centrum van innovatie
Hiteq Hiteq, centrum van innovatie, wil komen tot duurzame vernieuwing. Het centrum richt zich daarbij op technische
‘Geld speelt geen rol’ Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
beroepen en opleidingen. Hiteq wil ondernemingen en onderwijsinstellingen met concepten, modellen en visies
Jasper van der Steen
ondersteunen bij het richting geven aan hun strategische beleid en toepassen van innovatie. Daarvoor ontwikkelt het centrum toekomstscenario’s; visies op een toekomst die mogelijk gaat ontstaan.
Opdrachtgever Hiteq, centrum van innovatie Programmaleider Maatschappij Drs. Judith van Heeswijk begeleider en redacteur bijdragen Met bijdragen van Prof. dr. Paul de Beer
Domein Maatschappij
Drs. Rutger Claassen
Januari 2007
Prof. dr. Bernard van Praag
www.hiteq.org
Prof. dr. Ruut Veenhoven Prof. dr. Roos Vonk
‘Geld speelt geen rol’
Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn? Jasper van der Steen Opdrachtgever Hiteq, centrum van innovatie Programmaleider Maatschappij Drs. Judith van Heeswijk begeleider en redacteur bijdragen Met bijdragen van Prof. dr. Paul de Beer Drs. Rutger Claassen Prof. dr. Bernard van Praag Prof. dr. Ruut Veenhoven Prof. dr. Roos Vonk
Domein: Maatschappij Januari 2007
www.hiteq.org
Hiteq Hiteq, centrum van innovatie, wil komen tot duurzame vernieuwing. Het centrum richt zich daarbij op technische beroepen en opleidingen. Hiteq wil ondernemingen en onderwijsinstellingen met concepten, modellen en visies ondersteunen bij het richting geven aan hun strategische beleid en toepassen van innovatie. Daarvoor ontwikkelt het centrum toekomstscenario’s; visies op een toekomst die mogelijk gaat ontstaan. Hiteq doet dat door kennis te ontsluiten, te combineren en te verrijken en werkt daarbij samen met specialisten uit de wetenschap, het onderwijs en ondernemingen. Ontwikkelingen in vernieuwingsgebieden zijn vaak niet in afgebakende domeinen te vangen. Er is samenhang en wederzijdse beïnvloeding. Om enige richting te
-
bepalen, hanteert Hiteq vier domeinen: Maatschappij Onderneming en arbeid Onderwijs Technologie Hiteq zoekt nadrukkelijk de verbanden tussen de domeinen, omdat de ontwikkelingen als geheel van invloed zijn op leren en werken in technische beroepen. Deze Hiteq-publicatie valt binnen het domein Maatschappij.
www.hiteq.org
Inhoudsopgave
1
Inleiding
2
Waarde en waardeoriëntatie
13
3
Welvaart
15
4
Welzijn
17
5
Welvaart versus welzijn
19
6
Verschuivende waarden
23
7
Verschillen tussen bevolkingsgroepen
25
8
Ontwikkelingen
27
9
9
Postmaterialisme
27
Materiële oriëntatie
28
Waarden tegenover gedrag
30
Individualisatie
32
Nieuwe collectieven
34
Globalisering
35
Duurzaamheid
36
Bewustwording
38
System change
39
Rol van de overheid
40
Secularisering en zingeving
41
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
42
Verschuiving van waarden
43
Welvaartsziekten
45
Conclusies
47
Voorwoord
Bijdragen
1
Steeds rijker en toch niet gelukkig? Paul de Beer
51
2
Geluk: Preferentie- en referentiedrift. Bernard van Praag
57
3
Als geld niet gelukkig maakt waarom werken we dan nog zo hard?
‘Wat vind je belangrijker? Een grote auto of een goede gezondheid? Een groot huis of goed contact met je familie? Een flinke spaarrekening of meer vrije tijd?’ Over deze basale keuzes gaat deze verkenning. De keuzes zijn niet nieuw. Het zijn keuzes waar wij in welvarende economieën al decennia of wellicht langer
Ruut Veenhoven
mee te maken hebben. Het zijn keuzedilemma’s die de tegenstelling laten zien 61
tussen materiële en immateriële zaken. Tussen ‘het gaat me voor de wind’ en ‘ik heb een goed leven’, of in meer algemene termen: tussen welvaart en welzijn.
4
De afnemende meeropbrengsten van groei. Rutger Claassen
69
Het gaat om afwegingen waarin individuele waarden een belangrijke rol spelen.
5
Eudaimonia – goede ziel. Roos Vonk
75
Maar vormen dit soort afwegingen eigenlijk wel een dilemma? Moet er per se een keuze gemaakt worden? Of is het zo dat we bij iedere afweging het een net iets meer laten meewegen dan het ander. ‘Zal ik die baan nemen of niet?
Tot slot
81
Bronnen en aanbevolen literatuur
85
kinderen.’ Aan welke waarde hang je het meeste gewicht? – daar gaat het om.
Geïnterviewden en deelnemers aan de expertmeeting
91
Zijn deze individuele gewichten nu maatschappijbreed aan het verschuiven? Daar
Noten
93
Als ik hem neem, ben ik wel meer reistijd kwijt, en heb ik minder tijd met mijn
lijken namelijk meer en meer tekenen voor te zijn. Om een paar voor de hand liggende tekenen te noemen: Nederlanders zijn kampioen deeltijdwerk; steeds meer stedelingen vertrekken naar het platteland; we hebben meer aandacht
Colofon
96
voor onze gezondheid dan ooit; enzovoort. Kijk maar om u heen: iedereen kent mensen die minder zijn gaan werken, of die een carrièreswitch hebben gemaakt. En waarschijnlijk heeft u zelf inmiddels ook een aha-erlebnis. Naast deze gedragsindicaties is er ook meer aandacht voor ons eigen welzijn. Noem het ‘welzijn’, ‘welbevinden’ of ‘geluk’, het komt het laatste jaar veelvuldig terug in media, publicaties en congressen. Niet alleen op een impliciete manier – zoals in tv-programma’s over mensen die een bed and breakfast beginnen in Italië– maar ook expliciet in krantenartikelen en wetenschappelijke publicaties. De laatste bevestiging voor serieuze aandacht voor dit onderwerp is de jaaruitgave van het Sociaal en Cultureel Planbureau die in 2007 geheel gewijd is aan het thema geluk. We hebben meer en meer oog voor ons eigen welbevinden. Opmerkelijk aan de discussie over dit onderwerp tot nu toe is dat het vaak gaat over hoe we gelukkig worden. Maar het antwoord zit in het proces. De verandering zit namelijk niet in het vergroten van ons geluk, maar in het bewust bezig zijn met ons welzijn of geluk.
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
De vraag die aan deze verkenning ten grondslag ligt is of er in onze waarde
1 Inleiding
oriëntatie een verschuiving plaatsvindt van welvaart naar welzijn. In deze verkenning worden de factoren die van invloed zijn op die welzijnswaarde of die
‘The economics of the future are somewhat different. You see, money doesn’t
welzijnswaarde vormgeven, geïnventariseerd en onderzocht.
exist in the 24th century. The acquisition of wealth is no longer the driving force in our lives. We work to better ourselves and the rest of humanity.’
Met deze verkenning wil Hiteq meer zicht krijgen op de toekomstige samenleving.
(Capt. Jean-Luc Picard, in: StarTrek: First Contact)
Wanneer we weten of en met welke factoren welzijn in de toekomst vorm krijgt, kunnen we ook nadenken over de mogelijke gevolgen.
Economische groei en ontwikkeling is het adagium van onze westerse samen
Hoe staan wij in onze carrière wanneer het streven naar materiële waarden van
leving. Alle plannen en scenario’s hebben één premisse: we moeten groeien.
minder belang wordt? Wordt Nederland een renteniersstaat, of zijn we dat al?
Maar willen we inderdaad steeds meer economische welvaart?
Hoe motiveer je werknemers in zo’n samenleving? En welke eisen stellen we dan
De individualisering kenmerkt zich steeds meer door een hedonistische zucht
aan ons onderwijs?
naar groei. We willen meer, en wel nu! Maar deze ontwikkeling heeft ook een
Deze verkenning is voer voor toekomstscenario’s die deze onderwerpen
tegenontwikkeling: bewustzijn van de eindigheid van onze omgeving en van de
behandelen.
duurzaamheid van onze omgeving. Er ontstaat een hang naar authenticiteit. Ook zijn jongere generaties zich meer en meer bewust van hun verantwoordelijkheid voor hun omgeving. En door verdere internationalisering worden we gedwongen om te kijken naar de houdbaarheid van onze omgeving. We kunnen onze ogen niet meer sluiten voor ontbossing en bodemerosie in andere continenten; we worden voortdurend met de beelden geconfronteerd, we zitten erbovenop. We zijn wat dit betreft wereldburgers, medeverantwoordelijk voor wat elders gebeurt. Er is een grotere hang naar zingeving. Keuzes worden gemaakt op basis van andere waarden: ‘Draagt het bij aan mijn welzijn en het welzijn van mijn omgeving?’ ‘De beste samenlevingen zijn die waar mensen het meest gelukkig zijn, niet waar de economische groei het hoogst is.’ (Richard Layard) Hiteq heeft een verkenning gemaakt naar ontwikkelingen en toekomstbeelden waarin economische welvaart steeds minder de drijfveer is achter menselijk handelen. Wat als geld geen rol meer speelt in ons leven? Wat als consumptie goederen niet meer de objecten zijn van onze wensen? Wat als bezit niet langer een algemeen streven is? En concreter: Hoe ziet Nederland er over ongeveer twintig jaar uit wanneer de waardeoriëntatie op welzijn in verhouding groter wordt dan die op welvaart? Om te komen tot mogelijke antwoorden op deze vragen, is eerst een brede verkenning nodig naar de factoren die een rol spelen bij zo’n verschuiving van waardeoriëntaties in een samenleving. Daarom deze publicatie. De verkenning is uitgevoerd door Jasper van der Steen, in het kader van een
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
stage voor de studie Culturele Antropologie. Eerst is een uitgebreide literatuur
Het tweede deel van deze publicatie bestaat uit een vijftal bijdragen van
verkenning gedaan. Op basis hiervan is een topiclijst opgesteld voor de interviews
wetenschappers. Zij buigen zich over de vraag waarom meer rijkdom, meer
en vervolgens zijn respondenten geselecteerd en geïnterviewd. Als leidraad
materiële welvaart zo weinig lijkt bij te dragen aan ons welzijn en geluk. Deze
voor de verkenning en de interviews golden de volgende vragen: Wat is er in
vraag was het thema van het symposium ‘Steeds rijker en toch niet gelukkig?’,
de literatuur geschreven over de verschillende aspecten van welbevinden?
gehouden in De Burcht in Amsterdam op 11 december 2006.
Hoe zien de respondenten de verhouding tussen een economische focus in de samenleving en een focus op welbevinden? Wat zijn de indicatoren van een waardeoriëntatie op welzijn? Welke factoren/ontwikkelingen dragen bij aan de totstandkoming van een dergelijke waardeoriëntatie?
-
De dynamiek van een maatschappij opdelen in verschillende maatschappelijke ontwikkelingen is een zelfde exercitie als de menselijke psyche opdelen in ‘thema’s’. De vele wetenschappelijke bewoordingen lijken al snel af te dwalen van datgene wat er echt aan de hand is en van het onderwerp van de studie,
Initiatiefnemer Paul de Beer gaat in op de vraag welke factoren bijdragen aan ons geluk? De econoom Bernard van Praag legt uit hoe geluk als economisch fenomeen te benaderen en te onderzoeken is. Ruut Veenhoven, vaak aangeduid als ‘de geluksprofessor’, gaat in op de vraag waarom we nog steeds zo hard werken, ook al leidt inkomensgroei niet tot meer
-
welzijn en geluk. Rutger Claassen plaats het fenomeen geluk in filosofisch perspectief. Roos Vonk, tot slot, legt vanuit psychologische invalshoek uit waarom een mens
namelijk datgene wat mensen in het leven belangrijk vinden. Een proces als
wel of geen geluk ervaart; bovendien wijst zij erop dat de individuele toestand van
individualisatie lijkt objectief en abstract, maar verwijst naar een subjectieve
geluk in feite gelijkblijvend is en altijd weer naar een bepaald niveau terugkeert.
realiteit: het individu dat meer vrijheid wil om het leven naar persoonlijke inzichten
Dit onderschrijft de aanname van dit onderzoek dat niet het bereiken en streven
in te richten. De vele maatschappelijke ontwikkelingen beschreven in dit verslag
naar meer geluk de daadwerkelijke maatschappelijke verandering is, maar dat
duiden vooral op menselijke behoeften en worden vervolgens gerationaliseerd
het bewustzijn over ons welbevinden en kwaliteit van leven leidt tot andere
naar processen die een samenleving ondergaat. Waardeoriëntaties kunnen niet
afwegingen en keuzes.
gezien worden als een bewuste eigenschap van personen. Maar ze vormen wel een manier om de prioriteiten die mensen stellen te definiëren en te verklaren. Een mogelijke verschuivende waardeoriëntatie van welvaart naar welzijn is een behoorlijk abstract gegeven. De verschillende begrippen uit de vraagstelling vereisen nadere toelichting en uitleg. Wat is eigenlijk een ‘waardeoriëntatie’? En wanneer spreken we van ‘welvaart’ en wanneer van ‘welzijn’? Is ‘welbevinden’ gelijk aan ‘welzijn’? En hoe verhoudt ‘welzijn’ zich tot ‘geluk’? In de hoofdstukken 2 t/m 7 van deze publicatie volgt een uitleg van deze begrippen en worden verschillende manieren om ze te duiden tegen het licht gehouden. Vervolgens worden in hoofdstuk 8 de verschillende ontwikkelingen naar voren gebracht die een rol spelen bij een waardeoriëntatie op welbevinden. Uit inter views en een literatuurverkenning zijn een aantal ‘sleutelfactoren’ naar voren gekomen die nader worden beschouwd. Per onderwerp komen verschillende visies tot uiting. De bevindingen dienen niet als ‘volledig’ te worden gezien, maar kunnen worden gebruikt als uitgangspunt voor een verdere exploratie van het onderwerp en de mogelijke implicaties voor de toekomst. De conclusies van deze verkenning zijn opgenomen in hoofdstuk 9. 10
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
11
2 Waarde en waardeoriëntatie Waardeoriëntatie duidt op een gevoel. Niemand staat stil bij ‘wat voor waardeoriëntatie heb ik?’, maar iedereen heeft bepaalde voorkeuren en behoeften die voortkomen uit datgene waar men belang aan hecht. Een waardeoriëntatie wordt vormgegeven door de waarden die men nastreeft. Waarden zijn duidelijk gedefinieerd in de literatuur. Schwartz (1994)1 omschrijft waarden als ‘desirable goals, varying in importance, that serve as guiding principles in people’s lives’. Dat aan bepaalde waarden meer belang wordt gehecht dan aan andere, duidt op een bepaalde waardeoriëntatie. Vaak wordt dit belang gevormd door een behoefte, een gemis of een (her)waardering van specifieke aspecten van het leven. Waardeoriëntaties bepalen het keuzegedrag van mensen: ze fungeren als leidraad bij het maken van keuzes en bij het afwegen van alternatieven. Bovendien zijn waardeoriëntaties aan verandering onderhevig. Waar waarden –volgens verschil lende auteurs– min of meer stabiel blijven in een leven, zijn waardeoriëntaties in hogere mate afhankelijk van de tijdsgeest en van omgevingsfactoren. Een focus op economische welvaart kan bijvoorbeeld plaatsmaken voor een focus op gezinswaarden. Deze verkenning richt specifiek de aandacht op enerzijds een waardeoriëntatie waarbinnen ‘welvaart’ leidend is en anderzijds een waardeoriëntatie waarbinnen ‘welbevinden’ leidend is. Een dergelijk onderscheid komt herhaaldelijk naar voren in de categorisering van waardeoriëntaties. Yankelovich (1985)2 maakt het onderscheid tussen ‘sustenance’, ‘materialism’ en ‘expressivism’, waarbij hij uitgaat van een universele ontwikkeling richting het laatste. Een dergelijke visie is ook te vinden bij Inglehart3, die uitgaat van een ontwikkeling van materialisme naar postmaterialisme. Onderzoeksbureau Motivaction4 maakt op eenzelfde wijze onderscheid tussen een traditionele, een moderne en een postmoderne waardeoriëntatie. Een traditionele waardeoriëntatie legt nadruk op het behouden van oude instituties en systemen. Een moderne waardeoriëntatie kenmerkt zich door de nadruk op bezit en comfort. En een postmoderne waardeoriëntatie legt de nadruk op zelfontplooiing en dynamiek.
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
13
De waardeoriëntatie op welvaart, die deze verkenning hanteert, legt net
3 Welvaart
als Motivaction’s ‘moderne’ oriëntatie de nadruk op bezit, comfort en bestedingsruimte. De oriëntatie op welbevinden legt de nadruk op onder andere
‘Welvaart’ kan worden opgevat in ruime zin en in nauwe zin. In ruime zin als
zelfontplooiing, gemeenschapszin, natuur en milieu en zingeving. Het onderscheid
een common sense-definitie, waarbij welvaart is ‘datgene wat het leven van
kan ook worden omschreven als het verschil tussen ‘kwantiteit’ en ‘kwaliteit’.
de mens verrijkt’, of ‘de mate waarin behoeften kunnen worden bevredigd’.5 Maar wanneer er een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘welvaart’ en ‘welbevinden’ dient een nauwere betekenis van welvaart te worden opgevat. Hier wordt onder ‘welvaart’ enkel economische welvaart verstaan. Dus: ‘de mate van economische vrijheid, waarin materiële wensen kunnen worden bevredigd en waarin goederen en diensten beschikbaar en te veroorloven zijn’. In deze betekenis staat ‘welvaart’ voor de afwezigheid van absolute armoede en voor de mogelijkheid om zowel in primaire als secundaire behoeften te kunnen voorzien en luxegoederen en -diensten aan te schaffen. Een waardeoriëntatie op welvaart is er een die zich richt op de omvang van de bestedingsruimte. Welvaart is uiteraard relatief, zelfs in de hierboven omschreven economische zin. Layard6 heeft aangetoond dat de economische behoeften van mensen even redig meegroeien met het inkomen. Voor rijke mensen is er een veel grotere bestedingsruimte nodig dan voor armen om een gevoel van economische welvaart te ervaren.
