1
AANKOOPGEDRAG VAN WAGENS SPEELT DE MILIEUVRIENDELIJKHEID EEN ROL? LAURENCE TURCKSIN, DR. OLIVIER MAIRESSE, PROF. DR. CATHY MACHARIS Vrije Universiteit Brussel Vakgroep MOSI Transport en Logistiek
Samenvatting Résumé De laatste jaren kende de milieuproblematiek heel wat mediacovering, vooral sinds de film “An inconvenient truth” van Al Gore. Deze paper gaat na of de toenemende mediaaandacht voor de milieuproblematiek wordt weerspiegeld in een milieubewuster aankoopgedrag van wagens. Hiervoor werden 392 ste bezoekers van de 86 editie van het Auto- en Motorsalon van Brussel persoonlijk en 894 respondenten via een webenquête bevraagd. Uit de resultaten blijkt dat milieuvriendelijkheid aan belang heeft gewonnen, maar nog steeds ondergeschikt is aan andere factoren zoals betrouwbaarheid, aankoopprijs, veiligheid, verbruik, comfort, ruimte en grootte. Verder blijken overheidsmaatregelen zoals een slimme kilometerheffing of een extra vervuilingstaks het meest effectief in het ontmoedigen van vervuilende wagens. Idealiter worden deze maatregelen gebaseerd op de Ecoscore van wagens. Op deze manier wordt de vraag naar milieuvriendelijke voertuigen gestimuleerd en kan een evolutie naar een milieuvriendelijker Belgisch wagenpark bewerkstelligd worden.
Ces dernières années, la problématique de l’environnement a reçu beaucoup d’attention médiatique et cela en particulier depuis le long-métrage d’Al Gore “An inconvenient truth”. L’objet de cette recherche est d’investiguer si cet intérêt médiatique croissant se reflète dans un comportement d’achat de voitures plus écologiques. A l’occasion de la 86ème édition du Salon Auto-Moto de Bruxelles, 392 visiteurs du salon ont été interviewé et 894 sondé via une enquête en ligne au sujet de leur comportement d’achat. Les résultats démontrent que l’aspect écologique a gagné en importance, mais qu’il demeure relativement accessoire face à d’autres facteurs comme la fiabilité, le prix d’achat, la sécurité, la consommation, le comfort, l’espace et la taille du véhicule. Par ailleurs, des mesures gouvernementales telle qu’une redevance au kilomètre ou une taxe environnementale supplémentaire auraient un effet défavorisant sur l’achat de voiture polluantes. Idéalement, ces mesures devraient être basées sur l’Ecoscore, un index tenant compte de plusieurs aspects écologiques. De cette façon, la demande à l’égard de véhicules moins polluants pourrait être stimulée afin d’obtenir, à terme, un parc automobile belge plus écologique
2
1.
Inleiding
In 2008 stond het Auto- en Motorsalon van Brussel in het teken van duurzame mobiliteit. Het autosalon bood een unieke gelegenheid om na te gaan of de recente media-aandacht voor de milieuproblematiek een effect heeft op de rol van milieuvriendelijkheid in ons aankoopgedrag en of beperkende overheidsmaatregelen hierop een invloed zouden uitoefenen. Het onderzoek zocht een antwoord op de volgende vragen: -
2.
Wat zijn de belangrijkste factoren waarmee de consument rekening houdt bij de aankoop van een wagen? Houdt men hierbij rekening met de factor milieuvriendelijkheid? Is men bereid meer te betalen voor een milieuvriendelijk voertuig? In welke mate kunnen beleidsmaatregelen de consument aanzetten tot de aankoop van een milieuvriendelijk voertuig?
