 23,96
. . . 22,79 22,76 23,70 23,54 23,93 25,50
. . . 19,77 19,74 20,44 20,32 20,49 21,79
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
23,08 23,15 24,12 22,82
24,65 24,83 25,96 24,31
21,11 21,06 21,97 20,73
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
89
Tabel O11 Uurloon van werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Totaal
23,41
11,74
18,48
23,42
25,53
27,21
Geslacht Mannen Vrouwen
25,09 21,33
11,77 11,70
18,46 18,49
24,30 22,49
27,34 22,90
28,89 23,51
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
23,66 23,79 19,38
11,87 10,98 10,18
18,61 18,39 17,34
23,79 23,33 20,07
25,74 25,55 20,98
27,31 27,92 22,27
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
23,66 21,12 22,77
11,87 . 10,40
18,61 17,44 18,07
23,79 20,67 23,27
25,74 22,55 25,74
27,31 24,84 28,27
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
15,31 16,56 19,72 24,04 31,03
7,51 11,04 12,12 15,33 .
. 15,07 16,49 18,92 21,68
15,39 17,14 19,75 23,65 30,20
16,54 18,37 21,65 26,15 34,63
15,32 17,74 22,31 27,19 38,00
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
18,36 23,24 26,87 23,86 26,12 26,68 22,50 22,37 23,92 22,48
11,47 13,95 . 11,06 13,34 . 11,28 . 11,59 .
16,07 18,20 20,13 18,93 19,65 18,92 18,38 18,49 18,81 18,62
19,55 22,36 26,46 23,49 26,07 25,87 22,71 21,65 23,64 23,01
20,67 25,20 28,80 25,94 28,59 30,00 23,85 23,89 26,18 24,86
19,93 26,55 31,92 27,58 30,42 31,75 24,99 26,54 30,89 24,62
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
23,68 22,92 20,54
11,71 12,16 11,11
18,33 18,93 17,70
23,74 22,96 20,46
26,54 23,55 21,62
27,89 26,01 24,28
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
14,84 16,16 20,37 24,12 31,56
9,98 12,21 11,56 14,26 .
14,31 15,08 17,14 19,17 21,77
16,02 16,97 20,33 24,01 30,39
16,14 18,08 21,89 26,04 34,75
15,46 16,56 22,57 27,02 37,91
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
15,24 24,35 19,26 26,05 20,41 17,69 26,18 21,68 22,56 20,59 27,24 16,19 35,24
. 14,22 . . 10,52 10,36 12,78 11,07 12,87 . . 10,84 .
. 18,63 17,18 19,59 17,58 16,60 19,72 18,58 17,63 18,50 21,70 14,30 24,30
. 23,50 19,49 25,77 21,44 18,00 26,53 22,23 23,35 21,25 27,11 16,56 31,74
. 26,50 19,82 28,78 21,40 19,11 29,77 22,58 26,49 21,07 29,41 17,95 35,10
. 28,36 21,56 31,06 20,86 18,51 37,28 23,50 26,89 20,62 30,22 17,17 39,72
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
24,22 18,58 18,10 7,42
13,20 11,55 . 8,98
18,94 17,58 . 10,40
23,53 22,81 . 5,21
25,65 23,96 . 5,82
27,32 24,59 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
14,32 17,68 25,13 44,85
7,97 12,87 18,14 .
14,28 16,38 21,15 .
15,86 18,66 24,95 42,23
15,34 18,95 26,15 44,06
14,69 18,99 27,22 47,44
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
16,08 23,42 21,37
. 11,88 .
. 18,48 .
. 23,42 .
. 25,53 .
. 27,20 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
25,42 23,82 20,66 21,22 44,02 22,37 25,24 24,79
. 12,16 12,09 10,99 . 9,78 . .
19,14 18,46 17,59 16,74 . 19,17 21,00 21,03
25,40 23,49 23,30 21,19 . 22,34 25,17 23,37
26,80 25,96 25,89 24,88 47,96 23,31 26,90 26,11
30,08 28,08 23,58 26,08 . 23,92 27,80 27,22
90
Tabel O11 Uurloon van werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2– 4 werknemers 5– 9 werknemers 10– 19 werknemers 20– 49 werknemers 50– 99 werknemers 100–199 werknemers 200–499 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 21,14 20,99 21,86 21,89 22,11 23,96
. . . . . . 11,68 11,63 11,69
. . . . 17,41 18,01 18,04 18,09 18,63
. . . . 21,28 22,08 21,28 21,41 24,12
. . . 22,06 22,83 23,18 23,01 23,72 26,38
. . . . 23,91 25,98 24,73 24,80 28,34
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
23,08 23,15 24,12 22,82
10,83 13,03 12,15 11,28
18,20 18,18 19,00 18,22
22,42 23,10 24,08 22,77
25,30 25,09 26,14 24,71
26,47 26,76 27,99 26,28
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
91
Tabel O12 Uurloon van werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Totaal
23,41
23,66
23,79
19,38
Geslacht Mannen Vrouwen
25,09 21,33
25,34 21,49
25,88 21,54
19,53 19,25
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
11,74 18,48 23,42 25,53 27,21
11,87 18,61 23,79 25,74 27,31
10,98 18,39 23,33 25,55 27,92
10,18 17,34 20,07 20,98 22,27
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
23,66 21,12 22,77
23,66
23,72 23,82
19,44 19,19
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
15,31 16,56 19,72 24,04 31,03
15,84 16,65 19,98 24,16 31,55
. 17,35 18,95 24,07 30,02
14,22 15,07 17,65 21,42 25,00
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
18,36 23,24 26,87 23,86 26,12 26,68 22,50 22,37 23,92 22,48
18,62 23,31 27,11 24,42 26,41 27,42 22,62 22,37 23,78 23,05
18,43 23,71 27,04 23,32 26,61 24,35 22,29 . 27,86 23,07
16,01 20,59 23,22 19,33 20,30 19,97 19,85 . 20,20 18,81
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
23,68 22,92 20,54
23,97 23,11 20,47
24,07 23,16 22,55
19,31 19,60 16,91
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
14,84 16,16 20,37 24,12 31,56
14,94 16,28 20,61 24,21 31,92
. 16,06 19,87 24,56 30,85
14,48 15,16 18,33 21,55 26,05
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
15,24 24,35 19,26 26,05 20,41 17,69 26,18 21,68 22,56 20,59 27,24 16,19 35,24
15,14 24,34 19,27 26,12 20,66 17,99 25,75 22,04 22,83 20,99 27,58 16,38 35,41
. 26,00 . . 20,06 . 32,30 21,85 22,20 18,57 26,14 15,91 34,18
. 21,73 . . 17,42 16,66 21,64 18,25 18,61 . 23,82 15,02 .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
24,22 18,58 18,10 7,42
24,45 18,67 17,61 6,75
24,86 19,24 . .
19,98 17,00 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
14,32 17,68 25,13 44,85
14,37 17,91 25,24 44,61
14,52 17,50 25,29 47,02
13,29 15,76 22,88 .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
16,08 23,42 21,37
16,77 23,67 19,60
. 23,77 .
. 19,42 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
25,42 23,82 20,66 21,22 44,02 22,37 25,24 24,79
26,08 23,95 20,78 21,39 44,09 22,74 25,50 24,91
25,00 24,78 21,52 21,30 . 21,74 26,37 .
19,66 20,01 17,20 17,79 . 18,99 . .
92
Tabel O12 Uurloon van werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2– 4 werknemers 5– 9 werknemers 10– 19 werknemers 20– 49 werknemers 50– 99 werknemers 100–199 werknemers 200–499 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 21,14 20,99 21,86 21,89 22,11 23,96
. . . 21,42 20,94 22,09 21,99 22,23 24,31
. . . . . 21,50 21,31 21,97 24,31
. . . . . . 19,47 18,86 19,45
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
23,08 23,15 24,12 22,82
23,15 23,28 24,53 22,90
22,64 23,48 24,45 23,70
21,69 18,71 19,85 18,80
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
93
Tabel O13 Uurloon van werknemers bij de overheid naar handicap of chronische ziekte, september 2008 Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
euro Totaal
23,41
22,73
23,58
Geslacht Mannen Vrouwen
25,09 21,33
24,07 21,08
25,28 21,45
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
11,74 18,48 23,42 25,53 27,21
11,88 17,89 22,20 23,52 24,78
11,58 18,54 23,63 26,07 28,00
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
23,66 23,79 19,38
23,11 22,37 18,54
23,82 23,96 19,51
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
23,66 21,12 22,77
23,11 19,71 21,77
23,82 21,54 22,76
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
15,31 16,56 19,72 24,04 31,03
14,93 16,55 19,30 24,28 31,02
15,40 16,60 19,81 24,11 31,16
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
18,36 23,24 26,87 23,86 26,12 26,68 22,50 22,37 23,92 22,48
17,92 23,51 26,38 22,98 25,66 26,57 20,94 21,63 22,18 22,70
18,50 23,25 26,79 24,13 26,23 26,98 22,61 22,97 24,55 22,35
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
23,68 22,92 20,54
22,90 22,57 19,54
23,83 23,12 20,76
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
14,84 16,16 20,37 24,12 31,56
15,51 16,15 19,89 24,14 32,10
14,75 16,04 20,49 24,23 31,58
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
15,24 24,35 19,26 26,05 20,41 17,69 26,18 21,68 22,56 20,59 27,24 16,19 35,24
. 25,06 16,44 . 19,01 17,30 25,85 20,63 23,01 19,60 26,97 15,58 33,66
14,01 24,32 20,03 26,70 20,61 18,11 27,31 21,85 22,51 20,54 27,33 16,42 34,97
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
24,22 18,58 18,10 7,42
23,21 18,18 . .
24,48 18,65 . 7,85
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
14,32 17,68 25,13 44,85
14,72 17,82 25,19 44,09
14,19 17,63 25,10 45,14
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
16,08 23,42 21,37
. 22,74 .
15,47 23,60 20,79
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
25,42 23,82 20,66 21,22 44,02 22,37 25,24 24,79
23,90 23,45 21,44 21,02 . 20,88 22,77 23,39
25,72 23,99 20,41 21,14 44,01 22,72 25,98 25,07
94
Tabel O13 Uurloon van werknemers bij de overheid naar handicap of chronische ziekte, september 2008 (slot) Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2– 4 werknemers 5– 9 werknemers 10– 19 werknemers 20– 49 werknemers 50– 99 werknemers 100–199 werknemers 200–499 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 21,14 20,99 21,86 21,89 22,11 23,96
. . . . 17,95 21,13 21,24 21,90 23,18
. . . 21,40 21,49 22,02 21,88 22,15 24,17
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
23,08 23,15 24,12 22,82
22,95 22,68 23,21 21,97
23,14 23,11 24,39 23,03
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
95
Tabel O14 Uurloon van werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
euro Totaal
23,41
23,68
22,92
20,54
Geslacht Mannen Vrouwen
25,09 21,33
24,85 20,89
26,72 21,76
23,20 19,25
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
11,74 18,48 23,42 25,53 27,21
11,71 18,33 23,74 26,54 27,89
12,16 18,93 22,96 23,55 26,01
11,11 17,70 20,46 21,62 24,28
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
23,66 23,79 19,38
23,97 24,07 19,31
23,11 23,16 19,60
20,47 22,55 16,91
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
23,66 21,12 22,77
23,97 21,23 22,93
23,11 20,79 22,50
20,47 21,79 20,27
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
15,31 16,56 19,72 24,04 31,03
15,49 16,73 20,12 24,55 31,80
14,84 16,26 18,77 23,25 29,52
12,40 14,32 14,86 21,60 30,02
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
18,36 23,24 26,87 23,86 26,12 26,68 22,50 22,37 23,92 22,48
18,52 23,41 27,34 24,88 26,13 26,77 22,27 22,21 25,23 22,66
18,20 23,10 26,31 21,52 26,07 26,52 24,44 23,13 22,30 22,08
14,28 20,68 25,55 19,12 26,08 23,54 19,91 . 23,09 18,59
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
14,84 16,16 20,37 24,12 31,56
15,35 16,21 20,87 24,64 32,11
13,71 16,12 19,02 23,33 30,39
13,14 14,43 16,71 22,88 30,41
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
15,24 24,35 19,26 26,05 20,41 17,69 26,18 21,68 22,56 20,59 27,24 16,19 35,24
14,28 24,54 18,93 25,75 20,52 17,99 27,45 22,68 22,30 20,37 27,81 16,91 35,87
16,96 24,15 20,42 27,15 20,05 15,45 24,22 20,02 24,38 20,61 26,30 15,42 32,20
. 23,66 . . 16,38 . 28,80 17,43 26,57 23,75 25,00 13,60 .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
24,22 18,58 18,10 7,42
24,76 17,79 . 5,25
23,20 20,86 . 9,24
21,81 20,06 . 9,57
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
14,32 17,68 25,13 44,85
6,20 15,25 24,29 44,39
15,94 19,98 28,38 51,90
19,20 29,35 . .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
16,08 23,42 21,37
. 23,70 22,08
. 22,93 19,99
. 20,58 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
25,42 23,82 20,66 21,22 44,02 22,37 25,24 24,79
25,85 24,42 20,76 21,39 43,06 22,66 25,70 25,14
23,90 23,18 18,74 20,33 . 21,81 24,40 23,06
. 21,05 14,78 . . 18,06 . .
96
Tabel O14 Uurloon van werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2– 4 werknemers 5– 9 werknemers 10– 19 werknemers 20– 49 werknemers 50– 99 werknemers 100–199 werknemers 200–499 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 21,14 20,99 21,86 21,89 22,11 23,96
. . . 21,82 21,51 22,26 21,97 22,39 24,13
. . . 20,23 20,54 21,67 21,97 21,88 23,54
. . . . 19,11 14,93 16,17 17,70 23,09
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
23,08 23,15 24,12 22,82
23,33 23,51 24,41 23,12
22,71 22,59 23,57 22,18
20,19 19,66 22,40 19,73
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
97
Tabel O15 Uurloon van werknemers bij de overheid naar contractvorm, september 2008 Totaal
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract Flex-contract voor bepaalde tijd voor onbepaalde tijd
Flex-contract voor bepaalde tijd
euro Totaal
23,41
24,22
18,58
18,10
7,42
Geslacht Mannen Vrouwen
25,09 21,33
26,07 21,90
18,76 18,39
. 18,07
8,33 7,26
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
11,74 18,48 23,42 25,53 27,21
13,20 18,94 23,53 25,65 27,32
11,55 17,58 22,81 23,96 24,59
. . . . .
8,98 10,40 5,21 5,82 .
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
23,66 23,79 19,38
24,45 24,86 19,98
18,67 19,24 17,00
17,61 . .
6,75 . .
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
23,66 21,12 22,77
24,45 21,86 23,83
18,67 18,12 18,40
17,61 . .
6,75 . .
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
15,31 16,56 19,72 24,04 31,03
15,90 17,64 20,49 24,38 32,78
11,47 13,39 15,48 20,77 23,62
. . . . .
. . 9,14 5,27 .
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
18,36 23,24 26,87 23,86 26,12 26,68 22,50 22,37 23,92 22,48
19,75 23,57 27,68 24,47 26,86 27,86 23,26 22,80 24,78 23,52
14,17 19,70 22,51 19,41 19,76 20,68 17,62 18,57 20,71 18,48
. . . . . . . . . .
10,20 5,31 . . . . . . . .
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
23,68 22,92 20,54
24,76 23,20 21,81
17,79 20,86 20,06
. . .
5,25 9,24 9,57
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
14,84 16,16 20,37 24,12 31,56
15,87 17,04 20,85 24,44 33,09
11,23 14,17 16,39 21,02 24,25
. . . . .
. 9,62 9,36 4,81 .
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
15,24 24,35 19,26 26,05 20,41 17,69 26,18 21,68 22,56 20,59 27,24 16,19 35,24
16,48 24,64 19,58 27,24 20,93 18,57 28,14 22,15 24,08 20,80 28,03 17,00 35,16
. 21,55 16,59 20,94 16,11 14,51 21,29 18,27 15,66 19,96 22,06 13,30 36,45
. . . . . . . . .
. 4,53 . . . . . 10,22 . . . . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
14,32
15,53
12,09
17,69
6,98
17,68 25,13 44,85
18,23 25,32 44,81
15,70 23,09 45,68
. . .
. . .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
16,08 23,42 21,37
. 24,23 24,52
. 18,65 13,72
. 19,28 .
. 7,41 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
25,42 23,82 20,66 21,22 44,02 22,37 25,24 24,79
26,01 24,53 23,89 22,28 45,79 22,71 25,33 24,89
19,57 20,08 15,14 13,69 . 18,82 24,97 .
. 19,39 . . . . . .
. 7,42 . . . . . .
98
. . .
Tabel O15 Uurloon van werknemers bij de overheid naar contractvorm, september 2008 (slot) Totaal
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract Flex-contract voor bepaalde tijd voor onbepaalde tijd
Flex-contract voor bepaalde tijd
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2– 4 werknemers 5– 9 werknemers 10– 19 werknemers 20– 49 werknemers 50– 99 werknemers 100–199 werknemers 200–499 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 21,14 20,99 21,86 21,89 22,11 23,96
. . . 22,28 21,41 22,23 22,29 22,50 25,00
. . . . 17,50 20,42 18,00 18,78 18,56
. . . . . . . . .
. . . . . . . 4,64 10,05
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
23,08 23,15 24,12 22,82
23,91 23,79 24,76 23,50
18,23 18,71 19,76 17,91
. . . .
. 4,73 10,64 7,88
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
99
Tabel O16a Uurloon van mannelijke werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Totaal
25,09
11,77
18,46
24,30
27,34
28,89
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
25,34 25,88 19,53
11,86 . .
18,64 18,11 16,90
24,69 24,05 20,55
27,51 27,63 21,82
28,89 31,62 20,22
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
25,34 22,23 24,48
11,86 . 10,72
18,64 17,00 17,72
24,69 21,23 23,88
27,51 23,78 27,93
28,89 26,65 30,92
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
15,95 17,06 20,98 26,46 33,52
. 11,47 12,22 . .
. 15,29 16,72 19,78 21,97
. 17,53 20,62 25,14 31,45
17,24 19,64 23,16 28,22 36,35
16,39 18,38 23,78 28,68 39,15
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
19,43 25,95 29,02 26,66 26,62 28,26 22,58 22,35 30,42 23,67
11,51 . . . 13,26 . 11,33 . . .
15,86 18,59 20,41 19,50 19,30 18,97 18,30 18,20 19,43 19,01
20,44 24,09 27,03 26,00 26,02 26,64 22,60 21,12 26,62 23,75
22,91 27,39 30,27 28,53 29,09 31,56 23,96 23,57 33,50 25,53
21,79 28,40 32,94 30,33 30,32 33,19 25,06 26,66 40,78 25,91
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
24,85 26,72 23,20
11,82 11,16 10,81
18,37 19,29 19,12
24,12 25,71 21,80
27,32 27,62 24,17
28,75 29,39 29,74
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
15,52 16,51 21,81 26,48 33,73
9,74 12,61 11,70 . .
14,73 15,15 17,35 20,24 21,78
16,45 17,24 21,40 25,48 31,32
17,21 18,85 23,64 28,06 36,22
16,84 16,72 24,18 28,58 38,98
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
14,81 27,51 19,24 27,33 20,59 17,89 33,69 24,47 23,02 21,61 29,26 18,15 36,33
. . . . 10,68 . . 9,92 13,23 . . . .
. 19,34 16,73 . 17,69 16,94 20,31 19,65 17,42 . 21,65 14,27 24,42
. 25,57 18,83 26,17 21,30 18,13 31,39 24,32 23,27 21,70 28,34 17,86 31,76
. 29,35 19,67 30,30 21,72 19,33 38,43 25,75 26,87 21,90 31,23 19,82 36,09
. 30,27 21,65 31,90 21,15 18,53 49,07 26,54 27,54 22,02 31,32 21,75 40,69
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
26,07 18,76 . 8,33
11,86 11,75 . .
19,23 17,31 . .
24,40 23,39 . .
27,38 26,76 . .
28,94 26,93 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
11,66 16,22 25,45 44,69
7,54 12,59 . .
12,04 15,38 21,29 .
12,97 16,79 24,58 41,73
12,79 17,24 26,35 43,91
13,50 17,94 27,46 47,11
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 25,11 24,48
. 12,01 .
. 18,48 .
24,29 .
. 27,33 .
. 28,88 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
27,13 27,14 21,12 22,39 45,96 23,32 27,08 25,49
. 10,67 12,36 10,93 . 9,36 . .
19,16 18,97 17,65 16,59 . 18,84 21,30 .
26,19 25,79 23,70 21,54 . 22,63 24,99 23,77
28,29 29,10 26,25 25,78 . 24,66 29,01 26,60
31,50 30,77 23,97 27,31 . 24,93 29,83 27,83
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 22,79 22,76 23,70 23,54 23,93 25,50
. . . . . . . 8,46 12,01
. . . . . 17,93 18,14 18,20 18,53
. . . . . 22,64 21,79 21,84 24,99
. . . . 24,20 24,45 24,62 25,50 28,03
. . . . 26,46 27,67 26,17 26,30 29,99
100
Tabel O16a Uurloon van mannelijke werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid 1)
1)
24,65 24,83 25,96 24,31
11,53 13,38 11,84 11,16
18,56 18,12 18,99 18,30
22,92 23,98 24,93 23,85
26,80 26,81 28,25 26,14
28,25 28,63 29,70 27,84
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
101
Tabel O16b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Totaal
21,33
11,70
18,49
22,49
22,90
23,51
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
21,49 21,54 19,25
11,88 . 10,40
18,58 18,58 17,63
22,81 22,69 19,65
23,06 22,98 20,22
23,63 22,00 25,21
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
21,49 20,14 20,94
11,88 . 9,89
18,58 17,70 18,33
22,81 20,19 22,69
23,06 21,42 22,73
23,63 22,41 23,40
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
13,80 15,70 17,84 21,87 27,50
. 10,15 12,01 15,82 .
. 14,39 16,22 18,57 21,47
. 16,48 18,68 22,50 28,85
15,32 16,70 19,00 23,88 31,23
12,77 16,71 18,90 24,48 34,02
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
17,12 21,57 25,11 20,28 24,83 22,78 21,52 22,46 20,93 20,69
11,43 13,83 . . . . . . 11,91 .
16,34 18,08 20,02 18,52 20,20 18,84 18,91 19,40 18,64 18,32
18,64 21,56 26,10 21,22 26,13 24,32 23,42 23,62 22,32 22,07
18,26 23,70 27,32 21,16 26,73 24,68 21,54 26,55 21,90 23,27
17,38 24,21 29,98 20,43 31,17 25,69 . . 23,49 20,19
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
20,89 21,76 19,25
11,53 12,40 11,30
18,29 18,86 17,05
22,75 22,41 19,82
23,78 22,45 20,64
23,90 23,40 20,83
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
13,33 15,56 18,33 22,01 28,12
10,56 11,59 11,41 14,06 .
13,14 14,96 16,91 18,72 21,77
14,61 16,46 19,08 22,85 29,30
13,99 16,89 18,91 23,89 31,57
13,29 16,23 19,07 24,24 34,04
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
15,87 22,20 19,38 22,70 19,15 15,96 22,39 19,27 21,25 19,49 25,04 14,88 31,96
. 14,08 . . . . 12,46 11,74 11,68 . . 11,18 .
. 18,40 . . 17,07 . 19,52 18,04 18,07 . 21,73 14,31 .
. 22,34 . . 22,04 . 24,12 20,59 23,49 20,77 26,20 15,42 31,70
. 24,37 . . 17,95 . 24,34 19,45 24,65 20,02 26,69 16,55 32,08
. 25,60 . . 17,71 . 27,05 19,20 23,16 18,78 26,98 14,15 34,80
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
21,90 18,39 18,07 7,26
13,69 11,21 . 8,33
18,77 17,86 . 10,82
22,60 22,23 . 5,21
23,06 21,32 . 6,18
23,71 20,04 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
15,24 18,50 24,51 45,81
8,44 13,19 . .
14,92 17,01 21,01 .
16,54 19,45 25,59 43,81
15,97 19,71 25,69 45,01
15,26 19,87 26,47 50,55
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 21,33 19,40
. 11,72 .
. 18,49 .
. 22,50 .
. 22,92 .
. 23,51 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
22,53 21,43 17,77 18,72 42,02 20,84 22,63 22,37
. 12,54 10,73 11,03 . 10,30 . .
19,13 18,26 17,30 16,95 . 19,50 20,80 .
24,43 22,16 20,98 20,66 . 21,97 25,35 22,35
23,03 23,44 21,33 21,44 . 20,93 22,96 .
24,75 24,15 . 19,56 . 20,73 . .
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . 19,77 19,74 20,44 20,32 20,49 21,79
. . . . . . 12,72 11,10
. . . 17,39 18,04 17,98 18,05 18,71
. . . 21,14 21,71 20,84 21,06 23,10
. . . 21,42 22,13 21,59 21,94 23,52
. . . 21,25 22,77 21,47 22,13 24,38
102
Tabel O16b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid 1)
1)
21,11 21,06 21,97 20,73
9,78 12,44 12,45 11,44
17,93 18,23 19,01 18,14
21,84 22,23 23,20 21,56
23,31 22,54 23,24 22,32
22,42 22,58 24,44 22,60
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
103
Tabel O17a Uurloon van mannelijke werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro
Totaal
25,09
25,34
25,88
19,53
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
11,77 18,46 24,30 27,34 28,89
11,86 18,64 24,69 27,51 28,89
. 18,11 24,05 27,63 31,62
. 16,90 20,55 21,82 20,22
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
25,34 22,23 24,48
25,34
26,43 25,65
19,69 19,00
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
15,95 17,06 20,98 26,46 33,52
16,43 17,16 21,24 26,59 33,92
. 18,13 20,00 26,77 33,72
. 15,20 18,32 22,20 24,81
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
19,43 25,95 29,02 26,66 26,62 28,26 22,58 22,35 30,42 23,67
19,79 25,99 29,35 27,13 26,82 28,94 22,69 22,32 30,28 24,06
19,65 27,38 30,63 26,30 27,49 25,84 22,47 . 35,62 25,04
15,86 22,13 21,97 20,46 19,52 . 20,02 . 21,05 19,73
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
24,85 26,72 23,20
25,10 27,01 23,28
25,85 26,18 24,49
19,39 20,87 .
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
15,52 16,51 21,81 26,48 33,73
15,73 16,67 22,03 26,58 33,95
. 16,39 21,39 26,93 34,18
14,86 15,06 18,90 23,15 26,26
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
14,81 27,51 19,24 27,33 20,59 17,89 33,69 24,47 23,02 21,61 29,26 18,15 36,33
. 27,49 19,18 27,38 20,80 18,25 33,94 24,69 23,28 22,20 29,62 18,43 36,44
. 29,78 . . 20,58 . 39,94 25,62 23,15 . 27,97 . 35,76
. 23,55 . . 17,74 16,66 . 19,56 17,31 . . . .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
26,07 18,76 . 8,33
26,26 18,84 . 7,86
27,31 19,49 . .
20,29 17,17 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
11,66 16,22 25,45 44,69
11,42 16,39 25,57 44,36
13,42 16,35 25,57 47,66
13,21 14,88 22,67 .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 25,11 24,48
. 25,36 21,35
. 25,83 .
. 19,58
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
27,13 27,14 21,12 22,39 45,96 23,32 27,08 25,49
27,62 27,31 21,22 22,60 45,87 23,68 27,04 25,40
27,19 28,88 22,17 22,01 . 22,89 . .
19,54 20,88 17,15 18,37 . 19,08 . .
104
Tabel O17a Uurloon van mannelijke werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 22,79 22,76 23,70 23,54 23,93 25,50
. . . . 22,54 24,20 23,59 24,08 25,82
. . . . . . 24,22 24,47 26,19
. . . . . . . 18,57 19,62
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
24,65 24,83 25,96 24,31
24,72 25,04 26,33 24,41
24,57 25,28 26,64 26,03
. 18,10 20,34 18,82
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
105
Tabel O17b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro
Totaal
21,33
21,49
21,54
19,25
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
11,70 18,49 22,49 22,90 23,51
11,88 18,58 22,81 23,06 23,63
. 18,58 22,69 22,98 22,00
10,40 17,63 19,65 20,22 25,21
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
21,49 20,14 20,94
21,49
21,49 21,58
19,22 19,32
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
13,80 15,70 17,84 21,87 27,50
14,16 15,75 17,96 21,94 27,92
. 16,16 17,69 21,59 26,26
. 14,90 17,14 20,98 25,20
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
17,12 21,57 25,11 20,28 24,83 22,78 21,52 22,46 20,93 20,69
17,23 21,64 25,15 20,54 25,27 23,27 21,75 22,62 20,92 21,01
17,15 21,64 25,29 20,44 24,59 21,88 . . 21,96 21,54
16,16 19,87 24,16 18,66 21,04 . . . 19,87 17,56
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
20,89 21,76 19,25
21,09 21,88 19,14
20,83 22,31 21,47
19,21 19,36 16,36
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
13,33 15,56 18,33 22,01 28,12
13,24 15,58 18,40 22,05 28,50
. 15,63 18,20 22,58 26,69
. 15,33 17,94 20,59 25,84
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
15,87 22,20 19,38 22,70 19,15 15,96 22,39 19,27 21,25 19,49 25,04 14,88 31,96
15,90 22,15 19,79 22,87 19,57 16,21 22,07 19,47 21,46 19,61 25,22 14,94 32,22
. 23,57 . . 18,50 . 25,53 19,55 19,64 . 24,60 15,29 .
. 20,78 . . . . 22,63 17,70 20,80 . 23,63 14,28 .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
21,90 18,39 18,07 7,26
22,06 18,47 . 6,52
22,22 18,97 . .
19,75 16,78 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
15,24 18,50 24,51 45,81
15,42 18,75 24,59 46,17
14,86 18,13 24,86 .
13,31 16,41 23,11 .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 21,33 19,40
. 21,49 17,58
. 21,53 .
19,29 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
22,53 21,43 17,77 18,72 42,02 20,84 22,63 22,37
23,10 21,50 17,66 18,81 42,27 21,12 23,17 22,91
22,25 21,99 . 19,17 . 20,44 . .
19,74 19,49 . . . 18,88 . .
106
Tabel O17b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 19,77 19,74 20,44 20,32 20,49 21,79
. . . 19,61 19,79 20,51 20,41 20,54 22,06
. . . . . . 19,59 20,33 22,02
. . . . . . . 19,14 19,31
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
21,11 21,06 21,97 20,73
21,16 21,08 22,28 20,77
20,39 21,48 22,16 21,00
. 19,45 19,50 18,76
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
107
Tabel O18a Uurloon van mannelijke werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
euro
Totaal
25,09
24,85
26,72
23,20
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
11,77 18,46 24,30 27,34 28,89
11,82 18,37 24,12 27,32 28,75
11,16 19,29 25,71 27,62 29,39
10,81 19,12 21,80 24,17 29,74
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
25,34 25,88 19,53
25,10 25,85 19,39
27,01 26,18 20,87
23,28 24,49 .
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
25,34 22,23 24,48
25,10 22,19 24,34
27,01 22,58 25,55
23,28 . 22,34
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
15,95 17,06 20,98 26,46 33,52
16,03 17,07 21,05 26,44 33,96
. 17,10 20,55 26,73 31,79
. 15,90 15,41 22,93 33,79
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
19,43 25,95 29,02 26,66 26,62 28,26 22,58 22,35 30,42 23,67
19,42 25,73 29,13 26,62 26,50 27,99 22,32 22,26 30,31 23,59
19,90 26,86 28,75 27,16 28,37 29,45 25,48 23,03 30,52 24,64
14,86 22,38 28,56 23,50 . . 19,58 . 36,29 .
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
15,52 16,51 21,81 26,48 33,73
15,63 16,53 21,82 26,48 33,95
14,62 16,39 21,99 26,50 32,84
. 15,54 17,48 25,67 33,08
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
14,81 27,51 19,24 27,33 20,59 17,89 33,69 24,47 23,02 21,61 29,26 18,15 36,33
. 27,16 18,98 26,86 20,58 18,12 34,00 24,39 22,83 20,83 29,37 18,22 36,43
. 28,50 20,48 . 21,07 16,07 31,58 25,19 26,87 23,68 28,81 . 35,37
. 27,47 . . 16,28 . . 20,85 . 25,07 . . .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
26,07 18,76 . 8,33
25,88 18,06 . .
27,31 23,07 . .
26,47 20,43 . .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
11,66 16,22 25,45 44,69
6,02 15,06 24,83 44,41
15,66 20,40 30,05 51,21
21,22 . .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 25,11 24,48
. 24,87 .
. 26,72 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
27,13 27,14 21,12 22,39 45,96 23,32 27,08 25,49
27,05 27,06 21,17 22,38 45,31 23,21 27,18 25,40
28,16 27,49 20,12 22,70 . 24,46 26,74 .
108
23,20 . . 25,50 15,36 . 16,62 . .
Tabel O18a Uurloon van mannelijke werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 22,79 22,76 23,70 23,54 23,93 25,50
. . . . 23,31 23,88 22,89 23,72 25,23
. . . . 21,28 23,27 26,42 25,09 27,50
. . . . . . . 18,87 24,98
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
24,65 24,83 25,96 24,31
24,14 24,58 25,74 24,10
27,79 26,57 27,31 25,97
24,00 21,17 24,89 25,35
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
109
Tabel O18b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
euro Totaal
21,33
20,89
21,76
19,25
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
11,70 18,49 22,49 22,90 23,51
11,53 18,29 22,75 23,78 23,90
12,40 18,86 22,41 22,45 23,40
11,30 17,05 19,82 20,64 20,83
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
21,49 21,54 19,25
21,09 20,83 19,21
21,88 22,31 19,36
19,14 21,47 16,36
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
21,49 20,14 20,94
21,09 19,88 20,32
21,88 20,45 21,62
19,14 21,23 18,62
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
13,80 15,70 17,84 21,87 27,50
13,16 15,23 17,32 21,36 26,78
14,83 16,10 18,40 22,30 28,20
. 13,87 14,58 21,02 27,32
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
17,12 21,57 25,11 20,28 24,83 22,78 21,52 22,46 20,93 20,69
16,48 20,77 24,79 20,54 24,47 21,83 21,19 21,75 20,76 20,29
17,86 22,20 25,38 20,13 25,23 23,78 21,92 23,29 21,10 21,23
14,06 20,06 24,08 16,59 . . . . 19,93 .
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
13,33 15,56 18,33 22,01 28,12
13,46 15,13 18,16 21,39 27,40
13,37 16,04 18,52 22,47 28,84
13,00 13,88 16,28 21,74 28,29
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
15,87 22,20 19,38 22,70 19,15 15,96 22,39 19,27 21,25 19,49 25,04 14,88 31,96
. 21,22 . . 19,77 16,66 21,69 19,60 20,05 18,88 24,55 14,85 33,27
. 22,84 20,32 24,50 18,60 . 22,98 19,09 23,48 19,69 25,43 15,14 30,15
. 22,40 . . . . 23,77 16,31 . . 24,66 13,55 .
Contractvorm Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd
21,90 18,39 18,07 7,26
21,86 17,38 . 5,08
21,98 19,97 . .
19,99 19,77 . 9,67
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
15,24 18,50 24,51 45,81
6,49 15,51 22,86 44,25
15,98 19,90 27,35 52,79
18,30 27,88 . .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
. 21,33 19,40
. 20,90 .
. 21,77 18,79
. 19,32 .
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
22,53 21,43 17,77 18,72 42,02 20,84 22,63 22,37
22,33 20,94 17,81 18,21 . 20,67 22,40 .
22,73 21,88 17,74 19,72 . 20,99 22,87 21,44
. 19,31 . . . 18,96 . .
