Gedragsverandering gericht op het niet langer overslaan van ontbijt ten behoeve van een gezonder lichaamsgewicht
Onderzoeker: Esdoornstraat 18 2565 HS Den Haag Denise Smith 06-48560607
[email protected]
SAMENVATTING In het kader van praktijkervaring tijdens de studie Voeding en Diëtetiek aan de Haagse Hogeschool werd ontdekt dat mensen het ontbijt overslaan omdat ze daar of geen tijd voor hebben of denken dat het helpt voor een gezonder lichaamsgewicht. In dit onderzoek wordt eerst gekeken naar de invloed van het overslaan van maaltijden in het voedingspatroon. Het blijkt dat het overslaan van het ontbijt ongezond is en juist kan zorgen voor een hoger lichaamsgewicht. In het tweede deel van het onderzoek wordt bekeken hoe deze kennis in gedragsverandering geïmplementeerd kan worden. Om te zorgen dat cliënten hun gedrag en daarmee hun voedingspatroon aanpassen is het belangrijk dat ze verwachten dat bepaald gedrag een resultaat op zal leveren en dat dit resultaat positief is. Vertaald naar het werkveld van de diëtist houdt dit in dat het belangrijk is de cliënt uit te leggen wat de positieve consequenties kunnen zijn van een ander dieet en de cliënt laten geloven dat de gedragsverandering makkelijk uitvoerbaar is.
VOORWOORD In mijn persoonlijke omgeving zie ik dat vriendinnen maaltijden overslaan, voornamelijk het ontbijt. Ze denken dat ze hier mee gewicht verliezen of hebben simpel weg geen tijd om een verantwoord ontbijt te maken. Ik zag dit bij mijn beste vriendin, zij is uiteindelijk mijn motivatie geweest om dit onderzoek op te zetten. Ze uitte bij mij haar bezorgdheid en frustraties over het feit dat ze goed eet, veel beweegt en veel water drinkt maar nog steeds redelijk stevig blijft. Door haar te vragen hoe haar eetpatroon eruit zag viel mij gelijk op dat ze absoluut niet ontbijt. Ik probeerde haar er van te overtuigen dat ontbijten helpt bij het behalen van een gezond gewicht. Haar antwoord was dat ze in de ochtend geen tijd heeft om te ontbijten en dat als ze wel tijd zou hebben ze dan geen zin zou hebben om brood te eten (dit vind ze te droog). Nadat ik haar erop heb gewezen dat er meer soorten ontbijt bestaan die niet per se brood hoeven te bevatten, viel ze weer terug op haar eerste excuus; het geen tijd in de ochtend hebben om ontbijt te maken. Om haar beter uit te kunnen leggen waarom het ontbijt overslaan slecht voor haar is ga ik dieper in op de invloed van het overslaan van een maaltijd, en meer specifiek het ontbijt. Om te zorgen dat ontbijt een vast onderdeel van de dag wordt wil ik gaan kijken naar het eetpatroon en eetgedrag en hoe je dat precies kan aanpassen. Gedragsverandering is een leuke tak van de psychologie om te onderzoeken. Ik hoop resultaten te krijgen in de vorm van een stappenplan die ik kan toepassen op mijn vriendin en in de toekomst kan gebruiken voor mijn eventuele patiënten.
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING
2
VOORWOORD
3
1.
INLEIDING
5
2.
METHODE
5
3.
LICHAMELIJKE EFFECTEN/COMPLICATIES
6
3.1
Overslaan van maaltijden
6
3.2
Overslaan van ontbijt
8
4.
GEDRAGSTHEORIE
8
4.1
Onderzoeksvraag
8
4.2
Gedrag
9
4.3
Gedragsverandering
9
5.
CONCLUSIE
12
6.
LIMITATIES/DISCUSSIE
12
7.
