Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Gehandicapte vrouw woont meer dan vier jaar ongeschikt Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven
26 april 2012 RA120677
Samenvatting Een vrouw woont met haar drie kinderen in een portiekwoning en komt als gevolg van een verlamming in een rolstoel terecht. Zij vraagt bij WZS in 2007 een verhuiskostenvergoeding aan om te kunnen verhuizen naar een rolstoelgeschikte woning en WZS kent die vergoeding toe. Omdat het de vrouw niet lukt om een geschikte woning te vinden, vraagt zij om een traplift. WZS besluit positief op die aanvraag. De traplift wordt echter niet doorgetrokken tot de voordeur van de vrouw, maar stopt na de eerste trap. Als gevolg daarvan kan de vrouw haar woning niet zonder hulp in of uit. WZS besluit dan dat de vrouw moet verhuizen. De casemanager die de vrouw krijgt toegekend deelt haar mee dat zij niet kan helpen bij het begeleiden naar een rolstoelgeschikte woning in de regio. Dat moet de vrouw zelf doen. De oplossing wordt uiteindelijk, na een jaar bemiddelen en bijna vier jaar na de eerste aanvraag om verhuiskostenvergoeding bereikt: de vrouw kan verhuizen naar een rolstoelgeschikte woning en WZS helpt haar met de verhuizing. Vast staat dat WZS in vier jaar tijd herhaaldelijk van standpunt veranderde over de juiste aanpak. Dit heeft tot gevolg gehad dat de vrouw gedurende vier jaar niet in staat was haar woning zelfstandig te verlaten. Verder heeft WZS, zonder de uitdrukkelijke instemming van de vrouw, haar bezwaarschrift niet formeel behandeld waardoor ze niet in beroep kon. De ombudsman oordeelt dat de dienst door de wisselende besluitvoering, de afwijking van de bezwaarprocedure en het in een zeer laat stadium toepassen van maatwerk, in strijd heeft gehandeld met de vereisten van professionaliteit, fair play en maatwerk.
Datum : 26 april 2012 Rapportnummer: RA120677 Pagina : 2/10
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn in strijd met het vereiste van professionaliteit, het vereiste van fair play en het vereiste van maatwerk.
Amsterdam, 26 april 2012
Ulco van de Pol Gemeentelijke Ombudsman
Datum : 26 april 2012 Rapportnummer: RA120677 Pagina : 3/10
Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 14 april 2011 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Amsterdam, Dienst Wonen, Zorg en Samenleven.
Bevindingen aanleiding1 Verzoekster raakt enkele jaren geleden deels verlamd. Sindsdien zit zij in een rolstoel. Gedurende de revalidatieperiode bij Heliomare krijgt verzoekster de indicatie dat zij alleen in een rolstoelgeschikte woning terug kan keren. Iedere fysieke belasting zal haar herstel schaden. aanvraag 30 november 2007 Op 30 november 2007 vraagt verzoekster bij de dienst Wonen Zorg en Samenleven (WZS) een tegemoetkoming in de verhuiskosten aan om te kunnen verhuizen naar een rolstoelgeschikte woning. Zij is alleenstaande ouder en heeft drie thuiswonende kinderen. Zo’n drie maanden later, op 5 maart 2008, beslist WZS positief op het verzoek met de wooneis: “gelijkvloers op begane grond of bereikbaar met lift”. aanvraag 2 juni 2008 Omdat verzoekster geen geschikte woning kan vinden, vraagt zij op 2 juni 2008 een traplift aan. Drieënhalve maand later, op 16 september 2008, besluit WZS positief en de traplift wordt in het portiek van verzoekster aangebracht. De eerder toegekende verhuiskostenvergoeding wordt ingetrokken. De traplift wordt echter niet, zoals toegezegd, doorgetrokken tot de voordeur van verzoekster, maar stopt na de eerste trap. In de gang bevindt zich echter nog een trede die verzoekster niet zelfstandig kan passeren met haar rolstoel. Voor het verlaten en betreden van haar woning is verzoekster dan ook afhankelijk van de hulp van anderen. aanvraag 1 december 2009 Op 1 december 2009 vraagt verzoekster diverse woonruimteaanpassingen aan voor binnen en buiten haar woning. Het doortrekken van de traplift tot haar voordeur maakt daar onderdeel van uit. Tevens verzoekt zij weer om een