Gedragscode voor de deelraad van Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam Regels over de zuiverheid van de besluitvorming maart 2012
Inhoudsopgave
Inleiding
1
1
Over de zuiverheid van de besluitvorming
3
2
Regels rondom belangenverstrengeling
4
3
Regels rondom het voorkomen van corruptie
6
Aannemen van geschenken
6
Aannemen van faciliteiten en diensten
6
Aannemen van lunches, diners en recepties
7
Accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
7
4
Regels rondom het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen
8
5
Regels rondom informatie
9
6
Regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de vergadering en
10
7
Regels rondom de gedragscode zelf
11
Bijlage 1
Specifiek uitgesloten combinaties van functies
Bijlage 2 Specifiek verboden overeenkomsten/handelingen Bijlage 3 Verwijzingen naar de Wet per gedragscode artikel Bijlage 4 Regels omtrent gebruik van gemeentelijke voorzieningen, vergoedingen en declaraties Bijlage 5 Reglement van orde
2
Gedragscode voor de deelraad
Inleiding
Een groot deel van de artikelen in een gedragscode voor politici blijkt bij nader inzien de bedoeling te hebben de zuiverheid van de besluitvorming op een zichtbare wijze zeker te stellen. Dat hoeft geen verbazing te wekken aangezien het nemen van besluiten over de inzet van overheidsmacht en gemeenschapsgeld de kerntaak van de politiek is. De zuiverheid van de besluitvorming moet daarbij worden gezien als minimale voorwaarde voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming, waar het uiteindelijk om te doen is. Naast regels die betrekking hebben op de zuiverheid van de besluitvorming is het gebruikelijk dat gedragscodes voor politici ook artikelen bevatten die betrekking hebben op een drietal andere onderwerpen; de omgang met vergoedingen en middelen, de omgang met informatie, de onderlinge omgang. Deze code volgt dit gebruik.
Besluitvorming en onwenselijke beïnvloeding Het politieke besluitvormingsproces kent verschillende fases. Voor het bestuursbesluit zijn dat het ambtelijk advies, het voorstel van de portefeuillehouder aan het bestuur, het beraad in het bestuur, het besluit door het bestuur. Voor de deelraad zijn dat onder andere het overleg in de commissie, de positiebepaling door de fractie, het debat in de deelraad, de stemming in de deelraad. De zuiverheidregels van deze code hebben, ook waar dat niet expliciet vermeld staat, betrekking op alle fases van de besluitvorming. De zuiverheid van de besluitvorming kan op twee manieren worden aangetast. Allereerst door belangenverstrengeling, vervolgens door corruptie. In het geval van belangenverstrengeling heeft een politicus zijn1 invloed op het besluitvormingsproces en/of zijn stem gebruikt om een persoonlijk belang veilig te stellen, of het belang van een ander(e organisaties) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. In het geval van corruptie heeft een politicus zijn invloed op het besluitvormingsproces en/ of zijn stem laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem door anderen zijn gegeven of in het vooruitzicht zijn gesteld.
1 Daar waar staat ‘hij’ of ‘zijn’ dient ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen te worden.
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
1
Vertrouwen in de politiek De ‘regels rondom de zuiverheid van de besluitvorming’ zijn opgesteld om alle politici te ondersteunen bij het zuiver houden van de gehele besluitvorming. Of dat nu in het College/ dagelijks bestuur plaatsvindt dan wel in de (deel)raad. De zuiverheid van de besluitvorming zeker stellen, houdt in dat politici niet alleen corruptie en belangenverstrengeling dienen te voorkomen, maar ook dat zij hun uiterste best doen ook de schijn ervan te vermijden. Op die manier behouden zij het vertrouwen van de burgers in de politiek: een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van de democratie, de rechtstaat en de gehele overheid.
Voor wie zijn deze regels geschreven? De regels van deze code gelden voor de deelraadsleden en duodeelraadsleden van Stadsdeel Nieuw-West.
Waarop zijn deze regels gebaseerd? Een aantal bronnen zijn leidend geweest: de Wet, in het bijzonder de Gemeentewet, de Eed voor raadsleden en bestuurders, de Kieswet, de modelgedragscode van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Gedragscodes van de gemeenteraad en de stadsdelen van Amsterdam. Verder hebben de gedragscode bijeenkomsten die Bureau Integriteit heeft gehouden in de raadsperiode 2006-2010 materiaal voor deze modelcode opgeleverd. In deze bijeenkomsten zijn onduidelijkheden in de bestaande gedragscodes aan het licht gekomen, die in deze nieuwe code zoveel mogelijk worden uitgebannen. In bijlage 3 treft u per artikel van deze code de onderliggende wetsartikelen aan. Het kan zijn dat de wetsartikelen waarnaar in deze code wordt verwezen in de loop van de tijd worden aangepast. In dat geval geldt de aangepaste wettekst. Ook als er wetsartikelen op het gebied van bestuurlijke en politieke integriteit worden toegevoegd aan de Gemeentewet dan zijn deze onverkort van toepassing. maart 2012
2
Gedragscode voor de deelraad
1 Over de zuiverheid van de besluitvorming Artikel 1 Ieder deelraadslid bewaakt de zuiverheid van de besluitvorming.
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
3
2 Regels rondom belangenverstrengeling
Artikel 2 Een deelraadslid mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. Artikel 2.1 Een deelraadslid moet actief en uit zichzelf de schijn van belangenverstrengeling tegengaan. Toelichting: De wetgever heeft deelraadsleden op vier manieren extra bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan. (1) De wetgever verbiedt deelraadsleden te stemmen over kwesties waar belangenverstrengeling dreigt; dat zijn kwesties waar het deelraadslid zelf een belang bij heeft, of kwesties waarbij het gaat om een belang van een persoon of organisatie waarbij het raadslid persoonlijk betrokken is.
(3) De wetgever eist van deelraadsleden dat zij al hun functies en al hun substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zaken doen met het stadsdeel, bekendmaken. Op die manier wordt het voor andere deelraadsleden, bestuurders, fractievoorzitters, partijbestuurders, griffier en de stadsdeelsecretaris mogelijk een raadslid te waarschuwen voor de kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt. Ook de pers en de burger kunnen op basis daarvan hun controlerende taak uitoefenen. (4) De wetgever verbiedt deelraadsleden gedurende een bepaalde periode na hun zittingstermijn buiten een dienstverband om betaalde werkzaamheden voor het stadsdeel te verrichten. In Amsterdam is die periode bepaald op een jaar.
(2) In een aantal gevallen vindt de wetgever dat die bescherming door het verbod te stemmen niet ver genoeg gaat. In die gevallen verbiedt de wetgever deelraadsleden expliciet bepaalde welomschreven functies te bekleden, rollen te vervullen en (rechts) handelingen uit te voeren. In de artikelen 2.4 en 2.5. van deze gedragscode wordt naar die verboden verwezen. In bijlage 1 en 2 van deze gedragscode treft u een opsomming aan van deze verboden combinaties. Het wordt dringend aangeraden deze bijlagen nauwkeurig te bestuderen.
4
Gedragscode voor de deelraad
Artikel 2.2 Een deelraadslid onthoudt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt; het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.
Artikel 2.7 Door de griffier van de deelraad wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met functies van raadsleden. Op deze lijst wordt tevens vermeld of de werkzaamheden al dan niet bezoldigd zijn.
Artikel 2.3 Een deelraadslid onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling dreigt, niet alleen van stemming maar ook van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 2.8 Een deelraadslid doet opgaaf van al zijn substantiële financiële belangen waaronder aandelen, opties en derivaten – in ondernemingen waarmee het stadsdeel zaken doet of waarin het stadsdeel een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.
Artikel 2.4 Een deelraadslid mag bepaalde in de Gemeentewet opgesomde functies niet uitoefenen in combinatie met zijn politieke functie (zie bijlage 1).
Artikel 2.9 Door de griffier van de raad wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met gemelde financiële belangen van deelraadsleden.
Artikel 2.5 Een deelraadslid mag bepaalde in de Gemeentewet genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan in combinatie met zijn politieke functie (zie bijlage 2).
Artikel 2.10 Oud-raadsleden worden gedurende een jaar na het eind van de zittingstermijn uitgesloten van het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden bij het stadsdeel.
Artikel 2.6 Een deelraadslid maakt openbaar welke betaalde en onbetaalde functies hij vervult.
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
5
3 Regels rondom het voorkomen van corruptie
Artikel 3 Een deelraadslid mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld. Artikel 3.1 Een deelraadslid moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
Aannemen van geschenken Toelichting: Geschenken zijn een sluiproute. Ze kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze wekken in ieder geval de schijn.
Artikel 3.2 Een deelraadslid neemt geen geschenken aan die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden. Artikel 3.3 Indien een deelraadslid toch geschenken uit hoofde van zijn functie heeft ontvangen, dienen deze te worden teruggegeven of teruggestuurd naar de gever onder vermelding van het feit dat deelraadsleden geen geschenken mogen aannemen.
6
Artikel 3.4 Een deelraadslid mag per uitzondering een geschenk niet teruggeven of terugsturen, namelijk in gevallen waarin het terugsturen de gever ernstig zou kwetsen of bijzonder in verlegenheid zou brengen; of als het teruggeven of terugsturen om praktische redenen onwerkbaar is. Artikel 3.5 Als geschenken om een van de in artikel 3.4 genoemde redenen niet zijn teruggegeven of -gestuurd wordt dit gemeld aan de griffier. De geschenken worden dan eigendom van het stadsdeel en er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. De griffier van de deelraad zorgt voor de registratie van giften en hun bestemming. Artikel 3.6 Alleen als het gaat om incidentele bagatelgeschenken die om een van de in artikel 3.4 genoemde redenen niet zijn teruggegeven of - gestuurd, mag het deelraadslid het geschenk zelf houden.
Aannemen van faciliteiten en diensten Toelichting: Het accepteren van faciliteiten of diensten van derden kan een afhankelijkheid creëren, of een dankbaarheid, die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. In ieder geval ontstaat er de schijn van beïnvloeding.
Gedragscode voor de deelraad
Artikel 3.7 Een deelraadslid accepteert geen faciliteiten en diensten van derden die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden. Artikel 3.8 Een deelraadslid accepteert per uitzondering faciliteiten of diensten van derden als het weigeren ervan het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar zou maken en de schijn van corruptie minimaal is. Artikel 3.9 Een deelraadslid gebruikt faciliteiten of diensten van derden die uit hoofde of vanwege de raadsfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.
Aannemen van lunches, diners en recepties Toelichting Rond lunchen en dineren op kosten van derden hangt de geur van het ‘old boys network’, waar achter de schermen zaken worden gedaan. De verplichting actief het ontstaan van de schijn tegen te gaan, betekent dat het lunchen, dineren of naar recepties gaan op kosten van derden waar mogelijk moet worden vermeden. Er is apart budget gereserveerd om deel te nemen aan lunches, diners, recepties en werkbezoeken die voor het stadsdeelwerk noodzakelijk zijn.
Accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken Toelichting Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor het reizen op kosten van derden. Dat wordt in de regel met grote argwaan bekeken. Het is beter alle schijn te vermijden en hiervoor het eerder genoemde budget aan te wenden.
Artikel 3.11 Een deelraadslid accepteert werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door derden betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd te worden besproken in een door de deelraad aan te wijzen commissie. De invitatie mag alleen geaccepteerd worden als het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor het stadsdeel en de schijn van corruptie minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd een verslag gemaakt voor de deelraad.
Artikel 3.10 Een deelraadslid accepteert lunches, diners en recepties die door derden betaald worden, alleen als dat voor het raadswerk noodzakelijk is en de schijn van corruptie minimaal is.
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
7
4 Regels rondom het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen Toelichting: Deelraadsleden krijgen voor hun deelraadswerk de beschikking over een aantal middelen en voorzieningen van de gemeente. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat die privé, voor werk elders, of voor de partij worden ingezet. Gebeurt dat toch dan is er sprake van fraude.
Artikel 4 Een deelraadslid maakt geen gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé of partijdoeleinden.
8
Artikel 4.1 Een deelraadslid houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van interne voorzieningen van algemene aard, zoals fractiekamers, computerapparatuur met toebehoren, telefoon, fax en dergelijke (zie bijlage 4). Artikel 4.2 Een deelraadslid houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld met betrekking tot onkostenvergoedingen en declaraties (zie bijlage 4).
