Gelderse Poort jaarverslag 2005

Gelderse Poort

jaarverslag 2005

Inhoud jaarverslag 2005 Inleiding jaarverslag 2005 3 Brede basis voor zorgloket in West Maas en Waal en de rol van MEE 6 De rol van MEE Gelderse Poort in de gemeentelijke Zorgloketten 10 Eerste loketfunctie MEE realiteit 13 Informatievoorziening en digitale sociale kaart 15 Integrale Vroeghulp 2004-2005 18 Programma MEE in de markt 20 Kwaliteit 23 Cijfers 2005 26 Financiële gang van zaken 31 Staat van baten en lasten 2005 32 Accountantsverklaring 33 Wie is wie? 35 Colofon 36

Gelderse Poort jaarverslag 2005

2

Inleiding jaarverslag 2005 Geachte lezer,

klant. Daardoor wordt de dienstverlening voor burgers en klanten overzichtelijker en toegankelijker: de samenwerking tussen instellingen verbetert zodanig, dat klanten minder van het kastje naar de muur worden gestuurd; bij de vorming van nieuwe samenwerkingsverbanden wordt de stem van de gebruiker voldoende gehoord (en heeft deze invloed); het aantal overlappingen in de dienstverlening tussen instellingen neemt af; bureaucratie, overleg- en coördinatietijd verminderen. Allen op die manier kan de dienstverlening aan kwaliteit, snelheid en professionaliteit werken.

Dit is het jaarverslag 2005. In 2004 is de periode van overgang van de Sociaal Pedagogische Dienst naar MEE voltooid. In 2005 is een begin gemaakt met een ambitieus ontwikkelprogramma, om de dienstverlening in het MEE-perspectief op een nieuwe leest te schoeien. MEE Gelderse Poort ambieert daarbij onverkort dat zij door haar activiteiten de kwaliteit van leven en maatschappelijke participatie van iedereen met een beperking wil bevorderen, op basis van keuzes die mensen met een beperking zelf maken. Niet alleen door de dienstverlening en klantenondersteuning, maar ook door activering van de samenleving wil MEE Gelderse Poort dit doel dichterbij brengen. Immers, de maatschappelijke obstakels staan letterlijk en figuurlijk de maximale ontplooiing en kansen van mensen met een beperking of handicap danig in de weg.

Dit is een toekomstgerichte aanpak, omdat MEE Gelderse Poort graag meewerkt aan de verbetering van de dienstverlening aan burgers dichtbij huis. Bovendien is MEE Gelderse Poort van mening dat het tot de verantwoordelijkheid van instellingen behoort om ervoor te zorgen dat deze burgers door de bomen het bos weer gaan zien. Dat betekent voor MEE Gelderse Poort een verdere decentralisatie en deconcentratie van dienstverlening en medewerkers. Ook leidt hergroepering met andere dienstverleners tot nieuwe gelegenheids- of structurele samenwerkingsverbanden. MEE Gelderse Poort werkt als regionaal opererende instelling graag mee aan de versterking van de dienstverlening aan burgers dicht bij huis. Door deze aanpak verwachten we ook dat we nog efficiënter zullen gaan werken. Dat is nodig, om-

MEE Gelderse Poort ontwikkelt zich steeds meer in de richting van een brede instelling, waarbij de burgers in het werkgebied snel, kort, deskundig en professioneel geholpen worden. Voor specialistischer begeleiding zoekt MEE Gelderse Poort de samenwerking met andere organisaties en zorgaanbieders, of verwijst zij door. Dat betekent dat MEE Gelderse Poort heel veel samenwerkingsrelaties aangaat in het belang van de


3

dat we allemaal de druk voelen dat er steeds meer mensen met hetzelfde budget geholpen moeten worden.

MEE Gelderse Poort is ervan overtuigd dat dit in het belang is van de burgers in haar werkgebied, van haar klanten en van de continuïteit van de organisatie. In het belang daarvan geloven wij, en daar werkten we in 2005 - maar vanzelfsprekend ook op het moment dat u dit leest - keihard aan.

Daarom stelt MEE Gelderse Poort zich op als een ondernemende organisatie, om aanvullende geldbronnen aan te boren, en zodoende nog meer mensen van dienst te kunnen zijn.

Arnhem, mei 2006 Bram Hakkenberg, directeur


4


5

Brede basis voor zorgloket in West Maas en Waal en de rol van MEE ‘Noodzakelijke investeringen voor de lange termijn’, zo benoemt wethouder Gerard Zondag de laatste drie zeer intensieve jaren. Jaren waarin de voorbereidingen voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, WMO, op zijn bord lagen. Een grote opgave en zoektocht voor veel gemeentes, niet alleen voor West Maas en Waal, een gemeente met ruim 18.000 inwoners. Met de gemeenteraadsverkiezingen is hij van portefeuille gewisseld, maar blikt graag terug op dit bijzondere proces en met name op de ontwikkelingen van het zorgloket.