verhuiskostenvergoeding voor verhuizing naar een rolstoelgeschikte woning. Op basis van een advies van Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) besluit WZS tweeënhalve maand later, op 19 februari 2010, negatief op de gevraagde woonruimteaanpassingen, maar positief op de verhuiskostenvergoeding. Verzoekster kan zich niet vinden in dit besluit. Het advies van CIZ is slechts gebaseerd op een telefonisch gesprek met verzoekster. Bovendien heeft verzoeksters ergotherapeut aangegeven dat de verhuizing voor verzoekster te veel stress zal veroorzaken, wat schadelijk zal zijn voor haar psychische en fysieke gesteldheid. nader onderzoek februari 2010 – september 2010 Naar aanleiding van de melding van de ergotherapeut geeft WZS aan MO-zaak (voorheen CIZ) drie keer de opdracht aanvullend onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor het rolstoelgeschikt maken van de woning. Op basis van dit onderzoek besluit WZS op 16
1
In de bijlage is een schematisch overzicht van de besluiten van WZS opgenomen.
Datum : 26 april 2012 Rapportnummer: RA120677 Pagina : 4/10
september 2010 negatief op de verhuiskostenvergoeding en positief op het verlengen van de traplift. De afwijzing van de overige gevraagde woonruimteaanpassingen blijft gehandhaafd. bezwaarschrift 18 november 2010 Op 18 november 2010 gaat verzoekster in bezwaar tegen het besluit van 16 september 2010 voor zover het de afwijzing van de overige gevraagde woonruimteaanpassingen betreft. Naar aanleiding van dit bezwaar geeft WZS wederom de opdracht aan MO-zaak om onderzoek te doen. Op basis daarvan besluit WZS drie maanden later, op 15 februari 2011, om de verhuiskostenvergoeding, zoals eerder toegekend bij besluit van 19 februari 2010, weer toe te kennen, het verzoek tot het doortrekken van de traplift (toegekend bij besluit van 16 september 2010) af te wijzen en het besluit te handhaven voor wat betreft de afwijzing van de overige woonruimteaanpassingen. Verzoekster krijgt het advies om te verhuizen. Verzoekster kan zich hier niet in vinden en wendt zich in april 2011 tot de ombudsman. nadere ontwikkelingen Op 26 mei 2011 wijst WZS verzoekster een casemanager toe. In augustus 2011 vraagt verzoekster haar casemanager onder meer om informatie over de mogelijkheden voor een plateaulift in plaats van een traplift en om bemiddeling bij het vinden van een rolstoelgeschikte woning in Diemen. Verzoekster is nog steeds niet in staat om haar woning zelfstandig te verlaten. De casemanager laat verzoekster weten dat zij zelf via Woningnet moet reageren op geschikte woningen binnen Amsterdam. De gemeente kan buiten Amsterdam niets voor haar kan betekenen. Het plaatsen van een plateaulift is technisch niet mogelijk. De dienst heeft nog niet besloten op het bezwaarschrift van 18 november 2010. Verzoekster deelt de dienst daarop mee dat een plateaulift wel degelijk mogelijk is. Wat betreft de woning in Diemen geeft verzoekster aan dat deze volgens Woningnet binnen de regio Amsterdam valt. klachtomschrijving Het onderzoek van de ombudsman richt zich op: de besluitvorming met betrekking tot woonruimteaanpassing en verhuizing; de behandeling van een bezwaarschrift; de begeleiding bij het zoeken naar een rolstoelgeschikte woning in en rondom Amsterdam. reactie dienst Wonen, Zorg en Samenleven de besluitvorming met betrekking tot woonruimteaanpassing en verhuizing De bedoeling van WZS was om verzoekster zo snel mogelijk naar een geschikte woning te krijgen, maar haar tussentijds tegemoet te komen met de nieuw (langere) traplift. Verzoekster woont namelijk nog steeds ongeschikt. Uit het onderzoek dat in het kader van bezwaar tegen het besluit van 16 september 2010 is echter gebleken dat de veiligheid van verzoekster met een nieuw te plaatsen traplift in het geding blijft. Daarom is deze niet geplaatst. WZS zal, via de casemanager, het aanbod doen om verzoekster te helpen en te begeleiden naar een geschikte woning. de behandeling van het bezwaarschrift De oorzaak dat er nog geen beslissing op bezwaar genomen is, is gelegen in verschillende omstandigheden. Ten eerste was er onduidelijkheid in de adviezen van de MO-Zaak waardoor de verhuiskostenvergoeding in 2010 en 2011 afwisselend is toegekend en afgewezen. Die onduidelijkheid is ontstaan als gevolg van het feit dat gemachtigden van verzoekster namens haar
