Gedisciplineerd kijken Van kunstgeschiedenis naar historisch formalisme Heidi de Mare
Ik wil spec iaal mi jn co llega Kees Vollema ns bedanken die niet alleen zijn kritisch oog over ee n ee rdere versie heeft
laten gaan, maar die zich evenuitged aagd weet do o r sch ild erijen uit versc hillende
zeer
histo risch e period en en immer tracht daarop ee n gepas t rm tw oord te geven.
I :-d . Ha lbcrtsma, K. Z ijlma ns , 'Inleiding', in: Gezicbt spunten. f eil inleid ing in de m etboden van de knnstgescbiedenis , red. M. Hal berrsma en K. Z ijlma ns. N ijmegen, 1993, p. 17 . 2 Ibidem . 3 J. A. Emme ns , Re mb randt en de regels uan de lumst , Utr echt , 1964 . 4 J A. Emme ns, Ibi d ., p. 123: ' M ijn bezigheid beston d en bestaat uit het zo mogelijk histo risch verantwo or d ana lyseren va n deze "teks ten" [zo w el
l Zde- eeuwse als 20s te-eeuws e teksten over beeldend e knn st l een bezigh eid die "interessant mag zijn" aldus Bolren. Dat
valt alweer mee. 1\1<1 <1 1', schrijft hij, he t gaat o m het kun stw erk. Ik ben het met hem ee ns , allee n: wa a rom het gaat in ee n o nder-
zoek wor dt bepa ald door de vra ags telling . Mi jn vra ags telling betref t de "teksten " en het no o dlo t w il nu eenmaal dat , zo ga uw iemand m et woorden reageert o p ee n kunst werk , hij
een " tekst " prod uceert. Ook de uitsp raak: het ga at om het kunst we rk, is bijvoorbeel d zo' n
" teks t " .'
Kijken is voor alle we te nsc ha ppe rs die visuele ar tefacten uit de gesc hiede nis o nd er zo ek en - foto gr afie, schilde rijen, film , a rc h itcctuurtc kc ningc n , prent en en recla me - een eerste ve reiste. Maa r o m te we te n w at m en ziet m oet men besch ikk en ov er begrippen om gelijkt ijd ig en ge lijksoo rtig beeldmateri aal te kunnen verge lijke n. Ge disciplineerd ki jke n vraagt dan oo k een ref lectie ten aa nzien va n het kun st historisch taa lgebruik : de woorden en de co nce pte n die men gebr uikt om beeldma ter iaal te beno em en en te besch rijven do en er to e. H et m eest direct doet de vraag naar de begr ipp en en de manier va n kijk en zich voor bij mod erne kuns t, zoals Ha lbcrts ma en Z ijlma ns enkele jar en gelede n hebben to egelicht aa n het voorbeel d va n Jeff Koo ns : ' De kunsthisto ricus die het werk va n Koons w il begrijpen, dient in een aa nta l za ke n te zijn onderlegd : a fgezien va n een gro n dige ke nnis va n de heersen de discu ssie o ver kun st (de vigere nde est het ica ), moet men zijn eigen tijd kennen ' . I M aar niet alleen in het gev al van nieu w e kunst vo rme n dient de kunsthistoricu s 'de gre nze n va n het kun stb egr ip op nieu w te defini ëren en daarmee oo k de gre nzen van de kun stgeschied schr ijvin g te her zieu ' v? Jui st de gebr uike lijke k unst historische me tho den en begrip pen , de va nze lfspreke nde period iseringen en geog ra fische indelingen van de w esterse k unstgeschiedeni s vrage n o m een der gelijke reflect ie. Z o ben ik in mijn dissert at ie-o nd er zoek naar de gene se va n ' het zeve ntiende-ee uwse H ollandse hu is' in architectuur, schilderkunst en literatuur o p ta l va n co nve nt io nele begr enzin gen en disciplin aire clichés ges tuit die ik niet kon rijmen met het historisch bronnenma teri aal. De historiografie va n de zevent iende -eeuwse Holla nd se sch ilder kunst bijvoo rb eeld leeft va n het idee da t er een con tra st besta a t t ussen de 'gcnreschilde rkunst' en de 'h isro ric schilderk unst', dat er een Hollandse ku nsttheo rie ontbreekt en dat H olla ndse en Italiaa nse ren aissan cek un st on ver gelijkb aa r zijn. De ar chite ct uurgeschiede nis ke nt zo zijn eigen sa menstel va n ' feiten'. Z o heet de renaissancistische sc hoo nheids opva tt ing rationa list isch va n aa rd te zijn en laten de propor ties zich uit drukk en in eenvo udige hele geta llen . O m die re de n is de G ulde n Snede ver ho uding, als resultaat va n een geo metrische bew erking, niet in classicist ische o ntwerpen to egepa st . De soor tge lijke ' irra tio ne le' qu adr atuur
14 Gedigitaliseerd door Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit
daa rent egen rekent men wel tot het idioo m , na melijk als een m idd eleeu w se vuist regel die rechtstree ks is o ntleend aan Vitr uvius' verd er zo ra tionele modul en syst eem . J an Em mens heeft al derti g jaa r geleden in zijn Rem brandt en de regels van de ku nst laten zien we lk effec t dergelijke discip linaire clichés hebb en .I Door Re m br an dt s schilde rijen te beo o rd elen va nuit een classicisti sche k unstopv atting die pa s na zijn dood in Holla nd ingan g vo nd, kon de menin g zich o ntwikkelen dat Rem bra ndt een kunstenaar w as die nie t ' in zijn tijd pa ste' en da t hij zelfs ' o nH olla nds ' wa s. De inzet va n Em me ns we rk lag in het on twarren van dit soort hardnek kige kuns thistorische clichés en oo k va n de moderne term en of o n bereflecteer de ideeën die de vraag stelling beïnvloe den . Z o is er sinds de tijd da t Em mens schreef, een ni euw cliché bijgek om en , namelijk het idee da t de ma at schapp elijke of sociale context releva nt voor het histo risch begr ip va n een kunstwerk is. Even noo dza kelijk is het - no g steeds volgens Emme ns - de sa me nha ng te ontled en in een hi storisch vo cabu lair, het voo rtleve n erva n en de betekeni svera nderingen d ie daa rb ij in de loo p va n de tijd o ptred en . Z o nder kenn is va n de w oor de n en hu n sa menha ng in histo risch e tek st en kan er gee n kunst historische analyse van sch ilderijen p laatsvin den . De schilderijen zijn im mers tem idde n va n bepaa lde opva tti ngen o ver kuns t o nt staan ." Hoe men de status va n de k unstenaar aa nd uidt (in ter men va n iugenium of in termen va n psycho logische zelfexp ressie), of men de imi tatio va n een schilderij verm a kelijk noem t va nwege het vermogen lelijkheid en schoo nheid wee r te geve n of va mv ege de ideale schoonheid die het oproept, hoe o ver schilderen wo rdt gedacht, a ls een hand werk , of een ars wa ar toe naast een leerbaa r systeem, ook aa nleg en oe feni ng behoo rd en, da n we l als een systeem va n aca de m ische schoo nheidsidealen of (k unn en we er aa n toevoegen ) als het prod ukt va n een maatsch ap pelijke voo rhoede die per definitie cult ure le gre nzen o verschrijdt - da t alles is hist ori sch geda teerd . Pa s op basis van een inzich t in de concepten en re gels w aa rin men te n tijde van Re mbra ndt over de k unst va n het schilde ren dach t, ko n Em me ns Rem bra mit s werk in icon ografisch e reek sen plaat sen en ko n h ij transform at ies in th em a 's en bet ek en isvorming vastste llen.