Steekproef
De steekproefverzameling gebeurde aan de hand van een face-to-face survey op het Auto- en Motorsalon van Brussel (17-27 Januari 2008), gevolgd door een online survey (Maart-September 2008). De survey werd vooraf getest bij een groep van experten en bij respondenten van het Autosalon teneinde een duidelijke vraagstelling te bekomen. Op het Auto-en Motorsalon van Brussel werden 392 respondenten face-to-face geïnterviewd. Deze survey richtte zich specifiek op de personen die zich in het aankoopproces van een wagen bevonden. Op deze manier kon een accuraat beeld gevormd worden over de achterliggende factoren die de aankoop van een wagen sturen. Vervolgens werd een websurvey, identiek aan de face-to-face survey, rondgestuurd om te komen tot een meer representatieve steekproef van de Belgische populatie. Dit leverde nogmaals 894 bruikbare enquêtes op. Beide surveys samen leverden een steekproeftotaal van 12861 respondenten op. Om op basis van deze steekproef uitspraken te kunnen doen voor de Belgische populatie, is het van belang om over een representatieve steekproef te beschikken. In theorie wordt representativiteit gegarandeerd indien alle Belgische inwoners een bekende en positieve kans hebben om geselecteerd te worden. In de praktijk kan de representativiteit zo goed mogelijk worden benaderd door de kenmerken van de steekproef overeen te laten komen met de kenmerken van de Belgische populatie. Hierbij worden de afwijkingen van de steekproef ten opzichte van de Belgische populatie gecorrigeerd voor een aantal variabelen waarvan de verdeling in de populatie gekend is. De herweging van het steekproefresultaat gebeurt aan de hand van de poststratificatie methode (ref.1). Er moet hierbij een optimale balans gevonden worden tussen het aantal variabelen dat wordt gecorrigeerd en de weegfactoren. Hoe meer variabelen er immers worden gewogen (hogere validiteit met de populatie), hoe kleiner de betrouwbaarheid van de steekproef (hogere weegfactoren). In deze steekproef werd geopteerd de variabelen geslacht en woonplaats
1 Beide samples konden samen geanalyseerd worden aangezien er enkel kleine verschillen zijn tussen de face-to-face survey en de online survey zonder empirische waarde (ηp2 < 5%).
3 te wegen. De verdelingen van het geslacht en woonplaats, samen met de leeftijdscategorieën worden weergegeven in Figuur 1. Figuur 1: Demografische gegevens
Bron: eigen opmaak Verder werd er bijkomende informatie ingewonnen over het aantal beschikbare wagens binnen het gezin. 4.2% van de respondenten geeft aan geen wagen te hebben. 32.8% heeft één wagen, bijna de helft (48.4%) heeft twee wagens en 14% heeft meer dan twee wagens. 34.7% van de ondervraagden plant om in de nabije toekomst (< 6 maanden) een wagen aan te kopen. Binnen deze groep zijn er 64.2% van de respondenten waarbij deze nieuwe wagen de meest gebruikte of een andere wagen zal vervangen. 67.4% van de personen die van plan zijn een wagen aan te kopen, geven aan een nieuwe wagen te zullen kopen. Ongeveer 1 op 3 (32.6%) geeft de voorkeur aan een tweedehandswagen. Bij 22.4% van de ondervraagden zal deze nieuwe wagen echter extra zijn, welke dus aanwijst dat een aangroei van het Belgische wagenpark zeer waarschijnlijk is. Ook vinden we dat ongeveer 90% van de bevolking de voorkeur geeft aan klassieke brandstoffen: ongeveer twee op drie respondenten verkiest diesel, één op vijf verkiest benzine en 5,7% LPG. Amper 9,8% prefereert milieuvriendelijke alternatieven. Verder is het ook zo dat meer dan één op drie niet weet welke mogelijke
4 alternatieve brandstoffen (zoals aardgas of biobrandstoffen) of aandrijvingssystemen (zoals hybride aandrijfsystemen of brandstofcellen) beschikbaar zijn.
5
3.
Factoren die aankoop bepalen
Om na te gaan welke de belangrijkste factoren zijn waarmee de consument rekening houdt bij de aankoop van een wagen, werd eerst aan de respondenten gevraagd om spontaan hun 3 belangrijkste aankoopfactoren op te sommen (Tabel 1). Vervolgens werd er gepeild in welke mate een bepaalde producteigenschap belang heeft binnen een reeks van opgegeven aankoopfactoren (Tabel 2).