110
Tabel O18b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
. . . 19,77 19,74 20,44 20,32 20,49 21,79
. . . . 19,04 19,46 20,16 19,96 21,28
. . . 19,87 20,32 21,32 20,59 21,00 22,26
. . . . 18,34 14,77 16,20 17,40 21,72
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
21,11 21,06 21,97 20,73
21,09 20,68 21,51 20,39
21,20 21,40 22,41 21,09
18,87 19,09 20,87 17,90
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
111
Tabel O19 Schattingsresultaten van de beloningsfunctie bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,080*
0,005
–15,895
Leeftijd 15 tot 18 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
. –0,387* –0,333* –0,103* –0,082* –0,022 referentie 0,097* 0,128* 0,158*
. 0,043 0,032 0,025 0,023 0,020
. –8,933 –10,388 –4,212 –3,599 –1,078
0,007 0,008 0,009
13,835 15,786 17,614
20 52 92 156 185 227 4 804 5 783 7 895 4 741
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,039* –0,009 –0,053* –0,008
0,013 0,008 0,011 0,016
–3,093 –1,060 –4,798 –0,467
21 055 538 1 330 720 312
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,036* referentie
0,006
–6,307
2 984 20 971
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,206* –0,106* referentie 0,154* 0,292*
0,019 0,008
–10,938 –12,592
0,007 0,008
23,483 34,444
292 1 842 7 313 9 565 4 913
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,091* referentie 0,008 0,045* 0,060* 0,005 0,009 –0,016 0,052* 0,003
0,009
10,141
0,008 0,008 0,009 0,011 0,009 0,013 0,007 0,012
1,035 5,819 6,798 0,421 1,053 –1,214 7,055 0,233
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,007 referentie 0,001 0,022* –0,022*
. 0,006
. 1,084
0,006 0,008 0,006
0,105 2,737 –3,683
24 4 445 4 593 7 516 2 101 5 276
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,009 0,008
0,005 0,009
1,919 0,845
12 936 9 768 1 251
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,127* –0,062* referentie 0,121* 0,178*
0,015 0,008
–8,629 –7,988
0,006 0,009
18,624 20,718
Beroepsrichting management Ja Nee
0,123* referentie
0,010
12,122
982 22 973
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,020 –0,048* referentie 0,059* 0,122*
0,012 0,011
–1,655 –4,229
0,008 0,009
7,762 13,520
986 928 2 433 6 306 13 018
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –1,604* . –0,650*
0,035 . 0,020
–46,224 . –32,446
23 641 73 16 225
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,086* referentie
0,006
14,320
20 101 3 854
Leidinggevende functie Ja Nee
0,095* referentie
0,005
20,340
6 010 17 945
112
Aantal waarnemingen 11 669 12 286
3 172 6 062 2 289 2 907 2 328 873 2 094 653 2 741 836
472 2 312 6 038 9 831 4 469
Tabel O19 Schattingsresultaten van de beloningsfunctie bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,004 –0,083* –0,052* 0,282* –0,074* –0,006 0,018
0,007 0,011 0,010 0,034 0,007 0,016 0,019
–0,617 –7,784 –5,462 8,277 –10,589 –0,383 0,975
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,082* referentie
0,005
17,974
16 263 7 692
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,029* –0,023* referentie –0,030*
0,006 0,005
–4,446 –4,533
0,005
–5,976
2 396 4 545 10 851 4 643
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,002*
0,000
–11,005
n.v.t. 1)
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,724 0,560 23 955
2 925 12 707 1 451 1 409 74 4 781 341 267
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
113
Tabel O20a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van mannelijke werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Leeftijd 15 tot 18 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
. –0,462* –0,323* –0,066 –0,109* –0,024 referentie 0,133* 0,200* 0,242*
. 0,061 0,047 0,039 0,038 0,036
. –7,621 –6,950 –1,714 –2,892 –0,679
0,013 0,015 0,016
10,426 13,027 14,726
11 34 56 81 85 89 1 854 2 510 4 023 2 926
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,026 –0,006 –0,090* –0,012
0,023 0,013 0,019 0,031
–1,140 –0,451 –4,769 –0,401
10 416 203 643 298 109
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,051* referentie
0,009
–5,533
1 446 10 223
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,193* –0,087* referentie 0,151* 0,287*
0,027 0,013
–7,041 –6,920
0,010 0,013
14,634 22,317
176 987 3 841 3 953 2 693
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,141* referentie 0,031 0,087* 0,096* 0,041* 0,044* 0,029 0,122* 0,031
0,015
9,401
0,014 0,013 0,013 0,016 0,013 0,017 0,015 0,018
2,198 6,940 7,183 2,606 3,498 1,677 8,296 1,721
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. –0,002 referentie 0,003 0,109* –0,041*
. 0,008
. –0,276
0,009 0,023 0,009
0,381 4,804 –4,333
11 3 905 3 202 2 133 210 2 208
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,001 –0,112*
0,008 0,017
0,152 –6,571
9 199 2 070 400
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,116* –0,101* referentie 0,109* 0,159*
0,023 0,012
–5,121 –8,598
0,010 0,013
10,706 12,115
Beroepsrichting management Ja Nee
0,123* referentie
0,014
9,073
707 10 962
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,111 * –0,067* referentie 0,050* 0,086*
0,023 0,021
–4,856 –3,189
0,014 0,017
3,474 4,955
350 349 861 2 397 7 562
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –1,677* . –0,344*
0,054 . 0,054
–31,330 . –6,349
11 584 38 11 36
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,066* referentie
0,010
6,398
9 931 1 738
Leidinggevende functie Ja Nee
0,092* referentie
0,007
13,451
3 939 7 730
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie 0,015 –0,057* –0,058* 0,244* –0,093* –0,020 0,040
0,011 0,015 0,014 0,055 0,010 0,024 0,025
1,306 –3,912 –4,273 4,404 –8,855 –0,834 1,609
114
1 449 1 998 918 1 478 1 592 603 1 905 535 730 461
239 1 258 3 171 4 049 2 581
1 734 4 645 1 260 924 34 2 684 190 198
Tabel O20a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van mannelijke werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
0,109* referentie
0,008
14,277
8 633 3 036
0,010 0,008
–2,337 –2,668
0,008 . 0,000
–3,949 . –4,743
1 157 2 177 5 274 2 350
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,024 –0,022* referentie –0,031* . –0,001*
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,663 0,539 11 669
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
115
Tabel O20b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van vrouwelijke werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Leeftijd 15 tot 18 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
. . –0,347* –0,113* –0,052 –0,026 referentie 0,075* 0,078* 0,093*
. . 0,044 0,030 0,026 0,023
. . –7,899 –3,775 –1,957 –1,152
0,008 0,009 0,010
9,700 8,838 9,149
9 18 36 75 100 138 2 950 3 273 3 872 1 815
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,047* –0,012 –0,029 –0,008
0,014 0,010 0,012 0,018
–3,373 –1,207 –2,366 –0,480
10 639 335 687 422 203
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,026* referentie
0,007
–3,825
1 538 10 748
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,226* –0,124* referentie 0,144* 0,277*
0,025 0,011
–8,898 –11,368
0,008 0,011
17,878 25,261
116 855 3 472 5 612 2 220
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,050* referentie –0,006 0,004 0,033* –0,038 0,002 –0,015 0,014 –0,013
0,011
4,727
0,009 0,010 0,012 0,016 0,019 0,024 0,008 0,015
–0,659 0,454 2,774 –2,381 0,112 –0,631 1,822 –0,871
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,038* referentie 0,014 0,033* 0,013
. 0,012
. 3,030
0,007 0,009 0,008
1,924 3,730 1,644
13 540 1 391 5 383 1 891 3 068
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,025* 0,078*
0,005 0,010
4,805 7,714
3 737 7 698 851
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,122* –0,018 referentie 0,132* 0,185*
0,018 0,010
–6,578 –1,833
0,008 0,011
16,708 17,082
Beroepsrichting management Ja Nee
0,131* referentie
0,016
8,255
275 12 011
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
0,010 –0,039* referentie 0,067* 0,139*
0,013 0,012
0,782 –3,254
0,008 0,010
8,136 14,541
636 579 1 572 3 909 5 456
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –1,504* . –0,729*
0,044 . 0,019
–34,380 . –38,155
12 057 35 5 189
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,094* referentie
0,007
13,626
10 170 2 116
Leidinggevende functie Ja Nee
0,094* referentie
0,006
14,902
2 071 10 215
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie 0,004 –0,135* –0,050* 0,339* –0,035* 0,016 –0,020
0,009 0,020 0,013 0,040 0,009 0,021 0,030
0,424 –6,684 –3,702 8,431 –3,791 0,754 –0,642
116
1 723 4 064 1 371 1 429 736 270 189 118 2 011 375
233 1 054 2 867 5 782 1 888
1 191 8 062 191 485 40 2 097 151 69
Tabel O20b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van vrouwelijke werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
0,060* referentie
0,005
11,382
7 630 4 656
0,008 0,006
–4,730 –4,334
0,006 . 0,000
–4,916 . –13,401
1 239 2 368 5 577 2 293
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,037* –0,026* referentie –0,030* . –0,003*
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,689 0,582 12 286
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
117
Tabel O21a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 15 tot 23-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,039
0,046
–0,833
356 376
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie . –0,180 . 0,070
. 0,095 . 0,093
. –1,899 . 0,757
660 7 26 11 28
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
0,016 referentie
0,069
0,225
54 678
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,325* –0,117* referentie 0,169 .
0,109 0,044
–2,982 –2,645
0,107 .
1,583 .
27 249 407 40 9
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,039 referentie . –0,006 0,089 . –0,034 . –0,008 .
0,093
0,418
. 0,121 0,123 . 0,119 . 0,107 .
. –0,046 0,723 . –0,283 . –0,076 .
. 0,116
. –0,929
474 45 6 36 34 7 50 12 52 16
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. –0,107 referentie .
.
.
2 30 39 16
–0,137
0,079
–1,731
645
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,028 0,130
0,053 0,057
0,533 2,275
455 141 136
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
0,046 0,081 referentie 0,118 .
0,072 0,054
0,631 1,482
0,091 .
1,292 .
Beroepsrichting management Ja Nee Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
86 318 108 56 14
732 –0,117 –0,040 referentie
0,078 0,078
–1,510 –0,513
0,075 . 0,073
–19,800 . –4,146
375 194 48
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –1,482* . –0,301*
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,028 referentie
0,056
0,494
95 637
Leidinggevende functie Ja Nee
0,064 referentie
0,091
0,709
30 702
620 54 1 57
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie 0,109 0,168 0,075
. 0,112 0,115 0,117
. 0,975 1,454 0,639
22 365 208 69
–0,166 . .
0,124 . .
–1,335 . .
66 1 1
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,129* referentie
0,048
2,701
547 185
118
Tabel O21a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 15 tot 23-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,069 –0,012 referentie –0,060
0,070 0,056
–0,990 –0,207
0,055
–1,091
60 110 214 119
Percentage vrouwelijke collega’s
0,002
0,001
1,316
n.v.t.¹)
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,343 0,557 732
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
119
Tabel O21b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 23 tot 35-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,026 *
0,009
–3,030
1 854 2 950
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,038 –0,011 –0,038 –0,018
0,026 0,016 0,020 0,018
–1,468 –0,679 –1,896 –0,993
4 153 91 238 142 180
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,010 referentie
0,013
–0,750
340 4 464
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
. –0,090 * referentie 0,138 * 0,209 *
. 0,017
. –5,201
0,012 0,016
11,073 12,753
16 254 1 495 2 095 939
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,102 * referentie 0,022 0,069 * 0,043 0,028 0,041 0,036 0,057 * 0,025
0,016
6,205
0,015 0,015 0,017 0,021 0,017 0,025 0,013 0,021
1,433 4,531 2,530 1,332 2,349 1,422 4,414 1,188
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. –0,018 referentie 0,009 0,050 * –0,027 *
. 0,013
. –1,398
0,010 0,018 0,010
0,926 2,774 –2,748
2 516 969 1 648 231 1 438
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,017 0,017
0,008 0,018
2,045 0,944
2 893 1 694 217
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,123 * –0,047 * referentie 0,084 * 0,123 *
0,032 0,013
–3,812 –3,520
0,012 0,017
6,882 7,442
Beroepsrichting management Ja Nee
0,113 * referentie
0,036
3,168
46 4 758
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,076 * –0,065 * referentie 0,044 * .
0,013 0,011
–5,868 –6,138
0,008 .
5,442 .
522 681 1 871 1 685 5
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie . . –0,472 *
. . 0,033
. . –14,421
4 724 17 4 59
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,059 * referentie
0,008
7,039
3 131 1 673
Leidinggevende functie Ja Nee
0,060 * referentie
0,010
6,048
762 4 042
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
0,014 0,019 0,018 . 0,015 0,032 0,043
0,628 –0,428 –2,740 . –0,589 1,804 1,578
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,044 * referentie
0,009
5,094
120
referentie 0,009 –0,008 –0,048 * . –0,009 0,057 0,067
Aantal waarnemingen
602 1 326 442 510 422 166 367 116 664 189
59 519 1 151 2 057 789
472 2 763 430 341 9 692 63 34 3 338 1 466
Tabel O21b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 23 tot 35-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,056 * –0,020 referentie –0,023
0,012 0,010
–4,543 –2,095
0,009
–2,480
441 875 2 137 923
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001 *
0,000
–4,094
n.v.t.¹)
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,73 0,435 4 804
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
121
Tabel O21c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 35 tot 45-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,060*
0,010
–6,115
2 510 3 273
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,075* –0,002 –0,088* –0,036
0,024 0,015 0,017 0,032
–3,129 –0,138 –5,239 –1,140
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,001 referentie
0,011
–0,078
633 5 150
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,121 –0,091* referentie 0,157* 0,296*
0,049 0,017
–2,482 –5,280
0,012 0,016
13,011 18,931
35 343 1 896 2 131 1 374
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,081* referentie 0,015 0,053* 0,038 0,004 –0,002 –0,015 0,043* 0,020
0,018
4,585
0,016 0,014 0,017 0,021 0,017 0,022 0,014 0,021
0,965 3,661 2,238 0,202 –0,101 –0,694 3,045 0,979
612 1 097 582 938 624 215 554 219 678 264
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,006 referentie 0,014 0,034 –0,007
. 0,012
. 0,481
0,011 0,014 0,012
1,360 2,436 –0,556
7 975 1 096 2 002 684 1 019
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,017 –0,079*
0,009 0,018
–1,825 –4,302
2 790 2 717 276
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,140* –0,088* referentie 0,117 * 0,181*
0,032 0,016
–4,426 –5,539
0,012 0,016
9,846 11,611
Beroepsrichting management Ja Nee
0,088* referentie
0,020
4,479
220 5 563
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
0,047 0,001 referentie 0,092* 0,117 *
0,048 0,054
0,987 0,022
0,015 0,016
6,162 7,272
34 26 354 3 457 1 866
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie . . –0,939*
. . 0,046
. . –20,495
5 742 1 3 37
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,051* referentie
0,011
4,645
5 009 774
Leidinggevende functie Ja Nee
0,084* referentie
0,009
9,537
1 451 4 332
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,010 –0,082* –0,050* . –0,049* 0,042 0,014
0,013 0,020 0,017 . 0,012 0,028 0,031
–0,762 –4,168 –2,888 . –4,055 1,510 0,440
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,086* referentie
0,009
9,727
122
Aantal waarnemingen
4 944 135 352 282 70
83 415 1 699 2 258 1 150
879 2 628 326 364 15 1 378 106 87
4 041 1 742
Tabel O21c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 35 tot 45-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,024 –0,019 referentie –0,019
0,012 0,010
–1,891 –1,952
0,010
–1,953
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,002*
0,000
–5,287
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,816 0,46 5 783
563 1 139 2 760 1 039 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
123
Tabel O21d Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 45 tot 55-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,097*
0,009
–10,398
4 023 3 872
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,021 0,008 –0,045 .
0,023 0,014 0,021 .
–0,950 0,558 –2,146 .
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,057* referentie
0,010
–5,880
1 087 6 808
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,152* –0,067* referentie 0,137* 0,303*
0,032 0,015
–4,697 –4,403
0,011 0,015
12,075 20,363
105 588 2 387 3 286 1 513
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,054* referentie –0,026 –0,002 0,050* –0,013 –0,039 –0,030 0,027 –0,025
0,016
3,423
0,014 0,013 0,015 0,019 0,016 0,023 0,013 0,022
–1,890 –0,180 3,323 –0,657 –2,460 –1,310 2,122 –1,148
994 2 143 771 927 846 287 624 206 863 234
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,017 referentie 0,005 0,037* –0,013
. 0,010
. 1,665
0,010 0,013 0,011
0,473 2,739 –1,195
9 1 563 1 559 2 568 867 1 329
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,002 –0,018
0,009 0,017
–0,261 –1,022
4 297 3 242 356
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,139* –0,094* referentie 0,140* 0,193*
0,029 0,014
–4,738 –6,552
0,011 0,015
12,591 12,809
Beroepsrichting management Ja Nee
0,064* referentie
0,016
3,882
399 7 496
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
0,048 . referentie 0,044 0,129*
0,054 .
0,879 .
0,027 0,026
1,630 4,930
36 17 126 980 6 677
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie . . –0,997*
. . 0,044
. . –22,849
7 844 1 3 47
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,091* referentie
0,013
6,805
7 330 565
Leidinggevende functie Ja Nee
0,103* referentie
0,008
13,151
2 369 5 526
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,004 –0,096* –0,044* 0,302* –0,086* –0,047 0,008
0,012 0,019 0,017 0,053 0,012 0,031 0,033
–0,298 –5,033 –2,617 5,660 –7,087 –1,527 0,238
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,083* referentie
0,008
10,370
124
Aantal waarnemingen
7 063 172 439 200 21
118 654 2 119 3 394 1 431
1 048 4 165 385 462 31 1 624 95 85
5 259 2 636
Tabel O21d Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 45 tot 55-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,015 –0,032* referentie –0,040*
0,011 0,009
–1,328 –3,662
0,009
–4,575
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,002*
0,000
–7,522
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,898 0,466 7 895
810 1 524 3 602 1 604 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
125
Tabel O21e Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 55 tot 65-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,105*
0,012
–9,012
2 926 1 815
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,013 –0,020 –0,099* .
0,025 0,018 0,032 .
–0,517 –1,112 –3,126 .
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,054* referentie
0,011
–4,833
870 3 871
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,183* –0,106* referentie 0,168* 0,329*
0,037 0,020
–4,996 –5,234
0,016 0,019
10,721 16,985
109 408 1 128 2 013 1 078
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,097* referentie 0,030 0,061* 0,096* –0,001 0,045 –0,007 0,099* –0,026
0,022
4,359
0,017 0,018 0,020 0,023 0,019 0,032 0,017 0,028
1,758 3,468 4,736 –0,043 2,428 –0,213 5,696 –0,928
490 1 451 488 496 402 198 499 100 484 133
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. –0,002 referentie –0,006 0,023 –0,028
. 0,012
. –0,137
0,013 0,020 0,014
–0,467 1,159 –1,937
4 1 361 930 1 282 319 845
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,028* 0,087*
0,010 0,020
2,778 4,247
2 501 1 974 266
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,167* –0,110* referentie 0,129* 0,182*
0,031 0,020
–5,341 –5,556
0,015 0,019
8,352 9,368
Beroepsrichting management Ja Nee
0,176* referentie
0,019
9,356
317 4 424
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
. . referentie 0,029 0,181*
. .
. .
0,054 0,051
0,533 3,578
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
. –1,007 *
. 0,060
. –16,816
5 25
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,144* referentie
0,022
6,567
4 536 205
Leidinggevende functie Ja Nee
0,099* referentie
0,010
9,893
1 398 3 343
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,013 –0,166* –0,045 . –0,115* –0,079 –0,028
0,017 0,032 0,026 . 0,016 0,035 0,040
–0,779 –5,118 –1,743 . –7,018 –2,229 –0,704
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,083* referentie
0,010
8,497
126
referentie
Aantal waarnemingen
4 235 133 275 85 13
126 406 961 2 066 1 085
19 10 34 184 4 470
4 711
504 2 786 102 173 19 1 021 76 60
3 078 1 663
Tabel O21e Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 55 tot 65-jarige werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,038* –0,029 referentie –0,043*
0,014 0,011
–2,709 –2,530
0,011
–3,841
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,003*
0,000
–7,352
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,813 0,534 4 741
522 897 2 138 958 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
127
Tabel O22a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van autochtone werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,077*
0,005
–14,236
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,110* referentie 0,104* 0,135* 0,169*
0,015
–7,526
0,008 0,009 0,010
13,492 15,387 17,469
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,035* referentie
0,006
–5,579
2 579 18 476
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,232* –0,123* referentie 0,153* 0,295*
0,021 0,009
–11,025 –13,580
0,007 0,009
21,718 31,864
230 1 586 6 342 8 705 4 173
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,095* referentie 0,005 0,044* 0,061* 0,007 0,011 –0,018 0,050* 0,011
0,010
9,886
0,009 0,008 0,009 0,012 0,009 0,013 0,008 0,014
0,533 5,294 6,456 0,597 1,159 –1,333 6,446 0,781
2 676 5 582 1 974 2 501 2 078 759 1 881 629 2 397 578
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,005 referentie 0,000 0,019 –0,027*
. 0,006
. 0,832
0,006 0,009 0,007
–0,010 2,229 –4,059
16 3 997 4 091 6 660 1 842 4 449
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,008 –0,004
0,005 0,010
1,528 –0,445
11 319 8 635 1 101
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,132* –0,056* referentie 0,120* 0,176*
0,016 0,008
–8,222 –6,605
0,007 0,009
17,227 18,854
Beroepsrichting management Ja Nee
0,127* referentie
0,011
11,944
904 20 151
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,005 –0,039* referentie 0,057* 0,113*
0,013 0,012
–0,415 –3,257
0,008 0,010
6,785 11,539
852 827 2 103 5 390 11 645
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –1,708* . –0,684*
0,037 . 0,022
–45,550 . –31,789
20 783 62 13 197
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,089* referentie
0,007
13,538
17 803 3 252
Leidinggevende functie Ja Nee
0,099* referentie
0,005
19,738
5 360 15 695
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,010 –0,097* –0,058* 0,272* –0,081* –0,016 0,010
0,008 0,011 0,010 0,036 0,008 0,018 0,020
–1,330 –8,492 –5,685 7,545 –10,523 –0,915 0,489
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,084* referentie
0,005
17,294
128
Aantal waarnemingen 10 416 10 639
660 4 153 4 944 7 063 4 235
398 1 999 5 188 8 914 3 876
2 463 11 259 1 274 1 274 67 4 176 302 240
13 979 7 076
Tabel O22a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van autochtone werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,029* –0,022* referentie –0,029*
0,007 0,005
–4,216 –4,042
0,005
–5,338
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,002*
0,000
–10,110
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,726 0,558 21 055
2 216 4 144 9 235 4 162 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
129
Tabel O22b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van westerse allochtone werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,113 *
0,018
–6,318
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,335* referentie 0,125* 0,159* 0,155*
0,062
–5,432
0,026 0,030 0,033
4,730 5,283 4,637
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,053 referentie
0,021
–2,566
258 1610
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
. –0,082* referentie 0,171* 0,328*
. 0,032
. –2,595
0,026 0,029
6,581 11,283
21 140 554 575 575
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,080 referentie 0,019 0,041 0,029 –0,027 –0,024 . 0,077* –0,054
0,034
2,314
0,030 0,031 0,036 0,039 0,035 . 0,029 0,033
0,623 1,343 0,820 –0,702 –0,683 . 2,651 –1,607
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,053 referentie –0,004 0,008 –0,007
. 0,024
. 2,162
0,021 0,029 0,023
–0,189 0,280 –0,327
6 296 318 619 190 439
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,018 0,040
0,017 0,032
1,068 1,228
1008 750 110
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
. –0,078* referentie 0,105* 0,146*
. 0,030
. –2,623
0,024 0,029
4,389 5,061
0,060
0,040
1,490
67 1801
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,038 –0,058 referentie 0,028 0,109*
0,045 0,046
–0,843 –1,252
0,028 0,033
0,985 3,313
71 59 172 518 1028
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie . . .
. . .
. . .
1845 5 1 17
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,073* referentie
0,021
3,466
1498 370
Leidinggevende functie Ja Nee
0,071* referentie
0,018
3,974
457 1411
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie 0,007 –0,006 –0,025 . –0,068* 0,048 .
0,025 0,038 0,038 . 0,025 0,062 .
0,282 –0,160 –0,656 . –2,706 0,771 .
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,073* referentie
0,018
4,034
Beroepsrichting management Ja Nee
130
Aantal waarnemingen 846 1022 33 329 487 611 408
281 338 222 206 162 85 162 18 222 172
23 164 515 621 464
267 998 125 90 5 338 26 19 1413 455
Tabel O22b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van westerse allochtone werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,042 0,004 referentie –0,029
0,028 0,020
–1,534 0,176
0,019
–1,538
137 297 935 369
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001
0,001
–1,794
n.v.t.¹)
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,694 0,543 1 868
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
131
Tabel O22c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van niet-westerse allochtone werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,040
0,019
–2,135
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,244* referentie 0,069* 0,113 * 0,124*
0,050
–4,841
0,021 0,029 0,036
3,229 3,910 3,421
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,014 referentie
0,022
–0,652
147 885
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,237* –0,111 * referentie 0,135* 0,169*
0,045 0,027
–5,246 –4,073
0,025 0,033
5,454 5,113
41 116 417 285 165
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,086 referentie 0,081 0,059 0,085 0,034 0,098 . 0,039 0,026
0,035
2,459
0,035 0,032 0,039 0,049 0,043 . 0,032 0,038
2,297 1,816 2,186 0,702 2,283 . 1,205 0,666
215 142 93 200 88 29 51 6 122 86
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. –0,070* referentie –0,004 0,060 –0,035
. 0,027
. –2,639
0,024 0,035 0,022
–0,177 1,714 –1,625
2 152 184 237 69 388
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,006 0,179*
0,018 0,043
–0,329 4,176
609 383 40
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,104 –0,054 referentie 0,112 * 0,215*
0,040 0,025
–2,576 –2,134
0,025 0,035
4,530 6,211
.
.
.
11 1 021
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,021 –0,054 referentie 0,062* 0,102*
0,040 0,041
–0,519 –1,303
0,024 0,030
2,589 3,401
63 42 158 398 345
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie . . .
. . .
. . .
1 013 6 2 11
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,046 referentie
0,021
2,176
800 232
Leidinggevende functie Ja Nee
0,083* referentie
0,020
4,199
193 839
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie 0,019 –0,016 0,008 . –0,003 . .
0,026 0,043 0,041 . 0,022 . .
0,755 –0,368 0,196 . –0,122 . .
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,019 referentie
0,021
0,891
Beroepsrichting management Ja Nee
132
Aantal waarnemingen 407 625
39 322 352 221 98
51 149 335 296 129
195 450 52 45 2 267 13 8 871 161
Tabel O22c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van niet-westerse allochtone werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
0,025 –0,075* referentie –0,048
0,038 0,025
0,650 –3,001
0,024
–2,011
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,002*
0,001
–3,016
n.v.t.¹)
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,761 0,614 1 032
43 104 681 112
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
133
Tabel O23a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een handicap of chronische ziekte bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,061*
0,014
–4,324
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,107 referentie 0,072* 0,047 0,073*
0,049
–2,205
0,023 0,025 0,026
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,047 –0,029 –0,061 0,011
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,168* –0,095* referentie 0,175* 0,292*
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,073* referentie 0,001 0,038 0,043 –0,024 0,006 0,010 0,018 –0,007
0,026
2,843
0,023 0,022 0,026 0,032 0,026 0,039 0,020 0,033
0,060 1,709 1,684 –0,731 0,236 0,264 0,878 –0,222
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. –0,002 referentie –0,013 –0,019 –0,054*
. 0,017
. –0,132
0,016 0,025 0,017
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,017 –0,016
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,110 * –0,069* referentie 0,117 * 0,214*
Beroepsrichting management Ja Nee
Aantal waarnemingen 1 446 1 538
3,124 1,913 2,753
54 340 633 1 087 870
0,038 0,021 0,027 0,058
–1,224 –1,365 –2,238 0,191
2 579 60 198 122 25
0,044 0,022
–3,814 –4,291
0,019 0,025
9,440 11,830
61 290 949 1 164 514
400 755 272 370 267 97 259 74 379 111
–0,763 –0,736 –3,171
3 622 540 893 199 727
0,013 0,026
1,317 –0,624
1 488 1 321 175
0,036 0,021
–3,093 –3,253
0,019 0,026
6,271 8,379
0,088 referentie
0,035
2,538
82 2 902
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
0,007 –0,020 referentie 0,092* 0,171*
0,041 0,041
0,167 –0,481
0,025 0,027
3,651 6,272
92 72 198 669 1 920
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie . . .
. . .
. . .
2 952 4 7 21
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,104* referentie
0,019
5,371
2 640 344
Leidinggevende functie Ja Nee
0,076* referentie
0,014
5,615
677 2 307
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie 0,013 –0,080 –0,032 . –0,078* –0,029 0,019
0,021 0,033 0,028 . 0,020 0,046 0,054
0,653 –2,454 –1,147 . –3,956 –0,634 0,353
134
87 336 773 1 199 462
380 1 599 125 161 12 631 44 32
Tabel O23a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een handicap of chronische ziekte bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,075* referentie
0,013
5,888
2 053 931
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,041 –0,024 referentie –0,019
0,018 0,015
–2,199 –1,661
0,014
–1,322
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,002*
0,000
–4,966
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,722 0,516 2 984
298 547 1 387 574 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
135
Tabel O23b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers zonder handicap of chronische ziekte bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,078*
0,006
–12,555
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,146* referentie 0,103* 0,150* 0,183*
0,016
–8,915
0,009 0,010 0,011
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,032 –0,018 –0,065* –0,036
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,249* –0,117* referentie 0,157* 0,296*
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,099* referentie 0,008 0,046* 0,055* 0,001 –0,003 –0,008 0,060* 0,001
0,011
8,976
0,010 0,010 0,011 0,013 0,011 0,016 0,009 0,015
0,740 4,816 5,068 0,109 –0,246 –0,531 6,536 0,088
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,017 referentie 0,005 0,023 –0,020*
. 0,007
. 2,247
0,007 0,010 0,008
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,001 0,016
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,122* –0,065* referentie 0,116* 0,174*
Beroepsrichting management Ja Nee
Aantal waarnemingen 7 293 7 617
11,991 15,015 16,352
493 3 251 3 684 4 841 2 641
0,015 0,010 0,014 0,020
–2,128 –1,780 –4,637 –1,819
13 123 354 808 418 207
0,024 0,011
–10,434 –11,107
0,008 0,011
19,153 27,941
170 1 099 4 534 5 945 3 143
1 985 3 735 1 408 1 800 1 471 572 1 334 422 1 681 502
0,791 2,285 –2,677
12 2 704 2 915 4 772 1 312 3 195
0,006 0,011
0,246 1,387
8 234 5 920 756
0,019 0,010
–6,491 –6,653
0,008 0,011
14,360 16,293
0,110* referentie
0,012
9,023
646 14 264
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
0,001 –0,051* referentie 0,049* 0,101*
0,015 0,013
0,080 –3,824
0,009 0,011
5,310 9,100
641 630 1 603 4 053 7 798
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –1,615* . –0,624*
0,041 . 0,024
–39,603 . –25,653
14 712 50 3 145
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,090* referentie
0,007
12,377
12 359 2 551
Leidinggevende functie Ja Nee
0,103* referentie
0,006
17,663
3 765 11 145
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,005 –0,080* –0,048* 0,271* –0,061* 0,008 0,014
0,009 0,013 0,012 0,045 0,009 0,021 0,023
–0,545 –6,238 –4,023 6,022 –7,045 0,366 0,631
136
273 1 392 3 726 6 106 2 894
1 855 7 867 982 878 40 2 910 206 172
Tabel O23b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers zonder handicap of chronische ziekte bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,087* referentie
0,006
15,251
10 140 4 770
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,029* –0,025* referentie –0,033*
0,008 0,006
–3,610 –3,891
0,006
–5,344
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,002*
0,000
–8,752
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,715 0,581 14 910
1 471 2 798 6 836 2 926 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
137
Tabel O24a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van voltijd werknemers bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,079*
0,007
–12,088
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,132* referentie 0,133* 0,186* 0,208*
0,017
–7,666
0,010 0,012 0,013
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,042 –0,012 –0,078* –0,030
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
Aantal waarnemingen 9 199 3 737
13,393 15,561 16,074
455 2 893 2 790 4 297 2 501
0,017 0,011 0,014 0,022
–2,499 –1,146 –5,641 –1,368
11 319 297 711 443 166
–0,048* referentie
0,008
–6,067
1 488 11 448
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,235* –0,106* referentie 0,151* 0,298*
0,023 0,011
–10,262 –9,940
0,009 0,011
17,463 27,303
192 1 075 4 365 4 644 2 642
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,117* referentie 0,017 0,077* 0,081* 0,041* 0,039* 0,016 0,083* 0,020
0,012
9,434
0,012 0,011 0,011 0,014 0,011 0,016 0,011 0,015
1,365 7,182 7,079 2,890 3,441 0,990 7,320 1,341
1 711 2 515 962 1 688 1 745 535 1 679 473 1 099 529
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,003 referentie –0,004 0,030 –0,032*
. 0,007
. 0,425
0,008 0,015 0,008
–0,499 2,018 –4,211
12 3 465 3 004 2 790 425 3 240
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,104* –0,066* referentie 0,101* 0,150*
0,020 0,010
–5,162 –6,714
0,009 0,011
11,819 13,652
230 1 376 3 717 4 679 2 535
Beroepsrichting management Ja Nee
0,123* referentie
0,012
10,580
756 12 180
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,033 –0,045* referentie 0,036* 0,073*
0,016 0,014
–2,002 –3,244
0,011 0,013
3,415 5,544
485 631 1 309 2 882 7 437
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –1,789* . –1,207*
0,043 . 0,041
–41,368 . –29,555
12 833 45 9 49
0,108*
0,008
12,974
10 913 2 023
Leidinggevende functie Ja Nee
0,101* referentie
0,006
17,559
4 299 8 637
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,018 –0,043* –0,045* 0,242* –0,083* –0,006 0,038
0,009 0,012 0,011 0,041 0,009 0,021 0,021
–1,906 –3,511 –4,123 5,901 –9,574 –0,266 1,766
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
138
2 061 5 143 1 336 1 109 49 2 840 199 199
Tabel O24a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van voltijd werknemers bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,091* referentie
0,007
13,956
9 556 3 380
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,032* –0,022* referentie –0,026*
0,009 0,007
–3,603 –3,175
0,007
–3,974
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001
0,000
–2,312
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,642 0,607 12 936
1 235 2 371 5 944 2 617 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
139
Tabel O24b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van deeltijd werknemers (12 uur of meer) bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,079*
0,006
–12,314
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,096* referentie 0,079* 0,090* 0,122*
0,022
–4,327
0,008 0,009 0,010
9,775 9,807 11,795
141 1 694 2 717 3 242 1 974
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,043* –0,009 –0,048* –0,029
0,016 0,010 0,014 0,019
–2,777 –0,994 –3,423 –1,474
8 635 204 546 254 129
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,021* referentie
0,007
–3,176
1 321 8 447
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,217* –0,117 * referentie 0,144* 0,253*
0,028 0,011
–7,826 –10,366
0,008 0,011
17,815 23,276
74 628 2 563 4 476 2 019
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,054* referentie –0,010 0,011 0,018 –0,024 –0,003 –0,040 0,016 –0,027
0,011
5,083
0,009 0,009 0,012 0,014 0,013 0,018 0,008 0,015
–1,104 1,202 1,494 –1,780 –0,229 –2,190 2,001 –1,812
1 202 3 216 1 169 1 116 545 313 342 165 1 426 274
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,023 referentie 0,010 0,027* –0,007
. 0,010
. 2,402
0,007 0,008 0,008
1,531 3,209 –0,833
10 815 1 397 4 335 1 506 1 705
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,144* –0,051* referentie 0,144* 0,224*
0,021 0,010
–6,864 –4,968
0,008 0,011
18,123 20,452
136 774 2 094 4 727 1 745
Beroepsrichting management Ja Nee
0,115 * referentie
0,016
7,257
212 9 556
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,024 –0,057* referentie 0,070* 0,143*
0,017 0,016
–1,405 –3,522
0,009 0,010
7,802 14,030
285 230 967 3 103 5 110
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie . . –0,813*
. . 0,035
. . –23,139
9 705 18 6 39
0,046*
0,007
6,172
8 500 1 268
Leidinggevende functie Ja Nee
0,080* referentie
0,006
12,860
1 573 8 195
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie 0,009 –0,181* –0,033 . * –0,027* 0,009 –0,015
0,009 0,027 0,015 . 0,009 0,020 0,029
1,000 –6,584 –2,194 . –2,898 0,472 –0,510
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,050* referentie
0,005
9,790
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
140
Aantal waarnemingen 2 070 7 698
849 6 556 70 288 24 1 779 140 62
6 038 3 730
Tabel O24b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van deeltijd werknemers (12 uur of meer) bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,031* –0,030* referentie –0,037*
0,008 0,006
–4,144 –5,027
0,006
–6,164
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,003*
0,000
–15,245
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,843 0,612 9 768
1 033 1 932 4 446 1 836 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
141
Tabel O24c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van deeltijd werknemers (minder dan 12 uur) bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,016
0,045
–0,359
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,091 referentie 0,054 0,118 0,242*
0,078
–1,168
0,063 0,064 0,071
0,862 1,832 3,414
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie 0,022 –0,031 . .
0,102 0,070 . .
0,213 –0,446 . .
1 101 37 73 23 17
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,086 referentie
0,049
–1,746
175 1 076
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,223 –0,105 referentie 0,140 0,383*
0,133 0,063
–1,673 –1,676
0,060 0,073
2,326 5,224
26 139 385 445 252
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,082 referentie 0,059 –0,053 0,009 –0,146 –0,217 . 0,092 0,015
0,075
1,096
0,062 0,073 0,107 0,122 0,091 . 0,059 0,120
0,946 –0,736 0,080 –1,203 –2,393 . 1,568 0,124
259 331 158 103 38 25 73 15 216 33
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. –0,069 referentie 0,021 0,037 –0,036
. 0,063
. –1,104
0,052 0,064 0,058
0,405 0,582 –0,617
2 165 192 391 170 331
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,123 –0,008 referentie 0,124 0,133
0,079 0,063
–1,568 –0,126
0,056 0,077
2,218 1,726
106 162 227 425 189
Beroepsrichting management Ja Nee
. referentie
.
.
14 1 237
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
0,028 0,046 referentie 0,084 0,137
0,069 0,086
0,411 0,535
0,059 0,064
1,417 2,141
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie . . –0,423*
. . 0,056
. . –7,491
1 103 10 1 137
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,103 referentie
0,041
2,533
688 563
Leidinggevende functie Ja Nee
0,045 referentie
0,056
0,806
138 1 113
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,106 –0,275 . . –0,463* . .
. 0,152 0,181 . . 0,157 . .
. –0,695 –1,520 . . –2,960 . .
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,226* referentie
0,039
5,788
669 582
142
Aantal waarnemingen 400 851 136 217 276 356 266
216 67 157 321 471
15 1 008 45 12 1 162 2 6
Tabel O24c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van deeltijd werknemers (minder dan 12 uur) bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,016 –0,002 referentie –0,007
0,058 0,046
–0,269 –0,047
0,051
–0,129
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,002
0,001
–1,605
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,719 0,384 1 251
128 242 461 190 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
143
Tabel O25a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een contract voor onbepaalde tijd bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,075*
0,005
–14,443
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,238* referentie 0,110* 0,150* 0,183*
0,030
–8,017
0,007 0,008 0,009
14,877 17,859 19,972
95 3 131 5 009 7 330 4 536
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,035 –0,012 –0,065* –0,024
0,013 0,008 0,011 0,018
–2,572 –1,505 –5,758 –1,296
17 803 404 1 094 584 216
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,034* referentie
0,006
–5,995
2 640 17 461
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,191* –0,109* referentie 0,151* 0,299*
0,019 0,009
–9,835 –12,096
0,007 0,009
22,736 34,358
245 1 378 5 955 8 515 3 984
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,083* referentie –0,004 0,038* 0,050* 0,006 0,003 –0,008 0,038* –0,004
0,009
8,873
0,008 0,008 0,009 0,011 0,009 0,013 0,007 0,012
–0,471 4,832 5,629 0,522 0,347 –0,649 5,136 –0,353
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,002 referentie –0,001 0,022* –0,025*
. 0,006
. 0,312
0,006 0,008 0,006
–0,133 2,692 –3,940
19 4 003 3 989 6 564 1 808 3 718
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,009 –0,073*
0,005 0,011
–1,937 –6,608
10 913 8 500 688
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,125* –0,091* referentie 0,127* 0,188*
0,016 0,008
–7,797 –10,739
0,007 0,009
19,380 21,453
Beroepsrichting management Ja Nee
0,099* referentie
0,010
10,086
901 19 200
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,028 –0,050* referentie 0,055* 0,109*
0,019 0,014
–1,502 –3,528
0,008 0,009
6,624 11,497
263 447 1 681 5 305 12 261
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie . . 0,055
. . 0,048
. . 1,154
20 051 2 16 32
Leidinggevende functie Ja Nee
0,091* referentie
0,005
19,723
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,012 –0,085* –0,034* 0,281* –0,075* –0,036 0,008
0,007 0,011 0,009 0,033 0,007 0,017 0,018
–1,671 –7,564 –3,580 8,597 –10,829 –2,102 0,419
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,075* referentie
0,005
16,290
144
Aantal waarnemingen 9 931 10 170
2 234 5 464 1 889 2 504 2 090 727 1 782 574 2 192 645
347 1 575 5 305 8 786 3 712
5 383 14 718 2 659 10 418 904 1 236 69 4 307 262 246 13 447 6 654
Tabel O25a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een contract voor onbepaalde tijd bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,019* –0,021* referentie –0,029*
0,007 0,005
–2,947 –4,075
0,005
–5,839
2 042 3 929 9 341 4 033
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,002*
0,000
–10,197
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,820 0,493 20 101
n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
145
Tabel O25b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een contract voor bepaalde tijd bij de overheid, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,068*
0,015
–4,655
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,114* referentie 0,065* 0,044 0,026
0,022
–5,232
0,020 0,026 0,035
3,232 1,711 0,737
637 1 673 774 565 205
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,041 0,004 0,011 –0,011
0,033 0,025 0,032 0,038
–1,217 0,171 0,335 –0,281
3 252 134 236 136 96
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,041 referentie
0,021
–1,973
344 3 510
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,267* –0,065* referentie 0,136* 0,248*
0,058 0,022
–4,610 –2,994
0,022 0,025
6,324 9,740
47 464 1 358 1 050 929
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,100* referentie 0,066 0,078* 0,074 0,038 0,032 –0,032 0,124* 0,045
0,026
3,824
0,027 0,026 0,032 0,036 0,030 0,046 0,024 0,034
2,484 2,985 2,324 1,055 1,068 –0,691 5,238 1,337
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,013 referentie 0,018 0,029 –0,028
. 0,023
. 0,566
0,019 0,027 0,019
0,951 1,057 –1,489
5 442 604 952 293 1 558
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,093* 0,141*
0,015 0,019
6,280 7,306
2 023 1 268 563
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,124* 0,005 referentie 0,089* 0,110*
0,037 0,020
–3,364 0,239
0,021 0,027
4,227 4,132
Beroepsrichting management Ja Nee
0,342* referentie
0,044
7,806
81 3 773
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,028 –0,045 referentie 0,061* 0,146*
0,022 0,022
–1,305 –2,047
0,019 0,027
3,148 5,410
723 481 752 1 001 757
1 738 2 116
938 598 400 403 238 146 312 79 549 191
125 737 733 1 045 757
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –1,636*
0,045
–36,115
3 590 71
–0,796*
0,029
–27,139
193
Leidinggevende functie Ja Nee
0,102* referentie
0,017
5,836
627 3 227
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie 0,034 –0,083 –0,122* . –0,044 0,131* .
