Jaarverantwoording. Al meer dan 100 jaar zorg, wonen en welzijn op maat

2007

Jaarverantwoording

Al meer dan 100 jaar zorg, wonen en welzijn op maat

2 • Jaarverantwoording 2007

Inhoudsopgave

Pagina

Voorwoord

5

1.

Uitgangspunten van de verslaglegging

7

2.

Profiel van de organisatie

8

2.1 2.2 2.3 2.4

Algemene indentificatiegegevens Structuur van het concern Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 2.3.3 Werkgebieden Belanghebbenden

3.

Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering

16

3.1 3.2 3.3.

Bestuur en toezicht 3.1.1 Zorgbrede Governance Code 3.1.2 Raad van bestuur 3.1.3 Toezichthouders (raad van toezicht) Bedrijfsvoering 3.2.1 Beheersing van processen 3.2.2 Risico’s Cliëntenraad

16 16 16 17 21 21 23 23

4.

Beleid, inspanningen en prestaties

26

4.1 Meerjarenbeleid 4.1.1 Missie en visie 4.1.2 Strategie 4.2 Algemeen beleid 4.2.1 Realisatie van een zorgcontinuüm 4.2.2 Kostendekkende tarieven voor de huishoudelijke verzorging 4.2.3 Beleid voor specifieke doelgroepen/innovatie 4.2.4 Samenwerking ketenpartners 4.2.5 Aantrekkelijk werkgeverschap 4.2.6 Masterplan voor de Huisvesting 4.2.7 Gebiedsgebonden beleid 4.2.8 Huishoudelijke verzorging 4.2.9 Kraamzorg, gezinsverzorging en gespecialiseerde verzorging 4.2.10 Overige onderwerpen 4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid 4.3.1 Behalen HKZ certificaat 4.3.2 Interne audit 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 4.4.1 Kwaliteit van zorg 4.4.1.1 Kwaliteit van zorg: verantwoorde zorg 4.4.2 Klachten 4.4.3 Toegankelijkheid 4.4.4 Veiligheid 4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1. Personeelsbeleid 4.5.2 Kwaliteit van het werk 4.6 Samenleving 4.7 Financieel beleid

8 8 12 12 13 13 14

26 26 27 27 28 28 29 32 32 32 33 34 34 36 36 36 37 37 37 37 38 39 40 41 41 43 44 45 Jaarverantwoording 2007 • 3

Pagina

5.

Jaarrekening

46

5.1 5.2

Geconsolideerde jaarrekening 5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2007 5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2007 5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans 5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten 5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2007 5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 5.1.10 Enkelvoudige balans per 31 december 2007 5.1.11 Enkelvoudige resultatenrekening over 2007 5.1.12 Toelichting op de enkelvoudige balans 5.1.13 Enkelvoudig mutatieoverzicht materiële vaste activa 5.1.14 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten (enkelvoudig) 5.1.15 Overzicht langlopende schulden ultimo 2007 (enkelvoudig) 5.1.16 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening Overige gegevens 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 5.2.2 Resultaatbestemming 5.2.3 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 5.2.4 Accountantsverklaring

46 46 47 48 49 53 60 64 65 66 75 76 77 83 87 87 88 95 95 95 95 95


Maatschappelijk verslag Voorwoord Vorig jaar begon ik mijn voorwoord bij het jaardocument met een verwijzing naar het Kabinet Balkenende IV dat op dat moment geïnstalleerd werd. Het kabinet viert nu haar eerste verjaardag. De coalitiepartijen wijzen ons op de successen van een jaar Balkenende IV terwijl de oppositie juist aangeeft dat de prestaties ver beneden de maat blijven. Hoewel ik mij niet geroepen voel om het kabinet een rapportcijfer te geven moet ik wel erkennen dat op het gebied van de zorg het een en ander in gang is gezet. Ben ik daar gelukkig mee? Soms wel, soms niet. Het is spannend, lastig maar ook uitdagend om over de zorgen dienstverlening die we bieden afspraken te moeten maken met het zorgkantoor en zorgverzekeraars. We worden gedwongen om scherp te kijken naar wat onze dienstverlening kost. Dat dwingt ons efficiënt te werken. We proberen voortdurend het evenwicht te vinden tussen veilig en kwalitatief goed werk leveren zonder onnodige verspilling van middelen. Kortom, we moeten scherper aan de wind varen. We zijn in 2007 gegroeid in onze rol van zorgonderneming. De maatschappelijke doelstelling werd in het leveren van voldoende zorg naar kwaliteit en omvang in 2007 ruimschoots gehaald. De concurrentie heeft ons in 2007 nog bewuster gemaakt van de dynamiek in de zorg. Ons personeel is relatief hoog opgeleid. Dit hebben wij in het verslagjaar versterkt met een organisatie ontwikkelprogramma en met gestructureerd werkoverleg. Het organisatie ontwikkelprogramma loopt door in 2008. We kennen onze cliënten en weten wat ze van ons verlangen. Die kennis hebben we onder andere gekregen door middel van gedegen cliënttevredenheidsonderzoek. Door het cliënttevredenheidsonderzoek en de medewerkersraadpleging zijn we gekomen van intuïtief sturen tot nu ook rationeel onderbouwd weten, zodat we gefundeerder beleidskeuzes kunnen maken en genuanceerder kunnen inspelen op behoeften van onze cliënten. Het jaar 2007 is vooral het jaar van de WMO geweest. Eind 2006 (vlak voor de kerst) kregen wij het verlossende bericht dat ons de huishoudelijke verzorging in ons werkgebied en daarbuiten was gegund. We hebben daar opgetogen op gereageerd. Huishoudelijke hulp kon voor de zorggroep behouden blijven. Dat gaf rust voor onze medewerkers en cliënten. We konden toen nog niet vermoeden dat de gevolgen van de invoering van de WMO ons in 2007 zo nadrukkelijk parten zou spelen. Met de invoering van de WMO deed zich een grote verschuiving voor in de vraag naar huishoudelijke hulp. Onder de verantwoordelijkheid van gemeenten voor de indicaties deed zich een sterke groei voor van de vraag naar lichtere, goedkopere huishoudelijke hulp (HV1) ten koste van de zwaardere hulp (HV2). Ons personeelsbestand was daar niet op voorbereid. Direct na de invoering zagen wij die verschuiving aankomen. De AWBZ indicaties van onze bestaande cliënten werden omgezet in WMO indicaties. Het gros van deze cliënten kreeg een lichtere indicatie. Dat had te maken met de mate waarin de zorgvrager nog eigen regie kon voeren. Als dat ook maar enigszins het geval was kwam men niet meer in aanmerking voor HV2. We hebben direct bij de gemeenten aan de bel getrokken, met als enig resultaat dat er in het najaar met de gemeenten overeengekomen werd dat zij het herindiceren zouden temporiseren (alleen de indicaties die op dat moment afliepen herindiceren). De verschuiving zet zich echter (zij het wat trager) wel door. In 2008 zullen we, of tot nieuwe afspraken met gemeenten moeten komen, of rigoureuze maatregelen moeten nemen. Het verslagjaar was ook het jaar waarin we de voorbereidingen hebben getroffen om het HKZ kwaliteitscertificaat te halen. We hebben in een geweldig tempo heel veel nota’s, notities, instructies, protocollen et cetera geschreven en geïmplementeerd. Naar het zich laat aanzien zullen wij in 2008 het felbegeerde certificaat verkrijgen. De enorme inspanning die geleverd is en wordt om te voldoen aan de normen heeft ons wel doen afvragen of deze wijze van kwaliteitsbewaking wel altijd even effectief is. Door de vele protocollen en regels komt de echte aandacht tussen zorgverlener en patiënt gemakkelijk in de knel. Dat is niet alleen jammer vanuit menselijk oogpunt, het heeft ook nogal eens tot gevolg dat de zorgverlening tekortschiet. Omdat wij de menselijke maat in de zorg een groot goed vinden willen wij in het komende jaar nadruk leggen op de aandacht tussen zorgvrager en zorgverlener en tussen zorgverleners onderling.

Jaarverantwoording 2007 • 5

In het verslagjaar zijn nieuwbouwinitiatieven gestart (Nieuw Malderborgh) of in voorbereiding genomen (de Elsthof en Mariëndaal). De Kraamzorg heeft haar positie ten opzichte van de concurrentie behouden en op sommige punten zelfs versterkt. Wat ook niet onvermeld mag blijven zijn onze inspanningen om te komen tot een nieuw meerjarenbeleidsplan. Om tot een nieuw plan te komen hebben we allereerst een aantal strategische verkenningen uitgevoerd. Bij die verkenningen hebben we interne en externe stakeholders benaderd. In het nieuwe beleidsplan wordt ruimschoots aandacht besteed aan onze medewerkers. Wij zijn trots op onze medewerkers, zowel in de zorgverlening als in de ondersteunende processen. De groei van onze dienstverlening in de regio wijst ons er telkens weer op dat het niet de instelling is die de resultaten boekt, maar dat de individuen daarvoor verantwoordelijk zijn. Tegelijkertijd is het Zorggroep Zuid-Gelderland (ZZG) die de activiteiten faciliteert, waarbij het er om gaat om voorwaarden te scheppen voor individuen om hun werk te doen in een snel veranderende omgeving met meer vraag naar diensten door een vergrijzende samenleving. Het past mij om op deze plaats alle medewerkers te bedanken voor hun actieve bijdrage aan en inzet voor de zorgverlening aan onze cliënten. Hun inzet heeft ervoor gezorgd dat cliënten bij ZZG in goede handen zijn. Zij bewijzen dat toonaangevend en toegankelijk zijn een kwalificatie is die in de praktijk verworven moet worden. Wij als raad van bestuur zijn er trots op aan dat proces sturing te mogen geven.

Dick Herfst Voorzitter raad van bestuur


1

Uitgangspunten van de verslaggeving

Ook voor de verslagjaren 2005 en 2006 heeft ZZG haar maatschappelijk jaarverslag en jaarrekening ingericht volgens het stramien van het jaardocument Maatschappelijke Verantwoording, toen vrijwillig, nu is het verplicht. Het weergeven van cijfers en feiten zoals in dit jaardocument is naar het oordeel van de raad van bestuur waardevol in het kader van het streven naar maximale transparantie en maatschappelijke verantwoording. Met betrekking tot de totstandkoming van dit jaardocument zij opgemerkt dat aan het maatschappelijke deel van het jaardocument (de hoofdstukken 1 tot en met 4) de gebieds- en bedrijfsdirecteuren, de centrale diensten en de centrale cliëntenraad een bijdrage hebben geleverd. Het opstellen van de jaarrekening (hoofdstuk 5) is geschied door de afdeling planning en control van de zorggroep. De raad van bestuur heeft de coördinatie van het opstellen van dit jaardocument gelegd bij de secretaris van de raad van bestuur. In het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2007 van ZZG wordt verslag gedaan van de activiteiten over de periode 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007 van de vijf zorggebieden, de Huishoudelijke Verzorging, de Kraamzorg en de Medische en Paramedische Dienst van ZZG. Het jaardocument is opgesteld conform de richtlijnen voor de jaarverantwoording voor zorginstellingen 2007 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het Jaardocument 2007 van ZZG voldoet aan de eisen van de WTZi met betrekking tot de vermelding van wettelijk verplichte gegevens in het kader van de Wet Kwaliteit Zorginstellingen, Wet Medezeggenschap Cliënten Zorgsector, Klachtenwet, en de Wet BOPZ. Door deelname aan het Jaardocument acht ZZG zich vrijgesteld van de afzonderlijke verantwoordingsplichten in het kader van deze wetten. In DigiMV (jaarverslagen zorg) is alle voor ZZG verplichte informatie die voortvloeit uit diverse wettelijke kaders digitaal weergegeven.


2

Profiel van de organisatie

2.1

Algemene identificatiegegevens

Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina

2.2

Zorggroep Zuid-Gelderland Nijmeegsebaan 29 6561 KE Groesbeek (024) 6859201 09133072 [email protected] www.z-z-g.nl

Structuur van het concern

Juridische structuur ZZG is een AWBZ zorgstichting met een drietal dochters te weten: Thuiszorg Zuid-Gelderland, Arcus en Habicura. In deze drie dochterstichtingen is het vastgoed van de zorggroep ondergebracht. ZZG verleent: • zorg en begeleiding aan thuiswonenden in negen gemeenten in Zuid-Gelderland (regio Nijmegen). De producten (zorgfuncties) zijn: kraamzorg, huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging en verpleging, gespecialiseerde verzorging en verpleging, ondersteunende en activerende begeleiding, behandeling, voeding en dieetadvisering, uitleen van hulpmiddelen en de thuiszorgwinkel; • in voornoemd thuiszorggebied: thuiszorgservicepakketten, waaronder bemiddeling in gemaks- en zekerheidsdiensten; • transmurale (dagverzorging/dagbehandeling) in verpleeghuis Margriet en zorgcentrum de Orangerie te Nijmegen en verpleeghuis Irene Dekkerswald te Groesbeek; • huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding en (kortdurend)verblijf in een zevental woonzorgcentra in Nijmegen, twee woonzorgcentra in Groesbeek en twee woonzorgcentra in Wijchen; • huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, behandeling en verblijf in vier verpleegunits in woonzorgcentra te Nijmegen, twee verpleeghuizen te Nijmegen, twee verpleeghuizen te Groesbeek en een verpleeghuis in Wijchen. Organisatorische structuur Het bestuur van de Stichting Zorggroep Zuid-Gelderland bestaat uit een tweehoofdige raad van bestuur die statutair verantwoordelijk is. De bestuursstructuur is vastgelegd in de statuten en in de reglementen voor de raad van bestuur en de raad van toezicht. Aan de centrale cliëntenraad is het recht op enquête bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam gegeven. In de reglementen van de raad van bestuur en in de daaruit voortvloeiende (schriftelijke) afspraken zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van de bedrijfsvoering, vastgelegd. Ook de integrale managementverantwoordelijkheden en bevoegdheden van de direct onder de raad van bestuur functionerende directeuren zijn schriftelijk in documenten vastgelegd. ZZG heeft nadrukkelijk gekozen voor de gebiedsgebonden benadering van de zorg. Cliënten willen dicht bij huis geholpen worden. Ruim 70% van de zorgvraag is gebiedsgebonden bepaald en wordt ook gebiedsgebonden opgelost. De gebiedsgebonden benadering van de zorg brengt een verdeling van het werkgebied in vijf verzorgingsgebieden met zich mee: • gebied Nijmegen Zuid en West • gebied Nijmegen Oost en Waalsprong • gebied Nijmegen Midden en Centrum


• gebied Rijk van Nijmegen • gebied Wijchen en Maas en Waal In het verslagjaar zijn plannen gemaakt om de drie gebieden in de stad Nijmegen samen te voegen tot twee gebieden. Per 1 januari 2008 zijn deze plannen geïmplementeerd. De stad Nijmegen kent vanaf 1 januari 2008 twee gebieden : Nijmegen Zuid en West en Nijmegen Centrum, Oost en Waalsprong. Besturingsmodel De organisatiestructuur is ingericht op deze gebiedsgebonden benadering van de zorg. Er is gekozen voor een lijn – staf organisatie met integraal verantwoordelijke managers (directeuren) voor de gebieden onder de paraplu van een aantal gebiedsoverstijgende producten en dat alles vraaggestuurd ondersteund vanuit een centrale staf. Lijn en staf hebben ieder een eigen integrale verantwoordelijkheid. Om dicht bij de cliënt te blijven en integrale gebiedsgebonden zorgverlening te kunnen bieden is het uitgangspunt ontstaan: “decentraal organiseren wat decentraal kan”. Met andere woorden alleen om reden van efficiency en effectiviteit worden een aantal functies centraal georganiseerd. De centraal georganiseerde functies zijn: • Specialistische functie die in de volgende bedrijven zijn ondergebracht: -- het bedrijf Huishoudelijke Verzorging (alphahulpverlening, huishoudelijk verzorging en de thuiszorgservice); -- het bedrijf Kraamzorg, Gezinsverzorging en Gespecialiseerde Verzorging; -- het Tweedelijns Dienstencentrum en het Shared Service Center. • Ondersteunende diensten onderverdeeld in: -- bedrijfsvoering (economische administratieve dienst, informatie en automatisering, facilitaire zaken en vastgoed); -- bedrijfsondersteuning (personele zaken en organisatie en ontwikkeling) Segmentering ZZG verricht haar activiteiten voor het overgrote deel in de sector Verpleging & Verzorging en Thuiszorg (eerstelijns gezondheidszorg). De bekostiging vindt plaats vanuit de AWBZ. Daarnaast verricht de zorggroep Huishoudelijke Verzorging (WMO) en Kraamzorg (zorgverzekeringswet). Een segmentering verpleging, verzorging en thuiszorg, huishoudelijke verzorging en kraamzorg ligt dan ook voor de hand. ZZG heeft daar nog een vierde segment: overigen aan toegevoegd. Op de volgende bladzijde wordt het organogram van de zorggroep weergegeven.



Nijmegen Zuid en West

Nijmegen Midden en

Rijk van Nijmegen

Centrum

Waalsprong

Huishoudelijke verzorging

- Gespecialiseerde verpleging - Dieetadvisering

verzorging

- Shared service center

- 2e Lijns zorgen behandelcentrum

Gezins-

Gespecialiseerde verzorging

Kraamzorg

Vastgoed

Organisatie & ontwikkeling

Nijmegen Oost en

Informatisering en automatisering

Personeelszaken

Commissies en adviesorganen

Economische en administratieve dienst

Wijchen en Maas en Waal

Raad van bestuur

Raad van toezicht

Bestuursstaf

Inspraak- en medezeggenschapsorganen

Organigram ZZG

Toelatingen

ZZG beschikt over toelatingen voor dertien locaties die intramurale zorg verlenen. locaties en toelatingen Naam instelling De Doekenborg De Orangerie Vijverhof Margriet Mariëndaal De Meent Boszicht Nieuw Doddendaal Nieuw Malderborgh Sonnehaert De Elsthof St Jozef Irene Dekkerswald

Aantal plaatsen 85 plaatsen 75 plaatsen 163 plaatsen 78 plaatsen som hoofdlocatie 27 plaatsen som. de Doekenborg 75 plaatsen pg hoofdlocatie 20 plaatsen pg de Orangerie 20 plaatsen pg Vijverhof 91 plaatsen 21 plaatsen 99 plaatsen 39 plaatsen 104 plaatsen 147 plaatsen 106 plaatsen 68 plaatsen 60 plaatsen som hoofdlocatie 60 plaatsen pg hoofdlocatie 32 plaatsen pg Piushove 72 plaatsen pg de Weegbree 18 plaatsen pg de Hagert 15 plaatsen pg de Globe

Medezeggenschapsstructuur

Cliëntenraad Met als uitgangspunt dat de medezeggenschap van zowel de medewerkers als de cliënten daar behoort te zitten waar door de verantwoordelijken beslissingen genomen worden, kent ZZG naast de Centrale Cliëntenraad per gebied en bedrijf (Kraamzorg en Huishoudelijke Verzorging) gebieds- of bedrijfscliëntenraden. In de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen is bepaald dat de zorgaanbieder voor elk door hem in stand te houden instelling een cliëntenraad instelt. Conform deze bepaling kent de zorggroep voor al haar intramurale locaties (alle verzorgings- en verpleeghuizen) een (locale) cliëntenraad. De Centrale Cliëntenraad bestaat in het verslagjaar uit vijftien leden. Door en uit de cliëntenraden van elk van de gebieden is een lid vanuit de fractie residentieel en een lid vanuit de fractie thuiszorg gekozen. Door en uit de cliëntenraden van elk van de bedrijven zijn twee leden gekozen. De Centrale Cliëntenraad kent een voorzitter, die niet afkomstig is uit een van de vertegenwoordigende cliëntenraden, maar wel woonachtig is in het werkgebied van ZZG. Ondernemingsraad Ook de medezeggenschap van de medewerkers is ‘trapsgewijs’ geregeld. ZZG kent per gebied c.q. per bedrijf een ondernemingsraad. Ook voor de centrale diensten is een ondernemingsraad ingesteld. De gebiedsdirecteuren c.q. de bedrijfsdirecteuren treden in de ondernemingsraden op als bestuurder. Op stichtingsniveau functioneert een Centrale Ondernemingsraad. Voor de C(entrale) O(ndernemings) R(aad) is de voorzitter van de raad van bestuur uiteraard de bestuurder.


2.3

Kerngegevens

2.3.1

Kernactiviteiten en nadere typering

ZZG biedt hulp aan mensen met een vraag naar ondersteuning bij gezondheids- en maatschappelijke dienstverleningsvragen. Dat doet de zorggroep met een breed aanbod aan uitstekende en toegankelijke zorgen dienstverleningsproducten in samenhang met wonen en welzijn. ZZG wil mensen met een vraag naar ondersteuning gedurende hun levensloop zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen en, als dat niet meer mogelijk is, in andere woonvormen verzorgen. De kernactiviteiten van ZZG zijn derhalve: verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling, reactivering en verblijf wanneer cliënten aangewezen zijn op het wonen in een woonzorgcentrum of verpleeghuis. Ook de huishoudelijke verzorging en de kraamzorg behoren tot de kernactiviteiten van ZZG. De zorgen dienstverlening wordt integraal (volledig en alles omvattend) georganiseerd en aangeboden vanuit een gebiedsgebonden organisatie. De zorgen dienstverlening wordt gegeven vanuit vijf verpleeghuizen en elf woonzorgcentra en vanuit de thuiszorg. De zorggroep heeft met diverse zorgaanbieders in de regio samenwerkingsafspraken gemaakt voor specialistische zorgen dienstverlening. Zo zijn er met het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis en het Universitair Medisch Centrum St Radboud afspraken gemaakt rond ketenzorgprojecten (CVA, COPD, Orthopedie, Algemene Heelkunde, Diëtetiek, Interne Geneeskunde en Geriatrie). Niet alleen met (regionale) zorgaanbieders wordt samengewerkt, ook met lokale wooncorporaties, met een landelijke corporatie (SGBB) en welzijnsorganisaties bestaan samenwerkingsafspraken. Tenslotte dient in dit kader ook de samenwerking met het Steunpunt Mantelzorg genoemd te worden. In het onderstaande worden de diensten van ZZG in tabelvorm samengevat AWBZ Functies

Overige AWBZ prestaties

WMO diensten

Overige zorg

Huishoudelijke verzorging Persoonlijke verzorging Verpleging

Uitleen zorghulpmiddelen Prenatale zorg Advies instructie voorlichting Voedingsvoorlichting


Kraamzorg Dieetadvisering Thuiszorgservice

Ondersteunende begeleiding Activerende begeleiding Behandeling Verblijf


Steunpunt Mantelzorg

2.3.2

Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten

De kerngegevens rond productie, capaciteit, personeel en opbrengsten worden in onderstaande tabel weergegeven voor de sectoren verpleging, verzorging en thuiszorg (exclusief de kraamzorg). Kerngegevens Cliënten Aantal intramurale cliënten per einde verslagjaar Aantal cliënten dagactiviteiten per einde verslagjaar Aantal extramurale cliënten exclusief cliënten dagactiviteiten per einde verslagjaar Capaciteiten Aantal beschikbare plaatsen met AWBZ-verblijf per einde verslagjaar Productie Aantal intramurale verzorgingsdagen in verslagjaar Aantal intramurale verpleegdagen in verslagjaar Aantal dagen dagactiviteiten in verslagjaar Aantal uren extramurale productie in verslagjaar (exclusief dagactiviteiten) Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal Fte in loondienst per einde verslagjaar Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten

aantal / bedrag 1.439 99 5.263 1.477 343.255 187.529 23.889 1.156.719 4.318 1.899 118.785.291 97.575.010 21.210.281

Kerngegevens productie, personeel en opbrengsten van de kraamzorg Kerngegevens Cliënten Aantal kraamverzorgingen in verslagjaar Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal Fte in loondienst per einde verslagjaar Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar

2.3.3

aantal / bedrag 2.497 161 77 3.720.853

Werkgebieden

ZZG is werkzaam in het zuidelijk deel van Gelderland. Het gebied bestrijkt negen gemeenten, te weten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen. ZZG levert intramurale zorg, verpleging en diensten in verpleeg- en verzorgingshuizen die geografisch in de gemeenten Nijmegen, Groesbeek en Wijchen liggen. In het totale gebied (negen gemeenten) biedt de zorggroep thuiszorg en aanvullende diensten waaronder kraamzorg. Het werkgebied van ZZG ligt volledig en uitsluitend in de regio waar het Zorgkantoor Nijmegen werkzaam is.


2.4

Belanghebbenden

ZZG heeft de ambitie om met andere zorgaanbieders integrale vraaggerichte zorg te leveren die voor de cliënt dichtbij, betrouwbaar en herkenbaar is. Om haar ambities en maatschappelijk ondernemerschap te realiseren kent ZZG gerichte samenwerkingsrelaties met diverse partijen zoals de gemeenten in de regio Zuid-Gelderland, de provincie Gelderland, zorgverzekeraar UVIT, het CIZ, cliëntorganisaties, wooncorporaties, welzijnsorganisaties, ziekenhuizen, huisartsen en andere zorgaanbieders. Het doel is op basis van de vraag te komen tot een geïntegreerd aanbod van wonen, welzijn en zorg. Samenwerking is met name gericht op het realiseren van gebieds- of wijkgerichte zorg en ketengerichte zorg, zorg aan kwetsbare groepen en het leveren van een bijdrage aan een leefbare samenleving. Daarbij is aandacht voor de verscheidenheid in mogelijkheden van cliënten en doelgroepen. Omdat verantwoording afleggen aan belanghebbenden een belangrijk aspect van het maatschappelijk ondernemerschap is, verantwoordt ZZG haar gevoerde beleid naar bijvoorbeeld het Zorgkantoor Nijmegen, de Inspectie voor de Volksgezondheid en de Arbeidsinspectie en last but not least aan haar cliënten, immers onder belanghebbenden verstaat de zorggroep allereerst haar cliënten. In het verslagjaar waren de gemeenten in de regio Zuid-Gelderland zeer urgente belangrijke stakeholders binnen het WMO thema. De gemeente is echter geen monolithische partij, maar vormt coalities met andere stakeholders om haar doelen ten aanzien van de WMO te behalen. Deze relaties werden in 2007 intensief onderhouden. In onderstaand overzicht ziet u een weergave van de coalitie van stakeholders die rondom de WMO gevormd is.

Inwoners

Huisartsen, verwijzers

Cliënten ZZG

Cliëntenraden

Gemeenten

Welzijnsorganisaties

CIZ

Ouderenbonden


Werknemersorganisaties

Onderstaand overzicht toont een aantal belanghebbenden (stakeholders) en de onderwerpen waarover we met hen communiceren. Belanghebbenden Cliëntenraden

Onderwerpen waarover met hen gecommuniceerd wordt Inspraak op het beleid; belangen behartigen voor achterban; informatie over ontwikkelingen; kwaliteit van zorg; HKZ certificering; reorganisaties. Ouderenbonden, Seniorenraden Kwaliteit van zorg; informatie over ontwikkelingen; informatie/discussie over de WMO. Huisartsen, 1e lijns organisaties Laagdrempelige toegang tot zorgmogelijkheden; snelle verwijzing; mogelijkheden tot crisisopvang; korte lijnen met wijkverpleegkundige; ketenzorg; inzet nurse practioners. informatie over de WMO Ziekenhuizen Verbetering transmurale zorg; snelle doorverwijzing cliënten; protocollen / vaste afspraken; ketenzorg. Collega zorginstellingen Uitwisseling kennis en expertise onder andere over WMO; verwijzingen (bureau zorgtoewijzing en cliëntenlogistiek); Intensieve samenwerking (o.a. binnen stichting Maat) Kwaliteit van zorgverlening. Wooncorporaties Ontwikkeling woonvoorzieningen met zorg; Ontwikkeling kleinschalige woonzorgvoorzieningen; Masterplan voor de huisvesting. CIZ Onafhankelijke indicatiestelling; toegang tot zorg voor de cliënt; zorgbemiddeling. Brancheorganisatie Belangenbehartiging leden; lobby landelijke politiek; achterban op een lijn krijgen / behouden ten aanzien van issues; uitwisseling van kennis met leden onder andere over WMO; klankbord ten aanzien van issues en knelpunten. Gemeenten WMO; Mogelijkheden als zorgaanbieder voor burgers; toegankelijkheid van de zorg; wijksteunpunten; betaalbaarheid van de zorg; bestemmingsplannen; bouwvergunningen. masterplan voor de huisvesting. Provinciale Overheid Implementatie zorgbeleid; lokaal gezondheidsbeleid; speerpunt; Kleinschalig wonen en integratie wonen / zorg / welzijn; Domotica; subsidiemogelijkheden. Zorgverzekeraars Nieuw zorgstelsel; scherp inkopen; beperken schadelast; bevorderen van concurrentie; meerdere aanbieders. Zorgkantoor Zorgcontractering; scherp inkopen; bevorderen van concurrentie; meerdere aanbieders. Vakbonden Sociaal plan; belangen leden behartigen in reorganisatie; WMO. Ondernemingsraad Inspraak medewerkers; medezeggenschap; WMO. Mantelzorginstellingen Ondersteuning mantelzorgers; inrichting WMO; toegang tot de zorg. Vrijwilligers(organisaties) Inrichting WMO; mogelijkheid tot sociale / maatschappelijke betrokkenheid; belangenbehartiging.