Van smal zorgloket naar VraagWijzer

‘Het huidige smalle zorgloket, dat op 1 januari 2003 van start ging, zal een veel bredere basis krijgen en heet inmiddels, evenals in de gemeente Wijchen, VraagWijzer. Wij vinden dat die naam het doel goed weergeeft: door te vragen word je wijzer. De uitbreiding van het zorgloket wordt aangestuurd door twee projectleiders, die samenwerken met negen lokale partijen: de Stichting Welzijn West Maas en Waal, de Stichting Individuele Verpleging en Ouderenzorg, een Verzorgingshuis, de Thuiszorg, de Woningstichting Rivierengebied, het CIZ, NIM Maatschappelijk Werk en MEE Gelderse Poort. Zo’n samenwerkingsverband vind ik, zeker bij de opzet, een belangrijke voorwaarde. Alleen zo kun je tot een goed en werkbaar resultaat komen.’

‘De overheid bepaalt, middels de WMO, dat wij als gemeente in de toekomst informatie en advies gaan geven aan onze inwoners op het gebied van zorg, welzijn, wonen, mobiliteit en inkomensondersteuning. Dat betekent een enorme verandering, zowel voor de gemeente, de burgers als voor de betrokken organisaties. Ging men vroeger zelf naar allerlei instanties, straks kunnen onze inwoners bij één gemeentelijk loket met vragen terecht. Die ombuiging van de informatie- en adviesstroom vergt tijd en veel overleg. Het uitgangspunt van de WMO is dat de gemeente met dezelfde middelen de inwoners op een adequate manier met minder bureaucratie van dienst kan zijn.’

Onafhankelijke zorgadviseurs

‘Er is al veel discussie geweest, bijvoorbeeld over hoe onafhankelijk de gemeentelijke zorgadviseurs in het zorgloket kunnen zijn. Overkoepelende landelijke organisaties, waaronder die van MEE, hebben daar vraagtekens bij gezet. Wij gaan ervan uit dat onafhankelijk gemeentelijke zorgadviseurs in VraagWijzer de vraag van de inwoners centraal stellen, zoals we ook in onze laatste nieuwsbrief aan de inwoners van onze gemeente aangaven. Onze adviseurs vragen zo nodig door en verduidelijken de vraag. Dit doorvragen en verduidelijken zijn technieken die MEE al jaren hanteert en die wij ons eigen gaan maken.


6

dhr. G. Zondag


7

Daarna wijzen onze zorgadviseurs de inwoners op oplossingen die het beste aan de vraag tegemoet komt. Eventueel helpen de zorgadviseurs bij het regelen van een aanmelding. Eenvoudige aanvragen kunnen aan het loket worden afgehandeld. Voor indicaties is en blijft het CIZ het geëigende orgaan. Voor complexe problematiek zijn onafhankelijke partners, zoals MEE nodig.’

de samenwerking, voor alle betrokkenen.’ MEE als lokale partner

‘Mee bereikt een speciale groep cliënten. Het zijn vooral die inwoners van onze gemeente die ook vaak een beroep op de informatie- en adviesfunctie zullen doen. Wat dat betreft kunnen wij van MEE leren, die al jaren ervaring heeft, ook in onze regio. Zij komen bij de mensen binnen. MEE richt zich op alle levensterreinen zoals wonen, werk, vervoer, zorg, vrijetijdsbesteding, inkomen en opvoedingsondersteuning. De problematiek is vaak complex. De ondersteuning van deze groep inwoners vraagt in veel gevallen HBO geschoolde krachten, zoals ik dat inschat. Dat is gezien het kostenplaatje onhaalbaar voor een gemeente. Mensen die met een beperking moeten leven, hebben daar niet om gevraagd. Voor hen moeten we streven naar zo zelfstandig mogelijk leven, wonen en werken. Er zijn op dat gebied veel regels en wetten. Maar er zijn situaties waarin uitzonderingen mogelijk moeten zijn, anders is het dubbel zuur. Om die uitzonderingen te onderkennen is deskundigheid, zoals MEE in huis heeft, nodig. Bij de opzet van het breder zorgloket is MEE betrokken. Ook in de toekomst verwacht ik dat een rol voor MEE zal zijn weggelegd als lokale partner.

Winst

‘Wij zien op langere termijn grote winst door dit zorgloket. Als gemeente kun je bijvoorbeeld de aanvragen van een bepaalde inwoner beter op elkaar afstemmen. Door deze werkwijze krijgen wij als gemeente een completer beeld van de vragen van onze inwoners. Wij kunnen bepaalde wensen en mogelijkheden signaleren. Met een woningbouwvereniging kun je bijvoorbeeld bepalen dat er meer aangepaste woningen komen, waar door de jaren heen een aantal inwoners gebruik van kan maken. Soms is dat doeltreffender dan steeds één woning specifiek aanpassen. Winst is ook beter zicht krijgen op de voorzieningen in het hele werkveld. Denk maar eens aan het voorkomen of aanpakken van wachtlijsten. Veel zaken worden door het verloop van dit proces duidelijker, maar nieuwe vragen zullen blijven komen. Voor mij staat vast dat je dit als gemeente niet alleen kunt. De winst is ook


8


9

De rol van MEE Gelderse Poort in de gemeentelijke Zorgloketten “Iedereen heeft er een hekel aan van het kastje naar de muur te worden gestuurd. Toch worden burgers nog vaak opgezadeld met de gevolgen van interne organisatieproblemen van overheden en organisaties. Het Kabinet wil daar een einde aan maken. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) regelt dat er in de gemeente één of meerdere plekken komen waar mensen met vragen voor ondersteuning op grond van WMO terechtkunnen,” aldus de staatssecretaris in haar brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer op 23 april 2004.