Datum : 26 april 2012 Rapportnummer: RA120677 Pagina : 5/10
op verschillende momenten aanvragen deden en bezwaren uitten aan verschillende partijen in de Wmo-keten. De vragen en stellingen van deze gemachtigden waren gebaseerd op wisselende informatie met betrekking tot de situatie van verzoekster. Begin 2010 werd advisering ook bemoeilijkt doordat verzoekster weigerde om informatie van de revalidatieartsen beschikbaar te stellen. “Hierdoor is veel ruis op de communicatielijnen tussen mevrouw en de Wmo-keten ontstaan.” Verzoekster heeft daarom een casemanager toegewezen gekregen om regie op de zaak te krijgen. Omdat deze casemanager de casus van verzoekster nog in kaart moest brengen, heeft WZS gewacht met het nemen van een beslissing op bezwaar. de begeleiding bij het zoeken naar een rolstoelgeschikte woning in en rondom Amsterdam Vanaf de laatste beschikking van 15 februari 2011 heeft verzoekster kunnen reageren op passende woningen. Op 27 juli 2011 was verzoekster eerste kandidaat voor een woning. Verzoekster heeft deze geweigerd omdat zij opziet tegen de verhuizing en deze geestelijk en fysiek niet aan kan. Daarnaast vond verzoekster de buurt niet geschikt voor haar kinderen. WZS heeft verder de aanvangsdatum van verzoekster als woningzoekende gewijzigd in de datum waarop zij voor het eerst een positieve beschikking met betrekking tot de verhuiskostenvergoeding ontving, te weten 5 maart 2008. Daarmee wordt haar woonduur als woningzoekende langer, wat haar kansen vergroot op het vinden van een passende woning. De casemanager zal namens WZS een afspraak maken met verzoekster om dit voorstel toe te lichten. Nadat verzoekster een keuze heeft gemaakt; verhuizen of woningaanpassingen, zal WZS een beslissing op bezwaar nemen. slotsom WZS concludeert dat niet consistent is opgetreden bij het te volgen beleid. Er zijn om beurten twee verschillende sporen bewandeld; enerzijds compensatie door aanpassingen van de woning (ad € 8100,-), anderzijds compensatie door te verhuizen (ad € 3097,-). Dit heeft tot onduidelijkheid geleid bij verzoekster en de partijen van de Wmo-keten. Het feit dat verschillende instanties namens verzoekster op veel verschillende momenten verschillende verzoeken hebben ingediend, heeft daarbij als complicerende factor gewerkt. Het is goed dat een casemanager de regie is gaan nemen, dit had echter eerder moeten gebeuren. Inhoudelijk concludeert WZS dat, nu er meerdere onderzoeken vanuit verschillende partijen zijn geweest, verhuizen de beste optie is. Aanpassingen binnen de financiële marge van de Wmo in de huidige woning garanderen namelijk niet voldoende veiligheid, die een rolstoelgeschikte woning wel biedt. Daarnaast zijn een aantal noodzakelijke aanpassingen sowieso technisch niet veilig te realiseren (zoals de plateaulift). WZS stelt dat verzoekster vrij is om te kiezen om in haar huidige woning te blijven. Volgens het Wmo-beleid zal WZS haar dan niet compenseren. Echter, WZS vindt de situatie van verzoekster een uitzondering omdat WZS naar verzoekster niet consistent gehandeld heeft. Indien verzoekster ervoor kiest te blijven wonen, dan zal zij daarom toch gecompenseerd worden tot een maximum van €8100,-. De verhuiskostenvergoeding zal dan wel vervallen. huisbezoek 29 november 2011 Op 29 november legt WZS een huisbezoek af bij verzoekster. Verzoekster heeft in dat gesprek aan de casemanager gevraagd wat de precieze reden is voor afwijzing van de plateaulift. Ten tweede vraagt zij hoe het kan dat zij niet als eerst gegadigde voor de woning in Diemen in aanmerking is gekomen. Tot slot vraagt verzoekster om excuses voor de gehele gang van zaken.