14
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
15
4 Welzijn Net als ‘welvaart’ is ‘welzijn’ of ‘welbevinden’ een ruim begrip. ‘Welzijn’ kan zowel subjectief als objectief worden opgevat. In subjectieve zin duidt het op ‘de mate waarin een individu geluk en tevredenheid ervaart’. Dit is de gevoelsmatige dimensie van welzijn, die overeenkomt met de term ‘geluk’. In objectieve zin duidt ‘welbevinden’ op een positieve waardering van de leefomgeving. Deze positieve waardering hangt onder andere samen met het niveau van welvaart en vrijheid en met zowel de sociale als de fysieke inrichting van de samenleving. Ruut Veenhoven heeft veel onderzoek verricht naar zowel objectief als subjectief welbevinden. Volgens hem wordt welbevinden in hoge mate bepaald door het soort samenleving waarin mensen leven. De kwaliteit van een samenleving wordt onder andere bepaald door de kansen die die samenleving de inwoners biedt en door de feitelijke sociaal-maatschappelijke omstandigheden. In een welvarende, democratische samenleving ervaart men bijvoorbeeld meer welbevinden dan in een arme dictatuur. In deze verkenning is ‘welzijn’ een overkoepelend begrip dat zowel ‘geluk’ als ‘quality of life’ omvat. Waar mensen zich in een samenleving op oriënteren heeft voor een groot deel te maken met datgene waar zij gelukkig van worden. Geld maakt tot op zekere hoogte gelukkig; dus is het niet gek dat mensen zich oriënteren op economische welvaart. Daarnaast spelen sociale, psychologische en politieke omstandigheden een rol bij de geluksbeleving. Een zekere oriëntatie op niet-economische bronnen van welzijn is dus ook altijd aanwezig. Individueel geluk wordt sterk bepaald door de samenleving waarin iemand leeft. Deze samenhang is intensief onderzocht door Ruut Veenhoven.7 Hoe meer mogelijkheden een samenleving biedt, des te gelukkiger zijn de inwoners. Ook geldt over het algemeen dat mensen in rijkere landen (landen met een hoog bnp) tevredener met het leven zijn dan mensen in armere landen. Verder lijkt individualisering een positief effect te hebben op het welbevinden van burgers. Frey en Stutzer8 hebben aangetoond dat hoe democratischer en meer gedecentraliseerd een land is, hoe gelukkiger de inwoners zijn.9 Uiteenlopend onderzoek heeft aangetoond dat de gemiddelde ‘tevredenheid met het leven’ in een land niet per definitie toeneemt met het stijgende inkomen. ‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
17
Daartegenover staat dat landen met een hoog bnp gemiddeld ‘gelukkigere’
5 Welvaart versus welzijn
inwoners kennen. Echter, boven een bnp van ongeveer $ 10.000 lijkt het positieve effect van inkomensstijging zo goed als verdwenen. Deze bevinding ondersteunt
Economische welvaart en welzijn staan natuurlijk niet rechtlijnig
de hypothese dat mensen zich na het bereiken van bepaald welvaartsniveau in
tegenover elkaar. Enerzijds is uit onderzoek gebleken dat niet-
toenemende mate gaan oriënteren op niet-economische zaken.
economische beweegredenen voor gedrag veel voorkomen in welvarende landen. Anderzijds draagt economische welvaart onmiskenbaar bij aan
Een waardeoriëntatie op welzijn uit zich in het streven naar een verbetering
kwalitatieve verbeteringen in een samenleving. Het exploiteren van
van de quality of life. ‘Quality of life’ wil zeggen: ‘verrijking van het leven, zowel
schone energiebronnen kost geld; men moet het zich kunnen veroorloven
op individueel vlak (een gezond en zinvol leven) als op gemeenschappelijk vlak
tijd te besteden aan verbetering van de leefomgeving in plaats van aan
(een goede leefomgeving en het welbevinden van zowel de directe als indirecte
het voorzien in het levensonderhoud. Of zoals onlangs door econome
omgeving)’. Quality of life heeft dus betrekking op hoe de samenleving is
Deirdre McCloskey naar voren is gebracht: kapitalisme leidt tot liefde en
ingericht, hoe mensen zich in een samenleving gedragen en hoe het eigen leven
samenwerking.10 Het is aannemelijk dat in welvarende westerse landen
wordt vormgegeven. Wanneer men streeft naar meer quality of life, streeft men
als Nederland, economische welvaart een bron is van liefdadigheid,
naar een verbetering op deze punten.
milieubewustzijn, solidariteit en maatschappelijke verantwoording. Welvarende samenlevingen beschikken over de middelen om de quality of
Quality of life is afhankelijk van culturele waarden en sociaal-economische
life van de leden te verbeteren.
condities. In een welvarend land als Nederland gaat het dan met name om dingen die verdergaan dan materiële welvaart. ‘Nog meer geld’ draagt immers maar in
Onderzoek van onder andere Veenhoven11 heeft uitgewezen dat economische
beperkte mate bij aan de kwaliteit van het leven als er al sprake is van een hoog
welvaart tot op zekere hoogte een bron is van geluk. Het spreekt voor zich dat
welvaartsniveau. In arme landen, echter, heeft quality of life wel betrekking op het
mensen die dagelijks niet voldoende te eten hebben minder tevreden zijn met
welvaartsniveau, omdat fysieke middelen en behoeften er dan in hoge mate toe
hun leven dan mensen die wel in hun primaire levensbehoeften kunnen voorzien.
doen. Quality of life heeft dus betrekking op datgene wat een samenleving en het
De relatie tussen welvaart en geluk uit zich echter wel in een curve van ‘marginaal
leven van een individu in die samenleving kan verbeteren.
nut’, waarbij elke nieuwe verhoging van het relatieve inkomen in steeds mindere mate bijdraagt aan de geluksbeleving. Na een bepaald niveau van economische welvaart is er nauwelijks meer een stijging van de geluksbeleving. Een toename in inkomen is waardevol wanneer deze mensen uit fysieke armoede haalt. De toename in geluk veroorzaakt door toename in inkomen is groter naarmate men armer is en steeds kleiner naarmate men rijker is.12 In rijkere samenlevingen heeft welvaart dus een beperkt effect op welzijn. Dat heeft verschillende oorzaken. Ten eerste treedt gewenning op: een bepaald welvaartsniveau wordt gauw als vanzelfsprekend ervaren. Ten tweede wordt welvaart gemeten in relatie tot de welvaart van anderen: men ervaart pas ‘welvarend’ te zijn als men op z’n minst net zoveel heeft als anderen in de directe sociale omgeving. Bovendien worden mensen in de moderne westerse samenleving voortdurend aangespoord om nieuwe producten aan te schaffen en ‘niet tevreden te zijn’ met wat ze hebben. Volgens sommige theoretici draagt welvaart zelfs negatief bij aan algemeen welbevinden. Welvaart wordt over
18
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
19
het algemeen benaderd als onderdeel van het algeheel welbevinden van een
Waardeoriëntatie op welzijn
samenleving. Wanneer mensen bij de invulling van het leven en het streven naar geluk Het bevorderen van de welvaart (een toenemende economische groei) is de
minder rekening houden met economische omstandigheden, maar meer met
motivatie achter veel politieke besluiten en achter veel individueel gedrag.
niet-economische, vaak immateriële aspecten van het leven, dan duidt dit op
Maar het is duidelijk dat absolute welvaart, vooral in een welvaartsstaat als
een waardeoriëntatie op welbevinden. Een dergelijke waardeoriëntatie laat
Nederland, weinig bijdraagt aan welbevinden, en zelfs het risico in zich draagt het
mensen kiezen voor de verbetering van sociale aspecten in hun omgeving, ook
welbevinden in de maatschappij aan te tasten. Vandaar dat er een (wellicht steeds
al zou dat ten koste gaan van economische welvaart. De invloed van bezit en
explicietere) behoefte bestaat aan andere zaken die bijdragen aan welbevinden:
bestedingsruimte op de kwaliteit van het leven is, zoals is aangetoond, beperkt.
sociale verbondenheid, veiligheid, een schone leefomgeving, natuur, rust, ruimte,
Vanzelfsprekend wordt het leven van individuen ook positief beïnvloed door
zorg, enzovoort.
sociale banden, creatieve en spirituele ontplooiing, een schone leefomgeving en veiligheid. Terecht maakt men zich binnen samenlevingen daarom zorgen over het gebrek aan sociale cohesie en over vervreemding, vervuiling van de
Waardeoriëntatie op welvaart
leefomgeving, milieuvervuiling en criminaliteit op straat.
Hoewel is aangetoond dat de meerwaarde van economische groei afneemt
Bij een waardeoriëntatie op welzijn zijn het vooral de leefbaarheid van de
naarmate het welvaartsniveau stijgt, streven de meeste mensen in welvarende
omgeving en een gewaardeerde invulling van het eigen leven die centraal staan.
samenlevingen naar meer economische rijkdom dan ze al hebben. Wanneer
Quality of life staat dus centraal bij een waardeoriëntatie op welzijn. Men kijkt
bij de invulling van het leven en het streven naar goede, ‘gelukkige’ levens
naar datgene wat op individueel, lokaal en mondiaal vlak de kwaliteit van het leven
omstandigheden vooral economische omstandigheden worden overwogen,
kan verbeteren. Daarbij komen economische afwegingen op de tweede plaats.
duidt dit op een waardeoriëntatie op welvaart.
Verbeterde sociale en ecologische omstandigheden en een verdieping van de eigen belevingswereld verrijken het leven.
Volgens Layard houdt deze oriëntatie zichzelf in stand. Een achteruitgang in welvaart wordt als zeer vervelend ervaren, ook al leidt deze in eerste instantie niet tot schrijnende situaties. Mensen kunnen moeilijk wennen aan een lagere levensstandaard. Daartegenover staat dat mensen een stuk gemakkelijker wennen aan een hogere levensstandaard. Deze wetmatigheid zorgt ervoor dat men continu probeert de levensstandaard te verhogen en koste wat het kost een achteruitgang tracht te voorkomen. Een tweede wetmatigheid zorgt er voor dat mensen meer willen dan ze al hebben: men streeft vooral naar datgene wat anderen hebben. We willen ongeveer dezelfde levensstandaard handhaven als die van onze buren, of een betere. We spiegelen ons vaak aan mensen die een net iets hogere levensstandaard hebben. In de huidige samenleving steken we veel energie in het verkrijgen van geld en bezittingen. Mensen streven naar een comfortabel en gelukkig bestaan door middel van het verdienen en uitgeven van geld. De samenleving is door dit gedrag ingericht op werken, geld verdienen en consumeren en niet op andere aspiraties. 20
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
21
6 Verschuivende waarden Verandering van waarden en waardeoriëntatie is een moeilijk grijpbaar fenomeen. Het spreekt voor zich dat wat voor mensen belangrijk is in het leven en aan welke zaken zij prioriteit geven, met de tijd kan veranderen. Deze verschuiving heeft een aantal oorzaken. In eerste instantie is er een verandering in behoeften. Maslow’s ‘hierarchy of needs’ of ‘armoedepiramide’ is hierop van toepassing. Mensen hechten het meeste belang aan datgene waar een tekort aan is. Daarnaast is er de verandering in het socialisatieproces dat elke nieuwe generatie ondergaat. Mensen worden opgevoed met bepaalde waarden, die ze internaliseren of waar ze zich tegen afzetten. Hieruit komt een waardering van specifieke aspecten van het leven voort. En er zijn maatschappelijke omstandigheden, zoals welvaart en milieuvervuiling, die de attitudes van mensen veranderen. Volgens De Moor13 blijven waarden binnen de levensloop van een individu min of meer constant, maar is de waardeoriëntatie (de mate waarin aan bepaalde waarden belang wordt gehecht) veranderlijk. Verschuiving van waardeoriëntatie is duidelijk zichtbaar in de verschillen tussen generaties. Generaties worden gevormd onder specifieke historische omstandigheden en ze hebben specifieke kenmerken op het gebied van levensloop, waarden en gedrag. Binnen een generatie is er een bepaalde cultuur en een bepaalde vorm van organisatie. De verschillende maatschappelijke condities waaraan verschillende generaties onderhevig zijn, zijn van invloed op waardeoriëntaties. Een verschuiving van (materiële) welvaartswaarden naar (immateriële) welzijns waarden is wetenschappelijk aangetoond door Inglehart aan de hand van de World Values Survey.14 Inglehart stelt dat wanneer individuen en samenlevingen erin slagen om alle basisbehoeften te bevredigen, ze in toenemende mate prioriteit geven aan de postmaterialistische waarden van gelijkheid, tolerantie en zelfontplooiing. In het kader van de World Values Survey zijn de waarden van verschillende landen met elkaar vergeleken. Landen onderscheiden zich van elkaar op twee dimensies: een schaal van ‘traditioneel’ naar ‘seculier-rationeel’ en een schaal van ‘overlevingswaarden’ naar ‘zelfexpressieve waarden’. Volgens Inglehart heeft modernisatie als gevolg dat binnen samenlevingen de seculier-rationele waarden en de zelfexpressieve waarden zich in toenemende mate ontwikkelen. ‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
23
Opvallend is dat de meeste West-Europese landen en Scandinavië het hoogst
7 Verschillen tussen bevolkingsgroepen
scoren op de postmaterialistische waarden. Volgens Inglehart schuiven de waarden in moderne ‘westerse’ samenlevingen steeds verder in de richting van
Bij het bepalen van waardeoriëntaties op nationaal niveau komen al snel
het postmaterialisme. Dit zou dus duiden op een aanhoudende verschuiving van
verschillen tussen bevolkingsgroepen aan het licht. Diverse organisaties
waardeoriëntaties in de richting van een focus op welbevinden in plaats van in de
hebben op basis van onderzoek de Nederlandse bevolking ingedeeld in
richting van een focus op welvaart.
segmenten naar verschillen in waardeoriëntatie. Een van de bekendste van deze segmentaties is van het onderzoeksbureau Motivaction en staat
Postmaterialisme geldt natuurlijk niet als de enige basis voor een focus op
bekend als het ‘Mentality-model’. Dit model onderscheidt acht sociale
quality of life. Een dergelijke focus is juist sterk aanwezig in veel traditionele,
milieus, die verschillen in onder andere keuzegedrag, wereldbeeld en
vaak religieus georiënteerde, samenlevingen. Een sprekend voorbeeld van dit
idealisme.17
type samenlevingen is Bhutan. Dit land profileert zich internationaal door in de politieke, economische en culturele besluitvorming niet uit te gaan van het
Het blijkt dat bij sommige sociale milieus meer sprake is van een waardeoriëntatie
Bruto Nationaal Product, maar van het Bruto Nationaal Geluk. Dit onderscheid
ten opzichte van welzijn dan bij andere. Opvallend is dat bij twee ogenschijnlijk
belichaamt in zekere zin het onderscheid dat in dit onderzoek wordt gemaakt
‘tegenstrijdige’ sociale milieus er een relatief grote focus bestaat op immateriële
tussen een welvaartsfocus en een welzijnsfocus. Het concept Bruto Nationaal
zaken ter bevordering van het welzijn. Zowel mensen die traditioneel en religieus
Geluk (BNG) is ontstaan vanuit het Boeddhisme. Het verlichten van het innerlijk,
zijn ingesteld als mensen die progressief en ‘seculier’ zijn ingesteld, leggen de
of de menselijke natuur, is in Bhutan een grotere opdracht dan het controleren
nadruk op immateriële aspecten van het leven. Bij de ‘traditionelen’ is er een
en exploiteren van de natuur en het manipuleren van de wereld voor individuele
nadruk op gemeenschapswaarden en solidariteit en een afkeur van overmatige
of nationale inkomsten. Vanuit deze visie is armoede niet zozeer het ontbreken
consumptie. Bij de ‘progressieven’ is er eerder sprake van postmaterialisme en
van fysieke levensbehoeften, maar in feite het falen van relaties, die versterkt
bewustwording van een kwetsbare wereld.
en verbeterd kunnen worden met behulp van waarden en normen binnen instituties.15 Voor de Bhutanese overheid gaan een gezonde leefomgeving, sterke
Het is dus moeilijk om iets te zeggen over de verschuiving van waarden in
gemeenschapsbanden en culturele eigenheid voor op economische welvaart.
Nederland wat op zou gaan voor alle lagen van de bevolking. Wel is het mogelijk
(Een groot deel van de bevolking ambieert echter de ‘westerse’ welvaart.16)
om te bestuderen of bepaalde segmenten relatief in omvang afnemen of toenemen. Toekomstig onderzoek zou ook kunnen uitwijzen dat bijvoorbeeld duurzaamheidswaarden zich manifesteren bij segmenten die nu nog niet als ‘duurzaam’ te boek staan. Niemand zal zich bewust ‘postmaterialist’ of ‘traditioneel’ noemen. De verschil lende bevolkingssegmenten geven de verschillende prioriteiten weer die onder de mensen bestaan. Sommigen voelen een behoefte aan zaken die niets met materiele rijkdom te maken hebben, anderen hebben juist behoefte aan die materiële zaken. Sommigen hebben de behoefte om over alles een eigen mening te vormen en stellen het eigen belang voorop, anderen hebben juist behoefte aan richtlijnen van een instituut en een gemeenschappelijk doel. Bij waardeoriëntaties gaat het vooral om ‘gevoelens’ en overtuigingen in plaats van om rationele overwegingen. Mensen hechten belang aan bepaalde zaken,
24
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
25
en dat heeft een bepaalde achtergrond. Vaak heeft dit te maken met een
8 Ontwikkelingen
behoefte aan datgene waar men een tekort aan beleeft. Maar vaak ook wordt een waardeoriëntatie bepaald door datgene wat door verschillende instanties in de
Doel van het onderzoek is het identificeren van ontwikkelingen die een rol
samenleving onder de aandacht wordt gebracht.
spelen bij een verschuiving naar een maatschappelijke focus op welzijn. Uit de interviews en de literatuurverkenning zijn een aantal ‘sleutelfactoren’ naar voren gekomen die in dit hoofdstuk nader worden beschouwd. Per onderwerp komen verschillende visies tot uiting. De bevindingen dienen niet als ‘volledig’ te worden gezien, maar kunnen worden gebruikt als uitgangspunt voor een verdere exploratie van het onderwerp en de mogelijke implicaties voor de toekomst.
Postmaterialisme Een van de eerste overkoepelende begrippen die uit de verkenning naar voren kwam, was ‘postmaterialisme’: ‘de manifestatie van waarden die geen betrekking meer hebben op bestaanszekerheid, maar op kwalitatieve verrijking van het leven’. Waar men na de Tweede Wereldoorlog voornamelijk was georiënteerd op het tot stand brengen van materiële welvaart, begon men in de jaren zestig en zeventig te focussen op immateriële zaken, zoals creatieve zelfontplooiing en behoud van het milieu. Deze verschuiving van waarden wordt onder andere verklaard door Maslow’s ‘hierarchy of needs’: mensen oriënteren zich op datgene wat relatief schaars is. De waardeoriëntatie van het individu weerspiegelt de sociaal-economische omstandigheden. Postmaterialisme wijst als zodanig op een aanvulling van materiële waarden. ‘Mensen die in relatieve welvaart opgroeien krijgen te maken met “higher needs”, behoeften die te maken hebben met de quality of life.’ (Loek Halman). Dit impliceert dat zodra het economisch slechter gaat met een samenleving, het nastreven van die ‘higher needs’ afneemt. De toename van het belang van postmaterialistische waarden is een proces dat zich in elke postindustriële maatschappij voltrekt: ‘The historically unprecedented degree of economic security experienced by the post war generation in most industrial societies was leading to a gradual shift from “materialist” values (emphasizing economic and physical security above all) toward “post materialist” priorities (emphasizing self-expression and the quality of life).’ (Ronald Inglehart) 26
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
27
‘Landen maken een overgang door van “overleven” naar “postmoderniteit” of “postmaterialisme”, waarbij de nadruk steeds meer wordt gelegd op de “kwaliteit van het leven”.’ (Loek Halman) De nadruk wordt minder gelegd op economische groei en profits. Post materialistische waarden zorgen ervoor dat individuen en besturen aandacht besteden aan zingeving en creatieve ontwikkeling. Deze waarden worden nagestreefd zolang aan alle fysieke behoeften is voldaan. De vraag is hoe een dergelijke postmaterialistische waardeoriëntatie zich in de nabije toekomst verder zal ontwikkelen. Zullen waarden van quality of life de inrichting van de samenleving veranderen? Naarmate landen rijker worden, worden waarden van zelfexpressie en autonomie belangrijker geacht. Maar zullen mensen ook bereid zijn een deel van hun welvaart in te leveren ten behoeve van individueel en collectief welbevinden? Het concept postmaterialisme gaat ervan uit dat zaken als een schone leef omgeving, het steunen van goede doelen en creatieve zelfontplooiing van toenemend belang zijn naarmate landen ‘moderniseren’. Mensen in een arme samenleving zullen in veel mindere mate stilstaan bij dit soort zaken. Materiële welvaart is een vereiste voor een postmaterialistische waardeoriëntatie. Anderzijds worden waardeoriëntaties niet alleen bepaald door de economische condities in een samenleving. Het kan ook andersom: juist cultureel bepaalde waarden zijn van invloed op de (sociaal)economische situatie van een samen leving. Er zijn samenlevingen waarin sociale cohesie, culturele eigenheid of het voortbestaan van een ecosysteem sinds jaar en dag prioriteit krijgen boven de accumulatie van geld en bezit.