Actief meedenken en meepraten

Voor MEE Gelderse Poort en haar cliënten, is het daarom belangrijk dat we actief meepraten en meedenken met de gemeenten in ons werkgebied over de wijze waarop de gemeenten prestatieveld 3 van de WMO realiseren; het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning. Voor MEE Gelderse Poort is het uitgangspunt dat het om professionele en integrale dienstverlening gaat, onafhankelijkheid en dat de dienstverlening laagdrempelig toegankelijk is. Accent op cliëntondersteuning

Naast de taken op het gebied van informatie en advies ziet MEE Gelderse Poort voor zichzelf binnen het loket, vooral een belangrijke taak weggelegd op het gebied van cliëntenondersteuning, waaronder we verstaan: de ondersteuning van een client bij het maken van een keuze of het oplossen van een probleem. Cliëntondersteuning heeft de regieversterking van de cliënt (en zijn omgeving) tot doel, teneinde de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen. Dit kan informatie en advies omvatten, maar vooral ook uitgebreide vraagverheldering, en kortdurende en kortcyclische ondersteuning bij keuzes op diverse levensterreinen. Cliëntondersteuning gaat een stap verder dan informatie en advies, en richt zich op mensen die voor een vraag of een situatie staan, die zodanig complex is dat de persoon het niet zelf of met zijn omgeving kan oplossen.

Veel gemeenten in het werkgebied van MEE Gelderse Poort hebben in het afgelopen jaar initiatieven genomen om de informatie over en de toegang tot verschillende diensten op één plek te regelen: één lokaal loket voor de burger, vaak “het zorgloket” genoemd. De informatie- en adviesfunctie in het kader van wonen, welzijn, zorg (en inkomen) is dan ook één van de prestatievelden van de WMO. Het hebben van een één loketfunctie wordt gezien als een expliciete voorwaarde voor een gemeente om de WMO goed te kunnen uitvoeren. MEE Gelderse Poort speelt in de ontwikkeling en totstandkoming van gemeentelijke zorgloketten in toenemende mate een belangrijke rol. Het zijn immers dikwijls de burgers met een beperking die informatie, advies en/of ondersteuning wensen.


10

Dienstverlening op maat

Vraagwijzer in Wijchen operationeel

Bij het opzetten of aanpassen van een lokaal loket is een goede afstemming met de organisaties die actief zijn op het terrein van cliëntondersteuning noodzakelijk. Dit geldt natuurlijk voor alle aanbieders binnen de WMO, maar verdient bij cliëntondersteuning extra aandacht. Voor veel cliënten is een cliëntondersteuner een eerste aanspreekpunt, wanneer het gaat over hun wensen en mogelijkheden. Er bestaat in Nederland een grote diversiteit m.b.t. de werkwijze en definities van lokale loketten. Deze grote diversiteit zien we ook terug binnen de 24 gemeenten in ons werkgebied. MEE Gelderse Poort zal daarom verschillende varianten en mogelijkheden ontwikkelen wat betreft haar deelname aan lokale loketten. MEE Gelderse Poort levert ook op dit terrein dienstverlening op maat, die past en aansluit bij de lokale wensen en mogelijkheden.

Een voorbeeld van de samenwerking met gemeenten en andere partijen in het zorgloket, is de deelname van MEE Gelderse Poort aan het loket Vraagwijzer in Wijchen. In de gemeente Wijchen is het loket voor wonen, welzijn, zorg en inkomensondersteuning sinds 1 april 2005 operationeel. Vraagwijzer neemt alle bestaande frontoffices over. Het biedt informatie en advies. Daarnaast heeft het de rol van coördinatie- en trefpunt voor aansluiting, toegang, toewijzing en uitvoering/levering van zorg en dienstverlening. MEE Gelderse Poort is op 3 dagdelen per week fysiek aanwezig in Vraagwijzer. Er zijn afspraken met de samenwerkingspartners gemaakt over de rol die MEE Gelderse Poort vervult.


11

dhr. P. Ariese Gelderse Poort jaarverslag 2005

12

Eerste loketfunctie MEE realiteit In het centraal gelegen Molenhuis in Wijchen is MEE Gelderse Poort drie ochtenden per week aanwezig voor het geven van informatie, advies en ondersteuning op het gebied van zorg, welzijn, (aangepast) wonen en inkomensvragen. In het kleinschalige, vriendelijk ogende Molenhuis is Vraagwijzer, de loketopzet van de gemeente Wijchen, gehuisvest. MEE-consulenten werken in Vraagwijzer samen met de gemeente en het CIZ, het Centrum Indicatiestelling Zorg. Peter Ariese is als consulent van het begin af aan bij deze eerste loketfunctie van MEE betrokken en verwoordt zijn ervaringen als volgt:

van een cliënt meer op het terrein van MEE liggen. Dat speelt vooral wanneer het om complexe problematiek gaat, die meer tijd en ondersteuning vergt. MEE heeft op het gebied van cliëntondersteuning aan mensen met een beperking veel kennis en ervaring. Er is tijd voor nodig om onderling goed zicht te krijgen op de deskundigheid en de werkwijze van de deelnemende lokale organisaties in Vraagwijzer, zodat je op elkaar kunt afstemmen. De praktijk laat zien dat de korte overleglijnen winst opleveren, voor alle betrokkenen, maar zeker voor de cliënten. In deze relatief korte periode zijn er al nieuwe initiatieven ontwikkeld en nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. Zo participeert MEE in de pas opgerichte werkgroep “Dreigende uithuiszetting” samen met de woningbouwvereniging, het Algemeen Maatschappelijk Werk en de Gemeente. Ook zal de gemeente Wijchen gebruik gaan maken van de sociale kaart, die ontwikkeld is door MEE Gelderse Poort. In de afgelopen maanden is duidelijk geworden dat ouderen en mensen met een psychische beperking, doelgroepen die MEE graag wil bereiken, de weg naar het lokale loket wisten te vinden.’

‘Vanaf april 2005 kunnen inwoners van Wijchen vijf ochtenden per week met vragen binnenlopen. Twee maanden eerder is Vraagwijzer al inofficieel gestart. Telefonisch is Vraagwijzer alle werkdagen, uitgezonderd vrijdagmiddag bereikbaar. De gemeentelijke WVG- en Inkomensconsulenten bemannen de loketten. Naar aanleiding van de vragen die bij hen binnenkomen, kunnen deze consulenten bij ons advies of informatie inwinnen. Doorverwijzen van cliënten vindt plaats wanneer de vragen


13


14

Informatievoorziening en digitale sociale kaart Krachtens de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zijn gemeenten verantwoordelijk voor het geven van informatie, advies en clientondersteuning. MEE heeft voor mensen die leven met een beperking eveneens een taak op het gebied van informatie, advies en cliëntondersteuning. MEE richt zich wat de sociale kaart betreft op het vergaren en verstrekken van informatie en het ontsluiten van adressen van organisaties voor mensen met een beperking, hun ouders, verwanten, verzorgers en/of vertegenwoordigers.

2400 regionale adressen (regio overstijgend), meer dan 1000 landelijke adressen en meer dan 660 teksten zorg en welzijn Aanbod aan gemeenten

MEE Gelderse Poort, die met 24 gemeenten te maken heeft, ziet voor zichzelf een belangrijke rol weggelegd in het digitale loket. Met vrijwel alle gemeenten heeft MEE inmiddels contact. De fase waarin MEE actief is in de voorbereiding van loketvorming loopt per gemeente sterk uiteen. Gemeenten die dat willen, kunnen gebruik maken van de sociale kaart van MEE Gelderse Poort. Daarmee krijgen zij direct de beschikking over een data. Deze data kan geïntegreerd worden in de website van de gemeente of in een nieuw op te zetten website voor wonen, welzijn en zorgloket.

Voor het vervullen van haar informatie- en adviesfunctie, maakt MEE Gelderse Poort gebruik van een content management-systeem dat in samenwerking met vijftien andere MEE organisaties is ontwikkeld. De kracht van het systeem is de informatieverstrekking uit een landelijke database, die wordt aangevuld met relevante regionale informatie door MEE Gelderse Poort.

Gemeenten die gebruik (gaan) maken van de sociale kaart: n Gemeente Nijmegen n Gemeente Wijchen n Gemeente Druten n Gemeente West Maas en Waal n Gemeente Millingen aan de Rijn

Digitale sociale kaart

De sociale kaart bevat een uitgebreid adressenbestand met organisaties op het terrein van wonen, welzijn en zorg. De sociale kaart kan gemakkelijk doorzocht worden met specifieke zoekcriteria. Er kan gezocht worden op rubrieken leeftijdsgroep, doelgroep en trefwoorden. Op dit moment bevat de sociale kaart van MEE Gelderse Poort meer dan

Netwerkorganisaties rond MEE die gebruik gaan maken van de sociale kaart: n Werkgroep Integratie Gehandicapten Nijmegen (www.wig.nl)


15

n n

De Informatiebron Rivierenland (in ontwikkeling) Stichting Welzijn Ouderen Nijmegen (in ontwikkeling).

Door koppeling van de regionale sociale kaarten van de vijftien deelnemende MEE-organisaties wordt bovenregionaal zoeken mogelijk in 14000 regionale adressen. n Toevoeging van producten en diensten van organisaties maakt het mogelijk daarop te zoeken en te vergelijken. n Door toevoeging van de zeven AWBZ functies op organisatieniveau kunnen deze als zoekcriteria dienst gaan doen. n

In 2006 zal de digitale sociale kaart verder worden ontwikkeld: n Geografisch zoeken met postcode en afstandindicatie zal mogelijk worden.