Datum : 26 april 2012 Rapportnummer: RA120677 Pagina : 6/10
verslag huisbezoek De casemanager stuurt verzoekster op 20 december 2011 een verslag van het huisbezoek. In dit verslag staat dat de woning van verzoekster door het verlengen van een traplift of het plaatsen van een plateaulift niet rolstoeltoegankelijk te maken is. De trap van verzoekster is bovendien te smal voor een plateaulift. Met betrekking tot de rolstoelwoning in Diemen, gold nog de oude indicatiedatum van verzoekster. Verzoekster was daardoor vierde kandidaat en de tweede gegadigde heeft de woning aanvaard. Verder wordt verzoekster, indien zij ervoor kiest om haar huidige woning aan te laten passen, zelf verantwoordelijk gesteld voor het onderhoud van die voorzieningen. De casemanager geeft aan, verzoekster ook te zullen ondersteunen bij het zoeken naar een woning buiten Amsterdam. Tot slot deelt de casemanager mee: “Wij hebben (…) navraag gedaan bij WZS en zijn gemachtigd om aan u namens WZS excuses van WZS aan te bieden over de gang van zaken die er toe heeft geleid dat u tot nu toe niet geschikt woont. ” reactie verzoekster op verslag Volgens verzoekster is het technisch wel mogelijk de plateaulift te plaatsen, aangezien de trap breed genoeg is. Met betrekking tot de woning in Diemen geeft verzoekster aan dat zij in eerste instantie derde kandidaat was in plaats van vierde. Haar indicatiedatum als woningzoekende is echter op 16 november 2011 gewijzigd, waardoor zij als eerst gegadigde in aanmerking had moeten komen voor de woning. Verzoekster heeft van een medewerkster van Woningnet vernomen dat deze gewijzigde datum niet is doorgegeven aan Woningnet. Verzoekster neemt verder geen genoegen met de wijze waarop nu excuses aangeboden worden. Meer in het algemeen is verzoekster verbijsterd over het feit dat de woningaanpassingen alleen gelden voor in haar woning. Dat betekent dat zij haar woning aan mag passen, maar dan nog steeds opgesloten zit omdat zij niet zelfstandig haar woning kan verlaten. Tot slot vraagt verzoekster zich af waarom WZS haar nu wel bij kan staan bij het zoeken naar een woning buiten Amsterdam en kan zij zich niet vinden in het feit dat WZS verzoekster zelf verantwoordelijk stelt voor het onderhoud aan de woningvoorzieningen. Verzoekster voelt zich daarmee gedwongen te kiezen voor verhuizing. bezichtiging woning 12 januari 2012 Verzoekster informeert de ombudsman over een rolstoelgeschikte woning die zij in aanwezigheid van haar casemanager heeft bezichtigd. De woning zou in principe kunnen voldoen, maar verzoekster heeft onvoldoende financiële middelen voor de verhuizing. De toegezegde verhuiskostenvergoeding volstaat niet. Haar huidige woning dient immers in de oude staat hersteld te worden, zij moet geholpen worden met de verhuizing en haar nieuwe woning moet aangekleed worden. Verzoekster vraagt haar casemanager dan ook om een verhuiskostenvergoeding ter hoogte van de vergoeding die zij zou krijgen voor de aanpassingen om haar huidige woning rolstoelgeschikt te maken, ad € 8100,-. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoekster en naar de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven gestuurd om na te gaan of de feiten juist zijn weergegeven. Verzoekster heeft niet gereageerd. Aan de dienst zijn een aantal aanvullende vragen gesteld. De reactie van WZS heeft geleid tot een enkele feitelijke aanpassing van de bevindingen. De reactie van WZS op de gestelde vragen is, voor zover relevant, hieronder opgenomen. de besluitvorming met betrekking tot woonruimteaanpassing en verhuizing; De traplift is toegewezen bij besluit van 16 september 2008. Het betrof toen een traplift tot de