3

Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering

In dit hoofdstuk staan de gedragsregels voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording centraal. Kortom: Governance. De Governance wordt transparant gemaakt door informatie te verstrekken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden in de organisatie en de wijze waarop deze zijn verankerd in managementsystemen. Een ander belangrijk aspect van de Governance is het proces van vaststellen van de strategie en de wijze waarop hier toezicht op wordt gehouden. In hoofdstuk 3.1 staan het bestuur en toezicht centraal. Er wordt beschreven welke principes van de Governance Code worden toegepast en hoe de raad van bestuur en de raad van toezicht samengesteld zijn. De bedrijfsvoering is in hoofdstuk 3.2 uitgewerkt in drie onderdelen, te weten: de planning en controlcyclus, de administratieve organisatie en interne controle en het risicomanagement. In hoofdstuk 3.3 vindt u informatie over de cliëntenraad.

3.1

Bestuur en toezicht

3.1.1

Zorgbrede Governance Code

ZZG voelt de maatschappelijke plicht brede verantwoording af te leggen over de besteding van haar budget en over de wijze waarop de stichting bestuurd wordt. De Zorgbrede Governance Code en de Wet Toezicht Zorginstellingen (WTZi) worden daarbij als uitgangspunt genomen. De zorggroep probeert op heel praktische wijze invulling te geven aan de corporate governance-regels. Dat ZZG de Governance Code hanteert blijkt onder andere uit de strikte scheiding tussen de uitvoerende en toezichthoudende functies en de professionele relatie. De raad van toezicht controleert de raad van bestuur en staat dat bestuursorgaan met raad en daad ter zijde. De leden van de raad van toezicht zijn deskundigen op verschillende terreinen en hebben geen persoonlijke of werkgerelateerde binding met de zorginstelling. De nieuwe Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) die op 1 januari 2006 in werking is getreden stelt transparantieeisen voor de bestuursstructuur en toezicht aan zorginstellingen. ZZG voldoet aan deze transparantie-eisen. De Zorgbrede Governance Code en de WTZi vragen om een gestructureerde aanpak van risicomanagement, prestatiesturing en verantwoording daarover naar de raad van toezicht. De raad van toezicht ontvangt informatie over strategie, beleid, ambities en doelen. Daarnaast over planning en sturing op de realisatie van deze doelen en het achterliggende systeem van sturing en beheersing. Informatievoorziening betreft ook de risico’s en de beheersing daarvan. Reglementen en statuten van de raad van bestuur en de raad van toezicht voldoen aan de uitgangspunten uit de Governance Code.

3.1.2

Raad van bestuur

De statuten van ZZG voorzien in de raad van bestuur/raad van toezicht structuur. De raad van bestuur bestuurt de stichting en de onafhankelijke raad van toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de stichting. De raad van toezicht staat de raad van bestuur met advies terzijde. Samenstelling raad van bestuur Naam Bestuursfunctie Dhr. D.C.S. Herfst Voorzitter Dhr. P.H.G.J.M. Jonkergouw Lid (tot 01-04-2007) Dhr. J.H. de Visser Lid (vanaf 01-07-2007)

Nevenfuncties • Bestuurslid Thuiszorg Alliantie Zuid-Nederland • Bestuurslid Stichting Maat • Voorzitter Rode Kruis afdeling Nijmegen • Bestuurslid Tijdschrift voor geneeskunde ethiek • Bestuurslid verpleeghuisnetwerk Nijmegen • Lid assessorenberaad lectoraat zorgmanagement HAN • Lid assessorenberaad lectoraat zorgmanagement HAN

Met betrekking tot de benoeming van de heer De Visser zij opgemerkt dat zijn benoeming heeft plaatsgevonden op basis van een, door de raad van toezicht ontwikkelde en aan de medezeggenschapsorganen ter advisering voorgelegde profielschets raad van bestuur.


Reglement voor de raad van bestuur De taak en werkwijze van de raad van bestuur zijn beschreven in een reglement raad van bestuur. De raad van bestuur werkt met een collegiaal model raad van bestuur met een procesverantwoordelijke voorzitter. De raad van bestuur legt verantwoording af aan de raad van toezicht. De raad van bestuur evalueert haar functioneren en de onderlinge verhoudingen jaarlijks en stelt haar werkwijze zonodig bij. Zij informeert hier de raad van toezicht op hoofdlijnen over. De vergaderingen van de raad van bestuur worden voorbereid middels een agenda. Er vindt verslaglegging van de vergaderingen plaats. Beleid aangaande de bezoldiging van de leden van de raad van bestuur Het beleid ten aanzien van de bezoldiging van de leden van de raad van bestuur kan als volgt worden samengevat: • de hoogte van de bezoldiging is vastgesteld op basis van de adviessregeling Arbeidsvoorwaarden Raden van Bestuur, die in opdracht van de NVZD en VDZ Nederland door de Haygroep is ontworpen; • de bezoldiging wordt gewijzigd op basis van besluitvorming binnen de algemene ledenvergadering van de NVZD.

3.1.3

Toezichthouders (raad van toezicht)

De raad van toezicht bestond einde verslagjaar uit zeven leden en is evenwichtig samengesteld gezien de deskundigheden die noodzakelijk zijn om de toezichthoudende taak naar behoren te kunnen vervullen. Samenstelling raad van toezicht Naam Aandachtsgebied Dhr. R.G.P. Jeurissen Ondernemer/ICT/ Bedrijfsvoering Mw. V. van den Anker Cliënten Mw. W.W.J. van Dalen-Schiphorst Bestuurlijk netwerk Dhr. J.J.Habicht Financiën Dhr M.H. Klercq Human Resource Management Mw. E.M.T.A. Göertz Juridische zaken (vanaf 19 september 2007) Dhr. N. Eski Gezondheidszorg, (vanaf 19 september 2007) maatschappelijke dienstverlening allochtonen

Nevenfuncties Voorzitter raad van toezicht zorginstelling Luciver Geen Voorzitter raad van toezicht Zorgcombinatie Zwolle Lid raad van toezicht stichting MEE (SPD) Bestuurslid Leger des Heils Lid raad van advies Stichting IJssellandschap Voorzitter Stichting Kunst en Cultuur Overijssel Lid raad commissarissen Zonnehuisgroep Voorzitter raad van commissarissen SAB Catering BV Lid Koninklijk Nederlands Instituut voor Registeraccountants Vice-president van de European Association for Adult Education Secretaris van het International Consortium for Intergenerational Programme Voorzitter Commissie Bezwaarschriften gemeentelijk samenwerkingsverband Voorzitter bezwarenadviescommissie gemeente Helmond en Leudal Lid bezwarenadviescommissie Waterschap Lid bezwarenadviescommissie provincie Limburg Docent Bestuursacademie Nederland Redacteur Journaal Bestuursrecht Lid raad van toezicht HERA


In het verslagjaar is de raad van toezicht weer op volle sterkte gebracht door de benoeming van twee nieuwe leden. Conform de Zorgbrede Governance Code zijn de vacatures geplaatst in een regionaal en landelijk ochtendblad. In de procedure van werving en benoeming van beide leden van de raad hebben het bestuur, de centrale ondernemingsraad en de centrale cliëntenraad gebruik gemaakt van hun recht advies te geven over de profielschets(en), de procedure en de voorgedragen kandidaten. Eveneens conform de Zorgbrede Governance Code zijn de kandidaten voor de raad van toezicht beoordeeld op belangenverstrengeling. Geen van de leden heeft op een andere wijze connecties met ZZG dan het lidmaatschap van de raad van toezicht. De leden van de raad van toezicht geven jaarlijks aan hun voorzitter inzicht in nevenfuncties die worden bekleed, en dienen melding te maken van wijzigingen daarin. De raad van toezicht bespreekt eenmaal per jaar zijn eigen functioneren en trekt daar conclusies uit. Indien nodig leidt dat tot acties die het functioneren van de raad of van individuele leden van de raad kunnen verbeteren. Wijze waarop de raad van toezicht invulling geeft aan haar taken Toezicht moet gebaseerd zijn op vertrouwen. De raad van toezicht vertrouwt erop dat de raad van bestuur goed zal besturen. Anderzijds vertrouwt de raad van bestuur erop dat op een juiste wijze toezicht wordt gehouden. De taken van de raad van toezicht kunnen in feite in één volzin worden samengevat: ‘Integraal toezicht houden op het beleid en functioneren van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken in de zorginstelling’. Dat betekent dat er normen moeten zijn, waaraan het handelen van de raad van bestuur kan worden getoetst. De normen - ook wel ijkpunten genoemd - waaraan de raad van toezicht het beleid van de organisatie en in het bijzonder het functioneren van de raad van bestuur toetst, zijn binnen de zorggroep niet expliciet gemaakt. Zij spelen echter wel degelijk een rol bij de besluitvorming binnen de raad van toezicht. Die normen bevatten morele, ethische, wettelijke, professionele en bedrijfseconomische componenten. Voor het houden van integraal toezicht op het beleid en functioneren van de raad van bestuur is het noodzakelijk dat de raad van toezicht goed is geïnformeerd. Het is primair de taak van de raad van bestuur om de raad van toezicht goed en volledig te informeren. De raad van bestuur doet dit onder andere door het periodiek (om de veertien dagen) uitbrengen van het ‘Managementbulletin’ waarmee leidinggevenden, ondernemingsraad, cliëntenraad en andere belangstellenden geïnformeerd worden over de door de raad van bestuur genomen besluiten. De leden van de raad van toezicht ontvangen eveneens dit bulletin. Een vast agendapunt voor iedere vergadering van de raad van toezicht is: ‘relevante interne en externe ontwikkelingen’. Binnen dit agendapunt worden de leden van de raad van toezicht ‘bijgepraat’. Naast deze meer formele informatievoorziening aan de raad van toezicht laat de raad zich ook informeel informeren. Voor haar vergaderingen bezoekt de raad van toezicht steeds een andere locatie (intramurale instelling). Na afloop van de vergadering laat de raad van toezicht zich uitgebreid informeren over de gang van zaken binnen de instelling die op dat moment bezocht wordt. De directeuren en of locatiemanagers krijgen de gelegenheid om hun werk te presenteren. In contacten met de centrale cliëntenraad, die een afvaardiging van de raad van toezicht tweemaal per jaar ontvangt, wordt de raad van toezicht geïnformeerd over het werk van de cliëntenraad. In de gesprekken met de ondernemingsraad, op basis van artikel 24 WOR, reikt de ondernemingsraad zelf thema’s voor bespreking aan. Dat leidt tot interessante gedachtewisselingen die dieper gaan dan het bespreken van de stand van zaken met betrekking tot de formele communicatie tussen raad van bestuur en ondernemingsraad. Ook door middel van het participeren in studiedagen van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) houdt de raad van toezicht voeling met theorie en werkelijkheid van de ontwikkelingen in de zorg. Alle leden van de raad van toezicht zijn lid van de NVTZ. Toezicht op de risicobeheersing De raad van toezicht heeft vanuit haar midden een auditcommissie ingesteld. De taken van deze auditcommissie kunnen als volgt worden samengevat: • toezicht op de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder het toezicht op de naleving van de relevante weten regelgeving en het toezicht op de naleving van gedragscodes; • toezicht op de financiële informatieverstrekking door de instelling (keuze van accountingpolicies, toepassing en beoordeling van effecten van nieuwe regels, inzicht in de behandeling van ‘schattingsposten’ in de jaarrekening, prognoses, werk van accountants ter zake et cetera); • toezicht op de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van accountants;


• toezicht op de relatie met de externe accountant, waaronder in het bijzonder zijn onafhankelijkheid, de bezoldiging en zijn eventuele niet- controlewerkzaamheden voor de instelling. De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit, de juistheid en de volledigheid van de jaarstukken. De raad van toezicht ziet er op toe dat de raad van bestuur deze verantwoordelijkheid vervult. Alvorens de raad van toezicht de jaarrekening en de begroting goedkeurt, ontvangt zij daarover advies van de auditcommissie. De externe accountant woont het van belang zijnde gedeelte van de vergaderingen van de auditcommissie bij waarin de jaarrekening wordt besproken en een advies voor de raad van toezicht wordt opgesteld. De externe accountant woont, indien de auditcommissie hem dat verzoekt, tevens de vergaderingen van de auditcommissie bij indien daar andere tussentijdse financiële berichten worden vastgesteld. Toezicht op het functioneren van de raad van bestuur De raad van toezicht voert periodiek een beoordelings- c.q. functioneringsgesprek met elk van de leden van de raad van bestuur. De uitkomsten van deze jaarlijkse gesprekken worden steeds vastgelegd in een wederzijds te ondertekenen document. De raad van toezicht maakt vooraf afspraken met de raad van bestuur over de wijze waarop dergelijke beoordelingsen functioneringsgesprekken verlopen en welke onderwerpen daarbij aan de orde gesteld worden. Daarnaast bespreekt de raad van toezicht eenmaal per jaar buiten aanwezigheid van de raad van bestuur zowel zijn eigen functioneren als dat van de individuele leden van de raad, en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden. Tevens wordt dan het gewenste profiel, samenstelling en competentie van de raad van toezicht besproken. Commissie Governance Vanuit haar midden heeft de raad van toezicht de Commissie Governance ingesteld. Deze commissie heeft ten minste de volgende taken: • het doen van voorstellen voor het te voeren bezoldigingsbeleid ter vaststelling door de raad van toezicht; • het doen van voorstellen inzake de bezoldiging van de leden van de raad van toezicht en van de individuele leden van de raad van bestuur ter vaststelling door de raad van toezicht; • het doen van voorstellen rond de benoeming van nieuwe leden van de raad van toezicht en de raad van bestuur; • de periodieke beoordeling van het functioneren van de individuele leden van de raad van toezicht en van de raad van bestuur en de rapportage hierover aan de raad van toezicht; Verslag van de raad van toezicht In het verslagjaar heeft de raad zevenmaal in aanwezigheid van de raad van bestuur vergaderd. Dit betrof zes reguliere vergaderingen en een extra vergadering. Deze extra vergadering was geheel gewijd aan het huisvestingsen vastgoedbeleid. De voorzitter en enkele leden van de raad van toezicht hebben daarnaast ook enkele malen meer informeel contact gehad met de leden van de raad van bestuur voor informatie en advies. In de meivergadering heeft de raad de jaarrekening en het jaarverslag goedgekeurd. In de decembervergadering vormde de goedkeuring van de jaarplannen en de begroting het dominante agendapunt. Naast deze twee vergaderingen waarin aan de raad van bestuur decharge werd verleend voor het gevoerde beleid heeft de raad van toezicht in het verslagjaar aandacht besteed aan: • het kwaliteitsbeleid; • de WMO; • het nieuwe meerjarenbeleidsplan; • het huisvestingsen vastgoedbeleid; • de kapitaallasten; Het jaar 2007 kenmerkt zich als een jaar waarin ZZG heeft gezocht naar antwoorden op de toenemende marktwerking in de zorg. In het verslagjaar is om die reden uitvoerig met de raad van bestuur van gedachten gewisseld over enerzijds externe oriëntaties (het nieuwe meerjarenbeleidsplan, het huisvestingsen vastgoedbeleid en de kapitaallastennota’s van de overheid), en anderzijds de interne ontwikkelingen en dan mate name het kwaliteitsbeleid.


kening

Met betrekking tot het laatste (kwaliteitsbeleid) zij opgemerkt dat de zorggroep reeds in 2006 had besloten om in de periode 2008 – 2010 het HKZ certificaat (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector) te behalen. In het verslagjaar is besloten om het certificeringtraject wat naar voren te halen, opdat in 2008 het certificaat kan worden behaald. De raad van toezicht is in het verslagjaar regelmatig geïnformeerd over de voortgang van het certificeringproject. In het verslagjaar is het nieuwe strategisch beleidsplan voor de periode 2008 – 2012 in concept opgesteld. Aan de totstandkoming van dat beleidsplan zijn zogenoemde strategische verkenningen voorafgegaan. De raad van toezicht is betrokken geweest bij die strategische verkenningen. In het verslagjaar heeft de raad van toezicht ook uitgebreid aandacht besteed aan een samenhangend huisvestingsen vastgoedbeleid. Het Masterplan voor de huisvesting is binnen de raad van toezicht besproken en vastgesteld. In het masterplan wordt uitgegaan van de realisatie van minstens 80% van de verblijfscapaciteit van de zorggroep in de volkshuisvestelijke sfeer. Dat betekent dat zorgappartementen, verpleegappartementen en groepswoningen in de volkshuisvestelijke sfeer gerealiseerd worden. Mede in relatie tot het vastgoedbeleid is in het verslagjaar door de raad van toezicht ook de nodige aandacht besteed aan de kapitaalslasten en de gevolgen daarvan voor de zorggroep. In het jaarverslag van de raad van toezicht mag niet onvermeld blijven de aandacht die de raad van toezicht in het verslagjaar heeft besteed aan de WMO. Eind 2006 werd de zorggroep de huishoudelijke verzorging in de regio Nijmegen in het kader van de WMO gegund. Sindsdien is de WMO op de agenda van de raad van toezicht gebleven. De raad van toezicht is bij voortduring geïnformeerd over de gevolgen van de WMO. Landelijk is sinds de invoering van de WMO een verschuiving zichtbaar van de inzet van huishoudelijke hulp op niveau 2 (HV2) naar hulp op niveau 1 (HV1). Die verschuiving geldt ook voor de regio Nijmegen. Doordat het personeel van ZZG voor het grootste deel bestaat uit HV2 gekwalificeerde medewerkers, terwijl er nagenoeg uitsluitend HV1 geïndiceerd wordt, zijn er forse tekorten ontstaan binnen het bedrijf HV. De raad van toezicht is bij voortduring (ook in adviserende zin) geïnformeerd over de ontwikkelingen en over de door de raad van bestuur genomen maatregelen.

ep Zuid-Gelderland heeft de jaarrekening 2006 vastgesteld in

Benoeming nieuwe leden raad van toezicht De raad heeft in het verslagjaar het profiel van de functie lid raad van toezicht met als aandachtsgebied gezondgroep Zuid-Gelderland heeft de jaarrekening 2006 goedgekeurd heidszorg en maatschappelijke dienstverlening en juridische zaken geactualiseerd. Op basis daarvan is een wervingsprocedure gestart. Deze heeft geleid tot de benoeming van mevrouw L. Göertz (aandachtsgebied juridische zaken) en de heer N. Eski (aandachtsgebied gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening). In deze paragraaf is reeds een aantal malen gewezen op de taken van de raad van toezicht en is de informatie

esultaatverdeling in de resultatenrekening. (kaderbrief, beleidsplannen, jaarrekening, kwartaalrapportages en begroting) aangegeven die de raad van toezicht

ontvangt om haar taken te kunnen uitvoeren. Naast het ontvangen van deze informatie, informeert de raad zich ook in bredere zin over het presteren van de organisatie door kennis te nemen van uitkomsten van inspectiebezoeken en controles door het zorgkantoor en en toezichthouders door presentaties vanuit de organisatie. De raad is van oordeel dat hij in deze door de raad van bestuur op actieve wijze van informatie wordt voorzien. Over het geheel genomen is de raad van toezicht van oordeel dat ZZG adequaat geleid wordt en dientengevolge Namens de Raad van Toezicht berekend is op de toekomst, die ook in 2008 weer dynamisch zal zijn. Wij wensen ZZG ook voor dat jaar alle goeds en de raad van bestuur de nodige wijsheid.

R.P.G. Jeurissen, voorzitter raad van toezicht De heer R.G.P. Jeurissen Voorzitter Raad van Toezicht


3.2 Bedrijfsvoering 3.2.1

Beheersing van processen

Planning & Controlcyclus Voor de bedrijfsvoering is een stichtingsbrede planning- en controlcyclus opgezet. Uitgangspunt daarbij is dat ZZG werkt in een sterk veranderende omgeving. Eenduidige sturing naar de gebieden en de bedrijven en bewaking van de resultaten is essentieel. Binnen de planning- en controlcyclus worden drie niveaus onderscheiden: • Strategisch meerjarenbeleidsplan binnen een vierjaarlijkse cyclus • Jaarlijkse Kaderbrief van de raad van bestuur • Jaarplannen, ter uitvoering van het meerjarenplan en de kaderbrief Het meerjarenbeleidsplan is het document waarin de missie, visie en de strategische koers van de zorggroep wordt weergegeven. In het verslagjaar heeft ZZG een nieuw meerjarenbeleidsplan opgesteld (in 2008 is het plan vastgesteld). Aan de hand van een uitgebreide verkenning van de omgeving, waarin ontwikkelingen rond chronische ziekten, de veranderende zorgvraag, de arbeidsmarkt, ons sociaal stelsel, het beleid van de overheid en demografische ontwikkelingen aan bod zijn gekomen, zijn de sterke en zwakke kanten en kansen en bedreigingen voor ZZG geanalyseerd. Alvorens ter uitvoering van het meerjarenbeleidsplan, jaarplannen voor de gebieden en bedrijven worden opgesteld, stelt de raad van bestuur jaarlijks een Kaderbrief op. Het begrip ‘Kaderbrief’ dient bijna letterlijk opgevat te worden. De raad van bestuur geeft in een brief of een notitie de kaders aan voor het opstellen van de jaarplannen van de verschillende organisatie onderdelen, die tenslotte worden vertaald naar de algemene begroting. Hoewel het strategisch meerjarenbeleidsplan een cruciaal onderdeel is van de totale planning & controlcyclus heeft de raad van bestuur meer sturingsinstrumenten nodig. De raad van bestuur heeft er behoefte aan om naast het meerjarenbeleidsplan nog een aantal kaders (lees accenten) aan te geven voor het beleid in het komende jaar. Het meerjarenbeleidsplan blijft het vertrekpunt voor de jaarlijkse kaderbrief. Strategisch meerjarenbeleidsplan, kaderbrief, jaarplannen en begroting grijpen logisch in elkaar. De functie van de kaderbrief is om directeuren en managers een handvat en richtsnoer te bieden bij het opstellen van hun jaarplan en begroting. De brief wordt (het zij reeds gememoreerd) enerzijds gebaseerd op het vigerende meerjarenbeleidsplan en anderzijds op de gebruikelijke financiële vertaling van verwachte externe en interne beleidsontwikkelingen. In de jaarplannen staat centraal dat binnen de primaire werkeenheden (PWE’s) gestart wordt met het stellen van doelen en prioriteiten voor het volgend jaar. In een jaarlijkse cyclus hebben we plannen, begroten, uitvoeren en evalueren een plaats gegeven. De jaarlijkse cyclus vormt als het ware de kapstok waaraan een aantal onderwerpen en acties is opgehangen, zoals bijvoorbeeld het begrotingsproces en de managementinformatie. Maandelijks worden aan de PWE’s de salarisrapportages verstrekt. Daarnaast wordt er ook maandelijks inzicht gegeven in de productiecijfers en het ziekteverzuim. Per kwartaal wordt er aan de PWE’s een financiële rapportage (exploitatiecijfers) verstrekt. Met behulp van de periodiek verstrekte managementinformatie over productie, ziekteverzuim en financiën kan het management afwijkingen van de begroting (met betrekking tot inkomsten, productie en formatie) tussentijds signaleren en kunnen er tijdig maatregelen worden genomen om ontwikkelingen bij te sturen (bijvoorbeeld acties om de extramurale productie af te remmen, de intramurale bezetting te verhogen of de structurele kosten te verlagen). In de bilaterale overleggen van de directeuren met de raad van bestuur wordt de werking van het kwaliteitssysteem en de effectiviteit van de bedrijfsvoering geëvalueerd en worden eventuele verbetermaatregelen opgesteld. Administratieve organisatie en interne controle In het verslagjaar zijn verschillende acties uitgevoerd in verband met de versterking van de administratieve organisatie en de interne controle. Deze hebben onder andere betrekking op de verdere verbetering van de systemen voor de productieregistratie en de systemen voor de personeel- en salarisadministratie, de (personele) versterking van de afdeling Planning & Control en de implementatie van de Kaderregeling AO/IC (Administratieve Organisatie en Interne Controle).


Zorgadministratie Op 2006 (augustus) is het ‘nieuwe’ hulpbedrijf ‘Zorgadministratie’ geformeerd. Binnen de Zorgadministratie hebben alle werkzaamheden te maken met extramurale cliëntenregistratie en productieverantwoording. De zorgadministratie bestaat uit: • Administratie Bureau Zorgtoewijzing en Wachtlijstbeheer • Kwaliteitsbureau ZON • Afdeling Zorgregistratie • Bedrijfsbureau Productie • Applicatiebeheerder ZON • Coördinator AWBZ-brede Zorgregistratie (AZR) • Hoofd Zorgadministratie Conform afspraak is er een implementatieplan opgesteld en uitgevoerd voor de integratie en verbetertrajecten van de zorgadministratie. Ten aanzien van de integratie en verbetertrajecten is er voor gekozen om een splitsing te maken in: • Inventarisatie op hoofdprocessen • Inventarisatie interne processen zorgadministratie Hierdoor werd inzichtelijk waar op de hoofdprocessen en op de interne processen nog knelpunten aanwezig waren. Waar nodig zijn processen geoptimaliseerd en knelpunten aangegeven. De in het verslagjaar opgestelde notitie ‘Extramurale cliëntregistratie en productieverantwoording betreffende inventarisatie op hoofdprocessen’ geeft het nodig inzicht. Op dit moment loopt er nog een traject dat, indien dit wordt geïmplementeerd, invloed heeft op het personeelsplan van het onderdeel BBP: het verbetertraject van de productieregistratie. Daarnaast is er in het licht van de verbeterpunten nog een ontwikkeling die zijn weerslag zal hebben op het personeelsplan van het onderdeel administratie BZW: het rechtstreeks inlezen vanuit het cliëntvolgsysteem van de mutaties van cliënten in AZR, wat nu handmatig gebeurd door de administratie BZW. Door efficiëntere inzet van medewerkers en effectievere uitvoering van de werkzaamheden is er binnen het hulpbedrijf Zorgadministratie veel verbeterd. Klanten en leveranciers van de Zorgadministratie hebben een helder inzicht gekregen in de processen. De transparantie is sterk verbeterd. Hierdoor kan een leidinggevende ook structureel sturing geven aan het proces van cliëntregistratie en productieverantwoording in een omgeving van veranderende interne en externe eisen. Kaderregeling AO/IC In het verslagjaar zijn voor zowel de intramurale locaties van ZZG als voor de EGZ teams plannen van aanpak opgesteld ter implementatie van de Kaderregeling AO/IC intramuraal/extramuraal. ZZG heeft het proces met de productieverantwoording en regeling AO/IC verder uitgewerkt. Zo is de periodieke rapportage verbeterd en is gebruik gemaakt van verbeterde geautomatiseerde controles om afstemming te hebben tussen de grote hoeveelheid productieverantwoordingen. Verder zijn er interne controles uitgevoerd voor de toetsing van het proces. De toetsing is goed verlopen, en de verbeterpunten voor met name dossiervorming zijn uitgezet bij de locaties en zorgregio’s. Maandelijks wordt gevolgd of de productieontwikkeling binnen de afspraken met het zorgkantoor blijft. Door een verbeterde prognose en aanpassingen in de contracteerruimte, is de financiële onderproductie minimaal gebleven. De externe verantwoording van de productie is voorzien van een accountantsverklaring. ICT In het verslagjaar is ZZG gestart met een nieuw ICT uitbestedingsplan voor de hele organisatie. In het verslagjaar werd de automatiseringsondersteuning voor de thuiszorg en de voormalige Arcus locaties geleverd vanuit de automatiseringsafdeling die bij de eerste fusie is ontstaan. De voormalige Habicura locaties worden ondersteund door de automatiseringsafdeling van het UMCN (Radboud). Dit heeft er toe geleid dat de verschillende locaties te maken hebben met een verschillende ICT-ondersteuning en kosten. Er is sprake van twee gescheiden netwerken, terwijl er behoefte is aan een netwerk met geïntegreerde functionaliteit. De bestaande ondersteuners en een aantal externe partijen is gevraagd hierop een aanbod te doen. De vraag betreft primair het beheer van de ICT-infrastructuur, inclusief de bijbehorende help- respectievelijk servicedesk. Dit offertetraject is gestart na de zomer van 2007. In december 2007 is de definitieve keuze gemaakt voor het ICT bedrijf AAC Cosmos. In 2008 zal een en ander worden verwezenlijkt.