16


17

Programma MEE in de markt Inleiding In het Strategisch Meerjarenplan (SMP) 2005-2008 formuleert MEE Gelderse Poort de uitdaging voor de komende jaren. Door uitbreiding van de klantenkring, vergroten van de (naams)bekendheid, actieve deelname aan netwerken en het terugdringen van de kosten wil MEE Gelderse Poort haar marktpositie verbeteren, zodat de continuïteit is gegarandeerd. Het omzetten van deze ambitie in concrete activiteiten en de daarvoor vereiste verandering in de organisatie gebeurt door het meerjaren-programma ‘MEE in de markt’, waarmee begin 2005 een start is gemaakt. Het programma staat onder leiding van een programmamanager. Onderstaand wordt nader op de inhoud ingegaan.

individuele en volwaardige burgers, die daarnaast (vaak) deel uitmaken van een gezin of ander samenlevingsverband. Mensen met een beperking willen integraal onderdeel uitmaken van de samenleving. MEE is de organisatie die hen daarbij kan helpen, en wel op alle levensgebieden (arbeid, onderwijs, wonen etc.). 2. Hoofdthema ‘’de lokale samenleving’’

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) legt de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van burgers met een beperking neer bij gemeenten. De gemeentelijke loketten zijn daarvan een voor MEE belangrijke uiting. In deze loketten participeren ook andere instellingen dan alleen de MEE-organisaties. Meer in algemene zin dient MEE dan ook te zijn gefocust op samenwerking met zowel de gemeentelijke overheid, met gemeentelijke welzijnsinstellingen en met lokale belangenbehartigers.

Strategische marketingcyclus

Het SMP 2005-2008, evenals de opzet van het programma, zijn begin 2005 in alle teams besproken. Als start van het programma zijn een aantal separate bijeenkomsten van MT en medewerkers georganiseerd aan de hand van onderstaande strategische marketingcyclus. Hoofdthema’s

De bijeenkomsten hebben geleid tot het formuleren van de volgende vier hoofdthema’s: 1. Hoofdthema ‘’integratie in de samenleving’’

3. Hoofdthema “zichtbare en bereikbare service”

Mensen met een beperking zijn in de eerste plaats

MEE Gelderse Poort ambieert een centrale en


18

zichtbare rol in het werkgebied. Die begint bij een goed functionerende frontoffice; het visitekaartje van de organisatie. Voorts wil MEE zich presenteren als ‘’club die wat te melden heeft’’ en die zich derhalve vaker dient te mengen in het publieke debat. Verder is het van belang dat MEE zich present stelt als instelling waarbij men te allen tijde terecht kan en die derhalve 24 uur bereikbaar is.

Uitvoeringseisen

Afgesproken is dat ieder project in ieder geval aandacht besteedt aan: n Betrokkenheid van de buitenwereld in de projectgroep n Mensen met een lichamelijke beperking en nietaangeboren hersenletsel n Een goed voorziene instrumentenkoffer n Vindplaatsgericht en activerend cliëntgericht werken n Samenwerking met derden n Allochtonen met een beperking n Inzet van vrijwilligers/mantelzorgers en hun organisaties n Goede communicatie & PR

4. Hoofdthema ‘’ juridisering’’

Onze maatschappij wordt gekenmerkt door toenemende juridisering. Consumenten/cliënten proberen steeds vaker via juridische wegen hun gelijk te halen. Goede sociaal-juridische dienstverlening versterkt de zelfregie van mensen met een beperking en helpt hen datgene voor elkaar te krijgen dat zonder die dienstverlening niet zou zijn gelukt.

Projectgroepen en projectplannen

Via een interne wervings- en selectieprocedure zijn negen projectleiders geselecteerd. Iedere projectleider heeft gemiddeld drie projectmedewerkers om zich heen verzameld. Alle projectteams zijn vóór het einde van het verslagjaar een paar keer bij elkaar geweest. De bijeenkomsten zijn vooral gebruikt om te komen tot een eerste concept-projectplan.

Projecten

Bovengenoemde thema’s zijn per regio voorgelegd aan een grote delegatie van medewerkers met de vraag deze te vertalen in projecten. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de volgende projecten: Zichtbare en bereikbare service: het verbeteren van onze frontoffice n De lokale samenleving: gemeentelijke loketten n Integratie in de samenleving: vrijwilligerswerk anders, MEE werkt (arbeid), normaal en hoog begaafde autisten, opvoedingsondersteuning, onderwijs en kinderopvang, Kunst zonder beperking n Juridisering: Met recht & rede n

Communicatie & financiering

Medewerkers worden via een bulletin, presentaties en debatten van projectleiders en medewerkers op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van zowel ieder project afzonderlijk als van het programma als geheel. De extra personeelsinzet in de projecten wordt bekostigd doordat het aantal productieve uren per medewerker is verhoogd.


19


20

Integrale Vroeghulp 2004-2005 De afgelopen jaren heeft Integrale Vroeghulp duidelijk een plaats verworven in het netwerk van voorzieningen voor jonge kinderen met een ontwikkelingsachterstand.

kingsverband van een aantal instellingen, en werkt overeenkomstig de subsidievoorwaarden van VWS en de besluiten van de stuurgroepen.

In het verslagjaar kon Integrale Vroeghulp de rechtstreekse bereikbaarheid en laagdrempelige toegankelijkheid voor ouders continueren. De vraag van de ouders bleef centraal staan. Essentiële uitgangspunten die deze voorziening voor ouders aantrekkelijk maken. Het belang van vroegtijdig signaleren, doelmatig behandelen en begeleiden kreeg landelijk steeds meer erkenning.