0,026 0,034 0,036 . 0,029 0,047 .
1,315 –2,468 –3,366 . –1,555 2,813 .
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
0,115* referentie
0,015
7,481
146
266 2 289 547 173 5 474 79 21 2 816 1 038
Tabel O25b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een contract voor bepaalde tijd bij de overheid, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
0,022 0,018
–3,834 –1,493
0,018
–1,096 –3,051
354 616 1 510 610
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,082* –0,026 referentie –0,019 –0,002*
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,631 0,610 3 854
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
0,001
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
147
Tabel O26 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar geslacht, september 2008 Totaal
Mannen
Vrouwen
%
Leeftijd 15 tot 18 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
. –32,1 * –28,3 * –9,8 * –7,8 * –2,2 referentie 10,2 * 13,7 * 17,2 *
. –37,0 * –27,6 * –6,4 –10,3 * –2,4
. . –29,3 * –10,7 * –5,0 –2,6
14,3 * 22,2 * 27,4 *
7,8 * 8,1 * 9,8 *
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –3,8 * –0,8 –5,1 * –0,8
–2,6 –0,6 –8,6 * –1,2
–4,6 * –1,2 –2,9 –0,8
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,6 * referentie
–5,0 *
–2,6 *
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–18,6 * –10,1 * referentie 16,7 * 34,0 *
–17,5 * –8,4 *
–20,3 * –11,7 *
16,4 * 33,3 *
15,5 * 31,9 *
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
9,5 * referentie 0,8 4,6 * 6,2 * 0,5 0,9 –1,6 5,3 * 0,3
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,7 referentie 0,1 2,2 * –2,2 *
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,9 0,8
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–11,9 * –6,0 * referentie 12,8 * 19,5 *
Beroepsrichting management Ja Nee
15,2 *
5,1 *
3,1 9,1 * 10,1 * 4,2 * 4,5 * 3,0 13,0 * 3,2
–0,6 0,4 3,4 * –3,7 0,2 –1,5 1,4 –1,3
. –0,2
. 3,8 *
0,3 11,5 * –4,0 *
1,4 3,4 * 1,3
0,1 –10,6 *
2,6 * 8,1 *
–11,0 * –9,6 *
–11,5 * –1,8
11,5 * 17,2 *
14,2 * 20,4 *
13,1 * referentie
13,1 *
14,0 *
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–2,0 –4,7 * referentie 6,1 * 12,9 *
–10,5 * –6,5 *
1,0 –3,9 *
5,1 * 8,9 *
6,9 * 14,9 *
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –79,9 * . –47,8 *
–81,3 * . –29,1 *
–77,8 * . –51,8 *
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
9,0 * referentie
6,8 *
9,8 *
Leidinggevende functie Ja Nee
10,0 * referentie
9,6 *
9,8 *
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,4 –7,9 * –5,1 * 32,5 * –7,2 * –0,6 1,8
1,5 –5,5 * –5,6 * 27,6 * –8,9 * –2,0 4,0
0,4 –12,6 * –4,9 * 40,3 * –3,4 * 1,6 –1,9
148
Tabel O26 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar geslacht, september 2008 (slot) Totaal
Mannen
Vrouwen
% Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
8,5 * referentie
11,5 *
6,2 *
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–2,8 * –2,3 * referentie –3,0 *
–2,4 –2,1 *
–3,6 * –2,6 *
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,2 *
–3,1 * –0,1 *
–0,3 *
–3,0 *
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
149
Tabel O27 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 jaar
23 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –7,6*
–3,8
–2,6*
–5,9*
–9,3*
–10,0*
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –3,7* –0,9 –5,0* –1,4
. –16,5 . 7,3
–3,7 –1,1 –3,8 –1,8
–7,2* –0,2 –8,4* –3,6
–2,1 0,8 –4,4 .
–1,3 –2,0 –9,4* .
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,5* referentie
1,6
–1,0
–0,1
–5,5*
–5,3*
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
. –20,7* –11,0 * referentie 16,6* 33,8*
–27,8* –11,1 *
. –8,6*
–11,4 –8,7*
–14,1* –6,5*
–16,7* –10,0*
18,4 .
14,8* 23,2*
17,0* 34,5*
14,6* 35,4*
18,3* 38,9*
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
9,8* referentie 0,9 4,6* 6,2* 0,6 1,0 –1,6 5,4* 0,3
4,0
10,7*
8,5*
5,5*
10,2*
. –0,6 9,3 . –3,3 . –0,8 .
2,2 7,1* 4,4 2,8 4,2 3,6 5,8* 2,5
1,5 5,5* 3,8 0,4 –0,2 –1,5 4,4* 2,0
–2,6 –0,2 5,1* –1,2 –3,9 –3,0 2,8 –2,5
3,1 6,3* 10,1* –0,1 4,6 –0,7 10,4* –2,6
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,7 referentie –0,1 2,0 –2,5*
. –10,2
. –1,8
. 0,6
. 1,7
. –0,2
. . –12,8
0,9 5,1* –2,7*
1,5 3,5 –0,7
0,5 3,8* –1,3
–0,6 2,3 –2,7
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,9 0,7
2,8 13,9
1,7 1,7
–1,7 –7,6*
–0,2 –1,8
2,8* 9,1*
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
. –12,2* –5,6* referentie 12,6* 19,3*
4,7 8,4
–11,5 * –4,6*
–13,1* –8,4*
–13,0* –8,9*
–15,4* –10,4*
12,5 .
8,8* 13,1*
12,4* 19,9*
15,0* 21,3*
13,8* 20,0*
Beroepsrichting management Ja Nee
13,0* referentie
.
11,9 *
9,2*
6,6*
19,2*
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,8 –4,0* referentie 5,6* 12,0*
–11,1 –3,9
–7,3* –6,3*
4,8 0,1
4,9 .
. .
. .
4,5* .
9,7* 12,5*
4,5 13,8*
2,9 19,8*
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –80,8* . –47,7*
–77,3* . –26,0*
. . –37,6*
. . –60,9*
. . –63,1*
. . –63,5*
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
. 9,1* referentie
2,8
6,1*
5,2*
9,5*
15,5*
Leidinggevende functie Ja Nee
10,1* referentie
6,6
6,2*
8,8*
10,9*
10,5*
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,5 –8,0* –5,0* 32,7* –7,1* –0,6 2,1
11,5 18,3 7,8 . –15,3 . .
0,9 –0,8 –4,7* . –0,9 5,9 7,0
–1,0 –7,9* –4,9* . –4,8* 4,3 1,4
–0,4 –9,2* –4,3* 35,2* –8,2* –4,6 0,8
–1,3 –15,3* –4,4 . –10,9* –7,6 –2,7
150
Tabel O27 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 jaar
23 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
% Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
8,6* referentie
13,8*
4,5*
9,0*
8,6*
8,7*
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–2,9* –2,2* referentie –2,9*
–6,7 –1,1
–5,5* –2,0
–2,3 –1,8
–1,5 –3,2*
–3,8* –2,9
–5,9
–2,3
–1,9
–3,9*
–4,2*
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,2*
0,2
–0,1*
–0,2*
–0,2*
–0,3*
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
151
Tabel O28 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
–10,7*
–3,9
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –7,6*
–7,4*
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–11,6 referentie 10,8 14,5* 18,1
–10,4*
–28,4*
–21,7*
10,9* 14,5* 18,4*
13,3* 17,3* 16,7*
7,1* 11,9 * 13,3*
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,5* referentie
–3,4*
–5,2
–1,4
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–20,7* –11,0 * referentie 16,6* 33,8*
–20,7* –11,6 *
. –7,9*
–21,1* –10,5*
16,5* 34,3*
18,6* 38,8*
14,4* 18,4*
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
9,8* referentie 0,9 4,6* 6,2* 0,6 1,0 –1,6 5,4* 0,3
10,0*
8,3
8,9
0,5 4,5* 6,2* 0,7 1,1 –1,8 5,2* 1,1
1,9 4,2 3,0 –2,7 –2,3 . 8,0* –5,2
8,4 6,0 8,9 3,5 10,3 . 3,9 2,6
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,7 referentie –0,1 2,0 –2,5*
. 0,5
. 5,4
. –6,8*
0,0 1,9 –2,6*
–0,4 0,8 –0,7
–0,4 6,2 –3,5
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,9 0,7
0,8 –0,4
1,8 4,1
–0,6 19,6*
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–12,2* –5,6* referentie 12,6* 19,3*
–12,3* –5,4*
. –7,5*
–9,9 –5,3
12,8* 19,2*
11,1 * 15,8*
11,9 * 24,0*
Beroepsrichting management Ja Nee
13,0* referentie
13,6*
6,2
.
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,8 –4,0* referentie 5,6* 12,0*
–0,5 –3,9*
–3,8 –5,6
–2,0 –5,2
5,8* 11,9 *
2,8 11,5 *
6,4* 10,8*
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –80,8* . –47,7*
–81,9* . –49,5*
. . .
. . .
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
9,1* referentie
9,3*
7,5*
4,7
Leidinggevende functie Ja Nee
10,1* referentie
10,4*
7,4*
8,6*
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,5 –8,0* –5,0* 32,7* –7,1* –0,6 2,1
–1,0 –9,2* –5,7* 31,2* –7,7* –1,6 1,0
0,7 –0,6 –2,4 . –6,6* 4,9 .
2,0 –1,6 0,8 . –0,3 . .
Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
8,6* referentie
8,7*
7,6*
1,9
152
Tabel O28 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
–2,8* –2,1*
–4,1 0,4
2,5 –7,2*
% Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–2,9* –2,2* referentie –2,9*
–2,8*
–2,8
–4,7
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,2*
–0,2*
–0,1
–0,2*
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
153
Tabel O29 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar handicap of chronische ziekte, september 2008 Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
–5,9*
–7,5*
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –7,6*
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–11,6 referentie 10,8 14,5* 18,1
–10,2
–13,6*
7,5* 4,9 7,5*
10,8* 16,2* 20,1*
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –3,7* –0,9 –5,0* –1,4
–4,6 –2,8 –5,9 1,1
–3,2 –1,8 –6,3* –3,5
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–20,7* –11,0* referentie 16,6* 33,8*
–15,4* –9,1*
–22,0* –11,0*
19,1* 33,9*
17,0* 34,5*
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
9,8* referentie 0,9 4,6* 6,2* 0,6 1,0 –1,6 5,4* 0,3
7,5*
10,5*
0,1 3,8 4,4 –2,3 0,6 1,0 1,8 –0,7
0,8 4,7* 5,7* 0,1 –0,3 –0,8 6,1* 0,1
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,1 0,7 referentie –0,1 2,0 –2,5*
. –0,2
. 1,7
–1,2 –1,8 –5,3*
0,5 2,3 –2,0*
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,9 0,7
1,7 –1,6
0,1 1,6
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–12,2* –5,6* referentie 12,6* 19,3*
–10,4* –6,7*
–11,5* –6,3*
12,4* 23,9*
12,3* 19,0*
Beroepsrichting management Ja Nee
13,0* referentie
9,2
11,7*
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,8 –4,0* referentie 5,6* 12,0*
0,7 –1,9
0,1 –5,0*
9,6* 18,6*
5,1* 10,6*
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –80,8* –11,1 –47,7*
. . .
–80,1* . –46,4*
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
9,1* referentie
11,0*
9,4*
Leidinggevende functie Ja Nee
10,1* referentie
7,9*
10,9*
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,5 –8,0* –5,0* 32,7* –7,1* –0,6 2,1
1,4 –7,7 –3,1 . –7,5* –2,9 1,9
–0,5 –7,7* –4,7* 31,2* –5,9* 0,8 1,4
154
Tabel O29 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar handicap of chronische ziekte, september 2008 (slot) Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
% Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
8,6* referentie
7,7*
9,1*
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–2,9* –2,2* referentie –2,9*
–4,0 –2,4
–2,9* –2,4*
–1,9
–3,3*
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,2*
–0,2*
–0,2*
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
155
Tabel O30 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
–7,6*
–7,6*
–1,6
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –7,6*
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–11,6 referentie 10,8 14,5* 18,1
–12,4*
–9,2*
–8,7
14,2* 20,4* 23,2*
8,2* 9,4* 12,9*
5,5 12,5 27,4*
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –3,7* –0,9 –5,0* –1,4
–4,1 –1,2 –7,5* –3,0
–4,2* –0,9 –4,7* –2,8
2,2 –3,1 . .
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,5* referentie
–4,7*
–2,1*
–8,2
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–20,7* –11,0* referentie 16,6* 33,8*
–20,9* –10,0*
–19,5* –11,1*
–20,0 –10,0
16,3* 34,7*
15,5* 28,9*
15,1 46,7*
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
9,8* referentie 0,9 4,6* 6,2* 0,6 1,0 –1,6 5,4* 0,3
12,4*
5,6*
8,5
1,7 8,0* 8,4* 4,2* 4,0* 1,6 8,6* 2,0
–1,0 1,1 1,8 –2,4 –0,3 –3,9 1,6 –2,7
6,0 –5,2 0,9 –13,6 –19,5 . 9,7 1,5
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,1 0,7 referentie –0,1 2,0 –2,5*
. 0,3
. 2,4
. –6,7
–0,4 3,1 –3,1*
1,1 2,7* –0,7
2,1 3,8 –3,5
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–12,2* –5,6* referentie 12,6* 19,3*
–9,8* –6,4*
–13,4* –5,0*
–11,6 –0,8
10,6* 16,2*
15,5* 25,1*
13,1 14,2
Beroepsrichting management Ja Nee
13,0* referentie
13,1*
12,2*
.
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,8 –4,0* referentie 5,6* 12,0*
–3,2 –4,4*
–2,3 –5,5*
2,9 4,7
3,7* 7,6*
7,2* 15,4*
8,8 14,7
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –80,8* –11,1 –47,7*
–83,3* . –70,1*
. . –55,7*
. . –34,5*
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
9,1* referentie
11,5*
4,7*
10,8
Leidinggevende functie Ja Nee
10,1* referentie
10,7*
8,3*
4,6
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,5 –8,0* –5,0* 32,7* –7,1* –0,6 2,1
–1,8 –4,2* –4,4* 27,4* –8,0* –0,6 3,9
0,9 –16,5* –3,2 . –2,7* 0,9 –1,5
. –10,0 –24,0 . . –37,1* . .
156
Tabel O30 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
% Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
8,6* referentie
9,5*
5,1*
25,4*
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–2,9* –2,2* referentie –2,9*
–3,1* –2,1*
–3,1* –2,9*
–1,6 –0,2
–2,6*
–3,7*
–0,7
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,2*
–0,1
–0,3*
–0,2
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
157
Tabel O31 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar contractvorm, september 2008 Totaal
Onbepaalde tijd
Bepaalde tijd
–7,3*
– 6,6*
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie – 7,6*
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–11,6 referentie 10,8 14,5* 18,1
–21,2*
–10,8*
11,6* 16,1* 20,0*
6,8* 4,5 2,6
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –3,7* –0,9 –5,0* –1,4
–3,4 –1,2 –6,3* –2,3
–4,0 0,4 1,1 –1,1
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,5* referentie
–3,4*
–4,1
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–20,7* –11,0* referentie 16,6* 33,8*
–17,4* –10,4*
–23,4* –6,3*
16,3* 34,9*
14,6* 28,2*
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
9,8* referentie 0,9 4,6* 6,2* 0,6 1,0 –1,6 5,4* 0,3
8,7*
10,6*
–0,4 3,8* 5,1* 0,6 0,3 –0,8 3,9* –0,4
6,8 8,1* 7,7 3,9 3,3 –3,1 13,2* 4,6
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,1 0,7 referentie –0,1 2,0 –2,5*
. 0,2
. 1,3
–0,1 2,2* –2,4*
1,9 2,9 –2,7
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,9 0,7
–0,9 –7,1*
9,7* 15,1*
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–12,2* –5,6* referentie 12,6* 19,3*
–11,7* –8,7*
–11,7* 0,5
13,5* 20,7*
9,3* 11,6*
Beroepsrichting management Ja Nee
13,0* referentie
10,4*
40,8*
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,8 –4,0* referentie 5,6* 12,0*
–2,8 –4,9*
–2,8 –4,4
5,6* 11,5*
6,3* 15,7*
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Oproepkracht
referentie –80,8* –11,1 –47,7*
. . 5,7
–80,5* . –54,9*
Leidinggevende functie Ja Nee
10,1* referentie
9,6*
10,7*
Sector Rijksoverheid Onderwijs Defensie Politie Rechterlijke macht Gemeenten Provincies Waterschappen
referentie –0,5 –8,0* –5,0* 32,7* –7,1* –0,6 2,1
–1,2 –8,2* –3,3* 32,5* –7,2* –3,5 0,8
3,5 –8,0 –11,5* . –4,3 14,0* .
158
Tabel O31 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij de overheid naar contractvorm, september 2008 (slot) Totaal
Onbepaalde tijd
Bepaalde tijd
% Bedrijfsomvang 500 werknemers of meer Ja Nee
8,6* referentie
7,7*
12,2*
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–2,9* –2,2* referentie –2,9*
–1,9* –2,0*
–7,9* –2,6
–2,9*
–1,9
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,2*
–0,2*
–0,2*
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
159
Tabel B1 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar geslacht, september 2008 Totaal
Mannen
Vrouwen
x 1 000
Totaal
Mannen
Vrouwen
%
Totaal
6 669
3 584
3 085
100
54
46
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
1 054 1 728 1 690 1 455 743
539 820 776 663 287
100 100 100 100 100
49 53 54 54 61
51 47 46 46 39
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
5 433 567 669
2 921 292 371
2 513 274 298
100 100 100
54 52 55
46 48 45
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
5 433 710 526
2 921 383 280
2 513 327 245
100 100 100
54 54 53
46 46 47
Opleidingsniveau 1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
469 1 643 2 995 1 011 526
272 890 1 546 548 311
196 753 1 448 463 215
100 100 100 100 100
58 54 52 54 59
42 46 48 46 41
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
1 925 135 316 1 064 130 148 1 211 162 1 127 451
966 56 143 557 85 110 1 125 128 137 277
960 79 173 507 45 37 85 34 990 174
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
50 42 45 52 65 75 93 79 12 61
50 58 55 48 35 25 7 21 88 39
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
3 348 2 256 1 066
2 573 610 401
775 1 646 664
100 100 100
77 27 38
23 73 62
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
740 1 700 2 238 968 368
405 865 1 183 586 230
335 835 1 055 382 138
100 100 100 100 100
55 51 53 61 63
45 49 47 39 37
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
116 89 148 24 1 166 458 469 2 229 94 60 245 801 77
60 35 108 16 1 075 388 68 1 082 61 32 71 193 57
56 54 40 9 91 70 401 1 147 34 29 174 609 20
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
52 39 73 64 92 85 15 49 64 53 29 24 74
48 61 27 36 8 15 85 51 36 47 71 76 26
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
192 4 379 1 374 190 194 26 316
152 2 411 677 77 78 16 174
40 1 968 697 113 115 10 142
100 100 100 100 100 100 100
79 55 49 40 40 63 55
21 45 51 60 60 37 45
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
2 495 2 048 1 773 353
810 1 070 1 387 317
1 685 978 386 36
100 100 100 100
32 52 78 90
68 48 22 10
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
3 185 1 601 1 772
1 625 803 1 077
1 560 798 695
100 100 100
51 50 61
49 50 39
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
110 7 829 26 379 1 269 320 425 264 1 485 27 47 1 145 304 33
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
70 90 78 75 90 53 47 73 54 58 48 53 15 45 22
30 . 22 25 10 47 53 27 46 42 52 47 85 55 78
160
515 908 914 791 456
77 6 643 19 342 671 149 310 143 868 13 25 174 137 7
33 . 186 6 37 598 170 114 121 618 14 22 971 167 26
Tabel B1 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar geslacht, september 2008 (slot) Totaal
Mannen
Vrouwen
x 1 000
Totaal
Mannen
Vrouwen
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
183 346 451 580 782 567 517 631 2 613
125 180 246 345 488 351 316 362 1 171
58 166 205 234 294 216 201 269 1 441
100 100 100 100 100 100 100 100 100
68 52 54 60 62 62 61 57 45
32 48 46 40 38 38 39 43 55
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
523 1 136 2 622 1 222
273 609 1 408 661
250 527 1 214 560
100 100 100 100
52 54 54 54
48 46 46 46
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
161
Tabel B2 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
Totaal
6 669
1 054
1 728
1 690
1 455
743
100
16
26
25
22
11
Geslacht Mannen Vrouwen
3 584 3 085
515 539
908 820
914 776
791 663
456 287
100 100
14 17
25 27
25 25
22 22
13 9
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
5 433 567 669
870 63 122
1 363 142 222
1 354 150 187
1 217 131 107
631 81 31
100 100 100
16 11 18
25 25 33
25 26 28
22 23 16
12 14 5
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
5 433 710 526
870 53 132
1 363 187 178
1 354 235 102
1 217 164 74
631 72 40
100 100 100
16 7 25
25 26 34
25 33 19
22 23 14
12 10 8
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
469 1 643 2 995 1 011 526
156 547 330 19 2
53 265 883 362 159
76 313 814 297 182
103 330 658 231 124
80 188 310 102 60
100 100 100 100 100
33 33 11 2 0
11 16 29 36 30
16 19 27 29 35
22 20 22 23 24
17 11 10 10 11
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
1 925 135 316 1 064 130 148 1 211 162 1 127 451
744 8 10 60 5 5 79 19 91 32
360 31 109 332 38 46 307 48 305 151
314 28 94 354 38 45 348 49 285 133
326 43 68 215 32 36 303 30 308 93
180 25 34 102 17 15 173 16 138 41
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
39 6 3 6 4 4 7 11 8 7
19 23 35 31 29 31 25 30 27 33
16 21 30 33 29 31 29 30 25 30
17 32 22 20 24 25 25 19 27 21
9 19 11 10 13 10 14 10 12 9
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
3 348 2 256 1 066
233 307 515
1 025 529 174
927 625 138
784 536 135
380 259 103
100 100 100
7 14 48
31 23 16
28 28 13
23 24 13
11 11 10
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
740 1 700 2 238 968 368
241 376 121 12 2
141 395 660 289 104
139 366 664 313 117
138 357 544 244 96
80 206 249 109 48
100 100 100 100 100
33 22 5 1 1
19 23 29 30 28
19 22 30 32 32
19 21 24 25 26
11 12 11 11 13
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
116 89 148 24 1 166 458 469 2 229 94 60 245 801 77
49 7 36 . 93 50 21 298 5 3 9 181 .
18 27 31 7 301 110 127 628 32 17 86 187 9
19 22 34 8 322 117 124 639 27 17 65 169 25
19 22 30 6 289 111 143 453 20 16 58 175 28
10 11 18 3 160 70 55 211 10 8 27 89 14
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
43 8 24 . 8 11 4 13 5 5 4 23 .
16 30 21 28 26 24 27 28 34 28 35 23 11
16 25 23 32 28 26 26 29 29 28 26 21 33
17 24 20 24 25 24 30 20 21 26 24 22 37
9 12 12 14 14 15 12 9 11 13 11 11 19
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
192 4 379 1 374 190 194 26 316
. 330 412 81 132 4 95
16 1 069 462 37 27 7 109
66 1 262 261 26 15 6 54
65 1 134 173 26 11 5 41
44 583 67 20 9 3 16
100 100 100 100 100 100 100
. 8 30 43 68 17 30
9 24 34 20 14 28 35
35 29 19 14 8 24 17
34 26 13 14 6 19 13
23 13 5 10 5 13 5
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
2 495
936
486
432
399
242
100
38
19
17
16
10
2 048 1 773 353
112 6 .
777 442 23
532 594 132
424 498 134
203 234 64
100 100 100
5 0 .
38 25 6
26 33 37
21 28 38
10 13 18
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
3 185 1 601 1 772
629 228 189
813 358 533
737 413 507
660 409 355
345 193 188
100 100 100
20 14 11
26 22 30
23 26 29
21 26 20
11 12 11
110 7 829 26 379 1 269 320 425 264 1 485 27 47 1 145 304
31
19 2 232 8 87 209 37 108 64 271 9 11 324 63
14 1 120 4 52 113 19 62 26 133 5 6 145 37
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
28
6 . 10 27 45 9 3 14 . 16 11 17
20 24 21 24 29 25 22 24 28 32 18 25 24 25
22 28 31 27 25 23 15 27 34 26 29 23 24 24
18 32 28 32 23 16 12 25 24 18 32 24 28 21
13 16 14 16 14 9 6 15 10 9 17 13 13 12
33
3
9
5
100
8
20
30
27
14
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
162
51 . 36 344 145 38 9 214 . 8 121 53
22 2 171 6 108 313 71 104 73 480 5 12 279 77
7
24 2 255 7 95 290 48 113 90 387 8 11 276 74
10
Tabel B2 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
183 346 451 580 782 567 517 631 2 613
14 56 87 113 135 94 76 67 412
34 83 126 163 214 150 134 164 660
55 86 113 142 196 148 137 176 637
48 76 79 104 156 116 111 146 618
32 45 46 57 81 59 60 78 285
100 100 100 100 100 100 100 100 100
8 16 19 19 17 17 15 11 16
18 24 28 28 27 26 26 26 25
30 25 25 25 25 26 26 28 24
26 22 18 18 20 21 21 23 24
18 13 10 10 10 10 12 12 11
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
523 1 136 2 622 1 222
60 145 294 151
139 295 705 313
142 303 717 327
122 261 600 293
59 131 306 137
100 100 100 100
12 13 11 12
27 26 27 26
27 27 27 27
23 23 23 24
11 12 12 11
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
163
Tabel B3 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autochtonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
%
Totaal
6 669
5 433
567
669
100
81
8
10
Geslacht Mannen Vrouwen
3 584 3 085
2 921 2 513
292 274
371 298
100 100
81 81
8 9
10 10
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
1 054 1 728 1 690 1 455 743
870 1 363 1 354 1 217 631
63 142 150 131 81
122 222 187 107 31
100 100 100 100 100
82 79 80 84 85
6 8 9 9 11
12 13 11 7 4
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
5 433 710 526
5 433
232 334
478 191
100 100 100
100
33 64
67 36
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
469 1 643 2 995 1 011 526
338 1 334 2 469 878 405
32 118 252 82 76
99 190 274 51 45
100 100 100 100 100
72 81 82 87 77
7 7 8 8 15
21 12 9 5 9
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
1 925 135 316 1 064 130 148 1 211 162 1 127 451
1 488 115 234 893 107 124 1 050 153 982 287
163 11 40 84 13 14 83 6 73 81
274 9 42 87 11 11 78 3 72 83
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
77 85 74 84 82 84 87 95 87 64
8 8 13 8 10 9 7 3 6 18
14 7 13 8 8 7 6 2 6 18
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
3 348 2 256 1 066
2 738 1 848 848
296 189 82
315 218 136
100 100 100
82 82 80
9 8 8
9 10 13
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
740 1 700 2 238 968 368
539 1 391 1 903 832 309
64 134 181 88 39
137 176 154 47 20
100 100 100 100 100
73 82 85 86 84
9 8 8 9 11
18 10 7 5 5
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
116 89 148 24 1 166 458 469 2 229 94 60 245 801 77
85 73 133 21 963 371 409 1 879 74 48 208 612 68
10 10 7 2 94 35 33 195 9 9 22 70 7
21 6 9 . 109 52 27 156 11 3 15 119 3
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
73 82 90 86 83 81 87 84 78 80 85 76 88
8 11 4 9 8 8 7 9 10 15 9 9 9
19 7 6 . 9 11 6 7 12 5 6 15 3
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
192 4 379 1 374 190 194 26 316
171 3 670 1 074 154 150 17 196
15 361 121 14 15 3 36
5 347 178 21 28 6 84
100 100 100 100 100 100 100
89 84 78 82 78 66 62
8 8 9 8 8 13 11
3 8 13 11 14 22 27
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
2 495
1 989
197
309
100
80
8
12
2 048 1 773 353
1 622 1 516 307
180 154 36
247 104 10
100 100 100
79 85 87
9 9 10
12 6 3
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
3 185 1 601 1 772
2 575 1 327 1 439
252 134 171
358 140 163
100 100 100
81 83 81
8 8 10
11 9 9
110 7 829 26 379 1 269 320 425 264 1 485 27 47 1 145 304
101 6 675 22 340 1 064 238 346 220 1 098 21 40 981 255
4 . 73 2 21 97 32 40 24 152 3 5 82 29
5 . 80 . 18 108 51 39 19 235 4 3 82 20
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
92 84 81 88 90 84 74 82 84 74 76 84 86 84
4 . 9 7 5 8 10 9 9 10 10 10 7 10
5 . 10 . 5 8 16 9 7 16 14 6 7 7
33
26
3
4
100
78
9
13
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
164
Tabel B3 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autochtonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
183 346 451 580 782 567 517 631 2 613
156 294 379 490 650 467 415 503 2 078
16 27 35 45 65 47 46 60 226
11 25 37 44 67 53 56 68 308
100 100 100 100 100 100 100 100 100
85 85 84 85 83 82 80 80 80
9 8 8 8 8 8 9 9 9
6 7 8 8 9 9 11 11 12
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
523 1 136 2 622 1 222
477 987 2 045 1 040
30 81 248 108
15 67 328 74
100 100 100 100
91 87 78 85
6 7 9 9
3 6 13 6
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
165
Tabel B4 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar handicap of chronische ziekte, september 2008 Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
% Totaal
100
17
83
Geslacht Mannen Vrouwen
100 100
17 17
83 83
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
100 100 100 100 100
10 13 17 23 28
90 87 83 77 72
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
100 100 100
17 18 17
83 82 83
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
100 100 100
17 19 16
83 81 84
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
100 100 100 100 100
26 18 17 14 12
74 82 83 86 88
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
17 19 16 15 15 14 19 18 19 17
83 81 84 85 85 86 81 82 81 83
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
100 100 100
16 19 15
84 81 85
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
100 100 100 100 100
19 19 17 14 11
81 81 83 86 89
Beroepsrichting Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
24 17 22 14 19 20 17 15 15 16 16 18 13
76 83 78 86 81 80 83 85 85 84 84 82 87
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
100 100 100 100 100 100 100
12 18 16 14 13 20 18
88 82 84 86 87 80 82
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
100 100 100 100
18 19 15 11
82 81 85 89
CAO CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
100 100 100
17 20 15
83 80 85
166
Tabel B4 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar handicap of chronische ziekte, september 2008 (slot) Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
% Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven
100 100 100 100
15 . 23 14
85 86 77 86
Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
19 15 14 18 14 16 23 15 19 16 25
81 85 86 82 86 84 77 85 81 84 75
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
100 100 100 100 100 100 100 100 100
15 16 15 16 17 16 16 18 19
85 84 85 84 83 84 84 82 81
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
100 100 100 100
18 18 16 17
82 82 84 83
167
Tabel B5 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Totaal
6 669
3 348
2 256
1 066
100
50
34
16
Geslacht Mannen Vrouwen
3 584 3 085
2 573 775
610 1 646
401 664
100 100
72 25
17 53
11 22
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
1 054 1 728 1 690 1 455 743
233 1 025 927 784 380
515 174 138 135 103
100 100 100 100 100
22 59 55 54 51
29 31 37 37 35
49 10 8 9 14
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
5 433 567 669
2 738 296 315
1 848 189 218
848 82 136
100 100 100
50 52 47
34 33 33
16 14 20
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
5 433 710 526
2 738 368 242
1 848 235 172
848 107 111
100 100 100
50 52 46
34 33 33
16 15 21
Opleidingsniveau 1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
469 1 643 2 995 1 011 526
189 696 1 506 597 344
149 539 1 080 329 152
131 407 409 85 31
100 100 100 100 100
40 42 50 59 65
32 33 36 33 29
28 25 14 8 6
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
1 925 135 316 1 064 130 148 1 211 162 1 127 451
686 54 156 627 84 100 953 108 300 281
662 56 121 347 35 40 193 38 638 126
578 25 39 90 11 8 65 17 189 44
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
36 40 49 59 64 67 79 67 27 62
34 41 38 33 27 27 16 23 57 28
30 19 12 8 9 6 5 10 17 10
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
740 1 700 2 238 968 368
245 762 1 278 624 252
260 610 781 285 100
234 328 179 59 17
100 100 100 100 100
33 45 57 64 68
35 36 35 29 27
32 19 8 6 5
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
116 89 148 24 1 166 458 469 2 229 94 60 245 801 77
38 26 80 17 920 294 131 1 187 58 29 101 190 64
41 36 39 7 187 109 284 768 28 22 123 372 11
37 27 29 . 58 54 55 273 9 10 22 239 1
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
33 29 54 69 79 64 28 53 61 48 41 24 84
36 41 26 28 16 24 60 34 29 36 50 46 15
32 31 20 . 5 12 12 12 9 16 9 30 2
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
192 4 379 1 374 190 194 26 316
157 2 458 626 19 11 11 67
19 1 500 468 63 63 9 134
16 422 280 107 119 6 116
100 100 100 100 100 100 100
82 56 46 10 6 42 21
10 34 34 33 33 35 42
8 10 20 57 61 24 37
307 529 625 536 259
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
2 495
241
1 214
1 039
100
10
49
42
2 048 1 773 353
1 272 1 505 330
756 263 22
20 5 .
100 100 100
62 85 93
37 15 6
1 0 .
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
3 185 1 601 1 772
1 424 768 1 081
1 154 616 458
607 218 233
100 100 100
45 48 61
36 38 26
19 14 13
168
Tabel B5 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
110 7 829 26 379 1 269 320 425 264 1 485 27 47 1 145 304
33
6
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
183 346 451 580 782 567 517 631 2 613
Regio werkgemeente 1) Noord Oost West Zuid
523 1 136 2 622 1 222
55 6 616 20 308 602 80 268 173 744 14 25 306 125
28 1 180 5 57 395 98 109 84 472 12 15 682 109
28 . 33 . 14 272 142 47 7 269 . 7 157 70
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
49 87 74 78 81 47 25 63 66 50 52 53 27 41
25 13 22 21 15 31 31 26 32 32 46 33 60 36
25 . 4 . 4 21 44 11 3 18 . 14 14 23
7
20
100
17
22
60
115 161 224 306 438 322 305 362 1 113
31 100 132 164 222 163 148 205 1 090
36 84 95 109 122 82 64 64 410
100 100 100 100 100 100 100 100 100
63 47 50 53 56 57 59 57 43
17 29 29 28 28 29 29 32 42
20 24 21 19 16 14 12 10 16
255 571 1 427 646
73 165 318 159
100 100 100 100
49 50 54 53
37 35 33 34
14 15 12 13
195 400 876 417
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
169
Tabel B6 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar contractvorm, september 2008 Totaal DGA
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract voor bepaalde tijd
Flexcontract voor onbepaalde tijd
Flexcontract voor bepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd
Totaal DGA Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
x 1 000
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract voor bepaalde tijd
Flexcontract voor onbepaalde tijd
Flexcontract voor bepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
%
Totaal
6 669
192
4 379
1 374
190
194
26
316
100
3
66
21
3
3
0
5
Geslacht Mannen Vrouwen
3 584 3 085
152 40
2 411 1 968
677 697
77 113
78 115
16 10
174 142
100 100
4 1
67 64
19 23
2 4
2 4
0 0
5 5
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
1 054 1 728 1 690 1 455 743
. 16 66 65 44
330 1 069 1 262 1 134 583
412 462 261 173 67
81 37 26 26 20
132 27 15 11 9
4 7 6 5 3
95 109 54 41 16
100 100 100 100 100
. 1 4 4 6
31 62 75 78 79
39 27 15 12 9
8 2 2 2 3
12 2 1 1 1
0 0 0 0 0
9 6 3 3 2
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
5 433 567 669
171 15 5
3 670 361 347
1 074 121 178
154 14 21
150 15 28
17 3 6
196 36 84
100 100 100
3 3 1
68 64 52
20 21 27
3 3 3
3 3 4
0 1 1
4 6 13
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
5 433 710 526
171 9 12
3 670 422 287
1 074 163 137
154 19 16
150 18 25
17 6 3
196 74 46
100 100 100
3 1 2
68 59 55
20 23 26
3 3 3
3 3 5
0 1 1
4 10 9
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
469 1 643 2 995 1 011 526
4 25 75 45 43
263 941 2 041 745 372
122 408 584 165 90
15 69 84 15 5
30 87 64 10 4
3 7 10 4 2
31 105 138 28 11
100 100 100 100 100
1 2 3 4 8
56 57 68 74 71
26 25 19 16 17
3 4 3 1 1
6 5 2 1 1
1 0 0 0 0
7 6 5 3 2
1 925 135
30 5
1 010 92
517 24
93 4
128 3
9 .
138 6
100 100
2 4
52 68
27 18
5 3
7 2
0 .
7 4
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
316
9
207
73
6
5
1
16
100
3
65
23
2
2
0
5
1 064
50
750
186
20
13
3
42
100
5
71
17
2
1
0
4
130
11
87
22
3
1
.
6
100
9
67
17
2
1
.
4
148 1 211 162
4 44 8
114 910 110
22 188 32
1 14 3
1 8 3
. 5 .
4 42 7
100 100 100
3 4 5
77 75 68
15 16 20
1 1 2
1 1 2
. 0 .