3.2.2

Risico’s

In deze paragraaf wordt ingegaan op een aantal (toekomstige) risico’s voor de bedrijfsvoering van ZZG. 1. ZZG heeft bij de aanbesteding eind 2006 de huishoudelijke verzorging in de regio Nijmegen voor een jaar (tot 1 april 2008) gegund gekregen. De aanbesteding heeft geleid tot lagere tarieven voor de huishoudelijke hulp en daardoor lagere inkomsten. De WMO-tarieven zijn gemiddeld € 3 lager dan de CTG-tarieven 2006 voor HV1 en HV2. Deze tariefdaling heeft in het verslagjaar reeds tot een fors verlies geleid dat bij ongewijzigd beleid in 2008 verder zal oplopen. 2. Vrij snel na de invoering van de WMO werd duidelijk dat gemeenten anders omgaan met de begrippen huishoudelijke hulp en huishoudelijke verzorging. De indicaties die de gemeenten stellen komen voor een groot deel uit op HV1. Nieuwe indicaties worden voor ruim 80% afgegeven voor HV1. Ook bij herindicatie (omzetten van de oude AWBZ indicatie naar een WMO indicatie) wordt bijna standaard HV1 geïndiceerd. Om de nieuwe HV1 cliënten de geïndiceerde zorg te kunnen bieden heeft de zorggroep het aantal alfahulpen in 2007 met 50% uitgebreid. Voor de bestaande cliënten (herindicaties) dient de zorggroep de vaste hulp te vervangen door een alfahulp. Omdat het personeelsbestand van de zorggroep (nog) niet is aangepast op deze veranderende verhouding worden HV1 medewerkers in vaste dienst ingezet. Het inzetten van medewerkers in dienst van ZZG voor HV1 levert per uur dienstverlening een verlies op van minimaal € 8 per uur. 3. Het risico van verlies van de aanbesteding voor huishoudelijke verzorging. In 2008 zullen de gemeenten opnieuw de huishoudelijke verzorging aanbesteden. Hoewel ZZG tot nu toe alleen verliezen heeft geleden op de huishoudelijke verzorging in het kader van de WMO, worden de problemen, gezien vanuit het personeelsperspectief, alleen maar groter als ZZG niet kan deelnemen aan de aanbesteding. 4. Lagere tarieven voor AWBZ-gefinancierde prestaties. De jaarlijkse inkoop van extramurale zorg in het kader van de AWBZ begint steeds meer op een aanbesteding te lijken en zal leiden tot lagere tarieven en dus lagere inkomsten uit de extramurale zorgverlening. Door de selectieve inkoop en gunning van (een deel van) de extramurale zorg loopt ZZG bovendien het risico dat een deel van de extramurale productie niet wordt vergoed door het Zorgkantoor. 5. De invoering van de functiegerichte (zorgzwaarte) financiering en de normatieve huisvestingscomponent in de intramurale zorg. Door de beoogde invoering van de zorgzwaarte financiering en de normatieve huisvestingscomponent vervalt de vergoeding van de vaste kosten van intramurale locaties. Huisvestingskosten zullen in het vervolg uit de exploitatie moeten worden gefinancierd. Dit zal vooral grote consequenties hebben voor intramurale locaties met leegstand. In het verslagjaar is dit risico nadrukkelijk onderkend en is er rekening mee gehouden bij het maken van huisvestingsplannen. In 2008 zal ZZG zich verder voorbereiden op zorgzwaartebekostiging en de normatieve huisvestingscomponent. 6. De toename van de concurrentie en marktwerking in de zorg heeft geleid tot een sterkere profilering van ZZG in de richting van potentiële cliënten (door middel van een uitgebreide PR-campagne gericht op de vergroting van de naamsbekendheid en het imago van ZZG in het werkgebied) en verwijzers (samenwerking met huisartsen en ketenzorg projecten met specialisten in de ziekenhuizen). 7. De toegenomen mondigheid van cliënten leidt ertoe dat cliënten snel informatie willen ontvangen en sneller zullen overgaan naar een andere zorgaanbieder als de geboden zorgen dienstverlening niet aan hun behoeften voldoet. Voor ZZG is het daarom van belang om te investeren in een aantrekkelijke zorgaanbod dat aansluit op de wensen van de cliënt. De toegenomen mondigheid van cliënten kan leiden tot een stijging van het aantal klachten en tot een stijging van het aantal juridische procedures en schadeclaims van cliënten.

3.3

Cliëntenraad

Taken en werkwijze Ingevolge de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) is de zorginstelling verplicht een cliëntenraad in te stellen om de gemeenschappelijk belangen van cliënten te behartigen. Bedoelde wet regelt de samenstelling van de cliëntenraad, de middelen en de werkwijze van de cliëntenraad, de rechten van de cliëntenraad, de procedure van het adviesrecht en het verzwaard adviesrecht en de regeling met betrekking tot geschillen. De cliëntenraad heeft de volgende rechten: recht op informatie, recht op overleg, adviesrecht, verzwaard adviesrecht, het recht om (gevraagd en ongevraagd) voorstellen te doen en het recht om een voordracht van een bestuurslid/lid van de raad van toezicht te doen.


Binnen ZZG hebben alle locaties een cliëntenraad. Daarnaast heeft elk van de vijf werkgebieden van ZZG een gebiedscliëntenraad en hebben de twee bedrijven Kraamzorg/Gespecialiseerde Verzorging/Gezinsverzorging en Huishoudelijke Verzorging/Thuiszorgservice een eigen cliëntenraad. De gebiedscliëntenraden behandelen onderwerpen die locatieoverstijgend zijn en het gehele gebied betreffen. Bovendien is er een centrale cliëntenraad. De centrale cliëntenraad houdt zich bezig met gebieds- en bedrijfsoverschrijdende activiteiten die betrekking hebben op de gehele organisatie, zoals begroting, jaarrekening, jaarplan, beleidsplan, kwaliteitsvraagstukken, organisatiewijzigingen en beleidsvraagstukken. Gesprekspartner hierin is de raad van bestuur. Samenstelling De centrale cliëntenraad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de gebieds- en bedrijfscliëntenraden van ZZG. Door deze leden is een onafhankelijk voorzitter gekozen. De leden waren in het begin van het verslagjaar: Naam Functie Dhr. J. van Eupen Voorzitter Dhr. T. Elsen Lid Dhr. B. Meijer Lid Dhr. F. Strik Lid Dhr. J. Beurskens Lid Mevr. T. van Peursem Lid Dhr. H. van Benthum Lid Dhr. J. Kooij Lid Mevr. M. Poels Lid Dhr. O. Wasmann Lid Dhr. J. Haegens Lid Mevr. E. Dechesne Lid Mevr. E. Versteeg Lid

Namens Bedrijfscliëntenraden Kraamzorg / Gespecialiseerde Verzorging / Gezinsverzorging en Huishoudelijke Verzorging / Thuiszorgservice Bedrijfscliëntenraad Huishoudelijke Verzorging / Thuiszorgservice Bedrijfscliëntenraad Kraamzorg / Gespecialiseerde Verzorging/Gezinsverzorging Gebiedscliëntenraad Wijchen en Maas en Waal Gebiedscliëntenraad Wijchen en Maas en Waal Gebiedscliëntenraad Rijk van Nijmegen Gebiedscliëntenraad Rijk van Nijmegen Gebiedscliëntenraad Nijmegen Oost en Waalsprong Gebiedscliëntenraad Nijmegen Oost en Waalsprong Gebiedscliëntenraad Nijmegen Zuid en West Gebiedscliëntenraad Nijmegen Midden en Centrum Gebiedscliëntenraad Nijmegen Midden en Centrum

Mevrouw Dechesne heeft per 1 april 2007 afscheid genomen van de centrale cliëntenraad, de heer A. de Witte heeft haar positie overgenomen per 1 juli 2007. Mevr. H. Meens was in het verslagjaar ambtelijk secretaris van de centrale cliëntenraad. Ondersteuning in financiële en personele zin De kosten die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de centrale cliëntenraad, komen ten laste van de zorgaanbieder. Aan de centrale cliëntenraad is bovendien een budget toegekend voor reis- en representatiekosten, kosten van kantoorartikelen en abonnementen et cetera. Voorts worden kosten in verband met aansluiting bij een landelijke organisatie, scholing, inwinnen van extern advies, rechtsgedingen (mits vooraf gemeld) en onkostenvergoedingen voor de leden betaald. Landelijke Commissie van Vertrouwenspersonen Indien er sprake is van een geschil tussen de zorgaanbieder en de cliëntenraad is de Landelijke Commissie van Vertrouwenspersonen (LCvV) bevoegd te bemiddelen en zonodig een bindende uitspraak te doen. De commissie is door de centrale cliëntenraad gevraagd een bindende uitspraak te doen in een geschil tussen de centrale cliëntenraad en de raad van bestuur over de medezeggenschap in de drie vastgoedstichtingen. In haar uitspraak concludeert de LCvV dat de vastgoedstichtingen en de zorgstichting gezamenlijk de verschillende instellingen van ZZG in stand houden. Daarom zijn zowel de zorgstichting als de vastgoedstichtingen ‘zorgaanbieder’ in de zin van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ). Dit houdt in dat de centrale cliëntenraad bij de besluitvorming binnen de vastgoedstichtingen betrokken behoort te worden conform de WMCZ.


Adviezen De centrale cliëntenraad heeft in 2007 adviezen uitgebracht over de volgende onderwerpen. • De voorgelegde begroting Zorg 2007 werd positief beoordeeld. • Het uitgebrachte advies over het concept meerjarenbeleidsplan 2008 - 2012 is nog onderwerp van gesprek met de raad van bestuur. • Geadviseerd is de ontstane vacature in de raad van bestuur op te vullen door middel van een open procedure. • Er is geadviseerd over het kandidaat-lid van de raad van bestuur alsmede over twee kandidaat-leden van de raad van toezicht. • De raad van bestuur is geadviseerd niet alleen aandacht te besteden aan de kwaliteit van eten en drinken, maar ook aan de sfeer rondom de maaltijd. De besprekingen over hoe dat het beste zou kunnen zijn per 31-12-2007 nog gaande. • In het kader van het certificeringtraject is een groot aantal beleidskaders en protocollen opgesteld en ter advisering dan wel instemming aan de centrale cliëntenraad voorgelegd. Geadviseerd is over: -- klachtenbeleid en klachtenfolder; -- melding incidenten en calamiteiten cliënten; -- infectiepreventiebeleid; -- influenza vaccinatie intramurale cliënten ; -- gedragscodes en –regels voor werken bij ZZG; -- procedure zorgweigering; -- informatievoorziening cliënten; -- vrijheidsbeperkende maatregelen; -- vaststellen en vastleggen frequentie van evaluatie. Deze adviezen zijn per 31-12-2007 alle nog onderwerp van gesprek met de raad van bestuur. Betrokkenheid bij overige onderwerpen • Het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording en de jaarrekening 2006 ZZG bereikten de centrale cliëntenraad niet op een zodanig tijdstip dat advisering van wezenlijke invloed zou kunnen zijn op de stukken. De raad is wel gevraagd een reactie te geven, zodat met de opmerkingen van de centrale cliëntenraad rekening kan worden gehouden bij verdere ontwikkelingen. De centrale cliëntenraad heeft aan dat verzoek voldaan. • ZZG wil per medio 2008 over het kwaliteitskeurmerk beschikken. De eerste fase van het certificeringtraject is het vastleggen van allerlei regelingen. De centrale cliëntenraad is hierbij betrokken door lidmaatschap van diverse stuurgroepen en uiteraard door het adviesrecht. • De centrale cliëntenraad is betrokken bij de invoering van domotica door deelname aan de werkgroep ‘De Cliënt Centraal’, die op 14 november 2006 werd geïnstalleerd. • In de zomer werd een cliënttevredenheidsonderzoek gehouden. De centrale cliëntenraad heeft ervoor gezorgd dat de lokale cliëntenraden een aantal vragen mochten toevoegen aan de vragenlijst. De resultaten worden nog besproken met de raad van bestuur. • De ontwikkelingen met de WMO werden nauwlettend gevolgd. Zo werden diverse bijeenkomsten bijgewoond die werden georganiseerd door de (lokale) overheid en door belangenorganisaties, en werd waar mogelijk ingesproken. • Een aantal beleidsnota’s aangaande de integratie van de drie stichtingen (Arcus, Habicura en Thuiszorg Zuid-Gelderland) en het continuïteitsplan Thuiszorg Zuid-Gelderland is beoordeeld op de vraag welke besparingen door de integratie worden gerealiseerd op de indirecte kosten ten bate van de zorgverlening. • De centrale cliëntenraad is in de persoon van de voorzitter betrokken bij de ontwikkeling van de medezeggenschap van cliënten in de regio. • De centrale cliëntenraad heeft verder deelgenomen aan tal van bijeenkomsten, zoals beleidsdagen van ZZG, studiedagen van onder andere LOC, Zorgbelang Gelderland en Zorgkantoor Nijmegen en aan diverse symposia.


4

Beleid, inspanningen en prestaties

4.1

Meerjarenbeleid

Het strategisch beleidsplan van ZZG dateert van eind 2004 en is geschreven voor een periode van vier jaar (2005-2009). Het beleidsplan is vooral gericht op het verbinden van de drie organisaties waaruit ZZG bestaat (Thuiszorg Zuid-Gelderland, Arcus en Habicura). Vanaf 2005 is hard gewerkt aan het verwezenlijken van de plannen uit het beleidsplan. En met resultaat. Zo zijn in het werkgebied in Zuid-Gelderland forse stappen gezet om gebiedsgericht te kunnen werken. De relaties met huisartsen en ziekenhuizen is versterkt. Met wooncorporaties en welzijnsinstellingen bestaan thans nauwe contacten. ZZG heeft ook hard gewerkt aan het gezond maken van haar bedrijfsvoering. Nu kan worden gewerkt met goede kwaliteit en tegen kosten die de maatschappij ‘er voor over heeft’. Om dit te bereiken zijn een aantal flinke ingrepen gedaan. Zo zijn diensten als administratie en P&O gebundeld, is er flink gesneden in de kosten die de zorg van de cliënt niet direct raken en wordt er scherper gelet of het geld wordt besteed waarvoor het is afgesproken. Het beleidsplan ‘Verbinden en vernieuwen’ is voor een groot gedeelte uitgevoerd. Om die reden is in het verslagjaar besloten om, eerder dan gepland, een nieuw meerjarenbeleidsplan op te stellen. In augustus 2007 is het nieuwe meerjarenbeleidsplan ter advisering voorgelegd aan de Centrale Ondernemingsraad, de Centrale Cliëntenraad en de Commissie Ethiek. In 2008 is het nieuwe meerjarenbeleidsplan definitief vastgesteld. Het nieuwe beleidsplan is sterk gericht op vooruitkijken, op de toekomst, ofwel de strategie. Het beleidsplan wil ook nadrukkelijk inspelen op de veranderingen in de zorg. Op dit moment wordt volop marktwerking toegelaten. Gezondheidszorg behoort in Nederland traditioneel tot het publieke domein en werd beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid. Tegenwoordig worden ‘voelbaar’ nieuwe wegen bewandeld om houdbaarheid en kwaliteit van zorg te bewaren. Vandaar de titel voor het nieuw beleidsplan: ‘Tussen publiek domein en markt’.

4.1.1

Missie en visie

In het vigerende meerjarenbeleidsplan ‘Verbinden en vernieuwen’ is de missie en visie van ZZG beschreven. Onze mensvisie, onze visie op zorgverlening, op welzijn en wonen, maakt duidelijk hoe wij binnen ZZG naar onze omgeving en naar mensen kijken. Die visie heeft consequenties voor de normen en waarden die in de hierna genoemde missie worden verwoord. Rode draad in de visie van ZZG is de uniciteit, diversiteit en gelijkwaardigheid van het individu. Vanuit die begrippen wil ZZG inhoud geven aan de begrippen community care en community living. Community living wil zeggen dat mensen met beperkingen gewoon leven in en deelnemen aan de samenleving. Met community care wordt bedoeld dat de hiervoor noodzakelijke ondersteuning in de samenleving is ingebed. Community care is een keuze. De keuze tussen gewoon wonen in de maatschappij of het intramuraal wonen in een (kleinschalige) verpleeg- c.q. verzorgingsinstelling moet iedereen voor zichzelf maken. De keuze zal afhankelijk zijn van individuele wensen en behoeften, beschikbare mogelijkheden en de financiële gevolgen. Zodra community care beschikbaar is als alternatief voor klassieke intramurale zorg, zal opname in instellingen zich geleidelijk aan beperken tot mensen voor wie de beschikbare ondersteuning niet voldoende is. Vanuit die gedachte wordt in het nieuwe meerjarenbeleidsplan extra aandacht besteed aan het realiseren van kleinschalige woonvormen. Een andere rode draad in onze visie is de wijze waarop wij de mens centraal stellen. De mens is een individu met een eigen wil en het recht om een eigen keuze te maken. De mens geeft zelf richting aan zijn of haar leven en wil ook zelf verantwoordelijkheid dragen voor de gemaakte keuze. Dit is het uitgangspunt bij het organiseren en uitvoeren van al onze dienstverlening op het gebied van zorg en welzijn. Onze visie maakt duidelijk wat cliënten en medewerkers kunnen verwachten, maar geeft ook grenzen aan. De visie geeft richting aan het handelen van medewerkers. Ook biedt zij een leidraad voor wat er van hen wordt verwacht, maar ook voor wat zij kunnen verwachten van ZZG als werkgever. De visie is de onderlegger voor de geformuleerde missie voor de toekomstige jaren. ‘Wij willen mensen met een vraag naar ondersteuning bij gezondheids- en maatschappelijke dienstverleningsvragen helpen. Dat doen wij met een breed aanbod van uitstekende en toegankelijke zorgen dienstverleningsproducten


in samenhang met wonen en welzijn. Wij willen mensen met een vraag naar ondersteuning gedurende hun levensloop zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen en, als dat niet meer mogelijk is, in andere woonvormen verzorgen.

4.1.2

Strategie

Natuurlijk moeten visie en missie uiteindelijk vertaald worden in daden, alleen dan krijgen de woorden en intenties daadwerkelijk inhoud en slechts dan kunnen we daadwerkelijk meerwaarde bieden voor onze cliënten, medewerkers en overige belanghebbenden. In het strategisch meerjarenbeleidsplan ‘Verbinden en vernieuwen’ zijn het strategisch beleid en doelstellingen van ZZG in relatie tot de cliënt, de medewerkers en tot de overige belanghebbenden beschreven. Uit de verslaglegging van de in 2007 behaalde resultaten in de paragrafen 4.2.1 t/m 4.2.11 wordt duidelijk in hoeverre de hieronder benoemde strategische doelen door ZZG in de praktijk zijn uitgewerkt. Strategische doelen met betrekking tot de cliënt zijn onder andere: 1. ZZG wil een zorgcontinuüm in de regio Zuid-Gelderland realiseren en kiest daarom voor een geïntegreerd en samenhangend zorgen dienstenpakket met als kernactiviteiten verpleging, verzorging, behandeling en ondersteuning; 2. Met de zorgen dienstverlening wordt een bijdrage geleverd aan het welzijn en de autonomie van de cliënt; 3. Het aanbod van ZZG is eenvoudig toegankelijk, beschikbaar als de cliënt het vraagt en snel leverbaar in een door de cliënt gewenste omgeving. Strategische doelen in relatie tot medewerkers zijn onder andere: 1. Medewerkers en potentiële medewerkers zien ZZG als een aantrekkelijke werkgever; 2. Medewerkers kennen en hanteren de visie, missie en ambities van ZZG en dragen hier aantoonbaar aan bij; 3. Medewerkers zijn tevreden over hun werk (over zowel de inhoud van de functie als over de werkomgeving); 4. Medewerkers krijgen veel mogelijkheden tot ontwikkeling, ontplooiing en interne mobiliteit. Strategische doelen in relatie tot overige belanghebbenden zijn onder andere: 1. We streven naar de vorming van duurzame relaties met samenwerkingspartners mede gebaseerd op onze kernwaarden: betrokken, ondernemend en betrouwbaar; 2. Belanghebbenden zijn tevreden over de kwaliteit en de prijs van de ZZG dienstverlening. In het verslagjaar hebben we middels een zogenoemde ‘strategische verkenning’ nagedacht en met interne en externe stakeholders gesproken over de ontwikkelingen binnen en buiten de zorgmarkt, onze concurrentiestrategie, strategische positionering en de schaalgrootte van ZZG. Als resultante van die strategische verkenningen heeft een herijking plaatsgevonden van de strategische uitgangspunten van ZZG die mede als leidraad hebben gediend voor het nieuwe meerjarenbeleidsplan.

4.2

Algemeen beleid

Ons algemeen beleid voor 2007 ging uit van de volgende kernthema’s: 1. realisatie van een zorgcontinuüm; 2. kostendekkende tarieven voor de huishoudelijke verzorging; 3. beleid voor specifieke doelgroepen/innovatie; 4. samenwerking ketenpartners; 5. aantrekkelijk werkgeverschap; 6. masterplan voor de huisvesting; 7. gebiedsgebonden beleid; 8. huishoudelijke verzorging; 9. kraamzorg, gezinsverzorging en gespecialiseerde verzorging; 10. overige doelstellingen. Hieronder wordt per kernthema kort aangegeven welke resultaten ZZG in 2007 heeft gerealiseerd.


4.2.1

Realisatie van een zorgcontinuüm

Bij de vorming van ZZG is een centrale doelstelling geformuleerd, namelijk de vorming van een zorgcontinuüm. Onze voornaamste ambitie is het bieden van een compleet en passend aanbod van verpleging, verzorging, thuiszorg en hiermee samenhangende servicediensten in de regio Zuid-Gelderland. Dit aanbod dient op een zorgvuldige wijze afgestemd te zijn op de wensen van de huidige en toekomstige cliënten (vraaggestuurd). Hoewel ZZG zich met name op de doelgroep ouderen richt is ons dienstenaanbod veelzijdig te noemen en bieden we ook diensten aan op het gebied van kraamzorg, gezinsverzorging, gespecialiseerde verpleging en verzorging, voorlichting en preventie. Dit brede dienstenaanbod zetten we flexibel en in onderlinge samenhang in, zodat cliënten geen of zo weinig mogelijk last hebben van verschillen in (financiële) regelgeving tussen de verschillende diensten. In het belang van de cliënt werken we samen met andere zorgaanbieders, zodat elke cliënt een adequaat en op zijn behoeften en wensen afgestemd aanbod van zorg en diensten krijgt. Gebiedsgebonden werkwijze Wij hadden onze organisatie ingedeeld in vijf gebieden of regio´s, die elk een duidelijk en logisch afgebakend geografisch gebied bedienen. Per gebied is een directeur eindverantwoordelijk voor de totale zorgen dienstverlening van ZZG. Door het ontstaan van een vacature in het gebied Nijmegen Oost en Waalsprong is de verdeling van het werkgebied in vijf gebieden heroverwogen. Uiteindelijk is besloten het gebied op te splitsen en een deel toe te voegen aan het gebied Rijk van Nijmegen en een ander deel aan het gebied Nijmegen Midden en Centrum. Vergroting naamsbekendheid Reeds bij de fusie heeft ZZG er voor gekozen een duidelijk herkenbare merknaam te voeren. Met deze strategie bereiden wij ons voor op een markt waarin, nog meer dan tot nu het geval is, sprake zal zijn van concurrentie en waar cliënten kiezen voor een zorgaanbieder van hun keuze. Door een breed palet aan producten en diensten te kunnen aanbieden, willen wij graag de eerste keuze van de (potentiële) cliënt zijn. Daarom zijn wij in het verslagjaar een grootschalige mediacampagne begonnen om de ZZG thuiszorgdiensten (huishoudelijke verzorging) beter bekend te maken onder de inwoners van het werkgebied. Mede in het kader van die mediacampagne hebben we gemerkt dat de naam Zorggroep Zuid-Gelderland in feite de lading niet dekt. ZZG beweegt zich sinds enige tijd ook buiten haar traditionele werkgebied. Met name de bedrijven Huishoudelijke Verzorging en Kraamzorg breidden uit in noordelijke richting. Maar ook in zuidelijke richting worden de vleugels uitgeslagen. In de praktijk leidt dit tot een aantal belangrijke beperkingen op het gebied van de marketingcommunicatie. De toevoeging Zuid-Gelderland werkt drempelverhogend voor mensen die niet in het gebied wonen. Redenen om eens kritisch naar het merkenbeleid van ZZG te kijken. Na uitvoerige discussie is in het verslagjaar besloten nog maar een merknaam te voeren: ZZG zorggroep. Belangrijkste overweging daarbij is de klantgerichtheid. Er is gekozen voor een benadering vanuit de marktgedachte. In 2008 zijn de statuten op die naamswijziging aangepast. De in het verslagjaar uitgevoerde billboardactie voor de huishoudelijke verzorging is een succes geweest.

4.2.2

Kostendekkende tarieven voor de huishoudelijke verzorging

In het kader van de WMO hebben de gemeenten de rol van financier van onder andere de huishoudelijke verzorging gekregen en zijn overgegaan tot het aanbesteden van deze werksoort. ZZG heeft bij de aanbesteding eind 2006 de huishoudelijke verzorging in de regio Nijmegen voor een jaar (tot 1 april 2008) gegund gekregen. Sinds de invoering van de WMO is een verschuiving zichtbaar van de inzet van dure huishoudelijke hulp HV2 (huishoudelijke hulp uitgevoerd door een gediplomeerde thuiszorgmedewerker in vaste dienst van ZZG) naar goedkope huishoudelijke hulp HV1 (huishoudelijke hulp uitgevoerd door alfahulpen). De verhouding tussen HV1 en HV2 was voor de invoering van de WMO ongeveer 15% - 85%. Naar verwachting zal die verhouding eind 2011 precies omgekeerd zijn (85% - 15%). De verschuiving wordt veroorzaakt door het wegvallen van de beleidsregels voor toewijzing van huishoudelijke hulp die in de AWBZ golden. De toepassing van die beleidsregels door zorgaanbieders en het zorgkantoor stond er garant voor dat de cliënt alleen het werkgeverschap toebedeeld kreeg als hij dit daadwerkelijk aankon. Verder garandeerden de beleidsregels keuzevrijheid voor de cliënt. Hij/zij moest zelf kiezen voor dit werkgeverschap. Het feit dat de cliënt vier tot zes weken zonder hulp moest kunnen om in aanmerking te komen voor een alfahulp,


zorgde er eveneens voor dat het aantal cliënten met een alfahulp onder de AWBZ vele malen kleiner was dan onder de WMO. Voor HV 1 gold en geldt ook nu nog het bemiddelingstarief van € 15. Om de nieuwe HV1 cliënten de geïndiceerde zorg te kunnen bieden heeft de zorggroep het aantal alfahulpen inmiddels met 50% uitgebreid. Voor de bestaande cliënten (herindicaties) dient de zorggroep de vaste hulp te vervangen door een alfahulp. Omdat het personeelsbestand van de zorggroep (nog) niet is aangepast op deze veranderende verhouding worden HV1 medewerkers in vaste dienst ingezet. Het inzetten van medewerkers in dienst van ZZG voor HV1 levert per uur dienstverlening een verlies op van minimaal € 8 per uur. ZZG heeft de problemen tijdig bij de gemeenten aangekaart en is bij voortduring met de gemeenten in overleg om te komen tot andere indicaties dan wel een ander tarief. Daar zijn wij in het verslagjaar evenwel onvoldoende in geslaagd. Het bedrijf Huishoudelijke Verzorging heeft in 2007 dan ook een fors verlies geleden.