De ana lyse van ideeëncomplexen uit hed en en verleden is vo lgens Emmens - en and ere ku nsthi stori ci zoa ls H . van de Waal en Aby Warburg noodzak elijk voor een analyse van het beeld .> Daar om bestaan veel publicati es van deze geleerden ook uit het op sporen van de ver ba nde n tu ssen wo orden, begrippen en op vat tin gen en zijn de feitelijke beeld an alyses ' pas ' te vinden aan het eind van het tr aject . H et herlezen van het werk van dergelijke kunsthi sto rici legt de vinger op en kele par ado xale gro ndslage n van het vakgebied: enerzijds is het obj ect visueel, anderzijds drukt de ana lyse zich uit in taal en mo et ze rekening houden met de comtemporain e kunstopvattingen . Enerzijds is het on derzoek historisch-cul tureel (k unstwerken en op vatt ingen vera ndere n door de tijd heen ), anderzijds is het systema tisch-cultur eel (kunstwerken zijn steeds produkten van een collectieve cultuur) . Int ernationaal is er sinds de jaren zevent ig vooral geïnvesteerd in de systematisch-culture le ka nte n van het vakge bied. Struc t ure le benaderin gen in de literatuurwetenschap, semiotiek, psycho an alyse en antropo logie hebb en geleid tot onort hodoxe ana lyses van beeldmateria al - eerst in de film, later in de kunstgeschiedenis en tegenwoordi g zelfs in de architectuurgeschiedenis.é Hoe inspi rerend deze wa aier aa n 'int erdisciplinaire kortsluitingen' op dit
mom ent oo k is - en daa rbij geldt voor mij het devies dat nieuwe gedac hten steeds het voordeel van de tw ijfel moeten krij gen, mit s ze met een zekere strengheid worden uit gewerkt - men verzuimt te vragen naar de conse quent ies daarvan voor de geschiedschrijving . De historisch-culturele ka nt bleef in al deze exper imente n (soms nadruk kelijk, maar vaak onna den kend ) theoret isch on uitgewerk t. In het algemeen houdt 'geschiedenis' daarom in de huidige kunstgeschiedenis niet méér in dan de chro nologie die er altijd is geweest. Daarbij beperk t de histori sche verklar ing zich tot de op een volging in de tijd. In die zin maakt het we inig verschil of het om de aa neenr ijging van kunstwerken en stijlen gaa t of om de maat schappelijk e ontwik kelin g wa arin kunstwerk , k unstenaa r en publiek hun plaa tsen kr ijgen to egewezen . Bovendien heeft deze naïeve op vat tin g van geschiedschr ijving ert oe geleid dat men onbekommerd mod ern e begrip pen en fascinaties op historisch beeldm ateriaal projecteert (zo vindt men 'maatschappelijke verbande n', 'sex ualiteit', ' bedoelingen', 'de po sitie van de vrou w ', ' beho eften ' etcetera). Indi en de bovengenoemd e erfenis van kunst histor ici als Emmens, Van de \V'a al en \V'a rburg on s één din g leert , dan is het dat de systemati sche en de historische an alyse van beeldend e
5 H . va n de Waa l, T raditie en be ziel ing, Rotterdam /Antwerpen, 1946 en 'De Staalmee ster s en hun legende' , Cind H o lland 7 1 ( 195 6), pp. 6 1-107; A. \'(Ia rburg, 'Heidnisch-antike \'\'e issag ung in \,\/ort und lIi1c1 Zl1 Luthers Zei ten ' ( 192 0 ), in: Ab)' \'ilarlm rg . /vusgeioiib lte Scbri]: ten und W iirdigllllgCil (0 . Wut tkc, hr sg., 19 79), Ba den Bad en , Pl'. 19 9-304 . 6 Voor de film zie C. M ctz, De beeld signifilraut. Psyc boanalvse en [ilm, N ijmegen, 198 0; E. Po ppc, 'Inleiding in dc narratologie' , VerslIs, 2 (198 4), Pl' . 4 712 6; E. de Kuyp cr, Filmi sch e Hartstocht en, Weesp , 19 84 ; .J. Post, O ptische e((ectell in de film . Aan zetten to t een semiotische analyse, 19 9 8; Voo r een overzicht in dc kunstgeschiedenis zie A.J. Geld erb lom , ' Ccci n'est pas une pipe. Kunstgeschiedenis en semiotiek', in: Ge t icbts punten , 1993, Pl' . 271 -3 10 . Voor de a rch itec tuu rgesc hiedenis zie, Sexuality 0" Spa ce, red . 11. Co lo mina, Princeto n, 1991. Afb . 1 Ger ha rd Rich ter, foto u it 12 8 Fotos VO II einem Bild 19 78 , Keulen, 199 8.