Tabel 1: Top 10 spontaan aangegeven belangrijkste aankoopfactoren Factor Frequentie Aandeel van de antwoorden Aankoopprijs 358 31.8% Verbruik 128 11.3% Comfort 98 8.7% Design/Uitzicht 81 7.2% Veiligheid 80 7.1% Merk 43 3.8% Ruimte 42 3.8% Grootte 32 3.1% Betrouwbaarheid 23 2.1% Milieuvriendelijkheid 22 1.9% Bron: Eigen opmaak
Tabel 1 geeft aan welke factoren spontaan de respondenten spontaan opsomden. Hieruit blijkt dat aankoopprijs, verbruik, comfort, design/uitzicht en veiligheid de belangrijkste factoren zijn. Samen zijn ze goed voor 66.1% van de antwoorden. Om na te gaan hoe belangrijk een bepaalde factor voor de aankoop van een wagen is dienden de respondenten per producteigenschap een beoordeling te geven gaande van helemaal niet van belang (0) tot heel erg belangrijk (10). De tien belangrijkste factoren worden weergegeven in Tabel 2.
Tabel 2: Top 10 van het belang van aankoopfactoren Factor Gemiddelde op 10 Betrouwbaarheid Veiligheid Verbruik Aankoopprijs Comfort Ruimte Onderhoudskosten Type wagen Waarborg Grootte Bron: Eigen opmaak
8.90 8.68 8.52 8.45 7.73 7.60 7.57 7.38 7.13 7.08
Standaardafwijking 0.92 1.02 1.12 1.21 1.09 1.22 1.33 1.48 1.44 1.40
6 ‘Betrouwbaarheid’ blijkt de belangrijkste aankoopfactor, gevolgd door veiligheid, verbruik, aankoopprijs en comfort. Ruimte, onderhoudskosten, type wagen, garantie en grootte maken de top 10 af. Als we deze rangschikking naast de spontaan aangegeven factoren leggen, zien we dat 7 factoren tweemaal in de top tien staan, namelijk betrouwbaarheid, veiligheid, verbruik, aankoopprijs, comfort, ruimte en grootte. We kunnen deze dus als de belangrijkste aankoopfactoren beschouwen. Deze resultaten bevestigen eerder literatuuronderzoek (ref.2) dat uitwees dat de eerste selectie van een nieuwe wagen gebeurt op basis van rationele factoren (aankoopprijs, verbruik en betrouwbaarheid), en waarbij de finale keuze vervolgens wordt gemaakt gebaseerd op de intrinsieke kenmerken van de wagen (comfort, ruimte, grootte, design) en op basis van socio-economische kenmerken zoals persoonlijke, sociale, culturele factoren en huishoudelijke kenmerken. De factor milieuvriendelijkheid, die bij de spontaan aangegeven aankoopfactoren op de tiende plaats staat, staat hier slechts op de 13de plaats. De gemiddelde score voor deze factor (6.48) is echter nog relatief hoog, wat erop zou kunnen wijzen dat heel wat respondenten dit toch een vrij belangrijke factor vinden. Deze score moet echter met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden aangezien dit ook het resultaat kan zijn van sociaal wenselijke antwoorden eigen aan surveys zoals deze (ref.3, ref.4).
4.