Materiële oriëntatie In tegenstelling tot het beeld van toenemend postmaterialisme komt in de verkenning ook naar boven dat de huidige samenleving meer materieel georiënteerd is dan die van omstreeks dertig jaar geleden. Toen was er meer aandacht voor het milieu en werden collectieve afspraken gemaakt om het aantal werkuren te verminderen. De afgelopen decennia is men juist meer gaan werken. Paul de Beer, hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit 28
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
29
van Amsterdam, betwist dat men in de samenleving minder materialistisch
mensen behoefte aan hebben strookt vaak niet met hun daadwerkelijke gedrag.
georiënteerd is geworden. De aandacht voor economische groei is wellicht zelfs
Enerzijds blijkt uit onderzoek (21minuten.nl) dat de meerderheid van de Neder
groter geworden sinds de jaren zeventig.
landse bevolking verlangt naar rust, meer vrije tijd en soberheid. Het lijkt alsof men de eindeloze mogelijkheden tot consumeren beu is. Anderzijds worden
‘Blijkbaar vindt men dat men in de eerste plaats meer in de portemonnee moet
mensen door elkaar, door media en commercie en door de overheid, opgejaagd
overhouden, en als er dan nog wat overblijft mag de overheid daar dingen mee
om meer te werken, meer te consumeren en meer geld te verdienen. Wie een
doen die het welzijn ten goede komen. Daar lijkt toch weer het private particuliere
uitdagende functie wil bekleden binnen het bedrijfsleven dient zich toe te leggen
inkomen van mensen voorop te staan. … Ik heb sterk het gevoel dat men nu
op een meer dan 40-urige werkweek. De televisie toont beelden van ‘(young)
eerst wil zorgen dat er economische groei is, en alleen dan kunnen we ons
urban professionals’ die zich alles kunnen veroorloven en van beroemdheden met
permitteren meer te doen aan milieu- en natuurbehoud.’
de meest luxueuze consumptiegoederen. De overheid hamert op het volhouden
(Paul de Beer)
of overtreffen van de huidige economische groei, vanuit een angst om achter te blijven bij de rest van Europa.
Hij staat in deze opvatting niet alleen. Ook Loek Halman, socioloog aan de Universiteit van Tilburg, wijst op de geringe waardeverschuiving onder de
Gedrag wordt niet alleen bepaald door aangeleerde waarden. Sociale druk, beeld
Nederlandse bevolking: zodra de economie inzakt, komen natuur, milieu en de
vorming, de angst om achterop te raken en loss aversion beïnvloeden gedrag in
mogelijkheden tot zelfontplooiing als eerste in het geding.
belangrijke mate.
De overheid lijkt een grote vinger in de pap te hebben als het gaat om de materiële focus van de Nederlandse bevolking. Als de overheid zelf economische
‘Iedereen is ontzettend bezorgd over het milieu, maar niemand doet iets. Daar zie
groei voorop stelt en minder aandacht besteedt aan bijvoorbeeld het milieu of
je dus dat de relatie tussen gedrag en waarden niet sterk is. Het is moeilijk om
spirituele ontwikkeling, zullen deze zaken ook minder onder de aandacht komen
bepaalde waarden om te zetten in gedrag, als je in een samenleving leeft met
van de bevolking.
velen.’ (Loek Halman)
Een waardeoriëntatie op welvaart wordt ten dele in stand gehouden door groeps druk in de samenleving, ook wel aangeduid als de ‘ratrace’. Men heeft lange
Ook globalisering draagt bij aan een blijvende economische focus in de
tijd gestreefd naar het verhogen van de levensstandaard en het lijkt erop dat dit
samenleving. Men heeft het gevoel te moeten concurreren met opkomende
streven zichzelf in stand houdt. Er is een economisch systeem ontstaan dat alle
economieën als India en China en om voor te moeten blijven lopen op andere
leden van de samenleving ertoe aanzet om te blijven consumeren en produceren.
Europese landen. De overheid voedt dit gevoel. De invloed van globalisering op
Van belang hierbij is ook de individuele gelukservaring. Een verlaging van de
de keuze voor welbevinden en ‘quality of life’ wordt in een andere paragraaf nader
levensstandaard betekent een daling in de beleving van welbevinden. Mensen
beschouwd.
raken zeer snel gewend aan een bepaalde levensstandaard. Volgens econoom Richard Layard is er sprake van een ‘hedonic treadmill’: men heeft telkens nieuwe
‘Dat mensen een betere leefomgeving willen, daar twijfel ik niet aan. De vraag
stimuli nodig om een gevoel van toenemend welbevinden te ervaren.
is alleen wat mensen ervoor over hebben om dat te realiseren. Ik weet niet wat de opvatting onder de bevolking is, maar wat ik constateer is dat er in het gedrag van mensen en in het beleid er niet zoveel van te merken valt. Ik vind bijvoorbeeld
Waarden tegenover gedrag
dat er vanuit de politiek voornamelijk belang wordt gehecht aan dat mensen meer vrije bestedingsruimte hebben.’
Een belangrijk aandachtspunt bij de beschouwing van materiële en immateriële
(Paul de Beer)
waarden, is de discrepantie tussen wat mensen vinden en wat zij doen. Waar 30
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
31
mogelijkheden voor het individu nog meer toenemen, evenals de kennis die het
Individualisatie
individu ter beschikking staat. Een tweede begrip dat in relatie tot het fenomeen waardeverschuiving in
Door menigeen wordt ook gewezen op de nadelen van individuele keuzevrijheid.
de interviews naar voren kwam, is ‘individualisme’ of ‘individualisatie’: de
Niet altijd leidt het hebben van keuzemogelijkheden tot meer welbevinden
toenemende autonomie van mensen in het ontwikkelen van hun eigen normen
(de zogenaamde ‘keuzeparadox’). Traditionele (autoritaire) instituten bieden
en waarden (die afwijken van traditionele, institutionele waardesystemen). In dit
het voordeel dat ze leden van de samenleving voorzien van een kant-en-klaar
proces gelden zelfverwezenlijking en persoonlijk geluk als uitgangspunten voor
wereldbeeld en van richtlijnen voor hoe te leven. Het ‘individualistische ethos’
het internaliseren van bepaalden normen en waarden.
leidt tot dwangmatige zelfverrijking en legt een zware druk op elk individu om zijn
Uit onderzoek is gebleken dat hoe individualistischer een samenleving is, hoe
potentieel zo ver mogelijk te benutten. Men raakt te veel gericht op maximale
meer mensen van hun leven lijken te genieten. De gemiddelde waardering van
zelfverrijking. Ontwikkeling en ontplooiing van het eigen potentieel kan als een
het leven ligt in postmoderne samenlevingen (waarin de nadruk ligt op individueel
zeer zware taak worden ervaren.22
20
geluk) hoger. Individualisatie is niet per se een gevolg van economische voorspoed maar
Individualisering heeft geleid tot een gebrek aan gemeenschappelijke organisatie.
staat bekend als een gevolg van modernisatie: vooruitgang en samenhangende
Dit is recentelijk aangetoond door Putnam23 die ervoor pleit om zo snel mogelijk
veranderingen in de economie, technologie, cultuur en politiek, waaronder proces
nieuwe collectieven te vormen ten behoeve van de sociale cohesie. Collectieve
sen als specialisatie, commercialisering, toenemende controle over de natuur
belangen is men uit het oog verloren door de mogelijkheid tot en vervolgens de
en ontwikkeling van onderwijs. Deze processen zorgen onder meer voor een
nadruk op zelfontplooiing. Het individu is meer op zichzelf komen te staan, en dat
afzwakking van de invloed van religieuze, autoritaire instituten. Waarden zijn in
is niet altijd even gemakkelijk.
toenemende mate het domein van het individu geworden.
Een tweede nadeel is dat de individuele keuzevrijheid voorrang krijgt boven het algemeen of gemeenschappelijk goed. Ook al zijn veel menselijke activiteiten
Vooral in de huidige ‘westerse’ samenlevingen, lijken mensen zich te hebben los
nadelig voor het milieu, het kan niemand om die reden worden ontzegd om
gemaakt van instituten die in meer of mindere mate voorschrijven hoe te leven.
auto te rijden of om overdadig te consumeren. Het belang van de individuele
Ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen leven, maakt daarin eigen keuzes en stelt
vrije keuze staat het vormen van collectieve afspraken ter bevordering van
eigen prioriteiten. Inglehart stelt met betrekking tot het proces van individualisatie:
welbevinden deels in de weg. Het is aan het individu of prioriteiten worden gelegd bij welvaart of welbevinden.
‘The Post modern shift away from both religious and state authority continues this long-standing shift toward individuation, but in a much stronger form. Increasingly,
‘Het individu is de afgelopen twintig jaar veel meer centraal komen te staan.
individual rights and entitlements take priority over any other obligation.’21
En als het individu meer belang hecht aan welzijn dan aan materiële welvaart, dan hoeft dat niet strijdig te zijn met die verschuiving naar de kwaliteit van het
32
De ontwikkeling van waarden in een samenleving wordt daarom door Inglehart
bestaan en naar welzijn. Maar wat ik constateer is dat je juist in een moderne,
op twee dimensies weergegeven: de ontwikkeling van overlevingswaarden naar
hoogontwikkelde, dichtbevolkte samenleving als Nederland welzijn vaak niet
welzijnswaarden en de ontwikkeling van traditioneel-autoritaire waarden naar
individueel kunt realiseren. Dat kun je eigenlijk alleen maar realiseren door samen
seculier-rationele waarden. Vooral de eerste dimensie lijkt in dit onderzoek van
op te treden, door collectief dingen te regelen. En die sterke nadruk op dat
belang. In een rijke samenleving maakt de focus op overleven plaats voor een
individu maakt het dus steeds moeilijker om zaken collectief te regelen.’
focus op quality of life, op zowel individueel als gemeenschappelijk vlak.
(Paul de Beer)
Het proces van individualisering lijkt onomkeerbaar. In de huidige samenleving is
Op lokaal niveau moet een mentaliteitsverandering plaatsvinden, wordt veel
de vrije keuze van het individu heilig verklaard. In de toekomst zullen de keuze
al gezegd. Bij lokale (lichte) gemeenschappen, kleinschalige stichtingen en
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
33
organisaties, buurtprojecten, enzovoort. Vervolgens zou de overheid deze
vorm aangenomen. Paul de Beer ziet hierin wel een aantal nadelen. Zulke ‘lichte’
mentaliteit over moeten nemen en lokale initiatieven moeten ondersteunen.
gemeenschappen zijn vluchtig.
Burgers zullen niet zomaar van de overheid aannemen dat ze hun gedrag moeten veranderen. Ze moeten eerst de consequenties van hun gedrag aan den lijve
‘Lichte gemeenschappen kennen weinig cohesie, niet zoveel als de kerken en
ondervinden, en daarvan leren.
bedrijven van vroeger. Er is een gebrek aan sancties en commitment.’
Bovendien ligt overheidsingrijpen in het keuzegedrag van burgers niet in lijn met
(Paul de Beer)
de trend van een steeds verder terugtredende overheid. De individualisering legt een steeds groter beroep op het verantwoordelijkheidsbesef van burgers. Zij
In ieder geval bestaat er in Nederland de behoefte aan meer gemeenschaps
hebben de vrijheid om zelf initiatieven te ondernemen ten behoeve van lokaal en
banden en meer solidariteit, zoals uit onderzoek van het MNP en de 21minuten-
mondiaal welbevinden.
enquête is gebleken. Netwerken waarbinnen diensten worden uitgewisseld zijn in opkomst (Club van 100, Buurtlink). Ook internet speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van nieuwe collectieven. Virtuele gemeenschappen op
Nieuwe collectieven
basis van gedeelde interesses ontwikkelen zich dikwijls tot ondersteunende vriendenkringen.
Vaak wijst men op de individualisering die leidt tot een gebrek aan gemeenschaps
De vraag is dus of de sociale cohesie door toenemende individualisering verder
banden. De sociale cohesie is afgenomen en het feit dat mensen niet meer
zal afnemen of juist toe zal nemen.
naar elkaar omkijken op straat wordt gezien als een welvaartsziekte. Om deze ‘atomisering’ van de samenleving tegen te gaan dienen nieuwe gemeenschaps vormen te worden gestimuleerd.
Globalisering
De meeste respondenten van dit onderzoek zien de huidige situatie echter niet zo somber in. De mens is nog altijd een sociaal wezen en individualisering houdt niet
Behalve op een feitelijke economische en politieke realiteit lijkt globalisering
in dat de mens op zichzelf komt te staan, eerder dat de mens zijn eigen keuzes
betrekking te hebben op een bewustwordingsproces. Men raakt zich meer en
maakt in het aangaan van groepsverbanden. Naast de aandacht voor individuele
meer bewust van het feit dat de keuzes die men hier maakt, ecologische en
zelfverrijking lijkt er nu steeds meer aandacht te komen voor collectieve initia
economische consequenties kunnen hebben voor regio’s overal ter wereld.
tieven en nieuwe groepsvorming. Waar kerkelijke en politieke organisaties verdwijnen wordt hun plaats ingenomen door seculiere en apolitieke organisaties.
‘We zijn niet bewust bezig arme landen te exploiteren, maar het is wel de consequentie van een keuze die we maken. Wij vormen een groep en houden
‘Individualisering en collectivisme zijn geen tegenpolen. Er zijn vormen van
daarmee geen rekening met andere groepen. We zijn dus wel verantwoordelijk.
authenticiteit bij burgers die bepaalde vormen van samenwerking met anderen
Je kunt van individuen niet verwachten en vergen dat ze zich van dit soort
nodig maken. Het zou oneigenlijk zijn om dat meteen “collectivisering” te
mechanismen bewust zijn.’
noemen.’
(Paul de Beer)
(Bob Goudzwaard) ‘Globalisering zorgt voor een zeer economische focus. Landen proberen
34
Menno Hurenkamp, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam, schreef
economisch voor zichzelf op te komen (een soort nationaal egoïsme). Er is een
een artikel over ‘lichte gemeenschappen’ die de zogenaamde oude institutionele
zorg dat je achteraankomt: je moet “competitive” zijn. Efficiency en welvaart
gemeenschapsvormen vervangen. ‘Onze neiging tot zorgzaamheid (“de sociale
worden daarom heel sterk geaccentueerd. Dus, het is juist een moeilijke tijd om
cohesie”) is niet weg, maar speelt zich wel af op een veel kleinere schaal.’24
tegen de stroom in te roeien.’
Gemeenschapsbanden zijn dus niet afgenomen maar hebben een vrijblijvender
(Bob Goudzwaard)
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
35
Naar voren komt dat individuen in principe niet in staat zijn om rekening te houden
‘Aangezien individuen weinig geneigd zijn om keuzes te maken die op de lange
met mondiale processen. Keuzes worden, vanuit individualistisch oogpunt, in
termijn verantwoord zijn voor hun omgeving, zou de overheid in bepaalde
eerste instantie gemaakt in het eigen belang. Toch lijkt men meer en meer
gevallen moeten ingrijpen. Maar dat staat natuurlijk haaks op het proces van
begaan met levensomstandigheden wereldwijd, of het nu gaat om oerwouden in
individualisering en autonomisering.’
Borneo, weeskinderen in Brazilië of inheemse stammen in Afrika. Veel mensen in
(Loek Halman)
Nederland trekken zich het lot aan van onbekenden in ver weg gelegen gebieden. Deze betrokkenheid is een aspect van de postmaterialistische focus op quality
Anderzijds, wanneer men het van de initiatieven van individuen zelf laat afhangen,
of life en komt tot uiting in verschillende initiatieven en voorkeuren in de huidige
zou de ontwikkeling van een echt duurzame samenleving te lang op zich kunnen
samenleving.
laten wachten. Het is moeilijk om mensen ertoe te bewegen hun leven duurzaam
Globalisering leidt dus tot een groter bewustzijn van de wederzijdse afhankelijk
in te richten als dit ten koste gaat van hun comfort of hun koopkracht. Dit heeft
heid van eenieders gedrag op wereldniveau. Dit bewustzijn leidt onder andere tot
te maken met het feit dat mensen hun levensstandaard vergelijken met die van
sociale en politieke bewegingen die opkomen voor minderbedeelden.
mensen in hun directe omgeving. Een lagere levensstandaard veroorzaakt een vermindering van individueel welbevinden. Veel mensen zullen pas bereid zijn een
Onder globalisering wordt ook de versmelting van cultuur verstaan. De toenemen
beetje welvaart op te geven voor het algemene goed als men ervan verzekerd
de economische en politieke afhankelijkheid tussen landen zou kunnen leiden
is dat anderen dat ook doen. Dit verklaart de discrepantie tussen waar mensen
tot een convergentie van waarden.25 De nationale cultuur zou in gevaar kunnen
behoefte aan hebben en hun daadwerkelijke keuzegedrag.
komen door de standaardisatie van waarden in Europa. Als reactie hierop ontstaat
Duurzaam gedrag zou dus collectief moeten worden afgesproken. In dat geval zou
er een trend van ‘lokalisatie’: een sterkere focus op de onmiddellijke sociale en
regulering van keuzemogelijkheden door de overheid een uitkomst bieden, ook al
fysieke omgeving. Het proces van ‘lokalisering’ legt het accent op lokale markten
gaat dit in tegen de keuzevrijheid van het individu.
en de (culturele) eigenheid van regio’s. Een dergelijke focus zou voortkomen uit een oriëntatie op welbevinden. Veel lokaliserende initiatieven zijn namelijk gericht
Gezien de feiten rond het milieu en de beschikbaarheid van energiebronnen wordt
op het verbeteren van de quality of life.
duurzaamheid de norm. Men zal vroeg of laat minder (of efficiënter) moeten consumeren. Ook gezien de groeiende inkomensongelijkheid en de daaruit voortkomende immigratiestromen zal men er meer en meer voor moeten zorgen
Duurzaamheid
dat er eerlijke handel wordt gedreven en dat opbrengsten gelijk worden verdeeld. De kans is groot dat er daarvoor luxes moeten worden opgegeven.
Duurzaamheid is in. In de eerste plaats zijn er in de afgelopen decennia steeds meer ‘duurzaam’ geproduceerde producten op de markt gekomen. Daarnaast
‘Als mensen al toegroeien naar meer behoefte aan kwaliteit, dan is dat iets waar
is men zich bewust geworden van de nadelige gevolgen van de industrie en
men aan moet wennen. Stel dat we onze welvaart zien stabiliseren opdat deze
wordt er, in ieder geval sinds de jaren zeventig, rekening gehouden met natuur
elders groeit, en dat we niet meer een bepaalde economische groei kunnen
en milieu. Sinds kort is ook het opraken van de fossiele brandstoffen onder
bereiken, dan moet het volk wennen aan een “stand-still” van kwantiteit.
de aandacht gekomen, en is verantwoord en zuinig omgaan met energie nog
De gewenning is natuurlijk beter als deze voortkomt uit een individuele behoefte
belangrijker geworden.
aan quality of life.’ (Ineke van der Storm)
Om duurzaam gedrag in de samenleving te bewerkstelligen zou de overheid de leden van die samenleving beperkingen of verplichtingen op kunnen leggen.