3 3 4
1 127 451
17 13
806 293
209 101
37 9
25 6
2 2
31 26
100 100
2 3
72 65
19 22
3 2
2 1
0 1
3 6
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
3 348 2 256 1 066
157 19 16
2 458 1 500 422
626 468 280
19 63 107
11 63 119
11 9 6
67 134 116
100 100 100
5 1 1
73 66 40
19 21 26
1 3 10
0 3 11
0 0 1
2 6 11
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
740 1 700 2 238 968 368
2 15 74 63 31
404 1 073 1 685 736 273
189 389 356 134 56
37 73 35 11 2
43 60 23 6 2
5 7 5 3 2
60 84 59 15 3
100 100 100 100 100
0 1 3 7 9
55 63 75 76 74
26 23 16 14 15
5 4 2 1 0
6 4 1 1 0
1 0 0 0 0
8 5 3 2 1
116
.
54
34
5
8
.
14
100
.
47
29
5
7
.
12
89 148 24 1 166 458 469
3 7 . 39 6 8
21 29 3 176 95 65
3 6 . 11 11 12
2 5 . 8 9 7
. . . 5 2 .
4 6 . 45 30 5
100 100 100 100 100 100
3 5 . 3 1 2
61 63 83 76 67 79
23 20 13 15 21 14
4 4 . 1 2 3
3 3 . 1 2 1
. . . 0 0 .
5 4 . 4 7 1
2 229
95
1 532
413
61
53
6
69
100
4
69
19
3
2
0
3
8 3 3 8 4
1 . 4 40 1
2 . 4 35 .
. . . 3 .
4 3 4 36 .
100 100 100 100 100
8 5 1 1 6
66 63 76 60 84
18 22 18 25 8
1 . 2 5 2
2 . 2 4 .
. . . 0 .
4 5 2 4 .
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
170
94 60 245 801 77
54 93 20 882 305 373
62 38 185 479 64
17 13 44 200 6
2 495
25
1 179
706
166
183
12
223
100
1
47
28
7
7
0
9
2 048
20
1 474
437
17
9
8
84
100
1
72
21
1
0
0
4
1 773
79
1 461
213
6
1
5
8
100
4
82
12
0
0
0
0
353
68
264
18
1
.
.
.
100
19
75
5
0
.
.
.
Tabel B6 Banen van werknemers bij het bedrijfsleven naar contractvorm, september 2008 (slot) Totaal DGA
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract voor bepaalde tijd
Flexcontract voor onbepaalde tijd
Flexcontract voor bepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd
Totaal DGA Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
x 1 000 CAO CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract voor bepaalde tijd
Flexcontract voor onbepaalde tijd
Flexcontract voor bepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
%
1)
3 185
15
2 021
682
89
90
19
269
100
0
63
21
3
3
1
8
1 601 1 772
2 174
1 145 1 121
290 387
51 49
75 28
2 4
36 9
100 100
0 10
71 63
18 22
3 3
5 2
0 0
2 1
7 . 13 . 15 36 5 7 17 79
23 . 124 3 59 308 104 98 33 294 3 16 221 83
7 . 7 . 3 62 36 8 . 19 . . 37 10
6
7 . 2 . 4 3 2 2 7 5
21 . 15 13 16 24 32 23 12 20 12 34 19 27
6 . 1 . 1 5 11 2 . 1 . . 3 3
0 6 8 2 . 1 . . 4 3
2
21
3 1 2
62 90 82 86 79 62 46 72 81 50 88 60 73 65
5
1 77 27 7 . 16 . . 45 9
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
.
84
15
.
.
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
110 7 829 26 379 1 269 320 425 264 1 485 27 47 1 145 304
1 6 5
33
.
28
5
.
.
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
183 346 451 580 782 567 517 631 2 613
85 55 22 17 9 2 . . .
67 196 287 381 536 392 363 450 1 709
23 72 107 136 178 134 114 133 478
5 13 20 26 27 14 10 10 64
2 9 13 15 22 12 13 12 95
. . . . 2 2 1 . 17
. . . 3 9 12 16 25 249
100 100 100 100 100 100 100 100 100
47 16 5 3 1 0 . . .
37 57 64 66 68 69 70 71 65
13 21 24 24 23 24 22 21 18
3 4 5 4 3 2 2 2 2
1 3 3 3 3 2 3 2 4
. . . . 0 0 0 . 1
. . . 1 1 2 3 4 10
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
523 1 136 2 622 1 222
12 36 85 39
368 796 1 854 865
93 207 481 217
12 28 68 34
12 25 52 26
2 3 8 5
25 39 74 36
100 100 100 100
2 3 3 3
70 70 71 71
18 18 18 18
2 3 3 3
2 2 2 2
0 0 0 0
5 3 3 3
68 6 681 22 300 786 148 305 213 735 24 28 836 198
5
26
316
1
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
171
Tabel B7a Banen van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
Totaal
3 584
515
908
914
791
456
100
14
25
25
22
13
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
2 921 292 371
422 30 64
719 68 121
732 77 105
662 68 62
385 51 21
100 100 100
14 10 17
25 23 32
25 26 28
23 23 17
13 17 6
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
2 921 383 280
422 27 66
719 97 92
732 126 55
662 88 42
385 46 26
100 100 100
14 7 24
25 25 33
25 33 20
23 23 15
13 12 9
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
272 890 1 546 548 311
85 275 148 7 .
36 166 454 170 79
46 177 411 166 108
57 174 338 136 81
49 98 195 67 44
100 100 100 100 100
31 31 10 1 .
13 19 29 31 25
17 20 27 30 35
21 20 22 25 26
18 11 13 12 14
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
966 56 143 557 85 110 1 125 128 137 277
361 3 4 27 3 5 74 11 9 18
206 13 40 167 20 36 278 33 33 82
153 12 42 177 23 33 318 41 32 83
149 18 34 120 24 26 290 26 41 64
96 11 22 67 15 11 166 16 21 31
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
37 4 3 5 3 4 7 9 7 7
21 23 28 30 24 33 25 26 24 29
16 21 30 32 27 30 28 32 23 30
15 32 24 21 28 23 26 21 30 23
10 19 15 12 18 10 15 12 16 11
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
2 573 610 401
149 140 226
696 140 72
755 126 33
645 115 31
329 88 39
100 100 100
6 23 56
27 23 18
29 21 8
25 19 8
13 14 10
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
405 865 1 183 586 230
159 145 59 6 .
89 214 333 151 53
64 200 347 193 73
57 188 288 158 66
36 117 156 78 37
100 100 100 100 100
39 17 5 1 .
22 25 28 26 23
16 23 29 33 32
14 22 24 27 29
9 14 13 13 16
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
60 35 108 16 1 075 388 68 1 082 61 32 71 193 57
30 3 24 . 86 43 2 113 3 . . 63 .
9 9 22 4 275 94 17 301 17 9 19 55 6
7 8 26 5 294 97 15 321 17 8 18 34 19
8 9 22 4 270 92 23 232 15 8 20 27 20
5 5 14 3 150 63 11 116 9 5 13 14 12
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
50 8 23 . 8 11 2 10 5 . . 32 .
15 26 20 23 26 24 26 28 29 27 26 29 10
12 23 24 32 27 25 22 30 27 27 26 18 33
13 26 20 26 25 24 34 21 24 27 28 14 36
9 16 13 17 14 16 16 11 14 16 18 7 21
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
152 2 411 677 77 78 16 174
. 171 194 37 56 3 55
13 566 234 17 11 5 61
53 695 124 8 4 4 26
50 625 83 7 3 3 21
36 354 41 7 5 2 11
100 100 100 100 100 100 100
. 7 29 49 71 16 31
9 23 35 22 14 31 35
35 29 18 10 5 22 15
33 26 12 9 4 19 12
24 15 6 10 6 11 6
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
810
441
159
64
68
78
100
55
20
8
8
10
1 070 1 387 317
68 5 .
417 314 18
270 464 116
198 403 123
117 200 61
100 100 100
6 0 .
39 23 6
25 33 36
19 29 39
11 14 19
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
1 625 803 1 077
309 101 100
417 166 309
377 198 316
328 218 222
195 119 129
100 100 100
19 13 9
26 21 29
23 25 29
20 27 21
12 15 12
23
17 1 125 3 98 169 36 72 35 275 2 5 37 31
16 2 193 5 83 164 22 81 45 223 2 5 38 32
12 2 187 7 78 113 15 79 39 163 6 5 53 30
9 1 101 4 48 67 8 51 19 87 3 3 32 20
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
30
36 . 34 158 69 26 4 119 . 6 15 23
6 . 10 24 46 9 3 14 . 24 9 17
22 23 19 18 29 25 24 23 25 32 13 21 21 23
21 27 30 26 24 24 14 26 32 26 18 19 22 24
15 34 29 35 23 17 10 26 27 19 44 22 30 22
12 16 16 20 14 10 5 17 13 10 22 14 18 15
.
2
2
2
.
100
.
21
27
29
.
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
172
77 6 643 19 342 671 149 310 143 868 13 25 174 137
7
Tabel B7a Banen van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
125 180 246 345 488 351 316 362 1 171
8 30 43 62 75 51 42 33 172
21 45 72 100 133 89 78 84 287
39 42 60 85 126 93 87 104 276
33 37 42 61 99 76 68 89 286
24 26 29 37 55 42 40 52 150
100 100 100 100 100 100 100 100 100
6 17 18 18 15 14 13 9 15
17 25 29 29 27 25 25 23 25
31 23 24 25 26 27 28 29 24
27 21 17 18 20 22 22 24 24
19 14 12 11 11 12 13 14 13
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
273 609 1 408 661
26 72 144 74
71 155 365 161
74 163 388 179
66 139 328 162
35 80 184 85
100 100 100 100
10 12 10 11
26 25 26 24
27 27 28 27
24 23 23 24
13 13 13 13
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
173
Tabel B7b Banen van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
Totaal
3 085
539
820
776
663
287
100
17
27
25
22
9
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
2 513 274 298
447 33 59
643 74 102
622 73 82
555 63 46
246 31 10
100 100 100
18 12 20
26 27 34
25 27 27
22 23 15
10 11 3
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
2 513 327 245
447 26 66
643 90 86
622 108 47
555 76 33
246 26 15
100 100 100
18 8 27
26 28 35
25 33 19
22 23 13
10 8 6
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
196 753 1 448 463 215
71 273 182 12 1
18 99 428 191 80
30 136 403 131 74
47 156 320 95 43
31 90 115 35 16
100 100 100 100 100
36 36 13 3 1
9 13 30 41 37
15 18 28 28 35
24 21 22 20 20
16 12 8 7 7
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
960 79 173 507 45 37 85 34 990 174
383 6 6 34 2 . 5 7 82 14
154 18 69 165 18 10 30 15 271 69
161 16 52 177 15 13 30 8 254 51
177 25 34 95 8 11 14 4 267 29
84 14 12 36 2 4 7 . 117 11
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
40 7 3 7 5 . 6 21 8 8
16 23 40 33 41 26 35 43 27 40
17 21 30 35 33 34 35 24 26 29
18 32 20 19 17 28 16 10 27 17
9 18 7 7 4 11 8 . 12 6
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
775 1 646 664
84 167 289
329 389 102
172 499 105
139 421 104
52 171 64
100 100 100
11 10 43
42 24 15
22 30 16
18 26 16
7 10 10
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
335 835 1 055 382 138
83 231 61 6 1
52 180 327 138 51
75 166 318 120 44
81 169 256 86 30
44 89 93 31 11
100 100 100 100 100
25 28 6 2 1
16 22 31 36 37
22 20 30 31 32
24 20 24 23 22
13 11 9 8 8
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
56 54 40 9 91 70 401 1 147 34 29 174 609 20
19 4 12 . 7 7 19 185 2 2 8 118 .
9 18 9 3 26 16 109 327 15 8 68 132 3
11 14 8 3 29 20 109 319 11 8 47 135 6
11 13 8 2 19 18 119 221 5 7 38 148 8
5 5 4 . 10 8 44 95 2 3 14 75 2
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
35 8 29 . 8 11 5 16 4 6 4 19 .
17 33 22 36 28 23 27 29 45 29 39 22 15
20 26 19 33 32 29 27 28 32 29 27 22 32
20 23 21 20 22 26 30 19 15 25 22 24 41
9 10 10 . 11 11 11 8 5 11 8 12 12
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
40 1 968 697 113 115 10 142
. 160 218 44 76 2 41
3 502 228 20 16 2 48
14 568 136 18 11 2 28
15 509 90 20 8 2 20
8 229 26 12 4 1 6
100 100 100 100 100 100 100
. 8 31 39 66 17 29
9 26 33 18 14 24 34
34 29 20 16 9 26 19
37 26 13 17 7 19 14
20 12 4 11 4 14 4
1 685
494
328
368
331
164
100
29
19
22
20
10
978 386 36
44 . .
360 127 5
262 130 17
226 95 12
85 34 3
100 100 100
5 . .
37 33 13
27 34 46
23 25 32
9 9 9
1 560 798 695
321 127 89
396 192 224
360 215 191
332 192 132
150 73 60
100 100 100
21 16 13
25 24 32
23 27 27
21 24 19
10 9 9
8
8 . 61 2 12 127 26 32 45 163 5 6 238 41
7 . 45 1 9 96 22 29 25 108 3 6 271 33
5 . 19 . 4 45 11 11 7 46 2 2 114 17
100 . 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
24 8 . 6 31 45 10 4 15 . 8 11 18
16 . 25 41 27 24 20 28 32 33 22 29 25 27
23 . 33 31 33 21 15 28 37 26 38 27 25 25
22 . 24 22 24 16 13 25 21 18 22 26 28 20
14 . 10 . 10 8 6 9 6 7 13 11 12 10
8
7
4
100
8
20
31
27
14
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer) CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
174
33 . 186 6 37 598 170 114 121 618 14 22 971 167
15 . 2 186 77 11 5 96 . 2 106 30
5 . 46 3 10 144 35 32 38 204 3 6 242 46
26
2
5
Tabel B7b Banen van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot Totaal 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
x 1 000
15 tot 23 tot 35 tot 45 tot 55 tot 23 jaar 35 jaar 45 jaar 55 jaar 65 jaar
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
58 166 205 234 294 216 201 269 1 441
6 26 44 51 61 43 34 34 241
13 38 54 64 81 61 56 80 373
16 44 53 57 70 55 50 71 361
15 39 37 44 57 40 42 57 332
8 19 18 20 26 17 19 26 135
100 100 100 100 100 100 100 100 100
11 16 21 22 21 20 17 13 17
22 23 26 27 27 28 28 30 26
28 26 26 24 24 25 25 27 25
25 24 18 19 19 19 21 21 23
15 11 9 8 9 8 10 10 9
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
250 527 1 214 560
34 73 150 77
68 141 340 152
69 140 329 148
56 122 273 131
24 51 122 52
100 100 100 100
14 14 12 14
27 27 28 27
28 27 27 26
22 23 22 23
9 10 10 9
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
175
Tabel B8a Banen van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autochtonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
%
Totaal
3 584
2 921
292
371
100
81
8
10
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
30 68 77 68 51
64 121 105 62 21
100 100 100 100 100
82 79 80 84 84
6 8 8 9 11
12 13 11 8 5
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
2 921 383 280
2 921
111 182
272 99
100 100 100
100
29 65
71 35
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
272 890 1 546 548 311
196 716 1 276 481 245
18 64 127 42 39
58 110 144 25 27
100 100 100 100 100
72 80 83 88 79
7 7 8 8 13
21 12 9 5 9
966 56
732 48
80 4
154 4
100 100
76 85
8 8
16 7
515 908 914 791 456
422 719 732 662 385
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
143 557 85 110 1 125 128
107 477 71 93 979 121
15 40 8 10 77 4
22 40 6 8 70 2
100 100 100 100 100 100
75 86 83 84 87 95
10 7 10 9 7 3
15 7 7 7 6 2
137 277
110 183
14 41
13 53
100 100
81 66
10 15
9 19
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
2 573 610 401
2 137 477 306
210 52 31
226 81 64
100 100 100
83 78 76
8 8 8
9 13 16
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
405 865 1 183 586 230
297 696 1 005 509 196
29 67 95 51 23
79 101 83 26 11
100 100 100 100 100
73 81 85 87 85
7 8 8 9 10
19 12 7 4 5
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
60 35 108 16 1 075 388 68 1 082 61 32 71 193 57
44 28 97 14 893 315 56 922 47 26 60 132 51
4 4 5 . 84 28 7 91 6 4 7 16 5
12 3 6 . 98 45 5 70 8 . 4 44 2
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
73 79 90 88 83 81 82 85 77 81 84 69 88
7 12 4 . 8 7 10 8 10 14 10 8 8
21 9 6 . 9 12 7 6 13 . 6 23 3
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
152 2 411 677 77 78 16 174
136 2 018 533 59 59 10 106
12 193 55 6 6 2 19
4 199 89 12 14 4 49
100 100 100 100 100 100 100
90 84 79 77 75 62 61
8 8 8 8 7 13 11
3 8 13 15 17 25 28
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
810
616
63
131
100
76
8
16
1 070 1 387 317
827 1 200 278
90 109 31
153 78 9
100 100 100
77 87 87
8 8 10
14 6 3
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
1 625 803 1 077
1 308 665 881
124 65 97
194 73 98
100 100 100
80 83 82
8 8 9
12 9 9
3 . 54 1 19 48 14 27 11 82 . 2 16 13
3 . 64 . 16 59 32 29 8 130 . 1 14 10
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
92 85 82 90 90 84 69 82 86 76 80 86 82 84
3 . 8 7 5 7 9 9 8 9 . 9 9 9
4 . 10 . 5 9 22 9 6 15 . 5 8 7
.
.
100
75
.
.
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
176
77 6 643 19 342 671 149 310 143 868 13 25 174 137
7
71 5 525 17 307 563 103 254 123 656 10 21 143 115
6
Tabel B8a Banen van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Totaal Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
x 1 000
Autochtonen
Westerse Nietallochtonen westerse allochtonen
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
125 180 246 345 488 351 316 362 1 171
108 152 203 293 407 290 256 291 920
10 13 19 24 37 29 27 33 101
7 15 24 28 44 32 33 38 150
100 100 100 100 100 100 100 100 100
86 84 83 85 83 83 81 80 79
8 7 8 7 8 8 9 9 9
5 8 10 8 9 9 10 10 13
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
273 609 1 408 661
249 527 1 099 559
15 42 128 58
9 40 180 44
100 100 100 100
91 86 78 85
5 7 9 9
3 7 13 7
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
177
Tabel B8b Banen van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Westerse Nietwesterse allochallochtonen tonen
x 1 000
Totaal
Autochtonen
Westerse Nietwesterse allochallochtonen tonen
%
Totaal
3 085
2 513
274
298
100
81
9
10
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
33 74 73 63 31
59 102 82 46 10
100 100 100 100 100
83 79 80 84 86
6 9 9 9 11
11 12 11 7 4
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
2 513 327 245
2 513
121 153
206 93
100 100 100
100
37 62
63 38
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
196 753 1 448 463 215
142 619 1 193 396 160
14 55 126 40 37
41 80 130 26 18
100 100 100 100 100
72 82 82 86 74
7 7 9 9 17
21 11 9 6 8
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
756 68 127 416 36 31 71 32 872 104
83 6 25 44 4 4 7 1 59 40
120 5 21 47 5 3 7 . 59 30
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
79 86 74 82 80 83 83 93 88 60
9 8 14 9 10 9 8 4 6 23
13 6 12 9 10 8 9 . 6 17
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
775 1 646 664
601 1 371 541
86 137 51
89 137 72
100 100 100
77 83 81
11 8 8
11 8 11
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
335 835 1 055 382 138
242 694 898 323 113
35 67 86 38 16
58 74 71 21 9
100 100 100 100 100
72 83 85 85 82
10 8 8 10 12
17 9 7 6 6
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
56 54 40 9 91 70 401 1 147 34 29 174 609 20
41 45 36 7 70 56 353 957 27 22 149 480 17
6 5 2 . 10 7 26 104 3 5 15 54 2
9 3 3 . 11 7 22 86 3 2 10 75 .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
74 84 89 82 77 80 88 83 81 78 85 79 87
10 10 5 . 11 10 6 9 9 16 9 9 10
16 6 7 . 12 10 6 7 10 6 6 12 .
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
40 1 968 697 113 115 10 142
36 1 652 541 96 91 7 90
4 168 66 8 10 . 17
. 148 89 9 14 2 35
100 100 100 100 100 100 100
88 84 78 85 79 71 63
9 9 9 7 8 . 12
. 8 13 8 12 16 24
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
1 685 978 386 36
1 374 794 316 29
134 90 45 5
178 94 25 1
100 100 100 100
82 81 82 82
8 9 12 14
11 10 7 4
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
1 560 798 695
1 267 663 557
128 69 74
164 67 65
100 100 100
81 83 80
8 9 11
11 8 9
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
1 . 19 . 2 49 18 13 13 70 2 2 66 16 2
2 . 17 . 2 48 18 9 11 106 2 1 68 10 3
100 . 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
90 . 81 81 90 84 79 81 80 72 73 83 86 84 78
4 . 10 . 5 8 11 11 11 11 11 11 7 10 9
6 . 9 . 5 8 11 8 9 17 16 7 7 6 13
178
539 820 776 663 287
960 79 173 507 45 37 85 34 990 174
33 . 186 6 37 598 170 114 121 618 14 22 971 167 26
447 643 622 555 246
30 . 150 5 33 501 134 92 97 442 10 18 838 140 20
Tabel B8b Banen van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Westerse Nietwesterse allochallochtonen tonen
x 1 000
Totaal
Autochtonen
Westerse Nietwesterse allochallochtonen tonen
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
58 166 205 234 294 216 201 269 1 441
48 142 176 197 244 176 159 212 1 158
6 14 16 21 28 19 19 27 125
5 10 13 16 23 21 23 30 158
100 100 100 100 100 100 100 100 100
82 86 86 84 83 82 79 79 80
10 8 8 9 9 9 10 10 9
8 6 6 7 8 10 11 11 11
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
250 527 1 214 560
15 39 120 50
7 28 148 30
100 100 100 100
91 87 78 86
6 7 10 9
3 5 12 5
228 460 946 480
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
179
Tabel B9a Banen van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Totaal
3 584
2 573
610
401
100
72
17
11
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
149 696 755 645 329
140 140 126 115 88
226 72 33 31 39
100 100 100 100 100
29 77 83 82 72
27 15 14 15 19
44 8 4 4 9
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
2 921 292 371
2 137 210 226
477 52 81
306 31 64
100 100 100
73 72 61
16 18 22
10 11 17
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
2 921 383 280
2 137 265 171
477 75 57
306 43 52
100 100 100
73 69 61
16 20 20
10 11 19
Opleidingsniveau 1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
272 890 1 546 548 311
158 566 1 146 439 250
59 167 255 80 47
55 157 145 28 14
100 100 100 100 100
58 64 74 80 80
22 19 17 15 15
20 18 9 5 5
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
966 56 143 557 85 110 1 125 128 137 277
507 37 98 457 63 88 924 97 87 215
216 13 31 68 15 18 150 20 37 41
243 7 15 32 7 5 51 10 12 21
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
52 65 68 82 74 79 82 76 64 78
22 23 22 12 18 16 13 16 27 15
25 12 10 6 8 4 5 8 9 7
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
405 865 1 183 586 230
196 601 973 486 191
99 170 154 75 31
111 95 56 25 8
100 100 100 100 100
48 69 82 83 83
24 20 13 13 14
27 11 5 4 4
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
60 35 108 16 1 075 388 68 1 082 61 32 71 193 57
24 16 72 13 886 275 43 842 42 20 48 92 53
16 10 20 2 143 74 20 150 12 6 18 49 4
20 9 16 . 46 38 6 90 6 5 5 51 .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
40 45 67 83 82 71 63 78 70 64 68 48 92
27 29 19 14 13 19 29 14 20 20 25 26 6
33 27 15 . 4 10 8 8 10 16 7 26 .
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
152 2 411 677 77 78 16 174
136 1 931 428 14 7 9 48
7 342 145 20 24 4 68
8 138 104 43 48 3 58
100 100 100 100 100 100 100
90 80 63 18 9 54 28
5 14 21 26 31 28 39
6 6 15 56 61 19 33
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
810
137
287
385
100
17
35
48
1 070 1 387 317
880 1 254 302
179 129 14
11 4 .
100 100 100
82 90 95
17 9 5
1 0 .
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
1 625 803 1 077
1 102 571 835
305 149 144
218 82 98
100 100 100
68 71 78
19 19 13
13 10 9
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
49 6 548 17 297 464 54 230 125 569 10 17 104 82
12 . 82 2 36 103 34 53 15 181 3 5 55 27
16 . 13 . 8 104 61 27 3 118 . 3 16 28
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
63 89 85 89 87 69 36 74 88 66 74 69 60 60
16 . 13 10 11 15 23 17 10 21 24 19 31 20
21 . 2 . 2 16 41 9 2 14 . 12 9 20
3
1
4
100
34
17
49
180
515 908 914 791 456
77 6 643 19 342 671 149 310 143 868 13 25 174 137
7
Tabel B9a Banen van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
125 180 246 345 488 351 316 362 1 171
99 122 174 248 359 262 247 282 781
11 27 37 53 76 54 45 58 250
15 31 34 45 53 35 25 22 141
100 100 100 100 100 100 100 100 100
79 68 71 72 74 75 78 78 67
9 15 15 15 16 15 14 16 21
12 17 14 13 11 10 8 6 12
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
273 609 1 408 661
199 453 1 065 504
51 100 226 97
23 56 117 59
100 100 100 100
73 74 76 76
19 16 16 15
8 9 8 9
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
181
Tabel B9b Banen van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Totaal
3 085
775
1 646
664
100
25
53
22
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
539 820 776 663 287
84 329 172 139 52
167 389 499 421 171
289 102 105 104 64
100 100 100 100 100
16 40 22 21 18
31 47 64 63 60
54 12 14 16 22
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
2 513 274 298
601 86 89
1 371 137 137
541 51 72
100 100 100
24 31 30
55 50 46
22 19 24
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
2 513 327 245
601 104 71
1 371 160 115
541 63 59
100 100 100
24 32 29
55 49 47
22 19 24
Opleidingsniveau 1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
196 753 1 448 463 215
30 130 360 158 94
90 373 825 249 105
76 250 264 56 17
100 100 100 100 100
16 17 25 34 44
46 50 57 54 49
38 33 18 12 8
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
960 79 173 507 45 37 85 34 990 174
179 17 58 171 21 12 29 10 212 66
446 43 91 279 20 22 42 17 600 85
335 18 24 57 5 4 14 7 177 24
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
19 22 34 34 45 32 34 30 21 38
46 55 52 55 45 59 50 50 61 49
35 23 14 11 10 9 16 20 18 14
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
335 835 1 055 382 138
49 162 305 138 61
162 441 627 210 68
123 233 123 34 9
100 100 100 100 100
15 19 29 36 44
48 53 59 55 50
37 28 12 9 6
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
56 54 40 9 91 70 401 1 147 34 29 174 609 20
14 10 9 4 35 19 88 345 16 9 53 98 11
25 26 19 5 43 35 264 618 16 16 105 322 8
17 18 13 . 13 16 49 183 3 4 17 188 .
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
25 18 21 44 38 27 22 30 46 30 30 16 58
45 49 46 53 48 50 66 54 46 54 60 53 39
30 33 32 . 14 23 12 16 8 16 10 31 .
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
40 1 968 697 113 115 10 142
21 527 197 6 4 2 18
12 1 158 323 43 39 4 66
7 284 176 64 71 3 58
100 100 100 100 100 100 100
52 27 28 5 4 21 13
30 59 46 38 34 46 46
18 14 25 57 62 32 41
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
1 685
104
927
654
100
6
55
39
978 386 36
392 251 28
577 134 8
9 1 .
100 100 100
40 65 77
59 35 22
1 0 .
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
1 560 798 695
322 197 247
849 466 314
389 135 135
100 100 100
21 25 35
54 58 45
25 17 19
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
33 . 186 6 37 598 170 114 121 618 14 22 971 167
6 . 69 3 11 138 26 37 48 176 5 8 203 43
16 . 98 3 21 292 64 56 69 291 9 11 628 82
12 19 . 5 168 80 21 4 152 . 4 141 42
100 . 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
17 . 37 45 29 23 15 33 40 28 33 35 21 26
47 . 53 54 56 49 38 49 57 47 65 49 65 49
10 . 15 28 47 18 3 25 . 16 14 25
26
3
6
16
100
13
24
64
182
36
Tabel B9b Banen van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Totaal Deeltijd, minder dan 12 uur per week
x 1 000
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
%
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
58 166 205 234 294 216 201 269 1 441
16 39 50 59 79 60 59 81 333
20 74 95 112 146 109 103 147 840
21 53 60 64 69 47 40 41 269
100 100 100 100 100 100 100 100 100
28 24 24 25 27 28 29 30 23
35 44 47 48 50 51 51 55 58
37 32 29 27 23 22 20 15 19
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
250 527 1 214 560
57 117 363 141
143 300 650 319
51 109 201 100
100 100 100 100
23 22 30 25
57 57 54 57
20 21 17 18
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven. Hierdoor tellen de af zonderlijke categorieën van deze variabelen niet op tot het totaal.
183
Tabel B10 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar geslacht, september 2008 Totaal
Mannen
Vrouwen
euro Totaal
19,49
21,22
16,54
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
8,48 16,47 21,56 22,59 22,73
8,63 17,03 23,14 24,97 24,68
8,29 15,69 18,67 18,12 17,81
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
19,86 20,25 15,51
21,64 22,38 16,23
16,72 17,16 14,35
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
19,86 17,21 18,73
21,64 18,19 20,63
16,72 15,68 15,90
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
13,47 14,61 17,94 24,65 32,49
14,41 15,83 19,42 27,30 36,01
11,32 12,25 15,61 20,33 26,17
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
15,23 20,52 21,33 22,59 28,10 24,61 20,28 17,53 18,39 19,34
16,46 22,84 22,31 26,05 29,85 25,64 20,47 18,14 25,60 20,72
13,47 18,07 20,31 17,42 24,23 20,73 16,47 14,07 16,98 16,42
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
20,84 17,11 12,47
21,84 18,49 12,93
17,22 16,55 12,21
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12,37 14,55 19,19 26,79 33,61
12,90 15,75 20,61 29,05 36,58
11,45 12,49 16,90 22,18 27,48
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,68 20,53 14,49 23,00 19,32 16,38 21,15 21,14 26,45 20,20 22,10 13,81 40,00
11,88 21,47 14,94 25,17 19,53 16,55 29,05 24,69 27,63 21,46 25,34 14,55 43,11
11,46 19,74 12,54 18,37 15,90 14,99 19,34 16,43 24,05 18,49 20,46 13,50 29,29
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
33,19 20,31 14,86 13,00 9,66 16,74 12,93
35,13 21,88 15,76 13,75 9,66 17,12 13,11
23,42 17,54 13,62 12,38 9,66 15,81 12,64
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
10,83 14,83 22,75 47,47
9,00 14,08 22,56 47,51
11,67 15,82 23,47 47,16
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
17,11 20,16 22,33
18,35 21,75 24,56
15,12 17,93 17,49
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
15,07 32,58 19,59 26,08 20,50 16,60 12,60 18,86 27,07 21,36 21,29 20,17 19,20 18,97 18,60
15,63 33,50 20,34 27,47 20,79 18,66 13,65 19,52 31,05 23,46 22,28 20,81 24,36 20,97 17,96
12,84 . 16,07 20,87 16,60 13,09 11,44 16,45 21,16 17,20 20,19 19,32 17,95 16,79 18,88
184
Tabel B10 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar geslacht, september 2008 (slot) Totaal
Mannen
Vrouwen
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
28,42 19,70 17,34 17,84 18,28 18,84 19,41 20,38 19,86
30,82 22,04 18,87 19,07 19,44 20,09 20,66 21,93 22,17
18,88 15,65 14,47 15,05 15,40 15,82 16,50 17,35 17,21
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
17,91 18,60 21,16 18,95
19,09 20,02 23,21 20,62
15,97 16,11 17,84 16,05
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
185
Tabel B11 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Totaal
19,49
8,48
16,47
21,56
22,59
22,73
Geslacht Mannen Vrouwen
21,22 16,54
8,63 8,29
17,03 15,69
23,14 18,67
24,97 18,12
24,68 17,81
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
19,86 20,25 15,51
8,51 8,81 8,02
16,72 16,34 14,85
22,12 21,93 16,79
22,98 23,23 17,14
23,00 22,60 17,94
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
19,86 17,21 18,73
8,51 8,33 8,31
16,72 15,14 15,79
22,12 17,82 22,12
22,98 18,68 24,44
23,00 19,44 24,64
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
13,47 14,61 17,94 24,65 32,49
5,95 7,89 9,99 11,37 10,06
13,07 13,67 15,20 19,01 22,46
14,38 16,29 19,19 26,38 34,37
15,23 17,28 20,44 29,24 39,07
15,99 17,67 21,31 29,48 40,38
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
15,23 20,52 21,33 22,59 28,10 24,61 20,28 17,53 18,39 19,34
7,61 9,49 9,12 8,88 10,47 10,08 9,92 8,73 9,91 9,77
14,21 16,15 17,25 17,47 20,32 18,24 17,00 15,32 16,30 16,26
17,95 21,67 22,37 24,90 30,12 26,03 21,20 18,90 19,23 21,43
18,45 22,82 25,34 26,86 33,41 29,38 22,79 20,84 20,29 22,29
18,74 21,94 24,25 27,11 33,24 31,59 23,02 19,71 21,70 21,74
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
20,84 17,11 12,47
9,31 8,26 7,03
16,79 15,68 14,43
22,75 18,91 18,09
24,37 18,69 17,66
24,47 18,86 18,60
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12,37 14,55 19,19 26,79 33,61
7,32 8,71 10,27 12,09 12,29
12,47 13,75 16,15 20,32 22,92
13,48 15,64 20,45 28,44 34,73
14,03 16,36 21,49 30,61 39,68
14,23 16,49 22,09 30,96 41,90
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,68 20,53 14,49 23,00 19,32 16,38 21,15 21,14 26,45 20,20 22,10 13,81 40,00
7,31 9,43 8,09 . 9,88 9,41 12,32 8,01 11,50 9,38 12,41 8,44 .
12,52 17,02 14,14 17,77 16,66 14,63 18,20 17,09 19,89 16,26 18,14 13,33 23,23
12,47 21,58 15,82 20,92 20,30 17,11 22,02 23,77 28,43 21,42 23,57 15,20 38,31
13,29 23,34 16,41 28,02 21,57 18,40 22,86 24,97 31,49 23,35 25,06 15,37 43,38
13,06 23,54 15,92 30,80 21,95 17,06 25,33 24,92 33,94 21,99 26,19 15,64 46,40
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
33,19 20,31 14,86 13,00 9,66 16,74 12,93
. 9,15 8,07 7,75 6,92 7,18 9,59
26,56 17,11 14,87 14,26 12,45 16,47 13,17
32,58 21,70 18,23 16,59 14,19 17,30 13,93
35,79 22,53 18,01 15,27 13,87 19,11 14,28
32,69 22,51 18,48 15,88 16,01 17,03 15,23
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
10,83 14,83 22,75 47,47
7,01 12,29 18,67 .