15 Gedigitaliseerd door Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit
7 \Vanneer deze strengheid ontbreekt is er eerder sprake van een ge loo fso vertuiging waarin plo ts a lles weer met elkaa r in verba nd staa t. De reeks ' kritische per spectieven' zo als deze in de peri od e 1994 -1 9 96 bijvo or beeld in T bc A rt Bulletin is verschenen toon t in dat opzicht he t hele sca la aa n mo gelij ke gradat ies.
Afb. 2 Gerhard Richter, foto u it ] 28 Fotos urm einem Bild ] 978, Keul en , 1998.
8 H alb crrsm a, op .cit . (noot 1),
p. 8. 9 Vo or een o verzicht zie R. f a 1kenb urg. 'Ico no log ie en historische antro po logie: een roeria dcrin g' , in: Ce zicbts punten, N ijmege n, 1993, PI' . 139 - 174 . 10 Voor een o verzicht van de beeldan a lyse in de cultu urgeschiedenis zie, Gebaren en /ichaa msbonding uan de oudhe id to t b eden, red . J. Brernm cr, H . Rooden bur g, N ijmegcn, 19 93; Voor een o verzicht va n de beelda na lyse in de antropo log ie zie /11 de ban uall beteleenis . P r OCUCll uan symbo-
N u bleef de blo ei va n de th eoreti sch e reflectie in de geschiedwe tenschappen ook binnen de kunstgeschieden is niet ono pge merk r.f Maa r desalni ettemin is er weinig of geen effect van die reflecti eve houding op het kunsthi storisch par adi gm a merk baar. \V'eliswaar zijn er ' interdisciplinaire' to enaderinge n tussen kunstgeschiedenis en nieuwe terr einen in de geschiedwetenschap - zoals mentaliteit sgeschiedenis, maatschappijgeschi ed enis en recentelijk de historische ant ro polog ie -
de k unstgeschiedenis, net als in de nieuwe vor men van cultuurge schiedenis , op een andere manier w or dt nageda cht over cultu ur (w aarbij het hoge cult uur begrip - waartoe Kunst vanzelfsprekend gerekend wordt - ver vangen wo rdt door een breed , aan de cult urele antro polog ie ontleen d cultuurbegrip), over tijd (het homogen e historische co nt inuüm wordt vervangen doo r de temporele gelaa gdheid ) en over het historisch feit (het po siti vistisch e en obj ectieve feit wordt vervangen door het geconstru eerde en geclassificeerde 'feit') . De versch uiving van het accent in de geschiedenis naar de alleda agse cultuur voltro k zich, zo schrijft
m aar deze spelen zich binnen de besta ande kad ers af. Z o vin den kuns thistorici nu in de schilder ijen mentale, m aatsch ap pelijk e en rit uele inhouden , non-verbale betekeni ssen en alledaagse sym boliek die eer der over het hoofd w ar en gezien ." En cultuurhistorici op hun beu rt beh andelen kunstwe rken mom ent eel voora l als mid del va n communicatie en dista ntie, van to eëigenin g en ide nt ite it in groepsc ulrurcn. !" H oe waa rdevol oo k, dergelijke toepassingen verander en niet vanzelfsprekend het theoretische fund am ent va n het kunsth istorisch va k. D at fund amen t za l pa s vera nderen wa nneer in
Frijhoff, ' uit on vrede met de gro otscha lige, van ab stracte th eori evorming en on wezenl ijk taalgebruik do ortrokken soc iaa l-econ omische geschiedenis , die met haar kw an tit atieve methoden de geschiedschrijving beheerste en de indi vidu ele mens eru it had verjaa gd.' Vanuit dat dynami sch e cultuur begr ip konden bijvoorbeeld in de historisch e antropo logie vo orheen inert gedac ht e verschijnselen zo als sym bo liek en rit uele re pert oires, co llectieve codes en waa rdenpatronen, beteken issystem en en patronen va n hart stocht geanalyseerd w or den als histor isch e o bject en . 1 1 C ultuurgesc hiedenis bedri jven blijkt in de eers te
kunst en in th eor etische samenhang mo et wor den doordacht.