4.2.3

Beleid voor specifieke doelgroepen/innovatie

Als één van de grote zorgaanbieders in de regio Zuid-Gelderland streeft ZZG naar marktleiderschap op het gebied van ontwikkeling en innovatie. Ontwikkeling en innovatie vinden binnen ZZG op verschillende niveaus plaats. Projecten of verbeteringen kunnen zowel betrekking hebben op de gehele organisatie of een gebied, maar kunnen ook kleinschalig op PWE niveau worden uitgevoerd. Op stichtingsniveau willen we het Tweedelijns Dienstencentrum realiseren. Op gebiedsniveau investeren we in de ontwikkeling van kleinschalige verpleegvoorzieningen voor psychogeriatrie en somatiek en beschermde woonvormen. In het Tweedelijns Dienstencentrum ontwikkelen we enerzijds zorg voor groepen cliënten met een langdurige zeer complexe zorgvraag op het gebied van somatiek en groepen revalidanten CVA (Cerebro Vasculair Accident), COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Diseases) en heelkunde. Anderzijds ontwikkelen we vanuit het Tweedelijns Dienstencentrum het Shared Service Center. Het Tweedelijns Dienstencentrum In 2007 zijn er flinke stappen gezet in de ontwikkeling van een Tweedelijns Dienstencentrum onder leiding van de per 1 januari aangestelde medisch directeur. Er is een projectleider benoemd en in de projectorganisatie zijn een stuurgroep, projectgroep en wisselend samengestelde (afhankelijk van het onderwerp) werkgroepen geformeerd. Het Tweedelijns Dienstencentrum is de samenvoeging van de revalidatie- en herstelafdelingen van verpleeghuis Margriet en verpleeghuis Irene Dekkerswald (Irene 4) tot zorghotel en het Kenniscentrum Behandeling en Begeleiding. Het vormt een schakel in de revalidatie- en herstelketen van zorg en behandeling/begeleiding. Het functioneert als een unieke schakel tussen de ziekenhuizen en de eerste lijn. De missie is als volgt geformuleerd: Het Tweedelijns Dienstencentrum is de meest aantrekkelijke, unieke, bovenwijkse maatschappelijke gezondheidsinstelling van Nijmegen en directe omgeving op het terrein van multidisciplinaire zorg, behandeling/ begeleiding en preventie, aan mensen met complexe zorgvragen, ouderen en chronisch zieken, die veelal tijdelijk uit hun evenwicht zijn geraakt. Het Tweedelijns Dienstencentrum heeft een drietal unieke punten waarmee zij zich onderscheidt in de markt. • De focus ligt op gezondheidszorg en bijvoorbeeld niet op welzijn. Natuurlijk neemt welzijn binnen de zorg wel een belangrijke plaats in; • Het accent ligt op somatische revalidatie, ook voor de psychogeriatrische cliënt met een somatische revalidatievraag; • Het is een opleidingsen onderzoekscentrum voor geriatrische revalidatie, reactivering en complexe behandeling en begeleiding aan ouderen. De opgaven voor de komende periode liggen op de volgende gebieden: Zorgconcept; Verkeerde bedproblematiek; Professionele medewerkers; Organisatie; Huisvesting en ICT; Bedrijfsvoering/financiën; Samenwerking met anderen; Integratie Margriet en Irene. Activiteiten zullen verder worden uitgewerkt in de volgende projectfasen: Voorbereidingsfase; Ontwerpfase; Besluitvormingsfase; Implementatiefase. Deze fasen kunnen door elkaar heen lopen. De planning voor het project is nauw verbonden met de planning voor de ontwikkeling en bouw van het Tweedelijns Dienstencentrum. Als einddatum voor ingebruikname van het nieuwe gebouw voor het Tweedelijns Dienstencentrum wordt uitgegaan van eind 2010.


Tot eind 2010 zal afhankelijk van het onderwerp aan de verschillende opgaven gewerkt gaan worden en zullen de implementatieplannen gemaakt worden. Kleinschalige verpleegvoorziening voor PG In het verslagjaar heeft ZZG twee kleinschalige verpleegvoorzieningen voor psychogeriatrie (pg) gerealiseerd. Stichting Dichterbij (gehandicaptenzorg) en ZZG hebben in het dorpje Leur bij Wijchen woonzorgboerderij De Hagert gerealiseerd. Hun gezamenlijke intentie was de zorg te ontschotten en zoveel mogelijk te werken vanuit de zorgvraag van de cliënten. Met De Hagert geven zij concreet gestalte aan deze visie. Beide zorgaanbieders zijn van oordeel dat de huidige zorgvoorzieningen vaak onvoldoende aansluiten bij de behoefte van cliënten om zoveel mogelijk in hun vertrouwde omgeving te leven. Op De Hagert zijn een eeuwenoude boerderij en moderne zorgvoorzieningen gecombineerd tot een sfeervol en landelijke woonzorgvoorziening. De Hagert wil recht doen aan de wensen van cliënten voor wie het buitenleven belangrijk is. De woongroepen zijn klein (groepen van vier of zes mensen en enkele eenpersoonsappartementen). Elke bewoner beschikt over een eigen slaapkamer. Op de boerderij wonen achttien dementerende ouderen (drie woongroepen van elk zes bewoners). Voor mensen met een verstandelijke beperking zijn er twee wooneenheden voor elk vier bewoners gerealiseerd. Op De Hagert wordt zorg op maat geboden. Het leven op de boerderij is belangrijk: dieren, moestuin, bloementuinen en activiteiten op het erf bepalen de sfeer op De Hagert. De beleving van de boerderij en het buitenleven staat centraal. De activiteiten op en rond een erf bepalen de sfeer en het dagritme van de bewoners op De Hagert. Op de plaats waar vroeger de zeepfabriek van Dobbelman stond, midden in de Nijmeegse wijk Bottendaal, heeft wooncorporatie Talis een bijzonder appartementencomplex gerealiseerd: ‘De Globe’ . De woningen zijn bestemd voor mensen met verschillende woon- en zorgbehoeften. Op de begane grond heeft ZZG een afdeling voor in totaal vijftien dementerende ouderen gerealiseerd. De twintig appartementen op de eerste en tweede etage verhuurt Talis aan Marokkaanse en Turkse ouderen. De Driestroom (gehandicaptenzorg) huisvest op de derde etage zes ambulante cliënten met een verstandelijke handicap. Op dezelfde verdieping wonen zes cliënten van Pluryn (gehandicaptenzorg) met een verblijfsindicatie met 24-uurs zorg. De medewerkers van de verschillende zorgaanbieders ondersteunen elkaar. De samenwerking beperkt zich thans nog tot Pluryn en ZZG. Cliënten van De Driestroom krijgen zorg op afgesproken tijden. Maar als het nodig is, zal het ook daar tot een uitwisseling komen. De Turkse en Marokkaanse ouderen ontvangen zorg uit de eigen omgeving. Uiteindelijk is het doel om naar een team te groeien dat alle mensen in het gebouw en mogelijk zelfs de buurt kan ondersteunen. Ketenzorg Er zijn diverse ketenzorgprojecten waarin ZZG een belangrijke rol speelt. De reeds langer bestaande, goed lopende ketenzorgprojecten zijn in 2007 gecontinueerd. 1. De CVA-keten (CWZ met Margriet en UMCN met Irene en Margriet). Alle CVA-patiënten met een verpleeghuisindicatie gaan voor herstel in eerste instantie naar verpleeghuis Margriet of verpleeghuis Irene Dekkerswald, tenzij men een andere voorkeur heeft en er in de instelling van voorkeur ook plaats is. Irene stelt zeer strikte eisen aan de opnamecriteria voor herstel. Daarom is in het UMCN, parallel aan het reguliere MDO, een nazorg MDO gestart, waarbij alle cliënten met complexe nazorg en met uitzondering van de herstelcliënten voor Irene, besproken worden, en indien verpleeghuisopname aan de orde is verpleeghuis Margriet snelle opnameplaatsen biedt: hetzij als eerste voorkeur, hetzij ter overbrugging als het verpleeghuis van eerste voorkeur geen plaats heeft. 2. Orthopedieketen (CWZ met Irene en Margriet). Met verpleeghuis Irene Dekkerswald is sprake van een langdurig bestaande samenwerking waarbij revalidatiecliënten met een verpleeghuisindicatie versneld in Irene worden opgenomen. Tussen CWZ en verpleeghuis Margriet is de afgelopen jaren een zeer intensieve samenwerking ontstaan, in eerste instantie met de afdeling orthopedie voor de zogenoemde electieve heupoperaties (KOP-project); gevolgd door de zorg voor patiënten met heupfracturen, en vervolgens is daar de afdeling algemene heelkunde bij aangehaakt in het zogeheten ‘collumcare’ project. Daarnaast is het afgelopen jaar een nieuw ketenzorgtraject opgesteld in samenwerking met de afdeling algemene heelkunde van het UMCN voor onder andere de collumfractuurpatiënten. 3. Overbruggingszorg (CWZ met Margriet). Met het CWZ is afgesproken dat aan cliënten een overbruggingsplaats in Margriet wordt aangeboden als er in het verpleeghuis van eerste voorkeur (nog) geen plaats is. Verpleeghuis Margriet heeft hiervoor 22 plaatsen chronische somatiek omgezet in tijdelijk verblijf, waarbij overbrugging altijd kan worden gegarandeerd.


4. Interne geneeskunde (CWZ met Margriet en UMCN met Margriet). Er zijn voorbereidingen getroffen voor een vergelijkbaar project met de afdeling dermatologie. Met de huidige ketenzorgafspraken en samenwerking zijn al veel acties in gang gezet om de verkeerde bedproblematiek in de ziekenhuizen te verminderen. In het CWZ is vrijwel geen sprake meer van verkeerde bedproblematiek door wachtenden op een verpleeghuisplaats. In het UMCN is het aantal wachtenden aanzienlijk verminderd. Hier zijn ziekenhuisbreed nog geen algemene afspraken gemaakt. Daarnaast is de samenwerking van het team Gespecialiseerde Verpleging met het UMCN gecontinueerd in de vorm van het schakelteam, dat verhuisde naar een nieuwe plek in het UMCN, direct naast het transferpunt. Het gaat hierbij vooral om versnelde doorstroming van cliënten naar huis met behulp van thuiszorgtechnologie. Dit naast de actieve rol van ZZG bij de transferpunten in alle ziekenhuizen. Andere ketenzorgactiviteiten, vooral gericht op kwaliteitsverbetering van de zorg zijn de volgende. Op het gebied van palliatieve zorg wordt gezocht naar de juiste samenwerking met het OPZ en de nurse practitioner van ZZG. Tevens is er in verpleeghuis Margriet gestart met deelname aan het PIVOT-project (Palliatief Intermediair Verpleegkundige; Opleiding en Taakomschrijving) van het IKO door inzet van palliatief verpleegkundigen. Op het gebied van decubitus is een nurse practitioner van ZZG in 2007 afgestudeerd, en bestaan nauwe contacten met UMCN, CWZ en Maartenskliniek via het RED (regionaal expertisecentrum decubitus). In 2007 is het RNDN (regionaal netwerk dementie Nijmegen) opgericht en maakt ZZG deel uit van onder andere de kerngroep, met actieve participatie in twee deelprojecten: vroegdiagnostiek en zorgtrajectbegeleiding. Daarnaast is er participatie in Parknet (voor Parkinson-patiënten), Easy Care / GDS (dementerenden) Diabeteszorg, Formularium medische hulpmiddelen en vele andere netwerken. Toepassing domotica Op het terrein van domotica heeft de zorggroep in het verslagjaar enkele aansprekende resultaten geboekt. Wellicht het meest aansprekende is het project TeleCOPD. Dit project is een samenwerking van het ICT bedrijf Focus Cura, CWZ en ZZG. Bij het project TeleCOPD vullen mensen met de aandoening COPD periodiek een gevalideerde vragenlijst in via telefoon of internet. Deze vragenlijst wordt reeds lange tijd met succes landelijk in vele ziekenhuizen en huisartsenpraktijken gebruikt en leidt tot een patiëntscore. De vragen zijn nu ook thuis te beantwoorden en kunnen worden aangevuld met een thuismeting van de longfunctie (FEV1) van de patiënt. Daarvoor krijgen de patiënten een longfunctiemeter mee naar huis. De antwoorden worden telefonisch doorgestuurd naar de longverpleegkundige in het ziekenhuis. Deze krijgt zo een goed beeld van de gezondheidsstatus van de patiënt. Waar nodig neemt de verpleegkundige contact op met de patiënt en/of andere zorgprofessionals. Verpleegkundigen van de Thuiszorg bezoeken de deelnemende patiënt in de thuissituatie en fungeren hiermee als de oren en ogen van het ziekenhuis. ZZG experimenteert ook op andere manieren met elektronische hulpmiddelen opdat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. In de wijk Brakkenstein wordt geëxperimenteerd met nachtroutes. Gebruikers kunnen vanuit bed een schakelaar omzetten waarmee een verlichtingsroute aanspringt van slaapkamer tot en met toilet. Omdat de techniek draadloos is, kan deze ook tijdelijk worden ingezet. Een ander voorbeeld is het sleutelsysteem. Dit is een ‘slim’ systeem om thuiszorgmedewerkers (of mantelzorgers) toegang te verlenen bij cliënten die bedlegerig zijn. Dit zonder de poespas van de sleutel verstoppen onder de deurmat of overdracht via de buren. In geval van nood kunnen medewerkers snel naar binnen. De thuiszorgmedewerker krijgt een identificatiekaart ofwel elektronische chipsleutel. In het bestaande sleutelgat wordt daartoe een chip geïnstalleerd. De medewerker kan dankzij die chip met de ZZG-identificatiekaart naar binnen. Bij verlies kan de sleutel eenvoudig onschadelijk worden gemaakt. Een ander voorbeeld: de videovoordeur. Dit is een draadloos apparaatje waarmee een bewoner overal in huis, bijvoorbeeld vanuit bed of rolstoel, op een draagbaar schermpje kan zien wie er voor de voordeur staat. De videovoordeur kan ook bevestigd worden op de rollator. Bij de luxe uitvoering is de apparatuur uitgerust met een intercomsysteem. Dat maakt rechtstreeks praten met degene die voor de deur staat mogelijk. Ontwikkeling PG-expertise In 2006 en in het verslagjaar heeft ZZG tezamen met andere zorgaanbieders in de regio Nijmegen plannen voorbereid en uitgevoerd ten behoeve van samenhang in de zorg voor dementerenden in de regio. Samen met de regionale afdeling van Alzheimer Nederland en ondersteund door het NIZW (nu Vilans) zijn de prioriteiten voor het ketenprogramma benoemd. Eind 2006 is het initiatief genomen tot de uitvoering van het deelproject Zorg-


trajectbegeleiding. Dit deelproject maakt deel uit van een groter programma onder regie van het Regionaal Netwerk Dementie Nijmegen. Het RNDN heeft een programmastructuur in het leven geroepen, zoals beschreven in het Plan van Aanpak Deelprojecten Dementie (juli 2007). Naast Zorgtrajectbegeleiding is het deelproject Vroegdiagnostiek in 2007 gestart. Als centrale doelstelling voor zorgtrajectbegeleiding is gekozen: De cliënt met – een vermoeden van – dementie en de mantelzorger hebben vanaf het moment dat men daaraan behoefte heeft, en vanaf het moment van de diagnose een vaste contactpersoon – verder te noemen zorgtrajectbegeleider – op wie een beroep gedaan kan worden en waardoor discontinuïteit in het zorgproces wordt voorkomen. Mantelzorgers evalueren de rol van de zorgtrajectbegeleider positief, wat tot uitdrukking komt in een evaluatiemeting. Zorgtrajectbegeleiding bij dementie is een goed gedefinieerd product dat adequaat gefinancierd is.

4.2.4

Samenwerking ketenpartners

ZZG streeft naar duurzame relaties met cliënten én samenwerkingspartners, die gebaseerd zijn op onze kernwaarden van betrouwbaarheid, ondernemerschap en betrokkenheid. We willen onze cliënten namelijk een kwalitatief goed zorgaanbod doen en daarvoor hebben we onze ketenpartners hard nodig. ZZG werkt daarom samen met toeleveranciers zoals huisartsen, specialisten/ziekenhuizen, wooncorporaties en welzijnsorganisaties én met financiers zoals het Zorgkantoor, de gemeenten en de zorgverzekeraars. Door het aanbieden van kortdurende zorg presenteren we ons bijvoorbeeld als onderdeel van de zorgketen in de vorm van Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s) en als aantrekkelijke samenwerkingspartner voor ziekenhuizen. In paragraaf 2.4 zijn een aantal ketenpartners genoemd en zijn de onderwerpen waarover met hen gesproken wordt genoemd. Hieronder wordt kort ingegaan op enkele andere samenwerkingsdoelstellingen in het jaarplan 2007. Contracten met verzekeraars In de maatschappij kan een trend worden gezien naar poliklinische zorgverlening in combinatie met dagverzorging en de mogelijkheden van de thuiszorg. ZZG wil haar zorglocaties omvormen naar wijkgerichte service- en dienstencentra die ondersteunend zijn voor wijkbewoners. Hierbij past ook het streven om onze para- en perimedici (fysio- en ergotherapeuten, diëtisten, verpleegkundigen) in toenemende mate ambulant in te zetten ten behoeve van de eerstelijnszorg aan wijkbewoners. ZZG wil met verschillende zorgverzekeraars afspraken maken over de declaratie en vergoeding van de zorgverlening aan zelfstandig wonende cliënten. In 2008 zal hierin verder worden geïnvesteerd. Participatie in de diabeteszorg In het verslagjaar heeft ZZG gesproken met huisartsengroepen over de participatie van ZZG in de diabeteszorg. In verschillende huisartsenpraktijken zijn thans reeds diabetesverpleegkundigen van ZZG gedetacheerd. Strategie is om met specifieke producten van ZZG onderdeel te worden van een diabeteszorggroep.

4.2.5

Aantrekkelijk werkgeverschap

Als werkgever willen wij ons onderscheiden door een aantrekkelijk pakket van secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden, een open werksfeer en een lerende werkomgeving. ZZG biedt medewerkers de mogelijkheid om de eigen talenten te ontwikkelen. Ook in maatschappelijke zin bieden wij kansarmen de mogelijkheid om de arbeidsmarkt te betreden. Een overzicht van het gevoerde beleid met betrekking tot werknemers en de in 2007 behaalde resultaten is opgenomen in paragraaf 4.5.

4.2.6

Masterplan voor de Huisvesting

Ons Masterplan voor de Huisvesting 2005 - 2015 vormt de neerslag van onze plannen om het zorgcontinuüm dat we willen aanbieden, ook in onze gebouwen tot uitdrukking te laten komen. Het masterplan gaat uit van de visie van een verdere extramuralisering van de zorg. ZZG speelt hier op in door de realisatie van wijkgerichte servicepunten van waaruit onze zorg en diensten aan wijkbewoners worden aangeboden, die daardoor in staat zijn om langer zelfstandig te blijven wonen. Hierdoor draagt ZZG bij aan een kostenbewust inzetten van zorg en het voorkomen of uitstellen van (dure) intramurale opname. Mensen die, om welke reden dan ook, extra steun nodig hebben blijven op deze wijze volwaardig deel uitmaken van de maatschappij.


Wij willen hiermee ook inhoud geven aan ons denken over community care en community living zoals weergegeven in ons vigerende meerjarenbeleidsplan. Binnen onze locaties wordt het concept kleinschalig wonen geïntroduceerd en verder toegepast. We spreken van kleinschalig (groeps)wonen als een kleine groep mensen die intensieve zorg en ondersteuning nodig heeft met elkaar in een groepswoning leeft, waardoor een zo normaal mogelijk leven kan worden geleid. In de huiskamer wordt daar waar mogelijk gekookt en gemeenschappelijk gegeten, daarnaast hebben bewoners zoveel mogelijk een eigen kamer, ingericht met eigen spullen waar zij zich kunnen terugtrekken. Het concept kleinschalig wonen heeft binnen ZZG inhoud gekregen in de verpleeghuizen de Weegbree (gedeeltelijk), Piushove en de Globe. Ook in de woonzorgboerderij de Hagert wordt kleinschalig gewoond. Een consequentie van ons huisvestingsbeleid is dat de intramurale verpleeghuisfuncties (zoals we die thans kennen) en die bovenwijks of regionaal worden aangeboden, beperkt blijven voor een doelgroep met een zeer intensieve en/of complexe zorgvraag. In het bovenwijkse specialistisch zorgen behandelcentrum (het tweedelijns dienstencentrum) zullen de volgende functies worden ondergebracht: • expertisecentrum; • kortdurende behandelzorg aan cliënten met een reactivering en revalidatiebehoefte; • deeltijdbehandeling (dagbehandeling, avond- en nachtopvang et cetera); • langdurige (residentiële) zorg (zorg/verpleging vraagt gespecialiseerde kennis en/of een aangepaste verblijfssituatie). In het verslagjaar is een start gemaakt met de organisatorische realisatie van het Tweedelijns Dienstencentrum. In het kader van de uitvoering van het Masterplan voor de Huisvesting is in het verslagjaar gestart met de bouw van het Park Malderborgh en is verder gewerkt aan de voorbereiding van de nieuwbouw van de Elsthof, Mariëndaal en Sonnehaert. Binnen woonzorgcentrum Sonnehaert is een proces gestart waarbij binnen vijf jaar de transformatie moet plaatsvinden van een traditioneel verzorgingshuis naar het scheiden van wonen en zorg enerzijds én het kleinschalig wonen voor dementerenden anderzijds.

4.2.7

Gebiedsgebonden beleid

In 2007 heeft het beleid in de onderscheiden gebieden in het teken gestaan van verdere integratie en harmonisatie. Zeker het ingezette traject aangaande het HKZ-certificaat heeft een flinke impuls tot deze harmonisatie gegeven. Er is binnen de gebieden enorm veel werk verzet om van alle ZZG-brede beleidsstukken (opgesteld vanuit de stuurgroepen) tot werkinstructies op teamniveau in de locaties en zorgregio’s te komen. Gelijk opgaand aan de HKZ is ook het traject aangaande de normen voor verantwoorde zorg in gang gezet. Voor de thuiszorgteams heeft de WMO een grote rol gespeeld in 2007. De indicatiestelling voor de huishoudelijke verzorging wordt vanuit de gemeenten vorm gegeven. Dit resulteerde in de thuiszorg tot een ‘knip’ waardoor de deskundigheidsniveaus 2 een bijzondere status kregen. In een gesprek met hun leidinggevende hebben de medewerkers op niveau 2 een keus gemaakt voor hun toekomst. Mee over naar het bedrijf Huishoudelijke Verzorging, een opleiding volgen tot verzorgende (mits competent) of, indien van toepassing, een ‘op maat’ te maken afspraak over de laatste vijf jaren in actieve dienst. De EGZ-teams tot dan opgebouwd uit deskundigheden 2 t/m 5 hebben in het verslagjaar te maken gekregen met de ‘knip’. Medewerkers van bestaande teams hebben afscheid van elkaar moeten nemen. Ook onze cliënten hebben er mee te maken gekregen. Een aantal cliënten heeft hun vertrouwde hulp zien vertrekken en heeft een andere verzorgende gekregen. Binnen de thuiszorg werden in het verslagjaar de banden met de huisartsen flink aangehaald. Samenwerkingsafspraken werden gemaakt, niet alleen op het gebied van de zorgverlening maar ook op het gebied van huisvesting. Op de Marialaan is het thuiszorgteam ‘samen gaan wonen’ met de huisartsen in het Medisch Centrum (OUD) West en op de St. Annastraat werd een gezondheidscentrum geopend waarbij ZZG een Eerstelijns Transferpunt is gestart als pilot. Hoewel niet met de huisartsen maar zeker noemenswaard is de tekening van een samenwerkingsovereenkomst voor meerdere jaren met het UMCN aangaande het Transferpunt. Tenslotte is in nauwe samenwerking met de HAN de leerwerkplaats in een extramurale omgeving succesvol vormgegeven. Een unieke prestatie (ook landelijk gezien) in zorgregio Brakkenstein die structureel nu zal worden voortgezet. Binnen de gebieden heeft ZZG de tevredenheid van de cliënten over de organisatie en over ons verzorgend en verplegend personeel gemeten. De resultaten waren zeer bemoedigend. De cliënten gaven onze zorgorganisatie een gemiddeld rapportcijfer van 7,8, terwijl onze medewerkers een gemiddeld cijfer kregen van 8,1. In een medewerkerraadpleging hebben de medewerkers zich kunnen uitspreken over hun werkgever en hebben zij


zichzelf een rapportcijfer gegeven. De medewerkers gaven ons het gemiddelde rapportcijfer van 6,7. Een cijfer dat verbeterd kan en moet worden.

4.2.8


Voor het bedrijf Huishoudelijke Verzorging was het verslagjaar een moeilijk jaar. In paragraaf 4.2.2 hebben we reeds het een en ander gememoreerd over de verschuiving van HV2 naar HV1. Voor HV 1 gold een tarief van € 15. Voor dat tarief kunnen alleen alfahulpen worden ingezet. Voor nieuwe cliënten hebben wij in de maanden april, mei en juni 2007 het aantal alfahulpen met 50% (153 mensen) uitgebreid. Voor de bestaande cliënten (herindicaties) dienden we de vaste hulp te vervangen door een alfahulp. Dit gaf veel onrust bij cliënten en medewerkers. Wij hebben een dringend beroep op de gemeenten gedaan om de middelen uit de WMO voor huishoudelijke verzorging in te zetten, zodanig dat onze 550 vaste medewerkers hun dienstverband konden houden en ruim tweeduizend cliënten hun hulp. We hebben de gemeenten gevraagd ons te steunen in onze poging om uit een nieuwe landelijke regeling (ingesteld om de personele gevolgen van de invoering van de WMO op te vangen) subsidie te krijgen. Noodgedwongen hebben we in juni 2007 in de gemeenten waar wij op dat moment op jaarbasis meer HV1 inzetten dan in onze offerte opgenomen was, een cliëntenstop afgekondigd. Vanaf 15 juli 2007 hebben wij in de regiogemeenten, met uitzondering van Nijmegen en Wijchen, geen cliënten met een HV1-indicatie in zorg genomen. Ook bij herindicaties van HV2 naar HV1 waren wij genoodzaakt de zorg te stoppen. Wij hebben richting de gemeenten aangegeven dat wij alleen mogelijkheden zien om de zorg te continueren wanneer de tarieven worden bijgesteld dan wel de mix tussen HV1 en HV2 een verhouding blijft weergeven zoals die voor de wetswijziging onder de AWBZ bestond namelijk 20% HV1 en 80% HV2. Het handhaven van de mix HV1 versus HV2, zoals die gold onder de AWBZ, kan gerealiseerd worden wanneer het aantal herindicaties getemporiseerd wordt en wanneer door de gemeente een doelgroepenbeleid wordt gevoerd. Concreet hebben we de gemeenten uitgenodigd afspraken te maken over de combinatie van: • het temporiseren van de herindicaties (AWBZ indicaties herindiceren op datum afloop oude indicatie) en • het instellen van een doelgroepenbeleid waardoor kwetsbare 70-plussers standaard een HV2 indicatie krijgen. De gemeenten waren, met uitzondering van de gemeente Ubbergen, alleen bereid om mee te werken aan de temporisering van de herindicaties. In oktober 2007 hebben we aangegeven dat het besluit van de gemeenten voor onze stichting een forse reorganisatie van het bedrijf Huishoudelijke Verzorging betekent. In de resterende maanden van het verslagjaar hebben we gewerkt aan het reorganisatievoorstel, dat we op 17 januari 2008 hebben gepresenteerd. In dat plan hebben we aangegeven dat we, om in 2009 weer een neutraal resultaat te kunnen boeken, in 2008 ruim 540 vaste medewerkers moeten ontslaan.