Meerprijs voor milieuvriendelijkheid
Vervolgens werd gepeild naar de voorkeur van de respondent voor een bepaalde wagen en welke netto meerprijs hij/zij bereid is te betalen voor een milieuvriendelijkere versie hiervan. Een milieuvriendelijke wagen werd hierbij omschreven als “een wagen identiek als deze volgens de preferenties van de consument, maar die minder belastend is voor het milieu”. Om de bereidheid tot betalen voor het aspect milieuvriendelijkheid te achterhalen, werd gebruik gemaakt van de ‘Van Westendorp Price Sensitivity Meter’ (ref.5). Respondenten gaven aan ten eerste aan of en welke netto meerprijs zij bereid zijn te betalen voor het milieuvoordeel dat de milieuvriendelijke wagen biedt (zie blauwe lijn in Figuur 2) en ten tweede vanaf welke netto meerprijs zij het milieuvoordeel zo duur vinden dat ze zouden afzien van de aankoop (zie rode lijn in Figuur 2). De eerste vraag resulteerde in een dalende curve en de tweede in een stijgende curve. Het snijpunt wordt het ‘Point of Marginal Expensiveness’ (PME) genoemd. Dit is het punt waar het aantal respondenten dat de meerprijs duur vindt maar wel nog het overwegen waard, gelijk is aan het aantal respondenten dat de meerprijs te duur vindt. In dit geval ligt de PME rond 1.300 euro. Boven dit bedrag is het aantal mensen dat de meerprijs te hoog vindt, dus groter dan het aantal mensen dat de meerprijs aanvaarbaar vindt. Er dient wel vermeld te worden dat bijna 14% van de respondenten aangeeft helemaal niet bereid te zijn om extra te betalen voor een milieuvriendelijke wagen en dat deze groep dan ook niet weerhouden werd voor de berekening van de PME.
7
Figuur 2: Van Westendorp Price Sensitivity Meter.
Bron: eigen opmaak Blauwe lijn: welke netto meerprijs wilt u betalen voor het milieuvoordeel? Rode lijn: welke netto meerprijs voor het milieuvoordeel vindt u te duur?
5.
Effect van overheidsmaatregelen
De aankoop van milieuvriendelijke wagens wordt door de Belgische overheid op dit moment gestimuleerd met kortingen op de aankoopfactuur van wagens met een lage CO2-uitstoot. Bij de aankoop van een wagen die minder dan 105 gram CO2 per kilometer uitstoot, geniet men een korting van 15% op de aankoopprijs. Kiest men voor een wagen die tussen 105 en 115 gram CO2 per kilometer uitstoot, dan heeft men recht op een korting van 3% op de aankoopprijs. Bij de aankoop van een dieselwagen die standaard uitgerust is met een roetfilter, is er een korting van 200 euro. Ondanks deze maatregelen worden er nog steeds niet veel milieuvriendelijke wagens verkocht. In 2008 zijn er in België 43.626 wagens2 verkocht die in aanmerking kwamen voor een korting. De grootste korting werd toegekend op slechts 9.637 wagens. Dit zijn kleine aantallen, wetende dat er in België in 2008 meer dan een half miljoen (535.947) nieuwe wagens werden ingeschreven. Er is weliswaar een stijgende trend merkbaar van het aantal verkochte milieuvriendelijke voertuigen sinds de invoering van de korting in 2005. Naast het stimuleren van de aankoop van milieuvriendelijkere wagens door kortingen aan te reiken, kan de overheid ook de aankoop van milieuonvriendelijke auto’s afraden door extra belastingen (‘fees’) in te voeren. Eerder onderzoek (ref.6) heeft uitgewezen dat een te betalen bedrag bij de aankoop van een energie-inefficiënte wagen een sterker effect blijkt te hebben dan een korting van hetzelfde bedrag op een energie-efficiënte wagen aangezien een fee negatieve financiële implicaties heeft. In deze studie werd het 2
Voor de korting van 3 en 15% kwamen respectievelijk 18.175 en 9.637 wagens in aanmerking. De korting voor de aankoop van een dieselwagen met standaard roetfilter werd toegepast op 15.814 voertuigen.