Door de aanhoudende berichtgeving over klimaatsverandering, het opraken van
Echter, hier komt weer het belang van de individuele keuzevrijheid in het gedrang.
natuurlijke hulpbronnen en het stijgen van de zeespiegel, blijft milieubewustzijn een belangrijke rol spelen bij het bepalen van waardeoriëntaties.
36
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
37
Het lijkt erop dat steeds meer actoren bezig zijn de wereld te verbeteren. Concep
van het geheel; het is de balans van mijzelf met de omgeving waar het om gaat”.
ten om bij te dragen aan een schonere, eerlijke of meer gelijkwaardige wereld
Dat is absoluut een trend die je ziet in westerse en rijkere Aziatische landen.
verschijnen ook in de bedrijfsvoering van kleine en grote organisaties, bij regionale
Maar zodra weer dat soort zekerheden worden aangetast…’
clubs en bij individuen. Grote achterblijver in dit proces is misschien wel de
(Sander Tideman)
nationale overheid. Het lijkt erop dat meer en meer mensen bijdragen aan goede doelen. Vooral ‘Op het lokale niveau wordt heel veel uitgezaaid. NGO’s, lokale initiatieven e.d.
particuliere ‘filantropische’ initiatieven zijn populair. Mensen maken zich zorgen
zijn bezig met duurzaamheid vorm te geven. Op een bepaald moment van ont
om anderen die zich dikwijls buiten hun directe sociale omgeving bevinden.
wikkeling komen deze initiatieven en politici c.q. overheden elkaar tegen. Zo
Deels zullen mensen die bijdrage leveren om te voorkomen dat vervuilende en
betekent “kwaliteit van leven” in de voedselvoorziening wellicht kortere ketens
depriverende omstandigheden elders (bijvoorbeeld in Nederland) hun weerslag
tussen Producent en Consument, eenvoudigweg omdat lange afstanden teveel
krijgen, deels omdat ze zich het lot van minderbedeelden en, bijvoorbeeld,
CO2 uitstoot en olie kost. De economische focus heeft het beeld van het geheel
met uitsterven bedreigde diersoorten aantrekken. Tevens vervult het bijdragen
doen verdwijnen, en dat kan niet meer.... Als we het maar als kans zien en niet
aan goede doelen een zingevende rol: men levert een nuttige bijdrage aan de
alleen bedreigend.’
maatschappij. Deze ontwikkelingen duiden al met al op een toenemende focus op
(Ineke van der Storm)
algemeen welbevinden.
Volgens Marius Ernsting van de Vereniging Humanitas dienen mensen die iets te bieden hebben en mensen die hulp nodig hebben bij elkaar gebracht te worden.
System change
Dat kan het beste op buurtniveau plaatsvinden. Er ontstaat dan een nieuwe sociale cohesie. Er bestaan verschillende projecten waarbij op buurtniveau het
Volgens sommigen is een drastische verandering van het economische systeem
‘sociaal netwerken’ wordt gestimuleerd.
ophanden. Dat zou een logisch gevolg zijn van het opraken van energiebronnen en de toenemende inkomensongelijkheid, zowel nationaal als mondiaal.
Bewustwording
‘De behoefte aan meer immaterieel welzijn zie ik als een gelukkige ontwikkeling naast wat er in de wereld in mijn beleving economisch aan de hand is. Ik ben
Er is een toenemende bewustwording van de mondiale negatieve gevolgen
niet verbaasd als we op het punt aanlanden van een “system change”. De oude
van massaconsumptie en de ongelijkheid in de wereld. Dit leidt tot duurzame
parameters en criteria van groei worden losgelaten voor een ander economisch
en verantwoorde levensstijlen. De bewustwording is in belangrijke mate tot
stelsel.’
stand gekomen door de nieuwe media. Mensen worden geconfronteerd met
(Ineke van der Storm)
levensomstandigheden en ecologische en politieke omstandigheden in alle delen van de wereld. Vooral de mondiale ecologische processen, zoals het broeikas
‘Die oude cultuur staat onder druk. Als bijvoorbeeld de olieprijs nog een stukje
effect, hebben geleid tot de realisatie dat iedereen deels verantwoordelijk is voor
omhoog gaat… Vervuiling, en het milieu – er zijn zoveel onstabiele factoren.
het voortbestaan van een gezonde, schone wereld.
Plotseling kan het water in de Noordzee een meter hoger staan, en dat heeft gevolgen, en dat moet de belastingbetaler gaan betalen. Dan krijg je een enorme
‘Zodra men zich wat meer bewust wordt van de samenhang (“gaat mijn geldelijke
kanteling.’
drang ten koste van het geluk van anderen, het milieu?”), zie je dat in Nederland
(Sander Tideman)
en een aantal rijkere samenlevingen de gedachte komt: “mijn geluk is het geluk
38
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
39
In het ‘alternatieve systeem’ zouden natuurlijk en sociaal kapitaal in toenemende
jaren zeventig naar voren kwamen, over opwarming van de aarde, stijging van
mate betrokken moeten worden. Een voorbeeld is het toekennen van monetaire
de zeespiegel en het verdwijnen van regenwouden en duizenden diersoorten,
waarden aan natuurschoon en sociale cohesie bij kosten-batenanalyses. Tevens
hebben destijds geleid tot een wijdverspreid milieubewustzijn. Tegenwoordig zijn
zouden in internationale verdragen de ecologische omstandigheden doorslag
het deze zelfde berichten en de opkomende schaarste van fossiele brandstoffen
gevende factoren moeten worden. In plaats van een focus op efficiency en com
die leiden tot een nieuw milieubewustzijn. De overheid heeft de middelen om bij
petitiveness zou er een focus komen op duurzaamheid en coöperatie.
te dragen aan het omzetten van dit bewustzijn in actie.
Internet geeft aanzet tot een dergelijk nieuw systeem waarin geld geen rol meer speelt. Kennis wordt er gratis aangeboden, producten en diensten worden
De invloed van de overheid op het gedrag van burgers is in zekere mate beperkt,
geruild.
vooral in een individualistische samenleving als de onze. Het is maar de vraag of overheidscampagnes op dit gebied veel uithalen. Daarnaast is de aandacht van
‘Als marktwerken sociaal zou evolueren, waarbij het mensen en natuurlijke hulp
de overheid voor verbetering van de leefomgeving sinds de jaren zeventig-tachtig
bronnen niet meer zou misbruiken (bijvoorbeeld: Fairtrade), dan heb je een sociaal
in de schaduw komen te staan van het streven naar economische groei. Wat dat
gedefinieerde markt. Dat is dus een nieuw paradigma: van competitiveness naar
betreft legt de overheid haar prioriteiten niet waar de burgers die leggen, zeker
cooperativeness.’
als blijkt dat burgers meer behoefte hebben aan een goede leefomgeving dan aan
(Ineke van der Storm)
economische vooruitgang.27 Bovendien leren mensen eerder door zelf iets te ervaren dan door zomaar iets
In het teken van duurzaamheid zou de massaconsumptie aan banden kunnen
voor waar aan te nemen. Vandaar dat volgens sommige respondenten een
worden gelegd. Uit de enquête van 21minuten.nl blijkt dat de meeste Nederlanders
gedrags- of mentaliteitsverandering als een ‘bottom-up’-proces dient plaats te
geen moeite zouden hebben met een soberder levensstijl. Tevens blijkt dat de
vinden. Het is dan de taak van de overheid om lokale initiatieven met betrekking
meerderheid van de bevolking een rem op de economische groei zou accepteren
tot bijvoorbeeld duurzaamheid, te ondersteunen.
als dat ten goede zou komen aan de levensstandaard van toekomstige generaties. ‘Er is geen “top-down” in mijn beleving. Mensen leren vanuit hun eigen ervaring. Maar, de overheid moet wel voorbeeldgedrag geven. … De overheid kan Rol van de overheid
voorbeelden geven, maar mensen gaan echt pas leren als iets henzelf overkomt: individuele en groepservaring.’
Zoals eerder vermeld, kan niet van individuen verwacht worden dat ze in hun
(Ineke van der Storm)
gedrag stilstaan bij de gevolgen op de lange termijn. Rekening houden met de toekomst is bij uitstek een taak van de overheid. Deze gedachtegang zou inhouden dat de overheid het de burger moet opleggen om duurzame keuzes te
Secularisering en zingeving
maken. Secularisering is het gevolg van modernisatie: technologische vooruitgang, eco ‘Als je dus iets wilt veranderen, dan moet je dat eigenlijk doen door daar collectief
nomische groei en emancipatie van het individu hebben de aantrekkingskracht
afspraken over te maken. Maar goed, dat gaat dan in tegen de dominante trend
van religieuze instituten aanzienlijk verminderd. Men ontwikkelt liever zelf eigen
dat het individu juist meer keuzevrijheid moet hebben.’
waarden, een eigen wereldbeeld en eigen keuzegedrag dan zich deze te laten
(Paul de Beer)
voorschrijven. En men bepaalt liever zelf zijn of haar lot dan dit in handen te leggen van een bovennatuurlijke kracht. Zoals al eerder beschreven, is door
40
Anderzijds dragen berichten in de media ertoe bij dat mensen wel degelijk bewust
de secularisering een moreel oftewel existentieel vacuüm ontstaan dat wordt
raken van de gevolgen van hun gedrag op de lange termijn. Scenario’s die in de
opgevuld door andere vormen van zingeving. Volgens Layard werd het opgevuld
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
41
door het individualisme: het streven naar zelfverrijking en zelfontplooiing.28
‘Bedrijven moeten durven om zingeving aan zichzelf te verbinden. Bijvoorbeeld:
In deze context speelt de werkvloer een belangrijke rol. In plaats van een manier
niet kiezen voor een globale markt, maar een regionaal product maken met
om geld te verdienen om rond te komen (en later: om luxegoederen aan te
regionale netwerken en daarmee een succesvol product neerzetten. …
schaffen) is het werk een arena waarin men zich kan ontplooien, zich kan uiten en
Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een praktische vormgeving
men een nuttige rol kan vervullen binnen de samenleving. In sommige bedrijven
van een heleboel visies binnen een bedrijf. Als een bedrijf dat lukt, heeft het
worden werknemers aangespoord om zich creatief te ontwikkelen op andere
bestaansgrond’.
terreinen. Een bedrijfsideologie waarin werknemers zich kunnen vinden wordt
(Ineke van der Storm)
binnen veel organisaties van groot belang geacht. Zelfs aan spiritualiteit wordt in sommige bedrijven aandacht besteed.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen is dus niet iets wat bedrijven ‘erbij
Natuurlijk zijn deze ontwikkelingen deels een gevolg van de krapte op de arbeids
doen’, maar vormt de basis van de bedrijfsvoering. Het komt voort uit een
markt. Als werknemers het voor het zeggen hebben, kiezen zij voor zinvol werk,
waardeoriëntatie op welbevinden. Natuurlijk zullen er ook bedrijven zijn die
waarbinnen men zich creatief kan ontplooien. De waardeoriëntatie op welvaart
een maatschappelijk verantwoord thema kiezen om hun marktaandeel veilig te
zorgt ervoor dat in economisch slechte tijden een goed salaris als motief weer de
stellen. En in het bedrijfsleven komt winst toch altijd op de eerste plaats. Dat zou
overhand krijgt.
betekenen dat een slecht economisch klimaat negatieve gevolgen heeft voor verantwoord ondernemerschap.
Naast zingeving op het werk dient ook de ‘her-kerkelijking’ zich aan. Evangelische
Toch zijn het vooral de bedrijven, groot en klein, die een belangrijke bijdrage
gemeenten maken een opleving door, evenals bezinnings-‘clubs’ van boeddhis
kunnen leveren aan duurzaamheid. Grote concerns hebben de middelen om duur
tische, hindoeïstische of sofistische inslag. Ook populair zijn de ‘self-help’-work
zame productielijnen op te zetten. Ook kan een maatschappelijk verantwoordelijke
shops, waarin men strategieën en technieken krijgt aangeleerd ter bevordering
en duurzame bedrijfsvoering weerklank vinden bij de werknemers.
van innerlijke rust of geluk. Ook liefdadigheid kan gezien worden als een vorm van zingeving. Er worden steeds meer individuele initiatieven ondernomen om minderbedeelden, eventueel
Verschuiving van waarden
aan de andere kant van de wereld, bij te staan. Het geven aan goede doelen en het ondersteunen van ontwikkelingsprojecten is een manier om bij te dragen aan
Volgens sommige geïnterviewden vindt er daadwerkelijk een verschuiving
het algemene goed, en zo zin te geven aan het eigen bestaan. Volgens Layard
van waardeoriëntatie binnen Nederland plaats. Voornamelijk is dit een ‘post
ligt hier het tekort van het individualisme. Zelfverrijking brengt geen geluk. Als we
materialistische verschuiving’: waar aan alle materiële behoeften is voldaan,
echt gelukkig willen zijn, hebben we een concept van ‘gemeenschappelijk goed’
verschuift de aandacht naar ontplooiing, spiritualiteit en zelfexpressie. Daarnaast
nodig, waar we met z’n allen aan kunnen bijdragen.
bestaat er in de samenleving een hang naar meer kwaliteit (‘authenticiteit’) in plaats van kwantiteit, en naar betrokkenheid en solidariteit. Zelfs al zou dit ten koste gaan van de economische zekerheid, geven de meeste mensen de voor
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
keur aan een solidaire samenleving met meer gemeenschapszin en burgerlijke verantwoordelijkheid.29
Maatschappelijk verantwoord ondernemen blijft zich ontwikkelen. Naast duur
42
zaam produceren en ondersteuning van de lokale economie is nu ook het
‘Immateriële waarden worden belangrijker. Waarden veranderen per generatie.
promoten van burgerschap in opkomst. Werknemers worden aangespoord om
Enerzijds door wat wel en niet “schaars” is (generaties die voldoende materiële
iets te doen voor hun buurt of om zich ergens als vrijwilliger in te zetten. Volgens
welvaart hebben ervaren, maar juist behoefte hebben aan zingeving): prioriteiten
Ineke van der Storm heeft verantwoord ondernemerschap alles te maken met het
verschuiven.’
bestaansrecht van een bedrijf.
(Loek Halman)
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
43
Het is een positieve trend dat mensen hun eigen authenticiteit, hun eigen talenten
‘Ik heb in de afgelopen jaren veel gesprekken gevoerd met mensen hoog in het
willen ontwikkelen en ontdekken. Je kunt je vanuit je eigen authenticiteit zorgen
bedrijfsleven die zeggen “is dat nou het hele leven?” en dan de draai maken naar
maken over de wereld, en proberen met anderen daar stappen in te zetten: dus
een andere functie in een ander bedrijf, met meer voldoening maar minder salaris.
naar gezamenlijkheid.
Op individueel niveau zie je dat mensen er inderdaad over nadenken en de slag
(Bob Goudzwaard)
willen maken van kwantiteit naar kwaliteit.’ (Marius Ernsting)
Ook de bewustwording van mondiale processen en van politieke, economische en ecologische omstandigheden in andere delen van de wereld maakt een derge
Ook is zichtbaar dat vooral jongere generaties zich meer en meer bewust zijn
lijke verschuiving mogelijk. Het leven is in een breder perspectief komen te staan,
van hun mondiale verantwoordelijkheid, en dat voor hen duurzaamheid een
wat het belang van individuele of regionale welvaart enigszins relativeert.
meer logische intrinsieke waarde is. Het lijkt daarom dat een verschuiving ook
Toch is er volgens andere respondenten juist geen sprake van een verschuiving
generatieafhankelijk is.
in waardeoriëntatie. Ofwel omdat men altijd de (christelijke?) morele waarden van solidariteit en mondiaal welbevinden heeft behouden; ofwel omdat immate riële doelen altijd op de tweede plaats komen, na materiële rijkdom: het bewerk
Welvaartsziekten
stelligen van materiele welvaart is verweven in de Nederlandse cultuur. De vraag is of de belangstelling voor de niet-economische kanten van het leven ‘Als je surveys van begin jaren negentig vergelijkt met die van eind jaren negentig
deels is veroorzaakt door negatieve verschijnselen die worden toegeschreven
is er geen verschuiving van waarden zichtbaar. In de laatste twintig jaar is er
aan modernisatie. Volgens sommigen draagt economische groei bij aan de
in Nederland wat dat betreft weinig veranderd. We zouden misschien graag
achteruitgang van ecologische en sociale omstandigheden. Neem bijvoorbeeld
verandering willen zien…’
het concept van de ‘ecologische voetafdruk’. Productie, consumptie en infra
(Loek Halman)
structuur leggen een groot beslag op het milieu. Hoe meer er geproduceerd en geconsumeerd wordt, hoe meer dit ten koste gaat van het milieu. Dit inzicht heeft
‘Als je kijkt naar uitingen, dan zou je de neiging kunnen hebben om te denken
in de jaren zeventig gezorgd voor de opleving van het milieubewustzijn. Hieruit
dat belangstelling voor waarden voor de kwaliteit van het leven toeneemt. Maar
komt het pleidooi voort om een halt toe te roepen aan de economische groei.
of dat ook echt gebaseerd is op een toename van het aantal mensen die dat aanhangen, weet ik niet zo zeker. Datgene wat de media zien verschuiven kun je
‘Als men went en vasthoudt aan een bepaalde vaste productiegroei, houdt men
niet gelijk vastkoppelen aan daadwerkelijke verschuiving.’
geen rekening meer met de gevolgen voor de natuur. Dat is de tunnelvisie van de
(Marius Ernsting)
economie: in de illusie zitten dat we eindeloos kunnen doorgroeien. … Wij ondergraven onze eigen levenscondities: dat realisme zit achter “de economie
Anderzijds bestaat er de visie dat een verschuiving van waardeoriëntatie nood
van het genoeg”. We moeten maat houden in onze wensen opdat andere
zakelijk is dat deze een onderdeel is van een op handen zijnde ‘system change’.
elementen van welzijn, die nu gevaar lopen, beschermd kunnen worden.’
Wanneer de economische groei een halt wordt toegeroepen door externe
(Bob Goudzwaard)
factoren (bijvoorbeeld door een tekort aan grondstoffen en energiebronnen of door een gebrek aan concurrentiekracht op mondiaal niveau), dan zijn mensen
Naast de milieuproblematiek wordt ook het gebrek aan sociale cohesie genoemd.
genoodzaakt hun geluk uit andere zaken te halen. Steeds meer mensen zien
Grof gezegd hebben mensen het zo goed dat men elkaar niet meer nodig heeft.
daarom in dat ze aandacht dienen te besteden en een eigen bijdrage dienen te
Vandaar dat er juist nu expliciet een roep bestaat om meer solidariteit, om
leveren aan duurzaamheid, betrokkenheid en andere welzijnswaarden.
betrokkenheid met elkaar. Dat is waar volgens onderzoek Nederlanders de meeste behoefte aan hebben.