BIBLIOGRAPHY
12
BIJLAGEN
13
Bijlage 1: titel
13
1. Inleiding Vele onderzoeken zijn gedaan over de relatie tussen (niet) ontbijten en ziektes zoals diabetes, hart- en vaatziektes, kanker en overgewicht. De uitkomsten uit deze onderzoeken geven goed weer dat het aanhouden van een dagelijks goed eetpatroon (waaronder ook een ontbijt valt) de kans op deze ziektes kan verlagen. Zo’n 25% van de Nederlandse bevolking slaat vaak het ontbijt over, om dit getal naar beneden te krijgen moet er gekeken worden naar de kern van het probleem. Uit onderzoek is gebleken dat de grootste oorzaken voor het overslaan van ontbijt zijn: geen tijd in de ochtend en het idee dat een maaltijd overslaan beter is voor gewicht verlies. Om te zorgen dat ontbijt toch een belangrijk onderdeel van dag gaat worden, ga ik kijken naar gedragsverandering in eetpatronen. De psychologie heeft vele studies gedaan over gedragsveranderingen, deze studies worden samengevoegd en geanalyseerd, met als uitkomst een stappenplan voor het toepassen van de gedragsverandering.
2. Methode Dit onderzoek is opgedeeld in twee hoofdstukken; hoofdstuk een is bedoeld om een inzicht te krijgen in de lichamelijke tekorten/complicaties die je zou kunnen ontwikkelen door het regelmatig overslaan van een maaltijd (in dit onderzoek specifiek gericht op het ontbijt). Hoofdstuk twee gaat in op het gedrag, met als afsluiting een deel specifiek gericht op de verandering van het gedrag. Gedrag is door meerde psychologen in kaart gebracht met verschillende theorieën. Een aantal theorieën worden samen gevat in dit artikel. In de bijlage staat een cliënt omschreven op wie ik de theorie heb toegepast. Dit proces is nog bezig bij het afsluiten van het onderzoek. Voor dit onderzoek zijn er diverse boeken over psychologie geraadpleegd. Deze boeken zijn onderdeel geweest van diverse psychologie colleges van de Haagse Hogeschool, Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Utrecht. De informatie over de fysiologische aspecten van het lichaam komen uit de bibliotheek van Den Haag, college boeken van De Haagse Hogeschool en Hogeschool van Amsterdam. Voor extra informatie of verduidelijking van het onderwerp is ook het internet geraadpleegd. Beide hoofdstukken zijn met schoolboeken onderbouwd, dit suggereert dat de bronnen acceptabel zijn als primaire bronnen. De informatie in dit onderzoek is uiteindelijk gecontroleerd door afgestudeerd psycholoog aan de Universiteit van Utrecht: Drs. R.S.Koster. In de bijlage staat een casus van de cliënt die de inspiratie was voor dit specifieke onderzoek. In deze casus staat alles omschreven van introductie gesprek tot werkelijk doel.