Datum : 26 april 2012 Rapportnummer: RA120677 Pagina : 7/10
bovenste traptrede. Uit medisch advies bleek dat verzoekster op dat moment nog wel in staat werd geacht enige passen te lopen op het bordes met behulp van haar rollator. Medio 2010 speelde er een eventuele verlenging van de traplift. Verzoekster had toen inmiddels een indicatie voor een rolstoelgeschikte woning. Omdat verzoekster nog geen uitzicht had op een passende woning, onderzocht WZS de mogelijkheden om de traplift te verlengen op basis van de hardheidsclausule ter overbrugging tot de verhuizing naar een rolstoelgeschikte woning. Tijdens dit onderzoek veranderde het advies van MO-zaak van ‘rolstoelgeschikt’ naar ‘gelijkvloerse woning op begane grond of bereikbaar met lift’. Dit betekende dat verzoekster mobieler was dan werd aangenomen en dat de trap niet verlengd hoefde te worden. Daarom heeft WZS geen opdracht gegeven om de traplift te verlengen. WZS deed naar aanleiding van het gewijzigde advies van MO-zaak nader onderzoek. Uit de onderzoeken, bestaande uit een huisbezoek en nog twee aanvullende rapportages op verzoek van WZS, volgde dat verzoekster niet langdurig rolstoelafhankelijk was en dus niet naar een rolstoelgeschikte woning zou hoeven. Dit heeft geleid tot het besluit van 16 september 2010, waartegen verzoekster in bezwaar ging per brief van 18 november 2010. de behandeling van het bezwaarschrift WZS licht de behandeling van het bezwaarschrift van verzoekster nader toe. WZS past premediation toe bij bezwaarprocedures Dat betekent dat goed in het oog gehouden wordt of wellicht overeenstemming bereikt kan worden met de bezwaarmaker, zodat verdere formele procedures voorkomen kunnen worden. Dat kan extra tijd, geld en frustratie bij de cliënt besparen. Dit was ook de bedoeling bij de bezwaarzaak van verzoekster. Er is in december 2010 naar aanleiding van het bezwaar een hoorzitting geweest, waarna een nieuw primair besluit volgde op 15 februari 2011. Verzoekster was het niet eens met dit nieuwe besluit. WZS achtte daarom het bezwaarschrift mede gericht tegen dit nieuwe besluit. Vanaf mei 2011 is afgesproken met de gemachtigde van verzoekster dat er geen beslissing op bezwaar genomen zou worden totdat duidelijkheid in de zaak werd gebracht. Er is vervolgens veelvuldig overleg geweest met verzoekster en haar gemachtigde van MEE Amstel en Zaan. Inmiddels heeft de gemachtigde van verzoekster het bezwaar ingetrokken als gevolg van de ontwikkelingen in deze zaak. de begeleiding bij het zoeken naar een rolstoelgeschikte woning in en rondom Amsterdam De woning waar verzoekster het over heeft, betreft een woning in Amsterdam-Noord. WZS besloot, naar aanleiding van het bezwaar van verzoekster, op 16 november 2011 om de aanvangdatum als woningzoekende te wijzigen en heeft dat op dezelfde dag doorgegeven aan Woningnet. De selectiedatum voor de betreffende woning was op 14 november 2011. Verzoekster was de woning toen al misgelopen. Tijdens het huisbezoek heeft de casemanager aan verzoekster meegedeeld dat haar indicatie is vervroegd. slotsom WZS