44
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
45
‘Er is nu geen sociale structuur. Bedrijven proberen dat op te vangen, maar
9 Conclusies
niemand heeft de illusie van “we zijn één grote familie”, want je vliegt er net zo makkelijk uit. Hetzelfde geldt voor kleine dorpen, gemeenschappen: vroeger was
Het is duidelijk dat er een behoefte is aan meer quality of life, die vooral
er die sociale cohesie; nu komt er iemand naast je wonen die je nooit zult leren
voortkomt uit een ervaring van een tekort aan kwalitatieve verworvenheden
kennen, want die komt uit een andere sociale klasse.’
(schaarstetheorie) of uit een bewustwording van het belang van
(Sander Tideman)
dergelijke zaken. Ook de beeldvorming in de publieke sfeer speelt hier een belangrijke rol. Zodra de overheid in de media de aandacht vestigt op
Er worden dan ook allerlei initiatieven ondernomen om solidariteit op lokaal
de milieuproblematiek, zal het milieubewustzijn toenemen en wordt het
en mondiaal niveau te bevorderen. In het laatste geval springen vooral de
keuzegedrag van mensen beïnvloed.
kleinschalige, particuliere ontwikkelingsprojecten in het oog.
De mate waarin een dergelijk milieubewustzijn wordt geïnternaliseerd en onderdeel gaat worden van een min of meer solide waardestelsel, bepaalt of
‘Een andere objectieve noodzaak is het feit dat de verschillen tussen arm en
er dan sprake is van een verschuiving in waardeoriëntatie.
rijk nog steeds toenemen, zowel in Nederland als over de hele wereld. En dat zijn verschillen die niet houdbaar zijn. “Vroeg of laat komen ze het halen”. Ga maar naar die bootjes kijken bij de Canarische eilanden – een heleboel Afrikanen
Ontwikkelingen
proberen toch in Europa te komen om deel te kunnen hebben aan de welvaart. Dat is een tweede factor die dwingt om welvaart rechtvaardiger te verdelen
In de verkenning zijn een aantal ontwikkelingen genoemd die van invloed zijn op
over de wereld. Gelet op het feit dat de wereld een dorp is geworden, kun je de
(het ontstaan van) een waardeoriëntatie op welzijn. Een belangrijk deel van deze
verschillen niet langer handhaven.’
ontwikkelingen heeft een uitgesproken negatief karakter en lokt dus een reactie
(Marius Ernsting)
uit die zich afkeert van materialisme en economische motieven. Voorbeelden zijn: stedelijke vervuiling en milieuvervuiling; sociale uitsluiting en vervreemding; het opraken van natuurlijke hulpbronnen; mondiale en nationale inkomensongelijkheid. Dergelijke ongewenste verschijnselen zijn niet tegen te gaan met alleen economische welvaart; ze doen een beroep op keuzegedrag dat buiten het economische spectrum ligt. De schaarstetheorie geeft ook hier een verklaring voor de toenemende aandacht voor milieu en sociale cohesie: men focust zich op datgene wat schaars is. Er zijn ook een aantal ontwikkelingen die duidelijk niet in het negatieve rijtje thuishoren en die door de respondenten in de meeste gevallen juist als positief werden gewaardeerd, zoals: Europese en nationale wetgeving, globalisering en economische welvaart. Deze ontwikkelingen lijken bij te dragen aan een toenemende waardeoriëntatie op welzijn. In het kader van globalisatie is het vooral de ‘mondiale bewustwording’ die van invloed is op de verschuiving van de waardeoriëntatie. Men realiseert zich in toenemende mate dat de wereld op klimatologisch vlak en op economisch vlak één plek is, en dat bepaalde keuzes niet alleen consequenties hebben voor de directe omgeving. ‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
47
Van de genoemde invloedsfactoren is economische welvaart zelf misschien wel
De verschuiving van waardeoriëntaties is in belangrijke mate een ‘reactief’
de meest duidelijke en direct meetbare. Het blijkt dat bij een bepaald niveau
verschijnsel. Door de confrontatie met een vervuilde leefomgeving ontstaat er bij
van welvaart de toename in welbevinden ophoudt. Tevens blijkt dat mensen die
mensen een grotere waardering voor gedrag en keuzes die te maken hebben met
opgroeien zonder economische schaarste veel waarde hechten aan de niet-
die leefomgeving. Door de beleving dat ‘mensen zo druk zijn dat ze niet meer naar
economische kwaliteiten van het leven (de postmaterialisten). Toch is de invloed
elkaar omkijken’ ontwikkelt zich een (her)waardering van soberheid en solidariteit.
van economische welvaart ambigue. Er is namelijk ook gesteld dat het najagen
Als de overheid vooral de aandacht richt op economische vooruitgang, zal dit
van economische rijkdom zichzelf in stand houdt.
mensen ertoe bewegen om belang te hechten aan economische welvarendheid.
Motieven Vanuit deze ontwikkelingen zijn een aantal overkoepelende motieven ontstaan die een grotere focus op welzijnswaarden verklaren. Een aantal significante motieven zijn: de behoefte aan een gezonde leefomgeving en een gezonde schone wereld; de behoefte aan betere gemeenschapsbanden; de behoefte aan een samenleving met meer gelijkheid en solidariteit; de behoefte aan zingeving en spiritualisme.
Indicatoren Naast de motieven voor een toenemende waardeoriëntatie op welbevinden zijn er, aan de hand van de interviews, een zestal ontwikkelingen te onderscheiden die gelden als indicatoren van een waardeoriëntatie op welzijn: duurzaam consumeren en produceren; buurtinitiatieven en vrijwillige dienstverlening; liefdadigheid; nieuwe zingeving en spiritualiteit (op het werk, privé en in groeps verband); Europese en nationale wetgeving; de verhouding werk-vrije tijd. Of op al deze gebieden een ontwikkeling te zien is die blijk geeft van een toenemende oriëntatie op welbevinden is moeilijk te zeggen. Op een aantal gebieden is juist geen positieve ontwikkeling gaande, wat weer duidt op het uitblijven van een verschuiving in waardeoriëntatie. De staat wordt een grote rol toebedeeld als het gaat om het onder de aandacht brengen van bepaalde zaken. De regering dient het voortouw te nemen als er in een samenleving andere prioriteiten gesteld dienen te worden, maar vooral ook als er onder de bevolking al een tendens is om andere prioriteiten te stellen. De overheid is verantwoordelijk voor een toekomstgerichte blik, een blik die als het gaat om zaken als ‘duurzaam consumeren’ niet altijd te verwachten is van de consumenten zelf. 48
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
49
Bijdrage 1
Steeds rijker en toch niet gelukkig? Paul de Beer Dit voorjaar stond er in NRC Handelsblad een artikel van mij waarin ik de zege ningen van de economische groei trachtte de relativeren. De redactie had daar de titel ‘Geluk is belangrijker dan geld’ boven gezet. Daar was ik niet erg over te spreken: een grotere dooddoener kun je je nauwelijks voorstellen. Niettemin –en misschien juist wel dankzij die titel– riep het artikel onverwacht veel reacties op. Ik ontving een stroom e-mails, bijna allemaal met de strekking: goed dat iemand dat nu eens hardop zegt. NRC wijdde er een ‘webcongres’ aan, waar 83% het met de stelling uit de titel eens bleek te zijn – overigens vindt dus blijkbaar toch nog één op de zes dat geld belangrijker is dan geluk… Het mag duidelijk zijn: het thema ‘geluk’ leeft. Stap maar een boekwinkel als Scheltema binnen en je vindt een tafel vol met boeken over geluk. Ook serieuze wetenschappers, die het onderwerp decennialang geschuwd hadden, buigen zich tegenwoordig over het onderwerp geluk. Het succes van het boek Happiness van Richard Layard is daar het bekendste voorbeeld van.
Relatief geluk De vraag die blijft spelen is waarom meer rijkdom, meer materiële welvaart zo weinig lijkt bij te dragen aan ons welzijn en geluk. En waarom we ondanks dat toch steeds weer naar economische groei blijven streven? Dat er in rijke landen als Nederland weinig verband lijkt te zijn tussen economische ontwikkeling en geluk, is de laatste tijd haast tot vervelens toe herhaald. Ik wil dit nog eens laten zien aan de hand van drie soorten gegevens. Ten eerste verdwijnt de positieve relatie tussen het gemiddelde inkomensniveau van landen (gemeten als bbp per hoofd van de bevolking) en de gemiddelde score van die landen op geluk of tevredenheid boven een bepaald inkomensniveau. Dit gebeurt bij een gemiddeld inkomen van ca. $ 20.000 per capita op basis van koop krachtpariteiten. Binnen de groep van rijke landen is er geen samenhang tussen welvaart en geluk. Dat suggereert dat economische groei voor rijke landen niet meer bijdraagt aan het ‘volksgeluk’. Of dat de positieve effecten van grotere wel ‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
51
vaart teniet worden gedaan door even grote negatieve neveneffecten (bijvoorbeeld
Ten derde blijkt ook als we verschillen in geluk of tevredenheid binnen de
aantasting natuur en milieu, drukte, stress, erosie van gemeenschapsgevoel, enz.).
bevolking op één moment analyseren, het belang van inkomen en materiële welvaart zeer beperkt te zijn (figuur 3).
Tevredenheid met het leven en gemiddeld inkomen (ca. 2000)
Geluk naar huishoudensinkomen
9,0
y = 0,7169Ln(x) - 0,1045 R2 = 0,45
8,5
Gelukkig
<23.000
Erg gelukkig
8,0 7,5 23.000-34.000
7,0 6,5 6,0
34.000-45.000
5,5 5,0 4,5
45.000-68.000
4,0 3,5 0
5000
10000
15000
20000
25000
30000
35000
40000
45000
50000
>=68.000
gemiddeld bbp per capita in US$ (PPP) 0%
Figuur 1: Scores op de vraag: Alles tezamen genomen, hoe tevreden bent u met uw leven als geheel op het ogenblik? – Schaal van 1-10.
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Ten tweede blijkt er ook geen relatie tussen de inkomensontwikkeling van landen en het gemiddelde geluk of tevredenheid van de bevolking. Figuur 2 laat dit zien
Mensen met hogere inkomens zijn wel wat gelukkiger dan mensen met lagere
voor Nederland. Tussen 1973 en 2004 is het percentage van de bevolking dat zeer
inkomens (70% gelukkig onder € 23.000, 90% gelukkig boven € 45.000), maar
tevreden is met het leven dat men leidt, gelijk gebleven op een niveau van 40%.
dit verschil blijkt te verdwijnen als we ook rekening houden met andere factoren
In diezelfde periode is het reële bbp per hoofd van de bevolking echter met 70%
(figuur 4).
gestegen. We zijn in die dertig jaar dus meer dan anderhalf maal zo rijk geworden,
Kans op geluk: persoonskenmerken en economisch kapitaal
maar niet meer tevreden. referentiepersoon vrouw (On)tevredenheid met het leven en gemiddeld inkomen
60
170
zeer tevreden
50 % zeer tevreden / niet tevreden
180
160 40
150 reëel bbp per capita (1973 = 100)
30
25 jaar 70 jaar zeer goede gezondheid slechte gezondheid gezinsinkomen 20.000 euro gezinsinkomen 80.000 euro 50% lager inkomen dan gemiddeld
140
100% hoger inkomen dan gemiddeld
130
zeer veel consumptiegoederen
geen consumptiegoederen 20
werkt 20 uur 120
10
niet zo tevreden + helemaal niet tevreden
0
100
1970 52
110
1975
1980
1985
1990
1995
2000
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
2005
werkloos arbeidsongeschikt gepensioneerd huisvrouw 60%
70%
80%
90%
100%
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
53
Wat wel enig effect blijft hebben is het relatieve inkomen. Dit heb ik onderzocht
waarom men niet werkt. Dat hard en lang werken ook niet per se gelukkiger
door ieders gezinsinkomen te vergelijken met het gemiddelde gezinsinkomen
maakt, blijkt uit het feit dat parttimers iets vaker gelukkig zijn dan fulltimers.
van anderen met dezelfde sekse, leeftijd, opleiding en gezinssituatie. Hieruit blijkt dat wie moet rondkomen van een lager inkomen dan anderen in een
Tot het sociale kapitaal reken ik de sociale relaties die men heeft. De meest
vergelijkbare situatie, daardoor ook minder gelukkig is. Maar wie meer heeft dan
hechte sociale relatie is doorgaans die met het gezin. Inderdaad blijken (onge
anderen is niet gelukkiger. Dit is een bevestiging van de stelling dat het relatieve
huwd) alleenstaanden wat minder gelukkig te zijn dan samenwonenden. Of men
inkomensniveau belangrijker is dan het absolute inkomensniveau. Dit is ook in
gehuwd of ongehuwd samenwoont, doet er echter niet toe. En evenmin of men
overeenstemming met de bevinding van Kahnemann dat voor mensen een verlies
kinderen heeft. Sterker nog, kinderloze paren zijn juist iets, maar niet significant,
zwaarder weegt dan een overeenkomstige winst.
gelukkiger dan ouderparen. Het sterkst negatief wordt het geluk beïnvloedt als de relatie wordt verbroken door echtscheiding of het overlijden van de partner.
Opmerkelijk is dat het bezit van veel consumptiegoederen wel een positief effect
In navolging van Putnam zou men verwachten dat ook lidmaatschap van verenig
heeft op het geluk. Het gaat hierbij om een auto, dvd-speler, tv, wasmachine,
ingen en vrijwilligerswerk een positief effect hebben op het geluk. Na controle
magnetron, vaatwasser, pc en internetaansluiting. Men zou verwachten dat het
voor andere variabelen blijken deze variabelen echter geen significant effect te
inkomen belangrijker is dan het bezit van deze goederen. Immers, wie een hoog
hebben.
inkomen heeft maar meerdere van deze goederen mist heeft er blijkbaar geen
De mate waarin men zich thuis en veilig voelt in zijn woonomgeving kan men wel
behoefte aan, maar dat blijkt niet het geval te zijn.
licht ook als een indicator voor sociaal kapitaal beschouwen. Een onprettige buurt waarin men weinig contact heeft met buurtgenoten en veel overlast ondervindt,
Overigens hebben een aantal niet-materiële aspecten een beduidend groter effect
heeft inderdaad een significant negatief effect op het geluk.
op het geluk van mensen. Dat geldt allereerst voor de gezondheid: mensen die
Verreweg de belangrijkste factor is echter het sociale netwerk. Dit is gemeten
hun eigen gezondheid als slecht aanmerken, zijn beduidend minder vaak gelukkig
op basis van items als: ‘ik kan goed met anderen praten’, ‘er zijn mensen bij wie
dan diegenen die zichzelf zeer gezond noemen.
ik terecht kan voor hulp’, ‘ik maak deel uit van een groep vrienden’; en op basis van de frequentie van contacten met familieleden en vrienden. Hoe meer sociale contacten men onderhoudt, hoe gelukkiger men is.
Kapitaal Tot slot het culturele kapitaal. Er valt over te twisten wat daartoe allemaal moet Als we de aandacht richten op de hulpbronnen of het ‘kapitaal’ waarover mensen
worden gerekend. Het opleidingsniveau heeft geen noemenswaardig effect op
beschikken, kunnen we een onderscheid maken tussen economisch, sociaal en
het welzijn. Een meer concrete indicator voor cultureel kapitaal is het bezoek aan
cultureel kapitaal.
culturele voorstellingen, zoals films, cabaret, theater, concerten e.d. Daarbinnen valt eventueel nog een onderscheid te maken tussen wat men ‘hogere’ en
Tot het economische kapitaal behoort behalve het inkomen ook de arbeidsmarkt
‘lagere’ cultuur zou kunnen noemen. Geen van beide blijkt het geluk van de
positie. Tegenwoordig wordt vaak gesteld dat het hebben van betaald werk een
bezoekers echter significant in positieve zin te beïnvloeden, al is er enige
belangrijke voorwaarde is voor welzijn en geluk. Dit blijkt echter niet het geval te
aanwijzing dat hoge cultuur een positiever effect heeft dan lage cultuur. Een
zijn. Wel zijn (onvrijwillig) werklozen beduidend minder gelukkig dan werkenden.
laatste factor die men wellicht als cultureel kapitaal kan aanduiden is het geloof.
Ook arbeidsongeschikten blijven achter bij werkenden, zij het veel minder dan
Gelovigen zijn iets vaker gelukkig dan niet-gelovigen, vooral katholieken.
werklozen. Maar anderen zonder betaalde baan, in het bijzonder studerenden, huisvrouwen en gepensioneerden onderscheiden zich niet in negatieve zin van werkenden. Gepensioneerden zijn zelfs vaker gelukkiger dan werkenden. Het is dus blijkbaar niet het hebben van werk op zich dat van belang is, maar de reden 54
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
55
Conclusie
Bijdrage 2
Geluk: Preferentie- en referentiedrift
Op grond van deze gegevens kun je concluderen dat economische groei in een rijke samenleving als de Nederlandse nog slechts een zeer gering (direct) effect
Bernard van Praag
heeft op de tevredenheid en het geluk van de bevolking. Wel heeft het bezit van (luxe) consumptiegoederen een substantiële invloed op het geluk. Van de
Economen kijken tegenwoordig steeds vaker naar geluk. In tegenstelling tot
economische factoren die tussen individuen verschillen, is het echter vooral werk
decennia geleden toen het een onderwerp was waar een ‘serieuze’ econoom zich
loosheid (en in mindere mate arbeidsongeschiktheid) die een ernstige bedreiging
verre van hield. Dergelijke onderwerpen waren not done en een veel gehoorde
vormt voor het individuele geluk. Bestrijding van werkloosheid lijkt vanuit dit
reactie was dat geluk niet meetbaar is. Maar meer en meer hebben economen
perspectief dus belangrijker dan streven naar een zo hoog mogelijke economische
oog voor de sociale en zachte aspecten van de economie.
groei (al hoeven die doelstellingen natuurlijk niet strijdig te zijn). Belangrijker dan de economische factoren zijn over het algemeen sociale fac toren. Met name het sociale netwerk waarvan men deel uitmaakt heeft een groot
Relatieve positie
effect op het geluk. Anders gezegd: weinig maakt mensen zo ongelukkig als het gemis van bevredigende sociale relaties.
Wanneer je naar geluk kijkt vanuit economische invalshoek gaat het onder andere
Het culturele kapitaal waarover men beschikt is ten slotte niet noemenswaardig
om de normen ten aanzien van geluk. Deze wordt afgemeten aan de relatieve
van invloed op het individuele geluk. Een hoger opleidingsniveau en een grotere
positie van een individu. De eerste bepalende factor voor de relatieve positie
cultuurdeelname mogen uit andere oogpunten wenselijk zijn, hun directe invloed
van een iemand is zijn positie ten opzichte van het verleden. Men vergelijkt met
op het geluk is te verwaarlozen.
vroeger: ‘Hoe had ik het vroeger, en hoe heb ik het nu?’ Wanneer je dat doet wordt de factor herinnering en geheugen van belang. Het gewicht dat je als
Dit alles roept de vraag op hoe het overheidsbeleid meer zou kunnen bijdragen
individu aan bepaalde herinneringen geeft wordt bepalend voor het beeld dat je
aan het geluk van de bevolking. Voor de hand liggende aanknopingspunten lijken:
creëert over het verleden. En dat betekent dat de mate van satisficatie wordt
bevordering van een gezonde leefstijl en een goede gezondheidszorg, bestrijding
ontleend aan de eigen verbeelding. Dat heeft met je geheugen te maken. Maar
van werkloosheid, garantie van een voldoende bestaansniveau, tegengaan van
ook hoe lang dat gevoel blijft hangen is afhankelijk van je eigen geheugen en
sociaal isolement en wellicht ook het ontmoedigen van echtscheidingen.
verbeelding. De herinnering en het geheugen spelen dus een belangrijke rol in de mate van geluk.