De grootste veranderingen vonden afgelopen jaar achter de schermen plaats. Voor ouders en verwijzers bleef de werkwijze ongewijzigd. De intakes werden steeds meer overgenomen door de casemanagers. De externe contacten werden per regio geleidelijk aan onderhouden door de voorzitter van het kernteam, een teamleider van MEE. De afdeling Public Relations van MEE ondersteunde de PR voor Integrale Vroeghulp, geïnitieerd door de coördinator.

Verandering afgelopen jaar ingezet

Wisseling coördinator

Medio 2005 vond wisseling van coördinator plaats. Speciale aandachtspunten voor de nieuwe coördinator lagen op het gebied van de samenstelling en werkwijze van de kernteams en de rol en werkwijze van de stuurgroepen. Contacten met verwijzers, ondanks de groeiende bekendheid, bleven de aandacht vragen. De Stuurgroepen van Arnhem en Nijmegen / Tiel / Uden stemden in met maatregelen, waardoor de coördinatie en administratieve ondersteuning van Integrale Vroeghulp wordt geïntegreerd binnen de bedrijfsvoering van MEE Gelderse Poort. Dit was nodig om een sluitende begroting te garanderen, zonder aanvullende bijdragen van deelnemende instellingen en om ruimte voor innovatie in te bouwen. Integrale Vroeghulp blijft een samenwer-

Aanmeldingen

Er was in het verslagjaar geen wachtlijst bij Integrale Vroeghulp; na aanmelding vond binnen 3 weken een intake plaats. Het kernteam van Arnhem kwam 18 maal bij elkaar en bekeek gezamenlijk 59 aangemelde kinderen. De kernteams van Nijmegen/Tiel en Uden zaten 20, respectievelijk 12 keer om de tafel en bogen zich over 131 kinderen. Afgelopen jaar werden er weer 3 keer zoveel jongens als meisjes aangemeld. Opvallend was een sterke toename van het aantal vragen op het gebied van de diagnostiek. De vragen naar opvoedingsondersteuning namen daarentegen af. Steeds vaker meldden ouders zichzelf bij Integrale Vroeghulp aan. Dit mag als een positieve ontwikkeling gezien worden.


21


22

Kwaliteit Reorganisatie

Er is een regeling klachtbehandeling ontwikkeld in samenspraak met de Cliëntenraad. Hoewel MEE reeds jaren aangesloten is bij de onafhankelijke Klachtencommissie Zuid Gelderland, ontbrak een voorliggende klachtenregeling. Daarin is nu voorzien. n Er is een nieuw intakeprotocol ontwikkeld. De hierboven vermelde reorganisatie van de balie en het instellen van teams leidde tot herdefiniëring van het primaire proces. Dat leidde tevens tot de noodzaak ook de intake te herzien en vast te leggen. n Er is een handelswijze vastgelegd ten aanzien van wat te doen bij het overlijden van een cliënt. Er was geconstateerd dat er door medewerkers hierbij te veel ad hoc en naar individueel inzicht werd gehandeld. Dat maakte medewerkers onzeker. Om medewerkers hierbij tot steun te zijn, heeft de organisatie een richtlijn voor het handelen opgesteld. n Door MEE Nederland is samen met gebruikers een cliënttevredenheidsinstrument ontwikkeld. MEE Gelderse Poort zal dit instrument begin 2006 inzetten om de tevredenheid van 500 van haar klanten te meten. n

2004 had duidelijk gemaakt dat door de span of control van soms wel 40 tot 50 medewerkers, regiomanagers onvoldoende zicht hadden op de kwaliteit van het uitvoerende werk. Begin 2005 is daarom een reorganisatie doorgevoerd. Om consulenten beter te kunnen coachen bij de uitvoering van hun werk, zijn teamleiders aangesteld. Het is voor hen daardoor gemakkelijker geworden het handelen voortdurend te verantwoorden, elkaar aan te spreken op gedrag, samenwerking en kwaliteit. Nieuw Kwaliteitssysteem

Met de verandering van SPD naar MEE is het huidige kwaliteitssysteem MK-SPD verouderd. De MEEorganisaties hebben de stichting HKZ opdracht gegeven om een nieuw certificeringsschema te ontwikkelen. Dit is begin 2006 beschikbaar gekomen. MEE Gelderse Poort heeft de keuze gemaakt om zich op grond van dit schema te certificeren. Het HKZ-schema is een nuttig hulpmiddel om zowel de kwaliteit van de dienstverlening in kaart te brengen als om verantwoording af te leggen aan cliënten, zorgverzekeraars, overheden en maatschappij. Naar verwachting zal met de certificering twee jaar gemoeid zijn.

Meldingscommissie seksueel misbruik en geweld

Mee beschikt over een Meldingscommissie, waarin situaties worden besproken van personeelsleden die te maken hebben met seksueel misbruik, intimidatie, discriminatie en agressief gedrag. Het kan daarbij gaan om het bestaan van dergelijke gedragingen tussen medewerkers onderling, tus-

Protocollen

Op het niveau van ‘’kwaliteitsinstrumenten’’ zijn de volgende protocollen ontwikkeld:


23

sen klanten en medewerkers en tussen klanten en derden. In totaal zijn er in 2005 10 meldingen geweest. Het aantal meldingen is ten opzichte van 2004 met 4 afgenomen. De reden hiervoor is dat consultatie over

casuïstiek eerder voorgelegd wordt aan teamleiders of contactpersonen. De meldingen die gedaan worden betreffen complexe casuïstiek.