8 effect onderzocht van mogelijke overheidsmaatregelen voor energie-inefficiënte wagens zoals een (1) kilometerheffing, (2) een stedelijke tolheffing (cf. de Congestion Charge in Londen), (3) een verhoogd parkeertarief of (4) een extra vervuilingstaks. Telkens werd de respondent gevraagd om aan te geven vanaf welke prijs de maatregel zo duur zou worden dat hij zou overwegen om over te schakelen naar een milieuvriendelijkere wagen bij zijn volgende aankoop. Eigenaars van milieuvriendelijke wagens zouden hierbij geen heffing moeten betalen. Figuur 3 geeft de aankoop-responscurves weer. De steilste gedeeltes geven aan waar de proportie procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid t.o.v. procentuele verandering van de prijs het grootst zijn (boogelasticiteit). Figuur 3. Aankoop-responscurves 100
100 90 86
80
90
n e t n e d n o p s e r %
58
50
47
40 30
30
20
17
10
10
50
46
40
39 31
30 20
20 11
0 0
0,01 0,02 0,03 0,04 0,05 0,06 0,07 0,08 0,09 0,10 >0,10
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 >12
Tolheffing (€/keer)
Km-heffing (€/km) 100
100
93 94
92
90 75
80
82 n te n e d n o sp e r %
51
50 42
40 30
28
20
17
10
92 91 91
76
60
59
50 42
40 30
64
47
28 22
20 10
7
88
74
70
71
60
90 90
88
90
78
70
100
100 94 95
93
81
80 n te n e d n o p s re %
100 92
71
60
10
0
91 82
78
70
69
60
81
75
80
75
70 n e t n e d n o p s e r %
88
94
92
90
100
9
14
0
0 0
0 0 1
0 0 2
0 0 3
0 0 4
0 0 5
0 0 6
0 0 7
0 0 8
0 0 9
0 0 0 1
Vervuilingstaks (€/jaar)
0 0 1 1
0 0 2 1
0 0 3 1
0 0 4 1
0 0 5 1
0 0 5 1 >
0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 >8 Parkeertarief (€/uur)
Bron: eigen opmaak Voor de kilometerheffing (zie Figuur 3, linksboven) werd gevraagd vanaf hoeveel eurocent/km men zou overschakelen naar een milieuvriendelijk voertuig. Een schatting van de grootte-orde van dergelijk bedrag op jaarbasis werd berekend op basis van een gemiddelde van 15.000 km/jaar. Het steilste gedeelte van de curve bevindt zich tussen 2 en 3 eurocent/jaar. Dit betekent dus dat bij een heffing van twee eurocent per kilometer reeds 30% zou overschakelen op een milieuvriendelijke wagen, terwijl dit bij drie eurocent al 47% bedraagt. Bij een tolheffing van vier euro per keer zal 46% van de respondenten een milieuvriendelijke wagen kopen (zie Figuur 3, rechtsboven). Bedraagt ze vijf euro, dan stijgt dit percentage tot maar liefst 71%. In het geval van een vervuilingstaks valt vooral de hoge prijsgevoeligheid van de consument beneden de 500 euro op (zie Figuur 3, linksonder). Bij een jaarlijkse taks van 300 euro zal reeds 42% een milieuvriendelijke wagen kopen, terwijl dit bij 500 euro per jaar al 71% van de respondenten is. In het geval van een parkeertarief van drie euro per uur zal reeds meer dan de helft (59%) een milieuvriendelijke wagen aankopen (zie Figuur 3, rechtsonder).
9 Bij een tarief van 4,5 euro is dat zelfs al 76%. Verhogen we dit tarief met slechts een halve euro, dan neemt het percentage respondenten toe tot maar liefst 88%. Tenslotte werd gevraagd welk van deze overheidsmaatregelen het meest invloed zou hebben op het aankoopgedrag. Uit Figuur 4 blijkt dat de kilometerheffing of een extra vervuilingstaks het meest invloed zou hebben op het aankoopgedrag en dit ongeacht hoeveel men gemiddeld spendeert voor de aankoop van een wagen. In het ideale geval kunnen deze overheidsmaatregelen gebaseerd worden op de Ecoscore van de wagen (ref. 7). De Ecoscore methodologie werd ontwikkeld door de Vrije Universiteit Brussel, Université Libre de Bruxelles en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het geeft de milieuvriendelijkheid van een voertuig weer waarbij alle emissies tot een integrale score tussen 0 en 100 worden herleid. Hoe hoger de Ecoscore, hoe milieuvriendelijker het voertuig. Aangezien de Ecoscore zowel rekening houdt met de gereglementeerde emissies (CO, NOx, KWS, en PM), als met het brandstofverbruik waaruit de emissies van CO2, N2O, SO2 en CH4 kunnen berekend worden, is het een heel geschikt instrument om technologieneutrale hervormingen door de voeren. Zo werd er in opdracht van de Vlaamse en Brusselse regering de mogelijkheid onderzocht om de Ecoscore te gebruiken als basis voor een nieuw fiscaal systeem voor wagens (ref.8, ref.9). Wagens met een hoge Ecoscore zullen in dit geval vrijgesteld worden van taksen, of zullen minder moeten betalen dan wagens met een lage Ecoscore. Op deze manier kan de vraag naar milieuvriendelijke wagens gestimuleerd worden en een evolutie naar een milieuvriendelijker wagenpark bewerkstelligd worden.