11,57 14,12 21,03 41,37
13,09 15,43 23,14 45,80
12,92 15,64 23,34 48,79
13,12 15,78 23,77 50,24
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
17,11 20,16 22,33
8,48 8,68 8,25
15,43 17,37 17,27
18,58 21,57 25,19
19,60 22,64 27,24
20,89 22,34 25,93
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
15,07 32,58 19,59 26,08 20,50 16,60 12,60 18,86 27,07 21,36 21,29 20,17 19,20 18,97 18,60
7,68 . 8,72 . 10,87 6,98 7,02 9,99 10,92 9,17 . 8,00 10,71 8,67 10,32
14,76 24,44 16,53 19,68 17,85 14,58 13,18 16,21 20,05 17,04 17,97 16,28 16,93 15,94 18,07
17,27 29,19 20,17 28,13 21,92 19,72 15,93 20,36 28,97 24,07 21,97 23,34 19,88 21,54 20,76
17,64 39,79 21,49 28,40 23,07 20,13 15,22 20,97 31,51 26,20 23,73 25,45 20,90 22,61 17,36
17,00 35,57 21,52 27,91 24,13 20,13 15,37 19,50 32,22 26,14 20,78 24,81 22,70 22,41 19,30
186
Tabel B11 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
28,42 19,70 17,34 17,84 18,28 18,84 19,41 20,38 19,86
8,19 8,02 8,08 8,19 8,41 8,49 9,06 9,21 8,53
21,19 15,44 15,29 15,75 15,84 16,21 16,68 16,99 16,90
29,44 22,86 19,65 20,53 20,59 20,48 21,04 22,13 21,78
33,27 23,78 21,15 21,09 21,24 22,08 22,07 22,46 22,62
30,45 23,51 20,87 20,67 21,21 21,93 23,06 23,50 22,76
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
17,91 18,60 21,16 18,95
8,42 8,67 9,04 8,71
15,28 15,80 17,35 16,26
18,95 20,12 23,27 20,63
20,56 21,31 24,55 21,23
20,85 21,85 24,10 21,65
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
187
Tabel B12 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Totaal
19,49
19,86
20,25
15,51
Geslacht Mannen Vrouwen
21,22 16,54
21,64 16,72
22,38 17,16
16,23 14,35
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
8,48 16,47 21,56 22,59 22,73
8,51 16,72 22,12 22,98 23,00
8,81 16,34 21,93 23,23 22,60
8,02 14,85 16,79 17,14 17,94
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
19,86 17,21 18,73
19,86
19,85 20,54
15,85 14,37
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
13,47 14,61 17,94 24,65 32,49
13,64 14,81 18,25 24,97 33,29
13,81 14,59 17,68 24,09 32,73
12,73 13,08 15,25 19,55 24,44
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
15,23 20,52 21,33 22,59 28,10 24,61 20,28 17,53 18,39 19,34
15,46 20,96 22,48 23,03 28,80 24,95 20,53 17,53 18,31 19,60
15,99 19,00 20,32 22,98 29,12 26,35 20,21 19,12 20,52 21,50
13,51 16,16 15,45 17,07 18,44 18,42 16,48 13,82 17,01 16,12
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
20,84 17,11 12,47
21,23 17,40 12,62
21,58 17,58 13,46
16,47 14,00 10,97
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12,37 14,55 19,19 26,79 33,61
12,33 14,64 19,36 26,81 33,83
12,47 14,51 19,31 28,54 34,75
12,45 13,88 16,84 23,11 27,60
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,68 20,53 14,49 23,00 19,32 16,38 21,15 21,14 26,45 20,20 22,10 13,81 40,00
11,55 20,44 14,57 23,06 19,73 16,52 20,99 21,26 28,06 20,46 22,08 14,04 40,10
12,06 21,44 15,33 26,14 18,41 17,93 23,94 22,46 25,16 20,08 23,73 13,72 42,04
11,88 20,07 12,77 . 16,18 14,20 19,96 17,72 16,18 16,92 19,67 12,76 32,27
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
33,19 20,31 14,86 13,00 9,66 16,74 12,93
33,01 20,56 15,10 13,10 9,63 17,02 12,99
36,03 21,19 15,54 13,11 10,29 17,74 13,12
30,71 16,75 12,80 12,27 9,51 15,34 12,72
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
10,83 14,83 22,75 47,47
10,92 15,00 22,86 46,96
10,91 14,75 22,67 51,29
10,11 13,84 21,13 49,68
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
17,11 20,16 22,33
17,49 20,40 22,76
16,96 21,19 23,49
14,14 16,64 16,90
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
15,07 32,58 19,59 26,08 20,50 16,60 12,60 18,86 27,07 21,36 21,29 20,17 19,20 18,97 18,60
15,17 33,44 20,12 26,59 20,71 16,78 12,70 18,99 27,31 22,29 22,14 20,20 19,29 19,03 18,70
15,02 . 19,12 24,93 19,57 17,84 13,71 20,28 28,57 21,80 21,52 21,68 20,47 20,40 16,96
12,81 . 15,57 . 17,39 13,45 11,44 16,13 22,37 15,45 16,83 17,29 16,79 15,78 19,14
188
Tabel B12 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
28,42 19,70 17,34 17,84 18,28 18,84 19,41 20,38 19,86
28,77 19,79 17,52 18,03 18,48 19,22 19,86 20,85 20,33
28,81 22,14 18,20 18,56 19,14 19,05 19,42 20,99 20,64
21,37 15,15 14,41 14,69 15,21 15,11 15,83 16,02 15,55
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
17,91 18,60 21,16 18,95
18,05 18,79 21,67 19,28
17,26 19,04 22,78 18,23
14,69 15,06 16,53 15,27
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
189
Tabel B13 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar handicap of chronische ziekte, september 2008 Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
euro Totaal
19,49
18,12
19,78
Geslacht Mannen Vrouwen
21,22 16,54
19,42 15,86
21,60 16,66
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
8,48 16,47 21,56 22,59 22,73
8,41 15,46 18,59 19,69 20,05
8,50 16,60 22,11 23,41 23,62
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
19,86 20,25 15,51
18,42 18,42 15,12
20,15 20,67 15,59
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
19,86 17,21 18,73
18,42 16,10 17,93
20,15 17,53 18,82
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
13,47 14,61 17,94 24,65 32,49
13,49 14,77 17,57 23,60 31,78
13,36 14,62 18,01 24,87 32,88
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
15,23 20,52 21,33 22,59 28,10 24,61 20,28 17,53 18,39 19,34
14,86 19,27 19,46 21,01 21,93 22,98 19,28 15,83 17,67 17,76
15,29 20,92 21,52 22,85 29,42 24,86 20,53 17,96 18,59 19,69
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
20,84 17,11 12,47
19,14 16,45 13,63
21,17 17,25 12,26
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12,37 14,55 19,19 26,79 33,61
12,70 14,70 18,72 25,81 32,91
12,32 14,51 19,29 26,98 34,02
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,68 20,53 14,49 23,00 19,32 16,38 21,15 21,14 26,45 20,20 22,10 13,81 40,00
11,56 19,53 13,63 20,84 18,66 15,44 20,44 19,89 20,02 19,31 21,48 13,98 36,81
11,73 20,89 14,86 23,92 19,42 16,71 21,24 21,37 27,58 20,15 22,24 13,77 40,21
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
33,19 20,31 14,86 13,00 9,66 16,74 12,93
29,87 18,84 14,17 13,54 10,49 15,18 13,32
33,87 20,61 15,01 13,00 9,61 17,51 12,74
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
10,83 14,83 22,75 47,47
11,37 14,70 22,54 47,20
10,68 14,85 22,78 47,63
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
17,11 20,16 22,33
17,03 17,89 20,08
17,16 20,72 22,65
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
15,07 32,58 19,59 26,08 20,50 16,60 12,60 18,86 27,07 21,36 21,29 20,17 19,20 18,97 18,60
15,49 . 16,84 26,81 20,45 16,08 12,69 17,61 24,20 19,38 18,62 17,12 18,74 17,82 19,12
15,25 32,79 20,32 26,02 20,48 16,71 12,55 18,96 27,63 21,79 22,09 20,32 19,27 19,26 18,04
190
Tabel B13 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar handicap of chronische ziekte, september 2008 (slot) Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
28,42 19,70 17,34 17,84 18,28 18,84 19,41 20,38 19,86
25,26 17,98 16,95 17,48 17,32 17,91 18,03 18,88 18,13
29,19 20,06 17,35 17,96 18,46 18,96 19,63 20,82 20,22
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
17,91 18,60 21,16 18,95
16,96 17,45 19,49 17,89
18,18 18,95 21,45 19,15
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
191
Tabel B14 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
euro Totaal
19,49
20,84
17,11
12,47
Geslacht Mannen Vrouwen
21,22 16,54
21,84 17,22
18,49 16,55
12,93 12,21
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
8,48 16,47 21,56 22,59 22,73
9,31 16,79 22,75 24,37 24,47
8,26 15,68 18,91 18,69 18,86
7,03 14,43 18,09 17,66 18,60
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
19,86 20,25 15,51
21,23 21,58 16,47
17,40 17,58 14,00
12,62 13,46 10,97
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
19,86 17,21 18,73
21,23 18,16 20,32
17,40 15,33 16,31
12,62 12,73 11,00
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
13,47 14,61 17,94 24,65 32,49
14,66 15,84 18,82 25,81 33,98
12,17 13,02 16,33 21,72 27,51
8,03 9,31 14,05 19,51 31,82
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
15,23 20,52 21,33 22,59 28,10 24,61 20,28 17,53 18,39 19,34
16,92 21,87 21,96 24,37 28,98 25,52 20,50 18,05 19,91 20,13
13,80 18,88 20,43 17,99 23,85 21,72 18,99 15,76 17,47 16,96
8,99 16,17 16,96 15,39 40,59 16,74 16,57 12,44 15,85 14,83
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12,37 14,55 19,19 26,79 33,61
13,30 15,37 19,77 27,88 34,75
11,77 13,45 17,77 23,30 29,16
9,09 10,71 17,85 24,74 40,45
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,68 20,53 14,49 23,00 19,32 16,38 21,15 21,14 26,45 20,20 22,10 13,81 40,00
12,44 20,96 15,08 23,87 19,45 16,57 22,61 23,17 27,24 20,80 23,17 14,65 41,47
11,48 20,31 13,73 20,17 18,63 16,03 20,04 17,05 22,63 19,05 20,94 13,60 27,88
7,88 18,98 9,10 . 15,94 13,10 22,10 11,64 41,83 19,59 19,32 11,40 33,81
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
33,19 20,31 14,86 13,00 9,66 16,74 12,93
33,55 21,28 15,66 16,06 11,98 17,32 13,62
24,98 18,31 13,95 12,37 10,11 16,46 12,92
41,68 14,24 10,17 11,02 8,15 12,24 11,02
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
10,83 14,83 22,75 47,47
7,33 13,66 22,24 46,85
11,92 17,39 26,10 54,94
10,90 25,68 49,02 .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
17,11 20,16 22,33
18,25 21,49 23,49
15,66 18,39 18,45
11,18 11,48 17,34
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
15,07 32,58 19,59 26,08 20,50 16,60 12,60 18,86 27,07 21,36 21,29 20,17 19,20 18,97 18,60
16,14 32,72 20,02 26,34 20,62 18,56 14,76 19,39 29,03 23,12 21,55 19,88 20,61 20,25 15,98
13,28 31,58 17,72 24,86 19,56 13,12 11,31 17,46 21,27 17,74 20,94 20,58 18,33 17,15 20,09
8,63 . 13,76 . 21,02 8,69 8,25 13,69 21,00 13,77 . 22,99 17,46 15,35 22,23
192
Tabel B14 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer
Deeltijd, minder dan 12 uur
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
28,42 19,70 17,34 17,84 18,28 18,84 19,41 20,38 19,86
29,76 21,29 18,39 18,83 19,20 19,87 20,32 21,40 21,74
19,09 15,80 15,43 16,01 16,41 16,58 17,22 18,08 17,53
25,18 15,49 11,88 10,97 11,26 11,04 12,19 13,32 12,09
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
17,91 18,60 21,16 18,95
18,84 19,74 22,48 20,07
16,56 16,63 18,43 16,82
12,29 12,62 14,38 12,57
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
193
Tabel B15 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar contractvorm, september 2008 Totaal
DGA
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract voor bepaalde tijd
Flex-contract voor onbepaalde tijd
Flex-contract voor bepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
euro Totaal
19,49
33,19
20,31
14,86
13,00
9,66
16,74
12,93
Geslacht Mannen Vrouwen
21,22 16,54
35,13 23,42
21,88 17,54
15,76 13,62
13,75 12,38
9,66 9,66
17,12 15,81
13,11 12,64
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
8,48 16,47 21,56 22,59 22,73
. 26,56 32,58 35,79 32,69
9,15 17,11 21,70 22,53 22,51
8,07 14,87 18,23 18,01 18,48
7,75 14,26 16,59 15,27 15,88
6,92 12,45 14,19 13,87 16,01
7,18 16,47 17,30 19,11 17,03
9,59 13,17 13,93 14,28 15,23
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
19,86 20,25 15,51
33,01 36,03 30,71
20,56 21,19 16,75
15,10 15,54 12,80
13,10 13,11 12,27
9,63 10,29 9,51
17,02 17,74 15,34
12,99 13,12 12,72
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
19,86 17,21 18,73
33,01 33,74 35,30
20,56 18,23 20,31
15,10 14,11 13,80
13,10 13,39 11,47
9,63 10,90 8,51
17,02 16,51 15,73
12,99 12,94 12,61
Opleidingsniveau 1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo masters, doctor
13,47 14,61 17,94 24,65 32,49
28,11 26,58 28,98 33,08 44,62
14,49 15,66 18,53 25,23 33,03
10,31 11,28 14,51 19,47 23,74
9,45 10,53 13,20 19,79 26,04
7,00 7,86 11,42 16,02 19,53
12,74 13,14 15,92 21,51 24,77
11,61 11,90 13,14 15,60 16,57
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
15,23 20,52 21,33 22,59 28,10 24,61 20,28 17,53 18,39 19,34
28,73 28,64 31,91 34,47 47,52 32,95 31,73 26,17 37,12 33,16
16,64 21,16 22,20 23,17 27,85 25,57 20,62 17,91 18,80 20,28
11,49 16,67 17,66 17,16 19,41 17,87 16,16 14,07 15,19 15,13
9,96 14,50 15,34 16,24 15,43 15,52 14,81 14,00 14,89 14,60
7,82 13,99 12,55 11,27 14,67 13,80 12,79 12,68 12,52 11,36
14,28 . 17,40 18,96 . . 18,14 . 13,18 15,69
11,92 13,06 14,05 13,33 13,97 14,16 14,14 12,55 13,02 12,78
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
20,84 17,11 12,47
33,55 24,98 41,68
21,28 18,31 14,24
15,66 13,95 10,17
16,06 12,37 11,02
11,98 10,11 8,15
17,32 16,46 12,24
13,62 12,92 11,02
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12,37 14,55 19,19 26,79 33,61
23,83 24,25 28,76 34,86 46,04
13,28 15,27 19,46 26,93 33,69
10,48 12,35 15,84 21,47 25,08
10,87 10,93 15,99 24,70 30,34
7,75 9,46 13,33 17,93 18,51
12,38 14,66 16,72 21,60 26,87
11,16 12,80 14,18 17,73 20,25
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,68 20,53 14,49 23,00 19,32 16,38 21,15 21,14 26,45 20,20 22,10 13,81 40,00
. 26,22 22,96 . 30,69 32,55 46,52 33,57 57,17 27,65 30,15 25,51 34,45
12,35 21,28 14,59 23,50 19,61 17,08 20,95 21,74 24,98 20,58 22,67 14,58 41,31
10,76 17,66 12,38 19,02 15,56 13,34 18,16 16,03 18,28 17,87 19,28 11,57 32,07
9,82 15,74 8,55 . 14,31 13,94 20,60 12,65 15,74 . 18,22 11,31 25,50
6,74 13,85 8,11 . 11,25 11,61 15,81 8,70 12,99 . 14,86 10,01 .
. . . . 17,55 13,29 . 20,21 . . . 12,30 .
11,02 13,87 13,04 . 14,04 11,99 18,07 13,66 14,21 13,45 15,17 11,21 .
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
10,83
11,70
11,94
9,05
10,51
8,51
10,98
10,75
14,83 22,75 47,47
16,18 24,88 49,38
15,12 22,78 47,06
13,89 21,66 46,09
14,30 21,29 44,03
13,82 22,22 .
14,07 22,27 .
13,93 21,10 .
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
17,11 20,16 22,33
29,23 33,25 33,51
18,31 21,47 22,19
13,61 15,05 16,49
11,72 13,68 14,15
10,05 8,37 11,52
16,99 15,52 16,23
12,73 13,62 15,91
15,07 32,58 19,59 26,08 20,50 16,60 12,60 18,86 27,07 21,36 21,29 20,17 19,20 18,97
21,81 . 32,03 . 30,23 29,01 24,45 30,08 33,87 36,56 . 30,78 48,31 28,30
15,32 33,90 20,06 26,81 20,72 17,40 13,71 19,78 27,51 22,70 22,17 22,02 19,74 20,08
12,43 . 15,01 20,04 16,45 12,84 10,61 14,34 18,66 16,46 12,61 15,43 15,63 15,29
8,04 . 11,70 . 16,68 12,97 9,22 12,31 . 14,41 . . 16,73 12,13
8,29 12,26 7,22 8,38 11,53 . 12,81 . . 13,07 10,29
. . . . . . . . . 16,74 . . . .
. . . . . . . . . 12,93 . . . .
18,60
.
18,32
20,55
.
.
.
.
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
194
13,20
Tabel B15 Uurloon van werknemers bij het bedrijfsleven naar contractvorm, september 2008 (slot) Totaal
DGA
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract voor bepaalde tijd
Flex-contract voor onbepaalde tijd
Flex-contract voor bepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
28,42 19,70 17,34 17,84 18,28 18,84 19,41 20,38 19,86
34,64 30,93 30,48 32,25 35,77 39,74 . . .
19,90 17,44 17,24 18,21 19,01 19,94 20,59 21,52 21,60
15,00 14,31 14,35 14,81 15,12 15,12 15,07 16,15 14,39
13,31 12,63 10,35 10,70 11,02 11,87 14,07 12,71 14,59
11,54 10,60 10,08 9,90 10,33 10,41 11,55 10,47 8,71
. . . . 16,02 15,48 16,20 . 17,29
. . . 13,69 14,44 13,97 13,98 12,94 12,69
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
17,91 18,60 21,16 18,95
29,48 32,24 35,16 31,67
18,47 18,98 21,77 19,44
14,40 14,59 16,22 14,85
12,36 13,58 13,80 12,36
10,70 10,02 10,39 9,85
14,94 16,32 18,52 16,78
13,21 13,12 13,68 12,54
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
195
Tabel B16a Uurloon van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Totaal
21,22
8,63
17,03
23,14
24,97
24,68
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
21,64 22,38 16,23
8,64 9,07 8,27
17,33 16,88 15,08
23,75 23,89 17,58
25,39 26,41 18,18
25,02 24,63 18,44
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
21,64 18,19 20,63
8,64 8,70 8,50
17,33 15,27 16,29
23,75 18,84 23,74
25,39 20,18 27,61
25,02 20,44 27,11
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
14,41 15,83 19,42 27,30 36,01
6,28 8,26 10,12 11,32 .
13,59 14,24 15,90 20,01 23,49
15,10 17,48 20,58 28,56 37,14
16,51 18,87 22,36 32,35 42,70
16,90 19,33 22,60 32,06 43,60
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
16,46 22,84 22,31 26,05 29,85 25,64 20,47 18,14 25,60 20,72
7,71 9,35 9,13 8,96 10,46 10,14 9,98 9,29 9,63 10,11
14,67 17,22 16,87 18,76 20,01 18,50 17,09 15,70 18,33 17,00
19,18 23,83 22,50 28,71 30,58 27,27 21,39 19,18 25,27 22,56
20,53 25,25 27,34 31,24 35,05 31,09 22,96 21,18 29,20 23,83
20,46 25,04 24,72 30,16 34,51 34,27 23,19 19,83 32,88 22,98
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
21,84 18,49 12,93
9,33 8,24 7,03
17,20 16,10 14,52
23,33 21,42 24,49
25,29 22,43 25,38
25,27 21,44 22,26
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12,90 15,75 20,61 29,05 36,58
7,46 9,40 9,87 12,21 .
12,79 14,51 16,78 21,26 23,55
14,51 16,59 21,80 30,36 36,73
15,37 17,67 23,36 33,11 42,65
15,25 17,52 23,49 32,89 44,39
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,88 21,47 14,94 25,17 19,53 16,55 29,05 24,69 27,63 21,46 25,34 14,55 43,11
7,10 8,30 8,44 . 9,92 9,54 12,14 8,15 11,63 . . 7,93 .
13,17 16,17 14,31 18,05 16,76 14,68 20,71 18,62 19,16 16,57 18,58 13,28 25,11
12,72 22,52 16,13 21,76 20,52 17,30 29,36 27,04 28,45 22,86 26,63 17,03 40,77
14,46 25,41 16,96 30,78 21,86 18,62 32,11 29,62 32,92 24,88 28,03 17,68 46,88
13,71 23,63 16,38 33,87 22,22 17,31 35,94 29,10 35,07 23,12 28,81 18,32 48,94
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
35,13 21,88 15,76 13,75 9,66 17,12 13,11
. 9,32 8,23 7,52 6,64 6,75 9,59
27,23 17,72 15,08 14,99 12,31 16,71 13,16
33,82 23,06 19,59 20,25 15,04 17,70 14,36
38,57 24,65 19,93 17,59 15,39 20,02 14,64
35,07 24,29 19,73 17,31 17,39 18,24 15,81
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
9,00 14,08 22,56 47,51
6,90 12,14 18,39 .
10,45 13,66 20,92 41,56
11,47 14,40 22,75 45,69
11,64 14,61 23,13 48,79
12,63 14,97 23,64 50,13
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
18,35 21,75 24,56
8,71 8,60 8,37
15,92 17,85 17,97
19,72 22,73 27,13
21,32 24,63 30,44
22,51 23,88 28,48
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
15,63 33,50 20,34 27,47 20,79 18,66 13,65 19,52 31,05 23,46 22,28 20,81 24,36 20,97 17,96
8,02 . 8,94 . 10,98 7,19 7,02 10,31 9,30 9,27 . 8,05 9,82 9,64 .
15,01 25,22 16,90 20,07 18,00 15,34 13,56 16,74 21,57 17,57 17,59 16,08 18,22 16,86 15,27
18,07 29,74 20,79 29,78 22,35 21,59 17,61 21,02 32,90 26,17 23,40 25,49 23,53 23,07 21,04
18,67 39,96 22,39 29,26 23,38 23,09 17,28 21,63 35,77 29,48 24,03 29,04 27,09 25,08 17,95
18,16 36,63 22,28 28,60 24,52 22,54 17,92 19,85 35,92 28,90 22,12 26,38 29,47 24,61 .
196
Tabel B16a Uurloon van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
30,82 22,04 18,87 19,07 19,44 20,09 20,66 21,93 22,17
8,50 8,36 8,59 8,43 8,67 8,84 9,44 9,25 8,25
22,83 15,96 15,88 16,28 16,26 16,80 17,15 17,53 17,65
31,06 25,68 21,03 21,74 21,77 21,58 21,98 23,42 23,96
36,33 27,92 23,70 23,00 22,65 23,50 23,86 24,18 25,64
32,53 26,19 22,78 22,07 22,57 23,09 24,81 25,29 25,15
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
19,09 20,02 23,21 20,62
8,48 8,88 9,12 8,82
15,55 16,28 17,97 16,95
19,94 21,30 25,12 22,13
22,18 23,30 27,52 23,36
22,14 23,61 26,43 23,52
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
197
Tabel B16b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Totaal
16,54
8,29
15,69
18,67
18,12
17,81
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
16,72 17,16 14,35
8,34 8,49 7,72
15,85 15,75 14,51
19,05 19,03 15,38
18,34 18,30 15,35
17,84 18,04 16,53
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
16,72 15,68 15,90
8,34 7,77 8,09
15,85 14,96 15,16
19,05 16,18 19,41
18,34 16,38 18,61
17,84 17,09 18,71
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
11,32 12,25 15,61 20,33 26,17
5,38 7,37 9,87 11,42 10,54
11,62 12,35 14,24 17,89 21,28
12,48 13,65 16,89 22,39 29,21
12,79 14,25 17,24 22,61 30,20
13,39 14,47 17,97 22,22 28,64
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
13,47 18,07 20,31 17,42 24,23 20,73 16,47 14,07 16,98 16,42
7,50 9,59 9,10 8,81 10,49 . 8,70 7,28 9,94 9,15
13,48 15,17 17,52 15,92 20,66 17,16 15,78 14,19 16,00 15,21
16,07 19,21 22,25 19,23 29,21 21,90 18,00 16,67 18,08 18,86
15,75 20,14 22,79 18,73 26,87 23,21 16,90 16,58 18,21 17,43
15,61 18,51 23,16 19,00 21,32 21,35 16,11 . 18,33 16,84
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
17,22 16,55 12,21
9,29 8,29 7,02
15,89 15,53 14,37
19,96 18,11 16,29
19,75 17,45 15,57
19,06 17,35 16,34
Beroepsniveau 1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
11,45 12,49 16,90 22,18 27,48
6,96 8,05 10,76 11,93 12,79
11,74 12,56 15,33 19,07 22,13
11,93 13,72 18,15 24,28 30,55
12,41 13,90 18,27 24,25 31,40
12,67 14,18 18,60 24,19 31,44
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,46 19,74 12,54 18,37 15,90 14,99 19,34 16,43 24,05 18,49 20,46 13,50 29,29
7,68 10,48 6,96 . 8,78 8,26 12,33 7,91 11,12 9,25 12,32 8,72 .
11,85 17,52 13,56 17,41 15,34 14,29 17,75 15,38 20,75 15,88 18,01 13,36 19,15
12,26 20,84 14,07 19,00 17,33 15,72 20,56 18,93 28,39 19,77 22,09 14,44 29,52
12,30 21,31 13,83 19,91 15,94 16,67 20,27 17,85 26,15 20,92 23,00 14,69 32,56
12,03 23,42 13,05 . 15,75 14,00 21,40 17,35 26,92 19,66 23,20 14,69 30,90
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
23,42 17,54 13,62 12,38 9,66 15,81 12,64
. 8,92 7,87 7,99 7,16 9,45 9,60
23,39 16,24 14,60 13,46 12,60 15,89 13,19
26,08 19,19 16,22 14,05 13,73 16,51 13,33
23,45 18,55 15,13 14,14 13,08 16,65 13,75
18,61 18,16 15,41 14,90 14,04 14,37 13,22
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
11,67 15,82 23,47 47,16
7,13 12,56 . .
12,04 14,71 21,32 40,55
13,33 16,81 24,72 46,64
13,17 16,79 24,35 48,76
13,35 17,16 24,54 52,52
CAO 1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
15,12 17,93 17,49
8,17 8,76 8,10
14,73 16,88 16,09
16,58 19,98 20,47
16,79 19,36 19,05
17,32 18,70 17,52
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
12,84 . 16,07 20,87 16,60 13,09 11,44 16,45 21,16 17,20 20,19 19,32 17,95 16,79 18,88
5,93
13,63 . 15,34 19,07 15,85 13,46 12,73 14,89 18,48 16,18 18,18 16,46 16,70 15,18 19,27
14,32 . 17,45 22,74 17,33 15,82 13,88 17,98 23,72 19,73 21,22 21,03 19,02 19,87 20,67
14,15 . 16,39 22,55 18,62 14,52 13,33 18,22 22,71 18,48 23,10 21,20 19,18 19,46 17,00
13,10 . 15,97 . 15,37 14,32 12,54 17,13 19,72 17,44 18,14 22,41 19,92 18,80 19,44
198
7,78 . 8,53 6,77 7,03 8,99 12,18 9,01 . 7,59 10,81 7,73 12,05
Tabel B16b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
18,88 15,65 14,47 15,05 15,40 15,82 16,50 17,35 17,21
7,59 7,47 7,37 7,75 7,96 7,94 8,27 9,16 8,75
16,93 14,57 14,22 14,69 14,97 15,13 15,84 16,30 16,21
22,36 17,94 16,94 17,55 17,33 17,60 18,57 19,35 19,27
19,26 17,40 16,15 16,43 17,38 18,00 17,60 18,49 18,66
19,04 16,99 15,70 16,35 16,52 17,45 17,36 17,85 18,59
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
15,97 16,11 17,84 16,05
8,35 8,39 8,95 8,57
14,91 15,12 16,55 15,36
17,21 17,86 20,10 17,81
17,67 17,68 19,20 17,14
17,66 17,33 18,77 16,70
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
199
Tabel B17a Uurloon van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Totaal
21,22
21,64
22,38
16,23
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
8,63 17,03 23,14 24,97 24,68
8,64 17,33 23,75 25,39 25,02
9,07 16,88 23,89 26,41 24,63
8,27 15,08 17,58 18,18 18,44
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
21,64 18,19 20,63
21,64
21,86 22,71
16,56 14,94
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
14,41 15,83 19,42 27,30 36,01
14,65 16,09 19,78 27,63 36,60
14,65 15,75 19,30 26,88 38,87
13,44 13,90 15,85 20,92 25,83
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
16,46 22,84 22,31 26,05 29,85 25,64 20,47 18,14 25,60 20,72
16,79 23,49 23,78 26,46 30,41 25,93 20,73 18,11 25,41 20,97
17,55 20,23 20,81 27,08 32,12 27,79 20,40 20,09 30,03 24,23
14,21 16,75 15,71 18,89 18,61 19,12 16,54 14,83 21,86 16,79
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
21,84 18,49 12,93
22,22 19,01 13,13
23,02 19,36 14,62
16,88 14,26 11,13
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12,90 15,75 20,61 29,05 36,58
12,86 15,92 20,82 29,00 36,61
13,04 15,50 20,82 31,70 39,16
13,00 14,68 17,46 24,83 30,49
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,88 21,47 14,94 25,17 19,53 16,55 29,05 24,69 27,63 21,46 25,34 14,55 43,11
11,60 21,34 15,00 25,00 19,92 16,72 28,38 24,80 29,64 21,82 25,36 14,98 43,02
13,06 22,60 15,96 . 18,68 18,04 35,49 26,61 26,60 20,92 27,12 15,41 47,34
12,23 20,97 13,18 . 16,40 14,27 27,82 20,13 15,53 . 21,74 12,98 35,18
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
35,13 21,88 15,76 13,75 9,66 17,12 13,11
34,86 22,18 16,06 14,16 9,53 17,09 13,08
39,59 23,05 16,67 12,10 10,84 19,01 13,56
31,33 17,45 13,18 12,55 9,75 16,10 13,02
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
9,00 14,08 22,56 47,51
8,84 14,17 22,69 46,89
9,70 14,16 22,39 52,18
9,44 13,54 20,80 50,72
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
18,35 21,75 24,56
18,82 22,01 25,00
18,16 23,40 26,46
14,68 17,38 17,90
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
15,63 33,50 20,34 27,47 20,79 18,66 13,65 19,52 31,05 23,46 22,28 20,81 24,36 20,97 17,96
15,71 34,30 20,89 27,83 21,01 18,94 14,00 19,68 30,94 24,41 23,13 20,75 24,38 21,04 18,77
15,83 . 19,91 27,10 19,89 20,37 15,10 21,39 35,59 24,25 . 23,30 27,47 23,28 .
13,27 . 16,10 . 17,42 14,24 11,80 16,21 26,33 16,60 . 17,58 20,23 16,48 .
200
Tabel B17a Uurloon van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
30,82 22,04 18,87 19,07 19,44 20,09 20,66 21,93 22,17
31,11 22,19 19,16 19,28 19,69 20,52 21,13 22,37 22,81
31,71 25,81 19,88 20,22 20,78 20,28 20,61 23,38 23,34
22,44 15,71 14,96 15,24 15,57 15,76 16,72 16,86 16,41
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
19,09 20,02 23,21 20,62
19,24 20,27 23,84 21,01
18,37 20,66 25,36 20,01
15,40 15,50 17,25 16,08
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
201
Tabel B17b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Totaal
16,54
16,72
17,16
14,35
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
8,29 15,69 18,67 18,12 17,81
8,34 15,85 19,05 18,34 17,84
8,49 15,75 19,03 18,30 18,04
7,72 14,51 15,38 15,35 16,53
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
16,72 15,68 15,90
16,72
17,36 17,00
14,59 13,69
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
11,32 12,25 15,61 20,33 26,17
11,24 12,32 15,77 20,49 26,94
12,17 12,55 15,44 20,26 24,82
11,27 11,43 14,40 17,90 21,97
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
13,47 18,07 20,31 17,42 24,23 20,73 16,47 14,07 16,98 16,42
13,59 18,29 21,11 17,58 25,09 21,11 16,47 14,13 17,02 16,33
14,00 17,74 19,97 18,15 22,58 21,41 17,22 14,61 17,55 17,89
12,31 15,59 15,07 15,28 18,17 16,28 15,82 . 15,73 14,59
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
17,22 16,55 12,21
17,39 16,78 12,34
17,89 16,88 12,78
15,37 13,85 10,83
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
11,45 12,49 16,90 22,18 27,48
11,39 12,46 16,96 22,17 27,79
11,86 12,99 17,09 23,19 27,60
11,44 12,31 15,95 20,58 23,29
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,46 19,74 12,54 18,37 15,90 14,99 19,34 16,43 24,05 18,49 20,46 13,50 29,29
11,49 19,75 12,62 18,53 16,28 14,79 19,37 16,38 24,96 18,56 20,43 13,70 29,75
11,40 20,14 12,68 . 15,71 17,45 20,14 17,75 22,25 18,96 21,86 13,02 27,37
11,40 18,97 11,65 . 13,87 13,61 17,93 15,29 17,91 16,81 18,72 12,60 .
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
23,42 17,54 13,62 12,38 9,66 15,81 12,64
23,40 17,65 13,74 12,29 9,70 16,87 12,86
22,05 18,33 14,32 13,90 9,96 . 12,52
. 15,56 12,28 11,84 9,24 12,77 12,20
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
11,67 15,82 23,47 47,16
11,83 16,05 23,59 47,61
11,45 15,43 23,38 45,63
10,56 14,38 22,22 43,78
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
15,12 17,93 17,49
15,34 18,11 17,65
15,28 18,48 18,44
13,26 15,63 15,08
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
12,84 . 16,07 20,87 16,60 13,09 11,44 16,45 21,16 17,20 20,19 19,32 17,95 16,79 18,88
12,90 . 16,41 21,43 16,67 13,05 11,42 16,35 21,44 17,80 20,91 19,44 18,09 16,82 18,67
13,10 . 16,31 . 14,84 14,38 12,37 17,52 21,12 17,97 20,11 19,86 18,31 17,57 18,64
11,74 . 13,16 . 17,00 12,08 10,71 15,83 18,95 13,63 17,39 16,98 15,91 14,95 19,81
202
Tabel B17b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
18,88 15,65 14,47 15,05 15,40 15,82 16,50 17,35 17,21
18,62 15,61 14,49 15,07 15,44 16,00 16,76 17,77 17,49
20,48 17,09 15,32 15,95 15,99 16,46 17,20 17,18 17,79
19,35 13,96 13,04 13,55 14,25 13,67 14,04 14,61 14,52
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
15,97 16,11 17,84 16,05
16,04 16,19 18,04 16,28
15,90 16,51 19,17 15,39
13,39 14,18 15,42 13,69
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
203
Tabel B18a Uurloon van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
euro Totaal
21,22
21,84
18,49
12,93
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
8,63 17,03 23,14 24,97 24,68
9,33 17,20 23,33 25,29 25,27
8,24 16,10 21,42 22,43 21,44
7,03 14,52 24,49 25,38 22,26
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
21,64 22,38 16,23
22,22 23,02 16,88
19,01 19,36 14,26
13,13 14,62 11,13
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
21,64 18,19 20,63
22,22 18,71 21,77
19,01 15,99 16,95
13,13 12,96 11,59
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
14,41 15,83 19,42 27,30 36,01
15,12 16,50 19,79 27,66 36,72
12,83 13,78 17,56 24,81 30,40
7,50 9,01 14,61 22,15 40,25
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
16,46 22,84 22,31 26,05 29,85 25,64 20,47 18,14 25,60 20,72
17,76 23,41 22,79 26,61 30,27 26,00 20,59 18,41 26,44 21,02
13,60 20,93 20,39 21,30 24,50 23,73 19,69 16,73 22,71 18,91
8,53 17,83 18,66 18,87 54,56 15,70 17,61 13,71 24,80 16,51
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
12,90 15,75 20,61 29,05 36,58
13,70 16,05 20,71 29,32 36,98
11,81 14,79 19,70 26,76 32,38
8,07 11,63 20,09 27,89 51,23
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,88 21,47 14,94 25,17 19,53 16,55 29,05 24,69 27,63 21,46 25,34 14,55 43,11
12,68 21,83 15,31 25,56 19,57 16,64 29,84 25,42 28,45 21,44 26,33 15,56 43,61
11,46 20,80 14,38 22,77 19,41 16,40 26,01 20,39 20,73 21,08 21,87 12,82 32,61
7,37 20,15 8,72 . 16,97 13,93 38,14 12,60 44,94 24,07 21,99 9,64 .
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
35,13 21,88 15,76 13,75 9,66 17,12 13,11
34,99 22,11 16,31 16,97 12,65 17,61 13,67
31,96 20,68 14,32 12,05 9,69 16,68 13,10
54,83 15,17 10,21 10,08 7,56 12,29 10,90
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
9,00 14,08 22,56 47,51
7,10 13,67 22,26 46,97
10,09 16,37 25,69 56,71
10,01 25,07 51,12 .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
18,35 21,75 24,56
18,94 22,36 25,03
16,39 19,80 20,87
10,62 10,82 20,23
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
15,63 33,50 20,34 27,47 20,79 18,66 13,65 19,52 31,05 23,46 22,28 20,81 24,36 20,97 17,96
16,43 33,60 20,45 27,20 20,76 19,68 15,56 19,78 31,51 24,55 22,32 20,63 25,33 21,62 16,38
13,17 . 19,54 30,93 20,85 13,79 10,86 18,44 25,80 19,06 22,23 21,38 21,68 18,62 20,08
8,08 . 15,64 . 23,73 8,98 8,00 14,97 30,37 15,24 . 24,20 22,69 17,25 23,27
204
Tabel B18a Uurloon van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
euro Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
30,82 22,04 18,87 19,07 19,44 20,09 20,66 21,93 22,17
31,05 22,87 19,29 19,50 19,85 20,61 21,09 22,38 23,13
24,21 16,73 17,22 17,56 17,90 17,67 18,17 19,63 18,95
36,38 16,20 12,69 11,02 11,53 11,37 13,55 13,08 11,52
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
19,09 20,02 23,21 20,62
19,48 20,53 23,76 20,99
17,48 17,48 20,41 18,87
13,30 12,85 15,10 13,60
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
205
Tabel B18b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
euro Totaal
16,54
17,22
16,55
12,21
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
8,29 15,69 18,67 18,12 17,81
9,29 15,89 19,96 19,75 19,06
8,29 15,53 18,11 17,45 17,35
7,02 14,37 16,29 15,57 16,34
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
16,72 17,16 14,35
17,39 17,89 15,37
16,78 16,88 13,85
12,34 12,78 10,83
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
16,72 15,68 15,90
17,39 16,66 16,63
16,78 15,02 15,99
12,34 12,57 10,52
Opleidingsniveau1) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
11,32 12,25 15,61 20,33 26,17
12,02 12,57 15,46 20,18 26,30
11,71 12,66 15,91 20,60 26,08
8,39 9,50 13,76 18,21 23,95
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
13,47 18,07 20,31 17,42 24,23 20,73 16,47 14,07 16,98 16,42
14,31 18,34 20,50 18,01 24,84 21,87 17,28 14,12 17,04 17,02
13,90 18,20 20,44 17,10 23,36 19,97 15,97 14,44 17,10 15,92
9,32 15,63 15,90 13,65 23,34 17,93 13,09 10,46 15,31 13,26
Beroepsniveau1) Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
11,45 12,49 16,90 22,18 27,48
11,62 12,55 16,49 22,46 27,38
11,75 12,85 17,21 21,90 27,51
10,01 10,32 16,90 22,52 30,37
Beroepsrichting1) Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
11,46 19,74 12,54 18,37 15,90 14,99 19,34 16,43 24,05 18,49 20,46 13,50 29,29
12,02 19,49 12,99 18,06 16,41 15,46 18,80 17,29 23,75 19,21 20,16 13,72 31,07
11,49 20,13 12,92 18,77 15,58 15,15 19,53 16,17 24,08 18,17 20,77 13,71 25,58
8,50 18,34 9,60 . 12,48 11,17 20,63 11,18 34,13 15,12 18,68 11,87 .
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
23,42 17,54 13,62 12,38 9,66 15,81 12,64
23,94 18,03 14,11 13,42 10,61 16,14 13,48
20,98 17,48 13,77 12,51 10,40 16,21 12,72
26,80 13,82 10,15 11,69 8,56 12,18 11,15
Bruto jaarloon Minder dan het wettelijk minimum jaarloon (tot 17 580 euro) Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen (17 580 tot 31 500 euro) Modaal tot 2x modaal jaarinkomen (31 500 tot 63 000 euro) Meer dan 2x modaal jaarinkomen (63 000 euro of meer)
11,67 15,82 23,47 47,16
7,65 13,64 22,10 45,49
12,42 17,73 26,53 51,57
11,41 26,46 43,03 .
CAO1) CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
15,12 17,93 17,49
15,61 18,80 17,89
15,37 17,90 17,27
11,48 11,86 15,09
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
12,84 . 16,07 20,87 16,60 13,09 11,44 16,45 21,16 17,20 20,19 19,32 17,95 16,79 18,88
13,36 . 16,40 20,74 16,56 14,51 13,04 16,91 22,23 18,16 19,95 18,13 17,98 17,41 15,66
13,38 . 15,94 21,08 16,70 12,87 11,52 16,46 20,18 16,89 20,39 20,25 18,01 16,64 20,09
9,47 . 12,35 . 15,70 8,52 8,43 12,10 15,25 12,61 . 22,21 16,93 14,18 21,97
206
Tabel B18b Uurloon van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
18,88 15,65 14,47 15,05 15,40 15,82 16,50 17,35 17,21
21,05 15,99 14,96 15,70 15,96 16,39 16,86 17,70 18,19
16,11 15,45 14,66 15,21 15,54 15,99 16,76 17,37 17,09
16,56 15,09 11,42 10,94 11,05 10,78 11,26 13,46 12,38
Regio werkgemeente1) Noord Oost West Zuid
15,97 16,11 17,84 16,05
16,37 16,44 18,45 16,52
16,17 16,31 17,67 16,12
11,83 12,50 13,97 11,97
1)
De categorie ‘onbekend’ van de variabelen opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, CAO en regio werkgemeente is niet weergegeven.