Gedragscode voor de deelraad
5 Regels rondom informatie Toelichting: Het handelen van de overheid, wetten, verordeningen en beleid hebben grote invloed op het leven van burgers. Daaruit volgt dat de burger er recht op heeft over het overheidshandelen goed geïnformeerd te worden. De burger is daarenboven de soeverein. Dat betekent dat hij er ook recht op heeft de onderliggende redeneringen en afwegingen te kennen en te weten wie welke positie heeft ingenomen. Dat schept bij elkaar opgeteld de verplichting voor ambtenarij, bestuur en deelraad de burger nauwkeurig en op tijd op de hoogte te brengen van wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd. Dat neemt niet weg dat het ook voorkomt dat er informatie rond overheidshandelen niet bekend en verspreid mag worden. Het gaat dan altijd om gevallen waarin het openbaar maken zou leiden tot het schenden van rechten van burgers, tot het onterecht toebrengen van schade aan burgers, of schade aan collectieve belangen.
Artikel 5.1 Een deelraadslid betracht maximale openheid als het gaat om beleid en beslissingen en om de beweegredenen daarvoor. Hij handelt in overeenstemming met (de geest van) de Wet openbaarheid van bestuur. Artikel 5.2 Een deelraadslid die de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens. Behalve als de wet hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit. Artikel 5.3 Een deelraadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.
Tenslotte speelt ook rond informatie het risico op belangenverstrengeling of corruptie.
Artikel 5 De deelraad ziet erop toe dat het van het bestuur en de afzonderlijke leden inclusief de voorzitter alle inlichtingen krijgt die de deelraad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
9
6 Regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de vergaderingen
Toelichting: Elk deelraadslid en elke bestuurder is een medemens, medeburger en mede gekozen volksvertegenwoordiger. Op basis daarvan verdient ieder deelraadslid en iedere bestuurder respect. Een respectvolle omgang met elkaar maakt het daarnaast beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop men in de deelraad met elkaar omgaat van invloed op de geloofwaardigheid van deelraadsleden en bestuurders.
Artikel 6.1 Deelraadsleden bejegenen elkaar correct in woord, gebaar en geschrift. Deelraadsleden bejegenen het bestuur correct in woord, gebaar en geschrift. Artikel 6.2 Deelraadsleden houden zich tijdens de vergaderingen aan het reglement van orde en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op (zie bijlage 5).
Artikel 6 Deelraadsleden gaan respectvol met elkaar om. Deelaadsleden gaan respectvol met het bestuur om.
10
Gedragscode voor de deelraad
7 Regels rondom de gedragscode zelf
Toelichting: De deelraad is het hoogste bestuursorgaan van het stadsdeel. Derhalve stelt de deelraad de gedragscode voor zichzelf en voor het bestuur vast. De bepalingen in de kieswet, de gemeentewet en de algemene wet bestuursrecht blijven geldig. Ieder bestuurslid waakt over de naleving van de code door het bestuur en zijn individuele leden. Daarnaast ziet ook de deelraad toe op de naleving van de code door het bestuur en individuele bestuursleden.
Artikel 7.1 De deelraad ziet erop toe dat het bestuur de gedragscode van het bestuur naleeft. Artikel 7.2 De deelraad ziet erop toe dat de voorzitter van het dagelijks bestuur de gedragscode van de voorzitter van het dagelijks bestuur naleeft. Artikel 7.3 De deelraad ziet erop toe dat de deelraad, de fracties en de individuele deelraadsleden de gedragscode van de deelraad naleven.
Ieder deelraadslid waakt over de naleving van de code door de fracties en individuele deelraadsleden. De deelraad controleert zichzelf in deze. De handhaving van de code is een gedeelde verantwoordelijkheid. Bijzondere rollen zijn weggelegd voor de voorzitters van bestuur en deelraad, voor het presidium en/of seniorenconvent, voor de fractievoorzitters, voor een eventuele specifieke commissie van de deelraad, voor de griffier, voor de besturen van partijen en afdelingen.
Artikel 7 De deelraad stelt de gedragscode vast voor de raad, het bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur.
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
11
Bijlage 1 Specifiek uitgesloten combinaties van functies Deelraadsleden (Gemeentewet, artikel 89) 1 Een lid van een deelraad is niet tevens: a. minister; b. staatssecretaris; c. lid van de Raad van State; d. lid van de Algemene Rekenkamer; e. Nationale ombudsman; f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman; g. commissaris van de Koning; h. gedeputeerde; i. secretaris van de provincie; j. griffier van de provincie; k. lid van de rekenkamer van de provincie waarin de gemeente waar hij lid van de deelraad is, is gelegen; l. lid van de raad; m. burgemeester; n. wethouder; o. lid van de rekenkamer; p. ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 81p, eerste lid; q. lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente; r. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt. 2 In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder r, kan een lid van een deelraad tevens zijn: a. ambtenaar, aangesteld of ondergeschikt aan het deelgemeentebestuur van een andere deelgemeente; b. ambtenaar van de burgerlijke stand; c. vrijwilliger of ander persoon die uit hoofde van een wettelijke verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht; d. ambtenaar werkzaam voor een school voor openbaar onderwijs.
12
Gedragscode voor de deelraad
3 In de in artikel 87, tweede lid, bedoelde verordening kan worden bepaald dat in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder q, een lid van een deelraad tevens lid van het dagelijks bestuur van de betrokken deelgemeente kan zijn gedurende het tijdvak dat: a. aanvangt op de dag van de stemming voor de verkiezing van de leden van de deelraad en eindigt op het tijdstip waarop de leden van het dagelijks bestuur van een deelgemeente aftreden, of b. aanvangt op het tijdstip van zijn benoeming tot lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente en eindigt op het tijdstip waarop zijn opvolger als lid van de deelraad de eed of de verklaring en belofte heeft afgelegd of waarop vaststaat dat geen opvolger kan worden benoemd. In dat geval bepaalt de verordening tevens dat hij geacht wordt ontslag te nemen als lid van de deelraad met ingang van het tijdstip waarop hij zijn benoeming tot lid van het dagelijks bestuur aanvaardt en dat artikel X 6 van de Kieswet van overeenkomstige toepassing is.
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
13
Bijlage 2 Specifiek verboden overeenkomsten/handelingen Deelraadsleden (Gemeentewet, artikel 89) De artikelen 12, 14, 15, 41a tot en met 52 en 53a tot en met 60 zijn van overeenkomstige toepassing op het deelgemeentebestuur, met dien verstande dat in artikel 15, eerste lid, voor «gemeente» zowel de gemeente als de deelgemeente wordt gelezen en voor «gemeentebestuur» zowel het gemeentebestuur als het deelgemeentebestuur. Ergo: Artikel 15, eerste en tweede lid, vertaald naar de situatie van deelraadsleden: 1 Een ‘lid van de deelraad’ mag niet: a. als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente, ‘deelgemeente’ of het gemeentebestuur ‘en het deelgemeentebestuur’ dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente, ‘deelgemeente’ of het gemeentebestuur ‘en het deelgemeentebestuur’. b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente, ‘deelgemeente’ of het gemeentebestuur ‘en het deelgemeentebestuur’. c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met de gemeente ‘en deelgemeente’ aangaan van: 1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d; 2e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente ‘en deelgemeente’; d. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende: 1e. het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente ‘en deelgemeente’; 2e. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente ‘en deelgemeente’; 3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente ‘en deelgemeente’; 4e. het verhuren van roerende zaken aan de gemeente ‘en deelgemeente’; 5e. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente ‘en deelgemeente’; 6e. het van de gemeente ‘en deelgemeente’ onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; 7e. het onderhands huren of pachten van de gemeente ‘en deelgemeente’. 2 Van het eerste lid, aanhef en onder d, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen.
14
Gedragscode voor de deelraad
Bijlage 3 Verwijzingen naar de Wet per gedragscode artikel
Over zuiverheid van besluitvorming Artikel 1 Algemene wet bestuursrecht artikel 2:4
Over belangenverstrengeling Artikel 2.2 (onthouden van stemming) (deel)raadsleden: Gemeentewet artikel 28 Artikel 2.4 (verboden combinaties van functies) deelraadsleden: Gemeentewet artikel 89
Artikel 2.5 (verboden overeenkomsten/handelingen) deelraadsleden: Gemeentewet artikel 91 Artikel 2.6 (over nevenfuncties) deelraadsleden: Gemeentewet artikel 91
Over voorkomen van corruptie Artikel 3 (tekst van de eed) deelraadsleden: Gemeentewet artikel 91
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
15
Over gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen Artikel 4, 4.1 en 4.2 zie ook Bijlage 4. Deelraadsleden: - Gemeentewet artikel 96-99; - nadere wetgeving Gemeentewet: Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, 22 maart 1994; - zie ook bijlage 4 voor stadsdeel specifieke verordening tav vergoedingen (deel)raads- en commissieleden.
Over informatie Artikel 5 (informatieverstrekking door bestuur) Bestuur: Gemeentewet artikel 169 Burgemeester: Gemeentewet artikel 180 Artikel 5.1 (openbaarheid) Wet openbaarheid van bestuur Artikel 5.2 (geheimhouding) Algemene wet bestuursrecht artikel 2:5 Gemeentewet artikel 25
Over respectvolle omgang met elkaar Artikel 6.2 (gedrag tijdens de raadsvergadering) Reglement van Orde (zie bijlage 5)
Over het vaststellen van een gedragscode Artikel 7 (vaststellen voor een code voor de raad, het bestuur en de burgemeester) Raad: Gemeentewet artikel 15, lid 3 Wethouders: Gemeentewet artikel 41 C, lid 2 Burgemeester: Gemeentewet artikel 69, lid 2
16
Gedragscode voor de deelraad
Bijlage 4 Regels omtrent gebruik van gemeentelijke voorzieningen, vergoedingen en declaraties
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
17
Verordening rechtspositie db-leden, deelraads- en commissieleden stadsdeel Nieuw-West Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243, zoals nadien gewijzigd; b. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, zoals nadien gewijzigd; c. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41, als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals nadien gewijzigd; d. Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212, zoals nadien gewijzigd; e. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt 56, zoals nadien gewijzigd; f. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181, zoals nadien gewijzigd; g. Raadslid: lid van de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West, niet zijnde lid van het dagelijks bestuur; h. Commissie: een commissie als bedoeld in art. 82 Gemeentewet; i. Commissielid: lid van een commissie, niet zijnde een raadslid; j. Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet; k. Stadsdeelsecretaris: de stadsdeelsecretaris, bedoeld in artikel 23 Verordening op de stadsdelen.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden Artikel 2 Vergoeding voor raadsleden De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raadsen commissieleden, is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de toepasselijke klasse vastgestelde maximum. Artikel 3 Onkostenvergoeding 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor de toepasselijke klasse als vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest, ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
1
2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen. Artikel 5 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Artikel 6 Compensatie korting werkloosheidsuitkering 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van het stadsdeel verhoogd tot het bedrag van bedoeld korting. 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van het stadsdeel verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. Artikel 7 Ziektekostenvoorziening 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt krijgt een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen. Artikel 8 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte 1. De artikelen 2 tot en met 4, 10, 11 en 12 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is. 2. De artikelen 1 tot en met 4, en 10 tot en met 12 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte. Artikel 9 Levensloopregeling 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van het stadsdeel.
2
Hoofdstuk III Voorzieningen voor leden van het dagelijks bestuur Artikel 10 Onkostenvergoeding Aan het lid van het dagelijks bestuur wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten. De bedoelde vergoeding is gelijk aan het bedrag vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders voor een gemeente met een overeenkomstig inwoneraantal. Artikel 11 Reiskosten woon-werkverkeer De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders. Artikel 12 Zakelijke reiskosten 1. Aan het db-lid wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 11, vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 11 bedoelde reizen ten behoeve van het stadsdeel gemaakt. De vergoeding betreft: a. bij gebruik van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten; b. bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders; c. een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten. d. Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van het db-lid gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld, vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van het db-lid plaats. e. Bij gebruik van openbare middelen van vervoer wordt een verstrekking verleend. Artikel 13 Buitenlandse dienstreis 1. Indien het db-lid in het belang van het stadsdeel een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed. 2. Voor een reis in het belang van het stadsdeel buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het db vereist. Artikel 14 Cursus, congres, seminar of symposium 1. De kosten van deelname van een db-lid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het belang van het stadsdeel door of namens het stadsdeel worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van het stadsdeel. 2. Het db-lid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens het stadsdeel wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van het stadsdeel als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van db-lid. Artikel 15 Computer en internetverbinding 1. Op aanvraag verleent het db een db-lid, voor de uitoefening van het ambt, voor de periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor: a. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het db aan db-leden in bruikleen ter beschikking zou stellen.