3. Lichamelijke effecten/complicaties Maaltijden overslaan en meer specifiek overslaan van het ontbijt is nadelig voor de stofwisseling en resulteert vaker in gewichtstoename dan in gewichtsverlies. De stofwisseling zorgt voor een bepaald evenwicht in het lichaam. Alle processen hangen van elkaar af in het lichaam. De basis functies van de menselijke stofwisseling zijn: - Het vastleggen van chemische energie door de aanmaak van reservestoffen - Het vrijmaken van energie uit o.a. opgenomen stoffen en reservestoffen - De opname van stoffen - Het gebruik van bouwstoffen en energie als bron voor alle biologische processen - Het verwerken van afvalstoffen - Een bepaald teveel aan opbouwstoffen elimineren
3.1 OVERSLAAN VAN MAALTIJDEN Het overslaan van een maaltijd verstoort de stofwisseling dusdanig dat de gehele cyclus verward wordt, met als resultaat dat het lichaamsgewicht toeneemt. Dit komt door verschillende factoren die meespelen tijdens de stofwisseling. Problemen met de spijsvertering Het lichaam heeft een regelmatige voedingsinname nodig om goed te kunnen blijven functioneren. Het voornaamste scenario is om zes eetmomenten op een dag te hebben, waarbij het ontbijt, lunch en diner op het zelfde tijdstip gegeten worden. Dit is vanzelfsprekend een ideaalbeeld maar in praktijk lastiger uit te voeren met name door een wisselende dagindeling. Wanneer je altijd heel onregelmatig eet of maaltijden overslaat, heeft dit gevolgen voor je spijsvertering en stofwisseling, deze zal dan als resultaat onregelmatig zijn en hierdoor raakt je lichaam in de war. (Rolfes, Pinna, & Whitney, 2012 p. 251-254) Vermoeidheid Wanneer er een maaltijd wordt overgeslagen krijgt het lichaam vanzelfsprekend minder voeding binnen. Voeding is de basis voor de brandstof, wanneer er een tekort aan brandstof is, is er automatisch minder energie in het lichaam. Dit kan op zich zelf al leiden tot vermoeidheid. Ook kan verminderde inname van ijzer zorgen voor anemie (bloedarmoede). IJzer is nodig om zuurstof door het lichaam te transporteren. Een van de symptomen van bloedarmoede is vermoeidheid. (Martini & Bartholomew, 2014 p. 455) Hormonen De hormoon huishouding verandert wanneer je maaltijden meerdere dagen achter elkaar overslaat. Het lichaam bestaat uit vele cellen die alles regelen onder invloed van hormonen. Zo regelen ze de stofwisseling, immuunsysteem en het energieverbruik. Zo geven de hormonen een signaal af wanneer je honger heb of wanneer je vol zit.
Zo wordt ook de opslag voor extra vet geregeld door de hormonen. Het is algemeen bekend dat een gezonde lijn beter is voor het lichaam (denk aan overgewicht en de alvleesklier; diabetes). Andere organen hebben ook invloed op ongezonde levensstijlen: alvleesklier, schildklier, de bijnieren maar ook de eierstokken en testes. Alvleesklier Bij onregelmatige eetmomenten raakt de gehele stofwisseling in de war. Wanneer de alvleesklier vaker te veel insuline moet aanmaken gaat de insuline vetopslag stimuleren. Uiteindelijk kan dit ook leiden tot diabetes mellitus. Schildklier De schildklierhormonen reguleren de stofwisseling. Daarnaast stimuleert het de vetverbranding. Logischerwijs is het zo dat wanneer er langdurig te weinig schildklierhormonen gemaakt worden de stofwisseling vertraagt en dat het bijna onmogelijk wordt om het ideale gewicht te bereiken en te houden. Bijnieren De bijnieren zijn kleine belangrijke organen. Ze liggen op de nieren en produceren meerdere hormonen. Een aantal daarvan zijn de stresshormonen cortisol en adrenaline. Cortisol zorgt voor snelle energie, het laat de bloedsuikerspiegel stijgen en versnelt het stofwisselingsproces. Adrenaline zorgt voor een snelle hartslag. Een ander hormoon wat door de bijnieren gemaakt wordt is DHEA, het antistresshormoon, de tegenhanger van cortisol. Een hormoon wat de vetverbranding rond de buik ondersteunt. DHEA kan, als het nodig is, omgezet worden in andere hormonen zoals testosteron. Een te grote aanmaak van cortisol ten opzichte van DHEA stimuleert de vetopslag rond de buikstreek. Ook oestrogeen, progesteron en testosteron kunnen door de bijnieren gemaakt worden maar ook in andere organen als de testes en eierstokken. Niet alleen het mannelijk lichaam maakt testosteron aan ook vrouwen maken een kleine hoeveelheid aan. Bij vrouwen horen progesteron en oestrogeen in balans te zijn. Bij een teveel aan oestrogeen en te weinig progesteron zal het lichaam meer vocht vasthouden en vet aanzetten. Vetcellen maken een stofje aromatase aan wat testosteron omzet in oestrogeen waardoor er bij overgewicht snel een disbalans ontstaat. Het lichaam raakt in de war wanneer je maaltijden overslaat. Ook als er al eerder gegeten is, krijgt het lichaam toch een hongergevoel. Wanneer er dan een maaltijd alsnog wordt overgeslagen zal het uiteindelijk vet gaat opslaan om brandstof te besparen. (Rolfes, Pinna, & Whitney, 2012) Lichaamsfuncties kunnen uitvallen Naarmate er vaker maaltijden overgeslagen worden en het eetpatroon steeds ongezonder wordt, zal dat uiteindelijk resulteren in het minder goed functioneren van het lichaam. Organen kunnen uitvallen of minder goed werken, hierdoor kunnen lichamelijke klachten ontstaan en/of ziektes ontwikkelen.