207
Tabel B19 Schattingsresultaten van de beloningsfunctie bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,098*
0,002
–40,198
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,974* –0,845* –0,699* –0,534* –0,396* –0,236* –0,134* –0,081* referentie 0,079* 0,085* 0,101*
0,014 0,010 0,009 0,008 0,007 0,007 0,007 0,007
0,003 0,004 0,004
26,171 23,872 24,683
737 2 236 3 109 3 509 3 345 3 212 3 090 2 913 33 156 36 296 32 613 16 750
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,048* –0,007 –0,087* –0,010
0,005 0,004 0,004 0,006
120 073 3 798 7 088 7 120 2 887
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,034* referentie
0,003
–12,857
17 958 123 008
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,098* –0,054* referentie 0,143* 0,300*
0,004 0,002
–23,035 –21,727
0,003 0,004
46,207 68,071
9 486 34 656 63 150 22 123 11 099
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,108* referentie 0,024* 0,093* 0,095* 0,070* 0,082* 0,050* 0,077* 0,071*
0,006
16,930
0,007 0,006 0,009 0,008 0,006 0,008 0,006 0,007
3,305 14,887 11,098 8,567 12,715 6,081 12,188 10,254
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,029* 0,019* 0,050* 0,017* –0,004 referentie
0,004 0,005 0,005 0,005 0,009
–7,073 4,034 10,415 3,321 –0,417
26 288 31 522 59 963 5 036 1 356 16 801
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,026 0,033* referentie –0,013* 0,020* –0,014*
0,026 0,003
–1,003 11,459
0,003 0,004 0,005
–4,654 4,528 –2,908
153 28 526 24 699 31 553 7 264 48 771
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,026* 0,002
0,002 0,003
–11,350 0,776
69 093 49 555 22 318
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,173* –0,113* referentie 0,127* 0,192*
0,003 0,003
–50,758 –44,600
0,003 0,005
40,689 38,458
Beroepsrichting management Ja Nee
0,167* referentie
0,008
20,794
1 819 139 147
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,043* –0,043* referentie 0,063* 0,118*
0,004 0,005
–9,626 –9,412
0,003 0,004
19,022 30,292
12 412 8 289 15 921 37 966 53 955
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,355* –0,221* –0,039* –0,012* 0,285*
0,009 0,009 0,005 0,004 0,006
–148,236 –24,724 –7,850 –3,106 48,860
119 476 1 313 1 674 6 229 8 071 4 203
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,067* referentie
0,002
30,251
208
–71,079 –86,861 –78,562 –68,359 –55,719 –34,800 –20,111 –12,329
–9,106 –1,745 –21,435 –1,702
Aantal waarnemingen 74 602 66 364
39 549 3 036 6 264 22 819 2 729 3 171 25 924 3 427 25 392 8 655
14 687 34 759 48 549 21 302 8 211
99 175 41 791
Tabel B19 Schattingsresultaten van de beloningsfunctie bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Leidinggevende functie Ja Nee
0,120* referentie
0,002
53,024
31 223 109 743
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,332* 0,084* 0,135* 0,157* –0,002 –0,016 0,045* 0,221* 0,096* 0,096* 0,082* 0,170* 0,086* 0,332*
0,026 0,007 0,015 0,008 0,007 0,008 0,008 0,008 0,007 0,015 0,012 0,008 0,008 0,014
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,049* referentie 0,030*
0,003
–16,498
0,002
14,421
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,017* –0,014* referentie 0,052* 0,134*
0,003 0,003
5,077 –4,129
0,004 0,004
14,108 30,605
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,075* –0,056* referentie –0,047*
0,003 0,002
–23,033 –22,364
0,002
–19,967
12 017 24 276 52 016 28 424
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–22,335
n.v.t.1)
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,538 0,709 140 966
12,893 11,566 9,073 20,251 –0,242 –2,038 5,844 26,896 13,370 6,440 6,967 22,417 10,946 24,274
2 355 164 17 814 613 8 153 26 344 5 996 8 721 5 783 29 583 584 1 095 26 503 6 528 730 20 407 40 366 80 193 18 035 18 972 20 364 12 082 7 996
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
209
Tabel B20a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,988* –0,848* –0,729* –0,573* –0,420* –0,267* –0,143* –0,089* referentie 0,107* 0,149* 0,163*
0,020 0,014 0,013 0,011 0,010 0,010 0,010 0,010
–49,745 –59,568 –56,614 –50,750 –40,695 –26,768 –14,737 –9,147
0,005 0,006 0,006
23,188 25,576 25,603
376 1 052 1 463 1 699 1 614 1 556 1 569 1 478 17 220 19 081 17 372 10 122
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,075* 0,001 –0,114* 0,001
0,008 0,006 0,006 0,009
–9,175 0,163 –19,775 0,124
63 964 1 706 3 706 3 819 1 407
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,047* referentie
0,004
–12,215
9 488 65 114
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,106* –0,051* referentie 0,156* 0,307*
0,006 0,003
–17,503 –14,826
0,004 0,006
35,560 50,868
5 415 18 408 31 916 11 991 6 577
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,112* referentie 0,013 0,101* 0,091* 0,071* 0,076* 0,048* 0,087* 0,079*
0,010
10,822
0,011 0,010 0,012 0,012 0,010 0,012 0,012 0,011
1,117 10,097 7,278 6,079 7,639 4,130 7,552 7,388
19 302 1 240 2 772 11 927 1 796 2 353 24 150 2 718 3 002 5 342
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,015 0,028* 0,082* 0,054* 0,004 referentie
0,006 0,007 0,007 0,012 0,013
–2,556 4,032 11,849 4,600 0,336
14 764 16 459 32 290 866 692 9 531
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,012 0,016* referentie 0,018* 0,105* –0,018*
0,038 0,003
–0,321 4,603
0,005 0,012 0,007
3,818 8,967 –2,730
75 25 533 15 493 7 190 853 25 458
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,019* 0,000
0,004 0,005
–5,499 –0,035
54 052 12 477 8 073
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,151* –0,095* referentie 0,130* 0,187*
0,005 0,004
–31,056 –26,318
0,004 0,007
30,362 27,852
Beroepsrichting management Ja Nee
0,196* referentie
0,010
20,075
1 349 73 253
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,061* –0,043* referentie 0,070* 0,098*
0,007 0,007
–8,907 –6,149
0,005 0,007
13,305 15,009
5 709 4 124 6 988 17 706 33 755
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,254* –0,255* –0,036* –0,034* 0,301*
0,014 0,011 0,007 0,007 0,007
–86,886 –22,743 –5,091 –5,136 40,905
63 083 562 1 231 3 341 3 089 3 296
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,071* referentie
0,003
21,410
53 151 21 451
Leidinggevende functie Ja Nee
0,125* referentie
0,003
42,380
21 871 52 731
210
7 866 17 414 25 165 12 799 5 137
Tabel B20a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van mannelijke werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,334* 0,082* 0,116* 0,161* 0,006 –0,044* 0,038* 0,223* 0,078* –0,013 0,060* 0,099* 0,060* 0,065
0,029 0,009 0,018 0,010 0,009 0,011 0,010 0,011 0,009 0,022 0,016 0,011 0,011 0,028
11,647 8,877 6,442 16,838 0,631 –4,095 3,933 20,493 8,494 –0,589 3,684 8,960 5,665 2,353
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,045* referentie 0,031*
0,004
–10,689
0,003
10,674
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,026* –0,005 referentie 0,047* 0,132*
0,005 0,004
5,414 –1,178
0,005 0,005
10,178 24,694
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,094* –0,066* referentie –0,053*
0,005 0,004
–20,030 –18,435
0,003
Percentage vrouwelijke collega’s 1)
–0,001*
0,000
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,501 0,707 74 602
Aantal waarnemingen
1 635 147 13 817 471 7 327 13 908 2 670 6 347 3 145 17 182 280 587 3 986 2 943 157
11 289 24 488 38 825
8 712 10 508 13 213 8 821 6 053
–15,588
6 178 12 838 27 520 15 186
–12,946
n.v.t. 1)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
211
Tabel B20b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–1,008* –0,894* –0,723* –0,546* –0,414* –0,247* –0,154* –0,096* referentie 0,058* 0,034* 0,041*
0,018 0,013 0,012 0,011 0,010 0,009 0,009 0,009
0,004 0,004 0,005
14,716 7,708 7,660
361 1 184 1 646 1 810 1 731 1 656 1 521 1 435 15 936 17 215 15 241 6 628
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,015 –0,014* –0,054* –0,016
0,007 0,005 0,006 0,008
56 109 2 092 3 382 3 301 1 480
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,023* referentie
0,004
–6,540
8 470 57 894
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,080* –0,044* referentie 0,117* 0,267*
0,006 0,003
–13,327 –12,769
0,004 0,006
27,066 41,251
4 071 16 248 31 234 10 132 4 522
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,092* referentie 0,027* 0,069* 0,085* 0,057* 0,062* 0,008 0,064* 0,046*
0,008
11,720
0,009 0,008 0,012 0,012 0,010 0,013 0,007 0,009
3,101 8,905 6,900 4,541 6,170 0,621 8,513 5,114
20 247 1 796 3 492 10 892 933 818 1 774 709 22 390 3 313
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,028* 0,000 –0,010 –0,027* –0,020 referentie
0,006 0,006 0,007 0,006 0,012
–4,629 0,012 –1,518 –4,509 –1,676
11 524 15 063 27 673 4 170 664 7 270
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,021 0,026* referentie 0,009 0,062* 0,013
0,033 0,006
–0,623 4,208
0,004 0,005 0,006
2,544 12,278 2,047
78 2 993 9 206 24 363 6 411 23 313
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,011* 0,036*
0,003 0,004
3,556 8,872
15 041 37 078 14 245
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,179* –0,130* referentie 0,114* 0,200*
0,005 0,004
–37,786 –37,064
0,004 0,007
25,479 26,998
Beroepsrichting management Ja Nee
0,069* referentie
0,015
4,715
470 65 894
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,044* –0,047* referentie 0,056* 0,110*
0,006 0,006
–7,925 –8,085
0,004 0,005
13,881 23,412
6 703 4 165 8 933 20 260 20 200
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,441* –0,153* –0,037* –0,007 0,173*
0,011 0,016 0,007 0,005 0,011
–127,582 –9,826 –5,537 –1,456 16,065
56 393 751 443 2 888 4 982 907
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,066* referentie
0,003
22,595
46 024 20 340
Leidinggevende functie Ja Nee
0,096* referentie
0,004
27,346
9 352 57 012
212
–54,707 –68,314 –59,725 –51,288 –43,073 –27,371 –17,240 –10,942
–2,306 –2,739 –9,765 –1,977
6 821 17 345 23 384 8 503 3 074
Tabel B20b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van vrouwelijke werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie . 0,055* 0,150* 0,065* –0,024 –0,006 0,023 0,193* 0,098* 0,175* 0,109* 0,188* 0,095* 0,398*
. 0,012 0,028 0,015 0,011 0,012 0,013 0,013 0,012 0,020 0,017 0,012 0,012 0,017
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,053* referentie 0,025*
0,004
–12,918
0,003
8,267
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,008 –0,027* referentie 0,060* 0,119*
0,005 0,005
1,595 –5,457
0,006 0,008
9,557 15,161
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,051* –0,041* referentie –0,039*
0,004 0,003
–11,713 –12,315
0,003
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,500 0,704 66 364
. 4,549 5,438 4,295 –2,073 –0,463 1,830 15,133 8,533 8,610 6,334 15,997 7,800 23,814
Aantal waarnemingen
720 17 3 997 142 826 12 436 3 326 2 374 2 638 12 401 304 508 22 517 3 585 573
9 118 15 878 41 368
9 323 8 464 7 151 3 261 1 943
–12,076
5 839 11 438 24 496 13 238
–20,472
n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
213
Tabel B21a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 15 tot 23-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,020*
0,006
–3,419
10 807 11 344
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie 0,002 0,017 0,025 0,019
0,024 0,012 0,016 0,011
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
0,006 referentie
0,009
0,608
1 676 20 475
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,185* –0,091* referentie 0,031 0,064
0,010 0,007
–19,338 –13,870
0,022 0,063
1,421 1,020
3 391 11 771 6 582 367 33
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
–0,016 referentie –0,046 0,003 –0,020 –0,013 0,047 0,013 0,015 0,018
0,028
–0,588
0,038 0,030 0,046 0,044 0,030 0,033 0,029 0,031
–1,204 0,085 –0,438 –0,292 1,599 0,383 0,512 0,584
15 861 172 198 1 158 97 107 1 627 389 1 883 659
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,087* –0,037 0,021 –0,021 –0,011 referentie
0,010 0,018 0,044 0,068 0,022
–8,456 –2,037 0,490 –0,311 –0,508
19 472 848 76 28 332 1 395
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,021 referentie 0,024 . –0,055*
. 0,023
. 0,890
0,027 . 0,019
0,879 . –2,859
8 500 483 284 9 20 867
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,010 –0,013
0,008 0,008
–1,367 –1,745
4 685 6 438 11 028
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,045* –0,003 referentie 0,057 0,050
0,010 0,009
–4,564 –0,382
0,025 0,058
2,299 0,875
Beroepsrichting management Ja Nee
. referentie
.
.
2 22 149
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,120* –0,076* referentie . .
0,013 0,013
–9,071 –5,623
. .
. .
7 236 3 528 915 14 1
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,348* 0,056 0,039* –0,004 .
0,012 0,057 0,012 0,006 .
–109,524 0,969 3,343 –0,623 .
14 481 1 029 41 2 006 4 585 9
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,063* referentie
0,005
11,809
8 702 13 449
Leidinggevende functie Ja Nee
0,063* referentie
0,015
4,095
592 21 559
214
0,102 1,464 1,582 1,825
Aantal waarnemingen
19 136 231 979 555 1 250
5 111 7 710 2 446 243 40
Tabel B21a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 15 tot 23-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
0,099* . 0,238* –0,023 0,008 0,206* 0,255* 0,187* . 0,133* 0,387* 0,170* 0,574*
0,018 . 0,020 0,015 0,016 0,019 0,031 0,016 . 0,031 0,018 0,018 0,048
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,035* referentie 0,008
0,008
–4,423
0,006
1,236
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,013 –0,009 referentie 0,044* 0,138*
0,010 0,009
1,291 –1,101
0,013 0,021
3,508 6,729
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,047* –0,030* referentie –0,017
0,011 0,008
–4,333 –3,690
0,008
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,394 0,550 22 151
referentie
699 5,527 . 12,091 –1,553 0,518 10,675 8,339 11,524 . 4,334 21,797 9,636 12,016
1 121 9 741 7 269 2 906 780 179 4 344 22 179 2 681 1 159 62
3 279 7 194 11 678
2 613 4 190 3 970 1 092 353
–2,147
1 349 2 990 5 670 3 344
–10,773
n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
215
Tabel B21b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 23 tot 35-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,077*
0,004
–18,814
17 220 15 936
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,030* –0,008 –0,059* –0,016
0,010 0,007 0,007 0,008
–3,121 –1,194 –8,806 –2,095
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,027* referentie
0,005
–5,104
3 122 30 034
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,078* –0,055* referentie 0,125* 0,243*
0,010 0,005
–7,774 –11,519
0,005 0,007
25,995 33,567
938 4 969 17 068 7 081 3 005
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,065* referentie 0,006 0,049* 0,064* 0,028 0,055* 0,028 0,061* 0,051*
0,012
5,440
0,013 0,012 0,015 0,014 0,012 0,014 0,012 0,012
0,512 4,218 4,188 1,969 4,612 1,979 5,157 4,135
6 432 607 1 963 6 470 710 880 6 068 962 6 339 2 725
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,053* 0,006 0,049* –0,007 –0,022 referentie
0,005 0,006 0,007 0,012 0,012
–10,307 0,931 7,490 –0,613 –1,792
5 945 10 630 9 274 583 534 6 190
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,014 0,004 referentie 0,006 0,091* –0,015
0,041 0,005
–0,345 0,793
0,005 0,010 0,006
1,272 9,228 –2,512
43 4 512 7 139 8 006 900 12 556
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,014* 0,013
0,004 0,006
–3,626 2,147
19 342 10 676 3 138
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,116* –0,074* referentie 0,100* 0,140*
0,006 0,004
–18,265 –17,231
0,005 0,008
19,500 17,170
Beroepsrichting management Ja Nee
0,058* referentie
0,021
2,786
174 32 982
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,086* –0,057* referentie 0,058* 0,093
0,005 0,005
–16,001 –11,461
0,004 0,045
16,116 2,079
4 039 4 069 11 750 12 831 36
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,500* –0,199* –0,038* –0,036* 0,330*
0,018 0,020 0,008 0,008 0,016
–83,987 –9,752 –4,834 –4,264 21,020
29 285 237 220 1 904 1 182 328
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,059* referentie
0,003
16,978
22 045 11 111
Leidinggevende functie Ja Nee
0,063* referentie
0,004
16,346
6 941 26 215
216
Aantal waarnemingen
27 488 806 1 667 1 911 1 284
2 476 7 261 13 133 5 752 2 043
Tabel B21b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 23 tot 35-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,344* 0,028 0,073 0,118* –0,036* –0,064* 0,009 0,129* 0,030 0,012 0,028 0,124* 0,029 0,381*
0,049 0,014 0,028 0,015 0,014 0,016 0,015 0,016 0,014 0,031 0,022 0,015 0,015 0,027
7,044 1,923 2,564 7,930 –2,610 –4,075 0,628 8,224 2,142 0,386 1,249 8,361 1,885 14,183
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,031* referentie 0,025*
0,005
–6,102
0,004
7,069
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,010 –0,015* referentie 0,030* 0,088*
0,006 0,006
1,710 –2,594
0,006 0,008
4,764 11,481
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,069* –0,045* referentie –0,035*
0,006 0,004
–12,211 –10,393
0,004
–8,417
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–14,700
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,642 0,488 33 156
Aantal waarnemingen
437 33 3 393 122 2 156 5 966 1 181 1 940 1 427 8 660 93 239 5 895 1 476 138
4 624 10 146 18 386
4 254 4 652 4 818 3 080 1 828
2 911 5 794 12 774 6 701 n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
217
Tabel B21c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 35 tot 45-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,143*
0,005
–28,623
19 081 17 215
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,053* –0,021* –0,102* –0,031
0,010 0,007 0,007 0,018
–5,472 –3,035 –15,601 –1,755
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,046* referentie
0,005
–9,244
4 322 31 974
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,110* –0,056* referentie 0,154* 0,324*
0,010 0,005
–11,449 –11,694
0,005 0,007
29,222 45,048
1 420 6 532 17 723 6 681 3 809
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,103* referentie 0,021 0,088* 0,094* 0,049* 0,060* 0,013 0,077* 0,049*
0,013
8,081
0,014 0,012 0,016 0,015 0,013 0,015 0,013 0,013
1,521 7,200 5,892 3,232 4,781 0,851 6,138 3,699
6 408 649 1 851 7 884 807 989 7 521 1 047 6 566 2 574
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,024 0,023 0,059* 0,030* 0,007 referentie
0,014 0,010 0,009 0,009 0,024
–1,786 2,314 6,245 3,455 0,295
552 4 597 25 420 1 827 165 3 735
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,021 0,032* referentie 0,006 0,064* 0,014
0,046 0,005
–0,467 6,612
0,005 0,007 0,009
1,335 9,254 1,503
42 8 850 7 397 10 575 2 998 6 434
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,023* 0,008
0,004 0,007
–5,146 1,206
19 253 14 045 2 998
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,208* –0,138* referentie 0,119* 0,178*
0,007 0,005
–29,982 –29,442
0,005 0,008
22,869 21,644
Beroepsrichting management Ja Nee
0,137* referentie
0,013
10,479
595 35 701
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
0,010 –0,049* referentie 0,070* 0,097*
0,014 0,017
0,749 –2,947
0,007 0,007
10,009 13,208
641 368 2 052 19 291 13 386
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie . –0,234* –0,109* –0,047* 0,281*
. 0,018 0,011 0,010 0,010
. –13,279 –10,277 –4,519 29,064
32 513 18 395 1 067 870 1 433
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,066* referentie
0,004
14,933
28 160 8 136
Leidinggevende functie Ja Nee
0,121* referentie
0,004
31,861
10 137 26 159
218
Aantal waarnemingen
30 507 1 011 1 864 2 641 273
2 659 7 568 14 751 6 948 2 591
Tabel B21c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 35 tot 45-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,176* 0,065* 0,113* 0,124* 0,012 –0,023 0,034 0,195* 0,089* 0,116* 0,070* 0,120* 0,061* 0,317*
0,047 0,014 0,027 0,015 0,014 0,017 0,015 0,016 0,014 0,027 0,023 0,015 0,016 0,025
3,770 4,518 4,143 8,073 0,856 –1,357 2,231 12,436 6,199 4,345 3,013 7,933 3,874 12,772
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,055* referentie 0,033*
0,005
–10,060
0,004
8,719
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,026* –0,008 referentie 0,053* 0,129*
0,006 0,006
4,188 –1,304
0,006 0,007
8,187 17,358
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,091* –0,064* referentie –0,054*
0,006 0,004
–15,710 –14,441
0,004
–12,741
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–10,394
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,657 0,535 36 296
Aantal waarnemingen
494 44 5 469 164 2 099 6 146 876 2 344 2 041 7 863 170 253 6 535 1 585 213
5 389 10 362 20 545
4 536 4 503 5 083 3 637 2 541
3 329 6 658 14 348 7 724 n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
219
Tabel B21d Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 45 tot 55-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,159*
0,006
–26,413
17 372 15 241
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,044* –0,007 –0,124* –0,004
0,011 0,008 0,009 0,042
–4,156 –0,905 –13,936 –0,103
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,039* referentie
0,005
–7,587
5 374 27 239
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,124* –0,058* referentie 0,162* 0,333*
0,010 0,005
–13,089 –10,922
0,006 0,009
25,029 36,994
2 069 7 210 14 780 5 555 2 856
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,146* referentie 0,048* 0,109* 0,116* 0,087* 0,082* 0,039 0,094* 0,073*
0,012
12,126
0,013 0,012 0,016 0,015 0,012 0,017 0,011 0,014
3,587 9,396 7,034 5,661 6,840 2,326 8,286 5,384
6 923 1 022 1 515 4 948 716 843 6 795 668 7 353 1 830
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,078* 0,036* 0,043* 0,027* –0,009 referentie
0,021 0,013 0,013 0,009 0,024
–3,700 2,718 3,392 2,886 –0,384
263 6 161 20 741 2 099 191 3 158
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,021 0,025* referentie –0,010 –0,002 –0,009
0,050 0,005
–0,409 4,507
0,006 0,008 0,013
–1,745 –0,300 –0,690
42 8 579 6 515 9 121 2 516 5 840
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,021* 0,012
0,005 0,008
–4,117 1,536
17 253 12 405 2 955
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,199* –0,133* referentie 0,129* 0,204*
0,008 0,005
–25,977 –24,625
0,006 0,010
20,619 20,273
Beroepsrichting management Ja Nee
0,159* referentie
0,014
11,539
697 31 916
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
0,003 0,003 referentie 0,032* 0,106*
0,020 0,024
0,158 0,139
0,012 0,012
2,610 9,009
367 225 863 4 707 25 854
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie . –0,264* –0,102* –0,049* 0,311*
. 0,017 0,013 0,012 0,011
. –15,276 –7,790 –4,099 27,470
28 876 24 566 870 834 1 443
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,095* referentie
0,006
16,646
26 461 6 152
Leidinggevende functie Ja Nee
0,123* referentie
0,004
27,844
9 340 23 273
220
Aantal waarnemingen
28 256 1 020 1 692 1 586 59
2 796 7 691 12 483 5 775 2 337
Tabel B21d Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 45 tot 55-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,379* 0,084* 0,133* 0,150* 0,009 –0,041 0,026 0,233* 0,107* 0,086* 0,059 0,135* 0,072* 0,200*
0,047 0,017 0,029 0,018 0,017 0,021 0,018 0,019 0,017 0,029 0,026 0,018 0,018 0,028
8,118 4,900 4,657 8,359 0,516 –1,987 1,443 12,372 6,317 2,987 2,275 7,686 3,871 7,204
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,057* referentie 0,033*
0,007
–8,327
0,005
7,058
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,012 –0,026* referentie 0,063* 0,139*
0,007 0,008
1,631 –3,498
0,008 0,009
7,913 15,493
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,075* –0,062* referentie –0,061*
0,007 0,005
–11,213 –11,983
0,005
–12,498
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–8,554
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,644 0,527 32 613
Aantal waarnemingen
424 56 5 142 208 1 985 4 511 673 2 308 1 507 5 802 195 278 7 865 1 442 217
4 435 8 258 19 920
4 337 3 597 4 312 2 876 2 181
2 962 5 882 12 713 7 228 n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
221
Tabel B21e Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 55 tot 65-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,145*
0,009
–15,391
10 122 6 628
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,073* –0,003 –0,094* .
0,014 0,013 0,018 .
–5,163 –0,252 –5,087 .
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,036* referentie
0,007
–4,766
3 464 13 286
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,114* –0,041* referentie 0,131* 0,278*
0,014 0,008
–8,289 –5,026
0,011 0,015
12,361 18,794
1 668 4 174 6 997 2 439 1 396
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,167* referentie –0,008 0,140* 0,102* 0,126* 0,098* 0,084* 0,117* 0,111 *
0,019
8,944
0,021 0,018 0,025 0,025 0,018 0,026 0,017 0,021
–0,374 7,896 4,099 4,996 5,438 3,250 6,724 5,288
3 925 586 737 2 359 399 352 3 913 361 3 251 867
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,058 0,012 0,015 0,044 0,014 referentie
0,050 0,023 0,023 0,018 0,033
–1,171 0,542 0,664 2,402 0,421
56 9 286 4 452 499 134 2 323
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,027* referentie 0,003 0,009 –0,025
. 0,008
. 3,156
0,009 0,015 0,023
0,356 0,574 –1,111
18 6 085 3 165 3 567 841 3 074
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,032* –0,016
0,008 0,011
–4,272 –1,551
8 560 5 991 2 199
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,221* –0,150* referentie 0,158* 0,265*
0,012 0,008
–18,999 –18,050
0,010 0,016
15,418 16,411
Beroepsrichting management Ja Nee
0,142* referentie
0,022
6,519
351 16 399
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,013 0,016 referentie –0,009 0,083*
0,038 0,042
–0,352 0,380
0,023 0,021
–0,410 3,953
129 99 341 1 123 14 678
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie . –0,282* –0,130* –0,030 0,193*
. 0,023 0,022 0,016 0,017
. –12,375 –5,998 –1,838 11,487
14 321 5 452 382 600 990
0,073*
0,010
7,376
13 807 2 943
0,135* referentie
0,007
18,573
4 213 12 537
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd Leidinggevende functie Ja Nee
222
Aantal waarnemingen
14 686 730 886 427 21
1 645 4 529 5 736 2 584 1 200
Tabel B21e Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van 55 tot 65-jarige werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,339* 0,126* 0,140* 0,205* 0,042 0,061 0,019 0,264* 0,118* 0,059 0,145* 0,194* 0,128* 0,438*
0,070 0,024 0,043 0,025 0,023 0,029 0,024 0,027 0,023 0,043 0,038 0,024 0,025 0,043
4,834 5,354 3,260 8,252 1,834 2,078 0,795 9,777 5,082 1,372 3,816 7,986 5,040 10,108
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,069* referentie 0,045*
0,010
–6,660
0,007
6,158
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,008 –0,035* referentie 0,051* 0,141*
0,011 0,012
0,659 –3,046
0,013 0,014
4,015 9,831
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,071* –0,054* referentie –0,048*
0,011 0,008
–6,556 –6,469
0,008
–6,136
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–5,851
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,662 0,456 16 750
Aantal waarnemingen
301 31 2 689 110 1 172 2 452 360 1 349 629 2 914 104 146 3 527 866 100
2 680 4 406 9 664
2 295 2 030 2 181 1 397 1 093
1 466 2 952 6 511 3 427 n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
223
Tabel B22a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van autochtone werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,099*
0,003
–36,902
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,972* –0,844* –0,699* –0,537* –0,397* –0,235* –0,130* –0,079* referentie 0,083* 0,091* 0,106*
0,015 0,011 0,010 0,009 0,008 0,007 0,007 0,007
0,003 0,004 0,004
24,940 23,237 24,014
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,035* referentie
0,003
–12,193
15 220 104 853
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,112* –0,060* referentie 0,152* 0,325*
0,005 0,003
–23,318 –22,538
0,003 0,005
46,186 65,710
7 402 29 512 54 254 19 692 8 991
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,108* referentie 0,004 0,088* 0,094* 0,060* 0,079* 0,046* 0,069* 0,078*
0,007
15,801
0,008 0,007 0,009 0,009 0,007 0,009 0,007 0,008
0,539 13,268 10,202 6,948 11,538 5,409 10,286 10,277
32 424 2 668 4 894 19 814 2 335 2 741 23 179 3 275 22 686 6 057
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,024* 0,020* 0,051* 0,019* –0,019 referentie
0,005 0,005 0,005 0,006 0,011
–5,222 3,748 9,692 3,163 –1,718
22 821 27 525 51 195 3 715 868 13 949
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,044 0,034* referentie –0,017* 0,013* –0,018*
0,030 0,003
–1,455 11,148
0,003 0,005 0,005
–5,532 2,653 –3,538
110 24 300 21 082 27 545 6 354 40 682
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,028* 0,004
0,002 0,003
–11,239 1,130
59 039 42 298 18 736
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,171* –0,110* referentie 0,119* 0,176*
0,004 0,003
–45,411 –40,510
0,003 0,005
35,838 32,513
Beroepsrichting management Ja Nee
0,170* referentie
0,008
20,135
1 638 118 435
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,049* –0,046* referentie 0,067* 0,120*
0,005 0,005
–9,812 –9,123
0,004 0,004
18,562 28,175
9 867 6 878 13 105 32 166 47 541
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,344* –0,220* –0,055* –0,011 0,282*
0,010 0,010 0,006 0,004 0,006
–136,693 –22,566 –9,600 –2,536 45,927
102 469 1 124 1 412 4 392 6 855 3 821
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,066* referentie
0,002
27,132
85 981 34 092
Leidinggevende functie Ja Nee
0,119* referentie
0,002
49,097
27 240 92 833
224
–66,472 –79,926 –72,169 –63,123 –51,720 –32,119 –18,018 –11,044
Aantal waarnemingen 63 964 56 109
655 1 935 2 680 3 006 2 900 2 778 2 692 2 490 27 488 30 507 28 256 14 686
11 534 29 650 42 579 18 834 7 106
Tabel B22a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van autochtone werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,333* 0,084* 0,129* 0,158* –0,001 –0,013 0,043* 0,213* 0,097* 0,084* 0,087* 0,170* 0,084* 0,323*
0,027 0,008 0,016 0,008 0,007 0,008 0,008 0,009 0,007 0,016 0,012 0,008 0,008 0,015
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,048* referentie 0,032*
0,003
–15,269
0,002
14,305
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,022* –0,011* referentie 0,055* 0,134*
0,004 0,004
6,118 –3,016
0,004 0,005
13,960 28,635
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,075* –0,057* referentie –0,047*
0,003 0,003
–22,196 –21,418
0,003
–18,657
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–20,383
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,537 0,717 120 073
12,298 11,091 8,334 19,754 –0,140 –1,503 5,412 24,830 13,023 5,192 6,978 21,561 10,293 21,830
Aantal waarnemingen
2 199 146 15 144 554 7 489 22 908 4 779 7 423 5 003 23 450 474 943 23 328 5 633 600
17 873 34 990 67 210
15 011 15 531 17 578 10 410 6 875
11 118 21 653 42 685 24 915 n.v.t.¹)
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
225
Tabel B22b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van westerse allochtone werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,115*
0,009
–13,258
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,952* –0,834* –0,689* –0,493* –0,362* –0,183* –0,114* –0,052 referentie 0,074* 0,096* 0,098*
0,069 0,041 0,037 0,032 0,032 0,028 0,029 0,026
–13,710 –20,443 –18,507 –15,411 –11,481 –6,487 –3,929 –1,977
0,011 0,013 0,015
6,776 7,500 6,756
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,027* referentie
0,010
–2,761
1 479 9 407
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,079* –0,033* referentie 0,121* 0,270*
0,016 0,010
–4,805 –3,466
0,012 0,013
10,480 20,298
611 2 326 4 814 1 641 1 409
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,138* referentie 0,066* 0,132* 0,076 0,112* 0,106* 0,064 0,143* 0,096*
0,024
5,677
0,026 0,024 0,032 0,030 0,025 0,040 0,024 0,025
2,577 5,503 2,419 3,697 4,275 1,610 5,869 3,868
3 090 228 723 1 682 243 272 1 609 105 1 545 1 389
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,053* 0,028 0,058* 0,002 0,023 referentie
0,016 0,017 0,017 0,017 0,028
–3,254 1,671 3,381 0,142 0,829
1 479 2 648 4 591 528 153 1 487
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,056* referentie 0,008 0,055* 0,018
. 0,011
. 5,212
0,010 0,015 0,017
0,775 3,588 1,110
16 2 058 1 949 2 518 700 3 645
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,016 0,005
0,008 0,012
–1,992 0,426
5 371 3 934 1 581
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,210* –0,130* referentie 0,160* 0,228*
0,012 0,009
–16,902 –13,737
0,011 0,016
14,244 13,964
Beroepsrichting management Ja Nee
0,143* referentie
0,030
4,795
139 10 747
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,036 –0,049* referentie 0,043* 0,083*
0,016 0,018
–2,287 –2,813
0,012 0,014
3,534 5,874
922 549 1 232 2 995 4 462
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,476* –0,216* –0,049* –0,033 0,252*
0,043 0,032 0,016 0,016 0,023
–34,702 –6,724 –3,005 –2,136 11,026
9 147 63 140 685 557 294
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,077* referentie
0,008
9,306
7 417 3 469
Leidinggevende functie Ja Nee
0,139* referentie
0,008
16,505
2 423 8 463
226
Aantal waarnemingen 5 412 5 474
27 119 160 196 168 183 164 193 2 473 2 875 2 712 1 616
1 156 2 529 3 551 1 729 787
Tabel B22b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van westerse allochtone werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie . 0,118* 0,223* 0,172* 0,029 0,030 0,088 0,295* 0,125* 0,195* 0,054 0,188* 0,128* 0,248*
. 0,038 0,066 0,041 0,038 0,040 0,039 0,041 0,038 0,059 0,050 0,039 0,040 0,058
. 3,072 3,364 4,209 0,762 0,753 2,252 7,224 3,292 3,314 1,070 4,801 3,207 4,297
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,061* referentie 0,015
0,012
–5,269
0,008
1,917
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,000 –0,027 referentie 0,042* 0,142*
0,013 0,013
–0,004 –2,141
0,014 0,016
2,981 8,859
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,090* –0,062* referentie –0,064*
0,014 0,010
–6,346 –6,307
0,009
–7,388
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–5,441
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,464 0,660 10 886
Aantal waarnemingen
81 12 1 424 38 391 1 821 531 739 473 2 794 54 101 1 801 568 58
1 460 2 936 6 490
1 495 1 564 1 420 932 681
633 1 599 4 469 2 309 n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
227
Tabel B22c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van niet-westerse allochtone werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,074*
0,008
–8,724
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,960* –0,821* –0,679* –0,504* –0,369* –0,239* –0,156* –0,091* referentie 0,038* 0,012 0,043
0,049 0,032 0,029 0,025 0,024 0,023 0,023 0,023
–19,789 –25,594 –23,487 –19,766 –15,682 –10,257 –6,719 –3,942
0,010 0,012 0,019
3,929 0,970 2,288
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,028* referentie
0,010
–2,818
1 259 8 748
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,054* –0,034* referentie 0,068* 0,147*
0,012 0,009
–4,509 –3,779
0,015 0,016
4,619 9,235
1 473 2 818 4 082 790 699
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,153* referentie 0,144* 0,146* 0,147* 0,169* 0,126* 0,069 0,175* 0,106*
0,029
5,260
0,031 0,029 0,038 0,038 0,030 0,054 0,030 0,030
4,659 5,004 3,832 4,488 4,216 1,273 5,910 3,549
4 035 140 647 1 323 151 158 1 136 47 1 161 1 209
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,030 0,016 0,013 –0,008 –0,007 referentie
0,014 0,017 0,016 0,015 0,020
–2,180 0,919 0,798 –0,507 –0,364
1 988 1 349 4 177 793 335 1 365
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
0,067 –0,001 referentie 0,011 0,101* –0,001
0,062 0,011
1,070 –0,047
0,012 0,024 0,016
0,935 4,171 –0,088
27 2 168 1 668 1 490 210 4 444
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,007 0,000
0,008 0,011
–0,845 0,020
4 683 3 323 2 001
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,154* –0,100* referentie 0,168* 0,262*
0,011 0,010
–13,886 –10,161
0,015 0,022
10,849 11,702
Beroepsrichting management Ja Nee
0,165* referentie
0,052
3,191
42 9 965
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,043* –0,038* referentie 0,048* 0,121*
0,012 0,014
–3,480 –2,748
0,011 0,014
4,443 8,912
1 623 862 1 584 2 805 1 952
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,376* –0,215* 0,036* –0,016 0,422*
0,030 0,032 0,013 0,014 0,036
–46,104 –6,655 2,791 –1,165 11,648
7 860 126 122 1 152 659 88
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,077* referentie
0,008
9,813
5 777 4 230
Leidinggevende functie Ja Nee
0,088* referentie
0,010
9,145
1 560 8 447
228
Aantal waarnemingen 5 226 4 781
55 182 269 307 277 251 234 230 3 195 2 914 1 645 448
1 997 2 580 2 419 739 318
Tabel B22c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van niet-westerse allochtone werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie . 0,059 . 0,124* –0,043 –0,097 0,015 0,230* 0,056 0,092 0,100 0,154* 0,089 0,476*
. 0,039 . 0,042 0,038 0,039 0,040 0,042 0,038 0,057 0,059 0,039 0,041 0,053
. 1,517 . 2,917 –1,112 –2,471 0,363 5,426 1,462 1,607 1,702 3,905 2,147 8,940
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,039* referentie 0,022*
0,012
–3,096
0,008
2,712
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
–0,025 –0,038* referentie 0,019 0,097*
0,013 0,012
–1,910 –3,073
0,015 0,018
1,244 5,344
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,043 –0,033* referentie –0,031*
0,020 0,011
–2,106 –3,000
0,010
–2,991
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–8,033
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,499 0,644 10 007
Aantal waarnemingen
75 6 1 246 21 273 1 615 686 559 307 3 339 56 51 1 374 327 72
1 074 2 440 6 493
1 529 1 877 1 366 740 440
266 1 024 4 862 1 200 n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
229
Tabel B23a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een handicap of chronische ziekte bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,092*
0,007
–13,891
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,930* –0,854* –0,674* –0,468* –0,387* –0,240* –0,138* –0,090* referentie 0,056* 0,070* 0,090*
0,052 0,031 0,026 0,025 0,023 0,022 0,022 0,021
–17,890 –27,999 –25,501 –19,040 –16,748 –11,012 –6,333 –4,297
0,008 0,009 0,010
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,059* 0,008 –0,077* –0,025
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,105* –0,062* referentie 0,119* 0,279*
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,089* referentie 0,004 0,074* 0,064* 0,068* 0,060* –0,004 0,064* 0,057*
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