16 Gedigitaliseerd door Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit
p laats een ana lyt ische activite it te zijn. ' H isto r ische feiten' zijn geen feiten in positivisti sch e zin, maar het zijn construc ties die de historicu s maak t uit de chaotische h oeveelh eid histo risch e fen om en en . Vanda ar oo k het gew icht dat wordt to egeke nd aa n de bronnenkritiek. In pl aat s van naïef te staan tegenove r een histo risch e bron in de verwachting dat deze wel de waarheid spr eekt , een on gebrok en zicht geeft op de cultur ele w erkelijk heid en met an dere bronnen vergelijk baar is (bijvoor beeld om dat ze uit dezelfd e tijd dat er en of omdat ze het pro dukt zijn van eenzelfde hand of hoofd ) mo et men een historisch e bron va n zeer nabij , per ni veau en in alle gedetailleerdheid in ogen schouw nem en . Ten tweede , en daarm ee samenhang en d, wordt ni et meer vanzelfsprekend uitgegaan van een hom ogene hist ori sch e tijd waa rin allefeiten' een analoge en continue ont wi kkelin g ondergaan . N iet alle 'feiten ' in een cultuur vera nderen eve n snel en daardoor zijn tijdperken ni et zozeer gesc heide n door complete en definitieve breuken. De transfo rmaties zijn eerder te begrij pen in termen va n partiële en minu tieuze w ijzigingen zoals deze zich in reeksen do kument en lat en aa nwi jzen . De starre periodiseringen van we leer w aa rin histori sch e comp artim ent en los va n elkaa r gedac ht zijn (de middeleeu wen , de ren aissan ce, de indust rialisatie) zijn verva nge n. Enerzijds hanteert men neutrale en globa le tijdsaanduidingen w aarin de hom ogen iteit op een bepaald betekeni sni veau benoemd kan w or den (zo spreekt men van de lange twaalfde eeuw, de lange zestien de eeuw, de lange negentiende eeuw j. I? Anderzijds ge bru ikt men tijd saanduidingen die ver wijzen n aar de mod erniteit vanw aa ru it de hu idige histo ricus onver biddelijk schrijft en ten opzichte waa rva n de verschi llen of overee nk om sten onderzocht en bereflect eerd k unnen worde n zoals prem od ern en vroeg mo de rn. In beid e geva llen is er geen sprake va n herstel va n de homogene tijd m aar is er oog voor de vele geschiede nissen die op een histori sch m om ent same nko men. Een dergelijke opvatting ka n verre gaa nde cons equent ies hebben voor de geschiede nis der kunsten. In couran te benam ingen als Ren aissan ce, Ma niërisme en Barok is het strikte compart iments denken nog volop aanwe zig. N u is dat m akk elijker gezeg d dan gedaa n. Een der gelijke cult uur histo rische habi tu s in br engen in de kunstgeschiedenis stuit op enke le soo rtgelijke pr oblem en die zich hedentend age in de we tenschapsgesc hiede nis voo rdoen . In een recent n ummer van D e zeventiende eeuto (19 9 8), gew ijd aa n 'Int erdiscip linariteit', bespr ak de we tensc haps h istoricus Geert Vanp aemel de stand van za ke n in zijn vakgebied.l -' H ij omschr eef het dilem ma va n de we tenscha psgeschiedenis als het probleem va n ' intern alisme' (de inwendige ontwikk eling va n int ern e
factoren , een gesc hiede nis die door exacte wetenscha ppers geschreve n w ordt) vers us 'extern alisme ' (we tensc ha p als cultuurhistor isch versch ijnsel, een gesch iede nis d ie door histori ci gesc hreven wordt ). Geen on bekend dilem ma in de k unstgeschiedeni s wa ar de vra ag van het primaat va n ' kunst' of van 'geschiedenis' no g immer niet is op gelo st. 14 In de we tensc ha psgesc h iede nis wordt sinds enkele jaren het dilemma erke nt in het besef dat ' het weten ' en ' de waa rheid' gee n ee uw igheidswaa rden zijn. Beide hebben een mater ieel best aan en in die zin kennen ze ook een gesch iede nis. Vervangen we ' na tu urwetenschap ' door ' kunst ', en 'waar heid' doo r 'ee uw ige schoonhe id' dan zijn de vrage n die Van pa emel stelt stuk voor stuk relevant voor een cultuur historische ben ad ering van de k unstgeschiede n is. Vanpae mel w ijst er nam elijk op dat , w il de we tensc ha psgeschiede nis zijn plaat s inn em en in de 'w ereld va n de histori sch e discipli nes' er een drietal vrage n mo eten worde n gesteld . Ten eers te de vraag naar de histori sche vorme n va n 'wetensc ha p' (de definit ies van geleerdheid, w eten en int ellect uele mili eus, de vorming van disciplin es, de waa rhe id die wordt gep rod ucee rd, de begrenzingen die ontsta an ten op zicht e va n techniek en ku nst ). Beant woord ing daarvan heeft het voorde el, zo zegt Vanp aem el, dat het ' de we tensc ha psgesch iede nis minde r afha nkelijk zal maken van anac hro nistische of hed end aagse op vattingen over de ro l en de betek en is van wetenschap '. H et tw eede pu nt betr eft ' de constr uctie va n een natuurbeeld ' op verschillende historisch e mom en ten en de p laats d ie de nat uurweten schap daarb inn en wordt toegekend . De derd e vraag betr eft de for mele conve n ties die de 'geloo fw aardigheid' als we tensc ha p ga ra nderen en het wete nschapp elijk den ken ' in disciplinai re ban en ' leidt. LS Me r behulp van dit soort on derzoeksvragen , die bet rekk ing heb ben op de form ele historische hoedanigheid van de 'we tenschap' k un nen er, zo betoogt Vanpa emel, nieu we gesc h iede n issen van het wet en w orden gcschrcven. !v De conse quent ie va n de cultuur hist or ische vraag stellingen is dat niet zoze er het onderzoek sobject va ststaat, alsw el de wetenschappelijke h ouding die men ten aanz ien van een zeke r o bject ('wetensc ha p ', ' kunst' ) aa n neemt en de soort vragen die men eraa n ste lt. H et best ud eren van culture le ver schijnselen op hu n eigen mer ites en binn en hun eigen co ntext betek ent m utati s mutandis dat een cult uur h istor ische benader ing van het kunstwerk zich richt o p de eigen regels, co des en co nvent ies waa raa n het is onde rworpe n. C ultur en zijn daardoo r ook minder aa n hun geografische co mpartiment ge bonde n en ze ken merke n zich eerder door inw end ige hetero geniteit en ongelijkt ijdigheid. Jui st de uitwi sseling, de geest elijke mo bilititeit en