3.2 OVERSLAAN VAN ONTBIJT Wanneer je dagelijks het ontbijt overslaat zijn niet alleen de voorgaande complicaties van toepassing maar daar komt ook nog bij dat na het ontwaken je lichamelijk moet opstarten. “Na een hele nacht zonder eten, is je lichaam toe aan nieuwe energie. Dat maakt het ontbijt een belangrijke maaltijd. Een goed ontbijt zet de darmen aan het werk. In een voedzaam ontbijt zitten verschillende voedingsstoffen, zoals vezels, vitamines en mineralen.” Vezels komen voor de Nederlandse bevolking het meest uit brood en ontbijt granen, dit maakt een mooie basis voor het begin van de dag. Wanneer de dag wordt begonnen zonder deze belangrijke brandstof zal dat later op de dag gecompenseerd worden met ongezonde snacks en andere suiker- en vetrijke producten. Een groot deel van de energie komt van het ontbijt en is ideaal om de dag mee te beginnen. Het voedingscentrum geeft paar tips voor het zorgen van een goed ontbijt: Heb je moeite om ’s ochtends vroeg te eten? Neem je ontbijt mee voor onderweg. Stop het in een bakje en eet het onderweg in de trein op of bij aankomst op kantoor. Als je houdt van zo lang mogelijk in bed blijven liggen, maak dan je ontbijt al een avond van tevoren. Als je het bewaart in de koelkast, kun je het ’s ochtends eruit halen. En nu niet vergeten hè? Plak desnoods een post-it op je tas of jas. Neem de tijd om rustig van je ontbijtje te genieten. In een hoog tempo je ontbijt naar binnenschuiven is niet verstandig. Je proeft dan amper wat je aan het eten bent. Eten met aandacht is dus belangrijk. Goed voorbeeld doet goed volgen. Ook kinderen hebben een goed ontbijt nodig. Eet daarom in alle rust met kinderen aan tafel. Om tijd te besparen, is het handig om de tafel al ’s avonds te dekken. Dan hoef je alleen nog de gekoelde producten uit de koelkast te pakken. (Voedingscentrum, 2015)
4. Gedragstheorie 4.1 ONDERZOEKSVRAAG Wanneer je maaltijden overslaat, ben je op een verkeerde manier met eten bezig. Het beïnvloed de gedachten die je hebt rondom voedsel. Je kan gaan denken dat je het niet nodig hebt, dat het geen prioriteit is, maar je kunt voedsel juist ook als verplichting zien in plaats van als iets lekkers. Je kunt negatieve associaties krijgen waardoor je beeld rondom eten geheel vervormd. Dit is niet ten goede van je lichaam en gezondheid. Maar wat definieert nou precies het gedrag? En hoe kan je het beste het gedrag aanpassen? Dat wordt in de volgende hoofstukken behandeld en beantwoord.