Aantal waarnemingen 9 488 8 470
6,753 7,510 8,862
38 151 237 234 257 264 244 251 3 122 4 322 5 374 3 464
0,014 0,010 0,010 0,019
–4,336 0,846 –7,466 –1,275
15 220 520 959 1 005 254
0,010 0,006
–10,347 –9,971
0,009 0,013
13,791 21,138
1 781 4 680 8 157 2 326 949
0,017
5,361
0,019 0,016 0,023 0,022 0,017 0,021 0,016 0,018
0,223 4,541 2,819 3,062 3,589 –0,201 3,978 3,166
4 997 417 713 2 513 322 348 3 591 469 3 548 1 040
–0,047* 0,023 0,049* –0,011 –0,013 referentie
0,012 0,013 0,013 0,012 0,025
–3,847 1,745 3,773 –0,895 –0,532
2 120 4 684 7 534 851 159 2 610
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,024* referentie –0,017 0,013 –0,005
. 0,007
. 3,332
0,007 0,013 0,013
–2,313 1,031 –0,371
16 4 319 3 230 3 969 727 5 697
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
–0,018* 0,010
0,006 0,008
–3,162 1,248
8 426 7 012 2 520
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,172* –0,106* referentie 0,150* 0,253*
0,009 0,007
–20,089 –16,219
0,009 0,015
17,168 16,542
Beroepsrichting management Ja Nee
0,125* referentie
0,024
5,259
191 17 767
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,033 –0,042* referentie 0,039* 0,091*
0,013 0,014
–2,470 –3,049
0,009 0,010
4,175 8,707
1 074 762 1 600 4 392 8 708
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,426* –0,214* –0,043* –0,015 0,300*
0,028 0,015 0,013 0,012 0,017
–51,817 –14,483 –3,267 –1,292 17,128
14 950 131 863 812 811 391
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,072* referentie
0,006
11,845
13 141 4 817
Leidinggevende functie Ja Nee
0,110* referentie
0,006
18,152
3 686 14 272
230
2 124 4 875 6 135 2 185 717
Tabel B23a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een handicap of chronische ziekte bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie . 0,043 0,174* 0,138* –0,045 –0,070* –0,005 0,167* 0,057* 0,064 0,026 0,128* 0,035 0,375*
. 0,021 0,043 0,022 0,020 0,023 0,022 0,024 0,020 0,036 0,034 0,021 0,022 0,033
. 2,051 4,023 6,379 –2,222 –3,009 –0,220 7,103 2,789 1,788 0,765 6,008 1,567 11,290
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,047* referentie 0,036*
0,008
–5,588
0,006
6,286
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,004 –0,028* referentie 0,029* 0,110*
0,009 0,009
0,409 –3,173
0,010 0,012
2,825 9,078
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,059* –0,043* referentie –0,039*
0,008 0,007
–6,997 –6,557
0,006
–6,183
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–8,989
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,597 0,658 17 958
Aantal waarnemingen
247 17 2 892 63 1 145 2 941 587 1 164 623 3 478 102 122 3 683 763 131
2 244 4 841 10 873
2 464 2 424 2 361 1 377 907
1 626 3 130 6 490 3 672 n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
231
Tabel B23b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers zonder handicap of chronische ziekte bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,102*
0,003
–32,768
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,967* –0,847* –0,710* –0,537* –0,400* –0,238* –0,134* –0,079* referentie 0,085* 0,089* 0,100*
0,018 0,012 0,011 0,009 0,009 0,008 0,008 0,008
0,004 0,005 0,005
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,046* –0,010 –0,090* –0,014
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,094* –0,053* referentie 0,149* 0,308*
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,116* referentie 0,029* 0,100* 0,108* 0,073* 0,091* 0,066* 0,085* 0,085*
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
46 641 41 488
22,011 19,385 18,569
448 1 513 2 120 2 418 2 311 2 188 2 069 1 946 21 870 22 867 19 344 9 035
0,007 0,005 0,005 0,007
75 050 2 390 4 341 4 417 1 931
0,006 0,003
–16,898 –16,653
0,004 0,006
38,218 55,123
5 509 21 579 39 168 14 359 7 277
0,008
14,165
0,009 0,008 0,011 0,010 0,008 0,011 0,008 0,009
3,139 12,461 9,822 7,039 11,011 6,302 10,454 9,498
25 050 1 867 3 925 14 609 1 753 2 065 15 889 2 115 15 617 5 239
–0,027* 0,023* 0,052* 0,024* –0,003 referentie
0,005 0,006 0,006 0,007 0,011
–5,119 3,857 8,464 3,403 –0,294
17 690 18 879 37 686 2 954 871 10 049
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
0,012 0,034* referentie –0,014* 0,021* –0,012
0,032 0,004
0,380 9,366
0,004 0,006 0,006
–3,955 3,698 –2,047
101 17 206 15 268 19 667 4 788 31 099
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,027* 0,002
0,003 0,004
–9,164 0,485
43 516 30 275 14 338
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,172* –0,111 * referentie 0,122* 0,182*
0,004 0,003
–39,202 –34,212
0,004 0,006
30,871 28,969
Beroepsrichting management Ja Nee
0,173* referentie
0,010
17,245
1 202 86 927
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,047* –0,047* referentie 0,065* 0,121*
0,006 0,006
–8,453 –8,386
0,004 0,005
15,782 24,294
8 293 5 484 10 499 24 120 31 731
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,346* –0,239* –0,042* –0,011 0,287*
0,011 0,017 0,006 0,005 0,007
–118,889 –13,864 –6,575 –2,167 39,595
74 981 872 385 3 798 5 276 2 817
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,068* referentie
0,003
24,201
61 353 26 776
Leidinggevende functie Ja Nee
0,122* referentie
0,003
42,292
19 596 68 533
232
–55,024 –70,320 –64,329 –56,956 –44,934 –28,651 –16,269 –9,648
Aantal waarnemingen
–6,793 –2,056 –17,285 –1,878
8 967 21 275 30 412 13 760 5 412
Tabel B23b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers zonder handicap of chronische ziekte bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,369* 0,087* 0,126* 0,151* 0,002 –0,011 0,044* 0,225* 0,100* 0,108* 0,094* 0,172* 0,092* 0,290*
0,032 0,009 0,019 0,010 0,009 0,010 0,010 0,010 0,009 0,020 0,015 0,010 0,010 0,018
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,050* referentie 0,030*
0,004
–13,501
0,003
11,279
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,018* –0,014* referentie 0,054* 0,139*
0,004 0,004
4,073 –3,308
0,005 0,006
11,567 25,147
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,077* –0,055* referentie –0,048*
0,004 0,003
–18,515 –17,242
0,003
–15,962
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–17,404
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,518 0,718 88 129
11,436 9,315 6,693 15,283 0,226 –1,088 4,451 21,449 10,938 5,454 6,267 17,660 9,175 16,065
Aantal waarnemingen
1 456 107 10 396 392 5 073 16 956 3 940 5 437 3 749 18 706 330 701 16 327 4 142 417
13 106 25 638 49 385
11 122 11 781 12 990 7 706 5 101
7 386 15 117 33 453 18 056 n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
233
Tabel B24a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van voltijd werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,122*
0,004
–33,584
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
. –0,907* –0,796* –0,587* –0,424* –0,248* –0,128* –0,080* referentie 0,104* 0,138* 0,157*
. 0,035 0,021 0,016 0,013 0,012 0,011 0,010
0,004 0,005 0,006
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,069* –0,006 –0,108* –0,028*
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
54 052 15 041
24,607 25,909 26,324
10 86 283 490 699 865 1 016 1 236 19 342 19 253 17 253 8 560
0,007 0,005 0,006 0,010
59 039 1 911 3 460 3 617 1 066
–0,045* referentie
0,004
–11,939
8 426 60 667
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,140* –0,065* referentie 0,167* 0,338*
0,007 0,004
–21,062 –18,358
0,004 0,006
41,387 61,093
3 690 14 235 30 960 12 807 7 104
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,125* referentie 0,016 0,096* 0,086* 0,072* 0,073* 0,045* 0,071* 0,074*
0,010
12,540
0,011 0,010 0,012 0,011 0,010 0,011 0,010 0,010
1,506 10,075 7,132 6,298 7,573 3,887 6,982 7,282
13 458 1 189 3 017 13 195 1 732 2 121 20 508 2 291 6 255 5 327
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,026* 0,019* 0,057* 0,020 –0,010 referentie
0,006 0,006 0,006 0,008 0,013
–4,717 3,138 9,095 2,440 –0,775
8 556 18 125 29 815 1 710 649 10 238
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,002 0,026* referentie –0,005 0,036* –0,013
0,035 0,003
–0,060 7,744
0,004 0,008 0,006
–1,133 4,346 –2,205
77 21 996 14 871 9 900 1 648 20 601
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,175* –0,098* referentie 0,126* 0,175*
0,005 0,003
–32,861 –28,058
0,004 0,006
31,987 28,388
4 612 15 209 26 763 13 432 5 485
Beroepsrichting management Ja Nee
0,194* referentie
0,009
22,068
1 509 67 584
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,074* –0,058* referentie 0,071* 0,110*
0,007 0,006
–10,890 –9,278
0,005 0,006
15,409 18,816
3 669 4 075 8 298 19 019 31 711
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,392* –0,250* –0,031* –0,075* 0,281*
0,013 0,011 0,009 0,013 0,007
–107,922 –21,809 –3,341 –5,729 40,059
62 015 680 1 046 1 358 590 3 404
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,064* referentie
0,003
19,245
52 205 16 888
Leidinggevende functie Ja Nee
0,120* referentie
0,003
43,718
22 751 46 342
234
. –25,800 –37,461 –35,652 –31,723 –21,010 –11,796 –8,197
Aantal waarnemingen
–9,443 –1,084 –19,411 –2,835
Tabel B24a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van voltijd werknemers bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,292* 0,061* 0,100* 0,133* 0,002 –0,036* 0,028* 0,196* 0,061* 0,000 –0,008 0,088* 0,046* –0,246*
0,028 0,010 0,018 0,011 0,010 0,013 0,011 0,011 0,010 0,021 0,017 0,011 0,012 0,030
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,051* referentie 0,030*
0,004
–12,241
0,003
10,659
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,011 –0,006 referentie 0,039* 0,119*
0,005 0,005
2,283 –1,407
0,004 0,005
8,660 23,179
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,097* –0,067* referentie –0,058*
0,005 0,003
–21,262 –19,286
0,003
–17,842
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–8,785
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,541 0,661 69 093
10,309 5,981 5,670 12,638 0,187 –2,803 2,587 17,200 5,972 –0,019 –0,501 7,761 3,961 –8,119
Aantal waarnemingen
1 126 138 13 103 477 6 574 12 168 1 368 5 445 3 692 14 761 296 552 6 672 2 603 118
10 232 21 799 37 062
8 035 8 468 11 458 8 474 6 066
5 721 11 950 27 673 14 675 n.v.t.¹ )
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
235
Tabel B24b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van deeltijd werknemers (12 uur of meer) bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,076*
0,004
–21,344
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,984* –0,899* –0,728* –0,558* –0,431* –0,252* –0,158* –0,106* referentie 0,053* 0,042* 0,060*
0,029 0,016 0,014 0,012 0,010 0,010 0,010 0,010
0,004 0,005 0,006
13,122 8,986 10,873
92 449 774 1 070 1 083 1 061 1 000 909 10 676 14 045 12 405 5 991
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,020* –0,010 –0,061* –0,003
0,007 0,005 0,006 0,009
42 298 1 365 2 569 2 394 929
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,027* referentie
0,004
–7,698
7 012 42 543
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,079* –0,047* referentie 0,121* 0,265*
0,006 0,004
–12,818 –13,273
0,004 0,007
27,091 39,637
3 042 11 595 23 860 7 569 3 380
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,076* referentie 0,011 0,056* 0,069* 0,039* 0,085* 0,020 0,059* 0,037*
0,008
9,147
0,009 0,008 0,012 0,012 0,009 0,012 0,008 0,009
1,227 6,900 5,605 3,397 9,461 1,623 7,429 3,977
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,019* 0,014 0,024* 0,008 0,005 referentie
0,007 0,007 0,007 0,007 0,013
–2,883 1,949 3,256 1,221 0,346
7 068 10 351 24 448 2 757 422 4 509
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,022 0,035* referentie –0,001 0,046* –0,006
0,034 0,005
–0,654 7,009
0,004 0,005 0,007
–0,255 9,043 –0,840
60 4 699 7 773 17 772 4 553 14 698
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,186* –0,127* referentie 0,111 * 0,217*
0,005 0,004
–39,115 –35,724
0,005 0,008
24,239 28,836
Beroepsrichting management Ja Nee
–0,011 referentie
0,017
–0,656
277 49 278
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,037* –0,043* referentie 0,062* 0,112*
0,006 0,007
–5,794 –6,497
0,004 0,005
13,825 21,838
3 944 2 626 5 601 15 613 18 463
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –1,384* –0,227* –0,043* –0,025* 0,204*
0,012 0,013 0,007 0,006 0,013
–117,317 –17,957 –6,534 –4,465 15,552
42 699 550 613 2 587 2 654 452
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,069* referentie
0,003
21,928
35 653 13 902
Leidinggevende functie Ja Nee
0,101* referentie
0,003
29,109
7 400 42 155
236
–33,709 –55,902 –52,862 –48,076 –41,238 –25,295 –16,047 –10,773
–2,677 –1,968 –10,484 –0,338
Aantal waarnemingen 12 477 37 078
13 923 1 278 2 529 7 799 770 884 4 122 811 14 937 2 502
5 236 12 868 17 948 6 629 2 367
Tabel B24b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van deeltijd werknemers (12 uur of meer) bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,412* 0,072* 0,177* 0,157* –0,040* –0,030 0,036* 0,173* 0,090* 0,137* 0,115* 0,168* 0,064* 0,243*
0,054 0,012 0,026 0,013 0,011 0,012 0,012 0,013 0,011 0,019 0,017 0,012 0,012 0,023
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf ( 10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,052* referentie 0,034*
0,004
–11,866
0,003
11,051
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,018* –0,023* referentie 0,057* 0,118*
0,005 0,005
3,491 –4,676
0,006 0,008
9,340 15,599
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,050* –0,046* referentie –0,037*
0,004 0,003
–11,452 –13,507
0,003
–11,340
4 665 8 893 18 158 10 147
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–22,983
n.v.t.¹ )
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,597 0,726 49 555
7,677 6,134 6,860 11,926 –3,574 –2,435 2,958 13,600 7,923 7,084 6,613 14,389 5,268 10,510
Aantal waarnemingen 609 25 3 966 132 1 282 8 386 1 866 2 288 1 938 9 558 275 383 16 242 2 439 166 5 664 11 991 31 900 6 896 6 381 5 601 2 894 1 686
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
237
Tabel B24c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van deeltijd werknemers (minder dan 12 uur) bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,039*
0,007
–5,595
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,966* –0,830* –0,692* –0,540* –0,398* –0,254* –0,151* –0,086* referentie 0,031 –0,005 0,008
0,024 0,021 0,020 0,018 0,017 0,016 0,016 0,018
–39,589 –40,383 –34,796 –30,037 –23,949 –15,892 –9,261 –4,888
0,013 0,014 0,015
2,413 –0,360 0,560
635 1 701 2 052 1 949 1 563 1 286 1 074 768 3 138 2 998 2 955 2 199
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,030 0,005 –0,060* 0,007
0,018 0,013 0,013 0,014
–1,620 0,364 –4,492 0,506
18 736 522 1 059 1 109 892
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,013 referentie
0,009
–1,476
2 520 19 798
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,037* –0,024* referentie 0,079* 0,100*
0,011 0,008
–3,248 –3,140
0,013 0,021
5,863 4,673
2 754 8 826 8 330 1 747 615
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,095* referentie 0,087* 0,078* 0,170* 0,072 0,116* 0,047 0,097* 0,088*
0,020
4,860
0,023 0,021 0,033 0,036 0,022 0,029 0,019 0,023
3,721 3,811 5,206 1,999 5,251 1,604 5,037 3,742
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,021 0,013 0,039 –0,010 –0,009 referentie
0,012 0,018 0,018 0,021 0,026
–1,737 0,740 2,103 –0,470 –0,341
10 664 3 046 5 700 569 285 2 054
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,037* referentie –0,012 0,030 0,000
. 0,014
. 2,716
0,011 0,016 0,017
–1,079 1,848 –0,019
16 1 831 2 055 3 881 1 063 13 472
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,148* –0,102* referentie 0,149* 0,249*
0,010 0,009
–14,294 –10,835
0,015 0,027
9,806 9,242
Beroepsrichting management Ja Nee
–0,032 referentie
0,073
–0,431
33 22 285
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,051* –0,015 referentie 0,028 0,128*
0,013 0,015
–3,937 –1,000
0,012 0,013
2,342 9,662
4 799 1 588 2 022 3 334 3 781
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –0,754* . –0,048* –0,005 0,282*
0,045 . 0,012 0,007 0,025
–16,691 . –3,912 –0,750 11,437
14 762 83 15 2 284 4 827 347
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
0,054* referentie
0,006
8,592
11 317 11 001
Leidinggevende functie Ja Nee
0,078* referentie
0,014
5,756
1 072 21 246
238
Aantal waarnemingen 8 073 14 245
12 168 569 718 1 825 227 166 1 294 325 4 200 826
4 839 6 682 3 838 1 241 359
Tabel B24c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van deeltijd werknemers (minder dan 12 uur) bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie . 0,114* . 0,235* 0,010 0,016 0,045 0,152* 0,146* . 0,352* 0,314* 0,193* 0,565*
. 0,023 . 0,029 0,018 0,018 0,022 0,037 0,019 . 0,037 0,020 0,020 0,026
. 5,035 . 8,008 0,552 0,841 2,045 4,086 7,743 . 9,501 15,664 9,551 21,531
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,024* referentie 0,008
0,009
–2,793
0,008
1,058
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,015 –0,024 referentie 0,099* 0,268*
0,012 0,011
1,293 –2,294
0,017 0,028
5,698 9,633
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,058* –0,035* referentie –0,033*
0,011 0,009
–5,079 –4,036
0,009
–3,862
1 631 3 433 6 185 3 602
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–7,980
n.v.t.¹ )
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,475 0,621 22 318
620 1 745 4 297 5 790 2 762 988 153 5 264 13 160 3 589 1 486 446 4 511 6 576 11 231 3 104 4 123 3 305 714 244
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
239
Tabel B25a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van DGA’s bij het bedrijfsleven, september 2008
Geslacht Mannen Vrouwen Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
b
Standaardfout
t-waarde
referentie –0,318*
0,030
–10,689
Aantal waarnemingen 3 296 907
.
.
.
2
. . . .
. . . .
referentie 0,047 0,049 –0,050
0,039 0,043 0,045
1,217 1,137 –1,102
328 1 433 1 443 990
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,101 –0,030 –0,108 .
0,067 0,039 0,069 .
–1,519 –0,773 –1,550 .
3 821 76 218 70 18
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,056 referentie
0,031
–1,812
391 3 812
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,006 –0,040 referentie 0,080* 0,211 *
0,067 0,029
–0,091 –1,362
0,026 0,034
3,020 6,263
86 541 1 655 975 934
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,112 referentie –0,075 0,073 0,165 0,053 0,053 –0,051 0,116 0,069
0,060
1,858
0,067 0,055 0,067 0,078 0,057 0,072 0,061 0,065
–1,121 1,311 2,474 0,682 0,930 –0,705 1,912 1,058
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,031 –0,008 0,050 0,150 . referentie
0,109 0,063 0,062 0,071 .
–0,283 –0,122 0,796 2,112 .
40 1 093 2 713 85 13 259
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,051 referentie –0,011 –0,004 –0,016
. 0,025
. 2,039
0,028 0,036 0,059
–0,378 –0,110 –0,280
6 1 460 807 953 552 425
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,033 0,003
0,031 0,034
–1,074 0,076
3 404 452 347
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,145 –0,034 referentie 0,083* 0,145*
0,108 0,036
–1,335 –0,943
0,023 0,037
3,563 3,885
Beroepsrichting management Ja Nee
–0,123 referentie
0,059
–2,074
98 4 105
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot en met 4 jaar 5 tot en met 9 jaar 10 tot en met 19 jaar Meer dan 20 jaar
0,165 –0,113 referentie 0,059 0,144*
0,120 0,101
1,378 –1,122
0,048 0,050
1,230 2,852
27 40 178 1 084 2 848
Leidinggevende functie Ja Nee
0,127* referentie
0,019
6,598
240
. . . .
2 1 2 2
649 123 192 1 111 240 99 963 167 404 255
30 313 1 618 1 373 702
1 614 2 589
Tabel B25a Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van DGA’s bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie . 0,315* . 0,269* 0,216* 0,063 0,197* 0,268* 0,265*
. 0,061 . 0,061 0,055 0,080 0,070 0,060 0,054
. 5,136 . 4,426 3,899 0,787 2,818 4,474 4,858
148 2 295 3 331 781 89 145 385 1 720
0,304* 0,402* 0,212* .
0,113 0,074 0,074 .
2,686 5,422 2,849 .
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,096* referentie –0,070
0,027
–3,485
0,097
–0,727
3 559 608 36
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar en meer
–0,020 0,034 referentie 0,077 0,240*
0,035 0,038
–0,573 0,888
0,036 0,037
2,161 6,466
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,135* –0,032 referentie –0,049
0,037 0,024
–3,615 –1,302
0,023
–2,091
267 794 1 736 924
Percentage vrouwelijke collega’s
0,000
0,000
0,910
n.v.t.¹ )
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,836 0,226 4 203
32 158 112 2
569 399 502 513 489
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
241
Tabel B25b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een regulier contract voor onbepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,115*
0,003
–38,580
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,989* –0,892* –0,725* –0,576* –0,445* –0,262* –0,148* –0,092* referentie 0,084* 0,100* 0,121*
0,023 0,016 0,014 0,012 0,011 0,010 0,010 0,010
–43,497 –56,636 –52,543 –46,515 –39,641 –24,945 –14,480 –9,571
0,003 0,004 0,005
24,798 25,089 26,842
211 568 855 947 979 1 067 1 101 1 172 21 232 27 493 25 785 13 341
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,047* –0,006 –0,099* –0,029*
0,006 0,005 0,005 0,009
–7,648 –1,309 –20,263 –3,289
82 226 2 491 4 606 4 212 1 216
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,037* referentie
0,003
–12,528
12 653 82 098
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,118* –0,062* referentie 0,150* 0,324*
0,005 0,003
–22,261 –21,026
0,003 0,005
43,558 65,948
5 377 20 114 44 221 16 701 8 028
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,125* referentie 0,029* 0,103* 0,102* 0,077* 0,082* 0,052* 0,090* 0,083*
0,007
17,029
0,008 0,007 0,010 0,009 0,007 0,009 0,007 0,008
3,597 14,421 10,471 8,592 11,318 5,538 12,667 10,473
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,039* 0,024* 0,052* 0,025* –0,004 referentie
0,005 0,006 0,006 0,006 0,011
–7,171 4,145 9,038 4,140 –0,330
10 062 23 182 46 200 3 451 732 11 124
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–0,014 0,035* referentie –0,007 0,033* –0,006
0,029 0,003
–0,481 11,194
0,003 0,005 0,006
–2,149 6,685 –1,054
105 21 778 18 686 23 893 5 294 24 995
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,018* 0,024*
0,003 0,004
–6,879 5,762
51 634 34 159 8 958
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,186* –0,119* referentie 0,123* 0,181*
0,004 0,003
–45,107 –41,198
0,003 0,005
36,011 33,045
Beroepsrichting management Ja Nee
0,190* referentie
0,008
22,788
1 533 93 218
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,062* –0,053* referentie 0,063* 0,113*
0,006 0,006
–9,879 –9,107
0,004 0,004
16,686 25,406
4 082 4 110 10 269 28 495 43 415
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW
referentie –1,126* –0,241*
0,023 0,010
–48,512 –25,155
93 157 170 1 424
Leidinggevende functie Ja Nee
0,118* referentie
0,002
48,731
242
Aantal waarnemingen 51 368 43 383
21 076 2 103 4 268 16 464 1 878 2 485 19 818 2 343 18 543 5 773
8 110 22 334 37 239 16 509 6 197
24 943 69 808
Tabel B25b Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een regulier contract voor onbepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 0,326* 0,077* 0,127* 0,146* 0,001 –0,027* 0,037* 0,219* 0,087* 0,105* 0,084* 0,141* 0,073* 0,309*
0,026 0,009 0,016 0,009 0,008 0,010 0,009 0,010 0,009 0,016 0,014 0,009 0,009 0,015
12,605 8,911 8,124 16,087 0,093 –2,732 4,128 22,818 10,125 6,686 5,880 15,534 7,739 20,935
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,055* referentie 0,041*
0,003
–15,956
0,002
17,245
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,021* –0,016* referentie 0,046* 0,120*
0,004 0,004
5,333 –4,140
0,004 0,005
11,269 25,407
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,079* –0,060* referentie –0,050*
0,004 0,003
–21,817 –21,515
0,003
–19,123
8 605 17 337 37 594 20 538
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–21,239
n.v.t.¹ )
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,608 0,632 94 751
1 446 150 14 750 543 6 520 16 465 2 728 6 332 4 728 15 242 514 676 19 708 4 330 619 11 533 27 840 55 378 11 170 10 739 13 138 9 348 6 428
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
243
Tabel B25c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een regulier contract voor bepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,062*
0,005
–11,754
13 508 14 204
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–0,965* –0,846* –0,685* –0,546* –0,405* –0,252* –0,152* –0,100* referentie 0,073* 0,039* 0,058*
0,025 0,017 0,016 0,014 0,012 0,012 0,011 0,011
–39,384 –49,416 –43,602 –40,264 –33,013 –21,866 –13,479 –9,007
252 880 1 230 1 440 1 332 1 227 1 180 1 110
0,007 0,009 0,012
10,127 4,366 4,987
5 433 3 681 1 437
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,038* –0,011 –0,086* –0,010
0,012 0,009 0,009 0,011
22 779 786 1 467 1 683 997
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,033* referentie
0,006
–5,211
3 291 24 421
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,070* –0,047* referentie 0,138* 0,270*
0,009 0,005
–7,871 –8,608
0,008 0,011
17,703 24,384
2 470 8 474 11 548 3 365 1 767
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,052* referentie 0,007 0,048* 0,038 0,010 0,057* 0,022 0,033 0,032
0,015
3,396
0,017 0,015 0,022 0,021 0,016 0,020 0,015 0,017
0,428 3,101 1,744 0,484 3,578 1,136 2,174 1,916
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,020 0,015 0,035* –0,018 –0,015 referentie
0,008 0,010 0,010 0,012 0,017
–2,451 1,521 3,413 –1,478 –0,854
9 583 5 225 7 978 1 008 388 3 530
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
0,071 0,013 referentie –0,024* 0,039* –0,025*
0,064 0,008
1,117 1,710
0,007 0,012 0,010
–3,273 3,257 –2,609
26 3 846 3 797 4 798 998 14 247
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,016* 0,018*
0,005 0,006
–3,072 2,862
12 107 9 703 5 902
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,133* –0,086* referentie 0,129* 0,185*
0,007 0,006
–17,976 –14,631
0,008 0,013
15,283 14,270
Beroepsrichting management Ja Nee
0,148* referentie
0,028
5,226
143 27 569
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,052* –0,043* referentie 0,067* 0,125*
0,008 0,008
–6,640 –5,075
0,007 0,009
9,292 13,455
4 908 2 864 3 971 6 215 5 313
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW
referentie –1,382* –0,165*
0,011 0,023
–130,256 –7,287
26 319 1 143 250
Leidinggevende functie Ja Nee
0,110* referentie
0,006
17,436
244
–3,137 –1,221 –9,920 –0,900
Aantal waarnemingen
10 447 525 1 343 3 768 416 445 3 845 656 4 411 1 856
3 739 7 716 7 222 2 749 1 156
3 657 24 055
Tabel B25c Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een regulier contract voor bepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie . 0,029 0,120* 0,121* –0,045* –0,049* –0,007 0,137* 0,062* –0,083 0,026 0,168* 0,069* 0,352*
. 0,017 0,044 0,018 0,016 0,017 0,017 0,020 0,016 0,042 0,023 0,017 0,017 0,036
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,028* referentie –0,003
0,006
–4,456
0,005
–0,614
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,015 –0,026* referentie 0,045* 0,105*
0,008 0,007
1,889 –3,730
0,009 0,012
4,990 9,027
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,071* –0,054* referentie –0,040*
0,008 0,006
–8,835 –8,795
0,006
–6,861
2 020 4 240 9 024 4 774
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–14,823
n.v.t.¹ )
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,639 0,755 27 712
. 1,691 2,728 6,671 –2,805 –2,844 –0,430 6,733 3,864 –1,949 1,128 9,838 3,992 9,788
Aantal waarnemingen 473 11 2 525 65 1 201 6 233 1 933 1 955 646 5 684 68 347 4 774 1 696 101 3 980 9 013 14 719 3 053 4 622 4 317 1 974 1 019
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
245
Tabel B25d Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een flex-contract voor onbepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,020
0,013
–1,502
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–1,013* –0,871* –0,750* –0,578* –0,431* –0,271* –0,159* –0,089* referentie 0,037 0,007 0,021
0,049 0,039 0,036 0,032 0,028 0,027 0,027 0,031
–20,524 –22,115 –20,644 –18,093 –15,137 –9,949 –5,932 –2,881
0,022 0,024 0,026
1,647 0,308 0,808
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,069 0,000 –0,075* –0,058
0,036 0,024 0,026 0,032
–1,919 0,017 –2,943 –1,811
3 392 80 186 178 99
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,025 referentie
0,017
–1,504
422 3 513
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,017 –0,003 referentie 0,099* 0,084
0,023 0,013
–0,746 –0,236
0,024 0,038
4,134 2,198
320 1 479 1 724 305 98
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,107* referentie 0,069 0,102* 0,077 0,045 0,173* 0,133 0,107* 0,099
0,038
2,830
0,047 0,039 0,057 0,070 0,041 0,055 0,037 0,044
1,449 2,617 1,344 0,647 4,177 2,413 2,869 2,256
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,022 –0,037 –0,012 –0,053 0,018 referentie
0,021 0,031 0,032 0,034 0,045
–1,033 –1,185 –0,378 –1,575 0,401
1 675 602 1 050 125 57 426
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,077* referentie –0,024 –0,048 –0,009
. 0,024
. 3,269
0,020 0,030 0,030
–1,202 –1,624 –0,290
5 342 411 733 169 2 275
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,028 0,012
0,020 0,020
–1,400 0,618
372 1 322 2 241
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,151* –0,130* referentie 0,133* 0,346*
0,018 0,016
–8,180 –8,136
0,028 0,060
4,737 5,799
Beroepsrichting management Ja Nee
0,255* referentie
0,062
4,092
31 3 904
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,082* –0,050 referentie 0,053 0,116 *
0,023 0,025
–3,590 –1,964
0,021 0,024
2,469 4,852
Leidinggevende functie Ja Nee
0,035 referentie
0,018
1,907
246
Aantal waarnemingen 1 491 2 444 67 166 246 287 294 270 245 139 684 558 580 399
1 937 80 104 408 50 26 268 56 834 172
734 1 479 772 228 34
854 310 399 663 836
421 3 514
Tabel B25d Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een flex-contract voor onbepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie . 0,002 . 0,172* –0,010 0,045 0,059 . 0,144* . . 0,326* 0,108* .
. 0,037 . 0,047 0,029 0,028 0,037 . 0,031 . . 0,033 0,035 .
. 0,055 . 3,682 –0,354 1,572 1,594 . 4,631 . . 9,858 3,117 .
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,010 referentie 0,047*
0,015
–0,647
0,015
3,177
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
–0,050 –0,036 referentie 0,031 0,117
0,024 0,021
–2,108 –1,751
0,031 0,062
1,022 1,891
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,030 0,007 referentie –0,018
0,021 0,016
–1,408 0,417
0,015
–1,237
271 589 1 297 750
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001*
0,000
–2,821
n.v.t.¹ )
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,533 0,692 3 935
153 1 146 2 67 1 258 707 153 13 383 1 21 833 192 5 780 1 384 1 771
291 472 945 134 29
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
247
Tabel B25e Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een flex-contract voor bepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,035
0,012
–2,963
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–1,028* –0,881* –0,769* –0,591* –0,445* –0,257* –0,156* –0,102* referentie 0,063 0,058 0,139*
0,038 0,033 0,032 0,029 0,027 0,026 0,026 0,028
–27,315 –26,990 –24,186 –20,323 –16,493 –9,684 –5,907 –3,608
0,029 0,032 0,035
2,199 1,797 3,938
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,037 0,014 –0,038 0,033
0,034 0,022 0,024 0,022
–1,078 0,624 –1,570 1,453
3 463 84 207 182 200
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,015 referentie
0,017
–0,922
389 3 747
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,055 –0,037 referentie 0,066 0,069
0,019 0,014
–2,914 –2,675
0,028 0,044
2,364 1,556
639 1 913 1 318 200 65
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,028 referentie 0,024 0,002 –0,046 –0,040 0,046 0,033 0,051 –0,002
0,040
0,697
0,050 0,043 0,068 0,066 0,046 0,055 0,040 0,047
0,483 0,037 –0,675 –0,603 1,006 0,603 1,262 –0,042
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
0,025 –0,006 –0,012 –0,057 0,025 referentie
0,021 0,031 0,034 0,046 0,048
1,173 –0,179 –0,360 –1,242 0,518
2 757 369 567 59 47 337
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. –0,003 referentie 0,004 –0,014 –0,025
. 0,028
. –0,103
0,025 0,041 0,031
0,175 –0,335 –0,800
1 236 246 407 81 3 165
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,015 0,054
0,023 0,022
0,680 2,420
218 1 332 2 586
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,080* –0,046 referentie 0,085 0,121
0,020 0,018
–4,071 –2,531
0,034 0,063
2,461 1,940
Beroepsrichting management Ja Nee
. referentie
.
.
4 4 132
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,058 –0,022 referentie 0,022 0,047
0,025 0,028
–2,299 –0,773
0,027 0,031
0,836 1,510
Leidinggevende functie Ja Nee
0,051 referentie
0,028
1,827
248
Aantal waarnemingen 1 598 2 538 181 507 578 510 391 286 244 174 498 312 254 201
2 750 71 83 245 30 31 170 58 575 123
928 1 240 480 116 33
975 305 279 331 375
141 3 995
Tabel B25e Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van werknemers met een flex-contract voor bepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
0,018
0,041
0,430
98
0,060 0,030 0,030 0,039 . 0,032 . . 0,033 0,035 .
3,373 –1,719 –0,863 0,792 . 4,046 . . 7,987 0,105 .
34 1 607 539 136 11 325 1 19 1 030 198 3
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,005 referentie 0,007
0,017
–0,270
0,014
0,519
494 1 029 2 613
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
0,014 0,038 referentie 0,032 0,091
0,023 0,018
0,605 2,181
0,034 0,061
0,919 1,478
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,013 –0,032 referentie –0,049
0,021 0,016
–0,641 –1,978
0,016
–3,084
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001
0,000
–2,084
n.v.t.¹ )
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,478 0,710 4 136
referentie
0,202* –0,051 –0,026 0,031 . 0,131* . . 0,264* 0,004 .
135
268 527 1 329 93 26 271 545 994 601
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
249
Tabel B25f Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van uitzendkrachten met een contract voor onbepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie 0,000
0,037
–0,002
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
. . . . . . . . referentie 0,063 0,027 –0,013
. . . . . . . .
. . . . . . . .
0,048 0,058 0,065
1,304 0,464 –0,195
2 9 20 18 15 9 11 4 129 109 96 67
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,019 0,026 0,007 .
0,062 0,060 0,052 .
–0,299 0,426 0,143 .
363 26 28 52 20
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,079 referentie
0,042
–1,882
66 423
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,027 –0,046 referentie 0,172* 0,255*
0,063 0,036
–0,434 –1,266
0,050 0,078
3,459 3,272
45 144 191 75 32
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,018 referentie –0,076 –0,023 . . 0,036 . –0,131 –0,019
0,086 . 0,095 0,083 . . 0,086 . 0,089 0,095
0,213 . –0,802 –0,277 . . 0,414 . –1,477 –0,196
165 17 26 67 11 11 96 12 43 41
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,098 –0,027 –0,023 . . referentie
0,057 0,073 0,074 . .
–1,713 –0,375 –0,315 . .
114 106 171 15 7 76
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
0,058 referentie –0,008 . –0,024
0,046
1,249
0,048 . 0,073
–0,169 . –0,329
97 76 87 21 208
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie 0,014 –0,069
0,034 0,041
0,408 –1,693
199 172 118
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,199* –0,130* referentie 0,064 0,187
0,048 0,042
–4,168 –3,070
0,054 0,077
1,183 2,419
Beroepsrichting management Ja Nee
. referentie
.
.
1 488
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,014 –0,025 referentie 0,048 0,128
0,061 0,067
–0,233 –0,374
0,051 0,062
0,938 2,063
54 30 63 124 158
Leidinggevende functie Ja Nee
0,136* referentie
0,039
3,466
81 408
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
. referentie –0,006
.
.
0,041
–0,141
16 84 389
250
Aantal waarnemingen 292 197
80 136 98 64 32
Tabel B25f Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van uitzendkrachten met een contract voor onbepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
–0,072 –0,125 . .
0,095 0,094 . .
–0,764 –1,327 . .
266 120 11 6
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,055 –0,013 referentie –0,014
0,049 0,046
–1,122 –0,291
0,039
–0,362
54 58 137 103
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,001
0,001
–1,405
n.v.t.¹)
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,854 0,732 489
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
251
Tabel B25g Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van uitzendkrachten met een contract voor bepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 b
Standaardfout
t-waarde
Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –0,032*
0,008
–4,069
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
. –0,798* –0,695* –0,465* –0,323* –0,217* –0,105* –0,051* referentie 0,010 0,006 0,018
. 0,031 0,026 0,021 0,018 0,016 0,017 0,016
. –25,797 –26,330 –22,022 –18,010 –13,253 –6,349 –3,167
0,012 0,015 0,019
0,831 0,428 0,966
24 104 180 305 333 351 307 314 1 775 958 774 315
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –0,029 –0,010 0,006 0,050*
0,016 0,013 0,011 0,014
–1,787 –0,731 0,566 3,501
4 029 255 376 743 337
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–0,005 referentie
0,010
–0,458
746 4 994
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–0,079* –0,031* referentie 0,104* 0,127*
0,013 0,008
–5,863 –3,710
0,014 0,021
7,542 5,995
549 1 991 2 493 502 175
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
0,056 referentie –0,005 0,030 0,025 0,042 0,041 0,000 0,034 0,004
0,024
2,298
0,028 0,025 0,033 0,037 0,026 0,032 0,025 0,026
–0,189 1,207 0,751 1,152 1,591 0,007 1,321 0,153
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–0,022 0,019 0,034 0,025 –0,012 referentie
0,011 0,015 0,016 0,017 0,024
–1,942 1,241 2,151 1,458 –0,485
2 057 945 1 284 293 112 1 049
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
. 0,006 referentie 0,004 0,038 –0,016
. 0,013
. 0,446
0,014 0,023 0,016
0,282 1,666 –1,024
10 767 676 682 149 3 456
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –0,033* –0,085*
0,009 0,010
–3,606 –8,712
1 159 2 415 2 166
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–0,131* –0,075* referentie 0,092* 0,243*
0,011 0,010
–11,697 –7,514
0,018 0,036
5,202 6,763
Beroepsrichting management Ja Nee
. referentie
.