4.2.9

Kraamzorg, gezinsverzorging en gespecialiseerde verzorging

Begin 2007 heeft Kraamzorg zich moeten instellen op het nieuwe landelijk indicatieprotocol (LIP). In 2006 was het een oefenjaar met de nieuwe regels maar vanaf 1-1-2007 was elke kraamzorgaanbieder verplicht volgens deze nieuwe normen te werken. Gemiddeld kwam dat neer op vijf uur kraamzorg per gezond gezin. Dit is krap en gaf veel veranderingen voor cliënten en medewerkers. Deze verandering was gedurende 2006 al ruim aangekondigd en bedrijfsmatig was het bedrijf Kraamzorg klaar voor deze vermindering van uren. De bedrijfsvoering en roosters waren hierop aangepast. Echter voor de medewerkers betekende dit kortere werkdagen en flexibeler beschikbaar zijn voor de werkzaamheden op onregelmatige tijden. Dit heeft ertoe geleid dat veel medewerkers in een kleiner dienstverband zijn gaan werken en zelfs hebben goede kraamverzorgenden dit vak verlaten omdat deze flexibiliteit niet in te passen was in de privésituatie. Ook jonge schoolverlaters van het ROC vonden de kraamzorg op dat moment een onaantrekkelijk beroep. Cliënten en verloskundigen hebben aangegeven dat het aantal kraamzorguren, door invoering van het LIP, wel erg mager was geworden. Gelukkig kwamen deze geluiden ook terecht bij de landelijke beleidsmakers voor kraamzorg zodat er eind 2007 werd besloten extra middelen voor de kraamzorg uit te trekken zodat het aantal uren per pakket weer uitgebreid kon worden. Dit besluit geeft de kraamverzorgenden een verbetering van de gemiddelde werkdag van 5 naar 6,5 uur per dag. Hierdoor kan de kraamzorg de medewerkers een aantrekkelijker rooster bieden en lijkt het erop dat schoolverlaters ook weer gaan kiezen voor dit mooie vak. Ook cliënten zijn erg tevreden met deze aanpassing.


Vooral tijdens de zomer 2007 had de kraamzorg veel hinder van de schaarste aan kraamverzorgenden. Alle zeilen hebben we moeten bijzetten om zoveel mogelijk de schaarste aan uren te verdelen over alle cliënten. De volledige productieomvang van deze maanden is helaas niet gehaald omdat er te weinig personeel beschikbaar was. Er was sprake van een grote geboortepiek eind juli. Tevens kwamen er onverwachts veel late aanmeldingen en een versneld ontslag uit het ziekenhuis omdat het ook daar erg druk was. Dit gaf extra druk op de inzet en goede verdeling van ons personeel. Door deze ontwikkeling heeft de kraamzorg te maken met imagoschade. Dit is merkbaar bij de keuzen die ROC-leerlingen maken na afstuderen aan de opleiding tot verzorgenden. Dit heeft ertoe geleid dat eind 2007 een grote campagne gestart is om nieuwe kraamverzorgenden te werven voor de smalle opleiding tot kraamverzorgende. Dit heeft gelukkig veel reacties opgeleverd. Hiermee hopen we voor het jaar 2008 voldoende nieuwe medewerkers aan ons te kunnen binden. Langzaam wordt duidelijk dat er met de minister voor ‘Jeugd en Gezin’ nieuw beleidsimpulsen komen voor problemen rond de gezinsproblematiek die in Nederland aandacht vragen. De komende jaren zal aandacht uitgaan naar het thema vroegsignalering en betere ondersteuning aan risicogezinnen. De kraamverzorgende kan een belangrijke signalerende rol spelen in de gezinnen omdat zij acht dagen achter de voordeur meedraait met het gezin. Zij is goed in staat in te schatten of deze ‘verse’ ouders vaardigheden genoeg hebben om de baby veilig en gezond op te voeden. Er is extra geld beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van nieuwe signaleringsinstrumenten en scholingsprogramma’s voor medewerkers die werkzaam zijn in deze sector. Ook Kraamzorg Zuid-Gelderland heeft plannen in de komende twee jaar veel aandacht te gaan besteden aan deze thema’s. Afstemming in de keten en trainingen van kraamverzorgenden zijn de activiteiten die opgepakt gaan worden in regio Zuid-Gelderland. Het bedrijf Kraamzorg heeft vorig jaar het werkgebied vergroot naar ook de gemeenten die liggen tussen de Waal en Rijn (ten Noorden van Nijmegen). Het lukt ons steeds beter om cliënten in dit werkgebied te bereiken vanuit Nijmegen. Het gaat langzaam maar er zit voor de kraamzorg voldoende potentie in dit gebied om meer cliënten aan onze instelling te binden. Veel inwoners vanuit Nijmegen, die bekend zijn met Kraamzorg ZuidGelderland, kiezen na verhuizing opnieuw voor onze diensten. Om onze cliënten beter van dienst te zijn, hebben we de service aan onze cliënten uitgebreid. Cliënten kunnen de kraamzorg altijd, 24 uur per dag, bellen voor vragen en advies tijdens de zwangerschap en kraamperiode. Ook als de kraamverzorgende in de avond-, of nachtelijke uren het gezin heeft verlaten. We hebben onze telefoondienstmedewerkers door training op zorginhoudelijke thema’s beter toegerust om alle cliënten altijd van een advies te voorzien. Het blijkt dat dit voor cliënten een erg geruststellende gedachte is, zeker als de kraamverzorgende het gezin verlaten heeft. Het belangrijkste resultaat en activiteiten in 2007 voor de Gespecialiseerde Verzorging (GVZ) en het Gezinsverzorging (GV) was het op peil houden van de productie en het informeren van verwijzers over welke hulp er waar geïndiceerd kon worden voor de GVZ en de GV. Een belangrijk deel van de werkzaamheden van de gezinsverzorging kwam in de loop van 2007 binnen het segment van de WMO te vallen. Dit gaf veel onduidelijkheid en onrust bij cliënten en verwijzers. Het ging dan vooral over onduidelijkheid over het deel ‘zorg voor de kinderen in het gezin’. De producten van de GVZ en GV worden vaak samengesteld uit een aantal functies binnen een indicatie. Gedurende het jaar 2007 blijkt dat steeds meer van deze functies opschuiven naar de goedkopere functies HV2 binnen de WMO dienstverlening. Voor ZZG is dit een lastige verschuiving omdat onze bedrijfsvoering is ingericht op het inzetten van een hoger deskundigheidsniveau voor deze zorgverlening en dus de tarieven die gemeentes geven voor deze zorg niet kostendekkend zijn. Daarnaast streven we een bepaald kwaliteitsniveau na binnen de gezinsverzorging en doen dat graag met goed opgeleide gezinsverzorgenden. In overleg met de gemeenten zal in 2008 bekeken worden welke kwaliteit van zorg men wil inzetten voor deze gezinnen en of ZZG bereid is deze zorgverlening voort te zetten. Daarnaast bleek het voor cliënten erg lastig dat een deel van de indicatie aangevraagd moest worden bij het CIZ loket en een deel bij dat van de gemeente (WMO). Dit geeft natuurlijk afstemmingsproblemen. Als ZZG hebben we steeds de rol proberen te spelen om verwijzers en cliënten goed op weg te helpen in dit ‘woud’ van indicatieloketten.


De medewerkers van de GVZ hebben in 2007, naast de gebruikelijke zorg, op verzoek van de Provincie een 40-tal cliënten kunnen helpen binnen de jeugdzorgproblematiek. In het kader van het bestrijden van de wachtlijst binnen de jeugdzorg was het mogelijk dat thuiszorginstellingen via de GVZ ingezet werden in bepaalde gezinnen voor gezinsondersteuning. Voor medewerkers van de GVZ was dit een erg leuke en uitdagende doelgroep om weer voor te mogen werken. In 2006 is deze doelgroep namelijk buiten de mogelijkheden van de GVZ komen te vallen in verband met de invoering van de nieuwe Wet op de Jeugdzorg. Met dit project kwamen deze gezinnen toch weer binnen de mogelijkheden van de GVZ. We hopen dat dit project omgezet gaat worden in een structureel zorgaanbod. Vooral omdat ZZG ziet dat met deze laagdrempelige vorm zorgaanbod gemakkelijk achter de voordeur van een gezin ondersteuning geboden kan worden. Ook in het kader van de hierboven beschreven plannen van de minister om sneller en vaker binnen probleemgezinnen ondersteuning in te zetten past ons inziens dit aanbod heel goed bij dat wat de GVZ nu levert. Echter merken we dat het deskundigheidsniveau van deze medewerkers echt gewaardeerd moet gaan worden in de tarieven die hier tegenover staan. Dat zal richting 2008 het belangrijkste aandachtpunt zijn voor ZZG om zich strategisch af te vragen of producten als GVZ en GT voor een thuiszorginstelling haalbaar blijven.

4.2.10

Overige onderwerpen

Niet alle projecten die voor 2007 gepland waren, vloeien rechtstreeks voort uit onze ambities die we in ons meerjarenbeleidsplan hebben neergelegd. Er zijn natuurlijk ook plannen die we gemaakt hebben uit andere overwegingen. Zo verandert bijvoorbeeld de regelgeving waarmee wij te maken krijgen. ZZG heeft zich in het verslagjaar ook daarop voorbereid. Concreet voorbeeld is de invoering van de kaderregeling voor administratieve organisatie en interne controle (zie paragraaf 3.2 Bedrijfsvoering). Een ander voorbeeld is de zorgzwaartebekostiging en de normen voor verantwoorde zorg. We hebben in het verslagjaar verder gewerkt aan de verbetering van onze organisatie en de efficiency waarmee we ons werk doen. Op die manier blijven we alert op verbetermogelijkheden en kunnen we steeds meer waar voor het geld bieden, hetgeen in een toenemend concurrerende omgeving natuurlijk wenselijk is.

4.3

Algemeen kwaliteitsbeleid

Het kwaliteitsbeleid is onlosmakelijk verbonden met het algemene beleid binnen ZZG en gaat uit van de missie en visie van ZZG. In de nota ‘Route naar Kwaliteit’ is een heldere kwaliteitsdoelstelling voor ZZG geformuleerd. Uiterlijk eind 2008 zullen alle onderdelen moeten voldoen aan de eisen die beschreven staan in de geldende HKZ schema’s. In het verlengde daarvan moet en wil de organisatie ook voldoen aan wettelijke bepalingen (bijvoorbeeld de Warenwet, ARBO-wet, Wet Medezeggenschap Cliënten Zorgsector, de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg et cetera).

4.3.1

Behalen HKZ certificaat

In het verslagjaar is mankracht, geld en veel tijd gestoken in het HKZ certificeringproject. In 2008 hopen we het HKZ-certificaat voor de gehele stichting te behalen. ZZG heeft de Stuurgroep Certificering Kwaliteit opgericht die de projectgroep aanstuurde. Om de veertien dagen kwam de stuurgroep bij elkaar om de ontwikkelde documentatie vast te stellen. De voorzitter van de raad van bestuur, de directeuren, de interne en externe projectleider, en de voorzitter van de Centrale Cliëntenraad maakten deel uit van de stuurgroep. De eerste stap voor de stuurgroep was het beoordelen of en in hoeverre de eisen uit het certificatieschema en de praktijk van ZZG al op elkaar aansloten. Hoe zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden verdeeld, wat is de structuur van de organisatie en hoe is de besluitvorming geregeld? Uit de eerste inventarisatie bleek dat er veel werk verricht moest worden. Veel onderdelen van het kwaliteitssysteem binnen de organisatie waren niet gedocumenteerd. De tweede stap bestond dan ook uit het opvullen van de hiaten in het kwaliteitsmanagementsysteem. Alle documenten over het functioneren van de organisatie werden vastgelegd in een digitaal kwaliteitshandboek. Gelijktijdig werden verschillende kwaliteitsregistraties verbeterd. Voorbeelden zijn de Melding Incidenten Cliëntenzorg (MIC), de corrigerende en preventieve maatregelen en de klachtenregistratie. Nadat de papierwinkel was geregeld zette de projectgroep een intern auditsysteem op en ging de stichting op zoek naar een certificerende instelling. ZZG koos voor TNO. Indien ZZG in 2008 het certificaat heeft behaald is dat niet het einde van de kwaliteitstoetsing. Het behalen van


het certificaat is een los project. Daarna moet iedereen bij de organisatie er echt mee aan de slag. Veel documenten zullen geïmplementeerd moeten worden. De zorggroep zal continu bezig blijven om de kwaliteit te verbeteren. Naast de behoefte om continu te blijven werken aan verbetering wordt ook het zakelijk aspect steeds belangrijker; de zorgkantoren doen nu eenmaal liever zaken met een gecertificeerde instelling.

4.3.2

Interne audit

In het verslagjaar is een intern auditsysteem opgezet. Interne auditoren zijn opgeleid. ZZG wil geregeld interne audits uitvoeren. De interne audits worden door ZZG gezien als belangrijke instrumenten om de werking van het kwaliteitsmanagement te volgen en te verbeteren en om de zwakke en sterke punten in de organisatie bloot te leggen. In 2008 zal een geharmoniseerd systeem van interne audit worden ingevoerd. Uit deze audits zal een aantal verbeterpunten geformuleerd worden. Die verbeterpunten zullen met name betrekking hebben op het verstevigen van de samenhang tussen het kwaliteitsmanagementsysteem en de planning- en controlcyclus. ZZG hecht grote waarde aan transparantie. ZZG wil verantwoorde zorg leveren en dit op objectieve wijze laten toetsen. Vandaar onze inspanningen met betrekking tot het auditeren.

4.4.

Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten

4.4.1

Kwaliteit van zorg

Keuzevrijheid en regie In ons meerjarenbeleidsplan hebben we aangegeven dat zorg met respect, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en keuze voor ZZG de uitgangspunten voor een zinvol bestaan zijn. ZZG wil graag een samenhangend aanbod van diensten op het gebied van zorg en welzijn bieden. Er ontstaat binnen het werkgebied van ZZG een toenemende culturele diversiteit. Dit zorgt voor allerlei verschillende gebruiken, behoeften en mogelijkheden. Als we met respect voor alle culturen zorg willen bieden betekent dit dat we ook de vraag moeten beantwoorden hoe om te gaan met deze diversiteit. We zullen thema’s als levensbeschouwing, eten en drinken, zorgen dienstverlening zowel thuis als in de instelling, persoonlijke ondersteuning, activiteitenaanbod, personeelsbeleid, opleidingen en huisvesting moeten afstemmen op deze culturele diversiteit. In het verslagjaar is daar een voorzichtige start mee gemaakt. Onder paragraaf 4.2.10 is terloops gewezen op de normen voor verantwoorde zorg. Eigen regie en individuele inkleuring is onderdeel van de normen voor verantwoorde zorg. Centraal staat het zoveel mogelijk behouden van de regie over het eigen leven, de keuzevrijheid en de sociale redzaamheid van de cliënt. De inkleuring van de normen is gerelateerd aan de individuele zorgvraag en voorkeuren van de cliënt. Wij hebben met het realiseren van kleinschalige woonvoorzieningen, de inzet van domotica en de training van onze medewerkers, in het verslagjaar bijgedragen aan de kwaliteit van leven. Dit is gebeurd binnen de kaders van de afspraken met andere relevante partijen, zoals het indicatieorgaan, het zorgkantoor, de zorgverzekeraar en de gemeente. De cliënt kan binnen de kaders van de indicatie kiezen voor die vormen van zorg die het beste aansluiten bij de eigen wensen, voorkeuren en gebruiken. Met de cliënt worden afspraken gemaakt over de gewenste persoonlijke invulling van een groot aantal aspecten van de zorg. Deze afspraken worden opgenomen in het zorgplan. Uit een zorgplanbespreking komt naar voren in welke mate aan de vraag en voorkeur van de cliënt is voldaan.

4.4.1.1 Kwaliteit van zorg: verantwoorde zorg In onderstaand schema worden de prestaties rond verantwoorde zorg beschreven. Resultaten en verbeterpunten verantwoorde zorg In onderstaand overzicht worden beleid en inspanningen in 2007 in hoofdlijnen weergegeven. In de bijlage (DigiMV) worden per locatie/organisatorische eenheid de prestaties op het terrein van de verantwoorde zorg weergegeven.


Thema’s verantwoorde zorg 1. Zorg- en leefplan/behandelplan

2. Communicatie en informatie

3. Lichamelijk welbevinden

4. Zorginhoudelijke veiligheid

5. Woon- en leefomstandigheden

6. Participatie en dagstructurering

7. Mentaal welbevinden 8. Veiligheid wonen en verblijf 9. Voldoende en bekwaam personeel 10. Ketenzorg

4.4.2

Beleid, inspanningen, resultaten en verbeterpunten In het verslagjaar is een fasering aangebracht rond de invoering van de zorgen leefplannen op basis van HKZ en Normen Verantwoorde Zorg. In fase 1 wordt er voor gezorgd dat de zorgplannen binnen ZZG voldoen aan de eisen van de HKZ. In fase 2 wordt de registratie in het kader van de normen verantwoorde zorg doorgezet op basis van de meting in maart 2008. In fase 3 worden de zorgplannen omgezet in zorgleefplannen. Deze fase wordt daadwerkelijk opgepakt na de metingen in maart 2008. In het verslagjaar is een beschrijving opgesteld van de procedure en van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de informatie die gebieds- of bedrijfsgebonden is. Er is eenzelfde beschrijving opgesteld voor de informatievoorziening die gebieds- of bedrijfsoverstijgend is. Opgenomen zijn checklisten voor de extramurale en de intramurale zorgverlening en de actualisatieprocedure voor folders en brochures. In het verslagjaar zijn afspraken gemaakt over de meting van het lichamelijk welbevinden van cliënten. De afspraken zijn vastgelegd in een protocol. De implementatie zal in 2008 plaatsvinden. In het verslagjaar is het beleidskader verantwoorde zorg vastgesteld. In dat beleidskader worden afspraken gemaakt over een aantal te meten indicatoren. De indicatoren zijn: decubitus, gewichtsafname, incidenten (vallen, medicijnen) psychofarmaca, influenza vaccinatie, fixatie, probleemgedrag, incontinentie, verblijfskatheter en depressie. In het verslagjaar zijn werkinstructies opgesteld m.b.t. het verwerven van informatie teneinde de geleverde zorg te kunnen evalueren. Onder de geleverde zorg wordt ook verstaan de omstandigheden waaronder de zorg is verleend. Implementatie zal plaatsvinden in 2008. In het verslagjaar is er steeds meer samenhang ontstaan tussen wijkbewoners en intramurale cliënten. De ZZG woonzorgcentra worden meer en meer opengesteld voor wijkbewoners. Pastorale medewerkers en maatschappelijk werkers geven hieraan veel aandacht. Er wordt bij een aantal cliënten gewerkt aan levensboeken. In het verslagjaar zijn de werkinstructies in het kader van bejegening, privacy en veiligheid geëvalueerd en bijgesteld. De bekwaamheidstoetsen zijn volgens planning gerealiseerd. In het verslagjaar zijn werkinstructies opgesteld met als doel het weergeven van de stappen die nodig zijn om te komen tot het in zorg nemen van cliënten met ketenzorg.

Klachten

ZZG heeft een Reglement Klachtenbehandeling dat is gebaseerd op de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector. In het Reglement Klachtenbehandeling wordt onder andere ingegaan op: 1. klachtenopvang in de eerste fase (bemiddelingsfase bij de zorgaanbieder zelf); 2. behandeling van klachten van cliënten door de klachtenfunctionaris van ZZG; 3. behandeling van klachten van cliënten die een beroep doen op de externe klachtencommissie van de Gezondheidsregio Nijmegen. Ad 1 Klachtenopvang van cliënten in de bemiddelingsfase ZZG streeft naar een open en laagdrempelige klachtenprocedure zodat er voor de cliënt geen belemmeringen zijn om de klacht in te dienen. We vragen onze medewerkers om zich open op te stellen en klachten van cliënten serieus te nemen. Uitgangspunt is dat de klager de klacht eerst bespreekt met de persoon op wie de klacht betrekking heeft. Deze persoon is dan op de hoogte van de klacht en krijgt de gelegenheid om zijn gedrag bij te stellen. Als dit niets oplevert kan de klager het probleem ook bespreken met de leidinggevende van de betreffende


medewerker. Cliënten kunnen hun klacht ook schriftelijk indienen. Daarvoor is een formulier ontworpen waarop het adres vermeld staat. Zo nodig kan de klachtenfunctionaris de cliënt ondersteunen bij het indienen van een klacht. De cliënt of zijn/haar vertegenwoordiger kan ook altijd rechtstreeks een klacht indienen bij de klachtenfunctionaris. Ad 2 Behandeling van klachten door de klachtenfunctionaris van ZZG Klachten van cliënten die zich hebben gewend tot de klachtenfunctionaris worden (anoniem) geregistreerd door de klachtenfunctionaris en onmiddellijk in behandeling genomen. Er wordt binnen vier dagen contact met de cliënt opgenomen zodat deze weet dat de klacht is binnengekomen en door wie deze wordt behandeld. Het streven is om klachten zo spoedig mogelijk af te handelen. De klachtenfunctionaris heeft een onafhankelijke positie om te bemiddelen bij de klacht of de cliënt te helpen zoeken naar oplossingen. Bemiddeling houdt in, dat geprobeerd wordt om de onvrede tussen betrokken partijen naar tevredenheid op te lossen. Direct bij de aanvang van de zorgverlening krijgen alle cliënten een informatieboekje over de klachtenprocedure van ZZG, waarin de mogelijkheid om zich te laten ondersteunen door een klachtenfunctionaris expliciet wordt benoemd. Ook nieuwe medewerkers krijgen bij aanstelling een brochure met informatie over de klachtenprocedure en de wijze waarop ZZG met klachten omgaat. Ad 3 Klachtenbehandeling in beroep door de externe klachtencommissie van de Gezondheidsregio Nijmegen Als de interne klachtenregeling voor de klager geen goede optie is of niet tot voldoende resultaat leidt, kan de klager zich wenden tot de externe klachtencommissie van de Gezondheidsregio Nijmegen. Deze commissie bestaat uit deskundige en onafhankelijke leden. Zij onderzoeken de klacht, horen betrokkene daarover, bekijken of de klacht gegrond is en brengen desgevraagd advies uit. De cliënt dient zijn/haar klacht schriftelijk in te dienen bij de secretaris van de commissie. Bij een gegrond verklaring van de klachten zullen wij in overleg met de cliënt gevolg geven aan de uitspraak van deze externe klachtencommissie.

4.4.3

Toegankelijkheid

De gezondheidszorg moet aan veel voorwaarden voldoen wil er sprake zijn van toegankelijkheid en keuzevrijheid. Om de toegankelijkheid en keuzevrijheid te waarborgen is een eerste vereiste dat er voldoende personeel aanwezig is met de nodige kennis en kunde. Bij toegankelijkheid spelen ook onderwerpen zoals het gebruik van enkele nieuwe keuzemogelijkheden in de zorg, wachttijden voor acute en reguliere zorg, de mate waarin de zorg overeenkomt met de behoefte van (kwetsbare) bevolkingsgroepen, de financiële toegankelijkheid en de geografische bereikbaarheid van zorg een rol. Een zorginstelling dient uiteraard ook fysiek toegankelijk te zijn. In paragraaf 4.5. wordt nader ingegaan op onze medewerkers (personeelsbeleid). In dit jaardocument hebben we reeds gewag gedaan van onze inspanningen om door middel van domotica onze cliënten meer keuzes te bieden. Door te kiezen voor het gebruik van domotica faciliteiten kan wellicht opname in een intramurale instelling uitgesteld of voorkomen worden. Ook door onze inspanningen om het HKZ certificaat te behalen proberen wij de keuze van cliënten te vergroten. Zorgbehoevende personen kunnen straks kiezen tussen een wel of niet gecertificeerde zorginstelling. Met betrekking tot de HKZ certificering zij nog opgemerkt dat wij in het gehele certificeringproces een uitdaging zien om de eis van systematische kwaliteitsverbetering op een andere manier te ervaren. Niet als iets dat van buitenaf wordt opgelegd, als iets dat men moet doen om sancties te vermijden of negatieve beeldvorming te voorkomen, maar als een kernelement van de eigen professionele verantwoordelijkheid. Kwaliteitsverbetering dient een wezenlijk onderdeel te zijn van het werken in de zorg: een essentiële en door professionals op alle niveaus te ontwikkelen basiscompetentie. We hebben in het verslagjaar ons opnieuw ingespannen om de wachttijden zo kort mogelijk te houden. Om dat te kunnen dient aan een aantal randvoorwaarden te worden voldaan. Een van die randvoorwaarden is een goed functionerend AZR systeem. AZR is een uitgebreid zorgregistratiesysteem dat landelijk wordt gebruikt door het CIZ, zorgkantoren en zorgaanbieders om te communiceren over het leveren van zorg.


In het verslagjaar is er rond AZR, zowel binnen al buiten ZZG, veel gebeurd. In 2006 is de projectgroep AZR opgericht. De projectgroep AZR, bestaande uit verschillende vertegenwoordigers vanuit de organisatie, heeft zich met name beziggehouden met het scheppen van voorwaarden voor een goede registratie in AZR. Dit werd gedaan door: • het verbeteren van de AZR kennis bij medewerkers op locaties en afdelingen; • het proactief reageren op landelijke en regionale veranderingen in het AZR systeem; • het bieden van hulpmiddelen, zoals informatiebijeenkomsten/leesaccount AZR; • het optimaliseren van de werkprocessen rondom AZR ten behoeve van kwaliteit en efficiëntie; • het oplossen van (structurele) knelpunten in samenwerking met betrokkenen. Om het registreren van AZR in de organisatie optimaal te laten verlopen, is de inzet van alle betrokkenen onontbeerlijk. De projectgroep heeft zorggedragen voor de randvoorwaarden en de benodigde hulpmiddelen, maar de medewerkers op de locaties zullen uiteindelijk zorg moeten dragen voor een goede aanlevering van de mutaties. Om er voor te zorgen dat alle locaties en afdelingen die betrokken zijn bij AZR ‘in controle’ kwamen, is in het verslagjaar een aantal belangrijke acties uitgevoerd. • knelpunten binnen en buiten de organisatie zijn in kaart gebracht; • interne knelpunten zijn opgelost; • externe knelpunten zijn ter verbetering voorgelegd aan het Zorgkantoor; • er zijn overzichtelijke standaard werkprocedures opgezet voor alle ZZG locaties en de thuiszorgteams; • er zijn informatiebijeenkomsten georganiseerd op de locaties om de werkprocedures toe te lichten; • er is een eenmalige opschoning uitgevoerd; • medewerkers hebben een leesaccount AZR gekregen; • er is een consultfunctie in het leven geroepen. Na deze stappen was het van belang om ‘in controle’ te blijven en er voor te zorgen dat de AZR kennis van de betrokken medewerkers op een hoger niveau komt en blijft. Met name de in het leven geroepen consultfunctie, zowel voor intramurale- als voor de thuiszorgteams heeft veel vruchten afgeworpen. Om wachttijden voor acute en reguliere zorg zo kort mogelijk te doen zijn bemiddelen onze medewerkers van het Bureau Wachtlijstbeheer en Zorgtoewijzing (BZW), in nauwe contacten met huisartsen en transferpunten, ze ook naar een kamer of thuiszorg hulp bij acute aanmeldingen. In overleg met de cliënt en mantelzorgers, wordt indien opname wel gewenst is maar niet direct mogelijk, al het mogelijke in het werk gesteld om met overbruggingszorg een acceptabele situatie te creëren. De medewerkers van BZW hebben een zeer gedegen kennis van de sociale kaart. In het verslagjaar hebben we in nauw overleg met de cliëntenraad bij voortduring geprobeerd om de door ons te leveren zorg in overeenstemming te brengen met de behoefte van onze cliënten. Wij proberen vraaggestuurd te werken. In cursussen en trainingen van onze medewerkers krijgt het werken in overeenstemming met de wensen van de cliënt zeer nadrukkelijke aandacht. Met betrekking tot de fysieke toegankelijkheid van onze locaties zijn in het verslagjaar geen bijzondere prestaties geleverd. Wel zijn we in het verslagjaar doorgegaan met de integratie van centrale en andere ondersteunende diensten. Met integratie bedoelen we ook het centraal huisvesten. In het verslagjaar zijn een aantal hulpbedrijven centraal op het terrein Dekkerswald in Groesbeek gehuisvest.