liscb e ant ro p olog ie; red , H . Driessen, 1-1. de Jo nge, N ijme gen , 1994. I I \V. f rijho ff, ' Inleid ing: H istor isch e a ntropo logie', in: Cultuur en m ant scbappi] i11 N ederland 1500- 180 0 , re d, 1'. te Bockhorst. P. Burk c en \'('. Fri jho ff, M epp el/Am sterda m crc., 1992 , p. 23 . Z ie hijvoo rbeeld de di ssertaties va n G. Roo ijak ke rs, Rituele rep ertoires. 111 oo stelijk vollescultuu r 1559 -18 53 , N oo rd -B rabant N ijmegen, 1994 , 1-], D ibb ct s, vert ron iod bezit. M at eriële cu ltuur in D oesburg en iHaass!uis 1650- 1800, Amste rda m , 199 8 en D. Sturke n boom , Spectato rs uall H artstoch t. Sek se en ent otionelc cultu ur in de ach tti ende eeuw , H ilversum , 19 9 8. 12 Z ie IJ\'. E. Kloek , ' Seksu ali teit en gezins le ve n t ijde ns d e la nge zest iende ee uw, 14 50165 0' , in: Familie, lun oelijl: en gezin in V\!est- Euro/Ja, red . T. Z w aa n, Am st erda m/ H eerl en, 19 93, p p, U)7- 1J8; voor een overz icht va n her debat on der med iaevisten zie 1'\'1 . Sto ffers, ' Introd uc tie' , in: D e middeleeuwse ide ccmoereld 10001300, rec!. ;,,1. Sto ffers, H eerlen/ H ilversum , 1994 , 1'1'. 9-35 . l3 G . Va npa cme l, 'M ulri- en in terd iscipli na riteit in dl' Ne derland se w ete nseha psgeseh iedeni s va n de Goude n Eeuw', D e Z cucnticnde Eeui o, 14 ( 199 8) 2, PI' . 2 68-2 77 . 14 En niet a lleen daa r. Z o formu leerde T. va n Stri cn het o nlangs no g in ' De histo risch e lette r kunde : gesc h iede nis en lite ra tuur ' , Ibid ., p. 2 54 : 'M aa r " gesc hiede nis" is hist o risch e lett erku nd e noo it geweest en za l ze ook niet worden . N a ast de fascinat ie voo r w at mensen ooi t be lan gr ijk hebb en gevo nde n, blijft oo k de bewon dering voor wa t bela ngrijk is een voo rna me d rijfveer va n de beoefe naa rs va n het va k. ' 15 In het geva l va n ' k unst ' hebhen we te ma ken ruer een co mplexer pro bleem dat buiten het beste k va n d it artik el va lt. Ene rzijd s is ku nst in de \X'estersc c ultu ur een ges pecia lisee rd do mein gew orden met eigen tra d itie s en we tma tighe de n, eigen th eorieën cn waa rd epa tro nen . De ku nstgeschi ed enis speelt da arin a ls discip line een belangrijke ro l. Z ie T.E Rcese, ' M a p ping Inrcrd iscip lina ry ' , Tb c Art Bul let in, 77 ( 1995) 4 , PI' . 54 4 -54 9. And erz ijds heeft Pierrc Bourd icu aa nge too nd da t de wa ard er ing va n ' hoge kun st' o nderworpe n is aan gelijksoo rti ge soc ia le wa ard eri ngsmec h a n ism cn a ls lage
[7 Gedigitaliseerd door Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit
kun st . Z ie Fri jho ff, op.c ir. (noo t 11 ), pp. 2 7-28. 16 Z ie bijv. Scicnc e, culture and potntlar belle] in renaissance Europc, red. S. Pumf rcy, P.L. Ro ssi & M . Sla wi nski. M an chester, 1991; K() ~ meten, m o nsters en m uilezels. H et nerandc rend e natuurbeeld C Il de natuunuetcnsc ba p in de zenen tiende eeuw , red. F. Egmond, E. Jorinck en R. Vcr rn cij, H aarlem , 199 9. 17 P. Burk c, ' Ove rt urc : rhe N cw H ist o ry, its Past a nd its Fur ur c' , in: Ne io Perspeetlues 0 11 H lsto rical Writillg , red . 1'. Burk e, Ca m bridge, 199 1, pp. 1-23 ; Fri jhoff , op.cir. (noot 11), pp. 11-3 8; 1'. Spilt, ' De Anna les-sch ool. Een inleiding', Te Elfder Ure. Ce scbiedcnistbeorie 1, (1982) 3 1, pp. 32 8-378 ; M . Fou ca u lr, ' De a rcheo logie van het w ete n. Inleidin g ', ibid., pp .486-499 . 18 Als vo or beelden van nieuw e vor me n van kunst - en ar ch irecruurgcsch icdschrij viu g wil ik verw ijzen naaf bijvo o rbeel d C . van Eek , O rgnnicism in ninet een tb -century arcbiteeture . All inquiry int o its theo retica! and pb ilosopbical bachground, Amsterdam 1994 ; A. T zo n is, H et archit ektoni es
denleen. Cr nt tuerp, rationalisering
Utl1Z
d e a rch itek tuur en
m aat schap peli jke ma cht , N ijmegen, 1982 ; A . van der Wo ud , Waarheid en karakter. Het debat ov er de boui olennst / 840-1900 , Ro tterdam, 199 7; S. Alpe rs , D e luin st uan het ki jk eil. N ederlandse scbilderkunst in de zeventiend e ee uw, Amsterda m 19 89; A. H oll an der, Al o vi ng Picture s, Ca m brid ge (Massl/Lo ndcn , 1991 ; K. Vollcman s, Het raadse l uan de zich tbare w ereld. Ph ilips Ko ninck , o f een land scbap in de v o rm van een trak taat, Ams terdam , 1998 . 19 Pop pe, op.cit . (noot 6) , p. 5 7. 2 0 L.B. Alberri, D e Re acdificatoria , Flor ence, 14 85 : UA; VIA ; IX , 5 . 2 1 Op. eit. (noot 16 ) 22 H . Lui jtcn, verbuld voor 't nicnselijl: oog. Em bleem bo ek eil uit de Kon inbliihe Biblio th eek, Den H a ag, 1996, p. 5 1. 2 3 H . Berger jr., "Fhe Sysrcm of Ea rl)' Modern Painring', Represcntations , (199 8) 62 , p p. 3 1-57; S. Alpers. ' Dcsc ribe or N a rr arc ? A Pro blcm in rea lisric Rcp rcscn rat ions' , Ne w l. iterary H ist orv; 8 ( 1976 ) I , pp. 15-4 1. Gorb ic 24 E. Pan of sky, mld A rcbitcctu re