.
9 5 731
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–0,018 –0,001 referentie 0,043* 0,103*
0,012 0,014
–1,529 –0,081
0,012 0,016
3,439 6,514
1 512 630 762 1 054 1 010
Leidinggevende functie Ja Nee
0,065* referentie
0,014
4,741
366 5 374
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–0,001 referentie –0,032
0,038
–0,029
0,013
–2,394
45 408 5 287
252
Aantal waarnemingen 3 049 2 691
2 525 117 248 756 104 74 764 135 582 435
1 066 1 541 1 120 263 57
Tabel B25g Schattingsresultaten van de beloningsfunctie van uitzendkrachten met een contract voor bepaalde tijd bij het bedrijfsleven, september 2008 (slot) b
Standaardfout
t-waarde
Aantal waarnemingen
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
–0,047 –0,059 referentie . .
0,024 0,024
–1,980 –2,494
. .
. .
2 418 2 093 122 14 5
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–0,043* –0,043* referentie –0,032*
0,013 0,012
–3,376 –3,716
0,011
–2,783
529 713 1 234 734
Percentage vrouwelijke collega’s
0,000
0,000
–0,062
n.v.t.¹)
Constante R2 Totaal aantal waarnemingen
2,686 0,585 5 740
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01). 1) Het percentage vrouwelijke collega’s is in de regressieanalyse meegenomen als continue variabele en is voor alle personen in de steekproef bekend.
253
Tabel B26 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar geslacht, september 2008 Totaal
Mannen
Vrouwen
–62,8 * –57,2 * –51,8 * –43,6 * –34,3 * –23,4 * –13,3 * –8,5 *
–63,5 * –59,1 * –51,5 * –42,1 * –33,9 * –21,9 * –14,3 * –9,1 *
11,3 * 16,0 * 17,7 *
6,0 * 3,5 * 4,2 *
–7,2 * 0,1 –10,8 * 0,1
–1,5 –1,4 * –5,3 * –1,5
% Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–62,3 * –57,1 * –50,3 * –41,4 * –32,7 * –21,0 * –12,6 * –7,8 * referentie 8,3 * 8,9 * 10,6 *
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –4,7 * –0,7 –8,3 * –1,0
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,3 * referentie
–4,6 *
–2,3 *
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–9,4 * –5,2 * referentie 15,4 * 35,0 *
–10,0 * –5,0 *
–7,7 * –4,3 *
16,9 * 36,0 *
12,4 * 30,6 *
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
11,5 * referentie 2,4 * 9,8 * 10,0 * 7,3 * 8,5 * 5,1 * 8,0 * 7,4 *
11,8 *
9,6 *
1,3 10,7 * 9,5 * 7,4 * 7,9 * 4,9 * 9,1 * 8,2 *
2,8 * 7,2 * 8,9 * 5,8 * 6,4 * 0,8 6,6 * 4,7 *
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–2,9 * 2,0 * 5,2 * 1,8 * –0,4 referentie
–1,4 2,8 * 8,6 * 5,6 * 0,4
–2,8 * 0,0 –1,0 –2,6 * –2,0
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–2,5 3,3 * referentie –1,3 * 2,0 * –1,3 *
–1,2 1,6 *
–2,1 2,6 *
1,8 * 11,1 * –1,8 *
0,9 6,4 * 1,3
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –2,6 * 0,2
–1,9 * 0,0
1,1 * 3,7 *
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–15,9 * –10,7 * referentie 13,5 * 21,1 *
–14,0 * –9,0 *
–16,4 * –12,2 *
13,9 * 20,6 *
12,1 * 22,1 *
Beroepsrichting management Ja Nee
18,2 * referentie
21,6 *
7,1 *
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–4,2 * –4,2 * referentie 6,5 * 12,5 *
–5,9 * –4,2 *
–4,3 * –4,6 *
7,2 * 10,3 *
5,8 * 11,6 *
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –74,2 * –19,8 * –3,8 * –1,2 * 33,0 *
–71,5 * –22,5 * –3,6 * –3,4 * 35,1 *
–76,3 * –14,2 * –3,7 * –0,7 18,9 *
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
7,0 * referentie
7,3 *
6,8 *
254
Tabel B26 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar geslacht, september 2008 (slot) Totaal
Mannen
Vrouwen
13,3 *
10,1 *
. * 5,7 * 16,2 * 6,7 * –2,3 –0,6 2,4 21,3 * 10,3 * 19,1 * 11,5 * 20,6 * 9,9 * 48,8 *
% Leidinggevende functie Ja Nee
12,7 * referentie
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 39,4 * 8,8 * 14,4 * 16,9 * –0,2 –1,6 4,6 * 24,7 * 10,0 * 10,1 * 8,6 * 18,5 * 9,0 * 39,4 *
39,7 * 8,5 * 12,3 * 17,5 * 0,6 –4,3 * 3,9 * 24,9 * 8,1 * –1,3 6,2 * 10,4 * 6,2 * 6,8
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–4,8 * referentie 3,1 *
–4,4 *
–5,1 *
3,1 *
2,5 *
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
1,7 * –1,4 * referentie 5,3 * 14,3 *
2,6 * –0,5
0,8 –2,7 *
4,8 * 14,1 *
6,2 * 12,6 *
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–7,2 * –5,4 * referentie –4,6 *
–9,0 * –6,4 *
–4,9 * –4,1 *
–5,1 *
–3,8 *
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
255
Tabel B27 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 Totaal
15 tot 23 jaar
23 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –9,3 *
–2,0 *
–7,4 *
–13,3 *
–14,7 *
–13,5 *
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –4,7 * –0,7 –8,3 * –1,0
0,2 1,7 2,5 2,0
–3,0 * –0,8 –5,7 * –1,6
–5,2 * –2,1 * –9,7 * –3,1
–4,3 * –0,7 –11,7 * –0,4
–7,1 * –0,3 –9,0 * .
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,3 * referentie
0,6
–2,6 *
–4,5 *
–3,8 *
–3,5 *
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–9,4 * –5,2 * referentie 15,4 * 35,0 *
–16,9 * –8,7 *
–7,5 * –5,3 *
–10,4 * –5,5 *
–11,7 * –5,6 *
–10,7 * –4,0 *
3,1 6,6
13,4 * 27,5 *
16,7 * 38,3 *
17,6 * 39,5 *
14,0 * 32,1 *
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
11,5 * referentie 2,4 * 9,8 * 10,0 * 7,3 * 8,5 * 5,1 * 8,0 * 7,4 *
–1,6
6,7 *
10,9 *
15,7 *
18,1 *
–4,5 0,3 –2,0 –1,3 4,8 1,3 1,5 1,8
0,7 5,0 * 6,6 * 2,9 5,7 * 2,9 6,2 * 5,2 *
2,1 9,2 * 9,9 * 5,0 * 6,2 * 1,3 8,0 * 5,1 *
5,0 * 11,5 * 12,3 * 9,1 * 8,5 * 4,0 9,9 * 7,5 *
–0,8 15,0 * 10,7 * 13,4 * 10,3 * 8,8 * 12,5 * 11,7 *
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–2,9 * 2,0 * 5,2 * 1,8 * –0,4 referentie
–8,4 * –3,6 2,2 –2,1 –1,1
–5,1 * 0,6 5,1 * –0,7 –2,2
–2,4 2,3 6,1 * 3,1 * 0,7
–7,5 * 3,6 * 4,4 * 2,7 * –0,9
–5,7 1,2 1,5 4,5 1,4
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–2,5 3,3 * referentie –1,3 * 2,0 * –1,3 *
. 2,1
–1,4 0,4
–2,1 3,2 *
–2,0 2,5 *
. 2,7 *
2,4 . –5,3 *
0,6 9,5 * –1,5
0,6 6,6 * 1,4
–1,0 –0,2 –0,9
0,3 0,9 –2,5
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –2,6 * 0,2
–1,0 –1,3
–1,4 * 1,3
–2,2 * 0,8
–2,1 * 1,2
–3,2 * –1,6
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–15,9 * –10,7 * referentie 13,5 * 21,1 *
–4,4 * –0,3
–11,0 * –7,2 *
–18,8 * –12,9 *
–18,1 * –12,4 *
–19,8 * –13,9 *
5,9 5,2
10,5 * 15,1 *
12,7 * 19,5 *
13,7 * 22,6 *
17,1 * 30,3 *
Beroepsrichting management Ja Nee
18,2 * referentie
.
6,0 *
14,7 *
17,3 *
15,3 *
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–4,2 * –4,2 * referentie 6,5 * 12,5 *
–11,3 * –7,3 *
–8,3 * –5,6 *
1,0 –4,8 *
0,3 0,3
–1,3 1,6
. .
6,0 * 9,8
7,3 * 10,2 *
3,2 * 11,2 *
–0,9 8,7 *
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –74,2 * –19,8 * –3,8 * –1,2 * 33,0 *
–74,0 * 5,7 3,9 * –0,4 .
–77,7 * –18,0 * –3,7 * –3,5 * 39,1 *
. –20,9 * –10,3 * –4,6 * 32,5 *
. –23,2 * –9,7 * –4,7 * 36,5 *
. –24,6 * –12,2 * –2,9 21,3 *
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
7,0 * referentie
6,5 *
6,1 *
6,8 *
10,0 *
7,6 *
Leidinggevende functie Ja Nee
12,7 * referentie
6,6 *
6,5 *
12,9 *
13,1 *
14,5 *
256
Tabel B27 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar leeftijd, september 2008 (slot) Totaal
15 tot 23 jaar
23 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
41,1 * 2,8 7,6 12,5 * –3,6 * –6,2 * 0,9 13,8 * 3,0 1,2 2,8 13,2 * 2,9 46,4 *
19,2 * 6,8 * 12,0 * 13,2 * 1,2 –2,3 3,4 21,6 * 9,3 * 12,3 * 7,3 * 12,8 * 6,3 * 37,3 *
46,1 * 8,7 * 14,3 * 16,2 * 0,9 –4,0 2,6 26,2 * 11,3 * 9,0 * 6,0 14,5 * 7,4 * 22,2 *
40,3 * 13,5 * 15,0 * 22,8 * 4,3 6,3 1,9 30,2 * 12,5 * 6,0 15,6 * 21,4 * 13,7 * 55,0 *
% Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 39,4 * 8,8 * 14,4 * 16,9 * –0,2 –1,6 4,6 * 24,7 * 10,0 * 10,1 * 8,6 * 18,5 * 9,0 * 39,4 *
10,4 * . 26,9 * –2,3 0,8 22,9 * 29,0 * 20,6 * . 14,2 * 47,2 * 18,5 * 77,6 *
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–4,8 * referentie 3,1 *
–3,4 *
–3,0 *
–5,3 *
–5,5 *
–6,7 *
0,8
2,6 *
3,4 *
3,3 *
4,6 *
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
1,7 * –1,4 * referentie 5,3 * 14,3 *
1,3 –0,9
1,0 –1,5 *
2,7 * –0,8
1,2 –2,6 *
0,8 –3,5 *
4,5 * 14,8 *
3,0 * 9,2 *
5,4 * 13,7 *
6,5 * 14,9 *
5,2 * 15,1 *
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–7,2 * –5,4 * referentie –4,6 *
–4,6 * –2,9 *
–6,6 * –4,4 *
–8,7 * –6,2 *
–7,3 * –6,0 *
–6,8 * –5,2 *
–1,7
–3,4 *
–5,2 *
–5,9 *
–4,7 *
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
257
Tabel B28 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
–9,4 *
–10,8 *
–7,1 *
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –9,3 *
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–62,3 * –57,1 * –50,3 * –41,4 * –32,7 * –21,0 * –12,6 * –7,8 * referentie 8,3 * 8,9 * 10,6 *
–62,2 * –57,0 * –50,3 * –41,5 * –32,8 * –20,9 * –12,2 * –7,6 *
–61,4 * –56,6 * –49,8 * –38,9 * –30,4 * –16,7 * –10,8 * –5,1
–61,7 * –56,0 * –49,3 * –39,6 * –30,9 * –21,3 * –14,4 * –8,7 *
8,7 * 9,5 * 11,2 *
7,7 * 10,1 * 10,3 *
3,9 * 1,2 4,4
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,3 * referentie
–3,4 *
–2,6 *
–2,8 *
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–9,4 * –5,2 * referentie 15,4 * 35,0 *
–10,6 * –5,9 *
–7,6 * –3,3 *
–5,2 * –3,4 *
16,4 * 38,3 *
12,9 * 31,0 *
7,1 * 15,8 *
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
11,5 * referentie 2,4 * 9,8 * 10,0 * 7,3 * 8,5 * 5,1 * 8,0 * 7,4 *
11,4 *
14,8 *
16,5 *
0,4 9,2 * 9,8 * 6,2 * 8,2 * 4,7 * 7,1 * 8,1 *
6,8 * 14,1 * 7,9 11,8 * 11,2 * 6,6 15,3 * 10,0 *
15,5 * 15,7 * 15,8 * 18,4 * 13,4 * 7,2 19,1 * 11,2 *
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–2,9 * 2,0 * 5,2 * 1,8 * –0,4 referentie
–2,3 * 2,0 * 5,3 * 1,9 * –1,9
–5,1 * 2,9 5,9 * 0,2 2,4
–3,0 1,6 1,3 –0,8 –0,7
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–2,5 3,3 * referentie –1,3 * 2,0 * –1,3 *
–4,3 3,5 *
. 5,8 *
6,9 –0,1
–1,7 * 1,3 * –1,8 *
0,8 5,7 * 1,9
1,1 10,6 * –0,1
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –2,6 * 0,2
–2,8 * 0,4
–1,6 0,5
–0,7 0,0
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–15,9 * –10,7 * referentie 13,5 * 21,1 *
–15,7 * –10,4 *
–19,0 * –12,2 *
–14,3 * –9,5 *
12,6 * 19,2 *
17,4 * 25,6 *
18,3 * 29,9 *
Beroepsrichting management Ja Nee
18,2 * referentie
18,5 *
15,4 *
17,9 *
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–4,2 * –4,2 * referentie 6,5 * 12,5 *
–4,8 * –4,5 *
–3,6 –4,8 *
–4,2 * –3,7 *
6,9 * 12,7 *
4,4 * 8,7 *
4,9 * 12,8 *
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –74,2 * –19,8 * –3,8 * –1,2 * 33,0 *
–73,9 * –19,7 * –5,4 * –1,1 32,6 *
–77,2 * –19,5 * –4,8 * –3,3 28,7 *
–74,7 * –19,3 * 3,7 * –1,6 52,5 *
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
7,0 * referentie
6,8 *
8,0 *
8,0 *
Leidinggevende functie Ja Nee
12,7 * referentie
12,6 *
14,9 *
9,2 *
258
Tabel B28 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar herkomstgroepering, september 2008 (slot) Totaal
Autochtonen
Westerse allochtonen
Niet-westerse allochtonen
. 12,5 * 24,9 * 18,8 * 2,9 3,0 9,2 34,3 * 13,3 * 21,5 * 5,5 20,7 * 13,6 * 28,1 *
. 6,1 . 13,2 * –4,2 –9,2 1,5 25,8 * 5,7 9,7 10,5 16,6 * 9,3 61,0 *
% Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 39,4 * 8,8 * 14,4 * 16,9 * –0,2 –1,6 4,6 * 24,7 * 10,0 * 10,1 * 8,6 * 18,5 * 9,0 * 39,4 *
39,5 * 8,7 * 13,8 * 17,1 * –0,1 –1,2 4,4 * 23,7 * 10,1 * 8,8 * 9,1 * 18,5 * 8,8 * 38,1 *
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–4,8 * referentie 3,1 *
–4,7 *
–5,9 *
–3,8 *
3,3 *
1,5
2,2 *
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
1,7 * –1,4 * referentie 5,3 * 14,3 *
2,3 * –1,1 *
0,0 –2,7
–2,4 –3,7 *
5,7 * 14,4 *
4,3 * 15,2 *
1,9 10,2 *
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–7,2 * –5,4 * referentie –4,6 *
–7,2 * –5,5 *
–8,6 * –6,0 *
–4,2 –3,3 *
–4,6 *
–6,2 *
–3,1 *
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
259
Tabel B29 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar handicap of chronische ziekte, september 2008 Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
–8,8 *
–9,7 *
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –9,3 *
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–62,3 * –57,1 * –50,3 * –41,4 * –32,7 * –21,0 * –12,6 * –7,8 * referentie 8,3 * 8,9 * 10,6 *
–60,5 * –57,4 * –49,0 * –37,4 * –32,1 * –21,4 * –12,9 * –8,6 *
–62,0 * –57,1 * –50,8 * –41,5 * –33,0 * –21,2 * –12,6 * –7,6 *
5,8 * 7,2 * 9,4 *
8,9 * 9,4 * 10,5 *
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –4,7 * –0,7 –8,3 * –1,0
–5,7 * 0,8 –7,4 * –2,4
–4,5 * –1,0 –8,6 * –1,4
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–9,4 * –5,2 * referentie 15,4 * 35,0 *
–10,0 * –6,1 *
–9,0 * –5,2 *
12,7 * 32,2 *
16,1 * 36,0 *
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
11,5 * referentie 2,4 * 9,8 * 10,0 * 7,3 * 8,5 * 5,1 * 8,0 * 7,4 *
9,3 *
12,4 *
0,4 7,7 * 6,6 * 7,0 * 6,1 * –0,4 6,6 * 5,9 *
2,9 * 10,6 * 11,4 * 7,6 * 9,5 * 6,9 * 8,8 * 8,8 *
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–2,9 * 2,0 * 5,2 * 1,8 * –0,4 referentie
–4,6 * 2,3 5,0 * –1,1 –1,3
–2,6 * 2,4 * 5,3 * 2,4 * –0,3
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–2,5 3,3 * referentie –1,3 * 2,0 * –1,3 *
. 2,5 *
1,2 3,5 *
–1,7 1,3 –0,5
–1,4 * 2,1 * –1,2
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –2,6 * 0,2
–1,8 * 1,1
–2,7 * 0,2
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–15,9 * –10,7 * referentie 13,5 * 21,1 *
–15,8 * –10,0 *
–15,8 * –10,5 *
16,2 * 28,8 *
12,9 * 20,0 *
Beroepsrichting management Ja Nee
18,2 * referentie
13,3 *
18,8 *
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–4,2 * –4,2 * referentie 6,5 * 12,5 *
–3,2 –4,1 *
–4,6 * –4,6 *
4,0 * 9,6 *
6,8 * 12,8 *
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –74,2 * –19,8 * –3,8 * –1,2 * 33,0 *
–76,0 * –19,3 * –4,2 * –1,5 34,9 *
–74,0 * –21,2 * –4,1 * –1,1 33,3 *
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
7,0 * referentie
7,5 *
7,1 *
260
Tabel B29 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar handicap of chronische ziekte, september 2008 (slot) Totaal
Handicap of chronische ziekte
Geen handicap of chronische ziekte
11,6 *
13,0 *
44,6 * 9,1 * 13,5 * 16,4 * 0,2 –1,1 4,5 * 25,2 * 10,5 * 11,4 * 9,9 * 18,7 * 9,7 * 33,7 *
% Leidinggevende functie Ja Nee
12,7 * referentie
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 39,4 * 8,8 * 14,4 * 16,9 * –0,2 –1,6 4,6 * 24,7 * 10,0 * 10,1 * 8,6 * 18,5 * 9,0 * 39,4 *
. 4,3 19,1 * 14,8 * –4,4 –6,7 * –0,5 18,2 * 5,9 * 6,6 2,6 13,7 * 3,6 45,5 *
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–4,8 * referentie 3,1 *
–4,6 *
–4,9 *
3,7 *
3,1 *
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
1,7 * –1,4 * referentie 5,3 * 14,3 *
0,4 –2,8 *
1,8 * –1,4 *
2,9 * 11,7 *
5,5 * 14,9 *
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–7,2 * –5,4 * referentie –4,6 *
–5,7 * –4,2 *
–7,4 * –5,3 *
–3,8 *
–4,7 *
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
261
Tabel B30 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
–11,5 *
–7,3 *
–3,8 *
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –9,3 *
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–62,3 * –57,1 * –50,3 * –41,4 * –32,7 * –21,0 * –12,6 * –7,8 * referentie 8,3 * 8,9 * 10,6 *
. * –59,6 * –54,9 * –44,4 * –34,6 * –22,0 * –12,0 * –7,7 *
–62,6 * –59,3 * –51,7 * –42,8 * –35,0 * –22,3 * –14,6 * –10,1 *
–61,9 * –56,4 * –49,9 * –41,7 * –32,8 * –22,4 * –14,0 * –8,2 *
11,0 * 14,8 * 17,0 *
5,5 * 4,2 * 6,2 *
3,2 –0,5 0,8
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –4,7 * –0,7 –8,3 * –1,0
–6,7 * –0,6 –10,3 * –2,7 *
–1,9 * –1,0 –5,9 * –0,3
–2,9 0,5 –5,8 * 0,7
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,3 * referentie
–4,4 *
–2,7 *
–1,3
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–9,4 * –5,2 * referentie 15,4 * 35,0 *
–13,1 * –6,3 *
–7,6 * –4,6 *
–3,6 * –2,4 *
18,2 * 40,2 *
12,8 * 30,3 *
8,2 * 10,5 *
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
11,5 * referentie 2,4 * 9,8 * 10,0 * 7,3 * 8,5 * 5,1 * 8,0 * 7,4 *
13,3 *
7,9 *
10,0 *
1,6 10,1 * 8,9 * 7,4 * 7,5 * 4,6 * 7,4 * 7,7 *
1,1 5,8 * 7,1 * 4,0 * 8,8 * 2,0 6,1 * 3,8 *
9,1 * 8,1 * 18,6 * 7,5 12,3 * 4,8 10,2 * 9,2 *
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–2,9 * 2,0 * 5,2 * 1,8 * –0,4 referentie
–2,6 * 2,0 * 5,9 * 2,0 –1,0
–1,9 * 1,5 2,4 * 0,8 0,5
–2,1 1,3 3,9 –1,0 –0,9
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–2,5 3,3 * referentie –1,3 * 2,0 * –1,3 *
–0,2 2,7 *
–2,2 3,6 *
. 3,8 *
–0,5 3,7 * –1,3
–0,1 4,7 * –0,6
–1,2 3,0 0,0
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–15,9 * –10,7 * referentie 13,5 * 21,1 *
–16,1 * –9,3 *
–17,0 * –11,9 *
–13,7 * –9,7 *
13,4 * 19,1 *
11,7 * 24,3 *
16,0 * 28,2 *
Beroepsrichting management Ja Nee
18,2 * referentie
21,4 *
–1,1
–3,1
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–4,2 * –4,2 * referentie 6,5 * 12,5 *
–7,2 * –5,7 *
–3,6 * –4,2 *
–5,0 * –1,4
7,4 * 11,6 *
6,4 * 11,8 *
2,9 13,7 *
Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –74,2 * –19,8 * –3,8 * –1,2 * 33,0 *
–75,1 * –22,1 * –3,1 * –7,2 * 32,4 *
–74,9 * –20,3 * –4,2 * –2,5 * 22,6 *
–52,9 * . –4,7 * –0,5 32,5 *
Contractvorm Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
7,0 * referentie
6,6 *
7,1 *
5,6 *
262
Tabel B30 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar arbeidsduur, september 2008 (slot) Totaal
Voltijd
Deeltijd, 12 uur of meer per week
Deeltijd, minder dan 12 uur per week
12,8 *
10,6 *
8,2 *
33,9 * 6,3 * 10,6 * 14,3 * 0,2 –3,6 * 2,8 * 21,6 * 6,3 * 0,0 –0,8 9,2 * 4,7 * –21,8 *
50,9 * 7,5 * 19,4 * 17,1 * –3,9 * –3,0 3,7 * 18,8 * 9,4 * 14,7 * 12,2 * 18,3 * 6,6 * 27,5 *
. 12,0 * . 26,5 * 1,0 1,6 4,6 16,5 * 15,8 * . 42,2 * 36,9 * 21,2 * 75,9 *
–5,0 *
–5,1 *
–2,4 *
3,1 *
3,5 *
0,8
1,1 –0,6
1,8 * –2,3 *
1,5 –2,4
3,9 * 12,6 *
5,8 * 12,6 *
10,4 * 30,8 *
–9,3 * –6,4 *
–4,9 * –4,5 *
–5,7 * –3,5 *
% Leidinggevende functie Ja Nee Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
12,7 * referentie referentie 39,4 * 8,8 * 14,4 * 16,9 * –0,2 –1,6 4,6 * 24,7 * 10,0 * 10,1 * 8,6 * 18,5 * 9,0 * 39,4 *
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–4,8 * referentie 3,1 *
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
1,7 * –1,4 * referentie 5,3 * 14,3 *
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–7,2 * –5,4 * referentie –4,6 *
–5,6 *
–3,7 *
–3,3 *
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
263
Tabel B31 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar contractvorm, september 2008 Totaal
DGA
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract voor bepaalde tijd
Flexcontract voor onbepaalde tijd
Flexcontract voor bepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
–27,2 *
–10,9 *
–6,0 *
–2,0
–3,4 *
0,0
–3,1 *
–62,8 * –59,0 * –51,6 * –43,8 * –35,9 * –23,0 * –13,7 * –8,8 *
–61,9 * –57,1 * –49,6 * –42,1 * –33,3 * –22,3 * –14,1 * –9,5 *
–63,7 * –58,1 * –52,7 * –43,9 * –35,0 * –23,8 * –14,7 * –8,5 *
–64,2 * –58,5 * –53,6 * –44,6 * –35,9 * –22,6 * –14,4 * –9,7 *
. . . . . . . .
. * –55,0 * –50,1 * –37,2 * –27,6 * –19,5 * –10,0 * –4,9 *
4,8 5,0 –4,9
8,8 * 10,5 * 12,9 *
7,6 * 4,0 * 6,0 *
3,8 0,7 2,1
6,6 5,9 14,9 *
6,5 2,7 –1,3
1,0 0,6 1,9
–9,6 –3,0 –10,2 .
–4,6 * –0,6 –9,5 * –2,8 *
–3,7 * –1,1 –8,2 * –1,0
–6,7 0,0 –7,2 * –5,6
–3,6 1,4 –3,8 3,3
–1,8 2,6 0,7 .
–2,9 –1,0 0,6 5,1 *
% Geslacht Mannen Vrouwen
referentie –9,3 *
Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
–62,3 * –57,1 * –50,3 * –41,4 * –32,7 * –21,0 * –12,6 * –7,8 * referentie 8,3 * 8,9 * 10,6 *
Herkomstgroepering en generatie Autochtonen Westerse allochtonen, 1e generatie Westerse allochtonen, 2e generatie Niet-westerse allochtonen, 1e generatie Niet-westerse allochtonen, 2e generatie
referentie –4,7 * –0,7 –8,3 * –1,0
Handicap of chronische ziekte Ja Nee
–3,3 * referentie
–5,4
–3,7 *
–3,2 *
–2,5
–1,5
–7,6
–0,5
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
–9,4 * –5,2 * referentie 15,4 * 35,0 *
–0,6 –3,9
–11,1 * –6,0 *
–6,8 * –4,6 *
–1,7 –0,3
–5,4 * –3,6 *
–2,7 –4,5
–7,6 * –3,0 *
8,3 * 23,5 *
16,2 * 38,3 *
14,8 * 31,0 *
10,4 * 8,7
6,8 7,1
18,8 * 29,0 *
11,0 * 13,5 *
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
11,5 * referentie 2,4 * 9,8 * 10,0 * 7,3 * 8,5 * 5,1 * 8,0 * 7,4 *
11,8
13,3 *
5,4 *
11,3 *
2,8
1,8
5,8
–7,2 7,5 18,0 5,5 5,5 –5,0 12,3 7,1
3,0 * 10,8 * 10,8 * 8,0 * 8,6 * 5,3 * 9,4 * 8,6 *
0,7 4,9 * 3,9 1,0 5,8 * 2,2 3,4 3,2
7,1 10,8 * 8,0 4,7 18,9 * 14,2 11,3 * 10,4
2,4 0,2 –4,5 –3,9 4,7 3,4 5,2 –0,2
–7,3 –2,3 . . 3,6 . –12,3 –1,9
–0,5 3,0 2,5 4,3 4,1 0,0 3,4 0,4
Huishoudenspositie Thuiswonend kind Partner in paar zonder kinderen Partner in paar met kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid van een huishouden Alleenstaand
–2,9 * 2,0 * 5,2 * 1,8 * –0,4 referentie
–3,1 –0,8 5,1 16,2 .
–3,8 * 2,4 * 5,3 * 2,5 * –0,4
–2,0 1,5 3,6 * –1,8 –1,5
–2,1 –3,6 –1,2 –5,2 1,8
2,5 –0,6 –1,2 –5,6 2,5
–9,3 –2,7 –2,3 . .
–2,2 1,9 3,5 2,5 –1,2
Inkomen partner Partner heeft geen inkomen Minder dan wettelijk minimum jaarloon Wettelijk minimum jaarloon tot modaal jaarinkomen Modaal tot 2x modaal jaarinkomen Meer dan 2x modaal jaarinkomen Geen partner
–2,5 3,3 * referentie –1,3 * 2,0 * –1,3 *
. 5,2
–1,4 3,5 *
7,4 1,3
. 8,0 *
. –0,3
5,9
. 0,6
–1,1 –0,4 –1,6
–0,7 3,3 * –0,6
–2,4 * 4,0 * –2,5 *
–2,3 –4,7 –0,9
0,4 –1,4 –2,5
–0,8 . –2,4
0,4 3,9 –1,6
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
referentie –2,6 * 0,2
–3,3 0,3
–1,8 * 2,4 *
–1,5 * 1,9 *
–2,7 1,2
1,6 5,6
1,4 –6,6
–3,2 * –8,2 *
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
–15,9 * –10,7 * referentie 13,5 * 21,1 *
–13,5 –3,3
–17,0 * –11,2 *
–12,4 * –8,2 *
–14,0 * –12,2 *
–7,7 * –4,5
–18,0 * –12,2 *
–12,3 * –7,2 *
8,7 * 15,6 *
13,1 * 19,8 *
13,7 * 20,3 *
14,2 * 41,3 *
8,8 12,9
6,6 20,6
9,6 * 27,5 *
Beroepsrichting management Ja Nee
18,2 * referentie
–11,6
21,0 *
16,0 *
29,1 *
.
.
.
Betaald werk vanaf 15e jaar (tenminste 12 uur per week) Minder dan 1 jaar 1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer
–4,2 * –4,2 * referentie 6,5 * 12,5 *
17,9 –10,7
–6,1 * –5,2 *
–5,1 * –4,2 *
–7,9 * –4,9
–5,6 –2,1
–1,4 –2,5
–1,8 –0,1
6,1 15,4 *
6,5 * 11,9 *
6,9 * 13,3 *
5,4 12,3 *
2,3 4,8
4,9 13,6
4,4 * 10,8 *
264
. . . . .
Tabel B31 Gecorrigeerde beloningsverschillen bij het bedrijfsleven naar contractvorm, september 2008 (slot) Totaal
Flexcontract voor onbepaalde tijd
Flexcontract voor bepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd
Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
11,6 *
3,5
5,2
14,6 *
6,7 *
35,6 * 49,5 * 23,6 * .
38,5 * 8,0 * 13,5 * 15,7 * 0,1 –2,7 * 3,8 * 24,5 * 9,1 * 11,1 * 8,7 * 15,2 * 7,6 * 36,2 *
. 2,9 12,8 * 12,9 * –4,4 * –4,8 * –0,7 14,7 * 6,4 * –7,9 2,7 18,3 * 7,2 * 42,2 *
. 0,2 . 18,7 * –1,0 4,6 6,0 . 15,5 * . . 38,6 * 11,4 * .
22,4 * –5,0 –2,6 3,1 . 14,0 * . . 30,3 * 0,4 .
–9,1 *
–5,3 *
–2,8 *
–0,9
–0,5
.
–0,1
–6,8
4,2 *
–0,3
4,8 *
0,8
–0,6
–3,1
–2,0 3,4
2,1 * –1,6 *
1,5 –2,6 *
–4,8 –3,5
1,4 3,9
–7,0 –11,7
–4,6 –5,7
8,0 27,2 *
4,7 * 12,8 *
4,6 * 11,1 *
3,2 12,4
3,2 9,5
.
. .
Regulier contract voor onbepaalde tijd
Regulier contract voor bepaalde tijd
–67,6 * –21,4 *
–74,9 * –15,2 *
13,6 *
12,5 *
. 37,0 * . 30,8 * 24,1 * 6,5 21,8 * 30,7 * 30,3 *
DGA
% Soort werknemer Regulier Stagiair WSW Uitzendkracht Oproepkracht DGA
referentie –74,2 * –19,8 * –3,8 * –1,2 * 33,0 *
Leidinggevende functie Ja Nee
12,7 * referentie
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
referentie 39,4 * 8,8 * 14,4 * 16,9 * –0,2 –1,6 4,6 * 24,7 * 10,0 * 10,1 * 8,6 * 18,5 * 9,0 * 39,4 *
Grootteklasse Kleinbedrijf (minder dan 10 werknemers) Middenbedrijf (10 tot 100 werknemers) Grootbedrijf (100 of meer werknemers)
–4,8 * referentie 3,1 *
Winst bedrijf per werkzaam persoon Minder dan 200 euro per jaar 200 tot 5 000 euro per jaar 5 000 tot 14 000 euro per jaar 14 000 tot 38 000 euro per jaar 38 000 euro per jaar of meer
1,7 * –1,4 * referentie 5,3 * 14,3 *
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
–7,2 * –5,4 * referentie –4,6 *
–12,6 * –3,1
–7,6 * –5,8 *
–6,9 * –5,2 *
–2,9 0,7
–1,3 –3,2
–5,3 –1,3
–4,2 * –4,2 *
–4,7
–4,9 *
–3,9 *
–1,8
–4,8 *
–1,4
–3,1 *
Percentage vrouwelijke collega’s
–0,1 *
0,0
–0,1 *
–0,1 *
–0,1 *
–0,1
–0,1
0,0
1,8
* De uitkomsten verschillen significant van de referentiegroep (p<0,01).
265
Tabel B32 Banen van werknemers in het bedrijfsleven naar topinkomen, september 2008 Totaal
Topinkomen
Geen topinkomen
% Totaal
100
0
100
Geslacht Mannen Vrouwen
100 100
1 0
99 100
Leeftijd 15 tot 23 jaar 23 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
100 100 100 100 100
. 0 1 1 1
100 100 99 99 99
Herkomstgroepering Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
100 100 100
0 1 0
100 99 100
Herkomstgeneratie Autochtonen Eerste generatie allochtonen Tweede generatie allochtonen
100 100 100
0 0 0
100 100 100
Opleidingsniveau Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
100 100 100 100 100
. 0 0 1 3
100 100 100 99 97
Opleidingsrichting Algemeen onderwijs Leraren Humaniora, sociale wetenschappen, communicatie en kunst Economie, commercieel, management en administratie Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Wiskunde, natuurwetenschappen en informatica Techniek Agrarisch en milieu Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging Horeca, toerisme, transport en logistiek
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
0 . 0 1 2 1 0 . 0 1
100 100 100 99 98 99 100 100 100 99
Arbeidsduur Voltijd Deeltijd, 12 uur of meer per week Deeltijd, minder dan 12 uur per week
100 100 100
1 0 1
99 100 99
Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen Middelbare beroepen Hogere beroepen Wetenschappelijke beroepen
100 100 100 100 100
. 0 0 1 3
100 100 100 99 97
Beroepsrichting Algemeen Docenten, staffuncties in onderwijs, onderwijskundig Agrarisch Exact Technisch Transport, communicatie en verkeer Medisch en paramedisch Economisch, administratief en commercieel Juridisch, bestuurlijk, openbare orde en veiligheid Taal en cultuur Gedrag en maatschappij Persoonlijke en sociale verzorging Management
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
. . . . 0 1 0 1 2 . 0 . 8
100 99 100 99 100 99 100 99 98 99 100 100 92
Contractvorm DGA Regulier contract voor onbepaalde tijd Regulier contract voor bepaalde tijd Flex-contract voor onbepaalde tijd Flex-contract voor bepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor onbepaalde tijd Uitzendkrachten met contract voor bepaalde tijd
100 100 100 100 100 100 100
2 1 0 . . . .
98 99 100 100 100 100 100
CAO CAO, algemeen verbindend verklaard CAO, niet algemeen verbindend verklaard Valt niet onder een CAO
100 100 100
0 0 1
100 100 99
Economische activiteit Landbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Particuliere huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
. . 1 . 0 0 . 1 2 1 . . 0 1 .
100 95 99 99 100 100 100 99 98 99 100 100 100 99 100
266
Tabel B32 Banen van werknemers in het bedrijfsleven naar topinkomen, september 2008 (slot) Totaal
Topinkomen
Geen topinkomen
% Bedrijfsomvang 1 werknemer 2 tot 5 werknemers 5 tot 10 werknemers 10 tot 20 werknemers 20 tot 50 werknemers 50 tot 100 werknemers 100 tot 200 werknemers 200 tot 500 werknemers 500 of meer werknemers
100 100 100 100 100 100 100 100 100
2 1 0 0 0 0 1 0 0
98 99 100 100 100 100 99 100 100
Regio werkgemeente Noord Oost West Zuid
100 100 100 100
0 0 1 0
100 100 99 100
267
Centrum voor Beleidsstatistiek Het CBS verzamelt gegevens bij personen, bedrijven en instellingen om deze daarna te verwerken tot statistische informatie over groepen mensen, bedrijven en hun omgeving. De resultaten stelt het CBS voor iedereen beschikbaar. Voor sommige vragen is deze informatie, die beschikbaar wordt gesteld via de CBS-website www.cbs.nl, echter niet toereikend. In dat geval kunnen externe partijen zich wenden tot het Centrum voor Beleidsstatistiek (CBS-CvB). Het CBS-CvB bepaalt in nauw overleg met de klant welke informatie in welke vorm beschikbaar en nuttig is voor het beantwoorden van de vraag. Daarna voert het CBS-CvB het onderzoek uit en beschrijft de resultaten in een rapport of maatwerkpublicatie. Alle uitkomsten en publicaties worden openbaar gemaakt en zijn te vinden op de website van het CBS-CvB (www.cbs.nl/cvb).
268