4.4.4

Veiligheid

Met betrekking tot de veiligheid van medewerkers hebben in 2007 diverse initiatieven en activiteiten plaatsgevonden. • Voorbehouden en risicovolle handelingen ZZG heeft, mede in het kader van het HKZ certificeringproces, het wettelijk kader van de wet BIG (Beroepen Individuele Gezondheidszorg) binnen ZZG uitgewerkt. Per zorgverlenende functie is bepaald welke voorbehouden en risicovolle handelingen deze zorgverleners mogen verrichten. Er wordt een ZZG protocollenboek ontwikkeld met protocollen voor alle handelingen. Er is een systeem ingevoerd om door scholing en periodieke toetsing te zorgen dat onze zorgverleners voldoende bekwaam zijn. ZZG medewerkers mogen alleen voorbehouden handelingen uitvoeren als zij door het volgen van een theorie- en vaardigheidstoets voor de betreffende


•

•

•

•

•

handeling een bekwaamheidsverklaring hebben verkregen. De bekwaamheidsverklaring wordt opgenomen in het personeelsinformatiesysteem. Vaccinaties ZZG kent een systeem waarbij preventief hepatitis B-vaccinaties worden aangeboden aan medewerkers die tot de risicogroep behoren. Leidinggevenden kunnen nieuwe medewerkers via het aanstellingsformulier aanmelden voor het vaccinatieprogramma. Ook wordt jaarlijks onze medewerkers een griepvaccinatie aangeboden. In het verslagjaar is daar op redelijk grote schaal gebruik van gemaakt. Incidentenbeleid (Melding Incidenten Cliëntenzorg) ZZG kent nog geen organisatiebreed beleid inzake de Melding van Incidenten in de Cliëntenzorg (MIC). De melding van incidenten en de registratie en de analyse daarvan worden decentraal in de locaties van ZZG uitgevoerd. Hierdoor zijn er op organisatieniveau geen uniforme MIC-gegevens beschikbaar. Zoals in het verslagjaar op vele punten het geval is geweest is ook bij het MIC-beleid het certificeringproject aanleiding geweest om met voorstellen te komen om het MIC-beleid te harmoniseren. In 2008 zullen die voorstellen verder uitgewerkt worden. Streven is om in de gebieden een regionale MIC-commissie in te richten die wordt belast met de analyse van incidenten en de advisering van het management van de regio. Ook de registratie van incidenten zal worden geüniformeerd, zodat gegevens op ZZG niveau met elkaar kunnen worden vergeleken. Transferbeleid: veilig lichaamsgebruik Het in 2006 ontwikkelde ZZG brede transferbeleid is in het verslagjaar vastgesteld en geïmplementeerd. Om fysieke overbelasting te verminderen dan wel te voorkomen zijn richtlijnen ontwikkeld en procedures opgesteld. Zo is een nieuw transferprotocol opgesteld, evenals een procedure met betrekking tot het gebruik en onderhoud van tilliften. Werkplekken Evenals in voorgaande jaren is er ook in het verslagjaar weer een aantal werkplekonderzoeken op kantoorlocaties uitgevoerd. Het betrof hier voornamelijk individuele werkplekken. Naar aanleiding van de in eerdere jaren geconstateerde onbekendheid met een goede werkhouding in combinatie met een goed afgestelde/ ingerichte werkplek is voorlichting gegeven. In de meeste gevallen werd de aanvraag voor een onderzoek ingegeven door het ervaren van fysieke klachten, ontstaan dan wel verergerd door een onjuiste werkhouding, het ontbreken van de juiste arbeidsmiddelen (stoel, documenthouder, monitorverhoger) of een combinatie van deze twee in relatie tot de werktaken. In een aantal gevallen is door tijdig aanpassen van de werkplek en het bieden van individuele oplossingen verzuim voorkomen. BZW oefeningen In het verslagjaar hebben op een aantal locaties BZW oefeningen plaats gevonden. Een relatief groot aantal BZW medewerkers zijn in het verslagjaar geschoold c.q. bijgeschoold.

4.5

Kwaliteit ten aanzien van medewerkers

4.5.1

Personeelsbeleid

ZZG biedt een keten van zorg aan de cliënt. De visie op wonen, welzijn en zorg, is leidend voor de wijze waarop ZZG haar dienstverlening aan de cliënt wil vormgeven. Medewerkers vormen hierbij de sleutel tot succes.

Beschikbaarheid van personeel

Rol werkgever Als werkgever willen wij ons onderscheiden door een aantrekkelijk pakket van primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden en een open werksfeer in een lerende werkomgeving. ZZG biedt de medewerker de mogelijkheid om de eigen talenten zoveel mogelijk te ontwikkelen. Ook in maatschappelijke zin willen wij dit uitstralen door kansen te bieden aan mensen die de arbeidsmarkt moeilijk kunnen betreden. Met andere woorden: het is leuk om bij ZZG te werken. Aantrekkelijke werkgever ZZG kent een aantrekkelijk pakket van (secundaire) arbeidsvoorwaarden waarmee ZZG zich duidelijk onderscheidt van andere werkgevers binnen de regionale arbeidsmarkt.


De extra’s van ZZG Onder de noemer ‘De extra’s van ZZG’ wordt aan alle medewerkers een gratis lidmaatschap van Thuiszorgservice Zuid-Gelderland aangeboden. Leden van Thuiszorgservice Zuid-Gelderland kunnen tegen gereduceerde tarieven gebruik van maken een uitgebreid pakket diensten voor jong en oud die het leven veraangenamen doordat ze gemak en zekerheid thuis bieden. Leden van Thuiszorgservice Zuid-Gelderland kunnen zich met korting abonneren op diverse tijdschriften, gebruik maken van acupunctuur (ook bij zwangerschap en bevalling), babymassage, bibliotheekservice, care for women service (overgangsproblemen), fitness et cetera. Ook kan met korting gebruik gemaakt worden van een aantal gemaksdiensten zoals de belastingconsulent, cateringservice, kookcursussen en -workshops, computer- en installatieservice, glazenwasser, hand– en spandiensten et cetera. Personeelskortingen ZZG doet mee aan ‘Inkoopbelangen Personeel’. Voor haar medewerkers heeft ZZG met een groot aantal ondernemers in de regio Arnhem-Nijmegen kortingafspraken gemaakt. Op vertoon van een kortingspas direct bij de aankoop komen zij in aanmerking voor een korting. De deelnemende ondernemingen en de hoogte van de korting staan vermeld in een brochure. Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden Het meerkeuzesysteem van ZZG bestaat uit een pakket aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden, waaruit medewerkers naar eigen behoefte kunnen kiezen. Deelnemers kunnen tegen gunstige (fiscale) voorwaarden een fiets aanschaffen, meedoen aam de levensloopregeling of spaarloonregeling. Men kan extra verlofuren kopen of verlofuren verzilveren. CAO ZZG is een organisatie waarbinnen twee CAO’s worden gehanteerd, respectievelijk de CAO V&V en de CAO Thuiszorg. Het verslagjaar was het laatste jaar dat we moesten werken met twee CAO’s. Thans geldt voor onze sector de CAO VVT. In die nieuwe CAO is veel ruimte voor organisaties om in overleg met de ondernemingsraden arbeidsvoorwaardelijke afspraken te maken. Werving en selectie Op 31 december 2007 stonden er 25 vacatures open. Het aantal moeilijk vervulbare vacatures – voornamelijk op niveau 3 - was 15. Naast onze eigen vacaturewebsite worden externe vacatures uitgezet in plaatselijke dagbladen en/of huis aan huisbladen. Wij proberen voortdurend om met de vorm en inhoud van onze advertenties zo goed mogelijk in te spelen op de ontwikkelingen in zoekgedrag van potentiële medewerkers. Op scholen hebben we ons gepresenteerd door aanwezigheid op open dagen. In het nieuwe gebouw van het ROC-Nijmegen hebben wij een winkel waarin wij informatie en voorlichting kunnen geven over het werken bij ZZG. Om een groot aantal alfahulpen te werven hebben we regionale campagnes opgezet en uitgevoerd. Die campagnes hebben we ondersteund door billboards en reclame in (stads)bussen. Harmonisatie beleid inzake beoordelingsen functioneringsgesprekken ZZG kent nog geen uniform beleid inzake het beoordelen van het functioneren van werknemers, waardoor managers vaak gebruik maakten van het oude beleid van een van de oorspronkelijke fusiepartners die in ZZG zijn opgegaan. Hierdoor wordt het functioneren van werknemers binnen ZZG op zeer verschillende wijze beoordeeld en vastgelegd (hetgeen overigens tot nu toe niet voor problemen heeft gezorgd). Om aan deze situatie een einde te maken zullen in 2008 voorstellen worden gedaan voor een nieuw en organisatiebreed beleid voor het beoordelen van het functioneren van werknemers. Uitgangspunt is dat elke leidinggevende jaarlijks een gecombineerd beoordelings- c.q. functioneringsgesprek voert met diens medewerkers. Voor de vastlegging van de gesprekken wordt een standaard gespreksverslag opgesteld.


Kwaliteit van het personeel

Cultuur De cultuur die wij nastreven is open, warm en ondernemend/innovatief. Dit alles willen wij bereiken door het stimuleren van de beroepsinnovatie (vakgroepen en ontwikkelgroepen), het ontwikkelen van nieuwe zorgconcepten, het stimuleren van initiatieven ter verbetering of vernieuwing van de zorg en ons profileren als een betrokken, ondernemende en betrouwbare aanbieder van een keten van zorg. Integraal management Binnen ZZG geven managers leiding volgens het model van integraal management. Integrale managers zijn leidinggevenden met verantwoordelijkheid voor output, personeel en een middelenbudget. De toegekende bevoegdheden zijn zodanig ruim, dat integrale managers samen met hun medewerkers alle beslissingen kunnen nemen om de productie van hun eenheid resultaatgericht, outputgericht, cliëntgericht, efficiënt en kostenbewust uit te voeren. Integraal management wil ook zeggen dat het personeelsbeleid een integraal onderdeel is van de managementverantwoordelijkheid. De manager heeft een open en stimulerende wijze van leidinggeven, die de medewerker ondersteunt bij zijn ontwikkeling, stimuleert en motiveert. Elke medewerker kent hierdoor zijn waarde voor de organisatie. Voorts is de leidinggevende verantwoordelijk voor een veilige en stimulerende werkomgeving. Met dit als achtergrond is in het verslagjaar het Organisatie Ontwikkelprogramma gestart. Binnen dit opleidingsen trainingsprogramma worden leidinggevende geschoold. Medewerkers Medewerkers kunnen zich binnen hun mogelijkheden en de mogelijkheden van ZZG maximaal ontplooien. Instrumenten hierbij zijn interne mobiliteit, opleiding, training en vorming en het deelnemen aan vakgroepen, projecten en verbeteractiviteiten. Functioneringsgesprekken worden periodiek gevoerd; medewerkers worden gestimuleerd sturing te geven aan hun eigen toekomst. Opleiding De afdeling opleidingen van ZZG heeft een breed aanbod aan trainingen, gericht op onder andere verzorgende en verpleegkundige handelingen, communicatie, psychogeriatrie en psychiatrie, omgaan met agressie en ongewenst gedrag, fysieke belasting, computergebruik en managementvaardigheden. Het aanbod richt zich op het ontwikkelen van competenties die nodig zijn voor een goede zorgen dienstverlening. Ook worden op verzoek van cliënten trainingen op maat verzorgd. Naast trainingen biedt de ZZG de mogelijkheid van intervisie, coaching en supervisie aan.

4.5.2

Kwaliteit van het werk

Medezeggenschap De bedrijven (gebieden, Kraamzorg, Huishoudelijke Verzorging en de centrale diensten) hebben een eigen ondernemingsraad. Daarboven kent ZZG een centrale ondernemingsraad (COR). In 2006 is over tal van onderwerpen advies dan wel instemming aan de COR gevraagd. Onderwerpen waren onder andere de enorme lijst van protocollen, beleidsnotities en andere voorschriften die in het kader van het HKZ certificeringtraject vastgesteld dienden te worden. Een ander onderwerp dat in het verslagjaar veel tijd heeft gevergd van de COR was het Plan van aanpak WMO. Interne Bezwarencommissie FWG 3.0 ZZG kent een Interne Bezwarencommissie FWG 3.0. Deze commissie bestaat uit een lid dat is aangewezen door de raad van bestuur en een lid dat is aangewezen door de COR. Gezamenlijk is een (externe) voorzitter gekozen, die is benoemd door de raad van bestuur. De bezwarencommissie heeft tot doel de raad van bestuur op diens verzoek een advies uit te brengen over een door de medewerker schriftelijk ingediend bezwaar tegen zijn/haar voorlopig vastgestelde functiebeschrijving en/of functiewaardering en –indeling. In 2007 heeft de bezwarencommissie een bezwaarschrift ontvangen. De commissie heeft over dat bezwaar een advies uitgebracht, waarna door de raad van bestuur conform dit advies de betreffende functieomschrijving is vastgesteld en gewaardeerd.


Werkoverleg De kwaliteit van het werk en de medewerkers wordt doorlopend besproken in werkoverleggen en functioneringsgesprekken. Wensen en bevindingen worden hierbij op elkaar afgestemd, eventueel worden verbetertrajecten afgesproken. Indien daartoe aanleiding bestaat kan een begeleidingstraject worden gestart. Arbobeleid Arbeidsomstandigheden zijn sterk bepalend voor de kwaliteit van de werkomgeving. ZZG heeft daarom reeds een aantal jaren een arbocoördinator in dienst. Het is diens taak het arbobeleid vorm te geven en uit te voeren. Hij moet de weten regelgeving kennen (of weten te vinden), arbobeleid opzetten, beleidsplannen c.q. beleidsnotities opstellen en concrete acties kunnen stimuleren en coördineren. Dat alles betekent dat een arbocoördinator vooral over draagvlak binnen de organisatie moet beschikken. Actieve steun, met name van de raad van bestuur, is onontbeerlijk. Voor verbetering van de arbozorg binnen ZZG is de positie en de kennis van de arbocoördinator waarschijnlijk de meest cruciale factor. Het is om die reden dat de arbocoördinator in het verslagjaar het vertrouwen en de steun van de raad van bestuur heeft gekregen. Verzuimcijfers In het afgelopen jaar is flink gestuurd op verzuimreductie. De extra aandacht voor verzuim in het algemeen, de verdere implementatie van de visie op verzuim en de rol hierin van de leidinggevende en de medewerker hebben evenwel niet de verwachte resultaten opgeleverd. Ongetwijfeld is daar de onzekerheid binnen het bedrijf Huishoudelijke Verzorging debet aan. Het verzuim (1e en 2e verzuimjaar) voor de totale organisatie steeg licht van 6,59% in 2006 naar 6,73% in 2007. Ondanks dit grotere verzuim in het verslagjaar blijft ZZG aandacht besteden aan het verzuim, immers, minder verzuim rendeert niet alleen op het aspect welzijn maar kent daarnaast ook een belangrijk economisch belang. De directe en indirecte verzuimkosten lopen jaarlijks bij een organisatie zoals ZZG in de miljoenen. Een geringe verlaging van het verzuimpercentage betekent dan direct een bezuiniging van enkele tonnen.

4.6

Samenleving

Als zorgorganisatie die grotendeels wordt gefinancierd uit collectieve middelen neemt ZZG haar maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus. ZZG realiseert zich dat haar bedrijfsvoering en de activiteiten om de missie en visie te realiseren directe gevolgen hebben voor de samenleving. Bij de beleidsvorming binnen ZZG worden aspecten als de zorg voor het milieu (gescheiden afvalverzameling, reductie van het gebruik van gevaarlijke stoffen), veilige werkomstandigheden (arbobeleid, scholing), een transparante bedrijfsvoering (deelname aan de benchmark) en de branchenormen voor good governance (zie hoofdstuk 4) betrokken en meegenomen in de besluitvorming. Deze aspecten spelen, naast de kostprijs, ook een belangrijke rol bij de selectie van leveranciers of de aanschaf van investeringsgoederen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en transparantie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De transparantie van ZZG als zorgorganisatie komt onder andere tot uiting in de deelname van ZZG aan het jaardocument Maatschappelijke Verantwoording bij het afleggen van verantwoording over haar bedrijfsvoering en totale maatschappelijke activiteiten in 2007. Transparantie komt ook tot uiting in de deelname van ZZG aan de benchmark, waardoor ZZG inzicht heeft gekregen in haar sterke en zwakke kanten en het management gericht maatregelen heeft genomen om het functioneren van de organisatie te verbeteren. Uit het benchmarkonderzoek kan worden geconcludeerd dat ZZG gemiddeld scoort ten opzichte van de onderdelen bestuur en financiers (onder andere doelmatigheid) en management van processen. De medewerkerraadpleging springt er positief uit met een totaalscore boven het landelijk gemiddelde. Ook de uitkomst van de cliëntenraadpleging ligt boven het landelijk gemiddelde. De maatschappelijke verantwoordelijkheid van ZZG komt mede tot uiting in het streven naar een verdere verbetering van de doelmatigheid van de zorgen dienstverlening. In 2007 hebben met name de verhoging van de productiviteit in de thuiszorg (huishoudelijke verzorging en EGZ) veel aandacht gekregen. ZZG besteedt nadrukkelijk aandacht aan de gevolgen van haar activiteiten voor het milieu. We kennen bijvoorbeeld heldere regels hoe omgegaan dient te worden met de afvalverwerking binnen onze verpleeg- en verzorgingshuizen.


Iedere locatie kent een verantwoordelijke voor het organiseren van het verzamelen, verpakken en afvoeren van afval. Deze medewerker ziet ook toe op het scheiden en aanbieden van het afval. In de werkinstructies voor thuiszorgmedewerkers wordt veel aandacht besteed aan een zorgvuldige omgang met milieubelastende stoffen. Met betrekking tot het gebruik van schoonmaakmiddelen is de richtlijn middelen te gebruiken die niet schadelijk zijn voor het milieu. Gestimuleerd wordt om zoveel mogelijk met professionele schoonmaakmiddelen te werken. Deze middelen voldoen aan strenge milieueisen en worden bovendien strenger getest op irritatie van bijvoorbeeld de huid. Verder wordt in de instructies gewezen op het gebruik van een juiste dosering van schoonmaakmiddelen om onnodige belasting van het milieu te voorkomen en is het gebruik van chloor en ammoniak niet toegestaan. In het dagelijkse woon-werkverkeer worden medewerkers gestimuleerd om zoveel mogelijk van de fiets dan wel het openbaar vervoer gebruik te maken. Op grond van het fietsenplan kunnen medewerkers tegen gunstige fiscale voorwaarden een fiets aanschaffen, mits zij deze gaan gebruiken bij het woon-werkverkeer.

4.7

Financieel beleid

In onderstaande overzichten worden de financiële prestaties van de zorggroep weergegeven. Respectievelijk wordt weergegeven : • Resultaatratio (exploitatieresultaat gedeeld door het totaal budget van de stichting) • Liquiditeit (vlottende activa gedeeld door de vlottende passiva) • Solvabiliteit (weerstandsvermogen gedeeld door het risicobudget vermenigvuldigd met 100%) Resultaatratio Resultaatratio: AWBZ-gefinancierde resultaten Resultaatratio: niet-AWBZ-gefinancierde resultaten

Vorig jaar 1,79% 14,57%

Verslagjaar 0,60% -/- 1,62%

Liquiditeit Intramuraal en extramuraal

Vorig jaar 0,49

Verslagjaar 0,47

Solvabiliteit Intramuraal en extramuraal

Vorig jaar 7,95%

Verslagjaar 8,09%


Stichting Zorggroep Zuid-Gelderland

5

Jaarrekening

5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2007 Ref.

31-dec-07 €

31-dec-06 €

ACTIVA

Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa

1 2 3

0 57.275.181 175.264 57.450.445

0 59.748.039 59.276 59.807.315

4 5 8

226.765 7.452.124 5.213.045 12.891.934

239.146 3.264.727 8.468.031 11.971.904

70.342.379

71.779.219

Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

Ref. PASSIVA

Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen

31-dec-07 €

31-dec-06 €

9 117.573 6.042.422 3.756.534 9.916.529

117.573 6.309.795 3.207.084 9.634.452

Egalisatierekening afschrijving

10

2.588.780

2.511.572

Voorzieningen

11

4.267.395

4.847.292

Langlopende schulden

12

25.111.203

28.213.672

Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Overige kortlopende schulden

6 13

849.308 27.609.164

1.892.350 24.679.881

70.342.379

71.779.219

Totaal Passiva



5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007

Ref.

2007 €

2006 €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie

15

97.575.010

107.954.320

Niet gebudgetteerde zorgprestaties

16

16.658.075

4.633.621

Overige bedrijfsopbrengsten

17

8.273.059

8.554.410

122.506.144

121.142.351

Som der bedrijfsopbrengsten

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten

18

92.176.541

87.387.125

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

19

4.855.735

4.575.553

Overige bedrijfskosten

20

23.682.040

24.510.676

Som der bedrijfslasten

120.714.316

116.473.354

BEDRIJFSRESULTAAT

1.791.828

4.668.997

-1.509.751

-1.918.551

282.077

2.750.446

0

0

282.077

2.750.446

Financiële baten en lasten

21

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR

22

RESULTAATSBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld:

Reserve aanvaardbare kosten VVT Reserve kraamzorg Reserve WMO Reserve niet-collectief gebonden

2007 €

2006 €

612.931 -59.403 -880.304 608.853

2.003.826 37.695 0 708.925

282.077

2.750.446



5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 2007 €

€

Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat

282.077

Aanpassingen voor : - afschrijvingen - mutaties egalisatiereserve - mutaties voorzieningen

4.778.529 77.208 -579.897 4.275.840

Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot - kortlopende schulden (excl.schulden aan kredietinstellingen)

12.381 -4.187.397 -1.043.042 2.929.279 -2.288.779 2.269.138

Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.719.227 413.560 0 0 -115.988

Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen immateriële vaste activa Desinvesteringen immateriële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa

-2.421.655

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten -3.102.469

Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten

-3.102.469 Mutatie geldmiddelen (inclusief kortlopende schulden aan kredietinstellingen)

-3.254.986

Toelichting Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De liquide middelen bestaan uit kasmiddelen, tegoeden op bankrekeningen en direct opeisbare gelden. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van intrest zijn opgenomen onder de kasstroom operationele activiteiten. Samenstelling geldmiddelen Geldmiddelen per 31 december 2006

€

- Liquide middelen - Kortlopende schulden aan kredietinstellingen

€

8.468.031 0 8.468.031

Geldmiddelen per 31 december 2007 - Liquide middelen - Kortlopende schulden aan kredietinstellingen

5.213.045 0 5.213.045 -3.254.986

Mutatie geldmiddelen 48 • Jaarverantwoording 2007

6

5.1.4

Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

5.1.4.1 Algemeen Algemeen De rechtspersoon Stichting Zorggroep Zuid-Gelderland is per 1 januari 2006 ontstaan als gevolg van een juridische fusie van de zorgactiviteiten van de rechtspersonen Stichting Habicura, Stichting Arcus en Stichting Thuiszorg Zuid-Gelderland. De activiteiten van Zorggroep Zuid-Gelderland bestaan voornamelijk uit: het leveren van professionele zorg aan pasgeboren baby’s tot ouderen. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW, de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Consolidatie “In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen die tot de groep behoren. Dit betreffen de volgende stichtingen: • Stichting Habicura (vastgoedstichting) • Stichting Arcus (vastgoedstichting) • Stichting Thuiszorg Zuid-Gelderland (vastgoedstichting) • Stichting Samenwerking ZZG-Dichterbij (woonboerderij de Hagert)

integrale methode integrale methode integrale methode proportionele methode (59,6%)

Stichting Zorggroep Zuid-Gelderland is één van de commanditaire vennoten van de CV Maat Nijmegen te Nijmegen. De commanditaire vennoot draagt nimmer meer in het verlies van de inbreng. Stichting Zorggroep Zuid-Gelderland heeft een belang van 20% in de deelneming PAL4 B.V. te Utrecht. De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde jaarrekening.

5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa “Onder de immateriële vaste activa kunnen tot en met 2006 posten zijn opgenomen die door het vervallen van de integrale vergoeding voor afschrijvingslasten niet langer voor verwerking in de balans in aanmerking komen. Voor zover in 2008 of latere jaren nog specifieke vergoedingen worden ontvangen, zijn deze eind 2007 als vordering opgenomen onder de financiële vaste activa en vorderingen. Posten als bouwrente, plankosten en enkele overige posten zijn toegevoegd aan de materiële vaste activa, voor zover zij hiervoor in aanmerking komen. Er zijn geen posten ten laste van de resultatenrekening gebracht die niet langer voor activering in aanmerking komen. De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire of annuïtaire jaarlijkse afschrijvingen. WTZi-vergunningsplichtige vaste activa worden gewaardeerd tegen de laagste van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en het goedgekeurde investeringsbedrag. Het meerdere boven het goedgekeurde investeringsbedrag wordt ten laste van de resultatenrekening gebracht.


Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire of annuïtaire jaarlijkse afschrijvingen. WTZi-vergunningsplichtige vaste activa worden gewaardeerd tegen de laagste van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en het goedgekeurde investeringsbedrag. Het meerdere boven het goedgekeurde investeringsbedrag wordt ten laste van de resultatenrekening gebracht. Voor WTZi-vergunnings- en meldingsplichtige vaste activa en WMG-gefinancierde vaste activa waarvoor in de bekostigingssystematiek geen substitutievrijheid bestaat binnen het verkregen budget, is de afschrijvingsperiode gelijk aan de in de bekostigingssystematiek voorgeschreven afschrijvingstermijnen door de Nederlandse Zorgautoriteit. Voor die vaste activa waarvoor binnen de bekostigingssystematiek of de verkregen subsidie substitutievrijheid bestaat, zijn de afschrijvingstermijnen gebaseerd op de economische levensduur. Het in de toekomst vervallen van het stelsel van bekostiging waarbij een integrale vergoeding voor de werkelijke afschrijvingskosten van vaste activa was opgenomen, kan ook gevolgen hebben voor de waardering van de materiële vaste activa. Het vervallen van het stelsel van bekostiging kan worden aangemerkt als een aanwijzing voor de aanwezigheid van een bijzondere waardevermindering. Als geen integrale vergoeding meer plaatsvindt van de afschrijvingslasten, is het mogelijk dat sprake is van bijzondere waardeverminderingen zoals beschreven in Richtlijn 121 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa. Door de onzekerheid over de toekomstige bekostigingssystematiek is het nog niet mogelijk om vast te stellen of ultimo 2007 sprake is van een bijzondere waardevermindering. De bedrijfswaardeberekening van de boekwaarde ultimo 2007 is hierdoor ongewijzigd Dit betekent het voorgaande dat in de jaarrekening 2007 Immateriële Vaste activa uit 2006 met een boekwaarde per 1 januari 2007 van in totaal € 1.527.023 zijn gepresenteerd onder de materiële vaste activa (bouwrente etc). Financiële vaste activa De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kosten, verminderd met lineaire afschrijvingen.

VLOTTENDE ACTIVA Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien daartoe aanleiding bestaat is een voorziening voor incourantheid in mindering gebracht. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen zijn opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Nog in tarieven te verrekenen financieringsoverschot en/of tekort (financieringsverschil) Het financieringsverschil, zijnde het verschil tussen het vastgestelde budget aanvaardbare kosten en de som van de opbrengsten uit verpleeggelden, bevoorschotting, de overige zorgopbrengsten en eventuele budgetaanpassing uit voorgaande jaren, dient alsnog in volgende boekjaren te worden verrekend. Derhalve is dit financieringsresultaat opgenomen als “nog in tarieven te verrekenen financieringsverschil.


Eigen vermogen Reserve aanvaardbare kosten De binnen het budget aanvaardbare kosten behaalde resultaten zijn toegevoegd aan deze reserve. Deze bestaat uit een VVT en WMO segment. Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Reserve kraamzorg; hieraan wordt toegevoegd het exploitatieresultaat van de kraamzorg. Reserve niet-collectief; de exploitatieresultaten van de vastgoedstichting worden jaarlijks toegevoegd aan deze reserve.

EGALISATIEREKENINGEN Egalisatierekening instandhoudingsinvesteringen en a fond perdu Aan deze post wordt toegevoegd dan wel onttrokken het verschil tussen de werkelijke afschrijvingen uit hoofde van instandhoudingsinvesteringen en de daarvoor binnen het budget aanvaardbare kosten toegekend beleidsregelbedrag. De egalisatierekening is bedoeld voor relatief kleine investeringen die betrekking hebben op de gebouwen, installaties en infrastructuur.

VOORZIENINGEN Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen.

LANGLOPENDE SCHULDEN De post langlopende schulden betreft schulden met een looptijd langer dan één jaar. De langlopende schulden zijn tegen nominale waarde opgenomen.

KORTLOPENDE SCHULDEN EN OVERLOPENDE PASSIVA De post kortlopende schulden omvat schulden met een looptijd langer van ten hoogste één jaar en de af te lossen bedragen op de langlopende schulden voor de komende boekjaar. Onder overlopende passiva zijn vooruitontvangen bedragen opgenomen en verplichtingen uit hoofde van per balansdatum niet opgenomen vakantiedagen en vakantiegeldverplichtingen over de per balansdatum verstreken periode.