de spo ren die de m at eriële culruurp rod ukren trekke n, maakt de gre nzen permeab el. 17 In een . cult uurhistorische vraagstelling is het dan ook denk baar en zelfs aa n te raden bijvoo rb eeld zeventien de-eeuw se Holla ndse kunstwe rken te best ud eren als deel van de vroegm ode rne eur o pese cultuur. Een cult uur histo rische an alyse van een schilderij of een a rc hitec tuur tekening vereis t in de eerste p laats een o nderzoek naa r de vor mg eving va n het artefa ct in de eigen histo risch e contex t. 18 De ze cont ex t - we l aange du id als 'idee ënwere ld ' of 'veld va n we te n' - is m a terieel en bestaa t uit k uns ttheoret ische gesc hrifte n , tijdsch rift art ikelen of ander e pu blicati es wa ar in de regels va n het sch ilde re n en de regels va n de ar chitect uur worden verwoor d. \'V'oo rde n en ter men, regels en co nce pte n , metafore n en stopla ppen gene re ren een veld va n betekenissen dat als kad er dien t w aar binne n schilderijen en arc h itec to nische tekeningen to t sta nd ko men . Een cult uur hist or ische an alyse hou dt in da t de historiciteit van deze vo rmgev ing in tekst en beeld wo rdt onder zo cht en niet van te vo re n w o rdt geponeerd . Z o blijkt de mo derne afba ke ning tussen schilderij en gesc hrift irre levant in een universum w aa rin de zicht ba re we re ld w or dt aanscho uw d als een 'Boek der Na t uur ' . H et Vergezicht over een ulal: land (Philips Ko ninc k , 1664 ) brengt het oo g ertoe, zo laat Kees Vollem ans zien, voor td ure nd heen en wee r te ga an , w aar do or het verbeelde lan dsch a p nu eens verfopper vlak is, dan weer luch ten en heuvels, ' groente of vlees', om zich so ms vo or te do en als een gesc hilderd tra ctaat dat zich al kijkend ont vo uwt. De ge laag d heid, heterogeniteit en ongelijktijdigheid die de nieuw e cultuurgesch iede nis in bracht om de cultu ur in het algeme en te bestu deren , kunnen ook wo rd en benu t voo r een a na lyse van de a rtefa cten zelf. Een cultuur p ro dukt is gee n ' ko ntinu ürn va n allerle i imp ressies' i! ? Dat geldt evenz og oe d voor een tra cta at ov er schilde re n of bo uw kun st als voor een schilde rij, een a rc hitectu ur teke ning of een film . In p laats va n een geslo te n en hol isti sch e ent iteit , is het eerde r een heterogeen sa me ns tel va n versc hillende ra tiona liteite n die tot in het kleinste detail histo risch zijn. Z o blijkt Albert i's arc hitectuur tractaa t én mod erne tr ekken te ken nen (hij spreekt over geta llen en scho ne proporties) én pr emodern e kenmerk en (bij het kappen va n bomen is het raa dzaa m te lett en op de maan stand, k unst heeft de m ach t on gedi ert e uit bo uw werken te weren, geta llen hebben na tuu rli jke eigenscha ppe n die ze meer of m ind er gesc hikt ma ken voor a rc hitecto nisc h gebru ik ).20 Magisch den ken en natu urfi losofie blijken - zoa ls de w ete nschapsgesc hiede nis inmidd els heeft aa nvaard - in vroegmod ern e geschrifte n ov er ku nst in h oge mat e verw even met as pec te n die we tegenwoordig als mod ern op vatten .é !
18 Gedigitaliseerd door Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit
De co ntext va n een cult uur p ro d ukt is lo kaal va n aard en wo rdt gevonden in soo rt gelijke geschrifte n en soortge lijke beelden . Een a rtefac t staat ni mm er op zichzelf, maa r o nde rho udt altijd contac te n met ge lijksoo rtige artefacten die ervoor, ter zijd e en ern a versc hijne n . Intertextualiteit is een veelgebru ikte te rm om op dergelijke betrekkingen tussen tek st en te w ijzen. Met de term int ervisu alitcit zo u men op ana log e w ijze der gelijke net wer ken tussen beelden k unne n ben oemen en on derzoeken .ê? Da arbi j is het mo gelijk da t uit een co mpa ra tieve analyse va n pr ima ire bronnen zoa ls gesc h riftc n over het schilder en va n Alberti , Van M a nder en Va n Hoogstrae te n gelijke n issen aan het licht tr eden in op vattingen ov er vla kver de ling , o ver lich t en do nker, o ver kleuren en lich a men - bronn en waa r gelijke nissen vo lgens de vigere nde k un sthi sto rische op vattingen niet een s m ogen wo rde n gez oc ht . Sterker no g, w a nneer w e Alberti's D ella Pittura (143 5-6 ) lezen - een daad die voo r een k un sthistoricu s niet voor de ha n d ligt - dan blijkt h ij bepaal de for me le ka rakter isti eken te beschr ijven die niet zozeer stro ken met de hoogtepunten in de Itali aan se ren aissan cesch ilderkuns t, maa r m et Vlaamse en Hollandse, Veneti aanse en Spaa nse sch ilderkunst in de per iode tu ssen de vijftiende en de zeventiende eeuw. Dit sluit aan bij ' het systeem van de vro egmode rne schilderk unst' dat Ber ger jr. on la ngs introd uceerde. H ij besch reef het als een pa radigma waarbinne n zeke r vier mo da liteiten te onderscheiden zijn d ie in Europa tegelijk naast elka a r hebben bestaan en met elka ar zijn ver weve n. Binne n een der gelijk 'vroegmodern' kad er w o rd t een ver gelijken de analyse niet alleen den kb aa r, maar dwingt het ook o ude stellinge n te verl ate n, sta ndaa rdo pv attingen op nieuw in overwegi ng te nem en en w aar nodig te herzien. ë-' Bij een dergelijke analyse sp ree kt een geme enscha pp elijke ontwikk eling in de a rte facten nict la nger voo r zich . Er is geen plaats voor Z eitgeist, w ereld beeld of onderliggende ment ali teit die zich een d uidig, massief en ana loo g uitd ru kt in alle artefac ten. In zijn Gothic A rchitecture and Scb olasticisni gaa t Panofsky n og va n een dergelijke ve ronderstelling uit, w aa r bij hij het form ele scholas tieke dcn ken verge lijk baar ac ht met zow el de stru cture le opbo uw van het bo ek als de vorm va n de kerkelijkc archircctu ur.é" Een co mpa ratieve analyse zo u de omgekeerde weg bew a ndelen . De betek eni s, de boodschap , de inho ud , korto m het we ten dat in een a rtefac t aanwezig is, ko m t voort uit een pro ces va n betek cn isgeving w aarin verschillen de niveaus op elkaar inwer ken . H et is deze cult ure le co m binato rika die doo r een cu ltuur histor ische a nalyse va n de prim aire bronnen ka n w or den o pgespoord . H et net w erk va n vcr ba nde n kan pa s o p gro nd daar van worde n va st gest eld cn pas dan kun nen er ook nieuw e gesc hiede nissen w orde n geschreven . Da n blijkt