Inleiding voor het symposium ‘Steeds rijker en toch niet gelukkig?’
De andere factor in de relatieve positie van een persoon is zijn verwachting voor
Amsterdam, De Burcht, 11 december 2006.
de toekomst. ‘Hoe zal het in de toekomst zijn?’ Ook hier speelt de verbeelding een belangrijke rol. Ervaringen, kennis worden gebruikt om een beeld te maken
Over de auteur:
van en toekomst. Wanneer iemand een positieve verwachting voor de toekomst
Paul de Beer is bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen (Henri Polakleerstoel)
heeft, wordt het heden minder belangrijk.
aan de Universiteit van Amsterdam. In deze functie is hij verbonden aan De Burcht (Centrum voor Arbeidsverhoudingen) en aan het Amsterdams Instituut
De omgeving is de derde factor in de relatieve positie van een individu. ‘Hoe
voor ArbeidsStudies (AIAS).
hebben mijn buren het?’ Mensen vergelijken hun eigen positie graag met die van iemand anders. Wanneer de sociale verhoudingen meer transparant worden heeft dat dus ook een effect op de perceptie van het individu en zo op de relatieve positie. Ontwikkelingen als globalisering en internet hebben deze perceptie danig
56
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
57
opgeschud. Je ziet op tv de verschillen tussen jou en je omgeving, maar ook tussen jou en andere bevolkingsgroepen. Deze vergelijking met de omgeving verklaart waarom rijke mensen over het algemeen gelukkiger zijn dan arme mensen, maar dat wanneer iedereen rijker wordt, niemand gelukkiger wordt. Uiteindelijk zullen mensen toch weer streven naar meer inkomen. Dit mechanis me wordt de ‘reference drift’ genoemd.
Preference drift Deze relatieve positie wordt dus gerelateerd aan verleden, toekomst en omge ving. Deze geeft een bepaalde beleving van het eigen welvaartsniveau. Mensen passen hun preferenties aan aan hun welvaartsniveau. Maar wanneer er iets in deze relatieve positie verandert past men ook de eigen preferenties aan deze verandering. Dit heet de ‘preference drift’. Steeds weer nieuwe voorkeuren vanuit een nieuwe relatieve positie. Wanneer jouw collega’s meer gaan verdienen en jij niet, verandert je relatieve positie en voel je je minder welvarend. Je zult je preferenties aanpassen en nu streven naar een hoger loon, terwijl dit daarvoor van minder belang voor je was. Het is mogelijk na te gaan welk effect een verandering in relatieve positie heeft. Zo zal een inkomenssprong van 10% na jaren van gewenning maar voor 40% van zijn waarde gewaardeerd worden. De overige 60% lekt als het ware weg. En wanneer jouw buren 100% meer gaan verdienen leidt dat bij jou tot een relatief welvaartsverlies van 30%. Er is dus wel degelijk een verband tussen geluk en de materiële situatie. Wanneer iemand in jouw omgeving, van jouw referentiegroep, meer gaat ver dienen is het effect op jou met een lager inkomen tweemaal zo groot als het gevoel van welvaartsstijging van de persoon zelf. Je moet dus niet achter blijven en zal alles proberen dit gat te dichten. Maar wanneer jij meer gaat verdienen benadeel je in feite je omgeving weer. Deze continue verandering van de relatieve positie en daardoor de veranderende en steeds maar toenemende preferenties, leidt tot de ‘hedonic treadmill’. Uit deze analyse blijkt dat er wel degelijk een verband is tussen de materiële situatie en de mate waarin geluk ervaren wordt. We zitten in een ‘hedonic treadmill’ en dienen daar rekening mee te houden wanneer je geluk onderzoekt. 58
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
59
Een economisch perspectief op geluk biedt zo aangrijpingspunten voor verder onderzoek en beleid. Lezing uitgesproken tijdens het symposium ‘Steeds rijker en toch niet gelukkig?’
Bijdrage 3
Als geld niet gelukkig maakt: waarom werken we dan nog zo hard?
Amsterdam, De Burcht, 11 december 2006.
Ruut Veenhoven
Over de auteur:
Het onderwerp van discussie is de relaties tussen welvaart en geluk, en voor
Bernard M.S. van Praag is emeritus universiteitshoogleraar toegepaste economie
al over de vraag of verdere groei van de materiële welvaart meer geluk zal
aan de Universiteit van Amsterdam. Hij heeft vele publicaties op zijn naam staan
opleveren. Dat is niet voor niets een vraag, want uit recent onderzoek wordt
over de meting van welvaart en welzijn. Onlangs schreef hij met Ada Ferrer -i-
geconcludeerd dat welvaart onderhevig is aan de wet van de verminderende
Carbonell de monografie Happiness Quantified. A Satisfaction Calculus Approach,
meeropbrengst. In deze voordracht neem ik dat onderzoek onder de loep. Het
Oxford University Press 2004. Paperback-uitgave 2007.
zal blijken dat er op landniveau nog wel een sterk verband is tussen welvaart en geluk, maar dat dit effect op individueel niveau veel kleiner is, althans in rijke landen. Ik bespreek de mogelijke verklaringen voor dit verschijnsel en kom daarbij uit op de behoeftetheorie. Tenslotte stel ik de vraag aan de orde waarom we toch nog zo hard werken en concludeer dat het spel minstens zo belangrijk is als de knikkers. Om te beginnen moeten we eerst duidelijk hebben wat ‘geluk’ eigenlijk is. En kan geluk wel gemeten worden? En hoe gelukkig zijn wij dan? En worden wij meer of minder gelukkig?
Wat is geluk? Geluk is de subjectieve waardering van het eigen leven als geheel, met andere woorden ‘levensvoldoening’. In die definitie is geluk iets wat men in gedachten heeft en daarom kan geluk ook worden gemeten door er naar te vragen. Dat kan op verschillende manieren en een van die manieren is het stellen van de simpele vraag “Alles bij elkaar genomen, hoe tevreden of ontevreden bent U tegenwoordig met Uw leven als geheel?” Het antwoord op zulke vragen wordt vaak weergegeven in een rapportcijfer van 0 tot 10. Dit soort vragen leent zich goed voor grootschalige publieksenquêtes. Toepassing ervan in Nederland leverde het volgende beeld op. Zie figuur 1
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
61
Relatie welvaart en geluk
40
Maar hoe zit dat nu met de relatie tussen welvaart en geluk? Die relatie kan zich op twee niveaus voordoen, op landniveau en op individueel niveau en het een gaat niet noodzakelijkerwijs samen met het ander.
20 1995-2005 Life Satisfaction
Percentage
30
10
0 ontevreden 2
3
4
5
6
7
8
9
tevreden
dk
levenstevredenheid
9 8 7 6
Denmark Netherlands USA Japan
Mexico Brazil India
5
China
Luxembourg
Russia
4
Zimbabwe
3 2 1 0 0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
2002 Purchasing power p/c
Figuur 1 Geluk in Nederland in 2000
Figuur 3 Welvaart en geluk in landen rond 2000
Bron: World Values Survey 4
Bron: World Database of Happiness, States of Nations_2006, variabelen LSBW_00s en RGDP_02
Deze zelfde vraag is in 95 andere landen gesteld en vergelijking van de
Nationaal inkomen en geluk
antwoorden toont grote verschillen. Hieronder enige illustratieve gevallen.
In figuur 3 zijn welvaart en geluk tegen elkaar afgezet. Er blijkt een sterk verband en dat verband is overwegend lineair. Dit beeld wijkt af van het plaatje dat Paul
Figuur 2 Gemiddeld geluk in landen in 2000 Denemarken
8,2
Nederland
7,6
Duitsland (west)
7,2
Frankrijk
6,8
Polen
6,4
Japan
6,2
Rusland
4,8
Zimbabwe
3,3
Bron: World Database of Happiness
de Beer liet zien, want daarin tekent zich een kromlijnig verband af. Het verschil zit in het aantal landen. Figuur 3 is gebaseerd op de meest recente gegevens en omvat 29 landen meer dan de figuur van Paul de Beer. De gegevens van dit moment bieden dus geen steun voor de theorie dat welvaart onderhevig is aan verminderende geluksopbrengst, maar het is niettemin toch wel duidelijk dat dit ooit zal gaan gebeuren, om dat er nu eenmaal een plafond zit aan geluk. Een geluksgemiddelde van meer dan 8,5 zit er waarschijnlijk niet in. Hoe zit het dan met de groei in geluk? Houdt dat verband met toename van de welvaart. Er wordt vaak beweerd van niet. Daarbij wordt steevast het voorbeeld van de USA aangehaald, waar de welvaart sinds 1945 verdrievoudigd is terwijl het geluk op het zelfde niveau zou zijn blijven steken. Bij nader inziens blijkt ook wat anders te liggen. Het gemiddeld geluk blijkt enigszins te zijn toegenomen in de USA (Veenhoven & Hagerty 2006) en op de welvaartsgroei in de USA valt veel af te dingen (Fisher 2007). In veruit de meeste landen is de economische groei van de laatste decennia gepaard gegaan met een bescheiden groei in geluk. Dit is
62
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
63
overigens geen bewijs voor een causaal effect van welvaartsgroei, het statistisch
de vergelijkingstheorie verklaren dat uit verschuiving in vergelijkingspersonen,
verband kan ook veroorzaakt zijn door een derde factor, b.v. betere gezondheid of
mensen die het financieel beter hebben gekregen zouden zich met rijkere
door een effect van geluk op welvaartsgroei.
mensen gaan vergelijken. Dit blijft echter een gelegenheidsverklaring, die ook nog niet overtuigend is aangetoond.
Individueel inkomen en geluk Er is veel onderzoek naar het verband tussen individueel inkomen en geluk. Daar
Behoeftetheorie
bij blijkt steevast dat rijke mensen zijn gemiddeld gelukkiger dan arme mensen.
Het verschijnsel kan beter geplaatst worden in de ‘behoeftetheorie’ van geluk.
Het verschil is echter niet overal even groot en in rijke landen is dat verschil
Deze theorie gaat ervan uit dat mensen van nature een aantal universele
meestal klein. In Nederland verklaart inkomen bijvoorbeeld minder dan 5% van
‘behoeften’ hebben en dat we ons typisch prettig voelen als die behoeften
de verschillen in geluk. Dat statistische verband betekent ook nog niet dat geld
bevredigd worden en onprettig als dat niet zo is. In die visie berust geluk primair
gelukkig maakt, het kan ook veroorzaakt zijn doordat gelukkige mensen meer
op hoe prettig of onprettig we ons meestal voelen. Geluk duidt er dus op dat je
verdienen.
goed aan je trekken komt en ongeluk dat er iets mist.
Om oorzaak en gevolg uit elkaar te houden moeten we het hebben van onderzoek
Dit roept de vraag op wat dan algemeen menselijke behoeften zijn. Maslow
waarbij mensen door de tijd gevolgd worden en dat is minder dik gezaaid. De schaarse gegevens komen allemaal uit rijke landen en tonen dat inkomens veranderingen wel enig effect op geluk hebben, maar niet voor lang. Ook het effect van financiële meevallers, zoals een erfenisje blijken al na een jaar weg te ebben.
onderscheidt twee soorten:
-
‘gebrekbehoeften’ zoals de behoefte aan voeding, onderdak, veiligheid,
-
‘groeibehoeften’ dat wil zeggen drang tot het gebruik van de eigen vermogens, bij
geborgenheid en sociale waardering en mensen vooral gebruik van het verstand. Het effect van materiële welvaart op bevrediging van die behoeften verschilt.
Waarom maakt geld niet gelukkiger in rijke landen?
Voor wat gebrekbehoeften betreft voorspelt deze theorie enige afnemende meeropbrengst van materiele welvaart, maar geen volledige. Naarmate de
De geleerden zijn het er wel over eens dat inkomensgroei niet veel toevoegt aan
welvaart groeit komen we minder tekort aan voeding en huisvesting. Materiele
individueel geluk, althans niet in rijke landen. Over het waarom van dat verschijnsel
welvaart betekent echter niet noodzakelijkerwijs meer veiligheid en geborgenheid
doen echter verschillende verklaringen de ronde.
en de behoefte aan sociale waardering maakt dat mensen gevoelig blijven voor vergelijking met anderen. Door die verschillende effecten kan uit deze theorie niet
Vergelijkingstheorie
één duidelijke voorspelling worden afgeleid, maar de bekende feiten zijn in ieder
De meest gangbare verklaring berust op de sociale vergelijkingstheorie van geluk.
geval niet in tegenspraak met deze theorie.
Deze theorie gaat ervan uit dat geluk afhangt van de mate dat men beter af denkt
Voor wat betreft de ‘groeibehoeften’ geeft deze theorie een ander perspectief
te zijn dan anderen. Die theorie voorspelt verschillende effecten van welvaartsgroei
op de relatie welvaart en geluk. Het gaat dan niet om economisch gewin, maar
op landniveau en op individueel niveau.
om uitdagende bezigheid en de theorie voorspelt dat het hebben van werk
Stijging van de algemene welvaart in het land zal volgens deze theorie geen groter
belangrijker is voor geluk dan een hoog inkomen. Dat blijkt inderdaad het geval te
geluk geven, omdat iedereen er dan beter op wordt en de verschillen gelijk blijven.
zijn, althans voor mensen in de bloei van hun leven.
We hebben echter gezien dat dit niet opgaat, want er is een sterk verband tussen welvaart en geluk op landniveau. Stijging van de individuele welvaart moet dan echter wel meer geluk opleveren, want dan ga je erop vooruit ten opzichte van de buren. We hebben echter gezien dat dit ook niet het geval is, want inkomensgroei of achteruitgang blijkt geen blijvend effect te hebben op geluk, althans niet in rijke landen. Aanhangers van 64
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
65
moe zijn. Wij hebben van nature een behoefte aan bezigheid en uitdaging en in
Waarom werken we dan nog zo hard?
de moderne maatschappij wordt die behoefte vooral bevredigd in economische Hiermee komen we op de kernvraag: als geld ons persoonlijk nauwelijks
activiteit. We werken steeds meer voor het spel en krijgen daardoor steeds meer
gelukkiger maakt, waarom we dan toch zo hard? Een aantal mogelijke
knikkers.
antwoorden daarop zijn: Omdat we niet beter weten
Lezing uitgesproken tijdens het symposium ‘Steeds rijker en toch niet gelukkig?’
We zijn nu eenmaal gewend om zo hard te werken en we weten niet beter als
Amsterdam, De Burcht, 11 december 2006.
dat geld ons gelukkig maakt. We worden daarover ook verkeerd voorgelicht door overheid en bedrijfsleven die er belang bij hebben ons wijs te maken dat geld wel gelukkig maakt.
Over de auteur: Ruut Veenhoven is bijzonder hoogleraar sociale condities van menselijk geluk aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Uit morele plicht We vinden nu eenmaal dat we hard moeten werken. We hebben geleerd dat zwoegen goed is, en dat leven niet voor het ‘leuk’ is. Het calvinistische arbeidsethos is nog sterk aanwezig.
-
Meer weten over geluk: World Database of Happiness: www.worlddatabaseofhappiness.eur.nl Journal of Happiness Studies: www.springerlink.com.
Om beter af te zijn dan anderen We willen graag een hoge plaats op de apenrots. Dat drijft ons tot de economische ratrace, die weer welvaart opstuwt. Deze verklaring sluit aan op de hierboven besproken sociale vergelijkingstheorie van geluk Voor het spel We zoeken uitdaging en bezigheid. Als we te lang achter de geraniums zitten verpieteren we, ook al hebben we ons natje en ons droogje. Die natuurlijke drang kunnen we nu aardig kwijt in het economisch verkeer. De tegenwoordige arbeidsmarkt biedt ook voor elk wat wils en de kwaliteit van de arbeid is steeds beter geworden. Door die ‘groeibehoeften’ blijven we actief, ook al zijn verschillende ‘gebrekbehoeften’ al lang bevredigd. Werken wordt steeds meer een sport en net als bij sport helpt de competitie nog een handje om aan de gang te blijven.
Conclusie In de meeste landen van de wereld brengt welvaartgroei nog steeds meer geluk, maar in rijke landen is dat steeds minder het geval. Toch zijn we niet minder gaan werken. De voornaamste reden is waarschijnlijk dat we niet liever lui dan 66
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
67
Bijdrage 4
De afnemende meeropbrengsten van groei. Verklaring vanuit de aantasting van fictieve marktgoederen. Rutger Claassen Of er zoiets bestaat als een exclusief filosofisch perspectief op het vraagstuk van groei en geluk, weet ik niet. Ik zal enkele kanttekeningen plaatsen, maar of ze filosofisch zijn laat ik graag aan u ter beoordeling. Mijn vraag zal zijn: is geluksonderzoek een goede basis voor beleid en politiek?
Geluksonderzoek Typisch filosofisch is in ieder geval de achterdocht jegens geluk. Dat begon al met Aristoteles die ‘eudaimonia’ tot het hoofddoel van de ethiek verklaarde; een term die vervolgens vaak abusievelijk is vertaald met ‘geluk’. Een betere vertaling is ‘het goede leven’ en dit ideaal van een goed of geslaagd leven wordt door Aristoteles juist afgezet tegen een leven waarin men streeft naar genot. ‘Geluk’ als term is altijd dubbelzinnig gebleven tussen deze twee: een objectief goed leven en een subjectieve beleving van genot. De vraag is bij welk van deze twee tegenpolen we het ‘subjectief welbevinden’ uit het huidige geluksonderzoek moeten plaatsen. Aan de ene kant gaat het onder zoek per definitie om een subjectieve beleving: men vraagt de respondenten immers zelf hun geluksniveau aan te geven, men probeert niet dat met ingewik kelde sensoren op het lichaam te meten of iets dergelijks. Aan de andere kant is de vraagstelling meestal zodanig dat men de respondenten aanspoort zich een totaaloordeel te vormen over de stand van hun leven, en niet alleen af te gaan op het toevallige gevoel van het ogenblik dat men op dat moment ervaart. Het is echter de vraag in hoeverre daarmee zoiets wordt benaderd als een test die meet wat mensen ‘objectief gelukkig maakt’. Ik zou twee principiële redenen willen geven waarom geluksonderzoek naar ‘subjectief welbevinden’ dat ook nooit zal kunnen. Ten eerste is de geluksbeleving altijd gevoelig voor de sociale context waarin die beleving tot stand komt. Anders gezegd: men meet het eigen geluk door te kijken hoezeer men voldoet aan een bepaalde standaard of een bepaald criterium, en dat criterium is een sociale constructie. Geluksresultaten zijn daarom manipuleerbaar ‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
69
door die sociale constructie te manipuleren. Frappant is in dit kader het al door
dan handelt zij paternalistisch.