4.2 GEDRAG Gedragsdefinitie Gedrag bestaat uit drie componenten; bewust gedrag, onbewust gedrag en innerlijk gedrag. Veel van deze gedragseigenschappen zijn erfelijk bepaald. Maar toch zijn er bepaalde aspecten van het gedrag die beïnvloed kunnen worden door bijvoorbeeld sociale-, culturele en spirituele-, fysische-, psychische- en fysieke factoren. Bewust gedrag Dit is het gedrag waar we bewust over nadenken voor ze wordt uitgevoerd. Dit beslaat ongeveer 5% van ons gedrag. Dit zijn de waarneembare handelingen, deze kunnen we zien als ze bij de ander uitgevoerd worden, denk hierbij aan; fietsen, wandelen, sporten, eten koken en stofzuigen.
Onbewust gedrag Er bestaan ook onbewuste handelingen, dit is de overige 95% van het gedrag. Dit wordt ook wel reflexen genoemd. Een reflex is een automatisch gestuurde handeling die we niet bewust aansturen. Onder onbewuste handelingen wordt ook gerekend het spontane gedrag, zoals auto rijden maar aan het einde van de rit kan je je soms niet herinneren waar je precies gereden heb. Onbewust gedrag bestaat uit de dagelijkse gewoontes van een mens, hoe hij of zij met iemand anders omgaat. Dit onbewuste gedrag bepaalt dus voor een groot deel hoe je bent als mens en hoe je wordt ervaren door anderen. Innerlijk gedrag Naast uiterlijk waarneembaar gedrag bestaat er ook innerlijk gedrag. Innerlijk gedrag is bijvoorbeeld dromen, nadenken of een emotie zoals angst of boosheid. De invloed van erfelijke factoren en omgevingsfactoren Het gedrag wordt ook bepaald door erfelijke factoren en door omgevingsfactoren. Erfelijke factoren bepalen vaak je uiterlijk en het lichamelijk functioneren van een mens. Ze bepalen ook in bepaalde mate de eigenschappen als intelligentie, koppigheid, creativiteit enz. Er zijn diverse onderzoeken gedaan over de relatie tussen erfelijkheid en gedrag en de invloed van erfelijkheid op gedrag is nog discutabel. De studie van gedrag en omgeving wordt door behavioristen onderzocht en er zijn vele bronnen die deze theorie bekrachtigen. Volgens de behavioristen is alles in feite aan te leren. Dus ook het veranderen van gedrag is volgens deze behavioristen mogelijk. (Zimbardo, Johnson, & McCann, 2009)
4.3 GEDRAGSVERANDERING De gedachte achter gedragsverandering is dat individueel gedrag wordt gedreven door gedragsvoornemens. Gedragsvoornemens zijn het product van de individuele houding tegenover bepaald gedrag en subjectieve normen jegens het gedrag.
De individuele houding die je hebt tegenover bepaald gedrag wordt gedefinieerd door je eigen positieve en negatieve gevoelens over het gedrag. Deze houding wordt bepaald door je eigen overtuigingen wat het gedrag zal opleveren en hoe positief dat resultaat is. De algemene houding kan worden beoordeeld aan de hand van een som: verwacht resultaat van het gedrag x de wenselijkheid van dat resultaat. De subjectieve normen jegens het gedrag worden gedefinieerd door de eigen individuele perceptie, hoe mensen dichtbij de persoon zelf denken over het uit te voeren gedrag. Hoe dichter mensen bij de persoon staan hoe belangrijker hun mening is. De totale subjectieve norm kan omschreven worden met de formule: som van alle meningen van bekenden x hoe belangrijk deze mensen zijn voor de persoon. De theorie suggereert dat het gedrag van een persoon wordt bepaald door de gedragsvoornemens van het uit te voeren gedrag. De gedragsvoornemens zijn de optelsom van de individuele houding en de subjectieve norm jegens het gedrag. De beste voorspeller voor gedrag zijn gedragsvoornemens. De bedoeling is dat je zelf bereid bent om bepaald gedrag uit te voeren en dat mensen in de omgeving positief zijn over dat gedrag. De theorie van gedragsverandering stelt dat voornemens alleen succesvol kunnen worden uitgevoerd als de houding ten opzichte van het gedrag positief is. Om de stap van gedragsvoornemens naar daadwerkelijk gedrag te maken is het ook nodig dat de persoon een perceptie van controle heeft over het gedrag. Met andere woorden; hoe moeilijk is het om het gedrag te veranderen. Zodra je iemands gedragsvoornemens, huidige houding tegenover het gedrag, de subjectieve norm en de waargenomen moeilijkheden weet, kan je persoon in kwestie overtuigen tot actie. Des te beter deze gedragspatronen des te makkelijker is het om bepaald gewenst gedrag uit te voeren. Gedragsverandering is in kaart gebracht door Azjen in 1988. Hij heeft een model gemaakt waarin goed staat weer gegeven hoe je te werk moet gaan om het gedrag te veranderen.