erkent dat in het verslag van het huisbezoek de gemaakte excuses ongelukkig staan omschreven. WZS deelt verder mee dat er fouten zijn gemaakt in het aanvraagproces voor verhuiskostenvergoedingen en woonruimteaanpassingen en dat extra inspanningen van WZS op zijn plaats zijn. Naast het gebaar van de indicatiedatum voor een rolstoelgeschikte woning, heeft WZS zich gericht op extra dienstverlening met betrekking tot de verhuizing. WZS helpt verzoekster bij de verhuizing door de woninghuur voor de nieuwe woning in de maand februari 2012 op zich te nemen, door te overleggen met de woningcorporatie van verzoeksters oude woning in welke staat de woning opgeleverd moet worden, door het kopen en opleveren van de laminaatvloer en ondervloer door de hele nieuwe woning en door het zoeken naar een instantie die verzoekster kan ondersteunen bij het regelen van verschillende zaken die bij een verhuizing
Datum : 26 april 2012 Rapportnummer: RA120677 Pagina : 8/10
voorkomen, zoals het aanvragen van regelingen. De kosten van deze werkzaamheden zullen de verhuiskostenvergoeding overstijgen. Verzoekster is akkoord gegaan met het voorstel van WZS. Inmiddels is de vloer in haar nieuwe woning gelegd en zijn op vrijdag 24 februari haar eigendommen verhuisd. Daarna zal WZS de nieuwe woning verder aanpassen op grond van de Wmo. De huidige casemanager van verzoekster blijft de contactpersoon van verzoekster.
Beoordeling De ombudsman beoordeelt of het bestuursorgaan zich in de door hem onderzochte aangelegenheid behoorlijk heeft gedragen2.
Behoorlijkheidsvereisten Indien naar het oordeel van de ombudsman de gedraging niet behoorlijk is, vermeldt hij in het rapport welk vereiste van behoorlijkheid is geschonden3. In dit onderzoek toetst hij de gedragingen aan het vereiste van professionaliteit, maatwerk en fair play.
Overwegingen De besluitvorming met betrekking tot woonruimteaanpassing en verhuizing Het vereiste van professionaliteit houdt in dat van een bestuursorgaan een bijzondere deskundigheid verwacht mag worden. De opstelling van het bestuursorgaan is in alle situaties gepast en deskundig. Vast staat dat WZS in vier jaar tijd maar liefst vier maal van het standpunt veranderde of verzoekster haar huidige woning geschikt kon maken of dat zij moest verhuizen. Dit gebeurde mede op basis van wisselende adviezen van MO-zaak. Dit heeft geleid tot een aantal tegenstrijdige besluiten, waarvan niet altijd duidelijk was van welke feiten WZS is uitgegaan, hoe deze tot besluitvorming hebben geleid en hoe het belang van verzoekster daarin is gewogen. Het heeft er bovendien voor gezorgd dat een passende oplossing voor verzoekster uitbleef. Dit heeft tot gevolg gehad dat verzoekster gedurende vier jaar ongeschikt woonde en niet in staat was haar woning zelfstandig te verlaten. Een heldere redenering van WZS omtrent de bewandelde weg ontbreekt. Het had op de weg van WZS gelegen om, met name gelet op de kwetsbare en afhankelijke positie van verzoekster, een knoop door te hakken. Uiteindelijk verhuist verzoekster in februari 2012, conform de in 2007 gegeven indicatie. In dit kader noemt de ombudsman zijn eerder gepubliceerde rapport “Nieuwe bruikleenauto of Canta, een slepend proces” (RA 120188), waarin WZS een gehandicapte vrouw twee en half jaar na de aanvraag en vijf (tegenstrijdige) adviezen verder alsnog een bruikleenauto toe kende.