Arnhem

Nijmegen

Tiel

Seksueel misbruik in cliëntsituatie

1

3

2

Huiselijk geweld in cliëntsituatie

0

0

2

Grensoverschrijdend gedrag t.o.v. cliënt

0

0

0

Intimidatie en geweld t.o.v. medewerker

1

1

1

Cliënt als vermeende dader seksueel misbruik

0

1

0

Suïcide

0

0

0


24


25

Cijfers 2005 Individuele dienstverlening a. Aantal afgesloten individuele diensten Dienst

Productie-afspraak 2005

Realisatie

Formatie-inzet in fte

A

2682

3890

10,7

B1

1402

1581

21,4

B2

1420

1517

28,9

B3

45

62

0,8

B4

413

272

3,2

B5

148

128

1,0

C

155

371

4,2

D

500

604

12,0

E

340

601

3,3

7105

9026

85,5

Totaal

Omschrijving individuele diensten: Dienst A: Informatieverstrekking en advisering Dienst B1: Vraagverduidelijking Dienst B2: Aanvragen en realiseren van externe dienstverlening en zorg Dienst B3: Klacht en (voorkomen van) bezwaar en beroep Dienst B4: Monitoring en evaluatie van externe dienstverlening en zorg Dienst B5: Ondersteuning in crisissituatie Dienst C: Volledige beeldvorming (diagnostiek) Dienst D: Kortdurende en kortcyclische ondersteuning Dienst E: Cursussen in kleine of grote groepen


26

b. Instroom nieuwe cliënten per doelgroep Doelgroep

2004

2005

Verstandelijke beperking

651

848

Lichamelijke beperking

223

531

Zintuiglijke beperking

26

48

Psychische beperking

83

310

Stoornis in het autistisch spectrum

91

156

154

239

1228

2132

Kinderen 0-4 jaar Totaal

Toelichting individuele dienstverlening: Het totaal aantal geleverde individuele diensten is 27 procent hoger dan de productie-afspraak. MEE is meer dan voldoende in staat gebleken om nieuwe doelgroepen te bereiken om daarmee de ruimte op te vullen die eind 2004 is ontstaan ten gevolge van het afstoten van de geïndiceerde zorg. Collectieve dienstverlening Collectieve taak

Productie-afspraak 2005 in fte

Realisatie 2005 in fte

1

7,95

11,90

2

3,53

0,17

3

6,18

5,95

17,66

18,02

Totaal

Omschrijving collectieve dienstverlening: n Collectieve taak 1: Het vergaren en verstrekken van informatie en het geven van voorlichting aan cliënten en hun ouders, andere verwanten, verzorgers en/ of vertegenwoordigers n Collectieve taak 2: Het signaleren van relevante ontwikkelingen en belemmeringen Gelderse Poort jaarverslag 2005

27

n

Collectieve taak 3: Het scheppen van de voorwaarden voor maatschappelijke activering en integratie door middel van het opbouwen en onderhouden van de sociale kaart en netwerken

Toelichting collectieve dienstverlening: De totale formatie-inzet in de collectieve taken is vrijwel conform de productie-afspraak. De formatie-inzet in de collectieve taak 2 (signalering) was in 2005 beduidend lager dan gepland, ten gunste van collectieve taak 1 (informatie en advies). In 2006 wordt nadrukkelijker aandacht besteed aan signalering en zal deze taak softwarematig ondersteund gaan worden. Wachtlijsten

MEE Gelderse Poort heeft, vanuit het klantenperspectief en klantgericht werken, het uitgangspunt dat clienten die zich melden bij MEE GP voor informatie, advies of ondersteuning, direct geholpen worden. Desondanks zijn in de loop van 2005, ten gevolge van de grote instroom van nieuwe cliënten, in de regio’s Nijmegen en Arnhem wachtlijsten ontstaan. MEE GP heeft zicht tot doel gesteld een werkwijze te ontwikkelen, die garant staat voor een directe ondersteuning en begeleiding van nieuwe klanten en waarbij wachtlijsten niet meer van toepassing zijn. Doelstelling is om de wachtlijsten per 1 maart 2006 volledig opgelost te hebben. Integrale Vroeghulp casemanagement Aantal cliënten begeleid door MEE

2002

2003

2004

2005

156

271

401

398

Het aantal cliënten dat gebruik maakt van een casemanager van MEE is, na een toename gedurende een aantal jaren, in 2005 gestabiliseerd ten opzichte van het voorgaande jaar.


28

Formatie Fte

Consulenten

103,52

Pluspakket

8,28

Overhead

35,71

Totaal

147,51


29


30

Financiële gang van zaken Het jaar 2005 is afgesloten met een positief resultaat van € 419.148,--. Dit resultaat is met name het gevolg van het effectief inzetten van de budgetten.

Het boekjaar 2004 was afgesloten met een positief resultaat van € 402.813,--. Het resultaat in 2005 is daarmee € 16.335,-- hoger dan in 2004. De liquiditeit geeft de mate aan waarin MEE Gelderse Poort, op korte termijn in staat is haar betalingsverplichtingen na te komen. In 2005 is de liquiditeitspositie van MEE Gelderse Poort evenals in 2004, niet onder druk komen te staan en is ultimo 2005 toegenomen in vergelijking met de situatie ultimo 2004.