3
2. Op aanvraag vergoedt het db het db-lid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur. 3. Het db-lid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met het stadsdeel. 4. Het db stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. Artikel 16 Mobiele telefoon 1. Op aanvraag wordt het db-lid voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. 2. Het db-lid ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met het stadsdeel. 3. Het db stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. 4. Voor het gebruik van de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor privé-doeleinden, vindt maandelijks een forfaitaire verrekening van de gesprekskosten plaats ter hoogte van € 15. Artikel 17 Levensloopregeling 1. Het db-lid kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van het stadsdeel. Artikel 18 Fietsregeling 1. Het db-lid kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het db-lid wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van het stadsdeel. Artikel 19 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming Het db-lid die bij benoeming nog niet over woonruimte in het stadsdeel beschikt heeft ten laste van het stadsdeel aanspraak op vergoeding van: a. reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders; b. verhuiskosten in verband met de benoeming als db-lid overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden Artikel 20 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen 1. De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de toepasselijke klasse vastgestelde maximum.
4
a. Het bijwonen van een vergadering blijkt uit het tekenen van de presentielijst. b. Commissieleden ontvangen voor het bijwonen van twee of meer vergaderingen binnen een etmaal een bedrag van ten hoogste éénmaal de voor de commissie in de desbetreffende bijlage vastgestelde vergoeding. c. De vergoeding wordt na afloop van elke maand voldaan. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt. 3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie: a. als raadslid of db-lid; b. uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd; c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijke belang dient. 4. De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 50% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van a. een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en b. een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
Hoofdstuk V Procedure van declaratie Artikel 21 Betaling van kosten Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door: a. betaling uit eigen middelen; of b. rechtstreekse toezending van de factuur aan het stadsdeel. Artikel 22 Declaratie van vooruitbetaalde kosten 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 12 en 13, wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het db is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk het dblid of commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de stadsdeelsecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. Artikel 23 Rechtstreekse facturering bij het stadsdeel 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 12 en 13 en 14 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het db-lid voor akkoord ondertekende factuur aan het stadsdeel. 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het db is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. 3. Het db-lid dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen twee maanden in bij de stadsdeelsecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar.
5
Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding Artikel 24 Intrekking oude regelingen De verordening Rechtspositie DB-leden, deelraads- en commissieleden 2009 wordt ingetrokken gelijktijdig met de inwerkingtreding van de verordening rechtspositie db-leden, deelraads- en commissieleden stadsdeel Nieuw-West. Artikel 25 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking. Artikel 26 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: verordening rechtspositie db-leden, deelraads- en commissieleden stadsdeel Nieuw-West.
6
Bijlage 5 Reglement van orde
18
Gedragscode voor de deelraad
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Reglement van Orde van de deelraad Nieuw-West Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: Deelraad De deelraad van Nieuw-West Deelraadsleden De leden van de deelraad Nieuw-West Open Huis Tijdens het Open Huis krijgen burgers en maatschappelijke instellingen de gelegenheid om zaken die hen interesseren en/of bezighouden onder de aandacht van de deelraadsleden te brengen. Raadscommissievergadering Vergadering bedoeld ter voorbereiding van de raadsvergadering, en bespreking van onderwerpen die niet naar de raad gaan. Voorzitter De voorzitter van de deelraadsvergadering of diens plaatsvervanger. Vice-voorzitter De plaatsvervangend voorzitter. Griffier De secretaris van de deelraad of diens vervanger. Loco-griffier De plaatsvervangend griffier. Commissievoorzitter Het deelraadslid dat een oriënterende of meningvormende raadscommissie (vergadering) voorzit. Commissiegriffier De secretaris van de raadscommissie(vergadering). Buitengewoon commissielid Een door de deelraad als zodanig benoemd lid van een fractie van de deelraad, dat voorkomt op de kandidatenlijst, niet zijnde een raadslid. Het vierhoeksoverleg Het vierhoeksoverleg vindt plaats tussen de voorzitter van de deelraad, de griffier, de stadsdeelvoorzitter en de stadsdeelsecretaris. Amendement Schriftelijk voorstel tot wijziging van een conceptbesluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen. Subamendement Schriftelijk voorstel tot wijziging van een amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement waarop het betrekking heeft. Motie
Pagina 2 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Korte en gemotiveerde schriftelijke verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken, doorgaans zonder dat daaraan rechtsgevolgen zijn verbonden. Voorstel van orde Voorstel betreffende de orde van de vergadering. Interpellatiedebat Het recht van een deelraadslid om tijdens de raadsvergadering over een niet geagendeerd onderwerp een debat aan te gaan met het dagelijks bestuur. Initiatiefvoorstel Een schriftelijk voorstel van één of meerdere deelraadsleden dat zo spoedig mogelijk op de agenda van de vergadering van de deelraad wordt geplaatst. Gewogen meerderheid Meerderheid die is gebaseerd op het aantal zetels dat de deelnemers aan de stemming met hun fractie vertegenwoordigen. Artikel 2 De voorzitter van de deelraad 1) De deelraad benoemt uit zijn midden de voorzitter. 2) De voorzitter is belast met: a) het leiden van de vergadering; b) het handhaven van de orde; c) het doen naleven van het reglement van orde; d) het bewaken van het vergaderstelsel van de deelraad; e) wat de gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt. 3) De voorzitter verleent het woord in het debat, let op de tijd, formuleert de conclusies, vat zo nodig het gesprokene samen, leidt de stemmingen en deelt de uitslag van de stemmingen mee. 4) De voorzitter neemt deel aan het vierhoeksoverleg. 5) Bij afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de vice-voorzitter. 6) Bij de aanvang van een nieuwe raadsperiode treedt het langstzittende lid als voorzitter van de vergadering op, of een ander lid dat de deelraad hiertoe benoemt, totdat de deelraad een nieuwe voorzitter heeft gekozen. Artikel 3 De vice-voorzitter 1) De deelraad heeft een vice-voorzitter, welke uit de deelraadsleden is gekozen. 2) De vice-voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid. 3) De vice-voorzitter heeft hetzelfde takenpakket als de voorzitter met dien verstande dat de aansturing van de griffier altijd na raadpleging van de agendacommissie geschiedt. Artikel 4 De griffier 1) De griffier is in elke vergadering van de deelraad aanwezig. 2) Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de locogriffier. 3) De griffier kan, daartoe door de voorzitter uitgenodigd, aan de beraadslagingen zoals bedoeld in dit reglement deelnemen. Artikel 5 De agendacommissie 1) De deelraad heeft een agendacommissie
2
Pagina 3 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
2) De agendacommissie bestaat uit de voorzitter van de deelraad, de vice-voorzitter en de voorzitters van de raadscommissies aangevuld met (indien gewenst door die fractie) vertegenwoordigers van fracties die geen voorzitters leveren. 3) De agendacommissie is belast met het opstellen van de agenda van de deelraads- en commissievergaderingen, en andere werkzaamheden die verband houden met de vergaderingen van de deelraad. 4) Deze andere werkzaamheden omvatten in elk geval het doen van voorstellen over: a) het vergaderschema van de deelraad; b) sturing geven aan de termijnagenda ten behoeve van de bewaking van de agenda van de deelraad; c) de wijze van behandeling van grote onderwerpen en thema’s; d) het aanwijzen van onderwerpen die voor debat in de deelraad in aanmerking komen; e) het implementeren van vergaderafspraken; f) het initiëren van werkbezoeken en themabijeenkomsten; g) het organiseren van conferenties en scholingsbijeenkomsten van de deelraad. 5) De griffier of diens plaatsvervanger is in elke vergadering van de agendacommissie aanwezig. 6) De agendacommissie draagt de eindverantwoordelijkheid voor de aansturing en het functioneren van de griffier, met dien verstande dat de voorzitter van de deelraad door de agendacommissie gemachtigd wordt. Artikel 6 Spreektijden De deelraad van Nieuw-West vergadert in de raadscommissie- en deelraadsvergaderingen met een spreektijdregeling (zie bijlage). Artikel 7 Geluids- en beeldopnamen Van de vergaderingen worden geluids- en beeldopnamen gemaakt.
3
Pagina 4 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 2 Toelating van de deelraadsleden; benoeming leden van het dagelijks bestuur; fracties; ondersteuning Artikel 8 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming leden van het dagelijks bestuur 1) Het onderzoek van de geloofsbrieven, als bedoeld in artikel V4 van de Kieswet, en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden geschiedt door een commissie, bestaande uit drie deelraadsleden, daartoe steeds op voordracht van de voorzitter door de deelraad te benoemen. 2) De commissie brengt na gedaan onderzoek van de geloofsbrieven en de andere bij de Kieswet vereiste stukken en van de eventuele bezwaarschriften verslag uit aan de vergadering en doet daarbij een voorstel tot het nemen van een besluit. Ook van een minderheidsstandpunt wordt melding gemaakt. 3) De voorzitter roept een toegelaten lid op om in de eerste vergadering waarin hij zijn betrekking volgens de Gemeentewet kan aanvaarden, de in artikel 14 van de Gemeentewet voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen. 4) Bij de benoeming van een lid van het dagelijks bestuur onderzoekt dezelfde commissie als bedoeld in het eerste lid of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van de commissie is overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid. Artikel 9 Fracties 1) De leden van de deelraad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de eerste vergadering als één fractie beschouwd. 2) Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de deelraad deze aanduiding als naam, of een afkorting daarvan. Als er geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de deelraad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de deelraad wil voeren. 3) De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger zullen optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter. 4) Als één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden of twee of meer fracties als één fractie gaan opereren, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter, met vermelding van de naam van de nieuwe fractie(s). 5) Met de onder lid 4 beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerst volgende vergadering van de deelraad na de mededeling daarvan. 6) Als de fractie geen vertegenwoordigers meer in de deelraad heeft, houdt de fractie op te bestaan. Er kunnen dan namens deze fractie ook geen buitengewoon commissieleden meer zijn. Artikel 10 Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 1) De deelraad en individuele deelraadsleden hebben recht op ambtelijke bijstand. 2) Fracties in de deelraad hebben recht op ondersteuning.
4
Pagina 5 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
3) De verlening van ambtelijke bijstand en fractieondersteuning wordt geregeld in een afzonderlijke door de deelraad vast te stellen regeling voor ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.
5
Pagina 6 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 3 Tijd van vergaderen, voorbereidingen Artikel 11 Tijd en plaats van vergaderen 1) De deelraad en raadscommissies vergaderen in beginsel op woensdagen vanaf 19.30 uur in het stadsdeelkantoor. Het Open Huis vindt plaats voorafgaand aan de reguliere commissievergaderingen en vangt aan om 19.00 uur. 2) De voorzitter kan in bijzondere gevallen, horende de agendacommissie, een extra vergadering inlassen en/of een ander aanvangsuur of een andere vergaderplaats aanwijzen. Artikel 12 Oproep: agenda, vergaderstukken en openbare kennisgeving 1) De leden van de deelraad en de buitengewoon commissieleden worden schriftelijk opgeroepen tot het bijwonen van raads-en commissievergaderingen. De oproep wordt, behalve in gevallen als bedoeld in artikel 20, tweede lid Gemeentewet, in de regel 12 dagen voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden. 2) De vergaderstukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de deelraadsleden en buitengewoon commissieleden verzonden. 3) De openbare kennisgeving vermeldt in elk geval: a) datum, tijd en plaats van de vergadering; b) de wijze waarop en de plaats waar de agenda en de bijbehorende stukken kunnen worden ingezien; c) de mogelijkheid tot het uitoefenen van spreekrecht voor burgers als bedoeld in artikel 19 van dit reglement. 4) Stukken bij voorstellen waarop (geheel of gedeeltelijk) geheimhouding is opgelegd ingevolge artikel 25 lid 1 en lid 2 van de Gemeentewet, worden als zodanig gewaarmerkt en in een gesloten envelop tezamen met de overige stukken aan de leden gezonden. 5) De voorzitter kan na het verzenden van de oproepingsbrief zo nodig een aanvullende agenda doen uitgaan. De daarop vermelde voorstellen worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden. Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken 1) De stukken, die dienen ter toelichting van de raadsvoorstellen, worden gelijktijdig met het verzenden van de voorstellen voor de leden ter inzage gelegd. Indien ná dit tijdstip stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden. 2) Een origineel van een ter inzage gelegd stuk mag niet buiten het stadsdeelkantoor worden gebracht. 3) In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, blijven stukken ter inzage, waarop geheimhouding is opgelegd, zoals bedoeld in artikel 25, lid 1 en lid 2 van de Gemeentewet, bij de griffier, die de leden van de deelraad en de buitengewoon commissieleden inzage verleent.