Simpel gezegd: wanneer je houding tegen over het gedrag en subjectieve normen jegens het gedrag samen komen tot het voornemen om gedrag te veranderen is de slagingskans op het daadwerkelijke gedragsverandering groot. Toepassing op overslaan van maaltijd/ontbijt Wanneer het gaat om gedragsverandering in verband met met maaltijden overslaan, is het goed om de cliënt te informeren over de ernstige complicaties die kunnen ontstaan door het regelmatig overslaan van het ontbijt. Daarnaast is het belangrijk te vertellen dat wanneer je wel ontbijt eet in de ochtend, dat juist gewichtsafname op gezonde manier bevordert. Als we kijken naar het model van Azjen kunnen we deze invullen. Het gewenste gedrag is; het niet meer overslaan van maaltijden om gezond gewicht te behouden. Zodra de cliënt de positieve effecten weet van het wel eten van de maaltijden in plaats van negatieve associaties die ze in hun hoofd hebben gehaald, zijn ze eerder bereid het gedrag te veranderen. Om die gedragsverandering makkelijker te maken is het belangrijk om waargenomen moeilijkheden weg te nemen.
5. Conclusie Het overslaan van het ontbijt of maaltijd heeft verkeerde associaties. Sommige denken dat door minder eten je automatisch wat kilogrammen kwijt raakt. Maar het behouden van een regelmatig eetpatroon (ontbijt, lunch en diner) heeft een positief effect op het behoud van een gezond gewicht en gemakkelijker gewichtsverlies. Wanneer je lichaam een verandering mee maakt in de stofwisseling heeft dat veel schadelijke effecten voor je lichaam. Na langere periode kan het zelfs permanente schade aanrichten. Het verstoort de gehele hormoonhuishouding in het lichaam, creëert een verslechterde spijsvertering en veroorzaakt vermoeidheid. Wanneer je maaltijden bewust aan het overslaan ben, moet er gekeken worden of dat gedrag veranderd kan worden. Volgens Azjen is dit vrij makkelijk te doen. Er moet gekeken worden naar de motivatie, houding, subjectieve norm en waargenomen moeilijkheden voor het gewenste gedrag. Wanneer deze duidelijk zijn kan je op gedragsverandering inspelen. Belangrijk daarbij is goede voorlichting waarbij ingegaan wordt op het positieve effect van gedragsverandering. Als de cliënt veel moeilijkheden ziet om het gedrag te veranderen is het belangrijk om daar alternatieven en oplossingen voor aan te rijken.