2 3
artikel 9:27 lid 1 Algemene wet bestuursrecht artikel 9:36 lid 2 Algemene wet bestuursrecht
Datum : 26 april 2012 Rapportnummer: RA120677 Pagina : 9/10
De behandeling van een bezwaarschrift Het vereiste van fair play houdt in dat de overheid de burger de mogelijkheid geeft om zijn procedurele kansen te benutten en daarbij zorg draagt voor een eerlijke gang van zaken. In de eerste plaats zij opgemerkt dat de ombudsman de ambitie van WZS steunt, om oplossingsgericht te werk te gaan en niet alle bezwaren van burgers via de formele procedures te laten lopen. Het is echter wel van belang dat de bezwaarmaker instemt met afwijking van de procedure en dat de dienst voortvarendheid betracht in het vinden van een oplossing. In deze zaak heeft WZS verzoekster niet om instemming gevraagd om af te wijken van de formele bezwaarprocedure. Wel is in mei 2011 met de gemachtigde van verzoekster afgesproken dat gewacht zou worden met het nemen van een beslissing op bezwaar totdat er meer duidelijkheid over de situatie van verzoekster zou zijn. Uiteindelijk komt WZS in februari 2012 met verzoekster tot overeenstemming over een passende oplossing. Dat is bijna een jaar na het laatste besluit van WZS waartegen het bezwaar van verzoekster zich (tevens) richtte. Dat heeft veel te lang geduurd. WZS had of slagvaardiger op moeten treden om op redelijke termijn tot overeenstemming te komen of had na redelijke pogingen terug moeten grijpen naar de formele procedure van bezwaar. Nu WZS dat heeft nagelaten is geen sprake van een eerlijke gang van zaken jegens verzoekster: Er werd geen oplossing gevonden en verzoekster werd de mogelijkheid ontnomen gebruik te maken van haar rechtsmiddelen en de zaak voor te leggen aan de rechter. de begeleiding bij het zoeken naar een rolstoelgeschikte woning in en rondom Amsterdam Het vereiste van maatwerk houdt in dat een bestuursorgaan bereid is om in voorkomende gevallen af te wijken van algemeen beleid of voorschriften als dat nodig is om onbedoelde of ongewenste consequenties te voorkomen. Vast staat dat verzoekster de casemanager heeft verzocht om bemiddeling bij een rolstoelgeschikte woning die binnen de regio Amsterdam valt. De casemanager is niet aan dit verzoek tegemoet gekomen. WZS heeft wel naar aanleiding van verzoeksters bezwaar, de aanvangdatum van inschrijving van verzoekster vervroegd, zodat zij eerder in aanmerking zou komen voor een woning. De dienst ging hier echter pas twee dagen na het verlopen van de inschrijvingsdatum, voor de woning waar verzoekster geïnteresseerd in was, toe over. Nu WZS op de hoogte was van de interesse van verzoekster in die woning, had het voor de hand gelegen als WZS het besluit eerder genomen had. Bovendien had van WZS, gezien de gehele gang van zaken, verwacht mogen worden dat extra inzet getoond zou worden in de zin van hulp bij het zoeken en begeleiden naar een geschikte woning vanaf het eerste besluit van 5 maart 2008 om verzoekster verhuiskostenvergoeding toe te kennen. Van WZS had kortom eerder en meer maatwerk verwacht mogen worden. De inzet van de casemanager had daaraan moeten bijdragen. Dit is echter niet het geval geweest.
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn in strijd met het vereiste van professionaliteit, het vereiste van fair play en het vereiste van maatwerk.
Datum : 26 april 2012 Rapportnummer: RA120677 Pagina : 10/10
Bijlage
Overzicht besluiten
Datum besluit
Verhuiskosten
Woningaanpassingen
Aanvraag 30 november 2007
5 maart 2008
Positief
X
Aanvraag 2 juni 2008
16 september 2008
Ingetrokken
Positief
Aanvraag 1 december 2009
19 februari 2010
Positief
Negatief
Naar aanleiding van nader onderzoek door WZS februari 2010 – september 2010
16 september 2010
Negatief
Positief
Naar aanleiding van bezwaarschrift van 18 november 2010
15 februari 2011
Positief
Negatief