6
Pagina 7 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 4 Raadscommissievergaderingen Artikel 14 Raadscommissies 1) De deelraad stelt raadscommissies in conform artikel 82 Gemeentewet. Van deze raadscommissies zijn alle deelraads- en buitengewoon commissieleden lid. 2) In de commissies is er ruimte voor vragen en/of discussie over commissiegebonden actualiteiten. De voorzitter oordeelt over de actualiteit. 3) De commissies vergaderen met een agenda waarop te zien is of een onderwerp op een later tijdstip ook in de raad zal worden geagendeerd. Als dat het geval is, wordt aangegeven welke commissiebehandeling aan de orde is: oriënterend of meningvormend. 4) Als het bij 13.3 genoemde niet het geval is, wordt op de agenda aangegeven dat het onderwerp alleen in de commissie wordt behandeld. Hierbij wordt aangegeven wat het doel van de bespreking is. 5) Het Open Huis vindt plaats in de raadzaal voorafgaand aan reguliere commissievergaderingen. Het Open Huis biedt gelegenheid voor bewoners en anderen om een presentatie of informatie te geven aan de raadsleden en op informele wijze met hen in contact te komen. Degenen die hier een presentatie of informatie willen geven dienen zich uiterlijk 1 week van tevoren te melden bij de griffier. Artikel 15 Buitengewoon commissieleden 1) Buitengewoon commissieleden zijn leden van een fractie die wel op de kandidatenlijst staan van de laatst gehouden deelraadsverkiezingen, maar geen raadslid zijn. 2) Een fractie mag maximaal vijf buitengewoon commissieleden benoemen. 3) De buitengewoon commissieleden leggen bij hun benoeming de eed of belofte en verklaring af. 4) De buitengewoon commissieleden kunnen als vertegenwoordiger van hun fractie deelnemen aan de raadscommissievergaderingen. 5) De buitengewoon commissieleden krijgen toegang tot alle beschikbare informatie over de geagendeerde onderwerpen. 6) De gedragscode voor de leden van de deelraad is ook van toepassing op de buitengewoon commissieleden. Artikel 16 Commissievoorzitter en commissiegriffier 1) De deelraad benoemt uit zijn midden de voorzitters van de raadscommissies. De agendacommissie wijst per commissievergadering de voorzitter aan. 2) De deelraad kan competentie-eisen voor de voorzitters vaststellen. 3) De taken van de commissievoorzitter zijn dezelfde als genoemd in artikel 2, lid 2 en 3, echter met uitzondering van 2d. 4) De voorzitter van een commissievergadering wordt terzijde gestaan door de commissiegriffier. Op uitnodiging van de voorzitter kan de commissiegriffier deelnemen aan de bespreking. Artikel 17 Verslaglegging 1) De griffier draagt zorg een presentielijst en een afsprakenlijst voor de commissievergadering
7
Pagina 8 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Artikel 18 Spreekrecht burgers 1) Tijdens de commissievergaderingen kunnen burgers die zich hebben aangemeld over geagendeerde onderwerpen spreken. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 12 uur bij de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren. 2) Bij oriënterend geagendeerde onderwerpen en bij onderwerpen die verder niet in de raad worden besproken (zie 14.3 en 14.4) kunnen burgers aan de vergadertafel aan de bespreking deelnemen. Zij krijgen desgevraagd als eerste het woord en kunnen daarna door hun hand op te steken tijdens de bespreking wederom het woord vragen. 3) Bij meningvormend geagendeerde onderwerpen kunnen aangemelde burgers gezamenlijk gedurende maximaal 30 minuten de commissie toespreken. Elke spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Artikel 19 Afwijkende agendering 1) De agendacommissie kan onderwerpen met groot politiek belang aanwijzen. Deze onderwerpen worden niet behandeld in een parallelle vergadering. 2) De agendacommissie kan beslissen onderwerpen binnen één vergadering zowel oriënterend als meningvormend te bespreken. Bij wijze van uitzondering kan het dagelijks bestuur een dergelijk verzoek doen. De agendacommissie zal hierover beslissen. Artikel 20 De Samenstelling en werkwijze 1) Alle deelraads- en buitengewoon commissieleden kunnen aan de commissievergaderingen deelnemen, evenals het dagelijks bestuur en deskundigen. Het verantwoordelijke lid van het dagelijks bestuur kan zich ambtelijk laten bijstaan. 2) Een fractie neemt met maximaal twee fractieleden aan de besprekingen deel. Er kan per onderwerp gewisseld worden. 3) De voorzitter kan deskundigen uitnodigen aan de bespreking deel te nemen. 4) Bij een oriënterende agendering is de interactie tussen commissieleden, dagelijks bestuur en burgers hoofdzaak. De commissie bevraagt het dagelijks bestuur en debateert met het dagelijks bestuur. In beginsel is er geen ruimte voor debat tussen fracties onderling. 5) Bij een meningvormende agendering is het debat tussen de commissieleden onderling hoofdzaak. Er is in beginsel geen ruimte voor het bevragen van het dagelijks bestuur. 6) De meningvormende behandeling van majeure onderwerpen kan op voorstel van de agendacommissie direct in de raad geagendeerd worden. 7) De voorzitter leidt de bevragingen en debatten en concludeert of een onderwerp afdoende is behandeld. 8) Een onderwerp dat oriënterend is behandeld, wordt in een volgende commissie meningvormend geagendeerd. Een eerste keer kan dit worden tegengehouden door twee fracties, de tweede keer door een gewogen meerderheid.
8
Pagina 9 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
9) Tussen de oriënterende en de meningvormende agendering zit gewoonlijk tenminste één week. 10) De behandeling van een onderwerp zowel oriënterend als meningvormend op één avond is mogelijk op voorstel van de agendacommissie, of bij unanimiteit van de commissie. 11) Na een meningvormende agendering in de commissie volgt agendering in de raad. Dit kan alleen door een gewogen meerderheid worden tegengehouden. Artikel 21 De orde van de vergadering en openbaarheid en beslotenheid De bepalingen betreffende de orde van de vergadering en de openbaarheid en beslotenheid zijn in de commissievergadering dezelfde als die tijdens de raadsvergadering, behoudens hetgeen daarover in dit hoofdstuk anders is geregeld.
9
Pagina 10 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 5 Deelraadvergadering § 5.1 Orde der vergadering Artikel 22 Presentielijst leder lid dat aan de vergadering deelneemt tekent de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt deze door voorzitter en griffier ondertekend. Artikel 23 Opening vergadering, quorum 1) De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur en controleert of het vereiste aantal leden (tenminste de helft van het totaal aantal leden) volgens de presentielijst aanwezig is. 2) Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is kan de vergadering geen voortgang hebben. De voorzitter bepaalt, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering. Artikel 24 Vaststellen van de agenda 1) De deelraad kan besluiten de volgorde van behandeling van de voorstellen te wijzigen. 2) Bij uitzondering kan de deelraad op voorstel van een lid van de deelraad of de voorzitter een punt aan de agenda toevoegen, dan wel schrappen. Artikel 25 Insprekers 1) Tijdens de raadvergadering kunnen burgers die zich hebben aangemeld over niet geagendeerde onderwerpen spreken. 2) Degene die van het spreekrecht gebruik willen maken, meldt dit uiterlijk op de dag van de vergadering voor 12.00 uur bij de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp waarover hij wil inspreken. 3) Het woord kan niet gevoerd worden over; • een besluit van het stadsdeelbestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan; • benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen. Artikel 26 Actualiteitenkwartier 1) Er is ruimte voor het doen van mededelingen of het stellen van vragen. Hiervoor zijn maximaal 15 minuten beschikbaar. 2) De mededelingen en vragen betreffen alleen onderwerpen die op dat moment actueel en politiek relevant zijn. De voorzitter beslist hierover. 3) Vragen en mededelingen worden voorgelegd aan de voorzitter. De voorzitter beoordeelt de relevantie en legt aan de deelraad voor of de vraag of mededeling een plaats krijgt bij agendapunt ‘actualiteit’. 4) Zowel leden van het dagelijks bestuur als deelraadsleden kunnen van het agendapunt ‘actualiteit’ gebruik maken.
10
Pagina 11 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Artikel 27 Ingekomen stukken 1) De griffier doet een voorstel voor de afhandeling van de ingekomen stukken die aan de deelraad zijn gericht. 2) Over de ingekomen stukken kan slechts het woord worden gevoerd ten aanzien van voorgestelde behandeling. 3) Een lid van de deelraad kan een ingekomen stuk voordragen ter agendering in een raadscommissie. De agendacommissie bepaalt wanneer het betreffende stuk op de agenda komt. 4) Een lid van de deelraad heeft het recht om, wanneer afhandeling is opgedragen aan het dagelijks bestuur, een kopie te vragen van de afhandeling. Artikel 28 Verslaglegging 1) De griffier draagt zorg voor de presentielijst en een besluitenlijst. 2) De besluitenlijst wordt in principe binnen drie dagen digitaal aan de leden van de deelraad toegezonden en gepubliceerd in zowel de plaatselijke krant als op de website van stadsdeel Nieuw-West via het raadsinformatiesysteem. Artikel 29 Spreekrecht 1) Na de opening van de vergadering kunnen alle aanwezige deelraadsleden het woord voeren. 2) De leden van het dagelijks bestuur kunnen tijdens de vergaderingen van de deelraad aanwezig zijn. Zij nemen op uitnodiging van de voorzitter deel aan de beraadslaging. 3) De deelraad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de deelraad, leden van het dagelijks bestuur en de griffier deelnemen aan de beraadslaging. 4) Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de deelraad genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen. Artikel 30 Spreekregels 1) In de besluitvorming gaat het debat alleen over ingediende moties en amendementen, behoudens de gevallen waarin vanwege artikel 5 lid 4d een onderwerp is geagendeerd of een lid van de deelraad gebruik maakt van het recht op een interpellatiedebat. 2) Iedereen spreekt vanaf zijn plaats en richt zich tot de voorzitter. 3) Niemand voert het woord zonder dit van de voorzitter, al dan niet op verzoek, verkregen te hebben. 4) De voorzitter leidt de bespreking. Slechts bij uitzondering spreekt de deelraad in termijnen. De voorzitter trekt uit de bespreking een voorlopige conclusie en bepaalt of tot stemming kan worden overgegaan. 5) Een lid krijgt terstond het woord wanneer het gaat om een persoonlijk feit of het indienen van een voorstel van orde. Artikel 31 Handhaving van de orde; schorsing 1) Wanneer de voorzitter dat verzoekt, zijn de leden verplicht hun zitplaatsen in te nemen.