Paul de Beer genoemde voorbeeld van onvrijwillig werklozen. Zij ondervinden als
De positieve geluksresultaten met betrekking tot het gehuwd zijn en het in
gevolg van hun werkloosheid een geluksdaling, in tegenstelling tot allerlei andere
God geloven spreken boekdelen. Zijn er echt mensen die zouden willen dat de
groepen werklozen die vrijwillig werkloos zijn, zoals huisvrouwen, studenten en
overheid geloof en huwelijk in haar beleid moet stimuleren? Nu kan worden
gepensioneerden. Blijkbaar oordeelt de sociale norm dat hun niet-arbeidzame
tegengeworpen dat de overheid dat toch al doet: zij faciliteert bijvoorbeeld
status anders beoordeeld moet worden dan die van de onvrijwillig werkloze.
religieus getint onderwijs, en tot voor kort bemoedigde zij ook het trouwen via
Die norm moge terecht zijn of niet, daar gaat het nu niet om. Het punt is dat
allerlei financiële voordelen. Maar doet zij dat omdat mensen daar gelukkiger van
het hier blijkbaar eerder de beoordeling van een situatie is die gelukkig maakt of
worden? Nee, veeleer lijkt het motief te zijn dat de keuzen van mensen op deze
ongelukkig dan die situatie zelf. We kunnen uit dit resultaat zelfs niet de meer
terreinen gerespecteerd moeten worden, ongeacht of zij hun geluk brengen.
gematigde conclusie trekken dat het een of andere vorm van nuttige activiteit
De gelukspoliticus staat daarmee voor een dilemma: óf hij houdt voet bij stuk en
is die mensen gelukkig maakt (of die nu in het kader van betaald werk wordt
propageert ondanks deze bezwaren overheidsbemoeienis met geloof en huwelijk,
verricht of niet). Dat verklaart immers nog wel de sociale waardering voor het
óf hij laat huwelijk en geloof links liggen en richt zich op andere geluksbrengende
werk van de huisvrouw en de student, maar niet de gelukzalige ledigheid van de
zaken, zoals gezondheid en werkgelegenheid. Maar dan zal hij duidelijk moeten
gepensioneerde. Kortom, de resultaten zijn door en door gevoelig voor de sociale
maken op grond van welk criterium die zaken dan wel voor overheidsbemoeienis
waardering van de status quo. Dit hoeft niet te verbazen. Nobelprijswinnaar
in aanmerking komen en geloof en huwelijk niet. Dan komt hij per definitie uit bij
Amartya Sen waarschuwt al sinds jaar en dag voor het klakkeloos afgaan op ‘nuts
een criterium dat met geluk niets te maken heeft. Beide opties lijken mij geen
informatie’. Daarmee, zo beweert hij, wordt bijvoorbeeld het nut van onderdrukte
aanlokkelijk perspectief.
vrouwen die hun aspiratieniveau aan hun situatie hebben aangepast ten onrechte te laag ingeschat.
Gelukkig (!) is er een ander type analyse dat volgens mij recht kan doen aan de basale intuïtie die de motiverende kracht lijkt te zijn achter bijeenkomsten
Wat betekent dit nu voor beleid? Een baldadige gevolgtrekking zou zijn dat het
zoals deze; dat welvaart en geluk niet gelijk opgaan op een hoger niveau van
beleid er niet zozeer op moet inzetten mensen gelukkig te laten worden volgens
welvaart, zoals de meeste geïndustrialiseerde landen dat bereikt hebben. Dit
de gangbare sociale constructies, maar zich moet richten op het veranderen van
type analyse wil ik nu voor u schetsen. Het biedt volgens mij voordelen boven de
die sociale constructies zelf. Bijvoorbeeld zou het beleid erop gericht moeten zijn
geluksanalyse en ontwijkt de zojuist genoemde nadelen.
de status en waardering voor onvrijwillig werklozen op te vijzelen. Dat zou op korte termijn natuurlijk wat meer geluk bij deze groep kunnen opleveren, maar ik denk niet dat ik hoef uit te wijden over de nadelen die daar vanuit allerlei andere
Marktgoederen versus niet-marktgoederen
perspectieven aan vastkleven. De sociale norm vervult misschien wel een nuttige functie, waarbij het geluksverlies op de koop moet worden toegenomen.
Het startpunt van de analyse is dat er twee typen goederen zijn: goederen die geproduceerd worden met het oog op hun verkoop op de markt en goederen
70
Dit brengt me bij een tweede reden om sceptisch tegenover het geluksonderzoek
waarvoor dat niet geldt. Laten we de eerste ‘marktgoederen’ noemen en de
te staan. Dit is de voor de hand liggende politiek-filosofische kritiek dat de
tweede ‘niet-marktgoederen’. Marktgoederen worden geproduceerd met behulp
overheid er niet zou moeten zijn om mensen gelukkig te maken. In een liberale
van productiefactoren: kapitaal, arbeid, natuurlijke grondstoffen. De crux zit hem
samenleving is geluk een zaak van het individu in diens privésfeer en schept de
in die productiefactoren. Aan de ene kant worden deze zelf ook verhandeld op
overheid slechts algemene voorwaarden waaronder vreedzame sociale interactie
markten. Ze zijn schaars en efficiënte inzet daarvan verlaagt dan ook de kosten,
tussen geluksstrevende individuen mogelijk wordt. Vrijheid gaat volgens de
wat een concurrentievoordeel oplevert op de markt. Tegelijkertijd zijn deze
liberale theorie boven geluk: als een individu ervoor kiest zichzelf in de vernieling
productiefactoren geen marktgoederen in bovengenoemde zin: ze zijn nooit
te helpen, moet de overheid dat niet proberen te voorkomen. Doet zij dat wel,
geproduceerd om verhandeld te worden. Het zijn ‘fictitious commodities’, fictieve
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
71
marktgoederen (Polanyi 1944: 71ff). Menselijke arbeidskracht wordt verhandeld
minder geschikt zijn om relatieve positie mee te markeren. Als ze te zwaar belast
op de arbeidsmarkt maar is nooit daartoe gemaakt; het is simpelweg menselijke
zijn, vertaalt zich dat echter wel in maatschappelijk negatieve effecten en op een
energie die door het leven is gegeven. Voor natuurlijke hulpbronnen geldt
hoger niveau van welvaart is de kans daarop groter, precies omdat zij de munitie
hetzelfde: zij komen met de schepping van de aarde, en vertegenwoordigen de
zijn in het steeds hoger oplopende gevecht om marktgoederen. Zo herinner ik mij
natuurlijke omgeving waarin wij leven. Wanneer voor deze fictieve marktgoederen
onderzoek dat liet zien dat kinderen die regelmatig in de natuur zijn, zich op school
een markt wordt gecreëerd, wordt hun ‘niet-marktaspect’ verwaarloosd. Dat
minder agressief gedragen. Natuur is echter nog steeds een fictief marktgoed dat
aspect kent geen prijs en het feit dat het gebruikt en verbruikt wordt, kan daarom
maar al te graag wordt wegbezuinigd.
niet op de markt tot uitdrukking komen. Voor het marktspel is het voordeliger deze aspecten simpelweg te negeren; kortom, de rekening niet te betalen.
Ten tweede geeft deze analyse ons een helder criterium en tegelijk een
Voor het eerste voorbeeld van een fictief marktgoed, de natuur, is dit alles het
overtuigende legitimatie van overheidsingrijpen. De bedenker van het concept
meest evident. Natuurlijke hulpbronnen worden opgemaakt zonder daar ooit de
van ‘fictieve marktgoederen’, economisch antropoloog Karl Polanyi, zag dat elke
rekening voor te betalen en deze opnieuw aan te vullen. Natuur die geen hulpbron
samenleving de mogelijkheid heeft om het ongestraft uitbuiten van fictieve
is, dat wil zeggen vrije, wilde natuur die geen productiefactor vertegenwoordigt,
marktgoederen tegen te gaan. Zij kan dit om twee redenen doen: omdat de
is helemaal vogelvrij –het is beter voor de markt om die natuur te verwijderen en
markt uiteindelijk tegen zijn eigen grenzen aanloopt in het uitbuiten van niet-
de ruimte voor productievere doeleinden te gebruiken. Hetzelfde geldt voor onze
geprijsde fictieve marktgoederen; of omdat zij erkent dat de eigen kwaliteit van
ongeprijsde ervaring van wilde natuur– ook dat levert niets op. Maar ook wijzelf,
niet-marktgoederen bescherming verdient (psychologen zouden deze goederen
onze energie, tijd en gezondheid zijn zowel een potentiële productiefactor als een
kunnen duiden als ‘vormen van verbondenheid’ met onszelf en onze sociale
niet-marktgoed. De markt zal er alles aan doen om de rekening daarvoor zo laag
en natuurlijke omgeving). Beide motieven sluiten elkaar overigens niet uit. Een
mogelijk te houden: niet betalen voor overwerk, kosten van stress en burn-out
voorbeeld van het eerste zijn natuurlijk weer de natuurlijke hulpbronnen: als deze
afwentelen op de hele gemeenschap.
opraken en de aarde ondertussen letterlijk in zwaar weer terecht komt, heeft ook de markt een probleem. En als een burn-out de werknemer uitschakelt, heeft de markt daar uiteindelijk ook niets aan; althans niet als er niet een onbeperkte
Wat heeft dit alles nu met geluksonderzoek te maken? Drie dingen.
voorraad andere werknemers klaar staat om het werk over te nemen. Het criterium is dat de gemeenschap ervoor moet waken dat de hulpbronnen die
Allereerst helpt deze analyse ons de intuïtie uit het geluksonderzoek te verklaren
zowel productiefactor als niet-marktgoed zijn, onherstelbaar beschadigd of
dat juist op een hoger niveau van welvaart extra welvaart niets meer toevoegt
overbelast raken; de legitimatie is dat de gemeenschap daarmee de markt ook
aan geluk. Terwijl dat eerder, op lagere niveaus van welvaart, nog wel zo was. De
tegen zichzelf beschermt, want aan onherstelbaar beschadigde hulpbronnen heeft
verklaring is dat in eerdere stadia van economische groei de opbrengsten van het
op lange termijn niemand wat.
marktspel hoger zijn dan de kosten. Maar hoe verder het spel komt, hoe hoger
72
de belasting van de fictieve marktgoederen, waar met steeds meer moeite nog
Ten derde geeft deze analyse twee concrete oplossingsrichtingen aan: hetzij een
efficiencywinst uit geperst kan worden; en hoe lager de opbrengst in termen van
prijskaartje hangen aan de niet-marktaspecten, zodat de kosten alsnog in rekening
het nut dat wij halen uit marktgoederen. Voor die marktgoederen geldt dat ze
gebracht worden, hetzij de markt verbieden het terrein nog verder te bezetten.
op lagere stadia van groei nuttig zijn, want ze bevredigen onze basisbehoeften;
De emissiehandel voor broeikasgassen is het moderne voorbeeld par excellence
maar daarboven voegen ze niet veel meer toe, omdat dan geldt wat econoom
van de eerste strategie, terwijl het aanwijzen van beschermde natuurgebieden
Robert Frank daar over opmerkte: ons bezit ervan is duidelijk te observeren voor
een voorbeeld van de tweede strategie is. In de sfeer van het fictieve marktgoed
iedereen; ze dienen dan ook vooral om onze relatieve positie ten opzichte van
arbeid is een voorbeeld van de strategie van beprijzen het uitbetalen van
anderen mee te markeren. Maar dat is een nulsomspel, omdat iedereen zich in
overwerk; een voorbeeld van de strategie van indammen is het afkondigen van
deze strijd om relatieve positie stort. Voor de fictieve marktgoederen geldt dat zij
een wettelijk verplichte maximumwerkweek.
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
73
Conclusie
Bijdrage 5
Eudaimonia – goede ziel
Het geluksonderzoek maakt duidelijk wat de kosten zijn van economische groei: het is de vertaling in subjectieve waarnemingen van een onderliggend proces
Roos Vonk
waarin marktgoederen en niet-marktgoederen met elkaar in conflict komen. Het is echter voor het beleid beter ons rechtstreeks te richten op dat onderliggend
Waarom we meer welvaart hebben maar niet gelukkiger zijn, vanuit
proces – en daar onze analyse en aanbevelingen vandaan te halen.
een psychologisch perspectief benaderd, geeft een aantal inzichten. Vijf overwegingen:
Lezing uitgesproken tijdens het symposium ‘Steeds rijker en toch niet gelukkig?’ Amsterdam, De Burcht, 11 december 2006.
Hedonisme versus eudaimonisme
Over de auteur:
Er is een verschil tussen hedonisch en eudaimonisch geluk. Hedonisch geluk
Rutger Claassen is promovendus en docent aan de faculteit Wijsbegeerte van de
betekent dat je je goed voelt. Lekker eten, aan het strand in de zon zitten, naar
Universiteit Utrecht.
mooie muziek luisteren zijn allemaal dingen die ons hedonisch gelukkig maken. Het is voor elk dier van overlevingswaarde om hedonisch geluk na te streven; het zit in onze instincten. Als je in de vrieskou staat of als je honger hebt of als iemand je pijn doet voel je je niet prettig, en dan wil je daar iets aan doen. Hedonisch geluk wordt dus door onze basale instincten geregeld en die zijn gericht op de korte termijn: “Ik wil het en ik wil het nu!” De vraag die hierbij hoort is: “Wat wil ik hebben?” (bv. voedsel, warmte, maar ook andere dingen die goed voelen: liefde, waardering, respect). Eudaimonisch geluk gaat om trouw blijven aan jezelf, jezelf blijven (naar daimon = je ware zelf). De vraag die daarbij hoort is: “Wie wil ik zijn?” En voorbeeld ter illustratie van het verschil: Wanneer je kat dood gaat, dan zeg je vanuit een hedonistisch motief: Ik neem snel een nieuwe kat, dan hoef ik er niet meer aan te denken. Want treurig zijn over de kat is een rotgevoel en dat wil je niet. Vanuit eudaimonisch perspectief hoort dat rotgevoel bij wie je bent, als je een band had met je kat. Dan ben je verdrietig omdat je iets van waarde hebt verloren. Door trouw te zijn aan je verdriet zul je op langere termijn gelukkiger (meer in balans) zijn in eudaimonische zin. Eudaimonisch geluk heeft vooral met persoonlijke groei te maken en met zingeving. Om tot persoonlijke groei te komen is een bepaald bewustzijn van het eigen ‘ik’ nodig. Je moet je directe impulsen kunnen overstijgen. Mensen zeggen vaak ‘Ik moet mijn gevoel volgen’, maar dat komt soms neer op het volgen van je instincten. Daar word je op termijn niet per se gelukkig van (bijvoorbeeld: Iemand eens flink de waarheid zeggen als je in een kwaaie bui bent, waardoor
74
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
75
je relaties met anderen kunt schaden.) Je handelt dan als andere dieren en hebt
werkzaam in een beroep wat hem helemaal niet ligt. Veel geld of status kan dan
dus ook geen keuzevrijheid: je instincten dicteren je gedrag. Uit onderzoek blijkt
verlichting geven, maar uiteindelijk zit de persoon toch in de verkeerde vijver te
dat naar schatting 95% van onze innerlijke processen instinctieve, onbewuste
vissen, waardoor hij nooit kan ontspannen. Dit verklaart ook verslavingsgedrag:
processen zijn en dat in 5% van de gevallen een moment van zelfreflectie en
het is nooit genoeg, je moet steeds meer hebben van iets (geld, seks, drank)
bewustzijn optreedt. Die 5% is wel weinig, maar niet zonder betekenis: dat
om je onbehagen te dempen. De oplossing vereist dat je je hedonistische
zijn de momenten waarop je actief je leven kunt regisseren en bepalen waar je
streven overstijgt en je ongemak gaat verdragen: niet dempen maar onder ogen
naartoe gaat. Een auto rijdt ook 95% van de tijd rechtdoor, maar het feit dát ie het
zien. Je ziet dan bijvoorbeeld dat je in dit werk niet het beste van jezelf kwijt
vermogen heeft om te draaien en keren is cruciaal!
kunt en teveel tegen je grenzen aan loopt. Of dat in een relatie je behoefte aan verbondenheid niet wordt bevredigd. Als je die waarheid eenmaal ziet, kun je
Eudaimonisme
keuzes maken waarmee je de kern van het probleem aanpakt. Maar om dat te
Eudaimonisme (Oud-Grieks: eudaimonia) is een ethische doctrine ontwikkeld
doen moet je eerst je verlies nemen. Dat is pijnlijk en vraagt moed.
door de Griekse filosoof Aristoteles. De term eudaimonisme bestaat uit twee Griekse termen, met name eu (“goed”) en daimon (“ziel”). Eudaimonisme wil zoveel zeggen als het streven naar geluk (naar een “goede ziel”). De ethische
Verbondenheid versus individualisme
theorieën van de Amerikaanse filosofe Ayn Rand zijn sterk beïnvloed door eudaimonistische idealen.
Van de drie universele psychologische behoeftes is de verbondenheid het meest geluksbevorderend. Mensen bij wie deze behoefte is bevredigd zijn het
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Eudaimonisme
gelukkigst. Maar onze samenleving is steeds meer individualistisch ingesteld en dat staat haaks op het zoeken naar verbondenheid. De groepen waar mensen vroeger bij hoorden (kerk, zuilen, buurten) zijn verdwenen. Het is ‘ieder voor
Zelfbepaling
zich’. Dat het nieuwe kabinet het nodig vindt om “samen werken, samen leven” als motto te hanteren geeft aan dat ‘samen’ geen vanzelfsprekendheid meer
De tweede overweging die relevant is bij de vraag waarom we van meer welvaart
is. En dat terwijl mensen van nature sociale dieren zijn en dit dus het meest
niet gelukkiger worden is de ‘Self-determination theorie’ van Deci en Ryan.
vanzelfsprekend van alles zou moeten zijn!
Volgens deze theorie zijn er drie universele psychologische behoeftes. Wanneer
Wanneer je jezelf bekijkt als individu ga je ook vergelijken en contrasteren met
deze vervuld zijn dan ontstaat de mogelijkheid tot persoonlijke groei.
andere individuen. Je gaat het kijken of een ander het beter heeft, of beter doet
Deze universele psychologische behoeftes zijn autonomie, bekwaamheid en
dan jij, in plaats van trots te zijn op jouw groep, jouw bedrijf, jouw land.
verbondenheid. Wanneer één van deze behoeftes niet bevredigd is, ontstaat
Het is van belang te bedenken dat verbondenheid niet tegengesteld is aan
onbehagen en gaat men (vaak op hedonistische wijze) een oplossing zoeken.
autonomie, een van de andere behoeften. Bij autonomie gaat het er om dat je
Die wordt vaak in de verkeerde richting gezocht. Wanneer bijvoorbeeld de
weet wie je bent en keuzes maakt die daarbij passen. Juist omdat mensen sociale
behoefte aan het gevoel van bekwaamheid onvoldoende wordt vervuld, kan men
dieren zijn, kan het een heel autonome keuze zijn om iets voor een ander te doen
daarop reageren door meer geld te willen verdienen of hogerop te willen klim
of zich voor het collectief in te zetten. Mensen die zich afzetten tegen anderen
men, om zo de eigen bekwaamheid te bevestigen. Men kiest dan voor een snelle
zijn daarentegen juist vaak reactief en niet autonoom. Als je het nodig hebt je
manier om het onbehagen weg te nemen, wat een hedonistische verlichting
wilsvrijheid en onafhankelijk te demonstreren of te beschermen door je van
geeft: “zie je wel, ik ben heel goed want ik verdien meer dan de buurman”.
anderen af te wenden, is het waarschijnlijk niet goed gesteld met je autonomie!