6. Limitaties/discussie De conclusies uit dit onderzoek zijn dat een regelmatig eetpatroon belangrijk is en dat de beste manier om het gedrag van cliënten in de positieve zin te beïnvloeden is om goede voorlichting te geven. In dit onderzoek is niet ingegaan op studies die meten hoe effectief de psychologische theorie in de praktijk werkt. Bovendien is het moeilijk om met een persoonlijk gesprek de subjectieve norm aan te passen. Daarvoor is wellicht toch communicatie op een hoger niveau nodig. Denk daarbij aan reclame en het veranderen van de opvattingen over voeding in de hele gemeenschap. Wat betreft het overslaan van maaltijden is duidelijk dat regelmaat beter is voor de gezondheid. Het zou interessant zijn om nog verder in te gaan op de inhoud en hoeveelheid van de maaltijden.
7. Bibliography Gray, P. (2011). Psychology. New York: Worth Publisher. Irene van Blommestein, A. v. (2009). Kook ook. Wormer: Immerc bv. Martini, F. H., & Bartholomew, E. F. (2014). Anatomie en fysiologie. Nutrition helath and wellness. (sd). Opgehaald van nestle.nl: http://www.nestle.nl/nhw Rolfes, S. R., Pinna, K., & Whitney, E. (2012). Understanding normal and clinical nutrition. Voedingscentrum. (2015). Voedingscentrum - gezond ontbijt. Opgehaald van Voedingscentrum: http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijf-van-vijf/eet-niet-teveel-enbeweeg/wat-is-een-goed-ontbijt.aspx Zimbardo, P. G., Johnson, R. L., & McCann, V. (2009). Psychologie een inleiding (Vol. 6). Amsterdam.
BIJLAGEN BIJLAGE 1: TOEGEPASTE GEDRAGSVERANDERING: Voor dit deel heb ik met de client vier afspraken gemaakt over de verloop van 1 januari tot 14 mei. In dit tijdsbestek wil ik vier maal met haar afspreken, met als doel informatie vergaren, plan voorleggen, persoonlijke gegevens meten (BMI, pal waarde etc) en uiteindelijk er voor zorgen dat ze gaat ontbijten om op een gezond gewicht te komen en te blijven. Afspraak 1: woensdag 11 februari 2015 Ik heb haar gewicht opgemeten en lengte, zodat ik later haal palwaarde kan uitrekenen. Gewicht in kg: 67,4 Lengte in cm: 170 Leeftijd: 24 Ik heb haar gevraagd naar de gewoonte om het ontbijt over te slaan, wat is hiervan de achterliggende gedachten? Ze gaf aan in de ochtend niet veel tijd te hebben voor ontbijt. Bij het ontwaken gaat ze vaak snel de paarden eten geven om vervolgens snel onder de douche te springen en te vertrekken voor haar werk. Onderweg in de auto pakt ze dan wat voor handen ligt en dit zijn vaak ongezonde koeken zoals stroopwafels. Haar verdere eet patroon is heel gezond. Ze drinkt voldoende thee, melk en koffie per dag. En tussen de middag boterhammen met vleeswaren en in de avond een hollandse maaltijd (aardappels, groente, vlees). Het probleem zit hem echt in dat ontbijt moment. Wel vind ze yoghurt producten lekker als breaker, vifit of andere soortgelijke producten Even onderzoeken welke van deze producten voldoen aan de term ‘ontbijt’ volgens de richtlijnen goede voeding. Resultaten van client: BMI: gewicht/(lengte x lengte) 67,4/28900= 1,9 Energie behoefte uitgerekend via het Harris and Benedict formule: 447,593 x (9,247 x G) + (3,098 x H) – (4,33 x L) = kcal 447,593 x (9,247 x 67,4) + (3,098 x 170) – (4,33 x 24) = 1493,57 kcal