11
Pagina 12 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
2) Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan de bepalingen van dit reglement te herinneren. Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist dat de spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden. 3) De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten. 4) De voorzitter roept een lid van de deelraad tot de orde wanneer deze zich uitdrukt in beledigende of onbetamelijke termen, afwijkt van het onderwerp of een spreker herhaaldelijk interrumpeert. De voorzitter stelt het deelraadslid vervolgens in de gelegenheid de woorden of gedrag die tot deze vermaning aanleiding hebben gegeven terug te nemen. 5) Als het lid van de deelraad zijn woorden of gedrag niet terugneemt, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. 6) Als het lid van de deelraad doorgaat met het verstoren van de orde, ontneemt de voorzitter hem het woord. Hierbij is beroep op de deelraad niet toegelaten. 7) De voorzitter kan de deelraad voorstellen een lid van de deelraad de toegang tot de vergadering te ontzeggen, wanneer hij door gedragingen of uitlatingen, zoals omschreven in lid 4 van dit artikel, de orde verstoort. Voor de eerste maal geldt dit voor de dag waarop het besluit genomen wordt en bij herhaling geldt dit voor een bepaalde tijd, maar maximaal voor vijf vergaderingen. Over een dergelijk voorstel wordt niet beraadslaagd. Bij aanneming van het voorstel moet het lid van de deelraad de vergadering onmiddellijk verlaten. Bij weigering laat de voorzitter hem verwijderen. Wanneer een lid van de deelraad de toegang tot de vergadering is ontzegd, wordt hij van de presentielijst afgevoerd. 8) De voorzitter is bevoegd de gedeelten van het besprokene die geleid hebben tot het vermanen of het ontnemen van het woord van een spreker, buiten de notulen te houden. Alvorens hiertoe over te gaan, pleegt hij overleg met een door hem voor dit geval ingestelde commissie uit de deelraad, bestaande uit drie leden. 9) Onder beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen wordt in ieder geval begrepen uitingen of uitlatingen met een racistisch, seksistisch of anderszins discriminatoir karakter. 10) De voorzitter kan de vergadering schorsen wanneer een lid van de deelraad of van het dagelijks bestuur daartoe, gelet op de beraadslagingen, een verzoek doet. Bij een dergelijk verzoek wordt de tijdsduur van de schorsing, maximaal 30 minuten, aangegeven. Na het verstrijken van de voor de schorsing gestelde tijdsduur heropent de voorzitter de vergadering, waarna direct een hernieuwde schorsing kan worden aangevraagd. Deze mag ten hoogste 15 minuten bedragen. Degene die de schorsing heeft aangevraagd krijgt na heropening als eerste het woord. 11) De beraadslagingen over een onderwerp kunnen drie maal door een aangevraagde schorsing worden onderbroken.
12
Pagina 13 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
§ 5.2 Procedures bij stemmingen Artikel 32 Stemming over zaken 1) Na het sluiten van de beraadslagingen en voordat de deelraad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem te motiveren door middel van een stemverklaring. 2) Na het sluiten van de beraadslaging of als niemand het woord verlangt, brengt de voorzitter het voorstel tot besluitvorming. 3) De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Als er geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. 4) De in de vergadering aanwezige leden kunnen zich van stemming onthouden door de vergaderzaal te verlaten. 5) Als door één of meer leden van de deelraad stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling. Stemming geschiedt bij handopsteken, tenzij één der leden van de deelraad stemming bij hoofdelijke oproeping vraagt; in dat geval vindt hoofdelijke oproeping plaats. 6) Een lid van de deelraad, dat bij de aanvang van een stemming de presentielijst niet heeft getekend, neemt aan de stemming niet deel. 7) Als er op een voorstel amendementen zijn ingediend, besluit de deelraad eerst over deze amendementen en vervolgens over het voorstel als geheel. Voor amendementen geldt dat het meest verstrekkende het eerst in stemming wordt gebracht. Eventuele moties naar aanleiding van eht betreffende voorstel worden na het voorstel in stemming gebracht, tenzij de raad besluit om een motie voor het voorstel in stemming te brengen. Op verzoek van de indiener legt de voorzitter dit aan de deelraad voro middels een ordevoorstel. 8) De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens de mededeling van het genomen besluit. 9) Bij staking van de stemmen is het bepaalde in artikel 32 van de Gemeentewet van toepassing. Artikel 33 Hoofdelijke stemming 1) Vóór iedere te houden hoofdelijke stemming wordt door loting bepaald, welk lid het eerste zijn stem uitbrengt. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst. 2) De in het voorgaande lid bedoelde loting heeft plaats op een door de voorzitter te bepalen wijze. 3) De voorzitter of de griffier roept de leden van de deelraad bij naam op om hun stem uit te brengen, beginnende bij het lid dat daarvoor overeenkomstig het eerste lid van dit artikel van dit reglement is aangewezen. 4) Bij hoofdelijke stemming is ieder bij de vergadering aanwezig lid van de deelraad, dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden volgens artikel 28, eerste lid van de Gemeentewet, verplicht zijn stem uit te brengen. 5) De leden van de deelraad brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken zonder enige toevoeging. Heeft een lid van de deelraad zich bij het
13
Pagina 14 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid van de deelraad zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening in de notulen vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering. Artikel 34 Stemming over personen 1) Wanneer voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling een stemming over personen moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau met één lid als voorzitter van het stembureau. 2) leder ter vergadering aanwezig lid van de deelraad dat zich niet op grond van artikel 28 van de Gemeentewet van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn, en tweemaal gevouwen worden ingeleverd. 3) Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De vergadering kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje. Stemmingen over benoeming van leden van het dagelijks bestuur zijn daarvan uitgezonderd. 4) Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden van de deelraad dat ingevolge het tweede lid van dit artikel verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden. 5) Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden van de deelraad die geen behoorlijk ingevuld stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan: Een blanco stembriefje; Een ondertekend stembriefje; Een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt. 6) In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist het stembureau op voorstel van de voorzitter van het stembureau. 7) Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd. Artikel 35 Herstemming over personen 1) Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. 2) Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd (herstemming). Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke personen de derde stemming plaats heeft.
14
Pagina 15 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
3) Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot. Artikel 36 Nietigheid Als de deelraad beslist dat bij enige stemming zich een onregelmatigheid heeft voorgedaan, die van invloed heeft kunnen zijn voor de bepaling van de uitslag, is de stemming nietig. In dat geval vindt terstond een nieuwe stemming plaats.
15
Pagina 16 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 6 Rechten van leden Artikel 37 Amendementen 1) leder lid van de deelraad dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd tijdens de beraadslaging wijzigingen op het voorliggende besluit in te dienen. Ook kan hij voorstellen het voorgestelde besluit in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. 2) Ieder lid van de deelraad dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid van de deelraad is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement). 3) Elk (sub-)amendement moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend voorzien van tenminste één handtekening, tenzij de voorzitter met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde oordeelt dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan. 4) Een (sub-)amendement dient zodanig te zijn geformuleerd dat de tekst ervan geschikt is om in het besluit te worden verwerkt. 5) Intrekking, door de indiener(s), van het (sub-)amendement is te allen tijde mogelijk voordat de besluitvorming heeft plaatsgevonden. Artikel 38 Moties 1) Ieder lid van de deelraad kan ter vergadering een motie indienen. 2) Een motie moet schriftelijk voorzien van tenminste één handtekening bij de voorzitter worden ingediend. 3) De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp plaats. 4) De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld, tenzij de deelraad anders beslist. 5) Indien het dagelijks bestuur geen uitvoering geeft aan een door de deelraad aangenomen motie wordt hiervan onder opgave van reden mededeling gedaan aan de deelraad. 6) Twee keer per jaar komen openstaande moties aan de orde in de relevante commissie. Artikel 39 Voorstellen van orde 1) De voorzitter en ieder lid van de deelraad kan tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht. 2) Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen. 3) Over een voorstel van orde beslist de deelraad terstond. Artikel 40 Voorstellen van het dagelijks bestuur Als de deelraad een voorstel van het dagelijks bestuur voor herformulering of wijziging terugzendt naar het dagelijks bestuur, dan wordt het gewijzigde voorstel opnieuw eerst in de commissie geagendeerd. Artikel 41 Initiatiefvoorstellen 1) leder lid van de deelraad heeft het recht voorstellen aan de deelraad te doen. Een initiatiefvoorstel heeft dezelfde status als een voorstel van het dagelijks bestuur.
16
Pagina 17 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
2) Een voorstel kan te allen tijde door het deelraadslid dat het heeft ondertekend gewijzigd of ingetrokken worden. Als een voorstel door meer dan één deelraadslid is ondertekend, kan het slechts door de ondertekenaars gezamenlijk worden ingetrokken. 3) Een medeondertekenaar van een voorstel is te allen tijde bevoegd zijn handtekening onder het voorstel terug te nemen. 4) Voor het opstellen en eventueel uitwerken van een initiatiefvoorstel kan het deelraadslid een beroep doen op ambtelijke ondersteuning zoals bepaald in artikel 10 van dit reglement. 5) Een initiatiefvoorstel moet schriftelijk bij de agendacommissie worden ingediend. 6) Een spoedeisend initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een lid van het dagelijks bestuur, kan na instemming van de deelraad terstond aan de agenda van de deelraadsvergadering worden toegevoegd. 7) De spreektijdregeling geldt niet voor het deelraadslid of de deelraadsleden die een initatiefvoorstel verdedigen in de commissie en de raad. Tijdens de verdediging van het voorstel krijgt (krijgen) de indiener resp. indieners, de plek gelijk een portefeuillehouder. Artikel 42 Schriftelijke vragen 1) leder lid van de deelraad kan aan het dagelijks bestuur schriftelijk vragen stellen. 2) De vragen worden bij de griffier van de deelraad ingediend. De griffier draagt er zorg voor dat de voorzitter zo spoedig mogelijk kennis neemt van de schriftelijke vragen en dat de schriftelijke vragen geregistreerd worden. 3) Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats en in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Als beantwoording niet binnen deze termijn heeft plaatsgevonden kan de vragensteller verzoeken om mondelinge beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering. 4) De schriftelijke antwoorden worden door het dagelijks bestuur aan de leden van de deelraad verzonden, waarbij de griffier een kopie ontvangt. Artikel 43 Mondelinge vragen 1) Een lid van de deelraad is bevoegd om aan het dagelijks bestuur mondeling een korte en duidelijk geformuleerde vraag te stellen tijdens de raadsvergadering. 2) Een mondelinge vraag wordt geagendeerd, mits tenminste de dag voorafgaand aan de vergadering vóór 12.00 uur ingediend bij de griffier en de voorzitter. 3) Het agendapunt ‘mondelinge vragen’ wordt op de agenda geplaatst na de ingekomen stukken. 4) Aan het begin van de vergadering maakt de voorzitter melding van de aangemelde onderwerpen van de vragen. De vragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst. 5) Bij de behandeling van een mondelinge vraag geldt als eerste termijn het stellen van de vraag en het antwoord daarop van het dagelijks bestuur. De voorzitter bepaalt de duur van de spreektijd in de tweede termijn. Het stellen van korte aanvullende vragen over hetzelfde onderwerp door ieder ander lid is daarna toegestaan. 6) Aan de behandeling van het agendapunt ‘mondelinge vragen’ wordt een tijdslimiet van vijf minuten per vraag gesteld, met een totale maximum tijdsduur van 30 minuten, tenzij de deelraad middels een ordevoorstel anders besluit.
17
Pagina 18 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
7) Onderwerpen die aan het einde van de vastgestelde tijdslimiet nog niet aan de orde zijn gekomen, komen te vervallen. De indiener kan het onderwerp voor het agendapunt ‘mondelinge vragen’ bij de eerstvolgende deelraadsvergadering opnieuw bij de voorzitter aanmelden. Artikel 44 Interpellatiedebat 1) Een deelraadslid kan bij de griffier en de voorzitter een verzoek indienen om in de eerstvolgende deelraadsvergadering met een lid van het dagelijks bestuur of met een ander deelraadslid in debat te gaan over een niet geagendeerd onderwerp. 2) Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt – behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen – tenminste de dag voorafgaand aan de vergadering vóór 12.00 uur ingediend. 3) Het verzoek omvat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover het deelraadslid wil debatteren en zo mogelijk welke vragen hij aan de orde wil stellen. 4) Indien het verzoek tot debat voorafgaand aan de raadsvergadering wordt gedaan, dan brengt de griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de deelraad en het dagelijks bestuur. 5) Het interpellatiedebat wordt, indien een derde van de raad het voorstel steunt, gevoerd tijdens de deelraadsvergadering en nadat alle geagendeerde voorstellen zijn afgehandeld. 6) Tijdens een interpellatiedebat zijn interrupties van andere leden van de deelraad toegestaan. 7) De voorzitter bepaalt de lengte van het debat.