Figuur 4. Impact van overheidsmaatregelen: aandeel respondenten per budgetcategorie 100
Km-heffing
90
Tolheffing
80 Parkeervoordeel
% respondenten
70
Vervuilingstaks
60 50 40 30 20 10 0 < 10001€ 1000115000€
Bron: Eigen opmaak
6.
1500120000€
2000125000€
2500130000€
3000140000€
>40000€
Budget categorie
Besluit
Hoewel de factor milieuvriendelijkheid aan belang heeft gewonnen, blijven nog steeds andere factoren zoals betrouwbaarheid, aankoopprijs, veiligheid, verbruik in de
10 economische zin, comfort, ruimte en grootte de belangrijkste factoren bij de aankoop van een wagen. Al is ongeveer 14% van de ondervraagden helemaal niet bereid om meer te betalen voor een ecologisch voordeel, toch blijkt dat ongeveer de helft van de resterende groep tot 1.300 euro extra zou willen uitgeven voor een milieuvriendelijkere versie van de wagen waarnaar hun voorkeur uitgaat. Dit resultaat kan voor de autoindustrie een signaal zijn om het aanbod van milieuvriendelijkere wagens te vergroten aangezien ook uit de huidige studie blijkt dat een van de hinderpalen om over te schakelen naar deze wagens het beperkte aanbod blijft. Verder blijkt dat ook overheidsmaatregelen zoals het invoeren van een kilometerheffing of een extra vervuilingstaks voor energie-inefficiënte wagens een gunstige invloed kan hebben op de vraag naar milieuvriendelijkere voertuigen. Idealiter worden dergelijke overheidsmaatregelen gebaseerd op de Ecoscore van de wagens. Dit kan de vraag naar milieuvriendelijke wagens stimuleren en een evolutie naar een milieuvriendelijker wagenpark bewerkstelligen. Aangezien dergelijke maatregelen vaak op ongenoegen stuiten bij de consument, bestaat de uitdaging er voor de overheid in een aanvaardbare maatregel uit te werken die de weg naar een beter milieu mogelijk maakt.
7.
Referenties
Ref.1 Bethlehem J. (2008), Wegen als correctie voor non-respons, Statistische Methoden, Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen Ref.2 Turcksin L. et al. (2007), How green is the car purchase decision? A review (submitted in Transport Review Journal) Ref.3 Gould J. and Golob T.F. (1998), Clean air forever? A longitudinal analysis of opinions about air pollution and electric vehicles, Transportation Research Part D, 3(3), 157-169 Ref.4 Kurani et al. (1996), Testing electric vehicle demand in hybrid households using a reflexive survey, Transportation Research Part D, 1, 131-150 Ref.5 Socrates technologies (2005), Price sensitivity in configurator analysis models: modified van Westendorp procedure Ref.6 Peters A. et al. (2008), Feebates promoting energy-efficient cars: Design options to address more consumers and possible counteracting effects, Energy Policy 36, 13551365 Ref.7 Timmermans et al.(2006), Environmental rating of vehicles with different drive trains: a univocal and applicable methodology, European Journal of Transport and Infrastructure Research 6, 4, 313-334 Ref.8 Vrije Universiteit Brussel (MOSI-T/ETEC), Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), Facultés Universitaires Catholique de Mons (FUCAM), 2007, Modaliteiten van de hervorming van de verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling, op basis van de milieuprestaties van voertuigen, opdrachtgever Ref.9 Vrije Universiteit Brussel (MOSI-T), Berekening gedragswijziging met betrekking tot de belastingshervorming op basis van de Ecoscore, opdrachtgever