Op termijn werkt het echter niet, doordat de behoefte waar het eigenlijk om ging (in dit geval bekwaamheid: goed zijn in wat je doet, je talenten kunnen gebruiken en ontwikkelen in je werk) niet wordt bevredigd. De persoon is bijvoorbeeld 76
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
77
Technologie Ook technologie heeft invloed op de mate waarin we van meer welvaart gelukkiger worden. Met de welvaart heeft ook de technologie zich ontwikkeld, waardoor we steeds meer zaken kunnen beheersen. Denk daarbij aan bijvoor beeld vruchtbaarheid, ziekte en ouder worden. We worden in feite verwende mensen daardoor. Wanneer iets niet goed is moet het gerepareerd worden. Steeds meer ziektes kunnen worden behandeld en ook uiterlijke ‘foutjes’ worden hersteld. Vroeger moest je je schikken in je lot als je onvruchtbaar was, nu kun je er tot dik in de 50 nog iets aan laten doen. Alles kan en ons hedonische zelf, dat geen ongemak wil verdragen, stort zich op die mogelijkheden. Door deze maakbaarheid gaat onze aandacht steeds meer uit naar wat niet goed is, in plaats van wat er wél is. We schikken ons niet meer, maar kijken voortdurend om ons heen naar wat er nog verbeterd kan worden. En dan treedt een psychologische wetmatigheid in werking: alles wat je aandacht geeft versterk je. Gaat je aandacht naar wat er niet goed is, dan zul je dus doorgaans niet heel gelukkig en onbevangen in het leven staan. Dit is ook te zien aan het verschil tussen zogenaamde “optimisers” en “satisficers”. Deze begrippen verwijzen naar grofweg twee soorten mensen bij het maken van keuzes. De optimiser wil de best mogelijke keus. Hij wil alle winkels en alle schoenen gezien hebben voordat hij een keuze maakt. Hoe meer keuzemogelijkheden er zijn, hoe onrustiger hij wordt, want dan wordt de kans groter dat hij verkeerd kiest (niet het allerbeste kiest). Dat veel mensen vandaag de dag optimisers zijn, blijkt uit het feit dat sommige fabrikanten het aantal keuzemogelijkheden hebben gereduceerd omdat consumenten negatieve gevoelens hadden bij zoveel keus. De satisficer kiest gewoon het eerste dat goed genoeg is. Optimisers nemen betere beslissingen maar ze zijn minder gelukkig.
Set-point Mensen verschillen van elkaar in hoe gelukkig ze zijn. Ieder persoon heeft een bepaald basis geluksniveau, dat binnen een bepaalde marge ligt. Je kunt tijdelijk op de hoogste top zitten als je verliefd bent of de loterij wint, of in het diepste dal als je wordt ontslagen of je geliefde er met een ander vandoor gaat. Maar mensen keren toch altijd vrij snel terug naar hun natuurlijke set-point van geluk. Om je setpoint te verhogen en gelukkiger te worden moet je niet de aandacht richten op wat er allemaal zou moeten verbeteren (je werk, je relatie, je huis etc.) want dat 78
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? van welvaart naar welzijn?
79
geeft alleen tijdelijke verbetering. Je moet de manier waarop je naar dingen kijkt
Tot slot
veranderen. Onderzoek laat zien dat gelukkige mensen meer aandacht besteden aan wat wél goed is, beter kunnen relativeren als het tegenzit, zich sneller erbij
Is er sprake van een verschuivende waardeoriëntatie van welvaart naar welzijn?
neerleggen als iets verkeerd gaat. Tegenslag hoort bij het leven en morgen is er
Het is moeilijk aan de hand van deze verkenning uitsluitsel te geven over
weer een dag. Door meer op deze manier naar gebeurtenissen te kijken word je
de meest robuuste ontwikkelingen. Er zjn echter wel een aantal algemene
dus gelukkiger. Niet door de vraag te stellen ‘Wat wil ik hebben’ maar ‘wat wil ik
‘tendensen’ binnen de samenleving waarover consensus bestaat. Men is er zich
zijn’: een tevreden, constructief, sociaal voelend mens bijvoorbeeld!
in de samenleving in toenemende mate van bewust dat geld slechts in beperkte mate bijdraagt aan de kwaliteit van het leven. Gezondheid, natuur en milieu, sociale relaties, vrijheid en veiligheid zijn van toenemend belang. Ook streven
Lezing uitgesproken tijdens het symposium ‘Steeds rijker en toch niet gelukkig?’
steeds meer mensen naar een samenleving die zuiniger is op natuur en milieu.
Amsterdam, De Burcht, 11 december 2006
Mensen nemen hierin zelf verantwoordelijkheid en men toont eigen initiatief. Daarnaast houdt men wel gezamenlijk het huidige systeem van productie,
Over de auteur:
consumptie en accumulatie in stand. Het is moeilijk af te wijken van de norm. De
Roos Vonk is hoogleraar sociale psychologie aan de Radboud Universiteit
overheid speelt een belangrijke rol in het doorbreken van het systeem. Onder de
Nijmegen en spreker/trainer/adviseur in haar bureau Vonk-Zelfbepaling.
respondenten bestaat er eensgezindheid over het feit dat de overheid niet of te weinig aansluit bij de focus op quality of life die bestaat onder de bevolking. In deze verkenning is duidelijk geworden welke factoren bijdragen of bij kunnen dragen aan een verschuiving van waardeoriëntaties. De vraag blijft echter of er momenteel daadwerkelijk sprake is van een overwegende verschuiving van de waardeoriëntatie van welvaartswaarden naar welzijnswaarden of dat deze verschuiving wellicht op handen is. Een geluid dat soms terugkeert, is dat Nederlanders nog net zo hard economische welvaart najagen als twintig jaar geleden. Anderen zijn wel degelijk overtuigd van de verschuiving van de waardeoriëntatie en onderstrepen hiermee de uitkomsten van verschillende recente onderzoeken30. Er zal echter nader onderzoek nodig zijn om te kunnen bepalen of en in welke mate er toenemende aandacht is voor quality of life onder de verschillende bevolkingsgroepen en sociale klassen. Wat bepaalt ons geluk op dit moment? Een aantal wetenschappers geven hun visie op waarom we nog wel of niet gelukkig zijn in deze welvarende maatschappij. Economische groei in een rijke samenleving als de Nederlandse heeft nog slechts een zeer gering (direct) effect op de tevredenheid en het geluk van de bevolking. Verschillende theorieën laten zien dat vergelijking en relativiteit blijven leiden tot welvaartsgroei. Omdat onze economische activiteit toch bevorderlijk is voor ons geluk. Die houdt de materiële basis in stand en, niet onbelangrijk, die houdt ons lekker bezig. Vraag is dan of meer focus op welzijn naast deze hedonic tredmill mogelijk is? Can we have it both ways? Binnen de duurzaamheiddiscussie lijkt nu een omslag zichtbaar te worden. ‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? 81 van welvaart naar welzijn?
Hoe het ook zij, de waardeoriëntatie op economische welvaart heeft in ieder geval geleid tot de samenleving zoals wij die nu kennen: er bestaat een grote behoefte aan zelfverrijking op materieel vlak. Maar het gevoel dat geld en bezit niet alles is waar het om draait, is niemand vreemd. Samen met het feit dat het huidige (mondiale) consumptieniveau een toenemende schaarste van natuurlijke hulpbronnen tot gevolg heeft, lijkt een toenemende oriëntatie op welzijnswaarden onvermijdelijk.
82
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
Bronnen en aanbevolen literatuur 21minuten.nl Editie 2006: (2006) onderzoek door McKinsey&Company, Planet Internet, NRC Handelsblad, AD, MSN en FHV BBDO. www.21minuten.nl. Abramson, P. R. & Inglehart, R. (1987) Generational Replacement and the Future of Post-Materialist Values. In: Journal of Politics, vol. 49, pp. 231-241. Ackerman, F. e.a., eds. (1997) Human well-being and economic goals. Island Press: Washington D.C. Ahuvia, A. C. (2002) Individualism/Collectivism and Cultures of Happiness. A Theoretical Conjecture on the Relationship between Consumption, Culture and Subjective Well-Being at the National Level. In: Journal of Happiness Studies, vol. 3, 2002, pp. 23-36. Beer de, P., (2005) De valse beloften van economisch groei. Publicatie Waterlandstichting 13 juni 2005. Davis, D. W. & Dowley, K. M. (1999) Post materialism in World Societies: Is it really a value dimension? In: American Journal of Political Science, vol. 43. Diener, E. (2000) Subjective Well-Being: The Science of Happiness and a Proposal for a National Index. In: American Psychologist vol. 55, pp. 34-43. Diener, E. & Suh, E.M., eds. (2000) Culture and subjective well-being. MIT press: Cambridge, Ms. Ester, Halman en De Moor (1993) Value Shift in Western Societies. In: The Individualizing Society: Value Change in Europe and North America. Frey, B.S. & Stutzer, A. (2002) Happiness and economics: how the economy and institutions affect well-being. Princeton UP: Princeton. Frijters, P. (1999) Explorations of Welfare and Well-being. Thesis Publishers: Amsterdam
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? 85 van welvaart naar welzijn?
Gubert, R. (1995) Analyses of Regional Differences in the Values of
Layard, R. (2005) Happiness: lessons from a new science. Allen Lane: London.
Europeans. In: Values in Western Societies (R. de Moor, ed. pp. 179-193). McCloskey D. (2006) Kapitalisme leidt tot liefde, niet tot verval. Halman, L. (1991) Waarden in de Westerse Wereld: een internationale
In: de Volkskrant, 5 augustus 2006.
exploratie van de waarden in de westerse samenleving. Tilburg UP: Tilburg. Moor, R. de (ed.) (1995) Values in Western Societies. Tilburg UP: Tilburg. Hortulanus, R.P. (1997) Domeinen van welzijn: welzijnsbeleving en welzijnsbeleid in de jaren 90. VUGA: Den Haag.
Oorschot, W. J. H. van (2001) Wij en Zij in Europa: de solidariteit van Nederlanders in Europees perspectief. Onderzoeksschool AWBS: Utrecht.
Hurenkamp, M. (2006) Ik ben voortdurend met anderen in de weer, al ben ik nergens lid van. In: de Volkskrant, 6 mei 2006.
Praag, B. M. S. van & Frijters, P. (2002) The Anatomy of Subjective Well Being. Tinbergen Institute Discussion Papers. Tinbergen Institute.
Ingen, E. van, Dagevos, J. & Beckers, Th. (2004) Duurzaamheid in het denken en doen van de Nederlandse bevolking.
Prakke, D. (1999) Development with Sparks: Placing the Hamburger in the
CDV 2004, Duurzaamheid en Wereldbeeld:
Mandala. In Sonam Kinga et al. (ed.) Gross National Happiness,
http://spitswww.uvt.nl/web/telos/documents/CD%20verkenningen143-153.pdf.
Thimpu: The Centre for Bhutan Studies.
Inglehart, R. (1997) Modernization and Postmodernization: Cultural,
Motivaction research and strategy (2006) Maatschappelijke Barometer:
Economic and Political Change in 43 Societies. Princeton UP: Princeton.
Wensen en verwachtingen voor Nederland in 2006. www.netwerk.tv/download/Factsheet%20barometer%20wensen%20en%20ver
Invitatie voor Nieuwe Dialoog. In: de Volkskrant, 18 mei 2006, p.11.
wachtingen%20voor%202006.pdf?212079.
Jacobs, D. (2006) Groei niet belangrijker dan welzijn en geluk.
Nederlanders geven meer geld aan goede doelen.
In NRC next, 28 maart 2006.
Persbericht Novum 8 augustus 2006.
Kalshoven, F. (2006) Rijker kunnen we u wel maken, niet gelukkiger.
Offermans, C. (2006) Zweer het dogma van de groei af.
In: de Volkskrant 6 mei 2006, p.7.
In: NRC Handelsblad, 27 mei 2006.
Kwaliteit en Toekomst, verkenning van duurzaamheid, RIVM/MNP (2004)
Oosterhout, B. van (2006) Groei is goed.
www.mnp.nl/nl/publicaties/2004/Kwaliteit_en_Toekomst__verkenning_van_
In: Intermediair, 18 mei 2006. pp. 16-21.
duurzaamheid.html. Prakke, D. (2005) The ‘Buddhist’ Truth of Happiness: Spirituality and
86
Kim, U. (ed.) (1994) Individualism and collectivism: theory, method and
Development – the case of governance in Bhutan.
applications. Sage: Thousand Oaks.
In: Journal of Bhutan Studies, Vol. 12, summer 2005.
Laat die economische groei maar zitten, we gaan voor geluk.
Prescott-Allen, R. (2001) The well-being of nations: a country-by-country
In: de Volkskrant, 18 april 2006, p.2.
index of quality of life and the environment. Island Press: Washington.
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? 87 van welvaart naar welzijn?
Putnam, R. (2000) Bowling Alone: The collapse and revival of American
Veenhoven, R. (2006) Rising happiness in nations, 1946-2004: A response to
community. Simon & Schuster, New York.
Easterlin. In: Social Indicators Research vol. 77: 1-16.
Roos, W. A. A. M. de (1985) Bevrijdende economie: over welvaart, arbeid en
Yankelovich D. et al. (1985) The world at work, Syracuse University Press.
consumptie. Van Gorcum: Assen. Samsom, D. (2005) De ongewenste belofte van economische groei. In: de Volkskrant, 6 september 2005. Schor, J. B. (2002) Understanding the new consumerism: inequality, emulation, and the erosion of well-being. Universiteit Antwerpen: Antwerpen. Sumner, L. W. (1996) Welfare, Happiness and Ethics. Clarendon Press: Oxford. Theeuwes, J. (2006), Groei en het grote geluk. Essay voor Sociale Agenda, de Volkskrant. Thinley, J. Y. (1998), Values and Development: Gross National Happiness. Keynote speech Millennium Meeting for Asia and the Pacific 1998 Seoul. Veenhoven, R. (1984) Conditions of Happiness. Reidel: Dordrecht. Veenhoven, R. (1993) Happiness in Nations: Subjective Appreciation of Life in 56 nations 1946-1992. Erasmus University Rotterdam, RISBO: Rotterdam. Veenhoven, R. (1994) Correlates of happiness: 7838 findings from 603 studies in 69 nations 1991-1994. Erasmus University Rotterdam, RISBO: Rotterdam. Veenhoven, R. (1996) Leefbaarheid van landen. Onderzoeksschool AWSB: Utrecht. Veenhoven, R. (1999) Quality-of-Life in Individualistic Society: A comparison of 43 nations in the early 1990’s. In: Social Indicators Research, vol. 48, pp. 157-186. Veenhoven, R. (2000) The four qualities of life. Ordering concepts and measures of the good life. In: Journal Of Happiness Studies, 2000, vol 1, pp 1-39. 88
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? 89 van welvaart naar welzijn?
Geïnterviewden en deelnemers aan de expertmeeting Met dank de volgende personen die hebben bijgedragen door een interview en/of deelname aan de expertmeeting: Drs. Femke Alberda, Strategisch procesconsultancy Prof. dr. Paul de Beer, Universiteit van Amsterdam Drs. Miranda Boland, Stichting Echte Welvaart Drs. Marius Ernsting, Vereniging Humanitas Prof. dr. Bob Goudzwaard, Vrije Universiteit Dr. Loek Halman, Universiteit van Tilburg Drs. Sandra van Kampen, Stichting Natuur en Milieu Diederik Prakke, MDF Training & Consultancy Ineke van der Storm, ECONcept Hilversum Sander Tideman, LL.M., Teleos Institute Prof. dr. Ruut Veenhoven, Erasmus Universiteit Rotterdam Drs. Arjan Wardekker, Copernicus Instituut, Universiteit Utrecht
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? 91 van welvaart naar welzijn?
Noten
1
Beyond Individualism/Collectivism: New Cultural Dimensions of Values. In: Kim et al. 1994: 85-119.
2
Yankelovich et al. 1985. The world at work.
3
Inglehart 1997.
4
www.motivaction.nl; www.motivaction.nl/wat/modellen/mentality-instrumenten. html.
5
http://nl.wikipedia.org/wiki/Welvaart.
6
Layard 2005.
7
Veenhoven 1993.
8
Frey & Stutzer 2002.
9
Ondanks dat geluk moeilijk te definiëren is, zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld om geluk te meten. Geluk is subjectief meetbaar door middel van vragenlijsten. Men kan aan mensen vragen hoe gelukkig ze zich voelen en hoe ze hun leven waarderen. Hieruit komen zogenaamde geluks- of satisfactiescores, waarmee vervolgens bijvoorbeeld bevolkingsgroepen en landen kunnen worden vergeleken.
10�
Kapitalisme leidt tot liefde, niet tot verval. In: de Volkskrant, 5 augustus 2006.
11�
Veenhoven, R. 2006. Rising happiness in nations, 1946-2004: A response to Easterlin. In: Social Indicators Research vol. 77: 1-16.
12�
Layard, R. 2005. Happiness: Lessons from a new science: 32-33.
13�
De Moor 1995: 271.
14�
www.worldvaluessurvey.org; Inglehart 1997.
15�
What does Gross National Happiness Mean? Keynote Speech by Jigmi Thinley, Minister of Home and Cultural Affairs, Bhutan. 2005.
16�
Interview met Diederik Prakke, ontwikkelingswerker in Bhutan.
17�
Bron: www.motivaction.nl/105/Segmentatie/Mentality_tm/d:54/Mentality.
1�
Ronald Inglehart. Modernization and Postmodernization: Cultural, Economic, and Political Change in 43 Societies. Princeton UP, 1997.
1�
Richard Layard. Happiness: lessons from a new science. Allen Lane: London 2005.
20�
Veenhoven 1999: Quality-of-Life in Individualistic Society: A comparison of 43 nations in the 1990’s; www2.eur.nl/fsw/research/veenhoven/Pub1990s/99a-full. pdf.
21�
Inglehart 1997: 81.
22�
Richard Layard (2005). Happiness: Lessons from a new science. pp. 5-6.
‘Geld speelt geen rol’-Een ‘Geld verschuiving speelt geen in rol’ waarden - Een verschuiving van welvaart in naar waarden welzijn? 93 van welvaart naar welzijn?
23�
Robert Putnam. Bowling Alone: The collapse and revival of American community. New York 2000.
24�
Ik ben voortdurend met anderen in de weer, al ben ik nergens lid van. In: de Volkskrant, 6 mei 2006.
25�
Ester, Halman en De Moor. Value Shift in Western Societies. In: The Individualizing Society: Value Change in Europe and North America (1993). p. 1.
26�
Nederlanders geven meer geld aan goede doelen. Persbericht Novum 8 augustus 2006.
27�
Een van de uitkomsten van het 21minuten.nl-onderzoek.
2�
Layard 2005: p. 5, 6.
2�
Kwaliteit en toekomst. RiVM/MNP 2004.
30�
Duurzaamheidsverkenning van Natuur- en Milieuplanbureau RIVM; 21minuten.nl 2005 en 2006; Maatschappeliljke Barometer: wensen en verwachtingen voor Nederland in 2006.
94
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?
Colofon
Teksten
Met bijdragen van
Hiteq, Hilversum
Prof. dr. Paul de Beer
Jasper van der Steen
Drs. Rutger Claassen Prof. dr. Bernard van Praag
Opdrachtgever
Prof. dr. Ruut Veenhoven
Hiteq
Prof. dr. Roos Vonk
Programmaleider Maatschappij Drs. Judith van Heeswijk begeleider en redacteur bijdragen
Redactie Bert Herben, Amsterdam
Organisatie en productie Hendriks Communicatie, Amsterdam Aly Hendriks
Ontwerp Sjoukje Ziel grafisch ontwerp helder ! ontwerpgroep, Amersfoort
Illustraties Cliffhanger Visuals, Apeldoorn Seger van Wijk
Drukwerk Klomp Grafische Communicatie, Amersfoort
Uitgave © 2007 Hiteq, Hilversum Bestelnummer H00004 Deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt na schriftelijke toestemming van de uitgever via
[email protected]
96
‘Geld speelt geen rol’ - Een verschuiving in waarden van welvaart naar welzijn?