18
Pagina 19 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 7 Openbaarheid en beslotenheid Artikel 45 Openbaarheid 1) De vergaderingen van de deelraad zijn openbaar. 2) Over een stuk waarop door de deelraad of het dagelijks bestuur geheimhouding is opgelegd, vergadert de deelraad in beslotenheid. 3) De vergadering kan ook besloten worden verklaard als de voorzitter dit nodig oordeelt of op verzoek van tenminste een vijfde deel van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend. Artikel 46 Geheimhouding 1) Voorafgaand aan de besloten behandeling beslist de raadscommissie of deelraad of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De deelraad kan beslissen de geheimhouding op te heffen. 2) In de eerstvolgende openbare vergadering beslist de deelraad of de geheimhouding over de stukken, die door het dagelijks bestuur of de voorzitter daarvan aan de deelraad zijn overlegd, wordt bekrachtigd of opgeheven. 3) Het doen van mededelingen, indien nodig voor intern beraad, aan andere deelraadsleden of buitengewoon commissieleden over onderwerpen behandeld in een besloten vergadering, is geen schending van de geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 25 van de Gemeentewet. Artikel 47 Besloten behandeling 1) Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. 2) Het verslag van een besloten behandeling wordt in een gesloten envelop verspreid. 3) Het verslag wordt zo spoedig mogelijk ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de deelraad een besluit over het al dan niet openbaar maken vandit verslag. 4) Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend. Artikel 48 Opheffen geheimhouding Als de deelraad voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering daarmee overleg gevoerd.
19
Pagina 20 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 8 Ordeaanwijzingen voor alle aanwezigen Artikel 49 Toehoorders en pers 1) De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen de openbare vergaderingen bijwonen. 2) Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers moeten zich op een betamelijke wijze gedragen. Hieronder wordt in ieder geval begrepen dat zij zich onthouden van uitlatingen als bedoeld in artikel 32 lid 9 van dit reglement. Indien zij zich niet aan de in dit reglement omschreven regels en/of aanwijzigingen van de voorzitter houden, kan de voorzitter hen uit de vergaderruimte laten verwijderen. Artikel 50 Geluid- en beeldregistraties Degenen die in de vergaderzaal tijdens de deelraadsvergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. De voor het raadsinformatiesysteem van de deelraad gemaakte opnames vallen niet onder deze regeling. Artikel 51 Gebruik van apparaten Zonder toestemming van de voorzitter is tijdens vergaderingen het gebruik van overdadig geluid- of lichtproducerende apparaten niet toegestaan. Artikel 52 Maatregelen van orde Als de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.
20
Pagina 21 van 21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 9 Slotbepaling Artikel 53 Uitleg reglement In die gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de deelraad op voorstel van de voorzitter. Artikel 54 Inwerkingtreding Dit reglement treedt, na bekendmaking, in werking op 1 december 2012 Vastgesteld door de deelraad van Nieuw-West op 23 november 2011
21
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Toelichting op het Reglement van Orde van de deelraad NieuwWest Inleiding Stadsdeel Nieuw-West is een deelgemeente in de zin van artikel 87 van de Gemeentewet. Dit betekent dat de gemeenteraad en het college van B&W van Amsterdam een deel van hun bevoegdheden waar het Nieuw-West betreft, hebben overgedragen aan de deelraad en het dagelijks bestuur van Nieuw-West. De deelraad van Nieuw-West is net als alle andere deel- en gemeenteraden gehouden aan de bepalingen van de Gemeentewet, en daarnaast aan de bepalingen die zijn vastgelegd in de Verordening op de stadsdelen (vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam). De Gemeentewet, de Kieswet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet Openbaarheid van Bestuur en de Verordening op de Stadsdelen schrijven een aantal zaken dwingend voor. Deze zaken worden níet ook nog in dit Reglement van Orde opgenomen. In het reglement zijn de bepalingen opgenomen waarin deze wetten niet voorzien. Enkele voor de orde van de vergaderingen belangrijke onderdelen van deze wetten zijn mét het reglement van orde opgenomen in het Handboek Deelraadsleden van Nieuw-West. De vergadercyclus van de deelraad Nieuw-West begint met een oriënterende behandeling in een commissievergadering. Hier staat de interactie tussen de commissieleden, het dagelijks bestuur en bewoners centraal. Bewoners kunnen meepraten over geagendeerde agendapunten. Op deze manier kunnen de commissieleden zich breed oriënteren op het onderwerp en de standpunten. De week daarna wordt hetzelfde onderwerp meningvormend in de commissie besproken, hier staat debat tussen de raadsfracties centraal. Bewoners kunnen inspreken op geagendeerde onderwerpen. De voorzitter concludeert na elk onderwerp of het klaar is voor de volgende fase van de behandeling. De cyclus sluit af met besluitvorming in de deelraadsvergadering. In dit reglement zijn de formele inspraak- en beïnvloedingsmogelijkheden voor mensen van buiten de deelraad duidelijk vastgelegd.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in het reglement van orde moeten worden herhaald zijn in deze bepaling enkele begrippen eenmalig gedefinieerd. Artikel 2 De voorzitter In gemeenteraden is de burgemeester de voorzitter van de deelraad. De stadsdeelvoorzitter is dat niet automatisch: de deelraad wijst zelf de deelraadsvoorzitter aan. Dat kàn de stadsdeelvoorzitter zijn, maar stadsdeelraad Nieuw-West kiest zoals de meeste deelraden hiervoor een deelraadslid. Deze voorzitter heeft beperkte bevoegdheden: het gaat om het leiden van de deelraadsvergadering en de werkzaamheden die daar direct mee samenhangen. Hieronder zijn te verstaan: het openen van aan de deelraad gerichte stukken en het ondertekenen van stukken die van de deelraad uitgaan, zoals in elk geval alle raadsbesluiten (artikel 15 Verordening op de stadsdelen). De voorzitter heeft een sturende rol in het debat; dit is verwoord in het derde lid. Het corrigeren van de vergaderdeelnemers wanneer zij te lang aan het woord zijn of zijpaden bewandelen hoort hierbij, maar ook het doen van voorstellen om een debat af te ronden of door te schuiven naar een volgende keer hoort tot de instrumenten van de
Pagina 2 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
voorzitter. De voorzitter van de deelraad wordt door de agendacommissie gemachtigd de werkgeversrol te vervullen voor de griffier. Artikel 3 De vice-voorzitter Geen toelichting Artikel 4 De griffier De deelraad is verplicht een griffier te benoemen (artikel 100 Gemeentewet). De griffier is in eerste instantie verantwoordelijk voor de bijstand aan de deelraad. Hij is in principe in elke vergadering van de deelraad aanwezig. De Gemeentewet eist dat de deelraad de vervanging van de griffier regelt (artikel 107d, eerste lid). In het tweede lid is daarover een bepaling opgenomen. In verband met artikel 22 Gemeentewet (verschoningsrecht) is in het derde lid een bepaling opgenomen met betrekking tot het deelnemen van de griffier aan de beraadslaging. Rechtspositionele bepalingen omtrent de beëdiging zijn niet in dit reglement opgenomen, maar zijn geregeld in de instructie voor de griffier. Hierin zijn ook de taken van de griffier uitgewerkt. De rol van commissiegriffier wordt vervult door de op de griffie werkzame raadsadviseurs. Artikel 5 De agendacommissie De agendacommissie bereidt alle praktisch/organisatorische zaken van de deelraad voor. Als zodanig stuurt de agendacommissie ook de griffie aan en past het uitvoeren van de werkgeversfunctie namens de deelraad bij de taakomschrijving vande agendacommissie.
2
Pagina 3 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Artikel 6 Spreektijden Geen opmerkingen Artikel 7 Geluids- en beeldopnamen Geen opmerkingen
Hoofdstuk 2: Toelating van de deelraadsleden; benoeming leden van het dagelijks bestuur; fracties; ondersteuning Artikel 8 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming leden van het dagelijks bestuur Met de geloofsbrief geeft de voorzitter van het centraal stembureau aan de benoemde kennis van zijn benoeming (artikel V1 Kieswet). Voor dit benoemingsbesluit is bij ministeriële regeling een model vastgesteld. De benoemde geeft schriftelijk aan of hij de benoeming aanneemt (artikel V2 Kieswet). Tegelijk met de mededeling dat hij zijn benoeming aanneemt worden aan de deelraad stukken overlegd waaruit blijkt dat de benoemde voldoet aan de eisen om als lid van de deelraad toegelaten te worden. Dit omvat de volgende stukken: een ondertekende verklaring met de openbare betrekkingen die hij bekleedt, een uittrekstel uit de GBA met zijn woonplaats, geboorteplaats en –datum, en (indien niet-Nederlander) stukken waaruit blijkt dat hij voldoet aan de vereisten van artikel 10, lid 2 Gemeentewet (artikel V3 Kieswet). Het onderzoek van de geloofsbrieven moet in een openbare vergadering gebeuren. Bij het onderzoek zal ook de gedragscode (artikel 15, derde lid Gemeentewet) betrokken worden. In deze code zijn onder meer bepalingen opgenomen over al dan niet toegestane nevenfuncties. De commissie die de geloofsbrieven onderzoekt brengt verslag uit. Dit kan zowel mondeling als schriftelijk. Ingevolge artikel V4 van de Kieswet beslist de deelraad over de toelating van zijn leden. Daarbij is er een verschil in de procedure bij de samenstelling van een nieuwe deelraad of bij de vervulling van een tussentijdse vacature. Na een raadsverkiezing kunnen de deelraadsleden op de eerste vergadering van de deelraad in nieuwe samenstelling de eed of verklaring en belofte afleggen. De voorzitter zal hen hiervoor oproepen. Bij tussentijdse vacaturevervulling kan de eed of verklaring en belofte aansluitend aan de beslissing van de deelraad over de toelating van het betrokken deelraadslid plaatsvinden. De tekst van de eed of verklaring en belofte die een deelraadslid bij het aanvaarden van het raadslidmaatschap moet afleggen, is in artikel 14 van de Gemeentewet vastgelegd. Het vierde lid geeft invulling aan een leemte in de Gemeentewet. Uit de Kieswet vloeit het geloofsbrievenonderzoek van deelraadsleden voort. Aangezien een lid van het dagelijks bestuur geen gekozen volksvertegenwoordiger is, is hierover niets in de Kieswet geregeld. De Gemeentewet geeft wel aan welke formele eisen gesteld worden aan een lid van het dagelijks bestuur, maar niet op welk moment deze getoetst worden. De formele eisen voor het lidmaatschap van het dagelijks bestuur zijn grotendeels vergelijkbaar met de vereisten voor het raadlidmaatschap (Gemeentewet artikel 36a, 36b, 41b en 41c). Het ligt voor de hand om voor het benoemen van leden van het dagelijks bestuur ook een commissie voor het onderzoek naar de geloofsbrieven in te stellen. Vandaar dat er een vierde lid aan dit artikel is toegevoegd. Dit artikel is ook van toepassing als er geen lid van het dagelijks bestuur van buiten maar uit de deelraad wordt benoemd, de incompatibiliteiten en nevenfuncties dienen immers opnieuw beoordeeld te worden. Een deelraadslid dat benoemd wordt tot lid van het dagelijks bestuur mag deelraadslid blijven totdat de geloofsbrieven van zijn opvolger zijn goedgekeurd (artikel 36b, lid 2 Gemeentewet). In het geval de coalitie in de deelraad een meerderheid heeft van één stem kan het verstandig zijn eerst als deelraadslid ontslag te nemen en een nieuw deelraadslid te benoemen. Het beoogde lid van het dagelijks bestuur mag immers niet meestemmen over zijn eigen benoeming. Het
3
Pagina 4 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
vooraf ontslag nemen als deelraadslid is wel een risico. Het kan immers gebeuren dat deze persoon óf niet tot lid van het dagelijks bestuur wordt benoemd of dat de geloofsbrieven niet worden goedgekeurd. Artikel 9 Fracties De Gemeentewet kent het begrip fractie niet maar gaat onder andere in artikel 33, tweede lid, wel uit van het bestaan van in de deelraad vertegenwoordigde groeperingen (recht op fractieondersteuning). In de loop van een zittingsperiode kan het voorkomen dat leden de deelraad verlaten. In een dergelijk geval vindt er een verandering in de samenstelling van de fractie plaats. Als dit het geval is, deelt de fractie dit mee aan de voorzitter. Het is ook mogelijk dat een deelraadslid zijn lidmaatschap niet opzegt maar uit een fractie stapt. Hij kan als zelfstandige fractie verdergaan of zich aansluiten bij een bestaande fractie. Uitgangspunt van ons kiesstelsel is dat volksvertegenwoordigers op persoonlijke titel worden verkozen (een kandidaat wordt door de voorzitter van het stembureau benoemd). De Kieswet gaat niet uit van politieke partijen, een zetel ‘hoort’ dan ook niet bij een partij maar is verbonden aan de volksvertegenwoordiger die daardoor ook de mogelijkheid heeft om tussentijds van fractie te veranderen of zelfstandig verder te gaan. Ook kan een fractie besluiten om haar naam te veranderen. Dit staat de fractie vrij om te doen. Op grond van deze bepalingen heeft de deelraad geen zeggenschap over wijzigingen in de samenstelling, fusies en splitsingen van fracties en de naamvoering. De deelraad kan hier dus geen besluit over nemen. Een mededeling aan de voorzitter van de deelraad is voldoende. De deelraad is gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering nadat hiervan mededeling is gedaan rekening te houden met de nieuwe situatie. Gevolg van fractieafsplitsing en het ontstaan van een nieuwe fractie is ook dat de fractie recht heeft op ambtelijke bijstand en fractieondersteuning en dat de voorzitter van de nieuwe fractie lid wordt van het fractievoorzittersoverleg etc. Artikel 10 Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Dit artikel noemt het recht van individuele deelraadsleden en fracties op ambtelijke bijstand en ondersteuning. Deze zijn in een aparte verordening geregeld.