5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.


Budget aanvaardbare kosten Het budget aanvaardbare kosten wordt bepaald aan de hand van de beleidsregel aanvaardbare kosten opgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit aangevuld met intern berekende aanpassingen uit hoofde van nacalculeerbare posten. Het verschil tussen de ontvangen bedragen en het vastgestelde budget is in de balans opgenomen als “Nog in tarieven te verrekenen financieringsoverschot en/of tekort (financieringsverschil)” Overige opbrengsten De overige opbrengsten worden verantwoord op transactiebasis. Bedrijfslasten De bedrijfslasten worden verantwoord op de grondslag van historische uitgaafprijs en worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Pensioenen Zorggroep Zuid-Nederland heeft voor haar werknemers een toegezegde-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds PGGM. Zorggroep Zuid-Nederland heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij PGGM, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Zorggroep Zuid-Nederland heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een toegezegde-bijdrage-regeling en heeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.

5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de resultatenrekening is segmentering toegepast tussen de VVT (verpleging, verzorging en thuiszorg), de kraamzorg, de WMO (Wet Maatschappelijke ondersteuning) en de overige activiteiten (met name vastgoed activiteiten )



5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA

2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Grond Terreinvoorzieningen Gebouwen Verbouwingen Installaties Onderhanden projecten Instandhouding Inventaris Vervoermiddelen Automatisering

1.922.062 741.981 32.503.536 7.216.449 4.909.337 2.712.609 3.097.339 3.572.001 165.416 434.451

1.951.377 788.790 33.912.001 8.289.964 5.721.464 2.098.565 2.986.074 3.435.038 124.064 440.702

Totaal materiële vaste activa

57.275.181

59.748.039

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven :

2007 €

2006 €

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Af: desinvesteringen

59.748.043 2.719.227 4.778.529 413.560

59.116.171 12.501.292 4.044.471 7.824.953

Boekwaarde per 31 december

57.275.181

59.748.039

Toelichting: Onder de immateriële vaste activa kunnen tot en met 2006 posten zijn opgenomen die door het vervallen van de integrale vergoeding voor afschrijvingslasten niet langer voor verwerking in de balans in aanmerking komen. Posten als bouwrente, plankosten en enkele overige posten zijn toegevoegd aan de materiële vaste activa, voor zover zij hiervoor in aanmerking komen. Dit betekent het voorgaande dat in de jaarrekening 2007 Immateriële Vaste activa uit 2006 met een boekwaarde per 1 januari 2007 van in totaal € 1.527.023 zijn gepresenteerd onder de materiële vaste activa (bouwrente etc).

Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.7. In toelichting 5.1.8 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten. Met ingang van 1 januari 2011 wordt het stelsel van bekostiging van de afschrijvingslasten van materiële vaste activa waarbij een integrale vergoeding voor de werkelijke afschrijvingskosten van de vaste activa was opgenomen gewijzigd. Dit kan gevolgen hebben voor de waardering van de materiële vaste activa. Het vervallen van de bekostigingssystematiek kan derhalve gevolgen hebben voor de waardering van de materiële vaste activa.


11


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Deelnemingen Overige leningen Leningen aan personeel

39.600 25.000 110.664

0 0 59.276

Totaal financiële vaste activa

175.264

59.276

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt : € Boekwaarde per 1 januari 2006

59.276

Bij: verstrekte fietsleningen personeel Af: ontvangen aflossing leningen personeel Bij: gestorte waarde deelneming Bij: verstrekte lening

128.081 76.693 39.600 25.000

Boekwaarde per 31 december 2006

175.264

De deelneming betreft een belang van 20% in PAL4 B.V. te Utrecht. Het totaal gestort aandelenkapitaal bedraagt € 198.000.

4. Voorraden De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

Voedingsmiddelen Centraal magazijn Emballage Overige Totaal voorraden

31-dec-06 €

90.346 77.408 8.500 50.511

72.324 102.682 17.151 46.989

226.765

239.146

5. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Vorderingen op debiteuren Vorderingen op gemeenten Belastingen en premies Vordering stg. KHO Nog te besteden subsidieprojecten Te vorderen subsidie ID-banen Te vorderen bijkomende kosten AWBZ Nog te ontvangen energiebelasting Vooruitbetaalde premie PGGM Vordering afdrachtvermindering Overige vorderingen Overlopende activa

1.664.992 2.140.948 2.860 849.884 351.438 330.944 73.771 132.873 752.431 0 0 1.151.983

1.414.581 0 20.436 116.641 281.375 0 74.974 324.059 0 143.359 80.371 808.931

Totaal vorderingen en overlopende activa

7.452.124

3.264.727

De vordering op gemeenten betreft de nog te ontvangen vergoeding inzake WMO activiteiten.


12


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 6. Nog in tarieven te verrekenen financieringsoverschot en/of tekort t/m 2004 € Saldo per 1 januari Financieringstekort Financieringsoverschot Sub-totaal Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Sub-totaal mutatie boekjaar

2005 €

2006 €

2007 €

42.806 0

0 763.220

0 1.171.936

0 -42.806 -42.806

0 763.220 763.220

173.887 708.970 882.857

totaal € 42.806 1.935.156 -1.892.350

-560.229 0 -560.229

Saldo per 31 december

-560.229 173.887 1.429.384 1.043.042 -849.308

Saldo per 31 december Financieringstekort Financieringsoverschot Totaal

-

-

289.079

560.229

Stadium van vaststelling (per erkenning):

c

c

c

a

0 849.308 -849.308

a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling Nederlandse Zorgautoriteit Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

2007 €

Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Totaal financieringsverschil

2006 €

97.401.123 97.961.352

107.692.976 108.864.912

-560.229

-1.171.936

8. Liquide middelen De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Bankrekeningen Kassen Kruisposten

5.151.245 61.458 342

8.410.658 35.361 22.012

Totaal liquide middelen

5.213.045

8.468.031

13



5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 9. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:

31-dec-07 €

Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen Kapitaal Het verloop is als volgt weer te geven:

Saldo per 1-jan-2007 €

Kapitaal

Collectief gefinancierd gebonden vermogen

Resultaatbestemming €

31-dec-06 €

117.573 6.042.422 3.756.534 9.916.529

117.573 6.309.795 3.207.084 9.634.452

Overige mutaties €

Saldo per 31-dec-2007 €

117.573

0

0

117.573

117.573

0

0

117.573



RAK verpleging & verzorging, thuiszorg WMO

6.309.795 0

612.931 -880.304

0

6.922.726 -880.304

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen

6.309.795

-267.373

0

6.042.422



Algemene reserves: Reserve Kraamzorg Algemene vrije reserves Reserve niet-collectief

416.780 1.206.083 1.584.221

-59.403 0 608.853

0 0 0

357.377 1.206.083 2.193.074

Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

3.207.084

549.450

0

3.756.534

Het verloop is als volgt weer te geven: Reserve aanvaardbare kosten:

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:

Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2007 en resultaat over 2007 De specificatie is als volgt : Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat: Stg. Habicura Stg. Arcus Stg. Thuiszorg Zuid-Gelderland Stg. Samenwerking ZZG-Dichterbij Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat


14



Eigen vermogen €



Resultaat €

7.723.455

-326.776

822.146 945.312 425.616 0

194.850 248.199 165.804 0

9.916.529

282.077


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 10. Egalisatierekening afschrijvingen Het verloop is als volgt weer te geven:


Dotatie €

Onttrekking €


Instandhoudingsinvesteringen A fonds perdu

1.864.084 647.488

1.172.570 0

447.874 647.488

2.588.780 0

Totaal egalisatierekening afschrijvingen

2.511.572

1.172.570

1.095.362

2.588.780

Het verloop is als volgt weer te geven :

2007 €

2006 €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij : indexering niet-bestede investeringsruimte Bij : investeringsruimte verslagjaar Af: investeringen verslagjaar

5.397.980 31.153 2.518.847 559.147

3.373.849 34.596 2.405.278 415.743

Beschikbare investeringsruimte 31 december

7.388.833

5.397.980

Het verloop is als volgt weer te geven:

2007 €

2006 €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij : indexering niet-bestede investeringsruimte Bij : investeringsruimte verslagjaar

5.627.211 181.114 759.430

5.040.624 159.692 426.895


6.567.755

5.627.211

Onttrekking


Verloopoverzicht investeringsruimte instandhoudingsinvesteringen

Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten

Gemelde lopende investeringsprojecten leggen geen beslag op de beschikbare investeringsruimte.

11. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven:


Dotatie €

€

Voorziening groot onderhoud Voorziening jubilea Voorziening loonkosten arbeidsongeschiktheid Reorganisatievoorziening

2.395.184 688.602 688.506 1.075.000

369.549 49.256 0 0

122.589 0 688.506 187.607

2.642.144 737.858 0 887.393

Totaal voorzieningen

4.847.292

418.805

998.702

4.267.395

Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De voorziening jubilea betreft een voorziening voor uitkeringen bij jubilea. De voorziening loonkosten arbeidsongeschiktheid betreft een reservering voor personeelsleden die op balansdatum arbeidsongeschikt zijn, en wordt gepresenteerd onder de kort lopende schulden bij verplichtingen aan personeel. De reorganisatievoorziening betreft de bezoldiging van personeelsleden die het reorganisatie-traject doorlopen.

15



5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 12. Langlopende schulden De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden

18.225.543 6.885.660

19.626.962 8.586.710

Totaal langlopende schulden

25.111.203

28.213.672


2007 €

2006 €

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

29.845.251 5.000.000 7.858.367

34.731.690 0 4.886.439

Stand per 31 december

26.986.884

29.845.251

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

1.875.681 25.111.203 17.748.686

1.631.582 28.213.669 21.676.999

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage overzicht langlopende leningen. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

13. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Rek.courant stg. Samenwerking Dichterbij-ZZG Vooruitbetaalde rente langlopende leningen Bouwcrediteuren Verplichtingen aan personeel Schuld stg. samenwerking dichterbij -ZZG Nog te betalen automatiseringskosten Nog te betalen energiekosten Nog te betalen WMO kosten aan onderaannemers Vooruitgefactureerde WMO-gelden aan Gemeente Nog te betalen cliëntgebonden en locatiegebonden kosten Overige schulden Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva

31-dec-06 €

2.767.757 1.875.681 3.229.994 3.185.801 897.825 2.857.379 2.262.112 2.981.526 498.160 512.420 1.908.196 728.159 239.658 257.031 333.248 205.948 54.302 2.813.967

2.910.833 1.631.582 2.786.068 1.967.583 0 2.938.393 2.125.173 2.981.526 612.186 638.604 2.269.815 851.580 756.743 200.484 0 95.865 71.419 1.842.027

27.609.164

24.679.881

Nog te betalen salarissen betreft de nabetaling van de CAO effecten die per terugwerkende kracht op 1 januari 2007 is ingegaan. De betaling heeft plaatsgevonden in januari 2008. Tevens betekent dit dat hierover ook pensioenen en sociale lasten betaald dient te worden, welke zijn opgenomen onder deze posten. De totale betaling inzake dit CAO effect bedraagt € 2,1 miljoen.


16


5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Huurverplichtingen * Het huurcontract van het pand Aldenhof 31-96 (verzorgingshuis de Doekenborg) is met de verhuurder Woonzorg Nederland afgesloten voor een periode van 10 jaar. De huurprijs bedraagt € 497.760 per jaar. * De locatie Piushove is gehuurd van Woningbouwcorporatie Talis, met een huurcontract tot 2010. De huurprijs bedraagt € 367.934. * De locatie Nw. Malderborgh is gehuurd van Woningbouwcorporatie Portaal. De huurprijs bedraagt € 451.663 * De locatie Nw. Doddendaal is gehuurd van Woningbouwcorporatie Portaal. De huurprijs bedraagt € 284.953. * De locatie de Globe is gehuurd van Woningbouwcorporatie Talis. De huurprijs bedraagt € 109.242. 2008 137.812 17.448 11.052 8.588 4.000 12.660 7.872 11.992 6.060 12.252

* Overige huurverplichtingen Nijmegen Meijhorst 60-01 Nijmegen, Wolfskuilseweg Nijmegen, Rentmeesterhof Nijmegen, UMCN Lent, St Josef/ Schoolstraat Beek, Culturhus Malden, Malderburch Beuningen, Aldesteeg Ben. Leeuwen Rozenstraat 18 Flexwerk van ROC

229.736

De huurverplichting aan de stichting Arcus, Habicura en Thuiszorg Zuid-Gelderland zijn vermeld in de toelichting op de enkelvoudige balans en vanwege de consolidatie niet op deze plaats vermeld.

17



Afschrijvingspercentage

0,0%

1.446.203

0

Mutaties in boekwaarde (per saldo)


0 0 0

- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo

1.446.203 0

0 0

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve afschrijvingen

Stand per 31 december 2007 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen

0 0

1.446.203

Boekwaarde per 1 januari 2007

Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen

1.446.203 0

Stand per 1 januari 2007 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen

€

Grond

5,0%

630.259

1.011.068 380.809

-44.544

0 0 0

0 0

0 44.544

674.803

1.011.068 336.265

Terreinen voorzieningen €

5.1.6.1 WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa

2% / 2,5%

26.113.666

42.800.904 16.687.238

-1.177.504

0 0 0

48.095 48.095

0 1.177.504

27.291.170

42.848.999 15.557.829

€

Gebouwen

5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA


0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Semi perm. gebouwen €

18

5,0%

6.669.054

12.551.633 5.882.579

-1.028.536

0 0 0

54.181 54.181

0 1.028.536

7.697.590

12.605.814 4.908.224

Verbouwingen €

5,0%

4.543.609

12.225.502 7.681.893

-768.071

0 0 0

700.190 700.190

0 768.071

5.311.680

12.925.692 7.614.012

0,0%

2.009.136

2.009.136 0

235.349

0 0 0

0 0

235.349 0

1.773.787

1.773.787 0

Installaties Onderhanden Projecten € €

41.411.927

72.044.446 30.632.519

-2.783.306

0 0 0

802.466 802.466

235.349 3.018.655

44.195.233

72.611.563 28.416.330

Sub-totaal vergunningen €


0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0






Boekwaarde per 31 december 2007 0,0%

0



0 0


0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Trekkings Onderhanden rechten Projecten € €

5.1.6.2 WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa

€

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Sub-totaal



10,0%

3.097.339

5.302.099 2.204.760

111.263

0 0 0

699.348 699.348

559.147 447.884

2.986.076

5.442.300 2.456.224

19

0,0%

700.479

700.479 0

375.700

246.304 0 246.304

0 0

622.004 0

324.779

324.779 0

Instand- Onderhanden houdingen Projecten € €

3.797.818

6.002.578 2.204.760

486.963

246.304 0 246.304

699.348 699.348

1.181.151 447.884

3.310.855

5.767.079 2.456.224

€

Sub-totaal

3.797.818

6.002.578 2.204.760

486.963

246.304 0 246.304

699.348 699.348

1.181.151 447.884

3.310.855

5.767.079 2.456.224

Sub-totaal meldingen €


0 0

0 0

0 0 0

0

0 0

0







0,0%

0



0 0


€

Grond

5.1.6.3 WMG gefinancierde materiële vaste activa

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Terreinen voorzieningen € €

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Gebouwen



0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0


20

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Verbouwingen € €

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Installaties

10,0%

3.572.001

7.507.743 3.935.742

136.963

41.357 943 40.414

6.200.886 6.200.886

918.064 740.687

3.435.038

12.831.922 9.396.884

€

Inventaris

10,0%

165.416

280.016 114.600

41.352

33.580 13.432 20.148

280.960 280.960

120.612 59.112

124.064

473.944 349.880

Vervoer middelen €

20,0%

434.451

1.297.631 863.180

-6.251

0 34.688 -34.688

1.897.877 1.897.877

239.399 280.338

440.702

2.956.109 2.515.407

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Automati- Onderhanden sering Projecten € €

4.171.868

9.085.390 4.913.522

172.064

74.937 49.063 25.874

8.379.723 8.379.723

1.278.075 1.080.137

3.999.804

16.261.975 12.262.171

Sub-totaal WMG €


475.859 0

475.859



0,0%

-29.316



29.316 0 29.316

0 0

- terugname geheel afgeschreven activa aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen


0 0

505.175



505.175 0


€

Grond

5,0%

111.722

138.959 27.237

-2.265

0 0 0

0 0

0 2.265

113.987

138.959 24.972

Terreinen voorzieningen €

5.1.6.4 Niet WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa

2,0%

6.389.870

8.979.743 2.589.873

-230.961

171.227 65.942 105.285

0 0

6.307 131.983

6.620.831

9.144.663 2.523.832

€

Gebouwen



0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0


21

5,0%

547.395

909.262 361.867

-44.979

2.206 1.222 984

0 0

0 43.995

592.374

911.468 319.094

Verbouwingen €

5,0%

365.728

835.384 469.656

-44.056

18.900 13.103 5.797

80.344 80.344

15.351 53.610

409.784

919.277 509.493

€

Installaties €

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Inventaris

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0


0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

0,0%

2.994

2.994 0

2.994

0 0 0

0 0

2.994 0

0

0 0


7.893.568

11.342.201 3.448.633

-348.583

221.649 80.267 141.382

80.344 80.344

24.652 231.853

8.242.151

11.619.542 3.377.391

Sub-totaal Niet WTZi WMG €


Brief-nummer

Totaal onderhanden projecten

Niet WTZi/WMG gefinancierde projecten

4 5 6 7 8 9 10 11 12

Instandhouding

1 DVVO/SF-U-2128483/98 B00056 2 B03298/F03592/U6511 3 B05248/F05538/U7430

Vergunning

Nummer Omschrijving

Habicura

Habicura Arcus Habicura Arcus Habicura Arcus Arcus Habicura Habicura

ZZG ZZG ZZG

Stichting

22

subtotaal niet WTZi/WMG gefinancierde projecten

Renovatie Kapel

subtotaal instandhoudingen

Instandhouding 2005 Irene Renovatie toiletten Orangerie Verbouwing Kentering Badkamers Doekenborg Brandwering Sonnehaert Installatie CV-Ketel Vijverhof Keukens appartementen Vijverhof Brandveiligheid de Weegbree Riolering Dekkerswald

subtotaal vergunningen

Project Margriet 08-11-04 Proj Mariendaal Nieuwb 19-12-05 Proj Elsthof Nieuwbouw

Datum

Projectgegevens

5.1.7 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD)


2.994

860.347

2.098.566

2.994

622.004

18.764 190.196 40.663 38.080 322.551 11.750

235.349

199.376 35.974 0

2007 €

0

324.779

49.328 78.475

196.976

1.773.786

1.300.230 243.140 230.416

t/m 2006 €

0

246.304

0

246.304

49.328

2.712.609

2.994

2.994

700.479

0 18.764 190.196 40.663 38.080 322.551 11.750 0 78.475

2.009.136

1.499.606 279.114 230.416

onderhanden €

t/m 2007

196.976

gereed €

Investeringen

13.689.886

13.689.886

13.689.886

Nominaal bedrag €

Goedkeuringen


18-mei-93 30-jul-03 30-mei-06 15-okt-97 1-mei-98 25-jul-98 1-feb-97 13-feb-97 13-jun-91 1-dec-04 17-dec-04 17-dec-04 17-dec-04 1-dec-04 30-jan-89 30-jun-94 30-dec-99 1-feb-99 1-apr-99 23-dec-96 31-dec-98 30-dec-98 1-jul-98 2-jul-07 15-jan-87 1-feb-89 1-jun-94 4-feb-94 2-jul-98 11-feb-00 2-jul-07 31-dec-01 3-dec-04 31-dec-05 1-jul-04

Gem. Nijmegen Rabobank Gem. Nijmegen Gem. Nijmegen Portaal Portaal SNS Bank Rabobank Gem. Nijmegen Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank SNS Bank Rabobank Rabobank Rabobank SNS Bank Rabobank Gem. Nijmegen Rabobank Rabobank SNS Bank ING Gem. Nijmegen Gem. Nijmegen Fortis ASR Fortis ASR BNG Gem. Nijmegen ING Rabobank BNG ABN-AMRO Rabobank

Totaal

Datum

Leninggever

136.134 848.630 150.655 426.553 130.367 45.378 185.142 1.227.022 587.645 694.284 222.352 1.014.199 2.380.077 7.124.349 1.361.341 1.361.341 147.479 4.248.744 3.113.386 306.302 57.176 578.116 192.857 3.200.000 5.159.481 2.223.523 1.588.231 1.776.550 1.138.081 2.268.901 1.800.000 1.815.121 158.823 226.890 237.780

€

Hoofdsom

20 20 20 20 10 10 20 25 20 40 12 22 42 20 30 20 10 40 30 20 10 13 10 10 10 29 40 40 10 20 10 20 40 30 30

Totale looptijd

Soort lening

Onderhands Hypothecair Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Hypothecair Onderhands Onderhands Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Onderhands Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair

5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2007

BIJLAGEN


7,35% 3,87% 4,40% 6,20% 5,40% 5,00% 6,57% 6,22% 8,95% 4,85% 6,35% 6,35% 6,35% 5,81% 4,80% var 6,35% 4,80% 4,70% 5,90% 4,85% 4,85% 5,65% 5,02% 7,15% 7,30% 6,90% 6,90% 6,75% 6,20% 5,06% 5,79% 8,88% var var

% 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.200.000 0 0 0 0 0 0 1.800.000 0 0 0 0 5.000.000

29.845.251

€

47.646 703.654 75.328 295.058 31.825 10.928 94.113 975.601 249.827 638.236 60.798 752.861 2.243.972 5.076.404 589.914 544.536 44.244 3.416.698 2.386.929 153.151 11.435 215.092 30.536 0 4.143.331 1.457.804 907.560 1.041.426 310.386 1.588.231 0 1.452.102 109.903 90.611 95.112

€

23

7.858.367

6.807 42.432 7.532 19.501 15.494 10.928 94.113 975.601 41.786 8.584 60.798 752.861 2.243.972 316.692 45.378 68.067 14.748 106.219 103.780 153.151 5.718 45.378 30.536 160.000 99.424 80.066 907.560 1.041.426 103.462 113.445 90.000 72.604 4.828 7.551 7.926

€

Werke- Restschuld Nieuwe Aflossing lijke- 31 december leningen in in 2007 rente 2006 2007

26.986.884

40.839 661.222 67.795 275.557 16.331 0 0 0 208.041 629.652 0 0 0 4.759.712 544.536 476.469 29.496 3.310.480 2.283.150 0 5.718 169.714 0 3.040.000 4.043.907 1.377.738 0 0 206.924 1.474.786 1.710.000 1.379.498 105.075 83.060 87.186

€

17.748.686

6.805 449.065 30.131 158.346 0 0 0 0 0 580.068 0 0 0 2.876.109 317.646 136.134 0 2.779.386 1.764.252 0 0 0 0 1.440.000 3.429.429 880.721 0 0 0 907.560 810.000 1.016.478 73.695 45.305 47.556

€

Restschuld Restschuld 31 december over 5 jaar 2007

5 16 9 10 1 0 0 0 4 21 0 0 0 10 12 7 2 31 22 0 1 4 0 9 19 9 0 0 2 13 9 19 12 11 11

Resterende looptijd in jaren eind 2007

Lineair Lineair Lineair Annuïtair Annuïtair Annuïtair Lineair Annuïtair Annuïtair Annuïtair Annuïtair Annuïtair Annuïtair Annuïtair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Annuïtair Annuïtair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Annuïtair Lineair Lineair

Aflossingswijze

1.875.681

6.807 42.432 7.533 20.710 16.331 0 0 0 45.526 9.000 0 0 0 335.368 45.378 68.067 14.748 106.219 103.780 0 5.718 45.378 0 320.000 106.533 85.911 0 0 103.462 113.445 180.000 72.604 5.256 7.551 7.926

€

Aflossing 2008

Niet van toepassing Hypotheekclausule Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Vorderingen en inventaris Hypotheekclausule Provincie Gelderland Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Hypotheekclausule Hypotheekclausule Niet van toepassing Hypotheekclausule Hypotheekclausule Hypotheekclausule Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Vorderingen en inventaris Hypotheekclausule Niet van toepassing Niet van toepassing Rijksgarantie Rijksgarantie Provincie Gelderland Hypotheekclausule Hypotheekclausule Hypotheekclausule Hypotheekclausule Hypotheekclausule Hypotheekclausule

Gestelde zekerheden


5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 5.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007 SEGMENT VERPLEGING, VERZORGING EN THUISZORG 2007 €

2006 €


97.575.010

107.954.320


1.246.229

915.715


3.252.515

3.064.061

102.073.754

111.934.096

77.841.261

84.382.768

2.436.779

2.214.218

21.208.003

23.403.449


101.486.043

110.000.435

BEDRIJFSRESULTAAT

587.711

1.933.661

25.218

70.165

612.929

2.003.826

0

0

612.929

2.003.826


BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten





2007 €

Reserve aanvaardbare kosten


24

2006 €

612.929

2.003.826

612.929

2.003.826


5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING SEGMENT KRAAMZORG 2007 €

2006 €


0

0

3.661.466

3.717.906

69.261

23.620

3.730.727

3.741.526

3.205.061

3.004.357

0

0

585.069

699.474


3.790.130

3.703.831

BEDRIJFSRESULTAAT

-59.403

37.695

0

0

-59.403

37.695

0

0

-59.403

37.695

Niet gebudgetteerde zorgprestaties Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten






2007 €

Reserve kraamzorg

25

2006 €

-59.403

37.695

-59.403

37.695



5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING SEGMENT WMO 2007 €

2006 €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Niet gebudgetteerde zorgprestaties

11.750.380


0

0


11.750.380

0

11.130.219

0

0

0


1.500.466


12.630.685

0

BEDRIJFSRESULTAAT

-880.305

0


0

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING

-880.305

0

0

0

-880.305

0

Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR



2007 €

Reserve niet-collectief gebonden


26

2006 €

-880.305

0

-880.305

0


5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING SEGMENT ZORGVASTGOED 2007 €

2006 €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Overige bedrijfsopbrengsten

4.951.283

5.466.729


4.951.283

5.466.729

2.418.956

2.361.335

388.502

407.753


2.807.458

2.769.088

BEDRIJFSRESULTAAT

2.143.825

2.697.641


-1.534.969

-1.988.716

608.856

708.925

0

0

608.856

708.925

BEDRIJFSLASTEN: Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten




2007 €

Reserve niet-collectief gebonden

27

2006 €

608.856

708.925

608.856

708.925



5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 5.1.9.2 AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN

2007 €

2006 €

Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen: Segment Verpleging, Verzorging En Thuiszorg Segment Kraamzorg Segment Wmo Segment Zorgvastgoed

Resultaat volgens geconsolideerde resultatenrekening


28

612.929 -59.403 -880.305 608.856

2.003.826 37.695 0 708.925

282.077

2.750.446

282.077

2.750.446


5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 15. Wettelijk budget aanvaardbare kosten

2007 €

2006 €

€

€

107.954.320

103.916.416

-260.744

-104.824

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar

107.693.576

103.811.592

Productieafspraken verslagjaar Overheveling WMO

-317.895 -13.165.063

1.890.494

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Correcties voorgaande jaren

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling Prijsindexatie materiële kosten Groei normatieve kapitaalslasten

916.297 120.370 285.385

-164.286 127.170 216.416 1.322.052

Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten - materiële kosten - normatieve kapitaalslasten

782.960 137.063 0

179.300 1.379.587 200.870 0

920.023 Beleidsmaatregelen overheid: - extra middelen verpleging

437.883

1.580.457 0

437.883 Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente - afschrijvingen - huur - overige

135.456 69.290 256.621 0

0 192.379 236.338 -128.591 76.322

461.367 Overige mutaties: - herallocaties e.d

49.180

Correcties voorgaande jaren Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar t

376.448 -144.715

49.180

-144.715

173.887

260.744

97.575.010

107.954.320

Toelichting Het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is afgenomen door overheveling naar financiering vanuit de WMO. Tevens is vanaf 2007 de uitbreiding van de capaciteit van 66 intramurale verpleeghuisplaatsen volledig meegenomen, en een nieuwe uitbreiding van 15 intramurale verpleeghuisplaatsen vanaf oktober.

29



5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING BATEN 16. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt :

2007 €

2006 €

Kraamzorgprestaties WMO gelden Persoonsgebonden- en volgende budgetten Overige zorgprestaties

3.720.853 11.797.636 60.322 1.079.264

3.717.906 0 45.227 870.488

Totaal

16.658.075

4.633.621

De ontvangen WMO gelden betreft de huishoudelijke zorg die gefactureerd is aan gemeenten.

17. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt :

2007 €

2006 €

Subsidies Maaltijden en voedingsopbrengsten Cliëngebonden opbrengsten Detacheringen Huuropbrengsten Overige opbrengsten

1.412.987 1.670.095 1.141.079 633.786 2.308.482 1.106.630

1.603.243 1.569.843 1.007.079 447.212 2.238.439 1.688.594

Totaal

8.273.059

8.554.410

2007 €

2006 €

LASTEN 18. Personeelskosten De specificatie is als volgt :

Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Andere personeelskosten: Sub-totaal Personeel niet in loondienst

69.023.328 8.472.168 5.419.654 4.327.536 87.242.686 4.933.855

66.031.175 7.898.702 5.059.466 4.997.545 83.986.888 3.400.237

Totaal personeelskosten

92.176.541

87.387.125

De personeelskosten inzake vakantiegeld en eindejaarsuitkering is opgenomen onder de lonen en salarissen. In voorgaande jaren was deze gepresenteerd onder de sociale lasten, en zijn in de vergelijkende cijfers gecorrigeerd. Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Verpleging, verzorging en thuiszorg Kraamzorg WMO

1.833 83 294

2.086 82 0

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden

2.210

2.168

In 2006 vielen de personeelsleden in het WMO segment onder het segment Verpleging, verzorging en Thuiszorg.


30


5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 19. Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa De specificatie is als volgt :

2007 €

2006 €

Nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

0 2.371.175

68.434 2.837.671

Overige afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

0 1.311.990

335 1.669.113

Dotatie afschrijvingen instandhouding

1.172.570

Totaal afschrijvingen

4.855.735

4.575.553

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - verloopoverzichten materiële vaste activa

2007 €

Afschrijving immateriële vaste activa Afschrijving WTZi - vergunningsplichtige vaste activa Afschrijving WTZi - meldingsplichtige vaste activa Afschrijving WMG gefinancierde vaste activa Afschrijving niet WTZi/WMG gefinancierde vaste activa

0 3.018.655 447.884 1.080.137 231.853

Totaal afschrijvingen volgens verloopoverzichten

4.778.529

Dotatie/vrijval egalisatierekening afschrijvingen instandhouding Vrijval a fond perdu

-724.686 647.480

Totaal afschrijvingen resultatenrekening (exclusief dotatie/vrijval egalisatierekening afschrijving)

4.855.735

20. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt :

2007 €

2006 €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen

7.256.723 5.709.998 2.737.178 4.363.489 2.590.723 1.023.929

7.074.799 6.707.100 3.038.482 4.247.522 2.553.121 889.652

23.682.040

24.510.676

Totaal bedrijfskosten

21. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt :

2007 €

2006 €

Rentebaten Sub-totaal financiële baten

169.471 169.471

130.289 130.289

Rentelasten Sub-totaal financiële lasten

-1.679.222 -1.679.222

-2.048.840 -2.048.840

Totaal financiële baten en lasten

-1.509.751

-1.918.551

31


23. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2007 is als volgt:

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

2007 2006 D.C.S. Herfst S S 1-jan-07 1-jan-06 31-dec-07 31-dec-06 J J 1-jan-07 1-jan-06 31-dec-07 31-dec-06 N N N N 100% 100% 158.586 151.800 17.650 5.000 4.231 4.182 17.048 16.542 0 0 0 0 197.515 177.524 40.733 38.580 0 0 154.525 135.758

Naam Aard bestuurder *1 In dienst vanaf (datum) In dienst tot en met (datum) Voorzitter Als voorzitter in dienst vanaf (datum) Als voorzitter in dienst tot (datum) Beëindiging dienstverband ultimo verslagjaar Afspraken werktijden Deeltijdfactor (percentage) Brutosalaris Bruto-onkostenvergoeding Werkgeversbijdrage sociale lasten Werkgeversbijdrage pensioen, vut Ontslagvergoeding Bonussen Totaal bruto inkomen Cataloguswaarde auto van de zaak Eigen bijdrage auto van de zaak Belastbaar loon

2007 J.H. de Visser S 1-jul-07 31-dec-07 N

2007 2006 P.H.L. Jonkergouw S/G S 1-jan-07 1-jan-06 31-dec-06 15-jul-07 *2 N N

N N 100% 91.647 3.150 2.116 9.643 0 0 106.556 0 0 81.739

N N 100% / 70% 81.067 0 2.278 7.046 0 0 90.391 40.805 0 74.812

N N 100% 145.697 3.030 4.305 15.750 0 0 168.782 40.805 0 141.327

*1 S = Statutair bestuurder I = Interim bestuurder N = Niet statutair bestuurder G = Gewezen bestuurder *2 Tot en met 31 maart 2007 als lid raad van bestuur

De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2007 is als volgt:

naam

De heer R.G.P. Jeurissen Mevrouw V. van den Anker Mevrouw W.W.J. van Dalen-Schiphorst De heer J.J. Habicht De heer M.H. Klercq Mevrouw E.M.T.A. Göertz De heer N. Eski

Totaal


functie

Voorzitter Vice-Voorzitter Lid RvT Lid RvT Lid RvT Lid RvT Lid RvT

2007 bezoldiging €

belastbaar loon €

10.000 7.500 5.000 5.000 5.000 833 833

34.166

2006 bezoldiging €

belastbaar loon €

10.000 7.500 5.000 5.000 5.000 833 833

9.000 6.750 4.500 4.500 4.500

9.000 6.750 4.500 4.500 4.500

34.166

29.250

29.250


5.1.10 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2007 Ref.

31-dec-07 €

31-dec-06 €

ACTIVA

Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa

1 2 3

0 9.533.701 175.264 9.708.965

0 8.711.545 59.276 8.770.821

4 5 8

226.765 22.937.438 5.213.045 28.377.248

239.146 19.961.305 8.468.031 28.668.482

38.086.213

37.439.303

Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

Ref. PASSIVA

31-dec-07 €

31-dec-06 €

9

Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen

117.573 6.042.422 1.563.460 7.723.455

117.573 6.309.795 1.622.863 8.050.231

Egalisatierekening afschrijvingen

10

2.588.780

2.511.572

Voorzieningen

11

3.317.905

3.980.784

Langlopende schulden

12

967.932

1.152.199

Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Overige kortlopende schulden

6 13

849.308 22.638.834

1.892.350 19.852.167

38.086.213

37.439.303

Totaal Passiva

33 Jaarverantwoording 2007 • 75


5.1.11 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2007

Ref.

2007 €

2006 €


15

97.575.010

107.954.320


16

16.658.075

4.633.622


17

6.639.497

6.616.459

120.872.582

119.204.401


BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten

18

92.176.541

87.387.125

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

19

2.436.750

2.214.218

Overige bedrijfskosten

20

26.611.285

27.631.701


121.224.576

117.233.044

BEDRIJFSRESULTAAT

-351.994

1.971.357

25.218

70.164

-326.776

2.041.521

0

0

-326.776

2.041.521


21

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten

22

RESULTAAT BOEKJAAR



2007 €

Reserve aanvaardbare kosten Reserve kraamzorg Reserve WMO Niet collectief gebonden vermogen


34

2006 €

612.931 -59.403 -880.304 0

2.003.826 37.695 0 0

-326.776

2.041.521


5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS ACTIVA 2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Terreinvoorzieningen Gebouwen Verbouwingen Installaties Onderhanden projecten Instandhouding Inventaris Vervoermiddelen Automatisering

0 6.307 1.893.825 498.085 2.712.604 251.012 3.572.001 165.416 434.451

5.908 0 2.516.443 685.753 1.300.230 203.407 3.435.038 124.064 440.702

Totaal materiële vaste activa

9.533.701

8.711.545

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven :

2007 €

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen

8.711.545 2.799.155 1.951.125 0 25.874

Boekwaarde per 31 december

9.533.701

3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Deelnemingen Overige leningen Leningen aan personeel

39.600 25.000 110.664

0 0 59.276

Totaal financiële vaste activa

175.264

59.276

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt :

2007 €


59.276

Bij: verstrekte fietsleningen personeel Af: ontvangen aflossing leningen personeel Bij: gestorte waarde deelneming Bij: verstrekte lening

128.081 76.693 39.600 25.000


175.264

4. Voorraden De specificatie is als volgt : Voedingsmiddelen Centraal magazijn Emballage Overige Totaal voorraden

31-dec-07 €

31-dec-06 €

90.346 77.408 8.500 50.511

72.324 102.682 17.151 46.989

226.765

239.146



5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS

5. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Vorderingen op debiteuren Vordering op gemeenten Vorderingen op groepsmaatschappijen Belastingen en premies Vordering stg. KHO Nog te besteden subsidieprojecten Te vorderen subsidie ID-banen Te vorderen bijkomende kosten AWBZ Nog te ontvangen energiebelasting Vooruitbetaalde premie PGGM Vordering afdrachtvermindering Overige vorderingen Overlopende activa

1.664.992 2.140.948 15.485.314 2.860 849.884 351.438 330.944 73.771 132.873 752.431 0 0 1.151.983

1.414.581 0 16.708.819 20.436 116.641 281.375 0 74.974 324.059 0 143.359 68.130 808.931

Totaal vorderingen en overlopende activa

22.937.438

19.961.305

6. Nog in tarieven te verrekenen financieringsoverschot en/of tekort 2004 € Saldo per 1 januari Financieringstekort Financieringsoverschot Sub-totaal Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Sub-totaal mutatie boekjaar

2005 €

2006 €

2007 €

totaal €

42.806

-42.806 -42.806

763.220

1.171.936

763.220 763.220

173.887 708.970 882.857

42.806 1.935.156 -1.892.350 -560.229 0 -560.229

-560.229 173.887 1.429.384 1.043.042 -849.308

Saldo per 31 december Saldo per 31 december Financieringstekort Financieringsoverschot Totaal

-

-

289.079

560.229

Stadium van vaststelling

c

c

c

a

0 849.308 -849.308

a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling Nederlandse Zorgautoriteit Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

2007 €

Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Totaal financieringsverschil


36

2006 €

97.401.123 97.961.352

107.692.976 108.864.912

-560.229

-1.171.936



8. Liquide middelen De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Bankrekeningen Kassen Kruisposten

5.151.245 61.458 342

8.410.658 35.361 22.012

Totaal liquide middelen

5.213.045

8.468.031

PASSIVA 9. Eigen vermogen De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen

31-dec-06 €

117.573 6.042.422 1.563.460 7.723.455

117.573 6.309.795 1.622.863 8.050.231

Kapitaal Saldo per 1-jan-2007 €




117.573

0

0

117.573

117.573

0

0

117.573





Reserve aanvaardbare kosten: RAK verpleging & verzorging, thuiszorg WMO

6.309.795 0

612.931 -880.304

0 0

6.922.726 -880.304

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen

6.309.795

-267.373

0

6.042.422





Reserve Kraamzorg Algemene vrije reserves

416.780 1.206.083

-59.403 0

0 0

357.377 1.206.083

Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

1.622.863

-59.403

0

1.563.460

Het verloop is als volgt weer te geven: Kapitaal

Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:

37




10. Egalisatierekening afschrijvingen Het verloop is als volgt weer te geven:


Dotatie

Onttrekking

€

€


Instandhoudingsinvesteringen A fonds perdu

1.864.084 647.488

1.172.570 0

447.874 647.488

2.588.780 0

Totaal egalisatierekening afschrijvingen

2.511.572

1.172.570

1.095.362

2.588.780

Het verloop is als volgt weer te geven :

2007 €

2006 €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij : indexering niet-bestede investeringsruimte Bij : investeringsruimte verslagjaar Af: investeringen verslagjaar

5.397.980 31.153 2.518.847 559.147

3.373.849 34.596 2.405.278 415.743


7.388.833

5.397.980


2007 €

2006 €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij : indexering niet-bestede investeringsruimte Bij : investeringsruimte verslagjaar

5.627.211 181.114 759.430

5.040.624 159.692 426.895


6.567.755

5.627.211

Verloopoverzicht investeringsruimte instandhoudingsinvesteringen

Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten

Gemelde lopende investeringsprojecten leggen geen beslag op de beschikbare investeringsruimte.

11. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven:


Dotatie

Onttrekking

€

€


Voorziening groot onderhoud Voorziening jubilea Voorziening loonkosten arbeidsongeschiktheid Reorganisatievoorziening

1.528.676 688.602 688.506 1.075.000

286.567 49.256 0 0

122.589 0 688.506 187.607

1.692.654 737.858 0 887.393

Totaal voorzieningen

3.980.784

335.823

998.702

3.317.905

Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De voorziening jubilea betreft een voorziening voor uitkeringen bij jubilea. De voorziening loonkosten arbeidsongeschiktheid betreft een reservering voor personeelsleden die op balansdatum arbeidsongeschikt zijn, en wordt gepresenteerd onder de kort lopende schulden bij verplichtingen aan personeel. De reorganisatievoorziening betreft de bezoldiging van personeelsleden die het reorganisatie-traject doorlopen.


38



12. Langlopende schulden De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

31-dec-06 €

Schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden

618.789 349.142

746.079 406.120

Totaal langlopende schulden

967.932

1.152.199

Het verloop van de schulden is als volgt weer te geven:

2007 €

2006 €

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

1.258.552 0 196.809

1.372.645 0 114.093

Stand per 31 december

1.061.743

1.258.552

93.812 967.932 644.347

106.354 1.152.198 775.288

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage overzicht langlopende leningen. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

13. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt :

31-dec-07 €

Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Bouwcrediteuren Verplichtingen aan personeel Schuld stg. samenwerking dichterbij -ZZG Nog te betalen automatiseringskosten Nog te betalen energiekosten Nog te betalen WMO kosten aan onderaannemers Vooruitgefactureerde WMO-gelden aan Gemeente Nog te betalen cliëntgebonden en locatiegebonden kosten Overige schulden Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva

39

31-dec-06 €

2.767.757 93.812 3.229.994 3.185.801 897.825 2.857.379 2.262.112 512.420 1.908.196 728.159 239.658 257.031 333.248 205.948 54.302 3.105.192

2.910.833 106.354 2.786.068 1.967.583 0 2.938.393 2.125.173 638.604 2.269.815 851.580 756.743 200.484 0 95.865 71.419 2.133.253

22.638.834

19.852.167




14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Huurverplichtingen t Het huurcontract van het pand Aldenhof 31-96 (verzorgingshuis de Doekenborg) is met de verhuurder Woonzorg Nederland afgesloten voor een periode van 10 jaar. De huurprijs bedraagt € 497.760 per jaar. t De locatie Piushove is gehuurd van Woningbouwcorporatie Talis, met een huurcontract tot 2010. De huurprijs bedraagt € 367.934. t De locatie Nw. Malderborgh is gehuurd van Woningbouwcorporatie Portaal. De huurprijs bedraagt € 451.663 t De locatie Nw. Doddendaal is gehuurd van Woningbouwcorporatie Portaal. De huurprijs bedraagt € 284.953. t De locatie de Globe is gehuurd van Woningbouwcorporatie Talis. De huurprijs bedraagt € 109.242. t Overige huurverplichtingen Nijmegen Meijhorst 60-01 Nijmegen, Wolfskuilseweg Nijmegen, Rentmeesterhof Nijmegen, UMCN Lent, St Josef/ Schoolstraat Beek, Culturhus Malden, Malderburch Beuningen, Aldesteeg Ben. Leeuwen Rozenstraat 18 Flexwerk van ROC

2008 137.812 17.448 11.052 8.588 4.000 12.660 7.872 11.992 6.060 12.252 229.736

Met de volgende vastgoed stichtingen Stichting Arcus Stichting Habicura Stichting Thuiszorg Zuid-Gelderland

huur 2007 1.099.092 2.148.352 40.600 3.288.044

De huurprijs is gebaseerd op de werkelijke rente en afschrijvingskosten en wordt jaarlijks achteraf definitief vastgesteld op basis van nacalculatie.



0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0







0,0%

0



0 0


5,0%

0

13.133 13.133

-5.908

0 0 0

0 0

0 5.908

5.908

13.133 7.225


Grond

5.1.13.1 WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa

2% / 2,5%

0

2.799 2.799

0

0 0 0

0 0

0 0

0

2.799 2.799

€

Gebouwen

5.1.13 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA


0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0


41

5,0%

1.720.717

3.082.382 1.361.665

-600.451

0 0 0

11.468 11.468

0 600.451

2.321.168

3.093.850 772.682

Verbouwingen €

5,0%

439.425

1.463.408 1.023.983

-199.461

0 0 0

163.481 163.481

0 199.461

638.886

1.626.889 988.003

0,0%

2.372.350

2.372.350 0

1.072.120

0 0 0

0 0

1.072.120 0

1.300.230

1.300.230 0

Installaties Onderhanden Projecten € €

4.532.492

6.934.072 2.401.580

266.300

0 0 0

174.949 174.949

1.072.120 805.820

4.266.192

6.036.901 1.770.709

Sub-totaal vergunningen €


0 0

0 0

0 0 0

0

0 0

0







0,0%

0



0 0


0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Trekkings Onderhanden rechten Projecten € €

5.1.13.2 WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

€

Sub-totaal



10,0%

251.012

394.430 143.418

47.605

0 0 0

0 0

87.048 39.443

203.407

307.382 103.975

Instandhoudingen €

42

0,0%

135.313

135.313 0

135.313

0 0 0

0 0

135.313 0

0

0 0

Onderhanden Projecten €

386.325

529.743 143.418

182.918

0 0 0

0 0

222.361 39.443

203.407

307.382 103.975

€

Sub-totaal

386.325

529.743 143.418

182.918

0 0 0

0 0

222.361 39.443

203.407

307.382 103.975

Sub-totaal meldingen €


0 0

0 0

0 0 0

0

0 0

0







0,0%

0



0 0


0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0


Grond

5.1.13.3 WMG gefinancierde materiële vaste activa

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

€

Gebouwen



0,0%

0

0 0

0

0 0

0 0

0 0

0

0 0


43

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

Verbouwingen €

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

€

Installaties

10,0%

3.572.001

7.507.743 3.935.742

136.963

41.357 943 40.414

6.200.886 6.200.886

918.064 740.687

3.435.038

12.831.922 9.396.884

€

Inventaris

10,0%

165.416

280.016 114.600

41.352

33.580 13.432 20.148

280.960 280.960

120.612 59.112

124.064

473.944 349.880


20,0%

434.451

1.297.631 863.180

-6.251

0 34.688 -34.688

1.897.877 1.897.877

239.399 280.338

440.702

2.956.109 2.515.407

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0


4.171.868

9.085.390 4.913.522

172.064

74.937 49.063 25.874

8.379.723 8.379.723

1.278.075 1.080.137

3.999.804

16.261.975 12.262.171

Sub-totaal WMG €


0 0

0 0

0 0 0

0

0 0

0


- terugname geheel afgeschreven activa aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen





0,0%

0



0 0


0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0


Grond

5.1.13.4 Niet WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa

0,0%

6.307

6.307 0

6.307

0 0 0

0 0

6.307 0

0

0 0

€

Gebouwen



0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0


44

5,0%

173.108

323.995 150.887

-22.167

0 0 0

0 0

0 22.167

195.275

323.995 128.720

Verbouwingen €

10,0%

58.660

71.151 12.491

11.793

0 0 0

80.344 80.344

15.351 3.558

46.867

136.144 89.277

€

Installaties

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

€

Inventaris

0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0


0,0%

0

0 0

0

0 0 0

0 0

0 0

0

0 0

0,0%

204.941

204.941 0

204.941

0 0 0

0 0

204.941 0

0

0 0


443.016

606.394 163.378

200.874

0 0 0

80.344 80.344

226.599 25.725

242.142

460.139 217.997

Sub-totaal Niet WTZi WMG €


18-mei-93 30-jul-03 30-mei-06 15-okt-97 1-mei-98 25-jul-98 1-feb-97

Gem. Nijmegen Rabobank Gem. Nijmegen Gem. Nijmegen Portaal Portaal SNS Bank

Totaal

Datum

Leninggever

136.134 848.630 150.655 426.553 130.367 45.378 185.142

€

Hoofdsom

20 20 20 20 10 10 20

Totale looptijd

Onderhands Hypothecair Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Hypothecair

Soort lening

7,35% 3,87% 4,40% 6,20% 5,40% 5,00% 6,57%

%

45

196.809

0

1.258.552

€ 6.807 42.433 7.532 19.501 15.494 10.928 94.113

€

Aflossing in 2007

47.646 703.654 75.328 295.058 31.825 10.928 94.113

€

Werke- Restschuld Nieuwe lijke- 31 december leningen in rente 2006 2007

5.1.15 Overzicht langlopende schulden ultimo 2007 (enkelvoudig)

644.347

6.805 449.065 30.131 158.346 0 0 0

40.839 661.221 67.795 275.557 16.331 0 0 1.061.743

€

€

Restschuld Restschuld 31 december over 5 jaar 2007

5 16 9 10 1 0 0

Resterende looptijd in jaren eind 2007

Voor een specificatie van onderhanden projecten wordt verwezen naar de specificatie in de geconsolideerde jaarrekening van Zorggroep Zuid-Gelderland.

5.1.14 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG)


Lineair Lineair Lineair Annuïtair Annuïtair Annuïtair Lineair

Aflossingswijze

93.812

6.807 42.432 7.533 20.710 16.331 0 0

€

Aflossing 2008

Niet van toepassing Hypotheekclausule Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Vordering en en inventaris

Gestelde zekerheden


5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING 5.1.16.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007 SEGMENT VERPLEGING, VERZORGING EN THUISZORG 2007 €

2006 €


97.575.010

107.954.320


1.246.229

915.716


6.570.236

6.592.839

105.391.475

115.462.875

77.841.261

84.382.768

2.436.750

2.214.218

24.525.750

26.932.227


104.803.761

113.529.213

BEDRIJFSRESULTAAT

587.714

1.933.662

25.218

70.164

612.932

2.003.826

0

0

612.932

2.003.826







2007 €

Reserve aanvaardbare kosten


46

2006 €

612.932

2.003.826

612.932

2.003.826


5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING SEGMENT KRAAMZORG 2007 €

2006 €


0

0

3.661.466

3.717.906

69.261

23.620

3.730.727

3.741.526

3.205.061

3.004.357

0

0

585.069

699.474


3.790.130

3.703.831

BEDRIJFSRESULTAAT

-59.403

37.695

0

0

-59.403

37.695

0

0

-59.403

37.695







Reserve kraamzorg

2007 €

2006 €

-59.403

37.695

-59.403

37.695



5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING SEGMENT WMO 2007 €

2006 €


0

0

11.750.380

0

0

0

11.750.380

0

11.130.219

0

0

0

1.500.466

0


12.630.685

0

BEDRIJFSRESULTAAT

-880.305

0

0

0

-880.305

0

0

0

-880.305

0







Reserve WMO-gelden


2007 €

2006 €

-880.305

0

-880.305

0


5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING 5.1.16.2 AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN

2007 €

2006 €

Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen (enkelvoudig): Segment Verpleging, Verzorging En Thuiszorg Segment Kraamzorg Segment Wmo

Resultaat volgens resultatenrekening (enkelvoudig)

612.932 -59.403 -880.305

2.003.826 37.695 0

-326.776

2.041.521

-326.776

2.041.521



5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING 15. Wettelijk budget aanvaardbare kosten

2007 €

2006 €

€

€

107.954.320

103.916.416

-260.744

-104.824

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar

107.693.576

103.811.592

Productieafspraken verslagjaar Overheveling WMO

-317.895 -13.165.063

1.890.494 0

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Correcties voorgaande jaren

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling Prijsindexatie materiële kosten Groei normatieve kapitaalslasten

916.297 120.370 285.385

-164.286 127.170 216.416 1.322.052

Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten - materiële kosten - normatieve kapitaalslasten

782.960 137.063 0

179.300 1.379.587 200.870 0

920.023 Beleidsmaatregelen overheid: - extra middelen verpleging

437.883

1.580.457 0

437.883 Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente - afschrijvingen - huur - overige

135.456 69.290 256.621 0

0 192.379 236.338 -128.591 76.322

461.367 Overige mutaties: - herallocaties e.d

49.180

Correcties voorgaande jaren Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar t


50

376.448

-144.715 49.180

-144.715

173.887

260.744

97.575.010

107.954.320


5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING BATEN 16. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt :

2007 €

2006 €

Kraamzorgprestaties WMO-gelden Persoonsgebonden- en volgende budgetten Overige zorgprestaties

3.720.853 11.797.636 60.322 1.079.264

3.717.906 0 45.227 870.489

Totaal

16.658.075

4.633.622

17. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt :

2007 €

2006 €

Overige subsidies Maaltijden en voedingsopbrengsten Cliëngebonden opbrengsten Detacheringen Huuropbrengsten Overige opbrengsten

1.412.987 1.670.095 1.141.123 633.786 796.737 984.769

1.603.243 1.569.843 1.007.079 447.212 550.298 1.438.784

Totaal

6.639.497

6.616.459

2007 €

2006 €

LASTEN 18. Personeelskosten De specificatie is als volgt :

Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Andere personeelskosten: Sub-totaal Personeel niet in loondienst

69.023.328 8.472.168 5.419.654 4.327.536 87.242.686 4.933.855

66.031.175 7.898.702 5.059.466 4.997.545 83.986.888 3.400.237

Totaal personeelskosten

92.176.541

87.387.125

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Verpleging, verzorging en thuiszorg Kraamzorg WMO

1.833 83 294

2.086 82 0

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden

2.210

2.168

In 2006 vielen de personeelsleden in het WMO segment onder het segment Verpleging, verzorging en Thuiszorg.



5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING 19. Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa De specificatie is als volgt :

2007 €

Nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

2006 €

0 158.332

0 226.671

Overige afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

1.105.848

0 1.040.722

Dotatie egalisatierekening afschrijvingen instandhouding

1.172.570

946.825

Totaal afschrijvingen

2.436.750

2.214.218

De specificatie is als volgt :

2007 €

2006 €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen

7.219.083 5.681.654 2.737.178 4.275.752 5.758.761 938.857

7.074.799 6.707.100 3.038.482 4.247.520 5.792.354 771.446

26.611.285

27.631.701

20. Overige bedrijfskosten

Totaal bedrijfskosten

21. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt :

2007 €

2006 €

Rentebaten Sub-totaal financiële baten

169.471 169.471

130.289 130.289

Rentelasten Sub-totaal financiële lasten

-144.253 -144.253

-60.125 -60.125

25.218

70.164

Totaal financiële baten en lasten


52

5.2

Overige gegevens

5.2.1

Vaststelling en goedkeuring jaarrekening

De raad van bestuur van Stichting Zorggroep Zuid Gelderland heeft de jaarrekening 2007 vastgesteld in de vergadering van 13 mei 2008. De raad van toezicht van de Stichting Zorggroep Zuid Gelderland heeft de jaarrekening 2007 goedgekeurd in de vergadering van 21 mei 2008.

5.2.2

Resultaatbestemming

Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening.

5.2.3

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders

Namens de Raad van Bestuur

Namens de Raad van Toezicht

w.g. de heer D.C.S. Herfst Voorzitter Raad van Bestuur

w.g. de heer R.G.P. Jeurissen Voorzitter Raad van Toezicht

5.2.4

Accountantsverklaring

De accountantsverklaring is opgenomen op de volgende pagina.


Stichting Zorggroep Zuid Gelderland Postbus 9001 6560 GB GROESBEEK

ACCOUNTANTSVERKLARING

Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2007 van Stichting Zorggroep Zuid Gelderland te Nijmegen bestaande uit de balans per 31 december 2007 en de winst-en-verliesrekening over 2007 met de toelichtingen gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur De Raad van Bestuur van Stichting Zorggroep Zuid-Gelderland is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling Verslaggeving WTZi. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Zorggroep Zuid Gelderland per 31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met Regeling Verslaggeving WTZi. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW 2 Titel 9 melden wij dat het jaarverslag, voorzover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 8 van de Regeling Verslaggeving WTZi. Nijmegen, 13 mei 2008 Ernst & Young Accountants namens deze w.g. drs. W.R. den Hartog RA


Zorggroep Zuid-Gelderland Postbus 9001 6560 GB Groesbeek Telefoon: 024 - 366 57 77 E-mail: [email protected] Internet: www. z-z-g.nl

Jaarverantwoording. Al meer dan 100 jaar zorg, wonen en welzijn op maat

Recommend Documents