bij Auke van der Woud dat de modern e Ne derland se ar chit ectuur niet bij Berlage begint , maar meer dan een ha lve eeuw eerder in een veelvoudig proces van denken en schr ijven over ar chite ctuur. En dan kan Caroline van Eck een gen ealogie schrijven van de ' typisch' negentiende-eeuwse organi sche architectuur, waarbij de lange lijnen tot in het werk van Alberti doorlopen. Deze werkwij ze die ik herken in uiteen lopende studies van de laatste ti jd, en die ik in mijn proefschrift op een eigen manier heb ingevuld , heb ik daar voorlopig als ' histo risch formali sme' aan geduid .25 En dat niet in de laatste plaats om de distantie te ond erstrepen ten aan zien van bestaande forma listische benaderingen. In de stijlkritiek en het kennerschap, in de moderne (formalistische) kunstkritiek en in de rationalisti sche plan an alyse van historische arc hitec tuur speelt 'de histori e' behalve als tijdbalk na uwelijk s een ro1.26 Ik zie het historisch form alisme daarente gen als een verder te ontwikkelen werkwijze wa arin ka n worden afgerekend met inad equ at e op vat tin gen over vor m en inhoud en andere k unsthisto rische clichés. Maar vooral als een vruc ht bare man ier om de geschiedenis van de kunst en de visuele cultuur opnieuw en met andere vrage n te kunnen do or kruisen .
De to ekomst van de kunsthisto rische discipl ine sta at en valt mijn s inziens dan ook met het verrichten van dri e goede wer ken. Ten eerste een herlezing van het kunsthistorisch erfgoed. Dat is als het plaveien van de grond wa arop wij staa n: de genoemde paradoxen, de stereotype periodi ser ingen en geografische indelingen vormen no g imm er het uitgan gspunt van de heersende kunsth istorische op vattingen. De herkomst bepa len van ingeburgerd e opv attingen - zoals die van Rudolf \V'ittko wer in de ar chitectuurgeschiedenis - behoort daarroe.I ? M aar even zeer het onder kenn en dat sommige vakop vattingen op een zeke r mom ent als 'verouderd ' zijn bestemp eld en genegee rd mo gen worden.2 8 Maar ook het herst ellen van het evenw icht in het denk en van bijvoorbeeld Erwin Pan ofsky, dat fundam ent eel t heo retisch was en waa rin hij ook oog had voor de nieuwe visuele cultu ur, zoals film.2 9 H erlezen betekent dus tevens het th eor etisch kapitaa l veilig stellen, niet zozeer door dierbare herinneri ngen aa n leerm eesters op te roe pen, maar juist do or nieuwe ontw ikke lingen te verbinden met de int ellectu ele erfenis van geleerden als \'\!ar burg, Riegl, Pan ofsky, Gom bri ch, Emmens en Van de \'\!aaP OEn daar mee raak ik aa n de tweede daad d ie om uitvoerin g vraa gt, na melijk het kenni sma ken met, het toe ëigenen, tra nsfo rmeren en investe-
Af b. 3 G erha rd Ri ch ter, foto uit 128 Fotos V OII cineni Bild 19 78 , Keulen, 19 98.
Sch olast icisrn: All ll1qllir)' into
tbc Allalog)' of tbc A rts, l'iJilosopiJ)', and Religion in tb c Middl e Ages, Nc w York, 195 1; idem, 'Inleidende beschouwingen', in: lconologiscbe studies, N ijmege n, 1984 , 1'1'. 7-3 2. 25 Z ie voor mijn wer kw ijze
bi jvoorbeeld H . de M arc , ' Do rnes ticity in D isp ure. A Rccon sidcra t io n of So urccs' , in : At Home. All AlltiJropolog)' of Dornest ic Space, red. 1. C ic ra nd . Ncw York, /3 -30.
j
999, PI' .
26 Voor ee n overzic ht van de stijlk ritiek zie G . \\Iillem s, ' Verklaren en ordenen. O ver stijlanalytisc he benaderingen', in: G ericbt spunten , op . cir. (noot I ), PI' . 10 3 - 13 8; \' 0 0 1' kennersc ha p zie 1. Ga sk eIl, ' H isro ry of Ima ges', in : N eu. Pcrspc ctiue s 011 Histo rica! \Y!riting , red. P.
Bu rk e, o p . cito (no o t 17 ), PI'. 168 - 192 ; vo o r het d eb at in d e mod erne k u nst zoa ls dat zic h rondom C leme n t G recnbcrg
19 Gedigitaliseerd door Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit
heef t ontwikkeld , zie bv, Y.-A. Boi s, '\Vho sc Fo rm a lism ?' , A rt BlIl/etill , 78 ( 19 96) 1, pp. 9 -12; voor een ov erzic ht van de plan a na lyse zie U. Ba rbi eri, E C la essens en H . Enge l, 'N abescho uw ing. G ior gio Grassi en Tcnd cnza gez ien vanuit N ede rland' l in: De logische cen tstru ctie van de archite ctuur, red. G. Grassi, N ijmegen, 19 9 7, pp. 17 9 -2 3 5 . 27 Voor kritische lezingen V <1 n \,Tittkowers kuns thisto risch en architect uurhistori sch werk wi l ik ver wi jzen naar J.A. Emmens, ' R ud o lf a nd Ma rgor \\littkowc r, ' Bom under Satur u', in: j .A. Emmen s, Kun stb istoriscb e opste llen Il , Am sterdam, 19 8 1, p p . 175 - 17 9; respe ctieveli jk A.A . Pa yn c, ' R ud o lf W itt kower a nd Archirectura l Principles in the Age Of Modcr nism' , [ourn al of tbc Society of A rchite ctn ral Historians, 53 (19 94) 3, 19 9 4 , pp. 322-342; vo o r een k rit ische no o t betreffen d e Wittkowers op vatting over het uit de R omantiek dat ere nd e begrip van d e G uld en Sne de zie A. va n d er Schoot, De onstelling uan Pytbagoras. O ver de geschiedenis uan de goddcliikc propo rtie, Ba arn , 19 9 8. 2 8 W. Denslagen. 'Vero ud erd e literatuur?, in: Bou iohu nst.