Hoofdstuk 3: Tijd van vergaderen, voorbereidingen Artikel 11 Tijd en plaats van vergaderen Ingevolge artikel 17 van de Gemeentewet vergadert de deelraad zo vaak hij daartoe heeft besloten en voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden van de deelraad schriftelijk met opgave van redenen daarom vraagt. Het tweede lid brengt tot uitdrukking dat de voorzitter in het bepalen van een andere dag en ander aanvangsuur zoveel mogelijk overleg pleegt in de agendacommissie. Op deze wijze houdt de agendacommissie ook bij vergaderingen die niet op het gebruikelijke tijdstip plaatsvinden, invloed op de datum, het tijdstip en de plaats van de vergadering. Artikel 12 Oproep: agenda en vergaderstukken In artikel 19, eerste lid van de Gemeentewet is bepaald dat de voorzitter de leden schriftelijk voor de vergadering oproept. Volgens het tweede lid van artikel 19 maakt de voorzitter gelijktijdig met deze oproep de datum, tijd en plaats van de vergadering openbaar. Voor wat betreft de wijze van deze openbare kennisgeving is aangesloten bij artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht. Tevens is opgenomen dat de agenda en de stukken op het internet geplaatst worden. Vanuit het oogpunt van service aan de burger is dit gewenst. De door de agendacommissie opgestelde agenda en de daarbij horende stukken worden gelijktijdig met de oproep openbaar gemaakt. Stukken waarop geheimhouding rust worden niet openbaar gemaakt. De geheimhouding blijft in stand tot het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd (dagelijks bestuur, raadscommissie, deelraad), deze opheft (artikel 25, gemeentewet).
4
Pagina 5 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken Dit artikel heeft betrekking op de ‘achterliggende’ stukken waarnaar in de raadsvoorstellen verwezen kan worden (ambtelijke adviezen, toelichtende nota' s, etc.). De stukken waarnaar verwezen wordt kunnen groot zijn in aantal en in omvang, bijvoorbeeld om een voorstel tot het bouwen van een nieuwe bibliotheek te onderbouwen. Voor de deelraadsleden is het, gezien de vele onderwerpen waarmee zij zich bezighouden, in de meeste gevallen niet noodzakelijk en ook niet wenselijk, álle onderliggende stukken te krijgen. Stukken die een bepaald voorstel onderbouwen maar niet meegezonden worden, dienen gelijktijdig met het verspreiden van de stukken, ter inzage gelegd te worden. Hiervan wordt melding gemaakt in het betreffende voorstel. Originelen van ter inzage gelegde stukken kunnen niet worden meegenomen Tegen vergoeding kan er wel een kopie van worden gemaakt. Doorgaans liggen stukken voor iedereen ter inzage bij de griffie en bij de balie van het stadsdeelkantoor. Voor geheime stukken ter inzage geldt dat de griffier alleen inzage verleent aan de leden van de deelraad en aan buitengewoon commissieleden.
5
Pagina 6 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 4 Raadscommissievergaderingen Artikel 14 Raadscommissies De deelraad stelt twee raadscommissies in, conform artikel 82 van de Gemeentewet. Van deze commissies zijn alle deelraadsleden lid. Daarnaast benoemt de deelraad buitengewoon commissieleden. Daarnaast heeft de raad ook nog een rekeningcommissie ingesteld, en een verordening op de rekeningcommissie vastgesteld. Het aantal personen dat per raadscommissievergadering deelneemt is gereguleerd in artikel 20 van dit reglement. Artikel 15 Buitengewoon commissieleden Buitengewoon commissieleden kunnen op basis van hun aanwezigheid op de kieslijst van een fractie worden benoemd. Bij hun benoeming leggen zij ook de eed of de belofte en verklaring af. Buitengewoon commissieleden kunnen door de deelraad, op voordracht van de fractie op wier aanbeveling zij zijn benoemd, worden ontslagen. Artikel 16 Commissievoorzitter en commissiegriffier De agendacommissie kent aan de vergaderingen de voorzitter en de griffier toe. De voorzitter moet een deelraadslid zijn. Artikel 17 Verslaglegging Van alle raadscommissievergaderingen wordt een actielijst en een geluids- en beeldverslag ter beschikking gesteld. Artikel 18 Spreekrecht burgers De deelraad wil met de inbreng van burgers op een efficiënte wijze koppelen aan het besluitvormingsproces. Daarom is de mogelijkheid tot spreken en inspreken met name in het begin van het proces groot. Bij oriënterende behandeling van een onderwerp kunnen burgers aan tafel meespreken. Bij meningvormende behandeling kan worden ingesproken op geagendeerdeonderwerpen. De besluitvorming vindt pas plaats als alle informatie is gegeven en alle meningen zijn gehoord. artikel 19 Afwijkende agendering Geen toelichting artikel 20 De samenstelling en werkwijze Geen toelichting Artikel 21 De orde van de vergadering en openbaarheid en beslotenheid Geen toelichting
6
Pagina 7 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 5 Deelraadsvergadering § 5.1 Orde der vergadering Artikel 22 Presentielijst De verplichting tot het hebben van een presentielijst vloeit voort uit artikel 20 Gemeentewet. In dit artikel wordt de procedure vastgelegd. De handtekeningen op de presentielijst zijn bedoeld om formeel vast te stellen dat het vergaderquorum bereikt is. De griffier verleent de ambtelijke ondersteuning die de deelraad nodig heeft. Daarom stelt hij samen met de voorzitter de presentielijst vast en ondertekent deze. Deze ondertekening dient te waarborgen dat de lijst volledig is en het quorum bereikt was. Artikel 23 Opening van de vergadering, quorum De vergadering kan beginnen als meer dan de helft van het aantal zitting hebbende deelraadsleden aanwezig is en de presentielijst heeft getekend. Als het quorum niet bereikt is, wordt de vergadering verdaagd naar de eerstvolgende raadsvergadering. Artikel 24 Vaststellen van de agenda De agendacommissie stelt de agenda op voor de deelraadsvergadering. De deelraad gaat uitdrukkelijk over zijn eigen agenda, en stelt die dan ook vast aan het begin van de vergadering. Het primaat van de deelraad komt ook tot uiting in de bepalingen die de afzonderlijke leden de mogelijkheid geven om zelf onderwerpen aan de agenda toe te voegen. Ook het dagelijks bestuur kan een verzoek doen een punt aan de agenda toe te voegen. Artikel 25 Insprekers Bij de deelraadsvergadering kunnen burgers en andere geintresseerden inspreken over nietgeagendeerde onderwerpen. Artikel 26 Actualiteitenkwartier De deelraadsleden gebruiken dit agendapunt alleen voor korte mededelingen of vragen die actueel en politiek relevant zijn. Het dagelijks bestuur doet in de vergadering alléén mededelingen die dermate actueel zijn, dat ze niet eerder in een memo aan de deelraad konden worden gestuurd. Artikel 27 Ingekomen stukken Omtrent de (aan de deelraad gerichte) ingekomen stukken worden alleen voorstellen gedaan en besluiten genomen van procedurele aard, bijvoorbeeld ter kennisneming, in behandeling nemen, afhandeling door het dagelijks bestuur etc. De deelraad stelt op voorstel van de griffier de wijze van afhandeling van de ingekomen stukken vast. Artikel 28 Verslaglegging Het maken van een verslag is niet verplicht. In de Gemeentewet wordt alleen gesproken over de verplichting om een besluitenlijst openbaar te maken (artikel 23, vijfde lid Gemeentewet). Deze besluitenlijst moet zo snel mogelijk worden gepubliceerd. Het verslag moet inhouden het verloop van een stemming, waarbij aantekening wordt gemaakt van de namen van de leden die zich op grond van artikel 28 van de gemeentewet van stemming hebben onthouden. In artikel 28 van de gemeentewet staat bepaald dat een lid niet deelneemt aan de stemming over: een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat, of de vaststelling of goedkeuring van de rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welk bestuur hij behoort.
7
Pagina 8 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Alle raads- en commissievergaderingen zijn rechtstreeks te volgen via internet en hier ook terug te luisteren op onderwerp, datum of agendapunt. Artikel 29 Spreekrecht De leden van het dagelijks bestuur worden standaard uitgenodigd voor de vergaderingen. Door een wijziging in de Gemeentewet hebben zij in het vervolg ook het recht om aanwezig te zijn en deel te nemen aan de beraadslagingen. Dat een ander dan een deelraadslid of een dagelijks bestuurder het woord voert tijdens een raadsvergadering moet een uitzondering blijven. Het gaat immers om een besluitvormende vergadering en alle informatie moet in dat stadium gegeven zijn en het debat met anderen dan deelraad en dagelijks bestuur moet zijn gevoerd. Artikel 30 Spreekregels Het kort en bondig spreken geldt voor alle deelnemers aan de vergadering. De mogelijkheid van het beperken van de persoonlijke spreektijd van de vergaderdeelnemers door de voorzitter blijft bestaan omdat bondigheid op deze wijze kan worden gestimuleerd Artikel 31 Handhaving orde; schorsing Het tweede lid verzekert dat deelraadsleden vrijelijk kunnen spreken. Wel zijn interrupties toegestaan voor zover de voorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat leden van de deelraad zich onbelemmerd voelen om hun mening te uiten, is in artikel 22 van de Gemeentewet bepaald dat zij niet in rechte vervolgd kunnen worden, aan te spreken zijn of verplicht zijn getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Het vierde lid heeft naast de leden die het woord voeren, ook betrekking op de leden van het dagelijks bestuur, de griffier of andere personen, die het woord voeren. De voorzitter kan hen tot de orde roepen. Als zij hieraan geen gehoor geven, kan hen het woord worden ontzegd. De bevoegdheid die in het vierde lid aan de voorzitter wordt gegeven om een spreker over een aanhangig onderwerp het woord te ontzeggen, gaat minder ver dan de mogelijkheid die artikel 26, derde lid, van de Gemeentewet biedt om aan dat lid, dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, de toegang tot de vergadering te ontzeggen. De laatstgenoemde bevoegdheid van de voorzitter blijft echter onverlet. Een besluit van de voorzitter om iemand het woord te ontnemen is een op feitelijk handelen gerichte beslissing met een intern karakter. Dit is geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb. (JB 9 (2002) 138). Onder interruptie is overigens niet te verstaan het geven van tekenen van goed- of afkeuring; deze uitingen worden beschouwd als verstoringen van de orde. Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar artikel 49 en 52 van dit reglement. Lid 10 en 11 bepalen dat een beraadslaging over een onderwerp maximaal drie keer onderbroken kan worden door een schorsing. Mocht er meer tijd voor overleg nodig zijn dan kan aan de hand van een ordevoorstel het onderwerp voor een volgende vergadering geagendeerd worden.