Van dit resultaat is € 195.416 toegevoegd aan de egalisatiereserve en is € 223.732 toegevoegd aan de bestemmingsreserve huisvestingskosten. De totale baten zijn in 2005 ten opzichte van 2004 gestegen met € 145.801,-- terwijl de lasten toenamen met € 129.466,--.

De verhouding eigen vermogen ten opzichte van totaal vermogen (de solvabiliteit) is ten opzichte van 2004 toegenomen, en daarmee verbeterd.


31

Staat van Baten en Lasten 2005 Werkelijk

Begroting

Werkelijk

2005

2005

2004

€

€

€

6.624.787

6.606.148

6.295.903

869.694

1.085.400

842.155

- overige personeelskosten

237.761

221.615

231.538

- huishoudelijke kosten

114.226

106.316

125.180

- algemene kosten

825.950

829.411

1.028.798

27.878

28.150

23.041

1.205.815

1.185.492

1.408.557

15.056

-

39.271

8.715.352

8.877.039

8.585.886

8.503.565

8.498.907

8.427.845

630.935

378.133

560.854

9.134.500

8.877.040

8.988.699

419.148

0,00

402.813

LASTEN Personeelskosten Huisvestingskosten Materiële kosten

- cliëntgebonden kosten Subtotaal materiële kosten Overige baten en lasten Totaal lasten BATEN Budget aanvaardbare kosten Overige baten Totaal baten Resultaat Bestemming van het resultaat: Toevoeging aan: Egalisatiereserve

195.416

154.359

Bestemmingsreserve huisvestingskosten

223.732

248.454

419.148

402.813


32

Accountantsverklaring Wij hebben de in dit verslag opgenomen staat van baten en lasten van de Stichting MEE Gelderse Poort te Arnhem over 2005 gecontroleerd. De staat van baten en lasten is ontleend aan de door ons gecontroleerde jaarrekening 2005 van de Stichting MEE Gelderse Poort. Bij die jaarrekening hebben wij op 21 april 2006 een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt.

Wij zijn van oordeel dat deze staat van baten en lasten op alle van materieel belang zijnde aspecten in overeenstemming is met de jaarrekening waaraan deze is ontleend. Voor een beter inzicht in de financiële positie en in de resultaten van de stichting alsmede in de reikwijdte van onze controle, dient de staat van baten en lasten te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening, waaraan deze is ontleend, alsmede met de door ons daarbij verstrekte accountantsverklaring.

De staat van baten en lasten is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de stichting. Het is onze verantwoordelijkheid een verklaring inzake de stat van baten en lasten te verstrekken.

Arnhem, 21 april 2006 KPMG Accountants N.V.


33


34

Wie is wie? Bestuur

Mevrouw H. van Rijnbach-de Groot voorzitter

De heer H. J. G. de Beijer secretaris

De heer J. Laffra penningmeester

De heer M. de Bloois vice voorzitter

Mevrouw G. J. Soeter lid

Mevrouw H. van der Weg lid

De heer V. N. van Waterschoot lid

Ondernemingsraad

Jan Halbersma voorzitter

voorzitter

Ad van Doorn

Mevrouw J. van Amerongen

secretaris

lid-regio Nijmegen

Ineke Dicks

De heer J. van Die

penningmeester tot 1-4-2005

Jacqueline Hellegers lid/ penningmeester vanaf 1-4-2005

Leonie Scheers

Management directeur

Angela Bouwmeister

lid-regio Tiel

Mevrouw A. den Hoedt lid- regio Arnhem

De heer E. Harmelink lid-regio Arnhem

lid tot 1-4-2005

Willeke Peeters lid per 1-4-2005

Henriëtte van der Velden lid

Bram Hakkenberg

Cliëntenraad

De heer R. van den Bosch

Lianne Mommers lid

Liesbeth Zwanepol lid

regiomanager Nijmegen

Christien van der Hoff regiomanager Tiel

Joep Verhoeven regiomanager Arnhem

Frank van de Ven adviseur MT


35

De heer B. Krul lid-regio Tiel

De heer M. Roelofs lid-regio Nijmegen

Mevrouw S. van Stuivenberg lid-regio Tiel

Mevrouw S. Alkan lid-regio Nijmegen

Colofon Interviews Eindredactie Foto’s Vormgeving Uitgave

Yvonne Zwikker Jacqueline Alferink Willem Mes en anderen Arnold Wierda juni 2006


36

Gelderse Poort Regiobureau tevens hoofdbureau Arnhem

Trans 6 6811 HR Arnhem Postbus 5232 6802 EE Arnhem T 026 4454151 F 026 4424577 E [email protected] Regiobureau Nijmegen

Einsteinstraat 14 6533 NN Nijmegen Postbus 31140 6503 CC Nijmegen T 024 327 82 78 F 024 323 35 69 E [email protected] Regiobureau Tiel

Jacob Cremerstraat 3 4001 XM Tiel Postbus 47 4000 AA Tiel T 0344 63 80 90 F 0344 63 80 99 E [email protected]

www.meegeldersepoort.nl

Gelderse Poort jaarverslag 2005

Recommend Documents