Volgens dit schema heeft mijn client een pal waarde van 1.8 de grens tussen veel inspanning vrije tijd en zittende arbeid afgewisseld met rondlopen. Om de volledige energie iname te bereken, zal de kcal vermedigvuldigd worden met de pal waarde Dit wordt dan 1,8x1493,57=2688,42 kcal, afgerond: 2688 kcal. Wanneer ik voorgestelde dag menu’s maak ga ik hier rekening mee houden. Voor de volgende afspraak ga ik op papier zetten waaraan een volledig ontbijt moet voldoen qua vezels, kcal etc. Voor afspraak 2 vrijdag 13 maart Ontbijt moet ongeveer 260 – 350 kcal bevatten. Volgens de richtlijnen voedselkeuze moet een goed ontbijt voornamelijk bestaan uit vezelrijke producten zoals volkorenbrood en granen. En als criteria wordt gesteld: meer dan 1,3 gr/100 kcal vezel. (Voedingscentrum, 2011) Om te beginnen gaan we kijken of ze ‘Brinta wake up’ lekker vind. Dit is een variant van brinta die je kan mengen met koude melk, in een shaker en zo mee naar het werk. Voedingswaarde ‘Brinta wake up’ Per portie 20 gr en 175 ml halfvolle melk Kcal: 165 Vezels: 3 gr (Brinta) Qua vezels is deze shake een goed begin. Ik heb twee doosjes aangeschaft de naturel en de banaan variant. Gaan we tussen de afspraken kijken welke ze het beste bevalt of helemaal niet. Afspraak 2: vrijdag 13 maart. Begonnen met de theorie toepassing. Ik heb haar de voordelen van het wel ontbijten uitgelegd. Dat ontbijt niet alleen hoeft te bestaan uit brood en dat er diverse alternatieven zijn. Ik heb haar de brinte verpakkingen gegeven, en gevraagd of ze in ieder geval deze wake
up wilde proberen. Na twee weken neem ik contact op en kijken of de ‘brinta wake up’ bevalt. Ze gaf zelf aan ‘breakers’ van Friesche vlag lekker te vinden. Ik ga kijken of hier voldoende nutrienten in zitten voor een compleet ontbijt.
Vrijdag 27 maart. Telefonisch contact gehad. Brinta shakes beviel wel maar werden snel eentonig. Terecht, een vol goed ontbijt moet veelzijdig zijn. De snelheid waarmee de shakes gemaakt worden bevalt de client wel. In combinatie met een breaker , vind ik persoonlijk een goede start van de dag. Afgesproken om met drie, vier weken elkaar weer te zien en kijken of er al wat gewicht af is. Afspraak 3: woensdag 22 april. Derde afspraak met de client. Ze gaf gelijk aan met veel enthousiasme te experimenteren met ontbijtyoghurtjes. Zoals breakers, vifit, goedemorgen en andere soorten. Enthousiasme vind ik leuk. Voor mij een teken dat het plan werkt. Ze heeft nog wel moeite met elke dag ontbijten soms heeft ze echt geen tijd en sluipt de oude gewoonte erin. In dit geval pakt ze weer de ongezonde koeken uit de auto. Ter voorbereiding op dit, heb ik sandwich crackers gekocht van bellavita en deze in de auto omgeruild voor de ongezonde varianten. Client op de weegschaal gezet: Kg: 65,8 Van 67,4 naar 65,8 = 1,6 kilogram verschil. Mooie afronding van het gesprek. Nog een laaste gesprek in plannen voor evaluatie, laatste weging etc. Afspraak 4: woensdag 6 mei. Een aantal dagen nog tot haar grote dag. Ze is erg tevreden met het resultaat en met haar nieuwe ontbijt patroon. Ze had al aan gegeven zelf te experimenteren met diverse ontbijt varianten maar de varianten die vloeibaar zijn (brinta of yoghurt) zijn haar favorieten. Een laatste keer op de weegschaal kijken of de resultaten net zo goed zijn, houd hierbij wel rekening met het feit dat het 18:30 is en dat ze de gehele dag heeft gegeten. Kg: 65,4 Ik ben zeer tevreden met deze cijfers. De client voelt zich beter, ze is er van bewust dat een gezond voedingspatroon resulteert in een gezond gewicht en dat er andere gezondere manieren zijn om gewicht te verliezen.