8
Pagina 9 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
§ 5.2 Procedures bij stemmingen Artikel 32 Stemming over zaken Stemverklaringen moeten kort zijn en mogen niet het karakter krijgen van een extra ‘termijn’ als laatste reactie op de vorige spreker. De stemverklaringen worden gegeven vóór de hoofdelijke oproep van de leden tot de stemming begint. Een deelraadslid kan zich alleen onthouden van stemming op grond van artikel 28 van de Gemeentewet. In alle andere gevallen is een deelraadslid verplicht stelling in te nemen en te stemmen. Stemmingen zijn in principe openbaar. Door de openbaarheid is het voor de achterban (kiezers) duidelijk hoe ze vertegenwoordigd worden. Of een deelraadslid zich in een specifiek geval moet onthouden van stemming op grond van artikel 28 van de Gemeentewet is alleen aan het deelraadslid zelf om te beoordelen. Een lid van de deelraad onthoudt zich van stemming door de zaal te verlaten. Bij stemming heeft de deelraad geen optie dan te waarschuwen dat het te nemen besluit wel eens aanvechtbaar zou kunnen zijn in een bezwaarschriftprocedure of bij de bestuursrechter of in het kader van een spontane vernietiging door de Kroon (artikel 268 Gemeentewet). De deelraad kan in dergelijke gevallen een belangrijke rol spelen door in algemene zin te bespreken dat individuele deelraadsleden door hun handelen de schijn van belangenverstrengeling kunnen wekken en hoe dat voorkomen kan worden. In de gedragscode voor de leden van de deelraad is hierover het nodige geregeld. Er is in elk geval een stemming als er moties of amendementen zijn ingediend. Een motie strekt niet tot wijziging van een voorgesteld besluit; over een motie wordt een apart besluit genomen, nadat de besluitvorming over het aanhangige voorstel is afgerond. Bij een motie over een afzonderlijk onderwerp geldt dit uiteraard niet. Bij staking van stemmen is het bepaalde in artikel 32 van de Gemeentewet van toepassing. Als de vergadering voltallig is, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Is de vergadering niet voltallig, dan wordt het nemen van het besluit tot een volgende vergadering uitgesteld. Als ook dan de stemmen staken, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Artikel 33 Hoofdelijke stemming Als een lid te kennen geeft een hoofdelijke stemming te wensen, moet de stemming plaatsvinden. De deelraad heeft niet de bevoegdheid om van deze bepaling van artikel 32 van de Gemeentewet af te wijken. Artikel 34 Stemming over personen Bij een benoeming of voordracht gaat het om de benoeming van een specifiek persoon in een bepaald ambt. De stembiljetten kunnen blanco zijn of de namen van de te benoemen of aanbevolen personen vermelden met daarachter de opties ‘voor’ en ‘tegen’. Het gaat hier overigens niet over de benoeming tot deelraadslid, dit is een heel ander soort benoeming dat in artikel 8 van dit reglement wordt toegelicht. Onder ‘volstrekte meerderheid’ wordt volstaan de helft plus een van hen die aan de stemming hebben deelgenomen (zie toelichting artikel 30 van de gemeentewet). Artikel 35 Herstemming over personen In dit artikel wordt een nadere uitwerking gegeven van hetgeen in artikel 31, derde lid van de Gemeentewet is voorgeschreven. Artikel 36 Nietigheid Een onregelmatigheid is niet het onjuist invullen van een stembiljet door een deelraadslid, of het per ongeluk het verkeerde antwoord geven bij hoofdelijke stemming. Dit laatste kan nog hersteld worden als de vergissing is bemerkt vóórdat het volgende lid zijn stem heeft uitgebracht.
9
Pagina 10 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 6 Rechten van leden Artikel 37 Amendementen Een (sub)amendement kan ingediend worden op een voorgesteld besluit, dat aanhangig is. Op basis van artikel 147b van de Gemeentewet is de deelraad verplicht een amendement te behandelen. Ieder lid van de deelraad kan een amendement indienen; er is geen steun voor het amendement nodig van andere leden van de deelraad. Artikel 38 Moties Een motie kan gaan om het uitspreken van een wens (van inhoudelijke, politieke of procedurele aard), het uitspreken van instemming dan wel afkeuring over bepaalde ontwikkelingen of om het doen van een verzoek Een motie betreft dus niet een concreet besluit dat op rechtsgevolg is gericht; een motie heeft geen juridische, maar een politieke betekenis. Daarom is het dagelijks bestuur formeel niet aan een motie gebonden of tot uitvoering ervan verplicht. Wel kan het naast zich neerleggen van een motie door het dagelijks bestuur leiden tot een vertrouwensbreuk tussen deelraad en dagelijks bestuur en hieruit kan het dagelijks bestuur dan zijn consequentie trekken. Voor wat betreft de besluitvormingsprocedure omtrent een motie wordt opgemerkt, dat over een motie een apart besluit wordt genomen. Voor de beraadslaging over een motie over een aanhangig onderwerp geldt, dat deze plaatsvindt gelijktijdig met de beraadslaging over het onderwerp, waarop de motie betrekking heeft. Een besluit over een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt aan het einde van de vergadering plaats. Dergelijke moties benaderen de in artikel 43 geregelde initiatiefvoorstellen. Artikel 39 Voorstellen van de orde De voorzitter legt aan de deelraad ter beslissing voor of er sprake is van een voorstel van orde. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de deelraad. Bij staken van meerderheid van stemmen is het voorstel niet aangenomen, (artikel 32, lid 4 Gemeentewet is hierop niet van toepassing). Een voorstel van orde betreft bijvoorbeeld het schorsen van de vergadering voor een pauze. Artikel 40 Voorstellen van het dagelijks bestuur Dit artikel heeft betrekking op het agenderingsrecht van de deelraad. De deelraad is de enige die een voorstel voor een verordening of een ander voorstel kan agenderen, dat het dagelijks bestuur heeft voorbereid. Als het dagelijks bestuur het voorstel heeft voorbereid, betekent dit niet dat het dagelijks bestuur het door hen voorbereide voorstel kan intrekken als het dagelijks bestuur van oordeel is dat verdere behandeling van het voorstel niet wenselijk is. De deelraad moet hier toestemming voor geven. Als de deelraad van oordeel is dat een voorstel niet voldoende is voorbereid, kan de deelraad het voorstel op grond van het tweede lid nogmaals voor advies aan het dagelijks bestuur zenden. In de praktijk zal een voorstel het in dat geval niet brengen tot behandeling in dedeelraadsvergadering, maar zal het terugzenden naar het dagelijks bestuur gebeuren na behandeling in de raadscommissie. De deelraad kan het dagelijks bestuur bijvoorbeeld verzoeken het voorstel nader te onderbouwen. De deelraad bepaalt echter wanneer het voorstel, dat door het dagelijks bestuur verder voorbereid is, opnieuw behandeld wordt. De deelraad kan dit in dezelfde raadsvergadering regelen, maar kan dit ook aan de agendacommisissie overlaten. Artikel 41 Initiatiefvoorstellen Deelraadsleden kunnen zelf een voorstel indienen. Hiervoor is het recht van initiatief toegekend. In artikel 147a, eerste lid, van de Gemeentewet is dit uitgewerkt. Een deelraadslid kan een beroep doen op de ambtelijke ondersteuning.
10
Pagina 11 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Een initiatiefvoorstel hoeft formeel niet langs het dagelijks bestuur, maar in geval het voorstel personele (en financiële) consequenties heeft kan het raadzaam zijn het initiatiefvoorstel ook aan het dagelijks bestuur voor te leggen voor advies. Artikel 42 Schriftelijke vragen Het vragenrecht geeft aan de leden van de deelraad het recht informatie te vragen over aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het dagelijks bestuur behoren. Het karakter van deze vragen is primair van informatieve strekking. Op grond van deze bepaling kan een deelraadslid schriftelijke vragen stellen aan het dagelijks bestuur of de voorzitter hiervan. Als de vragensteller van mening is, dat de beantwoording van de vragen tot een besluit van de deelraad moet leiden, kan hij het recht van initiatief of het interpellatierecht benutten om het onderwerp of het voorstel op de agenda van de deelraad te krijgen. Artikel 43 Mondelinge vragen Geen toelichting Artikel 44 Interpellatiedebat Dit artikel stelt nadere regels aan artikel 155 van de Gemeentewet. Het interpellatierecht ligt in het verlengde van het mondelinge vragenrecht. Het gaat om een recht van een volksvertegenwoordiger om tijdens een vergadering over een niet geagendeerd onderwerp een debat aan te gaan met een lid van het dagelijks bestuur. Voor zo een debat moet draagvlak zijn in de deelraad. Ten minste een derde van de raadsleden moet instemmen met het voorstel. De bepaling dat het onderwerp waarover een debat wordt aangevraagd, actueel en politiek relevant is, is bedoeld om zwaarte te geven aan interpellatie als instrument.
11
Pagina 12 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 7 Openbaarheid en beslotenheid Artikel 45 Openbaarheid Uitgangspunt in het openbaar bestuur is juist de openbaarheid. De Gemeentewet en de Wet Openbaarheid van Bestuur geven voorschriften hierover. Artikel 46 Geheimhouding Een besloten vergadering wordt altijd afgesloten met de formule: ‘De vergadering (of ‘de raad’) besluit: geheimhouding op te leggen omtrent het in deze vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die daarbij aan de raadscommissie / de deelraad zijn overlegd’. Voor de commissievergadering is dit een extra zekerheid voor geheimhouding. Meestal gaat het in een besloten vergadering over stukken waarop het dagelijks bestuur geheimhouding heeft opgelegd. De (voorzitter van de) vergadering kan deze geheimhouding niet opheffen; ook zonder deze formule blijft de door het dagelijks bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding van kracht. Het kan echter zijn, dat er in een vergadering extra informatie is verstrekt, of dat ook over andere ‘geheime’ zaken is gesproken. De formule waarmee de voorzitter de vergadering afsluit, dekt ook deze onderwerpen. Artikel 47 Besloten vergadering Dit artikel bepaalt dat de bepalingen van dit reglement overeenkomstig van toepassing zijn op een raadsvergadering achter gesloten deuren, behalve wanneer de bepalingen strijdig zijn met het besloten karakter. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal de deelraad moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet wordt opgelegd dan wel opgeheven. In artikel 25 van de Gemeentewet is bepaald dat de deelraad op grond van een belang geheimhouding kan opleggen omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de deelraad worden overgelegd. Lid twee bepaalt dat geheimhouding omtrent overgelegde stukken ook kan worden opgelegd door het dagelijks bestuur of door een commissie. Lid drie bepaalt dat de geheimhouding vervalt indien de geheimhouding niet door de deelraad in de eerstvolgende vergadering wordt bekrachtigd. De geheimhouding is van kracht totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd ofwel de deelraad haar opheft. De deelraad kan deze beslissing alleen nemen als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zittende leden de vergadering heeft bezocht. In artikel 23 van de Gemeentewet is bepaald dat er vergaderd wordt achter gesloten deuren wanneer ten minste één vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend of de voorzitter daarom verzoekt. In artikel 24 van de Gemeentewet is bepaald dat in een besloten vergadering niet kan worden beraadslaagd over; de toelating van nieuwe leden, de vaststelling of wijziging van de programmabegroting en de vaststelling van de jaarrekening, de invoering, wijziging en afschaffing van gemeentelijke belastingen en de benoeming en het ontslag van portefeuillehouders. Artikel 48 Opheffen geheimhouding Op grond van artikel 25, derde en vierde lid van de Gemeentewet, kan de geheimhouding worden opgelegd door het college, de burgemeester en de commissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de deelraad of aan leden van de deelraad overleggen. De opgelegde geheimhouding met betrekking tot aan de deelraad overgelegde stukken vervalt, indien de deelraad de oplegging niet in zijn eerstvolgende vergadering die volgens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, bekrachtigt. Als de deelraad niet van plan is de opgelegde geheimhouding te bekrachtigen, kan het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met de deelraad overleg
12
Pagina 13 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
voeren. Deze besloten vergadering kan dan gaan om de vraag waarom de deelraad de geheimhouding wil opheffen.
13
Pagina 14 van 14
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Hoofdstuk 8 Toehoorders en pers Artikel 49 Toehoorders en pers De hier aangeven procedurebepalingen zijn gebaseerd op de in artikel 26, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet gegeven bevoegdheid aan de voorzitter van de deelraad om toehoorders die de orde verstoren, te gebieden te vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toegang te ontzeggen. Artikel 50 Geluid- en beeldregistraties Aangezien de vergaderingen van de deelraad in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tvstations geluids- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft. Artikel 51 Gebruik van apparaten Het voeren van telefoongesprekken werkt verstorend tijdens de vergadering. Dit laat echter onverlet, dat indien zwaarwegende redenen dit noodzakelijk maken, de voorzitter dit aanwezigen toch kan toe staan. Artikel 52 Maatregelen van orde Geen toelichting Op de afsluitende artikelen 53 en 54 is geen toelichting nodig. Behorend bij reglement van orde deelraad Nieuw-West zoals vastgesteld op 23 november 2011
14
Stadsdeel Nieuw-West Gemeente Amsterdam
19
20
Gedragscode voor de deelraad