Studies hl uricndschap li D O ]' Kees Pceters, red . \'\/ . D en sla gen, Amsterdam, 1993, pp. 15 5 -1 6 3. I-lij eind igt zijn artike i o ver het bela ng van het ken nen van de gesc hiede n is van de vakopvattingen in de a rch irec-
ren van nieuwe bena deringen die bui ten de kun stgeschiedenis ontwikke ld zijn. En ook op dit p unt is het zaa k te zoeken naar balan s door mee r dan voo rheen nadru k te leggen op geschiedth eor etische kwesries.v ! De derd e daad is voor mij onver breke lijk ver bonden met het ku nsthisto rische handwerk zelf, nam elijk het bestuderen en bewerk en van histo risch ma teriaa l. \'(lant meer da n misschien uit het onderhavige beto og blijkt, heeft de k unstges chiedenis als discipline volgens mij enke l to ekom st wa nneer ze niet streeft naar een ab stra cte en waterdicht e theorievorming of een uitgekri stalliseerd begrippena pparaat. Vaak rest dan immers het historisch beeldm ateriaal niet veelmeer da n illustratie te zijn bij een schema tisch systeemdenken. De kunstgeschieden is is en blijft alleen een vruc ht baar
tuu rgeschi edenis met de behartenswaa rdige zin: 'O m dergelijke vragen te kunnen bean twoorden, zo u je de draden die ons met het verleden verbind en moeten vo lgen, in plaat s van ze door te knippe n.' 2 9 "" I.A. Holly, l'aJ/ofsk )' and of Art tb c Fonndatio ns History, Irha ca , Lon d en, 19 84 , pp. 15 8- 15 9: ' Iro nica lly, howe ver, these later works ("later in compa riso n wi rh rhc 19 15 - 192 5 t he or etica I pa per s"}, wh ich are genera lly regarc led as the theo reti ca I culm ina tio n of Pa no fsk y's ca rc cr, in fa cr o n ly reerente t he initia] stages of a program im plicit in his ea rlicr wrir ings. Art histo rians not acquainted
w it h the backgro u nd o f ma n y of Pa no fsky's id ca s frequ ent ly sec in his later work m er el y a practical program fo r t he decip hering of spcc ific and norso- h id dc n sy m bo ls in visua l images. Ico no log y, d espire Pano fsk v's em phas is on sc m a n tics, is still understood as o n I)' a slightll' more refi ned and so phisticated ver sio n of ico no g ra p h y, In so me sc nsc, th is sirna rio n o riginatcd with a nd wa s perp ct uat cd by Pan o fsk y h im sel f, cs pcc ia lly in his English writi ngs. Havi ng in vesriga rcd rhe epistemo log ica l assumpt io ns a sso ciarcd with the genes is of Pa no fsk y's approac h to art h isto ry, we sho uld not let rhc
20 Gedigitaliseerd door Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit
wete nschappelijk werkterre in wa nneer de weerbarst igheid van het historische tek st- en beeldmate riaa l met behu lp \Q11e en set attendere nde begrippen zijn stempel kan d rukke n op de gedac htenvorming var; de kunst historicus en daarmee op de richting van het on der zoek .
H eidi de Mare studeerde leunstgescbiedenis en filmtheorie aan de Kat ho liek e Univ ersiteit te N ijmegen en is sinds 1984 als universitair docent verbonden aan de Faculteit der Bo iuokunde van de Techn ische Univer siteit te Delft. Op dit moment uierle t zij aan de vo ltooiing van haar proefschrift He t huis en de regels va n het denken . Een cult uur histo risch onder zoek naar het werk van Sirn on Stevin , Jaco b Cats en Piete r de H ooc h.
success a nd pop u lari ty of his later w o rk distract us from o ur cr itica I co ntinuing exa min ation of its princip les.' 30 In die zin zijn er grote verschillen te co nstateren tussen bijvo o r beeld a an d e en e kant d e bedoeli ngen va n d e bu ndel KUNstgeschiedenis in Ne derland, reel. P. H ech t, C. Sto lw ijk en A. H o ogenboom, Ams terda m, 1998 en aa n de and ere ka nt d e do elst ellingen in bi jvoorbeeld M . Ha lbertsma , ' De gesc hiedenis van de kunstgeschiedenis in Duit ssprekende lan d en en Ne d erla nd va n 17 6 4 tot 19 3 3 ' , in bi jvo orbeel d: op. cit (no o t I ), pp . 4 5 - 102 of in P. van Hui sstede. D e JJll1C111os)'lle
beeldatlas uan Ab )' M . Wilrburg . Een laborato rium voor bccldgcscbiedenis , Leid en , 19 92 . 3 1 H et is ho o pgevend te zien dat intern at io naa l de kunsthistorische we re ld op d it punt d e nod ige dynam iek vertoont. Z ie bv, K. M o xey, 'M o tiva ting
H istor y' , Tbc Art Bulletin 78 ( 19 95) 3, p p . 3 93-4 0 1. Voor de huidige sta nd va n het Ne d erland se on d er zo ek bet reffe nd e de bestudering van 'genreschilderk un st zie mijn artike l 'De verbeelding onder vuur. Het rea lisme- de bat d er Ne de rla ndse kunsthistori ci', in: Th eo reti sche Geschieden is, ( 1997) 2, pp , 1 13- 13 7.